Artikel - Rotterdam
Artikel - Rotterdam
Artikel - Rotterdam
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
HET AANDEEL VAN DE ROTTERDAMSE<br />
REGENTEN IN DE ACTIE-HANDEL VAN 1720<br />
DOOR C. H. SLECHTE<br />
IN de economisch-historische literatuur, die zich bezig houdt<br />
met de problematiek van de achttiende eeuw, nemen studies<br />
en geschriften over de befaamde 'windhandel' van 1720 een<br />
grote plaats in. Evenals bij de beruchte tulpenhandel van 1636/7<br />
komt de stroom van publicaties al op gang, terwijl het fenomeen<br />
nog lang niet is uitgewoed. Nog in hetzelfde jaar verschijnt het<br />
'Groote Tafereel der Dwaasheid, Vertoonende de opkomst, voortgang<br />
en ondergang der Actie, Bubbel en Windnegotie, in Vrankrijk,<br />
Engeland, en de Nederlanden, gepleegt in den Jaare<br />
MDCCXX'; alle mogelijke en onmogelijke 'Spectators' geven hun<br />
mening, geïllustreerd met de hun bekende feiten over wat er ter<br />
beurze plaats vindt; in 1733 staat er in Hoogstratens 'Groot Algemeen,<br />
Historisch, Geographisch, Genealogisch en Oordeelkundig<br />
Woordenboek' een uitgebreid artikel over de actie-handel en deszelfs<br />
gevolgen; talloos zijn de pamfletten, schotschriften en gedichten,<br />
die nog lange tijd na de ineenzakking van de actie-handel<br />
worden verspreid.<br />
Deze en dergelijke geschriften beperken zich tot het schelden op<br />
de actionisten en op de stedelijke en 'provintiale' overheden, die<br />
zich van ingrijpen onthouden, ja zelfs in de meeste gevallen de oprichting<br />
der compagnieën bevorderen.<br />
Pas eind 19de eeuw zien we studies verschijnen, die pogen een<br />
verklaring te geven van het in 1720 gebeurde. Zo schrijft G. Vissering<br />
in zijn Gids-artikel van 1857 *) het totale verschijnsel van dit<br />
jaar toe aan een latente speculatiezucht, altijd aanwezig in elk volk<br />
en door de machinaties van John Law in Frankrijk en de directeuren<br />
van de South Sea Company in Engeland aangewakkerd.<br />
Daarnaast voert hij ook de 'ontsluiering van de geheimen van het<br />
openbaar crediet' als oorzaak aan. De gebeurtenissen van 1720<br />
vergelijkt hij met de tulpenmanie van 1636/7 en met de'spoorwegkoorts'<br />
van 1844.<br />
In het begin van de 20ste eeuw zien studies het licht, waarin de<br />
auteurs pogen voor '1720' juridische, technische en economische<br />
206
oorzaken en gevolgen aan te geven. Hierbij nemen meestal de gevolgen<br />
een grotere plaats in dan de oorzaken.<br />
E. J. J. van der Heyden noemt in zijn Amsterdamse dissertatie *)<br />
van 1908 'de volle ontsluiering der Naamloze Vennootschapsidee'<br />
als voornaamste oorzaak in plaats van de ontsluiering van de<br />
geheimen van het openbaar financiewezen. Immers speculatieve<br />
handel in acties (aandelen) werd sedert de oprichting der Verenigde<br />
Oost-Indische Compagnie in 1602 gedreven en zolang als<br />
deze handel bestond poogde de overheid ertegen op te treden door<br />
middel van plakkaten. Echter zonder succes.<br />
Neen, aldus Van der Heyden, het is de plotselinge opkomst van<br />
de privaatrechtelijke actie-compagnie (in tegenstelling tot de bestaande<br />
Oost- en West-Indische Compagnieën, die een duidelijk<br />
publiekrechtelijk karakter hadden) die tot de speculatie-uitbarsting<br />
heeft geleid.<br />
Natuurlijk hebben ook de in en na 1720 optredende actie-compagnieën<br />
sterke bindingen met de respectieve stedelijke overheden,<br />
maar deze bindingen beperken zich tot het 'beschermen' of te wel<br />
zich mengen in de bedrijfsvoering door deze overheden en passen<br />
geheel in de tijd.<br />
Taken zoals de Oost-Indische en de West-Indische Compagnieën<br />
die hadden (kolonisatie, beveiliging en bestuur der koloniën,<br />
kortom het bevorderen van het welzijn van de staat), ontbreken bij<br />
de nieuwe compagnieën geheel. Zij vertonen het beeld van de<br />
moderne naamloze vennootschap, met een van te voren vastgesteld<br />
kapitaal als aansprakelijkheidsgrens van de deelnemers, persoonlijk<br />
niet aansprakelijke directeuren, algemene vergaderingen,<br />
jaarlijkse rekening en verantwoording en dividendvaststelling,<br />
kortom, geheel gericht op winst en welzijn van degenen, die er hun<br />
geld in hebben gestoken.<br />
Natuurlijk ontkent Van der Heyden niet, dat er sprake is geweest<br />
van dolle actie-handel, veelal door de uiterst wankele economische<br />
basis van de meeste compagnieën gestimuleerd, maar hij<br />
meent toch, dat de actie-compagnieën, en met name die van <strong>Rotterdam</strong><br />
en Middelburg, niet zuiver en alleen zijn opgericht om speculatie<br />
in acties mogelijk te maken. Het is volgens hem dus, zoals<br />
gezegd, veeleer de 'emancipatie van de Naamloze Vennootschapsgedachte',<br />
die tot de gebeurtenissen van 1720 heeft geleid dan de
latent aanwezige en in navolging van andere landen tot een uitbarsting<br />
gekomen speculatiedrift, die Vissering als voornaamste<br />
schuldige aanwijst.<br />
Een met die van Van der Heyden corresponderende mening<br />
over de actie-handel treffen we aan in het werk van M. F. J.<br />
Smith 3), wiens boek voornamelijk de beurstechnische aspecten<br />
van de effectenhandel in het algemeen behandelt en waarin natuurlijk<br />
'1720' een belangrijke rol speelt.<br />
Geheel aan de gebeurtenissen van 1720 is gewijd het Amsterdamse<br />
proefschrift van F. Ph. Groeneveld *), 'De Economische<br />
Crisis in het jaar 1720'. Evenals Van der Heyden ziet Groeneveld<br />
het jaar 1720 als een beslissend moment in de ontwikkeling van de<br />
organisatievorm, zoals die sinds het begin van de 17de eeuw zichtbaar<br />
was.<br />
Daar de in 1720 opgerichte bedrijven het in deze nieuwe vorm<br />
niet konden bolwerken, heeft het tot het midden der 19de eeuw<br />
geduurd, voordat we de 'N.V.'s a la 1720' zien functioneren. Groeneveld<br />
plaatst deze ontwikkeling echter in een economisch in plaats<br />
van in een, zoals Van der Heyden, juridisch of, zoals Smith, beurstechnisch<br />
kader.<br />
Dat de doorbraak van het vennootschapswezen juist in het begin<br />
der 18de eeuw plaats had, verklaart Groeneveld uit de accumulatie<br />
van kapitaal waarvoor men onvoldoende beleggingsmogelijkheden<br />
had. Voor het grootste deel der potentiële beleggers<br />
was er weinig andere keus dan overheidspapieren of<br />
speculatie in acties en loterij briefjes. De veel gesmade kapitaalexport<br />
was uitsluitend voor een kleine groep van zeer rijken weggelegd.<br />
Doordat in 1720 een op zich gezonde lust tot beleggen ontaardde<br />
in een tot een catastrofe gedoemde speculatiekoorts, heeft het<br />
tot het midden der 19de eeuw geduurd alvorens de in 1720 zichtbare<br />
ontwikkeling haar loop kon vervolgen. Voor de stagnatie van<br />
de economische groei stelt hij dus de gebeurtenissen van 1720 wel<br />
medeverantwoordelijk.<br />
Joh. de Vries, die in zijn dissertatie van 1959 over de Economische<br />
achteruitgang van de Republiek in de 18de eeuw *), ook aandacht<br />
aan de crisis van 1720 schenkt, onderschrijft de door Groe-<br />
208
neveld aangegeven economische achtergronden. Hij voegt echter<br />
nog iets toe.<br />
De aanwezige kapitaalrijkdom heeft de ontwikkeling van de<br />
acf/e-compagnie «/>/ gestimuleerd, omdat voor de bestaande en<br />
verdere ontwikkeling in de 18de eeuw de bestaande ondernemingsvormen<br />
voldeden. De hoofdoorzaak blijft voor hem de speculatiezucht.<br />
W. H. Berghuis heeft in zijn onderzoek naar het ontstaan en de<br />
ontwikkeling van de Nederlandse beleggingsfondsen •), aan de<br />
gebeurtenissen van 1720 weinig aandacht besteed. Hij vindt geen<br />
aanwijzingen voor de stelling, dat in 1720, ondanks de grote hoeveelheid<br />
actie-compagnieën, een wezenlijke poging tot oprichting<br />
van een beleggings/om/s, dus een instelling, die zich uitsluitend of<br />
nagenoeg geheel op het beleggen in effecten richt, gedaan is. Als<br />
mogelijke oorzaak voor het feit, dat deze toen aanwezige kans niet<br />
benut is, voert hij aan, dat de meeste compagnieën zeer kort hebben<br />
bestaan. Een poging tot verklaring van '1720' doet hij niet.<br />
Ter afsluiting van dit overzicht, de door P. W. Klein in zijn oratie<br />
in 1967') geuite opvatting, dat de speculatie in 1720 niet op<br />
zichzelf staat, maar lange tijd voor en na dat jaar een regelmatig<br />
voorkomend verschijnsel was, dat weinig invloed heeft gehad op<br />
de uitkomsten van het economisch proces. Dat speculatieve aanwending<br />
van het kapitaal, zoals b.v. in 1720, de door velen veronderstelde<br />
desastreuze invloed op de economische groei heeft gehad,<br />
meent hij sterk te moeten betwijfelen, ook al bij gebrek aan<br />
kwantitatief bewijsmateriaal aan de zijde van hen, die het kapitaal<br />
hiervoor veroordelen.<br />
Het is het verschaffen van dergelijk bewijsmateriaal, zij het in<br />
zeer bescheiden mate, dat dit onderzoek beoogt. Tot heden toe<br />
heeft men vooral in theoretische zin over 1720 geschreven. Uit het<br />
bovenstaande literatuuroverzicht blijkt dat duidelijk.<br />
Hiervoor zijn, behalve het feit, dat de belangstelling voor kwantitatief<br />
onderzoek nog betrekkelijk jong is, vooral practische redenen<br />
aan te voeren.<br />
Wil men deze problematiek kwantitatief benaderen, dan moet<br />
men beschikken over een 'populatie', dat wil zeggen een groep<br />
actionisten, wier positie en handelingen representatief zijn voor<br />
het geheel. Zo'n groep is wel te vinden, want er zijn nog enkele in-<br />
209
tekenregisters, copieën van intekenregisters en zelfs een verzameling<br />
intekenbiljetten, bewaard gebleven. Vooral deze laatste verzameling,<br />
die in het Haagse Gemeentearchief berust ®), zou een<br />
schitterend uitgangspunt vormen voor een kwantitatief onderzoek.<br />
Men heeft dan een zeer grote en unieke groep potentiële actionisten<br />
uit alle rangen en standen en zelfs uit verschillende steden, bij<br />
elkaar, terwijl de ballotage-commissie zijn werk nog niet heeft gedaan.<br />
Een dergelijk onderzoek zou tot zeer boeiende resultaten<br />
kunnen leiden. Men zou kunnen onderzoeken voor hoeveel een<br />
ieder wilde intekenen, maar helaas niet hoeveel een ieder werd toegewezen,<br />
omdat het definitieve register, (zo dit ooit bestaan heeft)<br />
er niet meer is.<br />
Maar ook zonder de definitieve toewijzingen zou er veel wetenswaardigs<br />
te voorschijn gebracht kunnen worden. Alleen al de<br />
sociale samenstelling van de groep, het aantal inschrijvingen uit de<br />
diverse steden, de mate waarin elk der intekenaars handel dreef in<br />
acties, de mate waarin men in compagnieën in andere steden inschreef<br />
en nog veel meer.<br />
Helaas, de man, die een dergelijk onderzoek zou willen aanpakken,<br />
zou de eerste decennia elk ander werk moeten laten rusten<br />
en zoveel voorbereidend werk moeten doen (o.a. het klapperen<br />
van diverse notariële archieven op het onderwerp actiehandel),<br />
dat hem de lust zou vergaan. Hij moet in staat zijn van al deze vele<br />
honderden lieden (waaronder zeer obscure personen) de financiële<br />
en maatschappelijke achtergronden na te gaan. Hij moet in<br />
andere steden, waar actie-compagnieën zijn opgericht, notariële<br />
archieven, die in vele gevallen ook nog niet of onvolledig zijn geklapperd,<br />
doorwerken en trachten uit te vinden in hoeverre elk der<br />
actionisten daar actief is geweest. En zo zou ik door kunnen gaan.<br />
Wel doenlijk is een kwantitatief onderzoek, als men uitgaat van<br />
een intekenregister, waarin de uitverkorenen met de hun toegewezen<br />
bedragen zijn ondergebracht. Dan is de groep te overzien<br />
qua getal (enkele honderden) en qua samenstelling.<br />
Anderzijds zijn enkele aantrekkelijke elementen eruit: de door<br />
ieder gewenste bedragen en de groep, die door de directeuren of<br />
andere balloteurs, niet in staat werd geacht welk bedrag dan ook<br />
op tafel te leggen, maar die vermoedelijk verder in de straat- en<br />
koffiehuis-handel in acties wel een rol heeft gespeeld.<br />
Wil men in de activiteiten van de uitverkorenen een goed inzicht<br />
210
krijgen, dan gelden weer alle hierboven genoemde voorwaarden,<br />
maar men heeft meer kansen: de achtergronden van deze mensen<br />
zijn in het algemeen gemakkelijker te achterhalen en men kan hen<br />
vermoedelijk wel terugvinden in enkele der nog bestaande registers.<br />
Komen zij daarin niet voor, dan hebben zij in de meeste gevallen<br />
ook niet gepoogd er in te tekenen. Toch vergt ook een dergelijk<br />
onderzoek vele jaren en de resultaten een zeer uitgebreide<br />
publicatie van tabellen en grafieken.<br />
In aansluiting op mijn bijdrage in het Jaarboekje^) van 1970,<br />
waarin ik de geschiedenis van zo'n actie-compagnie heb beschreven,<br />
wil ik in dit artikel op zeer bescheiden schaal enig kwantitatief<br />
materiaal over de actie-handel bijeen brengen.<br />
Zoals na het bovenstaande duidelijk zal zijn, heb ik me niet kunnen<br />
baseren op de Haagse intekenbriefjes en ook niet op het geheel<br />
der beide volledig bewaard gebleven <strong>Rotterdam</strong>se intekenregisters<br />
I»).<br />
Mijn 'populatie' heb ik gehaald uit de <strong>Rotterdam</strong>se regenten,<br />
die in 1720 zitting hebben en uit hen, die voor of na dat jaar één<br />
der hoge stedelijke functies bekleed hebben: burgemeesters, leden<br />
van de Vroedschap, schepenen, pensionarissen en secretarissen.<br />
Natuurlijk is deze selectie betrekkelijk willekeurig, omdat en<br />
dit geldt met name voor de schepenen, nu tot de regentengi oep ook<br />
figuren gerekend worden, die in 1720 geen deel uitmaken van de<br />
regentenstand en pas in b.v. 1740 een paar jaar schepen worden.<br />
Deze stand was niet geheel gesloten en zodoende was het mogelijk,<br />
dat bepaalde figuren wel eens een bepaald ambt kregen 'toegeworpen'.<br />
Vooral het schepenambt, dat niet tot de 'beleidmakende'<br />
ambten behoorde, werd hiervoor gebruikt. Deze situatie is te vergelijken<br />
met die in het Romeinse rijk, waar de patriciërs met hun<br />
'clientes' hetzelfde deden. Een zekere selectie was echter nodig en<br />
omdat het schepenambt toch tot de aanzienlijkste openbare ambten<br />
behoorde, heb ik hen wel tot de 'topregenten' gerekend, waardoor<br />
dus, zoals gezegd, zich wel enkele lieden in mijn populatie bevinden,<br />
die er strikt genomen niet in thuis horen. Het zijn er echter<br />
niet veel.<br />
Representatief voor het geheel der actionisten in de Republiek is<br />
deze groep natuurlijk niet, maar wel biedt de keuze ervan verschillende<br />
practische en wetenschappelijke voordelen. Zo is het belang-<br />
211
ijk, dat het bepalen van de identiteit van de betrokkenen geen of<br />
weinig moeilijkheden oplevert. Minstens even belangrijk is, dat<br />
hun inteken-activiteiten beter zijn na te gaan, ook in compagnieën<br />
waarvan geen intekenregisters meer bestaan, dan van de overige<br />
actionisten. Zij immers hebben voor hun intekeningen, vooral in<br />
ver van <strong>Rotterdam</strong> opgerichte compagnieën, meer gebruik gemaakt<br />
van derden of 'gemachtigden' dan de kleinere kooplieden,<br />
en de opdrachten aan deze derden zijn meestal bij notariële acte<br />
vastgelegd. Behalve naar 's-Gravenhage, Delft, Vlaardingen en<br />
misschien Gouda en Dordrecht, zullen zij zich hoogst zelden persoonlijk<br />
naar andere steden begeven hebben, wat ook al weer<br />
blijkt uit de notariële protocollen, waarin de meesten van hen veelvuldig<br />
compareren.<br />
Voor hen geldt ook zeker, dat als zij de wens hebben kenbaar gemaakt<br />
ergens in te tekenen, hieraan meestal wel gevolg gegeven<br />
is. Men zal hun vanwege hun sociale en economische positie<br />
zelden geweigerd hebben. Hun vrijwel unanieme deelneming (wat<br />
betreft de zittende regenten unaniem) in de <strong>Rotterdam</strong>se Maatschappij,<br />
