ALGEMENE HANDLEIDING - Meer... - Nederlands aan het Werk
ALGEMENE HANDLEIDING - Meer... - Nederlands aan het Werk
ALGEMENE HANDLEIDING - Meer... - Nederlands aan het Werk
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
KLAAR VOOR DE START<br />
<strong>ALGEMENE</strong> <strong>HANDLEIDING</strong><br />
daaromheen gebeurt is om de praktijk voor te bereiden of erop terug te kijken en daar<br />
weer je voordeel mee te doen in een volgende praktijksituatie.<br />
Een voorbeeld: de inburgeraar moet gebruik kunnen maken van <strong>het</strong> openbaar vervoer.<br />
Praktijkopdracht (uitvoeren) kan dan zijn: Ga met de bus naar <strong>het</strong> (dichtstbijzijnde)<br />
station en haal daar een busboekje.<br />
Wat moet de inburgeraar allemaal kunnen en kennen om die opdracht te kunnen doen?<br />
Hij moet weten hoe laat de bus gaat, weten dat bussen volgens een dienstregeling rijden,<br />
een schema bij de bushalte kunnen lezen. Hij moet dus ook kunnen klokkijken, weten dat<br />
hij een strippenkaart nodig heeft, een strippenkaart kunnen gebruiken, <strong>aan</strong> de chauffeur<br />
kunnen vragen waar hij moet uitstappen, <strong>aan</strong> iemand de weg vragen als hij niet weet<br />
waar een bushalte is, enzovoorts.<br />
In Klaar voor de Start doen de inburgeraars de praktijkopdrachten vrijwel altijd in<br />
groepjes. De inburgeraars zijn nog weinig taalvaardig en nog vrij schuchter in <strong>het</strong><br />
gebruik van taal en <strong>het</strong> handelen in situaties die niet direct hun eigen leefomgeving zijn.<br />
Daarom is <strong>het</strong> veiliger om <strong>het</strong> samen te doen.<br />
Een groepje inburgeraars bereidt een praktijkopdracht ook samen voor. Samen bedenken<br />
ze de zinnen die ze moeten g<strong>aan</strong> zeggen, samen maken ze de afspraak wanneer en waar<br />
ze de opdracht g<strong>aan</strong> doen. Ze helpen elkaar zo bij <strong>het</strong> leren.<br />
Ook moeten ze hun opdracht g<strong>aan</strong> plannen en organiseren. Door <strong>het</strong> samen te doen,<br />
maken ze de afspraak dwingender en is de kans dat ze de opdracht uitvoeren, groter. Zo<br />
wordt de inburgeraar ondersteund bij <strong>het</strong> leren en <strong>het</strong> plannen en organiseren.<br />
Heel belangrijk is ook <strong>het</strong> terugkijken op de praktijkopdracht. Hebben jullie de opdracht<br />
ged<strong>aan</strong>? Hebben jullie je <strong>aan</strong> je afspraak gehouden? Is de opdracht goed geg<strong>aan</strong>? etc.<br />
Zie hierover ook nog de paragraaf over toetsing.<br />
5. De woordenschat<br />
Welke woordenschat krijgt de inburgeraar <strong>aan</strong>geboden en hoe gebeurt dat?<br />
Het doel van Klaar voor de Start is dat <strong>het</strong> taalniveau van de inburgeraar zo effectief<br />
en efficiënt mogelijk verhoogd wordt, zodat hij <strong>het</strong> meeste van zijn inburgertijd <strong>aan</strong> <strong>het</strong><br />
oefenen met de CP’s kan besteden en zich kan voorbereiden op <strong>het</strong> inburgeringsexamen.<br />
Criteria bij de keuze voor de thema’s en de woorden:<br />
• Woorden die van nut zijn voor <strong>het</strong> inburgeringsexamen<br />
• Woorden die van nut zijn voor <strong>het</strong> werken met NahW en TiN (instructietaal, taal<br />
uit de e-learning)<br />
• Woorden die nodig zijn in een handelingssituatie (gebruik maken van openbaar<br />
vervoer, met je kind over school kunnen praten, etc) Zie ook paragraaf 3.<br />
• Taalhandelingen volgens de beschrijving van niveau A in <strong>het</strong> CEF