02.09.2013 Views

Gerelateerde content - Utrecht.nl - Gemeente Utrecht

Gerelateerde content - Utrecht.nl - Gemeente Utrecht

Gerelateerde content - Utrecht.nl - Gemeente Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

RK<br />

WATER<br />

UIS<br />

N<br />

TUIN<br />

TUIN<br />

TUIN<br />

TUIN<br />

UIN<br />

KANTOOR<br />

WATER<br />

PARKEREN<br />

STRAAT<br />

BRANDGANG<br />

PARKEREN<br />

LVERKEER<br />

STATIONSGEBOUW MET HORECA<br />

VERKEERSPLEIN<br />

LENING<br />

STATIONSUITGANG<br />

STRAAT<br />

SOEN<br />

SPORTHAL<br />

WAT<br />

W<br />

PLANTSOEN<br />

PARKEREN<br />

OEN PAR<br />

PARK<br />

PARKE<br />

PARKER<br />

KAN<br />

RAILVERKEER<br />

VERKEER<br />

PLANTSOEN<br />

STADSVILL<br />

STADSV<br />

TUIN<br />

PLANTSOEN<br />

TUIN<br />

PLANT<br />

DETAILHANDEL<br />

GROENSTROOK<br />

WATER<br />

WATER<br />

TAXISTANDPLAATS<br />

RAIL<br />

THE<br />

V<br />

Bestemmingsplan<br />

StadsOntwikkeling<br />

Het Zand<br />

Mei 2012


Bestemmingsplan Het Zand


Inhoudsopgave<br />

Hoofdstuk 1 I<strong>nl</strong>eiding 6<br />

1.1 Doelstelling 6<br />

1.2 Ligging en begrenzing plangebied 6<br />

1.3 Vigerende plannen 7<br />

1.4 Bestemmingsplanmethodiek 8<br />

Hoofdstuk 2 Relevante beleidskaders 9<br />

2.1 Rijksbeleid 9<br />

2.2 Provinciaal en regionaal beleid 9<br />

2.3 <strong>Gemeente</strong>lijk beleid 10<br />

2.4 Stedenbouwkundige Plannen 14<br />

2.5 Conclusie 14<br />

Hoofdstuk 3 Bestaande situatie 15<br />

3.1 I<strong>nl</strong>eiding 15<br />

3.2 Hoofdopzet Het Zand 15<br />

3.3 Functionele structuur 25<br />

Hoofdstuk 4 Planbeschrijving 32<br />

4.1 Algemeen 32<br />

4.2 Nieuwe ontwikkelingen 32<br />

Hoofdstuk 5 Onderzoek en randvoorwaarden 38<br />

5.1 I<strong>nl</strong>eiding 38<br />

5.2 Milieu-effectrapportage en Strategische Milieu Beoordeling 38<br />

5.3 Geluidhinder 39<br />

5.4 Milieuhinder bedrijvigheid 41<br />

5.5 Externe veiligheid 41<br />

5.6 Luchtkwaliteit 42<br />

5.7 Bodem 43<br />

5.8 Flora en fauna 44<br />

5.9 Water 44<br />

5.10 Archeologie 56<br />

5.11 Kabels en leidingen 59<br />

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid 60<br />

6.1 Economische uitvoerbaarheid 60<br />

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 60<br />

Hoofdstuk 7 Juridische plantoelichting 62<br />

7.1 I<strong>nl</strong>eiding 62<br />

2 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

7.2 Planvorm 62<br />

7.3 Opbouw Regels 62<br />

7.4 Regeling bijbehorende bouwwerken 63<br />

7.5 Artikelsgewijze toelichting 64<br />

7.6 Lijst van Bedrijfsactiviteiten (LvB) 73<br />

7.7 Lijst van horeca-inrichtingen 75<br />

7.8 Handhaving 76<br />

Bijlagen 78<br />

Bijlage 1 Quick Scan flora en fauna Het Zand 80<br />

Bijlage 2 Akoestisch onderzoek Het Zand 82<br />

REGELS<br />

H oofdstuk 1 I<strong>nl</strong>eidende regels 85<br />

Artikel 1 Begrippen 85<br />

Artikel 2 Wijze van meten 90<br />

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 92<br />

Artikel 3 Bedrijf 92<br />

Artikel 4 Bedrijf - Nutsvoorziening 93<br />

Artikel 5 Detailhandel - Tuincentrum 93<br />

Artikel 6 Gemengd - 1 95<br />

Artikel 7 Gemengd - 2 96<br />

Artikel 8 Gemengd - 3 98<br />

Artikel 9 Groen 100<br />

Artikel 10 Kantoor 101<br />

Artikel 11 Maatschappelijk 101<br />

Artikel 12 Verkeer 102<br />

Artikel 13 Verkeer - Verblijfsgebied 103<br />

Artikel 14 Water 103<br />

Artikel 15 Wonen - 1 104<br />

Artikel 16 Wonen - 2 106<br />

Artikel 17 Wonen - 3 109<br />

Artikel 18 Wonen - 4 111<br />

Artikel 19 Wonen - Woonwagenstandplaats 113<br />

Artikel 20 Leiding - Leiding Water 114<br />

Artikel 21 Waarde - Archeologie 114<br />

Artikel 22 Waarde - Ecologie 115<br />

Artikel 23 Waterstaat - Waterkering 115<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 3


Hoofdstuk 3 Algemene regels 117<br />

Artikel 24 Antidubbeltelbepaling 117<br />

Artikel 25 Algemene bouwregels 117<br />

Artikel 26 Algemene gebruiksregels 117<br />

Artikel 27 Algemene afwijkingsregels 118<br />

Artikel 28 Algemene wijzigingsregels 118<br />

Artikel 29 Overige regels 118<br />

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 119<br />

Artikel 30 Overgangsrecht 119<br />

Artikel 31 Slotregel 119<br />

Bijlagen 120<br />

Bijlage 1 Lijst van Bedrijfsactiviteiten 121<br />

Bijlage 2 Lijst van Bedrijven 'functiemenging' 122<br />

Bijlage 3 Lijst van Horeca-activiteiten 130<br />

4 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Toelichting<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 5


Hoofdstuk 1 I<strong>nl</strong>eiding<br />

1.1 Doelstelling<br />

Het voornemen tot het opstellen van het bestemmingsplan Het Zand komt voort uit de wens om voor het<br />

inmiddels gerealiseerde deel van Het Zand een goede juridisch planologische regeling te hebben voor het<br />

beheren en handhaven van de bestaande ruimtelijke kwaliteit van het gebied. Het actueel hebben en houden<br />

van bestemmingsplannen voor het grondgebied van de gemeente is een belangrijk uitgangspunt van de<br />

gemeente <strong>Utrecht</strong>.<br />

Daarnaast biedt het plan planologisch-juridische ruimte voor een aantal ontwikkelingen. Ten aanzien van<br />

gebieden waar mogelijk veranderingen zullen gaan plaatsvinden heeft het college van burgemeester en<br />

wethouders besloten dat deze veranderingen alleen in een op beheer gericht bestemmingsplan zullen worden<br />

meegenomen als die ontwikkelingen voldoende uitgekristalliseerd zijn.<br />

Het nieuwe bestemmingsplan zorgt voor een eenduidige en samenhangende juridisch-planologische regeling<br />

voor het plangebied. In het plan zijn de wijzigingen in de wet- en regelgeving op het gebied van de<br />

ruimtelijke ordening, die zich in de loop van de tijd hebben voorgedaan, verwerkt. Met dit bestemmingsplan<br />

wordt aansluiting gezocht bij recent tot stand gekomen bestemmingsplannen binnen de gemeente, waarbij<br />

wordt gestreefd naar uniformiteit van bestemmingslegging en regelgeving.<br />

1.2 Ligging en begrenzing plangebied<br />

Het plangebied is gelegen aan de westkant van <strong>Utrecht</strong>, aan de noordzijde van het stadsdeel Leidsche Rijn. De<br />

begrenzing is aangegeven op onderstaande afbeelding.<br />

Globaal wordt het plangebied als volgt begrensd: de spoorbaan langs de Vleutensebaan, Agaathvlinder,<br />

Satijnvlinder, 't Zand, Alendorperweg, Parkzichtlaan, Max Ernstlaan.<br />

De plangrenzen van het bestemmingsplan sluiten aan op die van recente juridisch-planologische regelingen.<br />

Tevens is er rekening gehouden met toekomstig te vervaardigen bestemmingsplannen.<br />

6 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Begrenzing plangebied<br />

1.3 Vigerende plannen<br />

Bestemmingsplannen<br />

Binnen het plangebied vigeert voor het overgrote deel het bestemmingsplan Leidsche Rijn <strong>Utrecht</strong> 1999.<br />

Het bestemmingsplan Leidsche Rijn <strong>Utrecht</strong> 1999 is op 28 oktober 1999 door de gemeenteraad vastgesteld<br />

en vervolgens door Gedeputeerde Staten van <strong>Utrecht</strong> op 6 juni 2000 goedgekeurd. Bij uitspraak in beroep<br />

door de Raad van State van 27 februari 2002 is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden.<br />

Voor één perceel is een bestemmingsplan opgesteld, te weten Het Zand 31. Dit bestemmingsplan is<br />

vastgesteld door de gemeenteraad op 12 oktober 2006 en goedgekeurd door gedeputeerde staten op<br />

16 januari 2007.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 7


Uitwerkingsplannen<br />

Binnen het plangebied van Het Zand zijn 3 uitwerkingsplannen opgesteld. Dit zijn allen uitwerkingsplannen<br />

van het bestemmingsplan Leidsche Rijn <strong>Utrecht</strong> 1999.<br />

Het Zand - Stationsomgeving<br />

Dit uitwerkingsplan is vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders op 29 augustus 2006;<br />

Het Zand - Tussen de Parken<br />

Dit uitwerkingplan is vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders op 29 augustus 2006;<br />

Het Zand - De Bongerd<br />

Dit uitwerkingsplan is vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders op 21 november 2006.<br />

1.4 Bestemmingsplanmethodiek<br />

Het bestemmingsplan richt zich op de actualisering van het ruimtelijk beleid voor Het Zand. De bestaande<br />

ruimtelijk-functionele structuur vormt de basis. Aan de te verwachten ontwikkelingen de komende 10 jaar<br />

wordt, voor zo ver wenselijk en mogelijk, ruimte geboden. Er worden op maat gesneden regelingen<br />

geformuleerd ter bescherming van specifieke kwaliteiten (linten) of juist om voldoende flexibiliteit naar de<br />

toekomst toe te kunnen bieden (bijvoorbeeld rekening houden met voorzienbare woonwensen).<br />

Ten aanzien van gebieden waar mogelijk veranderingen zullen gaan plaatsvinden heeft de gemeenteraad op 1<br />

september 2005 besloten dat deze veranderingen alleen worden meegenomen, als de ontwikkelingen<br />

voldoende uitgekristalliseerd zijn. In alle andere gevallen zal aan deze gebieden een conserverende<br />

bestemming worden gegeven, die zoveel mogelijk aansluit bij de geldende bestemming en het bestaande<br />

(legale) gebruik.<br />

Deze keuze hangt samen met de opdracht van de gemeenteraad, om de gehele gemeente <strong>Utrecht</strong> vóór 2013<br />

te voorzien van moderne, actuele bestemmingsplannen. Wachten op nu nog onzekere bouwplannen houdt<br />

het plan- en besluitvormingsproces van op beheer gerichte bestemmingsplannen teveel op.<br />

8 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Hoofdstuk 2 Relevante beleidskaders<br />

2.1 Rijksbeleid<br />

Voor dit bestemmingsplan zijn de rijksnota's de Nota Ruimte (2006) en de Structuurvisie Randstad 2040<br />

(2008) van belang. De ambitie in deze nota's is om de Randstad tot een duurzame en concurrerende<br />

Europese topregio te ontwikkelen. Hierbij gelden de volgende beleidsdoelen:<br />

Regio <strong>Utrecht</strong> als centraal knooppunt van infrastructuur;<br />

Krachtige steden: bundeling van verstedelijking, economische activiteiten en bereikbaarheid;<br />

Verdichting: ruimte in het bestaand stedelijk gebied (verouderde bedrijventerreinen en wijken) verdichten<br />

door revitalisering, herstructurering en transformatie.<br />

Binnen het verstedelijkingsbeleid kiest het kabinet bovenal voor een kwaliteitsstrategie en verdichting. De<br />

ruimte die in het bestaande stedelijk gebied aanwezig is, moet door verdichting optimaal worden gebruikt<br />

door revitalisering, herstructurering en transformatie. Dit betekent dat nieuwe bebouwing grotendeels<br />

geconcentreerd tot stand komt in bebouwd gebied, aansluitend op het bestaande bebouwde gebied of in<br />

nieuwe clusters van bebouwing daarbuiten.<br />

Bij nieuwe ontwikkelingen dient rekening gehouden te worden met ecologische en archeologische waarden<br />

op basis van de Flora- en faunawet en het Verdrag van Malta. In hoofdstuk 5 is aangegeven hoe met deze<br />

aspecten is omgegaan.<br />

2.2 Provinciaal en regionaal beleid<br />

Voor het regionale beleid zijn de Structuurvisie Provincie <strong>Utrecht</strong> 2005-2015, het Regionaal Structuurplan<br />

<strong>Utrecht</strong> 2005-2015 (RSP, 2004) en de Ontwikkelingsvisie 2015-2030 (2009), die in NV <strong>Utrecht</strong>-verband is<br />

opgesteld, richtinggevend. De nota's vullen elkaar aan, waarbij de Ontwikkelingsvisie een langetermijnvisie<br />

biedt en de ruimtebehoefte aangeeft voor het 'Noordvleugelgebied', bestaande uit Amersfoort, Hilversum,<br />

<strong>Utrecht</strong> en de omliggende regiogemeenten.<br />

In de provinciale Structuurvisie en het Regionaal Structuurplan wordt gekozen voor beheerste groei. Bij<br />

ruimtelijke ontwikkelingen is zorgvuldig, intensief en meervoudig ruimtegebruik een belangrijk uitgangspunt.<br />

Het stadsgewest <strong>Utrecht</strong> is het zwaartepunt van de verstedelijking en economie in de provincie. Dat wil<br />

zeggen dat de provincie nieuwe opgaven voor wonen en werken vooral hier wil realiseren. <strong>Utrecht</strong> heeft bij<br />

deze opgave, als centrale stad in het stadsgewest, de belangrijke taak om door verdichting, herstructurering<br />

en transformatie, binnenstedelijke capaciteit voor wonen, werken en voorzieningen te ontwikkelen en<br />

tegelijkertijd een kwaliteitssprong te realiseren. Verdere verdichting vindt plaats in het stedelijk gebied om de<br />

waardevolle landschappen te sparen. Verdichting en kwaliteitsverbetering is ook de essentie van het beleid in<br />

NV <strong>Utrecht</strong>-verband.<br />

In het Regionaal Structuurplan valt het bestemmingsplangebied in de categorie "groen stedelijk/suburbaan<br />

milieu". In het "groen stedelijk/suburbaan milieu" heeft de woonfunctie een dominante rol en heeft een<br />

relatief lage graad van functiemenging. Er zijn veel grondgebonden woningen met tuin of flatwoningen in een<br />

groene setting aanwezig. Fiets en auto zijn belangrijke vervoermiddelen, alsmede het openbaar vervoer.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 9


Door middel van het principe "beheerste groei" willen Gedeputeerde Staten de aantasting van waardevolle en<br />

kwetsbare open ruimte door nieuwe verstedelijking zoveel mogelijk vermijden. Ook wil de provincie de<br />

contrastwerking tussen stad en land versterken. Het bestemmingsplangebied valt binnen de categorie<br />

"restcapaciteit woningbouw (per 1-1-2005) 22.200 woningen". De restcapaciteit geeft het per 1 januari 2005<br />

nog op te leveren aantal woningen weer en is de zogeheten 'harde capaciteit' die in beginsel planologisch<br />

aanvaardbaar is.<br />

Inmiddels is in Het Zand de woningbouwcapaciteit grotendeels gerealiseerd, de woningen die bij de<br />

ontwikkelingen genoemd zijn (zie hoofdstuk 4) vallen binnen deze restcapaciteit.<br />

Zoals op vele plekken in de stad <strong>Utrecht</strong>, moet ook hier in Het Zand rekening gehouden worden met de<br />

historisch waardevolle ondergrond. Vanuit de provinciale ruimtelijke verordening wordt gesteld dat<br />

bestemmingsplannen voor een gebied dat is aangeduid als 'cultuurhistorische hoofdstructuur archeologie'<br />

bestemmingen en regels bevatten die het behoud van de in het plangebied aanwezige archeologische<br />

waarden waarborgen. Bij dit bestemmingsplan geldt dit voor het gehele gebied. Hiervoor is onderzoek<br />

gedaan bij de planontwikkeling van Het Zand.<br />

Waterstructuurvisie en waterbeheerplan, Hoogheemraadschap De Stichtse Rij<strong>nl</strong>anden<br />

Het Waterbeheersplan van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rij<strong>nl</strong>anden '(2010-2015) beschrijft de<br />

doelstellingen en het beleid voor zowel het waterkwaliteits- als het waterkwantiteitsbeheer. Het beleid is<br />

vooral gericht op het minimaliseren van wateroverlast en watertekort, het zoveel mogelijk voorkomen van het<br />

i<strong>nl</strong>aten van gebiedsvreemd water van minder goede kwaliteit, het tegengaan van verdroging en het bestrijden<br />

van eutrofiëring. In de Waterstructuurvisie (2002) is een langetermijnvisie (voor 2050) en een<br />

middellangetermijnvisie (tot 2015) ontwikkeld voor een duurzamer waterbeheer in relatie tot ruimtelijke<br />

ontwikkelingen die aan de orde zijn. In het plangebied speelt het ontwikkelen van een duurzaam stedelijk<br />

waterbeheer, voor zowel bestaand als nieuwbouwgebied. Het gaat dan met name om schoon water<br />

schoonhouden en zo lang mogelijk vasthouden, infiltreren, afkoppelen, daar waar mogelijk aa<strong>nl</strong>eggen van<br />

een verbeterde gescheiden riolering en het realiseren van voldoende waterberging. De effecten van nieuwe<br />

ruimtelijke ontwikkelingen worden door de waterbeheerder afgewogen in een watertoets (zie paragraaf 5.8).<br />

Bij nieuwe ontwikkelingen in Het Zand wordt standaard een watertoets toegepast.<br />

2.3 <strong>Gemeente</strong>lijk beleid<br />

2.3.1 Structuurvisie <strong>Utrecht</strong> 2015-2030 (2004)<br />

<strong>Utrecht</strong> is de stad met drie kernkwaliteiten, welke in de structuurvisie zijn uitgewerkt in de drie<br />

perspectieven: De Markt, Het Podium en De Binnentuinen. Het bestemmingsplangebied behoort tot de<br />

Binnentuinen, "de grote stad met kleinschaligheid en sociale cohesie in de wijken". De opgave voor dit<br />

ontwikkelingsperspectief ligt vooral in het onderhouden, vernieuwen en versterken van de kenmerkende<br />

wijkstructuren. Soms is dat een park, soms een voorzieninge<strong>nl</strong>int, soms een waterloop. Ingrepen in de<br />

binnentuinen / wijken moeten leiden tot een inrichting van de openbare ruimte die aansluit bij de behoefte<br />

van de gebruikers. De woonfunctie domineert. Afhankelijk van de situatie kan er sprake zijn van intensivering<br />

of juist extensivering. Maatvoering en wijkkenmerken zijn hierbij leidend. Er is een basispakket aan<br />

voorzieningen nodig, kleinschalige functiemenging is mogelijk, bijvoorbeeld in de vorm van woon/werkunits<br />

of kleinschalige bedrijvigheid. De wijken zijn autoluw. Verkeer wordt zoveel mogelijk via de stedelijke<br />

ontsluitingswegen afgehandeld. Op die manier wordt ook de onderlinge verbinding tussen de wijken<br />

georganiseerd.<br />

10 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

2.3.2 Planhistorie Leidsche Rijn<br />

Het Masterplan Leidsche Rijn vormde in 1995 het ruimtelijke en programmatische startpunt voor de<br />

ontwikkeling en de realisatie van de plannen voor het 'aangewezen 'VINEX'-gebied. Het Masterplan ging uit<br />

van de realisering van in totaal 30.000 woningen binnen Leidsche Rijn. Het Masterplan was vooral bedoeld<br />

om richting te geven aan toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen, maar heeft geen juridisch bindende status.<br />

Het Masterplan was erop gericht Leidsche Rijn te ontwikkelen tot een stedelijk gebied met als doel een<br />

bijdrage te leveren aan de oplossing van de woningnood in de regio <strong>Utrecht</strong>.<br />

In de visie die aan het Masterplan ten grondslag lag nemen drie begrippen een centrale plaats in:<br />

compactheid, duurzaamheid en identiteit.<br />

Bij compactheid gaat het niet zozeer om een hoge dichtheid, maar vooral om een sterke verbondenheid met<br />

bestaande concentraties van bebouwing. Met duurzaamheid wordt gedoeld op het streven naar een evenwicht<br />

van ecologische en economische aspecten. Tenslotte heeft identiteit te maken met karakter. Behoud van<br />

identiteit dient onder meer te worden nagestreefd door rekening te houden met de onderling sterk<br />

verschillende karakters van de stad <strong>Utrecht</strong> enerzijds en de kernen Vleuten en De Meern anderzijds. Hierbij<br />

dienden veel kleine wijken met eigen stedenbouwkundige en architectonische identiteit te worden<br />

ontwikkeld.<br />

In de Ontwikkelingsvisie <strong>Utrecht</strong>s deel Leidsche Rijn (januari 1997) zijn voor het <strong>Utrecht</strong>se deel van Leidsche<br />

Rijn de programmatische en stedenbouwkundige randvoorwaarden en kwalitatieve eisen gegeven voor alle<br />

deelgebieden en vormt zo een integraal programma van eisen. De Ontwikkelingsvisie zorgt er verder voor dat<br />

bij de opdeling in deelplannen en -projecten de samenhang niet verloren zal gaan.<br />

Bovenstaande akkoorden, visies en uitgangspunten zijn uiteindelijk, voor het destijds <strong>Utrecht</strong>se deel van<br />

Leidsche Rijn, planologisch juridisch vastgelegd in het bestemmingsplan Leidsche Rijn 1999.<br />

In de Actualisatie Ontwikkelingsvisie 2003, wordt voortgebouwd op de Ontwikkelingsvisie uit 1997 en de<br />

actualisatie daarvan in 1999, en op de Structuurschets Vleuten-De Meern 1997. Vleuten- De Meern en<br />

<strong>Utrecht</strong> zijn inmiddels één gemeente. Aanpassingen betreffen vooral verkeer, parkeren en het<br />

woningbouwprogramma.<br />

Het Stedenbouwkundig plan Het Zand (2003) is ontworpen binnen de hoofdlijnen en de structuur uit de<br />

Ontwikkelingsvisie Leidsche Rijn (1997) en de randvoorwaarden en uitgangspunten uit het Stedenbouwkundig<br />

Programma van Eisen Het Zand (2002).<br />

2.3.3 Hoogbouwvisie (2005)<br />

In de hoogbouwvisie wordt een toetsingskader gegeven voor hoogbouwplannen. De indeling is grotendeels<br />

gebaseerd op de ontwikkelingsperspectieven uit de Structuurvisie <strong>Utrecht</strong>. Uitgaande van de 'menselijke maat'<br />

kan in woongebieden zoals Het Zand, waar veel laagbouw aanwezig is, af en toe een hoger gebouw worden<br />

toegestaan. Incidentele accenten worden toegestaan tot circa twee keer de gemiddelde hoogte in de wijk.<br />

Voor een accent dat de herkenbaarheid van de hele wijk vergroot kan een hoogte wenselijk zijn van het<br />

dubbele of méér van de gemiddelde wijkhoogte. Ten aanzien van de locatie en exacte hoogte wordt per geval<br />

maatwerk geleverd.<br />

Op vier plekken, bij de entrees naar de wijk, zijn hoogteaccenten mogelijk tussen 10 en 15 lagen. Deze zijn<br />

gelegen langs de Vleutensebaan.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 11


2.3.4 Welstandsnota <strong>Utrecht</strong> "De schoonheid van <strong>Utrecht</strong>" (2004)<br />

In de Welstandsnota <strong>Utrecht</strong> is geformuleerd op welke wijze het welstandsbeleid van de gemeente <strong>Utrecht</strong><br />

uitgevoerd zal worden. Dit betreft de welstandstoetsing van vergunningplichtige bouwwerken. De<br />

welstandnota geeft beoordelingscriteria voor het toetsen van bouwaanvragen aan de redelijke eisen van<br />

welstand in aansluiting op het bestemmingsplan. De Welstandsnota kent drie beleidsniveaus: 'Open', 'Respect'<br />

en 'Behoud'. Voor veel voorkomende bouwwerken zijn in de Welstandsnota welstandscriteria, richtlijnen en<br />

aanbevelingen opgenomen. Het Zand is grotendeels aangemerkt als 'respect'-gebied. Essentiële<br />

eigenschappen van de aanwezige bebouwings- en omgevingskarakteristieken worden gerespecteerd. Dit<br />

betekent:<br />

samenhang en structuur van het stedelijke (en landelijke) beeld staat voorop;<br />

respect voor het kenmerkende bebouwingsbeeld met zijn architectonische verschijningsvorm;<br />

nieuwe interpretaties, veranderingen en transformaties zijn mogelijk.<br />

Gebieden met cultuurhistorische waarde en de aanwezige monumenten hebben op de beleidskaart de<br />

aanduiding 'Behoud' hebben meegekregen. Dit betekent:<br />

- primaire oriëntatie op monumentale en beeldbepalende kwaliteiten en eigenschappen van gebouwen;<br />

- authenticiteit staat voorop;<br />

- geen nabouwen van, maar voortbouwen op de historische context.<br />

2.3.5 Woonvisie 2009-2019 (2009)<br />

In de Visie Wonen 2030 en daarop volgend de Woonvisie 2009-2019 zijn kaders geschetst van het<br />

woonbeleid voor de gemeente <strong>Utrecht</strong> op de lange termijn. In het Actieprogramma Wonen is de kwantitatieve<br />

woningbouwopgave geformuleerd.<br />

De woningbehoefte in <strong>Utrecht</strong> is veel hoger dan het aanbod. In deze nota worden de prioriteiten benoemd die<br />

de gemeente stelt om de enorme druk op de <strong>Utrecht</strong>se woningmarkt het hoofd te bieden. Naast verruiming<br />

van het aanbod door nieuwbouw in Leidsche Rijn en Rijnenburg, wil de gemeente ook de kwaliteit van de<br />

woningen in de bestaande stad verbeteren.<br />

Binnen dezelfde woonmilieus kunnen mensen met uitee<strong>nl</strong>opende leefstijlen wonen. De woonvisie geeft<br />

daarom aan dat bij de invulling van concrete woningbouwprojecten rekening gehouden moet worden met die<br />

verschillende leefstijlen op grond van woonbelevingsgroepen. Diversiteit in het aanbod is daarbij van belang,<br />

zodat het voor alle doelgroepen mogelijk is om een passende woning te vinden. De ontwikkeling van de wijk<br />

Het Zand sluit aan bij deze gedachte.<br />

2.3.6 <strong>Gemeente</strong>lijk Verkeers- en Vervoersplan (2005)<br />

Het verkeers- en vervoersbeleid van de gemeente is voor de periode 2005-2020 vastgelegd in het<br />

<strong>Gemeente</strong>lijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP). Om een goede balans tussen bereikbaarheid, veiligheid en<br />

leefmilieu te realiseren, worden de economisch belangrijke gebieden, de kerngebieden, via een aantal<br />

verkeersassen goed bereikbaar gemaakt. In de overige gebieden, de verblijfsgebieden, en de gebieden rond<br />

de overige verkeersassen krijgen veiligheid en leefmilieu prioriteit. De gemeente wil groei van mobiliteit<br />

selectief faciliteren. In de piekuren wil de gemeente de groei van met name de automobiliteit afvlakken door<br />

het totale vervoersnetwerk beter te benutten. Buiten de piekuren zorgt de gemeente dat de groeiende vraag<br />

naar mobiliteit kan worden verwerkt. Dit beleid is vertaald naar een aantal netwerken voor auto, openbaar<br />

vervoer, goederenvervoer en fiets.<br />

12 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

In het plangebied is de Vleutensebaan, die evenwijdig aan het spoor loopt, aangemerkt als secundaire as.<br />

Deze as is onderdeel van de hoofdstructuur van het autonetwerk en verbindt het toekomstige centrum van<br />

Leidsche Rijn via de Haarijnse Rading (primaire as) met de snelweg A2 (Ring <strong>Utrecht</strong>).<br />

De woonbuurten in Het Zand zijn via de wijkontsluitingswegen 't Zand en de Parkzichtlaan aangesloten op de<br />

hoofdstructuur. Aan de noordzijde wordt aangesloten op de Vleutensebaan en aan de zuidzijde op de<br />

Langerakbaan. De woonbuurten zijn met uitzondering van de wijkontsluitingswegen ingericht als 30 km/uur<br />

gebied.<br />

In het GVVP is het bestaande fietsbeleid opgenomen. Het hoofdfietsnetwerk uit de nota 'Verder met de fiets'<br />

(2002) en het regionale kernfietsnet uit het RVVP zijn overgenomen. Binnen het plangebied zijn<br />

hoofdfietsroutes voorzien langs de Vleutensebaan, de <strong>Utrecht</strong>seweg, de Fietsboulevard, de Parkzichtlaan, 't<br />

Zand en de Johanniterweg. Ook loopt de hoofdfietsroute van de Rijnkennemerlaan door het plangebied.<br />

De spoorlijn <strong>Utrecht</strong> richting Den Haag/ Rotterdam grenst aan het plangebied. Treinstation Terwijde is een<br />

knooppunt in het openbaar vervoersnetwerk en onderdeel van het Randstadspoor.<br />

Deze spoorlijn is tevens aangemerkt als primaire as voor het lange afstand vervoer van goederen.<br />

2.3.7 Ontwikkelingskader Horeca <strong>Utrecht</strong> (2007)<br />

Het Ontwikkelingskader Horeca <strong>Utrecht</strong> geeft aan hoe de gemeente <strong>Utrecht</strong> om wil gaan met de vestiging van<br />

horeca in de stad. <strong>Utrecht</strong> kiest voor versterking van de horecafunctie in een aantal deelgebieden, met een<br />

bestaand cluster van horeca of functioneel gemengd karakter.<br />

Voor een groot aantal gebieden zijn gebiedsprofielen opgesteld waarbij de mogelijke ontwikkelingsruimte en<br />

wenselijke ontwikkelingsrichting is aangegeven. Voor Het Zand is het profiel 'Wijk-, buurtwinkelcentra en<br />

voorzieningenstrips' van toepassing, waarbij het toekomstbeeld is dat in de nabijheid van het huis een snack<br />

of simpele (afhaal)maaltijd te vinden is.<br />

Binnen het plangebied zijn er mogelijkheden voor de toevoeging van horeca mogelijk langs de spoorzone in<br />

de categorie B, C en D. Ook in park Groot Zandveld is er een mogelijkheid voor horeca in categorie C en D.<br />

2.3.8 Detailhandelsnota "Boodschap aan winkels" (2000)<br />

Het detailhandelsbeleid is vastgelegd in de detailhandelsnota 'Boodschap aan winkels'. In deze<br />

detailhandelsnota wordt uitgegaan van een model van de opbouw van detailhandelshandelsvoorzieningen dat<br />

gebaseerd is op de spreiding van voorzieningen over de wijken, zodanig dat de kwaliteit van het aanbod van<br />

met name de dagelijkse goederen van de inwoners is verzekerd. Hiertoe is gekozen voor het bevorderen van<br />

de concentratie van (vooral) dagelijkse winkelvoorzieningen binnen de wijken; dus in buurt- en<br />

wijkwinkelcentra. Voor Leidsche Rijn zijn locaties van de buurt- en wijkcentra vastgelegd. Deze locaties<br />

bevinden zich buiten Het Zand. Dit zijn winkelcentrum Parkwijk, het toekomstige winkelcentrum Terwijde<br />

(waar nu een noodsupermarkt is) en het toekomstige stadsdeelcentrum Leidsche Rijn. Bewoners van Het Zand<br />

kunnen gebruik maken van winkelvoorzieningen in de omliggende wijken.<br />

2.3.9 Groen en ecologie<br />

Het Groenstructuurplan en het Meerjaren Groenprogramma (2006, 2007) heeft als centrale doelstelling het<br />

verhogen van de kwaliteit van het stedelijk groen ten behoeve van de leefbaarheid van de stad. Gebleken is<br />

dat een gevarieerde natuur en soortendiversiteit in flora en fauna een grote bijdrage levert aan een positieve<br />

waardering van het groen en de openbare ruimte van bewoners. Om de natuurwaarden in het stadsgroen te<br />

behouden en te verbeteren is het noodzakelijk dat er groene verbindingen zijn tussen het groene<br />

buitengebied en het groen in de stad, en tussen groene kerngebieden onderling.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 13


In het Groenstructuurplan zijn de bestaande en wenselijke groenstructuren (ecologisch recreatief en<br />

cultuurhistorisch) vastgelegd. Deze zones moeten in principe groen blijven. Bij de (her)inrichting moet<br />

rekening houden met de ecologische functie. Functieverandering is alleen toegestaan na bestuurlijke<br />

afweging. Afname in omvang en/of kwaliteit moet gecompenseerd worden. Het park Groot Zandveld maakt<br />

deel uit van de stedelijke groenstructuur.<br />

Naar aa<strong>nl</strong>eiding van het Groenstructuurplan is een aparte visie voor de bomen en bome<strong>nl</strong>anen in <strong>Utrecht</strong><br />

ontwikkeld, omdat bomen een eigen ruimtelijke dimensie hebben en een aparte problematiek kennen. Dit is<br />

het Bomenbeleid <strong>Utrecht</strong>, Verbeterde regelgeving voor beheer, behoud en ontwikkeling van bomen (2009).<br />

Eén van de belangrijkste doelen van het <strong>Utrecht</strong>se bomenbeleid is een samenhangende bomenstructuur voor<br />

de stad, gebaseerd op cultuurhistorische, ruimtelijke en ecologische uitgangspunten en milieu. Voor 2030 zet<br />

de gemeente in op het behoud en de ontwikkeling van de bomenstructuur. Dit zal gebeuren door waar<br />

mogelijk ontbrekende bomen in de bomenstructuur aanvullen om zo een samenhangende structuur te<br />

creëren en het verder verbeteren van de bomenstructuur door extra zorg aan beheer en onderhoud te<br />

besteden. Binnen het plangebied zijn de <strong>Utrecht</strong>seweg, de Vleutensebaan, 't Zand, de Rijnkennemerlaan, de<br />

Alendorperwetering en de Agaathvlindersingel onderdeel van de gemeentelijke boomstructuur.<br />

2.4 Stedenbouwkundige Plannen<br />

Voor Het Zand is een Stedenbouwkundig Plan (SP) opgesteld. Het orginele SP is vastgesteld door<br />

burgemeester en wethouders op 23 september 2003. Sinds die tijd zijn er diverse aanpassingen en<br />

aanvullingen op het SP geweest. Het SP legt de ruimtelijke en programmatische structuur van Het Zand vast<br />

en schetst het beeld, de architectonische dimensie van de stedenbouwkundige planstructuur.<br />

2.5 Conclusie<br />

Ten aanzien van het plangebied kunnen uit het relevante beleid de volgende conclusies getrokken worden:<br />

het plan, zoals beschreven in hoofdstuk 4, past binnen de hierboven beschreven beleidskaders.<br />

14 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Hoofdstuk 3 Bestaande situatie<br />

3.1 I<strong>nl</strong>eiding<br />

Het bestemmingsplan is voor een belangrijk deel consoliderend van aard. Dit hoofdstuk geeft inzicht in de<br />

huidige situatie in het plangebied en beschrijft de wijk in ruimtelijk en functioneel opzicht. Voor zover de<br />

verschillende onderdelen van dit hoofdstuk daartoe aa<strong>nl</strong>eiding geven, wordt aan het einde van de<br />

verschillende paragrafen een aantal conclusies en uitgangspunten voor het bestemmingsplan geformuleerd.<br />

Dit vormt een basis voor het bestemmingsplanbeleid zoals dat in hoofdstuk 4 Planbeschrijving beschreven is.<br />

3.2 Hoofdopzet Het Zand<br />

3.2.1 Historische ontwikkeling<br />

Het plangebied van Het Zand had van oorsprong een kleinschalig, landelijk karakter met smalle wegen en<br />

beplanting met lintbebouwing van woningen en kleine tot middelgrote bedrijven. Door deze kleinschaligheid,<br />

de kassen, de boomgaarden en de hoge hagen langs wegen was het gebied zeer besloten. De meest<br />

prominente lintweg is 't Zand, die dwars door het plangebied loopt. Daarnaast zorgden de <strong>Utrecht</strong>seweg,<br />

Johanniterweg, Den Hoet en Westlandsetuin voor ontsluiting binnen het plangebied.<br />

Het oorspronkelijke grondgebruik betrof voornamelijk glastuinbouw, vollegrondstuinbouw en enkele<br />

karakteristieke boomgaarden.<br />

Het Zand is cultuurhistorisch en archeologisch één van de rijkste deelgebieden van Leidsche Rijn. De<br />

cultuurhistorische en archeologische rijkdom van dit gebied wordt vooral verklaard door de vroegere loop van<br />

de Oude Rijn, de bewoningssporen van de Romeinen en Den Hoet.<br />

Landschappelijke waarden<br />

De waarde van het landschap wordt gekenmerkt door linten, waaronder de kronkelende <strong>Utrecht</strong>seweg. Deze<br />

weg ligt parallel met de vroegere rij<strong>nl</strong>oop en is gelegen op een oude stroomrug van de Oude Rijn. Aan de<br />

erfbeplantingen en de boomgaarden ontleende het gebied een zekere beslotenheid. De ligging van de<br />

percelen en de sloten en de kleine reliëfverschillen toonden duidelijk de oorspronkelijke ligging van de<br />

inmiddels verlandde Oude Rijn. Beplanting is ook nu nog voornamelijk aanwezig,<br />

1. langs wegen en particuliere voortuinen (m.n. lintbeplantingen);<br />

2. in boomgaarden; zowel hoog- als laagstamboomgaarden komen voor;<br />

3. als landschappelijke beplantingen, zoals in bosjes, grienden en in de vorm van bomen in overhoeken;<br />

4. in erfbeplantingen.<br />

Cultuurhistorische waarden<br />

Linten<br />

Door en in Het Zand liggen vijf zogenoemde cultuurhistorisch waardevolle linten. Deze linten worden<br />

gekenmerkt door een wisselende, losstaande bebouwing aan een straat. Deze bebouwing varieert sterk in<br />

ouderdom en wordt omgeven door relatief grote tuinen. Zowel de bebouwing als de tuinen langs de linten<br />

zijn van cultuurhistorische waarde. Ze bepalen in belangrijke mate het karakter van het gebied.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 15


Twee van de linten ('t Zand en de <strong>Utrecht</strong>seweg) doorsnijden het hele gebied als hoofdontsluitingswegen. Drie<br />

linten liggen binnen het gebied (Johanniterweg, Den Hoet en Westlandse Tuin). Alle drie zijn korte, lokale<br />

ontsluitingswegen met een smal profiel.<br />

Vletsloten<br />

Andere elementen in het plangebied met een zekere cultuurhistorische waarde zijn de zogenoemde<br />

vletsloten. Deze naam verwijst naar de kleine bootjes (vletten) die werden gebruikt voor de afvoer van klei. De<br />

klei werd afgegraven voor de productie van dakpannen en bakstenen. Door dit afvletten is laaggelegen grond<br />

ontstaan, die niet meer geschikt was voor akkerbouw of tuinbouw. Op deze percelen zijn later kassen<br />

gebouwd. Vooral het noordwestelijk deel van Het Zand heeft veel vletsloten.<br />

Glastuinbouw<br />

Het Zand liet in het verleden een fraaie doorsnede zien van de Nederlandse glastuinbouw, met name van de<br />

ontwikkeling van de kassen. De oudste kassen dateerden uit de jaren twintig van de 20e eeuw. Achter 't Zand<br />

10 staan nog de schoorstenen die hoorden bij met kolen gestookte kassen. De schoorstenen staan er nog, de<br />

kassen zijn gesloopt. Ten westen van de Johanniterweg staan nog muren van een kolenopslagplaats, een<br />

stookhuis met schoorsteen, een oude stekkas en een unieke waterbak met pomphuis.<br />

Monumenten<br />

Tenslotte bevinden zich in plangebied Het Zand monumenten die een directe relatie met de (recente)<br />

bewoningsgeschiedenis hebben. Het gaat hierbij om:<br />

Rijksmonumenten:<br />

Groot Zandveld<br />

Wachttorens uit de<br />

Romeinse tijd en nederzetting uit de Romeinse tijd en vroege Middeleeuwen;<br />

<br />

<strong>Utrecht</strong>seweg 111<br />

16e eeuws ijzeren gesmeed<br />

toegangshek van het perceel en het terrein met overblijfselen van het<br />

versterkte huis 'Den Hoet' uit de Middeleeuwen;<br />

<strong>Gemeente</strong>lijke monumenten:<br />

<strong>Utrecht</strong>seweg 111 en 111a<br />

Karakteristiek gelegen dwarshuisboerderij<br />

uit 1917 met waarschij<strong>nl</strong>ijk 18e eeuws stalgedeelte en een<br />

links van de boerderij gelegen eilandje omgeven door een sloot, van de voormalige ridderhofstad Den<br />

Hoed (archeologisch rijksmonument). Het complex van boerderij, schuur, beplanting, toegangshek en<br />

restant van het middeleeuwse versterkte 'Huis den Hoed' is van cultuurhistorisch belang en markant<br />

gelegen;<br />

<br />

<br />

<br />

't Zand 10<br />

Landhuis van<br />

eenvoudige hoofdvorm met zadeldak. Het pand is van architectonische waarde als rustiek<br />

landhuis met detaillering in Amsterdamse Schoolstijl;<br />

't Zand 20<br />

Landhuis uit<br />

1926. Het pand is van architectuurhistorische betekenins vanwege het landhuistype en de<br />

Amsterdamse School stijl;<br />

Johanniterweg 17<br />

Landhuis in Amsterdamse Schoolstijl, gebouwd als tuindershuis. Het huis is van grote waarde vanwege de<br />

zeldzaamheid van het bouwtype alsmede van waarde vanwege de bouwstijl;<br />

16 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

<strong>Utrecht</strong>seweg 39<br />

Landhuisje uit 1927 van één bouwlaag met rieten kap. Het pand is van belang vanwege het type<br />

(landhuisje) en als onderdeel van de tuindersbebouwing, in samenhang met de panden <strong>Utrecht</strong>seweg 31,<br />

33, 37 en 43;<br />

<strong>Utrecht</strong>seweg 83-85<br />

langhuisboerderij met rieten kap en schuur uit 1913 met zadeldak. De boerderij met schuur, kapberg en<br />

hekwerk is van cultuurhistorisch belang als karakteristiek boerderijcomplex;<br />

't Zand ongenummerd<br />

Twee gemetselde schoorstenen uit de jaren '20 van de 20e eeuw op het perceel <strong>Utrecht</strong>, sectie V nr 4617.<br />

De schoorstenen zijn van belang als voorbeeld van de vele schoorstenen van kassen in het voormailge<br />

tuinbouwgebied te Vleuten.<br />

Ten aanzien van de monumenten zijn de Monumentenwet en de gemeentelijke monumentenverordening van<br />

toepassing. Bescherming vindt in het kader van dit instrumentarium plaats.<br />

Archeologische waarden<br />

De Oude Rijn is vanaf de vroege middeleeuwen verland. Op veel plaatsen zijn echter nog de resten van de<br />

rivier zichtbaar. Het meest directe restant is te vinden in een aantal sloten op een vroegere bedding van de<br />

Oude Rijn, zoals de waterloop langs Den Hoet. Elders is deze oude bedding te zien in de Alendorper<br />

Wetering: nu één van de sloten in het gebied, maar in feite het laatste stukje van de Oude Rijn dat in zijn<br />

oorspronkelijke, zij het sterk versmalde vorm, bewaard is gebleven.<br />

Op de stroomrug van de Oude Rijn, die dwars door het gebied stroomde, was al sinds de oudheid bewoning<br />

mogelijk. De oudste bewoningssporen in Het Zand dateren uit de Romeinse tijd. Vooral de Romeinen<br />

bouwden langs de loop van de rivier een groot aantal nederzettingen. Vele daarvan zijn bewaard gebleven in<br />

de ondergrond en geven het plangebied zijn grote archeologische waarde. Er lijkt een directe relatie te zijn<br />

tussen het Romeinse castellum (grensfort) ten zuiden van het gebied en dit archeologisch monument in Het<br />

Zand (park Groot Zandveld). Deze relatie is niet alleen gebaseerd op gelijkenissen in de monumenten zelf,<br />

maar mogelijk ook op een fysieke relatie (oud wegen- of stratenpatroon).<br />

3.2.2 Hoofdopzet Het Zand<br />

Kenmerkend voor Het Zand zijn de linten. Samen met andere bestaande elementen - zoals sloten en<br />

boomgaarden - zijn ze gebruikt om het nieuwe woongebied een sterk eigen karakter te geven. De bomen en<br />

het groen langs de straten en in de tuinen zijn daarvoor misschien nog wel belangrijker dan de bebouwing.<br />

De belangrijkste linten, de <strong>Utrecht</strong>seweg en 't Zand, hebben een functie behouden voor auto en fiets. 'T Zand<br />

is een doorgaande verbinding voor autoverkeer tussen de Vleutensebaan en de zuidelijk gelegen<br />

hoofdinfrastructuur, terwijl de <strong>Utrecht</strong>seweg een rustige woonstraat is gebleven die een functie vervult op<br />

buurtontsluitingsniveau. Karakteristiek voor beide linten is het bestaande beeld van vrijstaande bebouwing en<br />

twee onder een kappers in het groen. Handhaven van deze karakteristiek is een belangrijk uitgangspunt<br />

geweest bij de planvorming.<br />

Andere linten (de Westlandsetuin en de Johanniterweg) zijn rustige straten gebleven, en zijn nog steeds goed<br />

zichtbaar. Dat komt onder meer doordat de nieuwbouwverkaveling vaak zo is georiënteerd dat in veel straten<br />

de ligging nabij oude (groen)structuren merkbaar is. Een aantal objecten van historische waarde heeft een<br />

prominente plaats in de nieuwe plannen gekregen. De monumentale boerderij Den Hoet markeert aan de<br />

oostzijde de entree tot Het Zand.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 17


Rondom het voorzieningencluster in Park Groot Zandveld is een aantal schoorstenen en een oude kas blijven<br />

bestaan. Bij de opbouw van de nieuwe woongebieden is bovendien een aantal landschappelijke elementen<br />

gebruikt, zoals de sloten en de vroegere loop van de Rijn.<br />

Nieuwe groenelementen<br />

Ook nieuwe groenelementen bepalen het beeld van Het Zand. Allereerst is dat het Maxima Park met Het Lint.<br />

Dit loopt langs de gehele westzijde van het plangebied. Daarnaast ligt midden in het gebied Park Groot<br />

Zandveld, een archeologische vindplaats. Ook hier is het groen zichtbaar aanwezig, doordat belangrijke<br />

verkeersverbindingen voor fiets en auto erlangs leiden en de verkaveling op het groen is georiënteerd.<br />

Het woongebied van Het Zand heeft hierdoor als vanzelf een groot aantal randen en straten met zicht op<br />

brede singels, parken of aaneengesloten tuinen met oude beplanting gekregen. Of ze zich nu te voet, per<br />

fiets of per auto verplaatsen: de bewoners van Het Zand volgen routes waarvan het karakter sterk door het<br />

groen en de historische elementen wordt bepaald.<br />

Het Zand als passtuk<br />

Het Zand is te zien als een 'passtuk' tussen Terwijde, Parkwijk, het Maxima Park en het Leidsche Rijn<br />

Centrum. Anders dan deze aangrenzende gebieden, heeft het gebied geen eigen commercieel centrum. In Het<br />

Zand wordt voornamelijk gewoond. Voor de benodigde winkelvoorzieningen zijn de bewoners aangewezen<br />

op de omringende deelgebieden. Noordelijk van het plangebied is het centrum van Terwijde geprojecteerd en<br />

is er het nieuwe NS station. Er zijn wel scholen aanwezig in Het Zand.<br />

Ook in Parkwijk bevinden zich diverse voorzieningen, zoals een winkelcentrum, een HOV-halte en het<br />

Amaliapark. Omdat genoemde voorzieningen zich allen op loop- of fietsafstand van elkaar en Het Zand<br />

bevinden ligt bij de onderlinge verbindingen het accent op goede, overzichtelijke en veilige langzaamverkeersroutes.<br />

Grenzend aan het plangebied ligt een grootschalige recreatieve voorziening; het Maxima Park. Het Maxima<br />

Park is een omvangrijk groengebied met verschillende functies. Naast de traditionele parkfunctie heeft het<br />

park een functie voor natuur, sport, volkstuinen en maneges. In Het Zand zelf bevinden zich recreatieve<br />

voorzieningen in Park Groot Zandveld.<br />

Vanwege de winkelvoorzieningen zal een deel van de bewoners op Parkwijk zijn georiënteerd, een deel op<br />

Terwijde en een derde deel op het Leidsche Rijn Centrum. Deze eigenschap én de doorsnijding van het<br />

gebied door de linten zorgen ervoor dat Het Zand als vanzelf is opgedeeld in verschillende woongebieden<br />

met een eigen karakter.<br />

3.2.3 Deelgebieden<br />

Het Zand is opgebouwd uit een aantal deelgebieden die verschillen omdat bij de verkaveling en inrichting de<br />

specifieke ligging ten opzichte van de linten en het groen is benut.<br />

De aanwezige landschappelijke elementen of patronen en de oriëntatie op de omgeving zorgen voor grote<br />

verschillen. De Bongerd is georiënteerd op het groen van het Maxima Park en de tuinen aan 't Zand. Om de<br />

relatie met het groen te versterken is een wand van herenhuizen die uitkijken over het park en Het Lint<br />

gebouwd.<br />

18 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Overzicht van de deelgebieden in Het Zand<br />

Rijnsche Maan<br />

De Rijnsche Maan is een lang, smal gebied opgespannen tussen de Vleutensebaan en de <strong>Utrecht</strong>seweg.<br />

Tussen beide structuurbepalende elementen lopen een aantal noord-zuid georiënteerde woonstraten. Door<br />

de noord-zuid verkaveling transformeert de massieve bebouwing langs de Vleutensebaan in een ritmische<br />

opvolging van bouwblokken.<br />

Er ontstaat een directe ruimtelijke relatie tussen de Vleutensebaan, de woonstraten en de <strong>Utrecht</strong>seweg.<br />

Vanaf de Stadsas is er steeds zicht op het groene lint en vice versa.<br />

Vanwege de geluidsbelasting vanaf de Vleutensebaan en het spoortalud hebben de gebouwen aan de<br />

noordzijde bijna allemaal een dove gevel of in ieder geval één geluidsluwe gevel. In verband met de gewenste<br />

stedelijke uitstraling en levendigheid langs de Vleutensebaan krijgt de begane grond een verdiepingshoogte<br />

van minimaal 3,5m. In deze verhoogde plint worden bedrijfsruimten afgewisseld met woon/werkwoningen,<br />

gewone woningen en de ontsluitingen van de bovengelegen appartementen.<br />

Er is één uitzondering op voornoemde structuur. In verband met de te handhaven bestaande bebouwing<br />

langs het lint zijn twee noord-zuidstraten niet doorgetrokken tot aan de <strong>Utrecht</strong>seweg. Deze zijn kort<br />

gesloten met een dwarsstraat aan de achterzijde van de bestaande tuinen.<br />

Bij de ontwikkeling van dit deelgebied, is het hoofdthema het vormgeven van de schaalsprong van grootnaar<br />

kleinschalig, van druk naar rustig, van stedelijk naar landschappelijk. Gekozen is voor een<br />

bouwblokstructuur. Aan de zijde van de Vleutensebaan komen en zijn stedelijke appartementenblokken tot<br />

circa 7 lagen hoog. Deze zijn “de hoek omgetrokken”, de woonstraat in, waar zij overgaan in<br />

ééngezinswoningen van gemiddeld 2 à 3 lagen hoog. Nabij de <strong>Utrecht</strong>seweg is de bebouwing informeler en<br />

veranderen de rijtjeswoningen in vrijstaande villa's en twee onder één kap woningen in het groen.<br />

Onder de appartementencomplexen zijn gebouwde parkeervoorzieningen in de vorm van garages, bedoeld<br />

voor de bewoners van de appartementen en de bedrijfsruimten in de plint gerealiseerd. De garages worden<br />

ontsloten vanaf de woonstraten.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 19


