boekje april 2004 - Vaders Sellewie

COLOFON
Martin Byttebier
056 77 59 27
redactie@aquatropica.be
Donald Samyn
056 21 09 06
donaldsamyn@nbbz.nl
Jan Algoed
056 21 90 74
jan.algoed@skynet.be
http://www.aquatropica.be/
info@aquatropica.be
Erik Vansteenkiste
Langebrugstraat 4 bus 21, 8500 Kortrijk
056 35 08 48
vansteenkisteerik@vt4.net
Donald Samyn
Korenbloemlaan 1 5 , 8500 Kortrijk
056 21 09 06
donaldsamyn@nbbz.nl
Jan Algoed
Sen. Claysstraat 5, 8500 Kortrijk
056 21 90 74
jan.algoed@skynet.be
001-1057147-20
"De Klokke"
Boudewijn IX-laan 2, 8500 Kortrijk
056 21 79 90
de.klokke.athene@pandora.be
http://www.deklokkeathene.be
APRIL 2004
Zoetwater
Gerrit Plovie 056 40 24 56
gerrit.plovie@skynet.be
Zeewater
Krist Hugelier 05 6 72 97 8 1
krist.hugelier@tiscali.be
Vijver
Gilbert Lapere 056 35 84 19
gilbertlapere@tiscalinet.be
Terra riu m
Geert Vandromme 056 71 82 07
turtleboy@tiscalinet.be
Kees Snoeren 05 1 30 47 0 1
kees.snoeren@pandora.be
Lidgeld: € 20,-
Lidgeld + Aquariumwereld: € 28,-
Lidgeld + Het Zeeaquarium: € 45,-
Lidgeld + AW + HZA: € 59,-
Martin Byttebier 056 77 59 27
De uitgever is niet verantwoordelijk voor
de inhoud van de advertenties
-1-

Index
AQUATROPI C A' SINFOBLAD
Jaargang 19 - April 2004
Colofon ............................................................................................................... 1
Editoriaal ............................................................................................................ 3
Zintuigen bij vissen ........................................................................................... 4
Waarnemingen aan het gedrag ...................................................................... 10
Voor u gelezen: oude vissen, nieuwe namen ................................................ 13
Yasuhikotakia modesta
DE KORTRIJKSE AQUARIUM- EN
TERRARIUMVERENIGING
................................................................................... 16
Het vermenigvuldigen van aquariumplanten ............................................... 18
Koi in zijn totaliteit, deel 2 ............................................................................ 23
Verslag vijverbij eenkomst 2 0 februari
De wonderalg voor de kwekende aquarioot ................................................ 26
Wie reist er met ons mee naar Duitsland? ................................................... 29
Uitnodiging bijeenkomst werkgroep vijvers ................................................. 30
Keuring, tips, waar op letten: Guido Lurquin
Uitnodiging bijeenkomst aquaristiek .............................................................31
Filmavond: Danny van Belle
Agenda bijeenkomsten 2004 ......................................................................... 32
-2- Jaargang 19

EDITORI AAL
APRIL 2004
De paasfoor, De Ronde van Vlaanderen, chocolade-eieren,
de grillen van het weer ... en last but not least die
welbekende „vis“ op de eerste dag van de
maand. Inderdaad, we kunnen er niet omheen,
met dit editoriaal zitten we reeds in de
maand april. We kunnen nu wel zeggen dat
de winter echt voorbij is!
Is de zomervakantie al geboekt?
In alle geval hebben de verschillende coördinatoren
reeds enkele „reizen“ (lees uitstappen),
hetzij dichtbij of verder, in ons
land of daarbuiten geboekt. Alle verdere details kunt u vinden in dit of één van
de volgende nummers van ons clubblad.
Hopelijk waren de eerste vergaderingen van de vijver- en aquaristiekwerkgroep
een meevaller. Eind deze maand (30 april) hebben we een nieuwe vergadering
„Aquaristiek“ die voor iedereen zéér interessant zal zijn. Het worden twee
films met een kwaliteit van de bovenste plank! ! Op 23 april staat een vijververgadering
op het programma! Gelieve dit met stip te noteren in uw agenda!
Hebt U vragen, opmerkingen of voorstellen in verband met de vergaderingen,
laat ons dit weten. Hebt U vrienden of kennissen die een aquarium bezitten
( ook deze die nog geen bezitten ! ) , neem ze dan vrijblijvend eens mee naar de
vergadering voor een kennismaking met onze club ! Je weet maar nooit!
Bij het schrijven van dit editoriaal denk ik nog even terug aan de drie minuten
stilte die we deze middag ter nagedachtenis van de 200 doden en zovele gewonden
na de bomaanslag in Madrid hebben gehouden. Ik ben van natuur
geen pessimist, maar deze zaken stemmen toch even tot nadenken! Zou de uitdrukking
dierenRIJK en mensDOM dan toch de juiste zijn?
Veel leesgenot,
Hugelier Krist
-3-

ZI NT UI GE N BI J VI S SE N
Rik Vanhoenacker, Aquarianen Gent
Een minder bekend fenomeen bij het houden en verzorgen van vissen, is de
kennis hoe deze dieren hun omgeving waarnemen. Ieder dier (ook de mens)
heeft nood aan informatie over wat er rondom zich gebeurt. Die informatie
kan van levensbelang zijn, denken we maar aan
wild dat op de vlucht slaat wanneer ze een jager in
de buurt ruiken. Geursporen laten honden toe hun
territorium af te bakenen, maar een hond zonder
geur zou daar niets aan hebben en zou ook niet
ruiken of een teef loops is of niet. Een buizerd zou
zich nooit feilloos van tientallen meters hoog op een
veldmuis kunnen storten zonder zijn sterk ontwikkeld
zicht. Vleermuizen zouden zich in het donker te pletter
vliegen zonder hun ultrasone piepgeluiden en radarsysteem.
Zintuigen zijn echt van vitaal belang. Zonder gehoor,
reuk en zicht zijn dieren vrij hulpeloos. Eerst
en vooral is het belangrijk om eens te verduide-
Buizerd ( )
lijken wat we onder zintuigen verstaan.
Zintuigen zijn organen bij meercellige dieren, die op prikkels reageren. De signalen
van die prikkels komen dan in bepaalde projectievelden van het centrale
zenuwcentrum terecht, worden daar verwerkt (waarneming en perceptie),
waarna ze al dan niet vastgelegd worden in het geheugen. Dank zij de zintuigen
worden dieren voortdurend op de hoogte gehouden van de toestand
binnenin het eigen lichaam, maar ook de toestand van de buitenwereld en de
veranderingen die daarin gebeuren worden aan het brein doorgegeven. Er is
een ver doorgedreven specialisatie in de bouw (oog, gehoororgaan, reukorgaan)
van de zintuigen, zodat elk zintuig slechts op de voor hem bedoelde
prikkels reageert en doorgeeft aan de hersenen. Een zintuigcel kan een nietnerveus
celtype zijn dat de prikkel doorgeeft aan de uiteinden van een zenuwcel.
Het kan echter ook zelf een zenuwcel zijn met een uitloper die de prikkel
vervoert. Het centrale zenuwstelsel ontvangt dan de prikkels, éénmaal de prikdrempel
overschreden is. Op dat ogenblik ontstaan immers actiepotentialen.
-4- Jaargang 19

