You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Maandblad voor de Faculteit der Geesteswetenschappen UvA • Jaargang 19 • nummer 5 • Februari 2011<br />
Ronald Giphart<br />
neemt literatuur<br />
niet langer serieus<br />
<strong>Universiteit</strong> van Amsterdam<br />
Faculteit der Geesteswetenschappen<br />
Europarlementariër<br />
Judith Sargentini:<br />
‘Ik naar de VU?<br />
Over mijn lijk’<br />
Waar of niet waar?<br />
Vijf vooroordelen over<br />
allochtone studenten<br />
Februari 2011 1
cArtoon<br />
Gezocht FotoGRAAF (m/v)<br />
Heb jij een passie voor de camera en talent erachter?<br />
Wij zijn op zoek naar fotografen. Mail je cv en voorbeelden<br />
van je werk naar <strong>Babel</strong>-fgw@uva.nl en wie weet word jij<br />
de nieuwe fotograaf van <strong>Babel</strong>.<br />
Beeld /// Aldert Bergstra
InHoUD<br />
nieuwe columns<br />
veldthuis / Borrel<br />
De Boekenkast<br />
opinie<br />
9/11<br />
Wim Brands: ‘Literatuur<br />
leent zich niet voor<br />
televisie’<br />
are17<br />
Amsterdam een wereldstad,<br />
ok. maar een<br />
studentenstad?<br />
20<br />
02 cARtooN<br />
03 eeRst eveN dit<br />
04 AAN de tANd<br />
Ronald Giphart<br />
07 kuNst iN de stAd<br />
Reclameklassiekers<br />
08 de hoRt op<br />
08 heRseNspiNseLs<br />
09 coLumN<br />
Veldthuis<br />
09 vAN de FsR<br />
10 RepoRtAGe<br />
Allochtonen aan de UvA<br />
11 coLumN<br />
Borrel<br />
12 de coLLeGehoppeR<br />
Unisca<br />
14 iN GespRek met<br />
Judith Sargentini<br />
16 Fictie<br />
17 opiNie<br />
18 de GRoeteN uit<br />
Azerbeidzjan<br />
19 iNteRvieW<br />
Roel Janssen<br />
20 de BoekeNkAst<br />
Wim Brands<br />
21 de Reis vAN eeN<br />
Gedicht<br />
22 eNquete<br />
23 BABeL seLecteeRt<br />
24 AAN de FAcuLteit<br />
24 postvAk uit<br />
eeRSt eVen dit<br />
Beeld /// thomas Huisman<br />
Gratis in duistere tijden<br />
We mogen dan een gratis blad zijn, dit februarinummer belooft desalniettemin<br />
ons bestverkopende nummer sinds vorige maand te worden.<br />
toch zijn dit duistere tijden. Nu de luwte van de maand januari ten einde<br />
is – dat heerlijke windstiltegebied vol regen en herkansingen, maar<br />
zonder de sleur van college – dendert het nieuwe semester met een<br />
sneltreinvaart voort. de dollemansrit op weg naar de zomer is begonnen,<br />
misschien zelfs met een mandje bezuinigingen keurig wachtend aan het<br />
einde van de rit. de rust is weg, de duisternis blijft. en het is nu bovenal<br />
nog gewoon winter: het moment dat het te koud is om te doen waar het<br />
in de zomer te warm voor was. zoals buiten zijn. Nee, dan maar liever<br />
binnenzitten met je favoriete maandblad van de Geesteswetenschappen<br />
op schoot. de duisternis laten voor wat het is. Want gelezen worden, dat<br />
worden wij het liefst het hele jaar door, weer of geen weer. Laat <strong>Babel</strong> dit<br />
seizoen een licht zijn in de ijle deemstering van je studentschap in wintertijd.<br />
helemaal met dit februarinummer, dat leest zichzelf praktisch: Ronald<br />
Giphart op de voorkant, die toch menig schoolmeisje ooit blozend op<br />
haar boekenlijst heeft gezet, dat verkoopt wel; europarlementariër Judith<br />
sargentini met een interview over de kleur groen en haar studententijd;<br />
de boekenkast in met Wim Brands; een nieuwe cartoon; en tot slot, met<br />
debuterend auteur marcella veldthuis en de puik genaamde daan Borrel<br />
maar liefst twee gloed-nieuwe columnisten voor de prijs van… geen natuurlijk,<br />
want gratis, dat blijven we. ook in deze duistere wintertijden, hoe<br />
goed we ook verkopen.<br />
de hoofdredactie<br />
colofon<br />
<strong>Babel</strong>, Maandblad voor de Faculteit der Geesteswetenschappen, Beeldredactie Thomas Huisman<br />
Spuistraat 134, kamer 112, 1012 VB Amsterdam, babel-fgw@uva.nl Fotografie Mickey Hoyle, Thomas Huisman, Angela Wals<br />
Illustraties Aldert Bergstra, Eric Mus, Sanne van Zoest<br />
Hoofdredactie Melle van Loenen, Thomas Rueb<br />
Redactieraad Jasper Bendermacher, Lizabeth Dijkstra, Eric Noomen,<br />
Everdien Rietstap<br />
Penningmeester Rianne Brink<br />
Vormgeving Luke van Veen, www.lukevanveen.nl<br />
Redactie Rianne Brink, Thijs Buirma, Max van Deurzen,<br />
Boyd van Dijk, Lotte Dijkstra, Mina Etemad, Meike Scholten<br />
Druk Grafiplan Nederland BV, www.grafiplan.biz<br />
Medewerkers Daan Borrel, Jette van Exter, Cathalijne Gietman, Schrijven of illustreren voor <strong>Babel</strong>?<br />
Julia Keers, Anne Meijnderts, Simone van Saarloos, Nathalie Surup, <strong>Babel</strong> heeft regelmatig plaats voor nieuw schrijftalent, fotografen<br />
Sietske van der Veen, Marcella Veldthuis, Angela Wals,<br />
Mara Wierstra<br />
Eindredactie Myrthe Geerts, Katrijn van Hauwermeiren,<br />
en illustratoren. Mail ons je CV en recent werk.<br />
Marloes de Jong, Irshad Juman, Wandert Logcher,<br />
cover /// thomas Huisman<br />
Februari 2011<br />
Femke Vandevelde, Linda Wit<br />
3
‘Literatuur<br />
is gewoon<br />
vermaak’<br />
4 <strong>Babel</strong>
AAn de tAnd<br />
ronald Giphart:<br />
‘Schrijven is scheppen en waaien’<br />
Toen Ronald Giphart vorig jaar met zijn<br />
nieuwste roman begon, wilde hij over<br />
Friesland schrijven. Het werd IJsland. ‘IJsland<br />
is veel spannender.’ Alleen het eerste hoofdstuk<br />
speelt zich nog in Friesland af. Daar ontmoet<br />
hoofdpersoon Giph zijn nieuwe vriendin Teaske.<br />
Ze is zwanger van een ander, maar dat weerhoudt<br />
de groeiende liefde tussen de veertigers niet. Het<br />
zoontje van Teaske, al gauw ‘hun’ zoontje, wordt<br />
met een tumor geboren en moet linea recta terug<br />
naar het ziekenhuis.<br />
Autobiografie ‘separates the boys from<br />
the men’<br />
Ronald Giphart maakte eenzelfde soort martelgang<br />
mee als personage Giph. Zijn derde zoon<br />
werd met een tumor geboren en verbleef tien<br />
weken in het ziekenhuis. Giphart hield, net als Giph<br />
in IJsland, feitenboekjes bij. Dat was voor hem een<br />
van de weinige manieren om een beetje controle<br />
te houden. Over die periode zegt Giphart nu: ‘Het<br />
verbaasde me bijna, ik was al veertig en toch stond<br />
mijn bestaan te trillen op zijn grondvesten. Ik had<br />
niet gedacht dat ik zo uit het veld te slaan was.’<br />
In eerste instantie was hij dan ook niet van plan<br />
er een boek over te schrijven. Maar de inmiddels<br />
overleden schrijver en vriend Martin Bril spoorde<br />
hem aan. Hij vond: kunnen schrijven over je eigen<br />
leven ‘separates the boys from the men’. Het autobiografisch<br />
schrijven is als ‘research in je eigen<br />
leven’, beaamt Giphart. ‘Een boek als IJsland is eigenlijk<br />
heel moeilijk. Het is veel makkelijker om<br />
helemaal voor fictie te gaan. Ten eerste omdat je<br />
dan je verbeelding de vrije loop kan laten gaan,<br />
maar ook omdat ik er dan niet voortdurend op<br />
word gewezen dat ik dit heb meegemaakt in mijn<br />
eigen leven. Dit gaat echt over mij.’<br />
Zijn allereerste roman, Ik ook van jou, schreef<br />
Giphart tijdens zijn werkuren als nachtportier in<br />
een ziekenhuis. Hij was toen net gestopt met zijn<br />
studie Nederlands in <strong>Utrecht</strong> om zich volledig op<br />
het schrijverschap te richten. Over zijn debuut<br />
zegt Giphart: ‘Dat was écht autobiografisch! Maar<br />
Met IJsland heeft Ronald Giphart (1965) na vijf jaar weer een roman<br />
uitgebracht. Als vanouds gaat het over Giph. Maar het is niet de Giph die<br />
we kennen: de grappen zijn weg, de seks is verdwenen, er valt niet zoveel<br />
meer te lachen. <strong>Babel</strong> sprak met Giphart over ontnuchterende literatuur<br />
en autobiografische romans als IJsland: ‘Ik denk niet dat ik zo’n boek snel<br />
nog een keer zal schrijven.’<br />
ik zat er niet mee. Ik bedoel, de hoofdpersoon heet<br />
ook Ronald, hoe autobiografisch wil je het hebben?<br />
Maar bij Giph (spreek uit als ‘gif’ - red), mijn<br />
tweede boek, heb ik bedacht: ik ga dat helemaal<br />
loskoppelen. Ik ga suggereren dat het autobiografisch<br />
is, maar ik ga hem allemaal dingen laten<br />
meemaken die ik niet zo heb meegemaakt. Giph is<br />
verbeelding.’<br />
‘Een flits, post-its en<br />
een beetje waaien,<br />
dat is een roman’<br />
de flits van Flaubert<br />
Of IJsland – en de bijzondere afloop van de roman<br />
– een verwerking is van de moeilijke periode toen<br />
zijn zoon in het ziekenhuis lag, laat Giphart aan de<br />
lezers over. ‘Misschien heeft het iets licht therapeutisch,<br />
dat schrijven, maar het is allemaal niet zo<br />
romantisch als men denkt. Je experimenteert met<br />
een aantal eindes en kiest vervolgens welke het<br />
beste past.’ Zijn werkwijze mag dan weinig romantisch<br />
zijn, Giphart is zichtbaar gepassioneerd wanneer<br />
hij vertelt over de structurele aanpak die aan<br />
een roman voorafgaat. Hij staat op uit zijn stoel, om<br />
op de witte muur achter hem uit te beelden hoe dat<br />
precies gaat. Even lijkt daar dan toch een romantisch<br />
element: ‘Flaubert zegt: “Je ziet een boek in<br />
een flits voor je.” Zo had ik dat met de roman waar<br />
ik nu weer aan werk. Ik zag een schrijver, zijn zoon<br />
die sommelier is, en een affaire tussen de vader en<br />
de vriendin van de zoon.’ Maar die flits slaat eigenlijk<br />
nergens op. Want vervolgens denk je: hoeveel<br />
bladzijden moet het worden, hoeveel hoofdstukken?<br />
Dan schrijf ik talloze post-its vol met ideeën<br />
en plak ik die op de muur. Zo ontstaat uiteindelijk<br />
de structuur van het boek.’ Giphart haalt een grote<br />
doos uit de kast. ‘Hier, mijn voorbereidingen voor<br />
IJsland.’ Hij haalt er allerlei papieren, knipsels en<br />
post-its uit. Zo ontnuchterend is dat dus, een boek<br />
schrijven: het begint allemaal op post-its. ‘Toen ik<br />
tekst /// Lotte Dijkstra en Simone van Saarloos<br />
jong was,’ vertelt Giphart, ‘had ik een ongelooflijk<br />
mystiek beeld van schrijvers en hun werk. Ik nam<br />
de literatuur ontzettend serieus. Als een schrijver<br />
iets zei of vond, dan was dat beduidend beter dan<br />
wanneer een groenteboer iets zei of vond. Maar<br />
dan ontmoette je eindelijk een van die auteurs,<br />
bleek zo een man gewoon Studio Sport te kijken.<br />
Helden vallen van hun voetstuk, dat is volwassen<br />
worden. Schrijven blijkt uiteindelijk gewoon techniek,<br />
geen blinde vlaag van genialiteit gestimuleerd<br />
door zuipen in de kroeg.’<br />
Geëngageerd schrijven<br />
Gipharts romantische, ergocentrische idee – de<br />
visie dat het allemaal om het werk zelf draait, niet<br />
om de poespas eromheen – van literatuur is aan<br />
diggelen: ‘Ik ben er inmiddels achter gekomen dat<br />
literatuur een totaal andere functie heeft, namelijk:<br />
het is een venster naar de wereld toe, het is vermaak.<br />
Het is een manier om naar de wereld te<br />
kijken en een manier om je met de wereld te vermaken.<br />
Dat betekent dat er in een roman gebeurtenissen<br />
en dingen moeten plaatsvinden die mij<br />
iets leren over de wereld waarin ik leef. Ik hou van<br />
boeken die zich in mijn tijd afspelen.’ UvA-hoog-<br />
leraar Thomas Vaessens stelt in zijn spraakmakende<br />
boek De revanche van de roman niet voor<br />
niets dat Giphart een geëngageerd auteur is. Zelf<br />
houdt de romanschrijver zich hier niet zo mee<br />
bezig: ‘Ik wil over mijn tijd schrijven. Als eerste<br />
lezer van het boek dat ik aan het schrijven ben,<br />
vind ik dat interessanter dan wanneer ik maar gewoon<br />
wat zit met mijn verbeelding zit te waaien. Al<br />
ben ik in mijn nieuwste roman overigens wel weer<br />
met dat waaien bezig.’<br />
het periodiek systeem der schrijvers<br />
Waar Giphart zich in ieder geval niet mee bezighoudt<br />
is met wat anderen van hem vinden. Of<br />
chiquer gezegd: met waar hij zich bevindt in het<br />
literaire veld. Met zijn optredens voor Nightwriters<br />
staat hij naast bestsellerauteur Kluun en thrillerschrijfster<br />
Marion Pauw. Op scholen wordt hem regelmatig<br />
gevraagd of zijn boeken wel literair zijn,<br />
Februari 2011 5
6<br />
‘Helden vallen<br />
van hun voetstuk,<br />
dat is volwassen<br />
worden’<br />
Beeld /// thomas Huisman<br />
maar zulke oordelen interesseren hem niet. Dat hij<br />
in de jaren negentig werd weggezet als de ultieme<br />
representant van de zogenoemde ‘Nix-generatie’,<br />
vindt hij voor zichzelf irrelevant, maar hij begrijpt<br />
dergelijke vragen wel: ‘Ik vind het heel goed dat<br />
wetenschap op zo’n manier probeert te duiden<br />
wat er in de literatuur aan de hand is, daar heb ik<br />
met liefde ook aan meegedaan en dat lees ik ook<br />
graag. En zo’n term als Nix… nou ja, whatever. Eigenlijk<br />
een beetje treurig dat jullie daar nog steeds<br />
mee geconfronteerd moeten worden.’ Toen hij<br />
nog Nederlands studeerde, benaderde Giphart de<br />
literatuur anders: ‘Ik heb, samen met Bert Natter<br />
en Jean Marc van Tol (de striptekenaar van Fokke<br />
en Sukke die toen nog schrijver wilde worden -<br />
red) gedweept met literatuur. Bij mij thuis had ik<br />
een grote witte muur – ik hield erg van scheikunde,<br />
ik heb altijd getwijfeld of ik scheikunde zou gaan<br />
studeren – met daarop het periodiek systeem der<br />
elementen. Wij hadden het periodiek systeem der<br />
schrijvers. We hadden ze allemaal in dat systeem<br />
ondergebracht.’<br />
‘Schrijven is de<br />
grootste bevrediging’<br />
Nu, vele romans en een indrukwekkend oeuvre<br />
aan columns, essays en gastronomische verslagen<br />
later, wijdt Giphart zich weer aan de weten-<br />
schap. Vanaf februari 2011 is hij schrijver op<br />
locatie aan de Vrije <strong>Universiteit</strong>. ‘De wetenschap<br />
bemoeit zich met het échte scheppingsverhaal.’<br />
Giphart voelt zich thuis in de wetenschap: ‘Als<br />
