31.08.2013 Views

bijlage 1 bij het raamakkoord

bijlage 1 bij het raamakkoord

bijlage 1 bij het raamakkoord

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Integraal beheerplan Landschap De Liereman 20<br />

Tijdens <strong>het</strong> pleistoceen (circa 1,8 miljoen tot 10.000 jaar geleden) brak een periode aan die belangrijk<br />

was voor de vorming van <strong>het</strong> landschap in de Kempen. Tijdens <strong>het</strong> oud-pleistoceen was<br />

de Noorderkempen een waddenlandschap waarvan de zuidelijke grens van Zandvliet over<br />

Westmalle naar Turnhout en zo verder naar <strong>het</strong> oosten liep. In <strong>het</strong> zuiden, ter hoogte van <strong>het</strong><br />

huidige waterscheidingsvlak tussen de Maas en <strong>het</strong> Schelde-Netebekken, lagen schorren waar<br />

voornamelijk klei werd afgezet, de typische Klei van de Kempen. De kleilaag, die weinig erosiegevoelig<br />

was, zorgde voor een hoger liggend gedeelte, daar waar nu de waterscheidingskam<br />

tussen Schelde en Maasbekken ligt.<br />

Aan <strong>het</strong> eind van <strong>het</strong> oud-pleistoceen evolueerde <strong>het</strong> gebied in zijn geheel naar een schorrenlandschap.<br />

De tegenstelling tussen de gemakkelijk erodeerbare wadzanden en de vastere schorrenklei<br />

is de oorzaak van de dalmorfologie ter plaatse.<br />

Ter plaatse, in de omgeving van <strong>het</strong> Landschap De Liereman, situeerde de zee zich tijdens de<br />

overgang van <strong>het</strong> plioceen naar <strong>het</strong> oud-pleistoceen (2,5 tot 1 miljoen jaar BP) op de lijn Turnhout-Arendonk.<br />

Het Landschap De Liereman vormde <strong>het</strong> grensgebied van land en water. Het<br />

was een slikken- en schorrengebied (zie ook Hermans en Vandermeeren, 1984), waar voornamelijk<br />

klei en in mindere mate zeer fijne, witte zanden (Klei van de Kempen, Formatie van Malle<br />

en Formatie van Weelde) werden afgezet. De klei domineerde in <strong>het</strong> noordwesten, terwijl <strong>het</strong><br />

zuidoosten rijker was aan zand. In de buurt van <strong>het</strong> Landschap De Liereman mondde echter ook<br />

de Maas-Moezel uit in de zee en zijn er puinkegelafzettingen (Maasgrint) (Haest, 1978). Volgens<br />

de Pidpa gegevens is de afwisseling van zand en klei wel degelijk van groot belang en neemt <strong>het</strong><br />

belang van klei naar <strong>het</strong> zuiden toe sterk af. De belangrijkste kleilagen situeren zich duidelijk ten<br />

noorden van <strong>het</strong> deelgebied de Liereman (onder meer Turnhouts Vennengebied en domeinbos<br />

Ravels).<br />

Opnieuw ligt <strong>het</strong> Landschap De Liereman in <strong>het</strong> grensgebied van twee geologische systemen.<br />

Net ten zuiden van <strong>het</strong> projectgebied ontbreekt de Formatie van de Kempen en ligt de holocene<br />

deklaag direct op de pliocene en pleistocene zanden.<br />

In de loop van <strong>het</strong> pleistoceen trok de zee zich verder terug. Het klimaat van de laatste ijstijd, <strong>het</strong><br />

weichselglaciaal, zorgde met zijn stormen en koud klimaat voor de aanvoer van löss en fijn zand.<br />

Dit werd vooral vastgehouden door de plantengroei op de rijkere kleigronden en zorgde er voor<br />

een ophogen van <strong>het</strong> reliëf. Ter hoogte van <strong>het</strong> deelgebied de Schuurhovenberg vinden we dan<br />

ook hoogtes tot 30 meter en ruggen van ‘lemig zand’. Ter plaatse worden deze eolische sedimenten<br />

benoemd als de Formatie van Gent.<br />

Het deelgebied de Liereman was een permanent natte depressie met weinig plantengroei en de<br />

voortdurende erosie en ijswerking zorgden ervoor dat de lössleem hier verdween. Het aangevoerde<br />

zand wist zich beter te handhaven, maar werd opgeblazen tot lage landduinen die afvoerloze<br />

depressies omsluiten. Zo bekomen we een reeks van depressies, afgewisseld met zones<br />

van landduinen. Het deelgebied de Liereman is de belangrijkste laagte, maar ten noorden van<br />

<strong>het</strong> deelgebied vinden we <strong>het</strong> Klein Moddergoor en in <strong>het</strong> zuiden en oosten van <strong>het</strong> Landschap<br />

De Liereman zijn er de deelgebieden <strong>het</strong> Rode Goor, <strong>het</strong> Groot Moddergoor en de Braekeleer.<br />

In <strong>het</strong> deelgebied Liereman zijn eigen boringen uitgevoerd (Bastiaens, Deforce & Van den Berghe,<br />

2005, Langohr et al, 2005, Bastiaens, Van der Veken & Van den Berghe (verslag in <strong><strong>bij</strong>lage</strong><br />

5.2)). Daaruit komen volgende conclusies:<br />

In <strong>het</strong> hele gebied zijn de dekzanden weggeblazen zodat onder de holocene veenlagen de<br />

Klei van de Kempen senso lato dagzoomt. Ze zijn zichtbaar in een afwisseling van zandlagen<br />

en kleilaagjes (2 tot 10 cm).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!