jv0505 volledige tekst pdf-document - WODC
jv0505 volledige tekst pdf-document - WODC
jv0505 volledige tekst pdf-document - WODC
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
96 Justitiële verkenningen, jrg. 31, nr. 5 2005<br />
opvang, jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg en kinderbescherming –<br />
uiterst terughoudend en overwegend reactief van aard is, 5 zonder dat<br />
wij lijken te beseffen dat het ook anders kan. Volgens Veldkamp loopt<br />
Nederland in dit opzicht sterk achter bij landen die meer bereid zijn in<br />
preventieve zin in opvoeding en ouderschap te investeren, en die daar<br />
hun wetgeving inmiddels ook meer op hebben afgestemd. 6 Op een of<br />
andere manier heeft in die landen het VRK het denken en de mentaliteit<br />
veranderd (Veldkamp, 2001 en 2005a).<br />
Het Verdrag inzake de Rechten van het Kind is op 20 november 1989<br />
unaniem aangenomen door de Algemene Vergadering van de<br />
Verenigde Naties, sindsdien universeel ondertekend (dat wil zeggen<br />
door 194 staten) en bijna universeel bekrachtigd (door 192 staten).<br />
Alleen Somalië en de VS moeten het Verdrag nog ratificeren. 7 Het<br />
Verdrag trad al in 1990, na twintig bekrachtigingen, in werking.<br />
Nederland ratificeerde relatief laat, begin 1995. Op 8 maart 1995 is het<br />
Verdrag voor ons land in werking getreden. Inmiddels heeft Nederland<br />
al twee maal aan het toezichthoudend Comité van het Verdrag in<br />
Genève gerapporteerd over de naleving en toepassing van het Verdrag<br />
in ons land. 8 Beide malen ontving de Nederlandse rapportage een<br />
zowel positief als kritisch onthaal. 9<br />
5 Zelfs als er wel bemoeienis met het gezin is, is deze niet zelden schrijnend terughoudend,<br />
en dus onprofessioneel en nalatig (vergelijk Inspectie Jeugdzorg, 2005). Dit dient bezien<br />
te worden tegen de achtergrond van ‘de terughoudende, verantwoordelijkheid-ontwijkende<br />
opstelling van de overheid’ (Veldkamp 2005b, p. 8 r.k.), met als gevolg ‘het ontbreken<br />
van een consequente lijn in de wet en het beleid’ (Van Montfoort, 2005, p. 12 r.k.) en een<br />
jeugdzorg die ‘door de politiek onmogelijk georganiseerd’ is (Clarijs, 2005, p. 126 l.k.; vergelijk<br />
ook Adams, 2005). En dit alles terwijl twee valkuilen: enerzijds het ingezogen worden<br />
in ouderlijke pathologie en anderzijds uit zelfbescherming het lijden van een kind<br />
niet zien (vgl. Dijkstra, 2005, p. 15 l.k. en p. 17 r.k.), bijzonder hoge eisen stellen aan de<br />
professionaliteit, zowel qua opleiding als werkbegeleiding, van hulpverleners.<br />
6 Veldkamp vergeleek de stelsels van jeugdzorg in Nederland, Vlaanderen, Duitsland,<br />
Engeland, Ierland en Nieuw-Zeeland. Hij concludeert: ‘Nederland heeft geen gelijke tred<br />
gehouden met de ontwikkelingen die zich in de andere vijf landen hebben voorgedaan.<br />
Ook de consequenties die deze daar hebben gehad voor de rol en verantwoordelijkheid<br />
van de overheid bij de opvoeding en de bescherming van kinderen, zijn aan Nederland<br />
voorbij gegaan’ (Veldkamp, 2005a, p. 195).<br />
7 Door hun ondertekening zijn ook zij evenwel gebonden aan de essentie (object and purpose)<br />
van het VRK (artikel 18 onder a Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht).<br />
8 Zie de artikelen 43-45 VRK.<br />
9 Een en ander is te vinden via www.ohchr.org of www.bayefsky.com. Zie voor nadere analyse<br />
van de verdragsbepalingen en van de aanbevelingen (Concluding Observations) aan<br />
staten en de algemene commentaren (General Comments) van het Comité inzake de<br />
Rechten van het Kind in Genève, dat toezicht houdt op de naleving van het VRK: Detrick<br />
(1999); Hodgkin en Newell (2002), alsmede Willems, 1999, hoofdstuk 10, p. 371-455.