GEMEENTE HENDRIK-IDO-AMBACHT

GEMEENTE HENDRIK-IDO-AMBACHT
Notulen van de voortgezette openbare vergadering van de raad der gemeente Hendrik-Ido-
Ambacht, gehouden op 4 november 2010 in het gemeentehuis, aanvangende om 19.00 uur.
Voorzitter: de heer H.H. Jonker, burgemeester.
Aanwezig zijn de leden:
de heer ing. P. Boudewijn, mevrouw G.A.M. Burger-van Denzel, de heren A. Cramer, S. van Die,
drs. A. Dogger, C.H. Don, M.A.J. Doodkorte, mr. P. van der Giessen en B.P. van Ginkel, mevrouw
M.C.G. Gommans-Dane, de heren J.C.W.H. Groos, M.J.H. van den Heuvel en G. de Jong, de
dames M.C. Kool-van Mourik en mr. E. Ossel, de heren drs. A. Ouwerkerk, L.P. Platschorre, drs.
W. Schneider en ir. C.W. Timmers, mevrouw M.N.P. Vogelaar-Korpershoek en de heer A. van der
Wel.
Tevens aanwezig zijn de heren A.J. Flach, T.A. Stoop, F.J. van de Velde en drs. G.B. van der Vlies,
wethouders.
Griffier: de heer drs. B.C.A.M. Poiesz.
De voorzitter heropent de vergadering, heet alle aanwezigen van harte welkom en stelt aan de orde
de tweede termijn van:
4a. Voorstel tot vaststelling van de Programmabegroting 2011 - 2014.
Algemene en financiële beschouwingen in tweede termijn.
*
De heer Groos: Mijnheer de voorzitter. De fractie van AUB heeft de wethouder van welzijn verzocht
om in de toekomst bij de subsidietoekenning mee te wegen of verenigingen wel of niet inkomsten
uit een eigen bar of papierinzameling hebben. Daarop is nog geen antwoord gekomen.
Op de vele vragen over de subsidie voor ToBe zei de wethouder dat de met ToBe gemaakte afspraken
hard zijn, dat dit onderwerp al uitvoerig is behandeld in de commissievergadering en dat ook hij
niet blij is met het contract met ToBe. De wethouder heeft gemerkt dat vele partijen, waaronder zijn
eigen partij, moeite met dit contract hebben en snel over het daarin aanbrengen van een wijziging
willen praten, maar toch verschuift hij een verdere bespreking hiervan naar het volgend jaar, daarbij
overigens vermeldend dat het de raad is die de agenda bepaalt. De wethouder zal hebben aangevoeld
dat dit een gevoelig onderwerp is; mijn fractie wil er dan ook méér over weten. In de commissievergadering
heeft de wethouder gezegd dat de gemeente, als zij het contract met ToBe opzegt, nog vijf
jaar een subsidie van € 59.759 per jaar zal moeten doorbetalen en daarna nog voor een Ww-uitkering
van € 157.000 zal moeten opdraaien. Als de gemeente nìets doet, moet zij dit jaarlijkse bedrag óók
betalen, terwijl de ongelijkheid in behandeling ten opzichte van de Ambachtse Muziekschool zal blijven
bestaan. Bovendien gaat het om kosten die buiten proportie zijn. Regeren is vooruitzien; wil men
op iets verdienen, dan zal men er eerst kosten voor moeten maken. De gemeente betaalt nu € 580
subsidie per lid aan ToBe, terwijl de Ambachtse Muziekschool maar € 10,90 per lid ontvangt. ToBe
krijgt nu dus per lid € 53,21 te veel. Ik wijs op de vragen die de fractie hierover in eerste termijn heeft
gesteld en herhaal het verzoek na te gaan wat het beëindigen van het contract Hendrik-Ido-Ambacht
zou kosten wanneer daartoe samen met de andere gemeenten zou worden overgegaan. Daaraan

Voortgezette vergadering van 4 november 2010. 2
voegde ik toe: "Als het nu beëindigen van het contract niet kan, moet het toch mogelijk zijn om contractuele veranderingen
door te voeren die betekenen dat ToBe bepaalde prestaties moet leveren en die eventueel een opheffingsclausule
bevatten." De fractie geeft dan ook haar steun aan het amendement dat over dit onderwerp zal worden
ingediend.
Op veiligheid kan niet worden bezuinigd, zo vindt de fractie van AUB. Ik herhaal wat ik hierover
maandagavond heb gezegd:
"U deelt in de nota Ombuigingen mede dat u het meeste geld wilt besteden aan 1, het milieu, en 2,
het hondenbeleid en de openbare ruimte. Het minste geld reserveert u ten behoeve van het preventief
toezicht en dat verbaast ons. U motiveert dit als volgt: "Gelet op de behaalde resultaten in 2009,
waarbij voor het eerst in 7 jaar een reductie van het aantal meldingen van overlast en het aantal vernielingen is opgetreden,
denken wij dat een gereduceerd budget toereikend kan zijn." Met andere woorden: preventief toezicht
wèrkt!" en:
"Het verwarde mij en wellicht ook andere mensen dat u voorts in de krant mededeelde: "…dat wij
niet op onze lauweren kunnen rusten nu het met de veiligheid zo goed gaat. Daarom moeten wij het veiligheidsniveau
in stand houden." Dit vinden wij tegenstrijdig. Veiligheid vinden wij belangrijker dan controle op de
uitvoering van het hondenbeleid. Wij verzoeken het college dan ook dit om te draaien door voor
controle op de uitvoering van het hondenbeleid € 10.000 en voor de veiligheid € 35.000 te reserveren."
Graag ontvang ik hierop een ander antwoord dan het antwoord dat bij de technische behandeling
van de begroting is gegeven, namelijk dat deze verdeling in samenwerking met de ambtenaren tot
stand is gekomen. Ik wil graag vernemen waarom u ervoor hebt gekozen voor de veiligheid minder
geld te reserveren dan voor het hondenbeleid.
De heer Jonker stopte de beantwoording in eerste termijn nogal snel. Op onze vragen kwam géén
antwoord. Wij róepen niet alleen wat, maar kwamen ook met een geen extra geld kostende oplossing,
een oplossing die beter zou aansluiten bij de eigen opmerkingen van de portefeuillehouder in de nota
Ombuigingen en bij de informatie die hij de burgers en de raad heeft gegeven. Wat gebeurde er echter
maandagavond? De heer Jonker verliet plotseling het spreekgestoelte en deelde mede dat wij wel
konden zien dat hij een zware baan heeft. Naar aanleiding van deze opmerking kwamen in mij de
volgende gedachten naar boven:
a. met het bij zijn zware baan passende inkomen kan hij onze vragen toch wel beantwoorden?
b. de baan is te zwaar om nog langer antwoord te kunnen geven; dat dit laatste het geval is, blijkt echter
niet uit het te lange praten door de portefeuillehouder bij de verwelkoming van nieuwe inwoners,
want elk jaar opnieuw lijkt het alsof hij niet met praten kan stoppen;
c. de portefeuillehouder is overspannen, maar zo komt hij niet over;
d. hij vond ons voorstel zó goed dat hij met stomheid geslagen was en er bij voorbaat mee akkoord
ging;
e. de portefeuillehouder wilde zo snel mogelijk zijn ambtsketen terugkrijgen van de heer Platschorre.
Graag ontvang ik hierop een antwoord, als dat nog lukt.
Ik kom bij de uitsmijter. Voor het CDA heb ik een poetsdoek. Hiermee geef ik het CDA de mogelijkheid
om eventuele dissidenten op tijd weg te poetsen. Wij willen hier immers geen taferelen als op
landelijk politiek niveau. Dit kan ons in de toekomst veel tijdwinst opleveren; dit bedoel ik natuurlijk
puur preventief. Het is ook puur toevallig dat ik nu in de richting van de heer Van der Giessen kijk.
Mevrouw Gommans-Dane: D66 wil in tweede instantie graag reageren op een aantal opmerkingen
die op de eerste avond van deze begrotingsbehandeling zijn gemaakt. Tevens willen wij terugkomen
op enkele vragen en opmerkingen van ons waarop geen reactie is gekomen.
Om te beginnen ga ik in op de met name in de media getrokken conclusie wat ons standpunt inzake
De Volgerlanden betreft. Voor de goede orde: D66 maakt zich grote zorgen over de financiën met
betrekking tot De Volgerlanden, maar waarover wij ons nog méér zorgen maken, is de manier waarop
dit onderwerp met de buurgemeente Zwijndrecht wordt besproken. Laten wij ervoor zorgen dat
dit in alle duidelijkheid kan gebeuren. Wij willen uiteindelijk toch op een correcte manier met onze
buurgemeente tot een oplossing komen. Daartoe moet eerst intern alles goed worden geregeld.

Voortgezette vergadering van 4 november 2010. 3
Sprekend over financiële zorgen, blijven wij van mening dat de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden
financieel gezien nog niet goed functioneert. Gehoord wat hierover maandagavond is gezegd,
denken wij dat er nog flink bijgestuurd zal moeten worden, want momenteel is de gemeenschappelijke
regeling Drechtsteden niet echt in control.
Over het jeugdspeelpark heeft D66 net als elke andere fractie het een en ander gezegd. Wij hopen en
verwachten dat het bestuur van de Stichting Jeugdspeelpark beseft dat het jeugdspeelpark in Hendrik-
Ido-Ambacht een belangrijke maatschappelijke functie vervult. Ook het jeugdspeelpark zal helaas niet
aan bezuinigingen kunnen ontkomen. Het bestuur zal moeten proberen de indertijd toegezegde extra
inkomsten te realiseren, zodat het er voor het jeugdspeelpark in financieel opzicht een stuk aantrekkelijker
zal gaan uitzien. Laten wij ons verder focussen op de boodschap die het bestuur in de commissie
WOS heeft verwoord en niet op de manier waaròp dat is gebeurd.
Wij hebben een reactie gemist op wat wij over het Burg. Baxpark hebben gezegd. Wij stellen nogmaals
dat, gelet op de zo broodnodige bezuinigingen, de uitvoering van het plan om de structuur van
dit park te veranderen in ieder geval moet worden uitgesteld.
Op onze opmerking over het aanbieden van een 'broemcursus' heb ik een reactie gemist. Ik denk dat
degene die over de veiligheid gaat, dus onze voorzitter, heel snel op internet is gaan zoeken naar wat
een 'broemcursus' precies is. Hij zal dan hebben ontdekt dat het gaat om een verkeerscursus die door
de ANWB en de Bovag wordt geadviseerd aan te bieden aan de vergrijzende bevolking boven de 55
jaar.
Betreffende de Stichting ToBe hebben wij gezegd dat het goed zal zijn eens per jaar de desbetreffende
gemeenschappelijke regeling te evalueren. Wij hebben sterk de indruk gekregen dat wethouder
Van der Vlies niet weet hoe de medeparticipanten in deze gemeenschappelijke regeling over het bestaan
van ToBe denken. Aan de hand van een jaarlijkse inhoudelijke evaluatie kunnen de participanten
besluiten om haar zo te handhaven, of om haar op een juiste manier af te bouwen. Hendrik-Ido-
Ambacht behoeft de lasten van een beëindiging dan niet alléén te dragen, maar zal die met de andere
participanten kunnen delen.
Op wat wij hebben gezegd over een uitstel van het plan tot aanleg van een rotonde op het kruispunt
Weteringsingel/Hoge Kade is van wethouder Van de Velde geen reactie gekomen. Als hij ons straks
gaat vertellen waar de kunstwerken van de vroegere artotheek zijn gebleven, zal hij wellicht ook nog
op deze opmerking kunnen ingaan.
Ook is er geen reactie gekomen op de kleine bezuinigingen die wij voorstelden. Uitgaande van 'wie
zwijgt stemt toe' nemen wij aan dat zij binnenkort zullen worden overgenomen.
Namens de fractie van D66 dank ik de griffie en de ambtenaren voor het geduld dat zij in het afgelopen
halfjaar met ons hebben gehad bij de uitvoering van onze verkenningstocht. Wij rekenen op een
zelfde prettige samenwerking met de collega's in de raad en met het college in 2011.
De heer Cramer: Mijnheer de voorzitter. De fractie van Gemeente Belangen dankt de portefeuillehouders
voor hun antwoorden in eerste termijn. Zij wil daarop graag reageren en doet dit in willekeurige
volgorde.
Met betrekking tot de problematiek van De Volgerlanden willen wij opmerken dat een herhaling van
de situatie die eind vorig jaar ontstond is te voorkomen wanneer de raad in een eerder stadium kan
meepraten en -denken over ideeën die kunnen bijdragen aan het bereiken van een oplossing voor de
kwestie die tussen onze gemeente en Zwijndrecht is gerezen. Aan de portefeuillehouder vragen wij
daarom om eerst met de raad aan tafel te gaan zitten om over het probleem te praten, zodat wij niet
alleen maar zullen worden geconfronteerd met een oplossing die door de colleges van de beide gemeente
is bedacht.
Van het college hebben wij begrepen dat er geen budget meer is voor het toekennen van startersleningen.
Wij wijzen er echter op dat er alternatieven zijn waarnaar in voorkomende gevallen kan worden
verwezen, namelijk het Waarborgfonds Eigen Woning, de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting
en de mogelijkheid om het ministerie van Infrastructuur en Milieu om een tijdelijke korting
op rente en aflossing te vragen; voorheen was dat de VROM-starterslening.
Wethouder Van de Velde vroeg of hij in tweede termijn mocht reageren op onze opmerking over de

Voortgezette vergadering van 4 november 2010. 4
storting in de reserve kunst in De Volgerlanden 2011 – 2014. Onze fractie wacht nu met belangstelling
zijn reactie af.
Betreffende het door ons gevraagde onderzoek naar de mogelijkheid van het gebruik van dimmers in
de openbare verlichting ter vermindering van het energieverbruik – wat dus ten goede komt aan het
milieu – zei de wethouder dat hij daarop zal terugkomen in de aan de raad voor te leggen nota over
energievoorziening. Kan hij zeggen wanneer die nota zal verschijnen?
De fractie gaat er voorts vanuit dat het als proef gebruiken van LED-verlichting bij enkele zebrapaden
deel zal uitmaken van deze nota. Onze fractie constateert dat de zebrapaden met LED-verlichting
extra opvallen en zo de verkeersveiligheid bevorderen. Wij bepleiten dan ook om tevens de veelgebruikte
zebrapaden bij de diverse winkelcentra, bij de ingang naar de sportvelden aan de Reeweg en
op de 'racebaan' die Rietbaan heet van LED-verlichting te voorzien.
Wat het parkeerbeleid betreft, ontving de fractie vandaag een kopie van een brief met als onderwerp
'parkeerontheffingen Willem de Zwijgerstraat', door de gemeente verzonden aan de bewoners van de
Willem de Zwijgerstraat. Voor het feit dat de gemeente moet bezuinigen en extra inkomsten wil genereren,
bestaat alle begrip, maar dat bewoners van de Willem de Zwijgerstraat een parkeerontheffing
moeten kopen terwijl men volgens het college op het parkeerterrein achter het winkelcentrum De
Schoof gratis moet kunnen parkeren, betekent de omgekeerde wereld. Gaat het om een maatregel die
genomen wordt voorafgaande aan de vaststelling van een parkeerbeleid?
In eerste termijn heeft de fractie al gezegd dat naar haar mening de VVV ten onrechte subsidie ontvangt
via het uitvoeringsprogramma Welzijn/Wmo. De VVV plaatst informatie over onze gemeente
– wel of niet in opdracht van de gemeente – op onder meer haar website. Deze informatie is erg
summier. Als de VVV daarvoor een vergoeding moet krijgen, moet zij de gemeente een factuur voor
geleverde diensten sturen, welke dan niet moet worden betaald uit de gelden die bedoeld zijn voor
het uitvoeringsprogramma Welzijn/Wmo. Voor subsidiëring van de VVV via dit uitvoeringsprogramma
is gekozen om het moeten betalen van b.t.w. te ontwijken, zo heeft onze fractie begrepen,
maar de gemeente kan die b.t.w. toch verrekenen? Verder werd de indruk dat de VVV weinig met
Hendrik-Ido-Ambacht heeft, versterkt door een artikel in AD De Dordtenaar van 2 november jl. In
dat artikel werden de regio Drechtsteden en ook onze gemeente niet genoemd. 'Een barometer moet
inzicht geven in het aantal bezoekers aan en trekkers in Dordrecht', zo was de strekking van het artikel.
Dit heeft onze fractie gesterkt in haar mening dat de VVV voornamelijk actief is voor Dordrecht.
Daarom wil zij het volgende amendement indienen:
"De gemeenteraad van Hendrik-Ido-Ambacht, in vergadering bijeen op 1 en 4 november 2010,
gehoord de beraadslaging over de begroting 2011 - 2014 en meer specifiek het Uitvoeringsprogramma Welzijn/Wmo
2011,
constaterende dat:
- de prestatieafspraak met de VVV luidt: 'Het aanbieden van adequate informatievoorziening over recreatieve en
toeristische voorzieningen in de Drechtsteden',
- de VVV dus diensten voor Hendrik-Ido-Ambacht verricht, o.a. in de vorm van informatie plaatsen op een
website en dat die informatie erg summier is,
- vanuit Hendrik-Ido-Ambacht weinig of geen recreatieve en toeristische voorzieningen te vermelden zijn,
- de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht geen echte toeristische attracties binnen haar grenzen heeft,
- bijv. de monumenten die er zijn niet genoemd worden,
is van mening dat:
- de bovengenoemde prestatieafspraak niet thuis hoort in het Uitvoeringsprogramma Welzijn/Wmo 2011,
- de VVV, als zij diensten verricht voor de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht, hiervoor een factuur dient te sturen,
- als de VVV diensten verricht voor de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht, er gesproken kan worden van een zakelijke
overeenkomst,
- die factuur niet betaald dient te worden via het Uitvoeringsprogramma Welzijn/Wmo 2011,
besluit het voorstel als volgt te wijzigen:
de prestatieafspraak met de VVV uit het Uitvoeringsprogramma Welzijn/Wmo te schrappen (en daarmee ook