Zintuigen bij vissen
Wij mensen hebben de beschikking gekregen over gehoor- ,zicht- ,smaak-,
reuk- en tastzin. Dankzij thermoreceptoren kunnen we ook temperatuur onderscheiden
en door de tastzin kunnen we pijn voelen. De aard van de prikkels
bepalen of we met mechanische, thermische, chemische of optische zintuigen
temakenkrijgen.Mechanischezintuigenzijndikwijlsspecialehuidcellenzoals
haarcellen. Die geven prikkelingen door wanneer ze gebogen worden. Andere
mechanische zintuigen zijn last-, druk- en spierzin. Chemische zintuigen zitten
vervat in de reuk en de smaak. Bij lagere dieren komen zintuigen voor die prikkels
kunnen opnemen waarvoor hogere dieren ongevoelig zijn. Daartoe behoren
eveneens veranderingen in het magnetisch en elektrisch veld.
Reuk
Van de hersenen van de vissen zijn de reukkwabben het best ontwikkeld. Dat
is vooral het geval bij vissen die hun prooi moeten bemachtigen door op de
reuk te vertrouwen. Bij kraakbeenvissen zijn de reukorganen goed ontwikkeld,
terwijl dat bij beenvissen verschillend kan zijn. Een aal heeft een goede neus,
terwijl een snoek zijn prooi nog niet kan ruiken als deze zich voor zijn neus bevindt.
Murenen gaan ‘s nachts op jacht en zijn volledig op hun reukorganen
aangewezen.
Vissoorten die op hun ogen zijn
aangewezen om aan voedsel te komen,
hebben ook goed ontwikkelde
gezichtskwabben. Bij de
Kopstudie van de gewone murene
zalmen is zulks het geval. Voor het
overige zijn de hersenen eigenlijk
maar matig ontwikkeld. Aan elke
zijde van de vissenkop vinden we
neusgaten. Bij zoogdieren hebben
die een ademhalingsfunctie. Dat is
niet het geval bij de vissen daar die
neusgaten niet in verbinding staan
met de mond- of keelholte. De
neusgaten doen bij vissen alleen
dienst als reukorgaan, en bij vissen is de reuk over het algemeen goed ontwikkeld.
Ze sporen daarmee vooral chemische stoffen op in het water. Prooidieren
verspreiden een typische geur, maar er worden door groepsgenoten ook
dikwijls geursignalen afgegeven om gevaar aan te kondigen. Zo een geursignaal
APRIL 2004
-5-

Zintuigen bij vissen
geeftdanaandeherseneneenprikkeldiehetvluchtmechanismeinwerking
stelt. Haaien bijvoorbeeld draaien zich in de richting van het neusgat dat de
sterkste prikkel ontvangt. Wanneer één neusgat verstopt raakt, draait de haai
in rondjes.
Tastzin
De tastzin is eigenlijk slechts bij die vissen aanwezig die voorzien zijn van een
soort tentakels of baarddraden. Meervallen hebben tentakels boven op de kop
of rond de lippen. Barbelen hebben veelal baarddraden in de mondhoeken. In
de meeste gevallen komen deze extra voorzieningen voor bij dieren die vanwege
de gepantserde huid (bijv. beenplaten bij harnasmeervallen)
geen verdere tast waarnemingen
kunnen doen. De snorren van meervallen
hebben dezelfde functie als de snorharen
van katten. De uiteinden zijn
niet alleen bij aanraking gevoelig
maar ook bij trillingen en temperatuurverschilleninhetwater.Bijbodem
is endemisch in
het Malawimeer
vissen worden ook prikkels waargenomen
via de huid op de buikzijde. -
Aulonocara
soorten hebben op de kop, in de buurt van de ogen een soort verdiepte en vergrootte
ponen. Ze zwemmen laag boven de zandbodem en kunnen met die
speciale tastporiën de kleinste bewegingen onder het zand waarnemen. Op die
manier sporen ze kleine kreeftachtigen en wormen op, die hen tot voedsel dienen.
Smaakzin
De smaakzin is bij vissen slecht ontwikkeld. Als ze
smaakzintuigen hebben zitten die op de buitenkant
van het lichaam, en meestal niet
in de mond. Bij sommige vissoorten zitten
hun smaakzintuigen op de staart of op de rugvinnen.
Denken we hierbij aan de wijting of
Rode poon
de poon. Een steur kan met zijn snorharen
niet alleen tasten maar ook proeven of het aangebodene zijn voorkeur wegdraagt.
Het is bekend dat bijvoorbeeld hondshaaien vier smaken kunnen onderscheiden,
namelijk zout, zoet, bitter en zuur.
-6- Jaargang 19

Zintuigen bij vissen
Het gezicht
Het gezichtsvermogen van vissen is ook een apart systeem. Hun ogen zijn
meestal groot en rond. Vissen hebben een groot gezichtsveld maar zijn relatief
verziend. Net als ander gewervelde dieren kunnen ze hun ogen door middel
vanoogspierenopenneer,naarvoorenachterbewegen.Zehebbenechter
geen oogleden. Ook het scherpstellen gebeurt anders dan bij de mens. Wij
kunnen onze ooglens boller of platter
maken om scherp te stellen of dichtbij of
veraf. Vissen dienen echter hun ooglens
hoornvlies
naar voor of achter te bewegen om op een
bepaalde afstand scherp te zien, zonder
dat de lens van vorm verandert.
Het oog heeft een iris. De gevoelige laag
lens heet netvlies waarop zich kegeltjes bevinden
die gevoelig zijn voor kleurprikkels
iris
en staafjes die gevoelig zijn voor intens
licht. Om het licht af te schermen hebben
bepaalde meervallen een lelletje of een
knipperend vlies boven aan de pupil. Naargelang de omstandigheden
schermen ze daarmee overtollig licht af.
Over het algemeen kunnen vissen goed kleuren onderscheiden. Dat is niet verwonderlijkomdatdekleurenvandebeenvissenergvariabelzijn.Toch„zien“
en onderscheiden vissen de kleuren niet zoals wij dat doen. Goudvissen
kunnen twee verschillende kleuren slechts van elkaar onderscheiden indien
deze beide even helder zijn. Mannelijke stekelbaarzen zijn bijzonder gevoelig
voor rood en gaan meteen in de aanval als ze iets roods in hun buurt zien komen.Anderemannetjeslokkenmethunrodebuikenimmershetzelfdeeffect
uit.
Gehoor
Een vissenoor verschilt nauwelijks van een menselijk oor. Het is iets eenvoudiger
van bouw en staat niet in rechtstreekse verbinding met de buitenwereld.
De geluiden bereiken dus het vissenoor door de huid heen. Vissen bezitten
geen trommelvlies. Ze zijn echter perfect in staat geluiden op te vangen van
andere vissen. Dat werkt ongetwijfeld bevorderlijk om tijdens de paartijd de
partners bij elkaar te brengen. In het gehoororgaan van de vissen bevindt zich
ook het evenwichtsorgaan of labyrint. Net als bij ons werkt dit met een soort
APRIL 2004
-7-

Zintuigen bij vissen
steentjes die in een bepaalde stand op een bepaalde zenuw drukken. De bewegingen
in het evenwichtsorgaan veroorzaken verschillende bewegingen van de
gehoorsteentjes en de geleiachtige koepel. Zelfs in woelig water, zonder voldoende
licht of herkenningspunten, weet de vis op koers te blijven door de informatie
die hem door het labyrint verschaft wordt. De informatie gaat hand
in hand met de optische informatie, want zelfs in woelig water kan hij een
prooi fixeren alsof deze niet beweegt, dankzij de combinatie van optische en
auditieve prikkels.
Zijlijnorgaan
Neusgaten
In water verspreiden trillingen zich vlugger dan door de lucht. Vissen beschikken
daarom naast de vijf zintuigen die de andere gewervelde dieren
meekregen, ook nog over een zesde zintuig om die trillingen te kunnen interpreteren,
de zogenaamde zijlijn. Dit is een fijne donkere lijn, die langs de
zijkant van het lichaam loopt, in een flauwe bocht van het kieuwdeksel naar de
staart. Bij sommige vissoorten loopt de zijlijn in verschillende vertakkingen
door over de kop. De zijlijnorganen bestaan feitelijk uit een rij speciale
schubben die voorzien zijn van een heel fijn groefje. Dat staat in verbinding
met een achter die schubben doorlopend kanaaltje. Dat kanaal is gevuld met
een dikke vloeistof en daardoor kan er geen omringend water in doordringen.
De wand van dat zijkanaal is voorzien van een groot aantal in groepjes bij el-
-8- Jaargang 19
Zijlijn
Verschillende vormen van de zijlijn:
1) volledige, bijna rechtezijlijn (karperachtigen)
2) vo l led ige, naa r boven g ebogen zij l ij n ( baa rzen)
3) onvolledige zijlijn (bittervoorn, winde)
4) tweedelige zijlijn (cichliden)
5) on regel matige zij l ij n (trekkersvi ssen)
6) onderbroken en veelvuldige zijlijnen (harders)
Zijlijn

