Gerelateerde content - Utrecht.nl - Gemeente Utrecht
Gerelateerde content - Utrecht.nl - Gemeente Utrecht
Gerelateerde content - Utrecht.nl - Gemeente Utrecht
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
RK<br />
WATER<br />
UIS<br />
N<br />
TUIN<br />
TUIN<br />
TUIN<br />
TUIN<br />
UIN<br />
KANTOOR<br />
WATER<br />
PARKEREN<br />
STRAAT<br />
BRANDGANG<br />
PARKEREN<br />
LVERKEER<br />
STATIONSGEBOUW MET HORECA<br />
VERKEERSPLEIN<br />
LENING<br />
STATIONSUITGANG<br />
STRAAT<br />
SOEN<br />
SPORTHAL<br />
WAT<br />
W<br />
PLANTSOEN<br />
PARKEREN<br />
OEN PAR<br />
PARK<br />
PARKE<br />
PARKER<br />
KAN<br />
RAILVERKEER<br />
VERKEER<br />
PLANTSOEN<br />
STADSVILL<br />
STADSV<br />
TUIN<br />
PLANTSOEN<br />
TUIN<br />
PLANT<br />
DETAILHANDEL<br />
GROENSTROOK<br />
WATER<br />
WATER<br />
TAXISTANDPLAATS<br />
RAIL<br />
THE<br />
V<br />
Bestemmingsplan<br />
StadsOntwikkeling<br />
Het Zand<br />
Mei 2012
Bestemmingsplan Het Zand
Inhoudsopgave<br />
Hoofdstuk 1 I<strong>nl</strong>eiding 6<br />
1.1 Doelstelling 6<br />
1.2 Ligging en begrenzing plangebied 6<br />
1.3 Vigerende plannen 7<br />
1.4 Bestemmingsplanmethodiek 8<br />
Hoofdstuk 2 Relevante beleidskaders 9<br />
2.1 Rijksbeleid 9<br />
2.2 Provinciaal en regionaal beleid 9<br />
2.3 <strong>Gemeente</strong>lijk beleid 10<br />
2.4 Stedenbouwkundige Plannen 14<br />
2.5 Conclusie 14<br />
Hoofdstuk 3 Bestaande situatie 15<br />
3.1 I<strong>nl</strong>eiding 15<br />
3.2 Hoofdopzet Het Zand 15<br />
3.3 Functionele structuur 25<br />
Hoofdstuk 4 Planbeschrijving 32<br />
4.1 Algemeen 32<br />
4.2 Nieuwe ontwikkelingen 32<br />
Hoofdstuk 5 Onderzoek en randvoorwaarden 38<br />
5.1 I<strong>nl</strong>eiding 38<br />
5.2 Milieu-effectrapportage en Strategische Milieu Beoordeling 38<br />
5.3 Geluidhinder 39<br />
5.4 Milieuhinder bedrijvigheid 41<br />
5.5 Externe veiligheid 41<br />
5.6 Luchtkwaliteit 42<br />
5.7 Bodem 43<br />
5.8 Flora en fauna 44<br />
5.9 Water 44<br />
5.10 Archeologie 56<br />
5.11 Kabels en leidingen 59<br />
Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid 60<br />
6.1 Economische uitvoerbaarheid 60<br />
6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 60<br />
Hoofdstuk 7 Juridische plantoelichting 62<br />
7.1 I<strong>nl</strong>eiding 62<br />
2 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
7.2 Planvorm 62<br />
7.3 Opbouw Regels 62<br />
7.4 Regeling bijbehorende bouwwerken 63<br />
7.5 Artikelsgewijze toelichting 64<br />
7.6 Lijst van Bedrijfsactiviteiten (LvB) 73<br />
7.7 Lijst van horeca-inrichtingen 75<br />
7.8 Handhaving 76<br />
Bijlagen 78<br />
Bijlage 1 Quick Scan flora en fauna Het Zand 80<br />
Bijlage 2 Akoestisch onderzoek Het Zand 82<br />
REGELS<br />
H oofdstuk 1 I<strong>nl</strong>eidende regels 85<br />
Artikel 1 Begrippen 85<br />
Artikel 2 Wijze van meten 90<br />
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 92<br />
Artikel 3 Bedrijf 92<br />
Artikel 4 Bedrijf - Nutsvoorziening 93<br />
Artikel 5 Detailhandel - Tuincentrum 93<br />
Artikel 6 Gemengd - 1 95<br />
Artikel 7 Gemengd - 2 96<br />
Artikel 8 Gemengd - 3 98<br />
Artikel 9 Groen 100<br />
Artikel 10 Kantoor 101<br />
Artikel 11 Maatschappelijk 101<br />
Artikel 12 Verkeer 102<br />
Artikel 13 Verkeer - Verblijfsgebied 103<br />
Artikel 14 Water 103<br />
Artikel 15 Wonen - 1 104<br />
Artikel 16 Wonen - 2 106<br />
Artikel 17 Wonen - 3 109<br />
Artikel 18 Wonen - 4 111<br />
Artikel 19 Wonen - Woonwagenstandplaats 113<br />
Artikel 20 Leiding - Leiding Water 114<br />
Artikel 21 Waarde - Archeologie 114<br />
Artikel 22 Waarde - Ecologie 115<br />
Artikel 23 Waterstaat - Waterkering 115<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 3
Hoofdstuk 3 Algemene regels 117<br />
Artikel 24 Antidubbeltelbepaling 117<br />
Artikel 25 Algemene bouwregels 117<br />
Artikel 26 Algemene gebruiksregels 117<br />
Artikel 27 Algemene afwijkingsregels 118<br />
Artikel 28 Algemene wijzigingsregels 118<br />
Artikel 29 Overige regels 118<br />
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 119<br />
Artikel 30 Overgangsrecht 119<br />
Artikel 31 Slotregel 119<br />
Bijlagen 120<br />
Bijlage 1 Lijst van Bedrijfsactiviteiten 121<br />
Bijlage 2 Lijst van Bedrijven 'functiemenging' 122<br />
Bijlage 3 Lijst van Horeca-activiteiten 130<br />
4 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Toelichting<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 5
Hoofdstuk 1 I<strong>nl</strong>eiding<br />
1.1 Doelstelling<br />
Het voornemen tot het opstellen van het bestemmingsplan Het Zand komt voort uit de wens om voor het<br />
inmiddels gerealiseerde deel van Het Zand een goede juridisch planologische regeling te hebben voor het<br />
beheren en handhaven van de bestaande ruimtelijke kwaliteit van het gebied. Het actueel hebben en houden<br />
van bestemmingsplannen voor het grondgebied van de gemeente is een belangrijk uitgangspunt van de<br />
gemeente <strong>Utrecht</strong>.<br />
Daarnaast biedt het plan planologisch-juridische ruimte voor een aantal ontwikkelingen. Ten aanzien van<br />
gebieden waar mogelijk veranderingen zullen gaan plaatsvinden heeft het college van burgemeester en<br />
wethouders besloten dat deze veranderingen alleen in een op beheer gericht bestemmingsplan zullen worden<br />
meegenomen als die ontwikkelingen voldoende uitgekristalliseerd zijn.<br />
Het nieuwe bestemmingsplan zorgt voor een eenduidige en samenhangende juridisch-planologische regeling<br />
voor het plangebied. In het plan zijn de wijzigingen in de wet- en regelgeving op het gebied van de<br />
ruimtelijke ordening, die zich in de loop van de tijd hebben voorgedaan, verwerkt. Met dit bestemmingsplan<br />
wordt aansluiting gezocht bij recent tot stand gekomen bestemmingsplannen binnen de gemeente, waarbij<br />
wordt gestreefd naar uniformiteit van bestemmingslegging en regelgeving.<br />
1.2 Ligging en begrenzing plangebied<br />
Het plangebied is gelegen aan de westkant van <strong>Utrecht</strong>, aan de noordzijde van het stadsdeel Leidsche Rijn. De<br />
begrenzing is aangegeven op onderstaande afbeelding.<br />
Globaal wordt het plangebied als volgt begrensd: de spoorbaan langs de Vleutensebaan, Agaathvlinder,<br />
Satijnvlinder, 't Zand, Alendorperweg, Parkzichtlaan, Max Ernstlaan.<br />
De plangrenzen van het bestemmingsplan sluiten aan op die van recente juridisch-planologische regelingen.<br />
Tevens is er rekening gehouden met toekomstig te vervaardigen bestemmingsplannen.<br />
6 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Begrenzing plangebied<br />
1.3 Vigerende plannen<br />
Bestemmingsplannen<br />
Binnen het plangebied vigeert voor het overgrote deel het bestemmingsplan Leidsche Rijn <strong>Utrecht</strong> 1999.<br />
Het bestemmingsplan Leidsche Rijn <strong>Utrecht</strong> 1999 is op 28 oktober 1999 door de gemeenteraad vastgesteld<br />
en vervolgens door Gedeputeerde Staten van <strong>Utrecht</strong> op 6 juni 2000 goedgekeurd. Bij uitspraak in beroep<br />
door de Raad van State van 27 februari 2002 is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden.<br />
Voor één perceel is een bestemmingsplan opgesteld, te weten Het Zand 31. Dit bestemmingsplan is<br />
vastgesteld door de gemeenteraad op 12 oktober 2006 en goedgekeurd door gedeputeerde staten op<br />
16 januari 2007.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 7
Uitwerkingsplannen<br />
Binnen het plangebied van Het Zand zijn 3 uitwerkingsplannen opgesteld. Dit zijn allen uitwerkingsplannen<br />
van het bestemmingsplan Leidsche Rijn <strong>Utrecht</strong> 1999.<br />
Het Zand - Stationsomgeving<br />
Dit uitwerkingsplan is vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders op 29 augustus 2006;<br />
Het Zand - Tussen de Parken<br />
Dit uitwerkingplan is vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders op 29 augustus 2006;<br />
Het Zand - De Bongerd<br />
Dit uitwerkingsplan is vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders op 21 november 2006.<br />
1.4 Bestemmingsplanmethodiek<br />
Het bestemmingsplan richt zich op de actualisering van het ruimtelijk beleid voor Het Zand. De bestaande<br />
ruimtelijk-functionele structuur vormt de basis. Aan de te verwachten ontwikkelingen de komende 10 jaar<br />
wordt, voor zo ver wenselijk en mogelijk, ruimte geboden. Er worden op maat gesneden regelingen<br />
geformuleerd ter bescherming van specifieke kwaliteiten (linten) of juist om voldoende flexibiliteit naar de<br />
toekomst toe te kunnen bieden (bijvoorbeeld rekening houden met voorzienbare woonwensen).<br />
Ten aanzien van gebieden waar mogelijk veranderingen zullen gaan plaatsvinden heeft de gemeenteraad op 1<br />
september 2005 besloten dat deze veranderingen alleen worden meegenomen, als de ontwikkelingen<br />
voldoende uitgekristalliseerd zijn. In alle andere gevallen zal aan deze gebieden een conserverende<br />
bestemming worden gegeven, die zoveel mogelijk aansluit bij de geldende bestemming en het bestaande<br />
(legale) gebruik.<br />
Deze keuze hangt samen met de opdracht van de gemeenteraad, om de gehele gemeente <strong>Utrecht</strong> vóór 2013<br />
te voorzien van moderne, actuele bestemmingsplannen. Wachten op nu nog onzekere bouwplannen houdt<br />
het plan- en besluitvormingsproces van op beheer gerichte bestemmingsplannen teveel op.<br />
8 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Hoofdstuk 2 Relevante beleidskaders<br />
2.1 Rijksbeleid<br />
Voor dit bestemmingsplan zijn de rijksnota's de Nota Ruimte (2006) en de Structuurvisie Randstad 2040<br />
(2008) van belang. De ambitie in deze nota's is om de Randstad tot een duurzame en concurrerende<br />
Europese topregio te ontwikkelen. Hierbij gelden de volgende beleidsdoelen:<br />
Regio <strong>Utrecht</strong> als centraal knooppunt van infrastructuur;<br />
Krachtige steden: bundeling van verstedelijking, economische activiteiten en bereikbaarheid;<br />
Verdichting: ruimte in het bestaand stedelijk gebied (verouderde bedrijventerreinen en wijken) verdichten<br />
door revitalisering, herstructurering en transformatie.<br />
Binnen het verstedelijkingsbeleid kiest het kabinet bovenal voor een kwaliteitsstrategie en verdichting. De<br />
ruimte die in het bestaande stedelijk gebied aanwezig is, moet door verdichting optimaal worden gebruikt<br />
door revitalisering, herstructurering en transformatie. Dit betekent dat nieuwe bebouwing grotendeels<br />
geconcentreerd tot stand komt in bebouwd gebied, aansluitend op het bestaande bebouwde gebied of in<br />
nieuwe clusters van bebouwing daarbuiten.<br />
Bij nieuwe ontwikkelingen dient rekening gehouden te worden met ecologische en archeologische waarden<br />
op basis van de Flora- en faunawet en het Verdrag van Malta. In hoofdstuk 5 is aangegeven hoe met deze<br />
aspecten is omgegaan.<br />
2.2 Provinciaal en regionaal beleid<br />
Voor het regionale beleid zijn de Structuurvisie Provincie <strong>Utrecht</strong> 2005-2015, het Regionaal Structuurplan<br />
<strong>Utrecht</strong> 2005-2015 (RSP, 2004) en de Ontwikkelingsvisie 2015-2030 (2009), die in NV <strong>Utrecht</strong>-verband is<br />
opgesteld, richtinggevend. De nota's vullen elkaar aan, waarbij de Ontwikkelingsvisie een langetermijnvisie<br />
biedt en de ruimtebehoefte aangeeft voor het 'Noordvleugelgebied', bestaande uit Amersfoort, Hilversum,<br />
<strong>Utrecht</strong> en de omliggende regiogemeenten.<br />
In de provinciale Structuurvisie en het Regionaal Structuurplan wordt gekozen voor beheerste groei. Bij<br />
ruimtelijke ontwikkelingen is zorgvuldig, intensief en meervoudig ruimtegebruik een belangrijk uitgangspunt.<br />
Het stadsgewest <strong>Utrecht</strong> is het zwaartepunt van de verstedelijking en economie in de provincie. Dat wil<br />
zeggen dat de provincie nieuwe opgaven voor wonen en werken vooral hier wil realiseren. <strong>Utrecht</strong> heeft bij<br />
deze opgave, als centrale stad in het stadsgewest, de belangrijke taak om door verdichting, herstructurering<br />
en transformatie, binnenstedelijke capaciteit voor wonen, werken en voorzieningen te ontwikkelen en<br />
tegelijkertijd een kwaliteitssprong te realiseren. Verdere verdichting vindt plaats in het stedelijk gebied om de<br />
waardevolle landschappen te sparen. Verdichting en kwaliteitsverbetering is ook de essentie van het beleid in<br />
NV <strong>Utrecht</strong>-verband.<br />
In het Regionaal Structuurplan valt het bestemmingsplangebied in de categorie "groen stedelijk/suburbaan<br />
milieu". In het "groen stedelijk/suburbaan milieu" heeft de woonfunctie een dominante rol en heeft een<br />
relatief lage graad van functiemenging. Er zijn veel grondgebonden woningen met tuin of flatwoningen in een<br />
groene setting aanwezig. Fiets en auto zijn belangrijke vervoermiddelen, alsmede het openbaar vervoer.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 9
Door middel van het principe "beheerste groei" willen Gedeputeerde Staten de aantasting van waardevolle en<br />
kwetsbare open ruimte door nieuwe verstedelijking zoveel mogelijk vermijden. Ook wil de provincie de<br />
contrastwerking tussen stad en land versterken. Het bestemmingsplangebied valt binnen de categorie<br />
"restcapaciteit woningbouw (per 1-1-2005) 22.200 woningen". De restcapaciteit geeft het per 1 januari 2005<br />
nog op te leveren aantal woningen weer en is de zogeheten 'harde capaciteit' die in beginsel planologisch<br />
aanvaardbaar is.<br />
Inmiddels is in Het Zand de woningbouwcapaciteit grotendeels gerealiseerd, de woningen die bij de<br />
ontwikkelingen genoemd zijn (zie hoofdstuk 4) vallen binnen deze restcapaciteit.<br />
Zoals op vele plekken in de stad <strong>Utrecht</strong>, moet ook hier in Het Zand rekening gehouden worden met de<br />
historisch waardevolle ondergrond. Vanuit de provinciale ruimtelijke verordening wordt gesteld dat<br />
bestemmingsplannen voor een gebied dat is aangeduid als 'cultuurhistorische hoofdstructuur archeologie'<br />
bestemmingen en regels bevatten die het behoud van de in het plangebied aanwezige archeologische<br />
waarden waarborgen. Bij dit bestemmingsplan geldt dit voor het gehele gebied. Hiervoor is onderzoek<br />
gedaan bij de planontwikkeling van Het Zand.<br />
Waterstructuurvisie en waterbeheerplan, Hoogheemraadschap De Stichtse Rij<strong>nl</strong>anden<br />
Het Waterbeheersplan van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rij<strong>nl</strong>anden '(2010-2015) beschrijft de<br />
doelstellingen en het beleid voor zowel het waterkwaliteits- als het waterkwantiteitsbeheer. Het beleid is<br />
vooral gericht op het minimaliseren van wateroverlast en watertekort, het zoveel mogelijk voorkomen van het<br />
i<strong>nl</strong>aten van gebiedsvreemd water van minder goede kwaliteit, het tegengaan van verdroging en het bestrijden<br />
van eutrofiëring. In de Waterstructuurvisie (2002) is een langetermijnvisie (voor 2050) en een<br />
middellangetermijnvisie (tot 2015) ontwikkeld voor een duurzamer waterbeheer in relatie tot ruimtelijke<br />
ontwikkelingen die aan de orde zijn. In het plangebied speelt het ontwikkelen van een duurzaam stedelijk<br />
waterbeheer, voor zowel bestaand als nieuwbouwgebied. Het gaat dan met name om schoon water<br />
schoonhouden en zo lang mogelijk vasthouden, infiltreren, afkoppelen, daar waar mogelijk aa<strong>nl</strong>eggen van<br />
een verbeterde gescheiden riolering en het realiseren van voldoende waterberging. De effecten van nieuwe<br />
ruimtelijke ontwikkelingen worden door de waterbeheerder afgewogen in een watertoets (zie paragraaf 5.8).<br />
Bij nieuwe ontwikkelingen in Het Zand wordt standaard een watertoets toegepast.<br />
2.3 <strong>Gemeente</strong>lijk beleid<br />
2.3.1 Structuurvisie <strong>Utrecht</strong> 2015-2030 (2004)<br />
<strong>Utrecht</strong> is de stad met drie kernkwaliteiten, welke in de structuurvisie zijn uitgewerkt in de drie<br />
perspectieven: De Markt, Het Podium en De Binnentuinen. Het bestemmingsplangebied behoort tot de<br />
Binnentuinen, "de grote stad met kleinschaligheid en sociale cohesie in de wijken". De opgave voor dit<br />
ontwikkelingsperspectief ligt vooral in het onderhouden, vernieuwen en versterken van de kenmerkende<br />
wijkstructuren. Soms is dat een park, soms een voorzieninge<strong>nl</strong>int, soms een waterloop. Ingrepen in de<br />
binnentuinen / wijken moeten leiden tot een inrichting van de openbare ruimte die aansluit bij de behoefte<br />
van de gebruikers. De woonfunctie domineert. Afhankelijk van de situatie kan er sprake zijn van intensivering<br />
of juist extensivering. Maatvoering en wijkkenmerken zijn hierbij leidend. Er is een basispakket aan<br />
voorzieningen nodig, kleinschalige functiemenging is mogelijk, bijvoorbeeld in de vorm van woon/werkunits<br />
of kleinschalige bedrijvigheid. De wijken zijn autoluw. Verkeer wordt zoveel mogelijk via de stedelijke<br />
ontsluitingswegen afgehandeld. Op die manier wordt ook de onderlinge verbinding tussen de wijken<br />
georganiseerd.<br />
10 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
2.3.2 Planhistorie Leidsche Rijn<br />
Het Masterplan Leidsche Rijn vormde in 1995 het ruimtelijke en programmatische startpunt voor de<br />
ontwikkeling en de realisatie van de plannen voor het 'aangewezen 'VINEX'-gebied. Het Masterplan ging uit<br />
van de realisering van in totaal 30.000 woningen binnen Leidsche Rijn. Het Masterplan was vooral bedoeld<br />
om richting te geven aan toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen, maar heeft geen juridisch bindende status.<br />
Het Masterplan was erop gericht Leidsche Rijn te ontwikkelen tot een stedelijk gebied met als doel een<br />
bijdrage te leveren aan de oplossing van de woningnood in de regio <strong>Utrecht</strong>.<br />
In de visie die aan het Masterplan ten grondslag lag nemen drie begrippen een centrale plaats in:<br />
compactheid, duurzaamheid en identiteit.<br />
Bij compactheid gaat het niet zozeer om een hoge dichtheid, maar vooral om een sterke verbondenheid met<br />
bestaande concentraties van bebouwing. Met duurzaamheid wordt gedoeld op het streven naar een evenwicht<br />
van ecologische en economische aspecten. Tenslotte heeft identiteit te maken met karakter. Behoud van<br />
identiteit dient onder meer te worden nagestreefd door rekening te houden met de onderling sterk<br />
verschillende karakters van de stad <strong>Utrecht</strong> enerzijds en de kernen Vleuten en De Meern anderzijds. Hierbij<br />
dienden veel kleine wijken met eigen stedenbouwkundige en architectonische identiteit te worden<br />
ontwikkeld.<br />
In de Ontwikkelingsvisie <strong>Utrecht</strong>s deel Leidsche Rijn (januari 1997) zijn voor het <strong>Utrecht</strong>se deel van Leidsche<br />
Rijn de programmatische en stedenbouwkundige randvoorwaarden en kwalitatieve eisen gegeven voor alle<br />
deelgebieden en vormt zo een integraal programma van eisen. De Ontwikkelingsvisie zorgt er verder voor dat<br />
bij de opdeling in deelplannen en -projecten de samenhang niet verloren zal gaan.<br />
Bovenstaande akkoorden, visies en uitgangspunten zijn uiteindelijk, voor het destijds <strong>Utrecht</strong>se deel van<br />
Leidsche Rijn, planologisch juridisch vastgelegd in het bestemmingsplan Leidsche Rijn 1999.<br />
In de Actualisatie Ontwikkelingsvisie 2003, wordt voortgebouwd op de Ontwikkelingsvisie uit 1997 en de<br />
actualisatie daarvan in 1999, en op de Structuurschets Vleuten-De Meern 1997. Vleuten- De Meern en<br />
<strong>Utrecht</strong> zijn inmiddels één gemeente. Aanpassingen betreffen vooral verkeer, parkeren en het<br />
woningbouwprogramma.<br />
Het Stedenbouwkundig plan Het Zand (2003) is ontworpen binnen de hoofdlijnen en de structuur uit de<br />
Ontwikkelingsvisie Leidsche Rijn (1997) en de randvoorwaarden en uitgangspunten uit het Stedenbouwkundig<br />
Programma van Eisen Het Zand (2002).<br />
2.3.3 Hoogbouwvisie (2005)<br />
In de hoogbouwvisie wordt een toetsingskader gegeven voor hoogbouwplannen. De indeling is grotendeels<br />
gebaseerd op de ontwikkelingsperspectieven uit de Structuurvisie <strong>Utrecht</strong>. Uitgaande van de 'menselijke maat'<br />
kan in woongebieden zoals Het Zand, waar veel laagbouw aanwezig is, af en toe een hoger gebouw worden<br />
toegestaan. Incidentele accenten worden toegestaan tot circa twee keer de gemiddelde hoogte in de wijk.<br />
Voor een accent dat de herkenbaarheid van de hele wijk vergroot kan een hoogte wenselijk zijn van het<br />
dubbele of méér van de gemiddelde wijkhoogte. Ten aanzien van de locatie en exacte hoogte wordt per geval<br />
maatwerk geleverd.<br />
Op vier plekken, bij de entrees naar de wijk, zijn hoogteaccenten mogelijk tussen 10 en 15 lagen. Deze zijn<br />
gelegen langs de Vleutensebaan.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 11
2.3.4 Welstandsnota <strong>Utrecht</strong> "De schoonheid van <strong>Utrecht</strong>" (2004)<br />
In de Welstandsnota <strong>Utrecht</strong> is geformuleerd op welke wijze het welstandsbeleid van de gemeente <strong>Utrecht</strong><br />
uitgevoerd zal worden. Dit betreft de welstandstoetsing van vergunningplichtige bouwwerken. De<br />
welstandnota geeft beoordelingscriteria voor het toetsen van bouwaanvragen aan de redelijke eisen van<br />
welstand in aansluiting op het bestemmingsplan. De Welstandsnota kent drie beleidsniveaus: 'Open', 'Respect'<br />
en 'Behoud'. Voor veel voorkomende bouwwerken zijn in de Welstandsnota welstandscriteria, richtlijnen en<br />
aanbevelingen opgenomen. Het Zand is grotendeels aangemerkt als 'respect'-gebied. Essentiële<br />
eigenschappen van de aanwezige bebouwings- en omgevingskarakteristieken worden gerespecteerd. Dit<br />
betekent:<br />
samenhang en structuur van het stedelijke (en landelijke) beeld staat voorop;<br />
respect voor het kenmerkende bebouwingsbeeld met zijn architectonische verschijningsvorm;<br />
nieuwe interpretaties, veranderingen en transformaties zijn mogelijk.<br />
Gebieden met cultuurhistorische waarde en de aanwezige monumenten hebben op de beleidskaart de<br />
aanduiding 'Behoud' hebben meegekregen. Dit betekent:<br />
- primaire oriëntatie op monumentale en beeldbepalende kwaliteiten en eigenschappen van gebouwen;<br />
- authenticiteit staat voorop;<br />
- geen nabouwen van, maar voortbouwen op de historische context.<br />
2.3.5 Woonvisie 2009-2019 (2009)<br />
In de Visie Wonen 2030 en daarop volgend de Woonvisie 2009-2019 zijn kaders geschetst van het<br />
woonbeleid voor de gemeente <strong>Utrecht</strong> op de lange termijn. In het Actieprogramma Wonen is de kwantitatieve<br />
woningbouwopgave geformuleerd.<br />
De woningbehoefte in <strong>Utrecht</strong> is veel hoger dan het aanbod. In deze nota worden de prioriteiten benoemd die<br />
de gemeente stelt om de enorme druk op de <strong>Utrecht</strong>se woningmarkt het hoofd te bieden. Naast verruiming<br />
van het aanbod door nieuwbouw in Leidsche Rijn en Rijnenburg, wil de gemeente ook de kwaliteit van de<br />
woningen in de bestaande stad verbeteren.<br />
Binnen dezelfde woonmilieus kunnen mensen met uitee<strong>nl</strong>opende leefstijlen wonen. De woonvisie geeft<br />
daarom aan dat bij de invulling van concrete woningbouwprojecten rekening gehouden moet worden met die<br />