Elke woonstraat heeft eenzelfde profiel bestaande uit trottoirs, langsparkeerstroken en een rijloper. Een<br />

uitzondering is de Parkzichtlaan.<br />

Het Profiel van de Parkzichtlaan is breder, mede omdat de weg deel uitmaakt van de hoofdverkeersstructuur<br />

van Het Zand. Deze weg, en ook de Vleutensebaan, is binnen de Rijnsche maan als 50-km weg vormgegeven.<br />

Woonstraten<br />

De woningen in de zijstraten bestaan uit ééngezinswoningen van 2 tot 3 bouwlagen hoog met achtertuinen.<br />

Op de binnenterreinen liggen een aantal parkeerhoven, om de parkeerdruk op het maaiveld te verlichten. In<br />

de straten wordt enkel langsgeparkeerd. In één van de bouwblokken is een woon/zorg complex gerealiseerd.<br />

Bebouwing aan de Parkzichtlaan<br />

Het wonen aan de Parkzichtlaan is een variant op de gewone woonstraten tussen wand en lint. De bebouwing<br />

is hoger, 4 tot 5 lagen, en meer stedelijk van karakter. Er zijn ook appartementen gerealiseerd. In de<br />

nabijheid van de <strong>Utrecht</strong>seweg staan enkele rijtjeswoningen. Op de hoeken van de <strong>Utrecht</strong>seweg staan<br />

vrijstaande villa's en twee-onder-een-kap woningen in het groen.<br />

Vertaling in het bestemmingsplan<br />

De inmiddels gerealiseerde delen hebben in het bestemmingsplan een gedetailleerde bestemming gekregen.<br />

Voor het bestaande lint is een aparte, wat globalere bestemming opgenomen. De gebieden die nog moeten<br />

worden ontwikkeld, met name de appartementencomplexen langs de Vleutensbaan en de kavels langs de<br />

<strong>Utrecht</strong>seweg, worden beschreven in paragraaf 4.2 (onder punt 1), ook deze gebieden krijgen een globale<br />

bestemming.<br />

Waterwijk<br />

In Waterwijk bevinden zich twee oost-west lopende wegen, de Theo van Doesburgstraat en de Eschersingel,<br />

die aantakken op de twee hoofdontsluitingsroutes; de Parkzichtlaan en de Kees van Dongensingel. Deze<br />

wegen in de woonwijk zijn gebaseerd op bestaande waterlopen. De noordelijk gelegen weg, de Theo van<br />

Doesburgstraat, ligt evenwijdig aan een bestaande vletsloot en heeft daardoor een gebogen vorm. De<br />

zuidelijke weg ligt globaal op de plek van een gedeeltelijk gedempte vletsloot.<br />

De Noordhoven<br />

In de noordelijke strook bevinden zich een aantal vletsloten die de Alendorperwetering verbinden met de<br />

gebogen vletsloot. Het gebied is verder opgedeeld middels een aantal sloten waardoor alle woningen in dit<br />

gedeelte een tuin aan het water hebben gekregen. De ontsluiting van de woningen vindt plaats via een<br />

centraal hof, zodat elke woning twee duidelijk verschillende gezichten kent. Een harde, stenige entree aan<br />

een semi-collectief hof en een groene, privé achterkant. De Noordhoven bestaan uit ééngezinswoningen met<br />

een achtertuin direct aan het water. De gemiddelde bouwhoogte van het hof is drie lagen. Elk hof is een<br />

herkenbare ruimtelijke eenheid, echter informeel van karakter. Om dit beoogde beeld te verkrijgen zijn de<br />

lange wanden opgedeeld in korte rijtjes woningen.<br />

De Schil (de Theo van Doesburgstraat)<br />

Deze gebogen wand hoort bij het gebied van de Noordhoven. Het bestaat uit ééngezinswoningen met een<br />

achtertuin aan het water. Het is een strakke, formele wand van drie lagen hoog, onderbroken door de<br />

toegangen naar de noordhoven. De wand vormt een architectonische eenheid, die het horizontale karakter<br />

van de wand benadrukt. Alle woningen hebben een representatieve entree, met een geïntegreerde overgang<br />

tussen openbaar en privé. Buitenruimtes in de vorm van balkons of terrassen aan de straatzijde liggen binnen<br />

de rooilijn.<br />

20 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

De Zuidhoven<br />

De Zuidhoven staan met hun 'voet' in het water. Elke hof is een 'blok' in het water. De woningen op de koppen<br />

aan de noord en zuidzijde grenzen direct aan het water. Aan de oost en westzijde zijn tuinen, steigers of<br />

terrassen aanwezig. De woningen worden ontsloten via een brug naar de centraal gelegen hof aan de<br />

binnenzijde. Op de begane grond grenzen de woningen direct aan het maaiveld. De parkeerplaatsen zijn<br />

onder te verdelen in parkeerplaatsen op het maaiveld (bezoekersparkeren) en op eigen terrein (parkeren<br />

bewoners).<br />

Het Middenblok<br />

In de middenstrook, gelegen tussen de Esschersingel en de Theo van Doesburgstraat ligt een groot gesloten<br />

bouwblok. Noord- en zuidzijde van dit blok zijn weze<strong>nl</strong>ijk verschillend. Aan de zuidzijde woont men aan een<br />

singel met uitzicht over het water. De noordzijde van het blok heeft geen directe relatie met het water. Op<br />

enkele plaatsen is het blok doorsneden door verbindingen tussen de twee buurtstraten. Belangrijkste<br />

verbinding is de Paul Citroenstraat. Deze route heeft geen doorgaande functie voor autoverkeer, wel voor<br />

voetgangers en fietsers. Evenwijdig aan de weg loopt een breed kanaal dat het water rondom de zuidelijke<br />

hoven verbindt met de Alendorperwetering. Vanaf de twee bruggen over het kanaal heeft men uitzicht op<br />

zowel de Westlandsetuin als de lintbebouwing langs de <strong>Utrecht</strong>se weg. In de oostelijke punt van het blok<br />

bevinden zich appartementen. Alle appartementen hebben een parkeerplaats op eigen terrein, aan de<br />

'achterzijde' van de woning.<br />

De Parkrand<br />

Langs de Parkzichtlaan staat een lichtgebogen bebouwingswand. De bebouwing bestaat voornamelijk uit<br />

smalle herenhuizen, af en toe afgewisseld met een appartementenblok. De bouwhoogte van de herenhuizen<br />

is vier lagen, de appartementenblokken zijn overwegend 6 lagen (maximaal 8 lagen) hoog. Aan de achterzijde<br />

van de bebouwing loopt een smal, informeel straatje. Dit straatje ontsluit de noordelijk gelegen woningen en<br />

de parkeerplaatsen aan de achterzijde. De woningen langs de Parkzichtlaan hebben aan de achterzijde een<br />

tuin, aan de voorkant een dakterras of loggia met uitzicht op het Maxima Park.<br />

Poortwoningen<br />

In de Noordhoven en het Middenblok wordt deels geparkeerd in collectieve parkeerhoven. Deze zijn<br />

toegankelijk vanaf de straat of het hof. De toegangen tot de parkeerhoven zijn overbouwd met<br />

poortwoningen. De poortwoningen hebben hun entree op de begane grond direct aan de straat. In plaats van<br />

een tuin hebben deze woningen een dakterras.<br />

Kavels<br />

Dit zijn vrijstaande woningen of twee- onder-één-kappers, over het algemeen in de linten gesitueerd. De<br />

gemiddelde bouwhoogte bedraagt twee lagen met een kap. De benodigde parkeerplaatsen liggen op eigen<br />

terrein. Van belang is het handhaven van het bestaande groene beeld en tot een evenwichtige invulling van de<br />

linten te komen, met een juiste balans tussen individuele expressie en onderlinge samenhang.<br />

Vertaling in het bestemmingsplan<br />

Het overgrote deel van dit gebied is gerealiseerd en heeft in het bestemmingsplan dan ook een gedetailleerde<br />

bestemming gekregen. Voor het bestaande lint is een aparte, wat globalere bestemming opgenomen. De<br />

gebieden die nog moeten worden ontwikkeld of worden gebouwd, de kavels en woonwagens in de<br />

noordwesthoek van het deelgebied, wordt beschreven in paragraaf 4.2., ook deze gebieden krijgen een<br />

globale bestemming.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 21


Stationsomgeving<br />

Dit deelgebied is grotendeels nog niet ontwikkeld. De plannen die er zijn voor dit deelgebied worden<br />

beschreven in paragraaf 4.2, en tevens wordt ingegaan op de manier van bestemmen. Het bestaande lint<br />

krijgt een eigen woonbestemming.<br />

Bongerd<br />

De Bongerd kent een rustig, eenvoudig verkavelingsprincipe. Tussen de noord-zuid lijnen van de<br />

Parkzichtlaan en 't Zand wordt De Bongerd oost-west geöriënteerd. Deze oost-west oriëntatie ontstaat door<br />

oost-west lopende straten en bouwblokken. Aan deze straten liggen gesloten bouwblokken. Zodoende woont<br />

iedereen aan een straat die georiënteerd is op het Maxima Park en op 't Zand, en iedereen gaat van of naar<br />

huis via 't Zand of de Parkzichtlaan. De Fietsboulevard is de enige verbijzondering binnen deze<br />

verkavelingsopzet. De Crouweldijk maakt een slinger, de slinger is op een ontspannen, vanzelfsprekende<br />

manier in het stratenpatroon verweven zodat het lijkt alsof het om een reeds bestaande route gaat.<br />

De oost-west straten in de Bongerd worden afgewisseld met groene straten. De groene straten zijn autovrije<br />

ruimten en zijn ingericht als verblijfsgebied. Elke groene straat heeft een eigen karakteristiek, ontleend aan<br />

de ligging in De Bongerd. Naar 't Zand toe is de bebouwing meer open, om het zicht op het lint te vergroten.<br />

Bestaande bomen zijn waar mogelijk ingepast in de verkaveling.<br />

Zowel de Westlandsetuin als 't Zand zijn verdicht met bebouwing in de vorm van kavels.<br />

De bestaande weg Westlandsetuin is te smal om veel (auto)verkeer te verwerken. Om het karakter van de weg<br />

niet ingrijpend aan te tasten wordt daarom enkel bestemmingsverkeer toegelaten. De nieuwe weg aan de<br />

zuidzijde van de Westlandsetuin maakt deel uit van het oost-west lopende stratenpatroon. De nieuwe<br />

Dudoksingel loopt min of meer evenwijdig aan de bestaande weg 't Zand. Het is een informele, smalle<br />

slingerende weg langs bestaande bomen, vijvers, tuinen.<br />

Vertaling in het bestemmingsplan<br />

Het overgrote deel van dit gebied is gerealiseerd en heeft in het bestemmingsplan dan ook een gedetailleerde<br />

bestemming gekregen. Voor het bestaande lint is een aparte, wat globalere woonbestemming opgenomen.<br />

De gebieden die nog moeten worden ontwikkeld, achter het bestaande lint 't Zand gelegen, worden<br />

beschreven in paragraaf 4.2.<br />

Leidsche Maan<br />

Dit deelgebied is grotendeels nog niet ontwikkeld. De plannen die er zijn voor dit deelgebied worden<br />

beschreven in paragraaf 4.2.<br />

In één blok aan de Vleutensebaan is het Hostel Leidsche Maan gelegen, dat huisvesting biedt aan dak- en<br />

thuislozen. Tevens zijn enkele rijen eengezinswoningen in twee en drie lagen inmiddels gerealiseerd.<br />

De Veiling<br />

Dit deelgebied is grotendeels nog niet gebouwd. Bouwvergunningen voor de meeste blokken in het gebied<br />

zijn inmiddels wel verleend. De plannen die er zijn voor dit deelgebied worden beschreven in paragraaf 4.2<br />

Atelierwoningen/Kersenboomgaard<br />

Het groene karakter wordt gehandhaafd door de bouw van vier compacte gebouwen. Daardoor kunnen vooral<br />

de wat grotere bomen van de bestaande kersenboomgaard worden gehandhaafd.<br />

Het programma bestaat uit 38 atelierwoningen en een paviljoen met additionele werk- en expositieruimte<br />

(circa 600 m2) met een maximale hoogte van 3 bouwlagen. Aan de oostzijde staat een transformatorruimte<br />

van de NS. Dit gebouwtje is ca. 25 meter lang en 5 meter breed en staat vlak naast het fietspad.<br />

22 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Park Groot Zandveld<br />

Hoofdopzet<br />

Het park is een archeologisch monument. Het park bestaat uit drie historische lagen. Het verre verleden<br />

wordt belichaamd door het archeologische veld. De te handhaven kavels en tuinen, de gerestaureerde kassen<br />

en de schoorstenen representeren het nabije glastuinbouw verleden en het heden. De toekomst, tot slot,<br />

komt tot uitdrukking in de nieuwe gebouwen die als grote glimmende spaceships in het park staan.<br />

Deze inrichting van het park is gebaseerd op de bestaande karakteristiek van het gebied en anticipeert op de<br />

toekomstige situatie. De eerste laag, het archeologisch veld, strekt zich uit over een groot gedeelte van het<br />

park. Hierdoor is de basis van het park een open groene ruimte (grasveld).<br />

Rond Park Groot Zandveld staan appartementen en diverse voorzieningen, zoals scholen, sport, vrije tijd,<br />

kinderdagverblijven, een gezondheidscentrum, een tandartsenpraktijk en horeca. In het oostelijk en westelijk<br />

deel van het park is het woonprogramma gesitueerd, in de vorm van vrijstaande bouwvolumes in het groen.<br />

De bouwvolumes vormen één familie met eenzelfde uitstraling, architectuur en materialisering; grote<br />

glimmende 'spaceships'. Het zijn herkenbare gebouwen met een futuristische uitstraling.<br />

Aan de zuidzijde van het park komt een schaapskooi.<br />

Hermelijnvlinderdijk (onderdeel van de 'fietsboulevard')<br />

De Hermelijnvlinderdijk aan de noordzijde van het park is een belangrijke doorgaande route voor<br />

voetgangers en fietsers. Verder wordt Park Groot Zandveld ook via de zuidzijde ontsloten. Vanaf de<br />

Vogelvlinderweg, tussen het park en het Johanniterveld, lopen routes naar de verschillende functies in de<br />

omgeving.<br />

Vertaling in het bestemmingsplan<br />

Het overgrote deel van het park en bijbehorende gebouwen is gerealiseerd en heeft in het bestemmingsplan<br />

dan ook een gedetailleerde bestemming gekregen. Het gebied dat nog moet worden ontwikkeld, het laatste<br />

spaceship, wordt beschreven in paragraaf 4.2. (onder punt 5).<br />

Johanniterveld<br />

Uitgangspunt voor de planvorming was het handhaven van de bestaande structuur. Deze wordt gekenmerkt<br />

door een minimale hoeveelheid openbare ruimte; alleen een smalle ontsluitingsweg. De huidige doodlopende<br />

weg is in noordelijke richting verlengd tot aan Park Groot Zandveld, in zuidelijke richting tot in Parkwijk.<br />

Daarnaast is slechts één nieuwe buurtontsluiting aangelegd, met een vergelijkbaar smal profiel. Vanaf<br />

voornoemde wegen lopen smalle, doodlopende ontsluitingspaden naar de individuele kavels toe.<br />

De woningen in het Johanniterveld sluiten goed aan bij de bestaande, informele en groene situatie. De kavels<br />

worden ontsloten middels een informeel pad. Het grootste deel van de woningen kan op eigen terrein<br />

parkeren, voor het andere deel van de woningen en het bezoekersparkeren zijn er voldoende<br />

langsparkerenplaatsen aan een kant van het pad. De bouwhoogte ligt tussen de één en twee lagen met een<br />

kap. Elke woning heeft twee parkeerplaatsen.<br />

Vertaling in het bestemmingsplan<br />

Het overgrote deel van dit gebied is gerealiseerd en heeft in het bestemmingsplan dan ook een gedetailleerde<br />

bestemming gekregen. Voor het bestaande lint is een aparte, wat globalere woonbestemming opgenomen.<br />

De gebieden die nog moeten worden ontwikkeld, de kavels met vrijstaande woningen, worden beschreven in<br />

paragraaf 4.2.(onder punt 7), ook deze gebieden krijgen een globale bestemming.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 23


Tussen de parken<br />

Tussen de Parken kent een helder ortogonaal stratenpatroon. De basis van dit patroon zijn drie noord-zuid<br />

lopende lijnen; de beide lanen vanuit Parkwijk en de Vuurvlindersingel. De lijnen hebben alle brede, ruime<br />

profielen. Haaks op deze drie wegen staan een aantal smalle straten, opgespannen tussen het Johanniterveld<br />

en Rijnsche Hout. Deze straten geleden de lange bouwblokken en bieden een uitzicht vanuit Tussen de<br />

Parken op de naastgelegen groene buurtjes. Omdat Tussen de Parken een relatief hoge dichtheid heeft, en<br />

mede daardoor stenig van karakter is geworden, is de oriëntatie op het omringende groen van groot belang.<br />

Door de voornoemde opzet wordt de buurt opgedeeld in kleine, overzichtelijke bouwblokken.<br />

De bebouwing van de overige blokken is met name georiënteerd op de lange noordzuid lijnen. Aan de<br />

oostzijde, langs de Vuurvlindersingel, is de 'Crescent' gepland.<br />

Alle auto's parkeren op straat en/of in prive parkeerhoven. In de dwarsprofielen zijn daartoe<br />

langsparkeerstroken opgenomen, over het algemeen aan beide zijden van de rijweg.<br />

De Bouwblokken<br />

Met de term 'bouwblokken' wordt alle overige bebouwing bedoeld, met uitzondering van de reeds genoemde<br />

Crescent. De bouwblokken bestaan voornamelijk uit ééngezinswoningen met een hoogte van twee tot drie<br />

lagen. Aan de noordzijde, langs Park Groot Zandveld, zijn de woningen circa drie lagen hoog.<br />

De bouwblokken zijn opgebouwd uit korte, eenvoudige rijtjes woningen met op de hoeken hier en daar<br />

bijzondere woonfuncties. Deze zijn ook twee tot drie lagen hoog, en vormen een gesloten hoek van het<br />

bouwblok.<br />

Parkeren gebeurt voor het merendeel op straat. Bergingen liggen in de achtertuinen, ontsloten via<br />

achterpaden. De achterpaden zijn enkel toegankelijk voor de bewoners.<br />

Vertaling in het bestemmingsplan<br />

Een deel van dit gebied is gerealiseerd en heeft in het bestemmingsplan dan ook een gedetailleerde<br />

bestemming gekregen. De gebieden die nog moeten worden ontwikkeld, de randen aan het Park Groot<br />

Zandveld en de "Cresent', worden beschreven in paragraaf 4.2.(onder punt 6), ook deze gebieden krijgen een<br />

globale bestemming.<br />

Rijnsche Hout<br />

De Rijnsche Hout ligt aan de oostkant van Het Zand, op de overgang naar Parkwijk. Aan de noordzijde wordt<br />

het plangebied gekruist door de Rijnkennemerlaan, één van de structuurbepalende elementen van Leidsche<br />

Rijn. Ondanks het eilandkarakter is de Rijnsche Hout geen gesloten enclave. Middels een beperkt aantal<br />

bruggen is het eiland aangetakt op z'n omgeving. Bovendien wordt de Rijnsche Hout gekruist door de<br />

Fietsboulevard (Hermelijnvlinderdijk/Beeldhouwersdijk), een belangrijke fietsroute tussen het Maxima Park,<br />

Het Zand en <strong>Utrecht</strong>.<br />

Bebouwing<br />

De semi-vrijstaande woningen met een grote voortuin benadrukken hier het groene profiel. Achter de<br />

vrijstaande woningen liggen de woonhoven waar de kleinere rijenwoningen aan gesitueerd zijn.<br />

Vertaling in het bestemmingsplan<br />

Het hele gebied is gerealiseerd en heeft in het bestemmingsplan dan ook een gedetailleerde bestemming<br />

gekregen.<br />

24 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Brandweerkazerne Den Hoet<br />

In het programma van de kazerne is een onderscheid te maken tussen functies met een representatieve<br />

uitstraling, inclusief de opstelruimte voor de brandweerwagens, en een aantal visueel onaantrekkelijke<br />

buitenruimtes. Het gebouw ligt aan de Belcampostraat. Hier is geen erfafscheiding zodat er een zichtrelatie<br />

met de brandweer(auto's) is. Een toren van 10 lagen markeert de plek, deze is zo geplaatst dat deze zichtbaar<br />

is vanaf de Vleutensebaan, komend vanuit <strong>Utrecht</strong>, en niet storend voor de buurt. Bezoekers parkeren ten<br />

noorden van het gebouw. Aan deze zijde komt de hoofdentree en de uitrit voor de brandweerauto's. Ten<br />

zuiden van het gebouw is de inrit voor brandweerauto's en personeel. De achterliggende terreinen worden<br />

aan het zicht onttrokken door hagen en een muur. De ontsluiting voor de wijkpost is rechtstreeks via de<br />

Belcampostraat aan de westzijde.<br />

Boerderij Den Hoet<br />

Dit gemeentelijk monument heeft naast zijn functie als woonboerderij tevens de functie van zorgboerderij en<br />

in het grote bijgebouw, aangrenzend aan de woonboerderij, is een kattenpension gevestigd.<br />

Vertaling in het bestemmingsplan<br />

Het hele gebied is gerealiseerd en heeft in het bestemmingsplan dan ook een gedetailleerde bestemming<br />

gekregen. Boerderij Den Hoet valt onder het bestaande oude lint en heeft dan ook deze wat globalere<br />

woonbestemming gekregen.Een deel van de tuingrond wordt een toekomstige weg en heeft deze<br />

bestemming gekregen.<br />

3.3 Functionele structuur<br />

Het te realiseren woonprogramma in Het Zand bedraagt ca. 4350 woningen. Inmiddels zijn er circa 3400<br />

woningen gerealiseerd. Daarnaast zijn en worden er kleinschalige bedrijfsruimten en dienstverlening<br />

gerealiseerd. Andere gerealiseerde en nog te realiseren functies zijn scholen, kinderdagverblijven,<br />

sportvoorzieningen, een gezondheidscentrum, een gebouw voor de brandweer en een standplaats voor<br />

woonwagens.<br />

3.3.1 Wonen<br />

In Het Zand worden in totaal ca. 4350 woningen gerealiseerd, in diverse financieringscategorieën. Daarvan<br />

vallen zo'n circa 850 woningen in de sociale sector. Het genoemde totaal is exclusief de bestaande woningen<br />

in de linten, die voor het grootste deel gehandhaafd zijn. De woningen zijn te verdelen in eengezinswoningen<br />

en appartementen; huur- en koopwoningen; sociale- en marksector. Een groot deel van de woningen zijn<br />

eengezinswoningen. De verschillende karakteristieken van de deelgebieden zijn en worden benut om tot een<br />

grote variatie in woningtypen en woonmilieus te komen. De ligging van Het Zand geeft aa<strong>nl</strong>eiding tot de<br />

realisatie van gestapelde bouw. Zo'n 1350 appartementen zijn en worden gerealiseerd. Langs de<br />

Vleutensebaan is een stedelijk beeld van gestapelde woningen gedacht. Bovendien maakt de ligging van deze<br />

gebouwen vlakbij het station en de hoofdontsluiting het gewenst hier een hoge dichtheid te realiseren in de<br />

vorm van appartementen. Het gebied heeft daarnaast meerdere plekken waar appartementen ervoor zorgen<br />

dat veel bewoners optimaal van de locatie profiteren: de rand langs het Maxima Park en aan Park Groot<br />

Zandveld.<br />

Bijzondere woonvormen<br />

In Het Zand zijn een aantal bijzondere woonvormen, waaronder woningbouw voor ouderen en begeleid<br />

wonen, atelierwoningen voor kunstenaars, woonwagens, een hostel voor thuis-en daklozen, een<br />

woonzorgcomplex en bijzondere initiatieven.<br />

Een standplaats wordt gerealiseerd ten behoeve van vier woonwagens. Het perceel waar de vier standplaatsen<br />

zullen komen is ca. 800m2 groot. De standplaats voor de woonwagens is gesitueerd ten zuiden van de<br />

<strong>Utrecht</strong>seweg, tussen Rijnsche Maan en Maxima Park.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 25


Een hostel voor verslaafden is bedoeld voor een groep dak- en thuislozen die langdurig verslaafd is en geenof<br />

weinig structuur in hun leven hebben. Het hostel is opgenomen in de Leidsche Maan aan de<br />

Vleutensebaan.<br />

3.3.2 Voorzieningen<br />

Het voorzieningencluster in Park Groot Zandveld bestaat uit een zogenaamd kindercluster, met o.a. twee<br />

basisscholen met bijbehorende gymzaal, een kinderdagverblijf en een vrijetijdscentrum. Daarnaast is er een<br />

dansschool, een fitnesscentrum en horecagelegenheid gepland. In de tuinenstrook aan de zuidzijde van Park<br />

Groot Zandveld zijn een gebouw met kinderdagverblijf, een gezondheidscentrum, een tandartsenpraktijk en<br />

een voorlichtingscentrum voor de A.V.V.N. met bijbehorende tuinen en tuinen ten behoeve van N.M.E.<br />

gesitueerd. In de Veiling, bij de Rijnkennemerlaan, wordt een tweede scholencluster gerealiseerd met twee<br />

scholen, gymzaal, een kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang.<br />

In de plint van de bebouwing langs de Vleutensebaan bevinden zich bedrijfsruimten. Wat betreft de invulling<br />

van de bedrijfsruimten zijn publieksfuncties, kleine kantoren met een baliefunctie en ateliers mogelijk.<br />

In de uiterste noord-oosthoek van het plangebied, nabij de Vleutensebaan en de boerderij Den Hoet is een<br />

hoofdbrandweerpost en een wijkpost gebouwd.<br />

1 Bedrijfsruimten in plint Vleutensebaan<br />

2 Woon/Zorg complex<br />

3 Woonwagens<br />

4 Kinderdagverblijf<br />

5 Voorzieningen Park Groot Zandveld<br />

6 Dak-en thuislozenhostel<br />

7 Atelierwoningen<br />

8 Tijdelijke + permanente school<br />

9 Hoofdbrandweerpost + Wijkpost<br />

Figuur: overzicht functies en bijzondere woonvormen in het plangebied<br />

26 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

3.3.3 Verkeer en parkeren<br />

De hoofdlijnen met betrekking tot verkeer en parkeren in Leidsche Rijn zijn vastgelegd in diverse nota's.<br />

Kernpunten zijn een duidelijk onderscheid in de wegenstructuur tussen verkeers- en verblijfsgebieden, het<br />

autogebruik ontmoedigen middels de aa<strong>nl</strong>eg van een goed netwerk van fietspaden met<br />

overstapmogelijkheden naar het openbaar vervoer en de aanwezigheid van de auto in het straatbeeld<br />

terugdringen. Om dit laatste te bewerkstelligen is in Het Zand het merendeel van de parkeerplaatsen op<br />

eigen terrein gerealiseerd.<br />

Openbaar vervoer<br />

Het Zand valt grotendeels binnen de invloedssfeer van het N.S. station <strong>Utrecht</strong>-Terwijde. Het station vervult<br />

een functie op buurtniveau. Bewoners worden geacht te voet of met de fiets naar het station te komen. De<br />

loopafstand bedraagt maximaal ca. 800m. Er is geen parkeergelegenheid voor auto's gepland, wel voldoende<br />

stallingruimte voor fietsers.<br />

Een tweede aansluiting op het openbaar vervoernet is de HOV-halte in Parkwijk, bij het voorzieningencentrum<br />

Parkwijk. Deze halte is met name van betekenis voor de bewoners van het zuidelijke gedeelte van De<br />

Bongerd.<br />

Er ligt een buslijn langs de Vleutensebaan en 't Zand. Bij station Terwijde bevindt zich een halte. Er is een<br />

halte bij het Voorzieningencluster en aan de Vleutensebaan in verband met overstapmogelijkheden op andere<br />

Openbaar Vervoer-verbindingen (Station Terwijde) en het naastgelegen winkelcentrum.<br />

Fietsers en voetgangers<br />

Binnen Het Zand ligt een aantal hoofdfietsroutes met vrijliggende fietspaden. Deze routes maken deel uit van<br />

het netwerk voor stedelijk en regionaal fietsverkeer. Belangrijke functie van het netwerk is het onderling<br />

verbinden van de diverse voorzieningencentra in Leidsche Rijn e.o.<br />

Belangrijke hoofdfietsroutes zijn het vrijliggende fietspad langs de Vleutensebaan, de Fietsboulevard, de<br />

Parkzichtlaan, de Kees van Dongensingel, 't Zand en de tweede Oosterparklaan in het verlengde van de<br />

Vlindersingel in Parkwijk.<br />

De <strong>Utrecht</strong>seweg is met name van belang voor fietsverkeer vanuit het centrum van Terwijde naar het<br />

Maximapark en naar de Veiling en Park Groot Zandveld toe. De weg heeft een geringe verkeersintensiteit dus<br />

is het een aantrekkelijk alternatief voor de route langs de Vleutensebaan. Langs de <strong>Utrecht</strong>seweg ligt geen<br />

vrijliggend fietspad. Gezien de geringe verkeersintensiteit en de inrichting als 30 km. weg is dit ook niet<br />

nodig. Alle overige straten in de woonbuurten zijn geschikt voor fiets-verkeer. De woonbuurten zijn ingericht<br />

als 30km. gebied. Auto's en fietsers delen hetzelfde rijvlak.<br />

De belangrijke wandelroutes vallen grotendeels samen met de hierboven beschreven fietsroutes.<br />

Autoverkeer<br />

De verkeersstructuur van Leidsche Rijn is erop gericht het doorgaande autoverkeer te concentreren op de<br />

hiervoor bestemde wegen. In de woonbuurten komt alleen bestemmingsverkeer. Elke woonbuurt heeft een<br />

heldere, logische interne ontsluitingsstructuur, gekoppeld aan een zo direct mogelijke verkeersafwikkeling<br />

naar de wijkontsluitingswegen toe. De wijkontsluitingswegen zijn ontworpen en vormgegeven als 50km.<br />

wegen. De woonbuurten worden ingericht als 30km. gebieden.<br />

De belangrijkste wijkontsluitingswegen in het plangebied zijn de Vleutensebaan en de Parkzichtlaan. Een<br />

derde belangrijke ontsluitingsweg is 't Zand.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 27


Op alle buurtstraten is in principe tweerichtingverkeer toegestaan, om het verkeer zo snel mogelijk vanuit de<br />

buurt naar de wijkontsluitingswegen af te voeren. Uitzonderingen hierop zijn de Westlandsetuin en de<br />

Johanniterweg. Het bestaande dwarsprofiel van deze wegen blijft gehandhaafd, en is te smal voor tweerichtingverkeer.<br />

De ontsluiting van Park Groot Zandveld is eveneens eenrichtingsverkeer vanwege de<br />

gewenste veilige verkeerssituatie voor de naar school gaande kinderen. De verkeersstructuur in de<br />

woonbuurten is zo gemaakt dat sluipverkeer door de buurten ontmoedigd wordt.<br />

Parkeren<br />

Het parkeren in Het Zand is een combinatie van parkeren op eigen terrein en parkeren in de openbare ruimte.<br />

In veel gebieden is ca. 1 parkeerplaats per woning op eigen terrein gerealiseerd. De overige parkeerplaatsen<br />

bevinden zich in de openbare ruimte. Bij de ééngezinswoningen ligt de nadruk op kleine, collectieve<br />

parkeerhoven op de binnenterreinen. Individuele carports of garages worden niet structureel toegepast<br />

vanwege het grote aantal garages dat voor andere doeleinden gebruikt wordt. De appartementen langs de<br />

Vleutensebaan parkeren in garages onder de bouwblokken. De vrijstaande woningen in de linten parkeren op<br />

eigen terrein. In de meeste straten in het plangebied wordt enkel- of dubbelzijdig langsgeparkeerd. In die<br />

vorm domineren de geparkeerde auto's niet het straatbeeld.<br />

28 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

3.3.4 Groen, openbare ruimte, recreatie en water<br />

Groenstructuur<br />

In Het Zand wordt de groenstructuur bepaald door de bestaande linten. In aanvulling daarop zijn en worden<br />

een aantal nieuwe groenelementen geïntroduceerd. De straten, singels en hoven in het plangebied worden<br />

allen met bomen beplant. Een ander element zijn de openbare oevers langs het water. Deze worden deels<br />

aangelegd als natuurvriendelijke oever.<br />

Park Groot Zandveld is van belang voor wat betreft de groenstructuur van de wijk Het Zand. Vanwege de<br />

centrale ligging zijn alle deelgebieden georiënteerd op het Park. Het belang van Park Groot Zandveld schuilt<br />

niet zozeer in een dichte beplanting maar in de openheid van de grasvlakte, met zijn vele<br />

gebruiksmogelijkheden.Tot slot mogen de tuinen niet onvermeld blijven. Deze bevinden zich weliswaar op<br />

privé-terrein, maar zullen naar verwachting een aanzie<strong>nl</strong>ijke bijdrage leveren aan het groene karakter van de<br />

buurt<br />

Bestaande boombeplanting<br />

Naast de bestaande bomen in de linten, die zoveel mogelijk gehandhaafd worden, is dit thema met name aan<br />

de orde in De Bongerd. In deze buurt staat een groot aantal fruitbomen en de bijbehorende windsingels. Zo<br />

veel mogelijk van de bestaande hoog- en halfhoogstam fruitbomen worden behouden.<br />

Om de te behouden bomen zo goed mogelijk te integreren in de nieuwe woonbuurt is de<br />

verkavelingsstructuur aangepast aan de bestaande boomgaarden en is een nieuwe weg –de Dudoksingelverbreed<br />

ter plaatste van de boomgaarden.<br />

Nieuwe boombeplanting<br />

Voor Het Zand als geheel is een bomenstructuurplan opgesteld. Hierin is de boomkeuze per deelgebied of<br />

straat vastgelegd en worden bijzondere accenten bepaald. De keuze anticipeert op het specifieke karakter<br />

van het deelgebied of de straat en de groeimogelijkheden van de boom.<br />

Langs de Vleutensebaan worden vier rijen lindes geplant, dit zijn bomen met een transparante kruin zodat<br />

het beeld op de stadsas niet al te somber en donker wordt. In de woonstraten van de Rijnsche Maan en de<br />

Leidsche Maan is gekozen voor de iep, eveneens een boom met een transparante kruin. De iep is een typisch<br />

stedelijke boom die goed gedijt in verharding. Waterwijk wordt beplant met elzen. Deze boomsoort past niet<br />

alleen qua beeld goed in het straatbeeld maar groeit ook goed in straten en langs het water. Als accenten<br />

zullen langs de openbare oevers in Waterwijk en langs de Westlandsetuin enkele treurwilgen geplaatst<br />

worden. In de Stationsomgeving zijn de bomen ‘uitgestrooid’ over het plangebied. Omdat de bomen niet<br />

zozeer in strakke ritmes of dicht op elkaar staan is gekozen voor een wat forsere boom met een flinke kruin;<br />

de eik. Kenmerkend voor De Bongerd zijn de fruitbomen. In de middenberm van de Derde Westerparklaan,<br />

aan de zuidzijde van De Bongerd, komen twee rijen kastanjes: een doorzetting van het profiel uit Parkwijk.<br />

Langs de bestaande linten en in het Johanniterveld worden geen bomen aangeplant in de openbare ruimte.<br />

Hier ligt de nadruk op het vele groen in de privétuinen. Langs de noord-zuidstraten in de Veiling worden<br />

meidoorns geplaatst, in de oost-weststraten rode paardenkastanjes. De boomsoort langs de singel wordt<br />

vastgelegd in het betreffende inrichtingsplan voor de openbare ruimte.<br />

Speelplaatsen<br />

Verspreid over Het Zand liggen een aantal speelplaatsen.De speelplaatsen liggen op centrale punten in de<br />

woonbuurten, bij voorkeur in de autovrije of autoluwe gedeeltes. In verband met een goede bereikbaarheid<br />

zijn zij gekoppeld aan de hoofdroutes voor langzaam verkeer.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 29


Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de leeftijdscategorieën 0-6 jaar, 6-12 jaar en 12-16 jaar. Binnen<br />

het westelijk deel van Het Zand ligt de nadruk op speelplekken voor 6 tot 12 jarigen. Op het plein in de<br />

Stationsomgeving komt een speelplek voor 12 tot 16 jarigen. De meeste speelvoorzieningen voor deze<br />

leeftijdscategorie liggen in het nabijgelegen Park Groot Zandveld en het Maxima Park. De grotere loopafstand<br />

is geen probleem omdat deze kinderen al ietwat mobieler en zelfstandiger zijn. Voor de jongere kinderen tot<br />

6 jaar worden speciale speelplaatsen aangelegd<br />

Ecologie<br />

Kleine zoogdieren, vogels en insecten<br />

Voor de kleine zoogdieren zijn met name de bestaande linten van belang. Het volwassen groen in de linten -<br />

bomen, hagen, struiken- zorgt voor een gunstig verblijfsklimaat voor vogels, insecten en kleine zoogdieren.<br />

Het meest belangrijke lint is 't Zand. Via de Westlandsetuin is het Leidsche Rijn Park verbonden met dit lint en<br />

het achterliggende Johanniterveld en Park Groot Zandveld. De <strong>Utrecht</strong>seweg-west met de boomrijke<br />

aa<strong>nl</strong>iggende tuinen is niet zozeer een verbindingszone maar een uitloper van het Leidsche Rijn Park voor<br />

kleine zoogdieren.<br />

Een tweede element van ecologische waarde vormen de bestaande sloten en bermen langs 't Zand. In de berm<br />

staan onregelmatige bomenrijen en op sommige plekken een haag. De benodigde herprofilering van de<br />

rijweg leidt tot een (geringe) verbreding van het profiel met ca. 1.5m. De verbreding is zorgvuldig ingepast,<br />

zodat dit niet ten koste gaat van de bomen, sloten of hagen. Wel moet de bestaande berm enigszins versmald<br />

worden.<br />

Vanaf 't Zand lopen er twee verbindingszones in oostelijke richting; langs de <strong>Utrecht</strong>seweg en via het<br />

Johanniterveld en Park Groot Zandveld naar Rijnsche Hout toe.<br />

Figuur. Ecologie<br />

30 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Water- en oeverorganismen<br />

De waterlopen in Waterwijk e.o. vormen voor water- en oeverorganismen de verbinding tussen het Leidsche<br />

Rijn Park en het Waterwinpark. Om deze functie te versterken zullen op diverse plekken natuurvriendelijke<br />

oevers worden aangelegd, die met elkaar in verbinding staan.<br />

Een bijzonder element binnen de ecologische structuur van Het Zand zijn drie bestaande vijvers aan de<br />

oostzijde van De Bongerd die gehandhaafd worden. In de vijvers leven o.a. salamanders.<br />

Enkele bestaande sloten in Waterwijk worden gehandhaafd.<br />

In het oostelijke deel van Het Zand fungeren de sloten en waterlopen met name als uitbreiding van en<br />

aanvulling op de hoofdstructuur in het westelijke deel. Beide systemen zijn gekoppeld via een tweetal<br />

verbindingen in 't Zand. Om de verblijfskwaliteit voor water- en oeverorganismen te verbeteren zijn op een<br />

aantal plaatsen ecologische oevers worden aangelegd. De overige nieuw aan te leggen waterlopen krijgen<br />

allemaal brede, groene taluds. De bestaande sloten, langs de <strong>Utrecht</strong>seweg, 't Zand en in het Johanniterveld,<br />

worden in de originele staat gehandhaafd.<br />

Kaart 2. Ecologisch van belang voor water- en oeverorganismen<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 31


Hoofdstuk 4 Planbeschrijving<br />

4.1 Algemeen<br />

Het plangebied bestaat uit een grotendeels recent gerealiseerde VINEX wijk. In het plangebied is de<br />

woonfunctie verreweg het belangrijkste. Het gebied bestaat uit een elf woonbuurten. De woonbebouwing<br />

kent een grote variatie aan woningtypes en woonmilieus. In het gebied zijn vrijstaande woningen,<br />

rijenwoningen, twee-onder-een-kapwoningen, appartementengebouwen en woonwagenstandplaatsen<br />

aanwezig. De andere functies (huidige en toekomstige) in het plangebied staan hoofdzakelijk ten dienste aan<br />

de woonfunctie.<br />

Het bestemmingsplan is in hoofdzaak gericht om een juridisch en planologisch beheerskader te scheppen<br />

voor Het Zand. Daarbij staat het behoud en het versterken van de bestaande kwaliteiten, die beschreven zijn<br />

in hoofdstuk 3 van deze toelichting, op de eerste plaats.<br />

4.2 Nieuwe ontwikkelingen<br />

Hoewel de bebouwing in het plangebied grotendeels gerealiseerd is of omgevingsvergunningen inmiddels<br />

zijn verleend zijn er nog een aantal locaties in het plangebied, waar nog bouwplannen zullen worden<br />

gerealiseerd. Dit betreft over het algemeen plannen die in hoofdlijnen zijn voorzien in het oorspronkelijk<br />

stedenbouwkundig plan voor het gebied, maar die om diverse redenen tot dus ver nog niet gerealiseerd<br />

konden worden.<br />

Overzichtskaart ontwikkelingen (oktober 2011)<br />

32 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

1. Ontwikkelingen in Rijnsche Maan<br />

In dit deelgebied is een deel van de woningen en twee van de geplande appartementencomplexen al<br />

gerealiseerd. Met name in de bouwstrook langs de Vleutensebaan zijn de woningen nog niet gerealiseerd. Het<br />

meest westelijke vlak wordt momenteel herontwikkeld van 29 appartementen naar 16 eengezinswoningen.<br />

De overige vlakken aan de Vleutensebaan betreffen appartementencomplexen, waarbij in de plint gericht naar<br />

de Vleutensebaan diverse functies mogelijk zijn. Het gaat om dienstverlening, maatschappelijke<br />

voorzieningen, kantoor, bedrijven in categorie A en/of B1 van de Lijst van Bedrijfsacitiviteiten en horeca in de<br />

categorie C en D. In totaal mag verdeeld over meerdere appartementencomplexen in het totale plangebied<br />

aan de Vleutensebaan 18.000m² aan functies worden gerealiseerd. Op de verbeelding is middels een<br />

aanduiding aangegeven welke blokken dit betreft.<br />

De overige vlekken in dit deelgebied zijn bestemd voor kavels voor een klein aantal (vrijstaande of tweeonder-een<br />

-kap) woningen met een maximale van twee bouwlagen en een kap. De woningaantallen per vlak<br />

worden weergegeven op de verbeelding.<br />

2. Ontwikkelingen in de Stationsomgeving<br />

In het deelgebied Stationsomgeving is alleen de bestaande lintbebouwing aanwezig. In 2006 is het<br />

uitwerkingsplan Het Zand-Stationsomgeving vastgesteld. Het hierin vastgestelde programma is nog steeds<br />

van toepassing. De twee blokken in het noorden van dit deelgebied zijn bestemd voor gemengde doeleinden,<br />

waarbij naast woningen ook dienstverlening, bedrijven uit categorie 1 en 2 van de Lijst van<br />

Bedrijfsactiviteiten, horeca uit categorie b,c, en d, maatschappelijke en culturele voorzieningen zijn<br />

toegestaan. Voor het maximale aantal woningen is een aantal vermeld op de verbeelding, net als een<br />

maximale bouwhoogte. Het totale vloeroppervlak ten behoeve van horeca mag niet meer bedragen dan<br />

650m².<br />

In totaal mag verdeeld over meerdere appartementencomplexen in het totale plangebied aan de<br />

Vleutensebaan 18.000m² aan genoemde functies worden gerealiseerd. Op de verbeelding is middels een<br />

aanduiding aangegeven welke blokken dit betreft.<br />

Centraal in het plangebied ligt de Kees van Dongensingel. De singel ligt in het verlengde van de<br />

hoofdontsluiting van Terwijde. Aan de oostzijde wordt de singel begeleid door een bebouwingswand die in<br />

hoogte oploopt van drie lagen bij de Westlandsetuin tot maximaal twaalf lagen bij de stadsas. Het<br />

hoogteaccent markeert de toegang tot Het Zand en de ligging van het N.S-station. Westelijk van de singel, op<br />

de overgang naar Waterwijk, bevindt zich een groot, solitair bouwvolume. De hoogte van dit volume bedraagt<br />

zes bouwlagen. Aan de zuidzijde van het gebouw ligt een speelplek.<br />

Vanaf 't Zand lopen er twee wegen naar de Kees van Dongensingel toe; de bestaande Westlandsetuin en een<br />

nieuwe Eschersingel tussen de kavels 't Zand 85 en 87. Deze wegen zijn voor het autoverkeer van<br />

ondergeschikt belang. De positie van de nieuwe dwarsverbinding is zorgvuldig gekozen. Genoemde kavels<br />

aan 't Zand hebben een grote tuin met prachtige bomen en hekwerken aan de straat en vormen daardoor een<br />

representatieve entree tot het achterliggende woongebied.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 33


Figuur: gebied Stationsgebied<br />

3.<br />

Ontwikkelingen in Leidsche Maan<br />

De Leidsche maan is een lang, smal gebied opgespannen tussen de Vleutensebaan en de <strong>Utrecht</strong>seweg.<br />

Gekozen is voor een bouwblokstructuur. Aan de zijde van de Stadsas bevinden zich stedelijke<br />

appartementenblokken van gemiddeld 6 à 7 lagen hoog. Deze worden “de hoek omgetrokken”, de woonstraat<br />

in, waar zij overgaan in ééngezinswoningen van gemiddeld 2 à 3 lagen hoog. Nabij de <strong>Utrecht</strong>seweg wordt de<br />

bebouwing informeler en veranderen de rijtjeswoningen in vrijstaande villa’s, twee-onder-een-kap woningen<br />

en kleine rijtjes in het groen. Onder de appartementencomplexen komen gebouwde parkeervoorzieningen in<br />

de vorm van (half)verdiepte garages, bedoeld voor de bewoners van de appartementen en de bedrijfs-ruimten<br />

in de plint. De garages worden ontsloten vanaf de straat.<br />

Bebouwing langs de Vleutensebaan<br />

De wand langs de Vleutensebaan bestaat uit afzonderlijke gebouwen met een gemiddelde hoogte van 6 à 7<br />

bouwlagen. De gebouwen vormen de entrees tot de achterliggende woonstraten. Bij de routes naar de<br />

achterliggende wijken vormen bijzondere gebouwen met hoogteaccenten de markering van deze entrees.<br />

Vanwege de geluidsbelasting vanaf de Vleutensebaan en het spoortalud hebben de gebouwen aan de<br />

noordzijde een dove gevel. In verband met de gewenste stedelijke uitstraling en levendigheid langs de<br />

Stadsas krijgt de begane grond een verdiepingshoogte van 3,5m. In deze verhoogde plint worden<br />

bedrijfsruimten afgewisseld met woon/werkwoningen, gewone woningen en de ontsluiting van de<br />

bovengelegen appartementen. De bedrijfsruimten bevatten publieksfuncties, kleine kantoren met<br />

baliefunctie, ateliers e.d. In aanvulling daarop is in het oostelijke deel van de bebouwing ruimte gereserveerd<br />

voor een “multi-tenant”gebouw en een hostel ten behoeve van de opvang voor drugsverslaafden.<br />

34 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Impressie deelgebied Leidsche Maan<br />

4. Ontwikkelingen in De Veiling<br />

Hoofdopzet<br />

De Veiling heeft een oost-west verkaveling, georiënteerd op de oude lijnen, Vuurvlindersingel en de weg ’t<br />

Zand. In aanvulling daarop worden een aantal noord-zuidroutes geïntroduceerd, die het gebied verder<br />

geleden. Dwars door de oost-west verkaveling heen loopt de Rijnkennemerlaan, het belangrijkste<br />

structuurbepalende element in De Veiling. De fietsboulevard is de beëindiging aan de zuidzijde.<br />

Binnen deze hoofdopzet wordt het grootste deel van de bebouwing gevormd door bouwblokken. De diepte<br />

van (het merendeel van) de bouwblokken is zodanig dat ook op de binnenterreinen woningen gesitueerd zijn.<br />

Deze liggen aan een autovrije staat. Hierdoor ontstaat een contrast tussen een buiten- en binnenwereld.<br />

Aan de westzijde van De Veiling, aan de achterzijde van de <strong>Utrecht</strong>seweg en ’t Zand komen vooral vrijstaande<br />

woningen. Deze woningen geven de bestaande linten een duidelijk gezicht naar De Veiling toe.<br />

De belangrijkste ontsluitingsstraat takt aan op de Vleutensebaan waar de Rijnkennemerlaan de Vleutensebaan<br />

kruist.<br />

Daarnaast zijn er een aantal noord-zuidstraten die aan de zuidzijde toegang geven tot het Park Groot<br />

Zandveld. De oost-weststraten in De Veiling hebben over het algemeen eenduidige profielen over een grote<br />

lengte. De noord-zuidstraten zijn symmetrisch van profiel en de oost-west straten zijn asymmetrisch. Om de<br />

monotonie te doorbreken liggen aan, of kruisen deze straten grotere groenelementen zoals de<br />

Rijnkennemerlaan, ’t Zand en een tweetal nieuwe plantsoenen centraal gelegen in De Veiling.<br />

Bebouwing<br />

De Bouwblokken<br />

De bouwblokken bestaan uit ééngezins-woningen, georiënteerd op een gewone straat of op een autovrije<br />

binnenstraat. De bebouwing is gemiddeld 2 lagen met kap, met eventueel een accent op de hoeken of bij de<br />

toegangen tot de autovrije straten en de parkeerhoven. Aan de buitenzijde is er sprake van een doorlopende<br />

wand, terwijl de binnenwereld bestaat uit korte, afwisselende rijtjes. In de blokken bevinden zich op de<br />

binnenterreinen collectieve parkeerhoven, op uitgeefbaar terrein. De toegangen tot de parkeerhoven worden<br />

op de belangrijkste plaatsen gemarkeerd door accenten in de bebouwing. Langs de Fietsboulevard worden de<br />

parkeerhoven ontsloten via poortwoningen. Uitgangspunt is dat er minimaal één parkeerplaats per woning op<br />

eigen terrein gerealiseerd wordt. De overige parkeerplaatsen bevinden zich in de openbare ruimte.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 35


De bergingen van de woningen liggen aan de achterzijde, in de tuin. Zij zijn bereikbaar via achterpaden<br />

vanuit de parkeerhoven of de groenstroken.<br />

Het Scholencluster<br />

Meteen ten zuiden van de Kersenboomgaard wordt een compleet blok geplande woningen vervangen door<br />

een cluster van scholen, gymzaal, een kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang. De maximale hoogte van<br />

het cluster is 3 bouwlagen.<br />

De ligging is gekozen omdat de ontsluiting voor auto’s, fietsers en voetgangers, vanaf bijvoorbeeld de<br />

Vleutensebaan en de Rijnkennemerlaan zeer goed is en omdat de ligging zo dicht bij het cluster Forum is, dat<br />

hiermee een uitwisseling kan plaatsvinden.<br />

Vrijstaande woningen<br />

De vrijstaande woningen of tweekappers zijn over het algemeen in de linten gesitueerd. De maximale hoogte<br />

bedraagt twee bouwlagen met een kap. Meteen achter de <strong>Utrecht</strong>seweg staan naast vrijstaande woningen ook<br />

drie korte rijtjes van elk vijf woningen.<br />

Impressie inrichting voormalig Veilingterrein<br />

5. Ontwikkelingen Park Groot Zandveld<br />

In het park is één van de geplande spaceships nog niet gebouwd. Ten zuiden van de Forumschool is een<br />

compact gebouw gepland met een footprint van ca. 23 x 37 meter en een maximale hoogte van 7 bouwlagen.<br />

In dit gebouw is 3.000m² gepland voor een commercieel en maatschappelijk programma, 12 woningen en<br />

een gebouwde parkeervoorziening. Voor het gebouw is een windtunnelonderzoek verricht. Conclusie is dat er<br />

geen sprake is van onaanvaardbare windhinder. In de inrichting van de buitenruimte zullen aanvullende<br />

voorzieningen aangebracht worden die een positief effect teweeg brengen, zoals blijkt uit het<br />

windtunnelonderzoek. Op basis van zonnestudies op verschillende tijdstippen in het jaar en op de dag blijkt<br />

dat de schaduwwerking op de speelplekken van het kindercluster slechts voorkomt in een beperkte periode.<br />

In het Park is tenslotte de schaapskooi van 1 bouwlaag met een kap gepland. De schaapskooi heeft een<br />

oppervlakte van maximaal 200 m2.<br />

36 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Impressie inrichting Park Groot Zandveld<br />

6. Ontwikkelingen in "Tussen de Parken"<br />

De Crescent is de gebogen wand langs de Vuurvlindersingel. Deze wand loopt door tot in de scherf Tussen de<br />