maakt het interessant hun activiteiten elders na te gaan.<br />
Een ander interessant facet is, dat waar men aan de actiehandel<br />
zulke desastreuze gevolgen voor veel deelnemers toeschrijft, het<br />
onthullend kan zijn na te gaan of deze groep actief heeft deelgenomen<br />
en hoe de afloop voor haar is geweest. Als onder de leden<br />
van deze groep het aantal bankroeten in de eerste jaren na 1720<br />
miniem is geweest, wil dit natuurlijk niet zeggen, dat dit bij andere<br />
groepen ook zo was, maar wel, dat de krachtigste groep (de regenten<br />
waren immers voor de grote meerderheid ook belangrijke kooplieden)<br />
en daarmee ook de 'economie' niet overdreven door de<br />
actiehandel aangetast en geremd is. Kort gezegd: de gevolgen<br />
voor deze regenten zijn mede-indicatief voor de weerslag, die de<br />
actie-handel heeft gehad op negatieve of positieve ontwikkelingen<br />
in de economie.<br />
Vrij goed is te analyseren het aandeel van deze regenten in de<br />
intekening en dus ook oprichting van de actie-compagnieën. De<br />
omvang van hun investeringen is, zij het niet in exacte cijfers, toch<br />
bij redelijke benadering vast te stellen. Moeilijker ligt het met hun<br />
aandeel in de handel, die in de acties gedreven werd en die mede<br />
het beeld van 1720 bepaalt. De grootste moeilijkheid is, dat veel<br />
van deze handel plaatsvond via contracten, die vaak onders-<br />
212
hands werden verkocht, en waarvan de volledige 'route' natuurlijk<br />
nooit meer te achterhalen is. Behalve wat incidentele copieën is<br />
van deze contracten niets bewaard gebleven. Dit zou de gang van<br />
de acties onnaspeurbaar maken, ware het niet, dat er in 1720 geen<br />
actie-bewijzen bestonden ") en de overgang in andere handen van<br />
een actie steeds geregistreerd moest worden. Dit gebeurde in de<br />
z.g. transportboeken **), waarin van elke transactie een acte werd<br />
opgemaakt, getekend door koper en verkoper.<br />
Dankzij deze transportboeken, die van de <strong>Rotterdam</strong>se Maatschappij<br />
bewaard zijn gebleven, kunnen we (weer bij benadering)<br />
de mate waarin de regenten aan de <strong>Rotterdam</strong>se actie-handel deelnamen,<br />
analyseren. Alleen natuurlijk voor zover het de handel in<br />
de <strong>Rotterdam</strong>se acties betrof.<br />
Ook van de handel in de acties van de andere compagnieën is<br />
een zekere neerslag te vinden, omdat ook hierbij veel van derden<br />
gebruik werd gemaakt, die, weer bij notariële acte, gemachtigd<br />
werden. Aangezien in deze z.g. procuraties vaak de exacte gegevens,<br />
dus aantallen, bedragen, namen van kopers en data van<br />
overdracht, niet vermeld worden, vormen zij geen erg bruikbare<br />
bron, zeker niet voor deze betrekkelijk beperkte groep. Voor een<br />
vele malen grotere groep, zouden deze gegevens misschien wel tot<br />
bruikbare uitkomsten leiden.<br />
Exacter, maar om voor de hand liggende redenen even onbruikbaar,<br />
zijn de z.g. insinuaties, waarin de partijen elkaar via de notaris<br />
op het niet nakomen van verplichtingen wijzen. Aangezien de<br />
notaris ook als deurwaarder optrad en hiervan verslag deed in zijn<br />
protocollen, weten we in een aantal gevallen wie wat aan wie verkocht<br />
heeft en wie van beide partijen zijn verplichtingen niet is nagekomen.<br />
Voor de actieve handel zijn ook deze gegevens ontoereikend,<br />
omdat zij een (onmeetbaar) deel van het geheel vormen.<br />
Bruikbaar zijn ze natuurlijk wel om na te gaan, wie door zijn kopen<br />
of verkopen in moeilijkheden kwam en zijn verplichtingen niet<br />
wilde of kon nakomen. Kortom, ondanks bepaalde 'materiële'<br />
moeilijkheden komt uit de analyse van het aandeel van deze regenten<br />
in de actiehandel een beeld van deze handel en haar gevolgen,<br />
naar voren.<br />
Een kwantitatieve benadering, zoals hier bedoeld en waarin de<br />
boven al aangestipte begrippen als 'contract', 'transport', 'premie',<br />
213
'insinuatie' en 'procuratie', om de belangrijkste te noemen, een rol<br />
spelen, heeft een min of meer technische toelichting nodig.<br />
Het werk van M. F. J. Smith dat, hoewel in 1919 verschenen, op<br />
dit gebied nog steeds toonaangevend is, is voor de onderzoeker<br />
hierbij een noodzakelijk hulpmiddel. Zo kort mogelijk wil ik hier,<br />
aan de hand van dit boek, proberen de gang van zaken bij de 18de<br />
eeuwse effectenhandel en de daarbij gehanteerde terminologie, te<br />
schetsen ^).<br />
De simpelste vorm van kopen en verkopen was via een contract,<br />
waarbij werd bepaald, dat de actie(s) op de eerstvolgende datum,<br />
waarop de directeuren voor transporten zitting zouden houden, opgeleverd<br />
en betaald (of 'ontvangen') zou(den) moeten worden. In<br />
het heetst van de actie-handel was dit feitelijk elke dag. Een commissie<br />
van b.v. drie der directeuren, gesecondeerd door de boekhouder,<br />
zat dan klaar om elke transport-acte te tekenen.<br />
Op deze wijze van contracteren waren wel variaties mogelijk. Zo<br />
kon bepaald worden, dat de contracten (van koper en verkoper)<br />
'verwisseld' konden worden, d.w.z. men gaf elkaar de contracten<br />
terug en verrekende het verschil tussen de afgesproken prijs en de<br />
koers van de dag. Men kon ook het contract negeren en als de<br />
ander binnen een bepaalde tijd niet gereageerd had, was het contract,<br />
mits deze mogelijkheid erin opgenomen was, van geen enkele<br />
waarde meer. Om beide partijen zeker te stellen, werd een verjaringstermijn<br />
ingesteld.<br />
Meer gebruikt, en vooral ook meer op speculatie afgestemd, was<br />
het z.g. premie-contract, waarbij tegen een op de koers gebaseerde<br />
prijs en tegen een bij het opstellen van het contract door de koper<br />
contant betaalde premie, de verkoper op zich nam te leveren op<br />
het tijdstip, waarop de koper dit eiste. Natuurlijk zal de koper zijn<br />
acties dan opeisen op het moment, dat de koersen zijn gestegen en<br />
hij zelf goed kan verkopen of al verkocht heeft en leveren moet.<br />
Mochten de koersen dalen, dan is de koper slechts zijn premie<br />
kwijt, want dan eist hij de in het contract genoemde acties natuurlijk<br />
nooit op!<br />
Deze documenten waren vaak 'aan toonder', waardoor de handel<br />
werd vergemakkelijkt, maar het onderzoek ernaar in een latere<br />
periode bepaald niet. Een dergelijk contract kon immers dagelijks<br />
in andere handen overgaan zonder dat er werd opgeëist en dus<br />
zonder dat er werd getransporteerd.<br />
214
Om deze reden heb ik dan ook gesteld, dat de transportboeken<br />
voor ons doel, althans een deel ervan, nl. het nagaan van de intensiteit<br />
van de handel, niet geheel betrouwbaar zijn. Anderzijds is<br />
natuurlijk uit de frekwentie van de transporten per persoon wel<br />
een indruk van diens activiteiten te krijgen, vooral als men die<br />
frekwentie gaat vergelijken met die van anderen.<br />
De afwikkeling van deze transacties heeft vaak tot grote moeilijkheden<br />
geleid, omdat er geen algemeen geldende regels voor bestonden.<br />
Uit het grote aantal insinuaties in de notariële protocollen<br />
(waarvan er natuurlijk ook een aantal alleen bedoeld zijn om<br />
de koper erop te wijzen, dat de ontvangstdatum nadert of dat men<br />
so wie so wil ontvangen), blijkt dat duidelijk.<br />
De grote golf van insinuaties zien we aan het einde van december<br />
1720 en in het begin van januari 1721, als veel termijncontracten<br />
aflopen en de verkopers de kopers aanzeggen, dat ze moeten<br />
komen ontvangen. Nog tot eind 1721 pogen verkopers langs deze<br />
weg aan hun trekken te komen, meestal zonder succes.<br />
Enkele van deze insinuaties geven fraaie voorbeelden van de excessen,<br />
waarmee deze handel gepaard ging en waarvan ook de<br />
regenten zich niet altijd afzijdig hielden.<br />
Natuurlijk werden er ook contracten afgesloten, die enigszins<br />
van de beide hoofdvormen afweken, maar het is niet nodig hier op<br />
die variaties in te gaan.<br />
De actionisten, die in dit verhaal een rol spelen, behoren, zoals<br />
gezegd, tot diegenen (althans de meesten van hen), die niet zelf<br />
hun zaken behartigden, maar hiervoor gebruik maakten van tussenpersonen<br />
(makelaars, kooplieden uit de eigen stad of bekenden<br />
in een andere stad), aan wie procuratie of machtiging werd verleend,<br />
vastgelegd in een notariële acte. Dank zij het feit, dat deze<br />
procuraties via de notaris liepen, weten we, dat deze groep de<br />
meeste affaires in 1720 via derden afhandelde en weten we ook in<br />
hoeverre deze regenten belangstelling hadden voor de compagnieën<br />
in andere steden. Dit neemt niet weg, dat er onder deze<br />
groep enkelen waren, die zelf ook opdrachten kregen en uitvoerden;<br />
degenen, voor wie zij opdrachten uitvoerden behoorden tot<br />
de eigen groep of de eigen verwanten. Zelfs de handel in acties van<br />
de <strong>Rotterdam</strong>se Maatschappij lieten velen van hen aan gemachtigden<br />
over.<br />
215
(7/7 /Vi' (z/e 6/z. 206);<br />
216
217
218
219
De bedragen, waarvoor in de Maatschappij van Assurantie te<br />
<strong>Rotterdam</strong> door de regenten werd ingetekend, zijn niet zo imponerend<br />
als ze lijken. Weliswaar was het in het project voorgestelde<br />
kapitaal f 12.000.000,— en waren de maximale en minimale intekenbedragen<br />
f 50.000,— en f 5.000,—, het bedrag, dat reëel gestort<br />
moest worden, was slechts 5 % per actie, te betalen in maandelijkse<br />
termijnen van 1 %. Voor één actie betekende dit een storting<br />
van f 250,— en voor tien acties van f 2500,—, De laatste 1 %<br />
moest in december 1720 betaald worden. Slechts enkelen hebben<br />
zich aan deze verplichting onttrokken, waardoor hun acties aan de<br />
Maatschappij vervielen **).<br />
Van een geweldig kapitaal, dat hier in acties werd belegd, was<br />
dus geen sprake. Het te storten bedrag over de f 12.000.000,— bedroeg<br />
f 600.000,—, waarvan de aan de Maatschappij vervallen en<br />
door haar opgekochte acties nog moeten worden afgetrokken. Dit<br />
geldt ook voor de subscriptie, die de Maatschappij wegens het geweldige<br />
succes van de eerste inschrijving, in augustus van hetzelfde<br />
jaar hield. Het hiervoor vastgestelde bedrag van f 3.000.000,—<br />
werd zonder moeite volgetekend.<br />
Zelfs moesten, evenals bij de eerste inschrijving en bij alle inschrijvingen,<br />
die in den lande werden gehouden, lagere bedragen<br />
aan sommigen worden toegekend dan waarvoor zij geopteerd<br />
hadden, zoals uit de voorlopige intekenregisters van de subscriptie<br />
duidelijk blijkt, wanneer we de hierin vermelde bedragen vergelijken<br />
met die in het definitieve register *•).<br />
Voorin het eerste van deze voorlopige registers zijn 72 posten a<br />
f 20.000,— vrijgehouden, terwijl verder bijna iedereen voor dit bedrag<br />
inschrijft. In het definitieve register staan dan ook 72 porties<br />
van f 20.000,— (waarvan in twee gevallen vijf porties aan één persoon<br />
zijn toegewezen) met een aparte nummering op de eerste<br />
pagina's. Opvallend hierbij is, dat de zittende regenten en de (tot de<br />
regentengroep behorende) directeuren in de voorlopige registers<br />
niet voorkomen, maar allen voor f 20.000,— (enkelen zelfs voor<br />
f 40.000,—) in het definitieve register staan. Zij hebben dus kennelijk<br />
al van tevoren een portie toegewezen gekregen of zichzelf<br />
toegewezen. Dezelfde procedure werd, alleen op veel grotere<br />
schaal, ook bij de intekening in de Provinciale Utrechtse Geoctroyeerde<br />
Maatschappij gevolgd ").<br />
Bovendien maakte men van de oorspronkelijk vastgesteld mini-<br />
220
mum-intekening van f 5.000,— om meer mensen te kunnen plezieren,<br />
f 1.000,—. Het maximum-bedrag bleef f 20.000,—, al werd<br />
daar in enkele gevallen wel van afgeweken. Een uitzondering werd<br />
gemaakt voor de prinses van Oranje Nassau en voor de Engelse<br />
koopman Thomas Lombe, welke laatste een dergelijke uitzonderingspositie<br />
in de Utrechtse Compagnie ook ten deel viel. Zij kregen<br />
elk f 100.000,— subscription op hun naam.<br />
Door de opsplitsing van de acties in kleinere eenheden, werden<br />
ook bij deze inschrijving de per persoon geïnvesteerde bedragen<br />
kleiner. Per f 1.000,— moest 15 % gestort worden, welke storting<br />
mettertijd tot 80 % zou moeten oplopen. Voor het echter zover<br />
kwam 'sprong' de beurs en achtte men het zakelijk en moreel niet<br />
meer verantwoord de overige 65 % 'in te roepen' ").<br />
Na veel geharrewar, waarin directeuren, stedelijke overheid en<br />
actionisten elk als partij optraden en dat door G. van Rijn overtuigend<br />
is weergegeven ), werd besloten de subscriptie te converteren,<br />
waarbij elke vijf subscripties a f 1.000,— één 'oude actie' van<br />
f 1.000,— werd. Hierdoor ontdeed men zich van het grootste deel<br />
van de subscriptie, waardoor het kapitaal tot iets normalere proporties<br />
werd teruggebracht en (naar men hoopte) de koersen van<br />
de acties weer wat zouden stijgen.<br />
Het is hier niet de plaats om op deze financiële aspecten in te<br />
gaan. In ieder geval werden aan 2400 'oude acties' a f 5.000,— er<br />
600 a f 1.000,— toegevoegd.<br />
Hoe was nu de houding van de zittende regenten, toen in juni<br />
1720 de inschrijving werd geopend? Dat zij hun toestemming hadden<br />
gegeven betekende natuurlijk niet, dat zij ook automatisch<br />
van plan waren een flink deel van de inschrijving voor hun rekening<br />
te nemen.<br />
Uit de intekenregisters (van de eerste inschrijving zowel als van<br />
de subscriptie) blijkt echter, dat allen, die in <strong>Rotterdam</strong> in 1720<br />
op het kussen zaten, in beide emissies of althans in één van beide,<br />
inschreven.<br />
Een paar zaken vallen hierbij op: De leden van de vroedschap<br />
tekenen in juni allen voor het maximaal toegestane bedrag in en<br />
doen dit ook in de subscriptie in augustus, wanneer het maximumbedrag<br />
f 20.000,— is, terwijl sommigen dan uit hoofde van directeurschap<br />
of anderszins voor f40.000,— in kunnen schrijven en dit<br />
221
ook doen. De schepenen tekenen in juni niet in, behalve Isaac van<br />
Schinne die met zijn f 10.000,— tot de kleinere inschrijvers behoort.<br />
In augustus zijn ook de schepenen, zonder uitzondering, voor<br />
f 20.000,— van de partij. De pensionarissen vertonen ook geen<br />
homogeen beeld. Isaac van Hoornbeek, in hetzelfde jaar tot raadpensionaris<br />
benoemd, neemt aan beide inschrijvingen voor het<br />
maximum-bedrag deel, maar Cornells de Jonge van Ellemeet en<br />
Cornelis Boey tekenen alleen in de subscriptie in voor respectievelijk<br />
f 20.000,— en f 5.000,—. Bij dit laatste bedrag moet wel vermeld<br />
worden, dat Boey, evenals vele anderen, in de subscriptie<br />
voor f 20.000,— wilde intekenen, maar slechts f 5.000,— toegewezen<br />
kreeg. De secretarissen zijn weer maximale intekenaars.<br />
Herman van Zuylen van Nyevelt, die ook directeur is, komt in de<br />
subscriptie zelfs tweemaal voor, beide malen voor f 20.000,—. Bij<br />
de ene intekening staat 'als secretaris', bij de andere 'als directeur'.<br />
Een verklaring voor de onthouding van een deel der regenten bij<br />
de eerste inschrijving is moeilijk te geven. Financiële overwegingen<br />
kunnen nauwelijks een rol gespeeld hebben, als we kijken naar de<br />
bedragen, waarvoor de heren in de honderdste penning zijn aangeslagen<br />
en waaruit blijkt, dat het niet speciaal de hoogst aangeslagenen<br />
zijn, die voor het maximum bedrag intekenen en ook toegelaten<br />
worden (zie bijlage 2). Ook de grootte van de investering kan,<br />
zoals ik hierboven uiteengezet heb, niet erg afschrikkend gewerkt<br />
hebben. Voorzichtigheid, die bij het zien van de met de acties uit de<br />
eerste inschrijving gemaakte winsten werd overwonnen, zou een<br />
