You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
B-<strong>magazine</strong><br />
<strong>februari</strong>-<strong>maart</strong> <strong>2013</strong>
B-<strong>magazine</strong> is een uitgave van<br />
<strong>Babylon</strong> VZW<br />
<strong>Babylon</strong> VZW<br />
Blijde Inkomststraat 21<br />
3000 Leuven<br />
http://kringbabylon.be<br />
kringblad@kringbabylon.com<br />
REDACTIE<br />
Morien Raeymakers<br />
Alexander Swerts<br />
Anke Van Roy<br />
WERKTEN MEE<br />
Michael Bauwens<br />
Katrien Berger<br />
Brent Bertels<br />
Sophie Huys<br />
Ans Janssens<br />
Jurgen Lahey<br />
Kathleen Lewyllie<br />
Laura Muylle<br />
Michiel Neskens<br />
Loes Rom<br />
Saar Van Acker<br />
Tine Van Calster<br />
Gijs Van den Broeck<br />
Jasper Vanhaelemeesch<br />
Wout Van Praet<br />
Maarten Vrenken<br />
2 B-Magazine 2012-<strong>2013</strong> nr:3<br />
<strong>Babylon</strong> Bedenkt<br />
Voorwoord<br />
Lieve geletterde lezers,<br />
Het is koud, op het moment van schrijven. De lucht is een gruwelijk<br />
grijzig-grauw, en bij het buitenkomen klapperen tanden<br />
vrolijk mee op de maat van mijn immer gejaagde tred. Doe mij<br />
maar zomer. Gelukkig is er B-<strong>magazine</strong> om jullie wat op te warmen.<br />
En als je niet zo voor boek- en kringbladverbrandingen<br />
bent, dan zal je zien dat we deze keer ook weer een hele boel<br />
artikels hebben.<br />
Na het praatje van de preses, bieden we jullie een interview met<br />
bekroond auteur Koen Peeters, en een vervolg op de inkijk in<br />
de proffenkantoren (de decortip van het jaar blijkt “boeken” te<br />
zijn). Omdat we daarnaast bij <strong>Babylon</strong> ook altijd met alles mee<br />
zijn, vinden jullie ook stukken over Harlem Shakes, het al dan<br />
niet gebruiken van de term “allochtoon”, en een kennismaking<br />
met de wondere wereld van slam poetry. We geven het woord<br />
weer aan onze Razende Hollander, linken de Tiny-boekjes aan<br />
promiscuïteit, leren jullie verschillende variaties op het woord<br />
“muilen” (handig om op familie-etentjes mee uit te pakken),<br />
en hebben een overzichtje van het belangrijkste nieuws uit literatuurland.<br />
Omdat we ten slotte allemaal wereldburgers zijn,<br />
kunnen jullie lezen hoe Limburg de provinciezuip won, hoe<br />
Latijn blijkbaar nog relevant is (relevant genoeg, althans, om de<br />
talenzuip te winnen), en steken we de grens over naar Parijs. En<br />
dan zijn er nog de spelletjes. En poëzie, en ons lang kortverhaal.<br />
Zo, daar hebben jullie jullie handen wel even mee vol (en hopelijk<br />
ook warm). Zoals altijd geldt nog steeds het adagium dat<br />
“wie zin heeft om mee te werken aan een editie van B-<strong>magazine</strong>,<br />
mag altijd een mailtje sturen naar kringblad@kringbabylon.be”.<br />
Zo, zeg dus niet dat je het niet wist! Veel leesplezier,<br />
de B-magaziniers!<br />
Maart<br />
19 Duitse filmavond Keinohrhasen @MSI 01.28<br />
20 Redactievergadering B-<strong>magazine</strong> 19u @Cafetaria<br />
Letteren<br />
21 Café Français 13u @<strong>Babylon</strong> Perma<br />
22 Galabal der Letteren 21u @Sportoase<br />
25 Dubbelcantus VTK 20u30 @Waaiberg<br />
26 British Comedy Night 20u30 @MSI 00.28<br />
April<br />
16 Italiaanse cantus 20u30<br />
17 Themafeestje 22u @Praatkamer<br />
18 Café Français 13u @<strong>Babylon</strong> Perma<br />
Duitse Cantus<br />
22-28 Kiesweek<br />
29-2 Toneelweek 20u @Zwartzusterkapel
<strong>Babylon</strong> Bedenkt<br />
Presespraat<br />
Liefste linguïsten, letterlingen of lukrake luisteraars,<br />
Er moet soms ook eens over serieuze zaken gepraat worden in deze<br />
“column”. Ik zou het dus deze keer graag hebben over verslavingen.<br />
Voordat jullie denken dat hier een preek volgt over de dodelijke gevolgen<br />
van roken, drugs of de “literatuur” van E.L. James; wees gerust! Ik<br />
heb het over een veel fijnere, en hopelijk ook onschuldige, vorm van<br />
verslaving: guilty pleasures.<br />
De Leuvense student staat erom bekend. We spenderen uren aan een<br />
stuk achter onze pc- of Mac-schermen (en nee, die discussie ga ik nu<br />
niet beginnen). Idealiter werken we dan aan een paper, liefst een van<br />
formaat zoals een scriptie, en in de ogen van menig prof en opzichter<br />
zit de bib dan ook vol ijverige studenten. Niets is minder waar. Constant<br />
worden wij verleid, en we kunnen er echt niets aan doen, door<br />
alle guilty pleasures die een computer met zich meebrengt. De ene<br />
speelt onophoudelijk “Angry Birds” (the Star Wars edition), de andere<br />
checkt om de vijf seconden of die ene love interest al heeft geantwoord<br />
op die link op zijn/haar Facebook wall. Voor mij persoonlijk zijn<br />
er echter twee grote obstakels die ik moet overwinnen telkens als ik<br />
op die mooie aan/uit-knop van mijn laptop duw: Youtube en alle fijne<br />
series die je kan downloaden of live streamen.<br />
Youtube heeft een gegarandeerd entertainment level voor iedereen; van geiten die schreeuwen als mensen en ontelbare<br />
boerenpummels die op ontelbare manieren op hun gezicht gaan tot je favoriete muziek of stand-up comedian.<br />
Of je nu aan het “studeren” bent of je aan het klaarmaken voor het volgende <strong>Babylon</strong>feestje; Youtube is the way to<br />
go. Persoonlijke party favoriet: alle “Pop Danthologies”. Persoonlijke taalkundefavoriet: “Oppan Chomsky Style”.<br />
De favoriete guilty pleasures tijdens de blokuren zijn toch wel de series. Of het nu een uurtje ugly crying is met<br />
“Grey’s Anatomy” of de volgende spannende aflevering van “Homeland”, we weten allemaal perfect hoe verslavend<br />
het werkt. De lijst van series die we volgen, is meestal gigantisch en er komen er steeds nieuwe bij. Een mix tussen<br />
vertrouwd en nieuw, grappig en serieus, brainless en intelligent; alles wordt vertegenwoordigd in ons persoonlijk<br />
palmares der TV shows. Lang leve het internet en zijn mogelijkheden, maar een dikke “boe!” naar die gehate downloadlimiet<br />
van Kotnet. Mijn go-to serie in alle omstandigheden: “Friends”. Mijn ultieme guilty pleasure in donkere<br />
tijden: “Geordie Shore”.<br />
Mijn allergrootste guilty pleasure, naast het uitvoerig code switchen in deze tekst, moet echter toch wel de docentenevaluatie<br />
zijn. Om de twee jaar krijgen de studenten weer de kans om hun professoren eens te evalueren en<br />
feedback te geven. Die omkering van de rollen heeft toch een zekere aantrekkingskracht waaraan niemand kan<br />
ontsnappen. Noem het zoals je wil (machtsgeilheid of plain common sense), maar dat gevoel is beter dan welke serie<br />
dan ook. Er is met andere woorden geen enkele reden om niet deel te nemen aan deze evaluatie. Hopelijk zijn jullie<br />
allemaal tot dezelfde conclusie gekomen? Zo niet, kijk dan zeker uit naar de volgende evaluatie!<br />
Ondertussen staat er een aflevering “Geordie Shore” klaar, na een donkere scriptiedag.<br />
Ik zie jullie allemaal op het Galabal der Letteren!<br />
Peace out.<br />
Tine<br />
Index<br />
3 Presespraat<br />
4 Onderwijs<br />
5 - 7 Koen Peeters + literaire feitjes<br />
8 - 9 Kantoorverhoor<br />
10 Slampoetry<br />
11 Buitenland<br />
12 - 13 Lang kortverhaal<br />
14 Poëzie<br />
15 Literatuur en mode +<br />
<strong>Babylon</strong>ische spraakverwarring<br />
16 Harlem Shake<br />
17 Mannen die vrouwenboeken<br />
haten<br />
18 Van spreken naar eufemisme<br />
19 De razende hollander<br />
20 - 21 Provincie- en talenzuip<br />
22 - 23 Gat van de B-reld & de literaire<br />
spelletjes<br />
nr:3 2012-<strong>2013</strong> B-Magazine<br />
3
<strong>Babylon</strong> Bedenkt<br />
Onderwijspraat<br />
Misschien zijn slechts weinigen van jullie zich bewust van het bestaan van onderwijsverantwoordelijken. Wanneer het<br />
woord “onderwijs” valt, is de aandacht doorgaans immers nogal ver te zoeken. Onderwijs, voilà, het hoge woord is<br />
eruit. Dit artikel gaat over onderwijs en wat er in onderwijsland aan de gang is. Probeer de drang om verder te bladeren<br />
toch maar te onderdrukken. Want waar wij ons mee bezighouden kan – echt waar – ook voor jou belangrijk zijn. Deze<br />
keer spraken we met professor Ingelbien, programmadirecteur van de POC Taal- en Letterkunde, over het probleem bij<br />
de masters Taalkunde, Westerse Literatuur en Taal- en Letterkunde.<br />
Wij, als taal- en letterkundigen in opleiding, zweten en zwoegen om uiteindelijk dat masterdiploma in de hand te kunnen<br />
houden. Of dat nu een master Taalkunde is, een master Westerse literatuur of een master Taal- en Letterkunde, na het<br />
ontvangen van dat diploma ligt de wereld aan onze voeten. To infinity and beyond. We worden journalist, werken bij de<br />
bank, schrijven ons beroemd of besluiten te gaan lesgeven. Bij dat laatste knelt echter het schoentje.<br />
4 B-Magazine 2012-<strong>2013</strong> nr:3<br />
Afgestudeerden met een van die drie masterdiploma’s en<br />
eveneens een SLO op zak, zijn natuurlijk allemaal even be-<br />
kwaam om les te geven. Nochtans lijkt dat voor de overheid<br />
niet zo te zijn. Door de onderwijshervormingen van 2004<br />
staan de masters Taalkunde en Westerse Literatuur niet op<br />
de lijst met vereiste bekwaamheidsbewijzen. Ze worden wel<br />
als “voldoende geachte” diploma’s beschouwd, en je kan<br />
er dus mee aan de slag in het onderwijs. Maar bij sommige<br />
diensten (vooral bij de VDAB) wordt er in de eerste plaats naar<br />
leerkrachten met “vereiste” diploma’s gezocht. De master<br />
Taal- en Letterkunde is tot nu toe de enige “volwaardige”, exclusieve<br />
opvolger van de vroegere diploma’s Germaanse, Romaanse<br />
et cetera. Onterecht natuurlijk, en jammer dat alumni<br />
met een master Taalkunde of Westerse Literatuur zo verschillende<br />
vacatures kunnen mislopen.<br />
De master Taal- en Letterkunde heeft echter ook zo zijn problemen. Op de eerste pagina van het diploma staat immers<br />
enkel de hoofdtaal – de taal die je in je master als major hebt gekozen – vermeld. De tweede taal of module staat in het<br />
supplement. Als je met zo’n diploma solliciteert via de VDAB, gaat de dienst zoeken naar vacatures waar je “hoofdtaal”<br />
vermeld wordt. Dat kan voor vervelende situaties zorgen. Nieuwe leerkrachten Latijn die geen diploma master Taal- en<br />
Letterkunde met als major Latijn bezitten en in de eerste graad lesgeven, krijgen bijvoorbeeld minder betaald dan zou<br />
moeten.<br />
Professor Ingelbien hoopt dat het probleem door enkele technische aanpassingen opgelost kan worden. In Gent is men<br />
er blijkbaar wel in geslaagd de twee talen op de voorpagina te krijgen. “Indien de Leuvense administratie zoiets niet kan<br />
klaarspelen, zullen we programmawijzigingen moeten invoeren die het probleem oplossen”, zegt Ingelbien. Er zal dan<br />
ook gekeken worden naar wat er retrospectief kan gebeuren, voor bijvoorbeeld afgestudeerden die het zeker nodig hebben.<br />
Over het algemeen benadrukt prof. Ingelbien dat we ons niet meteen zorgen moeten maken. Als je enkel via de VDAB wilt<br />