Zintuigen bij vissen
kaar liggende zintuigcellen (neuromasten), elk voorzien van een fijn zintuighaartje.
Dankzij dit systeem kunnen de vissen allerlei waarnemingen doen
over de zich rondom hen afspelende bewegingen in het water. Alle trillingen in
het water gaan dan via de speciale haarcellen in de zijlijn naar de hersenen.
Blinde vissen merken zeer goed op dat andere vissen in hun buurt komen. Ze
kunnen zelfs het onderscheid maken tussen grotere vissen die mogelijk een bedreiging
vormen en waarvoor ze moeten vluchten enerzijds en kleinere vissen
die een mogelijke prooi vormen anderzijds. Die kleine vissen kunnen door een
blinde vis trefzeker verschalkt worden. Dat geeft ons een goed idee van het
enorme waarnemingsvermogen van zo een zijlijnorgaan. Zo zwemmen vissen
zelden tegen de voorruit omdat ze hun zijlijn gebruiken als korte-afstand radar.
Die grote gevoeligheid maakt dat vissen in stresstoestand
kunnen raken als we tegen de voorruit tikken.
Voor de vissen brengt dat zeer grote trillingen
mee. Hun zijlijnorgaan wordt daar-
Tijgermodderkruiper door danig geprikkeld zodat ze in paniek raken.
Voortdurende trillingen door een slecht
(syn. )
gemonteerde dompelpomp kunnen ook stresserend
werken op de gemoedstoestand van de dieren. Ze kunnen dan immers
niet meer adequaat reageren op andere signalen van soortgenoten of belagers.
Een goed inzicht in het waarnemingsvermogen van uw troeteldieren zal ongetwijfeld
helpen bij het verzorgen. Het zal voorkomen dat ze in stresstoestand
raken door fouten in de verzorging.
De inrichting van het aquarium dient ook enigszins aangepast te worden aan
de soorten vis die je er in wenst te houden en aan de manier waarop ze hun
zintuigen gebruiken om aan voedsel te komen. Vissen die met baarddraden in
zand gaan foerageren om voedsel te zoeken, geefje vanzelfsprekend een fijne
zandbodem. Op grovere keien zouden die gevoelige tastorganen onherroepelijk
beschadigd raken.
Observeer aandachtig uw dieren. U zal er ongetwijfeld over verbaasd zijn dat
ze feilloos bepaalde taken uitvoeren, geleid door de informatie van hun zintuigen.
Ze zijn er erg afhankelijk van en weten ze te gebruiken. Ze kennen verdomd
goed het verschil tussen aangeboden voedsel en een vangnet, dankzij
hun zicht, reuk en trillingen op de zijlijn.
APRIL 2004
-9-

WAAR NE MINGENAANHETGEDRAG
Axel Tunze, Tirion−natuur
Als u de tijd neemt om uw zeewateraquarium goed te bekijken, zult u aan de
vissen en de ongewervelde dieren veel interessante gedragingen opmerken, die
zichindeloopvandeevolutiehebbenontwikkeldalsaanpassingaanhetleven
op de koraalriffen.
Het gedrag van vissen
veel vissen vertonen een uitgesproken territoriumgedrag -
Territo riu mgedrag:
ze nemen een bepaald gebied in het aquarium in bezit
en verjagen iedere indringer daar uit. Doktersvissen
zoals de gele zeilvindoktersvis maken hun territoriale
aanspraken kenbaar door de rugvin hoog
op te zetten. Komt een andere doktersvis dan
toch nog dichterbij, dan worden de scherpe
doorns aan de staartwortel uitgeklapt en
wordt de tegenstander daarmee aangevallen.
Daarbij kunnen de dieren elkaar zwaar verwonden.
Als zeeanemonen of slijmvissen aan de
bak gewend zijn, bijten ze zelfs in de hand van hun
Gele zeilvindoktersvis verzorger, om hun territoriale aanspraken
( )
kracht bij te zetten.
dit is wel het bekendste gedragspatroon van vissen. De vorming
Schoolgedrag:
van scholen is een veiligheidsmaatregel: daardoor wordt het voor een roofvijand
lastig een vis buit te maken, want de rover kan zich niet op een enkel
dier concentreren. In het zeeaquarium kan men het schoolgedrag goed bekijken
bij rifbaarzen, die in groepjes van vier of vijf tussen de koralen zwemmen.
Houdt men rifbaarzen alleen, dan zijn ze veel schuwer en angstiger dan
in een groepje soortgenoten.
Voo rtp l a n t i ng s ged rag : het balts-, paar- en broedgedrag van zeevissen is fascinerend
en levert wel de boeiendste waarnemingen op die men in een aquarium
kan doen. Pas sinds een jaar of tien is het min of meer gebruikelijk geworden
-10- Jaargang 19

Waarneningen aan het gedrag
om zeevissen in het aquarium voort te kweken. Overigens kan men lang niet
alle vissoorten voor langere tijd als paartjes bij elkaar houden; maar als dat
mogelijk is, moet men ook beslist een paartje (kweekstel) aanschaffen. Er zijn
zelfs vissoorten die beslist een partner nodig hebben, anders gaan ze zich abnormaal
gedragen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de anemoonvissen, en ook
voor enkele grondelsoorten. De citroenlipvis toont een zeer interessant gedrag
bij de vaststelling van het geslacht. Als u twee even
grote jonge dieren in het aquarium zet, zal het
ene zich tot een mannetje ontwikkelen, het
andere wordt een vrouwtje. Het mannetje
is te herkennen aan de groene strepen op
de kop; het wordt ook iets groter dan het vrouwtje.
Ook bij veel andere vissoorten kan men dit ver-
Citroenlipvis
schijnsel waarnemen. Het draagt bij tot de
overleving van de soort op het rif. Als een
oudere vis zijn partner verloren heeft, kan een opgroeiend jong dier zijn geslacht
nog naar behoefte aanpassen. Bij zeer jonge visjes van bepaalde soorten
(zoals anemoonvissen) is zelfs een geslachtsverandering nog mogelijk als de
ontwikkeling al een tij dj e is gevorderd. Bij een paartj e feeënbaarzen is het mannetje
meestal groter. Een goed kweekstel kan daardoor vaak worden verkregen
door een klein dier en een groter
dier bij elkaar te zetten. Als een
kweekstel eieren wil afzetten,
zoekt het mannetje een hol en begint
dat vervolgens te bekleden
met natuurlijke bouwmaterialen
die het dier in het aquarium vindt,
zoals algen, sponzen en kleine
steentjes. Is geen passend hol voorhanden,
dan probeert het mannetje
er een te maken van dergelijke
bouwmaterialen. Is dat gelukt,
dan zal het vrouwtje haar eieren af-
Koningsgrammaof royal gramma
zetten. De pas uitgekomen jongen
( )
zijn erg klein en kunnen alleen
worden grootgebracht in een speciaal aquarium met een rijk aanbod van
plankton. In de normale bak dienen de jongen helaas alleen als levend voer.
APRIL 2004
-11-

