Naslagboek bij berichten, Deel 2

Als een structuurverwijzing wordt gebruikt in een
SQL-instructie, wordt deze behandeld alsof in plaats
daarvan een met komma’s gescheiden lijst met de
componentvelden is gebruikt. Omdat een lijst met
hostvariabelen niet is toegestaan in SQL-instructies
zoals PREPARE, is geen van beide een verwijzing naar
een structuur met meerdere velden.
Instructie voor gebruiker:
Vervang de structuurverwijzing door een atomische
hostvariabele of door een volledige structuurveldnaam.
SQL0088N De hostvariabele naam is ambigu.
Verklaring:
De hostvariabele naam kan niet uniek worden
geïdentificeerd. Er is meer dan een hostvariabele met
dezelfde kwalificatie gevonden.
De instructie kan niet worden uitgevoerd.
Instructie voor gebruiker:
Kwalificeer de hostvariabele verder, of geef deze een
andere naam als de naam al volledig gekwalificeerd is.
SQL0089N De verwerking is beëindigd nadat 100
fouten zijn gevonden.
Verklaring:
De precompiler of binder beëindigt de verwerking
nadat 100 fouten zijn gevonden.
Instructie voor gebruiker:
Corrigeer de fouten die in het berichtenlogboek zijn
aangegeven en geef de opdracht opnieuw.
SQL0091W Precompilatie of binding is beëindigd
met aantal-1 fouten en aantal-2
waarschuwingen.
Verklaring:
De precompilatie of binding is beëindigd met het
opgegeven aantal waarschuwingen en fouten.
Precompilatie of binding wordt beëindigd.
Instructie voor gebruiker:
Als waarschuwingen of fouten optreden, verbetert u
het programma indien noodzakelijk, en voert u de
precompilatie of binding opnieuw uit.
SQL0092N Er is geen pakket gemaakt vanwege
eerdere fouten.
Verklaring:
Omdat er eerder fouten zijn opgetreden, is er geen
pakket gemaakt.
Instructie voor gebruiker:
Verbeter de fouten en geef de opdracht voor
precompilatie of binding uitvoeren opnieuw op.
SQL0093N Het einde van invoer is gevonden voor
de instructieterminator voor EXEC SQL.
Verklaring:
Tijdens de verwerking van een SQL-instructie is een
einde van de bron gevonden voordat de instructie is
beëindigd.
Precompilatie wordt beëindigd.
Instructie voor gebruiker:
Controleer of de SQL-instructie juist wordt beëindigd.
SQL0094N Binding is beëindigd vanwege een
onderbrekingsopdracht door de
gebruiker.
Verklaring:
Binding is beëindigd omdat de gebruiker wellicht de
toetsencombinatie voor onderbreken heeft ingedrukt.
De verwerking is beëindigd. Er is geen pakket
gemaakt.
Instructie voor gebruiker:
Als dit vereist is, geeft u de opdracht bind opnieuw op.
Als u bezig was met het installeren van de
voorbeelddatabase, moet u deze wissen en opnieuw
installeren.
SQL0095N Er is geen bindbestand gemaakt
vanwege eerdere fouten.
Verklaring:
Omdat er eerder fouten zijn opgetreden, is er geen
bindbestand gemaakt.
Er wordt geen bindbestand gemaakt.
SQL0088N SQL0097N
Instructie voor gebruiker:
Verbeter de fouten en geef de opdracht voor
precompilatie opnieuw op.
SQL0097N Variabelen of parameters van het
gegevenstype LONG VARCHAR of
LONG VARGRAPHIC worden niet
ondersteund in SQL-routines.
Verklaring:
SQL-routines (procedures, functies of methoden)
ondersteunen geen variabelen of parameters van de
gegevenstypen LONG VARCHAR of LONG
VARGRAPHIC.
Instructie voor gebruiker:
Gebruik geen variabelen of parameters van de
gegevenstypen LONG VARCHAR of LONG
VARGRAPHIC in SQL-routines. Gebruik VARCHAR
met een expliciete lengte in plaats van LONG
VARCHAR. Gebruik VARGRAPHIC met een expliciete
lengte in plaats van LONG VARGRAPHIC.
Hoofdstuk 2. SQL-berichten 13