solliciteren voor het middelbaar onderwijs, kan je volgens hem op veilig spelen door een master Taal- en Letterkunde te<br />
kiezen en er goed op te letten welke major je neemt. Bij spontane sollicitaties blijken de naam van je masterdiploma en je<br />
“hoofdtaal” minder belangrijk – veel directies moeten immers nog aan de nieuwe terminologie wennen. Een “nee ik heb<br />
geen Germaanse gedaan, tegenwoordig kan je alles combineren”-uitleg daarbij kan ook van pas komen.<br />
Dus keep calm en alles komt wel goed.<br />
Op dinsdag 23 april geeft Raphaël Ingelbien hierover extra uitleg op de Masterinformatieavond. Mis ‘em niet!<br />
Loes Rom & Kathleen Lewyllie
<strong>Babylon</strong> Bevraagt<br />
Auteurs die in de prijzen vallen<br />
“‘s Nachts bedekken we de dingen,<br />
maar ‘s ochtends is alles nat”.<br />
Duizend heuvels, van Vlaams auteur Koen<br />
Peeters, is een caleidoscopische weergave van<br />
het verhaal van Rwanda, het land dat Hutu’s,<br />
Tutsi’s en Twa’s niet altijd vredig delen. In de<br />
vijf hoofdstukken wordt het telkens vanuit een<br />
ander oogpunt verteld. Van jongensdromen,<br />
over een zwarte priester, tot missiepaters op<br />
rust. Verhalen over pingpong met spreekwoorden,<br />
magische trommels en geheimdoe-<br />
nerij maar ook over exploitatie, ontheemdheid<br />
en genocidairen.<br />
We zitten in de keuken, in het gezelschap van<br />
twee katten en mevrouw Koen Peeters die<br />
zichzelf een theetje zet. Ze is van West-Vlaanderen,<br />
dat schept een band. Er liggen schriftjes<br />
op tafel, van hem, en we hebben ook allebei<br />
ons gele exemplaar van Duizend heuvels in de<br />
aanslag. Mevrouw Koen Peeters verhuist naar<br />
de living, waar de hond haar vergezelt.<br />
B-<strong>magazine</strong>: Vele andere auteurs studeerden Germaanse talen, u ook?<br />
Peeters: «Ik studeerde Pers- en Communicatiewetenschappen en nog een master Antropologie.<br />
Ik kom veel germanisten tegen, maar er zijn nog veel vreemde eenden op<br />
het neerhof van de literatuur.»<br />
B-<strong>magazine</strong>: Maar de stap om schrijver te worden, wordt toch minder evident.<br />
Peeters: «Begin jaren tachtig hadden we een ironisch clubje opgericht, the Indepen-<br />
dent Research center. We waren een stel jonge gasten - studenten, werklozen, net al<br />
werkenden - en we hadden wilde dromen. Ons plan was om bekend te worden met<br />
ofwel kunstwetenschappen, ofwel administratie. Ik typte teksten op een mechanische<br />
typemachine, fotokopieerde die vervolgens en verkocht die aan mijn vrienden.»<br />
«Zo begon ik te schrijven over mijn eigen interesses. Toen waren dat spa treatments,<br />
het koningshuis, Tervuren, het Atomium en Oostende - waar mijn vrouw van is. Ik zocht<br />
vanalles op, kocht boeken op de rommelmarkt en maakte kleine opstelletjes. Het waren<br />
telkens conversaties met K, die koning Boudewijn was. Toen ik zei dat ik er een boek van<br />
ging maken, zei een vriend van me: ‘Dat lukt je nooit’. Daar was ik natuurlijk op aan het<br />
wachten.» (lacht)<br />
B-<strong>magazine</strong>: Zijn je boeken als geschreven documentaires?<br />
Peeters: «Het onderwerp zoekt zijn vorm, maar je hebt ook een eigen stijl en verborgen<br />
gebreken. Ik ben drie jaar heel intens met Duizend Heuvels bezig geweest, het was een<br />
verslaving. Alle Belgische antropologen en witte paters die nog bij hun verstand waren,<br />
heb ik opgezocht. Het is een compact wetenschappelijk corpus, aangezien de oude antropologie<br />
van Rwanda enkel in België werd bestudeerd. Zo verzamelde ik heel veel<br />
materiaal, waarin ik dan begon te snoeien en te schikken tot het een compacte vorm<br />
had en alles op z’n plaats viel. Zo werk ik altijd.»<br />
Literaire faits<br />
divers<br />
Op 15 <strong>februari</strong> zou Willy<br />
Vandersteen honderd<br />
jaar zijn geworden. Als<br />
eerbetoon heeft Standaard<br />
Uitgeverij het goede doel-<br />
label Suske en Wiske helpen<br />
kinderen opgericht. De<br />
eerste actie is op 15 fe-<br />
bruari van start gegaan<br />
en helpt via Facebook kinderen<br />
in ziekenhuizen aan<br />
stripboeken.<br />
Begin <strong>februari</strong> vond in Antwerpen<br />
een Vandersteenstripveiling<br />
plaats. De<br />
veiling bracht maar liefst<br />
230.400 euro op. Begin<br />
<strong>maart</strong> heeft een Hergéveiling<br />
bijna 400.000 euro<br />
opgebracht. Voor het meest<br />
gewilde stuk – een schets<br />
uit 1942 van een schaatsende<br />
Kuifje – betaalde een<br />
verzamelaar iets meer dan<br />
85.000 euro. Een deel van<br />
de opbrengst gaat naar een<br />
goed doel.<br />
‘De Kat’ (Le Chat), het<br />
bekende figuurtje van<br />
striptekenaar Philippe Geluck,<br />
verschijnt vanaf 23<br />
<strong>maart</strong> niet meer in de krant.<br />
Geluck besliste er na exact<br />
dertig jaar een punt achter<br />
te zetten. De Kat verscheen<br />
op 22 <strong>maart</strong> 1983 voor het<br />
eerst in de Franstalige krant<br />
Le Soir.<br />
Naast veertien Nederlandse<br />
schrijvers zijn ook<br />
vier Belgen geselecteerd<br />
voor de longlist van de<br />
Libris literatuurprijs <strong>2013</strong>,<br />
de prijs voor de beste Ne-<br />
derlandstalige roman van<br />
het afgelopen jaar. De Belgen<br />
op de longlist zijn Elvis<br />
Peeters met Dinsdag, Peter<br />
Terrin met Post Mortem,<br />
Joost Vandecasteele met<br />
Massa en Christophe Vekeman<br />
met Een uitzonderlijke<br />
vrouw. Het totale prij-<br />
nr:3 2012-<strong>2013</strong> B-Magazine<br />
5
<strong>Babylon</strong> Bevraagt zengeld bedraagt 65.000<br />
B-<strong>magazine</strong>: In het boek wordt een spel gespeeld met de waarheid.<br />
Peeters: «Rwandezen zeggen tegen mij: ‘Je moet oppassen met Rwandezen, want die<br />
liegen.’ Die zeggen dat zelf! Dat is een klassiek sofisme, maar dan weet je niet meer wat<br />
je moet denken natuurlijk. Dan zie je alleen maar dat er een spel met de werkelijkheid<br />
en met de waarheid wordt gespeeld, en het gaat ook niet over de waarheid. Het gaat<br />
niet over wat je vertelt, maar over hoe je ‘t vertelt.»<br />
«Er zijn nog groepen Afrikanen die daar zo mee omgaan, met een omweg. Je moet de<br />
molen van het gesprek gaande houden, om zo te weten te komen waar het eigenlijk<br />
over gaat. Soms merkte ik pas bij het opschrijven hoe gruwelijk bepaalde dingen waren<br />
die ze vertelden. Dat heb ik geleerd, in een quote zit altijd iets wat niet gezegd wordt. Je<br />
moet goed luisteren voor je dat ontdekt.»<br />
«Bovendien is er na een conflict zoals de genocide geen waarheid. Iedereen is schuldig.<br />
Je hebt Hutu’s die Tutsi’s vermoord hebben, terwijl ze zelf Hutu’s verborgen hielden in<br />
hun huis.»<br />
“Het Belgisch model is fantastisch omdat<br />
het onmogelijk is”<br />
B-<strong>magazine</strong>: Het verleden is belangrijk in uw boeken.<br />
Peeters: «Ik ben vooral bezig met hoe de geschiedenis doorwerkt in het dagelijkse<br />
leven, zeker ook met Rwanda, heel de genocide kan je pas snappen wanneer je terug<br />
gaat tot voor 1900. De patronen van het verleden komen gewoon terug vandaag. Wij<br />
zijn heel vaak geneigd om dingen uit causaliteit te verklaren, alles moet een oorzaak<br />
hebben. Je zou net zo goed kunnen zeggen dat alles terugkomt, maar in een andere<br />
vorm.»<br />
«Het is ook geen politiek boek. Het is niet à la Peter Verlinden, die vaak nostalgisch is<br />
naar de goeie oude tijd. Maar natuurlijk gaat het boek onvermijdelijk ook over het koloniale:<br />
Wat hebben we daar gedaan? Hoe hebben we mensen ontworteld? Hoe schuldig<br />
zijn we? Zonder te dramatiseren.»<br />
B-<strong>magazine</strong>: Maar hoe kunnen wij daar als Belg dan mee omgaan?<br />
Peeters: «We zijn natuurlijk betrokken partij, we hebben een relatie die ons verplicht<br />
om daarmee in contact te treden. Kunnen wij nog samenleven, kunnen wij nog samen<br />
mooie dingen doen?»<br />
«Geld geven uit schuldgevoel, daar ben ik geen voorstander van. Maar dat speelt<br />
natuurlijk mee op de achtergrond.»<br />
6 B-Magazine 2012-<strong>2013</strong> nr:3<br />
“Ik ben een echte belgicist, zoals er<br />
meer zouden moeten zijn”<br />
B-<strong>magazine</strong>: U schrijft over een land waarin de twee bevolkingsgroepen het aan de<br />
stok krijgen met elkaar. Ziet u een parallel met België in zijn huidige situatie, in het<br />
licht van het succes van de N-VA?<br />
Peeters: «Wij wonen hier in Leuven, op tien kilometer van Wallonië. Het is een fantastisch<br />
stuk van ons land, ik ga daar geregeld toerkes fietsen.»<br />
«Het Belgisch model is fantastisch omdat het onmogelijk is. Dingen die niet samenhoren<br />
en toch samengezet worden, die hybriditeit, daar kan ik perfect mee leven. Dus ja, ik<br />
ben een echte belgicist, zoals er meer zouden moeten zijn. Wat mij heel erg stoort in het<br />
discours van de N-VA, dat is het wij-zijverhaal. Het doet mij denken aan de onzekerheid<br />
van een puber die zich afvraagt: ‘Wie ben ik?’ Wanneer je volwassen bent, dan kan je<br />
in contact met anderen treden. Misschien kan ik dat zelfs ruimer formuleren: in contact<br />
treden met de Andere, l’Autre. Van iemand die hetzelfde is als jou, daar kan je eigenlijk<br />
niks van leren.»<br />
«Binnen de antropologie heb je een richting die de etniciteit bestudeert. Er is niks essentialistisch<br />
dat dé Vlaming of dé Waal definieert, maar dat wordt wel graag zo ge-<br />
euro.<br />
De verfilming van de<br />
erotische bestseller 50<br />
shades of grey moet<br />
tegen de zomer van 2014<br />
in de bioscopen draaien.<br />
Universal Pictures kocht<br />
de rechten op de 50<br />
shades-trilogie al in <strong>maart</strong><br />
vorig jaar, maar er is nog<br />
steeds geen scenarist<br />
of regisseur aangesteld.<br />
Schrijfster E.L. James<br />
heeft wellicht enkele miljoenen<br />
dollar gekregen.<br />
Het Vlaamse Woord van<br />
het Jaar 2012 is friet-<br />
chinees geworden, een<br />
Chinese of Aziatische<br />
frituurhouder. Yolo,<br />
wrijftelefoon, gagnamstijl,<br />
sjoemelstroom en<br />
foefelakkoord wonnen<br />
in de categorieën jonge-<br />
rentaal, lifestyle, sport/<br />
amusement, economie<br />
en politiek.<br />
De geschiedenisschrijfster<br />
Donna Tartt, die begin<br />
jaren negentig nog<br />
de ‘redder van de Amerikaanse<br />
literatuur’ genoemd<br />
werd, brengt dit<br />
najaar haar derde roman,<br />
The goldfinch, uit.<br />
De Nederlandse satirische<br />
striptekenaar Willem<br />
(71) heeft de Grote<br />
Prijs van de stad Angoulême<br />
gekregen. Willem<br />
tekende strips, illu-<br />
straties, fictie, reportages<br />
en cartoons met thema’s<br />
als politiek, seks, oorlog,<br />
genocide, extremisme en<br />
religie. De Japanner Akira<br />
Toriyama (57), auteur van<br />
het mythische Dragon<br />
Ball, won de Speciale Prijs<br />
voor zijn gehele oeuvre.<br />
Dragon Ball is met 230<br />
miljoen exemplaren de<br />
meest verkochte manga<br />
ter wereld.