verschillende leefstijlen op grond van woonbelevingsgroepen. Diversiteit in het aanbod is daarbij van belang,<br />
zodat het voor alle doelgroepen mogelijk is om een passende woning te vinden. De ontwikkeling van de wijk<br />
Het Zand sluit aan bij deze gedachte.<br />
2.3.6 <strong>Gemeente</strong>lijk Verkeers- en Vervoersplan (2005)<br />
Het verkeers- en vervoersbeleid van de gemeente is voor de periode 2005-2020 vastgelegd in het<br />
<strong>Gemeente</strong>lijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP). Om een goede balans tussen bereikbaarheid, veiligheid en<br />
leefmilieu te realiseren, worden de economisch belangrijke gebieden, de kerngebieden, via een aantal<br />
verkeersassen goed bereikbaar gemaakt. In de overige gebieden, de verblijfsgebieden, en de gebieden rond<br />
de overige verkeersassen krijgen veiligheid en leefmilieu prioriteit. De gemeente wil groei van mobiliteit<br />
selectief faciliteren. In de piekuren wil de gemeente de groei van met name de automobiliteit afvlakken door<br />
het totale vervoersnetwerk beter te benutten. Buiten de piekuren zorgt de gemeente dat de groeiende vraag<br />
naar mobiliteit kan worden verwerkt. Dit beleid is vertaald naar een aantal netwerken voor auto, openbaar<br />
vervoer, goederenvervoer en fiets.<br />
12 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
In het plangebied is de Vleutensebaan, die evenwijdig aan het spoor loopt, aangemerkt als secundaire as.<br />
Deze as is onderdeel van de hoofdstructuur van het autonetwerk en verbindt het toekomstige centrum van<br />
Leidsche Rijn via de Haarijnse Rading (primaire as) met de snelweg A2 (Ring <strong>Utrecht</strong>).<br />
De woonbuurten in Het Zand zijn via de wijkontsluitingswegen 't Zand en de Parkzichtlaan aangesloten op de<br />
hoofdstructuur. Aan de noordzijde wordt aangesloten op de Vleutensebaan en aan de zuidzijde op de<br />
Langerakbaan. De woonbuurten zijn met uitzondering van de wijkontsluitingswegen ingericht als 30 km/uur<br />
gebied.<br />
In het GVVP is het bestaande fietsbeleid opgenomen. Het hoofdfietsnetwerk uit de nota 'Verder met de fiets'<br />
(2002) en het regionale kernfietsnet uit het RVVP zijn overgenomen. Binnen het plangebied zijn<br />
hoofdfietsroutes voorzien langs de Vleutensebaan, de <strong>Utrecht</strong>seweg, de Fietsboulevard, de Parkzichtlaan, 't<br />
Zand en de Johanniterweg. Ook loopt de hoofdfietsroute van de Rijnkennemerlaan door het plangebied.<br />
De spoorlijn <strong>Utrecht</strong> richting Den Haag/ Rotterdam grenst aan het plangebied. Treinstation Terwijde is een<br />
knooppunt in het openbaar vervoersnetwerk en onderdeel van het Randstadspoor.<br />
Deze spoorlijn is tevens aangemerkt als primaire as voor het lange afstand vervoer van goederen.<br />
2.3.7 Ontwikkelingskader Horeca <strong>Utrecht</strong> (2007)<br />
Het Ontwikkelingskader Horeca <strong>Utrecht</strong> geeft aan hoe de gemeente <strong>Utrecht</strong> om wil gaan met de vestiging van<br />
horeca in de stad. <strong>Utrecht</strong> kiest voor versterking van de horecafunctie in een aantal deelgebieden, met een<br />
bestaand cluster van horeca of functioneel gemengd karakter.<br />
Voor een groot aantal gebieden zijn gebiedsprofielen opgesteld waarbij de mogelijke ontwikkelingsruimte en<br />
wenselijke ontwikkelingsrichting is aangegeven. Voor Het Zand is het profiel 'Wijk-, buurtwinkelcentra en<br />
voorzieningenstrips' van toepassing, waarbij het toekomstbeeld is dat in de nabijheid van het huis een snack<br />
of simpele (afhaal)maaltijd te vinden is.<br />
Binnen het plangebied zijn er mogelijkheden voor de toevoeging van horeca mogelijk langs de spoorzone in<br />
de categorie B, C en D. Ook in park Groot Zandveld is er een mogelijkheid voor horeca in categorie C en D.<br />
2.3.8 Detailhandelsnota "Boodschap aan winkels" (2000)<br />
Het detailhandelsbeleid is vastgelegd in de detailhandelsnota 'Boodschap aan winkels'. In deze<br />
detailhandelsnota wordt uitgegaan van een model van de opbouw van detailhandelshandelsvoorzieningen dat<br />
gebaseerd is op de spreiding van voorzieningen over de wijken, zodanig dat de kwaliteit van het aanbod van<br />
met name de dagelijkse goederen van de inwoners is verzekerd. Hiertoe is gekozen voor het bevorderen van<br />
de concentratie van (vooral) dagelijkse winkelvoorzieningen binnen de wijken; dus in buurt- en<br />
wijkwinkelcentra. Voor Leidsche Rijn zijn locaties van de buurt- en wijkcentra vastgelegd. Deze locaties<br />
bevinden zich buiten Het Zand. Dit zijn winkelcentrum Parkwijk, het toekomstige winkelcentrum Terwijde<br />
(waar nu een noodsupermarkt is) en het toekomstige stadsdeelcentrum Leidsche Rijn. Bewoners van Het Zand<br />
kunnen gebruik maken van winkelvoorzieningen in de omliggende wijken.<br />
2.3.9 Groen en ecologie<br />
Het Groenstructuurplan en het Meerjaren Groenprogramma (2006, 2007) heeft als centrale doelstelling het<br />
verhogen van de kwaliteit van het stedelijk groen ten behoeve van de leefbaarheid van de stad. Gebleken is<br />
dat een gevarieerde natuur en soortendiversiteit in flora en fauna een grote bijdrage levert aan een positieve<br />
waardering van het groen en de openbare ruimte van bewoners. Om de natuurwaarden in het stadsgroen te<br />
behouden en te verbeteren is het noodzakelijk dat er groene verbindingen zijn tussen het groene<br />
buitengebied en het groen in de stad, en tussen groene kerngebieden onderling.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 13
In het Groenstructuurplan zijn de bestaande en wenselijke groenstructuren (ecologisch recreatief en<br />
cultuurhistorisch) vastgelegd. Deze zones moeten in principe groen blijven. Bij de (her)inrichting moet<br />
rekening houden met de ecologische functie. Functieverandering is alleen toegestaan na bestuurlijke<br />
afweging. Afname in omvang en/of kwaliteit moet gecompenseerd worden. Het park Groot Zandveld maakt<br />
deel uit van de stedelijke groenstructuur.<br />
Naar aa<strong>nl</strong>eiding van het Groenstructuurplan is een aparte visie voor de bomen en bome<strong>nl</strong>anen in <strong>Utrecht</strong><br />
ontwikkeld, omdat bomen een eigen ruimtelijke dimensie hebben en een aparte problematiek kennen. Dit is<br />
het Bomenbeleid <strong>Utrecht</strong>, Verbeterde regelgeving voor beheer, behoud en ontwikkeling van bomen (2009).<br />
Eén van de belangrijkste doelen van het <strong>Utrecht</strong>se bomenbeleid is een samenhangende bomenstructuur voor<br />
de stad, gebaseerd op cultuurhistorische, ruimtelijke en ecologische uitgangspunten en milieu. Voor 2030 zet<br />
de gemeente in op het behoud en de ontwikkeling van de bomenstructuur. Dit zal gebeuren door waar<br />
mogelijk ontbrekende bomen in de bomenstructuur aanvullen om zo een samenhangende structuur te<br />
creëren en het verder verbeteren van de bomenstructuur door extra zorg aan beheer en onderhoud te<br />
besteden. Binnen het plangebied zijn de <strong>Utrecht</strong>seweg, de Vleutensebaan, 't Zand, de Rijnkennemerlaan, de<br />
Alendorperwetering en de Agaathvlindersingel onderdeel van de gemeentelijke boomstructuur.<br />
2.4 Stedenbouwkundige Plannen<br />
Voor Het Zand is een Stedenbouwkundig Plan (SP) opgesteld. Het orginele SP is vastgesteld door<br />
burgemeester en wethouders op 23 september 2003. Sinds die tijd zijn er diverse aanpassingen en<br />
aanvullingen op het SP geweest. Het SP legt de ruimtelijke en programmatische structuur van Het Zand vast<br />
en schetst het beeld, de architectonische dimensie van de stedenbouwkundige planstructuur.<br />
2.5 Conclusie<br />
Ten aanzien van het plangebied kunnen uit het relevante beleid de volgende conclusies getrokken worden:<br />
het plan, zoals beschreven in hoofdstuk 4, past binnen de hierboven beschreven beleidskaders.<br />
14 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Hoofdstuk 3 Bestaande situatie<br />
3.1 I<strong>nl</strong>eiding<br />
Het bestemmingsplan is voor een belangrijk deel consoliderend van aard. Dit hoofdstuk geeft inzicht in de<br />
huidige situatie in het plangebied en beschrijft de wijk in ruimtelijk en functioneel opzicht. Voor zover de<br />
verschillende onderdelen van dit hoofdstuk daartoe aa<strong>nl</strong>eiding geven, wordt aan het einde van de<br />
verschillende paragrafen een aantal conclusies en uitgangspunten voor het bestemmingsplan geformuleerd.<br />
Dit vormt een basis voor het bestemmingsplanbeleid zoals dat in hoofdstuk 4 Planbeschrijving beschreven is.<br />
3.2 Hoofdopzet Het Zand<br />
3.2.1 Historische ontwikkeling<br />
Het plangebied van Het Zand had van oorsprong een kleinschalig, landelijk karakter met smalle wegen en<br />
beplanting met lintbebouwing van woningen en kleine tot middelgrote bedrijven. Door deze kleinschaligheid,<br />
de kassen, de boomgaarden en de hoge hagen langs wegen was het gebied zeer besloten. De meest<br />
prominente lintweg is 't Zand, die dwars door het plangebied loopt. Daarnaast zorgden de <strong>Utrecht</strong>seweg,<br />
Johanniterweg, Den Hoet en Westlandsetuin voor ontsluiting binnen het plangebied.<br />
Het oorspronkelijke grondgebruik betrof voornamelijk glastuinbouw, vollegrondstuinbouw en enkele<br />
karakteristieke boomgaarden.<br />
Het Zand is cultuurhistorisch en archeologisch één van de rijkste deelgebieden van Leidsche Rijn. De<br />
cultuurhistorische en archeologische rijkdom van dit gebied wordt vooral verklaard door de vroegere loop van<br />
de Oude Rijn, de bewoningssporen van de Romeinen en Den Hoet.<br />
Landschappelijke waarden<br />
De waarde van het landschap wordt gekenmerkt door linten, waaronder de kronkelende <strong>Utrecht</strong>seweg. Deze<br />
weg ligt parallel met de vroegere rij<strong>nl</strong>oop en is gelegen op een oude stroomrug van de Oude Rijn. Aan de<br />
erfbeplantingen en de boomgaarden ontleende het gebied een zekere beslotenheid. De ligging van de<br />
percelen en de sloten en de kleine reliëfverschillen toonden duidelijk de oorspronkelijke ligging van de<br />
inmiddels verlandde Oude Rijn. Beplanting is ook nu nog voornamelijk aanwezig,<br />
1. langs wegen en particuliere voortuinen (m.n. lintbeplantingen);<br />
2. in boomgaarden; zowel hoog- als laagstamboomgaarden komen voor;<br />
3. als landschappelijke beplantingen, zoals in bosjes, grienden en in de vorm van bomen in overhoeken;<br />
4. in erfbeplantingen.<br />
Cultuurhistorische waarden<br />
Linten<br />
Door en in Het Zand liggen vijf zogenoemde cultuurhistorisch waardevolle linten. Deze linten worden<br />
gekenmerkt door een wisselende, losstaande bebouwing aan een straat. Deze bebouwing varieert sterk in<br />
ouderdom en wordt omgeven door relatief grote tuinen. Zowel de bebouwing als de tuinen langs de linten<br />
zijn van cultuurhistorische waarde. Ze bepalen in belangrijke mate het karakter van het gebied.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 15
Twee van de linten ('t Zand en de <strong>Utrecht</strong>seweg) doorsnijden het hele gebied als hoofdontsluitingswegen. Drie<br />
linten liggen binnen het gebied (Johanniterweg, Den Hoet en Westlandse Tuin). Alle drie zijn korte, lokale<br />
ontsluitingswegen met een smal profiel.<br />
Vletsloten<br />
Andere elementen in het plangebied met een zekere cultuurhistorische waarde zijn de zogenoemde<br />
vletsloten. Deze naam verwijst naar de kleine bootjes (vletten) die werden gebruikt voor de afvoer van klei. De<br />
klei werd afgegraven voor de productie van dakpannen en bakstenen. Door dit afvletten is laaggelegen grond<br />
ontstaan, die niet meer geschikt was voor akkerbouw of tuinbouw. Op deze percelen zijn later kassen<br />
gebouwd. Vooral het noordwestelijk deel van Het Zand heeft veel vletsloten.<br />
Glastuinbouw<br />
Het Zand liet in het verleden een fraaie doorsnede zien van de Nederlandse glastuinbouw, met name van de<br />
ontwikkeling van de kassen. De oudste kassen dateerden uit de jaren twintig van de 20e eeuw. Achter 't Zand<br />
10 staan nog de schoorstenen die hoorden bij met kolen gestookte kassen. De schoorstenen staan er nog, de<br />
kassen zijn gesloopt. Ten westen van de Johanniterweg staan nog muren van een kolenopslagplaats, een<br />
stookhuis met schoorsteen, een oude stekkas en een unieke waterbak met pomphuis.<br />
Monumenten<br />
Tenslotte bevinden zich in plangebied Het Zand monumenten die een directe relatie met de (recente)<br />
bewoningsgeschiedenis hebben. Het gaat hierbij om:<br />
Rijksmonumenten:<br />
Groot Zandveld<br />
Wachttorens uit de<br />
Romeinse tijd en nederzetting uit de Romeinse tijd en vroege Middeleeuwen;<br />
<br />
<strong>Utrecht</strong>seweg 111<br />
16e eeuws ijzeren gesmeed<br />
toegangshek van het perceel en het terrein met overblijfselen van het<br />
versterkte huis 'Den Hoet' uit de Middeleeuwen;<br />
<strong>Gemeente</strong>lijke monumenten:<br />
<strong>Utrecht</strong>seweg 111 en 111a<br />
Karakteristiek gelegen dwarshuisboerderij<br />
uit 1917 met waarschij<strong>nl</strong>ijk 18e eeuws stalgedeelte en een<br />
links van de boerderij gelegen eilandje omgeven door een sloot, van de voormalige ridderhofstad Den<br />
Hoed (archeologisch rijksmonument). Het complex van boerderij, schuur, beplanting, toegangshek en<br />
restant van het middeleeuwse versterkte 'Huis den Hoed' is van cultuurhistorisch belang en markant<br />
gelegen;<br />
<br />
<br />
<br />
't Zand 10<br />
Landhuis van<br />
eenvoudige hoofdvorm met zadeldak. Het pand is van architectonische waarde als rustiek<br />
landhuis met detaillering in Amsterdamse Schoolstijl;<br />
't Zand 20<br />
Landhuis uit<br />
1926. Het pand is van architectuurhistorische betekenins vanwege het landhuistype en de<br />
Amsterdamse School stijl;<br />
Johanniterweg 17<br />
Landhuis in Amsterdamse Schoolstijl, gebouwd als tuindershuis. Het huis is van grote waarde vanwege de<br />
zeldzaamheid van het bouwtype alsmede van waarde vanwege de bouwstijl;<br />
16 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
<strong>Utrecht</strong>seweg 39<br />
Landhuisje uit 1927 van één bouwlaag met rieten kap. Het pand is van belang vanwege het type<br />
(landhuisje) en als onderdeel van de tuindersbebouwing, in samenhang met de panden <strong>Utrecht</strong>seweg 31,<br />
33, 37 en 43;<br />
<strong>Utrecht</strong>seweg 83-85<br />
langhuisboerderij met rieten kap en schuur uit 1913 met zadeldak. De boerderij met schuur, kapberg en<br />
hekwerk is van cultuurhistorisch belang als karakteristiek boerderijcomplex;<br />
't Zand ongenummerd<br />
Twee gemetselde schoorstenen uit de jaren '20 van de 20e eeuw op het perceel <strong>Utrecht</strong>, sectie V nr 4617.<br />
De schoorstenen zijn van belang als voorbeeld van de vele schoorstenen van kassen in het voormailge<br />
tuinbouwgebied te Vleuten.<br />
Ten aanzien van de monumenten zijn de Monumentenwet en de gemeentelijke monumentenverordening van<br />
toepassing. Bescherming vindt in het kader van dit instrumentarium plaats.<br />
Archeologische waarden<br />
De Oude Rijn is vanaf de vroege middeleeuwen verland. Op veel plaatsen zijn echter nog de resten van de<br />
rivier zichtbaar. Het meest directe restant is te vinden in een aantal sloten op een vroegere bedding van de<br />
Oude Rijn, zoals de waterloop langs Den Hoet. Elders is deze oude bedding te zien in de Alendorper<br />
Wetering: nu één van de sloten in het gebied, maar in feite het laatste stukje van de Oude Rijn dat in zijn<br />
oorspronkelijke, zij het sterk versmalde vorm, bewaard is gebleven.<br />
Op de stroomrug van de Oude Rijn, die dwars door het gebied stroomde, was al sinds de oudheid bewoning<br />
mogelijk. De oudste bewoningssporen in Het Zand dateren uit de Romeinse tijd. Vooral de Romeinen<br />
bouwden langs de loop van de rivier een groot aantal nederzettingen. Vele daarvan zijn bewaard gebleven in<br />
de ondergrond en geven het plangebied zijn grote archeologische waarde. Er lijkt een directe relatie te zijn<br />
tussen het Romeinse castellum (grensfort) ten zuiden van het gebied en dit archeologisch monument in Het<br />
Zand (park Groot Zandveld). Deze relatie is niet alleen gebaseerd op gelijkenissen in de monumenten zelf,<br />
maar mogelijk ook op een fysieke relatie (oud wegen- of stratenpatroon).<br />
3.2.2 Hoofdopzet Het Zand<br />
Kenmerkend voor Het Zand zijn de linten. Samen met andere bestaande elementen - zoals sloten en<br />
boomgaarden - zijn ze gebruikt om het nieuwe woongebied een sterk eigen karakter te geven. De bomen en<br />
het groen langs de straten en in de tuinen zijn daarvoor misschien nog wel belangrijker dan de bebouwing.<br />
De belangrijkste linten, de <strong>Utrecht</strong>seweg en 't Zand, hebben een functie behouden voor auto en fiets. 'T Zand<br />
is een doorgaande verbinding voor autoverkeer tussen de Vleutensebaan en de zuidelijk gelegen<br />
hoofdinfrastructuur, terwijl de <strong>Utrecht</strong>seweg een rustige woonstraat is gebleven die een functie vervult op<br />
buurtontsluitingsniveau. Karakteristiek voor beide linten is het bestaande beeld van vrijstaande bebouwing en<br />
twee onder een kappers in het groen. Handhaven van deze karakteristiek is een belangrijk uitgangspunt<br />
geweest bij de planvorming.<br />
Andere linten (de Westlandsetuin en de Johanniterweg) zijn rustige straten gebleven, en zijn nog steeds goed<br />
zichtbaar. Dat komt onder meer doordat de nieuwbouwverkaveling vaak zo is georiënteerd dat in veel straten<br />
de ligging nabij oude (groen)structuren merkbaar is. Een aantal objecten van historische waarde heeft een<br />
prominente plaats in de nieuwe plannen gekregen. De monumentale boerderij Den Hoet markeert aan de<br />
oostzijde de entree tot Het Zand.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 17
Rondom het voorzieningencluster in Park Groot Zandveld is een aantal schoorstenen en een oude kas blijven<br />
bestaan. Bij de opbouw van de nieuwe woongebieden is bovendien een aantal landschappelijke elementen<br />
gebruikt, zoals de sloten en de vroegere loop van de Rijn.<br />
Nieuwe groenelementen<br />
Ook nieuwe groenelementen bepalen het beeld van Het Zand. Allereerst is dat het Maxima Park met Het Lint.<br />
Dit loopt langs de gehele westzijde van het plangebied. Daarnaast ligt midden in het gebied Park Groot<br />
Zandveld, een archeologische vindplaats. Ook hier is het groen zichtbaar aanwezig, doordat belangrijke<br />
verkeersverbindingen voor fiets en auto erlangs leiden en de verkaveling op het groen is georiënteerd.<br />
Het woongebied van Het Zand heeft hierdoor als vanzelf een groot aantal randen en straten met zicht op<br />
brede singels, parken of aaneengesloten tuinen met oude beplanting gekregen. Of ze zich nu te voet, per<br />
fiets of per auto verplaatsen: de bewoners van Het Zand volgen routes waarvan het karakter sterk door het<br />
groen en de historische elementen wordt bepaald.<br />
Het Zand als passtuk<br />
Het Zand is te zien als een 'passtuk' tussen Terwijde, Parkwijk, het Maxima Park en het Leidsche Rijn<br />
Centrum. Anders dan deze aangrenzende gebieden, heeft het gebied geen eigen commercieel centrum. In Het<br />
Zand wordt voornamelijk gewoond. Voor de benodigde winkelvoorzieningen zijn de bewoners aangewezen<br />
op de omringende deelgebieden. Noordelijk van het plangebied is het centrum van Terwijde geprojecteerd en<br />
is er het nieuwe NS station. Er zijn wel scholen aanwezig in Het Zand.<br />
Ook in Parkwijk bevinden zich diverse voorzieningen, zoals een winkelcentrum, een HOV-halte en het<br />
Amaliapark. Omdat genoemde voorzieningen zich allen op loop- of fietsafstand van elkaar en Het Zand<br />
bevinden ligt bij de onderlinge verbindingen het accent op goede, overzichtelijke en veilige langzaamverkeersroutes.<br />
Grenzend aan het plangebied ligt een grootschalige recreatieve voorziening; het Maxima Park. Het Maxima<br />
Park is een omvangrijk groengebied met verschillende functies. Naast de traditionele parkfunctie heeft het<br />
park een functie voor natuur, sport, volkstuinen en maneges. In Het Zand zelf bevinden zich recreatieve<br />
voorzieningen in Park Groot Zandveld.<br />
Vanwege de winkelvoorzieningen zal een deel van de bewoners op Parkwijk zijn georiënteerd, een deel op<br />
Terwijde en een derde deel op het Leidsche Rijn Centrum. Deze eigenschap én de doorsnijding van het<br />
gebied door de linten zorgen ervoor dat Het Zand als vanzelf is opgedeeld in verschillende woongebieden<br />
met een eigen karakter.<br />
3.2.3 Deelgebieden<br />
Het Zand is opgebouwd uit een aantal deelgebieden die verschillen omdat bij de verkaveling en inrichting de<br />
specifieke ligging ten opzichte van de linten en het groen is benut.<br />
De aanwezige landschappelijke elementen of patronen en de oriëntatie op de omgeving zorgen voor grote<br />
verschillen. De Bongerd is georiënteerd op het groen van het Maxima Park en de tuinen aan 't Zand. Om de<br />
relatie met het groen te versterken is een wand van herenhuizen die uitkijken over het park en Het Lint<br />
gebouwd.<br />
18 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Overzicht van de deelgebieden in Het Zand<br />
Rijnsche Maan<br />
De Rijnsche Maan is een lang, smal gebied opgespannen tussen de Vleutensebaan en de <strong>Utrecht</strong>seweg.<br />
Tussen beide structuurbepalende elementen lopen een aantal noord-zuid georiënteerde woonstraten. Door<br />
de noord-zuid verkaveling transformeert de massieve bebouwing langs de Vleutensebaan in een ritmische<br />
opvolging van bouwblokken.<br />
Er ontstaat een directe ruimtelijke relatie tussen de Vleutensebaan, de woonstraten en de <strong>Utrecht</strong>seweg.<br />
Vanaf de Stadsas is er steeds zicht op het groene lint en vice versa.<br />
Vanwege de geluidsbelasting vanaf de Vleutensebaan en het spoortalud hebben de gebouwen aan de<br />
noordzijde bijna allemaal een dove gevel of in ieder geval één geluidsluwe gevel. In verband met de gewenste<br />
stedelijke uitstraling en levendigheid langs de Vleutensebaan krijgt de begane grond een verdiepingshoogte<br />
van minimaal 3,5m. In deze verhoogde plint worden bedrijfsruimten afgewisseld met woon/werkwoningen,<br />
gewone woningen en de ontsluitingen van de bovengelegen appartementen.<br />
Er is één uitzondering op voornoemde structuur. In verband met de te handhaven bestaande bebouwing<br />
langs het lint zijn twee noord-zuidstraten niet doorgetrokken tot aan de <strong>Utrecht</strong>seweg. Deze zijn kort<br />
gesloten met een dwarsstraat aan de achterzijde van de bestaande tuinen.<br />
Bij de ontwikkeling van dit deelgebied, is het hoofdthema het vormgeven van de schaalsprong van grootnaar<br />
kleinschalig, van druk naar rustig, van stedelijk naar landschappelijk. Gekozen is voor een<br />
bouwblokstructuur. Aan de zijde van de Vleutensebaan komen en zijn stedelijke appartementenblokken tot<br />
circa 7 lagen hoog. Deze zijn “de hoek omgetrokken”, de woonstraat in, waar zij overgaan in<br />
ééngezinswoningen van gemiddeld 2 à 3 lagen hoog. Nabij de <strong>Utrecht</strong>seweg is de bebouwing informeler en<br />
veranderen de rijtjeswoningen in vrijstaande villa's en twee onder één kap woningen in het groen.<br />