Waarneningen aan het gedrag
Bij anemoonvissen poetst het mannetje voor de eiafzetting een glad oppervlak
(ruitofsteen)schoonindebuurtvandegastheeranemoon;daarkleefthet
vrouwtjedandeeierenaanvast.Diewordenvervolgensdoorhetmannetjebevrucht
en ook later nog verzorgd. Het mannetje
waaiert met zijn vinnen voortdurend zuurstofrijk
water overheen om beschimmeling van
het legsel te voorkomen. Sterft een ei af,
dan wordt dat door het mannetje verwijderd,
zodat de rest van het legsel niet wordt
aangetast. De ouders verwijderen zich hoogstens
korte tijd van hun legsel, om te eten; ze reageren in
Zwa rte a nemoonvi s de broedtijd ook erg agressief tegen indringers.
Ze vallen dan zelfs de hand van
hun verzorger aan. De broedtijd duurt 8 tot 1 1 dagen, afhankelijk van de temperatuur
en de soort van anemoonvis. De pas uitgekomen larven kunnen ook
weer alleen in een speciale bak worden grootgebracht.
Heel afwijkend gaat het eraan toe bij de paring van zeepaardjes. Bij de balts
zwemt het mannetje met een vergrote broedbuidel om het vrouwtje heen. Bij
de eigenlijke paring houden de beide partners elkaar met de rolstaart vast, en
het vrouwtje legt dan haar eitjes in de broedbuidel van het mannetje, waar ze
bevrucht worden. Na ongeveer vier weken worden de ongeveer één cm lange
jongezeepaardjesuitdebroedbuidelvanhetmannetje losgelaten. Voor het opfokken
is hier eveneens een speciaalaquarium nodig.
Het gedrag van ongewervelden
sommige soorten kunnen in het aquarium
Het „ trekgedrag“ van zeeanemonen:
hun standplaats wijzigen. Meestal wijst zulk ‘trekgedrag' er op dat de oorspronkelijke
plaats niet voldoet aan de behoeften van de anemoon, of dat het
dier daar in een gewapend conflict is gekomen met een ander neteldier. De
zeeanemoon maakt dan zijn voet los van de bodem en laat zich met de stroom
meedrijven naar een andere plaats. Een symbioseanemoon zwerft op die manier
net zo lang door het aquarium tot hij de beste plek gevonden heeft. Lederkoralen
of softkoralen die een slechte plek hebben gekregen kunnen niet zo
aan het zwerven gaan, maar groeien dan naar het licht toe. De koralen ontwikkelen
dan een lange „nek“ en lange tentakels, om beter bij het licht te kunnen.
Men moet ze dan op een lichtere plek neerzetten.
-12- Jaargang 19

VOOR U GELE ZE N
Ou de vi ss en, ni eu we n a men
Martin Byttebier, Aquatropica Kortrijk
Het ziet ernaar uit dat wij als aquariaan gedoemd
zijn om eeuwig bij te leren. Jaarlijks komen er
nieuwe vissoorten, planten, technieken, enz ...
bij die we, als brave huisvader natuurlijk, trouw
proberen bij te houden. Alsof dit nog niet voldoende
is, worden regelmatig vissennamen gewijzigd.
Een tijdje geleden bijv. zaten de
cichlidenliefhebbers in zak en as.
Sommige cichlidensoorten veranderden
vlugger van naam dan
de liefhebbers ze konden leren.
Gelukkig is het momenteel vrij rustig op het cichlidenfront. Stilte voor de
storm?
Ook de liefhebbers van 's ontsnappen niet aan bijstudie. De Roemeense
Botia
modderkruiperkenner Theodor Nalbant roerde in 2002 al eens in het
Bo-
-soepje. Uit zijn studie onthouden we vooral de geboorte van een nieuw
tia
modderkruipergeslacht, . In dit geslacht - waar menig mens toch
Yasuhikotakia
ernstige problemen zal kennen om dit uitgesproken te krijgen - bracht hij enkele
in aquariummiddens goed gekende -soorten onder:
Botia Y. caudipuncta
ta, Y. e os, Y. le c o n te i, Y. lo n gido rs a lis, Y. sp le n dida, Y. m o des ta, Y. m o rle ti, Y.
nigrolineata en Y. s idth im u n k i .
syn . syn .
APRIL 2004
-13-

Voor u gelezen: oude vissen, nieuwe namen
In hetzelfde werk verhief Nalbant het ondergeslacht tot een vol-
Hym en op hysa
waardig geslacht. In 2004 werd dit geslacht echter door de Zwitserse ichtyoloog
Maurice Kottelat in synonymie geplaatst met . Dit geslacht
Syn crossus
bevat eveneens enkele zeer gekende soorten:
S. beauforti, S. bermorei, S. helodes,
S. hymenophysa (tijgerbotia) en S. reversa.
Ook de zeer gekende clownbotia ontsnapte niet aan een naamsverandering.
Voor deze populaire modderkruiper richtte Kottelat een nieuw geslacht op, te
weten .Dejuistenaamvoordeclownbotialuidtnudus
Chromobotia Chromobotia
macracanthus .
: komt voor in de bovenloop van de
Ataran, een kleine kustrivier in het zuiden van
Myanmar (voormalig Birma).
Gelukkig liet Kottelat de meeste prachtmodderkruipers met rust, zoals daar
zijn: (netbotia),
B.almorhae,B.birdi,B.dario,B.histrionica,B.lohachata B.
macrolineata en B. striata .Naarhetschijntishierevenwelnogniethetlaatste
woord gevallen. In de toekomst mogen we ons dus nog maar eens aan een
naamsverandering verwachten.
Volgens Kottelat is de vaak geïmporteerde een syn. van
B. rostrata B. almorhae
.Kottelatbeschreefookeennieuwesoort,namelijk Botia kubotai .
syn .
Komtenkelvoorin hetLuxian district (provincie
Sichuan, China)
-14- Jaargang 19
syn.
komt voor i n het
westenvandeprovincieSichuaneninprovincie
Guizhou, China (in de middenloop
van de Yantze en haar bijrivieren).

Voor u gelezen: oude vissen, nieuwe namen
Zowel Nalbant (2002) als Kottelat (2004) namen ook de Chinese prachtmodderkruipers,
die voorheen deels in ondergeslachtenvan geplaatst waren,
Botia
onder handen.
Tot het geslacht behoren:
Sinibotia S.longiventralis,S.pulchra,S.reevesae,S.
robusta en S. superciliaris .
Verder hebben we .Vande17 -soorten wordt enkel
Leptobotia Leptobotia L.
nu en dan geïmporteerd. De rest bereikt uiterst zelden de aquarium-
guilinensis
handel.
Tenslotte hebben we nog het geslacht . Dit geslacht omvat zo'n
Parabotia
zeven soorten:
P. banarescui, P. bimaculata, P. dubia, P. fasciata, P. lijiangensis,
P. maculosa en P. parva .Dezevissenwerdentotophedenwaarschijnlijk
nog niet in de handel gebracht.
Literatuur:
- Kottelat, M. (2004): Botia kubotai,
a new species of loach (Teleostei: Cobitidae) from the Ataran
River (Myanmar), with comments on botiine nomenclature and diagnosis ofa new genus. Zootaxa
401: 1-18.
-Nalbant,T.T.(2002):
Sixty million years of evolution. Part one; family Botiidae (Pisces: Ostariop-
Travaux du Musee National d'Histoire Naturelle G. Antipa 44: 309-333 .
hysi: Cobitoidea).
TE KOOP/TE RUI L/ GRATI S
Korenslangen ( ) in diverse kleuren te verkrijgen,
Elaphe guttata guttata
wildkleur, motley, gestreept en missing black. Nakweek 2003 en 2002.
DegraeveMarc, telefoon 0497/27 23 24 na 20 uur.
Te ruil : twee prachtig gekleurde mannelijke
Copadichromis borleyi
"Kadango Red", in de plaats had ik graag twee vrouwelijke dieren van
dezelfde soort kunnen vinden.
Te geef: Gratis vijverplanten (waterpest, hoornblad, leliescheuten, ...)
Te koop : één koppel i
Labidochromis hong
Gezocht:
Pseudotropheus demason i
Dieter Anseeuw +32.(0)495.86.58.27
Diddeka@hotmail.com
APRIL 2004
-15-