Voortgezette vergadering van 4 november 2010. 5
de subsidie aan de VVV) en het vrijkomende bedrag beschikbaar te houden voor het Uitvoeringsprogramma
Welzijn/Wmo."
Wat de fractie van Gemeente Belangen betreft, gaat wethouder Van der Vlies morgen aan de slag om
het eenrichtingscontract met ToBe open te breken en aan te passen aan de eisen en de wensen van de
raad. Ik heb begrepen dat het CDA straks met een motie over dit onderwerp zal komen. De fractie
wil de Ambachtse Muziekschool hiervan overigens niet afhankelijk laten zijn. Zij heeft al in eerste
termijn uitgebreid stilgestaan bij de Ambachtse Muziekschool. Zij blijft van mening dat de Ambachtse
Muziekschool in afwachting van de kaderstelling voor kunst en cultuur, waaronder ook het muziekonderwijs
valt, in 2011 in aanmerking dient te komen voor een incidentele subsidie. Deze subsidie
kan worden gedekt door het bedrag dat vrijkomt door het schrappen van de prestatieafspraak met
de VVV. Hierover dient zij de volgende motie in:
"De gemeenteraad van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht, in vergadering bijeen op 1 en 4 november 2010,
gehoord de beraadslaging over de Begroting 2011 – 2014 en meer specifiek over het Uitvoeringsprogramma Welzijn/Wmo
2011,
constaterende dat:
- in het Uitvoeringsprogramma Welzijn/Wmo opgenomen is de prestatie: 'Het leveren van een cursus- en activiteitenaanbod
op het terrein van muzikale vorming voor de leeftijdsgroep van 4 – 18 jaar via muziekonderwijs en
'Brede school',
- de Stichting ToBe in 2011 wel een subsidie hiervoor ontvangt en de Ambachtse Muziekschool niet,
- de Ambachtse Muziekschool (vanwege de bezuinigingen) niet in aanmerking komt voor een structurele subsidie,
overwegende dat:
- de Ambachtse Muziekschool op dit moment 275 leerlingen heeft, dat dit aantal nog steeds groeit en dat kinderen
indien noodzakelijk (o.m. vanwege ziekte) thuis les kunnen krijgen,
- de Ambachtse Muziekschool participeert in de samenleving o.a. door deelname aan de buitenschoolse opvang en
deze participatie wenst uit te breiden,
- de Ambachtse Muziekschool daarmee duidelijk in een behoefte voorziet,
is van mening dat:
- er naast de Stichting ToBe een andere instelling is die muziekonderwijs en muzikale vorming aanbiedt, namelijk
de Ambachtse Muziekschool,
- daarom de Ambachtse Muziekschool in aanmerking dient te komen voor een subsidie voor het jaar 2011 in afwachting
van de kaderstelling voor kunst en cultuur (w.o. muziekonderwijs) voor de komende jaren,
verzoekt het college:
- in overleg te gaan met de Ambachtse Muziekschool over een instandhoudingssubsidie en, in afwachting van de
kaderstelling voer kunst en cultuur (w.o. muziekonderwijs) voor de komende jaren, de hoogte van de incidentele
subsidie voor 2011 vast te stellen."
(Motie 1)
Naar aanleiding van onze bezorgdheid over de Service Centrum Drechtsteden zei de wethouder dat
de bestuurscommissie momenteel bekijkt welke mogelijke bezuinigingen er in de komende jaren in
deze dienst kunnen worden doorgevoerd. In één van de bijeenkomsten van de Drechtraad van afgelopen
dinsdag werd de tweede marap van de Drechtsteden gepresenteerd en daaruit blijk dat het tekort
van de gemeenschappelijke regeling in 2010 zal oplopen tot circa € 9 miljoen. Daarvan wordt
slechts € 290.000 veroorzaakt door een overschrijding van het budget voor het minimabeleid, neerkomend
op 3 % van het totale tekort. In de begroting 2011 - 2014 komt steeds naar voren dat kwetsbare
groepen moeten worden ontzien. Dit betekent volgens Gemeente Belangen ook dat wij die
groepen geen informatie moeten onthouden, maar uit de presentatie van de tweede marap blijkt een
bezuiniging op de informatieverstrekking juist één van de bezuinigingsmaatregelen te zijn geworden.
Niet alle fracties zullen nu al op de hoogte zijn van de inhoud van de tweede marap en daarom zal de
fractie vanavond geen motie over dit bezuinigingsvoorstel indienen. Wel verzoekt zij de agendacommissie
deze motie op de agenda voor de gemeenteraadsvergadering van 6 december te plaatsen.

Voortgezette vergadering van 4 november 2010. 6
De fractie is blij in de PvdA een medestandster te hebben gevonden in het pleidooi om bij herschikking
van leeggekomen schoolgebouwen te bekijken of één van deze gebouwen geschikt te maken is
voor het bieden van onderdak aan een aantal maatschappelijke instellingen, zoals in een eerder verkiezingsprogramma
van Gemeente Belangen werd voorgesteld. Het duurt soms even, maar uiteindelijk
komen goede ideeën weer boven drijven.
De fractie heeft haar conclusie getrokken en had daarvoor geen zwart zaad nodig. De bomen groeien
niet meer tot in de hemel; zij moeten gesnoeid worden, wat ook gemakkelijker is voor het onderhoud.
Gelukkig hééft de gemeente die bomen nog. De voorliggende begroting en de daaruit voortvloeiende
beleidsvoornemens beschouwend en ziende welke voorzieningen in onze gemeente nog
steeds aanwezig zullen zijn, ook als deze begroting zal zijn vastgesteld, kunnen wij als fractie niet anders
dan concluderen dat in de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht het glas nog steeds half vol is, al is
het glas wellicht iets kleiner.
Mevrouw Ossel: Mijnheer de voorzitter. Namens de PvdA-fractie dank ik de diverse portefeuillehouders
voor hun reacties op onze algemene beschouwing. Die reacties waren over het algemeen
positief. Ik heb gezegd dat wij het belangrijk vinden dat er een open bestuursstijl wordt gehanteerd,
waarbij ik voorbeelden heb genoemd van gevallen waarin het college die volgens de PvdA goed heeft
toegepast. Ook heb ik aangegeven dat het met betrekking tot de locatie voor de nieuwbouw van de
Petrakerk als onderdeel van de strip De Schoof – Cascade ànders had gekund. De betrokken wethouder
zei van mening te zijn dat daarover alleen op basis van een concreet plan van de Petrakerk
kan worden gecommuniceerd, maar mijn fractie vindt dat je óók kunt communiceren over het feit dat
er nog geen concreet plan ter tafel ligt. Sterker nog: dat moet je in bepaalde gevallen gewoon dóen.
Hierover verschillen wij dus met het college van mening.
Wethouder Flach heeft in zijn reactie op onze oproep om een open bestuursstijl toe te passen onder
meer gezegd dat het college actief is met de gemeentepagina, weblogs en columns, die bovendien ook
in De Brug worden geplaatst. Hoe waardevol dit ook is, dit is niet waarop mijn fractie doelde. Het
gaat ons erom dat het college met de inwoners praat, bijvoorbeeld over de plannen in het centrumgebied.
Een ander voor de PvdA belangrijk punt is dat goed gemonitord wordt wat de maatschappelijke effecten
van de bezuinigingen zullen zijn. Het college is dit met ons eens en heeft dan ook toegezegd
dit te zullen doen. Onze vraag is nu of kan worden gezegd op welke termijn de raad daarover kan
worden geïnformeerd.
Wij hebben het volste vertrouwen dat het dit college gaat lukken om binnen afzienbare tijd een trapveldje
voor de jeugd te realiseren. Het collegeprogramma heet ook niet voor niets: herkenbaar, inventief
en aantrekkelijk.
Er bestaat raadsbreed steun voor de gedachte om bij de bezuinigingen geen uitzondering te maken
voor ToBe. Dit betekent dat wij de Stichting ToBe vóór 1 februari 2011 moeten meedelen dat zij in
2012 met een taakstellende bezuiniging van 10 % te maken zal krijgen. Vervolgens kunnen wij met
haar in gesprek gaan over een bijdrage aan de bezuinigingen in de daaropvolgende jaren en wel aan
de hand van het stuk dat het college voorbereidt.
Betreffende de hoge huisvestingslasten van de bibliotheek hebben wij een voorstel gedaan dat in de
toekomst kan worden gerealiseerd. De heer Cramer zei zojuist dat dit voorstel berust op een idee van
Gemeente Belangen. Als er inderdaad sprake is van plagiaat, bied ik daarvoor mijn oprechte excuses
aan, maar uiteindelijk gaat het om het doel; uit welke koker het idee oorspronkelijk is gekomen, is
minder interessant.
De heer Cramer: Een oud gezegde luidt: als er één schaap over de dam is, volgen er meer.
Mevrouw Ossel: Afijn, wat de suggestie van de PvdA èn Gemeente Belangen om een centrum voor
cultuur en verleden in een leeggekomen schoolgebouw onder te brengen betreft, is het logisch dat de
wethouder er nu niet direct ja of nee op kon zeggen, maar wel zijn wij blij met zijn toezegging dat hij
deze suggestie zal bezien.

Voortgezette vergadering van 4 november 2010. 7
In eerste termijn heb ik gezegd dat de PvdA graag in een breder verband wil discussiëren over de
effecten van de privatisering van grotere organisaties als GOW, Dumas en Cascade. Wij denken momenteel
na over een manier waarop wij het voeren van zo'n discussie aan de vork moeten steken; wij
komen hierop nog terug.
De reactie van wethouder Van de Velde op wat wij over het collectief particulier opdrachtgeverschap
naar voren hebben gebracht, stemt ons positief. Wij hebben echter óók gevraagd of het college misschien
al locaties voor dat c.p.o. op het oog heeft. Op die vraag hebben wij geen antwoord gekregen.
Kan dit alsnog worden gegeven?
Voor alle duidelijkheid wil ik zeggen dat een voorbeeldproject in het kader van duurzaamheid wat
ons betreft niet per se op de locatie Zuidwende-Noord behoeft te worden gerealiseerd. Wij hebben
dit als een mogelijkheid genoemd, maar zien ook kans dit te combineren met een c.p.o.-project. Overigens
zijn wij bij dat de wethouder heeft toegezegd hierover met projectontwikkelaars of bouwers in
gesprek te willen gaan.
Tot slot wil ik iedereen, ook de instellingen en organisaties die met de noodzakelijke bezuinigingen te
maken krijgen en daarover moeten nadenken, iets meegeven. Het is een uitspraak van George Orwell
die wellicht voor inspiratie kan zorgen. Zij luidt: "Het is een voortdurende worsteling om te zien wat voor het
oprapen ligt."
Mevrouw Burger-van Denzel: Mijnheer de voorzitter. Bij de voorbereiding op mijn tweede termijn
moest ik denken aan een Chinese spreuk die mij kortgeleden onder de aandacht werd gebracht: "De
enige plek waar bezuiniging vóór inspanning komt, is in het woordenboek." De VVD-fractie heeft in haar verkiezingsprogramma
de belofte gedaan dat de leden ervan in het kader van maatschappelijke betrokkenheid
minimaal 50 uur per jaar vrijwilligerswerk zullen doen bij verenigingen en stichtingen in onze
gemeente. Op deze wijze hopen wij ook in de komende jaren bij te dragen aan het hard nodige vrijwilligerswerk.
Ik noem een voorbeeld: Aat Ouwerkerk en Onno Doevendans zijn met grote regelmaat
in het weekend actief om maaltijden te bezorgen. Misschien kunnen andere leden van deze raad
die actief willen participeren in het realiseren van de taakstellende bezuinigingen voor de komende
jaren, inspringen als één van mijn fractiegenoten onverhoopt een dag verhinderd is.
In eerste termijn heeft de fractie van de VVD haar bezorgdheid onder woorden gebracht over de
wijze waarop bezuinigingen in het uitvoeringsprogramma Welzijn/Wmo zijn verwerkt. Daarvoor
heeft zij de term 'kaasschaafmethode' gehanteerd. Zij vindt het sneu voor de wethouder dat hij wereldkundig
heeft moeten maken dat hij niet weet hoe een kaasschaaf werkt en zelfs niet hoe die er
uitziet. De door het college gehanteerde bezuinigingssystematiek heeft bij de VVD een onaangenaam
gevoel gewekt, zoals ik al in eerste termijn heb gezegd. In andere bewoordingen wil ik dit nu nog verduidelijken,
ook ten behoeve van de heer Dogger.
In de bijlage van het uitvoeringsprogramma hebben wij gelezen dat het uitgangspunt is geweest dat er
op alle subsidiebedragen 10 % zou worden gekort. Vervolgens heeft het college per subsidieaanvrage
een aantal toetsingsvragen gehanteerd en is het op basis van daarop gegeven antwoorden op een geheel
eigen en niet-consequente wijze tot het advies gekomen om de 10 % korting inderdaad toe te
passen of om een andere keuze te maken. De fractie is van mening dat het beter zou zijn de subsidies
een jaar ongewijzigd te laten en intussen in kaart te brengen aan welke criteria, gebaseerd op de door
de gemeenteraad vastgestelde welzijnsnota, de maatschappelijke gevolgen van de bezuinigingen zullen
worden getoetst alvorens deze worden doorgevoerd. Dit alles zou voor juli 2011 zijn beslag moeten
krijgen en uiteraard zouden de maatschappelijke organisaties hierbij moeten worden betrokken. Op
deze wijze zou worden voorkomen dat wat in de afgelopen jaren met veel energie is opgebouwd door
subsidieverlaging in korte tijd zou worden afgebroken. Het college is van mening dat de kortingen nù
moeten worden doorgevoerd en dat door middel van monitoring moet worden bezien waar het eventueel
misgaat. Voor het gevoel van onze fractie zou er echter eerst een goede nulmeting moeten
plaatsvinden en zouden er vervolgens keuzes moeten worden gemaakt; dat zou beter zijn dan later de
ontstane problemen op te lossen. De heer Dogger zei maandagavond het vreemd te vinden dat de
VVD dit standpunt inneemt, daar het bedrag dat nu wordt bezuinigd gelijk is aan het bedrag dat indertijd
met de vaststelling van de welzijnsnota aan de instellingen ten goede is gekomen; van de nu

