Kerkuilen - Provincie West-Vlaanderen
Kerkuilen - Provincie West-Vlaanderen
Kerkuilen - Provincie West-Vlaanderen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Wat kan u doen voor de kerkuil?
Nestkasten kunnen in gesloten gebouwen achter een
opening geplaatst worden. Sommige oude gebouwen
hebben zelfs nog een uilengat. Ook een (half)open
schuur kan dienst doen mits deze voldoende hoog en
rustig is. Verder zijn speciale locaties zoals droogasten
voor hop of cichorei die leeg staan bruikbaar. Hebt
u een geschikte locatie voor de kerkuil op uw bedrijf?
Neem dan contact op met de provinciaal verantwoordelijke
van Kerkuilwerkgroep Vlaanderen.
Het biotoop van de kerkuil kan versterkt worden door
het aanplanten van knotbomen, houtkanten, hagen
en andere kleine landschapselementen. Hierdoor
stijgt het voedselaanbod voor de kerkuil. Verder zijn
grasbufferstroken, akkerranden en ruigtes weg van
de wegberm ideaal als jachtterrein voor de kerkuil.
De provincie West-Vlaanderen en de regionale landschappen
kunnen u hierbij helpen.
Vermijd ook knaagdierenvergif met Brodifacoum als actieve stof. Deze stof is naast
giftig voor muizen en ratten ook erg schadelijk voor kerkuilen en andere roofvogels.
Er bestaat vandaag een biologisch alternatief op basis van alfa cellulose dat onschadelijk
is voor kerkuilen. Met uilen in de buurt heb je trouwens weinig te vrezen van
kleine knaagdieren. Je kan de kerkuil dus maar beter beschermen.
Meer info en contact
Kerkuilwerkgroep Vlaanderen
provinciaal verantwoordelijke West-Vlaanderen – Aurel Vande Walle
0497 32 45 06 – aurel.vandewalle@natuurwetenschappen.be – www.kerkuilwerkgroep.be
Provincie West-Vlaanderen
dienst Milieu-, Natuur- en Waterbeleid – sectie natuur en landschapsecologie –
050 40 32 23 – natuurbeleid@west-vlaanderen.be – www.west-vlaanderen.be/natuur
Voorstelling
De kerkuil is een elegante uil die typisch is voor het kleinschalige boerenlandschap
rijk aan kruidenrijke bermen, hagen, houtkanten, ruige graslanden en akkerranden.
Deze van oorsprong rotsbewoner heeft zich goed weten aan te passen aan de
menselijke omgeving. De kerkuil vindt er onderdak in kerken, kastelen, schuren. In
de onmiddellijke omgeving van zijn nestplaats jaagt hij op kleine prooien. Door zijn
witte verschijning ’s nachts op kerkhoven werd hij vroeger vaak ook geassocieerd
met geesten en mythes.
Kerkuil [ Tyto alba ]
Lengte 32-38 cm – 34-40 cm
Vleugelspanwijdte 95 cm
Gewicht tot 470 g – tot 570 g
Kleur bovenzijde goudbruin tot leigrijze grondkleur, gespikkeld
Kleur onderzijde vleugels wit, borst en buik van egaal wit tot roestbruin met witte spikkels
Visuele kenmerken wit hartvormig gezicht, pikzwarte ogen pal naar voor gericht
Geluid
zwijgzaam, soms rauwe kreet tijdens nachtelijke vluchten; blazende en sissende
geluiden rond broedplaats
Leefgebied halfopen landschap
Nestgelegenheid
Menu
oorspronkelijk holenbroeder, nu voornamelijk gebouwen met een opening (kerken,
schuren, zolders)
kleine knaagdieren (spitsmuizen, muizen, ratten), soms ook vogels (spreeuwen,
huismussen) en amfibieën
Voorplanting 4 tot 7 eieren in het voorjaar, indien voldoende voedsel soms tweede broedsel
Bedreiging
De kerkuil heeft in Vlaanderen een moeilijke periode doorgemaakt. Hij kwam zelfs
een tijdlang op de ‘Rode lijst’ voor bedreigde diersoorten terecht. Hoewel het de
laatste jaren beter gaat, blijven volgende bedreigingen reëel:
Kerktorens en andere gebouwen worden vaak afgesloten om verwilderde duiven
te weren. Door dorps- en stadsuitbreiding bevindt het voedsel van de kerkuil zich
ook steeds verder van de kerktoren.
Op het platteland kennen we een vergelijkbaar probleem. Klassieke boerenschuren
worden meer en meer vervangen door gesloten loodsen en het jachtgebied
van de kerkuil, met de noodzakelijke kleine landschapselementen, dreigt te verdwijnen
door ruilverkaveling en nieuwe landbouwmethodes.
Het gebruik van verdelingsmiddelen tegen knaagdieren is nefast voor de kerkuil.
Wanneer de kerkuil vergiftigde muizen eet, stapelt het gif zich op in het lichaam.
Dit leidt tot onvruchtbaarheid of in het slechtste geval tot de dood.
Kerkuilen jagen laag boven de grond en zijn op die manier gemakkelijk het slachtoffer
van het wegverkeer.
Bescherming
De provincie West-Vlaanderen en Kerkuilwerkgroep
Vlaanderen slaan de handen in elkaar om de kerkuil
in West-Vlaanderen een toekomst te bieden. Vrijwilligers
plaatsen nestkasten op duurzame locaties waar
voldoende voedsel aanwezig is. Deze nestkasten
worden ook jaarlijks opgevolgd en de broedgevallen
in kaart gebracht.
Daarnaast neemt de provincie West-Vlaanderen samen
met de regionale landschappen Houtland, IJzer
& Polder en West-Vlaamse Heuvels initiatieven rond
het kwalitatief (her)inrichten van het buitengebied.
Door de zachte winters en actieve beschermingsmaatregelen
stelt de kerkuil het intussen beter. In
muizenrijke jaren telt Vlaanderen ruim 1000 koppels.
In daljaren is dit ongeveer de helft. In West-Vlaanderen
is dit respectievelijk 120 en 35 broedgevallen.