30.08.2013 Views

Big Blue 400P Big Blue 500 X CE - Miller Electric

Big Blue 400P Big Blue 500 X CE - Miller Electric

Big Blue 400P Big Blue 500 X CE - Miller Electric

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Probleem Oplossing<br />

Geen fijne stroomregeling in de<br />

afstandsbediening.<br />

B. Lassen − CC/CV−modellen<br />

Probleem Oplossing<br />

Geen lasuitgangsvermogen,<br />

uitgangsspanning aggregaat OK<br />

bij de AC contactdozen.<br />

Geen lasuitgangsvermogen en geen<br />

uitgangsspanning van het aggregaat bij<br />

de AC contactdozen.<br />

Repareer de afstandsbediening of vervang hem.<br />

Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur het OCV−circuit nakijken.<br />

Zet de proces/contactor−schakelaar in een Lasklemmen altijd Aan−stand of zet de schakelaar in de<br />

afstandsbediening Aan/Uit−schakelaar vereist−stand en sluit de afstandsbediende contactor aan op<br />

de afstandsbediende 14 contactdoos RC14 (zie Secties 4-13 en 6-1).<br />

Controleer de stand van de stroombereikschakelaar.<br />

Controleer de stand van de optionele polariteitsschakelaar of de Polariteit/AC−schakelaar.<br />

Extra beveiliging CB11 resetten (zie Hoofdstuk 8-8).<br />

Reset de extra beveiliging CB5 (zie Sectie 8-8). Kijk of de afstandsbediening die op RC14 is<br />

aangesloten defect is.<br />

Controleer de verbindingen met de afstandsbediende contactdoos RC14 en zet ze stevig vast (zie<br />

Sectie 4-13).<br />

Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur connectorkaart PC6 en de aansluitingen<br />

nakijken.<br />

Controleer zekering F2 en vervang hem als hij open staat (zie Sectie 8-8). Laat een door de fabriek<br />

geautoriseerde onderhoudsmonteur de koolborstels, sleepringen, het lasbekrachtigingscircuit, de<br />

veldstroomkaart PC1 en de rotor nakijken.<br />

Haal de apparatuur los van de contactdozen tijdens het opstarten.<br />

Controleer zekeringen F1 en F2 en vervang ze als ze open staan (zie Sectie 8-8). Laat een door de<br />

fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de geïntegreerde gelijkrichter SR1, de condensator C9,<br />

de veldstroomkaart PC1 en de rotor nakijken.<br />

Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de koolborstels, sleepringen en het<br />

bekrachtigingscircuit nakijken.<br />

Afwijkende uitgangsspanning. Controleer en zet de aansluitklemmen aan de binnen− en buitenkant van het apparaat vast.<br />

Zorg ervoor dat de verbinding met het werkstuk schoon is en strak aangedraaid zit.<br />

Gebruik droge, op de juiste manier bewaarde elektrodes.<br />

Verwijder de overmatige wikkelingen van de laskabels.<br />

Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de koolborstels en sleepringen nakijken.<br />

Hoge lasuitgangsspanning. Controleer de stand van de stroombereikschakelaar en van de spanning/stroomregeling.<br />

De spanning/stroomregeling werk niet<br />

bij lassen in de Beklede<br />

Elektrode−stand.<br />

Controleer het toerental van de motor en laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur<br />

het bijstellen, indien nodig. Zie Hoofdstuk 8-6 voor de afstelling van het stationair toerental.<br />

Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de veldstroomprint PC1 en het PC1<br />

spanningsterugkoppelingscircuit nakijken.<br />

Zet de spanning/stroomregelingsschakelaar op het lage bereik. De spanning/stroomregeling werk niet<br />

met de schakelaar in het hoge bereik.<br />

Lage lasuitgangsspanning. Controleer de stand van de stroombereikschakelaar en van de spanning/stroomregeling.<br />

De elektrode blijft vaker aan het<br />

werkobject plakken bij lage spanning<br />

(korte booglengte).<br />

Controleer het toerental van de motor en laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur<br />

het bijstellen, indien nodig. Zie Hoofdstuk 8-6 voor de afstelling van het stationair toerental.<br />

Controleer zekeringen F1 en F2 en vervang ze als ze open staan (zie Sectie 8-8). Laat een door de<br />

fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de geïntegreerde gelijkrichter SR1, de condensator C9,<br />

de veldstroomkaart PC1 en de rotor nakijken.<br />

De automatische zekering CB4 kan open zijn. CB4 reset automatisch als de fout is hersteld (zie<br />

Sectie 8-8). Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur transformator T1 en de<br />

geïntegreerde gelijkrichters SR4 en SR5 nakijken.<br />

Lage leegloopspanning. Controleer het toerental van de motor en laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur<br />

het bijstellen, indien nodig. Zie Hoofdstuk 8-6 voor de afstelling van het stationair toerental.<br />

Geen fijne stroom− of<br />

spanningsregeling in de<br />

afstandsbediening.<br />

Controleer de stand van de proces/contactor−schakelaar.<br />

Zet de spanning/stroomsterkteschakelaar in de afstandsbedieningstand.<br />

Controleer de verbindingen met de afstandsbediende contactdoos RC14 en zet ze stevig vast (zie<br />

Sectie 4-13).<br />

OM−4421 Pagina 47

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!