Voortgezette vergadering van 4 november 2010. 8
door te voeren bezuinigingen zou dus niemand last moeten hebben. Ik wijs erop dat het niet voor
niets was dat er indertijd een groot extra bedrag voor welzijn beschikbaar is gesteld. De in de welzijnsnota
geformuleerde uitgangspunten en het maken van prestatieafspraken zouden voor een betere
stroomlijning van de subsidieverlening zorgen, en het beschikbaar gestelde bedrag was nodig om aan
die uitgangspunten te kunnen voldoen. Moet men dan nu, krap twee jaar later, besluiten wat er toen
is opgebouwd maar weer af te breken? Dit is volgens ons niet de wijze waarop er moet worden bezuinigd.
Met betrekking tot het jeugdspeelpark merken wij op dat het belang van de functie daarvan voor ons
niet ter discussie staat, maar dat wij menen – mede naar aanleiding van wat in de inspraak in de commissie
WOS naar voren werd gebracht – dat het beter is de uitbreiding die het college in zijn programma
heeft opgenomen voor nu te schrappen.
In het raadsvoorstel wordt onder het tweede aandachtspunt een wijziging van de algemene subsidieverordening
voorgesteld, inhoudend dat de vaststelling van het uitvoeringsprogramma als een bevoegdheid
van het college wordt aangemerkt. Onze fractie is van mening dat er alleen door middel
van een apart raadsvoorstel tot wijziging van de subsidieverordening kan worden besloten. Wij zouden
bij de behandeling daarvan graag de discussie willen aangaan over het in de verordening opnemen
van de eventuele toepassing van het profijtbeginsel of het donateurschap.
In het vierde aandachtspunt wordt een bedrag van € 3.792.000 genoemd. In het totaaloverzicht van
bezuinigingen op subsidies staat aangegeven dat de subsidie voor peuterspeelzaalbeleid/VVE voor
2011 met € 27.750 wordt verlaagd terwijl er eerst nul euro aan subsidie werd ontvangen. Betekent dit
dat het bedrag in het raadsvoorstel niet klopt?
Bij de besluitvorming over het raadsvoorstel zullen wij graag een stemverklaring afleggen over de
toekenning van subsidies op onderdelen van het uitvoeringsprogramma.
Het is goed om te horen dat het bij aanbestedingen al één van de voorwaarden is dat in de bestekken
een bepaald percentage van de aanneemsom zal worden opgenomen ten behoeve van werk- en stageplekken
voor jongeren. Regionale activiteiten op dit vlak kunnen nooit een belemmering zijn voor
het ontwikkelen van initiatieven op lokaal niveau. De VVD-fractie verzoekt het college dan ook om
aan te geven of er ook bij minder grote opdrachten een percentage van de aanneemsom wordt gereserveerd
voor bijvoorbeeld een stageplek.
Eén van de collegeleden maakte maandagavond gedurende de discussie over de samenwerking met
de gemeente Zwijndrecht een opmerking die niet klopte. De raad van Hendrik-Ido-Ambacht heeft
namelijk nooit het raadsvoorstel betreffende de samenwerking met Zwijndrecht in De Volgerlanden
en het daaraan te koppelen investeringsprogramma vastgesteld. Sterker nog, dat voorstel is niet in
stemming gebracht, maar is terugverwezen naar het college met het verzoek een degelijk traject af te
spreken voor het invullen van dat investeringsprogramma. Wij vinden het belangrijk dat hier de juiste
feiten worden vermeld, dit om te voorkomen dat de indruk ontstaat dat wij onwelwillend tegen een
samenwerking met Zwijndrecht zouden aankijken.
De heer Van der Giessen: Is het echt zo dat de VVD pas sinds de afgelopen verkiezingscampagne
vrijwilligerswerk doet?
Mevrouw Burger-van Denzel: Uiteraard niet, maar wel vanuit onze visie op onze maatschappelijke
betrokkenheid als politieke partij. Je kunt vrijwilligerswerk doen vanuit je persoonlijke opvatting,
maar ook als politieke partij, waarmee je dan voor een statement zorgt.
De heer Van der Giessen: Wij doen het zonder een statement.
Mevrouw Burger-van Denzel: Dat is ùw keuze.
De heer Doodkorte: Mijnheer de voorzitter. De discussie in de eerste termijn is stevig geweest. De
toelichting en verheldering van standpunten tussen de raadsfracties en antwoord in eerste termijn van
het college maakten duidelijk hoe de vlag er voor staat. De VVD-fractie respecteert de posities van de

Voortgezette vergadering van 4 november 2010. 9
coalitiepartijen en het college van b. en w. Deze tweede termijn gebruiken wij niet voor een herhaling
van zetten; wij geven nu alleen een reactie op de onderscheidene bijdragen in de eerste termijn. Zo
valt het de VVD op dat de fractie van SGP/ChristenUnie het uitblijven van een oplossing voor de
problematiek rondom het dossier De Volgerlanden simpelweg weer over de schutting van de buurgemeente
Zwijndrecht heeft gegooid. Zij zei immers: "De opstelling van onze buurgemeente Zwijndrecht in
dit dossier stemt ons niet tot optimisme. Wij proeven hieruit helaas niet meer de wil om de problematiek gezamenlijk op
te lossen en een kwalitatief goede woningbouwlocatie te realiseren."
Uiterst benieuwd zijn wij naar de motivering van de fractie van SGP/ChristenUnie van haar stelling
dat het verstandig is om de bijdrage aan de jumelage in de komende jaren terug te brengen. Wij zijn
tevens nieuwsgierig naar de opvatting van uw college over het nut en de noodzaak van de jumelage.
U stelt immers voor de bijdrage aan de jumelagecommissie stapsgewijs te verlagen tot 20 % van het
huidige niveau. Anders gezegd: in de loop van de komende jaren bezuinigt u 80 % van het huidige
budget weg. Bij een zo forse korting valt er voor de jumelagecommissie nauwelijks nog te functioneren.
Wat betekent eigenlijk 'stapsgewijs verlagen tot 20 % van het huidige niveau'? Kan het college de
bedragen noemen die voor de jaren 2011 t/m 2014 nog daadwerkelijk voor de jumelage beschikbaar
zullen zijn?
In het verlengde hiervan intrigeert ons de opmerking van de portefeuillehouder in diens eerste termijn
dat er met de jumelagecommissie is gesproken over het zoeken naar alternatieve financieringsbronnen.
Ik heb mijn oren niet altijd erg ver open en ben niet altijd overal bij, maar ik kan mij niet
herinneren na de verkiezingen één van de vergaderingen van de commissie te hebben gemist.
De toonzetting van de diverse fracties ten opzichte van het bestuur resp. de organisatie van Cascade
in relatie tot de voorgestelde subsidieverlaging wordt door de VVD-fractie niet begrepen. Na jaren
gesteggel is de openeindfinanciering eindelijk tot een einde gekomen, en daarin zit, impliciet dan wel
expliciet, maar nevengeschikt aan de faciliterende rol voor het verenigingsleven, ook de theaterfunctie
van Cascade. Wat onze fractie betreft, wordt de korting op de subsidie voor de Stichting Cascade
geschrapt tot het eerstvolgende moment waarop er met de stichting meerjarenafspraken en prestatieafspraken
moeten worden gemaakt. Voor het maken van afspraken zijn er in ieder geval twee partijen
nodig.
De fractie van de VVD ondersteunt van harte het voorstel van de CDA-fractie om nog vóór 1 januari
2011 als college en raad van gedachten te wisselen en tot het doen van een richtinggevende uitspraak
te komen over een mogelijke vermindering van de subsidie voor de Stichting ToBe.
Ten aanzien van de bereikbaarheid heeft de heer Ouwerkerk gesproken over het voornemen van uw
college om het project 'verbetering van de toegangswegen van en naar de A16' volledig te schrappen.
De reactie van de eerstverantwoordelijke wethouder had als strekking: 'Het geld is geschrapt, maar
wij blijven overleg voeren.' Kan hij ons uitleggen wat hiervan de toegevoegde waarde zal zijn?
Bij de uitleg van de verwerking van wat het college in zijn brief van 15 juli 2010 heeft toegezegd,
wordt de fractie graag door de wethouder geholpen. In het collegeprogramma is per onderwerp in de
onderscheidene programma's aangegeven waar naar de opvatting van het college de bevoegdheden
liggen. Waar kan de VVD-fractie in de nu voorliggende begroting terugvinden hoe de bevoegdheden
van college en raad zijn toebedeeld? Moet dit te herleiden zijn uit de beantwoording van de vraag;
'Wat gaan wij ervoor doen?' en moet tevens worden begrepen dat er, wanneer er geen activiteiten op
raadsniveau zijn aangegeven, dùs geen bevoegdheid van de raad in het spel is? Gemakkelijk zou het
zijn, in elk geval voor de VVD-fractie, als de wethouder zou kunnen aangeven op welke onderdelen
er na de vaststelling van het collegeprogramma correcties zijn doorgevoerd.
De antwoorden van het college op onze bijdragen ter zake van de besparingen en efficiencyverbeteringen
binnen de eigen ambtelijke organisatie, het zoeken naar de definitieve oplossing voor het probleem
met de gemeente Zwijndrecht aangaande het exploitatietekort op De Volgerlanden, alsook ten
aanzien van de lokale lastendruk hebben de VVD-fractie niet kunnen overtuigen noch inspireren om
tot een andere opvatting te komen dan die welke zij in eerste termijn naar voren heeft gebracht.
De VVD-fractie heeft duidelijk gemaakt op welke onderdelen zij van mening is dat het uw college
aan visie ontbreekt. Daarnaast hebben wij aangegeven dat uw college onvoldoende oog heeft voor
het risicobeheer. Als wij de tegenvallende bijdragen in de jaren 2010 en 2011 aan verscheidene regio-

Voortgezette vergadering van 4 november 2010. 10
nale organisaties en gemeenschappelijke regelingen bij elkaar optellen – wij gaan dan uit van wat door
de collegeleden de laatste anderhalve week aan informatie is verstrekt – en dat bedrag optellen bij het
niet-gedekte risico op de grondexploitatie De Volgerlanden, becijfert onze fractie een ten tijde van
deze begrotingsbehandeling nog niet gedekt tekort van ten minste € 8,5 miljoen. Dit bedrag overstijgt
in ruime mate het weerstandsvermogen van onze gemeente. Blijft nog staan dat de fractie niet kan
schatten wat de financiële effecten op de middellange en lange termijn zullen zijn van uw voorstellen
om belangrijke besparingen te realiseren in het beheer van de openbare ruimte. De VVD-fractie
wacht uw antwoord in tweede termijn af. In het beste geval zullen wij bij de besluitvorming vanavond
een meer of minder uitvoerige stemverklaring afleggen.
Het spreekt vanzelf dat onze dank uitgaat naar de ambtelijke organisatie en de griffie voor hun steun
in de aanloop naar deze begrotingsbehandeling. Daarvoor zeggen wij een ieder van de betrokkenen
hartelijk dank.
De heer Dogger: Mijnheer de voorzitter. Ik dank het college voor de beantwoording van onze vragen
en opmerkingen in eerste termijn. Het motto van de bijdrage van het CDA in tweede termijn zou
kunnen zijn: 'Samen de trap op, samen de trap af zonder een trede over te slaan.' Kortom, wees
zorgvuldig in je handelen. De bezuinigingsrichting die het college heeft aangegeven en de besluiten
die het in dat kader heeft genomen, worden door de CDA-fractie ondersteund. Het is helder dat de
scherpere keuzes nog voor mei 2011 moeten worden gemaakt om de taakstelling te kunnen realiseren.
Ik realiseer mij nu dat ik meer dan 1/3 pagina heb gewijd aan de VVD. Ik vind ook dat die partij er,
gelet op haar opmerkingen, recht op heeft om door h et CDA genoemd te worden. Het is tevens duidelijk
dat de VVD oppositie voert. Ik heb het idee dat zij dit ook graag uit mijn mond wil horen; bij
dezen dan! Maandagavond heb ik van deze partij wel veel gehoord, maar dat was weinig inhoudelijk.
Nog steeds heb ik geen idee waar de VVD de benodigde € 1,5- tot € 5 miljoen aan bezuinigingen
vandaan denkt te halen, gezien de lijst van subsidies – de subsidie voor Cascade is daar vanavond bij
gekomen – waarop de VVD nìet wil bezuinigen.
Aan de andere kant is de VVD helder: alle subsidieverkrijgers ontvangen een brief met de mededeling
dat hun subsidie teruggaat naar € 0 en dat zij nog nader van de gemeente zullen vernemen. Verder
krijgt de Stichting Jeugdspeelpark geen enkele subsidie meer. Welke partij verweet nu het college
´ernstige ontwrichting van de samenleving en mogelijke rechtsongelijkheid'?
Anderzijds kan het CDA een aantal opmerkingen van de VVD over het jeugdspeelpark goed volgen.
Het niet meewerken aan het genereren van meer inkomsten en het niet kunnen hanteren van een zeer
beperkte bezuiniging voorspelt weinig goeds voor de mogelijkheid dat het jeugdspeelpark wordt uitgebreid.
Het zelf genereren van forse inkomsten is indertijd als randvoorwaarde gesteld bij het akkoord
gaan met de uitbreiding van het jeugdspeelpark in de richting van De Volgerlanden. Het niet
kunnen c.q. willen vervullen van deze randvoorwaarde betekent voor het CDA dan ook géén uitbreiding
van het jeugdspeelpark. Wij hopen dat het bestuur van de Stichting Jeugdspeelpark zich het belang
van het voldoen aan de zojuist genoemde randvoorwaarde terdege realiseert, temeer omdat een
uit leden van deze raad bestaande commissie onder leiding van de heer Boudewijn maandenlang allerlei
voorstellen heeft uitgebroed om aan de wensen van het jeugdspeelpark tegemoet te komen. De
inspraakreactie van het bestuur van het jeugdspeelpark heeft dan ook veel kwaad bloed gezet. Ik wil
dat bestuur, dat hier gelukkig aanwezig is, vragen om zich, als het straks huiswaarts gaat, de impact
van zijn inspraakreactie op de gehele raad te realiseren. Natuurlijk gunnen wij het jeugdspeelpark van
alles, maar aan de andere kant stellen wij ook randvoorwaarden; dat is door deze gehele raad behalve
de VVD gedaan, en daar houdt het CDA zich aan.
De heer Doodkorte: Ik interrumpeer nu, want ik schat dat de halve pagina pover de VVD nu voorbij
is. Maandagavond hebben de fracties in eerste termijn hun standpunten naar voren gebracht en
vervolgens hebben wij daarover een naar mijn idee boeiend debat gevoerd, onder meer over een aantal
bezuinigingen. Dat de door ons verwoorde punten u en uw partij niet inspireren, respecteer ik,
maar u kunt niet beweren dat de VVD niet enkele primaire posten heeft genoemd waarop naar onze

