03.08.2013 Views

Artikel - Rotterdam

Artikel - Rotterdam

Artikel - Rotterdam

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

HET AANDEEL VAN DE ROTTERDAMSE<br />

REGENTEN IN DE ACTIE-HANDEL VAN 1720<br />

DOOR C. H. SLECHTE<br />

IN de economisch-historische literatuur, die zich bezig houdt<br />

met de problematiek van de achttiende eeuw, nemen studies<br />

en geschriften over de befaamde 'windhandel' van 1720 een<br />

grote plaats in. Evenals bij de beruchte tulpenhandel van 1636/7<br />

komt de stroom van publicaties al op gang, terwijl het fenomeen<br />

nog lang niet is uitgewoed. Nog in hetzelfde jaar verschijnt het<br />

'Groote Tafereel der Dwaasheid, Vertoonende de opkomst, voortgang<br />

en ondergang der Actie, Bubbel en Windnegotie, in Vrankrijk,<br />

Engeland, en de Nederlanden, gepleegt in den Jaare<br />

MDCCXX'; alle mogelijke en onmogelijke 'Spectators' geven hun<br />

mening, geïllustreerd met de hun bekende feiten over wat er ter<br />

beurze plaats vindt; in 1733 staat er in Hoogstratens 'Groot Algemeen,<br />

Historisch, Geographisch, Genealogisch en Oordeelkundig<br />

Woordenboek' een uitgebreid artikel over de actie-handel en deszelfs<br />

gevolgen; talloos zijn de pamfletten, schotschriften en gedichten,<br />

die nog lange tijd na de ineenzakking van de actie-handel<br />

worden verspreid.<br />

Deze en dergelijke geschriften beperken zich tot het schelden op<br />

de actionisten en op de stedelijke en 'provintiale' overheden, die<br />

zich van ingrijpen onthouden, ja zelfs in de meeste gevallen de oprichting<br />

der compagnieën bevorderen.<br />

Pas eind 19de eeuw zien we studies verschijnen, die pogen een<br />

verklaring te geven van het in 1720 gebeurde. Zo schrijft G. Vissering<br />

in zijn Gids-artikel van 1857 *) het totale verschijnsel van dit<br />

jaar toe aan een latente speculatiezucht, altijd aanwezig in elk volk<br />

en door de machinaties van John Law in Frankrijk en de directeuren<br />

van de South Sea Company in Engeland aangewakkerd.<br />

Daarnaast voert hij ook de 'ontsluiering van de geheimen van het<br />

openbaar crediet' als oorzaak aan. De gebeurtenissen van 1720<br />

vergelijkt hij met de tulpenmanie van 1636/7 en met de'spoorwegkoorts'<br />

van 1844.<br />

In het begin van de 20ste eeuw zien studies het licht, waarin de<br />

auteurs pogen voor '1720' juridische, technische en economische<br />

206


oorzaken en gevolgen aan te geven. Hierbij nemen meestal de gevolgen<br />

een grotere plaats in dan de oorzaken.<br />

E. J. J. van der Heyden noemt in zijn Amsterdamse dissertatie *)<br />

van 1908 'de volle ontsluiering der Naamloze Vennootschapsidee'<br />

als voornaamste oorzaak in plaats van de ontsluiering van de<br />

geheimen van het openbaar financiewezen. Immers speculatieve<br />

handel in acties (aandelen) werd sedert de oprichting der Verenigde<br />

Oost-Indische Compagnie in 1602 gedreven en zolang als<br />

deze handel bestond poogde de overheid ertegen op te treden door<br />

middel van plakkaten. Echter zonder succes.<br />

Neen, aldus Van der Heyden, het is de plotselinge opkomst van<br />

de privaatrechtelijke actie-compagnie (in tegenstelling tot de bestaande<br />

Oost- en West-Indische Compagnieën, die een duidelijk<br />

publiekrechtelijk karakter hadden) die tot de speculatie-uitbarsting<br />

heeft geleid.<br />

Natuurlijk hebben ook de in en na 1720 optredende actie-compagnieën<br />

sterke bindingen met de respectieve stedelijke overheden,<br />

maar deze bindingen beperken zich tot het 'beschermen' of te wel<br />

zich mengen in de bedrijfsvoering door deze overheden en passen<br />

geheel in de tijd.<br />

Taken zoals de Oost-Indische en de West-Indische Compagnieën<br />

die hadden (kolonisatie, beveiliging en bestuur der koloniën,<br />

kortom het bevorderen van het welzijn van de staat), ontbreken bij<br />

de nieuwe compagnieën geheel. Zij vertonen het beeld van de<br />

moderne naamloze vennootschap, met een van te voren vastgesteld<br />

kapitaal als aansprakelijkheidsgrens van de deelnemers, persoonlijk<br />

niet aansprakelijke directeuren, algemene vergaderingen,<br />

jaarlijkse rekening en verantwoording en dividendvaststelling,<br />

kortom, geheel gericht op winst en welzijn van degenen, die er hun<br />

geld in hebben gestoken.<br />

Natuurlijk ontkent Van der Heyden niet, dat er sprake is geweest<br />

van dolle actie-handel, veelal door de uiterst wankele economische<br />

basis van de meeste compagnieën gestimuleerd, maar hij<br />

meent toch, dat de actie-compagnieën, en met name die van <strong>Rotterdam</strong><br />

en Middelburg, niet zuiver en alleen zijn opgericht om speculatie<br />

in acties mogelijk te maken. Het is volgens hem dus, zoals<br />

gezegd, veeleer de 'emancipatie van de Naamloze Vennootschapsgedachte',<br />

die tot de gebeurtenissen van 1720 heeft geleid dan de


latent aanwezige en in navolging van andere landen tot een uitbarsting<br />

gekomen speculatiedrift, die Vissering als voornaamste<br />

schuldige aanwijst.<br />

Een met die van Van der Heyden corresponderende mening<br />

over de actie-handel treffen we aan in het werk van M. F. J.<br />

Smith 3), wiens boek voornamelijk de beurstechnische aspecten<br />

van de effectenhandel in het algemeen behandelt en waarin natuurlijk<br />

'1720' een belangrijke rol speelt.<br />

Geheel aan de gebeurtenissen van 1720 is gewijd het Amsterdamse<br />

proefschrift van F. Ph. Groeneveld *), 'De Economische<br />

Crisis in het jaar 1720'. Evenals Van der Heyden ziet Groeneveld<br />

het jaar 1720 als een beslissend moment in de ontwikkeling van de<br />

organisatievorm, zoals die sinds het begin van de 17de eeuw zichtbaar<br />

was.<br />

Daar de in 1720 opgerichte bedrijven het in deze nieuwe vorm<br />

niet konden bolwerken, heeft het tot het midden der 19de eeuw<br />

geduurd, voordat we de 'N.V.'s a la 1720' zien functioneren. Groeneveld<br />

plaatst deze ontwikkeling echter in een economisch in plaats<br />

van in een, zoals Van der Heyden, juridisch of, zoals Smith, beurstechnisch<br />

kader.<br />

Dat de doorbraak van het vennootschapswezen juist in het begin<br />

der 18de eeuw plaats had, verklaart Groeneveld uit de accumulatie<br />

van kapitaal waarvoor men onvoldoende beleggingsmogelijkheden<br />

had. Voor het grootste deel der potentiële beleggers<br />

was er weinig andere keus dan overheidspapieren of<br />

speculatie in acties en loterij briefjes. De veel gesmade kapitaalexport<br />

was uitsluitend voor een kleine groep van zeer rijken weggelegd.<br />

Doordat in 1720 een op zich gezonde lust tot beleggen ontaardde<br />

in een tot een catastrofe gedoemde speculatiekoorts, heeft het<br />

tot het midden der 19de eeuw geduurd alvorens de in 1720 zichtbare<br />

ontwikkeling haar loop kon vervolgen. Voor de stagnatie van<br />

de economische groei stelt hij dus de gebeurtenissen van 1720 wel<br />

medeverantwoordelijk.<br />

Joh. de Vries, die in zijn dissertatie van 1959 over de Economische<br />

achteruitgang van de Republiek in de 18de eeuw *), ook aandacht<br />

aan de crisis van 1720 schenkt, onderschrijft de door Groe-<br />

208


neveld aangegeven economische achtergronden. Hij voegt echter<br />

nog iets toe.<br />

De aanwezige kapitaalrijkdom heeft de ontwikkeling van de<br />

acf/e-compagnie «/>/ gestimuleerd, omdat voor de bestaande en<br />

verdere ontwikkeling in de 18de eeuw de bestaande ondernemingsvormen<br />

voldeden. De hoofdoorzaak blijft voor hem de speculatiezucht.<br />

W. H. Berghuis heeft in zijn onderzoek naar het ontstaan en de<br />

ontwikkeling van de Nederlandse beleggingsfondsen •), aan de<br />

gebeurtenissen van 1720 weinig aandacht besteed. Hij vindt geen<br />

aanwijzingen voor de stelling, dat in 1720, ondanks de grote hoeveelheid<br />

actie-compagnieën, een wezenlijke poging tot oprichting<br />

van een beleggings/om/s, dus een instelling, die zich uitsluitend of<br />

nagenoeg geheel op het beleggen in effecten richt, gedaan is. Als<br />

mogelijke oorzaak voor het feit, dat deze toen aanwezige kans niet<br />

benut is, voert hij aan, dat de meeste compagnieën zeer kort hebben<br />

bestaan. Een poging tot verklaring van '1720' doet hij niet.<br />

Ter afsluiting van dit overzicht, de door P. W. Klein in zijn oratie<br />

in 1967') geuite opvatting, dat de speculatie in 1720 niet op<br />

zichzelf staat, maar lange tijd voor en na dat jaar een regelmatig<br />

voorkomend verschijnsel was, dat weinig invloed heeft gehad op<br />

de uitkomsten van het economisch proces. Dat speculatieve aanwending<br />

van het kapitaal, zoals b.v. in 1720, de door velen veronderstelde<br />

desastreuze invloed op de economische groei heeft gehad,<br />

meent hij sterk te moeten betwijfelen, ook al bij gebrek aan<br />

kwantitatief bewijsmateriaal aan de zijde van hen, die het kapitaal<br />

hiervoor veroordelen.<br />

Het is het verschaffen van dergelijk bewijsmateriaal, zij het in<br />

zeer bescheiden mate, dat dit onderzoek beoogt. Tot heden toe<br />

heeft men vooral in theoretische zin over 1720 geschreven. Uit het<br />

bovenstaande literatuuroverzicht blijkt dat duidelijk.<br />

Hiervoor zijn, behalve het feit, dat de belangstelling voor kwantitatief<br />

onderzoek nog betrekkelijk jong is, vooral practische redenen<br />

aan te voeren.<br />

Wil men deze problematiek kwantitatief benaderen, dan moet<br />

men beschikken over een 'populatie', dat wil zeggen een groep<br />

actionisten, wier positie en handelingen representatief zijn voor<br />

het geheel. Zo'n groep is wel te vinden, want er zijn nog enkele in-<br />

209


tekenregisters, copieën van intekenregisters en zelfs een verzameling<br />

intekenbiljetten, bewaard gebleven. Vooral deze laatste verzameling,<br />

die in het Haagse Gemeentearchief berust ®), zou een<br />

schitterend uitgangspunt vormen voor een kwantitatief onderzoek.<br />

Men heeft dan een zeer grote en unieke groep potentiële actionisten<br />

uit alle rangen en standen en zelfs uit verschillende steden, bij<br />

elkaar, terwijl de ballotage-commissie zijn werk nog niet heeft gedaan.<br />

Een dergelijk onderzoek zou tot zeer boeiende resultaten<br />

kunnen leiden. Men zou kunnen onderzoeken voor hoeveel een<br />

ieder wilde intekenen, maar helaas niet hoeveel een ieder werd toegewezen,<br />

omdat het definitieve register, (zo dit ooit bestaan heeft)<br />

er niet meer is.<br />

Maar ook zonder de definitieve toewijzingen zou er veel wetenswaardigs<br />

te voorschijn gebracht kunnen worden. Alleen al de<br />

sociale samenstelling van de groep, het aantal inschrijvingen uit de<br />

diverse steden, de mate waarin elk der intekenaars handel dreef in<br />

acties, de mate waarin men in compagnieën in andere steden inschreef<br />

en nog veel meer.<br />

Helaas, de man, die een dergelijk onderzoek zou willen aanpakken,<br />

zou de eerste decennia elk ander werk moeten laten rusten<br />

en zoveel voorbereidend werk moeten doen (o.a. het klapperen<br />

van diverse notariële archieven op het onderwerp actiehandel),<br />

dat hem de lust zou vergaan. Hij moet in staat zijn van al deze vele<br />

honderden lieden (waaronder zeer obscure personen) de financiële<br />

en maatschappelijke achtergronden na te gaan. Hij moet in<br />

andere steden, waar actie-compagnieën zijn opgericht, notariële<br />

archieven, die in vele gevallen ook nog niet of onvolledig zijn geklapperd,<br />

doorwerken en trachten uit te vinden in hoeverre elk der<br />

actionisten daar actief is geweest. En zo zou ik door kunnen gaan.<br />

Wel doenlijk is een kwantitatief onderzoek, als men uitgaat van<br />

een intekenregister, waarin de uitverkorenen met de hun toegewezen<br />

bedragen zijn ondergebracht. Dan is de groep te overzien<br />

qua getal (enkele honderden) en qua samenstelling.<br />

Anderzijds zijn enkele aantrekkelijke elementen eruit: de door<br />

ieder gewenste bedragen en de groep, die door de directeuren of<br />

andere balloteurs, niet in staat werd geacht welk bedrag dan ook<br />

op tafel te leggen, maar die vermoedelijk verder in de straat- en<br />

koffiehuis-handel in acties wel een rol heeft gespeeld.<br />

Wil men in de activiteiten van de uitverkorenen een goed inzicht<br />

210


krijgen, dan gelden weer alle hierboven genoemde voorwaarden,<br />

maar men heeft meer kansen: de achtergronden van deze mensen<br />

zijn in het algemeen gemakkelijker te achterhalen en men kan hen<br />

vermoedelijk wel terugvinden in enkele der nog bestaande registers.<br />

Komen zij daarin niet voor, dan hebben zij in de meeste gevallen<br />

ook niet gepoogd er in te tekenen. Toch vergt ook een dergelijk<br />

onderzoek vele jaren en de resultaten een zeer uitgebreide<br />

publicatie van tabellen en grafieken.<br />

In aansluiting op mijn bijdrage in het Jaarboekje^) van 1970,<br />

waarin ik de geschiedenis van zo'n actie-compagnie heb beschreven,<br />

wil ik in dit artikel op zeer bescheiden schaal enig kwantitatief<br />

materiaal over de actie-handel bijeen brengen.<br />

Zoals na het bovenstaande duidelijk zal zijn, heb ik me niet kunnen<br />

baseren op de Haagse intekenbriefjes en ook niet op het geheel<br />

der beide volledig bewaard gebleven <strong>Rotterdam</strong>se intekenregisters<br />

I»).<br />

Mijn 'populatie' heb ik gehaald uit de <strong>Rotterdam</strong>se regenten,<br />

die in 1720 zitting hebben en uit hen, die voor of na dat jaar één<br />

der hoge stedelijke functies bekleed hebben: burgemeesters, leden<br />

van de Vroedschap, schepenen, pensionarissen en secretarissen.<br />

Natuurlijk is deze selectie betrekkelijk willekeurig, omdat en<br />

dit geldt met name voor de schepenen, nu tot de regentengi oep ook<br />

figuren gerekend worden, die in 1720 geen deel uitmaken van de<br />

regentenstand en pas in b.v. 1740 een paar jaar schepen worden.<br />

Deze stand was niet geheel gesloten en zodoende was het mogelijk,<br />

dat bepaalde figuren wel eens een bepaald ambt kregen 'toegeworpen'.<br />

Vooral het schepenambt, dat niet tot de 'beleidmakende'<br />

ambten behoorde, werd hiervoor gebruikt. Deze situatie is te vergelijken<br />

met die in het Romeinse rijk, waar de patriciërs met hun<br />

'clientes' hetzelfde deden. Een zekere selectie was echter nodig en<br />

omdat het schepenambt toch tot de aanzienlijkste openbare ambten<br />

behoorde, heb ik hen wel tot de 'topregenten' gerekend, waardoor<br />

dus, zoals gezegd, zich wel enkele lieden in mijn populatie bevinden,<br />

die er strikt genomen niet in thuis horen. Het zijn er echter<br />

niet veel.<br />

Representatief voor het geheel der actionisten in de Republiek is<br />

deze groep natuurlijk niet, maar wel biedt de keuze ervan verschillende<br />

practische en wetenschappelijke voordelen. Zo is het belang-<br />

211


ijk, dat het bepalen van de identiteit van de betrokkenen geen of<br />

weinig moeilijkheden oplevert. Minstens even belangrijk is, dat<br />

hun inteken-activiteiten beter zijn na te gaan, ook in compagnieën<br />

waarvan geen intekenregisters meer bestaan, dan van de overige<br />

actionisten. Zij immers hebben voor hun intekeningen, vooral in<br />

ver van <strong>Rotterdam</strong> opgerichte compagnieën, meer gebruik gemaakt<br />

van derden of 'gemachtigden' dan de kleinere kooplieden,<br />

en de opdrachten aan deze derden zijn meestal bij notariële acte<br />

vastgelegd. Behalve naar 's-Gravenhage, Delft, Vlaardingen en<br />

misschien Gouda en Dordrecht, zullen zij zich hoogst zelden persoonlijk<br />

naar andere steden begeven hebben, wat ook al weer<br />

blijkt uit de notariële protocollen, waarin de meesten van hen veelvuldig<br />

compareren.<br />

Voor hen geldt ook zeker, dat als zij de wens hebben kenbaar gemaakt<br />

ergens in te tekenen, hieraan meestal wel gevolg gegeven<br />

is. Men zal hun vanwege hun sociale en economische positie<br />

zelden geweigerd hebben. Hun vrijwel unanieme deelneming (wat<br />

betreft de zittende regenten unaniem) in de <strong>Rotterdam</strong>se Maatschappij,<br />

maakt het interessant hun activiteiten elders na te gaan.<br />

Een ander interessant facet is, dat waar men aan de actiehandel<br />

zulke desastreuze gevolgen voor veel deelnemers toeschrijft, het<br />

onthullend kan zijn na te gaan of deze groep actief heeft deelgenomen<br />

en hoe de afloop voor haar is geweest. Als onder de leden<br />

van deze groep het aantal bankroeten in de eerste jaren na 1720<br />

miniem is geweest, wil dit natuurlijk niet zeggen, dat dit bij andere<br />

groepen ook zo was, maar wel, dat de krachtigste groep (de regenten<br />

waren immers voor de grote meerderheid ook belangrijke kooplieden)<br />

en daarmee ook de 'economie' niet overdreven door de<br />

actiehandel aangetast en geremd is. Kort gezegd: de gevolgen<br />

voor deze regenten zijn mede-indicatief voor de weerslag, die de<br />

actie-handel heeft gehad op negatieve of positieve ontwikkelingen<br />

in de economie.<br />

Vrij goed is te analyseren het aandeel van deze regenten in de<br />

intekening en dus ook oprichting van de actie-compagnieën. De<br />

omvang van hun investeringen is, zij het niet in exacte cijfers, toch<br />

bij redelijke benadering vast te stellen. Moeilijker ligt het met hun<br />

aandeel in de handel, die in de acties gedreven werd en die mede<br />

het beeld van 1720 bepaalt. De grootste moeilijkheid is, dat veel<br />

van deze handel plaatsvond via contracten, die vaak onders-<br />

212


hands werden verkocht, en waarvan de volledige 'route' natuurlijk<br />

nooit meer te achterhalen is. Behalve wat incidentele copieën is<br />

van deze contracten niets bewaard gebleven. Dit zou de gang van<br />

de acties onnaspeurbaar maken, ware het niet, dat er in 1720 geen<br />

actie-bewijzen bestonden ") en de overgang in andere handen van<br />

een actie steeds geregistreerd moest worden. Dit gebeurde in de<br />

z.g. transportboeken **), waarin van elke transactie een acte werd<br />

opgemaakt, getekend door koper en verkoper.<br />

Dankzij deze transportboeken, die van de <strong>Rotterdam</strong>se Maatschappij<br />