Parken. Het ontleent zijn naam aan de gebogen vorm die gebaseerd is op de kromming van de<br />

oorspronkelijke Rij<strong>nl</strong>oop. De Crescent bestaat uit smalle diepe herenhuizen, drie á vier bouwlagen hoog. Aan<br />

de westzijde, tegenover het Johanniterveld, staan ééngezinswoningen met op de noordwesthoek een<br />

appartementenblok. De appartementen zijn maximaal 6 lagen hoog, zodat de hoger gelegen appartementen<br />

profiteren van het uitzicht over het Johanniterveld en Park Groot Zandveld.<br />

De Vuurvlindersingel is een belangrijke ontsluitingsroute naar de Vleutensebaan voor het oostelijke deel van<br />

Het Zand. In tegenstelling tot hetgeen in het SP van 2003 is vermeld worden de woningen hier geen vier<br />

lagen, maar twee of drie lagen, eventueel met kap. Daardoor wordt de tuindorp karakteristiek ook aan de<br />

randen zichtbaar.<br />

7. Ontwikkelingen in Johanniterveld<br />

Enkele percelen in het Johanniterveld zijn nog onbebouwd. Hier zijn vrije kavels met vrijstaande woningen en<br />

twee-onder-een kapwoningen gepland.<br />

8. Ontwikkelingen in Bongerd<br />

In de Bongerd is nog een perceel onbebouwd aan de Parkzichtlaan. In het Stedenbouwkundig Plan zijn hier<br />

twee woningen opgenomen. Gewenst is om hier maximaal vier woningen toe te staan, zodat er gebouwd kan<br />

worden op kleinere kavels. Ook moeten de vier villa's aan de Dudoksingel nog gebouwd worden, daarvoor is<br />

de vergunning reeds verleend.<br />

9. Ontwikkelingen in Waterwijk<br />

In Waterwijk is in de bocht van de de Parkzichtlaan nog een aantal delen onbebouwd. Het programma voor<br />

deze percelen is wel bekend, dat wil zeggen het maximum aantal woningen en de maximale bouwhoogte, en<br />

is opgenomen op de verbeelding.<br />

De locatie Parkzichtlaan ligt op de hoek van de Parkzichtlaan en <strong>Utrecht</strong>seweg. De locatie is hiermee de<br />

verbinding tussen de stedelijke bebouwing aan de Parkzichtlaan en het meer landelijke karakter van de<br />

<strong>Utrecht</strong>seweg. De bebouwing op de locatie dient een logische schakel te worden tussen de beide delen.<br />

Oorspronkelijk zijn op deze locatie 5 woningen op ruime kavels bedacht. Gezien de huidige<br />

marktontwikkelingen, financiële mogelijkheden van kopers en de ligging wordt de mogelijkheid geboden om<br />

maximaal 10 grondgebonden woningen te realiseren op middelgrote kavels. De ontwikkeling sluit hiermee<br />

beter aan op de omliggende bebouwing en de huidige marktsituatie.<br />

Een van de vlekken is bestemd voor woonwagens, er zijn maximaal vier standplaatsen binnen deze vlek.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 37


Hoofdstuk 5 Onderzoek en<br />

5.1 I<strong>nl</strong>eiding<br />

randvoorwaarden<br />

Hoewel de bebouwing in het plangebied grotendeels gerealiseerd is, zijn er nog een aantal locaties in het<br />

plangebied, waar nog bouwplannen zullen worden gerealiseerd. Vanwege de actualisatie van het<br />

Verkeersmodel VRU 20 Utr 2.2 per 1 juli 2011 en/of het opnieuw vaststellen van nog niet gerealiseerde<br />

bestemmingen, dienen een aantal plandelen aan de Wet geluidhinder te worden getoetst met behulp van een<br />

akoestisch onderzoek:<br />

VRU 20 Utr 2.2 is per 1 juli 2011 beschikbaar. Om deze reden worden de onderzoeksresultaten van het<br />

akoestisch onderzoek verwerkt in de volgende versie van het ontwerp bestemmingsplan Het Zand. Ook het<br />

onderzoek voor externe veiligheid en flora en fauna wordt dan toegevoegd.<br />

In deze versie ten behoeve van het voeren van vooroverleg wordt vooruitlopend op het akoestisch onderzoek,<br />

onderzoek naar externe veiligheid en flora & fauna, op basis van gerede verwachtingen in onderstaande tekst<br />

vooruitgelopen op de conclusies met betrekking tot de haalbaarheid van de ontwikkelingen.<br />

5.2 Milieu-effectrapportage en Strategische Milieu Beoordeling<br />

Het doel van een milieu effect rapportage (m.e.r.) is om vooraf de mogelijke milieueffecten van plannen en<br />

besluiten in beeld brengen en deze een volwaardige rol te laten spelen bij de besluitvorming van plannen en<br />

besluiten.<br />

5.2.1 Kader<br />

Het maken van een milieueffectrapport (MER) of m.e.r.-beoordeling is verplicht bij de voorbereiding van<br />

plannen en besluiten van de overheid over initiatieven en activiteiten van publieke en private partijen die<br />

nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben.<br />

In het Besluit m.e.r. staat omschreven welke activiteiten MER-plichtig (C-lijst) dan wel m.e.r.beoordelingsplichtig<br />

(D-lijst) zijn. Echter op grond van een uitspraak van het Europese Hof (van<br />

17/10/2009(C-255/08) dienen ook initiatieven die niet voldoen aan de drempelwaarde van het Besluit m.e.r.<br />

kritisch bekeken te worden of deze milieueffecten kunnen hebben. Indien dit het geval is dient hiervoor ook<br />

een MER of m.e.r-beoordeling te worden opgesteld.<br />

5.2.2 Plansituatie<br />

Het Streekplan <strong>Utrecht</strong> is begeleid met een m.e.r. voor woningbouwlocaties voor de eerste tien jaar. Niet alle<br />

bouwlocaties in Leidsche Rijn <strong>Utrecht</strong> vallen echter binnen de betreffende aangegeven bouwlocaties van het<br />

Streekplan.<br />

Het intergemeentelijk Structuurplan (ISP) van het voormalige Regionaal Beraad <strong>Utrecht</strong> (RBU, 10 gemeenten)<br />

vormt het kader voor Leidsche Rijn <strong>Utrecht</strong>. Dit ISP is begeleid door een m.e.r., dat echter geen wettelijke<br />

procedure heeft doorlopen, omdat in de tussentijd het RBU is opgeheven en vervangen door het Beraad Regio<br />

<strong>Utrecht</strong> (BRU), 26 gemeenten.<br />

38 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Het BRU heeft op 25 juni 1997 het Regionaal Structuurplan ´een RSP voor de tien´ (verder: RSP) vastgesteld.<br />

Het RSP is op 18 mei 1999 goedgekeurd door gedeputeerde staten en bij de uitspraak van de afdeling<br />

Bestuursrechtspraak van de Raad van State per 29 maart 2001 onherroepelijk geworden. Het RSP biedt het<br />

ruimtelijk kader voor onder meer Leidsche Rijn <strong>Utrecht</strong>.<br />

Omdat bij rechterlijke toetsing bleek dat de formulering van de zg. Concrete Beleidsbeslissingen niet correct<br />

waren geformuleerd kon dat RSP niet fungeren als het mer-plichtige besluit voor Leidsche Rijn. Daarom is dat<br />

RSP herzien v.w.b. de locatie Leidsche Rijn. De titel daarvan luidt "Eerste partiële herziening Regionaal<br />

Structuurplan (reparatie concrete beleidsbeslissingen Westflank, Leidsche Rijn)". In het kader van die RSPherziening<br />

is het eerdere MER-rapport geactualiseerd en heeft de titel "Actualisatie MER Regionaal<br />

Structuurplan "een RSP voor de tien" t.b.v. partiële herziening 2001 onderdeel Leidsche Rijn".<br />

Vaststelling van de betreffende partiële herziening van het RSP door het Algemeen Bestuur van de BRU heeft<br />

plaatsgevonden op 31-1-2002. Goedkeuring door Gedeputeerde Staten bij besluit van 26-2-2002.<br />

Onherroepelijk geworden na uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak op 22-1-2003 met het<br />

zaaknummer 200202081/1. Het voorgaande betekent dat daarmee het mer-plichtige besluit is genomen<br />

voor de locatie Leidsche Rijn. Op het bestemmingsplan rust derhalve geen mer-plicht.<br />

5.2.3 Conclusie<br />

Met dit bestemmingsplan worden beperkt nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Er vinden hierdoor met<br />

dit bestemmingsplan geen nieuwe activiteiten plaats die de geldende drempelwaarden uit het Besluit m.e.r.<br />

overschrijden. Tevens zijn er, zoals blijkt uit voorstaande beschrijving van de milieuaspecten, geen andere<br />

factoren aanwezig die aa<strong>nl</strong>eiding kunnen geven tot het opstellen van een MER en is gezien de aard, omvang<br />

en ligging van het project geconcludeerd dat er geen sprake van aanzie<strong>nl</strong>ijke nadelige milieugevolgen. Er<br />

behoeft voor dit plan geen MER of m.e.r.-beoordeling te worden gemaakt.<br />

5.3 Geluidhinder<br />

5.3.1 Kader<br />

Geluid beïnvloedt vaak de kwaliteit van de leef- en woonomgeving. De belangrijkste geluidsbronnen die in<br />

het kader van de ruimtelijke ordening van belang zijn, zijn wegverkeer, railverkeer en bedrijven. De mate van<br />

acceptatie en hinder is onder meer afhankelijk van de functie van het geluidsbelaste object – hiervoor kent de<br />

wet 'geluidsgevoelige bestemmingen', zoals woningen en scholen.<br />

De regels van de Wet geluidhinder zijn van toepassing bij het vaststellen van een bestemmingsplan. De<br />

normen uit die wet zijn van toepassing bij:<br />

1. bestemmen van gronden voor nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen;<br />

2. bestemmen van gronden voor aa<strong>nl</strong>eg van nieuwe (gezoneerde) wegen (niet bij woonerven of wegen<br />

waarvoor een maximum snelheid van 30 km/u geldt);<br />

3. reconstructie van wegen;<br />

4. geluidsgezoneerde industrieterreinen.<br />

5.3.2 Geluidhinder vanwege verkeer<br />

De Wet geluidhinder geeft grenzen aan de toegestane geluidbelasting op woningen en andere<br />

geluidsgevoelige bestemmingen. Deze grenzen worden bepaald door de voorkeursgrenswaarde en de<br />

maximale ontheffingswaarde. Voor binnenstedelijk wegverkeer is de voorkeursgrenswaarde 48 dB en de<br />

maximale ontheffingswaarde 58 dB. Voor spoorweglawaai liggen de grenswaarden op respectievelijk 55 en<br />

68 dB. Bij een geluidsbelasting onder de voorkeursgrenswaarde gelden er geen voorwaarden voor het<br />

bestemmen van geluidsgevoelige bestemmingen. Boven de maximale ontheffingswaarde zijn<br />

geluidsgevoelige bestemmingen niet toegestaan (uitzondering voor zogenaamde "dove gevels").<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 39


Uit akoestisch onderzoek blijkt dat de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden (zie bijlageBijlage 2<br />

Akoestisch onderzoek Het Zand) . Er kunnen hogere grenswaarden worden toegestaan mits wordt voldaan<br />

aan de vereisten van de gemeentelijke geluidsnota (o.a. de aanwezigheid van een geluidluwe gevel). In dat<br />

geval dient dit met een akoestisch onderzoek onderbouwd te worden en dient een hogere grenswaarde<br />

procedure (Wet geluidhinder) te worden doorlopen. De procedure voor het verlenen van een hogere waarde<br />

loopt parallel met de bestemmingsplanprocedure.<br />

Op grond van de Geluidnota <strong>Utrecht</strong> 2007 gelden de volgende voorwaarden:<br />

Er dient een reden te zijn om van de voorkeursgrenswaarde af te wijken, die past binnen de<br />

ontheffingscriteria;<br />

Er dient te worden voldaan aan een aantal voorwaarden:<br />

- iedere woning dient te beschikken over een geluidluwe gevel;<br />

- de woning bevat voldoende verblijfsruimten aan de geluidluwe gevel, te weten 30% van het aantal<br />

verblijfsruimten of 30% van de oppervlakte van het verblijfsgebied;<br />

- indien de woning beschikt over een buitenruimte, dan is deze bij voorkeur gelegen aan de geluidluwe<br />

zijde. Het geluidsniveau mag er in ieder geval niet meer dan 5 dB hoger zijn dan op de geluidluwe gevel.<br />

5.3.3 Geluidhinder vanwege verkeer: plansituatie en conclusie<br />

Het bestemmingsplan Het Zand is voor een groot deel een conserverend plan waarbij geen uitbreiding van de<br />

reeds opgenomen geluidsgevoelige bestemmingen wordt toegestaan. De ontwikkeling van Het Zand is<br />

mogelijk geweest op grond van het bestemmingsplan Leidsche Rijn <strong>Utrecht</strong> 1999. Voor de in dit<br />

bestemmingsplan opgenomen woningen is het aspect geluid geregeld. Woningbouw is daarbij mogelijk<br />

indien bij de planuitwerking wordt voldaan aan de Wet geluidhinder of middels de gereguleerde inzet van<br />

ontheffing. Voorwaarde hierbij is dat de woning een luwe gevel heeft en de woningisolatie is afgestemd op<br />

het geluidsniveau bij uitwerking. De diverse ontwikkelingen binnen het plangebied zijn met<br />

uitwerkingsplannen binnen bovengenoemde randvoorwaarden gerealiseerd. Bij het vaststellen van deze<br />

ontwikkelplannen dient opnieuw een toets aan de Wet geluidhinder plaats te vinden voor die delen die nog<br />

niet vergund (bouwvergunning afgegeven) zijn.<br />

Voor Het Zand zijn de relevante geluidsbronnen de Vleutensebaan, de Parkzichtlaan, 't Zand en de<br />

Langerakbaan/Burgemeester Middelweerdbaan. en het spoor <strong>Utrecht</strong>-Gouda. Binnen de wijk zijn twee<br />

toegangswegen van 50 km/uur: de Parkzichtlaan de weg 't Zand.Langs het spoor zijn schermen aanwezig: 3<br />

meter hoog aan de noordzijde, tussen de sporen 2 en 3 met een hoogte van 3 meter en aan de zuidzijde 1,5<br />

meter hoog ten opzichte van bovenkant spoor (BS).<br />

Op grond van de reeds bestaande woningen en de toetsing daarvan aan de Wet geluidhinder kan worden<br />

aangenomen dat ook de laatste ontwikkelingen in de wijk die met dit bestemmingsplan mogelijk gemaakt<br />

worden, kunnen voldoen aan de eisen van de Wet geluidhinder en de voorwaarden vanuit het gemeentelijke<br />

geluidsbeleid voor het verlenen van hogere waarden.<br />

Voor de ontwikkelingen wordt op grond van het nieuwe verkeersmodel VRU 20 Utr 2.2 dat op 1 juli 2011 van<br />

kracht wordt, een geluidsonderzoek verricht voor het peiljaar 2022 en zal toetsing aan de Wet geluidhinder<br />

plaatsvinden. Ook zal er een onderzoek plaats vinden naar spoorweglawaai. Op basis van die resultaten wordt<br />

waar nodig een hogere grenswaarde procedure gestart.<br />

40 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

5.3.4 Geluidhinder vanwege industrielawaai<br />

Van industrielawaai kan ook hinder worden ondervonden. Het optreden van hinder als gevolg van<br />

industrielawaai kan worden voorkomen en beperkt door afstand te bewaren tussen geluidsbron en ontvanger.<br />

Bij industrieterreinen met bedrijven die veel geluid produceren zijn geluidszones vanwege de Wet<br />

geluidhinder vastgesteld. Buiten deze zone mag de geluidsbelasting niet hoger zijn dan 50 dB(A). Voor<br />

geluidsgevoelige bestemmingen binnen een geluidszone kan ook een hogere waarde worden vastgesteld. De<br />

grenswaarde liggen hier op 50 dB(A) respectievelijk 55 dB(A) .<br />

5.3.5 Geluidhinder vanwege industrielawaai: plansituatie en conclusie<br />

Het plangebied ligt niet in de zone van een gezoneerd industrieterrein. Het volledige akoestisch onderzoek is<br />

opgenomen in Bijlage 2 Akoestisch onderzoek Het Zand.<br />

5.4 Milieuhinder bedrijvigheid<br />

5.4.1 Kader<br />

Er wordt gestreefd naar een situatie waarin wonen en werken in de stad op een goede manier samengaan.<br />

Beide functies zijn zeer belangrijk voor de stad <strong>Utrecht</strong>, maar er dient te worden voorkomen dat milieuhinder<br />

van bedrijven een negatieve invloed heeft op de woonomgeving. Het kan gaan om de mogelijke hinder van<br />

een nieuw te vestigen bedrijf op bestaande woningen zowel als om nieuwe woningen naast een bestaand<br />

bedrijf.<br />

5.4.2 Plansituatie en conclusie<br />

In het plangebied zijn geen bedrijven van een zodanige categorie dat er onacceptabele hinder valt te<br />

verwachten op aangrenzende woningen. De bedrijven kennen een maximale categorie van B1 –<br />

functiemenging. Ook in aangrenzende gebieden bevinden zich geen bedrijven waarvan in Het zand<br />

onacceptabele hinder zou kunnen worden ervaren.<br />

5.5 Externe veiligheid<br />

5.5.1 Kader<br />

Bij bestemmingsplannen wordt aandacht besteed aan de veiligheidsrisico's die zware bedrijven kunnen<br />

veroorzaken. Daarnaast kan transport van gevaarlijke stoffen risico's opleveren (transport over weg, spoor en<br />

water en door buisleidingen). In de stad ligt een vastgestelde route waarover transport van gevaarlijk stoffen<br />

plaats mag vinden.<br />

De normen en richtlijnen voor externe veiligheid komen uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi),<br />

uit de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (Rnvgs) en het Besluit externe veiligheid<br />

buisleidingen. Kwetsbare bestemmingen moeten voldoende afstand houden tot bedrijven en transportroutes.<br />

Ook kunnen er beperkingen aan de bebouwingsdichtheid gewenst zijn.<br />

Voor externe veiligheid bestaan twee normen: het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het<br />

plaatsgebonden risico (PR) geeft de kans aan op een ongeluk. De norm voor het PR is 10-6/jaar. Het groepsrisico geeft de kans per jaar aan dat een groep personen van een bepaalde grootte kan overlijden<br />

tengevolge van een calamiteit. Voor het Groepsrisico is een zogenaamde oriënterende waarde vastgesteld.<br />

Van deze waarde kan onder voorwaarden worden afgeweken.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 41


Het lokale verkeer van gevaarlijke stoffen wordt in het kader van de routeringsregeling geregeld via jaarlijks<br />

door vervoerders aan te vragen ontheffingen. De omvang van dit lokale transport is zo gering dat de norm<br />

voor PR niet bereikt wordt en het GR ruim onder de oriëntatiewaarde blijft.<br />

5.5.2 Plansituatie en conclusie<br />

Er liggen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare bestemmingen binnen de invloedzone van een bedrijf (binnen<br />

of buiten het plangebied) dat onder de Bevi-regeling valt.<br />

Het plaatsgebonden risico vanwege transport valt binnen de spoorzone, de oriënterende waarde voor het<br />

groepsrisico wordt met de beperkte uitbreiding van gevoelige functies in dit bestemmingsplan niet<br />

overschreden.<br />

Met de beperkte nieuwe ontwikkelingen van dit bestemmingsplan wordt het PR en het GR hiervan niet<br />

verhoogd.<br />

5.6 Luchtkwaliteit<br />

5.6.1 Kader<br />

Artikel 5.16 Wet milieubeheer geeft een limitatieve opsomming van de bevoegdheden waarbij<br />

luchtkwaliteitseisen een directe rol spelen, zoals bij bestemmingsplannen. Luchtkwaliteitseisen vormen in<br />

beginsel geen belemmering voor het uitoefenen van een dergelijke bevoegdheid, indien:<br />

aannemelijk is gemaakt dat geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een<br />

grenswaarde.<br />

een project – al dan niet per saldo – niet leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit.<br />

aannemelijk is gemaakt dat de ontwikkelingen niet in betekenende mate (NIBM) bijdragen aan de<br />

concentratie PM10 (fijn stof) en NO2 (stikstofdioxide) in de buite<strong>nl</strong>ucht.<br />

het voorgenomen besluit is genoemd of is niet in strijd is met het Nationaal Samenwerkingsprogramma<br />

Luchtkwaliteit (NSL).<br />

Het NSL is een samenwerkingsprogramma tussen rijk, provincies en gemeenten, dat erop is gericht om in<br />

gebieden waar de normen voor luchtkwaliteit niet worden gehaald (overschrijdingsgebieden) de luchtkwaliteit<br />

te verbeteren.<br />

5.6.2 Plansituatie en conclusie<br />

De gerealiseerde en enkele nog nieuw te realiseren woningen en bijbehorende voorzieningen in de woonwijk<br />

Het Zand passen binnen het in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) genoemde 'In<br />

Betekenende Mate – project' (IB-nr. 1310 "Ontwikkeling Leidsche Rijn"). Op grond van artikel 5.16, lid 1 onder<br />

d van de Wet milieubeheer kan dus gesteld worden dat luchtkwaliteitseisen in beginsel geen belemmering<br />

vormen bij de te nemen relevante ruimtelijke besluiten voor de vaststelling van het bestemmingsplan Het<br />

Zand.<br />

Luchtkwaliteitseisen vormen aldus geen belemmering voor het vaststellen van het onderhavige<br />

bestemmingsplan.<br />

42 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

5.7 Bodem<br />

5.7.1 Kader<br />

Het gemeentelijk bodembeleid gaat uit van de volgende algemene uitgangspunten uit de Wet<br />

bodembescherming:<br />

Nieuwe bodemverontreiniging moet worden voorkomen en indien er toch bodemverontreiniging ontstaat<br />

moet de bodem direct worden gesaneerd.<br />

Gevallen van ernstige bodemverontreiniging moeten worden gesaneerd als er tevens sprake is van<br />

milieuhygiënische risico's. Dit gebeurt functiegericht en kosteneffectief.<br />

Tevens is nieuwbouw op een geval van ernstige bodemverontreiniging niet toegestaan zonder<br />

saneringsmaatregelen.<br />

Hergebruik van (schone of licht verontreinigde) grond kan bij onverdachte terreinen plaats vinden op<br />

basis van de bodemkwaliteitskaart en het bodembeheerplan.<br />

Bij een aanvraag om omgevingsvergunning moet een bodemonderzoek conform de NEN 5740 worden<br />

verricht. Op basis van dit onderzoek wordt beoordeeld of de locatie geschikt is voor de geplande functie of<br />

dat er nog een nader onderzoek of een bodemsanering noodzakelijk is voordat de locatie geschikt is voor de<br />

geplande functie.<br />

Als er voor de bouwwerkzaamheden een grondwateronttrekking nodig is, moet rekening gehouden worden<br />

met nabij gelegen grondwaterverontreinigingen. Als er in de invloedssfeer van de onttrekking een<br />

verontreiniging aanwezig is moeten hiervoor in een saneringsplan voldoende tegenmaatregelen worden<br />

beschreven.<br />

5.7.2 Plansituatie en conclusie<br />

Er worden met dit bestemmingsplan enkele nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Deze locaties zijn<br />

grotendeels bouwrijp gemaakt en de bodemkwaliteit is hier onderzocht en is of wordt gesaneerd.<br />

Hiervoor verwijzen we naar het sanerings evaluatiebesluit, van 2 nov 2007, kenmerk DSO 07.086781:<br />

"Beoordeling Evaluatieverslagen Bodemsanering ´Het Zand en gedeeltelijk Rijnsche<br />

Park´ te <strong>Utrecht</strong> (locatiecodes AA034402744 en AA034402174). Dit betreft de saneringen van de<br />

landbodem binnen het projectgebied. Besluit van het college van burgemeester en wethouders van <strong>Utrecht</strong> op<br />

grond van artikel 39c van de Wet bodembescherming (Wbb)"<br />

Op vijf plaatsen is na sanering sprake van een restverontreiniging:<br />

Ter plaatse van de <strong>Utrecht</strong>seweg 48 (locatie 21) en 57 (locatie 24) zijn matige verontreinigingen<br />

aanwezig. Bij grondafvoer moet rekening gehouden worden met meerkosten;<br />

Ter plaatse van 't Zand achter 10 en 12 (locatie 35) is een ernstige restverontreiniging achtergebleven in<br />

een funderingsbak waarop een betonplaat is aangebracht. Deze betonplaat mag niet zomaar verwijderd<br />

worden, dit moet worden gemeld.<br />

Ter plaatse van de Johanniterweg 9 (locatie 41) en de <strong>Utrecht</strong>seweg 111 (locatie 111) is op het<br />

aangrenzende percelen restverontreiniging met minerale olie aanwezig. Bij grondwerkzaamheden op<br />

deze percelen moet rekening gehouden worden met deze restverontreiniging.<br />

Na het bouwrijp maken van het terrein worden uitkeuringsonderzoeken uitgevoerd, die gebruikt kunnen<br />

worden voor de aanvraag van een omgevingsvergunning.<br />

Met inachtneming van eventuele noodzakelijke maatregelen tegen de restverontreinigingen vormt de<br />

bodemkwaliteit geen belemmering voor het vaststellen van dit bestemmingsplan.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 43


5.8 Flora en fauna<br />

5.8.1 Kader<br />

De Flora en Faunawet legt een zorgplicht op ten aanzien van natuur, planten en dieren. Indien een<br />

ontwikkeling mogelijk de bestaande natuurwaarden kan verminderen moet de initiatiefnemer aangeven hoe<br />

dat beperkt en/of gecompenseerd gaat worden. Wanneer bij planvorming de bestemming in een gebied<br />

verandert moet er, bij kans op voorkomen van beschermde diersoorten, middels een flora-fauna<br />

inventarisatie de huidige waarde worden bekeken en moet er inzicht worden gegeven in het voorkomen van<br />

beschermde planten en diersoorten. De Flora en Faunawet beschermt inheemse dieren- en plantensoorten,<br />

en onderscheidt deze in verschillende beschermingscategorieën. Voor algemeen voorkomende beschermde<br />

soorten (tabel 1) geldt vrijstelling van verbodsbepalingen. Soorten van Tabel 2 zijn zwaarder beschermd, voor<br />

deze soorten kan ontheffing worden aangevraagd. Ontheffing op grond van het belang ruimtelijke<br />

ontwikkeling en inrichting is niet mogelijk voor soorten van Tabel 3, die zijn opgenomen in Bijlage IV van de<br />

Habitatrichtlijn. Voor deze soorten geldt dat overtreding van verbodsbepalingen voorkomen dient te worden<br />

door het treffen van mitigerende maatregelen. Het bevoegd gezag voor de Flora- en Faunawet is het<br />

ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.<br />

5.8.2 Plansituatie en conclusie<br />

Met dit bestemmingsplan worden enkele nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Bij aanvragen van<br />

omgevingsvergunningen hiervoor moet getoetst worden aan de voorwaarden van de Flora en Faunawet. Er is<br />

een Quick Scan flora en fauna opgesteld, deze is toegevoegd in de bijlagen, zie Bijlage 1.<br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Utrecht</strong> beschikt over een vastgestelde Gedragscode Flora en Faunawet. De werkzaamheden<br />

moeten worden uitgevoerd conform deze 'gedragscode Flora en Faunawet van de gemeente <strong>Utrecht</strong>',<br />

goedkeuringsbesluit ministerie LNV d.d. 7 september 2010, ref DR/210/3379).<br />

5.9 Water<br />

5.9.1 Aa<strong>nl</strong>eiding<br />

Met de watertoets wordt beoogd de waterbeheerders vroegtijdig in het ruimtelijke ordeningsproces te<br />

betrekken waardoor het water een evenwichtige plaats krijgt in ruimtelijke plannen. Een evenwichtige plaats<br />

houdt in dat in elk plan de negatieve effecten voor de waterhuishouding ten gevolge van ruimtelijke<br />

ontwikkelingen -waar mogelijk- moeten worden voorkomen. De resultaten van de watertoets worden<br />

weergegeven in deze paragraaf. Deze paragraaf is opgesteld in overleg met het Hoogheemraadschap De<br />

Stichtse Rij<strong>nl</strong>anden (HDSR).<br />

De Waterparagraaf is een verplicht onderdeel van een ruimtelijk plan en vormt een weze<strong>nl</strong>ijk element in het<br />

gehele watertoetsproces. Het fungeert als een instrument waarin de waterhuishoudkundige gevolgen van een<br />

plan inzichtelijk worden gemaakt, de gemaakte afwegingen expliciet en toetsbaar worden vastgelegd en het<br />

wateradvies van de waterbeheerder wordt opgenomen. Door de bestaande (geo)hydrologische situatie en<br />

randvoorwaarden, de geplande ontwikkeling en de ruimtelijke consequenties ten aanzien van de<br />

waterhuishouding te analyseren, kan het streven naar een duurzaam en robuust watersysteem vroegtijdig in<br />

het ontwerpproces worden geïntegreerd.<br />

44 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Deelgebied Het Zand, onderdeel van Leidsche Rijn en gelegen tussen het Maxima Park, de Vleutensebaan en<br />

Parkwijk, is volop in ontwikkeling. Het oorspronkelijke Stedenbouwkundig Plan is al vastgesteld in 2003.<br />

Inmiddels wordt een nieuw, geactualiseerd Stedenbouwkundig Plan opgesteld waarin alle vastgestelde<br />

aanpassingen (uitwerkingsplannen) worden gebundeld. Het Stedenbouwkundig Plan (SP) voor Het Zand is<br />

ontworpen binnen de hoofdlijnen en structuur van de Ontwikkelingsvisie Leidsche Rijn (1997) en het<br />

Stedenbouwkundig Programma van Eisen (SPvE) Het Zand (augustus 2001, vastgesteld 4 juli 2002). In het<br />

plangebied worden ca. 4350 woningen gerealiseerd. De benodigde buurt- en wijkwinkelvoorzieningen liggen<br />

hoofdzakelijk in de aangrenzende deelgebieden.<br />

Deze 'beheer'waterparagraaf beschrijft enkel de huidige situatie van de waterhuishouding en riolering in<br />

deelgebied Het Zand. Voor toekomstige lokale (kleinschalige) ruimtelijke ontwikkelingen in het plangebied<br />

dient alsnog een watertoets te worden doorlopen en een specifieke waterparagraaf te worden opgesteld.<br />

5.9.2 Kader<br />

In het algemeen is het beleid van het Rijk, de provincie <strong>Utrecht</strong>, de gemeente <strong>Utrecht</strong> en het waterschap HDSR<br />

gericht op een duurzaam en robuust waterbeheer. Bij ruimtelijke ontwikkelingen worden (indien doelmatig)<br />

de waterkwaliteitstrits 'gescheiden inzamelen-gescheiden afvoeren-gescheiden verwerken' en de<br />

waterkwantiteitstrits 'water vasthouden-bergen-vertraagd afvoeren' gehanteerd. Dit beleid is per<br />

overheidsniveau in de onderstaande beleidsdocumenten verankerd:<br />

Rijksbeleid: Vierde Nota Waterhuishouding, Vijfde Nota RO, WB21, NBW, Waterwet, etc;<br />

Provinciaal beleid: Nota Planbeoordeling, Waterhuishoudingsplan, Beleidsplan Milieu en Water,<br />

Streekplan, etc;<br />

<strong>Gemeente</strong>lijk beleid: <strong>Gemeente</strong>lijk Rioleringsplan 2011-2014 [1];<br />

Waterschapsbeleid: Waterbeheerplan 2010-2015, Beleidsregels 2010 Keur 2009, Keur [2].<br />

[1] De gemeente heeft de zorgplicht voor de inzameling en het transport van afvalwater, het inzamelen en<br />

verwerken van overtollig hemelwater en het voorkomen van structurele grondwateroverlast. Het actuele<br />

beleid hiervoor is vastgelegd in het <strong>Gemeente</strong>lijk afval-, hemel- en grondwaterplan 2007-2010 en<br />

binnenkort in het Verbreed <strong>Gemeente</strong>lijk rioleringsplan 2011-2014. De ontwerpeisen zijn opgenomen<br />

in het Handboek Inrichting Openbare Ruimte, onderdeel riolen, rioolgemalen en drainage (versie juni<br />

2005). Daarnaast stelt de gemeente eisen aan het ontwerp van watergangen waarvan zij eigenaar of<br />

beheerder is of wordt.<br />

[2] Het waterschap Hoogheemraadschap De Stichtse Rij<strong>nl</strong>anden (HDSR) heeft de zorg voor het kwantiteitsen<br />

kwaliteitsbeheer van het oppervlaktewater in het plangebied. Het beleid en de regels van het<br />

waterschap zijn vastgelegd in diverse wetten en verordeningen. De belangrijkste verordening is de keur.<br />

5.9.3 Plangebied<br />

In de onderstaande figuur zijn de contouren van het plangebied 'Het Zand' weergegeven. De noordzijde wordt<br />

begrensd door de Vleutensebaan / het spoor <strong>Utrecht</strong>-Gouda, de oostzijde door de Vuurvlindersingel, de<br />

zuidzijde door de Tweede Westerparklaan en de Alendorperweg en aan de westzijde door de Parkzichtlaan.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 45


Afbeelding: Impressie deelgebied Het Zand (bron: gemeente <strong>Utrecht</strong>, actualisatie SP Het Zand d.d. 19-05-<br />

2010).<br />

5.9.4 Oppervlaktewater<br />

Watersysteem Leidsche Rijn<br />

Het oppervlaktewater in deelgebied Het Zand maakt onderdeel uit van het watersysteem Leidsche Rijn: een<br />

zelfstandig functionerend watersysteem waarbij aan- en afvoer van gebiedsvreemd (verontreinigd) water in<br />

een normaal hydrologisch jaar vrijwel niet nodig is. Hiertoe wordt hemelwater lokaal opgevangen en<br />

vastgehouden in het lokale grond- en oppervlaktewatersysteem. Ter bevordering van de waterkwaliteit<br />

circuleert het water in een gesloten systeem door het stadsdeel Leidsche Rijn en aansluitende gebieden (zie<br />

figuur 2). Door variatie in waterpeil en het rondpompen van oppervlaktewater wordt stilstaand water, en<br />

hiermee zuurstofloosheid en muggenoverlast, vrijwel voorkomen.<br />

Het ontwerp van de waterhuishouding en de uitgangspunten en randvoorwaarden van het watersysteem in<br />

Leidsche Rijn zijn beschreven in het (hoofd)rapport 'Nieuwe stad, schoon water' (PBLR, november 1997), een<br />

initiatief van de gemeente <strong>Utrecht</strong>, de provincie <strong>Utrecht</strong> en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rij<strong>nl</strong>anden.<br />

Hieronder is een deel van het voorwoord van dit rapport opgenomen waaruit het belang van een meerjarige<br />

en structurele implementatie blijkt:<br />

"Het maken van het ontwerp was in meerdere opzichten een bijzondere opgave. Niet alle dagen wordt voor<br />

een gebied van maar liefst 2400 hectare een watersysteem ontworpen. Een gebied van een dergelijke omvang<br />

wordt ook niet in enkele jaren ingericht. Er zal 15 tot 20 jaar mee gemoeid zijn. Dit stelt hoge eisen aan de<br />

flexibiliteit en de communiceerbaarheid van het ontwerp. Ook over 10 jaar zal moeten kunnen worden<br />

begrepen welke overwegingen en risicoafweging ten grondslag hebben gelegen aan het ontwerp.<br />

46 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Het watersysteem heeft in het Masterplan Leidsche Rijn een belangrijke structurerende functie gekregen.<br />

Samen met het Centrale Park en de hoofdinfrastructuur vormt het als het ware het raamwerk voor de gehele<br />

VINEX-locatie. Randvoorwaardelijk dient een duurzaam watersysteem te ontstaan met een identiteit die<br />

aansluit bij lokale gebiedskenmerken. Deze opgave levert tal van uitdagingen voor een innovatief ontwerp.<br />

Een aantal van deze ontwerpaspecten zal voor iedereen zichtbaar zijn. Deels direct, deels later.<br />

Ook de oevers zullen -daar waar gepland direct worden ingericht om een vegetatie te laten ontstaan die<br />

typisch is voor de overgang water-land. Toch zal het nog wel even duren voordat de natuurwaarden worden<br />

bereikt die in het ontwerp worden nagestreefd. Het watersysteem moet daarvoor op de meest essentiële<br />

onderdelen gereed zijn.<br />

En als het dan af is, dan treedt een nieuwe fase aan waarvan we ook nu al doordrongen zijn dat die van vitaal<br />

belang is voor het welslagen van de ambities met het watersysteem: de gebruiksfase. Belangrijkste taken in<br />

deze fase zijn weggelegd voor de gemeenten en het waterschap in hun operationele beherende rol."<br />

Watersysteem Het Zand<br />

Het huidige watersysteem in Het Zand fungeert als deelgebied 'Hoge stelsel Zuid' als integraal onderdeel van<br />

het watersysteem Leidsche Rijn. Het goedgekeurde waterbeheerplan uit 2003 (kenmerk B001-426998shf-<br />

D01-u) is leidend geweest bij de uitwerking van de lokale waterhuishouding van gebied Het Zand.<br />

Van het oorspronkelijke oppervlaktewatersysteem is een aantal bestaande waterlopen gehandhaafd: de<br />

Alendorper Wetering, de watergangen langs 't Zand en de <strong>Utrecht</strong>seweg, singels en een drietal poelen ten<br />

westen van 't Zand. In het kader van de herontwikkeling en herstructurering zijn er bestaande waterlopen<br />

aangepast en nieuwe watergangen gegraven waardoor een nieuwe waterstructuur is ontstaan (zie figuur 2).<br />

De uitwerking van het watersysteem loopt enigszins synchroon met de ontwikkeling van de deelgebieden in<br />

Het Zand.<br />

Peilgebieden<br />

Bij de ontwikkeling van Het Zand is het nieuwe watersysteem en peilbeheer zoveel mogelijk afgestemd op de<br />

bestaande waterhuishoudkundige situatie om overlast voor of schade aan de bestaande bebouwing langs de<br />

linten te voorkomen.<br />

Het HDSR hanteert voor het westelijk, noordelijk en oostelijk deel van Het Zand een flexibel peilbeheer van<br />

NAP +0.15/+0.00 m. Het midden, omgeving 't Zand / Johanniterveld, heeft een flexibel peilbeheer van<br />

NAP+0.30/+0.15 m. Aan de zuid- en zuidoostzijde van Het Zand, omgeving Parkwijk / Rijnsche Hout, wordt<br />

een flexibel peilbeheer van NAP +0.45/0.15 m aangehouden (zie figuur 2).<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 47


Figuur 2 - structuur, contouren en stromingsrichtingen van peilgebieden omgeving Het Zand te Leidsche Rijn<br />

(bron: gemeente <strong>Utrecht</strong>)<br />

Het peilbeheer wijzigt door de ontwikkelingen enigszins doordat het waterhuishoudkundige plan voorziet in<br />

een variabel peilbeheer: in de zomer wordt een lager peil aangehouden en in de winter een hoger peil, een<br />

waterfluctuatie overeenkomstig de seizoensdynamiek. Door het gewijzigde peilbeheer is ook het<br />

grondwaterregime gewijzigd. Voor de reeds gerealiseerde ontwikkelingen is het effect van een hoger of lager<br />

grondwaterregime op de bestaande bebouwing onderzocht en zonodig ondervangen.<br />

Voor de eisen ten aanzien van de drooglegging en ontwateringsdiepte wordt verwezen naar het vigerende<br />

GRP.<br />

Beschermingszone<br />

De watergangen die in figuur 2 zwartomlijst zijn, betreffen primaire of hoofdwatergangen. De overige<br />

watergangen zijn tertiaire of wijkwatergangen. De status van de watergangen is van belang voor de breedte<br />

van de beschermingszone aan weerszijden van watergangen die is vastgelegd in de legger: 5 meter voor<br />

primaire (de hoofdwatergangen) en 2 meter voor tertiaire watergangen (de wijkwatergangen). Deze<br />

beschermingszone dient ook als zodanig in het bestemmingsplan te worden verankert.<br />

Kaderrichtlijn Water<br />

In het plangebied bevindt zich geen oppervlaktewater dat volgens de gestelde definitie in de Kader Richtlijn<br />

Water (KWR) als waterlichaam is aangemerkt.<br />

Aan- en afvoer<br />

De wateraanvoer naar het watersysteem 'Hoge stelsel Noord' vindt plaats vanaf het toekomstige<br />

opvoergemaal Strijkviertel en het watersysteem in de wijk Langerak. (zie figuur 2 en figuur 3). Via de<br />

watergangen langs de Langerakbaan en de Groenedijk wordt het water via het peilgebied NAP +0.45/+0.30<br />

m aangevoerd.<br />

48 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

De waterafvoer geschied in noord(oost)elijke richting naar het watersysteem 'Hoge stelsel Noord' in de wijk<br />

Terwijde (peilgebied NAP +0.05-0.15/-0.15 m) en in westelijke richting naar de Alendorper Wetering / De<br />

Vikingrijn van het watersysteem 'Jooste<strong>nl</strong>aan-wetering' (peilgebied NAP +0.15/+0.00 m). In figuur 2 zijn de<br />

stroomrichtingen in het watersysteem aangegeven en figuur 3 de verbindingen met de omliggende<br />

watersystemen in stadsdeel Leidsche Rijn.<br />

Figuur 3 - geschematiseerd hoofdwatersysteem Leidsche Rijn (bron: gemeente <strong>Utrecht</strong>)<br />

Tijdelijke situatie<br />

Het lokale oppervlaktewatersysteem van de wijk Het Zand en van het totale hoofdwatersysteem van Leidsche<br />

Rijn is echter nog niet af: het watersysteem 'Veldhuizen' en 'Lage Stelsel Zuid' (zie figuur 3) dient nog<br />

gerealiseerd te worden. De hoofdstructuur van het oppervlaktewater in Het Zand is wel nagenoeg af. Volgens<br />

opgave van PBLR zijn de watergangen, peilregulerende kunstwerken en de peilgebieden conform het<br />

waterplan van 2003 uitgevoerd. Globaal gezien functioneert de waterhuishouding in Het Zand ook in deze<br />

tijdelijke situatie -waarin het geen onderdeel uitmaakt van het circulatiesysteem Leidsche Rijn- naar behoren.<br />

In de huidige, tijdelijke situatie wordt het water vanuit de Leidsche Rijn water aangevoerd. In de<br />

Langeraksingel zijn als tijdelijke maatregel twee stuwen geplaatst om een getrapte peilscheiding mogelijk te<br />

maken. Pas als het watersysteem 'Veldhuizen' en 'Lage Stelsel Zuid' met het opvoergemaal bij Strijkviertel is<br />

gerealiseerd, zal het watersysteem van Het Zand op het circulatiesysteem van Leidsche Rijn kunnen worden<br />

aangesloten. De aanvoer vanaf de Houtrakgracht komt dan te vervallen.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 49


Ruimtelijke consequenties<br />

Het functioneren van ondergrondse èn bovengrondse voorzieningen ten behoeve van de inzameling en het<br />

transport van afvalwater, de inzameling en verwerking van overtollig hemelwater en het voorkomen van<br />

structurele grondwateroverlast, dient te zijn gewaarborgd. De mate van functioneren is afhankelijk van de<br />

conditie èn de dimensies van de voorzieningen. Het huidige ruimtebeslag en afmetingen van bv. riolering,<br />

rioolgemalen, watergangen, wadi's en infiltratievoorzieningen is essentieel voor een goede systeemwerking.<br />

Verkleining of aanpassing hiervan (bv. het verwijderen van een greppel / wadi) heeft directe consequenties<br />

voor het functioneren van de voorzieningen en is niet toegestaan zonder compenserende maatregelen.<br />

Bij toename van verhard, afvoerend oppervlak in het plangebied ten gevolge van ruimtelijke ontwikkelingen<br />

dient conform het beleid van gemeente en waterschap extra berging worden gerealiseerd als compensatie<br />

voor de toegenomen belasting van het oppervlaktewater.<br />

Beheer<br />

Het Hoogheemraadschap De Stichtse Rij<strong>nl</strong>anden (HDSR) heeft de zorg voor het functionele, kwantiteitsbeheer<br />

van de hoofdwatergangen en het kwaliteitsbeheer van al het oppervlaktewater. De wijkwatergangen zijn in<br />

regulier beheer bij de gemeente <strong>Utrecht</strong>.<br />

Om het goed functioneren van de waterhuishouding te kunnen waarborgen, voert het waterschap<br />

onderhoudstaken uit en toetst of bij de aa<strong>nl</strong>eg van werken ter plaatse van oppervlaktewatergangen en in<br />

beschermingszones voldaan is aan algemene en specifieke criteria (zie paragraaf Keur).<br />

5.9.5 Grondwater<br />

Zorgplicht<br />

De gemeente heeft per 1 januari 2008, voortkomend uit de nieuwe wet 'Verankering en bekostiging<br />

gemeentelijke watertaken', de zorgplicht om 'het in openbaar gemeentelijke gebied treffen van maatregelen<br />

om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming te<br />

voorkomen of beperken'. Dit is alleen zo als het nemen van maatregelen doelmatig is en het niet onder de<br />

verantwoordelijkheid van het waterschap of de provincie valt. De nieuwe gemeentelijke grondwaterzorgplicht<br />

stelt de gemeente <strong>Utrecht</strong> beter in staat een bijdrage te leveren aan de aanpak van grondwaterproblemen in<br />

het bebouwd gebied.<br />

Verantwoordelijkheden<br />

De zorgplicht heeft het karakter van een inspanningsplicht. Dat wil zeggen dat de gemeente niet<br />

verantwoordelijk is voor handhaving van het grondwaterpeil in bebouwd gebied. De wetgeving geeft aan dat<br />

de burger met grondwateroverlast bij de gemeente met zijn probleem terecht moet kunnen: de gemeente is<br />

het eerste aanspreekpunt voor de burger. De perceelseigenaar is op eigen terrein zelf verantwoordelijk voor<br />

het treffen van maatregelen tegen grondwateroverlast. Deze verantwoordelijkheid geldt ook voor de<br />

gemeente als eigenaar van de openbare ruimte. De perceelseigenaar is verantwoordelijk voor de staat van<br />

zijn woning en perceel, voor zover deze problemen niet aantoonbaar worden veroorzaakt door onrechtmatig<br />

handelen of nalaten van de buur (overheid of particulier). Bij grondwaterproblemen mag dus in de eerste<br />

plaats van de perceelseigenaar worden verwacht, dat hij de vereiste waterhuishoudkundige en/of<br />

bouwkundige maatregelen neemt.<br />

Criterium<br />

Grondwater wordt als overtollig beschouwd indien het ontwateringscriterium van 0,7 meter beneden de as<br />

van de weg gedurende meerdere jaren langer dan vijf aaneengesloten dagen per jaar wordt overschreden.<br />

Voor grootschalig openbaar groen en parken wordt gestreefd naar een ontwateringsdiepte van tenminste 0,5<br />

m beneden maaiveld. Afhankelijk van de begroeiing kan hier in overleg met de groenbeheerder van worden<br />

afgeweken.<br />

50 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Onttrekkingen<br />

De provincie <strong>Utrecht</strong> stelt met het strategische grondwaterbeleid de kaders vast voor de uitvoering van het<br />

grondwaterbeheer door de waterschappen. Het waterschap is bevoegd gezag voor het verstrekken van<br />

vergunningen of het behandelen van meldingen ten behoeve van grondwateronttrekkingen (afhankelijk van<br />

hoeveelheden).<br />

Boringvrije zone<br />

De gehele wijk Het Zand ligt binnen de boringsvrije zone van het waterwin- en<br />

grondwaterbeschermingsgebied Leidsche Rijn (zie figuur 4). Binnen de boringsvrije zone (de blauwe cirkel in<br />

figuur 4) gelden regels en voorschriften ten aanzien van het maken van boorputten, grond- en<br />

funderingswerken die verwoord zijn in het 'Besluit Boringen en Funderingen provincie <strong>Utrecht</strong> 2003'. De<br />

regels zijn bedoeld om de kleilaag in stand te houden die het grondwater beschermd tegen<br />

verontreinigingen.<br />

Onderstaand zijn de relevante verbodsbepalingen uit dit besluit opgenomen:<br />

1. Het is in boringsvrije zones en in grondwaterbeschermingsgebieden buiten inrichtingen verboden om:<br />

a. boorputten op te richten, in exploitatie te nemen of te hebben,<br />

b. grond- of funderingswerken in de bodem uit te voeren of te hebben, op een diepte van 40 meter of meer<br />

onder het maaiveld.<br />

3. Het verbod geldt niet voor:<br />

a. het onderzoeken of saneren van de bodem krachtens de Wet bodembescherming, mits degene die deze<br />

handelingen verricht alle maatregelen treft die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde<br />

het risico van verticale verspreiding van verontreinigingen als gevolg van deze handelingen te<br />

voorkomen, dan wel teneinde die verspreiding zoveel mogelijk ongedaan te maken;<br />

b. handelingen in het kader van een op basis van de Ontgrondingenwet verleende vergunning.<br />

Figuur 4 - beschermingszone drinkwateronttrekking waterwingebied Leidsche Rijn<br />

(bron: Provincie <strong>Utrecht</strong>)<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 51


Drainage<br />

Het grondwatersysteem in Het Zand is gewaarborgd met het bouwrijpmaken van de ontwikkelgebieden.<br />

Incidenteel zijn er klachten over grondwateroverlast, deze worden lokaal aangepakt. Bij het bouwrijpmaken is<br />

bij de rioleringswerkzaamheden onder de meeste rijbanen drainage meegelegd zodat het grondwaterregime<br />

kan worden gereguleerd. Het drainagestelsel vlakt de pieken van hoge grondwaterstanden af en voert<br />

overtollig grondwater af naar het oppervlaktewater.<br />

Waterkeringen<br />

Het plangebied grenst niet aan een kanaal, rivier of watergang waarvan een oever de status van waterkering<br />

heeft.<br />

Keur<br />

Het beleid en de regels van het waterschap zijn vastgelegd in diverse wetten en verordeningen. Aanpassingen<br />

aan het bestaande waterhuishoudingsysteem moeten door het Hoogheemraadschap worden vergund. Er geldt<br />

een vergunningsplicht op grond van de belangrijkste verordening, de "Keur" (ex artikel 77 en 80 van de<br />

Waterschapswet).<br />

In de Keur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rij<strong>nl</strong>anden 2009 staan verboden en geboden die<br />

betrekking hebben op oppervlaktewatergangen, waterkeringen en grondwater. De verboden betreffen die<br />

handelingen en gedragingen die in principe onwenselijk zijn voor de constructie of de functie van<br />

oppervlaktewatergangen, waterkeringen of grondwatergangen. De geboden geven de verplichtingen aan om<br />

deze waterstaatswerken in stand te houden. Een gebod kan bijvoorbeeld betrekking hebben op een<br />

onderhoudsverplichting.<br />

Eventuele vergunningen worden alleen verleend als waterstaatkundige belangen niet in het gedrang komen.<br />

Bij het verlenen van een vergunning worden deze belangen altijd afgewogen. Daarnaast moet rekening<br />

gehouden worden met de verbrede doelstellingen van de Waterwet te weten de samenhang met chemische en<br />

ecologische aspecten en de vervulling van maatschappelijke functies van watersystemen.<br />

In de Keur is daarnaast bepaald dat "beschermingszones" voor watergangen en waterkeringen in acht dienen<br />

te worden genomen. Het komt erop neer dat binnen de beschermingszone niet zonder ontheffing van het<br />

Waterschap gebouwd en opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de<br />

stabiliteit van het profiel en/of veiligheid wordt aangetast, de aan- en/of afvoer en/of berging van water<br />

wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd.<br />

Watervergunning<br />

Ten behoeve van het dempen en graven, aa<strong>nl</strong>eggen van vlonders en steigers en bouwen in en langs water is<br />

een Watervergunning van Hoogheemraadschap De Stichtse Rij<strong>nl</strong>anden noodzakelijk. Alle wateraspecten<br />

(inclusief de Keur-aspecten) worden in de watervergunning geregeld.<br />

Ook tijdelijke onttrekkingen van grondwater tijdens bouwwerkzaamheden zijn vergunningsplichtig, evenals<br />

tijdelijke lozing van bemalingswater op oppervlaktewater. Ook rechtstreekse afvoer van hemelwater naar<br />

oppervlaktewater is vergunning- of meldingplichtig in het kader van de Waterwet. Voor nieuwbouw (indien<br />

niet-omvangrijk) kan volstaan worden met een melding. Het toepassen van uitlogende materialen (lood,<br />

koper, zink en bitumen) zonder KOMO-keurmerk voor verhardingen die rechtstreeks lozen op<br />

oppervlaktewater is niet toegestaan.<br />

52 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

5.9.6 Riolering<br />

Afvalwater<br />

De inzameling van het afvalwater vindt plaats met een vuilwaterstelsel. Dit stelsel voert de droogweerafvoer<br />

onder vrijverval af naar een rioolgemaal dat het afvalwater via het hoofdrioolgemaal van Parkwijk Noord naar<br />

de rwzi Leidsche Rijn verpompt. Elke wijk of eiland heeft een eigen rioolgemaal.<br />

