Mijn land in de kering 1830-1980. Deel 1 - digitale bibliotheek voor ...
Mijn land in de kering 1830-1980. Deel 1 - digitale bibliotheek voor ...
Mijn land in de kering 1830-1980. Deel 1 - digitale bibliotheek voor ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong><br />
<strong>Deel</strong> 1: Een ou<strong>de</strong>rwetse wereld <strong>1830</strong>-1914<br />
Karel van Isacker<br />
bron<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong> <strong>Deel</strong> 1: Een ou<strong>de</strong>rwetse wereld <strong>1830</strong>-1914.<br />
Uitgeverij De Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong>sche Boekhan<strong>de</strong>l, Amsterdam 1978 (twee<strong>de</strong> druk)<br />
Zie <strong>voor</strong> verantwoord<strong>in</strong>g: http://www.dbnl.org/tekst/isac002mijn01_01/colofon.htm<br />
© 2008 dbnl / Karel van Isacker
Woord <strong>voor</strong>af<br />
5<br />
Dit boek is geen objectieve beschrijv<strong>in</strong>g van het verle<strong>de</strong>n. Het is een pog<strong>in</strong>g om <strong>de</strong><br />
actualiteit van hon<strong>de</strong>rdvijftig jaar geschie<strong>de</strong>nis te begrijpen, het is een schouwen van<br />
<strong>de</strong> stroom gebeurtenissen die, an<strong>de</strong>rhalve eeuw lang, <strong>de</strong> mensen <strong>in</strong> ons <strong>land</strong> hebben<br />
getekend en van een nog vrien<strong>de</strong>lijke samenlev<strong>in</strong>g <strong>de</strong> betonmaatschappij maakten<br />
die ons kwelt en ergert.<br />
Zo een opzet puilt van <strong>voor</strong>oor<strong>de</strong>len. Maar wat nut hebben stapels exact<br />
omschreven historische wetenswaardighe<strong>de</strong>n als zij niet helpen om <strong>de</strong> z<strong>in</strong> van een<br />
ontwikkel<strong>in</strong>g te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n? En is overigens <strong>de</strong> nu heersen<strong>de</strong> mo<strong>de</strong> om achter <strong>de</strong><br />
‘evenementen’ ‘mo<strong>de</strong>llen’ en ‘structuren’ te zetten, niet <strong>de</strong> <strong>in</strong>terpretatie van <strong>de</strong><br />
geschie<strong>de</strong>nis als een signaal <strong>voor</strong> onze wereld?<br />
Voorlopig gaat <strong>de</strong>ze wan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g langs het verle<strong>de</strong>n tot 1914. Als mij hier<strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
tijd overblijft hoop ik ze <strong>in</strong> een twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el ver<strong>de</strong>r te zetten.<br />
Het verle<strong>de</strong>n kan men alleen maar zien door <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> generaties getuigen die<br />
het leven rondom zich door het woord of het beeld vastleg<strong>de</strong>n. Met hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong>rgelijke momentopnamen is dit verhaal samengesteld. Het ontleent hen niet alleen<br />
<strong>de</strong> feiten maar ook <strong>de</strong> sfeer en <strong>de</strong> toon. De verschillend gekleur<strong>de</strong> schetsen wer<strong>de</strong>n<br />
tot één geheel bij elkaar gelezen en getoetst aan <strong>de</strong> besluiten van enkele recente<br />
on<strong>de</strong>rzoek<strong>in</strong>gen. Wellicht maken <strong>de</strong> voetnoten het plagiaat wat m<strong>in</strong><strong>de</strong>r brutaal.<br />
Maart 1978<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
9<br />
De erfenis van <strong>de</strong> Bie<strong>de</strong>rmeier <strong>1830</strong>-1880[noten:]<br />
De namen van auteurs en <strong>de</strong> <strong>in</strong>gekorte titels<br />
verwijzen naar het eerste <strong>de</strong>el van <strong>de</strong><br />
bronnenlijst, ‘Werken’. De afkort<strong>in</strong>gen<br />
verwijzen naar het twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el, ‘Periodieken’.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Het <strong>land</strong> en <strong>de</strong> stad<br />
Brussel <strong>in</strong> <strong>1830</strong><br />
11<br />
Als een sieraad lag Brussel <strong>in</strong> het Brabantse <strong>land</strong>schap dat ongerept tot aan <strong>de</strong><br />
stadswallen reikte. Die wer<strong>de</strong>n gelei<strong>de</strong>lijk omgebouwd tot boulevards met olmen en<br />
l<strong>in</strong><strong>de</strong>n vanwaar men een uitzicht had op <strong>de</strong> omliggen<strong>de</strong> dorpen. Achter <strong>de</strong> wallen<br />
woon<strong>de</strong>n hon<strong>de</strong>rdduizend Brusselaars. Het gewone volk leef<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> stegen van het<br />
lage stadsge<strong>de</strong>elte. Drabbig vloei<strong>de</strong> er <strong>de</strong> Zenne langs achterhuizen, tu<strong>in</strong>en en<br />
watermolens en vanaf <strong>de</strong> vele bruggen had men een kijk op <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rachtigheid<br />
<strong>de</strong>r oevers. Door <strong>de</strong> bedrijvigheid van ambachten en ner<strong>in</strong>gen leek het ou<strong>de</strong> Brussel<br />
meer op een dorp dan op een stad. Dit platte<strong>land</strong>s<strong>de</strong>cor contrasteer<strong>de</strong> met <strong>de</strong><br />
<strong>voor</strong>naamheid van <strong>de</strong> patriciërswon<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> bovenstad. Daar verbleven alleen<br />
selecte kr<strong>in</strong>gen en sprak men Frans of Engels.<br />
De hele stad was primitief, met open riolen <strong>in</strong> straten die 's w<strong>in</strong>ters slijkpoelen<br />
wer<strong>de</strong>n. Enkele hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n gaslantaarns en olielampen en <strong>de</strong> lichtjes boven <strong>de</strong><br />
herbergen braken <strong>de</strong> duisternis. Er was geen openbaar vervoer maar het leven verliep<br />
zo rustig dat niemand dit als een gemis voel<strong>de</strong>. Voor <strong>de</strong> paar<br />
Lan<strong>de</strong>lijk Brussel (G. Van<strong>de</strong>rhecht)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
12<br />
De boulevard bij <strong>de</strong> Kruidtu<strong>in</strong> te Brussel, rond 1840<br />
hon<strong>de</strong>rd reizigers volston<strong>de</strong>n een dozijn vigilanten. Van stadsuitbreid<strong>in</strong>g was er nog<br />
geen teken. Alleen <strong>de</strong> Kon<strong>in</strong>gstraat brak door <strong>de</strong> omwall<strong>in</strong>g en liep langs <strong>de</strong><br />
beg<strong>in</strong>nen<strong>de</strong> agglomeratie naar het Kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong>neple<strong>in</strong>. De rest bleef op <strong>de</strong> schaal van<br />
<strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eeuw.<br />
In <strong>de</strong> eerste weken na <strong>de</strong> revolutie van <strong>1830</strong> werd Brussel nog doodser door <strong>de</strong><br />
vlucht van <strong>de</strong> bezitten<strong>de</strong> klasse. De equipages verdwenen uit het stadsbeeld, <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
straten zag men alleen maar ‘gesticuleren<strong>de</strong> politici’ of be<strong>de</strong>len<strong>de</strong> vrouwen en aan<br />
heel wat <strong>de</strong>uren h<strong>in</strong>g het bericht ‘Verlaten won<strong>in</strong>g’ of ‘Te huur’. Met <strong>de</strong> ruïnes en<br />
<strong>de</strong> won<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> gevels waren <strong>de</strong> verdor<strong>de</strong> vrijheidsbomen het enige teken van <strong>de</strong><br />
triomf <strong>de</strong>r septemberdagen. 1.<br />
Op 10 november <strong>1830</strong> haal<strong>de</strong> <strong>de</strong> open<strong>in</strong>g van het Nationaal Congres <strong>de</strong> hoofdstad<br />
enkele uren uit <strong>de</strong> letargie. In het zonnige najaarsweer kregen <strong>de</strong> straten rond het<br />
Park die woensdag<strong>voor</strong>middag opnieuw kleur. Achter <strong>de</strong> kilometers lange haag van<br />
<strong>de</strong> burgerwacht en het garnizoen juichten duizen<strong>de</strong>n nieuwsgierigen <strong>de</strong> congresle<strong>de</strong>n<br />
toe. Om half één begonnen <strong>de</strong> klokken van S<strong>in</strong>te-Goe<strong>de</strong>le te lui<strong>de</strong>n. Tromgeroffel<br />
en kanonschoten kondig<strong>de</strong>n <strong>de</strong> open<strong>in</strong>g aan van het Nationaal Congres, ‘<strong>in</strong> naam<br />
van het Belgische volk’. Opgelucht schreef <strong>de</strong> Doornikse vertegenwoordiger François<br />
du Bus 's avonds naar zijn vrouw dat er ‘veel nieuwsgierigen waren maar geen<br />
oproermakers’. Voor alle zekerheid ‘had men een aanzienlijk <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> burgerwacht<br />
op <strong>de</strong> been gebracht. Indien het nodig was gebleken zou men ons hebben beschermd’. 2.<br />
De burgerij hoef<strong>de</strong> echter niets te vrezen want <strong>de</strong> paupers waren nog lang niet aan<br />
het verzet toe. Ongestoord kon het Nationaal Congres een regime uitbouwen dat door<br />
zijn <strong>in</strong>dividualisme en zijn kiesstelsel alleen <strong>de</strong> bezitters ten goe<strong>de</strong> kwam. Pas veel<br />
later g<strong>in</strong>g men beseffen welke vergiss<strong>in</strong>g het was, kiesrecht te koppelen aan fiscaliteit<br />
of te veron<strong>de</strong>rstellen dat <strong>de</strong> kiesgerechtig<strong>de</strong> belast<strong>in</strong>gbetaler meteen ook een<br />
onkreukbare burger zou zijn. Dit stelsel werd een <strong>de</strong>r oorzaken van het be<strong>de</strong>rf <strong>in</strong> het<br />
openbare leven en van <strong>de</strong> ontaard<strong>in</strong>g <strong>de</strong>r volksklasse.<br />
Uitzicht van het <strong>land</strong><br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
‘Een <strong>land</strong> als een tu<strong>in</strong>’, zo zagen <strong>de</strong> buiten<strong>land</strong>ers het staatje dat onverwachts uit het<br />
Brusselse oproer van <strong>1830</strong> werd geboren. Hen trof <strong>de</strong> z<strong>in</strong><strong>de</strong>lijkheid en <strong>de</strong> eenvoud<br />
van het <strong>in</strong>tens bebouw<strong>de</strong> gebied. Geen spectaculaire natuur, gewoon een vlak en fris<br />
<strong>land</strong> dat langzaam opglooi<strong>de</strong> naar het zui<strong>de</strong>n en het oosten. Nog geen <strong>in</strong>dustrie <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong>ze ruimte, behalve te Gent, nog geen fabrieksschoorstenen en geen kanker van<br />
uitzwermen<strong>de</strong> agglomeraties, geen l<strong>in</strong>tbebouw<strong>in</strong>g, geen overwoeker<strong>in</strong>g van wegen.<br />
Alleen maar kle<strong>in</strong>e omwal<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n, volkomen <strong>in</strong>gebouwd <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>land</strong>elijke omgev<strong>in</strong>g<br />
en met elkaar verbon<strong>de</strong>n door sl<strong>in</strong>ger-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
13<br />
banen, weggeborgen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> schaduw van olmen en eiken. En dorpjes rond een<br />
kerktoren, bijna verloren <strong>in</strong> <strong>de</strong> bosrijke omgev<strong>in</strong>g. Dat een vlakke streek door haar<br />
ongekunsteldheid zo schoon kon zijn was een verrass<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> alle reizigers: <strong>de</strong> vlijt<br />
van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g en haar z<strong>in</strong> <strong>voor</strong> palet en vormen had<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> eeuwen het <strong>land</strong><br />
tot een goed woongebied gemaakt 3. .<br />
Naar gelang <strong>de</strong> aard van <strong>de</strong> streek en het karakter van <strong>de</strong> bewoners veran<strong>de</strong>rt het<br />
<strong>voor</strong>komen: het du<strong>in</strong> langs <strong>de</strong> zee, <strong>de</strong> pol<strong>de</strong>rvlakte, <strong>de</strong> weligheid van het Hout<strong>land</strong>,<br />
het heuvel<strong>land</strong> van Zuid-Vlaan<strong>de</strong>ren, <strong>de</strong> glooi<strong>in</strong>gen van Brabant, <strong>de</strong> eenzaamheid<br />
van <strong>de</strong> Kempen. Maar overal v<strong>in</strong>dt men <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> stilte en is het uitzicht op bossen,<br />
wei<strong>land</strong> en vel<strong>de</strong>n ongestoord. Met <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> tijdgenoten moet men proberen<br />
<strong>de</strong> rust van dit <strong>land</strong> te zien. Het is <strong>de</strong> weerspiegel<strong>in</strong>g van het gemoed <strong>de</strong>r bevolk<strong>in</strong>g<br />
en laat daarom ont<strong>de</strong>kken wat het belangrijkste is bij <strong>de</strong> aanvang van <strong>de</strong>ze<br />
geschie<strong>de</strong>nis, <strong>de</strong> harmonie tussen mens en omgev<strong>in</strong>g.<br />
Men moet het strand en het du<strong>in</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> zuiverheid van <strong>de</strong> aanvangsjaren zien, vóór<br />
<strong>de</strong> beschav<strong>in</strong>g <strong>de</strong> natuur kwam verstoren. Langs <strong>de</strong> du<strong>in</strong>wand, van het Zw<strong>in</strong> tot <strong>de</strong><br />
Franse grens, ligt het strand breed en verlaten, alleen getekend door <strong>de</strong> geulen van<br />
het terugvloeien<strong>de</strong> water. Men kan er uren lopen zon<strong>de</strong>r één mens te ontmoeten. In<br />
<strong>de</strong> zomermaan<strong>de</strong>n ziet men soms groepjes wan<strong>de</strong>laars van uit Oosten<strong>de</strong> en<br />
Blankenberge maar thuis hoort hier alleen het vissersvolk. Voor <strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren is <strong>de</strong><br />
isolatie van het strand, dat door het du<strong>in</strong> volledig van het <strong>land</strong> is afgesne<strong>de</strong>n, bijna<br />
ondraaglijk. Oosten<strong>de</strong>, al s<strong>in</strong>ds Jozef II een badplaats, slaat met zijn dijkje langs <strong>de</strong><br />
vest<strong>in</strong>ggracht <strong>de</strong> enige bres <strong>in</strong> <strong>de</strong> du<strong>in</strong>keten.<br />
Het du<strong>in</strong> is bewoond, maar <strong>de</strong> huisjes liggen verscholen <strong>in</strong> <strong>de</strong> chaos van<br />
verstuiven<strong>de</strong> zandheuvels die wegglij<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> pannen, naar het mos rond <strong>de</strong><br />
zoetwater-vennen. Eén tot twee kilometer breed strekt <strong>de</strong>ze woestenij zich uit tussen<br />
<strong>de</strong> du<strong>in</strong>wan<strong>de</strong>n langs het strand en <strong>de</strong> pol<strong>de</strong>r. Het is een wild gebied, een<br />
maan<strong>land</strong>schap v<strong>in</strong>dt Raoul Blanchard, maar <strong>de</strong> oorspronkelijkheid maakt het<br />
aangrijpend: hier groei<strong>de</strong> een stuk <strong>land</strong> naar <strong>de</strong> z<strong>in</strong> van <strong>de</strong> natuur -, tot rond 1840 <strong>de</strong><br />
verm<strong>in</strong>k<strong>in</strong>g begon met enkele strandkab<strong>in</strong>es en een houten paviljoentje op het du<strong>in</strong><br />
Wal over <strong>de</strong> Zenne te Brussel (P. Lauters)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
14<br />
bij Blankenberge. Deze smet bleef nog onopvallend maar zij kondig<strong>de</strong> een algehele<br />
vernietig<strong>in</strong>g aan 4.<br />
Achter het du<strong>in</strong> strekt het Blote zich uit, <strong>de</strong> Vlaamse zeepol<strong>de</strong>r, kaal en schaars<br />
bewoond. Het is een zompige streek die 's w<strong>in</strong>ters vaak on<strong>de</strong>rloopt. Dan lijkt <strong>de</strong><br />
vlakte uitgestorven en liggen <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rijen en <strong>de</strong> dorpen afgezon<strong>de</strong>rd van elkaar<br />
en van <strong>de</strong> wereld, als ei<strong>land</strong>en op hun terpen <strong>in</strong> het dras<strong>land</strong>. Maar <strong>in</strong> <strong>de</strong> zomer leeft<br />
<strong>de</strong> horizon van graanvel<strong>de</strong>n, wei<strong>de</strong>n en vee, alleen gebroken door kerktorens en<br />
daken. In <strong>de</strong> pol<strong>de</strong>r zijn <strong>de</strong> hoeven wijdgespreid en leven <strong>de</strong> boeren teruggetrokken<br />
<strong>in</strong> hun welvaart en hun trots 5. .<br />
Voorbij het Blote beg<strong>in</strong>t het Hout<strong>land</strong>. Het omvat het grootste <strong>de</strong>el van West- en<br />
Oost-Vlaan<strong>de</strong>ren en strekt zich uit van het Veurne-Ambacht tot <strong>de</strong> Schel<strong>de</strong>pol<strong>de</strong>r,<br />
en oostwaarts tot Brabant. Zo verschillend van <strong>de</strong> vlakte zijn hier het uitzicht, het<br />
klimaat, <strong>de</strong> mensen en <strong>de</strong> gebruiken dat men zich <strong>in</strong> een an<strong>de</strong>r <strong>land</strong> waant. Van uit<br />
<strong>de</strong> verte lijkt het gebied één woud. Echt bos is, rond <strong>1830</strong>, <strong>de</strong> strook van Poper<strong>in</strong>ge<br />
over Torhout tot Mal<strong>de</strong>gem en Eeklo. Hier leeft een fauna van kle<strong>in</strong> wild, dassen,<br />
everzwijnen en vossen. En <strong>de</strong> bossen rond Houthulst, Beernem, Knesselare en<br />
Mal<strong>de</strong>gem zijn het reservaat <strong>voor</strong> een ontoegankelijke bevolk<strong>in</strong>g met eigen ze<strong>de</strong>n.<br />
Maar ook buiten <strong>de</strong>ze resten van het vroegmid<strong>de</strong>leeuwse woud geeft het Hout<strong>land</strong>,<br />
van <strong>de</strong> Westhoek tot het hoog<strong>land</strong> van Waas, <strong>de</strong> <strong>in</strong>druk van een bos. Pas wanneer<br />
men er b<strong>in</strong>nentreedt ziet men dat het ‘bos’ maar schijn is en gevormd wordt door <strong>de</strong><br />
olmen, iepen en eiken die alle akkers omzomen en alle wegen aflijnen. Tussen <strong>de</strong><br />
bomen en hagen liggen <strong>de</strong> stro-<br />
Lan<strong>de</strong>lijke omgev<strong>in</strong>g van Antwerpen, 1849 (H. Schaefels)<br />
daken, verspreid <strong>in</strong> het westelijk <strong>de</strong>el van het Hout<strong>land</strong> en samengetroppeld <strong>in</strong> het<br />
oosten. En met <strong>de</strong> seizoenen bloeit tussen het loof <strong>de</strong> kleur van <strong>de</strong> culturen: het<br />
dieprood van <strong>de</strong> klaver en het goud van het koolzaad <strong>in</strong> <strong>de</strong> lente, bij het aanbreken<br />
van <strong>de</strong> zomer het witblauwe vlas, <strong>de</strong> sterretjes van <strong>de</strong> boekweit en het diepe groen<br />
van <strong>de</strong> tabak, tussendoor <strong>in</strong> juli vluchtig het paars van <strong>de</strong> papavervel<strong>de</strong>n en naar het<br />
e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> zomer <strong>de</strong> goudbru<strong>in</strong>e rogge. Men schijnt hier <strong>in</strong> een paradijs te leven<br />
maar <strong>de</strong> weligheid is <strong>de</strong> vrucht van eeuwenlange arbeid: <strong>de</strong> zan<strong>de</strong>n leemgrond van<br />
het Hout<strong>land</strong> is ondankbaar en werd door wroeten en ontber<strong>in</strong>g tot rijkdom<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
gedwongen. Daarom zijn <strong>de</strong> mensen niet rijk en niet schoon <strong>in</strong> hun paradijs, maar<br />
pezig, kle<strong>in</strong> en kromgewerkt.<br />
De Zoute-pol<strong>de</strong>r <strong>in</strong> 1857 (L. Robbe)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
15<br />
Het ongerepte Brabant bij Brussel, 1837 (H. Van Assche)<br />
Ze wor<strong>de</strong>n m<strong>in</strong>achtend bekeken door <strong>de</strong> welvaren<strong>de</strong> pol<strong>de</strong>rboeren en laag<strong>land</strong>ers 6. .<br />
Het armst <strong>in</strong> het Hout<strong>land</strong> zijn <strong>de</strong> Westhoek en het Meetjes<strong>land</strong>, gebie<strong>de</strong>n van<br />
achterlijkheid en analfabetisme waar <strong>de</strong> mensen op elkaar betrokken leven <strong>in</strong><br />
volkomen isolatie. De Leiestreek wordt onafgebroken door overstrom<strong>in</strong>g bedreigd<br />
maar <strong>de</strong> leemgrond is er vruchtbaar en vrien<strong>de</strong>lijk liggen <strong>de</strong> dorpjes langs <strong>de</strong> rivier,<br />
verloren <strong>in</strong> <strong>de</strong> bloei van duizen<strong>de</strong>n hectaren vlas, koolzaad en papaver. Het<br />
aantrekkelijkst is het Waase hoog<strong>land</strong>, hon<strong>de</strong>rd keer geprezen als ‘<strong>de</strong> tu<strong>in</strong> van<br />
Vlaan<strong>de</strong>ren’. De weel<strong>de</strong> van <strong>de</strong> <strong>land</strong>bouw gaat er gepaard met <strong>de</strong> sierlijkheid van <strong>de</strong><br />
won<strong>in</strong>gen, bei<strong>de</strong> getuigend van welvaart en z<strong>in</strong> <strong>voor</strong> schoonheid.<br />
In het Land van Aalst, tussen Schel<strong>de</strong> en Den<strong>de</strong>r, e<strong>in</strong>digt het Hout<strong>land</strong> en beg<strong>in</strong>t<br />
Brabant. Het zand wijkt er <strong>voor</strong> <strong>de</strong> leemgrond en <strong>de</strong> rogge <strong>voor</strong> <strong>de</strong> tarwe. Het is een<br />
dichtbevolkte streek met rijke en dure <strong>land</strong>bouwgrond. Daarom zijn <strong>de</strong> buurtwegen<br />
er smal en blijft <strong>de</strong> boombeplant<strong>in</strong>g schaars, maar <strong>in</strong> <strong>de</strong> zomer geeft <strong>de</strong> hopteelt aan<br />
het <strong>land</strong> het uitzicht van een woud 7. . Naar het zui<strong>de</strong>n toe mon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> hell<strong>in</strong>gen uit <strong>in</strong><br />
het heuvel<strong>land</strong> van Zuid-Vlaan<strong>de</strong>ren. Van op <strong>de</strong> hoogste toppen kijkt men hier tot<br />
<strong>in</strong> Henegouwen, met Doornik nog net zichtbaar aan <strong>de</strong> horizon; westwaarts strekken<br />
zich <strong>de</strong> wei<strong>land</strong>en langs <strong>de</strong> Schel<strong>de</strong> uit en ver<strong>de</strong>rop ziet men het Hout<strong>land</strong>.<br />
Over <strong>de</strong> Den<strong>de</strong>r ligt Brabant rond <strong>de</strong> rivieren: ten westen van <strong>de</strong> Zenne het<br />
Pajotten<strong>land</strong>, gebied van wei<strong>de</strong>n, tarwevel<strong>de</strong>n en boomgaar<strong>de</strong>n, waar <strong>de</strong> dorpen<br />
gespaard bleven <strong>voor</strong> <strong>in</strong>vasie en be<strong>de</strong>rf; ten oosten het meer toegankelijke Brabant,<br />
met vijvers, plassen en diep uitgesne<strong>de</strong>n valleien op wier flanken al direct na <strong>1830</strong><br />
villa's wor<strong>de</strong>n gebouwd; langs het Zoniënwoud rijst het breed golven<strong>de</strong> <strong>land</strong>bouw<strong>land</strong><br />
naar <strong>de</strong> Brabantse en Haspengouwse hoogvlakte. Dit oostelijk <strong>de</strong>el van Brabant is<br />
monotoner. De vlakte<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
16<br />
wordt enkel gebroken door <strong>de</strong> dubbele rijen olmen langs <strong>de</strong> wegen en door bosjes,<br />
resten van het vroegere woud, die een dorp of een omwal<strong>de</strong> hoeve verbergen. Maar<br />
hier ligt <strong>de</strong> rijkste grond van het <strong>land</strong> en <strong>in</strong> <strong>de</strong> zomer is <strong>de</strong> hele vlakte tot diep <strong>in</strong><br />
Haspengouw één tarweveld 8. .<br />
Het Hage<strong>land</strong> met zijn holle wegen, zijn beem<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> valleien en <strong>de</strong> beboste<br />
hell<strong>in</strong>gen aan <strong>de</strong> horizon is nog Brabants maar vormt <strong>de</strong> overgang naar <strong>de</strong> Kempen,<br />
<strong>de</strong> meest geïsoleer<strong>de</strong> uithoek van het <strong>land</strong>. Daar raken <strong>de</strong> hoofdwegen enkel <strong>de</strong> ran<strong>de</strong>n<br />
van het gebied, b<strong>in</strong>nen<strong>land</strong>s lopen alleen maar karresporen door <strong>de</strong> hei<strong>de</strong>. Men moet<br />
er te voet door of met een lichte wagen want het zware gerij z<strong>in</strong>kt weg <strong>in</strong> het zand.<br />
De boeren gebruiken ossenspannen die geduldig het spoor volgen. Maar men reist<br />
er we<strong>in</strong>ig. Het leven heeft zich teruggetrokken b<strong>in</strong>nen kle<strong>in</strong>e oases, moeizaam<br />
gewonnen op <strong>de</strong> woeste grond. En omdat het transport onmogelijk is en men niet<br />
kan produceren <strong>voor</strong> an<strong>de</strong>ren, zaait en oogst en kweekt men slechts <strong>voor</strong> eigen<br />
behoeften. De streek is dun bevolkt. Op zijn reis van Lier naar Turnhout, <strong>in</strong> augustus<br />
1837, zag Victor Hugo geen mens, tenzij een eenzame trappist, ‘triste laboureur d'un<br />
triste sillon’. De meeste reizigers verme<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze woestijn die bran<strong>de</strong>nd was <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
zomer en ijzig 's w<strong>in</strong>ters, waar men licht verdwaal<strong>de</strong> en bedreigd werd door het slib<br />
van <strong>de</strong> vennen. Daarom ken<strong>de</strong>n maar enkelen <strong>de</strong> pracht van dit <strong>land</strong>.<br />
In <strong>de</strong> Antwerpse Kempen overheersen <strong>de</strong> <strong>de</strong>nnebossen. Zij wijken, naar het noor<strong>de</strong>n<br />
toe en oostwaarts naar Limburg, <strong>voor</strong> <strong>de</strong> e<strong>in</strong><strong>de</strong>loosheid van hei<strong>de</strong> en du<strong>in</strong>en. Men<br />
hoort er alleen het gonzen van <strong>de</strong> bijen en het gekraak van kle<strong>in</strong>e gewassen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
hitte. De hele zomer bloeit het hei<strong>de</strong>kruid tegen <strong>de</strong> achtergrond van het zand. Na het<br />
felle daglicht wordt <strong>de</strong> streek rustiger. De avondlucht gloeit <strong>in</strong> <strong>de</strong> moerassen, hei<strong>de</strong><br />
en du<strong>in</strong>en glij<strong>de</strong>n weg <strong>in</strong> <strong>de</strong> schemer<strong>in</strong>g. Alleen <strong>de</strong> pijnboompjes en jeneverbessen,<br />
verwrongen als aardmannetjes, steken af tegen <strong>de</strong> westerhemel. In <strong>de</strong>ze zandvlakte<br />
ligt één eeuwenou<strong>de</strong> oase van groen, Bokrijk, dat <strong>de</strong> Hasselaars nog niet hebben<br />
ont<strong>de</strong>kt. Voorbij Bokrijk stijgt <strong>de</strong> vlakte naar het Kempisch plateau. Daar schuilt het<br />
fijnste dorp van Limburg,<br />
Hoeve <strong>in</strong> Kalmthout (A. Elsen)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
t.o. 16<br />
I. De stilte van <strong>de</strong> Kempen, 1865 (F. Lamor<strong>in</strong>ière)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
17<br />
Genk: een torenspits boven <strong>de</strong> eiken, en <strong>de</strong> wieken van een molen, weggeborgen <strong>in</strong><br />
een ruimte van hei<strong>de</strong>, bos en vijvers 9. .<br />
Een <strong>land</strong> als een tu<strong>in</strong>, met hel<strong>de</strong>re sloten langs wei<strong>de</strong>n en wilgenzomen waarover <strong>de</strong><br />
stilte hangt: zo zagen het, <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste jaren na <strong>1830</strong>, <strong>de</strong> enkele tientallen die van<br />
<strong>de</strong>ze schoonheid getuig<strong>de</strong>n. En <strong>de</strong> naamlozen die er woon<strong>de</strong>n? Of zij <strong>de</strong> schoonheid<br />
beseften weten wij niet. Maar vele sporen tonen dat zij <strong>in</strong> harmonie met <strong>de</strong> natuur<br />
leef<strong>de</strong>n en dat <strong>de</strong> afbraak van het <strong>land</strong> hun bestaan heeft verstoord.<br />
De stad als biotoop<br />
De ‘stad’ kan men niet <strong>in</strong> een totaalbeeld vatten. In <strong>de</strong> ‘do<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n’ van Vlaan<strong>de</strong>ren,<br />
<strong>in</strong> het kloosterlijke Mechelen of Turnhout, <strong>in</strong> <strong>de</strong> grote centra Antwerpen, Brussel en<br />
Gent treft men telkens een an<strong>de</strong>re wereld aan. En toch hebben alle ste<strong>de</strong>n <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />
familietrek: zij zijn schoon omdat zij hun karakter bewaar<strong>de</strong>n dat over eeuwen was<br />
gegroeid als het resultaat van een e<strong>in</strong><strong>de</strong>loos aantal ‘kle<strong>in</strong>e besliss<strong>in</strong>gen’. 10. Ie<strong>de</strong>reen<br />
bouw<strong>de</strong> zijn huis naar eigen opvatt<strong>in</strong>g langs sierlijk rond een kern wentelen<strong>de</strong> straten,<br />
en toch had het geheel een won<strong>de</strong>rbare eenheid. Rond <strong>1830</strong> was <strong>de</strong> ‘negatieve’ stad<br />
met haar ‘onmenselijke opeenhop<strong>in</strong>g’ 11. nog niet zichtbaar en slechts enkele ste<strong>de</strong>n<br />
spreid<strong>de</strong>n hun polieparmen buiten <strong>de</strong> vest<strong>in</strong>gen uit. Overal droeg het <strong>land</strong>schap <strong>de</strong><br />
stad. Zelfs Gent, vanaf het beg<strong>in</strong> <strong>de</strong>r negentien<strong>de</strong> eeuw een fabrieksstad, verstopte<br />
zijn lelijkheid <strong>in</strong> een vlakte van groen en molens. Zo zag het Luise von Plönnies van<br />
op <strong>de</strong> stadswallen <strong>in</strong> oktober 1844: <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> schansen teken<strong>de</strong>n het contrast tussen<br />
<strong>de</strong> vreedzaamheid van het wei<strong>de</strong><strong>land</strong> en het rumoer <strong>in</strong> <strong>de</strong> stad ‘als had <strong>de</strong> v<strong>in</strong>ger van<br />
<strong>de</strong> Dood een lijn getrokken door <strong>de</strong> streek’. 12.<br />
Zij waren zichzelf gebleven, <strong>de</strong> Vlaamse en Brabantse ste<strong>de</strong>n, hel<strong>de</strong>r en net, met<br />
hun puntgevelstraten rond kerken en markten. Brugge, <strong>in</strong>gesnoerd door zijn wallen,<br />
een stad van gesluier<strong>de</strong> vrouwen die steeds op weg leken naar <strong>de</strong> kerk en ‘<strong>voor</strong>zichtig<br />
liepen als wil<strong>de</strong>n zij <strong>de</strong> grashalmen niet beschadigen<br />
Silhouet van Antwerpen rond 1850 (H. Walter)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De ou<strong>de</strong> bene<strong>de</strong>nstad, Brussel<br />
Boterrui en Suikerrui, Antwerpen (J. L<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g)<br />
18<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Leuven 1832 (G. Simonau)<br />
Houten gevel <strong>in</strong> <strong>de</strong> Antwerpse Schipperskapelstraat, 1866 (J. L<strong>in</strong><strong>in</strong>g)<br />
die <strong>in</strong> <strong>de</strong> straten opschoten’; een oerou<strong>de</strong> maar onwaarschijnlijk z<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke stad, ‘met<br />
lief<strong>de</strong> verzorgd van <strong>de</strong> schoorsteen tot het bor<strong>de</strong>s vóór <strong>de</strong> <strong>de</strong>uren’. Brussel, met zijn<br />
witte, gele en groene gevels, met zijn enge straten en <strong>de</strong> opeenhop<strong>in</strong>g van houten<br />
huizen en bloementu<strong>in</strong>tjes langs <strong>de</strong> rivier, waar miserie en smerigheid achter het<br />
pittoreske wegschuil<strong>de</strong>n. Antwerpen, nog trouw aan zijn Spaanse fysionomie: velen,<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
vóór en na Victor Hugo, hebben van op <strong>de</strong> Lievevrouwetoren <strong>de</strong> lijnen bewon<strong>de</strong>rd<br />
van <strong>de</strong> werf met haar l<strong>in</strong><strong>de</strong>n en huizenrijen die zich spiegel<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het water, van <strong>de</strong><br />
grachten en <strong>de</strong> vlieten, van <strong>de</strong> uitspr<strong>in</strong>gen<strong>de</strong> gevels rond <strong>de</strong> markt. De wallen waakten<br />
over het gave beeld. Het waren geen bolwerken maar een door beplant<strong>in</strong>g vrien<strong>de</strong>lijk<br />
gemaakt ‘scherm van het stille leven daarb<strong>in</strong>nen’. Bij <strong>de</strong> poorten wuif<strong>de</strong>n<br />
molenwieken een welkom naar het <strong>land</strong>. Alleen <strong>de</strong> zondag lagen zij stil:<br />
‘Dans le calme doux du dimanche<br />
Ils ont troussé leurs manches rouges,<br />
Hiératisant ce qui bouge<br />
De leurs signes <strong>de</strong> croix en planches’. 13.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Lier <strong>in</strong> 1850 (J. Hoolans)<br />
19<br />
Dit dromerig beeld moet gecorrigeerd wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> werkelijkheid van het leven,<br />
maar men dient ook <strong>de</strong> gaafheid te zien als men wil begrijpen wat <strong>de</strong> aftakel<strong>in</strong>g<br />
beteken<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> mens.<br />
Alle ste<strong>de</strong>n, zelfs Brussel, Gent en Antwerpen waren kle<strong>in</strong> naar onze maat. In<br />
1846 tel<strong>de</strong>n maar tw<strong>in</strong>tig gemeenten meer dan tw<strong>in</strong>tigduizend <strong>in</strong>woners en maar<br />
vijftig meer dan tienduizend. Het miljoen mensen <strong>in</strong> <strong>de</strong> zeventig octrooiste<strong>de</strong>n, bij<br />
uitstek <strong>de</strong> typische ste<strong>de</strong>n van het mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r negentien<strong>de</strong> eeuw, woon<strong>de</strong>n niet <strong>in</strong><br />
een ste<strong>de</strong>lijke agglomeratie en evenm<strong>in</strong> <strong>in</strong> een <strong>land</strong>elijke omgev<strong>in</strong>g maar <strong>in</strong> een apart,<br />
nu verdwenen milieu, tegelijk ste<strong>de</strong>lijk en <strong>land</strong>elijk, waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e burger, <strong>de</strong><br />
Bie<strong>de</strong>rmeier, <strong>de</strong> toon aangaf.<br />
Dit ste<strong>de</strong>lijk-<strong>land</strong>elijk geheel verschil<strong>de</strong> van stad tot stad. Turnhout was een dorp,<br />
met keuterboeren en vee tot vlak bij het centrum. Ook Leuven had een agrarisch<br />
karakter. De vijf radiale straten van <strong>de</strong> kern naar <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> veertien<strong>de</strong>-eeuwse<br />
r<strong>in</strong>gmuur liepen langs <strong>land</strong>erijen en wei<strong>de</strong>n, en <strong>in</strong> <strong>de</strong> kern bracht <strong>de</strong> ambachtelijke<br />
bedrijvigheid <strong>land</strong>elijkheid <strong>in</strong> het stadsbeeld. In Gent had <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustrie het ruraal<br />
uitzicht vernietigd. Wie <strong>de</strong> stad per diligence na<strong>de</strong>r<strong>de</strong> zag <strong>de</strong> torens achter <strong>de</strong> rook<br />
van <strong>de</strong> schoorstenen opduiken. In <strong>de</strong> drukte van het la<strong>de</strong>n en lossen en het gedreun<br />
achter <strong>de</strong> fabrieksgevels lagen ‘<strong>de</strong> resten van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> Vlaamse tijd’ verwaarloosd<br />
en vergeten. Maar zelfs Gent had <strong>voor</strong>va<strong>de</strong>rlijke trekken. De nachtwakers <strong>in</strong> elk <strong>de</strong>r<br />
273 buurten, die met slaapmuts en klompen over <strong>de</strong> rust van <strong>de</strong> burgers waakten,<br />
hoor<strong>de</strong>n meer <strong>in</strong> een dorp thuis dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> grootste Vlaamse <strong>in</strong>dustriestad. 14.<br />
Gent was een uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. El<strong>de</strong>rs trof <strong>de</strong> <strong>land</strong>elijke gemoe<strong>de</strong>lijkheid. In Antwerpen<br />
hield bijna ie<strong>de</strong>reen kippen die overdag <strong>in</strong> <strong>de</strong> naar buiten gegooi<strong>de</strong> afval liepen te<br />
pikken en 's avonds door het ‘kiekengat’ naast <strong>de</strong> huisdorpel verdwenen. Run<strong>de</strong>ren,<br />
schapen en varkens wer<strong>de</strong>n met hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n stuks gekweekt <strong>in</strong> stallen en on<strong>de</strong>r afdaken.<br />
Aan vele gevels h<strong>in</strong>gen druivelaars en <strong>voor</strong> <strong>de</strong> huizen bloei<strong>de</strong>n heesters.<br />
Kel<strong>de</strong>rmon<strong>de</strong>n, afsluit<strong>in</strong>gen en uitstall<strong>in</strong>gen maakten het weggebruik <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
sl<strong>in</strong>gerstraten zon<strong>de</strong>r stoepen niet gemakkelijk, maar niemand had daar<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
20<br />
h<strong>in</strong><strong>de</strong>r van: men hield van een vrolijke straatgemeenschap waar ie<strong>de</strong>reen naar eigen<br />
wens kon leven. De burgerva<strong>de</strong>rs dachten er an<strong>de</strong>rs over. Bij veror<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g van 22<br />
april 1843 wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> druivelaars en alle h<strong>in</strong><strong>de</strong>rnissen <strong>in</strong> <strong>de</strong> straten opgeruimd en <strong>in</strong><br />
1856, als een gevolg van <strong>de</strong> cholera twee jaar vroeger, werd het kweken van vee<br />
verbo<strong>de</strong>n. Uniformiteit begon <strong>de</strong> oorspronkelijkheid weg te werken. Toch bleef het<br />
patriarchale karakter van <strong>de</strong> stad nog lang bewaard. Op een paar uitstalramen na, ‘à<br />
l'<strong>in</strong>star <strong>de</strong> Paris’, waren <strong>de</strong> w<strong>in</strong>keltjes sympathiek-ou<strong>de</strong>rwets met <strong>de</strong>gelijke waar,<br />
luifels en zelfgeschil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> uithangbor<strong>de</strong>n. Hoef- en grofsme<strong>de</strong>n, timmerlie<strong>de</strong>n,<br />
wagenmakers en man<strong>de</strong>nvlechters werkten buiten on<strong>de</strong>r het oog van <strong>de</strong> jeugd. De<br />
huisvrouwen wasten het l<strong>in</strong>nen op straat en leg<strong>de</strong>n het te bleken langs <strong>de</strong> vest<strong>in</strong>gen.<br />
's Nachts waren <strong>de</strong> huizen, <strong>de</strong> burgerwon<strong>in</strong>gen <strong>voor</strong>al, zwaar gebarrika<strong>de</strong>erd, met<br />
gesloten luiken en afgegren<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>de</strong>uren. Vele burgers had<strong>de</strong>n een ‘kijkuit’, een met<br />
gaten doorboord kastje buiten het raam op <strong>de</strong> bovenverdiep<strong>in</strong>g: zo kon men nagaan<br />
wie op een nachtelijk uur nog <strong>de</strong> klopper op <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur liet vallen. 15.<br />
An<strong>de</strong>rs dan <strong>in</strong> het levendige, dicht bevolkte Antwerpen was <strong>de</strong> sfeer <strong>in</strong> <strong>de</strong> slapen<strong>de</strong><br />
ste<strong>de</strong>n: het ‘uitgestorven Brugge’, ‘<strong>de</strong> slechtst verlichte stad van Europa’ en ‘leeg<br />
als <strong>de</strong> zak van een Ier’; Diksmui<strong>de</strong>, Veurne, Nieuwpoort, Ieper, ‘<strong>de</strong> do<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n van<br />
Vlaan<strong>de</strong>ren’ die alleen op <strong>de</strong> marktdagen herleef<strong>de</strong>n; Kortrijk, niettegenstaan<strong>de</strong> zijn<br />
<strong>in</strong>dustrie, ‘stil en doods als sliep er ie<strong>de</strong>reen overdag’ schreef Conscience die er<br />
arrondissementscommissaris was; Den<strong>de</strong>rmon<strong>de</strong>, een haven- en vest<strong>in</strong>gstad met lege<br />
straten; Mechelen, ‘une bonne petite bégu<strong>in</strong>e’ volgens Bau<strong>de</strong>laire, waar buiten <strong>de</strong><br />
stationswijk <strong>de</strong> stilte tussen <strong>de</strong> witgekalkte huizen ‘ontzettend’ was; Hasselt en<br />
Turnhout, ste<strong>de</strong>n die op ‘grote begijnhoven’ leken. 16.<br />
Omdat <strong>de</strong> Vlaamse gemeenten vanaf <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw gelei<strong>de</strong>lijk <strong>in</strong>dommel<strong>de</strong>n<br />
bleef hun uitzicht ongestoord en kon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> mensen er rustig leven. 's Avonds, wanneer<br />
<strong>de</strong> stadspoorten dicht g<strong>in</strong>gen, was het beeld overal hetzelf<strong>de</strong>: verlaten, duistere straten<br />
met een oliepitje ergens op een hoek. De habitués van toneel en opera en <strong>de</strong><br />
stamgasten van een paar herbergen trokken <strong>in</strong> <strong>de</strong> late uren naar huis door een<br />
uitgestorven stad. Zelfs Brussel was tot <strong>in</strong> het laatste kwart van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw<br />
doods <strong>in</strong> <strong>de</strong> nacht. ‘Toen ik vanavond om klokslag elf uur <strong>in</strong> Brussel aankwam,<br />
schreef Eugène Froment<strong>in</strong> <strong>in</strong> juli 1875 aan zijn vrouw, omgaf mij een grote stilte...<br />
Buiten bewoog er niets meer: zwijgen<strong>de</strong> straten, gesloten huizen, een helkl<strong>in</strong>kend<br />
plaveisel, witte gevels met gesloten gordijnen’. 17.<br />
Toch was Brussel <strong>de</strong> eerste stad op het cont<strong>in</strong>ent met gasverlicht<strong>in</strong>g: al <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren<br />
tw<strong>in</strong>tig baad<strong>de</strong>n <strong>de</strong> boulevards en <strong>de</strong> belangrijkste straten <strong>in</strong> het ‘overvloedige licht’.<br />
Gent volg<strong>de</strong> het <strong>voor</strong>beeld <strong>in</strong> 1827, met drie gaslantaarns op <strong>de</strong> Kouter. Overal el<strong>de</strong>rs<br />
bleven nog tientallen jaren oliepitjes en reverbères - ‘lichtkaetsen<strong>de</strong> lantaerns’ -,<br />
bevestigd op een paal of schommelend aan een touw, <strong>de</strong> enige openbare verlicht<strong>in</strong>g.<br />
Pas rond 1860 had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> grotere<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
W<strong>in</strong>ter te Gent, buiten <strong>de</strong> Saspoort (P.-F. De Noter)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
21<br />
ste<strong>de</strong>n gaslampen <strong>in</strong> <strong>de</strong> belangrijkste straten, maar zij brand<strong>de</strong>n alleen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
w<strong>in</strong>termaan<strong>de</strong>n en als er geen volle maan was. 18.<br />
Het openbaar vervoer startte op het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> jaren <strong>de</strong>rtig met <strong>de</strong> eerste<br />
omnibussen, ‘logge kasten’ die ‘met slakkengang’ reizigers en koffers van het station<br />
naar het centrum brachten. Overigens zag men <strong>in</strong> <strong>de</strong> straten slechts wat vigilanten<br />
en <strong>de</strong> rijtuigen van burgers die over een koetspoort beschikten. 19.<br />
De huizen wer<strong>de</strong>n verlicht met kaarsen en olielampen, en vanaf <strong>de</strong> jaren zestig met<br />
petroleum. Een waterput vond men alleen <strong>in</strong> <strong>de</strong> burgerwon<strong>in</strong>gen. Het gewone volk<br />
stel<strong>de</strong> het met <strong>de</strong> openbare pompen. Overal was <strong>de</strong> waterhuishoud<strong>in</strong>g primitief. In<br />
Brussel had <strong>in</strong> 1849 amper één tien<strong>de</strong> van <strong>de</strong> huizen water<strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>g en was<br />
driekwart van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g aangewezen op <strong>de</strong> gemeentelijke kranen. De bakstenen<br />
of houten leid<strong>in</strong>gen waren eeuwen oud en lever<strong>de</strong>n een kwalijk ruikend water. Zich<br />
wassen bleef een luxe. In <strong>de</strong> grote ste<strong>de</strong>n beston<strong>de</strong>n dure privé-bad-huizen die ook<br />
<strong>voor</strong> ‘ba<strong>de</strong>n aan huis’ zorg<strong>de</strong>n: met paard en wagen kwamen zij bij <strong>de</strong> welgestel<strong>de</strong>n<br />
een badkuip en een ton water afzetten. In <strong>de</strong> jaren vijftig begonnen <strong>de</strong><br />
gemeentebesturen openbare zwemba<strong>de</strong>n <strong>in</strong> te richten <strong>voor</strong> <strong>de</strong> volksklasse. 20.<br />
Met zijn ‘water-closets’ naar Engels mo<strong>de</strong>l stond Brussel aan <strong>de</strong> spits van <strong>de</strong><br />
<strong>voor</strong>uitgang. Overal el<strong>de</strong>rs vond men <strong>in</strong> het beste geval <strong>in</strong> <strong>de</strong> huizen een bril boven<br />
een beerput. Heel wat burgers en bijna<br />
Een smidse nabij <strong>de</strong> Paar<strong>de</strong>markt te Antwerpen, 1844<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Lan<strong>de</strong>lijk Antwerpen rond 1850 (A.-J. Verhoeven-Ball)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Brusselse bakker roept zijn klanten (J.-B. Madou)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Blekerij, 1861 (H. De Braekeleer)<br />
22<br />
alle kle<strong>in</strong>e lie<strong>de</strong>n gebruikten een pot waarvan <strong>de</strong> <strong>in</strong>houd 's ochtends <strong>in</strong> rondrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />
stortkarren werd gegoten. De stank joeg <strong>de</strong> mensen uit <strong>de</strong> straten. Het leegmaken<br />
van <strong>de</strong> beerputten <strong>de</strong>r rijken gebeur<strong>de</strong> door een privé-on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> ‘mestpacht’.<br />
's Nachts bij fakkellicht, her<strong>in</strong>nert zich Edward Coremans' dochter Hélène, kwamen<br />
‘on<strong>de</strong>rnemers’ <strong>de</strong> putten met emmers leegscheppen en ‘het resultaat <strong>in</strong> tonnen storten<br />
die dan victorieus wer<strong>de</strong>n weggevoerd’. Aan <strong>de</strong> reizigers <strong>in</strong> België gaf Addison <strong>de</strong><br />
raad <strong>in</strong> Brugge geen verblijf te kiezen dat ‘op een <strong>de</strong>r nobele doorgangen’ van <strong>de</strong>ze<br />
vehikels lag. De beerpomp die <strong>de</strong> Antwerpenaar Van Mierlo <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren vijftig uitvond<br />
werd pas een halve eeuw later algemeen gebruikt. 21.<br />
Z<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke stadjes als Mechelen, ‘bijgenaamd <strong>de</strong> propere’, of Brugge en Lier waren<br />
uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen. Bijna overal heerste <strong>de</strong> viezigheid: slijk, etensresten, asse en<br />
uitwerpselen lagen opgehoopt <strong>in</strong> <strong>de</strong> straten te rotten; uit <strong>de</strong> slachterijen liep het bloed<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> open riolen. Toen op het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> jaren zeventig <strong>in</strong> Antwerpen <strong>de</strong> Boeksteeg<br />
werd opgebroken vond men op <strong>de</strong> zol<strong>de</strong>rs gehakt stro dat als W.C. had gediend. De<br />
Boeksteeg lag <strong>in</strong> <strong>de</strong> volkse vier<strong>de</strong> wijk. In <strong>de</strong> burgerwijken was het b<strong>in</strong>nenshuis<br />
kraaknet maar <strong>de</strong> straten lagen er even smerig als <strong>in</strong> <strong>de</strong> arme buurten. Het<br />
politiereglement ten spijt gooi<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>in</strong>woners elke dag hun afval naar buiten. De<br />
re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gsdienst werd verpacht aan on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen maar overal kloe-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De Antwerpe vismijn <strong>in</strong> 1882 (E. Farrasyn)<br />
23<br />
gen <strong>de</strong> gemeentebesturen over <strong>de</strong> slordigheid waarmee het werk werd verricht. Alleen<br />
een paar kle<strong>in</strong>ere ste<strong>de</strong>n, waar <strong>de</strong> behoeftigen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> schoonmaak van <strong>de</strong> straten<br />
zorg<strong>de</strong>n, kwamen er beter af. 22.<br />
De tijdgenoot vond zijn stad vanzelfsprekend niet achterlijk. Alleen <strong>de</strong> smengheid<br />
was een h<strong>in</strong><strong>de</strong>r, tenm<strong>in</strong>ste <strong>voor</strong> <strong>de</strong> welvaren<strong>de</strong>n. Maar <strong>de</strong> klachten hierover wer<strong>de</strong>n<br />
<strong>voor</strong>al <strong>in</strong>gegeven door <strong>de</strong> vrees <strong>voor</strong> epi<strong>de</strong>mieën en door het ongenoegen over <strong>de</strong><br />
<strong>de</strong>monstratieve nabijheid van <strong>de</strong> armoe<strong>de</strong>. Dat was een schaduwkant, maar het woog<br />
niet op tegen <strong>de</strong> gezelligheid van <strong>de</strong> stad: zij was <strong>de</strong> ‘biotoop’ 23. van <strong>de</strong> burger.<br />
Lan<strong>de</strong>lijk Antwerpen, 1861 (J. Stobbaerts)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Portret van <strong>de</strong> burgerman<br />
24<br />
Niet <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e burgerij maar <strong>de</strong> a<strong>de</strong>l en <strong>de</strong> bourgeoisie beheersten <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze<br />
aanvangsjaren het openbare leven. De burgerman ken<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze grootgrondbezitters<br />
niet of <strong>de</strong>ze dynastieën van bankiers en on<strong>de</strong>rnemers die met <strong>de</strong> grote buiten<strong>land</strong>se<br />
huizen, met <strong>de</strong> Rothschilds <strong>voor</strong>al, <strong>de</strong> staat f<strong>in</strong>ancieel en technisch opbouw<strong>de</strong>n. Zij<br />
bewogen zich <strong>in</strong> een hem vreem<strong>de</strong> wereld. Hun weel<strong>de</strong> die zich <strong>in</strong> soirées, banketten<br />
en jachtpartijen ten toon spreid<strong>de</strong>, <strong>de</strong> uitdag<strong>in</strong>g van hun won<strong>in</strong>gen, equipages en<br />
lusthoven, hun leven en hun opvatt<strong>in</strong>gen negeer<strong>de</strong>n het kle<strong>in</strong>burgerlijk levensi<strong>de</strong>aal<br />
dat het geluk zocht <strong>in</strong> <strong>de</strong> beslotenheid van het gez<strong>in</strong> en <strong>in</strong> het omzichtig beheer van<br />
<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen.<br />
De bourgeois ignoreer<strong>de</strong> <strong>de</strong> smalle, <strong>in</strong> huisbakkenheid weggeborgen burgerman<br />
en toch zou diens maat <strong>de</strong> hele samenlev<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n aangemeten. Meer dan <strong>de</strong><br />
‘kapitalist’, een met al <strong>de</strong> zon<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong>-eeuwse burgermaatschappij<br />
bela<strong>de</strong>n abstractie, is <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e burger aansprakelijk <strong>voor</strong> <strong>de</strong> geest van materialisme<br />
die <strong>de</strong> eeuw gaat beheersen, <strong>voor</strong> <strong>de</strong> verslonz<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n en het <strong>land</strong>, <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
ontaard<strong>in</strong>g van het politieke leven en <strong>de</strong> verslav<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> volksklasse. Hij is<br />
aansprakelijk <strong>voor</strong> <strong>de</strong>ze ontwikkel<strong>in</strong>g, niet omdat hij haar heeft gewild - hij was<br />
daar<strong>voor</strong> aanvankelijk te machteloos - maar omdat het ethos van zijn levensopvatt<strong>in</strong>g<br />
<strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g zal bepalen.<br />
Van <strong>de</strong> Antwerpse kle<strong>in</strong>e burger heeft Blereau een portret geschetst dat, als alle<br />
goe<strong>de</strong> karikaturen, onbarmhartig <strong>de</strong> gebreken blootlegt 24. . De ‘ware S<strong>in</strong>joor’ is <strong>de</strong><br />
hele dag op straat te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Hij slentert rond en bekijkt alles opmerkzaam. L<strong>in</strong>ks en<br />
rechts drukt hij een hand en breedvoerig commentarieert hij <strong>de</strong> laatste gebeurtenissen.<br />
De avond slijt hij <strong>in</strong> zijn stamcafé. Daar heeft hij zijn stenen pijp hangen. Hij leest<br />
er De Postrij<strong>de</strong>r en speelt een partijtje smoutjas, niet omdat hij van <strong>de</strong> speelduivel<br />
bezeten is maar ‘om <strong>de</strong> tijd door te brengen’. Hij is een liefhebber van sterke<br />
ontroer<strong>in</strong>gen en woont daarom trouw <strong>de</strong> processen <strong>voor</strong> het Assisenhof bij. Regelmatig<br />
gaat hij <strong>in</strong> het museum of <strong>de</strong> kathedraal Rubens en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re ou<strong>de</strong> meesters<br />
bewon<strong>de</strong>ren. Vooral <strong>de</strong> grote doeken trekken zijn aandacht en al wat groot is schrijft<br />
hij aan Rubens toe, ‘een naam die hij steeds <strong>in</strong> <strong>de</strong> mond heeft’. In zijn huis gelijkt<br />
<strong>de</strong> ene dag volkomen op <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re; daar voelt hij zich trots te mid<strong>de</strong>n van zijn vele<br />
k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. In <strong>de</strong> week mag zijn vrouw hem niet vergezellen maar 's zondags na het<br />
lof trekt hij met heel zijn gez<strong>in</strong> <strong>de</strong> poort uit. Dan is hij op zijn best gekleed, met een<br />
hoge hoed, een frak tot op <strong>de</strong> hielen, een gestreepte vest en <strong>de</strong> gestijfsel<strong>de</strong> tippen<br />
van zijn hemd fl<strong>in</strong>k over <strong>de</strong> oren. Op <strong>de</strong> kermisdagen voert hij zijn gez<strong>in</strong> naar <strong>de</strong><br />
Dikke Mee om boterhammen met platte kaas te eten; tussen negen en tien uur bekijkt<br />
hij het vuurwerk aan <strong>de</strong> Harmonie. Daarna ‘keert hij tevre<strong>de</strong>n naar zijn won<strong>in</strong>g terug,<br />
legt zich<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Brusselse straatkeer<strong>de</strong>rs, 1831 (J.-B. Madou)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
25<br />
ter ruste en slaapt zachtjes <strong>in</strong>, met het zoet gedacht zijn dag niet verloren te hebben’.<br />
Deze satire beeldt <strong>de</strong> wensdroom uit van <strong>de</strong> burger <strong>in</strong> een stad die nog geen jachtige<br />
han<strong>de</strong>lsmetropool werd. ‘Rentenieren’ is zijn i<strong>de</strong>aal. Hij moet werken,<br />
vanzelfsprekend, om zichzelf en zijn gez<strong>in</strong> een <strong>de</strong>ftig bestaan te verzekeren maar<br />
het werk mag <strong>de</strong> rust van het leven met verstoren: er moet tijd overblijven om te<br />
keuvelen en <strong>de</strong> gang van <strong>de</strong> d<strong>in</strong>gen te bekijken. En zo gauw mogelijk wil hij ‘op zijn<br />
vet kunnen leven’. 25. Niet alleen <strong>in</strong> Antwerpen ‘ville d'épiciers et <strong>de</strong> sacrista<strong>in</strong>s’, 26.<br />
treft men <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e burger aan. In alle Bie<strong>de</strong>rmeier-ste<strong>de</strong>n ziet men achter <strong>de</strong><br />
hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n types die <strong>de</strong> tijdgenoten hebben geschetst, <strong>de</strong> renteniersfiguren opduiken,<br />
verschillend en toch behorend tot één geestelijke familie. De Bie<strong>de</strong>rmeier van <strong>de</strong><br />
do<strong>de</strong> Vlaamse stadjes leeft meer afgezon<strong>de</strong>rd, is m<strong>in</strong><strong>de</strong>r joviaal maar ook m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />
oppervlakkig. Hij voelt zich machtelozer en onbelangrijker dan <strong>de</strong> burgerman van<br />
Brussel, Antwerpen of Gent. Deze verschillen zijn echter bijkomstig. Overal ligt het<br />
leven vast <strong>in</strong> gezellige sleur en schuwt men <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen omdat zij gewoonten<br />
storen. Overal is men om negen uur 's avonds thuis, als men niet bij uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />
naar <strong>de</strong> opera of het concert gaat, en om tien uur met het hele gez<strong>in</strong> te bed. Overal<br />
verz<strong>in</strong>kt men beaat <strong>in</strong> een materieel leven zon<strong>de</strong>r geestelijke belangstell<strong>in</strong>g en zijn<br />
het stamcafé en <strong>de</strong> gez<strong>in</strong>swan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>de</strong> enige vlucht uit <strong>de</strong> slenter. Maar ‘vlucht’ is<br />
een anachronisme want niemand, tenzij misschien <strong>de</strong> vrouwen en <strong>de</strong> opgroeien<strong>de</strong><br />
dochters, on<strong>de</strong>rv<strong>in</strong>dt <strong>de</strong> dagen als een sleur. En nu en dan bevestigt een<br />
gemeenschapsfeest door zijn uitbundigheid hoe goed men als burgerman kan leven<br />
<strong>in</strong> zijn stad.<br />
‘Guillaume Lapp’ is niet alleen <strong>de</strong> Schaarbeekse rentenier, ‘ex-cordonnier enrichi<br />
par “la botte imperméable”’ die als een <strong>de</strong>spoot over vrouw en dochters regeert ‘af<strong>in</strong><br />
qu'on ne pût jamais ignorer que c'était sa botte, sa propre botte imperméable qui avait<br />
tiré ‘tout ce mon<strong>de</strong>’ <strong>de</strong> la médiocrité’. 27. Lapp is <strong>de</strong> burgerman kortweg, want <strong>de</strong><br />
kle<strong>in</strong>burgerlijkheid wordt niet bepaald door een beroep of een stand. Zij is <strong>de</strong> vrucht<br />
van <strong>de</strong> levensopvatt<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> levenswijze die alle burgerlie<strong>de</strong>n <strong>de</strong>len en waardoor<br />
zij zich herkennen als één groep met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> betracht<strong>in</strong>gen en belangen. 28.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Grimmige Bie<strong>de</strong>rmeier (A. Rassenfosse)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
26<br />
Brusselse expositiezaal <strong>in</strong> <strong>de</strong> Bie<strong>de</strong>rmeiertijd, <strong>1830</strong> (J.-B. Madou)<br />
Verkoop van vogels <strong>in</strong> <strong>de</strong> Antwerpse Dierentu<strong>in</strong>, 1893<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Kle<strong>in</strong>burgerlijk ethos<br />
27<br />
Grondslag van <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>burgerlijke levensopvatt<strong>in</strong>g is <strong>de</strong> overtuig<strong>in</strong>g dat <strong>de</strong><br />
gematigdheid <strong>de</strong> enige serieuze waarborg is <strong>voor</strong> een welvarend leven en een stabiele<br />
maatschappij. Mo<strong>de</strong>l van dit ethos is <strong>de</strong> roman Moe<strong>de</strong>r Daneel van Johanna<br />
Courtmans-Berchmans, loflied en bijbel van <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>burgerlijkheid. Het<br />
garnizoenstadje waar het verhaal zich afspeelt is door zijn beslotenheid het<br />
droom<strong>de</strong>cor <strong>voor</strong> een leven van vlijt en maat. En het garnizoen, nest van onburgerlijke,<br />
op genot bedachte lie<strong>de</strong>n, toont hoe het niet moet. Het huiselijk geluk is ‘het enige<br />
ware geluk op aar<strong>de</strong>’, vrucht van teruggetrokkenheid. Geen nutteloze opschik dus<br />
met ‘valse kanten, valse juwelen en een menigte an<strong>de</strong>re prullen’. Geen verkwist<strong>in</strong>g,<br />
want ‘geld w<strong>in</strong>nen <strong>in</strong> ne<strong>de</strong>rige werkzaamheid geeft waarlijk meer vreug<strong>de</strong> dan geld<br />
verteren <strong>in</strong> hoogmoed en opgeblazen pracht’. Nooit schul<strong>de</strong>n maken en altijd zichzelf<br />
beheersen. Deze <strong>de</strong>ug<strong>de</strong>n kan men alleen <strong>in</strong> <strong>de</strong> veiligheid van <strong>de</strong> gez<strong>in</strong>swon<strong>in</strong>g leren<br />
en bewaren, want <strong>de</strong> wereld daarbuiten is een bedreig<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>gelijkheid. 29.<br />
De hele literatuur van <strong>de</strong> tijd weerspiegelt dit geloof <strong>in</strong> een kle<strong>in</strong> geluk van eenvoud<br />
en huiselijkheid. Carlos T<strong>in</strong><strong>de</strong>mans heeft het aangetoond <strong>voor</strong> <strong>de</strong> toneelliteratuur.<br />
Maar ook <strong>de</strong> romankunst en <strong>de</strong> poëzie zijn een afbeeldsel van <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>burgerlijke<br />
levensfilosofie. Zelfs Zetternam, <strong>de</strong> eerste die probeer<strong>de</strong> te breken met <strong>de</strong> burgerlijke<br />
roman 30. , verheerlijkt ongewild <strong>de</strong> wijsheid van <strong>de</strong> burgerman.<br />
Steunvlakken van <strong>de</strong>ze wijsheid zijn het optimisme en <strong>de</strong> zelfvoldaanheid. Tot<br />
rond 1860 blijft het burgerlijk optimisme ongeschokt. Alle mensen zijn van nature<br />
goed en tot <strong>de</strong>ugdzaamheid geneigd. Daarom kan ie<strong>de</strong>reen een matig, eenvoudig en<br />
oppassend leven lei<strong>de</strong>n, en dat verzekert automatisch welstand. Het volstaat het<br />
<strong>voor</strong>beeld van <strong>de</strong> ‘goe<strong>de</strong> burger’ te volgen. Die is ‘over het algemeen <strong>de</strong>ugdzamer,<br />
gelukkiger en achtenswaardiger dan <strong>de</strong> rijken of <strong>de</strong> armen. Zijn gelaat is rustig, zijn<br />
oogopslag vrijmoedig, zijn houd<strong>in</strong>g ongedwongen, zijn schre<strong>de</strong>n zijn vastbera<strong>de</strong>n<br />
en natuurlijk. Hij spreekt openhartig,... hij is beschei<strong>de</strong>n, gematigd, gereserveerd.<br />
Hij eerbiedigt wie boven hem staat, is m<strong>in</strong>zaam met zijn gelijken en misprijst <strong>de</strong><br />
m<strong>in</strong><strong>de</strong>ren niet. Hij is godsdienstiger dan <strong>de</strong> overige klassen, tevre<strong>de</strong>n met zijn<br />
beschei<strong>de</strong>n <strong>in</strong>komen, naarstig, omzichtig, zon<strong>de</strong>r wantrouwen, me<strong>de</strong>lij<strong>de</strong>nd en<br />
liefdadig’. 31. Dit schrijft, <strong>in</strong> 1854 en <strong>in</strong> het Frans, Georges Claes, arts te Borgloon.<br />
Zijn loflied op <strong>de</strong> ‘mid<strong>de</strong>nklasse’ is niet het geschrift van een zon<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g: het geeft<br />
getrouw <strong>de</strong> zelfvoldoen<strong>in</strong>g weer waarmee elke burgerman op zijn leven terugziet.<br />
Zijn huis, zijn kled<strong>in</strong>g en <strong>voor</strong>al zijn zelfportret bewijzen hoezeer hij <strong>in</strong>genomen is<br />
met zichzelf. Hij telt zijn <strong>de</strong>ug<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> v<strong>in</strong>gers en prijst ze bij <strong>de</strong> overigen aan, uit<br />
ij<strong>de</strong>lheid maar ook met een bedoel<strong>in</strong>g. Want als hij door zijn goed <strong>voor</strong>beeld <strong>de</strong><br />
volksklasse vlijt en spaarzaamheid kan bijbrengen, zal zij ze<strong>de</strong>lijker en lijdzamer<br />
wor<strong>de</strong>n en geen bedreig<strong>in</strong>g meer zijn <strong>voor</strong> een maatschappij waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> burger zich<br />
veilig geborgen weet. In <strong>de</strong>ze geest laat Pieter Frans Van Kerckhoven <strong>in</strong> zijn<br />
Volksverhalen Va<strong>de</strong>r Beukens moralizeren<strong>de</strong> raad rondstrooien en <strong>de</strong> volksmensen<br />
waarschuwen tegen ‘al te hoge ambities’: ‘Wij moeten met onze stand tevre<strong>de</strong>n zijn,<br />
niet meer wensen of begeren dan re<strong>de</strong>lijk is, slechts door vlijtig werken zien <strong>voor</strong>t<br />
te geraken en ons bij dit alles wel overtuigd hou<strong>de</strong>n dat er aan <strong>de</strong> begeerte geen e<strong>in</strong><strong>de</strong><br />
is, en <strong>de</strong> ware tevre<strong>de</strong>nheid <strong>in</strong> ons eigen hart, <strong>in</strong> onze eigen ziel opgesloten ligt’. 32.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Aan <strong>de</strong> volksmensen <strong>voor</strong>hou<strong>de</strong>n dat ie<strong>de</strong>reen <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> ‘klimkansen’ 33. krijgt als men<br />
maar vlijtig leeft naar het<br />
Brussels proeflokaal, 1886<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De Antwerpse Beurs (J.B.-Madou)<br />
28<br />
<strong>voor</strong>beeld van <strong>de</strong> burger, is een aantrekkelijke maar toch gevaarlijke theorie. Daarom<br />
moet <strong>de</strong> ‘berust<strong>in</strong>gsfilosofie’ er<strong>voor</strong> zorgen dat <strong>de</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>re man wel oppassend wordt<br />
maar ook netjes op zijn plaats leert blijven.<br />
Een gezapig wereldje<br />
Wie met dit ethos <strong>voor</strong> <strong>de</strong> geest het burgerleven bekijkt, beseft welk do<strong>de</strong>lijk gewicht<br />
<strong>de</strong> banaliteit van een op fatsoen gevestigd maar <strong>in</strong> <strong>de</strong> materie wegz<strong>in</strong>kend bestaan<br />
op <strong>de</strong> eeuw gaat leggen. Overal <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> ramen, <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> gevels en <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> huizen<br />
die elk jaar wat onpersoonlijker wor<strong>de</strong>n. Overal <strong>de</strong> een<strong>de</strong>re rout<strong>in</strong>e van <strong>de</strong> zondag:<br />
<strong>de</strong> hoogmis en <strong>de</strong> para<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> traditionele wan<strong>de</strong>lstraat, tot om één uur <strong>de</strong> beiaard<br />
ie<strong>de</strong>reen naar tafel roept <strong>voor</strong> het zondagsmenu; na het middagdutje en het lof, <strong>de</strong><br />
gez<strong>in</strong>swan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g naar buiten. Ie<strong>de</strong>re avond trekken <strong>de</strong> mannen naar hun stamcafés.<br />
Het is daar rustig tussen <strong>de</strong> solie<strong>de</strong> meubels. Men hoort er alleen het tikken van <strong>de</strong><br />
klok. Alles wat het bedachtzaam genieten van <strong>de</strong> pijp en <strong>de</strong> faro kan storen weert<br />
men als een ontheilig<strong>in</strong>g. Ongewenste gasten wor<strong>de</strong>n buiten gekeken. De habitués<br />
zitten op hun vaste plaatsen en laten onbezorgd <strong>de</strong> uren wegglij<strong>de</strong>n. Soms brengt<br />
een rokerswedstrijd wat spann<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> herberg:<br />
‘Ils fument tous, et tous se taisent,<br />
La bouche au frais, le ventre à l'aise;<br />
Ils fument tous et se surveillent<br />
Du co<strong>in</strong> <strong>de</strong> l'oeil et <strong>de</strong> l'oreille’. 34.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De Groenplaats te Antwerpen (G. Simonau)<br />
De verschillen, van stand tot stand, wor<strong>de</strong>n overheerst door <strong>de</strong> eenvormigheid van<br />
een leven dat gevestigd is op hetzelf<strong>de</strong> i<strong>de</strong>aal van oppassendheid. Hierop bouw<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong> burgerlie<strong>de</strong>n een levenskunst die hun bestaan veiligheid gaf. Maar <strong>de</strong>ze nieuwe<br />
elite van berekenaars, die zo volkomen <strong>in</strong> haar zelfvoldaanheid was weggeborgen<br />
dat zij haar egoïsme niet meer besefte, was <strong>voor</strong> <strong>de</strong> toekomst een bedreig<strong>in</strong>g: zij gaat<br />
<strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g naar haar smalheid fatsoeneren en aan <strong>de</strong> volksklasse haar materieel<br />
levens<strong>in</strong>zicht aanpassen.<br />
Van <strong>de</strong> Belgische Bie<strong>de</strong>rmeier hebben vele b<strong>in</strong>nenen buiten<strong>land</strong>ers karikaturen<br />
getekend. De boosaardigste on<strong>de</strong>r hen was Bau<strong>de</strong>laire <strong>in</strong> zijn Pauvre Belgique, het<br />
stramien van een nooit geschreven boek. Voor <strong>de</strong>ze gallige man die ten on<strong>de</strong>r g<strong>in</strong>g<br />
aan <strong>de</strong> frustraties welke België hem bezorg<strong>de</strong> was <strong>de</strong> Belg een wezen dat achterom<br />
keek terwijl het liep: ‘On dirait qu'une niaise curiosité tire leur tête en arrière, pendant<br />
qu'un mouvement automatique les pousse en avant. Le Beige peut faire trente ou<br />
quarante pas, la tête retournée, mais <strong>in</strong>failliblement vient un moment où il se cogne<br />
à quelqu'un ou quelque chose. J'ai fait bien <strong>de</strong>s circuits pour éviter <strong>de</strong>s Belges qui<br />
marchaient’. Bitter schreef Bau<strong>de</strong>laire over <strong>de</strong> domheid, het wreedaardig egoïsme<br />
en <strong>de</strong> leegheid van het Belgische burgerleven. Hoe vervelend het bestaan b<strong>in</strong>nenshuis<br />
was en hoe we<strong>in</strong>ig bereid <strong>de</strong> bewoner om zijn <strong>de</strong>ur te openen, vertel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> spionnetjes<br />
die hij aan zijn raam bevestig<strong>de</strong> om van uit zijn zetel <strong>de</strong> beweg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> straat te<br />
volgen 35. . Heel wat buiten<strong>land</strong>ers - Robert Southey, Karl Schnaase, Théophile Gautier,<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
29<br />
Hippolyte Ta<strong>in</strong>e on<strong>de</strong>r meer - hebben verbluft gekeken naar dit zon<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge ornament<br />
aan <strong>de</strong> burgergevels. Bij ie<strong>de</strong>re schre<strong>de</strong> werd men geconfronteerd met een spie<strong>de</strong>nd<br />
vrouwengelaat <strong>in</strong> een spiegel die <strong>in</strong> alle richt<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> buren, <strong>de</strong> <strong>voor</strong>bijgangers en<br />
<strong>de</strong> straatgebeurtenissen volg<strong>de</strong>. De drang naar afwissel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het eentonige leven<br />
maakte <strong>de</strong> spionnetjes steeds vernuftiger tot systemen van concentrische spiegels die<br />
het leven van <strong>de</strong> straat c<strong>in</strong>ematografisch projecteer<strong>de</strong>n op een metalen bol <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
huiskamer 36. .<br />
Het spionnetje vertelt van een wereld op een traag ritme, zon<strong>de</strong>r schokken<strong>de</strong><br />
gebeurtenissen en zon<strong>de</strong>r nieuws. Het afleveren van een brief werd <strong>in</strong> <strong>de</strong> buurt even<br />
druk besproken als <strong>de</strong> aankomst van een vreem<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g of het <strong>voor</strong>bijrij<strong>de</strong>n van een<br />
koets. Zeldzaam waren ook <strong>de</strong> kranten. Tot 1848 maakte <strong>de</strong> zegelbelast<strong>in</strong>g er een<br />
luxeartikel van <strong>voor</strong> weigestel<strong>de</strong>n. Beschei<strong>de</strong>n burgers abonneer<strong>de</strong>n zich met twee<br />
of drie op een krant of g<strong>in</strong>gen hem lezen <strong>in</strong> <strong>de</strong> herberg. In 1840 tel<strong>de</strong> men <strong>in</strong> het hele<br />
<strong>land</strong> maar vijfen<strong>de</strong>rtigduizend abonnementen; daarvan had West-Vlaan<strong>de</strong>ren er<br />
duizend en Limburg hon<strong>de</strong>rdvijfenzestig. De distributie aan <strong>de</strong> enkele abonnés<br />
gebeur<strong>de</strong> met esn ‘wijze traagheid’ waartegen niemand protesteer<strong>de</strong>, want heet was<br />
het nieuws nooit: een ongeval, een zeldzame misdaad, <strong>de</strong> tribulaties van <strong>de</strong> lokale<br />
politiek en <strong>voor</strong>al het pittoreske dat het dagelijkse leven kruid<strong>de</strong>. Op 18 oktober 1832<br />
kon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Gentenaars <strong>in</strong> hun krant het verhaal lezen van een ‘eigenaardige diefte’:<br />
<strong>in</strong> een huis van <strong>de</strong> Drabstraat had<strong>de</strong>n dieven 's nachts <strong>de</strong> ‘gemakput’ leeggemaakt<br />
en <strong>voor</strong>komend met krijt op <strong>de</strong> muur geschreven dat zij ‘negenenzeventig kuipen<br />
beer’ had<strong>de</strong>n meegenomen. Pas naar <strong>de</strong> jaren zestig toe begon <strong>de</strong> pers, door <strong>de</strong> ruimere<br />
verspreid<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> groeien<strong>de</strong> belangstell<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> het politieke gekibbel, zich tot een<br />
macht te ontwikkelen die vat kreeg op <strong>de</strong> op<strong>in</strong>ie 37. .<br />
Over <strong>de</strong> rust <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n waakte een goedmoedige or<strong>de</strong>dienst van vijf of zes<br />
agenten. In Brussel was rond 1840 <strong>de</strong> politiemacht met haar vier commissarissen,<br />
zeventien adjunct-commissarissen en achtenveertig ‘stadsdienaars’ al <strong>in</strong>drukwekkend<br />
naar <strong>de</strong> maat van <strong>de</strong> tijd, maar zij werd zel<strong>de</strong>n met misdadigheid geconfronteerd:<br />
<strong>voor</strong> het dienstjaar 1843-1844 moest het Brussels stadsbestuur slechts drie nachtelijke<br />
<strong>in</strong>braken en driehon<strong>de</strong>rd kle<strong>in</strong>e diefstallen vermel<strong>de</strong>n. Zorgen had <strong>de</strong> politie <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
hoofdstad en ook te Gent hoofdzakelijk met enkele groepjes vroegsocialisten. El<strong>de</strong>rs<br />
bleef <strong>de</strong> crim<strong>in</strong>aliteit even bedaagd als <strong>de</strong> Bie<strong>de</strong>rmeierwereld. De rust werd al eens<br />
gestoord door het lawaai van ‘zatlappen en slechterikken’ en men begon te klagen<br />
over het ‘nachtlopen’<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Café <strong>de</strong>s Templiers te Brussel, 1886<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
30<br />
Intre<strong>de</strong> van <strong>de</strong> kon<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong> <strong>in</strong> Brussel, 19 augustus 1832<br />
en over <strong>de</strong> nalatigheid van <strong>de</strong> stadsbesturen die 's zondags <strong>de</strong> stadspoort open lieten<br />
tot mid<strong>de</strong>rnacht. Maar dat waren rimpels aan <strong>de</strong> oppervlakte van een ongestoor<strong>de</strong><br />
wereld 38. .<br />
De repressie van <strong>de</strong> zeldzame misda<strong>de</strong>n waarborg<strong>de</strong> het gevoelen van veiligheid<br />
en bezorg<strong>de</strong> tegelijk wat zeldzame sensatie. De burgers kon<strong>de</strong>n zich ergeren aan <strong>de</strong><br />
verwens<strong>in</strong>gen van aan <strong>de</strong> kaak gestel<strong>de</strong> boeven of het transport bekijken van <strong>de</strong><br />
gevangenen die te voet en aan elkaar geketend van <strong>de</strong> ene stad naar <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re wer<strong>de</strong>n<br />
gebracht, tot een kon<strong>in</strong>klijk besluit van 25 augustus 1837 het vervoer van <strong>de</strong><br />
arrestanten met gesloten wagens, <strong>de</strong> dievenkarretjes, <strong>voor</strong>schreef. Sensationeel waren<br />
<strong>voor</strong>al <strong>de</strong> openbare terechtstell<strong>in</strong>gen. Op 12 juli 1847 werd Franciscus Van Reeth<br />
gehalsrecht op <strong>de</strong> Grote Markt van Antwerpen. Van <strong>de</strong> vroege ochtend ston<strong>de</strong>n<br />
duizen<strong>de</strong>n nieuwsgierigen, met <strong>voor</strong>aan heel wat cr<strong>in</strong>ol<strong>in</strong>e-dames, te wachten op <strong>de</strong><br />
komst van <strong>de</strong> doodswagen. Nog jaren kon men <strong>de</strong> belevenis meemaken dat<br />
booswichten hun gerechte straf on<strong>de</strong>rg<strong>in</strong>gen: <strong>in</strong> Antwerpen tot 1856, <strong>in</strong> Turnhout<br />
tot 1857, <strong>in</strong> Ieper tot 1863 39. .<br />
Van <strong>de</strong> terechtstell<strong>in</strong>gen verwachtte <strong>de</strong> overheid heilzame lessen. De executie van<br />
Rosseel en Van <strong>de</strong>n Plas, op 18 februari 1848 te Brussel, had uitzon<strong>de</strong>rlijk niet op<br />
<strong>de</strong> Grote Markt plaats maar bij <strong>de</strong> Hallepoort, aan <strong>de</strong> rand van <strong>de</strong> volksbuurt <strong>de</strong>r<br />
Hoogstraat. Stak daar <strong>de</strong> bedoel<strong>in</strong>g achter om <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze weken van burgerangst <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong> revolutie, aan een zo groot mogelijk aantal arbei<strong>de</strong>rs te tonen waartoe het geweld<br />
leid<strong>de</strong> en wat onvermij<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> vrucht was van onburgerlijkheid? 40.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De feestvieren<strong>de</strong> stad<br />
31<br />
Met vakantie g<strong>in</strong>g <strong>de</strong> burgerman nog niet. Alleen <strong>de</strong> rijken trokken <strong>in</strong> <strong>de</strong> zomer naar<br />
het buiten<strong>land</strong> of naar <strong>de</strong> kust. De overigen verlieten hun gemeente slechts <strong>voor</strong><br />
familiefeesten of begrafenissen en <strong>voor</strong> <strong>de</strong> verkiez<strong>in</strong>gen. Uitzon<strong>de</strong>rlijk riskeer<strong>de</strong>n<br />
zij een excursie naar Oosten<strong>de</strong> of een reisje naar <strong>de</strong> hoofdstad om er <strong>de</strong><br />
septemberfeesten bij te wonen, hoogdagen van patriottisme ter her<strong>de</strong>nk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />
revolutie. Langs het Martelarenple<strong>in</strong> <strong>de</strong>fileer<strong>de</strong>n tussen een weel<strong>de</strong> van vlaggen <strong>de</strong><br />
veteranen van <strong>de</strong> septemberdagen, stoïsch en stram achter hun banieren, uitz<strong>in</strong>nig<br />
toegejuicht door <strong>de</strong> massa. Men dronk champagne <strong>in</strong> <strong>de</strong> restaurants en cafés, en <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> straten danste het volk <strong>in</strong> <strong>de</strong> ron<strong>de</strong>. Na <strong>de</strong> middag g<strong>in</strong>g men op <strong>de</strong> boulevards <strong>de</strong><br />
equipages bewon<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> hoge wereld. 's Avonds straal<strong>de</strong> het vuurwerk als een<br />
sprookje boven <strong>de</strong> stad 41. .<br />
Het E<strong>de</strong>n-Theater te Brussel, 1887<br />
De m<strong>in</strong>ste gebeurtenis leid<strong>de</strong> tot gemeenschappelijk vieren. Nu en dan, bij een<br />
uitzon<strong>de</strong>rlijke gelegenheid, kreeg het feest halluc<strong>in</strong>ante vormen. Een toppunt was<br />
het Kunstfeest van 17 tot 20 augustus 1861 te Antwerpen. Een congres waaraan<br />
hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n buiten<strong>land</strong>ers <strong>de</strong>elnamen groei<strong>de</strong> uit tot vier dagen barokke uitbundigheid,<br />
met praalbogen, optochten en ommegangen, met fakkeltochten en vuurwerk, met<br />
roeifeesten en wedstrij<strong>de</strong>n <strong>in</strong> toneel en <strong>de</strong>clamatie en <strong>de</strong> onvermij<strong>de</strong>lijke <strong>in</strong>huldig<strong>in</strong>g<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
van enkele standbeel<strong>de</strong>n, dat van Boduognat door Ducaju on<strong>de</strong>r meer, een monument<br />
dat niemand toen belachelijk vond. Door dit feest toon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Antwerpenaars dat zij<br />
nog als k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren kon<strong>de</strong>n genieten van kl<strong>in</strong>kklank en ook hoe <strong>in</strong>genomen zij waren<br />
met zichzelf. ‘E<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk, zo beg<strong>in</strong>t een tijdgenoot <strong>de</strong> beschrijv<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> feesten, is<br />
hij aangebroken, <strong>de</strong> door allen s<strong>in</strong>ds lang gewenste dag, waarop <strong>de</strong> Schel<strong>de</strong>stad <strong>in</strong><br />
een dier feesten, welke ter huldig<strong>in</strong>g van 's mensen geest <strong>in</strong> het boek <strong>de</strong>r eeuwen<br />
wor<strong>de</strong>n aangetekend, zich trots en <strong>in</strong> haar kon<strong>in</strong>klijk prachtgewaad uitgedost, zal<br />
oprichten om aan <strong>de</strong> wereld te tonen dat zij niets van haar vroegere luister verloren<br />
heeft.’ Naast <strong>de</strong> burgerij kreeg ook het volk zijn <strong>de</strong>el <strong>in</strong> <strong>de</strong> pret met water- en<br />
volksspelen en een ‘gratis’ volksbal, tot vier uur 's morgens, op <strong>de</strong> a giorno verlichte<br />
Groenplaats: daar voel<strong>de</strong> ‘<strong>de</strong> m<strong>in</strong> begoe<strong>de</strong> Antwerpenaar’ zich ‘<strong>in</strong> zijn element’. Op<br />
<strong>de</strong> laatste avond van <strong>de</strong>ze Renaissance-dagen trok een fakkeltocht door alle wijken<br />
om <strong>de</strong> huismussen, ‘<strong>de</strong> kle<strong>in</strong>en’, ‘<strong>de</strong> grootmoe<strong>de</strong>rs’ en ‘<strong>de</strong> dienstbo<strong>de</strong>n’ bij <strong>de</strong> vreug<strong>de</strong><br />
te betrekken. Langs <strong>de</strong> ‘wan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g’ op <strong>de</strong> vest<strong>in</strong>gen, tussen <strong>de</strong> S<strong>in</strong>t-Joris- en <strong>de</strong><br />
Kipdorppoort - het ‘Longchamps’ van Antwerpen -baad<strong>de</strong>n <strong>de</strong> dreven <strong>in</strong> een<br />
‘toverachtige’ verlicht<strong>in</strong>g. En boven <strong>de</strong> stad glans<strong>de</strong> <strong>de</strong> Lievevrouwentoren zo hel<strong>de</strong>r<br />
<strong>in</strong> het Bengaals licht dat men hem tot Mechelen kon zien 42. .<br />
Overal gaven <strong>de</strong> bekron<strong>in</strong>g van een stadsgenoot <strong>in</strong> een dicht- of <strong>de</strong>clamatiewedstrijd,<br />
een huwelijk of <strong>de</strong> <strong>in</strong>hal<strong>in</strong>g van een burgemeester aanleid<strong>in</strong>g tot kermissen. In het<br />
<strong>voor</strong>jaar van 1858 zag Friedrich Oetker <strong>in</strong> Gent een hele straat met vlaggen versierd<br />
omdat een slager <strong>de</strong> gekroon<strong>de</strong> os had gekocht en geslacht. Op 27 augustus 1850<br />
nam notaris Reyntjens zijn <strong>in</strong>trek <strong>in</strong> <strong>de</strong> Korte Steenstraat te Kortrijk. De buurt was<br />
versierd met sparren, triomfbogen en transparanten. 's Avonds wer<strong>de</strong>n alle huizen<br />
geïllum<strong>in</strong>eerd en liet men een montgolfière op. De straten zagen zwart van het volk 43. .<br />
De hele zomer door zorg<strong>de</strong>n <strong>de</strong> wijkkermissen <strong>voor</strong> vrolijkheid. Dan bruisten <strong>de</strong><br />
herbergen van mu-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
32<br />
ziek en dans. In <strong>de</strong> straten zaten <strong>de</strong> dr<strong>in</strong>kers te kijken naar het vertoon van <strong>de</strong><br />
potsenmakers en <strong>de</strong> liedjeszangers. De kermisroes wekte <strong>de</strong> meest <strong>in</strong>geslapen ste<strong>de</strong>n.<br />
In augustus <strong>1830</strong> beschreef Karl Schnaase het feesten<strong>de</strong> Ieper: uit <strong>de</strong> ramen rond <strong>de</strong><br />
markt h<strong>in</strong>gen tapijten en vlaggen, met daarboven <strong>de</strong> lachen<strong>de</strong> gezichten van hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n<br />
nieuwsgierigen. Bene<strong>de</strong>n vergaapte <strong>de</strong> massa zich aan goochelaars en koorddansers,<br />
pillendokters en vuurvreters. In een hoek van <strong>de</strong> markt voer<strong>de</strong> een toneelspelersgroep<br />
boertige scènes op. Vóór <strong>de</strong> tent van een Franse troep h<strong>in</strong>g het opschrift: ‘Venez voir<br />
le couronnement <strong>de</strong> Sa Majesté Charles X, précédé <strong>de</strong> la gran<strong>de</strong> tentation <strong>de</strong> Sa<strong>in</strong>t<br />
Anto<strong>in</strong>e’. Om het volk naar hun tent te lokken liepen <strong>de</strong> koorddansers op stelten door<br />
<strong>de</strong> menigte: enige ogenblikken lang overstem<strong>de</strong>n hun trommels en trompetten het<br />
rumoer en <strong>de</strong> wanklanken van <strong>de</strong> draaiorgels en <strong>de</strong> liedjeszangers 44. .<br />
Deze Teniersbeel<strong>de</strong>n ziet men <strong>in</strong> alle ste<strong>de</strong>n. Ie<strong>de</strong>r jaar, op <strong>de</strong> eerste zondag van<br />
mei, stroom<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Antwerpenaars naar <strong>de</strong> kermis van Berchem. Men g<strong>in</strong>g er <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
<strong>voor</strong>middag naar <strong>de</strong> processie kijken en na <strong>de</strong> middag dansen <strong>in</strong> <strong>de</strong> herbergen. De<br />
maandag lokten <strong>de</strong> jaarmarkt en <strong>de</strong> ‘paar<strong>de</strong>nkoers’ met ‘Rome<strong>in</strong>se ruiters’ een massa<br />
volk. Dan wemel<strong>de</strong> <strong>de</strong> gemeente van rijtuigen, karren, vee en <strong>land</strong>bouwtuig. Twee<br />
dagen lang kwamen heel wat s<strong>in</strong>joren niet uit <strong>de</strong> kleren. De zondagnacht brachten<br />
zij door aan <strong>de</strong> herbergterrassen, en pas <strong>de</strong> maandagavond, wanneer <strong>de</strong> laatste pijlen<br />
van het vuurwerk waren uitgedoofd, trokken zij naar huis 45. .<br />
Het gez<strong>in</strong>sethos maakte van <strong>de</strong> burgerman geen geisoleer<strong>de</strong>. Hon<strong>de</strong>rd <strong>de</strong>tails tonen<br />
zijn vrien<strong>de</strong>lijk karakter en zijn gemeenschapsgeest. Voor hem net als <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
volksmens was <strong>de</strong> straat <strong>de</strong> wereld waar hij thuis hoor<strong>de</strong>: <strong>de</strong> ner<strong>in</strong>gbedrijven zetten<br />
er hun uitstall<strong>in</strong>gen neer, <strong>de</strong> ambachtslie<strong>de</strong>n werkten er on<strong>de</strong>r het oog van <strong>de</strong> buurt,<br />
ie<strong>de</strong>re blij<strong>de</strong> gebeurtenis <strong>in</strong> het gez<strong>in</strong> werd buiten gevierd. Men had aandacht <strong>voor</strong><br />
elkaar door hulpbetoon en raad en kle<strong>in</strong>e oplettendhe<strong>de</strong>n. Wanneer <strong>in</strong> een huis een<br />
zwaarzieke lag spreid<strong>de</strong>n <strong>de</strong> buren turf of stro uit <strong>in</strong> <strong>de</strong> straat. En <strong>de</strong> omroeper die<br />
met <strong>de</strong> bel <strong>de</strong> mensen naar buiten riep<br />
De Harmonie te Antwerpen, 1829 (Jobard)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
II. Snoepw<strong>in</strong>keltje <strong>in</strong> <strong>de</strong> stad (H. De Braekeleer)<br />
t.o. 32<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
33<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> veror<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gen en het nieuws was een bijna dagelijkse schakel <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze<br />
gemeenschap. Achter <strong>de</strong> vrien<strong>de</strong>lijkheid stak wel het egoïsme van het<br />
standsbewustzijn, maar <strong>de</strong>ze trek mag <strong>voor</strong>lopig op <strong>de</strong> achtergrond blijven.<br />
Door het feesten <strong>de</strong>monstreer<strong>de</strong> <strong>de</strong> burgerman zijn vitaliteit. Hij was meer dan <strong>de</strong><br />
slordig gekle<strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>rkweker, teruggetrokken <strong>in</strong> <strong>de</strong> smakeloosheid van zijn <strong>in</strong>terieur.<br />
Er schuil<strong>de</strong> <strong>in</strong> hem een geweldige kracht die <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g een eeuw lang beheerste.<br />
Hij had z<strong>in</strong> <strong>in</strong> het leven en lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> zijn affaires, hij kweekte k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren en genoot<br />
van <strong>de</strong> materiële vreug<strong>de</strong>n. Hij werkte vlijtig maar zijn levensvreug<strong>de</strong> liet hem een<br />
nog groter <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> dag wij<strong>de</strong>n aan nietsdoen. Hij hield van zijn herberg en maakte<br />
dagelijks een wan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>getje om <strong>de</strong> merkwaardighe<strong>de</strong>n te bekijken die het kle<strong>in</strong>steedse<br />
leven hem bood: een koperconcert op <strong>de</strong> kiosk of <strong>in</strong> <strong>de</strong> gil<strong>de</strong>zaal, een<br />
<strong>de</strong>clamatiewedstrijd, een hanekapp<strong>in</strong>g of een zeldzaam stierengevecht, door een<br />
Zuidfranse troep georganiseerd, met echte stieren en ‘toreadores’. Van al die d<strong>in</strong>gen<br />
genoot <strong>de</strong> burgerman op zijn eentje maar evenveel vreug<strong>de</strong> bezorg<strong>de</strong>n hem <strong>de</strong><br />
huiselijke feesten. Kerstmis werd nog bijna niet gevierd <strong>in</strong> het gez<strong>in</strong> en <strong>de</strong> kerstboom<br />
zag men alleen <strong>in</strong> <strong>de</strong> huizen van Duitse of Engelse immigranten. Maar Pasen, <strong>in</strong>geluid<br />
door <strong>de</strong> klokken die eieren wierpen <strong>in</strong> alle burgertu<strong>in</strong>en, was een hoogfeest. En <strong>voor</strong>al<br />
Driekon<strong>in</strong>gen, <strong>de</strong> gezelligste dag <strong>in</strong> <strong>de</strong> huiskamer. In <strong>de</strong> Antwerpse burgerwijken<br />
verkochten dan <strong>de</strong> volksk<strong>in</strong><strong>de</strong>ren ‘kon<strong>in</strong>gsbrieven’, grof gekleur<strong>de</strong> houtsne<strong>de</strong>n met<br />
al <strong>de</strong> figuren uit <strong>de</strong> hofhoud<strong>in</strong>g. Thuis wer<strong>de</strong>n die uitgeloot en een hele avond lang<br />
speel<strong>de</strong> elk zijn rol. Die dag voel<strong>de</strong> <strong>de</strong> Bie<strong>de</strong>rmeier zich een kon<strong>in</strong>g <strong>in</strong> zijn gez<strong>in</strong> 46. .<br />
In <strong>de</strong> Franse schouwburg kwam <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e burger niet: die was het dome<strong>in</strong> van <strong>de</strong><br />
snobs uit <strong>de</strong> bourgeoisie. Het ‘Théâtre Royal’ van Antwerpen, het ‘Théâtre <strong>de</strong>s<br />
Variétés’ van Gent, het ‘Théâtre <strong>de</strong> la Monnaie’ en ‘Le Parc’ van Brussel waren<br />
eigenlijk privé-clubs <strong>voor</strong> een paar hon<strong>de</strong>rd habitués. Het publiek belaad<strong>de</strong> er <strong>de</strong><br />
Franse operasterren on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> bloemen en bedacht ze met dure geschenken. En soms<br />
g<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> ‘abonnés’ elkaar met gaanstokken te lijf wanneer zij niet akkoord geraakten<br />
over <strong>de</strong> balloter<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> kunstenaars en moest <strong>de</strong> politie <strong>de</strong> zaal laten ontruimen 47. .<br />
In dat milieu voel<strong>de</strong> <strong>de</strong> burgerman zich niet thuis. Hij verkoos <strong>de</strong> zaaltjes waar men<br />
ongedwongen kon schaterlachen met <strong>de</strong> komieken of tranen storten om <strong>de</strong> melo's.<br />
In Antwerpen waren dat tot 1846 het Groot en het Kle<strong>in</strong> Wafelhuis bij <strong>de</strong><br />
S<strong>in</strong>t-Jorispoort, tegelijk koffiehuizen en toneelzalen; en later het ‘Théâtre <strong>de</strong>s Variétés’<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> Gérard-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Het Park te Brussel<br />
straat, samen met een aantal zaaltjes verspreid over <strong>de</strong> stad. Kleermakers,<br />
beenhouwers, brievenbestellers en haarkappers voer<strong>de</strong>n er ‘Vlaamse komedies’ op.<br />
Verfijn<strong>in</strong>g mocht men er niet verwachten maar <strong>de</strong> extraverte burgerman voel<strong>de</strong> daar<br />
geen behoefte aan. De metamorfose op <strong>de</strong> planken van hem vertrouw<strong>de</strong>, eerbare<br />
burgers tot komieken of hel<strong>de</strong>n bezorg<strong>de</strong> hem een diepe voldoen<strong>in</strong>g. Wie gaf er om<br />
dat kleermaker Florens, <strong>de</strong> ‘Floor’ van <strong>de</strong> toneelmaatschappij ‘De Hoop’, nooit zijn<br />
rol ken<strong>de</strong>? ‘Zijn dik en drollig uiterlijk, zijn dolle grimassen en gebaren’ volston<strong>de</strong>n<br />
om <strong>de</strong> zaal te doen gieren. Men beschouw<strong>de</strong> hem als ‘een onovertroffen toneelspeler,<br />
een won<strong>de</strong>r van een komiek’. En niemand nam aanstoot aan het bombast van<br />
meester-kleermaker De Kroon, een specialist van <strong>de</strong> hel<strong>de</strong>nrollen, die onafgebroken<br />
met reuzepassen over het toneel liep en monologen <strong>de</strong>biteer<strong>de</strong>: <strong>voor</strong> ‘<strong>de</strong> grote hoop’<br />
gold hij als ‘een uitmuntend speler’. Men zat gezellig bijeen <strong>in</strong> <strong>de</strong> dikke lucht van<br />
die zaaltjes, verwarmd door enorme kachels waaraan menig burger zijn jas heeft<br />
verschroeid. Van op <strong>de</strong> ‘uil’ wer<strong>de</strong>n projectielen gesl<strong>in</strong>gerd naar <strong>de</strong> kaalkoppen en<br />
tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> pauze g<strong>in</strong>g ie<strong>de</strong>reen gekookte worst met boterhammen eten 48. .<br />
S<strong>in</strong>ds het heropleven van <strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkerskamers had haast elke stad haar<br />
toneelverenig<strong>in</strong>gen die <strong>de</strong> hele w<strong>in</strong>ter speel<strong>de</strong>n en vaak aan wedstrij<strong>de</strong>n el<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>el-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Bor<strong>de</strong>el, 1878 (A. De Witte)<br />
34<br />
namen. Overw<strong>in</strong>naars wer<strong>de</strong>n met luister door hun stadsgenoten <strong>in</strong>gehaald. In<br />
september 1842 wachtten een <strong>de</strong>tachement van <strong>de</strong> brandweer en het muziekkorps<br />
van <strong>de</strong> Filharmonie <strong>de</strong> Gentse Fonte<strong>in</strong>isten aan het station af, na hun triomf <strong>in</strong> Brugge.<br />
Alle klokken luid<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> straten puil<strong>de</strong>n uit van het volk en uit <strong>de</strong> ramen wierpen<br />
‘schone han<strong>de</strong>n’ ruikers <strong>voor</strong> <strong>de</strong> voeten <strong>de</strong>r bekroon<strong>de</strong>n 49. .<br />
In het herboren ‘nationaal toneel’ zagen <strong>de</strong> flam<strong>in</strong>ganten een bewijs van <strong>de</strong><br />
vernieuw<strong>de</strong> volkskracht. Dat dit amateurstheater teer<strong>de</strong> op slecht vertaal<strong>de</strong> Franse<br />
draken of door zijn platvloerse kol<strong>de</strong>r <strong>de</strong> armoe<strong>de</strong> onthul<strong>de</strong> van acteurs en publiek,<br />
beweer<strong>de</strong>n alleen maar enkele zuurkijkers 50. . Die erger<strong>de</strong>n zich aan <strong>de</strong> uitspraak van<br />
<strong>de</strong> spelers en aan hun uit <strong>de</strong> Franse schouwburgen nageäapte <strong>de</strong>clamatie. Maar <strong>de</strong>ze<br />
gebreken zag <strong>de</strong> burgerman niet want het burgertoneel weerspiegel<strong>de</strong> zijn<br />
gemoe<strong>de</strong>lijke, optimistische levenskunst.<br />
Bie<strong>de</strong>rmeierse preutsheid<br />
Dat <strong>in</strong> S<strong>in</strong>t-Baafs <strong>de</strong> panelen Adam en Eva weggeborgen zaten <strong>in</strong> het archief van <strong>de</strong><br />
kerk en niemand die te zien kreeg belicht <strong>de</strong> geest van <strong>de</strong> tijd: er zijn d<strong>in</strong>gen die men<br />
niet mocht en ook niet wil<strong>de</strong> zien. In <strong>de</strong> jaren <strong>de</strong>rtig leer<strong>de</strong> Go<strong>de</strong>charle <strong>in</strong> Brussel<br />
zijn leerl<strong>in</strong>gen het vrouwenlichaam tekenen met een man als mo<strong>de</strong>l, en toen François<br />
Ru<strong>de</strong> naar een naakte vrouw liet werken was er bijna een revolutie <strong>in</strong> <strong>de</strong> stad 51. . Over<br />
het hele leven, <strong>de</strong> opvoed<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> godsdienst, <strong>de</strong> kunst en <strong>de</strong> literatuur h<strong>in</strong>g een seksueel<br />
taboe. In enkele romans liepen wel verlei<strong>de</strong>rs rond maar ‘<strong>de</strong> helse grimlach op hun<br />
gelaat’ moest volstaan om hun boos bedrijf aan te dui<strong>de</strong>n. Zelfs <strong>de</strong> geboorte leek<br />
<strong>in</strong><strong>de</strong>cent. In <strong>Mijn</strong>heer Luchtervel<strong>de</strong>, <strong>de</strong> meest gewaag<strong>de</strong> Vlaamse roman uit <strong>de</strong>ze<br />
jaren, laat Zetternam Roza Franken <strong>in</strong> bezwijm<strong>in</strong>g vallen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> geboorte van<br />
haar buitenechtelijk k<strong>in</strong>d. Zo<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
35<br />
kon <strong>de</strong> beschrijv<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze onwelvoeglijke gebeurtenis verme<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n 52. . Ook<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> frivolere Franstalige roman werd <strong>de</strong> verleid<strong>in</strong>g van het meisje gesuggereerd,<br />
nooit beschreven. Lichtz<strong>in</strong>nigheid naar <strong>de</strong> maat van <strong>de</strong> tijd bood alleen <strong>de</strong> literatuur<br />
uit Frankrijk. Die las men <strong>in</strong> <strong>de</strong> verborgenheid van het kab<strong>in</strong>et maar <strong>in</strong> het openbaar<br />
kreet men ze uit als smerigheid. Paul De Kock <strong>voor</strong>al gold <strong>voor</strong> <strong>de</strong> burgerman als<br />
het mo<strong>de</strong>l van <strong>de</strong> perversiteit: wie zich daaraan bezondig<strong>de</strong> was onherroepelijk<br />
verloren.<br />
Men erger<strong>de</strong> zich aan <strong>de</strong> meest onschuldige tekenen van seksualiteit, aan <strong>de</strong> lie<strong>de</strong>n<br />
en kle<strong>in</strong>e jongens die <strong>in</strong> adamskostuum <strong>in</strong> <strong>de</strong> grachten zwommen. En naar <strong>de</strong><br />
Antwerpse ruiterfeesten uit <strong>de</strong> jaren veertig, waar ruiters en amazones stuk <strong>voor</strong> stuk<br />
alle kleren uittrokken, op ‘een nauwsluitend, vleeskleurig tricot’ na, g<strong>in</strong>g men<br />
vanzelfsprekend alleen maar kijken om ze af te keuren 53. . Als men <strong>de</strong> seksualiteit niet<br />
helemaal kon wegpraten, werd zij gebrandmerkt als <strong>de</strong> bron van alle kwaad. In een<br />
werkje over Hygiène sociale et privée, van 1860, schreef <strong>de</strong> arts Léopold Durant <strong>de</strong><br />
cholera-epi<strong>de</strong>mieën <strong>voor</strong> een <strong>de</strong>el toe aan <strong>de</strong> ontucht van <strong>de</strong> maatschappij en <strong>voor</strong>al<br />
aan <strong>de</strong> ‘vices solitaires’ en ‘<strong>de</strong> uitspatt<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> jeugd’ 54. .<br />
Overal heerste <strong>de</strong> afweeractie. De predikanten van <strong>de</strong> volksmissies zetten <strong>de</strong> zon<strong>de</strong>n<br />
tegen het zes<strong>de</strong> en negen<strong>de</strong> gebod fel <strong>in</strong> <strong>de</strong> verf. ‘We wisten niet dat <strong>de</strong> d<strong>in</strong>gen die<br />
we <strong>de</strong><strong>de</strong>n zon<strong>de</strong> waren maar nu we beter on<strong>de</strong>rricht zijn zullen we ze niet meer doen’<br />
zeg<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>in</strong>woners van Onkerzele na <strong>de</strong> Re<strong>de</strong>mptoristenmissie van 1854 55. . De<br />
seksuele schuwheid heerste op <strong>de</strong> scholen en <strong>de</strong> patronages. Waar hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n jongeren<br />
bijeen zijn ‘is argwaan omtrent <strong>de</strong> moraliteit aangewezen’ meen<strong>de</strong> <strong>de</strong> Antwerpse<br />
pastoor J.-J. Aerts; ‘hoeken en kanten’ en <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> ‘toiletten’ dienen streng bewaakt<br />
te wor<strong>de</strong>n, maar ‘het ligt <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hand’ dat men <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren niet vertelt waarom dat<br />
gebeurt 56. .<br />
In contrast met <strong>de</strong> uiterlijk bele<strong>de</strong>n preutsheid stond <strong>de</strong> prostitutie. Zij teer<strong>de</strong> op <strong>de</strong><br />
k<strong>land</strong>izie van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> ‘classe honnête’ die haar ze<strong>de</strong>lijkheid zo nadrukkelijk ten<br />
toon spreid<strong>de</strong>.<br />
Antwerpen was <strong>in</strong> <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw het paradijs van <strong>de</strong> prostitutie. Naast een<br />
onoverzichtelijk aantal k<strong>land</strong>estiene huizen tel<strong>de</strong> <strong>de</strong> stad op het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> jaren<br />
veertig een vijftigtal erken<strong>de</strong> bor<strong>de</strong>len, hoofdzakelijk geconcentreerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> havenwijk<br />
en rond het Kasteelple<strong>in</strong>, <strong>de</strong> soldatenbuurt 57. . De stad tolereer<strong>de</strong> <strong>de</strong> prostitutie op<br />
<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> meisjes niet bij het raam zaten, niet <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur kwamen staan,<br />
zich niet vertoon<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> openbare weg. Maar wat kwam er van <strong>de</strong>ze toegev<strong>in</strong>g<br />
aan <strong>de</strong> burgerlijke betamelijkheid terecht? Op <strong>de</strong> Rietdijk <strong>in</strong> elk geval was er geen<br />
reserve speurbaar, tenzij door het bijna oosters <strong>de</strong>cor. Deze ‘niet meer goed nawijsbare<br />
buurt’ 58. ten noor<strong>de</strong>n van het Steen, die na 1880 door het rechttrekken van <strong>de</strong> kaaien<br />
werd weggesne<strong>de</strong>n, was een uitverkoren oord van plezier, ‘ce qu'il y a <strong>de</strong> plus vivant<br />
à Anvers’ meen<strong>de</strong> Nerval.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Taveerne (J. Van Hemelrijck)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
36<br />
Wanneer het eerbare Antwerpen naar bed g<strong>in</strong>g ontwaakte <strong>in</strong> <strong>de</strong> kronkelstraatjes een<br />
aparte wereld, een ‘bacchanale nautique’ waarvan men het gejoel al van verre kon<br />
horen. In heel Europa was <strong>de</strong> Rietdijk bekend en berucht. In Gent, Brugge en Luik<br />
sprak men erover, en knipogend wezen <strong>de</strong> garçons <strong>in</strong> <strong>de</strong> Antwerpse hotels <strong>de</strong><br />
vreem<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen op het bestaan van <strong>de</strong> aantrekkelijkheid. Men vond er <strong>de</strong> ‘musico's’:<br />
on<strong>de</strong>r het gaslicht van <strong>de</strong> rokerige zalen, <strong>in</strong> <strong>de</strong> geuren van bier, jenever en zweet<br />
wervel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> meisjes en <strong>de</strong> matrozen op <strong>de</strong> dansmuziek terwijl van op het podium<br />
burgerlie<strong>de</strong>n en vreem<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen het spektakel bekeken. De animeermeisjes kwamen<br />
<strong>voor</strong>al uit Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong>. Friez<strong>in</strong>nen <strong>in</strong> nationale kle<strong>de</strong>rdracht, ‘met kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong>nekapsels<br />
en lange blanke armen’, bo<strong>de</strong>n het klienteel har<strong>de</strong> eieren, stokvis en appels aan of<br />
draai<strong>de</strong>n rond <strong>de</strong> eenzamen <strong>in</strong> <strong>de</strong> zaal. Wie <strong>voor</strong> een paar dagen of een paar weken<br />
een vaste partner<strong>in</strong> wenste kon ze huren, ‘net als een gemeubileer<strong>de</strong> kamer’. Echte<br />
prostituées waren <strong>de</strong>ze meisjes, niet. Die trof men aan <strong>in</strong> <strong>de</strong> kroegjes van <strong>de</strong> Rietdijk.<br />
Het bedrijf g<strong>in</strong>g er schuil achter schil<strong>de</strong>rachtige herbergnamen. Alleen <strong>de</strong> gekleur<strong>de</strong><br />
ruitjes <strong>in</strong> <strong>de</strong> ramen maakten het dui<strong>de</strong>lijk dat dit geen gewone drankgelegenhe<strong>de</strong>n<br />
waren. De diensters fungeer<strong>de</strong>n als ‘entraîneuses’ en <strong>de</strong> prostituées uit <strong>de</strong> omtrek -<br />
van <strong>de</strong> tweehon<strong>de</strong>rdvijftig geregistreer<strong>de</strong> meisjes van plezier die Antwerpen rond<br />
1850 tel<strong>de</strong> verbleven er tweehon<strong>de</strong>rd <strong>in</strong> <strong>de</strong> Rietdijk - ‘kwamen en g<strong>in</strong>gen, <strong>de</strong> haren<br />
los, <strong>de</strong> glimlach op <strong>de</strong> lippen’ en lonkten <strong>de</strong> klanten mee.<br />
Met <strong>de</strong> Rietdijk verdween ‘<strong>de</strong> oosterse pracht waarop Antwerpen eens zo trots<br />
was’ en bleef <strong>in</strong> <strong>de</strong> havenwijk en daarbuiten, <strong>in</strong> <strong>de</strong> armoestraatjes zon<strong>de</strong>r licht en<br />
lucht, alleen <strong>de</strong> prostitutie van <strong>de</strong> ellen<strong>de</strong> over, ‘met afgestompte en geschm<strong>in</strong>kte<br />
vrouwen die met een papieren bloem <strong>in</strong> het haar op een klant zaten te wachten of<br />
wegdommel<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> k<strong>in</strong> op <strong>de</strong> blote armen’. 59.<br />
Zeldzaam waren <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n die geen of bijna geen prostitutie ken<strong>de</strong>n. Turnhout<br />
bij<strong>voor</strong>beeld, of Lier, lang <strong>de</strong> gaafste stad van het <strong>land</strong>, door Jozef Muls nog aan <strong>de</strong><br />
<strong>voor</strong>avond van <strong>de</strong> eerste wereldoorlog gezien, ‘als een bloei te mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong> frisse bloei<br />
<strong>de</strong>r natuur allerwege’. 60. Daar trof men rond 1850 maar één bor<strong>de</strong>el aan en <strong>de</strong><br />
k<strong>land</strong>estiene prostitutie was er bijna onbekend. Maar el<strong>de</strong>rs, ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e slapen<strong>de</strong><br />
ste<strong>de</strong>n, bloei<strong>de</strong> <strong>de</strong> prostitutie openlijk of k<strong>land</strong>estien naar gelang het stadsbestuur ze<br />
al of niet tolereer<strong>de</strong>. In S<strong>in</strong>t-Niklaas, Den<strong>de</strong>rmon<strong>de</strong>, Hasselt en an<strong>de</strong>re kle<strong>in</strong>e ste<strong>de</strong>n<br />
was zij aanvankelijk verbo<strong>de</strong>n maar <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> k<strong>land</strong>estiene ontucht en<br />
van <strong>de</strong> syfilis zette <strong>de</strong> overheid tot reglementer<strong>in</strong>g en controle aan. Toen <strong>in</strong> het<br />
burgerlijk hospitaal een af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> syfilitiekers moest wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gericht, besloot<br />
het Den<strong>de</strong>rmondse stadsbestuur bij reglement van 16 april 1850 vier prostitutiehuizen<br />
te erkennen. Hasselt keur<strong>de</strong> op 5 mei 1862 een reglement goed waardoor <strong>de</strong><br />
k<strong>land</strong>estiene bor<strong>de</strong>len wer<strong>de</strong>n afgeschaft en zes losse prostituées <strong>in</strong> <strong>de</strong> politieregisters<br />
<strong>in</strong>geschreven. In Kortrijk reageer<strong>de</strong> men net an<strong>de</strong>rsom en wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> erken<strong>de</strong> huizen<br />
gelei<strong>de</strong>lijk gesloten, maar ‘met leedwezen’ constateer<strong>de</strong> het stadsbestuur <strong>de</strong> toename<br />
van <strong>de</strong> k<strong>land</strong>estiene gelegenhe<strong>de</strong>n 61. .<br />
Gent tel<strong>de</strong> <strong>in</strong> 1856 een vijftigtal bor<strong>de</strong>len en ren<strong>de</strong>z-voushuizen naast tientallen<br />
losse prostituées en een onoverzichtelijke geheime ontucht. Al vóór <strong>1830</strong> signaleer<strong>de</strong><br />
men er k<strong>in</strong><strong>de</strong>rprostitutie 62. . In Brussel werkten rond 1850 vijfhon<strong>de</strong>rd geregistreer<strong>de</strong><br />
prostituées. De stad wemel<strong>de</strong> bovendien van straatmei<strong>de</strong>n. De Fransman Lepe<strong>in</strong>tre,<br />
die <strong>in</strong> 1828 Brussel bezocht, noteer<strong>de</strong> dat hij nog nooit een <strong>de</strong>rgelijk aantal <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
avond ronddwalen<strong>de</strong> ‘Vestaalse maag<strong>de</strong>n’ had gezien, gekleed als herbergmei<strong>de</strong>n,<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
nonnen, <strong>in</strong>génues of markiez<strong>in</strong>nen. Over <strong>de</strong> jaren probeer<strong>de</strong> het stadsbestuur <strong>de</strong><br />
k<strong>land</strong>estiene prostitutie <strong>in</strong> te dijken door het openen van gecontroleer<strong>de</strong> bor<strong>de</strong>len,<br />
maar dat lokte dan ‘e<strong>in</strong><strong>de</strong>loze klachten’ uit van <strong>de</strong> ‘eerbare bevolk<strong>in</strong>g’. 63.<br />
Tot het laatste kwart van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw bleef <strong>de</strong> prostitutie uitsluitend een<br />
stadsfenomeen. Zij leef<strong>de</strong>, <strong>voor</strong> zover men het bij gebrek aan on<strong>de</strong>rzoek kan<br />
achterhalen, van <strong>de</strong> soldaten <strong>in</strong> <strong>de</strong> garnizoenste<strong>de</strong>n, van <strong>de</strong> matrozen en <strong>de</strong> schippers<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> havenste<strong>de</strong>n, van <strong>de</strong> vreem<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen en van een <strong>de</strong>el <strong>de</strong>r burgerij. Een kle<strong>in</strong> <strong>de</strong>el<br />
uiteraard, maar niettem<strong>in</strong> toont dit randverschijnsel <strong>in</strong> <strong>de</strong> Bie<strong>de</strong>rmeierse<br />
burgermaatschappij dat <strong>de</strong> strenge co<strong>de</strong> soms als een last werd aangevoeld. Meestal<br />
was <strong>de</strong>ze last draaglijk omdat men vreug<strong>de</strong> vond <strong>in</strong> het k<strong>in</strong><strong>de</strong>rrijke gez<strong>in</strong>. Maar een<br />
toenemend aantal probeer<strong>de</strong> los te geraken uit <strong>de</strong> dwang van <strong>de</strong> fatsoenlijkheid. Voor<br />
hen was het bor<strong>de</strong>el ‘Vorschule <strong>de</strong>r bürgerlichen Ehe’ 64. en tegelijk bevrijd<strong>in</strong>g uit <strong>de</strong><br />
benepenheid, al bleef <strong>de</strong>ze bevrijd<strong>in</strong>g weggeborgen achter uiterlijke eerbaarheid.<br />
Voor <strong>de</strong> meeste burgerlie<strong>de</strong>n bracht <strong>de</strong> belev<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> seksualiteit <strong>in</strong> het huwelijk<br />
geen problemen mee. Ongecompliceerd kweekten zij <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren die ‘hun fortu<strong>in</strong>,<br />
hun geluk, hun wellust uitmaakten’. 65. Toch doken ook hier <strong>de</strong> eerste nog ondui<strong>de</strong>lijke<br />
tekenen van veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g op. Echtelijke onanie, <strong>in</strong> <strong>de</strong> strikte betekenis van coïtus<br />
<strong>in</strong>terruptus, schijnt rond het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw van uit Frankrijk te<br />
zijn b<strong>in</strong>nengedrongen <strong>in</strong> Henegouwen en het gebied tussen Samber en Maas, en van<br />
hieruit <strong>in</strong> Brussel,<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
37<br />
Waals Brabant en het Luikse. In <strong>de</strong> grote Vlaamse ste<strong>de</strong>n wordt <strong>de</strong><br />
vruchtbaarheidsbeperk<strong>in</strong>g pas rond 1900 merkbaar maar men mag aannemen dat <strong>de</strong><br />
echtelijke onanie er al veertig of vijftig jaar vroeger geen onbekend fenomeen meer<br />
was. De dal<strong>in</strong>g van het geboortecijfer <strong>in</strong> <strong>de</strong> crisisjaren van het mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r eeuw duidt<br />
daar op, en een onrechtstreeks teken zijn <strong>de</strong> eerste richtlijnen terzake <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
biechtva<strong>de</strong>rs. Zij kregen <strong>de</strong> raad om <strong>in</strong> <strong>de</strong> biechtstoel zoveel mogelijk en op <strong>de</strong><br />
preekstoel helemaal te zwijgen over <strong>de</strong> kwaal, niet uit toegeeflijkheid zoals <strong>in</strong><br />
Frankrijk waar <strong>de</strong> geestelijkheid <strong>de</strong> ogen sloot om <strong>de</strong> gelovigen niet kwijt te spelen,<br />
maar om een nog groten<strong>de</strong>els onweten<strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g niet ongewild <strong>voor</strong> te lichten.<br />
Toch begon <strong>de</strong> clerus te beseffen dat <strong>de</strong> ‘Franse zon<strong>de</strong>’ <strong>de</strong> burgerklasse bedreig<strong>de</strong>.<br />
Van uit Frankrijk liep <strong>de</strong> verspreid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> vruchtbaarheidscontrole langs <strong>de</strong> Franse<br />
taalgroepen. In Vlaan<strong>de</strong>ren bereikte zij <strong>de</strong> Franstalige burgerij eer<strong>de</strong>r dan <strong>de</strong><br />
Vlaamstalige volksmensen. Hierdoor werd een <strong>de</strong>r grondslagen van het kle<strong>in</strong>burgerlijk<br />
ethos on<strong>de</strong>rmijnd, <strong>de</strong> heiligheid van het gez<strong>in</strong>: <strong>in</strong> het verborgen had<strong>de</strong>n enkelen<br />
gebroken met een co<strong>de</strong> die zijn z<strong>in</strong> verloor en daarom als ondraaglijk werd ervaren 66. .<br />
Deze breuk reikt ver<strong>de</strong>r dan <strong>de</strong> prostitutie en <strong>de</strong> echtelijke onanie die nog beperkte<br />
fenomenen zijn. De eerbied van <strong>de</strong> burger <strong>voor</strong> <strong>de</strong> stoffelijke goe<strong>de</strong>ren, <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
provisies die op zol<strong>de</strong>r liggen, <strong>voor</strong> <strong>de</strong> rijkelijke tafel en <strong>de</strong> wijnkel<strong>de</strong>r - ‘tel négociant<br />
économe a dans ses celliers sablés douze mille bouteilles bien classées: c'est sa<br />
bibliothèque’, noteert Hippolyte Ta<strong>in</strong>e <strong>in</strong> een portret van <strong>de</strong> Belgische<br />
burger-gastronoom; 67. - zijn onwetendheid van het culturele leven en <strong>de</strong><br />
vanzelfsprekendheid waarmee hij geld en welstand als <strong>de</strong> hoogste waar<strong>de</strong>n beschouwt:<br />
dat alles is <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e, oorbare vlucht uit het purite<strong>in</strong>se bestaan dat zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze<br />
uitlaatkleppen ondraaglijk zou wor<strong>de</strong>n.<br />
Achter <strong>de</strong> bedomptheid van <strong>de</strong> burgerman steekt een enorm egoïsme dat hem bl<strong>in</strong>d<br />
maakt <strong>voor</strong> wat buiten zijn wereld gebeurt en hardvochtig <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ellen<strong>de</strong> waarmee<br />
hij <strong>in</strong> zijn stad wordt geconfronteerd. Behalve <strong>de</strong> politieke en <strong>de</strong> religieuze opvatt<strong>in</strong>gen<br />
ontbreekt ook <strong>de</strong> trek van hardvochtigheid <strong>in</strong> het portret van <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e burger. Om<br />
<strong>de</strong>ze leemte aan te vullen moeten eerst <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n beschreven die <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> stad plaats grepen door <strong>de</strong> stroom van <strong>in</strong>wijkel<strong>in</strong>gen uit het verpauper<strong>de</strong> platte<strong>land</strong>,<br />
moet het toneel van <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis wor<strong>de</strong>n verruimd door te kijken naar het leven<br />
op <strong>de</strong>n buiten. Wat was er aan <strong>de</strong> hand op het platte<strong>land</strong>, en waarom ontvluchtten <strong>de</strong><br />
paupers een gebied waarmee hun bestaan onverbrekelijk verbon<strong>de</strong>n leek?<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Een danszaal op <strong>de</strong> Rietdijk te Antwerpen<br />
E<strong>in</strong>dnoten:<br />
1. Boyce, 83; Hymans-Hymans, 202-203; Roscoe, 215-216, 312; Diericx <strong>de</strong> Ten Hamme II, 199;<br />
Jacquemyns 1936, 17-18; Vanhamme 1968, 273-274; Schnaase, 482; White II, 156- 157.<br />
2. Le Belge 12 nov. <strong>1830</strong>; L'Emancipation 12 nov. <strong>1830</strong>; E. Huyttens I, 99; Physionomie, 16.<br />
3. Trollope I, 44; Grillparzer XX, 140; Lepe<strong>in</strong>tre I, 144, 389-390; Camus I, 140-141.<br />
4. Blanchard, 217-221; Paquet II, 140-141; Bilé, 55.<br />
5. E. <strong>de</strong> Laveleye 1875, 20-21.<br />
6. Blanchard, 333-336, 341; R Fl I, 1846, 567-569; Tanghe Beernem, 7-8; E. <strong>de</strong> Laveleye 1875,<br />
38-39.<br />
7. Blanchard, 354-356.<br />
8. Patria Belgica I, 76-78; VlieberghUlens 1909, 31-35.<br />
9. Hugo 1892, 122; Vliebergh-Ulens 1921, 25-27; Vliebergh 1906, 11-14; Joigneaux-Delobel, 8,<br />
214; Houzeau, 189-191; Patria Belgica I, 81-83; Belgique illustrée, 399-407, 546-547.<br />
10. Mitscherlich 1973, 33.<br />
11. BTFG 1968, 479 (R. Lis).<br />
12. von Plönnies, 35-36.<br />
13. Elskamp, 918; Schnaase, 310-312; De Rud<strong>de</strong>r, 104; Addison, 26; Boyce, 56; Hugo 1945, 31;<br />
<strong>de</strong> Chaumont, 89; Belgique monumentale, 234; Muls, 200.<br />
14. TX 1966, 17-18 (C. Keuppens); Jonckheere, 108; Magits, 191; Schnaase, 288, 310; Rapport<br />
Gand 1836, 55; P. Claeys 1899 I, 276.<br />
15. Poffé, 11-12, 38; Van Bergen, 44-58; A. Snie<strong>de</strong>rs 1893, 84-85; Journal, 113.<br />
16. Busken Huet, 102; Irv<strong>in</strong>g, 486 c. 2; Addison, 159; Patria Belgica I, 66; Conscience I, 6; Tennent,<br />
85; Reis, 27; Engelen, 169; MB VI 1939, 34; Perk, 159-160; Bau<strong>de</strong>laire, 186; Perk, 87.<br />
17. De Rud<strong>de</strong>r, 118-119.<br />
18. Clerbois, 67-71; Van <strong>de</strong>r Vijver, 76; Loebel, 180; Rapport Bruxelles 1839, 64-65, 1848, 30,<br />
1854, 41; VK 1922, 33; BM 1841, 336; Bergmann, 599 n. 3.<br />
19. Engelen, 88; Grillparzer XX, 139.<br />
20. Viré, 22-36; Van <strong>de</strong>r Vijver, 82; Rapport Anvers 1853, 91, 1856, 81.<br />
21. Viré, 29; Corr, 168; Addison, 166; Rapport Anvers 1853, 91.<br />
22. Boyce, 121, 247; Addison, 166; De Rud<strong>de</strong>r, 104; Verslag Turnhout 1847, 24.<br />
23. Mitscherlich 1969, 39.<br />
24. MA 1843, 99-109.<br />
25. Van Kerckhoven 1843, 75.<br />
26. Van Keymeulen, 111.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
27. Leclercq, 39-40.<br />
28. T<strong>in</strong><strong>de</strong>mans, 30, 70.<br />
29. Courtmans 1868, 44, 104, 138-139, 150.<br />
30. Brouwers II, 72, 89, 213.<br />
31. Claes, 73.<br />
32. Brouwers II, 173.<br />
33. T<strong>in</strong><strong>de</strong>mans, 147.<br />
34. Verhaeren 1920 II, 214 ; Lernonnier 1888, 12, 44, 47-49 ; HK 1946-1948, 41-44 (A. Peel) ;<br />
Renieu I, 63-65 ; Flor O'Squarr, 29-33.<br />
35. Bau<strong>de</strong>laire, 24, 60.<br />
36. De Rud<strong>de</strong>r, 70-71.<br />
37. P. Claeys 1899 II, 59, 64, 66 ; Vermeersch-Wouters, 12-13, 17 ; Cor<strong>de</strong>wiener, 2 ; Malou, 296<br />
; Destanberg, 81.<br />
38. Rapport Bruxelles 1839, 13, 1844, 6; Rapport Termon<strong>de</strong> 1840, 8; BC 1842, 353-354, 1844,<br />
30-31; BCCS 1843, 411, 436 (E. Ducpétiaux), 1853, 257 (P.C. Van<strong>de</strong>r Meersch).<br />
39. Ducpétiaux 1837, 442-447; Castel, 78-79, 98; Spr<strong>in</strong>gael II, 116-118; Exposé 1838, 67-68; TX<br />
1947, 110; Duflou, 328.<br />
40. RN 1967, 492 (A. Vermeersch).<br />
41. AM 1970, 42-117; RB 1895, 148-151, 311-320 (E. M<strong>in</strong>naert).<br />
42. Peters, 5, 59, 73-77.<br />
43. Oetker, 18; Filleul, 109.<br />
44. Schnaase, 183-185, 403-404.<br />
45. Castel, 51-52.<br />
46. Jonckheere, 72-73; P. Claeys 1899 II, 80; HK 1946-1948, 79 (A. Peel); Trollope, 38-39; VS<br />
1875, 112; A. Snie<strong>de</strong>rs 1865, 80-81; Corr, 42; Sleeckx 1848, 66-67; De Meyere 1912, 50-59.<br />
47. ATR 1834-1844, 57, 101, 1844-1853, 11-12, 49, 1853-1862, 56; Destanberg, 136-137; Renieu,<br />
125-126.<br />
48. Rapport Anvers 1848, 115; M. Sabbe, 472, 485 n. 1; Sleeckx 1903, 106-107, 115-116, 122-126;<br />
Staes 1896, 27-37; Lagye, 145; Van Bergen, 75-77, 87; Poffé, 65, 68-69.<br />
49. KL 1842, 77-78.<br />
50. TV 1848, 349-350 (L. Yzendijck), E 1847-1848, 70 (Zetternam); A. Snie<strong>de</strong>rs 1878B, 57; M.<br />
Sabbe, 214-216.<br />
51. Pierron, 25.<br />
52. Zetternam, 101.<br />
53. Destanberg, 205; BC 1844, 31.<br />
54. Durant, 45-48.<br />
55. Art I, 248.<br />
56. Aerts, 54.<br />
57. Rapport Anvers 1847, 246-247, 1848, 125; Exposé Anvers 1850, 190-191; A. De Latt<strong>in</strong> 1946,<br />
130-138.<br />
58. Schmook, 56.<br />
59. Lepe<strong>in</strong>tre II, 16-18; Engelen, 61; Nerval, 312-314; Texier, 315-317; Mirbeau, 171.<br />
60. Muls, 116.<br />
61. Rapport Lierre 1846-1847, 56, 1847-1848, 48, 1849-1850, 44; Fai<strong>de</strong>r, 146; Rapport Termon<strong>de</strong><br />
1843-1847, 42, 1850, 70, 1852, 67; Rapport Hasselt 1861-1862, 34, 1868-1869, 43; Rapport<br />
Courtrai 1857-1858, 54, 1862-1863, 45, 1864-1865, 65, 1868-1869, 55.<br />
62. Rapport Gand 1850, 38; Southey, 41-43.<br />
63. Rapport Bruxelles 1850, 38; Lepe<strong>in</strong>tre I, 157.<br />
64. Van Bolen, 189.<br />
65. MA 1843, 102 (S. Blereau).<br />
66. BG 1972, 261-265, 282 (R. Lesthaeghe); André, 55-58; BTFG 1971, 440, 456-458, 1120 (J.<br />
Stengers); Art I, 240, 246, 247 n. 1, II, 420.<br />
67. De Rud<strong>de</strong>r, 102.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Halle <strong>in</strong> 1847 (J. L<strong>in</strong>nig)<br />
38<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Het leven op het <strong>land</strong><br />
Z<strong>in</strong> van het <strong>land</strong>elijke<br />
39<br />
Terwijl <strong>de</strong> burger zijn leven richtte naar beg<strong>in</strong>selen die <strong>de</strong> geest van onze gewesten<br />
misken<strong>de</strong>n bleef <strong>de</strong> buitenman <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> traditie trouw. Deze tegengestel<strong>de</strong>, burgerlijke<br />
en agrarische levensopvatt<strong>in</strong>gen vloei<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw naar elkaar en aan<br />
<strong>de</strong>ze confrontatie g<strong>in</strong>g <strong>de</strong> <strong>land</strong>elijke cultuur ten on<strong>de</strong>r. Het is <strong>de</strong> meest <strong>in</strong>grijpen<strong>de</strong><br />
gebeurtenis van <strong>de</strong> eeuw, omdat met het <strong>land</strong>elijke een <strong>voor</strong> het samenleven onmisbare<br />
waar<strong>de</strong> verloren g<strong>in</strong>g. Bijna niemand.beschouwt <strong>de</strong>ze vernietig<strong>in</strong>g nog als een verlies,<br />
en wie hier <strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>g zoekt <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ontred<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van onze beschav<strong>in</strong>g maakt<br />
zich belachelijk <strong>in</strong> <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> meesten. Want men is zo volledig van <strong>de</strong> wortels<br />
afgesne<strong>de</strong>n dat men het <strong>in</strong>zicht kwijtraakte <strong>in</strong> <strong>de</strong> betekenis van <strong>de</strong> eigen groei. Alleen<br />
wie aandacht weet op te brengen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> cont<strong>in</strong>uïteit kan beseffen hoeveel<br />
onvervangbaars verdween met het <strong>land</strong>elijke.<br />
E<strong>in</strong><strong>de</strong>loos is <strong>de</strong> verschei<strong>de</strong>nheid van het bestaan op <strong>de</strong>n buiten. Het dorp en ‘het<br />
leven te <strong>land</strong>e’, <strong>de</strong> kortwon<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e en <strong>de</strong> grote boer<strong>de</strong>rij bergen een wereld<br />
met telkens eigen trekken, naar gelang van <strong>de</strong> streek en <strong>de</strong> bezigheid. Hoe kan men<br />
dit bonte leven <strong>in</strong> één beeld samenbrengen en het verdwenen agrarisch volk<br />
terugv<strong>in</strong><strong>de</strong>n? Het heeft over zichzelf niet getuigd. De buitenstaan<strong>de</strong>rs die het<br />
beschreven zagen alleen maar uiterlijkhe<strong>de</strong>n. Voor Addison, die <strong>in</strong> 1840 per sjees<br />
van Turnhout naar Arendonk reis<strong>de</strong>, was <strong>de</strong> Kempen een wild <strong>land</strong> met een halfwild<br />
volk: hier en daar een hut en een stuk ontgonnen grond <strong>in</strong> <strong>de</strong> e<strong>in</strong><strong>de</strong>loosheid van <strong>de</strong><br />
hei<strong>de</strong>; k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>in</strong> lompen die wegvluchtten <strong>in</strong> het <strong>de</strong>urgat, en vrouwen met een<br />
zuigel<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> arm, roerloos en achterdochtig starend naar <strong>de</strong> vreem<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen 1. .<br />
An<strong>de</strong>ren begrepen wat beter het gemoed van dit buiten tijd en beschav<strong>in</strong>g leven<strong>de</strong><br />
volk maar ook zij teken<strong>de</strong>n een vervormd beeld. Toch moet men proberen met <strong>de</strong>ze<br />
ontoereiken<strong>de</strong> brokstukken het <strong>in</strong> zijn verschei<strong>de</strong>nheid en zijn stilzwijgen verscholen<br />
leven terug te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n en te ont<strong>de</strong>kken wat achter <strong>de</strong> getuigenissen verscholen ligt.<br />
Dit is subjectieve geschiedschrijv<strong>in</strong>g, vanzelfsprekend, maar het gaat niet an<strong>de</strong>rs.<br />
Cijfers kan men, als <strong>de</strong> bronnen betrouwbaar zijn, exact op een rijtje zetten en één<br />
enkel <strong>voor</strong>val ge<strong>de</strong>tailleerd navertellen. Maar wat belang heeft dat? En wat belang<br />
zou <strong>de</strong> kennis van alle gebeurtenissen uit het verle<strong>de</strong>n hebben? In <strong>de</strong>ze nevelvlek<br />
van feiten <strong>in</strong>teresseert ons alleen wat onze eigen wereld heeft bepaald, wat vóór ons<br />
werd opgebouwd of vernietigd en ons daarom ten goe<strong>de</strong> of ten kwa<strong>de</strong> bestemt. En<br />
vaak was het verlies van<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Vlak bij Brussel (Th. Fourmois)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
40<br />
waar<strong>de</strong>n nog beslissen<strong>de</strong>r <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> toekomst dan het constructieve<br />
werk. Daar moet men naar uitkijken wanneer men zijn weg zoekt <strong>in</strong> <strong>de</strong> doolhof van<br />
het verle<strong>de</strong>n: wat beteken<strong>de</strong>n <strong>de</strong> w<strong>in</strong>sten <strong>de</strong> verliespunten van <strong>de</strong> vorige generaties?<br />
Wie <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze geest naar <strong>de</strong> <strong>land</strong>elijke wereld kijkt begrijpt welke leemte het<br />
verdwijnen ervan <strong>in</strong> onze maatschappij veroorzaakte. Oppervlakkig gezien schijnt<br />
het boerenleven nu onbetekenend omdat men <strong>de</strong> wijsheid niet meer bezit die het<br />
<strong>in</strong>spireer<strong>de</strong>. Maar als men het teloorgaan opnieuw als een verlies durft zien wordt<br />
het na<strong>de</strong>nken over <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> agrarische wereld vruchtbaar. Dit soort<br />
beschouw<strong>in</strong>gen kan men wegwuiven als nutteloze nostalgie. De grotere aandacht,<br />
nu, <strong>voor</strong> <strong>de</strong> d<strong>in</strong>gen van het verle<strong>de</strong>n en <strong>in</strong> 't bijzon<strong>de</strong>r <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>land</strong>elijke cultuur is<br />
<strong>in</strong><strong>de</strong>rdaad <strong>in</strong>gegeven door een terugverlangen naar <strong>de</strong> levensomstandighe<strong>de</strong>n van<br />
vroeger, maar dat is geen z<strong>in</strong>loos i<strong>de</strong>aliseren: het getuigt van gevoeligheid <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
geestelijke verarm<strong>in</strong>g van onze wereld.<br />
Het <strong>land</strong>elijk leven was schijnbaar primitief maar tegelijk ook evenwichtig omdat<br />
het steun<strong>de</strong> op <strong>de</strong> eenheid met een omgev<strong>in</strong>g die <strong>de</strong> mensen zelf had<strong>de</strong>n gemaakt.<br />
Toen <strong>de</strong>ze eenheid werd verbroken verdwenen ook het evenwicht en het geluk. Wie<br />
<strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van het leven op het <strong>land</strong> beluistert moet <strong>voor</strong>al <strong>de</strong>ze verbon<strong>de</strong>nheid<br />
en <strong>de</strong> gevolgen van <strong>de</strong> breuk aandacht geven. Het is <strong>de</strong> zilveren draad door het<br />
verhaal, die een lijn trekt <strong>in</strong> <strong>de</strong> verschei<strong>de</strong>nheid van het buitenleven.<br />
Het Vissersvolk<br />
Het langst bewaar<strong>de</strong>n <strong>de</strong> zeevissers <strong>de</strong> eenheid met het werk en <strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g, tot zij<br />
aan <strong>de</strong> vernietig<strong>in</strong>g van hun streek ten on<strong>de</strong>r g<strong>in</strong>gen.<br />
‘Om tien uur 's avonds luidt <strong>de</strong> klok die <strong>de</strong> vissers <strong>voor</strong> het nachtwerk roept.<br />
Gekleed <strong>in</strong> witte broeken en ro<strong>de</strong> jakken lopen zij naar <strong>de</strong> boten. Allen hebben een<br />
feestelijk <strong>voor</strong>komen en lijken <strong>in</strong> het maanlicht als reuzenpriesters <strong>de</strong>r zee. De <strong>voor</strong><br />
anker liggen<strong>de</strong> schepen werpen lange schaduwen op het zand’. 2. Zo zag <strong>in</strong> het najaar<br />
van 1844 Luise von Plönnies Blankenberge. De zee was daar nog echt. Een paar<br />
diplomaten en een tiental Bruggel<strong>in</strong>gen brachten er <strong>de</strong> zomer door maar het dorpje<br />
en het strand behoor<strong>de</strong>n alleen aan het vissersvolk toe. Wanneer <strong>de</strong> schepen<br />
b<strong>in</strong>nenliepen, sierlijk en rond on<strong>de</strong>r hun twee<br />
De Zoute-pol<strong>de</strong>r te Knokke, 1883 (J. Rosseels)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
41<br />
witte zeilen 3. , werd het druk: onafgebroken waad<strong>de</strong>n <strong>de</strong> vissers van het schip naar<br />
het strand en stortten lad<strong>in</strong>g na lad<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> hoge korven. De vissersvrouwen kregen<br />
<strong>de</strong> man<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> rug. Zij zwoeg<strong>de</strong>n door het zand naar <strong>de</strong> trap tegen het du<strong>in</strong> en<br />
trokken <strong>in</strong> lange rijen langs <strong>de</strong> du<strong>in</strong>weg, met <strong>de</strong> ‘baggen’ boven het hoofd ‘waaruit<br />
<strong>de</strong> staarten van <strong>de</strong> kwabalen als ve<strong>de</strong>rbossen knikten’. Zij daal<strong>de</strong>n af naar het dorp,<br />
naar <strong>de</strong> nauwe straten met witgekalkte huisjes, of trokken ver<strong>de</strong>r <strong>in</strong> het du<strong>in</strong> waar<br />
enkele daken gespreid lagen. B<strong>in</strong>nen is alles kraaknet: het bed <strong>in</strong> een alkoof achter<br />
geruite gordijnen, een eiken kast, ‘als een spiegel geboend’, en daarboven een rek<br />
met schotels en bor<strong>de</strong>n, netten tegen <strong>de</strong> wan<strong>de</strong>n en bloemen <strong>voor</strong> het raam. Overdag<br />
staat <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur wijd open en 's nachts ligt zij <strong>in</strong> <strong>de</strong> kl<strong>in</strong>k: van diefstal hebben <strong>de</strong> mensen<br />
hier nooit gehoord 4. .<br />
Het Blankenbergse vissersvolk is ‘van <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>n Vlaamsen eed’, ‘al zo rond van<br />
herte als dat zij grof zijn buiten en ruw van wezen en han<strong>de</strong>n’. 5. In tegenstell<strong>in</strong>g met<br />
el<strong>de</strong>rs aan <strong>de</strong> kust leven zij enkel van <strong>de</strong> zee en zijn daarom het trouwst gebleven<br />
aan <strong>de</strong> gebruiken. Hun kledij is een bezienswaardigheid <strong>voor</strong> toeristen: ro<strong>de</strong> baaien,<br />
blauwe broeken, tot aan het<br />
Oud-vissers uit Heist en Blankenberge (E. Augu<strong>in</strong>)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Vissers<strong>in</strong>terieur <strong>in</strong> <strong>de</strong> Garnaalstraat te Heist (E. Augu<strong>in</strong>)<br />
mid<strong>de</strong>l reiken<strong>de</strong> waterlaarzen en een zuidwester <strong>in</strong> gekleurd zeildoek; <strong>de</strong> vrouwen<br />
kortgerokt <strong>in</strong> ro<strong>de</strong> of bont gestreepte wol, met een blauwe <strong>voor</strong>schoot en een wit<br />
pijpmutsje. 's Zondags versieren zij het mutsje met een wijnro<strong>de</strong> strik. De mannen<br />
dragen dan een lange jas van blauw laken met zilveren knopen, een enorme Noorse<br />
hoed en een wij<strong>de</strong> mantel met platte kraag, nog uit <strong>de</strong> Spaanse tijd 6. . Dit kleurig volk,<br />
zelfbewust en gesloten, vormt een kaste van familiedynastieën die s<strong>in</strong>ds eeuwen <strong>de</strong><br />
zee beheersen.<br />
Ver<strong>de</strong>rop, naar het oosten en het westen, zijn <strong>de</strong> meeste vissers tegelijk <strong>land</strong>bouwers<br />
en groentekwekers. Voorbij Heist, tot aan het Zw<strong>in</strong>, ziet men alleen nog<br />
garnaalvissers. In <strong>de</strong>ze uithoek van het <strong>land</strong> ligt het <strong>land</strong>bouwersdorp Knokke: enkele<br />
ner<strong>in</strong>gdoeners rond <strong>de</strong> kerk en, verspreid <strong>in</strong> <strong>de</strong> schorren en het du<strong>in</strong>, <strong>de</strong> grote en<br />
kle<strong>in</strong>e hoeven van <strong>de</strong> pachters. Overal <strong>in</strong> <strong>de</strong> pol<strong>de</strong>r w<strong>in</strong>t men veldvruchten en graast<br />
het vee. De hele eeuw door werd <strong>de</strong> streek nog bedreigd door dijkbreuken en<br />
verslibb<strong>in</strong>gen. De beboss<strong>in</strong>g als verweer tegen <strong>de</strong> zandverstuiv<strong>in</strong>gen begon pas <strong>in</strong><br />
het laatste kwart van <strong>de</strong> eeuw. Het is een streek van stilte met een pracht van<br />
vijfduizend hectare du<strong>in</strong> dat <strong>voor</strong> een groot <strong>de</strong>el toebehoort aan particulieren. Een<br />
nog woeste streek ook, waar <strong>in</strong> <strong>de</strong> hutten tussen het dorp en <strong>de</strong> zee een volkje woont<br />
dat leeft van strandroof 7. .<br />
Langs <strong>de</strong> westkust, van Oosten<strong>de</strong> tot Mid<strong>de</strong>lkerke, wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het du<strong>in</strong> groenten<br />
gewonnen. In Oostdu<strong>in</strong>kerke, Koksij<strong>de</strong> en De Panne kan men <strong>de</strong> <strong>land</strong>bouwbedrijfjes<br />
met hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n tellen: velen bestaan hier bijna uitsluitend van <strong>de</strong> grond, met wat<br />
strandvisserij <strong>voor</strong> eigen behoeften. En overal liggen <strong>de</strong><br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Blankenbergse vissers rond 1840 (E. Vermorcken)<br />
42<br />
huizen <strong>in</strong> het du<strong>in</strong>: ro<strong>de</strong> pannendaken en groene luiken achter een tu<strong>in</strong>tje met bloemen.<br />
Hier en daar ook hutten van strandvissers waar ou<strong>de</strong>rs en kroost arm en zorgeloos<br />
samenleven; <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren die geen plaats v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> het ou<strong>de</strong>rlijk bed werken zich 's<br />
avonds door een kruipgat <strong>in</strong> het stalletje bij <strong>de</strong> hut. 8.<br />
De armoe<strong>de</strong> en het gemeng<strong>de</strong> beroep hebben aan <strong>de</strong> westkust <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> levenswijze<br />
aangevreten. De echte vissers zijn hier <strong>de</strong> IJs<strong>land</strong>vaar<strong>de</strong>rs, herkenbaar aan het<br />
k<strong>in</strong>nebaardje, <strong>de</strong> gou<strong>de</strong>n oorr<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> kleurige baaien. Ie<strong>de</strong>r seizoen monsteren<br />
zij bij <strong>de</strong> re<strong>de</strong>rs van Nieuwpoort, Oosten<strong>de</strong> en Du<strong>in</strong>kerken <strong>voor</strong> <strong>de</strong> zes maan<strong>de</strong>n<br />
lange har<strong>in</strong>g- en kabeljauwvaart op IJs<strong>land</strong> en <strong>de</strong> Doggerbank. Maar geen ‘IJs<strong>land</strong>er’<br />
zou vóór Pasen zijn uitgevaren: om <strong>voor</strong> rampen behoed te blijven moest men eerst<br />
biechten en zijn Pasen hou<strong>de</strong>n en op Paasdag <strong>in</strong> Oosten<strong>de</strong> of Nieuwpoort <strong>de</strong><br />
‘vissersmis’ bijwonen. Als <strong>de</strong> notedoppen <strong>in</strong> september veilig terugkeren wordt <strong>in</strong><br />
alle gemeenten <strong>de</strong> ‘visserskermis’ van S<strong>in</strong>t-Michiel gevierd. Daaraan neemt ie<strong>de</strong>reen<br />
<strong>de</strong>el want <strong>de</strong> IJs<strong>land</strong>vaart doet <strong>de</strong> nijverhe<strong>de</strong>n bloeien van kuipers, touwslagers, zeilen<br />
man<strong>de</strong>nmakers, bakkers en brouwers: dan, en ook met karnaval, vóór het plannen<br />
van <strong>de</strong> nieuwe uitvaart beg<strong>in</strong>t, verstoort het feesten even <strong>de</strong> rust van <strong>de</strong> vissersdorpjes.<br />
Idyllisch is het leven echter niet. In en rond Oostdu<strong>in</strong>kerke - tot <strong>in</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft<br />
van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw bekend als ‘het dorp van <strong>de</strong> IJs<strong>land</strong>vaar<strong>de</strong>rs’ -zijn <strong>de</strong>ze<br />
bonken lang vóór het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> eeuw proletariërs gewor<strong>de</strong>n. Te voet, want <strong>de</strong><br />
spoorlijn Veurne-Du<strong>in</strong>kerken kwam er pas <strong>in</strong> 1869, trokken . zij drie keer per<br />
w<strong>in</strong>terseizoen naar Du<strong>in</strong>kerken: eerst om werk te zoeken, daarna <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
aanmonster<strong>in</strong>g en tenslotte <strong>voor</strong> <strong>de</strong> afvaart. Dan zag men <strong>de</strong> IJs<strong>land</strong>ers, ‘gela<strong>de</strong>n als<br />
muilezels’, met pak en zak <strong>de</strong> urenlange mars aanvatten naar <strong>de</strong> Franse haven waar<br />
<strong>de</strong> zeilschoeners met tientallen lagen te wachten 9. .<br />
Vóór het toerisme <strong>de</strong> kuststrook openleg<strong>de</strong> leef<strong>de</strong> het vissersvolk volkomen<br />
afgezon<strong>de</strong>rd. Het was gaaf en schoon, met <strong>de</strong> Zee<strong>land</strong>ers ‘het schoonste volk van<br />
Vlaan<strong>de</strong>ren’, groot en sterk, met bru<strong>in</strong>gebrand gelaat, als van een an<strong>de</strong>r ras dan <strong>de</strong><br />
kromgewerkte boer uit het Hout<strong>land</strong> 10. . Ook gelovig en trouw aan <strong>de</strong> gebruiken.<br />
Geloof en bijgeloof wer<strong>de</strong>n gevoed door <strong>de</strong> verhalen bij <strong>de</strong> haard, <strong>de</strong><br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
spookgeschie<strong>de</strong>nissen over verdronken dorpen, over waternimfen, over <strong>de</strong> Roeschaard,<br />
beurtel<strong>in</strong>gs dier en duivel, die <strong>de</strong> vissers te <strong>land</strong> en te water belaagt en waartegen<br />
men zich beveiligt met een heiligenprentje of een stukje ‘gewijd’. 11.<br />
Alle vissers behoor<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong> ner<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> vissersgil<strong>de</strong>,<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Het strand bij De Panne (F. Muss<strong>in</strong>)<br />
43<br />
‘een kle<strong>in</strong>e staat <strong>in</strong> <strong>de</strong> grotere gemeenschap, <strong>de</strong> gemeente’, die het beroep regel<strong>de</strong><br />
en waakte over het behoud van <strong>de</strong> gebruiken. Wie er <strong>in</strong> opgenomen werd kreeg een<br />
roepnaam en zwoer een goed visser te zullen zijn, zon<strong>de</strong>r vaar of vrees, zijn leven<br />
lang 12. .<br />
Een hoogdag <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ner<strong>in</strong>g was <strong>de</strong> ‘bescheepdag’, het jaarlijks hernieuwen van<br />
<strong>de</strong> bemann<strong>in</strong>g <strong>de</strong>r schuiten. Die dag lagen <strong>de</strong> straten uitgestorven. In ie<strong>de</strong>r<br />
vissershuisje brand<strong>de</strong>n vóór het raam een aantal vetkaarsen, evenveel als er maats<br />
beschikbaar waren. In het lokaal van <strong>de</strong> ner<strong>in</strong>g zaten <strong>de</strong> stuurlui te wachten op het<br />
belteken van vijf uur. Dan hol<strong>de</strong>n zij naar buiten, naar <strong>de</strong> vissershuizen: telkens<br />
wanneer een maat was aangeworven werd een kaars <strong>voor</strong> het raam gedoofd, tot er<br />
geen enkele meer brand<strong>de</strong>. De stuurman nam zijn maats mee naar huis. Daar werd<br />
warme wijn met suiker en kaneel gedronken, tot men aan tafel g<strong>in</strong>g rond <strong>de</strong> teil<br />
aardappels en <strong>de</strong> pot varkensworsten. 13.<br />
Zo werd het leven van het vissersvolk, van <strong>de</strong> geboorte tot <strong>de</strong> dood, gedragen door<br />
gebruiken die gegroeid waren uit <strong>de</strong> band met het werk. Daarom beteken<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />
vernietig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> kust hier <strong>de</strong> vernietig<strong>in</strong>g van het leven. Tegen het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />
eeuw, toen <strong>de</strong> rijen villa's het strand en du<strong>in</strong> had<strong>de</strong>n vervangen, was het vissersvolk<br />
opgeslorpt <strong>in</strong> het nieuwe bedrijf of terechtgekomen <strong>in</strong> <strong>de</strong> proletarisatie. Het lijkt een<br />
kle<strong>in</strong> verlies want <strong>de</strong> verdwenen wijsheid en rust had<strong>de</strong>n alleen maar betekenis <strong>voor</strong><br />
het onooglijke groepje dat zijn leven vereenzelvigd had met <strong>de</strong> zee. Maar het is een<br />
teken van wat er aan <strong>de</strong> gang was: een kle<strong>in</strong> menselijk geluk werd prijsgegeven <strong>voor</strong><br />
het comfort van enkelen.<br />
Verschei<strong>de</strong>nheid van <strong>de</strong> platte<strong>land</strong>sbevolk<strong>in</strong>g<br />
Ie<strong>de</strong>re streek bergt een wereld met an<strong>de</strong>re mensen en een an<strong>de</strong>re levenswijze. De<br />
bewoners van <strong>de</strong> Pol<strong>de</strong>r zijn groot en breedgeschou<strong>de</strong>rd, fier en vrij. De boer troont<br />
als een kon<strong>in</strong>g op zijn hoeve, <strong>in</strong> <strong>de</strong> isolatie van zijn uitgestrekte gron<strong>de</strong>n, ver van het<br />
dorp, ongenaakbaar <strong>in</strong> zijn stand en ‘trotser op zijn privileges dan <strong>de</strong> a<strong>de</strong>l’. Maar<br />
ook <strong>de</strong> ‘on<strong>de</strong>rdanen’, <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs op <strong>de</strong> hoeven, hebben het karakter van hun streek,<br />
‘waar niets benepen en alles, gewassen, dieren en mensen, weel<strong>de</strong>rig en glanzend<br />
is’. 14.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Wat een contrast met <strong>de</strong> boertjes van het Hout<strong>land</strong>, <strong>de</strong> streek van <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e hoeven,<br />
het versnipperd <strong>land</strong> en <strong>de</strong> arme grond die tot vruchtbaarheid wordt gedwongen door<br />
het zwoegen <strong>voor</strong> een kle<strong>in</strong> profijt. Dit har<strong>de</strong> bestaan heeft <strong>de</strong> mensen mager en<br />
gierig gemaakt. Zij zijn achterdochtig door <strong>de</strong> tegenslagen<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
44<br />
maar ook listig, gesloten <strong>voor</strong> het vreem<strong>de</strong>, on<strong>de</strong>rdanig aan wie boven hen staat,<br />
vastgeklonken aan <strong>de</strong> spa<strong>de</strong> of <strong>de</strong> ploeg en krom door het werk op het weerbarstig<br />
<strong>land</strong>. Zij leven verbon<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> grond en <strong>de</strong> streek, met <strong>de</strong> schoonheid van <strong>de</strong> natuur<br />
die door <strong>de</strong> zorg van generaties tot stand kwam. Alleen <strong>de</strong> bittere noodzaak zal van<br />
hen migranten maken. 15.<br />
De Kempische boer gelijkt op <strong>de</strong> Hout<strong>land</strong>er en toch behoort hij tot een an<strong>de</strong>re<br />
wereld. Nog armer is hier <strong>de</strong> <strong>land</strong>bouwgrond, moeizaam veroverd op <strong>de</strong> hei<strong>de</strong>, nog<br />
har<strong>de</strong>r het werk, nog vollediger <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. Waar <strong>in</strong> het Hout<strong>land</strong> <strong>de</strong> zan<strong>de</strong>rige<br />
leemgrond al eeuwen tot vruchtbaarheid is omgewerkt, blijft op <strong>de</strong> hei<strong>de</strong> het<br />
verover<strong>in</strong>gswerk <strong>voor</strong>tduren. Ie<strong>de</strong>re ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g is <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van een gez<strong>in</strong>.<br />
Het jonge paar verwerft een stukje hei<strong>de</strong> <strong>in</strong> erfpacht en trekt met <strong>de</strong> hulp van buren<br />
<strong>de</strong> lemen wan<strong>de</strong>n en het strodak op. Dan wordt uitgekeken naar vee, <strong>de</strong> grondslag<br />
van het Kempisch <strong>land</strong>bouwbedrijf: een geit en wat konijnen, en tenslotte een kalf.<br />
Met het bezit van een koe kan het bedrijf op gang. Er is melk en boter en een stal<br />
waar <strong>de</strong> plantengroei van <strong>de</strong> hei<strong>de</strong> wordt omgezet tot mest die <strong>de</strong> zandgrond<br />
vruchtbaar zal maken. Het bewerken gebeurt met. <strong>de</strong> spa<strong>de</strong>, geduldig jaar na jaar.<br />
De Kempische boer draagt <strong>de</strong> sporen van <strong>de</strong>ze ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g: ‘kle<strong>in</strong> en wat vernepen’,<br />
<strong>in</strong>telligent omdat ‘<strong>de</strong> armoe<strong>de</strong> van <strong>de</strong> grond zijn geest heeft gescherpt’, zwijgzaam<br />
en ‘traag <strong>in</strong> het nemen en uitvoeren van besluiten’, meer gesloten nog dan <strong>de</strong> Vlaamse<br />
boer maar ook ‘fijngevoeliger’, met ‘lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> stilte’. Voor alles is <strong>de</strong> hei<strong>de</strong>boer<br />
een ‘traditiemens’ die alleen aanvaardt wat lang beproefd werd en die zijn bestaan<br />
vestigt op een geloof dat het erfgoed is van eeuwen. 16.<br />
Van een an<strong>de</strong>r ras lijkt <strong>de</strong> Braban<strong>de</strong>r die ‘kermist’ op zijn Breugels met veel volk<br />
en veel eters, die ‘kozijnt’ met alwie tot zijn stand behoort, die welvarend is <strong>in</strong> een<br />
rijk <strong>land</strong> maar ook nors familietwisten en vetes <strong>in</strong> leven houdt. Alle gebruiken staan<br />
hier <strong>in</strong> het teken van het extraverte karakter <strong>de</strong>r bewoners. 17.<br />
Door <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een streek zon<strong>de</strong>r hoofdwegen zijn <strong>de</strong> Hage<strong>land</strong>ers ‘even<br />
aartsva<strong>de</strong>rlijk’ gebleven als <strong>de</strong> Kempenaars: lemen won<strong>in</strong>gen on<strong>de</strong>r een strodak, met<br />
een haard waar<strong>in</strong> het hout wordt gestookt dat nog overvloedig is <strong>in</strong> dit bosrijke gebied;<br />
en werkzame, taaie mensen die arm bleven tot <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren vijftig en zestig <strong>de</strong> stijgen<strong>de</strong><br />
prijs van <strong>de</strong> tarwe weel<strong>de</strong> bracht. Maar <strong>de</strong> Hage<strong>land</strong>er is ruwer en primitiever dan<br />
<strong>de</strong> Kempenaar. In <strong>de</strong>ze streek van ‘voetbran<strong>de</strong>rs’ en ‘b<strong>in</strong><strong>de</strong>rs’ blijven <strong>de</strong><br />
hanegevechten een gelief<strong>de</strong> ontspann<strong>in</strong>g <strong>de</strong> hele eeuw door. De won<strong>in</strong>gbouw duidt<br />
op een m<strong>in</strong><strong>de</strong>r homogene bevolk<strong>in</strong>g: langgestrekt <strong>in</strong> het noor<strong>de</strong>n en het westen,<br />
gesloten <strong>in</strong> het oosten en het zui<strong>de</strong>n. 18.<br />
In het zui<strong>de</strong>n van Haspengouw leven hereboeren maar het noor<strong>de</strong>n is <strong>de</strong> streek<br />
van <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e boeren en <strong>land</strong>arbei<strong>de</strong>rs: <strong>in</strong>dividualisten, vaak achterdochtig, ongeletterd,<br />
onwetend en - zeldzaam fenomeen op het Vlaamse platte<strong>land</strong> - al vroeg anticlericaal. 19.<br />
Men mag <strong>de</strong> bewoners van <strong>de</strong> Vlaamse gewesten niet ‘op één kam scheren’ 20. . Zij<br />
hebben <strong>de</strong> kentrekken van ie<strong>de</strong>re <strong>land</strong>elijke bevolk<strong>in</strong>g: taai en gesloten, koppig en<br />
werkzaam, trouw aan streek en gebruiken.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De maaier, 1880 (F. Van Kuyck)<br />
Turfstekers van Postel, 1887 (F. Van Leemputten)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
45<br />
Vijftigjarig huwelijksjubileum, 1839 (F. De Braekeller)<br />
Maar met <strong>de</strong> streek variëren <strong>de</strong> aard van het volk, <strong>de</strong> taal, <strong>de</strong> levenswijze. Het heeft<br />
geen z<strong>in</strong> <strong>de</strong>ze verschei<strong>de</strong>nheid op te sommen. Dan blijft men bij algemeenhe<strong>de</strong>n en<br />
riskeert men het enige uit het oog te verliezen dat belangrijk is en i<strong>de</strong>ntiek achter<br />
alle diversiteit: <strong>de</strong> over eeuwen gegroei<strong>de</strong> traditieband die het leven schraagt en <strong>de</strong><br />
mensen, <strong>de</strong> welvaren<strong>de</strong>n èn <strong>de</strong> armen, laat rusten <strong>in</strong> een stil geluk. Dit evenwicht<br />
v<strong>in</strong>dt men <strong>in</strong> alle gewesten, <strong>in</strong> <strong>de</strong> grote en <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e hoeve, <strong>in</strong> het dorp, <strong>in</strong> elke<br />
gemeenschap. En wie er naar kijkt ziet ook <strong>de</strong> schaduwkanten, <strong>de</strong> armoe<strong>de</strong>, het<br />
verval, <strong>de</strong> ontred<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g tenslotte die een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> <strong>land</strong>elijke bevolk<strong>in</strong>g op drift<br />
zal jagen en het e<strong>in</strong><strong>de</strong> <strong>in</strong>lui<strong>de</strong>n van een eeuwenou<strong>de</strong> levenswijsheid.<br />
De won<strong>in</strong>g als spiegel van het volk<br />
De won<strong>in</strong>g is het mid<strong>de</strong>lpunt van het <strong>land</strong>elijke leven. ‘Van uit zijn <strong>de</strong>urgat is 't <strong>de</strong><br />
rechte plaats vanwaar (<strong>de</strong> <strong>land</strong>man) <strong>de</strong> verte overschouwt... In en om zijn huis geniet<br />
hij <strong>de</strong> rust en <strong>de</strong> vre<strong>de</strong> die <strong>voor</strong> hem nergens an<strong>de</strong>rs te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n zijn... Al wie er <strong>in</strong><br />
geleefd, gewerkt, geboren en grootgegroeid is, draagt er <strong>de</strong> <strong>in</strong>druk zijn leven lang <strong>in</strong><br />
't gemoed’. 21. Dit schrijft Streuvels, <strong>de</strong> kenner met het scherpe oog. Zo moet men <strong>de</strong><br />
platte<strong>land</strong>swon<strong>in</strong>g zien: als het ‘nest’ dat het leven bergt en met dit leven groei<strong>de</strong>.<br />
Vorm, lijn en kleur zijn <strong>de</strong> weerspiegel<strong>in</strong>g, getrouwer dan welk an<strong>de</strong>r document, van<br />
het gemoed <strong>de</strong>r bewoners.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
46<br />
De bouwtrant is al revelerend. De bergschuur-hoeven <strong>in</strong> het Blote, die door het<br />
viervlakkig silhouet van hun schilddak <strong>de</strong> ruimte beheersen; <strong>de</strong> open hoeven van <strong>de</strong><br />
pol<strong>de</strong>r die won<strong>in</strong>g, stal en schuur los van elkaar rond een mid<strong>de</strong>nruimte groeperen<br />
en vaak door een gracht van het <strong>land</strong> zijn geschei<strong>de</strong>n; <strong>de</strong> gesloten hoeven, als<br />
vest<strong>in</strong>gen weggeborgen achter een onvrien<strong>de</strong>lijke muur, die <strong>in</strong> Zuid-Vlaan<strong>de</strong>ren,<br />
Brabant en Haspengouw <strong>de</strong> rijkdom van het <strong>land</strong> en het zelfbewustzijn van <strong>de</strong><br />
bewoners uitdrukken; <strong>de</strong> langgestrekte hoeven van <strong>de</strong> Kempen, het noor<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong>el<br />
van Brabant en Oost- en West-Vlaan<strong>de</strong>ren, <strong>de</strong> eenvoudigste en meest <strong>voor</strong>komen<strong>de</strong><br />
bouwtrant: <strong>in</strong> elk van <strong>de</strong>ze stijlen schuilt een an<strong>de</strong>r leven. Want <strong>de</strong> verschei<strong>de</strong>nheid<br />
werd bepaald door <strong>de</strong> eisen van <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m en het <strong>land</strong>schap, door <strong>de</strong> welvaart of <strong>de</strong><br />
armoe<strong>de</strong> van <strong>de</strong> bewoners, door hun aard en hun gebruiken. Er zijn geen raakpunten<br />
tussen het leven <strong>in</strong> <strong>de</strong> machtige, uit steen opgetrokken hoeve met haar strenggeregel<strong>de</strong><br />
hiërarchie, en <strong>in</strong> het lemen huisje waar moegewerkte mensen bij het turfvuur zitten,<br />
met <strong>de</strong> geur en het geluid van het vee vlakbij. Hier is alles berekend op een<br />
zu<strong>in</strong>ig-armelijk bedrijf zon<strong>de</strong>r hulp: <strong>de</strong> stal kan men van uit <strong>de</strong> keuken bereiken en<br />
met <strong>de</strong> draaiboom wentelt <strong>de</strong> boer<strong>in</strong> <strong>de</strong> koeketel direct van boven het haardvuur naar<br />
het vee. Een ruime schuur, los van het huis, waar hooi en graan torenhoog wor<strong>de</strong>n<br />
opgestapeld door vele han<strong>de</strong>n heeft hier geen z<strong>in</strong>, want het boertje moet het werk<br />
alleen aankunnen. 22.<br />
Over alle verschei<strong>de</strong>nheid heen treffen <strong>de</strong>ze won<strong>in</strong>gen door hun gaafheid, <strong>de</strong> juiste<br />
verhoud<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len en <strong>de</strong> harmonie met <strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g. Geen enkel<br />
bouwwerk op het platte<strong>land</strong> vloekt met het <strong>land</strong>schap, alle zijn zij ‘als een sieraad<br />
dat <strong>de</strong><br />
Vlasoogst (E. Claus)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Brasschaat <strong>in</strong> 1841 (J. L<strong>in</strong>nig)<br />
47<br />
schoonheid <strong>de</strong>r streek vervolledigt, 't geen eigen is aan alle gegroei<strong>de</strong> d<strong>in</strong>gen’ 23. .<br />
Verrassend is <strong>de</strong> z<strong>in</strong> <strong>voor</strong> verhoud<strong>in</strong>gen. Elke won<strong>in</strong>g lijkt planloos ontstaan, met<br />
alleen <strong>de</strong> nuttigheid <strong>voor</strong> ogen, en toch zit elk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el juist op zijn plaats. Het<br />
wijzigen van één lijn zou het geheel be<strong>de</strong>rven. Het getuigt van een <strong>in</strong>geboren<br />
schoonheidsbesef bij <strong>de</strong> bouwers. Hoe kon<strong>de</strong>n eenvoudige, vaak ongeletter<strong>de</strong> mensen<br />
die het hele jaar gebon<strong>de</strong>n zijn aan hun werk dit won<strong>de</strong>r tot stand brengen? Zij<br />
hoef<strong>de</strong>n er niet over na te <strong>de</strong>nken hoe zij hun won<strong>in</strong>g ‘schoon’ zou<strong>de</strong>n maken. Dat<br />
gebeur<strong>de</strong> vanzelf, omdat het huis groei<strong>de</strong> uit han<strong>de</strong>n en z<strong>in</strong>tuigen die afgestemd<br />
waren op <strong>de</strong> harmonie van <strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g. Deze bouwstijl weerspiegelt niet alleen een<br />
levensstijl, hij is dit leven. En omdat het bestaan beheerst werd door het ‘geestelijk<br />
en ambachtelijk ervaren van <strong>de</strong> werkelijkheid’ was ook <strong>de</strong> won<strong>in</strong>g juist en schoon. 24.<br />
Feilloos zijn <strong>de</strong> kleuren gekozen. De t<strong>in</strong>ten van het strodak, het blauwige of okerige<br />
witsel op <strong>de</strong> gevels, het dieprood van <strong>de</strong> luiken, het vreem<strong>de</strong> groen van <strong>de</strong>uren en<br />
ramen dat door zon, regen en w<strong>in</strong>d tot onnavolgbare warmte rijpt - zij zijn <strong>in</strong> harmonie<br />
met <strong>de</strong> kleur van het <strong>land</strong> en van <strong>de</strong> plantengroei. Ook hier dankt <strong>de</strong> bouwer zijn<br />
trefzekerheid aan <strong>de</strong> eenheid met <strong>de</strong> natuur, ‘het enige wat nooit bedriegt’, waarvan<br />
<strong>de</strong> tonen altijd juist zijn. 25.<br />
De zuiverste vormen van <strong>land</strong>elijk bouwen dateren uit <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> en <strong>de</strong><br />
achttien<strong>de</strong> eeuw. Later treft men <strong>de</strong>ze volmaaktheid niet meer aan, maar toch getuigt<br />
zelfs <strong>de</strong> eenvoudigste lemen won<strong>in</strong>g die na <strong>1830</strong> werd opgetrokken van <strong>de</strong> vroegere<br />
schoonheidsz<strong>in</strong>, van ‘het <strong>in</strong>geboren gevoel <strong>voor</strong> het schil<strong>de</strong>rachtige’, van <strong>de</strong><br />
levenskunst die niettegenstaan<strong>de</strong> armoe<strong>de</strong> en beg<strong>in</strong>nen<strong>de</strong> ontwortel<strong>in</strong>g nog steunt<br />
op een over eeuwen verworven wijsheid. Geen boekenwijsheid maar een<br />
vanzelfsprekend <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> oorsprong, <strong>de</strong> z<strong>in</strong> en <strong>de</strong> bestemm<strong>in</strong>g van het leven,<br />
gevoed door een met het bestaan vervlochten geloof. Wat buitenstaan<strong>de</strong>rs als<br />
‘bijgeloof’ bestempelen is <strong>voor</strong> <strong>de</strong> volksmens het vertalen van zijn Godservar<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />
een han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g die aansluit bij het dagelijks gebeuren, een pog<strong>in</strong>g om tastbaar en nabij<br />
te hou<strong>de</strong>n wat ontzaglijk boven hem staat maar onmisbaar is om het leven en <strong>de</strong><br />
dood, <strong>de</strong> vreug<strong>de</strong> en <strong>de</strong> smart begrijpelijk te maken. 26.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Deze abstracte schets moet <strong>in</strong>gepast wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het concrete, steeds wisselen<strong>de</strong><br />
leven van <strong>de</strong> grote en <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e hoeve, <strong>de</strong> kortwon<strong>in</strong>g, het dorp.<br />
Fijn bezoek aan <strong>de</strong> stal, 1895 (W. Geets)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Gebed vóór <strong>de</strong> maaltijd (Ch. De Groux)<br />
De grote hoeve<br />
48<br />
De grote hoeve is het dome<strong>in</strong> van <strong>de</strong> hereboer. Hij heerst er over een hiërarchie van<br />
paar<strong>de</strong>knechten en handwerkers en een leenroerigheid van ‘volk’: kortwoners uit <strong>de</strong><br />
omtrek, met <strong>de</strong> hoeve verbon<strong>de</strong>n door we<strong>de</strong>rkerig dienstbetoon, en een legertje<br />
seizoenwerkers <strong>voor</strong> het wie<strong>de</strong>n, het oogsten, <strong>de</strong> hoppluk, het bietenwerk. Wanneer<br />
hij <strong>de</strong>ze extra hulp nodig heeft blaast <strong>de</strong> boer op <strong>de</strong> koehoorn. De hele zomer krielt<br />
het <strong>land</strong> van volk: rijen wie<strong>de</strong>rs, ‘als vergroeid met het <strong>land</strong>schap’, pikkers en<br />
b<strong>in</strong>dsters <strong>in</strong> het koren, plukkers langs <strong>de</strong> hopvel<strong>de</strong>n. De meesten behoren niet tot <strong>de</strong><br />
hoeve. Het seizoenvolk komt en gaat en laat geen sporen na. Vaster is <strong>de</strong> band van<br />
<strong>de</strong> kortwoners met het bedrijf. Zij werken <strong>voor</strong> <strong>de</strong> boer, <strong>de</strong> zomer door. Voor hen is<br />
<strong>de</strong> hoeve een veiligheid die <strong>de</strong> honger helpt buiten hou<strong>de</strong>n. Daarom is het contrast<br />
tussen <strong>de</strong> lemen huisjes en <strong>de</strong> machtige hoeve achter <strong>de</strong> bomen niet onmenselijk:<br />
men leeft van en <strong>voor</strong> elkaar <strong>in</strong> een verhoud<strong>in</strong>g die ook <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e lie<strong>de</strong>n als een zegen<br />
ervaren. Maar geborgen is <strong>voor</strong>al het personeel dat op <strong>de</strong> hoeve woont, <strong>de</strong> stal- en<br />
huismei<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> paar<strong>de</strong>knechten, <strong>de</strong> handwerkers.<br />
De mei<strong>de</strong>n horen bij <strong>de</strong> boer<strong>in</strong>. Zij zitten met haar aan tafel en slapen <strong>in</strong> het huis.<br />
Zij melken, beslagen <strong>de</strong> <strong>de</strong>eg en helpen bij het huishou<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> namiddag trekken<br />
zij naar het veld tot <strong>de</strong> boer<strong>in</strong> ze met een schallend ‘oe-oe-oe!’ terugroept <strong>voor</strong> het<br />
melken.<br />
Aan het hoofd van <strong>de</strong> paar<strong>de</strong>knechten staat <strong>de</strong> eerste paar<strong>de</strong>knecht, <strong>de</strong><br />
‘heuverknecht’ <strong>in</strong> Brabant,. <strong>de</strong> ‘boever’ <strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren. Na <strong>de</strong> boer is hij het<br />
belangrijkste personage op het hof, <strong>de</strong> raadgever en vertrouwel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> ‘meester’.<br />
Hij voert het schoonste koppel paar<strong>de</strong>n, zet zich als eerste van het volk aan tafel en<br />
zegt het gebed vóór het eten - <strong>in</strong> <strong>de</strong> Brabantse hoeven een Onze Va<strong>de</strong>r <strong>in</strong> het latijn.<br />
Aan tafel mag hij alleen <strong>de</strong> boer en <strong>de</strong> boer<strong>in</strong> aanspreken. Op het werk is het eerste<br />
glas bier <strong>voor</strong> hem en bij twijfelachtig weer moet ie<strong>de</strong>reen op het <strong>land</strong> blijven tot hij<br />
vertrekt.<br />
De volgen<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> hiërarchie is <strong>de</strong> eerste handwerker, <strong>de</strong> ‘knaap’ <strong>in</strong><br />
West-Vlaan<strong>de</strong>ren, <strong>de</strong> ‘<strong>voor</strong>ganger’ <strong>in</strong> alle werk dat niet direct met <strong>de</strong> paar<strong>de</strong>n heeft<br />
te maken. Hij geeft het ritme aan bij het beren, het zaaien, het pikken. De bevelen<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
van <strong>de</strong> boer gaan langs hem om. Van zijn vaardigheid hangt <strong>voor</strong> een groot <strong>de</strong>el <strong>de</strong><br />
goe<strong>de</strong> gang van het bedrijf af.<br />
In <strong>de</strong> grootste hoeven zitten boer en boer<strong>in</strong> aan een aparte tafel en eten het<br />
tarwebrood dat bij <strong>de</strong> bakker <strong>in</strong> het dorp wordt gebakken. Het personeel krijgt grovere<br />
kost en roggebrood of mastelu<strong>in</strong>. Toch vormen allen één gez<strong>in</strong> dat <strong>voor</strong>al <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
w<strong>in</strong>termaan<strong>de</strong>n samen is. Dan verloopt het leven rustiger. De hand-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
III. Brusselse burgerherberg (J.-B. Madou)<br />
t.o. 48<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
49<br />
werkers dorsen, <strong>de</strong> paar<strong>de</strong>knechten rij<strong>de</strong>n om rapen en verzorgen <strong>de</strong> stal. En 's avonds<br />
rond het haardvuur zijn <strong>de</strong> uren warm. Eerst bidt men <strong>de</strong> rozenkrans en wordt een<br />
bladzij<strong>de</strong> <strong>voor</strong>gelezen uit <strong>de</strong> familiebijbel. Daarna sp<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> mei<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hoeve<br />
en, op het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> avond, ook een uurtje <strong>voor</strong> zichzelf. De mannen kaarten en<br />
dr<strong>in</strong>ken bier uit het vat. Er wordt gezongen en verteld: sprookjes - waarvan <strong>de</strong> meeste,<br />
schrijft August Gittée, ‘uit <strong>de</strong> vrouwenmond stammen’ - en <strong>de</strong> griezelverhalen uit<br />
<strong>de</strong> belevenissen van <strong>de</strong> paar<strong>de</strong>knechten. Wat ziet en hoort men al niet 's nachts <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
stal, of buiten wanneer men <strong>de</strong> paar<strong>de</strong>n een laatste keer naar <strong>de</strong> wei<strong>de</strong> of het klaverveld<br />
voert: spoken, weerwolven en stallichten, het monster Klud<strong>de</strong>, van gedaante wisselend<br />
en onkwetsbaar dwalend over <strong>de</strong> wei<strong>de</strong>n en <strong>in</strong> <strong>de</strong> bossen. Een hond, het plonsen van<br />
een waterrat en <strong>de</strong> kreten van <strong>de</strong> nachtvogels wor<strong>de</strong>n vervaarlijke gebeurtenissen<br />
die men aan <strong>de</strong> haard vertelt. Op <strong>de</strong> feestelijke pannekoek-avon<strong>de</strong>n van Kerstmis,<br />
Ou<strong>de</strong>-jaarsdag, Driekon<strong>in</strong>gen en Vastenavond duurt <strong>de</strong> gezelligheid tot een e<strong>in</strong>d <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> nacht. Dan geniet men van <strong>de</strong> weldoen<strong>de</strong> wissel<strong>in</strong>g van arbeid en rust en van <strong>de</strong><br />
schakel <strong>de</strong>r seizoenen waar ie<strong>de</strong>r zijn plaats heeft. 27.<br />
De kle<strong>in</strong>e hoeve en <strong>de</strong> kortwon<strong>in</strong>g<br />
Eenvoudiger is het bestaan op <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e hoeve en <strong>in</strong> <strong>de</strong> kortwon<strong>in</strong>g. Men weet er<br />
zich afhankelijker van <strong>de</strong> natuur, men is er gedweeër en taaier <strong>in</strong> het werk. Maar ook<br />
hier wordt het leven gedragen door <strong>de</strong> gebruiken - tot met <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong> armoe<strong>de</strong><br />
<strong>de</strong> ontred<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g beg<strong>in</strong>t.<br />
Tot <strong>de</strong>ze kle<strong>in</strong>e wereld behoren <strong>de</strong> <strong>land</strong>arbei<strong>de</strong>rs en <strong>de</strong> huiswerkers; <strong>de</strong> osseboeren<br />
die ploegen met een ossegespan en rekenen met vijf-frankstukken die zij <strong>in</strong> een<br />
geldtas om het mid<strong>de</strong>l dragen; <strong>de</strong> boertjes die een koe of een paar geiten bezitten en<br />
hun stukje <strong>land</strong> met <strong>de</strong> spa omspitten; <strong>de</strong> welvaren<strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e boeren van Brabant en<br />
het Land van Waas <strong>in</strong> hun bakstenen hoeven on<strong>de</strong>r het strodak, waar alles hel<strong>de</strong>r en<br />
z<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk is; <strong>in</strong> contrast hiermee staan <strong>de</strong> lemen won<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> hei<strong>de</strong>boeren, zon<strong>de</strong>r<br />
boomgaard, armtierig, vervallen en vuil. Maar overal getuigt het leven van goedheid.<br />
Men ziet het door vele, schijnbaar onbelangrijke tekens die het volksgemoed<br />
openleggen. 28.<br />
De horlogekast bergt niet alleen <strong>de</strong> klok die <strong>de</strong> uren tikt. Met streepjes houtskool<br />
of krijt noteert daar<strong>in</strong> <strong>de</strong> boer wat hij wil onthou<strong>de</strong>n, ‘<strong>de</strong> dag dat <strong>de</strong> zeug bij <strong>de</strong> beer<br />
was geweest, of <strong>de</strong> koe bij <strong>de</strong> stier, en wanneer en hoeveel iemand hem had geleend<br />
<strong>in</strong> natura’; daar ‘h<strong>in</strong>g ook <strong>de</strong> gewij<strong>de</strong> kaars van Scherpenheuvel en zette va<strong>de</strong>r zijn<br />
mispelaar’. Het kruisbeeld boven <strong>de</strong> haard en <strong>in</strong> <strong>de</strong> gevel toont dat <strong>de</strong> godsdienst het<br />
leven ‘doora<strong>de</strong>rt’, z<strong>in</strong> geeft aan <strong>de</strong> tegenslagen en beschut tegen gevaren. Daarom<br />
dragen vele platte<strong>land</strong>slie<strong>de</strong>n tot <strong>in</strong> <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw amuletten op het lichaam,<br />
met heilige teksten en relikwieën die bescherm<strong>in</strong>g moeten bie<strong>de</strong>n tegen toverij, ziekte,<br />
vuur en ontij, en tekent men <strong>in</strong> <strong>de</strong> familiebijbel <strong>de</strong> geboorte-, doop-, huwelijks- en<br />
sterfdag aan van alle le<strong>de</strong>n. De l<strong>in</strong><strong>de</strong> bij het huis geeft niet alleen drank maar is ook<br />
<strong>de</strong> ‘schutsboom’, het symbool van het bloeien<strong>de</strong> leven en <strong>de</strong> behoe<strong>de</strong>r ervan.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Bijbellectuur (J. Dierckx)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
50<br />
Het ‘lotsboompje’ dat <strong>de</strong> man na zijn huwelijk vóór het huis plant en <strong>de</strong><br />
‘geboorteboompjes’ bij <strong>de</strong> komst van ie<strong>de</strong>r k<strong>in</strong>d zijn <strong>de</strong> tekens van het besef dat mens<br />
en omgev<strong>in</strong>g door hetzelf<strong>de</strong> mysterie wor<strong>de</strong>n beheerst en bepaald. 29.<br />
De haard vormt ‘het hart van <strong>de</strong> won<strong>in</strong>g’ en het mid<strong>de</strong>lpunt van het leven. Hier<br />
wor<strong>de</strong>n alleen eigen volk en goe<strong>de</strong> lie<strong>de</strong>n toegelaten want <strong>de</strong> leven<strong>de</strong>n zijn er<br />
verbon<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> afgestorvenen. Op Allerzielenavond krijgen <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n er hun plaats<br />
door het ‘zielkenslicht’ op <strong>de</strong> schouw. De haard, schrijft Victor De Meyere, had ‘een<br />
vreem<strong>de</strong> aantrekkelijkheid’: ‘<strong>de</strong> krekels zongen er bij avondtijd en dat brengt - men<br />
weet het - geluk bij. Jongens en meisjes g<strong>in</strong>gen na <strong>de</strong> schemertijd <strong>in</strong> <strong>de</strong> haard naar<br />
<strong>de</strong> flikkeren<strong>de</strong> sterren kijken, <strong>in</strong> <strong>de</strong> hoop dat er een met een bleke klaarte zou<br />
neervallen om dan een wens te doen... Alleen, bij ontij of w<strong>in</strong><strong>de</strong>rig weer zou niemand<br />
het gewaagd hebben, uit vrees God-<strong>de</strong>-Heer <strong>in</strong> zijn diepe ogen te zien.’ Bij <strong>de</strong> haard<br />