bewaard zijn gebleven, kunnen we (weer bij benadering)<br />

de mate waarin de regenten aan de <strong>Rotterdam</strong>se actie-handel deelnamen,<br />

analyseren. Alleen natuurlijk voor zover het de handel in<br />

de <strong>Rotterdam</strong>se acties betrof.<br />

Ook van de handel in de acties van de andere compagnieën is<br />

een zekere neerslag te vinden, omdat ook hierbij veel van derden<br />

gebruik werd gemaakt, die, weer bij notariële acte, gemachtigd<br />

werden. Aangezien in deze z.g. procuraties vaak de exacte gegevens,<br />

dus aantallen, bedragen, namen van kopers en data van<br />

overdracht, niet vermeld worden, vormen zij geen erg bruikbare<br />

bron, zeker niet voor deze betrekkelijk beperkte groep. Voor een<br />

vele malen grotere groep, zouden deze gegevens misschien wel tot<br />

bruikbare uitkomsten leiden.<br />

Exacter, maar om voor de hand liggende redenen even onbruikbaar,<br />

zijn de z.g. insinuaties, waarin de partijen elkaar via de notaris<br />

op het niet nakomen van verplichtingen wijzen. Aangezien de<br />

notaris ook als deurwaarder optrad en hiervan verslag deed in zijn<br />

protocollen, weten we in een aantal gevallen wie wat aan wie verkocht<br />

heeft en wie van beide partijen zijn verplichtingen niet is nagekomen.<br />

Voor de actieve handel zijn ook deze gegevens ontoereikend,<br />

omdat zij een (onmeetbaar) deel van het geheel vormen.<br />

Bruikbaar zijn ze natuurlijk wel om na te gaan, wie door zijn kopen<br />

of verkopen in moeilijkheden kwam en zijn verplichtingen niet<br />

wilde of kon nakomen. Kortom, ondanks bepaalde 'materiële'<br />

moeilijkheden komt uit de analyse van het aandeel van deze regenten<br />

in de actiehandel een beeld van deze handel en haar gevolgen,<br />

naar voren.<br />

Een kwantitatieve benadering, zoals hier bedoeld en waarin de<br />

boven al aangestipte begrippen als 'contract', 'transport', 'premie',<br />

213


'insinuatie' en 'procuratie', om de belangrijkste te noemen, een rol<br />

spelen, heeft een min of meer technische toelichting nodig.<br />

Het werk van M. F. J. Smith dat, hoewel in 1919 verschenen, op<br />

dit gebied nog steeds toonaangevend is, is voor de onderzoeker<br />

hierbij een noodzakelijk hulpmiddel. Zo kort mogelijk wil ik hier,<br />

aan de hand van dit boek, proberen de gang van zaken bij de 18de<br />

eeuwse effectenhandel en de daarbij gehanteerde terminologie, te<br />

schetsen ^).<br />

De simpelste vorm van kopen en verkopen was via een contract,<br />

waarbij werd bepaald, dat de actie(s) op de eerstvolgende datum,<br />

waarop de directeuren voor transporten zitting zouden houden, opgeleverd<br />

en betaald (of 'ontvangen') zou(den) moeten worden. In<br />

het heetst van de actie-handel was dit feitelijk elke dag. Een commissie<br />

van b.v. drie der directeuren, gesecondeerd door de boekhouder,<br />

zat dan klaar om elke transport-acte te tekenen.<br />

Op deze wijze van contracteren waren wel variaties mogelijk. Zo<br />

kon bepaald worden, dat de contracten (van koper en verkoper)<br />

'verwisseld' konden worden, d.w.z. men gaf elkaar de contracten<br />

terug en verrekende het verschil tussen de afgesproken prijs en de<br />

koers van de dag. Men kon ook het contract negeren en als de<br />

ander binnen een bepaalde tijd niet gereageerd had, was het contract,<br />

mits deze mogelijkheid erin opgenomen was, van geen enkele<br />

waarde meer. Om beide partijen zeker te stellen, werd een verjaringstermijn<br />

ingesteld.<br />

Meer gebruikt, en vooral ook meer op speculatie afgestemd, was<br />

het z.g. premie-contract, waarbij tegen een op de koers gebaseerde<br />

prijs en tegen een bij het opstellen van het contract door de koper<br />

contant betaalde premie, de verkoper op zich nam te leveren op<br />

het tijdstip, waarop de koper dit eiste. Natuurlijk zal de koper zijn<br />

acties dan opeisen op het moment, dat de koersen zijn gestegen en<br />

hij zelf goed kan verkopen of al verkocht heeft en leveren moet.<br />

Mochten de koersen dalen, dan is de koper slechts zijn premie<br />

kwijt, want dan eist hij de in het contract genoemde acties natuurlijk<br />

nooit op!<br />

Deze documenten waren vaak 'aan toonder', waardoor de handel<br />

werd vergemakkelijkt, maar het onderzoek ernaar in een latere<br />

periode bepaald niet. Een dergelijk contract kon immers dagelijks<br />

in andere handen overgaan zonder dat er werd opgeëist en dus<br />

zonder dat er werd getransporteerd.<br />

214


Om deze reden heb ik dan ook gesteld, dat de transportboeken<br />

voor ons doel, althans een deel ervan, nl. het nagaan van de intensiteit<br />

van de handel, niet geheel betrouwbaar zijn. Anderzijds is<br />

natuurlijk uit de frekwentie van de transporten per persoon wel<br />

een indruk van diens activiteiten te krijgen, vooral als men die<br />

frekwentie gaat vergelijken met die van anderen.<br />

De afwikkeling van deze transacties heeft vaak tot grote moeilijkheden<br />

geleid, omdat er geen algemeen geldende regels voor bestonden.<br />

Uit het grote aantal insinuaties in de notariële protocollen<br />

(waarvan er natuurlijk ook een aantal alleen bedoeld zijn om<br />

de koper erop te wijzen, dat de ontvangstdatum nadert of dat men<br />

so wie so wil ontvangen), blijkt dat duidelijk.<br />

De grote golf van insinuaties zien we aan het einde van december<br />

1720 en in het begin van januari 1721, als veel termijncontracten<br />

aflopen en de verkopers de kopers aanzeggen, dat ze moeten<br />

komen ontvangen. Nog tot eind 1721 pogen verkopers langs deze<br />

weg aan hun trekken te komen, meestal zonder succes.<br />

Enkele van deze insinuaties geven fraaie voorbeelden van de excessen,<br />

waarmee deze handel gepaard ging en waarvan ook de<br />

regenten zich niet altijd afzijdig hielden.<br />

Natuurlijk werden er ook contracten afgesloten, die enigszins<br />

van de beide hoofdvormen afweken, maar het is niet nodig hier op<br />

die variaties in te gaan.<br />

De actionisten, die in dit verhaal een rol spelen, behoren, zoals<br />

gezegd, tot diegenen (althans de meesten van hen), die niet zelf<br />

hun zaken behartigden, maar hiervoor gebruik maakten van tussenpersonen<br />

(makelaars, kooplieden uit de eigen stad of bekenden<br />

in een andere stad), aan wie procuratie of machtiging werd verleend,<br />

vastgelegd in een notariële acte. Dank zij het feit, dat deze<br />

procuraties via de notaris liepen, weten we, dat deze groep de<br />

meeste affaires in 1720 via derden afhandelde en weten we ook in<br />

hoeverre deze regenten belangstelling hadden voor de compagnieën<br />

in andere steden. Dit neemt niet weg, dat er onder deze<br />

groep enkelen waren, die zelf ook opdrachten kregen en uitvoerden;<br />

degenen, voor wie zij opdrachten uitvoerden behoorden tot<br />

de eigen groep of de eigen verwanten. Zelfs de handel in acties van<br />

de <strong>Rotterdam</strong>se Maatschappij lieten velen van hen aan gemachtigden<br />

over.<br />

215


(7/7 /Vi' (z/e 6/z. 206);<br />

216


217


218


219


De bedragen, waarvoor in de Maatschappij van Assurantie te<br />

<strong>Rotterdam</strong> door de regenten werd ingetekend, zijn niet zo imponerend<br />

als ze lijken. Weliswaar was het in het project voorgestelde<br />

kapitaal f 12.000.000,— en waren de maximale en minimale intekenbedragen<br />

f 50.000,— en f 5.000,—, het bedrag, dat reëel gestort<br />

moest worden, was slechts 5 % per actie, te betalen in maandelijkse<br />

termijnen van 1 %. Voor één actie betekende dit een storting<br />

van f 250,— en voor tien acties van f 2500,—, De laatste 1 %<br />

moest in december 1720 betaald worden. Slechts enkelen hebben<br />

zich aan deze verplichting onttrokken, waardoor hun acties aan de<br />

Maatschappij vervielen **).<br />

Van een geweldig kapitaal, dat hier in acties werd belegd, was<br />

dus geen sprake. Het te storten bedrag over de f 12.000.000,— bedroeg<br />

f 600.000,—, waarvan de aan de Maatschappij vervallen en<br />

door haar opgekochte acties nog moeten worden afgetrokken. Dit<br />

geldt ook voor de subscriptie, die de Maatschappij wegens het geweldige<br />

succes van de eerste inschrijving, in augustus van hetzelfde<br />

jaar hield. Het hiervoor vastgestelde bedrag van f 3.000.000,—<br />

werd zonder moeite volgetekend.<br />

Zelfs moesten, evenals bij de eerste inschrijving en bij alle inschrijvingen,<br />

die in den lande werden gehouden, lagere bedragen<br />

aan sommigen worden toegekend dan waarvoor zij geopteerd<br />

hadden, zoals uit de voorlopige intekenregisters van de subscriptie<br />

duidelijk blijkt, wanneer we de hierin vermelde bedragen vergelijken<br />

met die in het definitieve register *•).<br />

Voorin het eerste van deze voorlopige registers zijn 72 posten a<br />

f 20.000,— vrijgehouden, terwijl verder bijna iedereen voor dit bedrag<br />

inschrijft. In het definitieve register staan dan ook 72 porties<br />

van f 20.000,— (waarvan in twee gevallen vijf porties aan één persoon<br />

zijn toegewezen) met een aparte nummering op de eerste<br />

pagina's. Opvallend hierbij is, dat de zittende regenten en de (tot de<br />

regentengroep behorende) directeuren in de voorlopige registers<br />

niet voorkomen, maar allen voor f 20.000,— (enkelen zelfs voor<br />

f 40.000,—) in het definitieve register staan. Zij hebben dus kennelijk<br />

al van tevoren een portie toegewezen gekregen of zichzelf<br />

toegewezen. Dezelfde procedure werd, alleen op veel grotere<br />

schaal, ook bij de intekening in de Provinciale Utrechtse Geoctroyeerde<br />

Maatschappij gevolgd ").<br />

Bovendien maakte men van de oorspronkelijk vastgesteld mini-<br />

220


mum-intekening van f 5.000,— om meer mensen te kunnen plezieren,<br />

f 1.000,—. Het maximum-bedrag bleef f 20.000,—, al werd<br />

daar in enkele gevallen wel van afgeweken. Een uitzondering werd<br />

gemaakt voor de prinses van Oranje Nassau en voor de Engelse<br />

koopman Thomas Lombe, welke laatste een dergelijke uitzonderingspositie<br />

in de Utrechtse Compagnie ook ten deel viel. Zij kregen<br />

elk f 100.000,— subscription op hun naam.<br />

Door de opsplitsing van de acties in kleinere eenheden, werden<br />

ook bij deze inschrijving de per persoon geïnvesteerde bedragen<br />

kleiner. Per f 1.000,— moest 15 % gestort worden, welke storting<br />

mettertijd tot 80 % zou moeten oplopen. Voor het echter zover<br />

kwam 'sprong' de beurs en achtte men het zakelijk en moreel niet<br />

meer verantwoord de overige 65 % 'in te roepen' ").<br />

Na veel geharrewar, waarin directeuren, stedelijke overheid en<br />

actionisten elk als partij optraden en dat door G. van Rijn overtuigend<br />

is weergegeven ), werd besloten de subscriptie te converteren,<br />

waarbij elke vijf subscripties a f 1.000,— één 'oude actie' van<br />

f 1.000,— werd. Hierdoor ontdeed men zich van het grootste deel<br />

van de subscriptie, waardoor het kapitaal tot iets normalere proporties<br />

werd teruggebracht en (naar men hoopte) de koersen van<br />

de acties weer wat zouden stijgen.<br />

Het is hier niet de plaats om op deze financiële aspecten in te<br />

gaan. In ieder geval werden aan 2400 'oude acties' a f 5.000,— er<br />

600 a f 1.000,— toegevoegd.<br />

Hoe was nu de houding van de zittende regenten, toen in juni<br />

1720 de inschrijving werd geopend? Dat zij hun toestemming hadden<br />

gegeven betekende natuurlijk niet, dat zij ook automatisch<br />

van plan waren een flink deel van de inschrijving voor hun rekening<br />

te nemen.<br />

Uit de intekenregisters (van de eerste inschrijving zowel als van<br />

de subscriptie) blijkt echter, dat allen, die in <strong>Rotterdam</strong> in 1720<br />

op het kussen zaten, in beide emissies of althans in één van beide,<br />

inschreven.<br />

Een paar zaken vallen hierbij op: De leden van de vroedschap<br />

tekenen in juni allen voor het maximaal toegestane bedrag in en<br />

doen dit ook in de subscriptie in augustus, wanneer het maximumbedrag<br />

f 20.000,— is, terwijl sommigen dan uit hoofde van directeurschap<br />

of anderszins voor f40.000,— in kunnen schrijven en dit<br />

221


ook doen. De schepenen tekenen in juni niet in, behalve Isaac van<br />

Schinne die met zijn f 10.000,— tot de kleinere inschrijvers behoort.<br />

In augustus zijn ook de schepenen, zonder uitzondering, voor<br />

f 20.000,— van de partij. De pensionarissen vertonen ook geen<br />

homogeen beeld. Isaac van Hoornbeek, in hetzelfde jaar tot raadpensionaris<br />

benoemd, neemt aan beide inschrijvingen voor het<br />

maximum-bedrag deel, maar Cornells de Jonge van Ellemeet en<br />

Cornelis Boey tekenen alleen in de subscriptie in voor respectievelijk<br />

f 20.000,— en f 5.000,—. Bij dit laatste bedrag moet wel vermeld<br />

worden, dat Boey, evenals vele anderen, in de subscriptie<br />

voor f 20.000,— wilde intekenen, maar slechts f 5.000,— toegewezen<br />

kreeg. De secretarissen zijn weer maximale intekenaars.<br />

Herman van Zuylen van Nyevelt, die ook directeur is, komt in de<br />

subscriptie zelfs tweemaal voor, beide malen voor f 20.000,—. Bij<br />

de ene intekening staat 'als secretaris', bij de andere 'als directeur'.<br />

Een verklaring voor de onthouding van een deel der regenten bij<br />

de eerste inschrijving is moeilijk te geven. Financiële overwegingen<br />

kunnen nauwelijks een rol gespeeld hebben, als we kijken naar de<br />

bedragen, waarvoor de heren in de honderdste penning zijn aangeslagen<br />

en waaruit blijkt, dat het niet speciaal de hoogst aangeslagenen<br />

zijn, die voor het maximum bedrag intekenen en ook toegelaten<br />

worden (zie bijlage 2). Ook de grootte van de investering kan,<br />

zoals ik hierboven uiteengezet heb, niet erg afschrikkend gewerkt<br />

hebben. Voorzichtigheid, die bij het zien van de met de acties uit de<br />

eerste inschrijving gemaakte winsten werd overwonnen, zou een<br />

verklaring kunnen zijn, maar wordt door de verdere uitkomsten<br />

van het onderzoek niet bevestigd.<br />

Immers deze heren hadden in de actie-handel als zodanig, noch<br />

in de intekeningen in andere compagnieën een groot aandeel. Zelfs<br />

in de door <strong>Rotterdam</strong>mers gefrekwenteerde compagnieën als die<br />

te Den Haag en Utrecht, ontbraken de meesten van hen. Als we<br />

het aantal en de inhoud van de door hen verstrekte procuraties bekijken,<br />

blijkt ook daaruit, dat zij zich, behalve hun inschrijving in<br />

de subscriptie en in één of soms twee andere compagnieën, met de<br />

actie-handel niet overmatig hebben bemoeid.<br />

Bij de pensionaris Boey is er sprake van enige handel in acties<br />

van de Delftse Maatschappij (twee procuraties, elk twee door<br />

Boey verkochte acties betreffende) ").<br />

222


De schepen Johan Brandwijk van Blokland machtigt zijn broer<br />

in Dordrecht, zijn geboortestad, daar voor hem in te tekenen voor<br />

de drie acties a f 4.000,—, die hem daar zijn toegewezen ^).<br />

Leendert van Koopstad, eveneens schepen, machtigt zijn zoon<br />

om voor hem in Dordrecht in te schrijven •*).<br />

Van de schepen Hendrik Grimes zijn er twee procuraties: één om<br />

in Utrecht in te schrijven ^), en één om de drie hem daar toegewezen<br />

acties te transporteren ^).<br />

Evenals Grimes, zijn ook Van Koopstad en Brandwijk van Blokland<br />

in de Utrechtse Compagnie toegelaten voor f 3.000,— elk.<br />

De schepen Pieter Theodore van Hersele geeft een blanco machtiging<br />

om in de Provinciale Gelderse Maatschappij in te tekenen **)<br />

en heeft samen met enkele anderen een notaris naar Claudius Lormier<br />

gestuurd, die acties van hen heeft gekocht, maar in gebreke is<br />

gebleven deze te ontvangen ^).<br />

De procuraties van pensionaris Cornelis de Jonge van Ellemeet<br />

hebben betrekking op de subscriptie van de <strong>Rotterdam</strong>se Maatschappij<br />

26).<br />

Schepen Samuel van der Lanen machtigt een inwoner van<br />

Gouda voor hem het transport van vier acties in de compagnie aldaar<br />

te verzorgen ") en machtigt een <strong>Rotterdam</strong>s koopman transport<br />

van f 10.000,— subscripties in de <strong>Rotterdam</strong>se Maatschappij<br />

te verzorgen ^).<br />

De activiteiten van Dominicus Roosmale, ook een schepen, beperken<br />

zich tot de Utrechtse compagnie. Hij wordt gemachtigd<br />

daar voor een <strong>Rotterdam</strong>se weduwe in te schrijven ^) en komt zelf<br />

ook in het intekenregister voor, zij het niet als <strong>Rotterdam</strong>mer.<br />