In de oude bebouwingslinten zoals 't Zand, de <strong>Utrecht</strong>seweg en de Johanniterweg bevindt zich een kwetsbaar<br />

gemengd stelsel dat over grote lengtes een minimale diameter en een minimaal verhang heeft. Dit stelsel is<br />

voorzien van een nooduitlaat aan de <strong>Utrecht</strong>seweg (nr. 300091) en aan de Johanniterweg (nr. 300046) om bij<br />

hevige neerslag of pompuitval water-op-straat te voorkomen. Om de overstortemissie vanuit de twee<br />

noodoverlaten te reduceren, dient het huidige aangesloten, verhard afvoerend oppervlak zoveel mogelijk<br />

geminimaliseerd te worden. Nieuw, schoon verhard oppervlak dient rechtstreeks op het oppervlaktewater te<br />

lozen.<br />

Aansluitingen<br />

Het huishoudelijke afvalwater van nieuwe voorzieningen en woningen dient onder vrijverval op het bestaand<br />

gemengd stelsel te worden geloosd. Alle nieuwe woningen / appartementen dienen een aparte<br />

huisaansluiting te krijgen. Voor de aansluiting van de woningen op de openbare riolering is een<br />

aansluitvergunning vereist van de dienst Stadswerken.<br />

Regenwater<br />

De inzameling, het transport en de verwerking van regenwater vindt op verschillende wijze plaats en is<br />

afhankelijk van de lokale situatie. De daken van woningen die direct aan het oppervlaktewater zijn gesitueerd,<br />

lozen het hemelwater via open goten direct op het oppervlaktewater. Dit is met name aan de orde in<br />

Waterwijk. In De Bongerd wordt het hemelwater van de aangrenzende daken en verhardingen via wadi's in<br />

brede groenstroken geïnfiltreerd. Regenwater van de overige verharde, afvoerende oppervlakken in Het Zand<br />

infiltreert via waterpasserende verhardingen. Om het oorspronkelijk grondwaterregime in gebied Rijnsche<br />

Maan zoveel mogelijk te handhaven, wordt hier een ander principe voor de omgang met het hemel- en<br />

grondwater toegepast.<br />

Afvoerend oppervlak<br />

Conform het bovengenoemde gemeentelijk en waterschapsbeleid moet het hemelwater bij sloopnieuwbouwontwikkelingen<br />

lokaal worden verwerkt waarbij aan de kwantiteits- en kwaliteitstrits wordt<br />

voldaan. Het doel van dit beleid is om de oorspronkelijke, voorstedelijke waterhuishouding zoveel mogelijk te<br />

benaderen en de bestaande riolering en zuivering zo min mogelijk te belasten met schoon hemelwater.<br />

Wateropgave<br />

Bij ruimtelijke ontwikkelingen is de benodigde watercompensatie afhankelijk van de toename aan verhard,<br />

afvoerend oppervlak. Om de waterhuishouding op orde te houden en wateroverlast te voorkomen, zijn bij een<br />

verhardingstoename van meer dan 500 m2 (de ondergrens voor watercompensatie binnen de bebouwde kom)<br />

maatregelen vereist. De kosten voor de compensatie zijn voor rekening van de ontwikkelaar.<br />

De gemeente <strong>Utrecht</strong> wil ruimtelijke ontwikkeling benutten om te komen tot een duurzame omgang met het<br />

hemelwater. Hieronder zijn enkele oplossingsrichtingen beschreven die de toename aan verhard oppervlak<br />

(deels) kunnen voorkomen of als compensatie ervan kunnen fungeren.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 53


Figuur 5 - omgang met hemelwater in Het Zand (bron: gemeente <strong>Utrecht</strong>,<br />

Groene daken<br />

actualisatie SP Het Zand d.d. 19-05-2010)<br />

Groene daken geven <strong>Utrecht</strong> een groener aanzien, vormen een buffer bij regenafvoer en zorgen voor een<br />

langere levensduur van een dak. De gemeente <strong>Utrecht</strong> stimuleert de aa<strong>nl</strong>eg van groene daken in <strong>Utrecht</strong>. Een<br />

groen dak is een dak dat bedekt is met vegetatie en begroeiing. Er zijn verschillende typen groene daken, van<br />

extensieve tot intensieve groene daken.<br />

Wanneer groene daken op grote schaal worden toegepast dragen ze bij aan een duurzame en gezonde stad.<br />

Groene daken vangen regenwater op en voeren het vertraagd af. Hierdoor wordt het riool minder belast als<br />

het hard regent. Groene daken nemen stofdeeltjes op uit de atmosfeer en vormen zo een buffer tegen<br />

luchtvervuiling. Daarmee leveren groene daken een bijdrage aan de vermindering van CO2-uitstoot. Een<br />

beplant dak isoleert het pand eronder. Daardoor blijft het vooral in de zomer koeler in huis. Bovendien<br />

stralen groene daken bij hogere temperaturen minder warmte uit waardoor het ook een gunstige invloed<br />

heeft op de omgevingstemperatuur. En natuurlijk wordt de stad groener, waardoor er meer kansen komen<br />

voor flora en fauna en de leefbaarheid verbetert.<br />

Het waterschap HDSR en de gemeente <strong>Utrecht</strong> beschouwen vegetatiedaken voor 60% als afvoerend oppervlak.<br />

Bij maatgevende piekafvoer (T=10 jaar) draagt dit type oppervlak voor 60% bij aan de hydraulische belasting<br />

van de riolering. 40% van het groene dakoppervlak kan hierdoor als niet-aangesloten worden beschouwd en<br />

behoeft niet te worden gecompenseerd in het oppervlaktewatersysteem.<br />

Afkoppelen<br />

De omgang met hemelwater krijgt een steeds belangrijkere rol in het landelijke en gemeentelijke beleid. Het<br />

beleid van de gemeente <strong>Utrecht</strong> is gericht op het lokaal verwerken (infiltreren, bergen, vertraagd afvoeren)<br />

van regenwater zodat er minder schoon hemelwater naar het riool en de zuivering wordt afgevoerd en er bij<br />

hevige neerslag minder vuilwater via de overstorten op het oppervlaktewater wordt geloosd.<br />

54 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Voor een goed functioneren van het 'kwetsbare' gemengde stelsel dat in de jaren 60 en 70 is aangelegd in de<br />

omgeving van 't Zand, is het van belang dat eventueel aangekoppelde 'foutieve aansluitingen' (schoon op vuil)<br />

van verharde, afvoerende oppervlakken worden afgekoppeld en voortaan afvoeren naar het oppervlaktewater.<br />

Lokale verwerking van ingezameld hemelwater middels ondergrondse (bv. IT-riool) of bovengrondse (bv.<br />

wadi) infiltratievoorzieningen is over het algemeen kansrijk en doelmatig. Het groen in het plangebied biedt<br />

voldoende ruimte voor eventuele vrijliggende boven- en ondergrondse infiltratievoorzieningen.<br />

Infiltratievoorzieningen met een overloop naar oppervlaktewater en een berging van 45 mm of meer kunnen<br />

beschouwd worden als volledige compensatie. De hydraulische belasting bij een piekafvoer (T=10 jaar) kan<br />

bij dit principe van bergen en vertraagd afvoeren als minimaal / niet maatgevend beschouwd. Bij een kleinere<br />

berging dan 45 mm dient de werkelijke belasting van het oppervlaktewater met een berekening worden<br />

aangetoond.<br />

Waterpasserende verharding<br />

Het waterschap HDSR en de gemeente <strong>Utrecht</strong> beschouwen waterpasserende verharding zonder kolken voor<br />

0% als afvoerend oppervlak. Bij maatgevende piekafvoer (T=10 jaar) draagt dit type oppervlak, mits kolken<br />

ontbreken, voor 0% bij aan de hydraulische belasting van de riolering. 100% van dit type oppervlak kan<br />

hierdoor als niet-aangesloten worden beschouwd en behoeft niet te worden gecompenseerd in het<br />

oppervlaktewatersysteem.<br />

Bij toepassing van kolken is het huidige standpunt en uitgangspunt van het waterschap HDSR en de gemeente<br />

<strong>Utrecht</strong> dat waterpasserende verharding met een overloop op het gemengd stelsel voor 25% bijdragen aan de<br />

hydraulische belasting van de riolering. 75% van dit type oppervlak kan hierdoor als niet-aangesloten worden<br />

beschouwd en behoeft niet te worden gecompenseerd in het oppervlaktewatersysteem.<br />

Werkafspraken<br />

De werkafspraken betreffen algemene afspraken om het duurzaam verwerken van hemelwater te stimuleren.<br />

Het waterschap wijst er op dat concrete gebiedsgerichte afspraken of gebiedsgericht waterbeleid leidend zijn<br />

(bijvoorbeeld verwoord in een riolerings- of lokaal waterhuishoudplan). Daarom dienen nieuwe ruimtelijke<br />

ontwikkelingen in het kader van een watertoetsproces te worden geconcretiseerd tussen gemeente en het<br />

waterschap.<br />

5.9.7 Algemeen<br />

Bovenstaande uitgangspunten gelden als er geen berekening wordt gemaakt. Via berekeningen kan er altijd<br />

onderbouwd van afgeweken worden.<br />

In het streven naar een duurzame omgang met het hemelwater, heeft de gemeente <strong>Utrecht</strong> in verband met<br />

het duurzame karakter sterke voorkeur voor de combinatie van 'Groene daken' en 'Afkoppelen' /<br />

'Waterpasserende verharding'.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 55


5.10 Archeologie<br />

5.10.1 Kader<br />

Wet op de archeologische monumentenzorg (22 december 2009)<br />

Op 1 september 2007 is de Wet op de archeologische monumentenzorg in werking getreden. Hiermee zijn de<br />

uitgangspunten van het Verdrag van Malta binnen de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. De wet is een<br />

raamwet, die regelt hoe rijk, provincie en gemeente bij hun ruimtelijke plannen rekening moeten houden met<br />

het erfgoed in de bodem.<br />

De wet beoogt het culturele erfgoed (en vooral het archeologische erfgoed) te beschermen. Onder<br />

archeologisch erfgoed wordt verstaan: alle fysieke overblijfselen, zowel in als boven de grond, die bijdragen<br />

aan het verkrijgen van inzicht in menselijke same<strong>nl</strong>evingen uit het verleden.<br />

De uitgangspunten in deze wet zijn:<br />

1. Archeologische waarden zoveel mogelijk in de bodem bewaren en alleen opgraven als behoud in de<br />

bodem (in situ) niet mogelijk is;<br />

2. Vroeg in de ruimtelijke ordening al rekening houden met archeologie. Initiatiefnemers tot ruimtelijke<br />

ontwikkelingen moeten in een vroegtijdig stadium aangeven hoe met eventuele archeologische waarden<br />

bij bodemverstorende ingrepen zal worden omgegaan. Dit houdt in een verplichting tot vooronderzoek<br />

bij werkzaamheden die de grond gaan verstoren. De invoering hiervan wordt geregeld via<br />

bestemmingsplannen en vrijstellingen, de m.e.r.-plichtige activiteiten en ontgrondingen;<br />

3. Bodemverstoorders betalen archeologisch onderzoek en mogelijke opgravingen (principe verstoorder<br />

betaalt). De kosten voor noodzakelijke archeologische werkzaamheden komen ten laste van de<br />

initiatiefnemer tot de bodemverstorende activiteit.<br />

De Wet op de archeologische monumentenzorg ziet verder dan alleen de wettelijk beschermde monumenten.<br />

De wet beoogt een integraal stelsel van zorg voor archeologische waarden, onder meer door gemeenten een<br />

grotere rol te geven bij te aanwijzing en planologische bescherming ervan. Op basis van de nieuwe<br />

regelgeving heeft de gemeente <strong>Utrecht</strong> o<strong>nl</strong>angs een Archeologische Waardenkaart en Verordening op de<br />

Archeologische Monumentenzorg vastgesteld. Naast de wettelijk beschermde terreinen onderscheiden de<br />

waardenkaart en de verordening terreinen van hoge archeologische waarde en gebieden van hoge en lage<br />

archeologische verwachting. Binnen het plangebied van bestemmingsplan Het Zand bevinden zich twee<br />

terreinen van hoge archeologische waarde.<br />

Archeologische Waardenkaart<br />

De Archeologische Waardenkaart van de gemeente <strong>Utrecht</strong> geeft inzicht in de ligging van beschermde en te<br />

beschermen archeologische terreinen. Daarnaast geeft de kaart inzicht in de gebieden waarvoor een<br />

archeologische waarde of verwachting geldt. De gemeentelijke kaart is geënt op de Indicatieve Kaart<br />

Archeologische Waarden (IKAW) van de provincie en op de kennis en ervaring opgedaan gedurende tientallen<br />

jaren archeologisch onderzoek in de gemeente. Er wordt onderscheid gemaakt tussen beschermde<br />

archeologische monumenten, terreinen van hoge archeologische waarde en gebieden van hoge en<br />

middelhoge archeologische verwachting.<br />

Terreinen van hoge archeologische waarde zijn gebieden waarvan bekend is dat er archeologische waarden<br />

zijn, maar die niet beschermd zijn als archeologisch rijks- of gemeentelijk monument. Voor deze terreinen en<br />

voor gebieden van hoge en lage archeologische verwachting geldt vanaf november 2008 beleid dat wordt<br />

beschreven in de 'Nota archeologiebeleid <strong>Gemeente</strong> <strong>Utrecht</strong> november 2008' .Dit beleid is mede gebaseerd<br />

op de recent herziene Monumentenwet (de herziening wordt ook wel de Wet op de Archeologische<br />

Monumentenzorg genoemd).<br />

56 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Het gemeentelijk archeologiebeleid heeft tot doel bij te dragen aan de historische beeldvorming over <strong>Utrecht</strong><br />

en zijn bewoners. Om dit doel optimaal te verweze<strong>nl</strong>ijken vervult de gemeentelijke archeologische dienst een<br />

actieve rol. In het gemeentelijk archeologiebeleid wordt afhankelijk van de archeologische waarde, dan wel de<br />

archeologische verwachtingswaarde, zowel naar boven als naar beneden afgeweken van de algemene<br />

vrijstelling voor het uitvoeren van archeologisch onderzoek.<br />

In de op de gemeentelijke archeologische waardenkaart aangeduide gebieden waar een<br />

onderzoeksverplichting geldt, zal van toekomstige initiatiefnemers tot bodemverstorende activiteiten een<br />

inspanning gevraagd kunnen worden om resten uit het verleden op te sporen en zo nodig veilig te stellen.<br />

Afbeelding: Uitsnede plangebied Het Zand uit de Waardenkaart Archeologie en legenda<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 57


Verordening op de Archeologische Monumentenzorg<br />

Op grond van het Verdrag van Malta, dat vertaald is in hoofdstuk V van de Monumentenwet 1988, zijn<br />

gemeenten verplicht om het archeologisch erfgoed te beschermen. De wet biedt de mogelijkheid om een<br />

verordening vast te stellen en om de bescherming via bestemmingsplannen te regelen. Het is mogelijk om<br />

beide wegen te bewandelen. Gezien de complicaties die optreden bij het beschermen van het archeologisch<br />

erfgoed in bestemmingsplannen, is gekozen voor een verordening, de 'Verordening op de Archeologische<br />

Monumentenzorg', en voor een verwijzing daarnaar in bestemmingsplannen.<br />

In de gemeentelijke Verordening op de Archeologische Monumentenzorg is een vergunningenstelsel<br />

opgenomen ter bescherming van het archeologische erfgoed, waarmee de wettelijk vereiste bescherming kan<br />

worden geboden. De Verordening op de Archeologische Monumentenzorg is geënt op de Archeologische<br />

Waardenkaart.<br />

In het bestemmingsplan wordt, wanneer sprake is van archeologische waarden of verwachting een arcering<br />

opgenomen op de kaart (verbeelding) met de bestemming Waarde- archeologie. In de regels wordt in deze<br />

dubbelbestemming opgenomen dat de voor Waarde- archeologie aangewezen gronden mede zijn bestemd<br />

voor de bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden en verwachting. In een specifieke<br />

gebruiksregel wordt geregeld dat onder een met het bestemmingsplan strijdig gebruik in ieder geval wordt<br />

begrepen het handelen in strijd met de Verordening op de Archeologische Monumentenzorg. Het<br />

bestemmingsplan houdt op deze manier rekening met de archeologische waarden en verwachting, terwijl in<br />

strijd handelen met de specifieke gebruiksregel een economisch delict is.<br />

Hoofdstuk V van de Monumentenwet 1988 (artikel 38 en verder) regelt de archeologische monumentenzorg.<br />

De wetgever heeft voor de bescherming van het archeologische erfgoed de gemeente de bevoegdheden<br />

toegekend waarmee onderzoek afgedwongen kan worden bij verstoring van de grond en waarmee eisen aan<br />

dat onderzoek gesteld kunnen worden.<br />

5.10.2 Plangebied<br />

Het plangebied het Zand bevindt zich op de gemeentelijke archeologische waardenkaart in een gebied waarin<br />

sprake is van zowel hoge archeologische waarde, hoge archeologische verwachting als archeologische<br />

verwachting.<br />

Het Park het Groot Zandveld geldt op grond van de archeologische waardenkaart dat het een gebied is met<br />

een hoge archeologische verwachting. Ondertussen is dit park door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed<br />

aangewezen als beschermd rijksmonument (monument nummer 2201) en valt hiermee onder de bescherming<br />

van de Monumentenwet 1986. Op de archeologische waardekaart is dit gegeven echter nog niet verwerkt.<br />

Een tweede beschermde archeologisch monument betreft de resten van de versterkte middeleeuwse boerderij<br />

Den Hoet. Het eiland en een deel van de omgeving zijn beschermd (monument nummer 1167). Dit monument<br />

staat overigens niet afgebeeld op de archeologische waardenkaart, maar is eveneens beschermd op grond<br />

van de Monumentenwet 1986.<br />

Een gebied met een hoge archeologische verwachting is de restgeul van de middeleeuwse Oude Rijn. In het<br />

verleden is bij archeologisch onderzoek gebleken dat op plaatsen waar een nederzetting op de oevers van de<br />

Rijn lag veel archeologisch materiaal in de afzettingen van de rivier terecht gekomen kan zijn. In deelgebied<br />

Het Zand is al een groot deel van de restgeul opnieuw uitgegraven, het deel langs de Vuurvlindersingel,<br />

waardoor er geen sprake meer is van archeologische waarden.<br />

Het grootste deel van deelgebied Het Zand is op de archeologische waardenkaart een gebied met een<br />

archeologische verwachting. Voor grote delen van dit gebied geldt dat ze in de afgelopen jaren door middel<br />

van booronderzoek en archeologisch proefonderzoek zijn onderzocht op de aanwezigheid van<br />

archeologische waarden. Hierbij zijn geen nieuwe archeologische vindplaatsen aangetroffen.<br />

58 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

5.10.3 Conclusie<br />

De gebieden met archeologische waarden en verwachting in Het Zand worden beschermd via het<br />

vergunningenstelsel in de Verordening op de Archeologische Monumentenzorg en de specifieke<br />

gebruiksregel bij de dubbelbestemming 'waarde - archeologie'. De voorgestane ontwikkelingen binnen het<br />

plangebied Het Zand vinden weliswaar plaats in gebieden waar sprake is van terreinen met hoge<br />

archeologische waarden, maar deze terreinen zullen slechts kunnen worden gebruikt met inachtneming van<br />

het gestelde in de Verordening op de Archeologische Monumentenzorg. Op basis hiervan zal sprake zal zijn<br />

van ongestoord behoud van het bodemarchief, waardoor deze terreinen niet worden aangetast.<br />

Indien bij uitvoering van de werkzaamheden onverwacht toch nog archeologische zaken worden<br />

aangetroffen, dient conform artikel 53 en 54 van de Monumentenwet 1988 (herzien 2007) melding van de<br />

desbetreffende vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap c.q. de afdeling Stedenbouw<br />

en Monumenten, Team Cultuurhistorie, 030-2863990 te worden gedaan.<br />

5.11 Kabels en leidingen<br />

Onder de Rijnkennemerlaan is een hoofdwaterleiding aanwezig.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 59


Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid<br />

6.1 Economische uitvoerbaarheid<br />

Financiële uitvoerbaarheid<br />

Dit bestemmingsplan heeft betrekking op de actualisatie van de Uitwerkingsplannen van Stationsomgeving,<br />

De Bongerd en Tussen de Parken in deelgebied Het Zand, Leidsche Rijn én het Stedenbouwkundig Plan van<br />

Het Zand uit 2003, dat als RO-uitwerking gebruikt is voor binnenplanse anticipatie op het globale<br />

Bestemmingsplan Leidsche Rijn 1999. Veel bouwplannen zijn al gerealiseerd, of er is inmiddels een<br />

omgevingsvergunning verstrekt.<br />

In dit bestemmingsplan worden grotendeels de huidige bestemmingen geconserveerd. Daarnaast is er nog<br />

sprake van enkele nieuwe ontwikkelingen. De kosten en opbrengsten van deze nieuwe ontwikkelingen passen<br />

binnen de kaders van de grondexploitatie Leidsche Rijn. Daarmee is de financiële uitvoerbaarheid verzekerd.<br />

Economische uitvoerbaarheid<br />

Voor veel bestemmingen in dit bestemmingsplan geldt dat ze al gerealiseerd zijn, danwel dat er reeds<br />

omgevingsvergunningen zijn verstrekt. M.b.t. de nieuwe ontwikkelingen heeft de gemeente overeenkomsten<br />

gesloten met marktpartijen. Het valt dus te verwachten dat de bestemmingen binnen de planperiode<br />

gerealiseerd zullen worden. De economische uitvoerbaarheid is daarmee voldoende verzekerd.<br />

Kostenverhaal<br />

Daar waar de bestemmingen reeds zijn gerealiseerd is geen sprake meer van kostenverhaal, aangezien er<br />

geen nieuwe bouwplannen (conform art. 6.2.1. Bro) mogelijk gemaakt worden. Bij de nieuwe ontwikkelingen<br />

worden wel bouwplannen mogelijk gemaakt. Hier is het kostenverhaal verzekerd via de gemeentelijke<br />

gronduitgifte, omdat in alle gevallen van nieuwe ontwikkeling de gemeente de grondeigenaar is. Er wordt bij<br />

het bestemmingsplan dus geen exploitatieplan vastgesteld.<br />

Planschade<br />

In het bestemmingsplan worden enkele nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. In het voorgaande<br />

bestemmingsplan (Leidsche Rijn 1999) zijn deze bestemmingen ook al toegestaan, deze kunnen weliswaar<br />

eerst na vaststelling van een uitwerkingsplan daadwerkelijk gerealiseerd worden. De globale bestemming<br />

'Gemengde doeleinden uit te werken' uit het bestemmingsplan Leidsche Rijn <strong>Utrecht</strong> 1999 is in dit<br />

bestemmingsplan gedetailleerder uitgewerkt. Dat leidt niet tot planschade.<br />

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid<br />

6.2.1 Overleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening<br />

Het bestemmingsplan is in oktober 2011 aan een aantal instanties toegezonden voor reactie als bedoeld in<br />

artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. Het ministerie van ....., De Kamer van Koophandel hebben<br />

aangegeven geen opmerkingen te hebben op het bestemmingsplan. De provincie <strong>Utrecht</strong> geeft aan dat<br />

voorontwerpbestemmingsplan niet in strijd is met de provinciale ruimtelijke belangen zoals die zijn<br />

opgenomen in de Provinciale Ruimtelijke Verordening en de Beleidslijn nieuwe Wro.<br />

60 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Het Hoogheemraadschap De Stichtse Rij<strong>nl</strong>anden (verder: HDSR) heeft een positief advies afgegeven, waarbij<br />

de volgende opmerkingen zijn gemaakt dan wel voorwaarden zijn gesteld:<br />

- de tekst van paragraaf 5.9.6 moet worden aangevuld;<br />

- aanpassing van de tekst waarin in de waterparagraaf wordt verwezen naar een uitgewerkt rioleringsplan.<br />

HDSR wijst op de reeds uitgewerkte riolerings- en waterhuishoudingsplannen die zijn opgesteld en<br />

goedgekeurd. De genoemde werkafspraken hebben daarom geen betrekking meer op het projectgebied;<br />

- in de toelichting wordt de boringsvrije zone benoemd: HDSR stelt voor deze zone als dubbelbestemming op<br />

te nemen op de verbeelding aangezien deze status beperkingen geeft voor eventuele ontwikkelingen.<br />

De tekst in paragraaf 5.9.6 is conform verzoek aangepast. Ten aanzien van de twee opmerking: het klopt dat<br />

er voor een groot deel van het plangebied reeds uitgewerkte riolerings- en waterhuishoudingsplannen zijn. Er<br />

zijn echter ook nog enkele locaties in het plangebied die nog worden ontwikkeld. Dat betekent dat er wel<br />

ruimte is voor maatwerk, waarbij zal worden overlegd met het HDSR.Ten aanzien van de derde opmerking: in<br />

de toelichting wordt de boringsvrije zone benoemd. De regels omtrent de boringsvrije zone worden geregeld<br />

in andere wetgeving, te weten het besluit 'Besluit Boringen en Funderingen provincie <strong>Utrecht</strong> 2003'. In de<br />

toelichting worden de regels kort aangehaald.<br />

Het HDSR heeft aangegeven hiermee akkoord te zijn en hiermee dus definitief een positief advies af te geven.<br />

6.2.2 Advies wijkraad<br />

Het voorontwerpbestemmingsplan is om advies voorgelegd aan de wijkraad. De wijkraad heeft geen advies<br />

afgegeven.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 61


Hoofdstuk 7 Juridische<br />

7.1 I<strong>nl</strong>eiding<br />

plantoelichting<br />

Het bestemmingsplan is opgesteld volgens de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP2008). De<br />

SVBP2008 maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd<br />

en op eenzelfde manier worden verbeeld. Vergelijkbare bestemmingsplannen leiden tot een betere<br />

leesbaarheid, raadpleegbaarheid en helderheid voor de gebruiker en dragen zo bij aan een meer<br />

gebruiksvriendelijke, effectievere en efficiëntere dienstverlening.<br />

Het bestemmingsplan Het Zand maakt deel uit van de actualiseringreeks van de gemeente. In het kader van<br />

de standaardisering van de bestemmingsplannen is de <strong>Utrecht</strong>se Leest opgesteld. Daarin zijn de<br />

'standaardregels' voor de bestemmingsplannen binnen de gemeente <strong>Utrecht</strong> opgenomen.<br />

7.2 Planvorm<br />

Gegeven het karakter van het plangebied en de bestaande ruimtelijke kwaliteit vervult het bestemmingsplan<br />

Het Zand in eerste instantie een belangrijke beheers- en gebruiksfunctie. Er is gekozen voor een directe,<br />

gedetailleerde bestemming, conform de bestaande situatie. Alleen in die gevallen, waarin al voldoende zicht<br />

bestaat op een nadere ontwikkeling of uitvoering van gemeentelijk beleid gewenst is, wordt daarvoor een<br />

regeling opgenomen in het plan. De bestemmingen zijn zo opgenomen dat voldoende rechtszekerheid<br />

bestaat voor omwonenden en andere gebruikers van het gebied en de omliggende gebieden.<br />

Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en de regels<br />

vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide plan onderdelen dienen in<br />

de onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen<br />

aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld.<br />

De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De<br />

toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en<br />

de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Tot slot is de toelichting van<br />

weze<strong>nl</strong>ijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.<br />

De verbeelding is getekend in schaal 1:1000. In analoge vorm zijn er 3 analoge 'plankaarten' op het formaat<br />

A0.<br />

7.3 Opbouw Regels<br />

De juridische regeling bestaat uit vier hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk bevat de definities van begrippen,<br />

die voor het algemene begrip, de leesbaarheid en uitleg van het plan van belang zijn en de wijze van meten.<br />

In hoofdstuk 2 wordt op de bestemmingen en hun gebruik ingegaan. Het derde hoofdstuk gaat in op de<br />

algemene regels, zoals een algemene regel voor het gebruik van de gronden, procedureregels en algemene<br />

afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden die op vrijwel alle bestemmingen van toepassing zijn. De overgangsen<br />

slotregels maken onderdeel uit van het vierde hoofdstuk.<br />

62 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

De opzet van de bestemmingsregels is steeds gelijk:<br />

bestemmingsomschrijving (met ondergeschikte en nevengeschikte doeleinden);<br />

bouwregels;<br />

in een aantal gevallen afwijkingsregels van de bouwregels;<br />

specifieke gebruiksregels bijvoorbeeld bij woonbestemmingen een regeling voor aan-huis-verbonden<br />

beroepen of bedrijven;<br />

in een aantal gevallen afwijkingsregels van de gebruiksregels;<br />

in een aantal gevallen een wijgingsbevoegdheid ten behoeve van een andere invulling van (een deel van)<br />

de bestemming.<br />

7.4 Regeling bijbehorende bouwwerken<br />

7.4.1 I<strong>nl</strong>eiding<br />

<strong>Utrecht</strong> hanteert regels voor erfbebouwing. Deze worden in alle bestemmingsplannen opgenomen. Hierbij<br />

wordt uitgegaan van uniforme regels voor de hele stad die, waar nodig, aan specifieke situaties en<br />

gebiedskarakteristieken kunnen worden aangepast. Uitgangspunten voor deze regels zijn:<br />

het waarborgen van een goed woon- en leefklimaat. Dit houdt onder andere in dat op alle erven<br />

voldoende licht, lucht en ruimte aanwezig kan zijn, en dus ook dat erfbebouwing op het ene perceel geen<br />

onevenredig grote negatieve gevolgen heeft voor de naastgelegen percelen;<br />

het mogelijk maken en handhaven van groen (bomen, tuinen) op erven;<br />

het waarborgen van goede verhoudingen in maat en schaal tussen hoofd- en bijgebouwen;<br />

voor de grotere percelen: het in stand houden en versterken van bestaande landschappelijke structuren.<br />

7.4.2 Aa<strong>nl</strong>eiding<br />

De tot nu toe gehanteerde erfbebouwingsregels voldoen in de meeste situaties. Op een aantal punten moeten<br />

ze echter worden aangepast:<br />

de bestaande regeling vertoont een discontinuïteit in bebouwingsmogelijkheden op de overgang van<br />

kleine naar middelgrote percelen;<br />

voor de grote en zeer grote percelen is er momenteel geen eenduidige uniforme regeling, maar is sprake<br />

van verschillende onderling afwijkende regelingen;<br />

de bestaande regeling houdt geen rekening met de mogelijkheden om zonder vergunning bijbehorende<br />

bouwwerken op te richten.<br />

De nieuwe opzet van de erfbebouwingsregels sluit qua bouwmogelijkheden in verreweg de meeste gevallen<br />

aan op de bestaande regels, maar voorziet tevens in een oplossing voor de hierboven vermelde punten.<br />

7.4.3 De regeling<br />

Voor de nieuwe regeling zijn de mogelijkheden om op grond van de Wet algemene bepalingen<br />

omgevingsrecht (Wabo) onder de daarbij gestelde voorwaarden, vergunningvrij te bouwen als uitgangspunt<br />

genomen. Voor de meeste percelen in stedelijk gebied zijn deze mogelijkheden voldoende, maar voor de<br />

grotere percelen niet. De nieuwe erfbebouwingsregeling voorziet hiervoor in meer<br />

bebouwingsmogelijkheden.<br />

De basisregels van de nieuwe erfbebouwingsregeling voor bijbehorende bouwwerken, zijn de volgende:<br />

uitsluitend op het achtererf, minimaal 1 meter achter de voorgevelrooilijn;<br />

de erfzone* grenzend aan het hoofdgebouw mag volledig worden bebouwd;<br />

de diepte van bijbehorende bouwwerken (aan achtergevel en/of zijgevel) bedraagt maximaal 3 meter.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 63


* De erfzone is de zone van 2,5 meter direct grenzend aan de achterkant en de zijkant van een hoofdgebouw<br />

op het achtererfgebied. Het achtererfgebied is het erf aan de achterkant en de niet naar het openbaar<br />

toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 meter van de voorkant van een hoofdgebouw<br />

(overgenomen uit de Wabo).<br />

In aanvulling op de basisregels is een uitsplitsing gemaakt naar de grote van het achtererf:<br />

1. Een achtererf tot 300 m 2:<br />

bijbehorende bouwwerken mogelijk tot maximaal 50 % van het achtererfgebied, inclusief erfzone, tot<br />

maximaal 30 m2, exclusief erfzone;<br />

goothoogte bijbehorende vrijstaande bouwwerken maximaal 3 meter;<br />

nokhoogte bijgebouwen vrijstaande bouwwerken maximaal 4,5 meter<br />

2. Een achtererf tussen 300-1500 m 2:<br />

bijbehorende bouwwerken mogelijk tot maximaal 10% van het achtererfgebied, inclusief erfzone, tot<br />

maximaal 75 m2 exclusief erfzone;<br />

goothoogte bijbehorende vrijstaande bouwwerken maximaal 3meter;<br />

nokhoogte bijbehorende vrijstaande bouwwerken maximaal 4,5 meter.<br />

3. Een achtererf groter dan 1.500 m 2:<br />

bijbehorende bouwwerken mogelijk tot maximaal 5 % van het achterfgebied, inclusief erfzone, tot<br />

maximaal 125 m2, exclusief erfzone;<br />

goothoogte bijbehorende vrijstaande bouwwerken maximaal 3 meter;<br />

nokhoogte bijbehorende vrijstaande bouwwerken maximaal 6 meter;<br />

bijbehorende aangebouwde bouwwerken (aan achtergevel en/of zijgevel) maximaal 3 meter diep.<br />

Deze nieuwe erfbebouwingsregels zijn vertaald in de regels van de woonbestemming(en) en de<br />

bestemmingen waar de functie wonen met bijbehorende bouwwerken mogelijk wordt gemaakt.<br />

7.5 Artikelsgewijze toelichting<br />

De verschillende in het plangebied aanwezige functies en bijbehorende regelingen worden in deze paragraaf<br />

toegelicht.<br />

Artikel 1 Begrippen<br />

In dit artikel wordt toegelicht wat onder een begrip uit het bestemmingsplan wordt volstaan. Waar nodig<br />

wordt de met de SVBP2008 voorgeschreven begripsbepaling gehanteerd. In andere gevallen heeft steeds een<br />

afstemming plaats op de begrippen in de andere <strong>Utrecht</strong>se bestemmingsplannen.<br />

Artikel 2 Wijze van meten<br />

Teneinde te voorkomen dat misverstanden bestaan over hoe en wat gemeten moet worden bij het bepalen<br />

van de in de regels genoemde maten, is in dit artikel uiteengezet hoe dat moet gebeuren. Ook hier is<br />

aangesloten bij de SVBP2008.<br />

64 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Artikel 3 Bedrijf<br />

Deze bestemming is toegekend aan het perceel waar nu een bedrijf is gevestigd met ondergeschikte<br />

detailhandel. Het bedrijf is in het verleden op basis van een tijdelijke vrijstelling op deze locatie gevestigd en<br />

de bedrijfsvoering betreft import, distributie, export en fabricage van golfartikelen. Deze tijdelijke vrijstelling<br />

is verruimd ten behoeve van ondergeschikte detailhandel in golfartikelen (maximaal 33% van het BVO). Deze<br />

bedrijfsvoering leidt niet tot een onevenredige belasting voor de directe omgeving op het gebied van milieu,<br />

parkeren en verkeer en kan worden voortgezet.<br />

Binnen deze bestemming is een bedrijf mogelijk tot en met categorie 1, zoals vermeld in de bij de regels<br />

behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten. Deze categorie is verenigbaar met de omliggende woonbebouwing.<br />

Binnen de bestemming is een aantal bouw- en gebruiksregels opgenomen. Het bouwen is aan een aantal<br />

specifieke voorwaarden gebonden, waaronder een maximum goot- en bouwhoogte. De bebouwing dient<br />

binnen het bouwvlak te worden gebouwd. Het bouwvlak is strak om de bestaande bebouwing gelegd,<br />

waardoor ter plaatse geen uitbreidingsmogelijkheden zijn. Buiten het bouwvlak zijn nog beperkte<br />

mogelijkheden voor gebouwen van ondergeschikte aard, zoals een fietsenstalling.<br />

Artikel 4 Bedrijf - Nutsvoorziening<br />

De grotere nutsgebouwen, zoals gebouwen ten behoeve van elektriciteitsvoorzieningen, gebouwen van<br />

stadsverwarming en dergelijke, zijn in deze bestemming ondergebracht, inclusief de<br />

ontsluitingsverhardingen. Deze nutsgebouwen zijn groter dan de nutsgebouwtjes die op grond van de<br />

vergunningvrije bouwmogelijkheden worden toegelaten en zijn dan ook vanwege hun omvang apart bestemd<br />

op de verbeelding.<br />

Artikel 5 Detailhandel - Tuincentrum<br />

De bestemming Detailhandel - Tuincentrum is specifiek bestemd voor een tuincentrum met bijbehorende<br />

additionele horeca en andere voorzieningen. Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is een<br />

bedrijfswoning toegestaan.<br />

Artikel 6 Gemengd - 1<br />

Deze Gemengde bestemming is opgenomen voor de appartementencomplexen langs de Vleutensebaan. De<br />

plinten van het gebouw zijn bedoeld voor het huisvesten van diverse functies. Het programma voor de<br />

functies is weergegeven als een totaal aantal m² die verdeeld mogen worden over deze bestemming. In totaal<br />

betreft het 18.000 m² bruto vloeroppervlak. Deze functies betreffen maatschappelijke voorzieningen,<br />

dienstverlening en horeca in categorie B, C en D.<br />

Gemengd-1 is opgenomen voor de gerealiseerde appartementenblokken ten tijde van de vaststelling van dit<br />

bestemmingsplan. Uit het onderzoek blijkt dat de bouw van geluidsgevoelige bestemmingen in Het Zand<br />

mogelijk is binnen de kaders van de Wet geluidhinder en de Geluidnota <strong>Utrecht</strong>. Wel zal de<br />

voorkeursgrenswaarde op veel locaties worden overschreden en zullen hogere waarden moeten worden<br />

verleend. Om een en ander te borgen is in het bestemmingsplan een planregel opgenomen die aangeeft dat<br />

aan de voorwaarden van het hogere waarden besluit moet worden voldaan:<br />

Voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />

geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />

geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogerewaarde met inachtneming van de in dit besluit<br />

gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />

Daar waar uit het onderzoek is gebleken dat de maximale ontheffingswaarde wordt overschreden, kunnen<br />

alleen geluidsgevoelige bestemmingen worden gerealiseerd met toepassing van een dove gevel.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 65


Artikel 7 Gemengd - 2<br />

Deze gemengde bestemming is opgenomen voor het nog te realiseren gebouw in Park Groot Zandveld. In het<br />

Stedenbouwkundig Programma is hiervoor een programma opgenomen, bestaande uit leisure, sport,<br />

maatschappelijke voorzieningen en lichte horeca in de eerste drie bouwlagen.In het gebouw komen tevens<br />

woningen, het maximum aantal woning is vermeld op de verbeelding.<br />

Artikel 8 Gemengd - 3<br />

De bestemming Gemengd - 3 is opgenomen voor de nog te realiseren appartementencomplexen aan de<br />

Vleutensebaan. Het betreft hier een combinatie van een plint met functies en daarboven woningen. Op de<br />

verbeelding staat het maximum aantal woningen vermeld en tevens de minimale en maximale bouwhoogte.<br />

Het programma voor de functies is weergegeven als een totaal aantal m² die verdeeld mogen worden over<br />

deze bestemming. In totaal betreft het 18.000 m² bruto vloeroppervlak. Deze functies betreffen<br />

maatschappelijke voorzieningen, dienstverlening en horeca in categorie B, C en D.<br />

Uit het onderzoek blijkt dat de bouw van geluidsgevoelige bestemmingen in Het Zand mogelijk is binnen de<br />

kaders van de Wet geluidhinder en de Geluidnota <strong>Utrecht</strong>. Wel zal de voorkeursgrenswaarde op veel locaties<br />

worden overschreden en zullen hogere waarden moeten worden verleend. Om een en ander te borgen is in<br />

het bestemmingsplan een planregel opgenomen die aangeeft dat aan de voorwaarden van het hogere<br />

waarden besluit moet worden voldaan:<br />

Voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />

geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />

geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogerewaarde met inachtneming van de in dit besluit<br />

gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />

Daar waar uit het onderzoek is gebleken dat de maximale ontheffingswaarde wordt overschreden, kunnen<br />

alleen geluidsgevoelige bestemmingen worden gerealiseerd met toepassing van een dove gevel.<br />

Artikel 9 Groen<br />

De verschillende soorten groenvoorzieningen (met uitzondering van het snippergroen) zijn opgenomen in één<br />

bestemming. Een groot deel van het groen heeft alleen een functie als plantsoen of als speelplek.<br />

Binnen de bestemming Groen is ook waterbeheer, waterberging en sierwater toegestaan. De kleinere<br />

watergangen zijn dan ook niet apart bestemd. Daarnaast mogen er binnen deze bestemming ook voet- en<br />

fietspaden worden gerealiseerd.<br />

Artikel 10 Kantoor<br />

Op één perceel aan de weg 't Zand is een kantoor gevestigd. Hiervoor is deze bestemming opgenomen.<br />

Artikel 11 Maatschappelijk<br />

Binnen deze bestemming zijn verschillende instellingen en voorzieningen ondergebracht. Het gaat daarbij om<br />

uitee<strong>nl</strong>opende maatschappelijke voorzieningen, zoals educatieve instellingen, medische, sociaal-culturele<br />

voorzieningen, kinder- en jeugdopvang en dergelijke. Wat precies onder maatschappelijke voorzieningen<br />

wordt verstaan is gedefinieerd in artikel 1. De bestemming Maatschappelijk is door de diverse functies die er<br />

mogelijk zijn een brede bestemming. De diverse functies zijn uitwisselbaar, waardoor binnen de bestemming<br />

veel flexibiliteit zit.<br />

66 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Uit het onderzoek blijkt dat de bouw van geluidsgevoelige bestemmingen in Het Zand mogelijk is binnen de<br />

kaders van de Wet geluidhinder en de Geluidnota <strong>Utrecht</strong>. Wel zal de voorkeursgrenswaarde op veel locaties<br />

worden overschreden en zullen hogere waarden moeten worden verleend. Om een en ander te borgen is in<br />

het bestemmingsplan een planregel opgenomen die aangeeft dat aan de voorwaarden van het hogere<br />

waarden besluit moet worden voldaan:<br />

Voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />

geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />

geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogerewaarde met inachtneming van de in dit besluit<br />

gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />

Daar waar uit het onderzoek is gebleken dat de maximale ontheffingswaarde wordt overschreden, kunnen<br />

alleen geluidsgevoelige bestemmingen worden gerealiseerd met toepassing van een dove gevel.<br />

Artikel 12 Verkeer<br />

De meeste wegen in het plangebied zijn opgenomen in de bestemming 'Verkeer'. Ook de pleinen, de bermen<br />

van wegen en het snippergroen maken hier deel van uit.<br />

Artikel 13 Verkeer - Verblijfsgebied<br />

De meeste wegen in het plangebied zijn opgenomen in de bestemming 'Verkeer- Verblijfsgebied'. Dit zijn de<br />

wegen met hoofdzakelijk een functie voor het bestemmingsverkeer. Ook de pleinen, de bermen van wegen en<br />

het snippergroen maken hier deel van uit. Er zijn kleine gebouwtjes toegestaan, bijvoorbeeld voor het<br />

realiseren van fietsenstallingen. Binnen de bestemming is een aantal daarin passende gebruiksvormen<br />

toegestaan zoals parkeervoorzieningen, voet- en fietspaden en groen- en waterpartijen.<br />

Artikel 14 Water<br />

Water is in het plangebied een structurerend element. De grotere watergangen zijn in de bestemming 'Water'<br />

opgenomen. De regeling uit de keur blijft onverkort naast het bestemmingsplan van kracht. Bij de<br />

bestemmingsomschrijving van Verkeer en Verkeer-Verblijfsgebied, staat onder andere de bestemming<br />

'water'.<br />

Kruisingen met verkeerswegen zijn toegestaan in de bestemmingsomschrijving. In de meeste andere<br />

bestemmingen zijn water, waterbeheer, waterberging en sierwater eveneens toegestaan, in het belang van<br />

waterbeheer en waterberging.<br />

Artikel 15 Wonen - 1<br />

In het bestemmingsplan is de woonfunctie de overwegende functie. In het plangebied is nog oorspronkelijke<br />

lintbebouwing aanwezig langs de Utrechsteweg, 't Zand, Westlandse tuin en Johanitterweg. Omdat de<br />

voormalige lintbebouwing enerzijds structuurbepalend is en anderzijds zorgt voor een eigen waardevolle<br />

karakteristiek in het gebied, is hiervoor een speciaal toegesneden woonbestemming in het plan opgenomen,<br />

die de ruimtelijke karakteristiek van de lintbebouwing beschermt, te weten Wonen-1. Ten opzichte van de<br />

nieuw toegevoegde woningen onderscheiden deze woningen zich omdat zij behoren tot de oorspronkelijke<br />

lintbebouwing langs de wegen die door dit voormalige agrarische (kassen)gebied liepen. De woningen zijn<br />

veelal gelegen op grote percelen en er zijn vaak grote bijgebouwen aanwezig. Diverse regels zijn opgesteld<br />

voor de maatvoering en situering van het hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken. Hierbij is<br />

aangesloten op de regels zoals die golden in bestemmingsplan Leidsche Rijn '99.<br />

Voor deze woonbestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de vigerende uitwerkingsplannen en is de<br />

regeling overgenomen.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 67


Op de verbeelding is voor één perceel de nadere aanduiding 'specifieke vorm van wonen - dierenpension'<br />

opgenomen. Hier is tevens een dierenpension toegestaan.<br />

Uit het onderzoek blijkt dat de bouw van geluidsgevoelige bestemmingen in Het Zand mogelijk is binnen de<br />

kaders van de Wet geluidhinder en de Geluidnota <strong>Utrecht</strong>. Wel zal de voorkeursgrenswaarde op veel locaties<br />

worden overschreden en zullen hogere waarden moeten worden verleend. Om een en ander te borgen is in<br />

het bestemmingsplan een planregel opgenomen die aangeeft dat aan de voorwaarden van het hogere<br />

waarden besluit moet worden voldaan:<br />

Voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />

geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />

geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogerewaarde met inachtneming van de in dit besluit<br />

gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />

Daar waar uit het onderzoek is gebleken dat de maximale ontheffingswaarde wordt overschreden, kunnen<br />

alleen geluidsgevoelige bestemmingen worden gerealiseerd met toepassing van een dove gevel.<br />

Artikel 16 Wonen - 2<br />

Het overgrote deel van het plangebied betreft de nieuwbouwwoningen van Het Zand. De regeling voor de<br />

nieuwe woningen verschilt van die van de bestaande lintbebouwing. Voor de nieuwe woningen is dan ook een<br />

eigen regeling opgenomen in de vorm van Wonen-2. Deze bestemming is opgenomen voor de reeds<br />

gebouwde woningen, maar ook voor de woningen waar bouwvergunning is verleend en die, op het moment<br />

van ter visielegging van dit bestemmingsplan nog niet waren uitgevoerd of in uitvoering zijn.<br />

In deze bestemming zijn ook de bijbehorende bouwwerken geregeld. In deze bestemming is ook onder<br />

bepaalde voorwaarden de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf toegestaan.<br />

Specifieke aanduidingen zijn opgenomen voor parkeergarages, onderdoorgangen en woon-werk woningen.<br />

Hieronder worden deze aanduidingen nader toegelicht.<br />

Parkeergarage: Deze aanduiding is opgenomen in de woonbestemming aan de Vleutensebaan. In de<br />

aangeduidde appartementencomplexen is een parkeergarage aanwezig.<br />

Specifieke vorm van wonen - wonen-werken: Woon-werkwoningen zijn woningen waarin, uitgebreider dan bij<br />

een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, bedrijvigheid is toegestaan. De uitoefening hiervan is gebonden<br />

aan een bewoner van de woning. Er is geen limiet in oppervlakte. Detailhandel, horeca, afhaalzaken en<br />

belhuizen zijn niet toegestaan.<br />

Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf en Bed&Breakfast<br />

Een ander belangrijk onderdeel van de bestemming Wonen is de regeling van de aan-huis-verbonden<br />

beroepen of -bedrijven als ondergeschikte functie bij het wonen. Zoals de naam al aangeeft, gaat het bij een<br />

aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf om een beroeps- of bedrijfsuitoefening in combinatie met wonen en<br />

dus door één van de bewoners van de woning. De maximale oppervlakte die daarvoor is toegestaan is 1/3<br />

deel van het vloeroppervlak van de woning met een maximum van 60 m². Het beroep of bedrijf mag zowel in<br />

de woning als in de aanbouwen en bijgebouwen worden uitgeoefend. Via een aantal nadere voorwaarden is<br />

bepaald dat geen hinder (milieucategorie A van de LvB als maximum) en geen verkeersaantrekkende werking<br />

of parkeerdruk mogen ontstaan voor de omgeving. Ook mag bij een aan-huis-verbonden beroep- of bedrijf<br />

geen sprake zijn van detailhandel, horeca, afhaalzaken of belhuizen.<br />

Daarnaast is de uitoefening van een Bed&Breakfast in samenhang met wonen toegestaan. Die activiteit dient<br />

ondergeschikt te zijn. Om die reden wordt bepaald dat de hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in<br />

gebruik dient te houden voor wonen.<br />

68 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Langs de Parkzichtlaan is een aanduiding opgenomen voor woon-werkwoningen. Hierbij is de niet-<br />

woonfunctie groter dan binnen de beroep en bedrijf aan huis regeling, te weten, 80 meter.<br />

Uit het onderzoek blijkt dat de bouw van geluidsgevoelige bestemmingen in Het Zand mogelijk is binnen de<br />

kaders van de Wet geluidhinder en de Geluidnota <strong>Utrecht</strong>. Wel zal de voorkeursgrenswaarde op veel locaties<br />

worden overschreden en zullen hogere waarden moeten worden verleend. Om een en ander te borgen is in<br />

het bestemmingsplan een planregel opgenomen die aangeeft dat aan de voorwaarden van het hogere<br />

waarden besluit moet worden voldaan:<br />

Voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />

geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />

geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogerewaarde met inachtneming van de in dit besluit<br />

gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />

Daar waar uit het onderzoek is gebleken dat de maximale ontheffingswaarde wordt overschreden, kunnen<br />

alleen geluidsgevoelige bestemmingen worden gerealiseerd met toepassing van een dove gevel.<br />

Artikel 17 Wonen - 3<br />

Deze woonbestemming is van toepassing op de vrije kavels voor woningen in het plangebied. Er zijn geen<br />

bouwvlakken opgenomen, net als in de bestemming Wonen - 1. Per blok is het aantal woningen aangegeven<br />

dat gerealiseerd mag worden.<br />

Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf en Bed&Breakfast<br />

Een ander belangrijk onderdeel van de bestemming Wonen is de regeling van de aan-huis-verbonden<br />

beroepen of -bedrijven als ondergeschikte functie bij het wonen. Zoals de naam al aangeeft, gaat het bij een<br />

aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf om een beroeps- of bedrijfsuitoefening in combinatie met wonen en<br />

dus door één van de bewoners van de woning. De maximale oppervlakte die daarvoor is toegestaan is 1/3<br />

deel van het vloeroppervlak van de woning met een maximum van 60 m². Het beroep of bedrijf mag zowel in<br />

de woning als in de aanbouwen en bijgebouwen worden uitgeoefend. Via een aantal nadere voorwaarden is<br />

bepaald dat geen hinder (milieucategorie A van de LvB als maximum) en geen verkeersaantrekkende werking<br />

of parkeerdruk mogen ontstaan voor de omgeving. Ook mag bij een aan-huis-verbonden beroep- of bedrijf<br />

geen sprake zijn van detailhandel, horeca, afhaalzaken of belhuizen.<br />

Daarnaast is de uitoefening van een Bed&Breakfast in samenhang met wonen toegestaan. Die activiteit dient<br />

ondergeschikt te zijn. Om die reden wordt bepaald dat de hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in<br />

gebruik dient te houden voor wonen.<br />

Uit het onderzoek blijkt dat de bouw van geluidsgevoelige bestemmingen in Het Zand mogelijk is binnen de<br />

kaders van de Wet geluidhinder en de Geluidnota <strong>Utrecht</strong>. Wel zal de voorkeursgrenswaarde op veel locaties<br />

worden overschreden en zullen hogere waarden moeten worden verleend. Om een en ander te borgen is in<br />

het bestemmingsplan een planregel opgenomen die aangeeft dat aan de voorwaarden van het hogere<br />

waarden besluit moet worden voldaan:<br />

Voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />

geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />

geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogerewaarde met inachtneming van de in dit besluit<br />

gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />

Daar waar uit het onderzoek is gebleken dat de maximale ontheffingswaarde wordt overschreden, kunnen<br />

alleen geluidsgevoelige bestemmingen worden gerealiseerd met toepassing van een dove gevel.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 69