schrijver ben ik ook een schepper.’<br />
Met zo’n honderdvijftig studenten – ‘Ik laat me<br />
inspireren door dit getal uit het boek The Wisdom<br />
of Crowd, waaruit blijkt dat de massa de waarheid<br />
het beste kent’ – wil hij de balans opmaken: hoe<br />
belangrijk zijn literaire grootheden nu echt? ‘Nu de<br />
grote drie – Mulisch, Hermans en Reve – dood zijn,<br />
kunnen we eens goed onderzoeken hoe belangrijk<br />
zij zijn voor de Nederlandse literatuur.’<br />
We eindigen ons gesprek met een dilemma: nooit<br />
meer lekker eten of nooit meer schrijven? Beide<br />
gaan culinair fanaat Giphart aan het hart. Hij<br />
twijfelt dan ook, maar stelt uiteindelijk: ‘Dan toch<br />
maar nooit meer lekker eten. Kijk, als je schrijft<br />
dan kun je tenminste nog verbeelden dat je lekker<br />
eet. Het bevredigen van de zinnen in het schrijven<br />
is groter dan elke andere vorm van bevrediging.<br />
Hoewel, als je me nu vraagt: nooit meer seks of<br />
nooit meer schrijven…’<br />
<strong>Babel</strong>
kUnSt in de StAd<br />
reclame: koud kunstje?<br />
Een goede openingszin is niet alleen handig in de kroeg. Ook de reclamewereld<br />
kan niet zonder. Een sterk motto is goud waard, zo blijkt uit de tentoonstelling<br />
Reclameklassiekers in de Beurs van Berlage, waar meer dan 150 reclameslogans<br />
uit de afgelopen honderd jaar pure nostalgie oproepen. Maar is er ook aandacht<br />
voor de visuele kunst die reclame kan zijn?<br />
Een vakjury van ruim dertig communicatieprofessionals stelde de longlist<br />
samen. Voor hen zijn het merknamen als Yogho!Yogho! en Smiths’<br />
Flippo’s that bring back memories. Maar het kan nog verder terug in de<br />
tijd. Al in de jaren twintig van de vorige eeuw leerde reclame ons welk product<br />
thuis niet mocht ontbreken. Via radio of affiche welteverstaan, want de<br />
eerste commercial verscheen pas in 1967 op televisie. Voorbeelden van een<br />
eeuw lang reclame hangen overzichtelijk in de ruimte, gesorteerd op thema’s<br />
als Jeugdcultuur, Oorlog, de Nederlandse Identiteit, BN’ers, en Spaaracties.<br />
Een overdaad aan reclameleuzen wordt op de bezoe-ker afgevuurd. Wat de<br />
tentoonstelling echter vooral kenmerkt, is de grote afwezigheid van authentieke<br />
reclameaffiches. Het is vooral de herinnering aan de tekst die centraal<br />
staat, waarbij de aandacht voor de artistieke kwaliteit van reclame onderbelicht<br />
blijft. De enige écht tastbare getuigenissen uit ons reclameverleden<br />
zijn enkele HAK-blikjes, Zeeman boxershorts en Unox mutsen in een hoekje<br />
van de grote hal.<br />
Het is duidelijk niet de boodschap authentieke affiches te tonen als kunstwerk.<br />
Reclameklassiekers bepleit juist dat reclame eigenlijk géén kunst is,<br />
maar een trucje dat zich om de zoveel jaar op dezelfde manier herhaalt. Luis-<br />
teraars van het Wuppie-lied zouden bijvoorbeeld eens moeten luisteren naar<br />
het Boffie-lied dat Louis Davids enkele decennia eerder al voor Albert Heijn<br />
componeerde. Die stelling is betreurenswaardig, want juist in de reclamewereld<br />
hebben heel wat vooraanstaande kunstenaars aan een campagne<br />
meegewerkt. De fotografen Erwin Olaf (Diesel, 1998), Anton Corbijn (G-Star,<br />
2009) en Ed van der Elsken (Puch, 1969) gaven aan reclameposters letterlijk<br />
en figuurlijk hun artistieke blik mee. Ook de vroeg twintigste eeuwse kunstenaars<br />
Jacob Jongert (Van Nelle, 1933) en Cassandre (Droste 1931) maakten<br />
van reclameaffiches iets bijzonders. Hun affiches genereerden namelijk niet<br />
alleen een flinke portie media-aandacht, maar werkten daarnaast ook statusverhogend<br />
op het merk. Bovendien verandert een simpel reclameaffiche door<br />
de kunstenaars-hand in iets origineels en unieks.<br />
Gelukkig wordt de uniciteit en artistieke kwaliteit van reclame wel nagestreefd<br />
en benadrukt búíten de expositie. Vorig jaar brachten reclamebureaus Mother<br />
en Mekanism bijvoorbeeld enkele kunstenaars in New York samen om op<br />
ambachtelijke wijze een gigantisch billboard voor Stella Artois te schilderen.<br />
Malcolm Murray maakte van het proces de kleine documentaire Up There.<br />
Ook op andere manieren wordt de artistieke kant van reclames bepleit. Zo<br />
schilderde het collectief Public Ad Campaign in korte guerrilla-acties tientallen<br />
billboards wit, om de rust op straat terug te brengen. De groep maakte<br />
van de billboards hun eigen kunstwerk. Inmiddels is niet alleen de straat het<br />
podium, maar is hun werk ook te zien in galeries. Zo wordt reclame kunst,<br />
en andersom. Reclame is dus veel meer dan een goede openingszin: communicatie,<br />
in tekst maar vooral ook in beeld. Soms een uitgekauwde truc, maar<br />
tekst /// Meike Scholten<br />
daarnaast ook al ruim een eeuw esthetisch verantwoord vermaak. In februari<br />
in de Beurs van Berlage, of gewoon op straat.<br />
Beeld /// Pacifistisch Socialistische Partij 1971<br />
de tentoonstelling Reclameklassiekers is nog tot en met 27 februari<br />
iedere dag van 11.00 tot 17.00 uur te zien. kaarten kosten €12,50.<br />
daarnaast geven reclamegoeroes vrijwel iedere dag gratis toe-<br />
gankelijke lezingen in het BeursCafé. kijk voor meer informatie op<br />
www.reclameklassiekers.nl.<br />
Februari 2011 7
de hoRt op<br />
Van Dis verklaart de liefde aan Afrika<br />
Adriaan van Dis vertelt over Zuid-Afrika aan de hand van zijn<br />
laatste roman Tikkop, die verhaalt over twee blanke mannen<br />
met een hart voor Zwart Afrika. Apartheid, corrupte leiders en<br />
verslaafde jongeren maken het de mannen niet gemakkelijk<br />
hun idealen te verwezenlijken. Columnist Stephan Sanders (Vrij<br />
Nederland) voelt Van Dis aan de tand – het publiek is van harte<br />
uitgenodigd hem hierbij een handje te helpen.<br />
Wat: Schrijversavond Adriaan van Dis<br />
Waar: De Balie, Kleine Gartmanplantsoen 10<br />
Wanneer: 8 februari, 20.00 – 22.00 uur<br />
toegang: € 5,- voor studenten, gratis voor leden van<br />
Helios (Neerlandistiek) met reservering<br />
Een gouden randje<br />
Men neme: prikkelende videobeelden, betoverend gitaarspel en<br />
wonderlijke geluiden. Duizendpoot Leon Giese brouwt van deze<br />
ingrediënten een bijzondere zoektocht naar de winnaar van zijn<br />
zelfbedachte prijs Het Gouden Randje. Onder de genomineerden<br />
bevinden zich onder anderen een Australische Free Hugger en<br />
een Londense straatartiest die met kauwgom schildert. Bepaal zelf<br />
wie er wint en stem!<br />
Wat: Mondo Leone; Genomineerd<br />
Waar: De Kleine Komedie, Amstel 56-58<br />
Wanneer: 13 februari, 20.15 uur<br />
toegang: € 15,- maximaal (voor eerste rang)<br />
heRSenSpinSelS<br />
De depressie-epidemie<br />
Het had me makkelijker geleken als je een Nazgûl<br />
was geweest. Zo’n ringgeest uit The Lord of the<br />
Rings die me haast onder mijn bioscoopstoel<br />
liet kruipen omdat hij me zo aan de dood deed<br />
denken. Stel dat mensen konden zien hoe je in<br />
je zwarte mantel door de straten zou dolen, hoe<br />
je de lucht zou bevriezen, en hoe je het licht in<br />
de ogen van je slachtoffers zou dimmen. Als ze<br />
zouden schrikken bij je binnenkomst omdat je<br />
kleuren laat verbleken, geluiden vervlakt, en<br />
geuren oplost in het niets, zouden ze dan denken<br />
dat een aantal praatsessies jou wel konden<br />
verslaan? Als ze konden horen hoe je het nihilisme<br />
in je slachtoffers krijst, voelen hoe je ze<br />
van binnen uitholt en dwingt om als fantomen<br />
te leven, zouden ze je slachtoffers dan een pil<br />
voorschrijven?<br />
Liefde in oorlogstijd<br />
Als ze moesten toezien hoe jij je slachtoffers uit<br />
hun slaap hield, de betekenis uit hun woorden<br />
zoog, en ondoorbroken lofzangen op de dood<br />
fluisterde, zou iemand hun dan het advies geven<br />
om wat vaker te gaan joggen? Het schijnt dat je<br />
een epidemie aan het worden bent. Sommige<br />
psychiaters benadrukken jouw biologische<br />
grondslag, wijzen op de schade die je aan de<br />
amygdala in de hersenen toebrengt en verdedigen<br />
de antidepressiva. Anderen beweren dat je een<br />
resultaat bent van een competitieve en individualistische<br />
maatschappij waar geen plek meer is<br />
voor gevoel. Cognitieve therapie, mindfulness,<br />
lichttherapie en sint-janskruid worden tegen jouw<br />
leegte ingezet. Je bent zo’n succes voor de farmaceutische<br />
industrie dat er zelfs her en der pillen<br />
worden gegeven waar jij niet bent. Je bent onder<br />
Explosieve humor<br />
De Comedy Explosion is een mengelmoes van gevestigde<br />
cabaretiers en aanstormend talent. Onder hen bevinden<br />
zich onder anderen Javier Guzman, Adam Fields en<br />
Menno Stam. Elk weekend geeft het comedycollectief<br />
experimentele stand-up comedy ten beste in Theater in<br />
de Nes. Wordt het een avondje lachen, gieren, brullen of<br />
wordt er naar rotte eieren gegrepen?<br />
Wat: Comedy Explosion<br />
Waar: Theater in de Nes, Nes 110<br />
Wanneer: 12, 25 en 26 februari, 20.30 uur<br />
toegang: € 12,50 per kaartje<br />
Alles is geoorloofd in liefde en oorlog… Toch?<br />
De combinatie zorgde tijdens de Tweede Wereldoorlog<br />
voor talloze hartverscheurende verhalen.<br />
Met woord en beeld zuigt de tentoonstelling van het<br />
Verzetsmuseum je in de wereld van moffenmeiden,<br />
ondergrondse relaties en charmante bevrijders.<br />
Wie: Tentoonstelling over liefde tijdens WOII<br />
Waar: Het Verzetsmuseum, Plantage Kerklaan 61<br />
Wanneer: t/m 10 april<br />
toegang: € 7,50 p.p.<br />
jongeren de belangrijkste doodsoorzaak en maakt<br />
jaarlijks 1600 slachtoffers. Je glipt tussen de<br />
vingers van de psychiaters door, drijft patiënten<br />
tot wanhoop, en lonkt daarna met je witte vingers<br />
naar de nabestaanden. Niemand die het ziet. Ik<br />
mocht willen dat je een demon, een grijze geest,<br />
of een duister monster was dat gewoon voor me<br />
stond. Dan kon ik misschien – met wat geluk –<br />
nog een lichtje aansteken, het in je mantel gooien,<br />
en je in vlammen zien opgaan. Tot nu toe, ben je<br />
echter ongrijpbaar.<br />
tekst /// Julia Keers<br />
tekst /// Lotte Dijkstra<br />
8 <strong>Babel</strong>
VeldthUiS<br />
‘De onderwijscultuur is door en door rot’, stelde de historicus Bastiaan Bommeljé<br />
vorige maand in de Volkskrant. Hoe serieus moeten we de woorden<br />
nemen van iemand die zo ver van de onderwijswereld af staat? Nee, dan de<br />
bemoedigende stelling van mijn nieuwe collega op een MBO-school. Met mijn<br />
propedeuse Nederlands ben ik ‘bekwaam geacht door het bevoegd gezag’ om<br />
eerstejaars administratief medewerkers op MBO niveau 2 te onderwijzen. Op<br />
mijn eerste dag stelde de collega het volgende: ‘Je doet het goed als je iemand<br />
opleidt tot secretaresse en die persoon uiteindelijk buschauffeuse wordt. Je<br />
bent als docent al geslaagd als een leerling door jouw sturing uiteindelijk kan<br />
functioneren in de maatschappij.’<br />
De woorden van deze veteraan, die vorig jaar bij de laatste tien genomineerden<br />
voor leraar van het jaar zat, moeten we zeker ernstig nemen. Is<br />
de onderwijscultuur dan toch rot? Nog geen twee weken geleden stond<br />
het Malieveld vol met studenten die protesteerden tegen de bezuini-<br />
gingen in het onderwijs. Collegegeldverhoging voor een tweede studie, een<br />
langstudeerboete, instellingscollegegeld voor dertigplussers: de stoelpoten<br />
van de studenten worden allengs korter. Gelukkig kan ik de bezuinigingen zelf<br />
opvangen door te werken. Na mijn eerste les laat ik me in de docentenkamer<br />
uitgeput in een stoel zakken. Op het bureau voor me ligt een brochure over<br />
een conferentie voor managers in het onderwijs. Lusteloos blader ik er doorheen.<br />
Dooie boel. Tot ik halverwege ben en lees wat de managers zoal doen.<br />
Onderwijsmanagers kunnen kiezen uit verschillende workshops. Zo staat<br />
de onbegrijpelijke ‘uitdaging’ op het programma, waar deelnemers op basis<br />
van een persoonlijk ontwerp een element van klei maken en met de overige<br />
deelnemers een netwerk van verbindingen moeten uitbeelden dat als kunstwerk<br />
gepresenteerd kan worden. Dan valt mijn oog op de cursus ‘FlirtManagement’:<br />
‘U oefent de optimale gedrag (het staat er echt!) voor uw beroep<br />
en voor uw werkzaamheden. FlirtManagement laat u ook zien hoe u voor een<br />
geweldige sfeer kunt zorgen op de afdeling. U wordt beloond met begeerlijke<br />
VAn de FSR<br />
W<br />
erkgroepen zijn voor studenten vaak<br />
een bron van ergernis. Niet alleen eisen<br />
ze een zekere regelmaat in ons romantische,<br />
studentikoze bestaan, maar soms zit je ook<br />
opgescheept met medestudenten die zich niet<br />
hebben voorbereid, zodat die twee uur ook nog<br />
eens weggooide tijd is. Om de participatie in werkgroepen<br />
te bevorderen, is de aanwezigheidsplicht<br />
enkele jaren geleden vervangen door de participatieplicht.<br />
Maar wat betekent die naamsverandering<br />
nu concreet?<br />
Participatieplicht betekent, volgens de decaan<br />
van onze faculteit, dat aanwezigheid niet vereist<br />
is, behalve als er een praktische oefening op het<br />
programma staat. Praktische oefeningen kunnen<br />
bijvoorbeeld de volgende vorm aannemen:<br />
het maken van opdrachten, het houden van een<br />
mondelinge voordracht, het voeren van een debat<br />
en het analyseren van materiaal. Een prachtig<br />
plan - tenminste, zo klinkt het. Het vooronderstelt<br />
namelijk dat een werkgroep alleen maar bestaat<br />
uit cursisten die de stof hebben gelezen, de opdrachten<br />
hebben gemaakt en vol enthousiasme<br />
zitten om hun kennis met anderen te delen. Als<br />
er geen praktische oefening plaatsvindt in de<br />
werkgroep, hoef je niet te komen. Handig voor de<br />
