Bijlage 1 Startdocument 1e herziening bestemmingsplan ...

Deel B
Uitgangspunten voor de eerste herziening van het bestemmingsplan Buitengebied: aanpassingen
van individuele percelen
24. Achterdijk 24 de heer G H van Bentum
Inleiding
De heer van Bentum heeft een aantal vragen omtrent de effecten van het bestemmingsplan buitengebied.
Overwegingen
In een gesprek met de familie Van Bentum zijn verschillende vragen die bij hun leefden beantwoord en is
de regeling zoals opgenomen in het bestemmingsplan toegelicht. De familie heeft aangegeven hiermee
voldoende te zijn geïnformeerd.
Conclusie
Er zullen geen aanpassingen plaatsvinden.
25. Achterdijk 26a H. A. M. de Vos-Merkens
Inleiding
Op dit perceel is een bedrijfspand gevestigd, dat deels verhuurd wordt. Er is een eigen inrit door de gemeente
aangelegd naar dit perceel, maar er is verder geen mogelijkheid om met een weg bij alle gedeeltes
van het gebouw te komen. Het verzoek is om het aanleggen van een weg planologisch mogelijk te
maken zodat het bedrijfspand beter te bereiken is. De perceelsgrens zou aan de oostzijde 2,50 meter
moeten worden opgeschoven.
Overwegingen
De gemeente heeft een bedrijfsbestemming opgelegd aan het perceel (B6). Daarbij is het van belang, dat
dit perceel ook optimaal bereikbaar is voor de gebruiker(s). De gemeente is genegen de aanleg van de
toegangsweg mogelijk te maken, daar er nu reeds een ontsluiting met de openbare weg aanwezig is. Dit
op voorwaarde, dat de toegangsweg gelegen is op eigen grond.
Conclusie
De ontsluitingsweg wordt planologisch mogelijk gemaakt
26. Achterdijk 31 de heer A. C. M. Peek
16
De heer Peek heeft beroep ingesteld bij de Raad van State.
Inleiding
De heer Peek maakt bezwaar tegen een drietal door de gemeente vastgestelde bestemmingen Hij heeft
verzocht om een verschuiving van het toegewezen bouwblok. De heer Peek geeft aan, dat zijn bouwblok
nu doorloopt tot aan de perceelsgrens. Tussen de perceelsgrens en de opslagplaatsen voor ruwvoer zit 4
meter. De heer Peek geeft aan, daar geen bebouwing te willen, maar dat deze ruimte eerder zal worden
gebruikt voor erfbeplanting om zo de kuilplaten te camoufleren. De gemeente stelt zich op het standpunt,
dat alle gebouwen, verharding en ook erfbeplanting zich binnen het bouwblok dienden te bevinden. Daarom
kan er van verschuiving geen sprake zijn.