wer<strong>de</strong>n, om <strong>de</strong> lange w<strong>in</strong>teravon<strong>de</strong>n door te krijgen, ‘sp<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen’ gehou<strong>de</strong>n. De<br />
vrouwen en <strong>de</strong> meisjes uit <strong>de</strong> omtrek brachten hun sp<strong>in</strong>newiel mee, en <strong>de</strong> mannen<br />
<strong>de</strong> hennep. Er werd gezongen en geput <strong>in</strong> <strong>de</strong> schat van spreuken en sagen, en wanneer<br />
<strong>de</strong> klok negen sloeg bad men het avondgebed. 30.<br />
Wat <strong>in</strong> <strong>de</strong> haard brand<strong>de</strong> verbond <strong>de</strong> mens met <strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g: turf en russen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
Kempen, en <strong>in</strong> Veurne-Ambacht <strong>de</strong> zwarte turf die een blauwig vuur geeft; mutsaards<br />
en ‘reul<strong>in</strong>gen’ <strong>in</strong> het Hout<strong>land</strong> en Hage<strong>land</strong>; liemen <strong>in</strong> <strong>de</strong> vlasstreek. Overal bouw<strong>de</strong><br />
men het vuur naar ou<strong>de</strong> gewoonten. De Westvlaamse boer<strong>in</strong> metsel<strong>de</strong> het ‘pat<strong>in</strong>evuur’<br />
- het klompenvuur - tot een kunstwerk: <strong>in</strong> <strong>de</strong> haard zette zij een klomp met <strong>de</strong> hiel<br />
naar <strong>de</strong> vuurmond, en een twee<strong>de</strong> met <strong>de</strong> top <strong>in</strong> <strong>de</strong> hiel van <strong>de</strong> eerste; rond <strong>de</strong> klompen<br />
boetseer<strong>de</strong> zij <strong>de</strong> liemen<strong>de</strong>eg tot een pleisterwerk dat een haakse schoorsteen werd<br />
wanneer zij er, <strong>voor</strong>zichtig, <strong>de</strong> klompen uithaal<strong>de</strong>. In dit lemen oventje maakte zij<br />
een mutserd aan. Uren lang bleef het ‘pat<strong>in</strong>evuur’ gloeien <strong>in</strong> <strong>de</strong> haard. 31.<br />
Deze beel<strong>de</strong>n hoeven niet bl<strong>in</strong>d te maken <strong>voor</strong> <strong>de</strong> benepenheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> huisjes. Tegen<br />
het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> eeuw was <strong>de</strong> armoe<strong>de</strong> al een dui<strong>de</strong>lijk teken van verval. Maar<br />
tevoren bleef het evenwichtige geluk nog gaaf, ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> ontber<strong>in</strong>g die men amper<br />
voel<strong>de</strong>.<br />
Het dorp<br />
In <strong>de</strong> hoeven en <strong>de</strong> kortwon<strong>in</strong>gen op het <strong>land</strong> leven <strong>de</strong> mensen verspreid, enkel<br />
gebon<strong>de</strong>n door kle<strong>in</strong>e gemeenschappen, maar het dorp is een gesloten ‘ge-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De oogst (Vlaamse school)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
51<br />
menebest’. 32. Deze twee werel<strong>de</strong>n ontmoeten elkaar alleen <strong>de</strong> zondag, <strong>in</strong> <strong>de</strong> dorpskerk<br />
en <strong>de</strong> herbergen.<br />
Structuur en mentaliteit van <strong>de</strong> dorpen verschillen van streek tot streek maar overal<br />
treft men <strong>de</strong> gemeenschapsgeest aan, gedragen door een rangor<strong>de</strong> van stan<strong>de</strong>n en<br />
beroepen. Apart zijn <strong>de</strong> dorpen <strong>in</strong> het Blote: enkele straten witgekalkte huisjes,<br />
weggeborgen achter het groen en slechts herkenbaar <strong>in</strong> <strong>de</strong> vlakte door <strong>de</strong> spitse of<br />
massieve torens; ie<strong>de</strong>reen leeft er van het rijke <strong>land</strong>; <strong>in</strong> <strong>de</strong> dorpen wor<strong>de</strong>n slechts <strong>de</strong><br />
onontbeerlijkste ambachten verricht. El<strong>de</strong>rs, <strong>in</strong> het Hout<strong>land</strong>, <strong>in</strong> Brabant, <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
Kempen vormt <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>nstand <strong>de</strong> kern van het dorp. De geuren en gelui<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />
vele bedrijven beheersen <strong>de</strong> dag want men werkt op straat of met open <strong>de</strong>ur. Ie<strong>de</strong>reen<br />
is vertrouwd met <strong>de</strong> vaardigheid van man<strong>de</strong>nvlechters en kuipers, van sme<strong>de</strong>n en<br />
<strong>de</strong>kkers die <strong>de</strong> kunstenaars zijn van het platte<strong>land</strong>. Bijna het hele dorp behoort tot<br />
<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>nstand: men ‘cumuleert’ <strong>de</strong> beroepen, men bewerkt een lapje grond, men<br />
houdt wat vee, maar men is ook timmerman, stro<strong>de</strong>kker of voerman en <strong>de</strong> vrouw<br />
heeft een w<strong>in</strong>keltje Door <strong>de</strong> verstrengel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> ambachten zijn <strong>de</strong> dorpel<strong>in</strong>gen op<br />
elkaar aangewezen b<strong>in</strong>nen een autarkische gemeenschap: sp<strong>in</strong>nen en weven, malen,<br />
bakken en slachten, metselen en timmeren, het gebeurt allemaal op het dorp.<br />
Daarbuiten heeft men alleen <strong>de</strong> <strong>land</strong>bouwbedrijven uit <strong>de</strong> streek nodig en <strong>de</strong> markt<br />
van <strong>de</strong> nabije stad. Maar dat stoort <strong>de</strong> eigen geest niet, of het evenwicht van <strong>de</strong><br />
stan<strong>de</strong>n. 33.<br />
On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>nstand leven <strong>de</strong> dienstbo<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> dagloners, <strong>de</strong> armen, <strong>de</strong> be<strong>de</strong>laars;<br />
en aan <strong>de</strong> top <strong>de</strong> dorpselite, pastoor, burgemeester, dokter en notaris, secretaris, koster<br />
en schoolmeester, en een paar verfijn<strong>de</strong> families die we<strong>in</strong>ig verkeer hebben met <strong>de</strong><br />
dorpel<strong>in</strong>gen maar tot <strong>de</strong> gemeenschap behoren en er luister aan schenken. In het nog<br />
onberoer<strong>de</strong> dorp zijn <strong>de</strong>ze verschillen geen klassetegenstell<strong>in</strong>gen. Alle stan<strong>de</strong>n <strong>de</strong>len<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> vreug<strong>de</strong> en <strong>de</strong> rouw van ie<strong>de</strong>re enkel<strong>in</strong>g. De dorpskerk is <strong>de</strong> band en het teken<br />
van <strong>de</strong> solidariteit, en <strong>de</strong> molen verz<strong>in</strong>nebeeldt met <strong>de</strong> stand van <strong>de</strong> wieken het leed<br />
of het gebed van <strong>de</strong> gemeenschap. 34.<br />
De mensen zitten echter te dicht op elkaar. Dat kweekt jaloersheid en bemoeizucht.<br />
Achter <strong>de</strong> gordijntjes wordt het doen en laten van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren bespied en over allen<br />
regeert <strong>de</strong> dw<strong>in</strong>ge<strong>land</strong>ij van <strong>de</strong> ongeschreven wetten die het fatsoen regelen. 35. Toch<br />
stoort <strong>de</strong>ze engheid het geluk niet van een bestaan dat steunt op <strong>de</strong> vorige geslachten.<br />
Het uitzicht van <strong>de</strong> dorpen, hun stilte en stemmigheid zijn een bewijs van dit geluk.<br />
Oosterweel bij Antwerpen, zoals Domien<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Interieur van een boer<strong>de</strong>rij (H. De Braekeleer)<br />
Feest op <strong>de</strong> hoeve (F. De Braekeleer)<br />
Sleeckx het zag <strong>in</strong> 1845, is een <strong>voor</strong>beeld van <strong>de</strong> lieflijkheid <strong>de</strong>r Vlaamse, Brabantse<br />
en Kempisch dorpen: een dozijn huizen rond het kerkje,<strong>de</strong> rest als oases verspreid<br />
<strong>in</strong> het wei<strong>land</strong>; gele en witte gevels on<strong>de</strong>r het pannen- of het strodak, met lichtgroene<br />
of teerblauwe luiken en <strong>de</strong>uren; een onbegrijpelijke rust vlak bij <strong>de</strong> stad en een<br />
<strong>voor</strong>spel op <strong>de</strong> ruimte van <strong>de</strong> Schel<strong>de</strong>pol<strong>de</strong>r. 36.<br />
In <strong>de</strong>ze rust neemt <strong>de</strong> dag zijn gelijkmatig beloop: <strong>de</strong> zuiverheid van <strong>de</strong> dageraad<br />
en het <strong>voor</strong>zichtig ontwaken, elke morgen, van het leven, <strong>in</strong>geluid door <strong>de</strong> torenklok<br />
en door het openklappen van <strong>de</strong> vensterluiken; <strong>de</strong> bedrijvigheid van <strong>de</strong> ambactslie<strong>de</strong>n,<br />
dagloners en huisvrouwen, <strong>de</strong> dag door, even gebroken door <strong>de</strong> middagpauze en<br />
<strong>voor</strong>tgezet <strong>in</strong> het ‘an<strong>de</strong>re licht’ van <strong>de</strong> namiddag, tot <strong>de</strong> avond weer rust<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
52<br />
brengt. ‘Met <strong>de</strong> vre<strong>de</strong>schijn van het <strong>de</strong>emsteren hangt er iets over 't dorp als <strong>de</strong><br />
overtuig<strong>in</strong>g dat <strong>de</strong> dagtaak ten goe<strong>de</strong>n e<strong>in</strong>d is gebracht, dat op het bezig bedrijf <strong>de</strong><br />
rust van <strong>de</strong> avond en <strong>de</strong> nacht nu volgt, die <strong>de</strong> belofte en <strong>de</strong> zekerheid van een nieuwe<br />
dag <strong>in</strong>houdt.’ 37. Zo overdacht Streuvels het <strong>in</strong> 1913, met heimwee naar een verbroken<br />
evenwicht. In <strong>de</strong>ze poëzie zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> mensen wier doen<strong>in</strong>g hier wordt beschreven<br />
zichzelf niet herkennen, en toch is zij juist omdat zij <strong>de</strong> z<strong>in</strong> van het platte<strong>land</strong>sleven<br />
aanduidt, het omkranst zijn door het bestendig verloop van <strong>de</strong> natuur.<br />
De traditionele historische bronnen vertellen van armoe<strong>de</strong> en primitieve<br />
omstandighe<strong>de</strong>n, van uitbuit<strong>in</strong>g en bitterheid en van een langzaam groeiend verzet.<br />
De volkskun<strong>de</strong> opent een an<strong>de</strong>re dimensie die het onvolledige beeld corrigeert. Dit<br />
primitieve bestaan is doortrokken van eeuwen volkswijsheid, vastgelegd <strong>in</strong> langzaam<br />
tot eenvoud en waarachtigheid uitgezuiver<strong>de</strong> gewoonten. En <strong>voor</strong> het volk dat <strong>in</strong><br />
traditiegedragen gemeenschap leef<strong>de</strong> waren armoe<strong>de</strong> en zelfs uitbuit<strong>in</strong>g bijkomstig<br />
- zolang het naar eigen <strong>in</strong>zicht kon leven. Om alles <strong>in</strong> het juiste perspectief te zien<br />
moet men van hieruit het leven van <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e lie<strong>de</strong>n bekijken, en ook om te begrijpen<br />
dat <strong>de</strong> ontvoogd<strong>in</strong>g, die aan <strong>de</strong> ergste uitbuit<strong>in</strong>g een e<strong>in</strong><strong>de</strong> maakte maar tegelijk het<br />
teloorgaan bevestig<strong>de</strong> van <strong>de</strong> eigen aard, meer verlies dan w<strong>in</strong>st kan hebben betekend.<br />
Gemenschap en gemeenschapsgebruiken<br />
De <strong>land</strong>elijke herberg was, vóór <strong>de</strong> politiek en <strong>de</strong> ontsluit<strong>in</strong>g van het platte<strong>land</strong> er<br />
een café van maakten, een gemoe<strong>de</strong>lijke gelegenheid, een boerenkeuken eigenlijk<br />
waar het zelfgebrouwen bier getapt werd uit een ton <strong>in</strong> <strong>de</strong> kel<strong>de</strong>r: een vloer van ro<strong>de</strong><br />
tegels met zand bestrooid, donkerrood geverf<strong>de</strong> <strong>de</strong>uren en kasten, eikenhouten tafels<br />
en banken, een schouw boven <strong>de</strong> open haard met t<strong>in</strong>nen bor<strong>de</strong>n en koperen ketels,<br />
en hammen en rookworsten <strong>in</strong> <strong>de</strong> donkerste hoek van het vertrek. De hele<br />
boerengebuurte voel<strong>de</strong> zich thuis <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze omgev<strong>in</strong>g die <strong>de</strong> weerspiegel<strong>in</strong>g was van<br />
het eigen huis. 38.<br />
De gebuurte, dat onbepaald aantal huizen en mensen, spontaan gegroeid uit <strong>de</strong><br />
saamhorigheid <strong>in</strong> het vereenzaam<strong>de</strong> platte<strong>land</strong>, b<strong>in</strong>dt <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n tot een familie. Ie<strong>de</strong>re<br />
gebeurtenis wordt hier een zaak van <strong>de</strong> gemeenschap. Het verplaatsen van een huis<br />
gebeurt door <strong>de</strong> hele buurtschap: ie<strong>de</strong>reen helpt bij het afbreken van <strong>de</strong> schoorsteen,<br />
het neerleggen van <strong>de</strong> lemen wan<strong>de</strong>n, het b<strong>in</strong><strong>de</strong>n van <strong>de</strong> masten langs <strong>de</strong> pijlers die<br />
het geb<strong>in</strong>te en het strodak schragen; on<strong>de</strong>r het juichen van vrouwen en k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren<br />
wordt het gevaarte opgetild en naar <strong>de</strong> nieuwe woonplaats getorst. 39. En wanneer een<br />
boer verhuist wordt hij door <strong>de</strong> nieuwe buurt ‘overgehaald’. Met tien, vijftien karren<br />
komt men meubels, huisraad, hooi, turf en veldalaam opla<strong>de</strong>n. De meisjes lei<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
koeien en kal-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Dorp <strong>in</strong> het groen, rond 1880 (F. Van Kuyck)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Hoefsmid, 1878 (A. De Braekeleer)<br />
53<br />
veren. Het verhuizen<strong>de</strong> paar zit met <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>ste k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren op <strong>de</strong> huifkar. De paar<strong>de</strong>n<br />
dragen vaantjes en strikken <strong>in</strong> <strong>de</strong> manen, <strong>de</strong> voerlui hebben hun petten versierd met<br />
rozen, en z<strong>in</strong>gend rijdt <strong>de</strong> karavaan naar <strong>de</strong> nieuwe won<strong>in</strong>g. Wanneer alles is<br />
uitgela<strong>de</strong>n en weggeborgen wordt <strong>de</strong> boer ‘<strong>in</strong>gebrand’, ten teken van welkom. Vóór<br />
het huis heeft men stro en hout opgestapeld en <strong>in</strong> <strong>de</strong> valavond aangestoken: men<br />
danst en z<strong>in</strong>gt rond het vuur dat opvlamt <strong>in</strong> <strong>de</strong> nacht en aan <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>r gelegen buurten<br />
het ‘overhaalfeest’ bekend maakt. De nieuwe buur staat <strong>in</strong> het <strong>de</strong>urgat en schenkt<br />
een borrel. B<strong>in</strong>nenshuis leggen buurvrouwen het haardvuur klaar als teken van <strong>de</strong><br />
gemeenschappelijke band. Dat hiermee <strong>in</strong> ou<strong>de</strong> tij<strong>de</strong>n een offer werd gebracht aan<br />
<strong>de</strong> huisgo<strong>de</strong>n weet niemand meer: <strong>voor</strong> <strong>de</strong> feestvier<strong>de</strong>rs is <strong>de</strong> overhaal een uit<strong>in</strong>g<br />
van <strong>de</strong> saamhorigheid die een leven lang behoed moet blijven. 40.<br />
Hei<strong>de</strong>nse sporen leven <strong>voor</strong>t <strong>in</strong> vele gebruiken van <strong>de</strong> buurtschap, <strong>in</strong> <strong>de</strong> oogst-,<br />
vuur- en jaarkransfeesten en <strong>in</strong> <strong>de</strong> vier<strong>in</strong>gen rond geboorte, huwelijk en dood, maar<br />
over <strong>de</strong> eeuwen wer<strong>de</strong>n zij gladgestreken. Er is <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze gebruiken een e<strong>in</strong><strong>de</strong>loze<br />
verschei<strong>de</strong>nheid al blijft <strong>de</strong> betekenis overal <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong>: alles bevestigt <strong>de</strong> eenheid<br />
tussen mensen, werk en omgev<strong>in</strong>g.<br />
Het oogstfeest luidt <strong>voor</strong> het ‘volk’ en <strong>de</strong> buurtschappen het e<strong>in</strong><strong>de</strong> <strong>in</strong> van het<br />
zomerwerk. Op het laatste voer prijkt <strong>de</strong> mei, een tak met strikken, l<strong>in</strong>ten en<br />
veldbloemen. De werkers klauteren op <strong>de</strong> wagen en z<strong>in</strong>gend en schreeuwend, om<br />
aan <strong>de</strong> hele streek <strong>de</strong> oogstvreug<strong>de</strong> te verkondigen, rij<strong>de</strong>n zij naar <strong>de</strong> hoeve waar het<br />
klokje kleppert. De boer<strong>in</strong>, die ‘kermisklaar’ is, krijgt <strong>de</strong> mei en leidt het volk naar<br />
<strong>de</strong> kermistafel. 41. In het Brabantse hop<strong>land</strong> en <strong>in</strong> <strong>de</strong> streek rond Poper<strong>in</strong>ge vieren <strong>de</strong><br />
duizen<strong>de</strong>n plukkers uitbundig <strong>de</strong> hopoogst. Op <strong>de</strong> laatste dag van <strong>de</strong> pluk vlechten<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
54<br />
zij <strong>de</strong> fijnste scheerrankjes rond wilgetakken tot een krans om er <strong>de</strong> boer<strong>in</strong> mee te<br />
kronen wanneer <strong>de</strong> meivracht b<strong>in</strong>nenrijdt. 42.<br />
De vuurfeesten zijn resten van hei<strong>de</strong>nse vruchtbaarheids- en offerriten bij <strong>de</strong><br />
zonnekeer <strong>in</strong> w<strong>in</strong>ter en zomer. De Kerk doopte ze om tot S<strong>in</strong>t-Maartens- en tot<br />
S<strong>in</strong>t-Jans- of S<strong>in</strong>t-Pietersvuren. Als Paas-, meien S<strong>in</strong>ksenvuren, als Kerst- en<br />
lentevuren bleven zij tot <strong>in</strong> <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw <strong>voor</strong>tbestaan. Door het verbod van<br />
<strong>de</strong> overheid om het brandgevaar en door het verzet van <strong>de</strong> geestelijkheid tegen <strong>de</strong><br />
zondigheid van het dr<strong>in</strong>ken en brallen, verschrompel<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze gebruiken tot<br />
k<strong>in</strong><strong>de</strong>rfeesten, met wat dansen rond gebe<strong>de</strong>l<strong>de</strong> kaarsjes. Maar eens waren het<br />
gemeenschapsfeesten, waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> z<strong>in</strong>neroes van <strong>de</strong> oerou<strong>de</strong> vier<strong>in</strong>gen nog merkbaar<br />
bleef. Dagen van tevoren verzamel<strong>de</strong> elke buurtschap hout en stro. In <strong>de</strong> <strong>voor</strong>avond<br />
van het feest zag men overal <strong>de</strong> gloed van <strong>de</strong> vuren en hoor<strong>de</strong> men het gejoel van<br />
het volk, dansend rond <strong>de</strong> vlammen en vreem<strong>de</strong>, soms onbegrijpelijke lie<strong>de</strong>ren<br />
z<strong>in</strong>gend. On<strong>de</strong>r <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong> drank wer<strong>de</strong>n dans en lied steeds wil<strong>de</strong>r. Uitgelaten<br />
trok men bran<strong>de</strong>n<strong>de</strong> takken uit <strong>de</strong> stapel en liep er brullend mee door <strong>de</strong> streek. Het<br />
S<strong>in</strong>t-Maartensvuur bleef het langst <strong>in</strong> ere, <strong>in</strong> <strong>de</strong> meer geïsoleer<strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n zelfs tot<br />
na <strong>de</strong> eerste wereldoorlog. En tot <strong>de</strong> huidige dag bestaan <strong>de</strong> lentevuren <strong>voor</strong>t <strong>in</strong> het<br />
‘walmen bran<strong>de</strong>n’ rond Geraardsbergen waarmee <strong>de</strong> hele streek op <strong>de</strong> eerste zondag<br />
van <strong>de</strong> vasten <strong>de</strong> ‘tonnekensbrand’ op <strong>de</strong> Ou<strong>de</strong>nberg en <strong>de</strong> herboren lente begroet. 43.<br />
Rustiger zijn <strong>de</strong> jaarkransfeesten, het Kerstfeest <strong>voor</strong>al. Men kent nog geen<br />
kerstbomen of kerststalletjes, maar <strong>in</strong> <strong>de</strong> haard brandt <strong>de</strong> ‘kerstblok’, het wortele<strong>in</strong><strong>de</strong><br />
van een <strong>de</strong>n of een beuk. In <strong>de</strong> rijke hoeven wor<strong>de</strong>n koeken en wafels gebakken; <strong>de</strong><br />
armen komen een kerstlied z<strong>in</strong>gen en krijgen hun <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> overvloed. Tegen<br />
mid<strong>de</strong>rnacht glij<strong>de</strong>n langs alle wegen <strong>de</strong> lantaarnlichtjes naar <strong>de</strong> kerk. Daar v<strong>in</strong><strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong> buurtschappen elkaar terug <strong>in</strong> <strong>de</strong> eenheid van <strong>de</strong> parochie. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> nachtmis ziet<br />
men <strong>in</strong> vele Vlaamse, Brabantse en Kempische kerken nog resten van ou<strong>de</strong><br />
mysteriespelen. In Gits, bij Roeselare, zweeg het orgel na <strong>de</strong> consecratie. Buiten<br />
klonk een her<strong>de</strong>rsfluit. Fluitend liep <strong>de</strong> her<strong>de</strong>r met een opgep<strong>in</strong>t schaapje naar het<br />
altaar, waar het dier <strong>de</strong> <strong>voor</strong>poten boog. 44.<br />
Bij doopsel, huwelijk en overlij<strong>de</strong>n is <strong>de</strong> hele buurtschap of het hele dorp betrokken.<br />
Wanneer een paar uit <strong>de</strong> buurt trouwt wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> straten versierd en rijzen er bogen<br />
op vóór het huis van <strong>de</strong> bruid. De weg naar <strong>de</strong> kerk is met zand bestrooid. In het<br />
portaal biedt een meisje bloemen en drank aan bruid en brui<strong>de</strong>gom. Na <strong>de</strong><br />
huwelijksmis spannen k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>de</strong> straat af met rozenkransen die <strong>de</strong> brui<strong>de</strong>gom moet<br />
breken: het is een symbool van <strong>de</strong> huwelijksnacht en een overblijfsel van het ou<strong>de</strong><br />
verzet tegen <strong>de</strong> huwelijksvoltrekk<strong>in</strong>g, tot <strong>de</strong> brui<strong>de</strong>gom een festijn of een drankgelag<br />
heeft beloofd. El<strong>de</strong>rs krijgt het paar bij het verlaten van <strong>de</strong> kerk een glaasje zoete en<br />
een glaasje zure wijn, tekens van <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> en kwa<strong>de</strong> dagen <strong>in</strong> het huwelijk en tegelijk<br />
een <strong>in</strong>wijd<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gil<strong>de</strong> van <strong>de</strong> gehuw<strong>de</strong>n. Overal dui<strong>de</strong>n <strong>de</strong> gebruiken op <strong>de</strong><br />
geheimen van het huwelijk en op het meeleven van <strong>de</strong> gemeenschap met het feest.<br />
In Peer komen op <strong>de</strong> <strong>voor</strong>avond van het huwelijk <strong>de</strong> ‘wichter’ naar het huis van <strong>de</strong><br />
bruid. Zij krijgen er een kaarsje dat zij <strong>in</strong> <strong>de</strong> grond planten en ontsteken. De meisjes<br />
blijven dansen en z<strong>in</strong>gen tot <strong>de</strong> bruid verschijnt <strong>in</strong> het <strong>de</strong>urgat. 45.<br />
Het meeleven komt het zuiverst tot uit<strong>in</strong>g rond het mysterie van <strong>de</strong> dood. De<br />
gebruiken getuigen hier van geloof en eerbied en van <strong>de</strong> rust die men voelt <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
dood. Zij bevestigen ook <strong>de</strong> eenheid tussen <strong>de</strong> leven<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n. De smul- en<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
aspartijen op <strong>de</strong> ‘uitvaart’, een paar weken na <strong>de</strong> begrafenis, die soms <strong>in</strong> krakeel<br />
en getwist e<strong>in</strong>digen zijn uitwassen en hebben niets te maken met <strong>de</strong> z<strong>in</strong>volle<br />
gebruiken.<br />
De ‘e<strong>in</strong>dklok’ - zo heet het <strong>in</strong> West-Vlaan<strong>de</strong>ren - <strong>de</strong>elt aan het dorp mee dat er<br />
een lid van <strong>de</strong> gemeenschap is gestorven. Mannen uit <strong>de</strong> buurtschap lui<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
doodsklok, <strong>de</strong> ‘poos’ die <strong>in</strong>zet met een lichte klank <strong>voor</strong> een vrouw en met een zware<br />
<strong>voor</strong> een man. Ie<strong>de</strong>reen weet wie er overle<strong>de</strong>n is maar <strong>de</strong> klokken dui<strong>de</strong>n nog eens<br />
op <strong>de</strong> plaats van <strong>de</strong> do<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> gemeenschap: drie pozen <strong>voor</strong> een ‘pachterslijk’, 's<br />
morgens, 's middags en 's avonds; een ‘kle<strong>in</strong> lijk’ wordt <strong>in</strong>geluid met één poos.<br />
Hetzelf<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rscheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> kerk: <strong>de</strong> kist van <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e man staat bij het kerkportaal,<br />
tussen vier kaarsen; met <strong>de</strong> belangrijkheid van <strong>de</strong> overle<strong>de</strong>ne neemt het aantal kaarsen<br />
toe en staat <strong>de</strong> kist dichter bij het hoogaltaar. Vele symbolen maken het dui<strong>de</strong>lijk dat<br />
men <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntiteit van <strong>de</strong> do<strong>de</strong> <strong>in</strong> ere wil hou<strong>de</strong>n. Bij het sterfhuis wordt een strooien<br />
kruis gelegd, met een kareelsteen erop: een hele steen <strong>voor</strong> gehuw<strong>de</strong>n, een halve<br />
<strong>voor</strong> ongehuw<strong>de</strong>n. Ook <strong>voor</strong> <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren een halve steen, met een palm <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
jongens en een takje tijm <strong>voor</strong> <strong>de</strong> meisjes. Voor een gehuw<strong>de</strong> vrouw ligt <strong>de</strong> steen<br />
evenwijdig met <strong>de</strong> weg ‘omdat het een huisvrouw is die we<strong>in</strong>ig dient uit te lopen’.<br />
Voor een man ligt hij naar <strong>de</strong> straat gericht ‘omdat het hem toekomt langs <strong>de</strong> wegen<br />
te lopen <strong>voor</strong> alle nodige zaken’. Het kruis is gevlochten met gedorst stro, want het<br />
lichaam werd door <strong>de</strong> dood geschei<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> ziel zoals het graan<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
55<br />
van <strong>de</strong> halmen; maar het kruis verbeeldt ook <strong>de</strong> hoop ‘dat het geestelijk graan of <strong>de</strong><br />
ziel verzameld is op <strong>de</strong> hemelse graanzol<strong>de</strong>r door <strong>de</strong> verdiensten van <strong>de</strong> gekruiste<br />
Zaligmaker’. 46.<br />
De gebruiken bevestigen het meeleven van <strong>de</strong> gemeenschap en <strong>de</strong> vertrouwdheid<br />
van <strong>de</strong> mensen met <strong>de</strong> dood. De ‘noodster’ <strong>de</strong>elt van <strong>de</strong>ur tot <strong>de</strong>ur het overlij<strong>de</strong>n mee<br />
en nodigt tot een gebed <strong>in</strong> het sterfhuis. Elke avond zolang <strong>de</strong> do<strong>de</strong> ‘<strong>in</strong> lijken ligt’<br />
komen <strong>de</strong> buren <strong>de</strong> rozenkrans bid<strong>de</strong>n. Op <strong>de</strong> grote hoeven gebeurt dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> keuken,<br />
met <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur van <strong>de</strong> sterfkamer open; na het gebed gaat men <strong>de</strong> do<strong>de</strong> groeten <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
kamer waar een oliepitje brandt. In <strong>de</strong> kortwon<strong>in</strong>g bidt men bij het lijk, dat vaak is<br />
afgelegd op stro on<strong>de</strong>r het raam, want het enige bed dient <strong>voor</strong> <strong>de</strong> leven<strong>de</strong>n. De kist<br />
van eenvoudige lie<strong>de</strong>n brengen <strong>de</strong> buren naar <strong>de</strong> kerk. Een k<strong>in</strong>d wordt door ‘<strong>de</strong><br />
gemeenschap van <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>en’ begraven: vier k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren dragen het ‘hemelke’ - <strong>de</strong><br />
berrie met baldakijn - en met <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs volgen alleen k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>de</strong> lijkstoet. De boer<br />
begraaft men met <strong>de</strong> wijtewagen, ook buiten West-Vlaan<strong>de</strong>ren, of met een kar van<br />
zijn erf; <strong>de</strong> ‘schrijn’ rust op bussels stro en on<strong>de</strong>r het <strong>de</strong>kzeil zitten <strong>de</strong> naaste<br />
vrouwelijke verwanten met <strong>de</strong> kap over het aangezicht. De boever besprenkelt het<br />
koppel paar<strong>de</strong>n met een palmtak en fluistert ze <strong>in</strong> het oor dat zij vandaag ‘een lijk<br />
naar 't kerkhof lei<strong>de</strong>n’. Bij ie<strong>de</strong>re kruisstraat stopt men <strong>voor</strong> een gebed, want daar<br />
‘doen duivels en tovenaars hun werk en verschijnen geesten en spoken’. Soms rijdt<br />
<strong>de</strong> kar over het stro dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> straat werd uitgespreid en <strong>de</strong> hoefslagen en het<br />
wielgeratel <strong>de</strong>mpt. 47.<br />
Na <strong>de</strong> begrafenis gaat het leven ver<strong>de</strong>r, maar bij <strong>de</strong> haard behoudt <strong>de</strong> afgestorvene<br />
zijn plaats, want <strong>de</strong> dood breekt <strong>de</strong> gemeenschap niet tussen mensen van een zelf<strong>de</strong><br />
streek en eenzelf<strong>de</strong> stam.<br />
Er zijn won<strong>de</strong>rlijke gebruiken. Een van <strong>de</strong> vreemdste kon men zien <strong>in</strong> Veurne op <strong>de</strong><br />
don<strong>de</strong>rdag na <strong>de</strong> boeteprocessie. De stad Veurne was het hele jaar doods als een<br />
verlaten dorp. Alleen op <strong>de</strong> laatste zondag van juli kwamen duizen<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong><br />
boeteprocessie en <strong>de</strong><br />
(Duits?) Kerstfeest rond 1850<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
56<br />
<strong>in</strong>zet van <strong>de</strong> kermis kijken. Alle straten en <strong>in</strong>valswegen en <strong>de</strong> erven van <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rijen<br />
waren dan volgepropt met rijtuigen want <strong>de</strong> processie was een aparte gebeurtenis,<br />
‘iets, zegt Pru<strong>de</strong>ns Van Duyse die haar <strong>in</strong> 1843 zag, waarvan men <strong>de</strong> weerga slechts<br />
<strong>in</strong> Spanje vond’, ‘een ommegang uit <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen’. Maar als <strong>de</strong> drukte <strong>voor</strong>bij<br />
was en <strong>de</strong> kermis uitgedoofd gebeur<strong>de</strong> er <strong>in</strong> Veurne iets merkwaardigs. De don<strong>de</strong>rdag<br />
na <strong>de</strong> processie klommen mannen en vrouwen, jongens en meisjes op huifkarren en<br />
re<strong>de</strong>n naar zee. Op het eenzame strand danste het volk, begeleid door een<br />
harmonicaspeler: rei- en ron<strong>de</strong>dansen tot <strong>in</strong> <strong>de</strong> nacht, rond <strong>de</strong> gloed van <strong>de</strong> vuren die<br />
met wrakhout wer<strong>de</strong>n opgebouwd. In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> eeuw vervlakte dit<br />
gebruik tot strandtoerisme, met omnibussen naar De Panne het hele seizoen door.<br />
Tot <strong>de</strong> jaren veertig echter behield <strong>de</strong> Veurnse zeeorgie van kermis-don<strong>de</strong>rdag haar<br />
karakter. Waarom g<strong>in</strong>g<br />
De Boeteprocessie van Veurne <strong>in</strong> 1864 (Go<strong>de</strong>froy)<br />
Het paviljoen van P. Bortier, stichter van <strong>de</strong> badplaats De Panne (Debra<strong>in</strong>e)<br />
het volk naar zee om te dansen, en waarom op een don<strong>de</strong>rdag? Is dit het laatste spoor<br />
van een hul<strong>de</strong> aan Donar, <strong>de</strong> god <strong>de</strong>r vruchtbaarheid van lichaam en aar<strong>de</strong>? In elk<br />
geval bevestig<strong>de</strong> dit gebruik <strong>de</strong> ban<strong>de</strong>n tussen <strong>de</strong> mensen en hun vlakke <strong>land</strong> bij <strong>de</strong><br />
zee, die opnieuw wer<strong>de</strong>n aangehaald wanneer <strong>de</strong> vreem<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen vertrokken waren. 48.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Isolement en ontspann<strong>in</strong>g<br />
Tot ver <strong>in</strong> <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw hielp <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van het platte<strong>land</strong> <strong>de</strong> tradities<br />
gaaf hou<strong>de</strong>n. Vóór <strong>de</strong> aanleg van <strong>de</strong> buurtspoorwegen was <strong>de</strong> boerenkar - <strong>in</strong><br />
Vlaan<strong>de</strong>ren en <strong>de</strong> Kempen <strong>de</strong> witgehuif<strong>de</strong> wagen, ‘beweegbare, patriarchale tent <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> wij<strong>de</strong>, stille, zelfs doo<strong>de</strong>enzame woestijn onzer Kempen’ schrijft August Snie<strong>de</strong>rs<br />
- het belangrijkste transportmid<strong>de</strong>l op <strong>de</strong> buiten. Zelfs <strong>de</strong> sjees bleef er tot het e<strong>in</strong><strong>de</strong><br />
van <strong>de</strong> eeuw een uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. En wie geen kar bezat g<strong>in</strong>g te voet, uren en dagen<br />
ver. Van uit <strong>de</strong> Kempen trokken <strong>de</strong> boeren naar <strong>de</strong> markt van Antwerpen, een dagreis<br />
ver, <strong>de</strong> korven aan stokken bengelend op <strong>de</strong> rug.<br />
De hon<strong>de</strong>kar zag men enkel <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n: <strong>de</strong> boeren die aan <strong>de</strong> rand woon<strong>de</strong>n<br />
kwamen er boter, melk en eieren mee venten. ‘Kon<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> baan’ was, <strong>de</strong> hele<br />
eeuw door, <strong>de</strong> kruiwagen. De solferman vervoer<strong>de</strong> er zijn zwavelstokken mee, <strong>de</strong><br />
baker haar kraamstoel. Hij dien<strong>de</strong> om <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren overdag naar het veld te<br />
brengen en, <strong>in</strong> erge gevallen, <strong>de</strong> zieken naar <strong>de</strong> dokter. Men transporteer<strong>de</strong> er zelfs<br />
lijken mee. In <strong>de</strong> slachttijd werd het varken gekeeld op een omgekeer<strong>de</strong> kruiwagen.<br />
En als <strong>de</strong> vracht te zwaar was span<strong>de</strong> men een hond vóór het wiel. ‘Ze hebben hier<br />
een vreemdsoortig voertuig, schreef Victor Hugo <strong>in</strong> <strong>de</strong> zomer van 1837 uit Lier aan<br />
zijn vrouw: een kruiwagen met een hond er <strong>voor</strong> en een vrouw er achter. De hond<br />
trekt, <strong>de</strong> vrouw duwt.’ Dit veelshands gebruikte vervoermid<strong>de</strong>l is als het symbool<br />
van <strong>de</strong> primitieve afzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> het platte<strong>land</strong> leef<strong>de</strong>. 49.<br />
Het isolement heeft het leven echter niet verstard: niettegenstaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> armoe<strong>de</strong><br />
is <strong>de</strong> ontspann<strong>in</strong>g uitbundig en brutaal. Een drietal dagen lang viert elk dorp zijn<br />
jaarlijkse kermis. Kraampjes en molens zijn er nog niet. Voor <strong>de</strong> pret zorgen<br />
orgeldraaiers, liedjeszangers en een resem kunstenmakers. Op het programma staan<br />
<strong>de</strong> volksspelen, het mastklimmen <strong>voor</strong>al. Maar <strong>de</strong> herberg is het hart van <strong>de</strong> kermis:<br />
<strong>de</strong> speelman zit schrijl<strong>in</strong>gs op <strong>de</strong> vensterbank en b<strong>in</strong>nen daveren <strong>de</strong> holleblokken<br />
van <strong>de</strong> dansers. Voor een niemendal wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> messen getrokken en soms ver-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
57<br />
storen gevechten van het ene dorp tegen het an<strong>de</strong>re <strong>de</strong> kermispret. 50.<br />
Ruw zijn ook <strong>de</strong> ‘hanekapp<strong>in</strong>gen’, het gansrij<strong>de</strong>n, het ‘varkensknuppelen’ en <strong>de</strong><br />
hanegevechten, het belangrijkste vermaak <strong>in</strong> alle streken, ‘met evenveel furie en brio<br />
gevolgd als <strong>de</strong> stierengevechten <strong>in</strong> Spanje’. Zij groeien vaak uit tot tornooien, dagen<br />
lang, tussen <strong>de</strong> omliggen<strong>de</strong> gemeenten. Van ver uit <strong>de</strong> omtrek komen <strong>de</strong> liefhebbers<br />
naar het dorp, <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e boer met <strong>de</strong> haan <strong>in</strong> een kooi op <strong>de</strong> rug, <strong>de</strong> hereboer vergezeld<br />
van zijn knecht die het dier draagt. In een herberg of op het dorpsple<strong>in</strong> staat <strong>de</strong> arena,<br />
afgespannen met een laken. Daarrond schreeuwen en wed<strong>de</strong>n <strong>de</strong> toeschouwers,<br />
opgehitst door het bloed en <strong>de</strong> wreedaardigheid <strong>de</strong>r kemphanen. De wet van 8 juni<br />
1867 verbood het martelen van dieren tij<strong>de</strong>ns ‘openbare gevechten’: daarna<br />
organiseer<strong>de</strong> men ‘private wedstrij<strong>de</strong>n’ of liet men een stroman <strong>de</strong><br />
verantwoor<strong>de</strong>lijkheid <strong>voor</strong> <strong>de</strong> wet dragen. Bij ie<strong>de</strong>r gevecht liep hij boeten en<br />
gevangenisstraffen op die hij g<strong>in</strong>g uitzitten wanneer het seizoen van <strong>de</strong> hanegevechten<br />
<strong>voor</strong>bij was. Na het betalen van <strong>de</strong> boeten hield hij van <strong>de</strong> royale vergoed<strong>in</strong>gen<br />
genoeg over om van te leven. 51.<br />
Rustiger verliepen <strong>de</strong> vier<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> schutterijen. De zondag na het lof riep het<br />
tromgeroffel <strong>de</strong> schutters op <strong>voor</strong> <strong>de</strong> optocht naar <strong>de</strong> gil<strong>de</strong>herberg: <strong>voor</strong>aan <strong>de</strong><br />
ven<strong>de</strong>lzwaaier, dan <strong>de</strong> keizer of <strong>de</strong> kon<strong>in</strong>g tussen twee stafheren en <strong>de</strong> rijen schutters<br />
<strong>in</strong> kiel, en tenslotte <strong>de</strong> ‘koekeleer’ die met sprongen en grappen <strong>de</strong> kijkers verlustig<strong>de</strong>.<br />
Aan het prijsschieten op <strong>de</strong> kermis namen <strong>de</strong> gil<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> streek <strong>de</strong>el. De prijzen<br />
g<strong>in</strong>gen niet alleen naar <strong>de</strong> beste schutters maar ook naar <strong>de</strong> sierlijkste groepen. 52.<br />
Behalve <strong>de</strong> sportieve gebeurtenissen brachten <strong>de</strong> toneel-, zang- en<br />
<strong>de</strong>clamatiewedstrij<strong>de</strong>n <strong>de</strong> dorpen met elkaar <strong>in</strong> contact. Vanaf <strong>de</strong> jaren <strong>de</strong>rtig groei<strong>de</strong>n<br />
zij uit tot spectaculaire feesten die, een halve eeuw vóór <strong>de</strong> buurtspoorwegen, het<br />
isolement van het platte<strong>land</strong> doorbraken.<br />
Toen na <strong>1830</strong> <strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkerskamers <strong>de</strong> toneeltornooien verv<strong>in</strong>gen door<br />
dichtoefen<strong>in</strong>gen wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
De mei, 1879 (F. Backvis)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
58<br />
<strong>de</strong>clamatiewedstrij<strong>de</strong>n een gelief<strong>de</strong> vorm van ontspann<strong>in</strong>g. Het begon <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n<br />
maar ‘uitgalmers’ uit <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>ste gemeenten kregen er prijzen. En al vroeg<br />
organiseer<strong>de</strong>n taal- en dichtmaatschappijen wedstrij<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> onooglijkste dorpen.<br />
Zelfs Knokke, met zijn twaalfhon<strong>de</strong>rd <strong>in</strong>woners verloren <strong>in</strong> een uithoek van het <strong>land</strong>,<br />
had een re<strong>de</strong>rijkerskamer die <strong>in</strong> 1850 een wedstrijd uitschreef <strong>voor</strong> poëzie, proza en<br />
<strong>de</strong>clamatie, met prijzen <strong>voor</strong> ‘<strong>de</strong> luisterrijkste <strong>in</strong>tre<strong>de</strong>’, ‘<strong>de</strong> schoonst versier<strong>de</strong> wagen<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> stoet’ en ‘<strong>de</strong> kleurigste ruiters’. In <strong>de</strong> zomer van 1838 hield <strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkerskamer<br />
van Zottegem, ‘De zuigel<strong>in</strong>gen van Polus’, een wedstrijd <strong>in</strong> ‘dichtkun<strong>de</strong> en uiterlijke<br />
welsprekendheid’. Feestelijk ontv<strong>in</strong>gen overheid, re<strong>de</strong>rijkers en ‘kunstrechters’ <strong>de</strong><br />
<strong>de</strong>elnemers uit heel Vlaan<strong>de</strong>ren. De wedstrijd begon om vijf uur <strong>in</strong> <strong>de</strong> namiddag en<br />
e<strong>in</strong>dig<strong>de</strong> om elf. Pas <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> ochtend wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> prijzen uitgereikt, na een bal<br />
dat <strong>de</strong> hele nacht had geduurd. Tot <strong>de</strong> bekroon<strong>de</strong>n behoor<strong>de</strong>n Pru<strong>de</strong>ns Van Duyse,<br />
Maria Van Ackere-Doo-laeghe en Karel On<strong>de</strong>reet. 53.<br />
De zangwedstrij<strong>de</strong>n startten niet <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n maar op het platte<strong>land</strong>. Na <strong>de</strong> revolutie<br />
van <strong>1830</strong> verdwenen <strong>de</strong> dorpsharmonieën: <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n het moe om <strong>voor</strong>tdurend<br />
militaire marsen of <strong>de</strong> Brabanconne te moeten spelen, en bovendien vergal<strong>de</strong> het<br />
gekibbel tussen orangisten en patriotten <strong>de</strong> atmosfeer. De harmonieën wer<strong>de</strong>n<br />
gelei<strong>de</strong>lijk vervangen door a-capellakoren. In 1840 tel<strong>de</strong> het <strong>land</strong> er zestig, en<br />
tweehon<strong>de</strong>rdachtenvijftig <strong>in</strong> 1850. Ruim <strong>de</strong> helft daarvan behoor<strong>de</strong> tot het Vlaamse<br />
<strong>land</strong>sge<strong>de</strong>elte, meestal <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>ere gemeenten. 54.<br />
De zangavon<strong>de</strong>n brachten stemmigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> dorpen. In september 1841<br />
publiceer<strong>de</strong> <strong>de</strong> Journal <strong>de</strong> Bruxelles een reportage over een zangavond <strong>in</strong> Berlare.<br />
Op een <strong>land</strong>tong <strong>in</strong> een <strong>de</strong>r bochten van <strong>de</strong> Schel<strong>de</strong> zong het koor ou<strong>de</strong> Vlaamse<br />
balla<strong>de</strong>s en tweestemmige nocturnes, begeleid door <strong>de</strong> bassetaille van een speelman.<br />
De stroom wemel<strong>de</strong> van versier<strong>de</strong> schuiten vol luisteraars uit het dorp en <strong>de</strong><br />
omgev<strong>in</strong>g. 55. Het Ceciliakoor van Berlare was overigens het eerste geweest om al <strong>in</strong><br />
1834 een zangwedstrijd <strong>voor</strong> koren uit te schrijven. Het dorp werd er beroemd door<br />
en vele Oostvlaamse platte<strong>land</strong>sgemeenten volg<strong>de</strong>n het <strong>voor</strong>beeld na.<br />
Een toppunt <strong>in</strong> <strong>de</strong> zangfurie was het feest van 26 september 1841 te Brussel, <strong>in</strong><br />
aanwezigheid van <strong>de</strong> kon<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong>. Het publiek kon er on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong><br />
‘Chanteurs montagnards <strong>de</strong> la vallée <strong>de</strong> Wynendaele’ uit Torhout bewon<strong>de</strong>ren,<br />
uitgedost met donkerblauwe kiel, liggen<strong>de</strong> kraag en Baskische muts, een imitatie<br />
van een zangkoor uit Bagnères-<strong>de</strong>-Bigorre<br />
Op weg naar <strong>de</strong> markt, 1865 (H. De Pratere)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
59<br />
dat een jaar vroeger een tournee <strong>in</strong> het <strong>land</strong> had gemaakt. De prijzen g<strong>in</strong>gen naar<br />
twee koren uit Aken die had<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>monstreerd wat <strong>de</strong> samenzang van geoefen<strong>de</strong><br />
stemmen behoor<strong>de</strong> te zijn.<br />
De Vlaamse koren beston<strong>de</strong>n uit ambachtslie<strong>de</strong>n, arbei<strong>de</strong>rs en boeren zon<strong>de</strong>r<br />
muzikale kennis. De verschillen<strong>de</strong> stemmen wer<strong>de</strong>n afzon<strong>de</strong>rlijk en uit het hoofd<br />
aangeleerd en dan lukraak door <strong>de</strong> koorlei<strong>de</strong>rs bijeengebracht. Kenners haal<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
neus op <strong>voor</strong> het resultaat, maar dat <strong>de</strong>er<strong>de</strong> het volk niet. Koren en zangwedstrij<strong>de</strong>n,<br />
aangemoedigd door reger<strong>in</strong>gssteun en gratis transport, had<strong>de</strong>n een stijgend succes.<br />
De muziek, ‘vroeger het monopolie <strong>de</strong>r verhevenste kr<strong>in</strong>gen’, drong nu door ‘tot <strong>de</strong><br />
ne<strong>de</strong>rigste stan<strong>de</strong>n’. De burgerij verwachtte van het lied een moraliseren<strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed<br />
en werkte mee: <strong>in</strong> <strong>de</strong> werkhuizen en fabrieken en zelfs <strong>in</strong> het leger ontston<strong>de</strong>n koren<br />
die <strong>voor</strong> een ‘heilvolle’ en niet dure ‘verlustig<strong>in</strong>g’ zorg<strong>de</strong>n. 56.<br />
Soms vergal<strong>de</strong>n <strong>de</strong> tornooien het klimaat <strong>in</strong> het dorp: <strong>de</strong> maatschappijen probeer<strong>de</strong>n<br />
elkaar <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> stemmen af te snoepen en na<strong>de</strong>rhand stookten <strong>de</strong> groepen die zich<br />
door <strong>de</strong> uitslag verongelijkt achtten. Maar het belangrijkste bleef het positieve<br />
resultaat: <strong>in</strong> het platte<strong>land</strong> waren hanegevechten, kaarten en jenever met <strong>de</strong> enige<br />
ontspann<strong>in</strong>g. 57.<br />
Over het dorpstoneel <strong>in</strong> <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw weet men bijna niets. De vele<br />
toneelgroepen die tot <strong>in</strong> <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eeuw 's zondags na <strong>de</strong> vesper <strong>in</strong> alle dorpen<br />
verton<strong>in</strong>gen gaven verdwenen na <strong>de</strong> Franse revolutie. Er bleven alleen wat<br />
liefhebbersgroepen over. In zijn Ge<strong>de</strong>nkboek vertelt <strong>de</strong> amateurtoneelspeler Frans<br />
Lauwers dat <strong>in</strong> 1836 een gezelschap Gentse arbei<strong>de</strong>rs optrad <strong>in</strong> een herberg van<br />
Mariakerke. Het toneel bestond uit planken die op tonnen rustten, <strong>de</strong> vrouwenrollen<br />
wer<strong>de</strong>n door mannen vertolkt.<br />
Rond 1848 begon het dorpstoneel te herleven. In <strong>de</strong> lokale nieuwsbla<strong>de</strong>n verschenen<br />
berichten en verslagen over ‘toneeloefen<strong>in</strong>gen’, zelfs <strong>in</strong> <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>ste dorpen. In<br />
Zomergem richtten enkele knapen een Vlaamse toneelmaatschappij op; <strong>de</strong><br />
vijftienjarige Karel Siffer was <strong>de</strong> <strong>voor</strong>zitter en het oudste bestuurslid. Maar <strong>de</strong>ze<br />
bloei werd geremd door <strong>de</strong> tegenwerk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> geestelijkheid die het theater als<br />
duivelswerk beschouw<strong>de</strong>.<br />
De hele eeuw door zagen <strong>de</strong> buitenlie<strong>de</strong>n niet veel an<strong>de</strong>rs dan <strong>de</strong> kluchten van<br />
kermisgasten op het dorpsple<strong>in</strong>. In 1860 kwamen <strong>de</strong> mensen van kilometers uit <strong>de</strong><br />
omtrek naar Nukerke, waar een gez<strong>in</strong> kunstenmakers uit Geraardsbergen optrad:<br />
<strong>de</strong>cor, kostuums en spel waren grof en primitief, maar <strong>de</strong> straten en huizen h<strong>in</strong>gen<br />
vol nieuwsgierigen. In Gul-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Mastklimmen, rond 1860 (L. Artan)<br />
legem bloei<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren vijftig nog een ‘Gil<strong>de</strong> van Rhetorica’ die regelmatig bijbelse<br />
stukken opvoer<strong>de</strong>. In 1860 groei<strong>de</strong> hieruit een ‘Zotte Gil<strong>de</strong>’. Zij ‘verlustig<strong>de</strong>’ het<br />
publiek op <strong>de</strong> don<strong>de</strong>rdag van <strong>de</strong> kemisweek. Het begon met een gekke optocht door<br />
het dorp. Daarna wer<strong>de</strong>n op een podium tegen <strong>de</strong> muur van het kerkhof korte stukken<br />
opgevoerd waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> dorpel<strong>in</strong>gen vaak zichzelf uitgebeeld zagen. 58.<br />
De dorpstheatertjes waren niet helemaal verdwenen. August Snie<strong>de</strong>rs beschrijft<br />
er een uit <strong>de</strong> jaren zestig: een zol<strong>de</strong>r, verlicht door walmen<strong>de</strong> olielampen, waar <strong>de</strong><br />
hele buurt naar toe kwam. De mensen zaten op tonnen en kisten of h<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
hanebalken te kijken naar <strong>de</strong> opvoer<strong>in</strong>g van een of an<strong>de</strong>re draak. 59. De officiële tell<strong>in</strong>g<br />
die <strong>in</strong> 1864 zevenentw<strong>in</strong>tig stads- en dorpstoneelgroepen opgaf <strong>voor</strong> Oost-Vlaan<strong>de</strong>ren<br />
en <strong>de</strong>rtig <strong>voor</strong> West-Vlaan<strong>de</strong>ren 60. zal wel geen reken<strong>in</strong>g hebben gehou<strong>de</strong>n met het<br />
vele onooglijke dat niettegenstaan<strong>de</strong> alles <strong>voor</strong>tbestond op het platte<strong>land</strong>.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De ruzie (Ch. De Groux)<br />
De rauwe en <strong>de</strong> <strong>in</strong>nige kant<br />
60<br />
Men mag het leven op het <strong>land</strong> niet romantiseren. ‘De lelijkheid <strong>de</strong>r <strong>land</strong>se bevolk<strong>in</strong>g,<br />
gedoken achter het schil<strong>de</strong>rachtig uitzicht hunner net verzorg<strong>de</strong> en opgepoetste<br />
won<strong>in</strong>gen’, die Streuvels aan <strong>de</strong> <strong>voor</strong>avond van <strong>de</strong> eerste wereldoorlog beschreef,<br />
was <strong>de</strong> hele eeuw door meer opvallend dan <strong>de</strong> poëzie. Een groep <strong>land</strong>arbei<strong>de</strong>rs <strong>in</strong><br />
het felle licht tegen het koren leek ‘een verrukkelijk schouwspel’. Dichtbij zag men<br />
<strong>de</strong> kromgewerkte, lelijke lichamen en <strong>de</strong> opgelapte kleren, en rook men <strong>de</strong> stank van<br />
<strong>de</strong> werkers. 61. In <strong>de</strong> huizen h<strong>in</strong>g <strong>de</strong> stal- en mestlucht rond <strong>de</strong> verwaarloos<strong>de</strong> mensen.<br />
Won<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n niet verzorgd en lieten lidtekens na <strong>in</strong> <strong>de</strong> lichamen en <strong>de</strong> vormloze<br />
han<strong>de</strong>n. De zieken lagen naast <strong>de</strong> haard waar het voedsel <strong>voor</strong> mens en dier werd<br />
gekookt.<br />
Regelmatig trokken epi<strong>de</strong>mieën een spoor van dood door <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g. In het hele<br />
<strong>land</strong> haal<strong>de</strong> maar een goe<strong>de</strong> helft het tw<strong>in</strong>tigste levensjaar en bijna één k<strong>in</strong>d op vijf<br />
stierf <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste twaalf maan<strong>de</strong>n, maar op het platte<strong>land</strong> lag dit cijfer nog veel hoger.<br />
Onafgebroken, zo vertel<strong>de</strong>n op het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> eeuw ou<strong>de</strong> mensen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Kempen,<br />
‘klepte het klokje <strong>voor</strong> een k<strong>in</strong><strong>de</strong>rlijk’. De babies stierven aan k<strong>in</strong>khoest, longziekten,<br />
kroep, mazelen, en <strong>voor</strong>al aan enteritis. Hoe kon het ook an<strong>de</strong>rs? De dag door lagen<br />
<strong>de</strong> zuigel<strong>in</strong>gen te lurken aan een gummislang die <strong>in</strong> een vuile pul met melk stak. Om<br />
<strong>de</strong> huilen<strong>de</strong>, aan maag- en darmaandoen<strong>in</strong>gen lij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren zoet te hou<strong>de</strong>n gaf<br />
men ze een afkooksel van papaverbollen of een flesje opiumsiroop dat eufemistisch<br />
‘huilsap’ werd gedoopt. Wie <strong>de</strong>ze behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g overleef<strong>de</strong> was geschikt <strong>voor</strong> het<br />
har<strong>de</strong> bestaan. De rest verdween en hielp het evenwicht <strong>in</strong> stand hou<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
overvloed aan k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. 62.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Velen le<strong>de</strong>n honger op het platte<strong>land</strong>. Aardappels, pap en roggebrood waren <strong>de</strong><br />
kost van het grootste <strong>de</strong>el <strong>de</strong>r bevolk<strong>in</strong>g. Vlees, eieren, kaas en vis kwamen nooit<br />
op tafel en groenten - rapen, kolen en bonen - maar bij uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. ‘Wij aten<br />
éénentw<strong>in</strong>tig keren pap <strong>in</strong> <strong>de</strong> week, <strong>de</strong> lepels wer<strong>de</strong>n nooit droog’ zei rond 1910 een<br />
ou<strong>de</strong> werkman uit het Land van Waas. 63. 's Morgens, 's middags en 's avonds lepel<strong>de</strong><br />
men <strong>de</strong> pap uit <strong>de</strong> gemeenschappelijke kom. In <strong>de</strong> Kempen aten ze boekweitpap<br />
waar<strong>in</strong> roggebrood werd gebrokkeld: naast <strong>de</strong> papketel stond een kommetje zoete<br />
melk waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> eters <strong>de</strong> ron<strong>de</strong>, houten lepels doopten om te beletten dat <strong>de</strong> pap aan<br />
zou kleven. In het noor<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong>el van Limburg trof men nog <strong>de</strong> ‘papblok’ aan, het<br />
on<strong>de</strong>rstuk van een boomtronk op drie pikkels met een uitgehold mid<strong>de</strong>nstuk<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
61<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> pap en kuiltjes rondom <strong>voor</strong> <strong>de</strong> zoete melk. 64.<br />
Gewone mensen aten roggebrood. Mastelu<strong>in</strong> - drie schepels rogge, één schepel<br />
tarwe - duid<strong>de</strong> al op welstand en tarwebrood beteken<strong>de</strong> weel<strong>de</strong>. Zelfs met roggebrood<br />
was men zu<strong>in</strong>ig. Het meeste meel werd verkocht om <strong>de</strong> pacht te betalen en met <strong>de</strong><br />
rest probeer<strong>de</strong> men het jaar rond te komen. Men leng<strong>de</strong> het aan met zemelen of men<br />
meng<strong>de</strong> aardappelmeel on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> <strong>de</strong>eg. Daarom waren <strong>voor</strong> velen <strong>de</strong> brooduit<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen<br />
op <strong>de</strong> begrafenissen een onmisbare hulp. 65.<br />
Het is niet gemakkelijk achter <strong>de</strong>ze uiterlijkhe<strong>de</strong>n het gemoed van <strong>de</strong> buitenlie<strong>de</strong>n<br />
terug te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n, want zij zwegen over zichzelf. De literatuur heeft, <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijd van het<br />
romantisme en het beg<strong>in</strong>nend realisme, dit zwijgen vertekend door moraliseren. ‘In<br />
<strong>de</strong> wanhoop van <strong>de</strong> godsdienstige veldbewoner, dacht Johanna Courtmans-Berchmans,<br />
ligt geen godslaster<strong>in</strong>g... Neen, hij verwijt <strong>de</strong> Godheid zijn rampen niet; hij wijt die<br />
aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> <strong>de</strong>r d<strong>in</strong>gen, aan <strong>de</strong> menselijke kortzichtigheid die tot een vals oor<strong>de</strong>el<br />
leidt.’ Over <strong>de</strong> vijfentw<strong>in</strong>tigjarige Melanie van het ‘Hof-terBeken’ schreef Albijn<br />
Van <strong>de</strong>n Abeele: ‘heur hart nog zo re<strong>in</strong> en hare ziel zo onschuldig zijn<strong>de</strong> als die van<br />
een k<strong>in</strong>d, voel<strong>de</strong> zij iets <strong>in</strong> haar b<strong>in</strong>nenste omgaan en kleur<strong>de</strong>n zich m<strong>in</strong> of meer<br />
heure wangen als men <strong>in</strong> hare tegenwoordigheid van manspersonen sprak’. 66.<br />
Het geslachtsleven op het platte<strong>land</strong> leek <strong>in</strong><strong>de</strong>rdaad <strong>in</strong>gesnoerd <strong>in</strong> ongeschreven<br />
wetten. Man en vrouw waren maar zel<strong>de</strong>n samen buitenshuis en nooit liepen zij<br />
gearmd. Ook <strong>de</strong> vrijers dien<strong>de</strong>n zich aan het opgeleg<strong>de</strong> fatsoen te hou<strong>de</strong>n. Maar dat<br />
was slechts schijn: <strong>de</strong> zondaars wisten te ontsnappen aan het spie<strong>de</strong>nd oog van <strong>de</strong><br />
gemeenschap. De buitenechtelijke k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren zijn hiervan <strong>de</strong> bevestig<strong>in</strong>g. In het gehucht<br />
Achterbroek, <strong>in</strong> <strong>de</strong> Noor<strong>de</strong>rkempen, wer<strong>de</strong>n er van 1850 tot 1890 drieënveertig<br />
geboren; <strong>in</strong> bijna één op tien van <strong>de</strong> Achterbroekse huwelijksboekjes kwam <strong>de</strong><br />
eerstgeborene te vroeg ter wereld. 67.<br />
Niet <strong>de</strong> preutsheid was kenmerkend <strong>voor</strong> het platte<strong>land</strong> maar <strong>de</strong> vanzelfspreken<strong>de</strong><br />
vertrouwdheid met het lichamelijke. In <strong>de</strong> overbevolkte huisjes behoef<strong>de</strong>n <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren<br />
geen <strong>voor</strong>licht<strong>in</strong>g en van geboortebeperk<strong>in</strong>g had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> mensen nog geen weet: <strong>de</strong><br />
k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren bleven komen zolang <strong>de</strong> vrouw vruchtbaar was. Prostitutie was onbekend<br />
en geslachtsziekten kwamen pas <strong>voor</strong> nadat <strong>de</strong> migratiearbeid het leven had<br />
ontred<strong>de</strong>rd. Ongedwongen leef<strong>de</strong>n jongens en meisjes samen, thuis, op het dorp en<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> school. Wanneer ze rijper wer<strong>de</strong>n von<strong>de</strong>n ze elkaar ook lichamelijk, en als er<br />
een k<strong>in</strong>dje op komst was trouw<strong>de</strong>n <strong>de</strong> meesten.<br />
Op kermissen en feesten uitte <strong>de</strong> z<strong>in</strong>nelijkheid zich onbelemmerd. In <strong>de</strong> vlasstreek<br />
van Oost-Vlaan<strong>de</strong>ren e<strong>in</strong>dig<strong>de</strong> het roten met een ‘sleitpap’-maal en een erotisch spel:<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> nacht zaten <strong>de</strong> roters, mannen en vrouwen, <strong>in</strong> een kr<strong>in</strong>g rond een gevangene;<br />
hij moest zich vrijkopen door het vangen van een klomp die circuleer<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />
knieën van <strong>de</strong> mannen en <strong>de</strong> rokken van <strong>de</strong> vrouwen. Te Lan<strong>de</strong>gem richtten <strong>de</strong><br />
mannen 's w<strong>in</strong>ters een soort schoonheidswedstrijd <strong>in</strong> <strong>voor</strong> sp<strong>in</strong>sters. Zij dien<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
rokken op te lichten om <strong>de</strong> kuiten en dijen te laten bekeuren. De meest geschoeper<strong>de</strong><br />
sp<strong>in</strong>ster werd bekroond omdat zij tij<strong>de</strong>ns het werk langer en geduldiger dan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren<br />
was blijven zitten, met <strong>de</strong> rokken gespreid over <strong>de</strong> voetwarmer. 68.<br />
Door het overbeklemtonen van <strong>de</strong>ze d<strong>in</strong>gen zou men het beeld vervalsen, evenzeer<br />
als door het aanmeten aan <strong>de</strong> platte<strong>land</strong>sbevolk<strong>in</strong>g van een niet bestaan<strong>de</strong> preutsheid.<br />
Het geslachtelijke is <strong>voor</strong> <strong>de</strong>ze<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De Antwerpse straatzanger Belmont, 1864 (H. Schaefels)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Na <strong>de</strong> Mis, 1883 (F. Courtens)<br />
62<br />
mensen even vanzelfsprekend als het geloof, als <strong>de</strong> onvermij<strong>de</strong>lijke zon<strong>de</strong> die berouw<br />
wekt, of als <strong>de</strong> belev<strong>in</strong>g van een door God gezegen<strong>de</strong> huwelijksband.<br />
In het geloof <strong>voor</strong>al ziet men het gemoed van <strong>de</strong> <strong>land</strong>elijke bevolk<strong>in</strong>g. Soms werd.<br />
het feestelijk ten toon gespreid bij grote plechtighe<strong>de</strong>n. Dan was <strong>de</strong> kerk te kle<strong>in</strong><br />
<strong>voor</strong> het toestromen<strong>de</strong> volk. De verlicht<strong>in</strong>g 's avonds verkondig<strong>de</strong> <strong>de</strong> vreug<strong>de</strong> van<br />
<strong>de</strong> gemeenschap om <strong>de</strong> gezamenlijk bele<strong>de</strong>n overtuig<strong>in</strong>g: <strong>in</strong> alle huizen straal<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
kaarsen achter het raam en gloei<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> nacht <strong>de</strong> praallantaarns en <strong>de</strong> pektonnen. 69.<br />
Deze hoogtepunten bevestig<strong>de</strong>n een geloof dat het dagelijks leven ‘doora<strong>de</strong>r<strong>de</strong>’ 70. en<br />
vertolkt werd <strong>in</strong> het gebed waarmee ie<strong>de</strong>re dag begon en e<strong>in</strong>dig<strong>de</strong>, <strong>in</strong> <strong>de</strong> zegen over<br />
het brood, <strong>in</strong> het kruis dat men sloeg wanneer men 's morgens <strong>de</strong> huis<strong>de</strong>ur open<strong>de</strong>,<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> novenen en <strong>de</strong> be<strong>de</strong>vaarten om een gunst te verkrijgen of een gevaar te bezweren.<br />
Wie <strong>voor</strong> beloof<strong>de</strong> gebe<strong>de</strong>n geen tijd vond <strong>de</strong>ed beroep op ‘bidzaligers’ en<br />
‘bidwijvekens’, ‘gekapmantel<strong>de</strong>’ vrouwtjes die <strong>voor</strong> wat stuivers <strong>de</strong> plichten van<br />
an<strong>de</strong>ren op zich namen. 71.<br />
Het k<strong>in</strong><strong>de</strong>rgebed weerspiegelt het hart van <strong>de</strong> volwassenen. Het ou<strong>de</strong> avondgebed<br />
van <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>tjes was, met enkele variaties rond een simpel thema, <strong>in</strong> alle streken<br />
bekend :<br />
‘'s Avonds als ik slapen ga<br />
volgen mij zestien engelkens na :<br />
twee aan mijn hoof<strong>de</strong>n<strong>de</strong>,<br />
twee aan mijn voeten<strong>de</strong>,<br />
twee aan mijn rechterzij<strong>de</strong>,<br />
twee aan mijn l<strong>in</strong>kerzij<strong>de</strong>,<br />
twee die mij <strong>de</strong>kken,<br />
twee die mij wekken,<br />
twee die mij leeren<br />
<strong>de</strong>n weg <strong>de</strong>s Heeren,<br />
twee die mij wijzen<br />
naar d'hemelsche Paradijzen.’ 72.<br />
Op een an<strong>de</strong>re manier helpen <strong>de</strong> dorpsscholen het platte<strong>land</strong>svolk ont<strong>de</strong>kken. Overal<br />
treft men <strong>de</strong> pittoreske meester aan, tegelijk koster of gemeentesecretaris en kle<strong>in</strong>e<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
oer, die <strong>de</strong> jeugd leert lezen, schrijven en rekenen en aan <strong>de</strong> gemeenschap zijn<br />
levenswijsheid mee<strong>de</strong>elt. Meester Wantje Crokaert.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Dorpsschool (P. Van Dycke)<br />
63<br />
van Herne bij Opwijk, leef<strong>de</strong> nog lang na zijn dood <strong>voor</strong>t <strong>in</strong> <strong>de</strong> her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g van het<br />
dorp. Behalve schoolmeester was hij ook horlogemaker, 's Avonds kwam <strong>de</strong> buurt<br />
bij hem aan huis tussen <strong>de</strong> tikken<strong>de</strong> klokken. In <strong>de</strong> zomeravon<strong>de</strong>n zat hij vóór zijn<br />
<strong>de</strong>ur en kon hij uren lang <strong>de</strong> buurtschap boeien met zijn verhalen. 73.<br />
Een schil<strong>de</strong>rachtige figuur was meester Charles Louis Claeys van<br />
S<strong>in</strong>t-Martens-Latem, tegelijk on<strong>de</strong>rkoster, organist, klokkenlui<strong>de</strong>r en grafmaker. De<br />
bengels voel<strong>de</strong>n zich thuis bij <strong>de</strong> pijpenroken<strong>de</strong> meester <strong>in</strong> het vervallen huis van <strong>de</strong><br />
Latemstraat, met <strong>de</strong> sp<strong>in</strong>newebben aan balken, <strong>de</strong>uren en vensters. In <strong>de</strong> zomer stond<br />
<strong>de</strong> school meestal leeg omdat <strong>de</strong> jongens en meisjes dan het vee moesten hoe<strong>de</strong>n.<br />
Aan <strong>de</strong> enkelen die overbleven zei <strong>de</strong> meester : ‘neem maar een of an<strong>de</strong>r boekje en<br />
houd u bezig, ik ga wat op mijn <strong>land</strong> werken’. 74.<br />
Vóór <strong>de</strong> schoolwet van 1842 werd het on<strong>de</strong>rwijs hoofdzakelijk gegeven <strong>in</strong> privaaten<br />
wijkschooltjes: mannen en vrouwen die wat geleerdheid bezaten <strong>de</strong>el<strong>de</strong>n die <strong>voor</strong><br />
een paar stuivers mee aan wie er om vroegen. Lean<strong>de</strong>r Verwee van<br />
S<strong>in</strong>t-Martens-Latem, een boerenzoon en vrijgezel die na zijn soldatentijd geen z<strong>in</strong><br />
meer had <strong>in</strong> het boeren, hield tot het e<strong>in</strong>d van <strong>de</strong> jaren zestig een privaatschooltje <strong>in</strong><br />
zijn huis, een laag vertrek met aar<strong>de</strong>n vloer, tegelijk klas, keuken en slaapkamer. De<br />
schoolbanken had hij zelf <strong>in</strong> elkaar getimmerd. Om ontzag <strong>in</strong> te boezemen aan zijn<br />
tien of tw<strong>in</strong>tig scholieren droeg hij een bril, een muts met kwispel, een <strong>voor</strong>schoot<br />
en holleblokken. 's Zomers werkte hij <strong>in</strong> <strong>de</strong> kwekerijen bij Gent. 75. Er waren ook<br />
serieuzere privaatscholen, zoals die van meester Van Bever <strong>in</strong> Opwijk, met<br />
dagscholieren en <strong>in</strong>wonen<strong>de</strong> kostgangers: alle k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren zaten <strong>in</strong> één vertrek en kregen<br />
<strong>in</strong>dividueel les van <strong>de</strong> meester en zijn vrouw ; <strong>in</strong> <strong>de</strong> w<strong>in</strong>termaan<strong>de</strong>n kwam <strong>de</strong><br />
paar<strong>de</strong>-knecht een handje toesteken. 76.<br />
Onvermij<strong>de</strong>lijk werkte dit soort on<strong>de</strong>rwijs het analfabetisme <strong>in</strong> <strong>de</strong> hand. Rond het<br />
mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> eeuw was ruim <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g boven zeven jaar volledig<br />
analfabeet. Oost-Vlaan<strong>de</strong>ren was <strong>de</strong> meest achterlijke prov<strong>in</strong>cie, met pieken rond<br />
Eeklo, Den<strong>de</strong>rmon<strong>de</strong> en Aalst. Maar wie het dorpson<strong>de</strong>rwijs m<strong>in</strong> of meer regelmatig<br />
had bijgewoond kon lezen en een brief schrijven. In heel wat platte<strong>land</strong>swon<strong>in</strong>gen<br />
van <strong>de</strong> Kempen werd 's avonds bij <strong>de</strong> haard <strong>voor</strong>gelezen<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
64<br />
uit <strong>de</strong> bijbel en Pater Poirters, en later ook uit Conscience en Snie<strong>de</strong>rs. 77.<br />
Merkwaardige <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen waren <strong>de</strong> platte<strong>land</strong>skostscholen. Die van meester Flip<br />
Verroest, te Handzame, werd <strong>in</strong> Rond <strong>de</strong>n Heerd geestig beschreven door Karel De<br />
Ceun<strong>in</strong>ck. 78. Het was een plechtig moment <strong>in</strong> het leven van <strong>de</strong> toekomstige auteur<br />
van Sta<strong>de</strong>n eertijds en vroeger toen hij op een najaarsdag van <strong>de</strong> jaren veertig <strong>de</strong><br />
ou<strong>de</strong>rlijke hoeve te Sta<strong>de</strong>n verliet om naar <strong>de</strong> kostschool te trekken. ‘Van 't kraaien<br />
van <strong>de</strong>n hane stond <strong>de</strong> karre met <strong>de</strong> blauwe wijte reeds on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n groten notelaar<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>ure. Va<strong>de</strong>r en Naas, <strong>de</strong> peer<strong>de</strong>knecht, droegen daarop eenen halven zak<br />
pataters, met twee bon<strong>de</strong>ls van <strong>de</strong> schoonste ameloozen. Moe<strong>de</strong>r kwam uit <strong>de</strong>n<br />
bakkeuken met een potje boter en een groot messeljoene brood ; Babbetje, mijne<br />
zuster, volg<strong>de</strong> met twee schotels gerookt zwijnenvleesch.’ Er wer<strong>de</strong>n ook een<br />
‘spl<strong>in</strong>ternieuwen kafzak’ en twee ‘dikke Spaansche sargiën’ opgela<strong>de</strong>n. Voor <strong>de</strong><br />
tocht vroeg Karel ‘<strong>de</strong> benedictie’ van zijn va<strong>de</strong>r. Moe<strong>de</strong>r, met haar beste kornetmuts<br />
en falie, vergezel<strong>de</strong> haar spruit. On<strong>de</strong>rweg kreeg hij nog wat wijze raad : ‘daar zit<br />
een pater-noster <strong>in</strong> uwe beste veste, gij en moogt hem niet verliezen. Steekt altijd<br />
wel uwen kam weg <strong>in</strong> uwe kloefen of <strong>in</strong> uwe schoen, en 'n leent hem nooit aan an<strong>de</strong>re<br />
jongens... Gij en moogt ook niet vergeten van 's Zondags 's morgens een versch<br />
hem<strong>de</strong> aan te doen.’ Toen zij bij <strong>de</strong> kostschool aankwamen, een lemen boerenwon<strong>in</strong>g<br />
on<strong>de</strong>r een strodak, was vrouw Verroest, ‘<strong>in</strong> haar slaapcornette en met eene<br />
dweelschorte aan’, pap aan het uitscheppen. Meester Verroest kwam ‘op zijne zokken’<br />
buiten en heette hen welkom. Daarna werd het slaapvertrek van <strong>de</strong> kostgangers<br />
getoond: een zol<strong>de</strong>r met <strong>de</strong>rtig bed<strong>de</strong>n op twee rijen, het ene boven het an<strong>de</strong>re. ‘Al<br />
die <strong>in</strong> <strong>de</strong> bovenste bed<strong>de</strong>n slapen, zei vrouw Verroest, en mogen 's avonds niet vele<br />
dr<strong>in</strong>ken noch geen pap eten, om <strong>de</strong>s nachts niet te moeten opstaan.’ Moe<strong>de</strong>r nam<br />
afscheid na ‘een laatste benedictie’ : om <strong>de</strong> veertien dagen zou ze nieuws laten weten<br />
door <strong>de</strong> koewachter die ook mond<strong>voor</strong>raad moest brengen.<br />
Er waren twee klassen <strong>in</strong> <strong>de</strong> school van meester Verroest: <strong>de</strong> ‘k<strong>in</strong><strong>de</strong>rklas’ <strong>voor</strong><br />
beg<strong>in</strong>nel<strong>in</strong>gen, <strong>in</strong> <strong>de</strong> keuken gehou<strong>de</strong>n door zoon Verroest, en <strong>de</strong> ‘opperschool’ van<br />
<strong>de</strong> meester, <strong>in</strong> <strong>de</strong> voutekamer. Eén keer per week kwam <strong>de</strong> pastoor catechismus<br />
geven. 's Avonds zat <strong>de</strong> hele gemeenschap rond <strong>de</strong> haard te luisteren naar <strong>de</strong> verhalen<br />
van <strong>de</strong> meester, een lange magere man die trouw was gebleven aan <strong>de</strong> kniebroek<br />
‘waaruit twee benen staken gelijk spellewerkstokken’. Wanneer hij les gaf <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
‘opperschool’ zat hij <strong>in</strong> een zetel bij <strong>de</strong> haard. Als bord dien<strong>de</strong> <strong>de</strong> wand<br />
Dorpskermis (J. Akkersdijk)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
t.o. 64<br />
IV. De volkse Boeksteeg te Antwerpen (J. L<strong>in</strong>nig)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
<strong>in</strong> vakwerk, volgekribbeld met letters en cijfers, die nu en dan met witsel werd<br />
overstreken. 79.<br />
65<br />
Men treft op het platte<strong>land</strong> schone boerenfiguren aan maar <strong>de</strong> meeste buitenlie<strong>de</strong>n<br />
waren grof. Toch zijn <strong>de</strong> mannen die aan tafel ‘met <strong>de</strong> snor boven <strong>de</strong> gemene schotels<br />
hangen’, die ‘slikken, slurpen, hikken en bulken’, 80. die zich krom werken <strong>in</strong> gierigheid<br />
<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong>n die aan <strong>de</strong> haard ‘uchteren’ en sagen vertellen, die <strong>de</strong> dag besluiten met<br />
het rozenhoedje en het bestaan omkransen met van geloof doordrongen gebruiken ;<br />
<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong>n die lijn en verhoud<strong>in</strong>gen van won<strong>in</strong>g en huisraad <strong>in</strong> harmonie met het<br />
<strong>land</strong>schap uit<strong>de</strong>nken. Wie <strong>in</strong> dit won<strong>de</strong>re geheel van ruwheid, armoe<strong>de</strong> en a<strong>de</strong>l <strong>de</strong><br />
nadruk zou leggen op het achterlijke meet dit leven naar valse waar<strong>de</strong>schalen. De<br />
platte<strong>land</strong>slie<strong>de</strong>n ruiken hun smerigheid niet en voelen zich niet arm. Er zijn van hen<br />
geen foto's zodat wij van hun gelaat niet kunnen aflezen wat er omg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> hun gemoed.<br />
Maar uit vele kle<strong>in</strong>e tekens en <strong>voor</strong>al uit <strong>de</strong> rust van hun leven mag men besluiten<br />
dat zij ‘gelukkig waren’ 81. <strong>in</strong> het bezit van een onbewuste rijkdom.<br />
Het wil<strong>de</strong> volk<br />
Een aparte plaats <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze wereld bekleedt het ‘wil<strong>de</strong> volk’ 82. dat <strong>in</strong> het mid<strong>de</strong>n van<br />
<strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw West- en Oost-Vlaan<strong>de</strong>ren bewoon<strong>de</strong>: <strong>de</strong> ‘houtkanters’ van<br />
Nazareth, Kruishoutem, Astene en Petegem, <strong>de</strong> ‘bezemb<strong>in</strong><strong>de</strong>rs’ van Mal<strong>de</strong>gem en<br />
Knesselare, <strong>de</strong> ‘busseniers’ van Sta<strong>de</strong>n, Klerken en Houthulst, <strong>de</strong> ‘veldknapen’ van<br />
Aalter, Ruisele<strong>de</strong> en W<strong>in</strong>gene. Zij bevolkten wat nog restte van <strong>de</strong> gor<strong>de</strong>l bossen die<br />
zich uitstrekte van Diksmui<strong>de</strong> over Eeklo tot <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong>se grens. Hier lag het laatst<br />
ontgonnen gebied van Vlaan<strong>de</strong>ren, maar omdat <strong>de</strong>ze grond door het tufsteen on<strong>de</strong>r<br />
<strong>de</strong> zandoppervlakte moeilijk bebouwbaar was beperkte <strong>de</strong> ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g zich tot het<br />
omzetten van bos <strong>in</strong> hei<strong>de</strong>: het bos werd ‘veld’, braak<strong>land</strong> <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot<br />
bouw<strong>land</strong>. Zo ontston<strong>de</strong>n het Bulskampveld en het Beverhoutsveld, <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren vijftig<br />
nog het wildste en meest verlaten gebied van Vlaan<strong>de</strong>ren. 83.<br />
Jules <strong>de</strong> Sa<strong>in</strong>t-Genois reis<strong>de</strong> er <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren veertig: volledig kale stukken grond,<br />
verkoold en zwart alsof <strong>de</strong> bliksem <strong>de</strong> plantengroei had verteerd ; een braakliggen<strong>de</strong><br />
turfbo<strong>de</strong>m ; mod<strong>de</strong>rkuilen en moerassen, be<strong>de</strong>kt door een bedrieglijke laag groen.<br />
Men zag er geen won<strong>in</strong>g en geen levend wezen. De horizon was afgesloten door<br />
dichte sparrebossen ; ie<strong>de</strong>r bos mond<strong>de</strong> uit <strong>in</strong> een e<strong>in</strong><strong>de</strong>loze laar, kil en geruisloos,<br />
met plassen stilstaand water dat uit <strong>de</strong> oneffenhe<strong>de</strong>n van het terre<strong>in</strong> sijpel<strong>de</strong>. 84.<br />
Hier leef<strong>de</strong> naar eigen ze<strong>de</strong>n en gebruiken het volk van <strong>de</strong> ‘boskanters’, gestuikte<br />
mensen met olijfkleurige huid, zwart borstelig haar en donkere ogen <strong>in</strong> een been<strong>de</strong>rig<br />
gelaat, die ook fysisch niet behoor<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong> <strong>in</strong>heemsen. De Hout<strong>land</strong>ers vrees<strong>de</strong>n<br />
dit ongebon<strong>de</strong>n ras waaraan zij allerlei on<strong>de</strong>ug<strong>de</strong>n toeschreven. Sporen van <strong>de</strong>ze<br />
sagen v<strong>in</strong>dt men terug bij een paar auteurs. Volgens <strong>de</strong> Sa<strong>in</strong>t-Genois gaven <strong>de</strong><br />
boskanters zich over aan losbandigheid en bloedschan<strong>de</strong> en liepen zij 's zomers naakt.<br />
Jules Huyttens beschreef ze als ze<strong>de</strong>loze hei<strong>de</strong>nen die brandschatten en roof<strong>de</strong>n, van<br />
God noch gebod wisten en met geen wetten reken<strong>in</strong>g hiel<strong>de</strong>n. Eén zaak blijkt uit<br />
<strong>de</strong>ze verhalen: er is tot <strong>in</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw een apart volkje<br />
<strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De oorspronkelijkste groep bewoon<strong>de</strong> het gehucht Ter Heest, een langwerpige<br />
heuvel ten noor<strong>de</strong>n van Houthulst. Een paar hon<strong>de</strong>rd hutten, gebouwd naar oeroud<br />
gebruik: strowan<strong>de</strong>n op horizontale, door heikoppen geschraag<strong>de</strong> stammen on<strong>de</strong>r<br />
een dak van roggestro. Vreem<strong>de</strong> huizen, nog verwant met <strong>de</strong> paalwon<strong>in</strong>gen, die een<br />
eigengereid volk borgen. Deze mensen beston<strong>de</strong>n van stropen en bezemb<strong>in</strong><strong>de</strong>n.<br />
Zwervend door het <strong>land</strong>, met soms een orgel of een beltrommel op <strong>de</strong> rug, brachten<br />
zij hun waar op <strong>de</strong> markten aan <strong>de</strong> man. 85.<br />
Hun bedrijf lijkt op dat <strong>de</strong>r Nieuwmarktenaars van Roeselare, een gesloten kaste<br />
‘rondventen<strong>de</strong> han<strong>de</strong>laars’ die alleen 's w<strong>in</strong>ters thuis waren ; een rusteloos, ruw volk<br />
dat weiger<strong>de</strong> zich te b<strong>in</strong><strong>de</strong>n aan een stiel of een ambacht, een geheimtaal had en<br />
leef<strong>de</strong> volgens eigen zigeuner-gebruiken. 86. Maar <strong>de</strong> Nieuwmarktenaars zijn<br />
stadsmensen, net als <strong>de</strong> Kempische Teuten, een autochtone maar wel ‘aparte<br />
bevolk<strong>in</strong>gsgroep’ van corporatief <strong>in</strong>gerichte ‘buitengaan<strong>de</strong>rs’, reizen<strong>de</strong> han<strong>de</strong>laars<br />
naar het buiten<strong>land</strong>, geen roversben<strong>de</strong>n, zoals Ecrevisse ze uit politieke nijd beschreef,<br />
maar gegoe<strong>de</strong> burgers met een verfijn<strong>de</strong> cultuur. 87.<br />
Nieuwmarktenaars en Teuten hebben niets te maken met het wil<strong>de</strong> ‘veld’-volk<br />
van Oost- en West-Vlaan<strong>de</strong>ren. Het van plun<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen leven<strong>de</strong> volkje <strong>in</strong> <strong>de</strong> beboste<br />
heuvels rond Ronse 88. , of <strong>de</strong> trandrovers van <strong>de</strong> oostkust, en zelfs <strong>de</strong> Hage<strong>land</strong>se en<br />
Zonhovense bezemb<strong>in</strong><strong>de</strong>rs 89. staan daar dichter bij.<br />
Door <strong>de</strong> ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> ontsluit<strong>in</strong>g van het <strong>land</strong> geraakten <strong>de</strong>ze buiten <strong>de</strong><br />
maatschappij leven<strong>de</strong> groepen op drift. De meesten g<strong>in</strong>gen ten on<strong>de</strong>r aan <strong>de</strong> honger<br />
en <strong>de</strong> epi<strong>de</strong>mieën van het mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r negentien<strong>de</strong> eeuw.<br />
E<strong>in</strong>dnoten:<br />
1. Addison, 281.<br />
2. von Plönnies, 202.<br />
3. Van<strong>de</strong>n Bussche, 25, 32-34.<br />
4. von Plönnies, 195-200; Hymans, 309; VS 1863, 158-159 (D. Sleeckx).<br />
5. RH 1873, 190.<br />
6. Sterkens-Cieters, 61; Verstappen 1963, 23; VS 1863, 158 (D. Sleeckx).<br />
7. Coornaert, 192-195, 202-207, 322-324 en passim; Fai<strong>de</strong>r, 130; He<strong>in</strong>s, 100.<br />
8. De Zuttere 1909, 21-24; VermautDe Zuttere, 171, 176, 409; Oetker, 488-490; Blanchard,<br />
232-233.<br />
9. Filliaert, 53, 56, 62, 71-89; BK 1948, 223-225 (J. Filliaert); Meertens, 358-359 (W. Pée); Oetker,<br />
499-500.<br />
10. Blanchard, 230.<br />
11. BK 1920, 24; Verstappen 1963, 28-34, 42-43.<br />
12. Putman, 26; OZ 1958, 23 (A. Van Hage<strong>land</strong>).<br />
13. Verstappen 1963, 24-27; Putman, 30-32.<br />
14. Blanchard, 319-322; Meertens, 359-360 (W. Pée); J. Huyttens, 34-36; Thuysbaert, 62-64;<br />
ScriveLoyer, 45-64; S<strong>in</strong>t-Niklaas, 189-190 (E. De Cuyper).<br />
15. Meertens, 359-360 (W. Pée); E. <strong>de</strong> Laveleye 1875, 71.<br />
16. E. <strong>de</strong> Laveleye 1878, XXXVIII-XXXIX; E. <strong>de</strong> Laveleye 1875, 75, 82; Vliebergh 1906, 20, 26;<br />
Perk, 29; Meertens, 405, 408 (R. Sterkens), 477, 479 (L. Swerts).<br />
17. Meertens, 437 (H. Pauwels).<br />
18. Vliebergh-Ulens 1921, 43-53, 115-127, 130-132.<br />
19. Vliebergh-Ulens 1909, 57, 63-71.<br />
20. Streuvels 1923, 200.<br />
21. Streuvels 1923, 281-282.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
22. Trefois 10, 114-197; Peeters, 55-62; Vliebergh 1906, 105; Weyns I, 109-113; Lyna, 248 (J.<br />
Lyna en K. Wellens).<br />
23. Streuvels 1923, 126.<br />
24. De Groodt, 11-19, 186; Trefois, 233-237; Streuvels 1923, 122-130, 135-136.<br />
25. Streuvels 1923, 138-140, 299-301; De Meyere 1912, 22-23.<br />
26. FBBF 1922-1923, 341 (A. Cosyn); BF 1923-1924, 164-165 (R. De Costers); Mar<strong>in</strong>us II, 15.<br />
27. TK 1887, 422 (A. Gittée); ESB 1965, 1-7 (P. L<strong>in</strong><strong>de</strong>mans); FBBF 1921-1922, 138-143 (Dr.<br />
Poodt); BF 1924-1925, 21-28 (E. De Paduwa); NW 1912, 50-51, 62-63, 74-75 (War<strong>de</strong>n Oom);<br />
BK 1946, 97-107 (M. Cafmeyer).<br />
28. OKT 1937, 25, 28 (J. Cornelissen); E. <strong>de</strong> Laveleye 1875, 61-63, 122; Thuysbaert, 167-168;<br />
Lefèvre, 256-258.<br />
29. Frère, 3e reeks, 145; Streuvels 1923, 226; Van <strong>de</strong>n Weghe, 128; Trefois, 260.<br />
30. De Meyere 1912, 19; Trefois, 263; Frère, 2e reeks, 220; VK 1970, 161 (J. Nelis); Groots, 266;<br />
Roelants, 44; Weyns I, 31, II, 850.<br />
31. RH 1868, 236-238 (D.G.).<br />
32. Streuvels 1923, 234.<br />
33. Blanchard, 310-319; E. <strong>de</strong> Laveleye 1875, 75; SP 1961, 78, 1964, 39-41, 1965, 273, (A.<br />
Tireliren).<br />
34. Lovel<strong>in</strong>g 1967, 18, 20, 43; BBN 1973, 35-36 (J. Van <strong>de</strong> Casteele); Benoit, 8; Pieters, 59;<br />
Mussely, 81.<br />
35. Streuvels 1923, 249-250; Teirl<strong>in</strong>ckStijns 1880, 90.<br />
36. Sleeckx 1869, 8-9.<br />
37. Streuvels 1923, 97-103.<br />
38. BK 1958, 82 (L. Dendooven); Clemens, 27-28; J. L<strong>in</strong><strong>de</strong>mans, 216.<br />
39. J.R. Snie<strong>de</strong>rs, 74-75.<br />
40. VT 1888-1889), 35-36 (Fr. Van Cauwenberghe); OVT 1890, 25-27 (J. Michielsen); TX 1921,<br />
3-8, 1929, 47-51 (I. Leysen); Trefois, 264.<br />
41. VK 1891, 164-165 (A. Gittée); OVT 1896, 56 (N. Panken); DO 1904, 185; NW 1911, 88-89<br />
(War<strong>de</strong>n Oom); BF 1926-1927, 178 (M. Peremans); A. Van <strong>de</strong>n Abeele 1866, 75.<br />
42. Blanchard, 512; Van Houcke, 62-66, 97; ESB 1926-1927, 189-194 (P. L<strong>in</strong><strong>de</strong>mans).<br />
43. ASH 1862, 168-170 (Th. Lanssens); DO 1890, 182 (A.), 1895, 45; TK 1857, 177 (Th. Lanssens);<br />
BF 1925-1926, 32-33 (J. Wauters), 1937, 354 (A. De Clercq); GM 1842, 103-104 (J.W. Wolf);<br />
BK 1946, 170-171 (M. Cafmeyer); RH 1879, 166-168 (L.B.D.L'A.); VT 1889, 75 (Fr. Van<br />
Cauwenberghe); ESB 1951, 185-187 (R. De Roeck); Bols, 248-249; De Cock-Teirl<strong>in</strong>ck VII,<br />
92-101, 111-114; J. Huyttens, 106-107; Sacré-De Cort, 237; Peeters, 271, 302, 339, 346-347;<br />
Limburgs Haspengouw, 213 (H. Jamar); Persyn, 16.<br />
44. TK 1883, 32 (J.K. Pelsens); VT 1892-1893, 94; RH 1879, 181 (E.-M.M.); Welters, 11; Sacré-De<br />
Cort, 256; BF 1932, 335-336 (M. De Braban<strong>de</strong>re); Limburgs Haspengouw, 209 (H. Jamar).<br />
45. KL 1842, 66-68 (J. Van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong>); OZ 1936, 49-50 (J. Cornelissen); DO 1886, 177, 1904,<br />
95-96 (A. Harou); J. Huyttens, 55-56.<br />
46. CK 1955-1956, 70 (J. Vorsselmans); LB 1923, 161 (J. Gessler), 1925, 76-77 (M. Martens);<br />
Tanghe Iseghem, 445-446; Pieters, 30-31, 63; ESB 1964, 338 (P. L<strong>in</strong><strong>de</strong>mans); RH 1869, 96,<br />
1878, 342, 1879, 94-95 (De Somer).<br />
47. Pieters, 15, 36, 76; ESB 1964, 337 (P. L<strong>in</strong><strong>de</strong>mans); RH 1878, 380 (K. De Flou), 1879, 95 (De<br />
Somer); VK 1909, 72-73 (A. De Cock), 52, 114-116 (M. Van Coppenolle); Gezelle I, 55;<br />
Lascabanne I, 2<strong>de</strong> <strong>de</strong>el, 69-70.<br />
48. AVN 3 aug. 1834, 7; W 1843, 214; BKH 1971, 45 (A. Dawyndt); ASG 1846-1847, 239, 240-241<br />
(P. Van Duyse); Valabrègue, 285.<br />
49. A. Snie<strong>de</strong>rs 1878A, 207; RPT 1973, 1-7 (J. De Smet); Rogghé, 5-6; Roelants, 44; P. L<strong>in</strong><strong>de</strong>mans<br />
II, 338-339; OD III, 5-6, 13-14 (K. Lamont); Weyns I, 44, 375-376, 394, II, 492, 670; Hugo<br />
1892, 116.<br />
50. Perk, 32; BK 1953, 122 (A. Viaene); KL 1842, 66 (J. Van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong>); ESB 1937, 393.<br />
51. BK 1911, 304 (L. Verwimp); Vliebergh-Ulens 1921, 63; NS 1841, 127-130 (X.); ESB 1950,<br />
56 (A.M. Lamend), 1952, 284 (F. Borgers); Lemonnier 1888, 316.<br />
52. DO 1885, 66; Van <strong>de</strong>r L<strong>in</strong><strong>de</strong>n, 207; Oetker, 13.<br />
53. De Ron<strong>de</strong>, 164; BGG 1837, 86-89, 1838, 57-58, 1839, 65-67 enz; NLJ 1838, 135, 1839, 134-144,<br />
1840, 155-160 enz., 1851, 169-179.<br />
54. KL 1843, 29-30; Thys, 6-8.<br />
55. Thys, 83.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
56. E 1849-1850, 45 (W.R.).<br />
57. Thys, 9-10, 16, 26, 32, 45-46, 50-52, 54, 84-87; De Potter-Broeckaert, 4e reeks, I, Berlare, 37;<br />
J. L<strong>in</strong><strong>de</strong>mans, 220.<br />
58. Van<strong>de</strong>r Straeten I, 7, 262-263; Sleeckx 1903, 110; Lauwers, 48-49; E 1849-1850, 76; MT 1849,<br />
260; Vuylsteke I, 220; BK 1930, 774 (A. Verwaetermeulen).<br />
59. A. Snie<strong>de</strong>rs 1878A, 48-49.<br />
60. Van<strong>de</strong>r Straeten II, 278.<br />
61. Streuvels 1923, 170-172.<br />
62. RSC 1907-1908, 234-237 (E. Vliebergh); HK 1946-1948, 90 (A. Peel); SP 1965, 214-215 (A.<br />
Tireliren); BK 1965, 157 (J. Geldhof); Thuysbaert, 73; André, 82-83, 124-127.<br />
63. Thuysbaert, 183.<br />
64. Vliebergh 1906, 121-122; VK 1896, 57 (P.N. Panken); Weyns II, 521-522; Lyna, 258 (J. Lyna).<br />
65. OKT 1937, 64 (J. Cornelissen); ESB 1931-1932, 150-151, 155 (H. De Vis).<br />
66. Courtmans 1866, 158; A. Van <strong>de</strong>n Abeele, 1873, 74.<br />
67. Meertens, 411 (R. Sterkens); VK 1901-1902, 65 (M. Verkest); SP 1964, 180-181 (A. Tireliren).<br />
68. J. Huyttens, 105-106.<br />
69. RPT 1973, 19 (J. De Smet); Tanghe Jabbeke, 39; Tanghe Ooteghem, 19.<br />
70. Streuvels 1923, 226.<br />
71. RH 1878, 326, 399 (A.W.); VK 1906, 180-181; BK 1956, 241 (J. Delbaere-Dumoul<strong>in</strong>), 1958,.<br />
175 (W. Giraleto); LB 1950, 35-36 (A.R.).<br />
72. RH 1889, 262. Vgl. Peeters, 390; Lambrechts, 450.<br />
73. ESB 1942, 347-349 (R. Billiet).<br />
74. Van Oost, 8-10.<br />
75. Van Oost, 24-28.<br />
76. J. L<strong>in</strong><strong>de</strong>mans, 208.<br />
77. Considérant, 12; Ducpétiaux 1850, 100-103; Blanchard, 411; Schepens, 35; Vliebergh 1906,<br />
46.<br />
78. RH 1872, 422,. 430, 437-438, 446-447, 1873, 6-7, 15-16, 22-24, 46-47 (K.D.C.).<br />
79. RH 1871, 382, 1873, 172.<br />
80. SP 1964, 179 (A. Tireliren).<br />
81. BK 1948, 249 (M. Cafmeyer).<br />
82. RH 1875, 268 (H. Godschalck).<br />
83. Blanchard, 334-338.<br />
84. <strong>de</strong> Sa<strong>in</strong>t-Genois I, 3.<br />
85. BK 1892, 26, 172-173 (A. Beelaert-C. Delaere); Blanchard, 338-339; Havard, 138; Scrive-Loyer,<br />
74; <strong>de</strong> Sa<strong>in</strong>t-Genois I, 158; J. Huyttens, 32; Meertens, 380 (P. De Keyser); ASH 1862, 172 (Th.<br />
Lansens); De Potter-Broeckaert, 1e reeks, I, Aalter, 7-8.<br />
86. Dochy, 327-332.<br />
87. Knippenberg, 12, 35; BT 1947, 90-92; LBH 1914-1915, 126 (J. Melchior); OLL 1957, 169 (M.<br />
Bussels); Vliebergh 1906, 32.<br />
88. Blanchard, 339; Art I, 270.<br />
89. Vliebergh-Ulens 1921, 154-155; Vliebergh 1908, 36-41.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De sp<strong>in</strong>ster (H. De Braekeleer)<br />
66<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
67<br />
De ontred<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van het platte<strong>land</strong><br />
Een <strong>land</strong> van be<strong>de</strong>laars<br />
De vreem<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen die tussen <strong>1830</strong> en 1860 België bezochten waren getroffen door<br />
het contrast tussen het weel<strong>de</strong>rig <strong>voor</strong>komen van het <strong>land</strong> en <strong>de</strong> massa be<strong>de</strong>laars.<br />
‘België, noteert <strong>in</strong> 1857 <strong>de</strong> Fransman Edmond Texier, heeft een rijk uitzicht en zijn<br />
platte<strong>land</strong> is prachtig. Waaraan ligt dan het grote aantal armen en be<strong>de</strong>laars <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
stad en op <strong>de</strong>n buiten? Men ziet ze <strong>in</strong> troepen bij <strong>de</strong> monumenten die <strong>de</strong> buiten<strong>land</strong>ers<br />
komen bekijken. In alle stations, bij het hekken langs het spoor, proberen be<strong>de</strong>laarsters<br />
me<strong>de</strong>lij<strong>de</strong>n te verwekken en lonken hopen k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren om een geldstuk.’ 1.<br />
Lang <strong>voor</strong> <strong>de</strong> crisis van <strong>de</strong> jaren veertig was ‘<strong>de</strong> be<strong>de</strong>larij met haar afschuwelijke<br />
lompen’ een kenteken van het <strong>land</strong>. Al <strong>in</strong> 1832 signaleer<strong>de</strong> <strong>de</strong> gouverneur van<br />
Oost-Vlaan<strong>de</strong>ren troepen be<strong>de</strong>laars die dreigend aalmoezen eisten. Met <strong>de</strong> jaren nam<br />
het aantal ben<strong>de</strong>n toe. Zelfs <strong>in</strong> <strong>de</strong> nacht zwierven hongerlij<strong>de</strong>rs rond, zodat men op<br />
<strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rijen ‘met schrik en angst g<strong>in</strong>g slapen’. Bezorgd zagen <strong>de</strong> stadsbesturen<br />
hoe, jaren vóór <strong>de</strong> hongercrisis begon, armen uit het platte<strong>land</strong> naar <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n<br />
stroom<strong>de</strong>n. Men kon <strong>in</strong> Gent, <strong>in</strong> het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> jaren veertig, geen tien schre<strong>de</strong>n<br />
doen zon<strong>de</strong>r ‘lastig te wor<strong>de</strong>n gevallen’ door be<strong>de</strong>laars. In 1841 rapporteer<strong>de</strong> het<br />
stadsbestuur van Ieper dat een ‘armenverhuiz<strong>in</strong>g’ van het platte<strong>land</strong> naar <strong>de</strong> stad ‘het<br />
schuim <strong>de</strong>r naburige bevolk<strong>in</strong>g’ b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> muren bracht: ‘terwijl het valie<strong>de</strong> <strong>de</strong>el<br />
van dit uitschot op <strong>de</strong>n buiten rondzwerft tot <strong>de</strong> w<strong>in</strong>ter het haar <strong>de</strong> stad zal drijven,<br />
dwalen k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren, kreupelen en ou<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> morgen tot <strong>de</strong> avond door onze<br />
straten en kwellen <strong>de</strong> <strong>voor</strong>bijgangers met hun erbarmelijke klachten’. Onafgebroken<br />
hoort men dit soort berichten: vanaf <strong>de</strong> jaren <strong>de</strong>rtig was er een uittocht aan <strong>de</strong> gang<br />
die duid<strong>de</strong> op een vreselijke crisis. 2.<br />
In het overbevolkte platte<strong>land</strong> ken<strong>de</strong>n <strong>de</strong> meesten nooit weel<strong>de</strong>. Maar men kon<br />
overe<strong>in</strong>d blijven door hard werk en door <strong>de</strong> bijverdienste van <strong>de</strong> huis<strong>in</strong>dustrie, van<br />
<strong>de</strong> vlasbewerk<strong>in</strong>g <strong>voor</strong>al. Toen <strong>de</strong>ze nijverheid snel en <strong>voor</strong> <strong>de</strong> gewone man<br />
onverwachts <strong>in</strong> elkaar stortte zag <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g geen uitkomst meer. In vele Westen<br />
Oostvlaamse gemeenten genoot toen één <strong>de</strong>r<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> helft on<strong>de</strong>rstand en kon nog<br />
amper één vijf<strong>de</strong> welgesteld wor<strong>de</strong>n genoemd.<br />
De Vlaamse vlasnijverheid<br />
In 1840 woon<strong>de</strong>n ongeveer vierenveertig percent van alle sp<strong>in</strong>sters en wevers <strong>in</strong><br />
Oost- en West-Vlaan<strong>de</strong>ren. Zij maakten er bijna één vijf<strong>de</strong> uit van <strong>de</strong> totale bevolk<strong>in</strong>g;<br />
tachtig percent van dit vijf<strong>de</strong> waren sp<strong>in</strong>sters. De hoge concentratie <strong>in</strong> sommige<br />
arrondissementen maakt <strong>de</strong> cijfers nog <strong>in</strong>drukwekken<strong>de</strong>r: <strong>in</strong> het arrondissement<br />
Roeselare-Tielt werkte vijftig percent van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> vlasnijverheid, <strong>in</strong> het<br />
arrondissement Ou<strong>de</strong>naar<strong>de</strong> veertig, <strong>in</strong> het arrondissement Kortrijk <strong>de</strong>rtig en <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
arrondissementen Gent en Aalst vijfentw<strong>in</strong>tig percent. 3. De helft van <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e lie<strong>de</strong>n<br />
op het Oost- en Westvlaamse platte<strong>land</strong> leef<strong>de</strong> van het vlas, en nog eens één vier<strong>de</strong><br />
vond <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze nijverheid een onmisbare bijverdienste.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Eeuwen lang was <strong>de</strong> vlasbewerk<strong>in</strong>g familiaal en agrarisch georganiseerd. Ie<strong>de</strong>r<br />
gez<strong>in</strong> won vlas op het <strong>land</strong>, spon het garen en weef<strong>de</strong> het l<strong>in</strong>nen, op <strong>de</strong> eerste plaats<br />
<strong>voor</strong> eigen gebruik. Wat overbleef werd op <strong>de</strong> markt verkocht. In alle hoeven<br />
zw<strong>in</strong>gel<strong>de</strong>n en hekel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> mannen <strong>in</strong> het ovenhuis en sponnen <strong>de</strong> vrouwen bij <strong>de</strong><br />
haard. Gelei<strong>de</strong>lijk aan, vanaf het beg<strong>in</strong> <strong>de</strong>r negentien<strong>de</strong> eeuw, verviel het gez<strong>in</strong>sweven.<br />
In<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
68<br />
ie<strong>de</strong>r dorp, ook buiten <strong>de</strong> vlasstreek, trof men beroepswevers aan die het gesponnen<br />
garen op <strong>de</strong> hoeven kochten. Het fijnste weef<strong>de</strong>n zij tot l<strong>in</strong>nen, het grofste tot lijnwaad<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> meelzakken en <strong>de</strong> werkkleren. Uit <strong>de</strong> drol vervaardig<strong>de</strong>n zij <strong>de</strong>kens <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
bedste<strong>de</strong>n van k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren en dienstbo<strong>de</strong>n. Bijna niets van het kostbare vlas g<strong>in</strong>g<br />
verloren: <strong>de</strong> sterkste klod<strong>de</strong>n dien<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong> touwslager, <strong>de</strong> lemen <strong>voor</strong> het haardvuur<br />
en <strong>de</strong> oven, het lijnzaad <strong>voor</strong> <strong>de</strong> slagmul<strong>de</strong>r die het verwerkte tot lijnolie <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
verlicht<strong>in</strong>g van het huis. 4.<br />
Rond 1840 waren <strong>de</strong> beroepswevers meestal nog zelfstandig. Slechts een kle<strong>in</strong><br />
aantal werkte <strong>voor</strong> reken<strong>in</strong>g van fabrikanten of kooplie<strong>de</strong>n, hoofdzakelijk buiten het<br />
vlasgebied, <strong>in</strong> <strong>de</strong> streek van Aalst, Brugge, Mechelen, Leuven en Turnhout. Hier en<br />
daar begon <strong>de</strong> proletariser<strong>in</strong>g: rond Kortrijk, Gent en Aalst werkten<br />
wevers-fabrikanten met een aantal getouwen en loonarbei<strong>de</strong>rs. En met <strong>de</strong> jaren h<strong>in</strong>g<br />
een toenemend aantal sp<strong>in</strong>sters en wevers economisch af van kooplie<strong>de</strong>n die <strong>de</strong><br />
vlasproduktie van het platte<strong>land</strong> verhan<strong>de</strong>l<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gskosten. 5.<br />
Dat is het beeld: het overgrote <strong>de</strong>el <strong>de</strong>r platte<strong>land</strong>sbevolk<strong>in</strong>g bestond direct of<br />
<strong>in</strong>direct door <strong>de</strong> vlasnijverheid. Een crisis <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze nijverheid moest armoe<strong>de</strong> en honger<br />
brengen èn <strong>de</strong> ontred<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van het leven. De comb<strong>in</strong>atie van <strong>land</strong>bouw en<br />
vlasnijverheid verzeker<strong>de</strong> <strong>de</strong> duurzaamheid waaruit <strong>de</strong> gebruiken groei<strong>de</strong>n die het<br />
har<strong>de</strong> bestaan z<strong>in</strong>vol maakten.<br />
De crisisvan <strong>de</strong> jaren veertig<br />
Tot <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren <strong>de</strong>rtig bleef dit leven nagenoeg onberoerd. Toen kwam <strong>de</strong> crisis<br />
waarop niemand was berekend. Het begon met het Frans-Belgisch han<strong>de</strong>lsverdrag<br />
van 5 juli 1836 dat ‘een catastrofe zon<strong>de</strong>r weerga’ veroorzaakte: door <strong>de</strong> verlag<strong>in</strong>g<br />
van <strong>de</strong> douanerechten kon <strong>de</strong> gemechaniseer<strong>de</strong> Engelse textiel<strong>in</strong>dustrie <strong>de</strong> Franse<br />
markt overspoelen met betere en goedkopere produkten. In vijf jaar tijd, van 1837<br />
tot 1843, verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong> uitvoer van Belgisch l<strong>in</strong>nen naar Frankrijk met meer dan<br />
<strong>de</strong> helft. Bovendien werd vanaf <strong>de</strong> jaren <strong>de</strong>rtig goedkoop vlas <strong>in</strong>gevoerd. 6. Om uit<br />
<strong>de</strong> nood te geraken had men <strong>de</strong> vlasnijverheid moeten mechaniseren. Frankrijk <strong>de</strong>ed<br />
het, maar België niet: <strong>de</strong> burgerij verzette zich hiertegen uit paternalistische motieven,<br />
en <strong>de</strong> platte<strong>land</strong>sbevolk<strong>in</strong>g omdat zij <strong>in</strong>st<strong>in</strong>ctief vrees<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> nieuwigheid haar<br />
traditiegedragen leven zou vernietigen. Het was een hopeloos verweer omdat <strong>de</strong><br />
evolutie onafwendbaar <strong>in</strong> het teken stond van <strong>de</strong> technische welvaart. Maar dat het<br />
verweer zich ontwikkel<strong>de</strong> en, paradoxaal, bijdroeg tot het afbreken van <strong>de</strong> volksaard<br />
is <strong>de</strong> belangrijkste en blijven<strong>de</strong> betekenis van <strong>de</strong>ze bittere jaren uit het mid<strong>de</strong>n van<br />
<strong>de</strong> eeuw.<br />
Bittere jaren: boven op <strong>de</strong> vlascrisis kwam vanaf 1845 een crisis van het<br />
<strong>land</strong>bouwgewas. Europa ken<strong>de</strong> <strong>in</strong> 1844-1845 een lange, strenge w<strong>in</strong>ter, van beg<strong>in</strong><br />
<strong>de</strong>cember tot ver <strong>in</strong> maart. 7. De vorst verniel<strong>de</strong> een groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> koolzaad- en<br />
tarweoogst. Om het verlies te compenseren <strong>de</strong><strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>land</strong>bouwers aan <strong>in</strong>tensievere<br />
aardappelteelt. Maar e<strong>in</strong>d juli 1845 begon <strong>de</strong> aardappelziekte: een nog onbeken<strong>de</strong><br />
plaag, veroorzaakt door een zwamparasiet, verniel<strong>de</strong> <strong>in</strong> enkele weken tijd, <strong>in</strong> België<br />
en <strong>de</strong> meeste Westeuropese <strong>land</strong>en, bijna <strong>de</strong> hele aardappeloogst. Erg waren <strong>de</strong><br />
gevolgen <strong>voor</strong>al <strong>in</strong> Oost- en West-Vlaan<strong>de</strong>ren, waar twee <strong>de</strong>r<strong>de</strong> van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
ten <strong>de</strong>le van <strong>de</strong> aardappel bestond: <strong>in</strong> Oost-Vlaan<strong>de</strong>ren g<strong>in</strong>g 90,8 percent, <strong>in</strong><br />
West-Vlaan<strong>de</strong>ren 92,4 percent van <strong>de</strong> oogst verloren.<br />
Ook het jaar 1846 was ‘rampspoedig’ <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>land</strong>bouw. Na een zachte maar natte<br />
w<strong>in</strong>ter werd <strong>in</strong> <strong>de</strong> zomer <strong>de</strong> rogge aangetast door brand: van <strong>de</strong> normale negentig<br />
kilo per <strong>in</strong>woner verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>in</strong> Oosten West-Vlaan<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> oogst tot zesen<strong>de</strong>rtig<br />
kilo. De ziekte tastte ook <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re graansoorten aan en halveer<strong>de</strong> ongeveer <strong>de</strong><br />
opbrengst. Drie jaar lang kwam er hongersnood <strong>in</strong> het Vlaamse platte<strong>land</strong>. 8.<br />
Epi<strong>de</strong>mieën teister<strong>de</strong>n <strong>de</strong> hongeren<strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g: tyfus <strong>in</strong> 1847-1848, cholera <strong>in</strong><br />
1848-1849.<br />
Tyfus was, met longter<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> ergste en<strong>de</strong>mische ziekte van <strong>de</strong> eeuw, ‘<strong>de</strong> echte<br />
pest van Europa’ meent Dr. Meynne, 9. een soort permanente cholera die jaar na jaar<br />
rond <strong>de</strong> vierduizend slachtoffers verg<strong>de</strong>. Zij was het gevolg van gebrek aan hygiëne<br />
en heerste daarom <strong>voor</strong>al <strong>in</strong> <strong>de</strong> volksbuurten van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n en bij <strong>de</strong> arme bevolk<strong>in</strong>g<br />
op het platte<strong>land</strong>. Van 1846 tot 1848 veroorzaakte <strong>de</strong> tyfus een verhoog<strong>de</strong> sterfte<br />
on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> uitgeputte bevolk<strong>in</strong>g. In sommige vlasgemeenten geraakten <strong>de</strong> mensen er<br />
mee vertrouwd, acht tot twaalf doodkisten tegelijk vóór het kerkportaal te zien. 10.<br />
De cholera was een regelmatig terugkeren<strong>de</strong> plaag die <strong>voor</strong>al <strong>in</strong> <strong>de</strong> armenwijken<br />
van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n woed<strong>de</strong>. De epi<strong>de</strong>mie van 1848-1849, na die van 1866 <strong>de</strong> ergste van<br />
<strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw, veroorzaakte ruim tweeentw<strong>in</strong>tig duizend sterfgevallen <strong>in</strong> het<br />
hele <strong>land</strong>. 11.<br />
De hoge sterftecijfers <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren van <strong>de</strong> crisis - 9.000 boven het normale<br />
jaargemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>in</strong> 1846, 22.000 <strong>in</strong> 1847, 10.000 <strong>in</strong> 1848 en 24.000 <strong>in</strong> 1849 12. - zijn<br />
echter niet op <strong>de</strong> eerste plaats het gevolg van <strong>de</strong> epi<strong>de</strong>mieën maar van <strong>de</strong> honger, en<br />
honger leed men <strong>voor</strong>al <strong>in</strong> het Vlaamse platte<strong>land</strong> en bepaal<strong>de</strong>lijk <strong>in</strong> <strong>de</strong> vlasstreken.<br />
In West-Vlaan<strong>de</strong>ren verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> het<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Vlasroten <strong>in</strong> <strong>de</strong> Leie (naar E. Claus)<br />
69<br />
bevolk<strong>in</strong>gscijfer met ruim 17.000 <strong>in</strong> 1846-1848 <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> vijf<br />
<strong>voor</strong>afgaan<strong>de</strong> jaren; drie kwart van <strong>de</strong>ze dal<strong>in</strong>g was gelokaliseerd <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
vlasarrondissementen. Oost-Vlaan<strong>de</strong>ren ken<strong>de</strong> een verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>in</strong>g met ruim 14.000,<br />
waarvan zes zeven<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> vlasarrondissementen. De hele Vlaamse<br />
platte<strong>land</strong>sbevolk<strong>in</strong>g leed on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> crisis. De ellendigsten, <strong>de</strong> vlasbewerkers,<br />
‘bezweken er aan’. 13.<br />
Mislukte oogsten en epi<strong>de</strong>mieën waren echter slechts gruwelijke acci<strong>de</strong>nten <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong>ze volksvernietig<strong>in</strong>g. Hoofdoorzaak was <strong>de</strong> overbevolk<strong>in</strong>g: ie<strong>de</strong>r jaar vor<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n,<br />
<strong>in</strong> het hele <strong>land</strong>, <strong>de</strong>rtig tot veertig duizend mon<strong>de</strong>n meer hun <strong>de</strong>el van een<br />
<strong>land</strong>bouwproduktie die, met <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong> versnipper<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>land</strong>bouwbedrijven,<br />
<strong>de</strong> stijgen<strong>de</strong> pachtprijzen, <strong>de</strong> duur<strong>de</strong>re levensmid<strong>de</strong>len en <strong>de</strong> dalen<strong>de</strong> lonen, steeds<br />
on-toereiken<strong>de</strong>r werd. 14. Vroeger kon <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g overe<strong>in</strong>d blijven dank zij <strong>de</strong><br />
vlasbewerk<strong>in</strong>g. De vlascrisis haal<strong>de</strong> haar neer.<br />
In zijn dagboek noteer<strong>de</strong> Bernardus De Neve van Zomergem <strong>voor</strong> januari 1848:<br />
‘De weef nijverheid is alhier geweldig vervallen en <strong>de</strong> armoe<strong>de</strong> zeer groot. Ganse<br />
ben<strong>de</strong>n be<strong>de</strong>laars lopen uitgehongerd rond, ook van Gent en el<strong>de</strong>rs. Er zijn mensen<br />
die dood vallen langs <strong>de</strong> straten, want <strong>de</strong> eetwaren zijn niet kopelijk <strong>voor</strong> <strong>de</strong> gewone<br />
man. De boeren moeten alles goed bewaken omdat er overal zoveel gestolen wordt.<br />
Men zegt dat er <strong>in</strong> Ruisele<strong>de</strong> en <strong>in</strong> W<strong>in</strong>gene hele menagieën uitgestorven zijn van<br />
<strong>de</strong> honger en <strong>de</strong> tyfus. Ook <strong>in</strong> Knesselare zijn er al boven <strong>de</strong> vijfhon<strong>de</strong>rd dood,<br />
meestal arme mensen en k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren, <strong>in</strong> een jaar of twee drie tijds. Daar wordt veel te<br />
we<strong>in</strong>ig uitge<strong>de</strong>eld, maar <strong>de</strong> armbesturen kunnen het niet volgen. De arme k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren<br />
gaan ook al lang naar school niet meer, maar rapen eikels of trekken spurrie of an<strong>de</strong>r<br />
kruid op het veld; er wordt soep gekookt van raapkolen en beten, en zelfs van<br />
boomschors. Daar is al een dag geweest dat er <strong>in</strong> <strong>de</strong> kerk van Zomergem elf<br />
doodkisten achter malkaar ston<strong>de</strong>n, tot aan het portaal. Men hoort van niets an<strong>de</strong>rs<br />
als van dood en dieften overal.’ 15.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Een volk op drift<br />
70<br />
De ben<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> jaren <strong>de</strong>rtig breid<strong>de</strong>n zich nu mateloos uit. Troepen van tientallen,<br />
soms hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n hongerlij<strong>de</strong>rs zwierven over het <strong>land</strong>, tot ver <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re prov<strong>in</strong>cies.<br />
In <strong>de</strong> w<strong>in</strong>ter van 1846-1847 stroom<strong>de</strong>n duizen<strong>de</strong>n be<strong>de</strong>laars uit Vlaan<strong>de</strong>ren <strong>de</strong><br />
hoofdstad b<strong>in</strong>nen. De Brusselse politie arresteer<strong>de</strong> rond <strong>de</strong> zesduizend <strong>land</strong>lopers <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> w<strong>in</strong>ter en stuur<strong>de</strong> <strong>de</strong> meesten direct naar hun prov<strong>in</strong>cies terug. Een<br />
duizendtal von<strong>de</strong>n enkele maan<strong>de</strong>n lang een toevlucht <strong>in</strong> <strong>de</strong> eethuizen van <strong>de</strong><br />
commissie. Bij het aanbreken van <strong>de</strong> lente wer<strong>de</strong>n zij met een extratre<strong>in</strong> op hun<br />
on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>ne gemeenten afgeleverd. 16.<br />
Naar Brugge <strong>voor</strong>al richtte zich <strong>de</strong> stroom van <strong>de</strong> armen. In het revolutiejaar 1848<br />
gren<strong>de</strong>l<strong>de</strong> het stadsbestuur <strong>de</strong> poorten af. Door <strong>de</strong>ze maatregel, dacht <strong>de</strong> overheid,<br />
‘hebben wij onze stad behoed <strong>voor</strong> een altijd gevaarlijke opeenhop<strong>in</strong>g van haveloze<br />
en gemene lie<strong>de</strong>n’. Al <strong>in</strong> november 1845 had <strong>de</strong> politie zeven be<strong>de</strong>laarsben<strong>de</strong>n<br />
aangehou<strong>de</strong>n, samengesteld uit mannen, vrouwen en k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren.<br />
K<strong>in</strong><strong>de</strong>rben<strong>de</strong>n trof men <strong>in</strong> heel Vlaan<strong>de</strong>ren aan, en <strong>de</strong> ‘k<strong>in</strong><strong>de</strong>rmisdadigheid’ nam<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong>ze jaren schrikwekkend toe. In 1845 verbleven tweeduizend vijfhon<strong>de</strong>rd<br />
m<strong>in</strong><strong>de</strong>rjarigen <strong>in</strong> <strong>de</strong> gevangenissen, bijna zesduizend <strong>in</strong> 1846 en meer dan<br />
negenduizend <strong>in</strong> 1847. Hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n volwassenen zagen geen an<strong>de</strong>re oploss<strong>in</strong>g dan<br />
ergens een paar ruiten <strong>in</strong> te gooien om <strong>in</strong> <strong>de</strong> gevangenis terecht te komen en aan <strong>de</strong><br />
honger te ontsnappen. Uit alle getuigenissen rijst het beeld van een wanhopige<br />
bevolk<strong>in</strong>g, en ook <strong>de</strong> hongerrellen - volks<strong>de</strong>monstraties die e<strong>in</strong>dig<strong>de</strong>n met het<br />
plun<strong>de</strong>ren van bakkerijen en w<strong>in</strong>kels - bewijzen <strong>de</strong> ontred<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. Van<br />
maatschappelijke oproeigheid was echter geen spoor: daartoe had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> hongerlij<strong>de</strong>rs<br />
<strong>de</strong> kracht niet. 17.<br />
De omvang van <strong>de</strong> crisis <strong>de</strong>ed <strong>de</strong> burgerij opschrikken. Naast een paar grondige<br />
studies verschenen talloze gelegenheidsschriften over ‘la question <strong>de</strong>s F<strong>land</strong>res’.<br />
Velen achtten zich geroepen om een oploss<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> te stellen, en wie er geen had<br />
<strong>de</strong>ed aan moralisatie. Voor het ‘Ne<strong>de</strong>rduitsch Taal- en Letterkundig Genootschap’<br />
van Brussel, op 1 februari 1846, betoog<strong>de</strong> ene Dr. Hanau dat <strong>de</strong> aardappelziekte wel<br />
‘een ramp’ was maar ook ‘goe<strong>de</strong> gevolgen’ zou hebben, ‘ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>de</strong>r<br />
menslievendheid, bevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van han<strong>de</strong>l en nijverheid, aankwek<strong>in</strong>g en volmak<strong>in</strong>g<br />
<strong>de</strong>r wetenschappen’: ‘zo zien wij klaarblijkelijk dat wanneer <strong>de</strong> God<strong>de</strong>lijke<br />
Voorzienigheid met <strong>de</strong> ene hand straft, zij met <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re haar zegen ruimschoots op<br />
ons doet neerdalen’. 18.<br />
De meesten beseften dat <strong>de</strong> oorzaak van <strong>de</strong> crisis <strong>in</strong> <strong>de</strong> vlasnijverheid lag. Enkelen<br />
pleitten <strong>voor</strong> mechaniser<strong>in</strong>g en mo<strong>de</strong>rniser<strong>in</strong>g van het bedrijf, maar doorgaans bleef<br />
men zweren bij <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>, beproef<strong>de</strong><br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Een Brusselse katoenfabriek <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste helft van <strong>de</strong> 19e eeuw<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
71<br />
handnijverheid die eeuwen lang welvaart had bezorgd en een waarborg was gebleken<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. De ‘Nationale Verenig<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tgang <strong>de</strong>r vlasnijverheid’,<br />
opgericht <strong>in</strong> mei 1838 en een goed jaar later omgedoopt tot verenig<strong>in</strong>g ‘<strong>voor</strong> het<br />
behoud en <strong>de</strong> <strong>voor</strong>uitgang <strong>de</strong>r ou<strong>de</strong> vlasnijverheid’, gaf <strong>de</strong> toon aan: ‘De<br />
platte<strong>land</strong>sarbei<strong>de</strong>r is ze<strong>de</strong>lijker, godsdienstiger, spaarzamer en or<strong>de</strong>lijker dan <strong>de</strong><br />
fabrieksarbei<strong>de</strong>r omdat hij m<strong>in</strong><strong>de</strong>r verdient en dus m<strong>in</strong><strong>de</strong>r weel<strong>de</strong> heeft en bijgevolg<br />
nuttiger <strong>de</strong> vrucht van zijn arbeid zal beste<strong>de</strong>n.’ Het zou een dwaasheid zijn, van <strong>de</strong><br />
vlasbewerken<strong>de</strong> platte<strong>land</strong>slie<strong>de</strong>n fabrieksarbei<strong>de</strong>rs te maken want die bestaan uit<br />
‘opeengehoopte massa's van ontevre<strong>de</strong>n proletariërs’. 19. Dan maar liever een veilige<br />
platte<strong>land</strong>sbevolk<strong>in</strong>g die zich, zo betoog<strong>de</strong> <strong>in</strong> 1841 <strong>de</strong> enquêtecommissie <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
vlas<strong>in</strong>dustrie, ‘doorgaans on<strong>de</strong>rscheidt door zachtaardige ze<strong>de</strong>n, lofwaardige<br />
or<strong>de</strong>lijkheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> gebruiken en nooit versagen<strong>de</strong> trouwhartigheid, die zich geduldig<br />
en gelaten toont <strong>in</strong> <strong>de</strong> ontber<strong>in</strong>gen en beschei<strong>de</strong>n blijft <strong>in</strong> haar verlangens’. Laat <strong>de</strong><br />
buitenlie<strong>de</strong>n dus bij <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> vlasbewerk<strong>in</strong>g blijven die hen dw<strong>in</strong>gt tot huiselijkheid<br />
en daarom ‘<strong>de</strong> behoedster is van <strong>de</strong> gez<strong>in</strong>sgeest’. 20.<br />
De reger<strong>in</strong>g keek ver<strong>de</strong>r. Zij stimuleer<strong>de</strong> <strong>de</strong> opricht<strong>in</strong>g van ‘mo<strong>de</strong>lwerkhuizen’<br />
<strong>voor</strong> wevers, waardoor <strong>de</strong> zelfstandige huiswerkers loonarbei<strong>de</strong>rs zou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n,<br />
afhankelijk van <strong>de</strong> fabrikanten-directeurs. Men hoopte hierdoor <strong>de</strong> versprei<strong>de</strong>, zon<strong>de</strong>r<br />
samenhang werken<strong>de</strong> huis<strong>in</strong>dustrie te centraliseren, <strong>de</strong> produktie aan het verbruik<br />
aan te passen en <strong>de</strong> wevers op te lei<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het vervaardigen van gegeer<strong>de</strong> weefsels.<br />
In 1847 waren er zevenenzestig mo<strong>de</strong>lwerkhuizen met staatssubsidie opgericht,<br />
waarvan er negenen<strong>de</strong>rtig <strong>in</strong> West-Vlaan<strong>de</strong>ren werkten. 21. Hiermee werd een eerste<br />
stap gezet naar <strong>de</strong> textielfabriek die, nieuwe levenskansen bood aan een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong><br />
platte<strong>land</strong>sbevolk<strong>in</strong>g maar ook haar ontwortel<strong>in</strong>g bevestig<strong>de</strong>.<br />
Inmid<strong>de</strong>ls schakel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> sp<strong>in</strong>sters over naar kantwerk. Eeuwen lang werd kant<br />
bijna uitsluitend <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n vervaardigd, tot <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren tw<strong>in</strong>tig van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong><br />
eeuw <strong>de</strong> mechaniser<strong>in</strong>g <strong>de</strong> handgemaakte kant begon te verdr<strong>in</strong>gen. De vlascrisis<br />
veroorzaakte echter een plotse heroplev<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> manuele kant, <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n en<br />
<strong>voor</strong>al op het platte<strong>land</strong>. De hele gemeenschap, overheid, geestelijkheid, kloosters<br />
en bevolk<strong>in</strong>g zette zich hier<strong>voor</strong> <strong>in</strong>. Met duizen<strong>de</strong>n rezen <strong>de</strong> kantscholen uit <strong>de</strong> grond<br />
en bijna overal ruim<strong>de</strong> het sp<strong>in</strong>newiel <strong>de</strong> plaats <strong>voor</strong> het spel<strong>de</strong>werksterskussen.<br />
Deze nieuwe nijverheid g<strong>in</strong>g met een nieuwe uitbuit<strong>in</strong>g gepaard, maar niettem<strong>in</strong><br />
hielp zij een <strong>de</strong>el <strong>de</strong>r bevolk<strong>in</strong>g van Oost- en West-Vlaan<strong>de</strong>ren door <strong>de</strong> ergste<br />
crisisjaren heen. De grove produkten von<strong>de</strong>n een tijd lang afzet op <strong>de</strong> Belgische en<br />
buiten<strong>land</strong>se markt en lieten, niettegenstaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> misbruiken, nog wat kruimels over<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> werksters, tot <strong>de</strong> overproduktie op haar beurt een crisis <strong>in</strong> <strong>de</strong> kantnijverheid<br />
veroorzaakte en nieuwe ellen<strong>de</strong> meebracht. 22.<br />
De jaren 1845-1850 zijn een dieptepunt <strong>in</strong> <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> Vlaamse<br />
platte<strong>land</strong>sbevolk<strong>in</strong>g. Alles wijst op <strong>de</strong> hoogste nood. In tien jaar tijd, van 1840 tot<br />
1850, steeg het aantal <strong>in</strong>geschreven behoeftigen <strong>in</strong> het hele <strong>land</strong> van<br />
vierhon<strong>de</strong>rdduizend naar negenhon<strong>de</strong>rdduizend. Het grootste aantal daarvan waren<br />
Vlaamse dagloners, wevers en sp<strong>in</strong>sters. In Oost-Vlaan<strong>de</strong>ren en Brabant was <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze<br />
jaren één vier<strong>de</strong> van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g behoeftig, <strong>in</strong> West-Vlaan<strong>de</strong>ren één <strong>de</strong>r<strong>de</strong>; <strong>in</strong><br />
sommige gemeenten kreeg <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> <strong>in</strong>woners steun. In 1846 tel<strong>de</strong> Brugge 46<br />
percent behoeftigen: <strong>de</strong> stijgen<strong>de</strong> spiraal van armoe<strong>de</strong> noem<strong>de</strong> <strong>de</strong> overheid<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
‘ontzettend’ en ‘schrikwekkend’. Rond het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> eeuw waren één <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />
van alle arbei<strong>de</strong>rs bij het armbestuur <strong>in</strong>geschreven. 23.<br />
Cijfers over behoeftigheid hebben een betrekkelijke waar<strong>de</strong>. Er zijn misbruiken,<br />
en het arbei<strong>de</strong>rsgez<strong>in</strong> dat één keer werd gesteund blijft vaak behoeftig uit sleur.<br />
Niettem<strong>in</strong> dui<strong>de</strong>n <strong>de</strong> cijfers uit het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> eeuw op ontred<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. Het is<br />
tekenend dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> crisisjaren Wakken, <strong>in</strong> het vlasarrondissement Kortrijk, aan <strong>de</strong><br />
reger<strong>in</strong>g subsidies vroeg <strong>voor</strong> <strong>de</strong> emigratie naar Amerika van het hele dorp,<br />
gemeentebestuur <strong>in</strong>cluis. 24.<br />
De uitgehonger<strong>de</strong>n van Vlaan<strong>de</strong>ren waren lichamelijk getekend: ‘Zij hebben alle,<br />
zegt <strong>in</strong> 1849 <strong>de</strong> Gentse arts Mareska <strong>in</strong> een me<strong>de</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g aan <strong>de</strong> Kon<strong>in</strong>klijke Aca<strong>de</strong>mie<br />
<strong>voor</strong> Geneeskun<strong>de</strong>, een vale, gelige gelaatskleur. De lippen, <strong>de</strong> mondholte, het<br />
tandvlees en het b<strong>in</strong>dvlies zijn bloedloos. De stem is zwak, <strong>de</strong> blik dof en wezenloos.<br />
Het gelaat en <strong>de</strong> le<strong>de</strong>maten zijn opgezwollen of uitgemergeld.’ 25. In <strong>de</strong> hospitalen<br />
kwamen alleen nog wrakken aan. Men zag er hele gez<strong>in</strong>nen uitgeput op <strong>de</strong> grond<br />
liggen, niet meer <strong>in</strong> staat zichzelf te behelpen. 26.<br />
Dit is geen armoe<strong>de</strong> meer maar <strong>de</strong> totale ellen<strong>de</strong> van een bevolk<strong>in</strong>g die haar<br />
levenskracht kwijt is. De economische ontwikkel<strong>in</strong>g vernietig<strong>de</strong> <strong>de</strong> levensgewoonten<br />
van een volk dat zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze stutten niet <strong>voor</strong>tkon; het zonk weg <strong>in</strong> <strong>de</strong> ontmoedig<strong>in</strong>g<br />
omdat zijn wereld verdween en het geen plaats vond <strong>in</strong> <strong>de</strong> nieuwe, beheerst door een<br />
vreem<strong>de</strong> geest. Zelf had <strong>de</strong> op drift geraakte bevolk<strong>in</strong>g geen dui<strong>de</strong>lijk besef van wat<br />
er aan <strong>de</strong> gang was, maar <strong>in</strong>st<strong>in</strong>ctief scheen zij<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De huiswever, 1896 (L. Frédéric)<br />
72<br />
aan te voelen dat haar <strong>voor</strong>tbestaan en haar zelfstandigheid bedreigd wer<strong>de</strong>n. De<br />
meest luci<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> tijdgenoten die over het ‘pauperisme <strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren’ nadachten<br />
hebben dit <strong>in</strong>st<strong>in</strong>ctieve aanvoelen verwoord.<br />
Twee d<strong>in</strong>gen troffen <strong>de</strong>ze waarnemers: <strong>de</strong> lusteloosheid van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g èn het<br />
verbeten zich vastklampen aan <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> werkwijze. Juist <strong>de</strong> comb<strong>in</strong>atie van <strong>de</strong> twee<br />
houd<strong>in</strong>gen maakte <strong>de</strong> hele situatie uitzichtloos. ‘Het meest alarmerend, schreef Fr.<br />
Jalheau, is het steeds erger wor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> kwaal, doordat <strong>de</strong> ongelukkige proletariërs<br />
van Vlaan<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> toekomst als hopeloos beschouwen en zij zich laten wegglij<strong>de</strong>n<br />
<strong>in</strong> een lusteloos en monotoon bestaan, tot <strong>de</strong> dood, dit absolute geneesmid<strong>de</strong>l <strong>voor</strong><br />
alle kwalen, er een e<strong>in</strong><strong>de</strong> aan maakt.’ 27. De Fransman L. Wolowski stel<strong>de</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />
diagnose: ‘Het probleem lijkt haast onoplosbaar want <strong>de</strong> kwaal bestaat hoofdzakelijk<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> lusteloosheid, <strong>de</strong> ontmoedig<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> <strong>de</strong>moralisatie van <strong>de</strong> werkers. Zij wanhopen<br />
aan <strong>de</strong> toekomst omdat zij verpletterd wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r het gewicht van hun lij<strong>de</strong>n. Zij<br />
schijnen niet meer te leven, alleen nog te vegeteren.’ 28. Het is nodig, betogen bei<strong>de</strong><br />
auteurs, <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g ‘opnieuw hoop te geven’ en ‘haar morele energie herop te<br />
wekken’ zodat ze weer zichzelf kan zijn. Dat dit laatste bijna onmogelijk is gewor<strong>de</strong>n<br />
omdat <strong>de</strong> eigenheid niet <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g is te brengen met <strong>de</strong> nieuwe eisen van<br />
economie en techniek zeggen <strong>de</strong>ze auteurs niet uitdrukkelijk, maar het volgt uit hun<br />
betoog.<br />
Het dui<strong>de</strong>lijkst <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze z<strong>in</strong> schrijft Eduard Moser, reger<strong>in</strong>gsraad van Pruisen, die<br />
<strong>in</strong> 1852 <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Pruisische m<strong>in</strong>ister van Han<strong>de</strong>l een on<strong>de</strong>rzoek <strong>de</strong>ed naar <strong>de</strong><br />
‘mo<strong>de</strong>lwerkhuizen’ <strong>in</strong> Oost- en West-Vlaan<strong>de</strong>ren:<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De ongewensten, 1903 (E. Laermans)<br />
73<br />
‘Van <strong>de</strong> grote eigenschappen uit <strong>de</strong> glansrijke tijd heeft <strong>de</strong> Vlam<strong>in</strong>g <strong>de</strong> <strong>de</strong>ugd van<br />
huiselijkheid, <strong>de</strong> z<strong>in</strong> <strong>voor</strong> or<strong>de</strong> en maat, het geduld en <strong>de</strong> handigheid <strong>in</strong> het werk<br />
bewaard. Maar men zoekt bij hem tevergeefs <strong>de</strong> beweeglijkheid, <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gsz<strong>in</strong><br />
en <strong>de</strong> koopmansgeest, het open oog <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustriële eisen van <strong>de</strong> tijd, het<br />
onvermoeibare streven om <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re <strong>land</strong>en door han<strong>de</strong>l en nijverheid te overtreffen,<br />
hoedanighe<strong>de</strong>n die zijn <strong>voor</strong>va<strong>de</strong>ren economisch en politiek groot hebben gemaakt.<br />
Te mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>voor</strong>uitgang leeft <strong>de</strong> Vlam<strong>in</strong>g geïsoleerd en verstard. Hij blijft<br />
trouw aan zijn tradities, aan zijn taal, aan <strong>de</strong> oerou<strong>de</strong> werkmetho<strong>de</strong>s en moet daarom<br />
het eerste slachtoffer wor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> regelmatig terugkeren<strong>de</strong> crisissen <strong>in</strong> het<br />
arbeidsproces...In <strong>de</strong> hardste ontber<strong>in</strong>g blijft hij rustig op zijn plaats. Hij geeft geen<br />
enkel van zijn gewoonten prijs en sluit zich op <strong>in</strong> zijn huishoud<strong>in</strong>g. Als slachtoffer<br />
van zijn onverzettelijkheid, van zijn taai vasthou<strong>de</strong>n aan het beroep dat hij van zijn<br />
<strong>voor</strong>va<strong>de</strong>ren erf<strong>de</strong>, zakt hij bij zijn weefgetouw <strong>in</strong> elkaar: hij heeft niet eens aan <strong>de</strong><br />
mogelijkheid gedacht het te verlaten. Hij ziet geen an<strong>de</strong>r mid<strong>de</strong>l meer om zijn toestand<br />
te verbeteren dan <strong>de</strong> toevlucht tot <strong>de</strong> openbare weldadigheid.’ 29.<br />
Dit is <strong>de</strong> diepere betekenis van <strong>de</strong> crisis <strong>de</strong>r jaren veertig: tegen <strong>de</strong> onstuitbare<br />
beweg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> tijd <strong>in</strong> trachtte het platte<strong>land</strong>svolk een tijd lang zichzelf te blijven.<br />
En toen dat onmogelijk bleek, toen <strong>de</strong> traditieband vernietigd was, restte er alleen<br />
nog <strong>de</strong> vlucht: <strong>in</strong> <strong>de</strong> weldadigheid en <strong>de</strong> be<strong>de</strong>larij <strong>voor</strong> <strong>de</strong> meest wanhopigen, <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
uitwijk<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> wie het geloof had<strong>de</strong>n om te bouwen aan een nieuwe toekomst; en<br />
<strong>voor</strong> een steeds groter aantal <strong>in</strong> <strong>de</strong> vlucht naar <strong>de</strong> stad die <strong>de</strong> ontred<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g bevestig<strong>de</strong>.<br />
E<strong>in</strong>dnoten:<br />
1. Texier, 295.<br />
2. Rapport Courtrai 1841, 43, 1842, 40, 1843, 20; Rapport Ypres 1841, 320-321; Van<strong>de</strong>r Meersch,<br />
68; BC 1844, 350.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
3. Enquête 1841, 362; E. Sabbe, 77.<br />
4. Dubois, 62; P. L<strong>in</strong><strong>de</strong>mans II, 217; Neuville 1976 I, 15-16.<br />
5. Dubois, 63-66; Jacquemyns 1929, 105-106.<br />
6. E. Sabbe, 57, 75.<br />
7. Easton, 151-152; Van <strong>de</strong>r L<strong>in</strong><strong>de</strong>n, 197.<br />
8. Jacquemyns 1929, 248-257, 267; Ducpétiaux 1855A, 232; Easton, 152; Neuville 1976 I, 62.<br />
9. Patria Belgica II, 108.<br />
10. Jacquemyns 1929, 342-346; Lagae, passim.<br />
11. Patria Belgica II, 110 (Meynne); Jacquemyns 1929, 351.<br />
12. Ducpétiaux 1855 A, 193-194.<br />
13. Jacquemyns 1929, 358, 387-390; Ducpétiaux 1855 A, 193-194.<br />
14. Ducpétiaux 1855 B, 461, 466, 470; Van<strong>de</strong>r Meersch, 199-200, 251-253; Ducpétiaux 1850, 53.<br />
15. AM 1970, 100-101.<br />
16. Rapport Bruxelles 1847, 23; Wouters 1963. II, 960; Schepens, 44-45; Neuville .1976 I, 70.<br />
17. Rapport Bruges 1848, 98; BK 1956, 173-178 (J. De Smet); Jacquemyns 1929, 324-329;<br />
Ducpétiaux 1855 A, 193; Filleul, 68-69.<br />
18. VVL 1846, 231.<br />
19. Jacquemyns 1929, 111-112.<br />
20. Enquête, 1841, 410.<br />
21. Moser, 24-25, 31.<br />
22. Schepens, 34; Verhaegen 1902, I, 49; HK 1946-1948, 163 (J. Delbaere); GT 1973, 77 (M.<br />
Steels); Degreef, 23, 55-56; E. Sabbé, 77.<br />
23. Ducpétiaux 1855 B, 445-446; Ducpétiaux 1855 A, 189; Van<strong>de</strong>r Meersch, 88; Rapport Bruges<br />
1847, 34; Neuville 1976 I, 64-68.<br />
24. Lentacker, 222.<br />
25. Jacquemyns 1929, 340.<br />
26. R Fl 1848, 49 (D.O.).<br />
27. Jalheau, 7.<br />
28. Wolowski, 28.<br />
29. Moser, 16-17.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Gents beluik, 1910 (J. De Bruycker)<br />
74<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De onmenselijke stad<br />
Het paradijs van <strong>de</strong> sloppen<br />
75<br />
Met <strong>de</strong> crisis van <strong>de</strong> jaren veertig begon <strong>de</strong> uittocht van het platte<strong>land</strong>. Wellicht<br />
beproef<strong>de</strong>n een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> volksverhuizers hun geluk eerst <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>ere ste<strong>de</strong>n met<br />
<strong>land</strong>elijk karakter, maar uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk kwamen <strong>de</strong> meesten terecht <strong>in</strong> <strong>de</strong> grote centra.<br />
Voor <strong>de</strong> stroom van ongeschool<strong>de</strong>n was er geen plaats <strong>in</strong> <strong>de</strong> armenwijken van <strong>de</strong><br />
ste<strong>de</strong>n. Op <strong>de</strong>ze won<strong>in</strong>gnood bedreef <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw een aparte speculatie.<br />
Welgestel<strong>de</strong> burgers, mid<strong>de</strong>nstan<strong>de</strong>rs en zelfs arbei<strong>de</strong>rs bouw<strong>de</strong>n b<strong>in</strong>nenplaatsjes,<br />
tu<strong>in</strong>en en braakliggen<strong>de</strong> terre<strong>in</strong>en om tot ‘labyr<strong>in</strong>ten van kle<strong>in</strong>e, sombere huisjes’,<br />
door gangen afgesloten van <strong>de</strong> rest <strong>de</strong>r stad. Het was een uitsteken<strong>de</strong> geldbelegg<strong>in</strong>g,<br />
want <strong>de</strong> lage huur trok <strong>de</strong> arme bevolk<strong>in</strong>g aan: terre<strong>in</strong>en die tevoren niet ren<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n<br />
brachten nu vijftien tot achttien percent van het geïnvesteer<strong>de</strong> kapitaal op. In alle<br />
ste<strong>de</strong>n die met <strong>in</strong>wijkel<strong>in</strong>gen had<strong>de</strong>n af te rekenen rezen <strong>de</strong> beluiken uit <strong>de</strong> grond.<br />
De wet van 1 februari 1844 schreef <strong>voor</strong> dat zij <strong>voor</strong>taan enkel met <strong>de</strong> toelat<strong>in</strong>g van<br />
<strong>de</strong> overheid mochten wor<strong>de</strong>n gebouwd en on<strong>de</strong>r controle van <strong>de</strong> politie zou<strong>de</strong>n staan,<br />
net als <strong>de</strong> gebouwen langs <strong>de</strong> openbare weg. Maar <strong>de</strong> proliferatie van <strong>de</strong> sloppen, <strong>de</strong><br />
hele eeuw door, bewijst <strong>de</strong> toeschietelijkheid van <strong>de</strong> gemeentebesturen met<br />
bouwvergunn<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> nutteloosheid van het politietoezicht dat eigenlijk alleen<br />
<strong>de</strong> rooilijn en <strong>de</strong> hoogte van <strong>de</strong> gevels betrof. Overal nam het aantal beluiken <strong>voor</strong>al<br />
na <strong>de</strong> wet van 1844 toe. En om <strong>de</strong> eigenaars van sloppen die meestal ook kiezers<br />
waren niet te ontstemmen, riskeer<strong>de</strong> <strong>de</strong> gemeentelijke overheid het niet om ongezon<strong>de</strong><br />
won<strong>in</strong>gen onbewoonbaar te verklaren. 1.<br />
De zeldzame foto's van gangen tonen een totale wanhoop: met <strong>de</strong> ruggen tegen<br />
elkaar gebouw<strong>de</strong> tweekamerhuisjes kijken uit op <strong>de</strong> open riolen van een straatje;<br />
b<strong>in</strong>nen zitten <strong>de</strong> mensen opeengepakt <strong>in</strong> <strong>de</strong> verwaarloz<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> spullenrommel,<br />
elk beschikkend over twee of drie kubieke meter. Deze opeenhop<strong>in</strong>g was onmenselijk<br />
èn do<strong>de</strong>lijk: <strong>in</strong> 1850 beschouw<strong>de</strong> <strong>de</strong> Antwerpse stadsarchitect Bourla veertien kubieke<br />
meter per persoon een uiterst m<strong>in</strong>imum. 2. In <strong>de</strong> Antwerpse <strong>de</strong>r<strong>de</strong> wijk kon men <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
jaren vijftig het beluik 1718 bewon<strong>de</strong>ren, een hok van drieen<strong>de</strong>rtig kubieke meter<br />
waar<strong>in</strong> twee gez<strong>in</strong>nen, samen tien personen, woon<strong>de</strong>n; het daglicht viel b<strong>in</strong>nen door<br />
een getralied venster dat niet open kon, en door twee raampjes bij het kel<strong>de</strong>rgat. 3.<br />
In een verslag <strong>voor</strong> <strong>de</strong> enquêtecommissie van 1843 beschreven <strong>de</strong> artsen Mareska<br />
en Heyman <strong>de</strong> Gentse beluiken uit het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> eeuw. Tij<strong>de</strong>ns hun speurtochten<br />
naar <strong>de</strong> arbeidstoestan<strong>de</strong>n <strong>in</strong> Gent had<strong>de</strong>n zij een hun onbeken<strong>de</strong> wereld van<br />
verkommer<strong>in</strong>g ont<strong>de</strong>kt, weggeborgen achter <strong>de</strong> burgergevels, ‘een twee<strong>de</strong> stad <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
stad’ waar één vijf<strong>de</strong> van <strong>de</strong> stadsbevolk<strong>in</strong>g samengeperst leef<strong>de</strong> op één<br />
driehon<strong>de</strong>rdste van <strong>de</strong> stadsoppervlakte. Tot <strong>de</strong> gruwelijkste cités behoor<strong>de</strong> het beluik<br />
‘Batavia’, tussen <strong>de</strong> S<strong>in</strong>t-Pietersnieuwstraat en <strong>de</strong> Mu<strong>in</strong>kkaai: hon<strong>de</strong>rd meter lang,<br />
<strong>de</strong>rtig meter breed, met hon<strong>de</strong>rdzeventien huizen rond vier gangen, zes<br />
gemeenschappelijke closets, twee pompen en een open riool waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> goten en<br />
gemakken leegliepen. In dit paradijs woon<strong>de</strong>n hon<strong>de</strong>rdzeventien gez<strong>in</strong>nen, vijfhon<strong>de</strong>rd<br />
vijfentachtig mensen. 4. ‘Daar, schrijft Edward Anseele over het “Batavia” van 1847,<br />
leven ze allen als opeen, door <strong>de</strong> wetten, door <strong>de</strong> trots <strong>de</strong>r rijken en burgers veracht,<br />
buiten <strong>de</strong> maatschappij gesloten evenals <strong>de</strong> melaatsen <strong>de</strong>r mid<strong>de</strong>leeuwen.’ 5.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Wie waren <strong>de</strong> eigenaars van <strong>de</strong> gangen, <strong>de</strong> speculanten op <strong>de</strong> won<strong>in</strong>gnood? Naast<br />
<strong>de</strong> weigestel<strong>de</strong>n en<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Antwerps beluik <strong>in</strong> <strong>de</strong> Bre<strong>de</strong>straat rond 1920<br />
76<br />
enkele loontrekken<strong>de</strong>n zocht <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> burger uit <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>nklasse, <strong>de</strong> rentenieren<strong>de</strong><br />
kle<strong>in</strong>han<strong>de</strong>laar een maatschappelijke beveilig<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het bezit van sloppen of poorten. 6.<br />
Uit een paar anekdoten die R<strong>in</strong>a Lis <strong>voor</strong> het Antwerpen van <strong>de</strong> jaren vijftig opteken<strong>de</strong><br />
puilt <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>burgerlijkheid van <strong>de</strong> gangeneigenaars. In <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> wijk bezat <strong>de</strong> weduwe<br />
Wildiers een beluik met <strong>de</strong>rtien won<strong>in</strong>gen en tachtig huur<strong>de</strong>rs. Die beschikten over<br />
één pissijn maar een gemakhuisje was er niet. Het Antwerps Saner<strong>in</strong>gscomité - op<br />
het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> jaren veertig wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong>rgelijke comités <strong>in</strong> alle belangrijke<br />
agglomeraties opgericht <strong>in</strong>gevolge een m<strong>in</strong>isterieel <strong>voor</strong>schrift - had <strong>de</strong> eigenares<br />
aangemaand om <strong>de</strong>ze toestand <strong>in</strong> or<strong>de</strong> te brengen. Zij antwoord<strong>de</strong> op 3 mei 1852 <strong>in</strong><br />
het Frans: ‘Eén enkel pissijn, zoals dat steeds het geval is geweest, volstaat<br />
ruimschoots <strong>voor</strong> <strong>de</strong> behoeften van <strong>de</strong>rtien gez<strong>in</strong>nen. De ervar<strong>in</strong>g heeft mij geleerd<br />
dat met <strong>de</strong> pissijnen ook het aantal ongezon<strong>de</strong> en vieze plaatsen toeneemt en die<br />
dient men <strong>in</strong> het belang van <strong>de</strong> openbare gezondheid zoveel mogelijk te vermij<strong>de</strong>n.’<br />
Op 11 <strong>de</strong>cember 1852 weiger<strong>de</strong> <strong>de</strong> weduwe Janssens, eigenares van een gang <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
vier<strong>de</strong> wijk, een pissijn te laten bouwen <strong>in</strong> een huisje waar twee gez<strong>in</strong>nen woon<strong>de</strong>n,<br />
een ou<strong>de</strong> vrouw met haar bl<strong>in</strong><strong>de</strong> zoon en een gehuw<strong>de</strong> militair. ‘De militair, schreef<br />
zij aan <strong>de</strong> politiecommissaris, verblijft <strong>de</strong> hele dag <strong>in</strong> <strong>de</strong> kazerne. Ik zou dus een<br />
pissijn moeten bouwen <strong>voor</strong> een bl<strong>in</strong><strong>de</strong> en twee vrouwen. <strong>Mijn</strong>heer <strong>de</strong> commissaris<br />
weet ongetwijfeld dat vrouwen doorgaans niet <strong>in</strong> een pissijn wateren. Er rest dus<br />
alleen <strong>de</strong> bl<strong>in</strong><strong>de</strong> <strong>voor</strong> wie mijnheer <strong>de</strong> commissaris mij een pissijn wil laten bouwen.<br />
Wie weet of hij mij na<strong>de</strong>rhand niet zal bevelen “<strong>de</strong> mener pisser l'aveugle”.’ 7.<br />
Belangrijker nog dan <strong>de</strong>ze kle<strong>in</strong>burgerlijke vrekkigheid is <strong>de</strong> ‘gettovorm<strong>in</strong>g’ 8. bij<br />
het bouwen van beluiken en arbei<strong>de</strong>rswijken. Overal zitten <strong>de</strong> gangen weggeborgen<br />
achter huizenrijen. Overal zijn <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rswijken geschei<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> burgerwijken,<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e ste<strong>de</strong>n evenzeer als <strong>in</strong> <strong>de</strong> grote. De meest <strong>voor</strong>komen<strong>de</strong> vorm is <strong>de</strong><br />
ruimtelijke scheid<strong>in</strong>g van vlak naast elkaar gelegen homogene burger- en<br />
armenbuurten. In het lage ge<strong>de</strong>elte van Mechelen lag <strong>de</strong> groezeligheid van <strong>de</strong><br />
armenstraatjes <strong>in</strong> <strong>de</strong> S<strong>in</strong>te-Katelijne-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
77<br />
parochie naast <strong>de</strong> <strong>de</strong>ftige S<strong>in</strong>t-Jansparochie; <strong>in</strong> <strong>de</strong> bovenstad grens<strong>de</strong> <strong>de</strong> Dijlewijk<br />
van schippers, kaaiwerkers en stoelmakers aan <strong>de</strong> rijke Lievevrouweparochie. Te<br />
Leuven leid<strong>de</strong> <strong>de</strong> stadsstructuur, met haar geconcentreer<strong>de</strong> agglomeratie b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong><br />
eerste r<strong>in</strong>gmuur en <strong>de</strong> l<strong>in</strong>tbebouw<strong>in</strong>g langs <strong>de</strong> radiaalstraten van <strong>de</strong> eerste naar <strong>de</strong><br />
twee<strong>de</strong> r<strong>in</strong>gmuur, tot een aparte vorm van segregatie: <strong>de</strong> burgerij bewoon<strong>de</strong> het<br />
centrum en <strong>de</strong> radiaalstraten terwijl <strong>de</strong> paupers <strong>de</strong> zijstraatjes en <strong>de</strong> gangen bezetten.<br />
In Gent lagen <strong>de</strong> beluiken en armenwijken verspreid over <strong>de</strong> hele stad. Nieuwe<br />
arbei<strong>de</strong>rsbuurten had<strong>de</strong>n zich vastgezet aan <strong>de</strong> rand. Het treffendst beeld biedt<br />
Antwerpen. De eerste wijk is bijna homogeen burgerlijk, <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> bijna homogeen<br />
arm, <strong>in</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> en <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> wijk wonen bei<strong>de</strong> groepen van elkaar geschei<strong>de</strong>n, en<br />
<strong>de</strong> vijf<strong>de</strong> wijk, buiten <strong>de</strong> wallen, vormt een planloze opeenhop<strong>in</strong>g van krotten langs<br />
slijkwegen. B<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> muren zijn <strong>de</strong> armenbuurten hoofdzakelijk <strong>in</strong> drie zones<br />
geconcentreerd, <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> wijk en <strong>de</strong> oostelijke uithoeken van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> en <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />
wijk: daar leeft rond het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> eeuw <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rsteun<strong>de</strong>n <strong>in</strong> sloppen<br />
die afsteken tegen <strong>de</strong> weel<strong>de</strong> vlakbij. 9.<br />
Dat <strong>de</strong> segregatie bewust gewild werd kan men, wat Antwerpen betreft, nog aflezen<br />
van het stadsplan dat Closson <strong>in</strong> 1843 teken<strong>de</strong>: daarop staat, <strong>in</strong> een uithoek van <strong>de</strong><br />
<strong>de</strong>r<strong>de</strong> wijk langs <strong>de</strong> S<strong>in</strong>t-Jorisvest, een ‘werkmanskazerne’ afgebeeld die dateert van<br />
het beg<strong>in</strong> <strong>de</strong>r negentien<strong>de</strong> eeuw: negentig huisjes zon<strong>de</strong>r verdiep<strong>in</strong>g, met <strong>de</strong> ruggen<br />
tegen elkaar gezet langs drie evenwijdige gangen en door ommur<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />
omliggen<strong>de</strong> straten geschei<strong>de</strong>n. Hier hokten een duizendtal mensen, <strong>de</strong> allerarmsten<br />
die <strong>de</strong> huur <strong>in</strong> <strong>de</strong> armenzones el<strong>de</strong>rs niet aankon<strong>de</strong>n; zij beschikten over een tweetal<br />
vierkante meter per persoon. 10.<br />
De burgerij <strong>de</strong>ed <strong>de</strong> segregatie ontstaan omdat zij geen confrontatie wenste met<br />
<strong>de</strong> ellen<strong>de</strong>, <strong>de</strong> viezigheid en <strong>de</strong> on<strong>de</strong>ug<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> paupers, en omdat zij <strong>de</strong> epi<strong>de</strong>mieën<br />
vrees<strong>de</strong> die vanuit <strong>de</strong> armenbuurten dreig<strong>de</strong>n. 11. Dat segregatie <strong>de</strong> kans op epi<strong>de</strong>mieën<br />
verhoog<strong>de</strong> en <strong>de</strong> opeenhop<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> armen <strong>in</strong> getto's een gevaar was, zag men pas<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> eeuw. De wet van 1 juli 1858 beoog<strong>de</strong> <strong>de</strong> saner<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />
ongezon<strong>de</strong> buurten door onteigen<strong>in</strong>g en afbraak. Na <strong>de</strong> cholera van 1866, <strong>de</strong> ergste<br />
van <strong>de</strong> eeuw met drieënveertigduizend slachtoffers <strong>in</strong> het hele <strong>land</strong>, hoofdzakelijk<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke krottenwijken, 12. liet <strong>de</strong> wet van 15 november 1867 <strong>de</strong> onteigen<strong>in</strong>g<br />
toe <strong>voor</strong> alle plannen van stadsverfraai<strong>in</strong>g. In het laatste kwart van <strong>de</strong> eeuw verdwenen<br />
heel wat arbei<strong>de</strong>rsbuurten, maar <strong>de</strong>ze saner<strong>in</strong>g gebeur<strong>de</strong> ‘op <strong>de</strong> rug van <strong>de</strong> armen’:<br />
waar tevoren krotten lagen verrezen resi<strong>de</strong>ntiële wijken, terwijl <strong>de</strong> vroegere bewoners<br />
<strong>in</strong> nieuwe getto's terechtkwamen en tot ‘saner<strong>in</strong>gsnoma<strong>de</strong>n’ wer<strong>de</strong>n. 13. .<br />
De uitwijkel<strong>in</strong>gen van het platte<strong>land</strong> vestig<strong>de</strong>n zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> beluiken en <strong>de</strong><br />
armenwijken. Zij verloren alles: wat het leven z<strong>in</strong>vol had gemaakt en zonken weg<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> hopeloosheid van een bestaan dat geboorte, arbeid en dood tot een vloek maakte<br />
omdat er geen uitweg meer was.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Gents beluik e<strong>in</strong>d 19e eeuw<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De armen <strong>in</strong> <strong>de</strong> stad<br />
78<br />
Wat beteken<strong>de</strong> het, arm te zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong>-eeuwse stad? Rond 1850 trok één<br />
vier<strong>de</strong> tot één <strong>de</strong>r<strong>de</strong>, hier en daar zelfs <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke bevolk<strong>in</strong>g steun.<br />
Maar <strong>de</strong> behoeftigheid vertelt niet alles, want steun kreeg men slechts <strong>in</strong> hoge nood<br />
en <strong>de</strong> normen wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> crisisjaren steeds strenger omdat <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len van <strong>de</strong><br />
armbesturen uitgeput raakten. Achter het leger behoeftigen g<strong>in</strong>g een niet te schatten<br />
groep ellendigen schuil. Men kan stellen dat <strong>in</strong> vele ste<strong>de</strong>n rond het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />
eeuw ongeveer <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g arm was. Dat beteken<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats<br />
honger lij<strong>de</strong>n, niet meer beschikken over het levensm<strong>in</strong>imum van tweeduizend<br />
kalorieën per dag en per volwassene. 14. Het beteken<strong>de</strong> <strong>de</strong> last dragen van <strong>de</strong> segregatie,<br />
van <strong>de</strong> opeenhop<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> krotten, van <strong>de</strong> onmenselijke arbeid, twaalf tot veertien<br />
uur lang. Arm zijn was <strong>de</strong> ontred<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g meemaken van het gez<strong>in</strong>sleven en niet meer<br />
weten wat warmte en beslotenheid beteken<strong>de</strong>n. De gez<strong>in</strong>stoestan<strong>de</strong>n die een Brusselse<br />
enquête van 1890 aan het licht bracht zijn typerend <strong>voor</strong> alle ste<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong><br />
helft van <strong>de</strong> eeuw. In <strong>de</strong> eerste wijk trof <strong>de</strong> commissie een gez<strong>in</strong> van tien personen<br />
aan die op één kamer leef<strong>de</strong>n: een zeventigjarige man en diens <strong>de</strong>r<strong>de</strong> vrouw, drie<br />
zonen uit het eerste huwelijk, twee dochters en een zoon uit het twee<strong>de</strong> huwelijk en<br />
twee buitenechtelijke dochters van <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> vrouw. Er was één bed, <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs.<br />
De acht k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren sliepen op een strozak die overdag tegen <strong>de</strong> wand werd gezet. Drie<br />
van <strong>de</strong> vier meisjes waren zwanger door <strong>de</strong> halfbroers. 15.<br />
Dit is een staal van het ste<strong>de</strong>lijke armengez<strong>in</strong>. Hier van ‘gez<strong>in</strong>’ spreken kl<strong>in</strong>kt<br />
belachelijk want er is geen huis, alleen maar een hok waar men slaapt na het werk,<br />
er is geen band tussen <strong>de</strong> mensen, tenzij <strong>de</strong> last van <strong>de</strong> gemeenschappelijke ellen<strong>de</strong>,<br />
en geen toekomst buiten <strong>de</strong> zekerheid van het onafwendbare lot. Incest, concub<strong>in</strong>aat<br />
en buitenechtelijke k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren vervangen hier wat <strong>de</strong> burger ‘gez<strong>in</strong>’ heet. Met <strong>de</strong><br />
drankzucht en <strong>de</strong> smerigheid zijn dit <strong>de</strong> ‘on<strong>de</strong>ug<strong>de</strong>n’ die <strong>de</strong> burgerij aan <strong>de</strong> volksklasse<br />
toeschrijft. In 1844 beweer<strong>de</strong> <strong>de</strong> ‘Conseil Central <strong>de</strong> la salubrité publique <strong>de</strong><br />
Bruxelles’ dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> Brusselse textielmanufactuur ‘drie vier<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> vrouwen zich<br />
prostitueer<strong>de</strong>n en dat zeven op <strong>de</strong> acht buitenechtelijke k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren had<strong>de</strong>n’. Dat was<br />
niet alleen een burgerlijk oor<strong>de</strong>el maar tevens <strong>de</strong> beschrijv<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> werkelijkheid<br />
- als men het woord ‘prostitutie’ vervangt door ‘vrij geslachtelijk verkeer’. Heel wat<br />
arbei<strong>de</strong>rs huw<strong>de</strong>n niet omdat zij hiertoe <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len niet had<strong>de</strong>n en van<br />
geboortebeperk<strong>in</strong>g niets wisten. Zij verkozen, zegt <strong>de</strong> Han<strong>de</strong>lskamer van Kortrijk <strong>in</strong><br />
1844, ‘zich aan ontucht over te geven’. De hele levenssituatie dwong tot <strong>de</strong>ze<br />
‘lie<strong>de</strong>rlijkheid’: <strong>de</strong> promiscuïteit <strong>in</strong> <strong>de</strong> sloppen en werkhuizen, <strong>de</strong> ontwortel<strong>in</strong>g en<br />
<strong>voor</strong>al <strong>de</strong> wanhoop om het z<strong>in</strong>loze bestaan, met jenever en seksualiteit als <strong>de</strong> enige<br />
gou<strong>de</strong>n momenten. 16.<br />
Wat gebeur<strong>de</strong> er met het k<strong>in</strong>d <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze ontred<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g? De peuters die te kle<strong>in</strong> waren<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> fabriek kwamen, als het meeviel, overdag terecht <strong>in</strong> <strong>de</strong> bewaarscholen. Die<br />
verschil<strong>de</strong>n van stad tot stad. De Antwerpse waren <strong>in</strong>gericht met <strong>de</strong> steun van <strong>de</strong><br />
burgerij. In 1849 tel<strong>de</strong> <strong>de</strong> stad er vier, met een duizendtal k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. ‘Gelukkige<br />
<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen’, zo prees het Belgisch Chronijkje van 1841 <strong>de</strong> twee toen bestaan<strong>de</strong><br />
bewaarscholen, waar ‘<strong>de</strong> arme k<strong>in</strong><strong>de</strong>rkens die an<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> het wil<strong>de</strong>, om zo te zeggen,<br />
opwassen’ ‘<strong>de</strong> eerste grondbeg<strong>in</strong>selen van een christelijke opvoed<strong>in</strong>g’ en ‘nuttige<br />
kennissen’ meekrijgen. Zo zullen ‘die be<strong>voor</strong>rechte schepseltjes’ ‘<strong>in</strong> hun armoe<strong>de</strong><br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
zelfs tot nut dienen <strong>voor</strong> Kerk en Va<strong>de</strong>r<strong>land</strong>’. 17. In Gent heette men <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen<br />
‘speelscholen’. Zij wer<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n door niet uitwerken<strong>de</strong> bewoners van<br />
armenwijken en beluiken, w<strong>in</strong>keliers, herbergiers en huisarbei<strong>de</strong>rs. Bij hen lever<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong> vrouwen <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren af wanneer zij naar het werk trokken. In 1885 tel<strong>de</strong> <strong>de</strong> stad<br />
ruim veertig ‘speelscholen’. 18.<br />
Zodra het arbei<strong>de</strong>rsk<strong>in</strong>d op eigen benen stond moest het naar <strong>de</strong> fabriek. Men trof<br />
k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren van zeven, zes en zelfs vijf jaar <strong>in</strong> alle <strong>in</strong>dustrieën aan, maar <strong>voor</strong>al <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
textiel. Dat lag niet alleen aan <strong>de</strong> bedrijfslei<strong>de</strong>rs. Uit nood zetten <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs hun<br />
k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren zo vroeg mogelijk aan het werk en op eigen <strong>in</strong>itiatief namen <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs<br />
van <strong>de</strong> manufacturen goedkope k<strong>in</strong><strong>de</strong>rwerkkrachten <strong>in</strong> dienst. In een ambachtelijke<br />
Brusselse weverij werkten <strong>in</strong> 1844 vijftig volwassen wevers en ongeveer evenveel<br />
k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren van zeven, acht en negen jaar. Zij waren door <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs aangeworven<br />
en betaald om <strong>de</strong> klossen te w<strong>in</strong><strong>de</strong>n en <strong>de</strong> katoen af te haspelen. Volgens <strong>de</strong><br />
enquêtecommissie was dit een typerend geval. 19.<br />
Geestelijk noch lichamelijk kregen <strong>de</strong> jonge arbei<strong>de</strong>rs ‘<strong>de</strong> tijd om volwassen te<br />
wor<strong>de</strong>n’ 20. omdat het werk <strong>de</strong> meesten <strong>in</strong> enkele jaren aftakel<strong>de</strong>. Koelwetenschappelijk<br />
beschreef <strong>in</strong> 1844 <strong>de</strong> ‘Académie royale <strong>de</strong> mé<strong>de</strong>c<strong>in</strong>e’ het effect van <strong>de</strong> fabriek op <strong>de</strong><br />
onvolwassen werker: ‘On<strong>de</strong>rzoek het fabrieksk<strong>in</strong>d: ... het is mager en verschrompeld<br />
en vertoont alle tekens van verval, bleekzucht, kliergezwellen en rachitis. Op het<br />
magere, vale gelaat ligt een trek van lij<strong>de</strong>n. De spieren zijn nauwelijks ontwikkeld,<br />
<strong>de</strong> buik is opgezwollen, <strong>de</strong> spijsverter<strong>in</strong>g is meestal moei-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
79<br />
zaam en gaat gepaard met zure oprisp<strong>in</strong>gen. Het k<strong>in</strong>d klaagt over hoofdpijn, buikloop<br />
en darmkolieken. Het groeit traag en onregelmatig en <strong>de</strong> uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke lichaamsgestalte<br />
blijft on<strong>de</strong>r het normale gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>.’ 21.<br />
De burger en <strong>de</strong> pauper<br />
De be<strong>voor</strong>rechten vroegen zich af waarom <strong>de</strong> volksklasse <strong>in</strong> een welvaren<strong>de</strong><br />
maatschappij steeds armer werd. Men mocht <strong>in</strong> geen geval beweren, meen<strong>de</strong> <strong>in</strong> 1856<br />
ene Emile Lion, dat alleen <strong>de</strong> hogere klassen profiteer<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> groeien<strong>de</strong> welvaart:<br />
<strong>de</strong> ‘aanzienlijke stijg<strong>in</strong>g’ van het loon s<strong>in</strong>ds een eeuw bewees het tegen<strong>de</strong>el. De<br />
armoe<strong>de</strong> kon alleen maar wor<strong>de</strong>n toegeschreven aan het lage morele peil van <strong>de</strong><br />
volksklasse, aan haar ban<strong>de</strong>loosheid en haar gebrek aan z<strong>in</strong> <strong>voor</strong> spaarzaamheid. 22.<br />
‘Wat zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze lie<strong>de</strong>n aan sparen <strong>de</strong>nken, schreef <strong>de</strong> Borgloonse arts Georges<br />
Claes, daar hun geest zich niet leent tot het opnemen van <strong>de</strong> eenvoudigste noties over<br />
huishoudkun<strong>de</strong> en eigenbelang?... Wanneer hij verstompt is door <strong>de</strong> drank wordt <strong>de</strong><br />
arbei<strong>de</strong>r gebrekkig. Zijn gez<strong>in</strong> verafschuwt hem en hij valt ten laste van zijn k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren<br />
die zelf <strong>in</strong> ellen<strong>de</strong> gedompeld zijn.’ Impliciet ligt <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze z<strong>in</strong>nen een afkeer die ver<strong>de</strong>r<br />
<strong>in</strong> het geschrift naar voren komt: ‘De arbei<strong>de</strong>rs hangen <strong>de</strong> grote heer uit <strong>in</strong> <strong>de</strong> café's<br />
en herbergen maar <strong>in</strong> bed st<strong>in</strong>ken zij. Om hun onz<strong>in</strong><strong>de</strong>lijkheid en om <strong>de</strong> ondraaglijke<br />
Vod<strong>de</strong>nrapers, Brussel (J. Codron)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
80<br />
lucht die hun kleren versprei<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n zij verafschuwd door allen die met hen <strong>in</strong><br />
contact moeten komen.’ 23.<br />
In bijna alle getuigenissen duikt <strong>de</strong>ze hoofdtrek van het burgerlijk <strong>de</strong>nken op: <strong>de</strong><br />
materiële ellen<strong>de</strong> van <strong>de</strong> volksklasse ligt aan haar verbeest<strong>in</strong>g. In een verslag van<br />
1860 over <strong>de</strong> oorzaken van <strong>de</strong> armoe<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> havenstad vond het Antwerps Bureel<br />
van Weldadigheid dat <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>r zelf <strong>de</strong> schuld droeg van zijn behoeftige ou<strong>de</strong> dag,<br />
want <strong>in</strong> <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> jaren liet hij het sparen na. ‘Hij bracht zijn vrije uren door <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
herberg <strong>in</strong> plaats van zich met zijn k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren bezig te hou<strong>de</strong>n. Hij leer<strong>de</strong> hun <strong>de</strong><br />
aandriften te voldoen <strong>in</strong> onbedachtzaam verteren.’ Ziekte, werkloosheid en ontber<strong>in</strong>g<br />
waren het resultaat van wangedrag en luiheid. De lonen mochten aan <strong>de</strong> lage kant<br />
zijn, maar ‘een handige, oppassen<strong>de</strong> werkman met een niet te groot gez<strong>in</strong> en een<br />
eerzame, hardwerken<strong>de</strong> vrouw kon<strong>de</strong>n <strong>de</strong>snoods rondkomen met het loon dat <strong>de</strong><br />
meeste bedrijven betaal<strong>de</strong>n’. De oploss<strong>in</strong>g lag <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hand: ‘Laat ons <strong>de</strong> moraliteit<br />
van <strong>de</strong> werkman verhogen. Dan zullen wij... <strong>de</strong> enige dam tegen <strong>de</strong> ontber<strong>in</strong>g hebben<br />
opgeworpen die weerstand biedt.’ 24.<br />
Dit cynisme kreeg soms een grappige noot. In 1844 vond <strong>de</strong> ‘Société <strong>de</strong> Mé<strong>de</strong>c<strong>in</strong>e<br />
d'Anvers’ <strong>de</strong> dompige eenkamerwon<strong>in</strong>gen niet zo erg, vermits <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rsklasse<br />
toch een fl<strong>in</strong>k <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> dag doorbracht op <strong>de</strong> straat ‘die <strong>de</strong> tu<strong>in</strong> is van <strong>de</strong> arme’.<br />
En waarom <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>rarbeid afschaffen? De arbeid is toch ‘<strong>de</strong> gymnastiek van <strong>de</strong><br />
arme’ en bezorgt, behalve <strong>de</strong> onontbeerlijke aanvull<strong>in</strong>g van het gez<strong>in</strong>sloon, ook<br />
nuttige lichaamsoefen<strong>in</strong>g aan het k<strong>in</strong>d. 25.<br />
Al <strong>de</strong> argumenten van <strong>de</strong> burgerij <strong>in</strong> verband met <strong>de</strong> noodzakelijkheid van <strong>de</strong><br />
k<strong>in</strong><strong>de</strong>rarbeid zijn samengevat <strong>in</strong> het beken<strong>de</strong> geschrift van Nestor Considérant. Niet<br />
alleen is het k<strong>in</strong><strong>de</strong>rloon, ‘hoe ger<strong>in</strong>g ook’, ‘een vaak onmisbare hulp <strong>in</strong> het gez<strong>in</strong> van<br />
<strong>de</strong> arme’, maar <strong>voor</strong>al kan <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustrie ‘zoals zij thans is <strong>in</strong>gericht’ niet buiten het<br />
k<strong>in</strong>d: door <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>rarbeid af te schaffen zou men haar tot ‘een uitgesproken<br />
m<strong>in</strong><strong>de</strong>rwaardigheid’ veroor<strong>de</strong>len en <strong>de</strong> ‘normale ontwikkel<strong>in</strong>g’ remmen ‘waarop zij<br />
recht heeft’. Er zijn immers taken <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustrie waar<strong>voor</strong> alleen het k<strong>in</strong>d ‘door zijn<br />
handigheid en lenigheid’ geschikt is en die slechts met een k<strong>in</strong><strong>de</strong>rloon kunnen wor<strong>de</strong>n<br />
vergoed. 26. Dit thema hoort men een halve eeuw lang <strong>in</strong> <strong>de</strong> burgerpers en <strong>in</strong> het<br />
parlement. Nog <strong>in</strong> 1878, tij<strong>de</strong>ns het Kamer<strong>de</strong>bat over een <strong>voor</strong>stel om <strong>de</strong> mijnarbeid<br />
van k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> twaalf jaar te verbie<strong>de</strong>n, vond Woeste het een ‘eretitel’ <strong>voor</strong><br />
België, het enige <strong>land</strong> <strong>in</strong> Europa te zijn dat <strong>de</strong> vrouwen- en k<strong>in</strong><strong>de</strong>rarbeid niet bij wet<br />
had geregeld: ‘Wij moeten, dunkt mij, aan Europa het <strong>voor</strong>beeld geven van <strong>de</strong> eerbied<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>dividuele vrijheid.’ 27.<br />
Meestal g<strong>in</strong>g het egoïsme van <strong>de</strong>ze be<strong>de</strong>nk<strong>in</strong>gen schuil achter een vreemdsoortige<br />
filantropie. Mensen die <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ruitbuit<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> fabriek normaal von<strong>de</strong>n gaven aan<br />
<strong>de</strong> buitenlie<strong>de</strong>n - uiteraard achterlijke wezens die niet <strong>in</strong> staat zijn hun kroost<br />
behoorlijk op te voe<strong>de</strong>n - <strong>de</strong> raad ‘hun k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>in</strong> een vreem<strong>de</strong> stad te plaatsen zodra<br />
<strong>de</strong> leeftijd en het gestel dit toelieten, liever dan ze thuis te laten vegeteren waar <strong>de</strong><br />
onverschilligheid van <strong>de</strong> huisgenoten hun geest zou afstompen’. 28. De burger was<br />
ervan overtuigd dat hij zich belangeloos <strong>in</strong>zette <strong>voor</strong> <strong>de</strong> m<strong>in</strong>be<strong>de</strong>el<strong>de</strong>n wanneer hij<br />
hun <strong>voor</strong>hield wat ze wel en niet hoor<strong>de</strong>n te doen. Dat gaf hem een grote voldoen<strong>in</strong>g<br />
en tegelijk een gevoelen van veiligheid: hij hielp <strong>de</strong> volksmens optillen uit zijn<br />
verdierlijk<strong>in</strong>g door hem <strong>de</strong> <strong>de</strong>ug<strong>de</strong>n van maat, spaarzaamheid en vlijt bij te brengen<br />
en leer<strong>de</strong> hem meteen volgzaam te zijn en tevre<strong>de</strong>n met zijn lot. Daarom dacht <strong>de</strong><br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
urger dat ‘<strong>de</strong> godsdienst goed was <strong>voor</strong> het volk’. Dat hoor<strong>de</strong> men niet alleen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
sermoenen 29. en <strong>in</strong> <strong>de</strong> geschriften van toonaangeven<strong>de</strong> katholieken 30. maar ook bij <strong>de</strong><br />
vrijz<strong>in</strong>nige liberalen. De hele burgerij misbruikte het geloof van <strong>de</strong> volksklasse om<br />
een systeem van weldadigheid op te leggen dat tot lijdzaamheid dwong. 31. De<br />
raadgev<strong>in</strong>gen waarmee <strong>de</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>rbroe<strong>de</strong>r Maternus Goyens ‘<strong>de</strong> <strong>de</strong>ugdzame<br />
dienstmeid’ bedacht, lagen <strong>in</strong> <strong>de</strong> lijn van <strong>de</strong>ze geest: ‘De meesters zijn Gods<br />
plaatsvervangers. Daarom hebben zij recht op uw eerbied. Aan die eerbied te kort<br />
blijven is aan God zelf te kort doen.’ De mei<strong>de</strong>n dien<strong>de</strong>n dus ‘bl<strong>in</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>gs’ en<br />
‘blijmoedig’ te gehoorzamen, ‘omdat God het wil’. 32.<br />
Het ‘werklie<strong>de</strong>nboekje’ is een <strong>voor</strong>beeld van het controle-paternalisme. In 1814<br />
begon <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>r Jozef Peeters als zesjarige knaap te werken <strong>voor</strong> <strong>de</strong> firma Brepols<br />
en Dierickx <strong>in</strong> Turnhout. Op 8 mei 1850 on<strong>de</strong>rteken<strong>de</strong> hij <strong>in</strong> zijn werkboekje een<br />
nieuw contract dat hem <strong>voor</strong> vijf jaar aan het bedrijf bond. Hij beloof<strong>de</strong> zich ‘on<strong>de</strong>r<br />
alle opzichten als een braaf en eerlijk werkman te gedragen’, ‘<strong>in</strong> alles’ op ‘het belang<br />
van zijn meester’ bedacht te zijn, zich stipt aan <strong>de</strong> werkuren te hou<strong>de</strong>n en overuren<br />
te maken ‘als het werk presseer<strong>de</strong>’. ‘Voor <strong>de</strong> m<strong>in</strong>ste of ger<strong>in</strong>gste overtred<strong>in</strong>g’ zou<br />
hij een scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>g van drieduizend frank betalen. Geen werkgever mocht hem<br />
<strong>in</strong> dienst nemen ‘zolang die niet zou voldaan zijn’. In ruil garan<strong>de</strong>er<strong>de</strong> <strong>de</strong> firma <strong>de</strong><br />
stipte uitbetal<strong>in</strong>g van het overeengekomen loon. 33. Waarschijnlijk achtte Jozef Peeters<br />
zich hiermee geborgen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
V. Aankomst van <strong>de</strong> diligence (X. Lepr<strong>in</strong>ce)<br />
t.o. 80<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
K<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>in</strong> <strong>de</strong> fosfoornijverheid<br />
81<br />
kwa<strong>de</strong> jaren. Dat hij een slaaf was kwam bij hem niet op: volstrekt gezag en<br />
on<strong>de</strong>rdanigheid vond ie<strong>de</strong>reen toen normaal.<br />
In <strong>de</strong> zomer van 1930 sprak A. Dierckxsens met enkele patiënten uit het<br />
ou<strong>de</strong>mannenhuis te Turnhout. Het g<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>rmeer over het analfabetisme van <strong>de</strong><br />
ou<strong>de</strong> generatie Turnhoutenaars. Hoe kon het ook an<strong>de</strong>rs, vroegen <strong>de</strong> oudjes, vermits<br />
wij vanaf zes of zeven jaar naar <strong>de</strong> fabriek moesten. ‘Overigens had<strong>de</strong>n wij geen<br />
geleerdheid nodig. Gelijk <strong>de</strong> rijken het ons zeg<strong>de</strong>n, zo was het. Ston<strong>de</strong>n wij, enige<br />
werklie<strong>de</strong>n op straat te praten en zagen wij <strong>in</strong> <strong>de</strong> verte een koe aankomen, dan was<br />
die koe <strong>voor</strong> ons allen natuurlijk een koe. Maar kwam er toevallig een heer langs<br />
ons die zei dat het een geit was, dan was die koe <strong>voor</strong> ons allen een geit.’ 34. Het is<br />
een naïeve illustratie van <strong>de</strong> achtergrond <strong>de</strong>r negentien<strong>de</strong>-eeuwse klasseverhoud<strong>in</strong>gen.<br />