minder gemotiveerde studenten die liever niet<br />
aanwezig zijn; en daarnaast voordelig voor de gemotiveerde<br />
studenten die altijd willen meedoen.<br />
Studenten die de participatie willen dwarsbomen,<br />
komen immers niet opdagen.<br />
Toch blijkt dit plan in de praktijk wat minder<br />
rooskleurig te zijn. Docenten willen immers maar<br />
al te graag dat studenten altijd aanwezig zijn en<br />
actief participeren. Dus wordt in iedere werkgroep<br />
een discussie georganiseerd, die vervolgens<br />
wordt omgedoopt tot een heus debat. Een debat is<br />
immers een praktische oefening. Of de werkgroep<br />
gaat over het onderwerp van een van tevoren<br />
ingeleverde opdracht. Ieder werkcollege wordt<br />
op deze manier dus toch verplicht; er is helemaal<br />
niets veranderd.<br />
tekst /// Marcella Veldthuis<br />
Flirtdiploma’s, FlirtPocketboekjes met 99 zakelijke flirttips en prestigieuze<br />
FlirtVisiteKaartjes.’<br />
Zouden ze naar deze praktijken verwijzen alsgezegd wordt dat het bij de<br />
studenten weggehaalde geld zal worden ingezet ‘ter verbetering van het<br />
onderwijs’? Quasi-ernstige onderwijsmanagers inpakken die zich in laten<br />
pakken. Dit wordt allemaal betaald van ons geld. Het bezuinigingspakket van<br />
de regering ligt op tafel, studenten moeten allemaal de buikriem aanhalen en<br />
duizend door ons overbetaalde mafkezen zitten dagenlang in een duur hotel<br />
annex congrescentrum te kleien en te flirten.<br />
Beeld /// Mickey Hoyle<br />
Participatie: verkapte aanwezigheidsplicht<br />
Daar moet wat aan gedaan worden. Participatieplicht<br />
moet geen vrijbrief zijn voor afwezigheid,<br />
maar al helemaal geen verkapte vorm van aanwezigheidsplicht.<br />
Werkgroepen moeten weer<br />
werkgroepen zijn waarin gefocust wordt op praktische<br />
oefeningen die bijdragen aan de kennis en<br />
vaardigheden van de student; zogenaamde praktische<br />
oefeningen die er slechts voor zorgen dat<br />
een lokaal gevuld is, dienen tot de verleden tijd<br />
te behoren. Regelingen in de trant van ‘bij twee<br />
keer afwezigheid geen toegang tot het tentamen’<br />
zouden dus helemaal niet toegestaan mogen zijn.<br />
Laten we de verantwoordelijkheid weer bij de<br />
student leggen. Die kan donders goed zelf bepalen<br />
of een werkgroep zonder praktische oefening<br />
bijdraagt aan zijn ontwikkeling. Op die manier<br />
zullen de werkgroepen weer gevuld zijn met<br />
gemotiveerde studenten die iets willen bijleren.<br />
tekst /// Jasper Bendermacher<br />
Facultaire studentenraad<br />
Februari 2011 9
EPortAGE<br />
is een breed begrip. In de media,<br />
op straat en in discussies wordt het begrip<br />
‘Allochtoon’<br />
veelvuldig gebruikt en meestal worden<br />
daarmee niet-westerse allochtonen bedoeld. Zo<br />
ook in dit artikel. Volgens de definitie van het Centraal<br />
Bureau voor de Statistiek (CBS) ben je een<br />
niet-westerse allochtoon wanneer ten minste een<br />
van je ouders is geboren in Afrika, Latijns-Amerika<br />
of Azië. Er zijn uitzonderingen: als je ouders in<br />
voormalig Nederlands-Indië of Japan zijn geboren,<br />
ben je een westerse allochtoon. Over de definitie<br />
valt te discussiëren, maar de vooroordelen blijven<br />
even hardnekkig.<br />
1. Allochtone studenten kiezen alleen een<br />
economische of juridische studierichting<br />
Het algemeen heersende idee is dat niet-westerse<br />
allochtonen een goede carrière van uiterst belang<br />
vinden. In hun moedercultuur is het belangrijk om<br />
de reputatie van jezelf en je familie niet te schaden<br />
en om succesvol te zijn; een baan waarmee je veel<br />
geld verdient en die je aanzien vergroot bij je eigen<br />
gemeenschap is daarom zeer aanlokkelijk.<br />
Uit verschillende onderzoeken blijkt dit idee<br />
daadwerkelijk te heersen onder niet-westerse<br />
allochtonen. Zij doen minder vaak nevenactivi-<br />
teiten naast hun studie, omdat ze zich meer richten<br />
op het halen van goede en snelle resultaten.<br />
De associatie met een economische of juridische<br />
studierichting komt doordat de vooruitzichten na<br />
de studie als veelbelovend worden gezien: goedverdienende<br />
banen die hoog in aanzien staan. Zo<br />
kiezen allochtone studenten vaak voor een economische<br />
studie om een eigen bedrijf te kunnen beginnen.<br />
Op het hbo kiest 35% van de niet-westerse<br />
allochtonen deze richting, maar ook bij au-<br />
tochtonen is economie populair (20%). In het wo<br />
is dit verschil veel minder groot (23% tegenover<br />
18%). Wat betreft juridische studies kiest maar<br />
een kleine 6% van de niet-westerse hbo-studenten<br />
hiervoor, terwijl dit percentage op het wo<br />
17% is.<br />
Alhoewel er onder niet-westerse allochtonen dus<br />
een lichte voorkeur bestaat voor economische of<br />
juridische studies, kan niet gesteld worden dat ze<br />
in deze richtingen oververtegenwoordigd zijn.<br />
2. een allochtone student blijft thuis wonen<br />
en zal nooit op kamers gaan<br />
Natuurlijk blijven niet alle allochtone studenten bij<br />
hun ouders wonen, maar ze zijn wel vaker thuiswonend<br />
dan autochtonen. Tenminste, als we het<br />
onderzoek van de gemeente Amsterdam mogen<br />
geloven dat vijf jaar geleden werd gepubliceerd.<br />
Daarin beargumenteerde de gemeente dat er in<br />
tekst /// Angela Wals en Mina Etemad<br />
Bikkelen vs. bier drinken<br />
Vijf hardnekkige vooroordelen over<br />
allochtone studenten<br />
Vooroordelen hebben mag eigenlijk niet, maar stiekem koesteren we ze<br />
allemaal. Voor één keer accepteren we deze natuurlijke hang naar<br />
stereotypering en toetsen we vijf banale stellingen over allochtone studenten.<br />
Welke vooroordelen zijn waar en welke delven het onderspit?<br />
‘Allochtone studenten<br />
doen minder naast<br />
hun studie’<br />
Beeld /// Aldert Bergstra<br />
het Amsterdams hoger onderwijs steeds meer<br />
niet-westerse studenten een hbo-studie volgen en<br />
dat hbo-studenten over het algemeen vaker thuis<br />
blijven wonen dan wo-studenten. Daarom zouden<br />
er meer niet-westerse studenten thuiswonend<br />
zijn. De cijfers die zij hiervoor gaven zijn echter<br />
weinig precies en onduidelijk.<br />
Tegelijkertijd was hun prognose dat de hoeveelheid<br />
en de participatie van niet-westerse allochtonen<br />
in het hoger onderwijs zou toenemen, wat<br />
kan betekenen dat deze resultaten anno 2011<br />
achterhaald zijn. Helaas zijn er verder geen nieuwe<br />
gegevens over dit onderwerp bekend.<br />
3. een allochtoon zal nooit zuipend en<br />
feestend bij een studentenvereniging te<br />
vinden zijn<br />
Hoewel studentenverenigingen geen administratie<br />
van de nationaliteit van hun leden bijhouden, is<br />
het duidelijk dat het aandeel allochtonen gering is.<br />
Een schatting van het bestuur van LANX is dat 8%<br />
van de 900 leden een andere nationaliteit heeft<br />
(wat dus niet hetzelfde is als ‘allochtoon’, maar<br />
die gegevens konden ze niet geven). Bij de kunst-<br />
studentenvereniging Particolarte is maar één van<br />
de 74 leden van niet-westerse afkomst, terwijl ze<br />
er wel naar streven dit aantal te vergroten vanwege<br />
hun focus op cultuur.<br />
Vaak vinden allochtone studenten de borrelcultuur<br />
niet erg verleidelijk, was de indruk van Sebastiaan<br />
Aalst in een onderzoek over activiteiten naast de<br />
studie onder allochtonen. Dat zal vast zo zijn voor<br />
islamitische studenten, maar het verklaart niet<br />
waarom er ook veel minder Afrikanen of Chinezen<br />
een brasjasje aantrekken. Dat kan, volgens het Expertisecentrum<br />
Allochtonen in het Hoger Onderwijs<br />
(ECHO), komen doordat allochtone studenten<br />
bij de traditionele verenigingen nauwelijks andere<br />
allochtonen zien en daardoor minder snel geneigd<br />
zijn zich erbij aan te sluiten.<br />
4. Allochtonen zoeken elkaar altijd op<br />
‘Klopt, maar dit geldt voor alle studenten met<br />
dezelfde interesses’, vindt Tugba Aydin. Tugba<br />
10 <strong>Babel</strong>
is lid van de Turkse studentenvereniging Anatolia.<br />
Deze vereniging heeft 230 leden uit verschillende<br />
steden in de Randstad. ‘Turkse studenten<br />
zijn gewone studenten, maar met net even andere<br />
kenmerken en interesses. Wij willen het saamhorigheidsgevoel<br />
onder de leden bevorderden.’<br />
Volgens Tugba is het niet typisch Turks of ‘allochtoons’<br />
om elkaar op zoeken, maar doen alle studenten<br />
dat.<br />
Volgens Sebastiaan Aalst komen allochtoon<br />
georiënteerde verenigingen steeds vaker voor,<br />
maar er is absoluut geen sprake van een sterke<br />
trend. De hoeveelheid autochtone studenten die<br />
actief zijn in het studentenleven steekt nog altijd<br />
ver boven de hoeveelheid allochtone actieve-<br />
lingen uit.<br />
Een student op het forum van Jonc.nl (Jongeren<br />
Organisatie Nederlandse Chinezen) vindt dat<br />
Chinese studenten elkaar wel wat vaker mogen<br />
opzoeken: ‘Het valt mij op dat ik de meeste Chinese<br />
studenten alleen in de collegezaal zie en niet<br />
daarbuiten. Er is niets mis met nerds. Studie en<br />
hard werken vormen de hoeksteen van de Chinese<br />
maatschappij. Maar toch wel jammer dat je Chinezen<br />
niet vaker in het studentenleven tegenkomt.’<br />
Kortom, het valt dus allemaal wel mee met het<br />
klitgedrag van allochtone studenten.<br />
BoRRel<br />
GAMMA-drang<br />
Eens in de zoveel tijd begint er een onrustig gevoel in mij te borrelen. Deze<br />
gejaagdheid ontstaat niet als ik 33 dingen per dag moet doen, maar juist als ik<br />
een periode vol rust heb ingepland. Meestal dan. Het zit in mijn familie. Mijn<br />
vroegste herinnering aan mijn broertje is dat hij op zondagochtend om half<br />
zeven woest stampend naast het bed van mijn ouders stond en schreeuwde:<br />
‘Ik wil NU een Super Soaker 275GX kopen!’ Geen enkel argument, bijvoorbeeld<br />
dat de Bart Smit niet geopend was op zondagochtend, kon hem van zijn plan<br />
weerhouden. Hij wilde die Super Soaker en wel meteen.<br />
Als ik onrustig word is de enige plek die mij echt kan kalmeren de GAMMA.<br />
Immers, wanneer ik eens rustig op de bank in de huiskamer zit, zie ik pas dat<br />
alles anders moet. In sneltempo begeef ik mij vervolgens naar de doe-hetzelfzaak.<br />
Zodra ik het industrieterrein opfiets, zie ik het licht. Ineens adem<br />
ik weer rustig in en uit. Er straalt een kalmte uit de brede lanen in de winkel<br />
en de goed gevulde, gesorteerde schappen maken dat ik langzaam zen word.<br />
Dat meisje dat in de GAMMA rondloopt, op zoek naar de juiste maat<br />
pluggen, is slechts een tijdelijke vorm van mijn ik. Ik mag hier onbenullige<br />
vragen stellen als: ‘Wat is dan precies het verschil tussen zijde- en hoogglans?’<br />
Ik geniet van dit personage en van de reactie op mijn bezoek. Van de opkijkende<br />
blikken van de mannen in de rij achter mij, als ik verzekerd aan de kassa<br />
mijn GAMMA Voordeel-pas tevoorschijn haal uit mijn portemonnee. Er wordt<br />
op deze plek helemaal niets van mij verwacht. Ik hoef alleen maar rond te<br />
dwarrelen met een geïnteresseerde blik, en dat zorgt al voor bewondering<br />
van de andere bezoekers. Eenmaal thuis tussen al mijn aankopen is mijn<br />
innerlijke onrust helemaal verdreven. En dan moet ik jammer genoeg nog<br />
beginnen met klussen.<br />
tekst /// Daan Borrel<br />
5. Allochtone vrouwen zijn ijveriger dan de<br />
mannen<br />
In het studiejaar 2009-2010 stonden 634 duizend<br />
studenten ingeschreven. Ongeveer een derde<br />
studeerde aan een universiteit en 13% daarvan<br />
bestaat uit niet-westerse allochtonen. De deelname<br />
aan het hoger onderwijs stijgt al jaren en<br />
dat komt onder meer doordat steeds meer allochtonen,<br />
vooral meer vrouwen, gaan studeren. Het<br />
gemiddelde instroompercentage (eerstejaarsstudenten<br />
per leeftijd gedeeld door het bevolkingsaantal<br />
van die leeftijd (CBS)) van bijvoorbeeld<br />
Turkse en Marokkaanse vrouwen is 48%, terwijl<br />
dat voor de mannen slechts 38% is. Surinaamse<br />
vrouwen stromen met gemiddeld 65% veel vaker<br />
in het hoger onderwijs in dan de mannen (50%).<br />
Onder de studerende Surinamers bevinden zich<br />
veel zogenoemde studiemigranten die speciaal<br />
naar Nederland zijn gekomen om te studeren.<br />
Er gaan dus meer vrouwen studeren dan mannen,<br />
maar heeft dit alleen met ijver te maken? Een<br />
studente van Marokkaanse afkomst denkt van<br />
wel en voegt daaraan toe: ‘Voor veel Turkse en<br />
Marokkaanse meisjes is studeren een mogelijkheid<br />
om jezelf te ontdekken en onafhankelijk te<br />
worden. Mannen krijgen van huis uit vaak meer<br />
bewegingsvrijheid dan vrouwen. Als vrouwen stu-<br />
Beeld /// thomas Huisman<br />
deren, kunnen ze vrijer bewegen, zolang het maar<br />
voor school is. Vrouwen zijn daardoor ook serieuzer.<br />
Ze willen zo snel mogelijk afstuderen zodat ze<br />
daarna hun eigen ding kunnen doen.’<br />
Deze stelling gaat overigens niet alleen op voor<br />
vrouwelijke allochtone studenten, maar ook voor<br />
aan de universiteit studerende vrouwen in het algemeen.<br />
Volgens een onderzoek van de Vereniging<br />
van <strong>Universiteit</strong>en (VSNU) presteren vrouwelijke<br />
wo-studenten beter dan mannen. Ze studeren<br />
meer en behalen sneller een diploma.<br />
Bovenstaande resultaten zijn<br />
verkregen uit verschillende onder-<br />
zoeken van het CBS, gemeente<br />
Amsterdam, SeR, nieuwgeneratie.<br />
net, VSnU en het onderzoek van<br />
Sebastiaan Aalst voor het Ministerie<br />
van onderwijs, Cultuur en Wetenschap.<br />
het is niet onze bedoeling<br />
om met de verkregen resultaten een<br />
claim te maken op de waarheid.<br />
Februari 2011 11
de ColleGehoppeR<br />