Dat althans deze acht in functie zijnde regenten bepaald niet in<br />

staat van opwinding zijn geraakt door de algemene speculatiezucht<br />

blijkt uit het bovenstaande voldoende. De reden voor hun betrekkelijke<br />

afzijdigheid moeten we vermoedelijk zoeken in een gebrek<br />

aan belangstelling of in het feit, dat zij met de afloop van de<br />

actie-handel in Parijs op de hoogte waren en daar óf hadden verloren<br />

óf huiverig waren geworden.<br />

De meeste andere regenten, waarbij ik ook hen, die in 1720 geen<br />

ambt bekleedden, maar vroeger of later wel hoge posities innamen,<br />

heb gerekend, dachten er anders over, al zijn ook bij hen<br />

excessen uitzondering.<br />

223


Zij hebben in juni allen het maximale bedrag toegewezen gekregen,<br />

dus f 50.000,—. Of Isaac van Schinne, die voor slechts<br />

f 10.000— in het register voorkomt, voor méér heeft ingetekend,<br />

is niet te achterhalen. Het is natuurlijk mogelijk, dat hij, in tegenstelling<br />

tot zijn medeschepenen, wel mee heeft willen doen, maar<br />

niet te opvallend. Hij blijft ook verder niet afzijdig van de actiehandel.<br />

In de notariële protocollen komen twee procuraties van<br />

hem voor om in te tekenen in de compagnieën te Harlingen ^) en<br />

Maassluis •*). Uit de copie van het actie-houdersregister in de<br />

Provinciale Geoctroyeerde Utrechtse Compagnie ^) blijkt, dat<br />

hem daar vijf acties a f 1.000,— zijn toegewezen en in Den Haag<br />

opteerde hij voor het maximum van f 20.000,—. Hoeveel hem daarvan<br />

toegewezen is, is niet meer te achterhalen. Acties in de Goudse<br />

compagnie had hij ook, want in de notariële protocollen komt een<br />

machtiging van hem voor om acties in die compagnie voor hem te<br />

transporteren ®*).<br />

Niet iedereen is tegenover hem zijn verplichtingen nagekomen,<br />

want hij heeft twee kopers van zijn acties moeten insinueren ^).<br />

Gezien de personen om wie het gaat, vermoedelijk wel met een<br />

negatief resultaat. Processen zijn er in ieder geval niet op gevolgd.<br />

Deze gang van zaken was trouwens normaal: een insinuatie en, als<br />

dat niet hielp, niets meer.<br />

In augustus behoort Van Schinne tot de gelukkigen, die<br />

f 20.000,— toegewezen krijgen, zulks vanwege zijn regenten-ambt.<br />

Het is onmogelijk en zinloos de activiteiten van alle regenten<br />

hier in volgorde te behandelen. Het verhaal zou eentonig zijn. Pas<br />

door directe vergelijking komen de interessante kanten naar voren.<br />

De in de bijlagen opgenomen tabellen geven dan ook een veel<br />

beter in- en overzicht dan een alfabetisch en chronologisch verhaal<br />

mijnerzijds zou kunnen.<br />

Een paar voorbeelden kunnen echter toch wel illustratief zijn.<br />

Allereerst één van de jongere deelnemers aan de actie-handel,<br />

Isaac Elsevier, die in 1690 werd geboren uit een tak van het bekende<br />

boekdrukkersgeslacht. Hij was in 1720 dertig jaar en zou in<br />

1721 pas zijn eerste (bescheiden) baantje in de stadsregering krijgen<br />

(zie bijlage 1).<br />

Vanaf dat jaar tot zijn dood in 1747 heeft hij, behalve het burmeestersambt,<br />

wel zo ongeveer alle regentenfuncties bekleed. Als<br />

224


eroep staat in de meeste notariële acten achter zijn naam 'koopman'.<br />

Hij was in 1720 al tamelijk welgesteld. In de honderdste penning<br />

werd hij in dat jaar aangeslagen voor f 260,— (zie bijlage 2).<br />

In 1742 was hij zelfs één van de honderd hoogstaangeslagenen in<br />

de Personele Quotisatie ^). Hij had toen vijf dienstboden, een<br />

koets en twee paarden, allemaal tekenen van niet geringe welstand<br />

36).<br />

In 1720 dus, ambteloos en vrijgezel, heeft hij alle tijd om voor<br />

die en gene wat karweitjes op te knappen en wat te reizen. En de<br />

omstandigheden van dat jaar boden hem voldoende gelegenheid.<br />

In juni tekent hij in de <strong>Rotterdam</strong>se Maatschappij in voor<br />

f 50.000,—. Ook in de subscriptie van augustus wil hij het maximale<br />

aantal acties hebben, maar dat lukt niet. Hoewel hij voor<br />

f 20.000,— intekent, wordt hem slechts f 4.000,— toegewezen.<br />

Maar hij is tenslotte ook nog geen regent.<br />

Meteen vanaf het begin ontplooit hij grote activiteiten in de<br />

handel met de acties van de Maatschappij.<br />

verkocht gekocht verkocht gekocht<br />

juli 1720 4 3 nov. 3 —<br />

aug. 10 22 dec. 4 2<br />

sept. 3 2 jan. 1721 8 1<br />

okt. 10 7 juni 8 —<br />

Dit staatje vraagt een korte toelichting. Het gaat hier om acties<br />

van f 5.000,— dus z.g. 'oude acties'. De cijfers voor de maanden,<br />

waarin de actie-handel bloeide, spreken voor zichzelf, maar met<br />

name januari en juni 1721 vallen enigszins uit de toon.<br />

De hier gegroepeerde cijfers geven niet meer dan een afspiegeling<br />

van de werkelijke handel, omdat hier alleen de met een overdracht<br />

bekrachtigde transacties vermeld zijn. En de overdracht<br />

kon wel maanden na de transactie plaatsvinden, omdat dan pas de<br />

actie(s) werd(en) opgeëist of de koper werd gemaand te ontvangen.<br />

Vandaar ook de acht verkopen van Elsevier in januari. Hij heeft<br />

kennelijk een aantal contracten gehad, die in december of januari<br />

afliepen en die nagekomen werden. Zelf heeft hij in januari kennelijk<br />

ook een actie moeten ontvangen. In juni 1721 vinden ook<br />

nogal wat transporten plaats. Dit is vermoedelijk ten dele te verklaren<br />

uit de dan geëiste nakoming van contracten (vóór de ver-<br />

225


jaring) en ten dele uit een mogelijke opleving van de handel, omdat<br />

de Maatschappij '1720' had overleefd en in augustus een 'uitdeling'<br />

zou doen.<br />

In de subscripties van de Maatschappij handelde Elsevier nauwelijks.<br />

In november 1720 verkocht hij er vier a f 1.000,— en kocht<br />

hij er twintig. Naast deze drukke bezigheden in <strong>Rotterdam</strong> vond<br />

hij kennelijk ook nog tijd en gelegenheid om zijn geluk en dat van<br />

anderen elders te beproeven. Vooral door ongetrouwde dochters<br />

van zeer goede huize en door welgestelde weduwen werd een beroep<br />

op hem gedaan.<br />

Catharina Roosmale, Theodora Petronella van Hogendorp en<br />

zijn toekomstige echtgenote Wilhelmina Adriana van Hogendorp<br />

machtigen hem voor hen in te tekenen in de in Utrecht opgerichte<br />

compagnie. Het bedrag waarvoor wordt aan hem zelf overgelaten^).<br />

Dezelfde vrijheid krijgt hij van Engelbert van Berckel, lid van de<br />

vroedschap, en van P. Scheffens en Pieter de Vos, welke laatste<br />

handelt in opdracht van Robert de Vlieger, een Londense koopman,<br />

die we nog tegen zullen komen ^). Elsevier zelf wordt<br />

f 5.000,— toegewezen, de dames niets. Van Berckel en Scheffens<br />

krijgen elk f 2.000,— of twee acties en Pieter de Vos krijgt voor<br />

Robert de Vlieger f 5.000,—.<br />

Intussen geeft Elsevier zelf een blanco volmacht om voor hem<br />

in de te Weesp opgerichte compagnie in te tekenen voor het maximale<br />

bedrag **).<br />

Toch concentreerde hij zich kennelijk op Utrecht, want in<br />

november en december wordt hij door de <strong>Rotterdam</strong>mers Pieter<br />

Messchart, Frans Oudaen, Michiel Oudaen, Christiaan van Meel,<br />

Isaac Verdoes, Joan Daniel Schenkenberg, Herman van Zuylen<br />

van Nyevelt, Pieter de Ridder, Pieter de Mey en Maria van der<br />

Sluis, gemachtigd hun Utrechtse acties te verkopen en te transporteren<br />

*°). Het is jammer, dat van de Utrechtse compagnie, behalve<br />

een copie van de verdeling van de acties onder de intekenaars,<br />

niets meer over is. Het zou interessant zijn te zien, welke<br />

activiteiten Elsevier precies in Utrecht ontplooide.<br />

Bovenstaande namen heb ik genoemd om aan te geven, dat<br />

veel <strong>Rotterdam</strong>mers (en dit is nog maar een klein deel) en niet<br />

alleen regenten, acties in deze compagnie hebben gekocht.<br />

226


Intussen verzorgde Elsevier ook nog voor talloze <strong>Rotterdam</strong>mers<br />

en niet-<strong>Rotterdam</strong>mers het transport van hun acties in de<br />

Maatschappij van Assurantie.<br />

Tot de zwaarste speculanten in <strong>Rotterdam</strong> behoorden vader en<br />

zoon Pantoune, van wie de vader, Robert Pantoune, het in 1720<br />

zelfs tot directeur van de Maatschappij van Assurantie bracht. Zij<br />

waren afkcmstig uit Schotland en zijn vlak voor de speculatie-golf<br />

uit Veere, waar zich in vroeger tijden veel Schotse kooplui hadden<br />

gevestigd, naar <strong>Rotterdam</strong> gekomen. Toen de grond hun hier te<br />

heet onder de voeten werd, zijn ze met zeer stille tiom naar Engeland<br />

vertrokken en nooit meer teruggekomen. Met hen had Elsevier,<br />

zoals vrijwel iedereen, ook zaken gedaan. Robert Pantoune<br />

had vier acties ") en Henry één, van f 5.000,— elk **), van hem gekocht<br />

tegen een forse koers (84 %). Toen de vervaldatum verstreken<br />

was, stuurde Elsevier een notaris om hem te sommeren de<br />

acties te ontvangen. Zij waren echter gevlogen. Veel schade heeft<br />

Elsevier er kennelijk niet van gehad.<br />

Als de Maatschappij in augustus 1721 voor het eerst dividend<br />

uitkeert, staat Elsevier voor f 30.000,— in het uitdelingsboek **).<br />

Een heel ander en veel professioneler deelnemer aan de actie-handel<br />

was Hendrik Haasbroek. Ook hij was in 1720 nog jong, 29 jaar.<br />

In tegenstelling tot Elsevier was het bekleden van regentenambten<br />

voor hem slechts bijzaak. Rond 1750 vervult hij een aantal functies,<br />

zoals schepen, Oude-Vrouwenhuismeester en vredemaker,<br />

maar voor alles is hij koopman (zie bijlage 1).<br />

Bij de beide inschrijvingen van de <strong>Rotterdam</strong>se Maatschappij<br />

treedt hij op als gemachtigde voor diverse buitenlandse kooplui en<br />

ook voor veel Amsterdammers. Behalve als Hendrik Haasbroek<br />

tekent hij in en treedt hij op als de firma Wed. van der Heyde en<br />

Hendrik Haasbroek. Zijn activiteiten in 1720 hebben voornamelijk<br />

op het gebied van de actie-handel gelegen, niet alleen in de Republiek,<br />

maar ook in Engeland, waar hij zijn agent Peter Crellius<br />

regelmatig machtigt acties in de South Sea Company, de Bank of<br />

England en andere actiecompagnieën te kopen **).<br />

In <strong>Rotterdam</strong> is hij de vertegenwoordiger van de Amsterdamse<br />

regenten- en koopmansfamilie Roeters, voor wie hij in juni intekent<br />

voor totaal f 250.000,— «). Hij heeft zelfs de beschikking<br />

over de rekening, die George Roeters bij de Maatschappij heeft *®).<br />

227


Zijn handel in de acties van de <strong>Rotterdam</strong>se Maatschappij was vrij<br />

actief, maar niet excessief, zoals uit de volgende overzichten van<br />

transporten en ontvangsten van acties a f 5.000,— door Hendrik<br />

Haasbroek en door de firma Wed. van der Heyde en Haasbroek<br />

blijkt. Veel van zijn activiteiten bestonden uit het vertegenwoordigen<br />

van buitenlanders en en niet-<strong>Rotterdam</strong>mers.<br />

H. Haasbroek<br />

juli<br />

aug.<br />

sept.<br />

Wed.<br />

juli<br />

aug.<br />

sept.<br />

okt.<br />

verkocht<br />

12<br />

3<br />

3<br />

van der Heyde<br />

23<br />

1<br />

10<br />

3<br />

gekocht<br />

4<br />

1<br />

1<br />

okt.<br />

dec.<br />

en Haasbroek<br />

34<br />

10<br />

11<br />

9<br />

nov.<br />

dec.<br />

maart 1721<br />

juli<br />

verkocht<br />

1<br />

5<br />

2<br />

gekocht<br />

2<br />

Van belangen in andere compagnieën dan de <strong>Rotterdam</strong>se,<br />

waarvan Haasbroek van 1720-1726 directeur was, is weinig terug<br />

te vinden. Op 4 september 1720 machtigt hij de Utrechtse makelaar<br />

Pieter Smith voor hem in te tekenen in de in die stad op te<br />

richten compagnie voor een bedrag van f 50.000,— **). Toegewezen<br />

werd hem f 3.000,—. Behalve een enkele opdracht van hem<br />

om transport van acties in de Delftse compagnie te verzorgen **),<br />

concentreerde hij zijn aandacht kennelijk op <strong>Rotterdam</strong>. Zijn<br />

actie-bezit in de Maatschappij van Assurantie bedroeg in augustus<br />

1721 f 30.000,— en dat van de firma Wed. van der Heyde en Haasbroek<br />

f 194.000,—.<br />

Een zeer ijverig actionist was Pieter de Ridder, geboren in Dordrecht<br />

en koopman in kruidenierswaren. Zijn bestuurlijke activiteiten<br />

zijn, evenmin als die van Hendrik Haasbroek, erg intensief<br />

en langdurig geweest. Hij was een aantal jaren commissaris van het<br />

waterrecht en gedurende twee jaar (1732/3) schepen. Voor alles<br />

was ook hij koopman (zie bijlage 1).<br />

In de Maatschappij van Assurantie nam hij in juni deel voor<br />

228<br />

16<br />

2


f 40.000,—, en in augustus voor f 4.000,— hoewel hij voor het<br />

maximum had ingeschreven. Directeur van de Maatschappij was<br />

hij van 1722-1738. Zijn handel in de acties van de Maatschappij<br />

was zeer intensief en voornamelijk gericht op kopen.<br />

Pieter de Ridder<br />

juli<br />

aug.<br />

sept.<br />

okt.<br />

nov.<br />

verkocht<br />

9<br />

14<br />

9<br />

10<br />

gekocht<br />

22<br />

13<br />

8<br />

16<br />

12<br />

dec.<br />

jan. 1721<br />

april<br />

mei<br />

verkocht gekocht<br />

4<br />

— 2<br />

— 9<br />

— 2<br />

Bij de eerste uitdeling in augustus 1721 staat hij voor f 278.000,—<br />

in het uitdelingsboek, waarmee hij één der grootste actie-houders<br />

is.<br />

Ook voor compagnieën buiten <strong>Rotterdam</strong> was zijn belangstelling<br />

groot. In de notariële archieven treffen we diverse machtigingen<br />

van hem aan. Hij geeft opdracht in te tekenen in Delft voor<br />

f 15.000,— *>), jn Hoorn voor f 50.000,— **), in Leiden voor het<br />

maximale bedrag ^), in Amsterdam **) en Utrecht ^) idem. In<br />

Den Haag tekende hij zelf in voor het maximum van f 20.000,—.<br />

We weten niet van al deze activiteiten, wat ze opgeleverd hebben.<br />

Vermoedelijk was het bedrag, waarvoor hij in Delft liet intekenen<br />

het hem toegewezen bedrag. De Delftse compagnie was namelijk<br />

op 11 juli opgericht en zijn procuratie dateert van 23 juli. Tussen<br />

oprichting, dus intekening, en toewijzing zullen wel een paar weken<br />

verlopen zijn.<br />

Te Leiden en Amsterdam is het nooit tot oprichting van compagnieën<br />

gekomen en in Utrecht werd hem f 2.000,— toegewezen.<br />

Van Hoorn en Den Haag zijn ook geen toewijzingen bekend.<br />

Het is niet onwaarschijnlijk, dat hij ook in Dordrecht heeft meegedaan,<br />

aangezien hijDordtenaar van oorsprong was. In de Goudse<br />

compagnie had hij acties, want op 29 oktober machtigt hij het factotum<br />

van de <strong>Rotterdam</strong>se actionisten, Barend Toren, het transport<br />

van zijn acties in die compagnie te verzorgen **). Ruim<br />

zeventig procuraties aan Toren zijn uit de notariële archieven te<br />

halen, die betrekking hebben op het inschrijven in compagnieën of<br />

22 9


het transporteren en ontvangen van acties. Van sommigen, o.a.<br />

Jan Jacob Witheyn, kreeg hij zelfs blanco volmacht voor hem overal<br />

in de Republiek, waar compagnieën werden opgericht, in te<br />

tekenen en acties te kopen en verkopen ^). Het is met name door<br />

dergelijke vage opdrachten, dat het vaak onmogelijk is met exacte<br />

gegevens over de actie-handel te komen.<br />

Helemaal vlekkeloos zijn de handelingen van De Ridder niet<br />

geweest, want nog in juni 1721 komen we een notariële acte tegen,<br />

waarin sprake is van justitiële actie tegen hem, als hij een contract<br />

betreffende acties in de Delftse compagnie, die hij in september<br />

1720 van de koopman Jan van Es gekocht heeft en voor 1 januari<br />

1721 moest ontvangen, niet nakomt ^).<br />

Overzichten als hierboven zouden we van veel meer actionisten<br />

uit de regentengroep kunnen geven, maar er zou te weinig verschil<br />

tussen de diverse verhalen zijn.<br />

Er is echter nog één regent wiens handelwijze niet weggelaten mag<br />

worden, nl. de stadssecretaris mr. Herman van Zuylen van Nyevelt.<br />

Hij behoort in 1720 met zijn 50 jaren tot de oudere actionisten.<br />

Sinds 1692 is hij al werkzaam als secretaris. Daarnaast was hij van<br />

1720 tot 1735 directeur van de Maatschappij van Assurantie (zie<br />

bijlage 1).<br />

In de actie-handel is hij, voor zover na te gaan, niet erg actief<br />

geweest. Zijn aandeel in de <strong>Rotterdam</strong>se Maatschappij was, beide<br />

inschrijvingen tezamen genomen, f 90.000,— en was dit in augustus<br />

1721, ondanks enig kopen en verkopen, nog. Verder is hem in<br />

de Utrechtse compagnie f 5.000,— toegewezen. Hij is echter betrokken<br />

geweest bij een affaire, zoals die in 1720 wel meer voorkwamen,<br />

en die hem toch wel tot een echte actionist stempelt.<br />

Samen met de Amsterdammers George Roeters en Jan van<br />

Meekeren en de <strong>Rotterdam</strong>mers Adriaan de Graeff en Dirk Brethouwer<br />

