Bijlage 1 Startdocument 1e herziening bestemmingsplan ...

Conclusie
De procedure omtrent vergrotingen van bouwpercelen zal worden opgenomen in de procedureregels.
8. Bouwperceel vormaanpassing
Inleiding
In sommige gevallen is geen uitbreiding van het bouwperceel gewenst, maar kan volstaan worden met
een vormaanpassing. Dit kan wenselijk zijn vanuit het oogpunt van een efficiënte bedrijfsvoering van agrarische
bedrijven.
Overwegingen
Uitgangspunt van het bestemmingsplan is, dat alle bebouwing zich binnen het bouwperceel dient te bevinden.
Dit voor zover de grond in eigendom is. Aan de hand van bijgevoegde luchtfoto en kaartuitsnede kan
een gewijzigd bouwperceel worden ingetekend op de plankaart. Daarbij dient de aanvrager zijn wens tot
vormwijziging exact aan te geven door middel van een kaart en/of luchtfoto’s en dienen alle gronden zijn
eigendom te zijn.
Conclusie
Verzoeken tot vormwijziging zullen worden gehonoreerd in het bestemmingsplan, voor zover voldaan
wordt aan de gestelde eisen.
9. Functieverandering naar ander bedrijf.
Inleiding
In het huidige bestemmingsplan is er ruimte voor functieverandering van bedrijven op voormalige agrarische
percelen. Indien een perceel in het buitengebied een bedrijfsbestemming heeft gekregen is er op
eenvoudige wijze een ander soort bedrijf te vestigen op deze locatie.
Overwegingen
Het bestemmingsplan bevat vanuit het flexibiliteitprincipe een ontheffing voor het vestigen van een ander
soort bedrijf, waaraan vervolgens geen nadere eisen meer worden gesteld, anders dan dat het bedrijf
moet vallen in de milieucategorie 1 of 2. Dit zijn echter zeer veel soorten bedrijven, waarvan de gemeente
de aanwezigheid in het buitengebied onwenselijk acht. Het uitgangspunt is, dat bedrijven zich in principe
dienen te vestigen op een bedrijventerrein. Alleen bedrijven die een functionele verbintenis hebben met
buitengebied mogen zich daar vestigen. In de huidige regels hoeft er geen raakvlak met de agrarische
sector te zijn. De situatie is denkbaar, dat bedrijven die eigenlijk enkel op een bedrijventerrein wenselijk
zijn – met alle verkeersdruk en overlast van dien- zich makkelijk kunnen vestigen in het buitengebied.
Voorstel is, om nadere eisen in de ontheffing op te nemen om deze ongewenste situatie te voorkomen.
Conclusie
De gemeente zal de voorwaarden voor het verlenen van de ontheffing aanscherpen. De eisen die voor
functieverandering bij voormalige agrarische bedrijven gelden dienen ook opgenomen te worden voor bedrijven.
10. Gasleidingen in het plangebied
8
Inleiding
De Gasunie is tevreden, dat het leidingengebied op de kaart bestemd wordt als vrijwaringzone. Voor leiding
A is een zone van 5 meter vanaf de hartlijn en voor leiding W 4 meter vanaf de hartlijn nodig.
In paragraaf 3.9.1 wordt nog uitgegaan van het oude beleid van zonering: de afstand is 115 meter. Tegenwoordig
wordt er een nieuwe rekenmethode gebruikt, die tot nieuwe afstanden leidt.
In art. 23 staat geen koppeling met Art 26 m.b.t. het aanlegvergunningenstelsel. Op blz. 66 staat wel een
verwijzing, maar de Gasunie ziet een expliciete verwijzing naar een aanlevergunning opgenomen in de
voorschriften. Tevens ziet de Gasunie een verbod opgenomen voor ploegen in de buurt van leidingen,