verklaring kunnen zijn, maar wordt door de verdere uitkomsten<br />
van het onderzoek niet bevestigd.<br />
Immers deze heren hadden in de actie-handel als zodanig, noch<br />
in de intekeningen in andere compagnieën een groot aandeel. Zelfs<br />
in de door <strong>Rotterdam</strong>mers gefrekwenteerde compagnieën als die<br />
te Den Haag en Utrecht, ontbraken de meesten van hen. Als we<br />
het aantal en de inhoud van de door hen verstrekte procuraties bekijken,<br />
blijkt ook daaruit, dat zij zich, behalve hun inschrijving in<br />
de subscriptie en in één of soms twee andere compagnieën, met de<br />
actie-handel niet overmatig hebben bemoeid.<br />
Bij de pensionaris Boey is er sprake van enige handel in acties<br />
van de Delftse Maatschappij (twee procuraties, elk twee door<br />
Boey verkochte acties betreffende) ").<br />
222
De schepen Johan Brandwijk van Blokland machtigt zijn broer<br />
in Dordrecht, zijn geboortestad, daar voor hem in te tekenen voor<br />
de drie acties a f 4.000,—, die hem daar zijn toegewezen ^).<br />
Leendert van Koopstad, eveneens schepen, machtigt zijn zoon<br />
om voor hem in Dordrecht in te schrijven •*).<br />
Van de schepen Hendrik Grimes zijn er twee procuraties: één om<br />
in Utrecht in te schrijven ^), en één om de drie hem daar toegewezen<br />
acties te transporteren ^).<br />
Evenals Grimes, zijn ook Van Koopstad en Brandwijk van Blokland<br />
in de Utrechtse Compagnie toegelaten voor f 3.000,— elk.<br />
De schepen Pieter Theodore van Hersele geeft een blanco machtiging<br />
om in de Provinciale Gelderse Maatschappij in te tekenen **)<br />
en heeft samen met enkele anderen een notaris naar Claudius Lormier<br />
gestuurd, die acties van hen heeft gekocht, maar in gebreke is<br />
gebleven deze te ontvangen ^).<br />
De procuraties van pensionaris Cornelis de Jonge van Ellemeet<br />
hebben betrekking op de subscriptie van de <strong>Rotterdam</strong>se Maatschappij<br />
26).<br />
Schepen Samuel van der Lanen machtigt een inwoner van<br />
Gouda voor hem het transport van vier acties in de compagnie aldaar<br />
te verzorgen ") en machtigt een <strong>Rotterdam</strong>s koopman transport<br />
van f 10.000,— subscripties in de <strong>Rotterdam</strong>se Maatschappij<br />
te verzorgen ^).<br />
De activiteiten van Dominicus Roosmale, ook een schepen, beperken<br />
zich tot de Utrechtse compagnie. Hij wordt gemachtigd<br />
daar voor een <strong>Rotterdam</strong>se weduwe in te schrijven ^) en komt zelf<br />
ook in het intekenregister voor, zij het niet als <strong>Rotterdam</strong>mer.<br />
Dat althans deze acht in functie zijnde regenten bepaald niet in<br />
staat van opwinding zijn geraakt door de algemene speculatiezucht<br />
blijkt uit het bovenstaande voldoende. De reden voor hun betrekkelijke<br />
afzijdigheid moeten we vermoedelijk zoeken in een gebrek<br />
aan belangstelling of in het feit, dat zij met de afloop van de<br />
actie-handel in Parijs op de hoogte waren en daar óf hadden verloren<br />
óf huiverig waren geworden.<br />
De meeste andere regenten, waarbij ik ook hen, die in 1720 geen<br />
ambt bekleedden, maar vroeger of later wel hoge posities innamen,<br />
heb gerekend, dachten er anders over, al zijn ook bij hen<br />
excessen uitzondering.<br />
223
Zij hebben in juni allen het maximale bedrag toegewezen gekregen,<br />
dus f 50.000,—. Of Isaac van Schinne, die voor slechts<br />
f 10.000— in het register voorkomt, voor méér heeft ingetekend,<br />
is niet te achterhalen. Het is natuurlijk mogelijk, dat hij, in tegenstelling<br />
tot zijn medeschepenen, wel mee heeft willen doen, maar<br />
niet te opvallend. Hij blijft ook verder niet afzijdig van de actiehandel.<br />
In de notariële protocollen komen twee procuraties van<br />
hem voor om in te tekenen in de compagnieën te Harlingen ^) en<br />
Maassluis •*). Uit de copie van het actie-houdersregister in de<br />
Provinciale Geoctroyeerde Utrechtse Compagnie ^) blijkt, dat<br />
hem daar vijf acties a f 1.000,— zijn toegewezen en in Den Haag<br />
opteerde hij voor het maximum van f 20.000,—. Hoeveel hem daarvan<br />
toegewezen is, is niet meer te achterhalen. Acties in de Goudse<br />
compagnie had hij ook, want in de notariële protocollen komt een<br />
machtiging van hem voor om acties in die compagnie voor hem te<br />
transporteren ®*).<br />
Niet iedereen is tegenover hem zijn verplichtingen nagekomen,<br />
want hij heeft twee kopers van zijn acties moeten insinueren ^).<br />
Gezien de personen om wie het gaat, vermoedelijk wel met een<br />
negatief resultaat. Processen zijn er in ieder geval niet op gevolgd.<br />
Deze gang van zaken was trouwens normaal: een insinuatie en, als<br />
dat niet hielp, niets meer.<br />
In augustus behoort Van Schinne tot de gelukkigen, die<br />
f 20.000,— toegewezen krijgen, zulks vanwege zijn regenten-ambt.<br />
Het is onmogelijk en zinloos de activiteiten van alle regenten<br />
hier in volgorde te behandelen. Het verhaal zou eentonig zijn. Pas<br />
door directe vergelijking komen de interessante kanten naar voren.<br />
De in de bijlagen opgenomen tabellen geven dan ook een veel<br />
beter in- en overzicht dan een alfabetisch en chronologisch verhaal<br />
mijnerzijds zou kunnen.<br />
Een paar voorbeelden kunnen echter toch wel illustratief zijn.<br />
Allereerst één van de jongere deelnemers aan de actie-handel,<br />
Isaac Elsevier, die in 1690 werd geboren uit een tak van het bekende<br />
boekdrukkersgeslacht. Hij was in 1720 dertig jaar en zou in<br />
1721 pas zijn eerste (bescheiden) baantje in de stadsregering krijgen<br />
(zie bijlage 1).<br />
Vanaf dat jaar tot zijn dood in 1747 heeft hij, behalve het burmeestersambt,<br />
wel zo ongeveer alle regentenfuncties bekleed. Als<br />
224
eroep staat in de meeste notariële acten achter zijn naam 'koopman'.<br />
Hij was in 1720 al tamelijk welgesteld. In de honderdste penning<br />
werd hij in dat jaar aangeslagen voor f 260,— (zie bijlage 2).<br />
In 1742 was hij zelfs één van de honderd hoogstaangeslagenen in<br />
de Personele Quotisatie ^). Hij had toen vijf dienstboden, een<br />
koets en twee paarden, allemaal tekenen van niet geringe welstand<br />
36).<br />
In 1720 dus, ambteloos en vrijgezel, heeft hij alle tijd om voor<br />
die en gene wat karweitjes op te knappen en wat te reizen. En de<br />
omstandigheden van dat jaar boden hem voldoende gelegenheid.<br />
In juni tekent hij in de <strong>Rotterdam</strong>se Maatschappij in voor<br />
f 50.000,—. Ook in de subscriptie van augustus wil hij het maximale<br />
aantal acties hebben, maar dat lukt niet. Hoewel hij voor<br />
f 20.000,— intekent, wordt hem slechts f 4.000,— toegewezen.<br />
Maar hij is tenslotte ook nog geen regent.<br />
Meteen vanaf het begin ontplooit hij grote activiteiten in de<br />
handel met de acties van de Maatschappij.<br />
verkocht gekocht verkocht gekocht<br />
juli 1720 4 3 nov. 3 —<br />
aug. 10 22 dec. 4 2<br />
sept. 3 2 jan. 1721 8 1<br />
okt. 10 7 juni 8 —<br />
Dit staatje vraagt een korte toelichting. Het gaat hier om acties<br />
van f 5.000,— dus z.g. 'oude acties'. De cijfers voor de maanden,<br />
waarin de actie-handel bloeide, spreken voor zichzelf, maar met<br />
name januari en juni 1721 vallen enigszins uit de toon.<br />
De hier gegroepeerde cijfers geven niet meer dan een afspiegeling<br />
van de werkelijke handel, omdat hier alleen de met een overdracht<br />
bekrachtigde transacties vermeld zijn. En de overdracht<br />
kon wel maanden na de transactie plaatsvinden, omdat dan pas de<br />
actie(s) werd(en) opgeëist of de koper werd gemaand te ontvangen.<br />
Vandaar ook de acht verkopen van Elsevier in januari. Hij heeft<br />
kennelijk een aantal contracten gehad, die in december of januari<br />
afliepen en die nagekomen werden. Zelf heeft hij in januari kennelijk<br />
ook een actie moeten ontvangen. In juni 1721 vinden ook<br />
nogal wat transporten plaats. Dit is vermoedelijk ten dele te verklaren<br />
uit de dan geëiste nakoming van contracten (vóór de ver-<br />
225
jaring) en ten dele uit een mogelijke opleving van de handel, omdat<br />
de Maatschappij '1720' had overleefd en in augustus een 'uitdeling'<br />
zou doen.<br />
In de subscripties van de Maatschappij handelde Elsevier nauwelijks.<br />
In november 1720 verkocht hij er vier a f 1.000,— en kocht<br />
hij er twintig. Naast deze drukke bezigheden in <strong>Rotterdam</strong> vond<br />
hij kennelijk ook nog tijd en gelegenheid om zijn geluk en dat van<br />
anderen elders te beproeven. Vooral door ongetrouwde dochters<br />
van zeer goede huize en door welgestelde weduwen werd een beroep<br />
op hem gedaan.<br />
Catharina Roosmale, Theodora Petronella van Hogendorp en<br />
zijn toekomstige echtgenote Wilhelmina Adriana van Hogendorp<br />
machtigen hem voor hen in te tekenen in de in Utrecht opgerichte<br />
compagnie. Het bedrag waarvoor wordt aan hem zelf overgelaten^).<br />
Dezelfde vrijheid krijgt hij van Engelbert van Berckel, lid van de<br />
vroedschap, en van P. Scheffens en Pieter de Vos, welke laatste<br />
handelt in opdracht van Robert de Vlieger, een Londense koopman,<br />
die we nog tegen zullen komen ^). Elsevier zelf wordt<br />
f 5.000,— toegewezen, de dames niets. Van Berckel en Scheffens<br />
krijgen elk f 2.000,— of twee acties en Pieter de Vos krijgt voor<br />
Robert de Vlieger f 5.000,—.<br />
Intussen geeft Elsevier zelf een blanco volmacht om voor hem<br />
in de te Weesp opgerichte compagnie in te tekenen voor het maximale<br />
bedrag **).<br />
Toch concentreerde hij zich kennelijk op Utrecht, want in<br />
november en december wordt hij door de <strong>Rotterdam</strong>mers Pieter<br />
Messchart, Frans Oudaen, Michiel Oudaen, Christiaan van Meel,<br />
Isaac Verdoes, Joan Daniel Schenkenberg, Herman van Zuylen<br />
van Nyevelt, Pieter de Ridder, Pieter de Mey en Maria van der<br />
Sluis, gemachtigd hun Utrechtse acties te verkopen en te transporteren<br />
*°). Het is jammer, dat van de Utrechtse compagnie, behalve<br />
een copie van de verdeling van de acties onder de intekenaars,<br />
niets meer over is. Het zou interessant zijn te zien, welke<br />
activiteiten Elsevier precies in Utrecht ontplooide.<br />
Bovenstaande namen heb ik genoemd om aan te geven, dat<br />
veel <strong>Rotterdam</strong>mers (en dit is nog maar een klein deel) en niet<br />
alleen regenten, acties in deze compagnie hebben gekocht.<br />
226
Intussen verzorgde Elsevier ook nog voor talloze <strong>Rotterdam</strong>mers<br />
en niet-<strong>Rotterdam</strong>mers het transport van hun acties in de<br />
Maatschappij van Assurantie.<br />
Tot de zwaarste speculanten in <strong>Rotterdam</strong> behoorden vader en<br />
zoon Pantoune, van wie de vader, Robert Pantoune, het in 1720<br />
zelfs tot directeur van de Maatschappij van Assurantie bracht. Zij<br />
waren afkcmstig uit Schotland en zijn vlak voor de speculatie-golf<br />
uit Veere, waar zich in vroeger tijden veel Schotse kooplui hadden<br />
gevestigd, naar <strong>Rotterdam</strong> gekomen. Toen de grond hun hier te<br />
heet onder de voeten werd, zijn ze met zeer stille tiom naar Engeland<br />
vertrokken en nooit meer teruggekomen. Met hen had Elsevier,<br />
zoals vrijwel iedereen, ook zaken gedaan. Robert Pantoune<br />
had vier acties ") en Henry één, van f 5.000,— elk **), van hem gekocht<br />
tegen een forse koers (84 %). Toen de vervaldatum verstreken<br />
was, stuurde Elsevier een notaris om hem te sommeren de<br />
acties te ontvangen. Zij waren echter gevlogen. Veel schade heeft<br />
Elsevier er kennelijk niet van gehad.<br />
Als de Maatschappij in augustus 1721 voor het eerst dividend<br />
uitkeert, staat Elsevier voor f 30.000,— in het uitdelingsboek **).<br />
Een heel ander en veel professioneler deelnemer aan de actie-handel<br />
was Hendrik Haasbroek. Ook hij was in 1720 nog jong, 29 jaar.<br />
In tegenstelling tot Elsevier was het bekleden van regentenambten<br />
voor hem slechts bijzaak. Rond 1750 vervult hij een aantal functies,<br />
zoals schepen, Oude-Vrouwenhuismeester en vredemaker,<br />
maar voor alles is hij koopman (zie bijlage 1).<br />
Bij de beide inschrijvingen van de <strong>Rotterdam</strong>se Maatschappij<br />
treedt hij op als gemachtigde voor diverse buitenlandse kooplui en<br />
ook voor veel Amsterdammers. Behalve als Hendrik Haasbroek<br />
tekent hij in en treedt hij op als de firma Wed. van der Heyde en<br />
Hendrik Haasbroek. Zijn activiteiten in 1720 hebben voornamelijk<br />
op het gebied van de actie-handel gelegen, niet alleen in de Republiek,<br />
maar ook in Engeland, waar hij zijn agent Peter Crellius<br />
regelmatig machtigt acties in de South Sea Company, de Bank of<br />
England en andere actiecompagnieën te kopen **).<br />
In <strong>Rotterdam</strong> is hij de vertegenwoordiger van de Amsterdamse<br />
regenten- en koopmansfamilie Roeters, voor wie hij in juni intekent<br />
voor totaal f 250.000,— «). Hij heeft zelfs de beschikking<br />
over de rekening, die George Roeters bij de Maatschappij heeft *®).<br />
227
Zijn handel in de acties van de <strong>Rotterdam</strong>se Maatschappij was vrij<br />
actief, maar niet excessief, zoals uit de volgende overzichten van<br />
transporten en ontvangsten van acties a f 5.000,— door Hendrik<br />
Haasbroek en door de firma Wed. van der Heyde en Haasbroek<br />
blijkt. Veel van zijn activiteiten bestonden uit het vertegenwoordigen<br />
van buitenlanders en en niet-<strong>Rotterdam</strong>mers.<br />
H. Haasbroek<br />
juli<br />
aug.<br />
sept.<br />
Wed.<br />
juli<br />
aug.<br />
sept.<br />
okt.<br />
verkocht<br />
12<br />
3<br />
3<br />
van der Heyde<br />
23<br />
1<br />
10<br />
3<br />
gekocht<br />
4<br />
1<br />
1<br />
okt.<br />
dec.<br />
en Haasbroek<br />
34<br />
10<br />
11<br />
9<br />
nov.<br />
dec.<br />
maart 1721<br />
juli<br />
verkocht<br />
1<br />
5<br />
2<br />
gekocht<br />
2<br />
Van belangen in andere compagnieën dan de <strong>Rotterdam</strong>se,<br />
waarvan Haasbroek van 1720-1726 directeur was, is weinig terug<br />
te vinden. Op 4 september 1720 machtigt hij de Utrechtse makelaar<br />
Pieter Smith voor hem in te tekenen in de in die stad op te<br />
richten compagnie voor een bedrag van f 50.000,— **). Toegewezen<br />
werd hem f 3.000,—. Behalve een enkele opdracht van hem<br />
om transport van acties in de Delftse compagnie te verzorgen **),<br />
concentreerde hij zijn aandacht kennelijk op <strong>Rotterdam</strong>. Zijn<br />
actie-bezit in de Maatschappij van Assurantie bedroeg in augustus<br />
1721 f 30.000,— en dat van de firma Wed. van der Heyde en Haasbroek<br />
f 194.000,—.<br />
Een zeer ijverig actionist was Pieter de Ridder, geboren in Dordrecht<br />
en koopman in kruidenierswaren. Zijn bestuurlijke activiteiten<br />
zijn, evenmin als die van Hendrik Haasbroek, erg intensief<br />
en langdurig geweest. Hij was een aantal jaren commissaris van het<br />
waterrecht en gedurende twee jaar (1732/3) schepen. Voor alles<br />
was ook hij koopman (zie bijlage 1).<br />
In de Maatschappij van Assurantie nam hij in juni deel voor<br />
228<br />
16<br />
2
f 40.000,—, en in augustus voor f 4.000,— hoewel hij voor het<br />
maximum had ingeschreven. Directeur van de Maatschappij was<br />
hij van 1722-1738. Zijn handel in de acties van de Maatschappij<br />
was zeer intensief en voornamelijk gericht op kopen.<br />
Pieter de Ridder<br />
juli<br />
aug.<br />
sept.<br />
okt.<br />
nov.<br />
verkocht<br />
9<br />
14<br />
9<br />
10<br />
gekocht<br />
22<br />
13<br />
8<br />
16<br />
12<br />
dec.<br />
jan. 1721<br />
april<br />
mei<br />
verkocht gekocht<br />
4<br />
— 2<br />
— 9<br />
— 2<br />
Bij de eerste uitdeling in augustus 1721 staat hij voor f 278.000,—<br />
in het uitdelingsboek, waarmee hij één der grootste actie-houders<br />
is.<br />
Ook voor compagnieën buiten <strong>Rotterdam</strong> was zijn belangstelling<br />