Onder de appartementencomplexen zijn gebouwde parkeervoorzieningen in de vorm van garages, bedoeld<br />
voor de bewoners van de appartementen en de bedrijfsruimten in de plint gerealiseerd. De garages worden<br />
ontsloten vanaf de woonstraten.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 19
Elke woonstraat heeft eenzelfde profiel bestaande uit trottoirs, langsparkeerstroken en een rijloper. Een<br />
uitzondering is de Parkzichtlaan.<br />
Het Profiel van de Parkzichtlaan is breder, mede omdat de weg deel uitmaakt van de hoofdverkeersstructuur<br />
van Het Zand. Deze weg, en ook de Vleutensebaan, is binnen de Rijnsche maan als 50-km weg vormgegeven.<br />
Woonstraten<br />
De woningen in de zijstraten bestaan uit ééngezinswoningen van 2 tot 3 bouwlagen hoog met achtertuinen.<br />
Op de binnenterreinen liggen een aantal parkeerhoven, om de parkeerdruk op het maaiveld te verlichten. In<br />
de straten wordt enkel langsgeparkeerd. In één van de bouwblokken is een woon/zorg complex gerealiseerd.<br />
Bebouwing aan de Parkzichtlaan<br />
Het wonen aan de Parkzichtlaan is een variant op de gewone woonstraten tussen wand en lint. De bebouwing<br />
is hoger, 4 tot 5 lagen, en meer stedelijk van karakter. Er zijn ook appartementen gerealiseerd. In de<br />
nabijheid van de <strong>Utrecht</strong>seweg staan enkele rijtjeswoningen. Op de hoeken van de <strong>Utrecht</strong>seweg staan<br />
vrijstaande villa's en twee-onder-een-kap woningen in het groen.<br />
Vertaling in het bestemmingsplan<br />
De inmiddels gerealiseerde delen hebben in het bestemmingsplan een gedetailleerde bestemming gekregen.<br />
Voor het bestaande lint is een aparte, wat globalere bestemming opgenomen. De gebieden die nog moeten<br />
worden ontwikkeld, met name de appartementencomplexen langs de Vleutensbaan en de kavels langs de<br />
<strong>Utrecht</strong>seweg, worden beschreven in paragraaf 4.2 (onder punt 1), ook deze gebieden krijgen een globale<br />
bestemming.<br />
Waterwijk<br />
In Waterwijk bevinden zich twee oost-west lopende wegen, de Theo van Doesburgstraat en de Eschersingel,<br />
die aantakken op de twee hoofdontsluitingsroutes; de Parkzichtlaan en de Kees van Dongensingel. Deze<br />
wegen in de woonwijk zijn gebaseerd op bestaande waterlopen. De noordelijk gelegen weg, de Theo van<br />
Doesburgstraat, ligt evenwijdig aan een bestaande vletsloot en heeft daardoor een gebogen vorm. De<br />
zuidelijke weg ligt globaal op de plek van een gedeeltelijk gedempte vletsloot.<br />
De Noordhoven<br />
In de noordelijke strook bevinden zich een aantal vletsloten die de Alendorperwetering verbinden met de<br />
gebogen vletsloot. Het gebied is verder opgedeeld middels een aantal sloten waardoor alle woningen in dit<br />
gedeelte een tuin aan het water hebben gekregen. De ontsluiting van de woningen vindt plaats via een<br />
centraal hof, zodat elke woning twee duidelijk verschillende gezichten kent. Een harde, stenige entree aan<br />
een semi-collectief hof en een groene, privé achterkant. De Noordhoven bestaan uit ééngezinswoningen met<br />
een achtertuin direct aan het water. De gemiddelde bouwhoogte van het hof is drie lagen. Elk hof is een<br />
herkenbare ruimtelijke eenheid, echter informeel van karakter. Om dit beoogde beeld te verkrijgen zijn de<br />
lange wanden opgedeeld in korte rijtjes woningen.<br />
De Schil (de Theo van Doesburgstraat)<br />
Deze gebogen wand hoort bij het gebied van de Noordhoven. Het bestaat uit ééngezinswoningen met een<br />
achtertuin aan het water. Het is een strakke, formele wand van drie lagen hoog, onderbroken door de<br />
toegangen naar de noordhoven. De wand vormt een architectonische eenheid, die het horizontale karakter<br />
van de wand benadrukt. Alle woningen hebben een representatieve entree, met een geïntegreerde overgang<br />
tussen openbaar en privé. Buitenruimtes in de vorm van balkons of terrassen aan de straatzijde liggen binnen<br />
de rooilijn.<br />
20 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
De Zuidhoven<br />
De Zuidhoven staan met hun 'voet' in het water. Elke hof is een 'blok' in het water. De woningen op de koppen<br />
aan de noord en zuidzijde grenzen direct aan het water. Aan de oost en westzijde zijn tuinen, steigers of<br />
terrassen aanwezig. De woningen worden ontsloten via een brug naar de centraal gelegen hof aan de<br />
binnenzijde. Op de begane grond grenzen de woningen direct aan het maaiveld. De parkeerplaatsen zijn<br />
onder te verdelen in parkeerplaatsen op het maaiveld (bezoekersparkeren) en op eigen terrein (parkeren<br />
bewoners).<br />
Het Middenblok<br />
In de middenstrook, gelegen tussen de Esschersingel en de Theo van Doesburgstraat ligt een groot gesloten<br />
bouwblok. Noord- en zuidzijde van dit blok zijn weze<strong>nl</strong>ijk verschillend. Aan de zuidzijde woont men aan een<br />
singel met uitzicht over het water. De noordzijde van het blok heeft geen directe relatie met het water. Op<br />
enkele plaatsen is het blok doorsneden door verbindingen tussen de twee buurtstraten. Belangrijkste<br />
verbinding is de Paul Citroenstraat. Deze route heeft geen doorgaande functie voor autoverkeer, wel voor<br />
voetgangers en fietsers. Evenwijdig aan de weg loopt een breed kanaal dat het water rondom de zuidelijke<br />
hoven verbindt met de Alendorperwetering. Vanaf de twee bruggen over het kanaal heeft men uitzicht op<br />
zowel de Westlandsetuin als de lintbebouwing langs de <strong>Utrecht</strong>se weg. In de oostelijke punt van het blok<br />
bevinden zich appartementen. Alle appartementen hebben een parkeerplaats op eigen terrein, aan de<br />
'achterzijde' van de woning.<br />
De Parkrand<br />
Langs de Parkzichtlaan staat een lichtgebogen bebouwingswand. De bebouwing bestaat voornamelijk uit<br />
smalle herenhuizen, af en toe afgewisseld met een appartementenblok. De bouwhoogte van de herenhuizen<br />
is vier lagen, de appartementenblokken zijn overwegend 6 lagen (maximaal 8 lagen) hoog. Aan de achterzijde<br />
van de bebouwing loopt een smal, informeel straatje. Dit straatje ontsluit de noordelijk gelegen woningen en<br />
de parkeerplaatsen aan de achterzijde. De woningen langs de Parkzichtlaan hebben aan de achterzijde een<br />
tuin, aan de voorkant een dakterras of loggia met uitzicht op het Maxima Park.<br />
Poortwoningen<br />
In de Noordhoven en het Middenblok wordt deels geparkeerd in collectieve parkeerhoven. Deze zijn<br />
toegankelijk vanaf de straat of het hof. De toegangen tot de parkeerhoven zijn overbouwd met<br />
poortwoningen. De poortwoningen hebben hun entree op de begane grond direct aan de straat. In plaats van<br />
een tuin hebben deze woningen een dakterras.<br />
Kavels<br />
Dit zijn vrijstaande woningen of twee- onder-één-kappers, over het algemeen in de linten gesitueerd. De<br />
gemiddelde bouwhoogte bedraagt twee lagen met een kap. De benodigde parkeerplaatsen liggen op eigen<br />
terrein. Van belang is het handhaven van het bestaande groene beeld en tot een evenwichtige invulling van de<br />
linten te komen, met een juiste balans tussen individuele expressie en onderlinge samenhang.<br />
Vertaling in het bestemmingsplan<br />
Het overgrote deel van dit gebied is gerealiseerd en heeft in het bestemmingsplan dan ook een gedetailleerde<br />
bestemming gekregen. Voor het bestaande lint is een aparte, wat globalere bestemming opgenomen. De<br />
gebieden die nog moeten worden ontwikkeld of worden gebouwd, de kavels en woonwagens in de<br />
noordwesthoek van het deelgebied, wordt beschreven in paragraaf 4.2., ook deze gebieden krijgen een<br />
globale bestemming.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 21
Stationsomgeving<br />
Dit deelgebied is grotendeels nog niet ontwikkeld. De plannen die er zijn voor dit deelgebied worden<br />
beschreven in paragraaf 4.2, en tevens wordt ingegaan op de manier van bestemmen. Het bestaande lint<br />
krijgt een eigen woonbestemming.<br />
Bongerd<br />
De Bongerd kent een rustig, eenvoudig verkavelingsprincipe. Tussen de noord-zuid lijnen van de<br />
Parkzichtlaan en 't Zand wordt De Bongerd oost-west geöriënteerd. Deze oost-west oriëntatie ontstaat door<br />
oost-west lopende straten en bouwblokken. Aan deze straten liggen gesloten bouwblokken. Zodoende woont<br />
iedereen aan een straat die georiënteerd is op het Maxima Park en op 't Zand, en iedereen gaat van of naar<br />
huis via 't Zand of de Parkzichtlaan. De Fietsboulevard is de enige verbijzondering binnen deze<br />
verkavelingsopzet. De Crouweldijk maakt een slinger, de slinger is op een ontspannen, vanzelfsprekende<br />
manier in het stratenpatroon verweven zodat het lijkt alsof het om een reeds bestaande route gaat.<br />
De oost-west straten in de Bongerd worden afgewisseld met groene straten. De groene straten zijn autovrije<br />
ruimten en zijn ingericht als verblijfsgebied. Elke groene straat heeft een eigen karakteristiek, ontleend aan<br />
de ligging in De Bongerd. Naar 't Zand toe is de bebouwing meer open, om het zicht op het lint te vergroten.<br />
Bestaande bomen zijn waar mogelijk ingepast in de verkaveling.<br />
Zowel de Westlandsetuin als 't Zand zijn verdicht met bebouwing in de vorm van kavels.<br />
De bestaande weg Westlandsetuin is te smal om veel (auto)verkeer te verwerken. Om het karakter van de weg<br />
niet ingrijpend aan te tasten wordt daarom enkel bestemmingsverkeer toegelaten. De nieuwe weg aan de<br />
zuidzijde van de Westlandsetuin maakt deel uit van het oost-west lopende stratenpatroon. De nieuwe<br />
Dudoksingel loopt min of meer evenwijdig aan de bestaande weg 't Zand. Het is een informele, smalle<br />
slingerende weg langs bestaande bomen, vijvers, tuinen.<br />
Vertaling in het bestemmingsplan<br />
Het overgrote deel van dit gebied is gerealiseerd en heeft in het bestemmingsplan dan ook een gedetailleerde<br />
bestemming gekregen. Voor het bestaande lint is een aparte, wat globalere woonbestemming opgenomen.<br />
De gebieden die nog moeten worden ontwikkeld, achter het bestaande lint 't Zand gelegen, worden<br />
beschreven in paragraaf 4.2.<br />
Leidsche Maan<br />
Dit deelgebied is grotendeels nog niet ontwikkeld. De plannen die er zijn voor dit deelgebied worden<br />
beschreven in paragraaf 4.2.<br />
In één blok aan de Vleutensebaan is het Hostel Leidsche Maan gelegen, dat huisvesting biedt aan dak- en<br />
thuislozen. Tevens zijn enkele rijen eengezinswoningen in twee en drie lagen inmiddels gerealiseerd.<br />
De Veiling<br />
Dit deelgebied is grotendeels nog niet gebouwd. Bouwvergunningen voor de meeste blokken in het gebied<br />
zijn inmiddels wel verleend. De plannen die er zijn voor dit deelgebied worden beschreven in paragraaf 4.2<br />
Atelierwoningen/Kersenboomgaard<br />
Het groene karakter wordt gehandhaafd door de bouw van vier compacte gebouwen. Daardoor kunnen vooral<br />
de wat grotere bomen van de bestaande kersenboomgaard worden gehandhaafd.<br />
Het programma bestaat uit 38 atelierwoningen en een paviljoen met additionele werk- en expositieruimte<br />
(circa 600 m2) met een maximale hoogte van 3 bouwlagen. Aan de oostzijde staat een transformatorruimte<br />
van de NS. Dit gebouwtje is ca. 25 meter lang en 5 meter breed en staat vlak naast het fietspad.<br />
22 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Park Groot Zandveld<br />
Hoofdopzet<br />
Het park is een archeologisch monument. Het park bestaat uit drie historische lagen. Het verre verleden<br />
wordt belichaamd door het archeologische veld. De te handhaven kavels en tuinen, de gerestaureerde kassen<br />
en de schoorstenen representeren het nabije glastuinbouw verleden en het heden. De toekomst, tot slot,<br />
komt tot uitdrukking in de nieuwe gebouwen die als grote glimmende spaceships in het park staan.<br />
Deze inrichting van het park is gebaseerd op de bestaande karakteristiek van het gebied en anticipeert op de<br />
toekomstige situatie. De eerste laag, het archeologisch veld, strekt zich uit over een groot gedeelte van het<br />
park. Hierdoor is de basis van het park een open groene ruimte (grasveld).<br />
Rond Park Groot Zandveld staan appartementen en diverse voorzieningen, zoals scholen, sport, vrije tijd,<br />
kinderdagverblijven, een gezondheidscentrum, een tandartsenpraktijk en horeca. In het oostelijk en westelijk<br />
deel van het park is het woonprogramma gesitueerd, in de vorm van vrijstaande bouwvolumes in het groen.<br />
De bouwvolumes vormen één familie met eenzelfde uitstraling, architectuur en materialisering; grote<br />
glimmende 'spaceships'. Het zijn herkenbare gebouwen met een futuristische uitstraling.<br />
Aan de zuidzijde van het park komt een schaapskooi.<br />
Hermelijnvlinderdijk (onderdeel van de 'fietsboulevard')<br />
De Hermelijnvlinderdijk aan de noordzijde van het park is een belangrijke doorgaande route voor<br />
voetgangers en fietsers. Verder wordt Park Groot Zandveld ook via de zuidzijde ontsloten. Vanaf de<br />
Vogelvlinderweg, tussen het park en het Johanniterveld, lopen routes naar de verschillende functies in de<br />
omgeving.<br />
Vertaling in het bestemmingsplan<br />
Het overgrote deel van het park en bijbehorende gebouwen is gerealiseerd en heeft in het bestemmingsplan<br />
dan ook een gedetailleerde bestemming gekregen. Het gebied dat nog moet worden ontwikkeld, het laatste<br />
spaceship, wordt beschreven in paragraaf 4.2. (onder punt 5).<br />
Johanniterveld<br />
Uitgangspunt voor de planvorming was het handhaven van de bestaande structuur. Deze wordt gekenmerkt<br />
door een minimale hoeveelheid openbare ruimte; alleen een smalle ontsluitingsweg. De huidige doodlopende<br />
weg is in noordelijke richting verlengd tot aan Park Groot Zandveld, in zuidelijke richting tot in Parkwijk.<br />
Daarnaast is slechts één nieuwe buurtontsluiting aangelegd, met een vergelijkbaar smal profiel. Vanaf<br />
voornoemde wegen lopen smalle, doodlopende ontsluitingspaden naar de individuele kavels toe.<br />
De woningen in het Johanniterveld sluiten goed aan bij de bestaande, informele en groene situatie. De kavels<br />
worden ontsloten middels een informeel pad. Het grootste deel van de woningen kan op eigen terrein<br />
parkeren, voor het andere deel van de woningen en het bezoekersparkeren zijn er voldoende<br />
langsparkerenplaatsen aan een kant van het pad. De bouwhoogte ligt tussen de één en twee lagen met een<br />
kap. Elke woning heeft twee parkeerplaatsen.<br />
Vertaling in het bestemmingsplan<br />
Het overgrote deel van dit gebied is gerealiseerd en heeft in het bestemmingsplan dan ook een gedetailleerde<br />
bestemming gekregen. Voor het bestaande lint is een aparte, wat globalere woonbestemming opgenomen.<br />
De gebieden die nog moeten worden ontwikkeld, de kavels met vrijstaande woningen, worden beschreven in<br />
paragraaf 4.2.(onder punt 7), ook deze gebieden krijgen een globale bestemming.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 23
Tussen de parken<br />
Tussen de Parken kent een helder ortogonaal stratenpatroon. De basis van dit patroon zijn drie noord-zuid<br />
lopende lijnen; de beide lanen vanuit Parkwijk en de Vuurvlindersingel. De lijnen hebben alle brede, ruime<br />
profielen. Haaks op deze drie wegen staan een aantal smalle straten, opgespannen tussen het Johanniterveld<br />
en Rijnsche Hout. Deze straten geleden de lange bouwblokken en bieden een uitzicht vanuit Tussen de<br />
Parken op de naastgelegen groene buurtjes. Omdat Tussen de Parken een relatief hoge dichtheid heeft, en<br />
mede daardoor stenig van karakter is geworden, is de oriëntatie op het omringende groen van groot belang.<br />
Door de voornoemde opzet wordt de buurt opgedeeld in kleine, overzichtelijke bouwblokken.<br />
De bebouwing van de overige blokken is met name georiënteerd op de lange noordzuid lijnen. Aan de<br />
oostzijde, langs de Vuurvlindersingel, is de 'Crescent' gepland.<br />
Alle auto's parkeren op straat en/of in prive parkeerhoven. In de dwarsprofielen zijn daartoe<br />
langsparkeerstroken opgenomen, over het algemeen aan beide zijden van de rijweg.<br />
De Bouwblokken<br />
Met de term 'bouwblokken' wordt alle overige bebouwing bedoeld, met uitzondering van de reeds genoemde<br />
Crescent. De bouwblokken bestaan voornamelijk uit ééngezinswoningen met een hoogte van twee tot drie<br />
lagen. Aan de noordzijde, langs Park Groot Zandveld, zijn de woningen circa drie lagen hoog.<br />
De bouwblokken zijn opgebouwd uit korte, eenvoudige rijtjes woningen met op de hoeken hier en daar<br />
bijzondere woonfuncties. Deze zijn ook twee tot drie lagen hoog, en vormen een gesloten hoek van het<br />
bouwblok.<br />
Parkeren gebeurt voor het merendeel op straat. Bergingen liggen in de achtertuinen, ontsloten via<br />
achterpaden. De achterpaden zijn enkel toegankelijk voor de bewoners.<br />
Vertaling in het bestemmingsplan<br />
Een deel van dit gebied is gerealiseerd en heeft in het bestemmingsplan dan ook een gedetailleerde<br />
bestemming gekregen. De gebieden die nog moeten worden ontwikkeld, de randen aan het Park Groot<br />
Zandveld en de "Cresent', worden beschreven in paragraaf 4.2.(onder punt 6), ook deze gebieden krijgen een<br />
globale bestemming.<br />
Rijnsche Hout<br />
De Rijnsche Hout ligt aan de oostkant van Het Zand, op de overgang naar Parkwijk. Aan de noordzijde wordt<br />
het plangebied gekruist door de Rijnkennemerlaan, één van de structuurbepalende elementen van Leidsche<br />
Rijn. Ondanks het eilandkarakter is de Rijnsche Hout geen gesloten enclave. Middels een beperkt aantal<br />
bruggen is het eiland aangetakt op z'n omgeving. Bovendien wordt de Rijnsche Hout gekruist door de<br />
Fietsboulevard (Hermelijnvlinderdijk/Beeldhouwersdijk), een belangrijke fietsroute tussen het Maxima Park,<br />
Het Zand en <strong>Utrecht</strong>.<br />
Bebouwing<br />
De semi-vrijstaande woningen met een grote voortuin benadrukken hier het groene profiel. Achter de<br />
vrijstaande woningen liggen de woonhoven waar de kleinere rijenwoningen aan gesitueerd zijn.<br />
Vertaling in het bestemmingsplan<br />
Het hele gebied is gerealiseerd en heeft in het bestemmingsplan dan ook een gedetailleerde bestemming<br />
gekregen.<br />
24 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Brandweerkazerne Den Hoet<br />
In het programma van de kazerne is een onderscheid te maken tussen functies met een representatieve<br />
uitstraling, inclusief de opstelruimte voor de brandweerwagens, en een aantal visueel onaantrekkelijke<br />
buitenruimtes. Het gebouw ligt aan de Belcampostraat. Hier is geen erfafscheiding zodat er een zichtrelatie<br />
met de brandweer(auto's) is. Een toren van 10 lagen markeert de plek, deze is zo geplaatst dat deze zichtbaar<br />
is vanaf de Vleutensebaan, komend vanuit <strong>Utrecht</strong>, en niet storend voor de buurt. Bezoekers parkeren ten<br />
noorden van het gebouw. Aan deze zijde komt de hoofdentree en de uitrit voor de brandweerauto's. Ten<br />
zuiden van het gebouw is de inrit voor brandweerauto's en personeel. De achterliggende terreinen worden<br />
aan het zicht onttrokken door hagen en een muur. De ontsluiting voor de wijkpost is rechtstreeks via de<br />
Belcampostraat aan de westzijde.<br />
Boerderij Den Hoet<br />
Dit gemeentelijk monument heeft naast zijn functie als woonboerderij tevens de functie van zorgboerderij en<br />
in het grote bijgebouw, aangrenzend aan de woonboerderij, is een kattenpension gevestigd.<br />
Vertaling in het bestemmingsplan<br />
Het hele gebied is gerealiseerd en heeft in het bestemmingsplan dan ook een gedetailleerde bestemming<br />
gekregen. Boerderij Den Hoet valt onder het bestaande oude lint en heeft dan ook deze wat globalere<br />
woonbestemming gekregen.Een deel van de tuingrond wordt een toekomstige weg en heeft deze<br />
bestemming gekregen.<br />
3.3 Functionele structuur<br />
Het te realiseren woonprogramma in Het Zand bedraagt ca. 4350 woningen. Inmiddels zijn er circa 3400<br />
woningen gerealiseerd. Daarnaast zijn en worden er kleinschalige bedrijfsruimten en dienstverlening<br />
gerealiseerd. Andere gerealiseerde en nog te realiseren functies zijn scholen, kinderdagverblijven,<br />
sportvoorzieningen, een gezondheidscentrum, een gebouw voor de brandweer en een standplaats voor<br />
woonwagens.<br />
3.3.1 Wonen<br />
In Het Zand worden in totaal ca. 4350 woningen gerealiseerd, in diverse financieringscategorieën. Daarvan<br />
vallen zo'n circa 850 woningen in de sociale sector. Het genoemde totaal is exclusief de bestaande woningen<br />
in de linten, die voor het grootste deel gehandhaafd zijn. De woningen zijn te verdelen in eengezinswoningen<br />
en appartementen; huur- en koopwoningen; sociale- en marksector. Een groot deel van de woningen zijn<br />
eengezinswoningen. De verschillende karakteristieken van de deelgebieden zijn en worden benut om tot een<br />
grote variatie in woningtypen en woonmilieus te komen. De ligging van Het Zand geeft aa<strong>nl</strong>eiding tot de<br />
realisatie van gestapelde bouw. Zo'n 1350 appartementen zijn en worden gerealiseerd. Langs de<br />
Vleutensebaan is een stedelijk beeld van gestapelde woningen gedacht. Bovendien maakt de ligging van deze<br />
gebouwen vlakbij het station en de hoofdontsluiting het gewenst hier een hoge dichtheid te realiseren in de<br />
vorm van appartementen. Het gebied heeft daarnaast meerdere plekken waar appartementen ervoor zorgen<br />
dat veel bewoners optimaal van de locatie profiteren: de rand langs het Maxima Park en aan Park Groot<br />
Zandveld.<br />
Bijzondere woonvormen<br />
In Het Zand zijn een aantal bijzondere woonvormen, waaronder woningbouw voor ouderen en begeleid<br />
wonen, atelierwoningen voor kunstenaars, woonwagens, een hostel voor thuis-en daklozen, een<br />
woonzorgcomplex en bijzondere initiatieven.<br />
Een standplaats wordt gerealiseerd ten behoeve van vier woonwagens. Het perceel waar de vier standplaatsen<br />
zullen komen is ca. 800m2 groot. De standplaats voor de woonwagens is gesitueerd ten zuiden van de<br />
<strong>Utrecht</strong>seweg, tussen Rijnsche Maan en Maxima Park.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 25
Een hostel voor verslaafden is bedoeld voor een groep dak- en thuislozen die langdurig verslaafd is en geenof<br />
weinig structuur in hun leven hebben. Het hostel is opgenomen in de Leidsche Maan aan de<br />
Vleutensebaan.<br />
3.3.2 Voorzieningen<br />
Het voorzieningencluster in Park Groot Zandveld bestaat uit een zogenaamd kindercluster, met o.a. twee<br />
basisscholen met bijbehorende gymzaal, een kinderdagverblijf en een vrijetijdscentrum. Daarnaast is er een<br />
dansschool, een fitnesscentrum en horecagelegenheid gepland. In de tuinenstrook aan de zuidzijde van Park<br />
Groot Zandveld zijn een gebouw met kinderdagverblijf, een gezondheidscentrum, een tandartsenpraktijk en<br />
een voorlichtingscentrum voor de A.V.V.N. met bijbehorende tuinen en tuinen ten behoeve van N.M.E.<br />
gesitueerd. In de Veiling, bij de Rijnkennemerlaan, wordt een tweede scholencluster gerealiseerd met twee<br />
scholen, gymzaal, een kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang.<br />
In de plint van de bebouwing langs de Vleutensebaan bevinden zich bedrijfsruimten. Wat betreft de invulling<br />
van de bedrijfsruimten zijn publieksfuncties, kleine kantoren met een baliefunctie en ateliers mogelijk.<br />