conflict zonder einde<br />
In 1996 organiseerde een aantal UvA-studenten de conferentie voor het<br />
eerst. Ze wilden medestudenten de kans geven meer te leren over internationale<br />
politiek in het algemeen en de Verenigde Naties in het bijzonder.<br />
Tegenwoordig komen studenten van over de hele wereld naar Amsterdam om<br />
de conferentie bij te wonen.<br />
Ik schuif aan bij de lezing ‘Israel and settlement activities in East Jerusalem’,<br />
een evergreen in de internationale politiek. Het conflict tussen Palestina en<br />
Israël is zo oud als de weg naar Rome. De pogingen van de VN om er vrede te<br />
stichten zijn onderhand ook al meer dan een halve eeuw bezig. De spreker van<br />
de lezing is diplomaat Robert H. Serry, ooit student Politicologie aan de UvA.<br />
12<br />
Beeld /// Angela Wals<br />
Voor de meeste geesteswetenschappers is januari een collegevrije maand. Dat<br />
gold echter niet voor de deelnemers aan de UNISCA-conferentie. Op 8 januari<br />
waren er verschillende lezingen over de activiteiten van de Verenigde Naties.<br />
<strong>Babel</strong> bezocht het college van de Nederlandse diplomaat Robert H. Serry.<br />
college: Israel and settlement activities in East Jerusalem,<br />
zaterdag 8 januari, 10.00 – 11.30 uur.<br />
docent: Robert h. Serry<br />
inhoud: het israel-palestina conflict belicht door een prominent<br />
Vn-diplomaat.<br />
publiek: deelnemers aan de UniSCA-conferentie.<br />
eindcijfer: 7,5<br />
Weet jij een college dat <strong>Babel</strong> móet bijwonen, schroom dan niet te<br />
mailen naar: babel-fgw@uva.nl.<br />
tekst /// Max van Deurzen<br />
Hij is adviseur van secretaris-generaal Ban Ki-moon en bovendien special<br />
coordinator van het vredesproces in het Midden-Oosten.<br />
Dat het hier om een bijzonder college gaat, blijkt al bij binnenkomst in de<br />
collegezaal. Op de tafels staan vlaggen en bordjes van diverse landen. Het<br />
wordt duidelijk dat ik niet zomaar bij een lezing ben, maar bij een vergadering<br />
van de Fourth Committee, een van de politieke organen van de VN. De<br />
aanwezige studenten spelen later op de dag een vergadering na van deze<br />
commissie. De Fourth Committee behandelt onder andere de kwestie van<br />
Israëlische kolonisten in het Palestijnse Oost-Jerusalem.<br />
Voor de lezing begint is er echter een probleem: de stoel achter de vlag van<br />
Israël blijft angstvallig leeg. ‘Israel won’t come’, deelt de vertegenwoordiger<br />
van Groot-Brittannië mee. De afwezigheid van Israël is wel typisch, want het<br />
werkt de besluiten en de regels van de VN constant tegen. Terwijl Serry de<br />
geschiedenis van het conflict schetst, blijkt dat de VN al lange tijd probeert<br />
vrede te stichten en een onafhankelijke Palestijnse staat naast Israel wil<br />
creëren (de zogenaamde Two-State Solution). Ondertussen blijft Israël maar<br />
koloniseren in Oost-Jeruzalem en andere Palestijnse gebieden. Volgens Serry<br />
is de kolonisatie van Oost-Jeruzalem het belangrijkste obstakel tot vrede.<br />
‘Hoe creëer je een Palestijnse staat terwijl Israël blijft vasthouden aan zijn<br />
kolonies?’ vraagt hij zich af. De VN zit eindeloos te vergaderen, terwijl<br />
Israël zich in de praktijk niks van anderen aantrekt en gewoon doorgaat met<br />
koloniseren.<br />
Tijdens de lezing blijkt dat Serry veel weet over het conflict. Het enige<br />
teleurstellende is dat hij minder uitwijdt over zijn eigen rol hierin. Nu is het<br />
zoals eerder gezegd ook niet een normale lezing, maar eentje waarvoor de<br />
deelnemers zich al tijden hebben voorbereid. De rol van Serry bij UNISCA<br />
was dus ook niet om anekdotes te vertellen over zijn werk, maar vooral om<br />
studenten achtergrondinformatie geven over het conflict. Toch is het voor<br />
mij, als relatieve nitwit, jammer dat Serry niet vertelt over hoe hij persoonlijk<br />
bijdraagt aan het vredesproces. Dat geeft het mij gevoel dat de aanwezigheid<br />
van Serry niet voldoende wordt benut. Het verhaal dat hij hier vertelt, hoewel<br />
zeer informatief, had net zo goed door een andere expert van het conflict<br />
tussen Israël en Palestina verteld kunnen worden.<br />
Gelukkig vertelt Serry tegen het einde van het college dan toch een anekdote.<br />
‘Hebben de resoluties over het conflict eigenlijk wel nut?’ vroeg Ban Ki-Moon<br />
hem eens toen ze samen door Jeruzalem liepen. De eindeloosheid van het<br />
conflict lijkt het belangrijkste thema te zijn van de lezing. ‘Heeft uw werk dan<br />
eigenlijk wel nut?’ vraagt een student dan ook tegen het eind van het college.<br />
Gelach over deze stoutmoedige vraag stijgt op in de zaal, al is die zeker<br />
legitiem. Serry pareert de vraag op behendige wijze door te zeggen dat hij<br />
juist vanwege de complexiteit van het conflict het werk zo fascinerend<br />
vindt. ‘Maar er moet wel beweging in komen’, benadrukt hij tot slot. ‘2011<br />
wordt een belangrijk jaar voor de VN wat betreft het vredesproces in Israël.<br />
Als er niet snel beweging komt in de zaak, zullen zij hun geloofwaardigheid<br />
verliezen. Het is twee voor twaalf. Nee, misschien zelfs al twee over twaalf,<br />
voor de landen die zich voor vrede inzetten.’<br />
<strong>Babel</strong>
AcHtErGronD tekst /// Jette van Exter<br />
Gedrenkt in mystiek<br />
De oorsprong van Valentijnsdag<br />
V..eertien februari is de dag, waarop iemand<br />
zijn of haar geliefde, anoniem, kan verrassen<br />
met een kaart of cadeau. De eerste<br />
valentijnskaart die bekend is, dateert uit het jaar<br />
1415, en was afkomstig van de Hertog van Orléans.<br />
Het duurde echter nog enkele eeuwen voordat de<br />
dag aan populariteit won. Pas in de negentiende<br />
eeuw werd Valentijnsdag een populaire feestdag<br />
in Victoriaans Engeland, maar waar de dag<br />
daadwerkelijk zijn oorsprong vindt, is onduidelijk.<br />
Vanuit Engeland werd de viering overgebracht<br />
naar Amerika en vervolgens naar het Europese<br />
vasteland. Dat de feestdag juist in Engeland populair<br />
werd, heeft te maken met de Victoriaanse<br />
cultuur. In de destijds heersende preutsheid was<br />
Valentijnsdag de enige dag waarop men een ander<br />
de liefde kon verklaren, al was het anoniem.<br />
‘Overal wordt je<br />
geconfronteerd met<br />
rozen of zoetsappige<br />
kaartjes’<br />
Ondanks de grote onduidelijkheid is Valentijnsdag<br />
inmiddels ook een gerenommeerde feestdag<br />
in Nederland. Er bestaan vele legendes over de<br />
herkomst en tot op heden is er niet één verhaal dat<br />
als waarheid wordt erkend; de geschiedenis is omstreden.<br />
Drie vertellingen domineren de discussie,<br />
maar er bestaan daarnaast nog andere mythes die<br />
vaak in elkaar verweven zijn.<br />
De mysterieuze Valentijnsdag bevat overblijfselen<br />
van zowel Romeinse als christelijke legendes. Eén<br />
van de oudste dateert uit de Romeinse tijd. In het<br />
oude Rome was veertien februari de feestdag voor<br />
Juno, godin van de vrouw en het huwelijk. Tijdens<br />
dit vruchtbaarheidsfeest, ‘Lupercalia’, werden er<br />
lootjes getrokken door de mannen, met namen<br />
van de aanwezige vrouwen erop. De naam op het<br />
Zodra de kerstversiering uit de schappen verdwijnt, is het tijd voor de volgende<br />
commerciële exploitatie van de consumptiemaatschappij: Valentijnsdag.<br />
Etalages worden versierd met hartjes, rozen en veel rood. Beertjes met gadgets<br />
in de handen zijn ruim vertegenwoordigd en de Knuffelrock Top 10 schalt uit<br />
de boxen. Velen doen er elk jaar weer aan mee, zonder stil te staan bij de vraag<br />
waarom we dat precies doen. Waar komt Valentijnsdag eigenlijk vandaan?<br />
papiertje was van de vrouw die gedurende het<br />
festival de partner van de man zou zijn. Volgens<br />
velen is Valentijnsdag de christelijke vervanging<br />
voor deze heidense dag.<br />
Christelijke legendes spreken echter vaak van verschillende<br />
heiligen met de naam Sint Valentinus.<br />
Vandaag de dag erkent de katholieke kerk het<br />
bestaan van verschillende Sinten Valentinus en allen<br />
worden op de één of andere manier gekoppeld<br />
aan Valentijnsdag. Er bestaan meerdere verhalen<br />
over de heiligen, maar wat hen verbindt, is dat<br />
zij op veertien februari werden gemarteld en ter<br />
dood gebracht.<br />
Het eerste bekende verhaal over de heilige<br />
Valentinus zegt dat hij in de derde eeuw na<br />
Christus in het geheim jonge echtparen huwde.<br />
Dit was in de tijd van keizer Claudius II, die besloten<br />
had dat de soldaten van zijn leger niet langer<br />
mochten trouwen. Hij geloofde dat het huwelijk<br />
en vrouwen de soldaten enkel en alleen af zouden<br />
leiden. Valentinus negeerde dit besluit en Claudius<br />
II besloot de priester te onthoofden. De geestelijke<br />
stierf op veertien februari in de naam van de liefde<br />
en werd later door de katholieke Kerk als heilige<br />
uitgeroepen.<br />
Daarnaast bestaat een legende over Valentinus<br />
die in de derde eeuw na Christus in de gevangenis<br />
zat, vanwege zijn bekering tot het christendom.<br />
Het verhaal gaat dat hij daar verliefd werd op de<br />
dochter van de gevangenisbewaarder. Toen hij op<br />
veertien februari ter dood werd gebracht, had hij<br />
een briefje achtergelaten voor het meisje, ondertekend<br />
met: ‘Jouw Valentijn’. Eeuwen later werd<br />
ook hij door de kerk heilig verklaard.<br />
Er bestaan veel vertellingen over Sint Valentinus,<br />
maar echte bewijzen blijven uit. Niet voor niets<br />
heeft de katholieke kerk de dag dan ook van de<br />
kalender geschrapt in 1969. Niet langer wordt er<br />
door de kerk erkend dat de dag een christelijke<br />
oorsprong heeft.<br />
Kortom; de dag blijft mysterieus. De onduidelijke<br />
historische bronnen maken het niet verwonderlijk<br />
dat onder de bevolking weinig kennis bestaat<br />
over de oorsprong van de dag. Wat echter wel verwonderlijk<br />
genoemd kan worden, is dat een dag<br />
gedrenkt in onduidelijkheid en mystiek, zo groot<br />
is geworden. We kunnen niet om Valentijnsdag<br />
heen; overal word je geconfronteerd met rozen of<br />
zoetsappige kaartjes; velen staan stil bij de dag,<br />
misschien zelfs hopend op een kaartje of cadeautje.<br />
Valentijnsdag bewijst elk jaar weer een enorme<br />
feestdag te zijn, maar wat we precies vieren, dat<br />
weet eigenlijk niemand.<br />
Beeld /// Aldert Bergstra<br />
Februari 2011 13
In GESPrEK MEt Judith Sargentini<br />
‘Rutte is een dief van zijn eigen<br />
portemonnee’<br />
Sargentini is van jongs af aan al politiek actief<br />
geweest. Op haar vijftiende sloot ze zich aan<br />
bij de voorganger van DWARS, de jongerenorganisatie<br />
van GroenLinks die niet bang is om<br />
de stoute schoenen aan te trekken. Zo sierden de<br />
DWARS-posters ‘Voortaan voor iedereen die liefde<br />
verdient: liefde’ Amsterdam als reactie op de VVDversie<br />
‘Voortaan voor iedereen die straf verdient:<br />
straf’. Hoe ervoer Judith het linkse nest? ‘Het was<br />
een gezelligheidsvereniging, een plek waar je<br />
veel mensen met dezelfde ideeën leerde kennen.<br />
We voerden wel ingewikkelde politieke debatten,<br />
hielden demonstraties en gingen weekendjes weg,<br />
maar het was ook iets voor gelijkgezinden.’ Ze<br />
heeft in die tijd vrienden voor het leven gemaakt.<br />
Judith Sargentini studeerde Geschiedenis aan de<br />
FGw en deed er, met een gap year incluis, zeven jaar<br />
over. Binnen haar opleiding koos ze voor de specialisatie<br />
‘Moderne Geschiedenis’, de tijd waarin de<br />
Europese Unie werd geboren. De studiekeuze was<br />
makkelijk: ‘Ik vond Geschiedenis gewoon het allerleukste<br />
vak op de middelbare school.’ Daar kwam<br />
bij dat ze geen wiskunde had gevolgd, waardoor<br />
alle Sociale Wetenschappen afvielen. Ook de keuze<br />
voor de UvA was snel gemaakt. Ik ben in Buitenveldert<br />
geboren en opgegroeid, dus over mijn lijk<br />
dat ik naar de VU ging. Bovendien ben ik met openbaar<br />
onderwijs opgegroeid en dus was het logisch<br />
dat ik naar de UvA ging.’<br />
Actievriendjes<br />
Judith kon binnen de UvA bijvakken in Politicologie<br />
en Sociologie volgen. ‘Toen dacht ik: hier zijn al<br />
mijn actievriendjes! Ik had me al afgevraagd waar<br />
ze nou waren. Ik vond ze niet bij Geschiedenis.’<br />
Want actie werd er hartstochtelijk gevoerd. In de<br />
jaren negentig waren er namelijk een aantal stevige<br />
studentendemonstraties omtrent de invoering<br />
van de tempobeurs, die in 1994 sneuvelde.<br />
‘Er werden studenten in elkaar geslagen op het<br />
Malieveld en er moest politie te paard aan te pas<br />
komen’, herinnert Judith zich. Toen ze in de trein<br />
van Amsterdam naar Den Haag zat, op weg naar<br />
de demonstratie, kwam ze nietsvermoedende<br />
studiegenootjes tegen. ‘Oh, is er een demonstratie<br />
vandaag?’, vroegen ze haar verbaasd. Wat hen er<br />
bij bevestiging overigens niet van weerhield om<br />
14<br />
Europarlementariër Judith Sargentini (De Groenen) heeft aan de UvA<br />
gestudeerd. We ontmoeten haar in haar nieuwe huis in Amsterdam, dat<br />
ondanks alle verhuisdozen al aardig sfeervol is ingericht. Onder het genot van<br />
een kop thee praat <strong>Babel</strong> met haar over haar studententijd, haar carrière in het<br />
Europarlement en de huidige bezuinigingen.<br />
toch maar bij de familie in Heemstede uit te stappen.<br />
‘Geesteswetenschappers waren toen niet politiek<br />
geëngageerd’, legt Judith uit. ‘Het actiewezen<br />
van de UvA zat echt bij de faculteit Politicologie.’<br />
De UvA beviel haar wel goed. ‘Ik heb het altijd een<br />
leuke plek gevonden, maar in het begin deed ik<br />
andere dingen dan mijn medestudenten. Ik hoefde<br />
niet zoals de mensen van buiten Amsterdam een<br />