heeft hij namelijk deelgenomen aan een weddenschap met<br />

de Londense, in 1720 Nederland afstropende, super-speculant<br />

Robert de Vlieger. Robert de Vlieger was één van die Engelse kooplui,<br />

die zo gauw in Engeland de actie-spoeling dunner werd en het<br />

actionisme in de Republiek naar een hoogtepunt toe leek te groeien,<br />

een enkele reis Amsterdam of <strong>Rotterdam</strong> namen en zich vaak<br />

zelfs hier min of meer blijvend vestigden.<br />

Robert de Vlieger zag kans door zijn grote fantasie in vrijwel<br />

230


elke compagnie grote toewijzingen los te krijgen.<br />

Het fraaiste is het verhaal van zijn optreden bij de oprichting<br />

van de Utrechtse compagnie. Door samen met Thomas Lombe,<br />

eveneens uit Londen en eveneens zeer geïnteresseerd in de Nederlandse<br />

actie-compagnieën (f 100.000,— in de subscriptie van de<br />

Maatschappij van Assurantie!), de Utrechtse directeuren voor hun<br />

compagnie een koers van 300 % te garanderen, hun een instrument<br />

te beloven, waardoor bij het graven van het kanaal van<br />

Utrecht naar de Zuiderzee het werk van tien man gedaan kon worden<br />

door één, en door een dividend te garanderen van 100 % gedurende<br />

twintig jaar, wist hij nog voor de inschrijving geopend<br />

was duizend acties a f 1.000,— toegewezen te krijgen. Zelfs kreeg<br />

hij van de stedelijke overheid gratis het burgerrecht van Utrecht<br />

aangeboden '*). Eind 1720 was hij spoorloos verdwenen, een massa<br />

niet nagekomen contracten en schulden achterlatend.<br />

Met deze man gingen Herman van Zuylen van Nyevelt c.s. een<br />

contract aan **), waarbij werd bepaald, dat als de acties in de<br />

Maatschappij van Assurantie voor 1 januari 1721 tegen 150 % of<br />

meer verkocht waren, elk van deze heren aan Robert de Vlieger<br />

een bepaald bedrag moest betalen. Stegen de acties niet tot of boven<br />

de 150 %, dan moest De Vlieger hetzelfde bedrag aan elk van<br />

hen betalen.<br />

In het contract werd een bepaling opgenomen, dat voor geval er<br />

tussen de partijen verschil van mening mocht ontstaan, er geen<br />

proces zou worden aangegaan, terwijl het zich beroepen op bestaande<br />

plakkaten of wetten al in het contract verboden werd. Met<br />

nadruk wordt echter toch in het contract gesteld, dat hier van een<br />

weddenschap geen sprake is, maar dat dit contract alleen wordt<br />

afsloten om de actie-handel te beschermen (zie bijlage 10).<br />

Aangezien de acties de koers van 150 % niet gehaald hebben,<br />

moet De Vlieger betalen. Hij is echter allang niet meer in het<br />

land.<br />

De gezamenlijke wedders sturen de notaris daarom naar de firma<br />

Wed. Verburgh en Hendrik van Meel, de in het contract genoemde<br />

plaatsvervangers van De Vlieger. Zij zijn echter niet thuis. Een wel<br />

aanwezige kantoorknecht zal de boodschap doorgeven. Daarna is<br />

er niets meer van gehoord, wat gezien het feit, dat in het Oud<br />

Vaderlands Recht om weddenschappen niet geprocedeerd kan<br />

worden, maar hoogstens gearbitreerd, niet verwonderlijk is.<br />

231


Vele wettelijk volkomen zuivere contracten zijn overigens in de<br />

eerste maanden van 1721 dezelfde weg gegaan.<br />

Overzien we nu het aandeel van de <strong>Rotterdam</strong>se regenten in de<br />

actie-handel aan de hand van het hiervoor beschikbare materiaal,<br />

dan blijkt, dat zij, 79 man sterk, gezamenlijk f 3.298.000,— hebben<br />

ingetekend van het totale kapitaal van de Maatschappij van Assurantie<br />

(zie bijlage 3).<br />

Van deze f 3.298.000,— komt f 2.477.000,— voor rekening van<br />

de 37 regenten, die in 1720 in functie zijn. Voor de rest van het<br />

oorspronkelijk f 15.000.000,— grote kapitaal, dus f 11.702.000,—<br />

is ingetekend door 626 overige intekenaars. De regenten hebben<br />

dus een naar verhouding zeer groot deel voor hun rekening genomen.<br />

Ook in de handel in deze acties hebben zij actief geparticipeerd,<br />

sommigen zelfs zeer actief. Hun intekeningen en toewijzingen in<br />

compagnieën, die buiten <strong>Rotterdam</strong> zijn opgericht verschillen per<br />

persoon, maar slechts enkelen hebben in geen van deze compagnieën<br />

deel genomen.<br />

Wel is er verschil in activiteiten te constateren tussen de zittende<br />

regenten en de niet-zittende, tot wie natuurlijk ook diegenen behoorden,<br />

die eigenlijk geen deel van de regentenstand uitmaakten,<br />

maar ooit een paar jaar schepen waren. De laatsten hebben duidelijk<br />

actiever meegedaan aan de handel in <strong>Rotterdam</strong>se, zowel als in<br />

andere acties. Dit alles volgens de transportboeken van de Maatschappij<br />

van Assurantie (zie bijlage 6 en 7) en de procuraties en insinuaties<br />

in de notariële archieven (zie bijlage 8 en 9).<br />

Van excessen zijn weinig voorbeelden onder de regenten aan te<br />

wijzen en evenmin zijn zij veelvuldig geïnsinueerd, omdat zij hun<br />

verplichtingen niet nakwamen. Een vluchtig onderzoek heeft duidelijk<br />

gemaakt, dat dit voor de overige actionisten anders ligt.<br />

Van de insinuaties, waar leden van deze groep bij betrokken zijn,<br />

nl. 21, zijn zij zelf zestien maal de insinuerende partij en slechts vijf<br />

maal de geinsinueerde.<br />

De gevolgen van de actie-handel, die zo vaak als catastrofaal<br />

worden afgeschilderd, zijn voor hen niet aanwijsbaar ongunstig.<br />

Faillissementen noch processen worden hun deel. Alleen Johannes<br />

Ravesteyn wordt veroordeeld tot het ontvangen van vijf acties a<br />

f 2.000,— in de Goudse compagnie, die hij van Jacob Noorthey ge-<br />

232


kocht heeft ^), en de eis van Herman Vingerhoet tegen Robert Partridge,<br />

die van hem twee acties a f 5.000,— in de Maatschappij van<br />

Assurantie heeft gekocht, maar niet ontvangen, wordt toegewezen<br />

®°). Dan zijn er nog drie gevallen, waarin leden van deze<br />

groep een verzoek bij de schepenbank indienen om door anderen<br />

niet nagekomen contracten ongeldig te verklaren, wat in elk der<br />

drie gevallen gebeurt •*).<br />

Aangezien er na 1720 geen kohiers van de 100ste penning bewaard<br />

zijn gebleven, moeten we het met deze gegevens doen. Een<br />

aanwijzing, dat er van ernstige economische ontwrichting na 1720<br />

geen sprake is, vormt het feit, dat de notariële protocollen, die in<br />

1720 vol procuraties voor de actiehandel staan, in 1721 weer gevuld<br />

zijn met charterpartijen en andere handelsovereenkomsten. Voor<br />

zover men in 1720 zijn gebruikelijke handelsactiviteiten heeft verminderd,<br />

is hiervan in 1721 niets meer te merken.<br />

Het lijkt dus alleszins redelijk om aan te nemen, dat dit deel der<br />

actionisten, dat alle schakeringen van deelname, variërend van zeer<br />

gematigd tot zeer actief, vertoont, van de actie-handel geen schadelijke<br />

gevolgen heeft ondervonden. Niet vergeten moet hierbij worden,<br />

dat ook al tekenen de regenten en andere actionisten in diverse<br />

compagnieën in voor geweldige bedragen, aan hen, zoals uit de<br />

voorbeelden blijkt, slechts kleine bedragen zijn toegewezen, waarvan<br />

dan ook nog maar een paar procent gestort hoefde te worden.<br />

Bovendien zijn in verreweg de meeste gevallen (behalve <strong>Rotterdam</strong>,<br />

Middelburg en Utrecht) nooit vorderingen gedaan, omdat de<br />

meeste compagnieën nooit gefunctioneerd hebben. Het totaal der<br />

reëel gestorte gelden is dus niet bijzonder groot geweest (zie bijlage<br />

4).<br />

Anders ligt dit natuurlijk met de bedragen, die met de handel<br />

gemoeid zijn geweest en naar de ware omvang waarvan we helaas<br />

slechts een slag kunnen slaan, omdat van een onbekend, maar<br />

waarschijnlijk vrij groot deel, niets meer terug te vinden is. Alleen<br />

de gegevens uit transportboeken en notariële archieven staan ons<br />

hier ten dienste.<br />

Een conclusie als ik hier gegeven heb, gebaseerd op gegevens betreffende<br />

een kleine en voor het geheel niet representatieve groep<br />

actionisten, kan natuurlijk in deze vorm niet toepasbaar gemaakt<br />

worden voor het geheel. Wel is zij een aanwijzing, maar ook niet<br />

233


meer dan dat, voor de invloed, die de actie-handel van 1720 op het<br />

economisch gebeuren heeft gehad.<br />

Het lijkt, gezien het bovenstaande, niet overdreven te stellen, dat<br />

aan deze actie-handel in dit verband geen al te grote invloed moet<br />

worden toegekend, waarmee ik me voorlopig aan de zijde van<br />

P. W. Klein (zie pag. 209) wil scharen.<br />

Om echter deze conclusie met meer zekerheid te kunnen presenteren,<br />

zal een analyse van de activiteiten van en de gevolgen voor<br />

een veel grotere en heterogenere groep actionisten nodig zijn •*).<br />

NOTEN<br />

1) G. Vissering, Het Groote Tafereel der Dwaasheid. In: De Gids<br />

1856, blz. 643-684.<br />

2) E. J. J. van der Heyden, De ontwikkeling van de Naamloze Vennootschap<br />

in Nederland vóór de codificatie, blz. 132-171.<br />

3) M. F. J. Smith, Tijdaffaires aan de Amsterdamse beurs, blz.<br />

106-121.<br />

4) F. Ph. Groeneveld, De economische crisis van het jaar 1720, passim.<br />

5) Joh. de Vries, De economische achteruitgang van de Republiek in<br />

de achttiende eeuw, blz. 71-74.<br />

6) W. H. Berghuis, Ontstaan en ontwikkeling van de Nederlandse beleggingsfondsen,<br />

blz. 33-34.<br />

7) P. W. Klein, Kapitaal en stagnatie tijdens het Hollandse vroegkapitalisme,<br />

blz. 5.<br />

8) J. E. J. Geselschap en G. 't Hart, De archieven berustende in de<br />

Archiefbewaarplaats der Gemeente 's-Gravenhage. 1963, blz. 35, nr. 23:<br />

inschrijf biljetten in de Compagnie van Beleeninge, Discontering enz.<br />

9) C. H. Slechte, De Maatschappij van Assurantie enz. In: Rott. Jaarboekje<br />

1970, blz. 252-310.<br />

10) Inventaris 196, Mij van Assurantie, nrs. 7 t/m 11.<br />

11) J. G. van Dillen, Isaac Le Maire en de handel in actiën der O.I.C.<br />

In: E. H. J. 1930, blz. 11; Smith, a.w., blz. 35.<br />

12) Inventaris 196, Mij van Assurantie, nrs. 14 en 19 t/m 29.<br />

13) Smith, a.w., blz. 122-126.<br />

14) Inventaris 196, Mij. van Assurantie, nr. 1, Res. Boek A, fol. 77.<br />

15) Inventaris 196, Mij. van Assurantie, nr. 11.<br />

16) Van Noorle Jansen, Provinciale Utrechtsche Geoctroyeerde Compagnie,<br />

blz. 16-18.<br />

17) Inventaris 196, Mij. van Assurantie, nr. 1, Res. Boek A, fol. 126.<br />

18) G. van Rijn, De actiehandel in 1720 te <strong>Rotterdam</strong> en de Maatschappij<br />

van Assurantie, Disconteering en Beleening dezer stad. In:<br />

Rott. Jaarboekje 1899, blz. 29-42.<br />

19) NA, inv. nr. 2095, fol. 15-16.<br />

20) NA, inv. nr. 1700, fol. 538.<br />

234


21) NA, inv. nr. 1881, fol. 367.<br />

22) NA, inv. nr. 2217, fol. 1085.<br />

23) NA, inv. nr. 1831, fol. 385.<br />

24) NA, inv. nr. 1700, fol. 441.<br />

25) NA, inv. nr. 2217, fol. 884.<br />

26) NA, inv. nr. 1521, fol. 456; inv. nr. 1522, fol. 4.<br />

27) NA, inv. nr. 1832, fol. 107.<br />

28) NA, inv. nr. 2093, fol. 207.<br />

29) NA, inv. nr. 1521, fol. 325.<br />

30) NA, inv. nr. 1700, fol. 504.<br />

31) NA, inv. nr. 1700, fol. 693.<br />

32) S. Muller Fzn., Catalogus van het archief van de Staten van<br />

Utrecht, 1375-1813 (Utrecht 1915), inv. nr. 232-67 (1720), fol. 188vso-224.<br />

33) NA, inv. nr. 1700, fol 522.<br />

34) NA, inv. nr. 1700, fol. 986, 990; inv. nr. 1701, fol. 142.<br />

35) W. F. H. Oldewelt, Een merkwaardige verzameling belastingcohieren<br />

in het archief der gemeente. In: Rott. Jaarboekje 1949, blz.<br />

278-280.<br />

36) Deze gegevens zijn ontleend aan het nog niet gepubliceerde manuscript<br />

van E. A. Engelbrecht: De Vroedschap van <strong>Rotterdam</strong>.<br />

37) NA, inv. nr. 1700, fol. 453, 457, 461.<br />

38) NA, inv. nr. 2010, fol. 277, 335, inv. nr. 1830, fol. 373.<br />

39) NA, inv. nr. 1182, fol. 345.<br />

40) NA, inv. nr. 1831, fol. 180, 305, 350.<br />

41) NA, inv. nr. 1701, fol. 4.<br />

42) NA, inv. nr. 1701, fol. 19.<br />

43) Inventaris 196, Mij. van Assurantie, nr. 54.<br />

44) b.v. NA, inv. nr. 1522, fol. 51.<br />

45) NA, inv. nr. 2009, fol. 466.<br />

46) NA, inv. nr. 1521, fol. 37.<br />

47) NA, inv. nr. 1521, fol. 319.<br />

48) NA, inv. nr. 2010, fol. 79.<br />

49) NA, inv. nr. 2009, fol. 513.<br />

50) NA, inv. nr. 2163, fol. 294.<br />

51) NA, inv. nr. 2314, fol. 469.<br />

52) NA, inv. nr. 2010, fol. 53.<br />

53) NA, inv. nr. 2163, fol. 552.<br />

54) NA, inv. nr. 2010, fol. 396.<br />

55) NA, inv. nr. 1831, fol. 53.<br />

56) NA, inv. nr. 2095, fol. 206.<br />

57) Van Noorle Jansen, a.w., blz. 17-18.<br />

58) NA, inv. nr. 2094, fol. 39-41.<br />

59) Civiele sententienbosk, 1715-1722, inv. nr. 445, fol. 115.<br />

60) Idem, 1722-1728, inv. nr. 446, fol. 12.<br />

61) Besoignes van Schepenen, 1721, inv. nr. 296, fol 182vso, 195vso.<br />

62) Bij het doen van het onderzoek, waarvan dit artikel de neerslag is,<br />

heb ik van vele zijden medewerking gekregen, waarvoor ik zeer dankbaar<br />

ben. Bijzondere dank ben ik verschuldigd aan drs. H. L. P. Leeuwenberg,<br />

chartermeester aan het Rijksarchief te Utrecht, die mij op het<br />

235


spoor bracht van belangrijke gegevens betreffende het aandeel van de<br />

<strong>Rotterdam</strong>se regenten in de Utrechtsche Compagnie, aan prof. dr. P. W.<br />

Klein en aan drs B. Woelderink, adjunct-gemeentearchivaris te <strong>Rotterdam</strong>,<br />

voor hun nuttige kritiek na lezing van dit verhaal.<br />

LITERATUUR<br />

W. #. Zter^/zww, Ontstaan en ontwikkeling van de Nederlandse beleggingsfondsen<br />

tot 1914. Assen, 1967.<br />

/4. Z?0z7zemM.s-Browwer, Gedenkboek 200-jarig bestaan der Maatschappij<br />

van Assurantie, Discontering en Beleening der Stad <strong>Rotterdam</strong>. <strong>Rotterdam</strong>,<br />

1920.<br />

/. G. ra/* Z)///e«, Isaac Le Maire en de handel in actiën der Oost-Indische<br />

Compagnie. In: E. H. J. 1930, blz. 1-165.<br />

/. G. vtfrt Z)/7/e«, Effectenkoersen aan de Amsterdamsche beurs, 1723-<br />

1794. In: E. H. J. 1931, blz. 1-46.<br />

£". J4. .EH^e/Zvec/tf, De Vroedschap van <strong>Rotterdam</strong>. Nog niet gepubliceerd.<br />

ff. 7. Ftf/ms/ntf, De windhandel van 1720 in Overijssel. In: Verslagen en<br />

mededelingen van de Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch<br />

Regt en Geschiedenis, 1945, blz. 110-124.<br />

F. P/z. Groe/zeve/d, De economische crisis van het jaar 1720. Amsterdamse<br />

dissertatie 1940.<br />

Verzorgd door David Hoogstraten, 1733.<br />

ƒƒ


afgegaan door eenige mededeelingen over de Utrechtsche en Middel -<br />

burgsche Compagnieën. Amsterdam, 1905.<br />

C. /f. «S/ecA/e, De Maatschappij van Assurantie, Discontering en Beleening<br />

der stad <strong>Rotterdam</strong> van 1720, bekeken naar haar productiefactoren<br />

over de periode 1720-1874. In: Rott. Jaarboekje 1970, blz.<br />

252-310.<br />

M. F. /. Sm/ïA, Tijdaffaires in effecten aan de Amsterdamsche beurs. Den<br />

Haag, 1919.<br />

/. #. W. £/w#er, De Regeering van <strong>Rotterdam</strong>, 1328-1892. <strong>Rotterdam</strong>,<br />

1892.<br />

5. WOTi/if, Het Groote Tafereel der Dwaasheid. In: De Gids 1856, blz.<br />

643-684.<br />

*, die K/7e$, De economische achteruitgang van de Republiek in de<br />

achttiende eeuw. Amsterdamse dissertatie, 1959.<br />

Wme, De Commercie Compagnie te Middelburg van haar oprichting<br />

tot het jaar 1754. Utrechtse dissertatie, 1933.<br />

BRONNEN<br />

Archief van de Maatschappij van Assurantie, Discontering en Beleening<br />

der Stad <strong>Rotterdam</strong> van 1720. Hieruit: intekenregisters; transportboeken;<br />

resolutieboek A; uitdelingsboek, 1721. Gemeentelijke Archiefdienst<br />

<strong>Rotterdam</strong>, inventaris nr. 196.<br />

Archief van de Middel burgsche Commercie Compagnie. Hieruit: register<br />

van geintresseerdens. Rijks-archief in de provincie Zeeland, Middelburg,<br />

inventaris Unger, nr. 1581.<br />

Inschrijf biljetten in de Compagnie van Beleeninge, Discontering etc. te<br />

's-Gravenhage. Gemeentearchief Den Haag, inventaris Geselschap en<br />

't Hart, blz. 35, nr. 23. (Dit zijn twee dozen, genummerd C.B.D.A. 9<br />

en 10, met door <strong>Rotterdam</strong>mers ondertekende inschrijf biljetten.)<br />

Archief van de Staten van Utrecht. In de Resolution van de Staten van<br />

Utrecht van 1720 komt een copie voor van de toewijzing van de acties<br />

aan de geinteresseerden in de Provinciale Utrechtsche Geoctroyeerde<br />

Compagnie. Rijks-archief in de provincie Utrecht, Utrecht.<br />

Mededeling van de gemeente-archivaris van Zwolle betreffende de intekening<br />

in de Zwolsche Compagnie door <strong>Rotterdam</strong>mers. Deze mededeling<br />

is ontleend aan nr. 446 van het stadsarchief Zwolle: 'Ligger<br />

der personen, aanbedeeld in de Commercie Compagnie'. Gemeentearchief<br />

Zwolle.<br />

Notariële Archieven. Gemeentelijke Archiefdienst <strong>Rotterdam</strong>.<br />

Schepen-archief. Gemeentelijke Archiefdienst <strong>Rotterdam</strong>.<br />

Doop-, trouw- begraaf- en poorterboeken. Gemeentelijke Archiefdienst<br />

<strong>Rotterdam</strong>.<br />

Oud-Financieel Archief der Gemeente <strong>Rotterdam</strong>. Gemeentelijke Archiefdienst<br />