YASUHI KOTAKI A MODESTA
syn. Botia modesta
Erik Lievens, Aquarianen Gent
Natuurlijke oorsprong: India, Thailand, Vietnam en de Maleisische archipel,
kortom: het Verre Oosten, waar hij voorkomt in stilstaande en traagstromende
rivieren.
Het is een relatief groot wordende soort die ongeveer
24 cm kan worden. Zorg dus voor een aangepast
aquarium. Het onderscheid
tussen een mannetje en vrouwtje is
moeilijk te maken; als u alsnog het
verschil wil maken, dan wordt verondersteld dat het
vrouwtje iets groter is dan het mannetje.
Zoals de meeste, zoniet alle -soorten, zijn het nachtactieve vissen die
Botia
houden van schemerzones, en zich tijdens de dag zoveel mogelijk ophouden in
ingerichte schuilplaatsen in het aquarium, zoals bijvoorbeeld stronken kienhout.
is een scholenvis: het houden van minimum zes exem-
Yasuhikotakia modesta
plaren is een vereiste. Gezien deze soort is uitgerust met baarddraden, moeten
wij zorgen voor een fijne zanderige bodem waarin zij graag woelen naar iets
eetbaar.
Een goed ingericht aquarium voor deze vissoort dient te bestaan uit rond de
bodemopgestapeldestenenen/ofstukkenkienhoutenditincombinatiemet
rechtopstaande en langgerekte bladeren. Halve kokosnotenschalen vormen
eveneens een uitstekende schuilmogelijkheid. Dit alles vormt samen enerzijds
een uitstekende biotoop voor deze vissen en anderzijds een esthetisch uitziend
geheel van het aquarium.
De watersamenstelling is voor deze Aziatische soort dezelfde als voor de
meeste vissoorten uit het Zuid-Amerikaanse continent, wat betekent een lage
hardheid en een lage pH waarde: 6 à 6, 5 . Zij houden van een regelmatige waterverversing
van ongeveer 10 % per week.
-16- Jaargang 19

Yasuhikotakia modesta
Het zijn alleseters die zelfs niet
aarzelen om, indien het
aanbod aan voedsel niet te
groot is, algen af te schrapen
van onze substraten.
Zoals u weet kan aan de vorm
van de muil bepaald worden
waar een bepaalde vissoort
Buitengewoon mooi exemplaar van
haar voedsel gaat zoeken: een
bovenstandigebek duidt op vissoort
die zijn voedsel gaat halen aan het wateroppervlak, een onderstandige
bek daarentegen duidt het omgekeerde aan. De vis scharrelt naar voedsel in de
bodem. Modderkruipers hebben onderaan een afgeplat lichaam om zich gemakkelijk
te kunnen voortbewegen op het bodemoppervlak.
Meestal wordt in de literatuur vermeld dat de modderkruipers alle lagen van
hetaquariumbevolken.Geziendevormvanhunlichaamenhunonderstandige
muil durf ik het tegendeel beweren. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat, als u
uw ziet zwemmen in het midden of onder het wateroppervlak, dit duidt
Botia
op een slechte conditie.
Typisch voor deze -soort, zoals ook bij de
Botia Chromobotia macracan th us
(syn. ),ishetkunnenvoortbrengenvaneenknarsendge-
Botia macracanthus
luid. Denk niet dat het uw aquarium is die de geest gaat geven.
De modesta wordt ook wel de groene modderkruiper genoemd: hij heeft een
grijsachtige lichaamskleur die afhankelijk van zijn humeur kan overgaan van
blauw naar groen. Met uitzondering van de staartvin die geelkleurig is, zijn de
overige vinnen transparant.
Deze -soort kan gerust samengehouden worden met andere vissoorten.
Botia
Wist u dat de plaatselijke bevolking deze ook gebruikt als consumptievis?
Botia
Zij noemen hem de Pla Mu Phao wat eigenlijk witte varkensvis betekent.
Wij hebben er uiteraard andere bedoelingen mee!
Veel geluk ermee .
APRIL 2004
-17-

HET VE R ME NI GVUL DI GE N VAN
AQUARI U MPL ANTE N
Aquariumvereniging Venray En Omstreken
http://home.wxs.nl/ ~ peete277/AVEO.htm
Wanneer u bij anderen een mooi aquarium ziet ofmen toont u een ofmeerdere
dia 's die van een topaquarium zijngemaakt,kanhetvoorkomendatudeverzuchting
slaakt: dat haal ik nooit. Dit artikel is bedoeld om u een eind in de
goede richting te helpen of tenminste de mogelijkheid te beiden om met een minimum
aan investering een goed plantenbestand op te bouwen.
Zoals u ongetwijfeld bekend is, zijn onze aquariumplanten vaak ook als moerasplant
te houden. Van deze eigenschap kunt u handig profiteren en als voordeel
verkrijgt u met deze methode een veel snellere vermenigvuldiging van de
planten ten opzichte van het houden onder water. Voorwaarden om deze moerascultuurtjes
tot een succes te brengen zijn: licht, warmte, voldoende luchtvochtigheid
en een luchtige voedingsbodem.
Wanneer u meteen aan de slag wilt, dan kunt u zo'n handig vensterbankbroeikasje
kant-en-klaar kopen. Waar u op moet
letten, is dat de hoogte van het afdekkapje 10 cm
of meer bedraagt. In het broeikasje
is plaats voor 12 tot 50 potjes.
Minder goed vind ik persoonlijk de uit
plastic bestaande potjes. Ze lijken op het
eerste gezicht beter, maar zij hebben als nadeel dat
ze de luchtige bodem te veel afsluiten en daardoor nadelig
zijn voor de plantengroei. Als bodemgrond neemt
u potgrond. Soms is ook een kleihoudende bodem
noodzakelijk, zoals bij Leidse plantjes,
Cryptoco-
e.d. De bodemgrond mag u niet inpersen,
ryne
zodatookhierhetaccentophetluchtighouden
ligt. Een goede controle om te weten dat de grond
Leids plantje ( ) hoognodig vernieuwd moet worden,
is afgaan op de reuk. Wanneer de
-18- Jaargang 19

Het vermenigvuldigen van aquariumplanten
bodemgrond bij het omwoelen zwavelachtig stinkt, is de zaak mis. In dit geval
vervangt u de potjes eenvoudig door nieuwe.
Een dagelijkse controle van de hoeveelheid water is aan te bevelen, omdat u
niet steeds het afdekkapje gesloten houdt, maar overdag op een kier zet. U
moet zorgen dat alle potjes tot de rand in het water staan. Een narigheid die
zich wel eens voordoet is een spontane groei van mosachtige planten. Ook
hier kunt u het beste de grond vervangen of wanneer de plant het verdraagt,
kalk toevoegen. Om u enig idee te geven welke planten u zoal kunt kiezen, heb
ik hier een overzicht opgesteld zodat u bijv. met deze planten kunt starten om
ervaring op te doen.
a. Opgerichte bebladerde stengels :
Hygrophila corymbosa, Alternanthera (Thelanthera) reineckii , Bacopa caroliniana.
Hygrophila diffo rm is (vaantjesplant) en Ludwigia natans .
b. Bladrozetten op de bodem:
o.a.: (Leids plantje),
Saururus cernuus Cryptocoryne beckettii, Cryptocoryne
willisii, Echinodorus tenellus .
c. Kruipende stengels met rechtopstaande bladeren:
o.a.: (klavertje vier), (waternavel).
Marsilea quadrifo lia Hydro co tyle vu lga ris
"roseafolea"
Het vermenigvuldigenvan deze planten gebeurt steeds
op vegetatieve manier. Een uitgesproken voorbeeld
is de vermenigvuldiging van uit de
Alternanthera
groep: opgerichte bebladerde stengels.
U begint met een enkel plantje, bijv. een stengeltop.
Ditplantuineenpotjeennaeenweeksnijdtuhet
bovenste topje af en plant dit opnieuw in een ander
potje. Na ongeveer tien dagen, het kan eerder of
iets later zijn (afhankelijk van omstandigheden),
heeft zich de volgende ontwikkeling voorgedaan: de
top van het oorspronkelijke plantje is vertakt in twee
topjes en de oorspronkelijke top van plant één is
doorgegroeid. Nu kunt u van de twee topjes uit het
eerstepotjetweetopjessnijdenendezeintweean-
APRIL 2004
-19-