nieuw leven op te bouwen.’<br />
‘Toen dacht ik:<br />
hier zijn al mijn<br />
actievriendjes!’<br />
Na haar tussenjaar begon Judith zich socialer op<br />
te stellen aan de faculteit. Ze spendeerde dagen in<br />
de bibliotheek, ging met een vast groepje lunchen,<br />
en zat in een 9 tot 5-studie-werkritme. Bovendien<br />
nam ze geen genoegen meer met zesjes en begon<br />
ze het ook leuker te vinden tussen de wereldvreemde<br />
geesteswetenschappers met hun actuele<br />
wazigheid. ‘Toen merkte ik dat mijn medestudenten<br />
leuke mensen waren die allerlei soorten<br />
hobby’s en activiteiten hadden, maar simpelweg<br />
niet zo geïnteresseerd waren in de politiek. Ik heb<br />
uiteindelijk nog best veel vrienden aan mijn studietijd<br />
overgehouden.’<br />
De eerste jaren was ze niet actief betrokken bij<br />
haar studie, maar dat betekent niet dat ze thuis op<br />
de bank hing. In haar studententijd is ze een jaar<br />
secretaris geweest bij de Landelijke Studentenvakbond<br />
(LSVb). Aldaar leerde ze van het bestaan<br />
van ESIB (European Students Information Board),<br />
dat nu de ESU (European Students Union) heet,<br />
om daar vervolgens een jaar in het bestuur te vertoeven.<br />
Over haar tijd bij de ESIB vertelt ze ons:<br />
‘Internationale activiteiten fascineerden me en<br />
ik dacht ook altijd dat ik na mijn studie iets met<br />
Oost-Europa zou gaan doen. Voor mijn generatie –<br />
ik was vijftien toen – was de val van de Muur een<br />
indrukwekkende en belangrijke politieke gebeurtenis.<br />
Heel Oost-Europa lag open, dat was een<br />
nieuw continent. En het is hartstikke spannend om<br />
actief te zijn met mensen van je eigen leeftijd, die<br />
tekst /// Anne Meijnderts en Julia Keers<br />
in hetzelfde geïnteresseerd zijn, maar andere levensverhalen<br />
hebben. Er kwamen jongens uit<br />
Kroatië die het jaar daarvoor nog in het leger met<br />
een geweer hadden rondgelopen.’ Bij het ESIB<br />
maakte ze ook kennis met studenten uit Bosnië,<br />
Slovenië en Macedonië. ‘Ze bleken allemaal<br />
dezelfde taal te spreken en ook dezelfde kindertelevisie<br />
gezien te hebben in Groot-Joegoslavië<br />
vroeger. Dat was fascinerend!’<br />
het europarlement: gewoon leuk<br />
Vandaag de dag is Sargentini politica in het<br />
Europarlement in Brussel om de Groenen te vertegenwoordigen.<br />
Dit betekent dat ze samen met<br />
de groene partijen uit andere landen samenwerkt.<br />
De verkiezingen voor het Europarlement<br />
hebben altijd een lager opkomstpercentage dan<br />
de verkiezingen voor de Tweede Kamer. Onterecht,<br />
volgens Sargentini: ‘Uiteindelijk vind ik het<br />
Europese Parlement een stuk leuker en ook belangrijker<br />
dan Den Haag. Daar komt voor mij ook<br />
die internationale dimensie bij. Het is gewoon heel<br />
leuk om de hele dag met mensen uit verschillende<br />
culturen om te gaan.’ Mensen kunnen zich niet<br />
altijd een goede voorstelling maken van het politieke<br />
leven in Brussel. ‘Soms begrijpen mensen<br />
niet dat Europa ook verdeeld is in politieke stromingen.<br />
Ik zit niet in een vak met Nederlanders,<br />
ik zit bij de Groenen. Waar ze in de Tweede Kamer<br />
meningsverschillen hebben, hebben wij dat ook.<br />
Er is niet zoiets als “dit vindt Europa”’, aldus Judith.<br />
Ze merkt op dat zelfs politici in de Tweede Kamer<br />
dit niet altijd beseffen, maar ergens begrijpt ze de<br />
nationalistische gevoelens wel. ‘Juist als je in een<br />
internationaal forum werkt, word je nog Nederlandser.<br />
Niet in je doen en laten, want je leert om<br />
te gaan met andere culturen, maar juist in een internationaal<br />
gezelschap moet je vaker praten over<br />
wat het betekent om Nederlands te zijn.’<br />
Hoewel GroenLinks door een stabiele achterban<br />
van hoogopgeleide hotemetoten wordt gesteund,<br />
staan er nog altijd mensen sceptisch tegenover<br />
vernieuwing. Hoe wapent Judith zich tegen de<br />
storm? ‘Als je niet meer geëmotioneerd raakt, dan<br />
moet je wat anders gaan doen. Maar aan de andere<br />
kant ben ik ook professioneel in mijn vak, dus ik<br />
kan mijn emoties niet altijd toelaten. Je kunt niet
Beeld /// thomas Huisman<br />
bij iedere verloren stemming denken: ‘‘Shit man,<br />
en nou ga ik met een deken over mijn hoofd in bed<br />
liggen.” Ik denk dat het zaak is om het glas half vol<br />
te zien en niet half leeg.’<br />
het intelligente tuig van tegenwoordig<br />
De filosoof Socrates schamperde al over de Griekse<br />
studenten die te druk waren met zichzelf. Studenten<br />
die tweeduizend jaar later door de faculteit<br />
zwermen staan bloot aan dezelfde kritiek. Maar<br />
Judith wuift dit weg: ‘Het idee dat studenten niet<br />
betrokken zijn en zich nergens wat van aantrekken<br />
is van alle tijden. In 2002 had een bekend politicus<br />
het ook over de student op het balkonnetje van de<br />
samenleving, die een beetje in het zonnetje zat te<br />
niksen. Dus het maakt niet uit van welke generatie,<br />
uiteindelijk zijn jullie niksnutten.’ Ze voegt hier<br />
aan toe: ‘Terwijl studenten ook gewoon werken<br />
om rond te komen.’ Judith vindt dat de samen-<br />
leving over zichzelf heeft afgeroepen dat studenten<br />
zich alleen nog toeleggen op hun studie. De<br />
Wet Modernisering <strong>Universiteit</strong>sbestuur (MUB)<br />
heeft tot een grote beperking van de inspraak<br />
van studenten geleid. En wanneer studenten een<br />
beperkte inspraak hebben, zullen ze geen volle<br />
verantwoordelijkheid nemen. ‘We korten het geld,<br />
de studietijd, en de medezeggenschap in. Dan<br />
wordt het ingewikkeld om van studenten te verwachten<br />
dat ze ook verantwoordelijkheid nemen<br />
tijdens hun studie.’<br />
‘Het idee dat<br />
studenten niet<br />
betrokken zijn,<br />
is van alle tijden’<br />
Adopteer een student<br />
De huidige bezuinigingen op de studiefinanciering<br />
zijn volgens Judith dan ook geen stap vooruit.<br />
‘Bij de invoering van de bachelor-masterstructuur<br />
was het idee dat veel mensen genoeg zouden hebben<br />
aan een bachelor. Volgens mij valt dat op de<br />
arbeidsmarkt tegen.’ Judith verzekert ons dat de<br />
dreigende bezuinigingen verzacht zullen worden,<br />
maar geeft toe dat ze de plannen wel grof vindt.<br />
‘Wij waren al kwaad over het beperken van de<br />
studietijd en het is in de loop der jaren alleen maar<br />
erger geworden. Als je dat op deze manier gaat<br />
afstraffen, terwijl wij als kennisland ons brood<br />
moeten verdienen in de handel en in de dienstensector,<br />
dan is Rutte uiteindelijk dief van zijn<br />
eigen portemonnee.’ Zelf ziet ze ‘academicibelasting’<br />
als de beste oplossing. Dit houdt in dat je een<br />
hogere belasting gaat betalen als je klaar bent met<br />
studeren, om de nieuwe garde studenten te ondersteunen.<br />
Daar is tot nu toe geen meerderheid voor<br />
gevonden, maar Judith heeft goede hoop dat de<br />
groene, educatieve, duurzame tijd zal komen. Ze<br />
benadrukt nuchter: ‘Je moet kijken naar wat je wél<br />
voor elkaar kunt krijgen.’<br />
Februari 2011 15
fIctIE<br />
El Tango<br />
De geur van rook vermengd met zweet benam hem de adem toen hij<br />
voorzichtig de treden van de gammele trap afdaalde, de kelder in.<br />
Hij had moeite zijn weg te vinden en meerdere malen moest hij zich<br />
vastgrijpen aan de muur om niet over de losliggende stenen te struikelen.<br />
Slechts een gedeelte van de trap werd verlicht door de peertjes die her en<br />
der willekeurig leken te zijn opgehangen. Hij vroeg zich af waarom hij na het<br />
overdadige diner dat hij had genuttigd in een restaurant in de buurt, niet was<br />
teruggegaan naar het hotel, maar de drang had gevoeld om nog een wandeling<br />
te maken. Via de nauwe straatjes in het centrum was hij terechtgekomen op<br />
een kleine binnenplaats. Door de grote neonletters zag hij het al van ver: El<br />
Tango. Het stond er protserig, afstotelijk. Toch had hij de verleiding niet kunnen<br />
weerstaan en was naar binnen gegaan.<br />
Een steeds luider wordend geroezemoes deed hem beseffen dat hij niet ver<br />
van de plaats van bestemming was. Met de laatste traptrede strekte een rechthoekige<br />
ruimte zich voor hem uit. Een handjevol mensen stond aan de bar. De<br />
barman knikte hem even kort toe, maar maakte geen aanstalten hem aan te<br />
spreken. Ook de overige gasten keurden hem geen blik waardig. Terwijl hij<br />
verder de ruimte in liep, viel zijn oog op de dansvloer. De imposante spiegels<br />
Beeld /// Eric Mus<br />
eromheen waren niet het eerste wat zijn aandacht trok. Het was de vrouw die<br />
hem de adem benam. Haar zwarte haar was in een grote knot op haar hoofd<br />
gebonden, een groene veer stak er uit. De rode jurk zat haar als gegoten; nauw<br />
bij de taille en naar beneden toe geleidelijk uitlopend. De felle kleur ervan<br />
deed hem pijn aan de ogen. Soepel bewoog ze zich op de maat van de muziek.<br />
Hij keek om zich heen, op zoek naar haar danspartner, maar die was nergens<br />
te bekennen.<br />
‘Als laatste zag hij een glimp<br />
van een rode jurk boven aan<br />
de trap’<br />
tekst /// rianne Brink<br />
Hij naderde haar van opzij en probeerde haar hand te pakken. Iedere voorwaartse<br />
beweging van hem veroorzaakte echter een achterwaartse beweging<br />
van haar. Hoewel ze hem niet aankeek, moest ze hem onbewust hebben<br />
voelen aankomen. Ze draaide steeds behendig weg van zijn aanrakingen, zijn<br />
aanwezigheid. Hoewel hij niet wist wat hij wilde, wat hij aan het doen was,<br />
vervolgde dit kat-en-muisspel zich een tijdje. Als betoverd volgde hij haar passen,<br />
haar lichaam en haar geur. Hij struikelde, trok een sprintje om haar bij te<br />
houden, de dansvloer over.<br />
De vrouw begon zich naar de uitgang te begeven, eerst langzaam, vervolgens<br />
steeds sneller. Ze had haar jurk opgetrokken, haar lange benen schakelden<br />
naar een hogere versnelling. Met korte, maar razendsnelle passen liep ze<br />
eerst de dansvloer af, langs de mannen aan de bar die opnieuw te druk in<br />
gesprek waren om zelfs voor haar hun hoofd om te draaien. Vervolgens nam<br />
ze met twee treden tegelijk de steile trap. Last van gebrek aan licht scheen<br />
ze niet te hebben. Hij verloor haar uit het oog, struikelde opnieuw over de<br />
losliggende stenen, kon nu niet net op tijd de muur vastgrijpen. Hij voelde<br />
zichzelf achterover hellen, terwijl zijn zolen hun grip verloren. Als laatste zag<br />
hij een glimp van een rode jurk boven aan de trap. Daarna was er niets.<br />
Eerst deed hij zijn ene oog open. Een nachtkastje, zijn horloge, niets bijzonders.<br />
Terwijl hij zijn andere oog ook opende, probeerde hij zijn armen te<br />
bewegen. Alles leek nog te werken, hij voelde geen pijn. Ook toen hij voorzichtig<br />
ging zitten en zijn benen uit bed zwaaide, gebeurde er niets wat hem uit<br />
evenwicht zou kunnen brengen. Hij begon aan zichzelf te twijfelen, zijn val<br />
van die nacht stond hem nog helder voor de geest. Toen hij de ontbijtzaal betrad,<br />
kwam de gastvrouw onmiddellijk naar hem toe. ‘Voelt u zich weer wat<br />
beter meneer? Geen last meer van hoge koorts?’ Hij keek haar verbouwereerd<br />
aan. ‘Koorts? Ik kan me alleen die lelijke val van de trap in de bar nog herinneren.’<br />
Nu was het haar beurt om hem verbaasd aan te kijken. ‘Maar meneer, u<br />
bent gisteravond helemaal niet meer buiten geweest, u hebt de hele nacht met<br />
koorts op bed gelegen. Ik heb zelfs de dokter nog laten komen!’ Hij bevoelde<br />
zijn wangen en zijn hoofd. Geen koorts, hij voelde zich goed. De gastvrouw<br />
maakte geen aanstalten om op een verklaring te wachten. Met ferme passen<br />
snelde ze de keuken in. Hij zag nog net een glimp van een groene veer, fier stak<br />
hij uit de zwarte knot op haar hoofd.<br />
16 <strong>Babel</strong>
oPInIE<br />
Amsterdam studentenstad?<br />
‘Onze’ stad onder de loep van<br />
niet-Amsterdamse studenten<br />
V.ooroordelen – iedereen zit er barstensvol<br />
mee, ze worden verafschuwd door onze<br />
ratio doch niet geschuwd in onze gesprekken.<br />
Het oordeel van een student die niet zelf in<br />
Amsterdam studeert is er natuurlijk ook één. Hierbij<br />
een korte samenvatting van de – soms verrassende,<br />
soms banale – vooroordelen van die studenten<br />
over ‘ons’ Amsterdam.<br />
stad van eindeloze mogelijkheden<br />
Waarom kiest iemand ervoor in Amsterdam te gaan<br />
studeren? De studenten uit allerlei windstreken<br />
zijn het in hun antwoord op deze vraag nagenoeg<br />
unaniem eens: ‘Amsterdam is een bruisende stad<br />
met vele (studie-)mogelijkheden.’ We mogen ons<br />
volgens hen gelukkig prijzen met ‘al’ onze discotheken,<br />
winkels, musea, theaters enzovoort. De<br />
stad biedt ons alles wat we nodig hebben. Dit is<br />
de plek waar ‘het gebeurt’. Echte geluksvogels zijn<br />
we in hun ogen: de wereld die voor hen ‘een dagje<br />
uit’ betekent, is voor ons heerlijke, dagelijkse kost.<br />
Een kleine zestien procent van de ruim 950.000<br />
inwoners die Amsterdam telt, is student. Een gering<br />
aantal, dat is waar. Een typische studentenstad,<br />
zoals Groningen of Leiden, is Amsterdam<br />
misschien ook niet te noemen. Aan mogelijkheden<br />
ontbreekt het ons volgens niet-Amsterdamse studenten<br />
echter absoluut niet. ‘Er gaat een wereld<br />
voor je open,’ aldus één van hen.<br />
Waarom zij er niet willen wonen<br />
‘Je hebt Amsterdam en je hebt Nederland en daartussen<br />
zit een groot verschil,’ beweert een <strong>Utrecht</strong>se<br />
studente. Dit verschil zit ‘m volgens haar in het<br />
beeld van Amsterdam als walhalla voor toeristen<br />
– een beeld dat niet representatief is voor de rest<br />
van Nederland (en dat overigens natuurlijk geheel<br />