Voortgezette vergadering van 4 november 2010. 11
mening kan worden bezuinigd, andere posten dan die welke door het college zijn voorgesteld en door
uw partij worden ondersteund. Wij hebben onder meer gezegd dat er een veel forsere ingreep in de
ambtelijke organisatie zou kunnen plaatsvinden en dat wij op het gebied van de subsidieverlening
inderdaad een andere opvatting hebben. Het is een beetje populistisch om op de manier waarop u dat
zojuist deed het jeugdspeelpark te berde te brengen. De VVD heeft nimmer twijfel doen ontstaan
over het feit dat ook zij van mening is dat het jeugdspeelpark van maatschappelijk belang is, maar
heeft zich tevens, toen het voorstel tot uitbreiding van het jeugdspeelpark aan de orde was, daartegen
verklaard. Maandagavond hebben wij, gelet op de bijdrage aan de inspraak in de commissie WOS die
het bestuur van de Stichting Jeugdspeelpark had geleverd, dat bestuur uitgenodigd om maar terug te
treden, want aan dreigementen hebben wij niets. Mijnheer Dogger, u had het over een te besparen
bedrag tussen de € 1,5- en € 4,9 miljoen. Wij hebben maandagavond betoogd dat er van ons forser in
eigen vlees had kunnen worden gesneden dan door het college is voorgesteld en tevens hebben wij
erop gewezen dat u op de middellange en lange termijn met de bezuinigingen wel eens veel duurder
uit zult kunnen zijn dan wanneer er op die posten nìet wordt bezuinigd.
De heer Dogger: Het woord 'populistisch' gebruikte ik wel, maar 'demagogisch' vind ik nog veel
leuker; ook dat woord had ik dus kunnen gebruiken. Ik respecteer wat de VVD allemaal over het
jeugdspeelpark heeft gezegd, maar volgens mij hebt u over de subsidie voor het jeugdspeelpark gezegd
dat die kan worden teruggebracht tot nul euro. Zo heb ik het geïnterpreteerd. Ik hoor u niet
bestrijden dat er een bezuiniging van € 1,5- en € 4,9 miljoen nodig is. Wel roept u allerlei dingen over
belangrijke bezuinigingen in de portefeuille van de heer Van de Velde en over een aantal posten in de
portefeuille Welzijn waarop naar uw mening niet mag worden bezuinigd. U wilt het gat dat zo ontstaat
dekken door meer te snijden in de ambtelijke organisatie. Dit noem ik populistisch. Ook landelijk
zegt men dat het aantal ambtenaren fors kan worden verminderd, maar daarvan komt niets terecht,
welke regering er ook aan het bewind is. Dit college heeft de taak te bezuinigen en voert die
taak ook uit. Ik zie niet hoe u het tekort van € 1,5- en € 4,9 miljoen wilt dekken, gezien uw lange wensenlijstje.
Ik dacht dat u het zou oplossen door alle subsidies op nul te zetten; dan kom je wel een
eind, maar waarschijnlijk is dàt toch niet uw bedoeling.
De heer Doodkorte: Uw vertaling van onze bijdrage doet geen recht aan de VVD-fractie. Het klopt
dat wij naar aanleiding van de inspraakreactie van het bestuur van de Stichting Jeugdspeelpark hebben
gezegd: 'Dan moet de subsidie maar naar de nul; wij steken dan als gemeente € 90.000 in onze
zak.' De fractie heeft echter niet bepleit om alle subsidies voortaan op nul te zetten, maar heeft in
relatie tot het uitvoeringsprogramma Welzijn gezegd: 'Zou er nu een weloverwogen keuze moeten
worden gemaakt, dan zouden naar onze mening in 2011 nog alle subsidies moeten worden verstrekt,
maar zou tot de subsidieontvangers moeten worden gezegd dat hun subsidie per 1 januari 2012 stopt.
In de periode tot dan bepaal je welke organisaties in aanmerking blijven komen voor een gemeentelijke
subsidie en welke niet.' Dat is een ander uitgangspunt dan dat van uw fractie, maar wij hebben
hiermee dus nìet gezegd dat alle subsidies naar nul moeten gaan.
De heer Dogger: Nee, maar dat heb ik ook niet gezegd. Ik bedoelde het schertsend toen ik zei: 'Als
u daarmee het tekort denkt te kunnen dekken, zij dat zo.' Wat ik heb gezegd, is dat, als de gemeente
aan alle verenigingen en instellingen een brief stuurt met de strekking: 'Uw subsidie gaat terug naar
nul, u hoort nog van ons', dit een enorme onrust zal veroorzaken.
De heer Doodkorte: Maar de tekst van zo'n brief is niet van mij. U zegt nu dat het die tekst zou
moeten zijn.
De heer Dogger: Nee, u zei: idealiter sturen wij de verenigingen en instellingen een brief waarin
staat dat zij nergens op kunnen rekenen en dat zij het nog wel te horen zullen krijgen als de gemeente
toch een subsidie gaat verstrekken. Daarvan zeg ik dat dit tot ontzettend veel ruis zal leiden.

Voortgezette vergadering van 4 november 2010. 12
De heer Doodkorte: U doet de waarheid echt geweld aan. Wij hebben maandagavond gedebatteerd
over de wijze waarop er tot een verlaging van subsidies zou kunnen worden gekomen. Daarbij hebben
wij gezegd: je zou in principe, in het kader van de aansprakelijkheid, alle subsidies per 1 januari
2012 op nul moeten zetten, en in de tussentijd kun je dan bepalen welke vereniging en instelling wel
of niet nog zal worden gesubsidieerd. Dat is iets anders dan wat u zojuist verwoordde.
De heer Dogger: Toch houd ik staande dat het tot veel onrust zou leiden en dat wij rekening hebben
te houden met allerlei contracten. Wij verschillen hierover kennelijk van mening, terwijl het voor
ons ook nog steeds een vraag is waar u het bedrag van € 1,5- en € 4,9 miljoen vandaan wilt halen. U
wilt immers op een aantal posten niet bezuinigen. Met het snijden in eigen vlees kom je niet tot zo'n
bedrag. Dit is mijn stelling. U betrekt een andere stelling, waarvan akte.
Een ander onderwerp is de subsidie voor de Stichting ToBe. Het CDA heeft zich hierin in de afgelopen
dagen verdiept. In de stukken van het college staat dat er vanwege contractuele verplichtingen
niet op deze subsidie kan worden bezuinigd. De statuten van de stichting zeggen echter dat er onder
voorwaarden ruimte aanwezig is om de subsidie met 10 % te korten. Wij hebben bij de gemeente
nagevraagd of die voorwaarden het komen tot een korting met 10 % in de weg zouden kunnen staan.
Gelet op het antwoord dat wij hebben gekregen, durven wij het risico aan. Wij dienen hierover nu
een motie in, die wordt ondersteund door de fracties van CDA, VVD, PvdA, Gemeente Belangen,
D66 en AUB. Zij luidt als volgt:
"De raad van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht, in vergadering bijeen op 4 november 2010,
gehoord de beraadslaging over de programmabegroting 2017 en het uitvoeringsprogramma Welzijn/Wmo 2011,
overwegende dat:
- de gemeente conform de statuten van de Stichting ToBe, artikel 26 lid 9, voor 1 februari door middel van een
schriftelijke kennisgeving aan de directie van de Stichting ToBe kan aangeven wat de wijzigingen zijn in de subsidievoorwaarden
voor het komende cursusjaar/boekjaar en het beschikbaar te stellen budget ten opzichte van het
lopende cursusjaar,
- het beschikbaar te stellen budget maximaal 10 % lager mag zijn dan het budget dat beschikbaar is gesteld voor
het direct daaraan voorafgaande cursusjaar,
- voor het begrotingsjaar 2012 e.v. er nog een forse taakstelling ingevuld moet worden in programma 1, Volksgezondheid,
Welzijn, Sport en Onderwijs,
- het college in 2011 met een beleidsnota kunst en cultuur naar de gemeenteraad komt waarin de kaders staan
voor het ondersteunen van organisaties op het gebied van kunst en cultuur,
is van mening dat:
- de Stichting ToBe vanaf 2012 een korting op de subsidie moet krijgen van 10 % om hiermee een bijdrage te leveren
aan de nog in te vullen taakstelling binnen programma 1 van de programmabegroting,
- op grond van de kaderstellende nota kunst en cultuur moet worden afgewogen in hoeverre verdergaande bezuinigingen
op of afbouw van de subsidie aan de Stichting ToBe wenselijk zijn,
verzoekt het college:
- voor 1 februari a.s. een besluit te nemen om voor het begrotingsjaar 2012 de subsidie voor de Stichting ToBe met
10 % te korten,
- de Stichting ToBe hiervan voor 1 februari a.s. op de hoogte te stellen."
(Motie 2)
Het is naar de mening van het CDA gewenst dat de Ambachtse Muziekschool een projectsubsidie
kan worden toegekend. Gaarne vernemen wij of de portefeuillehouder een aanvraag daartoe kansrijk
acht.
Wij danken de portefeuillehouder voor zijn toezegging dat hij door middel van de algemene subsidievoorwaarden
werk gaat maken van het tot stand brengen van een scheiding tussen bestuur en toezicht
bij de budgetsubsidieverkrijgers.
Wij zijn ervan overtuigd dat hij ook aandacht wil besteden aan de bestrijding van het gebruik van alcohol
en drugs door de jeugd. Toch kwam in eerste termijn niet goed over het voetlicht hoe hij staat

Voortgezette vergadering van 4 november 2010. 13
tegenover een kortdurende, massieve actie door de gemeente en een aantal partners, gevolgd door
een aantal acties om het resultaat te verdiepen en te borgen.
De fractie heeft waardering voor het feit dat wethouder Stoop zich in no time de portefeuille De Volgerlanden
eigen heeft gemaakt. Wij wachten de uitkomsten van de onderhandelingen met Zwijndrecht
af. Wij stellen ons in dezen positiefkritisch op. Het resultaat van de onderhandelingen ziet het
CDA met belangstelling tegemoet.
Tevens wensen wij het college veel succes in het streven de kosten van de bedrijfsvoering in de organisaties
van de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden terug te dringen.
Dank brengen wij de portefeuillehouder voorts voor de toezegging dat het college zal komen met
nota's over de energievoorziening en de afvalinzameling. Kan hij aangeven wanneer de raad die nota's
kan tegemoetzien?
Het college wil op de handhaving € 36.000 besparen en meent dat dit mogelijk is wanneer er efficiënter
wordt gewerkt. Wij gaan er hierbij vanuit dat het gevoel van veiligheid dat nu bij onze inwoners
aanwezig is, blijft bestaan. Evenals de CDA-fractie dit in de vorige collegeperiode heeft gedaan, zal zij
de portefeuillehouder kritisch volgen als signalen uit ons dorp daartoe aanleiding geven. Hij moet niet
schromen om de raad om subsidie te vragen als daartoe aanleiding bestaat. Wij hebben er vanzelfsprekend
begrip voor als dit een bezuiniging op een ander gebied moet betekenen.
De CDA-fractie constateert dat het college op een energieke en deskundige wijze ons dorp bestuurt.
Wij proeven chemie in deze club, en dat is zeker een compliment waard; het is ook een reden voor
dankbaarheid. Nogmaals wordt u wijsheid toegewenst bij de uitvoering van uw taak in het komende
jaar.
De uitsmijter betreft de heer Groos. Hij heeft er een hobby van gemaakt om wat te stoken in het
CDA. Toen er een college moest worden gevormd, zei de heer Groos: 'Ga niet in een college met de
PvdA zitten, want jullie weten toch hoe de PvdA jullie heeft behandeld toen het over Uruzgan ging?'
Wij antwoordden toen dat wij niet van de landelijke politiek zijn. Met wat hij deze keer aan het slot
van zijn betoog zei, lijkt hij een vooruitgeschoven post van de PVV in deze raad te zijn. Ik zie hem
dan echter toch wel als 'onze knuffel-PVV'er'. Hij sprak over dissidenten in onze fractie. Stel nu eens
volstrekt hypothetisch dat er vier dissidenten in onze fractie zouden zitten. Wie heeft daarmee dan
een probleem? De heer Groos niet, wij niet en niemand. Ik heb dus geen poetsdoekje nodig, want
dingen die er niet zijn behoeven ook niet te worden weggepoetst.
De heer Platschorre: Mijnheer de voorzitter. Ik heb ongeveer anderhalf kantje met een reactie op de
bijdrage van de VVD, maar wel met een wat groter lettertype.
Ik wil eerst een reactie geven op wat de VVD in de begrotingskrant heeft gezegd. Eerst dacht ik: 'Ik
doe dat niet, want wij hebben het al genoeg over de kaasschaaf gehad', maar ja hoor, hij dook vanavond
wéér op. In haar bijdrage schreef de VVD: "De door het college toegepaste kaasschaafmethodiek is een
gruwel voor de VVD-fractie." Zoals gezegd, hebben wij het over de kaasschaaf al genoeg gehad. Wij zijn
gerustgesteld door de mededeling van wethouder Flach dat er in dit huis geen kaasschaaf te vinden is,
maar gelukkig wel een snoeischaar. De fractie van SGP/ChristenUnie heeft vragen bij het door de
VVD gebruikte woord 'gruwel'. De betekenis hiervan is door de heer Dogger onderzocht, maar ons
is gebleken dat hij dit niet diepgaand heeft gedaan. 'Gruwel' blijkt namelijk ook nog een andere betekenis
te hebben: gruwel of watergruwel is een uit noord-Nederland afkomstig nagerecht. Wij zijn tot
de conclusie gekomen dat deze betekenis béter past bij de bijdrage van de VVD. Vrij vertaald zou je
dan kunnen lezen: 'De kaasschaafmethode, daar lust de VVD-fractie wel pap van.' Geachte fractie
van de VVD, wij hebben voor u het recept van gruwel, maar pas op, gruwel kan erg zuur zijn. Er
moet namelijk het sap van een hele citroen in; je moet er dus veel bessensap overheen doen. Haal
vooral ook niet de krenten uit de pap. Wij hebben bessensap laten maken van bessen uit eigen tuin en
die wil ik nu graag aan iemand van de VVD-fractie aanbieden.
(Spreker overhandigt mevrouw De Kovel een fles bessensap. Applaus.)

Voortgezette vergadering van 4 november 2010. 14
De heer Doodkorte: Ik begrijp best dat de SGP/ChristenUnie-fractie iets wil zeggen tot de VVDfractie,
maar misschien moet zij het staatsrecht nog eens nakijken, want mevrouw De Kovel, een zeer
gewaardeerd lid van de fractie, maakt geen deel uit van deze raad.
De heer Platschorre: Nee, maar wel van uw fractie. Ik had er alle vertrouwen in dat mevrouw De
Kovel een heerlijke gruwel zou kunnen bereiden en dat u daarvan dan met z'n allen zou kunnen meegenieten.
De heer Doodkorte: Ik ben blij dat ik u een bijzonder genoegen heb kunnen doen door u in staat te
stellen een bepaalde uitleg aan de bijdrage van de VVD in de begrotingskrant te geven, maar ik hoop
wel dat wij elkaar vaker op de inhoud zullen kunnen aanspreken dan op de manier waarop dit nù gebeurt.
De heer Platschorre: Ik vervolg mijn betoog.
De fractie van SGP/ChristenUnie voelt er weinig voor om over een korting op de subsidie voor de
Stichting ToBe in discussie te gaan zonder dat er eerst een onderzoek is verricht naar de mogelijke
consequenties van het openbreken van het contract of de overeenkomst met ToBe. Wij stellen daarom
voor dit onderwerp te betrekken bij de door de wethouder aangekondigde bredere discussie die
voor mei 2011 zal worden gevoerd. Mocht het met het oog op het contract met ToBe nodig zijn deze
zaak voor 1 februari 2011 af te ronden, dan lijkt mij dat een goede zaak, maar het op voorhand korten
van de subsidie met 10 % is gezien de overeenkomst die wij hebben opgevraagd en bestudeerd
niet mogelijk. Dat zou eerder problemen oproepen. Wij wachten op dit punt het antwoord van de
portefeuillehouder af.
In onze bijdrage over het beleid op het terrein van de brede school, dagarrangementen en combinatiefuncties
pleitten wij voor een integrale uitwerking. In het IHP is weliswaar een visie op met name
de brede school opgenomen en worden ook wel dagarrangementen genoemd, maar combinatiefuncties
waren bij de vaststelling van dat plan niet in beeld. Wij pleiten dan ook voor een actualisatie van
dit beleid met bijbehorende middelen. Daarbij bestaan er ook kansen voor koppelingen met instellingen
in de welzijnssector, zoals de bibliotheek en het Centrum voor jeugd en gezin. Zo'n koppeling
zou wat ons betreft ook in fysieke zin kunnen worden gerealiseerd, namelijk bij de bouw van nieuwe
clusters.
De fractie van de VVD heeft in haar bijdrage een zwart scenario geschetst van de gevolgen van de
door het college voorgestelde bezuinigingen. De heer Ouwerkerk eindigde zijn betoog met de opmerking
'dat hij er somber van werd', maar uit zijn bijdrage bleek dat hij daarvan al in het begìn behoorlijk
last had. Het was ook beter geweest als hij in plaats van een donkergekleurde bril een leesbril
had opgezet. Ik noem één voorbeeld. Gezegd werd: "Na noodzakelijke vernieuwingen van rioleringen zal er
geen blijvend egaal wegdek meer worden opgeleverd." Op bladz. 11 van de nota Ombuigingen staat echter: "Bij
rioleringswerkzaamheden zal enkel de bestaande verharding worden teruggebracht." Het is maar hoe je dit wilt
lezen. 'Versobering' wordt vertaald als 'onverschillig', en zo zou ik nog door kunnen gaan.
De heer Ouwerkerk: Ik had een goede leesbril op, maar heb ook enige ervaring met werkzaamheden
in straten. Als je een riool in een straat vervangt en alleen op dat stukje de verharding teruglegt,
krijg je een beschadigde straat. Ik heb het dus echt wel goed gelezen.
De heer Platschorre: Ik laat deze vertaling voor uw rekening.
De heer Ouwerkerk: Wat ik jammer vind, is de belerende toon. Natuurlijk mag u het voor mijn rekening
laten, maar ik laat wat u zegt ook voor ùw rekening.
De heer Platschorre: Ik vind de schets die u gaf over plassen, putten en bonkende vracht- en bestelauto's
een zwart scenario. Dat is mijn beleving van uw verhaal. Ik vond echter het vervolg nog treuriger,
namelijk wat u zei over het onderwerp ontsluiting van de A16. Dat dit werd geïllustreerd met een