Artikel 18 Wonen - 4<br />

Sommige gebieden in het plangebied zijn ten tijde van ter visie legging van het ontwerpbestemmingsplan<br />

nog volop in ontwikkeling. De wijze van bestemmen van deze gronden is dan ook veel meer ontwikkelgericht<br />

opgesteld en geschreven vanuit het opgestelde programma. Er is daarom gekozen voor een eigen<br />

woonbestemming voor dit deel van het plangebied.<br />

Per blok is het maximum aantal woningen weergegeven op de verbeelding. Ook is de maximale bouwhoogte<br />

op de verbeelding aangeduid.<br />

Via de uitgiftecontracten wordt vervolgens vastgelegd dat ten tijde van ontwikkeling van de gebieden het<br />

stedenbouwkundig plan of een stedenbouwkundig programma van eisen de nadere kaders aangeeft om tot<br />

ontwikkeling en invulling van de gebieden te komen.<br />

In afwijking van het stedenbouwkundig plan is voor een kavel aan de Parkzichtlaan aangegeven dat hier vier<br />

woningen gebouwd mogen worden. Dit maakt eventuele splitsing van de kavel van twee naar vier woningen<br />

mogelijk.<br />

Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf en Bed&Breakfast<br />

Een ander belangrijk onderdeel van de bestemming Wonen is de regeling van de aan-huis-verbonden<br />

beroepen of -bedrijven als ondergeschikte functie bij het wonen. Zoals de naam al aangeeft, gaat het bij een<br />

aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf om een beroeps- of bedrijfsuitoefening in combinatie met wonen en<br />

dus door één van de bewoners van de woning. De maximale oppervlakte die daarvoor is toegestaan is 1/3<br />

deel van het vloeroppervlak van de woning met een maximum van 60 m². Het beroep of bedrijf mag zowel in<br />

de woning als in de aanbouwen en bijgebouwen worden uitgeoefend. Via een aantal nadere voorwaarden is<br />

bepaald dat geen hinder (milieucategorie A van de LvB als maximum) en geen verkeersaantrekkende werking<br />

of parkeerdruk mogen ontstaan voor de omgeving. Ook mag bij een aan-huis-verbonden beroep- of bedrijf<br />

geen sprake zijn van detailhandel, horeca, afhaalzaken of belhuizen.<br />

Daarnaast is de uitoefening van een Bed&Breakfast in samenhang met wonen toegestaan. Die activiteit dient<br />

ondergeschikt te zijn. Om die reden wordt bepaald dat de hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in<br />

gebruik dient te houden voor wonen.<br />

Uit het onderzoek blijkt dat de bouw van geluidsgevoelige bestemmingen in Het Zand mogelijk is binnen de<br />

kaders van de Wet geluidhinder en de Geluidnota <strong>Utrecht</strong>. Wel zal de voorkeursgrenswaarde op veel locaties<br />

worden overschreden en zullen hogere waarden moeten worden verleend. Om een en ander te borgen is in<br />

het bestemmingsplan een planregel opgenomen die aangeeft dat aan de voorwaarden van het hogere<br />

waarden besluit moet worden voldaan:<br />

Voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />

geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />

geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogerewaarde met inachtneming van de in dit besluit<br />

gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />

Daar waar uit het onderzoek is gebleken dat de maximale ontheffingswaarde wordt overschreden, kunnen<br />

alleen geluidsgevoelige bestemmingen worden gerealiseerd met toepassing van een dove gevel.<br />

Artikel 19 Wonen - Woonwagenstandplaats<br />

Er is een aparte bestemming opgenomen voor de woonwage<strong>nl</strong>ocatie in het plangebied. Op de verbeelding is<br />

het aantal standplaatsen aangegeven. In de regels worden maten gegeven van de woonwagen en de<br />

bijbehorende bouwwerken.<br />

70 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf<br />

Zoals de naam al aangeeft, gaat het bij een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf om een beroeps- of<br />

bedrijfsuitoefening in combinatie met wonen en dus door één van de bewoners van de woning. Deze regeling<br />

is ook van toepassing op de woonwagens. De maximale oppervlakte die daarvoor is toegestaan is 1/3 deel<br />

van het vloeroppervlak van de woning met een maximum van 60 m². Het beroep of bedrijf mag zowel in de<br />

woning als in de aanbouwen en bijgebouwen worden uitgeoefend. Via een aantal nadere voorwaarden is<br />

bepaald dat geen hinder (milieucategorie A van de LvB als maximum) en geen verkeersaantrekkende werking<br />

of parkeerdruk mogen ontstaan voor de omgeving. Ook mag bij een aan-huis-verbonden beroep- of bedrijf<br />

geen sprake zijn van detailhandel, horeca, afhaalzaken of belhuizen.<br />

Uit het onderzoek blijkt dat de bouw van geluidsgevoelige bestemmingen in Het Zand mogelijk is binnen de<br />

kaders van de Wet geluidhinder en de Geluidnota <strong>Utrecht</strong>. Wel zal de voorkeursgrenswaarde op veel locaties<br />

worden overschreden en zullen hogere waarden moeten worden verleend. Om een en ander te borgen is in<br />

het bestemmingsplan een planregel opgenomen die aangeeft dat aan de voorwaarden van het hogere<br />

waarden besluit moet worden voldaan:<br />

Voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />

geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />

geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogerewaarde met inachtneming van de in dit besluit<br />

gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />

Daar waar uit het onderzoek is gebleken dat de maximale ontheffingswaarde wordt overschreden, kunnen<br />

alleen geluidsgevoelige bestemmingen worden gerealiseerd met toepassing van een dove gevel.<br />

Artikel 20 Leiding - Leiding Water<br />

De aanwezige hoofdwaterleiding onder de Rijnkennemerlaan wordt binnen deze dubbelbestemming<br />

beschermd. Er is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen voor het bouwen, mits advies wordt ingewonnen bij<br />

de leidingbeheerder.<br />

Artikel 21 Waarde - Archeologie<br />

De archeologische waarden en verwachtingen in het plangebied zijn door de dubbelbestemming Waarde-<br />

Archeologie en de specifieke gebruiksregel die verwijst naar de Verordening op de Archeologische<br />

Monumentenzorg beschermd. Overtreding van het bestemmingsplan is een strafbaar feit. Op deze manier<br />

houdt het bestemmingsplan rekening met de archeologische waarden en verwachtingen conform de<br />

Monumentenwet.<br />

Artikel 22 Waarde - Ecologie<br />

Deze dubbelbestemming beschermt de ecologie door middel van verbinden van een omgevingsvergunning<br />

voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, aan uit te voeren<br />

werkzaamheden. De dubbelbestemming is opgenomen voor die delen in de bestemming 'Water' waar<br />

daadwerkelijk werken zijn uitgevoerd ter bevordening van de ecologische waarden.<br />

Artikel 23 Waterstaat - Waterkering<br />

Deze dubbelbestemming is opgenomen voor de watergangen die een waterkerende functie hebben. Het<br />

betreft de primaire watergangen zoals die zijn aangewezen in de waterparagraaf in paragraaf 5.9 van de<br />

toelichting. De beschermingszone heeft een breedte van 5 meter.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 71


Artikel 24 Antidubbeltelbepaling<br />

Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat een stuk grond dat al eens was betrokken bij het verlenen<br />

van een omgevingsvergunning bij de beoordeling van latere bouwplannen nogmaals wordt betrokken.<br />

Artikel 25 Algemene bouwregels<br />

Een algemene bouwregel is opgenomen om kleine overschrijdingen, tot een maximum van 1,5 m, mogelijk te<br />

maken. Daarbij dient gedacht te worden aan ondergeschikte bouwdelen, zoals stoeptreden, trappenhuizen,<br />

hellingbanen, entreeportalen, veranda's en afdaken, etc.<br />

Artikel 26 Algemene gebruiksregels<br />

Deze bepaling geeft aan dat het verboden is om een bouwwerk te gebruiken, te doen of te laten gebruiken in<br />

strijd met de bestemmingen. Dat betreft onder meer het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning<br />

en onbebouwde gronden voor opslag, voor staan- of ligplaats voor onderkomens of als kampeerterrein.<br />

In het plangebied van dit bestemmingsplan zijn geen prostitutiebedrijven gevestigd met een vergunning op<br />

basis van de APV. Gezien het in <strong>Utrecht</strong> gehanteerde maximumstelsel zijn nieuwe prostitutiebedrijven niet<br />

toegestaan en zijn prostitutiebedrijven uitgesloten in de gebruiksbepaling en in de begripsbepaling "aan huis<br />

verbonden beroep en bedrijf". Gelet op het binnen de gemeente gehanteerde maximumstelsel betekent de<br />

regeling in dit bestemmingsplan geen algeheel verbod, maar wel een verbod op seksinrichtingen binnen dit<br />

plangebied.<br />

Artikel 27 Algemene afwijkingsregels<br />

Hierin zijn afwijkingsregelingen opgenomen, die kunnen worden toegepast als er niet op grond van de<br />

bestemmingsregelingen in hoofdstuk 2 al afgeweken kan worden. Het gaat dan om een afwijking van maten,<br />

afmetingen en percentages, het plaatsen van objecten van beeldende kunst, het realiseren van kleine<br />

nutsgebouwtjes.<br />

Artikel 28 Algemene wijzigingsregels<br />

In een aantal gevallen kan de bestemmingsgrens worden overschreden met een wijzigingsbevoegdheid als<br />

dat van belang is voor bijvoorbeeld een technisch betere realisering van een bestemming.<br />

Het aantal wijzigingsbevoegdheden is beperkt gehouden, om te voorkomen dat bij herhaling bijzondere<br />

procedures moeten worden gevoerd met het daarbij behorende capaciteitsbeslag op zowel het gemeentelijk<br />

apparaat als het bestuur.<br />

Verder is er een algemene wijzigingsbevoegdheid opgenomen ten behoeve van het vestigen van een<br />

kinderdagverblijf, mits deze geen onevenredige nadelige gevolgen voor de omgeving heeft, in de vorm van<br />

geluids-, verkeers- of parkeeroverlast en is aangetoond dat er voor de realisatie van het kinderdagverblijf<br />

geen milieutechnische belemmeringen zijn van de milieuaspecten luchtkwaliteit, externe veiligheid,<br />

milieuzonering en verkeerslawaai.<br />

72 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Artikel 30 Overgangsrecht<br />

Deze regeling heeft tot doel een regeling te creëren voor bebouwing die afwijkt van het plan. In principe mag<br />

die bebouwing worden gehandhaafd en zelfs gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd. Alleen als deze<br />

bebouwing door een calamiteit verloren gaan, is algehele herbouw mogelijk. Voorwaarde daarbij is wel, dat<br />

de aanvraag om omgevingsvergunning binnen 2 jaar na het teniet gaan van het bouwwerk wordt ingediend.<br />

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor een eenmalige vergroting van de inhoud van<br />

een bestaand bouwwerk dat afwijkt van het plan. Deze vergroting is echter beperkt tot maximaal 10 % van de<br />

inhoud.<br />

Van de overgangsbepaling zijn die bouwwerken uitgezonderd die bestaan op het moment van ter inzage<br />

legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan maar die zijn gebouwd in strijd met het voorgaande<br />

bestemmingsplan en waartegen nog wordt of kan worden opgetreden. Het overgangsrecht is dus niet van<br />

toepassing op illegale bebouwing.<br />

Daarnaast heeft deze bepaling tot doel een regeling te creëren voor gebruik dat afwijkt van het plan. Het<br />

tijdstip waarop gebruik als bestaand gebruik in de zin van deze bepaling wordt aangemerkt is, op grond van<br />

vaste jurisprudentie, de datum van inwerkingtreding van het bestemmingsplan. In principe mag het<br />

afwijkende gebruik worden gehandhaafd en mag er zelfs een wijziging in worden aangebracht. Die wijziging<br />

moet dan wel leiden tot een vermindering van de gebruiksafwijking, zowel naar aard als naar omvang. Dit<br />

betekent, dat in gevallen van afwijkend gebruik een intensivering van dat afwijkende gebruik niet is<br />

toegestaan.<br />

Ook hier is een uitzondering op. Het gebruik dat al in strijd was met het voorgaande bestemmingsplan en<br />

waartegen nog wordt of kan worden opgetreden, valt niet onder deze overgangsregeling.<br />

Artikel 31 Slotregel<br />

In dit artikel is de naam van het bestemmingsplan, de citeertitel, omschreven.<br />

7.6 Lijst van Bedrijfsactiviteiten (LvB)<br />

Bij dit bestemmingsplan wordt gebruik gemaakt van de <strong>Utrecht</strong>se standaardlijst van bedrijfsactiviteiten.<br />

De <strong>Utrecht</strong>se standaardlijst van bedrijfsactiviteiten is gebaseerd op de bestaande "oude" <strong>Utrecht</strong>se lijst van<br />

bedrijfsactiviteiten, maar aangepast en gemoderniseerd door gebruik te maken van de gegevens van de VNG<br />

uitgave "Bedrijven en Milieuzonering"( VNG, 1999). In de VNG uitgave wordt de gemeenten de vrijheid gelaten<br />

voor elk van de 11 zones een eigen categorie te maken.<br />

De <strong>Utrecht</strong>se standaardlijst van bedrijfsactiviteiten kent dezelfde werkwijze als de VNG uitgave, maar hanteert<br />

enigszins andere zones en andere categoriedefinities.<br />

Voor deze <strong>Utrecht</strong>se standaardlijst is gekozen, vanwege de eenduidigheid van de relatie tussen categorie en<br />

zoneringsafstand en vanwege de gewenste uniformiteit in de systematiek van de bestemmingsplannen<br />

binnen de gemeente.<br />

Zonering<br />

De zoneringstappen zijn 40 m, 100 m, 300 m, 500 m en 1500 m. Veel bestaande bedrijfsterreinen zijn<br />

volgens die afstandsstappen opgebouwd en deze afstanden zijn op de desbetreffende plankaart zijn<br />

aangegeven.<br />

De hinderafstand is gebaseerd op een aantal relevante milieuaspecten:geur, geluid, trilling, gevaar, stof.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 73


De categorie-indeling van de <strong>Utrecht</strong>se standaardlijst<br />

Voor categorie 1 geldt: bedrijven of installaties passend binnen de woonomgeving.<br />

Voor categorie 2 geldt: bedrijven of installaties passend op bedrijfsterrein dat grenst aan woningen of in<br />

daartoe aangegeven zones voor functiemenging waarbij geen noodzakelijke afstand dient te worden<br />

aangehouden.<br />

Vanwege de grote sprong tussen categorie 4 en 5 is een categorie 4a ingevoerd. Dit betreft bedrijven waarvan<br />

de hinderafstand op ca. 300 meter ligt.<br />

Categorie-indeling <strong>Utrecht</strong>se standaardlijst afstand tot gevoelige bebouwing<br />

cat. 1 0 m<br />

cat. 2 0 m<br />

cat. 3 40 m<br />

cat. 4 100 m<br />

cat. 4a 300 m<br />

cat. 5 500 m<br />

cat. 6 1.500 m<br />

De <strong>Utrecht</strong>se Lijst van Bedrijfsactiviteiten kent twee categorieën van zeer lichte en lichte bedrijvigheid en<br />

installaties (cat. 1 en 2) die zonder problemen passen binnen de woonomgeving en passen in zones voor<br />

functiemenging. Bij deze categorieën is in de jare<strong>nl</strong>ange praktijk gebleken dat het niet noodzakelijk is een<br />

ruimtelijke scheiding door middel van een zoneringafstand aan te houden. Eventuele lichte hinder kan steeds<br />

door milieutechnische maatregelen ondervangen worden.<br />

Voor de zwaardere bedrijvigheid is per categorie steeds één zoneringsafstand aangegeven.<br />

Indeling van bedrijven op grond van hun potentiële hinderlijkheid<br />

De VNG-afstanden tot woonbebouwing voor de diverse bedrijfstypen zijn zoveel mogelijk overgenomen in de<br />

<strong>Utrecht</strong>se lijst van bedrijfsactiviteiten.<br />

Zowel de VNG-lijst als de <strong>Utrecht</strong>se lijst van bedrijfsactiviteiten zijn indicatief, omdat steeds de mogelijkheid<br />

bestaat, mits goed gemotiveerd, uit planologische overwegingen de aan te houden afstanden enigszins te<br />

wijzigen. Ook is het mogelijk op planologische gronden bedrijven te weren die op basis van afstandscriteria<br />

wel toegelaten kunnen worden. Dit betekent, dat niet bij ieder bestemmingsplan exact dezelfde lijst van<br />

bedrijfsactiviteiten gehanteerd wordt.<br />

Per bestemmingsplan wordt de <strong>Utrecht</strong>se standaardlijst van bedrijfsactiviteiten afgestemd op de bestaande<br />

dan wel de toekomstige situatie. De bepaling van de afstanden is gebaseerd op de een inventarisatie van<br />

milieuemissies in het plangebied en de omgeving in relatie tot de gevoelige functies en objecten in het<br />

plangebied en de omgeving. Het milieuaspect met de grootste hinder is maatgevend voor de afstand. Er<br />

kunnen kleinere afstanden voorkomen van bedrijfsactiviteiten waar uit ervaring is gebleken dat daarbij geen<br />

hinder optreedt. Waar deze kleinere afstanden zijn aangehouden wordt voorkomen dat bedrijven in de lijst<br />

van bedrijfsactiviteiten in een hogere afstandsklasse worden geplaatst, zonder dat vanuit hinderoogpunt<br />

daartoe enige aa<strong>nl</strong>eiding is geweest. Het omgekeerde kan ook het geval zijn.<br />

Differentiatie naar grootte in de bedrijfsklassen<br />

Op diverse plaatsen in de <strong>Utrecht</strong>se lijst van bedrijfsactiviteiten is een nadere differentiatie van de indeling<br />

volgens de SBI-code toegepast. De SBI (Standaard Bedrijfs Indeling) is echter niet primair bedoeld om<br />

milieueffecten van bedrijven te categoriseren. De <strong>Utrecht</strong>se differentiëring wordt aangehouden uit<br />

overwegingen van uniformering van de systematiek en rechtszekerheid.<br />

74 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

7.7 Lijst van horeca-inrichtingen<br />

Bij dit bestemmingsplan wordt gebruik gemaakt van de <strong>Utrecht</strong>se standaardlijst voor horeca-inrichtingen.<br />

Uit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening kan, in verband met de overlast die horecabedrijven voor het<br />

woon- en leefklimaat kunnen meebrengen, in een bestemmingsplan bij het toelaten van horecabedrijven aan<br />

de hand van ruimtelijk relevante criteria als aard, omvang en parkeerdruk een onderscheid gemaakt worden<br />

in categorieën horecabedrijven.<br />

In dit bestemmingsplan is een functionele differentiatie in ‘harde’ tot ‘zachte’ typen van horecabedrijven<br />

opgenomen. De regeling geeft een kwalitatieve beperking ten aanzien van het type / de categorie<br />

horecabedrijf dat zich mag vestigen in de woonomgeving. De regeling beoogt de nadelige invloeden van de<br />

vestiging van horecabedrijven op het woon- en leefklimaat in de omgeving te voorkomen.<br />

De lijst van horeca-inrichtingen kent een indeling in vier categorieën. De categorieën van A tot en met D<br />

lopen af in de zwaarte van de overlast die horecabedrijven voor omwonenden kunnen meebrengen. In geval<br />

van meerdere soorten activiteiten in één inrichting telt de activiteit in de zwaarste categorie voor de typeindeling<br />

van de inrichting.<br />

De volgende categorieën van horecabedrijven worden onderscheiden met als uitgangspunt hun invloed op het<br />

woon- en leefklimaat:<br />

Categorie A. Discotheek; bardancing; zaalverhuur/party-centra (regulier gebruik t.b.v. feesten en<br />

muziek-/dansevenementen, i.t.t. zaalverhuur t.b.v. congressen en seminars)<br />

Categorie B. Café; bar; brasserie<br />

Categorie C. Cafetaria; snackbar; grillroom; fastfood-restaurant; automatiek; snelbuffet<br />

Categorie D. Restaurant; bistro; crêperie, lunchroom;konditorei; Koffie-/theehuis; Ijssalon<br />

Onderscheid café - disco<br />

Het verschil tussen een café en een disco zit in het gelegenheid geven tot dansen als weze<strong>nl</strong>ijk onderdeel van<br />

de inrichting.<br />

Cafetaria/snackbar<br />

Het verschil tussen een lunchroom en een cafetaria /snackbar zit in het feit dat cafetaria al dan niet voor<br />

consumptie ter plaatse bereide etenswaren verstrekt. Het betreft hier laagdrempelige inrichtingen met veel<br />

in- en uitgaande bewegingen, die veelal laat open zijn. Deze zaken zijn hoofdzakelijk ingericht voor het<br />

meenemen dan wel snel nuttigen ter plaatse van etenswaren. De aantasting van het woon- en leefklimaat<br />

wordt vooral veroorzaakt door afval op straat van buiten de inrichting geconsumeerde spijzen en de daarbij<br />

behorende stank- en geluidsoverlast.<br />

Afhaalzaken<br />

Een winkel met als nevenfunctie een horecavoorziening valt bestemmingsplantechnisch gezien onder de<br />

detailhandelsfunctie. Voorwaarde is dat het horeca-aspect een ondergeschikt deel uitmaakt van het geheel.<br />

Hiermee wordt voorkomen dat het probleem van branchevervaging leidt tot het vestigen van winkelfuncties<br />

die in de loop van de tijd veranderen in horecafuncties.<br />

Definitie afhaalzaak (zie artikel 1): "detailhandelsvestiging waar in hoofdzaak kant en klare maaltijden en<br />

kleine etenswaren alsmede alcoholvrije drank en consumptie-ijs worden verkocht voor directe consumptie<br />

anders dan ter plaatse."<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 75


Additionele horeca<br />

Bij deze categorie gaat het om horeca-activiteiten die neven- of ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie van<br />

de instelling. Deze activiteiten worden juridisch-planologisch gezien niet onder de functie 'horeca' begrepen,<br />

maar onder de bestemming van de hoofdfunctie van de instelling (sociaalculturele/maatschappelijke/(sportief-)recreatieve<br />

doeleinden) gerekend.<br />

7.8 Handhaving<br />

Wat is handhaving?<br />

In <strong>Utrecht</strong> verstaan we onder handhaven elke gemeentelijke handeling die gericht is op het bevorderen van de<br />

naleving van de rechtsregels of het beëindigen van overtredingen. Om te kunnen handhaven is het nodig om<br />

toezicht uit te oefenen. Onder toezicht verstaan we het observeren en constateren of er wel of niet voldaan<br />

wordt aan de regels. De handhaving zoals deze plaats vindt binnen de sector Publieke Diensten, richt zich in<br />

hoofdzaak op het observeren van gebeurtenissen, het bepalen of deze gebeurtenissen al dan niet in strijd<br />

zijn met de daarop van toepassing zijnde wet- en regelgeving en het handelend optreden wanneer sprake is<br />

van strijdigheid. Zo handhaaft de afdeling Toezicht en Handhaving van de Sector Publieke Diensten namens<br />

het college onder andere de voorschriften van het voorliggende bestemmingsplan.<br />

Dit betekent dat de voorschriften voor wat betreft het gebruik en de bebouwingsbepalingen door het<br />

bouwtoezicht gehandhaafd worden. Dit gebeurt veelal door toepassing tijdens het behandelen van de<br />

aanvragen om omgevingsvergunning, maar kan ook gebeuren als gevolg van toezicht tijdens de uitvoering<br />

van de bouw of op grond van een eigen constatering indien een bouwwerk of een perceel in strijd met het<br />

bestemmingsplan wordt gebruikt.<br />

Doel handhavend optreden<br />

Doel van het bestemmingsplan is om een actueel kader te bieden waarbinnen bouwen en gebruiken kan<br />

worden gereguleerd. Het doel van het handhavend optreden van de gemeente is direct gekoppeld aan de<br />

noodzaak van een actueel bestemmingsplan. Voor bewoners van het plangebied is duidelijk waar zij aan toe<br />

zijn (qua bouwen, zoals bijvoorbeeld uitbreiding van de woning, en qua gebruik), maar het niet handhaven<br />

haalt de effectiviteit van een actueel bestemmingsplan onderuit. De toegevoegde waarde van het verlenen van<br />

een omgevingsvergunning voor een bijbehorende bouwwerk is niet groot indien er op andere plaatsen –<br />

zonder vergunning – bijgebouwen zijn geplaatst. Dit wordt nog eens problematischer zodra een<br />

omgevingsvergunning geweigerd wordt, terwijl diverse vergelijkbare bouwwerken reeds illegaal zijn<br />

geplaatst. In dit laatste geval is de roep om handhavend op te treden dan ook het grootst.<br />

Hoe wordt er gehandhaafd?<br />

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht heeft het college een tweetal instrumenten tot haar<br />

beschikking, te weten bestuursdwang en dwangsom. Bij het toepassen van bestuursdwang wordt de<br />

overtreding (het geconstateerde illegale bouwwerk c.q. gebruik) ongedaan gemaakt op kosten van de<br />

overtreder. Dit kan betekenen dat een bouwwerk door de gemeente afgebroken wordt en de kosten van<br />

bijvoorbeeld de aannemer en de gemeentelijke (voorbereidings)kosten op de overtreder worden verhaald.<br />

Maar het is bijvoorbeeld ook mogelijk om (indien er zonder omgevingsvergunning gebouwd wordt en de<br />

bouw stilgelegd wordt d.m.v. een bouwstop) de bouwmaterialen weg te slepen en elders op te slaan.<br />

Een tweede optie is het opleggen van een last onder dwangsom. Dit betekent bijvoorbeeld dat het illegale<br />

gebruik gestaakt moet worden binnen een door het college gestelde termijn. Overschrijdt men de termijn,<br />

dan zal de dwangsom in rekening gebracht worden aan de overtreder. Doel van de dwangsom is het<br />

onaantrekkelijk maken van het voortzetten van de geconstateerde overtreding. De dwangsom zal dan ook in<br />

relatie moeten staan aan (en zal derhalve altijd hoger zijn dan) het voordeel dat een overtreder heeft bij het<br />

voortzetten van de illegaliteit.<br />

76 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Wat betekent dit voor dit bestemmingsplan?<br />

In het plangebied zal er gehandhaafd worden op het illegale gebruik van bouwwerken en percelen en op de<br />

onderhoudsstaat van bouwwerken. Verder zal er qua bouw gecontroleerd worden op de uitvoering van<br />

verleende bouwvergunningen.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 77


Bijlagen<br />

78 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 79


Bijlage 1 Quick Scan flora en fauna<br />

80 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)<br />

Het Zand


StadsOntwikkeling<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 81


Quick Scan flora<br />

en fauna<br />

December 2011<br />

Kader<br />

Flora & faunawet<br />

In de Flora en faunawet zijn verschillende verbodsbepalingen opgenomen om in het<br />

wild levende flora<br />

en fauna te beschermen. Het is verboden om dieren opzettelijk te verontrusten, te doden of hun rustof<br />

verblijfplaats te verstoren of te beschadigen. Ook is het verboden om beschermde<br />

planten te<br />

beschadigen of van<br />

hun groeiplaats te verwijderen.<br />

Daarnaast geldt er een algemene zorgplicht voor alle in het wild levende dieren en planten<br />

en hun<br />

directe leefomgeving.<br />

Ruimtelijke ontwikkelingen en uitvoering van projecten of (bestemmings-)plannen mogen niet in strijd<br />

zijn met de internationale richtlijnen of de Flora en fauna wet.<br />

Bij een (RO-)besluit waarbij de uitvoering van het besluit gevolgen kan hebben voor beschermde<br />

soorten, moet getoetst worden of beschermde soorten aanwezig (kunnen) zijn en wat eventuele<br />

effecten van de activiteiten op de soorten zijn. De centrale vraag daarbij is of er een vrijstelling<br />

of<br />

ontheffing nodig is. Dit is afhankelijk van de beschermingsgraad<br />

van de aangetroffen soort. Bij het<br />

vaststellen van het bestemmingsplan dient van tevoren duidelijk te zijn dat de Flora en faunawet<br />

niet in<br />

de weg staat aan de uitvoering van het plan en dat een eventuele benodigde ontheffing<br />

of vrijstelling<br />

zal worden verleend.<br />

Met het treffen van voldoende<br />

mitigerende maatregelen kan worden voorkomen dat verbodsbepalingen<br />

worden overtreden, in dergelijke gevallen hoeft er geen ontheffing meer te worden aangevraagd.<br />

De<br />

mitigerende maatregelen kunnen betrekking hebben op de feitelijke uitvoering, maar ook<br />

op het plan<br />

zelf.<br />

Groenstructuurplan <strong>Utrecht</strong><br />

Het Groenstructuurplan <strong>Utrecht</strong> (vastgesteld in april 2007) heeft tot doel het verhogen van de kwaliteit<br />

van het stedelijk groen ten behoeve van de leefbaarheid van de stad. In het groenstructuurplan zijn de<br />

bestaande en wenselijke stedelijke groenstructuren vastgelegd. Deze groenstructuren hebben zowel<br />

een landschappelijke, cultuurhistorische, recreatieve als ook ecologische<br />

functie.<br />

Het is de bedoeling dat de kwaliteit van het groen in deze zones<br />

steeds verder ontwikkelt en verbetert.<br />

Veranderen van functie is alleen mogelijk na bestuurlijke<br />

afweging. Een afname van oppervlakte van de<br />

stedelijke groenstructuur dient gecompenseerd te worden.<br />

Figuur 1. Uitsnede uit de hoofdgroenstructuur om het plangebied<br />

quick scan flora en fauna Het Zandv2(Deborah van Kuik)


In het plangebied is het Park Groot Zandveld een centraal gelegen kerngebied uit de<br />

hoofdgroenstructuur (zie figuur 1).<br />

Binnen het plangebied zijn enkele (wenselijke) verbindingen opgenomen met groene vlakken<br />

in de<br />

hoofdgroenstructuur buiten het plangebied.<br />

De oevers van de watergangen met name in het westen van het plangebied zijn ecologisch<br />

ingericht en<br />

hebben daardoor een ecologische meerwaarde. Een beschrijving van de ecologische waarden in het<br />

plangebied<br />

is eveneens opgenomen in paragraaf 3.3.4 van de toelichting op het bestemmingsplan.<br />

Onderzoek<br />

De Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) is geraadpleegd op het voorkomen van beschermde<br />

soorten en rode lijstsoorten in de periode 1 januari 2007 t/m november 2011.<br />

De NDFF is een grote databank met gegevens, die op diverse wijzen zijn verzameld, door<br />

adviesbureaus, soortorganisaties en ook door particulieren. Als er geen gegevens<br />

bekend zijn van een<br />

bepaalde locatie wil dat niet zeggen, dat er niets zit. De data hebben in het algemeen<br />

een anecdotische<br />

waarde. Er is geen integrale inventarisatie uitgevoerd van de ontwikkellocaties. Er zijn voor het<br />

plangebied te weinig gegevens aanwezig in de NDFF om hier conclusies uit te trekken. De<br />

braakliggende ontwikkellocaties zouden vergeleken kunnen worden<br />

met die van het aangrenzende<br />

plangebied Terwijde, waarvoor een quick scan is uitgevoerd voor de braakliggende ontwikkellocaties.<br />

Hoe omgaan met de Ffwet op ontwikkellocati es<br />

Samengevat kunnen de volgende soorten voorkomen in de ontwikkellocaties:<br />

beschermde soorten zekerheid tabelnummer ontheffing/vrijstelling<br />

kievit mogelijke broedvogel 3<br />

geen ontheffing<br />

bij werken<br />

bontbekplevier mogelijke broedvogel 3<br />

buiten broedtijd<br />

alg. voorkomende mogelijk in sloten of natte 1 vrijstelling/zorgplicht<br />

amfibieën plekken<br />

bittervoorn mogelijk in sloten 3 bij dempen<br />

nader<br />

onderzoek<br />

nodig en bij<br />

aanwezigheid ontheffing<br />

voor dempen nodig<br />

kleine modderkruiper mogelijk in sloten 2 vrijstelling bij werken via<br />

gedragscode<br />

bosmuis, veldmuis,<br />

dwergmuis, rosse<br />

woelmuis,<br />

dwergspitsmuis en<br />

huisspitsmuis<br />

mogelijk aanwezig 1 vrijstelling/zorgplicht<br />

konijn mogelijk aanwezig 1 vrijstelling/zorgplicht<br />

Als op ontwikkellocaties wordt gewerkt volgens de gedragscode (bv. werken buiten de broedtijd)<br />

loopt<br />

men geen risico grondbroeders als kievit, bontbekplevier te verstoren of broedende zangvogels<br />

bij het<br />

weghalen van spontaan opgekomen opgaande begroeiing.<br />

Door ervoor te zorgen, dat er geen poelen ontstaan in een zandig terrein, worden er geen<br />

rugstreeppadden aangetrokken. Zandhopen kunnen in de broedtijd oeverzwaluwen aantrekken en<br />

kunnen zonodig worden afgedekt.<br />

Bij het dempen<br />

van sloten moet onderzocht worden of er beschermde vissen aanwezig zijn als<br />

bittervoorn en kleine modderkruiper. Als deze worden aangetroffen, moeten de sloten<br />

op een<br />

aangepaste wijze worden gedempt en de vissen verplaatst, waarvoor een ontheffing nodig kan zijn (bij<br />

de zwaarst beschermde categorie).<br />

Voor de overige soorten, die in de opgespoten terreinen leven, zoals muizen en konijnen<br />

geldt een<br />

vrijstelling van de bepalingen uit de Ffwet. Dan geldt nog wel de zorgplicht. Dat kan betekenen, dat<br />

een bouwterrein tijdig vrijgemaakt wordt van begroeiing in de juiste periode om het ongeschikt te<br />

maken voor diverse soorten of dat de soort actief wordt verjaagd.<br />

Gedragscode<br />

Om werkzaamheden soepel in overeenstemming met de Ffwet te laten verlopen is de gedragscode<br />

Ffwet ontworpen, zodat niet voor elke handeling een ontheffing hoeft te worden aangevraagd. Een<br />

belangrijk onderdeel van de gedragscode is de kalender, waarin is aangegeven wanneer bepaalde<br />

werkzaamheden het beste kunnen worden uitgevoerd om geen schade aan beschermde soorten aan te


ichten. De gedragscode is van toepassing op de lichtste categorieën beschermde soorten. Verder is<br />

deze alleen van toepassing op de zwaarst beschermde categorie soorten (tabel 3 soorten)<br />

zoals<br />

vleermuizen en vogels met jaarrond beschermde nesten wanneer het gaat om bestendig<br />

beheer en<br />

onderhoud. Dit betreft regelmatig terugkerende werkzaamheden als maaien, snoeien<br />

en baggeren.<br />

Voor grotere ingrepen die niet jaarlijks plaatsvinden (zoals kappen van oude bomen) en voor<br />

ruimtelijke ontwikkeling en inrichting moet nog wel een ontheffing worden aangevraagd.<br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Utrecht</strong> beschikt over een vastgestelde Gedragscode Flora<br />

en Faunawet. De werkzaamheden<br />

moeten worden uitgevoerd conform deze "gedragscode Flora en Faunawet van de gemeente <strong>Utrecht</strong>,<br />

goedkeuringsbesluit ministerie LNV d.d. 7 september 2010, ref DR/210/3379).<br />

Conclusies<br />

Met dit bestemmingsplan worden beperkt nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Bij aanvragen van<br />

omgevingsvergunningen moet getoetst worden aan de voorwaarden van de Flora en<br />

Faunawet.<br />

De volgende beschermde diersoorten z ouden kunnen voorkomen:<br />

beschermde soorten zekerheid tabelnummer ontheffing/vrijstelling<br />

kievit mogelijke broedvogel 3<br />

geen<br />

ontheffing bij werken<br />

bontbekplevier mogelijke broedvogel 3<br />

buiten broedtijd<br />

alg. voorkomende mogelijk in sloten of natte 1 vrijstelling/zorgplicht<br />

amfibieën<br />

plekken<br />

bittervoorn mogelijk in sloten 3 bij dempen<br />

nader<br />

onderzoek<br />

nodig en bij<br />

aanwezigheid<br />

ontheffing<br />

voor dempen nodig<br />

kleine modderkruiper mogelijk in sloten 2 vrijstelling bij werken via<br />

gedragscode<br />

bosmuis, veldmuis,<br />

dwergmuis, rosse<br />

woelmuis,<br />

dwergspitsmuis en<br />

huisspitsmuis<br />

mogelijk aanwezig<br />

1 vrijstelling/zorgplicht<br />

konijn mogelijk aanwezig 1 vrijstelling/zorgplicht<br />

Voor het ontwikkelen van de ontwikkellocaties dient specifiek voor in de tabel genoemde soorten<br />

afhankelijk van de planning nader bekeken te worden of deze soorten er daadwerkelijk voorkomen en<br />

passende maatregelen te worden genomen om overtreding van de Flora- en faunawet te voorkomen<br />

dan wel te voldoen aan de zorgplicht. Werken volgens de gedragscode kan daarbij behulpzaam zijn.


Bijlage 2 Akoestisch onderzoek<br />

82 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)<br />

Het Zand


StadsOntwikkeling<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 83


AKOESTISCH AKOESTISCH ONDERZOEK<br />

Het Het Zand<br />

Zand<br />

Akoestisch planologisch onderzoek t.b.v. bestemmingsplan<br />

Kenmerk: VL11-326<br />

Datum: 30 november 2011<br />

Datum gewijzigd:<br />

Projectnaam: Het Zand<br />

SO SO Afdeling Afdeling Milieu Milieu & & Duurzaamheid<br />

Duurzaamheid<br />

Postbus 8406 3503 RK UTRECHT<br />

Telefoonnummer: 030 - 286 00 00<br />

Bezoekadres: Ravellaan 96


ALGEMENE ALGEMENE GEGEVENS<br />

GEGEVENS<br />

Opdrachtgever: Stedenbouw en monumenten<br />

Contactpersoon: Deborah van Kuik<br />

030 - 286 02 97<br />

Akoestisch onderzoek:<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid, <strong>Gemeente</strong> <strong>Utrecht</strong><br />

Postbus 8406<br />

3503 RK <strong>Utrecht</strong><br />

Auteur: Reinier Balkema<br />

tel.: (030) 28641 39<br />

e-mail: r.balkema@utrecht.<strong>nl</strong><br />

Algemene gegevens<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 2


INHOUD<br />

INHOUD<br />

1. I<strong>nl</strong>eiding 4<br />

2. Ruimtelijk plan 5<br />

2.1 Locatie 5<br />

2.2 Stedenbouwkundig plan 6<br />

3. Wettelijk kader 9<br />

3.1 Zones 9<br />

3.2 Normering bij nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen 9<br />

3.3 <strong>Gemeente</strong>lijk geluidbeleid 10<br />

4. Uitgangspunten berekeningen 12<br />

4.1 Rekenmethode 12<br />

4.2 Modelgegevens 13<br />

5. Resultaten 15<br />

5.1 Vleutensebaan 15<br />

5.2 't Zand 17<br />

5.3 Parkzichtlaan 18<br />

5.4 Spoorweg <strong>Utrecht</strong>-Woerden 19<br />

5.5 30 km/uur wegen 20<br />

5.6 Geluidsluwe gevel 22<br />

5.7 Cumulatie 23<br />

6. Conclusies en aanbevelingen 26<br />

BIJLAGEN<br />

BIJLAGEN<br />

Bijlage 1: Verkeersgegevens Het Zand - 2022<br />

Bijlage 2: Spoorgegevens <strong>Utrecht</strong>-Vleuten<br />

Bijlage 3: Verblijfsgebieden<br />

Bijlage 4: Rijnsche Maan<br />

Inhoud<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 3


1. INLEIDING<br />

INLEIDING<br />

I<strong>nl</strong>eiding<br />

In het gebied ten zuiden van de spoorlijn <strong>Utrecht</strong>-Woerden, ten westen van de rijksweg<br />

A2, bevindt zich het plangebied Het Zand. De gemeente <strong>Utrecht</strong> is voornemens om hier<br />

voornamelijk een woo<strong>nl</strong>ocatie te ontwikkelen. Gezien de nabijheid van enkele drukke<br />

(spoor)wegen is het in het kader van de Wet geluidhinder en de Wet ruimtelijke ordening<br />

van belang de geluidsaspecten in dit gebied te onderzoeken.<br />

Dit onderzoek gaat in op het wettelijk kader en geeft de resultaten van de berekende<br />

geluidsbelastingen op de delen van het bestemmingsplan waar nieuwe ontwikkelingen<br />

worden toegestaan. Doel van dit onderzoek is te komen tot een set van gebruiksregels<br />

voor het bestemmingsplan en vast te leggen maatregelen. Daarmee kan het gebied<br />

worden ingevuld binnen de wettelijke randvoorwaarden en de kaders van het<br />

gemeentelijke geluidbeleid.<br />

Dit rapport beschrijft het (wettelijk) beoordelingskader, de gehanteerde uitgangspunten,<br />

de resultaten en de conclusies ten aanzien van de toetsing aan het gestelde in de Wet<br />

geluidhinder. De in deze rapportage vermelde geluidsbelastingen betreffen juridische<br />

waarden tenzij nadrukkelijk anders is vermeld. Dit onderzoek wordt tevens gebruikt als<br />

grondlegger voor de te voeren hogere waarde procedure.<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 4


2. RUIMTELIJK RUIMTELIJK PLAN<br />

PLAN<br />

2.1 2.1 Locatie Locatie<br />

Locatie<br />

Ruimtelijk plan<br />

Het plangebied Het Zand is onderdeel van de VINEX locatie Leidsche Rijn. Het Zand wordt<br />

begrensd door de spoorbaan langs de Vleutensebaan en de wegen <strong>Utrecht</strong>seweg,<br />

Agaathvlinder, Purpervlinderstraat, Satijnvlinder, 't Zand, Alendorperweg, Parkzichtlaan,<br />

Max Ernstlaan en de <strong>Utrecht</strong>seweg in noord-zuid richting.<br />

Figuur 1: Situering Het Zand in Leidsche Rijn<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 5


Figuur 2: Deelgebieden Het Zand<br />

2.2 Stedenbouwkundig Stedenbouwkundig Stedenbouwkundig plan<br />

plan<br />

Ruimtelijk plan<br />

In het bestemmingsplan is de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van Het Zand<br />

weergegeven. De belangrijkste zaken voor het geluidsonderzoek zijn hieronder<br />

weergegeven. Voor de details wordt verwezen naar het bestemmingsplan (v<strong>nl</strong> regels en<br />

verbeelding).<br />

Figuur 3: Verbeelding Het Zand<br />

Het Zand is voor het grootste deel een conserverend bestemmingsplan. Slechts op een<br />

aantal locaties worden nieuwe ontwikkelingen toegestaan. Slechts op die locaties waar<br />

(nieuwe) geluidsgevoelige bestemmingen worden toegestaan en waar nog geen<br />

omgevingsvergunning voor is verleend is geluidsonderzoek t.b.v. de toetsing aan de Wet<br />

geluidhinder vereist.<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 6


Ruimtelijk plan<br />

Op het moment van schrijven van dit rapport is voor een tweetal bouwblokken in de<br />

Rijnsche Maan al wel een omgevingsvergunning verleend maar is het bouwwerk nog niet<br />

in aanbouw. Het is theoretisch mogelijk dat de vergunning nog wordt gewijzigd of terug<br />

getrokken vóór het definitief van kracht worden van het bestemmingsplan. Om te<br />

voorkomen dat deze blokken dan in een juridisch vacuüm terecht komen, zijn deze twee<br />

blokken ook (apart) onderzocht (zie bijlage 4) en worden deze ook meegenomen in de<br />

hogere waarde procedure. Zodoende kan worden voorkomen dat deze woningen verplicht<br />

met een dove gevel moeten worden gerealiseerd.<br />

Figuur 4: Situering ontwikkellocaties Het Zand (roze)<br />

Op bovenstaande locaties moet de bouw van geluidsgevoelige bestemming planologisch<br />

mogelijk worden gemaakt en dient derhalve akoestisch te worden onderzocht. Op de<br />

overige locaties is geen sprake van (nieuwe) geluidsgevoelige bestemmingen.<br />

In de toelichting van het bestemmingsplan is over deze locaties het volgende vermeld.<br />

Locatie 1: Rijnsche Maan<br />

In dit deelgebied is een deel van de woningen en twee van de geplande<br />

appartementencomplexen al gerealiseerd. Vooral in de bouwstrook langs de<br />

Vleutensebaan zijn de woningen nog niet gerealiseerd. Het meest westelijke vlak is<br />

bestemd voor 16 eengezinswoningen. De overige vlakken aan de Vleutensebaan betreffen<br />

appartementencomplexen, waarbij in de plint gericht naar de Vleutensebaan diverse<br />

functies mogelijk zijn. De maximale hoogte van deze appartementencomplexen is<br />

21 meter.<br />

De overige vlekken in dit deelgebied zijn bestemd voor vrije kavels voor een klein aantal<br />

(vrijstaande of twee-onder-een -kap) woningen met een maximale hoogte van twee<br />

bouwlagen en een kap.<br />

Locatie 2: Stationsomgeving<br />

Centraal in het plangebied ligt de Kees van Dongensingel. De singel ligt in het verlengde<br />

van de hoofdontsluiting van Terwijde. Aan de oostzijde wordt de singel begeleid door<br />

een bebouwingswand die in hoogte oploopt van drie lagen bij de Westlandsetuin tot<br />

maximaal twaalf lagen bij de stadsas. Het hoogteaccent markeert de toegang tot Het<br />

Zand en de ligging van het N.S-station. Westelijk van de singel, op de overgang naar<br />

Waterwijk, bevindt zich een groot, solitair bouwvolume. De hoogte van dit volume<br />

bedraagt zes bouwlagen.<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 7


Ruimtelijk plan<br />

Locatie 3: Leidsche Maan<br />

De Leidsche Maan is een lang, smal gebied opgespannen tussen de Vleutensebaan en de<br />

<strong>Utrecht</strong>seweg. Gekozen is voor een bouwblokstructuur. Aan de zijde van de<br />

Vleutensebaan bevinden zich stedelijke appartementenblokken van gemiddeld 6 à 7<br />

lagen hoog met hoogteaccenten tussen de 10 à 15 lagen. Deze worden “de hoek<br />

omgetrokken”, de woonstraat in, waar zij overgaan in ééngezinswoningen van gemiddeld<br />

2 à 3 lagen hoog. Nabij de <strong>Utrecht</strong>seweg wordt de bebouwing informeler en veranderen<br />

de rijtjeswoningen in vrijstaande villa’s en twee-onder-een-kap woningen.<br />

Locatie 4: De Veiling<br />

De bouwblokken bestaan uit eengezinswoningen, 2 lagen met kap, met eventueel een<br />

accent op de hoeken of bij de toegangen tot de autovrije straten en de parkeerhoven.<br />

De vrijstaande woningen of tweekappers zijn over het algemeen in de linten gesitueerd.<br />

De gemiddelde bouwhoogte bedraagt twee lagen met kap. Meteen achter de<br />

<strong>Utrecht</strong>seweg, komen naast vrijstaande woningen ook drie korte rijtjes van elk vijf<br />

woningen.<br />

Meteen ten zuiden van de Kersenboomgaard komt een cluster van twee scholen,<br />

gymzaal, een kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang. De maximale hoogte van het<br />

cluster is 3 bouwlagen.<br />

Locatie 5: Park Groot Zandveld<br />

Ten zuiden van de Forumschool is een compact gebouw gepland met een maximale<br />

hoogte van 7 bouwlagen waarin ruimte is voor een commercieel en maatschappelijk<br />

programma, 12 woningen en een gebouwde parkeervoorziening.<br />

Locatie 6: Tussen de Parken<br />

De Crescent bestaat uit smalle diepe herenhuizen, vier bouwlagen hoog. Aan de<br />

westzijde, tegenover het Johanniterveld, staan ééngezinswoningen met op de<br />

noordwesthoek een appartementenblok van maximaal 6 lagen hoog.<br />

Locatie 7: Johanitterveld<br />

Hier zijn vrije kavels met vrijstaande woningen en twee-onder-een-kap woningen<br />

gepland.<br />

Locatie 8: De Bongerd<br />

In de Bongerd is nog een perceel onbebouwd aan de Parkzichtlaan voor maximaal vier<br />

woningen.<br />

Locatie 9: Waterwijk<br />

In Waterwijk is in de bocht van de Parkzichtlaan nog een aantal delen voor<br />

grondgebonden woningen onbebouwd. Een van de vlekken is bestemd voor woonwagens,<br />

er zijn maximaal vier standplaatsen binnen deze vlek.<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 8


3. WETTELIJK WETTELIJK KADER KADER<br />

KADER<br />

3.1 3.1 Zones Zones<br />

Zones<br />

Wettelijk kader<br />

In dit hoofdstuk wordt het kader vanuit de Wet geluidhinder weergegeven. Door de<br />

complexiteit van de wet worden slechts de hoofdlijnen geschetst.<br />

De regels van de Wet geluidhinder gelden alleen binnen de zone van een geluidsbron.<br />

Voor het aspect wegverkeerslawaai is in artikel 74 van de Wet geluidhinder aangegeven<br />

dat elke weg met een snelheid van meer dan 30 km/uur een geluidszone heeft. De<br />

breedte van deze zone is afhankelijk van het aantal rijstroken waaruit de weg in de te<br />

onderzoeken situatie bestaat. Binnen deze zone vindt dus het akoestisch onderzoek<br />

plaats. In onderstaande tabel zijn de relevante zones voor wegverkeer opgenomen.<br />

Tabel 1: zonebreedte aan weerszijden van een weg.<br />

Aantal Aantal Rijstroken<br />

Rijstroken<br />

Breedte Breedte van van de de geluidszone geluidszone in in meters<br />

meters<br />

Buitenstedelijk Buitenstedelijk gebied gebied Bi Binnenstedelijk Bi<br />

nnenstedelijk gebied gebied<br />

gebied<br />

1 of 2 250 200<br />

3 of 4 400 350<br />

5 of meer 600 350<br />

De definities van buitenstedelijk en binnenstedelijk gebied zijn opgenomen in artikel 1<br />

van de Wet geluidhinder. Als binnenstedelijk gebied wordt aangemerkt het gebied binnen<br />

de bebouwde kom binnen de zone van een weg, uitgezonderd het gebied binnen de<br />

bebouwde kom dat gelegen is binnen de zone van een autoweg(snel)weg. De overige<br />

zones zijn buitenstedelijk.<br />

De wegen Vleutensebaan, 't Zand en Parkzichtlaan zijn binnenstedelijke wegen. Deze<br />

wegen hebben een zonebreedte van ten hoogste 350 meter. De overige woonstraten<br />

worden als 30 km/uur gebied ingericht. Deze wegen vallen formeel niet onder de Wet<br />

geluidhinder; in het kader van een goede ruimtelijke ordening worden de akoestisch<br />

relevante wegen toch onderzocht. Bij de afweging of er sprake is van een goede<br />

ruimtelijke ordening wordt aangesloten bij de kader- en normstelling uit de Wet<br />

geluidhinder. Dit alles met als doel om een vergelijkbare kwaliteit te bewerkstelligen als<br />

ware de Wet geluidhinder wel van toepassing.<br />

De zones van spoorwegen zijn vastgelegd in een apart wettelijk besluit. Voor de spoorlijn<br />

<strong>Utrecht</strong>-Woerden is de zonebreedte 500 meter.<br />

De zone van het industrieterrein Lage Weide ligt buiten het plangebied.<br />

3.2 Normering Normering bi bij bi j nieuwe nieuwe geluidsgevoelige geluidsgevoelige bestemmingen<br />

bestemmingen<br />

Het bestemmen van nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen (woon-, onderwijs- en<br />

gezondheidszorggebouwen) is zonder meer mogelijk wanneer de geluidsbelasting onder<br />

de voorkeursgrenswaarde blijft. Deze waarde bedraagt voor zowel binnen- als<br />

buitenstedelijke wegen 48 dB. Voor spoorverkeerslawaai is de voorkeurswaarde 55 dB.<br />