groot. In de notariële archieven treffen we diverse machtigingen<br />
van hem aan. Hij geeft opdracht in te tekenen in Delft voor<br />
f 15.000,— *>), jn Hoorn voor f 50.000,— **), in Leiden voor het<br />
maximale bedrag ^), in Amsterdam **) en Utrecht ^) idem. In<br />
Den Haag tekende hij zelf in voor het maximum van f 20.000,—.<br />
We weten niet van al deze activiteiten, wat ze opgeleverd hebben.<br />
Vermoedelijk was het bedrag, waarvoor hij in Delft liet intekenen<br />
het hem toegewezen bedrag. De Delftse compagnie was namelijk<br />
op 11 juli opgericht en zijn procuratie dateert van 23 juli. Tussen<br />
oprichting, dus intekening, en toewijzing zullen wel een paar weken<br />
verlopen zijn.<br />
Te Leiden en Amsterdam is het nooit tot oprichting van compagnieën<br />
gekomen en in Utrecht werd hem f 2.000,— toegewezen.<br />
Van Hoorn en Den Haag zijn ook geen toewijzingen bekend.<br />
Het is niet onwaarschijnlijk, dat hij ook in Dordrecht heeft meegedaan,<br />
aangezien hijDordtenaar van oorsprong was. In de Goudse<br />
compagnie had hij acties, want op 29 oktober machtigt hij het factotum<br />
van de <strong>Rotterdam</strong>se actionisten, Barend Toren, het transport<br />
van zijn acties in die compagnie te verzorgen **). Ruim<br />
zeventig procuraties aan Toren zijn uit de notariële archieven te<br />
halen, die betrekking hebben op het inschrijven in compagnieën of<br />
22 9
het transporteren en ontvangen van acties. Van sommigen, o.a.<br />
Jan Jacob Witheyn, kreeg hij zelfs blanco volmacht voor hem overal<br />
in de Republiek, waar compagnieën werden opgericht, in te<br />
tekenen en acties te kopen en verkopen ^). Het is met name door<br />
dergelijke vage opdrachten, dat het vaak onmogelijk is met exacte<br />
gegevens over de actie-handel te komen.<br />
Helemaal vlekkeloos zijn de handelingen van De Ridder niet<br />
geweest, want nog in juni 1721 komen we een notariële acte tegen,<br />
waarin sprake is van justitiële actie tegen hem, als hij een contract<br />
betreffende acties in de Delftse compagnie, die hij in september<br />
1720 van de koopman Jan van Es gekocht heeft en voor 1 januari<br />
1721 moest ontvangen, niet nakomt ^).<br />
Overzichten als hierboven zouden we van veel meer actionisten<br />
uit de regentengroep kunnen geven, maar er zou te weinig verschil<br />
tussen de diverse verhalen zijn.<br />
Er is echter nog één regent wiens handelwijze niet weggelaten mag<br />
worden, nl. de stadssecretaris mr. Herman van Zuylen van Nyevelt.<br />
Hij behoort in 1720 met zijn 50 jaren tot de oudere actionisten.<br />
Sinds 1692 is hij al werkzaam als secretaris. Daarnaast was hij van<br />
1720 tot 1735 directeur van de Maatschappij van Assurantie (zie<br />
bijlage 1).<br />
In de actie-handel is hij, voor zover na te gaan, niet erg actief<br />
geweest. Zijn aandeel in de <strong>Rotterdam</strong>se Maatschappij was, beide<br />
inschrijvingen tezamen genomen, f 90.000,— en was dit in augustus<br />
1721, ondanks enig kopen en verkopen, nog. Verder is hem in<br />
de Utrechtse compagnie f 5.000,— toegewezen. Hij is echter betrokken<br />
geweest bij een affaire, zoals die in 1720 wel meer voorkwamen,<br />
en die hem toch wel tot een echte actionist stempelt.<br />
Samen met de Amsterdammers George Roeters en Jan van<br />
Meekeren en de <strong>Rotterdam</strong>mers Adriaan de Graeff en Dirk Brethouwer<br />
heeft hij namelijk deelgenomen aan een weddenschap met<br />
de Londense, in 1720 Nederland afstropende, super-speculant<br />
Robert de Vlieger. Robert de Vlieger was één van die Engelse kooplui,<br />
die zo gauw in Engeland de actie-spoeling dunner werd en het<br />
actionisme in de Republiek naar een hoogtepunt toe leek te groeien,<br />
een enkele reis Amsterdam of <strong>Rotterdam</strong> namen en zich vaak<br />
zelfs hier min of meer blijvend vestigden.<br />
Robert de Vlieger zag kans door zijn grote fantasie in vrijwel<br />
230
elke compagnie grote toewijzingen los te krijgen.<br />
Het fraaiste is het verhaal van zijn optreden bij de oprichting<br />
van de Utrechtse compagnie. Door samen met Thomas Lombe,<br />
eveneens uit Londen en eveneens zeer geïnteresseerd in de Nederlandse<br />
actie-compagnieën (f 100.000,— in de subscriptie van de<br />
Maatschappij van Assurantie!), de Utrechtse directeuren voor hun<br />
compagnie een koers van 300 % te garanderen, hun een instrument<br />
te beloven, waardoor bij het graven van het kanaal van<br />
Utrecht naar de Zuiderzee het werk van tien man gedaan kon worden<br />
door één, en door een dividend te garanderen van 100 % gedurende<br />
twintig jaar, wist hij nog voor de inschrijving geopend<br />
was duizend acties a f 1.000,— toegewezen te krijgen. Zelfs kreeg<br />
hij van de stedelijke overheid gratis het burgerrecht van Utrecht<br />
aangeboden '*). Eind 1720 was hij spoorloos verdwenen, een massa<br />
niet nagekomen contracten en schulden achterlatend.<br />
Met deze man gingen Herman van Zuylen van Nyevelt c.s. een<br />
contract aan **), waarbij werd bepaald, dat als de acties in de<br />
Maatschappij van Assurantie voor 1 januari 1721 tegen 150 % of<br />
meer verkocht waren, elk van deze heren aan Robert de Vlieger<br />
een bepaald bedrag moest betalen. Stegen de acties niet tot of boven<br />
de 150 %, dan moest De Vlieger hetzelfde bedrag aan elk van<br />
hen betalen.<br />
In het contract werd een bepaling opgenomen, dat voor geval er<br />
tussen de partijen verschil van mening mocht ontstaan, er geen<br />
proces zou worden aangegaan, terwijl het zich beroepen op bestaande<br />
plakkaten of wetten al in het contract verboden werd. Met<br />
nadruk wordt echter toch in het contract gesteld, dat hier van een<br />
weddenschap geen sprake is, maar dat dit contract alleen wordt<br />
afsloten om de actie-handel te beschermen (zie bijlage 10).<br />
Aangezien de acties de koers van 150 % niet gehaald hebben,<br />
moet De Vlieger betalen. Hij is echter allang niet meer in het<br />
land.<br />
De gezamenlijke wedders sturen de notaris daarom naar de firma<br />
Wed. Verburgh en Hendrik van Meel, de in het contract genoemde<br />
plaatsvervangers van De Vlieger. Zij zijn echter niet thuis. Een wel<br />
aanwezige kantoorknecht zal de boodschap doorgeven. Daarna is<br />
er niets meer van gehoord, wat gezien het feit, dat in het Oud<br />
Vaderlands Recht om weddenschappen niet geprocedeerd kan<br />
worden, maar hoogstens gearbitreerd, niet verwonderlijk is.<br />
231
Vele wettelijk volkomen zuivere contracten zijn overigens in de<br />
eerste maanden van 1721 dezelfde weg gegaan.<br />
Overzien we nu het aandeel van de <strong>Rotterdam</strong>se regenten in de<br />
actie-handel aan de hand van het hiervoor beschikbare materiaal,<br />
dan blijkt, dat zij, 79 man sterk, gezamenlijk f 3.298.000,— hebben<br />
ingetekend van het totale kapitaal van de Maatschappij van Assurantie<br />
(zie bijlage 3).<br />
Van deze f 3.298.000,— komt f 2.477.000,— voor rekening van<br />
de 37 regenten, die in 1720 in functie zijn. Voor de rest van het<br />
oorspronkelijk f 15.000.000,— grote kapitaal, dus f 11.702.000,—<br />
is ingetekend door 626 overige intekenaars. De regenten hebben<br />
dus een naar verhouding zeer groot deel voor hun rekening genomen.<br />
Ook in de handel in deze acties hebben zij actief geparticipeerd,<br />
sommigen zelfs zeer actief. Hun intekeningen en toewijzingen in<br />
compagnieën, die buiten <strong>Rotterdam</strong> zijn opgericht verschillen per<br />
persoon, maar slechts enkelen hebben in geen van deze compagnieën<br />
deel genomen.<br />
Wel is er verschil in activiteiten te constateren tussen de zittende<br />
regenten en de niet-zittende, tot wie natuurlijk ook diegenen behoorden,<br />
die eigenlijk geen deel van de regentenstand uitmaakten,<br />
maar ooit een paar jaar schepen waren. De laatsten hebben duidelijk<br />
actiever meegedaan aan de handel in <strong>Rotterdam</strong>se, zowel als in<br />
andere acties. Dit alles volgens de transportboeken van de Maatschappij<br />
van Assurantie (zie bijlage 6 en 7) en de procuraties en insinuaties<br />
in de notariële archieven (zie bijlage 8 en 9).<br />
Van excessen zijn weinig voorbeelden onder de regenten aan te<br />
wijzen en evenmin zijn zij veelvuldig geïnsinueerd, omdat zij hun<br />
verplichtingen niet nakwamen. Een vluchtig onderzoek heeft duidelijk<br />
gemaakt, dat dit voor de overige actionisten anders ligt.<br />
Van de insinuaties, waar leden van deze groep bij betrokken zijn,<br />
nl. 21, zijn zij zelf zestien maal de insinuerende partij en slechts vijf<br />
maal de geinsinueerde.<br />
De gevolgen van de actie-handel, die zo vaak als catastrofaal<br />
worden afgeschilderd, zijn voor hen niet aanwijsbaar ongunstig.<br />
Faillissementen noch processen worden hun deel. Alleen Johannes<br />
Ravesteyn wordt veroordeeld tot het ontvangen van vijf acties a<br />
f 2.000,— in de Goudse compagnie, die hij van Jacob Noorthey ge-<br />
232
kocht heeft ^), en de eis van Herman Vingerhoet tegen Robert Partridge,<br />
die van hem twee acties a f 5.000,— in de Maatschappij van<br />
Assurantie heeft gekocht, maar niet ontvangen, wordt toegewezen<br />
®°). Dan zijn er nog drie gevallen, waarin leden van deze<br />
groep een verzoek bij de schepenbank indienen om door anderen<br />
niet nagekomen contracten ongeldig te verklaren, wat in elk der<br />
drie gevallen gebeurt •*).<br />
Aangezien er na 1720 geen kohiers van de 100ste penning bewaard<br />
zijn gebleven, moeten we het met deze gegevens doen. Een<br />
aanwijzing, dat er van ernstige economische ontwrichting na 1720<br />
geen sprake is, vormt het feit, dat de notariële protocollen, die in<br />
1720 vol procuraties voor de actiehandel staan, in 1721 weer gevuld<br />
zijn met charterpartijen en andere handelsovereenkomsten. Voor<br />
zover men in 1720 zijn gebruikelijke handelsactiviteiten heeft verminderd,<br />
is hiervan in 1721 niets meer te merken.<br />
Het lijkt dus alleszins redelijk om aan te nemen, dat dit deel der<br />
actionisten, dat alle schakeringen van deelname, variërend van zeer<br />
gematigd tot zeer actief, vertoont, van de actie-handel geen schadelijke<br />
gevolgen heeft ondervonden. Niet vergeten moet hierbij worden,<br />
dat ook al tekenen de regenten en andere actionisten in diverse<br />
compagnieën in voor geweldige bedragen, aan hen, zoals uit de<br />
voorbeelden blijkt, slechts kleine bedragen zijn toegewezen, waarvan<br />
dan ook nog maar een paar procent gestort hoefde te worden.<br />
Bovendien zijn in verreweg de meeste gevallen (behalve <strong>Rotterdam</strong>,<br />
Middelburg en Utrecht) nooit vorderingen gedaan, omdat de<br />
meeste compagnieën nooit gefunctioneerd hebben. Het totaal der<br />
reëel gestorte gelden is dus niet bijzonder groot geweest (zie bijlage<br />
4).<br />
Anders ligt dit natuurlijk met de bedragen, die met de handel<br />
gemoeid zijn geweest en naar de ware omvang waarvan we helaas<br />
slechts een slag kunnen slaan, omdat van een onbekend, maar<br />
waarschijnlijk vrij groot deel, niets meer terug te vinden is. Alleen<br />
de gegevens uit transportboeken en notariële archieven staan ons<br />
hier ten dienste.<br />
Een conclusie als ik hier gegeven heb, gebaseerd op gegevens betreffende<br />
een kleine en voor het geheel niet representatieve groep<br />
actionisten, kan natuurlijk in deze vorm niet toepasbaar gemaakt<br />
worden voor het geheel. Wel is zij een aanwijzing, maar ook niet<br />
233
meer dan dat, voor de invloed, die de actie-handel van 1720 op het<br />
economisch gebeuren heeft gehad.<br />
Het lijkt, gezien het bovenstaande, niet overdreven te stellen, dat<br />
aan deze actie-handel in dit verband geen al te grote invloed moet<br />
worden toegekend, waarmee ik me voorlopig aan de zijde van<br />
P. W. Klein (zie pag. 209) wil scharen.<br />
Om echter deze conclusie met meer zekerheid te kunnen presenteren,<br />
zal een analyse van de activiteiten van en de gevolgen voor<br />
een veel grotere en heterogenere groep actionisten nodig zijn •*).<br />
NOTEN<br />
1) G. Vissering, Het Groote Tafereel der Dwaasheid. In: De Gids<br />
1856, blz. 643-684.<br />
2) E. J. J. van der Heyden, De ontwikkeling van de Naamloze Vennootschap<br />
in Nederland vóór de codificatie, blz. 132-171.<br />
3) M. F. J. Smith, Tijdaffaires aan de Amsterdamse beurs, blz.<br />
106-121.<br />
4) F. Ph. Groeneveld, De economische crisis van het jaar 1720, passim.<br />
5) Joh. de Vries, De economische achteruitgang van de Republiek in<br />
de achttiende eeuw, blz. 71-74.<br />
6) W. H. Berghuis, Ontstaan en ontwikkeling van de Nederlandse beleggingsfondsen,<br />
blz. 33-34.<br />
7) P. W. Klein, Kapitaal en stagnatie tijdens het Hollandse vroegkapitalisme,<br />
blz. 5.<br />
8) J. E. J. Geselschap en G. 't Hart, De archieven berustende in de<br />
Archiefbewaarplaats der Gemeente 's-Gravenhage. 1963, blz. 35, nr. 23:<br />
inschrijf biljetten in de Compagnie van Beleeninge, Discontering enz.<br />
9) C. H. Slechte, De Maatschappij van Assurantie enz. In: Rott. Jaarboekje<br />
1970, blz. 252-310.<br />
10) Inventaris 196, Mij van Assurantie, nrs. 7 t/m 11.<br />
11) J. G. van Dillen, Isaac Le Maire en de handel in actiën der O.I.C.<br />
In: E. H. J. 1930, blz. 11; Smith, a.w., blz. 35.<br />
12) Inventaris 196, Mij van Assurantie, nrs. 14 en 19 t/m 29.<br />
13) Smith, a.w., blz. 122-126.<br />
14) Inventaris 196, Mij. van Assurantie, nr. 1, Res. Boek A, fol. 77.<br />
15) Inventaris 196, Mij. van Assurantie, nr. 11.<br />
16) Van Noorle Jansen, Provinciale Utrechtsche Geoctroyeerde Compagnie,<br />
blz. 16-18.<br />
17) Inventaris 196, Mij. van Assurantie, nr. 1, Res. Boek A, fol. 126.<br />
18) G. van Rijn, De actiehandel in 1720 te <strong>Rotterdam</strong> en de Maatschappij<br />
van Assurantie, Disconteering en Beleening dezer stad. In:<br />
Rott. Jaarboekje 1899, blz. 29-42.<br />
19) NA, inv. nr. 2095, fol. 15-16.<br />
20) NA, inv. nr. 1700, fol. 538.<br />
234
21) NA, inv. nr. 1881, fol. 367.<br />
22) NA, inv. nr. 2217, fol. 1085.<br />
23) NA, inv. nr. 1831, fol. 385.<br />
24) NA, inv. nr. 1700, fol. 441.<br />
25) NA, inv. nr. 2217, fol. 884.<br />
26) NA, inv. nr. 1521, fol. 456; inv. nr. 1522, fol. 4.<br />
27) NA, inv. nr. 1832, fol. 107.<br />
28) NA, inv. nr. 2093, fol. 207.<br />
29) NA, inv. nr. 1521, fol. 325.<br />
30) NA, inv. nr. 1700, fol. 504.<br />
31) NA, inv. nr. 1700, fol. 693.<br />
32) S. Muller Fzn., Catalogus van het archief van de Staten van<br />
Utrecht, 1375-1813 (Utrecht 1915), inv. nr. 232-67 (1720), fol. 188vso-224.<br />
33) NA, inv. nr. 1700, fol 522.<br />
34) NA, inv. nr. 1700, fol. 986, 990; inv. nr. 1701, fol. 142.<br />
35) W. F. H. Oldewelt, Een merkwaardige verzameling belastingcohieren<br />
in het archief der gemeente. In: Rott. Jaarboekje 1949, blz.<br />
278-280.<br />
36) Deze gegevens zijn ontleend aan het nog niet gepubliceerde manuscript<br />
van E. A. Engelbrecht: De Vroedschap van <strong>Rotterdam</strong>.<br />
37) NA, inv. nr. 1700, fol. 453, 457, 461.<br />
38) NA, inv. nr. 2010, fol. 277, 335, inv. nr. 1830, fol. 373.<br />
39) NA, inv. nr. 1182, fol. 345.<br />
40) NA, inv. nr. 1831, fol. 180, 305, 350.<br />
41) NA, inv. nr. 1701, fol. 4.<br />
42) NA, inv. nr. 1701, fol. 19.<br />
43) Inventaris 196, Mij. van Assurantie, nr. 54.<br />
44) b.v. NA, inv. nr. 1522, fol. 51.<br />
45) NA, inv. nr. 2009, fol. 466.<br />
46) NA, inv. nr. 1521, fol. 37.<br />
47) NA, inv. nr. 1521, fol. 319.<br />
48) NA, inv. nr. 2010, fol. 79.<br />
49) NA, inv. nr. 2009, fol. 513.<br />
50) NA, inv. nr. 2163, fol. 294.<br />
51) NA, inv. nr. 2314, fol. 469.<br />
52) NA, inv. nr. 2010, fol. 53.<br />
53) NA, inv. nr. 2163, fol. 552.<br />
54) NA, inv. nr. 2010, fol. 396.<br />
55) NA, inv. nr. 1831, fol. 53.<br />
56) NA, inv. nr. 2095, fol. 206.<br />
57) Van Noorle Jansen, a.w., blz. 17-18.<br />
