Big Blue 400P Big Blue 500 X CE - Miller Electric
Big Blue 400P Big Blue 500 X CE - Miller Electric
Big Blue 400P Big Blue 500 X CE - Miller Electric
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
8-9. Storingen<br />
A. Lassen − CC−modellen<br />
Probleem Oplossing<br />
Geen lasuitgangsvermogen,<br />
uitgangsspanning aggregaat OK bij de<br />
AC contactdozen.<br />
Geen lasuitgangsvermogen en geen<br />
uitgangsspanning van het aggregaat bij<br />
de AC contactdozen.<br />
OM−4421 Pagina 46<br />
Controleer de stand van de stroombereikschakelaar.<br />
Controleer de stand van de optionele polariteitsschakelaar.<br />
Zet de stroomsterkteschakelaar in de Paneel−stand of zet de schakelaar in de<br />
afstandsbedieningsstand en sluit de afstandsbediening aan op de afstandsbediende contactdoos<br />
voor de stroomsterkte RC13 (zie Secties 4-12 en 5-1).<br />
Controleer de verbindingen met de afstandsbediende contactdoos voor de stroomsterkte RC13 en<br />
zet ze stevig vast (zie Sectie 4-12).<br />
Controleer zekering F2 en vervang hem als hij open staat (zie Sectie 8-8). Laat een door de fabriek<br />
geautoriseerde onderhoudsmonteur de geïntegreerde gelijkrichter SR2 en de rotor nakijken.<br />
Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de koolborstels, sleepringen en<br />
het lasbekrachtigingscircuit nakijken.<br />
Haal de apparatuur los van de contactdozen tijdens het opstarten.<br />
Controleer zekeringen F1 en F2 en vervang ze als ze open staan (zie Sectie 8-8). Laat een door<br />
de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de geïntegreerde gelijkrichter SR1, de condensator<br />
C9, de geïntegreerde gelijkrichter SR2 en de rotor nakijken.<br />
Reset de extra beveiliging CB12. Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de<br />
diode D1 nakijken (zie Sectie 8-8).<br />
Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de koolborstels, sleepringen en het<br />
bekrachtigingscircuit nakijken.<br />
Afwijkende uitgangsspanning. Controleer en zet de aansluitklemmen aan de binnen− en buitenkant van het apparaat vast.<br />
Zorg ervoor dat de verbinding met het werkstuk schoon is en strak aangedraaid zit.<br />
Gebruik droge, op de juiste manier bewaarde elektrodes.<br />
Verwijder de overmatige wikkelingen van de laskabels.<br />
Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de koolborstels en sleepringen nakijken.<br />
Hoge lasuitgangsspanning. Controleer de stand van de stroombereikschakelaar en van de spanning/stroomregeling.<br />
Controleer het toerental van de motor en laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur<br />
het bijstellen, indien nodig. Zie Hoofdstuk 8-6 voor de afstelling van het stationair toerental.<br />
Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur het OCV−circuit nakijken.<br />
Lage lasuitgangsspanning. Controleer het toerental van de motor en laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur<br />
het bijstellen, indien nodig. Zie Hoofdstuk 8-6 voor de afstelling van het stationair toerental.<br />
De elektrode blijft vaker aan het<br />
werkobject plakken bij lage spanning<br />
(korte booglengte).<br />
Controleer zekeringen F1 en F2 en vervang ze als ze open staan (zie Sectie 8-8). Laat een door<br />
de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de geïntegreerde gelijkrichter SR1, de condensator<br />
C9, de geïntegreerde gelijkrichter SR2 en de rotor nakijken.<br />
De automatische zekering CB4 kan open zijn. CB4 reset automatisch als de fout is hersteld (zie<br />
Sectie 8-8). Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur transformator T1 en de<br />
geïntegreerde gelijkrichters SR4 en SR5 nakijken.<br />
Lage leegloopspanning. Controleer het toerental van de motor en laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur<br />
het bijstellen, indien nodig. Zie Hoofdstuk 8-6 voor de afstelling van het stationair toerental.<br />
Maximum lasuitgangsspanning alleen<br />
in elk stroombereik (met de Beklede<br />
Elektrode/TIG−keuzeschakelaar in de<br />
Beklede Elektrode−stand).<br />
Geen fijne stroomregeling in de<br />
afstandsbediening.<br />
Zet de Beklede Elektrode/TIG−schakelaar op de Beklede Elektrode−stand.<br />
Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur relais CR7 nakijken.<br />
Zet de stroomsterkteschakelaar in de afstandsbedieningstand.<br />
Controleer de verbindingen met de afstandsbediende contactdoos voor de stroomsterkte RC13 en<br />
zet ze stevig vast (zie Sectie 4-12).<br />
Reset de extra beveiliging CB11 (zie Sectie 8-8). Laat een door de fabriek geautoriseerde<br />
onderhoudsmonteur het relais CR7 nakijken.