In de uiterste noord-oosthoek van het plangebied, nabij de Vleutensebaan en de boerderij Den Hoet is een<br />
hoofdbrandweerpost en een wijkpost gebouwd.<br />
1 Bedrijfsruimten in plint Vleutensebaan<br />
2 Woon/Zorg complex<br />
3 Woonwagens<br />
4 Kinderdagverblijf<br />
5 Voorzieningen Park Groot Zandveld<br />
6 Dak-en thuislozenhostel<br />
7 Atelierwoningen<br />
8 Tijdelijke + permanente school<br />
9 Hoofdbrandweerpost + Wijkpost<br />
Figuur: overzicht functies en bijzondere woonvormen in het plangebied<br />
26 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
3.3.3 Verkeer en parkeren<br />
De hoofdlijnen met betrekking tot verkeer en parkeren in Leidsche Rijn zijn vastgelegd in diverse nota's.<br />
Kernpunten zijn een duidelijk onderscheid in de wegenstructuur tussen verkeers- en verblijfsgebieden, het<br />
autogebruik ontmoedigen middels de aa<strong>nl</strong>eg van een goed netwerk van fietspaden met<br />
overstapmogelijkheden naar het openbaar vervoer en de aanwezigheid van de auto in het straatbeeld<br />
terugdringen. Om dit laatste te bewerkstelligen is in Het Zand het merendeel van de parkeerplaatsen op<br />
eigen terrein gerealiseerd.<br />
Openbaar vervoer<br />
Het Zand valt grotendeels binnen de invloedssfeer van het N.S. station <strong>Utrecht</strong>-Terwijde. Het station vervult<br />
een functie op buurtniveau. Bewoners worden geacht te voet of met de fiets naar het station te komen. De<br />
loopafstand bedraagt maximaal ca. 800m. Er is geen parkeergelegenheid voor auto's gepland, wel voldoende<br />
stallingruimte voor fietsers.<br />
Een tweede aansluiting op het openbaar vervoernet is de HOV-halte in Parkwijk, bij het voorzieningencentrum<br />
Parkwijk. Deze halte is met name van betekenis voor de bewoners van het zuidelijke gedeelte van De<br />
Bongerd.<br />
Er ligt een buslijn langs de Vleutensebaan en 't Zand. Bij station Terwijde bevindt zich een halte. Er is een<br />
halte bij het Voorzieningencluster en aan de Vleutensebaan in verband met overstapmogelijkheden op andere<br />
Openbaar Vervoer-verbindingen (Station Terwijde) en het naastgelegen winkelcentrum.<br />
Fietsers en voetgangers<br />
Binnen Het Zand ligt een aantal hoofdfietsroutes met vrijliggende fietspaden. Deze routes maken deel uit van<br />
het netwerk voor stedelijk en regionaal fietsverkeer. Belangrijke functie van het netwerk is het onderling<br />
verbinden van de diverse voorzieningencentra in Leidsche Rijn e.o.<br />
Belangrijke hoofdfietsroutes zijn het vrijliggende fietspad langs de Vleutensebaan, de Fietsboulevard, de<br />
Parkzichtlaan, de Kees van Dongensingel, 't Zand en de tweede Oosterparklaan in het verlengde van de<br />
Vlindersingel in Parkwijk.<br />
De <strong>Utrecht</strong>seweg is met name van belang voor fietsverkeer vanuit het centrum van Terwijde naar het<br />
Maximapark en naar de Veiling en Park Groot Zandveld toe. De weg heeft een geringe verkeersintensiteit dus<br />
is het een aantrekkelijk alternatief voor de route langs de Vleutensebaan. Langs de <strong>Utrecht</strong>seweg ligt geen<br />
vrijliggend fietspad. Gezien de geringe verkeersintensiteit en de inrichting als 30 km. weg is dit ook niet<br />
nodig. Alle overige straten in de woonbuurten zijn geschikt voor fiets-verkeer. De woonbuurten zijn ingericht<br />
als 30km. gebied. Auto's en fietsers delen hetzelfde rijvlak.<br />
De belangrijke wandelroutes vallen grotendeels samen met de hierboven beschreven fietsroutes.<br />
Autoverkeer<br />
De verkeersstructuur van Leidsche Rijn is erop gericht het doorgaande autoverkeer te concentreren op de<br />
hiervoor bestemde wegen. In de woonbuurten komt alleen bestemmingsverkeer. Elke woonbuurt heeft een<br />
heldere, logische interne ontsluitingsstructuur, gekoppeld aan een zo direct mogelijke verkeersafwikkeling<br />
naar de wijkontsluitingswegen toe. De wijkontsluitingswegen zijn ontworpen en vormgegeven als 50km.<br />
wegen. De woonbuurten worden ingericht als 30km. gebieden.<br />
De belangrijkste wijkontsluitingswegen in het plangebied zijn de Vleutensebaan en de Parkzichtlaan. Een<br />
derde belangrijke ontsluitingsweg is 't Zand.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 27
Op alle buurtstraten is in principe tweerichtingverkeer toegestaan, om het verkeer zo snel mogelijk vanuit de<br />
buurt naar de wijkontsluitingswegen af te voeren. Uitzonderingen hierop zijn de Westlandsetuin en de<br />
Johanniterweg. Het bestaande dwarsprofiel van deze wegen blijft gehandhaafd, en is te smal voor tweerichtingverkeer.<br />
De ontsluiting van Park Groot Zandveld is eveneens eenrichtingsverkeer vanwege de<br />
gewenste veilige verkeerssituatie voor de naar school gaande kinderen. De verkeersstructuur in de<br />
woonbuurten is zo gemaakt dat sluipverkeer door de buurten ontmoedigd wordt.<br />
Parkeren<br />
Het parkeren in Het Zand is een combinatie van parkeren op eigen terrein en parkeren in de openbare ruimte.<br />
In veel gebieden is ca. 1 parkeerplaats per woning op eigen terrein gerealiseerd. De overige parkeerplaatsen<br />
bevinden zich in de openbare ruimte. Bij de ééngezinswoningen ligt de nadruk op kleine, collectieve<br />
parkeerhoven op de binnenterreinen. Individuele carports of garages worden niet structureel toegepast<br />
vanwege het grote aantal garages dat voor andere doeleinden gebruikt wordt. De appartementen langs de<br />
Vleutensebaan parkeren in garages onder de bouwblokken. De vrijstaande woningen in de linten parkeren op<br />
eigen terrein. In de meeste straten in het plangebied wordt enkel- of dubbelzijdig langsgeparkeerd. In die<br />
vorm domineren de geparkeerde auto's niet het straatbeeld.<br />
28 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
3.3.4 Groen, openbare ruimte, recreatie en water<br />
Groenstructuur<br />
In Het Zand wordt de groenstructuur bepaald door de bestaande linten. In aanvulling daarop zijn en worden<br />
een aantal nieuwe groenelementen geïntroduceerd. De straten, singels en hoven in het plangebied worden<br />
allen met bomen beplant. Een ander element zijn de openbare oevers langs het water. Deze worden deels<br />
aangelegd als natuurvriendelijke oever.<br />
Park Groot Zandveld is van belang voor wat betreft de groenstructuur van de wijk Het Zand. Vanwege de<br />
centrale ligging zijn alle deelgebieden georiënteerd op het Park. Het belang van Park Groot Zandveld schuilt<br />
niet zozeer in een dichte beplanting maar in de openheid van de grasvlakte, met zijn vele<br />
gebruiksmogelijkheden.Tot slot mogen de tuinen niet onvermeld blijven. Deze bevinden zich weliswaar op<br />
privé-terrein, maar zullen naar verwachting een aanzie<strong>nl</strong>ijke bijdrage leveren aan het groene karakter van de<br />
buurt<br />
Bestaande boombeplanting<br />
Naast de bestaande bomen in de linten, die zoveel mogelijk gehandhaafd worden, is dit thema met name aan<br />
de orde in De Bongerd. In deze buurt staat een groot aantal fruitbomen en de bijbehorende windsingels. Zo<br />
veel mogelijk van de bestaande hoog- en halfhoogstam fruitbomen worden behouden.<br />
Om de te behouden bomen zo goed mogelijk te integreren in de nieuwe woonbuurt is de<br />
verkavelingsstructuur aangepast aan de bestaande boomgaarden en is een nieuwe weg –de Dudoksingelverbreed<br />
ter plaatste van de boomgaarden.<br />
Nieuwe boombeplanting<br />
Voor Het Zand als geheel is een bomenstructuurplan opgesteld. Hierin is de boomkeuze per deelgebied of<br />
straat vastgelegd en worden bijzondere accenten bepaald. De keuze anticipeert op het specifieke karakter<br />
van het deelgebied of de straat en de groeimogelijkheden van de boom.<br />
Langs de Vleutensebaan worden vier rijen lindes geplant, dit zijn bomen met een transparante kruin zodat<br />
het beeld op de stadsas niet al te somber en donker wordt. In de woonstraten van de Rijnsche Maan en de<br />
Leidsche Maan is gekozen voor de iep, eveneens een boom met een transparante kruin. De iep is een typisch<br />
stedelijke boom die goed gedijt in verharding. Waterwijk wordt beplant met elzen. Deze boomsoort past niet<br />
alleen qua beeld goed in het straatbeeld maar groeit ook goed in straten en langs het water. Als accenten<br />
zullen langs de openbare oevers in Waterwijk en langs de Westlandsetuin enkele treurwilgen geplaatst<br />
worden. In de Stationsomgeving zijn de bomen ‘uitgestrooid’ over het plangebied. Omdat de bomen niet<br />
zozeer in strakke ritmes of dicht op elkaar staan is gekozen voor een wat forsere boom met een flinke kruin;<br />
de eik. Kenmerkend voor De Bongerd zijn de fruitbomen. In de middenberm van de Derde Westerparklaan,<br />
aan de zuidzijde van De Bongerd, komen twee rijen kastanjes: een doorzetting van het profiel uit Parkwijk.<br />
Langs de bestaande linten en in het Johanniterveld worden geen bomen aangeplant in de openbare ruimte.<br />
Hier ligt de nadruk op het vele groen in de privétuinen. Langs de noord-zuidstraten in de Veiling worden<br />
meidoorns geplaatst, in de oost-weststraten rode paardenkastanjes. De boomsoort langs de singel wordt<br />
vastgelegd in het betreffende inrichtingsplan voor de openbare ruimte.<br />
Speelplaatsen<br />
Verspreid over Het Zand liggen een aantal speelplaatsen.De speelplaatsen liggen op centrale punten in de<br />
woonbuurten, bij voorkeur in de autovrije of autoluwe gedeeltes. In verband met een goede bereikbaarheid<br />
zijn zij gekoppeld aan de hoofdroutes voor langzaam verkeer.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 29
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de leeftijdscategorieën 0-6 jaar, 6-12 jaar en 12-16 jaar. Binnen<br />
het westelijk deel van Het Zand ligt de nadruk op speelplekken voor 6 tot 12 jarigen. Op het plein in de<br />
Stationsomgeving komt een speelplek voor 12 tot 16 jarigen. De meeste speelvoorzieningen voor deze<br />
leeftijdscategorie liggen in het nabijgelegen Park Groot Zandveld en het Maxima Park. De grotere loopafstand<br />
is geen probleem omdat deze kinderen al ietwat mobieler en zelfstandiger zijn. Voor de jongere kinderen tot<br />
6 jaar worden speciale speelplaatsen aangelegd<br />
Ecologie<br />
Kleine zoogdieren, vogels en insecten<br />
Voor de kleine zoogdieren zijn met name de bestaande linten van belang. Het volwassen groen in de linten -<br />
bomen, hagen, struiken- zorgt voor een gunstig verblijfsklimaat voor vogels, insecten en kleine zoogdieren.<br />
Het meest belangrijke lint is 't Zand. Via de Westlandsetuin is het Leidsche Rijn Park verbonden met dit lint en<br />
het achterliggende Johanniterveld en Park Groot Zandveld. De <strong>Utrecht</strong>seweg-west met de boomrijke<br />
aa<strong>nl</strong>iggende tuinen is niet zozeer een verbindingszone maar een uitloper van het Leidsche Rijn Park voor<br />
kleine zoogdieren.<br />
Een tweede element van ecologische waarde vormen de bestaande sloten en bermen langs 't Zand. In de berm<br />
staan onregelmatige bomenrijen en op sommige plekken een haag. De benodigde herprofilering van de<br />
rijweg leidt tot een (geringe) verbreding van het profiel met ca. 1.5m. De verbreding is zorgvuldig ingepast,<br />
zodat dit niet ten koste gaat van de bomen, sloten of hagen. Wel moet de bestaande berm enigszins versmald<br />
worden.<br />
Vanaf 't Zand lopen er twee verbindingszones in oostelijke richting; langs de <strong>Utrecht</strong>seweg en via het<br />
Johanniterveld en Park Groot Zandveld naar Rijnsche Hout toe.<br />
Figuur. Ecologie<br />
30 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Water- en oeverorganismen<br />
De waterlopen in Waterwijk e.o. vormen voor water- en oeverorganismen de verbinding tussen het Leidsche<br />
Rijn Park en het Waterwinpark. Om deze functie te versterken zullen op diverse plekken natuurvriendelijke<br />
oevers worden aangelegd, die met elkaar in verbinding staan.<br />
Een bijzonder element binnen de ecologische structuur van Het Zand zijn drie bestaande vijvers aan de<br />
oostzijde van De Bongerd die gehandhaafd worden. In de vijvers leven o.a. salamanders.<br />
Enkele bestaande sloten in Waterwijk worden gehandhaafd.<br />
In het oostelijke deel van Het Zand fungeren de sloten en waterlopen met name als uitbreiding van en<br />
aanvulling op de hoofdstructuur in het westelijke deel. Beide systemen zijn gekoppeld via een tweetal<br />
verbindingen in 't Zand. Om de verblijfskwaliteit voor water- en oeverorganismen te verbeteren zijn op een<br />
aantal plaatsen ecologische oevers worden aangelegd. De overige nieuw aan te leggen waterlopen krijgen<br />
allemaal brede, groene taluds. De bestaande sloten, langs de <strong>Utrecht</strong>seweg, 't Zand en in het Johanniterveld,<br />
worden in de originele staat gehandhaafd.<br />
Kaart 2. Ecologisch van belang voor water- en oeverorganismen<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 31
Hoofdstuk 4 Planbeschrijving<br />
4.1 Algemeen<br />
Het plangebied bestaat uit een grotendeels recent gerealiseerde VINEX wijk. In het plangebied is de<br />
woonfunctie verreweg het belangrijkste. Het gebied bestaat uit een elf woonbuurten. De woonbebouwing<br />
kent een grote variatie aan woningtypes en woonmilieus. In het gebied zijn vrijstaande woningen,<br />
rijenwoningen, twee-onder-een-kapwoningen, appartementengebouwen en woonwagenstandplaatsen<br />
aanwezig. De andere functies (huidige en toekomstige) in het plangebied staan hoofdzakelijk ten dienste aan<br />
de woonfunctie.<br />
Het bestemmingsplan is in hoofdzaak gericht om een juridisch en planologisch beheerskader te scheppen<br />
voor Het Zand. Daarbij staat het behoud en het versterken van de bestaande kwaliteiten, die beschreven zijn<br />
in hoofdstuk 3 van deze toelichting, op de eerste plaats.<br />
4.2 Nieuwe ontwikkelingen<br />
Hoewel de bebouwing in het plangebied grotendeels gerealiseerd is of omgevingsvergunningen inmiddels<br />
zijn verleend zijn er nog een aantal locaties in het plangebied, waar nog bouwplannen zullen worden<br />
gerealiseerd. Dit betreft over het algemeen plannen die in hoofdlijnen zijn voorzien in het oorspronkelijk<br />
stedenbouwkundig plan voor het gebied, maar die om diverse redenen tot dus ver nog niet gerealiseerd<br />
konden worden.<br />
Overzichtskaart ontwikkelingen (oktober 2011)<br />
32 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
1. Ontwikkelingen in Rijnsche Maan<br />
In dit deelgebied is een deel van de woningen en twee van de geplande appartementencomplexen al<br />
gerealiseerd. Met name in de bouwstrook langs de Vleutensebaan zijn de woningen nog niet gerealiseerd. Het<br />
meest westelijke vlak wordt momenteel herontwikkeld van 29 appartementen naar 16 eengezinswoningen.<br />
De overige vlakken aan de Vleutensebaan betreffen appartementencomplexen, waarbij in de plint gericht naar<br />
de Vleutensebaan diverse functies mogelijk zijn. Het gaat om dienstverlening, maatschappelijke<br />
voorzieningen, kantoor, bedrijven in categorie A en/of B1 van de Lijst van Bedrijfsacitiviteiten en horeca in de<br />
categorie C en D. In totaal mag verdeeld over meerdere appartementencomplexen in het totale plangebied<br />
aan de Vleutensebaan 18.000m² aan functies worden gerealiseerd. Op de verbeelding is middels een<br />
aanduiding aangegeven welke blokken dit betreft.<br />
De overige vlekken in dit deelgebied zijn bestemd voor kavels voor een klein aantal (vrijstaande of tweeonder-een<br />
-kap) woningen met een maximale van twee bouwlagen en een kap. De woningaantallen per vlak<br />
worden weergegeven op de verbeelding.<br />
2. Ontwikkelingen in de Stationsomgeving<br />
In het deelgebied Stationsomgeving is alleen de bestaande lintbebouwing aanwezig. In 2006 is het<br />
uitwerkingsplan Het Zand-Stationsomgeving vastgesteld. Het hierin vastgestelde programma is nog steeds<br />
van toepassing. De twee blokken in het noorden van dit deelgebied zijn bestemd voor gemengde doeleinden,<br />
waarbij naast woningen ook dienstverlening, bedrijven uit categorie 1 en 2 van de Lijst van<br />
Bedrijfsactiviteiten, horeca uit categorie b,c, en d, maatschappelijke en culturele voorzieningen zijn<br />
toegestaan. Voor het maximale aantal woningen is een aantal vermeld op de verbeelding, net als een<br />
maximale bouwhoogte. Het totale vloeroppervlak ten behoeve van horeca mag niet meer bedragen dan<br />
650m².<br />
In totaal mag verdeeld over meerdere appartementencomplexen in het totale plangebied aan de<br />
Vleutensebaan 18.000m² aan genoemde functies worden gerealiseerd. Op de verbeelding is middels een<br />
aanduiding aangegeven welke blokken dit betreft.<br />
Centraal in het plangebied ligt de Kees van Dongensingel. De singel ligt in het verlengde van de<br />
hoofdontsluiting van Terwijde. Aan de oostzijde wordt de singel begeleid door een bebouwingswand die in<br />
hoogte oploopt van drie lagen bij de Westlandsetuin tot maximaal twaalf lagen bij de stadsas. Het<br />
hoogteaccent markeert de toegang tot Het Zand en de ligging van het N.S-station. Westelijk van de singel, op<br />
de overgang naar Waterwijk, bevindt zich een groot, solitair bouwvolume. De hoogte van dit volume bedraagt<br />
zes bouwlagen. Aan de zuidzijde van het gebouw ligt een speelplek.<br />
Vanaf 't Zand lopen er twee wegen naar de Kees van Dongensingel toe; de bestaande Westlandsetuin en een<br />
nieuwe Eschersingel tussen de kavels 't Zand 85 en 87. Deze wegen zijn voor het autoverkeer van<br />
ondergeschikt belang. De positie van de nieuwe dwarsverbinding is zorgvuldig gekozen. Genoemde kavels<br />
aan 't Zand hebben een grote tuin met prachtige bomen en hekwerken aan de straat en vormen daardoor een<br />
representatieve entree tot het achterliggende woongebied.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 33
Figuur: gebied Stationsgebied<br />
3.<br />
Ontwikkelingen in Leidsche Maan<br />
De Leidsche maan is een lang, smal gebied opgespannen tussen de Vleutensebaan en de <strong>Utrecht</strong>seweg.<br />
Gekozen is voor een bouwblokstructuur. Aan de zijde van de Stadsas bevinden zich stedelijke<br />
appartementenblokken van gemiddeld 6 à 7 lagen hoog. Deze worden “de hoek omgetrokken”, de woonstraat<br />
in, waar zij overgaan in ééngezinswoningen van gemiddeld 2 à 3 lagen hoog. Nabij de <strong>Utrecht</strong>seweg wordt de<br />
bebouwing informeler en veranderen de rijtjeswoningen in vrijstaande villa’s, twee-onder-een-kap woningen<br />
en kleine rijtjes in het groen. Onder de appartementencomplexen komen gebouwde parkeervoorzieningen in<br />
de vorm van (half)verdiepte garages, bedoeld voor de bewoners van de appartementen en de bedrijfs-ruimten<br />
in de plint. De garages worden ontsloten vanaf de straat.<br />
Bebouwing langs de Vleutensebaan<br />
De wand langs de Vleutensebaan bestaat uit afzonderlijke gebouwen met een gemiddelde hoogte van 6 à 7<br />
bouwlagen. De gebouwen vormen de entrees tot de achterliggende woonstraten. Bij de routes naar de<br />
achterliggende wijken vormen bijzondere gebouwen met hoogteaccenten de markering van deze entrees.<br />
Vanwege de geluidsbelasting vanaf de Vleutensebaan en het spoortalud hebben de gebouwen aan de<br />
noordzijde een dove gevel. In verband met de gewenste stedelijke uitstraling en levendigheid langs de<br />
Stadsas krijgt de begane grond een verdiepingshoogte van 3,5m. In deze verhoogde plint worden<br />
bedrijfsruimten afgewisseld met woon/werkwoningen, gewone woningen en de ontsluiting van de<br />
bovengelegen appartementen. De bedrijfsruimten bevatten publieksfuncties, kleine kantoren met<br />
baliefunctie, ateliers e.d. In aanvulling daarop is in het oostelijke deel van de bebouwing ruimte gereserveerd<br />
voor een “multi-tenant”gebouw en een hostel ten behoeve van de opvang voor drugsverslaafden.<br />
34 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Impressie deelgebied Leidsche Maan<br />
4. Ontwikkelingen in De Veiling<br />
Hoofdopzet<br />
De Veiling heeft een oost-west verkaveling, georiënteerd op de oude lijnen, Vuurvlindersingel en de weg ’t<br />
Zand. In aanvulling daarop worden een aantal noord-zuidroutes geïntroduceerd, die het gebied verder<br />
geleden. Dwars door de oost-west verkaveling heen loopt de Rijnkennemerlaan, het belangrijkste<br />
structuurbepalende element in De Veiling. De fietsboulevard is de beëindiging aan de zuidzijde.<br />
Binnen deze hoofdopzet wordt het grootste deel van de bebouwing gevormd door bouwblokken. De diepte<br />
van (het merendeel van) de bouwblokken is zodanig dat ook op de binnenterreinen woningen gesitueerd zijn.<br />
Deze liggen aan een autovrije staat. Hierdoor ontstaat een contrast tussen een buiten- en binnenwereld.<br />
Aan de westzijde van De Veiling, aan de achterzijde van de <strong>Utrecht</strong>seweg en ’t Zand komen vooral vrijstaande<br />
woningen. Deze woningen geven de bestaande linten een duidelijk gezicht naar De Veiling toe.<br />
De belangrijkste ontsluitingsstraat takt aan op de Vleutensebaan waar de Rijnkennemerlaan de Vleutensebaan<br />
kruist.<br />
Daarnaast zijn er een aantal noord-zuidstraten die aan de zuidzijde toegang geven tot het Park Groot<br />
Zandveld. De oost-weststraten in De Veiling hebben over het algemeen eenduidige profielen over een grote<br />
lengte. De noord-zuidstraten zijn symmetrisch van profiel en de oost-west straten zijn asymmetrisch. Om de<br />
monotonie te doorbreken liggen aan, of kruisen deze straten grotere groenelementen zoals de<br />
Rijnkennemerlaan, ’t Zand en een tweetal nieuwe plantsoenen centraal gelegen in De Veiling.<br />
Bebouwing<br />
De Bouwblokken<br />
De bouwblokken bestaan uit ééngezins-woningen, georiënteerd op een gewone straat of op een autovrije<br />
binnenstraat. De bebouwing is gemiddeld 2 lagen met kap, met eventueel een accent op de hoeken of bij de<br />
toegangen tot de autovrije straten en de parkeerhoven. Aan de buitenzijde is er sprake van een doorlopende<br />
wand, terwijl de binnenwereld bestaat uit korte, afwisselende rijtjes. In de blokken bevinden zich op de<br />
binnenterreinen collectieve parkeerhoven, op uitgeefbaar terrein. De toegangen tot de parkeerhoven worden<br />
op de belangrijkste plaatsen gemarkeerd door accenten in de bebouwing. Langs de Fietsboulevard worden de<br />
parkeerhoven ontsloten via poortwoningen. Uitgangspunt is dat er minimaal één parkeerplaats per woning op<br />
eigen terrein gerealiseerd wordt. De overige parkeerplaatsen bevinden zich in de openbare ruimte.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 35
De bergingen van de woningen liggen aan de achterzijde, in de tuin. Zij zijn bereikbaar via achterpaden<br />
vanuit de parkeerhoven of de groenstroken.<br />
Het Scholencluster<br />
Meteen ten zuiden van de Kersenboomgaard wordt een compleet blok geplande woningen vervangen door<br />
een cluster van scholen, gymzaal, een kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang. De maximale hoogte van<br />
het cluster is 3 bouwlagen.<br />
De ligging is gekozen omdat de ontsluiting voor auto’s, fietsers en voetgangers, vanaf bijvoorbeeld de<br />
Vleutensebaan en de Rijnkennemerlaan zeer goed is en omdat de ligging zo dicht bij het cluster Forum is, dat<br />
hiermee een uitwisseling kan plaatsvinden.<br />
Vrijstaande woningen<br />