58) NA, inv. nr. 2094, fol. 39-41.<br />
59) Civiele sententienbosk, 1715-1722, inv. nr. 445, fol. 115.<br />
60) Idem, 1722-1728, inv. nr. 446, fol. 12.<br />
61) Besoignes van Schepenen, 1721, inv. nr. 296, fol 182vso, 195vso.<br />
62) Bij het doen van het onderzoek, waarvan dit artikel de neerslag is,<br />
heb ik van vele zijden medewerking gekregen, waarvoor ik zeer dankbaar<br />
ben. Bijzondere dank ben ik verschuldigd aan drs. H. L. P. Leeuwenberg,<br />
chartermeester aan het Rijksarchief te Utrecht, die mij op het<br />
235
spoor bracht van belangrijke gegevens betreffende het aandeel van de<br />
<strong>Rotterdam</strong>se regenten in de Utrechtsche Compagnie, aan prof. dr. P. W.<br />
Klein en aan drs B. Woelderink, adjunct-gemeentearchivaris te <strong>Rotterdam</strong>,<br />
voor hun nuttige kritiek na lezing van dit verhaal.<br />
LITERATUUR<br />
W. #. Zter^/zww, Ontstaan en ontwikkeling van de Nederlandse beleggingsfondsen<br />
tot 1914. Assen, 1967.<br />
/4. Z?0z7zemM.s-Browwer, Gedenkboek 200-jarig bestaan der Maatschappij<br />
van Assurantie, Discontering en Beleening der Stad <strong>Rotterdam</strong>. <strong>Rotterdam</strong>,<br />
1920.<br />
/. G. ra/* Z)///e«, Isaac Le Maire en de handel in actiën der Oost-Indische<br />
Compagnie. In: E. H. J. 1930, blz. 1-165.<br />
/. G. vtfrt Z)/7/e«, Effectenkoersen aan de Amsterdamsche beurs, 1723-<br />
1794. In: E. H. J. 1931, blz. 1-46.<br />
£". J4. .EH^e/Zvec/tf, De Vroedschap van <strong>Rotterdam</strong>. Nog niet gepubliceerd.<br />
ff. 7. Ftf/ms/ntf, De windhandel van 1720 in Overijssel. In: Verslagen en<br />
mededelingen van de Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch<br />
Regt en Geschiedenis, 1945, blz. 110-124.<br />
F. P/z. Groe/zeve/d, De economische crisis van het jaar 1720. Amsterdamse<br />
dissertatie 1940.<br />
Verzorgd door David Hoogstraten, 1733.<br />
ƒƒ
afgegaan door eenige mededeelingen over de Utrechtsche en Middel -<br />
burgsche Compagnieën. Amsterdam, 1905.<br />
C. /f. «S/ecA/e, De Maatschappij van Assurantie, Discontering en Beleening<br />
der stad <strong>Rotterdam</strong> van 1720, bekeken naar haar productiefactoren<br />
over de periode 1720-1874. In: Rott. Jaarboekje 1970, blz.<br />
252-310.<br />
M. F. /. Sm/ïA, Tijdaffaires in effecten aan de Amsterdamsche beurs. Den<br />
Haag, 1919.<br />
/. #. W. £/w#er, De Regeering van <strong>Rotterdam</strong>, 1328-1892. <strong>Rotterdam</strong>,<br />
1892.<br />
5. WOTi/if, Het Groote Tafereel der Dwaasheid. In: De Gids 1856, blz.<br />
643-684.<br />
*, die K/7e$, De economische achteruitgang van de Republiek in de<br />
achttiende eeuw. Amsterdamse dissertatie, 1959.<br />
Wme, De Commercie Compagnie te Middelburg van haar oprichting<br />
tot het jaar 1754. Utrechtse dissertatie, 1933.<br />
BRONNEN<br />
Archief van de Maatschappij van Assurantie, Discontering en Beleening<br />
der Stad <strong>Rotterdam</strong> van 1720. Hieruit: intekenregisters; transportboeken;<br />
resolutieboek A; uitdelingsboek, 1721. Gemeentelijke Archiefdienst<br />
<strong>Rotterdam</strong>, inventaris nr. 196.<br />
Archief van de Middel burgsche Commercie Compagnie. Hieruit: register<br />
van geintresseerdens. Rijks-archief in de provincie Zeeland, Middelburg,<br />
inventaris Unger, nr. 1581.<br />
Inschrijf biljetten in de Compagnie van Beleeninge, Discontering etc. te<br />
's-Gravenhage. Gemeentearchief Den Haag, inventaris Geselschap en<br />
't Hart, blz. 35, nr. 23. (Dit zijn twee dozen, genummerd C.B.D.A. 9<br />
en 10, met door <strong>Rotterdam</strong>mers ondertekende inschrijf biljetten.)<br />
Archief van de Staten van Utrecht. In de Resolution van de Staten van<br />
Utrecht van 1720 komt een copie voor van de toewijzing van de acties<br />
aan de geinteresseerden in de Provinciale Utrechtsche Geoctroyeerde<br />
Compagnie. Rijks-archief in de provincie Utrecht, Utrecht.<br />
Mededeling van de gemeente-archivaris van Zwolle betreffende de intekening<br />
in de Zwolsche Compagnie door <strong>Rotterdam</strong>mers. Deze mededeling<br />
is ontleend aan nr. 446 van het stadsarchief Zwolle: 'Ligger<br />
der personen, aanbedeeld in de Commercie Compagnie'. Gemeentearchief<br />
Zwolle.<br />
Notariële Archieven. Gemeentelijke Archiefdienst <strong>Rotterdam</strong>.<br />
Schepen-archief. Gemeentelijke Archiefdienst <strong>Rotterdam</strong>.<br />
Doop-, trouw- begraaf- en poorterboeken. Gemeentelijke Archiefdienst<br />
<strong>Rotterdam</strong>.<br />
Oud-Financieel Archief der Gemeente <strong>Rotterdam</strong>. Gemeentelijke Archiefdienst<br />
<strong>Rotterdam</strong>.<br />
237
BIJLAGEN<br />
7720<br />
VÖW 2tee///w£/r: geb. 1682 Delft, zoon van Francois van Beeftingh<br />
en Elisabeth van der Walle, gehuwd (Ie) 1705 Amelia van der Velde,<br />
(2e) 1708 Maria van der Dussen, poorter 1705, overleden 1771 <strong>Rotterdam</strong>,<br />
woonde Wijnhaven/hoek Bierstraat.<br />
Beroep: koopman; directeur Maatschappij van Assurantie 1736-61.<br />
Functies in stadsregering: RW 1711-16; 1722; CW 1728-29; S 1732, 33,<br />
49, 50; OV 1734.<br />
mr. SVzrawe/ iteyer: geb. 1657 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Samuel Beyer en<br />
Anna de Ruyter, gehuwd (Ie) Sara van Wassenhoven, (2e) Philopota<br />
Martina de Braeuw, overleden 1729 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Oppert.<br />
Beroep: advocaat. Functies in stadsregering: V 1685-92; S 1685, 86; Vr.<br />
1690-92; Kap. 1686-89; GD 1686-91; St. Bleiswijk 1686; Bo 1687; CL<br />
1687; Cwa 1687; Bu 1688; CW 1690-92; Kol 1690-91. Hij is in 1692 uit<br />
al zijn functies ontslagen, omdat hij een tegenstander van Jacob van<br />
Zuylen van Nyevelt was, maar is later weer in de regering gekomen.*)<br />
V 1704-29; W 1704,5,8,13; GD 1704-12,18; F1705, 8,9,12; Bu 1706,7;<br />
Boe 1707; Bo 1708, 9, 11; R 1708, 9, 10. 11,12,14, 17-25, 27-29; St. Cool<br />
1708; CL 1709-11; CW 1715, 16; Vr 1715, 16; K 1708-12.<br />
/ioco6 v
mr. 7oAa// va« itercAre/: geb. 1658 Delft, zoon van Gerard van Berckel en<br />
Anna Jacobs, ongehuwd, overleden 1740 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Scheepmakershaven.<br />
Beroep: advocaat. Functies in stadsregering: Seer. W 1700-10; V 1710-<br />
40; W 1710, 11, 1715-32; GD 1710, 17; CWij 1711, 1715-20; Ba 1711-14;<br />
Bo 1715, 18, 21, 24, 25, 29, 32; F 1720; GC 1721-24; CWL 1725; CL<br />
1733-40.<br />
mr. Co/vze/w jBoejv geb. 1686 's Gravenhage, zoon van Cornelis Boey en<br />
Anna Maria van der Hoeven, gehuwd 1711 Agneta van Schoonhoven,<br />
poorter 1711, overleden 1759, s'-Gravenhage.<br />
Beroep: advocaat. Functies in stadsregering: CWa 1713, 20; Vr 1714, 15,<br />
18, 19; P 1720-1736. Hij volgde in 1720 Isaac van Hoornbeek op die tot<br />
Raadpensionaris benoemd was. In 1736 wordt hij secretaris van de<br />
Staten van Holland en West-Friesland en neemt hij ontslag als pensionaris.')<br />
mr. /Jdr/aa/i itoo/*: geb. 1683 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Adriaan Boon en<br />
Theodora Meerman, gehuwd 1706 Johanna Jacoba Dubois, overleden<br />
1728 <strong>Rotterdam</strong>, woonde bij de Binnewegse Poort.<br />
Functies in stadsregering: S 1711,12,18, 19; Vr 1714,15; BWC 1719-30;<br />
V 1721-28; W 1721-23; Kap 1721-28; GD 1721, 22, 24, 27, 28; CWij<br />
1722, 1723, 1727, 1728; St. Moercapelle 1723; GC 1724-27; CL 1727-28.<br />
C^mr/Gfl/z fioowew: geb. 1672 Oudewater, gehuwd Geertruid Munter,<br />
overleden 1750 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Haringvliet.<br />
Beroep: koopman. Functies in stadsregering: LM 1721-48; S 1730, 31.<br />
y
Beroep: advocaat. Functies in Stadsregering: Vr 1725,26,47; S 1727, 28,<br />
48, 49; Kap 1734-47.<br />
mr. /If/r/aa/i Zteywoo/: geb. 1685 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Pieter Deynoot en<br />
Catharina de Lange, gehuwd 1710 Aletta van Mierop, overleden 1744<br />
<strong>Rotterdam</strong>, woonde Westnieuwland.<br />
Beroep: koopman en advocaat. Functies in stadsregering: CWa 1718,<br />
19; V 1721-44; W 1721-23, 33-35; Bo 1722, 24, 30, 38,43; Kap. 1722-30;<br />
GD 1722-24; 26-34; 37-41,44; F 1724,25,27-30; CWij 1724-31; Bu 1731,<br />
39, 40, 44; T 1733, 34, 36; R 1733, 1734-36, 38, 41; CW 1742, 43; Vr<br />
1742, 43.<br />
7TÖ«CO/5 De/i/cA:: geb. 1685 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Gerard Denick en<br />
Geertruida van Leeuwen, gehuwd 1723 Elisabeth Dignes de la Motte,<br />
overleden 1748 <strong>Rotterdam</strong>, Woonde Punt.<br />
Beroep: koopman. Functies in stadsregering: Vendrig 1715-21; Luit.<br />
1721-38; Vr 1722,23; CWa 1738; S 1739,40; Kap 1739-46; OM 1741-47.<br />
/Tiw^o JD/Z^O/J: geb. 1680 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Franco Dubois en Margrieta<br />
Dane, gehuwd 1709 Geertruida de Back, overleden 1740 <strong>Rotterdam</strong>,<br />
woonde Leuvehaven.<br />
Functies in stadsregering: Cwa 1707, 8; Vr 1710,11; V 1712-40; W 1712-<br />
1714,1717-20, 25,1729-40; GD 1713,16, 20; CL 1715,16; CW 1721-28;<br />
Bo 1726; PV 1720-30; BWC 1730; BOC 1734.<br />
/yoöc £/yev/er: geb. 1690 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Abraham Elsevier en<br />
Antonia Roosterman, gehuwd (Ie) Wilhelmina Adriana van Hogendorp<br />
1721, (2e) 1727 Maria van Meel, overleden 1747 <strong>Rotterdam</strong>, woonde<br />
Wijnhaven.<br />
Functies in stadsregering: Vr 1721, 22, 26, 27, 32, 35, 40; S 1723, 24, 33,<br />
34; V 1740-47; CWL 1740; CL 1741; GD 1741-44, 1746; Kap 1741-44;<br />
W 1742-44; Bo 1744; F 1745; Kol 1745; R 1746, 47; CWij 1747.<br />
mr. /o^ttfl die Fre/w: geb. 1682 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Francois de Frens<br />
en Maria van Lier; ongehuwd, overleden 1732, woonde Boompjes.<br />
Beroep: advocaat. Functies in stadsregering: Br 1709-22; S 1723, 24, 28,<br />
29; OV 1725-32.<br />
mr. /aco6 Gers/: geb. 1680 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Gijsbert Gerst en<br />
Maria Vosmaar, ongehuwd, overleden 1760, <strong>Rotterdam</strong>, woonde Boompjes<br />
(in het midden).<br />
Beroep: koopman. Functies in stadsregering: Ven 1711-14; Vr 1716, 17,<br />
45, 46, 49, 50; CWa 1724-25; S 1734, 35, 42, 43, 47, 48; OV 1735-48;<br />
Kap 1736-40.<br />
PÖ«/«5 Gevers: geb. 1680 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Abraham Gevers en<br />
Aletta Hailing, gehuwd 1707 Adriana Leuven, overleden 1757 <strong>Rotterdam</strong>,<br />
woonde Dijk.<br />
Beroep: koopman. Functies in stadsregering: CWa: 1717; S 1718,19, 23,<br />
24.<br />
/wr. PF/7te Gevers: geb. 1672 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Hendrik Gevers en<br />
Anna de Wit, gehuwd 1704 Anna IJsbrans, overleden, 1744 <strong>Rotterdam</strong>,<br />
woonde Hoogstraat.<br />
Beroep: advocaat. Functies in stadsregering: V 1704-1744; CL 1704-6,<br />
39, 42-44; Bo 1705-8, 10, 23, 25, 30, 42, 44; CWij 1705-10; GD 1706,<br />
8-11,15-30, 1732-35, 37-39; Bu 1707,16,17, 21, 22, 28, 29, 33, 34, 37, 38;<br />
240
W 1707, 40, 41; R 1708, 9, 25, 26, 39-44; F 1710, 11, 15, 18, 19, 30, 31;<br />
Adm 1712-15; CW11720,1723, 24, 27, 32, 35, 36,40; Vr 1720, 23, 24, 27,<br />
32, 35; St. Bleiswijk 1729.<br />
//era&7*£ Gr/mes: geb. 1659 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Johan Grimes en Elisabeth<br />
Beyer, gehuwd 1682 Cornelia de Haan, overleden 1739 <strong>Rotterdam</strong>,<br />
woonde Wijnhaven (bij de Vissteeg).<br />
Beroep: koopman. Functies in stadsregering: G 1691-1710; Vr 1702, 3, 6,<br />
7, 12; S 1708, 1709, 13, 14, 20, 21, 24, 25, 33, 34.<br />
mr. Marm«5 GroemHje: geb. 1655 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Marinus Gillisse<br />
Groeninx en Maria Vastards van Ardenne, gehuwd 1692 Catharina de<br />
Neyn, wed. M. Abrugge, overleden 1730 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Oppert.<br />
Functies in stadsregering: V 1692-1730; Bu 1692, 93, 1708, 9, 14, 15, 19,<br />
20,25,26;GDI694,98,1701,8-27;Adm 1694-97; Bo 1697, 98, 1700, 18,<br />
24, 27; SG 1697-1700; BOC 1698-1730; T 1700, 27-29; R 1700, 16-18;<br />
27, 28, 30; RS 1701-4; GC 1704-8; F 1710, 11, 16, 17, 21-24; CW 1712,<br />
13; Vr 1712,13.<br />
/fe/zdh'A: /faaró/wA:: geb. 1691 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Jan Haasbroek en<br />
Cornelia Wielaart, gehuwd Ida Cornelia Marcus, overleden 1774 <strong>Rotterdam</strong>,<br />
woonde Nieuwe Haven.<br />
Beroep: koopman, directeur Maatschappij van Assurantie 1720-26.<br />
Functies in stadsregering: Ven 1719, 20; S 1746, 47, 53, 57, 58; OV 1750-<br />
58; Vr 1752.<br />
/nr. /fem/r/A: ra/ï /feey; geb. 1694 Rottterdam, zoon van Antony van Hees<br />
en Jenneke Schuyrmans, gehuwd 1716 Barbara Johanna van der Hoeven<br />
overleden 1748 's-Gravenhage (waar hij dan president van de Hoge Raad<br />
van Holland, Zeeland en West-Friesland is).<br />
Beroep: advocaat. Functies in stadsregering: S 1715,16; Vr 1717, 18;<br />
Gwa//Am/.s //ie/i/ie^w/Vi: geb. 1654 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Jan Hennekijn en<br />
Catharina Graswinckel, gehuwd (Ie) Geertruyd Graswinckel 1685, (2e)<br />
Ewouda Verschuer 1713, overleden 1738 R'dam, woonde Leuvehaven.<br />
Beroep: koopman. Functies in stadsregering: CWa 1699, S 1700, 1;<br />
V1701-38; CL 1702-6,1709,10,13-17; GD 1703,7-9,11-13; Kap 1704-8;<br />
R 1707, 8; CWij 1707-19, 1721-25; PV 1708, 19; Bo 1709, 12, 24, 35, 36;<br />
Kol 1708-19; CWL 1709, 10; Bu 1711, 12; W 1718, 19, 1721-25, 1733-3;<br />
AZ 1725-33.<br />
/ÖCOZ> VÖ/Z /fe/w/e: geb. 1676 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Johan van Hersele en<br />
Anna Valekenburgh, gehuwd 1708 Catharina op de Camp, overleden<br />
1724 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Leuvehaven.<br />
Beroep: zeepzieder. Functies in stadsregering: CWa 1702, 3, 14, 15; S<br />
1704, 6, 12, 13, 18, 1719; Kap 1714-24.<br />
LeonW rart /fewe/e: geb. 1657 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Jacob van Hersele<br />
en Marytje Besemer, gehuwd (Ie) 1685 Adriana van der Horst, (2e) Johanna<br />
Guldewagen (1695), overleden 1723 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Rijstuin.<br />
Beroep: koopman. Functies in stadsregering: CWa 1706,7; S 1708,9,21,<br />
22; Vr 1712, 13,1716, 17.<br />
P/eter 77te0dfore va« //e/rafe: geb. 1687 Amsterdam, zoon van Abraham<br />
van Hersele en Anna d'Orville, poorter 1711, gehuwd 1716 Catharina<br />
Suzannavan Schoonhoven, overleden 1743 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Scheepmakershaven.<br />
241
Beroep: koopman. Functies in stadsregering: S 1719, 20, 26, 27; Vr 1722,<br />
23.<br />
/VII7//> vow der i/oevew: geb. 1663 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Claes Jansz. van<br />
der Hoeven en Baeyken de Graeff, gehuwd (Ie) 1691 Anne Verwey (2e)<br />
1693 Aletta de Ruuck, (3e) 1708 Maria de Bertry, (4e) 1727 Margaretha<br />
Vingerhoet, overleden 1747 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Wijnhaven (bij de<br />
Jufferstraat).<br />
Beroep: koopman, directeur van de Maatschappij van Assurantie 1721-<br />
1747. Functies in stadsregering: CWa 1695,96, 1700, 1, 4, 5, 26, 27, 32,<br />
35, 36, 1741; Vr. 1697, 98, 1702, 3, 7, 8, 15, 16, 20, 21, 24, 25, 28, 29, 33,<br />
34, 39, 40; K 1708-44; S 1709, 10, 13, 14, 17, 18, 22, 23, 42, 43.<br />
mr. /o/fort vow der //beve/i: geb. 1661 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Claes Jansz.<br />
van der Hoeven en Baeyken de Graeff, gehuwd (Ie) 1685 Maria Poppe,<br />
(2e) 1694 Adriana van der Kloot, Overleden 1704 <strong>Rotterdam</strong>, woonde<br />
Vasteland.<br />
Functies in stadsregering: V 1692-1744; S 1692, 94; Kap 1692-1704;<br />
St. Hogenban 1693; GD 1693, 95, 97, 99-1702, 4, 13-19, 22-30, 34, 36,<br />
40-42; Bo 1695, 98, 1706, 15, 22, 32, 33, 37, 38; Vr 1695, 1700; Bu 1696,<br />
97, 1701, 2, 17, 18, 25, 28, 29 34, 35, 40, 41; F 1698, 99, 1704, 14-16, 22,<br />
23, 27, 30, 30-39, 42; CW 1700; K 1701-7; CWij 1702-4; R 1703, 43, 44;<br />