Voortgezette vergadering van 4 november 2010. 15
situatieschets van een elders plaatsgevonden hebbend verschrikkelijk ongeval, met de suggestie dat
het college eraan zou meewerken dat dit zich ook hier zou kunnen voordoen, vond ik schokkend.
Toevallig neem ik elke werkdag de in die schets weergegeven afslag en ook de afslag bij de A16: dat
zijn twee situaties die volstrekt niet aan elkaar gelijk zijn. De fractie neemt dan ook afstand van de
vergelijking die u hebt gemaakt.
De heer Ouwerkerk: Ik had in mijn oorspronkelijke bijdrage opgenomen dat ik zes jaar geleden bij
dezelfde afslag nabij de Efteling een situatie heb meegemaakt waarin het nog maar nèt goed ging. Ik
heb zeker geen populisme willen bedrijven, maar vond het wel goed om de bedoelde schets te geven,
teneinde aan te geven hoe de situatie op rijksweg 16 zich kan ontwikkelen.
De heer Platschorre: Nogmaals, de situatie op de A16 is volstrekt niet gelijk aan die op de A59. Er
zijn zeer veel verschillen; ik zal daarover niet uitweiden, maar stel wel vast dat het daarmee maken
van een vergelijking volstrekt niet aan de orde is. Als u zes jaar geleden naar de Efteling bent geweest,
is uw conclusie wel héél vlot getrokken.
De heer Ouwerkerk: Juist om te voorkomen dat er een discussie zou ontstaan over de vraag of de
beide situaties wel met elkaar zouden mogen worden vergeleken, heb ik, wetende dat iedereen de situatie
bij de A16 kent, een tekening van de situatie op de rijksweg nabij de Efteling bij mijn bijdrage
gevoegd. Als ik die tekening vergelijk met de situatie bij de A16 denk ik dat ik gelijk heb.
De heer Platschorre: Het spijt mij voor u, maar rijdt u eens met mij mee, zodat ik u kan laten zien
dat de beide situaties helemaal niet vergelijkbaar zijn. Ik zal één ding noemen: als je de afslag nabij de
Efteling neemt, krijg je onmiddellijk een scherpe bocht waarin je fors moet afremmen. Bij de A16 is
zo'n bocht er niet; daar bevindt zich een heel lange afslagstrook en de bocht die daarna volgt, kun je
gemakkelijk met 100 km/uur door.
Mevrouw Ossel: Ik ben het van harte met de heer Platschorre eens dat de bijlage bij de bijdrage van
de heer Ouwerkerk in eerste termijn schokkend was. Als de heer Ouwerkerk alleen een situatieschets
had willen geven, had hij er niet een schets van een kortgeleden plaatsgevonden hebbend afschuwelijk
ongeluk bij behoeven te doen, een ongeluk waarbij drie kinderen en één vrouw zijn omgekomen.
Ik vind dat niet passend.
De heer Platschorre: Zoals de portefeuillehouder heeft verzekerd, blijft het onderwerp van de aansluitingen
op de A15 en de A16 op de agenda staan. Wij hebben begrepen dat het schrappen van
projectgelden uitsluitend een financiële maatregel is, maar graag krijgen wij van de wethouder nogmaals
de verzekering dat hij dit onderwerp bovenaan op zijn agenda heeft staan.
De wethouder kondigde een beleidsnotitie over de afvalinzameling aan. Kan hij nog eens uitleggen
waarom die notitie er moet komen? Wat ons betreft blijft het beleid met betrekking tot het scheiden
van afvalsoorten zoals het nu is; wij hebben dus geen behoefte aan die notitie.
Wat De Volgerlanden aangaat, hebben wij in eerste termijn niet de zwartepiet bij Zwijndrecht gelegd.
Wij hebben alleen onze verontrusting uitgesproken over de signalen die wij hadden vernomen. Wij
zijn blij dat de wethouder heeft gezegd in dit heel moeilijke dossier constructief overleg met Zwijndrecht
te voeren, een dossier dat al jaren op tafel ligt. Wij hopen dat hij uit dit lastige dossier weet te
komen en ons dus een oplossing zal kunnen voorleggen; wij vertrouwen daar ook op.
Voor het eerst sinds vele jaren is er weer oppositie gevoerd, althans, zo lijkt het; de heer Dogger
dacht dit in ieder geval wel. De kwaliteit van het debat is naar onze smaak echter niet toegenomen.
Als je googelt op 'debat', kom je een aantal kenmerken en tips tegen. Je leest bijvoorbeeld: blijf geloofwaardig,
wees overtuigend, houd het kort, wees duidelijk, zorg voor saamhorigheid en erkenning,
gebruik vooral geen drogredenen, blijf respectvol. Zoals bekend is hier altijd een deskundige jury die
de bijdragen op professionele wijze op dit soort aspecten beoordeelt. De fractie van de SGP/ChristenUnie
is zeer benieuwd naar het oordeel van de jury over de kwaliteit van het debat.

Voortgezette vergadering van 4 november 2010. 16
De voorzitter schorst de vergadering.
Schorsing van 20.21 tot 20.49 uur.
(Hierna wordt het voorzitterschap tijdelijk overgedragen aan de heer Platschorre.)
De plaatsvervangend voorzitter heropent de vergadering en stelt aan de orde:
Antwoord van het college van burgemeester en wethouders in tweede termijn.
De burgemeester: Mijnheer de voorzitter. De heer Groos heeft in eerste termijn zijn opvatting over
veiligheid onder woorden gebracht, en zo heb ik wat hij zei ook gezien, dus als zijn opvatting. Als je
zijn betoog heel goed leest, zit er echter ook een voorstel in en daarop zal ik nu ingaan. Hij vindt dat
er op veiligheid niet bezuinigd zou moeten worden; hij was zelfs bang dat ik van zijn voorstel geschrokken
zou zijn. Dat is niet het geval. Ik heb heel goed gekeken naar de bedragen die wij elk jaar
aan veiligheid, ook preventieve veiligheid, uitgeven. Zoals u weet, hebben wij een bedrag gereserveerd
voor zo nodig kunnen inhuren van particuliere beveiliging. De aanleiding daartoe was dat wij in
het Burg. Baxpark een tijd lang veel last hebben gehad van een groep irritante hangjongeren, die ook
vernielingen aanrichtten. Dat probleem hebben wij fors aangepakt en door het opruimen van die
hangplek is het ook tot een einde gebracht. Dit kon worden bereikt door een particulier beveiligingsbedrijf
weekenden lang elke nacht urenlang in te zetten. In samenwerking met de politie en de ambulante
jongerenwerkers kunnen wij dat particuliere beveiligingsbureau zeer gericht inzetten. Dat dóen
wij al en met succes, en ik kan u zeggen dat het ook financieel gezien wat oplevert, want het op deze
manier bestrijden van de overlast die van hangplekken wordt ondervonden – dit geldt voor minstens
nog twee hangplekken – kost minder geld. Overigens heeft de raad al het vorig jaar tegen mij gezegd:
'Als u voor veiligheid meer geld nodig hebt, kom dan bij ons langs; wij zullen uw argumenten dan
welwillend aanhoren.' Het CDA maakte vandaag een zelfde opmerking. Wanneer er op het gebied
van veiligheid iets kwalijks gaat ontstaan wat nu nog niet te voorzien is, zal ik mij op deze toezegging
beroepen. Met andere woorden: ik laat geen onveilige situaties bestaan omdat er voor de bestrijding
ervan geen geld is. In mijn driemaandelijkse rapportage, maar ook elke keer wanneer dat nodig zal ik
uw raad zó informeren dat u weet waar iets aan de hand is en wat ik eventueel aan financiën nodig
heb om de veiligheid te kunnen garanderen.
De heer Groos: Het ging mij om de verhouding tot het voor de uitvoering van het hondenbeleid
gereserveerde bedrag van € 35.000. Ik vind de uitvoering van het hondenbeleid ondergeschikt aan de
bevordering van de veiligheid en daarover wilde ik uw visie vernemen.
De burgemeester: Wij willen niet met de bedragen voor de uitvoering van het hondenbeleid en de
bevordering van de veiligheid gaan schuiven. Als er iets op het gebied van de veiligheid aan de orde
komt, zullen wij het daarover met elkaar hebben. Houd mij daarin scherp, evenals de portefeuillehouder
die over het hondenbeleid gaat. Wat voorts de opmerking van de heer Cramer over 'schapen
over de dam' betreft: ik zeg u toe dat er geen animal cops komen.
Mevrouw Gommans sprak over de 'broemcursus' en vroeg zich af of ik wist wat voor cursus dat was;
zij veronderstelde dat ik daarnaar had moeten 'googelen'. Dat hoefde ik echter niet te doen, want de
'broemcursus' wordt al gegeven en wel in Cascade. Al een hele tijd krijgen 55plussers van de gemeente
een brief waarin zij worden uitgenodigd deze cursus te volgen.
Wat het gebruik van papier betreft: de griffier bekijkt momenteel hoe de papierstroom met behulp
van digitalisering kan worden verminderd.
Naar het punt van versnaperingen tijdens vergaderingen zal ik nog eens kijken. Ik zei al dat wij er niet
veel geld aan uitgeven, maar ik kan er altijd nog even naar kijken.
Het is waar dat er ook op het bedrag dat voor de jumelage beschikbaar is wordt bezuinigd. Als porte-

Voortgezette vergadering van 4 november 2010. 17
feuillehouder probeer ik natuurlijk de bezuiniging daarop zo gering mogelijk te doen zijn, maar ik zou
het niet goed vinden wanneer, terwijl er op de meeste voorzieningen wordt bezuinigd en soms zwaar
wordt bezuinigd, het bedrag voor de jumelage ongemoeid zou worden gelaten. Ik wijs er overigens
op dat de jumelagecommissie in de jaren tot 2014 – dit jaar meegerekend – nog € 25.000 aan subsidie
ontvangt. Wij hebben met haar afgesproken dat zij een voorziening mocht vormen; als er in een jaar
geen of weinig activiteiten hebben plaatsgevonden, kan zij het overgebleven geld in het volgende of
daaropvolgende jaar gebruiken. Zo heeft de jumelagecommissie al een potje gevormd voor een groot
uitwisselingsevenement in 2011; dat wordt een mooi evenement. Ik denk dus, mijnheer Doodkorte,
dat het mogelijk is om van het genoemde bedrag activiteiten te ontwikkelen. Met de vicevoorzitter
heb ik afgesproken dat wij samen gaan bekijken hoe wij het bedrijfsleven ertoe kunnen brengen om
door middel van sponsoring in de kosten van activiteiten bij te dragen.
De heer Doodkorte: Mijn vraag in tweede termijn was of het college kan zeggen welke bedragen
voor de jaren 2011 t/m 2014 nog daadwerkelijk voor de jumelage beschikbaar zullen zijn. Verder heb
ik gezegd dat ik mij niet kon herinneren dat er in de jumelagecommissie een discussie was gevoerd
over het aanboren van andere financieringsbronnen.
De burgemeester: In 2011 gaat het om € 7.000, in 2112 om € 4.000, in 2013 om € 2.000 en in 2014
ook € 2.000. Dit staat in de nota Ombuigingen. In de jaren tot en met 2014 zullen naar mijn mening
die activiteiten die de jumelagecommissie in haar hoofd heeft – met behulp van sponsoring door het
bedrijfsleven – kunnen worden ontplooid. In de jumelagecommissie zelf zal daarover een discussie
plaatsvinden.
De heer Dogger: Als ik de door u genoemde bedragen optel, kom ik tot € 15.000, terwijl u het had
over een bedrag van € 25.000.
De burgemeester: Ja, maar met dit jaar meegerekend beloopt de subsidie tot en met 2014 € 25.000.
De heer Doodkorte vroeg naar de bedragen vanaf 2011.
De heer Dogger: Dit jaar is het dus € 10.000.
De burgemeester: Ja. U kunt goed rekenen.
De motie van Gemeente Belangen over de communicatie over het minimabeleid zal in de agendacommissie
aan de orde komen.
(De burgemeester herneemt het voorzitterschap.)
Wethouder Stoop: Mijnheer de voorzitter, leden van de raad. Mevrouw Gommans verwoordde naar
aanleiding van de presentatie die dinsdag in de Drechtraad heeft plaatsgevonden haar zorg over de
financiële huishouding van de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden; zij vond die nog niet in
control. Dat is een juiste constatering, maar in de presentatie is tevens betoogd dat de in het Drechtstedenbestuur
verantwoordelijke portefeuillehouders er zeer op gespitst zijn om de financiën van de
gemeenschappelijke regeling binnen zeer afzienbare tijd wèl in control te krijgen en ook te houden. U
kunt er verzekerd van zijn dat het Drechtstedenbestuur er met een zeer grote inzet naar zal streven
om dit te bereiken. Dit zeg ik eveneens tot de heer Dogger, die het college succes wenste bij de bezuinigingen
in onder meer de bedrijfsvoering van de gemeenschappelijke regeling. Zowel als lid van
het portefeuillehoudersoverleg middelen als als lid van het Drechtstedenbestuur zal ik hierbij terdege
de vinger aan de pols houden.
De heer Cramer vroeg mij ervoor te zorgen dat de raad zal worden geconsulteerd voordat er met een
voorstel ter oplossing van de problematiek De Volgerlanden zal worden gekomen. Dit zeg ik hem
toe.
Mevrouw Burger kwam terug op wat ik maandagavond heb gezegd over de historie van het onder-

Voortgezette vergadering van 4 november 2010. 18
werp grondexploitatie De Volgerlanden met daaraan gekoppeld de strategische investeringsagenda. Ik
heb toen niet gezegd, zoals zij dacht, dat daarover beslùitvorming heeft plaatsgevonden, maar alleen
dat er op 1 februari in de raad over is gesproken en dat toen bleek dat er unaniem geen steun kon
worden gegeven aan de door het college voorgestelde koppeling. Daardoor werd het voorstel niet,
zoals het plan was, in de raadsvergadering van 1 maart behandeld, maar werd het teruggenomen.
Mevrouw Burger-van Denzel: Naar aanleiding van uw woorden 'unaniem geen steun kon worden
gegeven' wil ik er voor alle duidelijkheid op wijzen dat het voorstel indertijd niet in stemming is gekomen.
Wethouder Stoop: Daarin hebt u gelijk. Het college heeft het voorstel teruggetrokken omdat uit de
discussie in de raad was gebleken – en naar mijn indruk was dat een unanieme mening van de raad –
dat er geen draagvlak voor behandeling ervan in de raad bestond.
Mevrouw Burger-van Denzel: Er heeft in die vergadering een behoorlijke discussie over plaatsgevonden,
waarna de fractievoorzitters tijdens een schorsing een besluit hebben genomen. Een unaniem
verzóek uit de raad was het voorstel terug te trekken en opnieuw met Zwijndrecht te gaan praten
over de vraag of er een ander proces mogelijk zou zijn, een proces waarbij de raad meer aan de
vóórkant zou worden betrokken en tevens de strategische investeringsagenda zou zijn ingevuld, omdat
men niet over een lege agenda besluitvorming wilde laten plaatsvinden. Dit is volgens mij de juiste
weergave van zaken; er kan dus geen onduidelijkheid over de standpunten van de onderscheidene
fracties meer bestaan.
Wethouder Stoop: Ik denk dat dit een onderstreping is van wat ik heb gezegd.
De heer Doodkorte heeft mijn woorden over de splitsing van bevoegdheden van raad en college juist
geïnterpreteerd. Maandagavond heb ik het inderdaad zó bedoeld. Het lijkt mij wel handig dat wij met
betrekking tot de programmabegroting en de daaraan gekoppelde concernplanning, die zegt wat de
raad zal worden aangeboden, een lijstje opstellen van zaken die ten opzichte van het collegeprogramma
zijn gewijzigd. Dit zeg ik de heer Doodkorte toe.
Ik had verwacht dat de heer Ouwerkerk nog zou terugkomen op het oordeel van de VVD-fractie
over de inzet van het college ten behoeve van de regionale samenwerking. In de begrotingskrant had
de VVD gezegd: "Bijdragen aan samenwerkingsverbanden worden ongenuanceerd gekort zonder te kijken naar de
effecten." Maandagavond heb ik, hierop ingaande, benadrukt dat dit niet een benadering van alleen de
gemeente Hendrik-Ido-Ambacht is, maar een benadering van alle zes in de Drechtsteden deelnemende
gemeenten. Tot mijn verrassing stelde de heer Ouwerkerk dinsdag in de vergadering van de
Drechtraad de vraag of dit klopte, een vraag die mevrouw De Vries, de portefeuillehouder financiën
van de Drechtsteden, tot mijn genoegen bevestigend beantwoordde. Vandaar dat ik had verwacht dat
de heer Ouwerkerk hierop vanavond nog wel even zou terugkomen.
De heer Dogger constateerde dat er in het college chemie aanwezig is. Ik vind het mooi dat hij dit
vaststelde; het wordt ook zo beleefd.
Maandagavond hebben wij het gehad over de discussie met onze buurgemeente Zwijndrecht over het
dossier De Volgerlanden. Daarbij heb ik iets gezegd over de wijze waarop er soms in de pers over
onderwerpen wordt gecommuniceerd, waarbij er soms sprake is van een discrepantie tussen de berichtgeving
en de werkelijkheid, evenals van een discrepantie tussen koppen boven artikelen en de
informatie die in die artikelen wordt gegeven. Ik doelde toen op het artikel met als kop: "Volgerlanden
splijtzwam. Zwijndrecht balt vuist in burenruzie met Ambacht." Hedenmorgen heb ik met collega Kamsteeg
van Zwijndrecht gesproken over het artikel en de definitie van 'splijtzwam'. Wij kwamen bij het raadplegen
van het woordenboek tot drie definities. De eerste is 'een eencellig organisme dat zich door
splitsing vermenigvuldigt'; dat sprak ons niet aan. De tweede is een figuurlijke: 'de neiging tot verdeeldheid,
een scheurmaker', en ook die definitie sprak ons niet aan. De derde is: 'een klasse uit het
plantenrijk' en dat leek ons een goede beschrijving van onze samenwerking. U ziet op deze tekening
de door ons samengestelde splijtzwam, een klasse uit het plantenrijk. De basis is één en hecht; alleen