<strong>Babylon</strong> Bevraagt<br />
definieerd. Het is eigenlijk puur perspectivisch, want een groep bestaat nooit op zich.<br />
Die bestaat enkel in contrast met een andere groep die kan zeggen ‘wij zijn niet zoals<br />
zij’. Er zijn partijen in de samenleving gebaat bij zo’n essentialistische blik. De media<br />
spelen daar een rol in, net zoals bepaalde politieke partijen en instituties. Die grijpen<br />
terug naar 1302 en de Eerste Wereldoorlog, en ze kleuren gebeurtenissen bij zoals het<br />
hen uitkomt. Ze instrumentaliseren de geschiedenis vanuit een frustratie die ze vandaag<br />
hebben, vanuit onzekerheid en armoede. En dat allemaal terwijl we rijk zijn. We hebben<br />
het nog nooit zo goed gehad, met onze zonnepanelen.»<br />
B-<strong>magazine</strong>: Nog een laatste vraag: heb je schrijftips voor aanstormend talent?<br />
Peeters: «Je moet je urgentie ontdekken. Je moet toch wel wat pretentie hebben,<br />
ambitie om de waan van de dag te overschrijden, een licht belachelijk onafhankelijkheidsstreven.<br />
Je moet natuurlijk heel veel lezen en jaloers kijken naar al wat je voorgangers<br />
gedaan hebben.»<br />
«Vroeger zei men dat ik postmodern was, maar ik vind dat ik dat steeds minder ben. Ik<br />
wil een ethische impact hebben, schrijven is niet vrijblijvend. Allez, vrijblijvend schrijven<br />
kan, maar dat is toch niet zoals het moet, denk ik. Zelf schrijf ik dan ook geen huis-, tuin-<br />
en keukenboeken. Daar zijn ze te taai voor.»<br />
«Ik vind dat je een boek moet herinneren zoals je in een huis bent geweest, je moet<br />
weten welke sfeer daar hing. Je weet niet meer waar de trap stond, maar je weet wel<br />
nog hoe het licht binnenviel.»<br />
p 113 De antropologen waren her-<br />
kenbaar aan hun nomadische rugzakken<br />
en jassen met overal zakken en<br />
zakjes. Naarmate het congres vorderde,<br />
stonden overal volle en lege bekers op<br />
de vloer. Water, slappe thee en koffie.<br />
Ik bekeek met hen etnografische films<br />
over Kimbangu, gekke profeten en familieruzies<br />
in Botswana. Zo werkte deze<br />
wetenschap blijkbaar. Ten eerste leken<br />
ze elkaar allemaal persoonlijk te kennen.<br />
Ze citeerden, breiden verder, vitten,<br />
streden, bedachten ieder op hun beurt<br />
nieuwe theorietjes. Deze wetenschap<br />
was een gistingsproces, een voedselketen,<br />
een krabbenmand. Elke theorie was<br />
weer een uitdaging om aan te vechten<br />
of te weerleggen. Villein noemden ze<br />
het werk van een collega ‘elegant maar<br />
onwetenschappelijk’, waarna die een<br />
hartaanval kreeg.<br />
p 142 En ook hun vrouwen waren mooi als de heupwiegende koeien, zag Smith, die<br />
trouwens enkele keren een Tutsi-vrouw huwde. Hun oogopslag was loom als die van het<br />
vee. De vrouwen droegen opschik als de hoornen van de koeien, en wanneer ze dansten<br />
vormden ze met hun armen de vorm van die hoornen. Ook zij toonden het feestelijke<br />
lichaam. Een mooie huid zonder littekens of wonden, glanzend van boter. Rwandezen<br />
hielden blijkbaar niet van zware dingen. Alles moest kunnen worden meegenomen,<br />
zoals gedichten en verhalen, dans, hun eigen lichaam. Misschien was het dit: de werke-<br />
lijkheid volstond zoals ze was. Ze was op haar mooist als ze aangekleed was door de taal.<br />
Daarom hadden Rwandezen geen beeldende kunst nodig, besloot Smith.<br />
De shortlist van de<br />
Gouden Boekenuil, de<br />
belangrijkste literaire<br />
prijs in Vlaanderen, is<br />
bekend. Naast de Ne-<br />
derlanders Oek de Jong,<br />
Arnon Grunberg, Marja<br />
Vuisje en Tommy Wieringa<br />
maakt Peter Terrin<br />
als enige Vlaming ook<br />
kans op de prijs. De winnaar<br />
wordt op 4 mei <strong>2013</strong><br />
bekendgemaakt.<br />
Drie jaar na Sprakeloos<br />
verschijnt in september<br />
een nieuwe roman van<br />
Tom Lanoye, genaamd<br />
Gelukkige slaven.<br />
Janneman Pairon, negen<br />
jaar oud, heeft net zijn<br />
eerste boek uit, toepasselijk<br />
genaamd Mijn<br />
eerste boek. De zoon van<br />
dichter Marc Pairon is<br />
daarmee de jongste gepubliceerde<br />
schrijver van<br />
Vlaanderen. Al op zijn vijfde<br />
wist hij dat hij later<br />
schrijver wou worden,<br />
maar “popster is ook<br />
oké”.<br />
Lexima, een bedrijf dat<br />
ICT-oplossingen voor<br />
lees- en leerproblemen<br />
ontwikkelt, heeft<br />
een speciaal lettertype<br />
ontwikkeld om mensen<br />
met dyslexie met minder<br />
moeite te laten lezen en<br />
schrijven.<br />
Volgens een onlangs uitgevoerd<br />
onderzoek zorgt<br />
het lezen van chicklits<br />
voor een slecht lichaamsbeeld<br />
bij vrouwen.<br />
De Vlaams-Nederlandse<br />
dichteres Annemarie Estor<br />
heeft de Herman de<br />
Melanie Hacke<br />
Coninkprijs gewonnen<br />
voor haar dichtbundel<br />
De oksels van de bok.<br />
Michaël Vandebril ontving<br />
de Debuutprijs voor<br />
Het vertrek van Maeterlinck<br />
en David Troch won<br />
de Publieksprijs voor zijn<br />
gedicht Gezel.<br />
Anke Van Roy<br />
nr:3 2012-<strong>2013</strong> B-Magazine<br />
7
<strong>Babylon</strong> Bezoekt<br />
Kantoorverhoor (deel 2)<br />
Elke letterenstudent hangt wel eens rond in het Erasmushuis. Om langs te gaan bij de cudi van <strong>Babylon</strong>, om groepswerk<br />
te maken in de cafetaria, om te studeren in de bib of gewoon om in de paarse zeteltjes te hangen. Je zou dus kunnen<br />
zeggen dat het een soort tweede thuis is voor ons. Maar meer nog dan voor de studenten, is dat zeker waar voor de<br />
monitoren en proffen. Die hebben er namelijk elk hun eigen stekje. Wie weet welke geheimen er allemaal achter de<br />
wanden van het Erasmushuis schuilen! Wel, wij weten het, want we gingen bij de proffen op visite voor een verhoor<br />
over de inrichting van hun kantoor.<br />
Naast onze bezoekjes aan professoren Bru en De Geest en monitor Mon (zie vorige editie), gingen we ook op de thee bij<br />
David Martens, sloegen we een babbeltje met monitoren Katrien en Willem en gingen we zelfs langs bij onze enige echte<br />
decaan, Luk Draye. Hier volgt ons verslag:<br />
8 B-Magazine 2012-<strong>2013</strong> nr:3<br />
We begonnen onze tocht door het Erasmushuis bij monitor Katrien, de enige vrouw die we<br />
uiteindelijk zouden ondervragen. En dat ze een echte vrouw is, kan je ook merken aan de inrichting<br />
van haar kantoor. Met postkaartjes op de kasten, posters aan de muur, een grote zelfgetekende<br />
zon op het bord en nog wat andere spulletjes, weet Katrien haar kantoor een persoonlijke<br />
sfeer te geven. Achter haar bureau hangt een poster van Le Chat Noir. Stiekem had<br />
Katrien ons willen vertellen dat ze de poster heeft gekocht in Parijs, een stad die haar hart wist<br />
te veroveren. Enkele jaren geleden is ze daar namelijk met een vriendin naartoe gefietst. Maar<br />
tot haar grote spijt moet Katrien toegeven dat de poster simpelweg uit de Expo komt. Emotionele<br />
waarde nul dus, maar het is het gedacht dat telt, toch?<br />
“Met sommige planten heb je nu eenmaal een betere band<br />
dan met andere”<br />
De postkaartjes en de poster van Sevilla blijken daarentegen wel effectief uit Spanje te komen. Katrien is namelijk ooit<br />
met vier vriendinnen op Erasmus geweest naar dat zuiderse land. Zelf zat ze in Granada, maar aan de Feria de Sevilla, die<br />
elk jaar plaatsvindt, heeft ze nog steeds goede herinneringen. Datzelfde geldt eigenlijk voor haar hele Erasmusperiode,<br />
want ze keert nog steeds om de twee jaar terug naar Granada. Ze raadt dan ook iedereen die de kans krijgt aan om zeker<br />
op uitwisseling te gaan, volgens haar een onvergetelijke ervaring. De postkaartjes zullen voor Katrien altijd vele mooie<br />
momenten met zich meedragen. Daarmee zijn meteen zowel Frans als Spaans vertegenwoordigd op haar kantoor, wat<br />
dan ook haar status van romaniste bevestigt.<br />
Naast de poster van Le Chat Noir hangt een groot bord met daarop enkele geboortekaartjes<br />
van collega’s, haar copycard – iets wat anders nogal snel verloren raakt – en merkwaardig<br />
genoeg een foto van Sherlock Holmes. Niet omdat ze een grote fan is van Doyles geesteskind,<br />
maar omdat ze als ombuds zelf een waardige detective bleek te zijn. Terwijl Katrien ombuds<br />
was, kwamen twee studenten zich namelijk aangeven voor fraude. Dat werd door haar collega’s<br />
beloond met een foto van de legendarische detective.<br />
Naast een plastic bloemetje en twee orchideeën uit de Ikea, staat er ook een grote plant in de<br />
hoek van het kantoor. Deze plant wist Katrien net van de dood te redden, de oorspronkelijke eigenaar<br />
had hem helemaal verwaarloosd. “Met sommige planten heb je nu eenmaal een betere<br />
band dan met andere”, verklaart Katrien. Met deze plant lijkt het dus wel te klikken.<br />
Ten slotte vinden we nog een zwaarmoedige – althans volgens Willem – spreuk op de kast. “Het<br />
heeft geen zin te willen bloeien in de herfst, of te willen overleven in het aanschijn van de dood.<br />
Het niet-aanvaarden zal de loop van de dingen niet veranderen en leidt ook niet tot inzicht in de<br />
werkelijkheid.” Het is een spreuk van Patricia De Martelaere, zo blijkt, een vroegere prof Taalfilosofie.<br />
Deze wijze woorden zouden in de traditie van het taoïsme passen en volgens Katrien<br />
zoveel betekenen als “Laat de dingen op je afkomen, wat komt dat komt.” Ik word er toch ook eerder melancholisch van …<br />
“Het Erasmushuis is een afschuwelijk gebouw”<br />
Bij monitor Willem hangen niet zulke morose spreuken aan de muur. Bij hem staan er daarentegen anatomische voorstellingen<br />
van het spraakorgaan op de kast – ook enigszins luguber, maar ja, Willem is tenslotte een taalkundige. Dat zie<br />
je ook aan de boeken die zijn kantoor herbergt: naast Taal is zeg maar echt mijn ding en Waarom een buitenboordmotor<br />
eenzaam is, staan er ook exemplaren als La sémantique, La linguistique synchronique, Language and Communication en<br />
een hele hoop andere taalkundige shizzle te pronken. Ook de drie delen van de Dikke Van Dale mogen natuurlijk niet ontbreken.<br />
Die staan echter niet tussen de andere boeken in de kast, maar verdienen – vanzelfsprekend – een apart plekje<br />
op Willems bureau. Een miniatuur van een Apollobeeldje staat erbovenop, alsof het de macht van de Van Dale nog eens<br />
extra wil benadrukken. Want elke scrabblefanaat wéét dat dat werk AL-TIJD het laatste woord heeft, geen discussie mogelijk<br />
– al zal professor Van De Mieroop daar anders over denken.