Van deze waarde kan gemotiveerd worden afgeweken tot aan een zekere maximale<br />

ontheffingswaarde. Hiervoor moet een zogeheten hogere waarde procedure worden<br />

gevolgd.<br />

De maximale ontheffingswaarde bedraagt 63 dB voor de bouw van nieuwe woningen,<br />

scholen en ziekenhuizen langs bestaande binnenstedelijke wegen. Wanneer er ook<br />

sprake is van een nieuwe weg, dan is de maximale ontheffingswaarde 58 dB. In de<br />

uitleggebieden, zoals hier in Leidsche Rijn, is deze maximum waarde van toepassing.<br />

Voor railverkeerslawaai is de maximale ontheffingswaarde 68 dB.<br />

Indien de geluidsbelasting op de gevel meer dan de maximale ontheffingswaarde<br />

bedraagt, is de bestemming in principe niet mogelijk. Er bestaat dan nog wel de<br />

mogelijkheid om te bouwen met vliesgevels of zogeheten dove gevels waarin geen te<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 9


Wettelijk kader<br />

openen delen aanwezig zijn. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de voor dit plan<br />

relevante grenswaarden.<br />

Tabel 2: Geluidsgrenswaarden bij nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen.<br />

Type<br />

Type<br />

Bron Voorkeursgrenswaarde Voorkeursgrenswaarde Max.<br />

Max.<br />

bestemming<br />

bestemming<br />

ontheffingswaarde<br />

ontheffingswaarde<br />

Woningen Nieuwe binnenstedelijke weg 48 dB 58 dB<br />

Woningen Bestaande binnenstedelijke weg 48 dB 63 dB<br />

Woningen Spoorweg 55 dB 68 dB<br />

Voor andere geluidsgevoelige bestemmingen dan woningen en scholen (zoals o.a.<br />

woonwagenterreinen en bepaalde gezondheidszorggebouwen) kunnen afwijkende<br />

grenswaarden gelden.<br />

De hierboven genoemde grenswaarden in dB worden uitgedrukt in Lden. Dit is een<br />

gemiddelde van de geluidsniveaus in een etmaal waarbij rekening wordt gehouden met<br />

de verschillen in hinderlijkheid in de te onderscheiden etmaalperioden. Het berekende<br />

geluidsniveau van de avondperiode wordt verhoogd met 5 dB; de nachtperiode met<br />

10 dB. Voor industrielawaai geldt een afwijkende dosismaat in dB(A), de etmaalwaarde.<br />

Dit is de hoogste waarde van de drie etmaalperioden inclusief hierboven vermelde<br />

toeslag. De geluidsbelasting wordt bepaald voor de periode 10 jaar na realisatie.<br />

De grenswaarden uit de Wet geluidhinder gelden voor de geluidsbelasting op een gevel.<br />

Dit is volgens de definitie de constructie waarmee binnen en buiten gescheiden wordt;<br />

inclusief het dak. Een blinde gevel, een dove gevel, een geluidsscherm dat bouwkundig is<br />

verbonden met het gebouw en de geluidswalzijde van geluidswalwoningen worden in de<br />

Wet geluidhinder specifiek benoemd als zijnde geen gevel. Op een gevel waarin geen te<br />

openen delen, waaronder ventilatievoorzieningen, zitten, hoeft dus vanuit de Wet<br />

geluidhinder niet te worden getoetst.<br />

Wanneer er sprake is van blootstelling aan meer dan één geluidsbron, moet ook worden<br />

bekeken wat de gecumuleerde geluidsbelasting is. Hiervoor wordt de Rekenmethode<br />

cumulatieve geluidsbelasting gebruikt. Hierbij wordt rekening gehouden met de<br />

verschillen in hinder per type geluidsbron. Het onderzoeken van cumulatie is conform<br />

het rekenvoorschrift alleen van belang als de voorkeurswaarde vanwege meerdere<br />

geluidsbronnen wordt overschreden. Er gelden geen grenswaarden voor de gecumuleerde<br />

geluidsbelasting; wel moet er een afweging worden gemaakt.<br />

3.3 <strong>Gemeente</strong>lijk <strong>Gemeente</strong>lijk geluidbeleid<br />

geluidbeleid<br />

De gemeente <strong>Utrecht</strong> zet zich in voor een leefbare woonsituatie, ook op locaties met een<br />

hogere geluidsbelasting. Deze leefbaarheid wordt bewerkstelligd door voorwaarden te<br />

verbinden aan het verlenen van hogere waarden. De voorwaarden leggen de<br />

initiatiefnemer of de beheerder een inspanning op voor een leefbare woonomgeving als<br />

compensatie voor het bouwen in een lawaaiige situatie. Dit wordt planologisch verankerd<br />

via de hogere waarde beschikking en de planregels in het bestemmingsplan.<br />

De volgende voorwaarden bij het verlenen van een hogere waarde in <strong>Utrecht</strong> zijn<br />

opgenomen in de Geluidnota <strong>Utrecht</strong>:<br />

Geluidsluwe gevel<br />

De woning heeft ten minste één gevel met een lager (luw) geluidsniveau. Het<br />

geluidsniveau is daar niet hoger dan de voorkeursgrenswaarde voor elk van te<br />

onderscheiden geluidsbronnen of de hogere waarde minus 10 dB. Voor grondgebonden<br />

woningen is het voldoende dat deze luwe gevel op één verdieping wordt gevonden (bijv.<br />

begane grond). Bij gestapelde bouw (appartementen) moet echter op elke verdieping een<br />

luwe gevel aanwezig zijn.<br />

Woningindeling<br />

De woning bevat voldoende verblijfsruimte(n) aan de zijde van de geluidsluwe gevel. Dit<br />

geldt voor ten minste 30% van het aantal verblijfsruimten of 30% van de oppervlakte van<br />

het verblijfsgebied.<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 10


Wettelijk kader<br />

Buitenruimte<br />

Indien de woning beschikt over een buitenruimte, dan is deze bij voorkeur gelegen aan<br />

de geluidsluwe zijde. Het geluidsniveau mag in ieder geval niet meer dan 5 dB hoger zijn<br />

dan bij de geluidsluwe gevel. Deze eis geldt voor maximaal één buitenruimte per woning.<br />

Voor niet-zelfstandige woonruimte met een oppervlakte ≤30m 2 (bejaardencentra,<br />

studenteneenheden) worden op individueel woningniveau geen eisen gesteld. Op<br />

gebouwniveau dient tenminste 50% van de wooneenheden te zijn gesitueerd aan een<br />

gevel met een geluidsbelasting van maximaal 5 dB boven de voorkeursgrenswaarde.<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 11


4. UITGANGSPUNTEN UITGANGSPUNTEN BEREK BEREKENINGEN<br />

BEREK ENINGEN<br />

4.1 4.1 Rekenmethode<br />

Rekenmethode<br />

Rekenmethode<br />

Uitgangspunten berekeningen<br />

De geluidsbelastingen van weg- en railverkeerslawaai zijn bepaald met Standaard<br />

Rekenmethode II uit het Reken- en Meetvoorschrift Geluidhinder. Voor de berekeningen<br />

is gebruik gemaakt van het programma WinHavik V8.35 in combinatie met rekenhart<br />

srmiiv15 en srmspl9. Voor de wegvakken met een snelheid van 30 km/uur is de<br />

geluidsbelasting bepaald overeenkomstig de CROW publicatie "Handreiking berekenen<br />

wegverkeerslawaai bij 30 km/uur, infoblad infrastructuur 965".<br />

In deze rekenmodellen zijn alle relevante gebouwen, (absorberende) bodemvlakken,<br />

rijlijnen, geluidsbronnen en schermen gemodelleerd. Hieronder is een overzicht van het<br />

rekenmodel weergegeven.<br />

Figuur 5: Overzicht rekenmodel<br />

Aangezien het een globaal bestemmingsplan betreft, zijn op voorhand de exacte locaties<br />

en hoogtes van nieuw te realiseren gebouwen nog niet aan te geven. Een gedetailleerde<br />

modelberekening, waarbij alle relevante akoestische aspecten zoals afscherming en<br />

reflectie worden meegenomen, is dan ook niet mogelijk. Daarom wordt er in dit<br />

onderzoek gebruik gemaakt van zogeheten poldercontouren. Deze geven de<br />

geluidssituatie weer bij afwezigheid van gebouwen. Hiermee wordt in de meeste gevallen<br />

een voldoende accuraat akoestisch beeld verkregen van de maximale situatie op basis<br />

waarvan een hogere waarde procedure kan worden gevolgd.<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 12


Uitgangspunten berekeningen<br />

Voor elk van de te onderscheiden kavels waarop de mogelijkheid van de realisatie van<br />

nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen bestaat, wordt van elke juridische geluidsbron<br />

het maximale geluidsniveau bepaald. De berekeningen zijn uitgevoerd in hoogtestappen<br />

van 3 meter beginnend met 2 meter ten opzichte van het lokale maaiveld. De<br />

onderzochte hoogten per locatie zijn afgestemd op de bouwhoogten zoals opgenomen<br />

op de verbeelding van en de regels in het bestemmingsplan.<br />

De berekeningsresultaten geven aan op welke locatie er op voorhand van mag worden<br />

uitgegaan dat de geluidsbelasting onder de voorkeurswaarde dan wel boven de maximale<br />

ontheffingswaarde ligt. In het eerste geval is de realisering van een geluidsgevoelige<br />

bestemming zonder meer mogelijk en hoeft daarvoor geen hogere waarde procedure te<br />

worden gevoerd. In het tweede geval is de bouw van een geluidsgevoelige bestemming<br />

alleen mogelijk middels toepassing van een dove gevel tenzij nog te bouwen aanvullende<br />

afscherming zorgt voor een voldoende lage geluidsbelasting. Dit zal bij nadere<br />

uitwerking (bij de individuele omgevingsvergunning) moeten worden onderzocht. De<br />

borging vindt plaats door middel van voorwaarden in de bestemmingsplanregels.<br />

4.2 Model Modelgegevens<br />

Model gegevens<br />

4.2.1 4.2.1 Verkeersgeg<br />

Verkeersgegevens<br />

Verkeersgeg evens<br />

De verkeersintensiteiten tot en met het jaar 2020 zijn berekend met het verkeersmodel<br />

VRU 2.0 utr 2.2 dat is gevuld met actuele informatie over verkeersintensiteiten,<br />

groei/afname van het aantal woningen/inwoners en toe-/afname van werkgelegenheid,<br />

m² bruto vloeroppervlak kantoren, winkels en andere activiteiten. Voor de jaren na 2020<br />

beschikt <strong>Utrecht</strong> nog niet over een verkeersmodel dat op dezelfde wijze is gevuld. Voor<br />

de berekening van deze jaren wordt daarom uitgegaan van een ophogingspercentage ten<br />

opzichte van de verkeersintensiteiten in 2020. Dit ophogingspercentage is voor gebieden<br />

buiten de gemeente <strong>Utrecht</strong> gebaseerd op de voorspelde landelijke groei van de<br />

bevolking met 2,5 % in vijf jaar. Voor het grondgebied van de gemeente <strong>Utrecht</strong> wordt,<br />

gelet op de eigen prognoses van de gemeente <strong>Utrecht</strong>, rekening gehouden met een<br />

hogere groei. Hier wordt daarom zekerheidshalve een ophogingspercentage gehanteerd<br />

van 5 % in vijf jaar. Deze werkwijze wordt gehanteerd tot het <strong>Utrecht</strong>s verkeersmodel<br />

voorziet in een verder weg gelegen horizonjaar dan het huidige 2020.<br />

Voor Het Zand is de situatie 2022 maatgevend. In bijlage 1 zijn alle relevante<br />

verkeersintensiteiten terug te vinden.<br />

De maximumsnelheid op de onderzochte wegen (afgezien van de 30 km/uur wegen)<br />

bedraagt 50 km/uur.<br />

Voor het railonderzoek is gebruik gemaakt van het onderzoeksmodel dat ten grondslag<br />

heeft gelegen aan het onderzoek bij de spoorverdubbeling (M+P.RIB.021.1.1 – d.d.<br />

12 februari 2002). De belangrijkste pagina's uit het betreffende onderzoek zijn als<br />

bijlage 2 aan dit rapport toegevoegd. Aan het onderzoeksmodel van M+P zijn relevante<br />

wijzigingen in de omgeving als gevolg van de ontwikkelingen in Leidsche Rijn<br />

toegevoegd.<br />

4.2.2 4.2.2 Wegdekverharding<br />

Wegdekverharding<br />

Wegdekverharding<br />

In bestemmingsplan Leidsche Rijn 99 is al de keuze gemaakt voor de toepassing van<br />

geluidsreducerende wegdekken op alle wegen in of nabij een woongebied met een<br />

snelheid van 50 km/uur of meer.<br />

In het rekenmodel is daarom voor alle 50 km/uur wegen, afgezien van enkele delen bij<br />

kruisvlakken, uitgegaan van een dunne geluidsreducerende deklaag B. Een dunne<br />

deklaag B geeft een reductie van 4,3 dB t.o.v. het referentiewegdek voor lichte<br />

motorvoertuigen bij 50 km/uur (bron stillerverkeer.<strong>nl</strong>). Vanuit civieltechnische<br />

overwegingen zijn de kruisvlakken op de Vleutensebaan voorzien van dicht asfalt beton<br />

(DAB).<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 13


4.2.3 4.2.3 Overdrachtsmaatregelen<br />

Overdrachtsmaatregelen<br />

Uitgangspunten berekeningen<br />

In het onderzoek is rekening gehouden met de reeds aanwezige, in het kader van de<br />

ontwikkeling getroffen, geluidsbeperkende voorzieningen. Dit heeft betrekking op de<br />

schermen langs het spoor (3 meter aan de noordzijde, 3 meter tussen de sporen 2 en 3<br />

en 1,5 meter aan de zuidzijde).<br />

4.2.4 4.2.4 Correctie Correctie ex ex artikel artikel 110g 110g Wet Wet geluidhinder<br />

geluidhinder<br />

Bij de bepaling van de geluidsbelasting wordt conform artikel 110g van de Wet<br />

geluidhinder rekening gehouden met het in de toekomst stiller worden van het<br />

autoverkeer. De berekende niveaus worden, alvorens toetsing aan de normen van de Wet<br />

geluidhinder plaats vindt, daarom verminderd met 2 dB indien de snelheid 70 km/uur of<br />

meer bedraagt en indien de snelheid minder dan 70 km/uur bedraagt met 5 dB<br />

(juridische waarde). Bij toetsing aan het gestelde in het Bouwbesluit dient deze correctie<br />

achterwege te blijven. Op de in deze rapportage vermelde geluidsbelastingen is de<br />

correctie ingevolge artikel 110g Wgh reeds toegepast behalve bij de bepaling van de<br />

gecumuleerde geluidsbelasting.<br />

Omdat in het kader van de ruimtelijke afweging is aangesloten bij de kader- en<br />

normstelling uit de Wet geluidhinder is de aftrek ingevolge artikel 110g ook toegepast<br />

bij de 30 km/uur wegen.<br />

4.2.5 4.2.5 Helli Hellingscorrectie<br />

Helli ngscorrectie<br />

Bij het overbruggen van een hoogteverschil van meer dan 6 meter en een<br />

stijgingspercentage van 2% of meer, is overeenkomstig het Reken- en Meetvoorschrift<br />

een hellingscorrectie toegepast.<br />

4.2.6 4.2.6 Optrekcorrectie<br />

Optrekcorrectie<br />

Overeenkomstig het Reken- en Meetvoorschrift is bij een met verkeerslichten geregeld<br />

kruispunt en een verkeersdrempel (binnen een afstand van respectievelijk 150 en<br />

100 meter van een toetspunt) rekening gehouden met een optrekcorrectie.<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 14


5. RESULTATEN<br />

RESULTATEN<br />

RESULTATEN<br />

Resultaten<br />

Er zijn voor het wegverkeer berekeningen uitgevoerd voor een viertal 'bronnen' die als<br />

juridische eenheid i.h.k.v. de Wet geluidhinder kunnen worden beschouwd:<br />

• Vleutensebaan<br />

• 't Zand<br />

• Parkzichtlaan<br />

• Spoorbaan <strong>Utrecht</strong>-Woerden<br />

De resultaten worden hieronder per juridische bron besproken. De contouren geven<br />

daarbij het volgende aan:<br />

• groen: er wordt voldaan aan de voorkeurswaarde<br />

• oranje: boven de voorkeurswaarde maar nog onder de maximale ontheffingswaarde<br />

• rood: boven de maximale ontheffingswaarde<br />

Aangezien de geluidsbelasting op verschillende hoogten soms kan variëren, worden in de<br />

bijlagen de relevante bouwlagen gepresenteerd.<br />

5.1 5.1 Vleutensebaan<br />

Vleutensebaan<br />

Vleutensebaan<br />

De geluidsbelasting overschrijdt de voorkeursgrenswaarde van 48 dB langs de gehele<br />

weg op de eerstelijns bebouwing van de Rijnsche Maan, Stationsomgeving, Leidsche<br />

Maan en De Veiling. De hoogst berekende geluidsbelasting bedraagt 54 dB waarmee de<br />

maximale ontheffingswaarde dus niet wordt overschreden.<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 15


Figuur 6 : Hoogst berekende geluidsbelasting vanwege de Vleutensebaan<br />

Resultaten<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 16


5.2 5.2 't 't Zand Zand<br />

Zand<br />

Resultaten<br />

Uit berekeningen blijkt dat de geluidsbelasting vanwege de weg 't Zand op een aantal<br />

locaties boven de voorkeurswaarde van 48 dB uitkomt. De maximale geluidsbelasting<br />

bedraagt 58 dB en voldoet daarmee aan de maximale ontheffingswaarde.<br />

Figuur 7 : Hoogst berekende geluidsbelasting vanwege de 't Zand<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 17


5.3 5.3 Parkzichtlaan<br />

Parkzichtlaan<br />

Parkzichtlaan<br />

Resultaten<br />

De geluidsbelasting vanwege de Parkzichtlaan overschrijdt de voorkeursgrenswaarde op<br />

de eerstelijns bebouwing. De hoogst berekende waarde bedraagt 53 dB en blijft daarmee<br />

ruim binnen de maximale ontheffingswaarde.<br />

Figuur 8 : Hoogst berekende geluidsbelasting vanwege de Parkzichtlaan<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 18


5.4 5.4 Spoorweg Spoorweg Spoorweg <strong>Utrecht</strong> <strong>Utrecht</strong>-Woerden<br />

<strong>Utrecht</strong> <strong>Utrecht</strong> Woerden Woerden<br />

Resultaten<br />

De geluidsbelasting overschrijdt de voorkeursgrenswaarde van 55 op de hele eerstelijns<br />

bebouwing. Op de begane grond is de geluidsbelasting circa 56-58 en loopt op tot circa<br />

66 dB op 23 meter hoogte en 68 dB op 40 meter. Uitzondering is de locatie nabij station<br />

Terwijde; hier zijn geen geluidsschermen tussen de sporen aanwezig. Daardoor wordt bij<br />

de hoogbouw in de stationsomgeving vanaf 23 meter hoogte de maximale ontheffingswaarde<br />

overschreden. Op deze locatie kan boven deze hoogte kan alleen met een dove<br />

gevel of een vliesgevel worden gebouwd.<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 19


Figuur 9 : Hoogst berekende geluidsbelasting vanwege het spoor<br />

5.5 30 30 km/uur km/uur wegen<br />

wegen<br />

Resultaten<br />

In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient een bredere milieuhygiënische<br />

afweging in relatie tot geluid te worden gemaakt dan alleen het gestelde in de Wet<br />

geluidhinder. Om die reden wordt het onderzoek verkeerslawaai niet beperkt tot de<br />

wegen die vallen onder het regiem van de Wet geluidhinder maar verbreed tot alle<br />

relevante wegen in en rond het plangebied.<br />

Bij de afweging of er sprake is van een goede ruimtelijke ordening is aangesloten bij de<br />

kader- en normstelling uit de Wet geluidhinder. Wanneer de maximale ontheffingswaarde<br />

niet wordt overschreden, kan gesproken worden van een goede ruimtelijke ordening.<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 20


Resultaten<br />

Voor een aantal relevante ontsluitingswegen met een snelheidsregiem van 30 km/uur<br />

zijn verkeersgegevens bekend. Deze wegen zijn onderzocht. Het betreft de Kees den<br />

Dongensingel, de Belcampostraat en de Jan Wolkerssingel-Vuurvlindersingel. De<br />

geluidsbelasting vanwege deze wegen komt op de eerstelijns bebouwing uit boven de<br />

voorkeursgrenswaarde. De maximale ontheffingswaarde wordt echter niet overschreden.<br />

Figuur 10 : Hoogst berekende geluidsbelasting vanwege de Kees van Dongensingel<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 21


Resultaten<br />

Figuur 11 : Hoogst berekende geluidsbelasting vanwege de Belcampostraat en de Jan<br />

Wolkerssingel-Vuurvlindersingel<br />

Aangezien niet voor alle 30 km/uur wegen prognoses beschikbaar zijn, is onderzocht<br />

(zie bijlage 3) met welke verkeersintensiteit de geluidsbelasting in het verblijfsgebied de<br />

maximale ontheffingswaarde van de Wet geluidhinder (58 dB) zou overschrijden. Voor<br />

wegen met een afstand gevel – wegas van 8 meter, tweezijdige bebouwing en klinkers in<br />

keperverband dienen er minimaal 5650 motorvoertuigen gebruik te maken van een<br />

dergelijke weg om de maximale ontheffingswaarde te overschrijden. Dit is gezien de<br />

functie en aard van de wegen niet te verwachten. Ter vergelijking: de relatief drukke<br />

Belcampostraat heeft een verkeersintensiteit van nog geen 5200 motorvoertuigen per<br />

etmaal.<br />

5.6 Gelui Geluidsluwe Gelui Geluidsluwe<br />

dsluwe gevel<br />

Conform het geluidbeleid van de gemeente <strong>Utrecht</strong> dient elke nieuw te bouwen woning te<br />

beschikken over een geluidsluwe gevel. Deze eis vanuit het besluit hogere grenswaarden<br />

wordt geborgd via bestemmingsplanregels en getoetst bij de aanvraag om een<br />

omgevingsvergunning voor het bouwen. Het ontwerpen van woningen in een hoogbelaste<br />

omgeving vergt soms aanpassingen op woning- en/of blokniveau: door middel van<br />

interne afschermingen zullen veel geluidsluwe gevels worden gerealiseerd. Vuistregel bij<br />

het ontwerpen is dat de bouwblokken zoveel mogelijk aaneengesloten en parallel aan de<br />

(spoor)weg worden gebouwd. In dit onderzoek zijn alleen poldercontouren berekend en<br />

kon nog niet op bouwblok- of woningniveau worden gecontroleerd of hieraan wordt<br />

voldaan. In het ontwerp van de woningen zal daarom nadrukkelijk rekening moeten<br />

worden gehouden met het creëren van een luwe gevel. In het kader van afzonderlijke<br />

omgevingsvergunningaanvragen zal dit aspect, dat wordt geborgd via de<br />

bestemmingsplanregels, nader worden gecontroleerd.<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 22


5.7 5.7 Cumulatie<br />

Cumulatie<br />

Cumulatie<br />

Resultaten<br />

Cumulatie van geluid speelt een rol bij de locaties langs de Vleutensebaan. Het geluid<br />

van deze weg cumuleert met dat van het spoor en bovendien nog van de wegen 't Zand<br />

en de Parkzichtlaan waar deze wegen op de Vleutensebaan uitkomen.<br />

De cumulatie van het wegverkeerslawaai is in onderstaande figuur weergegeven.<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 23


Resultaten<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 24


Figuur 12 : Maximaal cumulatief niveau wegverkeer<br />

Resultaten<br />

Uit de berekeningsresultaten blijkt dat de gecumuleerde geluidsbelasting vanwege alle<br />

wegen (dus nog exclusief railverkeer) maximaal 65 dB bedraagt ter plaatse van de hoek<br />

't Zand-Vleutensebaan. Deze waarden zijn exclusief de aftrek van art 110g Wgh.<br />

De hoogst gecumuleerde waarde samen met de bijdrage van het spoorverkeer bedraagt<br />

66 dB op de hogere bouwlagen van het blok op de hoek van de Vleutensebaan en de Kees<br />

van Dongensingel.<br />

Resumerend kan gesteld worden dat cumulatie van het geluid van weg- en railverkeer<br />

niet leidt tot een onaanvaardbaar niveau temeer als in acht wordt genomen dat de<br />

maximale ontheffingswaarde van de Wet geluidhinder voor nieuwbouw per bron (te weten<br />

63 dB zonder aftrek van 5 dB = 68 dB) niet wordt overschreden.<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 25


6. CONCLUSIES CONCLUSIES CONCLUSIES EN EN AANBEV AANBEVELINGEN<br />

AANBEV ELINGEN<br />

Conclusies en aanbevelingen<br />

Uit het onderzoek blijkt dat de bouw van geluidsgevoelige bestemmingen in Het Zand<br />

mogelijk is binnen de kaders van de Wet geluidhinder en de Geluidnota <strong>Utrecht</strong>. Wel zal<br />

de voorkeursgrenswaarde op veel locaties worden overschreden en zullen hogere<br />

waarden moeten worden verleend.<br />

Op de hogere bouwlagen in de Stationsomgeving zal de maximale ontheffingswaarde<br />

worden overschreden. Hier kan alleen met toepassing van een dove gevel of een<br />

vliesgevel worden gebouwd. Een andere keuze is om op deze locatie geen<br />

geluidsgevoelige bestemming te bouwen of te kiezen voor een lagere bouwhoogte.<br />

Om een en ander te borgen zal in het bestemmingsplan een planregel worden<br />

opgenomen die aangeeft dat aan de voorwaarden van het hogere waarden besluit moet<br />

worden voldaan:<br />

Voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan<br />

dat de geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de<br />

ten hoogst toelaatbare geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogere<br />

waarde met inachtneming van de in dit besluit gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />

Bij de verdere invulling van het gebied is een goede akoestische begeleiding<br />

noodzakelijk om aan de gestelde voorwaarden te kunnen voldoen.<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 26


Bijlage Bijlage 1: 1: Verkeersgegevens Verkeersgegevens Het Zand - 2022<br />

Vleutensebaan<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />

Bijlagen


Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />

Bijlagen


Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />

Bijlagen


't Zand<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />

Bijlagen


Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />

Bijlagen


Parkzichtlaan<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />

Bijlagen


Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />

Bijlagen


Kees van Dongensingel<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />

Bijlagen


Belcampostraat – Jan Wolkerssingel – Vuurvlindersingel<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />

Bijlagen


Bijlage Bijlage 2: 2: Spoorgegevens Spoorgegevens <strong>Utrecht</strong> <strong>Utrecht</strong>-Vleuten<br />

<strong>Utrecht</strong><br />

Vleuten<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />

Bijlagen


Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />

Bijlagen


Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />

Bijlagen


Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />

Bijlagen


Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />

Bijlagen


Bijlage Bijlage 3: 3: Verblijfsgebieden<br />

Verblijfsgebieden<br />

In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient een bredere milieuhygiënische<br />

afweging in relatie tot geluid te worden gemaakt dan alleen het gestelde in de Wet<br />

geluidhinder. Om die reden wordt het onderzoek verkeerslawaai niet beperkt tot de<br />

wegen die vallen onder het regiem van de Wet geluidhinder maar verbreed tot alle<br />

relevante wegen in en rond het plangebied.<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />

Bijlagen<br />

Bij de afweging of er sprake is van een goede ruimtelijke ordening is aangesloten bij de<br />

kader- en normstelling uit de Wet geluidhinder.<br />

Aangezien niet voor alle 30 km/uur wegen prognoses beschikbaar zijn, is onderzocht<br />

met welke verkeersintensiteit de geluidsbelasting in het verblijfsgebied de maximale<br />

ontheffingswaarde van de Wet geluihinder (58 dB) zou overschrijden. Voor wegen met<br />

een afstand gevel – wegas van 8 meter, tweezijdige bebouwing en klinkers in<br />

keperverband dienen er minimaal 5650 motorvoertuigen gebruik te maken van een<br />

dergelijke weg om de maximale ontheffingswaarde te overschrijden.<br />

Dit is gezien de functie en aard van de weg, zoals omschreven in paragraaf 3.3 van de<br />

toelichting op het bestemmingsplan, niet te verwachten. Hierdoor kan gesproken worden<br />

van een goede ruimtelijke ordening.


Bijlage Bijlage 4: 4: Rijnsche Rijnsche Maan<br />

Maan<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />

Bijlagen<br />

Hieronder worden berekeningsresultaten gepresenteerd van de geluidsbelasting op twee<br />

bouwblokken in de Rijnsche Maan waarvoor een omgevingsvergunning is verleend die<br />

mogelijk nog kan worden gewijzigd of ingetrokken.<br />

Maximale geluidsbelasting vanwege de Vleutensebaan<br />

3D-weergave geluidsbelasting vanwege de Vleutensebaan


Maximale geluidsbelasting vanwege het spoor<br />

3D-weergave geluidsbelasting vanwege het spoor<br />

De gecumuleerde geluidsbelasting is maximaal 60 dB.<br />

Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />

Bijlagen


Regels<br />

84 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Hoofdstuk 1 I<strong>nl</strong>eidende regels<br />

Artikel 1 Begrippen<br />

1.1 aan-huis-verbonden beroep of bedrijf:<br />

beroep of bedrijf dat in een woning of in een bijbehorende bouwwerk wordt uitgeoefend waarvan de<br />

ruimtelijke uitwerking of uitstraling met de woonfunctie verenigbaar is en waarbij de woning in overwegende<br />

mate haar woonfunctie behoudt en degene die het beroep of het bedrijf uitoefent ook bewoner van de<br />

woning is;<br />

hieronder wordt in ieder geval niet verstaan: een detailhandelsvestiging, een afhaalzaak, een horecabedrijf,<br />

een belhuis en een (raam)prostitutiebedrijf; hieronder wordt wel verstaan: een kleinschalige voorziening ten<br />

behoeve van kinderopvang.<br />

1.2 aanduiding:<br />

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels<br />

worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.<br />

1.3 aanduidingsgrens:<br />

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.<br />

1.4 achtererfgebied<br />

het erf aan de achterkant en de niet naar het openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1<br />

meter van de voorkant van een hoofdgebouw.<br />

1.5 additionele horeca:<br />

het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse als ondergeschikte<br />

activiteit bij een hoofdfunctie, niet zijnde horeca, waarbij de additionele horeca-activiteiten passen bij de<br />

hoofdfunctie qua uitstraling, dienen ter ondersteuning van de hoofdfunctie en niet zelfstandig worden<br />

uitgeoefend en/of toegankelijk zijn los van de hoofdfunctie.<br />

1.6 afhaalzaak:<br />

een specifieke vorm van detailhandel waar in hoofdzaak kant en klare maaltijden en kleine etenswaren,<br />

alsmede alcoholvrije drank en consumptie-ijs worden verkocht voor directe consumptie anders dan ter<br />

plaatse.<br />

1.7 archeologisch onderzoek:<br />

onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning op grond van<br />

de Monumentenwet 1988 beschikt.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 85


1.8 archeologische waarde:<br />

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude<br />

tijden.<br />

1.9 bebouwing:<br />

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.<br />

1.10 bebouwingspercentage:<br />

het met een aanduiding of in de regels aangegeven percentage, dat aangeeft hoeveel van het desbetreffende<br />

bouwperceel ten hoogste mag worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken.<br />

1.11 bed & breakfast:<br />

het tegen betaling verstrekken van logies met ontbijt binnen de (bedrijfs) woning.<br />

1.12 bedrijf:<br />

een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, produceren, bewerken/herstellen, installeren<br />

en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt<br />

onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop en/of levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte<br />

of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.<br />

1.13 bedrijfsvloeroppervlak:<br />

de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende<br />

magazijnen en overige dienstruimten en met uitzondering van gebouwde (ondergrondse of halfverdiept<br />

gelegen) parkeervoorzieningen.<br />

1.14 belhuis:<br />

een onderneming die in de sfeer van publiekgerichte dienstverlening in hoofdzaak is gericht op het<br />

aanbieden van diensten op het gebied van telecommunicatie, zoals telefoon- en internetverbindingen.<br />

1.15 besluit Hogere waarde:<br />

besluit van het bevoegd gezag waarin de ten hoogst toelaatbare geluidsbelasting op grond van de Wet<br />

geluidhinder is vastgesteld.<br />

1.16 bestaand bouwwerk:<br />

een bouwwerk, dat op het tijdstip van het in werking treden van het bestemmingsplan is of wordt gebouwd<br />

met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en/of de<br />

Woningwet.<br />

1.17 bestaand gebruik:<br />

het op het tijdstip van het in werking treden van het bestemmingsplan aanwezige gebruik.<br />

1.18 bestemmingsgrens:<br />

de grens van een bestemmingsvlak.<br />

86 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

1.19 bestemmingsplan:<br />

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0344.BPHETZAND met de<br />

bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).<br />

1.20 bestemmingsvlak:<br />

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.<br />

1.21 bijbehorend bouwwerk:<br />

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend<br />

hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.<br />

1.22 bouwen:<br />

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een<br />

bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.<br />

1.23 bouwgrens:<br />

de grens van een bouwvlak.<br />

1.24 bouwlaag:<br />

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of<br />

balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.<br />

1.25 bouwperceel:<br />

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende<br />

bebouwing is toegelaten.<br />

1.26 bouwvlak:<br />

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde<br />

gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.<br />

1.27 bouwwerk:<br />

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect<br />

met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.<br />

1.28 brutovloeroppervlak:<br />

de totale binnen een gebouw beschikbare vloeroppervlakte, inclusief de verdiepingen.<br />

1.29 culturele voorzieningen:<br />

voorzieningen gericht op kunst, ontspanning, vrijetijdsbesteding en vermaak, zoals theaters, bioscopen,<br />

musea, ateliers en muziekcentra.<br />

1.30 dak:<br />

een bovenbeëindiging van een gebouw.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 87


1.31 detailhandel:<br />

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen, het verhuren en/of<br />

het leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of<br />

aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Hieronder wordt niet<br />

verstaan afhaalzaken.<br />

1.32 dienstverlening:<br />

dienstverlening door een bedrijf of instelling dat in hoofdzaak baliewerkzaamheden verricht of andere<br />

diensten verleent, gericht op het publiek, zoals stomerijen, wasserettes, kappers, pedicures, makelaars, reisen<br />

uitzendbureaus e.d.. Hieronder worden niet verstaan belhuizen.<br />

1.33 erfzone<br />

de zone van 2,5 meter direct grenzend aan de achterkant en de zijkant van een hoofdgebouw op het<br />

achtererfgebied.<br />

1.34 gebouw:<br />

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten<br />

ruimte vormt.<br />

1.35 (half)verdiepte parkeergarage<br />

Een geheel of gedeeltelijk ondergronds gebouw ten behoeve van parkeren. Een halfverdiepte parkeergarage is<br />

maximaal 1.2 m boven (straat)peil gelegen.<br />

1.36 hoofdgebouw:<br />

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de<br />

bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.<br />

1.37 horeca:<br />

het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse en/of het exploiteren<br />

van zaalaccommodatie.<br />

1.38 kantoor:<br />

een gebouw of een gedeelte van een gebouw dat dient voor de bedrijfsmatige uitoefening van administratieve<br />

werkzaamheden en voor zakelijke dienstverlening.<br />

1.39 kap:<br />

een gesloten en (gedeeltelijk) hellende bovenbeëindiging van een bouwwerk.<br />

1.40 Lijst van Bedrijven 'functiemenging':<br />

de Lijst van Bedrijven 'functiemenging' die onderdeel uitmaakt van deze regels, die een onderverdeling van<br />

bedrijfsactiviteiten aangeeft, die een gelijke of nagenoeg gelijke invloed hebben op een nabij gelegen of<br />

omringende woonomgeving.<br />

88 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

1.41 Lijst van Horeca-activiteiten:<br />

de Lijst van Horeca-activiteiten die onderdeel uitmaakt van deze regels, die een onderverdeling van horecaactiviteiten<br />

aangeeft, die een gelijke of nagenoeg gelijke invloed hebben op een nabij gelegen of omringende<br />

woonomgeving.<br />

1.42 maatschappelijke voorzieningen:<br />

voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, religie, onderwijs, kinderopvang, buitenschoolse opvang,<br />

openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen sectoren.<br />

1.43 nutsvoorzieningen:<br />

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations,<br />

schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van<br />

(ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.<br />

1.44 tuincentrum<br />

een detailhandelsbedrijf waarbij bedrijfsmatig tuin-, tuinaa<strong>nl</strong>egartikelen en dierbenodigdheden worden<br />

verkocht, zoals bloemen, planten, zaden, tuingereedschap, meststoffen, afrasteringsmateriaal, diervoeding<br />

en dergelijke, waarbij de overdekte verkoopvloeroppervlakte ten minste 1.000 m² bedraagt.<br />

1.45 peil:<br />

a. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang grenst aan de weg: de hoogte van de kruin van de weg;<br />

b. voor andere gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het<br />

aansluitende afgewerkte maaiveld;<br />

c. voor gebouwen die grenzen aan een dijk: de hoogte van de kruin van de dijk ter plaatse van het<br />

bouwwerk.<br />

1.46 plan:<br />

het bestemmingsplan Het Zand van de gemeente <strong>Utrecht</strong>.<br />

1.47 Verordening op de Archeologische Monumentenzorg:<br />

de sedert 22 december 2009 van kracht zijnde Verordening op de Archeologische Monumentenzorg van de<br />

gemeente <strong>Utrecht</strong>.<br />

1.48 voorgevel:<br />

de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als<br />

belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.<br />

1.49 voorgevelrooilijn:<br />

De lijn die wordt bepaald door de naar het openbaar toegankelijk gebied (zoals de weg, openbaar groen of<br />

water) gekeerde voorgevel of het verlengde daarvan, van een hoofdgebouw.<br />

1.50 Wgh- inrichtingen:<br />

bedrijven zoals bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer die in<br />

belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 89


1.51 woning:<br />

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.<br />

1.52 woonwagen:<br />

een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan<br />

worden verplaatst.<br />

1.53 woonwagenstandplaats/standplaats:<br />

een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het<br />

leidingennet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden<br />

aangesloten.<br />

1.54 woon-werk-woning<br />

een gebouw waarin wonen plaatsvindt in combinatie met aan-huis-verbonden beroepsmatige en<br />

bedrijfsmatige activiteiten uit de categorie A en B1 van de Lijst van bedrijven functiemenging in een grotere<br />

omvang dan op grond van de bestemmingsregels is toegestaan bij woningen; hieronder wordt ook begrepen<br />

het gebruik ten behoeve van atelier, kantoor, dienstverlening, of maatschappelijke voorzieningen en een<br />

kleinschalige voorziening ten behoeve van kinderopvang.<br />

Hieronder wordt in ieder geval niet verstaan: een detailhandelsvestiging (uitgezonderd een beperkte verkoop<br />

ondergeschikt aan de uitoefening van beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten), een afhaalzaak, een<br />

horecabedrijf, een belhuis en een (raam)prostitutiebedrijf.<br />

Artikel 2 Wijze van meten<br />

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:<br />

2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk:<br />

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met<br />

uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee<br />

gelijk te stellen bouwonderdelen.<br />

2.2 de dakhelling:<br />

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.<br />

2.3 de goothoogte van een bouwwerk:<br />

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te<br />

stellen constructiedeel.<br />

2.4 de hoogte van een kap:<br />

vanaf de bovenkant goot, c.q. de druiplijn, boeiboord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel tot het<br />

hoogste punt van de kap.<br />

90 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

2.5 de inhoud van een bouwwerk:<br />

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de<br />

scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.<br />

2.6 de oppervlakte van een bouwwerk:<br />

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het<br />

gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 91


Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels<br />

Artikel 3 Bedrijf<br />

3.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. bedrijven, tot en met categorie 1, zoals genoemd in de bij deze regels behorende Lijst van<br />

Bedrijfsactiviteiten;<br />

b. aan de bedrijfsactiviteiten ondergeschikte en daarmee samenhangende kantoorruimte;<br />

c. aan de bedrijfsactiviteiten ondergeschikte en daarmee samenhangende detailhandel tot maximaal<br />

400 m2; d. de bij de bestemming behorende verkeers-, parkeer- en groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water,<br />

tuinen, erven en terreinen.<br />

3.2 Bouwregels<br />

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met in<br />

achtneming van de volgende bepalingen:<br />

3.2.1 Gebouwen<br />

a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;<br />

b. het bebouwingspercentage ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' mag niet<br />

worden overschreden; indien geen aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' is aangegeven,<br />

bedraagt het maximale bebouwingspercentage 100%;<br />

c. de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte' mag niet worden overschreden;<br />

d. de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte' mag niet worden overschreden;<br />

e. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen gebouwen van ondergeschikte aard, zoals een<br />

fietsenstalling, buiten het bouwvlak worden gebouwd tot een gezame<strong>nl</strong>ijke oppervlakte van 6 m2 per<br />

bouwperceel en een maximale bouwhoogte van 3 meter.<br />

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />

a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, met<br />

uitzondering van erf- en perceelafscheidingen welke niet meer dan 2 meter hoog mogen zijn achter de<br />

voorgevelrooilijn en 1 meter hoog voor de voorgevelrooilijn;<br />

b. het gestelde onder a. geldt niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter geleiding, begeleiding en<br />

regeling van het verkeer;<br />

c. in afwijking van het gestelde onder a. mag de bouwhoogte van palen en masten maximaal 6 meter<br />

bedragen.<br />

3.3 Specifieke gebruiksregels<br />

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:<br />

a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;<br />

b. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;<br />

c. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;<br />

d. inrichtingen die zijn genoemd in bijlage C en D van het besluit m.e.r. 1994 zijn niet toegestaan;<br />

e. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 meter op onbebouwde gronden is niet<br />

toegestaan;<br />

f. zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan.<br />

92 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

3.4 Afwijken van de gebruiksregels<br />

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde genoemd in<br />

artikel 3.1 onder a, door bedrijven toe te laten die niet in de Lijst van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd en/of<br />

één categorie hoger dan in artikel 3.1 onder a genoemd, voorzover deze bedrijven naar aard en invloed op de<br />

omgeving geacht kunnen worden gelijk te zijn aan de categorieën van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten, zoals in<br />

artikel 3.1 onder a genoemd.<br />

3.5 Wijzigingsbevoegdheid<br />

Burgemeester en wethouders kunnen de Lijst van Bedrijfsactiviteiten, wijzigen op grond van artikel 3.6 van de<br />

Wet ruimtelijke ordening door het opnemen dan wel afvoeren van een bedrijf, indien ontwikkelingen op het<br />

gebied van de milieuhygiëne dan wel technologische ontwikkelingen daartoe aa<strong>nl</strong>eiding geven.<br />

Artikel 4 Bedrijf - Nutsvoorziening<br />

4.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor ' Bedrijf - Nutsvoorziening ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. nutsvoorzieningen;<br />

b. bij de bestemming behorende verkeers-, parkeer- en groenvoorzieningen, water en erven.<br />

4.2 Bouwregels<br />

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met<br />

inachtneming van de volgende bepalingen:<br />

4.2.1 Gebouwen<br />

a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;<br />

b. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer dan 3 meter bedragen, tenzij op de verbeelding anders is<br />

aangegeven.<br />

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />

a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 3 meter bedragen;<br />

b. Het onder a. bepaalde geldt niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde ter geleiding, begeleiding en<br />

regeling van het verkeer.<br />

Artikel 5 Detailhandel - Tuincentrum<br />

5.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor 'Detailhandel - Tuincentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. een tuincentrum;<br />

b. additionele horeca;<br />

c. (fiets)parkeervoorzieningen;<br />

d. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': een bedrijfswoning en in samenhang daarmee<br />

voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroep of bedrijf dan wel een bed & breakfast;<br />

e. de bij de bestemming behorende verkeers- en groenvoorzieningen, zoals nutsvoorzieningen en<br />

ontsluitingswegen alsmede waterbeheer en waterberging.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 93


5.2 Bouwregels<br />

Binnen deze bestemming mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd, met<br />

inachtneming van de volgende bepalingen:<br />

5.2.1 Gebouwen<br />

a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;<br />

b. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 3 meter;<br />

c. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 7 meter;<br />

d. de inhoud van een bedrijfswoning mag ten hoogste 600 m³ bedragen.<br />

5.2.2 Bijbehorende bouwwerken bij het tuincentrum<br />

a. de gezame<strong>nl</strong>ijke oppervlakte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken behorende bij het tuincentrum<br />

mag maximaal 100 m² bedragen.<br />

5.2.3 Bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning<br />

a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend op een afstand van tenminste 1 meter achter de<br />

voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw worden gebouwd;<br />

b. de diepte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk aan het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het<br />

verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw, maximaal 3 meter bedragen;<br />

c. de breedte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van een hoofdgebouw mag,<br />

gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van het hoofdgebouw, maximaal 3 meter bedragen;<br />

d. de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk mag niet meer bedragen dan de hoogte<br />

van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, vermeerderd met 0,3 meter;<br />

e. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 m bedragen, en indien het<br />

bijbehorend bouwwerk wordt afgedekt met een kap mag de bouwhoogte maximaal 4,5 meter bedragen;<br />

f. indien de oppervlakte van een bouwperceel kleiner is dan 250 m2 mag de maximale oppervlakte aan<br />

bijbehorende bouwwerken ten hoogste 50% bedragen van het bouwperceel tot een oppervlakte van ten<br />

hoogste 50 m², waarbij het bouwvlak waarop het hoofdgebouw is gebouwd bij deze berekening buiten<br />

beschouwing wordt gelaten;<br />

g. indien de oppervlakte van het bouwperceel meer bedraagt dan 250 m² en minder dan 500 m2, mag de<br />

maximale oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken ten hoogste 20% bedragen van het bouwperceel tot<br />

een oppervlakte van ten hoogste 100 m², waarbij het bouwvlak waarop het hoofdgebouw is gebouwd bij<br />

deze berekening van bouwperceel buiten beschouwing wordt gelaten;<br />

h. de bestaande bijbehorende bouwwerken die niet voldoen aan hetgeen hiervoor is bepaald mogen worden<br />

gehandhaafd en vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot.<br />

5.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />

a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, met<br />

uitzondering van erf- en terreinafscheidingen welke niet meer dan 2 meter hoog mogen zijn achter de<br />

voorgevelrooilijn en 1 meter hoog voor de voorgevelrooilijn;<br />

b. in afwijking van het gestelde onder a. mag de bouwhoogte van palen en masten niet meer dan 6 meter<br />

bedragen.<br />

94 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Artikel 6 Gemengd - 1<br />

6.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor Gemengd - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. woningen, al dan niet in combinatie met een aan-huis-verbonden-beroep of bedrijf dan wel een bed &<br />

breakfast;<br />

b. maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend op de begane grond;<br />

c. dienstverlening, uitsluitend op de begane grond;<br />

d. bedrijven, zoals opgenomen in de categorie A en/of B1 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst<br />

van Bedrijven functiemenging, uitlsuitend op de begane grond;<br />

e. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage': een (half)verdiepte parkeergarage;<br />

f. de bij de bestemming behorende verkeers-, parkeer- en groenvoorzieningen, fietsenbergingen,<br />

speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water, tuinen, erven, pleinen en terreinen.<br />

6.2 Bouwregels<br />

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met<br />

inachtneming van de volgende bepalingen:<br />

6.2.1 Gebouwen<br />

a. de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte', mag niet worden overschreden;<br />

b. voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />

geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />

geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogere waarde met inachtneming van de in dit<br />

besluit gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />

6.2.2 Bijbehorende bouwwerken bij woningen<br />

a. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 meter bedragen, en indien<br />

het bijbehorend bouwwerk wordt afgedekt met een kap mag de bouwhoogte maximaal 4,5 meter<br />

bedragen;<br />

b. de erfzone mag volledig worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken;<br />

c. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m2 of minder, mag maximaal 50% van het<br />

achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 30 m2 naast<br />

hetgeen in toegestaan in de erfzone.<br />

6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />

a. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, met<br />

uitzondering van terrein- en erfafscheidingen welke niet meer dan 2 meter hoog mogen zijn achter de<br />

voorgevelrooilijn en 1 meter hoog voor de voorgevelrooilijn;<br />

b. het gestelde onder a. geldt niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter geleiding, begeleiding en<br />

regeling van het verkeer;<br />

c. In afwijking van het gestelde onder a. mag de bouwhoogte van palen en masten niet meer dan 6 meter<br />

bedragen;<br />

d. bestaande bijbehorende bouwwerken die niet voldoen aan het bepaalde vermeld onder a t/m c mogen<br />

worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 95


6.3 Specifieke gebruiksregels<br />

6.3.1 Nadere bepalingen voor functies<br />

de totale maximum bruto vloeroppervlakte van de in lid 6.1 onder b tot en met d bedoelde genoemde<br />

gemengde functies niet meer mag bedragen dan 18.000 m², en indien deze aanduiding in meerdere<br />

bestemmingsvlakken voorkomt, de maximum vloeroppervlakte van bedrijven voor al die vlakken gezame<strong>nl</strong>ijk<br />

geldt;<br />

6.3.2 Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf<br />

De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend<br />

toegestaan indien:<br />

a. het vloeroppervlak ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf niet<br />

groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 60 m², inclusief<br />

aangebouwde bijbehorende bouwwerken;<br />

b. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf, maximaal 60 m2 bedraagt, indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorende bouwwerk wordt<br />

uitgeoefend;<br />

c. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de bij<br />

dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijven fumctiemenging en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen<br />

milieuvergunning is vereist;<br />

d. geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van<br />

de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare<br />

ruimte.<br />

6.3.3 Bed & breakfast<br />

De uitoefening van een bed & breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien de<br />

hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in gebruik houdt voor wonen.<br />

6.4 Afwijken van de gebruiksregels<br />

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:<br />

a. lid 6.3.2 onder c voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst<br />

van Bedrijven functiemenging, indien en voorzover deze naar aard en invloed op de omgeving geacht<br />

kunnen worden gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst van<br />

Bedrijven functiemenging.<br />

Artikel 7 Gemengd - 2<br />

7.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor Gemengd - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. woningen, al dan niet in combinatie met een aan-huis-verbonden-beroep of bedrijf dan wel een bed &<br />

breakfast;<br />

b. maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend op de eerste, tweede, derde en vierde bouwlaag ;<br />

c. sport, uitsluitend op de eerste, tweede, derde en vierde bouwlaag;<br />

d. horeca in maximaal categorie C en D van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst van Horecaactiviteiten,<br />

uitsluitend op de eerste, tweede, derde en vierde bouwlaag;<br />

e. de bij de bestemming behorende verkeers-, parkeer- en groenvoorzieningen, fietsenbergingen,<br />

speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water, tuinen, erven, pleinen en terreinen.<br />

96 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

7.2 Bouwregels<br />

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met<br />

inachtneming van de volgende bepalingen:<br />

7.2.1 Gebouwen<br />

a. het hoofdgebouw mag uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;<br />

b. het bouwvlak mag tot 100% worden bebouwd;<br />

c. de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte', mag niet worden overschreden;<br />

d. voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />

geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />

geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogere waarde met inachtneming van de in dit<br />

besluit gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />

7.3 Specifieke gebruiksregels<br />

7.3.1 Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf<br />

De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend<br />

toegestaan indien:<br />

a. het vloeroppervlak ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf niet<br />

groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 60 m², inclusief<br />

aangebouwde bijbehorende bouwwerken;<br />

b. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf, maximaal 60 m2 bedraagt, indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorende bouwwerk wordt<br />

uitgeoefend;<br />

c. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de bij<br />

dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijven functiemenging en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen<br />

milieuvergunning is vereist;<br />

d. geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van<br />

de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare<br />

ruimte.<br />

7.3.2 Bed & breakfast<br />

De uitoefening van een bed & breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien de<br />

hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in gebruik houdt voor wonen.<br />

7.4 Afwijken van de gebruiksregels<br />

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:<br />

a. lid 7.3.1 onder c voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst<br />

van Bedrijven functiemenging, indien en voorzover deze naar aard en invloed op de omgeving geacht<br />

kunnen worden gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst van<br />

Bedrijven van functiemenging.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 97