Grachten, wiet en een overvloed aan toeristen – dat is wat er bij de gemiddelde<br />
Nederlandse student opborrelt als hij of zij denkt aan Amsterdam. Een<br />
studentenstad? Verre van, volgens studenten uit andere steden.* Maar is<br />
Amsterdam volgens hen dan ook automatisch geen stad voor studenten?<br />
ten onrechte aan Amsterdam toegeschreven is).<br />
We lopen immers niet allemaal op klompen, tulpen<br />
groeien niet in ieders achtertuin en het roken van<br />
interessante kruiden is geen landelijke hobby. Om<br />
maar niet te spreken van de prostitutie: de helft<br />
‘Er gaat een wereld<br />
voor je open’<br />
van de studenten die ik ondervroeg associeert<br />
Amsterdam – evenals een doorsnee toerist –<br />
namelijk onmiddellijk met de Wallen.<br />
Als je je echter zou schamen voor het imago van<br />
je stad was je er niet gaan studeren. Een veel<br />
belangrijkere reden om niet in Amsterdam te willen<br />
studeren is het schamele kameraanbod. En<br />
daar raken ze een gevoelige snaar. Het vinden van<br />
een kamer in Amsterdam is tegenwoordig synoniem<br />
met het winnen van de loterij. En als je dan<br />
eindelijk een leuk optrekje gevonden hebt, is de<br />
wijk zo ver van het centrum verwijderd dat je het<br />
geen Amsterdam meer kan noemen (‘Je fietst niet<br />
even spontaan naar iemand toe’) of betaal je je<br />
blauw aan een excessieve huurprijs. Studenten uit<br />
andere steden zien het somber voor ons in.<br />
de Amsterdamse student is een wereldburger<br />
Hoe studenten uit andere steden tegen Amsterdam<br />
als studentenstad aankijken is één ding. Hoe zij dé<br />
Amsterdamse student zien, is een tweede, zo niet<br />
interessanter aspect. Wat blijkt? ‘Amsterdamse<br />
studenten zijn cultureel goed onderlegd en denken<br />
“out of the box”.’ Ook gaan wij geheel onze eigen<br />
gang en hebben we een aparte doch modieuze<br />
tekst /// Sietske van der Veen<br />
kledingstijl – ‘Anders val je nóóit op in Amsterdam.’<br />
Daarbij denkt het merendeel van de niet-Amsterdamse<br />
studenten dat veel Amsterdamse studenten<br />
lid zijn van een studentenvereniging, hoewel er<br />
‘genoeg te doen’ is buiten de verenigingen om.<br />
Waar zij deze gedachte op baseren is niet duidelijk.<br />
Misschien heeft het iets te maken met hun beeld<br />
van ons als onwijze feestbeesten. Want ook daarover<br />
laten de ondervraagden geen twijfel bestaan:<br />
‘Als ik een Amsterdamse student was, zou ik naar<br />
de grote clubs als Paradiso en de Escape gaan, dus<br />
ik hoop dat ze daar feesten!’ Niets kroegtijgers of<br />
bankzuipers, Amsterdamse studenten feesten in<br />
stijl – met hippe mixdrankjes in de hand, dansend<br />
tot in de vroege uurtjes. Van de ‘oneindige moge-<br />
You amstaredam<br />
lijkheden’ die Amsterdam biedt, moet natuurlijk<br />
wel zo vaak mogelijk worden geprofiteerd.<br />
Hoewel zij Amsterdam als een levendige stad vol<br />
mogelijkheden typeren, gaf geen van de geënquêteerde<br />
studenten aan ooit overwogen te hebben<br />
om zelf in Amsterdam te komen studeren. De<br />
argumentatie varieerde van ‘De stad heeft geen<br />
leuke uitstraling’ tot ‘Ik ben meer van het knusse<br />
oosten’… – oftewel: de ‘klik’ met Amsterdam<br />
was er gewoon niet. Geen aanwijsbare oorzaak<br />
dus, en dat kan ook eigenlijk niet anders – want<br />
studentenstad of niet, Amsterdam leent zich<br />
volgens bovenstaande héél goed als stad voor<br />
studenten.<br />
* Het betreft een divers gezelschap van zowel mannelijke<br />
als vrouwelijke studenten uit <strong>Utrecht</strong>, Arnhem, Maastricht,<br />
Groningen, Enschede en Wageningen die respectievelijk<br />
University College en de kunstacademie doen, en gezondheidswetenschappen,<br />
rechten, psychologie en biologie studeren<br />
(in de leeftijd van 18 tot 20 jaar).<br />
17
GRoeten Uit Azerbeidzjan<br />
Wat je zegt ben je zelf<br />
Nooit in mijn leven heb ik me voorgesteld dat ik ooit<br />
eens naar Azerbeidzjan zou gaan, en al helemaal niet<br />
op rondreis door Oost-Europa. Maar als je er voor<br />
openstaat, kan er van alles gebeuren. ‘Jede Reise hat<br />
eine geheime Bestimmung, von welcher der Reisende<br />
selbst nichts weiß,’ zei filosoof Martin Buber al eens, en<br />
hij kon het vast weten. Iemand vroeg aan mij of ik mee<br />
wilde doen aan een cursus voor jongerenwerkers en<br />
daar kon ik alleen maar bevestigend op antwoorden.<br />
Dat ik helemaal niet in die sector zit, ach, dat waren<br />
inmiddels details waar ik in al mijn reislustige vrijgevochtenheid<br />
niet meer op lette. In Baku, de hoofdstad<br />
van Azerbeidzjan, werd door een Europese jongerenorganisatie<br />
een week georganiseerd rond de juiste<br />
aanpak van genderissues in non-profitwerk. Veel van<br />
de deelnemende jongeren, het overgrote merendeel<br />
eigenlijk, waren afkomstig uit Centraal- en Oost-Europa:<br />
Servië, Bulgarije, Estland, Litouwen, en meer van dat<br />
soort landen die ik voor mijn reis alleen van het douze tekst & Beeld /// cathalijne Gietman<br />
points kende.<br />
En zo leefde ik in de Kaukasus dus eindelijk echt tussen de Oost-Europeanen, na drie maanden vooral in hostels vol<br />
Australiërs en Canadezen te hebben rondgehangen. De discussies tijdens die week confronteerden mij weer met hoe<br />
anders de mentaliteit van de Oost-Europeanen kan zijn in vergelijking met de westerse. Dat wil zeggen, niet zozeer de<br />
gedachten, als wel de manier waarop die gedachten geuit worden. Inwoners van de voormalige Sovjet-Unie en de Balkan<br />
kunnen schrikbarend politiek incorrect zijn. Een klein voorbeeldje. Tijdens een van de opdrachten waarbij de deelnemers<br />
elkaar een beetje konden aftasten rond het man-vrouwonderwerp, moesten wij onze mening geven over de rechten van<br />
homoseksuelen. Toen een paar Bulgaren verkondigde dat homo’s helemaal nergens recht op hadden, omdat ze er een<br />
onnatuurlijke en onwettige levensstijl op na hielden, verbaasde me dat weinig. Ik was op reis immers al vaker types met<br />
dat soort meningen tegengekomen.<br />
Inmiddels liet ik me niet meer afschrikken door dit soort directheid en merkte ik er het voordeel van op. Iedereen wist<br />
meteen waar -ie stond en hoe de discussie van nu dus verder moest. Door die openheid van zaken konden we precies<br />
zeggen hoe we dachten over ingewikkelde genderkwesties (onderbuikgevoelens) en aan het eind van de rit had iedereen<br />
op zijn minst meer begrip voor de andersoortige standpunten. Een Bulgaar was zelfs gaan inzien dat zijn heteroseksuele<br />
gevoelens niet betekenen dat andere geaardheden niet even legitiem kunnen zijn.<br />
Ik op mijn beurt moest ook iets afbreken dat als een onzichtbare maar toch wel lekker veilige omheining om me heen<br />
stond: mijn kleine maar niettemin latent aanwezige minachting ten opzichte van minder verlichte zielen als homohaters<br />
uit de Balkan. Ik ben altijd wars geweest van superioriteitsgevoelens, al helemaal die van het voormalig koloniale ‘wij<br />
westerlingen weten wat goed is voor de wereld en zullen hier eens de democratie stichten’- soort. Maar in Baku realiseerde<br />
ik me dat die gevoelens bij bijna iedere westerling leven en dat ze nooit helemaal zullen verdwijnen als je niet eerst erkent<br />
dàt je ze hebt.<br />
Wij doen precies waar we die oosterlingen van beschuldigen: de mensheid in hokjes opdelen. Natuurlijk hebben wij ten<br />
opzichte van landen als Polen en Bulgarije bepaalde verworvenheden die we moeten koesteren, met de homorechten als<br />
goed voorbeeld. Maar ook bij ons verloopt die acceptatie natuurlijk niet altijd even vlekkeloos. Daarnaast heersen er ook in<br />
Nederland en de ons omringende landen nog vele andere soorten discriminatie. En ook die blijven vaak onuitgesproken.<br />
Pas als je er echt op doorvraagt, geeft de gemiddelde Nederlander toe dat -ie liever langs een groepje Hollanders dan<br />
langs een groepje Marokkanen loopt. Dat is wel wat anders dan een Roemeen die in de kroeg in Boekarest gewoon hardop<br />
verkondigt dat alle Roma lui zijn en stelen, zonder dat iemand daar een wenkbrauw van optrekt.<br />
Het probleem is dat er in al onze voorzichtigheid, en, ja, misplaatste superioriteit (‘racisme is iets voor achtergestelde<br />
volkeren’) niets productiefs met die discriminatoire gevoelens gedaan wordt. Niemand die mensen uitdaagt om boven<br />
zichzelf uit te stijgen. De enige die ze uitspreekt is een figuur als Wilders die er een nare draai aan geeft. Het populistische<br />
argument berust immers op de constatering dat als we allemaal stiekem het onderbuikgevoel hebben dat die buitenlanders<br />
niet zullen deugen. Het is net als met het Wikileaks-spektakel dat losbarstte toen ik thuiskwam. De gevoelige informatie<br />
van allerlei zogenoemd democratische en transparante landen lag op tafel. Conclusie? Natuurlijk hebben we allemaal<br />
geheimen. Dat is niet erg, als je er maar eerlijk over bent.<br />
18 <strong>Babel</strong>
IntErVIEW Roel Janssen<br />
‘Kijk naar je eigen!’<br />
De prominente rol van Nederland in de<br />
geschiedenis der financiële schandalen<br />
R.oel Janssen (1947), financieel-economisch<br />
journalist bij het NRC én schrijver van<br />
financiële thrillers, laat in zijn onlangs<br />
verschenen boek Grof Geld zien dat deze populaire<br />
aannames niet geheel op feiten berusten. In<br />
Grof Geld bespreekt Janssen zeventien financiële<br />
schandalen op Nederlands grondgebied, geplaatst<br />
in historisch perspectief. Janssen begint zijn boek<br />
met de conclusie: ‘De keerzijde van de ontwikkeling<br />
van geld- en kapitaalmarkten zijn de crashes,<br />
de crises, de schandalen, de oplichting, de verdwazing,<br />
het misbruik, de hebzucht, de woestheid en<br />
de zelfoverschatting.’ Gezien het feit dat de Nederlanden<br />
in de zestiende eeuw voorop liepen in de<br />
ontwikkeling van deze kapitalistische markten, is<br />
het aannemelijk dat ze tevens aan de wieg stonden<br />
van de financiële schandalen. Volgens de schrijver<br />
zijn het financiële kapitalisme en financiële crises<br />
Beeld /// Mickey Hoyle<br />
Met de financiële crisis van 2008 kwam er een golf van financiële<br />
schandalen aan het licht. Het heersende beeld hierbij was dat ze<br />
voornamelijk in andere landen voorkwamen en de schandalen werden<br />
gezien als iets ‘van deze tijd’. Maar stemt dit beeld wel overeen met<br />
de werkelijkheid?<br />
onvoorwaardelijk met elkaar verbonden: ‘Het<br />
financiële kapitalisme heeft een geschiedenis van<br />
financiële crises,’ zo legt Janssen uit.<br />
Dat de Nederlandse geschiedenis zo doordrenkt is<br />
van de financiële schandalen, wordt dikwijls vergeten:<br />
‘Wat voor mij de grootste ontdekking was,’<br />
vertelt Janssen, ‘is dat Nederlanders het eigenlijk<br />
hebben ontdekt. Ze waren de pioniers in de wereld<br />
van de financiële schandalen. Dat heb ik me nooit<br />
zo gerealiseerd.’ Zo was het iemand uit de Nederlanden<br />
die voor het eerst zogenaamd ‘short’ ging,<br />
wat betekent dat hij effecten verkocht die hij eigenlijk<br />
niet in zijn bezit had. Bovendien was het ook op<br />
Nederlands grondgebied dat iemand bedacht om<br />
de geldmarkt klem te zetten. ‘Ik zie die lui al voor<br />
me in een kroeg, pratend met elkaar: “Weet je wat;<br />
we gaan nu al het goud van de markt halen. Als de<br />
tekst /// Jette van Exter<br />
koning dan een geldlening nodig heeft, kan hij alleen<br />
bij mij terecht.” Schitterend!’ lacht Janssen,<br />
‘maar je moet het wel verzinnen.’<br />
Dat het juist de Nederlandse geschiedenis is die zo<br />
besmeurd is met dergelijke schandalen, betekent<br />
echter niet dat het te maken heeft met de Nederlandse<br />
mentaliteit. De Nederlanden waren al vroeg<br />
een florerende bron van handel en kapitaalmarkten.<br />
Dit trok mensen van over de hele wereld aan.<br />
Janssen is van mening dat het winstbejag geen onderdeel<br />
is van de Nederlandse houding zelf: ‘Het<br />
zit in het financiële stelsel dat mensen die er gevoel<br />
voor hebben, juist daar boven komen drijven.<br />
Daar kunnen ze hun slag slaan.’ Licht Janssen toe.<br />
‘Ze denken: “Ik ben slimmer dan het systeem, ik ga<br />
het systeem verslaan.” En dat is in wezen wat je nu<br />
ook in de wereld ziet.’<br />
Desondanks wil Janssen de vooraanstaande rol<br />
van Nederlanders in de financiële crises niet<br />
ontkennen. ‘Naarmate mijn boek vorderde en ik<br />
meer over de financiële crises las, kreeg ik een<br />
gevoel van kwaadheid over me heen.’ Vertelt hij,<br />
‘Zoals ik in de inleiding de uitspraak van Rijkman<br />
Groenink gebruik: “Een zekere mate van woest-<br />
heid”. Dat had ik eigenlijk zelf ook.’ Janssen legt uit<br />
dat veel mensen zich niet realiseren dat Nederlanders<br />
zo een prominente rol hebben gespeeld.<br />
‘Ik heb ergens met dit boek ook wel bedoeld: Kijk<br />
eens naar je eigen! Dat is een beetje dat gevoel van<br />
woestheid.’ licht de schrijver toe.<br />
Dat financiële schandalen van alle tijden zijn,<br />
wordt vaak over het hoofd gezien. De stortvloed<br />
aan schandalen die we in de afgelopen jaren over<br />
ons heen hebben gekregen, doet dit historische<br />
karakter van financiële crises vaak vergeten. Wie<br />
de geschiedenisboeken erop naslaat, zal echter<br />
vinden dat de bewijzen van een economisch<br />
schandaal al dateren uit het jaar 29 na Christus.<br />
Financiële schandalen bestaan volgens Janssen<br />
sinds de uitvinding van het geld, ‘Financiële crises<br />
en schandalen zijn niet per definitie iets van<br />
deze tijd.’ zegt Janssen, ‘Dit is niet de eerste financiële<br />
crisis; er is niets nieuws onder de zon.’<br />
Februari 2011 19
de BoekenkASt<br />
Bij binnenkomst in zijn huis, achter de oude krakersbolwerken in<br />