<strong>Babylon</strong> Bezoekt<br />
“Ik heb uitzicht op een muurtje waar mannen nogal<br />
vaak hun behoefte tegen komen doen”<br />
Willem moet toegeven dat hij het Erasmushuis eigenlijk een afschuwelijk gebouw<br />
vindt. Maar over zijn kantoor zelf is hij best wel tevreden. Hij stoort zich niet aan de<br />
witte muren of de gele vloer en kan ook leven met de grootte van zijn kamertje. Ook<br />
over zijn uitzicht is hij zeker niet misnoegd; hij kijkt namelijk uit op heel wat groen en<br />
kan zo de seizoenen zien veranderen. Een enig nadeel is wel dat in zijn gezichtsveld ook<br />
een muurtje staat waartegen mannen nogal vaak hun behoefte komen doen. Net iets<br />
minder prettig om naar te moeten kijken …<br />
(Bij het verlaten van Willems kantoor, valt onze blik nog op een exemplaar van de vorige<br />
B-<strong>magazine</strong>. Zo hoort het!)<br />
Ook het kantoor van David Martens, professor Franse Letterkunde en dé reden waarom vele meisjes de twee en een<br />
half uur durende colleges maar al te graag bijwonen, is de moeite waard om te bespreken. Het is een plek waar talrijke<br />
stapels boeken ieder vrij stukje van de vloer bedekken, waar iPod-houders en Chinese theesets de hoeken opvullen en<br />
waar, vreemd genoeg, een houten formule-1 wagen een van de weinige nog beschikbare plekjes, dat vlak naast de deur,<br />
inneemt. Meteen na aankomst krijgen we elk een driedelige drinkconstructie voorgeschoteld bestaande uit een bordje,<br />
een tasje en een dekseltje met een gat in (waarbij ik van het laatste onderdeel absoluut het nut niet inzie), en terwijl de<br />
thee pruttelt en trekt in onze tas, begint Martens met een toelichting van de inrichting. Zo zijn de stapels boeken in de<br />
kamer het gevolg van een grote passie voor literatuur en een tekort aan opslagplaats en tijd om op te ruimen; de muziek<br />
is voor Martens een onmisbare factor bij het werken.<br />
Na de thee van merken zoals Lipton te hebben afgebroken, merken die volgens Martens<br />
enkel smaken als je er heel wat suiker aan toevoegt, leidt hij ons in in de Chinese theecultuur.<br />
Hier komt thee niet voor in de vorm van zakjes maar als kleine kruidenbolletjes<br />
die rechtstreeks in de tas, een zogenaamde “zhong”, worden gedaan. Het dekseltje zorgt<br />
ervoor dat je niet stikt tijdens het drinken en dat de bolletjes in de tas blijven, waardoor je<br />
meerdere “zhongen” kan drinken die steeds minder fel zijn van smaak.<br />
Indien je binnenkort bij professor Martens een mondeling examen moet afleggen en je<br />
goed wil scoren, raden wij je aan groene thee mee te nemen, die is gezonder dan zwarte en<br />
blijkbaar zijn favoriet. Mocht je voorganger echter ook dit artikel hebben gelezen en hier<br />
al voor gezorgd hebben, kan je altijd nog een plant kopen, als je het mij vraagt momenteel<br />
een groot gebrek in dit kantoor.<br />
Ten slotte komt de houten formule-1 wagen ter sprake. Het blijkt een cadeautje van Martens’<br />
collega’s te zijn voor zijn zoontje. De professor van literatuur en cultuur is namelijk<br />
enkele maanden terug vader geworden. Tja, sorry meisjes, maar geef toe: het was te<br />
verwachten.<br />
Het kantoor van decaan Luc Draye staat in schril contrast met alle andere die we bezochten. Het meest opvallende aan<br />
dit kantoor, is de zee aan ruimte. Hierbij vergeleken zijn de hokjes van de monitoren en professoren inderdaad eerder<br />
pigeon holes te noemen, zoals professor Bru ze eerder al omschreef. Er staan niet enkel een bureau en wat kasten op dit<br />
kantoor, er is zelfs een heel salon te vinden met zwarte leren zetels en een tafeltje, zo een dat in de films uiterst geschikt<br />
zou zijn om illegale pokeravonden rond te organiseren lang na sluitingstijd van het Erasmushuis. Maar met zulke dingen<br />
houdt onze decaan zich natuurlijk niet bezig. Dit kantoor dient namelijk ook als vergaderruimte, en daar heb je nu eenmaal<br />
ruimte voor nodig.<br />
Nadat we de enorme afstand tussen deur en bureau overbrugd hebben, vertelt de decaan ons dat hij eigenlijk niet veel<br />
heeft gedaan aan de inrichting van het kantoor. De meeste dingen die er nu staan, stonden er al bij zijn voorganger. Aan<br />
de indeling heeft hij eveneens niets veranderd, hij vond het “wel goed zo”. Op enkele familiefoto’s na, is er niet veel persoonlijke<br />
inbreng te merken, wat resulteert in een eerder zakelijke sfeer. Enkel de chaos op het bureau past niet helemaal<br />
in dat plaatje (voor een toonbeeld van orde verwijst hij ons door naar professor Geeraerts).<br />
“Het Erasmushuis is een tijdloos mooi gebouw<br />
dat visueel standhoudt”<br />
De decaan weet ons ook enkele interessante weetjes te vertellen over het Erasmushuis zelf. Zo blijkt dat de witte muren<br />
reeds zijn vastgelegd door de architect, en overschilderen is dus niet echt de bedoeling. We hebben dan ook op geen<br />
enkel bureel een andere kleur aangetroffen, al doen er wel verhalen de ronde over een mysterieuze gele streep op de<br />
muur bij professor Van De Mieroop. Ook achter de felle kleuren van de vloer blijkt een verhaal te zitten. Oorspronkelijk<br />
was het de bedoeling dat er per verdiep een afwisseling zou zijn van oranje, geel en rood, maar dat patroon is er niet<br />
nr:3 2012-<strong>2013</strong> B-Magazine<br />
9
<strong>Babylon</strong> Bezoekt<br />
gekomen. De reden? De geschiedenisverdieping was niet tevreden over de kleur die ze hadden toegewezen gekregen,<br />
en na een intense discussie heeft Taalkunde uiteindelijk kleur moeten bekennen. Taalkunde is geel geworden in plaats<br />
van geschiedenis. Waar die geschiedkundigen zich toch mee bezig houden … Decaan Luc Draye weet ons ook te vertellen<br />
dat het Erasmushuis zich bevindt op de locatie waar vroeger de neogotische Sint-Jozefskerk stond, een kerk die er slechts<br />
honderd jaar heeft gestaan. Enkele decoraties uit die kerk hangen nu in dit kantoor. Zelf vindt hij het Erasmushuis een<br />
tijdloos mooi gebouw dat visueel standhoudt. Misschien moet hij dat eens aan Willem vertellen.<br />
10 B-Magazine 2012-<strong>2013</strong> nr:3<br />
Het – naar mijn bescheiden mening – meest begerenswaardige voorwerp in deze<br />
ruimte, is niet het beeldje van Pieter De Somer, noch het schilderij van Valerius of de<br />
drie kloostertekeningen aan de muur. Nee, het is de grote comfortabele bureaustoel,<br />
zo een om je in om te draaien met de woorden “I’ve been expecting you”, die ik het<br />
liefst naar mijn eigen kot zou meesmokkelen.<br />
Wanneer al onze bezoekjes erop zitten, beseffen we dat er veel meer valt af te leiden<br />
uit de inrichting van een kantoor dan je misschien eerst zou denken. Moesten<br />
we een mentalist door het Erasmushuis laten lopen, hij zou meteen een psychosociale<br />
analyse van alle inwoners kunnen maken, me dunkt. Conclusie: niet de kleren,<br />
maar het kantoor maakt de man!<br />
Anke Van Roy & Ans Janssens<br />
<strong>Babylon</strong> Bestudeert<br />
Slampoetry:<br />
Smijtpoëzie, slagpoëzie? Een literaire bokswedstrijd?<br />
Ik neem jullie mee naar de wereld van slam poetry.<br />
Wikipedia omschrijft het als een moderne vorm van poëzie, een combinatie van een aantal disciplines, namelijk<br />
voordracht, tijdsdruk en dichtkunst. De gemiddelde <strong>Babylon</strong>iër zit inmiddels natuurlijk al kwijlend en half opgewonden<br />
te lezen, but wait, there’s more.<br />
Sinds Belgium’s Got Talent (ja, dat programma) op tv is gekomen, heeft België er een bekende slam poet bij gekregen.<br />
Zijn naam is Joost Stockx, beter bekend als Jee Kast. Hij haalde het tot in de finale en probeerde het grote publiek te laten<br />
genieten van zijn woordkunst. Met succes! Maar met enige teleurstelling en lichte frustratie keek ik toe hoe literair geëngageerd<br />
België blijkbaar toch niet naar talentenshows op VTM kijkt (ook al klinkt dat vrij logisch). Blijkbaar is België een<br />
land waar enkel zingen als een “talent” wordt gezien. Het is dan ook zeer spijtig dat het genre enorm achterop hinkt in<br />
België, ten opzichte van andere landen in Europa. Maar genoeg over mijn frustraties, let’s talk poetry.<br />
Persoonlijk zou ik een slamdichter vergelijken met “een schilder van woorden met de performance<br />
van een rapper die zich bevindt in een rederijkerskamer”. Ongeziene woordcombinaties,<br />
gegoten in een acteursperformance in wedstrijdvorm. De driehoek van Petersen wordt<br />
hier duidelijk overtroffen. Sommige slamdichters wijken zelfs af van het “literaire gedeelte”<br />
van hun optreden, en brengen klankpoëzie. (Algemene Literatuurwetenschap I, do you feel<br />
it?)<br />
Hoe zulke slamwedstrijden net in elkaar zitten, is andere kost. Het leuke aan de zaak is<br />
dat iedereen mag meedoen. Iedereen die de avond bijwoont, beslist ook gedeeltelijk<br />
wie de winnaar wordt. Er is natuurlijk ook een jury aanwezig – Belgium’s Got Talent-<br />
gewijs, hoera – die beslist over het lot van de kandidaten. Die krijgen ook maar gemiddeld<br />
drie minuten de tijd om zich te bewijzen. De uitvinder van de wedstrijden, Marc<br />
Smith, liet de dichters het zelfs tegen elkaar opnemen met bokshandschoenen aan,<br />
terwijl het publiek commentaar kon geven op de gedichten. (Misschien kon de<br />
verliezer zijn nederlaag zo eventueel “aanvechten”?) Gelukkig is de situatie inmiddels<br />
veranderd …<br />
Wie ondertussen zijn blad heeft volgekwijld en helemaal gebeten is door het<br />
slamvirus; surf zeker naar http://www.beslam.be/poetry-slam/ en download<br />
de publicatie!<br />
Voor wie nog niet overtuigd is: beeld je dit gedicht van Jee Kast in met<br />
een aangename performance:<br />
Gebroken man glipt<br />
door elegantste vingers<br />
zandlopergewijs,<br />
zoekt de aarde op<br />
waar tijd grappen uithaalt en<br />
sporen achterlaat.<br />
Liefde waait als wind<br />
door mijn takken worstelend<br />
twijfels wortelen.<br />
Slik de blad’ren weg<br />
bekijk de kruin van de boom<br />
tot de herfst verdwijnt.<br />
- Jee Kast<br />
Brent Bertels
<strong>Babylon</strong> Bezoekt<br />
Buitenland<br />
Een van de weinige dingen die mij nog kunnen verbazen na drie jaar studentenleven is wanneer iemand stellig beweert<br />
niet zo te houden van Parijs. “Doe mij maar zon, zee en strand”, hoor ik hen zeggen, alsof men een sprankelend glas<br />
Veuve Clicquot afslaat voor een Carapilsje. Vulgair, noem ik hen. Cultuurbarbaren! Want Paris is always a good idea,<br />
zou Ms Audrey Hepburn me bijtreden.<br />
Die mantra scanderend in mijn<br />
hoofd, trok ik zes maanden geleden<br />
de voordeur van het ouderlijk huis<br />
in het godvergeten Sint-Amands<br />
achter me dicht. De tippen van<br />
mijn sneakers waren al naar het<br />
bruisende stadsleven gericht, terwijl<br />
het kleine kerkje iets verderop een<br />
hoopje dorpsgenoten ophoestte na<br />
de zondagsmis. Kleinburgerlijk plattelandsleven,<br />
jou zal ik niet missen<br />
op Erasmus.<br />
Gewapend met een koffer vol zwarte kleren – want van andere<br />
kleuren ontkent de cynische Parijzenaar het bestaan<br />
wegens te opgewekt – reed ik de périphérique van Parijs binnen.<br />
Geen domme zet, zo bleek, want dankzij een wildgroei<br />
aan krantenkiosken lag nu op elke hoek van de straat een<br />
stapel Paris Vogues te proclameren dat zwart de nieuwe<br />
it-kleur van die winter zou worden. Baanbrekend ... Maar<br />
geen probleem, deze jongen was voorbereid en bij wijze<br />
van camouflage, die ervoor moest zorgen dat ik optimaal<br />
in dit stijlvolle straatbeeld zou opgaan, trok ik mijn lange<br />
zwarte jas over mijn schouders. Ik besloot de proef op de<br />
som te nemen, en welke gelegenheid leent zich hier beter<br />
toe dan ... ja ja, Paris Fashion Week? Al na één stap uit de<br />
metro viel op dat mijn afgesleten sneakers, die zo gewend<br />