De weldadigheid beoog<strong>de</strong> het behoud van <strong>de</strong>ze geest. Een tw<strong>in</strong>tigtal jaren lang,<br />
van 1850 tot 1870, schonk <strong>in</strong> alle grotere ste<strong>de</strong>n <strong>de</strong> gemeentelijke overheid<br />
‘z<strong>in</strong><strong>de</strong>lijkheidsprijzen’ - ‘nuttige d<strong>in</strong>gen’ als meubelen, kleren of bed<strong>de</strong>goed en, <strong>voor</strong><br />
uitzon<strong>de</strong>rlijke prestaties, een penn<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> wapens van <strong>de</strong> stad - aan <strong>de</strong> gez<strong>in</strong>nen<br />
uit <strong>de</strong> volksbuurten die een commissie, na het neuzen <strong>in</strong> <strong>de</strong> kleren en <strong>de</strong> huisraad en<br />
het bekeuren van <strong>de</strong> huisgenoten, als <strong>de</strong> ‘properste’ had aangeduid. De uitreik<strong>in</strong>g<br />
gebeur<strong>de</strong> plechtig, ie<strong>de</strong>r jaar, <strong>in</strong> het bijzijn van een schare notabelen want het was<br />
een belangrijke aangelegenheid: ‘Als men <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>r vanaf <strong>de</strong> jeugd vertrouwd<br />
maakt met regelmaat en z<strong>in</strong><strong>de</strong>lijkheid wekt men bij hem behoudsgez<strong>in</strong><strong>de</strong> gevoelens<br />
op en bijgevolg ook matigheid en moraliteit.’ 35.<br />
De zondagsscholen moesten <strong>de</strong> jongens en <strong>de</strong> meisjes uit <strong>de</strong> armenwijken<br />
beschermen tegen <strong>de</strong> bedreig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> straat en <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>lijke <strong>in</strong>vloed van het gez<strong>in</strong>.<br />
Dames en heren uit ‘<strong>de</strong> beste families’ van <strong>de</strong> stad besteed<strong>de</strong>n hun zondagen aan het<br />
geven van geestelijke on<strong>de</strong>rricht<strong>in</strong>gen en lessen <strong>in</strong> lezen, schrijven en rekenen.<br />
Advocaat Melchior Kramp, <strong>de</strong> bezieler van <strong>de</strong> zondagsscholen <strong>in</strong> Antwerpen, was<br />
er diep van overtuigd dat <strong>de</strong>ze belangeloze toewijd<strong>in</strong>g een heilzame uitwerk<strong>in</strong>g had<br />
op <strong>de</strong> volksjeugd: ‘Welke <strong>in</strong>druk zal op het jonge gemoed van <strong>de</strong> meeste leerl<strong>in</strong>gen<br />
het aandoenlijke schouwspel niet maken dat zich afrolt <strong>voor</strong> hun verwon<strong>de</strong>r<strong>de</strong> en<br />
verte<strong>de</strong>r<strong>de</strong> ogen? Personen uit <strong>de</strong> hoogste rangen van <strong>de</strong> maatschappij, die het prestige<br />
dragen van een a<strong>de</strong>llijke naam of een groot fortu<strong>in</strong>, die schitteren door hun faam, die<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
vereerd wor<strong>de</strong>n om hun wetenschap, hun on<strong>de</strong>rv<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g en hun <strong>de</strong>ugd, rukken zich<br />
los van hun zaken, hun rust en hun persoonlijke genoegens om zich te vermengen<br />
met - om zich te verliezen <strong>in</strong> <strong>de</strong> massa <strong>de</strong>r k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>r en <strong>de</strong> arme. Met<br />
hen brengen zij <strong>de</strong> schoonste uren van <strong>de</strong> zondagen en <strong>de</strong> feestdagen door. Zij<br />
proberen <strong>de</strong> grove taal van <strong>de</strong>ze k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren te spreken om ze <strong>de</strong> beg<strong>in</strong>selen <strong>de</strong>r<br />
wetenschappen aan te leren die er nuttige mensen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> maatschappij van zullen<br />
maken. En tegelijk trach-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
82<br />
ten zij hun <strong>de</strong> weg te leren naar <strong>de</strong> hemel die hun ware va<strong>de</strong>r<strong>land</strong> is !’ Kramp<br />
beweer<strong>de</strong> dat dank zij <strong>de</strong> zondagsscholen <strong>de</strong> ‘geile lie<strong>de</strong>ren’ uit <strong>de</strong> Antwerpse<br />
volksbuurten waren verdwenen. De jongens zongen nu <strong>de</strong> kerkhymnen die zij <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
zondagsscholen had<strong>de</strong>n geleerd, <strong>de</strong> volwassenen neurie<strong>de</strong>n het refre<strong>in</strong> mee en overal<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> wijk hoor<strong>de</strong> men <strong>de</strong> echo's van <strong>de</strong> schoolkamera<strong>de</strong>n die het lied herhaal<strong>de</strong>n.<br />
‘Hoe vaak ben ik niet met onuitsprekelijke vreug<strong>de</strong> op een frisse zomeravond<br />
doorgedrongen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze afgelegen en volkrijke wijken om er <strong>de</strong> oorgetuige te zijn<br />
van <strong>de</strong>ze geïmproviseer<strong>de</strong> concerten die <strong>de</strong> won<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> Almachtige met lui<strong>de</strong>r<br />
stemme verkondig<strong>de</strong>n?’ 36.<br />
Ie<strong>de</strong>r jaar hiel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> zondagsscholen een prijsuit<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g waarop <strong>de</strong> weldoeners <strong>de</strong><br />
vruchten van hun toewijd<strong>in</strong>g kon<strong>de</strong>n bewon<strong>de</strong>ren. Te Antwerpen had <strong>de</strong>ze<br />
plechtigheid plaats <strong>in</strong> het koor van <strong>de</strong> kathedraal. Klokkengelui en beiaardspel<br />
verkondig<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> hele stad dat <strong>de</strong> verdienstelijkste, ‘<strong>in</strong> het nieuw gestoken’<br />
leerl<strong>in</strong>gen hun belon<strong>in</strong>g zou<strong>de</strong>n ontvangen uit <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n van ‘onze achtbare kerkelijke<br />
en militaire overhe<strong>de</strong>n’. ‘De waardigheid van <strong>de</strong>ze verga<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g, samengesteld uit<br />
alle achtbare bewoners van <strong>de</strong> stad, uit alle vrien<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> or<strong>de</strong> en <strong>de</strong> <strong>de</strong>ugd’<br />
bevestig<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> burgerij <strong>de</strong> <strong>de</strong>ug<strong>de</strong>lijkheid van het systeem. 37.<br />
Ook het dagon<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> <strong>de</strong> armenscholen bracht <strong>de</strong> volksjeugd <strong>de</strong> zegen<strong>in</strong>gen bij<br />
van <strong>de</strong> burgermaatschappij en <strong>de</strong> berust<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> afhankelijkheid. Uit het archief van<br />
<strong>de</strong> Antwerpse Commissie van Openbare On<strong>de</strong>rstand heeft R<strong>in</strong>a Lis een tekst opgediept<br />
die hiervan een treffen<strong>de</strong> illustratie is, het dankwoord van een volksjongen tot zijn<br />
weldoeners op <strong>de</strong> prijsuit<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van 15 <strong>de</strong>cember 1859 <strong>in</strong> een Antwerpse armenschool:<br />
‘<strong>Mijn</strong>e Heren ! Wij zijn allen k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren van schamele ou<strong>de</strong>rs geboren. Het zweet van<br />
onze va<strong>de</strong>r, <strong>de</strong> zorgen van onze moe<strong>de</strong>r zijn niet toereikend om onze honger te stillen,<br />
om ons het noodwendige te bezorgen. Het voedsel <strong>de</strong>s lichaams hetwelk ons door<br />
uwe e<strong>de</strong>lmoedigheid wordt toegereikt, bepaalt hier niet alleen; maar het voedsel <strong>de</strong>s<br />
geestes, hetwelk <strong>de</strong> meer vermogen<strong>de</strong> zich uit zijn eigen schatten ruimschoots bezorgt<br />
en hetwelk <strong>de</strong> mens van <strong>de</strong> dieren on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n kan, ware ons immer ontzegd <strong>in</strong>dien<br />
uwe weldoen<strong>de</strong> hand ons niet uwe bescherm<strong>in</strong>g toereikte met ons een stelselmatig<br />
on<strong>de</strong>rwijs te bezorgen. De grenzen uwer welda<strong>de</strong>n tot ons e<strong>in</strong><strong>de</strong>loos willen<strong>de</strong> maken,<br />
wilt gij uwe e<strong>de</strong>lmoedigheid niet alleen bij het toereiken van voedsel en het geven<br />
van on<strong>de</strong>rwijs bepalen; neen, gij komt onze vlijt en kun<strong>de</strong> nog telken jare met<br />
schitteren<strong>de</strong> prijzen belonen en eist daar<strong>voor</strong> slechts dat wij alle pog<strong>in</strong>gen aanwen<strong>de</strong>n<br />
om kundige en <strong>de</strong>ugdzame mensen te wor<strong>de</strong>n. Wij gevoelen, mijne Heren, <strong>de</strong><br />
belangrijkheid <strong>de</strong>r welda<strong>de</strong>n welke ons uitgestrooid wor<strong>de</strong>n. Wij gevoelen <strong>de</strong><br />
verplicht<strong>in</strong>g die op ons rust en leren <strong>in</strong> <strong>de</strong> school ons nu reeds jegens onze on<strong>de</strong>rwijzer<br />
gedragen, gelijk wij ons eens, wanneer wij le<strong>de</strong>n van<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Kleuterschool Albert Grisarstraat, Antwerpen, 1897<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
83<br />
het maatschappelijk huishou<strong>de</strong>n zullen zijn, jegens U en onze overige stadsgenoten<br />
zullen te gedragen hebben.’ 38.<br />
De stadsbesturen prezen zich gelukkig wanneer het armenon<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> goe<strong>de</strong><br />
han<strong>de</strong>n was. Kortrijk vertrouw<strong>de</strong> <strong>in</strong> 1839 <strong>de</strong> parochieschool van Onze-LieveVrouw<br />
aan <strong>de</strong> Broe<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> Goe<strong>de</strong> Werken van Ronse toe. Een paar jaar later waren <strong>de</strong><br />
gevolgen merkbaar <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze wijk waar <strong>de</strong> pauperbevolk<strong>in</strong>g ‘op schrikwekken<strong>de</strong> wijze<br />
toenam’ en een latent ‘gevaar’ beteken<strong>de</strong> <strong>voor</strong> ‘<strong>de</strong> openbare rust’. ‘Tevoren stel<strong>de</strong><br />
men zich <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze straten bloot aan <strong>de</strong> hoon en <strong>de</strong> brutaliteit van jonge snaken; thans,<br />
berichtte het stadsbestuur <strong>in</strong> 1842, is er haast geen kalmer buurt <strong>in</strong> <strong>de</strong> hele stad.’ 39.<br />
Door het on<strong>de</strong>rwijs en <strong>de</strong> armenzorg controleer<strong>de</strong> <strong>de</strong> heersen<strong>de</strong> klasse het<br />
armenleger. Men ken<strong>de</strong> <strong>de</strong> samenstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gez<strong>in</strong>nen, het beroep, het <strong>in</strong>komen,<br />
<strong>de</strong> opvatt<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> on<strong>de</strong>ug<strong>de</strong>n. Men beschikte over alle gegevens en alle mid<strong>de</strong>len<br />
om, door het toekennen of weigeren van steun <strong>de</strong> ‘gevaarlijke klasse’ on<strong>de</strong>r druk te<br />
zetten en zoet te hou<strong>de</strong>n. 40.<br />
De moraliseren<strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong> godsdienst speel<strong>de</strong> hierbij een beslissen<strong>de</strong> rol.<br />
‘Ik wens, schreef <strong>in</strong> 1838 <strong>de</strong> Gente hoofdon<strong>de</strong>rwijzer Charles-Jérôme van Nerum <strong>in</strong><br />
een vaak geprezen en bekroond werk, dat het volkson<strong>de</strong>rwijs het volk ze<strong>de</strong>lijker en<br />
godsdienstiger zou maken en meer geneigd tot het meewerken aan het behoud van<br />
<strong>de</strong> or<strong>de</strong> en <strong>de</strong> openbare rust.’ 41.<br />
Niettegenstaan<strong>de</strong> het misbruik bleef het volksgeloof ongerept tot <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren zestig.<br />
Er zijn hiervan vele tekens. De zeldzamen <strong>in</strong> <strong>de</strong> volksbuurt die 's zondags niet naar<br />
<strong>de</strong> mis g<strong>in</strong>gen ‘wer<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> v<strong>in</strong>ger aangewezen’. Op <strong>de</strong> <strong>voor</strong>avond van <strong>de</strong> grote<br />
feesten was er een ‘begankenis’ van het volk naar <strong>de</strong> biechtstoelen. Ook <strong>de</strong><br />
volksmissies genoten grote bijval: niemand zou het gewaagd hebben weg te blijven<br />
uit <strong>de</strong> avondoefen<strong>in</strong>gen of uit <strong>de</strong> ochtendsermoenen - om half vijf 's morgens, vóór<br />
<strong>de</strong> werkdag begon. Op <strong>de</strong> hoeken van <strong>de</strong> straten, <strong>in</strong> <strong>de</strong> volkswijken en <strong>de</strong> beluiken,<br />
prijkten Madonnabeeldjes die 's zaterdags naar oud gebruik extra wer<strong>de</strong>n verlicht.<br />
In zijn memoires schrijft <strong>de</strong> socialist Paul Verbauwen, die <strong>in</strong> 1844 <strong>in</strong> een Gents beluik<br />
werd geboren: ‘Voor hun ongelukkig leven brachten <strong>de</strong> bewoners van het poortje<br />
nog dankbetuig<strong>in</strong>gen. Elke zaterdagavond ontstak men <strong>in</strong> elk werkmanshuis een<br />
kaarsje van twee centen ter ere van Onze Lieve Vrouw.’ Het g<strong>in</strong>g hier om meer dan<br />
uiterlijkhe<strong>de</strong>n: <strong>voor</strong> <strong>de</strong> paupers <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n was het geloof een vlucht uit <strong>de</strong> grauwheid<br />
van het bestaan en <strong>de</strong> laatste broze band<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De armenbank (Ch. De Croux)<br />
met <strong>de</strong> gebruiken die het volksleven had<strong>de</strong>n geschraagd. 42.<br />
De burgerij prees zichzelf en haar <strong>voor</strong>treffelijkheid bij <strong>de</strong> volksklasse aan. ‘Neem<br />
een <strong>voor</strong>beeld aan <strong>de</strong> burgerij, zei <strong>de</strong> Gentse arts Burggraeve aan het adres van <strong>de</strong><br />
onterf<strong>de</strong>n, en be<strong>de</strong>nk dat <strong>de</strong> huiselijke <strong>de</strong>ug<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bron zijn van haar materiële<br />
welstand. Indien <strong>de</strong> burgerij niet om <strong>de</strong> dag van morgen was bezorgd geweest zou<br />
zij niet <strong>de</strong> eervolle plaats <strong>in</strong> <strong>de</strong> maatschappij hebben veroverd die zij thans bekleedt.’ 43.<br />
Deze zelfvoldaanheid beheerst <strong>de</strong> houd<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> burger tegenover <strong>de</strong> volksklasse.<br />
Wat <strong>de</strong> Brusselse arbei<strong>de</strong>r Guillaume Boyens op twee<strong>de</strong> Kerstdag 1849 beleef<strong>de</strong> is<br />
hiervan een kostelijke illustratie. Met een dagloon van 1,80 frank on<strong>de</strong>rhield <strong>de</strong>ze<br />
man twee jaar lang ‘<strong>in</strong> zijn schamele won<strong>in</strong>g’ zijn zusterweduwe en haar twee<br />
m<strong>in</strong><strong>de</strong>rjarige k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. Als belon<strong>in</strong>g schonk <strong>de</strong> loge ‘Les Vrais Amis <strong>de</strong> l'Union’<br />
hem een spaarboekje met 260 frank. ‘Het b<strong>in</strong>nentre<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> tempel van <strong>de</strong>ze<br />
eenvoudige, <strong>in</strong> kiel gekle<strong>de</strong><br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
84<br />
arbei<strong>de</strong>r, te mid<strong>de</strong>n van een groot aantal mannen die behoren tot <strong>de</strong> hoogste rangen<br />
van <strong>de</strong> maatschappij en versierd zijn met schitteren<strong>de</strong> eretekens, maakte op alle<br />
gemoe<strong>de</strong>ren een diepe <strong>in</strong>druk’ zegt het verslag van <strong>de</strong>ze gebeurtenis. De ontroer<strong>in</strong>g<br />
steeg ten top tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> re<strong>de</strong> van <strong>de</strong> ‘Vénérable’ <strong>de</strong>r loge, André Fonta<strong>in</strong>as, <strong>de</strong> latere<br />
burgemeester: ‘Wij danken u, o beschermen<strong>de</strong> Voorzienigheid, die ons hebt<br />
uitgekozen om <strong>de</strong> rechtschapenheid en <strong>de</strong> tegenspoed te hulp te komen ! Wij danken<br />
u die aan vrijmetselaars, dat is aan <strong>de</strong> geboren weldoeners van het mensdom, <strong>de</strong> weg<br />
hebt getoond om vandaag op <strong>voor</strong>treffelijke wijze het heerlijke en filantropische<br />
<strong>voor</strong>stel ten uitvoer te brengen dat ons werd gedaan ! Kom, Boyens, kom <strong>in</strong> mijn<br />
armen, mijn dierbare kameraad, en sta mij toe om u, <strong>in</strong> naam van alle mannen van<br />
eer die gij hier ziet, <strong>in</strong> naam van al <strong>de</strong>ze vrijmetselaars van wie men zoveel kwaad<br />
spreekt en die als antwoord op <strong>de</strong>ze laster al het goe<strong>de</strong> verrichten waartoe zij <strong>in</strong> staat<br />
zijn, sta mij toe, zeg ik, u oprecht en broe<strong>de</strong>rlijk te omhelzen.’ Een aantal logele<strong>de</strong>n<br />
waren hun ontroer<strong>in</strong>g niet meer meester en verlieten <strong>de</strong> zaal. Ook Boyens ‘stroom<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong> tranen van dankbaarheid en geluk overvloedig uit <strong>de</strong> ogen’. 44.<br />
Dat <strong>de</strong>rgelijke verton<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> segregatie bevestig<strong>de</strong>n, besefte niemand. Zij was<br />
zozeer verweven met <strong>de</strong> geest van <strong>de</strong> tijd dat ie<strong>de</strong>reen, ook <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgeschikten, haar<br />
als vanzelfsprekend aanvaard<strong>de</strong>n. De scheid<strong>in</strong>g van armen en rijken lag ten grondslag<br />
aan <strong>de</strong> afperk<strong>in</strong>g <strong>de</strong>r armenwijken <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n, maar evengoed aan het kerkelijk<br />
leven met zijn banken <strong>voor</strong> niet-betalen<strong>de</strong>n, met zijn ‘grote’ en zijn arme uitvaarten,<br />
met zijn eerste communicanten, zorgvuldig van elkaar geschei<strong>de</strong>n naar fortu<strong>in</strong> of<br />
armoe<strong>de</strong>. Zij lag ten grondslag aan het on<strong>de</strong>rwijs, met <strong>de</strong> scholen <strong>voor</strong> ‘<strong>de</strong>moiselles’<br />
en ‘garcons <strong>de</strong> la classe bourgeoise’ die <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen <strong>voor</strong>bereid<strong>de</strong>n op het mid<strong>de</strong>lbaar<br />
en het hoger on<strong>de</strong>rwijs en op het burgerlijke leven, en <strong>de</strong> armenscholen waar <strong>de</strong><br />
volksk<strong>in</strong><strong>de</strong>ren on<strong>de</strong>rdanigheid en berust<strong>in</strong>g leer<strong>de</strong>n. De verschillen<strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />
van zieken en krankz<strong>in</strong>nigen, het kiesstelsel en <strong>de</strong> electorale manipulatie bevestig<strong>de</strong>n<br />
een scheid<strong>in</strong>g die verbeeld werd door <strong>de</strong> kled<strong>in</strong>g: ‘elke stand had zijn eigen<br />
kle<strong>de</strong>rdracht’ en wie zich daar niet bij hield maakte zich belachelijk, zelfs bij zijn<br />
standgenoten. Alleen bij uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g werd <strong>de</strong> scheid<strong>in</strong>g als onduldbare apartheid<br />
aangeklaagd. Een naamloos artikel <strong>in</strong> Den Wekker van 1843 hekel<strong>de</strong> <strong>de</strong> ‘onbe<strong>de</strong>kte<br />
waggons’ op <strong>de</strong> spoorlijnen waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> reizigers samen met het vee en <strong>de</strong> koopwaar<br />
aan regen en w<strong>in</strong>d waren blootgesteld. Men maakt, schreef Den Wekker, <strong>de</strong>ze wagens<br />
zo ongerieflijk mogelijk om te beletten dat ‘<strong>de</strong> welgestel<strong>de</strong> burger’ er zich zou<br />
vermengen met ‘<strong>de</strong> proletariërs’. 45.<br />
Segregatie mocht vanzelfsprekend zijn, niettem<strong>in</strong> on<strong>de</strong>rvond <strong>de</strong> pauperklasse haar<br />
als een verne<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. De zeldzame sporen die <strong>de</strong> volksmens naliet, <strong>de</strong> brieven on<strong>de</strong>r<br />
meer van behoeftigen aan <strong>de</strong> armbesturen, getuigen van schaamte om <strong>de</strong> armoe<strong>de</strong>,<br />
<strong>de</strong> krotten en <strong>de</strong> gelapte kleren. En dit besef was <strong>voor</strong> <strong>de</strong> volksklasse een re<strong>de</strong>n om<br />
zelf <strong>de</strong> scheid<strong>in</strong>g te wensen: omdat men zich schaam<strong>de</strong> vermeed men kerk- en<br />
schoolbezoek en hield men zich afzijdig. 46.<br />
Van <strong>de</strong> kant van <strong>de</strong> burgerij was, met <strong>de</strong> afkeer <strong>voor</strong> <strong>de</strong> viezigheid, <strong>de</strong> angst <strong>voor</strong><br />
‘het gemene volk’ 47. het hoofdmotief tot scheid<strong>in</strong>g. Niet alleen <strong>in</strong> het oproerige jaar<br />
1848, altijd was <strong>de</strong>ze angst latent aanwezig <strong>in</strong> <strong>de</strong> bijna onberoer<strong>de</strong> Bie<strong>de</strong>rmeiertijd.<br />
Zij schuil<strong>de</strong> achter <strong>de</strong> openbare en <strong>de</strong> private weldadigheid en <strong>de</strong> moraliseren<strong>de</strong><br />
verman<strong>in</strong>gen waar<strong>in</strong> zij was verpakt 48. , achter het doodzwijgen <strong>in</strong> <strong>de</strong> pers, van <strong>de</strong><br />
armoe<strong>de</strong> <strong>de</strong>r jaren veertig om niet ‘<strong>de</strong> bl<strong>in</strong><strong>de</strong> woe<strong>de</strong> van <strong>de</strong> massa tegen <strong>de</strong><br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
kle<strong>in</strong>han<strong>de</strong>laars’ aan te hitsen 49. , achter <strong>de</strong> repressie van <strong>de</strong> <strong>land</strong>loperij en <strong>de</strong><br />
onmeedogendheid van <strong>de</strong> patroons <strong>voor</strong> hun op diefstal betrapte arbei<strong>de</strong>rs. 50. De angst<br />
schuil<strong>de</strong> achter <strong>de</strong> raadgev<strong>in</strong>gen waarmee <strong>de</strong> burgerij <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs overstelpte <strong>in</strong><br />
tij<strong>de</strong>n van crisis: ‘Weest kalm, geduldig en gelaten, schreef <strong>in</strong> 1853 <strong>in</strong> verband met<br />
<strong>de</strong> sterke stijg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> broodprijs Charles <strong>de</strong> Chênedollé aan het adres van <strong>de</strong><br />
Brusselse arbei<strong>de</strong>rs; en <strong>voor</strong>al, ik smeek er u om <strong>in</strong> uw eigen belang, geen coalitie,<br />
geen geweld, geen oproer. Door <strong>de</strong>ze verfoeilijke mid<strong>de</strong>len zoudt gij <strong>de</strong> bron<br />
droogleggen van <strong>de</strong> arbeïd die u voedt: het kapitaal zou schrikken, het geld zou<br />
vluchten, gij zoudt geen werk v<strong>in</strong><strong>de</strong>n en dus geen brood hebben. Wanneer <strong>de</strong> rijke<br />
klasse ziet dat gij u als mannen gedraagt en <strong>de</strong> storm trotseert zal zij u niet aan uw<br />
lot overlaten. Zij zal u broe<strong>de</strong>rlijk <strong>de</strong> hand reiken. Zij zal, twijfel er niet aan, mijn<br />
vrien<strong>de</strong>n, alles doen wat menselijkerwijze mogelijk is om u aan werk te helpen.’ 51.<br />
Het volksleven<br />
In <strong>de</strong> aparte wereld van <strong>de</strong> ‘kwartieren’, <strong>de</strong> eeuwenou<strong>de</strong> stadsbuurten die <strong>de</strong> artificiële<br />
verknipp<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> adm<strong>in</strong>istratie had<strong>de</strong>n overleefd, ontplooi<strong>de</strong> zich het bonte<br />
gemeenschapsleven van het volk, verschillend van straat tot straat. Niettegenstaan<strong>de</strong><br />
<strong>de</strong> vloed van immigranten uit het platte<strong>land</strong> bleven <strong>de</strong> ‘kwartieren’ het hart van <strong>de</strong><br />
volksgebruiken tot een e<strong>in</strong>d <strong>in</strong> <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
85<br />
Typerend <strong>voor</strong> Antwerpen waren, <strong>in</strong> <strong>de</strong> adm<strong>in</strong>istratieve vier<strong>de</strong> wijk, het S<strong>in</strong>t-Andriesen<br />
het S<strong>in</strong>t-Janskwartier, volgepropt met ner<strong>in</strong>gdoen<strong>de</strong>n en werkers, met zwervers,<br />
be<strong>de</strong>laars en vreemdsoortige types. Het leven brak er uit <strong>de</strong> engheid van <strong>de</strong><br />
krottenhuizen naar buiten. Hoefsme<strong>de</strong>n, timmerlie<strong>de</strong>n en man<strong>de</strong>nmakers verrichtten<br />
hun ambacht op straat; <strong>de</strong> gez<strong>in</strong>nen zaten er te eten aan een tafel op het voetpad of<br />
gehurkt naast <strong>de</strong> kommen en <strong>de</strong> koffiepot. 's Zondags ston<strong>de</strong>n <strong>de</strong> herbergbanken<br />
buiten ten gerieve van <strong>de</strong> hele buurt. De Boeksteeg <strong>in</strong> het S<strong>in</strong>t-Janskwartier was <strong>de</strong><br />
langste en ook <strong>de</strong> levendigste volksstraat van Antwerpen, een grillige serpent<strong>in</strong>e van<br />
huisjes met scheefgezakte <strong>de</strong>uren en ramen, vervallen en vuil, met op <strong>de</strong><br />
bene<strong>de</strong>nverdiep<strong>in</strong>g een w<strong>in</strong>keltje waar eetwaren en alle <strong>de</strong>nkbare rommel wer<strong>de</strong>n<br />
verhan<strong>de</strong>ld. Overdag krioel<strong>de</strong> <strong>de</strong> wijk van k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren, kijven<strong>de</strong> vrouwen en luieren<strong>de</strong><br />
mannen, en 's avonds zat al dat volk bijeen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> olielampen die over <strong>de</strong> straat<br />
bengel<strong>de</strong>n. Op <strong>de</strong> feestdagen spreid<strong>de</strong>n hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n kraampjes hun klatergoud ten<br />
toon <strong>in</strong> het licht van <strong>de</strong> vetkaarsen. Toen <strong>in</strong> 1878-1879 het stadsbestuur <strong>de</strong> Boeksteeg<br />
liet afbreken om plaats te maken <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Nationalestraat, kon men zien hoeveel<br />
smerigheid schuil g<strong>in</strong>g achter <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rachtige gevels. Maar tot <strong>de</strong> afbraak het<br />
verjoeg naar an<strong>de</strong>re uithoeken, leef<strong>de</strong> dit volkje naar eigen trant. De huwelijken en<br />
doopsels groei<strong>de</strong>n uit tot enorme gemeenschaps-<br />
De kermis van Onze-Lieve-Vrouw-ten-Ro<strong>de</strong> (D. Naeyaert)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Sprietlopen (H. Schaefels)<br />
86<br />
vier<strong>in</strong>gen. Doop- en bruiloftsgasten trokken per omnibus met een half dozijn<br />
muzikanten naar <strong>de</strong> afspann<strong>in</strong>gen bij <strong>de</strong> stad, <strong>de</strong> ‘Dikke Mee’, <strong>de</strong> ‘Gietschotel’, <strong>de</strong><br />
‘Steenen Brug’. Bij hun terugkeer begon het volksbal <strong>in</strong> <strong>de</strong> opgesmukte straten. 52.<br />
Hoogdagen van het gemeenschapsleven waren <strong>de</strong> oerou<strong>de</strong> wijkkermissen. Dan<br />
verdween <strong>de</strong> grauwheid van <strong>de</strong> buurten. Sl<strong>in</strong>gers en kroonkan<strong>de</strong>laars van gevlochten<br />
papier, lampions en transparanten wer<strong>de</strong>n het <strong>de</strong>cor <strong>voor</strong> het joelen<strong>de</strong> volk dat een<br />
week lang zijn hart kon ophalen aan <strong>de</strong> volksspelen. Met kalk en kolengruis<br />
<strong>in</strong>gesmeer<strong>de</strong> jongens klauter<strong>de</strong>n langs <strong>de</strong> masten naar <strong>de</strong> prijzen, mannen en vrouwen<br />
hapten naar <strong>de</strong> pal<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> een kuip met water en op een verhoog probeer<strong>de</strong>n twee<br />
gebl<strong>in</strong>ddoekten, tot jolijt van <strong>de</strong> omstaan<strong>de</strong>rs, ‘elkaar <strong>de</strong> pap <strong>in</strong> <strong>de</strong> mond te geven’.<br />
De wijkkermissen duur<strong>de</strong>n <strong>de</strong> hele zomer, tot scha<strong>de</strong> van het bedrijfsleven. Daarom<br />
verv<strong>in</strong>gen, <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren veertig en vijftig, <strong>de</strong> stadsbesturen het wijk-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
R<strong>in</strong>gsteken te Brussel (E. Verdyen)<br />
vieren door één enkele gemeentelijke kermis. Het was nu afgelopen met <strong>de</strong> dagenlange<br />
afwezigheid, een seizoen lang, van vele arbei<strong>de</strong>rs en arbeidsters, maar tegelijk<br />
vervlakte het kermisvieren buiten <strong>de</strong> sfeer van <strong>de</strong> buurtschap tot karakterloos gebral. 53.<br />
Nieroveral verstikte <strong>de</strong> bureaucratie het karakter. In <strong>de</strong> oudste ste<strong>de</strong>n leef<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
wijkfeesten <strong>voor</strong>t tot na <strong>de</strong> eerste wereldoorlog. De Vlaamse buurten van <strong>de</strong> Brusselse<br />
bene<strong>de</strong>nstad <strong>voor</strong>al bleven <strong>de</strong> hele eeuw door een vruchtbare grond <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
volksgebruiken. Met half oogst, ie<strong>de</strong>r jaar, <strong>in</strong> <strong>de</strong> wijk van <strong>de</strong> Vlaan<strong>de</strong>renstraat, zetten<br />
hon<strong>de</strong>rd en één kanonschoten <strong>de</strong> S<strong>in</strong>t-Rochuskermis <strong>in</strong>, een dagenlange dolheid, en<br />
op <strong>de</strong> Duivelshoek begon diezelf<strong>de</strong> dag <strong>de</strong> ‘Duivelskermis’ met <strong>de</strong> begrafenis van<br />
<strong>de</strong> ‘ou<strong>de</strong> duivel’ die door <strong>de</strong> buurtbewoners <strong>in</strong> carnavalkledij op een lijkbaar werd<br />
rondgedragen tot <strong>de</strong> ‘nieuwe duivel’ <strong>in</strong> ‘voituur’ zijn feestelijke <strong>in</strong>tre<strong>de</strong> <strong>de</strong>ed. Ook<br />
buiten Brussel leef<strong>de</strong>n <strong>de</strong> tradities <strong>voor</strong>t. In Leuven spaar<strong>de</strong> het volk<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
87<br />
een jaar lang om op S<strong>in</strong>t-Gregorius, <strong>in</strong> maart, een rijtuig te huren en er <strong>de</strong> herbergen<br />
mee aan te doen. Te Antwerpen was <strong>de</strong> alou<strong>de</strong> be<strong>de</strong>vaart naar <strong>de</strong> S<strong>in</strong>t-Jobkapel van<br />
Dambrugge, op een kwartier ten noor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> stad, een bacchanaal gewor<strong>de</strong>n dat<br />
een paar weken lang <strong>in</strong> mei van het verlaten gehucht een gekkenwereld maakte.<br />
‘Overal ronkten bas en viool, <strong>de</strong> huizen daver<strong>de</strong>n van 't hels gedrommel <strong>de</strong>r dansers’<br />
en <strong>in</strong> <strong>de</strong> tenten kon men alle wereldwon<strong>de</strong>ren aanschouwen, koorddansers,<br />
hansworsten en geleer<strong>de</strong> apen, meerm<strong>in</strong>nen, reuzen en dwergen, rarekijkkasten,<br />
kaartziensters en lichttekenaars aan vijftig centiemen het portret. 54.<br />
In <strong>de</strong> volkswijken van Brussel, Gent, Lier, Mechelen, Oosten<strong>de</strong> en Antwerpen<br />
bood het poppenspel <strong>de</strong> meest gelief<strong>de</strong> ontspann<strong>in</strong>g. Naast <strong>de</strong> gevestig<strong>de</strong> theatertjes<br />
verschenen ook ambulante poppenkasten op <strong>de</strong> kermissen en hier en daar gaven<br />
liefhebbers poppenverton<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> eigen huis <strong>voor</strong> <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren van buren en vrien<strong>de</strong>n.<br />
In <strong>de</strong> doorrookte poppenkel<strong>de</strong>rs vorm<strong>de</strong>n <strong>de</strong> kijkers een ‘secte’, veeleer dan een<br />
publiek, resultaat van een ‘onweerstaanbare roep<strong>in</strong>g’. Het poppentheater was tegelijk<br />
bezit en schepp<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> volksklasse. Het hoor<strong>de</strong> thuis <strong>in</strong> <strong>de</strong> achterbuurten waar<br />
het misschien geboren was en <strong>in</strong> elk geval zijn karakter kreeg van gemeenschapskunst.<br />
Volksmensen sne<strong>de</strong>n <strong>de</strong> poppen en improviseer<strong>de</strong>n als acteurs op een ruw geschetst<br />
scenario. En <strong>de</strong> verton<strong>in</strong>g was een oorspronkelijke belevenis, gegroeid uit <strong>de</strong><br />
samenwerk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> spelers en het publiek dat ‘spontaan’ door zijn reactie<br />
‘vervolledig<strong>de</strong> wat maar rudimentair werd aangegeven’ op <strong>de</strong> planken. Voor ‘<strong>de</strong><br />
pruimen<strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs’ die ‘bedrijven lang roerloos on<strong>de</strong>r het lage gewelf zaten’ werd<br />
‘het spel ernst’, ‘een mengel<strong>in</strong>g van fantasie en hartstochten die vrolijkheid en<br />
verloss<strong>in</strong>g bezorg<strong>de</strong>n na <strong>de</strong> zwaardrukken<strong>de</strong> dagtaak’. Georges Eekhoud bezocht<br />
rond 1870 <strong>de</strong> kel<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> Repenstraat bij het Antwerpse Vleeshuis: een publiek<br />
van schippers en viswijven <strong>in</strong> <strong>de</strong> benauw<strong>de</strong> lucht en <strong>de</strong> stank van <strong>de</strong> baardbran<strong>de</strong>rtjes,<br />
maar ‘wat een gemeenschap tussen het toneel en <strong>de</strong> zaal! Wat een tranen en<br />
hartstochten, wat een me<strong>de</strong>dogen en wat een woe<strong>de</strong>! Bijwijlen overstem<strong>de</strong>n <strong>de</strong> kreten<br />
het orgaan van <strong>de</strong> acteurs.’ 55.<br />
Naast <strong>de</strong> poppenspellen kreeg het volk ook echt theater te zien. Te Brussel voer<strong>de</strong><br />
Jacob Kats tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> eerste jaren na <strong>de</strong> onafhankelijkheid door hem zelf geschreven<br />
stukjes op <strong>in</strong> <strong>de</strong> herbergen van <strong>de</strong> bene<strong>de</strong>nstad. Later waag<strong>de</strong> hij zich aan een meer<br />
ambitieuze on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g: hij richtte <strong>in</strong> 1852 een ‘Toneel <strong>de</strong>r Volksbeschav<strong>in</strong>g’ op<br />
dat wekelijks verton<strong>in</strong>gen gaf <strong>voor</strong> een bijna uitsluitend volks publiek. Het was, na<br />
Kats' woelige revolutionaire jaren, een brave aangelegenheid met ‘ze<strong>de</strong>lijke strekk<strong>in</strong>g’<br />
waar het stadsbestuur niets op aan te merken had. 56.<br />
In vele Vlaamse ste<strong>de</strong>n tra<strong>de</strong>n amateurstroepen op van ambachtslie<strong>de</strong>n en<br />
ner<strong>in</strong>gdoeners. De volksmensen kwamen er naar toe om te lachen en kregen hiertoe<br />
<strong>de</strong> kans. Die primitieve theatertjes, vertelt Willem Rogghé <strong>in</strong> zijn Ge<strong>de</strong>nkbla<strong>de</strong>n,<br />
had<strong>de</strong>n geen kleedkamers. Het aan- en uitkle<strong>de</strong>n gebeur<strong>de</strong> op het toneel, achter het<br />
neergelaten doek. Wanneer iemand het <strong>in</strong> zijn hoofd kreeg om dan het gordijn te<br />
laten opgaan was <strong>de</strong> hilariteit <strong>in</strong> <strong>de</strong> zaal enorm. Toen <strong>de</strong> Gentse toneelgroep ‘IJver<br />
doet leren’ <strong>de</strong> Struikrover van Calabrië opvoer<strong>de</strong> viel tij<strong>de</strong>ns het twee<strong>de</strong> bedrijf, <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> roversspelonk, <strong>de</strong> lamp <strong>in</strong> Camille's schoot. Omdat er geen an<strong>de</strong>r wit kleed<br />
beschikbaar was moest acteur Jan Meskele <strong>de</strong> rest van het stuk met een bru<strong>in</strong>e vlek<br />
op <strong>de</strong> buik verschijnen, tot jolijt van <strong>de</strong> toeschouwers. 57.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Met tientallen bloei<strong>de</strong>n <strong>de</strong> theatertjes <strong>in</strong> <strong>de</strong> grotere ste<strong>de</strong>n. Pol De Witte, die <strong>in</strong><br />
1848 <strong>in</strong> het Gentse Kalkstraatje werd geboren en <strong>in</strong> zijn onuitgegeven me-<br />
De kermis van Smalbeek <strong>in</strong> Brussel, 1886 (M. Eschbach)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
88<br />
De begrafenis van <strong>de</strong> duivel op <strong>de</strong> Duivelshoek, Brussel (D. Naeyaert)<br />
moires een boeiend beeld schetste van het leven <strong>in</strong> <strong>de</strong> achterbuurten, g<strong>in</strong>g als knaap<br />
elke zondagavond <strong>in</strong> <strong>de</strong> kel<strong>de</strong>r van Thérèse De Zoete kijken naar ‘'t spellèke met<br />
leven<strong>de</strong> mannen’. In <strong>de</strong> jaren zestig maakte De Witte <strong>de</strong>el uit van een troep die werd<br />
geregisseerd door een schoenmaker en zijn vrouw. Men speel<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> stijl van <strong>de</strong><br />
commedia <strong>de</strong>ll' arte. Aan zijn acteurs - volksjongens van tien tot zestien jaar - vertel<strong>de</strong><br />
schoenmaker Jelle Gomes een stuk dat hij had gezien <strong>in</strong> <strong>de</strong> schouwburg en liet dan<br />
ie<strong>de</strong>reen aan <strong>de</strong> <strong>in</strong>spiratie over. Steevast liepen alle stukken, opera's, drama's en<br />
blijspelen, uit op vechtpartijen en brandsticht<strong>in</strong>gen omdat het publiek daar het meeste<br />
plezier <strong>in</strong> had. 58.<br />
Met vastenavond fleur<strong>de</strong>n zotte vier<strong>in</strong>gen het leven op <strong>in</strong> <strong>de</strong> volkswijken. Overal<br />
herleef<strong>de</strong>n dan <strong>de</strong> tonelen uit <strong>de</strong> doeken van Teniers en Callot. 59. In 1858 zag Friedrich<br />
Oetker een vastenavondbal <strong>in</strong> het Spiegelhof op <strong>de</strong> Nieuwe Wan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Gent.<br />
Duizen<strong>de</strong>n mannen en vrouwen ‘uit <strong>de</strong> laagste klassen’ en <strong>in</strong> ‘<strong>de</strong> bizarste<br />
vermomm<strong>in</strong>gen’ vul<strong>de</strong>n <strong>de</strong> enorme zaal. Uren lang sprongen zij arm aan arm rond<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> daver van <strong>de</strong> laarzen en <strong>de</strong> klompen, <strong>in</strong> het gedreun van ratels, trompetten en<br />
fluiten, en nu en dan vloei<strong>de</strong> <strong>de</strong> hele massa samen tot één wervelen<strong>de</strong> ron<strong>de</strong>dans. ‘Ik<br />
hoor<strong>de</strong> geen onvertogen woord, noteert Oetker, ik zag geen onwelvoeglijk gebaar,<br />
en<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
89<br />
noch <strong>in</strong> <strong>de</strong> zaal noch rond het gebouw was ook maar één politieman te bespeuren.’ 60.<br />
Uitbundigheid was een reactie op <strong>de</strong> grijsheid van het bestaan. Analfabetisme en<br />
<strong>de</strong> last van het werk maakten <strong>de</strong> lectuur tot een on<strong>de</strong>nkbare luxe. De kranten waren<br />
onbegrijpelijk en te duur, en boeken behoor<strong>de</strong>n tot een an<strong>de</strong>re wereld, In haar wijk<br />
bezat alleen <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r van Pol De Witte een boek, het Oud en Nieuw Testament dat<br />
ze als prijs <strong>voor</strong> haar eerste communie had gekregen. De jongens die naar <strong>de</strong><br />
zondagsscholen en <strong>de</strong> patronaten g<strong>in</strong>gen leer<strong>de</strong>n er lezen, en soms von<strong>de</strong>n zij <strong>de</strong> weg<br />
naar een privaat uitleen<strong>bibliotheek</strong>je of naar een van <strong>de</strong> ‘leesgezelschappen’ <strong>voor</strong><br />
arbei<strong>de</strong>rs die <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren zestig ontston<strong>de</strong>n <strong>in</strong> navolg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> burgerlijke<br />
leeskab<strong>in</strong>etten. Maar dat bleven uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen. Voor <strong>de</strong> meesten was zelfs<br />
Conscience een onbeken<strong>de</strong>. 61.<br />
Eigenlijk waren <strong>de</strong> laatste resten van ou<strong>de</strong> gebruiken het enig geestelijk voedsel<br />
van <strong>de</strong> paupers <strong>in</strong> <strong>de</strong> stad. Enkele van <strong>de</strong>ze gebruiken laten het k<strong>in</strong><strong>de</strong>rlijk gemoed<br />
van het volk ont<strong>de</strong>kken en zijn hunkeren naar een betere wereld. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> kermis<br />
van augustus g<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> Kortrijk <strong>de</strong> vrouwen uit <strong>de</strong> volksbuurten van huis tot huis<br />
be<strong>de</strong>len <strong>voor</strong> ‘Pierotjes venditie’: ou<strong>de</strong> kleren, versleten huisraad, aardappels en<br />
brood. De buit werd bij opbod verkocht en <strong>de</strong> opbrengst omgezet <strong>in</strong> drank en voedsel.<br />
Met een speelman <strong>voor</strong>op trok daarna <strong>de</strong> hele buurt naar <strong>de</strong> Pottelberg. Ie<strong>de</strong>re kuil<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> berg kreeg <strong>de</strong> naam van een hotel of een koffiehuis uit <strong>de</strong> stad. Bediend door<br />
‘kelners’ aan <strong>de</strong>nkbeeldige tafels, imiteer<strong>de</strong> het volk het luxeleven waarvan het nu<br />
en dan een glimp had opgevangen. Havelozen wer<strong>de</strong>n baron of burgemeester,<br />
Antwerpse poppenkel<strong>de</strong>r (X. Mellery)<br />
bestel<strong>de</strong>n een rijkelijk maal, praatten over politiek en lijnwaadhan<strong>de</strong>l. De st<strong>in</strong>ken<strong>de</strong><br />
pijpen wer<strong>de</strong>n havanna's en <strong>de</strong> kwak ma<strong>de</strong>ra. Op het eten volg<strong>de</strong> een bal: geen<br />
hoepelrokken, alleen lompen en kwalijk ruiken<strong>de</strong> lichamen, maar <strong>de</strong> fantasie tover<strong>de</strong><br />
een balzaal met walsmuziek en kaarslicht. Zo leef<strong>de</strong> men enkele uren <strong>in</strong> een<br />
droomwereld, tot <strong>de</strong> avond viel en men terug moest naar <strong>de</strong> werkelijkheid van <strong>de</strong><br />
stad. 62. Dit ou<strong>de</strong> gebruik, mogelijk gegroeid uit een sage die Pieter (Pierotje) De<br />
Con<strong>in</strong>ck na <strong>de</strong> gul<strong>de</strong>nsporenslag <strong>de</strong> Franse buit on<strong>de</strong>r het volk laat ver<strong>de</strong>len, was <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw verbasterd tot wrangheid. Het doet, achter een stuk folklore,<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
het beg<strong>in</strong> vermoe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> bitterheid en het protest tegen <strong>de</strong> <strong>in</strong>humane wereld,<br />
gegroeid uit <strong>de</strong> zelfvoldaanheid van <strong>de</strong> burgerij.<br />
Een har<strong>de</strong> wereld<br />
De hardheid van <strong>de</strong> burgerwereld woog het zwaarst op <strong>de</strong> weerlozen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
samenlev<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren, <strong>de</strong> behoeftigen, <strong>de</strong> krankz<strong>in</strong>nigen.<br />
De zes tot zevenduizend k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren die jaarlijks <strong>in</strong> <strong>de</strong> ‘schuiven’ van <strong>de</strong><br />
von<strong>de</strong>l<strong>in</strong>genhuizen wer<strong>de</strong>n neergelegd vorm<strong>de</strong>n een aparte ‘klasse’ ou<strong>de</strong>rlozen met<br />
een onmogelijke naam. In <strong>de</strong> ‘bastaardboeken’ <strong>de</strong>r Commissies van Openbare<br />
On<strong>de</strong>rstand kan men hun ellen<strong>de</strong> volgen. Het <strong>in</strong> <strong>de</strong> schuif ge<strong>de</strong>poneer<strong>de</strong> k<strong>in</strong>d werd<br />
toevertrouwd aan een beroepsvoedster van het tehuis. Na een paar dagen besteed<strong>de</strong><br />
men <strong>de</strong> gezondste babies uit bij voedsters op het platte<strong>land</strong>. De rest bleef hangen <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g en een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> ervan stierf tij<strong>de</strong>ns het eerste levensjaar. Wie <strong>de</strong> ontber<strong>in</strong>g<br />
en het gebrek aan hygiëne overleef<strong>de</strong> werd na zes of zeven jaar uitbesteed, meestal<br />
bij boeren of ambachtslie<strong>de</strong>n op het platte<strong>land</strong>, en zo vroeg mogelijk aan het werk<br />
gezet. De fortu<strong>in</strong>lijksten kwamen <strong>in</strong> een goed gez<strong>in</strong> terecht en bleven er tot zij op<br />
eigen benen kon<strong>de</strong>n staan. Maar velen wissel<strong>de</strong>n van hand tot hand en wer<strong>de</strong>n bij<br />
steeds nieuwe eigenaars het <strong>voor</strong>werp van eenzelf<strong>de</strong> uitbuit<strong>in</strong>g zon<strong>de</strong>r bescherm<strong>in</strong>g,<br />
tot men hun spoor kwijtraakte. 63.<br />
Wezen die aan <strong>de</strong> uitbested<strong>in</strong>g ontsnapten en terecht kwamen <strong>in</strong> <strong>de</strong> knechtjes- en<br />
maag<strong>de</strong>nhuizen -meestal ou<strong>de</strong>rloze k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren uit een wettig huwelijk -waren bij wijze<br />
van spreken gepriviligieer<strong>de</strong>n, al <strong>de</strong>el<strong>de</strong>n ook zij het lot van <strong>de</strong> onbeschutten. Achter<br />
<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rachtige namen van <strong>de</strong> ‘blauwe jongens’ en <strong>de</strong> ‘roodjakjes’ schuil<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />
ellen<strong>de</strong> van <strong>de</strong> kazernegebouwen, van <strong>de</strong> eentonige dag<strong>in</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> nachten <strong>in</strong> met<br />
traliewerk afgeperkte bed<strong>de</strong>n. Toen het Gentse jongensweeshuis <strong>in</strong> 1864 werd<br />
her<strong>in</strong>gericht dien<strong>de</strong> het reglement van <strong>de</strong> pupillenschool als mo<strong>de</strong>l.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Jonge schooier (Belgische school)<br />
90<br />
De jongens wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong>ge<strong>de</strong>eld <strong>in</strong> af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen en secties en geplaatst on<strong>de</strong>r het gezag<br />
van ‘sergeant-majoors’, ‘sergeanten’ en ‘korporaals’. Dat waren ‘verdienstelijke’<br />
wezen die het personeel hielpen bij <strong>de</strong> bewak<strong>in</strong>g en hier<strong>voor</strong> een ‘soldij’ kregen. In<br />
<strong>de</strong> slaapzalen die <strong>de</strong> hele nacht verlicht bleven, wan<strong>de</strong>l<strong>de</strong>n wakers rond van het<br />
slapengaan tot het opstaan. In dit klimaat wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> wezen opgeleid om oppassen<strong>de</strong><br />
arbei<strong>de</strong>rs te wor<strong>de</strong>n. Enkele zeldzamen die ‘zich on<strong>de</strong>rscheid<strong>de</strong>n door een <strong>voor</strong>beeldig<br />
gedrag en <strong>in</strong>telligentie’ kon<strong>de</strong>n mid<strong>de</strong>lbare en zelfs universitaire studies doen en als<br />
het wat meeviel <strong>de</strong> barrière van <strong>de</strong> segregatie doorbreken. 64.<br />
De militaire discipl<strong>in</strong>e beheerste ook <strong>de</strong> ‘hervorm<strong>in</strong>gsscholen’ van Beernem,<br />
Ruisele<strong>de</strong> en W<strong>in</strong>gene die <strong>de</strong> plaag van <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>r-vagebon<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> crisisjaren<br />
veertig moesten helpen bestrij<strong>de</strong>n. De zesentw<strong>in</strong>tigduizend jongens en meisjes uit<br />
<strong>de</strong> Vlaamse prov<strong>in</strong>cies die van 1845 tot 1847 <strong>in</strong> <strong>de</strong> gevangenissen en <strong>de</strong><br />
be<strong>de</strong>laarskolonies terecht kwamen vorm<strong>de</strong>n maar een kle<strong>in</strong> <strong>de</strong>el van het ronddolen<strong>de</strong><br />
k<strong>in</strong><strong>de</strong>rleger. Drie vijf<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> tweehon<strong>de</strong>rd vijfentw<strong>in</strong>tigduizend <strong>in</strong>-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Het von<strong>de</strong>l<strong>in</strong>genhuis <strong>in</strong> <strong>de</strong> S<strong>in</strong>t-Rochusstraat, Antwerpen<br />
geschreven m<strong>in</strong><strong>de</strong>rjarige behoeftigen uit <strong>de</strong>ze jaren waren geen twaalf jaar oud.<br />
Tienduizen<strong>de</strong>n daarvan waren thuis weggevlucht <strong>voor</strong> <strong>de</strong> honger en zwierven als<br />
<strong>land</strong>lopertjes rond, heen en weer sl<strong>in</strong>gerend tussen be<strong>de</strong>laarsgestichten en<br />
gevangenissen. Oosten<strong>de</strong> was het verzamelpunt <strong>voor</strong> wie niet meer ver<strong>de</strong>r kon<strong>de</strong>n.<br />
De rijkswacht bracht <strong>de</strong>ze k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren naar Brugge waar ze een paar weken <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
gevangenis verbleven en dan weer afgeleverd wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> hun gemeenten. An<strong>de</strong>re<br />
k<strong>in</strong><strong>de</strong>rben<strong>de</strong>n zakten direct naar Brugge af en h<strong>in</strong>gen met troepen rond <strong>de</strong><br />
stadspoorten. Soms slaag<strong>de</strong>n zij er <strong>in</strong> <strong>de</strong> waakzaamheid van <strong>de</strong> octrooibedien<strong>de</strong>n te<br />
verschalken en <strong>de</strong> stad b<strong>in</strong>nen te dr<strong>in</strong>gen, tot <strong>de</strong> politie hen weer uitwees. Over heel<br />
Vlaan<strong>de</strong>ren en ver daarbuiten zwierven k<strong>in</strong><strong>de</strong>rtroepen rond die <strong>de</strong> nacht <strong>in</strong> schuren<br />
doorbrachten. In <strong>de</strong> gevangenissen schonken een aantal m<strong>in</strong><strong>de</strong>rjarige meisjes het<br />
leven aan babies waarvan zij <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r niet ken<strong>de</strong>n. 65.<br />
De wet van 3 april 1848 probeer<strong>de</strong> aan <strong>de</strong>ze ellen<strong>de</strong> een e<strong>in</strong><strong>de</strong> te maken door <strong>de</strong><br />
opricht<strong>in</strong>g van aparte tehuizen <strong>voor</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>rjarige be<strong>de</strong>laars, <strong>land</strong>lopers en<br />
<strong>de</strong>l<strong>in</strong>kwenten: Ruisele<strong>de</strong> <strong>voor</strong> jongens, Beernem <strong>voor</strong><br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
91<br />
meisjes en W<strong>in</strong>gene <strong>voor</strong> aspirant-scheepsjongens. In b<strong>in</strong>nen- en buiten<strong>land</strong><br />
bewon<strong>de</strong>r<strong>de</strong> men <strong>de</strong> Vlaamse hervorm<strong>in</strong>gsscholen die het k<strong>in</strong>d ‘uit <strong>de</strong> vuilheid van<br />
ellen<strong>de</strong> en on<strong>de</strong>ugd plots <strong>in</strong> een re<strong>in</strong>igend bad’ lieten terechtkomen 66. . Van verre leken<br />
<strong>de</strong> jongens met hun blauwe kielen en ro<strong>de</strong> halsdoeken en <strong>de</strong> meisjes met hun heiro<strong>de</strong><br />
rokjes, bonte sjaals en witte mutsen een vrolijke, gelukkige troep. Maar vlakbij viel<br />
<strong>de</strong> harteloosheid op: een ijzeren tucht leg<strong>de</strong> het legertje verwil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>land</strong>lopers -<br />
vijfhon<strong>de</strong>rd jongens <strong>in</strong> Ruisele<strong>de</strong>, driehon<strong>de</strong>rd meisjes <strong>in</strong> Beernem, hon<strong>de</strong>rd jongens<br />
<strong>in</strong> W<strong>in</strong>gene - aan ban<strong>de</strong>n; wie zich hieraan niet on<strong>de</strong>rwierp werd getemd door brutale<br />
straffen, een ‘gedwongen mars’ met <strong>de</strong> handboeien of <strong>de</strong> opsluit<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een cel. In<br />
juni 1858 maakte Friedrich Oetker <strong>in</strong> Ruisele<strong>de</strong> het ritueel van het opstaan mee.<br />
Tegen half vijf vatten hoornblazers post <strong>in</strong> <strong>de</strong> koer. Een paar ogenblikken later<br />
veroorzaakte <strong>de</strong> reveille <strong>in</strong> alle slaapzalen <strong>de</strong> drukte van een mierennest. Een nieuw<br />
hoornsignaal <strong>de</strong>ed het gewoel stilvallen: alle jongens ston<strong>de</strong>n onbeweeglijk bij hun<br />
brits <strong>voor</strong> een gebed. Er volg<strong>de</strong>n nog signalen <strong>voor</strong> het wassen, het aankle<strong>de</strong>n en het<br />
opmaken van het bed. Het appel zette <strong>de</strong> eentonige dag <strong>in</strong> van lessen, arbeid en een<br />
paar uren ontspann<strong>in</strong>g. Na <strong>de</strong> catechismus en een laatste appel g<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> kwekel<strong>in</strong>gen<br />
om acht uur naar bed. 's Zondags had<strong>de</strong>n zij wat meer verzet èn een supplementaire<br />
portie geestelijke on<strong>de</strong>rricht<strong>in</strong>g, met hoogmis, vespers en lof.<br />
In <strong>de</strong>ze kweekscholen kwam <strong>de</strong> afval uit alle prov<strong>in</strong>cies terecht, meestal wezen,<br />
von<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen of buitenechtelijke k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren, één <strong>de</strong>r<strong>de</strong> uit het platte<strong>land</strong>, <strong>de</strong> rest uit <strong>de</strong><br />
ste<strong>de</strong>n. Zij droegen <strong>de</strong> sporen van hun afkomst: zes op tien van <strong>de</strong> jongens, acht op<br />
tien van <strong>de</strong> meisjes waren bij hun aankomst volledig analfabeet; bijna allen vielen<br />
op door hun kle<strong>in</strong>e gestalte en velen le<strong>de</strong>n aan kliergezwellen of rachitis. Toch von<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong> meesten hun weg: slechts twee percent kwam na<strong>de</strong>rhand <strong>in</strong> be<strong>de</strong>laarskolonies<br />
terecht. Daarom von<strong>de</strong>n <strong>de</strong> gemeenten dat het geld <strong>voor</strong> <strong>de</strong> kwekel<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong><br />
hervorm<strong>in</strong>gsscholen ‘goed geplaatst’ was. 67.<br />
Voor hun behoeftigen moesten <strong>de</strong> gemeenten zelf <strong>in</strong>staan. Om <strong>de</strong>ze last zoveel<br />
mogelijk te verlichten <strong>de</strong><strong>de</strong>n een aantal armbesturen <strong>in</strong> Oost- en West-Vlaan<strong>de</strong>ren<br />
<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>gen, gebrekkigen, wezen en von<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> hand door uitbested<strong>in</strong>g<br />
per afbod. Na <strong>de</strong> hoogmis ston<strong>de</strong>n <strong>de</strong> behoeftigen ten toon op een tafel. Zij wer<strong>de</strong>n<br />
door belangstellen<strong>de</strong>n gekeurd en geschat op het profijt dat men er kon uithalen door<br />
ze aan het werk te zetten of te laten be<strong>de</strong>len, en toegewezen aan wie ze wil<strong>de</strong> opnemen<br />
tegen het laagste steungeld. Van dit gebruik, dat ‘wreedheid, domheid en schraapzucht<br />
comb<strong>in</strong>eer<strong>de</strong>’ - ‘merveille qui ne peut avoir lieu que chez un peuple sans âme’<br />
oor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> Bau<strong>de</strong>laire - v<strong>in</strong>dt men sporen terug tot een e<strong>in</strong>d <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren zestig. 68.<br />
Even wreed was het optrommelen van weesk<strong>in</strong><strong>de</strong>ren en ou<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>gen uit <strong>de</strong><br />
gestichten om <strong>de</strong> ‘grote uitvaarten’ op te luisteren. Ze liepen langs weerskanten van<br />
<strong>de</strong> lijkstoet, <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> mannetjes, <strong>de</strong> kersvers uitgedoste wezen, <strong>de</strong> ‘kle<strong>in</strong>e bubbels’<br />
aan <strong>de</strong> hand van ‘Maseur’, en on<strong>de</strong>rstreepten door hun onbedui<strong>de</strong>ndheid het belang<br />
van <strong>de</strong> do<strong>de</strong>. In Antwerpen bestond tot 1874 het ‘barbaars gebruik’ om <strong>de</strong> wezen<br />
van het knechtjeshuis <strong>de</strong> lijkkist naar <strong>de</strong> kerk en het kerkhof te laten dragen: zielige<br />
k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren met een rochet over <strong>de</strong> zwarte tabbaard, een omfloerste hoge hoed en een<br />
rood nummer op <strong>de</strong> rug, ‘kenteken van hun verne<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g en hun ellen<strong>de</strong>’. Na <strong>de</strong><br />
begrafenis ‘troon<strong>de</strong>’ <strong>de</strong> familie ze soms ‘mee’: rond <strong>de</strong> middag kon men ze<br />
halfdronken naar het weeshuis zien zwijmelen. 69.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Refer van het Gents Jongensweeshuis<br />
Weesk<strong>in</strong><strong>de</strong>ren op <strong>de</strong> begrafenis van burgemeester Reynaert <strong>in</strong> Kortrijk, 1915<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
92<br />
Het tentoonsprei<strong>de</strong>n van het klasseverschil bij <strong>de</strong> begrafenissen schokte niemand,<br />
want <strong>de</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>ren waren opgepoetst en het religieuze <strong>de</strong>cor verleen<strong>de</strong> <strong>de</strong> verton<strong>in</strong>g<br />
een schijn van <strong>de</strong>ftigheid. Doorgaans bleven <strong>de</strong> randgevallen echter zorgvuldig<br />
weggeborgen: achter het vrien<strong>de</strong>lijk uitzicht van ste<strong>de</strong>n en dorpen leef<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
gevangenissen, <strong>de</strong> be<strong>de</strong>laarshuizen en <strong>de</strong> krankz<strong>in</strong>nigengestichten een bevolk<strong>in</strong>g<br />
‘die niemand zag en bijna niemand bezocht’, het uitschot ‘waarvan <strong>de</strong> <strong>voor</strong>spoedigen<br />
<strong>de</strong>zer aar<strong>de</strong> en <strong>de</strong> gevoelige lie<strong>de</strong>n <strong>de</strong> aanblik niet zou<strong>de</strong>n verdragen’. 70.<br />
Rond 1850 tel<strong>de</strong> België vijf be<strong>de</strong>laarskolonies: Bergen, Brugge, Hoogstraten,<br />
Rekkem en Ter Kameren. Bergen g<strong>in</strong>g dicht <strong>in</strong> 1866, Ter Kameren <strong>in</strong> 1872, Brugge<br />
werd een <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> vrouwen, Rekkem een <strong>land</strong>bouwerskolonie <strong>voor</strong><br />
m<strong>in</strong><strong>de</strong>rjarigen. Vanaf het laatste kwart van <strong>de</strong> eeuw was het complex Hoogstraten -<br />
Merksplas - Wortel, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> naam ‘Colonies agricoles <strong>de</strong> bienfaisance’, <strong>de</strong> enige<br />
be<strong>de</strong>laarskolonie <strong>voor</strong> het hele <strong>land</strong>: Hoogstraten (110. ha.) <strong>voor</strong> bejaar<strong>de</strong>n, zieken<br />
en gebrekkigen, Wortel (570 ha.) <strong>voor</strong> valie<strong>de</strong>n, Merksplas (520 ha.) <strong>voor</strong><br />
beroepsbe<strong>de</strong>laars en <strong>land</strong>lopers. Wie eens <strong>in</strong> Merksplas terechtkwam ontsnapte<br />
meestal niet meer aan <strong>de</strong> doem: tegen het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> eeuw zaten drie kwart van<br />
<strong>de</strong> zesduizend geïnterneer<strong>de</strong>n er <strong>voor</strong> m<strong>in</strong>stens <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> keer vast . 71.<br />
Het ontuig dat <strong>de</strong> burgerwereld niet on<strong>de</strong>r ogen wenste te krijgen stroom<strong>de</strong> naar<br />
<strong>de</strong> diverse be<strong>de</strong>laarskolonies. In <strong>de</strong> zomer van 1838 bezocht Ramon <strong>de</strong> la Sagra <strong>de</strong><br />
kolonies van Ter Kameren en Brugge. In <strong>de</strong> abdij aan <strong>de</strong> rand van het Ter Kamerenbos<br />
verliep <strong>de</strong> dag <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtienhon<strong>de</strong>rdvijftig mannen, vrouwen en k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>in</strong> hopeloos<br />
contrast met <strong>de</strong> heerlijke omgev<strong>in</strong>g. De morgenklok luid<strong>de</strong> om vijf uur <strong>in</strong> <strong>de</strong> zomer,<br />
om zeven uur <strong>in</strong> <strong>de</strong> w<strong>in</strong>ter. Met een pond brood op zak g<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> geïnterneer<strong>de</strong>n aan<br />
het werk tot het middagmaal van twaalf uur en, na een uurtje rust, opnieuw tot half<br />
zeven 's avonds. Om acht uur moest ie<strong>de</strong>reen naar <strong>de</strong> slaapzalen <strong>voor</strong> het avondgebed.<br />
Twee uur later klonk <strong>de</strong> avondklok en g<strong>in</strong>g <strong>de</strong> poort van <strong>de</strong> kolonie dicht. In Brugge<br />
ontbrak <strong>de</strong> ruimte van Ter Kameren. Vierhon<strong>de</strong>rd mannen en vrouwen en vijftien<br />
k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren zaten er opeengehoopt <strong>in</strong> <strong>de</strong> promiscuïteit van <strong>de</strong> enge werkplaatsen en <strong>de</strong><br />
slaapzalen waar <strong>de</strong> bed<strong>de</strong>n per tweeën aan elkaar bevestigd waren en<br />
gelegenheidsparen een on<strong>de</strong>rkomen von<strong>de</strong>n <strong>in</strong> tweepersoonsledikanten. 72.<br />
Brugge was echter een lustoord <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met Rekkem vóór het een<br />
jongenskolonie werd. In een reeks artikelen hekel<strong>de</strong> <strong>de</strong> Journal historique et littéraire<br />
<strong>de</strong> toestan<strong>de</strong>n die daar <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren veertig heersten. De <strong>in</strong>spectieraad van Rekkem<br />
protesteer<strong>de</strong> verontwaardigd maar weerleg<strong>de</strong> <strong>de</strong> feiten niet. Op 1 januari 1843<br />
verbleven <strong>in</strong> <strong>de</strong> kolonie tweehon<strong>de</strong>rd<strong>de</strong>rtig mannen, hon<strong>de</strong>rd vrouwen en tien<br />
k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. Daartussen bevon<strong>de</strong>n zich negentien krankz<strong>in</strong>nigen. Eén <strong>de</strong>r<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />
geïnterneer<strong>de</strong>n waren ou<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>gen en zware of ongeneeslijke zieken. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />
supervisie van me<strong>de</strong>geïnterneer<strong>de</strong>n leef<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze troep <strong>in</strong> <strong>de</strong> verbeest<strong>in</strong>g en het<br />
ongedierte, krakelend en vechtend. Elke dag kwam een priester een verplichte mis<br />
lezen. Er ston<strong>de</strong>n geen banken <strong>in</strong> <strong>de</strong> kapel; <strong>de</strong> geïnterneer<strong>de</strong>n zaten op hun klompen<br />
te lachen en te praten; aan het traliewerk dat hen van <strong>de</strong> mannen scheid<strong>de</strong> h<strong>in</strong>gen<br />
vrouwen te lonken. 73.<br />
Na 1870, na <strong>de</strong> afschaff<strong>in</strong>g of <strong>de</strong> omvorm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> overige kolonies, kwam het<br />
uitschot <strong>in</strong> Hoogstra-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De be<strong>de</strong>laarskolonie van Merksplas<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De zwaksten <strong>in</strong> <strong>de</strong> be<strong>de</strong>laarskolonie van Hoogstraten duwen het molenrad (F. Gaillard)<br />
Aankomst van een aantal ge<strong>in</strong>terneer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> be<strong>de</strong>laarskolonie van Hoogstraten (F. Gaillard)<br />
93<br />
ten, Wortel en Merksplas terecht. Eén <strong>de</strong>r<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> ongeveer<br />
tw<strong>in</strong>tigduizend <strong>land</strong>lopers en be<strong>de</strong>laars waren hopeloze gevallen die na een<br />
kortstondige vrijlat<strong>in</strong>g opnieuw <strong>in</strong>gerekend wer<strong>de</strong>n. Ontvluchten was nutteloos, want<br />
<strong>de</strong> boeren uit <strong>de</strong> omtrek werkten met <strong>de</strong> politie mee om <strong>de</strong> ontsnapten op te sporen. 74.<br />
Na <strong>1830</strong> bleef het gevangeniswezen nog een halve eeuw bijna even <strong>in</strong>humaan als<br />
on<strong>de</strong>r het ancien régime. In <strong>de</strong> jaren <strong>de</strong>rtig had men <strong>in</strong> <strong>de</strong> grotere gevangenissen <strong>de</strong><br />
mannelijke en vrouwelijke ge<strong>de</strong>t<strong>in</strong>eer<strong>de</strong>n geschei<strong>de</strong>n en gepoogd <strong>de</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>rjarigen<br />
apart on<strong>de</strong>r te brengen. Maar overal leef<strong>de</strong>n grote en kle<strong>in</strong>e misdadigers samen,<br />
overdag <strong>in</strong> <strong>de</strong> werkplaatsen en <strong>de</strong> refters, 's nachts <strong>in</strong> <strong>de</strong> gemeenschappelijke<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
slaapzalen. De vijf tot achtduizend ge<strong>de</strong>t<strong>in</strong>eer<strong>de</strong>n vorm<strong>de</strong>n een homosexuele<br />
kameraadschap van <strong>de</strong> misdaad die <strong>de</strong> meesten on<strong>de</strong>r hen tot <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itief uitgeslotenen<br />
maakte: m<strong>in</strong>stens één op drie waren recidivisten.<br />
In <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> jaren vijftig begon men, naar het <strong>voor</strong>beeld van het buiten<strong>land</strong>,<br />
celgevangenissen te bouwen. De wet van 4 maart 1870 maakte <strong>de</strong> afgezon<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />
opsluit<strong>in</strong>g, dag en nacht, verplicht geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> eerste tien jaar van <strong>de</strong> <strong>in</strong>terner<strong>in</strong>g.<br />
Dat ook <strong>de</strong> volstrekte isolatie <strong>de</strong> mens ontred<strong>de</strong>r<strong>de</strong> leer<strong>de</strong> men pas veel later. 75.<br />
De krankz<strong>in</strong>nigen beschouw<strong>de</strong> men als gevaarlijke lie<strong>de</strong>n waartegen <strong>de</strong><br />
gemeenschap moest wor<strong>de</strong>n beschermd. Ze wer<strong>de</strong>n opgesloten <strong>in</strong> aparte cellen <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> hospitalen, be<strong>de</strong>laarskolonies of gevangenissen, uitbesteed bij <strong>in</strong>woners van Geel<br />
of toevertrouwd aan particulieren <strong>voor</strong> wie het ‘bezit’ van een aantal gesteun<strong>de</strong><br />
zwakz<strong>in</strong>nigen een w<strong>in</strong>stgevend bedrijf was. Heel wat uitbaters waren ongeletter<strong>de</strong>n<br />
en niemand had enige notitie van hygiëne of ziekenverpleg<strong>in</strong>g. De patiënten zaten<br />
vaak gekluisterd <strong>in</strong> hokken zon<strong>de</strong>r lucht of licht, overgelaten aan hun lot. 76.<br />
Edouard Ducpétiaux, <strong>in</strong>specteur-generaal van <strong>de</strong> gevangenissen en <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gen<br />
van weldadigheid, en Joseph Guisla<strong>in</strong>, hoofdgeneesheer van het krankz<strong>in</strong>nigengesticht<br />
<strong>voor</strong> vrouwen te Gent, kloegen <strong>in</strong> 1832 en 1838 <strong>de</strong>ze toestan<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> openbare<br />
op<strong>in</strong>ie aan. In 1841 stel<strong>de</strong> <strong>de</strong> m<strong>in</strong>ister van Justitie een enquêtecommissie aan die na<br />
twee jaar een verslag publiceer<strong>de</strong>. Het is een van <strong>de</strong> schokkendste documenten over<br />
onze negentien<strong>de</strong> eeuw.<br />
Typerend <strong>voor</strong> <strong>de</strong> acht Oostvlaamse krankz<strong>in</strong>nigengestichten was <strong>de</strong> <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g<br />
van Den<strong>de</strong>rmon<strong>de</strong>, on<strong>de</strong>r het toezicht van <strong>de</strong> Zusters Maricollen. Daar verbleven op<br />
1 oktober 1841 achten<strong>de</strong>rtig mannen en achtenvijftig vrouwen. De dag brachten zij<br />
door <strong>in</strong> gemeenschappelijke zalen, maar lastige of gevaarlijke patiënten moesten <strong>in</strong><br />
een cel, met een dwangbuis of met kluisters aan han<strong>de</strong>n en voeten, 's Nachts wer<strong>de</strong>n<br />
allen opgesloten <strong>in</strong> cellen van an<strong>de</strong>rhalve bij an<strong>de</strong>rhalve meter, met als enig meubel<br />
een ‘legerste<strong>de</strong>’. Alle krankz<strong>in</strong>nigen leef<strong>de</strong>n samen en wer<strong>de</strong>n op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> voet<br />
behan<strong>de</strong>ld, wat onafgebroken ‘groot tumult, beroer<strong>in</strong>g en wanor<strong>de</strong>’ veroorzaakte. 77.<br />
De <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van Ieper, <strong>de</strong> ellendigste van <strong>de</strong> vier Westvlaamse, was door <strong>de</strong><br />
commissie van <strong>de</strong> openbare<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De onnozele, 1982 (E. Larock)<br />
94<br />
hospitalen toevertrouwd aan J. Van Heyn<strong>de</strong>, een ongeletterd man die machteloos<br />
stond tegenover ‘<strong>de</strong> misbruiken, het leed en <strong>de</strong> gruwel’ <strong>in</strong> dit ‘oord van folter<strong>in</strong>g’<br />
waar <strong>de</strong> zieken te gron<strong>de</strong> g<strong>in</strong>gen door ‘verwaarloz<strong>in</strong>g en eenzaamheid’. In het<br />
vervallen gebouwtje, een driehoek van cellen rond een b<strong>in</strong>nenplaats, was er ruimte<br />
<strong>voor</strong> maximum tw<strong>in</strong>tig patiënten maar <strong>de</strong> bezett<strong>in</strong>g schommel<strong>de</strong> doorgaans tussen<br />
<strong>de</strong> vijfentw<strong>in</strong>tig en <strong>de</strong> vijfen<strong>de</strong>rtig. Vaak zaten twee mensen <strong>in</strong> een cel die amper<br />
groot genoeg was <strong>voor</strong> één persoon. De cellen waren niet verwarmd en wer<strong>de</strong>n door<br />
twee kokers verlicht en verlucht. Er was geen ziekenzaal, geen bad, geen dr<strong>in</strong>kwater<br />
zelfs, en niets om <strong>de</strong> patiënten af te lei<strong>de</strong>n. De dokter kwam enkel wanneer iemand<br />
‘ziek’ was. De on<strong>de</strong>rzoekscommissie trof er een jonge vrouw aan die s<strong>in</strong>ds weken<br />
<strong>in</strong> catalepsie lag naast een naakte razen<strong>de</strong>: ‘<strong>de</strong> kreten, <strong>de</strong> verwens<strong>in</strong>gen en het dwaze<br />
lachen van <strong>de</strong> uitz<strong>in</strong>nige achtervolg<strong>de</strong>n ons <strong>de</strong> hele duur van het bezoek’. 78.<br />
Het dieptepunt zagen <strong>de</strong> enquêteurs <strong>in</strong> S<strong>in</strong>t-Niklaas, niet <strong>in</strong> het ‘Ziekhuis’ van <strong>de</strong><br />
zwartzusters waar een tiental geesteszieke vrouwen uit <strong>de</strong> welgestel<strong>de</strong> klasse wer<strong>de</strong>n<br />
verpleegd, maar <strong>in</strong> twee private on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen even buiten <strong>de</strong> stad, langs <strong>de</strong> weg<br />
naar Temse: het bedrijf van <strong>de</strong> Weduwe Behiels en <strong>de</strong> <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g die <strong>in</strong> <strong>de</strong> streek als<br />
‘Kle<strong>in</strong> Geel’ bekend stond.<br />
Het huis Behiels was tegelijk herberg, hoeve en asiel <strong>voor</strong> z<strong>in</strong>nelozen: <strong>de</strong> hoeve<br />
en het ‘gesticht’ lagen l<strong>in</strong>ks en rechts van het erf, en achteraan stond een herberg<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
‘waar het publiek kwam dr<strong>in</strong>ken en pret zoeken’. In <strong>de</strong> enge, onverwarm<strong>de</strong> cellen<br />
viel het licht b<strong>in</strong>nen langs een open<strong>in</strong>g naast <strong>de</strong> gegren<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>de</strong>ur. Van <strong>de</strong><br />
tweeënveertig geïnterneer<strong>de</strong>n trof <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekscommissie er tw<strong>in</strong>tig aan <strong>in</strong> een<br />
‘chauffoir’ van drie bij één meter zestig: tien mannen en zes vrouwen droegen boeien,<br />
<strong>de</strong> rest was met kett<strong>in</strong>gen vastgekluisterd aan <strong>de</strong> muur. De ‘directrice’, een<br />
ongeletter<strong>de</strong> vrouw op rijpe leeftijd, stond met twee mei<strong>de</strong>n en twee knechten <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong> hele zorg <strong>in</strong> en kreeg hier<strong>voor</strong> van het armbestuur zeventig centiemen per dag en<br />
per krankz<strong>in</strong>nige.<br />
Ook ‘Kle<strong>in</strong> Geel’ had een eigengeërf<strong>de</strong> boer als ‘directeur’. De cellen <strong>in</strong> ruwe<br />
baksteen waren ‘echte krochten’. Het vuil dat niet werd opgeslorpt door <strong>de</strong> slecht<br />
gevoeg<strong>de</strong> vloer vloei<strong>de</strong> weg langs een goot. Het licht drong enkel b<strong>in</strong>nen langs <strong>de</strong><br />
spleten <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur. In <strong>de</strong> slaapplaats h<strong>in</strong>g een misselijke ur<strong>in</strong>elucht. Z<strong>in</strong>nelozen<br />
hurkten er <strong>in</strong> smerig stro, geketend aan boeien, en ‘jammer<strong>de</strong>n, tier<strong>de</strong>n en woel<strong>de</strong>n<br />
als wil<strong>de</strong> dieren’. 79.<br />
Het duur<strong>de</strong> nog acht jaar eer het verslag van <strong>de</strong> commissie vruchten oplever<strong>de</strong>.<br />
De wet van 18 juni 1850 nam <strong>de</strong> ergste misbruiken weg: <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gen zon<strong>de</strong>r medische<br />
dienst wer<strong>de</strong>n gesloten - on<strong>de</strong>r meer Behiels en ‘Kle<strong>in</strong> Geel’ 80. -, <strong>voor</strong> nieuwe tehuizen<br />
was een goedkeur<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g nodig en <strong>voor</strong>taan mochten geesteszieken alleen<br />
geïnterneerd wor<strong>de</strong>n door een besluit van <strong>de</strong> gemeentelijke overheid op grond van<br />
een geneeskundig advies. De wet beval ook <strong>de</strong> regelmatige <strong>in</strong>spectie van <strong>de</strong><br />
<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen door <strong>de</strong> procureur <strong>de</strong>s Kon<strong>in</strong>gs, <strong>de</strong> burgemeester en <strong>de</strong><br />
prov<strong>in</strong>ciegouverneur. Permanente commissies van <strong>in</strong>spectie dien<strong>de</strong>n jaarlijks een<br />
verslag op te stellen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> m<strong>in</strong>ister van Justitie. 81.<br />
Vanaf <strong>de</strong> jaren zestig werd <strong>de</strong> krankz<strong>in</strong>nigenverpleg<strong>in</strong>g menselijker. Maar omdat<br />
<strong>de</strong> wet <strong>de</strong> grondoorzaak liet <strong>voor</strong>tbestaan van <strong>de</strong> vroegere misbruiken, <strong>de</strong> uitbat<strong>in</strong>g<br />
van <strong>de</strong> <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gen door particulieren met <strong>de</strong> steungel<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> gemeenten, bleven<br />
heel wat wantoestan<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>twoekeren. Een schandaal <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g <strong>voor</strong><br />
krankz<strong>in</strong>nige behoeftigen van Evere bij Brussel, dat leid<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> sluit<strong>in</strong>g van het<br />
huis bij kon<strong>in</strong>klijk besluit van 25 <strong>de</strong>cember 1871,<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
95<br />
leg<strong>de</strong> opnieuw een onvermoe<strong>de</strong> ellen<strong>de</strong> bloot. Bij twee geïnterneer<strong>de</strong>n moesten <strong>de</strong><br />
voeten wor<strong>de</strong>n afgezet omdat zij door het langdurig dragen van kluisters gangreen<br />
had<strong>de</strong>n gekregen, en twee an<strong>de</strong>ren wer<strong>de</strong>n door een razen<strong>de</strong> patiënt vermoord. Uit<br />
het gerechtelijk on<strong>de</strong>rzoek bleek dat <strong>de</strong> hon<strong>de</strong>rdtweeën<strong>de</strong>rtig ge<strong>in</strong>terneer<strong>de</strong>n vaak<br />
wer<strong>de</strong>n mishan<strong>de</strong>ld en onvoldoen<strong>de</strong> waren gevoed. De vijfenveertig gemeenten die<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> patiënten dien<strong>de</strong>n <strong>in</strong> te staan had<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> directeur akkoor<strong>de</strong>n gesloten<br />
om <strong>in</strong> plaats van het officiële tarief van 1,40 frank per dag en per patiënt, 70 tot 90<br />
centiemen te betalen. 82.<br />
In Geel wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> geesteszieken uitbesteed <strong>in</strong> <strong>de</strong> gez<strong>in</strong>nen van <strong>de</strong> gemeentenaren -<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren vijftig bezorg<strong>de</strong>n één op drie van <strong>de</strong> Geelse gez<strong>in</strong>nen één of meer patiënten<br />
-, zij had<strong>de</strong>n een bezigheid en waren vrij <strong>in</strong> hun beweg<strong>in</strong>gen. De meer<strong>de</strong>rheid van<br />
<strong>de</strong> verpleeg<strong>de</strong>n - rond het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> eeuw schommel<strong>de</strong> het totale aantal tussen<br />
achthon<strong>de</strong>rd en negenhon<strong>de</strong>rdvijftig - kwam uit <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cies Brabant en Antwerpen<br />
en stond on<strong>de</strong>r het toezicht van ‘directeurs’, <strong>in</strong>gezetenen van Geel <strong>in</strong> dienst van <strong>de</strong><br />
Brabantse en Antwerpse armbesturen: zij ‘plaatsten’ <strong>de</strong> zieken, betaal<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
kostgel<strong>de</strong>n uit en hiel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> adm<strong>in</strong>istratie bij. De overige patiënten h<strong>in</strong>gen af van<br />
een gemeentelijke commissie. Bestendig en georganiseerd medisch toezicht was er<br />
niet en <strong>de</strong> therapie bleef primitief. Men verwachtte het heil hoofdzakelijk van<br />
a<strong>de</strong>rlat<strong>in</strong>gen en het plaatsen van bloedzuigers of het toedienen van kalmeren<strong>de</strong><br />
mid<strong>de</strong>len. Als dat niet hielp en <strong>de</strong> zieken gevaarlijk wer<strong>de</strong>n sloeg men ze <strong>in</strong> <strong>de</strong> boeien<br />
of leg<strong>de</strong> men ze <strong>de</strong> voeten aan kett<strong>in</strong>gen. Men geloof<strong>de</strong> <strong>in</strong> Geel dat Gods' <strong>in</strong>grijpen<br />
en <strong>de</strong> heilzame uitwerk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> natuur het doeltreffendst <strong>de</strong> genez<strong>in</strong>g kon<strong>de</strong>n<br />
verzekeren. 83.<br />
De enkele reizigers die <strong>de</strong>ze afgelegen gemeente bezochten schetsten van <strong>de</strong><br />
‘<strong>in</strong>teressante kolonie’ 84. een <strong>voor</strong> <strong>de</strong> tijdgenoten schokkend beeld, want <strong>in</strong> Geel werd<br />
openbaar tentoongesteld wat men liever achter muren verborgen liet. Men zag er <strong>de</strong><br />
onopvallen<strong>de</strong> ‘stille krankz<strong>in</strong>nigen’ maar ook <strong>de</strong> evi<strong>de</strong>nte gekken ‘met pluimen,<br />
l<strong>in</strong>ten en allerlei k<strong>in</strong><strong>de</strong>rtuig’ en <strong>de</strong> razen<strong>de</strong>n die ketens en blokken <strong>voor</strong>tsleepten. 85.<br />
Voor Addison was het Geel van 1843 ‘een gruwelijk dorp’ dat hij na een verblijf<br />
van een paar uren ontvluchtte en waarvan, schreef hij, ‘<strong>de</strong> her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g hem tot zijn<br />
stervensuur zou kwellen’: <strong>de</strong> geketen<strong>de</strong> krankz<strong>in</strong>nigen, h<strong>in</strong>kend langs <strong>de</strong> straten, <strong>de</strong><br />
‘ongelukkige schepsels’ die gefasc<strong>in</strong>eerd het slachten van een kalf bekeken en woest<br />
gil<strong>de</strong>n wanneer zij het bloed zagen vloeien, <strong>de</strong> idioten die kwamen vertellen dat zij<br />
vol-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Gez<strong>in</strong> van een kostgever met twee krankz<strong>in</strong>nigen, Geel<br />
komen normaal waren, het was ondraaglijk en alleen maar mogelijk <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze op <strong>de</strong><br />
hei<strong>de</strong> verloren gemeente. 86. Uit domheid of boosaardigheid achtte men het daar niet<br />
nodig lelijkheid en ellen<strong>de</strong> weg te moffelen. Ene Jules Duval die Geel op het e<strong>in</strong><strong>de</strong><br />
van <strong>de</strong> jaren vijftig bezocht en er een naïeve studie over schreef, beweer<strong>de</strong> dat <strong>de</strong><br />
boeren het liefst razen<strong>de</strong> gekken als kostgangers had<strong>de</strong>n want razernij leek hun een<br />
teken van energie: <strong>in</strong> hun kalme perio<strong>de</strong> waren <strong>de</strong> razen<strong>de</strong>n forse en nuttige werkers,<br />
en als <strong>de</strong> razernij nu en dan uitbrak ‘kon <strong>de</strong> boer dat, met <strong>de</strong> hulp van een paar<br />
<strong>voor</strong>bijgangers en buren, vlug <strong>in</strong> or<strong>de</strong> maken’. 87.<br />
Conform <strong>de</strong> wet van 18 juni 1850 kreeg <strong>de</strong> kolonie van Geel een bijzon<strong>de</strong>r<br />
reglement dat op 1 januari 1855 <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g trad. De ‘directeurs’ wer<strong>de</strong>n vervangen<br />
door een medische dienst die elke week <strong>de</strong> patiënten moest bezoeken en om <strong>de</strong> drie<br />
maan<strong>de</strong>n hierover verslag dien<strong>de</strong> uit te brengen. Gelei<strong>de</strong>lijk verdwenen <strong>de</strong> misbruiken<br />
en <strong>de</strong> uitbuit<strong>in</strong>g, en ook het gebruik van ketens en boeien. Toen dom<strong>in</strong>ee M.A. Perk<br />
<strong>in</strong> 1884 Geel bezocht was daarvan geen spoor meer over. 88.<br />
Waar is, <strong>in</strong> <strong>de</strong> har<strong>de</strong> werkelijkheid van segregatie, verkrott<strong>in</strong>g en behoeftigheid, van<br />
k<strong>in</strong><strong>de</strong>rmisbruik, strafkolonies en stupi<strong>de</strong> krankz<strong>in</strong>nigenbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> vrien<strong>de</strong>lijke<br />
Bie<strong>de</strong>rmeier gebleven met zijn opvatt<strong>in</strong>gen van or<strong>de</strong> en maat en zijn kle<strong>in</strong>e<br />
levenskunst? Waar is het platte<strong>land</strong>svolk gebleven? De veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen die na <strong>1830</strong><br />
begonnen te rijpen en <strong>in</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> eeuw doorbraken, hebben <strong>de</strong>ze<br />
ou<strong>de</strong>rwetse wereld gelei<strong>de</strong>lijk weggeduwd tot hij bijna onopgemerkt verdwenen was.<br />
E<strong>in</strong>dnoten:<br />
1. Smets, 9-12, 21-22; Lis II, 173, 179, 198, 217, 224, III, 220; BTNG 1969, 86-92 (J. Hannes-C.<br />
Lis); BTNG 1969, 107 (C. Lis); Enquête 1843, III, 386-389 (Mareska-Heyman); Bertrand 1912,<br />
80; Rapport Bruges 1848, 98; Rapport Gand 1853, 35, 1857, 111, 1862, 100, 1881, 102; FB<br />
1934, 90-91 (L. Verniers); Pas<strong>in</strong>omie 1844, nr. 10.<br />
2. BTNG 1969, 90,(J Hannes-C. Lis).<br />
3. BTNG 1969, 117-118 (C. Lis).<br />
4. Enquête 1843, III, 386-389.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
5. Anseele, 82.<br />
6. BTNG 1969, 126-127 (C. Lis); FB 1934, 83 (L. Verniers); Rapport Gand 1857, 111.<br />
7. BTNG 1969, 110, 124 (C. Lis).<br />
8. Lis III, 232.<br />
9. HM 1959, 135-139 (J. Marchau); Jonckheere, 60, 171-172, 240-241; Rapport Gand 1857, 111;<br />
Dhondt-De Keyser, 144; Lis III, 214-215, 223-224, 229-232; TVG 1975, 628-634 (C. Lis);<br />
Rooses 1877, 275-276.<br />
10. Lis III, 234-236.<br />
11. Lis III, 250-251.<br />
12. BTNG 1969, 129 (C. Lis); Rapport Mal<strong>in</strong>es 1865-866, 69; Rapport Osten<strong>de</strong> 1866, 2; Rapport<br />
Courtrai 1869, 82, enz.; Du Moul<strong>in</strong>, 119-120.<br />
13. Smets, 42-43; Bertrand 1888, 113-129; Pas<strong>in</strong>omie 1867, nr. 340.<br />
14. BTFG 1968, 469, 476-477 (C. Lis); Lis III, 201, 203; The Economic History Review 1977,<br />
274-276 (C. Lis en H. Soly).<br />
15. Van<strong>de</strong>rvel<strong>de</strong> 1910, 239-240.<br />
16. Magits, 102-105; Enquête 1843, II, 221, 231, 490; Lis III, 261 n. 493.<br />
17. BC 1841, 61-62.<br />
18. GT 1972, 199-203 (M. Steels).<br />
19. Ducpétiaux 1843 A, I, 21; Enquête 1843, II, 493, 533.<br />
20. Considérant, 6.<br />
21. Enquête 1843, II, 335-336.<br />
22. Lion, 135-136.<br />
23. Claes, 76, 83.<br />
24. Lis IV, 100-101.<br />
25. Enquête 1843, III, 227, 231.<br />
26. Considérant, 8-9.<br />
27. AP Ch 1877-1878, 407.<br />
28. Claes, 56.<br />
29. Broeckaert, 174.<br />
30. De Decker, 34-38.<br />
31. Lis IV, 114-115.<br />
32. Goyens, 45, 75, 77, 81.<br />
33. Boekje <strong>voor</strong> Werklie<strong>de</strong>n, Prov<strong>in</strong>cie Antwerpen, Gemeente Turnhout, nr. 32; vgl. Neuville 1976<br />
II, 131-159.<br />
34. TX 1932, 106 (A. Dierckxsens).<br />
35. Rapport Bruges 1852, 87; Rapport Louva<strong>in</strong> 1856; 79; Rapport Lierre 1854-1855, 27.<br />
36. Kramp, 25-27, 39, 90-92; <strong>de</strong> la Sagra II, 63; JHL 1834-1835, 49.<br />
37. Kramp, 40, 41, 45.<br />
38. Lis IV, 103-104.<br />
39. Rapport Courtrai 1842, 25.<br />
40. Lis IV, 9-10, 114.<br />
41. Biographie Nationale XV, 605-607 (L. Goemans); Van Nérum, p.V.<br />
42. Eylenbosch, 13-14; Art I, 222-239, 253; HK 1946-1948, 39-40 (A. Peel); Staes 1884, 11; De<br />
Schel<strong>de</strong>, 13-14 maart 1859, p. 2; von Plönnies, 56; Verbauwen 1924, 6.<br />
43. Burggraeve, 76.<br />
44. Witte 1973 A, 641-642.<br />
45. BGD 1956, 28 (G.P. Baert); BK 1921, 142-143; De Witte, 25; W 1843, 175-179.<br />
46. Lis III, 307.<br />
47. Claes, 24.<br />
48. Lis IV, 91; NG 1963, 173-211, 1969, 169-190, 1970, 55-85 (O. Raeymaeckers).<br />
49. BGN 1959, 81-100 (A. Vermeersch).<br />
50. Enquête 1843, II, 547.<br />
51. <strong>de</strong> Chênedollé, 4-5.<br />
52. Weerspiegeld Antwerpen, 211-212, 215, 217 (P. Van Assche); Wilms 1941, 49-52, 60-61;<br />
Wilms 1953, 122-148; Van Bergen, 38; Staes 1884, 5-8; Castel, 243-244.<br />
53. Mabille, 7; Van <strong>de</strong>n Bergh, 116; Filleul, 166 n. 182; P. Claeys 1885, III, 171; Van Bergen, 90.<br />
54. Verhavert, 209; OVT 1893, 176-177 (A. Harou), 1897, 108 (A. Harou); P 1880, 79-80; KL<br />
1842, 39 (J.H.D.); Sleeckx 1864, 64-65.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
55. De Schuyter 1943, 33-39, 72-74; TSG 1977, 58-59, 68-74 (A. Thijs); Sleeckx 1903, 27-28;<br />
Eekhoud, 23-25.<br />
56. Wouters 1963, I, 121, 129, 188, 189; E 1852-1853, 55-56, 1853-1854, 47, 55, 1855-1856, 8,<br />
1858-1859, 7.<br />
57. E 1847-1848, 4, 24, 88; Lauwers, 48-49; Rogghé, 167-169.<br />
58. De Witte, 73, 208-216.<br />
59. Hugo 1898, 143.<br />
60. Oetker, 164-166.<br />
61. De Witte, 49, 162, 241-242.<br />
62. KL 1840, 23 (F.A. Snellaert); De Potter 1873, I, 296-298.<br />
63. Ducpétiaux 1843 B, 238-239, 264-265; Wilms 1941, 30, 34-38.<br />
64. <strong>de</strong> la Sagra II, 85-87, 90; Verstraete, 29-33.<br />
65. Ducpétiaux 1850, 43-46.<br />
66. Oetker, 415.<br />
67. Ducpétiaux 1866, 2-3, 22, 24, 27, 32-36, 42, 71-73; Oetker, 412-413, 416, 432; Rapport Mal<strong>in</strong>es<br />
1860-1861, 42.<br />
68. Ducpétiaux 1851, 124-125; RG 1867, 225-226 (E. Ducpétiaux); Van Kerckhoven 1842, 157-160;<br />
Bau<strong>de</strong>laire 1953, 43-44; Van Passen 1964, 881.<br />
69. HK 1946-1948, 31-32 (A. Peel); Castel, 312-313; Poffé, 308-309; Geu<strong>de</strong>ns, 289-293.<br />
70. JHL 1843-1844, 454.<br />
71. Van<strong>de</strong>walle, 190; Deiss 1900, 175-176, 189; Exposé, I, 492; Seebohm, 500.<br />
72. <strong>de</strong> la Sagra II, 125-129, 131.<br />
73. JHL 1843-1844, 456-458, 500-512, 577-582.<br />
74. Deiss 1900, 185; Perk, 75; TX 1908, 37-52 (L. Stroobant).<br />
75. Ducpétiaux 1837, 208-213; Ducpétiaux 1857, 10-15, 88; Patria Belgica II, 653-672 (A.<br />
Visschers).<br />
76. Rapport Aliénés, 4, 6-8, 133; Ducpétiaux 1832, 8-9; Guisla<strong>in</strong>, 7; Patria Belgica II, 99 (Meynne),<br />
139-140 (F. Temmerman).<br />
77. Rapport Aliénés, 76-78.<br />
78. Rapport Aliénés, 62-63.<br />
79. Rapport Aliénés, 80-82.<br />
80. Rapport Sa<strong>in</strong>t-Nicolas 1853, 19.<br />
81. Patria Belgica II, 140-141 (F. Temmerman); RG 1872, 15-19 (E. Maso<strong>in</strong>); Veraghtert, 48-49.<br />
82. AP Ch 1871-1872, 240-242.<br />
83. Veraghtert, 36-43, 69-70, 78-81, 110, 124; JVG 1974, 154-155 (M. De Bont); Patria Belgica<br />
II, 141 (F. Temmerman).<br />
84. Rapport Aliénés, 104.<br />
85. <strong>de</strong> la Sagra II, 103.<br />
86. Addison, 285-294.<br />
87. Duval, 59.<br />
88. Perk, 117.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De trekschuit van Gent naar Brugge, rond 1800<br />
96<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
t.o. 96<br />
VI. De charme van <strong>de</strong> hoepelrok (Réville <strong>de</strong> Gervais)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Afbraak van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> wereld<br />
Trekschuiten en diligences<br />
97<br />
Om <strong>de</strong> z<strong>in</strong> van <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen te begrijpen die na 1860 <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g uit het<br />
spoor van <strong>de</strong> vorige generaties haal<strong>de</strong>n moet men kijken naar <strong>de</strong> onberoer<strong>de</strong>, huiselijke<br />
wereld van het oliepitje en <strong>de</strong> kaars, van <strong>de</strong> trekschuit en <strong>de</strong> diligence, een enge maar<br />
ook rustige wereld, gedragen door levenskunst.<br />
Op <strong>de</strong> bedachtzame pas van <strong>de</strong> paar<strong>de</strong>n gle<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren <strong>de</strong>rtig <strong>de</strong> trekschuiten<br />
nog over vele kanalen van Vlaan<strong>de</strong>ren en Brabant. De meest gebruikte was <strong>de</strong> ‘barge’<br />
van Brugge naar Gent, een luxueus <strong>in</strong>gerichte boot met zorgvuldig geschei<strong>de</strong>n klassen.<br />
De eerste klasse had <strong>de</strong> weel<strong>de</strong> van een burgersalon, met zetels, spiegels, fluwelen<br />
behangsels en verguld houtwerk. In <strong>de</strong> keuken draai<strong>de</strong> het spit boven een open vuur<br />
en op het fornuis kon men twaalf gangen tegelijk klaarmaken. Voor <strong>de</strong> prijs van één<br />
d<strong>in</strong>er zou <strong>de</strong> gewone man een hele week hebben moeten werken, en een paar dagen<br />
om <strong>de</strong> reis te betalen. De vaart over het hel<strong>de</strong>re water, langs het <strong>land</strong> van molens en<br />
strodaken, was een zaligheid <strong>voor</strong> welgestel<strong>de</strong>n. Men vertrok bij valavond <strong>voor</strong> een<br />
zeven uur lange reis. In <strong>de</strong> zomer kon men op het <strong>de</strong>k genieten van <strong>de</strong> zonson<strong>de</strong>rgang<br />
en het groeien van <strong>de</strong> nacht. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> sterrenhemel ‘gleed <strong>de</strong> boot als een spookschip<br />
over het kanaal’. Men hoor<strong>de</strong> alleen <strong>de</strong> hoorn van <strong>de</strong> ruiter en <strong>de</strong> slag van <strong>de</strong> hoeven<br />
op het jaagpad. Prozaïscher was <strong>de</strong> reis <strong>in</strong> <strong>de</strong> w<strong>in</strong>termaan<strong>de</strong>n: daaraan waag<strong>de</strong> men<br />
zich alleen maar als het absoluut moest. 1. Het reizen met <strong>de</strong> treksschuit was volkomen<br />
<strong>in</strong>gepast <strong>in</strong> <strong>de</strong> stilte van het milieu en <strong>de</strong> langzaamheid van het leven. De techniek<br />
dwong <strong>de</strong> mens nog niet tot jachtigheid.<br />
Te <strong>land</strong> reis<strong>de</strong> men met <strong>de</strong> diligence, een logge, <strong>in</strong>gewikkeld gebouw<strong>de</strong> kast:<br />
<strong>voor</strong>aan <strong>de</strong> drie plaatsen van <strong>de</strong> ‘coupé’ <strong>voor</strong> <strong>de</strong> rijken, <strong>in</strong> het mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ‘berl<strong>in</strong>e’<br />
met zes plaatsen op twee tegenover elkaar staan<strong>de</strong> banken, <strong>voor</strong> <strong>de</strong> welgestel<strong>de</strong>n, en<br />
achteraan <strong>de</strong> ‘roton<strong>de</strong>’, een ron<strong>de</strong> bank <strong>voor</strong> een achttal gewone lie<strong>de</strong>n. Uit alle<br />
ste<strong>de</strong>n vertrokken <strong>de</strong> postkoetsen dagelijks of wekelijks naar <strong>de</strong> belangrijke centra<br />
<strong>in</strong> b<strong>in</strong>nen- en buiten<strong>land</strong>. In Brussel waren er zelfs een veertigtal afritten per dag<br />
<strong>voor</strong> lange, ongerieflijke reizen: naar Antwerpen <strong>de</strong>ed men er vijf uren over, naar<br />
Oosten<strong>de</strong> veertien, naar Parijs zevenen<strong>de</strong>rtig. De hele tijd wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> reizigers door<br />
elkaar geschud. Ze zaten opeengepakt <strong>in</strong> <strong>de</strong> lucht van ongewassen kleren, tabaksrook<br />
en voedsel<strong>voor</strong>ra<strong>de</strong>n. Overdag braken <strong>de</strong> verhalen over belevenissen van vroegere<br />
reizen en <strong>de</strong> spook- en roversgeschie<strong>de</strong>nissen <strong>de</strong> eentonigheid van <strong>de</strong> tocht. Een<br />
aparte emotie bezorg<strong>de</strong>n <strong>de</strong> nachtelijke ritten langs <strong>de</strong> <strong>in</strong>ktzwarte wegen. De welkome<br />
on<strong>de</strong>rbrek<strong>in</strong>g van het relais werd <strong>voor</strong>tdurend gestoord door <strong>de</strong> snelheidsconcurrentie<br />
tussen <strong>de</strong> diligencediensten. Dan verscheen <strong>de</strong> conducteur <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur van <strong>de</strong><br />
afspann<strong>in</strong>g met ‘<strong>de</strong> onheilspellen<strong>de</strong> kreet’: ‘Instappen, heren reizigers ! De<br />
concurrentie na<strong>de</strong>rt!’ ‘Er ontstond een onbeschrijfelijk rumoer. Ie<strong>de</strong>reen greep wat<br />
hij krijgen kon, een korst brood, een kaas. De slimsten wikkel<strong>de</strong>n vliegensvlug een<br />
kip <strong>in</strong> een krant. An<strong>de</strong>ren kerf<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> rosbief en droegen een plak weg als een<br />
relikwie. En allen storm<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> koets waar <strong>de</strong> verover<strong>de</strong> buit werd ver<strong>de</strong>eld als<br />
on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> schipbreukel<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> Medusa.’ 2.<br />
Een verre reis was een hele on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g. Wie van Brussel naar Oosten<strong>de</strong> wil<strong>de</strong><br />
nam mid<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> nacht <strong>de</strong> diligence naar Gent, voer zeven uur lang met <strong>de</strong> trekschuit<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
naar Brugge en stapte daar over op <strong>de</strong> trekschuit naar Oosten<strong>de</strong> waar men rond zeven<br />
uur 's avonds arriveer<strong>de</strong>. 3.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Vastgelopen diligence (X. Lepr<strong>in</strong>ce)<br />
98<br />
In <strong>de</strong> afgelegen gebie<strong>de</strong>n bleef dit trage levensritme behou<strong>de</strong>n tot het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />
eeuw. In 1884 reis<strong>de</strong> dom<strong>in</strong>ee Perk per ‘postkoets’ van Hoogstraten naar Turnhout<br />
en <strong>de</strong>ed er twee-en-een-half uur over ‘geen enkele kroeg, en er zijn er heel wat, of<br />
<strong>de</strong> conducteur-voerman legt er even aan. En overal staat <strong>de</strong> vrouw of dochter <strong>de</strong>s<br />
huizes reeds te wachten met het glas bier of <strong>de</strong> borrel.’ 4. Van uit Nevele bleef <strong>de</strong><br />
‘postmaal’ tot 1910 rij<strong>de</strong>n, met haar kaarslampen en, <strong>in</strong> <strong>de</strong> w<strong>in</strong>ter, het haverstro op<br />
<strong>de</strong> vloer. Bij sneeuwweer werd er een sle<strong>de</strong> <strong>in</strong>gelegd <strong>voor</strong> <strong>de</strong> waaghalzen of <strong>de</strong><br />
ongeduldigen. 5.<br />
Het won<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> snelheid<br />
In 1835 maakte het spoor aan <strong>de</strong>ze rust een e<strong>in</strong><strong>de</strong>. De koorts <strong>de</strong>r beweeglijkheid<br />
greep <strong>de</strong> mensen aan en <strong>de</strong>ed nieuwe behoeften en gewoonten ontstaan. Snel steeg,<br />
met <strong>de</strong> kilometers van <strong>de</strong> staats- en concessiesporen, het aantal reizigers per jaar:<br />
een half miljoen <strong>in</strong> 1835, twee miljoen <strong>in</strong> 1840, vijf miljoen tien jaar later en<br />
zevenentw<strong>in</strong>tig miljoen <strong>in</strong> 1870. In enkele jaren tijd kreeg het honkvaste <strong>land</strong> <strong>de</strong><br />
smaak van het reizen. 6.<br />
Van he<strong>in</strong><strong>de</strong> en verre, uit b<strong>in</strong>nen- en buiten<strong>land</strong>, kwam men kijken naar het won<strong>de</strong>r<br />
waardoor België plots aan <strong>de</strong> spits van <strong>de</strong> <strong>voor</strong>uitgang stond, een half jaar <strong>voor</strong><br />
Duits<strong>land</strong>, twee jaar <strong>voor</strong> Frankrijk, vier jaar <strong>voor</strong> Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong> en Italië. Langs <strong>de</strong><br />
spoorlijnen verrezen nieuwe herbergen waar men 's zondags kwam genieten van het<br />
schouwspel <strong>de</strong>r <strong>voor</strong>bijrazen<strong>de</strong> monsters. Na <strong>de</strong> aanvankelijke drempelvrees bo<strong>de</strong>n<br />
zich steeds meer liefhebbers aan om <strong>de</strong> sensatie van <strong>de</strong> snelheid te beleven. De<br />
stations, met hekkens afgeperkte ruimten, wer<strong>de</strong>n het centrum van ‘een schier<br />
diabolische drukte’: uit Brussel, Mechelen en Antwerpen vertrok konvooi na konvooi,<br />
zwaarbela<strong>de</strong>n met opgehitste mensen. 7.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Een aantal reizigers schreven hun verrukk<strong>in</strong>g neer over <strong>de</strong> snelheid waarmee <strong>in</strong><br />
één uur een afstand werd afgelegd waar <strong>de</strong> diligence vijf uur over <strong>de</strong>ed. Op 21<br />
augustus 1837 maakte Victor Hugo <strong>de</strong> eerste tre<strong>in</strong>reis van zijn leven mee, van<br />
Antwerpen naar Brussel: ‘De snelheid is on<strong>voor</strong>stelbaar. De bloemen langs <strong>de</strong> weg<br />
zijn geen bloemen meer maar vlekken of liever ro<strong>de</strong> en witte strepen... Aan <strong>de</strong> horizon<br />
dansen ste<strong>de</strong>n, torens en bomen en wervelen uitz<strong>in</strong>nig door elkaar. Nu en dan duikt<br />
langs het portier een schaduw op, een gedaante, een spook, en verdwijnt weer als <strong>de</strong><br />
bliksem; het is een spoorwachter die militair het geweer schou<strong>de</strong>rt ter ere van het<br />
konvooi.’ Nog halluc<strong>in</strong>anter was <strong>de</strong> terugkeer <strong>in</strong> <strong>de</strong> nacht, met <strong>de</strong> ‘brullen<strong>de</strong>,<br />
vlammen<strong>de</strong> locomotief’ en <strong>de</strong> ‘ro<strong>de</strong> stralen die uit <strong>de</strong> wielen spatten en bomen en<br />
heuvels wegveeg<strong>de</strong>n’. ‘Angstwekkend’ ‘als een orkaan’ kruisten elkaar <strong>de</strong> tre<strong>in</strong>en<br />
uit Antwerpen en Brussel: ‘men zag geen wagens, geen mannen, geen vrouwen,<br />
alleen maar lichte of sombere vlekken <strong>in</strong> een wervelw<strong>in</strong>d waaruit kreten, gelach en<br />
gejuich opstegen.’ 8.<br />
Voor <strong>de</strong> platte<strong>land</strong>sbevolk<strong>in</strong>g die <strong>de</strong> duivelstuigen dag en nacht <strong>voor</strong>bij zag razen<br />
leek het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> wereld nabij, maar <strong>de</strong> dichters bejubel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>voor</strong>uitgang.<br />
On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> titel Le Remorqueur- ‘éléphant par la force, et cheval par la grâce’ - maakte<br />
Théodore Weustenraad bladzij<strong>de</strong>n lyriek over <strong>de</strong> <strong>in</strong>huldig<strong>in</strong>g, <strong>in</strong> 1841, van <strong>de</strong> spoorlijn<br />
Brussel-Luik:<br />
‘Honneur donc a ton oeuvre! Un autre age commence!<br />
La Matière a conquis les ailes <strong>de</strong> l'Esprit,<br />
De l'Espace habité s'effaça la Distance,<br />
Et le Tempt est doublé pour l'homme qui grandit,’ 9.<br />
Een jaar later vergeleek Pru<strong>de</strong>ns Van Duyse <strong>de</strong> ‘stoomkoets’ met het ‘Ros Beyaert’:<br />
‘Daer na<strong>de</strong>rt d'yzeren zuil, Beschav<strong>in</strong>g toegeheiligd,<br />
De zuil, die door <strong>de</strong>n geest <strong>de</strong>r Nyverheid beveiligd,<br />
Den stoom, ls wierookwalm, ziet dar<strong>de</strong>n om zijn top.<br />
Het zware kunsttuig vliegt, als 't pluimtje spel <strong>de</strong>r w<strong>in</strong><strong>de</strong>n,<br />
Om, <strong>in</strong> een oogslag, vergezichten te versl<strong>in</strong><strong>de</strong>n.<br />
Straks dreun<strong>de</strong> 't <strong>in</strong> <strong>de</strong> verte, en 't steigert <strong>voor</strong> mij op.’ 10.<br />
Het reizen <strong>in</strong> <strong>de</strong> open ‘char-à-bancs’ von<strong>de</strong>n zelfs <strong>de</strong> tijdgenoten een last: men zat<br />
<strong>de</strong> hele tijd <strong>in</strong> een wolk van stof en s<strong>in</strong>tels en bij het stoppen en remmen werd ie<strong>de</strong>reen<br />
overhoop gegooid omdat <strong>de</strong> wagens buffers<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
99<br />
noch spanners had<strong>de</strong>n. Maar <strong>de</strong> geestdrift over het nieuwe won<strong>de</strong>r hielp die<br />
ongemakken vergeten: ie<strong>de</strong>re reis verliep <strong>in</strong> ‘luidruchtigheid en vrolijk gezang’. 11.<br />
Slechts enkelen vermoed<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> heerschappij van <strong>de</strong> mach<strong>in</strong>e een bedreig<strong>in</strong>g<br />
kon wor<strong>de</strong>n. ‘Men mag het ijzeren paard niet te zien krijgen, schreef Victor Hugo,<br />
want dan is alle poëzie weg. Het is een monster als men het hoort maar als men het<br />
ziet is het enkel een mach<strong>in</strong>e. Ziedaar <strong>de</strong> trieste kwaal van onze tijd: dorre nuttigheid<br />
maar geen schoonheid.’ 12. Alexandre Dumas, die <strong>in</strong> 1838 <strong>in</strong> België kennis maakte<br />
met het spoor, was ontgoocheld: ‘De spoorweg mag een won<strong>de</strong>rbare uitv<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g zijn<br />
<strong>voor</strong> han<strong>de</strong>lsreizigers en reistas-lie<strong>de</strong>n, maar hij doodt <strong>in</strong> elk geval het pittoreske en<br />
<strong>de</strong> poëzie.’ 13.<br />
Dat <strong>de</strong> koopmansgeest het leven g<strong>in</strong>g beheersen zag men aan het uitzicht van <strong>de</strong><br />
ste<strong>de</strong>n en dorpen langs het spoor. Zij keer<strong>de</strong>n zich van hun kern af, naar het station<br />
en <strong>de</strong> stationswijk. Daar vestig<strong>de</strong> zich ‘een nieuwe bevolk<strong>in</strong>g met een nieuwe geest’,<br />
een ne<strong>de</strong>rzett<strong>in</strong>g van han<strong>de</strong>laars, w<strong>in</strong>keliers en stationsbedien<strong>de</strong>n die een an<strong>de</strong>re<br />
levensstijl <strong>in</strong>plantten. Aan <strong>de</strong> rand van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> gemeenten groei<strong>de</strong> een monotone,<br />
zakelijke bouw die <strong>in</strong> een paar <strong>de</strong>cennia het wooncentrum verbrokkel<strong>de</strong> <strong>in</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />
zon<strong>de</strong>r samenhang. 14.<br />
Na het spoor kwam het won<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> kabeltelegrafie. Op 7 september 1846 trad<br />
tussen Brussel en Antwerpen <strong>de</strong> eerste telegrafische lijn <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g, vier dra<strong>de</strong>n langs<br />
het spoor die <strong>de</strong> uren lange afstand <strong>in</strong> secon<strong>de</strong>n overwonnen. Een paar jaar bleef het<br />
bij <strong>de</strong><br />
Het spoor bij <strong>de</strong> Groendreef <strong>in</strong> Brussel<br />
ene lijn Brussel-Antwerpen, uitgebaat door <strong>de</strong> Engelse ‘Electric Telegraph Company’.<br />
Na <strong>de</strong> wet van 4 juni 1850, die <strong>de</strong> staat machtig<strong>de</strong> om telegrafische kabels aan te<br />
leggen langs het spoor, nam <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g <strong>de</strong> exploitatie over. In 1855 werkten al een<br />
veertigtal posten die hoofdzakelijk dien<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> het doorse<strong>in</strong>en van beurs- en<br />
han<strong>de</strong>lsverricht<strong>in</strong>gen en kranteberichten. De gewone man vertrouw<strong>de</strong> <strong>de</strong> vreem<strong>de</strong>,<br />
dure zaak niet. Rond 1855 kostte een telegram van vijfentw<strong>in</strong>tig woor<strong>de</strong>n gemid<strong>de</strong>ld<br />
vier of vijf frank. Was men na het betalen van <strong>de</strong>ze som wel zeker dat het telegram<br />
zijn bestemm<strong>in</strong>g bereikte? Hoe kon men <strong>in</strong> tw<strong>in</strong>tig woor<strong>de</strong>n zeggen wat men <strong>in</strong> lange<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
ieven placht uiteen te zetten? En wie zou er aan <strong>de</strong>nken zijn geheimen aan een<br />
ambtenaar toe te vertrouwen? De Bie<strong>de</strong>rmeier verkoos nog jaren <strong>de</strong> beproef<strong>de</strong> d<strong>in</strong>gen.<br />
Uit zijn ervar<strong>in</strong>g als bedien<strong>de</strong> bij <strong>de</strong> staatstelegraaf heeft Louis Strens over <strong>de</strong><br />
aanvangsjaren van <strong>de</strong> kabeltelegrafie enkele anekdotes verteld die <strong>de</strong> naïefheid<br />
illustreren waarmee <strong>de</strong> mens overstapte naar <strong>de</strong> sprookjeswereld van <strong>de</strong> techniek:<br />
‘Op een dag kwam een heer een telegram <strong>in</strong>dienen. Zal het direct wor<strong>de</strong>n verstuurd?,<br />
vroeg hij <strong>de</strong> bedien<strong>de</strong>. - Zeker, meneer, zon<strong>de</strong>r dralen. - Goed, dan ga ik kijken, zei<br />
het heerschap en verliet overijld het kantoor. Tien m<strong>in</strong>uten later was hij terug: Wel<br />
waar blijft mijn telegram? - Het is vijf m<strong>in</strong>uten gele<strong>de</strong>n aangekomen, meneer. - Maar<br />
hoe is dat mogelijk? Ik hield <strong>de</strong> hele tijd <strong>de</strong> ogen op <strong>de</strong> dra<strong>de</strong>n gericht en ik heb<br />
helemaal niets <strong>voor</strong>bij zien komen.’ 15.<br />
Op het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> jaren zeventig hoor<strong>de</strong> men <strong>in</strong> België van een nieuwe rariteit,<br />
<strong>de</strong> telefonie. Het net<br />
Het centraal station van Mechelen (L. Ghémar)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
100<br />
g<strong>in</strong>g pas <strong>in</strong> 1884 <strong>voor</strong> het publiek open, maar <strong>in</strong> afwacht<strong>in</strong>g kon men <strong>in</strong> het spoor<br />
van Jules Verne fantaseren over <strong>de</strong> sprookjesachtige mogelijkhe<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> Revue<br />
Générale van 1877 <strong>voor</strong>spel<strong>de</strong> rid<strong>de</strong>r L. <strong>de</strong> Selliers <strong>de</strong> Moranville <strong>de</strong> macht van <strong>de</strong><br />
nieuwe techniek als massa-communicatiemid<strong>de</strong>l: ‘Dank zij <strong>de</strong> telefoon zullen <strong>de</strong><br />
re<strong>de</strong>naars zich niet langer schor moeten schreeuwen: zij zullen hun toespraken op<br />
verschei<strong>de</strong>ne plaatsen tegelijk kunnen hou<strong>de</strong>n. Maar zal het prestige dat aan het<br />
woord van een geacht man is verbon<strong>de</strong>n niet verloren gaan wanneer <strong>de</strong> spreker<br />
onzichtbaar wordt? Zal het publiek even aandachtig naar <strong>de</strong> grafstem uit een open<strong>in</strong>g<br />
te mid<strong>de</strong>n van het gehoor luisteren als naar <strong>de</strong> man die <strong>de</strong> massa beheerst door het<br />
gezag van zijn gebaar en zijn blik? Het is een ernstige opwerp<strong>in</strong>g maar men kan <strong>de</strong><br />
moeilijkheid omzeilen. Het volstaat een bepaald<br />
De ‘Galerie du Roi’ <strong>in</strong> Brussel (L. Titz)<br />
<strong>in</strong>dividu zo te vermommen dat men hem niet meer van <strong>de</strong> re<strong>de</strong>naar kan<br />
on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n... Deze stroman maakt <strong>de</strong> gebaren die passen bij <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong><br />
telefoon en wekt <strong>de</strong> <strong>in</strong>druk dat hij zelf <strong>de</strong> re<strong>de</strong> uitspreekt.’ Ook <strong>de</strong> leraar moest zich<br />
<strong>in</strong> een nabije toekomst niet meer verplaatsen: ‘hij zou thuis door <strong>de</strong> telefoon spreken<br />
en op die manier aan zijn leerl<strong>in</strong>gen een kennis mee<strong>de</strong>len die ogenblikkelijk kilometers<br />
ver werd uitgezon<strong>de</strong>n.’ 16.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Verstor<strong>in</strong>g van het milieu<br />
Met <strong>de</strong> leuze ‘A bas les chem<strong>in</strong>ées!’ grepen <strong>in</strong> 1855 <strong>in</strong> <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cie Namen<br />
samenschol<strong>in</strong>gen plaats tegen <strong>de</strong> chemische fabrieken omdat zij scha<strong>de</strong>lijk wer<strong>de</strong>n<br />
geacht <strong>voor</strong> <strong>de</strong> graan- en aardappelgewassen. 17. Dat was een uitzon<strong>de</strong>rlijke gebeurtenis:<br />
nagenoeg ie<strong>de</strong>reen vond <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustrialisatie èn haar gevolgen normaal omdat zij een<br />
teken waren van <strong>de</strong> zo geprezen stoffelijke <strong>voor</strong>uitgang. De verontwaardig<strong>in</strong>g van<br />
<strong>de</strong> Kempische letterkundige Gustaaf Segers, <strong>in</strong> <strong>de</strong> Vlaamsche Kunstbo<strong>de</strong> van 1877,<br />
over het plan om een steenweg aan te leggen door <strong>de</strong> hei<strong>de</strong>, ‘mijn onvergelijkbare<br />
hei<strong>de</strong>’, ‘schoon omdat zij zo ver ligt van alles wat <strong>in</strong> <strong>de</strong> menselijke geest <strong>in</strong> beroer<strong>in</strong>g<br />
komt, omdat er geen spoor van 's mensen hand op te zien is’, klonk achterlijk <strong>in</strong> alle<br />
oren. 18. Protest brak alleen los wanneer men persoonlijk h<strong>in</strong><strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rvond.<br />
Rond het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw wer<strong>de</strong>n West- en Oost-Vlaan<strong>de</strong>ren<br />
<strong>voor</strong> het eerst geconfronteerd met <strong>de</strong> vervuil<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> rivieren en kanalen veroorzaakt<br />
door het Franse riviertje L'Espierre, <strong>de</strong> Spierebeek. Het vloei<strong>de</strong> langs Roubaix,<br />
Tourco<strong>in</strong>g en Moeskroen en kreeg <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustrieafval van vijfhon<strong>de</strong>rd bedrijven en <strong>de</strong><br />
drek van hon<strong>de</strong>rdvijftigduizend mensen te slikken. Bij Spiere vloei<strong>de</strong> <strong>de</strong> viezigheid<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> Schel<strong>de</strong>. In het laatste kwart van <strong>de</strong> eeuw was <strong>de</strong> stroom een ‘riool’ ‘gistend<br />
slijk’ die een ‘pestlucht’ afgaf en do<strong>de</strong> vissen krui<strong>de</strong>. Door <strong>de</strong> Schel<strong>de</strong> geraakten <strong>de</strong><br />
overige waterlopen vervuild. ‘Met uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Den<strong>de</strong>r v<strong>in</strong>dt men <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
rivieren van <strong>de</strong> twee Vlaamse prov<strong>in</strong>cies geen liter dr<strong>in</strong>kbaar water meer <strong>voor</strong> mens<br />
en vee’ zei het Gentse kamerlid Willequet <strong>in</strong> 1884 tij<strong>de</strong>ns een <strong>in</strong>terpellatie tot <strong>de</strong><br />
m<strong>in</strong>ister van Landbouw, Nijverheid en Openbare Werken. De toestand was het ergst<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> Schel<strong>de</strong> en <strong>in</strong> <strong>de</strong> Leie, die bovendien was aangetast door het vlasroten. Langs<br />
<strong>de</strong> oever van bei<strong>de</strong> rivieren heerste <strong>de</strong> tyfus en<strong>de</strong>misch. In <strong>de</strong> zomer van 1886 was<br />
<strong>de</strong> stank van het Schel<strong>de</strong>water <strong>in</strong> Gent zo ondraaglijk dat <strong>de</strong> bewoners langs <strong>de</strong> kaaien<br />
hun ramen niet meer<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
101<br />
kon<strong>de</strong>n openen en <strong>de</strong> <strong>voor</strong>bijgangers met <strong>de</strong> zakdoek <strong>voor</strong> <strong>de</strong> neus over <strong>de</strong> bruggen<br />
liepen. Met heimwee dacht Willem Rogghé terug aan het ‘kristalhel<strong>de</strong>re’ Schel<strong>de</strong>water<br />
van zijn jeugd, ‘krioelend van baars, karpel, zeelt en pal<strong>in</strong>g’. Op alle bruggen en aan<br />
<strong>de</strong> kaaien zaten 's zondags hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n hengelaars te vissen. Een paar tientallen jaren<br />
later vloei<strong>de</strong> door <strong>de</strong> stad een ‘zwarte, vettige, gisten<strong>de</strong> mod<strong>de</strong>r.’ 19.<br />
Deze eerste vervuil<strong>in</strong>g gaat gepaard met een veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het economisch leven.<br />
Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> eerste vijftig jaar geraakte België ‘<strong>in</strong> <strong>de</strong> ban van <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustriële revolutie’.<br />
De <strong>in</strong>vloed, <strong>in</strong> het openbare leven, van <strong>de</strong> grootgrondbezitters week <strong>voor</strong> die van <strong>de</strong><br />
grote bedrijfslei<strong>de</strong>rs - al bleven die hun fortu<strong>in</strong> nog tot het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> eeuw <strong>in</strong><br />
grondbezit beleggen. De mach<strong>in</strong>e verdreef <strong>de</strong> handnijverheid, een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong><br />
<strong>land</strong>elijke bevolk<strong>in</strong>g vloei<strong>de</strong> over naar <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustrie, het volume van <strong>de</strong><br />
<strong>land</strong>bouwproduktie groei<strong>de</strong> door <strong>de</strong> <strong>in</strong>tensievere bebouw<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> mechaniser<strong>in</strong>g<br />
<strong>de</strong>r <strong>land</strong>bouwwerktuigen; <strong>de</strong> opruim<strong>in</strong>g van het protectionisme en <strong>de</strong> uitbouw van<br />
het verkeersnet lieten <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nen- en buiten<strong>land</strong>se han<strong>de</strong>l groeien, en vanaf het mid<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong>r eeuw stuw<strong>de</strong> het her<strong>in</strong>gerichte f<strong>in</strong>ancie- en kredietwezen het hele economische<br />
leven. In een halve eeuw tijd evolueer<strong>de</strong> het <strong>land</strong> van een agrarische naar een<br />
<strong>in</strong>dustriële huishoud<strong>in</strong>g. Deze revolutie was <strong>voor</strong>al merkbaar <strong>in</strong> Wallonië. In het<br />
Vlaamse <strong>land</strong>sge<strong>de</strong>elte rem<strong>de</strong> <strong>de</strong> gehechtheid aan het agrarisch-ambachtelijke leven<br />
<strong>de</strong> economische groei. Hierdoor bleven <strong>de</strong> tradities er langer bewaard maar tegelijk<br />
werd het eens welvaren<strong>de</strong> <strong>land</strong> een ‘arm Vlaan<strong>de</strong>ren’, gekenmerkt door het contrast<br />
tussen het achterlijke volk en <strong>de</strong> rijkgewor<strong>de</strong>n burgerij. Toch begon ook <strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren<br />
<strong>de</strong> economische bloei <strong>de</strong> natuur te verstoren. Rond het spoornet wer<strong>de</strong>n kanalen<br />
aangelegd en hoofd- en buurtwegen gebouwd, en langs <strong>de</strong> nieuwe verkeersa<strong>de</strong>rs<br />
vestig<strong>de</strong>n zich <strong>de</strong> bedrijven: ‘ie<strong>de</strong>re stroom, ie<strong>de</strong>re vaart geraakte omzoomd door<br />
een kett<strong>in</strong>g van fabrieken.’ 20.<br />
‘Systematisch en doorlopend’ 21. begon <strong>de</strong> techniek het leven te beheersen. Zij zou<br />
het menselijk geluk verzekeren en kreeg daarom <strong>de</strong> <strong>voor</strong>rang op alle an<strong>de</strong>re waar<strong>de</strong>n.<br />
Onverschillig lieten <strong>de</strong> groepen die het economisch leven leid<strong>de</strong>n of van <strong>de</strong> welvaart<br />
profiteer<strong>de</strong>n het <strong>land</strong> vernielen. Pas op het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> eeuw maakten enkelen zich<br />
ongerust en begonnen comités <strong>voor</strong> natuurbehoud op te richten. Maar zij ston<strong>de</strong>n<br />
machteloos tegenover het niet meer te stuiten utilitarisme van een eeuw die aan <strong>de</strong><br />
volgen<strong>de</strong> generaties <strong>de</strong> hypotheek overmaakte van haar zelfverzekerd<br />
nuttigheidsbejag.<br />
De afbraakkoorts verm<strong>in</strong>kte ook het stadsbeeld. Het<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De S<strong>in</strong>t-Jorispoort te Antwerpen <strong>in</strong> 1853 (J. L<strong>in</strong>nig)<br />
Juist vóór <strong>de</strong> afbraak van <strong>de</strong> S<strong>in</strong>t-Jorispoort te Antwerpen, 1866<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De afgebroken S<strong>in</strong>t-Jorispoort te Antwerpen, 1866<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
102<br />
Afbraak van <strong>de</strong> kipdorppoort te Antwerpen, 1866 (J. L<strong>in</strong>nig)<br />
begon met <strong>de</strong> vloed van <strong>in</strong>wijkel<strong>in</strong>gen uit het platte<strong>land</strong> en <strong>de</strong> proliferatie van <strong>de</strong><br />
arbei<strong>de</strong>rsbuurten. Dat leid<strong>de</strong> tot het neerhalen van ou<strong>de</strong> stegen en schil<strong>de</strong>rachtige<br />
hoekjes. In Antwerpen wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> juli 1851 een <strong>de</strong>rtigtal houten gevels uit <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong><br />
eeuw afgebroken. In leper was men daarmee al <strong>in</strong> 1840 begonnen: ‘elegante mo<strong>de</strong>rne<br />
bouwwerken’, berichtte het stadsbestuur, verv<strong>in</strong>gen ‘<strong>de</strong> houten huizen die wel<br />
schil<strong>de</strong>rachtig waren als men ze behoorlijk on<strong>de</strong>rhield maar akelig wer<strong>de</strong>n wanneer<br />
<strong>de</strong> hand <strong>de</strong>s tijds ze <strong>in</strong> pu<strong>in</strong> <strong>de</strong>ed vallen.’ 22. In plaats van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> kernen kwamen<br />
burgerstraten zon<strong>de</strong>r stijl. Hier en daar experimenteer<strong>de</strong> men met over<strong>de</strong>kte<br />
w<strong>in</strong>kelgalerijen. Antwerpen gaf <strong>de</strong> toon aan met <strong>de</strong> bouw, <strong>in</strong> 1841, van <strong>de</strong> ‘cité’, een<br />
door glas over<strong>de</strong>kte galerij van <strong>de</strong> Lombar<strong>de</strong>nstraat naar <strong>de</strong> Oudaan, met drie<br />
verdiep<strong>in</strong>gen w<strong>in</strong>kels en zalen <strong>voor</strong> feesten en bals. Brussel volg<strong>de</strong> het <strong>voor</strong>beeld<br />
enkele jaren later met <strong>de</strong> ‘Galerie Sa<strong>in</strong>t-Hubert’. 23. Belangrijk was ook <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed<br />
van <strong>de</strong> stations die nieuwe wijken en nieuwe <strong>in</strong>valswegen <strong>de</strong><strong>de</strong>n ontstaan. Wanneer<br />
men dit omwoelen <strong>in</strong> elke stad apart bekijkt, zoals Marcel Vanhamme het bij<strong>voor</strong>beeld<br />
<strong>voor</strong> Brussel <strong>de</strong>ed 24. , beseft men hoe grondig al vóór 1860 het stijlvolle beeld van <strong>de</strong><br />
huizenrijen was aangetast.<br />
De afschaff<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> octrooien, <strong>in</strong> <strong>de</strong> nacht van 20 op 21 juli 1860, werd uitbundig<br />
gevierd als <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet van een nieuwe <strong>voor</strong>uitgang. ‘Het ou<strong>de</strong>rwets verschil tussen boer<br />
en burger g<strong>in</strong>g verdwijnen’ en ‘ste<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen en dorpel<strong>in</strong>gen zou<strong>de</strong>n tot één bevolk<strong>in</strong>g<br />
versmelten’. 25. In Gent luid<strong>de</strong> <strong>de</strong> stadsklok om mid<strong>de</strong>rnacht <strong>de</strong> heuglijke gebeurtenis<br />
<strong>in</strong>. 26. Te Antwerpen juichten hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n nieuwsgierigen <strong>de</strong> eerste wagen toe die na<br />
mid<strong>de</strong>rnacht vrij <strong>de</strong> stad b<strong>in</strong>nenreed. De volgen<strong>de</strong> dag h<strong>in</strong>g een feestelijke stemm<strong>in</strong>g<br />
over <strong>de</strong> bevlag<strong>de</strong> straten. Alle schepen voer<strong>de</strong>n wimpels <strong>in</strong> <strong>de</strong> mast en 's avonds<br />
gloei<strong>de</strong> een algemene illum<strong>in</strong>atie. 27. Tegelijk nam men zon<strong>de</strong>r het te beseffen afscheid<br />
van <strong>de</strong> tijd <strong>de</strong>r bedaag<strong>de</strong> burgerlijkheid. Zij had <strong>de</strong> crisis van <strong>de</strong> jaren veertig, <strong>de</strong><br />
ontmenselijk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> stad en <strong>de</strong> ontwaken<strong>de</strong> bitterheid overleefd, maar g<strong>in</strong>g nu<br />
ten on<strong>de</strong>r aan <strong>de</strong> vernietig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> stad waar<strong>in</strong> zij geboren werd en gedij<strong>de</strong>.<br />
De stadswallen wer<strong>de</strong>n dichtgegooid en <strong>de</strong> h<strong>in</strong><strong>de</strong>rlijk gewor<strong>de</strong>n poorten, meestal<br />
historische en architectonische monumenten, afgebroken. Slechts enkele ontsnapten<br />
bijna toevallig aan <strong>de</strong> opruim<strong>in</strong>gsdrift: <strong>de</strong> Brusselse poort te Mechelen, <strong>de</strong> Hallepoort<br />
te Brussel, <strong>de</strong> Brugse poorten met hun wallen. Het protest van eenzamen, zoals een<br />
Jan Rousseau <strong>in</strong> het Bullet<strong>in</strong> <strong>de</strong>s Commissions royales d'art et d'archéologie (‘zou<br />
men trotser, welspreken<strong>de</strong>r erebogen kunnen oprich-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
103<br />
ten dan die ou<strong>de</strong> poorten welke vier geslachten overleef<strong>de</strong>n?’), was een hopeloos<br />
optornen tegen <strong>de</strong> koopmansgeest: ‘<strong>de</strong> meetkun<strong>de</strong> zegepraal<strong>de</strong> over <strong>de</strong> kunst’. 28.<br />
Opruimen werd een epi<strong>de</strong>mie tot <strong>in</strong> <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>ste gemeenten. In Eksaar<strong>de</strong> liet <strong>de</strong><br />
overheid <strong>in</strong> 1865 een nieuwe vloer leggen <strong>in</strong> <strong>de</strong> veertien<strong>de</strong>-eeuwse kerk: men<br />
verbrijzel<strong>de</strong> <strong>de</strong> eeuwenou<strong>de</strong> vloer- en zerkstenen en gebruikte ze <strong>voor</strong> het aanleggen<br />
van riolen. 29.<br />
De ste<strong>de</strong>n vloei<strong>de</strong>n uit over het platte<strong>land</strong> en zogen <strong>de</strong> omliggen<strong>de</strong> dorpen aan. In<br />
<strong>de</strong> groeien<strong>de</strong> agglomeraties dacht men alleen nog aan ‘mo<strong>de</strong>rniseren’, wat<br />
hoofdzakelijk neerkwam op het wegscheren van mooie huizen en het oprichten van<br />
banale, i<strong>de</strong>ntieke gevels. Brussel, dat Charlotte Brontë <strong>in</strong> 1842 zag als ‘Villette’, het<br />
pittoreske stadje met een eigen karakter <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>re wijk, groei<strong>de</strong> uit tot ‘een grote,<br />
geometrische stad met e<strong>in</strong><strong>de</strong>loze lanen’, tot ‘een gemo<strong>de</strong>rniseer<strong>de</strong>, lijnrechte<br />
agglomeratie’. 30. Van 1868 tot 1876 werd <strong>de</strong> Zenne overwelfd. Met <strong>de</strong> rivier<br />
verdwenen <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rachtigste hoekjes van <strong>de</strong> stad, het vervallen maar charmante<br />
‘Kle<strong>in</strong> Venetië’ met zijn ou<strong>de</strong> herbergen en nog een paar mid<strong>de</strong>leeuwse molens.<br />
R<strong>in</strong>g- en dwarslanen en drukke han<strong>de</strong>lsstraten ‘haussmaniseer<strong>de</strong>n’ het centrum.<br />
Langs <strong>de</strong> Wetstraat spreid<strong>de</strong> <strong>de</strong> agglomeratie zich uit naar <strong>de</strong> Leopoldwijk en het<br />
toekomstige Jubelpark. De Louisalaan, <strong>de</strong> resi<strong>de</strong>ntiële wijk van <strong>de</strong> ‘haute f<strong>in</strong>ance’<br />
en <strong>de</strong> rijke burgerij, leid<strong>de</strong> naar het zondagsren<strong>de</strong>z-vous van <strong>de</strong> Brusselaars, het Ter<br />
Kamerenbos. 31. Vanaf 1883 rees boven <strong>de</strong> stad het nieuwe Justitiepaleis - ‘babélique<br />
et michelangesque, avec du Piranèse et un peu, peut-être, ... <strong>de</strong> folie’ vond Paul<br />
Verla<strong>in</strong>e 32. -, kroon van een tot megalopolis uitgegroeid prov<strong>in</strong>ciestadje.<br />
In Antwerpen weken <strong>de</strong> vest<strong>in</strong>gen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> leien die <strong>de</strong> stad <strong>in</strong>rijg<strong>de</strong>n èn openleg<strong>de</strong>n<br />
naar een snel <strong>in</strong> alle richt<strong>in</strong>gen kankeren<strong>de</strong> agglomeratie. Tw<strong>in</strong>tig jaar later wer<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong> kaaien rechtgetrokken en <strong>de</strong> vlieten ge<strong>de</strong>mpt. In <strong>de</strong> plaats van <strong>de</strong> Schel<strong>de</strong>zoom<br />
met zijn l<strong>in</strong><strong>de</strong>n en <strong>de</strong> kantelen van <strong>de</strong> gevels, eeuwen lang het sierlijke voetstuk van<br />
<strong>de</strong> torens, kwam <strong>de</strong> gruwel van <strong>de</strong> plaatijzeren opslagplaatsen achter een<br />
‘kerkhofhekken’. Domme huizen verv<strong>in</strong>gen het oorspronkelijkste <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> stad,<br />
<strong>de</strong> wan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g langs <strong>de</strong> Schel<strong>de</strong> en <strong>de</strong> grillige straatjes en stegen daarachter. Vanaf<br />
<strong>de</strong> jaren vijftig reeds was, door <strong>de</strong> bouw van het Kattendijkdok, <strong>de</strong> haven door <strong>de</strong><br />
wallen gebroken. In een paar <strong>de</strong>cennia verrees ‘een nieuw Antwerpen’ met een<br />
verdriedubbel<strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g en een vervijfvoudig<strong>de</strong> oppervlakte. Wat eeuwen lang<br />
was gegroeid werd opgeofferd aan ‘<strong>de</strong> eisen van <strong>de</strong> koophan<strong>de</strong>l’. 33.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Aanleg van het Schippersedok te Antwerpen, 1878<br />
E<strong>in</strong>dnoten:<br />
1. d'U<strong>de</strong>kem, 12-13, 24-25; Van <strong>de</strong>r Vijver, 160-162; Journal, 35; von Plönnies, 136; Rapport<br />
Termon<strong>de</strong> 1843-1847, 63, 1853, 59; RPT 1966, 37 (A. Vermeersch); BK 1936, 251-253 (R.<br />
Dumon).<br />
2. Jacquemyns 1936, 110-116; Vanhamme 1968, 285; Vanhamme 1947, 36; TW 1901, 193-194<br />
(J. Filips); Clemens, 116; Greyson 1859, 6; Cramer, 232-233; Diericx <strong>de</strong> Ten Hamme I, 134-135.<br />
3. Diericx <strong>de</strong> Ten Hamme I, 103-107.<br />
4. Perk, 81.<br />
5. BGD 1961, 105-108 (A. Janssens); AM 1957, 201-205 (A. Janssens).<br />
6. A. <strong>de</strong> Laveleye, 24, 52-54; Lamalle, 26; BIS 1935-1936, 451, 480-481 (L. Aviakan).<br />
7. Lamalle, 30; Engelen, 84; Van <strong>de</strong>n Bergh, 62.<br />
8. Hugo 1892, 119-120.<br />
9. Weustenraad, 209, 217; Biographie Nationale, 27, 219-222 (A. van <strong>de</strong>r L<strong>in</strong><strong>de</strong>n).<br />
10. NLJ 1842, 108-111 (P. Van Duyse).<br />
11. von Meysenbug, 68; Van <strong>de</strong>n Bergh, 61; Engelen, 197-198.<br />
12. Hugo 1892, 120.<br />
13. Dumas, 73.<br />
14. ESB 1935, 298-299 (H. Pauwels).<br />
15. Strens, 37-38, 47-69, 71.<br />
16. RG 1877, II, 1004-1005 (L. <strong>de</strong> Selliers <strong>de</strong> Moranville).<br />
17. Wouters 1966, 44-45.<br />
18. VKB 1877, 371-372 (G. Segers).<br />
19. AP Ch 1862-1863, 347-348, 1884, 201-203, 1886-1887, 486-487, 496-497, 499, 525, 1881-1889.<br />
20. Algemene Geschie<strong>de</strong>nis X, 202-237 (J.A. Van Houtte); In<strong>de</strong>x, 129, 133 (G. Kurgan-Van<br />
Hentenrijk); Van Houtte 1943, 184; BTFG 1963, 436-437 (J. Craeybeckx); Génicot, 45-46.<br />
21. BTFG 1963, 404 (J. Craeybeckx cit. P. L<strong>in</strong><strong>de</strong>mans).<br />
22. Castel, 114; Rapport Ypres 1840, 3.<br />
23. Castel, 68, 105; Vanhamme 1947, 18.<br />
24. Vanhamme 1968, 276-286.<br />
25. De Schel<strong>de</strong> 11-12 maart en 10 april 1860.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
26. GT 1972-1973, 8 (M. Steels).<br />
27. Castel, 192-193.<br />
28. VS 1868, 57-58; Rooses 1894, 39.<br />
29. Siret, 139.<br />
30. Lemonnier 1905, 51-52.<br />
31. Vanhamme 1968, 334-335; Belgique illustrée I, 117, 123; Jacquemyns 1936, 199.<br />
32. De Rud<strong>de</strong>r, 137.<br />
33. Van Bergen, 5-6; De Bruyn, 32; Beetemé III, 146.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Spotprent op <strong>de</strong> cr<strong>in</strong>ol<strong>in</strong>e (Grapp<strong>in</strong>)<br />
104<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Een nieuwe beweeglijkheid<br />
Het keerpunt van <strong>de</strong> jaren zestig<br />
105<br />
Niettegenstaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> economische en maatschappelijke structuurveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen na<br />
<strong>de</strong> onafhankelijkheid bleef het leven nog een generatie lang naar het ou<strong>de</strong> patroon<br />
geknipt. Pas rond 1860 werd het dui<strong>de</strong>lijk dat <strong>de</strong> Bie<strong>de</strong>rmeier <strong>de</strong> plaats begon te<br />
ruimen.<br />
De afbraak van <strong>de</strong> han<strong>de</strong>lsbelemmer<strong>in</strong>gen door <strong>de</strong> opheff<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1860 van <strong>de</strong><br />
stadsoctrooien en, enkele jaren later, van <strong>de</strong> barreelrechten op <strong>de</strong> hoofd- en<br />
buurtwegen had niet alleen een economisch effect: het platte<strong>land</strong> werd hierdoor uit<br />
het isolement gehaald en opengelegd <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong> stad. 1. Ook <strong>de</strong><br />
‘ongehoor<strong>de</strong> welvaart’ 2. die <strong>voor</strong>tsproot uit <strong>de</strong> vrijhan<strong>de</strong>lsverdragen met <strong>de</strong> buur<strong>land</strong>en<br />
vanaf 1861 was meer dan een economisch verschijnsel. Zij wekte bij <strong>de</strong> welvaren<strong>de</strong>n<br />
nieuwe levensgewoonten en riep, door het fellere contrast tussen weel<strong>de</strong> en armoe<strong>de</strong>,<br />
maatschappelijke spann<strong>in</strong>gen op.<br />
De opruim<strong>in</strong>g van het han<strong>de</strong>lsprotectionisme was één on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong><br />
belangrijkste verschuiv<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren zestig, <strong>de</strong> overgang van een agrarische naar<br />
een <strong>in</strong>dustriële economie. Het verdwijnen van <strong>de</strong> ambachtelijke bedrijfjes, het<br />
overschakelen van een belangrijk <strong>de</strong>el <strong>de</strong>r agrarische bevolk<strong>in</strong>g naar <strong>de</strong> nijverheid,<br />
<strong>de</strong> concentratie en mechaniser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>land</strong>bouwbedrijven, <strong>de</strong> groei van <strong>de</strong><br />
han<strong>de</strong>lssector, <strong>de</strong> nieuwe <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gsmogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong> bezitten<strong>de</strong> klasse zijn<br />
fenomenen die op een plotse ruimtelijke mobiliteit van alle groepen dui<strong>de</strong>n. 3.<br />
De crisis van 1857, met het liberale straatoproer tegen <strong>de</strong> wet op <strong>de</strong> liefdadige<br />
sticht<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g De Decker, was <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet van een politiek fanatisme dat<br />
al jaren on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> oppervlakte broed<strong>de</strong> en nu <strong>de</strong> blijven<strong>de</strong> trek werd van het openbare<br />
leven. Door <strong>de</strong> politiek van secularisatie <strong>de</strong>r liberale reger<strong>in</strong>gen voel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Kerk en<br />
<strong>de</strong> gelovigen zich direct bedreigd, want <strong>de</strong> grondslagen wer<strong>de</strong>n neergehaald waarop<br />
het katholicisme had gesteund om het openbare leven te beïnvloe<strong>de</strong>n. Op het e<strong>in</strong><strong>de</strong><br />
van zijn episcopaat, <strong>in</strong> 1867, zag kard<strong>in</strong>aal Sterckx <strong>de</strong> toekomst somber <strong>in</strong>: ongeloof<br />
en onverschilligheid grepen snel om zich heen, belangrijke groepen <strong>in</strong> <strong>de</strong> maatschappij<br />
leken weg te glij<strong>de</strong>n van het geloof en <strong>in</strong> <strong>de</strong> greep te komen van vrijz<strong>in</strong>nige i<strong>de</strong>eën.<br />
Het pessimisme van <strong>de</strong> kard<strong>in</strong>aal klonk als <strong>de</strong> belij<strong>de</strong>nis van een volkomen mislukk<strong>in</strong>g<br />
<strong>de</strong>r kerkelijke pastoraal. 4.<br />
De veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het maatschappelijk vlak waren <strong>voor</strong> <strong>de</strong> tijdgenoten nauwelijks<br />
merkbaar omdat zij on<strong>de</strong>rgronds gebeur<strong>de</strong>n. Noch <strong>de</strong> burgerij noch <strong>de</strong> Kerk beseften<br />
dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren zestig het ste<strong>de</strong>lijk proletariaat zich <strong>in</strong>nerlijk van het paternalistisch<br />
en religieus gezag aan het bevrij<strong>de</strong>n was. Pas veel later g<strong>in</strong>g men <strong>in</strong>zien welke rol<br />
hierbij <strong>de</strong> volks<strong>voor</strong>drachten had<strong>de</strong>n gespeeld die vanaf 1864 <strong>in</strong> Antwerpen en daarna<br />
<strong>in</strong> alle grotere ste<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gericht. Het b<strong>in</strong>nendr<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> Internationale en<br />
<strong>de</strong> textielcrisis na het stopzetten van <strong>de</strong> Amerikaanse katoen<strong>in</strong>voer tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />
Secessieoorlog schiepen een gunstig klimaat <strong>voor</strong> <strong>de</strong> verspreid<strong>in</strong>g van het socialisme. 5.<br />
Om <strong>de</strong> ontvolk<strong>in</strong>g van het platte<strong>land</strong> en <strong>de</strong> dreigen<strong>de</strong> overbelast<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />
<strong>in</strong>dustrieste<strong>de</strong>n af te remmen voer<strong>de</strong> <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g bij m<strong>in</strong>isterieel besluit van 8<br />
september 1869 goedkope spoorabonnementen <strong>voor</strong> arbei<strong>de</strong>rs <strong>in</strong>. Dat <strong>de</strong> hierdoor<br />
ontstane pen<strong>de</strong>larbeid een paar <strong>de</strong>cennia later <strong>de</strong> verspreid<strong>in</strong>g van het socialisme op<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
het platte<strong>land</strong> zou mogelijk maken en, met het uitzicht van <strong>de</strong> dorpen, ook het leven<br />
van <strong>de</strong> <strong>land</strong>lie<strong>de</strong>n zou veran<strong>de</strong>ren kon men toen niet <strong>voor</strong>spellen. Niettem<strong>in</strong> behoort<br />
dit fenomeen tot <strong>de</strong> omkeer die <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren zestig werd <strong>voor</strong>bereid.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
106<br />
De eerste petroleumlampen en <strong>de</strong> eerste paar<strong>de</strong>ntrams zijn een aanduid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />
nieuwe levensgewoonten. En <strong>de</strong> klachten over <strong>de</strong> heilloze nachtbrakerij laten al <strong>de</strong><br />
onrust vermoe<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> emancipatiedrift van <strong>de</strong> jongeren, van <strong>de</strong> vrouwen, van<br />
alle on<strong>de</strong>rgeschikten.<br />
Intussen werd <strong>in</strong> het buiten<strong>land</strong> <strong>de</strong> grondslag gelegd <strong>voor</strong> <strong>de</strong> technologische<br />
explosie van het laatste kwart <strong>de</strong>r eeuw. De eerste raff<strong>in</strong>age van ruwe aardolie <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
Verenig<strong>de</strong> Staten, <strong>de</strong> eerste gas- en petroleummotoren en <strong>de</strong> eerste rotatieven <strong>in</strong><br />
Frankrijk, <strong>de</strong> uitv<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Enge<strong>land</strong> van <strong>de</strong> allereerste kunststof, <strong>de</strong> celluloï<strong>de</strong>,<br />
grondslag <strong>voor</strong> <strong>de</strong> film en <strong>voor</strong> <strong>de</strong> populariser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> fotografie, behoren tot <strong>de</strong><br />
won<strong>de</strong>ren waardoor enkele pioniers <strong>voor</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> generatie een an<strong>de</strong>re wereld<br />
<strong>voor</strong>bereid<strong>de</strong>n. 6.<br />
Nieuwe gewoonten<br />
In 1860 zag men <strong>voor</strong> het eerst s<strong>in</strong>ds tw<strong>in</strong>tig jaar geen cr<strong>in</strong>ol<strong>in</strong>es op <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>show<br />
van Longchamps.<br />
Brusselse dame met falie rond <strong>1830</strong><br />
Enkele jaren later was dit tooisel <strong>voor</strong>goed verdwenen. 7. Het tekent <strong>de</strong> tijd: het nieuwe<br />
levensritme eiste een aangepaste kle<strong>de</strong>rdracht die nu werd beheerst door <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De verplicht<strong>in</strong>g om <strong>de</strong> kleren aan te passen aan <strong>de</strong> toon van <strong>de</strong> lei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> groepen<br />
bestond, buiten <strong>de</strong> hofkr<strong>in</strong>gen, <strong>de</strong> a<strong>de</strong>l en <strong>de</strong> hogere stan<strong>de</strong>n, niet vóór het mid<strong>de</strong>n<br />
van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw. Dat <strong>de</strong> blauwe kiel, tevoren <strong>de</strong> dracht van <strong>de</strong> ‘gewone<br />
man’ 8. ,tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> revolutieweken van <strong>1830</strong> plots het verplichte uniform van het<br />
patriottisme werd, was wel een mo<strong>de</strong>verschijnsel avant-la-lettre maar bleef een<br />
uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van korte duur. Brussel ken<strong>de</strong> zijn ‘muscad<strong>in</strong>s’ met lage breedgeran<strong>de</strong><br />
hoe<strong>de</strong>n en een Van Dyckbaardje, en zijn ‘lions’, jonge, franskiljonse nalopers van<br />
Parijs 9. , maar buiten <strong>de</strong>ze ‘zon<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>gen’ 10. hield ie<strong>de</strong>reen aan <strong>de</strong> beproef<strong>de</strong><br />
kle<strong>de</strong>rdracht, <strong>de</strong> mannen aan <strong>de</strong> lakense rok, <strong>de</strong> puntkraag en <strong>de</strong> breed gestrikte das,<br />
<strong>de</strong> vrouwen aan <strong>de</strong> kanten muts en <strong>de</strong> omslagdoek. Een treffend document van <strong>de</strong>ze<br />
onberoer<strong>de</strong> <strong>de</strong>gelijkheid is <strong>de</strong> daguerreotypie van een<br />
Tournure-dames<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Het confectiehuis Hirsch <strong>in</strong> Brussel<br />
107<br />
Booms burgergez<strong>in</strong> uit 1853, die Karel van Deuren publiceer<strong>de</strong>. 11. Buitenshuis droegen<br />
<strong>de</strong> vrouwen uit alle stan<strong>de</strong>n <strong>de</strong> kapmantel of <strong>de</strong> falie, een sierlijke sluier, wellicht<br />
nog van <strong>de</strong> Spaanse tijd, en ‘verplicht on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het toilet <strong>de</strong>r elegante dames’. 12.<br />
Deze burgerlijke nationale kle<strong>de</strong>rdracht werd <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren zestig opgeruimd door<br />
een nieuw kosmopolitisme dat begon met <strong>de</strong> wereldtentoonstell<strong>in</strong>g van 1851 <strong>in</strong><br />
Lon<strong>de</strong>n. Miljoenen uit het buiten<strong>land</strong> kon<strong>de</strong>n er <strong>de</strong> recente mo<strong>de</strong>-creaties bewon<strong>de</strong>ren<br />
en leren wat <strong>in</strong> <strong>de</strong> kle<strong>de</strong>rdracht wel en niet hoor<strong>de</strong>.<br />
Het snel verdwijnen van <strong>de</strong> cr<strong>in</strong>ol<strong>in</strong>e was een eerste teken van <strong>de</strong> heerschappij <strong>de</strong>r<br />
mo<strong>de</strong> en luid<strong>de</strong> tegelijk het e<strong>in</strong><strong>de</strong> <strong>in</strong> van een levensstijl. De luxueuse cr<strong>in</strong>ol<strong>in</strong>e-dames<br />
- ‘koele, pudieke monumenten, onbewogen als marmer’, weggeborgen on<strong>de</strong>r een<br />
klok van volants en massa's gaas en kant 13. - behoor<strong>de</strong>n tot een wereld van weel<strong>de</strong>,<br />
verfijn<strong>in</strong>g en elegantie waar<strong>in</strong> men zorgeloos kon genieten van <strong>de</strong> rijkdom omdat er<br />
nog geen merkbare dreig<strong>in</strong>g van maatschappelijke onrust opdaag<strong>de</strong>; een wereld<br />
waar<strong>in</strong> men niet of we<strong>in</strong>ig reis<strong>de</strong> en nog niet dacht aan sport en openluchtleven. De<br />
vrouw dien<strong>de</strong> het sieraad te zijn van een maatschappij die door mannen werd<br />
bered<strong>de</strong>rd. Nadat <strong>de</strong> fantasierijke kledij van <strong>de</strong> romantiek rond 1840 verdween waren<br />
<strong>de</strong> heren dan ook streng en sober gekleed: <strong>de</strong> donkere pantalon en red<strong>in</strong>gote, <strong>de</strong><br />
zwartglimmen<strong>de</strong> hoge hoed en <strong>de</strong> witte das drukten <strong>de</strong> ernst uit waarmee het<br />
zakenleven werd gevoerd en <strong>de</strong> rijkdom vergaard. 14.<br />
In <strong>de</strong> jaren zestig begonnen <strong>de</strong> zorg om <strong>de</strong> vertroebel<strong>de</strong> politieke en<br />
maatschappelijke sfeer en <strong>de</strong> koorts van het reizen het rustige leven van <strong>de</strong> hogere<br />
klassen te storen. Men trok naar zee of naar <strong>de</strong> bergen en men <strong>de</strong>ed aan sport. De<br />
kledij paste zich aan. Bij <strong>de</strong> heren week het nauwsluiten<strong>de</strong> pantalon <strong>voor</strong> een lossere<br />
dracht en het ron<strong>de</strong> hoedje van vilt of stro verv<strong>in</strong>g bij <strong>in</strong>formele of sportieve<br />
aangelegenhe<strong>de</strong>n <strong>de</strong> haut-<strong>de</strong>-forme. In <strong>de</strong> stad en op reis droegen <strong>de</strong> dames <strong>de</strong><br />
tournure, het naar achteren <strong>in</strong> draper<strong>in</strong>gen uitlopen<strong>de</strong> japon dat al heel wat meer<br />
beweeglijkheid toeliet dan <strong>de</strong> cr<strong>in</strong>ol<strong>in</strong>e. In <strong>de</strong>ze ontstellend dure en niettegenstaan<strong>de</strong><br />
haar uitdagen<strong>de</strong> weel<strong>de</strong> toch discrete kledij maakte <strong>de</strong> vrouw een serieuzere, meer<br />
bezonken <strong>in</strong>druk, ‘als <strong>de</strong>monstreer<strong>de</strong> zij door haar toilet <strong>de</strong> ernst van <strong>de</strong><br />
maatschappelijke vraag.’ 15.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De grotere beweeglijkheid van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g en het verlangen van <strong>de</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />
gefortuneer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> burgerij om <strong>de</strong> weel<strong>de</strong> van <strong>de</strong> rijken na te bootsen <strong>de</strong>ed <strong>de</strong><br />
confectiemagazijnen ontstaan. Men droeg <strong>de</strong> kleren niet meer een half leven lang.<br />
De afgedankte spullen kwamen op <strong>de</strong> twee<strong>de</strong>hands markt en wer<strong>de</strong>n er opgekocht<br />
door <strong>de</strong> volksklasse die 's zondags op <strong>de</strong> burgerij begon te gelijken. 16. Het is <strong>de</strong> enig<br />
merkbare veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> kled<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> volksmensen. De kiel, <strong>de</strong> klompen en <strong>de</strong><br />
pet <strong>voor</strong> <strong>de</strong> mannen, <strong>de</strong> rok, <strong>de</strong> jak en <strong>de</strong> sjaal <strong>voor</strong> <strong>de</strong> vrouwen bleven tot het beg<strong>in</strong><br />
van <strong>de</strong> tw<strong>in</strong>tigste eeuw het uniform van <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n. De<br />
platte<strong>land</strong>sbevolk<strong>in</strong>g hield<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
108<br />
het bij <strong>de</strong> mutsjes en <strong>de</strong> hoge zij<strong>de</strong>n petten, <strong>de</strong> zwartlakense vest en <strong>de</strong> kapmantel.<br />
Pas na 1900 drong op <strong>de</strong>n buiten <strong>de</strong> mo<strong>de</strong> door, met hoe<strong>de</strong>n en kleren naar steedse<br />
snit. 17.<br />
De vere<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>land</strong>bouwproduktie - meer tarwe- en aardappelteelt, m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />
boekweit en peulvruchten, <strong>in</strong>tensievere veeteelt - wijst op een betere voed<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />
volksklasse. De burgerij genoot al vroeger van <strong>de</strong> overvloed maar verbruikte nu meer<br />
vlees en luxe-artikelen zoals banketgebak. 18.<br />
Ook <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> rookgewoonten getuigen van grotere weel<strong>de</strong>. De<br />
welgestel<strong>de</strong>n verkozen <strong>de</strong> meer verfijn<strong>de</strong> sigaar boven <strong>de</strong> pijp. Dandy-jongeren uit<br />
<strong>de</strong> burgerij gaven <strong>de</strong> toon aan, <strong>in</strong> <strong>de</strong> universiteiten en op <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>lbare scholen. De<br />
sigaar met haar dure rekwisieten - <strong>de</strong> sigarenhou<strong>de</strong>r, <strong>de</strong> rokersstoel, het Zweeds<br />
lucifersdoosje - pastte bij <strong>de</strong> rustige, genieten<strong>de</strong> burgerij van <strong>de</strong> jaren zestig en<br />
zeventig. 19.<br />
De sigaret ‘die men <strong>in</strong> een wip geniet’ 20. hoort bij <strong>de</strong> nieuwe tijd. Spanje zou al <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eeuw papieren rokertjes hebben geproduceerd, maar <strong>de</strong> echte sigaret<br />
duikt <strong>in</strong> <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw op, <strong>in</strong> Frankrijk vanaf <strong>de</strong> jaren veertig en een paar<br />
<strong>de</strong>cennia later <strong>in</strong> <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten, Enge<strong>land</strong> en Duits<strong>land</strong>. Op grote schaal begon<br />
<strong>de</strong> produktie <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren tachtig, nadat James Albert Bonsack <strong>in</strong> Virg<strong>in</strong>ia een mid<strong>de</strong>l<br />
had gevon<strong>de</strong>n om sigaretten mach<strong>in</strong>aal te vervaardigen. 21. In België ziet men <strong>de</strong> eerste<br />
sigaretrokers <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren zestig. In Dirk Meyer van Sleeckx, gepubliceerd <strong>in</strong> 1864,<br />
is het roken van sigaretten al vanzelfsprekend. 22. Vanaf <strong>de</strong> jaren zeventig laten het<br />
verhalend proza en <strong>de</strong> publiciteit <strong>in</strong> <strong>de</strong> kranten <strong>de</strong> verspreid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> nieuwe<br />
rookgewoonte vermoe<strong>de</strong>n bij alle klassen, <strong>in</strong> <strong>de</strong> stad en op het platte<strong>land</strong>.<br />
De elite ont<strong>de</strong>kt het strand<br />
De isolatie van <strong>de</strong> kuststreek, zon<strong>de</strong>r buurtwegen en zon<strong>de</strong>r spoorverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g naar<br />
het b<strong>in</strong>nen<strong>land</strong>, rem<strong>de</strong><br />
Oosten<strong>de</strong> rond 1880 (A. He<strong>in</strong>s)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
109<br />
nog een halve eeuw <strong>de</strong> ontluister<strong>in</strong>g af. Op <strong>de</strong> westkust lagen du<strong>in</strong> en strand van<br />
Nieuwpoort tot <strong>de</strong> grens volkomen onberoerd. Wel werd op 21 juli 1864<br />
Nieuwpoort-Bad <strong>in</strong>gehuldigd maar tot <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren tachtig ston<strong>de</strong>n daar slechts enkele<br />
villa's. In 1876 probeer<strong>de</strong> een ‘Société <strong>de</strong>s Ba<strong>in</strong>s et <strong>de</strong>s Dunes <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>lkerke et <strong>de</strong><br />
Westen<strong>de</strong>’ vruchteloos het mid<strong>de</strong>nstuk van <strong>de</strong> westkust <strong>voor</strong> het toerisme te ontsluiten.<br />
In 1858 zag Heist <strong>de</strong> eerste vreem<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen arriveren, aangevoerd door een dagelijkse<br />
dienst van tien diligences tussen Brugge en het zeedorp. In <strong>de</strong> jaren zeventig ston<strong>de</strong>n<br />
op <strong>de</strong> dijk een paar hotels en een gebouw dat men tot kursaal had gedoopt, maar<br />
Heist behield nog jaren <strong>de</strong> charme en <strong>de</strong> rust van een vissersdorpje. Tot <strong>in</strong> <strong>de</strong> Belle<br />
Epoque ken<strong>de</strong> <strong>de</strong> elite alleen maar Oosten<strong>de</strong> en Blankenberge. 23.<br />
De vogue van Oosten<strong>de</strong> begon <strong>in</strong> 1838 met <strong>de</strong> <strong>in</strong>huldig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> spoorlijn<br />
Brugge-Oosten<strong>de</strong>. Maar aan <strong>de</strong> hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n badgasten had <strong>de</strong> vest<strong>in</strong>gstad niet veel te<br />
bie<strong>de</strong>n: een houten paviljoentje waar men limona<strong>de</strong> of Engels bier kreeg, een<br />
vuurtoren die men beklom om te genieten van het panorama en een dijkje langs het<br />
vuile water van <strong>de</strong> wallen, 's Avonds g<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> vier poorten dicht: dan kon men<br />
alleen nog b<strong>in</strong>nen na lang wachten en het betalen van poortgeld. Na zonson<strong>de</strong>rgang<br />
lag <strong>de</strong> stad <strong>in</strong> <strong>de</strong> duisternis, enkel verlicht door een aantal olielampen en gaslantaarns<br />
die na mid<strong>de</strong>rnacht wer<strong>de</strong>n gedoofd. Door <strong>de</strong> slecht geplavei<strong>de</strong> straten met open<br />
riolen rol<strong>de</strong>n <strong>de</strong> beerkarren. 24.<br />
Stilaan ontpopte zich <strong>de</strong> badstad. In 1842 verrees een nieuw paviljoen op <strong>de</strong> dijk,<br />
tegelijk café, restaurant en salon <strong>voor</strong> fijne lie<strong>de</strong>n. Op <strong>de</strong> dijk hiel<strong>de</strong>n<br />
Oosten<strong>de</strong> <strong>in</strong> 1844 (L. Ghéman)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Heist <strong>in</strong> 1886 (F. Rops)<br />
<strong>de</strong> dandy's en <strong>de</strong> schonen elke <strong>voor</strong>middag een toiletten-para<strong>de</strong>. Duitse dames<br />
waag<strong>de</strong>n het zelfs om na het bad met loshangen<strong>de</strong> natte haren rond te lopen. Het<br />
stoeien <strong>in</strong> zee van mannen en vrouwen, ‘enkel bekleed met flanellen badpakken die<br />
<strong>de</strong> lichaamsvormen onthul<strong>de</strong>n’ was <strong>voor</strong> menig bezoeker een ergerlijke verton<strong>in</strong>g.<br />
Maar <strong>de</strong> meesten stoor<strong>de</strong>n zich niet aan <strong>de</strong>ze preutsheid en genoten van <strong>de</strong> plots<br />
verover<strong>de</strong> vrijheid. ‘Hele gez<strong>in</strong>nen met k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren en hon<strong>de</strong>n, groepen jonge meisjes<br />
met hun moe<strong>de</strong>rs, arbei<strong>de</strong>rs uit <strong>de</strong> stad en <strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g wierpen hun kleren op het<br />
zand, trokken achter een tent wat afgedankte spullen aan en hol<strong>de</strong>n naar het water:<br />
men danste en brul<strong>de</strong> en gooi<strong>de</strong> elkaar omver en amuseer<strong>de</strong> zich als zeego<strong>de</strong>n’. 25.<br />
Intussen zorg<strong>de</strong> <strong>de</strong> overheid <strong>voor</strong> z<strong>in</strong><strong>de</strong>lijker en beter verlichte straten. Vanaf 1863<br />
mocht het lozen van <strong>de</strong> beerputten alleen nog 's nachts gebeuren met hermetisch<br />
gesloten wagens. Men was ook bezorgd om <strong>de</strong> eerbaarheid. Een politiereglement<br />
van 1859 schreef verplichte badpakken <strong>voor</strong>: een borstrok en een broek <strong>in</strong> gekleur<strong>de</strong><br />
wol <strong>voor</strong> <strong>de</strong> mannen, een lang wollen kleed <strong>voor</strong> <strong>de</strong> vrouwen. Zedige dames kregen<br />
twee strandjes toegewezen waar zij ver van <strong>de</strong> mannenogen <strong>in</strong> zee kon<strong>de</strong>n. Gratis<br />
en naakt ba<strong>de</strong>n kon men op het grondgebied van Mariakerke dat <strong>in</strong> concessie aan<br />
Oosten<strong>de</strong> was afgestaan. 26.<br />
Het slopen van <strong>de</strong> vest<strong>in</strong>gen, <strong>in</strong> 1865, luid<strong>de</strong> <strong>de</strong> nieuwe tijd <strong>in</strong>. Langs <strong>de</strong> bre<strong>de</strong><br />
wan<strong>de</strong>ldijk rezen hotels en villa's op en een ruimer cas<strong>in</strong>o. De dijk werd ‘een <strong>de</strong>r<br />
grootste pantoffelpara<strong>de</strong>s van het ge<strong>de</strong>sceuvreer<strong>de</strong> Europa’ 27. , met heren <strong>in</strong> red<strong>in</strong>gote<br />
en tournure-dames on<strong>de</strong>r <strong>in</strong>gewikkel<strong>de</strong> kapsels en para-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Blankenberge rond 1850 (H. Borremans)<br />
110<br />
solletjes. In het cas<strong>in</strong>o draai<strong>de</strong> <strong>de</strong> roulette tot een stuk <strong>in</strong> <strong>de</strong> nacht. Het strand verdween<br />
on<strong>de</strong>r tenten waar strikt gekle<strong>de</strong> dames hun huid tegen <strong>de</strong> zon bescherm<strong>de</strong>n. 28. In tien<br />
jaar tijd werd Oosten<strong>de</strong> een <strong>de</strong>r mooiste badplaatsen ter wereld, het briljante,<br />
snobistische oord van elegantie en ‘fashion’. Hoewel het verblijf ontzettend duur<br />
was - <strong>in</strong> het ‘Hôtel <strong>de</strong> la Plage’ betaal<strong>de</strong> men <strong>in</strong> 1878 hon<strong>de</strong>rd frank per dag <strong>voor</strong><br />
‘een zitkamer van mid<strong>de</strong>lbare omvang’ 29. - kwamen steeds meer mensen er verstrooi<strong>in</strong>g<br />
zoeken: twaalfduizend op het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> jaren vijftig, tw<strong>in</strong>tigduizend <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren<br />
zeventig, meer dan vijfentw<strong>in</strong>tig duizend <strong>in</strong> 1880. 30. Bij <strong>de</strong>ze cijfers moet men nog<br />
<strong>de</strong> duizen<strong>de</strong>n dagjesmensen voegen die op <strong>de</strong> zomerdagen naar zee kwamen.<br />
Wat ver<strong>de</strong>r langs <strong>de</strong> oostkust volg<strong>de</strong> Blankenberge het spoor van Oosten<strong>de</strong>. In <strong>de</strong><br />
jaren <strong>de</strong>rtig werd het vissersdorpje slechts door een paar tientallen Bruggel<strong>in</strong>gen en<br />
Engelsen bezocht. Het was daar zo rustig dat <strong>de</strong> bisschoppen aan <strong>de</strong> priesters <strong>de</strong><br />
toelat<strong>in</strong>g gaven om er te ba<strong>de</strong>n ‘op afgelegen plaatsen’. 31. Stilaan ont<strong>de</strong>kte men <strong>de</strong>ze<br />
oase. In 1852 leg<strong>de</strong> het gemeentebestuur <strong>voor</strong> <strong>de</strong> eerste keer een lijst van bezoekers<br />
aan: zevenhon<strong>de</strong>rd vijfentw<strong>in</strong>tig ‘gez<strong>in</strong>shoof<strong>de</strong>n’ -on<strong>de</strong>r hen Charles Rogier en<br />
Alexandre Dumas - verbleven die zomer <strong>in</strong> Blankenberge. Kort daarop begon <strong>de</strong><br />
bloei: <strong>in</strong> 1859 een <strong>voor</strong> het select publiek bestem<strong>de</strong> kursaal ‘<strong>in</strong> Moorse stijl’, <strong>in</strong>-1864<br />
een ‘Hôtel <strong>de</strong>s Ba<strong>in</strong>s et <strong>de</strong>s Families’ en vanaf 1868, na <strong>de</strong> <strong>in</strong>huldig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />
spoorlijn Brugge-Blankenberge, <strong>de</strong> stroom van duizen<strong>de</strong>n badgasten. In dit<br />
ren<strong>de</strong>z-vous van <strong>de</strong> rijke wereld die <strong>de</strong> rust verkoos boven het gewoel van Oosten<strong>de</strong><br />
was het contrast opvallend tussen het vissersdorp en <strong>de</strong> schreeuwerige villa's op <strong>de</strong><br />
dijk, tussen <strong>de</strong> <strong>in</strong>heemsen en <strong>de</strong> opzichtig gekle<strong>de</strong> Frans of Engels spreken<strong>de</strong><br />
zomermensen. 32.<br />
De emigratie van <strong>de</strong> wanhopigen<br />
Tegenhanger van <strong>de</strong> beweeglijkheid <strong>de</strong>r elite is <strong>de</strong> mobiliteit uit nood.<br />
De uitwijk<strong>in</strong>g naar het buiten<strong>land</strong> was al vóór <strong>de</strong> vlascrisis aan <strong>de</strong> gang. Van <strong>1830</strong><br />
tot 1844 emigreer<strong>de</strong>n<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
111<br />
Landverhuizers te Antwerpen, 1890 (L. Van Engelen)<br />
meer dan <strong>de</strong>rtigduizend mensen uit acht prov<strong>in</strong>cies (over Namen weet men niets).<br />
Zestig percent kwam uit het platte<strong>land</strong>. Zij gle<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> grenzen, naar Frankrijk<br />
<strong>voor</strong>al en ook naar Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong> en Duits<strong>land</strong>, omdat zij geen bestaansmogelijkhe<strong>de</strong>n<br />
meer von<strong>de</strong>n op eigen bo<strong>de</strong>m. Hun aantal groei<strong>de</strong> met <strong>de</strong> nood: <strong>in</strong> Oost-Vlaan<strong>de</strong>ren<br />
bij<strong>voor</strong>beeld steeg het cijfer van vierhon<strong>de</strong>rdvijftig <strong>in</strong> 1837 tot veertienhon<strong>de</strong>rd <strong>in</strong><br />
1844. De meest wanhopigen - of <strong>de</strong> stoutsten -, ongeveer één op tien, braken alle<br />
ban<strong>de</strong>n en vertrokken overzees. 33.<br />
In <strong>de</strong> jaren van <strong>de</strong> vlascrisis organiseer<strong>de</strong> <strong>de</strong> overheid <strong>de</strong> uitwijk<strong>in</strong>g. Zij zag hier<br />
een oploss<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ‘overbevolk<strong>in</strong>g’ - <strong>de</strong> ontoereiken<strong>de</strong> werkgelegenheid - en <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong> ondraaglijk gewor<strong>de</strong>n last van <strong>de</strong> openbare on<strong>de</strong>rstand: <strong>de</strong> emigratie naar<br />
Noord-Amerika bekostigen viel m<strong>in</strong><strong>de</strong>r duur uit dan één jaar steunverlen<strong>in</strong>g, en<br />
daarna lever<strong>de</strong> <strong>de</strong> operatie zuivere w<strong>in</strong>st op. ‘Dit schone <strong>land</strong>, schreef <strong>in</strong> 1849 Victor<br />
De Ham, eerste ambtenaar bij het m<strong>in</strong>isterie van B<strong>in</strong>nen<strong>land</strong>se Zaken, <strong>in</strong> een brochure<br />
ten behoeve van kandidaat-emigranten naar <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten, biedtaan <strong>de</strong><br />
<strong>land</strong>bouwers uitsteken<strong>de</strong> kansen op welslagen... De<strong>in</strong>st niet terug <strong>voor</strong> een paar jaar<br />
hard werken, vastbera<strong>de</strong>n arbei<strong>de</strong>rs die door uw eigen <strong>land</strong> niet meer wordt gevoed.<br />
Vertrekt zon<strong>de</strong>r vrees.’ 34. De ‘goe<strong>de</strong> raad’ kwam meestal van lie<strong>de</strong>n die al even we<strong>in</strong>ig<br />
over ‘Amerika’ wisten als <strong>de</strong> uitwijkel<strong>in</strong>gen. Daarom mislukte het experiment bijna<br />
altijd. De dompelaars die <strong>de</strong> taal van het nieuwe <strong>land</strong> niet ken<strong>de</strong>n en zich niet kon<strong>de</strong>n<br />
aanpassen, keer<strong>de</strong>n nog ellendiger terug of verdwenen spoorloos. In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />
<strong>de</strong>cennia kwam <strong>de</strong> overheid niet meer rechtstreeks tussenbei<strong>de</strong> maar beperkte zich<br />
tot het <strong>in</strong>w<strong>in</strong>nen en doorgeven van <strong>in</strong>licht<strong>in</strong>gen. Niettem<strong>in</strong> nam <strong>de</strong> emigratie van jaar<br />
tot jaar toe. Het aantal uitwijkel<strong>in</strong>gen kan men alleen maar schatten: vijftienduizend<br />
per jaar <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren vijftig, tw<strong>in</strong>tigduizend <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren zestig en zeventig, <strong>de</strong>rtig tot<br />
veertigduizend <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren tachtig. Eén vijf<strong>de</strong> tot één vier<strong>de</strong> kwam uit<br />
West-Vlaan<strong>de</strong>ren. 35.<br />
Frankrijk bleef lang het uitverkoren <strong>land</strong> omdat het grens<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n die<br />
het meest getroffen wer<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> textielcrisis van <strong>de</strong> jaren veertig en <strong>de</strong><br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
112<br />
<strong>land</strong>bouwcrisis van <strong>de</strong> jaren tachtig. Hoeveel Belgen zich <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itief <strong>in</strong> Frankrijk<br />
vestig<strong>de</strong>n is niet nauwkeurig te achterhalen. In 1886 maakten <strong>de</strong> Belgen <strong>in</strong> het<br />
Département du Nord één zes<strong>de</strong> uit van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g. In Roubaix, Roucq en Wervick<br />
vorm<strong>de</strong>n zij <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid. 36. In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw weken<br />
m<strong>in</strong>stens vierhon<strong>de</strong>rdduizend Belgen, <strong>voor</strong>al Oost- en Westvlam<strong>in</strong>gen, naar Frankrijk<br />
uit. 37. Samen met <strong>de</strong> emigratie naar an<strong>de</strong>re Europese en naar overzeese <strong>land</strong>en betekent<br />
dat meer dan een half miljoen uitwijkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> een halve eeuw tijd.<br />
Deze <strong>land</strong>verhuiz<strong>in</strong>g toont het falen van <strong>de</strong> burgermaatschappij 38. die haar welvaart<br />
vestig<strong>de</strong> op <strong>de</strong> ontred<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> uitstot<strong>in</strong>g van hon<strong>de</strong>rdduizen<strong>de</strong>n. Schuldgevoelens<br />
had <strong>de</strong> burger echter niet. Emigranten beschouw<strong>de</strong> hij als luiaards of onbekwamen 39.<br />
en wie naar het buiten<strong>land</strong> trok, naar Frankrijk <strong>voor</strong>al, bewees dat hij <strong>in</strong> het verval<br />
berustte. In Het Plan van He<strong>in</strong>tje Barbier laat Johanna Courtmans-Berch-<br />
Portret van een ‘fransman’, rond 1900<br />
mans <strong>de</strong> koemeid Marieke <strong>in</strong> 1847 van uit het Meetjes<strong>land</strong> naar Rijsel vertrekken.<br />
Daar v<strong>in</strong>dt zij haar uitgeweken broer die er samenhokt met een ‘française’: ‘De<br />
schaamteloze sloeg haar magere arm om <strong>de</strong> hals van <strong>de</strong> mislei<strong>de</strong> Vlaamse jongen,<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
kuste hem en begon ook te wenen. Dat was te veel <strong>voor</strong> <strong>de</strong> re<strong>in</strong>e bloem van<br />
Vlaan<strong>de</strong>ren. Breng mij van hier weg, riep het eerbaar k<strong>in</strong>d; mijn hart breekt, mij<br />
dunkt dat ik ga sterven.’ Dan liever terug naar het zuivere Vlaan<strong>de</strong>ren waar ‘He<strong>in</strong>tje<br />
Barbier’ met <strong>de</strong> steun van een filantropische gron<strong>de</strong>igenaar verkavel<strong>de</strong> percelen<br />
wil<strong>de</strong> verpachten aan <strong>de</strong> <strong>land</strong>arbei<strong>de</strong>rs om ze nieuwe levenskansen te geven. 40.<br />
De realiteit van <strong>de</strong> ontred<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g viel echter niet meer weg te moraliseren.<br />
Antwerpen werd stilaan een <strong>land</strong>verhuizershaven waar jaarlijks duizen<strong>de</strong>n uit België<br />
en <strong>de</strong> rest van Europa vertrokken, ‘als 'n hoop miserie, <strong>de</strong> mannen zwaar bepakt en<br />
gezakt en <strong>de</strong> vrouwen met een sliert wenen<strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren aan <strong>de</strong> rokken, opgezweept<br />
als vee.’ 41. Om <strong>de</strong> hopeloosheid van <strong>de</strong> emigratie te beseffen moet men naar <strong>de</strong><br />
<strong>in</strong>dividuele gevallen kijken. Jan Vorsselmans heeft <strong>de</strong> biografie gereconstrueerd van<br />
een Kalmthoutse <strong>land</strong>verhuizer uit het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw. Corneel<br />
Block werd op 19 mei 1815 te Kalmthout geboren. Hij g<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1834 naar Wuustwezel<br />
loten, trok een ‘slecht’ nummer en moest <strong>voor</strong> vijf jaar naar het leger. In 1836 teken<strong>de</strong><br />
hij als vrijwilliger <strong>voor</strong> zes jaar bij, <strong>de</strong>serteer<strong>de</strong> het jaar daarop, werd gesnapt en door<br />
<strong>de</strong> krijgsraad gecasseerd. Nu was hij <strong>voor</strong>goed op <strong>de</strong> dool. Hij kwam <strong>in</strong> <strong>de</strong> gevangenis<br />
van Vil<strong>voor</strong><strong>de</strong> terecht wegens diefstal en zocht daarna vruchteloos werk <strong>in</strong> Brussel.<br />
Hij probeer<strong>de</strong> als ‘werver’ - als ronselaar van kandidaat-vervangers <strong>voor</strong> <strong>in</strong>gelote<br />
rijke zoontjes - terug <strong>in</strong> het leger te geraken maar dat lukte niet. Omdat hij geen<br />
i<strong>de</strong>ntiteitspapieren had werd hij herhaal<strong>de</strong>lijk opgesloten <strong>in</strong> <strong>de</strong> be<strong>de</strong>laarskolonies:<br />
tweemaal <strong>in</strong> Ter Kameren en zevenmaal <strong>in</strong> Hoogstraten. Bij ie<strong>de</strong>re vrijlat<strong>in</strong>g bezorg<strong>de</strong><br />
het Kalmthoutse gemeentebestuur hem kleren en gereedschap maar na korte tijd<br />
herbegon <strong>de</strong> kr<strong>in</strong>gloop van <strong>de</strong> ellen<strong>de</strong>. In <strong>de</strong>cember 1850 vroeg Block aan <strong>de</strong> gemeente<br />
om zijn overtocht naar Noord-Amerika te betalen. In Kalmthout g<strong>in</strong>g men direct<br />
akkoord: <strong>voor</strong> 170 frank was men <strong>de</strong> lastpost kwijt. Hij werd op 16 <strong>de</strong>cember met<br />
een kar uit Hoogstraten afgehaald. Die dag bereikte hij Oostmalle en <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />
dag het bewar<strong>in</strong>gsgesticht van Antwerpen. Op 18 <strong>de</strong>cember g<strong>in</strong>g Corneel Block<br />
scheep op <strong>de</strong> Amerikaanse driemaster Elisabeth Denisson. Hij arriveer<strong>de</strong> op 23<br />
februari 1851 <strong>in</strong> New-York en verdween <strong>in</strong> het e<strong>in</strong><strong>de</strong>loze <strong>land</strong>. 42.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
VII. Vissers uit Blankenberge (E. Vermorcken)<br />
t.o. 112<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
113<br />
Ook <strong>de</strong> seizoen- en grensarbeid en het dagelijks of wekelijks pen<strong>de</strong>len bewijzen <strong>de</strong><br />
ontred<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> platte<strong>land</strong>sbevolk<strong>in</strong>g.<br />
Rond 1810 vertrokken <strong>voor</strong> <strong>de</strong> eerste keer <strong>land</strong>arbei<strong>de</strong>rs uit Henegouwen <strong>voor</strong> het<br />
zomerseizoen naar <strong>de</strong> grote hoeven rond Parijs. Na het herstel van <strong>de</strong> staatsgrens<br />
tussen Frankrijk en België g<strong>in</strong>gen behalve <strong>land</strong>arbei<strong>de</strong>rs ook enkele hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n<br />
<strong>in</strong>dustriewerkers <strong>in</strong> Frankrijk seizoenarbeid verrichten. Vanaf <strong>1830</strong> tel<strong>de</strong> men er een<br />
duizendtal per maand. In <strong>de</strong> crisis van <strong>de</strong> jaren veertig kreeg <strong>de</strong> seizoenarbeid<br />
‘ongehoor<strong>de</strong> afmet<strong>in</strong>gen’. 43. Behalve <strong>de</strong> ‘migranten van <strong>de</strong> honger’ - <strong>de</strong> dagelijkse<br />