Het vermenigvuldigen van aquariumplanten
dere potjes planten. En de top van het tweede potje kan getopt
worden en in een ander potje worden geplant. De situatie
na weer tien dagen is dan als volgt: potje nr. 1 heeft
nu vier doorgroeiende toppen gekregen en potje nr. 2
heeft zijn eerste dubbele top, enz. U zult ongetwijfeld al
bemerkthebbendatdeuitbreidingindeftigalgebragesproken
kwadratisch plaatsvindt. Op deze wijze kunt u
in betrekkelijk korte tijd een plant vermenigvuldigen
tot een aantal dat u zelf wenst.
Wanneer u de op deze wijze verkregen planten in het aquarium
wilt overbrengen, doet u als volgt: u topt de stengels
en plant ze in het aquarium; het wortel schieten
vindt zonder extra voorzorgen plaats. Alleen de bladvorm
ondergaat een verandering, maar dit is geen moeilijkheid
omdat de plant weer de voor u normale bladvorm terugkrijgt.
Deze methode geldt praktisch voor alle in deze
groep genoemde planten. Ja, en dan zijn er natuurlijk
ook nog snellere methoden zoals bijvoorbeeld de vermenigvuldiging
van .Hetdiepin-
Hygrop h ila diffo rm is
gesneden blad van deze plant heeft, boven water gekweekt,
een getande vorm. Wanneer u de plant in deze
vorm geleverd krijgt en u bent met deze omstandigheid
niet op de hoogte, dan valt het
moeilijk om de plant te herkennen. Doch om
op het vermenigvuldigen terug te komen: met
de vaantjesplant gaat het op de nu volgende
manier nog sneller.
Upluktgewooneenstengelkaal,legtdeblaadjes
afzonderlijkin een potje, snijdt de stengeltussen de oksels door en verdeelt deze ook over de potjes.
Na ongeveer tien dagen heeft u in alle potjes vaantjesplanten.
Een geheel andere methode moet u
echter volgen bij de groep van planten met bladrozetten
op de bodem. Waartoe bijv. ook de
's behoren. Hier kunt u niet
Cryptocoryne
met stengels of bladeren werken doch met
wortelstokken. Als u een -plant
Cryptocoryne
-20- Jaargang 19

Het vermenigvuldigen van aquariumplanten
vermenigvuldigen wilt, snijdt u bijv. enkele wortelstokken van de plant af. Hiervoor
moet u die dikke witte 'wortels' uitkiezen. U snijdt de wortelstok tussen
de ogen door. Deze worteldelen legt u in een potje en ook hier kunt u na twee
tot drie weken de eerste plantjes oogsten. Vaak ontwikkelt zich per wortelstokje
een plantje. Als u dit voorzichtig verwijdert (let op het meenemen van
de wortels) kunt u het wortelstokje voor de tweede maal benutten. Veel vaker
echter niet, soms lukt het slechts één keer.
Deze methode is ook van toepassing
op bijv. de Leidse plantjes. De
groeisnelheid van deze plant is
echter in vergelijking met de
Cryp-
's enorm.
tocoryne
Misschien is de volgende tip nog
van belang: wanneer ik nieuwe
soorten planten koop, zijn er altijd
enkele voor de moerascultuur bestemd.
Mocht ik de pech hebben,
dat de eerste planten het in het algemeen
niet doen, dan heb ik nog altijd
materiaal om een tweede poging
te ondernemen. Soms is een
andere samenstelling van bodemgrond
nodig. Een andere keer is
bijv. de waterhoogte van invloed,
kortom al deze mogelijkheden kunt
Waternavel
u steeds uitproberen als u nieuwe
planten koopt. 's Winters verdient
het aanbeveling om de bakjes met
bijv. TL 34 te verlichten. Wanneer u zonder kunstlicht werkt, dan kan een
Leids plantje zijn bladerenn verliezen (de lichtbehoefte is nogal groot), zodat
hier de kweek met kunstlicht op gang moet worden gehouden.
Al met al heeft u nu echter een praktisch onbegrensde mogelijkheid om
plantentevermenigvuldigenenomzodoendetekomentothetuitbreidenvan
het plantenbestand, het uitproberen van voedingsbodems of het bestuderen
van planten.
APRIL 2004
-21-

-22- Jaargang 19

KOI I N ZIJ N TOTALI TEI T, DEEL 2
Ver sl a g vi j ver bi j ee n k o mst 2 0 f e br u ari
Rik Valcke
Gilbert verwelkomt iedereen op de eerste bijeenkomst van het 9de werkjaar.
Na nog wat informatie en inlichtingen in verband met het open vijverweekend
van de bbat, overloopt hij nog eens de agenda voor dit jaar.
Daarna geeft hij het woord aan Hans. Hij gaat het hebben over de ideale koivijver
en filters, waar op te letten bij de bouw of aankoop.
Hier volgt een beknopte beschrijving.
De koivijver
Devormvandevijverspeeltnietechteenrolvoordekoi.Iedereenmoetvoor
zichzelf uitmaken hoe hij een vijver in zijn tuin inpast.
Ideaal is twee meter of meer diepte. De reden daarvoor
is: koi hebben druk nodig om een mooi lichaam te ontwikkelen
. Bij ondiepe vijvers tot slechts één meter
kunnen de koi hangbuikjes krijgen. In de zaal werd aan
menig buikje gevoeld.
Hoe dieper de vijver hoe kleiner het oppervlak, maar toch
een groter watervolume en dus een stabielere watertemperatuur.
Schommelende temperatuur is slecht voor koi omdat
dit stress veroorzaakt. Het liefst zou de temperatuur slechts
mogen dalen tot minimum 8 ˚ C. Maar dit is bijna niet
haalbaar in niet verwarmde vijvers.
Na het uitgraven van de put worden bodemdrains
geplaatst. Daarna wordt beton gestort. De zijmuren
worden opgebouwd met betonstenen of stephol
blokken die dan met beton vol gestort worden. Dan
wordt er een laag stabiel ingelegd om de helling te
maken naar de bodemdrains toe. Dat alles wordt vervolgens
uitgeplakt met mortel, om daarna te polyesteren.
APRIL 2004
-23-