waren aan de Vlaamse ondergrond, in het niets verbleekten<br />
met de torenhoge stiletto’s, die meedogenloos klikten op<br />
de marmerwitte trappen van het Grand Palais, waar Chanel<br />
binnen enkele ogenblikken het kruim van de modewereld<br />
zou verzamelen. Onder hen ook her royal highness, Anna<br />
Wintour, zo hoopte ik, maar nergens in de kudde van peperdure<br />
bontjassen viel haar karakteristieke pagekopje te<br />
bespeuren: mevrouw was al langs een achteruitgang naar<br />
buiten geglipt ... the sneaky bitch.<br />
Aan de unief zal ik wel minder uit de toon vallen met mijn<br />
H&M-outfitje. Wederom verkeerd gedacht: de gangen van<br />
de Sorbonne vulden zich met een volkje dat er beduidend<br />
excentrieker bijliep dan de gemiddelde Leuvenaar met zijn<br />
kringtrui en zijn net-uit-bed-look (of vaker nog: zijn nooitin-bed-geraakt-look).<br />
Als je het stereotiepe beeld van de<br />
blasé Parisien, die van roken en koffiedrinken een kunst<br />
maakt, bevestigd wil zien, moet je hier zijn: afgaande op<br />
de menigte kettingrokers, die de ingang van het universiteitsgebouw<br />
in een grote rookmist hulden, zou je geloven<br />
dat het smogprobleem in Parijs piekt telkens wanneer een<br />
prof lespauze geeft. Ik overdrijf, denk je misschien? Het<br />
ging zelfs zo ver dat een van mijn proffen tijdens de les nonchalant<br />
een sigaretje opstak terwijl ze Chomsky’s Universal<br />
Grammar uitlegde, en ons iets later in alle stilte een tekst<br />
liet lezen, opdat zij ondertussen haar tijd nuttig kon besteden<br />
met het rollen van een nieuwe voorraad sigaretten.<br />
Clichés zijn er om bevestigd te worden.<br />
Dat moeten ook de Spaanse Erasmuscoördinatoren gedacht<br />
hebben bij het selecteren van de uitwisselingsstudenten<br />
die ze naar Parijs zouden sturen: “de typische<br />
Erasmusser” roept uiteraard meteen het beeld op van feestende<br />
Spanjaarden, maar de exemplaren die ik heb leren<br />
kennen, hebben de semantische grenzen van wat ik onder<br />
“marginaal” versta, danig verlegd. En wie mij kent, weet<br />
welke mate van gortigheid dit impliceert ... Om even kort<br />
te schetsen: bruingebakken breezersletjes in pantermotief,<br />
nachtlawaai waarvoor men in Leuven een GAS-boete zou<br />
krijgen om u tegen te zeggen, en liters tequila die al even<br />
snel naar buiten kwamen als ze naar binnen waren gegaan.<br />
What happens on Erasmus, stays on Erasmus, moeten ze<br />
gedacht hebben ... tot het in uw B-<strong>magazine</strong> verscheen.<br />
Geef mij tijd en een glas wijn, en ik vertel nog uren door<br />
over wat het leven in Parijs zo zinnenprikkelend geweldig<br />
maakt: van chique recepties en toastjes met foie gras in het<br />
Maison des Belges, tot happy hours in de ietwat “aparte”<br />
Banana Bar; van dragqueens spotten in le Marais, tot verloren<br />
lopen in het Quartier Latin en uren gekluisterd zitten<br />
aan oude boeken in de Shakespeare & co ... Parijs is meer<br />
dan gewoon een mooi plaatje voor een postkaart of een<br />
charmante achtergrond waartegen de hordes Chinezen en<br />
Japanners “en masse” poseren. Paris pétille, Paris palpite ...<br />
maar om dat volledig te vatten moet je er geleefd hebben.<br />
Om even samen te vatten met de woorden van Gertrude<br />
Stein, die ik na zes maanden Parijs de pretentie heb hier te<br />
parodiëren: Belgium is my country, but Paris is my hometown.<br />
Wout Van Praet<br />
nr:3 2012-<strong>2013</strong> B-Magazine 11
<strong>Babylon</strong> Beschrijft<br />
Lang kortverhaal<br />
<strong>Babylon</strong> schrijft. Vaak. Veel. Graag. Onze Man in het veld nam het plan op om op een epische literaire queeste te<br />
vertrekken. Elke editie presenteert hij jullie de volgende stap, het volgende hoofdstuk in zijn Verhaal. Deze maand:<br />
deel drie.<br />
Speer schudden rond het consumerend vuur<br />
Ik zie het zo voor mij: de Betreurde die gewonden in<br />
witte vodden een reeks Bacchiaanse dansen leidt terwijl<br />
hij met een gebroken wandelstok het orkest van<br />
kakofonisch drummende samenzweerders aanvoert. De<br />
goudbruine scepter klieft onstuimig door de lucht en boort<br />
zich in een kunstwand. Met twee handen rond de stok en<br />
een maat vierenveertig tegen de wand trekt hij zo hard dat<br />
hij zichzelf stomdronken achteruit katapulteert en door een<br />
strategisch niet goed geplaatste glazen deur valt. Laconiek<br />
veert hij weer recht en constateert hij dat niemand gewond<br />
is, waarop hij een toost uitbrengt.<br />
Fragmentarisch als is onze vertelling over deze hoogst<br />
intelligente dorpsgek – und die Welt ist sein Dorf – zo<br />
ook is zijn bestaan. Hij leeft maar op in de mate dat hij<br />
gedenkwaardige graven plundert of meerijdt op een wilde<br />
nachttrein naar de extremen van sociaal aanvaardbaar<br />
gedrag. Kwantiteit regeert over kwaliteit als wij een<br />
veredelde rockster volgen die de vaardigheid ontbeert om<br />
een gitaar te stemmen, maar rolt in zelfverachting en restjes<br />
sushi op beschimmelde matrassen. En het feest stopt niet<br />
met het opkomen van de zon. Hij gaat door, door, door, op<br />
het ritme van een bebop-melodie die knalt uit de aftandse<br />
speakers van een jukebox in een bruin en rokerig wegcafé.<br />
Onvermijdelijk de dalende roltrap<br />
op klauteren zodat dit moment nooit<br />
over zou gaan<br />
Zijn alles-consumerende passie brandt niet zomaar uit<br />
maar sublimeert nu en dan in pogingen tot artistieke<br />
uitspattingen, zoals het schrijven van epigrammen op<br />
geteisterde toiletdeuren. Of zoals onlangs vermeld, in de<br />
vorm van briefjes aan zijn musen door wie hij zich tierig liet<br />
verwennen. Lange afscheidsbrieven, bedankbrieven of ganse<br />
elegieën over het hoe en waarom van zijn gedragingen.<br />
Gemeenschappelijk hebben zijn schrijfsels echter dat er<br />
geen hoe en waarom uitlegbaar is en zijn odyssee wordt<br />
zo gereduceerd tot de futiele afwezigheid van enig proces<br />
van leerzame ontwikkeling. Zijn hipster anti-establishmentattitude<br />
was niet meer dan een pose, een flauw afkooksel<br />
van een betekenisvol bestaan. Zoeken wij de moraal in zijn<br />
amoraliteit, dan lopen we steevast een doodlopende steeg<br />
in vol kapot glas en plassen urine zo diep dat de doorsnee<br />
schoen er vol van loopt. Zoals beloofd hier een melig-<br />
melancholisch fragmentje waar zijn Lolita’s voor smolten:<br />
12 B-Magazine 2012-<strong>2013</strong> nr:3<br />
Jij, ik en een fles wijn, eentje met een kurk, een echte,<br />
geen synthetisch gedoe. Een fles zo simpel dat het verkleurde<br />
etiket niets onthult, maar dat detail is het laatste<br />
wat ons bezig houdt, want de smaak wordt niet meer verzorgd<br />
door gezegende vruchten als wel door het destillatieproces<br />
doorheen jouw ogen, om als tranen engelenplasjes<br />
achter te laten vooraan op mijn tong. Wees geen klankbord<br />
vanavond, maar laat het ritselen van de lakens een<br />
symfonie zijn die engelen uit de hemel haalt. Geen lied op die<br />
platenspeler dat ik wil horen, geen klank bestaat er die het<br />
moment recht zou aandoen. Laten we niet verroeren, op<br />
wat uiterst voorzichtige en willekeurige strelingen na. Ik geniet<br />
van je gewassen lichaam, ik zie het niet maar voel het<br />
des te meer. Je prikkelt al mijn zintuigen zonder ook maar<br />
te knipperen met die onopgemaakte oogleden waar ik niet<br />
op uitgekeken raak. Je bent een andere van zo dichtbij. Een<br />
andere persoon die als het ware op het punt staat deze<br />
wereld te verlaten door je onaardse aura. Een schim ben<br />
je, die er nog steeds is wanneer ik de ogen sluit. En dat is<br />
alles wat ik doe, dat sublieme beeld vergelijken met wat<br />
ik waarneem. Hoe kan ik weten dat mijn ogen me niet<br />
bedotten? Omdat ik wil dat je zo mooi bent, ben je het<br />
ook. In mijn beeld ben je de mooiste, geen wereldse<br />
gelijkenis bestaat er. Je bent de mooiste zonsondergang, de<br />
kleurrijkste graffiti onder een idyllisch bruggetje, schaduw<br />
werpend over enkele verloren zielen. Daar tegen die ruwe<br />
muur hoor ik thuis, in jouw zachte handen.<br />
Er zijn nu even geen anderen meer. Dus denk niet, redeneer<br />
niet, oordeel niet, verlichting brengt ons enkel dichter bij<br />
het eind. En ik weiger, ontken alles wat redelijk is, want er is<br />
geen einde. Dit moment is pure melancholie waarin ik elke<br />
milliseconde verlang naar het minieme ogenblik ervoor,<br />
opdat, als ik erin zou slagen die onvermijdelijk dalende roltrap<br />
op te klauteren, dit moment nooit over zou gaan, maar<br />
zou blijven draaien en draaien tot oud, grijs en verliefd we<br />
ons samen kunnen laten glijden tot het einde van de rit.<br />
Aan het einde van de snelweg<br />
ligt er een vliegveld ...<br />
En zo zit hij daar dan, op een bankje aan een tankstation,<br />
met een Snickers in de hand. Hij staart naar de eindeloze<br />
stroom van wagens die stoppen, starten, vertragen en optrekken.<br />
En hij wacht. Hij proeft chocolade zonder zijn blik af<br />
te wenden van het gemotoriseerde tuig. Als een eend in een<br />
badkuip zit hij daar, te wachten, niet verveeld, ongeduldig<br />
of opgewonden, neen, maar sereen, apathisch, onverschil-
<strong>Babylon</strong> Beschrijft<br />
lig. Misschien wacht hij op iemand? Of iets? Zijn gedachten<br />
zijn vooralsnog ondoordringbaar en vermoedelijk versufd,<br />
hoewel het een nuchter moment lijkt. Hij wacht wel degelijk<br />
op iemand die hem de hand reikt, zachtjes door zijn haar<br />
strijkt en teder fluistert: “We gaan naar huis, ik heb wafels<br />
gebakken.” Vermoedelijk<br />
hoopt hij die<br />
ene persoon tegen<br />
te komen en route,<br />
weg van alles wat<br />
hem steeds weer als<br />
een jokari-bal terug<br />
de routine in sleurt.<br />
Er is echter geen<br />
ontkomen aan. Een<br />
uitweg bestaat noch<br />
in het leven, noch in<br />
de dood, getuige zijn<br />
afwezigheid op zijn<br />
eigen begrafenis. Er<br />
bestaat geen weg<br />
naar ‘weg’. ‘Weg’<br />
is slechts ergens<br />
anders, en elke<br />
persoon op aarde<br />
zoekt die plek ooit<br />
op, de ene al wat<br />
vaker dan de andere.<br />
De Betreurde<br />
is onder-weg, maar<br />
niets is veranderd.<br />
Hij wil verder weg,<br />
maar het baat niet.<br />
Hij geraakt niet verder<br />
dan onderweg,<br />
maar dat besef bereikt<br />
hem niet, dus<br />
staart hij in de verte<br />
naar, ja, naar wat?<br />
Hij zoekt blind met<br />
open ogen, op de<br />
tast, naar een plek<br />
waar hij kan, mag<br />
en wil zijn. En dat is<br />
niet hier, maar ginds<br />
in de verte, ver, ver<br />
weg. Zijn Snickers is<br />
op. Hij wacht nu enkel<br />
nog op zichzelf.<br />
Aan het einde van de<br />
snelweg ligt er een<br />
vliegveld ...<br />
An errant knight once loved and young was stranded<br />
through the power of tongue. I am his horse, his eyes, his<br />
heart long lost, due to the grace his path once more had<br />
crossed …<br />
Jasper Vanhaelemeesch<br />
nr:3 2012-<strong>2013</strong> B-Magazine<br />
13
<strong>Babylon</strong> Beschrijft<br />
Ode<br />
Deprimern’de druppels vallen neer,<br />
donkergrijze wolken keer op keer.<br />
’t Binnendringen van de somb’re lucht,<br />
’t enige warme is m’n lange zucht.<br />
Je warm figuur ontbreekt me reeds te lang,<br />
je zoete lippen en je rozige wang.<br />
Jouw komst is nu het enige waar ik op wacht,<br />
Alleen door jou krijg ik weer nieuwe kracht.<br />
Oh, mijn lieflijke Lente, waar blijf je toch?<br />
Michael Bauwens<br />
OCCLUSIEF<br />
Ik wijs ze de deur.<br />
De ingang.<br />
De uitgang.<br />
De gedachtegang.<br />
Die we bewandelden,<br />
hand in hand.<br />
Maar het vuur tussen ons<br />
heeft onze handen verbrand.<br />
En nu het vuur uit is,<br />
de lont is gedoofd,<br />