vloed naar Frankrijk van be<strong>de</strong>laars die altijd weer opnieuw door <strong>de</strong> Franse politie<br />
wer<strong>de</strong>n uitgewezen - kwam een stijgend aantal wevers, <strong>land</strong>arbei<strong>de</strong>rs, grondwerkers<br />
en steenbakkers uit Vlaan<strong>de</strong>ren werk zoeken <strong>in</strong> het buur<strong>land</strong>. Dat waren geen<br />
geschool<strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs maar dagloners op dool, ‘<strong>de</strong> koelies van Europa’ 44. , bereid tot<br />
alle lastarbeid. De juiste omvang van wat J.B. Filleul <strong>in</strong> zijn Tydscronyk ‘<strong>de</strong><br />
volksverhuiz<strong>in</strong>g naar Frankrijk’ heet 45. kent men niet, maar het g<strong>in</strong>g om tienduizen<strong>de</strong>n<br />
per jaar. In het laatste kwart van <strong>de</strong> eeuw waren <strong>de</strong> Vlam<strong>in</strong>gen onmisbaar gewor<strong>de</strong>n<br />
<strong>voor</strong> het economisch leven <strong>in</strong> het noor<strong>de</strong>n van Frankrijk.<br />
In <strong>1830</strong> duiken <strong>in</strong> <strong>de</strong> overigens schaarse bronnen <strong>de</strong> eerste ‘authentieke<br />
grensarbei<strong>de</strong>rs’ op 46. , werkers die dagelijks of wekelijks tussen domicilie en<br />
werkgelegenheid over <strong>de</strong> rijksgrens heen en weer reizen. Tegen het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />
eeuw waren hierbij enkele duizen<strong>de</strong>n betrokken. Tot rond 1900 echter bleven <strong>de</strong><br />
West-vlaamse platte<strong>land</strong>ers wegens het ontbreken van openbaar vervoer en<br />
niettegenstaan<strong>de</strong> hun honkvaste aard <strong>de</strong> <strong>voor</strong>keur geven aan uitwijk<strong>in</strong>g. Daarna trok<br />
<strong>de</strong> grensarbeid steeds meer mensen aan die zich g<strong>in</strong>gen vestigen <strong>in</strong> een eigen zone<br />
langs <strong>de</strong> Franse grens. 47.<br />
Vanaf het mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r negentien<strong>de</strong> eeuw was <strong>de</strong> platte<strong>land</strong>sbevolk<strong>in</strong>g getekend door<br />
<strong>de</strong> migratie. Elke dag opnieuw en elke week en ie<strong>de</strong>r seizoen trokken tienduizen<strong>de</strong>n<br />
uit hun <strong>land</strong>elijke gemeenten naar wat eens het onbeken<strong>de</strong> was. Bij hun terugkeer<br />
brachten zij nieuwe gedachten, nieuwe behoeften en een nieuwe onrust mee waarvan<br />
<strong>de</strong> gevolgen <strong>in</strong> het leven van alle mensen merkbaar wer<strong>de</strong>n.<br />
E<strong>in</strong>dnoten:<br />
1. Génicot, 64-65; LB 1962, 19-22 (J. Brouwers); BGD 1961, 103 (A. Janssens).<br />
2. Algemene Geschie<strong>de</strong>nis X, 225 (J.A. Van Houtte).<br />
3. Bublot, 56-63; Schepens, 121-122.<br />
4. Simon 1950, II, 272-274.<br />
5. Galle, 55-56, 130-134.<br />
6. Rousseau, 392, 427-430; S<strong>in</strong>ger V, 729.<br />
7. Fischel III, 70-71, 76.<br />
8. Southey, 200.<br />
9. Charlier II, 30; E 1847, 60.<br />
10. Po<strong>de</strong>sta, 33.<br />
11. Van Deuren, 21.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
12. Costumes, Planche soixantième.<br />
13. Braun-Ronsdorf, 76-79.<br />
14. Braun-Ronsdorf, 73-80; Fischel II, 146.<br />
15. Fischel II, 120; Braun-Ronsdorf, 105-112.<br />
16. Lentacker, 149; Tardieu, 206-207, 222-223; Genart, 299-300.<br />
17. Vliebergh-Ulens 1921, 289; Agriculture, 14-15.<br />
18. Algemene Geschie<strong>de</strong>nis X, 217-218, 221 (J.A. Van Houtte); E. <strong>de</strong> Laveleye 1878, CLXXXI.<br />
19. Brongers, 22, 120, 187-190, 220; Fischel II, 148; Lemonnier 1888, 47; Loebel, 192; Addison,<br />
154; Tony, 38-40.<br />
20. Brongers, 270.<br />
21. Brongers, 227-230; OZ 1973, 136-137 (W.P. Dezutter).<br />
22. Sleeckx 1864, 22, 104.<br />
23. Verstappen 1971, 73, 80; Deiss 1899, 307-308; Lemonnier 1888, 434; Rapport Bruges 1859,<br />
141, 1860, 127; Patria Belgica I, 653 (L. Laussedat).<br />
24. Loebel, 350-351; Diericx <strong>de</strong> Ten Hamme I, 107-109; Addison, 141-144, 149; Rapport Osten<strong>de</strong><br />
1846, 24-25; 1848, 32-33.<br />
25. Pasqu<strong>in</strong>i, 360; Addison, 144-145, 147; Belgique monumentale I, 105; von Meysenbug, 128;<br />
<strong>de</strong> Chaumont, 119.<br />
26. Rapport Osten<strong>de</strong> 1852, 109, 1858, 94, 1859, 28-29, 1863, 29-37; Seebad Osten<strong>de</strong>, 129, 159.<br />
27. Busken Huet, 60.<br />
28. Patria Belgica I, 651 (L. Laussedat).<br />
29. Busken Huet, 60.<br />
30. Rapport Osten<strong>de</strong> 1895, 87.<br />
31. Simon 1960, 45.<br />
32. Bilé, 56, 67-68; Bard<strong>in</strong>, 24, 33, 38; Havard, 227-228; RPT 1971, 107 (J. De Smet); RH 1873,<br />
190.<br />
33. Kurgan, 1309-1327; Lentacker, 229.<br />
34. De Ham, 33, 41; Wegwijzer, passim.<br />
35. Schepens, 15-16, 95-96, 106, 115-116, 124, 130-135, 147, 156, 160, 194.<br />
36. Lentacker, 123-129, 238, 240; Schepens, 192; Theys, 149.<br />
37. Lentacker, 218, 219, 221.<br />
38. Schepens, 246.<br />
39. T<strong>in</strong><strong>de</strong>mans, 122-123.<br />
40. Courtmans 1866, 87.<br />
41. CK 1965, 92 (J. Vorsselmans).<br />
42. CK 1965, 90-92 (J. Vorsselmans).<br />
43. Lentacker, 196-200.<br />
44. HB 26 juni 1911, gecit. Lentacker, 210.<br />
45. Filleul, 141, ook gecit. Theys, 145-146.<br />
46. Lentacker, 265.<br />
47. Theys, 27-33; Schepens, 196-198; Lentacker, 261, 265-267.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Burgermeisjes <strong>in</strong> 1865 (L. Lampe)<br />
114<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
An<strong>de</strong>re normen<br />
E<strong>in</strong><strong>de</strong> van een ethos<br />
115<br />
Niet alleen ruimtelijk, ook geestelijk geraakte men na 1860 uit <strong>de</strong> omknell<strong>in</strong>g van<br />
<strong>de</strong> Bie<strong>de</strong>rmeiertijd. Het politiek fanatisme, <strong>de</strong> drang naar ontvoogd<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />
volksklasse en het eerste protest van <strong>de</strong> vrouw tegen haar nutteloosheid zijn hiervan<br />
<strong>de</strong> tekens. M<strong>in</strong><strong>de</strong>r opvallend maar treffen<strong>de</strong>r, omdat het <strong>de</strong> kern raakt van het<br />
burgerethos, is <strong>de</strong> weerz<strong>in</strong> van <strong>de</strong> jeugd <strong>voor</strong> <strong>de</strong> huiselijke beslotenheid. In vele<br />
bronnen, <strong>in</strong> <strong>de</strong> toneelliteratuur on<strong>de</strong>r meer, hoort men bezorgdheid om <strong>de</strong><br />
afbrokkelen<strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>rlijke on<strong>de</strong>rdanigheid. 1.<br />
Dat heel wat meisjes zich afzetten tegen het huisgez<strong>in</strong> blijkt onrechtstreeks uit <strong>de</strong><br />
literatuur. In <strong>de</strong> meeste romans leidt <strong>de</strong> dochter nog steeds een <strong>in</strong>geperkt leven maar<br />
het accent wordt nu gelegd op <strong>de</strong> vervel<strong>in</strong>g. Dit wijst op een nieuw bewustzijn en<br />
een beg<strong>in</strong>nend verzet. Het meesterwerk <strong>in</strong> het genre is <strong>de</strong> roman Ma<strong>de</strong>moiselle<br />
Vallant<strong>in</strong> (1862) van Paul Rei<strong>de</strong>r: <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> do<strong>de</strong>lijke eentonigheid <strong>in</strong><br />
het meisjesleven - ‘ces heures qui s'écoulaient lentes et froi<strong>de</strong>s et que le len<strong>de</strong>ma<strong>in</strong><br />
ramenait’ 2. - en van <strong>de</strong> vlucht <strong>in</strong> <strong>de</strong> verbo<strong>de</strong>n lectuur en <strong>in</strong> <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e escapa<strong>de</strong>s geeft<br />
dit werk <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van een tijdsdocument.<br />
In <strong>de</strong> ‘pensionnats <strong>de</strong> <strong>de</strong>moiselles’ ziet men <strong>de</strong> eerste tekenen van stijfhoofdigheid.<br />
Niettegenstaan<strong>de</strong> hun tegenz<strong>in</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ‘onburgerlijke’ opvoed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> kostscholen 3.<br />
laten vele welgestel<strong>de</strong>n hun dochters ‘uitwonen’: het verhoogt immers <strong>de</strong> stand<strong>in</strong>g<br />
van het gez<strong>in</strong>. In het boudoir-wereldje van <strong>de</strong> pensionaten leren <strong>de</strong> meisjes hun rol<br />
van onbenulligheid en on<strong>de</strong>rwerp<strong>in</strong>g aan <strong>de</strong> man. Het geschrift De l'éducation dans<br />
les pensionnats <strong>de</strong> <strong>de</strong>moiselles dat Mélanie Van Biervliet, directrice van een Tielrs<br />
pensionaat, <strong>in</strong> 1863 publiceer<strong>de</strong> beschrijft <strong>de</strong>ze merkwaardige wereld van<br />
‘smachten<strong>de</strong>’, bonbons snoepen<strong>de</strong> meisjes die <strong>in</strong> onmacht vallen en wenen omdat<br />
het ‘<strong>de</strong>ugd doet’. Hun wordt ‘<strong>de</strong> charme van een zittend leven’ bijgebracht en ‘het<br />
geluk van <strong>de</strong> huiselijkheid, gevestigd op gedweeheid’. Hoe m<strong>in</strong><strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze ‘beau parterre<br />
<strong>de</strong> lis blancs’ leest hoe beter want ‘niets is zo onuitstaanbaar <strong>in</strong> het gez<strong>in</strong> als een<br />
lezen<strong>de</strong> vrouw’. De roman is uit <strong>de</strong>n boze, en ook <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis die alleen maar<br />
‘<strong>voor</strong>oor<strong>de</strong>len tegen <strong>de</strong> Kerk’ meegeeft. Wat kunnen meisjes overigens met<br />
geleerdheid aanvangen? ‘Dat een man met enig enthousiasme over zijn studies spreekt<br />
is nog aanvaardbaar, maar wij...’. 4. Het effect van <strong>de</strong>ze broeikas-metho<strong>de</strong> was echter<br />
juist an<strong>de</strong>rsom: meisjes die <strong>in</strong> het ou<strong>de</strong>rlijk huis gedwee had<strong>de</strong>n geleefd leer<strong>de</strong>n <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> kostscholen opstandigheid tegen <strong>de</strong> <strong>in</strong>kapsel<strong>in</strong>g: <strong>in</strong> vele pensionaten ‘begon een<br />
geest van onbeschaamdheid door te dr<strong>in</strong>gen’. 5. Uiterlijk was er niet veel veran<strong>de</strong>rd.<br />
De burgermeisjes leken alle ‘<strong>in</strong> éénzelf<strong>de</strong> vorm’ van leegheid en fatsoen gegoten.<br />
Zij kon<strong>de</strong>n ‘correct een geparfumeer<strong>de</strong> brief plooien’, piano spelen en borduurwerk<br />
verrichten. 6. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> oppervlakte broei<strong>de</strong> echter een reactie die het fem<strong>in</strong>isme<br />
aankondig<strong>de</strong>.<br />
In <strong>de</strong> jongensscholen bleef het verzet niet verborgen. Het spitste zich toe op <strong>de</strong><br />
actie tegen <strong>de</strong> verfrans<strong>in</strong>g van het on<strong>de</strong>rwijs maar het g<strong>in</strong>g om heel wat meer dan<br />
vlaamsgez<strong>in</strong>dheid. Vanaf <strong>de</strong> jaren zeventig werd <strong>de</strong> Vlaamse stu<strong>de</strong>ntenbeweg<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />
het mid<strong>de</strong>lbaar on<strong>de</strong>rwijs gestuwd door een vroeger on<strong>de</strong>nkbare wil tot persoonlijk<br />
oor<strong>de</strong>len en han<strong>de</strong>len. De anticlericale stu<strong>de</strong>ntenrel van juli 1875 <strong>in</strong> het Kle<strong>in</strong><br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Sem<strong>in</strong>arie van Roeselare die Hugo Verriest later tot ‘groote Stoor<strong>in</strong>ge’ doopte, is<br />
hiervan het tot een mythe uitgegroeid symbool. 7. In 1880 publiceer<strong>de</strong> De Vlaamsche<br />
Vlagge een artikel ‘Tegen <strong>de</strong> Jezuieten’: ‘'t Is grote-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
116<br />
lijks <strong>de</strong> schuld van <strong>de</strong> Jezuieten en van hun on<strong>de</strong>rwijsgestichten dat het Vlaams<br />
zodanig vervallen is <strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren en dat het Frans bovenkraait. In hun gestichten<br />
meer als <strong>in</strong> <strong>de</strong> bisschoppelijke, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren van e<strong>de</strong>lmans, heren en barons<br />
opgekweekt...; tot over <strong>de</strong> oren <strong>in</strong> 't Frans gedompeld weten zij bijna niet dat er<br />
Vlaams bestaat op <strong>de</strong> wereld’. 8. Dit is <strong>de</strong> contestatie uit sociale motieven van een<br />
gezag dat buiten zijn bevoegdheid trad door misbruik van <strong>de</strong> godsdienst. Protest<br />
tegen het domperklimaat van <strong>de</strong> katholieke mid<strong>de</strong>lbare <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen hoort men <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong>ze jaren <strong>voor</strong>tdurend. De grimmigheid waarmee Armand De Vos <strong>in</strong> zijn Vlaamsche<br />
Jongen (1879) terugdacht aan ‘het on<strong>de</strong>rzoek van conscientie’ dat elke avond <strong>de</strong><br />
leerl<strong>in</strong>gen van het Kle<strong>in</strong> Sem<strong>in</strong>arie <strong>in</strong> S<strong>in</strong>t-Niklaas werd opgedrongen ‘door <strong>de</strong><br />
psalmodische stem van <strong>de</strong> superior’, galmend ‘on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> bre<strong>de</strong> schemerige kerkbeuk<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> stilte’, 9. was meer dan het gevoelen van een uit bitterheid vrijz<strong>in</strong>nig gewor<strong>de</strong>n<br />
man. Het is een echo van <strong>de</strong> algemene weerspannigheid tegen het religieuze<br />
formalisme. 10.<br />
Op <strong>de</strong> athenea en staatsmid<strong>de</strong>lbare scholen maakten <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen van hun grotere<br />
geestelijke vrijheid gebruik om zelfstandig op te tre<strong>de</strong>n. De sticht<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1852 van ‘'t<br />
Zal wel gaan’ door drie poësis-stu<strong>de</strong>nten van het Gentse atheneum ligt niet meer <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> lijn van <strong>de</strong> vroegere literaire college-gil<strong>de</strong>n. Zij duidt op een veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g bij <strong>de</strong><br />
jongeren die, on<strong>de</strong>r leid<strong>in</strong>g van enkele mentors, met <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>burgerlijke wereld breken<br />
en an<strong>de</strong>rs gaan <strong>de</strong>nken en han<strong>de</strong>len dan <strong>de</strong> generatie van hun ou<strong>de</strong>rs.<br />
Het eerst van alle universiteiten had Leuven af te rekenen met een<br />
stu<strong>de</strong>nten-contestatie. Verwon<strong>de</strong>rlijk was dat niet. In <strong>de</strong> eeuw van het liberalisme<br />
vertolkte het ‘reglément général’ van 1835 een ancien régimegeest: <strong>de</strong> wil van <strong>de</strong><br />
overheid gold als wet <strong>in</strong> het aca<strong>de</strong>mische en het morele vlak, <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten dien<strong>de</strong>n<br />
bl<strong>in</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>gs te gehoorzamen en wie hiertoe niet bereid bleek werd uitgesloten. 11. De<br />
revolte brak onverwachts los <strong>in</strong> het revolutiejaar 1848. Deze <strong>in</strong> <strong>de</strong> vergeethoek<br />
geraakte gebeurtenis 12. illustreert hoezeer <strong>de</strong> Leuvense stu<strong>de</strong>nten toen al afscheid<br />
had<strong>de</strong>n genomen van het paternalisme <strong>in</strong> gez<strong>in</strong> en maatschappij.<br />
Het begon onopvallend. Op 27 maart 1848 verbood <strong>de</strong> overheid <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten een<br />
adres met gelukwensen te sturen naar hun Duitse collega's <strong>voor</strong> het aan<strong>de</strong>el dat zij<br />
had<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> revolutie van 1848. Niettem<strong>in</strong> stel<strong>de</strong> een commissie het adres op en liet<br />
het bekrachtigen door een stu<strong>de</strong>ntenverga<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. De uitsluit<strong>in</strong>g uit <strong>de</strong> universiteit<br />
van <strong>de</strong> opstellers was het se<strong>in</strong> tot <strong>de</strong> opstand. Op 30 maart keur<strong>de</strong> een verga<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />
van vijfhon<strong>de</strong>rd stu<strong>de</strong>nten - <strong>de</strong> hele universiteit tel<strong>de</strong> er zevenhon<strong>de</strong>rd zevenen<strong>de</strong>rtig<br />
- een reeks eisen aan het adres van <strong>de</strong> rector goed. De toon van dit stuk was vrijpostig:<br />
‘Door zijn bovenmatige en tot een an<strong>de</strong>r tijdperk behoren<strong>de</strong> strengheid is het<br />
reglement een ondraaglijk gewicht... Niemand kan ontkennen dat <strong>de</strong> huidige situatie<br />
belangrijke en onmid<strong>de</strong>llijke hervorm<strong>in</strong>gen vergt’. De stu<strong>de</strong>nten eisten <strong>de</strong><br />
we<strong>de</strong>ropnem<strong>in</strong>g van hun uitgesloten kamera<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> beperk<strong>in</strong>g van het overheidsgezag<br />
tot aca<strong>de</strong>mische aangelegenhe<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> schrapp<strong>in</strong>g uit het reglement van het artikel<br />
13 (dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten verplichtte 's avonds om tien uur b<strong>in</strong>nen te zijn en hen verbood<br />
toneelopvoer<strong>in</strong>gen bij te wonen) en <strong>de</strong> erkenn<strong>in</strong>g van ‘het wettige en heilige recht<br />
op zelfver<strong>de</strong>dig<strong>in</strong>g’. 13.<br />
Op 31 maart on<strong>de</strong>rteken<strong>de</strong>n vierhon<strong>de</strong>rd stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong>ze tekst en brachten hem<br />
stoetsgewijs naar <strong>de</strong> rector. Intussen had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten een commissie aangesteld<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
die besloot het bijwonen van <strong>de</strong> lessen stop te zetten tot <strong>de</strong> rector een ‘prompt’ en<br />
‘categoriek’ antwoord op <strong>de</strong> eisen zou hebben gegeven. Het antwoord kwam, maar<br />
<strong>in</strong> een an<strong>de</strong>re z<strong>in</strong> dan <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten verwachtten: op 1 april besliste <strong>de</strong> ‘aca<strong>de</strong>mische<br />
senaat’ - <strong>de</strong> voltallige verga<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> professoren on<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>zitterschap van <strong>de</strong><br />
rector - alle stu<strong>de</strong>nten ‘s<strong>in</strong>e die’ naar huis te sturen. Niet <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten zelf, maar <strong>de</strong><br />
ou<strong>de</strong>rs wer<strong>de</strong>n hiervan op <strong>de</strong> hoogte gebracht door een circulaire van <strong>de</strong> rector. De<br />
eisen van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten en bepaal<strong>de</strong>lijk hun besluit te staken om een antwoord af te<br />
dw<strong>in</strong>gen noem<strong>de</strong> rector De Ram ‘onmiskenbaar subversief’. Daarom, schreef hij,<br />
werd <strong>de</strong> Paasvacantie vervroegd (Pasen viel <strong>in</strong> 1848 op 23 april) en dien<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs<br />
‘hun k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren onmid<strong>de</strong>llijk <strong>in</strong> <strong>de</strong> schoot van het gez<strong>in</strong> terug te roepen’. 14.<br />
Bijna alle stu<strong>de</strong>nten verdwenen uit Leuven. In een tegenantwoord aan <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs<br />
<strong>de</strong>el<strong>de</strong> <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten-commissie mee dat zij ‘het on<strong>de</strong>rwijs van <strong>de</strong> katholieke<br />
universiteit niet meer zou aanvaar<strong>de</strong>n, tenzij na totale voldoen<strong>in</strong>g’ 15. , maar <strong>de</strong> fut was<br />
er uit: e<strong>in</strong>d april gaf <strong>de</strong> commissie <strong>de</strong> strijd op. Toen op 16 mei <strong>de</strong> universiteit weer<br />
openg<strong>in</strong>g bleef er geen spoor meer over van <strong>de</strong> opstand. Een tiental lei<strong>de</strong>rs wer<strong>de</strong>n<br />
<strong>voor</strong>goed aan <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur gezet en alle on<strong>de</strong>rtekenaars van het eisen-programma had<strong>de</strong>n<br />
schriftelijk hun <strong>in</strong>stemm<strong>in</strong>g moeten betuigen met het universiteitsreglement.<br />
Toch bleek achteraf dat <strong>de</strong> revolte het absolute paternalisme had gebroken. Naast<br />
enkele kle<strong>in</strong>e toegev<strong>in</strong>gen - men mocht nu naar het theater en men was niet meer<br />
verplicht 's zondags <strong>de</strong> universitaire hoogmis bij te wonen - erken<strong>de</strong> het nieuwe<br />
reglement van 1848 16. het recht op zelfver<strong>de</strong>dig<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> stu<strong>de</strong>nten die met sancties<br />
wer<strong>de</strong>n bedreigd. Maar <strong>de</strong>ze<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
117<br />
toegev<strong>in</strong>g werd ‘geoctroyeerd’, niet afgedwongen, en dat maakte <strong>in</strong> <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong><br />
overheid het hele verschil.<br />
Vanaf 1865, na het rectoraat van De Ram, namen <strong>de</strong> bisschoppen het universitair<br />
beleid zelf <strong>in</strong> han<strong>de</strong>n. De paternalistische discipl<strong>in</strong>e woog nu zwaar<strong>de</strong>r dan ooit en<br />
op <strong>de</strong> jaarlijkse bisschoppenconferenties wer<strong>de</strong>n het goed gedrag, <strong>de</strong> ijver en <strong>de</strong><br />
godsdienstz<strong>in</strong> van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten geprezen. Toch greep <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze jaren <strong>de</strong> <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itieve<br />
omkeer plaats. Het obscurantisme dat Camille Lemonnier nog <strong>in</strong> 1888 aan <strong>de</strong><br />
universiteit toeschreef - ‘on sent qu'un maître souvera<strong>in</strong> règne ici sur la pierre et<br />
l'<strong>in</strong>telligence, également asservies à sa volonté’ 17. - was al lang verdwenen. Vanaf <strong>de</strong><br />
jaren zeventig ontgroei<strong>de</strong> <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntenwereld aan <strong>de</strong> greep<br />
De stu<strong>de</strong>ntenver<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g 't Zal wel gaan<br />
van <strong>de</strong> tucht. Op hun conferenties hoor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bisschoppen nu klachten over het<br />
groeiend gemis aan eerbied <strong>voor</strong> het gezag. Men betreur<strong>de</strong> het gebrek aan werklust<br />
van <strong>de</strong> rechtsstu<strong>de</strong>nten, ‘la jeunesse dorée’, en ook met <strong>de</strong> zittenblijvers en <strong>de</strong> rijke<br />
vreem<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen kreeg men last. Het waren, dacht men, <strong>de</strong> gevolgen van het bezoek<br />
aan theaters en ‘cafés dansants’, van <strong>de</strong> nefaste nabijheid van Brussel, van <strong>de</strong><br />
‘ongezon<strong>de</strong> literatuur’. Dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten hun eigen wegen g<strong>in</strong>gen zag men niet zo<br />
dui<strong>de</strong>lijk. Zij bouw<strong>de</strong>n een verenig<strong>in</strong>gsleven op, met bla<strong>de</strong>n en regionale clubs die<br />
zich had<strong>de</strong>n bevrijd van <strong>de</strong> supervisie <strong>de</strong>r professoren. Van <strong>de</strong>ze zelfstandigheid is<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
<strong>de</strong> taalstrijd, gevoerd tegen <strong>de</strong> wil van <strong>de</strong> bisschoppen, het meest beken<strong>de</strong> en<br />
dui<strong>de</strong>lijkste teken. De bekommer<strong>in</strong>g, na 1886, over <strong>de</strong> ‘sociale kwestie’ bleef makker<br />
<strong>in</strong> het religieus-moraliseren<strong>de</strong> en conservatieve spoor. 18.<br />
Aan <strong>de</strong> Brusselse universiteit, ‘toevluchtsoord’ <strong>voor</strong> ‘<strong>de</strong> vrije, onafhankelijke<br />
wetenschap die van niemand bevelen wil krijgen’ 19. , tra<strong>de</strong>n <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten autonomer<br />
op. Zij wer<strong>de</strong>n wel gemanipuleerd door het vrijz<strong>in</strong>nige liberalisme - <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren <strong>de</strong>rtig<br />
en veertig recruteer<strong>de</strong> Théodore Verhaegen on<strong>de</strong>r hen zijn propagandisten <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
verpolitiek<strong>in</strong>g <strong>de</strong>r loges 20. - maar <strong>de</strong>ze betrokkenheid bij <strong>de</strong> liberale politiek van <strong>de</strong><br />
hoofdstad hielp <strong>de</strong> ontvoogd<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten <strong>voor</strong>uit. De opricht<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1856 van<br />
<strong>de</strong> Vlaamse stu<strong>de</strong>ntenverenig<strong>in</strong>g ‘Schild en Vriend’ is een aanduid<strong>in</strong>g: men zette<br />
zich af tegen het verfranst klimaat van <strong>de</strong> universiteit. Betekenisvol herdoopte <strong>de</strong><br />
verenig<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1876 haar kenspreuk tot ‘Geen taal, geen vrijheid’: <strong>in</strong> naam van het<br />
vrijheidsbeg<strong>in</strong>sel <strong>de</strong>r universiteit verwierpen <strong>de</strong> Vlaamse stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> geest die er<br />
heerste.<br />
Vóór <strong>1830</strong> werd aan <strong>de</strong> Rijksuniversiteit van Gent nog <strong>in</strong> 't latijn gedoceerd. De<br />
professoren heetten er ‘clarissimi’, <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten ‘ornatissimi’ 21. . Deze vormelijkheid<br />
verdween niet meteen na <strong>1830</strong>. Pas rond het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> eeuw begon het<br />
stu<strong>de</strong>ntenleven te groeien. Dat ‘'t Zal wel gaan’ <strong>in</strong> oktober 1853, <strong>in</strong> een petitie aan<br />
<strong>de</strong> rector, om <strong>de</strong> <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g vroeg van een leergang <strong>in</strong> <strong>de</strong> Vlaamse letterkun<strong>de</strong> en<br />
hier<strong>voor</strong> <strong>de</strong> handteken<strong>in</strong>gen kreeg van een hon<strong>de</strong>rdtal stu<strong>de</strong>nten op een totaal van<br />
driehon<strong>de</strong>rd achttien 22. , is kenschetsend <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g. Vanaf het e<strong>in</strong><strong>de</strong> <strong>de</strong>r<br />
jaren zestig waren <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten betrokken bij <strong>de</strong> volks<strong>voor</strong>drachten van het<br />
Willemsfonds en bij <strong>de</strong> liberale <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen <strong>voor</strong> volksontvoogd<strong>in</strong>g: ook aan <strong>de</strong><br />
Gentse universiteit namen zij afstand van het burgerlijk mid<strong>de</strong>n waartoe zij behoor<strong>de</strong>n.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De vrouw<br />
118<br />
Na 1860 bleven <strong>de</strong> vrouwen politiek en juridisch even machteloos als tevoren. Hiervan<br />
on<strong>de</strong>rvon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> rijke dames maar we<strong>in</strong>ig h<strong>in</strong><strong>de</strong>r: zij reis<strong>de</strong>n en lazen en g<strong>in</strong>gen naar<br />
het theater, zij wer<strong>de</strong>n geaduleerd <strong>in</strong> een verfijn<strong>de</strong> wereld die het hen mogelijk maakte<br />
zich vrijer te bewegen. Ook <strong>de</strong> volksvrouw ervoer <strong>de</strong> juridische m<strong>in</strong><strong>de</strong>rwaardigheid<br />
niet <strong>in</strong> haar persoonlijk leven: zij wàs <strong>de</strong> gelijke van <strong>de</strong> man omdat zij met hem<br />
hetzelf<strong>de</strong> slavenbestaan <strong>de</strong>el<strong>de</strong>, zij bezat niets en verwachtte geen erfenissen, en <strong>voor</strong><br />
haar was het uitoefenen van een beroep geen recht dat zij miste maar een dagelijkse<br />
doem. Het gevoelen van machteloosheid drukte <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> burgervrouw. In een<br />
beweeglijkere wereld was zij gekluisterd aan het huis en <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren en buitengesloten<br />
uit het openbare leven. Zij <strong>voor</strong>al leed on<strong>de</strong>r het <strong>voor</strong>oor<strong>de</strong>el over <strong>de</strong><br />
m<strong>in</strong><strong>de</strong>rwaardigheid van <strong>de</strong> vrouw dat Napoleon <strong>in</strong> het burgerlijk wetboek had<br />
bestendigd en op het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van zijn leven nog eens ironisch formuleer<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
gesprekken op S<strong>in</strong>t-Helena: ‘Vous prétendriez à l'égalité? Mais c'est folie: la femme<br />
est notre propriété, nous ne sommes pas la sienne; car elle nous donne <strong>de</strong>s enfants<br />
et 1'homme ne lui en donne pas. Elle est donc sa propriété comme l'arbre à fruit est<br />
celle <strong>de</strong>s jard<strong>in</strong>iers... Il n'y a donc, Mesdames, et vous <strong>de</strong>vez en convenir, que le<br />
manque <strong>de</strong> jugement, les idées communes et le défaut d'éducation qui puisse porter<br />
une femme à se croire en tout 1'égale <strong>de</strong> son mari. Il n'y a, du reste, rien <strong>de</strong><br />
déshonorant dans la différence. Chacun a ses propriétés et ses obligations: vos<br />
propriétés, Mesdames, sont la beauté, la grâce, la séduction; vos obligations, la<br />
dépendance et la soumission.’ 23. Een eeuw lang dacht ie<strong>de</strong>reen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze geest.<br />
Theologen zochten bijbelse en kerkelijke argumenten om <strong>de</strong> biologische en geestelijke<br />
m<strong>in</strong><strong>de</strong>rwaardigheid van <strong>de</strong> vrouw te staven en ook sociale revolutionairen als een<br />
Jan Peller<strong>in</strong>g meen<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> vrouw ‘mentaal meer bekrompen’ was dan <strong>de</strong> man en<br />
onvermij<strong>de</strong>lijk ‘altijd op <strong>de</strong> achtergrond’ zou blijven. 24.<br />
De maatschappij waakte er over dat <strong>de</strong> vrouw geen kans kreeg op een <strong>in</strong>tellectuele<br />
of een beroepsvorm<strong>in</strong>g. De vrije scholen en pensionaten brachten nette manieren bij<br />
maar hiel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> hoofdjes leeg en leer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> meisjes dat zij behoor<strong>de</strong>n tot ‘un sexe<br />
condamné à. la dépendance’. 25. De wet van 1 juni 1850 op het mid<strong>de</strong>lbaar on<strong>de</strong>rwijs<br />
had alleen oog <strong>voor</strong> het jongenson<strong>de</strong>rricht en <strong>de</strong> universiteiten waren ontoegankelijk<br />
<strong>voor</strong> meisjes. Wie toch wil<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ren <strong>de</strong>ed beroep op private leraars. 26.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Een eersteklascoupé, 1882 (C. Cap)<br />
Het burgerlijk wetboek behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>de</strong> vrouw als een m<strong>in</strong><strong>de</strong>rjarige. Zij kon haar bezit<br />
niet zelfstandig beheren en zich niet <strong>in</strong> rechte ver<strong>de</strong>digen. Zij mocht zon<strong>de</strong>r<br />
<strong>in</strong>stemm<strong>in</strong>g van haar man geen beroep uitoefenen, zij had geen gezag over <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren<br />
en geen me<strong>de</strong>zeggenschap <strong>in</strong> <strong>de</strong> keuze van het domicilie. Als weduwe kon zij van<br />
haar man slechts erven als hij geen verwanten tot <strong>in</strong> <strong>de</strong> twaalf<strong>de</strong> graad en geen<br />
buitenechtelijke k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren naliet. 27. De vrouw had geen kiesrecht en was niet<br />
verkiesbaar. Zij mocht geen adm<strong>in</strong>istratieve of openbare beroepen uitoefenen.<br />
Tegen <strong>de</strong>ze weerloosheid begon <strong>in</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> eeuw een vereenzaamd<br />
maar bitter protest. Eisen hoor<strong>de</strong> men <strong>in</strong> België nog niet omdat <strong>de</strong> vrouw wanhopig<br />
opkeek tegen het bestel dat haar wegdrukte. Alleen <strong>de</strong> stoutsten durf<strong>de</strong>n dromen van<br />
een carrière aan <strong>de</strong> universiteit of aan <strong>de</strong> balie. De an<strong>de</strong>ren vroegen ‘geestelijke<br />
gelijkwaardigheid’. 28. ‘De<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
119<br />
mannen klagen wel eens, schrijft Rosalie Lovel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1871, dat jonge meisjes en<br />
zelfs vrouwen die tot een rijpere leeftijd gekomen zijn zich enkel met beuzelarijen<br />
bezig hou<strong>de</strong>n en over niets spreken kunnen tenzij toilet en haartooisels. Aan wie <strong>de</strong><br />
schuld? De geest waaraan alle ernstige bezigheid wordt ontzegd moet zijn krachten<br />
wel ergens aan beste<strong>de</strong>n en is gedwongen zich met beuzel<strong>in</strong>gen tevre<strong>de</strong>n te hou<strong>de</strong>n...<br />
Dat men tenm<strong>in</strong>ste <strong>de</strong> vrouw late beproeven hoever zij haar geestesvermogens<br />
ontwikkelen kan.’ 29.<br />
Met <strong>de</strong> publikatie, <strong>in</strong> 1862, van het tijdschrift Education <strong>de</strong> la femme zette Isabelle<br />
Gatti <strong>de</strong> Gamond <strong>de</strong> strijd <strong>in</strong> <strong>voor</strong> een volwaardig meisjeson<strong>de</strong>rricht. Twee jaar later<br />
keur<strong>de</strong> <strong>de</strong> Brusselse gemeenteraad <strong>de</strong> <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g goed van een ‘Cours d'éducation’,<br />
<strong>de</strong> eerste officiële mid<strong>de</strong>lbare meisjesschool. Soortgelijke scholen <strong>in</strong> Luik, Gent en<br />
Antwerpen leid<strong>de</strong>n een generatie toekomstige fem<strong>in</strong>isten op.<br />
De universiteiten bleven echter nog lang <strong>voor</strong> meisjes gesloten. In 1873 weiger<strong>de</strong><br />
<strong>de</strong> rector van <strong>de</strong> Leuvense universiteit aan Isala Van Diest, <strong>de</strong> dochter van een arts<br />
uit Leuven, <strong>de</strong> toelat<strong>in</strong>g om zich <strong>in</strong> te schrijven <strong>in</strong> <strong>de</strong> faculteit van geneeskun<strong>de</strong>. Zij<br />
g<strong>in</strong>g naar Bern stu<strong>de</strong>ren en haal<strong>de</strong> er het doctoraat <strong>in</strong> <strong>de</strong> genees- en verloskun<strong>de</strong>. Het<br />
‘geval Van Diest’ lever<strong>de</strong> vrucht op: <strong>de</strong> wet van 20 mei 1876 op <strong>de</strong> toekenn<strong>in</strong>g van<br />
<strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mische gra<strong>de</strong>n gaf aan het parlement <strong>de</strong> bevoegdheid om ‘later’ te bepalen<br />
op welke <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n vrouwen <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> mochten uitoefenen. Toch weiger<strong>de</strong><br />
het volgend jaar <strong>de</strong> Brusselse faculteit van geneeskun<strong>de</strong> een meisje <strong>in</strong> te schrijven.<br />
In 1880 oor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> <strong>de</strong> nationale commissie <strong>voor</strong> <strong>de</strong> homologatie <strong>de</strong>r diploma's dat<br />
<strong>de</strong> vrouwen het recht niet kon wor<strong>de</strong>n ontzegd om universitaire titels te behalen.<br />
Datzelf<strong>de</strong> jaar begonnen drie meisjes <strong>de</strong> eerste kandidatuur natuurwetenschappen te<br />
Brussel. 30.<br />
Naast enkele successen op het gebied van het on<strong>de</strong>rwijs had <strong>de</strong> emancipatie nog<br />
niets bereikt. Met groeien<strong>de</strong> verbitter<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>rvon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> vrouwen hun nutteloosheid:<br />
‘<strong>voor</strong> hem geen enkele beperk<strong>in</strong>g; <strong>voor</strong> haar <strong>in</strong>getogenheid en stille berust<strong>in</strong>g <strong>in</strong> alles<br />
wat hij goed v<strong>in</strong>dt te doen. Jongens en mannen on<strong>de</strong>r elkaar mogen over alles praten;<br />
meisjes en vrouwen mogen zwijgen en alleen praten over l<strong>in</strong>tjes en strikjes, tournures<br />
en cr<strong>in</strong>ol<strong>in</strong>es (als <strong>de</strong>ze <strong>in</strong> <strong>de</strong> mo<strong>de</strong> zijn), blanketsel en pomma<strong>de</strong>, kleedjes en<br />
japonnetjes en wat ver<strong>de</strong>r nog meer tot het toilet behoort. En <strong>in</strong> het huwelijk zelf<br />
heeft <strong>de</strong> slavernij <strong>de</strong>r vrouw e<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk haar hoogtepunt bereikt.’ 31.<br />
Niettem<strong>in</strong> is het fem<strong>in</strong>isme van <strong>de</strong> jaren zestig en zeventig het frappantste teken<br />
van <strong>de</strong> evolutie <strong>in</strong> <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g, juist omdat het zich verzette tegen het <strong>voor</strong>oor<strong>de</strong>el<br />
van <strong>de</strong> eeuw, <strong>de</strong> heerschappij van <strong>de</strong> man als bezitter.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Hoogstratens burgergez<strong>in</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> Belle Epoque<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Leeslust<br />
120<br />
De her<strong>de</strong>rlijke brief van 5 augustus 1843 over <strong>de</strong> ‘slechte boeken’, na ‘rijp beraad’ 32.<br />
door alle bisschoppen on<strong>de</strong>rtekend, is een hoofdmoment <strong>in</strong> het verweer tegen <strong>de</strong><br />
groeien<strong>de</strong> belangstell<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> <strong>de</strong> literatuur.<br />
Generaties lang las <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e burger alleen maar vrome werken, reisverhalen en<br />
brochuurtjes uit <strong>de</strong> ‘blauwe <strong>bibliotheek</strong>’. In <strong>de</strong> <strong>bibliotheek</strong>kast van <strong>de</strong> burgerhuizen<br />
vond men niet veel an<strong>de</strong>rs dan wat stichtelijke prijsboeken uit het lager en het<br />
mid<strong>de</strong>lbaar on<strong>de</strong>rwijs. En <strong>de</strong> oplagen van een paar hon<strong>de</strong>rd exemplaren bewijzen<br />
dat <strong>de</strong> werken van <strong>de</strong> Vlaamse romantiekers slechts een beperkt publiek bereikten. 33.<br />
Dan kwam plots een nieuwe mo<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze geestelijke slaap verstoren: <strong>de</strong> kranten<br />
begonnen romans <strong>in</strong> feuilleton te publiceren. De nieuwigheid startte bijna tegelijkertijd<br />
<strong>in</strong> 1835-1836 <strong>in</strong> Frankrijk en Duits<strong>land</strong>, en direct volg<strong>de</strong> België het <strong>voor</strong>beeld na.<br />
De stijg<strong>in</strong>g van het aantal abonnés met ruim zestig percent van 1838 tot 1842 lag<br />
<strong>voor</strong> een <strong>de</strong>el aan het succes van <strong>de</strong> feuilleton en is een teken van <strong>de</strong> nieuwe<br />
leeshonger. Met zorg volg<strong>de</strong>n <strong>de</strong> wel<strong>de</strong>nken<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze ontwikkel<strong>in</strong>g: <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>rfelijke<br />
literatuur, die tot dan alleen een kle<strong>in</strong>e, verlichte en <strong>voor</strong> het gif immune groep had<br />
bereikt, kon nu met <strong>de</strong> krant <strong>in</strong> bijna ie<strong>de</strong>r burgergez<strong>in</strong> b<strong>in</strong>nendr<strong>in</strong>gen en op <strong>de</strong> duur<br />
ook <strong>de</strong> volksklasse bedreigen. Dit was het signaal <strong>voor</strong> ‘een kruistocht’ tegen het<br />
slechte boek. 34.<br />
Tot rond 1838 had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bisschoppen alleen sporadisch hun bezorgdheid <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
kwalijke gevolgen van het lezen geuit: zij von<strong>de</strong>n het niet wenselijk extra <strong>de</strong> aandacht<br />
van <strong>de</strong> gelovigen te vestigen op een nog beperkt gevaar. Maar vanaf het e<strong>in</strong><strong>de</strong> <strong>de</strong>r<br />
jaren <strong>de</strong>rtig kon men <strong>de</strong> bedreig<strong>in</strong>g niet meer wegzwijgen. De herhaal<strong>de</strong><br />
veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> ‘slechte pers’ en <strong>de</strong> ‘slechte boeken’ culm<strong>in</strong>eer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> brief<br />
van 1843. Met uitvoerige argumenten wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ‘god<strong>de</strong>loze, duivelse, vervloekte<br />
letterkun<strong>de</strong>’, <strong>de</strong> ‘zogenaam<strong>de</strong> feuilletons’ en ‘<strong>de</strong> romans waar 't <strong>land</strong> van vergeven<br />
is’ veroor<strong>de</strong>eld omdat zij ver<strong>de</strong>rfelijk waren <strong>voor</strong> geloof en ze<strong>de</strong>n, 35. Tientallen jaren<br />
lang ston-<br />
De stichters van het ‘Leesgezelschap <strong>de</strong>r Gentse wevers’, rond 1862<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
121<br />
<strong>de</strong>n daarna <strong>de</strong> bekendste, <strong>voor</strong>al Franse auteurs op een soort officieuze <strong>in</strong><strong>de</strong>x, en<br />
zelfs <strong>de</strong> brave Conscience ontsnapte niet aan <strong>de</strong> argwaan 36. . Voor generaties<br />
katholieken werd het woord ‘roman’ synoniem met ‘slecht boek’: <strong>de</strong> adjectieven<br />
‘ontuchtig’, ‘god<strong>de</strong>loos’, ‘leugenachtig’ en <strong>de</strong>rgelijke waarmee <strong>de</strong> bisschoppen <strong>de</strong><br />
roman bedachten had<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> duur het effect van een hersenspoel<strong>in</strong>g. 37.<br />
Op het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> jaren veertig verslapte <strong>de</strong> leeswoe<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong><br />
hongercrisis, maar rond 1860 werd <strong>de</strong> lectuur opnieuw ‘een soort epi<strong>de</strong>mie’: ‘ie<strong>de</strong>reen<br />
wil<strong>de</strong> lezen zon<strong>de</strong>r ophou<strong>de</strong>n en tot elke prijs, <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> jongeren, <strong>de</strong><br />
mannen en <strong>de</strong> vrouwen, <strong>de</strong> arme evengoed als <strong>de</strong> rijke’. 38. Men waag<strong>de</strong> het zelfs hier<br />
en daar <strong>de</strong> roman te vergoelijken. In 1865 noem<strong>de</strong> August Snie<strong>de</strong>rs hem ‘het<br />
hel<strong>de</strong>ndicht van onze tijd’. In plaats van hem af te wijzen kon men hem beter<br />
uitzuiveren: ‘<strong>in</strong>dien <strong>de</strong> roman on<strong>de</strong>r het vermaken altijd leer<strong>de</strong> en stichtte bracht<br />
gewis een enkel zijner bladzij<strong>de</strong>n meer goed teweeg dan een foliant opgevuld met<br />
<strong>voor</strong> het publiek onbegrijpelijk geleer<strong>de</strong> aardighe<strong>de</strong>n’. 39.<br />
‘Indien 't be<strong>de</strong>rf <strong>de</strong>r slechte boeken van <strong>de</strong> hoge stan<strong>de</strong>n overslaat naar <strong>de</strong><br />
mid<strong>de</strong>nklasse, schreven <strong>de</strong> bisschoppen <strong>in</strong> hun brief van 1843, zal aanstonds een<br />
hebzuchtige en losbandige drukpers door haar helse werk<strong>in</strong>g dit ver<strong>de</strong>rf doen<br />
doordr<strong>in</strong>gen tot on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> gemene man, en aan wat gevolgen zullen wij ons dan moeten<br />
verwachten?’ 40. Tw<strong>in</strong>tig jaar later had een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke volksklasse het boek<br />
ont<strong>de</strong>kt. Niet <strong>de</strong> feuilleton of <strong>de</strong> roman die te duur waren en niet aangepast aan het<br />
begripsvermogen van het volk, maar <strong>de</strong> verhalen van volksschrijvers als Pieter<br />
Geiregat, Pieter Frans Van Kerckhoven, Lo<strong>de</strong>wijk Janssens en Gustaaf Segers, en<br />
<strong>voor</strong>al <strong>de</strong> werken van Conscience. Max Rooses getuig<strong>de</strong> dat van 1868 tot 1876, toen<br />
hij secretaris was van het Gentse Willemsfonds, geen enkel <strong>de</strong>r veertien exemplaren<br />
van De Leeuw van Vlaan<strong>de</strong>ren <strong>in</strong> <strong>de</strong> volks<strong>bibliotheek</strong> van het Fonds ook maar ‘één<br />
uur ongebruikt op <strong>de</strong> planken had gestaan’. 41. De behoudsgez<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> het katholieke<br />
milieu maakten zich daar zorgen over. Op het twee<strong>de</strong> katholiek congres van Mechelen,<br />
<strong>in</strong> 1864, waarschuw<strong>de</strong> <strong>de</strong> Gentse <strong>in</strong>dustrieel Joseph <strong>de</strong> Hempt<strong>in</strong>ne <strong>voor</strong> het gevaar<br />
dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> lectuur van Conscience kon schuilen: ‘De (katholieke) volks<strong>bibliotheek</strong><br />
van Gent bezat <strong>in</strong> haar rekken werken van Hendrik Conscience. Deze romans wer<strong>de</strong>n<br />
verslon<strong>de</strong>n. De gretigheid waarmee men <strong>de</strong>ze boeken las leek mij be<strong>de</strong>nkelijk en ik<br />
liet ze daarom wegnemen. Wanneer ik het volk belust zie op boeken staat het <strong>voor</strong><br />
mij vast dat er gevaar is. Want het wil mij <strong>voor</strong>komen dat <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>r m<strong>in</strong><strong>de</strong>r tevre<strong>de</strong>n<br />
zal zijn wanneer hij zich met <strong>de</strong>ze lectuur heeft gevoed. Brengt het volk terug tot <strong>de</strong><br />
lectuur van <strong>de</strong> heiligenlevens: het zal er het won<strong>de</strong>rbare <strong>in</strong> v<strong>in</strong><strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> gef<strong>in</strong>geer<strong>de</strong><br />
werken aantrekkelijk maakt en tegelijk ook nuttige lessen’. 42.<br />
Deze zorgelijke uitlat<strong>in</strong>gen illustreren <strong>de</strong> burgermentaliteit maar leren niet veel<br />
over <strong>de</strong> lectuur van het volk. Toch bewijst het beschei<strong>de</strong>n succes van <strong>de</strong><br />
volksbibliotheken dat <strong>de</strong> gewone man nu <strong>in</strong><strong>de</strong>rdaad ‘leer<strong>de</strong> lezen’. De Gentse<br />
volks<strong>bibliotheek</strong> van het Willemsfonds die <strong>in</strong> 1865 geopend werd leen<strong>de</strong> <strong>de</strong> eerste<br />
jaren gemid<strong>de</strong>ld tien tot vijftienduizend boeken uit. Bijna veertienduizend bij<strong>voor</strong>beeld<br />
<strong>in</strong> 1868, aan achthon<strong>de</strong>rd negenentw<strong>in</strong>tig lezers. Eén achtste waren vrouwen en één<br />
<strong>de</strong>r<strong>de</strong> schoolk<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. De mannen behoor<strong>de</strong>n allen tot <strong>de</strong> groep van <strong>de</strong> ambachtslie<strong>de</strong>n<br />
en fabriekwerkers. Zij lazen <strong>voor</strong>al romans - ongeveer vijfenzestig percent van <strong>de</strong><br />
uitgeleen<strong>de</strong> boeken - en op <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats reisverhalen en geschie<strong>de</strong>nis. 43.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
In Gent trof men naast <strong>de</strong> <strong>bibliotheek</strong> van het Willemsfonds en een katholieke<br />
volks<strong>bibliotheek</strong> ook een aantal leesclubs aan die boeken kochten met <strong>de</strong> bijdragen<br />
van hun le<strong>de</strong>n. Zo kwamen <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van het <strong>in</strong> 1860 opgerichte ‘Leesgezelschap <strong>de</strong>r<br />
wevers’ elke zondag <strong>in</strong> ‘De Diligentie’ op <strong>de</strong> Koornmarkt boeken lenen <strong>in</strong> hun club.<br />
Ook <strong>de</strong> jonge kleermakersgast Pol De Witte maakte <strong>de</strong>el uit van het Gezelschap: hij<br />
vond ‘bij die eenvoudige fabriekswerkers een ernst die hij <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re kr<strong>in</strong>gen niet had<br />
aangetroffen’. 44.<br />
De stadsbibliotheken waren geïsoleer<strong>de</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen ‘<strong>voor</strong> een <strong>in</strong>tellectuele<br />
fransspreken<strong>de</strong> elite’. 45. Daarom wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze jaren van groeien<strong>de</strong> geestelijke<br />
belangstell<strong>in</strong>g overal volksbibliotheken opgericht. In 1864 tel<strong>de</strong> het <strong>land</strong> er<br />
negenentw<strong>in</strong>tig, waarvan twee <strong>de</strong>r<strong>de</strong> gemeentelijke subsidies kregen. Antwerpen<br />
richtte <strong>in</strong> 1866 een ste<strong>de</strong>lijke volks<strong>bibliotheek</strong> op die tien jaar later om en bij <strong>de</strong><br />
zestigduizend uitlen<strong>in</strong>gen per jaar boekte, vermoe<strong>de</strong>lijk <strong>voor</strong>al aan kle<strong>in</strong>e lie<strong>de</strong>n. 46.<br />
Enorm succes ken<strong>de</strong>n <strong>de</strong> gemeentelijke of gesubsidieer<strong>de</strong> bibliotheken aanvankelijk<br />
niet en een aantal on<strong>de</strong>r hen verdween na enkele jaren bij gebrek aan publiek, maar<br />
niettem<strong>in</strong> behoort het fenomeen van <strong>de</strong> volkslectuur tot <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong><br />
jaren zestig.<br />
De zondagsscholen organiseer<strong>de</strong>n al veel vroeger uitleenbibliotheken. De<br />
<strong>bibliotheek</strong> van <strong>de</strong> Antwerpse zondagsschool bezat <strong>in</strong> 1838 zesduizend werken<br />
waarvan er wekelijks driehon<strong>de</strong>rd wer<strong>de</strong>n uitgeleend,<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
122<br />
maar een populaire aangelegenheid mocht men <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g niet heten. Melchior<br />
Kramp, directeur van <strong>de</strong> Antwerpse zondagsschool, vertelt hierover een typeren<strong>de</strong><br />
anekdote: ‘Van uit mijn hoekje <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>bibliotheek</strong> zag ik een prachtig rijtuig stoppen<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> poort. Een lakei kwam b<strong>in</strong>nen en vroeg vanwege <strong>de</strong> heer Baron <strong>de</strong> B. het<br />
vijftien<strong>de</strong> <strong>de</strong>el van abbé De Fellers Dictionnaire historique; het veertien<strong>de</strong> <strong>de</strong>el bracht<br />
hij terug. Zo wor<strong>de</strong>n, dacht ik bij mezelf, <strong>de</strong> <strong>voor</strong>schriften strikt nageleefd vermits<br />
<strong>de</strong> heer Baron op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> manier wordt behan<strong>de</strong>ld als <strong>de</strong> ne<strong>de</strong>rigste ambachtsman:<br />
zij krijgen allebei maar één boek<strong>de</strong>el tegelijk. Op dat ogenblik kwam een groep<br />
dames b<strong>in</strong>nen die stichtelijke verhalen, leerboeken over <strong>de</strong> ze<strong>de</strong>nleer en an<strong>de</strong>re<br />
<strong>de</strong>rgelijke werken vroegen en kregen’. 47. Deze merkwaardige ‘boekerij’ zal wel niet<br />
veel volksmensen op bezoek hebben gekregen.<br />
In <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rijen was het schouwbord ‘<strong>de</strong> <strong>bibliotheek</strong> <strong>de</strong>r buitenlie<strong>de</strong>n’. Daar stond<br />
<strong>de</strong> bijbel, naast het gebe<strong>de</strong>nboek en een paar godsdienstige werkjes. Men vond <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
boerenwon<strong>in</strong>gen ook <strong>de</strong> almanak, volgepropt met <strong>in</strong>licht<strong>in</strong>gen over <strong>de</strong> seizoenen en<br />
<strong>de</strong> markten, en hier en daar een lokaal weekblad, 's Avonds werd er, <strong>in</strong> <strong>de</strong> Kempen<br />
<strong>voor</strong>al, <strong>voor</strong>gelezen uit het Oud en het Nieuw Testament, uit Pater Poirters en <strong>in</strong> het<br />
laatste kwart van <strong>de</strong> eeuw ook uit Conscience en Snie<strong>de</strong>rs. 48. Het duur<strong>de</strong> echter lang<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> ‘roman’ op het platte<strong>land</strong> doordrong: <strong>de</strong> isolatie en <strong>voor</strong>al het contrast tussen<br />
<strong>de</strong> artificiële literatuur en het natuurgetrouwe boerenleven zorg<strong>de</strong>n daar<strong>voor</strong>.<br />
On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> titel ‘Du commerce <strong>de</strong>s mauvais livres en Belgique’ verscheen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
Journal historique et littéraire van 1836-1837 een curieus artikel waar<strong>in</strong> beweerd<br />
werd dat toen reeds <strong>de</strong> ‘corrupte’ Franse literatuur van uit <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke boekhan<strong>de</strong>ls<br />
‘tot <strong>in</strong> <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>ste gehuchten’ aan het doordr<strong>in</strong>gen was. De boekverkopers stuur<strong>de</strong>n<br />
eerst een katalogus ‘die naast wat onscha<strong>de</strong>lijke en een aantal vrome werken... ook<br />
enkele slechte boeken bevatte om <strong>de</strong> nieuwsgierigheid van een bepaald soort jongeren<br />
op te wekken’. Wat later <strong>de</strong>ed een met boeken bela<strong>de</strong>n venter <strong>de</strong> gemeente aan.<br />
Wanneer ‘jonge lie<strong>de</strong>n’ <strong>de</strong> werken vroegen die hun nieuwsgierigheid had<strong>de</strong>n opgewekt<br />
zei <strong>de</strong> verkoper dat ze niet <strong>voor</strong>radig waren en leg<strong>de</strong> hij er an<strong>de</strong>re <strong>voor</strong> ‘die men niet<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> katalogus zou hebben durven opnemen’. Zo ‘wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> vuilste, <strong>de</strong><br />
afschuwelijkste geschriften met dozijnen verkocht’. 49. Deze fantasie getuigt van<br />
bl<strong>in</strong>dheid <strong>voor</strong> het dorpsleven en <strong>de</strong> daar heersen<strong>de</strong> wetten. De socialisten die een<br />
halve eeuw later hun ‘subversieve’ geschriften <strong>in</strong> het platte<strong>land</strong> probeer<strong>de</strong>n b<strong>in</strong>nen<br />
te smokkelen, zou<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong>n lijve on<strong>de</strong>rv<strong>in</strong><strong>de</strong>n hoe kwalijk het was <strong>de</strong> eenzelvigheid<br />
van het buitenleven te willen doorbreken.<br />
Tot <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren tachtig bleef het platte<strong>land</strong> geisoleerd. De mensen lazen er we<strong>in</strong>ig<br />
maar vroom. Zij leef<strong>de</strong>n van een an<strong>de</strong>re dan <strong>de</strong> boekenwijsheid. In zijn gebe<strong>de</strong>nboek<br />
en zijn bijbel vond <strong>de</strong> <strong>land</strong>man <strong>de</strong> bevestig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> wijsheid die het leven en het<br />
werk hem had<strong>de</strong>n bijgebracht. Ontspann<strong>in</strong>g gaven hem <strong>de</strong> ‘blauwboekjes’, ‘<strong>in</strong> een<br />
blauwe omslag gevatte drukken van Thijs te Antwerpen, Begijn of Van Paemel te<br />
Gent, op afschuwelijk papier en nog dikwijls met gothische letter, die op onze<br />
wekelijkse markten nevens een hoop onnoembare d<strong>in</strong>gen liggen en aan onze<br />
buitenlie<strong>de</strong>n en armen <strong>voor</strong> een paar centen verkocht wor<strong>de</strong>n’ 50. ; of <strong>de</strong> gele, meestal<br />
door priesters geschreven bun<strong>de</strong>ltjes van ‘De Familiekr<strong>in</strong>g, goedkope, aangename<br />
en nuttige lees<strong>bibliotheek</strong>’. Ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> ‘mannekensbla<strong>de</strong>n’ vond het platte<strong>land</strong>svolk<br />
zijn gad<strong>in</strong>g, al waren die rond het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw niet meer ‘<strong>de</strong><br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
trouwe spiegel <strong>de</strong>r volksziel’: samen met het gladstrijken van het volkskarakter door<br />
on<strong>de</strong>rricht en ‘beschav<strong>in</strong>g’ wer<strong>de</strong>n ook <strong>de</strong> mannekensbla<strong>de</strong>n ‘gezuiverd’ van het<br />
triviale en <strong>de</strong> vrijpostigheid en tot banale eenvormigheid teruggebracht. 51. Toch bleven<br />
<strong>de</strong> grof geteken<strong>de</strong>, gruwelijk gekleur<strong>de</strong> prenten, die vertel<strong>de</strong>n van Kle<strong>in</strong> Duimpje en<br />
Uilenspiegel of het geloof en <strong>de</strong> levenswijsheid verbeeld<strong>de</strong>n, jong en oud bekoren.<br />
In het laatste kwart van <strong>de</strong> eeuw las men op het platte<strong>land</strong> wel <strong>de</strong> <strong>de</strong>ug<strong>de</strong>lijke<br />
katholieke romanschrijvers, Conscience op <strong>de</strong> eerste plaats. In 1884 had dom<strong>in</strong>ee<br />
Perk te Oostmalle een gesprek met een ‘kastele<strong>in</strong>se’: ‘Zij las veel en gaarne. En bij<br />
het ver<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rhoud bleek mij welk een gezegen<strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed Conscience <strong>in</strong> het<br />
Vlaamse <strong>land</strong> geoefend heeft. Vele zijner werken ken<strong>de</strong> die vrouw. Zij vertel<strong>de</strong> mij<br />
dat zij <strong>in</strong> <strong>de</strong> w<strong>in</strong>ter met haar beken<strong>de</strong>n of verwanten samenkwam om zijn romans te<br />
lezen... Ik heb dit, juist omdat <strong>de</strong> zaak mijn levendigste belangstell<strong>in</strong>g wekte,<br />
herhaal<strong>de</strong>lijk bij schijnbaar eenvoudige bewoners <strong>de</strong>r Kempen opgemerkt. Zij kennen<br />
Conscience en eren hem als <strong>de</strong> schrijver van hun hart. Veel van hun ze<strong>de</strong>lijke<br />
ontwikkel<strong>in</strong>g hebben zij hem te danken’. 52.<br />
Wanneer men beweert dat Conscience, <strong>in</strong> zijn <strong>land</strong>elijke novellen <strong>voor</strong>al, een<br />
‘grondig vervalst’ beeld ophangt van <strong>de</strong> platte<strong>land</strong>sbevolk<strong>in</strong>g omdat hij ze niet<br />
<strong>voor</strong>stelt als ‘een afgestompte, van <strong>de</strong> zelfrealisatie vervreem<strong>de</strong>, van <strong>de</strong> eigen<br />
mogelijkhe<strong>de</strong>n afgesne<strong>de</strong>n klasse’, maar <strong>in</strong>tegen<strong>de</strong>el ‘als natuurlijk, gelukkig,<br />
vreedzaam, idyllisch’ 53. , <strong>de</strong>nkt men - het<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Patriarchale bijbellectuur, 1869 (E. De Block)<br />
123<br />
blijkt al uit het vocabularium - anachronistisch: men past huidige kategorieën toe op<br />
een wereld en een tijd waar<strong>in</strong> zij geen z<strong>in</strong> hebben. Het volk, <strong>in</strong> elk geval, werd niet<br />
alleen geboeid door Conscience, het herken<strong>de</strong> zich <strong>in</strong> zijn beschrijv<strong>in</strong>gen omdat hij,<br />
achter alle ‘afstomp<strong>in</strong>g’ en verval, het wezenlijke had gezien van het platte<strong>land</strong>sleven:<br />
het geluk om een gaaf gebleven bestaan. Dat Conscience uit bezorgdheid <strong>voor</strong> het<br />
behoud van <strong>de</strong> paternalistische maatschappij <strong>in</strong> zijn romans moraliseren<strong>de</strong> lesjes<br />
heeft willen geven, maakt zijn beeld van het <strong>land</strong>elijke leven niet meteen vals.<br />
Politiek fanatisme<br />
Het politiek fanatisme, dat <strong>in</strong> 1857 <strong>in</strong>zette met het liberale straatoproer tegen <strong>de</strong> wet<br />
op <strong>de</strong> sticht<strong>in</strong>gen van weldadigheid, was geen acci<strong>de</strong>nt. Plots braken spann<strong>in</strong>gen<br />
open die, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> oppervlakte van het schijnbaar rustige leven, jaren lang had<strong>de</strong>n<br />
gebroed rond <strong>de</strong> strijd om <strong>de</strong> macht tussen <strong>de</strong> Kerk en het liberalisme.<br />
De Kerk had het <strong>in</strong>itiatief genomen. 54. In het katholieke België moest het<br />
parlementaire regime van volstrekte vrijheid <strong>voor</strong><strong>de</strong>lig uitvallen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Kerk, als<br />
zij maar <strong>de</strong> controle kreeg over parlement en reger<strong>in</strong>g. Daarom waren <strong>de</strong> verkiez<strong>in</strong>gen<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> Kerk ‘een kwestie van leven of dood’: dat zeg<strong>de</strong> <strong>de</strong> bisschop van Doornik<br />
<strong>in</strong> een brief aan zijn clerus op <strong>de</strong> <strong>voor</strong>avond van <strong>de</strong> eerste parlementsverkiez<strong>in</strong>gen. 55.<br />
De hele eeuw door bleven <strong>de</strong> verkiez<strong>in</strong>gen ‘<strong>de</strong> spil van <strong>de</strong> politieke activiteit’ 56. <strong>de</strong>r<br />
bisschoppen. Bij ie<strong>de</strong>re verkiez<strong>in</strong>g her<strong>in</strong>ner<strong>de</strong>n <strong>de</strong> her<strong>de</strong>rlijke brieven aan <strong>de</strong> zware<br />
gewetensplicht om <strong>voor</strong> goe<strong>de</strong> kandidaten te stemmen, en onafgebroken werd het<br />
kiezerskorps gemanipuleerd om het naleven van <strong>de</strong>ze ver-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
124<br />
man<strong>in</strong>gen te garan<strong>de</strong>ren. Bij vele katholieken verv<strong>in</strong>g <strong>de</strong> gewetensdwang het<br />
persoonlijk oor<strong>de</strong>el, zodat zij onbewust tot politieke onmondigheid wer<strong>de</strong>n opgeleid.<br />
En naarmate zij <strong>de</strong> relatieve waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> politiek steeds meer g<strong>in</strong>gen beoor<strong>de</strong>len<br />
naar <strong>de</strong> absolute normen van het geloof werd het fanatisme opgewekt.<br />
Voor <strong>de</strong> electorale manipulaties gebruikte <strong>de</strong> clerus het netwerk van <strong>de</strong>kenijen,<br />
parochies en wijken dat <strong>de</strong> <strong>in</strong>dividuele beïnvloed<strong>in</strong>g en controle van <strong>de</strong> kiezers<br />
mogelijk maakte. Volgens <strong>de</strong> richtlijnen die <strong>de</strong> bisschop hen langs <strong>de</strong> <strong>de</strong>kens gaf,<br />
tra<strong>de</strong>n <strong>de</strong> priesters op als ‘electorale agenten’ 57. : zij bezochten <strong>de</strong> parochianen,<br />
vertel<strong>de</strong>n hun wie <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> en <strong>de</strong> slechte kandidaten waren, begeleid<strong>de</strong>n <strong>de</strong> kiezers<br />
naar het kiescollege en controleer<strong>de</strong>n daar <strong>de</strong> stemverricht<strong>in</strong>gen.<br />
Het kiesstelsel werkte <strong>de</strong>ze beïnvloed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> hand. De verkiez<strong>in</strong>gen <strong>voor</strong> het<br />
parlement en <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>ciera<strong>de</strong>n gebeur<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> hoofdplaats van <strong>de</strong> arrondissementen.<br />
Daar verga<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n <strong>de</strong> kiesgerechtig<strong>de</strong>n van het district <strong>in</strong> één of meer kiescolleges:<br />
zij wer<strong>de</strong>n alfabetisch opgeroepen en <strong>de</strong>poneer<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> <strong>voor</strong>zitten<strong>de</strong> magistraat<br />
een gesloten brief waarop <strong>de</strong> naam van <strong>de</strong> kandidaat met <strong>de</strong> hand was geschreven.<br />
Vermits stemmen niet verplicht was dien<strong>de</strong> men <strong>de</strong> kiezers op te trommelen en <strong>in</strong> te<br />
staan <strong>voor</strong> <strong>de</strong> onkosten van <strong>de</strong> reis naar <strong>de</strong> districtshoofdplaats. Men kon ze <strong>in</strong> groep<br />
naar het college brengen, hen van tevoren <strong>in</strong>gevul<strong>de</strong> brieven bezorgen en nagaan of<br />
die <strong>in</strong><strong>de</strong>rdaad wer<strong>de</strong>n afgeleverd. Het spektakel van <strong>de</strong> pastoor die zijn parochianen<br />
processiegewijs, soms met het kruis <strong>voor</strong>op, naar <strong>de</strong> stad leid<strong>de</strong> behoor<strong>de</strong> tot <strong>de</strong><br />
merkwaardighe<strong>de</strong>n van het openbare leven waar <strong>de</strong> vreem<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen onthutst naar<br />
keken. Het is kenmerkend dat Jacob Kats hieraan <strong>in</strong> 1836 een van zijn boertige<br />
toneelstukjes wijd<strong>de</strong>: hij hekel<strong>de</strong> wat toen al een gewoonte was. 58.<br />
Achter <strong>de</strong> electorale beïnvloed<strong>in</strong>g stak een met <strong>de</strong> jaren zorgvuldiger gep<strong>land</strong>e<br />
strategie. Een aanduid<strong>in</strong>g hiervan is <strong>de</strong> resolutie van <strong>de</strong> bisschoppen van augustus<br />
1838: vóór <strong>de</strong> verkiez<strong>in</strong>gen moesten <strong>de</strong> <strong>de</strong>kens van éénzelf<strong>de</strong> district zich bera<strong>de</strong>n<br />
over <strong>de</strong> beste kandidaten; tevoren had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> presi<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> priesterconferenties<br />
bij <strong>de</strong> clerus <strong>in</strong>licht<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>gewonnen over <strong>de</strong> betrouwbaarheid van <strong>de</strong> kandidaten<br />
en die aan <strong>de</strong> <strong>de</strong>kens doorgegeven; op een buitengewone priesterconferentie, drie<br />
dagen vóór <strong>de</strong> verkiez<strong>in</strong>gen, wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> laatste schikk<strong>in</strong>gen getroffen. 59. Op een losse<br />
nota van februari 1844, an<strong>de</strong>rhalf jaar vóór <strong>de</strong> parlementsverkiez<strong>in</strong>gen, schreef<br />
kard<strong>in</strong>aal Sterckx ten behoeve van zijn priesters: ‘In het belang van <strong>de</strong> godsdienst<br />
en van <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> zaak is het raadzaam dat <strong>de</strong> pastoors thans meer dan vroeger contact<br />
zoeken met hun schapen... Zij zou<strong>de</strong>n onafgebroken en met allen vriendschappelijke<br />
betrekk<strong>in</strong>gen moeten on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n... Het ogenblik is nu uitermate geschikt om<br />
<strong>voor</strong>zichtig <strong>de</strong>ze weg te volgen: <strong>de</strong> verkiez<strong>in</strong>gen liggen nog zo veraf dat men aan <strong>de</strong><br />
belangeloosheid van het optre<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r pastoors niet kan twijfelen.’ 60.<br />
In <strong>de</strong> eerste jaren na <strong>de</strong> onafhankelijkheid stuitten <strong>de</strong>ze plannen op het verzet van<br />
<strong>de</strong> lagere geestelijkheid en <strong>de</strong> <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen van katholieke politici om zelfstandig<br />
en los van <strong>de</strong> bisschoppen op te tre<strong>de</strong>n. 61. Daarna was het systeem zo solied<br />
georganiseerd dat het <strong>de</strong> betrekk<strong>in</strong>gen tussen priesters en gelovigen begon te<br />
beïnvloe<strong>de</strong>n.<br />
In <strong>de</strong> stad en op het platte<strong>land</strong> had <strong>de</strong> priester groot moreel gezag. Hij was <strong>de</strong><br />
raadsman, <strong>de</strong> trooster en <strong>de</strong> bevestiger van het geloof. Toen <strong>de</strong> politiek het leven<br />
b<strong>in</strong>nendrong bleef zijn gezag even groot maar het dien<strong>de</strong> nu vaak om <strong>de</strong> mensen uit<br />
<strong>de</strong> geborgenheid te halen en hun een vreemd bedrijf op te dr<strong>in</strong>gen. De scha<strong>de</strong>lijke<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
gevolgen hiervan zag men pas later, na <strong>de</strong> opkomst van het socialisme dat een <strong>de</strong>el<br />
van zijn aanhangers on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> clericaal misbruikten vond. Intussen groei<strong>de</strong> <strong>de</strong> bitterheid<br />
<strong>in</strong> vele gemoe<strong>de</strong>ren want <strong>de</strong> priesters zetten <strong>de</strong> kiezers ook materieel on<strong>de</strong>r druk.<br />
‘Bij <strong>de</strong> lie<strong>de</strong>n die w<strong>in</strong>kel hou<strong>de</strong>n, noteer<strong>de</strong> <strong>in</strong> 1848 Adolph Helfferich, zijn er geen<br />
vrije kiezers meer te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n omdat hun bedrijf direct <strong>in</strong> <strong>de</strong> ban van <strong>de</strong> gemeenschap<br />
zou wor<strong>de</strong>n gedaan’ als zij zich moedwillig toon<strong>de</strong>n. 62.<br />
Niet alleen <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e lie<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rvon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> hatelijkheid van <strong>de</strong> politieke strijd<br />
om <strong>de</strong> macht. De hele gemeenschap werd er door beïnvloed omdat <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong><br />
clerus veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong>. In <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> bisschop en gelei<strong>de</strong>lijk van <strong>de</strong> hele<br />
kerkgemeenschap moest <strong>de</strong> ‘i<strong>de</strong>ale priester’ <strong>voor</strong>taan behalve een vroom en ijverig,<br />
ook een politiek betrokken man zijn die on<strong>de</strong>r leid<strong>in</strong>g van zijn bisschop <strong>de</strong> kerkelijke<br />
belangen hielp waarborgen door goe<strong>de</strong> verkiez<strong>in</strong>gen. 63.<br />
Naast <strong>de</strong> clericale beïnvloed<strong>in</strong>g staat het liberale machtsstreven met juist <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />
mid<strong>de</strong>len en, globaal gezien, hetzelf<strong>de</strong> effect. De bisschoppen mogen <strong>de</strong> eersten zijn<br />
geweest om <strong>de</strong> kiezers te bewerken, maar al direct had<strong>de</strong>n zij af te rekenen met een<br />
tegenstrever die hetzelf<strong>de</strong> <strong>de</strong>ed en hier<strong>voor</strong> weldra doeltreffen<strong>de</strong>r was georganiseerd.<br />
Vanaf dat ogenblik werd <strong>de</strong> bisschoppelijke actie op haar beurt een verweer en<br />
groei<strong>de</strong> het openbare leven fataal naar verzuil<strong>in</strong>g en onverdraagzaamheid.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
125<br />
De vraag wie hier<strong>voor</strong> <strong>de</strong> schuld krijgt heeft geen z<strong>in</strong>. De fout lag bij <strong>de</strong> verkeer<strong>de</strong><br />
opvatt<strong>in</strong>g van gelovigen èn vrijz<strong>in</strong>nigen over <strong>de</strong> vrijheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne staat.<br />
Theoretisch was het eenvoudig: een vrije maatschappij dien<strong>de</strong> ‘<strong>voor</strong> alle burgers <strong>de</strong><br />
gunstige <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n te scheppen <strong>voor</strong> hun persoonlijke vrijheid’. 64. Maar <strong>de</strong><br />
negentien<strong>de</strong>-eeuwse realiteit zag er an<strong>de</strong>rs uit. Vrijheid beteken<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> gelovige<br />
vrije ontwikkel<strong>in</strong>g van het geloof alleen; <strong>voor</strong> <strong>de</strong> vrijz<strong>in</strong>nige beteken<strong>de</strong> vrijheid <strong>de</strong><br />
ontvoogd<strong>in</strong>g van ethische of dogmatische dwang. Onvermij<strong>de</strong>lijk, omdat zij<br />
tegenstrijdig waren, schakel<strong>de</strong>n bei<strong>de</strong> opvatt<strong>in</strong>gen elkaar uit. Het werd een kr<strong>in</strong>gloop:<br />
<strong>de</strong> staat, beurtel<strong>in</strong>gs beheerst door gelovigen of vrijz<strong>in</strong>nigen, misken<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />
levensopvatt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re groep. De bisschoppen zetten <strong>de</strong> eerste stap op <strong>de</strong>ze<br />
weg. Dat <strong>de</strong> liberalen nadien hetzelf<strong>de</strong> <strong>de</strong><strong>de</strong>n dient men niet <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats te<br />
zien als het antwoord op een uitdag<strong>in</strong>g maar als het onvermij<strong>de</strong>lijk gevolg van<br />
<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> misvatt<strong>in</strong>g <strong>de</strong>r vrijheid die <strong>de</strong> kerkelijke actie helpt verklaren.<br />
De bisschoppen had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> kerkelijke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g gebruikt <strong>voor</strong> electorale<br />
beïnvloed<strong>in</strong>g. Omdat zij almachtig waren en, alles samen, eensgez<strong>in</strong>d werkte het<br />
systeem bijna zon<strong>de</strong>r haper<strong>in</strong>gen. Deze eensgez<strong>in</strong>dheid vond Théodore Verhaegen<br />
niet toen hij <strong>de</strong> vrijmetselarij wil<strong>de</strong> gebruiken <strong>voor</strong> <strong>de</strong> liberale politiek. Op grond<br />
van het artikel 135 <strong>de</strong>r statuten - ‘<strong>in</strong> geen geval mogen <strong>de</strong> loges zich met politieke<br />
of religieuze kwesties <strong>in</strong>laten’ - verzetten <strong>de</strong> Grand Oriënt en een aantal loges van<br />
zijn obediëntie zich tegen dit plan. De liberale partij ontstond dan ook los<br />
Electorale propaganda vóór een herberg, 1831 (J. Geirnaert)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
126<br />
van <strong>de</strong> vrijmetselarij maar niettem<strong>in</strong> was het politiek engagement van <strong>de</strong> Brusselse<br />
en van een aantal gewestelijke loges van beslissend belang geweest. 65.<br />
De <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen van Verhaegen om <strong>de</strong> loges politiek actief te maken kregen een<br />
onverhoopte steun van het episcopaat: door een her<strong>de</strong>rlijke brief van <strong>de</strong>cember 1837<br />
<strong>de</strong><strong>de</strong>n <strong>de</strong> bisschoppen <strong>de</strong> katholieken die <strong>de</strong>el uitmaakten van een loge <strong>in</strong> <strong>de</strong> ban van<br />
<strong>de</strong> Kerk. Op één slag werd nu mogelijk wat tot dan een ‘hersenschim’ was geweest,<br />
het w<strong>in</strong>nen van <strong>de</strong> loges <strong>voor</strong> een antikerkelijke politieke actie. ‘Dank zij <strong>de</strong><br />
bisschoppen, zeg<strong>de</strong> Verhaegen op 23 juni 1838 <strong>in</strong> zijn Brusselse loge “Les Amis<br />
Philanthropes”, g<strong>in</strong>g mijn dierbaarste wens <strong>in</strong> vervull<strong>in</strong>g... en werd <strong>de</strong> vrijmetselarij<br />
opnieuw wat zij oorspronkelijk was en steeds had moeten blijven: een politieke en<br />
maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g.’ Nog sterker was het effect van <strong>de</strong> her<strong>de</strong>rlijke brief van<br />
1843 tegen <strong>de</strong> ‘slechte’ lectuur: geen kle<strong>in</strong>e groep werd hier veroor<strong>de</strong>eld maar <strong>de</strong><br />
kern zelf van het ‘liberale gedachtengoed’, het recht op vrij<br />
Spotprent op <strong>de</strong> kiesdwang, 1877<br />
on<strong>de</strong>rzoek. Van nu af ston<strong>de</strong>n twee werel<strong>de</strong>n onverzoenlijk tegenover elkaar en werd<br />
‘<strong>de</strong> kloof tussen katholieken en liberalen onoverbrugbaar’. 66. Dat het politieke leven<br />
nog enkele jaren rustig bleef lag hoofdzakelijk aan <strong>de</strong> unionistische politiek van<br />
Leopold I. Na <strong>de</strong> crisis van 1857 verdween <strong>de</strong> rust <strong>voor</strong>goed: haat en<br />
onverdraagzaamheid beheersten nu het openbare leven.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
In <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n woed<strong>de</strong> een latente burgeroorlog. ‘Het zal er <strong>voor</strong> ons, katholieken,<br />
weldra op aan komen te weten of wij nog kunnen leven <strong>in</strong> een <strong>land</strong> waar wij als<br />
heloten en paria's wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld’, noteer<strong>de</strong> <strong>de</strong> Brusselse journalist Alexandre<br />
Delmer op 22 september 1865 <strong>in</strong> zijn dagboek. Regelmatig wer<strong>de</strong>n katholieke<br />
manifestaties, processies en be<strong>de</strong>vaarten uit elkaar geranseld. Vooral <strong>de</strong> uit<strong>in</strong>gen van<br />
openbare vroomheid moesten het ontgel<strong>de</strong>n. Deze met politieke bijbedoel<strong>in</strong>gen tot<br />
een ‘pélér<strong>in</strong>omanie’uitgegroei<strong>de</strong> belij<strong>de</strong>nissen beschouw<strong>de</strong>n <strong>de</strong> liberalen als een<br />
‘anachronisme’ en een ‘uitdag<strong>in</strong>g’aan <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne samenlev<strong>in</strong>g. De vrij<strong>de</strong>nkerij<br />
von<strong>de</strong>n <strong>de</strong> katholieken even ondraaglijk. In mei 1866 overleed te Antwerpen <strong>de</strong><br />
vrijz<strong>in</strong>nige boekhan<strong>de</strong>laar Herleyn, die het gewaagd had op zijn sterfbed <strong>de</strong> priester<br />
af te wijzen. Twee dagen lang, tegen valavond, kwam men het sterfhuis met stenen<br />
bekogelen. Op <strong>de</strong> burgerlijke begrafenis moesten politie en rijkswacht met bajonet<br />
en blanke sabel <strong>de</strong> lijkkist beschermen tegen een huilen<strong>de</strong> massa. De mensen had<strong>de</strong>n<br />
geleerd elkaar te haten. Bij ie<strong>de</strong>re verkiez<strong>in</strong>g waren <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n dagen lang het toneel<br />
van brul- en vechtpartijen. ‘Indien men katholieken en liberalen niet van elkaar<br />
scheid<strong>de</strong> <strong>in</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke verga<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen, schreef het weekblad Sacho naar aanleid<strong>in</strong>g<br />
van <strong>de</strong> tussentijdse verkiez<strong>in</strong>gen van 1864 te Brugge, zou men elke dag een paar<br />
dozijn enthousiastel<strong>in</strong>gen als martelaars van hun politieke sjibbolets met m<strong>in</strong> of meer<br />
geschon<strong>de</strong>n neuzen en gekloven sche<strong>de</strong>ls naar huis of naar het hospitaal dienen te<br />
brengen. In Brugge zijn thans <strong>de</strong> familiefeestjes en het gezelschapsleven helemaal<br />
stilgevallen. De katholieke Capulets werpen woeste blikken op <strong>de</strong> liberale Montagus<br />
die haat met haat en venijn met venijn vergel<strong>de</strong>n.’ Uit alle kranten blijkt dat <strong>de</strong>ze<br />
humor een werkelijkheid <strong>de</strong>kte van domme onverdraagzaamheid. 67.<br />
Op het platte<strong>land</strong> bleven <strong>de</strong> handtastelijkhe<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>lopig nog achterwege maar<br />
ook hier heerste het fanatisme. De platte<strong>land</strong>sgemeenten waren, op enkele<br />
uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen na, stevig <strong>in</strong> <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> geestelijkheid. De tegenstell<strong>in</strong>g tussen<br />
<strong>de</strong> liberale ste<strong>de</strong>n en het clericale platte<strong>land</strong> gaf aan <strong>de</strong> politieke spann<strong>in</strong>gen een<br />
aparte dimensie. Ie<strong>de</strong>re parlements-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Spotprent op <strong>de</strong> geestelijkheid, 1865<br />
127<br />
verkiez<strong>in</strong>g werd <strong>voor</strong> <strong>de</strong> buitenlie<strong>de</strong>n een kruistocht tegen <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>n van ver<strong>de</strong>rf en<br />
ongeloof. En <strong>in</strong> <strong>de</strong> boerenhor<strong>de</strong>n die op <strong>de</strong> verkiez<strong>in</strong>gsdagen <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n<br />
b<strong>in</strong>nenstroom<strong>de</strong>n zagen <strong>de</strong> vrijz<strong>in</strong>nigen <strong>de</strong> <strong>voor</strong>hoe<strong>de</strong> van <strong>de</strong> dreigen<strong>de</strong>, op het<br />
bijgeloof van een domgehou<strong>de</strong>n bevolk<strong>in</strong>g steunen<strong>de</strong> theocratie. ‘De vernietig<strong>in</strong>g<br />
van <strong>de</strong> Roomse kerk is <strong>voor</strong> ons <strong>land</strong> een kwestie van leven of dood’ schreef Goblet<br />
d'Alviella <strong>in</strong> 1877 <strong>in</strong> <strong>de</strong> Revue <strong>de</strong> Belgique. De liberalen droegen toen al zeven jaar<br />
<strong>de</strong> verne<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van een katholieke meer<strong>de</strong>rheid <strong>in</strong> het parlement. In een her<strong>de</strong>rlijke<br />
brief van 8 mei 1863, na zes jaar liberaal bew<strong>in</strong>d, schreef <strong>de</strong> bisschop van Brugge:<br />
‘Wie <strong>voor</strong> <strong>de</strong> katholieke of conservatieve kandidaten stemt, stemt <strong>voor</strong> <strong>de</strong> katholieke<br />
Kerk en <strong>voor</strong> haar rechten en vrijhe<strong>de</strong>n. Wie tegen <strong>de</strong>ze kandidaten stemt, stemt<br />
tegen <strong>de</strong> Kerk en on<strong>de</strong>rmijnt haar rechten en vrijhe<strong>de</strong>n. Hier mag geen<br />
dubbelz<strong>in</strong>nigheid zijn.’ 68.<br />
Deze twee teksten zijn geen toevallige uitlat<strong>in</strong>gen maar een illustratie van het<br />
klimaat <strong>in</strong> <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g. Uiterlijk verliepen het gez<strong>in</strong>s- en het gemeenschapsleven<br />
zoals vroeger maar het gemoed van <strong>de</strong> mensen was niet meer hetzelf<strong>de</strong>. Men had<br />
geleerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> ‘an<strong>de</strong>rs<strong>de</strong>nken<strong>de</strong>’ een vijand en een bedreig<strong>in</strong>g te zien. De verzuil<strong>in</strong>g<br />
werd het kenmerk van <strong>de</strong> tijd, het teken - naar <strong>de</strong> formule van Edmond Picard - van<br />
een permanente ‘geestelijke burgeroorlog’ die veel ver<strong>de</strong>rfelijker was dan ‘<strong>de</strong><br />
burgeroorlog met <strong>de</strong> piek en <strong>de</strong> haakbus <strong>in</strong> <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw’. 69. De<br />
onverdraagzaamheid en het onbegrip doken overal op. In 1878 verscheen bij het<br />
Davidsfonds De Goochelaar van Renier Snie<strong>de</strong>rs. In dit <strong>voor</strong> het volk bestem<strong>de</strong> boek<br />
kon men lezen hoe <strong>de</strong> <strong>in</strong> Turnhout wonen<strong>de</strong> Noordbraban<strong>de</strong>r <strong>de</strong> ‘an<strong>de</strong>rs<strong>de</strong>nken<strong>de</strong>n’<br />
zag: <strong>de</strong> personages zijn vrij<strong>de</strong>nkers en dus stuk <strong>voor</strong> stuk schurken, hun meester is<br />
Isaac Galer<strong>in</strong>i, <strong>de</strong> ‘goochelaar’, <strong>de</strong> duivel <strong>in</strong> persoon. Bitter teken<strong>de</strong> Max Rooses<br />
hierbij aan: ‘Dit boek, ellendig als kunstwerk en boosaardig van <strong>in</strong>zicht, is een<br />
welsprekend teken <strong>de</strong>s tijds, een proef van <strong>de</strong> christelijke lief<strong>de</strong> zoals <strong>de</strong> dwepers ze<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
verstaan, een <strong>voor</strong>smaak van het lot dat <strong>de</strong> vrij<strong>de</strong>nkers te wachten zou staan wanneer<br />
zij, aan wie God <strong>de</strong> gena<strong>de</strong> schonk van het geloof, eens meester op aar<strong>de</strong> waren zoals<br />
zij het <strong>in</strong> <strong>de</strong> hemel zijn’. 70.<br />
De opgehoopte spann<strong>in</strong>gen explo<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> schoolstrijd van 1879. Overal, ook<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>ste gemeenten, wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> mensen ver<strong>de</strong>eld <strong>in</strong> ‘jappen’ en ‘geuzen’<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
128<br />
die elkaar pestten en een generatie lang door vete's verscheurd bleven.<br />
Nog vóór <strong>de</strong> stemm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> ‘ongelukswet’ begonnen <strong>de</strong> katholieke lei<strong>de</strong>rs met<br />
<strong>de</strong> organisatie van het verweer. In het hele <strong>land</strong> riepen ‘verzetscomités’ verga<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen<br />
bijeen. Vooral <strong>in</strong> <strong>de</strong> dorpen groei<strong>de</strong>n zij uit tot enorme toelopen naar Engels mo<strong>de</strong>l,<br />
‘meet<strong>in</strong>gs <strong>in</strong> open lucht en <strong>in</strong> het volle veld, waar duizen<strong>de</strong>n toehoor<strong>de</strong>rs uit <strong>de</strong><br />
omliggen<strong>de</strong> gemeenten zich verdrongen rond een geïmproviseerd spreekgestoelte’.<br />
Tot een massale mobilisatie riep <strong>de</strong> her<strong>de</strong>rlijke brief van 12 juni 1879 op: ‘De strijd<br />
beg<strong>in</strong>t vanaf dit ogenblik. Hij zal lang en hard zijn, maar gij zult hem vastbera<strong>de</strong>n<br />
voeren zoals het katholieken en Belgen past en <strong>de</strong> kreet uwer <strong>voor</strong>va<strong>de</strong>ren herhalen:<br />
God wil het!’ Propagandamid<strong>de</strong>l van <strong>de</strong>ze kruistocht was <strong>de</strong> ‘schoolpenn<strong>in</strong>g’. In alle<br />
w<strong>in</strong>kels en alle huizen prijkte <strong>de</strong> schoolbus, en <strong>de</strong> <strong>in</strong>zamel<strong>in</strong>gen behoor<strong>de</strong>n tot het<br />
verplichte programma van ie<strong>de</strong>r feest. De burgerij verzaakte aan tabak en aan reizen<br />
<strong>in</strong> eerste klas. En wee wie zich afzijdig hield of tot <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re groep behoor<strong>de</strong>. Bij<br />
ie<strong>de</strong>re parlementsverkiez<strong>in</strong>g bedachten <strong>de</strong> twee partijen elkaar met verguiz<strong>in</strong>g en<br />
geweld. En velen wachtten bang op een verkiez<strong>in</strong>gsuitslag die kon beslissen over <strong>de</strong><br />
materiële toekomst naar gelang men behoor<strong>de</strong> tot het kamp van <strong>de</strong> geuzen of van <strong>de</strong><br />
katholieken. 71.<br />
Vóór 1879 ken<strong>de</strong>n <strong>de</strong> mensen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>land</strong>elijke gemeenten van <strong>de</strong> Antwerpse<br />
Kempen ‘niet eens <strong>de</strong> betekenis van woor<strong>de</strong>n als liberaal, vrij<strong>de</strong>nker of loge’. Zij<br />
leef<strong>de</strong>n <strong>in</strong> gemoe<strong>de</strong>lijke verstandhoud<strong>in</strong>g, ver van <strong>de</strong> dwaasheid <strong>de</strong>r politiek. Vijf<br />
jaar schoolstrijd volston<strong>de</strong>n om het klimaat te vergiftigen. In ie<strong>de</strong>re gemeente besliste<br />
<strong>de</strong> houd<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> schoolmeester over het lot van <strong>de</strong> gemeenschap. Als hij, zoals <strong>in</strong><br />
Essen, naar <strong>de</strong> bisschoppelijke bevelen luister<strong>de</strong> en ontslag nam uit wat nu plots een<br />
‘geuzenschool’ was gewor<strong>de</strong>n, tel<strong>de</strong> het dorp haast geen ‘geuzen’. Maar wanneer <strong>de</strong><br />
on<strong>de</strong>rwijzer aanbleef, zoals <strong>in</strong> Wuustwezel en Kalmthout, trok hij een aanhang van<br />
buren, verwanten en mensen <strong>in</strong> staatsdienst mee <strong>in</strong> het geuzenkamp en meteen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
ban van het dorp. Het kle<strong>in</strong>e Achterbroek, on<strong>de</strong>r Kalmthout, waar meester De Schutter<br />
op post bleef, tel<strong>de</strong> van 1880 tot 1884 hon<strong>de</strong>rddrieèntw<strong>in</strong>tig paasverzuimers. Die<br />
wer<strong>de</strong>n op slag ‘liberalen’ en ‘geuzen’; zij kregen <strong>de</strong> sacramenten niet meer en wer<strong>de</strong>n<br />
door ie<strong>de</strong>reen geschuwd. In 1885 moest meester De Schutter, eens <strong>de</strong> kerkmeester,<br />
volksvriend en raadsman van <strong>de</strong> gemeenschap, ‘schan<strong>de</strong>lijk’ het dorp verlaten. ‘Een<br />
vreem<strong>de</strong> voerman bracht zijn huisraad weg. Kee, zijn vrouw en dochter van Jaan<br />
Hoppenbrouwers uit <strong>de</strong> abdijhoeve - een machtig geslacht <strong>in</strong> <strong>de</strong> streek -, een moe<strong>de</strong>r<br />
<strong>in</strong> verwacht<strong>in</strong>g van haar negen<strong>de</strong> k<strong>in</strong>d, verliet haar geboortedorp, gezeten op een<br />
hon<strong>de</strong>kar.’ 72.<br />
Het is een staal van het onheil dat <strong>de</strong> politieke onverdraagzaamheid overal had<br />
gesticht.<br />
Maatschappelijke beroer<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> oppervlakte<br />
Uiterlijk scheen <strong>de</strong> volksklasse <strong>de</strong> politieke manipulatie willoos te on<strong>de</strong>rgaan. Dat<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren zestig <strong>de</strong> beroer<strong>in</strong>g een <strong>de</strong>el van het stadsproletariaat uit <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rdanigheid<br />
aan het halen was, besefte <strong>de</strong> heersen<strong>de</strong> klasse niet of nauwelijks. In <strong>de</strong> <strong>voor</strong>afgaan<strong>de</strong><br />
<strong>de</strong>cennia had men ie<strong>de</strong>re bedreig<strong>in</strong>g gemakkelijk on<strong>de</strong>r controle gehou<strong>de</strong>n en waren<br />
<strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs een makke troep gebleken.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
In <strong>de</strong> eerste jaren na <strong>de</strong> onafhankelijkheid on<strong>de</strong>rvon<strong>de</strong>n overheid en or<strong>de</strong>lieven<strong>de</strong>n<br />
heel wat meer last met <strong>de</strong> republike<strong>in</strong>se agitatie van burgers en militairen dan met<br />
<strong>de</strong> werkers: hun mislukte stak<strong>in</strong>gen en coalitiepog<strong>in</strong>gen kon<strong>de</strong>n alleen maar <strong>de</strong> macht<br />
van het regime bevestigen. Het dreigendst waren <strong>de</strong> oproerige stak<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong><br />
Gentse katoenarbei<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> het najaar 1839, maar ook hier herstel<strong>de</strong> het leger<br />
moeiteloos <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. 73.<br />
Zelfs <strong>in</strong> <strong>de</strong> crisis van <strong>de</strong> jaren veertig zag men aanvankelijk geen re<strong>de</strong>n tot<br />
ongerustheid. De hongermars op twee<strong>de</strong> Paasdag 1846 werd een flop en <strong>de</strong><br />
hongeroproeren van 1847 waren alleen maar machteloze woe<strong>de</strong>aanvallen. Toch wees<br />
<strong>de</strong> ijver waarmee <strong>de</strong> burgerpers <strong>de</strong> hongercrisis m<strong>in</strong>imaliseer<strong>de</strong> op enige zorg. Die<br />
sloeg om <strong>in</strong> angst na <strong>de</strong> februarirevolutie <strong>in</strong> Parijs. Aandachtig volg<strong>de</strong> <strong>de</strong> gerechtelijke<br />
politie nu <strong>de</strong> activiteit van <strong>de</strong>mocraten en republike<strong>in</strong>en. Ie<strong>de</strong>re rel werd brutaal<br />
neergedrukt en <strong>de</strong> bedrijfslei<strong>de</strong>rs zorg<strong>de</strong>n er<strong>voor</strong> <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs geen re<strong>de</strong>n tot<br />
misnoegdheid te geven. Eensgez<strong>in</strong>d on<strong>de</strong>rstreepten <strong>de</strong> kranten het progressieve,<br />
vrijheidsgez<strong>in</strong><strong>de</strong> karakter van <strong>de</strong> staats<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. Toen half maart berichten uit<br />
Frankrijk b<strong>in</strong>nenliepen over <strong>de</strong> <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> ‘ateliers nationaux’ was <strong>de</strong> burgerij<br />
tot alle offers bereid om haar belangen veilig te stellen. Ie<strong>de</strong>reen, ook <strong>de</strong> oppositie,<br />
steun<strong>de</strong> <strong>de</strong> tewerkstell<strong>in</strong>gspolitiek van <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g die <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> straat<br />
moest hou<strong>de</strong>n. ‘Laten wij alles prijsgeven om <strong>de</strong> haard, <strong>de</strong> koffer en <strong>de</strong> grond te<br />
behou<strong>de</strong>n, schreef <strong>de</strong> Journal <strong>de</strong> Bruxelles op 16 maart 1848. Laten wij onze<br />
overvloed <strong>in</strong> zee werpen om het schip te red<strong>de</strong>n dat ons draagt.’ 74.<br />
Maar zelfs <strong>in</strong> 1848 werd <strong>de</strong> pauperklasse nooit echt gevaarlijk: alles bleef beperkt<br />
tot enkele rellen en<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
t.o. 128<br />
VIII. Een begrafenis <strong>in</strong> <strong>de</strong> Kempen (Th. Verstraete)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
129<br />
vruchteloze stak<strong>in</strong>gen. En na 29 maart, na <strong>de</strong> episo<strong>de</strong> van Risquons-Tout, wist <strong>de</strong><br />
burgerij dat zij <strong>de</strong> proef succesrijk had doorstaan. Eén les had zij geleerd: vermits<br />
<strong>de</strong> volksklasse vatbaar was gebleken <strong>voor</strong> subversieve i<strong>de</strong>eën dien<strong>de</strong> men meer dan<br />
ooit beroep te doen op <strong>de</strong> moraliseren<strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong> godsdienst. ‘Deze agitatie<br />
van radicalen, schreef <strong>de</strong> liberale Journal <strong>de</strong> Liège op 31 maart, heeft <strong>de</strong> ze<strong>de</strong>lijkheid<br />
van <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs on<strong>de</strong>rmijnd. Tevoren luister<strong>de</strong>n zij naar <strong>de</strong> stem van het christendom<br />
en beschouw<strong>de</strong>n zij hun leven als een pelgrimstocht naar <strong>de</strong> belon<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> <strong>de</strong> zware<br />
last die zij had<strong>de</strong>n getorst.’ Gelovigen en vrijz<strong>in</strong>nigen prezen <strong>de</strong> godsdienst als ‘<strong>de</strong><br />
trouwe vriend van het volk’ en von<strong>de</strong>n elkaar over <strong>de</strong> politieke onverdraagzaamheid<br />
heen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze vreemdsoortige klasse-solidariteit. 75.<br />
Na <strong>de</strong> ‘grote schrik’ van 1848 verliepen <strong>de</strong> jaren vijftig rustig, met alleen wat<br />
beroer<strong>in</strong>g rond <strong>de</strong> stijgen<strong>de</strong> graanprijzen tij<strong>de</strong>ns het najaar van 1854. Op 31 augustus<br />
1856 <strong>de</strong>fileer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Gentse arbei<strong>de</strong>rs met duizen<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong> kon<strong>in</strong>g, on<strong>de</strong>r het z<strong>in</strong>gen<br />
van een ‘volkslied’ dat ‘het juk verheerlijkte waaron<strong>de</strong>r zij zuchtten’. Zelfs tij<strong>de</strong>ns<br />
<strong>de</strong> katoencrisis van 1861-1865, toen meer dan <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> tienduizend Gentse<br />
textielarbei<strong>de</strong>rs geen werk meer vond, was er geen spoor van oproerigheid. Een paar<br />
duizend ontvluchtten <strong>de</strong> honger <strong>in</strong> <strong>de</strong> emigratie en <strong>de</strong> rest bleef gelaten op betere<br />
tij<strong>de</strong>n hopen. 76.<br />
In <strong>de</strong> jaren veertig waren <strong>in</strong> alle belangrijke ste<strong>de</strong>n een aantal <strong>de</strong>mocratische en<br />
vroegsocialistische clubjes ontstaan. De overheid liet zich door politie en verklikkers<br />
<strong>in</strong>lichten over hun activiteit, en nu en dan wer<strong>de</strong>n verdachte vreem<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen uitgewezen<br />
of al te lastige onruststokers aangehou<strong>de</strong>n. 77. Maar <strong>de</strong> enkele tientallen le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />
progressieve verenig<strong>in</strong>gen leken machteloos en vereenzaamd. Dat hun verwacht<strong>in</strong>gen<br />
niet besloten bleven b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>rzalen maar langs het straat- en wijkleven<br />
langzaam doordrongen <strong>in</strong> <strong>de</strong> volkswijken besefte <strong>de</strong> burgerij niet. Uiterlijk scheen<br />
het volk even gedwee als <strong>in</strong> <strong>de</strong> rustigste jaren, maar <strong>in</strong>nerlijk had het gebroken met<br />
<strong>de</strong> gevestig<strong>de</strong> or<strong>de</strong> en met <strong>de</strong> Kerk die <strong>de</strong>ze or<strong>de</strong> ver<strong>de</strong>dig<strong>de</strong>.<br />
Dat enkele onbelangrijke groepjes een zo grondige verglijd<strong>in</strong>g teweeg kon<strong>de</strong>n<br />
brengen lag hoofdzakelijk aan <strong>de</strong> Internationale. Die werkte als een katalysator. Zij<br />
groepeer<strong>de</strong> <strong>de</strong> versprei<strong>de</strong> verenig<strong>in</strong>gen, gaf duurzaamheid aan hun i<strong>de</strong>eën en richtte<br />
ze naar <strong>de</strong> sociaal-<strong>de</strong>mocratie. Zo bestendig<strong>de</strong> <strong>de</strong> Internationale een ontvoogd<strong>in</strong>g<br />
die vóór haar aan <strong>de</strong> gang was en maakte zij een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> volksklasse klaar om<br />
met een nieuwe wil het laatste kwart van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw aan te vatten. Deze<br />
betekenis van <strong>de</strong> Internationale heeft <strong>de</strong> bezitten<strong>de</strong> klasse niet of te laat gezien. Zij<br />
was <strong>voor</strong> haar een tijd lang <strong>de</strong> angstaanjagen<strong>de</strong> bedreig<strong>in</strong>g van een totale omwentel<strong>in</strong>g,<br />
maar toen na <strong>de</strong> val van <strong>de</strong> Commune dit gevaar <strong>voor</strong>bij leek vergat zij dat er ooit<br />
een Internationale was geweest.<br />
Na 1870 trof men <strong>in</strong> alle ste<strong>de</strong>n nog ‘brave en on<strong>de</strong>rdanige’.arbei<strong>de</strong>rs aan. De<br />
meer<strong>de</strong>rheid bestond echter uit diegenen die zich had<strong>de</strong>n bevrijd van <strong>de</strong> voogdij. Dit<br />
is het belangrijkste fenomeen uit <strong>de</strong>ze jaren, belangrijker dan <strong>de</strong> rellen of <strong>de</strong> stak<strong>in</strong>gen,<br />
omdat het <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke volksklasse <strong>in</strong> haar geheel raakte en <strong>de</strong> grondslag zou wor<strong>de</strong>n<br />
<strong>voor</strong> het samenleven <strong>in</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> <strong>de</strong>cennia.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
E<strong>in</strong>dnoten:<br />
1. T<strong>in</strong><strong>de</strong>mans, 68-69, 78-79.<br />
2. Rei<strong>de</strong>r, 46.<br />
3. T<strong>in</strong><strong>de</strong>mans, 77-78; BC 1842, 238, 240; Courtmans 1868, 44, 164.<br />
4. Van Biervliet, 32, 90, 113, 158, 200, 268, 274-277, 282, 308, 313, 315.<br />
5. Van Biervliet, 335.<br />
6. Gravière, 34; Du Caju, 3.<br />
7. Stoor<strong>in</strong>ge, 7-9 (R. Boucquey), 15-26 (M. De Bruyne).<br />
8. VV 1880, 103, (Phos. Phoor).<br />
9. Wazenaar, 109.<br />
10. HOK 1936, 12 (J. Lauwerys).<br />
11. AUL 1847, 117-133.<br />
12. Wocquier; RC 1848-1849,. 99-104; RUB 1910-1911, 681-713, 1911-1912, 57-58 (P. Errera);<br />
Dumont 1948, 142-145; Université, 66-67.<br />
13. TAP 3-4 april 1848.<br />
14. PR 5 april 1848.<br />
15. JAP 30 april 1848.<br />
16. AUL 1849, 149-166.<br />
17. Lemonnier 1888, 102.<br />
18. Eglise et Etat, 356-362, 368 (E. Lamberts); Simon 1961, 80, 87, 102, 108; OAM 1975, 109-142<br />
(L. Vos-Gevers), 1976, 222-224 (L. Vos-Gevers).<br />
19. Van<strong>de</strong>rk<strong>in</strong><strong>de</strong>re, 20.<br />
20. Witte 1973B, I, 204-205.<br />
21. NMT 1890, 165, 169 (George Bergmann).<br />
22. Vuylsteke III, 34.<br />
23. <strong>de</strong> Las Cases IV, 125-126.<br />
24. Wouters 1966, 303.<br />
25. Necker, 109.<br />
26. Boël, 35-36.<br />
27. Boël, 22-25.<br />
28. von Meysenbug, 135-138.<br />
29. TK 1871, 414-415 (R. Lovel<strong>in</strong>g).<br />
30. Boë1, 32-36; Biographie Nationale 31, 377-383 (S. De Coster); BMGN 1975, 41-48 (D.<br />
Keymolen); BTFG 1972, 1128-1137 (F. <strong>de</strong> Bueger-Van Lier<strong>de</strong>).<br />
31. Silvia, 20.<br />
32. Simon 1960, 67.<br />
33. Sleeckx 1903, 11-17, 45; Brouwers II, 172.<br />
34. Gaus, 21-26, 44-51, 85.<br />
35. Gaus, 111-112, 115.<br />
36. bijv. Greyson 1882, 19-20.<br />
37. Gaus, 100.<br />
38. BP 8 mei 1856, gecit. Gaus, 141-142.<br />
39. A. Snie<strong>de</strong>rs 1878 B, 63-64.<br />
40. Gaus, 112 n. 2.<br />
41. Rooses 1882, 341.<br />
42. Assemblée II, 51-52.<br />
43. E 1868-1869, 67; JW 1869, XLV-XLVIII.<br />
44. JW 1870, XLIX-LI; De Weerdt, 161, 163-164; De Witte, 241-242.<br />
45. Vandamme, 112, 113.<br />
46. ATA 1966, 104, 108, 123 (P. Van Tichelen).<br />
47. Kramp, 103.<br />
48. A. Van <strong>de</strong>n Abeele 1873, 63; De Vuyst, 14-15; Vliebergh-Ulens 1921, 296; Vliebergh-Ulens<br />
1909, 219; Vliebergh 1906, 46.<br />
49. JHL 1836-1837, 537-539.<br />
50. TK 1887, 419 (A. Gittée).<br />
51. Van Heurck, 16.<br />
52. Perk, 68, 70.<br />
53. Brouwers II, 120.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
54. Witte 1973 B, I, 350, 462; BTNG 1972, 367-384 (H. Gaus).<br />
55. Van Isacker 1969, 18.<br />
56. Eglise et Etat, 581 (E. Witte).<br />
57. Witte 1973 B, 166-174; BTNG 1969, 216-238 (E. Witte).<br />
58. Gilissen, 105-108; Helfferich, 137; Höfken I, 157; Kats 1836, passim.<br />
59. Simon 1960, 47.<br />
60. BTNG 1969, 220-221 (E. Witte).<br />
61. BTNG 1969, 223-224 (E. Witte); Eglise et Etat, 586-593 (E. Witte); Art I, 155-164, 172.<br />
62. Helfferich, 137.<br />
63. Art II, 395-427, 568.<br />
64. Don<strong>de</strong>yne, 217.<br />
65. Witte 1973 B, 188-217, 289-306.<br />
66. Witte 1973 A, 11, 152; Gaus, 107, 110.<br />
67. Van Isacker 1955, 167, 178; Castel, 247; vgl. Poffé 236-237.<br />
68. RB 1877, 255; Van Isacker 1969, 35.<br />
69. Picard, 201.<br />
70. Rooses 1885, 224.<br />
71. Verhaegen 1905, 87, 195-196; Van Isacker 1969, 53; De Groote, 84, 148, 151, 153, 155, 157,<br />
163.<br />
72. SP 1965, 229-266 (A. Tireliren).<br />
73. Wouters 1963, I, 221-223, II, 896-905; GT 1973, 166-174.<br />
74. Wouters 1963, I, 361-363, 419-573, II, 963-1003; Geschie<strong>de</strong>nis, 123 (J. Kuypers); BGN 1959,<br />
81-100 (A. Vermeersch); RN 1967, 490, 491, 503 (A. Vermeersch).<br />
75. RN 1967, 506 (A. Vermeersch); De Decker, 34; Joye, 46-49.<br />
76. Avanti I, 145; Galle, 23, 117, 118, 131, 135; De Weerdt, 12, 149-150.<br />
77. Wouters 1963 en 1966 (v o ‘verenig<strong>in</strong>gen’ <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>dices).<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Wevers<strong>in</strong>terieur, 1896 (A. Coll<strong>in</strong>)<br />
130<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De erfenis<br />
131<br />
Na een halve eeuw was het z<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke <strong>land</strong> van <strong>1830</strong> bijna even gaaf gebleven maar<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n en stilaan ook op het platte<strong>land</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n <strong>de</strong> sfeer en <strong>de</strong> vormen van<br />
het leven. Het stadsbeeld verbrokkel<strong>de</strong>: <strong>de</strong> wallen verdwenen, <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n en<br />
randgemeenten groei<strong>de</strong>n naar elkaar en aan <strong>de</strong> nieuwbouw werd het <strong>de</strong>cor geofferd<br />
dat <strong>de</strong> gemeenschap had gedragen. Tegelijk leg<strong>de</strong> <strong>de</strong> nu brutale scheid<strong>in</strong>g van armen<br />
en rijken tegenstell<strong>in</strong>gen van bitterheid en onrust bloot.<br />
Deze veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen verstoor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> levenswijze en, gelei<strong>de</strong>lijk, <strong>de</strong> levensfilosofie<br />
van <strong>de</strong> burger. Zijn ethos van vlijt en huiselijkheid had enkel z<strong>in</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e, besloten<br />
stad waar het bestaan van generatie op generatie gelijkmatig verliep en <strong>de</strong> behoeften<br />
even beschei<strong>de</strong>n bleven als <strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g. Zelf probeer<strong>de</strong> <strong>de</strong> burgerman nog trouw<br />
te blijven aan zijn opvatt<strong>in</strong>gen, maar hij verloor het geloof <strong>in</strong> hun geldigheid <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g. 1.<br />
Op het platte<strong>land</strong> zijn <strong>de</strong> verglijd<strong>in</strong>gen m<strong>in</strong><strong>de</strong>r opvallend. In <strong>de</strong> meeste dorpen<br />
lijkt het leven onveran<strong>de</strong>rd. Wie er na enkele jaren terugkeert krijgt <strong>de</strong> <strong>in</strong>druk dat<br />
<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> mensen met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> d<strong>in</strong>gen bezig zijn als vijftig jaar vroeger. 2. De haard<br />
is nog het hart van het leven 3. maar overal waar <strong>de</strong> nieuwe verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gswegen en <strong>de</strong><br />
uitbreid<strong>in</strong>g van het spoor <strong>de</strong> streek openleg<strong>de</strong>n verliezen <strong>de</strong> dorpen hun karakter.<br />
Door het verval van <strong>de</strong> <strong>land</strong>elijke nijverheid namen <strong>de</strong> w<strong>in</strong>kels toe, en ook dat<br />
veroorzaakte veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen: vele gewoonten verdwenen omdat <strong>de</strong> mensen g<strong>in</strong>gen<br />
afhangen van <strong>de</strong> ner<strong>in</strong>gdrijven<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>nstand.<br />
Rond <strong>de</strong> dorpen lag het <strong>land</strong>schap niet meer helemaal zuiver want langs wegen<br />
en waterlopen begonnen <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustrieën het uitzicht te schen<strong>de</strong>n. En overal waar <strong>de</strong><br />
buitenlie<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> armoe<strong>de</strong> op drift geraakten en manufactuur- of fabrieksarbei<strong>de</strong>rs<br />
wer<strong>de</strong>n, overal waar verkeer en bedrijven <strong>de</strong> rust aantastten was <strong>de</strong> band van <strong>de</strong> mens<br />
met <strong>de</strong> natuur bedreigd.<br />
Industrieën rond <strong>de</strong> stad, 1885<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
132<br />
De meeste veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen zijn <strong>de</strong> vrucht van het nuttigheidsbejag, van <strong>de</strong> drift om<br />
op te ruimen wat niet ren<strong>de</strong>ert. Een paar tijdgenoten beseften <strong>de</strong> dwaasheid van <strong>de</strong>ze<br />
verniel<strong>in</strong>g. Met spijt zag Anton Bergmann <strong>de</strong> aftakel<strong>in</strong>g van het Lierse begijnhof dat<br />
<strong>in</strong> zijn k<strong>in</strong><strong>de</strong>rjaren zo aantrekkelijk was: ‘De geest onzer eeuw richtte ook hier zijn<br />
verwoest<strong>in</strong>gen aan. De koorts van afbraak en verniel<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> dolheid om alles te<br />
mo<strong>de</strong>rniseren had<strong>de</strong>n het heilige oord niet gespaard. Wat blijft er van verschoond?<br />
Men heeft zich goed van <strong>de</strong> wereld af te zon<strong>de</strong>ren, muren op te trekken, poorten te<br />
sluiten, door <strong>de</strong> onzichtbaarste spleet, door <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>ste open<strong>in</strong>g dr<strong>in</strong>gen he<strong>de</strong>ndaagse<br />
beel<strong>de</strong>n b<strong>in</strong>nen en geheel het verle<strong>de</strong>n stort on<strong>de</strong>r hun besmetten<strong>de</strong> a<strong>de</strong>m ne<strong>de</strong>r.<br />
Waar zal er weldra <strong>voor</strong> <strong>de</strong> grijze muren en <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen nog een veilige<br />
schuilplaats zijn?’ 4. Dit is meer dan <strong>de</strong> nostalgie van een dromer. Bergmann is een<br />
<strong>de</strong>r zeldzamen die al vroeg beseften dat <strong>de</strong> aanrand<strong>in</strong>g van wat langzaam groei<strong>de</strong><br />
een bedreig<strong>in</strong>g is <strong>voor</strong> het leven.<br />
Niet alleen <strong>de</strong> verbon<strong>de</strong>nheid met <strong>de</strong> natuur, ook <strong>de</strong> kerkelijke en <strong>de</strong> maatschappelijke<br />
volgzaamheid waren <strong>voor</strong> <strong>de</strong> mensen een onmisbare steun.<br />
Door haar vervlecht<strong>in</strong>g met het dagelijkse leven had <strong>de</strong> Kerk er eeuwen lang <strong>de</strong><br />
gaafheid van behoed, maar wegens het misbruik dat <strong>de</strong> clerus van zijn gezag maakte<br />
begon een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> volksklasse het vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze beschutt<strong>in</strong>g te verliezen.<br />
Het geloof hield nog stand maar een geborgenheid was verdwenen.<br />
Tegelijk werd <strong>de</strong> z<strong>in</strong>volheid van <strong>de</strong> hiërarchische maatschappij door het egoïsme<br />
van <strong>de</strong> burgerij teniet gedaan. In het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> kwart van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw hebben<br />
<strong>de</strong> volksmensen zich <strong>in</strong>nerlijk bevrijd van een on<strong>de</strong>rdanigheid die geen bescherm<strong>in</strong>g<br />
meer bood maar een mid<strong>de</strong>l tot uitbuit<strong>in</strong>g was gewor<strong>de</strong>n.<br />
Ook <strong>de</strong> evolutie van <strong>de</strong> politieke ze<strong>de</strong>n had een negatief effect, want <strong>de</strong> electorale<br />
manipulatie betrok <strong>de</strong> mensen bij het vreem<strong>de</strong> bedrijf van <strong>de</strong> partijen-strijd. De<br />
buitenlie<strong>de</strong>n die vanaf <strong>de</strong> jaren tachtig uit het isolement wer<strong>de</strong>n gehaald waren niet<br />
meer het zelfstandige volk van het mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r eeuw. De politiek had ze klaargemaakt<br />
<strong>voor</strong> een wereld, waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ologieën overheersten. En het stadsproletariaat kreeg<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> politieke strijd een schol<strong>in</strong>g die het <strong>voor</strong>bereid<strong>de</strong> op <strong>de</strong> greep van het socialisme<br />
èn op een nieuwe vervlakk<strong>in</strong>g.<br />
In <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> jaren waar<strong>in</strong> het politiek fanatisme overheerste gebeur<strong>de</strong> <strong>de</strong> overgang<br />
van <strong>de</strong> <strong>land</strong>elijke naar <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustriële maatschappij. De boeren en <strong>de</strong> ambachtslie<strong>de</strong>n,<br />
dragers van het gemeenschapsleven, wer<strong>de</strong>n stilaan opzij gezet door het<br />
<strong>in</strong>dustrieproletariaat. Wat dit beteken<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g besefte men pas toen<br />
het socialisme opkwam en aan <strong>de</strong> verschuiv<strong>in</strong>gen een an<strong>de</strong>re dimensie gaf. Toen<br />
bleek hoe volledig <strong>de</strong> ruptuur al was <strong>in</strong> <strong>de</strong> overgangsjaren van 1860 tot 1880.<br />
Dit is dan <strong>de</strong> nalatenschap van <strong>de</strong> Bie<strong>de</strong>rmeier: <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rmijn<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> stutten die<br />
eeuwen lang het leven had<strong>de</strong>n geschraagd.<br />
Men had van <strong>de</strong> burgerman een heel an<strong>de</strong>re erfenis verwacht. Zijn kle<strong>in</strong>e<br />
levenskunst kon een <strong>in</strong>breng zijn <strong>voor</strong> een harmonische ste<strong>de</strong>lijke èn agrarische<br />
cultuur, maar zij werd ontluisterd door kaste-egoïsme, hypocrisie en<br />
onverdraagzaamheid. Deze keerzij<strong>de</strong> van het burgerleven verh<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />
negentien<strong>de</strong>-eeuwse stad het centrum te wor<strong>de</strong>n van vrijheid dat geen enkele<br />
samenlev<strong>in</strong>g kan missen.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Zo heeft <strong>de</strong> burgerman ongewild een wereld <strong>voor</strong>bereid die <strong>de</strong> negatie is van zijn<br />
opvatt<strong>in</strong>gen.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
A. Vlaswie<strong>de</strong>rs, 1887 (E. Claus), fragment<br />
B. Grote hoeve uit <strong>de</strong> zandstreek<br />
C. Grote hoeve uit <strong>de</strong> pol<strong>de</strong>rstreek<br />
133<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
D. Geborgenheid van <strong>de</strong> burgervrouw, 1874 (C. Cap)<br />
E<strong>in</strong>dnoten:<br />
1. T<strong>in</strong><strong>de</strong>mans 255-261.<br />
2. Segers, 146.<br />
3. TK 1887, 421 (A. Gittée).<br />
4. Tony, 13.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
135<br />
De Belle Epoque en haar angst 1880-1914<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De lust <strong>de</strong>r beweeglijkheid<br />
Een tijd genaamd ‘Belle Epoque’<br />
137<br />
Na <strong>de</strong> eerste wereldoorlog dachten velen met heimwee terug aan <strong>de</strong> zalige tijd toen<br />
men onbezorgd <strong>de</strong> weel<strong>de</strong> ten toon kon sprei<strong>de</strong>n en genieten van <strong>de</strong> verrass<strong>in</strong>gen die<br />
elke dag bood. De triomf van <strong>de</strong> techniek maakte <strong>de</strong> onz<strong>in</strong>nigste dromen tot<br />
werkelijkheid. Zo zag men het achteraf en doopte daarom die tijd tot ‘belle époque’,<br />
<strong>de</strong> jaren van vrolijkheid en van bevrijd<strong>in</strong>g uit <strong>de</strong> beperk<strong>in</strong>gen die <strong>de</strong> vorige generaties<br />
had<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gesnoerd.<br />
De Belle Epoque was een afscheid. Wat een eeuw lang vanzelfsprekend was<br />
geweest verdween <strong>voor</strong>goed <strong>in</strong> <strong>de</strong> versnell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> laatste <strong>de</strong>rtig jaar vóór <strong>de</strong><br />
oorlog. Aanvankelijk onthield men uit <strong>de</strong>ze tijd <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> verschijnselen aan <strong>de</strong><br />
oppervlakte, <strong>de</strong> elegantie <strong>de</strong>r badplaatsen, <strong>de</strong> wereld <strong>de</strong>r theatergod<strong>in</strong>nen, <strong>de</strong><br />
levenskunst van <strong>de</strong> rijken die <strong>de</strong> roes van hun vrijheid uitstal<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> equipages<br />
langs parken en wan<strong>de</strong>ldijken. Maar dat was alleen <strong>de</strong> uitslag van een diepere<br />
revolutie. Geen revolutie <strong>in</strong> <strong>de</strong> politieke betekenis maar een omkeer die <strong>de</strong> mensen<br />
an<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>ed <strong>de</strong>nken en leven.<br />
Omdat geen nieuwe beschutt<strong>in</strong>g <strong>de</strong> verdwenen veiligheid verv<strong>in</strong>g liet <strong>de</strong> Belle<br />
Epoque een leegte na. Toen <strong>de</strong> wereldoorlog <strong>de</strong> illusies had stukgeslagen bleek dat<br />
veel ou<strong>de</strong>rwetse wijsheid <strong>voor</strong>goed verloren was. Daarom ligt achter <strong>de</strong> schijnbare<br />
onbezorgdheid van <strong>de</strong> Belle Epoque een onbehagen : éénzelf<strong>de</strong> generatie zag <strong>de</strong><br />
zekerhe<strong>de</strong>n verdwijnen die het leven had<strong>de</strong>n geschraagd. Over <strong>de</strong>ze tijd hangt niet<br />
alleen maatschappelijke onrust. Overheersend is <strong>de</strong> angst om <strong>de</strong> afbrokkelen<strong>de</strong><br />
draagvlakken. Al <strong>in</strong> 1886 duid<strong>de</strong> Emile Leclercq op dit maar zel<strong>de</strong>n verwoord gevoel<br />
: ‘Onze tijd schept er behagen <strong>in</strong>, ou<strong>de</strong> gebruiken opzij te zetten en alle d<strong>in</strong>gen te<br />
vernietigen die her<strong>in</strong>neren aan <strong>de</strong> vroegere beschav<strong>in</strong>gen, aan <strong>de</strong> stijl, <strong>de</strong> ze<strong>de</strong>n en<br />
<strong>de</strong> verwacht<strong>in</strong>gen van onze <strong>voor</strong>ou<strong>de</strong>rs. Men ruimt alles op wat niet uitgesproken<br />
mo<strong>de</strong>rn is’. 1. Het lijkt op <strong>de</strong> klacht van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De danszaal Calypso te Antwerpen, vóór 1860<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
138<br />
wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> generatie die men <strong>in</strong> elke eeuw hoort, maar <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re ontwikkel<strong>in</strong>g bewijst<br />
dat Leclercq bij <strong>de</strong> aanvang van <strong>de</strong> Belle Epoque een bezorgdheid vertolkte die het<br />
overheersen<strong>de</strong> kenmerk van <strong>de</strong>ze jaren zal wor<strong>de</strong>n.<br />
Ook <strong>de</strong> Art Nouveau, symbool èn verbeeld<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Belle Epoque, weerspiegelt<br />
<strong>de</strong> onrust. Niet zozeer door <strong>de</strong> assymetrie van <strong>de</strong> spiralen en <strong>de</strong> rusteloosheid van <strong>de</strong><br />
op- en neergaan<strong>de</strong> lijnen, maar door <strong>de</strong> haast hopeloze pog<strong>in</strong>g om mechanisatie en<br />
persoonlijkheid met elkaar te verzoenen <strong>in</strong> een eigen bouwen sierstijl. Omdat zij<br />
tegelijk <strong>de</strong> techniek verheerlijkt en <strong>de</strong> nood aan het ambachtelijke belijdt is <strong>de</strong> Art<br />
Nouveau <strong>de</strong> kunst van een samenlev<strong>in</strong>g die niet meer gelooft <strong>in</strong> zichzelf en daarom<br />
ongewild <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> onzekerheid <strong>de</strong>monstreert die achter <strong>de</strong> weel<strong>de</strong>dans en <strong>de</strong> dreig<strong>in</strong>g<br />
van <strong>de</strong> maatschappelijke spann<strong>in</strong>gen schuilt. 2.<br />
Zo is <strong>de</strong> Belle Epoque niet <strong>de</strong> geboorte van een nieuwe tijd maar <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgang<br />
van een wereld die sterft aan <strong>de</strong> aftakel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> normen en gelei<strong>de</strong>lijk door<br />
<strong>de</strong> angst om <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rgang aangegrepen wordt. Dit tekent haar, meer dan <strong>de</strong> rijkdom<br />
van <strong>de</strong> topklasse.<br />
Toch gevoel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> tijdgenoten niet op <strong>de</strong> eerste plaats onzekerheid. Met <strong>de</strong> verrukk<strong>in</strong>g<br />
van onverwen<strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren beleef<strong>de</strong>n zij het openvouwen van een sprookje. In Europa<br />
en Amerika bouw<strong>de</strong>n rusteloze, geniale uitv<strong>in</strong><strong>de</strong>rs aan een ‘wereld van fantastische<br />
evasie’. 3. Men kon, <strong>voor</strong> <strong>de</strong> eerste keer <strong>in</strong> <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis, horen en zien wat zich<br />
afspeel<strong>de</strong> <strong>in</strong> een an<strong>de</strong>re ruimte en een an<strong>de</strong>re tijd. Verle<strong>de</strong>n en he<strong>de</strong>n, <strong>land</strong>en en<br />
wereld<strong>de</strong>len gle<strong>de</strong>n door elkaar. In beeld en klank flitste het nieuws rond <strong>de</strong> aar<strong>de</strong><br />
en wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> verschuiv<strong>in</strong>gen, het losgooien van <strong>de</strong> geplogenhe<strong>de</strong>n, het leven naar<br />
een nieuwe stijl van durf en zorgeloosheid tot het gemeengoed van ie<strong>de</strong>re natie <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> beschaaf<strong>de</strong> wereld. De rotatief en <strong>de</strong> l<strong>in</strong>otype maakten van <strong>de</strong> lokale pers een<br />
massamedium: meer dan <strong>de</strong> telegraaf en <strong>de</strong> radio, die slechts een kle<strong>in</strong>e groep<br />
uitverkorenen bereikten, haal<strong>de</strong> zij <strong>de</strong> mensen uit <strong>de</strong> beslotenheid en won ze <strong>voor</strong><br />
het mirakel van een paradijs, opgebouwd met staal en cement en gedreven door<br />
nieuwe energiebronnen, nieuwe communicatiemid<strong>de</strong>len en sneller vervoer.<br />
Op <strong>de</strong> Parijse tentoonstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> electriciteit, <strong>in</strong> 1881, wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze won<strong>de</strong>ren<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> eerste keer aan het publiek getoond. Het leek ‘een droom uit <strong>de</strong><br />
duizend-en-één-nacht’ : electrische mach<strong>in</strong>es, trams en liften, <strong>de</strong> enorme dynamo<br />
van Edison die een stoomtuig van vijfentw<strong>in</strong>tig paar<strong>de</strong>kracht aandreef,<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Spotprent op <strong>de</strong> Expositie van <strong>de</strong> Electriciteit te Parijs <strong>in</strong> 1881<br />
<strong>de</strong> telefoon en <strong>de</strong> ‘theatrofoon’ die van uit <strong>de</strong> Opera muziek naar <strong>de</strong> expositiezaal<br />
doorzond; en 's avonds <strong>de</strong> tover van <strong>de</strong> duizen<strong>de</strong>n gloeilampen over <strong>de</strong><br />
expositieruimte. 4. Hiermee begon een ontwikkel<strong>in</strong>g die leid<strong>de</strong> naar <strong>de</strong> vlucht van<br />
Blériot over het Kanaal, het teken van <strong>de</strong> verover<strong>in</strong>g <strong>de</strong>r lucht na <strong>de</strong> verover<strong>in</strong>g van<br />
<strong>de</strong> stof en <strong>de</strong> energie. In <strong>de</strong>rtig jaar tijd kwam het bedachtzame, huiselijke leven <strong>in</strong><br />
een stroomversnell<strong>in</strong>g terecht die alles openscheur<strong>de</strong>.<br />
Het weghalen uit <strong>de</strong> vertrouwdheid gebeur<strong>de</strong> echter niet zo brutaal als <strong>de</strong>ze ruwe<br />
schets het <strong>voor</strong>stelt. De nieuwighe<strong>de</strong>n bleven lang <strong>voor</strong>behou<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> enkele<br />
zon<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>gen en stuitten op <strong>de</strong> achterdocht en het verzet van <strong>de</strong> gewone mensen uit<br />
alle klassen. Zij drongen maar langzaam b<strong>in</strong>nen, verspreid over <strong>de</strong> jaren. Onmerkbaar<br />
geraakte men er aan gewoon en even onmerkbaar veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> het leven. Aan <strong>de</strong><br />
<strong>voor</strong>avond van <strong>de</strong> wereldoorlog zochten <strong>de</strong> meesten het geluk niet meer <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
eenvoudige, vertrouw<strong>de</strong><br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
139<br />
d<strong>in</strong>gen maar <strong>in</strong> <strong>de</strong> hang naar het nooit beleef<strong>de</strong>. Dat met <strong>de</strong> beslotenheid een aparte<br />
levenskunst verloren g<strong>in</strong>g voel<strong>de</strong> bijna niemand meer. En na <strong>de</strong> ontred<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />
oorlog ken<strong>de</strong>n nog maar we<strong>in</strong>igen <strong>de</strong> vroegere wereld uit ervar<strong>in</strong>g. Men berustte <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> breuk en alleen <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>ren dachten met heimwee terug aan <strong>de</strong> ‘Belle Epoque’,<br />
<strong>de</strong> zalige jaren zon<strong>de</strong>r oorlog toen alles stabiel leek, armoe<strong>de</strong> en rijkdom, ze<strong>de</strong>n en<br />
geld. 5. Dat juist <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze jaren <strong>de</strong> stabiliteit verloren g<strong>in</strong>g wist men niet meer omdat<br />
het zo onmerkbaar gebeur<strong>de</strong>: langs <strong>de</strong> onooglijke d<strong>in</strong>gen meer nog dan door <strong>de</strong><br />
schokken<strong>de</strong> gebeurtenissen was men weggegle<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r dat het verlies pijn <strong>de</strong>ed.<br />
‘La petite re<strong>in</strong>e’<br />
In 1861 bouw<strong>de</strong> <strong>de</strong> Parijzenaar Pierre Michaux <strong>de</strong> drais<strong>in</strong>e om tot vélocipè<strong>de</strong>, een<br />
enorm <strong>voor</strong>wiel met pedalen op <strong>de</strong> as en een m<strong>in</strong>uscuul achterwieltje. Hij verkocht<br />
er al meer dan vierhon<strong>de</strong>rd <strong>in</strong> 1868. Dat jaar had <strong>de</strong> eerste wedstrijd op <strong>de</strong> baan<br />
plaats, <strong>in</strong> het park van Sa<strong>in</strong>t-Cloud, en het volgend jaar <strong>de</strong> eerste wedstrijd op <strong>de</strong><br />
weg, van Parijs naar Rouen: <strong>de</strong> overw<strong>in</strong>naar leg<strong>de</strong> <strong>de</strong> hon<strong>de</strong>rd zesentw<strong>in</strong>tig kilometer<br />
af met een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> snelheid van elf kilometer per uur. 6.<br />
Ook <strong>in</strong> België von<strong>de</strong>n <strong>de</strong> vélocipè<strong>de</strong>s bijval. In november 1868 zag Francis Catl<strong>in</strong><br />
ze ‘als razend’ door <strong>de</strong> straten van Brussel snorren. Vanaf <strong>de</strong> zomer 1869 liet het<br />
Antwerpse stadsbestuur ‘<strong>de</strong> trapwagentjes’ op <strong>de</strong> openbare weg toe. Elke avond<br />
rotsten <strong>de</strong>ze won<strong>de</strong>rlijke tuigen nu rond, ‘soms tot mid<strong>de</strong>rnacht’. Zelfs <strong>de</strong> dames,<br />
pas bevrijd van <strong>de</strong> cr<strong>in</strong>ol<strong>in</strong>e, pedaleer<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> stad. 7.<br />
Toen <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren tachtig <strong>de</strong> Engelse tweewielers met kamwiel, kett<strong>in</strong>g en<br />
dunlopban<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> markt verschenen werd het fietsen een rage. In <strong>de</strong> grotere ste<strong>de</strong>n<br />
ontston<strong>de</strong>n wielerclubs - <strong>de</strong> ‘Rapid Club’ van Brussel, <strong>de</strong> ‘Antwerp Bicycle Club’,<br />
<strong>de</strong> ‘Véloce Club Mal<strong>in</strong>ois’ - waarvan <strong>de</strong> naam alleen al duid<strong>de</strong> op het burgerlijk<br />
karakter. Ook <strong>de</strong> wedstrij<strong>de</strong>n waren een chique aangelegenheid. Wie met zijn tijd<br />
mee wil<strong>de</strong> schafte zich een fiets aan. ‘C'est une frénésie a l'heure présente’ schreef<br />
Henry Bor<strong>de</strong>aux <strong>in</strong> het Gentse tijdschrift Le Magas<strong>in</strong> Littéraire van 1893 : ou<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>gen<br />
en k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren stegen op ‘<strong>de</strong> nieuwe Pegasus’ en niemand stoor<strong>de</strong> zich aan het groteske<br />
gezicht van <strong>de</strong> gebogen ruggen, <strong>de</strong> trappen<strong>de</strong> benen en <strong>de</strong> neusvleugels ‘die bol<br />
ston<strong>de</strong>n als zeilen’. De fiets was ‘la petite re<strong>in</strong>e’ gewor<strong>de</strong>n, Belle Epoque-symbool<br />
van het avontuur en teken van <strong>de</strong> bevrijd<strong>in</strong>g uit <strong>de</strong> sleur.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Vélocipè<strong>de</strong><br />
Het weekblad Le Cycliste belge zorg<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie en <strong>de</strong> eerste gidsen <strong>voor</strong><br />
velocipedisten hielpen b<strong>in</strong>nen- en buiten<strong>land</strong> ont<strong>de</strong>kken. 8.<br />
Van <strong>de</strong> burgerij sloeg <strong>de</strong> koorts over naar <strong>de</strong> volksklasse, niet <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n waar<br />
het proletariaat zich het luxe-tuig nog niet kon veroorloven, maar op het platte<strong>land</strong>.<br />
Voor <strong>de</strong> welgestel<strong>de</strong> boeren werd <strong>de</strong> fiets het bewijs van welstand en aanzien en een<br />
kostbaar bezit dat alleen bij uitzon<strong>de</strong>rlijke gelegenhe<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong> dag kwam. Ook <strong>de</strong><br />
jongeren die <strong>in</strong> <strong>de</strong> stad werkten kochten met hun spaarcenten een fiets en re<strong>de</strong>n er 's<br />
zondags mee naar <strong>de</strong> kermissen <strong>in</strong> <strong>de</strong> buurt. Op <strong>de</strong> <strong>in</strong>hal<strong>in</strong>gen van burgemeesters en<br />
pastoors vorm<strong>de</strong>n <strong>de</strong> tweewielers <strong>de</strong> grote attractie. Kermiskoersen wekten het<br />
sportenthousiasme op <strong>in</strong> alle gemeenten. In 1896 organiseer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ‘Vlugge Vliegers’<br />
van Rumbeke <strong>de</strong> eerste ‘monsterkoers’ op hun nieuwe ‘velodroom’. In <strong>de</strong><br />
<strong>in</strong>ternationale wedstrij<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> ‘Tour <strong>de</strong> France’ <strong>voor</strong>al, triomfeer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> nieuwe<br />
volkshel<strong>de</strong>n,<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
140<br />
<strong>de</strong> ‘F<strong>land</strong>riens’ die hun taaiheid nu <strong>in</strong> <strong>de</strong> koersen botvier<strong>de</strong>n <strong>in</strong> plaats van <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
seizoen- of grensarbeid. 9.<br />
Vanaf <strong>de</strong> eeuwwissel<strong>in</strong>g re<strong>de</strong>n vele arbei<strong>de</strong>rs met <strong>de</strong> fiets naar het werk. Geen<br />
eigen rijwiel, want dat kostte ongeveer <strong>de</strong> helft van een jaarloon. Zij huur<strong>de</strong>n<br />
afgedankte fietsen bij <strong>de</strong> ‘velomaker’ en beste<strong>de</strong>n hun zondagen aan het oplappen<br />
ervan, niettegenstaan<strong>de</strong> het don<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> pastoors tegen het zondige werk. Toen<br />
het aanbod <strong>de</strong> prijs van <strong>de</strong> fietsen <strong>de</strong>ed dalen - <strong>in</strong> 1910 kostte <strong>de</strong> goedkoopste ongeveer<br />
hon<strong>de</strong>rd frank - schaften steeds meer arbei<strong>de</strong>rs een rijwiel aan. In 1908 waren er<br />
driehon<strong>de</strong>rd veertigduizend geregistreerd, waarvan meer dan twee <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
Vlaamse gewesten. Aan alle stations zag men <strong>in</strong> <strong>de</strong> vroege ochtenduren <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs<br />
<strong>in</strong> massa per fiets aankomen. Het luxueuse speelgoed uit <strong>de</strong> gloriedagen van <strong>de</strong> Belle<br />
Epoque was een populair vervoermid<strong>de</strong>l gewor<strong>de</strong>n. Nergens, noteer<strong>de</strong> Vliebergh <strong>in</strong><br />
1906, zag men meer fietsen dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> Kempen, wat bewees dat <strong>de</strong> ‘<strong>voor</strong>uitstreven<strong>de</strong><br />
geest’ zelfs <strong>in</strong> dit afgelegen gebied was doorgedrongen. 10.<br />
Onwennige en vertrouw<strong>de</strong> nieuwighe<strong>de</strong>n<br />
De auto is geen kenmerk van <strong>de</strong> Belle Epoque maar een aankondig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />
toekomst. Karl Benz, ‘<strong>de</strong> va<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> automobiel <strong>voor</strong> zover <strong>de</strong>ze titel aan één man<br />
kan wor<strong>de</strong>n toegekend’, bouw<strong>de</strong> <strong>in</strong> 1885 een driewielig voertuig met petroleummotor.<br />
Datzelf<strong>de</strong> jaar construeer<strong>de</strong> Gottlieb Daimler een benz<strong>in</strong>emotor die <strong>in</strong> 1887 een eerste<br />
tocht maakte. De produktie van ‘auto's’ <strong>in</strong> <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten en <strong>in</strong> Europa bleef<br />
nog een tw<strong>in</strong>tigtal jaren <strong>in</strong> het stadium van <strong>de</strong> proefnem<strong>in</strong>gen. In België re<strong>de</strong>n er<br />
rond <strong>de</strong> eeuwwissel<strong>in</strong>g maar enkele tientallen. Op <strong>de</strong> foto's ziet men alleen vigilanten,<br />
fietsen en paar<strong>de</strong>trams. Rond 1905 begon het beeld te veran<strong>de</strong>ren. De auto was nog<br />
erg duur -<strong>in</strong> 1912 kostte <strong>de</strong> goedkoopste wagen van <strong>de</strong> Fabrique Nationale <strong>de</strong>s Armes<br />
<strong>de</strong> Guerre 5.750 frank - maar niet meer helemaal een zeldzaamheid. Op <strong>de</strong>n buiten<br />
wekten ‘die zotte nieuwighe<strong>de</strong>n’ <strong>de</strong> woe<strong>de</strong> op van <strong>de</strong> boeren, ‘die domme steedse<br />
uitv<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen’ die paniek zaai<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r het vee en <strong>de</strong> rust verstoor<strong>de</strong>n. Maar zelfs <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n zorg<strong>de</strong>n zij <strong>voor</strong> beroer<strong>in</strong>g. In <strong>de</strong> zomer van 1905 arriveer<strong>de</strong> Octave Mirbeau<br />
per automobiel op <strong>de</strong> Meir <strong>in</strong> Antwerpen. Had men er dan nooit een auto gezien,<br />
vroeg hij zich af. ‘De mijne, <strong>in</strong> elk geval, maakt sensatie, zelfs schandaal. Men bekijkt<br />
hem met verbijster<strong>de</strong> nieuwsgierigheid, als was hij een onbekend beest waarvan men<br />
niet weet of het zacht of boosaardig is... Er hangt een menigte rond die groeit van<br />
m<strong>in</strong>uut tot m<strong>in</strong>uut. Men verstout zich <strong>de</strong> mach<strong>in</strong>e aan te raken, <strong>de</strong> versnell<strong>in</strong>gshan<strong>de</strong>l,<br />
<strong>de</strong> rem, <strong>de</strong> koppelpedaal te beroeren, men waagt het zelfs <strong>de</strong> motorkap op te lichten.’<br />
De hele Belle Epoque door bleef <strong>de</strong> auto een onwennigheid waaraan men pas <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
laatste jaren <strong>voor</strong> <strong>de</strong> oorlog gewoon geraakte. 11.<br />
Met het eerste sprongetje, twaalf secon<strong>de</strong>n lang, van Orville Wrights twee<strong>de</strong>kker op<br />
17 <strong>de</strong>cember 1903 begon een nieuw avontuur: Orville en Wilbur Wright waren er<strong>in</strong><br />
geslaagd het aerodynamisch probleem op te lossen van het vliegen met een tuig dat<br />
zwaar<strong>de</strong>r woog dan <strong>de</strong> lucht. Deze belangrijkste technologische ontwikkel<strong>in</strong>g uit <strong>de</strong><br />
eerste helft van <strong>de</strong> tw<strong>in</strong>tigste eeuw werd pas <strong>in</strong> 1908 officieel erkend <strong>in</strong> <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong><br />
Staten, toen <strong>de</strong> Amerikaanse reger<strong>in</strong>g een bouwcontract sloot met <strong>de</strong> Wrights.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Datzelf<strong>de</strong> jaar g<strong>in</strong>gen zij <strong>de</strong>monstraties geven <strong>in</strong> Europa, maar zij waren dan al<br />
<strong>voor</strong>bijgestreefd door <strong>de</strong> Fransen: <strong>de</strong> vlucht van Blériot over het Kanaal, op 25 juli<br />
1909, <strong>de</strong>monstreer<strong>de</strong> dit overwicht. Ook <strong>in</strong> België was toen <strong>de</strong> één- of twee<strong>de</strong>kker<br />
geen ongewoon fenomeen meer. In <strong>de</strong> zomer van 1909, nog vóór <strong>de</strong> kanaalvlucht<br />
van Blériot, organiseer<strong>de</strong> Gent <strong>de</strong> eerste Belgische vliegweek waaraan naast Franse<br />
ook Belgische pioniers <strong>de</strong>elnamen.<br />
Een eeuw lang had <strong>de</strong> ballon <strong>de</strong> mensen vertrouwd gemaakt met het won<strong>de</strong>r van<br />
het vliegen. Gent en S<strong>in</strong>t-Niklaas beleef<strong>de</strong>n al <strong>in</strong> 1784, nauwelijks enkele maan<strong>de</strong>n<br />
na <strong>de</strong> wereldpremière e<strong>in</strong>d 1783 <strong>in</strong> Parijs, <strong>de</strong> sensatie een mens <strong>in</strong> <strong>de</strong> lucht te zien<br />
zweven. En daarna behoor<strong>de</strong> <strong>de</strong> luchtballon tot <strong>de</strong> attractie van<br />
De Grote Steenweg te Mortsel na <strong>de</strong> hoogmis, rond 1904<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
141<br />
Gep<strong>in</strong>te fietsen op <strong>de</strong> <strong>in</strong>huldig<strong>in</strong>g van burgemeester <strong>de</strong> Bethune te Kortrijk, 1898<br />
De familie Reyntjens te Kortrijk, rond 1895<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
142<br />
Ballonvaart te Kortrijk <strong>in</strong> 1902, bij <strong>de</strong> her<strong>de</strong>nk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Gul<strong>de</strong>nsporenslag<br />
kermissen en feesten. Toen <strong>de</strong> eerste vliegtuigen <strong>in</strong> <strong>de</strong> lucht verschenen vond men<br />
het al geen mirakel meer.<br />
De zeldzame getuigenissen over <strong>de</strong> eerste <strong>in</strong>drukken tonen dat men het ongewone<br />
als gewoon ervoer. In <strong>de</strong> zomer van 1909 reis<strong>de</strong>n G.P. Baert, Jules Boulez en Albert<br />
Saverys van school naar huis: ‘Bij 't stilhou<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> tre<strong>in</strong> te S<strong>in</strong>t-Denijs-Westrem<br />
zagen wij <strong>voor</strong> <strong>de</strong> eerste keer <strong>in</strong> ons leven een vliegmach<strong>in</strong>e opstijgen. Het was een<br />
twee<strong>de</strong>kker met flad<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> <strong>de</strong>kken, als waren ze met witte slaaplakens bespannen.<br />
Het vliegtuig kwam recht op <strong>de</strong> tre<strong>in</strong> af terwijl hij aanzette op weg naar De P<strong>in</strong>te.<br />
De tre<strong>in</strong> stak <strong>de</strong> vlieger <strong>voor</strong>bij op weg van S<strong>in</strong>t-Denijs naar De P<strong>in</strong>te, maar bij het<br />
stoppen <strong>in</strong> De P<strong>in</strong>te en het wachten op aansluit<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> tre<strong>in</strong> naar Ou<strong>de</strong>naar<strong>de</strong><br />
haal<strong>de</strong> het vliegtuig ons weer <strong>in</strong> en vloog ons <strong>voor</strong>bij. Te Deurle aan het Muizenhol<br />
klopten wij <strong>de</strong> vliegenier, en toen <strong>de</strong> tre<strong>in</strong> <strong>in</strong> De<strong>in</strong>ze aankwam moesten wij een poos<br />
wachten om hem terug te zien. Hij kwam over Astene Bos en <strong>de</strong> Blauwe Steen en<br />
volg<strong>de</strong> <strong>de</strong> spoorweg l<strong>in</strong>ks van <strong>de</strong> baan Gent-Kortrijk. Hij worstel<strong>de</strong> wat met <strong>de</strong> w<strong>in</strong>d<br />
boven <strong>de</strong> St<strong>in</strong>kpoel en <strong>de</strong> Gierigaard om gemoe<strong>de</strong>lijk flod<strong>de</strong>rend ver<strong>de</strong>r te laveren,<br />
Rijselwaarts.’<br />
Men zag ze nu vaker over het <strong>land</strong> dwarrelen: <strong>in</strong> 1911 tel<strong>de</strong> België <strong>de</strong>rtig<br />
gebreveteer<strong>de</strong> vliegeniers op een wereldtotaal van vijfhon<strong>de</strong>rd éénentachtig. Het<br />
vliegtuig bleef nog het <strong>voor</strong>recht van enkele durvers, maar een ballonvaart kon <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> laatste jaren <strong>voor</strong> <strong>de</strong> oorlog ook <strong>de</strong> gewone man riskeren. De ballon ‘De<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Waas<strong>land</strong>er’ van <strong>de</strong> ‘Aëroclub’ van S<strong>in</strong>t-Niklaas g<strong>in</strong>g op 5 mei 1911 <strong>voor</strong> <strong>de</strong> eerste<br />
keer <strong>in</strong> <strong>de</strong> lucht. Behalve tweehon<strong>de</strong>rd aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>rs tel<strong>de</strong> <strong>de</strong> club een tachtigtal<br />
le<strong>de</strong>n die <strong>voor</strong> een maan<strong>de</strong>lijks lidgeld van 25 centiemen het recht had<strong>de</strong>n om <strong>de</strong><br />
beurt een lucht-reisje te maken. De mogelijkhe<strong>de</strong>n leken onbegrensd <strong>in</strong> die jaren.<br />
E<strong>in</strong>d 1909 zagen <strong>de</strong> Brusselaars <strong>de</strong> zeppel<strong>in</strong> ‘Belgique’ over <strong>de</strong> stad glij<strong>de</strong>n en het<br />
jaar daarop <strong>de</strong>ed <strong>de</strong> jonge kon<strong>in</strong>g Albert zijn eerste luchtschiptochtje boven<br />
Antwerpen, aan boord van <strong>de</strong> Franse zeppel<strong>in</strong> ‘Zodiac’. 12.<br />
In 1876 ont<strong>de</strong>kte Graham Bell <strong>de</strong> telefoon. Acht jaar later had België zeven netten<br />
met 2.811 abonnés. De 7.367 abonnés van 1891 waren geconcentreerd <strong>in</strong> enkele<br />
grote ste<strong>de</strong>n: 2.068 <strong>in</strong> Brussel, 1.595 <strong>in</strong> Antwerpen, 841 <strong>in</strong> Luik, 150 <strong>in</strong> Gent. In<br />
Hasselt, Brugge en Turnhout bezat niemand een telefoon.<br />
Dit nog onwennige d<strong>in</strong>g vouw<strong>de</strong> ongedroom<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n open. Wat men <strong>in</strong><br />
1881 te Parijs had gerealiseerd werd nu ook <strong>in</strong> België beproefd: op <strong>de</strong><br />
wereldtentoonstell<strong>in</strong>g van 1885 <strong>in</strong> Antwerpen kon men per telefoon muziek beluisteren<br />
van uit <strong>de</strong> Wauxhall te Brussel, en op <strong>de</strong> wereldtentoonstell<strong>in</strong>g van Brussel, <strong>in</strong> 1888,<br />
zelfs muziek uit <strong>de</strong> Opera van Parijs. Slechts een paar ‘uitverkorenen’ maakten <strong>de</strong>ze<br />
gebeurtenis mee, omdat <strong>de</strong> directie van <strong>de</strong> Opera zich had verzet tegen openbare<br />
uitzend<strong>in</strong>gen. Meer dan een muzikaal evenement was <strong>de</strong>ze ‘mijlpaal <strong>in</strong> <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis<br />
van <strong>de</strong> won<strong>de</strong>ren <strong>de</strong>r wetenschap’. een technische curiositeit. 13.<br />
De tover <strong>de</strong>r trilbeel<strong>de</strong>n<br />
Belangrijker <strong>voor</strong> het dagelijkse leven dan <strong>de</strong> telefoon, het vliegtuig of <strong>de</strong> auto was<br />
<strong>de</strong> bioscoop die met simpele beel<strong>de</strong>n een totaal nieuwe wereld liet ont<strong>de</strong>kken.<br />
In maart 1896, enkele maan<strong>de</strong>n nadat drieën<strong>de</strong>rtig Parijzenaars <strong>in</strong> het Grand Café<br />
op <strong>de</strong> Boulevard <strong>de</strong>s Capuc<strong>in</strong>es <strong>de</strong> eerste tien Lumière-filmpjes had<strong>de</strong>n ge-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
143<br />
De ‘Zodiac’ op een vliegweek te Antwerpen, 1909<br />
zien, kreeg Brussel <strong>de</strong> primeur van <strong>de</strong> uitv<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g. In <strong>de</strong> Galeries du Roi draai<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />
‘C<strong>in</strong>ématographe, photographies animées électriques’ van <strong>de</strong> gebroe<strong>de</strong>rs Lumière<br />
<strong>voor</strong> een verbluft publiek enkele prenten, elk twee m<strong>in</strong>uten lang. Snel verspreid<strong>de</strong><br />
zich <strong>de</strong> nieuwe vermakelijkheid: op <strong>de</strong> kermissen eerst, door ambulante amateurs<br />
die van stad tot stad trokken, en na 1900 <strong>in</strong> c<strong>in</strong>emazaaltjes, aanvankelijk <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
herbergen van populaire wijken en dan <strong>in</strong> steeds grotere ‘palaces’ met exotische<br />
namen. Aan <strong>de</strong> <strong>voor</strong>avond van <strong>de</strong> oorlog tel<strong>de</strong> België ongeveer zevenhon<strong>de</strong>rd zalen.<br />
Ruim hon<strong>de</strong>rd daarvan lagen <strong>in</strong> Brussel, en een veertigtal <strong>in</strong> Antwerpen. Omtrent <strong>de</strong><br />
vroegste c<strong>in</strong>emabezoekers werd <strong>in</strong> België nooit een on<strong>de</strong>rzoek verricht, en het<br />
gebeur<strong>de</strong> ook maar zel<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het buiten<strong>land</strong>. 14. Doorgaans stelt men dat <strong>de</strong> ontwikkel<strong>de</strong><br />
klasse <strong>de</strong> primitieve films aan het proletariaat overliet, maar dat is een<br />
anachronistische beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. De eerste kijkers beschouw<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ‘leven<strong>de</strong><br />
lichtbeel<strong>de</strong>n’ niet als grof of naïef. Die bo<strong>de</strong>n ook <strong>de</strong> burgers een vlucht uit <strong>de</strong><br />
werkelijkheid die toneel en opera nooit had<strong>de</strong>n gegeven. Op het programma ston<strong>de</strong>n<br />
overigens niet alleen kol<strong>de</strong>rfilmpjes en melodrama's maar ook en <strong>voor</strong>al reisverhalen,<br />
historische reconstructies en documentaires over b<strong>in</strong>nen- en buiten<strong>land</strong>se<br />
gebeurtenissen. In mei 1905 kon ‘het verbaas<strong>de</strong> en opgetogen publiek’ <strong>in</strong> Brugge<br />
kijken naar een film over <strong>de</strong> Bloedprocessie die enkele dagen tevoren door <strong>de</strong> stad<br />
trok. En <strong>in</strong> mei 1908 film<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ‘operateurs’ van <strong>de</strong> Schouwburg Kruger - <strong>de</strong> eerste<br />
eigenlijke c<strong>in</strong>emazaal <strong>in</strong> Antwerpen - <strong>de</strong> dieren èn <strong>de</strong> bezoekers van <strong>de</strong> Zoo. Naar<br />
dat soort attracties kwam <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> bezitten<strong>de</strong> klasse kijken.<br />
Ongetwijfeld waren <strong>de</strong> eerste films afgestemd op een proletarisch publiek en<br />
bedoeld <strong>voor</strong> massaverbruik. De stupi<strong>de</strong> gags en dijenkletsers, <strong>de</strong> knokpartijen en<br />
<strong>de</strong> lief<strong>de</strong>drama's <strong>de</strong><strong>de</strong>n een beroep op primitieve <strong>in</strong>st<strong>in</strong>cten. De vulgariteit van <strong>de</strong><br />
‘electrische theaters’ verhoog<strong>de</strong> nog <strong>de</strong> populaire kleur van <strong>de</strong> c<strong>in</strong>ema <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
aanvangsjaren: <strong>de</strong> opeengepakte massa <strong>in</strong> <strong>de</strong> foorbarakken, nootjes en gedroog<strong>de</strong><br />
vis kauwend, <strong>de</strong> lage toegangsprijs, het simplisme van <strong>de</strong> filmtitels en het lawaai<br />
van <strong>de</strong> fonograaf of <strong>de</strong> piano moesten <strong>de</strong> elite wel afschrikken. In tegenstell<strong>in</strong>g met<br />
<strong>de</strong> opera en het toneel werd hier bij <strong>de</strong> kijker geen ontwikkel<strong>in</strong>g veron<strong>de</strong>rsteld. De<br />
stomme film was het gedroom<strong>de</strong> vermaak <strong>voor</strong> ongeletter<strong>de</strong>n, ‘le théâtre <strong>de</strong>s pauvres’<br />
zei Van<strong>de</strong>rvel<strong>de</strong> nog <strong>in</strong> 1913 <strong>in</strong> <strong>de</strong> Kamer. Wie <strong>de</strong> teksten tussen <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n niet kon<br />
lezen werd geholpen door <strong>de</strong> commentaar van <strong>de</strong> zaaleigenaar of het publiek. Toch<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
mag men niet. besluiten dat alleen proleten <strong>de</strong> c<strong>in</strong>emazaaltjes vul<strong>de</strong>n. Na het<br />
geisoleer<strong>de</strong> leven, een eeuw lang, was ook <strong>voor</strong> <strong>de</strong> welgestel<strong>de</strong>n het witte doek een<br />
fantastisch avontuur. 15.<br />
Pas rond 1910 begon <strong>de</strong> c<strong>in</strong>ema op het platte<strong>land</strong> door te dr<strong>in</strong>gen Vlamert<strong>in</strong>ge zag<br />
al <strong>in</strong> 1905, bij <strong>de</strong> vijfenzeventigste verjar<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> onafhankelijkheid, een<br />
filmverton<strong>in</strong>g <strong>in</strong> open lucht maar dat bleef een uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. De dorpsgeestelijkheid<br />
en <strong>de</strong> overheid hiel<strong>de</strong>n bijna overal <strong>de</strong> gevaarlijke nieuwigheid bui-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
144<br />
ten, zelfs <strong>in</strong> <strong>de</strong> nabijheid van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n. In Kontich kon men maan<strong>de</strong>lijks<br />
filmverton<strong>in</strong>gen zien vanaf 1913, maar <strong>in</strong> E<strong>de</strong>gem vroeg datzelf<strong>de</strong> jaar ‘een<br />
Antwerpenaar’ tevergeefs <strong>de</strong> toelat<strong>in</strong>g om met een c<strong>in</strong>ematograaf te beg<strong>in</strong>nen: van<br />
<strong>de</strong>ze concurrentie wil<strong>de</strong>n <strong>de</strong> herbergiers niet horen. Hoe dan toch gelei<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> film<br />
het platte<strong>land</strong> verover<strong>de</strong> toont het verhaal van Jan Buschots uit S<strong>in</strong>t-Katelijne-Waver.<br />
Op een zondag zag hij <strong>in</strong> Antwerpen een filmverton<strong>in</strong>g en realiseer<strong>de</strong> zich <strong>de</strong> enorme<br />
exploitatiemogelijkhe<strong>de</strong>n. Hij schafte ‘c<strong>in</strong>ema-materieel’ aan <strong>in</strong> Gent en gaf <strong>de</strong> eerste<br />
<strong>voor</strong>stell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1908, <strong>in</strong> <strong>de</strong> herberg ‘In 't Roosken’ op <strong>de</strong> Duffelse steenweg. Bijna<br />
heel Katelijne-Waver kwam er op af: <strong>de</strong> volwassenen op zondagen maandagavond,<br />
<strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren op zondag- en don<strong>de</strong>rdagnamiddag, ongeveer driehon<strong>de</strong>rd mensen per<br />
verton<strong>in</strong>g. Op het programma stond on<strong>de</strong>r meer Méliès' ‘Reis naar <strong>de</strong> maan’ - of een<br />
plagiaat ervan -, een met <strong>de</strong> hand gekleur<strong>de</strong> prent van zestien m<strong>in</strong>uten. Na<br />
S<strong>in</strong>t-Katelijne-Waver <strong>de</strong>ed Buschots met zijn <strong>in</strong>stallatie <strong>de</strong> ron<strong>de</strong> van <strong>de</strong> dorpen <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> omtrek. Hij werd een van <strong>de</strong> eerste pioniers die <strong>de</strong> platte<strong>land</strong>slie<strong>de</strong>n vertrouwd<br />
maakte met het wereldwon<strong>de</strong>r. 16.<br />
Aan <strong>de</strong> <strong>voor</strong>avond van <strong>de</strong> oorlog was <strong>de</strong> film <strong>voor</strong> bijna ie<strong>de</strong>reen een gewone zaak<br />
gewor<strong>de</strong>n. ‘Als pad<strong>de</strong>stoelen uit <strong>de</strong> grond’ rezen <strong>in</strong> alle ste<strong>de</strong>n <strong>de</strong> c<strong>in</strong>ema's op. ‘Bonte<br />
reclameplaten’, r<strong>in</strong>kelen<strong>de</strong> bellen aan helverlichte c<strong>in</strong>emagevels en ‘rijk gegalonneer<strong>de</strong><br />
portiers die <strong>de</strong> <strong>voor</strong>bijgangers programma's <strong>in</strong> <strong>de</strong> hand stopten’, dreven jong en oud<br />
naar <strong>de</strong> zalen. Daar zag men ‘<strong>de</strong> eerste avondvullen<strong>de</strong> films’ en <strong>de</strong> eerste<br />
‘superprodukties’ zoals het Italiaanse ‘Quo Vadis’ of het Franse ‘L'enfant <strong>de</strong> Paris’.<br />
Alle ‘sensationele’ gebeurtenissen kon men met eigen ogen zien. In 1909 <strong>de</strong> begrafenis<br />
van het verongelukte sportidool Karel Verbist, <strong>de</strong> kanaalvlucht van Blériot, <strong>de</strong> uitvaart<br />
van Leopold II en <strong>de</strong> Blij<strong>de</strong> Intre<strong>de</strong> van Albert, en het jaar daarvóór <strong>de</strong> aanslag, te<br />
Lissabon, op <strong>de</strong> kon<strong>in</strong>g<br />
Affiche over <strong>de</strong> eerste gag-film ‘L'arroseur arosé’, 1896 (M. Auzolle)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
t.o. 144<br />
IX. De dijk te Oosten<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> Belle Epoque (Mars)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
145<br />
van Portugal, <strong>de</strong> Olympische Spelen <strong>in</strong> Athene, <strong>de</strong> vreselijke spoorwegramp van<br />
Kontich - een paar weken lang een sensatienummer <strong>in</strong> <strong>de</strong> Antwerpse bioscopen - en<br />
<strong>de</strong> zaak Dreyfus. In amper tien jaar tijd had <strong>de</strong> film een enorme weg afgelegd, van<br />
<strong>de</strong> aarzelen<strong>de</strong> flikkerbeel<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> foorbarakken naar <strong>de</strong> ‘palaces’ met hun<br />
‘nieuwsfilms’, hun ‘K<strong>in</strong>emacolor’ - <strong>in</strong> natuurlijke kleuren gefotografeer<strong>de</strong> films -<br />
en hun ‘Phono-c<strong>in</strong>é’, ‘een spreken<strong>de</strong> c<strong>in</strong>ema, het laatste won<strong>de</strong>r’ adverteer<strong>de</strong><br />
Schouwburg Pathé al <strong>in</strong> 1908 <strong>in</strong> <strong>de</strong> Antwerpse kranten.<br />
De film had <strong>de</strong> mensen nieuwe z<strong>in</strong>tuigen gegeven en een dimensie toegevoegd<br />
aan het eens zo enge bestaan. Achter <strong>de</strong> vertrouw<strong>de</strong> lijnen van vroeger begon men<br />
een wereld te ont<strong>de</strong>kken die men met an<strong>de</strong>re ogen bekeek. De c<strong>in</strong>ema bevestig<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />
<strong>in</strong>vloed van het visuele die al vroeger begonnen was en tot <strong>de</strong> sfeer van het openbare<br />
leven <strong>in</strong> <strong>de</strong> Belle Epoque behoort. 17.<br />
Met an<strong>de</strong>re ogen<br />
Vanaf het mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r negentien<strong>de</strong> eeuw ken<strong>de</strong> men het ‘lichtdrukmaal’. In <strong>de</strong> straten<br />
leg<strong>de</strong>n ambulante fotografen gebeurtenissen op <strong>de</strong> plaat, en <strong>in</strong>dividuen en gez<strong>in</strong>nen<br />
lieten zich <strong>voor</strong> het nageslacht vereeuwigen <strong>in</strong> <strong>de</strong> studio's. Maar fotograferen bleef<br />
nog vele jaren <strong>voor</strong>behou<strong>de</strong>n aan beroepsmensen, tot <strong>in</strong> 1888 George Eastman <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
Verenig<strong>de</strong> Staten <strong>de</strong> Kodak lanceer<strong>de</strong>. De slagz<strong>in</strong> ‘druk op <strong>de</strong> knop, wij doen <strong>de</strong> rest’<br />
maakte <strong>de</strong> amateurs-fotografie mogelijk: <strong>de</strong> klant zond zijn box <strong>voor</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g<br />
naar <strong>de</strong> firma en kreeg hem terug, gela<strong>de</strong>n met een nieuwe film. Duizen<strong>de</strong>n liefhebbers<br />
liepen met een ‘kodak’ rond en maakten van het dagelijkse leven burleske of<br />
aangrijpen<strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n.<br />
In <strong>de</strong>ze aanvangsjaren toont <strong>de</strong> fotografie echter nog iets meer dan <strong>de</strong> z<strong>in</strong>tuiglijke<br />
werkelijkheid. De fotografen, zelfs <strong>de</strong> amateurs die niets begrepen van wat er <strong>in</strong> hun<br />
camera gebeur<strong>de</strong>, keken met an<strong>de</strong>re ogen. Een nieuw z<strong>in</strong>tuig liet hen het reveleren<strong>de</strong><br />
<strong>de</strong>tail ont<strong>de</strong>kken en <strong>de</strong> verborgen betekenis van <strong>de</strong> d<strong>in</strong>gen die tevoren alleen door<br />
kunstenaars wer<strong>de</strong>n gezien. Dit fotografisch kijken leer<strong>de</strong> men <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren waar<strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
wereld aan het veran<strong>de</strong>ren was: men zag niet alleen <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> d<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> een nieuw<br />
perspectief, men ont<strong>de</strong>kte ook echt nieuwe d<strong>in</strong>gen. Het is <strong>de</strong> belangrijkste boodschap<br />
van <strong>de</strong>ze foto's: <strong>voor</strong> een aantal tijdgenoten was <strong>de</strong> wereld <strong>in</strong><strong>de</strong>rdaad vernieuwd en<br />
met <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen mee waren zij zelf an<strong>de</strong>rs gewor<strong>de</strong>n.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Spotprent uit 1923 op George Eastmen, uitv<strong>in</strong><strong>de</strong>r van <strong>de</strong> Kodak<br />
‘U drukt op <strong>de</strong> knop, wij doen <strong>de</strong> rest’<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Spotprent op <strong>de</strong> fotografie, rond 1845<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Een kiekje vóór <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij, rond 1900<br />
146<br />
Het aanplakbiljet bevestig<strong>de</strong> <strong>de</strong> visuele houd<strong>in</strong>g. De uitv<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />
chromo-lithografie op het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eeuw maakte <strong>de</strong> verspreid<strong>in</strong>g<br />
mogelijk van een boodschap langs het woord en het beeld tegelijk, al overwoog<br />
aanvankelijk nog <strong>de</strong> tekst. Door <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustrialiser<strong>in</strong>g kreeg <strong>de</strong> affiche een publicitaire<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> plaats van een politieke rol en werd zij <strong>de</strong> spiegel van het leven <strong>de</strong>r bezitten<strong>de</strong><br />
klasse. Maar het duur<strong>de</strong> nog bijna een eeuw <strong>voor</strong> <strong>de</strong>ze kunst tot ‘volwassenheid’<br />
groei<strong>de</strong> en het storen<strong>de</strong> overwicht van het woord op het beeld verdween. In <strong>de</strong> Belle<br />
Epoque bereikte zij een bijna geniale eenvoud. In alle ste<strong>de</strong>n prijkte <strong>de</strong> publiciteit<br />
<strong>voor</strong> toneel, ballet en sport, <strong>voor</strong> gebruiks<strong>voor</strong>werpen en voed<strong>in</strong>gswaren, en<br />
overweldig<strong>de</strong> het publiek door <strong>de</strong> zuivere, sobere lijn.<br />
Tegelijk verspreid<strong>de</strong> het aanplakbiljet een nieuwe geest, <strong>de</strong> drang om van het leven<br />
te genieten, om ‘mo<strong>de</strong>rn’ te zijn, om aan sport te doen en opnieuw jong te wor<strong>de</strong>n.<br />
En het haal<strong>de</strong> ongemerkt <strong>de</strong> mensen uit <strong>de</strong> preutsheid van <strong>de</strong> vorige generaties door<br />
<strong>de</strong> erotiek en <strong>de</strong> vrouw - geen allegorisch wezen meer maar een verlei<strong>de</strong>lijke<br />
werkelijkheid - als reclamelokmid<strong>de</strong>l te gebruiken. Deze opdr<strong>in</strong>gerige boodschap<br />
behoor<strong>de</strong> nu tot <strong>de</strong> sfeer van het leven <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n. Zij liet niemand meer ongemoeid,<br />
ook niet wie nog aanstoot nam aan <strong>de</strong>ze als zondig beschouw<strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n. 18.<br />
Nog dui<strong>de</strong>lijker dan <strong>de</strong> affiche weerspiegelt <strong>de</strong> prentbriefkaart, ‘on<strong>de</strong>ugen<strong>de</strong><br />
spruit’ 19. van <strong>de</strong> Belle Epoque, <strong>de</strong> nieuwe ze<strong>de</strong>n. Eeuwen lang had<strong>de</strong>n alleen <strong>de</strong> hogere<br />
stan<strong>de</strong>n gebruik gemaakt van geïllustreer<strong>de</strong> biljetten om wensen te bie<strong>de</strong>n of berichten<br />
over te maken. De verspreid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> populaire briefkaart begon toen <strong>de</strong> posterijen,<br />
<strong>in</strong> 1869 <strong>in</strong> Oostenrijk en vervolgens <strong>in</strong> <strong>de</strong> meeste westerse <strong>land</strong>en, open kaarten tegen<br />
een laag tarief <strong>in</strong>voer<strong>de</strong>n. Boekhan<strong>de</strong>laars en drukkers vermoed<strong>de</strong>n hier een zaak en<br />
brachten<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Affiche uit <strong>de</strong> Belle Epoque <strong>in</strong> Belgische driekleur (A. Bénard)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Gekleur<strong>de</strong> affiche <strong>in</strong> Jugendstil (De Feure)<br />
147<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Prentbriefkaart<br />
148<br />
geïllustreer<strong>de</strong> kaarten op <strong>de</strong> markt. De dure reproduktiekosten bleven nog een tijd<br />
lang een rem. Het ‘gou<strong>de</strong>n tijdperk’ begon pas op het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw,<br />
na <strong>de</strong> uitv<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> fototypie. Met miljoenen stroom<strong>de</strong>n <strong>de</strong> prentbriefkaarten nu<br />
uit <strong>de</strong> drukkerijen: België alleen al produceer<strong>de</strong> er twaalf miljoen per jaar rond <strong>de</strong><br />
eeuwwissel<strong>in</strong>g. Stilaan nam Frankrijk <strong>de</strong> leid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> nieuwe <strong>in</strong>dustrie - <strong>in</strong> 1910<br />
wer<strong>de</strong>n daar 123 miljoen prentkaarten gedrukt - en het gaf ook <strong>de</strong> toon aan <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
stijl en <strong>de</strong> <strong>in</strong>houd.<br />
De prentbriefkaarten bevestig<strong>de</strong>n <strong>de</strong> heerschappij van het beeld. Zij vertel<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
treffen<strong>de</strong> gebeurtenissen, zij toon<strong>de</strong>n het veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> uitzicht van stad en <strong>land</strong> en<br />
het merkwaardige en koddige van het dagelijkse leven. Het publiek raakte vertrouwd<br />
met <strong>de</strong> sterren van theater, music-hall en bioscoop en leer<strong>de</strong> door <strong>de</strong> karikatuur <strong>de</strong><br />
politiek relativeren. Naast <strong>de</strong> poëzie en het surrealisme overheersten <strong>de</strong> kitsch, <strong>de</strong><br />
vulgariteit en <strong>de</strong> kazernemoppen. Fetichisme, lesbische lief<strong>de</strong>, striptease en naaktheid<br />
wer<strong>de</strong>n het teken van een nieuwe geest. Wat generaties lang on<strong>de</strong>rdrukt bleef werd<br />
nu aggressief verspreid langs <strong>de</strong> post en vaak <strong>voor</strong>zien van <strong>de</strong> dartele commentaar<br />
<strong>de</strong>r verzen<strong>de</strong>rs. De mensen waren nog <strong>in</strong>gepakt <strong>in</strong> hun Victoriaanse kleren maar<br />
geestelijk had<strong>de</strong>n zij zich uitgekleed. 20. Velen erger<strong>de</strong>n zich aan <strong>de</strong> schalkse of<br />
uitdagen<strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n, aan ‘<strong>de</strong> goedkope, gemeenwulpse prentjesrommel’, aan ‘die<br />
bucht die vrij en vrank ons volk mag verstompen en verbeesten’ 21. , maar het<br />
commercieel succes van <strong>de</strong> kaarten toont hoe snel het nieuwe klimaat zich aan het<br />
versprei<strong>de</strong>n was.<br />
Als men <strong>de</strong> naturalistische literatuur probeert te lezen met <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> Belle<br />
Epoque-mensen kan men begrijpen wat een schok <strong>voor</strong> velen <strong>de</strong> beschrijv<strong>in</strong>g van<br />
een hopeloze wereld van bruut geweld en smerigheid moet hebben betekend. In<br />
Buysse's Recht van <strong>de</strong>n sterkste (1893) vertel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> wiedsters op het<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Vijf prentbriefkaarten<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Vijf prentbriefkaarten<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
149<br />
veld schaterlachend hun verkracht<strong>in</strong>gen; een ontkle<strong>de</strong> kroegmeid ‘huppel<strong>de</strong> met een<br />
glans van onbeschaam<strong>de</strong> on<strong>de</strong>ugd op 't gelaat door al die mannen heen, drong tussen<br />
<strong>de</strong> knieën, wreef zich tegen <strong>de</strong> ruggen’. 22. Hard Labeur (1904) van Reimond Stijns,<br />
het meesterwerk van het Vlaams naturalisme, beschrijft <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgang <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
verbeest<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> hoofdfiguur Jan Verspeelt, ‘Speeltie’, die zichzelf en zijn gez<strong>in</strong><br />
afbeul<strong>de</strong> om geld bijeen te schrapen. Hij betrapte zijn zoon Wannie op het stelen van<br />
een frank: ‘Wannie bleef snikkend liggen met <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n op het hoofd. Speeltie richtte<br />
zich op, hield zich paalstijf recht; schier onmerkbaar greep hij van achter zijn rug,<br />
uit <strong>de</strong> haardhoek, een schei, haal<strong>de</strong> hem bijna zon<strong>de</strong>r beweg<strong>in</strong>g naar zich toe, en<br />
onverwachts, uit al zijn krachten, met een kraken<strong>de</strong> slag trof hij <strong>de</strong> jongen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
len<strong>de</strong>n. De knaap liet een hik horen, als van een konijn dat men doodslaat, wierp<br />
zich om. Hij lag nu op <strong>de</strong> rug met uitpuilen<strong>de</strong> ogen; zijn armen en benen tril<strong>de</strong>n<br />
<strong>voor</strong>tdurend, en <strong>de</strong> kop stak hij altijd naar achter, als om iets te ontgaan, en weldra<br />
schoof hij over <strong>de</strong> vloer, als door het geweldig trekken <strong>de</strong>r spieren <strong>voor</strong>tgestoten; hij<br />
liet een gebrul horen, of zijn tong te dik gewor<strong>de</strong>n was en uit <strong>de</strong> open mond niet kon;<br />
weldra rekte hij zich <strong>in</strong> een kramp, bleef roerloos liggen, schijnen<strong>de</strong> heel lang’. 23.<br />
Las men <strong>de</strong>ze toen zo ergerlijke literatuur? Van <strong>de</strong> vijfentw<strong>in</strong>tig werken die Cyriel<br />
Buysse <strong>in</strong> 1911 had geschreven wer<strong>de</strong>n amper driehon<strong>de</strong>rd exemplaren <strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren<br />
verkocht. Dat lag, zei Buysse later, bij zijn vijfenzeventigste verjaardag, niet alleen<br />
aan het feit dat hij <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong> publiceer<strong>de</strong>: ‘ook zijn geesteshoud<strong>in</strong>g, zijn<br />
wereldbeschouw<strong>in</strong>g had<strong>de</strong>n hem <strong>voor</strong> zijn volk onbegrijpelijk gemaakt’. Behalve<br />
<strong>voor</strong> Buysse gold dit <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hele schrijversgeneratie waartoe hij behoor<strong>de</strong>. Zij wil<strong>de</strong><br />
‘<strong>de</strong> ramen opengooien’ en door ‘het idyllische, kle<strong>in</strong>burgerlijkmuffe Vlaan<strong>de</strong>ren <strong>de</strong><br />
vrije, levendige lucht van <strong>de</strong> Europese geestesstrom<strong>in</strong>gen’ laten waaien. 24. Maar <strong>de</strong>ze<br />
vernieuwers von<strong>de</strong>n geen weerklank. De verfranste burgerij ignoreer<strong>de</strong> hen en het<br />
Vlaamse publiek schrok terug <strong>voor</strong> <strong>de</strong> wereld die zij beschreven. Het contact dat <strong>de</strong><br />
romantiekers en <strong>de</strong> eerste realisten had<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> volksklasse omdat hun eenvoudige<br />
verhalen een <strong>voor</strong> <strong>de</strong> lezers vertrouw<strong>de</strong> sfeer teken<strong>de</strong>n, werd <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijd van het<br />
naturalisme verbroken.<br />
Niettem<strong>in</strong> is <strong>de</strong>ze literatuur een spiegel van <strong>de</strong> tijd. Zij duidt op een nieuwe<br />
gevoeligheid, op een bereidheid om <strong>de</strong> werkelijkheid niet meer weg te bergen achter<br />
een idylle maar ze <strong>in</strong> haar rauwheid te zien. En tegelijk toont zij <strong>de</strong> afbrokkel<strong>in</strong>g van<br />
het geloof <strong>in</strong> <strong>de</strong> onveran<strong>de</strong>rlijke, wijze beschikk<strong>in</strong>g <strong>de</strong>r d<strong>in</strong>gen. Velen hou<strong>de</strong>n nog<br />
vast aan hun wereld en weigeren <strong>de</strong> verglijd<strong>in</strong>gen te zien. Dat die, alle oogkleppen<br />
ten spijt, toch aan <strong>de</strong> gang zijn toont <strong>de</strong> niet-gelezen naturalistische roman.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Vijf prentbriefkaarten<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Vijf prentbriefkaarten<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Vijf prentbriefkaarten<br />
E<strong>in</strong>dnoten:<br />
1. RB 1886, 362 (E. Leclercq).<br />
2. Borsi, 16, 24-25.<br />
3. Borsi, 25.<br />
4. Rousseau, 468.<br />
5. Wanty, 200-201.<br />
6. S<strong>in</strong>ger V, 414; Rousseau, 443.<br />
7. Catl<strong>in</strong>, 359; Castel, 271.<br />
8. ML 1893, 437-438 (H. Bor<strong>de</strong>aux); Bossut, passim.<br />
9. SP 1967, 84-86 (D. Van Schoors), 1961, 87 (A. Tireliren); Vliebergh-Ulens 1921, 65-66; BK<br />
1951, 95-96, 133-136, 1956, 63 (C. Denorme).<br />
10. B 1958, 35-36 (J. De Smet);Van<strong>de</strong>rvel<strong>de</strong> 1910, 141; Dema<strong>in</strong>, 57, 133; Vliebergh 1906, 26-27.<br />
11. S<strong>in</strong>ger V, 427; RB 1912, 374-375 (L.-G. Sua<strong>in</strong>); RPT 1973. 10 (J. De Smet); SP 1961, 87 (A.<br />
Tireliren); Streuvels 1971, II, 225-230; Mirbeau, 140-141.<br />
12. S<strong>in</strong>ger V, 395-396, 398, 400, 410-412; BK 1961, 185 (J. De Smet), 217 (G.P. Baert); Destanberg,<br />
134; Filleul, 119, 124, 136, 172; Tanghe Meulebeke, 121, 127; RB 1910, 2, 81-82, 271-272<br />
(L.-G. Sua<strong>in</strong>); OZ 1942, 215-216 (A. Buvé-Pauwels); S<strong>in</strong>t-Niklaas, 216, 218 (R. Van <strong>de</strong>r<br />
L<strong>in</strong><strong>de</strong>n).<br />
13. S<strong>in</strong>ger V, 226-227; Rousseau, 365-366; Piérard, 342-343; Mourlon, 59-73.<br />
14. bijv. Altenloh over Mannheim.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
15. S<strong>in</strong>ger V, 745; Turfkruver I, 16-19; Renieu I, 67-68; Van Offel, 160; Berlemont, 37; Rat<strong>in</strong>ckx<br />
1914, 648; B 1965, 56-57 (E. Buysse); Pascall, 9-14; AP Ch 1912-1913, 2256; HB 10 mei 1908.<br />
16. Duflou, 328; Van Passen 1964, 900; Van Passen 1974, 972-73; Rousseau, 498; Gallo, 164; KH<br />
1972, 116-117 (F.V.D. Sammel).<br />
17. S<strong>in</strong>ger V, 719-720; gegevens uit een on<strong>de</strong>rzoek over <strong>de</strong> vroege c<strong>in</strong>ema <strong>in</strong> Antwerpen, door<br />
stu<strong>de</strong>nten twee<strong>de</strong> kandidatuur Geschie<strong>de</strong>nis Ufsia, 1977-1978.<br />