De vrijstaande woningen of tweekappers zijn over het algemeen in de linten gesitueerd. De maximale hoogte<br />
bedraagt twee bouwlagen met een kap. Meteen achter de <strong>Utrecht</strong>seweg staan naast vrijstaande woningen ook<br />
drie korte rijtjes van elk vijf woningen.<br />
Impressie inrichting voormalig Veilingterrein<br />
5. Ontwikkelingen Park Groot Zandveld<br />
In het park is één van de geplande spaceships nog niet gebouwd. Ten zuiden van de Forumschool is een<br />
compact gebouw gepland met een footprint van ca. 23 x 37 meter en een maximale hoogte van 7 bouwlagen.<br />
In dit gebouw is 3.000m² gepland voor een commercieel en maatschappelijk programma, 12 woningen en<br />
een gebouwde parkeervoorziening. Voor het gebouw is een windtunnelonderzoek verricht. Conclusie is dat er<br />
geen sprake is van onaanvaardbare windhinder. In de inrichting van de buitenruimte zullen aanvullende<br />
voorzieningen aangebracht worden die een positief effect teweeg brengen, zoals blijkt uit het<br />
windtunnelonderzoek. Op basis van zonnestudies op verschillende tijdstippen in het jaar en op de dag blijkt<br />
dat de schaduwwerking op de speelplekken van het kindercluster slechts voorkomt in een beperkte periode.<br />
In het Park is tenslotte de schaapskooi van 1 bouwlaag met een kap gepland. De schaapskooi heeft een<br />
oppervlakte van maximaal 200 m2.<br />
36 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Impressie inrichting Park Groot Zandveld<br />
6. Ontwikkelingen in "Tussen de Parken"<br />
De Crescent is de gebogen wand langs de Vuurvlindersingel. Deze wand loopt door tot in de scherf Tussen de<br />
Parken. Het ontleent zijn naam aan de gebogen vorm die gebaseerd is op de kromming van de<br />
oorspronkelijke Rij<strong>nl</strong>oop. De Crescent bestaat uit smalle diepe herenhuizen, drie á vier bouwlagen hoog. Aan<br />
de westzijde, tegenover het Johanniterveld, staan ééngezinswoningen met op de noordwesthoek een<br />
appartementenblok. De appartementen zijn maximaal 6 lagen hoog, zodat de hoger gelegen appartementen<br />
profiteren van het uitzicht over het Johanniterveld en Park Groot Zandveld.<br />
De Vuurvlindersingel is een belangrijke ontsluitingsroute naar de Vleutensebaan voor het oostelijke deel van<br />
Het Zand. In tegenstelling tot hetgeen in het SP van 2003 is vermeld worden de woningen hier geen vier<br />
lagen, maar twee of drie lagen, eventueel met kap. Daardoor wordt de tuindorp karakteristiek ook aan de<br />
randen zichtbaar.<br />
7. Ontwikkelingen in Johanniterveld<br />
Enkele percelen in het Johanniterveld zijn nog onbebouwd. Hier zijn vrije kavels met vrijstaande woningen en<br />
twee-onder-een kapwoningen gepland.<br />
8. Ontwikkelingen in Bongerd<br />
In de Bongerd is nog een perceel onbebouwd aan de Parkzichtlaan. In het Stedenbouwkundig Plan zijn hier<br />
twee woningen opgenomen. Gewenst is om hier maximaal vier woningen toe te staan, zodat er gebouwd kan<br />
worden op kleinere kavels. Ook moeten de vier villa's aan de Dudoksingel nog gebouwd worden, daarvoor is<br />
de vergunning reeds verleend.<br />
9. Ontwikkelingen in Waterwijk<br />
In Waterwijk is in de bocht van de de Parkzichtlaan nog een aantal delen onbebouwd. Het programma voor<br />
deze percelen is wel bekend, dat wil zeggen het maximum aantal woningen en de maximale bouwhoogte, en<br />
is opgenomen op de verbeelding.<br />
De locatie Parkzichtlaan ligt op de hoek van de Parkzichtlaan en <strong>Utrecht</strong>seweg. De locatie is hiermee de<br />
verbinding tussen de stedelijke bebouwing aan de Parkzichtlaan en het meer landelijke karakter van de<br />
<strong>Utrecht</strong>seweg. De bebouwing op de locatie dient een logische schakel te worden tussen de beide delen.<br />
Oorspronkelijk zijn op deze locatie 5 woningen op ruime kavels bedacht. Gezien de huidige<br />
marktontwikkelingen, financiële mogelijkheden van kopers en de ligging wordt de mogelijkheid geboden om<br />
maximaal 10 grondgebonden woningen te realiseren op middelgrote kavels. De ontwikkeling sluit hiermee<br />
beter aan op de omliggende bebouwing en de huidige marktsituatie.<br />
Een van de vlekken is bestemd voor woonwagens, er zijn maximaal vier standplaatsen binnen deze vlek.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 37
Hoofdstuk 5 Onderzoek en<br />
5.1 I<strong>nl</strong>eiding<br />
randvoorwaarden<br />
Hoewel de bebouwing in het plangebied grotendeels gerealiseerd is, zijn er nog een aantal locaties in het<br />
plangebied, waar nog bouwplannen zullen worden gerealiseerd. Vanwege de actualisatie van het<br />
Verkeersmodel VRU 20 Utr 2.2 per 1 juli 2011 en/of het opnieuw vaststellen van nog niet gerealiseerde<br />
bestemmingen, dienen een aantal plandelen aan de Wet geluidhinder te worden getoetst met behulp van een<br />
akoestisch onderzoek:<br />
VRU 20 Utr 2.2 is per 1 juli 2011 beschikbaar. Om deze reden worden de onderzoeksresultaten van het<br />
akoestisch onderzoek verwerkt in de volgende versie van het ontwerp bestemmingsplan Het Zand. Ook het<br />
onderzoek voor externe veiligheid en flora en fauna wordt dan toegevoegd.<br />
In deze versie ten behoeve van het voeren van vooroverleg wordt vooruitlopend op het akoestisch onderzoek,<br />
onderzoek naar externe veiligheid en flora & fauna, op basis van gerede verwachtingen in onderstaande tekst<br />
vooruitgelopen op de conclusies met betrekking tot de haalbaarheid van de ontwikkelingen.<br />
5.2 Milieu-effectrapportage en Strategische Milieu Beoordeling<br />
Het doel van een milieu effect rapportage (m.e.r.) is om vooraf de mogelijke milieueffecten van plannen en<br />
besluiten in beeld brengen en deze een volwaardige rol te laten spelen bij de besluitvorming van plannen en<br />
besluiten.<br />
5.2.1 Kader<br />
Het maken van een milieueffectrapport (MER) of m.e.r.-beoordeling is verplicht bij de voorbereiding van<br />
plannen en besluiten van de overheid over initiatieven en activiteiten van publieke en private partijen die<br />
nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben.<br />
In het Besluit m.e.r. staat omschreven welke activiteiten MER-plichtig (C-lijst) dan wel m.e.r.beoordelingsplichtig<br />
(D-lijst) zijn. Echter op grond van een uitspraak van het Europese Hof (van<br />
17/10/2009(C-255/08) dienen ook initiatieven die niet voldoen aan de drempelwaarde van het Besluit m.e.r.<br />
kritisch bekeken te worden of deze milieueffecten kunnen hebben. Indien dit het geval is dient hiervoor ook<br />
een MER of m.e.r-beoordeling te worden opgesteld.<br />
5.2.2 Plansituatie<br />
Het Streekplan <strong>Utrecht</strong> is begeleid met een m.e.r. voor woningbouwlocaties voor de eerste tien jaar. Niet alle<br />
bouwlocaties in Leidsche Rijn <strong>Utrecht</strong> vallen echter binnen de betreffende aangegeven bouwlocaties van het<br />
Streekplan.<br />
Het intergemeentelijk Structuurplan (ISP) van het voormalige Regionaal Beraad <strong>Utrecht</strong> (RBU, 10 gemeenten)<br />
vormt het kader voor Leidsche Rijn <strong>Utrecht</strong>. Dit ISP is begeleid door een m.e.r., dat echter geen wettelijke<br />
procedure heeft doorlopen, omdat in de tussentijd het RBU is opgeheven en vervangen door het Beraad Regio<br />
<strong>Utrecht</strong> (BRU), 26 gemeenten.<br />
38 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Het BRU heeft op 25 juni 1997 het Regionaal Structuurplan ´een RSP voor de tien´ (verder: RSP) vastgesteld.<br />
Het RSP is op 18 mei 1999 goedgekeurd door gedeputeerde staten en bij de uitspraak van de afdeling<br />
Bestuursrechtspraak van de Raad van State per 29 maart 2001 onherroepelijk geworden. Het RSP biedt het<br />
ruimtelijk kader voor onder meer Leidsche Rijn <strong>Utrecht</strong>.<br />
Omdat bij rechterlijke toetsing bleek dat de formulering van de zg. Concrete Beleidsbeslissingen niet correct<br />
waren geformuleerd kon dat RSP niet fungeren als het mer-plichtige besluit voor Leidsche Rijn. Daarom is dat<br />
RSP herzien v.w.b. de locatie Leidsche Rijn. De titel daarvan luidt "Eerste partiële herziening Regionaal<br />
Structuurplan (reparatie concrete beleidsbeslissingen Westflank, Leidsche Rijn)". In het kader van die RSPherziening<br />
is het eerdere MER-rapport geactualiseerd en heeft de titel "Actualisatie MER Regionaal<br />
Structuurplan "een RSP voor de tien" t.b.v. partiële herziening 2001 onderdeel Leidsche Rijn".<br />
Vaststelling van de betreffende partiële herziening van het RSP door het Algemeen Bestuur van de BRU heeft<br />
plaatsgevonden op 31-1-2002. Goedkeuring door Gedeputeerde Staten bij besluit van 26-2-2002.<br />
Onherroepelijk geworden na uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak op 22-1-2003 met het<br />
zaaknummer 200202081/1. Het voorgaande betekent dat daarmee het mer-plichtige besluit is genomen<br />
voor de locatie Leidsche Rijn. Op het bestemmingsplan rust derhalve geen mer-plicht.<br />
5.2.3 Conclusie<br />
Met dit bestemmingsplan worden beperkt nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Er vinden hierdoor met<br />
dit bestemmingsplan geen nieuwe activiteiten plaats die de geldende drempelwaarden uit het Besluit m.e.r.<br />
overschrijden. Tevens zijn er, zoals blijkt uit voorstaande beschrijving van de milieuaspecten, geen andere<br />
factoren aanwezig die aa<strong>nl</strong>eiding kunnen geven tot het opstellen van een MER en is gezien de aard, omvang<br />
en ligging van het project geconcludeerd dat er geen sprake van aanzie<strong>nl</strong>ijke nadelige milieugevolgen. Er<br />
behoeft voor dit plan geen MER of m.e.r.-beoordeling te worden gemaakt.<br />
5.3 Geluidhinder<br />
5.3.1 Kader<br />
Geluid beïnvloedt vaak de kwaliteit van de leef- en woonomgeving. De belangrijkste geluidsbronnen die in<br />
het kader van de ruimtelijke ordening van belang zijn, zijn wegverkeer, railverkeer en bedrijven. De mate van<br />
acceptatie en hinder is onder meer afhankelijk van de functie van het geluidsbelaste object – hiervoor kent de<br />
wet 'geluidsgevoelige bestemmingen', zoals woningen en scholen.<br />
De regels van de Wet geluidhinder zijn van toepassing bij het vaststellen van een bestemmingsplan. De<br />
normen uit die wet zijn van toepassing bij:<br />
1. bestemmen van gronden voor nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen;<br />
2. bestemmen van gronden voor aa<strong>nl</strong>eg van nieuwe (gezoneerde) wegen (niet bij woonerven of wegen<br />
waarvoor een maximum snelheid van 30 km/u geldt);<br />
3. reconstructie van wegen;<br />
4. geluidsgezoneerde industrieterreinen.<br />
5.3.2 Geluidhinder vanwege verkeer<br />
De Wet geluidhinder geeft grenzen aan de toegestane geluidbelasting op woningen en andere<br />
geluidsgevoelige bestemmingen. Deze grenzen worden bepaald door de voorkeursgrenswaarde en de<br />
maximale ontheffingswaarde. Voor binnenstedelijk wegverkeer is de voorkeursgrenswaarde 48 dB en de<br />
maximale ontheffingswaarde 58 dB. Voor spoorweglawaai liggen de grenswaarden op respectievelijk 55 en<br />
68 dB. Bij een geluidsbelasting onder de voorkeursgrenswaarde gelden er geen voorwaarden voor het<br />
bestemmen van geluidsgevoelige bestemmingen. Boven de maximale ontheffingswaarde zijn<br />
geluidsgevoelige bestemmingen niet toegestaan (uitzondering voor zogenaamde "dove gevels").<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 39
Uit akoestisch onderzoek blijkt dat de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden (zie bijlageBijlage 2<br />
Akoestisch onderzoek Het Zand) . Er kunnen hogere grenswaarden worden toegestaan mits wordt voldaan<br />
aan de vereisten van de gemeentelijke geluidsnota (o.a. de aanwezigheid van een geluidluwe gevel). In dat<br />
geval dient dit met een akoestisch onderzoek onderbouwd te worden en dient een hogere grenswaarde<br />
procedure (Wet geluidhinder) te worden doorlopen. De procedure voor het verlenen van een hogere waarde<br />
loopt parallel met de bestemmingsplanprocedure.<br />
Op grond van de Geluidnota <strong>Utrecht</strong> 2007 gelden de volgende voorwaarden:<br />
Er dient een reden te zijn om van de voorkeursgrenswaarde af te wijken, die past binnen de<br />
ontheffingscriteria;<br />
Er dient te worden voldaan aan een aantal voorwaarden:<br />
- iedere woning dient te beschikken over een geluidluwe gevel;<br />
- de woning bevat voldoende verblijfsruimten aan de geluidluwe gevel, te weten 30% van het aantal<br />
verblijfsruimten of 30% van de oppervlakte van het verblijfsgebied;<br />
- indien de woning beschikt over een buitenruimte, dan is deze bij voorkeur gelegen aan de geluidluwe<br />
zijde. Het geluidsniveau mag er in ieder geval niet meer dan 5 dB hoger zijn dan op de geluidluwe gevel.<br />
5.3.3 Geluidhinder vanwege verkeer: plansituatie en conclusie<br />
Het bestemmingsplan Het Zand is voor een groot deel een conserverend plan waarbij geen uitbreiding van de<br />
reeds opgenomen geluidsgevoelige bestemmingen wordt toegestaan. De ontwikkeling van Het Zand is<br />
mogelijk geweest op grond van het bestemmingsplan Leidsche Rijn <strong>Utrecht</strong> 1999. Voor de in dit<br />
bestemmingsplan opgenomen woningen is het aspect geluid geregeld. Woningbouw is daarbij mogelijk<br />
indien bij de planuitwerking wordt voldaan aan de Wet geluidhinder of middels de gereguleerde inzet van<br />
ontheffing. Voorwaarde hierbij is dat de woning een luwe gevel heeft en de woningisolatie is afgestemd op<br />
het geluidsniveau bij uitwerking. De diverse ontwikkelingen binnen het plangebied zijn met<br />
uitwerkingsplannen binnen bovengenoemde randvoorwaarden gerealiseerd. Bij het vaststellen van deze<br />
ontwikkelplannen dient opnieuw een toets aan de Wet geluidhinder plaats te vinden voor die delen die nog<br />
niet vergund (bouwvergunning afgegeven) zijn.<br />
Voor Het Zand zijn de relevante geluidsbronnen de Vleutensebaan, de Parkzichtlaan, 't Zand en de<br />
Langerakbaan/Burgemeester Middelweerdbaan. en het spoor <strong>Utrecht</strong>-Gouda. Binnen de wijk zijn twee<br />
toegangswegen van 50 km/uur: de Parkzichtlaan de weg 't Zand.Langs het spoor zijn schermen aanwezig: 3<br />
meter hoog aan de noordzijde, tussen de sporen 2 en 3 met een hoogte van 3 meter en aan de zuidzijde 1,5<br />
meter hoog ten opzichte van bovenkant spoor (BS).<br />
Op grond van de reeds bestaande woningen en de toetsing daarvan aan de Wet geluidhinder kan worden<br />
aangenomen dat ook de laatste ontwikkelingen in de wijk die met dit bestemmingsplan mogelijk gemaakt<br />
worden, kunnen voldoen aan de eisen van de Wet geluidhinder en de voorwaarden vanuit het gemeentelijke<br />
geluidsbeleid voor het verlenen van hogere waarden.<br />
Voor de ontwikkelingen wordt op grond van het nieuwe verkeersmodel VRU 20 Utr 2.2 dat op 1 juli 2011 van<br />
kracht wordt, een geluidsonderzoek verricht voor het peiljaar 2022 en zal toetsing aan de Wet geluidhinder<br />
plaatsvinden. Ook zal er een onderzoek plaats vinden naar spoorweglawaai. Op basis van die resultaten wordt<br />
waar nodig een hogere grenswaarde procedure gestart.<br />
40 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
5.3.4 Geluidhinder vanwege industrielawaai<br />
Van industrielawaai kan ook hinder worden ondervonden. Het optreden van hinder als gevolg van<br />
industrielawaai kan worden voorkomen en beperkt door afstand te bewaren tussen geluidsbron en ontvanger.<br />
Bij industrieterreinen met bedrijven die veel geluid produceren zijn geluidszones vanwege de Wet<br />
geluidhinder vastgesteld. Buiten deze zone mag de geluidsbelasting niet hoger zijn dan 50 dB(A). Voor<br />
geluidsgevoelige bestemmingen binnen een geluidszone kan ook een hogere waarde worden vastgesteld. De<br />
grenswaarde liggen hier op 50 dB(A) respectievelijk 55 dB(A) .<br />
5.3.5 Geluidhinder vanwege industrielawaai: plansituatie en conclusie<br />
Het plangebied ligt niet in de zone van een gezoneerd industrieterrein. Het volledige akoestisch onderzoek is<br />
opgenomen in Bijlage 2 Akoestisch onderzoek Het Zand.<br />
5.4 Milieuhinder bedrijvigheid<br />
5.4.1 Kader<br />
Er wordt gestreefd naar een situatie waarin wonen en werken in de stad op een goede manier samengaan.<br />
Beide functies zijn zeer belangrijk voor de stad <strong>Utrecht</strong>, maar er dient te worden voorkomen dat milieuhinder<br />
van bedrijven een negatieve invloed heeft op de woonomgeving. Het kan gaan om de mogelijke hinder van<br />
een nieuw te vestigen bedrijf op bestaande woningen zowel als om nieuwe woningen naast een bestaand<br />
bedrijf.<br />
5.4.2 Plansituatie en conclusie<br />
In het plangebied zijn geen bedrijven van een zodanige categorie dat er onacceptabele hinder valt te<br />
verwachten op aangrenzende woningen. De bedrijven kennen een maximale categorie van B1 –<br />
functiemenging. Ook in aangrenzende gebieden bevinden zich geen bedrijven waarvan in Het zand<br />
onacceptabele hinder zou kunnen worden ervaren.<br />
5.5 Externe veiligheid<br />
5.5.1 Kader<br />
Bij bestemmingsplannen wordt aandacht besteed aan de veiligheidsrisico's die zware bedrijven kunnen<br />
veroorzaken. Daarnaast kan transport van gevaarlijke stoffen risico's opleveren (transport over weg, spoor en<br />
water en door buisleidingen). In de stad ligt een vastgestelde route waarover transport van gevaarlijk stoffen<br />
plaats mag vinden.<br />
De normen en richtlijnen voor externe veiligheid komen uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi),<br />
uit de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (Rnvgs) en het Besluit externe veiligheid<br />
buisleidingen. Kwetsbare bestemmingen moeten voldoende afstand houden tot bedrijven en transportroutes.<br />
Ook kunnen er beperkingen aan de bebouwingsdichtheid gewenst zijn.<br />
Voor externe veiligheid bestaan twee normen: het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het<br />
plaatsgebonden risico (PR) geeft de kans aan op een ongeluk. De norm voor het PR is 10-6/jaar. Het groepsrisico geeft de kans per jaar aan dat een groep personen van een bepaalde grootte kan overlijden<br />
tengevolge van een calamiteit. Voor het Groepsrisico is een zogenaamde oriënterende waarde vastgesteld.<br />
Van deze waarde kan onder voorwaarden worden afgeweken.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 41
Het lokale verkeer van gevaarlijke stoffen wordt in het kader van de routeringsregeling geregeld via jaarlijks<br />
door vervoerders aan te vragen ontheffingen. De omvang van dit lokale transport is zo gering dat de norm<br />
voor PR niet bereikt wordt en het GR ruim onder de oriëntatiewaarde blijft.<br />
5.5.2 Plansituatie en conclusie<br />
Er liggen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare bestemmingen binnen de invloedzone van een bedrijf (binnen<br />
of buiten het plangebied) dat onder de Bevi-regeling valt.<br />
Het plaatsgebonden risico vanwege transport valt binnen de spoorzone, de oriënterende waarde voor het<br />
groepsrisico wordt met de beperkte uitbreiding van gevoelige functies in dit bestemmingsplan niet<br />
overschreden.<br />
Met de beperkte nieuwe ontwikkelingen van dit bestemmingsplan wordt het PR en het GR hiervan niet<br />
verhoogd.<br />
5.6 Luchtkwaliteit<br />
5.6.1 Kader<br />
Artikel 5.16 Wet milieubeheer geeft een limitatieve opsomming van de bevoegdheden waarbij<br />
luchtkwaliteitseisen een directe rol spelen, zoals bij bestemmingsplannen. Luchtkwaliteitseisen vormen in<br />
beginsel geen belemmering voor het uitoefenen van een dergelijke bevoegdheid, indien:<br />
aannemelijk is gemaakt dat geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een<br />
grenswaarde.<br />
een project – al dan niet per saldo – niet leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit.<br />
aannemelijk is gemaakt dat de ontwikkelingen niet in betekenende mate (NIBM) bijdragen aan de<br />
concentratie PM10 (fijn stof) en NO2 (stikstofdioxide) in de buite<strong>nl</strong>ucht.<br />
het voorgenomen besluit is genoemd of is niet in strijd is met het Nationaal Samenwerkingsprogramma<br />
Luchtkwaliteit (NSL).<br />
Het NSL is een samenwerkingsprogramma tussen rijk, provincies en gemeenten, dat erop is gericht om in<br />
gebieden waar de normen voor luchtkwaliteit niet worden gehaald (overschrijdingsgebieden) de luchtkwaliteit<br />
te verbeteren.<br />
5.6.2 Plansituatie en conclusie<br />
De gerealiseerde en enkele nog nieuw te realiseren woningen en bijbehorende voorzieningen in de woonwijk<br />
Het Zand passen binnen het in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) genoemde 'In<br />
Betekenende Mate – project' (IB-nr. 1310 "Ontwikkeling Leidsche Rijn"). Op grond van artikel 5.16, lid 1 onder<br />
d van de Wet milieubeheer kan dus gesteld worden dat luchtkwaliteitseisen in beginsel geen belemmering<br />
vormen bij de te nemen relevante ruimtelijke besluiten voor de vaststelling van het bestemmingsplan Het<br />
Zand.<br />
Luchtkwaliteitseisen vormen aldus geen belemmering voor het vaststellen van het onderhavige<br />
bestemmingsplan.<br />
42 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
5.7 Bodem<br />
5.7.1 Kader<br />
Het gemeentelijk bodembeleid gaat uit van de volgende algemene uitgangspunten uit de Wet<br />
bodembescherming:<br />
Nieuwe bodemverontreiniging moet worden voorkomen en indien er toch bodemverontreiniging ontstaat<br />
moet de bodem direct worden gesaneerd.<br />
Gevallen van ernstige bodemverontreiniging moeten worden gesaneerd als er tevens sprake is van<br />
milieuhygiënische risico's. Dit gebeurt functiegericht en kosteneffectief.<br />
Tevens is nieuwbouw op een geval van ernstige bodemverontreiniging niet toegestaan zonder<br />
saneringsmaatregelen.<br />
Hergebruik van (schone of licht verontreinigde) grond kan bij onverdachte terreinen plaats vinden op<br />
basis van de bodemkwaliteitskaart en het bodembeheerplan.<br />
Bij een aanvraag om omgevingsvergunning moet een bodemonderzoek conform de NEN 5740 worden<br />
verricht. Op basis van dit onderzoek wordt beoordeeld of de locatie geschikt is voor de geplande functie of<br />
dat er nog een nader onderzoek of een bodemsanering noodzakelijk is voordat de locatie geschikt is voor de<br />
geplande functie.<br />
Als er voor de bouwwerkzaamheden een grondwateronttrekking nodig is, moet rekening gehouden worden<br />
met nabij gelegen grondwaterverontreinigingen. Als er in de invloedssfeer van de onttrekking een<br />
verontreiniging aanwezig is moeten hiervoor in een saneringsplan voldoende tegenmaatregelen worden<br />
beschreven.<br />
5.7.2 Plansituatie en conclusie<br />
Er worden met dit bestemmingsplan enkele nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Deze locaties zijn<br />
grotendeels bouwrijp gemaakt en de bodemkwaliteit is hier onderzocht en is of wordt gesaneerd.<br />
Hiervoor verwijzen we naar het sanerings evaluatiebesluit, van 2 nov 2007, kenmerk DSO 07.086781:<br />
"Beoordeling Evaluatieverslagen Bodemsanering ´Het Zand en gedeeltelijk Rijnsche<br />
Park´ te <strong>Utrecht</strong> (locatiecodes AA034402744 en AA034402174). Dit betreft de saneringen van de<br />
landbodem binnen het projectgebied. Besluit van het college van burgemeester en wethouders van <strong>Utrecht</strong> op<br />
grond van artikel 39c van de Wet bodembescherming (Wbb)"<br />
Op vijf plaatsen is na sanering sprake van een restverontreiniging:<br />