Koi in zijn totaliteit: deel 2
Filteren
Zoals in iedere vijver waar vissen aanwezig zijn, worden er de afvalstoffen NH 3
(ammoniak), NO2 (nitriet) en NO 3 (nitraat) geproduceerd en (om)gevormd.
Om deze afvalstoffen af te breken zijn er bacteriën nodig.
Een filter is best minstens 10 % van de vijverinhoud, of toch zo groot mogelijk.
Men moet uiteraard over de plaats beschikken. Een filter moet goed beluchtwordenomdebacteriëndieerinverblijvenvanveelzuurstoftevoorzien,
dit is van groot belang. De filter moet blijven draaien, ook tijdens de winter,
om de bacteriën te laten overleven.
Er zijn twee soorten filters:
Ondergrondse:
Filterkamers kunnen naast de vijver aangebouwd worden. Er kan ook een
kelder naast de vijver gebouwd worden waar een filter in geplaatst wordt.
Voorzie zoveel mogelijk kamers als je zelf een filter maakt.
Bovengrondse:
Er wordt een pvc-koker naast de vijver geplaatst waar afvoerbuizen van de bodemdrains
in uitmonden. Daarin komt een pomp die het water naar de filter
stuwt. Dit passeert een uv-lamp waarna het naar een meerkamerfilter gepompt
wordt.
Hans gaf nog de volgende raad en advies:
Filtermaterialen mogen niet vastslibben en moeten heel goed bacteriën
laten hechten. De biologische filter is het hart van de vijver, dus
de belangrijkste factor van een koivijver.
Wekelijks wordt best tot 1 0 % van het watervolume ververst.
Door waterverversing wordt het nitraatgehalte verminderd.
Japanse matten behoren, volgens Hans, tot het beste filtermateriaal.
Zijn advies is om 1 m 2
per 1 000 l te gebruiken. Hij
waarschuwde voor imitatiematten die veel goedkoper verkocht
worden. Deze zijn gemaakt met een ander soort
vezels die een totaal andere structuur hebben.
Beluchtingstenen worden best op de bodemplaat geplaatst.
Er worden best meerdere exemplaren verspreid geplaatst.
-24- Jaargang 19

Koi in zijn totaliteit: deel 2
Hoekunnenwenuzienofdefiltergoedwerkt?
1- Doordewaterwaardentemeten. 2- Door de vissen te observeren. Zien of ze nog gaaf zijn, goed actief en hongerig
zijn.
psb is groepering van anaërobe bacteriën die af en toe toegevoegd moeten worden.
Onder de 10 ˚ C niet meer voeren. De vissen verteren het voedsel niet meer.
Dus wordt het onverteerd uitgescheiden wat weer de filter overbelast en de waterkwaliteit
nadelig beïnvloedt.
Hij hanteert ook de regel om slechts 1 vis per 1 000 l in de vijver te plaatsen.
Ziekteverwekkers planten zich meest voor in plantenvijvers.
De kennis in Europa is nog heel klein over de koi. De Engelsen liggen
voorop. Bij de aankoop van een koi kun je best vragen naar de bloedlijn
(kweker) van de koi. Een goede bloedlijn heeft meer kans om uit te
groeien tot een prachtig exemplaar. In Japan wordt daar veel rekening
mee gehouden.
Tategoi: zijn vissen met een goede toekomst. Pas echter op en vraag
naar de bloedlijn of de kweker.
Rond 23 u werd de vergadering afgesloten. Er werd al meteen afspraak
gemaakt met Hans om volgend jaar terug te komen
en dan eens de problemen en ziekten te behandelen.
Hans en de 14 toehoorders worden bedankt voor hun aanwezigheid.
Er werd nog gezellig nagepraat in het café.
Rik Valcke.
Is er een zeeaquariaan die nog wat heeft
Caulerpa
aquarium en hiervan een bosje kan missen voor mij?
Alles voor een Leffe (of iets anders) in de Klokke
Graag een seintje aan Jan Algoed - 056 21 90 74
in zijn/haar
APRIL 2004
-25-

DE WONDE RAL G VOOR
DE K WEKENDE AQUARI OOT
Piet Twisk - Wondersea Marine Aquarium
Wist U dat er een alg bestaat die uitval van uw jongbroed kan verminderen en
wel zoveel dat het bijna niet geloofwaardig meer is. De naam van het algje is
(iso, gelij k; chrysis, goud) . Dit zijn goudbruine algj es met
Isoch rysis ga lban a
een grote van 10 – 15 micrometer. De individuele cellen zijn naakt, enigszins
gerekt in vorm met aan de zijkanten een chloroplast welke zich in de lengterichting
bevindt. Ook heeft deze soort twee zweepdraden waarmee ze zich
kunnen verplaatsen, eigenlijk zouden we ze dus flagelaten moeten noemen.
Verder vermeerderen deze algjes in een zoutwatervoedselmedium
met een zoutconcentratie van 1,5 – 4 % bijzonder
snel. Deze alg is een uitstekend voedsel voor klein dierlijk
plankton zoals copepoden, rotiferen ( ),
Brachionus plicatilis
Pekelkreeftjes ( ) en jonge garnalenlarven.
Artemia salina
Wa arom nu j uist d ez e soort?
Dat is niet zo eenvoudig uit te leggen, maar ik zal een poging wagen. Een groot
deel van deze soort bestaat uit meervoudig onverzadigde vetzuren.
Isochrysis – vetzuur analyse bij benadering (van de droge stof)
Totaal aan onverzadigde vetzuren: 17.07 %
EPA: Eicosapentaeenzuur, C20: 5(n-3): 2. 50 %
DHA: Docosahexaeenzuur,C22:6(n-3): 10.20 %
DPA: Docosapentaeeenzuur, C22:5(n-6): 3. 85 %
ARA: Arachidonzuur, 20:4(n-6): 0. 52 %
Docosahexaeenzuur, C22:6(n-3) is een van de langste ketens van onverzadigde
vetzuren in de n-3 en n-6 series. Samen met EPA en DPA zijn lange ketens van
meervoudig onverzadigde vetzuren essentieel voor een gezonde en normale
ontwikkeling van vis- en garnalenlarven. Dit zuur is een vervanger voor visolie.
-26- Jaargang 19

De wonderalg voor de kwekende aquarioot
Hoe voeden wij onze larven met deze algen; door de
voedseldieren zoals en deze
Brachionus Artemia
algjes te geven. Door de verrijking krijgen de
larven indirect de broodnodige onverzadigde vetzuren
die zij zo hard nodig hebben voor hun ontwikkeling
naar volwassenheid. Garnalen larven
kunnen wij direct met de algjes voeren,
maar ook een mix van algjes en voedsel-
Pekel kreeftje sp.) dieren is goed mogelijk.
Bovenstaande pretendeert niet volledig te zijn, maar is een start om een ieder
zo snel en zoveel mogelijk informatie te geven die het mogelijk maakt om onze
zeewaterdieren zo succesvol mogelijk tot gezonde volwassen exemplaren op te
kweken. Wij hebben er in ieder geval succes mee behaald. Het uitwisselen van
informatie is van belang voor ons allemaal, daarom roep ik een ieder op om
ervaringen of kennis over kweek kenbaar te maken.
Literatuur:
-Chapman,D.J.(1973),
Th e a lgae, Secon d edition .
Public. The Macmillan Press Ltd.
ISBN: 0 333 14270 5
Pagina 170 – 172
-Stein,JanetR.(1973),
Handbook ofphycological methods.
Public. Cambridge University Press.
ISBN: 0 521 29747 8 (paperback)
Nuttige informatie vindt u ook op de volgende website's:
http://www.breeders-registry.gen.ca.us/
http://www.ngva.org
http://www.biotechnologie.net
http://www.stir.ac.uk/aqua/fishing/fish/f_web.htm
APRIL 2004
2de WAASL AND- BE URS
Zondag 16 mei van 10.00 tot 17.00 h.
Parochiezaal Heirbrug, Veerstraat 10 - 12, 9160 Lokeren
-27-