de Staatsliedenbuurt, struikelde ik in de gang bijna over torenhoge<br />
pilaren van opgestapelde boeken. Het ene boek is nog ingepakt in<br />
rood-wit cadeaupapier, terwijl het andere boven de stapels is opgeborgen in<br />
kleine kastjes. Boeken bevinden zich bij Brands in de haarvaten van het leven.<br />
Wanneer de dichter de huiskamer in loopt, wacht zijn vrouw mij op met een<br />
vriendelijk gebaar: een grote kop mierzoete thee. In de kamer, tegen een grote<br />
muur, staat een tot de nok toe gevulde boekenkast. Een kast met een dubbele<br />
inhoud; achter elke rij boeken zit een verzameling andere werken verstopt.<br />
Voor zijn programma ontvangt de presentator ladingen aan boeken, waarvoor<br />
nauwelijks plaats is in zijn huis: ‘Veel geef ik weg aan antiquariaten, omdat<br />
het er simpelweg te veel zijn. Mijn buurman heeft een opslagruimte waar ik<br />
binnenkort een paar duizend boeken ga stallen. Naast dat ik een verzamelaar<br />
ben, is lezen werk voor mij. Hoewel het gelukkig nooit zo aanvoelt.’ Een dilettant<br />
bij wie ook het overzicht soms verloren gaat, aldus zijn vrouw: ‘Soms zegt<br />
hij tegen de kinderen: “Dat boek moet je lezen!”, waarna het onvindbaar blijkt<br />
te zijn en we een nieuwe moeten kopen.’<br />
Het eerste boek dat hij uit de kast trekt, is een fotowerk over het dorpje La<br />
Porte, Indiana, van Jason Bitner. Brands vertelt er met verve over. ‘Dit zijn<br />
portretfoto’s, gevonden ergens in het kantoor van een restaurantje. Zijn<br />
vondst bestond uit in totaal achttienduizend foto’s. Bitner weet aan de hand<br />
van portretten op een hele grappige manier de vergeten geschiedenis van een<br />
Beeld /// Mickey Hoyle<br />
Wie kun je beter vragen voor deze rubriek dan de presentator van het enige boeken-<br />
programma op de vaderlandse televisie? Wim Brands: dichter, journalist, verzamelaar,<br />
chroniqueur, filantroop in boeken, en presentator van VPRO’s Boeken.<br />
tekst /// Boyd van Dijk<br />
Een onderwerp, een boek, een uitzending<br />
dorpje te vertellen. Bij dit soort boeken moet ik oppassen dat ik geen verzameling<br />
ga aanleggen. Prachtig. Vooral kunst- en fotografieboeken zal ik niet<br />
snel wegdoen. Met romans heb ik dat toch minder, hoe goed ze ook zijn, want<br />
die kun je altijd voor weinig kopen.’<br />
‘Literatuur leent zich niet<br />
voor televisie’<br />
Sinds 2005 presenteert hij op de zondagochtend het VPRO programma<br />
Boeken, en verder bracht hij onlangs de door critici goed ontvangen dichtbundel<br />
Neem me mee, zei de hond uit. Brands is een dichter en denker die de<br />
kijker elke week weer weet te verbazen met een verwonderlijk of fijnzinnig<br />
meesterwerkje. In de beginjaren domineerde non-fictie in de afleveringen,<br />
maar in het laatste jaar lijkt een verschuiving te hebben plaatsgevonden naar<br />
romans. ‘Literatuur op televisie is altijd een probleem. Het leent zich niet voor<br />
televisie. Praten over een roman is heel lastig, omdat mensen het boek niet<br />
kennen. Je moet er één onderwerp uit halen, waarbij ik eerst koos voor nonfictie.<br />
Dat is toch net iets minder lastig. Omdat ik op de radio met romanschrijvers<br />
praatte, wilde ik dat ook een keer proberen. Als het op radio kan, moet<br />
het ook op tv kunnen, dacht ik. Bij romans moet je bepaalde trucs toepassen,<br />
zodat het publiek het kan begrijpen, ondanks dat ze het boek niet hebben<br />
gelezen.’ Als voorbeeld noemt Brands het in oktober door hem besproken<br />
boek van P.F. Thomése, De weldoener. De roman gaat over een man die een<br />
meisje van de verdrinkingsdood redde en daarna zich over haar ontfermde<br />
(lees: kidnapte). ‘Dat verhaal heb je in een minuut vertelt. Dan praat je er met<br />
de schrijver over dat zijn verhaal zo wonderlijk correspondeert met een geval<br />
als Natascha Kampusch, het Oostenrijkse meisje dat acht jaar lang was gegijzeld.<br />
Tijdens het interview beaamde Thomése die vergelijking, waarna hij<br />
begon te praten over de tijd van morele verwarring waarin we leven. Dan heb<br />
je een gesprek dat de inhoud van de roman ontstijgt en daardoor aanspreekt,<br />
zonder dat de kijker ook maar een hoofdstuk van het boek gelezen hoeft te<br />
hebben.’<br />
‘Boeken lees ik omdat ik iets wil begrijpen. Dat ik denk: “Hé, dat is leuk!”’ Maar<br />
hoe weet je dan dat een boek goed is? Brands: ‘Van de uitgevers krijg ik lange<br />
lijsten met titels van boeken, waardoor ik gelijk een overzicht heb. Daarnaast<br />
weet ik heel snel wat goed is. Dat ik journalist ben voor kranten en radio is<br />
daarbij essentieel. Een goede journalist is een chroniqueur van zijn tijd. Met<br />
het instinct van een verslaggever probeer ik de tijd te snappen, zoals een historicus<br />
dat probeert met het verleden. Ik ondervraag mensen om de wereld te<br />
begrijpen.’ Als voorbeeld verwijst hij naar een documentaire over depressies,<br />
die hij laatst op tv zag. ‘Dan weet ik bij het zien van het programma al een<br />
boek dat daarover gaat. In mei komt de Nederlandse vertaling uit van The<br />
New Black: Mourning, Melancholia and Depression van de Engelse psychiater<br />
Darin Leader. Dat gaat over ons groeiende onvermogen om met verdriet overweg<br />
te kunnen, evenals onze onmacht om te kunnen piekeren. Wat het zegt<br />
over onze tijd? Dat weet ik niet, maar het is wel een onderwerp, een boek, een<br />
uitzending. Snap je?’<br />
20 <strong>Babel</strong>
AcHtErGronD<br />
Reis van een gedichtje<br />
Nadat ik op een grijsbewolkte ochtend<br />
verdwenen was achter een stof anijshagel<br />
werd ik ineens bevangen door een nieuw<br />
idee. Als mijn droomjongen op zijn witte paard<br />
dan echt niet aan zou bellen, dan zou ik zelf wel<br />
naar hem op zoek gaan. Ik had geen zin om tot het<br />
einde der tijden in mijn torenflat te wachten tot<br />
meneer de Prins na al zijn gefeest eindelijk eens<br />
aan kwam waaien. En welk middel is er nou beter<br />
om de liefde te vinden, zoeken en te verklaren dan<br />
de poëzie? O Romeo, romeo, wherefore art thou always<br />
behind thine macbook these days?<br />
‘O Romeo, romeo,<br />
wherefore art thou<br />
always behind thine<br />
macbook these days?’<br />
No Coward Soul is Mine! Of all the souls that stand<br />
and create, I have selected one! So are you to my<br />
thoughts as food to life! Ik moet het met dezelfde<br />
overtuiging als Emily Brontë, Emily Dickinson, en<br />
Shakespeare zien te brengen. Om het poëtische<br />
aspect meteen leven in te blazen, begroet ik<br />
mijn vrienden de eerst volgende keer dat ik ze<br />
in het Crea Café zie met: ‘Hail to you my love, a<br />
star shines over the hour of our meeting!’ Waarop<br />
ze even op mijn schouder kloppen, mij een<br />
biertje in de hand drukken en zonder plichtple-<br />
gingen hun gesprek over een vak bij Media en<br />
Cultuur vervolgen. Knorrig probeer ik in mijn<br />
mythische rol te blijven, maar besef al gauw dat de<br />
tijd waarin mensen ademloos naar prachtige verzen<br />
luisterden voorbij is. Beteuterd laat ik me later<br />
op de avond in de hoek drijven door een jongen die<br />
vol is van de film Avatar. Een eindje verderop zijn<br />
twee jongens aan het schaken en terwijl ik naar ze<br />
staar roert er zich iets in mijn onderbewuste.<br />
‘Ja eh, leuk,’ zegt mijn moeder als ik mijn pas geboren<br />
gedichtje een paar dagen later driftig in<br />
haar handen duw. ‘Waar gaat het over?’ vraagt ze<br />
Samen met mijn gedichtje ga ik op reis. We doen mee aan de<br />
Turing Gedichtenwedstrijd, gaan naar de poëzieclub, treden op bij<br />
Festina Lente, spreken af met literatuurwetenschappers en ontmoeten<br />
een poëziekenner.<br />
voorzichtig. Een fractie van een seconde bevriest<br />
de glimlach op mijn gezicht. Dat is een goede<br />
vraag, wat héb ik eigenlijk opgeschreven? Maar<br />
dan herinner ik me dat de dichter in de Romantiek<br />
gezien werd als een goddelijk geïnspireerde<br />
en zeg dramatisch: ‘Mama, het gaat over zielsverwantschap!’<br />
Ze zegt met een frons ‘dat papahet-ook-even-moet-lezen.’<br />
Mijn hart zinkt in mijn<br />
schoenen en ik reageer zuur op de eiersalade die<br />
ze heeft gekocht voor de lunch. Dat betekent dat er<br />
kritiek op mijn gedicht is die mijn moeder zelf niet<br />
wil geven; ze zaagt nog liever haar eigen rechterarm<br />
af. Mijn vader verdwijnt tijdens de pauze van<br />
een voetbalwedstrijd achter mijn gedichtje. Terwijl<br />
ik heen en weer dribbel, werp ik hem om de<br />
haverklap blikken. Hij priegelt her en der wat met<br />
een potlood en de bril glijdt tot het puntje van zijn<br />
neus. Als iets mijn zenuwen helemaal sloopt dan<br />
zijn het mensen die zonder een spier te vertrekken<br />
een gedichtje lezen. Maar tot mijn opluchting blijkt<br />
mijn vader het leuk te vinden. Hij wijst me alleen<br />
op het metrum dat wel gelijkmatig moet zijn. We<br />
maken er een soort liedje van.<br />
De volgende stop is mijn poëzieclub. Ik heb een<br />
Nederlandse vertaling gemaakt nadat ik een<br />
Neerlandicus op TV hoorde bulderen over de verengelsing<br />
van de samenleving. We hebben ditmaal<br />
bij een vriendin thuis afgesproken die tegenover<br />
Nemo woont, scharen ons om de eikenhouten<br />
tafel, en geven lucht aan onze hartenpijn. In de<br />
poëzieclub kunnen we altijd een half uur debatteren<br />
over één zin en van de mensen hier weet ik<br />
dat ze altijd eerlijk zullen zeggen wat ze over een<br />
gedichtje denken. Als iedereen het heeft gelezen,<br />
blijken de meningen echter verdeeld. ‘Het is ingewikkeld.’<br />
‘Het is wel leuk, maar een béétje vaag.’<br />
Onze kritische poëziecommentator merkt op dat<br />
hij wiskunde heeft gestudeerd en moppert dat er<br />
– ‘ja echt schat, ook in wetenschappelijk opzicht,’<br />
– niks zinnigs staat. Ik krijg de opdracht om het<br />
volledig te herschrijven. ‘Ja, maar,’ piep ik verongelijkt,<br />
‘ik heb het al naar de Nationale Turing<br />
Gedichtenwedstrijd gestuurd!’<br />
Het kwaad was al geschied nadat ik een krantje<br />
tekst /// Julia Keers<br />
over de Nationale Gedichtenwedstrijd had gevonden.<br />
De Nationale Gedichtenwedstrijd wordt<br />
ieder jaar georganiseerd door de Turing Foundation,<br />
met Gerrit Komrij als juryvoorzitter. Voor<br />
de 10.000 gedichten zijn er drie rondes waarin<br />
poëziekenners kritisch naar het gedicht kijken. Als<br />
het de derde ronde haalt, dan verschijnt het met<br />
de honderd beste gedichten in een poëziebundel.<br />
Een beetje nerveus loop ik die avond langs<br />
Nemo en de schitterende lichtjes van de OBA. Mijn<br />
gedichtje ligt nu klaar voor een serieuze beoordeling.<br />
Maar zou ik het ondertussen best mee naar<br />
Festina Lente kunnen nemen? Het voordragen?<br />
Eens een bezoekje brengen aan het Science Park?<br />
Autistic Lullaby<br />
Sweetness Autistic Lullaby,<br />
Tuned with the categorical,<br />
Specified and well organised,<br />
Information Wikipedia,<br />
Mathematical rehearsed lines.<br />
Softness Autistic Lullaby,<br />
Melodies of technical rhythms,<br />
Energy squared scary people,<br />
Transformed to puzzles,<br />
Pieces and patterns logic wise.<br />
Sugary Autistic Lullaby,<br />
Starwars his Matrix and<br />
Algorithmic Compy files,<br />
Worlds of Warcraft enlight,<br />
Machines made by intelligence design.<br />
Rough Rational Rhyme,<br />
Masculine Muscled Mind,<br />
Locked me up behind the glass,<br />
As if I were a butterfly,<br />
Cause I might flap my wings,<br />
And cause a tornado on the softer side.<br />
Februari 2011 21
EnqUEtE tekst /// Jette van Exter<br />
Geesteswetenschapper 2.0?<br />
De <strong>Babel</strong>-enquête<br />
Wat doet de geesteswetenschapper behalve studeren? klapt hij zijn<br />
stoffige boeken überhaupt soms dicht? is hij een party animal of<br />
een huismus? een gezondheidsfreak of een trouwe friteusegebruiker?<br />
in deze rubriek presenteren wij de uitkomsten van de enquête die<br />
<strong>Babel</strong> onder geesteswetenschappers hield.*<br />
Tegenwoordig is het ondenkbaar langer dan vijf minuten onbereikbaar<br />
te zijn. En wat er in de wereld gebeurt is niet meer te missen, dan wel te<br />
ontwijken. We leven in het digitale tijdperk, de Twittermaatschappij, de<br />
mediasamenleving. Geesteswetenschappers nemen hierin een tegenstrijdige<br />
positie in. Met studies als Media en Cultuur en Culturele Informatiewetenschap<br />
zou namelijk verwacht kunnen worden dat de FGw’ers voorop lopen<br />
in de acceptatie en adoptie van de moderne communicatietechnologie. Maar<br />
door de wat meer traditionele FGw-studies als Geschiedenis en Wijsbegeerte<br />
wordt dit onmiddellijk weer in twijfel getrokken. <strong>Babel</strong> heeft onderzocht in<br />
hoeverre we kunnen spreken van de ‘Geesteswetenschapper 2.0’.<br />
het smartphone tijdperk?<br />
Studieontwijkend gedrag bestaat niet langer uit puzzelen, taarten bakken of<br />
de kamer opruimen, maar uit googelen, facebooken, pingen en Xboxen. Elkaar<br />
bellen is achterhaald en overbodig. Als je wilt weten wat je vrienden doen,<br />
dan check je hun Twitter of stuur je ze een berichtje via What’s app. Maar<br />
om in deze maatschappij te participeren, moet je natuurlijk wel de benodigde<br />
materiële goederen hebben, met op nummer één de smartphone. Uit de<br />
<strong>Babel</strong>-enquête blijkt echter dat slechts 21 procent van de geesteswetenschappers<br />
een dergelijke smartphone in het bezit heeft. Het merendeel houdt vast<br />
aan de voorganger van de iPhones en Blackberry’s: de minder geavanceerde<br />
gsm met camera en mp3-speler. Voor hen lijkt mobiel internet een overbodige<br />
luxe. Zij geven de voorkeur aan het persoonlijke contact van vroeger: bellen<br />