barst de bom<br />
nog harder.<br />
Versteend kijk ik toe<br />
hoe alles in rook<br />
opgaat.<br />
Brent Bertels<br />
14 B-Magazine 2012-<strong>2013</strong> nr:3<br />
Zij<br />
Had altijd het laatste woord<br />
Zij<br />
Wist altijd wat te zeggen<br />
Zij<br />
Kon dichten, schrijven, componeren<br />
Zij<br />
Was op een dag verdwenen<br />
Ik<br />
Ben haar gaan zoeken<br />
En<br />
Daar<br />
Was ze,<br />
Verloren lopend<br />
In een wereld<br />
Vol woorden<br />
Die zij gevormd had<br />
Saar Van Acker<br />
haar noten kraken door de bomenbalk<br />
(de vraag van het antwoordt blijft)<br />
zijn ogen gooien - win -<br />
(de stilte hangt lager dan nooit)<br />
zij dansten van de drup naar de regen<br />
(verwarring is al wat hij weet)<br />
- en terug –<br />
(en zij,<br />
zij lacht)<br />
Saar Van Acker
<strong>Babylon</strong> Beschrijft <strong>Babylon</strong> Bekt<br />
AanMODEren<br />
Gooi uw geitenwollen sokken en bermuda niet meteen bij<br />
het huisvuil, liefste letterenstudent. Stijlvol door de gangen<br />
van het Erasmushuis paraderen is zo passé. Laat Vogue op<br />
uw nachtkastje liggen en verstop die stijltips van Trinny en<br />
Susannah tussen uw collectie Harry Potter-boeken. De dosis<br />
narrativiteit die u elke dag met zich meezeult – neen,<br />
niet de Norton Anthology – is wat ertoe doet. U kleedt<br />
zich, dus u bent (nudisten even ter zijde gelaten). Met elke<br />
beslissing die u ’s morgens – houten kop of niet – voor uw<br />
kleerkast maakt, schrijft u een nieuwe lijn in uw levensverhaal.<br />
Een LBD van Herr Karl (Lagerfeld, modebarbaar!)<br />
hoeft het niet te zijn. Een H&Mmeke, 100% uit polyester,<br />
en een goed ontwikkelde verbeelding of een paar shotjes<br />
tequila volstaan om auteur te worden van een narratieve<br />
kleerkast met intriges waar de scenaristen van Thuis jaloers<br />
op zouden zijn.<br />
Een garderobe is het belangrijkste hulpmiddel van de mens<br />
om zichzelf aan de wereld voor te stellen: het uithangbord<br />
van uw identiteit. Kiest u liever voor een opzichtige print<br />
dan voor basic zwart? Dan kan daar een lang verhaal vol<br />
psychologische uitweidingen rond gesponnen worden.<br />
Mark Freeman, een hoge piet<br />
als het om het uitstallen van uw<br />
identiteit gaat, beschrijft de mens<br />
als het meest misleidende wezen<br />
on earth. Via onze woorden leggen<br />
wij onze interpretatie van de<br />
wereld op aan andere mensen.<br />
Unreliably reliable, om het met<br />
zijn geletterde – sic, uiterst vage<br />
– woorden te benoemen.<br />
Bon, dat we via woorden onze impressies van onze omgeving<br />
uitdrukken, is nu niet echt het heruitvinden van het<br />
wiel. Freeman had zich beter eens aan onze garderobes<br />
gewaagd om de menselijke misleidendheid te duiden. Concreet<br />
voorbeeld: ik koop enkel stukken waar ik mij gemakkelijk<br />
in voel en die mijn figuur passen, dat is mijn reliability.<br />
Met een crazy-ass decolleté zal je mij niet zien pronken. Aan<br />
de andere kant trek ik op een galabal steevast mijn meest<br />
hippe en sexy kleedje aan en draag ik talons die de gemiddelde<br />
dansvloerdraler doen duizelen. No way José dat ik<br />
hier ga verkondigen dat ik gemakkelijk loop op hakken van<br />
12 cm. Unreliably reliable, tiens. Als u uw afschuwelijke pull<br />
wilt aantrekken die u droeg in de Fak toen u die hete poeze<br />
muilde, go your gang. Menig fashionista zal u als een modebarbaar<br />
bestempelen, maar ’t is een kledingstuk met een<br />
integer – uhum – verhaal. Fasheption – samentrekking tussen<br />
fashion en deception, zal bij deze in het psychologischnarratieve<br />
wereldje geïntroduceerd worden, true story.<br />
Laura Muylle<br />
<strong>Babylon</strong>ische<br />
spraakverwarring<br />
Liefste <strong>Babylon</strong>iërs,<br />
We zijn goed bezig! Er wordt volop aan onze toren ge-<br />
spouwd – ik bedoel gebouwd. Dat we elkander nu verstaan,<br />
is natuurlijk een groot voordeel. Maar aangezien<br />
spouwen maar een individuele activiteit is – al is het in<br />
Leuven vaak eerder een collectief gebeuren – hebben we<br />
nog iets nodig om de <strong>Babylon</strong>ische teamspirit te bevorderen.<br />
Want alleen is maar alleen, samen staan we sterk!<br />
Daarom stel ik voor, beste vrienden, om eens goed met iemand<br />
te amandeltennissen. Wablief? Amandeltennissen,<br />
ja! Of huigtikken. Kopkluiven misschien? Vijzen, afwassen,<br />
totten, toezen, snavelen, snoetjeknovveln. Zegt het u allemaal<br />
niets? Misschien is dit al wat duidelijker: speeksellepelen,<br />
tongworstelen, aflekken, lebberen, bekken. Draai<br />
uw mede-<strong>Babylon</strong>iër met andere woorden gewoon eens<br />
deftig een tong! Och ja, het Leuvense studentenras gebruikt<br />
daar een andere term voor. Je hoort het je vast al zeggen:<br />
“Ik heb gisteren in een zatte bui de preses van [vul aan<br />
met een kring naar keuze] gemuild!” Inderdaad, in Leuven<br />
muilen wij, en niets anders! Als taal- en letterkundestudenten<br />
speeksel uitwisselen, dan wordt er gemuild. Zoenen, da’s<br />
voor kleine kinderen. Al moet ik eerlijk toegeven dat ik dat<br />
best wel zwoel vind klinken – alsof je enkel kan zoenen met<br />
Zuiderse Juanen en gebronsde Carlossen. Kussen, dat doe je<br />
bij het arriveren op een familiefeest met iedereen behalve<br />
misschien die tante met iets te veel haar op de bovenlip.<br />
En tongen, dat klinkt dan weer net iets te vulgair naar mijn<br />
mening. Muil houden en muilen, dat is dus de boodschap!<br />
Niet huilen, maar muilen. Alleen zo kunnen we ons groepsgevoel<br />
versterken, alleen zo maakt onze toren een kans. Tot<br />
slot nog een laatste goede raad: neem misschien eerst een<br />
muntje, na dat spouwen. Kwestie van het toch een beetje<br />
aangenaam te houden.<br />
Anke Van Roy<br />
nr:3 2012-<strong>2013</strong> B-Magazine<br />
15
<strong>Babylon</strong> Bestudeert<br />
Harlem Shake<br />
Het moderne carnaval<br />
Als u ondertussen nog niet gehoord hebt van de Harlem<br />
Shake, dan wil dat zeggen dat u de afgelopen weken in een<br />
grot hebt geleefd.* De absurde dansfilmpjes van de Harlem<br />
Shake veroverden de afgelopen weken stormenderhand het<br />
internet, al zal de rage al wel weer over zijn eens dit stuk gepubliceerd<br />
wordt. Maar wat verklaart nu het succes van deze<br />
toch wat ongewone rage? Wat bezielt mensen om zichzelf en<br />
plein public zo compleet belachelijk te maken? Het lijkt enigs-<br />
zins op planken, al kan je het volgens mij veel beter vergelijken<br />
met de eeuwenoude traditie van, jawel, carnaval.<br />
Waar zit de link met planken? Het grappige van planken is ook<br />
dat je iets doet dat eigenlijk compleet absurd is. Tegelijk ziet<br />
het er visueel heel goed uit. Dat nodigt ertoe uit het massaal<br />
zelf te doen en de foto’s dan wel filmpjes ervan met iedereen<br />
te delen. Maar er is meer. In een vorige jaargang van B-<strong>magazine</strong><br />
analyseerde ik planken als de deconstructie van de moderne,<br />
op efficiëntie ingestelde ruimte. Je kan echter moeilijk<br />
volhouden dat dit ook het geval is bij de Harlem Shake, want<br />
ruimtegebruik speelt niet echt een rol in de dansjes.<br />
Maar wat zit er dan wel achter de Harlem Shake? Laten we om<br />
te beginnen de structuur van de filmpjes aan een close reading<br />
onderwerpen. Laten we meer in het bijzonder kijken naar<br />
het verwachtingspatroon ervan. De filmpjes beginnen zoals<br />
gezegd met iemand die op zijn eentje een beetje vreemd staat<br />
te dansen terwijl de andere mensen met serieuze zaken bezig<br />
zijn en het niet lijken te merken. Normaal verwacht je dan dat<br />
iemand de dansende persoon op zijn minst vreemd gaat bekijken.<br />
Dat gebeurt echter niet. Wat wel gebeurt, is daarentegen<br />
het laatste wat je verwacht: dat iedereen plots meedoet.<br />
Dus niet alleen het absurde dansen zelf doorbreekt normale<br />
verwachtingspatronen, de structuur van het filmpje versterkt<br />
dat nog eens.<br />
En het wordt nog beter, als we kijken naar de locaties van de<br />
Shakes. Zeker de meer populaire filmpjes spelen zich af op<br />
plekken waar je het het minste verwacht. Zeer populair zijn<br />
de capriolen van het Noorse leger, of van het wielerteam van<br />
Quick Step. Zowel het leger als een wielerteam zouden normaal<br />
een schoolvoorbeeld moeten zijn van een no nonsense<br />
geoliede machine. Ook opvallend zijn de Harlem Shakes in<br />
kantoorruimtes of op de metro, de laatste plekken waar je eraan<br />
denkt om gek te gaan dansen. Ook de locatie draagt er<br />
dus toe bij dat ons normale verwachtingspatroon volledig op<br />
zijn kop wordt gezet. Kortom, een Harlem Shake is dus niet zo-<br />
maar gek doen, het is gek doen op een moment dat je het het<br />
minst verwacht, waar je het het minst verwacht.<br />
Wat heeft dit nu te maken met carnaval? Laat verwachtingspatronen<br />
doorbreken nu juist hetgene zijn waar carnaval oorspronkelijk<br />
rond draaide. Carnaval was die ene dag in het jaar<br />
dat niet de echte prinsen het voor het zeggen hadden, maar<br />
prins carnaval. En prins carnaval was het absolute tegengestelde<br />
van een prototypische vorst, hij was een brassend feestbeest.<br />
Zij die goed hebben opgelet in de lessen Vroegmoderne<br />
Literatuur van prof. Van Vaeck, weten dat de essentie<br />
van carnaval de omkeer is van de normale morele waarden en<br />
verwachtingen. Eén dag in het jaar golden die niet en kon je je<br />
eens goed laten gaan. Carnaval is dus een moment van escapisme<br />
uit de maatschappij.<br />
En zo zou je ook de Harlem Shake kunnen zien. Het gaat om de<br />
volledige – evenwel eenmalige – omkering van de maatschappelijke<br />
verwachtingspatronen. En kijk, het heeft toch al een<br />
uitlaatklep kunnen bieden aan duizenden mensen wereldwijd<br />
in klaslokalen, vergaderzalen, legerpelotons, wielerpelotons<br />
enzovoort.<br />
Als je vanuit dit opzicht het verwachtingspatroon van het<br />
filmpje herbekijkt, dan zie je trouwens dat er wel degelijk logica<br />
inzit. De danser aan het begin, die niet opgemerkt wordt<br />
door de omstaanders, symboliseert in zekere zin al dit escapisme.<br />
Hij laat zich even gaan zonder dat iemand zich eraan<br />
lijkt te storen. In de tweede helft van het filmpje wordt dit gewoon<br />
doorgetrokken, maar dan in het extreme. Iedereen laat<br />
zich gaan, en laat zich zo volledig gaan dat duidelijk niemand<br />
er twijfels bij heeft, laat staan dat iemand zich eraan stoort.<br />
We kunnen dus besluiten dat de Harlem Shake niet het<br />
equivalent is van iemand die stokstijf op zijn keukentafel<br />
ligt. Tom Boonen, het Noorse leger en de gekke danser op<br />
zijn stokpaard bieden eerder een moderne variant van een<br />
breugheliaans tafereel met een schare bonte, maatschappelijk<br />
onverantwoorde carnavalsgangers. Het heeft niks te<br />
maken met paarden, planken of stokken, maar veeleer met<br />
escapisme, het escapisme van even de normale verwachtingspatronen<br />
en maatschappelijke stokpaardjes op hun kop te<br />
kunnen zetten.<br />
Gijs Van den Broeck<br />
* Voor zij die de afgelopen weken effectief in een grot hebben geleefd, toch nog even het fenomeen uitleggen. Hoe ziet de Harlem Shake eruit? De filmpjes beginnen<br />
telkens met iemand die rustig staat te dansen op de tonen van het liedje Harlem Shake van een zekere DJ Baauer. De mensen rondom hem negeren hem volledig en<br />
zijn bezig met hun normale, alledaagse taken. Wanneer de muziek zijn climax bereikt, gaat het filmpje over naar een volgend shot, waarop plots iedereen in de ruimte<br />
op een zo gek mogelijke manier, liefst nog met zo gek mogelijke attributen, staat te dansen.<br />
16 B-Magazine 2012-<strong>2013</strong> nr:3