Voortgezette vergadering van 4 november 2010. 19
splijt er wellicht iets als de zwam zo verder zou groeien. De inzet van Hendrik-Ido-Ambacht is dat
wij rondom de stelen van de zwammen een knelverband leggen, zodat ze zo dicht mogelijk bij elkaar
blijven. Mocht u dit beoordelen als 'gezwam', dan hebt u de diepere betekenis van het getoonde niet
voldoende op waarde kunnen schatten.
De heer Ouwerkerk: Uiteraard wil ik wat u nu schetst niet als 'gezwam' kenschetsen, maar u moet
wel bedenken dat zwammen snel kunnen afsterven. Dat kan betekenen dat u voor het combineren
ervan te laat kunt zijn.
Als ik nog even mag ingaan op wat u aan mijn adres zei: in de Drechtraad heb ik inderdaad gezegd
wat mij via u ter ore was gekomen. Ik voegde eraan toe: zo ja – ik ging er dus vanuit dat u het had
gezegd –, welke consequenties verbindt de portefeuillehouder daaraan? Dat is dus iets anders dan dat
ik uw uitspraak niet voor waar had aangenomen.
Wethouder Stoop: Zo heb ik het ook niet bedoeld, sorry. Ik bedoelde te zeggen dat ik de reactie van
de portefeuillehouder financiën van de Drechtsteden zag als een onderschrijving van het betoog dat
ik maandagavond namens het college had gehouden, namelijk dat dit college niet ongenuanceerd, dus
zonder oog te hebben voor de effecten, bezuinigt op de organisaties van het regionale samenwerkingsverband.
Wethouder Van der Vlies: Mijnheer de voorzitter. De heer Groos heeft gevraagd om de eigen inkomsten
van verenigingen en instellingen mee te wegen bij het verstrekken van subsidies. De algemene
subsidieverordening laat dit niet toe. Wel kunnen wij naar gevormd eigen vermogen kijken, en
dat vind ik ook logisch. Het meewegen van eigen inkomsten bij subsidieverstrekking kan wellicht
worden ingebracht bij een herziening van de algemene subsidieverordening, maar ik zeg al op voorhand
dat ik er niet onverdeeld positief tegenover sta, omdat de mogelijkheden voor een vereniging of
instelling om eigen inkomsten te genereren verschillen. Soms ligt het aan de kwaliteit van verenigingen
en instellingen zelf en dan lijkt het mij heel positief, ook gezien vanuit de toepassing van het profijtbeginsel.
Soms heeft het simpelweg te maken met het feit dat bijvoorbeeld een bepaalde binnensportvereniging
geen kantine heeft. Het wordt al met al erg ingewikkeld om het verwerven van eigen
inkomsten als criterium voor subsidieverlening te gaan hanteren.
In de commissie ben ik al heel uitgebreid ingegaan op de vraag wat het, gelet op de huidige statuten
van de Stichting ToBe, zou betekenen als het contract met haar zou worden opgezegd. Je kunt daarover
natuurlijk onderhandelen, maar elke onderhandeling heeft haar prijs. De maximale kosten van
uittreding uit ToBe bedragen € 230.000. Bovendien zouden wij nog vijf jaar verplicht aan de activiteiten
van de Stichting ToBe moeten blijven deelnemen.
Mevrouw Gommans zei dat ToBe een gemeenschappelijke regeling is, maar dat is niet het geval. To-
Be is een stichting. Wij maken deel uit van het subsidiëntenoverleg, maar elke gemeente maakt afzonderlijke
prestatieafspraken met ToBe en stelt er ook afzonderlijk middelen voor beschikbaar. Het
subsidiëntenoverleg is wel bedoeld om een gemeenschappelijke koers te varen, maar komt niet, zoals
in een gemeenschappelijke regeling, gezamenlijk tot besluitvorming. Elke gemeente kan afzonderlijk
binnen de kaders van de statuten besluiten op de subsidie voor ToBe te bezuinigen of deze zelfs af te
bouwen. Daarop is in ons geval dan tevens de algemene subsidieverordening van toepassing.
De heer Groos: U herhaalt eigenlijk mijn verhaal en daar hèb ik niets aan. In de commissievergadering
had u al medegedeeld wat het beëindigen van de subsidiëring van de Stichting ToBe zou kosten
en aan de hand daarvan heb ik uitgerekend wat het per lid zou kosten. In mijn algemene beschouwing
heb ik onder meer gevraagd na te gaan wat het beëindigen van het contract Hendrik-Ido-Ambacht
zou kosten wanneer daartoe samen met de andere gemeenten zou worden overgegaan.
Wethouder Van der Vlies: Ik heb die vraag al beantwoord. Het genoemde bedrag is wat het zou
kosten, los van wat andere gemeenten zouden doen. Ik kan mij voorstellen dat u dit antwoord niet
bevredigend vindt, maar iets anders kan ik er echt niet van maken.

Voortgezette vergadering van 4 november 2010. 20
De heer Cramer en mevrouw Ossel hebben gesproken over mogelijkheden tot benutting van leeggekomen
schoolgebouwen. Ik vind hun suggestie waardevol en zal haar bij de overwegingen in dezen
betrekken. Dit had ik ook al in mijn antwoord in eerste termijn toegezegd.
Aan mevrouw Ossel kan ik toezeggen dat er op korte termijn aan betrokkenen concrete informatie
over de procedure met betrekking tot de locatie voor de nieuwbouw van de Petrakerk zal worden
verstrekt. Dit zal gebeuren via de geëigende communicatiekanalen.
Wat het meten van de effecten van de bezuinigingen betreft: als de bezuinigingen concrete gevolgen
hebben, zulle wij die opnemen in de instrumenten in de P&C-cyclus, zoals de kadernota, de winternota
en het jaarverslag. Tevens zullen wij daarin aangeven welke bijsturende maatregelen er eventueel
nodig zijn.
Mevrouw Ossel: Ik hoor u de term 'P&C-cyclus' gebruiken, maar het gaat ons niet om alleen de financiële
effecten, maar ook en vooral om de maatschappelijke effecten. Mijn vraag was of u kunt
zeggen wanneer daarover iets duidelijk zal worden en u de raad zult informeren.
Wethouder Van der Vlies: Bij de P&C-instrumenten gaat het niet alleen om de financiële effecten.
Voorop staan de beleidsmatige en maatschappelijke effecten. Als wij uit gesprekken, metingen enzovoort
signalen krijgen die erop duiden dat de bezuinigingen ongewenste maatschappelijke effecten
hebben, zullen wij daarover rapporteren in de genoemde instrumenten, bijvoorbeeld in een jaarverslag.
Dat is niet alleen een financiële rapportage, maar ook een beleidsmatige verantwoording.
Mevrouw Ossel: Oké. Ik maakte mij even zorgen, maar u hebt mij helemaal gerustgesteld.
Wethouder Van der Vlies: Gelukkig.
De realisering van een trapveldje gaat absoluut lukken.
Betreffende de vraag naar de effecten van de privatisering van grote organisaties wacht ik af wanneer
de fractie van de PvdA met een voorstel komt om dat onderwerp in de commissie te bespreken.
Mevrouw Burger heeft de visie van de VVD op de bezuinigingen op welzijn verwoord, een onderwerp
waarover wij het maandagavond uitgebreid hebben gehad. Wij hebben voor een andere methode
gekozen, namelijk die van het gebruik van een soort kaasschaaf. Mevrouw Burger zei dat ik niet
weet hoe een kaasschaaf werkt, maar heel graag kaas lustend weet ik wèl hoe zo'n ding werkt, en
meestal lukt het mij aardig om daarmee gelijke delen van de kaas te snijden. Nogmaals wil ik zeggen
dat wij, een korting met 10 % als uitgangspunt nemend, heel goed hebben bekeken – binnen de kaders
van het coalitieprogramma, het Wmo-beleidsplan en de welzijnsnota – wat het betekent als er
10 % wordt bezuinigd, ervan uitgaande dat wij kwetsbare groepen willen ontzien. Om een voorbeeld
te noemen: wij hebben nagegaan wat het buiten de bezuinigingen laten van het ambulant jongerenwerk
zou betekenen voor de andere producten die de Stichting Dumas moet leveren. Wij hebben er
gesprekken over gevoerd en hebben bekeken welke mogelijkheden tot bezuiniging de instellingen zelf
hebben, ook al gaat het gebruik maken van die mogelijkheden soms met pijn en moeite gepaard. Op
grond van dit alles hebben wij de bezuinigingskeuzes gemaakt. Op een aantal punten hebben wij juist
nog géén bezuiniging ingeboekt omdat wij onvoldoende weten over de mogelijke gevolgen. De volgende
stap zullen wij zetten op grond van het inzicht dat wij zullen hebben verkregen in de effecten
van de nu door te voeren bezuinigingen. Daartoe is een aantal vragen geformuleerd, vragen welke in
de nota Ombuigingen zijn vermeld. Dat de VVD voor een bepaalde benadering kiest, begrijp ik; het
is alleen niet de benadering waarvoor wij als college hebben gekozen en die wij de raad hebben voorgelegd.
Mevrouw Burger-van Denzel: Ik wil de portefeuillehouder ervoor bedanken dat hij erkent dat de
VVD een visie heeft en deze ook respecteert.
Wethouder Van der Vlies: Wie ben ik om te zeggen dat de VVD géén visie zou hebben? Uw visie is
alleen een andere dan de onze. Ik wil u er nog op wijzen dat uw voorstel om alle subsidies vanaf 1

Voortgezette vergadering van 4 november 2010. 21
januari 2012 op nul te zetten juridisch heel moeilijk uitvoerbaar is, omdat wij op grond van de algemene
wet bestuursrecht sowieso met afbouwregelingen van twee of vaak ook drie jaar te maken hebben.
Tijdens de schorsing heb ik u al een antwoord gegeven op de vrij technische vraag van mevrouw
Burger over het speelzaalwerk en VVE. Ik hoop dat dat antwoord tot haar tevredenheid was.
In het raadsvoorstel 5 wordt er bij de tweede bullet inderdaad voor gekozen om af te wijken van de
algemene subsidieverordening. De reden van deze keuze is in het voorstel beschreven. Omdat iedereen
dit heeft kunnen lezen, gaat het nu te ver om dit nog weer toe te lichten. Mevrouw Burger stelde
voor dit punt te betrekken bij de herziening van de algemene subsidieverordening, maar het college
stelt voor om deze verordening reeds nu, dus vooruitlopend op die herziening, niet van toepassing te
verklaren, mede gezien de problemen die dit bij de accountantscontrole heeft opgeleverd.
Het idee om ook in bestekken van minder grote opdrachten het aanbieden van stageplekken voor
jongeren op te nemen, vind ik waardevol. In onze aanbestedingsvoorwaarden is al social return and investment
als uitgangspunt opgenomen, maar ik zal bekijken of dit bij méér opdrachten aan de orde kan
komen. Overigens heeft de praktijk geleerd dat niet iedere opdracht ervoor geschikt is.
De VVD-fractie zei niet voor het thans bezuinigen op de subsidie voor Cascade te zijn; zij wil de
prestatieovereenkomst die nu bestaat handhaven. Ik wijs erop dat in art. 2. 1, 2.2 en 2.3 van die prestatieovereenkomst
is opgenomen dat op grond van onze algemene subsidieverordening in ieder
boekjaar de subsidie per te leveren product wordt beoordeeld en vastgesteld. De mogelijkheid om op
de subsidie te bezuinigen is dus ingebouwd. Dit kan ook niet anders, omdat onze algemene subsidieverordening
boven de prestatieovereenkomst uitstijgt. Natuurlijk kan men vinden dat de subsidie op
het bestaande niveau moet worden gehouden, maar de bedoelde mogelijkheid is in ieder geval in de
overeenkomst begrepen.
De heer Doodkorte: De VVD-fractie heeft betoogd dat de € 50.000 subsidievermindering kan worden
geschrapt zolang er met de subsidieontvanger geen overeenstemming is bereikt over andere prestatieafspraken.
Voor zover wij u hebben begrepen, heeft u € 50.000 op de subsidie gekort zonder
eerst met de Stichting Cascade af te spreken welke prestaties zij niet langer behoeft te leveren. Ik daag
u nu uit ons aan te geven welke prestaties Cascade niet meer behoeft te leveren.
Wethouder Van der Vlies: Ik kaats de bal heel gemakkelijk terug met de vaststelling dat wij het bestuur
van de Stichting Cascade een- en andermaal hebben verzocht ons te laten weten wat de gevolgen
van een bezuiniging met bijvoorbeeld 10 % zouden zijn. Het bestuur van Cascade heeft daarop
gezegd – ik respecteer dit als zijn opvatting –: 'Gemeente, doe een uitspraak over een bezuiniging en
daarna gaan wij een aantal zaken uitzoeken.' Vervolgens hebben wij gezegd: 'Oké, wij gaan zelf een
aantal dingen uitzoeken, maar een bezuiniging van € 50.000 op een subsidie van € 1,5 miljoen moet
mogelijk zijn, wetende dat in het vorig jaar verschenen rapport van Drijver & Partners mogelijkheden
voor Cascade zijn geschetst om meer inkomsten te verwerven èn om de kosten terug te dringen. Wij
adviseren het bestuur van Cascade het vooral aan de kostenkant te zoeken, met name wat de personeelskosten
betreft, en om naar nog andere bezuinigingsmogelijkheden te kijken. Over de stelling dat
dit tot minder kwaliteit van het gebodene moet leiden, ga ik graag een gesprek met het bestuur van
Cascade aan, maar daarbij moet dan wel van een gezonde wisselwerking sprake zijn. Alleen maar roepen:
'Een bezuiniging van € 50.000 is onbespreekbaar; als die er komt, stappen wij op' – een redelijk
vaak gehoorde uitspraak – vind ik niet getuigen van het nemen van bestuurlijke verantwoordelijkheid.
De heer Doodkorte: Ik stel alleen vast dat er met de Stichting Cascade een subsidieafspraak in relatie
met prestatieafspraken is gemaakt. De VVD-fractie zegt dat wij die overeenkomst moeten respecteren.
Als er met de Stichting Cascade afspraken worden gemaakt welke tot een vermindering van de
te leveren prestaties leiden, kan daaraan een bedrag worden gekoppeld. Uit het voorstel zoals dat nu
luidt, begrijp ik echter dat het gaat om een vermindering van de subsidie met € 50.000 zònder dat er
tussen de Stichting Cascade en de gemeente is overeengekomen welke prestaties de stichting niet
meer zal behoeven te leveren. Klopt dat?