18. S<strong>in</strong>ger V, 706; Gallo, 24, 26, 31, 46, 48, 94, 97, 102, 123, 140, 164, 297-301; Demeure, 20.<br />
19. Pascall, 13.<br />
20. Kyrou, 8-14, 21-23, 78, 112-113, 120-121, 155, 162, 175-177.<br />
21. LD 1911, 220 (V. Naveau).<br />
22. Buysse 1893, 32-37, 120.<br />
23. Stijns 1904, I, 79-80.<br />
24. Sertorius, 5-6, 18.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
150<br />
Het Oostendse strandleven gezien door Ensor, 1899<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De uitdag<strong>in</strong>g <strong>de</strong>r weel<strong>de</strong><br />
De luxueuse laan langs <strong>de</strong> zee<br />
151<br />
In een paar <strong>de</strong>cennia werd <strong>de</strong> kust ‘een luxueuse, levendige straat’, ‘een faca<strong>de</strong>, vond<br />
Raoul Blanchard, Vlaan<strong>de</strong>ren waardig’. In werkelijkheid was <strong>de</strong>ze gevel het<br />
kitscherige <strong>voor</strong>aanzicht van een <strong>land</strong> dat zijn karakter verloor. De rust van <strong>de</strong><br />
zeedorpjes en het du<strong>in</strong><strong>land</strong> lagen nu verscholen achter <strong>de</strong> banaliteit van het artificiële,<br />
het rechtlijnige. 1.<br />
Het be<strong>de</strong>rf verspreid<strong>de</strong> zich van uit <strong>de</strong> twee door het toerisme <strong>in</strong> beslag genomen<br />
kernen, Oosten<strong>de</strong> en Blankenberge. De buurtspoorwegen <strong>in</strong> het achter<strong>land</strong> en het<br />
kuststoomtrammetje dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren negentig tussen Veurne en Blankenberge heen<br />
en weer gleed ontsloten het gewest. Van Bre<strong>de</strong>ne tot Wendu<strong>in</strong>e bleef het du<strong>in</strong> een<br />
wil<strong>de</strong>rnis van stilte, maar aan <strong>de</strong> ran<strong>de</strong>n werd het aangevreten door <strong>de</strong> groei van <strong>de</strong><br />
kustplaatsen. In De Haan begon men rond 1890 wegen te trekken door het du<strong>in</strong> en<br />
groei<strong>de</strong>n <strong>de</strong> aanplant<strong>in</strong>gen rond <strong>de</strong> eerste buitenverblijven. Wendu<strong>in</strong>e, <strong>in</strong> <strong>de</strong> schaduw<br />
van Blankenberge, groei<strong>de</strong> sneller. In 1886 gaf <strong>de</strong> gemeente het strand vrij <strong>voor</strong><br />
toeristische uitbat<strong>in</strong>g en het jaar daarop verrees er een bakstenen dijkje met een tiental<br />
villa's. Met ruim drieduizend badgasten ie<strong>de</strong>re zomer, zesmaal meer dan <strong>de</strong> <strong>in</strong>heemse<br />
bevolk<strong>in</strong>g, was het vissersgehucht rond 1900 onherkennelijk gewor<strong>de</strong>n, al bleef het<br />
tot aan <strong>de</strong> oorlog een kalm oord <strong>voor</strong> gez<strong>in</strong>nen die het rumoer van Oosten<strong>de</strong> en<br />
Blankenberge verme<strong>de</strong>n. 2.<br />
Ook Heist had rond 1890 een dijk en een kursaal maar bleef nog een <strong>land</strong>elijk<br />
dorp, een paradijs ‘<strong>voor</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren, voedsters en geestelijken’ waar <strong>de</strong> rust niet werd<br />
gestoord door bals en concerten. De veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen gebeur<strong>de</strong>n hier <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste jaren<br />
van <strong>de</strong> tw<strong>in</strong>tigste eeuw: <strong>de</strong> Art Nouveau-huizen langs <strong>de</strong> nieuwe dijk naar Knokke<br />
maakten het dui<strong>de</strong>lijk dat <strong>de</strong> speculatie met het omwoelen van het <strong>land</strong> was begonnen. 3.<br />
Knokke zelf bleef verlaten tot <strong>in</strong> 1883 <strong>de</strong> <strong>land</strong>schapschil<strong>de</strong>r Alfred Verwee <strong>de</strong><br />
pracht ont<strong>de</strong>kte van <strong>de</strong> pannen en vennen bij het Zw<strong>in</strong>. Dat jaar kwam een hor<strong>de</strong><br />
kunstenaars ‘kamperen <strong>in</strong> een hut, verloren <strong>in</strong> het du<strong>in</strong>’. Zij vorm<strong>de</strong> <strong>de</strong> <strong>voor</strong>hoe<strong>de</strong><br />
van een vloed die weldra het gebied zou overspoelen. Op <strong>de</strong> kunstenaars volg<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
schrijvers: Edmond Picard, Eugène Demol<strong>de</strong>r, Camille Lemonnier en <strong>de</strong> statige<br />
Henri Pirenne. De gemeente verwierf een buurt-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Oostendse ‘badmeester’, 1889 (E. Augu<strong>in</strong>)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
152<br />
spoorweg, een bakstenen dijk en een ‘Grand Hôrel’ bij het strand. Langs <strong>de</strong> weg van<br />
het dorp naar <strong>de</strong> zee, <strong>de</strong> toekomstige Lippenslaan, wer<strong>de</strong>n gron<strong>de</strong>n verkocht en<br />
verrezen <strong>de</strong> eerste gebouwen. Ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> Zoute Pol<strong>de</strong>r begonnen <strong>de</strong> verkavel<strong>in</strong>gen,<br />
en met <strong>de</strong> verenig<strong>in</strong>g ‘Knocke-Attractions’, <strong>in</strong> 1891 gesticht op <strong>in</strong>itiatief van Verwee,<br />
kon <strong>de</strong> uitbat<strong>in</strong>g <strong>voor</strong>goed van wal. Nog enkele jaren was Knokke ‘een schat van<br />
een badplaats’, stil en ongerept. Henry Van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong> bracht er <strong>de</strong> w<strong>in</strong>ter van 1892<br />
door. Het was toen rustig <strong>in</strong> dat nevelige strand- en du<strong>in</strong><strong>land</strong>schap. Geen mens<br />
verstoor<strong>de</strong> het spel van <strong>de</strong> natuur. In ‘<strong>de</strong> l<strong>in</strong>eaire arabesken die het terugvloeien<strong>de</strong><br />
water <strong>in</strong> het zand achterliet’, <strong>in</strong> ‘<strong>de</strong> vergankelijke, eigenwillige, geraff<strong>in</strong>eerd abstracte<br />
teken<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> w<strong>in</strong>d <strong>in</strong> het du<strong>in</strong>zand’ vond Van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>spiratie <strong>voor</strong> zijn<br />
latere ornamentiek. Tot aan <strong>de</strong> oorlog lag het dorpje met zijn molens en <strong>de</strong><br />
Hol<strong>land</strong>s-nette herbergen ongerept <strong>in</strong> het groen. Maar het nieuwe Knokke langs <strong>de</strong><br />
Lippenslaan en <strong>de</strong> dijk kondig<strong>de</strong> het e<strong>in</strong><strong>de</strong> aan van een gaaf stuk natuur. Wie <strong>de</strong> stilte<br />
zocht kon die weldra alleen nog v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> het Zw<strong>in</strong> en over <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong>se grens.<br />
Aan <strong>de</strong> <strong>voor</strong>avond van <strong>de</strong> oorlog was België zijn oostkust kwijt: <strong>in</strong> plaats van het<br />
du<strong>in</strong> lagen ‘<strong>de</strong> lange rijen villa's en gigantische hotels die 's w<strong>in</strong>ters achter luiken<br />
weggeborgen zaten en met <strong>de</strong> lente uit hun cocon braken’. 4.<br />
Aan <strong>de</strong> westkust liep <strong>de</strong> zeedijk onon<strong>de</strong>rbroken van Oosten<strong>de</strong> tot Westen<strong>de</strong>. Hier<br />
ontwikkel<strong>de</strong>n zich vanaf <strong>de</strong> jaren tachtig Mariakerke en Mid<strong>de</strong>lkerke tot<br />
gez<strong>in</strong>sbadplaatsen met enkele zandstraten tussen <strong>de</strong> onbebouw<strong>de</strong> terre<strong>in</strong>en. Westen<strong>de</strong>,<br />
op het uite<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> dijk, was nog ‘een vlek van achthon<strong>de</strong>rd <strong>in</strong>woners zon<strong>de</strong>r<br />
toekomst’ en Lombardsij<strong>de</strong> een vissersdorpje met <strong>de</strong> ambitie ooit een ‘badplaats’ te<br />
wor<strong>de</strong>n. Nieuwpoort-Bad had al vóór 1900 een dijk met drie stroken, <strong>voor</strong> ruiters,<br />
wagens en voetgangers, maar behalve wat k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren op schoolreis kwam haast geen<br />
mens naar <strong>de</strong>ze vergeten hoek achter <strong>de</strong> geul van <strong>de</strong> IJzer. 5.<br />
Voorbij Nieuwpoort zag men <strong>in</strong> <strong>de</strong> eenzaamheid van het du<strong>in</strong> alleen <strong>de</strong><br />
pannenhuisjes van Oostdu<strong>in</strong>kerke, Koksij<strong>de</strong> en De Panne, haltes langs <strong>de</strong> lijn van<br />
<strong>de</strong> stoomtram. Er prijkte een opschrift ‘Ba<strong>in</strong>s <strong>de</strong> mer’ maar op het strand zag men<br />
alleen <strong>de</strong> schuiten die op het tij wachtten. Hier lag nog geen dijk. In het du<strong>in</strong> ston<strong>de</strong>n<br />
enkele villa's van <strong>de</strong> geprivilegieer<strong>de</strong>n die er ‘zwart goed’ had<strong>de</strong>n gekocht. Naar<br />
<strong>de</strong>ze uithoek kwamen alleen <strong>de</strong> liefhebbers van <strong>de</strong> stilte en <strong>de</strong> natuur. De ‘Kursaal’,<br />
waar De Panne al vóór 1900 trots op g<strong>in</strong>g, was een houten barak die na ie<strong>de</strong>r<br />
zomerseizoen werd afgebroken. De ontwikkel<strong>in</strong>g begon met <strong>de</strong> aanleg, <strong>in</strong> 1901, van<br />
het paar<strong>de</strong>trammetje Ad<strong>in</strong>kerke-De Panne, een speelgoedd<strong>in</strong>g met een spoorbreedte<br />
van zestig centimeter, dat <strong>de</strong> reizigers <strong>in</strong> tw<strong>in</strong>tig m<strong>in</strong>uten naar <strong>de</strong> zee voer<strong>de</strong>. Elf jaar<br />
later was De Panne een zelfstandige gemeente met een dijk, hotels en villa's. Toen<br />
had<strong>de</strong>n overal langs <strong>de</strong> westkust <strong>de</strong> meeste vissersgez<strong>in</strong>nen een nieuw bestaan<br />
gevon<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het toerisme. 6.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Ensor graveer De Panne 1904<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Het uur van het ba<strong>de</strong>n, Oosten<strong>de</strong> (E. Augu<strong>in</strong>)<br />
De kursaal van Oosten<strong>de</strong> overdag (E. Augu<strong>in</strong>)<br />
153<br />
Van <strong>de</strong> glans <strong>de</strong>r Belle Epoque zag men <strong>in</strong> <strong>de</strong> gez<strong>in</strong>sbadplaatsen niet veel. Zelfs het<br />
drukbezochte Blankenberge, met zijn <strong>de</strong>rtigduizend badgasten rond 1900, was overdag<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
meer burgerlijk dan monda<strong>in</strong>. De zomermensen kleed<strong>de</strong>n zich met wat meer fantasie<br />
maar bleven <strong>voor</strong> <strong>de</strong> rest trouw aan het huiselijke leven. De Vlaamse auteurs waren<br />
er vertrouwelijk nabij: Conscience, ‘uren lang vissend op <strong>de</strong> pier’, Jan Van Beers<br />
‘op zijn buik <strong>in</strong> het zand’ met een boek dat hij ongelezen liet, August Snie<strong>de</strong>rs ‘met<br />
lange, over <strong>de</strong> grond slepen<strong>de</strong> benen op een kle<strong>in</strong>, grijs ezeltje’. Ongedwongen<br />
genoten k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren en volwassenen van het spel en <strong>de</strong> wedstrij<strong>de</strong>n op het strand. De<br />
dag verliep gemoe<strong>de</strong>lijk. Tegen tien uur geraakte het strand be<strong>de</strong>kt met toiletten en<br />
parasolletjes. Men zat zedig gekleed op stoelen, <strong>de</strong> rug naar <strong>de</strong> w<strong>in</strong>d. De dames<br />
bescherm<strong>de</strong>n hun te<strong>in</strong>t on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> spitsbogen van hun strohoe<strong>de</strong>n. Op het natte zand<br />
speel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> jongeren tennis en croquet. En tegen het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> <strong>voor</strong>middag begon<br />
<strong>de</strong> bestorm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> badkab<strong>in</strong>es. Onafgebroken brachten <strong>de</strong> wagentjes ba<strong>de</strong>rs naar<br />
het water. Van op het strand en <strong>de</strong> dijk kon men het schouwspel bekijken van gek<br />
gekle<strong>de</strong> mannen en vrouwen, hand <strong>in</strong> hand joelend en dansend, hun ‘bibberen<strong>de</strong><br />
vest<strong>in</strong>gen’ gekeerd naar <strong>de</strong> brekers. De middag bracht rust: men g<strong>in</strong>g uitgebreid eten<br />
en daarna een dutje doen. De dijk lag verlaten en op het strand zaten enkele dames<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> schaduw van <strong>de</strong> kab<strong>in</strong>es te borduren. Rond vijf uur doken <strong>de</strong> wan<strong>de</strong>laars weer<br />
op, kuierend langs <strong>de</strong> dijk. Na zonson<strong>de</strong>rgang veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong> sfeer. De bedaag<strong>de</strong><br />
burgermensen trokken zich terug. Langs <strong>de</strong> dijk straal<strong>de</strong> het fantastische licht <strong>de</strong>r<br />
Jablockhoff-booglampen over een wereld <strong>in</strong> avondkledij, op weg naar <strong>de</strong> concerten<br />
danszaal van het cas<strong>in</strong>o. In het geruis van muziek en dans en het klikken <strong>de</strong>r roulettes<br />
ontplooi<strong>de</strong> zich enkele uren lang <strong>de</strong> tover van <strong>de</strong> Belle Epoque <strong>voor</strong> een paar hon<strong>de</strong>rd<br />
mensen. 7.<br />
Zelfs Oosten<strong>de</strong> viel niet direct op als <strong>de</strong> kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong> van <strong>de</strong> Belle Epoque. Achter <strong>de</strong><br />
villa's schuil<strong>de</strong> een ou<strong>de</strong>, vervallen stad met aan <strong>de</strong> rand het vissersproletariaat. De<br />
eenvoudige lie<strong>de</strong>n die <strong>voor</strong> een paar dagen naar zee kwamen vorm<strong>de</strong>n <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid<br />
on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> veertig- tot vijftigduizend badgasten. En <strong>voor</strong> <strong>de</strong> dagjesmensen die <strong>de</strong><br />
extra-tre<strong>in</strong>en 's zondags met duizen<strong>de</strong>n uit alle hoeken van het <strong>land</strong> aanvoer<strong>de</strong>n bleef<br />
het luxe-oord op <strong>de</strong> eerste plaats het strand en <strong>de</strong> zee. Zijn karakter van ‘ren<strong>de</strong>z-vous<br />
<strong>de</strong>r Europese galanterie’ dankte Oosten<strong>de</strong> aan een paar duizend rijken uit <strong>de</strong> westerse<br />
hoofdste<strong>de</strong>n. Men zag er <strong>de</strong> ‘beau mon<strong>de</strong>’ van Brussel arriveren met zijn koetsen en<br />
paar<strong>de</strong>n, men zag er ‘<strong>de</strong> wereld van <strong>de</strong><br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
154<br />
paar<strong>de</strong>nsport, befaam<strong>de</strong> Parijse cocottes, Italiaanse tenors, zigeuner-muzikanten uit<br />
Budapest en Engelse lords op zoek naar ontspann<strong>in</strong>g’. ‘Koetsen met gegalonneer<strong>de</strong><br />
lakeien’ voer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ‘royalities’ naar <strong>de</strong> luxe-hotels of naar <strong>de</strong> Well<strong>in</strong>gton-renbaan<br />
waar <strong>de</strong> gekste toiletten wer<strong>de</strong>n gelanceerd. Na <strong>de</strong> paar<strong>de</strong>nrennen werd <strong>de</strong> dijk het<br />
etalageraam van het snobisme. Men kon er ‘la Belle Otéro’ bewon<strong>de</strong>ren en Caruso<br />
en <strong>de</strong> ‘engelachtig lijken<strong>de</strong>’ Cléo <strong>de</strong> Méro<strong>de</strong>.<br />
's Nachts <strong>voor</strong>al straal<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze wereld. In het overvloedige licht spreid<strong>de</strong>n <strong>de</strong> dure<br />
restaurants <strong>de</strong> luxe ten toon van tafels, ‘bela<strong>de</strong>n met bloemen en kristal’. Uit <strong>de</strong><br />
kursaal was <strong>de</strong> burgerij verdwenen die er overdag kwam luisteren naar Offenbach<br />
en Auber en zich <strong>voor</strong>ziehtig aan een consommatie waag<strong>de</strong>. Door <strong>de</strong> balzaal ‘gle<strong>de</strong>n<br />
dansers <strong>in</strong> <strong>de</strong> wervel van zij<strong>de</strong> en gaas, gedragen op <strong>de</strong> droomvleugels van <strong>de</strong> walsen’.<br />
Aan <strong>de</strong> roulettetafels verspeel<strong>de</strong>n miljonairs met onbewogen gelaat een heel fortu<strong>in</strong><br />
<strong>in</strong> één nacht. 8.<br />
Over het Oostendse strandleven h<strong>in</strong>g een sfeer van z<strong>in</strong>nelijke zorgeloosheid. De<br />
ba<strong>de</strong>rs <strong>voor</strong>al <strong>de</strong>monstreer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bevrijd<strong>in</strong>g uit het keurs van <strong>de</strong> vorige generatie.<br />
Met sarcastische trekken heeft <strong>de</strong> karikaturist Mars <strong>de</strong>ze emancipatiedrift getekend:<br />
dikbuiken <strong>in</strong> galeiboeven-badpakken uit <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>nklasse en zwaargeboezem<strong>de</strong><br />
vrouwen on<strong>de</strong>r idiote bloemen-hoe<strong>de</strong>n, dagjesmensen beaat genietend van het<br />
zeewater, jonge ‘badgod<strong>in</strong>nen’ <strong>in</strong> nauwsluiten<strong>de</strong> broekjes en jakjes. Deze erotiek<br />
contrasteert met <strong>de</strong> foto's van het Oosten<strong>de</strong> overdag: vormelijk gekle<strong>de</strong> heren met<br />
gaanstok en hoed, dames <strong>in</strong> kleurige japonnen, weggeborgen on<strong>de</strong>r parasolletjes,<br />
kuierend langs <strong>de</strong> dijk of stijfjes zittend op het strand. Men ziet niet eens een naakte<br />
voet. Zedig brengen <strong>de</strong> strandkoetsen <strong>de</strong> ba<strong>de</strong>rs tot <strong>in</strong> het water. Om van het ontkle<strong>de</strong><br />
vrouwenlichaam te genieten moest men zelf <strong>in</strong> zee. Daar stoei<strong>de</strong>n mannen en vrouwen<br />
ongedwongen met elkaar, en <strong>de</strong> ‘préposées aux ba<strong>in</strong>s d'Osten<strong>de</strong>’ die <strong>de</strong> bangelijke<br />
dames en k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren begeleid<strong>de</strong>n kletsten emmers water over <strong>de</strong> lichamen of hiel<strong>de</strong>n<br />
ze drij-<br />
Oostendse ‘badmeesteressen’ rond 1898 (E. Augu<strong>in</strong>)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
155<br />
vend op <strong>de</strong> golven. Het bleef <strong>voor</strong> velen ergerlijk: ‘eerbare vrouwen’ kon<strong>de</strong>n wel <strong>in</strong><br />
het water <strong>in</strong> De Panne, Heist of Blankenberge, maar <strong>in</strong> Oosten<strong>de</strong> was dat on<strong>de</strong>nkbaar. 9.<br />
Metamorfose van man en vrouw<br />
In <strong>de</strong> Belle Epoque heerste <strong>de</strong> elegantie als ‘god<strong>in</strong> van <strong>de</strong> tijd’. 10. Van <strong>de</strong> topklasse<br />
sloeg <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>zucht over naar <strong>de</strong> burgerij en <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>nstand. Ie<strong>de</strong>reen wil<strong>de</strong> ‘mo<strong>de</strong>rn’<br />
zijn en on<strong>de</strong>rwierp zich aan <strong>de</strong> dwang van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>-magaz<strong>in</strong>es en <strong>de</strong> publiciteit.<br />
Voortdurend veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n <strong>de</strong> normen en verplichtten al wie het aanzien wil<strong>de</strong><br />
ophou<strong>de</strong>n tot aanpass<strong>in</strong>g.<br />
De herenmo<strong>de</strong> bleef sober. De soli<strong>de</strong> man uit <strong>de</strong> burgerij liet <strong>de</strong> fantasie over aan<br />
kunstenaars en bohémiens: zijn verschijn<strong>in</strong>g dien<strong>de</strong> <strong>de</strong> ernst van zijn beroep en <strong>de</strong><br />
<strong>de</strong>gelijkheid van zijn stand te on<strong>de</strong>rstrepen. Wel kleed<strong>de</strong> hij zich eenvoudiger en<br />
praktischer: <strong>de</strong> ‘haut-<strong>de</strong>-forme’, eens ‘het symbool van <strong>de</strong> burgerij’, week <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
bol- en <strong>de</strong> <strong>de</strong>ukhoed, <strong>de</strong> gekle<strong>de</strong> jas <strong>voor</strong> het colbert, <strong>de</strong> boord werd m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />
monumentaal. 11.<br />
Grilliger was <strong>de</strong> damesmo<strong>de</strong>, met een e<strong>in</strong><strong>de</strong>loze variatie van overkled<strong>in</strong>g en<br />
<strong>de</strong>ssous, van kapsel en opschik. Tot rond 1895 bleef <strong>de</strong> tournure, <strong>de</strong> ‘cul-<strong>de</strong>-Paris’,<br />
<strong>in</strong> voege. Deze weel<strong>de</strong>rige mo<strong>de</strong>, die een an<strong>de</strong>r toilet met eigen kleurengamma verg<strong>de</strong><br />
<strong>voor</strong> ie<strong>de</strong>r uur van <strong>de</strong> dag, ontwikkel<strong>de</strong> zich tot een karikatuur door het volume van<br />
<strong>de</strong> ballon-mouwen boven het <strong>in</strong>gesnoer<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>l en door het uit<strong>de</strong><strong>in</strong>en<strong>de</strong> achterstel.<br />
Op het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> eeuw verdrong het vrijere leven <strong>voor</strong>goed <strong>de</strong> tournure. Het kleed<br />
misvorm<strong>de</strong> niet langer <strong>de</strong> vrouw maar gaf haar een slank en beweeglijk silhouet door<br />
<strong>de</strong> golv<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> wijd on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> knieën uitlopen<strong>de</strong> rok en het frou-frou van <strong>de</strong><br />
ritselen<strong>de</strong> zij<strong>de</strong>. De Art Nouveau-lijn stileer<strong>de</strong> haar tot slangachtig wezen en<br />
‘fèmme-fleur’ tegelijk: <strong>de</strong> nauwsluiten<strong>de</strong> rok en blouse lieten haar lichaam verlei<strong>de</strong>lijk<br />
Spotprent van Mars op het Oostendse strandleven <strong>in</strong> <strong>de</strong> Belle Epoque<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Mo<strong>de</strong>prent <strong>in</strong> Jugendstil, 1903 (De Feure)<br />
156<br />
onduleren, en het Jugendstil-sieraad met zijn assymetrische lijnen en rond<strong>in</strong>gen<br />
maakte haar tot ornament. Ou<strong>de</strong>rwets doen alleen het corset aan, dat <strong>de</strong> vrouw bleef<br />
<strong>in</strong>kapselen van <strong>de</strong> buste tot <strong>de</strong> knieën, en <strong>de</strong> groteske afmet<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> hoe<strong>de</strong>n,<br />
bela<strong>de</strong>n met bloemen en pluimen.<br />
In <strong>de</strong> laatste jaren vóór 1914, toen <strong>de</strong> oorlogsdreig<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> eerste ontgoochel<strong>in</strong>gen<br />
het leven begonnen te tekenen, verdween <strong>de</strong>ze overdadigheid <strong>voor</strong> een sobere en<br />
uniforme kled<strong>in</strong>g. Alleen <strong>de</strong> hoe<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> reuzenmoffen en <strong>de</strong> handtassen suggereer<strong>de</strong>n<br />
nog <strong>de</strong> <strong>voor</strong>bije jaren. De Parijse mo<strong>de</strong>kon<strong>in</strong>g Paul Poiret maakte van het corset een<br />
soepele ga<strong>in</strong>e rond <strong>de</strong> heup en schreef <strong>de</strong> bustehou<strong>de</strong>r <strong>voor</strong> die <strong>de</strong> steunen<strong>de</strong> rol van<br />
het corset overnam. Ook <strong>de</strong> man was nu luchtiger gekleed, met lichte pantalon,<br />
neergeknakte boord, kleurige das en, 's zomers, <strong>de</strong> strohoed of <strong>de</strong> panama. 12.<br />
Aan <strong>de</strong> <strong>voor</strong>avond van <strong>de</strong> oorlog doen man en vrouw verrassend jong aan. De<br />
metamorfose, <strong>in</strong> tw<strong>in</strong>tig jaar tijd, van <strong>de</strong> tournure-dame met grootmoe<strong>de</strong>rlijke allures<br />
naar <strong>de</strong> los gekle<strong>de</strong> sportieve vrouw, van <strong>de</strong> red<strong>in</strong>gote-heer naar <strong>de</strong> man met een<br />
petje en een rolkraag is het teken van <strong>de</strong> verschuiv<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het leven. In <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n<br />
van alle westerse <strong>land</strong>en treft men <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> mensen aan <strong>in</strong> hetzelf<strong>de</strong> <strong>de</strong>cor. Ie<strong>de</strong>reen<br />
kan, als men <strong>de</strong> publiciteit wil geloven, <strong>de</strong> weel<strong>de</strong> grijpen en meegenieten van al <strong>de</strong><br />
won<strong>de</strong>ren <strong>de</strong>r techniek. In het tijdperk van <strong>de</strong> gloeilamp, <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nenhuistelefoon, <strong>de</strong><br />
electrische waterverwarmers en al <strong>de</strong> snufjes die <strong>de</strong> electriciteit <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>terieurs<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
engt 13. lijkt het sombere, slecht verwarm<strong>de</strong> huis <strong>in</strong> een ver verle<strong>de</strong>n te liggen. De<br />
horizon is mateloos verruimd en <strong>de</strong> Art Nouveau brengt <strong>de</strong> boodschap van een nieuw<br />
geloof.<br />
Art Nouveau als symptoom van <strong>de</strong> tijd<br />
De Art Nouveau weerspiegelt <strong>de</strong> geest van <strong>de</strong> Belle Epoque. Bij een vergelijk<strong>in</strong>g<br />
van <strong>de</strong> Art Nouveau-<strong>in</strong>terieurs met <strong>de</strong> vroegere huis<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g treft <strong>de</strong> vernieuw<strong>in</strong>g<br />
van kleur, lijn en sfeer: hier verblijven mensen die zich bevrijd hebben van het<br />
verle<strong>de</strong>n. Hun omgev<strong>in</strong>g vertolkt <strong>de</strong> trots van hun status en <strong>de</strong> vreug<strong>de</strong> om <strong>de</strong><br />
emancipatie.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
157<br />
Ongewild <strong>de</strong>monstreren <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>terieurs ook <strong>de</strong> gebreken van <strong>de</strong> bewoners, hun gemis<br />
aan z<strong>in</strong> <strong>voor</strong> maat en hun behoefte om <strong>de</strong> weel<strong>de</strong> opvallend uit te stallen. Achter <strong>de</strong><br />
overdadige versier<strong>in</strong>g van een tot ‘knoe<strong>de</strong>lstijl’ ontaar<strong>de</strong> kunst, achter <strong>de</strong> zwaar ‘met<br />
torentjes en koepels, met kraagstenen en festoenen’ overla<strong>de</strong>n gevels gaat <strong>de</strong> ij<strong>de</strong>lheid<br />
schuil van een recente rijkdom. Hier leeft geen burgerij meer die <strong>de</strong> <strong>de</strong>gelijkheid als<br />
hoogste waar<strong>de</strong> beschouwt en het geluk v<strong>in</strong>dt <strong>in</strong> <strong>de</strong> beslotenheid van het gez<strong>in</strong>, maar<br />
een nieuw-rijk geslacht dat het verle<strong>de</strong>n van kle<strong>in</strong>burgerlijke oppassendheid hoopt<br />
weg te wissen door zijn gevels af te breken of ze op te smukken met ‘lukraak <strong>in</strong><br />
elkaar gestoken’ ornamenten van smeedijzer en terracotta. 14.<br />
Maar meer dan een vertoon van bourgeois-snobisme is <strong>de</strong> Art Nouveau op <strong>de</strong><br />
eerste plaats een tijdsdocument, een <strong>in</strong> bouwon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len en gebruiks<strong>voor</strong>werpen<br />
vertolkte levensvorm die <strong>de</strong> vrucht is van een ‘dialoog’ tussen <strong>de</strong> ontwerpers en <strong>de</strong><br />
gebruikers. De nieuwe stijl is ‘vóór alles een mime-kunst’ die een gedrag suggereert<br />
en uitlokt: <strong>de</strong> geornamenteer<strong>de</strong> gevels, <strong>de</strong> vlotte zetels, <strong>de</strong> grillige en toch praktische<br />
gebrulks<strong>voor</strong>werpen no<strong>de</strong>n niet alleen tot een gerieflijke en actieve levenswijze; zij<br />
zijn er <strong>de</strong> reflectie van omdat zij ‘door <strong>de</strong> naboots<strong>in</strong>g van personages en gebaren het<br />
plastisch mo<strong>de</strong>l bie<strong>de</strong>n van een levensstijl’. In zijn memoires schrijft Victor Horta,<br />
met Paul Hankar <strong>de</strong> belangrijkste Art Nouveau-architect op het vaste<strong>land</strong>, dat het<br />
huis niet alleen het leven van <strong>de</strong> bewoner dien<strong>de</strong> te weerspiegelen maar er ‘het portret’<br />
van hoor<strong>de</strong> te zijn, het tastbare beeld van het beweeglijke, door comfort gedragen<br />
bestaan. De bouwers vertrokken niet meer van theoretische mo<strong>de</strong>llen <strong>voor</strong> het schone<br />
en het juiste maar van <strong>de</strong> concrete behoefte aan een vlot <strong>in</strong>gericht leven: alles, <strong>de</strong><br />
lijnen van <strong>de</strong> ramen, <strong>de</strong> opstell<strong>in</strong>g en ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> vertrekken en <strong>de</strong> <strong>de</strong>uren, <strong>de</strong><br />
aanwend<strong>in</strong>g van het licht, werd uitgedacht om een nieuwe manier van wonen mogelijk<br />
te maken die <strong>de</strong> <strong>in</strong>timiteit waarborg<strong>de</strong> en <strong>de</strong> bereidheid toon<strong>de</strong> tot contact en<br />
aanpass<strong>in</strong>g. 15.<br />
Omdat zij een spiegel is van <strong>de</strong> tijd drukt <strong>de</strong> nieuwe kunst, dui<strong>de</strong>lijker dan <strong>de</strong><br />
an<strong>de</strong>re vormen van het gemeenschapsleven, <strong>de</strong> versnell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze jaren uit: <strong>de</strong><br />
vervoer<strong>in</strong>g om <strong>de</strong> <strong>voor</strong>uitgang, om <strong>de</strong> kans<br />
Mo<strong>de</strong>prent uit 1913 (F. Fournery)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
158<br />
op een vrijer leven, maar ook <strong>de</strong> onzekerheid om <strong>de</strong> vele verschuiv<strong>in</strong>gen, om het<br />
afscheid van een verle<strong>de</strong>n waarmee men nog vergroeid is. De benam<strong>in</strong>gen ‘Art<br />
Nouveau’, ‘Jugendstil’, ‘Mo<strong>de</strong>rn Art’ dui<strong>de</strong>n op het besef en <strong>de</strong> wens van een breuk<br />
en een nieuw beg<strong>in</strong>, op ‘<strong>de</strong> verwacht<strong>in</strong>g van een avontuur’. Maar <strong>de</strong> vormen geven<br />
ook uitdrukk<strong>in</strong>g aan <strong>de</strong> onrust van <strong>de</strong> tijd. Niet door <strong>de</strong> krullen en spiralen, <strong>de</strong> open<br />
neergaan<strong>de</strong> lijnen van <strong>de</strong> bouw- en sierkunst. Die zijn geen teken van ‘vermoeienis<br />
en twijfel’ Zij vertolken veeleer levensvreug<strong>de</strong> en trots. De ontwerpers zochten hun<br />
mo<strong>de</strong>llen <strong>in</strong> <strong>de</strong> sierlijk-eenvoudige vormen van het plantenleven, niet om ze slaafs<br />
te imiteren maar om door <strong>de</strong> stiler<strong>in</strong>g ervan <strong>de</strong> luchtigheid en <strong>de</strong> levenskracht van<br />
<strong>de</strong> natuur over te brengen op het ruwe bouw- en siermaterieel. Hierdoor zijn <strong>de</strong><br />
gebouwen en <strong>de</strong> meubels geen do<strong>de</strong> materie meer maar <strong>de</strong> dragers van een vegetaal<br />
leven dat zich om <strong>de</strong> vlakken w<strong>in</strong>dt. En toch ligt <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze kunst, juist door. het<br />
aanwen<strong>de</strong>n van het ambachtelijk vervaardig<strong>de</strong> ornament, ook onbehagen. 16.<br />
Dit onbehagen groeit uit <strong>de</strong> maatschappelijke spann<strong>in</strong>gen, maar <strong>de</strong> Art Nouveau<br />
toont er een an<strong>de</strong>re dimensie van omdat zij het breukvlak is waar <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>,<br />
ambachtelijke en agrarische wereld en <strong>de</strong> nieuwe wereld van <strong>de</strong> techniek elkaar<br />
ontmoeten. De tegenstell<strong>in</strong>g tussen <strong>de</strong>ze werel<strong>de</strong>n poogt zij te verzoenen door ze<br />
bei<strong>de</strong> <strong>in</strong> zich op te nemen, maar het geeft haar een gewrongenheid die <strong>in</strong>direct <strong>de</strong><br />
geest van <strong>de</strong> tijd weerspiegelt.<br />
In het laatste kwart van <strong>de</strong> eeuw staat het samenleven <strong>in</strong> het teken van <strong>de</strong> mach<strong>in</strong>e:<br />
niet meer <strong>de</strong> ambachtsman of <strong>de</strong> kunstenaar maar <strong>de</strong> <strong>in</strong>genieur beheerst <strong>de</strong> tijd. De<br />
Eifeltoren is het monument van <strong>de</strong>ze heerschappij, het teken van ‘het onvermij<strong>de</strong>lijke<br />
conflict tussen pragmatisme en estheticisme’. 17. Er was <strong>in</strong> dit soort bouwkunst geen<br />
plaats meer <strong>voor</strong> het handwerk dat eeuwen lang als grondslag dien<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
esthetische vormgev<strong>in</strong>g. 18. De d<strong>in</strong>gen waarmee men leef<strong>de</strong> wer<strong>de</strong>n praktischer maar<br />
ook onpersoonlijker en lelijker. In <strong>de</strong>ze zakelijke omgev<strong>in</strong>g verloor <strong>de</strong> mens <strong>de</strong> z<strong>in</strong><br />
<strong>voor</strong> het orig<strong>in</strong>ele. De bezorgdheid om dit verlies liet een generatie kunstenaars -<br />
Henry Van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong> is er <strong>de</strong> belangrijkste vertegenwoordiger van - <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r- en<br />
beeldhouwkunst opzij zetten om zich te wij<strong>de</strong>n aan ‘het ontwerpen van nieuwe<br />
ruimtelijke objecten waarmee en waar<strong>in</strong> men kon leven’ 19. , van vormen die <strong>in</strong> een<br />
‘nieuwe kunst’ <strong>in</strong>genieur en ambachtsman met elkaar zou<strong>de</strong>n verzoenen.<br />
De Art Nouveau is op <strong>de</strong> eerste plaats <strong>de</strong> kunst van <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustriële maatschappij,<br />
<strong>de</strong> vertolkster van<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Art Nouveau-w<strong>in</strong>tertu<strong>in</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> Osystraat te Antwerpen<br />
Bloemenzaak <strong>in</strong> <strong>de</strong> Kon<strong>in</strong>gstraat te Brussel van Paul Hankar 1899<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
159<br />
Trap <strong>in</strong> het huis Tassel, van Victor Horta, <strong>in</strong> <strong>de</strong> P.-E. Jansonstraat te Brussel, 1893<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
160<br />
Huis <strong>de</strong> Sa<strong>in</strong>t-Cyr op <strong>de</strong> Ambiorixsquare te Brussel, van Gustave Strauven, rond 1896<br />
het geloof <strong>in</strong> <strong>de</strong> technische <strong>voor</strong>uitgang. Maar tegelijk stigmatiseert zij <strong>de</strong> domheid<br />
van <strong>de</strong> ‘standardisatie’ en belijdt zij <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> ambachtelijke produktie. De<br />
spann<strong>in</strong>g tussen <strong>de</strong>ze twee onverzoenlijke strekk<strong>in</strong>gen maakt haar tot een teken van<br />
<strong>de</strong> onzekerheid. Het is <strong>de</strong> onzekerheid van het ‘kwaad geweten’ 20. waarmee een<br />
samenlev<strong>in</strong>g zit die met haar verle<strong>de</strong>n heeft gebroken en toch niet durft geloven <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> onfeilbaarheid van haar cultuur, die verheerlijkt wat <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n vernietigt<br />
en <strong>de</strong>ze waar<strong>de</strong>n hoopt te behou<strong>de</strong>n door ze <strong>in</strong> te planten <strong>in</strong> een <strong>voor</strong> hen do<strong>de</strong>lijke<br />
grond.<br />
De spann<strong>in</strong>gen tussen <strong>de</strong> bourgeoisie die haar welvaart dankt aan <strong>de</strong> opmars van<br />
<strong>de</strong> techniek, en <strong>de</strong> wereld van <strong>de</strong> arbeid die <strong>de</strong>ze triomf mogelijk maakte maar er<br />
niet <strong>in</strong> <strong>de</strong>elt, zijn <strong>de</strong> bewuste dimensie van <strong>de</strong> disharmonie <strong>in</strong> <strong>de</strong> Art Nouveau. Door<br />
<strong>de</strong> <strong>de</strong>gelijkheid van <strong>de</strong> bouwstoffen en <strong>de</strong> weel<strong>de</strong> van <strong>de</strong> versier<strong>in</strong>g drukt <strong>de</strong>ze kunst<br />
<strong>de</strong> macht uit van <strong>de</strong> heersen<strong>de</strong> klasse. Maar zij wil ook een maatschappelijke kunst<br />
zijn ‘die van <strong>de</strong> grijze ste<strong>de</strong>n verblijven <strong>voor</strong> go<strong>de</strong>n maakt’. 21. Zij hoopt <strong>de</strong> klassen<br />
z<strong>in</strong>nebeeldig naar elkaar te brengen. In <strong>de</strong> constructievormen van fabrieken,<br />
pakketboten en tre<strong>in</strong>coupés zoekt zij <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>llen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> bourgeoiswon<strong>in</strong>gen,<br />
opgetrokken met <strong>de</strong> grondstoffen van <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustriële produktie, staal, glas en cement.<br />
En aan <strong>de</strong> volksklasse schenkt zij eigen paleizen, ‘volkshuizen’ <strong>in</strong> burgerlijke<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
ouwtrant. Die moeten bewijzen dat licht, ruimte en sierlijkheid ook <strong>voor</strong> <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs<br />
bereikbaar zijn.<br />
Het Volkshuis dat Horta van 1895 tot 1899 <strong>in</strong> Brussel bouw<strong>de</strong> met <strong>de</strong> f<strong>in</strong>ancies<br />
van <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustriële burgerij en <strong>de</strong> enthousiaste <strong>in</strong>stemm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> socialistische lei<strong>de</strong>rs<br />
is het treffen<strong>de</strong> <strong>voor</strong>beeld van <strong>de</strong> pog<strong>in</strong>g om <strong>de</strong> maatschappelijke tegenstell<strong>in</strong>gen<br />
door <strong>de</strong> kunst te overbruggen. Horta zag hier<strong>in</strong> een dubbele uitdag<strong>in</strong>g: op een<br />
onmogelijke ruimte een Art Nouveau-paleis bouwen en er een huis-<strong>voor</strong>-het-volk<br />
van maken <strong>in</strong> een stijl die <strong>voor</strong> <strong>de</strong> top was <strong>voor</strong>behou<strong>de</strong>n, ‘een huis, noteer<strong>de</strong> Horta<br />
<strong>in</strong> zijn memoires, waar<strong>in</strong> lucht en licht <strong>de</strong> weel<strong>de</strong> wer<strong>de</strong>n van krotbewoners’. In een<br />
<strong>de</strong>cor van burgerlijke welvaart zou het volk opgeleid wor<strong>de</strong>n tot weerbaarheid en<br />
tegelijk van <strong>de</strong> overvloed <strong>de</strong>r consumptiemaatschappij genieten. 22. De<br />
politiek-maatschappelijke bedoel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g was evi<strong>de</strong>nt: het Brusselse<br />
Volkshuis moest ‘het welspreken<strong>de</strong> symbool zijn van<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
X. Publicitaire compositie <strong>in</strong> Jugendstil<br />
t.o. 160<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
161<br />
het geïnteresseer<strong>de</strong> verbond tussen <strong>de</strong> progressieve <strong>in</strong>dustriëlen en <strong>de</strong><br />
arbei<strong>de</strong>rsbeweg<strong>in</strong>g die <strong>voor</strong> het reformisme had geopteerd’. 23. Maar door haar<br />
bereidheid om <strong>de</strong> volksklasse te laten <strong>de</strong>len <strong>in</strong> <strong>de</strong> technisch-esthetische triomf van<br />
<strong>de</strong> Art Nouveau beleed <strong>de</strong> bourgeoisie ook haar zorg <strong>voor</strong> het potentiële gevaar van<br />
het proletariaat. Zij hoopte dat <strong>de</strong> stoffelijke <strong>voor</strong><strong>de</strong>len, verpakt <strong>in</strong> een Art<br />
Nouveaugeschenk, van <strong>de</strong>ze gevaarlijke klasse een bruikbare me<strong>de</strong>werker kon<strong>de</strong>n<br />
maken <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re opbouw van <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustriële maatschappij.<br />
Door <strong>de</strong> afbraak van het Horta-volkshuis <strong>in</strong> 1964 g<strong>in</strong>g een historisch document<br />
verloren, een <strong>in</strong> vormen gestold teken van <strong>de</strong> tijdsgeest die zo zeer van onrust was<br />
doortrokken dat <strong>de</strong> weel<strong>de</strong> van <strong>de</strong> be<strong>voor</strong>rechten een lokmid<strong>de</strong>l werd om <strong>de</strong> onterf<strong>de</strong>n<br />
tot <strong>in</strong>strumenten te maken <strong>voor</strong> het behoud van <strong>de</strong> privileges <strong>de</strong>r bezitters.<br />
Deze vreem<strong>de</strong> situatie, zo verschillend van het zelfzekere paternalisme vijftig jaar<br />
vroeger, is <strong>de</strong> onverwachte uitloper van een eeuw volksontvoogd<strong>in</strong>g. Die maakte<br />
van het traditiegebon<strong>de</strong>n èn on<strong>de</strong>rdanige volk een ontwortel<strong>de</strong> groep. Zij haal<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />
volksklasse uit <strong>de</strong> dienstwilligheid maar vernietig<strong>de</strong> ook haar persoonlijkheid, zodat<br />
zij bereid was om zich te verliezen <strong>in</strong> <strong>de</strong> burgerlijke welvaartmaatschappij.<br />
De geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> volksontvoogd<strong>in</strong>g beg<strong>in</strong>t <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren <strong>de</strong>rtig maar zij behoort<br />
tot <strong>de</strong> Belle Epoque omdat pas toen haar diepere z<strong>in</strong> dui<strong>de</strong>lijk werd.<br />
Het Brussels Volkshuis van Victor Horta<br />
E<strong>in</strong>dnoten:<br />
1. Blanchard, 262; Augu<strong>in</strong> III, 52.<br />
2. Belgique illustrée II, 128; He<strong>in</strong>s, 76; Greyson 1888, 250; Roche, 38-56; Augu<strong>in</strong> III, 18-19.<br />
3. Belgique illustrée II, 144 (M. He<strong>in</strong>s); Deiss 1899, 294; Lemonnier 1888, 426; Augu<strong>in</strong> IV, 15-18,<br />
25-26.<br />
4. Coornaert, 191, 195; Belgique illustrée II, 142 (M. He<strong>in</strong>s); Lemonnier 1888, 426; Op<strong>de</strong>dr<strong>in</strong>ck,<br />
43-53; Van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong>, 67-68; Augu<strong>in</strong> IV, 113, 118; Blanchard, 261.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
5. Belgique illustrée II, 146, 154 (M. He<strong>in</strong>s); Blanchard, 262; Augu<strong>in</strong> II, 14-22; Verstappen 1971,<br />
80.<br />
6. Lemonnier 1888, 434, 437; Belgique illustrée II, 160-161; Augu<strong>in</strong> II, 3, 7-10; BKH 1971,<br />
129-130 (B. Bijnens); Verstappen 1971, 65; De Zuttere 1909, 31.<br />
7. Augu<strong>in</strong> III, 36-74; Corr, 122-128; Bilé, 56, 67-68; A. Snie<strong>de</strong>rs 1878 A, 190.<br />
8. Rapport Osten<strong>de</strong> 1896, 118-119, 1899, 179; Daye, 60-63; Augu<strong>in</strong> II, 51-52, 78, 114, 125;<br />
Valabrègue, 255; Lemonnier 1888, 413.<br />
9. Mars, passim; Van Deuren, 149; Augu<strong>in</strong> II, 80-81, 88; Daye, 64.<br />
10. Haas, 17.<br />
11. Braun-Ronsdorf, 174; Gallo, 123-128.<br />
12. Braun-Ronsdorf, 141-142, 169-176; Gallo, 125.<br />
13. NBI 1898-1899, 349-350.<br />
14. Haas, 10; Morice, 29-30; Demeure, 46.<br />
15. Hammacher, 19-20; Borsi, 16-17, 20; Van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong>, 93.<br />
16. Borsi, 16, 24; Hammacher, 19.<br />
17. Borsi, 24.<br />
18. Hammacher, 22.<br />
19. Hammacher, 20.<br />
20. Borsi, 25.<br />
21. E. Picard, gecit. Borsi, 26.<br />
22. Borsi, 80.<br />
23. Borsi, 22.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
162<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Z<strong>in</strong> van <strong>de</strong> volksontvoogd<strong>in</strong>g<br />
Jacob Kats <strong>de</strong> volksvriend<br />
163<br />
In <strong>de</strong>n beg<strong>in</strong>ne was Jacob Kats. Deze <strong>in</strong> Antwerpen geboren en <strong>in</strong> Brussel leven<strong>de</strong><br />
wever-on<strong>de</strong>rwijzer hield <strong>in</strong> augustus 1836, <strong>in</strong> ‘Het Wit Peerd’ <strong>in</strong> <strong>de</strong> Fabriekstraat,<br />
zijn eerste meet<strong>in</strong>g ‘<strong>voor</strong> <strong>de</strong> werken<strong>de</strong> klasse’. Een paar hon<strong>de</strong>rd ‘werklie<strong>de</strong>n van<br />
alle soorten’ wer<strong>de</strong>n er aangemaand om ‘braaf’ te zijn, dronkenschap en<br />
kermisvermaak te vermij<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> ‘verdrukkers’ geen aanleid<strong>in</strong>g te geven om het<br />
volk te verachten. Het publiek applaudisseer<strong>de</strong> en beloof<strong>de</strong> ‘zijn best te doen’. 1. Wie<br />
kon vermoe<strong>de</strong>n dat hiermee een beweg<strong>in</strong>g begon die na een rijp<strong>in</strong>gsproces van enkele<br />
<strong>de</strong>cennia <strong>de</strong> volksklasse uit <strong>de</strong> gedweeheid zou halen?<br />
Tot <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren veertig bleef Kats met wisselen<strong>de</strong> regelmaat volksmeet<strong>in</strong>gs <strong>in</strong><br />
Brussel beleggen. De drie tot vierhon<strong>de</strong>rd toehoor<strong>de</strong>rs kregen lessen <strong>in</strong> republike<strong>in</strong>s<br />
egalitarisme en kle<strong>in</strong>burgerlijk <strong>de</strong>nken: het paradijs van gelijkheid en broe<strong>de</strong>rlijkheid<br />
kon wor<strong>de</strong>n bereikt door enkele eenvoudige hervorm<strong>in</strong>gen en door vlijt en maat.<br />
Men dien<strong>de</strong> geen geweld te gebruiken maar het <strong>voor</strong>beeld te geven van een oppassend<br />
leven: geen drankmisbruik, geen wallebakkerij, geen kermissen <strong>voor</strong>al want die<br />
waren een ‘volksmisleid<strong>in</strong>g’ om <strong>de</strong> werkers zoet te hou<strong>de</strong>n en nog armer te maken.<br />
De burgerij was geen vijand van het volk maar een bondgenoot <strong>in</strong> <strong>de</strong> strijd tegen ‘<strong>de</strong><br />
bankiers en exploiteurs die met hun monsterfabrieken en naamloze maatschappijen<br />
<strong>de</strong> hele burgerstand ten on<strong>de</strong>r willen brengen tot er maar twee soorten mensen meer<br />
zijn, <strong>de</strong> rijken en <strong>de</strong> armen, <strong>de</strong> heren en <strong>de</strong> slaven’. Vanaf <strong>de</strong> aanvang kreeg Kats<br />
steun en raad van <strong>de</strong> progressieven, van <strong>de</strong> Brusselse advocaat Lucien Jottrand op<br />
<strong>de</strong> eerste plaats, die een trouwe toehoor<strong>de</strong>r was van <strong>de</strong> meet<strong>in</strong>gs. 2.<br />
Openbare veiligheid, politie en geheime agenten zaten <strong>de</strong> republike<strong>in</strong>se profeet<br />
van <strong>de</strong> gelijkheid op <strong>de</strong> huid. Tegen het grondwettelijk recht op verga<strong>de</strong>ren kon <strong>de</strong><br />
politie niets beg<strong>in</strong>nen maar zij had an<strong>de</strong>re mid<strong>de</strong>len om <strong>de</strong> meet<strong>in</strong>gs onmogelijk te<br />
maken: zij dwong <strong>de</strong> herbergiers hun lokalen te sluiten <strong>voor</strong> Kats' aanhangers, zij<br />
vroeg <strong>de</strong> fabrieksbazen het bijwonen van <strong>de</strong> meet<strong>in</strong>gs te verbie<strong>de</strong>n, zij stuur<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />
bijeenkomsten door provocatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> war. De Brusselse politiecommissaris Courouble<br />
muntte uit <strong>in</strong> dit soort herrieschopperij: hij kon een meet<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nenvallen, vloekend<br />
om ‘een liter faro’ roepen en <strong>de</strong> hele zitt<strong>in</strong>g lang <strong>de</strong> sprekers tergen en uitdagen tot<br />
het gebrul e<strong>in</strong>dig<strong>de</strong> met vechtpartijen en arrestaties. Kats probeer<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze h<strong>in</strong><strong>de</strong>rlagen<br />
uit <strong>de</strong> weg te gaan. Fi<strong>de</strong>el berichtte hij het college van burgemeester en schepenen<br />
over <strong>de</strong> gep<strong>land</strong>e verga<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen, en als hij rellen verwachtte vroeg hij een or<strong>de</strong>dienst<br />
op eigen kosten. Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk haal<strong>de</strong> <strong>de</strong> provocatie hem neer: <strong>in</strong> 1840 werd hij met<br />
enkele an<strong>de</strong>re lei<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> meet<strong>in</strong>g veroor<strong>de</strong>eld tot zes maan<strong>de</strong>n gevangenisstraf,<br />
tweeduizend frank boete en het verlies van zijn burgerrechten <strong>voor</strong> vijf jaar. Zijn<br />
blad Den Volksvriend g<strong>in</strong>g hieraan ten on<strong>de</strong>r en <strong>de</strong> meet<strong>in</strong>gs vielen een tijd stil. 3.<br />
De herrie versterkte het effect van <strong>de</strong> meet<strong>in</strong>gs op het gehoor van Brusselse<br />
ambachtslie<strong>de</strong>n en platte<strong>land</strong>ers. Jaren lang, week na week, kwamen zij luisteren<br />
naar hun ‘orakel’, naar <strong>de</strong> tribuun die hun taal sprak en tot hun klasse behoor<strong>de</strong>, die<br />
hen loshaakte uit <strong>de</strong> gelatenheid en leer<strong>de</strong> geloven <strong>in</strong> een rechtvaardige maatschappij.<br />
Van <strong>de</strong> toehoor<strong>de</strong>rs verspreid<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze verwacht<strong>in</strong>g zich over <strong>de</strong> volksbuurten. De<br />
kle<strong>in</strong>e lie<strong>de</strong>n begonnen met an<strong>de</strong>re ogen naar <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijken <strong>voor</strong> hun ellen<strong>de</strong><br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
te kijken: overheid, politie en rijke burgerij leer<strong>de</strong>n zij zien als <strong>de</strong> vijandige klasse<br />
en zichzelf als een saamhorige groep.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Titelbladzij<strong>de</strong><br />
164<br />
De zestien bewaar<strong>de</strong> nummers van Den Volksvriend 4. helpen begrijpen wat <strong>de</strong> meet<strong>in</strong>gs<br />
<strong>in</strong> het volkse Brussel hebben teweeggebracht. Belangrijker dan het vage<br />
republike<strong>in</strong>s-egalitaire programma was <strong>de</strong> opleid<strong>in</strong>g, naar <strong>de</strong> beschei<strong>de</strong>n maat van<br />
het haast ongeletter<strong>de</strong> publiek, tot politiek <strong>de</strong>nken - op <strong>de</strong> meet<strong>in</strong>gs werd on<strong>de</strong>r meer<br />
<strong>de</strong> grondwet ontleed en <strong>in</strong> republike<strong>in</strong>s<strong>de</strong>mocratische z<strong>in</strong> verbeterd - en tot vrijz<strong>in</strong>nig<br />
anticlericalisme. Uitvallen tegen <strong>de</strong> priesters die van <strong>de</strong> godsdienst een bijgeloof<br />
maakten om het volk te mislei<strong>de</strong>n en on<strong>de</strong>rdanig te hou<strong>de</strong>n, of tegen ‘<strong>de</strong> Mechelse<br />
bisschop’ die een bondgenoot was van ‘onze protestantse vrijmetselaarskon<strong>in</strong>g’,<br />
‘twee zotten die ons met al hun zottigheid op een fijne wijze verneuken’, sloegen <strong>in</strong><br />
en wer<strong>de</strong>n op ‘daverend handgeklap en voetgetrappel’ onthaald. Dergelijke d<strong>in</strong>gen<br />
hoor<strong>de</strong> men meer <strong>in</strong> het openbare leven, maar nieuw was <strong>de</strong> verspreid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
volksbuurten van <strong>de</strong> geest die er achter schuil<strong>de</strong>: <strong>voor</strong> <strong>de</strong> eerste keer leer<strong>de</strong> een <strong>de</strong>el<br />
van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke volksklasse <strong>de</strong> hatelijkheid zien van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rdanigheid en <strong>de</strong><br />
berust<strong>in</strong>g. 5.<br />
Kats' toneelwerk verspreid<strong>de</strong>, populair en bevattelijk, <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> i<strong>de</strong>eën als <strong>de</strong> meet<strong>in</strong>gs.<br />
In <strong>de</strong>ze rudimentaire stukken kon het publiek zijn hart ophalen aan <strong>de</strong> charges tegen<br />
<strong>de</strong> geestelijkheid, <strong>de</strong> rijken en <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g. Het schaterlachte om pastoor ‘Sluyp’ 's<br />
geniepige en vergeefse pog<strong>in</strong>gen, <strong>de</strong> vrouw van ‘<strong>de</strong>n verlichten Boer’, een discipel<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
van Lamennais, te verlei<strong>de</strong>n en tussendoor kreeg het nuttige lessen <strong>in</strong> broe<strong>de</strong>rlijkheid<br />
mee. Uit De <strong>voor</strong>bereid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> kiez<strong>in</strong>g aan <strong>de</strong> herberg leer<strong>de</strong> het hoe listig <strong>de</strong><br />
geestelijkheid <strong>de</strong> nietverlichte kiezers on<strong>de</strong>r druk wist te zetten en hoe weldoen<strong>de</strong><br />
het algemeen stemrecht zou zijn. 6.<br />
In <strong>de</strong> schoot van zijn ‘Maetschappij <strong>de</strong>r Verbroe<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g’, een leesgenootschap waar<br />
on<strong>de</strong>r meer een vertal<strong>in</strong>g van Lamennais' Paroles d'un croyant werd <strong>voor</strong>gelezen,<br />
stichtte Kats <strong>in</strong> 1835 een toneelgroep die <strong>in</strong> <strong>de</strong>cember <strong>in</strong> een zaaltje van <strong>de</strong><br />
Cellebroe<strong>de</strong>rsstraat het eerste stuk uit het repertoire, Klaes Ly<strong>de</strong>n, opvoer<strong>de</strong>. Het<br />
gehoor van arbei<strong>de</strong>rs en republike<strong>in</strong>se radicalen juichte <strong>de</strong> aanvallen op <strong>de</strong> kon<strong>in</strong>g<br />
en <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g toe en zong aan het slot, samen met <strong>de</strong> acteurs, het A bas la calotte.<br />
De volgen<strong>de</strong> maan<strong>de</strong>n en jaren <strong>de</strong>ed Kats met zijn troep <strong>de</strong> ron<strong>de</strong> van <strong>de</strong> herbergen<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> bene<strong>de</strong>nstad. Het publiek van gemid<strong>de</strong>ld een hon<strong>de</strong>rdtal volksmensen kreeg er<br />
een schol<strong>in</strong>g die later door <strong>de</strong> meet<strong>in</strong>gs werd bevestigd. Meet<strong>in</strong>gs en toneel groei<strong>de</strong>n<br />
gelei<strong>de</strong>lijk als <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van éénzelf<strong>de</strong> verlicht<strong>in</strong>g.<br />
Op een zondag <strong>in</strong> oktober 1844 woon<strong>de</strong> <strong>de</strong> latere cultuurhistoricus Karl Grün een<br />
meet<strong>in</strong>g bij <strong>in</strong> een zaaltje aan het Noordstation. Hij zag er tweehon<strong>de</strong>rd<br />
‘handarbei<strong>de</strong>rs’ gespannen luisteren naar ‘<strong>de</strong> diepe basstem’ van <strong>de</strong> ‘agitator’. 's<br />
Avonds hield Kats <strong>in</strong> hetzelf<strong>de</strong> zaaltje een toneelrepetitie van Den verlichten Boer<br />
en De hon<strong>de</strong>rdjarige grijsaard. Hij was nu ‘regisseur, acteur, koorlei<strong>de</strong>r, souffleur<br />
en lampenist tegelijk’. Geboeid zat Grün te kijken naar het merkwaardige vertoon.<br />
Hij ‘lachte tranen’ om <strong>de</strong> koddige situaties op <strong>de</strong> planken en bewon<strong>de</strong>r<strong>de</strong> ‘<strong>de</strong><br />
onvermoeibare proletariër die, ten koste van zijn rust en vaak ook van zijn vrijheid,<br />
met zijn talent ten dienste stond van <strong>de</strong> volksklasse’.<br />
Kats' toneel bleef lang nawerken. Het stond op het repertoire van <strong>de</strong> troepen, ook<br />
buiten Brussel. Den verlichten Boer werd heruitgegeven en zelfs <strong>in</strong> het Frans vertaald. 7.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
165<br />
In 1839 probeer<strong>de</strong> Kats <strong>de</strong> meet<strong>in</strong>gbeweg<strong>in</strong>g uit te brei<strong>de</strong>n buiten Brussel. In Gent,<br />
waar toen <strong>de</strong> textielarbei<strong>de</strong>rs zich roer<strong>de</strong>n, trad hij het hele jaar 1839 op, samen met<br />
Jottrand en <strong>de</strong> Gentse advocaat Charles Spilthoorn. Veel toeloop had<strong>de</strong>n zij niet<br />
want, zo berichtte <strong>de</strong> gouverneur, ‘Kats sprak het Vlaams van Gent slecht’ en ‘ken<strong>de</strong><br />
<strong>de</strong> volkse uitdrukk<strong>in</strong>gen niet die het meest <strong>in</strong>druk maken op <strong>de</strong> massa’. Vermoe<strong>de</strong>lijk<br />
ook had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Gentse fabrieksarbei<strong>de</strong>rs maar een matige belangstell<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> het<br />
kle<strong>in</strong>burgerlijk egalitaire i<strong>de</strong>aal van <strong>de</strong> sprekers. Kats beschouw<strong>de</strong>n zij als een<br />
vreemdsoortige predikant wiens optre<strong>de</strong>n een uurtje pret beloof<strong>de</strong>. 8.<br />
Zowel Antwerpen als Kortrijk bleken onneembare burchten. Toen Kats'<br />
meet<strong>in</strong>gplannen <strong>in</strong> Kortrijk bekend wer<strong>de</strong>n zette burgemeester <strong>de</strong> Bethune <strong>de</strong><br />
herbergiers on<strong>de</strong>r druk en overtuig<strong>de</strong> hij <strong>de</strong> fabrikanten om ‘met alle mid<strong>de</strong>len’ <strong>de</strong><br />
arbei<strong>de</strong>rs buiten <strong>de</strong> meet<strong>in</strong>g te hou<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> kazerne stond een compagnie paraat.<br />
Als Kats zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> stad waagt, zei een sergeant aan geheimagent Richard, ‘krijgt hij<br />
meteen zijn paspoort: Kortrijk is Brussel niet’. De burgemeester, die had veron<strong>de</strong>rsteld<br />
‘dat <strong>de</strong>ze dwaasheid zou overwaaien’, hoor<strong>de</strong> met verstomm<strong>in</strong>g van Kats' bedoel<strong>in</strong>g<br />
om op 18 november 1839 een meet<strong>in</strong>g te hou<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het café ‘Tivoli’. De bijeenkomst<br />
g<strong>in</strong>g door maar werd een flop. Toen <strong>de</strong> sprekers <strong>de</strong> ‘Tivoli’ verlieten stootten zij op<br />
een dreigen<strong>de</strong> ben<strong>de</strong> jonge mannen. Kats vluchtte naar het station en <strong>de</strong> rest verdween<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> herbergen van <strong>de</strong> omtrek. Twee weken later kwam Kats terug, met Jottrand en<br />
Spilthoorn. De ‘Tivoli’ was nu stampvol en <strong>in</strong> <strong>de</strong> straat had<strong>de</strong>n een achttal agenten<br />
postgevat, maar er <strong>de</strong><strong>de</strong>n zich geen ongeregeldhe<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>. Daarna verdween <strong>de</strong><br />
meet<strong>in</strong>g spoorloos uit Kortrijk. 9.<br />
Ook el<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren en <strong>in</strong> Wallonië probeer<strong>de</strong> men meet<strong>in</strong>gs te organiseren,<br />
maar <strong>de</strong> adm<strong>in</strong>istrateur van <strong>de</strong> veiligheid kreeg geruststellend nieuws: er dreig<strong>de</strong><br />
nergens gevaar. 10.<br />
Alleen <strong>in</strong> Temse leek <strong>de</strong> situatie zorgwekkend. Wekelijks, <strong>in</strong> november en<br />
<strong>de</strong>cember 1839, hield Emmanuel Pauwels, een brouwer en discipel van Kats, er<br />
spreekbeurten <strong>voor</strong> een talrijk publiek van <strong>land</strong>en huisarbei<strong>de</strong>rs. De burgemeester<br />
vond het be<strong>de</strong>nkelijk, want meet<strong>in</strong>gs op het platte<strong>land</strong> kon<strong>de</strong>n heel wat gevaarlijker<br />
zijn dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> stad: <strong>de</strong> ‘onweten<strong>de</strong> en lichtgelovige’ buitenlie<strong>de</strong>n beschouw<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
sprekers als ‘zeer geleer<strong>de</strong> lie<strong>de</strong>n’ die een evangelie verkondig<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> streek<br />
namen <strong>de</strong> ‘weerspannigheid’ en <strong>de</strong> ‘afkeer <strong>voor</strong> alle gezag’ met <strong>de</strong> dag toe. Als er<br />
niets werd on<strong>de</strong>rnomen zou men <strong>in</strong> ‘<strong>de</strong> anarchie’ terechtkomen.<br />
Half <strong>de</strong>cember bereikte <strong>de</strong> spann<strong>in</strong>g haar hoogtepunt. Kats zelf en Spilthoorn<br />
kwamen naar Temse en bleven er een paar dagen. Het proletariërsleger van<br />
touwslagers, wevers en kaaiwerkers begon te roeren. Thuis en <strong>in</strong> <strong>de</strong> herbergen sprak<br />
men alleen nog over <strong>de</strong> meet<strong>in</strong>g: zij haal<strong>de</strong> mensen uit <strong>de</strong> grauwheid van het werk<br />
en liet ze geloven <strong>in</strong> een betere toekomst. De Temse politiecommissaris besloot er<br />
een e<strong>in</strong><strong>de</strong> aan te maken. ‘Deze meet<strong>in</strong>gs, schreef hij aan <strong>de</strong> procureur <strong>de</strong>s Kon<strong>in</strong>gs<br />
van Den<strong>de</strong>rmon<strong>de</strong>, zitten mij tot aan <strong>de</strong> keel: ze halen zelfs <strong>de</strong> meest achtenswaardige<br />
lie<strong>de</strong>n neer.’ Hij maakte er een brochure over die hij vlijtig rondstuur<strong>de</strong>, en overhaal<strong>de</strong><br />
<strong>de</strong> pastoor van Temse ‘om op <strong>de</strong> preekstoel tegen <strong>de</strong> bijeenkomsten te don<strong>de</strong>ren en<br />
al wie ze bijwoon<strong>de</strong> te banvloeken’. Ook <strong>de</strong> pastoors uit <strong>de</strong> omtrek wer<strong>de</strong>n bewerkt.<br />
‘Ik twijfel er niet aan dat ik <strong>de</strong> meet<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nenkort zal neerslaan’ berichtte hij op 30<br />
<strong>de</strong>cember. Na een laatste spreekbeurt op 5 januari werd <strong>de</strong> zaak <strong>in</strong><strong>de</strong>rdaad opgedoekt. 11.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De twee<strong>de</strong> golf<br />
In 1843 stichtte <strong>de</strong> Brusselse schoenmaker en me<strong>de</strong>werker van Kats, Jan Peller<strong>in</strong>g,<br />
<strong>de</strong> ‘Volksmaatschappij Agneessens’, moe<strong>de</strong>rcel van een aantal volksverenig<strong>in</strong>gen:<br />
‘Jan Brey<strong>de</strong>l en Pieter De Con<strong>in</strong>ck’ <strong>in</strong> Brugge, ‘Zannek<strong>in</strong>’ <strong>in</strong> Ronse, ‘Artevel<strong>de</strong>’ <strong>in</strong><br />
Gent. Deze groepen werkten <strong>in</strong> <strong>de</strong> geest van Kats. Zij <strong>de</strong><strong>de</strong>n aan <strong>de</strong>mocratische en<br />
vrijz<strong>in</strong>nige volksbeschav<strong>in</strong>g en reken<strong>de</strong>n op het bondgenootschap van <strong>de</strong> progressieve<br />
burgerij om <strong>de</strong> republiek te vestigen. Maar zij tel<strong>de</strong>n slechts een paar tientallen le<strong>de</strong>n<br />
en <strong>de</strong> spreekbeurten die zij organiseer<strong>de</strong>n trokken een dungezaaid publiek van <strong>de</strong>rtig<br />
tot veertig toehoor<strong>de</strong>rs. Na <strong>de</strong> mislukk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> hongermars <strong>in</strong> 1846, die <strong>de</strong><br />
volksmaatschappijen gezamenlijk had<strong>de</strong>n gep<strong>land</strong>, werd <strong>de</strong> machteloosheid nog<br />
opvallen<strong>de</strong>r: het aantal toehoor<strong>de</strong>rs was nu zo kle<strong>in</strong> dat <strong>de</strong> sprekers soms <strong>de</strong> moed<br />
niet had<strong>de</strong>n om het woord te nemen. In <strong>de</strong> hongerjaren was het volk te lusteloos om<br />
nog te luisteren naar <strong>de</strong> profeten. 12.<br />
Toch waren <strong>de</strong> maatschappijen niet onbelangrijk. Zij vorm<strong>de</strong>n <strong>de</strong> schakel tussen<br />
Kats en <strong>de</strong> ontvoogd<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> jaren vijftig en zestig: <strong>de</strong> enkele aanhangers werkten<br />
ver<strong>de</strong>r als een <strong>de</strong>sem <strong>in</strong> <strong>de</strong> volksbuurten en hiel<strong>de</strong>n het klassebewustzijn levendig<br />
dat Kats' meet<strong>in</strong>gs en toneel er had<strong>de</strong>n opgewekt.<br />
In het revolutiejaar 1848 kreeg <strong>de</strong> beweg<strong>in</strong>g nieuw leven door <strong>de</strong> alliantie van <strong>de</strong><br />
republike<strong>in</strong>se progres-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
166<br />
Belgische republike<strong>in</strong>en trekken <strong>de</strong> grens over bij Risquons- Tout (<strong>in</strong> feite op 29 maart 1848)<br />
sisten en <strong>de</strong> volkslei<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> <strong>de</strong> ‘Association démocratique <strong>in</strong>ternationale’. Een tijd<br />
lang dreef het bondgenootschap op <strong>de</strong> spann<strong>in</strong>g die <strong>de</strong> februari-revolutie <strong>in</strong> Parijs<br />
verwekte. Het roer<strong>de</strong> <strong>in</strong> Brussel, <strong>in</strong> Brugge, <strong>in</strong> <strong>de</strong> Bor<strong>in</strong>age, <strong>in</strong> vele kle<strong>in</strong>ere ste<strong>de</strong>n<br />
waar <strong>de</strong>mocratische verenig<strong>in</strong>gen en broe<strong>de</strong>rschappen uit <strong>de</strong> grond rezen, <strong>in</strong> Gent<br />
<strong>voor</strong>al: <strong>de</strong> uitzon<strong>de</strong>rlijk strenge w<strong>in</strong>ter leg<strong>de</strong> er vele bedrijven stil zodat <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs<br />
met duizen<strong>de</strong>n <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> en rond <strong>de</strong> stad kon<strong>de</strong>n bijwonen. 13.<br />
Het echec van Risquons-Tout en <strong>de</strong> hierop volgen<strong>de</strong> repressie rem<strong>de</strong>n <strong>de</strong> beweg<strong>in</strong>g<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> rest van <strong>de</strong> zomer af, maar <strong>in</strong> januari 1849 herbegonnen <strong>de</strong> meet<strong>in</strong>gs <strong>in</strong> Gent.<br />
Het was geen louter lokale aangelegenheid, dacht <strong>de</strong> procureur-generaal, maar ‘<strong>de</strong><br />
ge<strong>de</strong>eltelijke realisatie van een breed opgezette republike<strong>in</strong>se propaganda’. E<strong>in</strong>d<br />
februari 1849 maakte <strong>de</strong> politie-repressie een e<strong>in</strong><strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Gentse bijeenkomsten<br />
maar over het hele <strong>land</strong> bleven manifestaties, vaak met <strong>de</strong> ro<strong>de</strong> vlag, <strong>de</strong> spann<strong>in</strong>g<br />
voe<strong>de</strong>n.<br />
Er stak iets nieuws achter <strong>de</strong> beroer<strong>in</strong>gen van 1848 en 1849. De agitatie verliep<br />
niet meer or<strong>de</strong>loos. Zij werd van boven af gep<strong>land</strong> en geleid, en <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs volg<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong> or<strong>de</strong>woor<strong>de</strong>n met een eensgez<strong>in</strong>dheid die bewees hoe snel <strong>de</strong> klassesolidariteit<br />
aan het groeien was. S<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> februari-revolutie van 1848, noteer<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />
prov<strong>in</strong>ciegouverneur van Oost-Vlaan<strong>de</strong>ren <strong>in</strong> een verslag <strong>voor</strong> <strong>de</strong> m<strong>in</strong>ister van<br />
B<strong>in</strong>nen<strong>land</strong>se Zaken, gebeurt het vaak, <strong>in</strong> Gent, dat <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs plots met duizen<strong>de</strong>n<br />
op een fluitsignaal bijeenstromen, enkele afspraken maken en weer rustig uiteengaan:<br />
er zijn dui<strong>de</strong>lijk beroepsagitatoren aan het werk die s<strong>in</strong>ds lang het terre<strong>in</strong> hebben<br />
<strong>voor</strong>bereid en respons v<strong>in</strong><strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> werkers.<br />
Dit ‘toenemend ze<strong>de</strong>nbe<strong>de</strong>rf’ schreef <strong>de</strong> gouverneur toe aan <strong>de</strong> subversieve <strong>in</strong>vloed<br />
van het republike<strong>in</strong>s<strong>de</strong>mocratische orgaan De Broe<strong>de</strong>rm<strong>in</strong> en aan <strong>de</strong> man die hij<br />
beschouw<strong>de</strong> als <strong>de</strong> bezieler van het blad, <strong>de</strong> <strong>in</strong> Gent doceren<strong>de</strong> Franse hoogleraar<br />
François Huet, ‘een vermetele sectariër die <strong>de</strong> hele agitatietactiek had opgezet’ en<br />
na zijn stu<strong>de</strong>nten nu ook het volk probeer<strong>de</strong> te be<strong>de</strong>rven. Het ontwaken van <strong>de</strong><br />
klassesolidariteit lag echter niet aan De Broe<strong>de</strong>rm<strong>in</strong> of aan Huet, die vermoe<strong>de</strong>lijk<br />
niet eens aan <strong>de</strong> redactie meewerkte, en evenm<strong>in</strong> aan het heel wat radicalere weekblad<br />
Artevel<strong>de</strong> van Spilthoorn of aan <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische pers el<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> het <strong>land</strong>. Deze<br />
ontwikkel<strong>in</strong>g was <strong>de</strong> vrucht van lang en geduldig werk: onmerkbaar<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
167<br />
had<strong>de</strong>n spreekbeurten en verga<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen een nieuwe geest verspreid <strong>in</strong> <strong>de</strong> volksbuurten<br />
van <strong>de</strong> belangrijkste ste<strong>de</strong>n.<br />
Uiterlijk bleef er na 1850 van <strong>de</strong> roerigheid niets over. De volkslei<strong>de</strong>rs uit <strong>de</strong> jaren<br />
<strong>de</strong>rtig en veertig zwegen en repressie of ontmoedig<strong>in</strong>g schakel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> progressieven<br />
uit. Maar <strong>de</strong> triomferen<strong>de</strong> burgerij besefte niet wat er <strong>voor</strong>goed veran<strong>de</strong>rd was: een<br />
<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke ambachtslie<strong>de</strong>n had gebroken met <strong>de</strong> volgzaamheid en was<br />
<strong>voor</strong>bereid op het nieuwe ontvoogd<strong>in</strong>gswerk van <strong>de</strong> vrijz<strong>in</strong>nigen. 14.<br />
Volksontvoogd<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het teken <strong>de</strong>r vrijz<strong>in</strong>nigheid<br />
In <strong>de</strong> vrijz<strong>in</strong>nige volksontvoogd<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> jaren vijftig en zestig had <strong>de</strong> vrijmetselarij<br />
geen aan<strong>de</strong>el. Slechts een paar Waalse en Brusselse loges braken met <strong>de</strong><br />
burgerlijk-conservatieve geest die <strong>de</strong> vrijmetselarij na 1848 beheerste, en alleen <strong>de</strong><br />
Luikse loge ‘La Parfaite Intelligence et l'Etoile Réunies’ waag<strong>de</strong> zich al heel vroeg<br />
aan maatschappelijk werk: <strong>in</strong> 1844 besliste zij <strong>in</strong> haar tempel lessen te geven aan<br />
‘<strong>in</strong>telligente en rechtschapen werklie<strong>de</strong>n’ om ze op te lei<strong>de</strong>n tot menselijke<br />
waardigheid. 15. In het Vlaamse <strong>land</strong>sge<strong>de</strong>elte was er van dit soort vrijmetselaarsactie<br />
geen spoor. Een aantal ambachtslie<strong>de</strong>n werkten er zich op tot vrijz<strong>in</strong>nige<br />
zelfstandigheid, maar dat gebeur<strong>de</strong> zon<strong>de</strong>r tussenkomst van <strong>de</strong> loges.<br />
In 1854 werd <strong>in</strong> Brussel <strong>de</strong> ‘Société <strong>de</strong> l'Affranchissement’ opgericht, een<br />
vrij<strong>de</strong>nkersverenig<strong>in</strong>g die haar le<strong>de</strong>n, tegen een maan<strong>de</strong>lijks lidgeld van tien<br />
centiemen, een behoorlijke èn burgerlijke begrafenis garan<strong>de</strong>er<strong>de</strong>. Door <strong>de</strong> priester<br />
af te wijzen op het beslissend moment van <strong>de</strong> dood, meen<strong>de</strong>n <strong>de</strong> stichters, brak men<br />
spectaculair met <strong>de</strong> Kerk en maakte men meteen <strong>in</strong>slaan<strong>de</strong> propaganda <strong>voor</strong><br />
ontkerkelijk<strong>in</strong>g. Deze verenig<strong>in</strong>g van ambachtslie<strong>de</strong>n en <strong>in</strong>dustriearbei<strong>de</strong>rs stak vol<br />
a<strong>de</strong>pten van ‘Monsieur Homais’ die rood aanliepen wanneer zij het woord God<br />
hoor<strong>de</strong>n en vlijtig leer<strong>de</strong>n hoe zij moesten bewijzen dat Hij niet bestond. Het<br />
‘Godsbegrip’ beschouw<strong>de</strong>n zij als ‘immoreel’, als ‘een h<strong>in</strong><strong>de</strong>rpaal <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> menselijke geest’, ‘als een mid<strong>de</strong>l om <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>r te verslaven’.<br />
De ‘Affranchis’ wil<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>voor</strong>hoe<strong>de</strong> zijn van het ontvoog<strong>de</strong> volk dat zij naar <strong>de</strong><br />
atheïstische en egalitaire republiek zou<strong>de</strong>n voeren. Over <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len om <strong>de</strong> republiek<br />
tot stand te brengen had<strong>de</strong>n zij, als men <strong>de</strong> politierapporten mag geloven, simplistische<br />
opvatt<strong>in</strong>gen. Men zal energiek moeten optre<strong>de</strong>n, zei Peller<strong>in</strong>g op een meet<strong>in</strong>g, en<br />
het kon<strong>in</strong>gdom, <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> clerus en het leger afschaffen. Welke radicale<br />
conclusies sommigen hieruit trokken bleek uit <strong>de</strong> reactie van ene Overbaer die meen<strong>de</strong><br />
dat men, om het kapitaal te vernietigen, ‘alle rijkaards, priesters en aristocraten zou<br />
moeten vermoor<strong>de</strong>n’. 16.<br />
On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> leid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Brusselse drukker Désiré Brismée tra<strong>de</strong>n <strong>in</strong> 1857 een<br />
aantal le<strong>de</strong>n uit ‘L'Af-franchissement’ en richtten ‘Les Solidaires’ op. Deze scheur<strong>in</strong>g<br />
beschouwt men doorgaans als het gevolg van een leerstellig conflict tussen <strong>de</strong><br />
<strong>voor</strong>stan<strong>de</strong>rs van een onmid<strong>de</strong>llijke revolutie - <strong>de</strong> ‘Affranchis’ - en <strong>de</strong> meer<br />
bedachtzamen die <strong>de</strong> volksklasse eerst mondig wil<strong>de</strong>n maken en <strong>in</strong> afwacht<strong>in</strong>g haar<br />
nood lenigen door on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g hulpbetoon - <strong>de</strong> ‘Solidaires’. Die leg<strong>de</strong>n <strong>in</strong><strong>de</strong>rdaad meer<br />
dan <strong>de</strong> ‘Affranchis’ het accent op <strong>de</strong> bijstand, maar overigens ziet men niet veel<br />
verschil: <strong>de</strong> twee verenig<strong>in</strong>gen bele<strong>de</strong>n hetzelf<strong>de</strong> republike<strong>in</strong>s egalitarisme en <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
antigodsdienstigheid, zij recruteer<strong>de</strong>n hun le<strong>de</strong>n <strong>in</strong> hetzelf<strong>de</strong> ambachtelijk mid<strong>de</strong>n<br />
en ijver<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> hetzelf<strong>de</strong> anarchisme. Mogelijk mag men <strong>de</strong> scheur<strong>in</strong>g gewoon<br />
toeschrijven, zoals Peller<strong>in</strong>g later beweer<strong>de</strong>, aan een persoonlijke wrok van Brismée. 17.<br />
Hoe dan ook, <strong>voor</strong> <strong>de</strong> volksontvoogd<strong>in</strong>g waren <strong>de</strong> ‘Solidaires’ belangrijker dan<br />
<strong>de</strong> ‘Affranchis’. Waar ‘L'Affranchissement’ een Brusselse aangelegenheid bleef,<br />
werkten <strong>de</strong> ‘Solidaires’ <strong>in</strong> vele ste<strong>de</strong>n en hier en daar zelfs op het platte<strong>land</strong>. Om<br />
hun aggressief ge<strong>de</strong>monstreer<strong>de</strong> antikerkelijkheid gol<strong>de</strong>n zij <strong>voor</strong> <strong>de</strong> wel<strong>de</strong>nken<strong>de</strong>n<br />
als het toppunt van god<strong>de</strong>loosheid en schurkerij: ‘een door <strong>de</strong> hel verwekte verenig<strong>in</strong>g’<br />
volgens <strong>de</strong> bisschop van Gent, een domme troep godsdiensthaters volgens Bau<strong>de</strong>laire.<br />
Na een burgerlijke begrafenis maakten zij ‘expres’ een ommetje langs een kerk of<br />
een pastorij om er een tergend wijsje ‘door hun trombones’ te blazen en hun trots uit<br />
te bazu<strong>in</strong>en omdat zij een ‘solidaire’ ‘naar 't niet had<strong>de</strong>n gestuurd’. 18.<br />
De ‘Solidaires’ waren op <strong>de</strong> eerste plaats socialisten: onkerkelijkheid en atheïsme<br />
beschouw<strong>de</strong>n zij als een stap naar een rechtvaardige maatschappij. Maar door <strong>de</strong><br />
primaire trekken van hun antigodsdienstigheid gaven zij aanleid<strong>in</strong>g tot het karikaturale<br />
beeld dat men van hen heeft opgehangen. Brismée, <strong>de</strong> <strong>in</strong>telligentste on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />
vrijz<strong>in</strong>nige volkslei<strong>de</strong>rs, besefte het ‘absur<strong>de</strong>’ van discussies over <strong>de</strong> ze<strong>de</strong>lijkheid<br />
van het Godsbeeld en <strong>de</strong> domheid van een onverdraagzaamheid tegenover gelovigen<br />
omdàt zij geloof<strong>de</strong>n. Men dien<strong>de</strong> volgens hem enkel ‘<strong>de</strong> <strong>voor</strong>oor<strong>de</strong>len van <strong>de</strong><br />
godsdienst te bestrij<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> misbruiken van haar zogenaam<strong>de</strong> bedienaars te<br />
ontmaskeren en zich te<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
168<br />
bevrij<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> uitbuit<strong>in</strong>g die zij <strong>in</strong> stand hiel<strong>de</strong>n’. Maar Brismées <strong>in</strong>vloed kon niet<br />
beletten dat <strong>de</strong> ‘Solidaires’ er hoofdzakelijk op bedacht waren, een stervend lid ‘te<br />
ontrukken aan <strong>de</strong> raven die er op aas<strong>de</strong>n’ en een fl<strong>in</strong>k <strong>de</strong>el van hun energie opbruikten<br />
aan bekvechterij met verwanten en geestelijkheid over het bezit van een lijk. 19.<br />
Als men <strong>de</strong> le<strong>de</strong>ntallen van ‘Affranchis’ en ‘Solidaires’ bekijkt is men geneigd<br />
hun betekenis te m<strong>in</strong>imaliseren. Op haar hoogtepunt <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren zestig tel<strong>de</strong><br />
‘L'Affranchissement’ een hon<strong>de</strong>rdtal le<strong>de</strong>n en trokken haar meet<strong>in</strong>gs drie- tot<br />
vierhon<strong>de</strong>rd toehoor<strong>de</strong>rs. In Brussel had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ‘Solidaires’ bij <strong>de</strong> aanvang een zestigtal<br />
aanhangers, een goe<strong>de</strong> tweehon<strong>de</strong>rd <strong>in</strong> 1875 en nog amper een tw<strong>in</strong>tigtal <strong>in</strong> 1880;<br />
buiten Brussel kon men <strong>de</strong> volgel<strong>in</strong>gen op <strong>de</strong> v<strong>in</strong>gers tellen. 20. Toch lieten<br />
‘L'Affranchissement’ en ‘Les Solidaires’ bij een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke volksklasse<br />
sporen na. Zij gebruikten eenvoudige maar nieuwe propagandamid<strong>de</strong>len: zij brachten<br />
<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n en aanhangers bijeen <strong>in</strong> een herberg, leer<strong>de</strong>n hen vrijz<strong>in</strong>nige en <strong>de</strong>mocratische<br />
lie<strong>de</strong>ren z<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong>doctr<strong>in</strong>eer<strong>de</strong>n zo langzaam <strong>de</strong> geesten met <strong>de</strong> toekomstdroom<br />
van een maatschappij die van haar verdrukkers bevrijd was. De precieze omvang<br />
van <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>doctr<strong>in</strong>atie kan men niet achterhalen, maar zij reikte ver<strong>de</strong>r dan <strong>de</strong> enkele<br />
tientallen le<strong>de</strong>n of <strong>de</strong> paar hon<strong>de</strong>rd toehoor<strong>de</strong>rs op <strong>de</strong> meet<strong>in</strong>gs. Het buurtleven <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n spreid<strong>de</strong> het maatschappelijk verzet en <strong>de</strong> antikerkelijke vrijz<strong>in</strong>nigheid uit<br />
over alle volkswijken. Een teken hiervan is <strong>de</strong> vermenigvuldig<strong>in</strong>g, <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren zestig<br />
en zeventig, van <strong>de</strong> rationalistische volksverenig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> Brussel en over het hele<br />
<strong>land</strong> 21. : hiervan maakten diegenen <strong>de</strong>el uit die <strong>de</strong> contestatie van maatschappij en<br />
Kerk <strong>in</strong> het arbei<strong>de</strong>rsmid<strong>de</strong>n <strong>in</strong>plantten.<br />
Rond 1880 liep <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van ‘L'Affranchissement’ en ‘Les Solidaires’ ten<br />
e<strong>in</strong><strong>de</strong>. De verga<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen wer<strong>de</strong>n nog maar sporadisch bijgewoond en <strong>de</strong> laatste<br />
aanhangers bleven alleen met hun haat <strong>voor</strong> ‘het canaille dat ons regeert’. 22. De<br />
arbei<strong>de</strong>rsklasse keer<strong>de</strong> <strong>de</strong> steriele vrij<strong>de</strong>nkerij <strong>de</strong> rug toe en begon uit te kijken naar<br />
<strong>de</strong> zakelijkheid van het partijsocialisme. Maar <strong>voor</strong> dit socialisme had<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
‘Affranchis’ en <strong>de</strong> ‘Solidaires’ <strong>de</strong> weg geëffend.<br />
De progressieven leren het volk luisteren<br />
Een nog belangrijker spoor trokken <strong>de</strong> volks<strong>voor</strong>drachten die, meer dan <strong>de</strong> cenakeltjes<br />
van vrijz<strong>in</strong>nigen, uitgroei<strong>de</strong>n tot massale gebeurtenissen. Het <strong>in</strong>itiatief kwam uit<br />
Antwerpen: <strong>in</strong> 1863-1864 organiseer<strong>de</strong> <strong>de</strong> verbruikscoöperatief ‘De Algemene<br />
Werkmansbond’ een tiental lez<strong>in</strong>gen om <strong>de</strong> volksmensen ‘te verlichten en te<br />
beschaven’.<br />
De i<strong>de</strong>e om werklie<strong>de</strong>n <strong>in</strong> een conferentiezaal bijeen te brengen vond weerklank:<br />
<strong>in</strong> 1864-1865 wer<strong>de</strong>n over het hele Vlaamse <strong>land</strong> rond <strong>de</strong> tweehon<strong>de</strong>rdvijftig lez<strong>in</strong>gen<br />
gehou<strong>de</strong>n. 23. Antwerpen bleef het <strong>voor</strong>beeld geven. Vier seizoenen lang, tot <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
lente van 1868, organiseer<strong>de</strong> een door progressieven op-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Vrijmetselaarsbegrafenis van Jan Van Rijswijck, 1906<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
169<br />
gericht ‘Komiteit <strong>de</strong>r Volks<strong>voor</strong>drachten’ elke maandag lez<strong>in</strong>gen over<br />
gezondheidsleer, over ou<strong>de</strong> en nieuwe geschie<strong>de</strong>nis en over <strong>de</strong> grondwet. Gespannen<br />
luister<strong>de</strong>n <strong>de</strong> zeshon<strong>de</strong>rd tot duizend toehoor<strong>de</strong>rs naar <strong>de</strong>ze taaie on<strong>de</strong>rwerpen.<br />
Men hoor<strong>de</strong> op <strong>de</strong> spreekbeurten geen revolutionaire of socialistische taal. De<br />
progressieve re<strong>de</strong>naars wil<strong>de</strong>n alleen maar, <strong>in</strong> een geest van verdraagzaamheid en<br />
vrij on<strong>de</strong>rzoek, <strong>de</strong> mensen <strong>voor</strong>lichten over hun rechten en plichten en ze opwekken<br />
tot zelfstandigheid. ‘Onze twee jaar <strong>voor</strong>drachten, zei <strong>de</strong> <strong>voor</strong>zitter van het Komiteit<br />
Victor Arnould bij het afsluiten van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> cyclus, hebben hun doel bereikt <strong>in</strong>dien<br />
zij er <strong>in</strong> slaag<strong>de</strong>n u uit <strong>de</strong> diepe onverschilligheid te halen, <strong>in</strong>dien zij u hebben laten<br />
beseffen dat er <strong>voor</strong> <strong>de</strong> mens nog iets an<strong>de</strong>rs bestaat dan het hoofd on<strong>de</strong>r dwang te<br />
buigen en naar het woord van an<strong>de</strong>ren te leven... Het zij u niet meer genoeg te<br />
luisteren. Werkt zelf, re<strong>de</strong>neert, overweegt en spreekt tot uw makkers wanneer gij<br />
meent <strong>in</strong> <strong>de</strong> waarheid te zijn’. ‘Het is zeker, zei Arnould een jaar later, dat velen<br />
on<strong>de</strong>r u an<strong>de</strong>rs zijn gewor<strong>de</strong>n en iets meer gevoelen dan op <strong>de</strong> avond toen wij <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong> eerste keer een oproep tot u richtten. Vergis ik mij wanneer ik meen dat <strong>de</strong> hier<br />
aanwezige werklie<strong>de</strong>n zich on<strong>de</strong>r elkaar meer verenigd voelen en bewuster zijn<br />
gewor<strong>de</strong>n van hun macht, hun rechten en hun waardigheid?’ Dat hij zich niet vergiste<br />
bewees een groep ambachtslie<strong>de</strong>n uit het gehoor. Zij besloten niet langer meer te<br />
‘luisteren’ maar zelf te han<strong>de</strong>len en richtten, <strong>in</strong> 1867 het ‘Volksverbond’ op dat <strong>de</strong><br />
hoeksteen werd van het socialisme <strong>in</strong> Antwerpen. 24.<br />
Ie<strong>de</strong>r jaar liet het Komiteit <strong>de</strong>r Volks<strong>voor</strong>drachten <strong>de</strong> tekst van <strong>de</strong> lez<strong>in</strong>gen drukken<br />
en kosteloos on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> toehoor<strong>de</strong>rs versprei<strong>de</strong>n. Een aantal gemeenten bestel<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze<br />
boekjes om naar het Antwerpse <strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong>drachten <strong>in</strong> te richten. In Gent zette<br />
het Willemsfonds zich hier<strong>voor</strong> <strong>in</strong>. Max Rooses <strong>in</strong>augureer<strong>de</strong> er <strong>in</strong> 1868 een reeks<br />
lez<strong>in</strong>gen <strong>voor</strong> een arbei<strong>de</strong>rspubliek. ‘Het on<strong>de</strong>rwijs en <strong>de</strong> verlicht<strong>in</strong>g, zei hij, moeten<br />
het aanschijn <strong>de</strong>r aar<strong>de</strong> vernieuwen en <strong>de</strong> ongelijkheid van rechten tussen gelijke<br />
mensen wegnemen. Deze omwentel<strong>in</strong>g zal vreedzaam zijn, we<strong>in</strong>ig zaken of mensen<br />
omverwerpen maar alles verbeteren’. Het klonk vaag genoeg om niets te betekenen.<br />
Toch vroeg Rooses zich af of het niet ‘gevaarlijk’ was, <strong>in</strong> <strong>de</strong> werkman ‘lusten’ op<br />
te wekken die hem ‘verwaand’ kon<strong>de</strong>n maken en ‘m<strong>in</strong><strong>de</strong>r tevre<strong>de</strong>n met zijn staat’.<br />
Geen zorg, dacht hij: ‘<strong>de</strong> verlichte werkman’ zal <strong>in</strong>zien dat <strong>de</strong> arbeid niet ‘onterend’<br />
is als hij hem ‘vrijwillig en re<strong>de</strong>lijk’ verricht. 25. Deze geest bleef <strong>de</strong> Gentse<br />
<strong>voor</strong>drachten beheersen: op een paar<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De vlag van <strong>de</strong> af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g Fayt-lez-Manage, van <strong>de</strong> Eerste Internationale<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
170<br />
uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen na hiel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> lesgevers zich aan on<strong>de</strong>rwerpen uit een ver verle<strong>de</strong>n<br />
en verme<strong>de</strong>n zij thema's die <strong>de</strong> or<strong>de</strong> kon<strong>de</strong>n bedreigen. De eerste twee jaar kwamen<br />
‘hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n’ arbei<strong>de</strong>rs luisteren. Daarna bleven zij weg, <strong>de</strong> propaganda met affiches<br />
en ‘duizen<strong>de</strong>n strooibriefjes’ ten spijt. De spreekbeurten verwater<strong>de</strong>n tot een<br />
burgerlijke aangelegenheid, <strong>in</strong> Gent en <strong>in</strong> alle ste<strong>de</strong>n waar het Willemsfonds zich<br />
met <strong>de</strong> zaak bezig hield. Het volk, <strong>voor</strong> zover het nog kwam, kreeg er<br />
vrijz<strong>in</strong>nig-liberale en moraliseren<strong>de</strong> lessen die bestemd waren om het tij van het<br />
socialisme te doen keren. In het gehoor zag men <strong>voor</strong>al ‘dames en juffrouwen van<br />
<strong>de</strong> begoe<strong>de</strong> stand’. ‘Wij constateren met genoegen, bericht <strong>de</strong> secretaris <strong>de</strong>r<br />
Nieuwpoortse af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van het Willemsfonds <strong>in</strong> 1882, dat <strong>de</strong> volksklasse en <strong>de</strong><br />
buitenlie<strong>de</strong>n onze leerrijke avondston<strong>de</strong>n met groeien<strong>de</strong> gretigheid bijwonen. Wij<br />
moeten hier hul<strong>de</strong> brengen aan <strong>de</strong> dames <strong>de</strong>r hogere burgerij, wier getal bij <strong>de</strong>ze<br />
plechtighe<strong>de</strong>n gedurig toeneemt en die aldus aan <strong>de</strong> vrouw <strong>de</strong>r lagere klasse het<br />
<strong>voor</strong>beeld geven van wetenslust en leerzucht. De werklie<strong>de</strong>n zien met genoegen dat<br />
<strong>de</strong> hogere wereld hun vermaken <strong>de</strong>elt. Zij trachten zich te volmaken om met<br />
waardigheid <strong>in</strong> gezelschap van welopgevoe<strong>de</strong> lie<strong>de</strong>n te kunnen verschijnen... Zo<br />
gaan wij met snelle schre<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>uit naar <strong>de</strong> ware <strong>de</strong>mocratie waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />
klassen weliswaar geschei<strong>de</strong>n doch <strong>in</strong>nig verbon<strong>de</strong>n zijn door een we<strong>de</strong>rzijdse<br />
genegenheid.’ 26.<br />
De bedoel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>voor</strong>drachten bleef het zuiverst bewaard bij enkele<br />
progressief-liberale en flam<strong>in</strong>gantische verenig<strong>in</strong>gen buiten het Willemsfonds, zoals<br />
<strong>de</strong> Van Maerlantskr<strong>in</strong>g van Antwerpen en <strong>de</strong> Zetternamskr<strong>in</strong>g van Gent. Maar zij<br />
stuitten op <strong>de</strong> argwaan van <strong>de</strong> liberale burgerij <strong>voor</strong> een on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g die een<br />
maatschappelijk gevaar kon wor<strong>de</strong>n en moesten <strong>in</strong> het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> jaren tachtig hun<br />
werk stopzetten bij gebrek aan f<strong>in</strong>anciële steun. 27.<br />
Rond 1870 groepeer<strong>de</strong> <strong>de</strong> Internationale alle verenig<strong>in</strong>gen die aan niet-paternalistische<br />
volksontvoogd<strong>in</strong>g <strong>de</strong><strong>de</strong>n. Hierdoor werd het effect tegelijk geconcentreerd en gespreid.<br />
De militanten zaten niet meer geïsoleerd <strong>in</strong> een paar ste<strong>de</strong>n maar zwerm<strong>de</strong>n uit over<br />
hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n punten <strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren en Wallonië. Dat zij <strong>de</strong> doctr<strong>in</strong>e van <strong>de</strong> Internationale<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> volksbuurten uitdroegen kan men niet of nauwelijks beweren. Deze tot<br />
anarchisme omgebogen Proudhoniaanse leer die on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van César De<br />
Paepe naar collectivisme evolueer<strong>de</strong> en uitmond<strong>de</strong> <strong>in</strong> het reformisme, bereikte <strong>de</strong><br />
volksklasse <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n als een onbere<strong>de</strong>neerd verzet tegen <strong>de</strong> heersers. Maar dit<br />
verdunnen was geen afzwakk<strong>in</strong>g. Door <strong>de</strong> spreid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> ruimte kreeg het<br />
klassebewustzijn een niet meer te breken levenskracht die <strong>in</strong> <strong>de</strong> laatste tw<strong>in</strong>tig jaar<br />
van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw het partijsocialisme mogelijk maakte.<br />
De vrijz<strong>in</strong>nigheid gaf het klassebesef een antigodsdienstige <strong>in</strong>houd die niet direct<br />
tot geloofsafval leid<strong>de</strong> maar <strong>de</strong> mensen toch losmaakte van een Kerk die bij <strong>de</strong><br />
burgerlijke or<strong>de</strong> aanleun<strong>de</strong>. Wanneer <strong>de</strong> naar Antwerpen uitgeweken Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong>er<br />
Jacques Van <strong>de</strong>r Ven op een meet<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Internationale te Gent, <strong>in</strong> 1877, ‘<strong>de</strong><br />
monniken en <strong>de</strong> Jezuïeten’ ‘een ras van luiaards en bedriegers’ heette, ‘wier enige<br />
bezigheid het was onweten<strong>de</strong>n te fanatiseren en te verstompen door ze een hemel te<br />
beloven waarvan ze niet eens het bestaan kunnen bewijzen’, 28. vertolkte hij een<br />
persoonlijke haat. Het illustreert niettem<strong>in</strong> het klimaat van <strong>de</strong> volksontvoogd<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong>ze jaren.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Volksontvoogd<strong>in</strong>g<br />
volksontaard<strong>in</strong>g<br />
Het woord ‘volksontvoogd<strong>in</strong>g’ heeft eigenlijk geen z<strong>in</strong>. Een ‘volk’ is een<br />
levenskrachtige gemeenschap die geen behoefte heeft aan een bevrijd<strong>in</strong>g door an<strong>de</strong>ren.<br />
Wanneer een groep zichzelf niet meer kan red<strong>de</strong>n is hij ook geen volk meer en heeft<br />
hij juist daarom ontvoogd<strong>in</strong>g nodig. Die is echter alleen maar z<strong>in</strong>vol als zij <strong>de</strong><br />
levenskracht terugschenkt.<br />
De negentien<strong>de</strong>-eeuwse ontvoogd<strong>in</strong>g wil<strong>de</strong> <strong>de</strong> volksklasse bevrij<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong><br />
onmondigheid en <strong>de</strong> ellen<strong>de</strong>. Zij slaag<strong>de</strong> daar groten<strong>de</strong>els <strong>in</strong> maar tegelijk heeft zij<br />
het geestelijk verval van het volk bevestigd dat al vroeger aan <strong>de</strong> gang was.<br />
Tot <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw waren <strong>de</strong> meeste platte<strong>land</strong>slie<strong>de</strong>n<br />
zichzelf gebleven. Voor <strong>de</strong>ze mensen kon het contact met <strong>de</strong> burgerlijk-progressieve<br />
of revolutionaire nieuwlichterij alleen maar verlies meebrengen. De enige<br />
‘ontvoogd<strong>in</strong>g’ die zij behoef<strong>de</strong>n was het verkrijgen van het stemrecht: dan kon hun<br />
levenswijsheid een toonaangeven<strong>de</strong> klank wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het openbare leven. Maar juist<br />
dat wil<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ontvoog<strong>de</strong>rs niet. Het buitenvolk, levend <strong>in</strong> bijgeloof en achterlijkheid,<br />
dien<strong>de</strong> ‘verlicht’ te wor<strong>de</strong>n vóór het <strong>in</strong>vloed kreeg, want an<strong>de</strong>rs kon het <strong>in</strong> <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n<br />
van duisterl<strong>in</strong>gen een bedreig<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong> wereld van vrijheid en <strong>voor</strong>uitgang.<br />
Het misbruik dat <strong>de</strong> Kerk van haar geestelijk gezag maakte wettig<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze vrees. En<br />
vermits ook dit misbruik tot het be<strong>de</strong>rf van het volk bijdroeg had <strong>de</strong> politieke<br />
onmondigheid een dubbel ontluisterend effect: het<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De uitgang van een Gentse fabrick (X. Mellery)<br />
171<br />
clericalisme behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>de</strong> kiezers-volksmensen als m<strong>in</strong><strong>de</strong>rjarigen en <strong>de</strong> vrijz<strong>in</strong>nigheid<br />
probeer<strong>de</strong> hun geloof uit te roeien. Wie hier<strong>voor</strong>, van <strong>de</strong> vrijz<strong>in</strong>nigen of <strong>de</strong> clericalen,<br />
<strong>de</strong> schuld krijgt is een nutteloze vraag. Alleen het resultaat heeft belang.<br />
Bij een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> platte<strong>land</strong>sbevolk<strong>in</strong>g bleef er <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste jaren na <strong>de</strong><br />
onafhankelijkheid al niet veel zelfstandigheid meer over. Wie van het <strong>land</strong> niet kon<br />
leven verkommer<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> huis<strong>in</strong>dustrie en <strong>de</strong> <strong>land</strong>arbeid of werd naar <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n<br />
gedreven. Uitbuit<strong>in</strong>g en pauperisme maakten van het stads- en <strong>land</strong>proletariaat een<br />
weerloze troep. De emancipatie was hier nodig gewor<strong>de</strong>n, maar zij heeft <strong>de</strong> mensen<br />
ver<strong>de</strong>r losgewrikt uit hun verle<strong>de</strong>n en ze b<strong>in</strong>nengevoerd <strong>in</strong> een vreem<strong>de</strong> wereld van<br />
louter materiële gelijkheid. Ongewild hebben <strong>de</strong> ontvoog<strong>de</strong>rs onmondigen gebruikt<br />
om een maatschappij te bevestigen die beheerst werd door <strong>de</strong> norm van <strong>de</strong> technische<br />
welvaart en daarom het paradijs bleef van <strong>de</strong> be<strong>voor</strong>rechten.<br />
Dit is dui<strong>de</strong>lijk wat <strong>de</strong> progressief-burgerlijke volkslei<strong>de</strong>rs betreft. Door <strong>de</strong><br />
<strong>voor</strong>drachten wil<strong>de</strong>n zij van <strong>de</strong> volksmens een vrijz<strong>in</strong>nig burgermannetje maken op<br />
wie <strong>de</strong> last van <strong>de</strong> bezittersmaatschappij bleef wegen maar die zich bevrijd kon wanen<br />
omdat hij <strong>de</strong> i<strong>de</strong>eën van zijn meesters leer<strong>de</strong> napraten.<br />
De vroegsocialisten bedoel<strong>de</strong>n niet, het ligt <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hand, hun volgel<strong>in</strong>gen tot<br />
burgerlijk <strong>de</strong>nken op te lei<strong>de</strong>n, en toch is het resultaat van hun <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen niet zo<br />
verschillend van wat <strong>de</strong> progressieven bereikten. Niettegenstaan<strong>de</strong> het afwijzen van<br />
<strong>de</strong> burgermaatschappij en het ijveren <strong>voor</strong> een gelijke <strong>de</strong>mocratie wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
socialistische beweg<strong>in</strong>gen, van Jacob Kats tot <strong>de</strong> Internationale, door <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> geest<br />
gedreven. Ook zij wil<strong>de</strong>n het volk bevrij<strong>de</strong>n door het<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
172<br />
weg te halen uit zijn geestelijke voed<strong>in</strong>gsbo<strong>de</strong>m. Kerkelijkheid en geloof moesten<br />
wor<strong>de</strong>n uitgeroeid omdat zij een mid<strong>de</strong>l waren tot uitbuit<strong>in</strong>g. Dat hierdoor het volk<br />
een over eeuwen gerijpt bezit verloor en prijsgegeven werd aan een nog do<strong>de</strong>lijker<br />
armoe<strong>de</strong> dan <strong>de</strong> ellen<strong>de</strong> waaruit men het wil<strong>de</strong> bevrij<strong>de</strong>n, kon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> vroegsocialisten<br />
niet zien omdat zij zelf traditielozen waren gewor<strong>de</strong>n die leef<strong>de</strong>n van slecht verteer<strong>de</strong><br />
doctr<strong>in</strong>es. Wie <strong>de</strong> schrikwekken<strong>de</strong> geestelijke engheid van <strong>de</strong> ‘Affranchis’ en <strong>de</strong><br />
‘Solidaires’ en, vóór hen, van <strong>de</strong> protagonisten <strong>de</strong>r meet<strong>in</strong>gs vergelijkt met <strong>de</strong> wijsheid<br />
waarvan het volksleven zelfs <strong>in</strong> <strong>de</strong> ontred<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw nog<br />
getuig<strong>de</strong>, beseft hoe be<strong>de</strong>nkelijk een ontvoogd<strong>in</strong>g moest wor<strong>de</strong>n die van <strong>de</strong>rgelijke<br />
geesten uitg<strong>in</strong>g. Niets van wat zij leer<strong>de</strong>n was uit henzelf gesproten, alles werd<br />
ontleend aan vreemd gedachtengoed. Hun uit <strong>de</strong> vrijz<strong>in</strong>nigheid geërf<strong>de</strong> opvatt<strong>in</strong>gen<br />
over het geloof en het god<strong>de</strong>lijke waren afgezwakt tot slogans. Even onpersoonlijk<br />
klonken hun i<strong>de</strong>eën over <strong>de</strong> toekomstige maatschappij.<br />
Deze ontvoog<strong>de</strong>rs mogen <strong>de</strong> vernietig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> burgerwereld nastreven en vechten<br />
<strong>voor</strong> rechtvaardigheid: <strong>de</strong> mensen waarmee zij <strong>de</strong> toekomst wil<strong>de</strong>n bouwen waren<br />
hun zelfstandigheid kwijt en kregen <strong>in</strong> <strong>de</strong> plaats daar<strong>voor</strong> <strong>de</strong> verschraal<strong>de</strong> nalatenschap<br />
van progressief burgerlijk <strong>de</strong>nken. Naast <strong>de</strong> gelei<strong>de</strong>lijke verbeter<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> materiële<br />
situatie is dit het belangrijkste resultaat van <strong>de</strong> ontvoogd<strong>in</strong>g: het volksbe<strong>de</strong>rf dat<br />
tevoren reeds begonnen was werd nu <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itief.<br />
Heloten<br />
Met bitterheid beschreef Stracke <strong>in</strong> Arm Vlaan<strong>de</strong>ren (1914) ‘het dr<strong>in</strong>ken<strong>de</strong>, zwelgen<strong>de</strong>,<br />
zuipen<strong>de</strong> volk van Vlaan<strong>de</strong>ren, <strong>de</strong> beschaaf<strong>de</strong> wereld door bekend als het zatsmerige<br />
volk’, het ‘kud<strong>de</strong>volk on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> beschaaf<strong>de</strong> rassen van Europa’. 29. Hoe was <strong>de</strong>ze rijke<br />
stam zozeer vervallen? In alle westerse <strong>land</strong>en <strong>de</strong>ed <strong>de</strong> economische uitbuit<strong>in</strong>g een<br />
proletariaat van paupers ontstaan. Waar bovendien <strong>de</strong> heersen<strong>de</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>rheid <strong>de</strong> taal<br />
van het volk misken<strong>de</strong> kreeg het verval een aparte dimensie: honger en verkrott<strong>in</strong>g<br />
g<strong>in</strong>gen er gepaard met geestelijke armoe<strong>de</strong>.<br />
Zestig jaar vóór Stracke had Edouard Ducpétiaux <strong>in</strong> zijn Mêmoire sur le pauperisme<br />
dans les F<strong>land</strong>res (1850) ‘le langage exclusif <strong>de</strong> la population flaman<strong>de</strong>’ als één <strong>de</strong>r<br />
hoofdoorzaken aangeduid van <strong>de</strong> ellen<strong>de</strong> <strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren. Hij trok er een <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hand<br />
liggen<strong>de</strong> conclusie uit: om uit <strong>de</strong> nood te geraken moesten <strong>de</strong> Vlaamse mensen Frans<br />
leren. 30. De volksontvoog<strong>de</strong>rs hebben het niet zo uitdrukkelijk gezegd<br />
Hoppluk <strong>in</strong> Brabant (A. He<strong>in</strong>s)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
173<br />
maar <strong>in</strong> feite misken<strong>de</strong>n ook zij <strong>de</strong> maatschappelijke betekenis van <strong>de</strong><br />
taalverhoud<strong>in</strong>gen en hielpen zij bestendigen wat een <strong>de</strong>r pijlers van <strong>de</strong><br />
burgerheerschappij was.<br />
De taalverhoud<strong>in</strong>g leid<strong>de</strong> tot een ‘taalprivilege’ <strong>voor</strong> <strong>de</strong> franstalige kaste en tot<br />
een ‘taalbarrière’ <strong>voor</strong> het vlaamsspreken<strong>de</strong> volk. 31. Het artikel 23 van <strong>de</strong> grondwet<br />
waarborg<strong>de</strong> <strong>de</strong> vrijheid van <strong>de</strong> taal, maar omdat <strong>de</strong> lei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> klasse Frans sprak had<br />
zij, als heersen<strong>de</strong> groep, het <strong>voor</strong>recht te eisen dat <strong>de</strong> overigen zich zou<strong>de</strong>n richten<br />
naar haar taalgebruik. Tegelijk trok dit taalprivilege een bijna onoverbrugbare kloof<br />
tussen <strong>de</strong> bezitters en <strong>de</strong> massa: wie Frans sprak behoor<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> heersen<strong>de</strong>,<br />
welvaren<strong>de</strong>, beschaaf<strong>de</strong> groep, en wie Vlaams sprak tot <strong>de</strong> onmachtigen,<br />
verpauper<strong>de</strong>n, cultuurlozen.<br />
In haar Reise-Er<strong>in</strong>nerungen (1845) vertelt Luise von Plönnies een anekdote die<br />
<strong>de</strong>ze situatie illustreert. Op een soirée bij Jan Frans Willems, ‘<strong>de</strong> va<strong>de</strong>r <strong>de</strong>r Vlaamse<br />
beweg<strong>in</strong>g’, werd zij door <strong>de</strong> vrouw <strong>de</strong>s huizes aan een <strong>in</strong>vitée <strong>voor</strong>gesteld. In het<br />
Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong>s uitte zij haar vreug<strong>de</strong> over <strong>de</strong>ze ontmoet<strong>in</strong>g met ‘een aanhangster van<br />
<strong>de</strong> Vlaamse beweg<strong>in</strong>g’. De dame bekeek haar ‘kennelijk verschrokken’. Zij murmel<strong>de</strong><br />
enige onverstaanbare woor<strong>de</strong>n en zei tenslotte: ‘Ah, que voulez-vous, c'est une langue<br />
entièrement gâtée. C'est la langue du peuple et vous excuserez, Madame, que je ne<br />
puis revenir <strong>de</strong> ma surprise <strong>de</strong> vous l'entendre parler’. 32.<br />
Een buiten<strong>land</strong>se mocht zich over <strong>de</strong>ze absurditeit verbazen, <strong>de</strong> <strong>in</strong>heemsen leek<br />
zij vanzelfsprekend. Zij was dat niet alleen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> verfranste burgerij die het<br />
Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong>s beschouw<strong>de</strong> als ‘le jargon que parlent nos servantes et nos ouvriers’,<br />
maar eveneens <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ‘flam<strong>in</strong>ganten’. Die ken<strong>de</strong>n het Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong>s grondig maar<br />
thuis en on<strong>de</strong>r elkaar spraken zij ‘onwillekeurig’ ‘<strong>de</strong> taal van <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e, beschaaf<strong>de</strong>,<br />
alvermogen<strong>de</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>rheid’. De hele burgerij, ook <strong>de</strong> vlaamsvoelen<strong>de</strong>, gaf toe aan<br />
<strong>de</strong> prestigedrang van <strong>de</strong> taalbarrière: zij schaam<strong>de</strong> zich over haar eigen taal en sprak<br />
Frans ‘zodra ook maar één vreem<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g present was’. 33.<br />
Omdat het volk verfijn<strong>de</strong> lei<strong>de</strong>rs miste die <strong>in</strong> zijn taal dachten en schreven<br />
verbaster<strong>de</strong> het tot een analfabetengroep van ‘heloten’, van mensen die het bargoens<br />
van <strong>de</strong> verdrukten spraken, die <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n en <strong>in</strong> <strong>de</strong> stations, waar alles <strong>in</strong> het Frans<br />
werd aangekondigd, verloren waren en ‘vreem<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen om raad en <strong>in</strong>licht<strong>in</strong>gen<br />
moesten vragen’, ‘domme sukkelaars die niets wisten’ en door buiten<strong>land</strong>ers als <strong>de</strong><br />
schil<strong>de</strong>rachtige resten van een on<strong>de</strong>rontwikkeld reservaat wer<strong>de</strong>n beschouwd. 34. Eén<br />
teken hiervan is <strong>de</strong> lijst<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Antwerpse be<strong>de</strong>laar on<strong>de</strong>r Franse opschriften, 1894<br />
van <strong>in</strong> het ‘Vlaams’ omgespel<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n en z<strong>in</strong>nen die H.R. Addison ten behoeve<br />
van <strong>de</strong> Engelse toeristen publiceer<strong>de</strong>: ‘Take that letter to the post’ wordt hier ‘Dracke<br />
<strong>de</strong>n brieve nar <strong>de</strong> poste’, ‘wait a little’ wordt ‘wachter bitcha’ en ‘I don't un<strong>de</strong>rstand<br />
you’ - een z<strong>in</strong>netje dat <strong>de</strong> toerist wel vaak zal nodig hebben gehad - ‘ecka verstay<br />
nay’. Addison noteer<strong>de</strong> hierbij: ‘Ik heb gepoogd <strong>de</strong>ze woor<strong>de</strong>n neer te schrijven zoals<br />
zij uitgesproken wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> boerenstand want men gebruikt het Vlaams nooit<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> omgang met <strong>de</strong> topklasse. Daar <strong>de</strong> uitspraak <strong>in</strong> bijna ie<strong>de</strong>re gemeente verschilt<br />
nam ik het centrum van Vlaan<strong>de</strong>ren als norm’. 35. De heloten die beroepshalve <strong>in</strong><br />
contact kwamen met <strong>de</strong> bourgeoisie - <strong>de</strong> ‘servantes’, <strong>de</strong> ‘coiffeurs’, <strong>de</strong> ‘garcons’, <strong>de</strong><br />
‘pe<strong>in</strong>tres-décorateurs’ - en een mondjevol Frans leer<strong>de</strong>n, versterkten nog <strong>de</strong> <strong>in</strong>druk<br />
van potsierlijkheid door het naïef ten-toon-sprei<strong>de</strong>n van hun verbaster<strong>in</strong>g. De Franse<br />
uithangbor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e ste<strong>de</strong>n en op het platte<strong>land</strong> waarvan Frans De Potter een<br />
verzamel<strong>in</strong>g bijeenlas, 36. zijn er <strong>de</strong> zielige illustratie van.<br />
De Potters' publikatie bewijst dat hij <strong>de</strong> maatschappelijke betekenis van <strong>de</strong><br />
taaiverhoud<strong>in</strong>gen aanvoel<strong>de</strong>. Hij was vanzelfsprekend niet <strong>de</strong> enige. Emmanuel Hiel<br />
verwijt <strong>de</strong> Vlaamse vrouwen hun mannen ‘<strong>de</strong> zotskap <strong>de</strong>r dwaze basterdij’ op 't hoofd<br />
te zetten door ze te leren ‘luisteren naar 't vreemd ge-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
174<br />
Met sl<strong>in</strong>gers, bloemen en merkwaardige spell<strong>in</strong>g versier<strong>de</strong> gevel <strong>in</strong> <strong>de</strong> Lange Doornikstraat, Antwerpen,<br />
1905<br />
blaat’. Pieter Frans Van Kerckhoven schrijft <strong>in</strong> zijn Koopmansklerk een filippica<br />
tegen <strong>de</strong> taaiverbaster<strong>in</strong>g en het franskiljonisme van <strong>de</strong> kantoorbedien<strong>de</strong>n. Op het<br />
eerste Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong>s congres te Gent, <strong>in</strong> 1849, pleitte Domien Sleeckx <strong>voor</strong> het ‘koppelen<br />
van <strong>de</strong> Vlaamse zaak aan <strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> grote maatschappelijke vraagstukken’.<br />
Lo<strong>de</strong>wijk Gerrits schreef dat <strong>de</strong> volksklasse door <strong>de</strong> verfrans<strong>in</strong>g <strong>de</strong>r burgerij ‘van<br />
<strong>de</strong> beschav<strong>in</strong>g geschei<strong>de</strong>n was en overgeleverd aan domheid en verdierlijk<strong>in</strong>g’.<br />
Zetternam hekel<strong>de</strong> <strong>de</strong> nieuwe ‘taalaristocratie’ en noem<strong>de</strong> ‘het taalbelang een stoffelijk<br />
belang’. Er waren ‘volksbewuste’ flam<strong>in</strong>ganten, maar tot <strong>in</strong> het laatste kwart van <strong>de</strong><br />
negentien<strong>de</strong> eeuw von<strong>de</strong>n <strong>de</strong> meesten <strong>de</strong> maatschappelijke barrière vanzelfsprekend<br />
en zagen daarom eigenlijk geen zwarigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> taalbarrière die <strong>de</strong> apartheid<br />
beschutte. 37.<br />
De volksklasse verzette zich pas tegen taalprivilége en taalbarrière nadat zij <strong>de</strong><br />
volgzaamheid had verworpen. Zo hebben <strong>de</strong> eerste ontvoog<strong>de</strong>rs ongewild toch<br />
bijgedragen tot een taalemancipatie die zij niet wensten omdat zij er, uit onbewust<br />
burgerlijk <strong>voor</strong>oor<strong>de</strong>el, <strong>de</strong> maatschappelijke draagwijdte niet van zagen.<br />
Een uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g hierop is Jacob Kats. Hij was geen strij<strong>de</strong>nd flam<strong>in</strong>gant maar<br />
een Vlam<strong>in</strong>g die sprak en schreef <strong>in</strong> het Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong>s en <strong>de</strong> onz<strong>in</strong>nigheid <strong>in</strong>zag van<br />
een <strong>de</strong>mocratie mèt taaimiskenn<strong>in</strong>g. Met Kats verdween dit Vlaams accent. Bij <strong>de</strong><br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
‘Affranchis’ sprak alleen Peller<strong>in</strong>g Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong>s <strong>in</strong> <strong>de</strong> openbare verga<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen.<br />
Overigens hoor<strong>de</strong> men <strong>in</strong> alle comités en meet<strong>in</strong>gs volksvreem<strong>de</strong> gedachten<br />
verkondigen <strong>in</strong> een slecht, verbasterd Frans. De sprekers bewezen hierdoor dat zij<br />
niets begrepen van het volk. Zij zagen het als een abstracte massa mis<strong>de</strong>el<strong>de</strong>n die<br />
bevrijd moest wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> opbouw van even abstracte maatschappijstructuren.<br />
De erfgenaam, het socialisme<br />
Van <strong>de</strong>ze ontvoogd<strong>in</strong>g is het socialisme <strong>de</strong> erfgenaam en <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tzetter.<br />
In <strong>de</strong> Belgische Werklie<strong>de</strong>npartij vloei<strong>de</strong>n drie strekk<strong>in</strong>gen samen: een lei<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />
groep van <strong>in</strong>tellectuelen die ten gevolge van een jarenlange samenwerk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong><br />
progressieven <strong>voor</strong> reformisme had geopteerd; een uit standsparticularisme<br />
behoudsgez<strong>in</strong><strong>de</strong> kern van kle<strong>in</strong>burgerlijke ambachtslie<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> Vlaamse ste<strong>de</strong>n;<br />
en het revolutionaire Gentse en Waalse proletariaat. Vanaf <strong>de</strong> aanvang stond dit<br />
roerige <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> partij on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> ‘voogdij’ van <strong>de</strong> reformistische leid<strong>in</strong>g en <strong>de</strong><br />
ambachtelijke ‘arbei<strong>de</strong>rsaristocratie’. Na 1902, na het afgelasten door <strong>de</strong> partijleid<strong>in</strong>g<br />
van <strong>de</strong> algemene stak<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> algemeen stemrecht, beheerste het doctr<strong>in</strong>eloos<br />
opportunisme <strong>voor</strong>goed <strong>de</strong> Werklie<strong>de</strong>npartij: zon<strong>de</strong>r schokken geraakte het proletariaat<br />
<strong>in</strong>geschakeld <strong>in</strong> <strong>de</strong> welvaartsmaatschappij en kreeg het een profiteursmentaliteit<br />
mee. 38.<br />
Vooral <strong>de</strong> coöperatie, hart van het Belgisch socialisme, heeft hiertoe bijgedragen.<br />
Niet ie<strong>de</strong>reen was gelukkig met het ‘bakkerij-socialisme’ 39. maar schampere kritiek<br />
kon niet verh<strong>in</strong><strong>de</strong>ren dat het nuttigheidsbejag <strong>de</strong> hele partij beheerste en van <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n<br />
fortu<strong>in</strong>zoekertjes maakte.<br />
Dat was vanzelfsprekend niet <strong>de</strong> bedoel<strong>in</strong>g van<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
175<br />
Edward Anseele toen hij ‘Vooruit’ oprichtte. Hij zag <strong>de</strong> coöperatie niet eens op <strong>de</strong><br />
eerste plaats als een mid<strong>de</strong>l tot materiële lotsverbeter<strong>in</strong>g. Zij leek hem het<br />
doeltreffendste <strong>in</strong>strument om <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rsklasse politiek en maatschappelijk te<br />
bevrij<strong>de</strong>n en met haar een rechtvaardiger wereld te bouwen: <strong>de</strong> bezitten<strong>de</strong> klasse<br />
wil<strong>de</strong> hij verslaan ‘met haar eigen wapens’ en haar economische macht breken door<br />
‘<strong>de</strong> gebun<strong>de</strong>l<strong>de</strong> koopkracht en <strong>de</strong> spaarcenten van <strong>de</strong> vele onterf<strong>de</strong>n’. Hij droom<strong>de</strong><br />
<strong>de</strong> toekomst als een ‘coöperatieve wereldrepubliek’, ‘gevestigd op maatschappelijke<br />
gelijkheid’. 40. De droom bleef echter <strong>in</strong> <strong>de</strong> nevels hangen. Wat <strong>de</strong> werkelijkheid<br />
oplever<strong>de</strong> leert <strong>de</strong> Gentse ‘Vooruit’, <strong>de</strong> eerste van <strong>de</strong> socialistische coöperaties en<br />
het mo<strong>de</strong>l <strong>voor</strong> al <strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren.<br />
‘Vooruit’ startte <strong>in</strong> 1880 als een coöperatieve bakkerij met een aanvangskapitaal<br />
van tweeduizend frank, verstrekt door <strong>de</strong> vakbond van <strong>de</strong> ‘Broe<strong>de</strong>rlijke Wevers’.<br />
Tw<strong>in</strong>tig jaar later was <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g uitgegroeid tot een reusachtig geheel, met<br />
een <strong>in</strong>dustriële bakkerij, zeven krui<strong>de</strong>niersw<strong>in</strong>kels, vier apotheken, een kolenbedrijf,<br />
een garen- en l<strong>in</strong>nenhan<strong>de</strong>l en een kleermakerij. De bakkerij was nog steeds <strong>de</strong><br />
grondslag van het bedrijf. Voor een brood dat <strong>de</strong> gewone koper 26 centiemen kostte<br />
betaal<strong>de</strong>n <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van ‘Vooruit’ 35 centiemen. Het tegoed van 9 centiemen kregen<br />
zij op het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van het boekjaar terugbetaald <strong>in</strong> kaarten ter waar<strong>de</strong> van één frank.<br />
Die kon<strong>de</strong>n zij met een kort<strong>in</strong>g van zes percent <strong>in</strong> <strong>de</strong> w<strong>in</strong>kels van ‘Vooruit’ omruilen<br />
<strong>voor</strong> verbruiksgoe<strong>de</strong>ren. Om <strong>de</strong> zes maan<strong>de</strong>n gaf <strong>de</strong>ze kort<strong>in</strong>g recht op nieuwe<br />
aankopen. Zo leer<strong>de</strong> <strong>de</strong> volksklasse sparen en tegelijk leen<strong>de</strong> zij aan ‘Vooruit’ een<br />
aanzienlijk kapitaal zon<strong>de</strong>r <strong>in</strong>terest waarvan allen profiteer<strong>de</strong>n. Want ‘Vooruit’ bezat<br />
ook een spaarbank die vier percent <strong>in</strong>terest uitkeer<strong>de</strong>, en een maatschappij <strong>voor</strong><br />
on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge hulp aan behoeftigen, zieken en weduwen. Zestigjarigen die geduren<strong>de</strong><br />
m<strong>in</strong>stens tw<strong>in</strong>tig jaar <strong>voor</strong> jaarlijks hon<strong>de</strong>rd vijf tig frank aankopen <strong>de</strong><strong>de</strong>n kregen<br />
een jaarpensioen van hon<strong>de</strong>rdtw<strong>in</strong>tig frank <strong>in</strong> aankoopbons, <strong>de</strong> beproef<strong>de</strong> formule. 41.<br />
Met haar feest- en verga<strong>de</strong>rzalen en haar koffiehuizen vorm<strong>de</strong> <strong>de</strong> coöperatie, <strong>in</strong><br />
Gent en <strong>in</strong> alle belangrijke centra, het ‘Volkshuis’, een plaats waar het volk thuis<br />
was, waar <strong>de</strong> klassesolidariteit voelbaar werd en het geloof <strong>in</strong> het materieel beveilig<strong>de</strong><br />
leven <strong>de</strong> mensen recht hield. ‘Ha, schreef Anseele <strong>in</strong> zijn roman Voor 't Volk geofferd<br />
(1881), men zal het misschien dierlijk v<strong>in</strong><strong>de</strong>n, dat droge materialismus van onze<br />
strijd. Maar dat is juist zijn eigenaardig karakter, zijn re<strong>de</strong>n van bestaan... Het<br />
materialismus alleen voert naar het gerijm<strong>de</strong> i<strong>de</strong>ale. Eerst brood en dan on<strong>de</strong>rwijs,<br />
als er te kiezen valt, bei<strong>de</strong> tegelijk waar 't zijn kan’. 42. ‘Eerst brood’: <strong>de</strong>ze wekroep<br />
sloeg <strong>in</strong> bij een volk dat honger leed en <strong>in</strong> krotten leef<strong>de</strong>, en nu ‘brood’ kreeg <strong>in</strong> een<br />
eigen, gerieflijk ‘huis’. De overrompelen<strong>de</strong> doorbraak van het socialisme, dat nog<br />
nergens stond <strong>in</strong> 1875 en amper een kwarteeuw later een miljoen volgel<strong>in</strong>gen tel<strong>de</strong>,<br />
bewijst hoe afdoen<strong>de</strong> een werv<strong>in</strong>g was die gepaard g<strong>in</strong>g met het verstrekken van<br />
tastbare, stoffelijke <strong>voor</strong><strong>de</strong>len.<br />
De kwantitatieve omvang van het socialisme vóór 1914 kan men niet nauwkeurig<br />
omschrijven want <strong>de</strong> cijfers over <strong>de</strong> le<strong>de</strong>ntallen van <strong>de</strong> partij, <strong>de</strong> coöperaties, <strong>de</strong><br />
mutualiteiten en <strong>de</strong> vakbon<strong>de</strong>n vertellen niet <strong>de</strong> hele werkelijkheid. Zij reikt ver<strong>de</strong>r<br />
dan <strong>de</strong> verkiez<strong>in</strong>gsuitslagen of <strong>de</strong> groeien<strong>de</strong> vakbeweg<strong>in</strong>g. Men mag aannemen dat<br />
<strong>in</strong> alle grotere ste<strong>de</strong>n rond <strong>de</strong> eeuwwissel<strong>in</strong>g <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid, mogelijk twee <strong>de</strong>r-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Prijslijst van <strong>de</strong> Gentse coöperatie ‘Vooruit’, 1897<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
176<br />
<strong>de</strong>n van het proletariaat <strong>voor</strong> het socialisme was gewonnen.<br />
De socialistische volgel<strong>in</strong>gen maakten <strong>de</strong>el uit van een nieuwe ‘kerk’. De<br />
reportage-artikelen ‘A travers les F<strong>land</strong>res’ die August De W<strong>in</strong>ne <strong>in</strong> 1901 <strong>in</strong> Le<br />
Peuple publiceer<strong>de</strong> en <strong>voor</strong>al <strong>in</strong> hun Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong>se versie Door arm Vlaan<strong>de</strong>ren bekend<br />
zijn, illustreren <strong>de</strong> geest van <strong>de</strong>ze kerk. De Volkshuizen wor<strong>de</strong>n hier ‘<strong>de</strong> tempels van<br />
het socialisme’ die eens <strong>de</strong> plaats zullen <strong>in</strong>nemen van <strong>de</strong> klokketorens, en <strong>de</strong><br />
propagandisten <strong>de</strong> ‘apostels’ van een ‘geloof dat mirakels heeft volbracht’: wanneer<br />
zij hun ‘ler<strong>in</strong>g’ verkondigen zijn zij ‘als met een licht omkransd’. 43. Deze naïeve<br />
<strong>voor</strong>stell<strong>in</strong>g tekent het socialisme <strong>in</strong> zijn heroïsche perio<strong>de</strong>, toen het bezield was<br />
door het enthousiasme van <strong>de</strong> ‘geloofswerverij’. Wie lid werd van <strong>de</strong>ze ‘kerk’ had<br />
met <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> ban<strong>de</strong>n gebroken en een beweg<strong>in</strong>g vervoegd die aan <strong>de</strong> misken<strong>de</strong>n een<br />
nieuwe hoop en een nieuw bewustzijn schonk. Maar tegelijk wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> volgel<strong>in</strong>gen<br />
b<strong>in</strong>nengevoerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> engte van een bestaan dat bijna uitsluitend op <strong>de</strong> stoffelijke<br />
behoeften was gericht en pr<strong>in</strong>cipieel het religieuze weer<strong>de</strong>. Door het misbruik dat<br />
<strong>de</strong> Kerk van haar zend<strong>in</strong>g maakte om <strong>de</strong> burgerlijke or<strong>de</strong> <strong>in</strong> stand te hou<strong>de</strong>n werd<br />
<strong>de</strong> antigodsdienstigheid van het socialisme onvermij<strong>de</strong>lijk. Daarom is <strong>de</strong> Kerk me<strong>de</strong><br />
verantwoor<strong>de</strong>lijk <strong>voor</strong> het negatieve effect van <strong>de</strong> socialistische ontvoogd<strong>in</strong>g: <strong>de</strong><br />
aanhangers wer<strong>de</strong>n losgehaakt uit <strong>de</strong> religieuze traditieban<strong>de</strong>n en <strong>in</strong>geschakeld <strong>in</strong><br />
een beweg<strong>in</strong>g die ze opleid<strong>de</strong> tot massawezens <strong>in</strong> een maatschappij van meer<br />
welvaren<strong>de</strong> maar ook karakterlozer mensen.<br />
Lang vóór het socialisme waren <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e lie<strong>de</strong>n, <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>al, hun<br />
oorspronkelijkheid kwijt door <strong>de</strong> ellen<strong>de</strong> en <strong>de</strong> slavernij van het werk, maar het<br />
socialisme heeft dit verlies bevestigd. Er waren vanzelfsprekend socialisten die <strong>de</strong><br />
volksmens uit zijn geestelijke armoe<strong>de</strong> wil<strong>de</strong>n helpen. In <strong>de</strong> Volkshuizen verkocht<br />
mèn niet alleen brood en kleren, men <strong>de</strong>ed er ook aan volksopvoed<strong>in</strong>g door muziek,<br />
toneel en <strong>voor</strong>drachten, maar het bleef bij toevallige pog<strong>in</strong>gen die meer met<br />
amusement en propaganda te maken had<strong>de</strong>n dan met opvoed<strong>in</strong>g. Een imposant<br />
verhaal kan men er niet over schrijven. In <strong>de</strong> omvangrijke Geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong><br />
socialistische arbei<strong>de</strong>rsbeweg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> België, die Jan Dhondt <strong>in</strong> 1960 opzette als ‘<strong>de</strong><br />
<strong>in</strong>tegrale weergave van <strong>de</strong> huidige stand van het wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek’, 44.<br />
v<strong>in</strong>dt men eigenlijk niets over het beschav<strong>in</strong>gswerk vóór 1914, vermoe<strong>de</strong>lijk omdat<br />
er niets over te zeggen valt. In <strong>de</strong> jaren waar<strong>in</strong> het volk zelfbewust werd heeft het<br />
socialisme <strong>de</strong> kans gemist om het opnieuw zichzelf te laten wor<strong>de</strong>n. Dit falen ligt<br />
<strong>voor</strong> een <strong>de</strong>el aan het socialistme zelf. Het was beducht <strong>voor</strong> geestelijke<br />
zelfstandigheid en geloof<strong>de</strong> alleen <strong>in</strong> materiële lotsverbeter<strong>in</strong>g. Daarom is het <strong>de</strong><br />
erfgenaam van een ontvoogd<strong>in</strong>gsbeweg<strong>in</strong>g die het volk misken<strong>de</strong> en bijdroeg tot <strong>de</strong><br />
vernietig<strong>in</strong>g van zijn geestelijke achtergrond.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Socialistische wagen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> eerste mei-optocht van 1897, Antwerpen<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
t.o. 176<br />
XI. Een Nieuwpoortse touwslager op <strong>de</strong> stadswal, 1895 (A. Baertsoen)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
177<br />
Op één punt echter steekt het socialisme gunstig af tegen <strong>de</strong> vroegere ontvoogd<strong>in</strong>g.<br />
De Vlaamse socialisten waren, op een paar uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen na, niet antivlaamsgez<strong>in</strong>d.<br />
Zelfs Anseele niet, die wel <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs Frans wil<strong>de</strong> leren om ze uit <strong>de</strong><br />
m<strong>in</strong><strong>de</strong>rwaardigheid te halen maar ook tot 1910 <strong>de</strong> Vlaamse woordvoer<strong>de</strong>r was - <strong>in</strong><br />
het Frans - van <strong>de</strong> socialisten <strong>in</strong> <strong>de</strong> Kamer en <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>diger van <strong>de</strong> taalrechten bij<br />
haast ie<strong>de</strong>r wets<strong>voor</strong>stel hierover. Nog vóór zij <strong>in</strong> <strong>de</strong> Kamer zetel<strong>de</strong>n zagen <strong>de</strong> meeste<br />
Vlaamse socialisten het rechtmatige <strong>in</strong> van <strong>de</strong> taalgrieven, maar zij oor<strong>de</strong>el<strong>de</strong>n toen<br />
dat <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratie <strong>de</strong> beste remedie zou zijn. In afwacht<strong>in</strong>g leek <strong>de</strong> taalstrijd een<br />
verspill<strong>in</strong>g van tijd en energie. Als <strong>in</strong>ternationalisten beschouw<strong>de</strong>n zij ie<strong>de</strong>re<br />
nationalistische beweg<strong>in</strong>g als een h<strong>in</strong><strong>de</strong>r <strong>voor</strong> <strong>de</strong> emancipatie van <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs, en<br />
bovendien wantrouw<strong>de</strong>n zij <strong>de</strong> Vlaamse beweg<strong>in</strong>g om haar burgerlijk en clericaal<br />
karakter.<br />
Pas na 1894, toen zij <strong>in</strong> <strong>de</strong> Kamer wer<strong>de</strong>n geconfronteerd met <strong>voor</strong>stellen tot<br />
onmid<strong>de</strong>llijke oploss<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> taalkwestie, corrigeer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Vlaamse socialisten hun<br />
opvatt<strong>in</strong>gen. De veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g was het dui<strong>de</strong>lijkst <strong>in</strong> <strong>de</strong> Antwerpse fe<strong>de</strong>ratie van <strong>de</strong><br />
Werklie<strong>de</strong>npartij. Haar blad Be Werker betoog<strong>de</strong> steeds nadrukkelijker dat<br />
taalmiskenn<strong>in</strong>g een maatschappelijk onrecht was en <strong>de</strong> Vlaamse taalstrijd een mid<strong>de</strong>l<br />
tot economische ontvoogd<strong>in</strong>g. Op <strong>de</strong> Gentse fe<strong>de</strong>ratie na, waar ook <strong>in</strong> Vlaams opzicht<br />
‘het eng materialistisch standpunt’ bleef doorwegen, waren <strong>de</strong> Vlaamse socialisten<br />
nu flam<strong>in</strong>ganten gewor<strong>de</strong>n. Dat alle Vlaamse fe<strong>de</strong>raties, niettegenstaan<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />
aarzel<strong>in</strong>gen van Anseele en het verzet van <strong>de</strong> Waalse partijgenoten, zich ‘gezamenlijk<br />
engageer<strong>de</strong>n’ <strong>voor</strong> <strong>de</strong> verne<strong>de</strong>r<strong>land</strong>s<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Gentse universiteit omdàt een<br />
franstalige hogeschool <strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren een maatschappelijk ond<strong>in</strong>g was, illustreert <strong>de</strong><br />
evolutie: het flam<strong>in</strong>gantisme maakte <strong>de</strong>el uit van <strong>de</strong> Vlaamse socialistische strategie. 45.<br />
Deze maatschappelijk gefun<strong>de</strong>er<strong>de</strong> vlaamsgez<strong>in</strong>dheid werd <strong>in</strong>geschakeld <strong>in</strong> een<br />
materialistische beweg<strong>in</strong>g die, juist omdat zij <strong>de</strong> taal van het volk gebruikte,<br />
effectiever <strong>de</strong> volksklasse naar <strong>de</strong> burgermaatschappij <strong>de</strong>ed toegroeien. Dat is, alle<br />
toewijd<strong>in</strong>g ten spijt, <strong>de</strong> uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke vrucht van het socialisme: het heeft <strong>de</strong> zogenaamd<br />
bewust gewor<strong>de</strong>n en ontvoog<strong>de</strong> volksklasse een betrekkelijke welvaart laten betalen<br />
met <strong>de</strong> prijs van <strong>de</strong> zelfstandigheid en haar tot <strong>de</strong> grondslag gemaakt van een vreemd<br />
en vervreem<strong>de</strong>nd regime. Precies van <strong>de</strong>ze ontwikkel<strong>in</strong>g is het Brusselse ‘Maison<br />
du Peuple’ van Horta het teken, ‘het welspreken<strong>de</strong> symbool van het geïnteresseer<strong>de</strong><br />
verbond tussen <strong>de</strong> progressieve <strong>in</strong>dustriëlen en een Arbel<strong>de</strong>rsbewig<strong>in</strong>g die <strong>voor</strong> het<br />
reformisme had geopteerd’ 46. , een monument dat <strong>de</strong> dienstbaarheid van het proletariat<br />
aan <strong>de</strong> heersen<strong>de</strong> groep vertolkte.<br />
Dat het socialisme van uit <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n het platte<strong>land</strong> b<strong>in</strong>nendrong dankte het niet aan<br />
zijn propagandatechniek maar aan <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n die <strong>in</strong> <strong>de</strong> Belle Epoque <strong>de</strong><br />
buitenlie<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> beslotenheid haal<strong>de</strong>n en zo het terre<strong>in</strong> <strong>voor</strong>bereid<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> een<br />
partij die van het <strong>land</strong>elijke gemoed niets had begrepen.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Flam<strong>in</strong>gantisch socialistisch pamflet uit Antwerpen<br />
E<strong>in</strong>dnoten:<br />
1. Geschie<strong>de</strong>nis 4, 108-109 (J. Kuypers); Wouters 1963, III, 1063-1065.<br />
2. Geschie<strong>de</strong>nis 4, 110, 113 (J. Kuypers); Wouters 1963, I, 227, III, 1165, 1185, 1226; TVG 1977,<br />
34 (E. Witte).<br />
3. Wouters 1963, I, 143 n. 1, 145-153, 172-173, 206, 252-257, III, 1075-1077.<br />
4. Wouters 1963, III, 1051-1232.<br />
5. Wouters 1963, I, 142, 227, III, 1101, 1185, 1186; Vermeersch, 207-208; Grün, 50; Geschie<strong>de</strong>nis<br />
4, 104-108 (J. Kuypers).<br />
6. Kats 1835, passim; Kats 1836, passim.<br />
7. Grün, 48-52; Geschie<strong>de</strong>nis 4, 101, 113 (J. Kuypers); Wouters 1963, I, 121 en n. 1, 131, 188-189<br />
en n. 2; Kuypers 1930, 27-29.<br />
8. Wouters 1963, I, 217, 231, 265, 307, III, 1211.<br />
9. HK 1968-1969, 78-79 (P. Vancolen); Wouters 1963, I, 230, 232-233, 238, 244-246, 249-260.<br />
10. Wouters 1963, I, 229, 243-244, 260.<br />
11. Wouters 1963, I, 239-241, 248-252.<br />
12. Kuypers 1962, 28; Wouters 1963, I, 317, 319, 337-338, 342, 344, 345, 347, 398-399;<br />
Geschie<strong>de</strong>nis 4, 120-121 (J. Kuypers).<br />
13. Wouters 1963, I, 419-423, II, 756-757, 835, 839.<br />
14. Wouters 1963, II, 835, 837, 838-845; Voor<strong>de</strong>ckers, 75-77, 102-107.<br />
15. Witte 1973 A, 503-505, 513-514.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
16. S. 1962, 635-646 (A.H. Kietel); Wouters 1966, 96-98, 271, 280, 303, 310; Wouters 1970, I,<br />
290.<br />
17. Wouters 1966, 53-54, 295.<br />
18. Art II, 315-317, 466-468; Van Isacker 1969, 41; A. Snie<strong>de</strong>rs 1867, 119-138; Bau<strong>de</strong>laire 1953,<br />
114.<br />
19. Wouters 1966, 101; Wouters 1970, I, 598, II, 731, 835, 1024.<br />
20. Wouters 1966, 90; Wouters 1970, II, 840, III, 1612 n. 1.<br />
21. Wouters 1970, II, 807-808, 907, 1057, III, 1456-1457, 1467, 1494.<br />
22. Wouters 1970, III, 1273, 1274, 1283, 1466.<br />
23. JW 1869, 24 (M. Rooses).<br />
24. Van Isacker 1964, 26-40.<br />
25. JW 1869, 18-32.<br />
26. JW 1882, 73.<br />
27. E 1868-1869, 47, 67, 1871-1872, 52, 1877-1878, 78-79, 102, 123-124, 155, 1878-1879, 17, 65.<br />
28. Wouters 1970, I, 466.<br />
29. Stracke, 34, 39-40.<br />
30. Ducpétiaux 1850, 49, 95-97, 252-253.<br />
31. Wilmars, 48-54.<br />
32. von Plönnies, 103-104.<br />
33. Gravière 1875, 58; NMT 1885, 79-80 (A. Prayon-van Zuylen); Helfferich, 154.<br />
34. Höfken II, 51-52.<br />
35. Addison, 300-302.<br />
36. De Potter 1868, 129-139.<br />
37. NM 1864-1865, 157-161 (E. Hiel); Van Kerckhoven 1843, 38-39; Elias II, 217, 243, 261, 386.<br />
38. BTNG 1874, 273-276, 279, 295, 327- 337 (A. Mommen).<br />
39. BTNG 1974, 279 (A. Mommen).<br />
40. Delvo, 34-35.<br />
41. Deiss 1900, 232-239.<br />
42. Anseele, 112-113.<br />
43. De W<strong>in</strong>ne, 145-146, 149, 251, 253-254.<br />
44. DWB 1901, 55.<br />
45. BTNG 1974, 124-130, 140-148, 163 (H. Van Velthoven).<br />
46. Borsi, 22.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De paar<strong>de</strong>tram van Brussel naar Ukkel, 1895<br />
178<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Het platte<strong>land</strong> uit het isolement<br />
De stoomtram<br />
179<br />
Met <strong>de</strong> opricht<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen begon <strong>de</strong><br />
ontsluit<strong>in</strong>g van het platte<strong>land</strong> <strong>voor</strong>goed.<br />
Wanneer een gemeente <strong>de</strong> aanleg van een buurtspoor vroeg verrichtte <strong>de</strong> Nationale<br />
Maatschappij het on<strong>de</strong>rzoek. Zij bracht het kapitaal bijeen met <strong>de</strong> hulp van Staat en<br />
prov<strong>in</strong>cie en bezorg<strong>de</strong> het rollend materieel. De uitbat<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhouds- en<br />
reparatiekosten liet zij over aan afpachten<strong>de</strong> maatschappijen. Dit systeem werkte<br />
perfect: <strong>in</strong> 1908 was het buurtspoornet <strong>in</strong> België verhoud<strong>in</strong>gsgewijs negen maal<br />
groter dan <strong>in</strong> Duits<strong>land</strong>, veertien maal groter dan <strong>in</strong> Frankrijk, achten<strong>de</strong>rtig maal<br />
groter dan <strong>in</strong> GrootBritannië. Door het lage tarief van zeven centiemen per kilometer<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste en vijf centiemen <strong>in</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> klasse wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> verplaats<strong>in</strong>gen nu<br />
massaal: bijna vijf miljoen per jaar <strong>in</strong> 1887, meer dan vieren<strong>de</strong>rtig miljoen <strong>in</strong> 1900,<br />
ruim hon<strong>de</strong>rd miljoen aan <strong>de</strong> <strong>voor</strong>avond van <strong>de</strong> oorlog. In 1914 g<strong>in</strong>gen meer dan een<br />
kwart miljoen mensen per dag op reis, hoofdzakelijk bewoners van<br />
platte<strong>land</strong>sgemeenten, marktboeren en pen<strong>de</strong>larbei<strong>de</strong>rs. De stoomtram haal<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />
dorpen uit het isolement en verspreid<strong>de</strong> nieuwe opvatt<strong>in</strong>gen en behoeften. 1.<br />
Het openstellen van een lijn bracht <strong>de</strong> hele gemeente op <strong>de</strong> been om <strong>de</strong> nieuwe<br />
tijd toe te juichen. Op zondag 20 september 1885 werd het traject<br />
Antwerpen-Hoogstraten <strong>in</strong>gehuldigd. Twee tre<strong>in</strong>en met hon<strong>de</strong>rdtw<strong>in</strong>tig eregasten,<br />
waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> m<strong>in</strong>isters van Landbouw en Nijverheid en van Justitie, stoom<strong>de</strong>n door<br />
<strong>de</strong> ongeschon<strong>de</strong>n pracht van <strong>de</strong> Kempen. In alle dorpen reed het konvooi langs een<br />
haag jubelen<strong>de</strong> mensen en vlagjes zwaaien<strong>de</strong> schoolk<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. In Schil<strong>de</strong> had<br />
burgemeester van <strong>de</strong> Werve et <strong>de</strong> Schil<strong>de</strong> een feodaal ceremonieel bedacht. ‘Zijne<br />
E<strong>de</strong>le’ reed <strong>de</strong> feesttre<strong>in</strong> te paard tegemoet en op het gemeenteple<strong>in</strong> stond een <strong>de</strong>ftige<br />
groep <strong>de</strong> eregasten af te wachten: het college en <strong>de</strong> raadsle<strong>de</strong>n, een dozijn dienaars<br />
van <strong>de</strong> baron, bepoe<strong>de</strong>rd <strong>in</strong> ro<strong>de</strong> uniformen, en <strong>voor</strong>aan <strong>de</strong> majordomus van het<br />
kasteel met een gegalonneer<strong>de</strong> hellebaardier. Beschei<strong>de</strong>ner maar even feestelijk was<br />
<strong>de</strong> ontvangst <strong>in</strong> S<strong>in</strong>t-Antonius en <strong>in</strong> Westmalle. Alleen <strong>in</strong> Oostmalle bleef het stil:<br />
een paar vlaggen, enkele zeldzame nieuwsgierigen, een gesloten gemeentehuis.<br />
Burgemeester du Bus <strong>de</strong> Gisignies g<strong>in</strong>g er niet akkoord met het tracé dat hem te ver<br />
van zijn kasteel lag. Maar <strong>in</strong> Rijkevorsel ‘bul<strong>de</strong>r<strong>de</strong> het kanon’ en speel<strong>de</strong> <strong>de</strong> harmonie<br />
<strong>de</strong> Brabanconne. En op het e<strong>in</strong>dpunt van <strong>de</strong> reis, te Hoogstraten, luid<strong>de</strong>n <strong>de</strong> klokken.<br />
Na <strong>de</strong> welkomstre<strong>de</strong> van burgemeester Brosens en een bezoek aan <strong>de</strong> kerk kon<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong> reizigers van <strong>de</strong> emoties bekomen <strong>in</strong> <strong>de</strong> studiezaal van het Kle<strong>in</strong> Sem<strong>in</strong>arie, waar<br />
een banket met twaalf gangen op hen wachtte. 2.<br />
Wie van het ou<strong>de</strong> vervoer had geprofiteerd vervloekte <strong>de</strong> nieuwigheid. Ook een<br />
aantal boeren waren er tegen omdat hun vee door het schrille gefluit van het monster<br />
werd opgejaagd. An<strong>de</strong>ren gaven <strong>de</strong> <strong>voor</strong>keur aan <strong>de</strong> diligence uit dwarsdrijverij, al<br />
kostte die driemaal meer dan <strong>de</strong> stoomtram. Maar lang duur<strong>de</strong> het verzet niet: na<br />
enige jaren geraakte <strong>de</strong> buurtspoorweg <strong>in</strong>geburgerd en droom<strong>de</strong> zelfs <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>ste<br />
gemeente ervan ooit een ‘vic<strong>in</strong>aal’ te bezitten.<br />
De reis bleef een gemoe<strong>de</strong>lijke aangelegenheid die <strong>de</strong> levenswijze niet scheen te<br />
raken. In <strong>de</strong> bebouw<strong>de</strong> kom mocht <strong>de</strong> stoomtram maar tien kilometer per uur rij<strong>de</strong>n<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
en daarbuiten haal<strong>de</strong> hij amper het dubbele. Hij stopte wanneer iemand op of van <strong>de</strong><br />
tram wil<strong>de</strong>. Bij een herberg stapte ie<strong>de</strong>reen uit om stoker, mach<strong>in</strong>ist en tre<strong>in</strong>wachter<br />
te tracteren en om wat te<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
180<br />
De menu <strong>de</strong> eregasten van <strong>de</strong> <strong>in</strong>gehuldig<strong>de</strong> stoomtramlijn Antwerpen-Hoogstraten, 1885<br />
kegelen. In <strong>de</strong> zomer kon men genieten van het langzaam <strong>voor</strong>bij glij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>land</strong>schap,<br />
's W<strong>in</strong>ters, <strong>in</strong> <strong>de</strong> schemer van <strong>de</strong> petroleumlamp, zat men zo dicht mogelijk bij het<br />
kacheltje. 3. Toch was dit primitieve geval <strong>voor</strong> <strong>de</strong> gewone mensen het nooit gedroom<strong>de</strong><br />
avontuur, een bijna sprookjesachtig mid<strong>de</strong>l om uit <strong>de</strong> eeuwen lange afzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g te<br />
breken. En zijn <strong>in</strong>vloed reikte veel ver<strong>de</strong>r dan men aanvankelijk kon vermoe<strong>de</strong>n:<br />
omdat <strong>de</strong> stoomtram doordrong tot <strong>in</strong> <strong>de</strong> verste uithoeken veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> hij overal het<br />
leven. Het geweldigst was het effect van <strong>de</strong> abonnementen <strong>voor</strong> arbei<strong>de</strong>rs, die <strong>de</strong><br />
Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen vanaf haar ontstaan <strong>in</strong>voer<strong>de</strong>.<br />
Werkmanstre<strong>in</strong>en<br />
Door <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>gsgroei en <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong> versnipper<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>land</strong>bouwbedrijven<br />
von<strong>de</strong>n steeds m<strong>in</strong><strong>de</strong>r mensen bestaansmogelijkhe<strong>de</strong>n op het <strong>land</strong>. Rond 1860 waren<br />
<strong>de</strong> ‘uittocht uit het platte<strong>land</strong>’ en <strong>de</strong> opzwell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n zorgwekken<strong>de</strong><br />
problemen gewor<strong>de</strong>n. Om hieraan te verhelpen voer<strong>de</strong> een m<strong>in</strong>isterieel besluit van<br />
8 september 1869 goedkope spoorabonnementen <strong>voor</strong> arbei<strong>de</strong>rs <strong>in</strong>: <strong>de</strong> agrarische<br />
bevolk<strong>in</strong>g, dacht men, kon nu naar <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustrieën trekken en toch <strong>in</strong> eigen streek<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
lijven wonen. Dat <strong>de</strong>ze maatregel <strong>in</strong> een kwarteeuw tijd ‘<strong>de</strong> meest grondige revolutie’<br />
zou veroorzaken die het Belgische arbeidsstelsel ooit ken<strong>de</strong> vermoed<strong>de</strong> toen niemand.<br />
De eerste jaren gebeur<strong>de</strong> er niets opvallends omdat <strong>de</strong> maatregelen te schuchter<br />
waren: een abonnement <strong>voor</strong> zes retourreizen per week b<strong>in</strong>nen een straal van<br />
vijfentw<strong>in</strong>tig kilometer hielp <strong>de</strong> meeste <strong>in</strong>dustriearbei<strong>de</strong>rs niet, die heel wat ver<strong>de</strong>r<br />
naar het werk moesten. Maar gelei<strong>de</strong>lijk breid<strong>de</strong>n een aantal m<strong>in</strong>isteriële besluiten<br />
<strong>de</strong> afstand uit, tot vijftig kilometer <strong>in</strong> 1872, tot zeventig <strong>in</strong> 1883, tot hon<strong>de</strong>rd <strong>in</strong> 1892.<br />
En toen vanaf 1896 abonnementen wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gevoerd <strong>voor</strong> één retourreis per week<br />
over om het even welke afstand begon <strong>de</strong> pen<strong>de</strong>l <strong>voor</strong>goed. Op het staatsnet alleen<br />
al maakten <strong>in</strong> 1880 vier miljoen arbei<strong>de</strong>rs gebruik van <strong>de</strong> spoorabonnementen, acht<br />
miljoen <strong>in</strong> 1885, vijftig miljoen rond <strong>de</strong> eeuwwissel<strong>in</strong>g, hon<strong>de</strong>rd miljoen <strong>in</strong> 1914. In<br />
<strong>de</strong> laatste jaren <strong>voor</strong> <strong>de</strong> oorlog reis<strong>de</strong>n ruim vierhon<strong>de</strong>rdduizend arbei<strong>de</strong>rs, één vier<strong>de</strong><br />
van <strong>de</strong> totale arbei<strong>de</strong>rsbevolk<strong>in</strong>g, dagelijks of wekelijks als abonnés op het net van<br />
<strong>de</strong> staat en van <strong>de</strong> concessiehou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> maatschappijen. De comb<strong>in</strong>atie van spoor en<br />
buurtspoor bracht <strong>de</strong>ze ongedurigheid tot <strong>in</strong> <strong>de</strong> verste uithoeken. 4.<br />
Door omvang en <strong>in</strong>tensiteit was dit pen<strong>de</strong>lfenomeen uniek ter wereld. 5. Het succes<br />
lag aan <strong>de</strong> diversiteit van <strong>de</strong> abonnementsmogelijkhe<strong>de</strong>n en aan <strong>de</strong> lage tarieven:<br />
een weekabonnement met zes retourreizen bij<strong>voor</strong>beeld kostte m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan <strong>de</strong> helft<br />
van één enkele retourreis tegen het gewone tarief. Maar <strong>voor</strong>al maakte <strong>de</strong><br />
economisch-maatschappelijke situatie <strong>de</strong> pen<strong>de</strong>larbeid tot een noodzaak. Rond 1865<br />
begon <strong>de</strong> <strong>land</strong>bouwproduktie te stagneren door het averechtse effect van <strong>de</strong><br />
mechaniser<strong>in</strong>g: aanvankelijk werkte zij eer<strong>de</strong>r remmend dan stuwend omdat zij het<br />
tekort aan werkkrachten <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>land</strong>bouw nog opdreef. De dorsmach<strong>in</strong>e, rond 1870<br />
<strong>de</strong> belangrijkste vorm van agrarische mechanisatie, beroof<strong>de</strong> <strong>de</strong> <strong>land</strong>arbei<strong>de</strong>rs van<br />
het dorswerk <strong>in</strong> <strong>de</strong> w<strong>in</strong>ter en dwong ze uit te kijken naar <strong>in</strong>dustriearbeid. Meteen<br />
waren zij ook niet meer beschikbaar <strong>voor</strong> het lente- en zomerwerk op het <strong>land</strong>. Naast<br />
<strong>de</strong> mechaniser<strong>in</strong>g veroorzaakten <strong>de</strong> versnipper<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>land</strong>bouwbedrijven en het<br />
steeds meer uitgesproken familiaal karakter van <strong>de</strong> uitbat<strong>in</strong>g een overgang van<br />
agrarische naar <strong>in</strong>dustriële arbeid. Dit werkte <strong>de</strong> stagnatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> hand<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
181<br />
en tenslotte <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren tachtig <strong>de</strong> <strong>de</strong>pressie. De <strong>land</strong>arbei<strong>de</strong>r kon <strong>de</strong>s te gere<strong>de</strong>lijker<br />
tot pen<strong>de</strong>larbeid besluiten omdat <strong>de</strong> goedkope abonnementen hem toelieten el<strong>de</strong>rs<br />
te gaan werken en toch thuis te blijven. En het woord ‘thuis’ kreeg <strong>voor</strong> vele<br />
volksmensen een nieuwe <strong>in</strong>houd toen <strong>de</strong> huisvest<strong>in</strong>gswet van 9 augustus 1889 hen<br />
<strong>de</strong> kans gaf om eigenaar van een huisje te wor<strong>de</strong>n: men kon negen tien<strong>de</strong>n van het<br />
bouwkapitaal lenen tegen lage <strong>in</strong>terest, vaak via een levensverzeker<strong>in</strong>g, en bovendien<br />
van fiscale vrijstell<strong>in</strong>gen genieten. In <strong>de</strong> eerste vijftien jaar na <strong>de</strong> wet wer<strong>de</strong>n meer<br />
dan hon<strong>de</strong>rdveertigduizend arbei<strong>de</strong>rswon<strong>in</strong>gen gebouwd, meestal buiten <strong>de</strong> grote<br />
agglomeraties. 6. Zo is <strong>de</strong> pen<strong>de</strong>l het resultaat van drie factoren: <strong>de</strong> agrarische stagnatie,<br />
<strong>de</strong> spoorabonnementen en <strong>de</strong> goedkope arbei<strong>de</strong>rswon<strong>in</strong>gen.<br />
Toen rond 1895 <strong>de</strong> <strong>land</strong>bouw door <strong>de</strong> rationaliser<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>r doorgedreven<br />
mechaniser<strong>in</strong>g begon te herleven keer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> tienduizen<strong>de</strong>n die <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustriële<br />
arbeid vluchtten niet terug naar het <strong>land</strong>werk.<br />
De ontwortel<strong>de</strong>n<br />
De werkmanstre<strong>in</strong>en maakten van België ‘één grote arbeidsmarkt’ 7. , een reservaat<br />
van totale arbei<strong>de</strong>rsmobiliteit ter beschikk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustrie. De pen<strong>de</strong>lbeweg<strong>in</strong>g<br />
verliep niet egaal, van het domicilie naar <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> werkplaats: <strong>de</strong> grilligheid van het<br />
arbeidsaanbod dreef <strong>de</strong> migranten <strong>in</strong> altijd an<strong>de</strong>re richt<strong>in</strong>gen. In <strong>de</strong> laatse jaren vóór<br />
<strong>de</strong> oorlog betrof dit rusteloze trekken ruim een half miljoen arbei<strong>de</strong>rs. De meesten<br />
waren ongeschool<strong>de</strong> werkers uit het platte<strong>land</strong>: grensen seizoenarbei<strong>de</strong>rs,<br />
dagpen<strong>de</strong>laars naar <strong>de</strong> bedrijven <strong>in</strong> <strong>de</strong> nabijheid van hun verblijfplaats,<br />
weekpen<strong>de</strong>laars naar <strong>de</strong> mijnen en zware <strong>in</strong>dustrieën van Wallonië of naar <strong>de</strong> graafen<br />
bouwwerken overal <strong>in</strong> het <strong>land</strong>. Maar korte of lange afstan<strong>de</strong>n maakten geen<br />
verschil: alle forensen waren ontwortel<strong>de</strong>n, mensen die geboren waren <strong>voor</strong> het<br />
<strong>land</strong>werk en <strong>de</strong> slaven wer<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> pen<strong>de</strong>l. 8. Voor <strong>de</strong> weekmigranten bestond het<br />
hele leven uit <strong>de</strong> mijn of <strong>de</strong> fabriek en <strong>de</strong> promiscuïteit van <strong>de</strong> logementen. Elke<br />
zaterdagavond voer<strong>de</strong> <strong>de</strong> werkmanstre<strong>in</strong> ze terug naar huis en elke maandagochtend<br />
herbegon hetzelf<strong>de</strong> bestaan. De dagmigranten kon<strong>de</strong>n 's avonds naar huis <strong>voor</strong> vijf<br />
of zes uur slaap maar zij droegen <strong>de</strong> last van <strong>de</strong> dagelijkse tre<strong>in</strong>reis.<br />
Van <strong>de</strong> tienduizen<strong>de</strong>n die dit lot <strong>de</strong>el<strong>de</strong>n haal<strong>de</strong> Ernest Mahaim er één uit <strong>de</strong><br />
naamloosheid: <strong>de</strong> mijnwerker H.E. van Hoepert<strong>in</strong>gen, ‘een vroegtijdig grijze, kalen<strong>de</strong><br />
man met vaalbleke huid, <strong>de</strong> ogen weggezonken <strong>in</strong> het magere gelaat’. 's Middags<br />
vertrok hij naar Montegnée <strong>voor</strong> <strong>de</strong> nachtploeg, tot <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> ochtend half acht.<br />
De enkele uren thuis bracht hij uitgeput met slapen door. Het gez<strong>in</strong> had geprobeerd<br />
zich <strong>in</strong> Montegnée te vestigen maar <strong>de</strong> vrouw kon er niet wennen. 9.<br />
De laatste jaren vóór <strong>de</strong> oorlog treft men vrijwel geen dorp meer aan dat niet een<br />
groep pen<strong>de</strong>laars telt. 10. In 1910 bij<strong>voor</strong>beeld waren er <strong>in</strong> <strong>de</strong> arrondissementen Leuven<br />
en Tienen maar vijf gemeenten zon<strong>de</strong>r forensen. Die hoor<strong>de</strong>n niet meer thuis <strong>in</strong> het<br />
dorp waar zij woon<strong>de</strong>n: op <strong>de</strong> nacht of het weekend na waren zij gemid<strong>de</strong>ld veertig<br />
weken per jaar afwezig. 11.<br />
De pen<strong>de</strong>larbeid stopte <strong>de</strong> ontvolk<strong>in</strong>g van het platte<strong>land</strong> en <strong>de</strong> congestie van <strong>de</strong><br />
ste<strong>de</strong>n. Dat kan men aflezen uit <strong>de</strong> <strong>de</strong>mografische verschuiv<strong>in</strong>gen <strong>in</strong><br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Met <strong>de</strong> stoomtram van uit Mol naar <strong>de</strong> markt<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Een mijnlift <strong>in</strong> <strong>de</strong> 19e eeuw (C. Meunier)<br />
182<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
183<br />
het laatste kwarteeuw vóór <strong>de</strong> oorlog. Het groeiritme van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g liep met <strong>de</strong><br />
helft terug <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n met meer dan vijfentw<strong>in</strong>tigduizend <strong>in</strong>woners, maar het<br />
verdubbel<strong>de</strong> <strong>in</strong> gemeenten met tien tot vijfentw<strong>in</strong>tigduizend <strong>in</strong>woners en<br />
vertiendubbel<strong>de</strong> <strong>in</strong> gemeenten met m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan tienduizend <strong>in</strong>woners. 12. Honkvastheid<br />
beteken<strong>de</strong> echter niet dat het contact met het dorp behou<strong>de</strong>n bleef. Veeleer hebben<br />
<strong>de</strong> pen<strong>de</strong>laars hun ontwortel<strong>in</strong>g overgeplant <strong>in</strong> het <strong>land</strong>elijk milieu.<br />
Teken van <strong>de</strong> ontred<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g is <strong>de</strong> werkmanstre<strong>in</strong>, ‘die te allen kant vies bespekel<strong>de</strong>,<br />
bespogen, berochel<strong>de</strong> wagen’ 13. waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs opeengepakt zaten, grauw <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
ochtenduren en 's avonds lusteloos liggend of vloekend en tierend, elkaar overtreffend<br />
<strong>in</strong> vulgariteit. Aanvankelijk reis<strong>de</strong>n zij samen met <strong>de</strong> overige <strong>de</strong>r<strong>de</strong>klassers. Maar<br />
wegens <strong>de</strong> klachten van <strong>de</strong> <strong>de</strong>ftige lie<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> smerigheid en <strong>de</strong> stank bracht men<br />
ze on<strong>de</strong>r <strong>in</strong> aparte wagens en weldra <strong>in</strong> speciale tre<strong>in</strong>en. Als ‘halve wil<strong>de</strong>n’ zaten zij<br />
afgeschei<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> rest en gedroegen zich navenant. Ook vrouwen bevon<strong>de</strong>n zich<br />
tussen <strong>de</strong>ze ben<strong>de</strong>n, en k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren van twaalf en veertien jaar, hulpjes <strong>in</strong> <strong>de</strong> mijnen en<br />
het bouwbedrijf. 14.<br />
Belachelijk kl<strong>in</strong>ken <strong>de</strong> be<strong>de</strong>nk<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> tijdgenoten over <strong>de</strong> weldoen<strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed<br />
van het pen<strong>de</strong>lreizen. ‘Door het onafgebroken reizen, meen<strong>de</strong> Ernest Mahaim die<br />
overigens ook <strong>de</strong> na<strong>de</strong>len on<strong>de</strong>rstreepte, krijgt <strong>de</strong> platte<strong>land</strong>er <strong>de</strong> kans om zijn<br />
<strong>in</strong>tellectuele horizon te verruimen... Van heel wat geestelijk <strong>in</strong>gedommel<strong>de</strong> boeren<br />
hebben <strong>de</strong> spoorabonnementen arbei<strong>de</strong>rs met een kwiek, open verstand gemaakt’. 15.<br />
Hier kl<strong>in</strong>kt het refre<strong>in</strong> van <strong>de</strong> stads- en burgerman over <strong>de</strong> <strong>in</strong>geboren achterlijkheid<br />
van <strong>de</strong> buitenlie<strong>de</strong>n.<br />
Bietenrooiers, 1912<br />
Kort vóór <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> wereldoorlog dacht Willem Pée er nog een<strong>de</strong>r over: ‘Uit<br />
algemeen menselijk oogpunt was het verblijf <strong>in</strong> <strong>de</strong> vreem<strong>de</strong> <strong>voor</strong> heel wat verachter<strong>de</strong><br />
boertjes niet zo na<strong>de</strong>lig. Ze wer<strong>de</strong>n er enigsz<strong>in</strong>s door ontvoogd, leer<strong>de</strong>n er meer<br />
zelfstandig wor<strong>de</strong>n, m<strong>in</strong><strong>de</strong>r <strong>de</strong>emoedig on<strong>de</strong>rworpen aan <strong>de</strong> macht van <strong>de</strong> rijke<br />
pachter of <strong>de</strong> a<strong>de</strong>llijke grondbezitter, m<strong>in</strong><strong>de</strong>r verbl<strong>in</strong>d door het bekrompen <strong>land</strong>elijk<br />
geloofsfanatisme. Ze wer<strong>de</strong>n, zoals ze het zelf noem<strong>de</strong>n, meer mens’. 16. Natuurlijk<br />
kon men door het pen<strong>de</strong>lreizen d<strong>in</strong>gen ‘zien’ die an<strong>de</strong>rs onbekend bleven en enige<br />
‘ontwikkel<strong>in</strong>g’ opdoen: men moest <strong>de</strong> berichten en <strong>de</strong> stationsnamen lezen, men<br />
leer<strong>de</strong> zelfs een mondje Frans en men had contact met <strong>de</strong> mensenvariëteit van <strong>de</strong><br />
tienduizen<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n en op het werk. Maar <strong>de</strong> verbeest<strong>in</strong>g woog het zwaarste.<br />
In <strong>de</strong> logementen <strong>voor</strong> weekpen<strong>de</strong>laars en seizoenarbei<strong>de</strong>rs van Noord-Frankrijk<br />
en Wallonië, krochten met boven elkaar gestapel<strong>de</strong> bed<strong>de</strong>n waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> logeurs meestal<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
getweeën sliepen, kwamen <strong>de</strong> werkers terecht <strong>in</strong> <strong>de</strong> marg<strong>in</strong>aliteit: geen warmte, geen<br />
menselijkheid, alleen maar slavenarbeid, twaalf of veertien uur lang, en <strong>de</strong> smerigheid<br />
van <strong>de</strong> logeerhuizen met hun promiscuïteit en hun ‘varkenskost’. 17. De seizoenarbei<strong>de</strong>rs<br />
<strong>voor</strong> het <strong>land</strong>bouwwerk <strong>in</strong> <strong>de</strong> noor<strong>de</strong>lijke <strong>de</strong>partementen van Frankrijk zwierven met<br />
‘gangen’ van veertig tot zeventig mannen en vrouwen door <strong>de</strong> streek. Zij wer<strong>de</strong>n<br />
aangeworven en geleid door ‘piqueurs’, koppelbazen die met hun ploegen van hoeve<br />
tot hoeve trokken, ze betaal<strong>de</strong>n en zorg<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>in</strong>kwartier<strong>in</strong>g. Uit <strong>de</strong> afval van <strong>de</strong>ze<br />
troepen ontston<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ‘trimards’, <strong>de</strong> enkele hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n wrakstukken van het<br />
migrantenfenomeen die <strong>in</strong> Frankrijk bleven hangen na het seizoenwerk, op zoek naar<br />
karweien. Maar <strong>de</strong> ‘trimards’ vorm<strong>de</strong>n een uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. De Vlaamse seizoenarbei<strong>de</strong>rs<br />
ston<strong>de</strong>n <strong>in</strong> Frankrijk te goe<strong>de</strong>r naam bekend als werkzame mensen, gehecht aan<br />
vrouw en gez<strong>in</strong>. ‘In <strong>de</strong> Vlaamse dorpen, schrijft Dr. J. Frost-Brüssel, heb ik vaak <strong>de</strong><br />
brieven kunnen <strong>in</strong>kijken die zij naar huis stuur<strong>de</strong>n. Zij vragen nieuws over <strong>de</strong><br />
k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren, over het bedrijfje, en of <strong>de</strong> biggen al verkocht zijn en wat zij opbrachten’.<br />
In groep echter en op het werk zijn <strong>de</strong>ze aanhankelijke mensen grove kerels die<br />
opvallen door ‘het grote gebrek aan beschav<strong>in</strong>g’ en bekend staan als onvermoeibare<br />
werkezels; die verbeten het lastigste werk doorzetten tot het af is en tot een primitief<br />
ras behoren dat nauwelijks kan spreken en geen ‘i<strong>de</strong>eën’ heeft. ‘Het afschuwelijke<br />
Godverdomme waarmee zij elke z<strong>in</strong> beg<strong>in</strong>nen en e<strong>in</strong>digen, zo besluit Frost-Brüssel<br />
zijn portret van <strong>de</strong> seizoenarbei<strong>de</strong>r, is eigenlijk maar een pog<strong>in</strong>g om het gesprek aan<br />
<strong>de</strong> gang te hou<strong>de</strong>n<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
184<br />
ondanks <strong>de</strong> vreselijke armoe<strong>de</strong> aan gedachten en woor<strong>de</strong>n’. 18. Dat was <strong>de</strong> zegen<strong>in</strong>g<br />
die <strong>de</strong> ‘verachter<strong>de</strong> boertjes’ aan het migrantenwerk dankten, aan <strong>de</strong> ‘verruim<strong>in</strong>g<br />
van hun <strong>in</strong>tellectuele horizon’, aan het weghalen uit ‘hun bekrompen<br />
geloofsfanatisme’.<br />
In Wallonië eveneens beschouw<strong>de</strong> men <strong>de</strong> Vlaamse platte<strong>land</strong>ers als ‘sukkelaars’<br />
die door <strong>de</strong> ellen<strong>de</strong> uit hun streek wer<strong>de</strong>n verdreven en el<strong>de</strong>rs karweien g<strong>in</strong>gen<br />
opknappen waar<strong>voor</strong> geen <strong>in</strong>telligentie was vereist. ‘Turcos’ heetten sommige Waalse<br />
boeren <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rontwikkel<strong>de</strong>n die drie keer per seizoen, <strong>in</strong> <strong>de</strong> lente <strong>voor</strong> het wie<strong>de</strong>n,<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> zomer <strong>voor</strong> <strong>de</strong> graanoogst, <strong>in</strong> <strong>de</strong> herfst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> bietenoogst, naar <strong>de</strong> Waalse<br />
hoeven afzakten. Zij voe<strong>de</strong>n zich als varkens, zei een boer uit Modave aan<br />
Van<strong>de</strong>rvel<strong>de</strong>. Van hoeve tot hoeve trokken zij rond <strong>in</strong> ploegen van zes tot tien man,<br />
waarvan ook k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>de</strong>el uitmaakten en een vrouw <strong>voor</strong> het koken van <strong>de</strong> pot.<br />
Tussen twee karweien <strong>in</strong> von<strong>de</strong>n zij huisvest<strong>in</strong>g en kost bij hun Waalse ‘placeur’.<br />
Tij<strong>de</strong>ns het werk ‘logeer<strong>de</strong>n’ zij <strong>in</strong> <strong>de</strong> schuur, <strong>de</strong> stal of het bakhuis. Zij werkten <strong>in</strong><br />
aanbested<strong>in</strong>g, met jachtige drift, van <strong>de</strong> dageraad tot zonson<strong>de</strong>rgang en waren 's<br />
avonds te moe om uit <strong>de</strong> kleren te komen. 19.<br />
Ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> Vlaamse gewesten verrichtten <strong>de</strong> platte<strong>land</strong>ers seizoenarbeid: <strong>de</strong> graanen<br />
bietenoogst, <strong>de</strong> cichorei en <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> hopoogst. Dit verg<strong>de</strong> veel volk, want het<br />
plukken moest zorgvuldig gebeuren: <strong>de</strong> ranken wer<strong>de</strong>n afgesne<strong>de</strong>n en op <strong>de</strong> schoot<br />
gelegd, <strong>de</strong> scheerranken afgerukt en ‘bel per bel’ geplukt. Ie<strong>de</strong>r jaar, tegen <strong>de</strong><br />
hopoogst, stroom<strong>de</strong>n <strong>de</strong> plukkers met duizen<strong>de</strong>n uit alle hoeken van het Vlaamse<br />
<strong>land</strong> naar <strong>de</strong> hopvel<strong>de</strong>n van West-Vlaan<strong>de</strong>ren en Brabant. Het leek dan een<br />
volksverhuiz<strong>in</strong>g die <strong>de</strong> dorpen leeghaal<strong>de</strong>, op <strong>de</strong> zieken en stokou<strong>de</strong> mensen na. Een<br />
aantal plukkers wer<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> hopboeren uit hun dorpen afgehaald. An<strong>de</strong>ren trokken<br />
on<strong>de</strong>r leid<strong>in</strong>g van ‘ben<strong>de</strong>niers’ te voet of per spoor naar <strong>de</strong> verzamelplaatsen, waar<br />
<strong>de</strong> boeren ze aanwierven. 20.<br />
De hoppluk was <strong>de</strong> vrien<strong>de</strong>lijkste vorm van seizoenarbeid. Men werkte er op<br />
daghuur en dus m<strong>in</strong><strong>de</strong>r gejaagd dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> Franse of Waalse hoeven. De hele streek<br />
geur<strong>de</strong> van <strong>de</strong> hop wanneer <strong>de</strong> plukkers bezig waren. Naar <strong>de</strong> hopoogst trokken <strong>de</strong><br />
mensen als naar een feest, met <strong>de</strong> accor<strong>de</strong>onist <strong>voor</strong>aan. Die z<strong>in</strong>gen<strong>de</strong> ben<strong>de</strong>n langs<br />
<strong>de</strong> Westvlaamse en Brabantse wegen behoor<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong> najaarssfeer van <strong>de</strong> streek.<br />
Op <strong>de</strong> hoeven wachtte hen <strong>de</strong> koffietafel met krentenmik, en <strong>de</strong> eerste avond dansten<br />
zij op <strong>de</strong> tonen van <strong>de</strong> harmonika. Als er tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> oogst kermis was op het dorp<br />
trok <strong>de</strong> Brabantse boer er naartoe ‘met al zijn plukkersvolk’, en hoe groter <strong>de</strong> ben<strong>de</strong><br />
hoe trotser ‘<strong>de</strong> Gansendonckers van <strong>de</strong> streek’ zich voel<strong>de</strong>n. Op <strong>de</strong> laatste dag van<br />
<strong>de</strong> pluk vier<strong>de</strong> men het oogstfeest met wafelslag en pap, <strong>in</strong> het <strong>land</strong> van Asse met<br />
lambik <strong>in</strong> teilen. Rond Aalst hield men dan <strong>de</strong> ‘kloer<strong>in</strong>g’. Men danste en dronk. De<br />
vrouwen verkleed<strong>de</strong>n zich als mannen en trokken met bezems naar <strong>de</strong> hoeven waar<br />
<strong>de</strong> pluk nog aan <strong>de</strong> gang was. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> ‘hommelpap’, <strong>in</strong> het Poper<strong>in</strong>gse, werd <strong>de</strong><br />
hommelvent <strong>in</strong> brand gestoken, een stropop vol voet-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Hoppluk <strong>in</strong> het Poper<strong>in</strong>gse, 1913<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De pan<strong>de</strong>laars terug thuis, 1898 (E. Laermans)<br />
185<br />
zoekers. De ron<strong>de</strong>dans rond het vuur beduid<strong>de</strong> <strong>de</strong> vreug<strong>de</strong> van het volbrachte werk. 21.<br />
Hier is nog geen verstor<strong>in</strong>g merkbaar. Het volk voelt zich thuis omdat het <strong>in</strong> eigen<br />
<strong>land</strong> en on<strong>de</strong>r eigen mensen blijft en <strong>de</strong> pluk naar ou<strong>de</strong> gebruiken verloopt. De<br />
hopoogst is een stuk <strong>voor</strong>tlevend verle<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen rond <strong>de</strong> eeuwwissel<strong>in</strong>g.<br />
Niet <strong>de</strong> vijftigduizend seizoenarbei<strong>de</strong>rs zijn het ergst door <strong>de</strong> ontwortel<strong>in</strong>g geraakt.<br />
De meesten on<strong>de</strong>r hen verrichten <strong>land</strong>bouwwerk en blijven daarom nog enigsz<strong>in</strong>s<br />
verbon<strong>de</strong>n met hun oorsprong, niettegenstaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> lange afwezigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong>n vreem<strong>de</strong><br />
en <strong>de</strong> slavernij van het werk. Grondiger is <strong>de</strong> ontred<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtigduizend<br />
grensarbei<strong>de</strong>rs en van <strong>de</strong> driehon<strong>de</strong>rdduizend dag- en weekpen<strong>de</strong>laars. Zelfs wanneer<br />
zij dicht bij huis werken zijn zij zestien tot achttien uur per etmaal on<strong>de</strong>rweg.<br />
Economisch brachten <strong>de</strong> spoorabonnementen <strong>voor</strong><strong>de</strong>len mee: meer werkgelegenheid<br />
en hogere lonen, gezon<strong>de</strong>r wonen en betere voed<strong>in</strong>g. Maar <strong>de</strong> prijs <strong>voor</strong> dit stoffelijk<br />
<strong>voor</strong><strong>de</strong>el woog zwaar door: <strong>de</strong> gezondheid werd on<strong>de</strong>rmijnd, het gez<strong>in</strong>sleven verstoord<br />
en het platte<strong>land</strong> opengebroken. 22.<br />
Opengeleg<strong>de</strong> dorpen<br />
In het najaar van 1902 bekeek Emile Van<strong>de</strong>rvel<strong>de</strong> op een perron langs <strong>de</strong> spoorlijn<br />
Brussel-Eigenbrakel het fenomeen van <strong>de</strong> pen<strong>de</strong>l: om het kwartier, ‘van <strong>de</strong><br />
avondschemer<strong>in</strong>g tot <strong>in</strong> <strong>de</strong> nacht’, zetten lange tre<strong>in</strong>en <strong>de</strong>r<strong>de</strong> klasse-wagens hun<br />
lad<strong>in</strong>g arbei<strong>de</strong>rs af <strong>in</strong> alle dorpen op <strong>de</strong> lijn. 23. Elke werkdag opnieuw stroom<strong>de</strong>n,<br />
over het hele <strong>land</strong>, hon<strong>de</strong>rdduizen<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustriecentra terug naar hun<br />