<strong>Babylon</strong> Bekritiseert<br />
Mannen die vrouwenboeken haten<br />
Chick lit. De term alleen ontlokt een rabiate grijns aan meer dan een trotse drager van het Y-chromosoom. Als goede<br />
literatuurwetenschappers weten we echter dat een mening gestaafd hoort te worden. Deze man neemt het daarom op<br />
zich, a priori negatieve recensies te documenteren met tekstmateriaal. Zodat jullie het niet hoeven te doen.<br />
Kleine meisjes worden groot<br />
In deze tijden van moreel en ethisch verval en van het onvermijdelijke<br />
vingerwijzen dat daar immer op volgt, was het<br />
slechts een kwestie van tijd vooraleer ook deze redacteur<br />
zijn steentje bijdroeg aan het voortwoekerende debat. Laat<br />
ons beginnen met een situatieschets, en een aantal objectieve<br />
en in de eerste plaats logische gevolgtrekkingen.<br />
Primo. De studentenpopulatie van onze beminde kring<br />
bestaat voor het grootste deel uit vrouwen. Secundo.<br />
In een bijzonder spijtige ontwikkeling is het agnomen<br />
van eerder genoemde studentes verworden tot “Baby-<br />
lonische hoerren” [sic*]. Tertio. In een uitgebreid, diepgaand<br />
en langdurig empirisch onderzoek hebben we vastgesteld<br />
dat de meerderheid van de huidige generatie vrouwen is<br />
opgegroeid met de geschriften van de heren Delahaye en<br />
Marlier. Deze pleitbezorgers van de seksuele vrijgevochtenheid<br />
hebben, doorheen de jaren, hun linkse ideologie<br />
verspreid middels een ogenschijnlijk onschuldig platform:<br />
de Tiny-boekjes.<br />
De enige logische conclusie die uit deze objectieve vaststellingen<br />
a fortiori naar voren kan komen, is dan ook de<br />
volgende: Tiny is een bron van (seksuele) corruptie en<br />
verloedering. Als we de publicatiegeschiedenis van de<br />
reeks onder de loep nemen, wordt de evidentie van deze<br />
aanklacht des te uitgesprokener. Een overzicht.<br />
In Tiny’s prille kinderjaren hield het titulaire hoofd-<br />
personage zich voornamelijk bezig met wat we slechts<br />
kunnen betreuren als de teloorgegane deugdzame, goede<br />
eigenschappen van de vrouw. Titels als Tiny helpt moeder<br />
(1963), Tiny speelt moedertje (1968), en Tiny in de keuken<br />
(1974) kunnen als exemplarisch voor zulk ideaal modelbeeld<br />
beschouwd worden. Eventueel kan ook Tiny gaat winkelen<br />
(1964) nog tot deze Gouden Tijd gerekend worden – al<br />
veronderstelt dit natuurlijk wel dat een welwillende vader<br />
(of later, echtgenoot) zijn kredietkaart ter beschikking stelt.<br />
Er is een reden waarom er geen boekje bestaat dat Tiny<br />
leert omgaan met geld heet.<br />
Bij nadere inspectie blijken deze zeldzame expliciet positieve<br />
rolmodellen echter slechts een poging te zijn om<br />
de ware intentio auctoris in de rest van het oeuvre te<br />
verbergen. De sixties waren in meer dan een opzicht<br />
swinging – zoals het onschuldig klinkende Tiny gaat<br />
kamperen (zie inzet) bij uitstek illustreert.<br />
En het zou niet bij dat geïsoleerde geval van débauche<br />
blijven. Latere albums doen niet eens meer de moeite,<br />
zo lijkt het wel, om hun perverse seksuele ideologieën te<br />
verbergen. Wat immers te denken van titels als Tiny<br />
vindt een poes (1994) en Tiny ontdekt de natuur (2009)?<br />
De auteurs gaan echter nog verder dan het promoten van<br />
zelfverkenning. Andere boekjes beslaan een heel spectrum<br />
aan tegennatuurlijke seksuele praktijken, waaronder incest<br />
– Tiny gaat verhuizen (1992) is duidelijk een anagram voor<br />
Tiny zuigt haar neve –, prostitutie (Tiny en de mysterieuze<br />
prins (2010) had even goed gewoon Tiny de golddigger<br />
kunnen heten), en de recentere ontwikkelingen in de<br />
Belgische geschiedenis maken dat een titel als Tiny in opa’s<br />
tuin als vanzelf geladen is. Om maar te zwijgen van Tiny en<br />
de Kerstman, waar er een hele stal aan rendieren geïntroduceerd<br />
wordt. Ho, ho ho, indeed.<br />
We menen met andere woorden te kunnen stellen dat de<br />
ogenschijnlijk onschuldig ogende titulaire protagoniste<br />
mede verantwoordelijk kan worden gehouden voor de verregaande<br />
promiscuïteit die zo kenmerkend is voor de jongere<br />
generatie vrouwelijke studenten, en we roepen op tot<br />
een meer moreel deugdzame invulling van het personage.<br />
Waar blijven albums als Tiny maakt een sandwich en Tiny<br />
leert zwijgen als de meneren aan het praten zijn?<br />
Alexander Swerts<br />
* De condition nécessaire et suffisante voor deze toch ietwat afwijkende spellingswijze is te vinden in het feit dat de<br />
gemiddelde Historiaan, die de bijnaam in de mond pleegt te nemen, helaas niet bijzonder geletterd of belezen is.<br />
nr:3 2012-<strong>2013</strong> B-Magazine<br />
17
<strong>Babylon</strong> Bestudeert<br />
Van spreken naar eufemisme<br />
Over het woord “allochtoon”<br />
Spreken betekent altijd classificeren. Dat geldt niet alleen voor voorwerpen, maar even goed voor mensen. Als we<br />
spreken over personen met een andere culturele of etnische achtergrond is dat niet anders. Ook hier is de eerste<br />
vraag: hoe gaan we hen classificeren? Spreken we liever over, bijvoorbeeld, “een Belg van Marokkaanse afkomst”,<br />
“een Gentse Spanjaard” of “een allochtoon”?<br />
Door concepten in de buitentalige werkelijkheid met behulp<br />
van woorden te classificeren, kunnen taalgebruikers<br />
die concepten aanwijzen, en erover spreken met elkaar.<br />
Wanneer er tussen twee concepten een betekenisverschil<br />
bestaat dat in de beleving van de leden van een taalgemeenschap<br />
groot genoeg is om in de communicatie aangeduid<br />
te worden, zullen sprekers twee verschillende woorden<br />
gebruiken om naar die concepten te verwijzen. Naar elke<br />
signifié die voldoende verschilt van andere signifiés wordt,<br />
met andere woorden, met een andere signifiant verwezen.<br />
Een balpen en een schrijfpotlood dienen beide om te schrijven,<br />
maar vertonen het onderscheid dat wat geschreven<br />
wordt met een potlood, nog uitgegomd kan worden. Daarom<br />
verwijzen we naar de twee types schrijfgerei met een<br />
ander woord.<br />
Onbekend is onbenoemd<br />
Als een concept de leden van een taalgemeenschap onbekend<br />
is, hebben ze er ook geen woord voor. Hetzelfde<br />
geldt voor concepten die te weinig significante verschillen<br />
vertonen met andere concepten. Wanneer een taalgemeenschap<br />
kennis maakt met een nieuw concept dat<br />
voldoende verschilt van andere concepten – wat soms pas<br />
jaren na het eerste verschijnen het geval is – krijgt het een<br />
nieuw woord opgeplakt. Begin jaren zeventig gebruikte de<br />
Nederlandse sociologe Hilda Verwey-Jonker voor het eerst<br />
het woord “allochtoon”. Ze had de bedoeling in haar onderzoek<br />
op een eufemistische en algemene manier te verwijzen<br />
naar mensen die vanuit andere landen naar Nederland<br />
waren verhuisd. Enerzijds was het verschil tussen mensen<br />
die nog niet zo lang naar Nederland waren geëmigreerd en<br />
(kinderen van) mensen die dat al jaren daarvoor hadden<br />
gedaan zo groot geworden dat een woord als “immigrant”<br />
of “gastarbeider” niet langer volstond om naar beide te<br />
verwijzen. Het woord “buitenlander” klonk dan weer te<br />
negatief. Een nieuw woord was nodig, en daarom stelde ze<br />
“allochtoon” voor.<br />
Het nieuwe woord werd een gemakkelijk, handig middel<br />
om snel te verwijzen naar alle inwoners van Nederland<br />
met een niet-Nederlandse afkomst. De taalvondst bleef<br />
ook Vlamingen niet onopgemerkt, en werd hier vrij gemakkelijk<br />
overgenomen. Maar in de helft van september<br />
vorig jaar besloot De Morgen het woord te verbannen uit<br />
haar artikels. Voor eeuwig. De krant vroeg zich af of het per<br />
definitie mogelijk is goede journalistiek te bedrijven met<br />
“allochtoon” in de berichtgeving, goed beseffende dat het<br />
stigmatiserend en uitsluitend werkt. De waarheid was, zo<br />
18 B-Magazine 2012-<strong>2013</strong> nr:3<br />
argumenteerde de krant verder, dat het een simplistische,<br />
veel te ongenuanceerde labeling van een groep mensen<br />
was. Het ooit zo handige eufemisme was zelf verworden<br />
tot scheldwoord.<br />
Alternatieven<br />
De Morgen had voor het verbannen van het woord “allochtoon”<br />
van haar pagina’s ongetwijfeld de meest nobele<br />
beweegredenen. Wij begrijpen haar motivatie, volgen haar<br />
redenering en steunen haar bedoeling niet te willen stigmatiseren.<br />
De vraag is of de alternatieven – degene die het<br />
Nederlands biedt én degene die in werkelijkheid gebruikt<br />
worden – zoveel beter zijn. Bepaalde alternatieven die wij<br />
– sinds het initiatief van De Morgen – al hebben gelezen<br />
en alleszins geen vooruitgang vinden, zijn “nieuwe Belg” of<br />
“nieuwe Vlaming”, twee termen die aangeven dat er gradaties<br />
van Belg- of Vlaming-zijn zouden bestaan, dat met andere<br />
woorden sommige Belgen of Vlamingen meer Belg dan<br />
wel Vlaming zijn dan anderen (Animal Farm, iemand?). Al<br />
niet veel beter vinden wij “Belg van Marokkaanse afkomst”,<br />
waarin de nadruk heel erg ligt op het woord “afkomst”, en<br />
ook welke afkomst dat dan wel precies is. Hetzelfde geldt<br />
voor termen als “Turkse Belg”, “Italiaanse Genkenaar” of<br />
“Gentse Spanjaard”.<br />
Elk spreken is classificeren. En soms is het nodig in een<br />
gesprek of andere vormen van communicatie mensen<br />
of groepen van mensen te classificeren op basis van hun<br />
afkomst. Als het woord “allochtoon” in de publieke opinie<br />
verworden is tot een dysfemistisch onding, dan is het volgens<br />
ons beter in zoveel mogelijk gevallen over afkomst<br />
geen details te geven dan dat wel te doen door middel van<br />
alternatieven die zo mogelijk nog erger zijn.<br />
Jurgen Lahey
<strong>Babylon</strong> Beschrijft<br />
De razende Hollander<br />
Ah … Pokémon! Wie zijn idee was dat,<br />
een alinea en we beginnen goed!<br />
De grootste marketingstrategie van<br />
Nintendo sinds jaar en dag,<br />
gericht op het feit dat we<br />
allemaal zelfingenomen<br />
bastaardjes waren die zo nodig<br />
zulke dingen wilden<br />
hebben. Wat was het allemaal wel niet, tyfus<br />
flippo’s, syfilis kaarten, cholera spellen, ehm …<br />
ballen films, en die vreselijke tv-serie, je kon er gewoon niet<br />
omheen draaien. Wat was jullie favoriete aflevering? De<br />
mijne was die van Misty die meedeed aan een schoonheidswedstrijd,<br />
en waarin James plotseling borsten had!<br />
(Hoera, nostalgie!)<br />
Misschien was ik toen iets beïnvloedbaarder, ik weet het<br />
niet – ik was zeven. Desalniettemin heb ik tot nu toe pas<br />
één Pokémonspel gespeeld, en dat was Pokémon Yellow,<br />
op de Gameboy Color. Het spel waarbij de verschillende<br />
steden nog werden gedifferentieerd door een nieuwe<br />
kleurenfilter. Ik hoop dat de plot van de nieuwe Pokémon<br />
niet te veel verschilt van zijn voorgangers. Het is in ieder<br />
geval geruststellend dat deze franchise niet is veranderd<br />
door de vloeken van de moderniteit. Al is dat wel alleen<br />
maar omdat het geen ene meter is opgeschoven in vijftien<br />
jaar.<br />
Moesten we onszelf met een drilboor even zo’n grote<br />
hersenbeschadiging geven dat we het hele plot zouden<br />
vergeten, dan geef ik nu een korte samenvatting. In<br />
een wereld waar het schoolsysteem wordt gehaat met<br />
universele minachting, worden kinderen gemotiveerd om<br />
de wildernis in te gaan, en te vechten met dieren en elke<br />
toevallige passant die zich in hun gezichtsveld bevindt,<br />
om daarna hun geld af te pakken wanneer ze verliezen!<br />
Tegelijkertijd gym leaders verslaan die je de nodige<br />
badges verschaffen om een man te worden, in een samenleving<br />
waar volgens mij iedereen lijm en cocaïne bij de vleet<br />