Voortgezette vergadering van 4 november 2010. 22
Wethouder Van der Vlies: Dat klopt, en ik heb uitgelegd wat de oorzaak daarvan is. Als alle organisaties
in Ambacht zouden redeneren: 'Wij gaan niet aangeven wat een bezuiniging zal betekenen' en
daaruit de conclusie zou moeten worden getrokken dat er, omdat er geen overeenstemming is bereikt,
ook niet kan worden bezuinigd, zouden wij op geen ènkele subsidie kunnen bezuinigen. Het
college heeft zich terughoudend opgesteld door een beperkte bezuiniging van slechts € 50.000 op te
leggen, wetend wat het rapport van Drijver & Partners heeft aangegeven inzake mogelijkheden tot
vergroting van de efficiency en tot verhoging van de inkomsten. Het is vervolgens aan het bestuur
van de Stichting Cascade om dit te accepteren.
De heer Van der Giessen: Over het jeugdspeelpark zei de heer Doodkorte: 'Het bestuur van de
Stichting Jeugdspeelpark heeft gedreigd met opstappen en moet dat dan ook maar doen.' Ik hoor de
wethouder nu net zoiets zeggen over het bestuur van de Stichting Cascade. Heeft de heer Doodkorte
nu een zelfde mening over dat bestuur als over het bestuur van de Stichting Jeugdspeelpark?
De heer Doodkorte: Wat ik zei over het bestuur van de Stichting Jeugdspeelpark berustte op iets
wat ik zelf heb meegemaakt. Ik treed niet in gesprekken tussen het bestuur van de Stichting Cascade
en de portefeuillehouder, want ik was daarvan geen deelgenoot. Ik heb in de loop van de tijd geleerd
dat partijen die aan een overleg hebben deelgenomen dat overleg soms op heel verschillende manieren
uitleggen, afhankelijk van het belang dat men dient. Zolang ik het bestuur van de Stichting Cascade
niet hoor zeggen wat het volgens de wethouder heeft gezegd, krijgt u, mijnheer Van der Giessen,
van mij geen antwoord op uw vraag. Ik neem aan dat u dat niet erg vindt.
De heer Van der Giessen: Jawel!
Wethouder Van der Vlies: Op het verzoek van het CDA om bij gesubsidieerde instellingen en organisaties
een scheiding tussen bestuur en toezicht door te voeren, ben ik maandagavond reeds uitgebreid
ingegaan.
Het verzoek van het CDA om te komen tot een aantal kortdurende massieve acties rondom het thema
alcohol- en drugsgebruik past prima in wat ik in de commissie heb verteld over acties in het kader
van een nalevings- en attitudeonderzoek. Het moet dan geen eenmalige actie, maar een actie met een
repeterend karakter zijn, want na een eenmalige actie kan de aandacht voor deze problematiek vrij
snel wegvloeien.
De heer Platschorre heeft gevraagd om een integrale uitwerking van het concept van de brede school.
Wij zijn daarmee al doende. Met de scholen praten wij over de vraag hoe er op de onderscheidene
locaties brede-schoolactiviteiten kunnen worden ondergebracht. Daarbij wordt ook aandacht gegeven
aan het creëren en aanbieden van dagarrangementen en het gebruik van de combinatiefuncties, terwijl
er ook wordt nagegaan of er slimme combinaties met andere welzijnsvoorzieningen kunnen worden
gemaakt. Ik denk dan niet alleen aan kinderopvang, maar ook aan voorpostfuncties van het Centrum
voor jeugd en gezin. Als alles doorgaat, gaan wij hiermee in de vorm van een pilot al in januari op één
van de brede scholen starten.
Ik wil nu namens het college ingaan op het amendement en de twee moties. Het amendement van
Gemeente Belangen houdt in dat de subsidie voor de VVV op nul euro wordt bepaald en dat het
aldus vrijkomend bedrag eenmalig ter ondersteuning van de Ambachtse Muziekschool wordt aangewend.
Her college staat sympathiek tegenover deze gedachte, maar wij menen dat dit niet kan, omdat
het in één keer tot nul terugbrengen van een subsidie volgens de algemene wet bestuursrecht niet
mogelijk is.
De heer Cramer: Dit ben ik gedeeltelijk met u eens. Informatie over de gemeente Hendrik-Ido-
Ambacht kom je op de website of in andere publicaties van de VVV nagenoeg niet tegen. Zou die
informatie daarop of daarin wèl voorkomen, dan zou de VVV daarmee diensten voor de gemeente
verrichten en zou zij daarvoor dus een factuur aan de gemeente kunnen sturen, een factuur die dan
via een ander kanaal dan het uitvoeringsprogramma Welzijn/Wmo zou moeten worden betaald.

Voortgezette vergadering van 4 november 2010. 23
Wethouder Van der Vlies: Wij zijn het eens met de strekking van het amendement. Wij vinden die
dus positief, maar van het door u voorgestelde te nemen besluit zeggen wij dat dit niet kan worden
genomen, omdat er momenteel een subsidierelatie met de VVV bestaat en daarop de regels van de
algemene wet bestuursrecht van toepassing zijn. Wij kunnen deze subsidie dus niet in één keer tot nul
terugbrengen; dat zal getrapt moeten gebeuren. Zo gezien ontraden wij de raad dit amendement aan
te nemen. Op zichzelf zijn wij het met u eens dat, als wij al willen dat de VVV de gemeente diensten
levert, daarvoor een inkooprelatie moet worden ontwikkeld. Ook zouden hierover in het kader van
de regionale samenwerking op het gebied van recreatie en toerisme afspraken kunnen worden gemaakt.
De heer Cramer: Ik kan mij indenken dat u de subsidie voor de VVV niet in één keer tot nul kunt
terugbrengen, maar de VVV behoudt de inkomsten van de kant van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht
als u met haar overeenkomt dat zij voortaan maar een nóta voor verrichte diensten moet sturen.
De gelden welke nu aan de VVV toekomen, blijven dan beschikbaar voor het uitvoeringsprogramma
Welzijn/Wmo.
Wethouder Van der Vlies: Omdat zo'n factuur wel betaald moet worden, wordt het een kwestie van
vestzak-broekzak. Er moet dan immers elders in de begroting dekking voor worden gevonden. Laten
wij tot de VVV zeggen dat haar subsidie op nul wordt gezet en dat wij vanaf 2012 op een andere manier
zullen gaan werken, indien wij al diensten van de VVV willen afnemen, want dat is een principiële
vraag, welke bij de behandeling van de kadernota 2012 zou kunnen worden beantwoord. Het voorstel
is dus om de relatie met de VVV vanaf 2012 geen subsidierelatie, maar een inkooprelatie te doen
zijn.
De heer Groos: U zegt dat u een subsidie niet in één keer op nul kunt zetten, maar met betrekking
tot de Ambachtse Muziekschool is dat toch gebeurd?
Wethouder Van der Vlies: Met betrekking tot de Ambachtse Muziekschool bestaat er geen structurele
subsidierelatie; zij heeft in de afgelopen jaren telkens eenmalige subsidies ontvangen. Als een organisatie
langer dan drie jaar een subsidierelatie met de gemeente heeft, kun je de subsidie voor die
organisatie niet in één keer op nul zetten. De Ambachtse Muziekschool heeft projectsubsidies gekregen.
Eigenlijk was het de bedoeling haar voor 2011 voor het eerst een waarderingssubsidie te geven,
maar vanwege de bezuinigingen kan dit geen doorgang vinden. Vandaar dat wij die subsidie wèl op
nul kunnen zetten.
De heer Don: Geldt dit ook voor de subsidies voor Hattrick, Bouquet en Internos?
Wethouder Van der Vlies: Bij de subsidie voor Internos gaat het om een heel klein bedrag; die subsidie
kan dus op nul worden gezet. Ook de subsidie voor Bouquet kan op nul worden gezet, omdat
wij daarover met Bouquet overeenstemming hebben bereikt, terwijl de subsidie voor Hattrick op nul
kan worden gezet omdat er pas sinds twee jaar een subsidierelatie mee bestaat; het was voorheen een
andere stichting.
De heer Don: Wat is de grens?
Wethouder Van der Vlies: Drie jaar.
De heer Don: En bij welk bedrag?
Wethouder Van der Vlies: Dat is volgens mij niet zo relevant.
Aangaande de motie 1 van Gemeente Belangen over het eenmalig subsidiëren van de Ambachtse
Muziekschool herinner ik eraan in eerste termijn en in de commissievergadering te hebben gezegd dat

Voortgezette vergadering van 4 november 2010. 24
de Ambachtse Muziekschool kan verzoeken om toekenning van een projectsubsidie als bedoeld in
het uitvoeringsprogramma Welzijn/Wmo. Zo gezien zijn wij het met de strekking van de motie eens.
Ik ga hierover graag met de Ambachtse Muziekschool in gesprek. Men weet dat wij, als men met een
goed voorstel komt, dat heel positief zullen beoordelen.
De heer Cramer: Een aanvrage van een projectsubsidie moet voldoen aan een aantal eisen. Als er
bijvoorbeeld subsidie voor het aanschaffen van blokfluiten en het geven van blokfluitles wordt aangevraagd,
mag dat geld ook alleen daarvoor worden gebruikt, dus niet voor de instandhouding van de
muziekschool in afwachting van de kaderstellende nota kunst en cultuur.
Wethouder Van der Vlies: Wij geven geen enkele organisatie zomaar een zak geld. Er zijn altijd eisen
waaraan een organisatie moet voldoen. Voor de Ambachtse Muziekschool is de instandhouding
niet zozeer een probleem; het gaat meer om het verkrijgen van ondersteuning van een aantal concrete
activiteiten. De Ambachtse Muziekschool kan een aantal onderdelen van haar begroting als een project
aanwijzen en daarvoor een projectsubsidie aanvragen. Het college kan dus instemmen met de
strekking van de motie 1, maar niet met de precieze formulering ervan.
Ten slotte kom ik bij de motie 2 van het CDA. Dat het college, zoals de heer Dogger zei, niet voornemens
is om op de subsidie voor 2011 voor de Stichting ToBe te bezuinigen klopt, maar dit heeft
mede te maken met het feit dat wij dit volgens de statuten vóór 1 februari 2010 hadden moeten aankondigen,
iets wat niet is gebeurd. Wel kunnen wij de strekking van de motie overnemen door toe te
zeggen dat wij de Stichting ToBe zullen laten weten dat zij wat de subsidie voor 2012 betreft met een
bezuiniging van 10 % te maken zal krijgen. Ik heb begrepen dat nagenoeg alle subsidiënten de Stichting
ToBe hebben medegedeeld dat er een korting zit aan te komen. Wat dit betreft, nemen wij de
motie dus over.
Wethouder Van de Velde: Mijnheer de voorzitter. Mevrouw Gommans kan ik mededelen dat de
kunstwerken boven water zijn. Het blijkt een relatief kleine collectie te zijn, waarvan een deel is opgeknapt;
een ander deel moet dus nog opgeknapt worden. Het opgeknapte deel bevindt zich in het labyrint
van het gemeentehuis en verfraait het ook. Het andere deel bevindt zich nog in opslag. Het is
de vraag of het bij deze kleine collectie de moeite zou zijn om tot verkoop ervan te besluiten. Uitlening
als eigen activiteit van de gemeente is om dezelfde reden feitelijk niet aan de orde. Wellicht zou
aansluiting kunnen worden gezocht bij de uitleen in Dordrecht; dit hebben wij momenteel in onderzoek.
De herinrichting van het Burg. Baxpark is al uitgesteld.
De aanleg van de rotonde op het kruispunt Hoge Kade – Weteringsingel staat in de begroting voor
2012, maar in de nota Ombuigingen is deze aanleg verschoven naar 2014. Dit heeft ook te maken
met de wissel – onder meer vanwege allerlei subsidieregelingen – met de realisering van de overstapplaats
voor het hoogwaardig openbaar vervoer Drechtsteden in de buurt van Cascade.
De pot voor startersleningen – dit tot de heer Cramer – is inderdaad leeg. In mijn beleving zijn ook
met betrekking tot de overige mogelijkheden die hij noemde de potten leeg. Wij zullen dit nog even
nagaan.
Gevraagd is wanneer de raad de energievisie zal kunnen verwachten. Er is thans een presentatie daarvan
in voorbereiding. Na overleg met de agendacommissie zal die presentatie aan de betrokken commissie
worden gegeven.
Aan het gebruik van ledverlichting in dit gebouw wordt al aandacht gegeven. Wij bekijken of dit inderdaad
een optie is, dus wat een te plegen investering zou opleveren en of het overgaan tot ledverlichting
het milieu ten goede zou komen. Dit gebeurt in het kader van de herinrichting van de SoVovleugel.
Bij de ledverlichting van voetgangersoversteekplaatsen gaat het om een pilot. De ervaringen daarmee
moeten nog worden geëvalueerd en vervolgens zullen wij bekijken of deze verlichting ook op voetgangersoversteekplaatsen
elders in de gemeente zal kunnen worden aangebracht; uiteraard heeft dit
ook weer met geld te maken.

Voortgezette vergadering van 4 november 2010. 25
Aan de Willem de Zwijgerlaan bestaat een blauwe zone, evenals onder meer in De Volgerlanden. Het
beleidsprincipe in dezen is dat er wordt uitgegaan van het profijtbeginsel, inhoudend dat mensen die
in de nabijheid van zo'n zone wonen een ontheffing van het daar geldende parkeerverbod kunnen
kopen. Dit gaat niet ineens; er is een overgangsperiode van enkele jaren voor gecreëerd.
De heer Cramer: Nog niet zo lang geleden hebben wij het gehad over het parkeerterrein achter het
winkelcentrum De Schoof. Het college zei toen zeer blij te zijn dat daar door bezoekers van het winkelcentrum
nog steeds gratis kon worden geparkeerd. Het zou nu wel heel vreemd zijn als wij aan
bewoners van woningen welke bijna aan dat parkeerterrein grenzen geld zouden gaan vragen voor
het mogen parkeren van hun auto voor hun deur. Er komt bij dat zij er niet eens kùnnen parkeren als
auto's van anderen er één uur tot twee uur staan.
Wethouder Van de Velde: Ik snap het probleem dat u beschrijft, maar wij willen de blauwe zones
die er thans zijn handhaven – wij hebben er één een stukje uitgebreid in de richting van de Graaf Willemlaan
– en hebben er nu voor gekozen om de ontheffingen voor die zones niet meer gratis te verstrekken,
maar daarop het profijtbeginsel toe te passen.
Mevrouw Ossel vroeg of wij al locaties in gedachten hebben waarop het collectiefparticulier opdrachtgeverschap
een kans kan worden gegeven. Dat is niet het geval. Wel kan ik zeggen dat het onderzoek
in dezen zich richt op De Volgerlanden en op de inbreidlocaties. Voor De Volgerlanden
geldt overigens de beperking dat er bouwclaims en dergelijke bestaan. Het is dus nog best ingewikkeld,
maar wij zetten ons er zeker voor in. In beleidstechnische zin worden wij hierbij op het ogenblik
door de centrale overheid een beetje geholpen, omdat zij de realisering van kleinere quota boven
grote bouwstromen voorstaat. Tevens denkt men erover om de wat rigide regel van 30 % sociale woningbouw
te laten vallen. Er zal daardoor flexibeler kunnen worden gereageerd op de markt. Je ziet
marktpartijen, onder wie ontwikkelaars, momenteel ook al een beetje in beweging komen in de richting
van het c.p.o. Zij stellen zich aangaande c.p.o.-projecten niet meer alleen star op. Ik ben het verder
met mevrouw Ossel eens dat c.p.o.-projecten heel goed duurzaam kunnen worden ingericht; dat
staan wij zeker ook voor.
Over de bereikbaarheid van de gemeente vanaf de A16 zei ik al in eerste termijn dat deze zaak zeker
onze zorg heeft. De VVD sprak over het voornemen van het college om het project 'verbetering van
de toegangswegen van en naar de A16' volledig te schrappen. Het woord 'schrappen' is hier niet geheel
op zijn plaats. Wij beoogden te zeggen dat het fonds bovenwijkse voorzieningen niet inzetbaar is
ten behoeve van het zoeken naar een oplossing voor de bedoelde problematiek. Niettemin doen wij
er alles aan om tot het nemen van goede maatregelen te komen. Wij plegen hierover overleg met het
waterschap – zelfs vandaag nog –, waarbij het vooral gaat over het inzetten van de gelden voor het
h.o.v.-Drechtsteden. Dit onderwerp is dus zeker niet van de plank gehaald.
De energievisie komt eraan, heb ik al gezegd; de heer Dogger vroeg daarnaar. Verder wordt ook de
afvalstoffenvisie voorbereid; wij verwachten haar in het derde kwartaal van het volgend jaar. De heer
Platschorre vroeg waarom die visie er moet komen. Dat is omdat de afvalinzameling een min of meer
dynamisch proces is. Dit heeft te maken met het feit dat Netwerk een onderdeel van HVC is geworden
en met het aspect van samenwerking in de regio. Voorts zijn er andere denkwijzen ontwikkeld
inzake de scheiding van afvalsoorten, met name wat g.f.t. betreft. Dit alles geeft aanleiding tot het
opstellen van een nota.
Wethouder Flach: Mijnheer de voorzitter. De fractie van Gemeente Belangen sprak over een subsidie
van € 121.000 voor kunst in De Volgerlanden. Ik denk dat daarmee is gedoeld op een bedrag dat
te vinden is in de staat van incidentele baten en lasten op bladz. 85 van de begroting. Dat is niet een
subsidie waarvoor de raad met het vaststellen van deze begroting impliciet een akkoord zou geven,
maar een uitwerking van een beslissing van de stuurgroep De Volgerlanden en, in een later stadium,
ook van de raad met de vaststelling van de grondexploitatie. Dit betreft namelijk een onttrekking uit
de grondexploitatie, die in de reserve kunst De Volgerlanden wordt gestort, en uit die reserve wordt