Ba 1705-7; 1719-21; 31-33.<br />
mr. ffï//em VÖ/I J/ic^wdor/j: geb. 1656 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van mr. Diederik<br />
van Hogedorp en Petronella Ketting, gehuwd 1689 Wendelina Roosmale,<br />
overleden 1733 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Leuvehaven.<br />
Functies in stadsregering: S 1687, 88; V 1688-1730; T 1689, 90, 95,1706,<br />
7, 10, 11, 30; R 1689, 90, 93-96, 99, 1706, 1710-12, 15, 16, 19-23, 27-30;<br />
Kap 1689-91; GD 1689-95; 97, 1703-30; Bo 1690, 1703, 11, 12, 19, 21;<br />
CL 1690-1692; W 1691,92,1706, 7; Boe 1692-1733; Bu 1697, 98,1704, 5,<br />
8, 9, 13, 14, 17, 18, 21, 25, 26; K 1699-32; Adm 1700-3; F 1703, 24.<br />
mr. /saac von i/oorrtteeA:: geb. 1655 Leiden, zoon van Johannes van<br />
Hoornbeek en Anna Bernard, overleden 1727 's-Gravenhage.<br />
Functie in stadsregering: Pensionaris 1699-1720. In 1720 werd hij benoemd<br />
tot Raadpensionaris, wat hij tot zijn dood in 1727 was.<br />
C0rwe//.y de /ow^/r geb. 1668 Geertruidenberg, gehuwd 1688 Maria van<br />
Teylingen, overleden 1732, <strong>Rotterdam</strong>, woonde Oppert.<br />
Beroep: koopman in kruideniers waren. Functies in stadsregering: G<br />
1694-99; OM 1708-19; S 1716, 17; V 1718-32; CW 1718, 20; R 1719-28;<br />
Cwij 1719-30; GD 1719, 22, 24, 25, 27, 29-31; W 1720-21, 23, 24, 26;<br />
Kap 1720-27; T 1723, 24, 27; Bo 1726, 28; Kol 1728, 29; Bu 1729, 30;<br />
Baljuw van Schieland 1730-32.<br />
mr. Corwe//.y de ./tf/z^e VÖ/Ï £7/emee/: geb. 1646 den Briel, poorter 1707,<br />
gehuwd Maria Oyens, overleden 1721 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Boompjes.<br />
Functies in stadsregering: P. Hon. 1704-7; P 1707-1720. Voor hij te<br />
<strong>Rotterdam</strong> honorair pensionaris werd, was hij van 1674-1704 ontvanger<br />
-generaal.*)<br />
Leewder/ va/i üfoo/wtad: geb. 1661, gehuwd 1694 Elisabeth van Halm,<br />
overleden 1738 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Oudedijk.<br />
Beroep: koopman. Functies in stadsregering: Ven 1692, 93; RWs 1703-<br />
18; S 1719-20.<br />
242
va/i derLöwew: geb. 1647, gehuwd (1) 1683 Maria van der Does,<br />
(2e) Maria Meerman 1691, overleden 1733 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Haringvliet.<br />
Beroep: brouwer in de brouwerij 'De Roode Leeuw'. Functies in stadsregering:<br />
Ven 1673: Kap 1680-85; CWa 1688, 89; S 1696, 97, 1700, 3, 4,<br />
20, 21; Br 1689-1700; Vr 1709, 10, 18.<br />
C/ÖW/Ü/S Lor/w/Vr: geb. 1687 's-Gravenhage, gehuwd 1712 Johanna<br />
Catharina Steen lack, poorter 1713, overleden 1762 <strong>Rotterdam</strong>, woonde<br />
Haringvliet, Z.Z.<br />
Beroep: koopman. Functies in stadsregering: CWa 1714,15; S 1729, 30;<br />
V 1733-54; CL 1733, 34, 38,44-46, 51-53; Kap 1735-38; CW 1735-38,47,<br />
48; Bo 1738, 40, 41, 46; W 1738; R 1738, 46; PV 1738-61; Kol 1739, 40;<br />
HR 1740-44; F 1743; Bu 1744, 45, 52; T 1746; CWij 1746-50; Vr 1747,<br />
48.<br />
/ört vow A/ee/: geb. 1670 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Hendrik van Meel en<br />
Maria de Leeuw, gehuwd 1698 Maria Catharina van Schoonhoven, overleden,<br />
1744 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Noordblaak.<br />
Functies in stadsregering: Br 1701-9; S 1710,11; Kap 1711; V1712-1738;<br />
CL 1713, 14; GD 1714, 15, 17-30, 32-34, 36-39; W 1715, 16, 20, 28;<br />
T 1716, 29, 35, 38; R 1716, 17, 28-30, 31, 34, 35, 38; CWij 1716-18; Bo<br />
1717, 1722-24, 31; Bu 1718, 19, 26, 27, 33, 36, 37; CW 1721, 22, 25; Vr<br />
1721, 22, 25; F 1723, 24, 29; K 1733-43.<br />
Teo/; f/e Mey: geb. 1633 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Jehan de Mey en Sara<br />
Raey, gehuwd (Ie) 1673 Clara Nieuwgaard, (2e) 1686 Cornelia Johanna<br />
van Beaumont, (3e) 1689 Maria Niedeck, overleden 1721 Dsselmonde,<br />
woonde Wolfshoek.<br />
Functies in stadsregering: S 1660, 61, 72, 73; Kap 1662, 63; BWC 1667;<br />
V 1672-1720; Bo 1673, 76, 79, 83, 85, 87, 91, 95-97, 1708, 11, 14, 16;<br />
GD 1673, 76, 74, 76, 83-87,90-93,96,99-1700, 2, 3 6, 7,19-21; CW 1674,<br />
75, 85, 92, 93, 99, 1700; R 1675, 76, 82-84, 89-92, 95, 96, 99, 1700, 18;<br />
Adm 1677-79, 1703-6; GC 1679-82; W 1682, 85, 89, 92, 93, 97, 98; Kol<br />
1683-1685; T 1684; Vr 1684, 85, 91, 92; F 1686, 87; AZ 1688-90; CL<br />
1690, 94; Bu 1701, 2, 6, 7, 19, 20; BaS 1707-17.<br />
P/e/er */e Me^: geb. 1642 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Jean de Mey en Magdalena<br />
Bertels, gehuwd 1663 Geertrui van der Hey, overleden 1722 <strong>Rotterdam</strong>,<br />
woonde Vasteland.<br />
Beroep: koopman. Functies in stadsregering: V 1675-1692, 1703-18, L<br />
1671; CWa 1675; Bu 1676, 77, 80, 81, 1713, 14; Kol 1677-82; St. Moercapelle<br />
1677; GD 1678-80, 1704, 5, 10, 13-15; Bo 1678, 84, 86, 91, 1709,<br />
15, 17, 18; CW 1678, 79, 1703-9, 15-18; K 1679-85, 1713-22; F 1679,<br />
1705, 6, 15-17; Adm 1682-85; W 1685-92, 1710-22; CL 1707.<br />
Tfceof/ore /rcrwfo/s f/e Mey: geb. 1684 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Pieter de Mey<br />
en Geertrui van der Hey, gehuwd 1716 Cornelia Vingerhoet, overleden<br />
1758, <strong>Rotterdam</strong>, woonde Gelderse Kade.<br />
Beroep: suikerraffinadeur. Functies in stadsregering: CWa 1711, 12;<br />
S 1714, 15; V 1718-58; T 1718, 19, 32, 37, 38, 41, 45, 46, 49-51, 54-58;<br />
R 1718,19, 32, 37, 38, 41,42, 45,46,49-51, 54-58; Bo 1719,24,27, 37,41,<br />
45, 55, 56, 58; GD 1719-22, 28, 30-32, 35-37, 39-41, 43-45, 47-49, 52-55<br />
57, 58; Kap 1719-21; Bu 1720 21, 30, 31, 35, 36, 39, 40, 43, 44, 47, 48,<br />
243
52, 53; St. Cool 1728; 29; CWij 1728-1745, 58; Vr 1728, 29, 33, 34; W<br />
1737, 38; K 1740-58.<br />
Gerard Meyners: geb. 1677 Amsterdam, poorter 1711, gehuwd 1711<br />
Digna Petronella Wendelina Leydecker, overleden 1723, <strong>Rotterdam</strong>,<br />
woonde Leuvehaven.<br />
Beroep: koopman. Functies in stadsregering: Vr 1712, 13, 16, 19, 20;<br />
CWa 1714, 15; S 1717, 18.<br />
/o/jan van Mierop: geb. 1696 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Gerbrand van Mierop<br />
en Martina Pedy, gehuwd (Ie) Margrieta Deynoot 1725, (2e) 1731 Magdalena<br />
Schenkenberg, overleden 1734 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Leuvenhaven<br />
(bij Soetenburg).<br />
Beroep: koopman. Functie in stadsregering: S 1734.<br />
mr. Mco/aas Mow/aw&a/i: geb. 1690 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Nicolaas Montauban<br />
en Elisabeth van Broekhuysen, gehuwd 1719 Elisabeth van<br />
Usendoorn, overleden 1753 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Zuidblaak.<br />
Beroep: wijnhandelaar. Functies in stadsregering: CWa 1726, 27, 31, 32,<br />
39, 40, 43, 44; OV 1741-48; P 1748-52.<br />
Hoofdman van het wijnkopersgilde: 1731, 32, 36, 37, 40, 41, 42; directeur<br />
van de admodiatie op de impost en accijns van de wijnen en brandewijn:<br />
1738, 39.5)<br />
mr. /oAa/i *fe TVey/r geb. 1669 's-Gravenhage, gehuwd (Ie) 1713 Catharina<br />
Koninck, (2e) 1716 Engeltie Hugaert, overleden 1732 <strong>Rotterdam</strong>,<br />
woonde Nieuwhaven.<br />
Functies in stadsregering: CWa 1697, 98, 1702, 3; Vr 1699; S 1700,1;<br />
V 1707-1731; W 1707-10; GD 1708, 9, 11-24, 24-27; R 1710, 11, 13, 26;,<br />
CWij 1710-12; Bu 1711, 12, 25; Bo 1713, 14,16, 22, 23, 31; GC 1713-14<br />
1718-21; SG 1718-15; Kol 1719; Adm 1721-24; 27-32; F 1726.<br />
Z)an/W Afoor/Ztey: geb. 1670 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Jacob Noorthey en<br />
Maria Schepers, gehuwd 1705 Maria Jacoba Schepers, overleden 1721<br />
<strong>Rotterdam</strong>, woonde Haringvliet.<br />
Beroep: koopman. Functies in stadsregering: V 1700-21; W 1700-5;<br />
PV 1702-21; GD 1702-1706, 11-21; F 1706, 7, 13, 14; S 1706, 7; GC<br />
1708-11; T 1711, 12; R 1711, 1712; Bo 1712, 17; Bu 1715, 16, 20, 21;<br />
CW 1717-19; Vr 1717, 18.<br />
/saac Z,e Pe//7: geb. 1651 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Abraham Le Petit en<br />
Cornelia Bouwens, geh. (le) 1682 Maria Coolbrandt, (2e) 1696 Anna<br />
Maria Bredenbijl, overleden 1723 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Wijnhaven (bij de<br />
Bierstraat).<br />
Beroep: koopman. Functies in stadsregering: CWa 1706, 7, 10, 11, 18,<br />
19, 34; S 1721, 22, 25, 26; Vr 1723, 24; V 1723, 24.<br />
^r/aa/i Pr/Vis: geb. 1692 Delft, poorter 1716, gehuwd 1720 Elisabeth<br />
Schepers, overleden 1780 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Haringvliet.<br />
Beroep: koopman. Functies in stadsregering: BOC 1720; V 1738-63;<br />
W 1738, 39,40; GD 1738, 39,42-45, 53-57, 59-62; Kap 1739,40; R 1740,<br />
45, 57-59, 62; F 1741-44,46, 53; Kol 1741-44; Bo 1745,46, 51-54, 59, 62;<br />
T 1745, 59, 62; Adm 1747—53; CL 1754, Bu 1755, 56, 60, 61.<br />
mr. Gwa///rer«s de /toe/: geb. 1683 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Dirck de Raet<br />
en Francoise Fagel, gehuwd 1718 Margaretha Rosiana Fagel, overleden<br />
1740 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Boompjes.<br />
244
Functies in stadsregering: S 1711, 12, 15, 16; V 1719-39; CW 1719; Kap<br />
1720-29; W 1720,21; GD 1720, 25, 26, 30-32; Bo 1722, 23, 25,26,28, 37;<br />
CL 1725, 26; St. Katendrecht 1726; CWij 1726; RS 1722-25; GC 1727-<br />
1730; Bu 1730, 31; Kol. 1730; Adm 1732-40.<br />
/oAtf/mes /tovesteyw: geb. 1693 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Hendrik Ravesteyn<br />
en Cornelia Quack, gehuwd 1718 Maria de Vos, overleden 1751 <strong>Rotterdam</strong>,<br />
woonde Hoogstraat.<br />
Beroep: koopman. Functies in stadsregering: RWs 1718-23; S 1729, 30.<br />
P/eter cfe J?/dtfer: geb. 1685 Dordrecht, gehuwd 1710 Cornelia Boon,<br />
overleden 1750 <strong>Rotterdam</strong> (begraven te Dordrecht), woonde Wijnhaven.<br />
Beroep: koopman in kruidenierswaren, directeur Maatschappij van<br />
Assurantie 1722-38. Functies in stadsregering: Br 1715-31; CWa 1720,<br />
21, 26, 27, 30, 31, 37, 38; S 1732, 33.<br />
Gerard /toos: geb. 1674 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Adriaan Roos en Catharina<br />
Steenlack, gehuwd 1698 Lucia Steenlack, overleden 1751 <strong>Rotterdam</strong>,<br />
woonde Nieuwe Haven.<br />
Beroep: koopman. Functies in stadsregering: L 1702-5; CWa 1710, 11,<br />
16, 17, 21; S 1713, 14.<br />
/4dr/aa/i itoosma/e: geb. 1662 Heusden, gehuwd 1709 Kenau van de<br />
Mierop, wed. Ewout Prins, overleden 1740 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Leuvehaven.<br />
FH/IC/K?5 in stadsregering: Vr. 1690-92, 95, 96; S 1697, 98; V 1698-1740;<br />
R 1698, 1700-3, 8, 14-16, 20, 21, 24-26, 29-40; GD 1698, 1700-2, 5, 6,<br />
8-11, 14, 16-20, 22-24, 27-29, 37-39; Bo 1701, 7, 8, 12, 20, 21, 25, 29, 32,<br />
34, 36; W 1701; T 1702, 3, 8, 14, 15, 20, 21, 24, 25; CWij 1702, 5, 8-10;<br />
Bu 1704, 5, 9, 10, 18, 19, 22, 23, 27, 28, 38; AZ 1706-7; CL 1708, 24-26;<br />
BWC 1710-17; GC 1711-14; F 1717; K 1723-39.<br />
mr. jDom//HC«j /toosmo/e: geb. 1690 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Dominicus<br />
Roosmale en Soetie Putmans, gehuwd 1710 Emilia de Leeuw, overleden<br />
1726, woonde Boompjes (bij de Draaisteeg).<br />
Beroep: advocaat. Functies in stadsregering: Vr 1717, 18; S 1719, 20.<br />
mr. T/efldr/A: /ta«?v
32, 35, 39, 41, 45, 48, 49; T 1718, 28; Adm 1718-21; F 1721, 29; CWij<br />
1721; Bu 1722,23, 33, 34,43,44; HR 1724-27; GC 1730-33, 36-42,45-50;<br />
CL 1742; K 1744-49.<br />
/yaac va/2 £c/i//2/2£: geb. 1668 <strong>Rotterdam</strong>, gehuwd 1690 Adriana Quarles,<br />
overleden 1737 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Leuvehaven.<br />
Beroep: koopman. Functies in stadsregering: S 1699, 1700, 4, 5, 20, 21;<br />
Kap 1700-37; CWa 1712, 13.<br />
-P/eter va« ,Sc/wo«/wve/2: geb. 1684 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Thymon van<br />
Schoonhoven en Angelique van Hersele, gehuwd 1706 Maria Anna Witheyn,<br />
overleden 1767, woonde Boompjes.<br />
Beroep: koopman. Functies in stadsregering: CWa 1711; S 1714, 15;<br />
V 1730-48; CW 1730-32, 41, 45; Kap 1731-38; GD 1731-48; F 1732, 34,<br />
35,40,44; T 1733,48; R 1733, 36, 37,40,48; CWij 1733-45; Bo 1736,48;<br />
Bu 1738, 39, 42, 43, 46, 47; Vr 1741, 45.<br />
G«a///?e/-«5 .Se/we//: geb. 1683 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Jacob Senserf en<br />
Anna Harris, gehuwd 1731 Johanna Elisabeth de Geer, overleden 1752<br />
<strong>Rotterdam</strong>, woonde Haringvliet.<br />
Beroep: koopman. Functies in stadsregering: V 1748-52, CWa 1709, 10;<br />
S 1715,16; BOC 1731; CL 1748; Bo 1749-52; W 1749-52; GD 1749, 51;<br />
52; Bu 1750.<br />
7aco6 Se/wer/: geb. 1666, gehuwd Jacoba Massijs 1695, overleden 1733<br />
<strong>Rotterdam</strong>, woonde Haringvliet.<br />
Beroep: koopman, directeur Maatschappij van Assurantie 1720-22.<br />
Functies in stadsregering: CWa 1698, 99; S 1703, 4.<br />
Co/vze/w va« S0/2: geb. 1687 Amsterdam, poorter 1720, gehuwd 1708<br />
Cornelia Blokhuys, overleden 1750 <strong>Rotterdam</strong>, woonde West Nieuwland.<br />
Beroep: koopman. Functies in stadsregering: RWs 1722; OM 1723-49;<br />
CWa 1726, 41, 42; Vr 1729, 30, 37; S 1727, 28, 31, 32, 38; Kap 1728-42;<br />
PV 1733-37.<br />
/w\ //e/*aW& va// der Stoa/: geb. 1671 Schoonhoven, zoon van mr.<br />
Wolhpert van der Staal en Elisabeth Botter, gehuwd 1701 Johanna Maria<br />
Hechtermans, overleden 1746 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Leuvehaven.<br />
Beroep: advocaat. Functies in stadsregering: Br 1701-7; CWa 1702, 3;<br />
Vr 1704, 5; W 1707, 13, 22, 40; F 1708, 9, 25, 29; GD 1708, 9, 13, 19-21,<br />
23-38, 40-43, 45, 46; Kap 1709 -13;GR 1710-13, 38-40; CWij 1713, 14,<br />
20-37, 46; R 1714, 19-22, 34, 35, 40, 43, 44; Ba 1715-18; Bo 1718, 31, 34,<br />
38, 39, 44; T 1721, 22, 34, 35, 44; Bu 1723, 27, 28, 33, 36, 37, 41, 42, 45,<br />
46; CW 1726, 30, 31; Vr 1726, 30, 31; CL 1743, 44.<br />
/wr. .To/raw S/mz/acA:: geb. 1694 <strong>Rotterdam</strong>, gehuwd 1721 Johanna Leonora<br />
van der Kaa, overleden 1775 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Hoflaan.<br />
Beroep: advocaat. Functies in stadsregering: S 1737, 38, 51, 52, 58, 59;<br />
Vr 1753, 54.<br />
Gr
7, 8,16,17, 21, 22,26,27; CW 1698,99,1729, 30; Vr 1698,99; F 1700,1.<br />
18,19; CWij 1702-6; 14; 15; St. Benthuizen 1705; Adm 1709-12; W 1712.<br />
77feodorw.s van 7ey///ï#e/i: geb. 1689 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Dirk van Teylingen<br />
en Anna Bosch, gehuwd 1719 Angenieta van Meel, overleden 1768<br />
<strong>Rotterdam</strong>, woonde Haringvliet.<br />
Beroep: controleur van de convoyen en licenten van de Maze. Functies in<br />
stadsregering: CWa 1717, 18; S 1721, 22; C 1730-48; W 1730; PV 1731,<br />
32; Kap 1731, 32; T 1731, 32; GD 1731, 36, 37, 39-45, 47; R 1731, 32;<br />
GC 1733-36,44,45 ;Bo 1736; Kol 1735-38; F 1736-41,45; CWij 1738-48;<br />
Bu 1742, 43, 46; CW 1744, 46; Vr 1744, 46.<br />
mr. ./o/ran 77wwe/-j; geb. 1684 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Pieter Timmers en<br />
Ingenatia van Zoelen, gehuwd met Alida Anna van Belle, overleden 1738<br />
<strong>Rotterdam</strong>, woonde Hoogstraat.<br />
Beroep: directeur Maatschappij van Assurantie 1722-38. Functies in<br />
stadsregering: Br 1705-9; Secr. 1709-37.<br />
mr. //mwa/z Fï/i^er/roef: geb. 1697 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Jacob Vingerhoet<br />
en Catharina van der Plas, gehuwd (Ie) 1718 Johanna Ignatia van<br />
der Hoeven, (2e) 1729 Maria 's Graafweg, overleden 1762 <strong>Rotterdam</strong>,<br />
woonde Vasteland.<br />
Functies in stadsregering: CWa 1725, 28, 29; S 1726, 27; V 1734-62;<br />
CL 1735-38; GD 1735-37, 39, 46-49, 51-62; Bo 1737, 39, 49, 50, 58, 59;<br />
Kap 1738, 39; R 1739; Ba 1740-48; St. Bleiswijk 1746, 49; F 1746, 49;<br />
Bu 1747,48,52,56, 57, 60, 61; CW 1750; Vr 1750; R 1753-58, 59; T 1755,<br />
59; CWij 1758-61; Adm 1762.<br />
wr. Maa/7e« F/aaraYw^erwowaV geb 1681 Delft, poorter 1708, gehuwd<br />