Ter plaatse van de <strong>Utrecht</strong>seweg 48 (locatie 21) en 57 (locatie 24) zijn matige verontreinigingen<br />
aanwezig. Bij grondafvoer moet rekening gehouden worden met meerkosten;<br />
Ter plaatse van 't Zand achter 10 en 12 (locatie 35) is een ernstige restverontreiniging achtergebleven in<br />
een funderingsbak waarop een betonplaat is aangebracht. Deze betonplaat mag niet zomaar verwijderd<br />
worden, dit moet worden gemeld.<br />
Ter plaatse van de Johanniterweg 9 (locatie 41) en de <strong>Utrecht</strong>seweg 111 (locatie 111) is op het<br />
aangrenzende percelen restverontreiniging met minerale olie aanwezig. Bij grondwerkzaamheden op<br />
deze percelen moet rekening gehouden worden met deze restverontreiniging.<br />
Na het bouwrijp maken van het terrein worden uitkeuringsonderzoeken uitgevoerd, die gebruikt kunnen<br />
worden voor de aanvraag van een omgevingsvergunning.<br />
Met inachtneming van eventuele noodzakelijke maatregelen tegen de restverontreinigingen vormt de<br />
bodemkwaliteit geen belemmering voor het vaststellen van dit bestemmingsplan.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 43
5.8 Flora en fauna<br />
5.8.1 Kader<br />
De Flora en Faunawet legt een zorgplicht op ten aanzien van natuur, planten en dieren. Indien een<br />
ontwikkeling mogelijk de bestaande natuurwaarden kan verminderen moet de initiatiefnemer aangeven hoe<br />
dat beperkt en/of gecompenseerd gaat worden. Wanneer bij planvorming de bestemming in een gebied<br />
verandert moet er, bij kans op voorkomen van beschermde diersoorten, middels een flora-fauna<br />
inventarisatie de huidige waarde worden bekeken en moet er inzicht worden gegeven in het voorkomen van<br />
beschermde planten en diersoorten. De Flora en Faunawet beschermt inheemse dieren- en plantensoorten,<br />
en onderscheidt deze in verschillende beschermingscategorieën. Voor algemeen voorkomende beschermde<br />
soorten (tabel 1) geldt vrijstelling van verbodsbepalingen. Soorten van Tabel 2 zijn zwaarder beschermd, voor<br />
deze soorten kan ontheffing worden aangevraagd. Ontheffing op grond van het belang ruimtelijke<br />
ontwikkeling en inrichting is niet mogelijk voor soorten van Tabel 3, die zijn opgenomen in Bijlage IV van de<br />
Habitatrichtlijn. Voor deze soorten geldt dat overtreding van verbodsbepalingen voorkomen dient te worden<br />
door het treffen van mitigerende maatregelen. Het bevoegd gezag voor de Flora- en Faunawet is het<br />
ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.<br />
5.8.2 Plansituatie en conclusie<br />
Met dit bestemmingsplan worden enkele nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Bij aanvragen van<br />
omgevingsvergunningen hiervoor moet getoetst worden aan de voorwaarden van de Flora en Faunawet. Er is<br />
een Quick Scan flora en fauna opgesteld, deze is toegevoegd in de bijlagen, zie Bijlage 1.<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Utrecht</strong> beschikt over een vastgestelde Gedragscode Flora en Faunawet. De werkzaamheden<br />
moeten worden uitgevoerd conform deze 'gedragscode Flora en Faunawet van de gemeente <strong>Utrecht</strong>',<br />
goedkeuringsbesluit ministerie LNV d.d. 7 september 2010, ref DR/210/3379).<br />
5.9 Water<br />
5.9.1 Aa<strong>nl</strong>eiding<br />
Met de watertoets wordt beoogd de waterbeheerders vroegtijdig in het ruimtelijke ordeningsproces te<br />
betrekken waardoor het water een evenwichtige plaats krijgt in ruimtelijke plannen. Een evenwichtige plaats<br />
houdt in dat in elk plan de negatieve effecten voor de waterhuishouding ten gevolge van ruimtelijke<br />
ontwikkelingen -waar mogelijk- moeten worden voorkomen. De resultaten van de watertoets worden<br />
weergegeven in deze paragraaf. Deze paragraaf is opgesteld in overleg met het Hoogheemraadschap De<br />
Stichtse Rij<strong>nl</strong>anden (HDSR).<br />
De Waterparagraaf is een verplicht onderdeel van een ruimtelijk plan en vormt een weze<strong>nl</strong>ijk element in het<br />
gehele watertoetsproces. Het fungeert als een instrument waarin de waterhuishoudkundige gevolgen van een<br />
plan inzichtelijk worden gemaakt, de gemaakte afwegingen expliciet en toetsbaar worden vastgelegd en het<br />
wateradvies van de waterbeheerder wordt opgenomen. Door de bestaande (geo)hydrologische situatie en<br />
randvoorwaarden, de geplande ontwikkeling en de ruimtelijke consequenties ten aanzien van de<br />
waterhuishouding te analyseren, kan het streven naar een duurzaam en robuust watersysteem vroegtijdig in<br />
het ontwerpproces worden geïntegreerd.<br />
44 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Deelgebied Het Zand, onderdeel van Leidsche Rijn en gelegen tussen het Maxima Park, de Vleutensebaan en<br />
Parkwijk, is volop in ontwikkeling. Het oorspronkelijke Stedenbouwkundig Plan is al vastgesteld in 2003.<br />
Inmiddels wordt een nieuw, geactualiseerd Stedenbouwkundig Plan opgesteld waarin alle vastgestelde<br />
aanpassingen (uitwerkingsplannen) worden gebundeld. Het Stedenbouwkundig Plan (SP) voor Het Zand is<br />
ontworpen binnen de hoofdlijnen en structuur van de Ontwikkelingsvisie Leidsche Rijn (1997) en het<br />
Stedenbouwkundig Programma van Eisen (SPvE) Het Zand (augustus 2001, vastgesteld 4 juli 2002). In het<br />
plangebied worden ca. 4350 woningen gerealiseerd. De benodigde buurt- en wijkwinkelvoorzieningen liggen<br />
hoofdzakelijk in de aangrenzende deelgebieden.<br />
Deze 'beheer'waterparagraaf beschrijft enkel de huidige situatie van de waterhuishouding en riolering in<br />
deelgebied Het Zand. Voor toekomstige lokale (kleinschalige) ruimtelijke ontwikkelingen in het plangebied<br />
dient alsnog een watertoets te worden doorlopen en een specifieke waterparagraaf te worden opgesteld.<br />
5.9.2 Kader<br />
In het algemeen is het beleid van het Rijk, de provincie <strong>Utrecht</strong>, de gemeente <strong>Utrecht</strong> en het waterschap HDSR<br />
gericht op een duurzaam en robuust waterbeheer. Bij ruimtelijke ontwikkelingen worden (indien doelmatig)<br />
de waterkwaliteitstrits 'gescheiden inzamelen-gescheiden afvoeren-gescheiden verwerken' en de<br />
waterkwantiteitstrits 'water vasthouden-bergen-vertraagd afvoeren' gehanteerd. Dit beleid is per<br />
overheidsniveau in de onderstaande beleidsdocumenten verankerd:<br />
Rijksbeleid: Vierde Nota Waterhuishouding, Vijfde Nota RO, WB21, NBW, Waterwet, etc;<br />
Provinciaal beleid: Nota Planbeoordeling, Waterhuishoudingsplan, Beleidsplan Milieu en Water,<br />
Streekplan, etc;<br />
<strong>Gemeente</strong>lijk beleid: <strong>Gemeente</strong>lijk Rioleringsplan 2011-2014 [1];<br />
Waterschapsbeleid: Waterbeheerplan 2010-2015, Beleidsregels 2010 Keur 2009, Keur [2].<br />
[1] De gemeente heeft de zorgplicht voor de inzameling en het transport van afvalwater, het inzamelen en<br />
verwerken van overtollig hemelwater en het voorkomen van structurele grondwateroverlast. Het actuele<br />
beleid hiervoor is vastgelegd in het <strong>Gemeente</strong>lijk afval-, hemel- en grondwaterplan 2007-2010 en<br />
binnenkort in het Verbreed <strong>Gemeente</strong>lijk rioleringsplan 2011-2014. De ontwerpeisen zijn opgenomen<br />
in het Handboek Inrichting Openbare Ruimte, onderdeel riolen, rioolgemalen en drainage (versie juni<br />
2005). Daarnaast stelt de gemeente eisen aan het ontwerp van watergangen waarvan zij eigenaar of<br />
beheerder is of wordt.<br />
[2] Het waterschap Hoogheemraadschap De Stichtse Rij<strong>nl</strong>anden (HDSR) heeft de zorg voor het kwantiteitsen<br />
kwaliteitsbeheer van het oppervlaktewater in het plangebied. Het beleid en de regels van het<br />
waterschap zijn vastgelegd in diverse wetten en verordeningen. De belangrijkste verordening is de keur.<br />
5.9.3 Plangebied<br />
In de onderstaande figuur zijn de contouren van het plangebied 'Het Zand' weergegeven. De noordzijde wordt<br />
begrensd door de Vleutensebaan / het spoor <strong>Utrecht</strong>-Gouda, de oostzijde door de Vuurvlindersingel, de<br />
zuidzijde door de Tweede Westerparklaan en de Alendorperweg en aan de westzijde door de Parkzichtlaan.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 45
Afbeelding: Impressie deelgebied Het Zand (bron: gemeente <strong>Utrecht</strong>, actualisatie SP Het Zand d.d. 19-05-<br />
2010).<br />
5.9.4 Oppervlaktewater<br />
Watersysteem Leidsche Rijn<br />
Het oppervlaktewater in deelgebied Het Zand maakt onderdeel uit van het watersysteem Leidsche Rijn: een<br />
zelfstandig functionerend watersysteem waarbij aan- en afvoer van gebiedsvreemd (verontreinigd) water in<br />
een normaal hydrologisch jaar vrijwel niet nodig is. Hiertoe wordt hemelwater lokaal opgevangen en<br />
vastgehouden in het lokale grond- en oppervlaktewatersysteem. Ter bevordering van de waterkwaliteit<br />
circuleert het water in een gesloten systeem door het stadsdeel Leidsche Rijn en aansluitende gebieden (zie<br />
figuur 2). Door variatie in waterpeil en het rondpompen van oppervlaktewater wordt stilstaand water, en<br />
hiermee zuurstofloosheid en muggenoverlast, vrijwel voorkomen.<br />
Het ontwerp van de waterhuishouding en de uitgangspunten en randvoorwaarden van het watersysteem in<br />
Leidsche Rijn zijn beschreven in het (hoofd)rapport 'Nieuwe stad, schoon water' (PBLR, november 1997), een<br />
initiatief van de gemeente <strong>Utrecht</strong>, de provincie <strong>Utrecht</strong> en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rij<strong>nl</strong>anden.<br />
Hieronder is een deel van het voorwoord van dit rapport opgenomen waaruit het belang van een meerjarige<br />
en structurele implementatie blijkt:<br />
"Het maken van het ontwerp was in meerdere opzichten een bijzondere opgave. Niet alle dagen wordt voor<br />
een gebied van maar liefst 2400 hectare een watersysteem ontworpen. Een gebied van een dergelijke omvang<br />
wordt ook niet in enkele jaren ingericht. Er zal 15 tot 20 jaar mee gemoeid zijn. Dit stelt hoge eisen aan de<br />
flexibiliteit en de communiceerbaarheid van het ontwerp. Ook over 10 jaar zal moeten kunnen worden<br />
begrepen welke overwegingen en risicoafweging ten grondslag hebben gelegen aan het ontwerp.<br />
46 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Het watersysteem heeft in het Masterplan Leidsche Rijn een belangrijke structurerende functie gekregen.<br />
Samen met het Centrale Park en de hoofdinfrastructuur vormt het als het ware het raamwerk voor de gehele<br />
VINEX-locatie. Randvoorwaardelijk dient een duurzaam watersysteem te ontstaan met een identiteit die<br />
aansluit bij lokale gebiedskenmerken. Deze opgave levert tal van uitdagingen voor een innovatief ontwerp.<br />
Een aantal van deze ontwerpaspecten zal voor iedereen zichtbaar zijn. Deels direct, deels later.<br />
Ook de oevers zullen -daar waar gepland direct worden ingericht om een vegetatie te laten ontstaan die<br />
typisch is voor de overgang water-land. Toch zal het nog wel even duren voordat de natuurwaarden worden<br />
bereikt die in het ontwerp worden nagestreefd. Het watersysteem moet daarvoor op de meest essentiële<br />
onderdelen gereed zijn.<br />
En als het dan af is, dan treedt een nieuwe fase aan waarvan we ook nu al doordrongen zijn dat die van vitaal<br />
belang is voor het welslagen van de ambities met het watersysteem: de gebruiksfase. Belangrijkste taken in<br />
deze fase zijn weggelegd voor de gemeenten en het waterschap in hun operationele beherende rol."<br />
Watersysteem Het Zand<br />
Het huidige watersysteem in Het Zand fungeert als deelgebied 'Hoge stelsel Zuid' als integraal onderdeel van<br />
het watersysteem Leidsche Rijn. Het goedgekeurde waterbeheerplan uit 2003 (kenmerk B001-426998shf-<br />
D01-u) is leidend geweest bij de uitwerking van de lokale waterhuishouding van gebied Het Zand.<br />
Van het oorspronkelijke oppervlaktewatersysteem is een aantal bestaande waterlopen gehandhaafd: de<br />
Alendorper Wetering, de watergangen langs 't Zand en de <strong>Utrecht</strong>seweg, singels en een drietal poelen ten<br />
westen van 't Zand. In het kader van de herontwikkeling en herstructurering zijn er bestaande waterlopen<br />
aangepast en nieuwe watergangen gegraven waardoor een nieuwe waterstructuur is ontstaan (zie figuur 2).<br />
De uitwerking van het watersysteem loopt enigszins synchroon met de ontwikkeling van de deelgebieden in<br />
Het Zand.<br />
Peilgebieden<br />
Bij de ontwikkeling van Het Zand is het nieuwe watersysteem en peilbeheer zoveel mogelijk afgestemd op de<br />
bestaande waterhuishoudkundige situatie om overlast voor of schade aan de bestaande bebouwing langs de<br />
linten te voorkomen.<br />
Het HDSR hanteert voor het westelijk, noordelijk en oostelijk deel van Het Zand een flexibel peilbeheer van<br />
NAP +0.15/+0.00 m. Het midden, omgeving 't Zand / Johanniterveld, heeft een flexibel peilbeheer van<br />
NAP+0.30/+0.15 m. Aan de zuid- en zuidoostzijde van Het Zand, omgeving Parkwijk / Rijnsche Hout, wordt<br />
een flexibel peilbeheer van NAP +0.45/0.15 m aangehouden (zie figuur 2).<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 47
Figuur 2 - structuur, contouren en stromingsrichtingen van peilgebieden omgeving Het Zand te Leidsche Rijn<br />
(bron: gemeente <strong>Utrecht</strong>)<br />
Het peilbeheer wijzigt door de ontwikkelingen enigszins doordat het waterhuishoudkundige plan voorziet in<br />
een variabel peilbeheer: in de zomer wordt een lager peil aangehouden en in de winter een hoger peil, een<br />
waterfluctuatie overeenkomstig de seizoensdynamiek. Door het gewijzigde peilbeheer is ook het<br />
grondwaterregime gewijzigd. Voor de reeds gerealiseerde ontwikkelingen is het effect van een hoger of lager<br />
grondwaterregime op de bestaande bebouwing onderzocht en zonodig ondervangen.<br />
Voor de eisen ten aanzien van de drooglegging en ontwateringsdiepte wordt verwezen naar het vigerende<br />
GRP.<br />
Beschermingszone<br />
De watergangen die in figuur 2 zwartomlijst zijn, betreffen primaire of hoofdwatergangen. De overige<br />
watergangen zijn tertiaire of wijkwatergangen. De status van de watergangen is van belang voor de breedte<br />
van de beschermingszone aan weerszijden van watergangen die is vastgelegd in de legger: 5 meter voor<br />
primaire (de hoofdwatergangen) en 2 meter voor tertiaire watergangen (de wijkwatergangen). Deze<br />
beschermingszone dient ook als zodanig in het bestemmingsplan te worden verankert.<br />
Kaderrichtlijn Water<br />
In het plangebied bevindt zich geen oppervlaktewater dat volgens de gestelde definitie in de Kader Richtlijn<br />
Water (KWR) als waterlichaam is aangemerkt.<br />
Aan- en afvoer<br />
De wateraanvoer naar het watersysteem 'Hoge stelsel Noord' vindt plaats vanaf het toekomstige<br />
opvoergemaal Strijkviertel en het watersysteem in de wijk Langerak. (zie figuur 2 en figuur 3). Via de<br />
watergangen langs de Langerakbaan en de Groenedijk wordt het water via het peilgebied NAP +0.45/+0.30<br />
m aangevoerd.<br />
48 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
De waterafvoer geschied in noord(oost)elijke richting naar het watersysteem 'Hoge stelsel Noord' in de wijk<br />
Terwijde (peilgebied NAP +0.05-0.15/-0.15 m) en in westelijke richting naar de Alendorper Wetering / De<br />
Vikingrijn van het watersysteem 'Jooste<strong>nl</strong>aan-wetering' (peilgebied NAP +0.15/+0.00 m). In figuur 2 zijn de<br />
stroomrichtingen in het watersysteem aangegeven en figuur 3 de verbindingen met de omliggende<br />
watersystemen in stadsdeel Leidsche Rijn.<br />
Figuur 3 - geschematiseerd hoofdwatersysteem Leidsche Rijn (bron: gemeente <strong>Utrecht</strong>)<br />
Tijdelijke situatie<br />
Het lokale oppervlaktewatersysteem van de wijk Het Zand en van het totale hoofdwatersysteem van Leidsche<br />
Rijn is echter nog niet af: het watersysteem 'Veldhuizen' en 'Lage Stelsel Zuid' (zie figuur 3) dient nog<br />
gerealiseerd te worden. De hoofdstructuur van het oppervlaktewater in Het Zand is wel nagenoeg af. Volgens<br />
opgave van PBLR zijn de watergangen, peilregulerende kunstwerken en de peilgebieden conform het<br />
waterplan van 2003 uitgevoerd. Globaal gezien functioneert de waterhuishouding in Het Zand ook in deze<br />
tijdelijke situatie -waarin het geen onderdeel uitmaakt van het circulatiesysteem Leidsche Rijn- naar behoren.<br />
In de huidige, tijdelijke situatie wordt het water vanuit de Leidsche Rijn water aangevoerd. In de<br />
Langeraksingel zijn als tijdelijke maatregel twee stuwen geplaatst om een getrapte peilscheiding mogelijk te<br />
maken. Pas als het watersysteem 'Veldhuizen' en 'Lage Stelsel Zuid' met het opvoergemaal bij Strijkviertel is<br />
gerealiseerd, zal het watersysteem van Het Zand op het circulatiesysteem van Leidsche Rijn kunnen worden<br />
aangesloten. De aanvoer vanaf de Houtrakgracht komt dan te vervallen.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 49
Ruimtelijke consequenties<br />
Het functioneren van ondergrondse èn bovengrondse voorzieningen ten behoeve van de inzameling en het<br />
transport van afvalwater, de inzameling en verwerking van overtollig hemelwater en het voorkomen van<br />
structurele grondwateroverlast, dient te zijn gewaarborgd. De mate van functioneren is afhankelijk van de<br />
conditie èn de dimensies van de voorzieningen. Het huidige ruimtebeslag en afmetingen van bv. riolering,<br />
rioolgemalen, watergangen, wadi's en infiltratievoorzieningen is essentieel voor een goede systeemwerking.<br />
Verkleining of aanpassing hiervan (bv. het verwijderen van een greppel / wadi) heeft directe consequenties<br />
voor het functioneren van de voorzieningen en is niet toegestaan zonder compenserende maatregelen.<br />
Bij toename van verhard, afvoerend oppervlak in het plangebied ten gevolge van ruimtelijke ontwikkelingen<br />
dient conform het beleid van gemeente en waterschap extra berging worden gerealiseerd als compensatie<br />
voor de toegenomen belasting van het oppervlaktewater.<br />
Beheer<br />
Het Hoogheemraadschap De Stichtse Rij<strong>nl</strong>anden (HDSR) heeft de zorg voor het functionele, kwantiteitsbeheer<br />
van de hoofdwatergangen en het kwaliteitsbeheer van al het oppervlaktewater. De wijkwatergangen zijn in<br />
regulier beheer bij de gemeente <strong>Utrecht</strong>.<br />
Om het goed functioneren van de waterhuishouding te kunnen waarborgen, voert het waterschap<br />
onderhoudstaken uit en toetst of bij de aa<strong>nl</strong>eg van werken ter plaatse van oppervlaktewatergangen en in<br />
beschermingszones voldaan is aan algemene en specifieke criteria (zie paragraaf Keur).<br />
5.9.5 Grondwater<br />
Zorgplicht<br />
De gemeente heeft per 1 januari 2008, voortkomend uit de nieuwe wet 'Verankering en bekostiging<br />
gemeentelijke watertaken', de zorgplicht om 'het in openbaar gemeentelijke gebied treffen van maatregelen<br />
om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming te<br />
voorkomen of beperken'. Dit is alleen zo als het nemen van maatregelen doelmatig is en het niet onder de<br />
verantwoordelijkheid van het waterschap of de provincie valt. De nieuwe gemeentelijke grondwaterzorgplicht<br />
stelt de gemeente <strong>Utrecht</strong> beter in staat een bijdrage te leveren aan de aanpak van grondwaterproblemen in<br />
het bebouwd gebied.<br />
Verantwoordelijkheden<br />
De zorgplicht heeft het karakter van een inspanningsplicht. Dat wil zeggen dat de gemeente niet<br />
verantwoordelijk is voor handhaving van het grondwaterpeil in bebouwd gebied. De wetgeving geeft aan dat<br />
de burger met grondwateroverlast bij de gemeente met zijn probleem terecht moet kunnen: de gemeente is<br />
het eerste aanspreekpunt voor de burger. De perceelseigenaar is op eigen terrein zelf verantwoordelijk voor<br />
het treffen van maatregelen tegen grondwateroverlast. Deze verantwoordelijkheid geldt ook voor de<br />
gemeente als eigenaar van de openbare ruimte. De perceelseigenaar is verantwoordelijk voor de staat van<br />
zijn woning en perceel, voor zover deze problemen niet aantoonbaar worden veroorzaakt door onrechtmatig<br />
handelen of nalaten van de buur (overheid of particulier). Bij grondwaterproblemen mag dus in de eerste<br />
plaats van de perceelseigenaar worden verwacht, dat hij de vereiste waterhuishoudkundige en/of<br />
bouwkundige maatregelen neemt.<br />
Criterium<br />
Grondwater wordt als overtollig beschouwd indien het ontwateringscriterium van 0,7 meter beneden de as<br />
van de weg gedurende meerdere jaren langer dan vijf aaneengesloten dagen per jaar wordt overschreden.<br />
Voor grootschalig openbaar groen en parken wordt gestreefd naar een ontwateringsdiepte van tenminste 0,5<br />
m beneden maaiveld. Afhankelijk van de begroeiing kan hier in overleg met de groenbeheerder van worden<br />
afgeweken.<br />
50 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Onttrekkingen<br />
De provincie <strong>Utrecht</strong> stelt met het strategische grondwaterbeleid de kaders vast voor de uitvoering van het<br />
grondwaterbeheer door de waterschappen. Het waterschap is bevoegd gezag voor het verstrekken van<br />
vergunningen of het behandelen van meldingen ten behoeve van grondwateronttrekkingen (afhankelijk van<br />
hoeveelheden).<br />
Boringvrije zone<br />
De gehele wijk Het Zand ligt binnen de boringsvrije zone van het waterwin- en<br />
grondwaterbeschermingsgebied Leidsche Rijn (zie figuur 4). Binnen de boringsvrije zone (de blauwe cirkel in<br />
figuur 4) gelden regels en voorschriften ten aanzien van het maken van boorputten, grond- en<br />
funderingswerken die verwoord zijn in het 'Besluit Boringen en Funderingen provincie <strong>Utrecht</strong> 2003'. De<br />
regels zijn bedoeld om de kleilaag in stand te houden die het grondwater beschermd tegen<br />
verontreinigingen.<br />
Onderstaand zijn de relevante verbodsbepalingen uit dit besluit opgenomen:<br />
1. Het is in boringsvrije zones en in grondwaterbeschermingsgebieden buiten inrichtingen verboden om:<br />
a. boorputten op te richten, in exploitatie te nemen of te hebben,<br />
b. grond- of funderingswerken in de bodem uit te voeren of te hebben, op een diepte van 40 meter of meer<br />
onder het maaiveld.<br />
3. Het verbod geldt niet voor:<br />
a. het onderzoeken of saneren van de bodem krachtens de Wet bodembescherming, mits degene die deze<br />
handelingen verricht alle maatregelen treft die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde<br />
het risico van verticale verspreiding van verontreinigingen als gevolg van deze handelingen te<br />
voorkomen, dan wel teneinde die verspreiding zoveel mogelijk ongedaan te maken;<br />
b. handelingen in het kader van een op basis van de Ontgrondingenwet verleende vergunning.<br />
Figuur 4 - beschermingszone drinkwateronttrekking waterwingebied Leidsche Rijn<br />
(bron: Provincie <strong>Utrecht</strong>)<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 51
Drainage<br />
Het grondwatersysteem in Het Zand is gewaarborgd met het bouwrijpmaken van de ontwikkelgebieden.<br />
Incidenteel zijn er klachten over grondwateroverlast, deze worden lokaal aangepakt. Bij het bouwrijpmaken is<br />
bij de rioleringswerkzaamheden onder de meeste rijbanen drainage meegelegd zodat het grondwaterregime<br />