snuift. Het verhaal binnen Pokémon maakt niet echt uit.<br />
“Hier zijn wat Pokémon” vat het goed samen, denk ik.<br />
<strong>Babylon</strong>s hoogsteigen Razende<br />
Hollander geeft zijn mening over<br />
actuele thema’s. Of jullie er nu om<br />
vragen of niet.<br />
Zoals altijd, beste lezer, heb ik aan het begin van deze tirade geen enkel aanknopingspunt met de actualiteit. Met andere<br />
woorden: ik weet niet waar ik het deze keer weer over moet gaan hebben. Gelukkig is er voor zulke gevallen de<br />
creatieve stimulans van tv. Wanneer ik hem aanzet, is – tot mijn verbazing – de met meerdere controversiële afleve-<br />
ringen bekroonde tv-serie Pokémon nog steeds aan de gang, dus ik dacht … haal die oma-onderbroeken uit de kast, leg<br />
je racistische woordenboek op tafel, het is weer tijd voor NOSTALGISCH GENIETEN!<br />
De grootste marketingstrategie is om steeds een nieuwe<br />
hoop van die kleine eikels te produceren. Nee, serieus, dat<br />
is het. Er zijn er nu meer dan zeshonderd, dus als je van plan<br />
bent om ze allemaal te vangen, hoop ik dat je een heleboel<br />
schepjes hebt ingekocht. Het hele spel lijkt gemaakt voor<br />
mensen met OCD, mensen die per se alles moeten hebben.<br />
Waarom bespaar je je niet gewoon het geld, teken zelf<br />
een honderdvijftigtal verzonnen dieren als dat idee je zo<br />
leuk lijkt. Of bewonder even je collectie glinsterende melk-<br />
flessen-dopjes, want kennelijk ben je makkelijker te<br />
plezieren dan Keith Richards in het magazijn van een<br />
apotheker.<br />
Zo verzint men nieuwe Pokémon: pak een dier dat in het<br />
echt voorkomt, verander een letter in de naam, of draai de<br />
naam om. Een alternatief is: laat je pen en papier achter bij<br />
een chimpansee en voeg daarna anime-ogen toe aan het<br />
resultaat (iets bozer kijkende ogen voor de geëvolueerde<br />
vorm). Maar het is juist rond dit concept dat het spel (en<br />
een heel universum) is opgebouwd. Waar zijn eigenlijk<br />
alle mensen naartoe, die onverschillig blijven tegenover<br />
Pokémon? Zijn die verhuisd, of allemaal ritueel op de<br />
brandstapel gesmeten?<br />
Daarbij is elk gevecht hetzelfde. Er zijn flitsende overdreven<br />
openingsanimaties, en elke Pokémon heeft zijn eigen roep<br />
die klinkt alsof het beest zijn staart tussen een autodeur<br />
heeft zitten. Na een tijdje bracht dit geluid bij mij hetzelfde<br />
effect teweeg als wanneer je je tanden schoonmaakt<br />
met een pizzasnijder. En in de tekenfilmserie konden zij<br />
alleen maar hun eigen naam zeggen, wat voor Squirtle heel<br />
grappig was, omdat hij stiekem hintte naar een seksuele<br />
actie.<br />
Zo kan ik dus nog uren doorgaan – maar laat ik toch een<br />
korte conclusie maken. Laten we zeggen dat Pokémon<br />
iets is voor gekke mensen. Voor hen die niet kunnen<br />
functioneren zonder honderd procent van iets te hebben.<br />
Persoonlijk vind ik puzzels betere spellen, want die geven<br />
tenminste niet tweehonderd nieuwe stukjes uit, elk jaar.<br />
Maarten Vrenken<br />
nr:3 2012-<strong>2013</strong> B-Magazine<br />
19
<strong>Babylon</strong> Bejubelt<br />
Limburg boven<br />
Ode aan de overwinnaars van de provinciezuip<br />
Wanneer je rondom enkel nog gras en bos ziet, ben je in het noordoosten van Vlaanderen aangekomen. Een<br />
streek die niemand onberoerd laat. Toeristen komen van her en der voor de purperen heide, voor het fenomeen<br />
fietspad dat je hier in overvloed aantreft en voor de vele verrukkelijke streekproducten. In Limburg<br />
vind je niet alleen prachtige uitgestrekte weiden met bloesems en graan, maar er heerst nog een verborgen<br />
kracht in deze provincie. Als je goed zoekt, ontdek je haar in eender welk boerendorp: de kracht van het<br />
Limburgse zuipen. Niemand overtreft de Limburger in zijn eeuwige dorst naar goudblonde godendrank. Uiteraard<br />
mag Leuven trots zijn op haar Stella Artois en verdienen de paters van West-Vleteren een staande<br />
ovatie voor hun prestatie. Maar wat zouden zij betekenen zonder de Limburgse kannenkijkers? Limburgers<br />
houden de drankindustrie in stand!<br />
Niet alleen bier slaan wij olijk achterover, in Hasselt is er<br />
zelfs een heus jenevermuseum gevestigd. U leest het goed,<br />
<strong>Babylon</strong>iër, een heel museum gewijd aan de prachtige geschiedenis<br />
van de jenever. Kers op de taart is de unieke<br />
Hasseltse graanjenever. We staan dan wel achter op vele<br />
zaken - hoewel dat relatief is, aangezien we misschien in<br />
2017 ook al over een tramlijn zullen beschikken - maar op<br />
vlak van alcoholische dranken zijn de Limburgers een hoogstaand<br />
volkje.<br />
We bewezen dat eens te meer op de jaarlijkse provinciezuip<br />
in de befaamde Fakbar Letteren. Vanaf de eerste minuut<br />
stond men gespannen de grafieken in het oog te houden.<br />
Om de concurrentie geen blijk te geven van enige onze-<br />
kerheid, maakten we tactisch gebruik van een pokerface en<br />
zongen en dansten we. Desalniettemin wist iedereen diep<br />
vanbinnen dat het menens was. Rond 2u was het alvast<br />
duidelijk dat Limburg aan de top stond. De strijd was gestreden.<br />
We hebben vorige week dan misschien wel Komen<br />
Eten verloren, maar de provinciezuipoverwinning was binnen.<br />
En als de alcohol niet zo indrukwekkend onstuimig<br />
door onze aderen stroomde, hadden we het zeker ook nog<br />
stevig gevierd!<br />
Niet janken,<br />
maar tanken!<br />
Steve Stevaert noemde het ooit het “Limburggevoel”. Het<br />
gevoel dat in ieder vroom Limburgs man en vrouw ontwaakt<br />
als we in het nauw gedreven worden. Als onze naam op het<br />
spel staat. Vergelijk het met de smurfen. Als Gargamel hen<br />
met een list opnieuw wil ten onder brengen, spannen alle<br />
smurfen samen om zo het smurfendorp te redden. Zo is het<br />
ook in Limburg gesteld: als we het opnieuw moeten opnemen<br />
tegen non-Limburgers, helpen we elkander. Al draag<br />
je een bril, heb je een witte baard of ben je een blonde<br />
vamp: samen staan we sterk. En zo, mijn beste vrienden,<br />
20 B-Magazine 2012-<strong>2013</strong> nr:3<br />
wisten we ook dit jaar de Antwerpse student te verslaan.<br />
Met z’n allen dronken we ons naar de overwinning, zonder<br />
een druppel te verbrassen. Of misschien toch enkele druppels<br />
hier en daar. De muren en de vloer begonnen dan ook<br />
plots totaal onverwacht te bewegen.<br />
Dus aan alle studenten daar buiten die Limburgmopjes<br />
maken en spotten met ons uniek zang- en spraakvermogen:<br />
Limburg heeft wel degelijk kwaliteiten! Naast onze appels<br />
en exquise taarten rijzen in Limburg boerengaten als paddenstoelen<br />
uit de grond en drinken we naar hartenlust. God<br />
gaf ons ploeg en spade om onze talloze akkers te bewerken.<br />
En een fantastisch zuiptalent om te blijven gaan. Niet<br />
janken maar tanken! Laat tot slot duidelijk zijn dat wij van<br />
Antwerpen hebben gewonnen. Gewonnen van Antwerpen<br />
hebben wij. Antwerpen heeft verloren van Limburg. Proost!<br />
Michiel Neskens
<strong>Babylon</strong> Bedrinkt<br />
De triumpho classicorum<br />
Of hoe de Latinisten de talenzuip wonnen<br />
Vele monden vielen open toen ze het scorebord tijdens de talenzuip zagen. “Huh, what the ****, die van Latijn zijn toch<br />
nerds? Die taal is toch dood?” Dat had je gedacht. Niets bleek minder waar te zijn: het Romeinse volk was sterker dan<br />
ooit. Venimus, vidimus, vicimus. Dat noemt men dan dood-simpel. Met 339 pintjes, sangria’s en ciders dronken wij ons<br />
voor het vierde jaar op rij naar de top. Waarom? Omdat het maar eens duidelijk mocht zijn: Latijn is awesome!<br />
Het argument dat Latijn zo dood is als een pier, stopt hier.<br />
Het Latijn is moderner dan ooit, zowel in zijn woorden als in<br />
zijn gebruik! Ik zie de sceptici al hun wenkbrauw optrekken.<br />
Nieuwe woorden verzinnen voor een dode taal is toch vals<br />
spelen? Fout! Latijnkenners zijn naast ongelofelijk slim, sexy<br />
en stoer, ook nog zeer slinks. Ze nemen immers bestaande<br />
klassieke woorden en vormen die gewoon gezellig om tot<br />
moderne concepten. En zo wordt hun taal weer net zo upto-date<br />
als bij Cicero! Zin om een Latijns tijdschrift te maken?<br />
No problemo, gebruik gewoon een “exterioris paginae<br />
puella” als covergirl en je bent helemaal in thema! Wil je<br />
een vriend sms’en over het voetbal? Aarzel dan niet en gebruik<br />
gewoon het “pediludium”! Can’t get enough of it? Het<br />
lexicon recentis latinitatis is volledig gratis te bezichtigen op<br />
de website van het Vaticaan!<br />
Een levende taal is natuurlijk niet altijd a priori een nuttige<br />
taal. Maar ook het Latijnse nut is meermaals bewezen de<br />
voorbije jaren. Chiovinna Charri … Giovanni Chirra … Giovanna<br />
Chirri had immers nooit op haar Twitter zoveel likes<br />
kunnen hebben als ze geen Latijn had gekend. En geef toe,<br />
dat zou zonde zijn. Deze journaliste had door haar goede<br />
oor tijdens het live beluisteren van de Latijnse toespraak<br />
van Benedictus meteen begrepen dat de man wilde stoppen<br />
en moe was! Twee angstige telefoontjes later en BAM!<br />
Primeur van de eeuw! Wat Latijn allemaal niet kan doen<br />
voor je carrière …<br />
Ik ken alvast een iemand die zich zijn gebrek aan kennis van<br />
het Latijn zal hebben beklaagd: Harry Potter. Menig latinist<br />
wist immers allang dat Draco Mal-fidus onmogelijk te vertrouwen<br />
was. Dat Remus Lupos een verliezende weerwolf<br />
zou zijn, was ook geen grote verrassing meer. Afgezien van<br />
spoilers zou Harry ook veel betere punten hebben kunnen<br />
halen op Zweinstein! De spreuken en bezweringen “nox”<br />
(= nacht) en “expecto patronum” (= ik verwacht een be-<br />
schermer) zouden geen geheimen meer voor hem hebben<br />
gehad. Dus, de nieuwe reden om Latijn te gaan studeren: je<br />
staat weeral een stapje verder bij de grote onderscheiding<br />
in je verdere studies op Zweinstein Hogeschool voor Hekserij<br />
en Hocus-Pocus.<br />
Maar eigenlijk gaat het hier helemaal niet over. Of Latijn nu<br />
dood is, of onnuttig, dat verandert niets. De beoefenaars,<br />
fans en LatijnLoverkes44aC zullen hun afkomst niet verloochenen.<br />
Samen gaan we niet voor de taal, maar voor het<br />
groepsgevoel. Wij zullen niet snel “tu quoque, fili mi” moeten<br />
roepen. Er is nu eenmaal geen broeder die niet wil toegeven<br />
dat hij Latijn heeft gestudeerd. Want geef toe, het<br />
heeft zo zijn charme. Wat ons samen houdt, is meer dan<br />
de –us, -a, -um, de intellectuele stimulering en het cachet.<br />
Het is de kracht om geheimen uit de mythische oudheid<br />
vele eeuwen later samen te kunnen ontsluieren. En dan<br />
vermeld ik de knappe dames en fantastische feestjes nog<br />
niet! Wie durft het tegen zo’n eenheid op te nemen in de<br />
volgende talenzuip? Cedetis maiori?<br />
Morien Raeymakers<br />
Een selectie uit de grappigste recente Latijnse woorden:<br />
Karate = oppugnatio inermis Iaponica (letterlijk: Japans gevecht van ongewapenden)<br />
Nachtclub = taberna nocturna (letterlijk: nachtelijke kroeg)<br />
Playboy = iuvenis voluptarius (letterlijk: welwillende jongen)<br />
Smog = fumus et nebula (letterlijk: rook en nevel)<br />
Spaceshuttle = spatiale vehiculum reciprocum (letterlijk: terugkerend ruimtelijk voertuig)<br />
Wodka = valida potio Slavica (letterlijk: sterke Slavische drank)<br />
nr:3 2012-<strong>2013</strong> B-Magazine<br />
21
22 B-Magazine 2012-<strong>2013</strong> nr:3
<strong>Babylon</strong> Brost<br />
De literaire spelletjes<br />
Ben jij ook steeds diegene die het hardst kan lachen met taalmopjes? Amuseer je rot!<br />
Oplossing: bedrog, Bangkok, feestnummers, kussensloop, schildpad, plakband<br />
nr:3 2012-<strong>2013</strong> B-Magazine<br />
23