17130/1 bpi historie_12#def
17130/1 bpi historie_12#def
17130/1 bpi historie_12#def
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Inleiding: een bezinningscentrum<br />
Bert Musschenga<br />
In de Marge - 25 jaar Bezinningscentrum<br />
Was de oprichting van het Bezinningscentrum (BC) in 1979 de te lang (bijna een<br />
eeuw) uitgestelde laatste fase in de bouw van de VU als christelijke universiteit, de<br />
kroon op het werk van Abraham Kuyper? Was het een symptoom van een identiteitscrisis?<br />
Of van een legitimatiecrisis? Ieder van deze perspectieven laat wel een stukje<br />
van de werkelijkheid oplichten. Dat kan ook niet anders. Bij de oprichting van een<br />
instituut als het BC speelden allerlei actoren een rol die ieder hun eigen interpretatie<br />
van de situatie, motieven en doelstellingen hadden. Je had de voortrekkers, de<br />
supporters en de bestuurders. De bestuurders werden vooral met de legitimatiecrisis<br />
geconfronteerd. De voortrekkers meenden dat een christelijke universiteit meer<br />
is dan een verzameling van wetenschappers die door de levensbeschouwelijke<br />
selectiepoort waren gekomen. Het ‘bijzondere karakter’ moest zichtbaar worden. Er<br />
moest aan gewerkt worden. Het was geen vanzelfsprekendheid. Hun ideeën vonden<br />
in bredere kring steun. Ze pasten ook in een meer algemene sfeer in christelijke<br />
kringen waarin van kerken en gelovigen niet alleen woorden (dogma’s, confessies)<br />
maar ook daden verwacht werden. Maar wat eerst een vanzelfsprekendheid was<br />
wordt niet zo maar minder vanzelfsprekend. Het zijn vaak externe ontwikkelingen<br />
die mensen en organisaties ertoe brengen ook eens met de blik van een buitenstaander<br />
naar zichzelf te kijken.<br />
Het gereformeerde volksdeel was inmiddels geëmancipeerd. De VU werd<br />
een regionale universiteit met steeds meer studenten die geen enkele binding hadden<br />
met, of soms zelfs nauwelijks kennis hadden van het (protestants-)christelijke<br />
erfgoed. Om een brede universiteit van goede kwaliteit te zijn werden ook in topfuncties<br />
steeds meer mensen benoemd die de christelijke doelstelling alleen respecteerden<br />
en niet konden onderschrijven. Misschien is crisis een te zware term, maar<br />
van identiteitsonzekerheid en legitimatiebehoefte was eind jaren zeventig van de<br />
vorige eeuw zeer zeker sprake. Toen het BC er eenmaal was, kon men bij vragen<br />
over het bijzonder karakter in ieder geval op dat centrum en zijn activiteiten wijzen.<br />
En aan hen van wie gevraagd werd of ze de doelstelling konden respecteren, kon nu<br />
duidelijk gemaakt worden wat ze minimaal moesten respecteren: dat er mensen<br />
waren die vrijgesteld waren om zich met een bepaald soort vragen bezig te houden.<br />
Wat voor vragen waren dat dan? Vragen op het grensvlak van levensbeschouwing<br />
en wetenschap. Soms werd daaraan toegevoegd: en samenleving. Deze<br />
algemene formulering bood het centrum de mogelijkheid om kortere of langere tijd<br />
veel verschillende onderwerpen aan de orde te stellen. In de loop van de jaren voltrokken<br />
zich binnen het centrum de processen van differentiatie, specialisatie en<br />
3