<strong>Rotterdam</strong>.<br />

237


BIJLAGEN<br />

7720<br />

VÖW 2tee///w£/r: geb. 1682 Delft, zoon van Francois van Beeftingh<br />

en Elisabeth van der Walle, gehuwd (Ie) 1705 Amelia van der Velde,<br />

(2e) 1708 Maria van der Dussen, poorter 1705, overleden 1771 <strong>Rotterdam</strong>,<br />

woonde Wijnhaven/hoek Bierstraat.<br />

Beroep: koopman; directeur Maatschappij van Assurantie 1736-61.<br />

Functies in stadsregering: RW 1711-16; 1722; CW 1728-29; S 1732, 33,<br />

49, 50; OV 1734.<br />

mr. SVzrawe/ iteyer: geb. 1657 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Samuel Beyer en<br />

Anna de Ruyter, gehuwd (Ie) Sara van Wassenhoven, (2e) Philopota<br />

Martina de Braeuw, overleden 1729 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Oppert.<br />

Beroep: advocaat. Functies in stadsregering: V 1685-92; S 1685, 86; Vr.<br />

1690-92; Kap. 1686-89; GD 1686-91; St. Bleiswijk 1686; Bo 1687; CL<br />

1687; Cwa 1687; Bu 1688; CW 1690-92; Kol 1690-91. Hij is in 1692 uit<br />

al zijn functies ontslagen, omdat hij een tegenstander van Jacob van<br />

Zuylen van Nyevelt was, maar is later weer in de regering gekomen.*)<br />

V 1704-29; W 1704,5,8,13; GD 1704-12,18; F1705, 8,9,12; Bu 1706,7;<br />

Boe 1707; Bo 1708, 9, 11; R 1708, 9, 10. 11,12,14, 17-25, 27-29; St. Cool<br />

1708; CL 1709-11; CW 1715, 16; Vr 1715, 16; K 1708-12.<br />

/ioco6 v


mr. 7oAa// va« itercAre/: geb. 1658 Delft, zoon van Gerard van Berckel en<br />

Anna Jacobs, ongehuwd, overleden 1740 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Scheepmakershaven.<br />

Beroep: advocaat. Functies in stadsregering: Seer. W 1700-10; V 1710-<br />

40; W 1710, 11, 1715-32; GD 1710, 17; CWij 1711, 1715-20; Ba 1711-14;<br />

Bo 1715, 18, 21, 24, 25, 29, 32; F 1720; GC 1721-24; CWL 1725; CL<br />

1733-40.<br />

mr. Co/vze/w jBoejv geb. 1686 's Gravenhage, zoon van Cornelis Boey en<br />

Anna Maria van der Hoeven, gehuwd 1711 Agneta van Schoonhoven,<br />

poorter 1711, overleden 1759, s'-Gravenhage.<br />

Beroep: advocaat. Functies in stadsregering: CWa 1713, 20; Vr 1714, 15,<br />

18, 19; P 1720-1736. Hij volgde in 1720 Isaac van Hoornbeek op die tot<br />

Raadpensionaris benoemd was. In 1736 wordt hij secretaris van de<br />

Staten van Holland en West-Friesland en neemt hij ontslag als pensionaris.')<br />

mr. /Jdr/aa/i itoo/*: geb. 1683 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Adriaan Boon en<br />

Theodora Meerman, gehuwd 1706 Johanna Jacoba Dubois, overleden<br />

1728 <strong>Rotterdam</strong>, woonde bij de Binnewegse Poort.<br />

Functies in stadsregering: S 1711,12,18, 19; Vr 1714,15; BWC 1719-30;<br />

V 1721-28; W 1721-23; Kap 1721-28; GD 1721, 22, 24, 27, 28; CWij<br />

1722, 1723, 1727, 1728; St. Moercapelle 1723; GC 1724-27; CL 1727-28.<br />

C^mr/Gfl/z fioowew: geb. 1672 Oudewater, gehuwd Geertruid Munter,<br />

overleden 1750 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Haringvliet.<br />

Beroep: koopman. Functies in stadsregering: LM 1721-48; S 1730, 31.<br />

y


Beroep: advocaat. Functies in Stadsregering: Vr 1725,26,47; S 1727, 28,<br />

48, 49; Kap 1734-47.<br />

mr. /If/r/aa/i Zteywoo/: geb. 1685 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Pieter Deynoot en<br />

Catharina de Lange, gehuwd 1710 Aletta van Mierop, overleden 1744<br />

<strong>Rotterdam</strong>, woonde Westnieuwland.<br />

Beroep: koopman en advocaat. Functies in stadsregering: CWa 1718,<br />

19; V 1721-44; W 1721-23, 33-35; Bo 1722, 24, 30, 38,43; Kap. 1722-30;<br />

GD 1722-24; 26-34; 37-41,44; F 1724,25,27-30; CWij 1724-31; Bu 1731,<br />

39, 40, 44; T 1733, 34, 36; R 1733, 1734-36, 38, 41; CW 1742, 43; Vr<br />

1742, 43.<br />

7TÖ«CO/5 De/i/cA:: geb. 1685 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Gerard Denick en<br />

Geertruida van Leeuwen, gehuwd 1723 Elisabeth Dignes de la Motte,<br />

overleden 1748 <strong>Rotterdam</strong>, Woonde Punt.<br />

Beroep: koopman. Functies in stadsregering: Vendrig 1715-21; Luit.<br />

1721-38; Vr 1722,23; CWa 1738; S 1739,40; Kap 1739-46; OM 1741-47.<br />

/Tiw^o JD/Z^O/J: geb. 1680 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Franco Dubois en Margrieta<br />

Dane, gehuwd 1709 Geertruida de Back, overleden 1740 <strong>Rotterdam</strong>,<br />

woonde Leuvehaven.<br />

Functies in stadsregering: Cwa 1707, 8; Vr 1710,11; V 1712-40; W 1712-<br />

1714,1717-20, 25,1729-40; GD 1713,16, 20; CL 1715,16; CW 1721-28;<br />

Bo 1726; PV 1720-30; BWC 1730; BOC 1734.<br />

/yoöc £/yev/er: geb. 1690 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Abraham Elsevier en<br />

Antonia Roosterman, gehuwd (Ie) Wilhelmina Adriana van Hogendorp<br />

1721, (2e) 1727 Maria van Meel, overleden 1747 <strong>Rotterdam</strong>, woonde<br />

Wijnhaven.<br />

Functies in stadsregering: Vr 1721, 22, 26, 27, 32, 35, 40; S 1723, 24, 33,<br />

34; V 1740-47; CWL 1740; CL 1741; GD 1741-44, 1746; Kap 1741-44;<br />

W 1742-44; Bo 1744; F 1745; Kol 1745; R 1746, 47; CWij 1747.<br />

mr. /o^ttfl die Fre/w: geb. 1682 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Francois de Frens<br />

en Maria van Lier; ongehuwd, overleden 1732, woonde Boompjes.<br />

Beroep: advocaat. Functies in stadsregering: Br 1709-22; S 1723, 24, 28,<br />

29; OV 1725-32.<br />

mr. /aco6 Gers/: geb. 1680 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Gijsbert Gerst en<br />

Maria Vosmaar, ongehuwd, overleden 1760, <strong>Rotterdam</strong>, woonde Boompjes<br />

(in het midden).<br />

Beroep: koopman. Functies in stadsregering: Ven 1711-14; Vr 1716, 17,<br />

45, 46, 49, 50; CWa 1724-25; S 1734, 35, 42, 43, 47, 48; OV 1735-48;<br />

Kap 1736-40.<br />

PÖ«/«5 Gevers: geb. 1680 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Abraham Gevers en<br />

Aletta Hailing, gehuwd 1707 Adriana Leuven, overleden 1757 <strong>Rotterdam</strong>,<br />

woonde Dijk.<br />

Beroep: koopman. Functies in stadsregering: CWa: 1717; S 1718,19, 23,<br />

24.<br />

/wr. PF/7te Gevers: geb. 1672 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Hendrik Gevers en<br />

Anna de Wit, gehuwd 1704 Anna IJsbrans, overleden, 1744 <strong>Rotterdam</strong>,<br />

woonde Hoogstraat.<br />

Beroep: advocaat. Functies in stadsregering: V 1704-1744; CL 1704-6,<br />

39, 42-44; Bo 1705-8, 10, 23, 25, 30, 42, 44; CWij 1705-10; GD 1706,<br />

8-11,15-30, 1732-35, 37-39; Bu 1707,16,17, 21, 22, 28, 29, 33, 34, 37, 38;<br />

240


W 1707, 40, 41; R 1708, 9, 25, 26, 39-44; F 1710, 11, 15, 18, 19, 30, 31;<br />

Adm 1712-15; CW11720,1723, 24, 27, 32, 35, 36,40; Vr 1720, 23, 24, 27,<br />

32, 35; St. Bleiswijk 1729.<br />

//era&7*£ Gr/mes: geb. 1659 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Johan Grimes en Elisabeth<br />

Beyer, gehuwd 1682 Cornelia de Haan, overleden 1739 <strong>Rotterdam</strong>,<br />

woonde Wijnhaven (bij de Vissteeg).<br />

Beroep: koopman. Functies in stadsregering: G 1691-1710; Vr 1702, 3, 6,<br />

7, 12; S 1708, 1709, 13, 14, 20, 21, 24, 25, 33, 34.<br />

mr. Marm«5 GroemHje: geb. 1655 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Marinus Gillisse<br />

Groeninx en Maria Vastards van Ardenne, gehuwd 1692 Catharina de<br />

Neyn, wed. M. Abrugge, overleden 1730 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Oppert.<br />

Functies in stadsregering: V 1692-1730; Bu 1692, 93, 1708, 9, 14, 15, 19,<br />

20,25,26;GDI694,98,1701,8-27;Adm 1694-97; Bo 1697, 98, 1700, 18,<br />

24, 27; SG 1697-1700; BOC 1698-1730; T 1700, 27-29; R 1700, 16-18;<br />

27, 28, 30; RS 1701-4; GC 1704-8; F 1710, 11, 16, 17, 21-24; CW 1712,<br />

13; Vr 1712,13.<br />

/fe/zdh'A: /faaró/wA:: geb. 1691 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Jan Haasbroek en<br />

Cornelia Wielaart, gehuwd Ida Cornelia Marcus, overleden 1774 <strong>Rotterdam</strong>,<br />

woonde Nieuwe Haven.<br />

Beroep: koopman, directeur Maatschappij van Assurantie 1720-26.<br />

Functies in stadsregering: Ven 1719, 20; S 1746, 47, 53, 57, 58; OV 1750-<br />

58; Vr 1752.<br />

/nr. /fem/r/A: ra/ï /feey; geb. 1694 Rottterdam, zoon van Antony van Hees<br />

en Jenneke Schuyrmans, gehuwd 1716 Barbara Johanna van der Hoeven<br />

overleden 1748 's-Gravenhage (waar hij dan president van de Hoge Raad<br />

van Holland, Zeeland en West-Friesland is).<br />

Beroep: advocaat. Functies in stadsregering: S 1715,16; Vr 1717, 18;<br />

Gwa//Am/.s //ie/i/ie^w/Vi: geb. 1654 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Jan Hennekijn en<br />

Catharina Graswinckel, gehuwd (Ie) Geertruyd Graswinckel 1685, (2e)<br />

Ewouda Verschuer 1713, overleden 1738 R'dam, woonde Leuvehaven.<br />

Beroep: koopman. Functies in stadsregering: CWa 1699, S 1700, 1;<br />

V1701-38; CL 1702-6,1709,10,13-17; GD 1703,7-9,11-13; Kap 1704-8;<br />

R 1707, 8; CWij 1707-19, 1721-25; PV 1708, 19; Bo 1709, 12, 24, 35, 36;<br />

Kol 1708-19; CWL 1709, 10; Bu 1711, 12; W 1718, 19, 1721-25, 1733-3;<br />

AZ 1725-33.<br />

/ÖCOZ> VÖ/Z /fe/w/e: geb. 1676 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Johan van Hersele en<br />

Anna Valekenburgh, gehuwd 1708 Catharina op de Camp, overleden<br />

1724 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Leuvehaven.<br />

Beroep: zeepzieder. Functies in stadsregering: CWa 1702, 3, 14, 15; S<br />

1704, 6, 12, 13, 18, 1719; Kap 1714-24.<br />

LeonW rart /fewe/e: geb. 1657 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Jacob van Hersele<br />

en Marytje Besemer, gehuwd (Ie) 1685 Adriana van der Horst, (2e) Johanna<br />

Guldewagen (1695), overleden 1723 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Rijstuin.<br />

Beroep: koopman. Functies in stadsregering: CWa 1706,7; S 1708,9,21,<br />

22; Vr 1712, 13,1716, 17.<br />

P/eter 77te0dfore va« //e/rafe: geb. 1687 Amsterdam, zoon van Abraham<br />

van Hersele en Anna d'Orville, poorter 1711, gehuwd 1716 Catharina<br />

Suzannavan Schoonhoven, overleden 1743 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Scheepmakershaven.<br />

241


Beroep: koopman. Functies in stadsregering: S 1719, 20, 26, 27; Vr 1722,<br />

23.<br />

/VII7//> vow der i/oevew: geb. 1663 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Claes Jansz. van<br />

der Hoeven en Baeyken de Graeff, gehuwd (Ie) 1691 Anne Verwey (2e)<br />

1693 Aletta de Ruuck, (3e) 1708 Maria de Bertry, (4e) 1727 Margaretha<br />

Vingerhoet, overleden 1747 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Wijnhaven (bij de<br />

Jufferstraat).<br />

Beroep: koopman, directeur van de Maatschappij van Assurantie 1721-<br />

1747. Functies in stadsregering: CWa 1695,96, 1700, 1, 4, 5, 26, 27, 32,<br />

35, 36, 1741; Vr. 1697, 98, 1702, 3, 7, 8, 15, 16, 20, 21, 24, 25, 28, 29, 33,<br />

34, 39, 40; K 1708-44; S 1709, 10, 13, 14, 17, 18, 22, 23, 42, 43.<br />

mr. /o/fort vow der //beve/i: geb. 1661 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Claes Jansz.<br />

van der Hoeven en Baeyken de Graeff, gehuwd (Ie) 1685 Maria Poppe,<br />

(2e) 1694 Adriana van der Kloot, Overleden 1704 <strong>Rotterdam</strong>, woonde<br />

Vasteland.<br />

Functies in stadsregering: V 1692-1744; S 1692, 94; Kap 1692-1704;<br />

St. Hogenban 1693; GD 1693, 95, 97, 99-1702, 4, 13-19, 22-30, 34, 36,<br />

40-42; Bo 1695, 98, 1706, 15, 22, 32, 33, 37, 38; Vr 1695, 1700; Bu 1696,<br />

97, 1701, 2, 17, 18, 25, 28, 29 34, 35, 40, 41; F 1698, 99, 1704, 14-16, 22,<br />

23, 27, 30, 30-39, 42; CW 1700; K 1701-7; CWij 1702-4; R 1703, 43, 44;<br />

Ba 1705-7; 1719-21; 31-33.<br />

mr. ffï//em VÖ/I J/ic^wdor/j: geb. 1656 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van mr. Diederik<br />

van Hogedorp en Petronella Ketting, gehuwd 1689 Wendelina Roosmale,<br />

overleden 1733 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Leuvehaven.<br />

Functies in stadsregering: S 1687, 88; V 1688-1730; T 1689, 90, 95,1706,<br />

7, 10, 11, 30; R 1689, 90, 93-96, 99, 1706, 1710-12, 15, 16, 19-23, 27-30;<br />

Kap 1689-91; GD 1689-95; 97, 1703-30; Bo 1690, 1703, 11, 12, 19, 21;<br />

CL 1690-1692; W 1691,92,1706, 7; Boe 1692-1733; Bu 1697, 98,1704, 5,<br />

8, 9, 13, 14, 17, 18, 21, 25, 26; K 1699-32; Adm 1700-3; F 1703, 24.<br />

mr. /saac von i/oorrtteeA:: geb. 1655 Leiden, zoon van Johannes van<br />

Hoornbeek en Anna Bernard, overleden 1727 's-Gravenhage.<br />

Functie in stadsregering: Pensionaris 1699-1720. In 1720 werd hij benoemd<br />

tot Raadpensionaris, wat hij tot zijn dood in 1727 was.<br />

C0rwe//.y de /ow^/r geb. 1668 Geertruidenberg, gehuwd 1688 Maria van<br />

Teylingen, overleden 1732, <strong>Rotterdam</strong>, woonde Oppert.<br />

Beroep: koopman in kruideniers waren. Functies in stadsregering: G<br />

1694-99; OM 1708-19; S 1716, 17; V 1718-32; CW 1718, 20; R 1719-28;<br />

Cwij 1719-30; GD 1719, 22, 24, 25, 27, 29-31; W 1720-21, 23, 24, 26;<br />

Kap 1720-27; T 1723, 24, 27; Bo 1726, 28; Kol 1728, 29; Bu 1729, 30;<br />

Baljuw van Schieland 1730-32.<br />

mr. Corwe//.y de ./tf/z^e VÖ/Ï £7/emee/: geb. 1646 den Briel, poorter 1707,<br />

gehuwd Maria Oyens, overleden 1721 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Boompjes.<br />

Functies in stadsregering: P. Hon. 1704-7; P 1707-1720. Voor hij te<br />

<strong>Rotterdam</strong> honorair pensionaris werd, was hij van 1674-1704 ontvanger<br />

-generaal.*)<br />

Leewder/ va/i üfoo/wtad: geb. 1661, gehuwd 1694 Elisabeth van Halm,<br />

overleden 1738 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Oudedijk.<br />

Beroep: koopman. Functies in stadsregering: Ven 1692, 93; RWs 1703-<br />

18; S 1719-20.<br />

242


va/i derLöwew: geb. 1647, gehuwd (1) 1683 Maria van der Does,<br />

(2e) Maria Meerman 1691, overleden 1733 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Haringvliet.<br />

Beroep: brouwer in de brouwerij 'De Roode Leeuw'. Functies in stadsregering:<br />

Ven 1673: Kap 1680-85; CWa 1688, 89; S 1696, 97, 1700, 3, 4,<br />

20, 21; Br 1689-1700; Vr 1709, 10, 18.<br />

C/ÖW/Ü/S Lor/w/Vr: geb. 1687 's-Gravenhage, gehuwd 1712 Johanna<br />

Catharina Steen lack, poorter 1713, overleden 1762 <strong>Rotterdam</strong>, woonde<br />

Haringvliet, Z.Z.<br />

Beroep: koopman. Functies in stadsregering: CWa 1714,15; S 1729, 30;<br />

V 1733-54; CL 1733, 34, 38,44-46, 51-53; Kap 1735-38; CW 1735-38,47,<br />

48; Bo 1738, 40, 41, 46; W 1738; R 1738, 46; PV 1738-61; Kol 1739, 40;<br />

HR 1740-44; F 1743; Bu 1744, 45, 52; T 1746; CWij 1746-50; Vr 1747,<br />

48.<br />

/ört vow A/ee/: geb. 1670 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Hendrik van Meel en<br />

Maria de Leeuw, gehuwd 1698 Maria Catharina van Schoonhoven, overleden,<br />

1744 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Noordblaak.<br />

Functies in stadsregering: Br 1701-9; S 1710,11; Kap 1711; V1712-1738;<br />

CL 1713, 14; GD 1714, 15, 17-30, 32-34, 36-39; W 1715, 16, 20, 28;<br />

T 1716, 29, 35, 38; R 1716, 17, 28-30, 31, 34, 35, 38; CWij 1716-18; Bo<br />

1717, 1722-24, 31; Bu 1718, 19, 26, 27, 33, 36, 37; CW 1721, 22, 25; Vr<br />

1721, 22, 25; F 1723, 24, 29; K 1733-43.<br />

Teo/; f/e Mey: geb. 1633 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Jehan de Mey en Sara<br />