Artikel 8 Gemengd - 3<br />

8.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor Gemengd - 3 aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. woningen, al dan niet in combinatie met een aan-huis-verbonden-beroep of bedrijf dan wel een bed &<br />

breakfast;<br />

b. maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend op de begane grond;<br />

c. dienstverlening, uitsluitend op de begane grond;<br />

d. bedrijven, zoals opgenomen in de categorie A en/of B1 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst<br />

van Bedrijven functiemenging uitsluitend op de begane grond;<br />

e. horeca in categorie B, C, en D van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst van horeca-activiteiten,<br />

uitlsuitend op de begane grond;<br />

f. culturele voorzieningen;<br />

g. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang': een onderdoorgang;<br />

h. de bij de bestemming behorende verkeers-, parkeervoorzieningen, waaronder (half)verdiepte<br />

parkeergarages, groenvoorzieningen, fietsenbergingen, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water,<br />

tuinen, erven, pleinen en terreinen.<br />

8.2 Bouwregels<br />

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met<br />

inachtneming van de volgende bepalingen:<br />

8.2.1 Gebouwen<br />

a. het aantal woningen van de in lid 8.1 onder a genoemde woningen mag niet meer bedragen dan het<br />

aantal dat op de verbeelding is weergegeven;<br />

b. ter plaatse van de aanduiding 'minimum aantal wooneenheden' moet minimaal het genoemde aantal<br />

woningen worden gebouwd;<br />

c. de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte', mag niet worden overschreden;<br />

d. voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />

geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />

geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogere waarde met inachtneming van de in dit<br />

besluit gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />

8.2.2 Bijbehorende bouwwerken bij woningen<br />

a. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 meter bedragen, en indien<br />

het bijbehorend bouwwerk wordt afgedekt met een kap mag de bouwhoogte maximaal 4,5 meter<br />

bedragen;<br />

b. de erfzone mag volledig worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken;<br />

c. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m2 of minder, mag maximaal 50% van het<br />

achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 30 m2 naast<br />

hetgeen is toegestaan in de erfzone;<br />

d. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m2 tot 1500 m2, mag maximaal 10% van het<br />

achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 75 m2 naast<br />

hetgeen is toegestaan in de erfzone;<br />

e. bestaande bijbehorende bouwwerken die niet voldoen aan het bepaalde vermeld onder a t/m d mogen<br />

worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot.<br />

98 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

8.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />

a. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, met<br />

uitzondering van terrein- en erfafscheidingen welke niet meer dan 2 meter hoog mogen zijn achter de<br />

voorgevelrooilijn en 1 meter hoog voor de voorgevelrooilijn.<br />

b. het gestelde onder a. geldt niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter geleiding, begeleiding en<br />

regeling van het verkeer.<br />

c. In afwijking van het gestelde onder a. mag de bouwhoogte van palen en masten niet meer dan 6 meter<br />

bedragen.<br />

8.3 Specifieke gebruiksregels<br />

8.3.1 Nadere bepalingen voor functies<br />

De totale maximum bruto vloeroppervlakte van de in lid 8.1 onder b tot en met e bedoelde genoemde<br />

gemengde functies niet meer mag bedragen dan 18.000 m², en indien deze aanduiding in meerdere<br />

bestemmingsvlakken voorkomt, de maximum vloeroppervlakte van functies voor al die vlakken gezame<strong>nl</strong>ijk<br />

geldt;<br />

8.3.2 Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf<br />

De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend<br />

toegestaan indien:<br />

a. het vloeroppervlak ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf niet<br />

groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 60 m², inclusief<br />

aangebouwde bijbehorende bouwwerken;<br />

b. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf, maximaal 60 m2 bedraagt, indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorende bouwwerk wordt<br />

uitgeoefend;<br />

c. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de bij<br />

dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen<br />

milieuvergunning is vereist;<br />

d. geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van<br />

de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare<br />

ruimte;<br />

8.3.3 Bed & breakfast<br />

De uitoefening van een bed & breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien de<br />

hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in gebruik houdt voor wonen.<br />

8.4 Afwijken van de gebruiksregels<br />

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:<br />

a. lid 8.3.2 onder c voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de Lijst van Bedrijven functiemenging,<br />

indien en voorzover deze naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden gelijk te zijn aan<br />

categorie A of B1 van de Lijst van Bedrijvan functiemenging.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 99


Artikel 9 Groen<br />

9.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. groenvoorzieningen, gazons en beplantingen;<br />

b. voet- en fietspaden;<br />

c. bermen en bermsloten;<br />

d. nutsvoorzieningen;<br />

e. speelvoorzieningen;<br />

f. evenementen;<br />

g. verhardingen ten behoeve van speel- en sportvoorzieningen;<br />

h. onderhoudspaden en –stroken ten behoeve van de aangrenzende bestemming Water;<br />

i. water, waterbeheer en waterberging;<br />

j. bescherming van de bestaande ecologische waarde;<br />

k. de bij de bestemming behorende voorzieningen zoals kunstwerken waaronder duikers, bruggen en<br />

faunapassages en ontsluitingen van de naastgelegen bestemmingen.<br />

9.2 Bouwregels<br />

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met<br />

inachtneming van de volgende regels:<br />

9.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />

a. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, met<br />

uitzondering van terrein- en erfafscheidingen welke niet meer dan 1 meter hoog mogen zijn;<br />

b. het gestelde onder a. geldt niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter geleiding, begeleiding en<br />

regeling van het verkeer.<br />

9.3 Wijzigingsbevoegdheid<br />

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone wijzigingsgebied' de<br />

bestemming 'Groen' te wijziging ten behoeve van woningen.<br />

9.3.1 Wijzigingsbepalingen<br />

Bij de wijziging als bedoeld in artikel 9.3 nemen Burgemeester en wethouders de volgende bepalingen in<br />

acht:<br />

a. het aantal woningen mag maximaal 10 bedragen;<br />

b. de bouwhoogte van de woningen mag niet meer dan 11 meter bedragen;<br />

c. de woningen worden op een zorgvuldige en stedenbouwkundig verantwoorde wijze ingepast in de<br />

bestaande woon- en leefomgeving;<br />

d. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden<br />

en/of bouwwerken;<br />

e. geen nadelige invloed ontstaat op de normale afwikkeling van het verkeer en wordt voorzien in de<br />

parkeerbehoefte;<br />

f. een omgevingsvergunning bouwen, voor het bouwen van een woning, slechts wordt verleend indien de<br />

bedrijfsvoering van het bedrijf binnen de bestemming Wonen-1 met de aanduiding 'specifieke vorm van<br />

bedrijf- sierkassenbedrijf' algeheel is beëindigd en het desbetreffende perceel conform artikel 15.1 onder<br />

a en d wordt gebruikt en voor het overige wordt voldaan aan het gestelde in artikel 15.2 e.v.<br />

100 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Artikel 10 Kantoor<br />

10.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor Kantoor aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. kantoren;<br />

b. de bij de bestemming behorende verkeers-, parkeer- en groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water,<br />

tuinen, erven en terreinen.<br />

10.2 Bouwregels<br />

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met<br />

inachtneming van de volgende bepalingen:<br />

10.2.1 Gebouwen<br />

a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;<br />

b. het percentage ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' mag niet worden<br />

overschreden; indien geen aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' is aangegeven, bedraagt het<br />

maximum bebouwingspercentage 100%;<br />

c. de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte' en 'maximum bouwhoogte', mag niet<br />

worden overschreden;<br />

d. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen gebouwen van ondergeschikte aard, zoals een<br />

fietsenstalling, buiten het bouwvlak worden gebouwd tot een oppervlakte van 50 m2 per bouwperceel;<br />

10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />

a. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, met<br />

uitzondering van erf- en perceelafscheidingen welke niet meer dan 2 meter hoog mogen zijn achter de<br />

voorgevelrooilijn en 1 meter hoog voor de voorgevelrooilijn.<br />

b. het gestelde onder a. geldt niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter geleiding, begeleiding en<br />

regeling van het verkeer.<br />

c. In afwijking van het gestelde onder a. mag de bouwhoogte van palen en masten niet meer dan 6 meter<br />

bedragen.<br />

Artikel 11 Maatschappelijk<br />

11.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. maatschappelijke voorzieningen;<br />

b. additionele horeca;<br />

c. de bij de bestemming behorende verkeers-, parkeer-, speel- en groenvoorzieningen, (school)pleinen,<br />

fiets- en voetpaden, fietsenbergingen, nutsvoorzieningen, water, tuinen, erven en terreinen.<br />

11.2 Bouwregels<br />

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met<br />

inachtneming van de volgende bepalingen:<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 101


11.2.1 Gebouwen<br />

a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;<br />

b. de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte' en 'maximum goothoogte', mag<br />

c.<br />

niet worden overschreden;<br />

het percentage ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' mag niet worden<br />

overschreden; indien geen aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' is aangegeven, bedraagt het<br />

maximum bebouwingspercentage 100%;<br />

d. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen gebouwen van ondergeschikte aard, zoals een<br />

fietsenberging, buiten het bouwvlak worden gebouwd;<br />

e. voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />

geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />

geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogere waarde met inachtneming van de in dit<br />

besluit gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />

11.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />

a. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, met<br />

uitzondering van terrein- en erfafscheidingen welke niet meer dan 2 meter hoog mogen zijn achter de<br />

voorgevelrooilijn en 1 meter hoog voor de voorgevelrooilijn;<br />

b. het gestelde onder a. geldt niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter geleiding, begeleiding en<br />

regeling van het verkeer;<br />

Artikel 12 Verkeer<br />

12.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. rijwegen;<br />

b. fiets- en voetpaden;<br />

c. parkeervoorzieningen;<br />

d. water en kruisingen met water;<br />

e. waterbeheer en waterberging;<br />

f. geluidwerende voorzieningen;<br />

g. de bij de bestemming behorende groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, fietsenstallingen, reclameuitingen<br />

en kunstwerken.<br />

12.2 Bouwregels<br />

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met<br />

inachtneming van de volgende bepalingen:<br />

12.2.1 Gebouwen<br />

a. de oppervlakte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 6 m² per gebouw;<br />

b. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 2 meter;<br />

12.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />

a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen;<br />

b. de bouwhoogte van speelvoorzieningen mag in afwijking van het bepaalde genoemd onder a., niet meer<br />

bedragen dan 4 meter;<br />

c. de bouwhoogte van palen en masten mag in afwijking van het bepaalde genoemd onder a., niet meer<br />

bedragen dan 6 meter;<br />

d. het gestelde onder a. geldt niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter geleiding, begeleiding en<br />

regeling van het verkeer.<br />

102 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Artikel 13 Verkeer - Verblijfsgebied<br />

13.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor Verkeer - Verblijfsgebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. verkeers- en verblijfsgebied voor gemotoriseerd verkeer en langzaam verkeer;<br />

b. water, waterbeheer en waterberging en kruisingen met water;<br />

c. groenvoorzieningen;<br />

d. parkeervoorzieningen;<br />

e. speelvoorzieningen;<br />

f. evenementen;<br />

g. bij de bestemming behorende wegen, bruggen, geluidwerende voorzieningen, fietsenstallingen,<br />

nutsvoorzieningen, kunstwerken.<br />

13.2 Bouwregels<br />

Binnen deze bestemming mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd<br />

onder de volgende voorwaarden:<br />

13.2.1 Gebouwen<br />

a. de oppervlakte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 6 m² per gebouw;<br />

b. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 2 meter;<br />

13.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde<br />

a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 meter;<br />

b. het bepaalde onder a. geldt niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde ter geleiding, begeleiding en<br />

regeling van het verkeer;<br />

c. in afwijking van het bepaalde onder a. mag de hoogte van speelvoorzieningen niet meer dan 4 meter<br />

bedragen;<br />

d. in afwijking van het bepaalde onder a. mag de bouwhoogte van palen en masten niet meer dan 6 meter<br />

bedragen;<br />

Artikel 14 Water<br />

14.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. waterlopen met bijbehorende taluds en oevers;<br />

b. waterhuishouding;<br />

c. waterbeheer en waterberging;<br />

d. kruisingen met wegverkeer;<br />

e. groenvoorzieningen;<br />

f. kunstwerken, bruggen, duikers, dammen en kademuren;<br />

g. steigers;<br />

h. ontsluitingen van de naastgelegen bestemmingen.<br />

14.2 Bouwregels<br />

Binnen deze bestemming mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd<br />

onder de volgende voorwaarden:<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 103


14.2.1 Gebouwen<br />

Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd.<br />

14.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />

a. op of in de in lid 14.1 onder a tot en met g genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen<br />

gebouwen worden gebouwd, zoals keermuren voor de waterbeheersing, oeverbeschoeiingen, duikers,<br />

bruggen en steigers.<br />

b. de oppervlakte van een steiger mag niet meer bedragen dan 20 m².<br />

Artikel 15 Wonen - 1<br />

15.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor Wonen - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. woningen, al dan niet in combinatie met een aan- huis- verbonden beroep- of bedrijf dan wel een bed &<br />

breakfast;<br />

b. de uitoefening van bedrijfsactiviteiten uit categorie A en B1 van de bij dit bestemmingsplan behorende<br />

Lijst van Bedrijven functiemenging voor zover aanwezig ten tijde van de terinzagelegging van het<br />

ontwerp;<br />

c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - dierenpension' is tevens een dierenpension<br />

toegestaan;<br />

d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1' is tevens een sierkassenbedrijf toegestaan<br />

uit categorie 3 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten;<br />

e. de bij deze bestemming behorende tuinen, erven, water en parkeervoorzieningen, met dien verstande dat<br />

per woning ten hoogste één inrit is toegestaan.<br />

15.2 Bouwregels<br />

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met<br />

inachtneming van de volgende bepalingen:<br />

15.2.1 Gebouwen<br />

a. het bestaande aantal woningen mag niet worden uitgebreid, tenzij anders is aangegeven;<br />

b. per bouwperceel mag slechts één hoofdgebouw worden gebouwd;<br />

c. de bouwhoogte en goothoogte van het hoofdgebouw mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 10<br />

meter en 6 meter, tenzij anders is aangegeven;<br />

d. de afstand tussen de perceelsgrens grenzend aan de weg of wegen of groen en de voorgevel van het<br />

(nieuw op te richten) hoofdgebouw, mag minimaal 4 meter en maximaal 15 meter bedragen;<br />

e. de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens en de achterste perceelsgrens mag<br />

minimaal 5 meter bedragen;<br />

f. de inhoud van het hoofdgebouw, exclusief bijbehorende bouwwerken, mag niet meer bedragen<br />

dan 600 m3; g. bestaande hoofdgebouwen die niet voldoen aan het bepaalde genoemd onder a t/m f mogen worden<br />

gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot;<br />

h. voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />

geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />

geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogere waarde met inachtneming van de in dit<br />

besluit gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />

104 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

15.2.2 Bijbehorende bouwwerken<br />

a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend op een afstand van ten minste 1 meter achter de<br />

voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw worden gebouwd;<br />

b. de diepte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk aan het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het<br />

verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw, maximaal 3 meter bedragen;<br />

c. de breedte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk aan de zijgevel van het hoofdgebouw mag,<br />

gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van het hoofdgebouw, maximaal 3 meter bedragen;<br />

d. de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk mag maximaal de hoogte van de eerste<br />

bouwlaag van het hoofdgebouw bedragen, vermeerderd met 0,3 meter;<br />

e. de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag maximaal 3 meter bedragen; indien het<br />

vrijstaande bijbehorende bouwwerk wordt afgedekt met een kap mag de bouwhoogte maximaal 4,5<br />

meter bedragen;<br />

f. de afstand van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk en/of vrijstaand bijbehorende bouwwerk tot de<br />

zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 5 meter;<br />

g. de afstand van een bijbehorend bouwwerk tot het hoofdgebouw mag maximaal 10 meter bedragen;<br />

h. de erfzone mag volledig worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken;<br />

i. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m2 of minder, mag maximaal 50% van het<br />

achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 30 m2 naast<br />

hetgeen is toegestaan in de erfzone;<br />

j. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m2 tot 1500 m2, mag maximaal 10% van het<br />

achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 75 m2 naast<br />

hetgeen is toegestaan in de erfzone;<br />

k. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van meer dan 1500 m2, mag maximaal 5% van het<br />

achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 125 m2 naast<br />

hetgeen is toegestaan in de erfzone;<br />

l. voor vrijstaande bijbehorende bouwwerken die worden afgedekt met een kap op percelen zoals bedoeld<br />

onder k, mag de goothoogte maximaal 3 meter en de bouwhoogte maximaal 6 meter bedragen;<br />

m. bestaande bijbehorende bouwwerken die niet voldoen aan het bepaalde genoemd onder a t/m l mogen<br />

worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot.<br />

15.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />

a. op de gronden gelegen vóór (het verlengde van) en tot 1 meter achter de voorgevel van het<br />

hoofdgebouw, mogen uitsluitend terrein- en erfafscheidingen met een bouwhoogte van maximaal<br />

1 meter worden gebouwd; de bouwhoogte van de overige terrein- en erfafscheidingen mag maximaal 2<br />

meter bedragen;<br />

b. de (bouw)hoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen,<br />

met uitzondering van palen en masten waarvan de bouwhoogte maximaal 6 meter mag bedragen.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 105


15.3 Specifieke gebruiksregels<br />

15.3.1 Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf<br />

De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend<br />

toegestaan indien:<br />

a. het vloeroppervlak ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf niet<br />

groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 60 m², inclusief<br />

aangebouwde bijbehorende bouwwerken;<br />

b. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf, maximaal 60 m2 bedraagt, indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorende bouwwerk wordt<br />

uitgeoefend;<br />

c. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de bij<br />

dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten functiemenging en bedrijfsactiviteiten<br />

waarvoor geen milieuvergunning is vereist;<br />

d. geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van<br />

de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare<br />

ruimte.<br />

15.3.2 Bed & breakfast<br />

De uitoefening van een bed & breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien de<br />

hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in gebruik houdt voor wonen.<br />

15.4 Afwijken van de gebruiksregels<br />

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.3.1 onder<br />

c voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de Lijst van Bedrijven functiemenging, indien en voor zover<br />

deze naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de<br />

Lijst van Bedrijven functiemenging.<br />

Artikel 16 Wonen - 2<br />

16.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor Wonen - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. woningen al dan niet in combinatie met een aan- huis- verbonden beroep- of bedrijf dan wel een bed &<br />

breakfast;<br />

b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - wonen-werken'; tevens voor woonwerkwoningen;<br />

c. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang': een onderdoorgang;<br />

d. de bij deze bestemming behorende ontsluitingen, tuinen, erven, water en parkeervoorzieningen.<br />

16.2 Bouwregels<br />

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met<br />

inachtneming van de volgende voorwaarden:<br />

106 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

16.2.1 Gebouwen<br />

a. het hoofdgebouw moet binnen het bouwvlak worden gebouwd;<br />

b. het bouwvlak mag tot 100% worden bebouwd;<br />

c. In afwjiking van het gestelde onder a. mag, indien er geen bouwvlak is aangegeven, ter plaatse van de<br />

aanduiding 'maximaal bebouwingspercentage' het bouwperceel worden bebouwd met een hoofdgebouw,<br />

waarbij het bebouwingspercentage voor het hoofdgebouw niet mag worden overschreden;<br />

d. In afwijking van het gestelde onder a. mag, indien er geen bouwvlak is aangegeven, ter plaatse van de<br />

aanduiding 'maximaal aantal wooneenheden' het aantal woningen per bouwperceel niet meer bedragen<br />

dan is aangegeven;<br />

e. de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte', mag niet worden overschreden;<br />

f. de goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte', mag niet worden overschreden;<br />

g. de bestaande kapvorm of afdekking moet worden gehandhaafd;<br />

h. bestaande hoofdgebouwen die niet voldoen aan het bepaalde onder a tot en met g mogen worden<br />

gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot;<br />

i. voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />

geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />

geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogere waarde met inachtneming van de in dit<br />

besluit gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />

16.2.2 Bijbehorende bouwwerken<br />

a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend op een afstand van tenminste 1 meter achter de<br />

voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw worden gebouwd;<br />

b. de diepte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk aan het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het<br />

verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw, maximaal 3 meter bedragen;<br />

c. de breedte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van een hoofdgebouw mag,<br />

gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van het hoofdgebouw, maximaal 3 meter bedragen;<br />

d. de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk mag niet meer bedragen dan de hoogte<br />

van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, vermeerderd met 0,3 meter;<br />

e. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 meter bedragen, en indien<br />

het bijbehorend bouwwerk wordt afgedekt met een kap mag de bouwhoogte maximaal 4,5 meter<br />

bedragen;<br />

f. de erfzone mag volledig worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken;<br />

g. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m2 of minder, mag maximaal 50% van het<br />

achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 30 m2 naast<br />

hetgeen is toegestaan in de erfzone;<br />

h. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m2 tot 1500 m2, mag maximaal 10% van het<br />

achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 75 m2 naast<br />

hetgeen is toegestaan in de erfzone;<br />

i. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van meer dan 1500 m2, mag maximaal 5% van het<br />

achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 125 m2 naast<br />

hetgeen is toegestaan in de erfzone;<br />

j. voor vrijstaande bijbehorende bouwwerken die worden afgedekt met een kap op percelen zoals bedoeld<br />

onder i, mag de goothoogte maximaal 3 meter en de bouwhoogte maximaal 6 meter bedragen;<br />

k. bestaande bijbehorende bouwwerken die niet voldoen aan het bepaalde genoemd onder a t/m j mogen<br />

worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 107


16.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />

a. op de gronden die vóór en tot 1 meter achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw of die gericht<br />

zijn naar de openbare weg of het groen zijn gelegen, mogen uitsluitend erfafscheidingen met een hoogte<br />

van maximaal 1 m worden gebouwd; de hoogte van de overige erfafscheidingen mag maximaal 2 m<br />

bedragen;<br />

b. de hoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen, met<br />

uitzondering voor palen en masten die maximaal 6 m mag bedragen;<br />

16.3 Specifieke gebruiksregels<br />

16.3.1 Woon-werk woningen<br />

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - wonen werken' zijn woon-werk woningen<br />

toegestaan, waarbij in samenhang met wonen de volgende functies zijn toegelaten en de volgende<br />

voorwaarden gelden:<br />

a. in geval van een bedrijf, bedrijfsactiviteiten betreft het bedrijfsactiviteiten in maximaal categorie A of B1<br />

van de Lijst van Bedrijven functiemenging, en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen milieuvergunning is<br />

vereist;<br />

b. dienstverlening;<br />

c. kantoren;<br />

d. maatschappelijke doeleinden;<br />

e. het vloeroppervlakte ten behoeve van de niet-woonfunctie bedraagt maximaal 80m², uitlsuitend op de<br />

begane grond van de woning;<br />

f. er is geen sprake van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding<br />

van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare<br />

ruimte.<br />

16.3.2 Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf<br />

De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend<br />

toegestaan indien:<br />

a. het vloeroppervlak ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf niet<br />

groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 60 m², inclusief<br />

aangebouwde bijbehorende bouwwerken;<br />

b. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf, maximaal 60 m2 bedraagt, indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorende bouwwerk wordt<br />

uitgeoefend;<br />

c. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de bij<br />

dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijven functiemenging en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen<br />

milieuvergunning is vereist;<br />

d. er geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding<br />

van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare<br />

ruimte;<br />

16.3.3 Bed & breakfast<br />

De uitoefening van een bed & breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien de<br />

hoofdbewoner minimaal 50% van het bruto vloeroppervlak van de woning in gebruik houdt voor wonen.<br />

108 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

16.4 Afwijken van de gebruiksregels<br />

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.3.1 onder<br />

c voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijven<br />

functiemenging, indien en voor zover deze naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden<br />

gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijven<br />

functiemenging.<br />

Artikel 17 Wonen - 3<br />

17.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor Wonen - 3 aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. woningen, al dan niet in combinatie met een aan- huis- verbonden beroep- of bedrijf dan wel een bed &<br />

breakfast;<br />

b. de bij deze bestemming behorende ontsluitingswegen, tuinen, erven, water en parkeervoorzieningen.<br />

17.2 Bouwregels<br />

Op of in de in lid 17.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden<br />

gebouwd onder de volgende voorwaarden:<br />

17.2.1 Gebouwen<br />

a. woningen mogen uitsluitend twee-aan-een of vrijstaand worden gebouwd;<br />

b. ter plaatse van de aanduiding 'maximaal aantal wooneenheden' mag het maximum aantal woningen per<br />

bestemmingsvlak niet worden overschreden;<br />

c. per bouwperceel mag slechts één hoofdgebouw worden gebouwd;<br />

d. de bouwhoogte van het hoofdgebouw mag maximaal 12 meter bedragen;<br />

e. bestaande hoofdgebouwen die niet voldoen aan het bepaalde genoemd onder a t/m d mogen worden<br />

gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot;<br />

f. voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />

geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />

geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogere waarde met inachtneming van de in dit<br />

besluit gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />

17.2.2 Bijbehorende bouwwerken<br />

a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend op een afstand van tenminste 1 meter achter de<br />

voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw worden gebouwd;<br />

b. de diepte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk aan het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het<br />

verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw, maximaal 3 meter bedragen;<br />

c. de breedte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van een hoofdgebouw mag,<br />

gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van het hoofdgebouw, maximaal 3 meter bedragen;<br />

d. de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk mag niet meer bedragen dan de hoogte<br />

van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, vermeerderd met 0,3 meter;<br />

e. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 meter bedragen, en indien<br />

het bijbehorend bouwwerk wordt afgedekt met een kap mag de bouwhoogte maximaal 4,5 meter<br />

bedragen;<br />

f. de erfzone mag volledig worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken;<br />

g. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m2 of minder, mag maximaal 50% van het<br />

achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 30 m2 naast<br />

hetgeen is toegestaan in de erfzone;<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 109


h. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m2 tot 1500 m2, mag maximaal 10% van het<br />

achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 75 m2 naast<br />

hetgeen is toegestaan in de erfzone;<br />

i. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van meer dan 1500 m2, mag maximaal 5% van het<br />

achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 125 m2 naast<br />

hetgeen is toegestaan in de erfzone;<br />

j. voor vrijstaande bijbehorende bouwwerken die worden afgedekt met een kap op percelen zoals bedoeld<br />

onder i, mag de goothoogte maximaal 3 meter en de bouwhoogte maximaal 6 meter bedragen;<br />

k. bestaande bijbehorende bouwwerken die niet voldoen aan het bepaalde genoemd onder a t/m j mogen<br />

worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot. .<br />

17.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />

a. op de gronden gelegen vóór (het verlengde van) en tot 1 meter achter de voorgevel van het<br />

hoofdgebouw, mogen uitsluitend terrein- en erfafscheidingen met een bouwhoogte van maximaal<br />

1 meter worden gebouwd; de bouwhoogte van de overige terrein- en erfafscheidingen mag maximaal 2<br />

meter bedragen;<br />

b. de (bouw)hoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen,<br />

met uitzondering van palen en masten waarvan de bouwhoogte maximaal 6 meter mag bedragen.<br />

17.3 Specifieke gebruiksregels<br />

17.3.1 Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf<br />

De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend<br />

toegestaan indien:<br />

a. het vloeroppervlak ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf niet<br />

groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 60 m², inclusief<br />

aangebouwde bijbehorende bouwwerken;<br />

b. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf, maximaal 60 m2 bedraagt, indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorende bouwwerk wordt<br />

uitgeoefend;<br />

c. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de bij<br />

dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen<br />

milieuvergunning is vereist;<br />

d. geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van<br />

de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare<br />

ruimte;<br />

17.3.2 Bed & breakfast<br />

De uitoefening van een bed & breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien de<br />

hoofdbewoner minimaal 50% van het bruto vloeroppervlak van de woning in gebruik houdt voor wonen.<br />

17.4 Afwijken van de gebruiksregels<br />

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.3.1 onder<br />

c voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijven<br />

functiemenging, indien en voor zover deze naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden<br />

gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijven<br />

functiemenging.<br />

110 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Artikel 18 Wonen - 4<br />

18.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. woningen, al dan niet in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf dan wel een bed &<br />

breakfast;<br />

b. de bij deze bestemming behorende ontsluitingswegen, fiets- en voetpaden, nutsvoorzieningen,<br />

kunstuitingen, speel- en groenvoorzieningen, tuinen, erven, water, steigers en verkeers- en<br />

parkeervoorzieningen.<br />

18.2 Bouwregels<br />

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met<br />

inachtneming van de volgende bepalingen:<br />

18.2.1 Gebouwen<br />

a. ter plaatse van de aanduiding 'maximaal aantal wooneenheden' mag het maximum aantal woningen per<br />

bestemmingsvlak niet worden overschreden;<br />

b. per bouwperceel mag maximaal één hoofdgebouw worden gebouwd;<br />

c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte', mag de bouwhoogte niet worden overschreden;<br />

d. voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />

geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />

geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogere waarde met inachtneming van de in dit<br />

besluit gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />

18.2.2 Bijbehorende bouwwerken<br />

a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend op een afstand van tenminste 1 meter achter de<br />

voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw worden gebouwd;<br />

b. de diepte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk aan het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het<br />

verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw, maximaal 3 meter bedragen;<br />

c. de breedte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van een hoofdgebouw mag,<br />

gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van het hoofdgebouw, maximaal 3 meter bedragen;<br />

d. de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk mag niet meer bedragen dan de hoogte<br />

van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, vermeerderd met 0,3 meter;<br />

e. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 meter bedragen, en indien<br />

het bijbehorend bouwwerk wordt afgedekt met een kap mag de bouwhoogte maximaal 4,5 meter<br />

bedragen;<br />

f. de erfzone mag volledig worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken;<br />

g. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m2 of minder, mag maximaal 50% van het<br />

achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 30 m2 naast<br />

hetgeen is toegestaan in de erfzone;<br />

h. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m2 tot 1500 m2, mag maximaal 10% van het<br />

achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 75 m2 naast<br />

hetgeen is toegestaan in de erfzone;<br />

i. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van meer dan 1500 m2, mag maximaal 5% van het<br />

achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 125 m2 naast<br />

hetgeen is toegestaan in de erfzone;<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 111


j. voor vrijstaande bijbehorende bouwwerken die worden afgedekt met een kap op percelen zoals bedoeld<br />

onder i mag de goothoogte maximaal 3 meter en de bouwhoogte maximaal 6 meter bedragen;<br />

k. bestaande bijbehorende bouwwerken die niet voldoen aan het bepaalde genoemd onder a t/m j mogen<br />

worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot.<br />

18.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />

a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevel mag maximaal 1 meter bedragen, achter de<br />

voorgevel mag de erfafscheiding maximaal 2 meter bedragen;<br />

b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen, met<br />

uitzondering van palen en masten waarvan de bouwhoogte maximaal 6 meter mag bedragen;<br />

c. de breedte van steigers mag maximaal 6 meter bedragen.<br />

18.3 Specifieke gebruiksregels<br />

18.3.1 Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf<br />

De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend<br />

toegestaan indien:<br />

a. het vloeroppervlak ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf niet<br />

groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 60 m²;<br />

b. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de bij<br />

dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijven functiemenging, en maximaal categorie B2 van de bij<br />

dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten, indien en voorzover deze naar aard en<br />

invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede<br />

getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden gelijk te zijn aan<br />

categorie A of B1 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijven functiemenging, dan wel<br />

bedrijfsactiviteiten waarvoor geen milieuvergunning is vereist;<br />

c. geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van<br />

de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare<br />

ruimte.<br />

18.3.2 Bed & breakfast<br />

De uitoefening van een bed & breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien de<br />

hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in gebruik houdt voor wonen.<br />

18.4 Afwijken van de gebruiksregels<br />

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.3.1 onder<br />

c voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijven<br />

functiemenging, indien en voor zover deze naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden<br />

gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijven<br />

functiemenging.<br />

112 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Artikel 19 Wonen - Woonwagenstandplaats<br />

19.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor Wonen - Woonwagenstandplaats aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. woonwagens inclusief sanitaire voorzieningen;<br />

b. de bij de bestemming behorende verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven, terreinen,<br />

nutsvoorzieningen, ongebouwde parkeervoorzieningen.<br />

19.2 Bouwregels<br />

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met<br />

inachtneming van de volgende bepalingen:<br />

19.2.1 Gebouwen<br />

Voor woonwagens en daarbij behorende sanitaire voorzieningen en bijbehorende bouwwerken gelden de<br />

volgende bepalingen:<br />

a. ter plaatse van de aanduiding 'maximaal aantal wooneenheden', mag het aantal standplaatsen niet meer<br />

bedragen dan het aantal dat is weergegeven;<br />

b. de goothoogte van een woonwagen mag niet meer bedragen dan 3,5 meter en de bouwhoogte niet meer<br />

dan 5 meter;<br />

c. de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag niet meer bedragen dan de goothoogte<br />

van de woonwagen;<br />

d. de goothoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag niet meer bedragen dan 2,5 meter;<br />

e. per standplaats mag niet meer dan 60% worden bebouwd, inclusief sanitaire voorzieningen en<br />

bijbehorende bouwwerken met een maximum per standplaats van 135 m²;<br />

f. voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />

geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />

geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogere waarde met inachtneming van de in dit<br />

besluit gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />

19.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />

De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 meter bedragen, met uitzondering<br />

van terrein- en erfafscheidingen welke maximaal 2 meter hoog mogen zijn achter het verlengde van de<br />

voorgevel en 1 meter hoog voor het verlengde van de voorgevel.<br />

19.3 Specifieke gebruiksregels<br />

De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend<br />

toegestaan indien:<br />

a. de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf niet<br />

groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 40 m², inclusief<br />

bijbehorende bouwwerken;<br />

b. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf, maximaal 40 m2 bedraagt, indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt<br />

uitgeoefend;<br />

c. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de bij<br />

dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen<br />

omgevingsvergunning voor de activiteit milieu is vereist;<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 113


d. er geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding<br />

van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare<br />

ruimte;<br />

e. geen sprake is van detailhandel, horeca, afhaalzaken en/of belhuizen.<br />

19.4 Afwijken van de gebruiksregels<br />

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.3 onder c<br />

voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijven<br />

functiemenging, indien en voor zover deze naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden<br />

gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijven<br />

functiemenging.<br />

Artikel 20 Leiding - Leiding Water<br />

20.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor Leiding - Leiding Water aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende<br />

bestemming (en) mede bestemd voor een ondergrondse hoofdwaterleiding;<br />

20.2 Bouwregels<br />

Binnen deze bestemming mogen, in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de overige bestemmingen,<br />

uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, waarvan de<br />

hoogte niet meer mag bedragen dan 2 m.<br />

20.3 Afwijken van de bouwregels<br />

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid<br />

20.2 voor:<br />

a. het bouwen van gebouwen ten behoeve van de overige voor deze gronden aangewezen bestemmingen,<br />

met inachtneming van de betreffende regels van dit plan, mits vooraf advies wordt ingewonnen bij de<br />

beheerder van de betreffende leiding;<br />

b. het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de overige voor deze gronden<br />

aangewezen bestemmingen, met inachtneming van de betreffende regels van dit plan, mits vooraf advies<br />

wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leiding.<br />

Artikel 21 Waarde - Archeologie<br />

21.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor Waarde - Archeologie aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende<br />

bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en de veiligstelling van archeologische waarden en<br />

verwachtingen.<br />

21.2 Specifieke gebruiksregels<br />

Onder met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het handelen in strijd met de<br />

Verordening op de Archeologische Monumentenzorg.<br />

114 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Artikel 22 Waarde - Ecologie<br />

22.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor Waarde - Ecologie aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behoud, het herstel en de<br />

ontwikkeling van de aan de ecologische verbindingszones verbonden ecologische waarden.<br />

22.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van<br />

werkzaamheden<br />

a. Een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, is<br />

vereist voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden:<br />

1. het verwijderen, aa<strong>nl</strong>eggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden, en het<br />

aanbrengen van eventuele andere oppervlakteverhardingen (al dan niet tijdelijk);<br />

2. het aanbrengen van boven en/of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en<br />

de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;<br />

3. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen, opvullen of egaliseren van de bodem waaronder<br />

begrepen het ophogen met bagger- of grondspecie;<br />

4. het vellen of rooien van houtopstanden of -gewassen, anders dan bij wijze van verzorging;<br />

5. het aa<strong>nl</strong>eggen van oeverbeschoeiingen, kaden of aa<strong>nl</strong>egplaatsen;<br />

6. het, al dan niet tijdelijk, opslaan en/of storten van bouw- en afvalmateriaal;<br />

7. het verlagen of verhogen van de grondwaterstand;<br />

8. het permanent aa<strong>nl</strong>eggen van dammen of soortgelijke constructies, die de watergang beïnvloeden, in<br />

waterlopen.<br />

b. De omgevingsvergunningplicht als bedoeld in lid 21.2 onder a geldt niet voor werken of werkzaamheden<br />

die:<br />

1. betrekking hebben op het normaal onderhoud en beheer;<br />

2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;<br />

3. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;<br />

c. De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 21.2 onder a zijn slechts toelaatbaar voor zover geen<br />

onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de ecologischeen<br />

natuurwaarden van de gronden.<br />

Artikel 23 Waterstaat - Waterkering<br />

23.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor Waterstaat - Waterkering aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende<br />

bestemming(en), mede bestemd voor het in stand houden en het onderhoud van de waterkering naast de<br />

andere krachtens dit plan hieraan gegeven bestemmingen.<br />

23.2 Bouwregels<br />

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met<br />

inachtneming van de volgende bepalingen:<br />

23.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />

a. binnen deze bestemming mogen, in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de overige<br />

bestemmingen, uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden<br />

gebouwd, waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan 2 meter.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 115


23.3 Afwijken van de bouwregels<br />

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid<br />

23.2 voor:<br />

a. het bouwen van gebouwen ten behoeve van de overige voor deze gronden aangewezen bestemmingen,<br />

met inachtneming van de betreffende regels van dit plan, mits vooraf advies wordt ingewonnen bij de<br />

beheerder van de betreffende waterkering;<br />

b. het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de overige voor deze gronden<br />

aangewezen bestemmingen, met inachtneming van de betreffende regels van dit plan, mits vooraf advies<br />

wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende waterkering.<br />

116 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Hoofdstuk 3 Algemene regels<br />

Artikel 24 Antidubbeltelbepaling<br />

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is<br />

gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten<br />

beschouwing.<br />

Artikel 25 Algemene bouwregels<br />

a. Bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen,<br />

aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door tot gebouwen behorende stoepen,<br />

stoeptreden, trappenhuizen, hellingbanen, entreeportalen, veranda's en afdaken en andere<br />

ondergeschikte bouwdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,5 m.<br />

b. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde genoemd onder a. voor het overschrijden<br />

van bouw- en/of bestemmingsgrenzen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en<br />

bestemmingsregels door tot gebouwen behorende balkons, afdaken, erkers e.d., mits de overschrijding<br />

niet meer bedraagt dan 1,5 meter en waarbij de vrije hoogte tot aan het peil minimaal 2,2 meter<br />

bedraagt.<br />

c. De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard<br />

blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens<br />

ten aanzien van de volgende bepalingen:<br />

1. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;<br />

2. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;<br />

3. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;<br />

4. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;<br />

5. de ruimte tussen bouwwerken.<br />

Artikel 26 Algemene gebruiksregels<br />

Het is verboden gronden en bouwwerken of te laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan. Onder met<br />

het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruik van of het laten gebruiken<br />

van:<br />

a. onbebouwde gronden als staan- of ligplaats voor onderkomens;<br />

b. onbebouwde gronden en/of bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen;<br />

c. het gebruik van stacaravans en recreatiewoningen voor permanente bewoning;<br />

d. onbebouwde gronden als kampeerterrein;<br />

e. vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;<br />

f. onbebouwde gronden als opslagplaats voor onklare voer-, vlieg- en vaartuigen of onderdelen daarvan;<br />

g. onbebouwde gronden als stortplaats voor puin en afvalstoffen, voor zover dit niet betreft het storten of<br />

opslaan in bij gebouwen behorende tuinen van geringe hoeveelheden afvalstoffen die afkomstig zijn van<br />

het onderhoud van die tuinen;<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 117


Artikel 27 Algemene afwijkingsregels<br />

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en<br />

bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de<br />

gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, afwijken van:<br />

a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten,<br />

afmetingen en percentages;<br />

b. de bestemmingsregels voor het toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van<br />

wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe<br />

aa<strong>nl</strong>eiding geven;<br />

c. de bestemmingsregels voor het plaatsen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van<br />

vlucht- en/of noodtrappen;<br />

d. het overschrijden van de maximale bouwhoogte van gebouwen voor het plaatsen van hekwerken of<br />

borstweringen ten behoeve van dakterrassen, met dien verstande dat de maximale bouwhoogte met niet<br />

meer dan 1,50 meter mag worden overschreden;<br />

e. de bestemmingsregels voor het bouwen met een geringe mate van afwijking van de plaats en richting van<br />

de bestemmingsgrenzen indien dit noodzakelijk is in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden ten<br />

opzichte van de feitelijke situatie of in die gevallen waar een rationele verkaveling van de gronden een<br />

geringe afwijking vergt;<br />

f. de bestemmingsregels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde,en toestaan<br />

dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10 m;<br />

g. het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte<br />

van de gebouwen wordt verhoogd ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals liftkokers,<br />

trappenhuizen, lichtkappen.<br />

Artikel 28 Algemene wijzigingsregels<br />

a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten<br />

behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch<br />

betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband<br />

met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen niet meer dan 3 m bedragen en<br />

het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;<br />

b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten<br />

behoeve van het vestigen van een kinderdagverblijf, mits deze geen onevenredige nadelige gevolgen voor<br />

de omgeving heeft, in de vorm van geluids-, verkeers-, of parkeeroverlast en is aangetoond dat er voor<br />

de realisatie van het kinderdagverblijf geen milieutechnische belemmeringen zijn van de milieu aspecten<br />

luchtkwaliteit, externe veiligheid, milieuzonering en verkeerslawaai.<br />

Artikel 29 Overige regels<br />

Een omgevingsvergunning bouwen, voor het bouwen van een geluidgevoelige bestemming, wordt slechts<br />

verleend indien vaststaat dat op de gevel(s) van dit gebouw de geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde<br />

ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare geluidsbelasting (hogere waarde) ingevolge het<br />

besluit Hogere waarde, met inachtneming van de in dit besluit Hogere waarde gestelde voorwaarde(n), niet<br />

overschrijdt.<br />

118 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Hoofdstuk 4 Overgangs- en<br />

Artikel 30 Overgangsrecht<br />

30.1 Overgangsrecht bouwwerken<br />

slotregels<br />

1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in<br />

uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en<br />

afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,<br />

a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;<br />

b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de<br />

aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag<br />

waarop het bouwwerk is teniet gegaan.<br />

2. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning<br />

verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal<br />

10 %.<br />

3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van<br />

inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor<br />

geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.<br />

30.2 Overgangsrecht gebruik<br />

1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het<br />

bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.<br />

2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen<br />

of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de<br />

afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.<br />

3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een<br />

periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te<br />

laten hervatten.<br />

4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende<br />

bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.<br />

Artikel 31 Slotregel<br />

Deze regels worden aangehaald als:<br />

Regels van het bestemmingsplan Het Zand.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 119


Bijlagen<br />

120 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Bijlage 1 Lijst van Bedrijfsactiviteiten<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 121


Bijlage 1 Richtafstande<strong>nl</strong>ijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN<br />

SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />

CATEGORIE<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

GEVAAR<br />

GELUID<br />

STOF<br />

GEUR<br />

nummer<br />

15 10, 11 - VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN<br />

151 101, 102 0 Slachterijen en overige vleesverwerking:<br />

151 101, 102 1 - slachterijen en pluimveeslachterijen 100 0 100 C 50 R 100 D 3.2<br />

151 101 3 - bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval 300 0 100 C 50 R 300 4.2<br />

151 101 4 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m² 100 0 100 C 50 R 100 3.2<br />

151 101 5 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. = 250.000 t/j 200 10 300 C Z 50 R 300 4.2<br />

1551 1052 0 Zuivelprodukten fabrieken:


Bijlage 1 Richtafstande<strong>nl</strong>ijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN<br />

SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />

CATEGORIE<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

GEVAAR<br />

GELUID<br />

STOF<br />

GEUR<br />

nummer<br />

1551 1051 3 - melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j 50 0 100 C 50 R 100 3.2<br />

1551 1051 4 - melkprodukten fabrieken v.c. >= 55.000 t/j 100 0 300 C Z 50 R 300 4.2<br />

1551 1051 5 - overige zuivelprodukten fabrieken 50 50 300 C 50 R 300 4.2<br />

1552 1052 1 Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m² 50 0 100 C 50 R 100 3.2<br />

1552 1052 2 - consumptie-ijsfabrieken: p.o. = 500 t/u 200 100 300 C Z 100 R 300 4.2<br />

1561 1061 2 - p.c. < 500 t/u 100 50 200 C 50 R 200 4.1<br />

1561 1061 Grutterswarenfabrieken 50 100 200 C 50 200 D 4.1<br />

1562 1062 0 Zetmeelfabrieken:<br />

1562 1062 1 - p.c. < 10 t/u 200 50 200 C 30 R 200 4.1<br />

1562 1062 2 - p.c. >= 10 t/u 300 100 300 C Z 50 R 300 4.2<br />

1571 1091 0 Veevoerfabrieken:<br />

1571 1091 3 - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. < 10 t/u water 300 100 200 C 30 300 4.2<br />

1571 1091 5 - mengvoeder, p.c. < 100 t/u 200 50 200 C 30 200 4.1<br />

1571 1091 6 - mengvoeder, p.c. >= 100 t/u 300 100 300 C Z 50 R 300 4.2<br />

1572 1092 Vervaardiging van voer voor huisdieren 200 100 200 C 30 200 4.1<br />

1581 1071 0 Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:<br />

1581 1071 1 - v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens 30 10 30 C 10 30 2<br />

1581 1071 2 - v.c. >= 7500 kg meel/week 100 30 100 C 30 100 3.2<br />

1582 1072 Banket, biscuit- en koekfabrieken 100 10 100 C 30 100 3.2<br />

1583 1081 0 Suikerfabrieken:<br />

1584 10821 0 Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:<br />

1584 10821 2 - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m² 100 30 50 30 100 3.2<br />

1584 10821 4 - Suikerwerkfabrieken met suiker branden 300 30 50 30 R 300 4.2<br />

1584 10821 5 - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m² 100 30 50 30 R 100 3.2<br />

1585 1073 Deegwarenfabrieken 50 30 10 10 50 3.1<br />

1586 1083 0 Koffiebranderijen en theepakkerijen:<br />

1586 1083 2 - theepakkerijen 100 10 30 10 100 3.2<br />

1587 108401 Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden 200 30 50 10 200 4.1<br />

1589 1089 Vervaardiging van overige voedingsmiddelen 200 30 50 30 200 D 4.1<br />

1589.1 1089 Bakkerijgrondstoffenfabrieken 200 50 50 50 R 200 4.1<br />

1589.2 1089 0 Soep- en soeparomafabrieken:<br />

1589.2 1089 1 - zonder poederdrogen 100 10 50 10 100 3.2


Bijlage 1 Richtafstande<strong>nl</strong>ijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN<br />

SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />

CATEGORIE<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

GEVAAR<br />

GELUID<br />

STOF<br />

GEUR<br />

nummer<br />

1589.2 1089 2 - met poederdrogen 300 50 50 50 R 300 4.2<br />

1589.2 1089 Bakmeel- en puddingpoederfabrieken 200 50 50 30 200 4.1<br />

1591 110101 Destilleerderijen en likeurstokerijen 300 30 200 C 30 300 4.2<br />

1592 110102 0 Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:<br />

1592 110102 1 - p.c. < 5.000 t/j 200 30 200 C 30 R 200 4.1<br />

1592 110102 2 - p.c. >= 5.000 t/j 300 50 300 C 50 R 300 4.2<br />

1596 1105 Bierbrouwerijen 300 30 100 C 50 R 300 4.2<br />

1597 1106 Mouterijen 300 50 100 C 30 300 4.2<br />

1598 1107 Mineraalwater- en frisdrankfabrieken 10 0 100 50 R 100 3.2<br />

16 12 -<br />

16 12 - VERWERKING VAN TABAK<br />

160 120 Tabakverwerkende industrie 200 30 50 C 30 200 4.1<br />

17 13 -<br />

17 13 - VERVAARDIGING VAN TEXTIEL<br />

171 131 Bewerken en spinnen van textielvezels 10 50 100 30 100 3.2<br />

172 132 0 Weven van textiel:<br />

172 132 1 - aantal weefgetouwen < 50 10 10 100 0 100 3.2<br />

172 132 2 - aantal weefgetouwen >= 50 10 30 300 Z 50 300 4.2<br />

173 133 Textielveredelingsbedrijven 50 0 50 10 50 3.1<br />

174, 175 139 Vervaardiging van textielwaren 10 0 50 10 50 3.1<br />

1751 1393 Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken 100 30 200 10 200 4.1<br />

176, 177 139, 143 Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen 0 10 50 10 50 3.1<br />

18 14 -<br />

18 14 - VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT<br />

181 141 Vervaardiging kleding van leer 30 0 50 0 50 3.1<br />

183 142, 151 Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont 50 10 10 10 50 3.1<br />

19 15 -<br />

19 15 - VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)<br />

191 151, 152 Lederfabrieken 300 30 100 10 300 4.2<br />

192 151 Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) 50 10 30 10 50 D 3.1<br />

193 152 Schoenenfabrieken 50 10 50 10 50 3.1<br />

20 16 -<br />

20 16 - HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.<br />

2010.1 16101 Houtzagerijen 0 50 100 50 R 100 3.2<br />

2010.2 16102 0 Houtconserveringsbedrijven:


Bijlage 1 Richtafstande<strong>nl</strong>ijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN<br />

SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />

CATEGORIE<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

GEVAAR<br />

GELUID<br />

STOF<br />

GEUR<br />

nummer<br />

2010.2 16102 1 - met creosootolie 200 30 50 10 200 4.1<br />

2010.2 16102 2 - met zoutoplossingen 10 30 50 10 50 3.1<br />

202 1621 Fineer- en plaatmaterialenfabrieken 100 30 100 10 100 3.2<br />

203, 204, 205 162 0 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout 0 30 100 0 100 3.2<br />

203, 204, 205 162 1 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2 0 30 50 0 50 3.1<br />

21 17 -<br />

21 17 - VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN<br />

2111 1711 Vervaardiging van pulp 200 100 200 C 50 R 200 4.1<br />

2112 1712 0 Papier- en kartonfabrieken:<br />

2112 1712 1 - p.c. < 3 t/u 50 30 50 C 30 R 50 3.1<br />

2112 1712 2 - p.c. 3 - 15 t/u 100 50 200 C Z 50 R 200 4.1<br />

2112 1712 3 - p.c. >= 15 t/u 200 100 300 C Z 100 R 300 4.2<br />

212 172 Papier- en kartonwarenfabrieken 30 30 100 C 30 R 100 3.2<br />

2121.2 17212 0 Golfkartonfabrieken:<br />

2121.2 17212 1 - p.c. < 3 t/u 30 30 100 C 30 R 100 3.2<br />

2121.2 17212 2 - p.c. >= 3 t/u 50 30 200 C Z 30 R 200 4.1<br />

22 58 -<br />

22 58 - UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA<br />

2221 1811 Drukkerijen van dagbladen 30 0 100 C 10 100 3.2<br />

2222 1812 Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) 30 0 100 10 100 3.2<br />

23 19 -<br />

23 19 - AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN<br />

2320.1 19201 Aardolieraffinaderijen 1500 100 1500 C Z 1500 R 1500 6<br />

2320.2 19202 A Smeeroliën- en vettenfabrieken 50 0 100 30 R 100 3.2<br />

2320.2 19202 B Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie 300 0 100 50 R 300 4.2<br />

2320.2 19202 C Aardolieproduktenfabrieken n.e.g. 300 0 200 50 R 300 D 4.2<br />

233 201, 212, 244 Splijt- en kweekstoffenbewerkingsbedrijven 10 10 100 1500 1500 D 6<br />

24 20 -<br />

24 20 - VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN<br />

2411 2011 0 Vervaardiging van industriële gassen:<br />

2412 2012 Kleur- en verfstoffenfabrieken 200 0 200 C 200 R 200 D 4.1<br />

2413 2012 0 Anorg. chemische grondstoffenfabrieken:<br />

2413 2012 1 - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 100 30 300 C 300 R 300 D 4.2<br />

2414.1 20141 A0 Organ. chemische grondstoffenfabrieken:<br />

2414.1 20141 A1 - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 300 10 200 C 300 R 300 D 4.2


Bijlage 1 Richtafstande<strong>nl</strong>ijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN<br />

SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />

CATEGORIE<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

GEVAAR<br />

GELUID<br />

STOF<br />

GEUR<br />

nummer<br />

2414.1 20141 B0 Methanolfabrieken:<br />

2414.1 20141 B1 - p.c. < 100.000 t/j 100 0 200 C 100 R 200 4.1<br />

2414.1 20141 B2 - p.c. >= 100.000 t/j 200 0 300 C Z 200 R 300 4.2<br />

2414.2 20149 0 Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synth.):<br />

