deze hele Maandbrief - Huub Oosterhuis
deze hele Maandbrief - Huub Oosterhuis
deze hele Maandbrief - Huub Oosterhuis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Dwars<br />
Welke rol speelt de 'figuur van Jezus' met zijn vreemde titels<br />
in wat wij geloven; wat komt ons van hem geloofwaardig<br />
voor, wat raakt ons, zodat wij herademen of ons zelfs<br />
‘herboren’ voelen? Is er nog wel eens sprake van zo’n<br />
Jezuservaring? Heeft Kuitert niet gelijk als hij zegt dat veel<br />
'Jezusvroomheid' gebaseerd is op Jezusbeelden die moeten<br />
worden beschouwd als religieuze en/of leerstellige kitsch? Ik<br />
kan me in elk geval weinig voorstellen bij de innige relatie die<br />
veel expliciete geloofsgetuigen uit evangelicale kringen met<br />
hun Jezus hebben. En ik zal ook niet gauw overgaan tot het<br />
aanbrengen van een verchroomd visje op het achterwerk van<br />
een van de afgoden van <strong>deze</strong> welvaartsstaat, de auto.<br />
Jezus komt in de evangeliën in elk geval niet over als een<br />
pakkende figuur met een mond vol mooie spreuken; hij is<br />
geen lieflijke goeroe, geen mooie baardman met verleidelijke<br />
stem. Meer een rusteloze onruststoker die je je rust niet gunt:<br />
'Kun je niet één uurtje met mij waken?'; 'Wie wil komen<br />
achter mij aan, dat zij afzien van zichzelf en hun kruis<br />
opnemen alle dagen en mij volgen'; dat kun je toch moeilijk<br />
een blijde boodschap noemen. 'Wie hun ziel en zaligheid<br />
willen behouden - die redden het niet.' Dat zijn impopulaire<br />
mededelingen in <strong>deze</strong> tijd van hebben en houden, waarin van<br />
zondag tot zondag geen einde komt aan het kopen. Wie<br />
neemt er nog zijn kruis op - wie gaat hem nog zonder vaste<br />
woon- of verblijfplaats achterna op de weg die voert langs<br />
zieken, blinden, melaatsen, honger- en armoelijders? Wie<br />
stemt in met zijn lied: zalig de hongerlijders, zalig die wenen,<br />
zalig die dorsten naar gerechtigheid? Dat zijn heel andere<br />
mensen dan die dagelijks op de politieke en economische<br />
pagina's van onze kranten worden zalig geprezen.<br />
Keer je leven om<br />
In de evangeliën wordt, zoals in het gelezen fragment uit<br />
Lukas, wordt de vraag naar wie Jezus is, zijn identiteit altijd<br />
direct verbonden met zijn daden en met de consequenties<br />
daarvan. De messias/ de mensenzoon moet veel lijden omdat<br />
hij zijn ziel en zaligheid niet wil behouden ten koste van<br />
zovele anderen; hij wil niet op andermans kosten heel de<br />
wereld inpalmen, daar ga je uiteindelijk als mens aan ten<br />
gronde. Betekent dat, dat elke volgeling van Jezus, dat zijn<br />
gemeente, er voortdurend op uit moet zijn om zoveel<br />
mogelijk te lijden zoals hij? Nee, het gaat erom of je bereid<br />
bent het bestaande lijden van anderen onder ogen te zien,<br />
niet te ontkennen en te verloochenen, en er vervolgens aan te<br />
doen wat je kunt. Daar is voortdurend 'bekering' voor nodig.<br />
'Keer je leven om', zegt hij, keer je af van de waan van<br />
alledag, van de schone schijn, de voortreffelijk marcherende<br />
economie. Keer je om naar degenen die daar het slachtoffer<br />
van worden van onze welvaart, hier en elders in de wereld.<br />
Zoon van God?<br />
Over die slachtoffers gaat het Jezusverhaal. Omdat hij voor<br />
hen opkwam en instond, is hij opgepakt en terechtgesteld.<br />
Omdat hij voor het ‘zo goed als God’ was: erbarmend,<br />
genadig, lankmoedig, rijk aan liefde, rijk aan trouw. En in die<br />
zin mogen wij hem rustig een 'zoon van God' blijven<br />
noemen. Als we daarmee maar niet suggereren dat hij zelf<br />
God was; tweede persoon van de Heilige Drie-eenheid. De<br />