(Ie) 1710 Elisabeth van Schagen, (2e) 1722 Aletta Jacoba van Schinne,<br />
(3e) 1726 (te 's-Gravenhage) Anna van Baerle, overleden 1762 's-Gravenhage.<br />
Beroep: brouwer in de brouwerij 'Drie Aken'. Functies in stadsregering:<br />
S 1722, 23, 34, 35, 38, 39; Kap 1725-38.<br />
C7rr/s//aa/i 7o/wn Fro/V/A:: geb. 1668 Delft, poorter 1713, gehuwd 1715<br />
Geertrui Elisabeth Schoonheid, overleden 1753, woonde Hoogstraat.<br />
Beroep: koopman. Functies in stadsregering: OV 1720-40; S 1725, 26.<br />
•/ÜT/Z /aco£ Wi/Aeyw: geb. 1690 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Jacob Witheyn en<br />
Catharina Boon, gehuwd 1718 Anna Antonia van Naarssen, overleden<br />
1738, woonde Leuvehaven.<br />
Beroep: koopman. Functies in stadsregering: Vr 1719, 20; CWa 1724,<br />
25; S 1735, 36.<br />
mr. /oco/3 //sóra/w: geb. 1665 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van dr. IJsbrand IJsbrans<br />
en Maria Blaeuw, gehuwd (Ie) 1695 Johanna Maria van Quaelbergh,<br />
(2e) 1700 Theodora Meerman, (3e) 1724 Catharina Emilia Junius,<br />
overleden 1749 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Hoogstraat.<br />
Functies in stadsregering: Secr. 1692-1709; V 1709-49; F 1709-14, 18-22,<br />
25, 27, 28, 31-37, 40; Bo 1710, 17, 20, 21, 33, 35, 42, 43, 46; GD 1710, 17,<br />
20, 21, 33, 35, 42, 43, 46; CWij 1711-13; Bu 1723, 29, 30, 38; St. Cool<br />
1729; Adm 1740-47; CL 1747, 48; R 1747.<br />
mr. /Jlr/io/v/ va/i Zwy/e/i van iVyeve/f: geb. 1664 Lingen, zoon van Jacob<br />
van Zuylen van Nyevelt en Johanna de Beaumont, gehuwd 1694 Martha<br />
Maria Lichtenberch, overleden 1731 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Wijnhaven.<br />
247
Functies in stadsregering: CWa 1688, Secr. 1689-92; BaS 1692-1707;<br />
1718-31; V 1695-1731; GD 1697-99, 1701-4, 13-19, 22, 23, 28-30; Bo<br />
1700, 2, 4, 7, 10, 12, 16, 21, 25, 28, 29; CW 1707, 8; W 1709-12; F 1712,<br />
13, 16, 17; Bu 1714, 15; SG 1724-27.<br />
mr. flierman va« Zwy/e/i va/i Nyeve//: geb. 1670 Lingen, zoon van Jacob<br />
van Zuylen van Nyevelt en Johanna de Beaumont, gehuwd 1706 Ida<br />
Adriana van Berckel.<br />
Beroep: directeur Maatschappij van Assurantie 1720-35. Functies in<br />
stadsregering: Secr. 1692-1735, Kap 1697-1721.<br />
NB De gegevens onder 'Functies in stadsregering' zijn ontleend aan:<br />
J. H. W. Unger, De Regeering van <strong>Rotterdam</strong>, 1328-1892, Naamlijst<br />
van Personen, die in of van wege de regeering ambten hebben<br />
bekleed, voorafgegaan door eene Geschiedkundige inleiding over<br />
den Regeeringsvorm van <strong>Rotterdam</strong>.<br />
1) J. Melles, Ministers aan de Maas, pag. 145.<br />
2) Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel I, 310.<br />
3) Melles, a.w. pag. 158.<br />
4) Melles, a.w., pag. 151-155.<br />
5) W. F. Lichtenauer, Een <strong>Rotterdam</strong>sch wijnhandelaar in de hooge<br />
politiek (De koopman-politicus mr. Nicolaus Montauban). In: Rott.<br />
Jaarb. 1945, pag. 137.<br />
248
waarvoor de o/iaVrzocA/e I/I 7720, I/I /tottmiam, />i<br />
Schalkius van Beeftingh<br />
Samuel Beyer<br />
Jacob van Belle<br />
Josua van Belle<br />
Arnout van den Berch<br />
Engelbert van Berckel<br />
Johan van Berckel<br />
Cornel is Boey<br />
Adriaan Boon<br />
Christiaan Boonen<br />
Johan Brandwijk van Blokland<br />
Adriaan Brouwer<br />
Christiaan Casteleyn<br />
Willem Commenicq<br />
Philip Jacob van Cloon<br />
Johannes Cordelois<br />
Adriaan Deynoot<br />
Francois Denick<br />
Hugo Dubois<br />
Isaac Elsevier<br />
Josua de Frens<br />
Jacob Gerst<br />
Paulus Gevers<br />
Witte Gevers<br />
Hendrik Grimes<br />
Marinus Groeninx<br />
Hendrik Haasbroek<br />
Hendrik van Hees<br />
Gualtherus Hennequin<br />
Jacob van Hersele<br />
Leonard van Hersele<br />
Pieter Theodore van Hersele<br />
Philip van der Hoeven<br />
Johan van der Hoeven<br />
Willem van Hogendorp<br />
Isaac van Hoornbeek<br />
Cornelis de Jongh<br />
Cornelis de Jonge van Ellemeet<br />
Leendert van Koopstad<br />
Samuel van der Lanen<br />
Claudius Lormier<br />
Jan van Meel<br />
Jean de Mey<br />
Pieter de Mey<br />
Theodore Francois de Mey<br />
Gerard Meyners<br />
f 58,19,4.<br />
994,—,—.<br />
40,- —. (als secretaris)<br />
2136,— •<br />
i • 6.10<br />
581,14 4.<br />
30,- ,—. (als fabrieksmee<br />
200,- ,—. (als pensionaris]<br />
460-<br />
190,-,-.<br />
279,19,11.<br />
260,—,—. + 10,17,2.<br />
294.1,—.<br />
31,11,-.<br />
444,1,2.<br />
62,10,—.<br />
259,14,—.<br />
249,—,-.<br />
652,15,12.<br />
288,6,—.<br />
55,-,—.<br />
120,—,—.<br />
356,18,4.<br />
120,—,—. (als pensionaris)<br />
148,9,—.<br />
1206,13,4.<br />
90,1,2.<br />
366,11,8.<br />
63,18,—.<br />
1863,19,8.<br />
313,1<br />
206,7,-.<br />
172,4,-.<br />
249
Johan van Mierop<br />
Nicolaas Montauban<br />
Johan de Neyn 115,1,2.<br />
Daniel Noorthey 88,7,—.<br />
Isaac Le Petit 121,7,—.<br />
Adriaan Prins 1596,5,—.<br />
Gualtherus de Raet 350,—,—.<br />
Johannes Ravesteyn 74,19,—.<br />
Pieter de Ridder " 12,3,—<br />
Gerard Roos 72,5,—.<br />
Adriaan Roosmale 258,10,8 + 642,10, h 1620,—<br />
Dominicus Roosmale 1167,15,4.<br />
Hendrik Rosevelt<br />
Paulus Scheffens 210,—,—.<br />
Joan Daniel Schenkenberg 16,15,—.<br />
Willem Schepers 88,7,—.<br />
Isaac van Schinne 16,15,—.<br />
Pieter van Schoonhoven 147,10,—.<br />
Guatherus Senserf<br />
Jacob Senserf 248,18,—.<br />
Cornelis van Son 49,19,—.<br />
Hendrik van der Staal<br />
Johan Steenlack 63,18,—.<br />
Gregorius van Teylingen 237,6,—.<br />
Theodorus van Teylingen<br />
Johan Timmers 1304,19,8, (+ 40,—,—. als secr.)<br />
Herman Vingerhoet 206,7,—.<br />
Maarten Vlaardingerwout<br />
C. J. Vrolijk<br />
Jan Jacob Witheyn 147,10,—.<br />
Jacob IJsbrans 1176,16,8.<br />
Arnout van Zuylen van Nyevelt 20, h 145,10,10. + 6, 16, 12<br />
Herman van Zuylen van Nyevelt 145,9,2 + 145,10,9 + 40<br />
1) De hier vermelde gegevens zijn ontleend aan het kohier van de<br />
100ste penning 1720, dat zich bevindt in het oud-financiële archief der<br />
gemeente <strong>Rotterdam</strong>.<br />
Niet alleen op vermogen werd men aangeslagen, maar ook op het<br />
ambt. Zo werd de commissaris van de Wisselbank voor f 20,—, die van<br />
de Leenbank idem, de Fabrieksmeester voor f 30,—, de secretaris voor<br />
f40,— en de pensionaris voor f 120,— aangeslagen.<br />
Dat een aantal der heren in het kohier niet voorkomt vindt vermoedelijk<br />
zijn oorzaak in het feit, dat hun bezittingen (landerijen etc.) zich<br />
elders bevonden.<br />
250
S. van Beeftingh<br />
•S. Beyer<br />
* Jacob van Belle<br />
Josua van Belle<br />
*A. van den Berch<br />
*E. van Berckel<br />
*J. van Berckel<br />
*C. Boey<br />
A. Boon<br />
Chr. Boonen<br />
*J. Brandwijk v. Blokland<br />
A. Brouwer<br />
*Chr. Casteleyn<br />
Ph. J. van Cloon<br />
W. Commenicq<br />
J. Cordelois<br />
A. Deynoot<br />
F. Denick<br />
*H. Dubois<br />
I. Elsevier<br />
J. de Frens<br />
J. Gerst<br />
P. Gevers<br />
*W. Gevers<br />
•H. Grimes<br />
*M. Groeninx<br />
H. Haasbroek<br />
H. van Hees<br />
*G. Hennequin<br />
J. van Hersele<br />
L. van Hersele<br />
•P. Th. van Hersele<br />
Ph. van der Hoeven<br />
*J. van der Hoeven<br />
*W. van Hogendorp<br />
•I. van Hoornbeek<br />
*C. de Jongh<br />
*C. de Jonge van Ellemeet<br />
*L. van Koopstad<br />
*S. van der Lanen<br />
C. Lormier<br />
*J. van Meel<br />
*J. de Mey<br />
P. de Mey<br />
van y455wra////e te Zco/teraa/w f x<br />
toe^en^zen<br />
50<br />
50<br />
50<br />
—<br />
50<br />
50<br />
50<br />
—<br />
50<br />
—<br />
—<br />
50<br />
50<br />
50<br />
—<br />
50<br />
—<br />
10<br />
50<br />
50<br />
—<br />
—<br />
50<br />
50<br />
—<br />
50<br />
37<br />
—<br />
50<br />
—<br />
5<br />
—<br />
50<br />
50<br />
50<br />
50<br />
50<br />
—<br />
—<br />
—<br />
—<br />
50<br />
50<br />
50<br />
20<br />
—<br />
20<br />
20<br />
—<br />
—<br />
—<br />
20<br />
—<br />
20<br />
—<br />
20<br />
—<br />
20<br />
20<br />
20<br />
20<br />
20<br />
—<br />
20<br />
20<br />
20<br />
20<br />
—<br />
—<br />
—<br />
—<br />
20<br />
—<br />
20<br />
20<br />
—<br />
20<br />
—<br />
—.<br />
—<br />
—<br />
—<br />
—<br />
— 20<br />
—<br />
—<br />
20<br />
3<br />
20<br />
20 5<br />
20<br />
20<br />
20<br />
5<br />
— 4<br />
20<br />
5<br />
20 5<br />
5<br />
5<br />
5<br />
2<br />
20<br />
4<br />
V/l<br />
3<br />
5<br />
20<br />
20<br />
40<br />
20<br />
5<br />
20<br />
5<br />
5<br />
20<br />
5<br />
20<br />
20<br />
20<br />
20<br />
20<br />
20<br />
204<br />
20<br />
40<br />
—<br />
1721<br />
10<br />
—<br />
29 1<br />
50<br />
35<br />
39<br />
21<br />
50<br />
—<br />
—<br />
70<br />
20<br />
30<br />
—,<br />
23<br />
—<br />
—<br />
6<br />
30<br />
1<br />
26<br />
51<br />
10<br />
—<br />
64<br />
30<br />
—<br />
4<br />
26 2<br />
20<br />
385<br />
54<br />
24<br />
—<br />
—<br />
—<br />
1<br />
3<br />
10<br />
20<br />
—<br />
46<br />
251
•Th. F. de Mey<br />
G. Meyners<br />
J. van Mierop<br />
N. Montauban<br />
*J. de Neyn<br />
*D. Noorthey<br />
I. le Petit<br />
A. Prins<br />
*G. de Raet<br />
J. Ravesteyn<br />
P. de Ridder<br />
G. Roos<br />
*A. Roosmale<br />
*D. Roosmale<br />
H. Rosevelt<br />
P. Scheffens<br />
J. D. Schenkenberg<br />
•W. Schepers<br />
•I. van Schinne<br />
P. van Schoonhoven<br />
G. Senserf<br />
J. Senserf<br />
C. van Son<br />
*H. v. d. Staal<br />
J. Steenlack<br />
*G. van Teylingen<br />
Th. van Teylingen<br />
*J. Timmers<br />
H. Vingerhoet<br />
M. Vlaardingerwoud<br />
C. J. Vrolijk<br />
J. J. Witheyn<br />
*J. IJsbrans<br />
*A. van Zuylen<br />
v. Nyevelt<br />
*H. van Zuylen<br />
v. Nyevelt<br />
1721<br />
1) In augustus 1721 is er geen verschil meer tussen de acties van de<br />
inschrijving van juni en de subscriptie van augustus. De subscripties a<br />
f 1.000,— zijn per 5 stuks geconverteerd in 1 actie van f 1.000,—.<br />
De met * gemerkte personen zijn de in 1720 in functie zijnde regenten.<br />
Degenen, die in de subscriptie f 20.000,— of f 40.000,— toegewezen gekregen<br />
hebben, zijn de zittende regenten en directeuren, die hiervoor ook<br />
niet hebben hoeven intekenen. In de intekenboeken zijn 72 posten van<br />
f 20.000,— voor hen vrijgehouden.<br />
252<br />
50<br />
— 505<br />
50<br />
50<br />
50<br />
— 50<br />
—<br />
40<br />
50<br />
50<br />
50<br />
— 50<br />
50<br />
10<br />
— 50<br />
50<br />
— 50<br />
__<br />
50<br />
_ 50<br />
50<br />
—<br />
—<br />
50<br />
50<br />
50<br />
50<br />
—<br />
20<br />
20<br />
—<br />
—<br />
— 20<br />
20<br />
—<br />
20<br />
20<br />
20<br />
—<br />
— 20<br />
20<br />
20<br />
—<br />
— 20<br />
—<br />
—<br />
20<br />
— 20<br />
—_<br />
20<br />
20<br />
20<br />
20<br />
20<br />
—<br />
—<br />
40 5<br />
4<br />
—<br />
20<br />
40<br />
4 5<br />
20 344<br />
20<br />
20 355<br />
20<br />
20 5<br />
20<br />
20<br />
4<br />
20<br />
4<br />
20 4<br />
20 5<br />
4 13<br />
20<br />
20<br />
40<br />
74<br />
21<br />
15<br />
— 54<br />
82<br />
20<br />
—<br />
4 5<br />
278<br />
—<br />
20 2<br />
80 1<br />
40<br />
24<br />
28<br />
101<br />
245<br />
107<br />
60<br />
30<br />
20<br />
175<br />
—10<br />
—<br />
25<br />
25<br />
64<br />
95
m^ I/Ï Maa/5cAö/7/j//en f X ƒ7000,).<br />
S. van Beeftingh —<br />
Samuel Beyer —<br />
Jacob van Belle —<br />
Josua van Belle —<br />
Arnout van den Berch —<br />
Engelbert van Berckel —<br />
Johan van Berckel —<br />
Cornells Boey —<br />
Adriaan Boon —<br />
Chr. Boonen »)<br />
J. Brandwijk v. Blokland —<br />
Adriaan Brouwer —<br />
Christiaan Casteleyn 50<br />
Willem Commenicq —<br />
Ph. J. van Cloon max.<br />
Johannes Cordelois —<br />
Adriaan Deynoot —<br />
Francois Denick —<br />
Hugo Dubois —<br />
Isaac Elsevier —<br />
Josua de Frens —<br />
Jacob Gerst —<br />
Paulus Gevers —<br />
Witte Gevers —<br />
Hendrik Grimes max.<br />
Marinus Groeninx<br />
Hendrik Haasbroek 50<br />
Hendrik van Hees —<br />
Gualtherus Hennequin —<br />
Jacob van Hersele —<br />
Leonard van Hersele —<br />
P. Th. van Hersele —<br />
Philip van der Hoeven —<br />
Johan van der Hoeven —<br />
Willem van Hogendorp —<br />
Isaac van Hoornbeek —<br />
Corn, de Jongh —<br />
C. de Jonge van Ellemeet —<br />
Leendert van Koopstad —<br />
S. v. d. Lanen —<br />
C. Lormier —<br />
Jan van Meel —<br />
Jean de Mey —<br />
3<br />
— 3<br />
—<br />
— 2<br />
— —3<br />
— 3<br />
—<br />
—<br />
— 5<br />
—<br />
—<br />
—<br />
— 5<br />
—<br />
— ——353<br />
—<br />
—<br />
3<br />
—<br />
—<br />
—<br />
— 5<br />
—<br />
—<br />
— 3<br />
— —<br />
— —<br />
20<br />
—<br />
— 20<br />
— 20<br />
— 20<br />
20<br />
20<br />
20<br />
—<br />
—<br />
20<br />
—<br />
— 20—20<br />
10<br />
— 20<br />
20<br />
—<br />
—<br />
— —<br />
— 20<br />
20<br />
20<br />
20<br />
20<br />
20<br />
20<br />
— —<br />
—<br />
20<br />
— 20<br />
— 20<br />
6 —<br />
6 —<br />
8<br />
8<br />
30 8<br />
253<br />
25<br />
50<br />
25
Pieter de Mey — 3 20 — — 20 —<br />
Th. Fr. de Mey — 5 — — — — —<br />
G. Meyners — — 20 — — — —<br />
Johan van Mierop — — — 6 — — 50<br />
Nic. Montauban — — 20 — — — —<br />
Johan de Neyn — — — — — — —<br />
Daniel Noorthey max. 5 20 — — — —<br />
Isaac Le Petit _ _ _ _ _ _ 10<br />
Adriaan Prins 50 3 20 — — — —<br />
G. de Raet — 20 —<br />
Joh. Ravesteyn — — 20 — — — —<br />
Pieter de Ridder — 2 20 — — — 50<br />
Gerard Roos — — 20 6 — — 50<br />
Adriaan Roosmale — 5 — — — — —<br />
Dominicus Roosmale — 5 — — — — —<br />
Hendrik Rosevelt — 3 20 — — — 50<br />
Paulus Scheffens max. 2 20 — — — —<br />
J. D. Schenkenberg 50 3 20 — — 12 —<br />
Willem Schepers — 5 — — — — —<br />
I. van Schinne — 5 20 — — 8 —<br />
P. v. Schoonhoven max. 3 20 — — — —<br />
G. Senserf — 5 — — — — —<br />
J. Senserf — 3 — — — — —<br />
Corn, van Son — — 20 — — — —<br />
H. v. d. Staal — — 20 — — — —<br />
Joh. Steenlack — — 20 — — — —<br />
G. van Teylingen — — — — — — —<br />
Th. van Teylingen — — — — — — max.<br />
Johan Timmers 50 5 — 24 — — —<br />
H. Vingerhoet — — 20 — — 4 —<br />
M. Vlaardingerwoud — — 20 — — — —<br />
C. J. Vrolijk — 2 10 — — — —<br />
J. J. Witheyn — 3 20 — — — —<br />
Jacob IJsbrands — — — — — — —<br />
A. v. Zuylen v. Nyevelt — 5 20 — — — —<br />
H. v. Zuylen v. Nyevelt — 5 — — — — —<br />
1) Zte/i T/öfl^. Van de Haagse Compagnie van Beleeninge, discontering etc. zijn alleen de<br />
verzoeken tot inschrijving bewaard gebleven. Als het ooit tot toewijzing is gekomen, dan zijn<br />
de registers daarvan niet bewaard gebleven. De hier vermelde bedragen slaan dus op de verzoeken<br />
tot inschrijving van de <strong>Rotterdam</strong>mers. Mr. J. E. J. Geselschap en G. 't Hart: De<br />
archieven berustende in de Archiefbewaarplaats der gemeente 's-Gravenhage. Den Haag, 1963,<br />
pag. 35, nr. 23: 2 dozen inschrijf biljetten van <strong>Rotterdam</strong>mers, genummerd C.B.D.A. 9 en 10.<br />
2) Gowda e/2 //bora. Van de aldaar opgerichte Maatschappijen zijn geen inschrijvingen en<br />
toewijzingen bewaard gebleven. De hier vermelde bedragen zijn procuraties, die in het Notarieel<br />
Archief van <strong>Rotterdam</strong> voorkomen.<br />
254
3) Zwo/fe. Chr. Boonen heeft Willem Kersseboom wel opdracht gegeven voor hem in te<br />
schrijven in de Commercie Compagnie te Zwolle (Not. Prot. 1830/186, 21-9-1720, <strong>Rotterdam</strong>),<br />
maar in de 'Ligger der personen, aanbedeeld in de Commercie Compagnie' komt zijn naam<br />
niet voor.<br />
4) M/V/fife/Zwfy. De voor de Commercie Compagnie aldaar genoemde bedragen zijn toewijzingen,<br />
behalve de f 2.000,— van Witte Gevers. Volgens een procuratie in het Not. Archief te<br />
<strong>Rotterdam</strong> heeft hij een blanco procuratie doen passeren voor intekening in deze Maatschappij<br />
(Not. Prot. 2217/1098, 12-9-1720). In het Middelburgse register komt hij echter niet voor.<br />
W. S. Unger, Het Archief der Middelburgse Commercie Compagnie. Den Haag 1951, nr. 1581.<br />