Raey, gehuwd (Ie) 1673 Clara Nieuwgaard, (2e) 1686 Cornelia Johanna<br />

van Beaumont, (3e) 1689 Maria Niedeck, overleden 1721 Dsselmonde,<br />

woonde Wolfshoek.<br />

Functies in stadsregering: S 1660, 61, 72, 73; Kap 1662, 63; BWC 1667;<br />

V 1672-1720; Bo 1673, 76, 79, 83, 85, 87, 91, 95-97, 1708, 11, 14, 16;<br />

GD 1673, 76, 74, 76, 83-87,90-93,96,99-1700, 2, 3 6, 7,19-21; CW 1674,<br />

75, 85, 92, 93, 99, 1700; R 1675, 76, 82-84, 89-92, 95, 96, 99, 1700, 18;<br />

Adm 1677-79, 1703-6; GC 1679-82; W 1682, 85, 89, 92, 93, 97, 98; Kol<br />

1683-1685; T 1684; Vr 1684, 85, 91, 92; F 1686, 87; AZ 1688-90; CL<br />

1690, 94; Bu 1701, 2, 6, 7, 19, 20; BaS 1707-17.<br />

P/e/er */e Me^: geb. 1642 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Jean de Mey en Magdalena<br />

Bertels, gehuwd 1663 Geertrui van der Hey, overleden 1722 <strong>Rotterdam</strong>,<br />

woonde Vasteland.<br />

Beroep: koopman. Functies in stadsregering: V 1675-1692, 1703-18, L<br />

1671; CWa 1675; Bu 1676, 77, 80, 81, 1713, 14; Kol 1677-82; St. Moercapelle<br />

1677; GD 1678-80, 1704, 5, 10, 13-15; Bo 1678, 84, 86, 91, 1709,<br />

15, 17, 18; CW 1678, 79, 1703-9, 15-18; K 1679-85, 1713-22; F 1679,<br />

1705, 6, 15-17; Adm 1682-85; W 1685-92, 1710-22; CL 1707.<br />

Tfceof/ore /rcrwfo/s f/e Mey: geb. 1684 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Pieter de Mey<br />

en Geertrui van der Hey, gehuwd 1716 Cornelia Vingerhoet, overleden<br />

1758, <strong>Rotterdam</strong>, woonde Gelderse Kade.<br />

Beroep: suikerraffinadeur. Functies in stadsregering: CWa 1711, 12;<br />

S 1714, 15; V 1718-58; T 1718, 19, 32, 37, 38, 41, 45, 46, 49-51, 54-58;<br />

R 1718,19, 32, 37, 38, 41,42, 45,46,49-51, 54-58; Bo 1719,24,27, 37,41,<br />

45, 55, 56, 58; GD 1719-22, 28, 30-32, 35-37, 39-41, 43-45, 47-49, 52-55<br />

57, 58; Kap 1719-21; Bu 1720 21, 30, 31, 35, 36, 39, 40, 43, 44, 47, 48,<br />

243


52, 53; St. Cool 1728; 29; CWij 1728-1745, 58; Vr 1728, 29, 33, 34; W<br />

1737, 38; K 1740-58.<br />

Gerard Meyners: geb. 1677 Amsterdam, poorter 1711, gehuwd 1711<br />

Digna Petronella Wendelina Leydecker, overleden 1723, <strong>Rotterdam</strong>,<br />

woonde Leuvehaven.<br />

Beroep: koopman. Functies in stadsregering: Vr 1712, 13, 16, 19, 20;<br />

CWa 1714, 15; S 1717, 18.<br />

/o/jan van Mierop: geb. 1696 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Gerbrand van Mierop<br />

en Martina Pedy, gehuwd (Ie) Margrieta Deynoot 1725, (2e) 1731 Magdalena<br />

Schenkenberg, overleden 1734 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Leuvenhaven<br />

(bij Soetenburg).<br />

Beroep: koopman. Functie in stadsregering: S 1734.<br />

mr. Mco/aas Mow/aw&a/i: geb. 1690 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Nicolaas Montauban<br />

en Elisabeth van Broekhuysen, gehuwd 1719 Elisabeth van<br />

Usendoorn, overleden 1753 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Zuidblaak.<br />

Beroep: wijnhandelaar. Functies in stadsregering: CWa 1726, 27, 31, 32,<br />

39, 40, 43, 44; OV 1741-48; P 1748-52.<br />

Hoofdman van het wijnkopersgilde: 1731, 32, 36, 37, 40, 41, 42; directeur<br />

van de admodiatie op de impost en accijns van de wijnen en brandewijn:<br />

1738, 39.5)<br />

mr. /oAa/i *fe TVey/r geb. 1669 's-Gravenhage, gehuwd (Ie) 1713 Catharina<br />

Koninck, (2e) 1716 Engeltie Hugaert, overleden 1732 <strong>Rotterdam</strong>,<br />

woonde Nieuwhaven.<br />

Functies in stadsregering: CWa 1697, 98, 1702, 3; Vr 1699; S 1700,1;<br />

V 1707-1731; W 1707-10; GD 1708, 9, 11-24, 24-27; R 1710, 11, 13, 26;,<br />

CWij 1710-12; Bu 1711, 12, 25; Bo 1713, 14,16, 22, 23, 31; GC 1713-14<br />

1718-21; SG 1718-15; Kol 1719; Adm 1721-24; 27-32; F 1726.<br />

Z)an/W Afoor/Ztey: geb. 1670 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Jacob Noorthey en<br />

Maria Schepers, gehuwd 1705 Maria Jacoba Schepers, overleden 1721<br />

<strong>Rotterdam</strong>, woonde Haringvliet.<br />

Beroep: koopman. Functies in stadsregering: V 1700-21; W 1700-5;<br />

PV 1702-21; GD 1702-1706, 11-21; F 1706, 7, 13, 14; S 1706, 7; GC<br />

1708-11; T 1711, 12; R 1711, 1712; Bo 1712, 17; Bu 1715, 16, 20, 21;<br />

CW 1717-19; Vr 1717, 18.<br />

/saac Z,e Pe//7: geb. 1651 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Abraham Le Petit en<br />

Cornelia Bouwens, geh. (le) 1682 Maria Coolbrandt, (2e) 1696 Anna<br />

Maria Bredenbijl, overleden 1723 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Wijnhaven (bij de<br />

Bierstraat).<br />

Beroep: koopman. Functies in stadsregering: CWa 1706, 7, 10, 11, 18,<br />

19, 34; S 1721, 22, 25, 26; Vr 1723, 24; V 1723, 24.<br />

^r/aa/i Pr/Vis: geb. 1692 Delft, poorter 1716, gehuwd 1720 Elisabeth<br />

Schepers, overleden 1780 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Haringvliet.<br />

Beroep: koopman. Functies in stadsregering: BOC 1720; V 1738-63;<br />

W 1738, 39,40; GD 1738, 39,42-45, 53-57, 59-62; Kap 1739,40; R 1740,<br />

45, 57-59, 62; F 1741-44,46, 53; Kol 1741-44; Bo 1745,46, 51-54, 59, 62;<br />

T 1745, 59, 62; Adm 1747—53; CL 1754, Bu 1755, 56, 60, 61.<br />

mr. Gwa///rer«s de /toe/: geb. 1683 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Dirck de Raet<br />

en Francoise Fagel, gehuwd 1718 Margaretha Rosiana Fagel, overleden<br />

1740 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Boompjes.<br />

244


Functies in stadsregering: S 1711, 12, 15, 16; V 1719-39; CW 1719; Kap<br />

1720-29; W 1720,21; GD 1720, 25, 26, 30-32; Bo 1722, 23, 25,26,28, 37;<br />

CL 1725, 26; St. Katendrecht 1726; CWij 1726; RS 1722-25; GC 1727-<br />

1730; Bu 1730, 31; Kol. 1730; Adm 1732-40.<br />

/oAtf/mes /tovesteyw: geb. 1693 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Hendrik Ravesteyn<br />

en Cornelia Quack, gehuwd 1718 Maria de Vos, overleden 1751 <strong>Rotterdam</strong>,<br />

woonde Hoogstraat.<br />

Beroep: koopman. Functies in stadsregering: RWs 1718-23; S 1729, 30.<br />

P/eter cfe J?/dtfer: geb. 1685 Dordrecht, gehuwd 1710 Cornelia Boon,<br />

overleden 1750 <strong>Rotterdam</strong> (begraven te Dordrecht), woonde Wijnhaven.<br />

Beroep: koopman in kruidenierswaren, directeur Maatschappij van<br />

Assurantie 1722-38. Functies in stadsregering: Br 1715-31; CWa 1720,<br />

21, 26, 27, 30, 31, 37, 38; S 1732, 33.<br />

Gerard /toos: geb. 1674 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Adriaan Roos en Catharina<br />

Steenlack, gehuwd 1698 Lucia Steenlack, overleden 1751 <strong>Rotterdam</strong>,<br />

woonde Nieuwe Haven.<br />

Beroep: koopman. Functies in stadsregering: L 1702-5; CWa 1710, 11,<br />

16, 17, 21; S 1713, 14.<br />

/4dr/aa/i itoosma/e: geb. 1662 Heusden, gehuwd 1709 Kenau van de<br />

Mierop, wed. Ewout Prins, overleden 1740 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Leuvehaven.<br />

FH/IC/K?5 in stadsregering: Vr. 1690-92, 95, 96; S 1697, 98; V 1698-1740;<br />

R 1698, 1700-3, 8, 14-16, 20, 21, 24-26, 29-40; GD 1698, 1700-2, 5, 6,<br />

8-11, 14, 16-20, 22-24, 27-29, 37-39; Bo 1701, 7, 8, 12, 20, 21, 25, 29, 32,<br />

34, 36; W 1701; T 1702, 3, 8, 14, 15, 20, 21, 24, 25; CWij 1702, 5, 8-10;<br />

Bu 1704, 5, 9, 10, 18, 19, 22, 23, 27, 28, 38; AZ 1706-7; CL 1708, 24-26;<br />

BWC 1710-17; GC 1711-14; F 1717; K 1723-39.<br />

mr. jDom//HC«j /toosmo/e: geb. 1690 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Dominicus<br />

Roosmale en Soetie Putmans, gehuwd 1710 Emilia de Leeuw, overleden<br />

1726, woonde Boompjes (bij de Draaisteeg).<br />

Beroep: advocaat. Functies in stadsregering: Vr 1717, 18; S 1719, 20.<br />

mr. T/efldr/A: /ta«?v


32, 35, 39, 41, 45, 48, 49; T 1718, 28; Adm 1718-21; F 1721, 29; CWij<br />

1721; Bu 1722,23, 33, 34,43,44; HR 1724-27; GC 1730-33, 36-42,45-50;<br />

CL 1742; K 1744-49.<br />

/yaac va/2 £c/i//2/2£: geb. 1668 <strong>Rotterdam</strong>, gehuwd 1690 Adriana Quarles,<br />

overleden 1737 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Leuvehaven.<br />

Beroep: koopman. Functies in stadsregering: S 1699, 1700, 4, 5, 20, 21;<br />

Kap 1700-37; CWa 1712, 13.<br />

-P/eter va« ,Sc/wo«/wve/2: geb. 1684 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Thymon van<br />

Schoonhoven en Angelique van Hersele, gehuwd 1706 Maria Anna Witheyn,<br />

overleden 1767, woonde Boompjes.<br />

Beroep: koopman. Functies in stadsregering: CWa 1711; S 1714, 15;<br />

V 1730-48; CW 1730-32, 41, 45; Kap 1731-38; GD 1731-48; F 1732, 34,<br />

35,40,44; T 1733,48; R 1733, 36, 37,40,48; CWij 1733-45; Bo 1736,48;<br />

Bu 1738, 39, 42, 43, 46, 47; Vr 1741, 45.<br />

G«a///?e/-«5 .Se/we//: geb. 1683 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Jacob Senserf en<br />

Anna Harris, gehuwd 1731 Johanna Elisabeth de Geer, overleden 1752<br />

<strong>Rotterdam</strong>, woonde Haringvliet.<br />

Beroep: koopman. Functies in stadsregering: V 1748-52, CWa 1709, 10;<br />

S 1715,16; BOC 1731; CL 1748; Bo 1749-52; W 1749-52; GD 1749, 51;<br />

52; Bu 1750.<br />

7aco6 Se/wer/: geb. 1666, gehuwd Jacoba Massijs 1695, overleden 1733<br />

<strong>Rotterdam</strong>, woonde Haringvliet.<br />

Beroep: koopman, directeur Maatschappij van Assurantie 1720-22.<br />

Functies in stadsregering: CWa 1698, 99; S 1703, 4.<br />

Co/vze/w va« S0/2: geb. 1687 Amsterdam, poorter 1720, gehuwd 1708<br />

Cornelia Blokhuys, overleden 1750 <strong>Rotterdam</strong>, woonde West Nieuwland.<br />

Beroep: koopman. Functies in stadsregering: RWs 1722; OM 1723-49;<br />

CWa 1726, 41, 42; Vr 1729, 30, 37; S 1727, 28, 31, 32, 38; Kap 1728-42;<br />

PV 1733-37.<br />

/w\ //e/*aW& va// der Stoa/: geb. 1671 Schoonhoven, zoon van mr.<br />

Wolhpert van der Staal en Elisabeth Botter, gehuwd 1701 Johanna Maria<br />

Hechtermans, overleden 1746 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Leuvehaven.<br />

Beroep: advocaat. Functies in stadsregering: Br 1701-7; CWa 1702, 3;<br />

Vr 1704, 5; W 1707, 13, 22, 40; F 1708, 9, 25, 29; GD 1708, 9, 13, 19-21,<br />

23-38, 40-43, 45, 46; Kap 1709 -13;GR 1710-13, 38-40; CWij 1713, 14,<br />

20-37, 46; R 1714, 19-22, 34, 35, 40, 43, 44; Ba 1715-18; Bo 1718, 31, 34,<br />

38, 39, 44; T 1721, 22, 34, 35, 44; Bu 1723, 27, 28, 33, 36, 37, 41, 42, 45,<br />

46; CW 1726, 30, 31; Vr 1726, 30, 31; CL 1743, 44.<br />

/wr. .To/raw S/mz/acA:: geb. 1694 <strong>Rotterdam</strong>, gehuwd 1721 Johanna Leonora<br />

van der Kaa, overleden 1775 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Hoflaan.<br />

Beroep: advocaat. Functies in stadsregering: S 1737, 38, 51, 52, 58, 59;<br />

Vr 1753, 54.<br />

Gr


7, 8,16,17, 21, 22,26,27; CW 1698,99,1729, 30; Vr 1698,99; F 1700,1.<br />

18,19; CWij 1702-6; 14; 15; St. Benthuizen 1705; Adm 1709-12; W 1712.<br />

77feodorw.s van 7ey///ï#e/i: geb. 1689 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Dirk van Teylingen<br />

en Anna Bosch, gehuwd 1719 Angenieta van Meel, overleden 1768<br />

<strong>Rotterdam</strong>, woonde Haringvliet.<br />

Beroep: controleur van de convoyen en licenten van de Maze. Functies in<br />

stadsregering: CWa 1717, 18; S 1721, 22; C 1730-48; W 1730; PV 1731,<br />

32; Kap 1731, 32; T 1731, 32; GD 1731, 36, 37, 39-45, 47; R 1731, 32;<br />

GC 1733-36,44,45 ;Bo 1736; Kol 1735-38; F 1736-41,45; CWij 1738-48;<br />

Bu 1742, 43, 46; CW 1744, 46; Vr 1744, 46.<br />

mr. ./o/ran 77wwe/-j; geb. 1684 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Pieter Timmers en<br />

Ingenatia van Zoelen, gehuwd met Alida Anna van Belle, overleden 1738<br />

<strong>Rotterdam</strong>, woonde Hoogstraat.<br />

Beroep: directeur Maatschappij van Assurantie 1722-38. Functies in<br />

stadsregering: Br 1705-9; Secr. 1709-37.<br />

mr. //mwa/z Fï/i^er/roef: geb. 1697 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Jacob Vingerhoet<br />

en Catharina van der Plas, gehuwd (Ie) 1718 Johanna Ignatia van<br />

der Hoeven, (2e) 1729 Maria 's Graafweg, overleden 1762 <strong>Rotterdam</strong>,<br />

woonde Vasteland.<br />

Functies in stadsregering: CWa 1725, 28, 29; S 1726, 27; V 1734-62;<br />

CL 1735-38; GD 1735-37, 39, 46-49, 51-62; Bo 1737, 39, 49, 50, 58, 59;<br />

Kap 1738, 39; R 1739; Ba 1740-48; St. Bleiswijk 1746, 49; F 1746, 49;<br />

Bu 1747,48,52,56, 57, 60, 61; CW 1750; Vr 1750; R 1753-58, 59; T 1755,<br />

59; CWij 1758-61; Adm 1762.<br />

wr. Maa/7e« F/aaraYw^erwowaV geb 1681 Delft, poorter 1708, gehuwd<br />

(Ie) 1710 Elisabeth van Schagen, (2e) 1722 Aletta Jacoba van Schinne,<br />

(3e) 1726 (te 's-Gravenhage) Anna van Baerle, overleden 1762 's-Gravenhage.<br />

Beroep: brouwer in de brouwerij 'Drie Aken'. Functies in stadsregering:<br />

S 1722, 23, 34, 35, 38, 39; Kap 1725-38.<br />

C7rr/s//aa/i 7o/wn Fro/V/A:: geb. 1668 Delft, poorter 1713, gehuwd 1715<br />

Geertrui Elisabeth Schoonheid, overleden 1753, woonde Hoogstraat.<br />

Beroep: koopman. Functies in stadsregering: OV 1720-40; S 1725, 26.<br />

•/ÜT/Z /aco£ Wi/Aeyw: geb. 1690 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van Jacob Witheyn en<br />

Catharina Boon, gehuwd 1718 Anna Antonia van Naarssen, overleden<br />

1738, woonde Leuvehaven.<br />

Beroep: koopman. Functies in stadsregering: Vr 1719, 20; CWa 1724,<br />

25; S 1735, 36.<br />

mr. /oco/3 //sóra/w: geb. 1665 <strong>Rotterdam</strong>, zoon van dr. IJsbrand IJsbrans<br />

en Maria Blaeuw, gehuwd (Ie) 1695 Johanna Maria van Quaelbergh,<br />

(2e) 1700 Theodora Meerman, (3e) 1724 Catharina Emilia Junius,<br />

overleden 1749 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Hoogstraat.<br />

Functies in stadsregering: Secr. 1692-1709; V 1709-49; F 1709-14, 18-22,<br />

25, 27, 28, 31-37, 40; Bo 1710, 17, 20, 21, 33, 35, 42, 43, 46; GD 1710, 17,<br />

20, 21, 33, 35, 42, 43, 46; CWij 1711-13; Bu 1723, 29, 30, 38; St. Cool<br />

1729; Adm 1740-47; CL 1747, 48; R 1747.<br />

mr. /Jlr/io/v/ va/i Zwy/e/i van iVyeve/f: geb. 1664 Lingen, zoon van Jacob<br />

van Zuylen van Nyevelt en Johanna de Beaumont, gehuwd 1694 Martha<br />

Maria Lichtenberch, overleden 1731 <strong>Rotterdam</strong>, woonde Wijnhaven.<br />