oude kerk heeft Jezus veel te veel opgehemeld; zo hoog dat<br />
zijn menszijn onbelangrijk werd; dat hij niet langer een<br />
voorbeeld-mens was. Terwijl Paulus toch duidelijk in zijn<br />
4<br />
brief aan de Romeinen schreef: 'Allen die zich laten leiden<br />
door de geest van god, zijn kinderen van God'. En Johannes,<br />
in de proloog van zijn evangelie: 'Allen die zich<br />
toevertrouwen aan zijn naam, heeft hij de macht, het<br />
vermogen gegeven om kinderen van God te worden'.<br />
Kinderen, dochters en zonen van God zijn allen die leven in<br />
de geest en de naam van Israëls God, zoals Jezus ons heeft<br />
voorgedaan.<br />
Koninkrijk<br />
In het jaar zeventig is de verwachting van het herstel van het<br />
oude koninkrijk Israël definitief de grond ingeboord, althans,<br />
tot de vorige eeuw, tot 1948. Intussen is de lading van <strong>deze</strong><br />
Jezustitels veranderd. Ze zijn als het ware gedemocratiseerd.<br />
Het Koninkrijk van God is niet langer afhankelijk van één<br />
messiaanse koning, maar van allen die leven in zijn geest en<br />
in zijn naam; die allen heten samen het ene 'lichaam van de<br />
messias', zijn gemeente. Zijn koninkrijk is niet gebonden aan<br />
grenzen, het is tot aan de uiteinden der aarde. De<br />
verwachting van Israël heeft via Jezus heeft de verwachting<br />
van alle volkeren, van heel de mensheid beïnvloed en<br />
gekleurd. Het gaat niet langer om één bepaald volk, één<br />
bepaald land, één bepaalde stad, maar om allen, om de<br />
Verenigde Naties, om mensenrechten, om wereldvrede. Dat<br />
Koninkrijk is dichtbij, het is overal waar mensen in zijn naam<br />
en geest bijeen zijn definitief begonnen.<br />
Wognum, 30 januari 2000<br />
DE GROTE WOORDEN VOORBIJ.<br />
G.H. ter Schegget<br />
Grote woorden, ik geloof niet dat ik die ooit heb gebezigd.<br />
Daarvoor ben ik te zeer een modern mens met zoveel twijfels,<br />
dat het niet in me op zou komen te hoog te spreken. En in mijn<br />
proefschrift al heb ik gesteld dat het Rijk van vrede en recht niet<br />
door ons mensen kan worden gesticht, maar dat God het geven<br />
moet. Zoals we vroeger zeiden: Het staat niet in de hand van de<br />
mens, maar in Gods hand. De onweerstaanbare drang om de<br />
utopie verwezenlijkt te willen zien, is er echter ook in mij. Dat<br />
lijkt in een onverzoenbare tegenstelling te staan tot het<br />
genoemde eschatologische voorbehoud. Dat is echter niet het<br />
geval, want de utopie is nu eenmaal niet gelijk aan het Rijk van<br />
vrede en recht. Dat Rijk ligt altijd verder en hoger en is altijd<br />
meer dan wat menselijke actie kan bewerkstelligen. Het<br />
Koninkrijk van God is een kritische notie die over elk menselijk<br />
ondernemen oordeelt. Dat neemt echter niet weg, dat ons is<br />
opgedragen de toekomst van God welkom te heten door iets<br />
van het komende reeds nu te verwerkelijken. We mogen er -<br />
zoals men vroeger zei - 'tekenen van oprichten'. We mogen ons<br />
evenwel niet verbeelden, dat die tekenen de zaak zelf zouden<br />
zijn: ze wijzen op zijn hoogst in de richting. Het messiaanse Rijk<br />
is altijd kwalitatief ver verheven boven wat wij tot stand brengen.<br />
Het gaat - om nogmaals een oude uitdrukking te citeren -<br />
boven bidden en denken.<br />
Van Ernst Bloch heb ik geleerd - wat hij noemt: - 'de concrete<br />
utopie' voor ogen te houden. Daaronder verstaat hij de mogelijkheid<br />
die in de materiële ontwikkeling is gegeven, die bruist en<br />
gist in het proces en haakt naar zijn verwerkelijking. Voor Bloch<br />
is de materie een 'mater', een moeder, die zwanger gaat van<br />
reële mogelijkheden, waarin de toekomst zich roert. Een tijd die