en sms’en. Dat dit bellen en sms’en bij iedereen wel met enige regelmaat<br />
Beeld /// Sanne van Zoest<br />
voorkomt, blijkt uit het feit dat 85 procent van de FGw’ers een abonnement<br />
heeft in plaats van prepaid te bellen.<br />
de Xbox generatie?<br />
Er zijn eigenlijk nog maar weinig dingen waarvoor je echt de deur uit moet:<br />
shoppen kan online en films huren kan via iTunes. Ook om in vorm te blijven<br />
is het onnodig om weer en wind te trotseren en in de plenzende regen lange<br />
afstanden te joggen; je zet simpelweg je Wii Fit aan en verbrandt de nodige<br />
calorieën voor de televisie.<br />
Een spelcomputer is niet langer weg te denken uit moderne huishoudens.<br />
Mediawinkels beleven ongekende drukte wanneer de nieuwste versie van<br />
Call of Duty in de schappen ligt. De nachtelijke rijen die hierbij ontstaan en<br />
de recordverkoop die hiermee gepaard gaat, demonstreren de hype van de<br />
spelcomputer.<br />
Toch doet slechts een kwart van alle geesteswetenschappers mee aan deze<br />
hype. Ruim 70 procent van de ondervraagden heeft geen spelcomputer in<br />
huis. Bovendien blijken meer mannen dan vrouwen hun vrije tijd te besteden<br />
aan gamen. Wanneer vrouwelijke studenten wél een spelcomputer hebben,<br />
gaat het in de meeste gevallen om een Nintendo Wii of DS. Mannen geven de<br />
voorkeur aan de Xbox.<br />
Naast geslacht blijken ook de soort studie en de studiefase invloed te hebben<br />
op het wel of niet aanschaffen van een gameconsole. Zo vinden studenten<br />
Wijsbegeerte een Nintendo of Playstation een minder benodigde accessoire<br />
dan de overige FGw’ers. Bovendien blijken propedeusestudenten vaker een<br />
spelcomputer te hebben dan bachelorstudenten.<br />
Wanneer we het hebben over het onderscheid tussen geesteswetenschappen<br />
als Media en Cultuur en geesteswetenschappen als Wijsbegeerte, lijkt er<br />
een verschil te zijn in het belang dat wordt gehecht aan moderne technologie.<br />
Slechts de helft van de studenten Media en Cultuur beschikt níet over een<br />
gameconsole, terwijl dit bij Wijsbegeerte ruim 80 procent van de studenten is.<br />
de televisiemaatschappij?<br />
De televisie is een van de populairste nieuwsmedia in Nederland. Velen kijken<br />
naar Pauw & Witteman, het journaal of De Wereld Draait Door om op de hoogte<br />
te blijven van wat er in de wereld speelt. Ook is de televisie nog altijd een<br />
populair entertainmentplatform. Uit de enquête blijkt dat FGw-studenten het<br />
hiermee eens zijn: ruim tachtig procent van de ondervraagden heeft een televisie.<br />
Hierbij is er geen onderscheid tussen de moderne en de traditionele<br />
studies. Studenten Media en Cultuur hebben net zo vaak een televisie in huis<br />
als de studenten Geschiedenis.<br />
Dat we te maken hebben met een ‘vertwittering’ van de samenleving lijkt onontkoombaar,<br />
maar of het onder de geesteswetenschappers in een even hoog<br />
tempo gaat als bij andere segmenten van de samenleving is moeilijk te zeggen.<br />
Veel FGw’ers houden blijkbaar vast aan hun ‘ouderwetse’ mobieltjes in<br />
plaats van smartphones en ook het aantal spelcomputers onder hen blijkt nog<br />
beperkt. Het inmiddels al ietwat ouderwetse medium van de televisie blijkt<br />
onder allen nog steeds populair. Voor de nieuwere vormen van technologie<br />
lijkt een grotere belangstelling te bestaan onder studenten van ‘moderne’<br />
geesteswetenschappen dan van de ‘oorspronkelijke’.<br />
Wil je meer te weten komen over de ware aard van de geesteswetenschapper?<br />
Blijf dan de komende maanden deze rubriek volgen om antwoord te<br />
krijgen op je vragen over de religieuze achtergrond van FGw-studenten, hun<br />
uitgaanspatroon en relationele perikelen.<br />
*Deze enquete werd gehouden onder 168 respondenten. <strong>Babel</strong> doet geen enkele claim op het<br />
uiten van de waarheid over studenten aan de Faculteit der Geesteswetenschappen.<br />
22 <strong>Babel</strong>
BABel SeleCteeRt<br />
Hilarische shit<br />
Justin Halpern besloot om de uitspraken van zijn<br />
vader – een ietwat knorrige Vietnamveteraan – op<br />
Twitter te zetten: @shitmydadsays. Dat resulteerde<br />
in meer dan een miljoen volgers en een deal<br />
met een uitgever. Van het boek Shit my dad says is<br />
nu de Nederlandse vertaling uit. Het boek bestaat<br />
uit anekdotes over zijn vader, afgewisseld met<br />
citaten.<br />
Zoals Justin Halpern het zelf zegt: ‘Zo lang ik<br />
mijn vader ken, heeft hij er nooit doekjes om<br />
gewonden. Niet één.’ Dit is ook zo ongeveer de<br />
strekking van het boek. Zijn vader spaart daarbij<br />
geen gevoelens. (‘Jij bent net een plensbui van<br />
geouwehoer. We praten verder als die bui is overgetrokken.’)<br />
Hoewel het een hoog poep-en-piesge-<br />
Complex spektakel<br />
God is een man in een wit trainingspak. In de<br />
eerste scene komt hij op om daarna uit beeld te<br />
verdwijnen. Hij sluit een pact met Mefistofeles<br />
(Stefan de Walle), de duivel, waar Faust, de teleurgestelde<br />
geleerde gespeeld door Jaap Spijkers, het<br />
lijdend voorwerp van is. Mefistofeles is overtuigd<br />
dat hij Faust tot het ‘slechte’ kan verleiden. Het<br />
Nationale Toneel speelt de klassieker Faust I van<br />
Goethe, dat bekend staat om haar zeer complexe<br />
inhoud en de vele thema’s. Die complexiteit blijkt<br />
al na binnenkomst. In de foyer hangt een bord<br />
met de tekst ‘God is dood - Nietzsche.’ Tevens<br />
verschijnt God in de eerste scene. Faust heeft zijn<br />
vertrouwen in God verloren, maar valt wel voor<br />
de kuise Gretchen. De duivel zet Faust aan tot<br />
halte heeft – zoals de titel al deed vermoeden –<br />
en tere zieltjes het waarschijnlijk wat minder<br />
leuk vinden door het vele gevloek, wordt het niet<br />
flauw. De anekdotes vormen de achtergrond bij de<br />
citaten, waarbij Halpern ook de persoon achter de<br />
grove citaten beschrijft. Dit is steeds kort genoeg<br />
om boeiend te blijven en de afwisseling met<br />
citaten is leuk. Justin Halpern is er zo in geslaagd<br />
om te laten zien dat zijn vader – ondanks die<br />
nietsontziende uitspraken - wel degelijk een leuke<br />
man is. Daarbij zijn de uitspraken die Halpern sr.<br />
doet zelfs bijna filosofisch.<br />
Halpern is inmiddels bezig met een scenario voor<br />
een televisieserie over zijn vader bij CBS. Tijdens<br />
het wachten daarop kun je mooi dit boek lezen.<br />
Nuchtere muziek om blij van te worden<br />
Eefje de Visser groeide op in het kleine dorpje<br />
Moordrecht en komt uit een muzikaal gezin.<br />
Haar moeder zingt en haar vader is bassist en<br />
stemarrangeur. Van jongs af aan schreef ze haar<br />
eigen nummers. De doorbraak kwam toen ze de<br />
stap zette richting Nederlandstalige liedjes. In<br />
2009 won zij de Grote Prijs van Nederland in de<br />
categorie singer-songwriter en in januari dit jaar<br />
kwam haar debuutalbum De Koek uit. Dit onder<br />
haar eigen platenmaatschappij: Eefjes Platenmaatschappijtje.<br />
Een beetje een ongelukkige naam, maar juist<br />
doordat Eefje zo eenvoudig is en zo’n hartverwarmende<br />
stem heeft, is dit een heerlijke plaat om<br />
bij tot rust te komen terwijl je vanuit het raam<br />
toevallige passanten aanstaart. In eerste instantie<br />
doet de muziek van Eefje denken aan Roosbeef,<br />
maar zonder het snerpende geluid in haar stem.<br />
Eefje mist het excentrieke en is daardoor niet heel<br />
origineel, maar misschien maakt dat nuchtere<br />
dorpse haar muziek wel extra fijn. De teksten<br />
zijn niet moeilijk, maar ook niet te vlak. Ze gaan<br />
over alledaagse dingen, zoals te lang in je bed<br />
blijven liggen, waardoor het album een gevoel van<br />
herkenning overbrengt. Het album is tekstueel<br />
en loopt qua melodieën lekker vlot en komt<br />
daardoor niet zeikerig over – iets waarin Eefje<br />
Roosbeef mogelijk wél overtreft.<br />
De prachtige albumhoes, zwarte met gekleurde<br />
vogels bedrukt, verhult niets: de inhoud is net zo<br />
mooi. Gekleurde, gemengde en vrolijke muziek<br />
met hier een daar een rauw en verdrietig randje.<br />
De vraag is alleen voor hoe lang de ‘simpelheid’<br />
de moeite waard is. Interessant genoeg om hem<br />
grijs te draaien is deze plaat zeker niet.<br />
moord, maar aan de andere kant helpt hij hem<br />
en brengt hem tot inzichten. Niet alleen uit het<br />
spel blijkt de gecompliceerdheid van het verhaal:<br />
na de pauze krijgt het publiek een andere plek<br />
toegewezen. Hierdoor wordt de toeschouwer<br />
letterlijk gedwongen het stuk vanuit verschillende<br />
perspectieven te bekijken. Daarbij heeft Doesburg<br />
alle registers opengetrokken om van de voorstelling<br />
een echte ‘ervaring’ te maken, wat blijkt<br />
uit de beeldschermen die live beelden van het<br />
toneelstuk tonen, een podium dat dwars door de<br />
zaal loopt, de kostuums, de vele acteurs, de zang<br />
en het bijzondere gebruik van de ruimte. Dit alles<br />
maakt het een indrukwekkende kijkervaring die<br />
nieuwsgierig maakt hoe deel twee zal uitpakken.<br />
Justin Halpern<br />
Shit my dad says – De vertaling<br />
Vertaald door Auke Leistra<br />
Prometheus<br />
€ 16,95, ligt nu in de winkel<br />
ISBN 978 90 446 1749 8<br />
BEoorDELInG:<br />
tekst /// Lotte Dijkstra<br />
Eefje de Visser<br />
De koek<br />
Eefjes Platenmaatschappijtje<br />
€12,99<br />
BEoorDELInG:<br />
tekst /// nathalie Surup<br />
Nationale Toneel<br />
Faust<br />
Regie Johan Doesburg<br />
Te zien van 24 februari t/m 6 maart in Stadsschouwburg<br />
Amsterdam, sprinttarief: €15<br />
BEoorDELInG:<br />
tekst /// Mara Wierstra
Koffie van Wajongers<br />
aan de faculteit<br />
Wie? Coffee Corner in de Leeuwenkuil van het P.C.Hoofthuis, officieel geopend<br />
sinds 17 januari 2011. Waarom? Sorbon speelde al twee jaar met het idee om<br />
hier koffie te schenken, maar om budgettaire redenen ging dat nooit door. Toen<br />
het UvA-gerelateerde SIFE (Students In Free Enterprise) met het idee kwam<br />
om Wajongers in de Leeuwenkuil op te leiden, verrees het project Coffee Career<br />
binnen een half jaar. Wat is project Coffee Career? Wajongers vallen onder<br />
de Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening Jonggehandicapten. Bij dit project<br />
volgen jongeren met een lichte mentale handicap een werktraject onder constante<br />
begeleiding. Zij leren alles over het beheren van een coffeecorner in een<br />
stage van drie maanden. Daarna kunnen ze een proefperiode bij een cateringbedrijf<br />
of een speciale MBO opleiding tot catering assistent lopen. Wie begeleidt<br />
deze jongeren? Linda Geerink (39) van Sorbon, voorheen werkzaam in de UBkantine.<br />
‘Ik vond het wel een uitdaging om dagelijks drie tot vier jongeren te<br />
begeleiden. Daarvan werd ik in het begin een beetje nerveus, maar ik had veel<br />
tijd gestoken in een planning en eigenlijk gaat alles goed. De jongeren leren hier<br />
spelenderwijs.’ Is Linda de enige begeleider? De jongeren hebben ook een<br />
jobcoach, Frank Wanders (44). ‘Veel Wajongers beschikken nog niet over arbeidsvaardigheden,<br />
zoals communiceren en samenwerken. Dat moeten ze zelf<br />
leren. Ik help ze psychische of gedragsmatige beperkingen te overwinnen. De<br />
jongeren nemen hun eigen verantwoordelijkheid. In mijn ogen zijn het helden.’<br />
Wie schenken die bakjes troost eigenlijk? Over hun handicap willen ze weinig<br />
kwijt, maar over hun motivatie des te meer. Emilio (21) wil carrière maken in de<br />
horeca, door na de Coffee Career verder te leren in deze branche. Katrina (31)<br />
zoekt een werk-leerprogramma omdat ze niet aan de bak komt met haar opleiding<br />
als schoonheidsspecialiste. En Stef (21) werkt vooral om voor haar kind<br />
te kunnen zorgen. Smaakt de koffie beter dan bij andere gelegenheden? In<br />
principe heeft het de karakteristieke Sorbon-smaak. Maar door hier koffie te<br />
drinken steun je een charitatief project en die toevoeging is zoeter dan suiker.<br />
tekst /// thijs Buirma Beeld /// Mickey Hoyle<br />
Beste spookstudent,<br />
babel-fgw@uva.nl<br />
Jouw nieuwe kamer<br />
postvAk uit<br />
Vorige week wist jij het te presteren die droomkamer voor mijn neus weg te kapen. Als nummer twee op de ranglijst van StudentenWoningWeb<br />
dacht ik voor dat appartement aan de prinsengracht een grote kans te maken. tot jij een halfuur na aanvang van de kijkavond binnenstormde.<br />
‘Welkom in mijn nieuwe huis!’ riep je triomfantelijk. Als hoogstgeplaatste op de lijst had jij immers de eerste keuze. die realiteit moest ik<br />
accepteren, hoe zwaar het mij ook viel.<br />
Zeven dagen later is de woede weer opgelaaid. Van een wederzijdse vriend vernam ik dat je al bent afgestudeerd! om in aanmerking te komen<br />
voor een betaalbare woning heb jij je voor een nieuwe bachelor aangemeld. het te betalen collegegeld woog waarschijnlijk op tegen de tien<br />
jaar wachttijd voor een appartement in het centrum via Woningnet.<br />
ik heb geen goed woord over voor het feit dat je als werkende alumnus nog tegen studententarief woont in een studentenhuis. Maar door de<br />
aanstaande verhoging van het collegegeld en de boete voor langstudeerders komt er waarschijnlijk verandering in deze zaak. het merendeel<br />
van de alumni zal door die bijkomende kosten een studentenwoning niet meer kunnen betalen.<br />
Voor het eerst zie ik een positief gevolg van de onderwijsbezuinigingen. ervan uitgaande dat jij niet de enige bent die dit trucje flikt, zullen er,<br />
zodra die maatregel ingaat, vele studentenwoningen op toplocaties vrijkomen. Met genoegen zal ik dan een van die kamers overnemen.<br />
Mocht dat de jouwe zijn, dan zal ik je niet helpen te verhuizen.<br />
Groetjes,<br />
een echt studerende student<br />
24 <strong>Babel</strong>