Voortgezette vergadering van 4 november 2010. 26
de kunst in De Volgerlanden betaald. Het betreft dus de uitwerking van in gang gezet beleid; het is
meerjarig in de staat van incidentele baten en lasten terechtgekomen.
De heer Cramer begon diens algemene beschouwing met het stellen van de vraag of het glas half leeg
of half vol was. Die vraag heeft hij in zijn tweede termijn beantwoord met de uitspraak: wat ons betreft,
is het glas nog steeds half vol, alleen is het glas misschien ietsje kleiner. Ik denk dat hiermee de
visie van Gemeente Belangen is weergegeven, namelijk dat bezuinigen pijn doet, maar dat met het
voorliggende pakket aan bezuinigingen het handhaven van een goed niveau aan voorzieningen in
Hendrik-Ido-Ambacht niet wordt geschaad; wellicht wordt het ietsje minder, maar in essentie blijft
het gelijk. Zo heb ik het opgevat.
De heer Cramer: Ik wil er best op reageren, maar doe dat niet nu, want ik zou dan nu al zeggen of
onze fractie wel of niet met de vaststelling van de begroting akkoord gaat. Wel wil ik even terugkomen
op uw antwoord over de storting in het fonds voor kunst in De Volgerlanden. U had het over
een subsidie, maar volgens mij is het geen subsidie, want er wordt gewoon geld uit de grondexploitatie
De Volgerlanden gehaald en in het fonds gestort.
Wethouder Flach: Ja, exact.
De heer Cramer: Wij hebben in eerste termijn gezegd dat er, als er moet worden bezuinigd, naar
onze mening eerder op kunst dan op andere zaken kan worden bezuinigd. Het bedrag voor kunst
zou dan ook in de grondexploitatie De Volgerlanden moeten blijven zitten. Worden de tijden wat
beter, dan kunnen wij misschien weer een schilderij van de heer Van de Velde kopen.
Wethouder Flach: Ik heb geprobeerd uit te leggen dat het inderdaad geen subsidie is, maar een onttrekking
aan de grondexploitatie De Volgerlanden. Daartoe wordt nu niet besloten; zij is alleen in de
staat van incidentele baten en lasten inzichtelijk gemaakt, omdat daartoe al eerder is besloten. Als u
vindt dat het anders zou moeten, kunt u dat bepleiten bij de herziening van de grondexploitatie De
Volgerlanden, die voor het begin van het volgend jaar gepland staat.
In eerste termijn sloot ik mij aan bij de oproep van mevrouw Ossel: communiceer, communiceer,
communiceer! Dat was mij namelijk uit het hart gegrepen. Alleen heb ik dit vertaald naar weblogs,
columns en gemeentenieuws. Mevrouw Ossel zei het breder te hebben bedoeld, maar ook daarin kan
ik haar volgen, want als zij zegt dat in plannen voor het centrumgebied sprake moet zijn van uitstekende
communicatie, kan ik dat alleen maar onderschrijven. Wij komen dan op het terrein van beleidscommunicatie.
Het spijt mij te hebben moeten horen dat de fractie van de VVD door het in eerste termijn gegeven
antwoord van het college niet overtuigd is, wat mijn portefeuille betreft specifiek op het punt van de
lastendruk. Ik leid daaruit af dat er geen onduidelijkheid meer bestaat over de systematiek. Wel verschillen
wij daarover van mening, en dat kan in de politiek.
De heer Doodkorte expliciteerde een opmerking van hem in de bijdrage van de VVD in de begrotingskrant,
namelijk dat dit college onvoldoende oog zou hebben voor risicobeheer. Ik vond het
jammer dat te lezen, omdat u, mijnheer Doodkorte, béter kunt weten. Als vorige wethouder van financiën
weet u dat de huidige wethouder van financiën er bijna een bijzondere hobby van had gemaakt
om zich bezig te houden met risicobeheer en risicomanagement en de discussie bijna standaard
begon met in te gaan op de risicoparagraaf en het weerstandsvermogen, in deze begroting beginnend
op pag. 40. Risicomanagement en risicobeheer beginnen echter al eerder, namelijk bij het
doen van de juiste aannames: schattingen van financiële middelen die in de toekomst beschikbaar
zullen zijn en van eventuele risico's en aan de hand daarvan komen tot voorzichtige aannames. Er
zijn ook zaken die minder goed te schatten zijn, of waar nog een bepaalde mate van onzekerheid
omheen hangt. Deze worden genoemd in de risicoparagraaf. In deze begroting zijn voor het eerst
risico's opgenomen wat de regionale samenwerking aangaat; zij betreffen de SDD en de packagedeal,
zaken waarover in de commissievergadering meer informatie is gegeven. Ook nieuw is het risico exploitatieresultaat
De Volgerlanden. Kortom, het aantal risico's is ten opzichte van voorgaande jaren

Voortgezette vergadering van 4 november 2010. 27
toegenomen van 1 tot 5. Daarmee is aangesloten bij de door de accountant aangegeven rapporteringsgrens.
Dit betekent dat wij in deze paragraaf risico's melden vanaf het bedrag van € 300.000. Dit
zijn de verbeteringen die wij gemeend hebben in de risicoparagraaf te moeten doorvoeren. Er valt
van mening te verschillen over de gemaakte afwegingen, maar men kan niet zeggen dat dit college
geen oog voor risicobeheer heeft.
De voorzitter: Op het amendement en de twee moties heeft het college gereageerd. Aanneming van
het amendement is niet om inhoudelijke maar om juridische redenen ontraden. Wel heeft het college
naar aanleiding daarvan enkele toezeggingen gedaan. De motie 2 van het CDA wordt overgenomen.
Dit gebeurt ook met de strekking van de motie 1 van Gemeente Belangen, niet wat de dekking daarvan
betreft. Om uw raad even de tijd te geven om na te denken over de vraag wat er met het amendement
en de moties moet gebeuren, schors ik de vergadering.
Schorsing van 22.02 tot 22.26 uur.
De voorzitter: Ik heropen de vergadering en stel de heer Cramer de vraag of het amendement, gelet
op het antwoord van de portefeuillehouder, wordt gehandhaafd.
De heer Cramer: Mijnheer de voorzitter. Uit het antwoord van de wethouder hebben wij begrepen
dat het amendement niet thans, maar wellicht wel op een later tijdstip kan worden uitgevoerd en
daarom trekken wij het nu in.
Ingetrokken zijnde, maakt het amendement geen onderwerp van besluitvorming meer uit.
4a. Voorstel tot vaststelling van de Programmabegroting 2011 - 2014.
De voorzitter: De fractie van de VVD heeft laten weten hierbij een stemverklaring te willen afleggen.
De heer Doodkorte: Mijnheer de voorzitter. Ik heb eerst nog een vraag. Onder punt 1 wordt voorgesteld
de programmabegroting voor het dienstjaar 2011 vast te stellen en dan volgt er tussen haakjes:
"met inachtneming van de eerste wijziging van de begroting …". Onze vraag is of die eerste wijziging deel
uitmaakt van dit agendapunt, of afzonderlijk bij agendapunt 4b aan de orde behoort te komen.
De voorzitter: Het staat bij agendapunt 4a vermeld.
De heer Doodkorte: Als dat zo is en de nota Ombuigingen sec onder agendapunt 4b valt, begrijp ik
dat wij ons reeds bij de besluitvorming over agendapunt 4a rekenschap moeten geven van de doorwerking
van wat onder 4b vastgesteld gaat worden.
De voorzitter: Dat klopt.
De heer Doodkorte: Dan kan de VVD-fractie melden dat zij, gelet op de bijdrage die zij in eerste en
tweede termijn heeft geleverd en op het feit dat er naar haar opvatting sprake is van een ongedekt
tekort van € 8,5 miljoen – ik verwijs hiervoor naar de discussie in tweede termijn – , zich genoodzaakt
ziet tegen dit voorstel te stemmen.
Het voorstel wordt hierop in stemming gebracht en aangenomen. Alleen de leden van de fractie van
de VVD hebben te kennen gegeven tegen aanneming van dit voorstel te zijn.
4b. Voorstel tot vaststelling van de nota Ombuigingen 2010 - 2014.

Voortgezette vergadering van 4 november 2010. 28
De heer Doodkorte: Mijnheer de voorzitter. Op basis van het verhandelde in deze begrotingsbehandeling
en de wijze waarop het college de vragen van de VVD-fractie heeft beantwoord, stellen wij
vast dat de visie van het college op de belastingmaatregelen anders is dan die van de VVD. Wij zouden
kunnen instemmen met de verlaging van de afvalstoffenheffing en het neutraal houden van de
rioolheffing, maar zijn ten principale tegen de wijze waarop de verhoging van de onroerendezaakbelasting
is gemotiveerd. Omdat het college de onderscheidene belastingmaatregelen in één voorstel aan
de raad heeft voorgelegd, kan de VVD niet anders dan tegen onderdeel 1 van dit voorstel stemmen.
Dit geldt eveneens voor onderdeel 2, 'instemmen met de voorgestelde ombuigingen in de exploitatie'.
Er zijn onderdelen die de VVD ziet als een eerste aanzet; met het oog op de huidige financiële situatie
gaan zij onvoldoende ver. Voor onderdeel 3 geldt hetzelfde, aangezien het investeringsprogramma
voor een deel is gekoppeld aan wat onder 2 is voorgesteld. Om deze redenen zullen wij tegen dit gehele
voorstel stemmen.
Het voorstel wordt hierop in stemming gebracht en aangenomen. Alleen de leden van de fractie van
de VVD hebben te kennen gegeven tegen aanneming van dit voorstel te zijn.
5. Voorstel tot vaststelling van het Uitvoeringsprogramma Welzijn/Wmo 2011.
Mevrouw Burger-van Denzel: Mijnheer de voorzitter. De VVD-fractie stemt in met dit voorstel
met daarbij de opmerking dat zij niet wil dat organisaties en instellingen van afwijzing van dit voorstel
de dupe zouden worden. Wel is zij tegen punt 2, aangezien zij van mening is dat een voorstel tot wijziging
van de algemene subsidieverordening op ordentelijke wijze aan de gemeenteraad moet worden
aangeboden. Voorts is de fractie tegen het verstrekken van subsidie aan de Stichting HIP en tegen de
verlaging van de subsidie voor de Stichting Cascade.
De heer Cramer: Mijnheer de voorzitter. Ik wil even opmerken dat de conclusie die de heer Flach in
zijn antwoord aan mijn adres trok geheel terecht was.
De heer Platschorre: Mijnheer de voorzitter. Traditiegetrouw hebben wij bij het uitvoeringsprogramma
Welzijn/Wmo een stemverklaring af te leggen. Om te voorkomen dat wij tegen het gehele
uitvoeringsprogramma moeten stemmen, verzoeken wij u te doen aantekenen dat de fractie van
SGP/ChristenUnie geacht wil worden om principiële redenen tegen die onderdelen van het uitvoeringsprogramma
te hebben gestemd die activiteiten betreffen welke op zondag plaatsvinden en activiteiten
die naar onze opvatting strijdig zijn met Gods Woord.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierop conform het voorstel besloten, met inachtneming van de
aantekeningen waarom door de fracties van de VVD en SGP/ChristenUnie is verzocht.
Aan de orde is de besluitvorming over de motie 1 van Gemeente Belangen.
De heer Cramer: Mijnheer de voorzitter. Het antwoord van de wethouder op wat in deze motie is
gezegd, betekent dat wat wij zouden willen wordt gerealiseerd, zij het op een andere manier. Wij
trekken de motie daarom in.
Ingetrokken zijnde , maakt deze motie geen onderwerp van besluitvorming meer uit.
Aan de orde is de besluitvorming over de motie 2 van het CDA.
De heer Dogger: Mijnheer de voorzitter. Het CDA wil deze motie handhaven, sowieso als politiek
signaal aan de samenleving dat het de indieners ernst is dat wij op deze weg verder gaan.

Voortgezette vergadering van 4 november 2010. 29
De heer Boudewijn: Mijnheer de voorzitter. Onze fractie wil verklaren waarom zij als enige deze
motie niet mede heeft ondertekend, namelijk omdat onze lezing van de statuten tot de conclusie had
geleid dat een korting met 10 % op de subsidie voor de Stichting ToBe niet haalbaar zou zijn. De
wethouder heeft ons er echter van overtuigd dat dit wèl zal kunnen en daarop vertrouwen wij; vandaar
dat wij de motie nu kunnen ondersteunen. Wel pleiten wij voor een verder onderzoek met het
oog op het feit dat in de recente statuten van de stichting – zij dateren van 2003 – de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht
niet als deelnemende gemeente wordt genoemd. Dit is een kleinigheid, die echter
wel een juridische impact kan hebben.
Verder ondersteunen wij de motie graag om, zoals de heer Dogger al zei, een politiek signaal af te
geven.
De motie 2 wordt hierop in stemming gebracht en unaniem aangenomen.
6. Sluiting.
De voorzitter: Voor de mensen die dit niet weten: er bestaat een geheime onafhankelijke jury die
kijkt naar wat er in deze raad gebeurt en daarover opvattingen uit. Zij heeft geconstateerd dat de raad
dit jaar aan de voorzitter heel veel zwart zaad heeft overhandigd, zwart zaad dat hij vervolgens aan de
jury heeft doorgegeven. Zij heeft hedennacht en de nachten daarvoor dit zaad in het openbaar groen
uitgestrooid. Twee dagen later is de jury tot een verbazingwekkende conclusie gekomen, dit nadat zij
nog eens naar de richtlijnen had gekeken. Deze geven aan dat niet alleen de leden van de raad voor
een prijs in aanmerking komen, maar allen die in deze zaal aanwezig zijn. Een precedent is het winnen
van de prijs een aantal jaren geleden door de heer Van der Penne vanwege zijn grote verdiensten
op de publieke tribune. Gelet op wat er uit het zwarte zaad is gekomen, heeft de jury besloten degene
die het meeste applaus heeft gekregen de prijs toe te kennen. Dat is er overigens ook maar één en wel
naar aanleiding van zijn reactie op het hem overhandigd zijn van een snoeimes, luidende: 'De garantie
geldt niet voor slijtbare onderdelen en dus ook niet voor wethouders, want die zijn erg slijtbaar.'
Daarop klonk en applaus. De jury heeft daarom besloten hem de prijs toe te kennen, ook al omdat
hij het gewoon heel goed heeft gedaan. Er mag dus gesnoeid worden, want dat geeft alleen maar een
positief resultaat. (Applaus.)
Ik dank u allen zeer voor uw inbreng en de mensen op de publieke tribune voor hun belangstelling.
Wij, raad en college, kunnen nu aan het werk. Dit zal in de komende jaren niet gemakkelijk zijn, maar
toch zullen wij het met elkaar moeten doen. Ik wens u daarbij veel succes en sluit de vergadering.
(22.44 uur.)
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 10 januari 2011.
De griffier, De voorzitter,
drs. B.C.A.M. Poiesz. H.H. Jonker.
alg. verslagbureau drexhage c.s.