247


Functies in stadsregering: CWa 1688, Secr. 1689-92; BaS 1692-1707;<br />

1718-31; V 1695-1731; GD 1697-99, 1701-4, 13-19, 22, 23, 28-30; Bo<br />

1700, 2, 4, 7, 10, 12, 16, 21, 25, 28, 29; CW 1707, 8; W 1709-12; F 1712,<br />

13, 16, 17; Bu 1714, 15; SG 1724-27.<br />

mr. flierman va« Zwy/e/i va/i Nyeve//: geb. 1670 Lingen, zoon van Jacob<br />

van Zuylen van Nyevelt en Johanna de Beaumont, gehuwd 1706 Ida<br />

Adriana van Berckel.<br />

Beroep: directeur Maatschappij van Assurantie 1720-35. Functies in<br />

stadsregering: Secr. 1692-1735, Kap 1697-1721.<br />

NB De gegevens onder 'Functies in stadsregering' zijn ontleend aan:<br />

J. H. W. Unger, De Regeering van <strong>Rotterdam</strong>, 1328-1892, Naamlijst<br />

van Personen, die in of van wege de regeering ambten hebben<br />

bekleed, voorafgegaan door eene Geschiedkundige inleiding over<br />

den Regeeringsvorm van <strong>Rotterdam</strong>.<br />

1) J. Melles, Ministers aan de Maas, pag. 145.<br />

2) Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel I, 310.<br />

3) Melles, a.w. pag. 158.<br />

4) Melles, a.w., pag. 151-155.<br />

5) W. F. Lichtenauer, Een <strong>Rotterdam</strong>sch wijnhandelaar in de hooge<br />

politiek (De koopman-politicus mr. Nicolaus Montauban). In: Rott.<br />

Jaarb. 1945, pag. 137.<br />

248


waarvoor de o/iaVrzocA/e I/I 7720, I/I /tottmiam, />i<br />

Schalkius van Beeftingh<br />

Samuel Beyer<br />

Jacob van Belle<br />

Josua van Belle<br />

Arnout van den Berch<br />

Engelbert van Berckel<br />

Johan van Berckel<br />

Cornel is Boey<br />

Adriaan Boon<br />

Christiaan Boonen<br />

Johan Brandwijk van Blokland<br />

Adriaan Brouwer<br />

Christiaan Casteleyn<br />

Willem Commenicq<br />

Philip Jacob van Cloon<br />

Johannes Cordelois<br />

Adriaan Deynoot<br />

Francois Denick<br />

Hugo Dubois<br />

Isaac Elsevier<br />

Josua de Frens<br />

Jacob Gerst<br />

Paulus Gevers<br />

Witte Gevers<br />

Hendrik Grimes<br />

Marinus Groeninx<br />

Hendrik Haasbroek<br />

Hendrik van Hees<br />

Gualtherus Hennequin<br />

Jacob van Hersele<br />

Leonard van Hersele<br />

Pieter Theodore van Hersele<br />

Philip van der Hoeven<br />

Johan van der Hoeven<br />

Willem van Hogendorp<br />

Isaac van Hoornbeek<br />

Cornelis de Jongh<br />

Cornelis de Jonge van Ellemeet<br />

Leendert van Koopstad<br />

Samuel van der Lanen<br />

Claudius Lormier<br />

Jan van Meel<br />

Jean de Mey<br />

Pieter de Mey<br />

Theodore Francois de Mey<br />

Gerard Meyners<br />

f 58,19,4.<br />

994,—,—.<br />

40,- —. (als secretaris)<br />

2136,— •<br />

i • 6.10<br />

581,14 4.<br />

30,- ,—. (als fabrieksmee<br />

200,- ,—. (als pensionaris]<br />

460-<br />

190,-,-.<br />

279,19,11.<br />

260,—,—. + 10,17,2.<br />

294.1,—.<br />

31,11,-.<br />

444,1,2.<br />

62,10,—.<br />

259,14,—.<br />

249,—,-.<br />

652,15,12.<br />

288,6,—.<br />

55,-,—.<br />

120,—,—.<br />

356,18,4.<br />

120,—,—. (als pensionaris)<br />

148,9,—.<br />

1206,13,4.<br />

90,1,2.<br />

366,11,8.<br />

63,18,—.<br />

1863,19,8.<br />

313,1<br />

206,7,-.<br />

172,4,-.<br />

249


Johan van Mierop<br />

Nicolaas Montauban<br />

Johan de Neyn 115,1,2.<br />

Daniel Noorthey 88,7,—.<br />

Isaac Le Petit 121,7,—.<br />

Adriaan Prins 1596,5,—.<br />

Gualtherus de Raet 350,—,—.<br />

Johannes Ravesteyn 74,19,—.<br />

Pieter de Ridder " 12,3,—<br />

Gerard Roos 72,5,—.<br />

Adriaan Roosmale 258,10,8 + 642,10, h 1620,—<br />

Dominicus Roosmale 1167,15,4.<br />

Hendrik Rosevelt<br />

Paulus Scheffens 210,—,—.<br />

Joan Daniel Schenkenberg 16,15,—.<br />

Willem Schepers 88,7,—.<br />

Isaac van Schinne 16,15,—.<br />

Pieter van Schoonhoven 147,10,—.<br />

Guatherus Senserf<br />

Jacob Senserf 248,18,—.<br />

Cornelis van Son 49,19,—.<br />

Hendrik van der Staal<br />

Johan Steenlack 63,18,—.<br />

Gregorius van Teylingen 237,6,—.<br />

Theodorus van Teylingen<br />

Johan Timmers 1304,19,8, (+ 40,—,—. als secr.)<br />

Herman Vingerhoet 206,7,—.<br />

Maarten Vlaardingerwout<br />

C. J. Vrolijk<br />

Jan Jacob Witheyn 147,10,—.<br />

Jacob IJsbrans 1176,16,8.<br />

Arnout van Zuylen van Nyevelt 20, h 145,10,10. + 6, 16, 12<br />

Herman van Zuylen van Nyevelt 145,9,2 + 145,10,9 + 40<br />

1) De hier vermelde gegevens zijn ontleend aan het kohier van de<br />

100ste penning 1720, dat zich bevindt in het oud-financiële archief der<br />

gemeente <strong>Rotterdam</strong>.<br />

Niet alleen op vermogen werd men aangeslagen, maar ook op het<br />

ambt. Zo werd de commissaris van de Wisselbank voor f 20,—, die van<br />

de Leenbank idem, de Fabrieksmeester voor f 30,—, de secretaris voor<br />

f40,— en de pensionaris voor f 120,— aangeslagen.<br />

Dat een aantal der heren in het kohier niet voorkomt vindt vermoedelijk<br />

zijn oorzaak in het feit, dat hun bezittingen (landerijen etc.) zich<br />

elders bevonden.<br />

250


S. van Beeftingh<br />

•S. Beyer<br />

* Jacob van Belle<br />

Josua van Belle<br />

*A. van den Berch<br />

*E. van Berckel<br />

*J. van Berckel<br />

*C. Boey<br />

A. Boon<br />

Chr. Boonen<br />

*J. Brandwijk v. Blokland<br />

A. Brouwer<br />

*Chr. Casteleyn<br />

Ph. J. van Cloon<br />

W. Commenicq<br />

J. Cordelois<br />

A. Deynoot<br />

F. Denick<br />

*H. Dubois<br />

I. Elsevier<br />

J. de Frens<br />

J. Gerst<br />

P. Gevers<br />

*W. Gevers<br />

•H. Grimes<br />

*M. Groeninx<br />

H. Haasbroek<br />

H. van Hees<br />

*G. Hennequin<br />

J. van Hersele<br />

L. van Hersele<br />

•P. Th. van Hersele<br />

Ph. van der Hoeven<br />

*J. van der Hoeven<br />

*W. van Hogendorp<br />

•I. van Hoornbeek<br />

*C. de Jongh<br />

*C. de Jonge van Ellemeet<br />

*L. van Koopstad<br />

*S. van der Lanen<br />

C. Lormier<br />

*J. van Meel<br />

*J. de Mey<br />

P. de Mey<br />

van y455wra////e te Zco/teraa/w f x<br />

toe^en^zen<br />

50<br />

50<br />

50<br />

—<br />

50<br />

50<br />

50<br />

—<br />

50<br />

—<br />

—<br />

50<br />

50<br />

50<br />

—<br />

50<br />

—<br />

10<br />

50<br />

50<br />

—<br />

—<br />

50<br />

50<br />

—<br />

50<br />

37<br />

—<br />

50<br />

—<br />

5<br />

—<br />

50<br />

50<br />

50<br />

50<br />

50<br />

—<br />

—<br />

—<br />

—<br />

50<br />

50<br />

50<br />

20<br />

—<br />

20<br />

20<br />

—<br />

—<br />

—<br />

20<br />

—<br />

20<br />

—<br />

20<br />

—<br />

20<br />

20<br />

20<br />

20<br />

20<br />

—<br />

20<br />

20<br />

20<br />

20<br />

—<br />

—<br />

—<br />

—<br />

20<br />

—<br />

20<br />

20<br />

—<br />

20<br />

—<br />

—.<br />

—<br />

—<br />

—<br />

—<br />

— 20<br />

—<br />

—<br />

20<br />

3<br />

20<br />

20 5<br />

20<br />

20<br />

20<br />

5<br />

— 4<br />

20<br />

5<br />

20 5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

2<br />

20<br />

4<br />

V/l<br />

3<br />

5<br />

20<br />

20<br />

40<br />

20<br />

5<br />

20<br />

5<br />

5<br />

20<br />

5<br />

20<br />

20<br />

20<br />

20<br />

20<br />

20<br />

204<br />

20<br />

40<br />

—<br />

1721<br />

10<br />

—<br />

29 1<br />

50<br />

35<br />

39<br />

21<br />

50<br />

—<br />

—<br />

70<br />

20<br />

30<br />

—,<br />

23<br />

—<br />

—<br />

6<br />

30<br />

1<br />

26<br />

51<br />

10<br />

—<br />

64<br />

30<br />

—<br />

4<br />

26 2<br />

20<br />

385<br />

54<br />

24<br />

—<br />

—<br />

—<br />

1<br />

3<br />

10<br />

20<br />

—<br />

46<br />

251


•Th. F. de Mey<br />

G. Meyners<br />

J. van Mierop<br />

N. Montauban<br />

*J. de Neyn<br />

*D. Noorthey<br />

I. le Petit<br />

A. Prins<br />

*G. de Raet<br />

J. Ravesteyn<br />

P. de Ridder<br />

G. Roos<br />

*A. Roosmale<br />

*D. Roosmale<br />

H. Rosevelt<br />

P. Scheffens<br />

J. D. Schenkenberg<br />

•W. Schepers<br />

•I. van Schinne<br />

P. van Schoonhoven<br />

G. Senserf<br />

J. Senserf<br />

C. van Son<br />

*H. v. d. Staal<br />

J. Steenlack<br />

*G. van Teylingen<br />

Th. van Teylingen<br />

*J. Timmers<br />

H. Vingerhoet<br />

M. Vlaardingerwoud<br />

C. J. Vrolijk<br />

J. J. Witheyn<br />

*J. IJsbrans<br />

*A. van Zuylen<br />

v. Nyevelt<br />

*H. van Zuylen<br />

v. Nyevelt<br />

1721<br />

1) In augustus 1721 is er geen verschil meer tussen de acties van de<br />

inschrijving van juni en de subscriptie van augustus. De subscripties a<br />

f 1.000,— zijn per 5 stuks geconverteerd in 1 actie van f 1.000,—.<br />

De met * gemerkte personen zijn de in 1720 in functie zijnde regenten.<br />

Degenen, die in de subscriptie f 20.000,— of f 40.000,— toegewezen gekregen<br />

hebben, zijn de zittende regenten en directeuren, die hiervoor ook<br />

niet hebben hoeven intekenen. In de intekenboeken zijn 72 posten van<br />

f 20.000,— voor hen vrijgehouden.<br />

252<br />

50<br />

— 505<br />

50<br />

50<br />

50<br />

— 50<br />

—<br />

40<br />

50<br />

50<br />

50<br />

— 50<br />

50<br />

10<br />

— 50<br />

50<br />

— 50<br />

__<br />

50<br />

_ 50<br />

50<br />

—<br />

—<br />

50<br />

50<br />

50<br />

50<br />

—<br />

20<br />

20<br />

—<br />

—<br />

— 20<br />

20<br />

—<br />

20<br />

20<br />

20<br />

—<br />

— 20<br />

20<br />

20<br />

—<br />

— 20<br />

—<br />

—<br />

20<br />

— 20<br />

—_<br />

20<br />

20<br />

20<br />

20<br />

20<br />

—<br />

—<br />

40 5<br />

4<br />

—<br />

20<br />

40<br />

4 5<br />

20 344<br />

20<br />

20 355<br />

20<br />

20 5<br />

20<br />

20<br />

4<br />

20<br />

4<br />

20 4<br />

20 5<br />

4 13<br />

20<br />

20<br />

40<br />

74<br />

21<br />

15<br />

— 54<br />

82<br />

20<br />

—<br />

4 5<br />

278<br />

—<br />

20 2<br />

80 1<br />

40<br />

24<br />

28<br />

101<br />

245<br />

107<br />

60<br />

30<br />

20<br />

175<br />

—10<br />

—<br />

25<br />

25<br />

64<br />

95


m^ I/Ï Maa/5cAö/7/j//en f X ƒ7000,).<br />

S. van Beeftingh —<br />

Samuel Beyer —<br />

Jacob van Belle —<br />

Josua van Belle —<br />

Arnout van den Berch —<br />

Engelbert van Berckel —<br />

Johan van Berckel —<br />

Cornells Boey —<br />

Adriaan Boon —<br />

Chr. Boonen »)<br />

J. Brandwijk v. Blokland —<br />

Adriaan Brouwer —<br />

Christiaan Casteleyn 50<br />

Willem Commenicq —<br />

Ph. J. van Cloon max.<br />

Johannes Cordelois —<br />

Adriaan Deynoot —<br />

Francois Denick —<br />

Hugo Dubois —<br />

Isaac Elsevier —<br />

Josua de Frens —<br />

Jacob Gerst —<br />

Paulus Gevers —<br />

Witte Gevers —<br />

Hendrik Grimes max.<br />

Marinus Groeninx<br />

Hendrik Haasbroek 50<br />

Hendrik van Hees —<br />

Gualtherus Hennequin —<br />

Jacob van Hersele —<br />

Leonard van Hersele —<br />

P. Th. van Hersele —<br />

Philip van der Hoeven —<br />

Johan van der Hoeven —<br />

Willem van Hogendorp —<br />

Isaac van Hoornbeek —<br />

Corn, de Jongh —<br />

C. de Jonge van Ellemeet —<br />

Leendert van Koopstad —<br />

S. v. d. Lanen —<br />

C. Lormier —<br />

Jan van Meel —<br />

Jean de Mey —<br />

3<br />

— 3<br />

—<br />

— 2<br />

— —3<br />

— 3<br />

—<br />

—<br />

— 5<br />

—<br />

—<br />

—<br />

— 5<br />

—<br />

— ——353<br />

—<br />

—<br />

3<br />

—<br />

—<br />

—<br />

— 5<br />

—<br />

—<br />

— 3<br />

— —<br />

— —<br />

20<br />

—<br />

— 20<br />

— 20<br />

— 20<br />

20<br />

20<br />

20<br />

—<br />

—<br />

20<br />

—<br />

— 20—20<br />

10<br />

— 20<br />

20<br />

—<br />

—<br />

— —<br />

— 20<br />

20<br />

20<br />

20<br />

20<br />

20<br />

20<br />

— —<br />

—<br />

20<br />

— 20<br />

— 20<br />

6 —<br />

6 —<br />

8<br />

8<br />

30 8<br />

253<br />

25<br />

50<br />

25


Pieter de Mey — 3 20 — — 20 —<br />

Th. Fr. de Mey — 5 — — — — —<br />

G. Meyners — — 20 — — — —<br />

Johan van Mierop — — — 6 — — 50<br />

Nic. Montauban — — 20 — — — —<br />

Johan de Neyn — — — — — — —<br />

Daniel Noorthey max. 5 20 — — — —<br />

Isaac Le Petit _ _ _ _ _ _ 10<br />

Adriaan Prins 50 3 20 — — — —<br />

G. de Raet — 20 —<br />

Joh. Ravesteyn — — 20 — — — —<br />

Pieter de Ridder — 2 20 — — — 50<br />

Gerard Roos — — 20 6 — — 50<br />

Adriaan Roosmale — 5 — — — — —<br />

Dominicus Roosmale — 5 — — — — —<br />

Hendrik Rosevelt — 3 20 — — — 50<br />

Paulus Scheffens max. 2 20 — — — —<br />

J. D. Schenkenberg 50 3 20 — — 12 —<br />

Willem Schepers — 5 — — — — —<br />

I. van Schinne — 5 20 — — 8 —<br />

P. v. Schoonhoven max. 3 20 — — — —<br />

G. Senserf — 5 — — — — —<br />

J. Senserf — 3 — — — — —<br />

Corn, van Son — — 20 — — — —<br />

H. v. d. Staal — — 20 — — — —<br />

Joh. Steenlack — — 20 — — — —<br />

G. van Teylingen — — — — — — —<br />

Th. van Teylingen — — — — — — max.<br />

Johan Timmers 50 5 — 24 — — —<br />

H. Vingerhoet — — 20 — — 4 —<br />

M. Vlaardingerwoud — — 20 — — — —<br />

C. J. Vrolijk — 2 10 — — — —<br />

J. J. Witheyn — 3 20 — — — —<br />

Jacob IJsbrands — — — — — — —<br />

A. v. Zuylen v. Nyevelt — 5 20 — — — —<br />

H. v. Zuylen v. Nyevelt — 5 — — — — —<br />

1) Zte/i T/öfl^. Van de Haagse Compagnie van Beleeninge, discontering etc. zijn alleen de<br />

verzoeken tot inschrijving bewaard gebleven. Als het ooit tot toewijzing is gekomen, dan zijn<br />

de registers daarvan niet bewaard gebleven. De hier vermelde bedragen slaan dus op de verzoeken<br />

tot inschrijving van de <strong>Rotterdam</strong>mers. Mr. J. E. J. Geselschap en G. 't Hart: De<br />

archieven berustende in de Archiefbewaarplaats der gemeente 's-Gravenhage. Den Haag, 1963,<br />

pag. 35, nr. 23: 2 dozen inschrijf biljetten van <strong>Rotterdam</strong>mers, genummerd C.B.D.A. 9 en 10.<br />

2) Gowda e/2 //bora. Van de aldaar opgerichte Maatschappijen zijn geen inschrijvingen en<br />

toewijzingen bewaard gebleven. De hier vermelde bedragen zijn procuraties, die in het Notarieel<br />

Archief van <strong>Rotterdam</strong> voorkomen.<br />

254


3) Zwo/fe. Chr. Boonen heeft Willem Kersseboom wel opdracht gegeven voor hem in te<br />

schrijven in de Commercie Compagnie te Zwolle (Not. Prot. 1830/186, 21-9-1720, <strong>Rotterdam</strong>),<br />

maar in de 'Ligger der personen, aanbedeeld in de Commercie Compagnie' komt zijn naam<br />

niet voor.<br />

4) M/V/fife/Zwfy. De voor de Commercie Compagnie aldaar genoemde bedragen zijn toewijzingen,<br />

behalve de f 2.000,— van Witte Gevers. Volgens een procuratie in het Not. Archief te<br />

<strong>Rotterdam</strong> heeft hij een blanco procuratie doen passeren voor intekening in deze Maatschappij<br />

(Not. Prot. 2217/1098, 12-9-1720). In het Middelburgse register komt hij echter niet voor.<br />

W. S. Unger, Het Archief der Middelburgse Commercie Compagnie. Den Haag 1951, nr. 1581.<br />

N.B. De gegevens, vermeld onder Utrecht, Den Haag, Middelburg en Zwolle, zijn ontleend<br />

aan lijsten van intekenaars in de Maatschappijen in die plaatsen, die nog in de archieven aldaar<br />

aanwezig zijn. Voor Utrecht is dit een copie van de toewijzing, die zich bevindt in de bijlagen<br />

van de Resolutien van de Staten van Utrecht van 1720: Archief Staten van Utrecht, nr. 234-39.<br />

Gouda en Hoorn zijn in dit overzicht betrokken, omdat voor de in die steden opgerichte<br />

Maatschappijen in <strong>Rotterdam</strong> grote belangstelling bestond. Van de intekeningen in andere<br />