Plaats van het gebeuren is zaal de Bosgalm in de Pastoriestraat Don
Bosco-Torhout. De toegang is gratis, zowel voor standhouders als bezoekers.
Er is ruime parkeermogelijkheid!
Alles wat met de aquaristiek te maken heeft, kan doorlopend tussen 9
u 30 en 16 u geruild, gekocht of verkocht worden: vissen, planten, vijverbenodigdheden,
terrariumdieren en noem maar op. De standhouders
worden al vanaf 8 u verwacht. Standhouders dienen zich voorafgaandelijk
in te schrijven. Op de middag is voor de geïnteresseerden
een maaltijd voorzien. Ook hiervoor is voorafgaandelijke inschrijving
noodzakelijk.
Info & reservatie: tel. 050 21 19 73
fax.050216137
e-mail: secretariaat@skalaar.be
Het is duidelijk dat deze ruilbeurs steunt op een rijke traditie. Dertien
opeenvolgende jaren slaagt het dynamisch bestuur van Skalaar erin
om vele mensen aan te trekken. Iedereen is welkom: jong en oud, ervaren
of beginnend aquariaan. Het is een volkse bijeenkomst, met de
bedoeling om mensen met een gemeenschappelijke interesse, namelijk
aquaristiek, terrariumkunde en of vijverfanaten, samen te brengen.
Standhouders hoeven niet noodzakelijk een uitgebreid assortiment
van planten, vissen of terrariumdieren te hebben. Ook de liefhebber
die erin slaagde om één nestje vissen te kweken is welkom. De kweekresultaten
zijn soms verbluffend. Gezien de kleinschaligheid en de intensieve
verzorging van de kwekers kunnen wij stellen dat de kwaliteit
van het aangeboden materiaal zeer goed is.
-28- Jaargang 19

APRIL 2004
WIE REISTERMETONSMEE NAAR DUI TSLAND? Voor de windersolden zijn we reeds te laat en voor de
zomersolden nog te vroeg, maar mijn ongeduld en hopelijk
dat van jullie liet me beslissen de boodschappentas te vervangen
door een piepschuimbox of gewoon wat gezonde "curiositeit"
Op zaterdag 19 juni trekken we samen met een bevriend zeeaquariaan
(iemand die daar goed de weg kent en vlot Duits spreekt) via
Hasselt naar Aachen om vervolgens door te rijden naar Keulen. We
bezoeken er drie gerenommeerde aquariumwinkels en kijken wat ze
daar meer hebben dan bij ons. Uiteraard kun je de euro's laten rollen,
voor zover de portemonee dit toelaat.
We zullen 's morgens vroeg vertrekken en in de late namiddag terug
thuis zijn!
Afhankelijk van het aantal geïnteresseerden verzorgen we een regeling
voor het vervoer. Het is mogelijk dat hiervoor een kleine vergoeding
gevraagd wordt (kostendelend rijden)! (Zeker indien we
met de bus zouden rijden of is dit te optimistisch?) Over de middag
proberen we ergens te eten langs de snelweg of in Keulen. Dit wordt
in de mate van het mogelijke nog in detail uitgewerkt!
Alle details zult je terugvinden in het meinummer, maar ik zou het
zeer op prijs stellen indien je mij voor 1 mei laat weten of je meegaat
of niet. Je zult begrijpen dat dit enig voorbereidend werk
vraagt.
Dank bij voorbaat voor de snelle reactie.
Krist Hugelier: 0473 27 6 6 05
krist.hugelier@tiscali.be
Het bestuur
-29-

Bi j een ko mst vi j vers
VI J VE R S, KE U RI N G, TI P S, WAAR OP L E TT E N
Gui do L ur qui n
Vri j d a g 2 3 a pri l
Topavond voor er var en, begi nnende en t oeko msti ge vij verli efhebbers
Ik ben ervan overtuigd dat het cursuspakket van de toekomstige tuin- en
landschapsarchitecten reeds enkele jaren is aangevuld met het onderdeel
"vijveraanleg".
Het tuinvijvertje van 1 5 jaar terug is omgetoverd in een waaier van mogelijkheden,
van gezelschapsvijver tot speciaalvijver waarin de liefhebber zijn
vijver nog kan catalogeren in een plant, koi, forel, zwem, amfibie enz. . . .
Niettegenstaandedegoedevoorbereidingomvanonzewaterpartijeenjuweeltje
te maken, kan ik me voorstellen dat de perfectionisten tot in de details
willen gaan.
Om tot deze doelgroep te horen moet men zich houden aan vooropgestelde
normen, kortom de veelbetekende spelregels. De beste manier om uw vijverwetenschap
te verrijken, is te luisteren naar iemand die reeds vele jaren
ervaring heeft met de vijveraquaristiek.
Dhr Guido Lurquin uit Leuven, een veel gevraagde gastspreker en tevens
nationaal keurmeester bij bbat, zalonsviaeenlivevoordrachtmetcomputerpresentatie
de nodige tips geven tot welk eindresultaat we uiteindelijk
moeten komen, ongeacht wat ook uw doelstelling is.
Het wordt vast een topavond voor vijverliefhebbers, niet alleen u als clublid
bent welkom, ook familie en vrienden kunnen gratis éénmalig van deze
unieke voordracht komen genieten, kortom iedereen is welkom.
Waar : in ons clublokaal "De Klokke"
Wanneer : op vrijdag 23 april om 20.00 u. stipt.
Coördinatorvijvers, Gilbert Lapere
-30- Jaargang 19

APRIL 2004
Bi j een ko mst Aqu ari sti ek
FI L MAVOND
Danny van Belle
vri j d a g 30 a pri l
5 de
plaats filmfestival "Fête de l'image sous-marine" Straatsburg – Frankrijk
2 de
plaats filmfestival "Il mare a Milan" Milaan – Italie
1 ste
plaats filmfestival "PAF Tachov" Tachov – Tsjechië
3 de
plaats filmfestival "Med. Fest. of underwaterfilm" Kotor – Servië &
Montenegro
1 ste
plaats filmfestival "Festival of underwater images" Nagoya – Japan
Dit zijn enkele van de prijzen waarmee Danny van Belle met zijn film "De
allermooiste camouflages" in de prijzen viel. Als ervaren duikinstructuur
heeft Danny jaren in Thailand verbleven. Gestart met enkele kleinere films
is zijn passie voor de onderwaterwereld steeds verder gegroeid tot het professionele
waar hij nu mee bezig is . Ik was reeds in de mogelij kheid deze
filminNederlandtebekijkenenveeluitleghierbijisnietnodig: deze film is
gewoon schitterend!
Stilzitten doet hij echter niet! Na de pauze zullen we ook het genoegen
hebben om, en dan nog wel in première, zijn pas afgewerkte nieuwe film
m.n.: "De wereld der Gastropoda" te mogen bekijken. Veel kan ik er niet
over kwijt, alleen dat hij nog beter en professioneler is dan de vorige. Dat
beloofd!
Aanjulliezouikdanwillenvragenvooreenkeertjegeenvijver-,zoetwaterof
zeewaterfanaat te zijn maar allen samen als natuurliefhebber aanwezig te
zijn op deze uitzonderlijke avond. En niet vergeten: voor een keertje zullen
zelfs de vrouwen bekoord zijn door deze films.
Tot vrijdag 30 april 2004 om 20.00 u. in ons lokaal De Klokke
-31-

AGE NDA BI JEE NKO MSTE N 2004
AQUARI STI E K
30 april: filmavond: Danny van Belle
-deallermooistecamouflages
-dewereldderGastropoda
25 juni: nationale huiskeuring 2002
27 augustus: in voorbereiding
24 september: in voorbereiding
29 oktober: voordracht Eddy van Voorden
1 ste
deel: het houden en kweken van guppen
2 de
deel: gevaarlijke zeedieren
17 december: duiken met . . .
VI J VE R WERKI NG
23 april: vijvers, keuring, tips, waar op te letten
Guido Lurquin
2 juli:vragen staat vrij
17 september: in voorbereiding
26 november: de vijverplanten: de eisen die ze stellen
Te noteren in uw agenda: 6 november:zeewaterdag in Nederland
De redactie is niet verantwoordelijk voor foutieve vermeldingen
-32- Jaargang 19