kan worden gereguleerd. Het drainagestelsel vlakt de pieken van hoge grondwaterstanden af en voert<br />
overtollig grondwater af naar het oppervlaktewater.<br />
Waterkeringen<br />
Het plangebied grenst niet aan een kanaal, rivier of watergang waarvan een oever de status van waterkering<br />
heeft.<br />
Keur<br />
Het beleid en de regels van het waterschap zijn vastgelegd in diverse wetten en verordeningen. Aanpassingen<br />
aan het bestaande waterhuishoudingsysteem moeten door het Hoogheemraadschap worden vergund. Er geldt<br />
een vergunningsplicht op grond van de belangrijkste verordening, de "Keur" (ex artikel 77 en 80 van de<br />
Waterschapswet).<br />
In de Keur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rij<strong>nl</strong>anden 2009 staan verboden en geboden die<br />
betrekking hebben op oppervlaktewatergangen, waterkeringen en grondwater. De verboden betreffen die<br />
handelingen en gedragingen die in principe onwenselijk zijn voor de constructie of de functie van<br />
oppervlaktewatergangen, waterkeringen of grondwatergangen. De geboden geven de verplichtingen aan om<br />
deze waterstaatswerken in stand te houden. Een gebod kan bijvoorbeeld betrekking hebben op een<br />
onderhoudsverplichting.<br />
Eventuele vergunningen worden alleen verleend als waterstaatkundige belangen niet in het gedrang komen.<br />
Bij het verlenen van een vergunning worden deze belangen altijd afgewogen. Daarnaast moet rekening<br />
gehouden worden met de verbrede doelstellingen van de Waterwet te weten de samenhang met chemische en<br />
ecologische aspecten en de vervulling van maatschappelijke functies van watersystemen.<br />
In de Keur is daarnaast bepaald dat "beschermingszones" voor watergangen en waterkeringen in acht dienen<br />
te worden genomen. Het komt erop neer dat binnen de beschermingszone niet zonder ontheffing van het<br />
Waterschap gebouwd en opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de<br />
stabiliteit van het profiel en/of veiligheid wordt aangetast, de aan- en/of afvoer en/of berging van water<br />
wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd.<br />
Watervergunning<br />
Ten behoeve van het dempen en graven, aa<strong>nl</strong>eggen van vlonders en steigers en bouwen in en langs water is<br />
een Watervergunning van Hoogheemraadschap De Stichtse Rij<strong>nl</strong>anden noodzakelijk. Alle wateraspecten<br />
(inclusief de Keur-aspecten) worden in de watervergunning geregeld.<br />
Ook tijdelijke onttrekkingen van grondwater tijdens bouwwerkzaamheden zijn vergunningsplichtig, evenals<br />
tijdelijke lozing van bemalingswater op oppervlaktewater. Ook rechtstreekse afvoer van hemelwater naar<br />
oppervlaktewater is vergunning- of meldingplichtig in het kader van de Waterwet. Voor nieuwbouw (indien<br />
niet-omvangrijk) kan volstaan worden met een melding. Het toepassen van uitlogende materialen (lood,<br />
koper, zink en bitumen) zonder KOMO-keurmerk voor verhardingen die rechtstreeks lozen op<br />
oppervlaktewater is niet toegestaan.<br />
52 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
5.9.6 Riolering<br />
Afvalwater<br />
De inzameling van het afvalwater vindt plaats met een vuilwaterstelsel. Dit stelsel voert de droogweerafvoer<br />
onder vrijverval af naar een rioolgemaal dat het afvalwater via het hoofdrioolgemaal van Parkwijk Noord naar<br />
de rwzi Leidsche Rijn verpompt. Elke wijk of eiland heeft een eigen rioolgemaal.<br />
In de oude bebouwingslinten zoals 't Zand, de <strong>Utrecht</strong>seweg en de Johanniterweg bevindt zich een kwetsbaar<br />
gemengd stelsel dat over grote lengtes een minimale diameter en een minimaal verhang heeft. Dit stelsel is<br />
voorzien van een nooduitlaat aan de <strong>Utrecht</strong>seweg (nr. 300091) en aan de Johanniterweg (nr. 300046) om bij<br />
hevige neerslag of pompuitval water-op-straat te voorkomen. Om de overstortemissie vanuit de twee<br />
noodoverlaten te reduceren, dient het huidige aangesloten, verhard afvoerend oppervlak zoveel mogelijk<br />
geminimaliseerd te worden. Nieuw, schoon verhard oppervlak dient rechtstreeks op het oppervlaktewater te<br />
lozen.<br />
Aansluitingen<br />
Het huishoudelijke afvalwater van nieuwe voorzieningen en woningen dient onder vrijverval op het bestaand<br />
gemengd stelsel te worden geloosd. Alle nieuwe woningen / appartementen dienen een aparte<br />
huisaansluiting te krijgen. Voor de aansluiting van de woningen op de openbare riolering is een<br />
aansluitvergunning vereist van de dienst Stadswerken.<br />
Regenwater<br />
De inzameling, het transport en de verwerking van regenwater vindt op verschillende wijze plaats en is<br />
afhankelijk van de lokale situatie. De daken van woningen die direct aan het oppervlaktewater zijn gesitueerd,<br />
lozen het hemelwater via open goten direct op het oppervlaktewater. Dit is met name aan de orde in<br />
Waterwijk. In De Bongerd wordt het hemelwater van de aangrenzende daken en verhardingen via wadi's in<br />
brede groenstroken geïnfiltreerd. Regenwater van de overige verharde, afvoerende oppervlakken in Het Zand<br />
infiltreert via waterpasserende verhardingen. Om het oorspronkelijk grondwaterregime in gebied Rijnsche<br />
Maan zoveel mogelijk te handhaven, wordt hier een ander principe voor de omgang met het hemel- en<br />
grondwater toegepast.<br />
Afvoerend oppervlak<br />
Conform het bovengenoemde gemeentelijk en waterschapsbeleid moet het hemelwater bij sloopnieuwbouwontwikkelingen<br />
lokaal worden verwerkt waarbij aan de kwantiteits- en kwaliteitstrits wordt<br />
voldaan. Het doel van dit beleid is om de oorspronkelijke, voorstedelijke waterhuishouding zoveel mogelijk te<br />
benaderen en de bestaande riolering en zuivering zo min mogelijk te belasten met schoon hemelwater.<br />
Wateropgave<br />
Bij ruimtelijke ontwikkelingen is de benodigde watercompensatie afhankelijk van de toename aan verhard,<br />
afvoerend oppervlak. Om de waterhuishouding op orde te houden en wateroverlast te voorkomen, zijn bij een<br />
verhardingstoename van meer dan 500 m2 (de ondergrens voor watercompensatie binnen de bebouwde kom)<br />
maatregelen vereist. De kosten voor de compensatie zijn voor rekening van de ontwikkelaar.<br />
De gemeente <strong>Utrecht</strong> wil ruimtelijke ontwikkeling benutten om te komen tot een duurzame omgang met het<br />
hemelwater. Hieronder zijn enkele oplossingsrichtingen beschreven die de toename aan verhard oppervlak<br />
(deels) kunnen voorkomen of als compensatie ervan kunnen fungeren.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 53
Figuur 5 - omgang met hemelwater in Het Zand (bron: gemeente <strong>Utrecht</strong>,<br />
Groene daken<br />
actualisatie SP Het Zand d.d. 19-05-2010)<br />
Groene daken geven <strong>Utrecht</strong> een groener aanzien, vormen een buffer bij regenafvoer en zorgen voor een<br />
langere levensduur van een dak. De gemeente <strong>Utrecht</strong> stimuleert de aa<strong>nl</strong>eg van groene daken in <strong>Utrecht</strong>. Een<br />
groen dak is een dak dat bedekt is met vegetatie en begroeiing. Er zijn verschillende typen groene daken, van<br />
extensieve tot intensieve groene daken.<br />
Wanneer groene daken op grote schaal worden toegepast dragen ze bij aan een duurzame en gezonde stad.<br />
Groene daken vangen regenwater op en voeren het vertraagd af. Hierdoor wordt het riool minder belast als<br />
het hard regent. Groene daken nemen stofdeeltjes op uit de atmosfeer en vormen zo een buffer tegen<br />
luchtvervuiling. Daarmee leveren groene daken een bijdrage aan de vermindering van CO2-uitstoot. Een<br />
beplant dak isoleert het pand eronder. Daardoor blijft het vooral in de zomer koeler in huis. Bovendien<br />
stralen groene daken bij hogere temperaturen minder warmte uit waardoor het ook een gunstige invloed<br />
heeft op de omgevingstemperatuur. En natuurlijk wordt de stad groener, waardoor er meer kansen komen<br />
voor flora en fauna en de leefbaarheid verbetert.<br />
Het waterschap HDSR en de gemeente <strong>Utrecht</strong> beschouwen vegetatiedaken voor 60% als afvoerend oppervlak.<br />
Bij maatgevende piekafvoer (T=10 jaar) draagt dit type oppervlak voor 60% bij aan de hydraulische belasting<br />
van de riolering. 40% van het groene dakoppervlak kan hierdoor als niet-aangesloten worden beschouwd en<br />
behoeft niet te worden gecompenseerd in het oppervlaktewatersysteem.<br />
Afkoppelen<br />
De omgang met hemelwater krijgt een steeds belangrijkere rol in het landelijke en gemeentelijke beleid. Het<br />
beleid van de gemeente <strong>Utrecht</strong> is gericht op het lokaal verwerken (infiltreren, bergen, vertraagd afvoeren)<br />
van regenwater zodat er minder schoon hemelwater naar het riool en de zuivering wordt afgevoerd en er bij<br />
hevige neerslag minder vuilwater via de overstorten op het oppervlaktewater wordt geloosd.<br />
54 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Voor een goed functioneren van het 'kwetsbare' gemengde stelsel dat in de jaren 60 en 70 is aangelegd in de<br />
omgeving van 't Zand, is het van belang dat eventueel aangekoppelde 'foutieve aansluitingen' (schoon op vuil)<br />
van verharde, afvoerende oppervlakken worden afgekoppeld en voortaan afvoeren naar het oppervlaktewater.<br />
Lokale verwerking van ingezameld hemelwater middels ondergrondse (bv. IT-riool) of bovengrondse (bv.<br />
wadi) infiltratievoorzieningen is over het algemeen kansrijk en doelmatig. Het groen in het plangebied biedt<br />
voldoende ruimte voor eventuele vrijliggende boven- en ondergrondse infiltratievoorzieningen.<br />
Infiltratievoorzieningen met een overloop naar oppervlaktewater en een berging van 45 mm of meer kunnen<br />
beschouwd worden als volledige compensatie. De hydraulische belasting bij een piekafvoer (T=10 jaar) kan<br />
bij dit principe van bergen en vertraagd afvoeren als minimaal / niet maatgevend beschouwd. Bij een kleinere<br />
berging dan 45 mm dient de werkelijke belasting van het oppervlaktewater met een berekening worden<br />
aangetoond.<br />
Waterpasserende verharding<br />
Het waterschap HDSR en de gemeente <strong>Utrecht</strong> beschouwen waterpasserende verharding zonder kolken voor<br />
0% als afvoerend oppervlak. Bij maatgevende piekafvoer (T=10 jaar) draagt dit type oppervlak, mits kolken<br />
ontbreken, voor 0% bij aan de hydraulische belasting van de riolering. 100% van dit type oppervlak kan<br />
hierdoor als niet-aangesloten worden beschouwd en behoeft niet te worden gecompenseerd in het<br />
oppervlaktewatersysteem.<br />
Bij toepassing van kolken is het huidige standpunt en uitgangspunt van het waterschap HDSR en de gemeente<br />
<strong>Utrecht</strong> dat waterpasserende verharding met een overloop op het gemengd stelsel voor 25% bijdragen aan de<br />
hydraulische belasting van de riolering. 75% van dit type oppervlak kan hierdoor als niet-aangesloten worden<br />
beschouwd en behoeft niet te worden gecompenseerd in het oppervlaktewatersysteem.<br />
Werkafspraken<br />
De werkafspraken betreffen algemene afspraken om het duurzaam verwerken van hemelwater te stimuleren.<br />
Het waterschap wijst er op dat concrete gebiedsgerichte afspraken of gebiedsgericht waterbeleid leidend zijn<br />
(bijvoorbeeld verwoord in een riolerings- of lokaal waterhuishoudplan). Daarom dienen nieuwe ruimtelijke<br />
ontwikkelingen in het kader van een watertoetsproces te worden geconcretiseerd tussen gemeente en het<br />
waterschap.<br />
5.9.7 Algemeen<br />
Bovenstaande uitgangspunten gelden als er geen berekening wordt gemaakt. Via berekeningen kan er altijd<br />
onderbouwd van afgeweken worden.<br />
In het streven naar een duurzame omgang met het hemelwater, heeft de gemeente <strong>Utrecht</strong> in verband met<br />
het duurzame karakter sterke voorkeur voor de combinatie van 'Groene daken' en 'Afkoppelen' /<br />
'Waterpasserende verharding'.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 55
5.10 Archeologie<br />
5.10.1 Kader<br />
Wet op de archeologische monumentenzorg (22 december 2009)<br />
Op 1 september 2007 is de Wet op de archeologische monumentenzorg in werking getreden. Hiermee zijn de<br />
uitgangspunten van het Verdrag van Malta binnen de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. De wet is een<br />
raamwet, die regelt hoe rijk, provincie en gemeente bij hun ruimtelijke plannen rekening moeten houden met<br />
het erfgoed in de bodem.<br />
De wet beoogt het culturele erfgoed (en vooral het archeologische erfgoed) te beschermen. Onder<br />
archeologisch erfgoed wordt verstaan: alle fysieke overblijfselen, zowel in als boven de grond, die bijdragen<br />
aan het verkrijgen van inzicht in menselijke same<strong>nl</strong>evingen uit het verleden.<br />
De uitgangspunten in deze wet zijn:<br />
1. Archeologische waarden zoveel mogelijk in de bodem bewaren en alleen opgraven als behoud in de<br />
bodem (in situ) niet mogelijk is;<br />
2. Vroeg in de ruimtelijke ordening al rekening houden met archeologie. Initiatiefnemers tot ruimtelijke<br />
ontwikkelingen moeten in een vroegtijdig stadium aangeven hoe met eventuele archeologische waarden<br />
bij bodemverstorende ingrepen zal worden omgegaan. Dit houdt in een verplichting tot vooronderzoek<br />
bij werkzaamheden die de grond gaan verstoren. De invoering hiervan wordt geregeld via<br />
bestemmingsplannen en vrijstellingen, de m.e.r.-plichtige activiteiten en ontgrondingen;<br />
3. Bodemverstoorders betalen archeologisch onderzoek en mogelijke opgravingen (principe verstoorder<br />
betaalt). De kosten voor noodzakelijke archeologische werkzaamheden komen ten laste van de<br />
initiatiefnemer tot de bodemverstorende activiteit.<br />
De Wet op de archeologische monumentenzorg ziet verder dan alleen de wettelijk beschermde monumenten.<br />
De wet beoogt een integraal stelsel van zorg voor archeologische waarden, onder meer door gemeenten een<br />
grotere rol te geven bij te aanwijzing en planologische bescherming ervan. Op basis van de nieuwe<br />
regelgeving heeft de gemeente <strong>Utrecht</strong> o<strong>nl</strong>angs een Archeologische Waardenkaart en Verordening op de<br />
Archeologische Monumentenzorg vastgesteld. Naast de wettelijk beschermde terreinen onderscheiden de<br />
waardenkaart en de verordening terreinen van hoge archeologische waarde en gebieden van hoge en lage<br />
archeologische verwachting. Binnen het plangebied van bestemmingsplan Het Zand bevinden zich twee<br />
terreinen van hoge archeologische waarde.<br />
Archeologische Waardenkaart<br />
De Archeologische Waardenkaart van de gemeente <strong>Utrecht</strong> geeft inzicht in de ligging van beschermde en te<br />
beschermen archeologische terreinen. Daarnaast geeft de kaart inzicht in de gebieden waarvoor een<br />
archeologische waarde of verwachting geldt. De gemeentelijke kaart is geënt op de Indicatieve Kaart<br />
Archeologische Waarden (IKAW) van de provincie en op de kennis en ervaring opgedaan gedurende tientallen<br />
jaren archeologisch onderzoek in de gemeente. Er wordt onderscheid gemaakt tussen beschermde<br />
archeologische monumenten, terreinen van hoge archeologische waarde en gebieden van hoge en<br />
middelhoge archeologische verwachting.<br />
Terreinen van hoge archeologische waarde zijn gebieden waarvan bekend is dat er archeologische waarden<br />
zijn, maar die niet beschermd zijn als archeologisch rijks- of gemeentelijk monument. Voor deze terreinen en<br />
voor gebieden van hoge en lage archeologische verwachting geldt vanaf november 2008 beleid dat wordt<br />
beschreven in de 'Nota archeologiebeleid <strong>Gemeente</strong> <strong>Utrecht</strong> november 2008' .Dit beleid is mede gebaseerd<br />
op de recent herziene Monumentenwet (de herziening wordt ook wel de Wet op de Archeologische<br />
Monumentenzorg genoemd).<br />
56 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Het gemeentelijk archeologiebeleid heeft tot doel bij te dragen aan de historische beeldvorming over <strong>Utrecht</strong><br />
en zijn bewoners. Om dit doel optimaal te verweze<strong>nl</strong>ijken vervult de gemeentelijke archeologische dienst een<br />
actieve rol. In het gemeentelijk archeologiebeleid wordt afhankelijk van de archeologische waarde, dan wel de<br />
archeologische verwachtingswaarde, zowel naar boven als naar beneden afgeweken van de algemene<br />
vrijstelling voor het uitvoeren van archeologisch onderzoek.<br />
In de op de gemeentelijke archeologische waardenkaart aangeduide gebieden waar een<br />
onderzoeksverplichting geldt, zal van toekomstige initiatiefnemers tot bodemverstorende activiteiten een<br />
inspanning gevraagd kunnen worden om resten uit het verleden op te sporen en zo nodig veilig te stellen.<br />
Afbeelding: Uitsnede plangebied Het Zand uit de Waardenkaart Archeologie en legenda<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 57
Verordening op de Archeologische Monumentenzorg<br />
Op grond van het Verdrag van Malta, dat vertaald is in hoofdstuk V van de Monumentenwet 1988, zijn<br />
gemeenten verplicht om het archeologisch erfgoed te beschermen. De wet biedt de mogelijkheid om een<br />
verordening vast te stellen en om de bescherming via bestemmingsplannen te regelen. Het is mogelijk om<br />
beide wegen te bewandelen. Gezien de complicaties die optreden bij het beschermen van het archeologisch<br />
erfgoed in bestemmingsplannen, is gekozen voor een verordening, de 'Verordening op de Archeologische<br />
Monumentenzorg', en voor een verwijzing daarnaar in bestemmingsplannen.<br />
In de gemeentelijke Verordening op de Archeologische Monumentenzorg is een vergunningenstelsel<br />
opgenomen ter bescherming van het archeologische erfgoed, waarmee de wettelijk vereiste bescherming kan<br />
worden geboden. De Verordening op de Archeologische Monumentenzorg is geënt op de Archeologische<br />
Waardenkaart.<br />
In het bestemmingsplan wordt, wanneer sprake is van archeologische waarden of verwachting een arcering<br />
opgenomen op de kaart (verbeelding) met de bestemming Waarde- archeologie. In de regels wordt in deze<br />
dubbelbestemming opgenomen dat de voor Waarde- archeologie aangewezen gronden mede zijn bestemd<br />
voor de bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden en verwachting. In een specifieke<br />
gebruiksregel wordt geregeld dat onder een met het bestemmingsplan strijdig gebruik in ieder geval wordt<br />
begrepen het handelen in strijd met de Verordening op de Archeologische Monumentenzorg. Het<br />
bestemmingsplan houdt op deze manier rekening met de archeologische waarden en verwachting, terwijl in<br />
strijd handelen met de specifieke gebruiksregel een economisch delict is.<br />
Hoofdstuk V van de Monumentenwet 1988 (artikel 38 en verder) regelt de archeologische monumentenzorg.<br />
De wetgever heeft voor de bescherming van het archeologische erfgoed de gemeente de bevoegdheden<br />
toegekend waarmee onderzoek afgedwongen kan worden bij verstoring van de grond en waarmee eisen aan<br />
dat onderzoek gesteld kunnen worden.<br />
5.10.2 Plangebied<br />
Het plangebied het Zand bevindt zich op de gemeentelijke archeologische waardenkaart in een gebied waarin<br />
sprake is van zowel hoge archeologische waarde, hoge archeologische verwachting als archeologische<br />
verwachting.<br />
Het Park het Groot Zandveld geldt op grond van de archeologische waardenkaart dat het een gebied is met<br />
een hoge archeologische verwachting. Ondertussen is dit park door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed<br />
aangewezen als beschermd rijksmonument (monument nummer 2201) en valt hiermee onder de bescherming<br />
van de Monumentenwet 1986. Op de archeologische waardekaart is dit gegeven echter nog niet verwerkt.<br />
Een tweede beschermde archeologisch monument betreft de resten van de versterkte middeleeuwse boerderij<br />
Den Hoet. Het eiland en een deel van de omgeving zijn beschermd (monument nummer 1167). Dit monument<br />
staat overigens niet afgebeeld op de archeologische waardenkaart, maar is eveneens beschermd op grond<br />
van de Monumentenwet 1986.<br />
Een gebied met een hoge archeologische verwachting is de restgeul van de middeleeuwse Oude Rijn. In het<br />
verleden is bij archeologisch onderzoek gebleken dat op plaatsen waar een nederzetting op de oevers van de<br />
Rijn lag veel archeologisch materiaal in de afzettingen van de rivier terecht gekomen kan zijn. In deelgebied<br />
Het Zand is al een groot deel van de restgeul opnieuw uitgegraven, het deel langs de Vuurvlindersingel,<br />
waardoor er geen sprake meer is van archeologische waarden.<br />
Het grootste deel van deelgebied Het Zand is op de archeologische waardenkaart een gebied met een<br />
archeologische verwachting. Voor grote delen van dit gebied geldt dat ze in de afgelopen jaren door middel<br />
van booronderzoek en archeologisch proefonderzoek zijn onderzocht op de aanwezigheid van<br />
archeologische waarden. Hierbij zijn geen nieuwe archeologische vindplaatsen aangetroffen.<br />
58 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
5.10.3 Conclusie<br />
De gebieden met archeologische waarden en verwachting in Het Zand worden beschermd via het<br />
vergunningenstelsel in de Verordening op de Archeologische Monumentenzorg en de specifieke<br />
gebruiksregel bij de dubbelbestemming 'waarde - archeologie'. De voorgestane ontwikkelingen binnen het<br />
plangebied Het Zand vinden weliswaar plaats in gebieden waar sprake is van terreinen met hoge<br />
archeologische waarden, maar deze terreinen zullen slechts kunnen worden gebruikt met inachtneming van<br />
het gestelde in de Verordening op de Archeologische Monumentenzorg. Op basis hiervan zal sprake zal zijn<br />
van ongestoord behoud van het bodemarchief, waardoor deze terreinen niet worden aangetast.<br />
Indien bij uitvoering van de werkzaamheden onverwacht toch nog archeologische zaken worden<br />
aangetroffen, dient conform artikel 53 en 54 van de Monumentenwet 1988 (herzien 2007) melding van de<br />
desbetreffende vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap c.q. de afdeling Stedenbouw<br />
en Monumenten, Team Cultuurhistorie, 030-2863990 te worden gedaan.<br />
5.11 Kabels en leidingen<br />
Onder de Rijnkennemerlaan is een hoofdwaterleiding aanwezig.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 59
Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid<br />
6.1 Economische uitvoerbaarheid<br />
Financiële uitvoerbaarheid<br />
Dit bestemmingsplan heeft betrekking op de actualisatie van de Uitwerkingsplannen van Stationsomgeving,<br />
De Bongerd en Tussen de Parken in deelgebied Het Zand, Leidsche Rijn én het Stedenbouwkundig Plan van<br />
Het Zand uit 2003, dat als RO-uitwerking gebruikt is voor binnenplanse anticipatie op het globale<br />
Bestemmingsplan Leidsche Rijn 1999. Veel bouwplannen zijn al gerealiseerd, of er is inmiddels een<br />
omgevingsvergunning verstrekt.<br />
In dit bestemmingsplan worden grotendeels de huidige bestemmingen geconserveerd. Daarnaast is er nog<br />
sprake van enkele nieuwe ontwikkelingen. De kosten en opbrengsten van deze nieuwe ontwikkelingen passen<br />
binnen de kaders van de grondexploitatie Leidsche Rijn. Daarmee is de financiële uitvoerbaarheid verzekerd.<br />
Economische uitvoerbaarheid<br />