Maatschappijen heb ik een apart overzicht gemaakt: bijlage 5.<br />

a. iVocwrfl//e.s VÖ/I /to/terdoT/ise re#e/j/ew /o/<br />

da/i d/e /e /to/ferdd/n e/i de I/I o/y/a^e<br />

Vlaardingen: 4 Weesp: 1<br />

Maassluis: 6 Harlingen: 4<br />

Hamburg: 2 Gelderland: 2<br />

Dordrecht: 2 Enkhuizen: 2<br />

Delft: 3 Alkmaar: 2<br />

6. Proc«ra//ej<br />

va/z ac//es />z<br />

Delft:<br />

Utrecht:<br />

Gouda:<br />

Vlaardingen<br />

21<br />

26<br />

233<br />

ow/Ve/z<br />

Maassluis:<br />

Dordrecht:<br />

Den Haag:<br />

w<br />

Leiden: 3<br />

(niet opgericht)<br />

Amsterdam: 1<br />

(niet opgericht)<br />

Hoorn: 4<br />

Monnikendam: 1<br />

Enkhuizen: 2<br />

door itotferdd/we re,?e/z/e/z o/w<br />

worden o/j^er/c/rf /« /e /e£e«e«, /e /rö/w/?or/ere/7 e//<br />

on/vonden, «aar e/£e« fazzc/rfen: 5.<br />

Deze procuraties zijn ontleend aan het <strong>Rotterdam</strong>se Notarieel Archief.<br />

Het is waarschijnlijk, dat deze actionisten in andere steden ook procuraties<br />

hebben verstrekt.<br />

255


De handel in acties van f 5.000,— van de Maatschappij van Assurantie, juni 1720-juli 1721,<br />

en achter de streep de handel in de subscription van f 1.000,— van de Maatschappij van<br />

Assurantie, oktober 1720- juni 1721. In deze laatste tabel zijn de zg. geconverteerde acties,<br />

waarbij uit vijf subscription van f 1.000,— één oude actie van f 1.000,— werd gemaakt, verwerkt<br />

alsof niet geconverteerd was. Elk getal duidt dus op een navenant aantal subscriptiën.<br />

g = gekocht, v = verkocht.<br />

*) Hierbij staat in het transportboek vermeld: 'betaalt met seshondert guldens'.<br />

juni juli aug. sept. okt. nov. dec. jan. febr. mrt.<br />

v g v g v g v g v g v g v g v g v g v<br />

S. v. Beeftingh - 3 4 3 6 1 - 4 4 1 - - - - 1 - - - 5<br />

S. Beyer - _ _ _ _ _ i o - - - - - - - - - - - -<br />

J.v. Belle - _ _ _ 3 1 4 2 1 - - - - - - - - - -<br />

Josua v. Belle - _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />

Arn. v. d. Berch - 95 13--4-5<br />

E.v.Berckel 5 3 3 9 - 2 2 2 4 - - - - 1 - - - -<br />

J. v. Berckel - _ _ _ 3 _ _ _ _ _ - _ _ _ _ - - _ _<br />

C. Boey - _ _ _ _ _ _ i _ _ 3 _ _ - _ - - - _<br />

Adr. Boon - 1 - 9 4 3 4 - 7 3 - - 2 - - - - - -<br />

Chr. Boonen - - — 1 1 - - 1 _ _ _ _ _ 1 2 - - — -<br />

J. Brandwijk v. BI. - - - - - 1 - 1 - - - - - - - - - - -<br />

Adr. Brouwer - _ 5 _ 3 _ _ 7 _ 2 - - - 3 - - - - -<br />

Chr. Casteleyn 3 9 _ _ _ 1 _ 3 4 _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />

Ph. J. v. Cloon - 23 13 10 2 4 1 1 2 - - - - - 4 4 2 4<br />

W. Commenicq - _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />

Joh. Cordelois - - 2 2 3 - 2 1 - - - - - - - - - - -<br />

A. Deynoot - _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />

Fr. Denick - _ _ _ _ i _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />

Hugo Dubois - _ _ _ _ _ 4 _ 5 _ - _ _ - - - - - -<br />

I. Elsevier - 34 22 10 2 3 7 1 0 - 3 2 4 1 8 - - - -<br />

J. de Frens - _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ - _ - - - -<br />

J. Gerst - 3 1 - - - - 3 2 2 - - - - - - - - -<br />

P. Gevers - - 4 5 1 2 1 4 5 - - - - - - - - - -<br />

W. Gevers - 4 - - 2 - 1 - 1 - - - - - - - - - -<br />

H. Grimes - _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />

M. Groeninx - ___22-------l-----<br />

H. Haasbroek - 4 12 1 3 1 3 2 - - - 3 1 - - - - - -<br />

H. v. Hees - _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />

G. Hennequin - _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ - - - -<br />

J. v. Hersele - 5 - 1 2 - - 1 - - - - - - - - - - -<br />

L. v. Hersele - _ _ _ _ _ _ _ i _ _ _ _ _ _ _ - - -<br />

P. Th. v. Hersele - 3 2 - 1 - - 4 - - - - - - - - - - -<br />

J. v. d. Hoeven - _ _ _ i _ _ _ 3 4 _ _ _ _ _ - - - -<br />

Ph. v. d. Hoeven - - 3 5 9 5 2 4 - 1 1 21-12<br />

W. v. Hogendorp - - 1 - 4 - 2 - 1 2 - - - - - - - - -<br />

I. v. Hoornbeek - _ _ _ _ _ 7 _ 3 _ _ _ _ _ _ - _ _ _<br />

256


apr. mei juni juli<br />

g v g v g v g v<br />

1 _ _ _ _<br />

_ _ 4 _ _<br />

- 8 - - -<br />

- 2 -<br />

2 - -<br />

4 2-<br />

- - 2<br />

okt. nov. dec. jan. febr. mrt. apr. cei juni<br />

g v g v g v g v g v g v g v g v g v<br />

1 0 - - - - - - - - 13 _ _ _ _ _ _ _ _<br />

_ _ _ _ _ _ _ _ _ 20*- - - - - - - -<br />

- 20 16<br />

- 20 -<br />

- 5<br />

- 5<br />

- 20<br />

- 5<br />

- 5<br />

10 -<br />

- 5<br />

--20 4 - - - - -<br />

10 - -<br />

20<br />

- 10<br />

- - 2<br />

10 - -<br />

- 2 -<br />

4 _ _ _ _ _ _<br />

_ _ _ _ _ _ 15<br />

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 20- - - -<br />

10 6------ 1 - - - - - - - - -<br />

5 15 - 10<br />

- 1 5 - 5<br />

35- 1 0 - - - - - - -<br />

257


juni juli aug. sept. okt. nov. dec. jan. febr. mrt.<br />

v g v g v g v g v g v g v g v g v g v<br />

C. de Jongh - - 7 - - - - - 3 - - - - - - - - - -<br />

C. de Jonge v. Ellemeet - 2 - - 2 - - - - - - - - - - - - - -<br />

L. v. Koopstad - - _ - - - - - _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />

S. v. d. Lanen - - - - - _ _ - _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />

C. Lormier - 13 7 4 7 - 1 3 1<br />

J, v. Meel 4 2 8 4 2 4 2 - - 2 - - - - - - 2 - -<br />

J. de Mey - _ 6 - - - - - 3 - - - - - - - - - -<br />

P. deMey - - - 3 6 4 - 3 1 - - 1 - - - - - - -<br />

Th. F. de Mey - - - 4 - - - _ - - _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />

G. Meyners - _ - _ 2 - - - 2 - - - - - - - - - -<br />

J. v. Mierop - - 7 1 - 1 2 2 - - 2 - 1 - - 1 - - -<br />

N. Montauban - - _ _ i _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />

J. de Neyn - - - - 1 21 _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />

D. Noorthey - - - - - 2 - 6 4 2 - - - - - - - - -<br />

I. Ie Petit - 2 10 - - 2 1 - 4 2 - -<br />

Adr. Prins - 2 - — 1 - - - 1 _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />

G. de Raet - - 6 - - - - - - - 4 - - - - - - - -<br />

J. Ravesteyn - _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />

P. de Ridder - 229 13 14 8 9 1110 12- 4 - 2 - - - - -<br />

G. Roos - 3 6 2 7 2 - 2 1 8 9 - - 1 - - - - 5<br />

A. Roosmale - 1 1 — 8 — — — — 4 2 — — - - - — — —<br />

D. Roosmale - - - - - - - _ - _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />

H. Rosevelt - - - - 1 - 2 2 4 2 - - - 1 - 2 - - -<br />

P. Scheffens - _ - - - _ - - - _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />

J. D. Schenkenberg - 1 - 4 4 - - 3 2 3 2 - - - - - - - -<br />

W. Schepers - - 2 - 2 - 1 1 2 - - - - - - - - - -<br />

I. v. Schinne - 1 1 2 1 2 1 1 - - - - - - - - - - -<br />

P. v. Schoonhoven - 2 - - - - - - - - - - - - - - - - -<br />

G. Senserf - _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />

J. Senserf - 27 37 4 6 15 9 8 32 2 - - - - - - 1 26 1<br />

C. v. Son - - - - - 2 - 1 - - - - - - - - - - -<br />

H. v. d. Staal - - 4 _ _ - - _ 5 - _ _ _ _ - _ _ _ _<br />

J. Steenlack - 4 4 7 3 4 - 8 - 2 - - - - - - - - -<br />

G. v. Teylingen - - 4 - _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _<br />

Th. v. Teylingen - - - - 1 1 - 1 - 1 - 2 - - 1 - - - -<br />

J. Timmers - 9 11 17 19 14 12 13 3 6 3 - - - - - - - -<br />

H. Vingerhoet - - - 3 2 1 1 - - 1 - - - 1 2 - 1 - -<br />

M. Vlaardingerwoud - - — — - 2 — — — — — - — - — — — —-<br />

C. J. Vrolijk - - - _ _ - - - - _ - - _ _ _ _ _ _ _<br />

J. J. Witheyn - 2 10 3 6 - 4 2 4 - - - - - - - - - -<br />

J. IJsbrans - - 4 4 2 - 5 3 - - - - - - 1 - - - -<br />

A. v. Zuylen v. N. - - 3 1 6 6 - 8 9 - - - - - 2 - - - -<br />

H. v. Zuylen v. N. - 7 10 4 3 1 2 4 6 1 1 1 - 3 1 - - - -<br />

258


apr. mei juni juli<br />

g v g v g v g v<br />

- - 2 -<br />

okt. nov. dec. jan. febr. mrt. apr. mei juni<br />

g v g v g v g v g v g v g v g v g v<br />

_ 20 - - - - - - - - - - - - - - - -<br />

_ 2 0 - - - - - - - - - - - - - - - -<br />

- 15 - - - - - - - - - - - - - - - -<br />

_ _ _ 1 0 - _ - - 3 - 2 - - - - - - -<br />

- 20<br />

- 15<br />

15 40 5<br />

- 4 -<br />

30<br />

4 _ _ _ _ _ _ _ _<br />

- 1 -<br />

5 - -<br />

9 - 2 - - - - - 49 41 _ - - - _ _ 14 - 14 -<br />

- 3 - 1<br />

- 20 - -<br />

- 8 - -<br />

1 _ 1 _ _ _ _ _ _ -<br />

_ _ _ _ _ 1<br />

_ _ _ 6 - - - -<br />

3 - -<br />

- - 5<br />

15 - -<br />

- 30 -<br />

2 - -<br />

10 - -<br />

_ _ _ _ 3 _ _ 5 _ _ _ _ _ _<br />

3 - - 3<br />

- - - 2<br />

_ _ _ _ _ 2 - -<br />

4 _ _ _ _ _ _ _ _<br />

______ 12 -<br />

_ 20 - - - -<br />

_ 4 _ _ _ _ _<br />

8 3 35 30 57 2<br />

- 5 - - - -<br />

_ _ _ 4 _ _<br />

_ 1 2 _ 3 - - - - - - -<br />

-_ 1_ O_ - -1 -_ 3_3 - - -<br />

15 - 10 - - - - - 10<br />

3 - - - - - -<br />

259


vo/i ee/i procttraf/e, zoa/y J/e I/I die /zo/ariiér/e arc/wevew va/i 7720<br />

e/i 772/ voorAromew.<br />

Op huyden den lOen September 1720, compareerde voor mij Gommer<br />

van Bortel, notaris publyk binnen <strong>Rotterdam</strong>, de Heer en Mr. Johan<br />

Timmers, Secretaris dezer Stad ende verklaarde te constitueren en magtig<br />

te maken Sr. Pieter Smith, makelaar binnen Utregt, om in de Compagnie<br />

binnen de provincie van Utregt met consent van de Ed. Mog.<br />

Heren Staten van dezelve provincie opgeregt ofte nog op te regten op de<br />

name en voor rekeninge van hem Heer Constituant in te schrijven of in<br />

te tekenen soodanige sommen van penningen als de geconstitueerde zal<br />

te rade werden, de gereede bijlage te doen, en voorts ten eynde dezelve<br />

inschrijvinge effect (te doen) hebben alles te doen, wat hij Heer constituant<br />

zelfs present zijnde zoude konnen doen, belovende 't verrichte van<br />

waarde te houden onder verband als na regten. Gedaan te <strong>Rotterdam</strong><br />

present Mattheus Sonmans en Jan Douyere als getuigen,<br />

w.g. Johan Timmers<br />

260<br />

J. Douyere<br />

Mattheus Sonmans<br />

Gommer van Bortel.<br />

(NA, inv. nr. 1521, fol. 378.) (G.A.R.)


w Je «o/ar/ë/e orc/z/eve/z va/z 7720<br />

e/z 7727 voor^o/ne/z.<br />

Op heden den 4e January 1721 heb ik Johan Obreen, notaris pub<br />

binnen <strong>Rotterdam</strong>, ten verzoeke van den Heer Gerard van der Wolf,,<br />

woonachtig alhier, houder van het na te noemen contract, mij vervoegt<br />

ten huize en aan den persoon van den Heer Mr. Adriaan Boon, Heer van<br />

Steenhuizen, out-schepen dezer Stad, ende den zelven geinsinueert en<br />

aangezegt, dat hij Heer geinsinueerde ingevolge van de aanzegging hem<br />

door den Makelaar Brethouwer op den 28e December laatstleden gedaan,<br />

alsnog aanstons ofte wel binnen zekeren korten tijt door zijn Ed.<br />

te expresseren, zal gelieven te ontvangen transport van zood. een actie<br />

van vijfduisent guldens Capitaal in de Assurantie Comp. dezer Stad <strong>Rotterdam</strong><br />

ten prijze van dertig percento, als hij Heer geinsinueerde heeft<br />

aangenomen ende tot pmo. January zig verbonden te ontvangen, en<br />

waarvoor bij zijn Ed. een Premie van Een hondert en vijftig gulden is genoten,<br />

breeder vermogens der originelen contracten daarvan zijnde in<br />

dato den 21 Juli 1720, luidende ten behoeve van den Heer Jonas van<br />

Asperen, die het zelve heeft geassigneert aan den Heer Theodorus Fries,<br />

welke laatst genoemde het meergenoemde contract in blanco heeft getekent,<br />

't welk ik den Heer geinsinueerden hebbe getoont: met aanzegginge,<br />

dat hij nevens het ontvangen der voorsz. actie, de beloofde kooppenningen<br />

zal gelieven te voldoen en betalen als naar style: Ende in cas<br />

van weigeringe of dilai heb ik Notaris in den name als boven jegens den<br />

Heer geinsinueerde wel expresselijk geprotesteert van alle kosten, schaden<br />

en intresten daar door alrede gedaan en na deze nog te doen en<br />

lijden, om die te verhalen als naar behooren, waarop de voorsz. Heer<br />

Boon tot antwoordt gaf, dat hij den Heer van der Wolf dezen middag<br />

gesproken had ende zig daartoe refereerde.<br />

Gedaan en geprotesteert binnen <strong>Rotterdam</strong> in 't bijzijn van Willem<br />

Obreen en Jeremias Reinaud als getuigen,<br />

w.g. W. Obreen Joh. Obreen<br />

J. Reinaud<br />

(NA, inv. nr. 2011, fol. 14 (G.A.R.)).<br />

70<br />

i/mmwi van Zwy/e/i VÖ« TVyeve/f c.s. e/i 7toZ>e/7 de<br />

Wij onderschr. ter eenre zijde ende de Heer Robert de Vlieger koopman<br />

tot Londen (ten desen aansien verkiesende domicilium citandi et<br />

executandi ten huyse van mejuffr. de Wed. Dionis Verburgh en Hendrik<br />

van Meel, koopluiden alhier) ter andere zijde, verklaren met den andre te<br />

hebben gecontracteerd, dat indien de actiën in de Compagnie of Maatschappij<br />

van Assurantie binnen dese Stad binnen dit lopende jaar en<br />

oversulx voor den Ie Januari 1721, alhier ten beurse komen te rijsen tot<br />

één hondert en vijftig percento avans, en tot die prijs contant op ordinaire<br />

261


conditien courant werden verkogt, dat in dien gevalle yder van ons<br />

ondergeschr.<br />

aan den voorn. Heer Robert de Vlieger den 2e Januari 1721 sal opleggen<br />

en betalen gelijk wij aannemen bij desen, zoodanige somma als<br />

hieronder bij yders naamteikening is uytgedrukt;<br />

dat integendeel zoo wanneer de gemelde actiën binnen de voors. tijt<br />

niet tot de gemelde cours kwame te rijsen nogte courant als boven vercogt<br />

werden, dat de Heer Robert de Vlieger dan op den 2e Januari 1721<br />

aan yder van de voorsz., George Roeters Jan van Meekeren, Herman van<br />

Zuylen van Nyevelt, Adriaan de Graeff & Dirk Brethouwer zooals ik bij<br />

dese ben aannemende sal opleggen betalen sodanige somme als hier<br />

onder bij ieders naamteikening is uytgedrukt.<br />

Ende dat bij aldien over den inhoud deses eenige questien off verschillen<br />

mochte komen te ontstaan, daarover geen proces sal mogen werden<br />

gemoveerd, maar dat wij deselve zullen moeten submitteren en verblijven<br />

onder afstand van relieff en reductie en overgifte van willige condemnatie,<br />

aan de arbitragie en uitspraak van twee neutrale personen, van<br />

wedersijde één te kiesen, om deselve questien off verschillen na regt, rede<br />

en billijkheyd aff te doen zooals zullen oordeelen te behooren, met magt<br />

om in cas van diffentie een derde tot superarbiter te kiesen.<br />

Beloven wij ondergeschr. ter goeder trouw elkander over en weder den<br />

kragte en effecte van hetgeene vorenstaat, en waar ider is gehouden, volkomen<br />

te zullen doen hebben en genieten, als verklarende desen contracte<br />

met geen ander intentie te hebben aangegaan, als tot versekering van<br />

onse gedane negotie in actiën, en geenszins als een wedding off wintnegotie,<br />

zullen de oversulx ons hiertegens niet behelpen met eenige placaten<br />

of wetten die deselve zouden mogen contraireren off verbieden als<br />

daarvan (voor zooveel desnoods zij) renuncierende bij dese. Verbindenen<br />

voor de nacominge en voldoeninge van 't geene voorenstaat over de<br />

weder onse persoonlijke goederen die stellende ten bedwange van aller<br />

regten en regteren.<br />

Aldus gedaan en geteikent binnen <strong>Rotterdam</strong> den 28e Augustus 1720;<br />

is getekent George Roeters voor één duysent gl., George Roeters voor<br />

Jan van Meekeren en de rato van hem caverende voor één duysent ge-<br />

Adriaan de Graeff voor twee duysent gl., één duysent gl. Herman van<br />

Zuylen van Nyevelt, Dirk Brethouwer voor één duysent gl., Robert de<br />

Vlieger. In cas de Heer Robert de Vlieger mogt uytlandig sijn, soo sulle,<br />

wij sijn persoon representeeren, de Wed. Dionys Verburgh en Hendrik<br />

van Meel.<br />

(NA, inv. nr. 2094, fol. 39-41 (G.A.R.))<br />

262

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!