2414.2 20149 1 - p.c. < 50.000 t/j 300 0 200 C 100 R 300 4.2<br />

242 202 0 Landbouwchemicaliënfabrieken:<br />

243 203 Verf, lak en vernisfabrieken 300 30 200 C 300 R 300 D 4.2<br />

2441 2120 0 Farmaceutische grondstoffenfabrieken:<br />

2441 2110 1 - p.c. < 1.000 t/j 200 10 200 C 300 R 300 4.2<br />

2442 2120 0 Farmaceutische produktenfabrieken:<br />

2442 2120 1 - formulering en afvullen geneesmiddelen 50 10 50 50 R 50 3.1<br />

2451 2041 Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken 300 100 200 C 100 R 300 4.2<br />

2452 2042 Parfumerie- en cosmeticafabrieken 300 30 50 C 50 R 300 4.2<br />

2462 2052 0 Lijm- en plakmiddelenfabrieken:<br />

2462 2052 1 - zonder dierlijke grondstoffen 100 10 100 50 100 3.2<br />

2464 205902 Fotochemische produktenfabrieken 50 10 100 50 R 100 3.2<br />

2466 205903 A Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken 50 10 50 50 R 50 3.1<br />

2466 205903 B Overige chemische produktenfabrieken n.e.g. 200 30 100 C 200 R 200 D 4.1<br />

247 2060 Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken 300 30 300 C 200 R 300 4.2<br />

25 22 -<br />

25 22 - VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF<br />

2511 221101 Rubberbandenfabrieken 300 50 300 C 100 R 300 4.2<br />

2512 221102 0 Loopvlakvernieuwingsbedrijven:<br />

2512 221102 1 - vloeropp. < 100 m2 50 10 30 30 50 3.1<br />

2512 221102 2 - vloeropp. >= 100 m2 200 50 100 50 R 200 4.1<br />

2513 2219 Rubber-artikelenfabrieken 100 10 50 50 R 100 D 3.2<br />

252 222 0 Kunststofverwerkende bedrijven:<br />

252 222 1 - zonder fenolharsen 200 50 100 100 R 200 4.1<br />

252 222 2 - met fenolharsen 300 50 100 200 R 300 4.2<br />

252 222 3 - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen 50 30 50 30 50 3.1<br />

26 23 -<br />

26 23 - VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN<br />

261 231 0 Glasfabrieken:<br />

261 231 1 - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j 30 30 100 30 100 3.2


Bijlage 1 Richtafstande<strong>nl</strong>ijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN<br />

SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />

CATEGORIE<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

GEVAAR<br />

GELUID<br />

STOF<br />

GEUR<br />

nummer<br />

261 231 2 - glas en glasprodukten, p.c. >= 5.000 t/j 30 100 300 C Z 50 R 300 4.2<br />

261 231 3 - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j 300 100 100 30 300 4.2<br />

2615 231 Glasbewerkingsbedrijven 10 30 50 10 50 3.1<br />

262, 263 232, 234 0 Aardewerkfabrieken:<br />

262, 263 232, 234 2 - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW 30 50 100 30 100 3.2<br />

264 233 A Baksteen en baksteenelementenfabrieken 30 200 200 30 200 4.1<br />

264 233 B Dakpannenfabrieken 50 200 200 100 R 200 4.1<br />

2651 2351 0 Cementfabrieken:<br />

2652 235201 0 Kalkfabrieken:<br />

2652 235201 1 - p.c. < 100.000 t/j 30 200 200 30 R 200 4.1<br />

2653 235202 0 Gipsfabrieken:<br />

2653 235202 1 - p.c. < 100.000 t/j 30 200 200 30 R 200 4.1<br />

2661.1 23611 0 Betonwarenfabrieken:<br />

2661.1 23611 1 - zonder persen, triltafels en bekistingtrille 10 100 200 30 200 4.1<br />

2661.1 23611 2 - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 t/d 10 100 300 30 300 4.2<br />

2661.2 23612 0 Kalkzandsteenfabrieken:<br />

2661.2 23612 1 - p.c. < 100.000 t/j 10 50 100 30 100 3.2<br />

2661.2 23612 2 - p.c. >= 100.000 t/j 30 200 300 Z 30 300 4.2<br />

2662 2362 Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken 50 50 100 30 100 3.2<br />

2663, 2664 2363, 2364 0 Betonmortelcentrales:<br />

2663, 2664 2363, 2364 1 - p.c. < 100 t/u 10 50 100 10 100 3.2<br />

2663, 2664 2363, 2364 2 - p.c. >= 100 t/u 30 200 300 Z 10 300 4.2<br />

2665, 2666 2365, 2369 0 Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips:<br />

2665, 2666 2365, 2369 1 - p.c. < 100 t/d 10 50 100 50 R 100 3.2<br />

2665, 2666 2365, 2369 2 - p.c. >= 100 t/d 30 200 300 Z 200 R 300 4.2<br />

267 237 0 Natuursteenbewerkingsbedrijven:<br />

267 237 1 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m² 10 30 100 0 100 D 3.2<br />

267 237 2 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. = 5.000 t/j 100 200 300 C Z 30 300 4.2<br />

2682 2399 B2 - overige isolatiematerialen 200 100 100 C 50 200 4.1


Bijlage 1 Richtafstande<strong>nl</strong>ijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN<br />

SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />

CATEGORIE<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

GEVAAR<br />

GELUID<br />

STOF<br />

GEUR<br />

nummer<br />

2682 2399 C Minerale produktenfabrieken n.e.g. 50 50 100 50 100 D 3.2<br />

2682 2399 D0 Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur 100 50 200 30 200 4.1<br />

2682 2399 D1 - asfaltcentrales, p.c. >= 100 ton/uur 200 100 300 Z 50 300 4.2<br />

27 24 -<br />

27 24 - VERVAARDIGING VAN METALEN<br />

271 241 0 Ruwijzer- en staalfabrieken:<br />

271 241 2 - p.c. >= 1.000 t/j 1500 1000 1500 C Z 300 R 1500 6<br />

272 241 0 IJzeren- en stalenbuizenfabrieken:<br />

273 243 0 Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen:<br />

273 243 1 - p.o. < 2.000 m2 30 30 300 30 300 4.2<br />

274 244 A0 Non-ferro-metaalfabrieken:<br />

274 244 A1 - p.c. < 1.000 t/j 100 100 300 30 R 300 4.2<br />

274 244 B0 Non-ferro-metaalwalserijen, -trekkerijen e.d.:<br />

2751, 2752 2451, 2452 0 IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen:<br />

2751, 2752 2451, 2452 1 - p.c. < 4.000 t/j 100 50 300 C 30 R 300 4.2<br />

2753, 2754 2453, 2454 0 Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen:<br />

2753, 2754 2453, 2454 1 - p.c. < 4.000 t/j 100 50 300 C 30 R 300 4.2<br />

28 25 -<br />

VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL.<br />

28 25, 31 - MACH./TRANSPORTMIDD.)<br />

281 251, 331 0 Constructiewerkplaatsen:<br />

281 251, 331 1 - gesloten gebouw 30 30 100 30 100 3.2<br />

281 251, 331 1a - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2 30 30 50 10 50 3.1<br />

281 251, 331 2 - in open lucht, p.o. < 2.000 m2 30 50 200 30 200 4.1<br />

281 251, 331 3 - in open lucht, p.o. >= 2.000 m2 50 200 300 Z 30 300 4.2<br />

2821 2529, 3311 0 Tank- en reservoirbouwbedrijven:<br />

2821 2529, 3311 1 - p.o. < 2.000 m2 30 50 300 30 R 300 4.2<br />

2822, 2830 2521, 2530, 3311 Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels 30 30 200 30 200 4.1<br />

284 255, 331 A Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven 10 30 200 30 200 4.1<br />

284 255, 331 B Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. 50 30 100 30 100 D 3.2<br />

284 255, 331 B1 Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2 30 30 50 10 50 D 3.1<br />

2851 2561, 3311 0 Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:<br />

2851 2561, 3311 1 - algemeen 50 50 100 50 100 3.2<br />

2851 2561, 3311 10 - stralen 30 200 200 30 200 D 4.1<br />

2851 2561, 3311 11 - metaalharden 30 50 100 50 100 D 3.2


Bijlage 1 Richtafstande<strong>nl</strong>ijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN<br />

SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />

CATEGORIE<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

GEVAAR<br />

GELUID<br />

STOF<br />

GEUR<br />

nummer<br />

2851 2561, 3311 12 - lakspuiten en moffelen 100 30 100 50 R 100 D 3.2<br />

2851 2561, 3311 2 - scoperen (opspuiten van zink) 50 50 100 30 R 100 D 3.2<br />

2851 2561, 3311 3 - thermisch verzinken 100 50 100 50 100 3.2<br />

2851 2561, 3311 4 - thermisch vertinnen 100 50 100 50 100 3.2<br />

2851 2561, 3311 5 - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten) 30 50 100 30 100 3.2<br />

2851 2561,3311 6 - anodiseren, eloxeren 50 10 100 30 100 3.2<br />

2851 2561, 3311 7 - chemische oppervlaktebehandeling 50 10 100 30 100 3.2<br />

2851 2561, 3311 8 - emailleren 100 50 100 50 R 100 3.2<br />

2851 2561, 3311 9 - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed) 30 30 100 50 100 3.2<br />

2852 2562, 3311 1 Overige metaalbewerkende industrie 10 30 100 30 100 D 3.2<br />

2852 2562, 3311 2 Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. = 1 MW 50 30 300 Z 30 300 D 4.2<br />

30 26, 28, 33 - VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS<br />

30 26, 28, 33 -<br />

30 26, 28, 33 A Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie 30 10 30 10 30 2<br />

31 26, 27, 33 -<br />

31 26, 27, 33 - VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.<br />

311 271, 331 Elektromotoren- en generatorenfabrieken incl. reparatie 200 30 30 50 200 4.1<br />

312 271, 273 Schakel- en installatiemateriaalfabrieken 200 10 30 50 200 4.1<br />

313 273 Elektrische draad- en kabelfabrieken 100 10 200 100 R 200 D 4.1<br />

314 272 Accumulatoren- en batterijenfabrieken 100 30 100 50 100 3.2<br />

315 274 Lampenfabrieken 200 30 30 300 R 300 4.2<br />

3162 2790 Koolelektrodenfabrieken 1500 300 1000 C Z 200 R 1500 6<br />

32 26,33 -<br />

32 26, 33 - VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH.<br />

321 t/m 323 261, 263, 264, 331 Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. 30 0 50 30 50 D 3.1


Bijlage 1 Richtafstande<strong>nl</strong>ijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN<br />

SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />

CATEGORIE<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

GEVAAR<br />

GELUID<br />

STOF<br />

GEUR<br />

nummer<br />

3210 2612 Fabrieken voor gedrukte bedrading 50 10 50 30 50 3.1<br />

33 26, 32, 33 -<br />

33 26, 32, 33 - VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN<br />

33 26, 32, 33 A Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie 30 0 30 0 30 2<br />

34 29 -<br />

34 29 VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS<br />

341 291 0 Autofabrieken en assemblagebedrijven<br />

341 291 1 - p.o. < 10.000 m2 100 10 200 C 30 R 200 D 4.1<br />

341 291 2 - p.o. >= 10.000 m2 200 30 300 Z 50 R 300 4.2<br />

3420.1 29201 Carrosseriefabrieken 100 10 200 30 R 200 4.1<br />

3420.2 29202 Aanhangwagen- en opleggerfabrieken 30 10 200 30 200 4.1<br />

343 293 Auto-onderdelenfabrieken 30 10 100 30 R 100 3.2<br />

35 30 -<br />

35 30 - VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)<br />

351 301, 3315 0 Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:<br />

351 301, 3315 1 - houten schepen 30 30 50 10 50 3.1<br />

351 301, 3315 2 - kunststof schepen 100 50 100 50 R 100 3.2<br />

351 301, 3315 3 - metalen schepen < 25 m 50 100 200 30 200 4.1<br />

352 302, 317 0 Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:<br />

352 302, 317 1 - algemeen 50 30 100 30 100 3.2<br />

352 302, 317 2 - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW 50 30 300 Z 30 R 300 4.2<br />

353 303,3316 0 Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:<br />

353 303, 3316 1 - zonder proefdraaien motoren 50 30 200 30 200 4.1<br />

354 309 Rijwiel- en motorrijwielfabrieken 30 10 100 30 R 100 3.2<br />

355 3099 Transportmiddelenindustrie n.e.g. 30 30 100 30 100 D 3.2<br />

36 31 -<br />

36 31 - VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.<br />

361 310 1 Meubelfabrieken 50 50 100 30 100 D 3.2<br />

361 9524 2 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 0 10 10 0 10 1<br />

362 321 Fabricage van munten, sieraden e.d. 30 10 10 10 30 2<br />

363 322 Muziekinstrumentenfabrieken 30 10 30 10 30 2<br />

364 323 Sportartikelenfabrieken 30 10 50 30 50 3.1<br />

365 324 Speelgoedartikelenfabrieken 30 10 50 30 50 3.1<br />

3663.1 32991 Sociale werkvoorziening 0 30 30 0 30 2


Bijlage 1 Richtafstande<strong>nl</strong>ijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN<br />

SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />

CATEGORIE<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

GEVAAR<br />

GELUID<br />

STOF<br />

GEUR<br />

nummer<br />

3663.2 32999 Vervaardiging van overige goederen n.e.g. 30 10 50 30 50 D 3.1<br />

37 38 -<br />

37 38 - VOORBEREIDING TOT RECYCLING<br />

372 383202 A0 Puinbrekerijen en -malerijen:<br />

372 383202 A1 - v.c. < 100.000 t/j 30 100 300 10 300 4.2<br />

372 383202 B Rubberregeneratiebedrijven 300 50 100 50 R 300 4.2<br />

372 383202 C Afvalscheidingsinstallaties 200 200 300 C 50 300 4.2<br />

40 35 -<br />

40 35 - PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER<br />

40 35 A0 Elektriciteitsproduktiebedrijven (electrisch vermogen >= 50 MWe)<br />

40 35 A4 - kerncentrales met koeltorens 10 10 500 C 1500 1500 D 6<br />

40 35 B0 bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe:<br />

- covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen<br />

40 35 B1 voedingsindustrie 100 50 100 30 R 100 3.2<br />

40 35 B2 - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa 50 50 100 30 R 100 3.2<br />

40 35 C0 Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:<br />

40 35 C1 - < 10 MVA 0 0 30 C 10 30 2<br />

40 35 C2 - 10 - 100 MVA 0 0 50 C 30 50 3.1<br />

40 35 C3 - 100 - 200 MVA 0 0 100 C 50 100 3.2<br />

40 35 C4 - 200 - 1000 MVA 0 0 300 C Z 50 300 4.2<br />

40 35 D0 Gasdistributiebedrijven:<br />

40 35 D1 - gascompressorstations vermogen < 100 MW 0 0 300 C 100 300 4.2<br />

40 35 D5 - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D 0 0 50 C 50 R 50 3.1<br />

40 35 E0 Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:<br />

40 35 E1 - stadsverwarming 30 10 100 C 50 100 3.2<br />

41 36 -<br />

41 36 - WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER<br />

41 36 A0 Waterwinning-/ bereiding- bedrijven:<br />

41 36 A2 - bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling 10 0 50 C 30 50 3.1<br />

41 36 B0 Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:<br />

41 36 B1 - < 1 MW 0 0 30 C 10 30 2<br />

41 36 B2 - 1 - 15 MW 0 0 100 C 10 100 3.2<br />

41 36 B3 - >= 15 MW 0 0 300 C 10 300 4.2<br />

45 41, 42, 43 -<br />

45 41, 42, 43 - BOUWNIJVERHEID


Bijlage 1 Richtafstande<strong>nl</strong>ijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN<br />

SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />

CATEGORIE<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

GEVAAR<br />

GELUID<br />

STOF<br />

GEUR<br />

nummer<br />

45 41, 42, 43 0 Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m² 10 30 100 10 100 3.2<br />

45 41, 42, 43 1 - bouwbedrijven algemeen: b.o. 1000 m² 10 30 50 10 50 3.1<br />

45 41, 42, 43 3 - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m² 0 10 30 10 30 2<br />

50 45, 47 -<br />

50 45, 47 - HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS<br />

501 451 Groothandel in vrachtauto's (incl. import) 10 10 100 10 100 3.2<br />

5020.4 45204 A Autoplaatwerkerijen 10 30 100 10 100 3.2<br />

5020.4 45204 C Autospuitinrichtingen 50 30 30 30 R 50 3.1<br />

51 46 -<br />

51 46 - GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING<br />

5121 4621 0 Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders 30 30 50 30 R 50 3.1<br />

Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur<br />

5121 4621 1 of meer 100 100 300 Z 50 R 300 4.2<br />

5122 4622 Grth in bloemen en planten 10 10 30 0 30 2<br />

5123 4623 Grth in levende dieren 50 10 100 C 0 100 3.2<br />

5124 4624 Grth in huiden, vellen en leder 50 0 30 0 50 3.1<br />

5125, 5131 46217, 4631 Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen 30 10 30 50 R 50 3.1<br />

5132, 5133 4632, 4633 Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën 10 0 30 50 R 50 3.1<br />

5134 4634 Grth in dranken 0 0 30 0 30 2<br />

5135 4635 Grth in tabaksprodukten 10 0 30 0 30 2<br />

5136 4636 Grth in suiker, chocolade en suikerwerk 10 10 30 0 30 2<br />

5137 4637 Grth in koffie, thee, cacao en specerijen 30 10 30 0 30 2<br />

5138, 5139 4638, 4639 Grth in overige voedings- en genotmiddelen 10 10 30 10 30 2<br />

514 464, 46733 Grth in overige consumentenartikelen 10 10 30 10 30 2<br />

5148.7 46499 0 Grth in vuurwerk en munitie:<br />

5148.7 46499 1 - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton 10 0 30 10 V 30 2<br />

5148.7 46499 2 - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton 10 0 30 50 V 50 3.1<br />

5148.7 46499 5 - munitie 0 0 30 30 30 2<br />

5151.1 46711 0 Grth in vaste brandstoffen:<br />

5151.1 46711 1 - klein, lokaal verzorgingsgebied 10 50 50 30 50 3.1<br />

5151.2 46712 0 Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:<br />

5151.2 46712 1 - vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3 50 0 50 200 R 200 D 4.1<br />

5151.2 46712 3 - tot vloeistof verdichte gassen 50 0 50 300 R 300 D 4.2<br />

5151.3 46713 Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen) 100 0 30 50 100 3.2


Bijlage 1 Richtafstande<strong>nl</strong>ijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN<br />

SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />

CATEGORIE<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

GEVAAR<br />

GELUID<br />

STOF<br />

GEUR<br />

nummer<br />

5152.1 46721 0 Grth in metaalertsen:<br />

5152.1 46721 1 - opslag opp. < 2.000 m2 30 300 300 10 300 4.2<br />

5152.2 /.3 46722, 46723 Grth in metalen en -halffabrikaten 0 10 100 10 100 3.2<br />

5153 4673 0 Grth in hout en bouwmaterialen:<br />

5153 4673 1 - algemeen: b.o. > 2000 m² 0 10 50 10 50 3.1<br />

5153 4673 2 - algemeen: b.o. 200 m² 0 30 100 0 100 3.2<br />

5153.4 46735 6 - algemeen: b.o. 2.000 m² 0 0 50 10 50 3.1<br />

5154 4674 2 - algemeen: b.o. < = 2.000 m² 0 0 30 0 30 2<br />

5155.1 46751 Grth in chemische produkten 50 10 30 100 R 100 D 3.2<br />

5155.2 46752 Grth in kunstmeststoffen 30 30 30 30 R 30 2<br />

5156 4676 Grth in overige intermediaire goederen 10 10 30 10 30 2<br />

5157 4677 0 Autosloperijen: b.o. > 1000 m² 10 30 100 30 100 3.2<br />

5157 4677 1 - autosloperijen: b.o. 1000 m² 10 30 100 10 100 D 3.2<br />

5157.2/3 4677 1 - overige groothandel in afval en schroot: b.o. 1000 m² 0 0 100 C 30 100 3.2<br />

6024 494 1 - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o.


Bijlage 1 Richtafstande<strong>nl</strong>ijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN<br />

SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />

CATEGORIE<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

GEVAAR<br />

GELUID<br />

STOF<br />

GEUR<br />

nummer<br />

6311.2 52242 0 Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart:<br />

6311.2 52241 1 - containers 0 10 300 50 R 300 4.2<br />

6311.2 52242 10 - tankercleaning 300 10 100 200 R 300 4.2<br />

6311.2 52242 2 - stukgoederen 0 10 100 50 R 100 D 3.2<br />

6311.2 52242 3 - ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. < 2.000 m² 30 200 300 30 300 4.2<br />

6311.2 52242 5 - granen of meelsoorten , v.c. < 500 t/u 50 300 200 50 R 300 4.2<br />

6311.2 52242 7 - steenkool, opslagopp. < 2.000 m2 50 300 300 50 300 4.2<br />

6312 52102, 52109 A Distributiecentra, koelhuizen 30 10 50 C 50 R 50 D 3.1<br />

6312 52109 B Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte) 0 0 30 C 10 30 2<br />

6321 5221 2 Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties) 10 0 100 C 30 100 3.2<br />

64 53 -<br />

64 53 - POST EN TELECOMMUNICATIE<br />

641 531, 532 Post- en koeriersdiensten 0 0 30 C 0 30 2<br />

642 61 A Telecommunicatiebedrijven 0 0 10 C 0 10 1<br />

71 77 -<br />

VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE<br />

71 77 - GOEDEREN<br />

712 7712, 7739 Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's) 10 0 50 10 50 D 3.1<br />

713 773 Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen 10 0 50 10 50 D 3.1<br />

714 772 Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. 10 10 30 10 30 D 2<br />

72 62<br />

72 62 - COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE<br />

72 58, 63 B Datacentra 0 0 30 C 0 30 2<br />

63, 69tm71,<br />

74<br />

73,74,77,78, 80tm82 -<br />

63, 69tm71,<br />

74<br />

73,74,77,78, 80tm82 - OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING<br />

747 812 Reinigingsbedrijven voor gebouwen 50 10 30 30 50 D 3.1<br />

7481.3 74203 Foto- en filmontwikkelcentrales 10 0 30 C 10 30 2<br />

7484.3 82991 Veilingen voor landbouw- en visserijprodukten 50 30 200 C 50 R 200 4.1<br />

90 37, 38, 39 -<br />

90 37, 38, 39 - MILIEUDIENSTVERLENING<br />

9001 3700 A0 RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:<br />

9001 3700 A1 - < 100.000 i.e. 200 10 100 C 10 200 4.1


Bijlage 1 Richtafstande<strong>nl</strong>ijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN<br />

SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />

CATEGORIE<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

GEVAAR<br />

GELUID<br />

STOF<br />

GEUR<br />

nummer<br />

9001 3700 A2 - 100.000 - 300.000 i.e. 300 10 200 C Z 10 300 4.2<br />

9001 3700 B rioolgemalen 30 0 10 C 0 30 2<br />

9002.1 381 A Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d. 50 30 50 10 50 3.1<br />

9002.1 381 B <strong>Gemeente</strong>werven (afval-inzameldepots) 30 30 50 30 R 50 3.1<br />

9002.1 381 C Vuiloverslagstations 200 200 300 30 300 4.2<br />

9002.2 382 A0 Afvalverwerkingsbedrijven:<br />

9002.2 382 A2 - kabelbranderijen 100 50 30 10 100 3.2<br />

9002.2 382 A3 - verwerking radio-actief afval 0 10 200 C 1500 1500 6<br />

9002.2 382 A4 - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) 50 10 30 10 50 3.1<br />

9002.2 382 A5 - oplosmiddelterugwinning 100 0 10 30 R 100 D 3.2<br />

9002.2 382 A6 - afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW 300 200 300 C Z 50 300 D 4.2<br />

9002.2 382 A7 - verwerking fotochemisch en galvano-afval 10 10 30 30 R 30 2<br />

9002.2 382 B Vuilstortplaatsen 300 200 300 10 300 4.2<br />

9002.2 382 C0 Composteerbedrijven:<br />

9002.2 382 C3 - belucht v.c. < 20.000 ton/jr 100 100 100 10 100 3.2<br />

9002.2 382 C4 - belucht v.c. > 20.000 ton/jr 200 200 100 30 200 4.1<br />

9002.2 382 C5 - GFT in gesloten gebouw 200 50 100 100 R 200 4.1<br />

93 96 -<br />

93 96 - OVERIGE DIENSTVERLENING<br />

9301.1 96011 A Wasserijen en strijkinrichtingen 30 0 50 C 30 50 3.1<br />

9301.1 96011 B Tapijtreinigingsbedrijven 30 0 50 30 50 3.1<br />

9301.2 96012 Chemische wasserijen en ververijen 30 0 30 30 R 30 2<br />

9301.3 96013 A Wasverzendinrichtingen 0 0 30 0 30 2


Bijlage 2 Lijst van Bedrijven 'functiemenging'<br />

Toelichting regeling toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten<br />

Om de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten in dit bestemmingsplan vast te leggen is gebruikgemaakt van<br />

een milieuzonering. Een milieuzonering zorgt ervoor dat milieubelastende functies (zoals bedrijven) en<br />

milieugevoelige functies (zoals woningen) waar nodig ruimtelijk voldoende worden gescheiden. De<br />

gehanteerde milieuzonering is gekoppeld aan een Staat van Bedrijfsactiviteiten.<br />

Een Staat van Bedrijfsactiviteiten is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten, al<br />

naar gelang de te verwachten belasting voor het milieu, zijn ingedeeld in een aantal categorieën. Voor de<br />

indeling in de categorieën zijn de volgende ruimtelijk relevante milieuaspecten van belang:<br />

geluid;<br />

geur;<br />

stof;<br />

gevaar (met name brand- en explosiegevaar).<br />

Daarnaast kan de verkeersaantrekkende werking van een bedrijf relevant zijn.<br />

Toepassing Lijst van Bedrijven 'functiemenging'<br />

Algemeen<br />

In de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (2009) zijn twee Voorbeeldstaten voor milieuzonering<br />

opgenomen, namelijk de 'Voorbeeldstaat van Bedrijfsactiviteiten voor bedrijventerreinen' en de '<br />

Voorbeeldstaat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging'.<br />

De aanpak van milieuzonering en de in dit plan gebruikte Lijst van Bedrijven 'functiemenging' (LvB<br />

'functiemenging') is gebaseerd op de tweede VoorbeeldStaat in de VNG-publicatie Bedrijven en<br />

milieuzonering (2009). De LvB 'functiemenging' wordt gehanteerd in gebieden waar bedrijven of andere<br />

milieubelastende functies verspreid zijn gesitueerd tussen woningen en/of andere gevoelige functies.<br />

Onderstaand wordt hier meer in detail op ingegaan. Het gaat in dergelijke gebieden in het algemeen om<br />

relatief kleinschalige bedrijvigheid die op korte afstand van woningen kan worden toegestaan. De<br />

toelaatbaarheid van activiteiten wordt voor dergelijke gebieden in de VNG-publicatie (en de LvB<br />

'functiemenging') bepaald met behulp van op deze situaties toegesneden toelatingscriteria.<br />

Functiemengingsgebieden<br />

In bestaande gebieden waar in enige vorm sprake is van functiemenging, of in gebieden waar bewust<br />

functiemenging wordt nagestreefd (bijvoorbeeld om een grotere levendigheid tot stand te brengen), wordt de<br />

LvB 'functiemenging' toegepast. Zoals in de VNG-publicatie reeds is aangegeven kan bij<br />

functiemengingsgebieden gedacht worden aan:<br />

stadscentra, dorpskernen en winkelcentra;<br />

horecaconcentratiegebieden;<br />

zones met functiemenging langs stedelijke toegangswegen en in lintbebouwingen;<br />

(delen van) woongebieden met kleinschalige c.q. ambachtelijke bedrijvigheid.<br />

Daarnaast kan ook in (delen van) woongebieden waar enige vorm van bedrijvigheid aanwezig of gewenst is de<br />

LvB 'functiemenging' worden toegepast.<br />

122 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Kenmerken van de activiteiten<br />

De activiteiten in dergelijke gebieden verschillen in het algemeen qua aard en schaal sterk van de activiteiten<br />

op een bedrijventerrein. Behalve in historisch gegroeide situaties gaat het in hoofdzaak om:<br />

kleinschalige, meest ambachtelijke bedrijvigheid;<br />

bedrijven waarbij de productie en/of laad- en loswerkzaamheden alleen in de dagperiode plaatsvindt;<br />

activiteiten die hoofdzakelijk inpandig geschieden.<br />

De toegepaste Lijst van Bedrijven 'functiemenging'<br />

De bovengenoemde criteria liggen mede ten grondslag aan de selectie van activiteiten die zijn opgenomen in<br />

de Lijst van Bedrijven 'functiemenging'. In de Lijst van Bedrijven 'functiemenging' zijn de aspecten geluid,<br />

geur, stof en gevaar en de index voor verkeersaantrekkende werking (zoals aangegeven onder het kopje<br />

'Regeling toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten met behulp van milieuzonering') in de categorisering<br />

opgenomen. Deze Lijst is samengesteld volgens dezelfde methodiek als de betreffende Voorbeeldstaat uit de<br />

VNG-publicatie. Op twee punten is een andere werkwijze toegepast:<br />

1. In dit plan wordt alleen de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten gekoppeld aan de Lijst. In de Lijst van<br />

Bedrijven 'functiemenging' zijn daarom alleen de activiteiten opgenomen die passen binnen de definitie<br />

van bedrijf volgens de begripsbepalingen in de regels van dit bestemmingsplan. De toelaatbaarheid van<br />

andere functies wordt in dit plan indien nodig op een andere wijze in de regels en op de plankaart van dit<br />

bestemmingsplan geregeld (bijvoorbeeld horecabedrijven via een afzonderlijke Lijst van Horecaactiviteiten).<br />

Toegevoegd zijn enkele regelmatig voorkomende bedrijfsactiviteiten die in de lijst van de<br />

VNG-publicatie niet specifiek zijn opgenomen, maar wel aan de genoemde criteria voldoen zoals een<br />

ambachtelijke glas-in-loodzetterij en caravanstalling. Voor aannemers, SBI-code 45, heeft een nadere<br />

specificatie van de activiteiten plaatsgevonden met bijbehorende categorie-indeling die is afgestemd op<br />

de verwachte milieueffecten van deze activiteiten.<br />

2. In de Lijst van Bedrijven 'functiemenging' is in de categorie-indeling een nader onderscheid gemaakt<br />

tussen categorie B1 en B2. Voor de toepassing in dit bestemmingsplan blijkt het onderscheid tussen<br />

categorie A en categorie B zoals beschreven in de VNG-publicatie te groot om de toelaatbaarheid van<br />

activiteiten voldoende af te kunnen stemmen op de kenmerken van de functiemengingsgebieden en het<br />

daarin te volgen beleid.<br />

Categorie-indeling<br />

Zoals in de VNG-publicatie is aangegeven kan, vanwege de bijzondere kenmerken van gebieden met enige<br />

vorm van functiemenging, niet worden gewerkt met een systematiek van richtafstanden en afstandsstappen:<br />

vanwege de zeer korte afstand tussen milieubelastende en milieugevoelige functies is een dergelijke<br />

systematiek niet geschikt voor functiemengingsgebieden. De Lijst van Bedrijven 'functiemenging' hanteert<br />

vier categorieën A, B1, B2 en C met specifieke criteria voor de toelaatbaarheid die onderstaand uiteen zijn<br />

gezet.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 123


Categorie A<br />

Bedrijfsactiviteiten die direct naast of beneden woningen/andere gevoelige functies zijn toegestaan,<br />

desgewenst in daarvoor omschreven zones binnen rustige woongebieden. De activiteiten zijn zodanig weinig<br />

milieubelastend dat de eisen uit het Bouwbesluit toereikend zijn.<br />

Categorie B1<br />

Bedrijfsactiviteiten die direct naast of beneden woningen/andere gevoelige functies in een daarvoor<br />

omschreven gebied met functiemenging zijn toegestaan. De activiteiten zijn zodanig weinig milieubelastend<br />

dat de eisen uit het Bouwbesluit toereikend zijn.<br />

Categorie B2<br />

Bedrijfsactiviteiten die in een gemengd gebied kunnen worden uitgeoefend, echter bouwkundig afgescheiden<br />

van woningen/andere gevoelige functies. Bouwkundig afgescheiden betekent dat de panden los van elkaar<br />

dienen te staan. Uitzondering hierop vormen binnenterreinen omringd door voornamelijk woningen: ook al<br />

zijn bedrijven bouwkundig afgescheiden van woningen, op deze locaties zijn hooguit categorie B1 bedrijven<br />

toegestaan.<br />

Categorie C<br />

Activiteiten genoemd onder categorie B2, waarbij vanwege relatief grote verkeersaantrekkende werking een<br />

directe ontsluiting op hoofdinfrastructuur gewenst is.<br />

Flexibiliteit<br />

De Lijst van Bedrijven 'functiemenging' blijkt in de praktijk een relatief grof hulpmiddel te zijn om hinder door<br />

bedrijfsactiviteiten in te schatten. De inschalingen gaan uit van een gemiddeld bedrijf met een moderne<br />

bedrijfsvoering. Het komt in de praktijk voor dat een bepaald bedrijf als gevolg van een geringe omvang van<br />

hinderlijke deelactiviteiten, een milieuvriendelijke werkwijze of bijzondere voorzieningen minder hinder<br />

veroorzaakt dan in de Lijst van Bedrijven 'functiemenging' is verondersteld. In de regels is daarom bepaald<br />

dat het college van burgemeester en wethouders een dergelijk bedrijf toch kan toestaan, indien dit bedrijf<br />

niet binnen de algemene toelaatbaarheid past. Bij de Lijst van Bedrijven 'functiemenging' is deze mogelijkheid<br />

beperkt tot maximaal 1 categorie (dus bijvoorbeeld categorie B1 in plaats van A of categorie B2 in plaats van<br />

B1). Om te kunnen afwijken moet worden aangetoond dat het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving<br />

(gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) vergelijkbaar is met andere bedrijven uit<br />

de desbetreffende lagere categorie.<br />

Daarnaast is het mogelijk dat bepaalde bedrijven zich aandienen, waarvan de activiteiten in de Lijst van<br />

Bedrijven 'functiemenging' niet zijn genoemd, maar die qua aard en invloed overeenkomen met bedrijven die<br />

wel zijn toegestaan. Met het oog hierop is in de regels bepaald dat het college van burgemeester en<br />

wethouders kan afwijken en vestiging van een dergelijk bedrijf kan toestaan. Om te kunnen afwijken moet op<br />

basis van milieutechnisch onderzoek worden aangetoond dat het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving<br />

vergelijkbaar is met direct toegelaten bedrijven.<br />

124 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Lijst van afkortingen in de Lijst van Bedrijven 'functiemenging':<br />

- niet van toepassing<br />

of niet relevant<br />

< kleiner dan<br />

> groter<br />

= gelijk aan<br />

cat. categorie<br />

e.d. en dergelijke<br />

kl. klasse<br />

n.e.g. niet elders<br />

genoemd<br />

o.c. opslagcapaciteit<br />

p.c. productiecapaciteit<br />

p.o. productieoppervlak<br />

b.o. bedrijfsoppervlak<br />

v.c. verwerkingscapaciteit<br />

u uur<br />

d dag<br />

w week<br />

j jaar<br />

SBI-CODE<br />

SBI-CODE<br />

1993<br />

2008 OMSCHRIJVING<br />

nummer<br />

LANDBOUW EN DIENSTVERLENING TEN<br />

CATEGORIE<br />

01 01 - BEHOEVE VAN DE LANDBOUW<br />

Dienstverlening ten behoeve van de<br />

014 016 0 landbouw:<br />

014 016 2<br />

- algemeen (onder andere<br />

loonbedrijven), b.o < 500 m²<br />

B1<br />

014 016 4<br />

- plantsoenendiensten en<br />

hoveniersbedrijven, b.o. < 500 m²<br />

B1<br />

15 10, 11 -<br />

VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN<br />

EN DRANKEN<br />

151 101, 102 0 Slachterijen en overige vleesverwerking:<br />

151 101 6<br />

- vleeswaren- en<br />

vleesconservenfabrieken, p.o. < 200 m²<br />

B2<br />

1552 1052 2 Consumptie-ijsfabrieken, p.o. < 200 m²<br />

Broodfabrieken, brood- en<br />

B1<br />

banketbakkerijen, v.c. < 7.500 kg<br />

B1<br />

1581 1071 1 meel/week<br />

Verwerking cacaobonen en vervaardiging<br />

1584 10821 0 chocolade- en suikerwerk:<br />

- cacao- en chocoladefabrieken,<br />

vervaardigen van chocoladewerken met p.o. B1<br />

1584 10821 3 < 200 m²<br />

1584 10821 6<br />

- suikerwerkfabrieken zonder suiker<br />

branden, p.o. < 200 m²<br />

B1<br />

1593 t/m 1595<br />

1102 t/m<br />

1104 Vervaardiging van wijn, cider en dergelijke<br />

B1<br />

17 13 - VERVAARDIGING VAN TEXTIEL<br />

174, 175 139 Vervaardiging van textielwaren B2<br />

176, 177 139, 143<br />

Vervaardiging van gebreide en gehaakte<br />

stoffen en artikelen<br />

B2<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 125


VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN<br />

18 14 - EN VERVEN VAN BONT<br />

181 141 Vervaardiging kleding van leer<br />

HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING<br />

ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK EN<br />

B2<br />

20 16 - DERGELIJKE<br />

203, 204, 205 162 1<br />

Timmerwerkfabrieken, vervaardiging<br />

overige artikelen van hout, p.o. < 200 m²<br />

B2<br />

205 162902 Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken<br />

UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN<br />

B1<br />

22 58 - REPRODUCTIE VAN OPGENOMEN MEDIA<br />

2222.6 18129 Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen B1<br />

2223 1814 A Grafische afwerking A<br />

2223 1814 B Binderijen B1<br />

2224 1813 Grafische reproductie en zetten B1<br />

2225 1814 Overige grafische activiteiten B1<br />

223 182 Reproductiebedrijven opgenomen media A<br />

24 20 -<br />

VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE<br />

PRODUCTEN<br />

2442 2120 0 Farmaceutische productenfabrieken:<br />

2442 2120 2 - verbandmiddelenfabrieken B1<br />

26 23 -<br />

VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK,<br />

CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUCTEN<br />

2615 231 Glasbewerkingsbedrijven B2<br />

262, 263 232, 234 0 Aardewerkfabrieken:<br />

262, 263 232, 234 1<br />

- vermogen elektrische ovens totaal<br />

< 40 kW<br />

B1<br />

267 237 0 Natuursteenbewerkingsbedrijven:<br />

267 237 2<br />

- zonder breken, zeven en drogen indien<br />

p.o. < 2.000 m²<br />

B2<br />

2681 2391 Slijp- en polijstmiddelen fabrieken B2<br />

28 25 -<br />

VERVAARDIGING EN REPARATIE VAN<br />

PRODUCTEN VAN METAAL (EXCLUSIEF<br />

MACHINES/ TRANSPORTMIDDELEN)<br />

281 251, 331 1a - gesloten gebouw, p.o. < 200 m² B2<br />

284 255, 331 B1<br />

Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen<br />

en dergelijke, p.o. < 200 m²<br />

B2<br />

2852 2562, 3311 2<br />

Overige metaalbewerkende industrie,<br />

inpandig, p.o. < 200 m²<br />

B2<br />

287 259, 331 B<br />

Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.;<br />

inpandig, p.o. < 200 m²<br />

VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES<br />

B2<br />

30 26, 28, 33 - EN COMPUTERS<br />

30 26, 28, 33 A<br />

Kantoormachines- en computerfabrieken,<br />

inclusief reparaties<br />

B1<br />

126 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

33 26, 32, 33 -<br />

VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN<br />

OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN<br />

Fabrieken voor medische en optische<br />

apparaten en instrumenten en dergelijke,<br />

B<br />

33 26, 32, 33 A inclusief reparaties<br />

VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE<br />

36 31 - GOEDEREN N.E.G.<br />

361 9524 2 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m² A<br />

362 321<br />

Fabricage van munten, sieraden en<br />

dergelijke<br />

B1<br />

363 322 Muziekinstrumentenfabrieken B1<br />

3663.1 32991 Sociale werkvoorziening<br />

PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE VAN STROOM,<br />

B1<br />

40 35 - AARDGAS, STOOM EN WARM WATER<br />

Elektriciteitsdistributiebedrijven, met<br />

40 35 C0 transformatorvermogen:<br />

40 35 C1 - < 10 MVA B1<br />

40 35 D0 Gasdistributiebedrijven:<br />

40 35 D3<br />

- gas: reduceer-, compressor-,<br />

meet- en regelinstallaties categorie A<br />

A<br />

40 35 D4<br />

- gasdrukregel- en meetruimten<br />

(kasten en gebouwen), categorie B en C<br />

Warmtevoorzieningsinstallaties,<br />

B1<br />

40 35 E0 gasgestookt:<br />

40 35 E2 - blokverwarming B1<br />

41 36 - WINNING EN DISTRIBUTIE VAN WATER<br />

Waterdistributiebedrijven met<br />

41 36 B0 pompvermogen:<br />

41 36 B1 - < 1 MW B1<br />

45 41, 42, 43 - BOUWNIJVERHEID<br />

45 41, 42, 43 3<br />

Aannemersbedrijf met werkplaats, b.o. <<br />

1.000 m²<br />

HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S,<br />

B1<br />

50 45, 47 - MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS<br />

501, 502, 504<br />

451, 452,<br />

454<br />

Handel in auto's en motorfietsen, reparatieen<br />

servicebedrijven<br />

B1<br />

5020.4 45204 B Autobeklederijen A<br />

5020.5 45205 Autowasserijen B1<br />

503, 504 453<br />

Handel in auto- en motorfietsonderdelen en<br />

-accessoires<br />

B1<br />

51 46 - GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING<br />

5134 4634 Groothandel in dranken C<br />

5135 4635 Groothandel in tabaksproducten C<br />

5136 4636<br />

Groothandel in suiker, chocolade en<br />

suikerwerk<br />

C<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 127


5137 4637<br />

Groothandel in koffie, thee, cacao en<br />

specerijen<br />

C<br />

514 464, 46733<br />

Groothandel in overige<br />

consumentenartikelen<br />

C<br />

5148.7 46499 0 Groothandel in vuurwerk en munitie:<br />

5148.7 46499 1<br />

- consumentenvuurwerk, verpakt,<br />

opslag < 10 ton<br />

B1<br />

5153 4673 0 Groothandel in hout en bouwmaterialen:<br />

5153 5153 1 - algemeen C<br />

5153 4673 2 - indien b.o. < 2.000 m² B1<br />

5153.4 5153.4 4 Zand en grind:<br />

5153.4 46735 6 - indien b.o. < 200 m² B1<br />

5154 4674 0<br />

Groothandel in ijzer- en metaalwaren en<br />

verwarmingsapparatuur:<br />

5154 5154 1 - algemeen C<br />

5154 4674 2 - indien b.o. < 2.000 m² B1<br />

5156 4676<br />

Groothandel in overige intermediaire<br />

goederen<br />

DETAILHANDEL EN REPARATIE TEN BEHOEVE<br />

C<br />

52 47 - VAN PARTICULIEREN<br />

527 952<br />

Reparatie ten behoeve van particulieren<br />

(exclusief auto's en motorfietsen)<br />

A<br />

60 49 - VERVOER OVER LAND<br />

6022 493 Taxibedrijven B1<br />

6024 494 0<br />

Goederenwegvervoerbedrijven (zonder<br />

schoonmaken tanks), b.o. < 1.000 m²<br />

C<br />

603 495<br />

Pomp- en compressorstations van<br />

pijpleidingen<br />

DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN HET<br />

B1<br />

63 52 - VERVOER<br />

64 53 - POST EN TELECOMMUNICATIE<br />

641 531, 532 Post- en koeriersdiensten<br />

VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN,<br />

C<br />

71 77 - MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN<br />

711 7711 Personenautoverhuurbedrijven B2<br />

712 7712, 7739<br />

Verhuurbedrijven voor transportmiddelen<br />

(exclusief personenauto's)<br />

C<br />

713 773<br />

Verhuurbedrijven voor machines en<br />

werktuigen<br />

COMPUTERSERVICE- EN<br />

C<br />

72 62 - INFORMATIETECHNOLOGIE<br />

72 62 A<br />

Computerservice- en<br />

informatietechnologiebureaus en dergelijke<br />

A<br />

72 58, 63 B Datacentra B1<br />

73 72 - SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK<br />

732 722<br />

Maatschappij- en geesteswetenschappelijk<br />

onderzoek<br />

A<br />

128 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

63, 69 t/m<br />

71, 73, 74,<br />

77, 78, 80<br />

74<br />

t/m 82 - OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING<br />

7481.3 74203 Foto- en filmontwikkelcentrales C<br />

7484.4 82992 Veilingen voor huisraad, kunst en dergelijke A<br />

90 37, 38, 39 MILIEUDIENSTVERLENING<br />

9001 3700 B Rioolgemalen B1<br />

93 96 - OVERIGE DIENSTVERLENING<br />

9301.3 96013 A Wasverzendinrichtingen B1<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 129


Bijlage 3 Lijst van Horeca-activiteiten<br />

Toelichting Lijst van Horeca-activiteiten<br />

Uit oogpunt van goede ruimtelijke ordening kan, in verband met de overlast die horecabedrijven voor<br />

omwonenden kunnen meebrengen, in het bestemmingsplan bij het toelaten van horecabedrijven aan de hand<br />

van ruimtelijk relevante criteria als aard, omvang en parkeerdruk een onderscheid gemaakt worden in<br />

categorieën horecabedrijven.<br />

In dit bestemmingsplan is een functionele differentiatie in "harde" tot "zachte" typen van horecabedrijven<br />

opgenomen. De regeling geeft een kwalitatieve beperking ten aanzien van het type horecabedrijf dat zich<br />

mag vestigen in de woonomgeving. De regeling beoogd de nadelige invloeden van de vestiging van<br />

horecabedrijven op het woon- en leefklimaat in de omgeving te voorkomen.<br />

De Lijst van Horeca-inrichtingen kent een indeling in vier categorieën. De categorieën van A tot en met D<br />

lopen af in de zwaarte van de overlast die horecabedrijven voor omwonenden kunnen meebrengen. In geval<br />

van meerdere soorten activiteiten in één inrichting telt de activiteit in de zwaarste categorie voor de typeindeling<br />

van de inrichting. De volgende categorieën van horecabedrijven zullen voortaan worden<br />

onderscheiden met als uitgangspunt hun invloed op het woon- en leefklimaat:<br />

Categorie A. Discotheek; bardancing; zaalverhuur/party-centra (regulier gebruik t.b.v. feesten en<br />

muziek-/dansevenementen, i.t.t. zaalverhuur t.b.v. congressen en seminars)<br />

Categorie B. Café; bar; brasserie<br />

Categorie C. Cafetaria; snackbar; grillroom; fastfood-restaurant; automatiek; snelbuffet<br />

Categorie D. Restaurant; bistro; crêperie, lunchroom; konditorei; koffie-/theehuis; IJssalon<br />

Onderscheid café-disco<br />

Het verschil tussen een café en een disco zit in het gelegenheid geven tot dansen als weze<strong>nl</strong>ijk onderdeel van<br />

de inrichting.<br />

Cafetaria/snackbar<br />

Het verschil tussen een lunchroom en een cafetaria/snackbar zit in het feit dat cafetaria al dan niet voor<br />

consumptie ter plaatse bereide etenswaren verstrekt. Het betreft hier laagdrempelige inrichtingen met veel<br />

in- en uitgaande bewegingen, die veelal laat open zijn. Deze zaken zijn hoofdzakelijk ingericht voor het<br />

meenemen dan wel snel nuttigen ter plaatse van etenswaren. De aantasting van het woon- en leefklimaat<br />

wordt vooral veroorzaakt door afval op straat van buiten de inrichting geconsumeerde spijzen en de daarbij<br />

behorende stank- en geluidsoverlast.<br />

Afhaalcentra<br />

Een winkel met als nevenfunctie een horecavoorziening valt bestemmingsplan technisch gezien onder de<br />

detailhandelsfunctie. Voorwaarde is dat het horeca-aspect een ondergeschikt deel uitmaakt van het geheel.<br />

Hiermee wordt voorkomen dat het probleem van branchevervaging leidt tot het vestigen van winkelfuncties<br />

die in de loop van de tijd veranderen in horecafuncties. Definitie afhaalcentrum: "detailhandelsvestiging met<br />

een horeca-exploitatievergunning op grond van de horeca-exploitatieverordening <strong>Utrecht</strong>".<br />

130 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Additionele horeca<br />

Bij deze categorie gaat het om horeca-activiteiten die neven- of ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie van<br />

de instelling. Deze activiteiten worden juridisch-planologisch gezien niet onder de functie "horeca" begrepen,<br />

maar onder de bestemming van de hoofdfunctie van de instelling sociaalculturele/maatschappelijke/(sportief-)recreatieve<br />

doeleinden) gerekend. Voor de toepassing van de Lijst van<br />

Horeca-inrichtingen wordt onder een horecabedrijf het volgende begrepen:<br />

een bedrijf of instelling waar;<br />

1. bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, en/of;<br />

2. bedrijfsmatig zaal accommodatie wordt geëxploiteerd.<br />

Categorie: Inrichting: Activiteiten:<br />

A discotheek<br />

Een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het bedrijfsmatig ten gehore<br />

bar-dancing<br />

brengen van muziek en het geven van gelegenheid tot dansbeoefening, al<br />

zaalverhuur/partycentra dan niet met levende muziek en al dan niet met de verstrekking van<br />

1<br />

dranken en kleine etenswaren, alsmede de verstrekking van<br />

(alcoholhoudende) dranken ter plaatse, al dan niet met levende muziek en al<br />

dan niet met kleine etenswaren.<br />

Het accent ligt op het ten gehore brengen van muziek en het gelegenheid<br />

geven tot dansen.<br />

B café<br />

Een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van<br />

bar<br />

(alcoholhoudende) dranken voor consumptie ter plaatse, al dan niet met als<br />

brasserie<br />

nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren.<br />

Het accent ligt op de verstrekking van drank.<br />

C cafetaria<br />

Een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van (al dan niet<br />

snackbar<br />

voor consumptie ter plaatse) bereide etenswaren, met als nevenactiviteit het<br />

grill-room<br />

verstrekken van alcoholvrije dranken. Het accent ligt op de verstrekking<br />

fastfood-restaurant<br />

automatiek snelbuffet<br />

van al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide, kleine etenswaren.<br />

D1 restaurant<br />

Een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden<br />

bistro<br />

voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van<br />

crêperie<br />

alcoholhoudende en alcoholvrije dranken.<br />

D2 lunchroom, konditorei<br />

koffie-/theehuis<br />

ijssalon<br />

Een daghorecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het al dan niet voor gebruik<br />

ter plaatse verstrekken van al dan niet in dezelfde onderneming bereide of<br />

bewerkte etenswaren en dranken.<br />

Een daghorecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van<br />

alcoholvrije dranken, met als nevenactiviteit het verstrekken van voor<br />

consumptie ter plaatse bereide kleine etenswaren. Het accent ligt op de<br />

verstrekking van alcoholvrije dranken.<br />

Een daghorecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van<br />

consumptie-ijs voor gebruik ter plaatse. Daghoreca (D.2) is gebonden aan<br />

de openingstijden zoals die gelden voor detailhandel, conform de<br />

winkeltijdenwet en de gemeentelijke regelgeving aangaande winkeltijden. Bij<br />

deze horeca moet de aard en omvang van de bedrijfsactiviteit te passen<br />

binnen een overwegend winkelgebied (centrumgebied) en is zij geheel of<br />

overwegend gebonden aan c.q. ondersteunend voor de (winkel)functie van<br />

dat gebied, daarbij lettend op de aard en de ligging van de andere<br />

gebruiksvormen in en het karakter van het gebied.<br />

1regulier gebruik t.b.v. feesten en muziek- en dansevenementen, in tegenstelling tot zaalverhuur voor<br />

congressen en seminars.<br />

bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 131


Voor de toepassing van de lijst van horeca-inrichtingen wordt onder een horecabedrijf het volgende<br />

begrepen<br />

een bedrijf of instelling waar:<br />

1. bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, en/of,<br />

2. bedrijfsmatig zaal accommodatie wordt geëxploiteerd.<br />

132 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)


StadsOntwikkeling<br />

Uitgave <strong>Gemeente</strong> <strong>Utrecht</strong><br />

Postadres Postbus 8406, 3505 RK <strong>Utrecht</strong><br />

Telefoon 030 - 286 48 02

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!