gemeenten. Zij waren <strong>voor</strong>malige buitenlie<strong>de</strong>n maar van hun <strong>land</strong>elijk<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
186<br />
karakter bleef niets over. Het contact met <strong>de</strong> stad en <strong>de</strong> fabriek had hen tot kleurlozen<br />
gemaakt die tot geen enkele groep behoor<strong>de</strong>n en <strong>in</strong> hun dorpen <strong>de</strong> versprei<strong>de</strong>rs wer<strong>de</strong>n<br />
van <strong>de</strong> geest <strong>de</strong>r grote agglomeraties. 24.<br />
Men moet <strong>de</strong>ze ontwikkel<strong>in</strong>g concreet zien. De arrondissementen Leuven en Nijvel<br />
waren <strong>in</strong> het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw een golvend bouwen braak<strong>land</strong> met<br />
groepen huisjes rond een kerk en buiten <strong>de</strong> kom enkele geïsoleer<strong>de</strong> hoeven. Vijftig<br />
jaar later bleven er maar een paar <strong>land</strong>elijke gemeenten meer over. De an<strong>de</strong>ren<br />
droegen <strong>de</strong> sporen van <strong>de</strong> nieuwe tijd. Een aantal had<strong>de</strong>n hun dorpskarakter helemaal<br />
verloren: zij beston<strong>de</strong>n uit rechtlijnige straten beheerst door een snel groeien<strong>de</strong><br />
kle<strong>in</strong>han<strong>de</strong>l. Het kerkhof lag op een uithoek en was niet langer <strong>de</strong> nabije bevestig<strong>in</strong>g<br />
van het geloof. Dit is geen bijkomstigheid maar het teken van het gestoor<strong>de</strong><br />
evenwicht. 25.<br />
Vroeger leef<strong>de</strong>n <strong>de</strong> mensen eensgez<strong>in</strong>d niettegenstaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> standsverschillen. Zij<br />
waren allen betrokken bij het <strong>land</strong> en volg<strong>de</strong>n hetzelf<strong>de</strong> ritme: men stond op bij<br />
dageraad, <strong>voor</strong> ie<strong>de</strong>reen luid<strong>de</strong> het Angelus <strong>de</strong> middagrust en 's avonds werd het<br />
licht overal rond <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> tijd gedoofd. De forensen verbraken <strong>de</strong>ze eenheid want<br />
zij behoor<strong>de</strong>n niet meer tot <strong>de</strong> gemeenschap. Het dorpsleven <strong>in</strong>teresseer<strong>de</strong> hen niet<br />
en toch veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r hun <strong>in</strong>vloed het klimaat op het dorp. Men zag het <strong>voor</strong>al<br />
<strong>de</strong> zondag. Misverzuim en zondagswerk wer<strong>de</strong>n gewone d<strong>in</strong>gen. De pen<strong>de</strong>laars<br />
bleven liggen wanneer <strong>de</strong> dorpsklok luid<strong>de</strong> en dat <strong>voor</strong>beeld werkte aanstekelijk op<br />
<strong>de</strong> jonge generatie. De kle<strong>in</strong>ste dorpen had<strong>de</strong>n een danszaal. Als er <strong>in</strong> <strong>de</strong> gemeente<br />
geen draaiorgel was trokken <strong>de</strong> jonge mannen met een paar muzikanten naar <strong>de</strong><br />
herberg om een bal te improviseren. De meer bedaag<strong>de</strong>n geraakten <strong>in</strong> <strong>de</strong> ban van<br />
een nieuwe plaag, <strong>de</strong> duivensport, die van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n het platte<strong>land</strong> b<strong>in</strong>nendrong, alle<br />
verzet van <strong>de</strong> socialisten en <strong>de</strong> geestelijkheid ten spijt. In 1898 vervoer<strong>de</strong> het spoor<br />
twee en een half miljoen duiven, en zes miljoen meer <strong>in</strong> 1907. De helft ongeveer van<br />
<strong>de</strong> hon<strong>de</strong>rdduizend eigenaars van ger<strong>in</strong>g<strong>de</strong> duiven woon<strong>de</strong> op het platte<strong>land</strong>. In het<br />
Hage<strong>land</strong> trof men dorpjes aan met een paar duizend reisduiven. Kle<strong>in</strong>e lie<strong>de</strong>n<br />
verspeel<strong>de</strong>n er op enkele zondagen al hun bezit. 26.<br />
Dat <strong>de</strong> zondagen veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n lag aan vele oorzaken: <strong>de</strong> mislukk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />
kerkelijke pastoraal, <strong>de</strong> maatschappelijke en politieke onrust en <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> geest van<br />
<strong>de</strong> tijd. Maar overal - vele getuigenissen bevestigen het - zijn <strong>de</strong> migranten <strong>de</strong><br />
belangrijkste versprei<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong>ze geest.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Een aankondig<strong>in</strong>g over geboortebeperk<strong>in</strong>g verschenen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Gentse krant ‘Vooruit’ <strong>in</strong> 1903<br />
Misverzuim en zondagsvermaak zijn alleen maar uiterlijke tekens. Er was een<br />
on<strong>de</strong>rmijn<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> godsdienstige gez<strong>in</strong>dheid aan <strong>de</strong> gang, en die raakte <strong>de</strong><br />
z<strong>in</strong>volheid van het bestaan. Over <strong>de</strong> eeuwen waren geloof en leven tot eenheid<br />
gegroeid. Het werk en <strong>de</strong> seizoenen, geboorte en dood, alles rond <strong>de</strong> mens was van<br />
het god<strong>de</strong>lijke doordrongen. Wat uit zijn han<strong>de</strong>n kwam zegen<strong>de</strong> hij met het kruisteken<br />
omdat hij van zijn <strong>voor</strong>ou<strong>de</strong>rs had geleerd dat God alle d<strong>in</strong>gen draagt en tot een goed<br />
e<strong>in</strong><strong>de</strong> leidt.<br />
Door het wegschrompelen van <strong>de</strong>ze overtuig<strong>in</strong>g g<strong>in</strong>g het <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> het leven<br />
verloren. Uiterlijk leek het werk op het <strong>land</strong> en <strong>in</strong> huis onveran<strong>de</strong>rd maar het was<br />
<strong>voor</strong> velen een dwang gewor<strong>de</strong>n, een slaven <strong>voor</strong> <strong>de</strong> nooddruft dat zijn beziel<strong>in</strong>g<br />
kwijt was. De ‘praktijk’ bleef, <strong>voor</strong>lopig, maar als een plichtpleg<strong>in</strong>g, niet meer als<br />
<strong>de</strong> voltooi<strong>in</strong>g van het bestaan.<br />
De platte<strong>land</strong>ers die wegens <strong>de</strong> crisis van <strong>de</strong> jaren veertig naar <strong>de</strong> stad uitweken<br />
verloren het eerst het z<strong>in</strong>-geven<strong>de</strong> geloof, al bleven zij ‘naar <strong>de</strong> kerk gaan’. Na hen<br />
wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> pen<strong>de</strong>larbei<strong>de</strong>rs weggehaald uit <strong>de</strong> godsdienstigheid. Het nieuwe milieu<br />
kon dit verlies alleen maar bevestigen. De <strong>in</strong>dustrie ‘is neutraal’ 27. , zij herleidt het<br />
bestaan tot het materiële werk, zij leert van brood alleen te leven en sluit hierdoor<br />
<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re horizonten af. Dat <strong>de</strong> mens <strong>voor</strong> zijn nood een antwoord zoekt <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
godsdienst is zijn persoonlijke aangelegenheid. De gemeenschap-van-<strong>de</strong>-<strong>in</strong>dustrie<br />
heeft daaraan geen behoefte en miskent zelfs <strong>de</strong>ze nood. Niettegenstaan<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />
klassesolidariteit vernietigt zij <strong>de</strong> gemeenschap van <strong>de</strong> gelijkgez<strong>in</strong><strong>de</strong>n, en daarom<br />
ook het geloof dat door <strong>de</strong>ze gemeenschap wordt gedragen.<br />
Dit is <strong>de</strong> ontwortel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> pen<strong>de</strong>larbei<strong>de</strong>rs: zij ruil<strong>de</strong>n hun achtergrond <strong>voor</strong><br />
het vervreem<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Mol aan <strong>de</strong> <strong>voor</strong>avond van <strong>de</strong> oorlog<br />
187<br />
milieu van het werk. Het maakte hen geestelijk arm, en <strong>de</strong>ze armoe<strong>de</strong> plantten zij<br />
over <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>land</strong>elijke omgev<strong>in</strong>g waartoe zij bleven behoren.<br />
Het vanzelfspreken<strong>de</strong> vertrouwen verdween. De mensen leef<strong>de</strong>n meer geïsoleerd,<br />
<strong>de</strong> <strong>de</strong>ur stond niet meer open <strong>voor</strong> ie<strong>de</strong>reen. Er waren nog veel gelovige mensen op<br />
het platte<strong>land</strong>, maar zij wer<strong>de</strong>n geconfronteerd met een groep die volgens an<strong>de</strong>re<br />
normen leef<strong>de</strong> en aanstekelijk werkte. Men zag het wanneer <strong>in</strong> <strong>de</strong> aangetaste dorpen<br />
<strong>de</strong> processie uitg<strong>in</strong>g. Vroeger nam <strong>de</strong> hele gemeente hieraan <strong>de</strong>el. Naar het <strong>voor</strong>beeld<br />
van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n bleef men nu thuis of kwam men, als nieuwsgierigen, naar het<br />
<strong>voor</strong>bijtrekken van <strong>de</strong> stoet kijken. Vóór een aantal huizen wer<strong>de</strong>n geen bloemen<br />
meer gestrooid en hier en daar ontbrak <strong>de</strong> illum<strong>in</strong>atie. Dit schijnbaar onbelangrijke<br />
<strong>de</strong>tail is revelerend: <strong>voor</strong> een <strong>de</strong>el van het volk werd het religieuze een spektakel<br />
waarbij men niet meer betrokken was. 28.<br />
Het frappantst wellicht is <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het seksuele leven. Volgens een<br />
dorpsgeneesheer met <strong>de</strong>rtig jaar praktijk <strong>in</strong> het Leuvense had<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> <strong>voor</strong>avond<br />
van <strong>de</strong> oorlog twee <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> pubescente ongehuw<strong>de</strong> vrouwen geslachtelijke<br />
betrekk<strong>in</strong>gen en was vruchtafdrijv<strong>in</strong>g niet meer ongewoon. Deze verwil<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g schreef<br />
hij toe aan ‘<strong>de</strong> rampzalige <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong> migranten’. 29. Vrije lief<strong>de</strong> kwam natuurlijk<br />
ook vroeger <strong>voor</strong>, maar <strong>de</strong> omvang toont <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> opvatt<strong>in</strong>gen. En nieuw<br />
op het platte<strong>land</strong> was het gebruik van <strong>voor</strong>behoedmid<strong>de</strong>len.<br />
Al rond het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw pastte men <strong>in</strong> burgerlijke mid<strong>de</strong>ns,<br />
<strong>in</strong> Wallonië vroeger dan <strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren, <strong>de</strong> coïtus <strong>in</strong>terruptus toe en waren<br />
vermoe<strong>de</strong>lijk condoom en pessarium niet helemaal onbekend, maar het verschijnsel<br />
werd pas <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Tramhalte op <strong>de</strong> Turnhoutse baan te Mol<br />
tachtig opvallend. In een verslag over <strong>de</strong> emigratie, op het sociaal congres van Luik<br />
<strong>in</strong> 1887, signaleer<strong>de</strong> Mgr. Cartuyvels <strong>de</strong> spreid<strong>in</strong>g op nationale schaal van <strong>de</strong><br />
anticonceptie, ‘niet alleen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustriecentra maar zelfs op het platte<strong>land</strong>’. 30.<br />
Vanaf <strong>de</strong> jaren negentig werd <strong>de</strong> propaganda <strong>voor</strong> neomalthusianisme stelselmatig<br />
gevoerd, met Gent als centrum 31. , en na 1900 ver<strong>de</strong>r uitgebreid on<strong>de</strong>r <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong><br />
Waalse ‘Ligue <strong>de</strong> la régénération huma<strong>in</strong>e’ en <strong>voor</strong>al van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong>se<br />
‘Nieuw-Mal-thusiaanse Bond’. In Mechelen, Antwerpen en Leuven ontston<strong>de</strong>n<br />
af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong>ze Bond die zich <strong>in</strong> 1912 groepeer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> een ‘Belgisch Verbond<br />
ter regel<strong>in</strong>g van het K<strong>in</strong><strong>de</strong>rtal’, met een eigen blad, Ou<strong>de</strong>rsplicht. Spectaculair was<br />
het le<strong>de</strong>naantal niet, maar <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed reikte ver<strong>de</strong>r dan <strong>de</strong> vijfhon<strong>de</strong>rd <strong>in</strong>geschrevenen.<br />
In Leuven bij<strong>voor</strong>beeld wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> 1911 meer dan tweeduizend <strong>voor</strong>behoedmid<strong>de</strong>len<br />
<strong>voor</strong> mannen verkocht. Het gevolg van het neomalthusianisme <strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren blijkt<br />
<strong>voor</strong>al uit het dalen van het geboortencijfer, na 1901, met één vijf<strong>de</strong> tot één vier<strong>de</strong>.<br />
Alleen <strong>in</strong> Limburg bleven <strong>de</strong> geboorten stabiel. 32.<br />
In tegenstell<strong>in</strong>g met het geïndustrialiseer<strong>de</strong> en direct door Frankrijk beïnvloe<strong>de</strong><br />
Wallonië was <strong>in</strong> het Vlaamse platte<strong>land</strong> <strong>de</strong> vruchtbaarheidsbeperk<strong>in</strong>g lang onbekend.<br />
De agrarische samenlev<strong>in</strong>g zorg<strong>de</strong> daar<strong>voor</strong>, en <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> comb<strong>in</strong>atie van <strong>land</strong>arbeid<br />
met huis<strong>in</strong>dustrie <strong>in</strong> gez<strong>in</strong>sverband: dit verg<strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>rrijkdom en rem<strong>de</strong> het ontstaan<br />
af van zelfstandige, jonge gez<strong>in</strong>nen. De aftakel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze levenswijze èn <strong>de</strong><br />
pen<strong>de</strong>larbeid die er het gevolg van was, hebben <strong>de</strong> geest en weldra ook <strong>de</strong> praktijk<br />
van het neomalthusianisme van uit Frankrijk en Wallonië <strong>in</strong> het Vlaamse platte<strong>land</strong><br />
helpen versprei<strong>de</strong>n. 33. In <strong>de</strong> tre<strong>in</strong>en en <strong>de</strong> wachtzalen, <strong>in</strong> <strong>de</strong> herbergen en op het werk<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
188<br />
wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Vlaamse arbei<strong>de</strong>rs geconfronteerd met propaganda <strong>voor</strong><br />
geboortenbeperk<strong>in</strong>g. Ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> Volkshuizen en <strong>in</strong> <strong>de</strong> socialistische bla<strong>de</strong>n werd zij<br />
aangeprezen als een remedie <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ellen<strong>de</strong> van <strong>de</strong> overtallige werkersgez<strong>in</strong>nen, al<br />
<strong>de</strong>el<strong>de</strong>n vele partijlei<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>ze zienswijze niet. Van<strong>de</strong>rvel<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r meer zei dat<br />
geboortenbeperk<strong>in</strong>g ‘een navolgen van het egoïsme <strong>de</strong>r bourgeoisie’ was. 34.<br />
Neomalthusianisme was geen socialistische maar eer<strong>de</strong>r een vrijz<strong>in</strong>nige<br />
aangelegenheid die, behalve door <strong>de</strong> zorg <strong>voor</strong> een rationele regel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />
gez<strong>in</strong>sgrootte, ook door anticlericalisme en afkeer <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Kerk werd <strong>in</strong>gegeven. 35.<br />
De <strong>voor</strong>stan<strong>de</strong>rs van geboortenbeperk<strong>in</strong>g mochten beklemtonen dat zij<br />
vruchtafdrijv<strong>in</strong>g als een misdaad beschouw<strong>de</strong>n 36. , toch heeft <strong>de</strong> beweg<strong>in</strong>g bij haar<br />
volgel<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> eerbied <strong>voor</strong> het leven aangetast.<br />
Bijverschijnselen van <strong>de</strong> nieuwe geest zijn abortus en syfilis. Een aantal kranten<br />
maakten be<strong>de</strong>kt reclame <strong>voor</strong> vruchtafdrijven<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len. Abortus leek <strong>in</strong> <strong>de</strong> laatste<br />
jaren <strong>voor</strong> <strong>de</strong> oorlog een perfect georganiseerd beroep 37. , niet alleen <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n maar<br />
overal waar <strong>de</strong> pen<strong>de</strong>larbeid doordrong. En <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze jaren signaleert men <strong>voor</strong> het<br />
eerst syfilis op het platte<strong>land</strong>: <strong>de</strong> pen<strong>de</strong>laars naar Wallonië en Frankrijk zijn er <strong>de</strong><br />
versprei<strong>de</strong>rs van. 38.<br />
Het sterkst geteken<strong>de</strong> gebied was <strong>de</strong> Westvlaamse grensarbei<strong>de</strong>rszone, van Ploegsteert<br />
tot Herseaux. Daar vestig<strong>de</strong>n zich <strong>de</strong> duizen<strong>de</strong>n mannen en vrouwen die dagelijks<br />
of wekelijks <strong>de</strong> grens overtrokken naar <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustrieën van Noord-Frankrijk. In <strong>de</strong>ze<br />
bijna uitsluitend door ‘laaggeschool<strong>de</strong>n’ bewoon<strong>de</strong> streek was <strong>de</strong> verword<strong>in</strong>g brutaler<br />
dan el<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> het <strong>land</strong>, waar <strong>de</strong> migranten wer<strong>de</strong>n opgevangen door een kern van<br />
<strong>in</strong>heemsen. 39.<br />
Socialisme op het platte<strong>land</strong><br />
Door <strong>de</strong> pen<strong>de</strong>larbeid gebeur<strong>de</strong> haast vanzelf wat <strong>de</strong> Belgische Werklie<strong>de</strong>npartij<br />
jaren lang vruchteloos had nagestreefd, het b<strong>in</strong>nendr<strong>in</strong>gen van het socialisme <strong>in</strong> het<br />
platte<strong>land</strong>.<br />
De Gentse socialisten waren <strong>de</strong> eersten die zich, <strong>in</strong> <strong>de</strong> verkiez<strong>in</strong>gsstrijd van 1894,<br />
aan platte<strong>land</strong>spropaganda waag<strong>de</strong>n. Met een paar gehuur<strong>de</strong> rijtuigen trokken zij <strong>de</strong><br />
zondagochtend naar <strong>de</strong>n buiten. Bij het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> eerste mis ston<strong>de</strong>n zij klaar op<br />
het dorpsple<strong>in</strong>. Na een paar wijsjes op <strong>de</strong> harmonika, om <strong>de</strong> mensen aan te trekken,<br />
sprak een propagandist <strong>de</strong> buitenlie<strong>de</strong>n toe. Tot slot wer<strong>de</strong>n enkele brochures<br />
uitge<strong>de</strong>eld en zong men een werkerslied. Daarna rol<strong>de</strong> het rijtuig weg om <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
volgen<strong>de</strong> gemeente het scenario te herhalen. Ook buiten Oost-Vlaan<strong>de</strong>ren<br />
organiseer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> socialisten <strong>de</strong>rgelijke tochten, maar overal bleek hoe ondoelmatig<br />
en zelfs belachelijk het was verste<strong>de</strong>lijkte militanten op <strong>de</strong> platte<strong>land</strong>sbevolk<strong>in</strong>g los<br />
te laten. Zij wekten <strong>de</strong> spotlust van <strong>de</strong> buitenlie<strong>de</strong>n op of wer<strong>de</strong>n met geweld uit het<br />
dorp gejaagd. 40.<br />
Op het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> jaren negentig probeer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> socialisten het platte<strong>land</strong> te<br />
veroveren met coöperatieve bakkerijen. In Zele bij<strong>voor</strong>beeld richtten zij <strong>de</strong> bakkerij<br />
‘De Zon’ op die weldra filiales had <strong>in</strong> Wetteren, Hamme en Den<strong>de</strong>rmon<strong>de</strong>. Enkele<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
jaren lang re<strong>de</strong>n <strong>de</strong> broodkarren ongeh<strong>in</strong><strong>de</strong>rd door <strong>de</strong> streek, maar bij ie<strong>de</strong>re verkiez<strong>in</strong>g<br />
bleek dat wie socialistisch brood kocht niet meteen een volgel<strong>in</strong>g werd. Dat, op<br />
enkele Waalse gebie<strong>de</strong>n na, <strong>de</strong> coöperatie als penetratiemid<strong>de</strong>l mislukte 41. lag aan <strong>de</strong><br />
aanpak: <strong>de</strong> socialisten beschouw<strong>de</strong>n <strong>de</strong> buitenlie<strong>de</strong>n als achterlijke wezens die moesten<br />
bevrijd wor<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> domheid en het bijgeloof. Typerend <strong>voor</strong> <strong>de</strong>ze geest is het<br />
eerste nummer van De Zon, een weekblad <strong>voor</strong> <strong>de</strong> arrondissementen S<strong>in</strong>t-Niklaas,<br />
Den<strong>de</strong>rmon<strong>de</strong> en Tielt: ‘Gegroet, ne<strong>de</strong>rig socialistisch weekblaadje, gegroet !...<br />
Verjaag onwetendheid en onverstand, nacht <strong>voor</strong> menselijke hersenen, <strong>de</strong> bron van<br />
het kwaad. Stort troost en hoop <strong>in</strong> het hart <strong>de</strong>r arme, domme werklie<strong>de</strong>n en boeren<br />
wier leven een martel<strong>in</strong>g is en toon hun e<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> redd<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> naken<strong>de</strong><br />
toekomst.’ 42.<br />
Ontvoogd<strong>in</strong>g van het platte<strong>land</strong> beteken<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> socialisten vernietig<strong>in</strong>g van<br />
het oorspronkelijke boerenleven. Zolang dat gaaf bleef kon<strong>de</strong>n hun penetratiepog<strong>in</strong>gen<br />
niet lukken. In <strong>de</strong>ze context heette Van<strong>de</strong>rvel<strong>de</strong> <strong>de</strong> suikerbiet ‘<strong>de</strong> revolutionaire<br />
groente bij uitstek’ 43. : het contact van <strong>de</strong> platte<strong>land</strong>se seizoenarbei<strong>de</strong>rs met het<br />
proletariaat <strong>de</strong>r suikerraff<strong>in</strong>a<strong>de</strong>rijen zou <strong>de</strong> verspreid<strong>in</strong>g van het socialisme op <strong>de</strong>n<br />
buiten mogelijk maken. De pen<strong>de</strong>larbeid realiseer<strong>de</strong> <strong>in</strong><strong>de</strong>rdaad wat <strong>de</strong><br />
‘naïeve’ 44. dorpspropaganda niet was gelukt: hij brak <strong>de</strong> agrarische wereld open en<br />
effen<strong>de</strong> zo <strong>de</strong> weg <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Werklie<strong>de</strong>npartij.<br />
De werkmanstre<strong>in</strong>en vervul<strong>de</strong>n hierbij <strong>de</strong> rol van ‘ambulante meet<strong>in</strong>gs’ 45. , al was<br />
er van directe beïnvloed<strong>in</strong>g door militanten veelal geen sprake. Meer dan <strong>de</strong><br />
nadrukkelijke bewerk<strong>in</strong>g maakte <strong>de</strong> afstomp<strong>in</strong>g van het reizen <strong>de</strong> tre<strong>in</strong> tot een<br />
propaganda-<strong>in</strong>strument.<br />
Tij<strong>de</strong>ns zijn reportagetocht door ‘arm Vlaan<strong>de</strong>ren’ reis<strong>de</strong> August De W<strong>in</strong>ne op<br />
een maandag met <strong>de</strong> forensen van Kortrijk naar <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustrieën van Noord-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
189<br />
Frankrijk. Om vier uur 's ochtends vertrok <strong>de</strong> boemeltre<strong>in</strong>. Hij laad<strong>de</strong> mannen en<br />
vrouwen op <strong>in</strong> alle stations, tot Moeskroen, het verzamelpunt van <strong>de</strong> pen<strong>de</strong>ltre<strong>in</strong>en<br />
uit <strong>de</strong> hele Leievallei. Daar stapte ie<strong>de</strong>reen over <strong>in</strong> <strong>de</strong> tre<strong>in</strong> naar <strong>de</strong> Franse grens.<br />
Vanaf hef grensstationnetje Herseaux g<strong>in</strong>g het te voet naar Roubaix, ‘<strong>in</strong> e<strong>in</strong><strong>de</strong>loze<br />
rijen door het veld’. Rond zes uur stroom<strong>de</strong>n <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs Roubaix b<strong>in</strong>nen, waar ze<br />
rondh<strong>in</strong>gen tot om half zeven <strong>de</strong> fabriekspoorten open<strong>de</strong>n. De weekpen<strong>de</strong>laars aten<br />
's middags <strong>in</strong> hun logement, <strong>de</strong> rest <strong>in</strong> een kroeg of op straat. Om zeven uur luid<strong>de</strong><br />
het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> werkdag: een nieuwe tocht te voet naar Herseaux, een uur wachten<br />
op <strong>de</strong> tre<strong>in</strong> naar Moeskroen en dan ver<strong>de</strong>r naar huis. 46.<br />
De drie tot vierhon<strong>de</strong>rd arbei<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> pen<strong>de</strong>llijnen behoef<strong>de</strong>n geen beïnvloed<strong>in</strong>g<br />
om ‘socialisten’ te wor<strong>de</strong>n. Elke dag leer<strong>de</strong> hun dat zij het uitschot waren. Met hun<br />
verdoken of openlijke ro<strong>de</strong> sympathieën leef<strong>de</strong>n zij verspreid over het <strong>land</strong> <strong>in</strong> bijna<br />
ie<strong>de</strong>re gemeente, en zorg<strong>de</strong>n er <strong>voor</strong> ‘<strong>de</strong> alomtegenwoordigheid van het socialisme’. 47.<br />
Vrees <strong>voor</strong> het behoud van het platte<strong>land</strong> had <strong>de</strong> conservatieve burgerij nog niet.<br />
Even, bij <strong>de</strong> eerste verkiez<strong>in</strong>gen volgens het meervoudig algemeen stemrecht <strong>in</strong> 1894,<br />
greep haar ‘een panische angst’ 48. aan. Eén miljoen en een kwart nieuwe kiezers, <strong>voor</strong><br />
het overgrote <strong>de</strong>el platte<strong>land</strong>ers, g<strong>in</strong>gen toen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> eerste keer naar <strong>de</strong> stembus:<br />
als die socialistisch zou<strong>de</strong>n stemmen kon alles <strong>in</strong> elkaar storten. De angst geraakte<br />
vlug vergeten toen bleek hoe braaf <strong>de</strong> Vlaamse buitenlie<strong>de</strong>n waren. Zelfs <strong>de</strong><br />
Daensisten, die toch heel wat dichter bij het buitenleven ston<strong>de</strong>n dan <strong>de</strong> socialisten<br />
en oog had<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> een aangepaste propaganda, kon men tot een ongevaarlijke<br />
m<strong>in</strong><strong>de</strong>rheid wegdrukken. Dat <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls ook op het platte<strong>land</strong> <strong>de</strong> aftakel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />
burgerlijke en clericale wereld was begonnen, besefte haast niemand.<br />
Socialistische broodkar<br />
E<strong>in</strong>dnoten:<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
1. Seebohm, 302-308, 310, 317, 319, 366; SC 1972, 91-96 (J. van Bulck); BIS 1935-1936, 449-482<br />
(L. Aviakan).<br />
2. SC 1972, 80-82 (J. Van Bulck).<br />
3. SC 1972, 20, 80, 85-86 (J. Van Bulck); BGD 1961, 109 (A. Janssens); Seebohm, 315.<br />
4. Mahaim, 124-133; Jacquart 1921, 11; Verhulst, 116; Joly, 157-158; Van<strong>de</strong>rvel<strong>de</strong> 1910, 155;<br />
Dema<strong>in</strong>, 23.<br />
5. Lefèvre, 155.<br />
6. Seebohm, 296-297, 464-467; BTNG 1973, 30 (J. Gadisseur), 192 (J. Craeybeckx); Smets,<br />
47-49.<br />
7. Mahaim, 156.<br />
8. Mahaim, 124, 139-143, 170; Dema<strong>in</strong>, 33; Schepens, 197.<br />
9. Mahaim, 181-182.<br />
10. Mahaim, 74-86; Dema<strong>in</strong>, 31-33; Van<strong>de</strong>rvel<strong>de</strong> 1910, 152.<br />
11. Dema<strong>in</strong>, 41, 48, 63, 65.<br />
12. Mahaim, 150-151; Jacquart 1921, passim.<br />
13. Stracke, 34.<br />
14. Mahaim, 183; OD 1963-1964, 10, 11 (B. Vanlaecke).<br />
15. Mahaim, 198-199.<br />
16. Meertens, 355 (W. Pée).<br />
17. OD 1963-1964, 9 (B. Vanlaecke); RSC 1899-1900, 343-344 (G. Eeckhout); Ronse, 163.<br />
18. Frost, 120, 121, 172-176; Ronse, 62-63; Lentacker, 210.<br />
19. O. Colson gecit. <strong>in</strong> BK 1908, 49 (D.W.); Van<strong>de</strong>rvel<strong>de</strong> 1910, 174; Vliebergh 1908, 143-145;<br />
Vliebergh-Ulens 1921, 170-172, 177, 308-309; Vliebergh-Ulens 1909, 133-134.<br />
20. Vanhoucke, 86-90; Verhulst, 185-186; ESB 1926-1927, 190-191 (P.L<strong>in</strong><strong>de</strong>mans); Blanchard,<br />
512.<br />
21. Vanhoucke, 65-66, 97-105; ESB 1926-1927, 189, 192, 194 (P. L<strong>in</strong><strong>de</strong>mans).<br />
22. Mahaim, 139-201.<br />
23. Van<strong>de</strong>rvel<strong>de</strong> 1910, 151.<br />
24. Van<strong>de</strong>rvel<strong>de</strong> 1910, 220.<br />
25. Dema<strong>in</strong>, 129-139.<br />
26. Seebohm, 434-435; Vliebergh-Ulens 1921, 64-65.<br />
27. Dema<strong>in</strong>, 135.<br />
28. Dema<strong>in</strong>, 136-138; Vliebergh-Ulens 1921, 308.<br />
29. Dema<strong>in</strong>, 139.<br />
30. BTFG 1971, 1120 (J. Stengers).<br />
31. TSG 1977, 197-198 (Ph. van Praag); Voor<strong>de</strong>ckers, 536.<br />
32. TSG 1977, 201-215 (Ph. van Praag); BTFG 1971, 1121, 1128-1134 (J.Stengers).<br />
33. BG 1972, 282, 292-294 (R. Lesthaeghe)<br />
34. gecit. BTFG 1971, 1145 (J. Stengers); TSG 1977, 199-201 (Ph. van Praag).<br />
35. TSG 1977, 201, 202, 204, 213, 216-217 (Ph. van Praag).<br />
36. TSG 1977, 212, 216 (Ph. van Praag).<br />
37. BTFG 1971, 1124 (J. Stengers).<br />
38. Vliebergh-Ulens 1921, 178; Vliebergh-Ulens 1909, 57; Rapports 1902, 177.<br />
39. Theys, 33-34, 152; Lentacker, 266-267; VML 1965, 95 (A. Vanhee<strong>de</strong>).<br />
40. De W<strong>in</strong>ne, 274-276, 283-284, 312-319 (K. Beerblock); BTNG 1974, 216 (J. Craeybeckx).<br />
41. BTNG 1974, 221 (J. Craeybeckx).<br />
42. gecit. Messens, 354 n. 1.<br />
43. gecit. BTNG, 222 (J. Craeybeckx).<br />
44. BTNG 1974, 220 (J. Craeybeckx).<br />
45. Van<strong>de</strong>rvel<strong>de</strong>, 1910, 220.<br />
46. De W<strong>in</strong>ne, 160-167.<br />
47. Van<strong>de</strong>rvel<strong>de</strong> 1910, 220.<br />
48. BTNG 1974, 204 (J. Craeybeckx).<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De dronkaard van F. Brangwyn<br />
190<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Klassebewustzijn<br />
De proletariers<br />
191<br />
In <strong>de</strong> laatste vijftig jaar vóór <strong>de</strong> oorlog verbeter<strong>de</strong> <strong>de</strong> materiële situatie van <strong>de</strong><br />
arbei<strong>de</strong>rsklasse, maar wie hier <strong>de</strong> nadruk op legt vertekent het beeld. Met <strong>de</strong><br />
<strong>voor</strong>uitgang van <strong>de</strong> levensstandaard g<strong>in</strong>g <strong>de</strong> proletariser<strong>in</strong>g gepaard en het verlies<br />
van het zelfrespect. Al vóór <strong>1830</strong> waren <strong>de</strong> bewoners van <strong>de</strong> gangen en <strong>de</strong> werkers<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> huisnijverheid proleten, maar een halve eeuw later werd het verschijnsel massaal.<br />
De armen waren vertienvoudigd en bewust gewor<strong>de</strong>n van hun ellen<strong>de</strong>. Juist dit besef,<br />
gekoppeld aan <strong>de</strong> onmacht, doet <strong>de</strong> proletariser<strong>in</strong>g ontstaan: men is pas proletariër<br />
wanneer men het weet.<br />
Tot het proletariaat behoort het uitschot. De boottrekkers bij<strong>voor</strong>beeld, <strong>de</strong> mannen,<br />
vrouwen en k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren die ‘hijgend <strong>in</strong> <strong>de</strong> riemen hangen’ 1. en <strong>de</strong> aken over <strong>de</strong> vaarten<br />
slepen. Of <strong>de</strong> rapers van miereëieren uit het Meetjes<strong>land</strong> die ‘<strong>in</strong> <strong>de</strong> sparrebossen <strong>de</strong><br />
mierennesten openwoelen om <strong>de</strong> larven te verzamelen waarmee <strong>de</strong> fazanten op <strong>de</strong><br />
herendome<strong>in</strong>en wor<strong>de</strong>n gevoed’. 2. Of <strong>de</strong> garnaalvissers van Zandvliet, van e<strong>in</strong>d maart<br />
tot na Allerheiligen kniediep door het slijk van <strong>de</strong> schorren wa<strong>de</strong>nd on<strong>de</strong>r een last<br />
van vijftig tot tachtig kilo. 3. Er zijn daklozen <strong>in</strong> alle ste<strong>de</strong>n. Te Gent verblijven zij <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> Apostelhuizen en proberen elke dag <strong>de</strong> vijfentw<strong>in</strong>tig centiemen bijeen te be<strong>de</strong>len<br />
<strong>voor</strong> het nachtverblijf <strong>in</strong> <strong>de</strong> boven elkaar getimmer<strong>de</strong> bakken van het logement, 's<br />
Morgens kunnen zij van <strong>de</strong> baz<strong>in</strong> een pot lenen om op <strong>de</strong> kazerne <strong>de</strong> etensresten van<br />
<strong>de</strong> soldaten mee te pakken. 4. Al <strong>de</strong>ze randgevallen vormen <strong>de</strong> achtergrond waartegen<br />
<strong>de</strong> glans van <strong>de</strong> Belle Epoque straalt. Zij onthullen het contrast tussen weel<strong>de</strong> en<br />
armoe<strong>de</strong> maar zeggen niets over <strong>de</strong> betekenis van <strong>de</strong> proletariser<strong>in</strong>g. Die blijkt uit<br />
<strong>de</strong> situatie van ruim twee vijf<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r beroepsbevolk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustrie, <strong>de</strong> grens- en<br />
seizoenarbeid en <strong>de</strong> huisnijverheid. 5.<br />
Rond <strong>de</strong> eeuwwissel<strong>in</strong>g werken nog hon<strong>de</strong>rdvijftigduizend mannen, vrouwen en<br />
k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren, meer dan één tien<strong>de</strong> van <strong>de</strong> nijverheidsberoepen, <strong>in</strong> het sweat<strong>in</strong>g systeem<br />
van <strong>de</strong> huisarbeid, laatste overblijfsel van <strong>de</strong> pre-<strong>in</strong>dustriële tijd. Men treft on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />
huisarbei<strong>de</strong>rs betrekkelijk welgestel<strong>de</strong>n aan, zoals <strong>de</strong> Mechelse meubelmakers of<br />
heel wat Westvlaamse schoenmakers, eigenlijk geen huisarbei<strong>de</strong>rs maar zelfstandigen<br />
die <strong>in</strong> gez<strong>in</strong>sverband werken en het mid<strong>de</strong>n hou<strong>de</strong>n tussen <strong>de</strong> geschool<strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>r<br />
en <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e burger. De meesten zijn echter gekluisterd aan een verou<strong>de</strong>rd ambacht. 6.<br />
De drieduizend vijfhon<strong>de</strong>rd vellenbewerkers van Lokeren, Zele en Eeklo zijn <strong>de</strong><br />
rauwsten on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Sp<strong>in</strong>sters op <strong>de</strong> wijk 't E<strong>in</strong><strong>de</strong>ken te Zele<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Boottrekkers, 1906 (F. Brangwyn)<br />
192<br />
Vlaamse arbei<strong>de</strong>rs, ongeletterd, zuipend, met tien of vijftien mensen hokkend <strong>in</strong> een<br />
paar kamers. Lompenproletariaat <strong>in</strong> letterlijke z<strong>in</strong>: <strong>de</strong> vrouwen knopen hun gescheur<strong>de</strong><br />
kleren bijeen met een touw, <strong>de</strong> mannen dragen hun doorgezeten broeken<br />
achterstevoren. Vanaf <strong>de</strong> prille jaren wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren met slagen tot het werk<br />
gedwongen. 7. In 1908 bezocht Seebohm-Rowntree een vellenbewerkersgez<strong>in</strong> <strong>in</strong><br />
Lokeren. In <strong>de</strong> stank van het enge vertrek zaten een echtpaar en een knaap van twaalf<br />
jaar konijnenvellen te plukken, elke dag opnieuw van zes uur 's ochtends tot zeven<br />
uur 's avonds. Per week verdien<strong>de</strong>n ze met hun drieën vijftien frank. De jongen kon<br />
lezen noch schrijven want hij werkte al s<strong>in</strong>ds hij vijf jaar oud was. In <strong>de</strong> wieg lag<br />
een baby op hetzelf<strong>de</strong> lot te wachten. 8.<br />
Vrien<strong>de</strong>lijker leek het werk <strong>in</strong> <strong>de</strong> Mechelse stoel-makerij. Deze <strong>in</strong> het beg<strong>in</strong> van<br />
<strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw ontstane nijverheid gaf aan het stadsbeeld een aparte sfeer. Op<br />
<strong>de</strong> kaaitrappen langs <strong>de</strong> Dijle dompel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> stoelmatsters bussels stro <strong>in</strong> het water<br />
en beukten ze murw om ze lenig te maken, of ze zaten <strong>in</strong> groepen <strong>in</strong> <strong>de</strong> smalle straatjes<br />
te vlechten. Bij valavond re<strong>de</strong>n <strong>de</strong> mannen en vrouwen <strong>de</strong> stoelmakerskarren naar<br />
het goe<strong>de</strong>renstation, bela<strong>de</strong>n met hon<strong>de</strong>rdvijftig tussen <strong>de</strong> spon<strong>de</strong>n opgestapel<strong>de</strong><br />
stoelen; bovenop stak er één naar buiten, ‘als een toeschouwer die uit zijn venster<br />
lag’. Achter <strong>de</strong>ze kleurigheid g<strong>in</strong>g <strong>de</strong> ellen<strong>de</strong> schuil van <strong>de</strong> lage lonen, <strong>de</strong><br />
krotwon<strong>in</strong>gen en het alcoholisme, van <strong>de</strong> gedwongen w<strong>in</strong>kelner<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> niet betaal<strong>de</strong><br />
karweien, het opstapelen van het hout <strong>in</strong> <strong>de</strong> magazijnen en het <strong>in</strong>pakken en vervoeren<br />
van <strong>de</strong> stoelen. 9.<br />
Rond 1900 vorm<strong>de</strong>n <strong>de</strong> vijftigduizend kantwerksters nog <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid van <strong>de</strong><br />
huisarbei<strong>de</strong>rs. In sommige streken van West- en Oost-Vlaan<strong>de</strong>ren hanteer<strong>de</strong>n bijna<br />
alle vrouwen <strong>de</strong> klossen. Op <strong>de</strong> zomerdagen zag men ze overal <strong>in</strong> <strong>de</strong> dorpen buiten<br />
bezig. Verte<strong>de</strong>rd luister<strong>de</strong>n <strong>de</strong> tijdgenoten naar ‘het geluid van <strong>de</strong> duizen<strong>de</strong>n klossen’<br />
dat klonk ‘als een zachte monotone muziek’ tegen <strong>de</strong> achtergrond van <strong>de</strong> lage<br />
huisjes. 10. In werkelijkheid waren <strong>de</strong>ze vrouwen prijsgegeven aan een uitbuit<strong>in</strong>g die<br />
<strong>de</strong>s te hatelijker was omdat <strong>in</strong> <strong>de</strong> kantnijverheid <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
XII. Krijtventersgez<strong>in</strong>, 1882 (L. Frédéric)<br />
t.o. 192<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
193<br />
het produkt haast uitsluitend afhangt van <strong>de</strong> arbeid.<br />
Een enquête die Pierre Verhaegen <strong>in</strong> 1900 bij tweehon<strong>de</strong>rd drieënzestig<br />
kantwerksters over het hele <strong>land</strong> verrichtte, leid<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> conclusie dat zij gemid<strong>de</strong>ld<br />
één tot an<strong>de</strong>rhalve frank verdien<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> twaalf tot veertien uur werk. De opbrengst<br />
daarvan g<strong>in</strong>g naar <strong>de</strong> enkele tientallen fabrikanten <strong>in</strong> <strong>de</strong> grote centra, naar <strong>de</strong><br />
luxe-magazijnen en, <strong>voor</strong> een fl<strong>in</strong>k <strong>de</strong>el, naar <strong>de</strong> opdrachtgevers van <strong>de</strong> kantwerksters,<br />
<strong>de</strong> nonnenkloosters en <strong>de</strong> factoren. Die streken 25 tot 35 percent op van <strong>de</strong> kostprijs<br />
en gaven aan hun werksters een ellendig loon, soms <strong>in</strong> natura betaald. Want zij<br />
kon<strong>de</strong>n rekenen op <strong>de</strong> nood van vrouwen die het spellewerk nodig had<strong>de</strong>n om hun<br />
ontoereikend budget wat bij te werken. Deze roof op <strong>de</strong> arbeid begon al <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
kantscholen waar <strong>de</strong> meisjes wer<strong>de</strong>n opgeleid tot dienstbaarheid aan een luxe-<strong>in</strong>dustrie<br />
die hen alleen maar armer maakte.<br />
Zo is het kantwerk <strong>de</strong> meest brutale vorm van vrouwenuitbuit<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong><br />
eeuw. In <strong>de</strong> crisisjaren was <strong>de</strong> kant een zegen geweest <strong>voor</strong> vele platte<strong>land</strong>sgez<strong>in</strong>nen:<br />
<strong>de</strong> dankbaarheid hier<strong>voor</strong> lag uitgedrukt <strong>in</strong> een rijkdom van gebruiken. In <strong>de</strong> Belle<br />
Epoque was alle poëzie verdwenen. De proletariser<strong>in</strong>g veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong> zegen <strong>in</strong> een<br />
vloek. Voor het vieren was er geen tijd meer en <strong>voor</strong>al geen lust. 11.<br />
De huisarbeid was een overblijfsel van het verle<strong>de</strong>n maar hij maakt het dui<strong>de</strong>lijk dat<br />
<strong>voor</strong> tienduizen<strong>de</strong>n<br />
De Mechelse stoelenmakers rij<strong>de</strong>n hun waar naar 't station (A. Ost)<br />
<strong>de</strong> hogere levensstandaard een fictie bleef. De verbeter<strong>in</strong>g betrof <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustriearbei<strong>de</strong>rs:<br />
het geldloon en het werkelijk loon stegen en <strong>de</strong> wetten op <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rdomspensioenen<br />
en op <strong>de</strong> verzeker<strong>in</strong>g tegen arbeidsongevallen leg<strong>de</strong>n <strong>de</strong> grondslag <strong>voor</strong> een<br />
beg<strong>in</strong>nen<strong>de</strong> maatschappelijke veiligheid. 12. Maar <strong>de</strong>ze kruimels<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Lokerense vellensnij<strong>de</strong>rs rond 1990<br />
Man<strong>de</strong>nmakers uit Temse rond 1900<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Turnhoutse kantschool <strong>in</strong> <strong>de</strong> Belle Epoque<br />
Een vissersgez<strong>in</strong> uit De Panne rond 1900<br />
194<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Vissers<strong>in</strong>terieur <strong>in</strong> De Panne rond 1900<br />
betaal<strong>de</strong> <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rsklasse met <strong>de</strong> prijs van <strong>de</strong> proletariser<strong>in</strong>g. De vaak beschreven<br />
toestan<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> mijnen, <strong>de</strong> fabrieken en <strong>de</strong> havens zijn hiervan <strong>de</strong> illustratie. Maar<br />
nergens treffen<strong>de</strong>r dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> meestal vergeten groep <strong>de</strong>r vissers<br />
ziet men hoe <strong>de</strong> volksklasse ten on<strong>de</strong>r g<strong>in</strong>g aan <strong>de</strong> welvaart van <strong>de</strong> be<strong>voor</strong>rechten.<br />
De vissers waren een gelukkige gemeenschap, tot het kusttoerisme hen vernietig<strong>de</strong>.<br />
Dat begon <strong>in</strong> Oosten<strong>de</strong>. De jaarlijks toenemen<strong>de</strong> vloed van badgasten eiste <strong>de</strong><br />
verfraai<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> stad. Volkswijken wer<strong>de</strong>n afgebroken en <strong>de</strong> onteigen<strong>de</strong>n vloei<strong>de</strong>n<br />
af naar <strong>de</strong> rand van <strong>de</strong> agglomeratie. Aan <strong>de</strong> <strong>voor</strong>avond van <strong>de</strong> oorlog leef<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
vijfduizend mensen die direct of <strong>in</strong>direct betrokken waren bij <strong>de</strong> zeevisserij <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
krotten en achterplaatsen van <strong>de</strong> havenwijk, <strong>in</strong> <strong>de</strong> ‘getto's van ellen<strong>de</strong> en ontucht’,<br />
wemelend van <strong>de</strong> kroegen. Daar zaten vissersgez<strong>in</strong>nen van acht en tien personen<br />
opeengepakt. De k<strong>in</strong><strong>de</strong>rsterfte lag er twee keer hoger dan el<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> het <strong>land</strong>, en ook<br />
het hoge cijfer van <strong>de</strong> buitenechtelijke geboorten <strong>in</strong> Oosten<strong>de</strong> - negen percent, twee<br />
en driemaal meer dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> overige kustplaatsen - is een echo van het jammerlijke'<br />
verval <strong>de</strong>r vissersbevolk<strong>in</strong>g. 13.<br />
In Oosten<strong>de</strong> bereikte <strong>de</strong> ellen<strong>de</strong> een dieptepunt maar ook ver<strong>de</strong>rop langs <strong>de</strong><br />
oostkust, <strong>in</strong> Blankenberge en Heist, begonnen sloppen en krochten <strong>de</strong> vrien<strong>de</strong>lijke<br />
vissershuisjes te vervangen. 14. Aan <strong>de</strong> westkust, waar het toerisme trager op gang<br />
kwam, was <strong>de</strong> aftakel<strong>in</strong>g nog niet <strong>in</strong>gezet maar het vissersvolk voel<strong>de</strong> zich niet meer<br />
thuis: een vreemd ras had zich meester gemaakt van hun streek. Steeds meer<br />
<strong>in</strong>heemsen pasten zich aan en wer<strong>de</strong>n noodgedwongen tot <strong>de</strong> parasieten van het<br />
strandleven. Het verlies beseften alleen <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>ren die terugdachten aan <strong>de</strong> tijd toen<br />
zee en strand hun bezit waren.<br />
Alcoholisme<br />
Vanaf het mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r eeuw nam het aantal kroegen <strong>voor</strong>tdurend toe: één per negentig<br />
<strong>in</strong>woners <strong>in</strong> 1840, één per vijftig <strong>in</strong> 1866, één per veertig <strong>in</strong> 1889. Dat lag aan twee<br />
re<strong>de</strong>nen. Vóór 1889 kon ie<strong>de</strong>reen naar believen een drankgelegenheid openen: het<br />
volstond hiervan aangifte te doen en <strong>de</strong> belast<strong>in</strong>g te betalen. Bovendien kwam vanaf<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
1849 <strong>de</strong>ze belast<strong>in</strong>g <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g als kiescijns, zodat <strong>de</strong> rechten op <strong>de</strong> drankverkoop<br />
<strong>in</strong> plaats van een rem een aanspor<strong>in</strong>g wer<strong>de</strong>n tot het vermenigvuldigen <strong>de</strong>r herbergen.<br />
Een nieuwe kroeg beteken<strong>de</strong> een nieuwe kiezer. Na 1857 <strong>voor</strong>al,<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
195<br />
Socialistische spotprent op <strong>de</strong> jeneverbelast<strong>in</strong>g, 1896<br />
toen <strong>de</strong> politieke onverdraagzaamheid het openbare leven beheerste, werd <strong>de</strong> toename<br />
van <strong>de</strong> herbergen bespottelijk. Van 1857 tot 1867 registreer<strong>de</strong> men gemid<strong>de</strong>ld<br />
drieduizend vierhon<strong>de</strong>rd aangiften per jaar. De partijen bevochten toen elkaar met<br />
kroegbazenkiezers. In 1871 bestond het kiezerskorps <strong>voor</strong> twaalf percent uit<br />
herbergiers. 15. Zo werd <strong>de</strong> electorale uitbuit<strong>in</strong>g van het fiscale kiesstelsel een stimulans<br />
tot alcoholisme. De gedwongen w<strong>in</strong>kelner<strong>in</strong>g, het verplichte dr<strong>in</strong>ken <strong>in</strong> <strong>de</strong> kroegen<br />
van patroons en ploegbazen en <strong>de</strong> vlucht uit <strong>de</strong> ellen<strong>de</strong> <strong>de</strong><strong>de</strong>n <strong>de</strong> rest.<br />
De wet van 24 november 1871, die <strong>de</strong> rechten op <strong>de</strong> drankverkoop niet meer <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong> kiescijns <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g liet komen, rem<strong>de</strong> <strong>de</strong> kroegen-proliferatie af, al had <strong>de</strong><br />
katholieke meer<strong>de</strong>rheid <strong>de</strong>ze wet <strong>voor</strong>al uit electorale overweg<strong>in</strong>gen gestemd: zij<br />
beschouw<strong>de</strong>, vermoe<strong>de</strong>lijk terecht, <strong>de</strong> herbergiers als liberale kiezers. De wet van<br />
11 augustus 1889 voer<strong>de</strong> een vergunn<strong>in</strong>gsrecht <strong>in</strong> op <strong>de</strong> verkoop <strong>in</strong> het kle<strong>in</strong> van<br />
sterkedrank. Zij had echter aanvankelijk niet veel <strong>in</strong>vloed op het alcoholisme omdat<br />
zij alleen nieuw te openen drankgelegenhe<strong>de</strong>n betrof en <strong>de</strong> verkoop van bier en wijn<br />
ongemoeid liet. Meer afdoen<strong>de</strong> waren <strong>de</strong> verhog<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> accijnsrechten op<br />
sterkedrank. In enkele jaren tijd verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> het gebruik met ongeveer <strong>de</strong> helft. Maar<br />
het ‘jenever<strong>land</strong>’ werd nu het bier<strong>land</strong> bij uitstek van Europa. Verhoud<strong>in</strong>gsgewijs<br />
lag het bierverbruik er tweemaal hoger dan <strong>in</strong> Duits<strong>land</strong> en zesmaal hoger dan <strong>in</strong><br />
Frankrijk. België tel<strong>de</strong> <strong>in</strong> 1907 één herberg per vijfen<strong>de</strong>rtig <strong>in</strong>woners, <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
arbei<strong>de</strong>rswijken van <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustriële centra zelfs één per vijf of zes volwassenen. 16.<br />
Het alcoholisme verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> laatste jaren <strong>voor</strong> <strong>de</strong> oorlog maar <strong>de</strong><br />
dronkenschap bleef <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rsklasse teisteren. Rond <strong>de</strong> fabrieken en <strong>de</strong> stations<br />
lagen <strong>de</strong> kroegen ‘als muizevallen’ 17. op <strong>de</strong> klanten te wachten. Aan <strong>de</strong> <strong>voor</strong>avond<br />
van <strong>de</strong> oorlog schatte Seebohm-Rowntree dat <strong>de</strong> doorsnee-arbei<strong>de</strong>r twee maan<strong>de</strong>n<br />
op <strong>de</strong> twaalf moest werken om zijn drankverbruik te betalen. 18. De wettelijke<br />
maatregelen bleven meestal do<strong>de</strong> letter want <strong>de</strong> herbergiers, brouwers en stokers<br />
waren <strong>in</strong>vloedrijke kiezers die<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
196<br />
Staken<strong>de</strong> dokwerkers rond een natiewagen, Antwerpen, 1907<br />
Stak<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> steenbakkers te Hemiksem, 1894<br />
men spaar<strong>de</strong>. De wetten van 1887 op <strong>de</strong> uitbetal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> lonen <strong>in</strong> <strong>de</strong> herbergen en<br />
op <strong>de</strong> openbare dronkenschap gol<strong>de</strong>n als een lachertje: <strong>in</strong> <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rswijken<br />
zwijmel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> mannen elke zondagavond door <strong>de</strong> straten.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De bourgeoisie schreef <strong>de</strong> dronkenschap toe aan <strong>de</strong> vulgariteit van <strong>de</strong> volksklasse,<br />
maar eigenlijk was <strong>de</strong> roofbouw die zij een eeuw lang had gepleegd <strong>de</strong> bron van <strong>de</strong><br />
plaag.<br />
De nieuwe geest van opstandigheid<br />
Het contrast tussen weel<strong>de</strong> en ellen<strong>de</strong> bestond ook vroeger. Nieuw waren <strong>de</strong> bewuste<br />
ervar<strong>in</strong>g door het proletariaat en <strong>de</strong> vrees van <strong>de</strong> bezitten<strong>de</strong> klasse <strong>voor</strong> <strong>de</strong> dreig<strong>in</strong>g<br />
van dit klassebewustzijn. Opstandigheid en angst meer dan <strong>de</strong> euforie van <strong>de</strong> weel<strong>de</strong><br />
behoren tot <strong>de</strong> sfeer van <strong>de</strong> Belle Epoque, en <strong>de</strong> stak<strong>in</strong>gen zijn <strong>de</strong> barometer van<br />
<strong>de</strong>ze spann<strong>in</strong>g. Naarmate <strong>de</strong> oorlog na<strong>de</strong>r<strong>de</strong> braken zij <strong>in</strong> heel West-Europa steeds<br />
talrijker uit, niettegenstaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> repressie. De verklar<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Franse reger<strong>in</strong>gslei<strong>de</strong>r<br />
Aristi<strong>de</strong> Briand na <strong>de</strong> spoorwegstak<strong>in</strong>g van 1900 - ‘<strong>in</strong>dien ik niet had beschikt over<br />
<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len om <strong>de</strong> veiligheid te verzekeren zou ik, als dat noodzakelijk was gebleken,<br />
niet hebben geaarzeld om onwettige maatregelen te treffen’ 19. - typeert het klimaat.<br />
Door een aantal omstandighe<strong>de</strong>n was België een m<strong>in</strong><strong>de</strong>r geschikt terre<strong>in</strong> <strong>voor</strong><br />
arbeidsconflicten dan <strong>de</strong> omliggen<strong>de</strong> <strong>land</strong>en. De b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> christen<strong>de</strong>mocratie<br />
met <strong>de</strong> katholieke partij, het paternalistisch karakter van <strong>de</strong> christelijke vakbeweg<strong>in</strong>g,<br />
<strong>de</strong> greep van <strong>de</strong> coöperatie op <strong>de</strong> massa, het opportunisme van <strong>de</strong> socialistische<br />
lei<strong>de</strong>rs die <strong>de</strong> stak<strong>in</strong>gsdrift van <strong>de</strong> militanten <strong>in</strong>toom<strong>de</strong>n en algemene stak<strong>in</strong>gen zo<br />
snel mogelijk afgelastten, belemmer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ontplooi<strong>in</strong>g van succesvolle<br />
stak<strong>in</strong>gsbeweg<strong>in</strong>gen. Nog belangrijker was <strong>de</strong> mobiliteit van <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rsklasse. Zij<br />
hield <strong>in</strong> het nochtans dicht bevolkte <strong>land</strong> <strong>de</strong> werkloosheid laag en beperkte <strong>de</strong><br />
werklozenagitaties die <strong>de</strong> buur<strong>land</strong>en beroer<strong>de</strong>n. De meeste pen<strong>de</strong>laars woon<strong>de</strong>n<br />
verspreid op het <strong>land</strong>: wanneer het werk <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustrie stilviel hervatten zij <strong>de</strong><br />
<strong>land</strong>arbeid, en tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> stak<strong>in</strong>gen was het bijna onmogelijk om ze <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g te<br />
brengen. 20. Dat niettem<strong>in</strong> <strong>in</strong> België regelmatig stak<strong>in</strong>gen uitbraken bewijst hoezeer<br />
ook hier <strong>de</strong> nieuwe geest van opstandigheid was verspreid.<br />
Tevoren bleven <strong>de</strong> conflicten op een paar uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen na beperkt tot geïsoleer<strong>de</strong>,<br />
machteloze ‘wanhoopsda<strong>de</strong>n’ die het openbare leven nauwelijks raakten, zelfs na<br />
1866, toen het coalitierecht werd<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Socialistische spotprent uit 1913<br />
197<br />
erkend. 21. Tegen het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> eeuw begon een nieuwe tijd, <strong>in</strong>gezet met het Waalse<br />
arbei<strong>de</strong>rsoproer van 1886. De stak<strong>in</strong>gen namen nu toe <strong>in</strong> aantal, duur en<br />
hardnekkigheid en <strong>voor</strong> <strong>de</strong> eerste keer werd er gestaakt om politieke re<strong>de</strong>nen. Het<br />
g<strong>in</strong>g niet meer, zoals vroeger, om looneisen maar om <strong>de</strong> hele arbeidssituatie: het<br />
politiek en maatschappelijk bestel en het absolute gezag van <strong>de</strong> werkgevers wer<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong> <strong>in</strong>zet. 22. Er heerste een permanente onverzoenlijkheid tussen <strong>de</strong> klassen. De lock-out<br />
die <strong>de</strong> bedrijfslei<strong>de</strong>rs vroeger een paar keren aarzelend had<strong>de</strong>n uitgeroepen was nu<br />
een gewoon verweermid<strong>de</strong>l.<br />
De meeste conflicten e<strong>in</strong>dig<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> schijnbare overw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> patroons<br />
en toch was het uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke resultaat <strong>de</strong> afbraak, stuk <strong>voor</strong> stuk, van het paternalisme.<br />
De stak<strong>in</strong>g en lock-out van 1907 aan <strong>de</strong> haven van Antwerpen is daarom het meest<br />
karakteristieke conflict uit <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong>. Hier ston<strong>de</strong>n tegenover elkaar <strong>de</strong><br />
havenpatroons, zelfverzekerd en feodaal beslissend over het wel en wee van <strong>de</strong><br />
arbei<strong>de</strong>rs, en <strong>de</strong> haveloze, slecht georganiseer<strong>de</strong> dokkers. Dat zij tegen <strong>de</strong> meesters<br />
<strong>in</strong> opstand zou<strong>de</strong>n komen was enkele jaren vroeger on<strong>de</strong>nkbaar, en nog<br />
onwaarschijnlijker dat <strong>in</strong> een <strong>de</strong>rgelijk conflict <strong>de</strong> patroons <strong>de</strong> verliezers zou<strong>de</strong>n zijn.<br />
De stak<strong>in</strong>g betrof heel wat meer dan <strong>de</strong> aanvankelijke looneis van een paar kategorieën<br />
dokwerkers. Het verzet van <strong>de</strong> patroons tegen een re<strong>de</strong>lijke loonsverhog<strong>in</strong>g en hun<br />
miskenn<strong>in</strong>g van het recht <strong>de</strong>r arbei<strong>de</strong>rs om <strong>voor</strong> zichzelf te spreken gaf aan <strong>de</strong> stak<strong>in</strong>g<br />
een nieuwe, beslissen<strong>de</strong> wend<strong>in</strong>g. Er moest nu wor<strong>de</strong>n uitgemaakt of <strong>de</strong> dokwerkers<br />
willoze <strong>in</strong>strumenten zou<strong>de</strong>n blijven. Dat <strong>de</strong> onooglijke socialistische vakbond<br />
‘Willen is Kunnen’ zeven weken lang <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationale re<strong>de</strong>rswereld kon trotseren<br />
en uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> patroons dw<strong>in</strong>gen tot een alles samen onbelangrijke toegev<strong>in</strong>g,<br />
beteken<strong>de</strong> het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van een tijdperk. Het was <strong>voor</strong>goed afgelopen met ‘la soumission<br />
pure et simple’ die <strong>de</strong> patroons had<strong>de</strong>n geëist: <strong>voor</strong>taan beslisten <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs mee<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
over hun belangen. Het maakt van <strong>de</strong>ze havenstak<strong>in</strong>g het teken van een tot<br />
opstandigheid gerijpt klassebewustzijn. 23.<br />
De dronkaard van Ch. De Groux<br />
E<strong>in</strong>dnoten:<br />
1. Valabrègue, 286.<br />
2. Van<strong>de</strong>rvel<strong>de</strong> 1910, 184.<br />
3. St<strong>in</strong>issen, 49.<br />
4. OZ 1968, 118 (Ed. van Bragt).<br />
5. Seebohm, 204 n. 3.<br />
6. Seebohm, 90; Etu<strong>de</strong> statistique, CL-CLXIII; Beatse, 47; Gillès, 71-72.<br />
7. Beerblock, 17-69.<br />
8. Seebohm, 94-95.<br />
9. Beatse, 31, 33, 40; HM 1960, 157, 171-175, 179-182 (J., J. en L. Lebeer).<br />
10. Verhaegen 1902, I, 213-214.<br />
11. Verhaegen 1902, I, 51-53, 202-205, 213-214, II, 23-24, 39, 40, 43-124, 161; Seebohm, 91;<br />
Degreef, 23, 48; VK 1906-1908, 223-229 (H. Baccaert en A. Carlier); OZ 1936, 61-67 (A. De<br />
Clercq); Neuville 1976, I, 152-155, 173-179.<br />
12. Geschie<strong>de</strong>nis 13, 395-412 (D. De Weerdt); Scholl II, 193-199 (G. De Broeck).<br />
13. De Zuttere 1909, 16-17.<br />
14. Vermaut-De Zuttere, 387-391, 399, 404.<br />
15. Barthélemy, 138-139; AP Ch 1888-1889, p. 1924.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
16. Seebohm, 422 n. 2, 425, 426 n. 1, 430 en n. 2, 619-620, 624; Stijns 1891, 274.<br />
17. Brom, 216.<br />
18. Seebohm. 431-432.<br />
19. Kuczynski II, 33, 165.<br />
20. Mahaim, 174; Seebohm, 513-518.<br />
21. Scholl I, 209-221.<br />
22. Scholl II,. 207-233.<br />
23. Van Isacker 1962, passim.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
198<br />
Een burgerdame bij <strong>de</strong> eeuwwissell<strong>in</strong>g: Mevrouw Claus (E. Claus)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Verloren vertrouwdheid<br />
Armer aan illusies<br />
199<br />
In een tw<strong>in</strong>tigtal jaren tijd haal<strong>de</strong> <strong>de</strong> technische stroomversnell<strong>in</strong>g <strong>de</strong> beschutt<strong>in</strong>g<br />
van stad en dorp, van beroep en huiselijkheid open. Zij verstoor<strong>de</strong> niet alleen oerou<strong>de</strong><br />
levensgewoonten, zij raakte het leven zelf dat met <strong>de</strong> besloten omgev<strong>in</strong>g één geheel<br />
vorm<strong>de</strong>. Toch was zij slechts het teken van een diepere omkeer, veroorzaakt door<br />
<strong>de</strong> maatschappelijke verschuiv<strong>in</strong>gen, <strong>de</strong> mobiliteit van <strong>de</strong> volksklasse en het hierdoor<br />
opgewekte bewustzijn. Voor alle mensen werd een vertrouw<strong>de</strong> wereld opgebroken.<br />
Het verlies van <strong>de</strong> vertrouwdheid is hèt kenmerk van <strong>de</strong> Belle Epoque, <strong>de</strong> vrucht<br />
van alle veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze tijd. De vele verwoord<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> literatuur, <strong>de</strong> essays<br />
en <strong>de</strong> kunst maken het dui<strong>de</strong>lijk dat dit geen anachronistische beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g is. De<br />
‘meesterlijke’ re<strong>de</strong> die <strong>de</strong> jonge Louis Franck op 21 oktober 1893 over dit thema<br />
hield <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ‘Conférence du Jeune Barreau’ van Antwerpen is <strong>de</strong>s te merkwaardiger<br />
omdat <strong>de</strong> verglijd<strong>in</strong>gen toen nauwelijks waren begonnen. Het geloof <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
<strong>voor</strong>uitgang, zei Franck, <strong>de</strong> waan dat het verlichte mensdom een paradijs van welvaart<br />
zou bouwen, spatte <strong>in</strong> <strong>de</strong> laatste jaren van <strong>de</strong> eeuw uiteen. De economische en<br />
monetaire crisis van <strong>de</strong> jaren tachtig bracht een eerste ontnuchter<strong>in</strong>g: het op<br />
on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen en onroerend bezit gevestig<strong>de</strong> fortu<strong>in</strong> bleek niet langer een zekerheid<br />
waarvan men ongestoord kon genieten. Tegelijk on<strong>de</strong>rmijn<strong>de</strong> <strong>de</strong> sociale crisis <strong>de</strong><br />
vanzelfsprekendheid <strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rwerp<strong>in</strong>g. Het oproer van 1886 openbaar<strong>de</strong> <strong>voor</strong> ie<strong>de</strong>reen<br />
dat <strong>de</strong> <strong>voor</strong>uitgang werd betaald met ellen<strong>de</strong>, en een opstandigheid had doen rijpen<br />
die nu losbrak <strong>in</strong> een geweld dat alles dreig<strong>de</strong> te vernietigen. De illusie van <strong>de</strong> eeuw<br />
stortte <strong>in</strong> elkaar, zelfzekerheid en aanmatig<strong>in</strong>g weken <strong>voor</strong> pessimisme. Moe<strong>de</strong>loos<br />
berustte men <strong>in</strong> ‘<strong>de</strong> slop<strong>in</strong>g’ van wat generaties lang zorgvuldig werd opgebouwd.<br />
Het g<strong>in</strong>g, meen<strong>de</strong> Franck, om heel wat meer dan een <strong>voor</strong>bijgaan<strong>de</strong> crisis: ‘Wij<br />
maken een f<strong>in</strong> <strong>de</strong> siècle-neurose mee die gekenmerkt is door <strong>de</strong> cultus van <strong>de</strong> sensatie,<br />
door het ziekelijk zoeken naar orig<strong>in</strong>aliteit en <strong>de</strong> hang naar het boze, door het gemis<br />
aan bereidwilligheid, <strong>de</strong> baantjesjagerij en het genieten zon<strong>de</strong>r <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g... Wij<br />
glij<strong>de</strong>n weg naar <strong>de</strong> <strong>de</strong>ca<strong>de</strong>ntie, naar <strong>de</strong> <strong>in</strong>tellectuele en morele anarchie, naar het<br />
absolute pessimisme.’ Een generatie die het geloof <strong>in</strong> zichzelf verloor kapituleer<strong>de</strong><br />
uit ‘levensonlust, matheid en ontmoedig<strong>in</strong>g, uit stelselmatige onverschilligheid’. 1.<br />
Deze klachten kl<strong>in</strong>ken ook <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re tij<strong>de</strong>n. Zij zijn het teken dat men het e<strong>in</strong><strong>de</strong><br />
meent te beleven van een beschav<strong>in</strong>g, of tenm<strong>in</strong>ste van een levensopvatt<strong>in</strong>g die<br />
verankerd was <strong>in</strong> een onaantastbaar gewaand en nu <strong>in</strong> elkaar stuikend bestel. Ook<br />
<strong>de</strong> Belle Epoque werd beheerst door dit gevoelen. De weel<strong>de</strong>euforie is eigenlijk een<br />
vlucht uit <strong>de</strong>ze angst, een pog<strong>in</strong>g om <strong>de</strong> ontstane leegte achter kl<strong>in</strong>kklank te verbergen,<br />
om een verdwijnen<strong>de</strong> rol op te hou<strong>de</strong>n door oogverbl<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g. Omdat zij <strong>de</strong><br />
werkelijkheid van <strong>de</strong> spann<strong>in</strong>gen negeert is <strong>de</strong>ze euforie een uitdag<strong>in</strong>g die <strong>de</strong><br />
aftakel<strong>in</strong>g versnelt. Maar zij is <strong>voor</strong>al, als men aandachtig kijkt naar <strong>de</strong> uit<strong>in</strong>gen van<br />
<strong>de</strong> weel<strong>de</strong>dans, een bevestig<strong>in</strong>g van Francks diagnose.<br />
Franck meen<strong>de</strong> <strong>in</strong> 1893 tekens te zien van een terugkeer, ‘na <strong>de</strong> jaren van<br />
gemakzucht’, naar ‘<strong>de</strong> tradities van energie en hoop’. Dit reveil zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ‘drie<br />
machten’, wetenschap, Kerk en <strong>de</strong>mocratie, opwekken. 2. Franck duidt<br />
merkwaardigerwijs op <strong>de</strong> trits die het meest aansprakelijk is <strong>voor</strong> <strong>de</strong> negatieve<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
ontwikkel<strong>in</strong>g: <strong>de</strong> wetenschap <strong>in</strong> zoverre zij leidt tot <strong>de</strong> vertechniser<strong>in</strong>g van het leven,<br />
<strong>de</strong> Kerk <strong>in</strong> zoverre zij <strong>de</strong> burgermaatschappij <strong>in</strong> stand hielp hou<strong>de</strong>n, <strong>de</strong><br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Volkstribuun (J. Donnay)<br />
200<br />
<strong>de</strong>mocratie <strong>in</strong> zoverre zij <strong>de</strong> politieke vorm van <strong>de</strong> massa-samenlev<strong>in</strong>g werd. Deze<br />
factoren hebben het teloorgaan van <strong>de</strong> vertrouwdheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> hand gewerkt en<br />
bestendigd.<br />
On<strong>de</strong>rgraven grondvesten<br />
Het openbare leven steun<strong>de</strong> op een aantal onaantastbaar gebleven pijlers: een beperkt<br />
cijnskiezerskorps dat <strong>voor</strong>al bestond uit manipuleerbare kle<strong>in</strong>e burgers; een<br />
tweepartijenstelsel dat afwisselend <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid gaf aan liberalen of katholieken,<br />
groepen die <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> opvatt<strong>in</strong>gen had<strong>de</strong>n en alleen door levensbeschouwelijke<br />
onverdraagzaamheid geschei<strong>de</strong>n waren; een parlement waar<strong>in</strong> bijna uitsluitend <strong>de</strong><br />
hogere burgerij zetel<strong>de</strong>; een paternalistische maatschappij die <strong>de</strong> heersen<strong>de</strong> klasse<br />
volstrekte besliss<strong>in</strong>gsmacht garan<strong>de</strong>er<strong>de</strong>. Voor ie<strong>de</strong>reen, ook <strong>voor</strong> <strong>de</strong> volksmensen,<br />
gol<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze grondslagen als vanzelfsprekend. De socialistische contestatie bleef,<br />
niettegenstaan<strong>de</strong> haar langzame spreid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke bevolk<strong>in</strong>g,<br />
beperkt tot enkele duizen<strong>de</strong>n machtelozen. De massa gaf <strong>de</strong> <strong>voor</strong>keur aan een veilige<br />
onmondigheid boven het vechten <strong>voor</strong> een nevelige toekomst.<br />
De omkeer <strong>in</strong> <strong>de</strong> Belle Epoque sloeg <strong>de</strong>ze pijlers plots weg. Het meervoudig<br />
algemeen kiesstelsel dat aan één miljoen en een kwart nieuwe kiezers stemrecht gaf<br />
veroorzaakte een aardverschuiv<strong>in</strong>g, niet op <strong>de</strong> eerste plaats door het nu verpletteren<strong>de</strong><br />
overwicht van <strong>de</strong> katholieken <strong>in</strong> het parlement maar door het opduiken van <strong>de</strong><br />
<strong>de</strong>magogie. Het kiezerskorps bestond niet langer uit een beperkt en gemakkelijk te<br />
bena<strong>de</strong>ren aantal <strong>in</strong>dividuen, het vorm<strong>de</strong> een massa waar<strong>in</strong> alle strom<strong>in</strong>gen verdoken<br />
zaten en die door<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
201<br />
Een socialistisch lei<strong>de</strong>r spreekt <strong>de</strong> staken<strong>de</strong> Gentse metaalarbei<strong>de</strong>r toe, 1893<br />
alle <strong>de</strong>magogen kon wor<strong>de</strong>n aangepakt. In <strong>de</strong> kiesstrijd werd niet meer aan<br />
persoonlijke beïnvloed<strong>in</strong>g gedacht, <strong>in</strong> <strong>de</strong> laatste weken vóór <strong>de</strong> verkiez<strong>in</strong>gen, maar<br />
aan het anoniem bewerken van hon<strong>de</strong>rdduizen<strong>de</strong>n.<br />
Hoe vlug men <strong>de</strong> kunst van <strong>de</strong> <strong>de</strong>magogie leer<strong>de</strong> toont <strong>de</strong> kiesstrijd van 1894 <strong>in</strong><br />
het arrondissement Aalst-N<strong>in</strong>ove. Weken lang beheersten verdachtmak<strong>in</strong>gen,<br />
scheldpartijen, omkoperij en kiesdwang het openbare leven. 3. Twee onverzoenlijke<br />
groepen, <strong>de</strong> conservatieven en <strong>de</strong> Daensisten, vochten <strong>voor</strong> <strong>de</strong> gunst van het<br />
kiezerskorps en luid<strong>de</strong>n hiermee <strong>de</strong> nieuwe tijd <strong>in</strong>. Overal wer<strong>de</strong>n daarna <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />
metho<strong>de</strong>s aangewend, niet altijd met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> spectaculaire kwa<strong>de</strong> trouw maar<br />
allesz<strong>in</strong>s met hetzelf<strong>de</strong> onluisterend resultaat, <strong>de</strong> misleid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> kiezer door het<br />
gebruik van <strong>de</strong> verdachtmak<strong>in</strong>g als overred<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>l. Het cijnskiesrecht blonk<br />
evenm<strong>in</strong> door ze<strong>de</strong>lijkheid uit, maar toen bleven <strong>de</strong> na<strong>de</strong>len beperkt tot enkele<br />
tienduizen<strong>de</strong>n. Nu bedreig<strong>de</strong>n zij <strong>de</strong> hele mannelijke volwassen bevolk<strong>in</strong>g.<br />
Niet op het souvere<strong>in</strong>e volk werd <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratie gebouwd. Haar steunvlak was<br />
het kiesvee en haar klimaat <strong>de</strong> omker<strong>in</strong>g <strong>de</strong>r waar<strong>de</strong>n: <strong>de</strong> <strong>de</strong>magogen leer<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
mensen materiële welvaart als het hoogste goed te zien en er luchthartig hun<br />
zelfstandigheid aan op te offeren.<br />
Het meervoudig algemeen stemrecht maakte een e<strong>in</strong><strong>de</strong> aan het tweepartijenstelsel.<br />
De <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong> socialisten <strong>in</strong> <strong>de</strong> Kamer reikte ver<strong>de</strong>r dan <strong>de</strong> beperktheid van <strong>de</strong><br />
groep laat vermoe<strong>de</strong>n. Vanaf <strong>de</strong> eerste dag was een klimaatsveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g voelbaar.<br />
Er klonk een nieuwe toon van brutale waarachtigheid. De behoudsgez<strong>in</strong><strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n<br />
met een realiteit geconfronteerd die zij vroeger alleen maar theoretisch ken<strong>de</strong>n. En<br />
nu er mannen aan het woord kwamen die <strong>de</strong> ellen<strong>de</strong> van het proletariaat uit ervar<strong>in</strong>g<br />
ken<strong>de</strong>n g<strong>in</strong>g <strong>de</strong> dooddoener ‘Ie problème n'est pas muûr’ niet langer op.<br />
Achter het misprijzen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ongemanier<strong>de</strong> nieuwel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het parlement g<strong>in</strong>gen<br />
onbegrip en verloren zelfverzekerdheid schuil. Bij ie<strong>de</strong>r kruisen van <strong>de</strong> <strong>de</strong>gens uitten<br />
<strong>de</strong> conservatieven hun verontwaardig<strong>in</strong>g en hun haat. Zij brak ten volle uit <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
zitt<strong>in</strong>g van 25 januari 1895, toen Kamer<strong>voor</strong>zitter <strong>de</strong> Lantsheere ontslag nam omdat<br />
hij er niet <strong>in</strong> slaag<strong>de</strong> het conservatieve Kamerlid <strong>voor</strong> Gent, Eeman, persoonlijke<br />
beledig<strong>in</strong>gen te doen <strong>in</strong>trekken aan het adres van Anseele, na diens diatribe tegen <strong>de</strong><br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Gentse katoenbarons en ‘hun systeem van loonroof’. 4. Het <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nt toont <strong>de</strong> onrust<br />
van <strong>de</strong> behoudsgez<strong>in</strong><strong>de</strong>n: <strong>de</strong> politieke doorbraak van <strong>de</strong> socialisten die nu hun<br />
opvatt<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het wetgevend werk kon<strong>de</strong>n laten meespreken haal<strong>de</strong> <strong>de</strong> zekerhe<strong>de</strong>n<br />
van <strong>de</strong> bourgeoisie neer. De alleenheerschappij had afgedaan, een wereld lag aan<br />
scherven. 5.<br />
Ook buiten het parlement verwekte het socialisme onrust. ‘Geen overeenkomst<br />
met het socialisme,<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
202<br />
De rijkswacht chargeert socialistische stakers <strong>in</strong> <strong>de</strong> Hoogstraat Brussel, 1902 (Carrey)<br />
schreef Le Courrier <strong>de</strong> Bruxelles enkele dagen na <strong>de</strong> verkiez<strong>in</strong>gen van 1894. Er is<br />
maar, één houd<strong>in</strong>g mogelijk, <strong>de</strong> strijd, <strong>de</strong> verbeten strijd tot het virus ver<strong>de</strong>lgd is.’ 6.<br />
Dit blad is het orgaan van een kle<strong>in</strong>e groep, maar <strong>de</strong> socialistenhaat die het ten toon<br />
spreidt geeft getrouw weer wat alle conservatieve kr<strong>in</strong>gen gevoelen. Wat socialisme<br />
is weet niemand dui<strong>de</strong>lijk te zeggen. Men i<strong>de</strong>ntificeert het met ‘nijd en afgunst op<br />
<strong>de</strong> rijken’ en om het neer te halen grijpt men naar <strong>de</strong> beledig<strong>in</strong>g. 7. In <strong>de</strong> Westvlaamse<br />
almanak 't Manneke uit <strong>de</strong> Mane kon men al <strong>in</strong> 1887, <strong>in</strong> een fictieve pastoorspreek<br />
<strong>de</strong>ze omschrijv<strong>in</strong>g van het socialisme lezen: ‘Zij willen, gelijk alle menschen, gelukkig<br />
zijn; maar, daar zij <strong>in</strong> geen toekomen<strong>de</strong> leven en gelooven, zij zoeken al hun geluk<br />
op aar<strong>de</strong>..., <strong>in</strong> <strong>de</strong> geniet<strong>in</strong>gen <strong>de</strong>r z<strong>in</strong>nen, goed eten, goed dr<strong>in</strong>ken, pracht en verzet,<br />
vleeschelijke voldoen<strong>in</strong>gen. En wat is het mid<strong>de</strong>l om die geniet<strong>in</strong>gen te bekomen?<br />
om alles te krijgen, waar het herte naar lust? Daar<strong>voor</strong><br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
<strong>de</strong> socialisten <strong>in</strong> the Kamer, 1894<br />
moet er geld, veel geld zijn. Maar <strong>de</strong> socialisten zijn werkmenschen, zij en hebben<br />
geen geld: zij zijn arm. Daar<strong>voor</strong>en is hunne leer<strong>in</strong>g, dat het niet recht en is dat <strong>de</strong><br />
eenen veel geld hebben, en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren geen; daar<strong>voor</strong>en zeggen zij, dat alles zou<br />
moeten gelijk ver<strong>de</strong>eld wor<strong>de</strong>n. En zij zijn kwaad, omdat <strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren al die oore niet<br />
en hooren; ze schreeuwen van onrecht, verdrukk<strong>in</strong>g en slavernij, en ze verdreegen<br />
met geweld en revolutie het on<strong>de</strong>rste boven te keeren.’ 8.<br />
De vrees dreef clericalen en anticlericalen naar elkaar <strong>in</strong> het gemeenschappelijk<br />
verweer tegen ‘<strong>de</strong> aanstichters van <strong>de</strong> wanor<strong>de</strong>’. Om hun stoffelijke belangen te<br />
beveiligen bleken <strong>de</strong> katholieken nu bereid tot wat vroeger als ‘monsterachtig’ werd<br />
beschouwd, <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> ‘atheïsten’. ‘Les coffresforts en délire’ zeg<strong>de</strong><br />
Go<strong>de</strong>froid Kurth. Ook dat was een teken van <strong>de</strong> twijfel die ontstond door het<br />
wegvallen van <strong>de</strong> materiële en morele zekerhe<strong>de</strong>n. 9.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
203<br />
Deze onrust hangt tegen <strong>de</strong> achtergrond van <strong>de</strong>mografische verschuiv<strong>in</strong>gen. In <strong>de</strong><br />
laatste tw<strong>in</strong>tig jaar van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw groei<strong>de</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustriële, <strong>de</strong> han<strong>de</strong>ldrijven<strong>de</strong><br />
en dienstverlenen<strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g <strong>voor</strong>tdurend, en verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong> agrarische bevolk<strong>in</strong>g;<br />
tegelijk nam het aantal werknemers <strong>in</strong> verhoud<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> werkgevers onafgebroken<br />
toe. 10. De on<strong>de</strong>rdanige groepen van <strong>land</strong>arbei<strong>de</strong>rs, ambachtslie<strong>de</strong>n en huisarbei<strong>de</strong>rs<br />
schrompel<strong>de</strong>n weg, <strong>de</strong> opstandige massa <strong>in</strong>dustriearbei<strong>de</strong>rs g<strong>in</strong>g <strong>de</strong>mografisch<br />
overwegen. Met <strong>de</strong>ze ontwikkel<strong>in</strong>g is meer gemoeid dan beroepsverschuiv<strong>in</strong>gen.<br />
Steeds grotere <strong>de</strong>len van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g wer<strong>de</strong>n weggehaald uit een omgev<strong>in</strong>g waarmee<br />
zij zich verbon<strong>de</strong>n voel<strong>de</strong>n. Het hierdoor gewekte onbehagen reikte ver<strong>de</strong>r dan <strong>de</strong><br />
bitterheid van <strong>de</strong> onterf<strong>de</strong>n of <strong>de</strong> vrees van <strong>de</strong> bezitters. De hele samenlev<strong>in</strong>g leed<br />
aan wat Emile Durkheim ‘anomie’ heette, het wegvallen van <strong>de</strong> regelen<strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed<br />
<strong>de</strong>r gemeenschap op het gedrag van <strong>de</strong> mensen. 11. Deze ontregel<strong>in</strong>g trof niet alleen<br />
enkele aan <strong>de</strong> rand leven<strong>de</strong> groepen. Omdat gebruiken en overtuig<strong>in</strong>gen die generaties<br />
lang het leven had<strong>de</strong>n gericht nu plots geen steun meer bo<strong>de</strong>n, 12. was zij het<br />
overheersen<strong>de</strong> kenmerk van <strong>de</strong> hele Belle Epoque. Het aangetast ou<strong>de</strong>rlijk gezag,<br />
<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rmijn<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> burgermaatschappij, het verval van <strong>de</strong> kerkelijke<br />
aanhankelijkheid, <strong>de</strong> emancipatiedrang van <strong>de</strong> vrouw zijn tekens, oorzaak en gevolg<br />
tegelijk, van <strong>de</strong> verdwenen veiligheid.<br />
Meer dan welke gebeurtenis ook toont <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van het Daensisme <strong>de</strong> geest<br />
van <strong>de</strong> tijd.<br />
Met ‘Daensisme’ wordt hier niet <strong>de</strong> beweg<strong>in</strong>g tot verruim<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> burgerlijke<br />
en franskiljonse katholieke partij bedoeld die <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren tachtig <strong>in</strong> heel<br />
Zuid-Vlaan<strong>de</strong>ren ontstond en <strong>in</strong> 1893 leid<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> opricht<strong>in</strong>g van een Christelijke<br />
Volkspartij <strong>in</strong> het arrondissement Aalst. En evenm<strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische en<br />
flam<strong>in</strong>gantische actie van <strong>de</strong> Volkspartij of het feit dat zij zich, noodgedwongen en<br />
aanvankelijk tegen <strong>de</strong> wil van haar lei<strong>de</strong>rs, afscheur<strong>de</strong> van <strong>de</strong> katholieke groep. Het<br />
‘Daensisme’ is het resultaat van <strong>de</strong>ze afscheur<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> vervolg<strong>in</strong>g van Daens en zijn<br />
aanhangers door <strong>de</strong> conservatieven en <strong>de</strong> clerus. Hierdoor werd <strong>de</strong> Volkspartij van<br />
haar doelstell<strong>in</strong>gen afgeleid en geraakte zij verstrikt <strong>in</strong> een uitzichtloze strijd tegen<br />
<strong>de</strong> katholieke op<strong>in</strong>ie en het bisschoppelijk gezag.<br />
Als scheefgetrokken beweg<strong>in</strong>g is het Daensisme een teken van <strong>de</strong> tijd. In <strong>de</strong> hysterie<br />
waarmee <strong>de</strong> Daensisten wer<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld schuilt <strong>de</strong> angst van <strong>de</strong> burgerij <strong>voor</strong> een<br />
partij die, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> leid<strong>in</strong>g van een priester, <strong>de</strong> paternalistische or<strong>de</strong> wil<strong>de</strong> afbreken.<br />
En dat tienduizen<strong>de</strong>n christelijke volksmensen een beweg<strong>in</strong>g trouw bleven die <strong>de</strong><br />
band met <strong>de</strong> Kerk en met <strong>de</strong> burgermaatschappij verwierp, toont hoezeer <strong>de</strong> politieke<br />
en maatschappelijke overtuig<strong>in</strong>gen waren on<strong>de</strong>rmijnd. Precies omdat het een<br />
hoofdpijler van het katholiek openbaar leven probeer<strong>de</strong> neer te halen, wekte het<br />
Daensisme <strong>in</strong> <strong>de</strong> volksklasse een strom<strong>in</strong>g die alleen door een meedogenloze<br />
vervolg<strong>in</strong>g kon wor<strong>de</strong>n afgeremd.<br />
Op het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw hoopte het episcopaat <strong>de</strong> christen-<strong>de</strong>mocratie<br />
te vestigen zon<strong>de</strong>r aan het monopolie van <strong>de</strong> katholieke partij te raken. Deze<br />
tweeslachtigheid heeft het Daensisme blootgelegd. Het toon<strong>de</strong> door zijn on<strong>de</strong>rgang<br />
dat het confessionalisme - <strong>de</strong> gewetensplicht katholiek te stemmen om ‘katholiek’<br />
te zijn 13. - als grondslag<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Daens-pamflet uit 1899<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
204<br />
moest dienen van <strong>de</strong>mocratie en burgerlijke or<strong>de</strong> tegelijk en dus eigenlijk <strong>de</strong><br />
zelfstandigheid van <strong>de</strong> volksklasse opoffer<strong>de</strong> aan het behoud van <strong>de</strong> burgermacht.<br />
Zo is het Daensisme teken èn vrucht van een veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> wereld. Deze beweg<strong>in</strong>g<br />
was niet <strong>de</strong>nkbaar <strong>in</strong> een langzaam evolueren<strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g met vaste overtuig<strong>in</strong>gen.<br />
Zij kon alleen maar ontstaan <strong>in</strong> een overgangsperio<strong>de</strong>.<br />
Mislukk<strong>in</strong>g van een pastoraal<br />
Met zijn plannen <strong>voor</strong> een autonome christelijke volksbeweg<strong>in</strong>g stond Adolf Daens<br />
nagenoeg alleen <strong>in</strong> <strong>de</strong> clerus. Deze eenzaamheid toont hoezeer kerkelijke en<br />
burgerlijke belangen naar elkaar toe waren gegroeid.<br />
Hoe <strong>de</strong> Kerk met <strong>de</strong> burgermaatschappij verstrengeld geraakte on<strong>de</strong>rzocht Jan Art<br />
<strong>voor</strong> het bisdom Gent. 14. Met <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële steun van <strong>de</strong> bezitters richtten <strong>de</strong><br />
bisschoppen er, na <strong>1830</strong>, een netwerk op van caritatieve en moraliseren<strong>de</strong> organisaties<br />
die <strong>de</strong> Kerk hielpen bij het vervullen van haar taak, <strong>de</strong> verkondig<strong>in</strong>g van het geloof.<br />
Door <strong>de</strong> aftakel<strong>in</strong>g van het kerkelijk verenig<strong>in</strong>gsleven, vóór en na <strong>de</strong> eeuwwissel<strong>in</strong>g,<br />
verloor <strong>de</strong> Kerk haar greep op <strong>de</strong> gelovigen en op <strong>de</strong> maatschappij.<br />
Deze schets betreft het bisdom Gent maar zij geldt<br />
Gezelle <strong>in</strong> <strong>de</strong> tu<strong>in</strong> van <strong>de</strong> Kortrijkse familie Nolf-Beck<br />
<strong>in</strong> grote lijnen <strong>voor</strong> alle Vlaamse gewesten. In het autoritaire bisdom Brugge wogen<br />
<strong>de</strong> na<strong>de</strong>lige gevolgen van het verval <strong>de</strong>r verenig<strong>in</strong>gen zwaar<strong>de</strong>r door dan <strong>in</strong> Gent,<br />
en <strong>in</strong> het aartsbisdom Mechelen wer<strong>de</strong>n zij gecompenseerd door <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong><br />
Brabantse en Antwerpse ste<strong>de</strong>n. In Limburg was <strong>de</strong> pastoraal harmonischer <strong>in</strong> het<br />
volksleven <strong>in</strong>gewerkt, waardoor <strong>de</strong> ontred<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>voor</strong>lopig uitbleef. Met <strong>in</strong>achtnem<strong>in</strong>g<br />
van <strong>de</strong>ze verschillen gaat <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> synthese op <strong>voor</strong> het hele Vlaamse <strong>land</strong>. De<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
gegevens ervan, maar niet altijd <strong>de</strong> <strong>in</strong>terpretatie, wer<strong>de</strong>n ontleend aan het werk van<br />
Jan Art.<br />
De negentien<strong>de</strong>-eeuwse pastoraal steun<strong>de</strong> op het axioma dat het geloof ‘slechts<br />
b<strong>in</strong>nen een gevrijwaard milieu’ levend kon blijven. 15. Fout was <strong>de</strong>ze stell<strong>in</strong>g niet: het<br />
geloof is geen abstract begrip maar een leven<strong>de</strong> werkelijkheid, <strong>in</strong>gepast <strong>in</strong> een concrete<br />
omgev<strong>in</strong>g: het betreft een eeuwige, onveran<strong>de</strong>rlijke waarheid, maar <strong>de</strong> manier waarop<br />
<strong>de</strong> mens <strong>de</strong>ze waarheid beleeft wordt <strong>in</strong>gegeven door wat rond hem gebeurt. In <strong>de</strong><br />
negentien<strong>de</strong> eeuw werd <strong>de</strong>ze z<strong>in</strong>volle opvatt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> band tussen geloof en leven<br />
echter overheerst door <strong>de</strong> overtuig<strong>in</strong>g dat, <strong>in</strong> <strong>de</strong> liberale maatschappij, het behoud<br />
van het geloof an<strong>de</strong>re en artificiële mid<strong>de</strong>len verg<strong>de</strong>.<br />
Door eeuwen we<strong>de</strong>rzijdse trouw groei<strong>de</strong>n kerk- en volksleven tot een zo<br />
onverbrekelijke eenheid dat <strong>de</strong> vernietig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gebruiken ook het verlies van het<br />
Een k<strong>in</strong><strong>de</strong>rbegrafenis op het platte<strong>land</strong>, na 1918<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
205<br />
geloof moest betekenen. Daarom verzette <strong>de</strong> Kerk zich tegen alles wat het ‘heem’<br />
en ‘<strong>de</strong> dorpsgebon<strong>de</strong>nheid’ 16. bedreig<strong>de</strong>, <strong>de</strong> mobiliteit, <strong>de</strong> ontsluit<strong>in</strong>g van het platte<strong>land</strong>,<br />
<strong>de</strong> pen<strong>de</strong>larbeid, het socialisme. Dat was echter een hopeloze on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een<br />
maatschappij die <strong>in</strong> het teken stond van <strong>de</strong> technische waar<strong>de</strong>n. Toen <strong>de</strong> traditionele<br />
ban<strong>de</strong>n begonnen weg te vallen richtte <strong>de</strong> Kerk ter vervang<strong>in</strong>g een katholiek<br />
verenig<strong>in</strong>gsleven op. Over <strong>de</strong> jaren groei<strong>de</strong> een apparaat dat <strong>in</strong> alle behoeften <strong>voor</strong>zag,<br />
on<strong>de</strong>rwijs, werkverschaff<strong>in</strong>g, liefdadigheid, cultureel leven en ontspann<strong>in</strong>g. Morele<br />
of materiële dwang maakten het lidmaatschap verplicht en verzeker<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bloei van<br />
<strong>de</strong> verenig<strong>in</strong>gen. Voor <strong>de</strong> onbemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>n waren kleren, voedsel en werkgelegenheid<br />
onweerstaanbare lokmid<strong>de</strong>len die ze bon<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> Kerk, maar ook <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>nklasse<br />
en <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e burgerij bleek niet ongevoelig <strong>voor</strong> <strong>de</strong> aantrekkelijkheid van <strong>de</strong> katholieke<br />
werken. Wie er <strong>de</strong>el van uitmaakte genoot aanzien en vond zijn plaats <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
gemeenschap, wie afzijdig bleef was automatisch uitgesloten. Zo wer<strong>de</strong>n drijfveren<br />
die met het geloof niets te maken had<strong>de</strong>n - materiële beveilig<strong>in</strong>g of maatschappelijk<br />
aanzien - het belangrijkste motief tot kerkelijkheid en <strong>de</strong> weg, <strong>voor</strong> velen <strong>de</strong> enige,<br />
naar het godsdienstige. 17.<br />
Tot aan <strong>de</strong> schoolstrijd schenen het triomfantelijk bele<strong>de</strong>n geloof en <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed<br />
van <strong>de</strong> Kerk <strong>in</strong> het openbare leven <strong>de</strong> juistheid van <strong>de</strong>ze pastorale tactiek te bewijzen.<br />
Dat het een misreken<strong>in</strong>g was, <strong>de</strong> kerkelijk-<br />
Inhal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Turnhoutse pastoor-<strong>de</strong>ken Adams, 1895<br />
heid afhankelijk te maken van organisaties die aanleun<strong>de</strong>n tegen een snel<br />
verdwijnen<strong>de</strong> or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g, besefte men pas toen <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> draagvlakken verdwenen: dan<br />
viel <strong>voor</strong> velen meteen <strong>de</strong> drijfveer van het geloof weg. 18.<br />
Het episcopaat bouw<strong>de</strong> het verenig<strong>in</strong>gsleven uit met <strong>de</strong> f<strong>in</strong>ancies van <strong>de</strong> bezitters<br />
die <strong>in</strong> ruil hier<strong>voor</strong> <strong>in</strong>spraak kregen <strong>in</strong> het kerkbeleid en van <strong>de</strong> Kerk een <strong>in</strong>strument<br />
kon<strong>de</strong>n maken <strong>voor</strong> <strong>de</strong> bevestig<strong>in</strong>g van hun maatschappij. Het was een be<strong>de</strong>nkelijke<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
hypotheek. Bijna onvermij<strong>de</strong>lijk moesten <strong>de</strong> volksmensen breken met een Kerk welke<br />
het socialisme als <strong>de</strong> ‘or<strong>de</strong>handhaafster’ 19. van een gehaat bestel aanwees. Met <strong>de</strong><br />
christen-<strong>de</strong>mocratie probeer<strong>de</strong> het episcopaat <strong>de</strong> volksklasse te heroveren. Dat lukte<br />
ge<strong>de</strong>eltelijk na <strong>de</strong> eerste wereldoorlog, maar <strong>de</strong> pijnlijke, van tegenstrijdighe<strong>de</strong>n<br />
doortrokken aanvangsfase <strong>de</strong>r christen<strong>de</strong>mocratie, die het volk zelfstandig wil<strong>de</strong><br />
maken zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> burgerij te storen, toont hoe moeizaam <strong>de</strong> Kerk zich heeft losgemaakt<br />
van haar verle<strong>de</strong>n.<br />
Zij werd niet alleen ‘gecontam<strong>in</strong>eerd’ door <strong>de</strong> ‘sponsor’ van haar verenig<strong>in</strong>gen, 20.<br />
zij was zelf burgerlijk. De gevestig<strong>de</strong> or<strong>de</strong> beschouw<strong>de</strong> zij als <strong>de</strong> beste <strong>voor</strong> het<br />
welzijn van ie<strong>de</strong>reen en als een waarborg <strong>voor</strong> het vervullen van haar zend<strong>in</strong>g. De<br />
levenswijze en <strong>de</strong> mentaliteit van <strong>de</strong> reguliere en <strong>de</strong> seculiere clerus zijn een<br />
weerspiegel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze opvatt<strong>in</strong>g.<br />
De regulieren stam<strong>de</strong>n bijna allen uit <strong>de</strong> bourgeoisie. Voor hen was het<br />
kloosterleven een bevestig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> overtuig<strong>in</strong>gen die gez<strong>in</strong> en mid<strong>de</strong>lbare school<br />
had<strong>de</strong>n meegegeven: ruime behuiz<strong>in</strong>g, aanzienlijk grondbezit, het comfortabele<br />
bestaan van heren die zich ophiel<strong>de</strong>n met <strong>in</strong>tellectueel werk en <strong>de</strong> han<strong>de</strong>narbeid<br />
overlieten aan hun dienaars <strong>de</strong> lekebroe<strong>de</strong>rs - het ‘beantwoordt <strong>in</strong> grote trekken aan<br />
<strong>de</strong> geest van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong>-eeuwse samenlev<strong>in</strong>g’. 21.<br />
De seculiere priesters kwamen meestal uit <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>nklasse. Van <strong>de</strong> ongeveer<br />
zeshon<strong>de</strong>rd Gentse sem<strong>in</strong>aristen die tussen 1842 en 1876 wer<strong>de</strong>n gewijd behoor<strong>de</strong><br />
één vijf<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> armenklasse, ruim drie vijf<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e burgerij, <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>nstand<br />
en <strong>de</strong> welgestel<strong>de</strong> boeren, <strong>de</strong> rest tot <strong>de</strong> rijke top. Bijna allen kwamen uit een <strong>land</strong>elijk<br />
mid<strong>de</strong>n. 22. Vermoe<strong>de</strong>lijk is <strong>de</strong>ze Gentse steekproef representatief <strong>voor</strong> alle Vlaamse<br />
bisdommen. Niet door zijn afkomst was <strong>de</strong> priester burgerlijk. Hij werd het door <strong>de</strong><br />
opleid<strong>in</strong>g.<br />
Het i<strong>de</strong>ale priesterbeeld, zoals het naar voren treedt uit <strong>de</strong> statuten van <strong>de</strong><br />
bisdommen en uit <strong>de</strong> bisschoppelijke man<strong>de</strong>menten, toont een vrome, sober leven<strong>de</strong><br />
geestelijke die <strong>de</strong>ftig was gekleed en behuisd, die niet mocht fietsen of <strong>in</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> klasse<br />
reizen ‘om<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
206<br />
Brooduit<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g op het dorp, 1892 (F. Van Leemputten)<br />
steeds zijn waardigheid <strong>in</strong>dachtig te zijn’. Het lijken onbelangrijke <strong>de</strong>tails maar zij<br />
onthullen een geest. Door een levenstrant die volgens <strong>de</strong> gevestig<strong>de</strong> normen eerbied<br />
en ontzag moest <strong>in</strong>boezemen vervreem<strong>de</strong> <strong>de</strong> priester van zijn oorsprong, zelfs wanneer<br />
hij <strong>in</strong> een <strong>land</strong>elijke of kle<strong>in</strong>ste<strong>de</strong>lijke parochie werkte. 23.<br />
De persoonlijksten maakten zich los van <strong>de</strong> geest die zij <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm<strong>in</strong>gsjaren<br />
meekregen. Door hun geloof, hun mensenkennis en soms hun<br />
gewel<strong>de</strong>naarstemperament waren zij <strong>de</strong> bezielers, hun leven lang, van een leven<strong>de</strong><br />
gemeenschap, zoals een Desi<strong>de</strong>rius Van Acker, pastoor van Vladslo van 1888 tot<br />
1914, om er één enkele on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vele tientallen te noemen. 24. Maar niet <strong>de</strong>ze orig<strong>in</strong>ele<br />
figuren maakten het kerkbeeld. Dat <strong>de</strong><strong>de</strong>n <strong>de</strong> bisschoppen en, on<strong>de</strong>r hun leid<strong>in</strong>g, <strong>de</strong><br />
naamloos gebleven pastoors en on<strong>de</strong>rpastoors die wegens hun beschei<strong>de</strong>n <strong>in</strong>komen<br />
<strong>de</strong> welgestel<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> parochie naar <strong>de</strong> ogen moesten zien en ‘<strong>de</strong> almacht van <strong>de</strong><br />
bisschop’ on<strong>de</strong>rgaan. Die had een bijna onbeperkt benoem<strong>in</strong>gsrecht en kon wie zich<br />
niet voeg<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r druk zetten: f<strong>in</strong>ancieel ‘slechte’ en verafgelegen parochies dien<strong>de</strong>n<br />
als ‘strafkolonies’ <strong>voor</strong> lastige gevallen. 25.<br />
Lastposten waren niet op <strong>de</strong> eerste plaats <strong>de</strong> zon<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>gen, <strong>de</strong> <strong>in</strong>dividualisten, <strong>de</strong><br />
drankzuchtigen of <strong>de</strong> ruziemakers. Hardhandiger tra<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bisschoppen op tegen <strong>de</strong><br />
priesters die zich onttrokken aan het politiek engagement dat na 1840 een<br />
onafschei<strong>de</strong>lijk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het apostolaat was gewor<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> rechtz<strong>in</strong>nigheid<br />
van clerus en gelovigen moest aantonen: een ‘goe<strong>de</strong>’ parochie was een vrome en<br />
trouw pratikeren<strong>de</strong> gemeente, maar ook en <strong>voor</strong>al een parochie die ‘katholiek<br />
stem<strong>de</strong>’. 26.<br />
Op een aantal afgelegen of door persoonlijkhe<strong>de</strong>n<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Sportieve jonge vrouw <strong>in</strong> Jugendstil (V. Mignot)<br />
207<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Art Nouveau-affiche van Toulousse-Lautrec, 1892<br />
gelei<strong>de</strong> parochies na, stond het hele kerkelijke leven ten dienste van <strong>de</strong><br />
burgermaatschappij. De <strong>in</strong>eenstort<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze maatschappij moest onvermij<strong>de</strong>lijk<br />
<strong>de</strong> pastoraal ontred<strong>de</strong>ren en <strong>de</strong> band met <strong>de</strong> Kerk breken van heel wat mensen. De<br />
Kerk overwon <strong>de</strong>ze crisis maar <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> werd niet helemaal hersteld: een <strong>de</strong>el van<br />
<strong>de</strong> volksklasse en van <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e burgerij was <strong>voor</strong>goed weggegle<strong>de</strong>n.<br />
De mislukk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> kerkelijke pastoraal veroorzaakte bij vele gelovigen een verlies<br />
van vertrouwdheid. De burgerij raakte het belangrijkste steunpunt kwijt <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
handhav<strong>in</strong>g van haar macht en tegelijk werd een bepaal<strong>de</strong> vorm van geloofsbelev<strong>in</strong>g<br />
onmogelijk. ‘Dieu comme but, les pauvres comme moyen’ heette <strong>de</strong> leuze van <strong>de</strong><br />
Gentse Conferentie van <strong>de</strong> Heilige V<strong>in</strong>centius a Paulo 27. : met <strong>de</strong> arme mensen was<br />
<strong>de</strong> bezitten<strong>de</strong> klasse ‘haar weg naar <strong>de</strong> hemel’ kwijt.<br />
Voor <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e lie<strong>de</strong>n waren <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> werken generaties lang een belangrijke en<br />
op <strong>de</strong> duur vertrouw<strong>de</strong> vorm van gelovigheid. De priesters en <strong>de</strong> weldoeners had<strong>de</strong>n<br />
hen berust<strong>in</strong>g geleerd en een eeuwige belon<strong>in</strong>g beloofd <strong>voor</strong> hun ellen<strong>de</strong> en hun<br />
geduld. Dit <strong>in</strong> dienstbaarheid bele<strong>de</strong>n geloof was tegelijk een bron van geluk geweest<br />
omdat het <strong>de</strong> mensen nooit <strong>in</strong> <strong>de</strong> steek had gelaten.<br />
Het nieuwe beeld van <strong>de</strong> vrouw<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Meer spectaculair dan <strong>de</strong> verschuiv<strong>in</strong>gen, veroorzaakt door het vastlopen van <strong>de</strong><br />
pastoraal of door <strong>de</strong> politieke en maatschappelijke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen, was het nieuwe<br />
<strong>de</strong>cor van het leven: <strong>de</strong> beweeglijke straten, <strong>de</strong> overvloed aan luxe-artikelen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
etalages, <strong>de</strong> bioscoop-palaces met hun opdr<strong>in</strong>gerige publiciteit, <strong>de</strong> levendigheid van<br />
<strong>de</strong> aanplakbiljetten op <strong>de</strong> reclamezuilen, en <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> allesoverheersen<strong>de</strong> plaats van<br />
<strong>de</strong> vrouw <strong>in</strong> <strong>de</strong> publiciteit. Overal zag men ze uitgestald als het symbool van een<br />
paradijselijke tijd, jong, sportief en vrijgevochten.<br />
Wat een tegenstell<strong>in</strong>g echter tussen <strong>de</strong> erotische figuur van <strong>de</strong> reclame, <strong>de</strong><br />
prentbriefkaart of <strong>de</strong> film, en <strong>de</strong> streng gekle<strong>de</strong> dame van <strong>de</strong> Belle Epoque-foto's.<br />
Wat een spann<strong>in</strong>g tussen <strong>de</strong> vermeen<strong>de</strong> emancipatie die het beeld suggereert en <strong>de</strong><br />
werkelijkheid van elke dag waarmee <strong>de</strong> vrouw geconfronteerd werd. Als men haar<br />
machteloosheid be<strong>de</strong>nkt is <strong>de</strong> uitbeeld<strong>in</strong>g, van het <strong>de</strong>monisch-animale wezen dat <strong>de</strong><br />
man vruchtbaar maakt of vernietigt bespottelijk. In het grafisch werk van Félicien<br />
Rops kreeg <strong>de</strong>ze visie een halluc<strong>in</strong>ante dimensie. Hier werd zij <strong>voor</strong>gesteld als <strong>de</strong><br />
onverzadigbare nymfomane, bezeten door <strong>de</strong> Satan en door hem uitgezaaid als een<br />
onkruid over <strong>de</strong> wereld, als ‘la Bête vénéneuse et nue, la mercenaire<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Boven: Franse Art Nouveau-affiche (P. Merwart)<br />
Vrouwen-studiedag <strong>in</strong> 1911, Antwerpen<br />
208<br />
<strong>de</strong>s Ténèbres, la serve absolue du Diable’ meen<strong>de</strong> J.-K. Huysmans <strong>in</strong> een essay over<br />
Rops. 28. Door zijn obsessie van het satanisme heeft Huysmans <strong>de</strong>ze trek bij Rops te<br />
zwaar geaccentueerd, maar hij is niettem<strong>in</strong> <strong>in</strong> het werk aanwezig en behoort tot <strong>de</strong><br />
geest van <strong>de</strong> tijd. Hij toont ironisch hoeveel misprijzen schuilg<strong>in</strong>g achter <strong>de</strong> schijn<br />
van verafgod<strong>in</strong>g.<br />
Waarachtiger dan <strong>de</strong> dwang<strong>voor</strong>stell<strong>in</strong>gen van het satanswijf zijn <strong>de</strong> teken<strong>in</strong>gen<br />
door Toulouse-Lautrec van het troosteloze leven <strong>in</strong> <strong>de</strong> Parijse bor<strong>de</strong>len: achter <strong>de</strong>ze<br />
randgevallen schuilt <strong>de</strong> miskenn<strong>in</strong>g die ie<strong>de</strong>re vrouw dagelijks on<strong>de</strong>rvond. 29.<br />
Adulatie, erotiek, seksualiteit en obsessies zijn <strong>in</strong>gegeven door <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> mannelijke<br />
zelfoverschatt<strong>in</strong>g die <strong>de</strong> vrouw <strong>in</strong> het openbare en het gez<strong>in</strong>sleven tot onmondigheid<br />
veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong>. De ergernis over <strong>de</strong> lichamelijke verne<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g bleef <strong>in</strong> het fem<strong>in</strong>isme<br />
meestal onuitgesproken maar zij vormt <strong>de</strong> achtergrond van <strong>de</strong> emancipatiebeweg<strong>in</strong>g.<br />
Het fem<strong>in</strong>isme was op <strong>de</strong> eerste plaats een verzet tegen <strong>de</strong> machteloosheid <strong>in</strong> een<br />
tijdperk van universele bevrijd<strong>in</strong>g. ‘Wij willen niet langer op één lijn staan met <strong>de</strong><br />
krankz<strong>in</strong>nigen en <strong>de</strong> idioten! Wij dul-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
t.o. 208<br />
XIII. Onweer boven S<strong>in</strong>t-Martens-Latem (V. De Sae<strong>de</strong>leer)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
209<br />
Mevrouw Dr. Gabriëls op stage <strong>in</strong> een ziekenhuis rond 1911<br />
<strong>de</strong>n niet dat men ons langer bene<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ergste misdadigers stelle. Nevens <strong>de</strong> man<br />
vervullen wij onze plichten, nevens hem eisen wij onze rechten.’ 30. Dat schreef <strong>de</strong><br />
Gentse socialiste Emilie Claeys <strong>in</strong> 1892, het jaar waar<strong>in</strong> Louis Frank - niet <strong>de</strong><br />
‘kraaien<strong>de</strong> haan’ maar <strong>de</strong> Brusselse advocaat van Joodse afkomst en grondlegger<br />
van het fem<strong>in</strong>isme <strong>in</strong> België - zijn Essai sur la condition politique <strong>de</strong> la femme<br />
publiceer<strong>de</strong>. 31. Datzelf<strong>de</strong> jaar richtte Frank met Marie Popel<strong>in</strong> <strong>de</strong> ‘Ligue beige du<br />
droit <strong>de</strong>s femmes’ op. Het was hun antwoord op <strong>de</strong> ‘zaak Popel<strong>in</strong>’, <strong>de</strong> afwijz<strong>in</strong>g door<br />
het Hof van Beroep te Brussel en het Hof van Cassatie, van Marie Popel<strong>in</strong>s verzoek<br />
om bij <strong>de</strong> balie te wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>geschreven. ‘De eigen aard van <strong>de</strong> vrouw, <strong>de</strong> betrekkelijke<br />
zwakheid van haar gestel, <strong>de</strong> gereserveerdheid die haar geslacht vergt, <strong>de</strong> bescherm<strong>in</strong>g<br />
die zij behoeft, haar zend<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het mensdom, <strong>de</strong> eisen en <strong>de</strong> dienstbaarheid van het<br />
moe<strong>de</strong>rschap, <strong>de</strong> opvoed<strong>in</strong>g die zij haar k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren dient te geven - al <strong>de</strong>ze<br />
omstandighe<strong>de</strong>n lijken niet verenigbaar met <strong>de</strong> plichten van het advocatenberoep en<br />
laten <strong>de</strong> vrouw tijd, kracht noch geschiktheid <strong>voor</strong> <strong>de</strong> strijd en <strong>de</strong> vermoeienissen<br />
van <strong>de</strong> balie’, zo luid<strong>de</strong> het arrest van het Hof van Beroep. 32. Men hoort hier, <strong>in</strong> één<br />
volz<strong>in</strong> samengeperst, al <strong>de</strong> <strong>voor</strong>oor<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> tijd.<br />
Dat <strong>de</strong> ‘Ligue beige du droit <strong>de</strong>s femmes’ niet werd weggelachen dankte zij aan<br />
Franks gezag, 33. maar het bleef bij hoffelijke tolerantie. Het overgrote <strong>de</strong>el van <strong>de</strong><br />
bevolk<strong>in</strong>g beschouw<strong>de</strong> het fem<strong>in</strong>isme als een verwerpelijke ‘sociale revolutie’. De<br />
fem<strong>in</strong>istische organisaties rond <strong>de</strong> ‘Ligue’, die <strong>in</strong> 1905 samenvloei<strong>de</strong>n <strong>in</strong> een ‘Conseil<br />
National <strong>de</strong>s Femmes belges’, groepeer<strong>de</strong>n slechts machteloze m<strong>in</strong><strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n. De<br />
tastbare resultaten bleven mager. In 1890 kregen <strong>de</strong> vrouwen het recht om <strong>de</strong><br />
geneeskun<strong>de</strong> en het apothekersberoep uit te oefenen maar het duur<strong>de</strong> tot 1922 eer<br />
zij advocaat kon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n. Enige burgerlijke gelijkwaardigheid bezorg<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
wetten van 10 februari en 10 maart 1900 die <strong>de</strong> gehuw<strong>de</strong> vrouw beperkte f<strong>in</strong>anciële<br />
verricht<strong>in</strong>gen toeston<strong>de</strong>n. Dat echter steeds meer dames een zelfstandig beroep g<strong>in</strong>gen<br />
uitoefenen was het dui<strong>de</strong>lijkste teken van <strong>de</strong> langzaam doordr<strong>in</strong>gen<strong>de</strong> nieuwe geest.<br />
Het opmerkelijkst waren <strong>de</strong> vrouwelijke artsen, omdat <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> hun zo lang<br />
om fatsoenlijkheidsre<strong>de</strong>nen werd verbo<strong>de</strong>n. In 1914 had<strong>de</strong>n zevenentw<strong>in</strong>tig vrouwen<br />
<strong>de</strong> titel van doctor <strong>in</strong> <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong>; ruim twee <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n daarvan praktizeer<strong>de</strong>n <strong>in</strong><br />
België. 34.<br />
Het katholieke fem<strong>in</strong>isme startte pas <strong>in</strong> 1902, toen Louise Van <strong>de</strong> Plas <strong>de</strong> groeper<strong>in</strong>g<br />
‘Fém<strong>in</strong>isme chrétien <strong>de</strong> Belgique’ oprichtte. ‘Het katholiek karakter van ons werk,<br />
schreef zij later <strong>in</strong> haar memoires, maakte het ons onmogelijk te ijveren <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
absolute gelijkheid van man en vrouw <strong>in</strong> het huwelijk.’ 35. Met verontwaardig<strong>in</strong>g wees<br />
<strong>de</strong> katholieke op<strong>in</strong>ie <strong>de</strong> vrouwenemancipatie af als een aanslag op Gods or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g.<br />
Het zwaarste geschut kwam van <strong>de</strong> vermaar<strong>de</strong> predikant François-Xavier Godts.<br />
Hem leek het fem<strong>in</strong>isme ‘even god<strong>de</strong>loos als het socialisme’, even we<strong>in</strong>ig bereid om<br />
geduldig te wachten op ‘<strong>de</strong> openbar<strong>in</strong>g <strong>de</strong>r eeuwige Rechtvaardigheid’ en even<br />
gesteld op ‘<strong>de</strong> vernietig<strong>in</strong>g van het gez<strong>in</strong> en bijgevolg van het bezit en van <strong>de</strong><br />
samenlev<strong>in</strong>g’. De vrouwen kon<strong>de</strong>n beter zwijgen over <strong>de</strong>ze aangelegenheid daar ‘<strong>de</strong><br />
Schepper <strong>de</strong> zorg <strong>voor</strong> gez<strong>in</strong> en samenlev<strong>in</strong>g aan <strong>de</strong> man had toevertrouwd, niet aan<br />
<strong>de</strong> vrouw’. Die was ‘geestelijk <strong>in</strong>ferieur’ en bewees door haar ij<strong>de</strong>lheid haar be-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
210<br />
Vrouw aan <strong>de</strong> <strong>voor</strong>avond van <strong>de</strong> oorlog, 1913 (A. Rassenfosse)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
211<br />
krompenheid en onvermogen om <strong>de</strong> problemen te doorgron<strong>de</strong>n. Eigenlijk had<strong>de</strong>n<br />
alleen <strong>de</strong> theologen het recht hier te spreken want zij leer<strong>de</strong>n wat God had<br />
geopenbaard, on<strong>de</strong>r meer over <strong>de</strong> taak van <strong>de</strong> man en <strong>de</strong> vrouw: ‘<strong>de</strong> man werd<br />
gemaakt om te gebie<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> vrouw, zijn gezell<strong>in</strong> en hulp, om te gehoorzamen’. Alleen<br />
als <strong>de</strong>ze or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g werd geeerbiedigd ‘kon er vre<strong>de</strong> heersen <strong>in</strong> <strong>de</strong> gewetens, <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
gez<strong>in</strong>nen, <strong>in</strong> <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g’. 36.<br />
Deze stell<strong>in</strong>gen zijn representatief en tonen hoezeer het fem<strong>in</strong>isme <strong>de</strong> gevestig<strong>de</strong><br />
opvatt<strong>in</strong>gen kwam verstoren. Dat <strong>de</strong> vrouw <strong>in</strong> verzet kwam tegen wat eeuwen lang<br />
<strong>de</strong> grondslag van gez<strong>in</strong> en samenlev<strong>in</strong>g was geweest, het patriarchaat, kondig<strong>de</strong><br />
dui<strong>de</strong>lijker nog dan het klassebewustzijn of <strong>de</strong> heerschappij van <strong>de</strong> techniek <strong>de</strong> nieuwe<br />
tijd aan.<br />
Erotiek en sport<br />
De affiches, <strong>de</strong> prentkaarten en <strong>de</strong> filmreclame, <strong>de</strong> z<strong>in</strong>nelijke uitbundigheid van het<br />
strandleven, <strong>de</strong> opzichtige rol van <strong>de</strong> <strong>de</strong>mi-monda<strong>in</strong>es <strong>in</strong> het luxe-leven van <strong>de</strong><br />
topklasse en <strong>de</strong> weel<strong>de</strong>dans van <strong>de</strong> tijd wekken <strong>de</strong> <strong>in</strong>druk van een wereld die dronken<br />
is van een nieuw verover<strong>de</strong> lust. In werkelijkheid hiel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> meeste mensen, ook <strong>de</strong><br />
welgestel<strong>de</strong>n, streng aan <strong>de</strong> co<strong>de</strong> van <strong>de</strong> Victoriaanse preutsheid. De moe<strong>de</strong>rs verloren<br />
hun dochters nooit uit het oog, ook niet wan-<br />
Staken<strong>de</strong> Gentse volksvrouwen, 1893<br />
neer zij bij uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g een flirt toelieten met een jonge man die een geschikte<br />
huwelijkskandidaat scheen. Op <strong>de</strong> bals, het hele w<strong>in</strong>terseizoen door, zaten <strong>de</strong> meisjes<br />
naast hun chaperonnes te wachten op <strong>de</strong> heren die zich had<strong>de</strong>n <strong>in</strong>geschreven <strong>voor</strong><br />
een klassieke, eerbare boston, polka of quadrille. Men mocht <strong>de</strong> hand op <strong>de</strong> taille<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
van <strong>de</strong> partner<strong>in</strong> leggen maar nooit raakten <strong>de</strong> lichamen elkaar, want dat ‘was niet<br />
behoorlijk’. Toen <strong>in</strong> een ‘nochtans eerbaar’ Brussels huis een koppel zich aan een<br />
tango waag<strong>de</strong> - geïmporteerd, fluister<strong>de</strong> men, ‘uit een Argentijnse bar’ -veroorzaakte<br />
dat een schandaal <strong>in</strong> <strong>de</strong> stad waarover men maan<strong>de</strong>n sprak. 37.<br />
Op <strong>de</strong> explosie van z<strong>in</strong>nelijkheid reageer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> meesten geërgerd: dat hoor<strong>de</strong> thuis<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> wereld van <strong>de</strong> bovenlaag die <strong>de</strong> <strong>de</strong>gelijkheid verloren was. Toch on<strong>de</strong>rg<strong>in</strong>g<br />
bijna ie<strong>de</strong>reen <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong> vrijere sfeer, <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>al, en begon men<br />
onbewust an<strong>de</strong>rs te <strong>de</strong>nken. Hoeveel ontred<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>de</strong> nieuwe geest teweegbracht<br />
leren <strong>de</strong> schandaalprocessen die <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze jaren <strong>de</strong> op<strong>in</strong>ie beroer<strong>de</strong>n. De ruime plaats<br />
van <strong>de</strong>ze sensatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> pers duidt op een publiek dat hier een surrogaat zocht <strong>voor</strong><br />
een nog onbereikbare maar, <strong>de</strong> ergernis ten spijt, aanlokkelijke vrucht.<br />
In <strong>de</strong> Belle Epoque herleef<strong>de</strong> <strong>de</strong> antieke traditie van <strong>de</strong> Olympische Spelen, maar<br />
tot 1920 - toen <strong>de</strong> Spelen <strong>in</strong> Antwerpen wer<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n - bleef <strong>de</strong>ze<br />
Staken<strong>de</strong> Gentse volksvrouwen, 1893<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
212<br />
nieuwe en al direct door nationaal chauv<strong>in</strong>isme verteken<strong>de</strong> religie van <strong>de</strong><br />
lichaamscultus een verre gebeurtenis die <strong>de</strong> mensen niet raakte en amper <strong>in</strong> <strong>de</strong> kranten<br />
werd vermeld. Met <strong>de</strong> plotse ruime belangstell<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> <strong>de</strong> sport had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Olympische<br />
Spelen niets te maken. 38.<br />
Paardrij<strong>de</strong>n, jagen, tennis en golf, en stilaan ook voetbal en hockey behoor<strong>de</strong>n tot<br />
het luxueuse leven van <strong>de</strong> rijken. Voor <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e lie<strong>de</strong>n was <strong>de</strong> sport geen z<strong>in</strong>vol<br />
on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het bestaan, zoals vroeger <strong>de</strong> volksspelen, maar een vorm van<br />
escapisme. Het volk <strong>de</strong>ed niet aan sport, het g<strong>in</strong>g kijken naar <strong>de</strong> sportgebeurtenissen<br />
- <strong>de</strong> wielerwedstrij<strong>de</strong>n en <strong>in</strong> <strong>de</strong> laatste jaren <strong>voor</strong> <strong>de</strong> oorlog het voetbal - omdat zij<br />
afleid<strong>in</strong>g brachten <strong>in</strong> het monotone leven.<br />
Flam<strong>in</strong>ganten, socialisten en christen-<strong>de</strong>mocraten bekeken <strong>de</strong> sport met argwaan<br />
want zij dreig<strong>de</strong> <strong>de</strong> veerkracht <strong>voor</strong> <strong>de</strong> flam<strong>in</strong>gantische of <strong>de</strong>mocratische strijd af te<br />
botten. Een stu<strong>de</strong>nt die het waag<strong>de</strong> met <strong>de</strong> fiets naar een verga<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g te komen werd<br />
uitgelachen als een ‘lauwaard’. Beweg<strong>in</strong>g was nodig <strong>voor</strong> <strong>de</strong> lichamelijke<br />
ontwikkel<strong>in</strong>g, oor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> het blad De Stu<strong>de</strong>nt, en daarom heilzaam en wenselijk, maar<br />
sportfurie leid<strong>de</strong> tot <strong>de</strong>ca<strong>de</strong>ntie. ‘Wij (stu<strong>de</strong>nten), <strong>de</strong> rijkbe<strong>de</strong>el<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> geest, wij<br />
die dromen ons volk op te stuwen naar <strong>de</strong> hoogste toppen, wij zou<strong>de</strong>n onszelf laten<br />
overrompelen en me<strong>de</strong>slepen door die ver<strong>de</strong>rfelijke drang?’ 39.<br />
Omdat zij <strong>voor</strong> velen een vlucht was uit <strong>de</strong> werkelijkheid bevestigt ook <strong>de</strong> sport<br />
<strong>de</strong> sfeer van <strong>de</strong>ze jaren: het nooit uitgesproken maar overal voelbare besef van het<br />
wegglij<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r ou<strong>de</strong>, vertrouw<strong>de</strong> draagvlakken van het leven.<br />
Internationaal turnfeest te Diest, 1912<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Affiche van Jules Chéret<br />
E<strong>in</strong>dnoten:<br />
213<br />
1. Franck, 14-15, 22-24; Victor, 96.<br />
2. Franck, 28, 56.<br />
3. Van Isacker 1965, 61-72.<br />
4. AP Ch 1894-1895, I, 520-523.<br />
5. AP Ch 1894-1895, I, 49-52, 108, 135, 139-154, 337-345 enz.<br />
6. CB 17 okt. 1894.<br />
7. T<strong>in</strong><strong>de</strong>mans, 192, 193.<br />
8. MM 1887, 72-73.<br />
9. CB 8 febr. 1893; JS 13 maart 1898; Gér<strong>in</strong>, 402 en n. 89.<br />
10. Cijfers <strong>in</strong> Jacquart 1906 B en Tacquart 1921.<br />
11. Durkheim, 283-287; Goddyn, 35.<br />
12. cfr. Goddyn, 44.<br />
13. Art II, 569.<br />
14. Art; samenvatt<strong>in</strong>g BTNG 1975, 183-185.<br />
15. Art II, 411.<br />
16. Art II, 517.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
17. Art II, 395-396, 409, 583, 588-589.<br />
18. Art II, 582, 584, 592-593.<br />
19. Art II, 311.<br />
20. Art II, 591.<br />
21. RBE 1973, 266-275 (N. Huyghebaert); Art J, 12-15.<br />
22. Art I, 9, 20.<br />
23. Art I, 112-114, 170-171; Simon 1950, II, 43-47.<br />
24. BK 1949, 97-105, 124-132, 149-153 (K.S.).<br />
25. Art I, 143-144, 152.<br />
26. Helfferich, 132; Simon 1950, II, 15-16, 40, 46-47, 228-229, 238; HG 1975, 97 (J. Art); Art I,<br />
121, II, 568.<br />
27. Art II, 296.<br />
28. Huysmans, 118; Rops, 520, 593-677.<br />
29. Haas, 46.<br />
30. E. Claeys, 12.<br />
31. BTNG 1973, 383 (F. De Bueger-Van Lier<strong>de</strong>).<br />
32. BTFG 1972, 1134 (F. De Bueger-Van Lier<strong>de</strong>).<br />
33. BTNG 1973, 383 (F. De Bueger- Van Lier<strong>de</strong>).<br />
34. Boël, 48, 77; BMGN 1975, 51-56 (D. Keymolen).<br />
35. BTNG 1969, 261 n. 43 (P. Gér<strong>in</strong>).<br />
36. Godts, 11, 15, 18-20, 31, 38, 51.<br />
37. Daye, 133-135, 140.<br />
38. Mezö, 257, 259; Col<strong>in</strong>on, 46-47, 49-59.<br />
39. ST 1912, 130-131 (V<strong>in</strong>ne).<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
W<strong>in</strong>ters Veurne rond 1900 (H. Stacquet)<br />
214<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De ker<strong>in</strong>g van het <strong>land</strong><br />
Slapen<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n<br />
215<br />
Gelei<strong>de</strong>lijk g<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> mensen an<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>nken en an<strong>de</strong>rs leven. Deze evolutie verschil<strong>de</strong><br />
van gewest tot gewest maar het spoor naar <strong>de</strong> toekomst trokken <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n en streken<br />
die <strong>in</strong> het teken ston<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> technische ontwikkel<strong>in</strong>g. Daar gebeur<strong>de</strong> wat <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
meeste tijdgenoten verborgen bleef of maar vaag werd vermoed en achteraf <strong>de</strong><br />
belangrijkste strom<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Belle Epoque bleek te zijn: <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g van het <strong>land</strong>,<br />
van het traditionele leven weg. De oases waar het ou<strong>de</strong>rwetse nog stand hield zijn<br />
<strong>de</strong> laatste tekens van wat eens het hele samenleven was. Door het contrast helpen zij<br />
<strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g beter begrijpen.<br />
De slapen<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n, <strong>in</strong> West-Vlaan<strong>de</strong>ren <strong>voor</strong>al, bleven <strong>de</strong> hele eeuw door stilstaan.<br />
Brugge, ‘<strong>de</strong> schoonste en meest beroem<strong>de</strong>’, dankte het behoud van het<br />
zestien<strong>de</strong>-eeuwse <strong>de</strong>cor aan haar verval tot benepen agrarisch centrum van <strong>de</strong><br />
Westvlaamse omgev<strong>in</strong>g: zij was ‘te arm om te veran<strong>de</strong>ren’. De eigenaars van <strong>de</strong><br />
gron<strong>de</strong>n tussen <strong>de</strong> IJzer en <strong>de</strong> Braakman had<strong>de</strong>n hun patriciërshuizen <strong>in</strong> <strong>de</strong> stad, en<br />
elke week op <strong>de</strong> marktdagen wekten <strong>de</strong> florissante paar<strong>de</strong>nboeren uit het Vrije een<br />
illusie van herboren levendigheid. Maar vlak bij <strong>de</strong> drukke w<strong>in</strong>kelstraten, <strong>in</strong> <strong>de</strong> krotten<br />
achter schil<strong>de</strong>rachtige geveltjes, ‘scheen’ het volk van <strong>de</strong> ambachten en ner<strong>in</strong>gen<br />
‘een langzame dood te sterven’. De crisis van <strong>de</strong> jaren veertig was Brugge nog niet<br />
te boven gekomen. Eén zes<strong>de</strong> van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g, bijna <strong>de</strong> totaliteit van <strong>de</strong><br />
arbei<strong>de</strong>rsklasse, h<strong>in</strong>g af van <strong>de</strong> openbare on<strong>de</strong>rstand. De ellendigsten, ‘het défilé van<br />
het lompenvolk, <strong>de</strong> lammen, <strong>de</strong> éénogigen, <strong>de</strong> kreupelen’, kreeg men 's zondags na<br />
<strong>de</strong> mis te zien en bij huwelijken of begrafenissen, wanneer <strong>de</strong> broodbons aan <strong>de</strong><br />
armen wer<strong>de</strong>n uitge<strong>de</strong>eld. Maar <strong>in</strong> Brugge hield zelfs <strong>de</strong> zwartste ellen<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />
waardigheid op. De arbei<strong>de</strong>rswijken met hun hel<strong>de</strong>rwitte huisjes had<strong>de</strong>n er niet <strong>de</strong><br />
goorheid die men el<strong>de</strong>rs zag. In <strong>de</strong>ze wijken woon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> duizen<strong>de</strong>n arbei<strong>de</strong>rs van<br />
<strong>de</strong> vele familiale bedrijven, <strong>de</strong> drieduizend kantwerksters, <strong>de</strong> hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n kaaiwerkers<br />
en spoorarbei<strong>de</strong>rs en <strong>de</strong> vijfhon<strong>de</strong>rd arbei<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> metaalfabriek De Jaegher. De<br />
verbrokkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> beroepen rem<strong>de</strong> het ontstaan van het klassebewustzijn af. Pas<br />
aan <strong>de</strong> <strong>voor</strong>avond van <strong>de</strong> oorlog, <strong>in</strong> 1912, bewees het enorm electoraal succes van<br />
priester Fonteyne hoeveel verkropt verzet zich had opgehoopt <strong>in</strong> <strong>de</strong> armenwijken.<br />
De hele Belle Epoque door echter bleef het openbare leven stevig <strong>in</strong> <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n van<br />
<strong>de</strong> katholieken en <strong>de</strong> clerus. Het moraliseren<strong>de</strong> paternalisme van een halve eeuw<br />
vroeger hield nog stand en <strong>de</strong> burgerij leef<strong>de</strong> op een bie<strong>de</strong>rmeiers tempo. De<br />
welgestel<strong>de</strong>n trokken al eens vaker <strong>voor</strong> een dagje naar zee, <strong>de</strong> rijksten bezaten een<br />
villa <strong>in</strong> Blankenberge of Oosten<strong>de</strong>, maar overigens zag men <strong>in</strong> Brugge niet veel van<br />
<strong>de</strong> beweeglijkheid <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze jaren. 1.<br />
Het Blote ken<strong>de</strong> nog geen <strong>in</strong>dustrialiser<strong>in</strong>g en geen verste<strong>de</strong>lijk<strong>in</strong>g. Veurne, <strong>de</strong><br />
stad van het Blote, leek een uitgestorven dorp: geen mens en geen voertuig <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
straten, alleen 's avonds <strong>in</strong> <strong>de</strong> herbergen wat bezoekers die probeer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> vervel<strong>in</strong>g<br />
te vergeten. Maar <strong>de</strong> boeteprocessie wekte elk jaar <strong>in</strong> juli het stadje één dag tot leven.<br />
Gefasc<strong>in</strong>eerd bekeek Rilke <strong>in</strong> 1907 <strong>de</strong>ze metamorfose. Vanaf <strong>de</strong> vroege ochtend viel<br />
het klokkengelui ‘als een wolkbreuk’ over <strong>de</strong> stad. Tussendoor, wanneer <strong>de</strong> klokken<br />
even zwegen, hoor<strong>de</strong> men het klapperen van <strong>de</strong> vlaggen <strong>in</strong> <strong>de</strong> straten, ‘als ren<strong>de</strong>n<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
mannen met mantels door <strong>de</strong> w<strong>in</strong>d’. Buiten zag men niemand, alleen enkele somber<br />
gekle<strong>de</strong>, niet van hun plaats te bewegen mensen. Uren lang bleef alles roerloos<br />
wachten <strong>in</strong> <strong>de</strong> straten, terwijl het<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
216<br />
onophou<strong>de</strong>lijke lui<strong>de</strong>n <strong>de</strong> spann<strong>in</strong>g ondraaglijk <strong>de</strong>ed groeien. En dan, <strong>in</strong> het beg<strong>in</strong><br />
van <strong>de</strong> namiddag, vloei<strong>de</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse omgang met zijn rijen boetedoeners<br />
langs <strong>de</strong> straten, langs <strong>de</strong> duizen<strong>de</strong>n kijkers, e<strong>in</strong><strong>de</strong>loze malen altijd weer opnieuw<br />
<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> weg volgend. ‘Hoe vaker men ze terugzag,... hoe oprechter het torsen werd<br />
en hoe zwaar<strong>de</strong>r <strong>in</strong> <strong>de</strong> volle zon het gewicht van het kruis op hen drukte’. Wanneer<br />
dan e<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> priesters met het Allerheiligste <strong>in</strong> <strong>de</strong> S<strong>in</strong>t-Nikolaaskerk verdwenen,<br />
brak <strong>de</strong> massa <strong>in</strong> <strong>de</strong> straten uit ‘als een vloed die zich van alle kanten <strong>in</strong> zijn ou<strong>de</strong><br />
bedd<strong>in</strong>g terugstortte’. De ban die alles <strong>in</strong> spann<strong>in</strong>g had gehou<strong>de</strong>n viel weg en ‘<strong>de</strong><br />
kermis begon, even dui<strong>de</strong>lijk als <strong>de</strong> Passie en als zij vol ernst en vermomm<strong>in</strong>g’.<br />
Veertien dagen lang wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> banken vóór <strong>de</strong> herbergen niet meer koud. Daarna<br />
lag, een jaar lang, Veurne opnieuw verloren <strong>in</strong> het isolement van het Blote. 2.<br />
De do<strong>de</strong> haven Nieuwpoort ken<strong>de</strong> niet eens <strong>de</strong> illusie van een ééndagsfeest. Daar<br />
gebeur<strong>de</strong> niets. Een melkdraagster <strong>in</strong> <strong>de</strong> straat, een kantwerkster met het<br />
Brugge vóór <strong>de</strong> oorlog. (A. Goethals)<br />
spel<strong>de</strong>kussen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> arm volston<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> bewoners achter hun gordijntjes te<br />
verstrooien. Even doods was Diksmui<strong>de</strong> <strong>in</strong> het Veurne-Ambacht. Al <strong>de</strong>ze ste<strong>de</strong>n die<br />
aan <strong>de</strong> crisis van <strong>de</strong> huis<strong>in</strong>dustrie ten on<strong>de</strong>r g<strong>in</strong>gen leef<strong>de</strong>n alleen nog ‘uit gewoonte’<br />
ver<strong>de</strong>r. 3.<br />
Ook <strong>in</strong>waarts <strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren vegeteer<strong>de</strong>n enkele gemeenten: Ieper, met<br />
zestienduizend <strong>in</strong>woners <strong>in</strong> een ruimte die <strong>voor</strong> het driedubbele was gebouwd, of<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Torhout, bij name een stad, <strong>in</strong> werkelijkheid ‘een dorp met enge kronkelstraten langs<br />
lage huisjes, waar onophou<strong>de</strong>lijk het gehamer klonk van <strong>de</strong> schoenmakersbedrijven’.<br />
Van <strong>de</strong> tienduizend Torhoutenaars woon<strong>de</strong> maar één <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>in</strong> het centrum. De rest<br />
leef<strong>de</strong> van <strong>de</strong> <strong>land</strong>bouw <strong>in</strong> het omliggen<strong>de</strong> platte<strong>land</strong>. De rust werd al eens verstoord<br />
door <strong>de</strong> flam<strong>in</strong>gantische <strong>voor</strong>tvarendheid van een stu<strong>de</strong>ntengil<strong>de</strong> of door een<br />
schoenmakersstak<strong>in</strong>g, maar dat belette <strong>de</strong> burgerij niet <strong>in</strong> zalige onwetendheid te<br />
leven, te mid<strong>de</strong>n van een primitieve bevolk<strong>in</strong>g. In Torhout organiseer<strong>de</strong> men nog<br />
‘duivenvluchten’ <strong>voor</strong> mensen. De <strong>de</strong>elnemers wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> een gesloten wagen gestopt<br />
en 's nachts <strong>in</strong> <strong>de</strong> bossen van Wijnendale ‘losgelaten’. Wie het eerst <strong>de</strong> stadsmarkt<br />
bereikte kreeg <strong>de</strong> prijs. 4.<br />
Den<strong>de</strong>rmon<strong>de</strong> was, niettegenstaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> gunstige ligg<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> samenloop van<br />
Den<strong>de</strong>r en Schel<strong>de</strong>, halfweg tussen Gent en Antwerpen, verlamd door <strong>de</strong><br />
krijgsdienstbaarhe<strong>de</strong>n. Op <strong>de</strong> kaaien en bij <strong>de</strong> fabrieken was er beweg<strong>in</strong>g, maar <strong>de</strong><br />
stad zelf lag uitgestorven, met nu en dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> straten <strong>de</strong> zeldzame verschijn<strong>in</strong>g van<br />
een <strong>in</strong>woner die van zijn herberg terugkeer<strong>de</strong> naar zijn middagdutje of zijn zaken. 5.<br />
Zo stond het leven stil <strong>in</strong> alle ste<strong>de</strong>n die geen nieuwe nijverhe<strong>de</strong>n had<strong>de</strong>n<br />
aangetrokken. Zij bewaar<strong>de</strong>n meestal hun karakter maar het was het z<strong>in</strong>loze hulsel<br />
gewor<strong>de</strong>n van een <strong>in</strong>geslapen bevolk<strong>in</strong>g. Van <strong>de</strong> roerigheid <strong>de</strong>r Belle Epoque zag<br />
men bijna niets, en ook <strong>de</strong> <strong>voor</strong>malige gezelligheid was verdwenen, samen met <strong>de</strong><br />
lust om nog naar eigen <strong>in</strong>zicht te leven.<br />
Symbiose van oud en nieuw<br />
De ste<strong>de</strong>n die zich aanpasten of profiteer<strong>de</strong>n van een gunstige ligg<strong>in</strong>g groei<strong>de</strong>n van<br />
ruraal-ste<strong>de</strong>lijke vlekken tot agglomeraties waar<strong>in</strong> niet veel meer overbleef van het<br />
ou<strong>de</strong> <strong>voor</strong>komen: Tielt, ‘<strong>voor</strong>hoe<strong>de</strong>, naar het oosten, van het Gentse gebied’ en <strong>de</strong>lend<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> woel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> grootste Vlaamse <strong>in</strong>dustriestad; De<strong>in</strong>ze, een troosteloze l<strong>in</strong>tbouw<br />
langs <strong>de</strong> baan naar Tielt, met een door <strong>de</strong> mechaniser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> zij<strong>de</strong>nijverheid<br />
geproletariseer<strong>de</strong> ambachtelijke bevol-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
217<br />
De volkswijk van <strong>de</strong> Pottelberg Kortrijk, vóór 1914<br />
Het geïndustrialiseer<strong>de</strong> Aalst rond 1880 (A. He<strong>in</strong>s)<br />
k<strong>in</strong>g; Ronse, op <strong>de</strong> uithoek van Vlaan<strong>de</strong>ren, zon<strong>de</strong>r waterwegen en met een<br />
ontoereiken<strong>de</strong> spoorverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g maar welvarend door zijn fabrieken èn zijn<br />
huisnijverheid. De nieuwe fabrieksste<strong>de</strong>n Aalst, N<strong>in</strong>ove, Geraardsbergen en Kortrijk<br />
zagen hun bevolk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een eeuw tijd verdubbelen of verdrievoudigen. Rond een<br />
kern burgerwijken lagen <strong>de</strong> grauwe rijen baksteenhuizen waar <strong>de</strong> uitwijkel<strong>in</strong>gen van<br />
het platte<strong>land</strong> samenvloei<strong>de</strong>n. De latente opstandigheid h<strong>in</strong>g als een gor<strong>de</strong>l rond <strong>de</strong><br />
stad. Dagelijks voel<strong>de</strong> men hier langs <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> kanten van <strong>de</strong> maatschappelijke<br />
barrière <strong>de</strong> onzekerheid van <strong>de</strong> tijd. In <strong>de</strong>ze alou<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n trof <strong>de</strong> ontluister<strong>in</strong>g nog<br />
meer dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> grootste<strong>de</strong>n Brussel, Antwerpen en Gent, omdat het contrast tussen<br />
het Brabantse of het Vlaamse <strong>land</strong>schap en <strong>de</strong> kanker van <strong>de</strong> fabrieksagglomeratie<br />
er brutaler was. 6.<br />
Nog troostelozer zijn <strong>de</strong> gemeenten waar naast <strong>de</strong> gemechaniseer<strong>de</strong> <strong>in</strong>dustrie ook<br />
<strong>de</strong> ou<strong>de</strong> huisnijverheid behou<strong>de</strong>n bleef: Lokeren, Hamme, Zele, Temse, Eeklo, eens<br />
<strong>land</strong>elijke plaatsjes en nu vergaarbekkens van huisarbei<strong>de</strong>rs en migranten. De<br />
gelijktijdige aanwezigheid van fabrieks- en huisarbei<strong>de</strong>rs die elkaar concurrentie<br />
aandoen en <strong>de</strong> nijverheid goedkope, duldzame arbeidskrachten bezorgen is<br />
kenmerkend <strong>voor</strong> het hele arrondissement Den<strong>de</strong>rmon<strong>de</strong>. De streek dankt hieraan<br />
<strong>de</strong> snelle <strong>de</strong>mografische groei en <strong>de</strong> weel<strong>de</strong> van <strong>de</strong> bezitters maar ook <strong>de</strong> bitterste<br />
armoe<strong>de</strong> van het Vlaamse <strong>land</strong>.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Deze Oostvlaamse ‘gemeenten van <strong>de</strong> ellen<strong>de</strong>, vier keer per dag getekend door<br />
<strong>de</strong> mars van <strong>de</strong> havelozen naar het werk’, zijn nieuwe creaties, gegroeid uit <strong>de</strong><br />
overgang van huis<strong>in</strong>dustrie naar fabrieksbedrijf. Zij bestaan uit e<strong>in</strong><strong>de</strong>loze, vervuil<strong>de</strong><br />
buitenwijken die <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> woonkernen hebben weggedrukt. 7.<br />
Karakteristiek is Hamme. Hier woon<strong>de</strong>n rond <strong>de</strong><br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
218<br />
eeuwwissel<strong>in</strong>g zeshon<strong>de</strong>rd mensen per vierkante kilometer, meer dan het dubbele<br />
van het Rijk. De drieduizend fabriekswerkers en <strong>de</strong> duizend huisarbei<strong>de</strong>rs vorm<strong>de</strong>n<br />
één <strong>de</strong>r<strong>de</strong> van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g. De huisarbei<strong>de</strong>rs werkten bijna allen <strong>in</strong> <strong>de</strong> touwslagerij,<br />
vanaf het beg<strong>in</strong> <strong>de</strong>r negentien<strong>de</strong> eeuw een bloeien<strong>de</strong> nijverheid <strong>in</strong> dit knooppunt <strong>de</strong>r<br />
Vlaamse waterwegen. Overal rond Hamme zag men <strong>de</strong> touwslagers aan het werk op<br />
<strong>de</strong> lange, smalle ‘banen’: achterwaarts lopend haal<strong>de</strong>n zij <strong>de</strong> hennep uit een zak om<br />
het mid<strong>de</strong>l en sponnen hem tot touw dat zij over <strong>de</strong> masten langs <strong>de</strong> baan leg<strong>de</strong>n;<br />
aan het uite<strong>in</strong><strong>de</strong> zat een k<strong>in</strong>d een wiel te draaien om <strong>de</strong> dra<strong>de</strong>n te tweernen. De enkele<br />
foto's van het touwslagersbedrijf tonen havelozen, hokkend <strong>in</strong> krotten. Alle gewone<br />
mensen waren hier ongeletterd, vanaf <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>rjaren prijsgegeven aan het werk, <strong>voor</strong><br />
wie <strong>de</strong> wereld beperkt was tot <strong>de</strong> lelijkheid van <strong>de</strong> onmid<strong>de</strong>llijke omgev<strong>in</strong>g.<br />
K<strong>in</strong><strong>de</strong>rarbeid en gedwongen w<strong>in</strong>kelner<strong>in</strong>g woeker<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> wetgev<strong>in</strong>g ten spijt,<br />
onverm<strong>in</strong><strong>de</strong>rd <strong>voor</strong>t. De vele kroegen en ontuchthuizen bevestig<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze<br />
ontred<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. 8.<br />
Het contrast tussen <strong>de</strong> z<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke burgerwijken en <strong>de</strong> goorheid van <strong>de</strong><br />
arbei<strong>de</strong>rsbuurten maakte Hamme tot een symbool van <strong>de</strong> tijd. De welvaren<strong>de</strong>n<br />
gedij<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> breuk met het verle<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren verzonken <strong>in</strong> <strong>de</strong> hopeloosheid<br />
van <strong>de</strong> ellen<strong>de</strong>. Wat bleef er nog over van <strong>de</strong> gebruiken die een eeuw vroeger het<br />
touwslagersleven kleur gaven? In februari vier<strong>de</strong>n <strong>de</strong> lijndraaiers hun patroon<br />
S<strong>in</strong>t-Blasius met een mis en een maaltijd, maar het feest bestond hoofdzakelijk <strong>in</strong><br />
herbergbezoek, twee dagen lang. Het gemeenschapsleven was verdwenen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
opeenhop<strong>in</strong>g. Nu en dan brak <strong>de</strong> bitterheid uit <strong>in</strong> machteloze woe<strong>de</strong>aanvallen. 9.<br />
Dezelf<strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n zag men <strong>in</strong> Ronse, Lokeren, Zele, Eeklo, Temse. In <strong>de</strong>ze frisse<br />
gemeenten van weleer, die <strong>de</strong> negatieve <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong> verste<strong>de</strong>lijk<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>rg<strong>in</strong>gen<br />
zon<strong>de</strong>r eigenlijk ste<strong>de</strong>n te wor<strong>de</strong>n, was <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g dui<strong>de</strong>lijker dan <strong>in</strong> vlekken<br />
als Tongeren, Hasselt of Turnhout. Die bleven op het ou<strong>de</strong> ritme leven, tegen<br />
aftakel<strong>in</strong>g beschermd door <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g maar ook veroor<strong>de</strong>eld tot stilstand. An<strong>de</strong>re<br />
ste-<br />
Touwlagers te Hamme. (I. Meyers)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
219<br />
<strong>de</strong>n zoals Diest, Tienen en Roeselare geraakten uit het isolement en veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n van<br />
gedaante. In 1850 leef<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Diestenaars eenvoudig als dorpel<strong>in</strong>gen. In <strong>de</strong> w<strong>in</strong>kels<br />
vond men slechts het allernoodzakelijkste. De beenhouwers dien<strong>de</strong>n zich met elkaar<br />
te verstaan <strong>voor</strong> het slachten van één enkel stuk vee als ze het aan <strong>de</strong> man wil<strong>de</strong>n<br />
krijgen. Vijftig jaar later was <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g even kle<strong>in</strong> maar zij leef<strong>de</strong> an<strong>de</strong>rs. Zij had<br />
het comfort ont<strong>de</strong>kt dat haar aangebo<strong>de</strong>n werd door een overvloed van steedse<br />
magazijnen. En <strong>de</strong> tegenstell<strong>in</strong>g was nu brutaal met <strong>de</strong> paupers aan <strong>de</strong> rand van <strong>de</strong><br />
stad. 10.<br />
De grote ste<strong>de</strong>n<br />
Het aantal <strong>in</strong>woners van Gent steeg van vijfenvijftigduizend <strong>in</strong> 1801 tot ruim<br />
tweehon<strong>de</strong>rdduizend aan <strong>de</strong> <strong>voor</strong>avond van <strong>de</strong> oorlog. Deze groeien<strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g<br />
vond een on<strong>de</strong>rkomen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>voor</strong>ste<strong>de</strong>n. B<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> gor<strong>de</strong>l van <strong>de</strong> randwijken werd<br />
<strong>de</strong> ou<strong>de</strong> stad gesaneerd èn vernield. In het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> kwart van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw<br />
leg<strong>de</strong> Gent meer nieuwe straten aan dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> twee <strong>voor</strong>afgaan<strong>de</strong> eeuwen, maar <strong>de</strong><br />
grondigste verstor<strong>in</strong>g begon pas daarna, met <strong>de</strong> overwelv<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rschel<strong>de</strong>,<br />
<strong>de</strong> restauratie van <strong>de</strong> belangrijkste historische gebouwen, het opentrekken van <strong>de</strong><br />
stations- en <strong>de</strong> S<strong>in</strong>t-Pieterswijk, het opruimen van te dicht bebouw<strong>de</strong> wijken. Heel<br />
wat gangen en achterbuurten verdwenen, on<strong>de</strong>r meer 't Kaleitje, waar Pol De Witte<br />
had geleefd, en Batavia dat plaats maakte <strong>voor</strong> <strong>de</strong> technische scholen van <strong>de</strong><br />
universiteit. De stad werd gezon<strong>de</strong>r maar ook vlakker. Gemeenschapsz<strong>in</strong> en wijkgeest<br />
verdwenen. De mensen leef<strong>de</strong>n nu eenzamer. 11.<br />
In een halve eeuw tijd vervijfvoudig<strong>de</strong> <strong>de</strong> stadsoppervlakte van Antwerpen. Er<br />
woon<strong>de</strong>n <strong>in</strong> 1910 driehon<strong>de</strong>rdduizend mensen, waaron<strong>de</strong>r vijfen<strong>de</strong>rtigduizend<br />
buiten<strong>land</strong>ers. De gezelligheid ‘van weleer’ was verdwenen. Parvenu's die hun plotse<br />
weel<strong>de</strong> nog met had<strong>de</strong>n verteerd en misprijzend op <strong>de</strong> gewone mensen neerkeken,<br />
gaven <strong>de</strong> toon aan. Snie<strong>de</strong>rs be-<br />
Turnhouts wever <strong>in</strong> <strong>de</strong> Belle Epoque<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
K<strong>in</strong><strong>de</strong>rarbeid <strong>in</strong> een sigarenfabriek, Essen<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
220<br />
schreef <strong>de</strong> Keyserlei al <strong>in</strong> 1884 als ‘<strong>de</strong> wijk <strong>de</strong>r Franse verpest<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> etterbuil achter<br />
een goudplaaster verborgen die het eerlijke Vlaamse Antwerpen ontsier<strong>de</strong>’. Blereau's<br />
‘oprechte S<strong>in</strong>joor’ had <strong>de</strong> plaats geruimd <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ‘pronkerige’ Antwerpenaar ‘met<br />
zwarte gekle<strong>de</strong> jas, zwartomran<strong>de</strong> neusknijper en ebbenhouten gaanstok’. Om <strong>de</strong><br />
afbraak van <strong>de</strong> monumenten en <strong>de</strong> langzame vernietig<strong>in</strong>g van het stadskarakter<br />
bekommer<strong>de</strong> zich bijna niemand, want men leef<strong>de</strong> prettig - als men tot <strong>de</strong> <strong>de</strong>ftige<br />
klasse behoor<strong>de</strong> - <strong>in</strong> <strong>de</strong> nieuwe wijken met hun lanen, tu<strong>in</strong>en en ruim uitgebouw<strong>de</strong><br />
huizen. V<strong>in</strong>cent van Gogh - die het penseel beter hanteer<strong>de</strong> dan <strong>de</strong> pen - schreef <strong>in</strong><br />
1886 aan zijn broer Theo: ‘Als er een stad is die op Parijs lijkt, dan is het veeleer<br />
Antwerpen dan Brussel <strong>in</strong> alle d<strong>in</strong>gen, <strong>voor</strong>eerst omdat het een centrum is <strong>voor</strong> lui<br />
van alle nationaliteiten, twee<strong>de</strong>ns ter wille van <strong>de</strong> zaken, en <strong>de</strong>r<strong>de</strong>ns ter wille van dat<br />
er animo is en men er zich amuseert’. Het ‘amusement’ vond men <strong>in</strong> <strong>de</strong> c<strong>in</strong>ema's,<br />
bars en café-chantants van het centrum, <strong>de</strong> Belle Epoque-sfeer <strong>in</strong> <strong>de</strong> rustige nieuwe<br />
wijken en <strong>in</strong> <strong>de</strong> weel<strong>de</strong>righeid van het ‘Théâtre Royal d'Anvers’. Er heerste rijkdom<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> cosmopolitische havenstad, maar <strong>de</strong> <strong>in</strong>woners verloren een ‘persoonlijkheid’<br />
die tevoren was beschut door ‘<strong>de</strong> ommuur<strong>de</strong> stad wier vorm en uitgestrektheid ettelijke<br />
eeuwen ongewijzigd was gebleven’. 12.<br />
Het Brussel van <strong>de</strong> Belle Epoque beschreef Mirbeau als ‘la capitale comique, la<br />
capitale d'opérette, la capitale <strong>de</strong> Van<strong>de</strong>npeereboom’, gesne<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> maat van <strong>de</strong><br />
<strong>in</strong>woners: ‘<strong>in</strong> het station las ik boven een poort dit opschrift, liefst <strong>in</strong> twee talen:<br />
Uitgang <strong>voor</strong> reizigers zon<strong>de</strong>r bagage en <strong>voor</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren ook’. Onprettig moet dit<br />
sarcasme hebben geklonken<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De Brusselse Kon<strong>in</strong>gsstraat bij het Park rond 1880 (G. Walckiers)<br />
De rust van <strong>de</strong> Frankrijklei, Antwerpen, 1913<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> oren van <strong>de</strong> Brusselaars die zo trots waren op hun vernieuw<strong>de</strong> stad met haar<br />
Justitiepaleis - het grootste bouwwerk van Europa, dat vijfenveertig miljoen had<br />
gekost - haar Museum, Beurs, Brouckère-ple<strong>in</strong> en Anspachlaan, haar r<strong>in</strong>glanen en<br />
haar prestigieuze Jubelpark. En niettegenstaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> hausmanniser<strong>in</strong>g bleven er <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> bene<strong>de</strong>nstad, rond <strong>de</strong> Markt, nog vele schil<strong>de</strong>rachtige hoekjes over. Lang niet alle<br />
vreem<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen <strong>de</strong>el<strong>de</strong>n Mirbeau's spot. Henryk Sienkiewicz vond Brussel na Parijs<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
<strong>de</strong> mooiste stad die hij ooit zag: ‘alles was er rustig, netjes en gezellig en straal<strong>de</strong><br />
van geluk’. 13.<br />
In <strong>de</strong> zomer liep Brussel leeg - wie er zich dan ophield ‘verloor het gezicht’ 14. -<br />
maar <strong>de</strong> hele w<strong>in</strong>ter h<strong>in</strong>g er <strong>de</strong> glans van het monda<strong>in</strong>e leven. On<strong>de</strong>r Victor Besme,<br />
van 1860 tot 1903 <strong>in</strong>specteur van <strong>de</strong> wegenaanleg, was Brussel ‘een <strong>de</strong>r elegantste<br />
hoofdste<strong>de</strong>n van Europa’ gewor<strong>de</strong>n. Het leven van <strong>de</strong> topklasse verliep op het rustige,<br />
<strong>voor</strong>oorlogse ritme, met gesloten clans en vaste levensregels die ‘volmaakt en <strong>voor</strong><br />
immer onveran<strong>de</strong>rlijk leken’. De rijken kon<strong>de</strong>n een fl<strong>in</strong>k <strong>de</strong>el van hun tijd aan cultuur<br />
en ‘vrien<strong>de</strong>lijk<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Lan<strong>de</strong>lijk Schaarbeek (M. Gelissen)<br />
221<br />
nietsdoen’ wij<strong>de</strong>n. Het leven had ogenschijnlijk <strong>voor</strong> <strong>de</strong> gepriviligieer<strong>de</strong>n een<br />
stabiliteit die later met heimwee aan ‘<strong>de</strong> goe<strong>de</strong> tijd’ <strong>de</strong>ed <strong>de</strong>nken. 15.<br />
Ook het contrast van <strong>de</strong> maatschappelijke tegenstell<strong>in</strong>gen en het prolifereren van<br />
<strong>de</strong> agglomeratie behoor<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong> achtergrond van <strong>de</strong>ze jaren. Met zijn <strong>voor</strong>ste<strong>de</strong>n<br />
tel<strong>de</strong> Brussel rond 1900 meer dan een half miljoen <strong>in</strong>woners, bijna <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong><br />
Brabantse bevolk<strong>in</strong>g. De dorpjes rond <strong>de</strong> hoofdstad waren monsterachtig uitgegroeid<br />
en vorm<strong>de</strong>n met Brussel één enorme bouwmassa. 16.<br />
Schaarbeek bij<strong>voor</strong>beeld was <strong>in</strong> <strong>1830</strong> een dorp met amper duizend <strong>in</strong>woners, alleen<br />
langs veldwegen toegankelijk, zon<strong>de</strong>r rioler<strong>in</strong>g, zon<strong>de</strong>r verlicht<strong>in</strong>g en met één enkele<br />
veldwachter. Geen idyllisch dorp: aan <strong>de</strong> ene kant liep <strong>de</strong> st<strong>in</strong>ken<strong>de</strong> Zenne, aan <strong>de</strong><br />
an<strong>de</strong>re kant <strong>de</strong> Maalbeek die bij ie<strong>de</strong>r onweer overstroom<strong>de</strong> en <strong>in</strong> <strong>de</strong> straten en<br />
won<strong>in</strong>gen het walgelijke spoor liet van <strong>de</strong> nabijheid <strong>de</strong>r hoofdstad. Met <strong>de</strong> jaren<br />
drong Brussel zich steeds meer op. De bevolk<strong>in</strong>g groei<strong>de</strong> onafgebroken:<br />
<strong>de</strong>rtienduizend <strong>in</strong> 1860, -veertigduizend <strong>in</strong> 1880, tweeëntachtigduizend <strong>in</strong> 1910,<br />
tachtig keer het cijfer van <strong>1830</strong>. Met <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g spreid<strong>de</strong> <strong>de</strong> agglomeratie zich uit<br />
naar <strong>de</strong> hoofdstad, tot zij er mee versmolten was. In tachtig jaar tijd werd het dorp<br />
van <strong>1830</strong> met zijn driehon<strong>de</strong>rd krothuisjes een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van Brussel. 17.<br />
De uittocht uit het centrum werkte <strong>de</strong> suburbanisatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> hand. De burgerman<br />
ontvluchtte <strong>de</strong> nieuwe, ‘als kazernen gebouw<strong>de</strong>’ wooncomplexen met hun<br />
appartementen en conciërges. In <strong>de</strong> buitenwijken vond hij wat hem onmisbaar leek,<br />
een eigen huis ‘waar het hele gez<strong>in</strong> zijn trap kon bestijgen, tussen zijn behangpapier<br />
leven en het aroma van een eigen tu<strong>in</strong>tje opsnuiven’. 18. Maar of men <strong>in</strong><br />
S<strong>in</strong>t-Joost-ten-No<strong>de</strong>, <strong>in</strong> Elsene, <strong>in</strong> Molenbeek of <strong>in</strong> S<strong>in</strong>t-Gillis woon<strong>de</strong> maakte geen<br />
verschil. Men leef<strong>de</strong> overal het leven van <strong>de</strong> grootstad. De betrokkenheid bij <strong>de</strong> wijk<br />
was verdwenen en ook het gevoelen thuis te horen waar men generaties lang had<br />
gewoond. De burgerij plooi<strong>de</strong> zich terug op het gez<strong>in</strong>sleven en vluchtte 's zondags<br />
‘van <strong>de</strong> banaliteit weg’ 19. naar nieuwe attracties.<br />
In het openbare leven <strong>voor</strong>al zag men <strong>de</strong> mentaliteitsveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. De buurtfeesten<br />
stierven af omdat<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
222<br />
<strong>de</strong> wijkbevolk<strong>in</strong>g verspreid geraakte, en met <strong>de</strong> feesten verdwenen <strong>de</strong> gebruiken.<br />
Zelfs <strong>in</strong> <strong>de</strong> stabielere volksbuurten maakten <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> vier<strong>in</strong>gen een stroeve <strong>in</strong>druk:<br />
tegen <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> probeer<strong>de</strong> men ze artificieel <strong>in</strong> stand te hou<strong>de</strong>n. 20.<br />
Verkruimelen<strong>de</strong> stadsgemeenschap<br />
In <strong>de</strong> grote agglomeraties vielen <strong>de</strong> gemeenschappen snel uiteen. Zelfs een gezellige<br />
stad als Antwerpen verloor haar barokke uitbundigheid. Het carnavalfeest<br />
bij<strong>voor</strong>beeld, vroeger een gelegenheid om alle remmen los te gooien, werd door <strong>de</strong><br />
overheid b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> perken van <strong>de</strong> re<strong>de</strong>lijkheid gebracht: geen bombar<strong>de</strong>menten meer<br />
met pepernoten, bloem en blauwsel, maar een praalstoet met wagens.en z<strong>in</strong>nebeeldige<br />
groepen, <strong>de</strong>ftig en leerrijk. ‘Een ommekeer <strong>in</strong> onze volksze<strong>de</strong>n’ vond Emmanuel De<br />
Bom. 21. ‘Oud Antwerpen’ behoor<strong>de</strong> zo volstrekt tot het verle<strong>de</strong>n dat het op <strong>de</strong><br />
wereldtentoonstell<strong>in</strong>g van 1894 als een curiositeit <strong>in</strong> hout en karton was te zien,<br />
kompleet met bewoners <strong>in</strong> Spaanse kledij, optochten en openluchttoneel. Wat aldus<br />
verrees was een trouwe kopie van enkele straten rond <strong>de</strong> ‘merckt’ uit het<br />
zestien<strong>de</strong>eeuwse Antwerpen, maar het plan werd <strong>in</strong>gegeven door heimwee naar ‘het<br />
welbem<strong>in</strong>d heengaan<strong>de</strong> of reeds heengegane va<strong>de</strong>roord’ dat drie eeuwen lang haast<br />
onveran<strong>de</strong>rd was gebleven en pas <strong>in</strong> <strong>de</strong> laatste <strong>de</strong>rtig jaar grondig werd verstoord.<br />
De <strong>in</strong>richters hoopten ‘nog eens herop te wekken wat zij <strong>in</strong> vroeger dagen zo<br />
bekoorlijk von<strong>de</strong>n’. 22.<br />
In <strong>de</strong> Belle Epoque-ste<strong>de</strong>n bleven alleen enkele volksbuurten zichzelf. Het<br />
S<strong>in</strong>t-Andrieskwartier dat Jozef Muls <strong>in</strong> 1913 beschreef was <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> ‘woelige, kleurige<br />
wijk’ als <strong>in</strong> Consciences tijd: ‘De jongens zaten er nog... boven <strong>de</strong> kel<strong>de</strong>rmon<strong>de</strong>n te<br />
kaarten of te vertellen... Vrouwen met loshangend, half opgestoken haar, open jak<br />
en een flod<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> rok om <strong>de</strong> blote voeten... kwamen uit <strong>de</strong>uren en gangen om te<br />
klappen, om naar <strong>de</strong> w<strong>in</strong>kel te lopen... of zij trokken, zijl<strong>in</strong>gs overhellend, met een<br />
emmer kolen weer naar b<strong>in</strong>nen... Ou<strong>de</strong> mannekens zaten schrijl<strong>in</strong>gs op een stoel <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong> <strong>de</strong>ur, <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> leun<strong>in</strong>g, hun stenen pijpje te roken’. Maar <strong>de</strong>ze volksbuurten<br />
vorm<strong>de</strong>n bijna vergeten ei<strong>land</strong>jes die men g<strong>in</strong>g bekijken als <strong>de</strong> vreem<strong>de</strong> overblijfsels<br />
uit een verdwenen wereld. In het Antwerpen van <strong>de</strong> Belle Epoque waren het<br />
poppenspel en zijn volks publiek een folkloristische merkwaardigheid gewor<strong>de</strong>n. In<br />
Mechelen bleef er rond 1900 bijna niets meer over van <strong>de</strong> meien en waren <strong>de</strong><br />
S<strong>in</strong>t-Maartensvuren, die een halve eeuw vroeger nog het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> w<strong>in</strong>ter<br />
beteken<strong>de</strong>n, helemaal verdwenen. Van het eens zo uitbundige Driekon<strong>in</strong>genfeest zag<br />
men alleen wat resten <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Schotschrift op het afschaffen van een Kortrijkse wijkkermis, 1900<br />
De ‘merckt’ van Oud Antwerpen op <strong>de</strong> wereldtentoonstell<strong>in</strong>g van 1894<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
223<br />
volkswijken. De bengels dansten er rond een kaarsje of liepen <strong>de</strong> straten af met<br />
ballonnetjes en lampions. Men vond wel sporen van ou<strong>de</strong> gebruiken <strong>in</strong> alle ste<strong>de</strong>n.<br />
In Antwerpen droegen <strong>de</strong> lijkbid<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> zwartomran<strong>de</strong> kaarten rond <strong>in</strong> <strong>de</strong> ‘kle<strong>in</strong>e<br />
toer’ van <strong>de</strong> tienurelijken of <strong>de</strong> ‘grote toer’ van <strong>de</strong> lijken <strong>de</strong>r notabelen. Maar leven<br />
<strong>de</strong><strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze gebruiken niet meer <strong>in</strong> <strong>de</strong> verste<strong>de</strong>lijkte gemeenten. 23.<br />
Het was een verste<strong>de</strong>lijk<strong>in</strong>g naar <strong>de</strong> maat van <strong>de</strong> tijd. Op <strong>de</strong> foto's van straatbeel<strong>de</strong>n<br />
treft <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> rust. Men ziet we<strong>in</strong>ig verkeer <strong>in</strong> <strong>de</strong> straten die nog het speelterre<strong>in</strong><br />
van <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren zijn. Toch hoort men <strong>de</strong> eerste klachten over <strong>de</strong> rumoerigheid en<br />
beg<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> voetgangers zich opgejaagd te voelen door het toenemend transport. In<br />
haar kroniekje <strong>voor</strong> 11 maart 1909 <strong>in</strong> Le Soir schreef ‘Christ<strong>in</strong>e’ enkele sarkastische<br />
be<strong>de</strong>nk<strong>in</strong>gen bij een toespraak, <strong>in</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad, van burgemeester De Mot over<br />
<strong>de</strong> Brusselse verkeersproblemen: ‘De voetganger, vanzelfsprekend, belemmert het<br />
verkeer. Het ligt <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hand dat hij <strong>de</strong> schuld krijgt <strong>voor</strong> <strong>de</strong> versper<strong>de</strong> kruispunten,<br />
<strong>de</strong> belemmer<strong>de</strong> doorgangen, <strong>de</strong> bots<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> ongelukken. Stel u <strong>voor</strong>: een dom<br />
mensenwezen dat zich langzaam en zon<strong>de</strong>r lawaai <strong>voor</strong>tbeweegt, dat niet veel plaats<br />
<strong>in</strong>neemt en zich soms zigzaggend van het ene voetpad naar het an<strong>de</strong>re waagt. Men<br />
moet <strong>de</strong>ze lastverkopers terugdrijven naar <strong>de</strong> smalle stroken langs <strong>de</strong> gevels en ze<br />
<strong>de</strong> lust benemen die nog ooit<br />
Een antiekw<strong>in</strong>kel <strong>in</strong> Oud Antwerpen, wereldtentoonstell<strong>in</strong>g 1894<br />
te verlaten, meent onze burgerva<strong>de</strong>r’. 24. Deze wrevel over <strong>de</strong> drukte <strong>in</strong> een naar ons<br />
gevoelen zo rustige wereld is een teken van het besef, bij velen, dat met <strong>de</strong> sfeer van<br />
stilte en langzaamheid een onmisbare waar<strong>de</strong> verloren g<strong>in</strong>g.<br />
Uiterlijk leken <strong>de</strong> mensen bijna onveran<strong>de</strong>rd. De portretten die Edmond De Bruyn<br />
van <strong>de</strong> Antwerpse Belle Epoque-burger schetste gel<strong>de</strong>n met enkele retouches <strong>voor</strong><br />
alle ste<strong>de</strong>n. De zondagavond, na een bezoek aan <strong>de</strong> Dierentu<strong>in</strong>, ‘wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> huwbare<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
juffers en haar broers die op 't college zijn naar het concert van <strong>de</strong> Harmonie geleid.<br />
Zij marcheren <strong>voor</strong>op. Gewichtig volgen <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs, arm <strong>in</strong> arm. Het gez<strong>in</strong> wan<strong>de</strong>lt<br />
tweemaal rond <strong>de</strong> kiosk, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> gasbogen. Als ze er zeker van zijn dat ze wer<strong>de</strong>n<br />
opgemerkt zetten ze zich aan een goed tafeltje, luisteren verstrooid naar <strong>de</strong> symfonie<br />
en spie<strong>de</strong>n met aandachtig oog naar <strong>de</strong> toiletten’. 25. Vijftig jaar vroeger zag men bijna<br />
i<strong>de</strong>ntieke toneeltjes en toch zijn <strong>de</strong> mensen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze halve eeuw an<strong>de</strong>rs en grijzer<br />
gewor<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> grote ste<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>al treft <strong>de</strong> eenvormigheid van kled<strong>in</strong>g en gedrag.<br />
Vroeger had ie<strong>de</strong>re wijk een apart cachet. Nu lei<strong>de</strong>n <strong>de</strong> meeste mensen hetzelf<strong>de</strong><br />
leven ‘<strong>in</strong> <strong>de</strong> kilometers onopvallen<strong>de</strong> huizen, troosteloos opgesteld langs e<strong>in</strong><strong>de</strong>loze,<br />
egale straten. Altijd en overal is alles hetzelf<strong>de</strong>, en <strong>de</strong>ze trieste monotonie vloeit over<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>terieurs.’ 26. Zo zagen het <strong>de</strong> tijdgenoten, dat is het merkwaardige.<br />
Volksleven <strong>in</strong> <strong>de</strong> Korte S<strong>in</strong>t-Annastraat Antwerpen, rond 1890<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Driekon<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> herberg, 1910 (J. Fonteyne)<br />
224<br />
De eentonige rechtlijnigheid verwekte een groeiend onbehagen en hier en daar zelfs<br />
haat. In zijn Leeuw van Vlaan<strong>de</strong>ren (1900) laat Cyriel Buysse het hoofdpersonage<br />
<strong>de</strong> stad ontvluchten: ‘Was er wel iets akeliger en onnatuurlijker op aar<strong>de</strong> dan die<br />
benauw<strong>de</strong> opeenstapel<strong>in</strong>g van menselijke wezens <strong>in</strong> die nare, stoffige, lawaaiige<br />
gevangenissen van steen welke men stadshuizen en straten noemt? Hoe was het<br />
mogelijk daar te a<strong>de</strong>men en te leven wanneer er zoveel re<strong>in</strong>e lucht en vrije ruimte<br />
op <strong>de</strong> wereld is?’ An<strong>de</strong>ren zagen <strong>in</strong> <strong>de</strong> wekelijkse uittocht van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen, <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
‘bestorm<strong>in</strong>g’, elke zondag, van tre<strong>in</strong>en en trams een pog<strong>in</strong>g om te ontsnappen aan<br />
‘<strong>de</strong> banaliteit en vervel<strong>in</strong>g’. Men droom<strong>de</strong> van ‘un mon<strong>de</strong> enf<strong>in</strong> sauvé <strong>de</strong> l'emprise<br />
<strong>de</strong>s villes’, bevrijd van ‘la ville tentaculaire, la pieuvre ar<strong>de</strong>nte’. Men droom<strong>de</strong> van<br />
een arcadisch platte<strong>land</strong> met ‘zijn e<strong>in</strong><strong>de</strong>loos variëren<strong>de</strong> bezigheid <strong>voor</strong> lichaam en<br />
geest’ en ‘zijn altijd wisselen<strong>de</strong> uren’. Men zocht er een remedie <strong>voor</strong> het eentonige<br />
werk <strong>in</strong> <strong>de</strong> kantoren en bedrijven dat <strong>de</strong> mensen ‘haast uitz<strong>in</strong>nig’ maakte. 27.<br />
In 1893 publiceer<strong>de</strong> Charles Buis, van 1886 tot 1899 burgemeester van Brussel,<br />
zijn Esthétique <strong>de</strong>s Villes aan het adres van <strong>de</strong> <strong>in</strong>genieurs-stadsvernieuwers. Hij vroeg<br />
om meer piëteit ‘<strong>voor</strong> alles wat zon<strong>de</strong>r ongerief uit het ou<strong>de</strong> erfgoed kon bewaard<br />
wor<strong>de</strong>n’, <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ‘stenen’ ‘die het he<strong>de</strong>n met het verle<strong>de</strong>n b<strong>in</strong><strong>de</strong>n en <strong>de</strong> stad een<br />
eerbiedwaardig karakter geven dat afsteekt tegen <strong>de</strong> uniformiteit en het banale van<br />
het mo<strong>de</strong>rne leven’. 28.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Niet ie<strong>de</strong>reen beschouw<strong>de</strong> <strong>de</strong> stad als een bedreig<strong>in</strong>g. In <strong>de</strong> herenbuurten genoot<br />
<strong>de</strong> bourgeoisie meer dan vroeger van het leven, want <strong>de</strong> ‘verste<strong>de</strong>lijk<strong>in</strong>g’ gaf haar<br />
meer vrijheid. In het boek dat zij aan haar va<strong>de</strong>r wijd<strong>de</strong> herdacht Hélène Coremans<br />
<strong>de</strong> zalige tijd van <strong>de</strong> Belle Epoque. Zij schreef <strong>de</strong>ze her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen schalks en met<br />
een knipoogje, maar ook met dankbaarheid om <strong>de</strong> sfeer van haar k<strong>in</strong><strong>de</strong>rjaren. In 1895<br />
was zij met haar ou<strong>de</strong>rs op een carnavalfeest <strong>in</strong> een ‘rijke’ Antwerpse buurt, geen<br />
monda<strong>in</strong>e aangelegenheid maar het knusse samenzijn <strong>in</strong> een onbezorg<strong>de</strong> tijd. De<br />
‘majordome’ en twee mei<strong>de</strong>n serveer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ‘amuse-gueules’ en <strong>de</strong> drank - ‘groseille,<br />
orgeat, citronna<strong>de</strong> en grenad<strong>in</strong>e’. De avond werd opgevrolijkt door ‘<strong>de</strong>s diseurs <strong>de</strong><br />
monologues’ en ‘un comique’, door romantische lie<strong>de</strong>ren en pianosolo's. 29. Het is <strong>de</strong><br />
luchtige beschrijv<strong>in</strong>g van mensen <strong>voor</strong> wie <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen geen verlies van<br />
vertrouwdheid meebrachten. Voor <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid echter, <strong>voor</strong> <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e burgers en<br />
<strong>de</strong> volksmensen, was <strong>de</strong> stad geen veiligheid meer, maar ‘een nare, stoffige, lawaaiige<br />
gevangenis’. Een echo hiervan hoort men <strong>in</strong> Max Elskamps Dom<strong>in</strong>ical (1892):<br />
‘Je n'ai plus <strong>de</strong> ville. Elle est soûle,<br />
Et ple<strong>in</strong>e <strong>de</strong> cceurs renégats,<br />
Aux tavernes <strong>de</strong> Golgotha.<br />
J'en suis triste jusqu'à la mort:<br />
Je n'ai plus <strong>de</strong> ville. Elle est soûle’. 30.<br />
De banaliteit van <strong>de</strong> Clement<strong>in</strong>astraat Antwerpen, gebouwd <strong>in</strong> 1895<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
XIV. Vlaswie<strong>de</strong>rs, 1887 (E. Claus)<br />
t.o. 224<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
225<br />
De <strong>de</strong>mografie bevestigt <strong>de</strong> subjectieve <strong>in</strong>drukken. Opvallend is het groot aantal<br />
<strong>in</strong>wijkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n. Deze rond 1880 begonnen ontwikkel<strong>in</strong>g werd steeds<br />
dui<strong>de</strong>lijker. In 1900 bestond <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke bevolk<strong>in</strong>g uit niet-<strong>in</strong>geborenen.<br />
De verhoud<strong>in</strong>g was gunstiger <strong>in</strong> <strong>de</strong> Vlaamse dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> Waalse gemeenten, maar<br />
overal, ook <strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren, hield alleen <strong>de</strong> regelmatige aanvoer van <strong>in</strong>wijkel<strong>in</strong>gen<br />
uit het platte<strong>land</strong> <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g op peil: zij zorg<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> ‘vers bloed <strong>in</strong> <strong>de</strong> anemieke<br />
ste<strong>de</strong>n’. 31.<br />
De ste<strong>de</strong>n leef<strong>de</strong>n dank zij <strong>de</strong> <strong>in</strong>wijkel<strong>in</strong>gen, maar <strong>in</strong> dit proces verloren <strong>de</strong><br />
nieuwkomers <strong>de</strong> vitaliteit die zij had<strong>de</strong>n aangebracht. Het geboorte<strong>de</strong>ficit was<br />
<strong>in</strong><strong>de</strong>rdaad het sterkst <strong>in</strong> <strong>de</strong> agglomeraties met <strong>de</strong> grootste immigratie hoewel het<br />
huwelijkscijfer er hoger lag dan el<strong>de</strong>rs. Zelfs Vlaan<strong>de</strong>ren, met een gunstiger<br />
geboortencurve dan Wallonië, ontsnapte niet aan <strong>de</strong> ‘fatale wet’ dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> stad ‘<strong>de</strong><br />
levensbronnen uitdrogen’. Na 1850 daal<strong>de</strong> het sterftecijfer <strong>in</strong> het hele Rijk, maar het<br />
gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> van <strong>de</strong> grote en mid<strong>de</strong>lgrote ste<strong>de</strong>n lag twee tot vier percent hoger dan<br />
het rijksgemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>. Ook <strong>de</strong> buitenechtelijke geboorten verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het hele<br />
<strong>land</strong> maar namen toe naar gelang <strong>de</strong> agglomeratie dichter bevolkt was. Hetzelf<strong>de</strong><br />
geldt <strong>voor</strong> <strong>de</strong> zelfmoor<strong>de</strong>n. 32. Het zijn aanduid<strong>in</strong>gen: vele mensen <strong>in</strong> het verste<strong>de</strong>lijkt<br />
milieu waren niet gelukkig en beseften het.<br />
Utopisten hoopten dat door <strong>de</strong> uitspreid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> agglomeraties over luchtig<br />
gebouw<strong>de</strong> buitenwijken <strong>de</strong> verstikk<strong>in</strong>g zou wor<strong>de</strong>n verme<strong>de</strong>n: zij zagen ‘<strong>de</strong> stad van<br />
<strong>de</strong> toekomst als een oceaan van groen waar<strong>in</strong> duizen<strong>de</strong>n riante en gezon<strong>de</strong> won<strong>in</strong>gen<br />
nestel<strong>de</strong>n’. Het is een vroege echo op <strong>de</strong> tu<strong>in</strong>wijki<strong>de</strong>e die toen uit Frankrijk<br />
b<strong>in</strong>nendrong. 33. Maar <strong>de</strong>ze wensdroom kon slechts opkomen bij wie bl<strong>in</strong>d waren <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong> koopmansgeest die <strong>de</strong> verste<strong>de</strong>lijk<strong>in</strong>g had opgeroepen.<br />
Het platte<strong>land</strong> <strong>in</strong> vogelvlucht<br />
On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> oppervlakte brokkel<strong>de</strong>n ook op het platte<strong>land</strong> gebruiken en opvatt<strong>in</strong>gen af.<br />
Het gebeur<strong>de</strong> zo gelei<strong>de</strong>lijk dat niemand het besefte, tenzij <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>re mensen die<br />
zich afvroegen waar <strong>de</strong> wereld naartoe g<strong>in</strong>g. De jonge generatie vond het leven<br />
gemakkelijker en vrijer. Er was meer welstand en er viel wat te beleven. Op <strong>de</strong> ou<strong>de</strong><br />
gebruiken keek men me<strong>de</strong>lij<strong>de</strong>nd neer want zij her<strong>in</strong>ner<strong>de</strong>n aan een primitief bestaan.<br />
De nog onberoer<strong>de</strong> streken lagen vergeten aan <strong>de</strong> rand.<br />
Het uitzicht veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw. Verhar<strong>de</strong><br />
wegen en spoorlijnen doorsne<strong>de</strong>n het bouw<strong>land</strong> en langs <strong>de</strong> kanalen knaag<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
<strong>in</strong>dustrieën aan <strong>de</strong> natuur. De levendigheid van wie<strong>de</strong>rs en oogsters op <strong>de</strong> vel<strong>de</strong>n<br />
was verdwenen. In hun plaats <strong>de</strong>ed <strong>de</strong> <strong>land</strong>bouwmach<strong>in</strong>e het werk. 34.<br />
Toch waren <strong>de</strong> Vlaamse gewesten nog uitgesproken agrarisch. Eén <strong>de</strong>r<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />
volwassen bevolk<strong>in</strong>g leef<strong>de</strong> er van <strong>de</strong> grond. Zij baatte, meestal <strong>in</strong> pacht, m<strong>in</strong>uscule<br />
maar <strong>in</strong>tens bewerkte percelen uit. Het totale aantal <strong>land</strong>bouwon<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen<br />
verdubbel<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft <strong>de</strong>r negentien<strong>de</strong> eeuw, maar <strong>de</strong> bedrijven<br />
met m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan één hektare namen met zeventig percent toe. De meesten lagen <strong>in</strong><br />
het Vlaamse <strong>land</strong><strong>de</strong>el. Vele ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen waren zo kle<strong>in</strong> dat zij niet volston<strong>de</strong>n <strong>voor</strong><br />
het on<strong>de</strong>rhoud van het gez<strong>in</strong>. Dan werkte <strong>de</strong> man <strong>in</strong> <strong>de</strong> pen<strong>de</strong>l of, wat steeds m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
<strong>voor</strong>kwam, als helper bij <strong>de</strong> boeren <strong>in</strong> <strong>de</strong> omtrek. De versnipper<strong>in</strong>g <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>e percelen<br />
gaf het <strong>land</strong> zijn weel<strong>de</strong>rig uitzicht: het leek één dam-<br />
Het Hout<strong>land</strong> ten zui<strong>de</strong>n van Brugge<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
In <strong>de</strong> keuken van een pol<strong>de</strong>rhoeve rond 1906<br />
226<br />
bord van moestu<strong>in</strong>bed<strong>de</strong>n en wei<strong>de</strong>n en het weerspiegel<strong>de</strong> het karakter en <strong>de</strong><br />
levenswijze van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g, honkvaste, hard werken<strong>de</strong> boerenmensen, gehecht<br />
aan <strong>de</strong> grond die zij tot vruchtbaarheid had<strong>de</strong>n gedwongen. 35.<br />
Het waren gunstige <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> het behoud van <strong>de</strong> traditie en toch werd<br />
stilaan ook dit besloten, <strong>in</strong> gez<strong>in</strong>sverband werken<strong>de</strong> volk uit zijn geaardheid<br />
losgewrikt. Dat lag, behalve aan <strong>de</strong> geest van <strong>de</strong> tijd, <strong>voor</strong>al aan <strong>de</strong> materiële<br />
omstandighe<strong>de</strong>n. Niettegenstaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> verbeter<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het <strong>land</strong>bouwbedrijf snel en<br />
goedkoop transport, <strong>land</strong>bouwon<strong>de</strong>rwijs en coöperatie - en het onafgebroken zwoegen<br />
kreeg <strong>de</strong> boer geen loon naar werk omdat door <strong>de</strong> stijgen<strong>de</strong> vraag <strong>de</strong> huurprijs van<br />
<strong>de</strong> grond te hoog was, tweemaal hoger op het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> eeuw dan <strong>in</strong> 1846. Zelfs<br />
wanneer hij benepen leef<strong>de</strong> kon <strong>de</strong> <strong>land</strong>bouwer <strong>de</strong>ze last niet meer aan. Dat gold op<br />
<strong>de</strong> eerste plaats <strong>voor</strong> <strong>de</strong> pachters - aan <strong>de</strong> <strong>voor</strong>avond van <strong>de</strong> oorlog werd twee <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />
van <strong>de</strong> <strong>land</strong>bouwgrond <strong>in</strong> pacht bewerkt -, maar ook <strong>voor</strong> <strong>de</strong> eigengeërf<strong>de</strong> boeren<br />
wier bezit te kle<strong>in</strong> was om van te leven en die grond moesten bijhuren of kopen. Het<br />
was een kr<strong>in</strong>gloop: <strong>de</strong> boer wil<strong>de</strong> van <strong>de</strong> grond alleen leven en omdat hij het probeer<strong>de</strong><br />
was <strong>de</strong> <strong>land</strong>bouw <strong>voor</strong> hem niet meer rendabel. Dat kon maar doorbroken wor<strong>de</strong>n<br />
als <strong>de</strong> boer ten <strong>de</strong>le <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustriearbeid een bestaan wil<strong>de</strong> zoeken. 36.<br />
De streken<br />
De <strong>in</strong>tensiteit van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g verschil<strong>de</strong> van streek tot streek.<br />
Het du<strong>in</strong> was nog ge<strong>de</strong>eltelijk gaaf. Bij <strong>de</strong> vuurtoren van Knokke lag het an<strong>de</strong>rhalve<br />
kilometer diep <strong>in</strong> het <strong>land</strong>. Het versmal<strong>de</strong> tot een vijftigtal meter tussen Heist en<br />
Blankenberge en ver<strong>de</strong>rop, tot Wendu<strong>in</strong>e, bleef er enkel een met du<strong>in</strong>zand bezoom<strong>de</strong><br />
dijk over. Voorbij Mariakerke spreid<strong>de</strong> het zich weer uit,<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
227<br />
een paar kilometer breed, van Nieuwpoort tot <strong>de</strong> Franse grens. Langs <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nenzij<strong>de</strong><br />
van het du<strong>in</strong> liep een bijna onon<strong>de</strong>rbroken lijn van pannendaken en moestu<strong>in</strong>tjes,<br />
door walletjes beschermd tegen het opstuiven<strong>de</strong> zand. Daar woon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> dagloners<br />
van <strong>de</strong> boeren uit het laag<strong>land</strong>, <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e groentekwekers die <strong>de</strong> nabije ste<strong>de</strong>n<br />
<strong>voor</strong>zagen en, <strong>in</strong> <strong>de</strong> Westhoek <strong>voor</strong>al, <strong>de</strong> vissers. De dagloners en <strong>de</strong> groenteboeren<br />
vestig<strong>de</strong>n zich <strong>in</strong> het du<strong>in</strong> omdat <strong>de</strong> grond er goedkoop was. het dr<strong>in</strong>kwater op ger<strong>in</strong>ge<br />
diepte lag en het verkeer langs <strong>de</strong> zandwegen lichter uitviel dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> vlakte waar <strong>de</strong><br />
leemgrond <strong>de</strong> voertuigen vastzoog en men geh<strong>in</strong><strong>de</strong>rd werd door <strong>de</strong> waterlopen en<br />
kanalen. Ondanks <strong>de</strong> nabijheid van het kusttoerisme bleef het du<strong>in</strong>volk zichzelf. De<br />
ontoegankelijkheid van het du<strong>in</strong> en, langs <strong>de</strong> westkust, <strong>de</strong> isolatie van het achter<strong>land</strong><br />
behoed<strong>de</strong>n het <strong>voor</strong> ontluister<strong>in</strong>g. Alleen rond <strong>de</strong> drukste badplaatsen - Mid<strong>de</strong>lkerke,<br />
Oosten<strong>de</strong> en Blankenberge - waren met het du<strong>in</strong> ook <strong>de</strong> bewoners verdwenen. 37.<br />
Het pol<strong>de</strong>r<strong>land</strong> was nog steeds <strong>de</strong> streek van geisoleer<strong>de</strong> hoeven, stil als een eeuw<br />
vroeger. Door <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> slechte, <strong>in</strong> <strong>de</strong> w<strong>in</strong>ter bijna onbruikbare wegen<br />
bleef <strong>de</strong> levenstrant <strong>in</strong> ere. Maar wegens <strong>de</strong> uittocht van <strong>de</strong> <strong>land</strong>arbei<strong>de</strong>rs, die als<br />
grondwerkers of steenbakkers hogere lonen g<strong>in</strong>gen verdienen rond Oosten<strong>de</strong> en <strong>in</strong><br />
het Brugse of het Antwerpse, waren er m<strong>in</strong><strong>de</strong>r mensen en meer mach<strong>in</strong>es op <strong>de</strong><br />
vel<strong>de</strong>n. Hierdoor veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> het leven op <strong>de</strong> hoeven. De gez<strong>in</strong>sgemeenschap van<br />
meesters en volk verkruimel<strong>de</strong>, <strong>de</strong> gebruiken van <strong>de</strong> oogstfeesten en <strong>de</strong> vier<strong>in</strong>gen<br />
geraakten <strong>in</strong> verval. 38.<br />
Ook bezui<strong>de</strong>n het Blote, <strong>in</strong> het ‘boter<strong>land</strong>’ van Veurne-Ambacht en het hop<strong>land</strong><br />
van Poper<strong>in</strong>ge, gemerkt door <strong>de</strong> torens ‘die hun machtige bouw buiten alle verhoud<strong>in</strong>g<br />
boven het groepje dorpshuizen opstaken’, lagen <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rijen ver van elkaar tussen<br />
<strong>de</strong> wei<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> hommelvel<strong>de</strong>n. De grond was hier zo duur dat <strong>de</strong> eigenaars hun<br />
goed meestal verpachtten. Streek en bevolk<strong>in</strong>g leken ongerept maar <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van<br />
het kusttoerisme en <strong>de</strong> pen<strong>de</strong>larbeid ontwrichtten langzaam het leven. De grote boeren<br />
mochten zich ‘<strong>in</strong> hun weel<strong>de</strong> teruggetrokken hebben,... onverschillig <strong>voor</strong> 't geen<br />
ver<strong>de</strong>r <strong>in</strong> <strong>de</strong> wereld gebeur<strong>de</strong>’, het <strong>voor</strong>komen van <strong>de</strong> dorpen mocht er onveran<strong>de</strong>rd<br />
blijven, toch drong onweerstaanbaar een nieuwe levenswijze b<strong>in</strong>nen. 39.<br />
Men zag het nog dui<strong>de</strong>lijker naar het zuid-oosten toe, <strong>in</strong> <strong>de</strong> Leiestreek rond Kortrijk<br />
die aangezogen werd door <strong>de</strong> Franse en Henegouwse <strong>in</strong>dustrie. Er lagen nog fijne<br />
plekken <strong>in</strong> <strong>de</strong> bochten van <strong>de</strong> Leie: Afsnee met zijn tien<strong>de</strong>-eeuwse kerk, uitkijkend<br />
op <strong>de</strong> vlakte van het Leie<strong>land</strong>, afgezoomd door populieren ‘die zich <strong>in</strong> 't kristallijn<br />
van het water spiegel<strong>de</strong>n’; Astene, ‘goed geakkerd’ achter zijn meersen;<br />
S<strong>in</strong>t-Martens-Latem, ‘ongeschon<strong>de</strong>n en bijna <strong>in</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> toestand als <strong>de</strong><br />
mid<strong>de</strong>leeuwen het had<strong>de</strong>n achtergelaten’; Deurle <strong>voor</strong>al, niettegenstaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> afbraak<br />
<strong>in</strong> <strong>1830</strong> van het oerou<strong>de</strong>, met <strong>de</strong> streek vergroei<strong>de</strong> kerkje, niettegenstaan<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />
rooi<strong>in</strong>gs- en niveller<strong>in</strong>gswerken <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw nog het<br />
schil<strong>de</strong>rachtigste Leiedorp, met zijn Waran<strong>de</strong>bossen, zijn heuvelketen en het uitzicht<br />
op <strong>de</strong> ‘onafzienbare vlakte’. 40. Weg van <strong>de</strong> Leie begon echter een lelijkheid die<br />
aggressief werd naar het noor<strong>de</strong>n toe <strong>in</strong> het Meetjes<strong>land</strong> en, over het kanaal<br />
Gent-Terneuzen, <strong>in</strong> <strong>de</strong> Durmestreek, het uitverkoren gebied van <strong>de</strong> huis<strong>in</strong>dustrie:<br />
het <strong>land</strong> en het leven droegen hier <strong>de</strong> lidtekens <strong>de</strong>r armoe<strong>de</strong>. Z<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk was het<br />
heuvel<strong>land</strong> van Zuid-Vlaan<strong>de</strong>ren, tussen Schel<strong>de</strong> en Den<strong>de</strong>r, waar <strong>de</strong> dorpen ‘als<br />
gezaaid’ 41. lagen, afgezon<strong>de</strong>rd en eigenstandig niettegenstaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> nabijheid van<br />
Ronse en Geraardsbergen. Maar hoe ver<strong>de</strong>r men naar het noor<strong>de</strong>n g<strong>in</strong>g, hoe meer<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
ook, westelijk en oostelijk van <strong>de</strong> Den<strong>de</strong>r, <strong>de</strong> negatieve <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e en<br />
grote fabrieksste<strong>de</strong>n en van <strong>de</strong> hoofdstad tot <strong>in</strong> <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>ste gemeenten zichtbaar werd.<br />
Kanaal- en wegenbouw en het buurtspoor ontsloten ge<strong>de</strong>eltelijk <strong>de</strong> Antwerpse en<br />
Limburgse Kempen, waar <strong>de</strong> ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> woeste gron<strong>de</strong>n <strong>de</strong> hei<strong>de</strong> bedreig<strong>de</strong>.<br />
Maar achter <strong>de</strong> wegen en kanalen behield <strong>de</strong> streek haar schoonheid. Van Kalmthout<br />
tot <strong>voor</strong>bij <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong>se grens strekte zich <strong>de</strong> e<strong>in</strong><strong>de</strong>loosheid uit van zandige hei<strong>de</strong><br />
en sparrebossen rond <strong>de</strong> enclaves van <strong>de</strong> ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen en enkele dorpen. Het was er<br />
zo eenzaam dat het zien van een mens op <strong>de</strong> hei<strong>de</strong> een schok veroorzaakte. Op <strong>de</strong><br />
uithoeken ‘hoog <strong>in</strong> <strong>de</strong> hei<strong>de</strong>’ - Jozef Simons noteert het <strong>in</strong> 1912 - leef<strong>de</strong>n ‘<strong>de</strong> teeren<br />
trouwhartige boeren en kle<strong>in</strong>e mensen’ naar <strong>de</strong> <strong>voor</strong>va<strong>de</strong>rlijke wet. Dichter bij <strong>de</strong><br />
dorpen was er meer drukte en begon <strong>de</strong> eenvoud te verdwijnen.<br />
In <strong>de</strong> Limburgse Kempen <strong>voor</strong>al bleven <strong>de</strong> mensen ongekunsteld. Omdat <strong>de</strong> grond<br />
er arm en goedkoop was kon<strong>de</strong>n heel wat <strong>land</strong>arbei<strong>de</strong>rs zich opwerken tot<br />
eigengeërf<strong>de</strong> boertjes. Zij arbeid<strong>de</strong>n <strong>in</strong> gez<strong>in</strong>sverband met primitieve mid<strong>de</strong>len en<br />
hun leven verliep even eenzelvig als een halve eeuw vroeger. Slechts langzaam<br />
begonnen <strong>de</strong> lemen huizen <strong>de</strong> plaats te ruimen <strong>voor</strong> bakstenen won<strong>in</strong>gen.<br />
In <strong>de</strong> Antwerpse Kempen bracht <strong>de</strong> nabijheid van <strong>de</strong> havenstad meer contact met<br />
<strong>de</strong> buitenwereld. Wekelijks, van uit alle dorpen, trokken <strong>de</strong> boeren met ‘karavanen’<br />
hon<strong>de</strong>karren naar het slachthuis en <strong>de</strong><br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
228<br />
markten van Antwerpen. Zo drong hier stilaan <strong>de</strong> stadsgeest b<strong>in</strong>nen. Maar men vond<br />
er ook on<strong>voor</strong>stelbaar gave gehuchten. Op het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> jaren tachtig verbleef<br />
Henry Van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong> een viertal jaren <strong>in</strong> Wechel<strong>de</strong>rzan<strong>de</strong>: ‘een ruige streek, enkele<br />
lage boer<strong>de</strong>rijtjes on<strong>de</strong>r een strodak, aan elkaar gehecht door berkenrijen langs diep<br />
door <strong>de</strong> sporen uitgesne<strong>de</strong>n zandwegen; een mateloze vlakte be<strong>de</strong>kt met okerkleurig.<br />
hei<strong>de</strong>kruid en hier en daar een kud<strong>de</strong> schapen, verloren <strong>in</strong> <strong>de</strong> e<strong>in</strong><strong>de</strong>loosheid’. Zo zag<br />
een kunstenaar Wechel<strong>de</strong>rzan<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> lente van 1885, juist vóór <strong>de</strong> Belle Epoque<br />
begon, en zo bleef het nog jaren lang: een stuk verle<strong>de</strong>n waar <strong>de</strong> <strong>voor</strong>uitgangsdrift<br />
aan <strong>voor</strong>bij was gegaan.<br />
Niet <strong>de</strong> boerenmensen maar <strong>de</strong> forensen gaven nu <strong>de</strong> toon aan <strong>in</strong> het Kempische<br />
leven. De Antwerpse haven, <strong>de</strong> steenbakkerijen van <strong>de</strong> Rupelstreek, <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustrieën<br />
langs <strong>de</strong> Kempense kanalen zogen <strong>de</strong> beste en meest on<strong>de</strong>rnemen<strong>de</strong> arbeidskrachten<br />
aan. Uit <strong>de</strong> kantons langs <strong>de</strong> grens met het Hage<strong>land</strong>, uit Heist-op-<strong>de</strong>n-Berg, Westerlo<br />
en Herentals trokken driemaal per jaar hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n <strong>land</strong>arbei<strong>de</strong>rs naar <strong>de</strong> graan- en<br />
betenoogst <strong>in</strong> Brabant, Namen, Henegouwen en Luik. An<strong>de</strong>ren reis<strong>de</strong>n ie<strong>de</strong>re week<br />
naar <strong>de</strong> Waalse <strong>in</strong>dustriebekkens. Naar Kempische maatstaf verdien<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze arbei<strong>de</strong>rs<br />
ongehoor<strong>de</strong> lonen, die zij ‘<strong>in</strong> <strong>de</strong> kroeg en op <strong>de</strong> dansvloer verbrasten’. 42.<br />
Buiten <strong>de</strong> Kempen, <strong>in</strong> het Hage<strong>land</strong>, <strong>in</strong> Haspengouw, Brabant en Vlaan<strong>de</strong>ren viel<br />
<strong>de</strong> vreem<strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed nog sterker op. Het uitzicht van het <strong>land</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> niet of<br />
nauwelijks. Het werk van <strong>de</strong> Vlaamse schil<strong>de</strong>rsgeneratie vóór 1914 toont hoe<br />
eenvoudig het was gebleven: <strong>de</strong> trouw penselen<strong>de</strong> Albijn Van <strong>de</strong>n Abeele, vergroeid<br />
met zijn Latem, Valerius De Sae<strong>de</strong>leer die <strong>de</strong> ‘eeuwigheid’ van het door hem aanbe<strong>de</strong>n<br />
<strong>land</strong> vastleg<strong>de</strong>, Permeke, ‘bekoorlijk en fris’ <strong>in</strong> zijn impressionistische tijd, en Servaes<br />
die het boerenleven geestelijk verbond met het <strong>land</strong>, of Gustave Van <strong>de</strong> Woestijne<br />
die ‘het pastoraal karakter van Vlaan<strong>de</strong>ren’ <strong>in</strong> legen<strong>de</strong>n vertel<strong>de</strong> 43. - zij allen tonen<br />
dat men op dit <strong>land</strong> verliefd kon wor<strong>de</strong>n om zijn kleur, zijn lijnen en zijn stilte. Maar<br />
te mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>zer schoonheid begon het volk <strong>de</strong> verbon<strong>de</strong>nheid te verliezen met <strong>de</strong><br />
natuur. Daarom werd <strong>de</strong> gaafheid bedreigd die ontstaan was uit <strong>de</strong> aandacht en <strong>de</strong><br />
lief<strong>de</strong> van <strong>de</strong> bewoners.<br />
Ook <strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r pen<strong>de</strong>l wer<strong>de</strong>n meegezogen <strong>in</strong> <strong>de</strong> strom<strong>in</strong>g. Ten zuid-westen<br />
van Brussel lag Gaasbeek afgezon<strong>de</strong>rd van <strong>de</strong> omliggen<strong>de</strong> dorpen en verloren <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
glooi<strong>in</strong>gen van het Pajotten<strong>land</strong>. De hele eeuw door bleef het bevolk<strong>in</strong>gscijfer er<br />
bijna onveran<strong>de</strong>rd. In <strong>de</strong> laatste jaren vóór <strong>de</strong> oorlog leef<strong>de</strong>n <strong>de</strong> driehon<strong>de</strong>rdvijftig<br />
<strong>in</strong>woners nog van het <strong>land</strong> en net als <strong>in</strong> <strong>1830</strong> bestond <strong>de</strong> oppervlakte <strong>voor</strong> één <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />
uit wei<strong>de</strong>n en bos en <strong>voor</strong> twee <strong>de</strong>r<strong>de</strong> uit <strong>land</strong>bouwgrond. Maar <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze agrarische<br />
gemeente waren <strong>de</strong> mensen an<strong>de</strong>rs dan drie kwarteeuw vroeger. Toen spon elk gez<strong>in</strong><br />
het zelfgewonnen vlas en vervaardig<strong>de</strong> elkeen zijn kleren. De boeren brouw<strong>de</strong>n zelf<br />
bier, verbruikten het grootste ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong> <strong>land</strong>bouwopbrengst en betaal<strong>de</strong>n hun<br />
helpers <strong>in</strong> natura. In 1910 kochten <strong>de</strong> mensen wat ze nodig had<strong>de</strong>n en g<strong>in</strong>g <strong>de</strong> melk<br />
naar <strong>de</strong> coöperatieve melkerij. Vele boeren schakel<strong>de</strong>n van graan-, groente-, hopen<br />
tabakteelt over op aardbeienteelt. Het hele aardbeienseizoen door vertrok een<br />
nachttram uit N<strong>in</strong>ove. Overal langs <strong>de</strong> lijn pikte hij <strong>de</strong> kwekers op en zette ze om<br />
twee uur 's morgens af <strong>in</strong> Brussel. Op <strong>de</strong> graanmarkt verkochten <strong>de</strong> boeren hun fruit<br />
aan <strong>de</strong> hotels en <strong>de</strong> groentew<strong>in</strong>kels. Twee maan<strong>de</strong>n lang moesten zij hard werken,<br />
maar zij maakten grote w<strong>in</strong>sten en tra<strong>de</strong>n uit het isolement. In enkele jaren kregen<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
alle dorpen <strong>in</strong> <strong>de</strong> aardbeienstreek een an<strong>de</strong>r uitzicht. In Gaasbeek verdwenen <strong>de</strong><br />
lemen huisjes, <strong>de</strong> kachel verv<strong>in</strong>g <strong>de</strong> haard, men sprokkel<strong>de</strong> niet langer het do<strong>de</strong> hout<br />
maar men schafte zich kolen aan. Niemand at nog roggebrood en <strong>in</strong> plaats van <strong>de</strong><br />
kiel en <strong>de</strong> pet droeg ie<strong>de</strong>reen een hoed en jas. Met <strong>de</strong> uiterlijke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen<br />
vervielen <strong>de</strong> gebruiken. Zeldzaam wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> huizen waar <strong>in</strong> een koffer nog wat ou<strong>de</strong><br />
boeken overbleven van <strong>de</strong> vroegere generaties. Men las <strong>de</strong> almanakken niet meer of<br />
<strong>de</strong> gebe<strong>de</strong>nboeken van ‘<strong>de</strong> goe<strong>de</strong><br />
Hei<strong>de</strong>du<strong>in</strong>en bij Oostmalle rond <strong>de</strong> eeuwwissel<strong>in</strong>g<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
229<br />
ou<strong>de</strong> tijd’, maar De Vlam<strong>in</strong>g, De Huisvriend en Het Nieuws van <strong>de</strong>n Dag. Er was<br />
meer welvaart <strong>voor</strong> ie<strong>de</strong>reen maar er heerste ook meer ontevre<strong>de</strong>nheid. 44.<br />
Bijna overal ziet men <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g. Het eens zo geïsoleer<strong>de</strong> Hage<strong>land</strong>,<br />
met zijn bijna onbereikbare dorpen <strong>in</strong> <strong>de</strong> w<strong>in</strong>ter, is nu ontsloten door <strong>de</strong> verbeter<strong>in</strong>g<br />
van <strong>de</strong> wegen en het buurtspoor. Het bestaan blijft primitief <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze overbevolkte<br />
streek, waar men boertjes <strong>de</strong> ploeg of <strong>de</strong> eg ziet trekken en kle<strong>in</strong>e pachters <strong>de</strong> oogst<br />
<strong>in</strong>halen met een kruiwagen, en toch veran<strong>de</strong>rt ook hier het leven. 45.<br />
Het Hage<strong>land</strong>se Messelbroek, op <strong>de</strong> Demer, is een illustratie van <strong>de</strong> ontsluit<strong>in</strong>g.<br />
Tot <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren tachtig had het dorp geen enkele verhar<strong>de</strong> weg. Aan <strong>de</strong> <strong>voor</strong>avond<br />
van <strong>de</strong> oorlog liepen er straatwegen naar Rillaar, Scherpenheuvel, Testelt en Sichem.<br />
Men moest niet langer meer met <strong>de</strong> schuit over <strong>de</strong> Demer wanneer men 's w<strong>in</strong>ters<br />
weg wil<strong>de</strong>. Hon<strong>de</strong>rdveertig van <strong>de</strong> hon<strong>de</strong>rdvijftig gez<strong>in</strong>nen leef<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>land</strong>bouw,<br />
maar men nam niet meer on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> hand dan men met eigen volk aankon. De k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren<br />
moesten <strong>in</strong> het gareel na <strong>de</strong> eerste communie, al was het schoolbezoek op Messelbroek<br />
behoorlijk en kon bijna ie<strong>de</strong>reen lezen en schrijven. Een paar dorpsjongens stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n<br />
op het college, één zelfs aan <strong>de</strong> universiteit. Eigengeërf<strong>de</strong> boeren stuur<strong>de</strong>n hun<br />
dochters naar het pensionaat om Frans te leren. Boeken vond men niet op het dorp<br />
en <strong>de</strong> krant kwam alleen bij <strong>de</strong> pastoor, <strong>de</strong> burgemeester, <strong>de</strong> secretaris en een paar<br />
boeren. De rest las De Boer en Averbo<strong>de</strong>'s Weekblad. De S<strong>in</strong>t-Sebastiaansgil<strong>de</strong> hield<br />
een paar keer per jaar een<br />
Lemen won<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> Kempen rond 1900<br />
eet- en dr<strong>in</strong>kpartij maar ver<strong>de</strong>r was er niets, geen fanfare, geen zangmaatschappij,<br />
geen handbooggil<strong>de</strong>. In het godsdienstige Hage<strong>land</strong> gold Messelbroek ‘als een van<br />
<strong>de</strong> beste dorpen’. Bijna ie<strong>de</strong>reen g<strong>in</strong>g 's zondags naar <strong>de</strong> kerk. Het spookte er ook<br />
en er woon<strong>de</strong> zelfs een heks.<br />
Ogenschijnlijk heeft <strong>de</strong> nieuwe tijd hier geen vat en toch breekt <strong>de</strong> geborgenheid<br />
open. Vele boertjes trekken driemaal per jaar met hun zonen naar <strong>de</strong> grote hoeven<br />
<strong>in</strong> Wallonië. Zij blijven zichzelf en steken <strong>de</strong> w<strong>in</strong>st <strong>in</strong> hun hoeve, maar zij hebben<br />
een stuk van <strong>de</strong> wereld gezien. De d<strong>in</strong>gen thuis bekijken zij met an<strong>de</strong>re ogen en<br />
langzaam glij<strong>de</strong>n zij van <strong>de</strong> gemeenschap weg. Zwaar<strong>de</strong>r drukken <strong>de</strong> pen<strong>de</strong>laars op<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
het leven van het dorp. Zij gooien het geld weg aan drank en ‘nutteloze kleren’, aan<br />
‘grote hoe<strong>de</strong>n, gele schoenen, zakhorloges en pijpen’. In <strong>de</strong> herbergen zetten zij een<br />
grote mond op en versprei<strong>de</strong>n er hun ‘socialistische i<strong>de</strong>eën’. Een aantal gaat 's zondags<br />
niet meer naar <strong>de</strong> kerk en kijkt m<strong>in</strong>achtend neer op <strong>de</strong> volgzaamheid van <strong>de</strong><br />
<strong>in</strong>heemsen. On<strong>de</strong>r hun <strong>in</strong>vloed vlucht <strong>de</strong> jongere generatie <strong>de</strong> gemeenschap. Vele<br />
‘jonge dochters’ verliezen ‘hun eer’ op <strong>de</strong> kermissen en <strong>de</strong> bals <strong>in</strong> <strong>de</strong> omtrek. Er<br />
waren bijna geen buitenechtelijke geboorten <strong>in</strong> Messelbroek, maar wel veel<br />
gedwongen huwelijken. 46.<br />
Dergelijke schetsen kan men maken van <strong>de</strong> meeste <strong>land</strong>elijke gemeenten <strong>in</strong><br />
Haspengouw, Brabant, Oosten West-Vlaan<strong>de</strong>ren: uiterlijk zijn zij bijna onveran<strong>de</strong>rd<br />
maar <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g is er onbenulliger gewor<strong>de</strong>n.<br />
Ongeschon<strong>de</strong>n Opgrimbie <strong>in</strong> 1906<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
230<br />
Marktdag <strong>in</strong> <strong>de</strong> Kempen, 1910 (F. Van Leemputten)<br />
Steedse mo<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> Kempen, Essen, 1906<br />
Verval van <strong>de</strong> gebruiken<br />
Buiten <strong>de</strong> Kempen en Limburg hield men geen ‘sp<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen’ meer op het <strong>land</strong> want<br />
<strong>de</strong> haard was verdwenen en <strong>in</strong> bijna geen enkel huis snor<strong>de</strong> nog het sp<strong>in</strong>newiel. Met<br />
het ‘buurten’ g<strong>in</strong>g <strong>de</strong> vertelkunst teloor. Sagen en legen<strong>de</strong>n waren niet meer van <strong>de</strong><br />
tijd en leken belachelijk <strong>voor</strong> grote mensen. Ook het volkslied was bedreigd. In 1901<br />
noteert Hendrik Persijn dat <strong>de</strong> mensen 's zondags na <strong>de</strong> hoogmis nog ‘drum<strong>de</strong>n en<br />
troppel<strong>de</strong>n’ rond <strong>de</strong> marktzangers, die vertolkers van ‘alles wat oeroud sluimer<strong>de</strong> <strong>in</strong><br />
het volksgemoed’ Maar lang duur<strong>de</strong> dat niet meer. In <strong>de</strong> laatste jaren vóór <strong>de</strong> oorlog<br />
verdreef <strong>de</strong> fonograaf <strong>de</strong> rolzangers en hun smartlappen. 47.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Dat <strong>de</strong> buitenlie<strong>de</strong>n karakterlozer zijn ziet men aan het uitzicht van <strong>de</strong> dorpen. In<br />
<strong>de</strong> bakstenen huizen ontbreken <strong>de</strong> z<strong>in</strong> <strong>voor</strong> verhoud<strong>in</strong>gen en het aangeboren<br />
schoonheidsgevoel van weleer. Het zijn naboots<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> stadswon<strong>in</strong>gen.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
231<br />
Ook door zijn kled<strong>in</strong>g probeert <strong>de</strong> <strong>land</strong>man <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g na te volgen. In plaats van<br />
<strong>de</strong> kiel en <strong>de</strong> zwarte zij<strong>de</strong>n pet dragen <strong>de</strong> boeren nu vilten en strooien hoe<strong>de</strong>n,<br />
halsban<strong>de</strong>n, horloges en gekleur<strong>de</strong> dassen. Hun pak is gesne<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> <strong>voor</strong>laatste<br />
mo<strong>de</strong>. De boer<strong>in</strong>nen hebben het katoenen kleed en <strong>de</strong> muts opgeborgen en tooien<br />
zich met bespottelijke hoe<strong>de</strong>n, met rokken, hoge hakken, strikjes en kantjes. De<br />
‘dochters’ vervangen het l<strong>in</strong>nen hemd door <strong>de</strong>ssous en prangen hun mid<strong>de</strong>l <strong>in</strong> een<br />
keurslijf. Alleen <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> generatie bleef zichzelf. De an<strong>de</strong>ren schenen niet meer te<br />
beseffen hoe belachelijk <strong>de</strong> opgedirkte mannen en vrouwen waren. 48.<br />
De naboots<strong>in</strong>g doet zielig aan <strong>in</strong> het verwaarloos<strong>de</strong>, vuile <strong>land</strong> dat van hygiëne,<br />
k<strong>in</strong><strong>de</strong>rverpleg<strong>in</strong>g en lichaamszorg geen begrip heeft, waar <strong>de</strong> mensen hokken <strong>in</strong><br />
vochtige, slecht verluchte huizen tussen muren die doordrongen zijn van drek, waar<br />
gezon<strong>de</strong>n, zieken en vee <strong>in</strong> een kle<strong>in</strong>e ruimte samenleven en men alleen op een dokter<br />
beroep doet als het te laat is. 49. Deze toestan<strong>de</strong>n zijn eeuwen oud maar vroeger wer<strong>de</strong>n<br />
zij gecompenseerd door <strong>de</strong> aantrekkelijkheid van het zelfstandige leven. Nu dat<br />
verdwenen is blijft alleen een vervallen volk over waarvan <strong>de</strong> achterlijkheid nog<br />
meer treft door het contrast met <strong>de</strong> technische won<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> tijd.<br />
Hier ligt <strong>de</strong> betekenis van het wegsterven<strong>de</strong> volksleven. Het gaat niet om het<br />
verdwijnen van wat folklore maar om het verlies van <strong>de</strong> aard die zich weerspiegel<strong>de</strong><br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> gebruiken en er door <strong>in</strong> stand werd gehou<strong>de</strong>n.<br />
Oerou<strong>de</strong> gewoonten als <strong>de</strong> vuurfeesten geraakten al vroeg <strong>in</strong> onbruik maar dat<br />
was het gevolg van uiterlijke omstandighe<strong>de</strong>n, van overheidsmaatregelen uit<br />
veiligheidsoverweg<strong>in</strong>gen en van <strong>de</strong> reactie <strong>de</strong>r geestelijkheid tegen het hei<strong>de</strong>ns<br />
karakter van <strong>de</strong>ze vier<strong>in</strong>gen. Vanaf <strong>de</strong> jaren negentig werd het verval algemeen, op<br />
ie<strong>de</strong>r gebied, niet meer on<strong>de</strong>r dwang maar omdat het volk <strong>de</strong> gemeenschapsz<strong>in</strong> kwijt<br />
was. In <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong>sche Dicht- en Kunstballe van 1896-1897 schreef Alfons Vermast<br />
over het verdwijnen van <strong>de</strong> ‘kriole’, het eeuwenou<strong>de</strong> oogstfeest dat het werk van<br />
boer en volk bekroon<strong>de</strong>: ‘nu viert men <strong>de</strong> kriole niet meer. De werklie<strong>de</strong>n krijgen<br />
een fooi, gewoonlijk een half dagloon, en <strong>de</strong> boerenzonen gaan 's avonds naar het<br />
dorp op stam<strong>in</strong>ee. Na <strong>de</strong> levenswijsheid die ze <strong>in</strong> 't college op<strong>de</strong><strong>de</strong>n kan <strong>de</strong>rgelijk<br />
feest hen niet meer bekoren. De boerendochters, of liever <strong>de</strong> boerenjuffers kunnen<br />
het met hun “educatie” niet overeenbrengen om aan een danspartij met allerhan<strong>de</strong><br />
volk <strong>de</strong>el te nemen.’ 50.<br />
Wat van <strong>de</strong> jaarkransfeesten overbleef miste nu warmte want <strong>de</strong> volwassenen<br />
<strong>de</strong><strong>de</strong>n niet meer mee. Zelfs het Kerstfeest verloor zijn <strong>in</strong>nigheid - het Kerstek<strong>in</strong>d<br />
(1909) van Streuvels ten spijt, dat <strong>voor</strong>al het heimwee naar <strong>de</strong> <strong>voor</strong>bije tijd vertelt. 51.<br />
Men ken<strong>de</strong> <strong>de</strong> ‘kerstblok’ niet meer, <strong>de</strong> wortelstronk die tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> kerstnacht <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
haard opbrand<strong>de</strong> tot het uur sloeg om naar <strong>de</strong> nachtmis te gaan. De mensen <strong>de</strong>el<strong>de</strong>n<br />
niet langer van harte <strong>in</strong> <strong>de</strong> vreug<strong>de</strong> en het leed van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren. Er wer<strong>de</strong>n <strong>land</strong>elijke<br />
bruiloften gevierd maar zij misten <strong>de</strong> vroegere zwier. Het zuiverst bleven <strong>de</strong> gebruiken<br />
rond <strong>de</strong> dood bewaard. In <strong>de</strong> kerktoren luid<strong>de</strong> <strong>de</strong> ‘poos’ om een gebed te vragen. Het<br />
strooien kruis vóór het doodshuis nodig<strong>de</strong> tot stilte en aandacht. In West-Vlaan<strong>de</strong>ren<br />
dokker<strong>de</strong> <strong>de</strong> wijtewagen nog naar <strong>de</strong> dorpskerk. Aan <strong>de</strong> kruiswegen en kapellen hield<br />
hij stil: familiele<strong>de</strong>n en buren kniel<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> een gebed en op <strong>de</strong> graskant werd een<br />
kruis gelegd. 52.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Rond het her<strong>de</strong>nken van <strong>de</strong> dood lijkt <strong>de</strong> gemeenschap weer levend te wor<strong>de</strong>n en<br />
toch is het niet als vroeger, want er zijn te veel onverschilligen die <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> levenswijze<br />
<strong>de</strong> rug hebben toegekeerd.<br />
De mensen von<strong>de</strong>n elkaar nu <strong>in</strong> <strong>de</strong> herbergfeesten en bals. Nieuwe vormen van<br />
‘folklore’ wer<strong>de</strong>n kunstmatig rond het herbergbezoek gekweekt, zoals <strong>de</strong> domme<br />
Julius Caesarfeesten van het Oostvlaamse Velzeke-Rud<strong>de</strong>rshoven, vrucht van een<br />
alou<strong>de</strong> rivaliteit met Zottegem. Toen Zottegem <strong>in</strong> 1872 het standbeeld van Lamoraal<br />
van Egmond onthul<strong>de</strong> wil<strong>de</strong> Velzeke niet ten achteren blijven. De keuze viel op<br />
Julius Caesar want die was <strong>in</strong> elk geval groter en ou<strong>de</strong>r dan Egmond. Twee<br />
Velzekenaars kochten <strong>in</strong> Gent bij een antiquair een harnas dat <strong>de</strong> veldheer moest<br />
uitbeel<strong>de</strong>n, en <strong>in</strong> 1873 werd ‘on<strong>de</strong>r toeloop van een massa volk’ het eerste Julius<br />
Caesarfeest gevierd. Om <strong>de</strong> vijfentw<strong>in</strong>tig jaar zou men het overdoen. In 1898 en <strong>in</strong><br />
1923 werd ‘Caesar’ nog een twee<strong>de</strong> en een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> keer herdacht. Daarna geraakte hij<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> vergetelheid. 53.<br />
Geloof en ongeloof<br />
De overgang van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> naar <strong>de</strong> nieuwe tijd gebeur<strong>de</strong> zo gemoe<strong>de</strong>lijk dat heel wat<br />
mensen <strong>in</strong> <strong>de</strong> vroegere sfeer bleven <strong>voor</strong>tleven.<br />
In 1894 publiceer<strong>de</strong> barones d'Erialmont ten gerieve van haar kle<strong>in</strong>dochter een<br />
Co<strong>de</strong> du ménage waar<strong>in</strong> een wereld herrees van meesters en on<strong>de</strong>rdanen die elk hun<br />
vaste plaats kregen <strong>in</strong> een volmaakte christelijke or<strong>de</strong>: ‘De dienaars groeten hun<br />
meesters niet, noch 's morgens, noch 's avonds, noch<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
232<br />
op straat. Zij staan op om ze aan te spreken... Mei<strong>de</strong>n die als dames gekleed lopen<br />
horen alleen <strong>in</strong> <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>burgerlijke won<strong>in</strong>gen thuis waar <strong>de</strong> scheid<strong>in</strong>gslijn tussen<br />
hoog en laag niet dui<strong>de</strong>lijk is getrokken.’ De clerus is nog steeds <strong>de</strong> eerste stand: ‘<strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> christelijke huizen bedient men <strong>de</strong> bisschop en <strong>de</strong> geestelijken vóór <strong>de</strong> dames’.<br />
De vrouw blijft op haar on<strong>de</strong>rdanige plaats want ‘<strong>de</strong> meester <strong>in</strong> het gez<strong>in</strong> is <strong>de</strong> man’.<br />
Het antwoord op <strong>de</strong> echtelijke spann<strong>in</strong>gen v<strong>in</strong>dt zij <strong>in</strong> het gebed: ‘Gij beklaagt er u<br />
over dat <strong>de</strong> smaak, het humeur en <strong>de</strong> opvatt<strong>in</strong>gen van uw man an<strong>de</strong>rs zijn dan <strong>de</strong><br />
uwe. Zeg <strong>voor</strong> hem, wanneer <strong>de</strong>ze of an<strong>de</strong>re lastige gedachten uw hart b<strong>in</strong>nensluipen,<br />
een Ave Maria en God die e<strong>de</strong>lmoedige gebe<strong>de</strong>n verhoort zal <strong>de</strong> band van uw huwelijk<br />
aanhalen en verstandhoud<strong>in</strong>g en vreug<strong>de</strong> <strong>in</strong> uw gez<strong>in</strong> brengen.’ Deze boudoirwereld<br />
kent een verfijn<strong>de</strong> levenskunst: ‘Voorzichtig schenkt <strong>de</strong> tafeldienaar <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>, kostbare<br />
wijn. Hij presenteert hem met aandacht, alsof hij een relikwie behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong>.’ De<br />
godsdienst moet <strong>de</strong> volkomen or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g behoe<strong>de</strong>n: ‘Door hun slaap wat <strong>in</strong> te korten<br />
v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>de</strong> meesters <strong>de</strong> tijd om elke dag naar <strong>de</strong> mis te gaan. En als zij er hun dienaars<br />
naar toe sturen maken zij zich verdienstelijk <strong>voor</strong> God en zullen zij veel beter wor<strong>de</strong>n<br />
gediend.’ Maar ja, ‘wegens het on<strong>de</strong>rricht dat thans aan <strong>de</strong> jongens en meisjes uit <strong>de</strong><br />
lagere klassen wordt gegeven, v<strong>in</strong>dt men niet gemakkelijk personeel <strong>voor</strong> het zware<br />
werk... Hoe kan men hieraan verhelpen?... Probeer brave lie<strong>de</strong>n uit het platte<strong>land</strong> te<br />
krijgen die het har<strong>de</strong> werk gewoon zijn. Vorm en dril ze. Ik geloof dat men er nog<br />
v<strong>in</strong>dt.’ 54. Wat zou <strong>de</strong> wereld veran<strong>de</strong>ren? Het volstaat <strong>de</strong> ogen te sluiten om er geen<br />
last van te hebben.<br />
Strooien kruis vóór een sterfhuis <strong>in</strong> Den<strong>de</strong>rmon<strong>de</strong><br />
Ook <strong>de</strong> ‘paperhunt’, hoogdag van <strong>de</strong> Brusselse top en potsierlijk overblijfsel van <strong>de</strong><br />
reeëjachten <strong>in</strong> het Zoniënwoud, was een mid<strong>de</strong>l om <strong>de</strong> illusie van het permanente<br />
op te hou<strong>de</strong>n. Een luitenant nam <strong>de</strong> plaats <strong>in</strong> van het hert. Hij hol<strong>de</strong> door het bos en<br />
liet overal papiertjes na als spoor <strong>voor</strong> <strong>de</strong> meute. Op <strong>de</strong> renbaan van Bos<strong>voor</strong><strong>de</strong>,<br />
e<strong>in</strong>dpunt van <strong>de</strong> ‘jacht’, wemel<strong>de</strong> het van tournure-dames met m<strong>in</strong>uscule parasolletjes<br />
en reuzehoe<strong>de</strong>n en van heren <strong>in</strong> red<strong>in</strong>gote, gewichtig rondlopend met <strong>de</strong> verrekijker. 55.<br />
Het zijn beel<strong>de</strong>n van een wereld die <strong>in</strong> <strong>de</strong> verglij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> maatschappij lachwekkend<br />
is gewor<strong>de</strong>n.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Onvervalst leef<strong>de</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> tijd <strong>voor</strong>t bij enkele kle<strong>in</strong>e lie<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> Bijdragen tot<br />
<strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r stad De<strong>in</strong>ze van 1939 publiceer<strong>de</strong> G.P. Baert het dagboek van<br />
een kort tevoren overle<strong>de</strong>n boer uit <strong>de</strong> streek. Deze notities tonen op het hoogtepunt<br />
van <strong>de</strong> Belle Epoque het rimpelloze ou<strong>de</strong>rwetse bestaan van <strong>de</strong> buitenmens. Op 2<br />
juli 1905 vertrok <strong>de</strong> man om vier uur 's morgens op be<strong>de</strong>vaart naar Machelen. ‘De<br />
mist h<strong>in</strong>g nog over <strong>de</strong> Leiehoek en 't hanegekraai g<strong>in</strong>g al aan <strong>de</strong> gang. De zon priem<strong>de</strong><br />
op onze rug bij 't na<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> Tichelbeek. De haver stond <strong>in</strong> <strong>de</strong> bel en 't vlas goed<br />
aan 't rijpen. De baas uit <strong>de</strong> “Eremijt” een kruis zien slaan bij 't buitenkomen uit zijn<br />
<strong>voor</strong><strong>de</strong>ur.’ Te Machelen bad <strong>de</strong> be<strong>de</strong>vaar<strong>de</strong>r ‘goed’ ‘<strong>voor</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> nest konijnen<br />
die beg<strong>in</strong>t te gedijen’ en ‘<strong>voor</strong> <strong>de</strong> seskens van kozijn Remi’. Na ‘<strong>de</strong> grote dienst’<br />
<strong>de</strong>ed hij drie ommegangen rond het heiligdom, kocht <strong>voor</strong> vijf centen ‘licht’, nam<br />
bij <strong>de</strong> koster <strong>in</strong> <strong>de</strong> zijkapel ‘'n <strong>in</strong>schrijv<strong>in</strong>g op S<strong>in</strong>tCorneel <strong>voor</strong> zeven jaar baten<br />
tegen <strong>de</strong> seskens’. Tenslotte liet hij ‘'n grote krentenkoek’ wij<strong>de</strong>n en zes mastellen<br />
‘om thuis <strong>in</strong> <strong>de</strong> pap te brokken <strong>voor</strong> 't vrouwvolk, <strong>de</strong> keuns en <strong>de</strong> kiekens’. 56.<br />
Deze man was er één van <strong>de</strong> ‘duizen<strong>de</strong>n’ waaraan <strong>in</strong> hetzelf<strong>de</strong> jaar 1905 Octave<br />
Mirbeau zich erger<strong>de</strong>, ‘koppige figuren van geloof en gebed, uitdagend en somber,<br />
zoals ze uitgebeeld wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> triptieken van <strong>de</strong> Vlaamse primitieven’ en die men<br />
overal ontmoette <strong>in</strong> een gewest waar ‘het religieuze bijgeloof soevere<strong>in</strong> heerste over<br />
<strong>de</strong> zielen, het <strong>land</strong>schap en <strong>de</strong> wetten’. 57.<br />
Uiterlijk was België <strong>in</strong> <strong>de</strong> Belle Epoque het katholieke <strong>land</strong> bij uitstek gebleven.<br />
Onbedreigd heerste <strong>de</strong> katholieke meer<strong>de</strong>rheid <strong>in</strong> het parlement. Sem<strong>in</strong>aries en<br />
kloosteror<strong>de</strong>n had<strong>de</strong>n een toenemend aantal roep<strong>in</strong>gen. Het getal kloosterl<strong>in</strong>gen steeg<br />
van tienduizend <strong>in</strong> 1846 naar achten<strong>de</strong>rtigduizend. <strong>in</strong> 1900. 58. Met <strong>de</strong> seculiere clerus<br />
vorm<strong>de</strong>n zij <strong>de</strong> grondslag <strong>voor</strong> <strong>de</strong> macht van <strong>de</strong> Kerk. Op <strong>de</strong> platte<strong>land</strong>sgemeenten<br />
bleef<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
233<br />
De kaarskensprocessie van Scherpenheuvel, 1903 (F. Van Leemputten)<br />
<strong>de</strong> pastoor, met <strong>de</strong> kasteelheer, het belangrijkste personage. De geschenken aan <strong>de</strong><br />
kerk na <strong>de</strong> oogst en het slachten verz<strong>in</strong>nebeel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> verhoud<strong>in</strong>gen. De priester was<br />
<strong>de</strong> spil van <strong>de</strong> hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n boerengil<strong>de</strong>n. Wie een koe wil<strong>de</strong> verzekeren of een<br />
belangrijke aankoop doen, wie raad en i<strong>de</strong>eën behoef<strong>de</strong> kon bij hem terecht. Op <strong>de</strong>ze<br />
betrekk<strong>in</strong>gen, en op het on<strong>de</strong>rwijs en <strong>de</strong> liefdadigheid rustte <strong>de</strong> schijnbaar onbedreig<strong>de</strong><br />
macht van het katholicisme.<br />
In feite gle<strong>de</strong>n tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> Belle Epoque hele groepen weg van <strong>de</strong> Kerk. Van dit<br />
proces is alleen het verschijnsel van <strong>de</strong> afnemen<strong>de</strong> godsdienstoefen<strong>in</strong>g, <strong>in</strong>zon<strong>de</strong>rheid<br />
van het paasverzuim bekend. Daarmee weet men nog niets over <strong>de</strong> religieuze houd<strong>in</strong>g<br />
van <strong>de</strong> mensen, maar toch mag men <strong>in</strong> <strong>de</strong> formalistische negentien<strong>de</strong> eeuw het uiterlijk<br />
verzuim beschouwen als <strong>de</strong> barometer van een <strong>in</strong>nerlijke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. Wie met een<br />
zo essentieel <strong>voor</strong>schrift als <strong>de</strong> paasplicht brak overtrad niet alleen een kerkelijk<br />
gebod maar verzaakte doorgaans ook aan het geloof.<br />
Een grondige studie hierover bestaat alleen <strong>voor</strong> het bisdom Brugge. In dit <strong>land</strong>elijk<br />
gewest vervul<strong>de</strong> <strong>in</strong> het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw maar één percent van <strong>de</strong><br />
bevolk<strong>in</strong>g <strong>de</strong> paasplicht niet. De verzuimers kwamen bijna uitsluitend <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n<br />
<strong>voor</strong>. In enkele parochies van Brugge, Oosten<strong>de</strong>, Kortrijk en Menen lag het cijfer<br />
zelfs tussen <strong>de</strong> vijf en <strong>de</strong> tien percent. In <strong>de</strong> jaren van <strong>de</strong> schoolstrijd verdrievoudig<strong>de</strong><br />
het aantal, <strong>in</strong> <strong>de</strong> rurale parochies evengoed als <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke. In <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n verloor<br />
<strong>de</strong> Kerk toen <strong>voor</strong>goed een aantal volgel<strong>in</strong>gen. Maar <strong>de</strong> schoolstrijd was slechts een<br />
acci<strong>de</strong>nt: hij versnel<strong>de</strong> een evolutie die reeds aan <strong>de</strong> gang was. Het globale fenomeen<br />
van het paasverzuim, van het mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r negentien<strong>de</strong> eeuw tot aan <strong>de</strong> oorlog bewijst<br />
het: <strong>de</strong> ontkerkelijk<strong>in</strong>g was een ste<strong>de</strong>lijke aangelegenheid van <strong>de</strong> ontwortel<strong>de</strong><br />
gebie<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> kuststreek en <strong>de</strong> Franse grenszone. 59.<br />
Wat het hele <strong>land</strong> betreft komt ontkerkelijk<strong>in</strong>g hoofdzakelijk <strong>voor</strong> bij pen<strong>de</strong>laars<br />
en seizoen- of grensarbei<strong>de</strong>rs en over het algemeen bij allen die ontsnappen aan <strong>de</strong><br />
greep van <strong>de</strong> kerkelijke pastoraal.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Processie te Poe<strong>de</strong>rlee <strong>in</strong> 1912<br />
Bedreigd milieu<br />
234<br />
De ker<strong>in</strong>g van het <strong>land</strong> tastte een vertrouw<strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g aan maar bijna niemand<br />
ervoer dit als een verlies. De ogen g<strong>in</strong>gen pas open toen <strong>de</strong> terugkeer onmogelijk<br />
was gewor<strong>de</strong>n. Voorlopig wil<strong>de</strong> ie<strong>de</strong>reen mee profiteren van <strong>de</strong> stoffelijke <strong>voor</strong><strong>de</strong>len<br />
en uitte <strong>de</strong> ergernis zich alleen <strong>in</strong> maatschappelijke bitterheid.<br />
Evenm<strong>in</strong> kon men <strong>in</strong>zien dat <strong>de</strong> hang tot welvaart een bedreig<strong>in</strong>g beteken<strong>de</strong> <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong> natuurlijke schoonheid van het <strong>land</strong>. Van <strong>de</strong> afbraak was immers nog niet veel te<br />
bespeuren en <strong>de</strong> <strong>voor</strong>ra<strong>de</strong>n aan natuurschoon leken onuitputtelijk. Het besef dat <strong>de</strong><br />
verafgod<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> welvaart een hoger belang kon vernietigen groei<strong>de</strong> pas aarzelend<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> laatste jaren vóór <strong>de</strong> oorlog. ‘Het publiek, zei <strong>de</strong> m<strong>in</strong>ister van Justitie Henry<br />
Carton <strong>de</strong> Wiart op 30 oktober 1911 <strong>in</strong> een verga<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Kon<strong>in</strong>klijke Commissie<br />
<strong>voor</strong> Monumenten, heeft niet alleen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> monumenten aandacht en bezorgdheid<br />
maar ook, en het is nieuw, <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke en <strong>land</strong>elijke plekken die het <strong>de</strong>cor van<br />
ons leven zijn. Het ogenblik na<strong>de</strong>rt en is wellicht reeds aangebroken waarop men<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> natuurlijke omgev<strong>in</strong>g <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> beschermen<strong>de</strong> maatregelen zal moeten treffen<br />
als <strong>voor</strong> <strong>de</strong> monumenten die bedreigd wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> onwetendheid of het overdreven<br />
utilitarisme’. 60.<br />
Carton <strong>de</strong> Wiart was een <strong>de</strong>r zeldzame politici die aandacht had<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong> natuur<br />
maar zelfs hij gaf <strong>de</strong> <strong>voor</strong>rang aan <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustrialisatie. In 1905 stel<strong>de</strong> hij met Jules<br />
Destrée een wets<strong>voor</strong>stel op ‘<strong>voor</strong> het behoud van het <strong>land</strong>schap’. Bei<strong>de</strong> auteurs<br />
wil<strong>de</strong>n alle on<strong>de</strong>rnemers zon<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rscheid verplichten om <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> die hun<br />
bedrijven <strong>in</strong> het <strong>land</strong>schap mochten<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Be<strong>de</strong>vaart naar Gistel, 1906<br />
hebben aangericht op eigen kosten te herstellen, on<strong>de</strong>r meer door <strong>de</strong> uitgrav<strong>in</strong>gen en<br />
ophop<strong>in</strong>gen opnieuw te bebossen of te begroenen. Maar zowel Destrée <strong>in</strong> <strong>de</strong> memorie<br />
van toelicht<strong>in</strong>g als Carton <strong>de</strong> Wiart bij <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van het <strong>voor</strong>stel <strong>in</strong> <strong>de</strong> Kamer,<br />
on<strong>de</strong>rstreepten dat <strong>de</strong> wet <strong>in</strong> geen geval ‘<strong>de</strong> <strong>in</strong>dustriële ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g’ wil<strong>de</strong> h<strong>in</strong><strong>de</strong>ren:<br />
aan <strong>de</strong>ze noodzakelijke <strong>voor</strong>uitgang moest <strong>de</strong>snoods het <strong>land</strong>schap wor<strong>de</strong>n opgeofferd.<br />
Zij hoopten ‘la sauvage malfaisance <strong>de</strong>s <strong>in</strong>génieurs’ ietwat <strong>in</strong> te tomen. Voor <strong>de</strong> rest<br />
‘il fallait laisser faire l'<strong>in</strong>dustrie’.<br />
Het <strong>voor</strong>stel g<strong>in</strong>g naar een commissie die het nog wat afzwakte en <strong>de</strong> verplichte<br />
scha<strong>de</strong>loosstell<strong>in</strong>g - ‘naar <strong>de</strong> mate van het mogelijke’ - beperkte tot <strong>de</strong> uitbaters van<br />
mijnen en erts- en steengroeven. De on<strong>de</strong>rnemers kortweg hiertoe verplichten leek<br />
<strong>de</strong> commissie onaanvaardbaar. Overigens, betoog<strong>de</strong> <strong>de</strong> verslaggever, ‘waren sommige<br />
streken tot dienstbaarheid aan <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustrie <strong>voor</strong>bestemd en kon alleen <strong>de</strong> durf <strong>de</strong>r<br />
<strong>in</strong>genieurs ze groot maken’. Op 19 juli 1911 keur<strong>de</strong> <strong>de</strong> Kamer met algemene stemmen<br />
<strong>de</strong>ze eerste, ‘onscha<strong>de</strong>lijke’ milieuwet goed die <strong>de</strong> afbraak van <strong>de</strong> natuur legaal<br />
verdoezel<strong>de</strong> <strong>in</strong> naam van <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustriële expansie. 61.<br />
Algemeen heerste <strong>de</strong> overtuig<strong>in</strong>g dat <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustrialisatie absolute <strong>voor</strong>rang<br />
verdien<strong>de</strong>. In 1912 vond ereprocureur-generaal Napoléon <strong>de</strong> Pauw het jammer dat<br />
<strong>in</strong> Gent zoveel schil<strong>de</strong>rachtige plaatsen aan <strong>de</strong> <strong>voor</strong>uitgang wer<strong>de</strong>n opgeofferd maar<br />
men dien<strong>de</strong> toch, dacht hij, reken<strong>in</strong>g te hou<strong>de</strong>n met ‘<strong>de</strong> onloochenbare rechten van<br />
<strong>de</strong> <strong>in</strong>dustriëlen en <strong>de</strong> han<strong>de</strong>laars’. En wie zou ‘<strong>de</strong> verlaten Brugse straten verkiezen<br />
boven het <strong>in</strong>tense leven van <strong>de</strong> mooie lanen <strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>rens <strong>in</strong>dustriële hoofdstad?’ 62.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
235<br />
Tot welke aberraties <strong>de</strong>ze mentaliteit leid<strong>de</strong> kan men met vele <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n illustreren.<br />
In <strong>de</strong> laatste <strong>voor</strong>oorlogse jaren strekte zich langs <strong>de</strong> rechteroever van <strong>de</strong><br />
IJzermond<strong>in</strong>g, bene<strong>de</strong>n <strong>de</strong> kreek van Lombardsij<strong>de</strong>, een bre<strong>de</strong> schorre uit, een<br />
kleiachtige aanslibb<strong>in</strong>g ontstaan door het regelmatig b<strong>in</strong>nenstromen<strong>de</strong> zeewater. Hier<br />
ontstond een flora die uniek was ter wereld. Botanici uit b<strong>in</strong>nen- en buiten<strong>land</strong><br />
bewon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze vlakte, be<strong>de</strong>kt met een lage, e<strong>in</strong><strong>de</strong>loos variëren<strong>de</strong> plantengroei,<br />
effen als een tapijt. In september 1911 bleef daar niets van over. Enkele rijke lie<strong>de</strong>n<br />
had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> schorre tot een golf omgebouwd. De kreken wer<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>mpt, over <strong>de</strong><br />
vlakte werd turfmest gestrooid en een dijk verh<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> het b<strong>in</strong>nendr<strong>in</strong>gen van het<br />
zeewater. Het golfterre<strong>in</strong> besloeg vijfenvijftig hectaren, waarvan er veertig <strong>in</strong> het<br />
du<strong>in</strong> van Lombardsij<strong>de</strong> lagen. 63. Niemand maakte zich bezorgd over <strong>de</strong>ze<br />
natuurvernietig<strong>in</strong>g. Wat belang had een stuk onvruchtbaar moeras, als <strong>in</strong> <strong>de</strong> plaats<br />
daarvan een ‘golfl<strong>in</strong>ks’ kwam die <strong>de</strong> aantrekkelijkheid van <strong>de</strong> kust verhoog<strong>de</strong> en <strong>de</strong><br />
bewon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g afdwong van <strong>de</strong> buiten<strong>land</strong>se toeristen? Het du<strong>in</strong> kon <strong>voor</strong><strong>de</strong>lig<br />
vervangen wor<strong>de</strong>n door hotels en villa's die een bron van rijkdom waren <strong>voor</strong> wie<br />
ze bouw<strong>de</strong>n en welvaart brachten <strong>in</strong> een achterlijke streek. De hei<strong>de</strong>, die <strong>de</strong><br />
keuterboertjes tevergeefs tot vruchtbaarheid probeer<strong>de</strong>n te dw<strong>in</strong>gen, was een<br />
aangewezen ruimte <strong>voor</strong> <strong>land</strong>bouwontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>plant<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>dustrieën. ‘Wanneer<br />
een heuveltje <strong>in</strong> <strong>de</strong> hei<strong>de</strong> te steil leek <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>land</strong>bouw maakte men er een<br />
bouwterre<strong>in</strong> van <strong>voor</strong> villa's.’ 64. En hoe nuttig waren niet <strong>de</strong> waterlopen wanneer men<br />
ze als afvoermid<strong>de</strong>l <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustriële afval gebruikte? Om <strong>de</strong> verdwenen fauna en<br />
flora treur<strong>de</strong>n alleen enkele estheten.<br />
Dit zijn geen anachronistische beschouw<strong>in</strong>gen maar <strong>de</strong> be<strong>de</strong>nk<strong>in</strong>gen van een<br />
tijdgenoot, <strong>de</strong> Brusselse hoogleraar <strong>in</strong> botanica Jean Massart, geschreven <strong>in</strong> 1912.<br />
Tw<strong>in</strong>tig jaar vroeger had<strong>de</strong>n een aantal letterkundigen en kunstenaars hun ergernis<br />
uitgesproken over <strong>de</strong> verniel<strong>in</strong>g van het <strong>land</strong>schap. Veel <strong>in</strong>druk maakte dat protest<br />
niet op <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijken, maar het wekte wel een eerste generatie<br />
milieubeschermers. Zij waren gegroepeerd <strong>in</strong> een aantal verenig<strong>in</strong>gen die even<br />
machteloos bleken als hun opvolgers een halve<br />
De Schorre te Nieuwpoort<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
236<br />
eeuw later: ‘Société nationale pour la protection <strong>de</strong>s sites et <strong>de</strong>s monuments’, ‘Ligue<br />
<strong>de</strong>s amis <strong>de</strong>s arbres’, ‘Ligue pour la défense du Limbourg’, ‘Comité pour la protection<br />
<strong>de</strong> la nature en Belgique’. Massart was <strong>de</strong> eerste die met het gezag van <strong>de</strong><br />
wetenschapsmens een omvangrijk pleidooi schreef <strong>voor</strong> <strong>de</strong> bescherm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />
natuur. Het verscheen echter te laat. Twee jaar later brak <strong>de</strong> oorlog uit en geraakte<br />
men gewoon aan heel wat grondiger verwoest<strong>in</strong>gen.<br />
Massart was geen dweper. Dat ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>dustrialiser<strong>in</strong>g onvermij<strong>de</strong>lijk<br />
waren wist hij. ‘Maar moest <strong>de</strong> benuttig<strong>in</strong>g van het grondgebied tot <strong>de</strong> uiterste<br />
mogelijkhe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n gedreven? Was het nodig dat <strong>in</strong>dustrie en <strong>land</strong>bouw ook <strong>de</strong><br />
kle<strong>in</strong>ste percelen van <strong>de</strong> grond <strong>in</strong> beslag namen?’ Als <strong>de</strong> ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsdrift niet aan<br />
ban<strong>de</strong>n kon wor<strong>de</strong>n gelegd zou er weldra niets meer overblijven van het<br />
oorspronkelijke <strong>land</strong>. Het was <strong>de</strong> hoogste tijd, meen<strong>de</strong> Massart. ‘In België werd nog<br />
haast niets on<strong>de</strong>rnomen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> bescherm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> natuur. Als men niet direct<br />
maatregelen trof zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> generaties zich niet meer kunnen <strong>voor</strong>stellen<br />
hoe ons <strong>land</strong> er uitzag vóór zijn verm<strong>in</strong>k<strong>in</strong>g door <strong>de</strong> bebouw<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustrie.’ 65.<br />
In zijn boek beschrijft Massart <strong>de</strong> nog ongerepte gebie<strong>de</strong>n die dr<strong>in</strong>gend bescherm<strong>in</strong>g<br />
verg<strong>de</strong>n omdat zij onvervangbaar waren. Voor <strong>de</strong> Vlaamse gewesten alleen al is het<br />
een <strong>in</strong>drukwekken<strong>de</strong> lijst die aantoont wat s<strong>in</strong>dsdien verloren g<strong>in</strong>g bij gebrek aan<br />
beschutt<strong>in</strong>g tegen <strong>de</strong> speculatie: het strand en het du<strong>in</strong> tussen Koksij<strong>de</strong> en<br />
Oostdu<strong>in</strong>kerke, het alluvium van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> IJzerbedd<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> schorre van Doel, <strong>de</strong> hei<strong>de</strong><br />
achter Westen<strong>de</strong>, <strong>de</strong> kreken bij Nieuwpoort, het meer<br />
Hei<strong>de</strong>ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g rond 1900<br />
van Overmere, <strong>de</strong> Ou<strong>de</strong> Schel<strong>de</strong> en het Weel bij Bornem, <strong>de</strong> hei<strong>de</strong> tussen Herentals<br />
en Lichtaart, <strong>de</strong> moerassen en du<strong>in</strong>en van Genk, <strong>de</strong> Muziekberg bij Ronse. Maak<br />
van het stuk du<strong>in</strong> tussen Koksij<strong>de</strong> en Oostdu<strong>in</strong>kerke een reservaat, vroeg Massart:<br />
daar is nog geen dijk en men kan er zien hoe het du<strong>in</strong> ontstond en groei<strong>de</strong>, en hoe<br />
<strong>de</strong> fauna en flora zich ontwikkelt. En zorg <strong>voor</strong> het behoud van <strong>de</strong> Genkse hei<strong>de</strong>:<br />
‘hier zou men het grootste natuurpark van <strong>de</strong> Kempen moeten <strong>in</strong>richten. Het gebied<br />
van Genk dat <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs geliefd hebben gemaakt is weergaloos om <strong>de</strong> grootsheid<br />
en <strong>de</strong> variëteit van het <strong>land</strong>schap en om zijn biologisch en geologisch belang’. 66.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Toen Massart dit schreef was, hij wist het, het lot van Genk bezegeld. De<br />
reuzengebouwen van <strong>de</strong> kolenexploitatie begonnen op te rijzen achter het dorp dat<br />
een paar <strong>de</strong>cennia vroeger door <strong>de</strong> ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> woeste gron<strong>de</strong>n ‘een <strong>de</strong>r<br />
welvarendste gemeenten van <strong>de</strong> Limburgse Kempen’ was gewor<strong>de</strong>n 67. en nu het<br />
centrum zou zijn van het mijngebied en het nieuwe, troosteloos lelijke hart van<br />
Limburg.<br />
Al vóór <strong>de</strong> ont<strong>de</strong>kk<strong>in</strong>g van het kolenbekken wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Kempen om hun ruimte<br />
<strong>de</strong> uitverkoren plaats <strong>voor</strong> ongezon<strong>de</strong> <strong>in</strong>dustrieën. De z<strong>in</strong>kfabrieken en <strong>de</strong><br />
ertsroosterijen spreid<strong>de</strong>n rondom zich een woestijngor<strong>de</strong>l waar het gif van<br />
zwaveldioxy<strong>de</strong> en koolzuur alle fauna had gedood. 68. Maar dat was slechts een<br />
beschei<strong>de</strong>n beg<strong>in</strong>. Op 2 augustus 1901 werd te As <strong>de</strong> eerste Kempische steenkool<br />
aangeboord. Onbegrijpend zagen <strong>de</strong> <strong>in</strong>heemsen drukdoen<strong>de</strong> heren het <strong>land</strong> b<strong>in</strong>nen<br />
vallen, enorme oppervlakten kopen en boortorens neerzetten. Zij wisten nog niet dat<br />
hun een nieuwe werkgelegenheid te wachten stond en dat zij er een an<strong>de</strong>re, nog<br />
onbeken<strong>de</strong> staat zou<strong>de</strong>n door verwerven, die van proletariër. 69. Profetisch schreef<br />
Massart <strong>in</strong> 1912: ‘B<strong>in</strong>nen enkele jaren, wanneer <strong>de</strong> spoorlijnen <strong>de</strong> streek doorkruisen<br />
en hele dorpen arbei<strong>de</strong>rswon<strong>in</strong>gen uit <strong>de</strong> grond oprijzen, wanneer <strong>de</strong> kastelen van<br />
<strong>de</strong> mijndirecteurs zich op <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rachtigste plaatsen en tussen <strong>de</strong> schoonste bossen<br />
verheffen, zullen <strong>de</strong> Kempen <strong>voor</strong>goed hun aangrijpend droefgeestige bekoorlijkheid<br />
kwijt zijn.’ 70.<br />
Enkele romantici van ‘outer en heerd’ luchtten hun ergernis. In De Stu<strong>de</strong>nt van<br />
1908 schreef G. Adriaansen een bijbelse klacht: ‘Als die hemelhoge, zwarte fabrieken<br />
met hun hoovaardige schouwen moeten oprijzen op <strong>de</strong> grondvesten van kerk en<br />
haard, dan wens ik dat duivelsrijk duizend uren weg van hier... Als we er <strong>de</strong> vre<strong>de</strong>,<br />
<strong>de</strong> rust en 't geluk onzer families, onze ziel en onze hemel moeten bij <strong>in</strong>schieten, o,<br />
wat zou dan die gewaan<strong>de</strong> <strong>voor</strong>spoed ons one<strong>in</strong>dig, one<strong>in</strong>dig verarmd hebben!...<br />
Voor-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
237<br />
waar, <strong>voor</strong>waar, onze pan<strong>de</strong>n zijn te heilig, te kostbaar om onbevochten <strong>in</strong> 's rovers<br />
bezoe<strong>de</strong>l<strong>de</strong> han<strong>de</strong>n te vallen.’ 71. Velen echter <strong>in</strong> <strong>de</strong> Kempen zagen met vreug<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />
toekomst tegemoet: ‘Door <strong>de</strong> overweldigen<strong>de</strong> <strong>in</strong>val <strong>de</strong>r nijverheid zullen die behou<strong>de</strong>n<br />
plekjes trots alles hun karakter verliezen en zelfs <strong>de</strong> liefhebbers van dat natuurschoon<br />
zullen er niet meer aan <strong>de</strong>nken een doodse vlakte te willen behou<strong>de</strong>n te mid<strong>de</strong>n van<br />
beweg<strong>in</strong>g en leven. Laat ons hopen dat zij dan e<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk zullen erkennen dat <strong>de</strong> hei<strong>de</strong><br />
maar schoon wordt als zij geen hei<strong>de</strong> meer is!... Wij laten <strong>de</strong> liefhebbers van<br />
natuurschoon <strong>in</strong> vervoer<strong>in</strong>g staan <strong>voor</strong> die hei<strong>de</strong>hutten, wij voelen ons diep getroffen<br />
en verne<strong>de</strong>rd te moeten bekennen dat <strong>in</strong> ons beschaafd en rijk va<strong>de</strong>r<strong>land</strong>, <strong>in</strong> die<br />
dierbare en gevier<strong>de</strong> Kempen nog mensen gevon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n die hun armzalig bestaan<br />
<strong>in</strong> een ellendige hut moeten doorbrengen.’ 72.<br />
Dat kon men schrijven toen <strong>de</strong> <strong>voor</strong>uitgang een droom was en men <strong>de</strong> werkelijkheid<br />
niet ken<strong>de</strong> van <strong>de</strong> stoffelijke en geestelijke verniel<strong>in</strong>g waarmee <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> generaties<br />
zou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n geconfronteerd. Deze z<strong>in</strong>nen vertolken <strong>de</strong> geest die <strong>in</strong> <strong>de</strong> Belle Epoque<br />
<strong>de</strong> omkeer mogelijk maakte: <strong>de</strong> overtuig<strong>in</strong>g dat <strong>de</strong> stoffelijke welvaart <strong>de</strong> hoogste<br />
norm en waar<strong>de</strong> is, en <strong>de</strong> miskenn<strong>in</strong>g van dit beg<strong>in</strong>sel een dwaasheid. Deze geest<br />
heeft, na het prijsgeven van strand en du<strong>in</strong> aan <strong>de</strong> promotors van het kusttoerisme<br />
en vóór het opofferen van <strong>de</strong> rijkdom <strong>in</strong> <strong>de</strong> Antwerpse pol<strong>de</strong>r aan <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustrialiser<strong>in</strong>g<br />
van <strong>de</strong> haven, achteloos <strong>de</strong> Kempen, zijn volk en zijn onvervangbare schoonheid<br />
vergooid. Wat bij <strong>de</strong> aanvang van <strong>de</strong> tw<strong>in</strong>tigste eeuw gebeur<strong>de</strong> is niets <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g<br />
met wat <strong>de</strong> Kempen te wachten stond na <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> wereldoorlog. In het hele <strong>land</strong><br />
was rond <strong>de</strong> eeuwwissel<strong>in</strong>g <strong>de</strong> afbraak nauwelijks merkbaar. Maar <strong>de</strong>ze eerste<br />
aanrand<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> slop<strong>in</strong>g van een halve eeuw later spruiten bei<strong>de</strong> <strong>voor</strong>t uit<br />
opvatt<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong> <strong>de</strong> Belle Epoque tot gemeengoed wer<strong>de</strong>n en treffend zijn<br />
geformuleerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> bouta<strong>de</strong> dat ‘<strong>de</strong> hei<strong>de</strong> maar schoon wordt als zij geen hei<strong>de</strong> meer<br />
is’.<br />
Alles wat het bestaan bestendigheid had gegeven, het huis, het gez<strong>in</strong>, <strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g,<br />
<strong>de</strong> overlever<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> gebruiken van het beroep en <strong>de</strong> gemeenschap - alles was <strong>in</strong><br />
beweg<strong>in</strong>g geraakt. De mensen kwamen echter zo gelei<strong>de</strong>lijk <strong>in</strong> het nieuwe klimaat<br />
terecht dat <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen haast onmerkbaar bleven. Door het langzame<br />
rijp<strong>in</strong>gsproces <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>voor</strong>afgaan<strong>de</strong> jaren was een generatie zon<strong>de</strong>r schokken<br />
weggegle<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> tijd.<br />
Koolmijnontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g te Ber<strong>in</strong>gen, 1912<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
E<strong>in</strong>dnoten:<br />
1. Blanchard, 315-317; Valabrègue, 238; Lemonnier 1888, 392; Van Eenoo, 17-23, 221.<br />
2. Blanchard, 318; Valabrègue, 278-279; Rilke, 1009-1015.<br />
3. Augu<strong>in</strong> II, 11; Valabrègue, 300; Blanchard, 315.<br />
4. Blanchard, 434; Ph. Van Isacker, 13; Gillès, 135.<br />
5. Blanchard, 432; Lemonnier 1888, 299.<br />
6. Blanchard, 433-435; Fris 1911, 268; BGD 1949, 71-80 (G.P. Baert).<br />
7. Blanchard, 434-436.<br />
8. De Zuttere 1907, 9, 11, 14, 23, 60-61, 162-163; De W<strong>in</strong>ne, 13, 17, 19-31.<br />
9. De Zuttere 1907, 15-16, 165-171.<br />
10. Joly, 273.<br />
11. De Potter 1882, I, 186; Fris 1913, 352-356; Blanchard, 435.<br />
12. Meertens, 428 (P. Sterkens-Cieters); Snie<strong>de</strong>rs 1884, 15-16; Premsela, 25; Van Gogh, 52;<br />
Matheussen, 26; Van Offel, 93; Weerspiegeld Antwerpen, 202 (E. Hansen).<br />
13. Mirbeau, 57-59; Vanhamme 1968, 346, 371.<br />
14. Christ<strong>in</strong>e, 21.<br />
15. Belgique illustrée I, 147; Daye, 31-32; Smets, 38-40.<br />
16. Jacquemyns 1936, 199.<br />
17. Bertrand 1912, 21, 94.<br />
18. Lemonnier 1905, 55-56; Buls, 24-25.<br />
19. De Soignie, 39<br />
20. Mabille, 8.<br />
21. VS 1890, 51, 53.<br />
22. G. De Latt<strong>in</strong>, 109-110, 172-173; Rooses 1894, 15-18.<br />
23. Muls, 166-167; TSG 1977, 153-156 (A Thijs); BCM 1894, 17, 22-23 (H. Con<strong>in</strong>ckx); Con<strong>in</strong>ckx,<br />
17, 22, 24; De Bruyn, 44.<br />
24. Christ<strong>in</strong>e, 174.<br />
25. De Bruyn, 45.<br />
26. RB 1902, 217 (Ch. Didier).<br />
27. Buysse 1900, 245; Verhaegen 1908 14, 212; De Soignie, 17-18, 39.<br />
28. Buls, 15, 16, 19 en passim; Smets, 63-66.<br />
29. Corr, 173-180.<br />
30. Elskarap, 10.<br />
31. Jacquart 1906 A, 139-149, 232, 236-237.<br />
32. Jacquart 1906 A, 174-176, 187-190, 201-219, 225.<br />
33. RB 1902, 226 (Ch. Didier); Smets, 78-80.<br />
34. Turmann, 21<br />
35. Seebohm, 109, 114, 124, 191.<br />
36. Seebohm, 546-552.<br />
37. Monographie dunes, 1; Blanchard, 225-227, 233.<br />
38. Blanchard, 307-310, 319-322; Monographie Pol<strong>de</strong>rs, 15-22; Thuysbaert, 62-63.<br />
39. Streuvels 1923, 69, 72.<br />
40. De Potter-Broeckaert, le reeks, I, Afsnee, 3, Astene, 3, II, Deurle, 1-3, 26; Haesaerts, 41.<br />
41. Wattez, z.p.<br />
42. DWB 1912, 329 (J. Simons); Vliebergh 1906, 12, 105; Pipers, 10; Belgique illustrée I, 103;<br />
Monographie Camp<strong>in</strong>e, 34-42; Agriculture, 13; SP 1955, 7 (A. Tireliren); Van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong>, 33.<br />
43. Haesaerts, 58-59, 145-146, 172, 213, 265.<br />
44. Van<strong>de</strong>rvel<strong>de</strong> 1907, 6-11, 65-66; Verhulst, 211-212.<br />
45. Vliebergh-Ulens 1921, 28-32, 56-68.<br />
46. Vliebergh-Ulens 1921, 241-317.<br />
47. Bols, IX; A. De Latt<strong>in</strong> 1943, 91; DWB 1901, 53 (H. Persijn).<br />
48. Agriculture, 14-15; Vliebergh-Ulens 1909, 213-214; Vliebergh-Ulens 1921, 67, 289; Verhulst,<br />
61-64.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
49. RSC 1907-1908, 225-241 (E. Vliebergh).<br />
50. NDK 1896-1897, 438.<br />
51. Vgl. Streuvels 1971, IV, 22 (G. Stuivel<strong>in</strong>g).<br />
52. VT 1892-1893, 94; OZ 1959, 73 (A Janssens over Nevele <strong>in</strong> 1893); VK 1901-1902, 49-54<br />
(J.D.C, over Her<strong>de</strong>rsem <strong>in</strong> 1901), 1951, 115-116 (M. Van Coppenolle).<br />
53. OZ 1954, 123-124 (M. Broeckhove).<br />
54. Erialmont, 13-14, 21, 24, 30, 36-37, 48-49, 51, 53, 70, 81.<br />
55. BF 1957, 315-324 (F. Lehouck).<br />
56. BGD 1939, 43-44 (G.P. Baert).<br />
57. Mirbeau, 83-84.<br />
58. NRT 1930, 629-630, 634 (E. <strong>de</strong> Moreau); BTNG 1976, 31-36 (A. Tihon).<br />
59. Rombauts, 122-129, 132-134, 136.<br />
60. Massart, 1.<br />
61. DP Ch 1904-1905, nr. 234, p. 652-653, 1909-1910, nr. 258, p. 263-268; AP Ch 1910-1911, p.<br />
1965, 2045; Pas<strong>in</strong>omie 1911, nr. 265.<br />
62. De Pauw, 4-5.<br />
63. Massart, 19-24.<br />
64. Massart, 9.<br />
65. Massart, 14, 308.<br />
66. Massart, 80-93, 154, 156-157.<br />
67. Vliebergh 1906, 100.<br />
68. Massart, 2, 7.<br />
69. Grusel<strong>in</strong>, 68-69.<br />
70. Massart, 7.<br />
71. ST 1908, 2-3 (G. Adriaansen).<br />
72. Pipers, 7, 25-26. Zestien<strong>de</strong> hoofdstuk (239-245)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
238<br />
De eerste petroleumraff<strong>in</strong>a<strong>de</strong>rij bij Oosterweel (J. Gorus)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Angst<br />
Z<strong>in</strong> van <strong>de</strong> angst<br />
239<br />
Kan angst een kenmerk zijn van <strong>de</strong> Belle Epoque als <strong>de</strong> overgang zo gelei<strong>de</strong>lijk<br />
gebeur<strong>de</strong>? Is het zelfs, wanneer men het woord <strong>in</strong> zijn oorspronkelijke betekenis van<br />
benauwdheid begrijpt, niet ongerijmd aan <strong>de</strong>ze tijd van verruim<strong>in</strong>g een algemeen<br />
gevoelen van angst toe te schrijven? Angst is echter niet alleen het fysisch ervaren<br />
van engte, hij is op <strong>de</strong> eerste plaats een geestelijke onrust om <strong>de</strong> verloren<br />
vertrouwdheid, het besef dat men door een nieuwe, vreem<strong>de</strong> ‘vormloosheid’ het<br />
eigen huis kwijt is. Daarom zou <strong>de</strong> Belle Epoque, zoals ‘ie<strong>de</strong>re perio<strong>de</strong> van grote<br />
veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen’, bij uitstek <strong>de</strong> tijd kunnen zijn van een generatie-angst. 1. Was dat zo?<br />
Het is een belangrijke vraag. Zolang niet wordt aangetoond dat angst <strong>in</strong><strong>de</strong>rdaad<br />
een generatieverschijnsel van <strong>de</strong>ze jaren was kan men <strong>de</strong> beschrijv<strong>in</strong>gen van<br />
verdwenen veiligheid als anachronismen van <strong>de</strong> hand wijzen: van uit <strong>de</strong> onwennigheid<br />
van onze eigen tijd zou<strong>de</strong>n wij aan <strong>de</strong> jaren rond <strong>de</strong> eeuwwissel<strong>in</strong>g een ervar<strong>in</strong>g<br />
toeschrijven die bij <strong>de</strong> tijdgenoten niet of nauwelijks bestond. Een bevredigend<br />
antwoord op <strong>de</strong> vraag naar <strong>de</strong> angst is echter niet mogelijk omdat er, wat België<br />
betreft, nog geen on<strong>de</strong>rzoek naar het fenomeen werd <strong>in</strong>gesteld en geen enkele<br />
monografie bruikbare gegevens aanbrengt. Niemand heeft van uit dit standpunt <strong>de</strong><br />
<strong>de</strong>mografie ontleed of <strong>de</strong> literatuur, nochtans <strong>de</strong> spiegel van <strong>de</strong> tijd. Wel kan men<br />
uit het werk van Carlos T<strong>in</strong><strong>de</strong>mans besluiten dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>burgerlijke toneelliteratuur<br />
tegen het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> eeuw een nieuw onbehagen opduikt. De wild opgroeien<strong>de</strong><br />
jeugd, het afbrokkelen<strong>de</strong> gez<strong>in</strong>, het verval van het burgerethos en <strong>voor</strong>al <strong>de</strong><br />
arbei<strong>de</strong>rskwestie en het oprukken van het socialisme hebben <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e burger uit zijn<br />
rimpelloze rust gehaald. De Ibseniaanse angst om <strong>de</strong> lotsbestemm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> mens<br />
komt maar ‘sporadisch’ bij ‘enkele auteurs’ <strong>voor</strong>. Maar opvallend is <strong>de</strong> ‘obsessie’<br />
waarmee amateurs en beroepstroepen buiten<strong>land</strong>se stukken op hun repertoire brengen<br />
die te maken hebben met <strong>de</strong> twijfel over het behoud van een or<strong>de</strong> waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> burger<br />
‘centrum en richtpunt’ is. 2. Het duidt wellicht op een nieuwe gevoeligheid van het<br />
theaterpubliek <strong>voor</strong> <strong>de</strong> vertolk<strong>in</strong>g van een bestaansangst die ver<strong>de</strong>r reikt dan <strong>de</strong> onrust<br />
om <strong>de</strong> maatschappelijke spann<strong>in</strong>gen.<br />
Met <strong>de</strong>ze vage gegevens kan men niet veel aanvangen. Wie een synthese van het<br />
samenleven wil schrijven staat hier <strong>voor</strong> een grote leemte: men weet niets or over<br />
<strong>de</strong> angst als historisch verschijnsel. Tot nog toe heeft niemand getracht <strong>de</strong>ze dimensie<br />
achter <strong>de</strong> speurbare feiten te ont<strong>de</strong>kken, ofschoon zij onmisbaar is om <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g<br />
te vatten. Daarom moet het zoeken naar een antwoord op <strong>de</strong> vraag van <strong>de</strong> angst nog<br />
bij giss<strong>in</strong>gen blijven.<br />
Angst om <strong>de</strong> maatschappelijke verglijd<strong>in</strong>gen<br />
Van oudsher noem<strong>de</strong> <strong>de</strong> burgerij het volk ‘la classe dangereuse’ maar tot het laatste<br />
kwart van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw was dat enkel een formule. De burgerij voel<strong>de</strong> zich<br />
zelfzeker door <strong>de</strong> almacht van het staatsapparaat en <strong>de</strong> vanzelfspreken<strong>de</strong><br />
on<strong>de</strong>rdanigheid <strong>de</strong>r lagere klassen. In <strong>de</strong> Belle Epoque verdween <strong>de</strong>ze zekerheid<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
omdat het apparaat werd aangetast en <strong>de</strong> volgzaamheid niet meer bestond, omdat<br />
met <strong>de</strong> veilige vormen ook <strong>de</strong> waarborgen verdwenen <strong>voor</strong> het behoud van <strong>de</strong> enig<br />
<strong>de</strong>nkbare or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g. Hoeveel onrust dit verwekte blijkt uit <strong>de</strong> soms hysterische haat<br />
van <strong>de</strong> bezitters <strong>voor</strong> alle vormen van emancipatie.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
240<br />
't Hofke, een gang <strong>in</strong> <strong>de</strong> Korte S<strong>in</strong>t-Annastraat Antwerpen, 1900<br />
Zo gezien is <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van het socialisme, van het Daensisme en zelfs van <strong>de</strong><br />
christen-<strong>de</strong>mocratie op <strong>de</strong> eerste plaats <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> angst <strong>de</strong>r burgerij.<br />
Ook <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>ere cellen van het burgerlijk bestaan wer<strong>de</strong>n aangetast. Het bedreig<strong>de</strong><br />
ou<strong>de</strong>rlijk gezag, <strong>de</strong> emancipatiebeweg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> vrouw, <strong>de</strong> vrijere opvatt<strong>in</strong>gen over<br />
<strong>de</strong> lief<strong>de</strong> en het huwelijk, <strong>de</strong> publiciteit <strong>voor</strong> het neomalthusianisme, <strong>de</strong> ‘dagelijks’<br />
toenemen<strong>de</strong> 3. verkoop van <strong>voor</strong>behoedmid<strong>de</strong>len - het veroorzaakte alles een groeiend<br />
onbehagen. Het afgrijzen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> naturalistische roman is niet alleen door preutsheid<br />
<strong>in</strong>gegeven maar evenzeer door <strong>de</strong> vrees dat <strong>de</strong>ze literatuur <strong>de</strong> grondslagen van <strong>de</strong><br />
burgermaatschappij zou on<strong>de</strong>rmijnen: het afweren van <strong>de</strong> roman staat op één lijn<br />
met <strong>de</strong> haat <strong>voor</strong> het socialisme en is door <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> motieven geleid. Ook <strong>de</strong><br />
bisschoppelijke teksten tegen <strong>de</strong> <strong>voor</strong>behoedmid<strong>de</strong>len ‘verra<strong>de</strong>n <strong>de</strong> vrees die zich<br />
van <strong>de</strong> katholieken, van <strong>de</strong> clerus <strong>voor</strong>al, meester maakte en hen ertoe bracht het<br />
gevaar te overdrijven’. 4. Een neomalthusiaanse propaganda, geleid door socialisten<br />
en anarchisten, leek <strong>de</strong> bisschoppen - <strong>de</strong> hele context van hun verman<strong>in</strong>gen toont<br />
het 5. - een ‘nationaal gevaar’, 6. meer nog dan een bedreig<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> het leven.<br />
Mag men niet aannemen dat bij een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> volksklasse <strong>de</strong> aftakel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />
paternalistische or<strong>de</strong> onrust veroorzaakte? Met <strong>de</strong> dienstbaarheid verdween immers<br />
een veiligheid die <strong>voor</strong> velen een weldaad was geweest. De ambachtslie<strong>de</strong>n en <strong>de</strong><br />
<strong>land</strong>werkers, het dienstpersoneel <strong>in</strong> <strong>de</strong> burgerhuizen, <strong>de</strong> mei<strong>de</strong>n en knechten op <strong>de</strong><br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
oer<strong>de</strong>rijen, <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e bedrijven von<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> bevelen<strong>de</strong> bovenlaag<br />
een ‘meester’ die een horig maar beproefd bestaan verzeker<strong>de</strong>. Door <strong>de</strong> ontred<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />
van <strong>de</strong> burgermaatschappij verloren <strong>de</strong>ze kle<strong>in</strong>e lie<strong>de</strong>n een geborgenheid. Zij wer<strong>de</strong>n<br />
met vreem<strong>de</strong> zorgen en verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n bela<strong>de</strong>n en prijsgegeven aan een<br />
nieuwe, har<strong>de</strong>re afhankelijkheid, <strong>de</strong> naamloosheid van <strong>de</strong> massa. Zij had<strong>de</strong>n nu meer<br />
theoretische rechten maar waren hun beschutt<strong>in</strong>g kwijt. In <strong>de</strong> plaats van <strong>de</strong> soms<br />
hardvochtige, soms begrijpen<strong>de</strong> meester heerste <strong>de</strong> anonieme gelijkstell<strong>in</strong>g.<br />
Het is niet gemakkelijk <strong>de</strong>ze ietwat ongewone stell<strong>in</strong>g te ‘bewijzen’. Alleen <strong>de</strong><br />
volksmensen zou<strong>de</strong>n kunnen vertellen hoe zij <strong>de</strong> overgang van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> naar <strong>de</strong><br />
nieuwe wereld meemaakten, maar zij zijn <strong>de</strong> zwijgen<strong>de</strong> groep. Toch kan men door<br />
enkele zeldzame geschriften van volksmensen vermoe<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> opvatt<strong>in</strong>g, als zou<br />
<strong>de</strong> ontvoogd<strong>in</strong>g een veiligheid hebben vernietigd, niet zo absurd is als zij velen moet<br />
<strong>voor</strong>komen. Tot <strong>de</strong>ze teksten behoren <strong>de</strong> onuitgegeven her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen van Pol De<br />
Witte, bekend als' <strong>de</strong> auteur van De geschie<strong>de</strong>nis van Vooruit en <strong>de</strong> Gentse<br />
socialistische werkersbeweg<strong>in</strong>g s<strong>in</strong>ds 1870 (1898). Het eerste <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> memoires<br />
over <strong>de</strong> jeugd <strong>in</strong> ‘'t Kaleitje’ is een rijk document. De Witte beschrijft het dagelijkse<br />
leven <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze Gentse volksbuurt waar <strong>de</strong> mensen lekker zaten, niettegenstaan<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />
armoe<strong>de</strong>. Elke wijk ‘vorm<strong>de</strong> als het ware een volksstam op zich’. ‘Er werd we<strong>in</strong>ig<br />
verhuisd, vele mensen leef<strong>de</strong>n en stierven <strong>in</strong> het huisje waar zij geboren waren.’ De<br />
buurtbewoners vorm<strong>de</strong>n samen één gez<strong>in</strong>. Ie<strong>de</strong>r <strong>de</strong>el<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> vreug<strong>de</strong> en het leed van<br />
<strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren enwist zich thuis op zijn ei<strong>land</strong>je <strong>in</strong> een stad die zelf nog ‘b<strong>in</strong>nen haar<br />
poorten besloten was’. In <strong>de</strong> har<strong>de</strong> werkomstandighe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e familiale<br />
on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen die <strong>de</strong> meeste Gentse textielfabrieken toen waren, voel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> sp<strong>in</strong>ners<br />
en wevers zich niet ellendig. Gezellig was <strong>de</strong> sfeer <strong>voor</strong>al <strong>in</strong> <strong>de</strong> ambachtelijke<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
XV. Eerste communicantjes, 1920 (A. Servaes)<br />
t.o. 240<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
241<br />
bedrijven. Die wereld ken<strong>de</strong> De Witte goed. Als k<strong>in</strong>d al was hij kleermakersgast, en<br />
vanaf 1864 werkte hij bij Van <strong>de</strong> Weghe, ‘toen <strong>de</strong> <strong>voor</strong>naamste kleermakersbaas van<br />
<strong>de</strong> stad’. Het g<strong>in</strong>g er vrolijk toe op zijn atelier niettegenstaan<strong>de</strong> het lange werk, ‘van<br />
's morgens zes tot 's avonds tien uur’, ‘<strong>in</strong> een ongezon<strong>de</strong> ruimte’. ‘On<strong>de</strong>r het avon<strong>de</strong>ten<br />
vielen wij soms <strong>in</strong> slaap maar wij had<strong>de</strong>n ook dikwijls <strong>de</strong> milt <strong>in</strong> <strong>de</strong> zij<strong>de</strong> van het<br />
lachen door <strong>de</strong> pret en <strong>de</strong> lol. Nergens von<strong>de</strong>n wij zoveel plezier als op het werk, en<br />
allen waren wij blij als <strong>de</strong> zondag <strong>voor</strong>bij was.’ De baas eiste veel van zijn gasten,<br />
maar ‘ik heb er geen gekend <strong>voor</strong> wie men meer ontzag, genegenheid en eerbied<br />
had. Dat kwam door zijn grote kun<strong>de</strong> en geheel zijn gedrag, 's Morgens, w<strong>in</strong>ter en<br />
zomer, von<strong>de</strong>n wij hem reeds aan het werk wanneer wij b<strong>in</strong>nen kwamen, en het<br />
duur<strong>de</strong> tot wij uitscheid<strong>de</strong>n... 's Zaterdags wenste hij die gasten geluk aan wie hij het<br />
meest moest betalen omdat ze zoveel werk had<strong>de</strong>n afgelegd. En <strong>in</strong> <strong>de</strong> drukke tijd<br />
hield hij <strong>voor</strong> ie<strong>de</strong>r een sermoen over <strong>de</strong> plichten van <strong>de</strong> kleermaker <strong>in</strong> het goed<br />
seizoen. Dan moesten zij volgens hem niet <strong>de</strong>nken aan uitgaan maar het ijzer sme<strong>de</strong>n<br />
als het heet was, dan zou<strong>de</strong>n zij hun scha<strong>de</strong> kunnen <strong>in</strong>halen als het slecht seizoen<br />
kwam.’<br />
Door <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rtoon suggereert De Wittes verhaal dat het uiteenvallen van <strong>de</strong><br />
buurtgemeenschap en <strong>de</strong> bitterheid van <strong>de</strong> maatschappelijke agitatie - waaraan De<br />
Witte <strong>in</strong> zijn jonge jaren fl<strong>in</strong>k mee<strong>de</strong>ed - een beschei<strong>de</strong>n vorm van geluk hebben<br />
verstoord. Het verdwijnen van een wereld waar<strong>in</strong> zij arm waren maar zich veilig<br />
wisten verwekte bij <strong>de</strong> generatie die<br />
Dronken arbei<strong>de</strong>r (E. Laermans)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Sensatiemagaz<strong>in</strong>e, 1892<br />
242<br />
<strong>de</strong> overgang meemaakte een gevoelen van onbehagen, van onrust wellicht. Een paar<br />
keer zegt De Witte het uitdrukkelijk. Zijn lof op <strong>de</strong> kleermakersw<strong>in</strong>kel van Van <strong>de</strong><br />
Weghe besluit hij aldus: ‘Ongelukkig heeft <strong>de</strong> opkomst <strong>de</strong>r grootnijverheid zulke<br />
aartsva<strong>de</strong>rlijke toestan<strong>de</strong>n... groten<strong>de</strong>els onmogelijk gemaakt. De knechten <strong>de</strong>r<br />
naamloze maatschappijen kennen hun meesters niet eens, enkel <strong>de</strong> huurl<strong>in</strong>gen die<br />
het gezag <strong>in</strong> hun naam moeten uitoefenen en die zel<strong>de</strong>n een eigen baas waard zijn...<br />
Hoe gelukkig voel<strong>de</strong> <strong>de</strong> schoen-, kleer-, slot- en meubelmaker zich niet die met <strong>de</strong><br />
hand een stuk vervaardigd had waar<strong>voor</strong> hij van zijn baas complimenten kreeg en<br />
dat aan <strong>de</strong> overige gasten als <strong>voor</strong>beeld getoond werd? Voor die mensen was het<br />
werken geen last want het schonk hun <strong>de</strong> hoogste voldoen<strong>in</strong>g. Maar wat voldoen<strong>in</strong>g<br />
kan het schenken aan hen die dag <strong>in</strong>, dag uit aan <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> geestdo<strong>de</strong>n<strong>de</strong> mach<strong>in</strong>e zijn<br />
geplaatst? Is het te verwon<strong>de</strong>ren dat <strong>de</strong> werkdag, hoe kort ook - De<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Sensatiemagaz<strong>in</strong>e, 1893<br />
Witte schreef tussen 1918 en 1924 -, nog te lang schijnt?’. 7.<br />
Vlucht uit angst<br />
Dat <strong>de</strong> plotse en met <strong>de</strong> mentaliteit van <strong>de</strong> vorige generatie sterk contrasteren<strong>de</strong> golf<br />
van erotiek een reactie zou zijn op het angstgevoelen van <strong>de</strong> tijd, een zoeken naar<br />
veiligheid <strong>in</strong> het lichamelijk genot, is niet te bewijzen. Wie naar analogie met <strong>de</strong><br />
huidige pornografische obsessie, die misschien wel ‘een overdracht van angst’ 8. is,<br />
ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> Belle Epoque een <strong>de</strong>rgelijke vluchtreflex probeert te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n, verliest uit<br />
het oog dat <strong>de</strong> belangstell<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> het seksuele toen <strong>voor</strong>al een beklemtonen was<br />
van <strong>de</strong> bevrijd<strong>in</strong>g uit vroegere taboes. In het monda<strong>in</strong>e leven van <strong>de</strong> Europese<br />
hoofdste<strong>de</strong>n is <strong>de</strong> vlucht <strong>in</strong> <strong>de</strong> verstrooi<strong>in</strong>g wel onmiskenbaar, maar <strong>de</strong> echo hiervan<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> Belgische ‘hoge<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Sensatiemagaz<strong>in</strong>e, 1894<br />
243<br />
wereld’ is te zwak om een vergelijk<strong>in</strong>g toe te laten.<br />
De naturalistische roman is dui<strong>de</strong>lijker een teken van <strong>de</strong> tijdsangst. De beschrijv<strong>in</strong>g<br />
van <strong>de</strong> lelijkheid getuigt van ‘e<strong>in</strong><strong>de</strong>loze triestheid’ en ‘misantropie’. 9. De wereld<br />
schijnt alleen nog uit verdierlijkte bruten te bestaan en zelfs <strong>de</strong> ‘brave lie<strong>de</strong>n’ 10.<br />
vernietigen elkaar door lief<strong>de</strong>loosheid. In Sursum Corda (1894) van Cyriel Buysse<br />
zet <strong>de</strong> hoofdfiguur zich <strong>in</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> beschav<strong>in</strong>g van het platte<strong>land</strong> maar <strong>de</strong> achterlijkheid<br />
van <strong>de</strong> buitenlie<strong>de</strong>n doet <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g mislukken: ‘Ah! Wat boezem<strong>de</strong>n zij<br />
hem thans een afkeer <strong>in</strong>, die grove vuile boeren, als slaven aan <strong>de</strong> grond gehecht,<br />
onwetend van alles, gevoed als dieren met aardappelen en roggebrood en, gelijk <strong>de</strong><br />
bomen <strong>in</strong> <strong>de</strong> aar<strong>de</strong>, <strong>in</strong> die domheid hunner <strong>voor</strong>oor<strong>de</strong>len vastgeworteld! En die gierige<br />
buitenrenteniers, gelijk een onuitroeibaar ongedierte rondom hun dompervormig<br />
kerktorentje verga<strong>de</strong>rd! En die bekrompen w<strong>in</strong>keliertjes, halsstarrig <strong>in</strong> hun kle<strong>in</strong>geestig<br />
begrip van<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Sensatiemagaz<strong>in</strong>e, 1894<br />
<strong>de</strong> han<strong>de</strong>l verdiept! En die afschuwelijke kwezels die, gebogen on<strong>de</strong>r haar zwarte<br />
kapmantels, met neergeslagen ogen en <strong>de</strong> paternoster <strong>in</strong> <strong>de</strong> hand, driemaal daags ter<br />
kerke gaan! En zelfs het <strong>land</strong>schap had <strong>voor</strong> hem zijn poëzie verloren; het was niet<br />
meer dan een e<strong>in</strong><strong>de</strong>loos-treurige uitgestrektheid, een woestijn zon<strong>de</strong>r oasen en zon<strong>de</strong>r<br />
grenzen.’ 11. Wellicht drukt <strong>de</strong>ze zwartgalligheid bewust een angst uit die onbewust<br />
door velen werd ervaren.<br />
Zijn er objectieve bevestig<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>terpretatie? Vermoe<strong>de</strong>lijk zou het<br />
on<strong>de</strong>rzoek van <strong>de</strong> zelfmoord die geven als men <strong>de</strong> werkelijkheid kon naspeuren die<br />
achter <strong>de</strong> statistiek verborgen ligt. Dat <strong>in</strong> 1881 vijfhon<strong>de</strong>rdvijftig mensen zelfmoord<br />
pleeg<strong>de</strong>n en <strong>de</strong>rtig jaar later bijna dubbel zoveel, zegt niets. Men moet elke zelfmoord<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> context van het persoonlijke leven on<strong>de</strong>rzoeken om te achterhalen of het een<br />
wanhoopsdaad was van iemand die <strong>de</strong> nieuwe levensomstandighe<strong>de</strong>n niet meer<br />
aankon.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Stakers met <strong>de</strong> ro<strong>de</strong> vlag (E. Laermans)<br />
244<br />
Dat <strong>de</strong> zelfmoord <strong>in</strong> absolute en relatieve cijfers toeneemt vanaf het laatste kwart<br />
<strong>de</strong>r negentien<strong>de</strong> eeuw en een stijgen<strong>de</strong> curve vertoont <strong>in</strong> <strong>de</strong> Belle Epoque, leert men<br />
alvast uit <strong>de</strong> statistieken. 12. Van 1886 tot 1910 groei<strong>de</strong> het jaargemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>in</strong> absolute<br />
cijfers met <strong>de</strong>rtig percent. De toename was het hoogst <strong>in</strong> <strong>de</strong> leeftijdsgroepen van 25<br />
tot 40 jaar en van 70 jaar en meer. Mogelijk voel<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze groepen het scherpst <strong>de</strong><br />
ontred<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> jongeren omdat zij zich niet kon<strong>de</strong>n <strong>in</strong>werken, <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>ren omdat<br />
zij niet meer geborgen waren. In tegenstell<strong>in</strong>g met vroeger steeg het aantal<br />
zelfmoor<strong>de</strong>n sneller bij <strong>de</strong> vrouwen dan bij <strong>de</strong> mannen, en over het algemeen pleeg<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong> vrouwen jonger zelfmoord. Wellicht waren <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>voor</strong> hen<br />
ondraaglijker.<br />
Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1886-1910 verdubbel<strong>de</strong> het aantal zelfmoor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustrie<br />
en steeg het met achttien percent <strong>in</strong> <strong>de</strong> vrije beroepen, met zeventien percent <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
han<strong>de</strong>l, met <strong>de</strong>rtien percent <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>land</strong>bouw. Zelfmoord gebeur<strong>de</strong> dus <strong>voor</strong>al <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
beroepen die het meest door <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen wer<strong>de</strong>n geraakt, maar <strong>de</strong> aanduid<strong>in</strong>g<br />
blijft vaag: <strong>de</strong> statistieken zeggen on<strong>de</strong>r meer niets over het on<strong>de</strong>rscheid tussen<br />
werkgevers en werknemers.<br />
Geografisch komt zelfmoord het meest <strong>voor</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke agglomeraties, maar<br />
alleen door het on<strong>de</strong>rzoek van een representatief aantal <strong>in</strong>dividuele gevallen zou men<br />
kunnen achterhalen of <strong>de</strong> toename hier het gevolg was van ontred<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. 13.<br />
De crim<strong>in</strong>aliteitsstatistieken laten pas vanaf 1898 het uittekenen van een evolutie<br />
toe, omdat zij dan volgens constante normen wer<strong>de</strong>n opgesteld. Zij tonen dat <strong>de</strong><br />
misdadigheid tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> Belle Epoque toenam.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
245<br />
De stijg<strong>in</strong>g was niet meer, zoals <strong>in</strong> het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw, 14. het gevolg<br />
van armoe<strong>de</strong> maar van ontwortel<strong>in</strong>g. 15. De hoogste crim<strong>in</strong>aliteit kwam <strong>voor</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
arrondissementen met <strong>de</strong> grootste mobiliteit. Het zwaarst belast waren Kortrijk door<br />
<strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van Menen en Moeskroen, Brugge door <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van Oosten<strong>de</strong> en <strong>de</strong><br />
kust, en Charleroi. Op <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats kwamen <strong>de</strong> arrondissementen Brussel,<br />
Antwerpen en Gent, met <strong>voor</strong>aan <strong>de</strong> kantons die direct <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloedssfeer van <strong>de</strong><br />
stad lagen. Tongeren, Marche en Huy had<strong>de</strong>n het laagste crim<strong>in</strong>aliteitscijfer en waren<br />
ook <strong>de</strong> m<strong>in</strong>st geïndustrialiseer<strong>de</strong> arrondissementen. Deze verhoud<strong>in</strong>gen bleven<br />
<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> <strong>in</strong> alle <strong>voor</strong>oorlogse jaren. 16.<br />
Het aparte geval van Turnhout bevestigt <strong>de</strong> algemene strekk<strong>in</strong>g. Rond 1900 stond<br />
dit eens zo rustige arrondissement bovenaan op <strong>de</strong> lijst van <strong>de</strong> crim<strong>in</strong>aliteit,<br />
onmid<strong>de</strong>llijk na Brugge en Kortrijk en vóór Gent, Nijvel en Leuven. 17. De <strong>voor</strong>zitter<br />
van <strong>de</strong> Turnhoutse arrondissementsrechtbank schreef <strong>de</strong>ze evolutie toe aan <strong>de</strong><br />
uitbreid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> buurtspoorwegen, waardoor vele <strong>in</strong>heemsen dag- of weekpen<strong>de</strong>laars<br />
wer<strong>de</strong>n, en aan <strong>de</strong> plotse en <strong>in</strong>tensieve <strong>in</strong>dustrialiser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> streek die een groot<br />
aantal vreem<strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs aantrok. Er was meer welvaart maar <strong>de</strong> ze<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n losser,<br />
wat ‘op sommige dagen tot een explosie van brutale, wil<strong>de</strong> driften’ leid<strong>de</strong>. De<br />
autochtone bevolk<strong>in</strong>g bleef onaangetast maar was aanvankelijk niet <strong>in</strong> staat <strong>de</strong> nieuwe<br />
groepen op te vangen. Gelei<strong>de</strong>lijk werd <strong>in</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> jaren het evenwicht hersteld. 18.<br />
Breuk<br />
Het angstgevoelen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Belle Epoque was meer dan <strong>de</strong> stemm<strong>in</strong>g van een generatie.<br />
Het ontstond uit <strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>g van verdwenen veiligheid en duidt daarom op een breuk.<br />
Door het wegvallen van <strong>de</strong> draagvlakken die het leven had<strong>de</strong>n geschraagd en<br />
duurzaam gemaakt, week het langzaam geritmeer<strong>de</strong> bestaan <strong>voor</strong> een jachtiger<br />
tempo. 19. Men leef<strong>de</strong> niet alleen onrustiger, men bewoog zich <strong>in</strong> een omgev<strong>in</strong>g die<br />
vreemd was gewor<strong>de</strong>n.<br />
Uit <strong>de</strong>ze breuk is <strong>de</strong> tw<strong>in</strong>tigste eeuw geboren. Wanneer men <strong>voor</strong> ogen houdt dat<br />
het moment van <strong>de</strong> ruptuur samenvalt met <strong>de</strong> doorbraak van <strong>de</strong> massa<strong>de</strong>mocratie<br />
begrijpt men <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van het samenleven na <strong>de</strong> eerste wereldoorlog: <strong>de</strong><br />
nieuwe maatschappij werd opgebouwd zon<strong>de</strong>r tradities en on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> bl<strong>in</strong><strong>de</strong> druk van<br />
<strong>de</strong> massa.<br />
De neig<strong>in</strong>g om mee te drijven met <strong>de</strong> stroom, om te doen ‘als <strong>de</strong> grote hoop’ was<br />
echter al vóór <strong>de</strong> eeuwwissel<strong>in</strong>g begonnen en werd door enkele tijdgenoten<br />
gesignaleerd als een nieuw en dreigend fenomeen. De bekendste on<strong>de</strong>r hen is Gustave<br />
Le Bon. ‘L'âge où nous entrons sera véritablement l'ère <strong>de</strong>s foules’ schreef hij <strong>in</strong><br />
1895 <strong>in</strong> zijn Psychologie <strong>de</strong>s foules. 20. Hij bedoel<strong>de</strong> hiermee niet alleen <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed<br />
van <strong>de</strong> groepen op het historisch gebeuren maar ook en <strong>voor</strong>al het subjectieve effect<br />
van het behoren tot <strong>de</strong> massa: <strong>de</strong> mentale vervlakk<strong>in</strong>g waaraan <strong>de</strong> <strong>in</strong>dividuele mens<br />
is blootgesteld <strong>in</strong> een door massa's beheerste maatschappij maakt hem tot een<br />
on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van wat Le Bon <strong>de</strong> ‘foule psychologique’ heet, ook wanneer hij niet lijfelijk<br />
van <strong>de</strong> menigte <strong>de</strong>el uitmaakt.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Explicieter dan Le Bon zag Gabriel Tar<strong>de</strong>, <strong>in</strong> L'op<strong>in</strong>ion et la foule (1901), een<br />
massificatie die hij toeschreef aan <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong> pers op <strong>de</strong> lezers. Dit medium<br />
riep een nieuw soort ‘publiek’ <strong>in</strong> het leven, een ‘louter geestelijke collectiviteit’ van<br />
ruimtelijk geschei<strong>de</strong>n maar ‘mentaal’ samenhoren<strong>de</strong> <strong>in</strong>dividuen die <strong>de</strong> ‘suggestie op<br />
een afstand’, <strong>de</strong> ‘besmett<strong>in</strong>g zon<strong>de</strong>r contact’ van het blad en zijn lezerskr<strong>in</strong>g<br />
on<strong>de</strong>rg<strong>in</strong>gen. 21. Dit was <strong>in</strong> <strong>de</strong> ogen van Tar<strong>de</strong> het beg<strong>in</strong> van een ontwikkel<strong>in</strong>g naar<br />
‘een massa-tijdperk zon<strong>de</strong>r massa-bijeenkomsten’. 22.<br />
Achter <strong>de</strong> analyses van Le Bon en Tar<strong>de</strong> steekt <strong>de</strong> burgervrees <strong>voor</strong> een nieuwe<br />
bedreig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> massa maar impliciet tonen hun geschriften ook <strong>de</strong> bezorgdheid<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> aanrand<strong>in</strong>g van het zelfstandig oor<strong>de</strong>len en han<strong>de</strong>len bij steeds meer mensen.<br />
Het is een an<strong>de</strong>r teken van <strong>de</strong> angst die ontstaat <strong>in</strong> een veran<strong>de</strong>rend milieu dat men<br />
niet meer beheerst. ‘Men dient <strong>de</strong> man van één enkel boek te vrezen, schreef Tar<strong>de</strong>,<br />
maar hoeveel gevaarlijker is niet <strong>de</strong> man van één krant? Dat zijn wij bijna allemaal,<br />
en daar ligt het gevaar van <strong>de</strong> nieuwe tijd.’ 23.<br />
De opkomst van <strong>de</strong> massa, die op het politiek en maatschappelijk leven beg<strong>in</strong>t te<br />
wegen en als surrogaat dient van wat eens <strong>de</strong> zelfstandigheid <strong>de</strong>r volksmensen was,<br />
behoort tot <strong>de</strong> verglijd<strong>in</strong>gen die het uiteenvallen van een maatschappij aankondigen.<br />
E<strong>in</strong>dnoten:<br />
1. Tillich, 53-54; De Vries, 16.<br />
2. T<strong>in</strong><strong>de</strong>mans, 161-162, 170-171, 182-193, 264, 266.<br />
3. BTFG 1971, 1151-1154 (J. Stengers).<br />
4. BTFG 1971, 1157 (J. Stengers).<br />
5. BTFG 1971, 1119-1174 (J. Stengers).<br />
6. BTFG 1971, 1166 (J. Stengers).<br />
7. De Witte, 61-62, 187, 189-205 en passim.<br />
8. Le Mon<strong>de</strong> 22-23 juni 1975 (R. Gary).<br />
9. Franck, 24.<br />
10. Stijns 1888, 20.<br />
11. Buysse 1894, II, 50-51.<br />
12. Statistique, 554-555, 558-559, 560-561; Jacquart 1921, 125 127.<br />
13. Jacquart 1906 A, 225.<br />
14. Ducpétiaux 1855 B, 447-448; Fai<strong>de</strong>r, 155-156.<br />
15. Joly, 352-354.<br />
16. Joly, 194-214, 223-231, 326-334, 345-346; Statistique judiciaire III, p. XXXIII (1900), VIII,<br />
p. XXXII-XXXIII (1905), XV, p. XXXIV-XXXVI (1912).<br />
17. Statistique judiciaire, III, p. XXXIII.<br />
18. Joly, 281-284; Statistique judiciaire VIII, p. XXXII, XV, p. XXXIV.<br />
19. Vgl. Bertels, passim.<br />
20. Le Bon, 3; G<strong>in</strong>er, 58-59.<br />
21. Tar<strong>de</strong>, 1-6.<br />
22. G<strong>in</strong>er, 62.<br />
23. Tar<strong>de</strong>, 17. Zeventien<strong>de</strong> hoofdstuk (247-251)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Berken te Genk (J. Coosemans)<br />
246<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Oorlog aan <strong>de</strong> e<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />
Het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van een tijdperk<br />
247<br />
De Belle Epoque bloei<strong>de</strong> uit vóór <strong>de</strong> eerste wereldoorlog begon. In <strong>de</strong> laatste jaren<br />
dook een nieuwe behoefte aan soberheid op. De mo<strong>de</strong> werd beschei<strong>de</strong>ner. De Art<br />
Nouveau gold nu als ‘onmo<strong>de</strong>rn’; rond 1910 was zij ‘niet alleen uitgeleefd maar een<br />
<strong>voor</strong>werp van spot’. 1. De krullen en arabesken ruim<strong>de</strong>n <strong>de</strong> plaats <strong>voor</strong> geometrische<br />
rechtlijnigheid.<br />
In België werd het verlangen naar meer soberheid niet direct <strong>in</strong>gegeven door <strong>de</strong><br />
vrees <strong>voor</strong> een na<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> oorlog. 2. De groeien<strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationale spann<strong>in</strong>g liet <strong>de</strong><br />
openbare op<strong>in</strong>ie onberoerd. Het <strong>land</strong> had s<strong>in</strong>ds 1831 <strong>de</strong> Europese conflicten alleen<br />
op afstand meegemaakt, meestal met economisch profijt, en waan<strong>de</strong> zich veilig <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> neutraliteit. Omdat oorlog onmogelijk werd geacht kon <strong>de</strong> burgerij zon<strong>de</strong>r<br />
schuldgevoelens antimilitaristisch zijn. Zij wenste haar stoffelijke belangen niet te<br />
laten aantasten door legeruitgaven en krijgsdienstbaarhe<strong>de</strong>n, en hield haar zonen<br />
door afkoop buiten het misprezen leger. Het Belgisch leger, zei Helleputte <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
Kamer, ‘is er een dat niet hoeft te vechten’. ‘S<strong>in</strong>ds tweeëntachtig jaar, schreef het<br />
katholieke Brusselse blad Le Patriote op 21 november 1912, jaagt men ons schrik<br />
aan met het spookbeeld van <strong>de</strong> <strong>in</strong>vasie, maar al die jaren hebben wij niet één<br />
geweerschot aan onze grenzen gehoord.’ De wet van 14 <strong>de</strong>cember 1909 op <strong>de</strong> beperkte<br />
persoonlijke dienstplicht haal<strong>de</strong> het <strong>in</strong> <strong>de</strong> Kamer door <strong>de</strong> stemmen van <strong>de</strong> oppositie:<br />
slechts achtentw<strong>in</strong>tig van <strong>de</strong> zevenentachtig katholieken stem<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong> wet.<br />
Enkele weken lang, <strong>in</strong> <strong>de</strong> zomer van 1911, veroorzaakten <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> Marokkocrisis<br />
en <strong>de</strong> nieuwe spann<strong>in</strong>g tussen Duits<strong>land</strong> en Frankrijk rond <strong>de</strong> affaire van Agadir<br />
enige onrust. Zij werd <strong>in</strong> stand gehou<strong>de</strong>n door een perscampagne van Le Soir on<strong>de</strong>r<br />
<strong>de</strong> titel ‘Sommes-nous prêts?’. Deze artikelenreeks leid<strong>de</strong> tot het alarmeren<strong>de</strong> besluit<br />
dat België militair niet paraat was en daarom onvermij<strong>de</strong>lijk een <strong>in</strong>valsweg <strong>voor</strong><br />
Duits<strong>land</strong> moest zijn. De onthull<strong>in</strong>gen schrikten het publiek even op, maar toen het<br />
alarm om Agadir <strong>voor</strong>bij was keer<strong>de</strong> <strong>de</strong> zorgeloosheid terug.<br />
Vanaf 1912 wist <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g met zekerheid dat België het terre<strong>in</strong> zou zijn van een<br />
eventuele oorlog tussen <strong>de</strong> Driebond en <strong>de</strong> Triple Entente. Alleen door <strong>de</strong><br />
weerbaarheid van het <strong>land</strong> zo snel mogelijk op te drijven kon een katastrofe wor<strong>de</strong>n<br />
verme<strong>de</strong>n. Reger<strong>in</strong>gslei<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Broqueville nam op 11 november 1912 het <strong>de</strong>partement<br />
van Oorlog <strong>in</strong> eigen han<strong>de</strong>n en leg<strong>de</strong> op 5 <strong>de</strong>cember een wetsontwerp neer ter<br />
<strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> algemene persoonlijke dienstplicht. Na een verklar<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> gesloten<br />
<strong>de</strong>uren over <strong>de</strong> Duitse <strong>in</strong>vasieplannen won hij <strong>de</strong> katholieke fractie <strong>voor</strong> het ontwerp.<br />
Het werd op 28 mei 1913 <strong>in</strong> <strong>de</strong> Kamer gestemd door achtentachtig katholieken (op<br />
hon<strong>de</strong>rd en één) en vijftien liberalen (op vierenveertig). De openbare op<strong>in</strong>ie was<br />
echter niet overtuigd van het gevaar. ‘Laat ons <strong>de</strong> groteske boeman van <strong>de</strong><br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Antimilitaristisch pamflet<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
248<br />
Duitse bedreig<strong>in</strong>g, die regelmatig <strong>de</strong> Belgische vrolijkheid komt overschaduwen,<br />
opsluiten <strong>in</strong> <strong>de</strong> bergplaats <strong>voor</strong> ou<strong>de</strong>, afgedankte accessoires’ schreef <strong>de</strong> Journal <strong>de</strong><br />
Bruxelles op 8 augustus 1913, m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan één jaar <strong>voor</strong> het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> oorlog.<br />
‘De oorlog is onvermij<strong>de</strong>lijk en nabij’ had Willem II aan kon<strong>in</strong>g Albert gezegd<br />
tij<strong>de</strong>ns hun ontmoet<strong>in</strong>g te Potsdam op 6 november 1913, maar daarvan wist het<br />
publiek niets. De mensen maakten zich enkel zorgen om <strong>de</strong> economische crisis die<br />
uit <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationale spann<strong>in</strong>gen <strong>voor</strong>tvloei<strong>de</strong> en <strong>in</strong> België scherper werd aangevoeld<br />
dan el<strong>de</strong>rs, omdat <strong>de</strong> economie er afhankelijk was van <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustriële export.<br />
Na <strong>de</strong> aanslag te Serajevo op 28 juni 1914 bleef <strong>de</strong> openbare op<strong>in</strong>ie nog een drietal<br />
weken <strong>in</strong> <strong>de</strong> onwetendheid van wat er werkelijk gebeur<strong>de</strong> buiten <strong>de</strong> grenzen. De pers<br />
had meer aandacht <strong>voor</strong> het proces Caillaux <strong>in</strong> Parijs dan <strong>voor</strong> het onwaarschijnlijk<br />
geachte oorlogsgevaar. ‘Wij <strong>de</strong>len hoegenaamd niet, schreef Le Patriote op 5 juli,<br />
het diplomatieke alarm dat als motief dien<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> recente militaire wet. Wij hebben<br />
geen enkele re<strong>de</strong>n om te veron<strong>de</strong>rstellen dat Willem II zijn herhaal<strong>de</strong> beloften ontrouw<br />
zou wor<strong>de</strong>n.’ De antimilitaristen slaag<strong>de</strong>n er zelfs <strong>in</strong> van <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>gslei<strong>de</strong>r een<br />
buitengewoon verlof <strong>voor</strong> <strong>de</strong> licht<strong>in</strong>g van 1913 los te krijgen. Het g<strong>in</strong>g <strong>in</strong> op 15 juli.<br />
Tien dagen later wist heel Europa dat Oostenrijk-Hongarije op 13 juli een ultimatum<br />
aan Servië had gesteld. Plots besefte ie<strong>de</strong>reen hoe ernstig <strong>de</strong> toestand was. Op 29<br />
juli vernam men <strong>in</strong> België dat Oostenrijk <strong>de</strong> dag tevoren <strong>de</strong> oorlog had verklaard aan<br />
Servië. Het leger werd op versterkte voet van vre<strong>de</strong> gebracht. Brutaal en <strong>voor</strong>goed<br />
verdween <strong>de</strong> ‘Belgische vrolijkheid’. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> druk van <strong>de</strong> ‘onheilspellen<strong>de</strong> berichten’<br />
brak het vertrouwen <strong>in</strong> het <strong>in</strong>wisselbare bankbiljet. In lange rijen schoof het publiek<br />
aan <strong>voor</strong> <strong>de</strong> loketten van <strong>de</strong> Nationale Bank om <strong>de</strong> biljetten <strong>in</strong> te wisselen <strong>voor</strong><br />
zilveren vijffrankstukken. 3. De mensen begonnen te hamsteren, wat <strong>de</strong> prijzen naar<br />
omhoog joeg. In Brussel stegen <strong>de</strong> groenten met zestig tot zeventig percent, <strong>de</strong><br />
aardappelen met driehon<strong>de</strong>rd percent. Er werd gevochten en geplun<strong>de</strong>rd. En van uit<br />
<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n sloeg <strong>de</strong> paniek over naar het platte<strong>land</strong>.<br />
Zondag 2 augustus was een heerlijke zomerdag. Een laatste keer <strong>in</strong> vre<strong>de</strong>stijd<br />
trokken <strong>de</strong> Brusselaars naar het Ter Kamerenbos en het Zoniënwoud. In <strong>de</strong> namiddag<br />
kwamen <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g en vertegenwoordigers van <strong>de</strong> Nationale Bank en <strong>de</strong> Brusselse<br />
banken bijeen om zich te bera<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële toestand. Het <strong>in</strong>voeren van <strong>de</strong><br />
gedwongen koers leek <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g toen nog <strong>voor</strong>barig. Maar om zeven uur 's<br />
avonds ontv<strong>in</strong>g <strong>de</strong> m<strong>in</strong>ister van Buiten<strong>land</strong>se Zaken het Duitse ultimatum. De<br />
volgen<strong>de</strong> dag publiceer<strong>de</strong> het staatsblad een kon<strong>in</strong>klijk besluit dat <strong>de</strong> Nationale<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De massa <strong>in</strong> <strong>de</strong> rij vóór <strong>de</strong> Nationale Bank, Brussel augustus 1914<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
249<br />
Het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van een tijdperk: Kon<strong>in</strong>g Albert op weg naar het Palementsgebouw, 4 augustus 1914<br />
Bank ‘tot na<strong>de</strong>r or<strong>de</strong>r ontsloeg van <strong>de</strong> verplicht<strong>in</strong>g haar biljetten <strong>voor</strong> speciën <strong>in</strong> te<br />
wisselen’. Dit was ‘het <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itieve e<strong>in</strong><strong>de</strong> van een perio<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> geldgeschie<strong>de</strong>nis’,<br />
want <strong>de</strong> standaardmunten keer<strong>de</strong>n niet meer terug <strong>in</strong> <strong>de</strong> geldomloop. 4. Het was meteen<br />
het tastbare teken dat een tijdperk werd afgesloten: men zou niet alleen met an<strong>de</strong>r<br />
geld leren leven maar ook met an<strong>de</strong>re opvatt<strong>in</strong>gen.<br />
België kondig<strong>de</strong> <strong>de</strong> algemene mobilisatie af op 31 juli. Zij werd <strong>in</strong> gang gezet vanaf<br />
<strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> dag. Nog gaf men alle hoop niet op want België was toch een neutraal<br />
<strong>land</strong>. Het Duitse ultimatum en het Belgische antwoord verstoor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> laatste illusies<br />
maar leid<strong>de</strong>n niet tot paniek. Over het hele <strong>land</strong> sloeg een golf van vervoer<strong>in</strong>g.<br />
‘Vooruit dan, zonen van <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs en van <strong>de</strong> burgers, schreef Le Peuple op 4<br />
augustus. De mannen die <strong>de</strong> kans niet krijgen om hun armen en hun borsten ter<br />
beschikk<strong>in</strong>g te stellen van het algemeen welzijn benij<strong>de</strong>n en bewon<strong>de</strong>ren u. Maar<br />
als het moet zullen ook zij uw <strong>voor</strong>beeld navolgen, want het is beter te sterven <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong> i<strong>de</strong>e van <strong>de</strong> <strong>voor</strong>uitgang en <strong>de</strong> menselijke solidariteit, dan te blijven leven <strong>in</strong> een<br />
regime waar<strong>in</strong> het recht is verkracht door <strong>de</strong> brutale macht en het barbaarse geweld.’<br />
Het onbezorg<strong>de</strong> optimisme sloeg plots om <strong>in</strong> een euforie die alle<br />
partijtegenstell<strong>in</strong>gen en alle ver<strong>de</strong>eldheid wegveeg<strong>de</strong>. Optimisme en euforie waren<br />
even onwerkelijk. Wat een wereldoorlog beteken<strong>de</strong> zou men pas <strong>in</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />
maan<strong>de</strong>n leren, en dan stortte een wereld <strong>in</strong> die men na<strong>de</strong>rhand <strong>de</strong> ‘belle époque’<br />
heette.<br />
‘Half juli, noteert Mart<strong>in</strong> Premsela <strong>in</strong> zijn Antwerpse her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen, heb ik een<br />
concert bijgewoond dat ik mijn leven lang niet zal vergeten. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> leid<strong>in</strong>g van<br />
Edward Keurvels en <strong>in</strong> een vrome stilte die zelfs <strong>de</strong> trams en auto's eerbiedig<strong>de</strong>n<br />
lieten een groot symfonisch orkest en duizend k<strong>in</strong><strong>de</strong>rstemmen <strong>de</strong> zuivere, zachte,<br />
warm-ontroeren<strong>de</strong> akkoor<strong>de</strong>n<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
250<br />
weerkl<strong>in</strong>ken van Peter Benoits Rubenskantate. En <strong>in</strong> <strong>de</strong> toren borduur<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />
onzichtbare tovenaar Jef Denijn zijn kanten arabesken op het fluweel van <strong>de</strong> nacht.’ 5.<br />
Het is een laatste teken<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Belle Epoque-sfeer. De oorlog en <strong>de</strong> katastrofe<br />
zijn hier nog onwezenlijk. Twee weken later werd <strong>de</strong>ze zaligheid overspoeld door<br />
het hoerapatriottisme dat een snel en zegevierend wegwalsen van <strong>de</strong> <strong>in</strong>dr<strong>in</strong>ger<br />
verwachtte. Eer het jaar <strong>voor</strong>bij was wist men dat het nooit meer zou wor<strong>de</strong>n als<br />
vroeger. Het ontwaken uit een droom die alle veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> laatste twee<br />
<strong>de</strong>cennia had overleefd helpt <strong>de</strong> schok begrijpen die <strong>de</strong> eerste wereldoorlog <strong>voor</strong><br />
ie<strong>de</strong>reen werd.<br />
Voorzichtig besluit<br />
De overrompelen<strong>de</strong> doorbraak <strong>de</strong>r techniek, na een drachttijd van eeuwen: dat is het<br />
e<strong>in</strong>dpunt van <strong>de</strong> stroomversnell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw. De mensen waren<br />
welvaren<strong>de</strong>r gewor<strong>de</strong>n maar ook armer omdat <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n omgekeerd. Zij<br />
begonnen zich te gedragen alsof er achter <strong>de</strong> zichtbare d<strong>in</strong>gen geen an<strong>de</strong>re<br />
werkelijkheid verborgen lag. Het geloof <strong>in</strong> <strong>de</strong> technische <strong>voor</strong>uitgang maakte <strong>de</strong><br />
mensen bl<strong>in</strong>d <strong>voor</strong> <strong>de</strong> langzaam verworven 1wijsheid dat <strong>de</strong> materiële behoeften<br />
on<strong>de</strong>rgeschikt dienen te blijven aan <strong>de</strong> geest en dat het evenwichtige bestaan maar<br />
mogelijk is als <strong>de</strong> band behou<strong>de</strong>n blijft met <strong>de</strong> natuurlijke, uit <strong>de</strong> aandacht van<br />
generaties gegroei<strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g.<br />
In zijn trots om <strong>de</strong> technische verwezenlijk<strong>in</strong>gen verloor <strong>de</strong> mens uit het oog hoe<br />
do<strong>de</strong>lijk het is, <strong>de</strong> cont<strong>in</strong>uïteit van een geestelijke groei te verstoren waar<strong>in</strong> al het<br />
waar<strong>de</strong>volle behou<strong>de</strong>n dient te blijven dat <strong>de</strong> vorige geslachten hebben vergaard. 6.<br />
Vooral <strong>in</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> tw<strong>in</strong>tigste eeuw zou men on<strong>de</strong>rv<strong>in</strong><strong>de</strong>n wat een<br />
bedreig<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> het menselijk bestaan het louter technisch <strong>de</strong>nken is. Maar al vóór<br />
<strong>de</strong> eerste wereldoorlog, bij <strong>de</strong> aanvang van het tijdperk dat naar het nieuwe geloof<br />
probeer<strong>de</strong> te leven, on<strong>de</strong>rvon<strong>de</strong>n enkele groepen hoe <strong>in</strong>humaan een samenlev<strong>in</strong>g kon<br />
zijn die <strong>de</strong> eerbied kwijt was <strong>voor</strong> wat langzaam groei<strong>de</strong>.<br />
Door <strong>de</strong> buitengewone begrot<strong>in</strong>gswet van 1900 en <strong>de</strong> wet van 30 maart 1906<br />
wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> Antwerpse pol<strong>de</strong>r ruim vierduizend hectare onteigend om <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g<br />
van <strong>de</strong> haven en, <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nteel, <strong>de</strong> militaire ver<strong>de</strong>dig<strong>in</strong>g van Antwerpen mogelijk te<br />
maken. Enkele pol<strong>de</strong>rgemeenten verloren hierdoor nagenoeg <strong>de</strong> helft van hun<br />
grondgebied. Het Kamer<strong>de</strong>bat over <strong>de</strong> wet van 1906 duur<strong>de</strong> van 11 juli 1905 tot 24<br />
januari 1906. Aan het woord kwamen hoofdzakelijk <strong>de</strong> <strong>voor</strong>- en tegenstan<strong>de</strong>rs van<br />
het militaire bolwerk dat Antwerpen <strong>in</strong> <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g dien<strong>de</strong> te blijven.<br />
Voor <strong>de</strong> diepere betekenis van <strong>de</strong> onteigen<strong>in</strong>g had niemand oog: men zag <strong>de</strong> hele<br />
aangelegenheid als een nuttige operatie <strong>voor</strong> <strong>de</strong> materiële welvaart. Een paar<br />
volksvertegenwoordigers erger<strong>de</strong>n er zich over dat het manna eens te meer uitsluitend<br />
op <strong>de</strong> rechteroever van <strong>de</strong> Schel<strong>de</strong> viel. ‘Alles <strong>voor</strong> <strong>de</strong> rechteroever, alles <strong>voor</strong><br />
Antwerpen, zei Adolf Daens op 8 november 1905. Alle han<strong>de</strong>l en welvaart, alle<br />
rijkdom en leven! Voor <strong>de</strong> l<strong>in</strong>keroever, <strong>voor</strong> het Land van Waas slechts isolement,<br />
stilte en dood.’ Het dichtst bij <strong>de</strong> kern van <strong>de</strong> zaak kwam <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>naf<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>in</strong> haar<br />
verslag over het reger<strong>in</strong>gsontwerp, maar ook zij herleid<strong>de</strong> alles tot een kwestie van<br />
f<strong>in</strong>anciële vergoed<strong>in</strong>g. De wet, oor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> <strong>de</strong> verslaggever, ken<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
onteigen<strong>in</strong>gsvergoed<strong>in</strong>gen enkel toe aan eigenaars en aan huur<strong>de</strong>rs met een pachtceel.<br />
‘Maar <strong>in</strong> <strong>de</strong> pol<strong>de</strong>r ten noor<strong>de</strong>n van Antwerpen huren <strong>de</strong> boeren hun grond meestal<br />
zon<strong>de</strong>r ceel. En ook hun va<strong>de</strong>r en grootva<strong>de</strong>r bewoon<strong>de</strong>n het hof zon<strong>de</strong>r geschrift.<br />
Vóór <strong>de</strong> onteigen<strong>in</strong>gen was het nooit bij iemand opgekomen dat men niet mocht<br />
blijven waar men steeds had gewerkt. En nu kunnen <strong>de</strong>ze mensen plots, bij gebrek<br />
aan pachtceel, geen aanspraak maken op scha<strong>de</strong>loosstell<strong>in</strong>g’. Daarom vroeg <strong>de</strong><br />
verslaggever <strong>de</strong>ze pachters te vergoe<strong>de</strong>n ‘tot een globaal bedrag van 250.000 frank’.<br />
De Kamer keur<strong>de</strong> dit amen<strong>de</strong>ment goed en schonk hiermee een aalmoes van een<br />
paar hon<strong>de</strong>rd frank per bena<strong>de</strong>el<strong>de</strong> <strong>in</strong>woner <strong>in</strong> ruil <strong>voor</strong> <strong>de</strong> verdrijv<strong>in</strong>g uit een gebied<br />
waar men s<strong>in</strong>ds generaties leef<strong>de</strong>. 7.<br />
Dat Wilmarsdonk, Oor<strong>de</strong>ren en Oosterweel niet alleen burgerlijk en adm<strong>in</strong>istratief<br />
maar ook menselijk ten do<strong>de</strong> waren opgeschreven omdat het hart van het<br />
gemeenschapsleven werd geraakt, kwam bij geen enkel parlementslid op. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />
titel ‘Les dérac<strong>in</strong>és poldériens’ schreef <strong>de</strong> Antwerpse advocaat Constant Stoffels<br />
hierover <strong>in</strong> 1907 een artikel dat onopgemerkt bleef omdat het werd <strong>in</strong>gegeven door<br />
een zorg die als aftands werd beschouwd, maar dat getuig<strong>de</strong> van scherpz<strong>in</strong>nigheid,<br />
een halve eeuw vóór het ‘milieuprobleem’ een tragiek werd: ‘Behoudt een gemeente<br />
die <strong>de</strong> helft van haar grondgebied verliest nog haar <strong>in</strong>dividualiteit? Is zij nog wel een<br />
gemeenschap als haar kern verdwijnt, met zijn openbare <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, zijn<br />
gemeentehuis, zijn <strong>voor</strong>va<strong>de</strong>rlijke kerktoren, zijn kerkhof waar <strong>de</strong> vroegere geslachten<br />
rusten, zijn armenhuis waar <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>ren hun laatste dagen verdromen?... Kan zij met<br />
het geld dat het verlies van <strong>de</strong>ze onvervangbare d<strong>in</strong>gen op-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
251<br />
brengt el<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> een engere ruimte artificieel heropbouwen wat uit <strong>de</strong> piëteit van <strong>de</strong><br />
eeuwen was gegroeid?’ 8.<br />
Dit is geen sentimentaliteit: hier wordt het aarzelend beg<strong>in</strong> gehekeld van een<br />
aberratie die <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> tw<strong>in</strong>tigste eeuw zal aanwoekeren tot een bedreig<strong>in</strong>g<br />
<strong>voor</strong> het samenleven. Wanneer <strong>de</strong> mens uit <strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g wordt verdreven waarmee<br />
hij over <strong>de</strong> eeuwen tot eenheid was gegroeid is <strong>de</strong> grondslag weggeslagen waarop<br />
zijn leven rustte. Hij kan een an<strong>de</strong>r huis krijgen en een nieuwe horizon, maar zijn<br />
geestelijke voed<strong>in</strong>gsbo<strong>de</strong>m is hij kwijt, <strong>voor</strong>goed, vermits geen techiek <strong>de</strong> levensgroei<br />
kan vervangen.<br />
In 1914 liep een wereld ten e<strong>in</strong><strong>de</strong> die nog had geleefd naar <strong>de</strong> ‘ou<strong>de</strong> wet’ en het<br />
mid<strong>de</strong>leeuwse opschrift van het Brusselse stadhuis <strong>in</strong>dachtig bleef:<br />
‘Die eene Stadt wel willen regeren<br />
Sy sullen dit selve po<strong>in</strong>ct hanteren<br />
Getrouwe te zyn harer ou<strong>de</strong>r eere<br />
Dit is <strong>de</strong>r ou<strong>de</strong>r wyser leere’. 9.<br />
Naar <strong>de</strong> ‘ou<strong>de</strong> wet’ leven, dat is aandacht hebben <strong>voor</strong> <strong>de</strong> wijsheid van <strong>de</strong> vroegere<br />
geslachten en zorg <strong>voor</strong> het behoud van wat spontaan met <strong>de</strong> mens mee is ontwikkeld.<br />
Het is eerbied opbrengen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> oerou<strong>de</strong>, zo licht te storen band van <strong>de</strong> mens met<br />
<strong>de</strong> natuur, met een omgev<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> hij werd geboren en waarmee hij groei<strong>de</strong>. De<br />
mens kan ‘dichterlijk’ leven <strong>in</strong> <strong>de</strong> natuur, hij kan luisteren naar ‘het diep gedoken<br />
woord’ en God achter het zichtbare v<strong>in</strong><strong>de</strong>n en nabij hou<strong>de</strong>n. Hij kan <strong>de</strong> natuur ook<br />
omzetten <strong>in</strong> energie, hij kan ze openwoelen om er krachtbronnen uit te putten, hij<br />
kan ze be<strong>de</strong>kken met wegen en dienstbaar maken aan zijn stoffelijke behoeften.<br />
Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk heeft men te kiezen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ene of <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re houd<strong>in</strong>g. Er is, als men het<br />
goed be<strong>de</strong>nkt, geen tussenweg en geen compromis.<br />
De samenlev<strong>in</strong>g die <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste wereldoorlog verdween zag <strong>de</strong> laatste resten van<br />
<strong>de</strong> ‘ou<strong>de</strong> wet’ verloren gaan. Op <strong>de</strong> nieuwe tijd stond <strong>de</strong> hypotheek van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong><br />
eeuw. Niet meer <strong>de</strong> oorspronkelijk gebleven mensen gaven <strong>de</strong> toon aan, maar diegenen<br />
die door <strong>de</strong> ontluister<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> volksontvoogd<strong>in</strong>g, door <strong>de</strong> vertechniser<strong>in</strong>g van het<br />
leven, door <strong>de</strong> mobiliteit van <strong>de</strong> arbeid en <strong>de</strong> beg<strong>in</strong>nen<strong>de</strong> vernietig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> natuur<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> ontwortel<strong>in</strong>g wer<strong>de</strong>n gedreven. Allen samen vorm<strong>de</strong>n zij <strong>de</strong> massa die haar<br />
eigen ‘wet’ zou uit<strong>de</strong>nken.<br />
Vier generaties uit een boerenfamilie bij <strong>de</strong> aanvang van <strong>de</strong> Belle Epoque (L. Frédéric)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
XVI. Emigranten (E. Laermans)<br />
E<strong>in</strong>dnoten:<br />
t.o. 256<br />
1. Haas, 9.<br />
2. Alle gegevens en citaten <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze paragraaf zijn ontleend aan Devleeshouwer, 95, 128, 183,<br />
186-201, 207, 213-217, 230-231, 233, 235-236, 262, 273, 282, 283, 295, 213.<br />
3. Janssens, 155.<br />
4. Janssens, 156-157.<br />
5. Premsela, 28.<br />
6. Lorenz, 74-90.<br />
7. DP Ch 1904-1906, nr. 223, p. 482-498; AP Ch 1904-1905, p. 1921-1924, 2210; 1905-1906, p.<br />
160, 409, 443; Pas<strong>in</strong>omie 1906, nr. 80.<br />
8. BAL 1907, 177-178 (C. Stoffels).<br />
9. Buis, titelbladzij<strong>de</strong>.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Bronnenlijst<br />
1. Werken<br />
259<br />
Addison<br />
H.R. Addison, Belgium as she is, Brussel-Leipzig, 1843<br />
Aerts<br />
J.-J. Aerts, La plancbe <strong>de</strong> salut pour la jeunesse <strong>de</strong>s villes et <strong>de</strong>s villages on Le<br />
Patronage <strong>de</strong> jeunes gens dans la société contempora<strong>in</strong>e. Nouvelle édition,<br />
Leuven, 1893<br />
Agriculture<br />
L'Agriculture beige <strong>de</strong> 1885 à 1910. Monographies publiées à l'occasion du<br />
XXVe anniversaire <strong>de</strong> l'<strong>in</strong>stitution du Service <strong>de</strong>s Agronomes <strong>de</strong> l'Etat, Leuven,<br />
1910<br />
Algemene Geschie<strong>de</strong>nis<br />
Algemene Geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong>en, 12 <strong>de</strong>len, Utrecht, 1949-1958<br />
Altenloh<br />
Emilie Altenloh, Zur Soziologie <strong>de</strong>s K<strong>in</strong>o. Die K<strong>in</strong>o-Unternehmung und die<br />
sozialen Schichten ihrer Besucher, Jena, 1914<br />
André<br />
Robert André et José Pereira-Roque, La démographie <strong>de</strong> la Belgique au XlXe<br />
siècle, Brussel, 1974<br />
Anseele<br />
E. Anseele, Voor 't volk geofferd. Twee<strong>de</strong> uitgave, Gent, 1881<br />
Art<br />
Jan Art, Determ<strong>in</strong>anten van kerkelijkheid. Relaties tussen <strong>de</strong> structurele uitbouw<br />
van <strong>de</strong> Kerk, haar aanhang en sociaal-economische evolutie (Bisdom Gent<br />
<strong>1830</strong>-1914) (Onuitgegeven doctorale verhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g, 2 <strong>de</strong>len, Gent, 1975)<br />
Assemblée<br />
Assemblée Générale <strong>de</strong>s Catholiques en Belgique. Deuxième session à Mal<strong>in</strong>es.<br />
29 août-3 septembre 1864, 2 <strong>de</strong>len, Brussel, 1865<br />
Augu<strong>in</strong><br />
Edgard Augu<strong>in</strong>, Plages belges, vier <strong>de</strong>len, Parijs, (1898-1899)<br />
Avanti<br />
Avanti (O. Roe<strong>land</strong>ts), Een terugblik. Bijdrage tot <strong>de</strong> Geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r Gent<br />
sche Arbei<strong>de</strong>rs beweg<strong>in</strong>g. Twee<strong>de</strong> herziene uitgave, met bijvoeg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />
toestan<strong>de</strong>n tot 1931, 3 <strong>de</strong>len, Gent, (1931)<br />
Bard<strong>in</strong><br />
A. Bard<strong>in</strong>, Blankenberghe. Notes historiques. Ba<strong>in</strong>s. Pêche. Renseignements,<br />
Blankenberge-Brugge, 1864<br />
Bartélerny<br />
Joseph Bartélemy, L'organisation du suffrage et l'expérience belge. Suffrage<br />
censitaire, capacitaire, universel, suffrage plural, vote obligatoire, s<strong>in</strong>cérité<br />
<strong>de</strong>s opérations électorales, scrut<strong>in</strong> <strong>de</strong> liste, scrut<strong>in</strong> un<strong>in</strong>om<strong>in</strong>al, représentation<br />
<strong>de</strong>s <strong>in</strong>térêts, représentation proportionnelle, Parijs, 1912<br />
Bau<strong>de</strong>laire<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Charles Bau<strong>de</strong>laire, Pauvre Belgique. Texte publié par Jacques Crépet et Clau<strong>de</strong><br />
Pichois, Parijs, 1953<br />
Beatse<br />
Georges Beatse, L'<strong>in</strong>dustrie du meuble à Mal<strong>in</strong>es (Les <strong>in</strong>dustries à domicile en<br />
Belgique. M<strong>in</strong>istère <strong>de</strong> I'<strong>in</strong>dustrie et du Travail. Office du Travail, III, 1-54),<br />
Brussel, 1907<br />
Beerblock<br />
Karl Beerblock, L'<strong>in</strong>dustrie <strong>de</strong>s peaux <strong>de</strong> lièvre et <strong>de</strong> lap<strong>in</strong> en F<strong>land</strong>re. Traduit<br />
du flamand par Mme Gila<strong>in</strong>, docteur en droit, Brussel, 1912<br />
Beetemé<br />
G. Beetemé, Antwerpen. Moe<strong>de</strong>rstad van han<strong>de</strong>l en kunst. Nieuwe vermeer<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />
uitgave, 3 <strong>de</strong>len, Antwerpen, 1893<br />
Belgique illustrée<br />
La Belgique illustrée, ses monuments, ses paysages, ses oeuvres d'art. Publiée<br />
sous la direction <strong>de</strong> M. Emile Bruylant, 3 <strong>de</strong>len, Brussel, s.a.<br />
Belgique monumentale<br />
La Belgique monumentale, historique et pittoresque, par H.G. Moke e.a., 2<br />
<strong>de</strong>len, Brussel, 1844<br />
Benoit<br />
Peter Benoit, Vlaamsche Brieven, Antwerpen, (1902)<br />
Bergmann<br />
Anton Bergmann, Geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r stad Lier. Met platen naar teeken<strong>in</strong>gen van<br />
J.B. De Weert, bestuur<strong>de</strong>r <strong>de</strong>r Aca<strong>de</strong>mie van Lier, Antwerpen, 1893<br />
Berlemont<br />
Mechelse kronieken van het jaar 1 tot 1945 samengesteld door F.A. Berlemont,<br />
Brussel, 1975<br />
Bertels<br />
Kees Bertels, Geschie<strong>de</strong>nis tussen struktuur en evenement. Een methodologies<br />
en wijsgerig on<strong>de</strong>rzoek, Amsterdam, 1973<br />
Bertrand 1888<br />
Louis Bertrand, Le logement <strong>de</strong> l'ouvrier et du pauvre en Belgique,<br />
Brussel-Parijs, 1888<br />
Bertrand 1912<br />
Louis Bertrand, La naissance d'une ville. Schaerbeek <strong>de</strong>puis c<strong>in</strong>quante ans.<br />
1860-1910, Brussel, 1912<br />
Bilé<br />
Elie Bilé, Blankenberge, Een rijk verle<strong>de</strong>n, een schone toekomst, Blankenberge,<br />
1971<br />
Biographie nationale<br />
Biographie nationale publiée par l' Académie royale <strong>de</strong>s Sciences, <strong>de</strong>s Lettre's<br />
et <strong>de</strong>s Beaux-Arts <strong>de</strong> Belgique, 38 <strong>de</strong>len, Brussel, 1866-1973<br />
Blanchard<br />
Raoul Blanchard, La F<strong>land</strong>re. Etu<strong>de</strong> geographique <strong>de</strong> la pla<strong>in</strong>e flaman<strong>de</strong> en<br />
France, Belgique et Hol<strong>land</strong>e, Parijs, 1906<br />
Boël<br />
Marthe Boë1 et Christiane Duchêne, Le Fém<strong>in</strong>isme en Belgique 1892-1914,<br />
Brussel, 1955<br />
Bols<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Jan Bols, Hon<strong>de</strong>rd ou<strong>de</strong> Vlaamsche lie<strong>de</strong>ren met woor<strong>de</strong>n en zangwijzen<br />
verzameld en <strong>voor</strong> <strong>de</strong> eerste maal aan het licht gebracht, Namen, 1897<br />
Borsi<br />
Franco Borsi et Paolo Portughesi, Victor Horta. Préface <strong>de</strong> Jean Delhaye. Traduit<br />
<strong>de</strong> l'italien par Jean-Marie Van <strong>de</strong>r Meersch. Bibliographie Suzanne<br />
Henrion-Gille, Brussel, 1970<br />
Bossut<br />
H. Bossut, Gui<strong>de</strong> pratique <strong>de</strong>s vélocipédistes pour les prov<strong>in</strong>ces <strong>de</strong> Namur,<br />
Luxembourg, Liège, une partie du Limbourg belge et du Limbourg hol<strong>land</strong>ais,<br />
les Ar<strong>de</strong>nnes françaises et les prov<strong>in</strong>ces rhénanes (4.365 kms) publié<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
260<br />
par le Cycliste belge, organe hebdomadaire, (Brussel), 1891<br />
Boyce<br />
Boyce et Richard, Manuel du voyageur en Belgique, it<strong>in</strong>éraire artistique,<br />
<strong>in</strong>dustriel et manufacturier. Sixième édition, Parijs, 1844<br />
Braun-Ronsdorf<br />
Margarete Braun-Ronsdorf, Des Merveilleuses aux Garconnes. Histoire <strong>de</strong><br />
l'élégance en Europe <strong>de</strong> 1789 à 1929, Parijs, 1963<br />
Broeckaert<br />
P.F. Broeckaert, Predikatie en Arbei<strong>de</strong>rsprobleem. On<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> sociale<br />
opvatt<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> seculiere en reguliere clerus <strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren (1800-1914)<br />
(Katholieke Universiteit te Leuven. Verzamel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> School <strong>voor</strong> Politieke<br />
en Sociale Wetenschappen, nr. 174), Mechelen, 1963<br />
Brom<br />
Gerard Brom, Alfons Ariëns. Nieuwe uitgaaf met een woord van Zijne Em<strong>in</strong>entie<br />
Johannes Kard<strong>in</strong>aal <strong>de</strong> Jong, Utrecht-Brussel, 1950<br />
Brongers<br />
Georg A. Brongers, Nicotiana Tabacum. The history of tobacco and tobacco<br />
smok<strong>in</strong>g <strong>in</strong> the Nether<strong>land</strong>s. Amsterdam, 1964<br />
Brouwers<br />
Bert Brouwers, Literatuur en revolutie. <strong>Deel</strong> II. De Vlaamse literatuur en <strong>de</strong><br />
revolutie van 1848, Meppel, 1971<br />
Bublot<br />
Georges Bublot, La production agricole beige. Etu<strong>de</strong> économique séculaire<br />
1846-1955, Leuven, 1957<br />
Buls<br />
Ch. Buls, Esthétique <strong>de</strong>s Villes, Brussel, 1893<br />
Burggraeve<br />
Dr. Burggraeve, Question sociale. Amélioration <strong>de</strong> la vie domestique <strong>de</strong> la<br />
classe ouvrière, Gent, 1864 2<br />
Busken Huet<br />
Cd. Busken Huet, Het Land van Rubens. Belgische reisher<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen, Haarlem,<br />
1912 4<br />
Buysse 1893<br />
Cyriel Buysse, Het Recht van <strong>de</strong>n Sterkste, Amsterdam, 1893<br />
Buysse 1894<br />
Cyriel Buysse, Sursum Corda!, 2 <strong>de</strong>len, Amsterdam, (1894)<br />
Buysse 1900<br />
Cyriel Buysse, 'n Leeuw van Vlaan<strong>de</strong>ren, Amsterdam, (1900)<br />
Castel<br />
Hendrik Castel, Chronyke van Antwerpen. Al <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>rste gebeurtenissen<br />
onzer stad s<strong>in</strong>ds <strong>1830</strong> tot 1914, breedvoerig en naar officieele documenten <strong>in</strong><br />
woord en beeld, Antwerpen, s.a.<br />
Catl<strong>in</strong><br />
Marjorie Catl<strong>in</strong> Roehm, The letters of George Catl<strong>in</strong> and his family. A chronicle<br />
of the American West, Berkeley-Los Angeles, 1966<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Caumart<strong>in</strong><br />
Caumart<strong>in</strong>, Souvenirs <strong>de</strong> voyage. Un Liégeois à Nieuport, Luik, 1878<br />
Charlier<br />
Gustave Charlier, Le mouvement romantique en Belgique (1815-1850) II. Vers<br />
un romantisme national, Brussel, 1959<br />
Christ<strong>in</strong>e<br />
Christ<strong>in</strong>e, Au fil <strong>de</strong>s jours (Chronique Bmxelloise <strong>de</strong> 1908-1909), Brussel, 1911<br />
Claes<br />
Georges Claes, Réflexions sur le Pauperisme et la Mendicité, Tongeren, 1854<br />
E. Claeys<br />
Emilie Claeys, Het vrouwenstemrecht (Socialistische Arbei<strong>de</strong>rspartij. Af<strong>de</strong>el<strong>in</strong>g<br />
Gent), Gent, 1892<br />
P. Claeys 1885<br />
Prosper Claeys, Pages d'histoire locale gantoise, 3 <strong>de</strong>len, Gent, 1885-1894<br />
P. Claeys 1899<br />
Prosper Claeys, Notes et Souvenirs, 3 <strong>de</strong>len, Gent, 1899-1907<br />
Clemens<br />
C.H. Clemens, Her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen en Ontmoet<strong>in</strong>gen. Nieuwe schetsen uit<br />
Noord-Braband, Limburg en België. Met 4 platen, Nijmegen, 1840<br />
Clerbois<br />
L. Clerbois, Histoire <strong>de</strong> l'éclairage public à Bruxelles, s.l, 1910<br />
Col<strong>in</strong>on<br />
Maurice Col<strong>in</strong>on, Histoire <strong>de</strong>s Jeux Olympiques, Parijs, 1960<br />
Con<strong>in</strong>ckx<br />
Hyac.-J.-B. Con<strong>in</strong>ckx, Mechelse Ze<strong>de</strong>n, Gewoonten, Spreek- en Zegwaar<strong>de</strong>n<br />
van eertijds en nu verzameld <strong>in</strong> drie reeksen, Mechelen, 1911 (anastatische<br />
herdruk Antwerpen 1974)<br />
Conscience<br />
Hendrik Conscience, De burgers van Darl<strong>in</strong>gen. Ze<strong>de</strong>tafereel <strong>in</strong> twee tijdvakken.<br />
Met acht platen door Edward Dujard<strong>in</strong>, 2 <strong>de</strong>len, Antwerpen, 1861<br />
Considérant<br />
N. Considérant, Du travail <strong>de</strong>s enfants dans les manufactures et dans les ateliers<br />
<strong>de</strong> la petite <strong>in</strong>dustrie, Brussel-Leipzig, 1863<br />
Coornaert<br />
Maurits Coornaert, Knokke en het Zw<strong>in</strong>. De geschie<strong>de</strong>nis, <strong>de</strong> topografie en <strong>de</strong><br />
toponimie van Knokke met een studie over <strong>de</strong> Zw<strong>in</strong><strong>de</strong>lta, Tielt, 1974<br />
Cor<strong>de</strong>wiener<br />
André Cor<strong>de</strong>wiener, Etu<strong>de</strong> <strong>de</strong> la presse liègeoise <strong>de</strong> <strong>1830</strong> à 1850 et Répertoire<br />
général (Interuniversitair Centrum <strong>voor</strong> He<strong>de</strong>ndaagse Geschie<strong>de</strong>nis, Bijdragen<br />
71), Leuven-Parijs, 1972<br />
Corr<br />
Ellen Corr, Edward Coremans. Her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen van zijn dochter, Antwerpen,<br />
1936<br />
Costumes<br />
Costumes Belgiques anciens et mo<strong>de</strong>rnes, militaires, civils et religieux, Brussel,<br />
<strong>1830</strong><br />
Courtmans 1866<br />
J.D. Courtmans-Berchmans, Het Plan van He<strong>in</strong>tje Barbier, Gent, 1866<br />
Courtmans 1868<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
J.D. Courtmans-Berchmans, Moe<strong>de</strong>r Daneel. Eene geschie<strong>de</strong>nis onzer dagen<br />
(Goedkope Roman-<strong>bibliotheek</strong>, nr. 2), Antwerpen, 1868<br />
Cramer<br />
Anton Cramer, <strong>Mijn</strong>e ber<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen uit Duitsch<strong>land</strong> en Braband geduren<strong>de</strong><br />
<strong>de</strong>n jare 1914. Met platen, Amsterdam, 1821<br />
Daye<br />
Pierre Daye, Mémoires (handschrift)<br />
De Bruyn<br />
Edmond De Bruyn, Lof van Antwerpen. Vertal<strong>in</strong>g van A.H. Cornette, Antwerpen,<br />
1914<br />
<strong>de</strong> Chaumont<br />
C. <strong>de</strong> Chaumont, Voyage en Hol<strong>land</strong>e et en Belgique. Correspondances<br />
Parisiennes. Descriptions, po<strong>in</strong>ls histo-riques, scènes <strong>de</strong> mceurs, etc.,Limoges,<br />
(1858)<br />
<strong>de</strong> Chênedollé<br />
Charles <strong>de</strong> Chênedollé, Simples conseils aux ouvriers par un <strong>de</strong> leur véritables<br />
amis, Brussel, 1853<br />
De Cock-Teirl<strong>in</strong>ck<br />
A. De Cock en Is. Teirl<strong>in</strong>ck, K<strong>in</strong><strong>de</strong>rspel en k<strong>in</strong><strong>de</strong>rlust <strong>in</strong> Zuid-Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong>. Met<br />
schema's en teeken<strong>in</strong>gen van Herman Teirl<strong>in</strong>ck (Kon<strong>in</strong>klijke Vlaamsche<br />
Aca<strong>de</strong>mie <strong>voor</strong> Taal- en Letterkun<strong>de</strong>), 8 <strong>de</strong>len, Gent, 1902-1908<br />
De Decker<br />
Pierre De Decker, Mission sociale <strong>de</strong> la charité. Discours prononcé à la séance<br />
publique <strong>de</strong> l'Académie le 10 mai 1854, Brussel, 1854<br />
Degreef<br />
Guillaume Degreef, L'ouvrière <strong>de</strong>ntellière en Belgique, Brussel, (1886)<br />
De Groodt<br />
Prof. Dr. A. De Groodt, De ou<strong>de</strong> hoeven <strong>in</strong> het Land van Waas, Antwerpen,<br />
1955<br />
Degroote<br />
Vrouwe Courtmans. Brieven aan haar zoon Emile met <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g en toelicht<strong>in</strong>g<br />
uitgegeven door Dr. Gilbert Degroote (Han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen XIX <strong>de</strong>r Kon<strong>in</strong>klijke<br />
Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong>se Maatschappij <strong>voor</strong> Taal- en Letterkun<strong>de</strong> en Geschie<strong>de</strong>nis, 63-263),<br />
Langemark, 1965<br />
De Ham<br />
Victor De Ham, Conseils à l'émigrant belge aux Etats-Unis <strong>de</strong> l'Amérique du<br />
Nord, Brussel, 1849<br />
Deiss 1899<br />
Edouard Deiss, Anvers et la Belgique maritime, Parijs, 1899<br />
Deiss 1900<br />
Edouard Deiss, Etu<strong>de</strong>s sociales et <strong>in</strong>dustrielles sur la Belgique (Notes <strong>de</strong> voyage),<br />
Parijs-Brussel, 1900<br />
<strong>de</strong> la Sagra<br />
Ramon <strong>de</strong> la Sagra, Reis door Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong> en België, met toepass<strong>in</strong>g op het lager<br />
on<strong>de</strong>rwijs, <strong>de</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen van liefdadigheid en <strong>de</strong> gevangenissen <strong>in</strong> die bei<strong>de</strong><br />
<strong>land</strong>en, 2 <strong>de</strong>len, Gron<strong>in</strong>gen, 1839-1842<br />
<strong>de</strong> Las Cases<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Comte <strong>de</strong> las Cases, Mémorial <strong>de</strong> Sa<strong>in</strong>te-Hélène ou Journal où se trouve<br />
consigné, jour par jour, ce qu'a dit et fait Napoléon durant dix-huit mois, 10<br />
<strong>de</strong>len, Brussel 1828 4<br />
A. De Latt<strong>in</strong> 1943<br />
Amand De Latt<strong>in</strong>, Het Marktlied. Wat <strong>de</strong> liedjeszangers zongen,<br />
Antwerpen-Brussel-Gent-Leuven, 1943<br />
A. De Latt<strong>in</strong> 1946<br />
A. <strong>de</strong> Latt<strong>in</strong>, De politie waakt. Uit het<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
261<br />
Antwerpsch politiearchief 1790-1880, Antwerpen, 1946<br />
G. De Latt<strong>in</strong><br />
G. De Latt<strong>in</strong>, Her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen aan het Tooneel <strong>in</strong> open lucht Oud-Antwerpen<br />
(Tentoonstell<strong>in</strong>g 1894), Antwerpen, 1903<br />
A. <strong>de</strong> Laveleye<br />
A. De Laveleye, Histoire <strong>de</strong>s v<strong>in</strong>gtc<strong>in</strong>q premières années <strong>de</strong>s Chem<strong>in</strong>s <strong>de</strong> Fer<br />
belges, Brussel-Parijs, 1862<br />
E. <strong>de</strong> Laveleye 1875<br />
Emile <strong>de</strong> Laveleye, Essai sur l'Economie rurale <strong>de</strong> la Belgique. Deuxième<br />
édition revue et augmentée, Parijs, 1875<br />
E. <strong>de</strong> Laveleye 1878<br />
Emile <strong>de</strong> Laveleye, Congres agricole <strong>in</strong>ternational <strong>de</strong> Paris 1878. L'agricul-ture<br />
beige. Rapport présenté au nom <strong>de</strong>s Sociétés agricoles <strong>de</strong> Belgique et sous les<br />
auspices du gouvernement, Brussel, 1878<br />
Delvo<br />
Edgard Delvo, Her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen (handschrift)<br />
Dema<strong>in</strong><br />
H. Dema<strong>in</strong> S.J., Les migrations ouvrières à travers la Belgique, Leuven, 1919<br />
Demeure<br />
A. Demeure <strong>de</strong> Beaumont, L'Ajjiche illustrée.I. L'affiche belge. Essai critique.<br />
Biographie <strong>de</strong>s artistes. Avec plus <strong>de</strong> cent reproductions d'affiches et v<strong>in</strong>gt-huit<br />
portraits en similigravure, Toulouse, 1897.<br />
De Meyere 1912<br />
Victor De Meyere, De Volkswon<strong>in</strong>g en hare versier<strong>in</strong>g Folkloristische studie,<br />
Antwerpen, 1912<br />
De Meyere 1934<br />
Victor De Meyere, De Vlaamsche Volkskunst. Meubelen, plateelwerk en<br />
porsele<strong>in</strong>, ijzer-, koper- en t<strong>in</strong>werk, glaswerk, vlechtwerk, schil<strong>de</strong>rkunst, snij-,<br />
boetseer- en beeldhouwwerk, volksprenten, godsdienstige huisversier<strong>in</strong>gen,<br />
knipwerk, huiselijke werken, juweelen, snuisterijen, Antwerpen, 1934<br />
De Pauw<br />
Napoléon De Pauw, Gand en 1913. Extrait du Bullet<strong>in</strong> <strong>de</strong> la Société d'histoire<br />
et d'archéologie <strong>de</strong> Gand, 1912, nr. 2, Gent, 1912<br />
De Potter 1868<br />
Het boek <strong>de</strong>r vermaar<strong>de</strong> uithangbor<strong>de</strong>n, verzameld door Frans <strong>de</strong> Potter, Gent,<br />
1868<br />
De Potter 1873<br />
Frans De Potter, Geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r stad Kortrijk. Uitgegeven op last van het<br />
ste<strong>de</strong>lijk bestuur van Kortrijk, 4 <strong>de</strong>len, Gent, 1873-1876 (anastatische herdruk<br />
Brussel 1975)<br />
De Potter 1882<br />
Frans De Potter, Gent van <strong>de</strong>n oudsten tijd tot he<strong>de</strong>n. Geschiedkundige<br />
beschrijv<strong>in</strong>g <strong>de</strong>r stad, 8 <strong>de</strong>len, Gent, 1882-1901 (anastatische herdruk Brussel<br />
1975)<br />
De Potter-Broeckaert<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Frans De Potter en Jan Broeckaert, Geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> gemeenten <strong>de</strong>r Prov<strong>in</strong>cie<br />
Oost-Vlaan<strong>de</strong>ren, 8 reeksen en 39 <strong>de</strong>len, Gent. 1864-1901<br />
De Ron<strong>de</strong><br />
Dr. Theo De Ron<strong>de</strong>, Het tooneelleven <strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren door <strong>de</strong> eeuwen heen<br />
(Davidsfonds. Keurboeken, 3) Leuven, 1930<br />
De Rud<strong>de</strong>r<br />
Arthur De Rud<strong>de</strong>r, Visions <strong>de</strong> Belgique. Comment les écriva<strong>in</strong>s et les artistes<br />
étrangers ont vu notre pays, comment ils l'ont imag<strong>in</strong>é, comment ils l'ont jugé,<br />
Brussel, 1925<br />
<strong>de</strong> Sa<strong>in</strong>t-Genois<br />
Baron Jules <strong>de</strong> Sa<strong>in</strong>t-Genois, Le chateau <strong>de</strong> Wil<strong>de</strong>nborg, au les mut<strong>in</strong>és du siège<br />
d'Osten<strong>de</strong>, 2 <strong>de</strong>len, Brussel, 1846<br />
De Schuyter 1943<br />
Jan De Schuyter, De Antwerpsche Poesje. Zijn geschie<strong>de</strong>nis en zijn speelteksten,<br />
Antwerpen, 1943<br />
De Schuyter 1944<br />
Jan De Schuyter, Over rolzangers en rolzanglie<strong>de</strong>ren, Antwerpen, 1944<br />
De Soignie<br />
Jules De Soignie, Faire aimer la vie <strong>de</strong>s champs, Brussel, (1900)<br />
Destanberg<br />
D. Destanberg, Gent se<strong>de</strong>rt 1831. Voornaamste gebeurtenissen. Eerste reeks,<br />
1831-1840, Gent, 1903<br />
Devleeshouwer<br />
Robert Devleeshouwer, Les Belges et le danger <strong>de</strong> guerre. 1910-1914<br />
(Interuniversitair Centrum <strong>voor</strong> He<strong>de</strong>ndaagse Geschie<strong>de</strong>nis, Verhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen<br />
I), Leuven, 1958<br />
De Vries<br />
Jan De Vries, Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong>s Etymologisch Woor<strong>de</strong>nboek. Met aanvull<strong>in</strong>gen,<br />
verbeter<strong>in</strong>gen en woordregister door F. De Tollenaere, Lei<strong>de</strong>n, 1971<br />
De Vuyst<br />
Cyriel De Vuyst, Het Volksleven <strong>in</strong> Zuid-Oost-Vlaan<strong>de</strong>ren, Le<strong>de</strong>berg-Gent,<br />
(1930)<br />
De Weerdt<br />
D. De Weerdt, De Gentse textielbewerkers en arbei<strong>de</strong>rsbeweg<strong>in</strong>gen tussen 1866<br />
en 1881. Een bijdrage tot <strong>de</strong> sociale geschie<strong>de</strong>nis van Gent (Interuniversitair<br />
Centrum <strong>voor</strong> He<strong>de</strong>ndaagse Geschie<strong>de</strong>nis, Verhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen II), Leuven, 1959<br />
De W<strong>in</strong>ne<br />
Aug. De W<strong>in</strong>ne, Door arm Vlaan<strong>de</strong>ren. Met een brief van Ed. Anseele, Gent,<br />
1903<br />
De Witte<br />
Pol De Witte, Her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen (handschrift)<br />
De Zuttere 1907<br />
Charles De Zuttere, L'Industrie <strong>de</strong> la cor<strong>de</strong>rie (Les <strong>in</strong>dustries à domicile en<br />
Belgique. M<strong>in</strong>istère <strong>de</strong> l'Industrie et du Travail. Office du Travail, VIII, 1-200),<br />
Brussel, 1907<br />
De Zuttere 1909<br />
Charles De Zuttere, Enquête sur la Pêche maritime en Belgique. Première<br />
Partie. Etu<strong>de</strong> économique <strong>de</strong> la Pêche maritime (M<strong>in</strong>istère <strong>de</strong> l'Industrie et du<br />
Travail, Office du Travail), Brussel, 1909<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Dhondt-De Keyser<br />
Prof. Dr. J. Dhondt en Prof. Dr. P. De Keyser, Gent (Ste<strong>de</strong>n en Landschappen,<br />
X, on<strong>de</strong>r leid<strong>in</strong>g van Prof. Dr. Ir. Stan Leurs), Antwerpen, 1947<br />
Diericx <strong>de</strong> Ten Hamme<br />
Joe Diericx <strong>de</strong> Ten Hamme, Souvenirs du vieux Bruxelles, 2 <strong>de</strong>len, Brussel,<br />
1890-1891 2<br />
Dochy<br />
B.H. Dochy, Geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> stad Roeselare vanaf <strong>de</strong> oudste tij<strong>de</strong>n tot<br />
he<strong>de</strong>n, Roeselare, 1949<br />
Don<strong>de</strong>yne<br />
A. Don<strong>de</strong>yne, Geloof en Wereld, Antwerpen, 1961<br />
Dubois<br />
Ernest Dubois, L'<strong>in</strong>dustrie du tissage du l<strong>in</strong> dans les F<strong>land</strong>res (Les <strong>in</strong>dustries<br />
à domicile en Belgique. M<strong>in</strong>istère <strong>de</strong> l'Industrie et du Travail. Office du Travail,<br />
II, 1-225), Brussel, 1900<br />
Du Caju<br />
M. Du Caju, De vrouwelijke opvoed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> haar verband met <strong>de</strong> eischen <strong>de</strong>s<br />
levens, Gent, 1894<br />
Ducpétiaux 1832<br />
Edouard Ducpétiaux, De l'état <strong>de</strong>s aliénés en Belgique, et <strong>de</strong>s moyens d'améliorer<br />
leur sort; extrait d'un rapport adressé au M<strong>in</strong>istre <strong>de</strong> l'Intérieur, suivi d'un<br />
projet <strong>de</strong> loi relatif au traitement et à la séquestration <strong>de</strong>s aliénés, Brussel, 1832<br />
Ducpétiaux 1837<br />
Ed. Ducpétiaux, Du progrès et <strong>de</strong> l'état actuel <strong>de</strong> la réforme pénitentiaire et<br />
<strong>de</strong>s <strong>in</strong>stitutions préventives, aux Etats-Unis, en France, en Suisse, en Angleterre<br />
et en Belgique, 2 <strong>de</strong>len, Brussel, 1837<br />
Ducpétiaux 1843 A<br />
Ed. Ducpétiaux, De la condition physique et morale <strong>de</strong>s jeunes ouvriers et <strong>de</strong>s<br />
moyens <strong>de</strong> l'améliorer, 2 <strong>de</strong>len, Brussel, 1843<br />
Ducpétiaux 1843 B<br />
Ed. Ducpétiaux, Du sort <strong>de</strong>s enfants trouvês et abandonnés en Belgique (Bullet<strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> la Commission centrale <strong>de</strong> Statistique, I, 208-271), Brussel, 1843<br />
Ducpétiaux 1850<br />
Ed. Ducpétiaux, Mémoire sur le Pauperisme dans les F<strong>land</strong>res, Brussel, 1850<br />
Ducpétiaux 1851<br />
Ed. Ducpétiaux, Fermes-hospices <strong>de</strong>s <strong>de</strong>ux F<strong>land</strong>res (Bullet<strong>in</strong> <strong>de</strong> la Commission<br />
centrale <strong>de</strong> Statistique, IV), Brussel, 1851<br />
Ducpétiaux 1855 A<br />
Ed. Ducpétiaux, Budgets économiques <strong>de</strong>s classes ouvrières en Belgique.<br />
Subsistances, salaires, population, Brussel, 1855<br />
Ducpétiaux 1855 B<br />
Ed. Ducpétiaux, Des subsistances, <strong>de</strong>s salaires et <strong>de</strong> l'accroissement <strong>de</strong> la<br />
population, dans leurs rapports avec la situation économique <strong>de</strong>s classes<br />
ouvrières en Belgique (Bullet<strong>in</strong> <strong>de</strong> la Commission centrale <strong>de</strong> Statistique, VI,<br />
441-595), Brussel, 1855<br />
Ducpétiaux 1857<br />
Ed. Ducpétiaux, Des conditions d'application du système d'emprisonnement<br />
séparé ou cellulaire, Brussel, 1857<br />
Ducpétiaux 1866<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Ed. Ducpétiaux, Exposé <strong>de</strong> la situation <strong>de</strong>s écoles <strong>de</strong> réforme <strong>de</strong> Ruyssele<strong>de</strong>,<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
262<br />
<strong>de</strong> Wynghene et <strong>de</strong> Beernem, 1849-1858 (Bullet<strong>in</strong> <strong>de</strong> la Commission centrale<br />
<strong>de</strong> Statistique, IX, 1-132), Brussel, 1866<br />
d'U<strong>de</strong>kem<br />
J. d'U<strong>de</strong>kem d'Acoz, Histoire <strong>de</strong> la Barge <strong>de</strong> Gand à Bruges, (Gent), s.a.<br />
Duflou<br />
Remy Duflou, Geschie<strong>de</strong>nis van Vlamert<strong>in</strong>ge, Langemark, 1956<br />
Dumas<br />
Alexandre Dumas (père), Excursions en Belgique, Brussel, 1841<br />
Dumont<br />
G.H. Dumont, Le miracle <strong>de</strong> 1848, Brussel, 1948<br />
Du Moul<strong>in</strong><br />
Docteur N. Du Moul<strong>in</strong>, Enquête sur les conditions hygiéniques <strong>de</strong> la vïlle <strong>de</strong><br />
Gand à l'occasion <strong>de</strong> l'épidémie <strong>de</strong> choléra <strong>de</strong> 1866, Gent, 1879<br />
Durant<br />
Léopold Durant, Hygiène sociale et privée. Manuel <strong>de</strong>s pères <strong>de</strong> familie et <strong>de</strong>s<br />
maîtres <strong>de</strong> pension, Brussel-Parijs, (1860)<br />
Durkheim<br />
Emile Durkheim, Le suici<strong>de</strong>, Parijs, 1960<br />
Duval<br />
Jules Duval, Gheel ou une colonie d'aliénés vivant en famille et en liberté. Etu<strong>de</strong><br />
sur le meilleur mo<strong>de</strong> d'assistance et <strong>de</strong> traitement dans les maladies mentales,<br />
Parijs, 1860<br />
Easton<br />
C. Easton, Les hivers dans l'Europe occi<strong>de</strong>ntale. Etu<strong>de</strong> statistique et historique<br />
sur leur température. Discussion <strong>de</strong>s observations thermométriques 1852-1916<br />
et 1757-1851. Tableaux comparatifs. Classification <strong>de</strong>s hivers 1205-1916.<br />
Notices historiques sur les hivers remarquables. Bibliographie, Lei<strong>de</strong>n, 1928<br />
Eekhoud<br />
Georges Eekhoud, Henri Conscience, Brussel, (1881)<br />
Eglise et Etat<br />
L'Eglise et l'Etat à l'époque contempora<strong>in</strong>e. Mélanges dédiés à la mémoire <strong>de</strong><br />
Mgr. Aloïs Simon. Publié sous la direction <strong>de</strong> Gaston Braive et Jacques Lory<br />
(Publications <strong>de</strong>s Facultés universitaires Sa<strong>in</strong>t-Louis, 3), Brussel, 1975<br />
Elias<br />
H.J. Elias, Geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> Vlaamse Gedachte 1780-1914, 4 <strong>de</strong>len,<br />
Antwerpen, 1963-1965<br />
Elskamp<br />
Max Elskamp, Oeuvres complètes. Avant-propos <strong>de</strong> Bernard Delvaille, Parijs,<br />
1967<br />
Engelen<br />
Mr. A.W. Engelen, Wan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen door Brussel en een ge<strong>de</strong>elte van België <strong>in</strong><br />
1836. Reis-taferelen, historische her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen en volks-overlever<strong>in</strong>gen. Met<br />
platen, Gron<strong>in</strong>gen, 1837<br />
Enquête 1841<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Enquête sur l'Industrie l<strong>in</strong>ière. Rapport <strong>de</strong> la Commission. Exploration d<br />
l'étranger (M<strong>in</strong>istère <strong>de</strong> l'Intérieur. Direction <strong>de</strong> l'Industrie), Brussel, 1841<br />
Enquête 1943<br />
Enquête sur la condition <strong>de</strong>s classes ouvrières et sur le travail <strong>de</strong>s enfants, 3<br />
<strong>de</strong>len, Brussel, 1846-1848<br />
Erialmont<br />
Baronne d'Erialmont, Le co<strong>de</strong> du ménage. Avis pratiques aux jeunes femmes et<br />
aux jeunes mères, Brussel, 1894<br />
Etu<strong>de</strong> statistique<br />
Etu<strong>de</strong> statistique <strong>de</strong>s families ouvrières comprenant <strong>de</strong>s ouvriers à domicile<br />
(Les <strong>in</strong>dustries à domicile en Belgique. M<strong>in</strong>istère <strong>de</strong> l'Industrie et du Travail.<br />
Office du Travail, X), Brussel, 1909<br />
Exposé<br />
Exposé <strong>de</strong> la situation du royaume <strong>de</strong> 1861 à 1875, 2 <strong>de</strong>len, Brussel, 1885<br />
Exposé Anvers<br />
Exposé <strong>de</strong> la situation adm<strong>in</strong>istrative <strong>de</strong> la prov<strong>in</strong>ce d'Anvers. Session <strong>de</strong>...,<br />
Antwerpen, 1837-<br />
Eylenbosch<br />
Gustaaf Eylenbosch, Het ontstaan en het leven <strong>de</strong>r Christene<br />
Werklie<strong>de</strong>n-beweg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 't Gentsche, 1885-1926, Gent, 1928<br />
Fai<strong>de</strong>r<br />
Ch. Fai<strong>de</strong>r, Rapport sur les causes <strong>de</strong> la crim<strong>in</strong>alité en Belgique, 31 décembre<br />
1850 (Bullet<strong>in</strong> <strong>de</strong> la Commission générale <strong>de</strong> Statistique, IV), Brussel, 1851<br />
Filleul<br />
J.B. Filleul, Tydscronyck 1846-1855. Nota's door J.M. Berteele (Kon<strong>in</strong>klijke<br />
Geschied- en Oudheidkundige Kr<strong>in</strong>g van Kortrijk. Han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen, nieuwe reeks,<br />
XXVIII, 1955, 3-197)<br />
Filliaert<br />
Juul Filliaert, De laatste Vlaamsche IJs<strong>land</strong>vaar<strong>de</strong>rs. Twee<strong>de</strong> bijgewerkte<br />
uitgave, Tielt, 1944<br />
Fischel<br />
Die Mo<strong>de</strong>. Menschen und Mo<strong>de</strong>n im neunzehnten Jahrhun<strong>de</strong>rt nach Bil<strong>de</strong>rn<br />
und Kupfern <strong>de</strong>r Zeit. Ausgewdhlt von Dr. Oskar Fischel. Text von Max von<br />
Boehn, 3 <strong>de</strong>len, München, 1906-1908<br />
Flor O' Squarr<br />
Ch. M. Flor O' Squarr, Souvenirs du vieux Bruxelles. Histoire anecdotique du<br />
Cas<strong>in</strong>o Sa<strong>in</strong>t-Hubert, Brussel, 1884<br />
Franck<br />
Louis Franck, L'évolution morale et la crise pessimis'te à la f<strong>in</strong> du XIXe siècle.<br />
Discours prononcé à la séance solennelle <strong>de</strong> rentrée <strong>de</strong> la Conférence du Jeune<br />
Barreau d'Anvers le 21 octobre 1893, Brussel, 1893<br />
Frère<br />
Jules Frère, Limburgsche Volkskun<strong>de</strong>, 3 <strong>de</strong>len, Hasselt, 1926-1936<br />
Fris 1911<br />
Victor Fris, Geschie<strong>de</strong>nis van Geeraardsbergen, Gent, 1911<br />
Fris 1913<br />
Victor Fris, Histoire <strong>de</strong> Gand <strong>de</strong>puis les orig<strong>in</strong>es jusqu'en 1913. Deuxième<br />
édition, Gent, 1930<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Frost<br />
Dr. J. Frost-Brüssel, Belgische Wan<strong>de</strong>rarbeiter, Berlijn, 1908<br />