N.B. De gegevens, vermeld onder Utrecht, Den Haag, Middelburg en Zwolle, zijn ontleend<br />
aan lijsten van intekenaars in de Maatschappijen in die plaatsen, die nog in de archieven aldaar<br />
aanwezig zijn. Voor Utrecht is dit een copie van de toewijzing, die zich bevindt in de bijlagen<br />
van de Resolutien van de Staten van Utrecht van 1720: Archief Staten van Utrecht, nr. 234-39.<br />
Gouda en Hoorn zijn in dit overzicht betrokken, omdat voor de in die steden opgerichte<br />
Maatschappijen in <strong>Rotterdam</strong> grote belangstelling bestond. Van de intekeningen in andere<br />
Maatschappijen heb ik een apart overzicht gemaakt: bijlage 5.<br />
a. iVocwrfl//e.s VÖ/I /to/terdoT/ise re#e/j/ew /o/<br />
da/i d/e /e /to/ferdd/n e/i de I/I o/y/a^e<br />
Vlaardingen: 4 Weesp: 1<br />
Maassluis: 6 Harlingen: 4<br />
Hamburg: 2 Gelderland: 2<br />
Dordrecht: 2 Enkhuizen: 2<br />
Delft: 3 Alkmaar: 2<br />
6. Proc«ra//ej<br />
va/z ac//es />z<br />
Delft:<br />
Utrecht:<br />
Gouda:<br />
Vlaardingen<br />
21<br />
26<br />
233<br />
ow/Ve/z<br />
Maassluis:<br />
Dordrecht:<br />
Den Haag:<br />
w<br />
Leiden: 3<br />
(niet opgericht)<br />
Amsterdam: 1<br />
(niet opgericht)<br />
Hoorn: 4<br />
Monnikendam: 1<br />
Enkhuizen: 2<br />
door itotferdd/we re,?e/z/e/z o/w<br />
worden o/j^er/c/rf /« /e /e£e«e«, /e /rö/w/?or/ere/7 e//<br />
on/vonden, «aar e/£e« fazzc/rfen: 5.<br />
Deze procuraties zijn ontleend aan het <strong>Rotterdam</strong>se Notarieel Archief.<br />
Het is waarschijnlijk, dat deze actionisten in andere steden ook procuraties<br />
hebben verstrekt.<br />
255
De handel in acties van f 5.000,— van de Maatschappij van Assurantie, juni 1720-juli 1721,<br />
en achter de streep de handel in de subscription van f 1.000,— van de Maatschappij van<br />
Assurantie, oktober 1720- juni 1721. In deze laatste tabel zijn de zg. geconverteerde acties,<br />
waarbij uit vijf subscription van f 1.000,— één oude actie van f 1.000,— werd gemaakt, verwerkt<br />
alsof niet geconverteerd was. Elk getal duidt dus op een navenant aantal subscriptiën.<br />
g = gekocht, v = verkocht.<br />
*) Hierbij staat in het transportboek vermeld: 'betaalt met seshondert guldens'.<br />
juni juli aug. sept. okt. nov. dec. jan. febr. mrt.<br />
v g v g v g v g v g v g v g v g v g v<br />
S. v. Beeftingh - 3 4 3 6 1 - 4 4 1 - - - - 1 - - - 5<br />
S. Beyer - _ _ _ _ _ i o - - - - - - - - - - - -<br />
J.v. Belle - _ _ _ 3 1 4 2 1 - - - - - - - - - -<br />
Josua v. Belle - _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />
Arn. v. d. Berch - 95 13--4-5<br />
E.v.Berckel 5 3 3 9 - 2 2 2 4 - - - - 1 - - - -<br />
J. v. Berckel - _ _ _ 3 _ _ _ _ _ - _ _ _ _ - - _ _<br />
C. Boey - _ _ _ _ _ _ i _ _ 3 _ _ - _ - - - _<br />
Adr. Boon - 1 - 9 4 3 4 - 7 3 - - 2 - - - - - -<br />
Chr. Boonen - - — 1 1 - - 1 _ _ _ _ _ 1 2 - - — -<br />
J. Brandwijk v. BI. - - - - - 1 - 1 - - - - - - - - - - -<br />
Adr. Brouwer - _ 5 _ 3 _ _ 7 _ 2 - - - 3 - - - - -<br />
Chr. Casteleyn 3 9 _ _ _ 1 _ 3 4 _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />
Ph. J. v. Cloon - 23 13 10 2 4 1 1 2 - - - - - 4 4 2 4<br />
W. Commenicq - _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />
Joh. Cordelois - - 2 2 3 - 2 1 - - - - - - - - - - -<br />
A. Deynoot - _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />
Fr. Denick - _ _ _ _ i _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />
Hugo Dubois - _ _ _ _ _ 4 _ 5 _ - _ _ - - - - - -<br />
I. Elsevier - 34 22 10 2 3 7 1 0 - 3 2 4 1 8 - - - -<br />
J. de Frens - _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ - _ - - - -<br />
J. Gerst - 3 1 - - - - 3 2 2 - - - - - - - - -<br />
P. Gevers - - 4 5 1 2 1 4 5 - - - - - - - - - -<br />
W. Gevers - 4 - - 2 - 1 - 1 - - - - - - - - - -<br />
H. Grimes - _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />
M. Groeninx - ___22-------l-----<br />
H. Haasbroek - 4 12 1 3 1 3 2 - - - 3 1 - - - - - -<br />
H. v. Hees - _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />
G. Hennequin - _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ - - - -<br />
J. v. Hersele - 5 - 1 2 - - 1 - - - - - - - - - - -<br />
L. v. Hersele - _ _ _ _ _ _ _ i _ _ _ _ _ _ _ - - -<br />
P. Th. v. Hersele - 3 2 - 1 - - 4 - - - - - - - - - - -<br />
J. v. d. Hoeven - _ _ _ i _ _ _ 3 4 _ _ _ _ _ - - - -<br />
Ph. v. d. Hoeven - - 3 5 9 5 2 4 - 1 1 21-12<br />
W. v. Hogendorp - - 1 - 4 - 2 - 1 2 - - - - - - - - -<br />
I. v. Hoornbeek - _ _ _ _ _ 7 _ 3 _ _ _ _ _ _ - _ _ _<br />
256
apr. mei juni juli<br />
g v g v g v g v<br />
1 _ _ _ _<br />
_ _ 4 _ _<br />
- 8 - - -<br />
- 2 -<br />
2 - -<br />
4 2-<br />
- - 2<br />
okt. nov. dec. jan. febr. mrt. apr. cei juni<br />
g v g v g v g v g v g v g v g v g v<br />
1 0 - - - - - - - - 13 _ _ _ _ _ _ _ _<br />
_ _ _ _ _ _ _ _ _ 20*- - - - - - - -<br />
- 20 16<br />
- 20 -<br />
- 5<br />
- 5<br />
- 20<br />
- 5<br />
- 5<br />
10 -<br />
- 5<br />
--20 4 - - - - -<br />
10 - -<br />
20<br />
- 10<br />
- - 2<br />
10 - -<br />
- 2 -<br />
4 _ _ _ _ _ _<br />
_ _ _ _ _ _ 15<br />
_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 20- - - -<br />
10 6------ 1 - - - - - - - - -<br />
5 15 - 10<br />
- 1 5 - 5<br />
35- 1 0 - - - - - - -<br />
257
juni juli aug. sept. okt. nov. dec. jan. febr. mrt.<br />
v g v g v g v g v g v g v g v g v g v<br />
C. de Jongh - - 7 - - - - - 3 - - - - - - - - - -<br />
C. de Jonge v. Ellemeet - 2 - - 2 - - - - - - - - - - - - - -<br />
L. v. Koopstad - - _ - - - - - _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />
S. v. d. Lanen - - - - - _ _ - _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />
C. Lormier - 13 7 4 7 - 1 3 1<br />
J, v. Meel 4 2 8 4 2 4 2 - - 2 - - - - - - 2 - -<br />
J. de Mey - _ 6 - - - - - 3 - - - - - - - - - -<br />
P. deMey - - - 3 6 4 - 3 1 - - 1 - - - - - - -<br />
Th. F. de Mey - - - 4 - - - _ - - _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />
G. Meyners - _ - _ 2 - - - 2 - - - - - - - - - -<br />
J. v. Mierop - - 7 1 - 1 2 2 - - 2 - 1 - - 1 - - -<br />
N. Montauban - - _ _ i _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />
J. de Neyn - - - - 1 21 _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />
D. Noorthey - - - - - 2 - 6 4 2 - - - - - - - - -<br />
I. Ie Petit - 2 10 - - 2 1 - 4 2 - -<br />
Adr. Prins - 2 - — 1 - - - 1 _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />
G. de Raet - - 6 - - - - - - - 4 - - - - - - - -<br />
J. Ravesteyn - _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />
P. de Ridder - 229 13 14 8 9 1110 12- 4 - 2 - - - - -<br />
G. Roos - 3 6 2 7 2 - 2 1 8 9 - - 1 - - - - 5<br />
A. Roosmale - 1 1 — 8 — — — — 4 2 — — - - - — — —<br />
D. Roosmale - - - - - - - _ - _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />
H. Rosevelt - - - - 1 - 2 2 4 2 - - - 1 - 2 - - -<br />
P. Scheffens - _ - - - _ - - - _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />
J. D. Schenkenberg - 1 - 4 4 - - 3 2 3 2 - - - - - - - -<br />
W. Schepers - - 2 - 2 - 1 1 2 - - - - - - - - - -<br />
I. v. Schinne - 1 1 2 1 2 1 1 - - - - - - - - - - -<br />
P. v. Schoonhoven - 2 - - - - - - - - - - - - - - - - -<br />
G. Senserf - _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />
J. Senserf - 27 37 4 6 15 9 8 32 2 - - - - - - 1 26 1<br />
C. v. Son - - - - - 2 - 1 - - - - - - - - - - -<br />
H. v. d. Staal - - 4 _ _ - - _ 5 - _ _ _ _ - _ _ _ _<br />
J. Steenlack - 4 4 7 3 4 - 8 - 2 - - - - - - - - -<br />
G. v. Teylingen - - 4 - _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />
Th. v. Teylingen - - - - 1 1 - 1 - 1 - 2 - - 1 - - - -<br />
J. Timmers - 9 11 17 19 14 12 13 3 6 3 - - - - - - - -<br />
H. Vingerhoet - - - 3 2 1 1 - - 1 - - - 1 2 - 1 - -<br />
M. Vlaardingerwoud - - — — - 2 — — — — — - — - — — — —-<br />
C. J. Vrolijk - - - _ _ - - - - _ - - _ _ _ _ _ _ _<br />
J. J. Witheyn - 2 10 3 6 - 4 2 4 - - - - - - - - - -<br />
J. IJsbrans - - 4 4 2 - 5 3 - - - - - - 1 - - - -<br />
A. v. Zuylen v. N. - - 3 1 6 6 - 8 9 - - - - - 2 - - - -<br />
H. v. Zuylen v. N. - 7 10 4 3 1 2 4 6 1 1 1 - 3 1 - - - -<br />
258
apr. mei juni juli<br />
g v g v g v g v<br />
- - 2 -<br />
okt. nov. dec. jan. febr. mrt. apr. mei juni<br />
g v g v g v g v g v g v g v g v g v<br />
_ 20 - - - - - - - - - - - - - - - -<br />
_ 2 0 - - - - - - - - - - - - - - - -<br />
- 15 - - - - - - - - - - - - - - - -<br />
_ _ _ 1 0 - _ - - 3 - 2 - - - - - - -<br />
- 20<br />
- 15<br />
15 40 5<br />
- 4 -<br />
30<br />
4 _ _ _ _ _ _ _ _<br />
- 1 -<br />
5 - -<br />
9 - 2 - - - - - 49 41 _ - - - _ _ 14 - 14 -<br />
- 3 - 1<br />
- 20 - -<br />
- 8 - -<br />
1 _ 1 _ _ _ _ _ _ -<br />
_ _ _ _ _ 1<br />
_ _ _ 6 - - - -<br />
3 - -<br />
- - 5<br />
15 - -<br />
- 30 -<br />
2 - -<br />
10 - -<br />
_ _ _ _ 3 _ _ 5 _ _ _ _ _ _<br />
3 - - 3<br />
- - - 2<br />
_ _ _ _ _ 2 - -<br />
4 _ _ _ _ _ _ _ _<br />
______ 12 -<br />
_ 20 - - - -<br />
_ 4 _ _ _ _ _<br />
8 3 35 30 57 2<br />
- 5 - - - -<br />
_ _ _ 4 _ _<br />
_ 1 2 _ 3 - - - - - - -<br />
-_ 1_ O_ - -1 -_ 3_3 - - -<br />
15 - 10 - - - - - 10<br />
3 - - - - - -<br />
259
vo/i ee/i procttraf/e, zoa/y J/e I/I die /zo/ariiér/e arc/wevew va/i 7720<br />
e/i 772/ voorAromew.<br />
Op huyden den lOen September 1720, compareerde voor mij Gommer<br />
van Bortel, notaris publyk binnen <strong>Rotterdam</strong>, de Heer en Mr. Johan<br />
Timmers, Secretaris dezer Stad ende verklaarde te constitueren en magtig<br />
te maken Sr. Pieter Smith, makelaar binnen Utregt, om in de Compagnie<br />
binnen de provincie van Utregt met consent van de Ed. Mog.<br />
Heren Staten van dezelve provincie opgeregt ofte nog op te regten op de<br />
name en voor rekeninge van hem Heer Constituant in te schrijven of in<br />
te tekenen soodanige sommen van penningen als de geconstitueerde zal<br />
te rade werden, de gereede bijlage te doen, en voorts ten eynde dezelve<br />
inschrijvinge effect (te doen) hebben alles te doen, wat hij Heer constituant<br />
zelfs present zijnde zoude konnen doen, belovende 't verrichte van<br />
waarde te houden onder verband als na regten. Gedaan te <strong>Rotterdam</strong><br />
present Mattheus Sonmans en Jan Douyere als getuigen,<br />
w.g. Johan Timmers<br />
260<br />
J. Douyere<br />
Mattheus Sonmans<br />
Gommer van Bortel.<br />
(NA, inv. nr. 1521, fol. 378.) (G.A.R.)
w Je «o/ar/ë/e orc/z/eve/z va/z 7720<br />
e/z 7727 voor^o/ne/z.<br />
Op heden den 4e January 1721 heb ik Johan Obreen, notaris pub<br />
binnen <strong>Rotterdam</strong>, ten verzoeke van den Heer Gerard van der Wolf,,<br />
woonachtig alhier, houder van het na te noemen contract, mij vervoegt<br />
ten huize en aan den persoon van den Heer Mr. Adriaan Boon, Heer van<br />
Steenhuizen, out-schepen dezer Stad, ende den zelven geinsinueert en<br />
aangezegt, dat hij Heer geinsinueerde ingevolge van de aanzegging hem<br />
door den Makelaar Brethouwer op den 28e December laatstleden gedaan,<br />
alsnog aanstons ofte wel binnen zekeren korten tijt door zijn Ed.<br />
te expresseren, zal gelieven te ontvangen transport van zood. een actie<br />
van vijfduisent guldens Capitaal in de Assurantie Comp. dezer Stad <strong>Rotterdam</strong><br />
ten prijze van dertig percento, als hij Heer geinsinueerde heeft<br />
aangenomen ende tot pmo. January zig verbonden te ontvangen, en<br />
waarvoor bij zijn Ed. een Premie van Een hondert en vijftig gulden is genoten,<br />
breeder vermogens der originelen contracten daarvan zijnde in<br />
dato den 21 Juli 1720, luidende ten behoeve van den Heer Jonas van<br />
Asperen, die het zelve heeft geassigneert aan den Heer Theodorus Fries,<br />
welke laatst genoemde het meergenoemde contract in blanco heeft getekent,<br />
't welk ik den Heer geinsinueerden hebbe getoont: met aanzegginge,<br />
dat hij nevens het ontvangen der voorsz. actie, de beloofde kooppenningen<br />
zal gelieven te voldoen en betalen als naar style: Ende in cas<br />
van weigeringe of dilai heb ik Notaris in den name als boven jegens den<br />
Heer geinsinueerde wel expresselijk geprotesteert van alle kosten, schaden<br />
en intresten daar door alrede gedaan en na deze nog te doen en<br />
lijden, om die te verhalen als naar behooren, waarop de voorsz. Heer<br />
Boon tot antwoordt gaf, dat hij den Heer van der Wolf dezen middag<br />
gesproken had ende zig daartoe refereerde.<br />
Gedaan en geprotesteert binnen <strong>Rotterdam</strong> in 't bijzijn van Willem<br />
Obreen en Jeremias Reinaud als getuigen,<br />
w.g. W. Obreen Joh. Obreen<br />
J. Reinaud<br />
(NA, inv. nr. 2011, fol. 14 (G.A.R.)).<br />
70<br />
i/mmwi van Zwy/e/i VÖ« TVyeve/f c.s. e/i 7toZ>e/7 de<br />
Wij onderschr. ter eenre zijde ende de Heer Robert de Vlieger koopman<br />
tot Londen (ten desen aansien verkiesende domicilium citandi et<br />
executandi ten huyse van mejuffr. de Wed. Dionis Verburgh en Hendrik<br />
van Meel, koopluiden alhier) ter andere zijde, verklaren met den andre te<br />
hebben gecontracteerd, dat indien de actiën in de Compagnie of Maatschappij<br />
van Assurantie binnen dese Stad binnen dit lopende jaar en<br />
oversulx voor den Ie Januari 1721, alhier ten beurse komen te rijsen tot<br />
één hondert en vijftig percento avans, en tot die prijs contant op ordinaire<br />
261
conditien courant werden verkogt, dat in dien gevalle yder van ons<br />
ondergeschr.<br />
aan den voorn. Heer Robert de Vlieger den 2e Januari 1721 sal opleggen<br />
en betalen gelijk wij aannemen bij desen, zoodanige somma als<br />
hieronder bij yders naamteikening is uytgedrukt;<br />
dat integendeel zoo wanneer de gemelde actiën binnen de voors. tijt<br />
niet tot de gemelde cours kwame te rijsen nogte courant als boven vercogt<br />
werden, dat de Heer Robert de Vlieger dan op den 2e Januari 1721<br />
aan yder van de voorsz., George Roeters Jan van Meekeren, Herman van<br />
Zuylen van Nyevelt, Adriaan de Graeff & Dirk Brethouwer zooals ik bij<br />
dese ben aannemende sal opleggen betalen sodanige somme als hier<br />
onder bij ieders naamteikening is uytgedrukt.<br />
Ende dat bij aldien over den inhoud deses eenige questien off verschillen<br />
mochte komen te ontstaan, daarover geen proces sal mogen werden<br />
gemoveerd, maar dat wij deselve zullen moeten submitteren en verblijven<br />
onder afstand van relieff en reductie en overgifte van willige condemnatie,<br />
aan de arbitragie en uitspraak van twee neutrale personen, van<br />
wedersijde één te kiesen, om deselve questien off verschillen na regt, rede<br />
en billijkheyd aff te doen zooals zullen oordeelen te behooren, met magt<br />
om in cas van diffentie een derde tot superarbiter te kiesen.<br />
Beloven wij ondergeschr. ter goeder trouw elkander over en weder den<br />
kragte en effecte van hetgeene vorenstaat, en waar ider is gehouden, volkomen<br />
te zullen doen hebben en genieten, als verklarende desen contracte<br />
met geen ander intentie te hebben aangegaan, als tot versekering van<br />
onse gedane negotie in actiën, en geenszins als een wedding off wintnegotie,<br />
zullen de oversulx ons hiertegens niet behelpen met eenige placaten<br />
of wetten die deselve zouden mogen contraireren off verbieden als<br />
daarvan (voor zooveel desnoods zij) renuncierende bij dese. Verbindenen<br />
voor de nacominge en voldoeninge van 't geene voorenstaat over de<br />
weder onse persoonlijke goederen die stellende ten bedwange van aller<br />
regten en regteren.<br />
Aldus gedaan en geteikent binnen <strong>Rotterdam</strong> den 28e Augustus 1720;<br />
is getekent George Roeters voor één duysent gl., George Roeters voor<br />
Jan van Meekeren en de rato van hem caverende voor één duysent ge-<br />
Adriaan de Graeff voor twee duysent gl., één duysent gl. Herman van<br />
Zuylen van Nyevelt, Dirk Brethouwer voor één duysent gl., Robert de<br />
Vlieger. In cas de Heer Robert de Vlieger mogt uytlandig sijn, soo sulle,<br />
wij sijn persoon representeeren, de Wed. Dionys Verburgh en Hendrik<br />
van Meel.<br />
(NA, inv. nr. 2094, fol. 39-41 (G.A.R.))<br />
262