Galle<br />
Hubert Galle, La ‘Fam<strong>in</strong>e du coton’ 1861-1865. Effets <strong>de</strong> la guerre <strong>de</strong> Sécession<br />
sur l'<strong>in</strong>dustrie cotonnière gantoise (Centre d'Histoire économique et sociale),<br />
Brussel, 1967<br />
Gallo<br />
Max Gallo, Affiches. De tijd <strong>in</strong> beeld, met een artikel over <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van<br />
<strong>de</strong> affichekunst door Carl Arturo Qu<strong>in</strong>tavalle. Uit het Italiaans vertaald door<br />
Mart<strong>in</strong> Beumer, Utrecht-Antwerpen, 975<br />
Gaus<br />
Helmut Gaus, Pers, kerk en geschreven fictie. Groeiproblemen en conflicten <strong>in</strong><br />
een <strong>de</strong>mocratiser<strong>in</strong>gsproces (Gent 1836-1860), Brugge, 1975<br />
Genart<br />
Ch. Genart, Le travail fém<strong>in</strong><strong>in</strong> du vêtemen. Deuxième partie: Le vêtement<br />
confectionné pour femmes à Bruxelles (Les <strong>in</strong>dustries à domicile en Belgique.<br />
M<strong>in</strong>istère <strong>de</strong> l'Industrie et du Travail. Office du Travail, VIII, 293-371), Brussel,<br />
1907<br />
Génicot<br />
Léopold Génicot, Histoire <strong>de</strong>s routes belges <strong>de</strong>puis 1704 (Collection Nationale,<br />
89), Brussel, 1948<br />
Gér<strong>in</strong><br />
Paul Gér<strong>in</strong>, Catholiques liégeois et question sociale (1844-1914), Brussel, 1959<br />
Geschie<strong>de</strong>nis<br />
Geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> socialistische arbei<strong>de</strong>rsbeweg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> België, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />
hoofdredactie van J. Dhondt, Antwerpen, 1960<br />
Geu<strong>de</strong>ns<br />
Edmond Geu<strong>de</strong>ns, Het Antwerpsch Knechtjeshuis se<strong>de</strong>rt zijn <strong>voor</strong>historisch<br />
tijdperk tot op onze dagen, Antwerpen, 1895<br />
Gezelle<br />
Guido Gezelle, Chronologische Bloemlez<strong>in</strong>g. Een trilogie van schoonheid<br />
ontloken aan het leven. Keuze, or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g, aanteken<strong>in</strong>gen door Karel De<br />
Busschere, 3 <strong>de</strong>len, Antwerpen, 1962-1963<br />
Gilissen<br />
John Gilissen, Le régime représentatif en Belgique <strong>de</strong>puis 1790 (Collection<br />
‘Notre Passé’), Brussel, 1958<br />
Gillès<br />
Baron Ch. Gillès <strong>de</strong> Pélichy, L'<strong>in</strong>dustrie <strong>de</strong> la cordonnerie en pays flamand<br />
(Les <strong>in</strong>dustries à domicile en Belgique. M<strong>in</strong>istère <strong>de</strong> l'Industrie et du Travail.<br />
Office du Travail, II, 3-156), Brussel, 1900<br />
G<strong>in</strong>er<br />
Salvador G<strong>in</strong>er, Mass society, Lon<strong>de</strong>n, 1976<br />
Goddijn<br />
Dr. H.P.M. Goddijn, Anomie. Twee<strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong> druk, Lei<strong>de</strong>n, 1970<br />
Godts<br />
F.X. Godts, Le Fém<strong>in</strong>isme condamné par <strong>de</strong>s pr<strong>in</strong>cipes <strong>de</strong> théologie et <strong>de</strong><br />
philosophie, Roeselare-Brussel, 1903<br />
Goyens<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Fr. Maternus Goyens, De <strong>de</strong>ugdzame dienstmeid <strong>in</strong> hare plichten on<strong>de</strong>rwezen,<br />
Mechelen, (1901)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
263<br />
Gravière<br />
Carol<strong>in</strong>e Gravière, Deux nouvelles. Une Parisienne a Bruxelles. Mi-la-sol<br />
(Bibliothèque élégante), Brussel, 1875<br />
Greyson 1859<br />
Emile Greyson, Les Récits d'un flamand, Brussel, 1859<br />
Greyson 1882<br />
Emile Greyson, Aventures en F<strong>land</strong>re (Bibliothèque Gilon), Verviers, (1882)<br />
Greyson 1888<br />
Emile Greyson, Te<strong>in</strong>tes grises. Te<strong>in</strong>tes claires et Te<strong>in</strong>tes sombres. Avec préface<br />
par Camille Lemonnier, Mons, 1888<br />
Grillparzer<br />
Franz Grillparzer, Sämtliche Werke, <strong>in</strong> zwanzig Bän<strong>de</strong>n. Herausgegeben und<br />
mit E<strong>in</strong>leitungen verseben von August Sauer. Zwanzigster Band, Stuttgart, s.a.<br />
Groots<br />
J. Groots, Geschie<strong>de</strong>nis van Dessel, Dessel, 1971<br />
Grün<br />
Karl Grün, Die soziale Bewegung <strong>in</strong> Frankreich und Belgien. Briefe und Studien,<br />
Darmstadt, 1845<br />
Grusel<strong>in</strong><br />
Paul Grusel<strong>in</strong>, Le Bass<strong>in</strong> M<strong>in</strong>ier <strong>de</strong> la Camp<strong>in</strong>e, Brussel, 1925<br />
Guisla<strong>in</strong><br />
J. Guisla<strong>in</strong>, Exposé sur l'état actuel <strong>de</strong>s aliénés en Belgique et notamment dans<br />
la prov<strong>in</strong>ce <strong>de</strong> la F<strong>land</strong>reorientale, avec l'<strong>in</strong>dication <strong>de</strong>s moyens propres à<br />
améliorer leur sort, adressé au Conseil <strong>de</strong> cette prov<strong>in</strong>ce, dans sa Session du<br />
mois <strong>de</strong> juillet 1838, Gent, (1838)<br />
Haas<br />
Willy Haas, Die Belle Epoque. Mit 428 Abbildungen und 24 Vierfarbtafeln,<br />
München, 1967<br />
Haesaerts<br />
Paul Haesaerts, S<strong>in</strong>t-Martens-Latem. Gezegend oord van <strong>de</strong> Vlaamse Kunst.<br />
Vertal<strong>in</strong>g door Bart Mesotten, Brussel, 1969 5<br />
Hammacher<br />
A.M. Hammacher, De wereld van Henry Van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong>, Antwerpen, 1967<br />
Havard<br />
Henry Havard, La terre <strong>de</strong>s gueux. Voyage dans la F<strong>land</strong>re flam<strong>in</strong>gante, Parijs,<br />
1879<br />
He<strong>in</strong>s<br />
M. He<strong>in</strong>s et A. He<strong>in</strong>s, Le littoral beige. Notes et impressions. Croquis d'après<br />
nature, Gent, 1887<br />
Helfferich<br />
Dr. Adolph Helfferich, Belgien <strong>in</strong> politischer, kirchlicher, pädagogischer und<br />
artistischer Beziehung, Pforzheim-Brussel, 1848<br />
Höfken<br />
Gustaf Höfken, Vlädmiscb-Belgien, 2 <strong>de</strong>len, Bremen, 1847<br />
Houzeau<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
J.C. Houzeau, Essai d'une géographie physique <strong>de</strong> la Belgique, au po<strong>in</strong>t <strong>de</strong> vue<br />
<strong>de</strong> l'histoire et <strong>de</strong> la <strong>de</strong>scription du globe, Brussel, 1854<br />
Hugo 1892<br />
Victor Hugo, Oeuvres <strong>in</strong>édites. En voyage. France et Belgique, Parijs, 1892 2<br />
Hugo 1898<br />
Victor Hugo, Correspondances 1836-1882, Parijs, 1898<br />
Hugo 1945<br />
La Belgique vue par Victor Hugo. Textes présentés par Marie-Louise Goff<strong>in</strong><br />
(Collection Nationale, 6me série, n o 68), Brussel, 1945<br />
Huysmans<br />
J.-K. Huysmans, Certa<strong>in</strong>s, Parijs 1898 3<br />
E. Huyttens<br />
Emile Huyttens, Discussions du Congrès National <strong>de</strong> Belgique, <strong>1830</strong>-1831, 5<br />
<strong>de</strong>len, Brussel, 1844-1845<br />
J. Huyttens<br />
Jules Huyttens, Etu<strong>de</strong>s sur les mceurs, les superstitions et le langage <strong>de</strong> nos<br />
ancêtres (les Ménapiens), comparés avec les usages existant <strong>de</strong> nos jours dans<br />
la F<strong>land</strong>re orientale, Gent, 1861<br />
Hymans<br />
Louis Hymans, Notes et Souvenirs, Brussel, 1876<br />
Hymans-Hymans<br />
Henri Hymans et Paul Hymans, Bruxelles à travers les âges. Troisième volume.<br />
Bruxelles mo<strong>de</strong>rne, Brussel, s.a.<br />
In<strong>de</strong>x<br />
In<strong>de</strong>x <strong>de</strong>s Eligibles au Sénat (1831-1893) publi'e sous la direction <strong>de</strong> Jean<br />
Stengers par Jean-Luc De Paepe, Massia Gruman, Huguette Schoeters avec la<br />
collaboration <strong>de</strong> G. Kurgan-Van Hentenrijk (Académie Royale <strong>de</strong>s Sciences,<br />
<strong>de</strong>s Lettres et <strong>de</strong>s Beaux-Arts <strong>de</strong> Belgique. Commission <strong>de</strong> la Biographie<br />
Nationale), Brussel, 1975<br />
Irv<strong>in</strong>g<br />
Wash<strong>in</strong>gton Irv<strong>in</strong>g, The complete works <strong>in</strong> one volume. With a memoir of the<br />
author, Parijs, 1834<br />
Jacquart 1906 A<br />
Camille Jacquart, Etu<strong>de</strong> <strong>de</strong> la démographie statique et dynamique <strong>de</strong>s<br />
agglomérations urba<strong>in</strong>es et spécialement <strong>de</strong>s villes belges (Bullet<strong>in</strong> <strong>de</strong> la<br />
Commission centrale <strong>de</strong> Statistique, XIX, 131-251), Brussel, 1906<br />
Jacquart 1906 B<br />
Camille Jacquart, Mouvement <strong>de</strong> l'état civil et <strong>de</strong> la population en Belgique<br />
pendant les années 1876 à 1900 (Bullet<strong>in</strong> <strong>de</strong> la Commission centrale <strong>de</strong><br />
Statistique, XIX, 295-424), Brussel, 1906<br />
Jacquart 1921<br />
Camille Jacquart, Mouvement <strong>de</strong> la population et <strong>de</strong> l'état civil en Belgique<br />
pour les années 1901 à 1910 avec <strong>de</strong>s apercus rétrospectifs (Bullet<strong>in</strong> <strong>de</strong> la<br />
Commission centrale <strong>de</strong> Statistique, XXI, 1, 1-170), Brussel, 1921<br />
Jacquemyns 1929<br />
G. Jacquemyns, Histoire <strong>de</strong> la crise économique <strong>de</strong>s F<strong>land</strong>res (1845-1850),<br />
Brussel, 1929<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Jacquemyns 1936<br />
Guillaume Jacquemyns, Histoire contempora<strong>in</strong>e du Grand-Bruxelles, Brussel,<br />
1936<br />
Jalheau<br />
Fr. Jalheau, Etu<strong>de</strong> <strong>de</strong> quelques moyens <strong>de</strong> sauver les F<strong>land</strong>res, Brussel, 1847<br />
Janssens<br />
Dr. Valery Janssens, De Belgische frank. An<strong>de</strong>rhalve eeuw geldgeschie<strong>de</strong>nis,<br />
Brussel, 1976<br />
Joigneaux-Delobel<br />
P. Joigneaux et L. Delobel, L'agriculture dans la Camp<strong>in</strong>e, Brussel, 1859<br />
Joly<br />
Henri Joly, La Belgique crim<strong>in</strong>elle, Parijs, 1907<br />
Jonckheere<br />
W.R. Jonckheere, Het Leuvense stadsbeeld omstreeks <strong>1830</strong>. Het kadaster als<br />
bron <strong>voor</strong> <strong>de</strong> lokaliser<strong>in</strong>g van rijk en arm (onuitgegeven licentiaatsverhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g,<br />
Leuven, 1965)<br />
Journal<br />
Journal of a horticultural tour through some parts of F<strong>land</strong>ers, Hol<strong>land</strong> and<br />
the North of France, <strong>in</strong> the Autumn of 1817. By a <strong>de</strong>putation of the Caledonian<br />
horticultural Society, Ed<strong>in</strong>burgh, 1823<br />
Joye<br />
Pierre Joye et Ros<strong>in</strong>e Lew<strong>in</strong>, L'Eglise et le mouvement ouvrier en Belgique,<br />
Brussel, 1967<br />
Kats 1835<br />
J. Kats, Den verlichten Boer; blijspel <strong>in</strong> een bedrijf, Brussel, 1835<br />
Kats 1836<br />
J. Kats, De <strong>voor</strong>bereid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> kiez<strong>in</strong>g aen <strong>de</strong> herberg, of <strong>de</strong> Vergelijk<strong>in</strong>g van<br />
<strong>de</strong>n bermhertigen Samaritaen. Blij en Ze<strong>de</strong>lijk Tooneel-spel <strong>in</strong> twee bedrijven,<br />
Antwerpen, 1836<br />
Knippenberg<br />
De Teuten. Buitengaan<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> Kempen. Een verzamel<strong>in</strong>g losse bijdragen<br />
on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> redactie van W.H.Th. Knippenberg (Kultuurhistorische verkenn<strong>in</strong>gen<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> Kempen, V), E<strong>in</strong>dhoven, 1974<br />
Kramp<br />
L'école dom<strong>in</strong>icale, considérée comme base fondamentale du bonheur <strong>de</strong> la<br />
classe ouvrière. Ouvrage dédié à l'autorité ecclésiastique et civile, a<strong>in</strong>si qu'à<br />
toutes les personnes qui ont à coeur le bien-être, l'<strong>in</strong>struction et l'amélioration<br />
<strong>de</strong>s moeurs <strong>de</strong> cette nombreuse et <strong>in</strong>téressante classe <strong>de</strong> la population par<br />
Melchior J.C. Kramp, directeurtrésorier <strong>de</strong> la division <strong>de</strong> la cathèdrale <strong>de</strong> cette<br />
école à Anvers, membre <strong>de</strong> plusieurs <strong>in</strong>stituts pour l'<strong>in</strong>struction <strong>de</strong> la jeunesse,<br />
et député <strong>de</strong> la ville d'Anvers au Conseil prov<strong>in</strong>cial, Antwerpen, 1838<br />
Kuczynski<br />
Jürgen Kuczynski, Die Geschichte <strong>de</strong>r Lage <strong>de</strong>r Arbeiter unter <strong>de</strong>m<br />
Kapitalismus, 21 <strong>de</strong>len, Berlijn, 1961-1971<br />
Kurgan<br />
Kurgan-Van Hentenrijk, Aspects <strong>de</strong> l'émigration beige (<strong>1830</strong>-1844) (Bullet<strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> l'Académie royale <strong>de</strong>s Sciences d'Outre-Mer, n o 98), Brussel, 1965<br />
Kuypers 1930<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Julien Kuypers, Jacob Kats agitator, Brussel, (1930)<br />
Kuypers 1961<br />
Julien Kuypers, Jan Pelélèr<strong>in</strong>g. Een vergeten re<strong>de</strong>naar en anarchist (1817-1877),<br />
Antwerpen, 1962<br />
Kyrou<br />
Ado Kyrou, L'âge d'or <strong>de</strong> la carte postale, Parijs, 1966<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
264<br />
Lagae<br />
Dr. Lagae, Quelques données sur le typhus qui a règné dans la<br />
F<strong>land</strong>reocci<strong>de</strong>ntale en 1847 et 1848, Brugge, 1851<br />
Lagye<br />
V.-A. Lagye, Le Vieil Anvers et Ie Nouvel Anvers, Brussel, s.a.<br />
Lamalle<br />
Ulysse Lamalle, Histoire <strong>de</strong>s chem<strong>in</strong>s <strong>de</strong> fer belges (Collection Nationale, hors<br />
série), Brussel, 1943<br />
Lamberts<br />
Dr. Emiel Lamberts, Kerk en liberalisme <strong>in</strong> het bisdom Gent (1821-1857).<br />
Bijdrage tot <strong>de</strong> studie van het liberaalkatholicisme en het ultramontanisme<br />
(Universiteit te Leuven. Werken op het gebied van <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis en <strong>de</strong><br />
filologie, 5e reeks, <strong>de</strong>el 8), Leuven, 1972<br />
Lambrechts<br />
René Lambrechts, Bezem en Kruis. Grepen uit het Zuidkempische volksgeloof,<br />
Retie, 1974<br />
Lascabanne<br />
J.J.E. Lascabanne et J.L. Debast, Geschiedkundige schetsen <strong>de</strong>r kerk en gemeente<br />
Ternath, 2 <strong>de</strong>len, Brugge, 1902-1904<br />
Lauwers<br />
Frans Edmond Lauwers, <strong>Mijn</strong> Ge<strong>de</strong>nkboek. Berichten, <strong>voor</strong>vallen en<br />
gebeurtenissen uit mijn leven. Naar aanleid<strong>in</strong>g van mijn vijftigjarig jubelfeest<br />
als tooneelkundige en schrijver 1836-1886, Den<strong>de</strong>rmon<strong>de</strong>, 1887<br />
Le Bon<br />
Gustave Le Bon, Psychologie <strong>de</strong>s Foules, Parijs, 1895<br />
Leclercq<br />
Emile Leclercq, Gabrielle Hauzy, Parijs-Brussel, 1866<br />
Lefèvre<br />
M.A. Lefèvre, L'habital rural en Belgique. Etu<strong>de</strong> <strong>de</strong> géographie huma<strong>in</strong>e, Luik.<br />
1926<br />
Lemonnier 1888<br />
Camille Lemonnier, La Belgique, Parijs, 1888<br />
Lemonnier 1892<br />
Camille Lemonnier, La f<strong>in</strong> <strong>de</strong>s bourgeois, Parijs, s.a.<br />
Lemonnier 1905<br />
Camille Lemonnier, La Vie beige, Parijs, 1905<br />
Lentacker<br />
Firm<strong>in</strong> Lentacker, La frontière francobelge. Etu<strong>de</strong> géographique <strong>de</strong>s effets d'une<br />
frontière <strong>in</strong>ternationale sur la vie <strong>de</strong>s relations, Rijsel, 1974<br />
Lepe<strong>in</strong>tre<br />
Quatre mois dans les Pays-Bas, voyage épisodique et critique <strong>de</strong> <strong>de</strong>ux littérateurs<br />
dans la Belgique et la Hol<strong>land</strong>e; publiée par M. Lepe<strong>in</strong>tre, 3 <strong>de</strong>len, Parijs, <strong>1830</strong> 2<br />
Limburgs Haspengouw<br />
Limburgs Haspengouw. Bun<strong>de</strong>l Studiën uitgegeven bij gelegenheid van <strong>de</strong><br />
hon<strong>de</strong>rdste verjar<strong>in</strong>g <strong>de</strong>r sticht<strong>in</strong>g van het Kon<strong>in</strong>klijk Limburgs Geschied- en<br />
Oudheidkundig Genootschap te Tongeren, Tongeren, 1951<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
J. L<strong>in</strong><strong>de</strong>rnans<br />
Dr. Jan L<strong>in</strong><strong>de</strong>mans, Geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r gemeente Opwijk, Brussel, 1937<br />
P. L<strong>in</strong><strong>de</strong>mans<br />
Ir. Paul L<strong>in</strong><strong>de</strong>mans, De geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> <strong>land</strong>bouw <strong>in</strong> België, 2 <strong>de</strong>len,<br />
Antwerpen, 1952<br />
Lion<br />
Emile Lion, La Charité chrétienne et l'Assistance publique, Luik, 1856<br />
Lis<br />
C. Lis, Verarm<strong>in</strong>gsprocessen te Antwerpen, 1750-1850 (Onuitgegeven doctorale<br />
verhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g, 4 <strong>de</strong>len, Vrije Universiteit van Brussel, 1975)<br />
Loebel<br />
Loebel, Lettres sur la Belgique. Traduit <strong>de</strong> l'allemand, Brussel, 1837<br />
Lorenz<br />
Prof. Dr. K. Lorenz, De acht doodzon<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> beschaaf<strong>de</strong> mensheid. Inleid<strong>in</strong>g<br />
dr. H. Hillenius, Amsterdam, 1973<br />
Lovel<strong>in</strong>g 1885<br />
Virg<strong>in</strong>ie Lovel<strong>in</strong>g, Sophie, 2 <strong>de</strong>len, Gent, 1885<br />
Lovel<strong>in</strong>g 1967<br />
Virg<strong>in</strong>ie Lovel<strong>in</strong>g, Her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen. Bijeengebracht en <strong>in</strong>geleid door A. van<br />
Els<strong>land</strong>er (Vlaamse Pockets, 219), Hasselt, 1967<br />
Lyna,<br />
De Limburgse Kempen. Uitgegeven door <strong>de</strong>n Geschied- en Oudheidkundigen<br />
Studiekr<strong>in</strong>g te Hasselt on<strong>de</strong>r leid<strong>in</strong>g van Dr. J. Lyna, secretaris <strong>de</strong>r Redactie,<br />
Hasselt, 1936<br />
Mabille<br />
Alfred Mabille, Bruxelles communal et pittoresque, Brussel, (1887)<br />
Magits<br />
M. Magits, Demografische en sociale strukturen te Leuven (1846-1860). Bijdrage<br />
tot <strong>de</strong> stadsgeschie<strong>de</strong>nis <strong>in</strong> <strong>de</strong> 19e eeuw, Brussel, (1974)<br />
Mahaim<br />
Ernest Mahaim, Les abonnements d'ouvriers sur les lignes <strong>de</strong> chem<strong>in</strong> <strong>de</strong> fer<br />
belges et leurs effets sociaux (In-stitut <strong>de</strong> Sociologie Solvay), Brussel-Leipzig,<br />
1910<br />
Malou<br />
J. Malou, Notice statistique sur les journaux belges (<strong>1830</strong>-1842). Lettre à Sir<br />
Francis J***, à Londres (Bullet<strong>in</strong> <strong>de</strong> la Commission centrale <strong>de</strong> Statistique, I,<br />
273-307) Brussel, 1843<br />
Mar<strong>in</strong>us<br />
Albert Mar<strong>in</strong>us, Le Folklore belge, 3 <strong>de</strong>len, Brussel-Turnhout, 1937-1951<br />
Mars<br />
Mars, La vie d'Osten<strong>de</strong>, Parijs-Brussel, (1896)<br />
Massart<br />
Jean Massart, Pour la protection <strong>de</strong> la nature en Belgique, Brussel, 1912<br />
Matheussen<br />
Joris Matheussen, De buitenmenschen <strong>in</strong> <strong>de</strong> grootstad (Les gegeven te Leuven,<br />
tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> zes<strong>de</strong> Vlaamsche Sociale Week <strong>in</strong> 1913), Gent, 1914<br />
Meertens<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
De Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong>sche volkskarakters. On<strong>de</strong>r redactie van P.J. Meertens en Anne<br />
De Vries, Kampen, 1938<br />
Messens<br />
Rudy Messens, Repertorium van <strong>de</strong> Oostvlaamse pers (met uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van<br />
Gent en het arrondissement Aalst) 1784-1914 (Interuniversitair Centrum <strong>voor</strong><br />
He<strong>de</strong>ndaagse Geschie<strong>de</strong>nis, Bijdragen 59), Leuven-Parijs, 1969<br />
Mezö<br />
Dr. Franz Mezö, Geschichte <strong>de</strong>r Olympischen Spiele, Mit e<strong>in</strong>em Anhang: Die<br />
Olympischen Spiele <strong>de</strong>r Neuzeit von Franz Miller und Dr. Franz Mezö, München,<br />
1930<br />
Mirbeau<br />
Octave Mirbeau, La 628-E8, Parijs, 1907<br />
Mitscherlich 1969<br />
Alexan<strong>de</strong>r Mitscherlich, Die Unwirtlichkeit unserer Städte. Anstiftung zum<br />
Unfrie<strong>de</strong>n, Frankfurt a.M., 1969<br />
Mitscherlich 1973<br />
Alexan<strong>de</strong>r Mitscherlich, Overleven <strong>in</strong> beton, Amsterdam, 1973<br />
Monographie Camp<strong>in</strong>e<br />
Monographie agricole <strong>de</strong> la région <strong>de</strong> la Camp<strong>in</strong>e (M<strong>in</strong>istère <strong>de</strong> l'Agriculture.<br />
Service <strong>de</strong>s agronomes <strong>de</strong> l'Etat), Brussel, 1899<br />
Monographie dunes<br />
Monographie agricole <strong>de</strong> la région <strong>de</strong>s dunes (M<strong>in</strong>istère <strong>de</strong> l'Agriculture. Service<br />
<strong>de</strong>s agronomes <strong>de</strong> l'Etat), Brussel, 1901<br />
Monographie Pol<strong>de</strong>rs<br />
Monographie agricole <strong>de</strong> la région <strong>de</strong>s Pol<strong>de</strong>rs (M<strong>in</strong>istère <strong>de</strong> l'Agriculture.<br />
Services <strong>de</strong>s agronomes <strong>de</strong> l'Etat) Brussel, 1902<br />
Morice<br />
Charles Morice, L'esprit beige. Préface <strong>de</strong> Camille Lemonnier, Brussel, 1899<br />
Moser<br />
Eduard Moser, Der Pauperimus <strong>in</strong> F<strong>land</strong>ern und die zu <strong>de</strong>ssen Abhülfe <strong>in</strong><br />
gewerblicher Beziehung getroffenen Massregeln <strong>in</strong>sbeson<strong>de</strong>re die Ateliers<br />
modèles. E<strong>in</strong>e Denkschrift <strong>de</strong>m Herrn M<strong>in</strong>ister für Han<strong>de</strong>l, Gewerbe und<br />
Oeffentliche Arbeiten, Herrn von <strong>de</strong>r Heydt, Excellenz, überreicht, Berlijn 1853<br />
Mourlon<br />
Charles Mourlon, Notes et souvenirs d'un électricien belge, Brussel, 1921<br />
Muls<br />
Jozef Muis, Ste<strong>de</strong>n, Brugge, 1913<br />
Mussely<br />
Jules Mussely en Joris Buysschaert, Geschie<strong>de</strong>nis van Le<strong>de</strong>ghem, Kortrijk, 1912<br />
Necker<br />
Madame Necker <strong>de</strong> Saussure, Etu<strong>de</strong> <strong>de</strong> la vie <strong>de</strong>s femmes, Brussel, 1840<br />
Nerval<br />
Gérard Nerval, Lorely. Souvenirs d'Allemagne, Parijs, 1852<br />
Neuville 1975<br />
Jean Neuville, L'évolution <strong>de</strong>s relations <strong>in</strong>dustrielles. Tome 1, L'avènement du<br />
système <strong>de</strong> Relations ‘collectives’ (Histoire du mouvement ouvrier en Belgique,<br />
5), 2me tirage, Brussel, 1976<br />
Neuville 1976<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Jean Neuville, La condition ouvrière au XIXe siècle (Histoire du mouvement<br />
ouvrier en Belgique, 1 en 2), 2 <strong>de</strong>len, Brussel, 1976-1977<br />
Oetker Dr. Friedrich Oetker, Belgische Stu-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
265<br />
dien. Schil<strong>de</strong>rungen und Erörterungen, Stuttgart, 1876<br />
Op<strong>de</strong>dr<strong>in</strong>ck<br />
J. Op<strong>de</strong>dr<strong>in</strong>ck, Geschie<strong>de</strong>nis van Knokke. Vertaald en bijgewerkt door J.E. De<br />
Langhe <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met A.M. Ghekiere, Tielt, 1968<br />
Paquet<br />
Paquet-Syphorien, Voyage historique et pittoresque fait dans les ci-<strong>de</strong>vant<br />
Pays-Bas, et dans quelques départemens vois<strong>in</strong>s, pendant les années 1811, 1811<br />
et 1813, 2 <strong>de</strong>len, Parijs, 1813<br />
Pascall<br />
Jeremy Pascall and Cly<strong>de</strong> Jeavons, A pictorial history of sex <strong>in</strong> the movies,<br />
Lon<strong>de</strong>n-New-York-Sydney-Toronto, 1975<br />
Pas<strong>in</strong>omie<br />
Pas<strong>in</strong>omie ou collection complète <strong>de</strong>s lois, décrets, arrêtés et règlements<br />
généraux qui peuvent être <strong>in</strong>voqués en Belgique, Brussel, 1833-<br />
Pasqu<strong>in</strong>i<br />
J.-N. Pasqu<strong>in</strong>i, Histoire <strong>de</strong> la ville d'Osten<strong>de</strong> et du port, précédée d'une notice<br />
<strong>de</strong>s révolutions pbysiques <strong>de</strong> la cóte <strong>de</strong> F<strong>land</strong>re, tirée <strong>de</strong> M. Belpaire, et suivie<br />
du Va<strong>de</strong>mecum du voyageur à Osten<strong>de</strong>, Brussel, 1842<br />
Patria Belgica<br />
Patria Belgica. Encyclopédie nationale ou exposé méthodique <strong>de</strong> toutes les<br />
connaissances relatives à la Belgique ancienne et mo<strong>de</strong>rne, physique, sociale<br />
et <strong>in</strong>tellectuelle, publié sous la direction <strong>de</strong> M. Eugène Van Bemmel, 3 <strong>de</strong>len,<br />
Brussel, 1873-1875<br />
Peeters<br />
K.C. Peeters, Eigen Aard. Overzicht van het Vlaamse volksleven, Antwerpen,<br />
1975 4<br />
Perk<br />
M.A. Perk, Wan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen door <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cie Antwerpen. Met schetskaarten,<br />
Utrecht, 1885<br />
Persyn<br />
Jan Persyn, Juliaan Claerhout (1859-1929). Gemiste kans of menselijk tekort?,<br />
Antwerpen, 1975<br />
Peters<br />
Harry Peters, Het Kunstfeest te Antwerpen (17, 18, 19 en 20 oogst 1861),<br />
Antwerpen, 1862<br />
Physionomie<br />
Physionomie du Congrès National d'après la correspondance <strong>de</strong> François-Louis<br />
du Bus, membre du dit Congrès, publiée avec notice prélim<strong>in</strong>aire par le Vicomte<br />
du Bus <strong>de</strong> Warnaffe, sénateur, Brussel, 1930<br />
Picard<br />
Edmond Picard, Grelots progressistes. Histoire du suffrage censitaire en<br />
Belgique <strong>de</strong>puis <strong>1830</strong>, Brussel, 1882<br />
Piérard<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Emile Piérard, La téléphonie. Historique, technique, appareils et procédés<br />
actuels. Ouvrage couronné par l'Association <strong>de</strong>s Ingénieurs sortis <strong>de</strong> l'Ecole<br />
<strong>de</strong> Liège, Luik, 1894<br />
Pierron<br />
San<strong>de</strong>r Pierron, La sculpture en Belgique <strong>1830</strong>-1930, Parijs-Brussel-Kortrijk,<br />
1932<br />
Pieters<br />
J. Pieters, De doods-, begrafenis- en rouwgebruiken <strong>in</strong> het arrondissement<br />
Den<strong>de</strong>rmon<strong>de</strong>, Gent, 1960<br />
Pipers<br />
Paul Pipers, De Hei<strong>de</strong>-bewoners <strong>in</strong> het nieuwe kolenbekken, Antwerpen, 1912<br />
Po<strong>de</strong>sta<br />
George Po<strong>de</strong>sta, Le Petit Brabant, Antwerpen, 1854<br />
Poffé<br />
Edward Poffé, Plezante Mannen <strong>in</strong> een Plezante Stad (Antwerpen tusschen <strong>1830</strong><br />
en '80). Met 157 teeken<strong>in</strong>gen van Lo<strong>de</strong>wijk Van Aken en 14 portretten,<br />
Antwerpen, 1913<br />
Premsela<br />
Mart<strong>in</strong> J. Premsela, Souvenirs d'un ancien Anversois, Antwerpen, 1938 2<br />
Putman<br />
Floris Putman, Onze Vlaamsche Visschers, Antwerpen, 1936<br />
Rapport Anvers, Bruges enz.<br />
Rapport sur l'adm<strong>in</strong>istration et la situation <strong>de</strong>s affaires <strong>de</strong> la Ville d'Anvers<br />
présenté au Conseil communal dans sa séance publique du..., Antwerpen, 1837-<br />
Rapport fait au Conseil communal <strong>de</strong> la Ville <strong>de</strong> Bruges par le Collège <strong>de</strong>s<br />
Bourgmestre et Echev<strong>in</strong>s en séance publique du..., Brugge, 1836-<br />
Rapport sur l'adm<strong>in</strong>istration et la situation <strong>de</strong>s affaires <strong>de</strong> la Ville <strong>de</strong> Bruxelles,<br />
fait par le Collège au Conseil, en séance publique du..., Brussel, 1837-<br />
Rapport sur l'adm<strong>in</strong>istration et la situation <strong>de</strong>s affaires <strong>de</strong> la Ville <strong>de</strong> Courtrai,<br />
présenté par le Collegè <strong>de</strong>s Bourgmestre et Echev<strong>in</strong>s au Conseil communal<br />
dans sa séance publique du..., Kortrijk, 1837-<br />
Rapport sur l'adm<strong>in</strong>istration et la situation <strong>de</strong>s Affaires <strong>de</strong> la Ville <strong>de</strong> Furnes<br />
pendant..., Veurne, 1837-<br />
Rapport sur l'adm<strong>in</strong>istration et la situation <strong>de</strong>s Affaires <strong>de</strong> la Ville <strong>de</strong> Gand, lu<br />
en séance publique du conseil communal, le..., Gent, 1836-<br />
Rapport sur l'adm<strong>in</strong>istration et la situation <strong>de</strong>s Affaires <strong>de</strong> la Ville <strong>de</strong> Hasselt<br />
fait au conseil communal en séance publique le..., Hasselt, 1840-<br />
Rapport sur l'adm<strong>in</strong>istration et la situation <strong>de</strong>s Affaires <strong>de</strong> la Ville <strong>de</strong> Lierre<br />
fait par le Collège <strong>de</strong>s Bourgmestre et Echev<strong>in</strong>s au Conseil communal dans sa<br />
séance du ..., Lier, 1840-<br />
Rapport sur l'adm<strong>in</strong>istration et la situation <strong>de</strong>s Affaires <strong>de</strong> la Ville <strong>de</strong> Louva<strong>in</strong>,<br />
fait au Conseil communal, le..., par le Collège <strong>de</strong>s Bourgmestre et Echev<strong>in</strong>s,<br />
Leuven, 1838-<br />
Rapport sur l'adm<strong>in</strong>istration et la situation <strong>de</strong>s affaires <strong>de</strong> la commune <strong>de</strong><br />
Mal<strong>in</strong>es, présenté au conseil communal dans sa séance publique du..., Mechelen,<br />
1836-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Rapport sur l'adm<strong>in</strong>istration et la situation <strong>de</strong>s affaires <strong>de</strong> la ville d'Osten<strong>de</strong>,<br />
Oosten<strong>de</strong>, 1840- Rapport sur l'adm<strong>in</strong>istration et la situation <strong>de</strong>s Affaires <strong>de</strong> la<br />
Ville <strong>de</strong> St. Nicolas présenté en séance du Conseil communal, le..., S<strong>in</strong>t-Niklaas,<br />
1840-<br />
Rapport sur l'adm<strong>in</strong>istration et la situation <strong>de</strong>s Affaires <strong>de</strong> la Ville <strong>de</strong> Termon<strong>de</strong>.<br />
Année..., Den<strong>de</strong>rmon<strong>de</strong>, 1840-<br />
Rapport sur l'adm<strong>in</strong>istration et la situation <strong>de</strong>s Affaires <strong>de</strong> la Ville <strong>de</strong> Tirlemont,<br />
présenté au Conseil communal, en séance publique le..., Tienen, 1840-<br />
Rapport sur l'adm<strong>in</strong>istration et la situation <strong>de</strong>s affaires <strong>de</strong> la Ville d'Y pres<br />
durant l'année ..., Ieper, 1838-<br />
Rapport Aliénés<br />
Rapport <strong>de</strong> la commission chargée par Mr. le M<strong>in</strong>istre <strong>de</strong> la Justice <strong>de</strong> proposer<br />
un plan pour l'amélioration <strong>de</strong> la condition <strong>de</strong>s aliénés en Belgique et la réforme<br />
<strong>de</strong>s établissements qui leur sont consacrés. Enquête sur l'état actuel <strong>de</strong>s maisons<br />
d'aliénés avec plans et pièces à l'appui, Brussel, 1842<br />
Rapports<br />
Rapports <strong>de</strong>s Commissions Médicales prov<strong>in</strong>ciales sur leurs travaux pendant<br />
l'année..., (M<strong>in</strong>istère <strong>de</strong> l'Agriculture), Brussel, 1860-1912<br />
Rat<strong>in</strong>ckx<br />
Livre d'adresses <strong>de</strong> la Ville d'Anvers et communes limitrophes, Antwerpen,<br />
1838-<br />
Rei<strong>de</strong>r<br />
Paul Rei<strong>de</strong>r, Ma<strong>de</strong>moiselle Valent<strong>in</strong>. Roman <strong>de</strong> moeurs, Brussel, 1959<br />
Reis<br />
Reis door België <strong>in</strong> het Jaar 1814. Met Platen, Kaarten, Gezichten en Kostumen,<br />
Amsterdam-Brussel, 1815<br />
Renieu<br />
Lionel Renieu, Histoire <strong>de</strong>s théâtres <strong>de</strong> Bruxelles <strong>de</strong>puis leur orig<strong>in</strong>e jusqu'd<br />
ce jour, 2 <strong>de</strong>len, Parijs, 1928<br />
Rilke<br />
Ra<strong>in</strong>er Maria Rilke, Sämtliche Werke (Herausgegeben vom Rilke-Archiv. In<br />
Verb<strong>in</strong>dung mit Ruth Sieber-Rilke besorgt durch Ernst Z<strong>in</strong>n). Sechster Band,<br />
Frankfurt a.M., 1966<br />
Roche<br />
Eugène Roche, Histoire <strong>de</strong> Wenduyne-S/Mer <strong>de</strong>puis les temps les plus reculés<br />
jusqu' à nos jours. Suivie d'une note sur l'ancienne topographie <strong>de</strong> Wenduyne<br />
par L. Gilliodts-Van Severen. Nouvelle édition, revue et considérablement<br />
augmentée, Brugge, 1902<br />
Roelants<br />
J. Roelants, Een pareltje uit <strong>de</strong> Kempen. Santhoven met omgev<strong>in</strong>g van gister,<br />
nu en morgen, Brecht, 1934<br />
Rogghé<br />
Willem Rogghé, Ge<strong>de</strong>nkbla<strong>de</strong>n. Met eene <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g door Max Rooses, Gent,<br />
1898<br />
Rombauts<br />
W. Rombauts, Het Paasverzuim <strong>in</strong> het bisdom Brugge (1840-1911)<br />
(Interuniversitair Centrum <strong>voor</strong> He<strong>de</strong>ndaagse Geschie<strong>de</strong>nis, Bijdragen 62),<br />
Leuven-Parijs, 1971<br />
Ronse<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Edmond Ronse, L'Emigration saisonnière beige, Gent, (1913)<br />
Rooses 1877<br />
Max Rooses, Schetsenboek, Gent, 1877<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
266<br />
Rooses 1882<br />
Max Rooses, Nieuw Schetsenboek, Gent, 1882<br />
Rooses 1885<br />
Max Rooses, Der<strong>de</strong> Schetsenboek, Gent, 1885<br />
Rooses 1894<br />
Oud-Antwerpen. Tekst door Max Rooses. Waterverfschil<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen en Tseken<strong>in</strong>gen<br />
door Frans Van Kuyck, Brussel, 1894<br />
Rops<br />
Félicien Rops. L'oeure graphique complète. Ouvrage établi et présenté par<br />
Jean-François Bory. Avec un texte contempora<strong>in</strong> <strong>de</strong> l'artiste par J.K. Huysmans,<br />
Parijs, 1977<br />
Roscoe<br />
Thomas Roscoe, Belgium: <strong>in</strong> a picturesque tour. With sixteen highly-f<strong>in</strong>ished<br />
engrav<strong>in</strong>gs jrom orig<strong>in</strong>al draw<strong>in</strong>gs by Thomas Allom, Lon<strong>de</strong>n, 1841<br />
Rousseau<br />
Pierre Rousseau, Histoire <strong>de</strong>s techniques, Parijs, 1956<br />
E. Sabbe<br />
Et. Sabbe, Histoire <strong>de</strong> l'Industrie l<strong>in</strong>ière en Belgique (Collection Nationale, 6me<br />
série, n o 67), Brussel, 1945<br />
M. Sabbe<br />
Dr. Maurits Sabbe, Lo<strong>de</strong> Monteyne en Hendrik Thz. Coopman, Het Vlaamsch<br />
Tooneel <strong>in</strong>zon<strong>de</strong>rheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> XlXe eeuw, geschreven <strong>in</strong> opdracht van <strong>de</strong>n<br />
Kon<strong>in</strong>klijken Tooneelkr<strong>in</strong>g De Morgenstar van Brussel, Brussel, 1927<br />
Sacré-De Cort<br />
Maurits Sacré en Aimé De Cort, Volksspelen en Volksvermaken <strong>in</strong><br />
Vlaamsch-België, Merchtem, 1925<br />
Schepens<br />
Luc Schepens,. Van vlaskutser tot fransman. Bijdrage tot <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van<br />
<strong>de</strong> Westvlaamse platte<strong>land</strong>sbevolk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw, Brugge, 1973<br />
Schmook<br />
Ger Schmook, Een Parijse ‘Beau’ on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Antwerpse ‘Jolikes’. Roger <strong>de</strong><br />
Beauvoir op doorreis <strong>in</strong> <strong>de</strong> w<strong>in</strong>ter van 1834/35 (Kon<strong>in</strong>klijke Vlaamse Aca<strong>de</strong>mie<br />
<strong>voor</strong> Taal- en Letterkun<strong>de</strong>, reeks V, nr. 21), Gent, 1959<br />
Schnaase<br />
Karl Schnaase, Nie<strong>de</strong>rländische Briefe, Stuttgart i.T., 1834<br />
Scholl<br />
150 Jaar Katholieke Arbei<strong>de</strong>rsbeweg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> België (1789-1939). On<strong>de</strong>r redactie<br />
van Dr. S.H. Scholl, 3 <strong>de</strong>len, Brussel, 1963-1966<br />
Schoutens<br />
J. Schoutens, De plaatselijke pers en <strong>de</strong> verkiez<strong>in</strong>gen te Leuven (1848-1860).<br />
(Onuitgegeven licentiaatsverhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g, Leuven, 1969)<br />
Scrive-Loyer<br />
Jules Scrive-Loyer, Les variétés du lieu flamand et les types sociaux qui en<br />
dérivent (Bibliothèque <strong>de</strong> la Science sociale), Parijs, 1911<br />
Seebad Osten<strong>de</strong><br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Seebad Osten<strong>de</strong>. Anleitung zum Gebrauche <strong>de</strong>r Seebä<strong>de</strong>r. Reisführer durch<br />
Belgien. Grossentheils aus <strong>de</strong>m Französischen nach <strong>de</strong>n wissenschaftlichen<br />
Schriften <strong>de</strong>s Dr. L. Verhaeghe, prakt. Arzt und Ba<strong>de</strong>arzt zu Osten<strong>de</strong>,<br />
Brussel-Oosten<strong>de</strong>, 1865 10<br />
Seebohm<br />
B. Seebohm Rowntree, Comment dim<strong>in</strong>uer la misère. Etu<strong>de</strong>s sur la Belgique.<br />
Traduit <strong>de</strong> l'anglais par A.-J.-A. Hotermans, Parijs, (1910)<br />
Segers 1879<br />
Gustaaf Segers, Dorpsgeschie<strong>de</strong>nissen. Verhalen uit <strong>de</strong> Antwerpse Kempen,<br />
Leuven, 1879<br />
Segers 1907<br />
Gustaaf Segers, De Vlaamsche Volksroman (Verslagen en Me<strong>de</strong><strong>de</strong>el<strong>in</strong>gen <strong>de</strong>r<br />
Kon<strong>in</strong>klijke Vlaamsche Aca<strong>de</strong>mie <strong>voor</strong> Taal- en Letterkun<strong>de</strong>), Gent, 1907<br />
Sertorius<br />
Dr. Lili Sertorius, Literarische Schaffen und Volkstum <strong>in</strong> F<strong>land</strong>ern (1890-1930),<br />
Berlijn-Karlshorst, 1932<br />
Silvia<br />
Silvia, De Vrouw <strong>in</strong> <strong>de</strong> maatschappij, Gent, 1888<br />
Simon 1950<br />
A. Simon, Le Card<strong>in</strong>al Sterckx et son temps (1792-1867) (Faculté Universitaire<br />
Sa<strong>in</strong>t-Louis à Bruxelles), 2 <strong>de</strong>len, Wetteren, 1950<br />
Simon 1960<br />
A. Simon, Réunions <strong>de</strong>s évêques <strong>de</strong> Belgique <strong>1830</strong>-1867. Procès-verbaux<br />
(Interuniversitair Centrum <strong>voor</strong> He<strong>de</strong>ndaagse Geschie<strong>de</strong>nis, Bijdragen 10),<br />
Leuven-Parijs, 1960<br />
Simon 1961<br />
A. Simon, Réunions <strong>de</strong>s évêques <strong>de</strong> Belgique 1868-1883. Procés-verbaux<br />
(Interuniversitair Centrum <strong>voor</strong> He<strong>de</strong>ndaagse Geschie<strong>de</strong>nis, Bijdragen 17),<br />
Leuven-Parijs, 1961<br />
S<strong>in</strong>ger<br />
A History of Technology. Edited by Charles S<strong>in</strong>ger, E.J. Holmyard, A.R Hall,<br />
Trevor I. Williams, 5 <strong>de</strong>len, Oxford, 1954-1958<br />
S<strong>in</strong>t-Niklaas<br />
De Stad S<strong>in</strong>t-Niklaas. Een doorbraak van historie naar toekomst,<br />
GentLeuven-Brussel, 1971<br />
Siret<br />
Adolf Siret, Het Land van Waas, S<strong>in</strong>t-Niklaas, 1870<br />
Sleeckx 1848<br />
Sleeckx, Volksverhalen, Brussel, 1848<br />
Sleeckx 1864<br />
Sleeckx Dirk Meyer, eene geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong>n waterkant, Gent, 1864<br />
Sleeckx 1869<br />
Sleeckx, De plannen van Peerjan, Neef en Nicht en an<strong>de</strong>re verhalen. Twee<strong>de</strong><br />
druk, Gent, 1882<br />
Sleeckx 1903<br />
D. Sleeckx, Indrukken en ervar<strong>in</strong>gen, Gent, 1903<br />
Smets<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Marcel Smets, De ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> tu<strong>in</strong>wijkgedachte <strong>in</strong> België. Een overzicht<br />
van <strong>de</strong> belgische volkswon<strong>in</strong>gbouw <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van <strong>1830</strong> tot 1930,<br />
Brussel-Luik, 1977<br />
A. Snie<strong>de</strong>rs 1867<br />
August Snie<strong>de</strong>rs Jr., Het Zusterke <strong>de</strong>r Armen, 2 <strong>de</strong>len, 's Hertogenbosch, 1867<br />
A. Snie<strong>de</strong>rs 1878 A<br />
August Snie<strong>de</strong>rs, Klokketonen, Her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen uit vroeger dagen, 's<br />
Hertogenbos-Amsterdam-Maastricht, 1878<br />
A. Snie<strong>de</strong>rs 1878 B<br />
August Snie<strong>de</strong>rs, Oud speelgoed, 's Hertogenbos-Amsterdam-Maastricht, 1878<br />
A. Snie<strong>de</strong>rs 1884<br />
August Snie<strong>de</strong>rs, De nachtraven, Een verhaal uit onze dagen, Antwerpen, (1884)<br />
A. Snie<strong>de</strong>rs 1893<br />
Dr. August Snie<strong>de</strong>rs, Dit sijn Sni<strong>de</strong>rien, Turnhout, 1893<br />
J.R. Snie<strong>de</strong>rs<br />
Dr. J. Renier Snie<strong>de</strong>rs, Narda (Taferelen uit het Dorpsleven <strong>in</strong> <strong>de</strong> Kempen), 's<br />
Hertogenbos, 1869<br />
Southey<br />
Robert Southey, Journal of a Tour <strong>in</strong> the Nether<strong>land</strong>s <strong>in</strong> the autumn of 1815.<br />
With an <strong>in</strong>troduction by W. Robertson Nicoll, Lon<strong>de</strong>n, 1904<br />
Spr<strong>in</strong>gael<br />
Gustaaf Spr<strong>in</strong>gael, Eenige Historische Her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen en Bijeenrapel<strong>in</strong>gen over<br />
Wommelgem en omstreken, 2 <strong>de</strong>len, Antwerpen, 1897<br />
Staes 1884<br />
J. Staes, Theodoor van Rijswijck. Zijn leven <strong>in</strong> verband met zijnen tijd,<br />
Antwerpen, 1884<br />
Staes 1896<br />
J. Staes, Antwerpsche Tooneelmaat-schappijen se<strong>de</strong>rt het beg<strong>in</strong> <strong>de</strong>zer eeuw tot<br />
aan <strong>de</strong> sticht<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>n Nationalen Schouwburg, Antwerpen, 1896<br />
Statistique<br />
Statistique du mouvement <strong>de</strong> l'éat civil et <strong>de</strong> la population pendant les années<br />
1867 à 1881 (Bullet<strong>in</strong> <strong>de</strong> la Commission centrale <strong>de</strong> Statistique, XV, 423-938),<br />
Brussel, 1883<br />
Statistique judiciaire<br />
Statistique judiciaire <strong>de</strong> la Belgique (M<strong>in</strong>istère <strong>de</strong> la Justice), 29 <strong>de</strong>len, Brussel,<br />
1900-1932<br />
Sterkens-Cieters<br />
Paula Sterkens-Cieters, Volksklee<strong>de</strong>rdrachten <strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren, Antwerpen, 1935<br />
Stijns 1888<br />
Reimond Stijns, Ruwe lief<strong>de</strong>. Dorpsverhaal, Rotterdam, 1888<br />
Stijns 1891<br />
Reimond Stijns, In <strong>de</strong> Ton. Met twee teeken<strong>in</strong>gen van Franz Meerts, Rotterdam,<br />
1891<br />
Stijns 1904<br />
Reimond Stijns, Hard Labeur. Bandversier<strong>in</strong>g van Herman Teirl<strong>in</strong>ck, 2 <strong>de</strong>len,<br />
Rotterdam-Brussel, 1904<br />
St<strong>in</strong>issen<br />
Jacob St<strong>in</strong>issen en Lambert Waelbers, Een Vlaamsch Schel<strong>de</strong>dorp met een<br />
topographische kaart en het Dorp <strong>in</strong> vogelvlucht gezien, Brasschaat, 1909<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Stoor<strong>in</strong>ge<br />
De Groote Stoor<strong>in</strong>ge 1875. Historische bijdrage tot <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong><br />
Vlaamse stu<strong>de</strong>ntenbeweg<strong>in</strong>g, (Roeselare), (1975)<br />
Stracke<br />
D.A. Stracke, Arm Vlaan<strong>de</strong>ren (Uitgave van het Katholiek Vlaamsch<br />
Secretariaat), Antwerpen, 1914<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
267<br />
Strens<br />
Louis Strens, La télégraphie électrique mise à la portée <strong>de</strong> tout le mon<strong>de</strong>,<br />
Brussel, 1855<br />
Streuvels 1923<br />
Stijn Streuvels, Land en Leven <strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren, Amsterdam, (1923)<br />
Streuvels 1971<br />
Stijn Streuvels, Volledig Werk, 4 <strong>de</strong>len, Brugge, 1971-1973<br />
Tanghe Beernem<br />
G.F. Tanghe, Parochieboek of Historie van Beernem, Brugge, s.a.<br />
Tanghe Iseghem<br />
G.F. Tanghe, Parochieboek van Iseghem, gevolgd door <strong>de</strong> levensbeschrijv<strong>in</strong>g<br />
<strong>de</strong>s heiligen Hilonius, patroon, eersten apostel en pastor <strong>de</strong>zer plaets, Brugge,<br />
1862-1863<br />
Tanghe Jabbeke<br />
G.F. Tanghe, Parochieboek of Beschrijv<strong>in</strong>g van Jabbeke, gevolgd door eene<br />
levensschets van <strong>de</strong>n heiligen Blasius, Patroon <strong>de</strong>zer Parochie, Brugge, 1860<br />
Tanghe Meulebeke<br />
G.F Tanghe, Parochieboek of Beschrijv<strong>in</strong>g van Meulebeke, Brugge, (1862)<br />
Tanghe Ooteghem<br />
G.F. Tanghe, Parochieboek of Beschrijv<strong>in</strong>g van Ooteghem, Brugge, (1862)<br />
Tar<strong>de</strong><br />
G. Tar<strong>de</strong>, L'op<strong>in</strong>ion et la foule (Bibliothèque <strong>de</strong> philosophie contempora<strong>in</strong>e),<br />
Parijs, 1904 2<br />
Tardieu<br />
Eugène Tardieu, L'<strong>in</strong>dustrie du vêtement pour hommes à Bruxelles et dans<br />
l'agglomération Bruxelloise (Les <strong>in</strong>dustries à domicile en Belgique. M<strong>in</strong>istère<br />
<strong>de</strong> l'Industrie et du Travail. Office du Travail, I, 199-276), Brussel, 1899<br />
Teirl<strong>in</strong>ck-Stijns 1880<br />
Teirl<strong>in</strong>ck-Stijns, Al<strong>de</strong>nardia. Novellen uit het Zui<strong>de</strong>n van Oost-Vlaan<strong>de</strong>ren,<br />
Brussel, 1880<br />
Teirl<strong>in</strong>ck-Stijns 1884<br />
Teirl<strong>in</strong>ck-Stijns, Arm Vlaan<strong>de</strong>ren, 2 <strong>de</strong>len, Roeselare, 1884<br />
Tennent<br />
Emerson Tennent, Notes d'un voyageur anglais sur la Belgique. Industrie,<br />
commerce, culture, arts, état moral. Traduit <strong>de</strong> l'anglais avec <strong>de</strong>s notes par<br />
P.-M. Just<strong>in</strong>, Brussel, 1841<br />
Texier<br />
Edmond Texier, Voyage pittoresque en Hol<strong>land</strong>e et en Belgique. Illustrations<br />
<strong>de</strong> MM. Rouargue Frères, Parijs, 1857<br />
Theys<br />
Juliaan Theys, Een analyse van <strong>de</strong> Westvlaamse grensarbeid <strong>in</strong> Noord-Frankrijk<br />
(Westvlaams Economisch Studiebureau, XIV), Brugge, 1969<br />
Thuysbaert<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Prosper Thuysbaert, Het Land van Waes. Bijdrage tot <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r<br />
<strong>land</strong>elijke bevolk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> XlXe eeuw (Ecole <strong>de</strong>s Sciences Politiques et Sociales<br />
<strong>de</strong> Louva<strong>in</strong>), Kortrijk, 1913<br />
Thys<br />
Aug. Thys, Historique <strong>de</strong>s sociétéscborales <strong>de</strong> Belgique, Gent-Keulen, 1855<br />
Tillich<br />
Paul Tillich, Gesammelte Werke. Band XI. Se<strong>in</strong> und S<strong>in</strong>n. Zwei schriften zur<br />
Ontologie, Stuttgart, 1869<br />
T<strong>in</strong><strong>de</strong>mans<br />
Carlos T<strong>in</strong><strong>de</strong>mans, Mens, gemeenschap en maatschappij <strong>in</strong> <strong>de</strong> toneelletterkun<strong>de</strong><br />
van Zuid-Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong> 1815-1914. Een systematische analyse van <strong>de</strong> thematiek<br />
van het realistisch-burgerlijk drama (Kon<strong>in</strong>klijke Aca<strong>de</strong>mie <strong>voor</strong> Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong>se<br />
Taal- en Letterkun<strong>de</strong>, VIe reeks, nr. 104), Gent, 1973<br />
Tony<br />
Tony, Ernest Staas advocaat. Schetsen en beel<strong>de</strong>n. Met sterkwaterplaten door<br />
Willem Geets, Gent-'s Gravenhage, 1874<br />
Trefois<br />
Clemens V. Trefois, Ontwikkel<strong>in</strong>gsgeschie<strong>de</strong>nis van onze <strong>land</strong>elijke architectuur,<br />
Antwerpen, 1950<br />
Trollope<br />
Mrs. Trollope, Belgium and Western Germany <strong>in</strong> 1833; <strong>in</strong>clud<strong>in</strong>g visits tot<br />
Ba<strong>de</strong>n-Ba<strong>de</strong>n, Wiesba<strong>de</strong>n, Cassel, Hannover, the Harz Mounta<strong>in</strong>s, etc. etc, 2<br />
<strong>de</strong>len, Lon<strong>de</strong>n, 1834<br />
Turfkruyer<br />
Marc Turfkruyer, Geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> film. Met <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werk<strong>in</strong>g van Charles<br />
Ford, 2 <strong>de</strong>len, Antwerpen, 1958-1959<br />
Turmann<br />
Max Turmann, Les associations agricoles en Belgique, Parijs, 1909 2<br />
Université<br />
L'université <strong>de</strong> Louva<strong>in</strong>. Coup d'oeil sur son histoire et ses <strong>in</strong>stitutions,<br />
1425-1900, Brussel, 1900<br />
Valabrègue Antony Valabrègue, Au Pays Flamand. Préface par Auguste<br />
Dietrich, Tours, (1905)<br />
Van Bergen<br />
Edward Van Bergen, Antwerpen omstreeks 1850. Her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen van een ou<strong>de</strong>n<br />
S<strong>in</strong>joor, Antwerpen, 1927<br />
Van Biervliet<br />
Mélanie Van Biervliet, De l'éducation dans les pensionnats <strong>de</strong> <strong>de</strong>moiselles,<br />
Doornik-Parijs-Leipzig, 1863<br />
Van Bolen<br />
Carl Van Bolen, Geschichte <strong>de</strong>r Erotik, Wenen, 1952 2<br />
Vandamme<br />
Jan Vandamme, Het <strong>bibliotheek</strong>wezen <strong>in</strong> Brugge vóór 1920, Brugge, 1971<br />
Van <strong>de</strong>n Abeele 1866<br />
Albijn Van <strong>de</strong>n Abeele, Karel en Theresia. Eene schets uit het Vlaamsche<br />
Volksleven. Herziene uitgaaf met een <strong>in</strong>lei<strong>de</strong>nd woord van L. Scharpé<br />
(Duimpjesuitgave, 43e boek<strong>de</strong>el), Mal<strong>de</strong>gem, 1904<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
A. Van <strong>de</strong>n Abeele 1873<br />
Albijn Van <strong>de</strong>n Abeele, Het Hof-ter-Beken. Eene schets uit het leven <strong>de</strong>r<br />
Vlaamsche <strong>land</strong>bouwers, Gent, 1873<br />
H. Van <strong>de</strong>n Abeele<br />
Hugo Van <strong>de</strong>n Abeele, Het ontstaan <strong>de</strong>r zij<strong>de</strong>nijverheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> stad De<strong>in</strong>ze<br />
(1847-1862), Le<strong>de</strong>berg-Gent, 1935<br />
Van <strong>de</strong>n Bergh<br />
S.J. Van <strong>de</strong>n Bergh, Reis<strong>in</strong>drukken, her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen, ontmoet<strong>in</strong>gen enz. op een<br />
uitstapjen naar België <strong>in</strong> 1846, 's Gravenhage, s.a.<br />
Van<strong>de</strong>n Bussche<br />
Emile Van<strong>de</strong>n Bussche, La pêche et les pêcheurs <strong>de</strong> Blankenberghe. Moeurs<br />
et coutumes. Recherches pour servir à l'histoire <strong>de</strong>s <strong>in</strong>dustries maritimes sur<br />
la cóte <strong>de</strong> F<strong>land</strong>re, Brugge, 1877<br />
Van <strong>de</strong>n Weghe<br />
Medard Van <strong>de</strong>n Weghe, Geschie<strong>de</strong>nis van Moorsle<strong>de</strong>. Versierd met platen,<br />
Ieper, (1894)<br />
Van<strong>de</strong>rk<strong>in</strong><strong>de</strong>re<br />
L. Van<strong>de</strong>rk<strong>in</strong><strong>de</strong>re, L'Université <strong>de</strong> Bruxelles 1834-1884. Notice historique faite<br />
à la <strong>de</strong>man<strong>de</strong> du conseil d'adm<strong>in</strong>istration, Brussel, 1884<br />
Van <strong>de</strong>r L<strong>in</strong><strong>de</strong>n<br />
Renaat Van <strong>de</strong>r L<strong>in</strong><strong>de</strong>n, Het bolspel <strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren vroeger en nu. Uitgave on<strong>de</strong>r<br />
<strong>de</strong> auspiciën van <strong>de</strong> Kon<strong>in</strong>klijke Bond <strong>de</strong>r Oostvlaamse Volkskundigen, Gent,<br />
1966<br />
Van<strong>de</strong>r Meersch<br />
P.C. Van<strong>de</strong>r Meersch, De l'état <strong>de</strong> la mendicité et <strong>de</strong> la bienfaisance dans la<br />
prov<strong>in</strong>ce <strong>de</strong> la F<strong>land</strong>re orientale, <strong>de</strong>puis Ie règne <strong>de</strong> Marie-Thérèse jusqu' à nos<br />
jours. 1740-1850 (Bullet<strong>in</strong> <strong>de</strong> la Commission centrale <strong>de</strong> Statistique, V, 25-268),<br />
Brussel, 1853<br />
Van<strong>de</strong>r Straeten<br />
Edmond Van<strong>de</strong>r Straeten, Le théâtre villageois en F<strong>land</strong>re. Histoire, littérature,<br />
musique, religion, politique, moeurs, 2 <strong>de</strong>len, Brussel, 1881 2<br />
Van<strong>de</strong>rvel<strong>de</strong> 1907<br />
Emile Van<strong>de</strong>rvel<strong>de</strong>, Le sort <strong>de</strong>s campagnards s'améliore-t-il? Un village<br />
brabancon en 1833. Gaesbeek (Arrondissement <strong>de</strong> Bruxelles, canton <strong>de</strong><br />
Lennick-St-Quent<strong>in</strong>). Ce qu'il est <strong>de</strong>venu, Brussel, (1907)<br />
Van<strong>de</strong>rvel<strong>de</strong> 1910<br />
Emile Van<strong>de</strong>rvel<strong>de</strong>, L'exo<strong>de</strong> rural et le retour aux champs Parijs, 1910 2<br />
Van <strong>de</strong>r Vijver<br />
C. Van <strong>de</strong>r Vijver, Wan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> en om Brussel; benevens een uitstapje naar<br />
Gent en Brugge, <strong>in</strong> <strong>de</strong>n jare 1823. Met platen, Amsterdam, 1823<br />
Van Deuren<br />
Karel Van Deuren, Dit Vlaan<strong>de</strong>ren heb ik hartelijk lief! Ons <strong>land</strong> zoals het<br />
eertijds was, Tielt-Amsterdam, 1975<br />
Van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong><br />
Henry Van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong>, Geschichte me<strong>in</strong>es Lebens. Herausgegeben und übertragen<br />
von Hans Curjel. Mit 137 Abbildungen, München, 1962<br />
Van<strong>de</strong>walle<br />
L. Van<strong>de</strong>walle, Schets van Belgies toestand (Uitgaven van het Willems-Fonds,<br />
12), Gent, 1854<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Van Eenoo<br />
Roma<strong>in</strong> Van Eenoo, Een bijdrage tot <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r arbei<strong>de</strong>rsbeweg<strong>in</strong>g<br />
te Brugge (1865-1914) (Interuniversitair Centrum <strong>voor</strong> He<strong>de</strong>ndaagse<br />
Geschie<strong>de</strong>nis, Verhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen IV) Leuven-Parijs, 1959<br />
Van Gogh<br />
V<strong>in</strong>cent Van Gogh, Brieven uit Ant-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
268<br />
werpen. November 1885-Februari 1886, Amsterdam-Antwerpen, 1955<br />
Vanhamme 1947<br />
Marcel Vanhamme, Bruxelles-Capitale. Evolution <strong>de</strong> la ville <strong>de</strong> <strong>1830</strong> á nos<br />
jours, Brussel, 1947<br />
Vanhamme 1968<br />
Dr. Marcel Vanhamme, Brussel van <strong>land</strong>elijke ne<strong>de</strong>rzett<strong>in</strong>g tot wereldstad.<br />
Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong>se bewerk<strong>in</strong>g door Drs. Hubert Wouters, Antwerpen-Brussel, 1968<br />
Van Heurck<br />
Emile Van Heurck et G.J. Boekenoogen, Histoire <strong>de</strong> l'imagerie populaire<br />
flaman<strong>de</strong> et <strong>de</strong> ses rapports avec les imageries étrangères, Brussel, 1910<br />
Vanhoucke<br />
Cl. Vanhoucke, De Folklore van <strong>de</strong> Hop <strong>in</strong> Vlaams-België vroeger en nu, Gent,<br />
1964<br />
Van Houtte<br />
J.A. Van Houtte, Schets van een economische geschie<strong>de</strong>nis van België, Leuven,<br />
1943<br />
Van Isacker 1955<br />
K. Van Isacker, Werkelijk en Wettelijk Land. De katholieke op<strong>in</strong>ie tegenover<br />
<strong>de</strong> rechterzij<strong>de</strong> 1863-1884, Antwerpen, 1955<br />
Van Isacker 1962<br />
Karel Van Isacker, Meesters en Huurl<strong>in</strong>gen. De stak<strong>in</strong>g van 1907 aan <strong>de</strong> haven<br />
van Antwerpen, Antwerpen, 1962<br />
Van Isacker 1964<br />
Karel Van Isacker, De Internationale te Antwerpen 1867-1877, Antwerpen,<br />
1964<br />
Van Isacker 1965<br />
Karel Van Isacker, Het Daensisme 1893-1914. Twee<strong>de</strong> herziene druk,<br />
Antwerpen, 1965<br />
Van Isacker 1969<br />
Karel Van Isacker, Her<strong>de</strong>rlijke Brieven over politiek <strong>1830</strong>-1966, Antwerpen,<br />
1969<br />
Ph. Van Isacker<br />
Ph. Van Isacker, Tussen staat en volk. Nagelaten memoires, Antwerpen, 1953<br />
Van Kerckhoven 1842<br />
P.F. Van Kerckhoven, Jack of een Arm Huisgez<strong>in</strong>, Antwerpen, 1842<br />
Van Kerckhoven 1843<br />
P.F. Van Kerckhoven, De Koopmansklerk. Eene Antwerpsche ze<strong>de</strong>nschets,<br />
Antwerpen, 1843<br />
Van Keymeulen<br />
L. Van Keymeulen, La Maison Smits, Brussel, 1891<br />
Van Nérum<br />
C.J. Van Nérum, Essai sur l'<strong>in</strong>struction primaire et en particulier sur les écoles<br />
gratuites <strong>de</strong> Gand, Gent, 1838<br />
Van Offel<br />
Edmond Van Offel, Antwerpen 1900, Antwerpen, 1950<br />
Van Oost<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
C. Van Oost, De schoolgeschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> gemeente S<strong>in</strong>t-Martens-Laathem<br />
van 1800 tot 1900, Gent, 1903<br />
Van Passen 1964<br />
Robert Van Passen, Geschie<strong>de</strong>nis van Kontich, Kontich, 1964<br />
Van Passen 1974<br />
Robert Van Passen, Geschie<strong>de</strong>nis van E<strong>de</strong>gem, E<strong>de</strong>gem, 1974<br />
Van Ruckel<strong>in</strong>gen<br />
L. Van Ruckel<strong>in</strong>gen, In <strong>de</strong>n Kievit. Oorspronkelijk verhaal, Antwerpen, 1880<br />
Veraghtert<br />
Drs. Karel Veraghtert, De krankz<strong>in</strong>nigenverpleg<strong>in</strong>g te Geel (1795-1860)<br />
(Jaarboek van <strong>de</strong> Vrijheid en het Land van Geel, 1972, 5-148), Geel, 1972<br />
Verbauwen<br />
Paul Verbauwen, Schetsen uit mijn leven of <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r Gentse wevers,<br />
Gent, (1924)<br />
Verhaegen 1902<br />
Pierre Verhaegen, La <strong>de</strong>ntelle et la bro<strong>de</strong>rie sur tulle (Les <strong>in</strong>dustries à domicile<br />
en Belgique. M<strong>in</strong>istère <strong>de</strong> l'Industrie et du Travail. Office du Travail, IV en V),<br />
2 <strong>de</strong>len, Brussel, 1902<br />
Verhaegen 1905<br />
Pierre Verhaegen, La lutte scolaire en Belgique, Gent, 1905<br />
Verhaeren 1908<br />
Emile Verhaeren, Les Villes tentaculaires précédées <strong>de</strong>s Campagnes halluc<strong>in</strong>ées.<br />
Quatrième édition, Parijs, 1908<br />
Verhaeren 1920<br />
Emile Verhaeren, Toute la F<strong>land</strong>re, 3 <strong>de</strong>len, Parijs, 1920<br />
Verhavert<br />
Cypriaan Verhavert, Van Ketjes en Kiekefretters, Brussel, (1936)<br />
Verhulst<br />
Louis Verhulst, Entre Senne et Dendre. Contribution à l'étu<strong>de</strong> <strong>de</strong> la situation<br />
<strong>de</strong>s classes agricoles en Belgique pendant le XIXe siècle, Brussel, 1926<br />
Vermaut-De Zuttere<br />
Robert Vermaut et Charles De Zuttere, Enquête sur la Pêche maritime en<br />
Belgique. Deuxième partie. Etu<strong>de</strong> sociale <strong>de</strong> la Pêche maritime (M<strong>in</strong>istère <strong>de</strong><br />
l'Industrie et du Travail. Office du Travail), Brussel, 1914<br />
Vermeersch<br />
Arthur J. Vermeersch, Répertoire <strong>de</strong> la presse bruxelloise. Repertorium van <strong>de</strong><br />
Brusselse pers (1789-1914). A-K. (Interuniversitair Centrum <strong>voor</strong> He<strong>de</strong>ndaagse<br />
Geschie<strong>de</strong>nis, Bijdragen 42), Leuven-Parijs, 1965<br />
Vermeersch-Wouters<br />
A. Vermeersch en H. Wouters, Bijdragen tot <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> Belgische<br />
pers <strong>1830</strong>-1848 (Interuniversitair Centrum <strong>voor</strong> He<strong>de</strong>ndaagse Geschie<strong>de</strong>nis,<br />
Bijdragen 4), Leuven-Parijs, 1958<br />
Verslag Aalst, Antwerpen enz. Verslag over het Bestuer en <strong>de</strong>n toestand <strong>de</strong>r<br />
Stadszaken te Aelst, <strong>in</strong> het dienstjaer ..., Aalst, 1879-<br />
Verslag over het bestuer en <strong>de</strong>n zakentoestand <strong>de</strong>r Stad Antwerpen, <strong>voor</strong>gelegd<br />
aen <strong>de</strong>n Gemeenteraed door het Collegie van Burgemeester en Schepenen, <strong>in</strong><br />
publieke zitt<strong>in</strong>g <strong>de</strong>r ..., Dienstjaer..., Antwerpen, 1861-<br />
Verslag over het bestuur en <strong>de</strong>n toestand <strong>de</strong>r gemeentezaken van Den<strong>de</strong>rmon<strong>de</strong>.<br />
Dienstjaar..., Den<strong>de</strong>rmon<strong>de</strong>, 1860-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Verslag over het bestuur en <strong>de</strong>n toestand <strong>de</strong>r zaken van <strong>de</strong> stad Gent door het<br />
College van Burgemeester en Schepenen <strong>de</strong>n gemeenteraad aangebo<strong>de</strong>n, <strong>in</strong><br />
openbare zitt<strong>in</strong>g van ..., Gent, 1884<br />
Stad Hasselt. Verslag over Bestuur en Toestand <strong>de</strong>r gemeentezaken geduren<strong>de</strong><br />
het dienstjaar..., Hasselt, 1895-<br />
Verslag over het bestuur en <strong>de</strong>n toestand <strong>de</strong>r zaken van <strong>de</strong> Stad Lier.<br />
Dienstjaar..., Lier, 1861-<br />
Verslag over het Bestuur en <strong>de</strong>n Toestand van <strong>de</strong> zaken <strong>de</strong>r stad Mechelen.<br />
Jaar..., Mechelen, 1894-<br />
Algemeen verslag over het Bestuur en <strong>de</strong>n Toestand <strong>de</strong>r stadszaken te<br />
S<strong>in</strong>tNikolaas <strong>in</strong>..., S<strong>in</strong>t-Niklas, 1858-<br />
Verslag over het bestuur en <strong>de</strong>n toestand <strong>de</strong>r zaken van <strong>de</strong> stad Turnhout...,<br />
Turnhout, 1845-<br />
Verstappen 1963<br />
Jack Verstappen, Zo leef<strong>de</strong>n onze vissers, Ou<strong>de</strong>naar<strong>de</strong>, (1963)<br />
Verstappen 1971<br />
Jack Verstappen, Spelemeien aan Zee. Geschiedkundige feitjes. Snippertjes<br />
flora en fauna. Volkskundige en toeristische <strong>in</strong>formatie van en over het Belgische<br />
kust<strong>land</strong>, Blankenberge, 1971<br />
Verstraete<br />
Ch. G.P. Verstraete, De l'éducation <strong>de</strong>s orphel<strong>in</strong>s pauvres. Système suivi dans<br />
les pr<strong>in</strong>cipaux pays <strong>de</strong> l'Europe, en Belgique, à Gand. Aperçu historique.<br />
Considérations générales. Résultats obtenus. Conclusion, Gent, 1891<br />
Victor<br />
René Victor, Schets ener geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> Vlaamse Conferentie <strong>de</strong>r Balie<br />
van Antwerpen. 1885-1960. Uitgegeven ter gelegenheid van het 75-jarig jubileum<br />
<strong>de</strong>r Vlaamse Conferentie, Antwerpen, 1960<br />
Viré<br />
Liliane Viré, La distribution publique d'eau à Bruxelles <strong>1830</strong>-1870 (Pro Civitate,<br />
Collection Histoire, série <strong>in</strong>-8 o , n o 33), Brussel, 1973<br />
Visschers<br />
Aug. Visschers, Du système électoral en Belgique. Elections générales <strong>de</strong> 1847<br />
et 1848 (Bullet<strong>in</strong> <strong>de</strong> la Commission générale <strong>de</strong> Statistique, IV), Brussel 1851<br />
Vliebergh 1906<br />
E. Vliebergh, De <strong>land</strong>elijke bevolk<strong>in</strong>g <strong>de</strong>r Kempen geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> 19e eeuw.<br />
Bijdrage tot <strong>de</strong> economische geschie<strong>de</strong>nis, (Mémoires <strong>de</strong> l'Académie royale <strong>de</strong><br />
Belgique, Classe <strong>de</strong>s lettres, 8 o , 2me série, T. 2), Brussel, 1906<br />
Vliebergh 1908<br />
E. Vliebergh, De Kempen <strong>in</strong> <strong>de</strong> 19e en <strong>in</strong> 't beg<strong>in</strong> <strong>de</strong>r 20e eeuw (Davidsfonds),<br />
Ieper, 1908<br />
Vliebergh-Ulens 1909<br />
Em. Vliebergh et Rob. Ulens, La population agricole <strong>de</strong> la Hesbaye au XIXe<br />
siècle. Contribution à l'étu<strong>de</strong> <strong>de</strong> l'histoire économique et sociale (Mémoires <strong>de</strong><br />
l'Académie royale <strong>de</strong> Belgique, Classe <strong>de</strong>s lettres, 8 o , 2me série, T. 5), Brussel,<br />
1909<br />
Vliebergh-Ulens 1921<br />
Em. Vliebereh en Rob. Ulens, Het Hage<strong>land</strong>. Zijn platte<strong>land</strong>sche bevolk<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> XIXe eeuw. Bijdrage tot <strong>de</strong> studie <strong>de</strong>r economische en sociale geschie<strong>de</strong>nis<br />
(Mémoires <strong>de</strong> l'Académie royale <strong>de</strong> Belgique, Classe <strong>de</strong>s lettres,<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
269<br />
8 o , 2me série, T. 13), Brussel, 1921<br />
von Meysenbug<br />
Malwida von Meysenbug, E<strong>in</strong>e Reise nach Osten<strong>de</strong> (1849), Berlijn-Leipzig,<br />
1905 2<br />
von Plönnies<br />
Luise von Plönnies, Reise-Er<strong>in</strong>nerungen aus Belgien, Berlijn, 1845<br />
Voor<strong>de</strong>ckers<br />
E. Voor<strong>de</strong>ckers, Bijdrage tot <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> Gentse pers. Repertorium<br />
(1667-1914) (Interuniversitair Centrum <strong>voor</strong> He<strong>de</strong>ndaagse Geschie<strong>de</strong>nis,<br />
Bijdragen 35), Leuven-Parijs, 1964<br />
Vuylsteke<br />
Julius Vuylsteke, Verzamel<strong>de</strong> Prozascbriften. Uitgegeven ter gelegenheid van<br />
zijn vijf-en-tw<strong>in</strong>tigjarig lidmaatschap <strong>in</strong> het Algemeen Bestuur van 't<br />
Willems-fonds 1862-1887, 4 <strong>de</strong>len, Gent, 1887-1891<br />
Wanty<br />
Emile Wanty, Le Milieu Militaire Belge <strong>de</strong> 1831 à 1914 (Kon<strong>in</strong>klijke Aca<strong>de</strong>mie<br />
van België. Klasse <strong>de</strong>r Letteren en <strong>de</strong>r Morele en Staatkundige Wetenschappen.<br />
Verhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen. Verzamel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>-8 o , Boek LII, Aflever<strong>in</strong>g 3), Brussel, 1957<br />
Wattez<br />
Omer Wattez, Landschappen. Der<strong>de</strong> uitgave versierd met schoone<br />
penteeken<strong>in</strong>gen door Leo Primavesi, Antwerpen, (1896)<br />
Wazenaar<br />
Wazenaar, Een Vlaamsche Jongen, Gent, 1879<br />
Weerspiegeld Antwerpen<br />
Weerspiegeld Antwerpen. Hoe 't vroeger was: onze schrijvers over hun stad,<br />
Antwerpen, 1929<br />
Wegwijzer<br />
Wegwijzer en raedgever <strong>de</strong>r <strong>land</strong>verhuizers, Antwerpen, 1850<br />
Welters<br />
H. Welters, Feesten, ze<strong>de</strong>n, gebruiken en spreekwoor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> Limburg, Venlo,<br />
(1877)<br />
Weustenraad<br />
Th. Weustenraad, Poésies lyriques, Brussel, 1848<br />
Weyns<br />
Dr. Jozef Weyns, Volkshuisraad <strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren. Naam, vorm, geschie<strong>de</strong>nis,<br />
gebruik en volkskundig belang <strong>de</strong>r huiselijke <strong>voor</strong>werpen <strong>in</strong> het Vlaamse <strong>land</strong><br />
van <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>leeuwen tot <strong>de</strong> eerste wereldoorlog, 4 <strong>de</strong>len, Beerzel, 1974<br />
White<br />
Charles White, The Belgic revolution of <strong>1830</strong>, 2 <strong>de</strong>len, Lon<strong>de</strong>n, 1835<br />
Wilmars<br />
Dirk Wilmars, De psychologie van <strong>de</strong> Franstalige <strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren. De achtergrond<br />
van <strong>de</strong> taalstrijd, Antwerpen-Utrecht, 1966<br />
Wilms 1941<br />
J. Wilms, On<strong>de</strong>r S<strong>in</strong>t-Andriestoren. De Schuif. De Boeksteeg. De beruchte<br />
Lepelstraat, Antwerpen, 1941 2<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Wilms 1953<br />
John Wilms, De parochie van miserie. Illustraties door Jaak Gorus, Antwerpen,<br />
1953 3<br />
Witte 1973 A<br />
Els Witte, Documents relatifs à la franc-maçonnerie belge du XIXe siècle. Avec<br />
la collaboration <strong>de</strong> Fernand V. Borné (Interuniversitair Centrum <strong>voor</strong><br />
He<strong>de</strong>ndaagse Geschie<strong>de</strong>nis, Bijdragen 69), Leuven-Parijs, 1973<br />
Witte 1973 B<br />
Els Witte, Politieke machtsstrijd <strong>in</strong> en om <strong>de</strong> <strong>voor</strong>naamste Belgische ste<strong>de</strong>n<br />
<strong>1830</strong>-1848 (Pro Civitate, Historische uitgaven, reeks <strong>in</strong>-8 o , nr. 37), 2 <strong>de</strong>len,<br />
Brussel, 1973<br />
Wocquier<br />
Léon Wocquier, L'université <strong>de</strong> Louva<strong>in</strong> et les étudiants, Leuven, 1848<br />
Wolowski<br />
L. Wolowski, Etu<strong>de</strong>s d'economie politique et <strong>de</strong> statistique, Parijs, 1848<br />
Wouters 1963<br />
Hubert Wouters, Documenten betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r arbei<strong>de</strong>rsbeweg<strong>in</strong>g<br />
(1831-1853) (Interuniversitair Centrum <strong>voor</strong> He<strong>de</strong>ndaagse Geschie<strong>de</strong>nis,<br />
Bijdragen 27), 3 <strong>de</strong>len, Leuven-Parijs, 1963<br />
Wouters 1966<br />
Hubert Wouters, Documenten betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r arbei<strong>de</strong>rsbeweg<strong>in</strong>g<br />
(1853-1865) (Interuniversitair Centrum <strong>voor</strong> He<strong>de</strong>ndaagse Geschie<strong>de</strong>nis,<br />
Bijdragen 40), Leuven-Parijs, 1966<br />
Wouters 1970<br />
Hubert Wouters, Documenten betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r arbei<strong>de</strong>rsbeweg<strong>in</strong>g<br />
ten tij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> Internationale (1866-1880) (Interuniversitair Centrum <strong>voor</strong><br />
He<strong>de</strong>ndaagse Geschie<strong>de</strong>nis, Bijdragen 60), 3 <strong>de</strong>len, Leuven-Parijs, 1970-1971<br />
Zetternam<br />
Eug. Zetternam, <strong>Mijn</strong>heer Luchtervel<strong>de</strong>. Waerhe<strong>de</strong>n uit onzen tijd, Antwerpen,<br />
1948<br />
2. Periodieken<br />
AM<br />
Appeltjes van het Meetjes<strong>land</strong>. Jaarboek van het Heemkundig Genootschap van<br />
het Meetjes<strong>land</strong>, Eeklo, 1949-<br />
AP Ch<br />
Annales parlementaires <strong>de</strong> Belgique. Chambre <strong>de</strong>s représentants, Brussel, 1844-<br />
ASG<br />
Annales <strong>de</strong> la Société Royale <strong>de</strong>s Beaux-Arts et <strong>de</strong> la littérature <strong>de</strong> Gand, Gent,<br />
1844-<br />
ASH<br />
Annales <strong>de</strong> la Société historique, archéologique et littéraire <strong>de</strong> la ville d'Ypres<br />
et <strong>de</strong> l'ancienne West-F<strong>land</strong>re, Ieper, 1861-1880<br />
ATA<br />
Antwerpen. Tijdschrift <strong>de</strong>r Stad Antwerpen, Antwerpen, 1955-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
ATR<br />
Annales du Théâtre Royal d'Anvers, Antwerpen, 1866-1898<br />
AUL<br />
Annuaire <strong>de</strong> l'Université catholique <strong>de</strong> Louva<strong>in</strong>, Leuven, 1837-<br />
AVN<br />
Advertentieblad <strong>de</strong>r ste<strong>de</strong>n Veurne, Nieuport, Dixmu<strong>de</strong> en geheel het<br />
arrondissement, Veurne, 1825-1914 (titel varieert)<br />
B<br />
't Beertje. Volkskundige Almanak. Uitgegeven door <strong>de</strong>n Bond van<br />
West-Vlaamsche Folkloristen, Brugge, 1938-1940, 1945-<br />
BAL<br />
La Belgique artistique et littéraire. Revue mensuelle nationale du mouvement<br />
<strong>in</strong>tellectuel, Brussel, 1905-1914<br />
BBN<br />
Berichtenblad van <strong>de</strong> Heemkundige Kr<strong>in</strong>g Het Land van Nevele, Lan<strong>de</strong>gem,<br />
1970-<br />
BC<br />
Belgisch Chronijkje. Geschied- en Letterkundig Tijdschrift. Godsdienst,<br />
Va<strong>de</strong>r<strong>land</strong>, Goe<strong>de</strong> Ze<strong>de</strong>n, Antwerpen, 1841-1846<br />
BCCS<br />
Bullet<strong>in</strong> <strong>de</strong> la Commission centrale <strong>de</strong> Statistique, Brussel, 1843-1909<br />
BCM<br />
Bullet<strong>in</strong> du Cercle Archéologique, Littéraire et Artistique <strong>de</strong> Mal<strong>in</strong>es. Mémoires,<br />
rapports et documents, Mechelen 1889-<br />
(vanaf 1922: Han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen..., zie HM)<br />
BF<br />
Brabantse Folklore. Tijdschrift van <strong>de</strong> Dienst <strong>voor</strong> Geschiedkundige en<br />
Folkloristische opzoek<strong>in</strong>gen <strong>de</strong>r Prov<strong>in</strong>cie Brabant, Brussel, 1921-<br />
(on<strong>de</strong>rtitel varieert)<br />
BG<br />
Bevolk<strong>in</strong>g en Gez<strong>in</strong>. Tijdschrift van het Centrum <strong>voor</strong> Bevolk<strong>in</strong>gs- en<br />
Gez<strong>in</strong>sstudiën (CBGS), Brussel, en van het Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong>s Interuniversitair<br />
Demografisch Instituut (NIDI), Voorburg, Antwerpen, 1972-<br />
BGD<br />
Bijdragen tot <strong>de</strong> Geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r Stad De<strong>in</strong>ze. Kunst- en Oudheidkundige<br />
Kr<strong>in</strong>g De<strong>in</strong>ze, De<strong>in</strong>ze, 1934-<br />
(titel varieert)<br />
BGG<br />
Bijdragen <strong>de</strong>r Gazette van Gend <strong>voor</strong> Letteren, Kunsten en Wetenschappen<br />
uitgegeven door <strong>de</strong> Maetschappij van Vlaemsche Letteroefen<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>r<br />
kenspreuk: <strong>de</strong> tael is gantsch het volk, Gent, 1836-1839<br />
BGN<br />
Bijdragen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong>en, Den Haag-Antwerpen,<br />
1946-1970<br />
BIS<br />
Bullet<strong>in</strong> <strong>de</strong> l'Institut <strong>de</strong>s Sciences économiques (Université Catholique <strong>de</strong><br />
Louva<strong>in</strong>. Ecole <strong>de</strong>s Sciences Politiques et Sociales. Institut <strong>de</strong>s Sciences<br />
Economiques), Leuven, 1929-1940<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
BK<br />
Biekorf. Dat is een leer- en leesblad <strong>voor</strong> alle verstandige Vlam<strong>in</strong>gen.<br />
Westvlaams Archief <strong>voor</strong> Geschie<strong>de</strong>nis, Oudheidkun<strong>de</strong> en Folklore, Brugge,<br />
1890-<br />
BKH<br />
Bachten <strong>de</strong> Kupe. Heemkundig tijdschrift, Nieuwpoort, 1959-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
270<br />
BM<br />
Belgisch Museum <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rduitsche Tael- en Letterkun<strong>de</strong> en <strong>de</strong><br />
Geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>s Va<strong>de</strong>r<strong>land</strong>s, Gent, 1837-1846<br />
BMGN<br />
Bijdragen en Me<strong>de</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> Geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong>en, 's<br />
Gravenhage, 1881-<br />
BP<br />
Le Bien Public, Gent, 1853-1940<br />
BT<br />
Belgisch Tijdschrift, <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> alle <strong>de</strong> merkweerdigste artikels <strong>de</strong>r dagbla<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong> welke tot het encyclopedische <strong>de</strong>el betrekkelijk zijn, Brussel, 1846-1848<br />
(tweetalig; wordt <strong>in</strong> 1849 Chronique <strong>de</strong> Bruxelles, eentalig)<br />
BTFG<br />
Belgisch Tijdschrift <strong>voor</strong> Filologie en Geschie<strong>de</strong>nis, Brussel, 1922-<br />
BTNG<br />
Belgisch Tijdschrift <strong>voor</strong> Nieuwste Geschie<strong>de</strong>nis, Gent, 1969-<br />
CB<br />
Le Courrier <strong>de</strong> Bruxelles, Brussel, 1861-1913<br />
CK<br />
Calmpthoutania. Orgaan van <strong>de</strong> Oudheidkundige Kr<strong>in</strong>g van Kalmthout,<br />
Kalmthout, 1948-<br />
(on<strong>de</strong>rtitel varieert)<br />
DO<br />
't Daghet <strong>in</strong> <strong>de</strong>n Oosten. Limburgsch Tijdschrift <strong>voor</strong> alle liefhebbers van Taalen<br />
an<strong>de</strong>re Wetensweerdighe<strong>de</strong>n, Hasselt, 1855-1914<br />
(on<strong>de</strong>rtitel varieert)<br />
DP Ch<br />
Documents parlementaires dè Belgique. Chambre <strong>de</strong> représentants, Brussel,<br />
1863-<br />
DWB<br />
Dietsche Waran<strong>de</strong> en Belfort, GentAntwerpen, 1900-<br />
E<br />
De Eendragt, veertiendaegsch tijdschrift <strong>voor</strong> Letteren, Kunsten en<br />
Wetenschappen, Gent, 1846-1879<br />
(on<strong>de</strong>rtitel varieert)<br />
ESB<br />
Eigen Schoon en De Braban<strong>de</strong>r. West-Brabantsch Tijdschrift <strong>voor</strong> Geschie<strong>de</strong>nis,<br />
Oudheidkun<strong>de</strong>, Folklore en Taalkun<strong>de</strong>, Merchtem, 1926-1943, Brussel,<br />
1944-1958, Pittem, 1958-<br />
(on<strong>de</strong>rtitel varieert)<br />
FB<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Le Folklore Brabançon. Organe du service <strong>de</strong> recherches historiques et<br />
folkloriques <strong>de</strong> la Prov<strong>in</strong>ce du Brabant, Brussel, 1923- (on<strong>de</strong>rtitel varieert)<br />
FBBF<br />
Folklore Brabançon. Bullet<strong>in</strong> du service prov<strong>in</strong>cial <strong>de</strong> recherches historiques<br />
et folkloriques. Brabantsche Folklore. Bulletijn van <strong>de</strong>n Prov<strong>in</strong>ciedienst <strong>voor</strong><br />
geschiedkundige en folkloristische opzoek<strong>in</strong>gen, Brussel, 1921-1923<br />
GM<br />
Grootmoe<strong>de</strong>rken, archiven <strong>voor</strong> Ne<strong>de</strong>rduitsche sagen, sprookjes, volkslie<strong>de</strong>ren,<br />
volksfeesten en volksgebruiken, k<strong>in</strong><strong>de</strong>rspelen en k<strong>in</strong><strong>de</strong>rlie<strong>de</strong>ren enz. uitgegeven<br />
door J.W. Wolf, Gent, 1842<br />
GMT<br />
Gentsch Museum. Wekelijksch Tijdschrift. Geschie<strong>de</strong>nis, oudheidkun<strong>de</strong>,<br />
beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunsten, letterkun<strong>de</strong>, toonkun<strong>de</strong>, tooneel, ze<strong>de</strong>n en gewoonten. On<strong>de</strong>r<br />
hoofdredactie van Hendrik Keurvels, Gent, 1895-1896<br />
GT<br />
Ghendtsche Tyd<strong>in</strong>ghen. Maandblad van <strong>de</strong> heemkundige kr<strong>in</strong>g ‘Gent’, Gent,<br />
1972-<br />
(on<strong>de</strong>rtitel varieert)<br />
HB<br />
Het Han<strong>de</strong>lsblad van Antwerpen, Antwerpen, 1844-<br />
HG<br />
Han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen <strong>de</strong>r Maatschappij <strong>voor</strong> Geschie<strong>de</strong>nis en Oudheidkun<strong>de</strong> te Gent,<br />
Gent, 1944-<br />
HK<br />
Han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong>n Geschied- en Oudheidkundigen Kr<strong>in</strong>g te Kortrijk, Kortrijk,<br />
1908-<br />
HM<br />
Han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> Kon<strong>in</strong>klijke Kr<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> Oudheidkun<strong>de</strong>, Letteren en Kunsten<br />
van Mechelen, gesticht <strong>in</strong> 1886, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> benam<strong>in</strong>g Cercle archéologique,<br />
littéraire et artistique <strong>de</strong> Mal<strong>in</strong>es, Mechelen, 1922-<br />
(1889-1921: Bullet<strong>in</strong>..., zie BCM)<br />
HOK<br />
HOK. Tijdschrift <strong>voor</strong> Geschie<strong>de</strong>nis, Oudheidkun<strong>de</strong>, Kunst en Folklore. Orgaan<br />
van Hoogstraten's Oudheidkundige Kr<strong>in</strong>g, Hoogstraten, 1933-<br />
(on<strong>de</strong>rtitel varieert)<br />
JAP<br />
Journal d'Anvers et <strong>de</strong> la Prov<strong>in</strong>ce, Antwerpen, 1821-1859<br />
JHL<br />
Journal historique et littéraire, Luik, 1834-1865, Brussel, 1865-1868<br />
JS<br />
La Justice Sociale, Brussel, 1895-1902<br />
JVG<br />
Jaarboek van <strong>de</strong> Vrijheid en het Land van Geel uitgegeven door Geels<br />
Geschiedkundig Genootschap, Geel, 1962-<br />
JW<br />
Jaarboek van het Willems-fonds, Gent, 1868-1895<br />
KH<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Kr<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> Heemkun<strong>de</strong>, S<strong>in</strong>t-Katelijne-Waver, S<strong>in</strong>t-Katelijne-Waver,<br />
1969-(vanaf 1973: Roosendael. Tijdschrift van <strong>de</strong> Kr<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> Heemkun<strong>de</strong><br />
S<strong>in</strong>t-Katelijne-Waver)<br />
KL<br />
Kunst- en Letterblad, Gent, 1840-1843, Antwerpen, 1844-1845<br />
LB<br />
Limburg. Maan<strong>de</strong>lijks tijdschrift <strong>voor</strong> Limburgsche Geschie<strong>de</strong>nis, Oudheidkun<strong>de</strong>,<br />
Kunst en Volkskun<strong>de</strong>, Maaseik-Hasselt, 1919-<br />
(on<strong>de</strong>rtitel varieert)<br />
LBH<br />
Limburgsche Bijdragen. Uitgegeven door het Leesgezelschap van Hasselt,<br />
Hasselt, 1902-1918<br />
LD<br />
Het Land. Tijdschrift <strong>voor</strong> Fraaie Letteren, Turnhout, 1911<br />
MA<br />
Muzen-Album. Letterkundig Jaerboekje, Antwerpen, 1843-1848<br />
MB<br />
Mechelse Bijdragen. Uitgegeven door <strong>de</strong>n Mechelsen Kr<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> Oudheidkun<strong>de</strong>,<br />
Geschie<strong>de</strong>nis en Folklore, Mechelen, 1934-1943, 1949<br />
(on<strong>de</strong>rtitel varieert)<br />
ML<br />
Le Magas<strong>in</strong> Littéraire et Scientifique, Gent, 1884-1898<br />
(vanaf 1891: Le Magas<strong>in</strong> Littéraire)<br />
MM<br />
't Manneke uit <strong>de</strong> Mane. Volksalmanak <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Vlam<strong>in</strong>gen, Brugge, 1881-1888,<br />
1890-1930, 1964-<br />
MT<br />
De Moe<strong>de</strong>rtael. Tijdschrift uitgegeven door G.-J. Dodd en O.-J. Elkma,<br />
Brussel-Amsterdam, 1849<br />
NBI<br />
De Nieuwe Belgische Illustratie. Zondagsblad <strong>voor</strong> het Vlaamsche Volk. On<strong>de</strong>r<br />
redactie van Julius Van <strong>de</strong>r Voort, Antwerpen, 1884-1909<br />
(on<strong>de</strong>rtitel varieert)<br />
NDK<br />
Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong>sche Dicht- en Kunsthalle. Tijdschrift toegewijd aan Taal- en<br />
Letterkun<strong>de</strong>, Kunst, Geschie<strong>de</strong>nis en On<strong>de</strong>rwijs, Antwerpen-Amsterdam,<br />
1878-1897<br />
NG<br />
Noordgouw. Cultureel tijdschrift van <strong>de</strong> Prov<strong>in</strong>cie Antwerpen, Antwerpen,<br />
1961-<br />
NLJ<br />
Ne<strong>de</strong>rduitsch Letterkundig Jaerboekje, Gent, 1834-1875<br />
NM<br />
Ne<strong>de</strong>rduitsch Maandschrift, Brussel, 1862-1868<br />
NMT<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong>sch Museum. Tijdschrift <strong>voor</strong> Letteren, Wetenschappen en- Kunst,<br />
Gent, 1874-1894<br />
NRT<br />
Nouvelle Revue Théologique, Doornik, 1869-<br />
NS<br />
De Noordstar. Tijdschrift <strong>voor</strong> Letteren, Kunsten en Wetenschappen, Antwerpen,<br />
1840-1842<br />
NW<br />
Nieuwe Wegen. Letterkundig Maandschrift <strong>voor</strong> het Volk, Roeselare, 1910-1911,<br />
Oosten<strong>de</strong>, 1912-1914<br />
(on<strong>de</strong>rtitel varieert)<br />
OAM<br />
Onze Alma Mater. Driemaan<strong>de</strong>lijks Tijdschrift van <strong>de</strong> Vlaamse leergangen te<br />
Leuven, Leuven, 1947-<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
271<br />
OD<br />
Ons Doomkerke. De vijf zusterparochiën. Tijdschrift <strong>voor</strong> folklore, heemkun<strong>de</strong><br />
en nieuws uit Doomkerke en omliggen<strong>de</strong>, Oostkamp, 1957-<br />
(on<strong>de</strong>rtitel varieert)<br />
OH<br />
Ons Heem. Tweemaan<strong>de</strong>lijks tijdschrift van het Verbond <strong>voor</strong> Heemkun<strong>de</strong>,<br />
S<strong>in</strong>t-Martens-Latem, 1945-<br />
(on<strong>de</strong>rtitel en uitgever variëren)<br />
OKT<br />
Oudheid en Kunst. Tijdschrift van <strong>de</strong>n Geschied- en Oudheidkundigen Kr<strong>in</strong>g<br />
<strong>voor</strong> Brecht en omstreken, Brecht, 1905-<br />
(on<strong>de</strong>rtitel varieert)<br />
OLL<br />
Het Ou<strong>de</strong> Land van Loon. Orgaan van <strong>de</strong> Fe<strong>de</strong>ratie <strong>de</strong>r Geschied- en<br />
Oudheidkundige Kr<strong>in</strong>gen van Limburg, Hasselt, 1946-<br />
(on<strong>de</strong>rtitel varieert)<br />
OVT<br />
Ons Volksleven. Antwerpsch-Brabantsch Tijdschrift <strong>voor</strong> Taal- en<br />
Volksdichtveerdigheid, <strong>voor</strong> Ou<strong>de</strong> Gebruiken, Wangeloofkun<strong>de</strong>, enz., Brecht,<br />
1889-1900<br />
(on<strong>de</strong>rtitel varieert)<br />
OZ<br />
Oostvlaamsche Zanten. Me<strong>de</strong><strong>de</strong>el<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong>n Bond van Oostvlaamsche<br />
Folkloristen, Gent, 1926-<br />
(on<strong>de</strong>rtitel varieert)<br />
P<br />
Het Pennoen. Tijdschrift <strong>voor</strong> het Vlaamsch Stu<strong>de</strong>ntenvolk verschijnen<strong>de</strong> b<strong>in</strong>st<br />
<strong>de</strong> schoolverloven, Antwerpen, 1877-1878, Brugge, 1878-1880 (on<strong>de</strong>rtitel<br />
varieert)<br />
PR<br />
Le Précurseur, Antwerpen, 1835-1902<br />
RB<br />
Revue <strong>de</strong> Belgique, Brussel, 1869-1914<br />
RBE<br />
Revue Bénédict<strong>in</strong>e, Maredsous, 1884-(titel varieert)<br />
RC<br />
Revue Catholique, recueil religieux, philosophique, scientifique, historique et<br />
littéraire, Luik, 1843-1846, Leuven, 1846-1848, Tienen-Leuven, 1849-1855,<br />
Leuven-Brussel, 1856-1868, Leuven, 1869-1884<br />
R F1<br />
Revue <strong>de</strong> la F<strong>land</strong>re. Recueil politique, littéraire, scientifique, philosophique,<br />
commercial, <strong>in</strong>dustriel, agricole, bibliographique, Gent, 1846-1850<br />
RG<br />
Revue Générale, Brussel, 1865-<br />
RH<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Rond <strong>de</strong>n Heerd. Een leer- en leesblad <strong>voor</strong> alle lie<strong>de</strong>n. Verschijnen<strong>de</strong> wekelijks,<br />
Brugge, 1865-1902<br />
RN<br />
Revue du Nord, Rijsel, 1833-(on<strong>de</strong>rtitel varieert)<br />
RPT<br />
Rond <strong>de</strong> Pol<strong>de</strong>rtorens. Han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> Kr<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> Heemkun<strong>de</strong> en<br />
Geschie<strong>de</strong>nis ‘S<strong>in</strong>t Guthago’ <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Ambachten van Dudzele, Oostkerke,<br />
Lissewege en Moerkerke, Oostkerke, 1959-<br />
RSC<br />
Revue Sociale Catholique, Leuven-Brussel, 1897-1920<br />
RUB<br />
Revue <strong>de</strong> l'Université <strong>de</strong> Bruxelles, Brussel, 1895-<br />
S<br />
Socialisme, Brussel, 1954-<br />
SC<br />
Scilla. Tijdschrift van <strong>de</strong> Heemkundige Kr<strong>in</strong>g van Schil<strong>de</strong>, Schil<strong>de</strong>, 1967-<br />
SCH<br />
De Schel<strong>de</strong>. Dagblad <strong>voor</strong> Staetkun<strong>de</strong>, Han<strong>de</strong>l, Nijverheid en Letterkun<strong>de</strong>,<br />
Antwerpen, 1853-1860<br />
SH<br />
Spiegel Historiael. Maandblad <strong>voor</strong> geschie<strong>de</strong>nis en archeologie, Bussum,<br />
1966-<br />
SP<br />
De Spycker. Orgaan van <strong>de</strong> Heemkundige Studiekr<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> het grondgebied<br />
van <strong>de</strong> alou<strong>de</strong> Heerlijkheid Essen-Kalmthout-Huibergen, Essen, 1951-<br />
ST<br />
De Stu<strong>de</strong>nt. Tijdschrift <strong>voor</strong> het Vlaamsch Stu<strong>de</strong>ntenvolk. Leuven, 1881-1930<br />
TGF<br />
Tijdschrift <strong>voor</strong> Geschie<strong>de</strong>nis en Folklore uitgegeven door <strong>de</strong> Commissie <strong>voor</strong><br />
Geschiedkundige en Folkloristische Opzoek<strong>in</strong>gen <strong>de</strong>r Prov<strong>in</strong>cie Antwerpen,<br />
Antwerpen, 1938-1960<br />
TK<br />
De Toekomst. Tijdschrift <strong>voor</strong> on<strong>de</strong>rwijzers, Gent, 1857-1898 (on<strong>de</strong>rtitel varieert)<br />
TSG<br />
Tijdschrift <strong>voor</strong> Sociale Geschie<strong>de</strong>nis, Amsterdam, 1975-<br />
TV<br />
Het Taelverbond. Letterkundig tijdschrift on<strong>de</strong>r het bestuer van J.F.C.<br />
Verspreeuwen, Antwerpen, 1845-1855 (on<strong>de</strong>rtitel varieert)<br />
TVG<br />
Tijdschrift <strong>voor</strong> Geschie<strong>de</strong>nis, Gron<strong>in</strong>gen, 1886-<br />
TW<br />
Tijdschrift van het Willemsfonds gewijd aan letteren, kunsten en wetenschappen,<br />
Gent, 1896-1905<br />
TX<br />
Taxandria. Ge<strong>de</strong>nkschriften van <strong>de</strong>n Geschied- en Oudheidkundigen Kr<strong>in</strong>g <strong>de</strong>r<br />
Kempen, Turnhout, 1903-(on<strong>de</strong>rtitel varieert)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
VK<br />
Volkskun<strong>de</strong>. Tijdschrift <strong>voor</strong> Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong>sche Folklore, Gent, 1888-1914,<br />
Antwerpen, 1920-1936, Antwerpen-Lei<strong>de</strong>n 1937-1938, Brussel, 1940-1952,<br />
Brussel-Antwerpen-Amsterdam, 1952-(on<strong>de</strong>rtitel varieert)<br />
VKB<br />
De Vlaamsche Kunstbo<strong>de</strong>. Maan<strong>de</strong>lijksch tijdschrift <strong>voor</strong> kunsten, letteren en<br />
wetenschappen. On<strong>de</strong>r redactie van A.J. Cosijn, Antwerpen, 1871-1913<br />
VML<br />
Verslagen en Me<strong>de</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen van De Leiegouw, Verenig<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> <strong>de</strong> studie van<br />
<strong>de</strong> lokale geschie<strong>de</strong>nis, taal en folklore <strong>in</strong> het Kortrijkse, Kortrijk, 1959-1972<br />
VS<br />
De Vlaemsche School. Tijdschrift <strong>voor</strong> Kunsten, Letteren en Wetenschappen,<br />
uitgegeven door <strong>de</strong> St.-Lukasgil<strong>de</strong>, Antwerpen, 1855-1901 (on<strong>de</strong>rtitel varieert)<br />
VT<br />
Volk en Taal. Maandschrift over gebruiken, geschie<strong>de</strong>nis, taalkun<strong>de</strong>. Uitgegeven<br />
door <strong>de</strong> Zantersgil<strong>de</strong> van Zuid-Vlaan<strong>de</strong>ren, Ronse, 1888-1891, Waregem,<br />
1891-1895 (on<strong>de</strong>rtitel varieert)<br />
VV<br />
De Vlaamsche Vlagge. Tijdschrift <strong>voor</strong> het Vlaamsch Stu<strong>de</strong>ntenvolk, Gits,<br />
1875-1933 (on<strong>de</strong>rtitel varieert)<br />
VVL<br />
Het Va<strong>de</strong>r<strong>land</strong> en <strong>de</strong> Vlaemsche Letterbo<strong>de</strong>. Tijdschrift <strong>voor</strong> Kunsten en<br />
Wetenschappen, <strong>in</strong>zon<strong>de</strong>rheid <strong>voor</strong> Letterkun<strong>de</strong>, Antwerpen, 1845-1846<br />
W<br />
Den Wekker, Maandschrift, Brussel, 1843<br />
WO<br />
Wodana. Museum <strong>voor</strong> Ne<strong>de</strong>rduitsche Oudheidkun<strong>de</strong>, Gent, 1843<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Iconografie<br />
272<br />
Datums van geboorte en overlij<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> zover zij bekend zijn, alleen bij <strong>de</strong> eerste<br />
vermeld<strong>in</strong>g. Oorspronkelijke of als oorspronkelijk beschouw<strong>de</strong> titel cursief; zoniet<br />
gaat het om een beschrijven<strong>de</strong> titel. Afmet<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> cm., hoogte eerst. Copyright tussen<br />
haakjes.<br />
Illustraties buiten <strong>de</strong> tekst<br />
I François Lamor<strong>in</strong>ière (1828-1911): Veen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Kempen. 1865 - Hout, 62 × 83<br />
- Kon<strong>in</strong>klijk Museum <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Antwerpen - (Copyright A.C.L. -<br />
Brussel)<br />
II Henri De Braekeleer (1840-1888): Het w<strong>in</strong>keltje. Niet gedateerd - Doek, 90 ×<br />
72,5 - Kon<strong>in</strong>klijke Musea <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Brussel<br />
III Jean-Baptiste Madou (1796-1877): Estam<strong>in</strong>et. Niet gedateerd - Gekleur<strong>de</strong><br />
lithografie, 12,9 × 22,1 - (Copyright Kon. Bibl. Albert I, Prentenkab<strong>in</strong>et, Brussel)<br />
IV Joseph L<strong>in</strong>nig (1815-1891): De Boeksteeg (Antwerpen). 1877 - Aquarel, 36,8<br />
× 32,9 - (Stadsarchief, Antwerpen)<br />
V Xavier Lepr<strong>in</strong>ce: L'arrivée. Niet gedateerd - Gekleur<strong>de</strong> lithografie, 16 × 20 -<br />
(Copyright Kon. Bibl. Albert I, Prentenkab<strong>in</strong>et, Brussel)<br />
VI Réville <strong>de</strong> Gervais: Costumes français - Gekleur<strong>de</strong> lithografie, 27 × 16,5 - Uit<br />
‘Journal <strong>de</strong>s Demoiselles’, Brussel, 1846<br />
VII Edouard Vermorcken (1820-1906): Pêcheurs <strong>de</strong> Blankenbergh. Niet gedateerd<br />
- Gekleur<strong>de</strong> lithografie, 12 × 16 - Uit ‘La Belgique monumentale, historique et<br />
pittoresque’, I, Brussel, 1844<br />
VIII Théodore Verstraete (1851-1907): Enterrement en Camp<strong>in</strong>e. 1888 - Doek, 161<br />
× 205 - Museum <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Doornik<br />
IX Mars (ps. v. Maurice Bonvois<strong>in</strong>, 1849-1912): La digue <strong>de</strong> quatre à six<br />
(Oosten<strong>de</strong>). Niet gedateerd - Aquarel, 24,5 × 30,4 - Uit Mars, ‘La vie d'Osten<strong>de</strong>’,<br />
Parijs-Brussel, (1896)<br />
X Publicitaire compositie <strong>in</strong> Jugendstil. Niet gedateerd - 40 × 31 - (Museum<br />
Sterckshof, Antwerpen)<br />
XI Albert Baertsoen (1866-1922): Sneeuw <strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren. De Nieuwpoortse vesten.<br />
1895 - Doek, 133 × 182 - Museum <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Gent<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
XII Léon Frédéric (1856-1940): Les marchands <strong>de</strong> craie. Mid<strong>de</strong>nstuk van <strong>de</strong> triptiek:<br />
Midi. 1882 - Doek, 200 × 267,5 - Kon<strong>in</strong>klijke Musea <strong>voor</strong> Schone Kunsten,<br />
Brussel<br />
XIII Valerius De Sae<strong>de</strong>leer (1867-1941): Stormwe<strong>de</strong>r. 1904 - Doek, 65 × 150 -<br />
Museum <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Gent<br />
XIV Emile Claus (1849-1924): Vlas wie<strong>de</strong>n <strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren. 1887 - Doek, 128 × 198<br />
- Kon<strong>in</strong>klijk Museum <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Antwerpen<br />
XV Albert Servaes (1883-1966): Gang van <strong>de</strong> communicanten naar <strong>de</strong> kerk, 1920<br />
- Doek, 62,5 × 78,5 - Kon<strong>in</strong>klijk Museum <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Antwerpen<br />
XVI Eugène Laermans (1864-1940): Landverhuizers (Mid<strong>de</strong>nstuk van <strong>de</strong> triptiek).<br />
1896 - Doek, 159 × 224 - Kon<strong>in</strong>klijk Museum <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Antwerpen<br />
Illustraties <strong>in</strong> <strong>de</strong> tekst<br />
pag<strong>in</strong>a<br />
11 Guillaume Van<strong>de</strong>rhecht (1817-1891): Vue <strong>de</strong> Bruxelles. Niet gedateerd -<br />
Kopergravure, 14 × 22 - (Copyright Kon. Bibl. Albert I, Prentenkab<strong>in</strong>et, Brussel)<br />
12 Jean-Louis Lacoste jeune naar Paul Lauters: Boulevard du Jard<strong>in</strong> Botannique<br />
à Bruxelles. Vóór 1844 - Houtsne<strong>de</strong>, 17,8 × 25,8 - (Copyright Kon. Bibl. Albert<br />
I, Prentenkab<strong>in</strong>et, Brussel)<br />
13 Paul Lauters (1806-1875): Ancienne muraille sur la Senne près l'église Notre<br />
Dame du Bon Secours à Bruxelles. Niet gedateerd - Lithografie - Stadhuis,<br />
Brussel - (Copyright A.C.L. - Brussel).<br />
14 (boven)<br />
Hendrik Schaefels (1827-1904): Landschap met kar. 1849 - Ets, 5,9 × 9,4 -<br />
(Ste<strong>de</strong>lijk Prentenkab<strong>in</strong>et, Antwerpen)<br />
(on<strong>de</strong>r)<br />
Louis Robbe (1806-1887): Landschap bij Knokke. 1857 - Doek, 148 × 248 -<br />
Museum <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Gent - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
15 Henri Van Assche (1774-1841): Landschap <strong>in</strong> <strong>de</strong> omstreken van Brussel. 1837<br />
- Hout, 58 × 78,5 - Groen<strong>in</strong>gemuseum, Brugge - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
16 Alfred Elsen (1850-1900): Hoeve te Kalmthout. Niet gedateerd - Ets, 17 × 25,8<br />
- (Ste<strong>de</strong>lijk Prentenkab<strong>in</strong>et, Antwerpen)<br />
17 H. Walter: Vue d'Anvers. Vóór 1850 - Lithografie, 35,5 × 55 - (Stadsarchief,<br />
Antwerpen)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
18 (boven l<strong>in</strong>ks)<br />
Onbekend: La petite Ile à Bruxelles. Niet gedateerd - Lithografie, 13 × 18,8 -<br />
Uit A. Henne et A. Wauters, ‘Histoire <strong>de</strong> la Ville <strong>de</strong> Bruxelles’, IV, Brussel,<br />
1869<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
273<br />
(boven rechts)<br />
Joseph L<strong>in</strong>nig: Houten gevel <strong>in</strong> <strong>de</strong> Schipperskapelstraat te Antwerpen, 1864 -<br />
Aquarel, 34,4 × 27 - (Stadsarchief, Antwerpen)<br />
(mid<strong>de</strong>n)<br />
Joseph L<strong>in</strong>nig: Boterrui en Suikerrui. Niet gedateerd - Ets, 17,4 × 19,8 -<br />
(Ste<strong>de</strong>lijk Prentenkab<strong>in</strong>et, Antwerpen)<br />
(on<strong>de</strong>r)<br />
Gustave Simonau (1812-1870): Vue <strong>de</strong> la Grand' Place et <strong>de</strong> l'Hôtel <strong>de</strong> Ville<br />
<strong>de</strong> Louva<strong>in</strong>. 1832 - Lithografie, 31,5 × 41,7 - (Ste<strong>de</strong>lijk Prentenkab<strong>in</strong>et,<br />
Antwerpen)<br />
19 Joseph Hoolans: Zicht op Lier. 1850 - Lithografie, 16,2 × 22,9 - (Copyright<br />
Kon. Bibl. Albert I, Prentenkab<strong>in</strong>et, Brussel)<br />
20 Pierre-François De Noter (1779-1842): Hiver à Gand. Vue prise hors <strong>de</strong> la<br />
Porte du Sas. Niet gedateerd - Hout, 31,8 × 43,2 - Museum <strong>voor</strong> Schone Kunsten,<br />
Kortrijk - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
21 (boven)<br />
Adrien-Joseph Verhoeven-Ball (1824-1882): Lan<strong>de</strong>lijk Antwerpen. Niet<br />
gedateerd - Ets, 18,5 × 15 - (Ste<strong>de</strong>lijk Prentenkab<strong>in</strong>et, Antwerpen)<br />
(on<strong>de</strong>r l<strong>in</strong>ks)<br />
Onbekend: Antwerp. E<strong>in</strong>e Schmie<strong>de</strong>. A Smithy. 1844 (nabij <strong>de</strong> Paar<strong>de</strong>nmarkt)<br />
- Lithografie, 20 × 25,5 - Uit A.H. Cornette, ‘Iconographie van Antwerpen’,<br />
Antwerpen, (1933)<br />
(on<strong>de</strong>r rechts)<br />
Jean-Baptiste Madou: Boulanger cornant <strong>de</strong>s pa<strong>in</strong>s chauds. Niet gedateerd -<br />
Lithografie, 19,7 × 15,2 - (Copyright Kon. Bibl. Albert I, Prentenkab<strong>in</strong>et,<br />
Brussel) - (Uit H. en P. Hymans, ‘Bruxelles à travers les âges’, Troisième<br />
volume. Bruxelles mo<strong>de</strong>rne, Brussel, s.a.)<br />
22 Henri De Braekeleer: De blekerij. 1861 - Doek, 72 × 86 - Museum <strong>voor</strong> Schone<br />
Kunsten, Doornik - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
23 (boven)<br />
Edgard Farasyn (1858-1938): De ou<strong>de</strong> vismijn te Antwerpen <strong>in</strong> 1882 - Doek,<br />
205 × 308 - Kon<strong>in</strong>klijk Museum <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Antwerpen - (Copyright<br />
A.C.L. - Brussel)<br />
(on<strong>de</strong>r)<br />
Jan Stobbaerts (1838-1914): Antwerpse straat. 1861 - Ets, 19 × 25 - (Ste<strong>de</strong>lijk<br />
Prentenkab<strong>in</strong>et, Antwerpen)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
24 Jean-Baptiste Madou: Les Balayeurs. The Sweepers. 1831 - Lithografie, 9,6 ×<br />
18,7 - (Copyright Kon. Bibl. Albert I, Prentenkab<strong>in</strong>et, Brussel)<br />
25 Armand Rassenfosse (1862-1934): Burgerfiguur. Niet gedateerd - Gekleur<strong>de</strong><br />
lithografie, 20 × 13 - (Ste<strong>de</strong>lijk Prentenkab<strong>in</strong>et, Antwerpen)<br />
26 (boven)<br />
Jean-Baptiste Madou: Exposition <strong>de</strong> tableaux à Bruxelles. <strong>1830</strong> - Lithografie,<br />
20,4 × 28,6 - (Copyright Kon. Bibl. Albert I, Prentenkab<strong>in</strong>et, Brussel)<br />
(on<strong>de</strong>r)<br />
Au Jard<strong>in</strong> zoologique d'Anvers. Une vente d'animaux - Teken<strong>in</strong>g uit<br />
‘L'Illustration belge’, 16 september 1893 - (Stadsarchief, Antwerpen)<br />
27 Salons <strong>de</strong> dégustation <strong>de</strong> la Société anonyme agricole Cirio à Bruxelles -<br />
Teken<strong>in</strong>g uit ‘Le Globe illustré’, 5 <strong>de</strong>cember 1886 - (Copyright Kon. Bibl.<br />
Albert I, Prentenkab<strong>in</strong>et, Brussel)<br />
28 (l<strong>in</strong>ks)<br />
A.-M. Jobard naar J.-B. Madou: La Bourse d'Anvers. Niet gedateerd - Gekleur<strong>de</strong><br />
lithografie, 13,5 × 20,5 - (Ste<strong>de</strong>lijk Prentenkab<strong>in</strong>et, Antwerpen)<br />
(rechts)<br />
Gustave Simonau: Hôtel <strong>de</strong> l'Europe. Place Verte (Antwerpen). Niet gedateerd<br />
- Ets, 12 × 15 - (Ste<strong>de</strong>lijk Prentenkab<strong>in</strong>et, Antwerpen)<br />
29 J.V. Delpierre: Café <strong>de</strong>s Templiers à Bruxelles. 1886 - Teken<strong>in</strong>g uit ‘Le Globe<br />
illustré’, 10 oktober 1886 - (Copyright Kon. Bibl. Albert I, Prentenkab<strong>in</strong>et,<br />
Brussel)<br />
30 Ferd<strong>in</strong>and Daems (1809-1875): Entrée du roi Léopold et <strong>de</strong> la re<strong>in</strong>e Marie<br />
Louise dans Bruxelles le 19 août 1832 - Lithografie, 22 × 27 - Kon<strong>in</strong>klijke<br />
Musea <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Brussel - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
31 L'E<strong>de</strong>n-Théâtre <strong>de</strong> Bruxelles - Teken<strong>in</strong>g uit ‘Le Globe illustré’, 19 september<br />
1887 - (Copyright Kon. Bibl. Albert I, Prentenkab<strong>in</strong>et, Brussel)<br />
32 A.-M. Jobard naar Van Hemelrijk: Société <strong>de</strong> l'Harmonie à Anvers. 1829 -<br />
Lithografie, 14,4 × 23,4 - (Ste<strong>de</strong>lijk Prentenkab<strong>in</strong>et, Antwerpen)<br />
33 Le kiosque du Parc <strong>de</strong> Bruxelles - Teken<strong>in</strong>g uit ‘L'Illustration belge’, 31 juli<br />
1881 - (Copyright Kon. Bibl. Albert I, Prentenkab<strong>in</strong>et, Brussel)<br />
34 Adrien De Witte (1850-1935): Maison <strong>de</strong> prostitution. 1878 - Ets, 5,8 × 8 -<br />
(Copyright Kon. Bibl. Albert I, Prentenkab<strong>in</strong>et, Brussel)<br />
35 J. Van Hemelrijck, Une Taverne. Niet gedateerd - Gekleur<strong>de</strong> lithografie, 20,2<br />
× 23,5 - (Copyright Kon. Bibl. Albert I, Prentenkab<strong>in</strong>et, Brussel)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
37 Onbekend: Intérieur <strong>de</strong> la nouvelle salle <strong>de</strong> danse au ‘Riet Dyck’ à Anvers. Niet<br />
gedateerd - Lithografie, 18 × 26 - (Stadsarchief, Antwerpen)<br />
38 Joseph L<strong>in</strong>nig: A Hal (Brabant). 1847 - Ets, 16,1 × 21 - (Ste<strong>de</strong>lijk<br />
Prentenkab<strong>in</strong>et, Antwerpen)<br />
39 Théodore Fourmois (1814-1871): Aux environs <strong>de</strong> Bruxelles. Niet gedateerd -<br />
Lithografie, 13,4 × 20,2 - (Ste<strong>de</strong>lijk Prentenkab<strong>in</strong>et, Antwerpen)<br />
40 Jacques Rosseels (1828-1912): La Zoute dans les dunes <strong>de</strong> Knocke. 1883 -<br />
Doek, 115 × 189 - Museum <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Gent - (Copyright A.C.L. -<br />
Brussel)<br />
41 (boven)<br />
Edgard Augu<strong>in</strong>: Un <strong>de</strong>s Van Dierendonck, ancien pêcheur (Heyst). Pierre<br />
Sampsoon, ancien pêcheur, Blankenberghe. Niet gedateerd - Etsen, 11,2 × 8,5<br />
- Uit E. Augu<strong>in</strong>, ‘Plages belges’, I, Parijs, 1898<br />
(on<strong>de</strong>r)<br />
Edgard Augu<strong>in</strong>: Intérieur <strong>de</strong> pêcheurs flamands à Heyst, rue <strong>de</strong> la Crevette.<br />
Niet gedateerd - Ets, 13,3 × 10,1 - Uit E. Augu<strong>in</strong>, ‘Plages belges’, I, Parijs, 1898<br />
42 Edouard Vermorcken: Pêcheurs <strong>de</strong> Blankenbergh. Niet gedateerd - Gekleur<strong>de</strong><br />
lithografie, 12 × 16 - Uit ‘La Belgique monumentale, historique et pittoresque’,<br />
I, Brussel, 1844<br />
43 François Mus<strong>in</strong> (1820-1888): La plage <strong>de</strong> la Panne. Niet gedateerd - Doek, 68<br />
× 125 - Kon<strong>in</strong>klijke Musea <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Brussel - (Copyright A.C.L.<br />
- Brussel)<br />
44 (l<strong>in</strong>ks)<br />
Frans Van Kuyck (1852-1915): Maaier. 1880 - Ets, 15,5 × 11,5 - (Stadsarchief,<br />
Antwerpen)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
274<br />
(rechts)<br />
Frans Van Leemputten (1850-1914): Les tourbières <strong>de</strong> Postel. Paysans allant<br />
au travail. 1887 - Doek, 161 × 301 - Kon<strong>in</strong>klijke Musea <strong>voor</strong> Schone Kunsten,<br />
Brussel - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
45 Ferd<strong>in</strong>and De Braekeleer (1828-1857): Le jubilé <strong>de</strong> c<strong>in</strong>quante ans <strong>de</strong> mariage.<br />
1839 - Doek, 106 × 120,5 - Kon<strong>in</strong>klijke Musea <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Brussel<br />
- (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
46 Emile Claus: De vlasoogst. Niet gedateerd - Doek, 156,5 × 201 - Kon<strong>in</strong>klijke<br />
Musea <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Brussel - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
47 (boven)<br />
Joseph L<strong>in</strong>nig: A Brasschaet. 1841 - Ets, 10,2 × 14,3 - (Ste<strong>de</strong>lijk Prentenkab<strong>in</strong>et,<br />
Antwerpen)<br />
(on<strong>de</strong>r)<br />
Willem Geets (1838-1919): Bezoek aan <strong>de</strong> stal. 1895 - Doek, 110 × 170 -<br />
Museum Willem Geets, Mechelen - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
48 Charles De Groux: Le bénédicité. Niet gedateerd - Doek, 80 × 154 - Kon<strong>in</strong>klijke<br />
Musea <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Brussel - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
49 Jaak Dierckx ( o 1855): Bijbelleren. Niet gedateerd - Zwart krijt, 48 × 88 -<br />
Kon<strong>in</strong>klijk Museum <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Antwerpen - (Copyright A.C.L. -<br />
Brussel)<br />
50 Vlaamse school 19e eeuw: La moisson. Niet gedateerd - Aquarel, 193 × 337 -<br />
Kon<strong>in</strong>klijke Musea <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Brussel - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
51 (boven)<br />
Henri De Braekeleer: Interieur van een boer<strong>de</strong>rij. Niet gedateerd - Lithografie,<br />
18 × 26,2 - (Ste<strong>de</strong>lijk Prentenkab<strong>in</strong>et, Antwerpen)<br />
(on<strong>de</strong>r)<br />
Ferd<strong>in</strong>and De Braekeleer: Verjaarfeest op <strong>de</strong> hoeve. Niet gedateerd - Gekleur<strong>de</strong><br />
potloodteken<strong>in</strong>g, 23,2 × 34,9 - (Ste<strong>de</strong>lijk Prentenkab<strong>in</strong>et, Antwerpen)<br />
52 Frans Van Kuyck: Dorp. Rond 1880 - Ets, 16,6 × 25 - (Stadsarchief, Antwerpen)<br />
53 Adriaan De Braekeleer (1818-1904): De hoefsmid. 1878 - Doek, 72 × 101 -<br />
Kon<strong>in</strong>klijk Museum <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Antwerpen - (Copyright A.C.L. -<br />
Brussel)<br />
55 L'Arbre <strong>de</strong> Noël. Der Weihnachts Baum. Niet gedateerd. - Lithografie -<br />
(Copyright Kon. Bibl. Albert I, Prentenkab<strong>in</strong>et, Brussel)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
56 (boven)<br />
Go<strong>de</strong>froy naar De Simpel: De Boeteprocessie van Veurne <strong>in</strong> 1864 - Houtsne<strong>de</strong>,<br />
15 × 22 - Uit A. Verbouwe, ‘Iconografie van het arrondissement Veurne’,<br />
Brussel, 1950<br />
(on<strong>de</strong>r)<br />
Debra<strong>in</strong>e: La Panne près <strong>de</strong> Furnes en F<strong>land</strong>re. 1843 (Paviljoen van P. Bortier,<br />
stichter <strong>de</strong>r badplaats) - Houtsne<strong>de</strong>, 8 × 14 - Uit A., Verbouwe, ‘Iconografie<br />
van het arrondissement Veurne’, Brussel, 1950<br />
57 Frans Backvis: Het b<strong>in</strong>nenhalen van <strong>de</strong> oogst. 1879 - Doek, 54 × 85 - Museum<br />
<strong>voor</strong> Schone Kunsten, Kortrijk - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
58 Henri De Pratere (1815-1890): En route pour le marché. 1865 - Doek, 84 × 124<br />
- Museum <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Kortrijk - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
59 Louis Artan (1837-1890): Mastklimmen. Niet gedateerd - Doek, 74 × 59 -<br />
Kon<strong>in</strong>klijk Museum <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Antwerpen - (Copyright A.C.L. -<br />
Brussel)<br />
60 Charles De Groux: La rixe. Niet gedateerd - Doek, 68 × 80 - Kon<strong>in</strong>klijke Musea<br />
<strong>voor</strong> Schone Kunsten, Brussel - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
61 Hendrik Schaefels: Belmont (Antwerps straatzanger). 1864 - Ets, 13,3 × 9,2 -<br />
(Ste<strong>de</strong>lijk Prentenkab<strong>in</strong>et, Antwerpen)<br />
62 Franz Courtens (1854-1944): Le retour <strong>de</strong> l'office. 1883 - Doek, 196 × 286 -<br />
Kon<strong>in</strong>klijke Musea <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Brussel - (Copyrigt A.C.L. - Brussel)<br />
63 P. Van Dycke: Dorpsschool. Niet gedateerd - Doek, 50 × 70 - Stadhuis, Brugge<br />
- (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
64 J. Akkersdyk: Kermesse <strong>de</strong> village. Niet gedateerd - Aquarel, 11,9 × 17,5 -<br />
Kon<strong>in</strong>klijke Musea <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Brussel - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
66 Henri De Braekeleer: De sp<strong>in</strong>ster. Niet gedateerd - Doek, 85 × 115,5 -<br />
Kon<strong>in</strong>klijke Musea <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Brussel - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
69 Ch. Barbant naar E. Claus: Le rouissage dans la Lys. Niet gedateerd - Houtsne<strong>de</strong>,<br />
15,7 × 23,5 - Uit C. Lemonnier, ‘La Belgique’, Parijs, 1888<br />
70 Onbekend: Fabrique d'Indiennes à Cureghem - Bruxelles. Niet gedateerd -<br />
Lithografie, 42,1 × 57,5 - Uit Jules Géruzet, ‘Belgique Industrielle. Vues <strong>de</strong>s<br />
Etablissements <strong>in</strong>dustriels <strong>de</strong> la Belgique’, 1e série.<br />
Niet gedateerd.<br />
72 Léon Frédéric: Le tisserand. 1896 - Doek, 68 × 87 - Kon<strong>in</strong>klijke Musea <strong>voor</strong><br />
Schone Kunsten, Brussel - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
73 Eugène Laermans: Les <strong>in</strong>trus. 1903 - Doek, 151 × 200 - Museum <strong>voor</strong> Schone<br />
Kunsten, Luik - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
74 Jules De Bruycker (1870-1945): Straatje (Gent). 1910 - Aquarel, 86 × 43 -<br />
Museum <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Gent - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
76 Bre<strong>de</strong>straat. Bijlen<strong>in</strong>gang, Antwerpen. Rond 1920 - Foto, 14 × 22 - Uit<br />
‘Geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> socialistische arbei<strong>de</strong>rsbeweg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> België’, Antwerpen,<br />
1960<br />
77 Gents beluik. E<strong>in</strong>d 19e eeuw - Foto, 13 × 18 - Commissie <strong>de</strong>r Monumenten en<br />
Stadszichten van Gent -(Stadsarchief, Gent)<br />
79 Jef Codron: ( o 1882): La cour <strong>de</strong>s chiffonniers (Brussel). Niet gedateerd - Ets,<br />
48,8 × 58 - (Copyright Kon. Bibl. Albert I, Prentenkab<strong>in</strong>et, Brussel)<br />
81 Kle<strong>in</strong>e k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>in</strong> <strong>de</strong> fosfoornijverheid. Niet gedateerd - Foto, 11 × 17 - Uit A.<br />
De W<strong>in</strong>ne, ‘Door arm Vlaan<strong>de</strong>ren’, Gent, 1903<br />
82 Kleuterschool Albert Grisarstraat, Antwerpen, 1897 - Foto, 12,2 × 15,1 -<br />
(Stadsarchief, Antwerpen)<br />
83 Charles De Groux: Le banc <strong>de</strong>s pauvres. Niet gedateerd - Doek, 137 × 102 -<br />
Kon<strong>in</strong>klijke Musea <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Brussel - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
85 Désiré Naeyaert: Kermesse <strong>de</strong> Notre Dame du Rouge (Brussel) Niet gedateerd<br />
- Ets, 33,5 × 37 - (Copyright Kon. Bibl. Albert I, Prentenkab<strong>in</strong>et, Brussel)<br />
86 (l<strong>in</strong>ks)<br />
Hendrik Schaefels: Het sprietlopen. Rond 1870 - Ets, 15,2 × 10,2 - (Ste<strong>de</strong>lijk<br />
Prentenkab<strong>in</strong>et, Antwerpen)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
275<br />
(rechts)<br />
Eugène Verdyen (1836-1903): Le jeu <strong>de</strong> la cuvelle. Niet gedateerd - Teken<strong>in</strong>g,<br />
24 × 15,7 - Uit C. Lemonnier, ‘La Belgique’, Parijs, 1888<br />
87 M. Eschbach: La fête du Smalbeek à Bruxelles. 1886 - Teken<strong>in</strong>g, 23 × 30 - Uit<br />
‘Le Globe illustré’, 26 september 1886 - (Copyright Kon. Bibl. Albert I,<br />
Prentenkab<strong>in</strong>et, Brussel)<br />
88 Désiré Naeyaert: Enterrement du diable au ‘Duivelshoek’ (Brussel). Niet<br />
gedateerd - Ets, 33,5 × 37 - (Copyright Kon. Bibl. Albert I, Prentenkab<strong>in</strong>et,<br />
Brussel)<br />
89 Xavier Mellery (1845-1921): Poesjenelle kel<strong>de</strong>r (Antwerpen). Niet gedateerd<br />
- Teken<strong>in</strong>g, 12 × 16 - Uit. C. Lemonnier, ‘La Belgique’, Parijs, 1888<br />
90 (L<strong>in</strong>ks)<br />
Belgische school: De jonge schooier. Niet gedateerd - Doek, 32,5 × 26,5 -<br />
Museum <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Kortrijk - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
(rechts)<br />
Onbekend: ‘De Schuif’ S<strong>in</strong>t-Rochusstraat (Von<strong>de</strong>l<strong>in</strong>genhuis, Antwerpen). Niet<br />
gedateerd - Premieplaat, 67 × 52 - (Volkskun<strong>de</strong>museum, Antwerpen)<br />
91 (boven)<br />
Orphel<strong>in</strong>at <strong>de</strong> garçons. II. Le réfectoire (Gent). Niet gedateerd - Postkaart -<br />
(Universiteits<strong>bibliotheek</strong>, Gent)<br />
(on<strong>de</strong>r)<br />
Begrafenis van burgemeester Reynaert, Kortrijk. 1915 - Foto, 8,1 × 11 -<br />
(Ste<strong>de</strong>lijke Openbare Bibliotheek, Kortrijk)<br />
92 Be<strong>de</strong>laarskolonie Merksplas. Niet gedateerd - Postkaart - Verzamel<strong>in</strong>g Mercelis,<br />
Hoogstraten<br />
93 (l<strong>in</strong>ks)<br />
Franz Gailliard: Be<strong>de</strong>laarskolonie Hoogstraten. Niet gedateerd - Teken<strong>in</strong>g, 9<br />
× 9 - Uit J. Lauwerys, ‘Hoogstraten <strong>in</strong> ou<strong>de</strong> prentkaarten’, Zaltbommel, 1972<br />
(rechts)<br />
Franz Gailliard (1861-1932): Be<strong>de</strong>laarskolonie Hoogstraten. Niet gedateerd -<br />
Teken<strong>in</strong>g, 9 × 13,8 - Uit J. Lauwerys, ‘Hoogstraten <strong>in</strong> ou<strong>de</strong> prentkaarten’,<br />
Zaltbommel, 1972<br />
94 Evert Larock (1865-1901): De onnozele. 1892 - Doek, 148 × 121 - Kon<strong>in</strong>klijk<br />
Museum <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Antwerpen - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
95 Huisgez<strong>in</strong> eens kostgevers met twee krankz<strong>in</strong>nigen (Geel). Niet gedateerd -<br />
Foto, 8 × 11 - Uit A.C. Van <strong>de</strong>r Cruyssen, ‘Gheel, De kolonie <strong>de</strong>r krankz<strong>in</strong>nigen’,<br />
Gent, s.a.<br />
96 Onbekend: Trekschuit Gent-Brugge. Rond 1800 - Ets, 11,4 × 17,1 - Uit J.<br />
d'U<strong>de</strong>kem d'Acoz, ‘Histoire <strong>de</strong> la Barge <strong>de</strong> Gand à Bruges’, s.l., s.a.<br />
98 Xavier Lepr<strong>in</strong>ce Dévouement forcé. Niet gedateerd - Gekleur<strong>de</strong> lithografie, 16<br />
× 20 - (Copyright Kon. Bibl. Albert I, Prentenkab<strong>in</strong>et, Brussel)<br />
99 (l<strong>in</strong>ks)<br />
Onbekend: Vue du Chem<strong>in</strong> <strong>de</strong> Fer et <strong>de</strong> l'Allée Verte à Bruxelles. Niet gedateerd<br />
- Lithografie, 14,7 × 20 - Uit A. Henne et A. Wauters, ‘Histoire <strong>de</strong> la Ville <strong>de</strong><br />
Bruxelles’, IV, Brussel, 1869<br />
(rechts)<br />
Louis Ghémar (1819-1873): Station centrale <strong>de</strong> Mal<strong>in</strong>es. Niet gedateerd -<br />
Lithografie, 8,5 × 17,5 - Uit ‘La Belgique monumentale, historique et<br />
pittoresque’, II, Brussel, 1844<br />
100 Louis Titz (1859-1932): Les Galeries Sa<strong>in</strong>t-Hubert. La Galerie du Roi (Brussel).<br />
Niet gedateerd - Teken<strong>in</strong>g, 24,5 × 16 - Uit H. et P. Hymans, ‘Bruxelles à travers<br />
les âges’, Troisième volume. Bruxelles mo<strong>de</strong>rne, Brussel, s.a.<br />
101 (boven)<br />
De S<strong>in</strong>t-Jorispoort te Antwerpen, juist vóór <strong>de</strong> afbraak. 1866 - Foto, 20 × 25 -<br />
(Stadsarchief, Antwerpen)<br />
(mid<strong>de</strong>n)<br />
Joseph L<strong>in</strong>nig: S<strong>in</strong>t-Jorispoort (Antwerpen). 1853 - Aquarel, 13 × 66 - (Museum<br />
van het Vleeshuis, Antwerpen)<br />
(on<strong>de</strong>r)<br />
Na <strong>de</strong> afbraak van <strong>de</strong> S<strong>in</strong>t-Jorispoort (Antwerpen). 1866 - Foto, 20 × 25 -<br />
(Stadsarchief, Antwerpen)<br />
102 Joseph L<strong>in</strong>nig: Afbraak van <strong>de</strong> Kipdorppoort (Antwerpen). 1866 - Aquarel,<br />
28,3 × 36,6 - (Stadsarchief, Antwerpen)<br />
103 Aanleg van het Schippersdok (Antwerpen). Rond 1878 - Foto, 21,1 × 28 - Uit<br />
‘Nouvelles <strong>in</strong>stallations maritimes d'Anvers’. 1877-1884, nr. 2 - (Stadsarchief,<br />
Antwerpen)<br />
104 Grapp<strong>in</strong>: Un moyen d'éviter l'encombrement <strong>de</strong> la voie publique. Niet gedateerd<br />
- Spotprent uit ‘Le Charivari belge’, 1858 - (Universiteits<strong>bibliotheek</strong>, Gent)<br />
106 (l<strong>in</strong>ks)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Onbekend: Dame en faille (Bruxelles). Niet gedateerd - Gekleur<strong>de</strong> lithografie,<br />
14,5 × 10 - Uit ‘La Belgique monumentale, historique et pittoresque’, I, Brussel,<br />
1844<br />
(rechts)<br />
Onbekend: Zwei Damen <strong>in</strong> Tournure. Niet gedateerd - Gekleur<strong>de</strong> lithografie,<br />
15,9 × 13,4 - Uit W. Dopp, ‘Reifrock und Blue Jeans. Mo<strong>de</strong>bummel durch drei<br />
Jahrhun<strong>de</strong>rte’, Berlijn, 1965<br />
107 Onbekend: La Galerie du Commerce (Brussel). Niet gedateerd - Teken<strong>in</strong>g, 20,8<br />
× 31,6 - Uit ‘L'Illustration nationale’, 15 augustus 1880 - (Copyright Kon. Bibl.<br />
Albert I, Prentenkab<strong>in</strong>et, Brussel)<br />
108 Armand He<strong>in</strong>s ( o 1865): Plage d'Osten<strong>de</strong>. Rond 1880 - Houtsne<strong>de</strong>, 16,1 × 24 -<br />
Uit C. Lemonnier, ‘La Belgique’, Parijs, 1888<br />
109 (boven)<br />
Félicien Rops: (1833-1898): La plage <strong>de</strong> Heyst. 1886 - Doek, 38 × 59 - Museum<br />
<strong>voor</strong> Schone Kunsten, Namen - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
(on<strong>de</strong>r)<br />
Louis Ghémar: Phare et port d'Osten<strong>de</strong>. 1844 - Lithografie, 8 × 15 - Uit ‘La<br />
Belgique monumentale, historique et pittoresque’, I, Brussel, 1844<br />
110 H. Borremans: Vue générale <strong>de</strong> Blankenberghe. Niet gedateerd - Gekleur<strong>de</strong><br />
lithografie, 15,5 × 25,7 - (Ste<strong>de</strong>lijk Prentenkab<strong>in</strong>et, Antwerpen)<br />
111 Louis Van Engelen (1856-1940): Belgische <strong>land</strong>verhuizers (Antwerpen). 1890<br />
- Doek, 258 × 395 - Kon<strong>in</strong>klijk Museum <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Antwerpen -<br />
(Stadsarchief, Antwerpen)<br />
112 Franschman. Rond 1900 - Foto, 17 × 11 - Uit A. De W<strong>in</strong>ne, ‘Door arm<br />
Vlaan<strong>de</strong>ren’, Gent, 1903<br />
114 L. Lampe: Twee dames <strong>in</strong> een salon. 1865 - Hout, 22 × 32 - Stadhuis, Brugge<br />
- (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
117 't Zal wel gaan (Gent). Niet gedateerd - Foto, 17 × 11,8 - (Archief en Museum<br />
<strong>voor</strong> het Vlaamse Cultuurleven, Antwerpen)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
276<br />
118 Constant Cap: Het eersteklascoupé. 1882 - Ets, 24 × 18 - (Ste<strong>de</strong>lijk<br />
Prentenkab<strong>in</strong>et, Antwerpen)<br />
119 Familie Sterkens-Bolckmans, Hoogstraten. 1902 - Foto, 115 × 150, door B. De<br />
Jong - Collectie Mercelis, Hoogstraten<br />
120 De stichters van het ‘Leesgezelschap <strong>de</strong>r Gentse wevers’. Rond 1862 - Uit<br />
‘Geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> socialistische arbei<strong>de</strong>rsbeweg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> België’, Antwerpen,<br />
1960<br />
123 Eugène De Block (1812-1893): La lecture <strong>de</strong> la Bible. 1869 - Hout, 95 × 116<br />
- Kon<strong>in</strong>klijke Musea <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Brussel - (Copyright A.C.L. -<br />
Brussel)<br />
125 Joseph Geirnaert (1790-1859): La campagne électorale <strong>de</strong>vant l'auberge. 1831<br />
- Doek, 49 × 59 - Kon<strong>in</strong>klijke Musea <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Brussel - (Copyright<br />
A.C.L. - Brussel)<br />
126 Chasse à l'électeur. 1877 - Spotprent, 34 × 21,9 - (Universiteits<strong>bibliotheek</strong>,<br />
Gent)<br />
127 J. Evrard: La religion d'argent. 1865 - Ets, 25,1 × 28,7 - (Stadsarchief,<br />
Antwerpen)<br />
130 André Coll<strong>in</strong> (1862-1930): Pauvres gens. 1896 - Doek, 115 × 141 - Museum<br />
<strong>voor</strong> Schone Kunsten, Doornik. - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
131 Seghers et fils: Us<strong>in</strong>es à Merxem, Deurne et Schooten. 1885 - Lithografie, 19<br />
× 34,4 - (Stadsarchief, Antwerpen)<br />
133 (A)<br />
Emile Claus: Vlas wie<strong>de</strong>n <strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren. 1887 - Doek, 128 × 198 - Kon<strong>in</strong>klijk<br />
Museum <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Antwerpen - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
(B)<br />
Buitenzicht van een grote hoeve uit <strong>de</strong> zandstreek - Foto, 12,9 × 18 - (Archief<br />
en Museum <strong>voor</strong> het Vlaamse Cultuurleven, Antwerpen)<br />
(C)<br />
Buitenzicht van een grote hoeve uit <strong>de</strong> pol<strong>de</strong>rstreek - Foto, 12,9 × 18 - (Archief<br />
en Museum <strong>voor</strong> het Vlaamse Cultuurleven, Antwerpen)<br />
(D)<br />
Constant Cap (1842-1915): Borduursters bij het raam. 1874 - Ets, 15,8 × 11 -<br />
(Ste<strong>de</strong>lijk Prentenkab<strong>in</strong>et, Antwerpen)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
137 Egi<strong>de</strong> L<strong>in</strong>nig (1821-1860): Grotte <strong>de</strong> Calypso (Danszaal, Antwerpen). Niet<br />
gedateerd - Foto, 20,2 ×14.5 - (Stadsarchief, Antwerpen)<br />
138 A l'exposition <strong>de</strong> l'électricité (Parijs). 1881 - Gekleur<strong>de</strong> teken<strong>in</strong>g, 28,5 × 23 -<br />
Uit ‘La Caricature’, 22 oktober 1881 - (Universiteits<strong>bibliotheek</strong>, Gent)<br />
139 Vélocipè<strong>de</strong>. Niet gedateerd - Foto, 12 × 9 - (Stadsarchief, Antwerpen)<br />
140 Grote Steenweg te Mortsel. Rond 1904 - (Fotoarchief van N.V. Agfa-Gevaert,<br />
Mortsel)<br />
141 (boven)<br />
Inhuldig<strong>in</strong>g van burgemeester <strong>de</strong> Bethune te Marke, Kortrijk. 1900 - Foto, 16,8<br />
× 22,8 - (Ste<strong>de</strong>lijke Openbare Bibliotheek, Kortrijk)<br />
(on<strong>de</strong>r)<br />
Familie Reyntjens. Rond 1896 - Foto, 23 × 16,3 - (Stadsmuseum, Kortrijk)<br />
142 Ballonvaart bij <strong>de</strong> her<strong>de</strong>nk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Gul<strong>de</strong>nsporenslag, Kortrijk. 1902 - Foto,<br />
22 × 16,7 - (Ste<strong>de</strong>lijke Openbare Bibliotheek Kortrijk)<br />
143 De Zodiac. 1909 (Antwerpen) - Foto, 13,7 × 17,6 - (Stadsarchief, Antwerpen)<br />
144 M. Auzolle: C<strong>in</strong>ématographe Lumière. 1896 - Gekleur<strong>de</strong> affiche - Uit M. Gallo,<br />
‘Affiches. De tijd <strong>in</strong> beeld’, Utrecht- Antwerpen, 1972<br />
145 (boven)<br />
Spotprent op George Eastman. 1923 - Houtsne<strong>de</strong>, 60 × 50 - (Museum Sterckshof,<br />
Antwerpen)<br />
(mid<strong>de</strong>n)<br />
You press the button, we do the rest. Niet gedateerd - Ets, 25 × 30 - (Museum<br />
Sterckshof, Antwerpen)<br />
(on<strong>de</strong>r)<br />
Spotprent op <strong>de</strong> fotografie. Rond 1845 - Houtsne<strong>de</strong>, 25 × 20 - Uit ‘Croquis<br />
Parisiens’ - (Museum Sterckshof, Antwerpen)<br />
146 (boven)<br />
Heer, fotograferend op boer<strong>de</strong>rij. Rond 1900 - Foto, 30 × 40 - (Museum<br />
Sterckshof, Antwerpen)<br />
(on<strong>de</strong>r)<br />
Auguste Bénard: Vraiment délicieuse la blon<strong>de</strong> bière <strong>de</strong> Diekirch. Niet gedateerd<br />
- Gekleur<strong>de</strong> lithografie, 38.5 × 56 - Museum Vleeshuis, Antwerpen - (Copyright<br />
A.C.L. - Brussel)<br />
147 De Feure: Le Journal <strong>de</strong>s Ventes. Niet gedateerd - Gekleur<strong>de</strong> affiche, 65 × 50<br />
- Museum Vleeshuis, Antwerpen - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
148 Prentbriefkaart. Niet gedateerd - (Volkskun<strong>de</strong>museum, Antwerpen)<br />
Prentbriefkaart. Niet gedateerd - (Volkskun<strong>de</strong>museum, Antwerpen)<br />
Prentbriefkaart. Niet gedateerd - (Volkskun<strong>de</strong>museum, Antwerpen)<br />
149 Prentbriefkaart. Niet gedateerd - (Volkskun<strong>de</strong>museum, Antwerpen)<br />
Gekleur<strong>de</strong> prentbriefkaart. Niet gedateerd - (Volkskun<strong>de</strong>museum, Antwerpen)<br />
Gekleur<strong>de</strong> prentbriefkaart. Niet gedateerd - (Volkskun<strong>de</strong>museum, Antwerpen)<br />
150 James Ensor (1860-1949): Les ba<strong>in</strong>s à Osten<strong>de</strong>. 1899 - Ets, 22,5 × 28 - (Ste<strong>de</strong>lijk<br />
Prentenkab<strong>in</strong>et, Antwerpen)<br />
151 Edgard Augu<strong>in</strong>: Préposé au ba<strong>in</strong>. 1889 - Ets 10,5 × 10 - Uit E. Augu<strong>in</strong>, ‘Plages<br />
belges’, II, Parijs, 1898<br />
152 James Ensor: Het strand van De Panne. 1904 - Ets, 10 × 15 - (Ste<strong>de</strong>lijk<br />
Prentenkab<strong>in</strong>et, Antwerpen)<br />
153 (boven)<br />
Edgard Augu<strong>in</strong>: La plage d'Osten<strong>de</strong> à l'heure du ba<strong>in</strong>. Niet gedateerd - Ets, 9,8<br />
× 13,7 - Uit E. Augu<strong>in</strong>, ‘Plages belges’, II, Parijs, 1898<br />
(on<strong>de</strong>r)<br />
Edgard Augu<strong>in</strong>: Le Kursaal (Oosten<strong>de</strong>). Niet gedateerd - Ets, 22,5 × 14 - Uit<br />
E. Augu<strong>in</strong>, ‘Plages belges’, II, Parijs, 1898<br />
154 Edgard Augu<strong>in</strong>: Mesdames les ‘Préposées aux ba<strong>in</strong>s d'Osten<strong>de</strong>’ - Teken<strong>in</strong>g,<br />
13,5 × 18,6 - Uit E. Augu<strong>in</strong>, ‘Plages belges’, II, Parijs, 1898<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
277<br />
155 Mars: Spotprent op het strandleven, Oosten<strong>de</strong>. Niet gedateerd - Uit Mars, ‘La<br />
vie d'Osten<strong>de</strong>’, Parijs-Brussel, 1896<br />
156 De Feure: Variation sur la mo<strong>de</strong>. 1903 - Teken<strong>in</strong>g, 23,5 × 9 - Uit ‘Les Mo<strong>de</strong>s’,<br />
1903 - (Stads<strong>bibliotheek</strong>, Antwerpen)<br />
157 F. Fournery: L'hiver. 1913 - Teken<strong>in</strong>g, 26,3 × 47 - Uit ‘Les Mo<strong>de</strong>s’, 1914 -<br />
(Stads<strong>bibliotheek</strong>, Antwerpen)<br />
158 (boven)<br />
W<strong>in</strong>tertu<strong>in</strong> van <strong>de</strong> familie Hasse-Gittens, Osystraat, 58, Antwerpen. Vóór 1900<br />
- Foto, 16,5 × 11,6 - (Stadsarchief, Antwerpen)<br />
(on<strong>de</strong>r)<br />
Paul Hankar (1861-1901): Bloemenzaak <strong>in</strong> <strong>de</strong> Kon<strong>in</strong>gsstraat te Brussel. 1899<br />
- Uit P. Puttemans en L. Hervé, ‘Mo<strong>de</strong>rne bouwkunst <strong>in</strong> België’, Brussel, 1975<br />
159 Victor Horta (1861-1947): De trap van het Hôtel Tassel <strong>in</strong> <strong>de</strong> Turijnstraat (thans<br />
Paul-Emile Jansonstraat) te Brussel. 1893 - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
160 Gustave Strauven: Huis van kunstschil<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Sa<strong>in</strong>t-Cyr, Ambiorixsquare te<br />
Brussel. 1896? - Uit P. Puttemans en L. Hervé, ‘Mo<strong>de</strong>rne bouwkunst <strong>in</strong> België’,<br />
Brussel, 1975<br />
161 Victor Horta: Maison du Peuple, Brussel. 1896-1899 - (Copyright A.C.L. -<br />
Brussel)<br />
162 Eerste bladzij<strong>de</strong> uit het pamflet Volksmaetschappij van Agneessens. Maart 1844<br />
- (Universiteits<strong>bibliotheek</strong>, Gent)<br />
164 Jacob Kats, Het aerdsch Paradijs. 1836. Titelpag<strong>in</strong>a -(Stads<strong>bibliotheek</strong>,<br />
Antwerpen)<br />
166 P[ierre] W[ulleman?]: Gran<strong>de</strong> attaque <strong>de</strong> Risquons-Tout du 25 mars 1848. Niet<br />
gedateerd - Lithografie, 28,8 × 48,2 - (Copyright Kon. Bibl. Albert I,<br />
Prentenkab<strong>in</strong>et, Brussel)<br />
168 Funérailles <strong>de</strong> M.J. Van Rijswijck, le 27 septembre 1906. Antwerpen - Postkaart<br />
- (Stadsarchief, Antwerpen)<br />
169 Vlag van <strong>de</strong> af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g Fayt-lez-Manage <strong>de</strong>r Eerste Internationale - Foto uit<br />
‘Geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> socialistische arbei<strong>de</strong>rsbeweg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> België’, Antwerpen,<br />
1960<br />
171 Xavier Mellery: Une sortie <strong>de</strong> fabrique à Gand. Niet gedateerd - Teken<strong>in</strong>g, 12<br />
× 16 - Uit C. Lemonnier, ‘La Belgique’, Parijs, 1888<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
172 Armand He<strong>in</strong>s: Les houblonnières. Niet gedateerd - Teken<strong>in</strong>g, 8 × 16,2 - Uit<br />
C. Lemonnier, ‘La Belgique’, Parijs, 1888<br />
173 Kreupele be<strong>de</strong>laar. 1894 - Foto, 8 × 10 - (Stadsarchief, Antwerpen)<br />
174 Wedstrijd <strong>voor</strong> gevelversier<strong>in</strong>g, Antwerpen. 1905: Lange Doornikstraat, 18 -<br />
Foto, 12 × 17 - (Stadsarchief, Antwerpen)<br />
175 Prijslijst van <strong>de</strong> Samenwerken<strong>de</strong> Maatschappij ‘Vooruit’, Gent. 1897 - Uit<br />
‘Geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> socialistische arbei<strong>de</strong>rsbeweg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> België’, Antwerpen,<br />
1960<br />
176 Wagen van <strong>de</strong> socialistische Samenwerken<strong>de</strong> Maatschappij ‘De Wacht’op <strong>de</strong><br />
eerste mei-vier<strong>in</strong>g, Antwerpen. 1897 - Foto, 24 × 30 - (Stadsarchief, Antwerpen),<br />
177 Schuif op! - Pamflet uit ‘Geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> socialistische arbei<strong>de</strong>rsbeweg<strong>in</strong>g<br />
<strong>in</strong> België’, Antwerpen, 1960<br />
178 De paar<strong>de</strong>tram van het Kon<strong>in</strong>gsple<strong>in</strong>, Brussel, naar Ukkel. 1895 - Foto, 9 × 12<br />
- (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
180 Inhuldig<strong>in</strong>gsfeest van <strong>de</strong> buurtspoorweg Antwerpen-Hoogstraten, 20 september<br />
1885. Spijskaart - Lithografie, 22 × 30,5 - (Stadsarchief, Turnhout)<br />
181 De buurtspoorweg op een marktdag. Moll. Niet gedateerd - Postkaart -<br />
(Verzamel<strong>in</strong>g A. Peten, Mol)<br />
182 Constant<strong>in</strong> Meunier (1831-1905): De mijnuitgang. Niet gedateerd - Doek, 103<br />
× 65 - Kon<strong>in</strong>klijk Museum <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Antwerpen - (Copyright<br />
A.C.L. - Brussel)<br />
183 Beetbrakers <strong>in</strong> het veld. Niet gedateerd - Foto uit ‘Ons Volk ontwaakt’, 1912 -<br />
(Ste<strong>de</strong>lijke Openbare Bibliotheek, Kortrijk)<br />
184 De alomgeken<strong>de</strong> hoppepluk te Poper<strong>in</strong>ghe. Niet gedateerd - Foto uit ‘Ons Volk<br />
ontwaakt’, 1913 - (Ste<strong>de</strong>lijke Open bare Bibliotheek, Kortrijk)<br />
185 Eugène Laermans: Le chem<strong>in</strong> du repos. 1898 - Doek, 112 × 151 - Kon<strong>in</strong>klijke<br />
Musea <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Brussel - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
186 Aankondig<strong>in</strong>g uit ‘Vooruit’, Gent, 11 februari 1903.<br />
187 (l<strong>in</strong>ks)<br />
Nieuwstraat, Moll. Niet gedateerd - Postkaart - (Verzamel<strong>in</strong>g A. Peten, Mol)<br />
(rechts)<br />
Turnhoutschebaan (Tramstilstand) Moll. Niet gedateerd - Postkaart -<br />
(Verzamel<strong>in</strong>g A. Peten, Mol)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
189 Socialistische broodkar. Niet gedateerd - Foto, 11 × 16 - (Copyright Kon. Bibl.<br />
Albert I, Prentenkab<strong>in</strong>et, Brussel)<br />
190 Frank Brangwyn (1867-1956): De dronkaard. 1910 - Lithografie, 36 × 24,5 -<br />
Ste<strong>de</strong>lijk Brangwyn Museum, Brugge - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
191 Een groep sp<strong>in</strong>sters. Arbei<strong>de</strong>rswijk 't E<strong>in</strong><strong>de</strong>ken, Zele - Foto, 11 × 17 - Uit A.<br />
De W<strong>in</strong>ne, ‘Door arm Vlaan<strong>de</strong>ren’, Gent, 1903<br />
192 Frank Brangwyn: The Towrope (Les Haleurs). 1906 - Ets en aquat<strong>in</strong>t, 67 × 101<br />
- (Copyright Kon. Bibl. Albert I, Prentenkab<strong>in</strong>et, Brussel)<br />
193 (boven)<br />
Alfred Ost (1884-1945): Mechelse stoelenmakers. Rond 1908 - Penteken<strong>in</strong>g,<br />
10 × 11 - Uit L. Go<strong>de</strong>nne, ‘Mal<strong>in</strong>es jadis et aujourd'hui’, Mechelen, 1908<br />
(l<strong>in</strong>ks on<strong>de</strong>r)<br />
Velbewerkers. Niet gedateerd - Foto, 16,8 × 11 - Uit A. De W<strong>in</strong>ne, ‘Door arm<br />
Vlaan<strong>de</strong>ren’, Gent, 1903<br />
(rechts on<strong>de</strong>r)<br />
Man<strong>de</strong>nmakers van Temsche. Niet gedateerd - Foto, 7 × 10 - Uit A. De W<strong>in</strong>ne,<br />
‘Door arm Vlaan<strong>de</strong>ren’, Gent, 1903<br />
194 (boven)<br />
Kantschool, Turnhout. Niet gedateerd - Postkaart - (Stadsarchief, Turnhout)<br />
(mid<strong>de</strong>n)<br />
Visschersgez<strong>in</strong> te De Panne. Niet gedateerd - Foto, 11 × 17,1 - Uit A. De W<strong>in</strong>ne,<br />
‘Door arm Vlaan<strong>de</strong>ren’, Gent, 1903<br />
(on<strong>de</strong>r)<br />
Visscherswon<strong>in</strong>g te De Panne. Niet gedateerd - Foto, 12,1 × 17,2 - Uit A. De<br />
W<strong>in</strong>ne,- ‘Door arm Vlaan<strong>de</strong>ren’, Gent, 1903<br />
195 De genever is belast; maar wij dr<strong>in</strong>ken wijn! 1896 - Potloodteken<strong>in</strong>g, 58,2 ×<br />
85 - (Stadsarchief, Antwerpen)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
278<br />
196 (l<strong>in</strong>ks)<br />
Stak<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> dokwerkers, Antwerpen. 1907 - Foto, 12,1 × 17,2 - (Stadsarchief,<br />
Antwerpen)<br />
(rechts)<br />
La grève <strong>de</strong>s briquetiers à Hemixem. 1894 - Lithografie uit ‘La Feuille illustrée’,<br />
Brussel, 29 april 1894<br />
197 (boven)<br />
Zoo lijven <strong>de</strong> klerikale uitbuiters nieuwe le<strong>de</strong>n b<strong>in</strong>nen <strong>in</strong> het Suikerijkot, Kortrijk.<br />
1913 - Pamflet ‘Aan <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g van Overleie. 10 januari 1913’- (Ste<strong>de</strong>lijke<br />
Openbare Bibliotheek, Kortrijk)<br />
(on<strong>de</strong>r)<br />
Charles De Groux: L'ivrogne. Niet gedateerd - Aquarel, 29 × 22 - Kon<strong>in</strong>klijke<br />
Musea <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Brussel - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
198 Emile Claus: Portrait <strong>de</strong> Madame Claus. 1900 - Doek, 81 × 95 - Museum <strong>voor</strong><br />
Schone Kunsten, Doornik - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
200 Jean Donnay ( o 1897): Le tribun. Meet<strong>in</strong>g dans une rue. Niet gedateerd - Ets,<br />
15 × 20 - (Copyright Kon. Bibl. Albert I, Prentenkab<strong>in</strong>et, Brussel)<br />
201 Stak<strong>in</strong>g <strong>de</strong>r Gentse metaalarbei<strong>de</strong>rs. 1893. Toespraak van een socialistische<br />
lei<strong>de</strong>r (Anseele?) - Foto, 13 × 18 - (Stadsarchief, Gent)<br />
202 (l<strong>in</strong>ks)<br />
Carrey: Les troubles <strong>de</strong> la Belgique. Fusilla<strong>de</strong> dans la rue Haute, Brussel. 1902<br />
- Gekleur<strong>de</strong> lithografie, 45,6 × 31,8 - Uit ‘Supplément littéraire illustré du “Petit<br />
Parisien”’, 1902 - (Copyright Kon. Bibl. Albert I, Prentenkab<strong>in</strong>et, Brussel)<br />
(rechts)<br />
Séances tumultueuses à la Chambre. December 1894 - Lithografie uit ‘La Feuille<br />
illustrée’, Brussel, 16 <strong>de</strong>cember 1894<br />
203 Leest en oor<strong>de</strong>elt. 1899 - Pamflet, 34,5 × 21,4 - (Ste<strong>de</strong>lijke Openbare<br />
Bibliotheek, Kortrijk)<br />
204 (l<strong>in</strong>ks)<br />
Guido Gezelle <strong>in</strong> <strong>de</strong> hof van <strong>de</strong> familie Nolf-Beck. Niet gedateerd - Foto, 7,8 ×<br />
11 - (Stadsmuseum, Kortrijk)<br />
(rechts)<br />
Een k<strong>in</strong><strong>de</strong>rbegrafenis op het platte<strong>land</strong>. Na 1918 - Foto, 9 × 12 - (Copyright<br />
A.C.L. - Brussel)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
205 Inhal<strong>in</strong>g van Deken Adams, Turnhout, 22 april 1895 - Foto, 16,8 × 23,8<br />
(Stadsarchief, Turnhout)<br />
206 Frans Van Leemputten: Brooduit<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g op het dorp. 1892 - Doek, 64 × 78 -<br />
Kon<strong>in</strong>klijk Museum <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Antwerpen - (Copyright A.C.L. -<br />
Brussel)<br />
207 (l<strong>in</strong>ks)<br />
V. Mignot: The Record Cycle. Niet gedateerd - Affiche uit ‘België 1900’,<br />
Hasselt, 1975<br />
(rechts)<br />
Henri <strong>de</strong> Toulouse-Lautrec (1864-1900): Re<strong>in</strong>e <strong>de</strong> Joie. 1892 - Gekleur<strong>de</strong><br />
lithografie, 130 × 89,5 - (Museum <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Elsene)<br />
208 (boven)<br />
Paul Merwart: Cycles Métropole. Niet gedateerd - Gekleur<strong>de</strong> lithografie, 18 ×<br />
52 - Museum Vleeshuis, Antwerpen - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
(on<strong>de</strong>r)<br />
Vrouwencongres, 7 en 8 augustus 1911, Antwerpen - Foto uit ‘Ons Volk<br />
ontwaakt’, 1911 - (Ste<strong>de</strong>lijke Openbare Bibliotheek, Kortrijk)<br />
209 Dr. Mevrouw Gabriëls als stagiaire tij<strong>de</strong>ns haar dokters opleid<strong>in</strong>g. Rond 1911<br />
- Foto, 13 × 20 - (Universiteits <strong>bibliotheek</strong>, Gent)<br />
210 Armand Rassenfosse: Geste. 1913 - Doek, 45 × 35 - Musée d'Art Wallon, Luik<br />
- (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
211 (l<strong>in</strong>ks)<br />
Stak<strong>in</strong>g <strong>de</strong>r Gentse metaalarbei<strong>de</strong>rs. 1893. Staken<strong>de</strong> vrouwen - Foto, 13 × 18 -<br />
(Stadsarchief, Gent)<br />
(rechts)<br />
Stak<strong>in</strong>g <strong>de</strong>r Gentse metaalbewerkers. 1893. Groep k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren, mannen en vrouwen<br />
- Foto, 13 × 18 - (Stadsarchief, Gent)<br />
212 Het XVIIe Internationaal Turnfeest <strong>de</strong>r Belgische Wapenen Turnverenig<strong>in</strong>gen<br />
te Diest - Foto uit ‘Ons Volk ontwaakt’, 1912 - (Ste<strong>de</strong>lijke Openbare Bibliotheek,<br />
Kortrijk)<br />
213 Jules Chéret (1836-1932): Paris Courses. 1890 - Gekleur<strong>de</strong> lithografie, 88 ×<br />
123 - Museum <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Elsene - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
214 Henri Stacquet (1838-1906): W<strong>in</strong>ter te Veurne. Niet gedateerd - Aquarel, 77 ×<br />
55 - Museum <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Kortrijk - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
216 Albert Goethals ( o 1885): Brugge Wollestraat - Niet gedateerd - Ets, 17,6 × 13,4<br />
- (Ste<strong>de</strong>lijk Prentenkab<strong>in</strong>et, Ant werpen)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
217 (boven)<br />
Le Pottelbergh, Kortrijk. Niet gedateerd - Postkaart -(Ste<strong>de</strong>lijke Openbare<br />
Bibliotheek, Kortrijk)<br />
(on<strong>de</strong>r)<br />
Armand He<strong>in</strong>s: Les blanchisseries d'Alost. Niet gedateerd - Teken<strong>in</strong>g, 10 × 15,9<br />
- Uit C. Lemonnier, ‘La Belgique’, Parijs, 1888<br />
218 Isidore Meyers (1836-1916): Koor<strong>de</strong>ndraaiers te Hamme bij regenachtig weer.<br />
Niet gedateerd - Doek, 77 × 118 - Stadhuis, Den<strong>de</strong>rmon<strong>de</strong> - (Copyright A.C.L.<br />
- Brussel)<br />
219 (boven)<br />
Turnhoutse weversbuurs. Niet gedateerd - Foto, 18 × 24 - (Stadsarchief,<br />
Turnhout)<br />
(on<strong>de</strong>r)<br />
Sigarenfabriek te Essen. Niet gedateerd - Foto, 17,2 × 22,8 - Privéverzamel<strong>in</strong>g.<br />
Essen<br />
220 (boven)<br />
Gustave Walckiers (1831-1891): La Rue royale à Bruxelles. Niet gedateerd -<br />
Doek, 90 × 70 - Museum <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Doornik - (Copyright A.C.L.<br />
- Brussel)<br />
(on<strong>de</strong>r)<br />
Frankrijklei, Antwerpen. 1913 - Foto, 16,7 × 22,6 - (Stadsarchief, Antwerpen)<br />
221 Maximilien Gelissen: Vue prise au Village <strong>de</strong> Scharebeek. Niet gedateerd -<br />
Lithografie, 20 × 30 - (Copyright Kon. Bibl. Albert I, Prentenkab<strong>in</strong>et, Brussel)<br />
222 (l<strong>in</strong>ks)<br />
Doodsbericht over het verdwijnen van <strong>de</strong> Kermis van Sch<strong>in</strong>ckele, Kortrijk. 1900<br />
- Pamflet, 20,8 × 13,5 - (Ste<strong>de</strong>lijke Openbare Bibliotheek, Kortrijk)<br />
(rechts)<br />
Wereldtentoonstell<strong>in</strong>g 1894, Antwerpen: Oud Antwerpen. Markt - Foto, 18 ×<br />
24 - (Stadsarchief, Antwerpen)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
279<br />
223 (l<strong>in</strong>ks)<br />
Wereldtentoonstell<strong>in</strong>g 1894, Antwerpen: Oud Antwerpen. Antiekw<strong>in</strong>kel - Foto,<br />
18 × 24 - (Stadsarchief, Antwerpen)<br />
(rechts)<br />
Korte S<strong>in</strong>t-Annastraat, Antwerpen. Vóór 1894 - Foto, 8 × 10 - (Stadsarchief,<br />
Antwerpen)<br />
224 (boven)<br />
Jules Fonteyne (1878-1964): De drie Kon<strong>in</strong>gen. 1910 - Gravure - (Copyright<br />
Kon. Bibl. Albert I, Prentenkab<strong>in</strong>et, Brussel) - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
(on<strong>de</strong>r)<br />
Clement<strong>in</strong>astraat, ‘Witte stad’, Antwerpen, gebouwd 1895 - Foto (1960), 50 ×<br />
60 - (Stadsarchief, Antwerpen)<br />
225 Het Hout<strong>land</strong> ten zui<strong>de</strong>n van Brugge - Foto, 8,8 × 13 - Uit ‘F<strong>land</strong>ria Nostra’, I,<br />
Antwerpen-Brussel, 1957<br />
226 Bij <strong>de</strong> Leuvense stoof. B<strong>in</strong>nenzicht van een pol<strong>de</strong>rhoeve. Rond 1906 - Foto,<br />
12,9 × 18 - (Archief en Museum <strong>voor</strong> het Vlaamse Cultuurleven, Antwerpen)<br />
228 De hei<strong>de</strong> bij Oostmalle. Niet gedateerd - Foto - (Stadsarchief, Turnhout)<br />
229 (l<strong>in</strong>ks)<br />
Lemen won<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> Kempen. Niet gedateerd - Foto, 18,2 × 24 - (Stadsarchief,<br />
Turnhout)<br />
(rechts)<br />
Weg met berken, Opgrimbie. 1906 - Foto, 14,5 × 20,5 - (Stadsarchief, Turnhout)<br />
230 (boven)<br />
Frans Van Leemputten: Marktdag <strong>in</strong> <strong>de</strong> Kempen. 1910 - Doek, 51 × 70 - Museum<br />
<strong>voor</strong> Schone Kunsten, Kortrijk -(Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
(on<strong>de</strong>r)<br />
Beliestraat, Essen. 1906 - Postkaart - (Heemkundige Kr<strong>in</strong>g, Essen)<br />
232 Sterfgeval <strong>in</strong> Den<strong>de</strong>rmon<strong>de</strong>. Niet gedateerd - Foto, 9 × 12 (Copyright A.C.L. -<br />
Brussel)<br />
233 Frans Van Leemputten: Kaarskensprocessie te Scherpenheuvel. Be<strong>de</strong>vaar<strong>de</strong>rs<br />
trekken rond <strong>de</strong> kerk (Mid<strong>de</strong>nstuk van drieluik). 1903-1905 - Doek, 132 × 198<br />
- Kon<strong>in</strong>klijk Museum <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Antwerpen - (Copyright A.C.L. -<br />
Brussel)<br />
234 (l<strong>in</strong>ks)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Processie te Poe<strong>de</strong>rlee. 1912 - Foto, 12,5 × 17,5 - (Stadsarchief, Turnhout)<br />
(rechts)<br />
De beweg<strong>in</strong>g <strong>de</strong>r be<strong>de</strong>vaar<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>n 6<strong>de</strong>n juli te Gistel. 1912 - Postkaart -<br />
(Ste<strong>de</strong>lijke Openbare Bibliotheek, Kortrijk)<br />
235 Nieuwpoort. Niet gedateerd - Foto, 18 × 24 - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
236 Hei<strong>de</strong>ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g bij <strong>de</strong> aanvang van <strong>de</strong>ze eeuw. Niet gedateerd - Foto, 9,9 ×<br />
13,1 - Uit ‘F<strong>land</strong>ria Nostra’, I, Antwerpen-Brussel, 1957<br />
237 Zicht op <strong>de</strong> gebouwen van <strong>de</strong> koolmijn te Ber<strong>in</strong>gen. Niet gedateerd - Foto uit<br />
‘Ons Volk ontwaakt’, 1912 - (Ste<strong>de</strong>lijke Openbare Bibliotheek, Kortrijk)<br />
238 Jaak Gorus ( o 1901): Eerste petroleumwerken <strong>in</strong> <strong>de</strong> pol<strong>de</strong>r (Oosterweel). Niet<br />
gedateerd - Ets, 19,6 × 24,7 - (Ste<strong>de</strong>lijk Prentenkab<strong>in</strong>et, Antwerpen)<br />
240 't Hofke, gang <strong>in</strong> <strong>de</strong> Korte S<strong>in</strong>t-Annastraat, Antwerpen. 1900 - Foto, 13,8 × 8,8<br />
- (Stadsarchief, Antwerpen)<br />
241 Eugène Laermans: L'ivrogne. Niet gedateerd - Doek, 121 × 151 - Kon<strong>in</strong>klijke<br />
Musea <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Brussel - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
242 (l<strong>in</strong>ks)<br />
Afschuwelijke moord op eene vrouw te Brugge. 1892 -Lithografie uit ‘De<br />
Zweep’, Brussel, 13 november 1892<br />
(rechts)<br />
Wree<strong>de</strong> moord van een zeventien jarig meisje <strong>in</strong> <strong>de</strong> Hoogstraat te Antwerpen.<br />
1893 - Lithografie uit ‘De Zweep’, Brussel, 26 februari 1893<br />
243 (l<strong>in</strong>ks)<br />
Drame <strong>de</strong> familie à Bruxelles. 1894 - Lithografie uit ‘La Feuille illustrée’,<br />
Brussel, 21 mei 1894<br />
(rechts)<br />
Tentative <strong>de</strong> meurtre suivie <strong>de</strong> suici<strong>de</strong> à Anvers. 1894 - Lithografie uit ‘La<br />
Feuille illustrée’, Brussel, 1 april 1894<br />
244 Eugène Laermans: Stakers. Niet gedateerd - Ets, 15 × 19,5 - (Ste<strong>de</strong>lijk<br />
Prentenkab<strong>in</strong>et, Antwerpen)<br />
246 Joseph Coosemans (1828-1904): De berken van Genk <strong>in</strong> <strong>de</strong> lente. Niet gedateerd<br />
- Doek, 123 × 78 - Museum <strong>voor</strong> Schone Kunsten, Kortrijk - (Copyright A.C.L.<br />
- Brussel)<br />
247 De oorlog is het spel <strong>de</strong>r vorsten. Niet gedateerd - Pamflet, 6,8 × 10,7 -<br />
(Ste<strong>de</strong>lijke Openbare Bibliotheek, Kortrijk)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
248 Bestorm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Nationale Bank, Brussel. Augustus 1914 - Foto uit ‘Ons<br />
Volk ontwaakt’, 1914 - (Ste<strong>de</strong>lijke Open bare Bibliotheek, Kortrijk)<br />
249 Kon<strong>in</strong>g Albert rijdt naar het Parlementsgebouw. 4 augustus 1914 - Foto, 12 ×<br />
17,4 - (Documentatie Het Laatste Nieuws, Brussel)<br />
251 Léon Frédéric: Les vieillards. 1885-1887- Doek, 115 × 201 Kon<strong>in</strong>klijke Musea<br />
<strong>voor</strong> Schone Kunsten, Brussel - (Copyright A.C.L. - Brussel)<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Namenregister<br />
280<br />
Addison, H.R., 22, 39, 95, 173.<br />
Adriaansen, G., 236.<br />
Aerts, J.-J., 35.<br />
Albert I (1875-1934), 142, 144, 248.<br />
Anseele, Edward (1856-1938), 75, 175, 177, 201.<br />
Arnould, Victor (1839-1894), 169.<br />
Art, Jan, 204.<br />
Baert, Gaston-Pieter ( o 1895), 142, 232.<br />
Bau<strong>de</strong>laire, Charles (1821-1867), 20, 28, 91, 167.<br />
Behiels, Weduwe, 94.<br />
Bell, Graham (1847-1922), 142.<br />
Benz, Karl (1844-1929), 140.<br />
Bergmann, Anton (1835-1875), 132.<br />
Besme, Victor (1834-1904), 220.<br />
Blanchard, Raoul (1877-1965), 13, 151.<br />
Blereau, Stanislas (1814-1877), 24, 220.<br />
Blériot, Louis (1872-1936), 138, 140, 144.<br />
Block, Corneel ( o 1815), 112.<br />
Bonsack, James Albert, 108.<br />
Bor<strong>de</strong>aux, Henry (1870-1963), 139.<br />
Boulez, Jules (1889-1960), 142.<br />
Bourla, Pierre (1783-1866), 75.<br />
Boyens, Guillaume, 83-84.<br />
Briand, Aristi<strong>de</strong> (1862-1932), 196.<br />
Brismée, Désiré (1822-1888), 167-168.<br />
Brontë, Charlotte (1816-1855), 103.<br />
Buls, Charles (1837-1914), 224.<br />
Burggraeve, Adolphe (1806-1902), 83.<br />
Buschots, Jan, 144.<br />
Buysse, Cyriel (1859-1932), 147, 149, 224, 243.<br />
Carton <strong>de</strong> Wiart, Henry (1869-1951), 234.<br />
Cartuyvels, Mgr. (1835-1907), 187.<br />
Caruso, Enrico (1873-1921), 154.<br />
Catl<strong>in</strong>, Francis (1815-1900), 139.<br />
Christ<strong>in</strong>e, 223.<br />
Claes, Georges, 27, 79.<br />
Claeys, Charles Louis, 63.<br />
Claeys, Emilie (1855-1943), 209.<br />
Conscience, Hendrik (1812-1883), 20, 64, 89, 121, 122-123, 153, 222.<br />
Considérant, Nestor (1821-1877), 80.<br />
Coremans, Hélène (1876-1951), 22, 224.<br />
Courouble, Gabriel ( o 1802), 163.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Courtmans-Berchmans, Johanna (1811-1890), 27, 61, 112.<br />
Crokaert, Wantje, 62-63.<br />
Daens, Adolf (1839-1907), 203, 204, 250.<br />
Daimler, Gottlieb (1834-1900), 140.<br />
<strong>de</strong> Béthune, Félix Anto<strong>in</strong>e Joseph (1789-1880), 165.<br />
De Bom, Emmanuel (1868-1953), 222.<br />
<strong>de</strong> Broqueville, Charles (1860-1940), 247.<br />
De Bruyn, Edmond (1875-1956), 223.<br />
De Ceun<strong>in</strong>ck, Karel ( o 1835), 64.<br />
<strong>de</strong> Chênedollé, Charles (1797-1862), 84.<br />
De Ham, Victor, 111.<br />
<strong>de</strong> Hempt<strong>in</strong>ne, Joseph (1822-1909), 121.<br />
De Kock, Charles-Paul (1794-1871), 35.<br />
De Kroon, 33.<br />
<strong>de</strong> Lantsheere, Théophile (1833-1918), 201.<br />
<strong>de</strong> la Sagra, Ramon (1798-1871), 92.<br />
Delmer, Alexandre (1835-1915), 126.<br />
<strong>de</strong> Méro<strong>de</strong>, Cléo (1881-1966), 154.<br />
De Meyere, Victor (1873-1938), 50.<br />
Demol<strong>de</strong>r, Eugène (1862-1911), 151.<br />
De Mot, Emile (1835-1909), 223.<br />
De Neve, Bernardus (1785-1865), 69.<br />
Denijn, Jef (1862-1941), 250.<br />
De Paepe, César (1842-1890), 170.<br />
De Pauw, Napoléon (1835-1922), 234.<br />
De Potter, Frans (1834-1904), 173.<br />
De Ram, Pierre (1804-1865), 116.<br />
d'Erialmont, barones, 231.<br />
De Sae<strong>de</strong>leer, Valerius (1867-1941), 228.<br />
<strong>de</strong> Sa<strong>in</strong>t-Genois <strong>de</strong>s Mottes, Jules (1813-1867), 65.<br />
De Schutter, Desier ( o 1845), 128.<br />
<strong>de</strong> Selliers <strong>de</strong> Moranville, Léonard (1853-1946), 100.<br />
Destrée, Jules (1863-1936), 234.<br />
De Vos, Armand (1840-1906), 116.<br />
De W<strong>in</strong>ne, August (1861-1935), 176, 188.<br />
De Witte, Pol (1848-1929), 87-88, 89, 121, 219, 240-242.<br />
De Zoete, Thérèse, 88.<br />
Dhondt, Jan (1915-1972), 176.<br />
Dierckxsens, A., 81.<br />
du Bus, François-Louis (1791-1873), 12.<br />
du Bus <strong>de</strong> Gisignies, Bernard Daniel (1833-1917), 179.<br />
Ducaju, Joseph-Jacques (1823-1891), 31.<br />
Ducpétiaux, Edouard (1804-1868), 93, 172.<br />
Dumas, Alexandre père (1802-1870), 99, 110.<br />
Durant, Léopold, 35.<br />
Durkheim, Emile (1858-1917), 203.<br />
Duval, Jules, 95.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Eastman, George (1845-1932), 145.<br />
Ecrevisse, Pieter (1804-1879), 65.<br />
Edison, Thomas (1847-1931), 138.<br />
Eekhoud, Georges (1854-1927), 87.<br />
Eeman, Albert (1852-1920), 201.<br />
Elskamp, Max (1862-1931), 224.<br />
Filleul, Jan Baptiste (1775-1855), 113.<br />
Florens, 33.<br />
Fonta<strong>in</strong>as, André (1807-1863), 84.<br />
Fonteyne, Florimond (1856-1923), 215.<br />
Franck, Louis (1868-1937), 199.<br />
Frank, Louis (1864-1917), 209.<br />
Froment<strong>in</strong>, Eugène (1820-1876), 20.<br />
Frost-Brüssel, J., 182.<br />
Gatti <strong>de</strong> Gamond, Isabelle (1839-1905), 119.<br />
Gautier, Théophile (1811-1872), 28.<br />
Geiregat, Pieter (1828-1902), 121.<br />
Gerrits, Lo<strong>de</strong>wijk (1827-1873), 174.<br />
Gittée, August (1858-1909), 49.<br />
Goblet d'Alviella, Eugène (1846-1925), 127.<br />
Go<strong>de</strong>charle, Gilles-Lambert (1751-1835), 34.<br />
Godts, François-Xavier (1839-1928), 209.<br />
Gomes, Jelle, 88.<br />
Goyens, Maternus, 80.<br />
Grün, Karl (1817-1887), 164.<br />
Guisla<strong>in</strong>, Joseph (1797-1860), 93.<br />
Hanau, Dr., 70.<br />
Hankar, Paul (1861-1901), 157.<br />
Helfferich, Adolph, 124.<br />
Helleputte, Georges (1852-1925), 247.<br />
Herleyn, 126.<br />
Heyman, Dr., 75.<br />
Hiel, Emmanuel (1834-1899), 173.<br />
Horta, Victor (1861-1947), 157, 159, 161, 177.<br />
Huet, François (1814-1869), 166.<br />
Hugo, Victor (1802-1885), 18, 56, 98, 99.<br />
Huysmans, Joris-Karl (1848-1907), 208.<br />
Huyttens, Jules (1823-1884), 65.<br />
Jalheau, Fr., 72.<br />
Janssens, Lo<strong>de</strong>wijk (1842-1896), 121.<br />
Janssens, Weduwe, 76.<br />
Jottrand, Lucien (1804-1877), 163, 165.<br />
Kats, Jacob (1804-1886), 87, 124, 163-165, 174.<br />
Keurvels, Edward (1853-1916), 249.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Kramp, Melchior, 81, 122.<br />
Kurth, Go<strong>de</strong>froid (1847-1916), 202.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
281<br />
Lamennais, Félicité (1782-1854), 164.<br />
Lauwers, Frans ( o 1819), 59.<br />
Le Bon, Gustave (1841-1931), 245.<br />
Leclercq, Emile (1827-1907), 137.<br />
Lemonnier, Camille (1844-1913), 117, 151.<br />
Leopold I (1790-1865), 126, 129.<br />
Leopold II (1835-1909), 144.<br />
Lepe<strong>in</strong>tre, P., 36.<br />
Lion, Emile, 79.<br />
Lis, R<strong>in</strong>a, 76, 82.<br />
Lovel<strong>in</strong>g, Rosalie (1834-1875), 119.<br />
Mahaim, Ernest (1865-1938), 181, 182.<br />
Malou, Mgr. Jean-Baptiste (1809-1864), 127.<br />
Mareska, Joseph (1803-1858), 71, 75.<br />
Mars (ps. v. Maurice Bonvois<strong>in</strong>) (1849-1912), 154.<br />
Massart, Jean (1865-1925), 235-236.<br />
Meskele, Jan, 87.<br />
Meynne, Armand-Joseph (1814-1876), 68.<br />
Michaux, Pierre (†1883), 139.<br />
Mirbeau, Octave (1848-1917), 140, 220, 232.<br />
Moser, Eduard, 72.<br />
Muls, Jozef (1882-1961), 36, 222.<br />
Napoléon I (1769-1821), 118.<br />
Nerval, Gérard <strong>de</strong> (1808-1855), 35.<br />
Oetker, Friedrich (1808-1881), 31, 88.<br />
On<strong>de</strong>reet, Karel (1804-1868), 58.<br />
Otéro, Carol<strong>in</strong>e (1868-1965), 154.<br />
Overbaer, 167.<br />
Pauwels, Emmanuel, 165.<br />
Pée, Willem ( o 1903), 182.<br />
Peeters, Jozef ( o 1808), 80.<br />
Peller<strong>in</strong>g, Jan (1817-1877), 118, 165, 167, 174.<br />
Perk, Marie Adrien (1834-1916), 95, 98, 122.<br />
Permeke, Constant (1886-1952), 228.<br />
Persijn, Hendrik (1857-1933), 230.<br />
Picard, Edmond (1836-1924), 127, 151.<br />
Pirenne, Henri (1862-1935), 151.<br />
Poiret, Paul (1879-1944), 156.<br />
Poirters, Adriaen (1605-1674), 64, 122.<br />
Popel<strong>in</strong>, Marie (1846-1913), 209.<br />
Premsela, Mart<strong>in</strong> ( o 1896), 249.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Rei<strong>de</strong>r, Paul (ps. v.A.-E. Scaron) (1835-1923), 115.<br />
Reyntjens, 31.<br />
Richard, 165.<br />
Rilke, Ra<strong>in</strong>er Maria (1875-1926), 215.<br />
Rogghé, Willem (1824-1896), 87, 101.<br />
Rogier, Charles (1800-1885), 110.<br />
Rooses, Max (1839-1914), 121, 127, 169.<br />
Rops, Félicien (1833-1898), 207-208.<br />
Rosseel (†1848), 30.<br />
Rousseau, Jan (1829-1891), 102.<br />
Ru<strong>de</strong>, François (1784-1855), 34.<br />
Saverys, Albert (1886-1964), 142.<br />
Schnaase, Karl (1798-1875), 28, 32.<br />
Seebohm-Rowntree, B., 192, 195.<br />
Segers, Gustaaf (1848-1930), 100, 121.<br />
Servaes, Albert (1883-1966), 228.<br />
Sienkiewicz, Henryk (1846-1916), 220.<br />
Siffer, Karel, 59.<br />
Simons, Jozef (1888-1948), 227.<br />
Sleeckx, Domien (1818-1901), 51, 108, 174.<br />
Snie<strong>de</strong>rs, August (1825-1904), 56, 59, 64, 121, 122, 153, 219.<br />
Snie<strong>de</strong>rs, Jan Renier (1812-1888), 127.<br />
Southey, Robert (1774-1843), 28.<br />
Spilthoorn, Charles (1804-1872), 165, 166.<br />
Sterckx, Kard<strong>in</strong>aal Engelbert (1792-1867), 105, 124.<br />
Stijns, Reimond (1850-1905), 149.<br />
Stoffels, Constant (1873-1915), 250.<br />
Stracke, Desi<strong>de</strong>er (1875-1970), 172.<br />
Strens, Louis, 99.<br />
Streuvels, Stijn (1871-1969), 45, 52, 60, 231.<br />
Ta<strong>in</strong>e, Hippolyte (1828-1893), 29, 37.<br />
Tar<strong>de</strong>, Gabriel (1843-1904), 245.<br />
Texier, Edmond (1816-1887), 67.<br />
T<strong>in</strong><strong>de</strong>mans, Carlos, 27, 239.<br />
Toulouse-Lautrec, Henri <strong>de</strong> (1864-1901), 208.<br />
Van Acker, Desi<strong>de</strong>rius (1835-1914), 206.<br />
Van Ackere-Doolaeghe, Maria (1803-1884), 58.<br />
Van Beers, Jan (1821-1888), 153.<br />
Van Bever, 63.<br />
Van Biervliet, Mélanie (1813-1892), 115.<br />
Van <strong>de</strong>n Abeele, Albijn (1835-1918), 61 228.<br />
Van <strong>de</strong>n Plas (†1848), 30.<br />
Van <strong>de</strong> Plas, Louise (1877-1968), 209.<br />
Van<strong>de</strong>rvel<strong>de</strong>, Emile (1866-1938), 143, 184, 185, 188.<br />
Van <strong>de</strong>r Ven, Jacques (ps. Jacq Ra<strong>de</strong>macher), 170.<br />
Van Deuren, Karel, 107.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong>, Henry (1863-1957), 152, 158, 228.<br />
Van <strong>de</strong> Weghe, 241.<br />
van <strong>de</strong> Werve et <strong>de</strong> Schil<strong>de</strong>, Henri-Marie-Jacques Hyac<strong>in</strong>the (1844-1924), 179.<br />
Van <strong>de</strong> Woestijne, Gustave (1881-1947), 228.<br />
Van Diest, Isala (1842-1916), 119.<br />
Van Duyse, Pru<strong>de</strong>ns (1804-1859), 56, 58, 98.<br />
Van Gogh, V<strong>in</strong>cent (1853-1890), 220.<br />
Vanhamme, Marcel, 102.<br />
Van Heyn<strong>de</strong>, J., 94.<br />
Van Kerkchoven, Pieter Frans (1818-1857), 27, 121, 174.<br />
Van Mierlo, 22.<br />
Van Nerum, Charles-Jérôme (1805-1885), 83.<br />
Van Reeth, Franciscus (†1847), 30.<br />
Verbauwen, Paul (1844-1926), 83.<br />
Verbist, Karel (1883-1909), 144.<br />
Verhaegen, Pierre, 193.<br />
Verhaegen, Théodore (1798-1862), 117, 125-126.<br />
Verla<strong>in</strong>e, Paul (1844-1896), 103.<br />
Vermast, Alfons (1858-1909), 231.<br />
Verriest, Hugo (1840-1922), 115.<br />
Verroest, Flip, 64.<br />
Verwee, Alfred (1838-1895), 151, 152.<br />
Verwee, Lean<strong>de</strong>r, 63.<br />
Vliebergh, Emiel (1872-1925), 140.<br />
von Plönnies, Luise (1803-1872), 17, 40, 173.<br />
Vorsselmans, Jan, 112.<br />
Weustenraad, Théodore (1805-1849), 98.<br />
Wildiers, Weduwe, 76.<br />
Willem II (1859-1941), 248.<br />
Willems, Jan-Frans (1793-1846), 173.<br />
Willequet, 100.<br />
Woeste, Charles (1837-1922), 80.<br />
Wolowski, Louis (1810-1876), 72.<br />
Wright, Orville (1871-1948), 140.<br />
Wright, Wilbur (1867-1912), 140.<br />
Zetternam, Eugeen (1826-1855), 27, 34, 174.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Zaakregister<br />
282<br />
Alcoholisme, 194-196.<br />
Analfabetisme, 63, 89.<br />
Armoe<strong>de</strong>, 71-72, 78, 79, 191-193, 194.<br />
Be<strong>de</strong>laars, 67, 70.<br />
Be<strong>de</strong>laarskolonies, 92-93.<br />
Behoeftigheid, 71, 78, 91.<br />
Christen-<strong>de</strong>mocratie, 203, 205, 240.<br />
Crim<strong>in</strong>aliteit, 29-30, 92, 244-245.<br />
Daensisme, 189, 201, 203-204, 240.<br />
Emigratie, 110-112, 129.<br />
Feesten: Doopsel, 85-86; Driekon<strong>in</strong>gen, 33, 222-223; Feestvieren<strong>de</strong> stad, 31-34;<br />
Huwelijk, 85-86, 231; Kerstmis, 33, 54, 231; Oogstfeesten, 53, 231; Pasen, 33;<br />
Vastenavond, 88-89, 222, 224; Vuurfeesten, 54, 222, 231; Zangfeesten, 58-59.<br />
Fem<strong>in</strong>isme, 118-119, 208-210.<br />
Film, 141-145.<br />
Fotografie, 145.<br />
Geloof, 47, 49, 54-55, 62, 83, 129, 186, 187, 232, 233.<br />
Gemeenten en gehuchten: Aalst, 63, 68, 216; Aalter, 65; Achterbroek, 61, 128;<br />
Ad<strong>in</strong>kerke, 152; Afsnee, 227; Aken, 59; Antwerpen, 17, 18, 19-20, 22, 24-25,<br />
30, 31, 32, 33, 35-36, 56, 75, 76, 77, 80, 81, 85-86, 87, 91, 97, 98, 99, 102, 103,<br />
105, 112, 119, 121, 122, 126, 139, 140, 142, 143, 144, 145, 163, 165, 168-169,<br />
170, 187, 197, 199, 210, 219-220, 222, 250; Arendonk, 39; As, 236; Astene,<br />
65, 142, 227; Bagnères-<strong>de</strong>-Bigorre, 58; Beernem, 14, 90, 91; Berchem, 32;<br />
Bergen, 92; Berlare, 58; Bern, 119; Beverhoutsveld, 65; Blankenberge, 13, 14,<br />
40-41, 109, 110, 151, 153, 155, 194, 215, 226, 227; Bokrijk, 16; Borgloon, 27,<br />
79; Bornem, 236; Bos<strong>voor</strong><strong>de</strong>, 232; Bre<strong>de</strong>ne, 151; Brugge, 17-18, 20, 22, 34,<br />
36, 68, 70, 90, 92, 97, 102, 109, 126, 142, 143, 165, 166, 215, 233, 234; Brussel,<br />
11-12, 17, 18, 19, 20, 21, 25, 29, 30, 31, 33, 34, 36, 58, 70, 83, 86, 97, 98, 99,<br />
102, 103, 106, 112, 117, 119, 126, 142, 143, 153, 159, 163-166, 168, 210,<br />
220-221, 228, 232, 248, 251; Bulskampveld, 65; De Haan, 151; De<strong>in</strong>ze, 216;<br />
Den<strong>de</strong>rmon<strong>de</strong>, 20, 36, 63, 93, 188, 216; De Panne, 41, 56, 152, 155; De P<strong>in</strong>te,<br />
142; Deurle, 142, 227; Diest, 219; Diksmui<strong>de</strong>, 20, 65, 216; Doel, 236; Doornik,<br />
15; Du<strong>in</strong>kerken, 42; E<strong>de</strong>gem, 144; Eeklo, 14, 63, 65, 192, 217, 218; Eigenbrakel,<br />
185; Eksaar<strong>de</strong>, 103; Elsene, 221; Essen, 128; Evere, 94; Gaasbeek, 228-229;<br />
Geel, 93, 95; Genk, 16-17, 236; Gent, 12, 17, 19, 20, 25, 29, 31, 33, 34, 36, 67,<br />
68, 75, 78, 87, 89, 93, 97, 100-101, 102, 116, 117, 119, 121, 122, 128, 129, 140,<br />
142, 144, 165, 166, 169, 170, 174, 175, 177, 187, 188, 191, 219, 231, 234,<br />
240-242; Geraardsbergen, 54, 59, 217, 227; Gits, 54; Gullegem, 59; Hamme,<br />
188, 217-218; Handzame, 64; Hasselt, 20, 36, 142, 218; Heist, 41, 109, 151,<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
155, 194, 226; Heist-op-<strong>de</strong>n-Berg, 228; Herentals, 228; Herne, 63; Herseaux,<br />
188, 189; Hoepert<strong>in</strong>gen, 181; Hoogstraten, 92-93, 98, 112, 179; Houthulst, 14,<br />
65; Ieper, 20, 30, 32, 67, 93-94, 102, 216; Kalmthout, 112, 128, 227; Klerken,<br />
65; Knesselare, 14, 65, 69; Knokke, 41, 58, 151-152, 226; Koksij<strong>de</strong>, 41, 152;<br />
Kontich, 144, 145; Kortrijk, 20, 31, 36, 68, 83, 89, 165, 188, 217, 233;<br />
Kruishoutem, 65; Lan<strong>de</strong>gem, 61; Leuven, 19, 68, 77, 86, 116-117, 187; Lichtaart,<br />
229; Lier, 16, 22, 36, 56, 87, 132; Lissabon, 144; Lokeren, 191, 192, 217, 218;<br />
Lombardsij<strong>de</strong>, 235; Lon<strong>de</strong>n, 107; Luik, 36, 119, 142, 187; Machelen, 232;<br />
Mal<strong>de</strong>gem, 14, 65; Mariakerke a.Z., 109, 152, 226; Mariakerke, 59; Mechelen,<br />
17, 20, 22, 31, 68, 76-77, 87, 98, 102, 187, 191, 192; Menen, 233, 245;<br />
Merksplas, 92, 93; Messelbroek, 229; Mid<strong>de</strong>lkerke, 41, 152, 227; Modave, 184;<br />
Moeskroen, 100, 189, 245; Molenbeek, 221; Montegnée, 181; Nazareth, 65;<br />
Nevele, 98; New-York, 112; Nieuwpoort, 20, 42, 109, 152, 216, 227, 236;<br />
N<strong>in</strong>ove, 217, 228; Nukerke, 59; Onkerzele, 35; Oor<strong>de</strong>ren, 250; Oostdu<strong>in</strong>kerke,<br />
41, 42, 152; Oosten<strong>de</strong>, 13, 31, 41, 42, 87, 90, 97, 109-110, 151, 152, 153-155,<br />
194, 215, 227, 233, 245; Oosterweel, 51, 250; Oostmalle, 112, 122, 179; Opwijk,<br />
63; Ou<strong>de</strong>naar<strong>de</strong>, 142; Overmere, 236; Parijs, 97, 138, 140, 141; Peer, 54;<br />
Petegem, 65; Ploegsteert, 188; Poper<strong>in</strong>ge, 14, 53, 184, 227; Rekkem, 92;<br />
Rijkevorsel, 179; Rijsel, 112; Rillaar, 229; Risquons-Tout, 129, 166; Roeselare,<br />
65, 115, 219; Ronse, 65, 165, 217, 218, 227, 236; Roubaix, 100, 112, 189;<br />
Roucq, 112; Ruisele<strong>de</strong>, 65, 69, 90, 91; Rumbeke, 139; Schaarbeek, 221;<br />
Scherpenheuvel, 49, 229; Schil<strong>de</strong>, 179; Sichem, 229; S<strong>in</strong>t-Antonius, 179;<br />
S<strong>in</strong>t-Denijs-Westrem, 142; S<strong>in</strong>t-Gillis (Brussel), 221; S<strong>in</strong>t-Joost-ten-No<strong>de</strong>, 221;<br />
S<strong>in</strong>t-Katelijne-Waver, 144; S<strong>in</strong>t-Martens-Latem, 63, 227, 228; S<strong>in</strong>t-Niklaas,<br />
36, 94, 116, 140, 142; Spiere, 100; Sta<strong>de</strong>n, 64, 65; Temse, 165, 217, 218; Ter<br />
Heest, 65; Testelt, 229; Tielt, 216; Tienen, 219; Tongeren, 218; Torhout, 14,<br />
58, 216; Tourco<strong>in</strong>g, 100; Turnhout, 16, 17, 19, 20, 30, 36, 39, 68, 80, 81, 98,<br />
142, 218; Velzeke-Rud<strong>de</strong>rshoven, 231; Veurne, 20, 55-56, 151, 215-216;<br />
Vil<strong>voor</strong><strong>de</strong>, 112; Vladslo, 206; Vlamert<strong>in</strong>ge, 143; Wakken, 71; Wechel<strong>de</strong>rzan<strong>de</strong>,<br />
228; Wendu<strong>in</strong>e, 151, 226; Wervick, 112; Westen<strong>de</strong>, 109, 152, 236; Westerlo,<br />
228; Westmalle, 179; Wetteren, 188; Wilmarsdonk, 250; W<strong>in</strong>gene, 65, 69, 90,<br />
91; Wortel, 92, 93; Wuustwezel, 112, 128; Zandvliet, 191; Zele, 191, 217, 218;<br />
Zomergem, 59, 69; Zonhoven, 65; Zottegem, 58, 231.<br />
Grensarbeid, 113, 185, 233.<br />
Herbergen: Stad, 28, 31-32; Platte<strong>land</strong>, 52, 56-57.<br />
Huis<strong>in</strong>dustrie, 191-193, 217-218.<br />
Hygiëne, 21-23, 60, 231.<br />
Kerk (katholieke), 84, 105, 123-125, 129, 132, 170-171, 176, 199, 203, 204-207,<br />
232-233; Episcopaat, 117, 120, 123-125, 126, 127, 128, 167, 204-207, 240;<br />
Bisdommen, Brugge, 204, 233, Gent, 204, 205, Luik, 204, Mechelen, 204;<br />
Reguliere clerus, 205, 232; Seculiere clerus, 54, 59, 116, 124, 132, 143, 165,<br />
205-207, 232-233.<br />
Kermissen, 31-32, 42, 56, 86-87.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
283<br />
K<strong>in</strong><strong>de</strong>ren: Bewaarscholen, 78; Hervorm<strong>in</strong>gsscholen, 90-91; K<strong>in</strong><strong>de</strong>rarbeid, 78,<br />
80; K<strong>in</strong><strong>de</strong>rmisdadigheid, 70, 90; Von<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen, 89, 91; Wezen, 89-90, 91;<br />
Zondagsscholen, 81-82; 121-122.<br />
Kledij: Arbei<strong>de</strong>rs, 84, 107; Burgerij, 106-107, 155-156; Landlie<strong>de</strong>n, 107-108,<br />
231; Vissers, 41; Mo<strong>de</strong>, 106, 155-156.<br />
Krankz<strong>in</strong>nigen, 93-95.<br />
Lectuur: Burgerij, 29, 120; Volksklasse, Stad, 89, 121, Platte<strong>land</strong>, 122-123,<br />
228-229.<br />
Literatuur, 27, 34-35, 61, 112, 115, 121, 122-123, 127, 147-149, 240, 243.<br />
Luchtvaart, 142.<br />
Milieu, 100-103, 131-132, 234-237, 250-251.<br />
Nieuwmarktenaars, 65.<br />
On<strong>de</strong>rwijs: Dorpsscholen, 62-65; Lager on<strong>de</strong>rwijs, 82-83; Mid<strong>de</strong>lbaar on<strong>de</strong>rwijs,<br />
115-116; Hoger on<strong>de</strong>rwijs, 116-117, 119; Meisjes, 115; Schoolstrijd, 127-128.<br />
Periodieken: Artevel<strong>de</strong>, 166; Averbo<strong>de</strong>'s Weekblad, 229; Belgisch Chronijkje,<br />
78; Bijdragen tot <strong>de</strong> Geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r stad De<strong>in</strong>ze, 232; De Boer, 229; De<br />
Broe<strong>de</strong>rm<strong>in</strong>, 166; Bullet<strong>in</strong> <strong>de</strong>s Commissions royales d'art et d'archéologie, 102;<br />
Le Courrier <strong>de</strong> Bruxelles, 202; Le Cycliste belge, 139; Education <strong>de</strong> la femme,<br />
119; De Huisvriend, 229; Journal <strong>de</strong> Bruxelles, 58, 128, 248; Journal <strong>de</strong> Liège,<br />
129; Journal historique et littéraire, 122; Le Magas<strong>in</strong> littéraire, 139;<br />
Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong>sche Dichten Kunsthalle, 231; Het Nieuws van <strong>de</strong>n Dag, 229;<br />
Ou<strong>de</strong>rsplicht, 187; Le Patriote, 247, 248; Le Peuple, 249; De Postrij<strong>de</strong>r, 24;<br />
Revue <strong>de</strong> Belgique, 127; Revue Générale, 100; Rond <strong>de</strong>n Heerd, 64; Sancho,<br />
126; Le Soir, 223, 247; De Stu<strong>de</strong>nt, 212, 247; De Vlaamsche Kunstbo<strong>de</strong>, 100;<br />
De Vlaamsche Vlagge, 115; De Vlam<strong>in</strong>g, 229; Den Volksvriend, 163, 164; Den<br />
Wekker, 84; De Werker, 177; De Zon, 188.<br />
Politie, 29, 70, 163.<br />
Poppenspel, 87, 222.<br />
Prostitutie, 35-36, 61, 78.<br />
Roken, 28, 108.<br />
Segregatie, 76-77, 84.<br />
Seizoenarbeid, 113, 183-185, 233.<br />
Seksualiteit, 147, 211, 242; Burgerij, 34-37; Volksklasse, 78; Platte<strong>land</strong>, 61-62,<br />
187-188.<br />
Socialisme, 159-160, 171-172, 174-177, 188-189, 201-202, 205, 240.<br />
Sport, 211-212; Duivenwedstrij<strong>de</strong>n, 186; Olympische Spelen, 145, 211-212.<br />
Stak<strong>in</strong>gen, 128, 196-197.<br />
Streken: Blote, 14, 46, 51, 215-216; Bor<strong>in</strong>age, 166; Brabant, 15, 37, 44, 46, 48,<br />
49, 51, 53, 97, 184, 228, 229; Du<strong>in</strong>, 13-14, 109, 226-227, 235, 236; Durmestreek,<br />
227; Hage<strong>land</strong>, 16, 44, 50, 228, 229; Haspengouw, 15, 16, 44, 46, 228, 229;<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Henegouwen, 15, 36, 228; Hout<strong>land</strong>, 14, 15, 42, 43-44, 50, 51; Kempen, 16,<br />
39, 44, 46, 50, 51, 56, 60, 63, 179, 227-228, 230, 236-237, Antwerpse Kempen,<br />
16, 128, 227-228, Limburgse Kempen, 16, 227, 236-237; Kust, 13-14, 40-43,<br />
108-110, 226-227, 235, Oostkust, 41, 110, Westkust, 41, 109; Land van Aalst,<br />
15; Land van Asse, 184; Land van Waas, 14, 15, 49, 250; Leiestreek, 15, 189,<br />
227, 232; Limburg, 16-17, 29, 60, 187, 230; Meetjes<strong>land</strong>, 15, 191, 227; Namen,<br />
100, 111, 228; Oost-Vlaan<strong>de</strong>ren, 14, 46, 58, 59, 61, 63, 65, 67, 68, 69, 71, 72,<br />
91, 93, 97, 100, 111, 188, 192, 229; Pajotten<strong>land</strong>, 15, 228; Pol<strong>de</strong>r, 43, 227,<br />
Schel<strong>de</strong>pol<strong>de</strong>r, 14, 15, 237, 250-251, Zeepol<strong>de</strong>r, 14; Rupelstreek, 228;<br />
Veurne-Ambacht, 14, 50, 216, 227; Westhoek, 14, 15, 227; West-Vlaan<strong>de</strong>ren,<br />
14, 29, 46, 48, 50, 54, 56, 59, 65, 67, 68, 71, 72, 91, 93, 97, 100, 111, 184, 192,<br />
215, 229, 231; Zuid-Vlaan<strong>de</strong>ren, 15, 46, 203, 227; Zw<strong>in</strong>, 13, 41, 151, 152.<br />
Syfilis, 36, 61, 188.<br />
Telefoon, 99-100, 141.<br />
Telegrafie, 99.<br />
Teuten, 65.<br />
Theater, 32, 33-34, 87-88, Dorpstoneel, 59.<br />
Transport: Auto, 140; Diligence, 97-98; Fiets, 139-140; Hon<strong>de</strong>kar, 56;<br />
Kruiwagen, 56; Paar<strong>de</strong>tram, 106, 140; Spoor, 98-99; Stoomtram, 179-180;<br />
Trekschuiten, 97; Werkmanstre<strong>in</strong>, 180-182, 188-189.<br />
Verenig<strong>in</strong>gen: Algemene Werkmansbond, 168; Artevel<strong>de</strong>, 165; Association<br />
démocratique <strong>in</strong>ternationale, 166; Belgische Werklie<strong>de</strong>npartij, 174, 188; Belgisch<br />
Verbond ter regel<strong>in</strong>g van het k<strong>in</strong><strong>de</strong>rtal, 187; Broe<strong>de</strong>rlijke Wevers, 175;<br />
Christelijke Volkspartij, 203; Comité pour la protection <strong>de</strong> la nature en Belgique,<br />
236; Conférence du Jeune Barreau (Antwerpen), 199; Conferentie van <strong>de</strong> Heilige<br />
V<strong>in</strong>centius a Paulo (Gent), 207; Conseil central <strong>de</strong> la salubrité publique <strong>de</strong><br />
Bruxelles, 78; Conseil National <strong>de</strong>s Femmes belges, 209; Fém<strong>in</strong>isme chrétien<br />
<strong>de</strong> Belgique, 209; Internationale, 129, 170; Jan Brey<strong>de</strong>l en Pieter De Con<strong>in</strong>ck<br />
(Brugge), 165; Komiteit <strong>de</strong>r Volks<strong>voor</strong>drachten (Antwerpen), 169; Kon<strong>in</strong>klijke<br />
Aca<strong>de</strong>mie <strong>voor</strong> Geneeskun<strong>de</strong>, 71, 78; Kon<strong>in</strong>klijke Commissie <strong>voor</strong> Monumenten,<br />
234; Leesgezelschap <strong>de</strong>r wevers (Gent), 121; Ligue belge <strong>de</strong>s droits <strong>de</strong>s femmes,<br />
209; Ligue <strong>de</strong> la régénération huma<strong>in</strong>e, 187; Ligue <strong>de</strong>s amis <strong>de</strong>s arbres, 236;<br />
Ligue pour la défense du Limbourg, 236; Maetschappij <strong>de</strong>r Verbroe<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g (J.<br />
Kats), 164; Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen, 179; Nationale<br />
Verenig<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>voor</strong>uitgang <strong>de</strong>r vlasnijverheid, 71; Ne<strong>de</strong>rduitsch Taalen<br />
Letterkundig Genootschap (Brussel), 70; Nieuw Malthusiaanse Bond<br />
(Ne<strong>de</strong>r<strong>land</strong>), 187; Schild en Vriend (Universiteit Brussel), 117; Société <strong>de</strong><br />
l'Affranchissement, 167-168, 172, 174; Société <strong>de</strong> Mé<strong>de</strong>c<strong>in</strong>e d'Anvers, 80;<br />
Société <strong>de</strong>s Ba<strong>in</strong>s et <strong>de</strong>s Dunes <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>lkerke, 109; Société nationale pour la<br />
protection <strong>de</strong>s sites et <strong>de</strong>s monuments, 236; Les Solidaires, 167-168, 172; 't Zal<br />
wel gaan, 116, 117; Van Maerlantskr<strong>in</strong>g (Gent), 170; Volksmaatschappij<br />
Agneessens, 165; Volksverbond (Antwerpen), 169; Vooruit (Gent), 175;<br />
Willemsfonds, 117, 121, 169-170; Willen is Kunnen (Antwerpen), 197; Zannek<strong>in</strong><br />
(Ronse), 165; Zetternamskr<strong>in</strong>g (Gent), 170; De Zon (Zele), 188.<br />
Verkiez<strong>in</strong>gen, 123-124, 126, 127, 200-201; Electorale manipulatie, 124, 125,<br />
132, 200-201.<br />
Verlicht<strong>in</strong>g, Openbare, 11, 20-21, 85, 109, 138, 153, 154; Huizen, 21, 106.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>
Vissers, 13, 40-43, 194.<br />
Voed<strong>in</strong>g, 60-61, 64, 68, 69, 70, 85, 108, 184, 189, 191.<br />
Volksgebruiken, 42, 43, 49-50, 52-56, 57, 86-87, 222-223, 230-231.<br />
Volksspelen, 57.<br />
Vrijmetselarij, 83-84, 125-126, 167.<br />
Won<strong>in</strong>g: Beluiken, 75-77, 219; Haard, 49, 50, 53, 131, 230; Lan<strong>de</strong>lijke won<strong>in</strong>g,<br />
45-50, 51, 65, 230; Spionnetjes, 28-29; Stadswon<strong>in</strong>g, 156-157.<br />
Zelfmoord, 243-244.<br />
Karel van Isacker, <strong>Mijn</strong> <strong>land</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> ker<strong>in</strong>g <strong>1830</strong>-<strong>1980.</strong>