Voor veel bestemmingen in dit bestemmingsplan geldt dat ze al gerealiseerd zijn, danwel dat er reeds<br />
omgevingsvergunningen zijn verstrekt. M.b.t. de nieuwe ontwikkelingen heeft de gemeente overeenkomsten<br />
gesloten met marktpartijen. Het valt dus te verwachten dat de bestemmingen binnen de planperiode<br />
gerealiseerd zullen worden. De economische uitvoerbaarheid is daarmee voldoende verzekerd.<br />
Kostenverhaal<br />
Daar waar de bestemmingen reeds zijn gerealiseerd is geen sprake meer van kostenverhaal, aangezien er<br />
geen nieuwe bouwplannen (conform art. 6.2.1. Bro) mogelijk gemaakt worden. Bij de nieuwe ontwikkelingen<br />
worden wel bouwplannen mogelijk gemaakt. Hier is het kostenverhaal verzekerd via de gemeentelijke<br />
gronduitgifte, omdat in alle gevallen van nieuwe ontwikkeling de gemeente de grondeigenaar is. Er wordt bij<br />
het bestemmingsplan dus geen exploitatieplan vastgesteld.<br />
Planschade<br />
In het bestemmingsplan worden enkele nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. In het voorgaande<br />
bestemmingsplan (Leidsche Rijn 1999) zijn deze bestemmingen ook al toegestaan, deze kunnen weliswaar<br />
eerst na vaststelling van een uitwerkingsplan daadwerkelijk gerealiseerd worden. De globale bestemming<br />
'Gemengde doeleinden uit te werken' uit het bestemmingsplan Leidsche Rijn <strong>Utrecht</strong> 1999 is in dit<br />
bestemmingsplan gedetailleerder uitgewerkt. Dat leidt niet tot planschade.<br />
6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid<br />
6.2.1 Overleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening<br />
Het bestemmingsplan is in oktober 2011 aan een aantal instanties toegezonden voor reactie als bedoeld in<br />
artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. Het ministerie van ....., De Kamer van Koophandel hebben<br />
aangegeven geen opmerkingen te hebben op het bestemmingsplan. De provincie <strong>Utrecht</strong> geeft aan dat<br />
voorontwerpbestemmingsplan niet in strijd is met de provinciale ruimtelijke belangen zoals die zijn<br />
opgenomen in de Provinciale Ruimtelijke Verordening en de Beleidslijn nieuwe Wro.<br />
60 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Het Hoogheemraadschap De Stichtse Rij<strong>nl</strong>anden (verder: HDSR) heeft een positief advies afgegeven, waarbij<br />
de volgende opmerkingen zijn gemaakt dan wel voorwaarden zijn gesteld:<br />
- de tekst van paragraaf 5.9.6 moet worden aangevuld;<br />
- aanpassing van de tekst waarin in de waterparagraaf wordt verwezen naar een uitgewerkt rioleringsplan.<br />
HDSR wijst op de reeds uitgewerkte riolerings- en waterhuishoudingsplannen die zijn opgesteld en<br />
goedgekeurd. De genoemde werkafspraken hebben daarom geen betrekking meer op het projectgebied;<br />
- in de toelichting wordt de boringsvrije zone benoemd: HDSR stelt voor deze zone als dubbelbestemming op<br />
te nemen op de verbeelding aangezien deze status beperkingen geeft voor eventuele ontwikkelingen.<br />
De tekst in paragraaf 5.9.6 is conform verzoek aangepast. Ten aanzien van de twee opmerking: het klopt dat<br />
er voor een groot deel van het plangebied reeds uitgewerkte riolerings- en waterhuishoudingsplannen zijn. Er<br />
zijn echter ook nog enkele locaties in het plangebied die nog worden ontwikkeld. Dat betekent dat er wel<br />
ruimte is voor maatwerk, waarbij zal worden overlegd met het HDSR.Ten aanzien van de derde opmerking: in<br />
de toelichting wordt de boringsvrije zone benoemd. De regels omtrent de boringsvrije zone worden geregeld<br />
in andere wetgeving, te weten het besluit 'Besluit Boringen en Funderingen provincie <strong>Utrecht</strong> 2003'. In de<br />
toelichting worden de regels kort aangehaald.<br />
Het HDSR heeft aangegeven hiermee akkoord te zijn en hiermee dus definitief een positief advies af te geven.<br />
6.2.2 Advies wijkraad<br />
Het voorontwerpbestemmingsplan is om advies voorgelegd aan de wijkraad. De wijkraad heeft geen advies<br />
afgegeven.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 61
Hoofdstuk 7 Juridische<br />
7.1 I<strong>nl</strong>eiding<br />
plantoelichting<br />
Het bestemmingsplan is opgesteld volgens de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP2008). De<br />
SVBP2008 maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd<br />
en op eenzelfde manier worden verbeeld. Vergelijkbare bestemmingsplannen leiden tot een betere<br />
leesbaarheid, raadpleegbaarheid en helderheid voor de gebruiker en dragen zo bij aan een meer<br />
gebruiksvriendelijke, effectievere en efficiëntere dienstverlening.<br />
Het bestemmingsplan Het Zand maakt deel uit van de actualiseringreeks van de gemeente. In het kader van<br />
de standaardisering van de bestemmingsplannen is de <strong>Utrecht</strong>se Leest opgesteld. Daarin zijn de<br />
'standaardregels' voor de bestemmingsplannen binnen de gemeente <strong>Utrecht</strong> opgenomen.<br />
7.2 Planvorm<br />
Gegeven het karakter van het plangebied en de bestaande ruimtelijke kwaliteit vervult het bestemmingsplan<br />
Het Zand in eerste instantie een belangrijke beheers- en gebruiksfunctie. Er is gekozen voor een directe,<br />
gedetailleerde bestemming, conform de bestaande situatie. Alleen in die gevallen, waarin al voldoende zicht<br />
bestaat op een nadere ontwikkeling of uitvoering van gemeentelijk beleid gewenst is, wordt daarvoor een<br />
regeling opgenomen in het plan. De bestemmingen zijn zo opgenomen dat voldoende rechtszekerheid<br />
bestaat voor omwonenden en andere gebruikers van het gebied en de omliggende gebieden.<br />
Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en de regels<br />
vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide plan onderdelen dienen in<br />
de onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen<br />
aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld.<br />
De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De<br />
toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en<br />
de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Tot slot is de toelichting van<br />
weze<strong>nl</strong>ijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.<br />
De verbeelding is getekend in schaal 1:1000. In analoge vorm zijn er 3 analoge 'plankaarten' op het formaat<br />
A0.<br />
7.3 Opbouw Regels<br />
De juridische regeling bestaat uit vier hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk bevat de definities van begrippen,<br />
die voor het algemene begrip, de leesbaarheid en uitleg van het plan van belang zijn en de wijze van meten.<br />
In hoofdstuk 2 wordt op de bestemmingen en hun gebruik ingegaan. Het derde hoofdstuk gaat in op de<br />
algemene regels, zoals een algemene regel voor het gebruik van de gronden, procedureregels en algemene<br />
afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden die op vrijwel alle bestemmingen van toepassing zijn. De overgangsen<br />
slotregels maken onderdeel uit van het vierde hoofdstuk.<br />
62 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
De opzet van de bestemmingsregels is steeds gelijk:<br />
bestemmingsomschrijving (met ondergeschikte en nevengeschikte doeleinden);<br />
bouwregels;<br />
in een aantal gevallen afwijkingsregels van de bouwregels;<br />
specifieke gebruiksregels bijvoorbeeld bij woonbestemmingen een regeling voor aan-huis-verbonden<br />
beroepen of bedrijven;<br />
in een aantal gevallen afwijkingsregels van de gebruiksregels;<br />
in een aantal gevallen een wijgingsbevoegdheid ten behoeve van een andere invulling van (een deel van)<br />
de bestemming.<br />
7.4 Regeling bijbehorende bouwwerken<br />
7.4.1 I<strong>nl</strong>eiding<br />
<strong>Utrecht</strong> hanteert regels voor erfbebouwing. Deze worden in alle bestemmingsplannen opgenomen. Hierbij<br />
wordt uitgegaan van uniforme regels voor de hele stad die, waar nodig, aan specifieke situaties en<br />
gebiedskarakteristieken kunnen worden aangepast. Uitgangspunten voor deze regels zijn:<br />
het waarborgen van een goed woon- en leefklimaat. Dit houdt onder andere in dat op alle erven<br />
voldoende licht, lucht en ruimte aanwezig kan zijn, en dus ook dat erfbebouwing op het ene perceel geen<br />
onevenredig grote negatieve gevolgen heeft voor de naastgelegen percelen;<br />
het mogelijk maken en handhaven van groen (bomen, tuinen) op erven;<br />
het waarborgen van goede verhoudingen in maat en schaal tussen hoofd- en bijgebouwen;<br />
voor de grotere percelen: het in stand houden en versterken van bestaande landschappelijke structuren.<br />
7.4.2 Aa<strong>nl</strong>eiding<br />
De tot nu toe gehanteerde erfbebouwingsregels voldoen in de meeste situaties. Op een aantal punten moeten<br />
ze echter worden aangepast:<br />
de bestaande regeling vertoont een discontinuïteit in bebouwingsmogelijkheden op de overgang van<br />
kleine naar middelgrote percelen;<br />
voor de grote en zeer grote percelen is er momenteel geen eenduidige uniforme regeling, maar is sprake<br />
van verschillende onderling afwijkende regelingen;<br />
de bestaande regeling houdt geen rekening met de mogelijkheden om zonder vergunning bijbehorende<br />
bouwwerken op te richten.<br />
De nieuwe opzet van de erfbebouwingsregels sluit qua bouwmogelijkheden in verreweg de meeste gevallen<br />
aan op de bestaande regels, maar voorziet tevens in een oplossing voor de hierboven vermelde punten.<br />
7.4.3 De regeling<br />
Voor de nieuwe regeling zijn de mogelijkheden om op grond van de Wet algemene bepalingen<br />
omgevingsrecht (Wabo) onder de daarbij gestelde voorwaarden, vergunningvrij te bouwen als uitgangspunt<br />
genomen. Voor de meeste percelen in stedelijk gebied zijn deze mogelijkheden voldoende, maar voor de<br />
grotere percelen niet. De nieuwe erfbebouwingsregeling voorziet hiervoor in meer<br />
bebouwingsmogelijkheden.<br />
De basisregels van de nieuwe erfbebouwingsregeling voor bijbehorende bouwwerken, zijn de volgende:<br />
uitsluitend op het achtererf, minimaal 1 meter achter de voorgevelrooilijn;<br />
de erfzone* grenzend aan het hoofdgebouw mag volledig worden bebouwd;<br />
de diepte van bijbehorende bouwwerken (aan achtergevel en/of zijgevel) bedraagt maximaal 3 meter.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 63
* De erfzone is de zone van 2,5 meter direct grenzend aan de achterkant en de zijkant van een hoofdgebouw<br />
op het achtererfgebied. Het achtererfgebied is het erf aan de achterkant en de niet naar het openbaar<br />
toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 meter van de voorkant van een hoofdgebouw<br />
(overgenomen uit de Wabo).<br />
In aanvulling op de basisregels is een uitsplitsing gemaakt naar de grote van het achtererf:<br />
1. Een achtererf tot 300 m 2:<br />
bijbehorende bouwwerken mogelijk tot maximaal 50 % van het achtererfgebied, inclusief erfzone, tot<br />
maximaal 30 m2, exclusief erfzone;<br />
goothoogte bijbehorende vrijstaande bouwwerken maximaal 3 meter;<br />
nokhoogte bijgebouwen vrijstaande bouwwerken maximaal 4,5 meter<br />
2. Een achtererf tussen 300-1500 m 2:<br />
bijbehorende bouwwerken mogelijk tot maximaal 10% van het achtererfgebied, inclusief erfzone, tot<br />
maximaal 75 m2 exclusief erfzone;<br />
goothoogte bijbehorende vrijstaande bouwwerken maximaal 3meter;<br />
nokhoogte bijbehorende vrijstaande bouwwerken maximaal 4,5 meter.<br />
3. Een achtererf groter dan 1.500 m 2:<br />
bijbehorende bouwwerken mogelijk tot maximaal 5 % van het achterfgebied, inclusief erfzone, tot<br />
maximaal 125 m2, exclusief erfzone;<br />
goothoogte bijbehorende vrijstaande bouwwerken maximaal 3 meter;<br />
nokhoogte bijbehorende vrijstaande bouwwerken maximaal 6 meter;<br />
bijbehorende aangebouwde bouwwerken (aan achtergevel en/of zijgevel) maximaal 3 meter diep.<br />
Deze nieuwe erfbebouwingsregels zijn vertaald in de regels van de woonbestemming(en) en de<br />
bestemmingen waar de functie wonen met bijbehorende bouwwerken mogelijk wordt gemaakt.<br />
7.5 Artikelsgewijze toelichting<br />
De verschillende in het plangebied aanwezige functies en bijbehorende regelingen worden in deze paragraaf<br />
toegelicht.<br />
Artikel 1 Begrippen<br />
In dit artikel wordt toegelicht wat onder een begrip uit het bestemmingsplan wordt volstaan. Waar nodig<br />
wordt de met de SVBP2008 voorgeschreven begripsbepaling gehanteerd. In andere gevallen heeft steeds een<br />
afstemming plaats op de begrippen in de andere <strong>Utrecht</strong>se bestemmingsplannen.<br />
Artikel 2 Wijze van meten<br />
Teneinde te voorkomen dat misverstanden bestaan over hoe en wat gemeten moet worden bij het bepalen<br />
van de in de regels genoemde maten, is in dit artikel uiteengezet hoe dat moet gebeuren. Ook hier is<br />
aangesloten bij de SVBP2008.<br />
64 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Artikel 3 Bedrijf<br />
Deze bestemming is toegekend aan het perceel waar nu een bedrijf is gevestigd met ondergeschikte<br />
detailhandel. Het bedrijf is in het verleden op basis van een tijdelijke vrijstelling op deze locatie gevestigd en<br />
de bedrijfsvoering betreft import, distributie, export en fabricage van golfartikelen. Deze tijdelijke vrijstelling<br />
is verruimd ten behoeve van ondergeschikte detailhandel in golfartikelen (maximaal 33% van het BVO). Deze<br />
bedrijfsvoering leidt niet tot een onevenredige belasting voor de directe omgeving op het gebied van milieu,<br />
parkeren en verkeer en kan worden voortgezet.<br />
Binnen deze bestemming is een bedrijf mogelijk tot en met categorie 1, zoals vermeld in de bij de regels<br />
behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten. Deze categorie is verenigbaar met de omliggende woonbebouwing.<br />
Binnen de bestemming is een aantal bouw- en gebruiksregels opgenomen. Het bouwen is aan een aantal<br />
specifieke voorwaarden gebonden, waaronder een maximum goot- en bouwhoogte. De bebouwing dient<br />
binnen het bouwvlak te worden gebouwd. Het bouwvlak is strak om de bestaande bebouwing gelegd,<br />
waardoor ter plaatse geen uitbreidingsmogelijkheden zijn. Buiten het bouwvlak zijn nog beperkte<br />
mogelijkheden voor gebouwen van ondergeschikte aard, zoals een fietsenstalling.<br />
Artikel 4 Bedrijf - Nutsvoorziening<br />
De grotere nutsgebouwen, zoals gebouwen ten behoeve van elektriciteitsvoorzieningen, gebouwen van<br />
stadsverwarming en dergelijke, zijn in deze bestemming ondergebracht, inclusief de<br />
ontsluitingsverhardingen. Deze nutsgebouwen zijn groter dan de nutsgebouwtjes die op grond van de<br />
vergunningvrije bouwmogelijkheden worden toegelaten en zijn dan ook vanwege hun omvang apart bestemd<br />
op de verbeelding.<br />
Artikel 5 Detailhandel - Tuincentrum<br />
De bestemming Detailhandel - Tuincentrum is specifiek bestemd voor een tuincentrum met bijbehorende<br />
additionele horeca en andere voorzieningen. Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is een<br />
bedrijfswoning toegestaan.<br />
Artikel 6 Gemengd - 1<br />
Deze Gemengde bestemming is opgenomen voor de appartementencomplexen langs de Vleutensebaan. De<br />
plinten van het gebouw zijn bedoeld voor het huisvesten van diverse functies. Het programma voor de<br />
functies is weergegeven als een totaal aantal m² die verdeeld mogen worden over deze bestemming. In totaal<br />
betreft het 18.000 m² bruto vloeroppervlak. Deze functies betreffen maatschappelijke voorzieningen,<br />
dienstverlening en horeca in categorie B, C en D.<br />
Gemengd-1 is opgenomen voor de gerealiseerde appartementenblokken ten tijde van de vaststelling van dit<br />
bestemmingsplan. Uit het onderzoek blijkt dat de bouw van geluidsgevoelige bestemmingen in Het Zand<br />
mogelijk is binnen de kaders van de Wet geluidhinder en de Geluidnota <strong>Utrecht</strong>. Wel zal de<br />
voorkeursgrenswaarde op veel locaties worden overschreden en zullen hogere waarden moeten worden<br />
verleend. Om een en ander te borgen is in het bestemmingsplan een planregel opgenomen die aangeeft dat<br />
aan de voorwaarden van het hogere waarden besluit moet worden voldaan:<br />
Voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />
geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />
geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogerewaarde met inachtneming van de in dit besluit<br />
gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />
Daar waar uit het onderzoek is gebleken dat de maximale ontheffingswaarde wordt overschreden, kunnen<br />
alleen geluidsgevoelige bestemmingen worden gerealiseerd met toepassing van een dove gevel.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 65
Artikel 7 Gemengd - 2<br />
Deze gemengde bestemming is opgenomen voor het nog te realiseren gebouw in Park Groot Zandveld. In het<br />
Stedenbouwkundig Programma is hiervoor een programma opgenomen, bestaande uit leisure, sport,<br />
maatschappelijke voorzieningen en lichte horeca in de eerste drie bouwlagen.In het gebouw komen tevens<br />
woningen, het maximum aantal woning is vermeld op de verbeelding.<br />
Artikel 8 Gemengd - 3<br />
De bestemming Gemengd - 3 is opgenomen voor de nog te realiseren appartementencomplexen aan de<br />
Vleutensebaan. Het betreft hier een combinatie van een plint met functies en daarboven woningen. Op de<br />
verbeelding staat het maximum aantal woningen vermeld en tevens de minimale en maximale bouwhoogte.<br />
Het programma voor de functies is weergegeven als een totaal aantal m² die verdeeld mogen worden over<br />
deze bestemming. In totaal betreft het 18.000 m² bruto vloeroppervlak. Deze functies betreffen<br />
maatschappelijke voorzieningen, dienstverlening en horeca in categorie B, C en D.<br />
Uit het onderzoek blijkt dat de bouw van geluidsgevoelige bestemmingen in Het Zand mogelijk is binnen de<br />
kaders van de Wet geluidhinder en de Geluidnota <strong>Utrecht</strong>. Wel zal de voorkeursgrenswaarde op veel locaties<br />
worden overschreden en zullen hogere waarden moeten worden verleend. Om een en ander te borgen is in<br />
het bestemmingsplan een planregel opgenomen die aangeeft dat aan de voorwaarden van het hogere<br />
waarden besluit moet worden voldaan:<br />
Voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />
geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />
geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogerewaarde met inachtneming van de in dit besluit<br />
gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />
Daar waar uit het onderzoek is gebleken dat de maximale ontheffingswaarde wordt overschreden, kunnen<br />
alleen geluidsgevoelige bestemmingen worden gerealiseerd met toepassing van een dove gevel.<br />
Artikel 9 Groen<br />
De verschillende soorten groenvoorzieningen (met uitzondering van het snippergroen) zijn opgenomen in één<br />
bestemming. Een groot deel van het groen heeft alleen een functie als plantsoen of als speelplek.<br />
Binnen de bestemming Groen is ook waterbeheer, waterberging en sierwater toegestaan. De kleinere<br />
watergangen zijn dan ook niet apart bestemd. Daarnaast mogen er binnen deze bestemming ook voet- en<br />
fietspaden worden gerealiseerd.<br />
Artikel 10 Kantoor<br />
Op één perceel aan de weg 't Zand is een kantoor gevestigd. Hiervoor is deze bestemming opgenomen.<br />
Artikel 11 Maatschappelijk<br />
Binnen deze bestemming zijn verschillende instellingen en voorzieningen ondergebracht. Het gaat daarbij om<br />
uitee<strong>nl</strong>opende maatschappelijke voorzieningen, zoals educatieve instellingen, medische, sociaal-culturele<br />
voorzieningen, kinder- en jeugdopvang en dergelijke. Wat precies onder maatschappelijke voorzieningen<br />
wordt verstaan is gedefinieerd in artikel 1. De bestemming Maatschappelijk is door de diverse functies die er<br />
mogelijk zijn een brede bestemming. De diverse functies zijn uitwisselbaar, waardoor binnen de bestemming<br />
veel flexibiliteit zit.<br />
66 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Uit het onderzoek blijkt dat de bouw van geluidsgevoelige bestemmingen in Het Zand mogelijk is binnen de<br />
kaders van de Wet geluidhinder en de Geluidnota <strong>Utrecht</strong>. Wel zal de voorkeursgrenswaarde op veel locaties<br />
worden overschreden en zullen hogere waarden moeten worden verleend. Om een en ander te borgen is in<br />
het bestemmingsplan een planregel opgenomen die aangeeft dat aan de voorwaarden van het hogere<br />
waarden besluit moet worden voldaan:<br />
Voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />
geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />
geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogerewaarde met inachtneming van de in dit besluit<br />
gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />
Daar waar uit het onderzoek is gebleken dat de maximale ontheffingswaarde wordt overschreden, kunnen<br />
alleen geluidsgevoelige bestemmingen worden gerealiseerd met toepassing van een dove gevel.<br />
Artikel 12 Verkeer<br />
De meeste wegen in het plangebied zijn opgenomen in de bestemming 'Verkeer'. Ook de pleinen, de bermen<br />
van wegen en het snippergroen maken hier deel van uit.<br />
Artikel 13 Verkeer - Verblijfsgebied<br />
De meeste wegen in het plangebied zijn opgenomen in de bestemming 'Verkeer- Verblijfsgebied'. Dit zijn de<br />
wegen met hoofdzakelijk een functie voor het bestemmingsverkeer. Ook de pleinen, de bermen van wegen en<br />
het snippergroen maken hier deel van uit. Er zijn kleine gebouwtjes toegestaan, bijvoorbeeld voor het<br />
realiseren van fietsenstallingen. Binnen de bestemming is een aantal daarin passende gebruiksvormen<br />
toegestaan zoals parkeervoorzieningen, voet- en fietspaden en groen- en waterpartijen.<br />
Artikel 14 Water<br />
Water is in het plangebied een structurerend element. De grotere watergangen zijn in de bestemming 'Water'<br />
opgenomen. De regeling uit de keur blijft onverkort naast het bestemmingsplan van kracht. Bij de<br />
bestemmingsomschrijving van Verkeer en Verkeer-Verblijfsgebied, staat onder andere de bestemming<br />
'water'.<br />
Kruisingen met verkeerswegen zijn toegestaan in de bestemmingsomschrijving. In de meeste andere<br />
bestemmingen zijn water, waterbeheer, waterberging en sierwater eveneens toegestaan, in het belang van<br />
waterbeheer en waterberging.<br />
Artikel 15 Wonen - 1<br />
In het bestemmingsplan is de woonfunctie de overwegende functie. In het plangebied is nog oorspronkelijke<br />
lintbebouwing aanwezig langs de Utrechsteweg, 't Zand, Westlandse tuin en Johanitterweg. Omdat de<br />
voormalige lintbebouwing enerzijds structuurbepalend is en anderzijds zorgt voor een eigen waardevolle<br />
karakteristiek in het gebied, is hiervoor een speciaal toegesneden woonbestemming in het plan opgenomen,<br />
die de ruimtelijke karakteristiek van de lintbebouwing beschermt, te weten Wonen-1. Ten opzichte van de<br />
nieuw toegevoegde woningen onderscheiden deze woningen zich omdat zij behoren tot de oorspronkelijke<br />
lintbebouwing langs de wegen die door dit voormalige agrarische (kassen)gebied liepen. De woningen zijn<br />
veelal gelegen op grote percelen en er zijn vaak grote bijgebouwen aanwezig. Diverse regels zijn opgesteld<br />
voor de maatvoering en situering van het hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken. Hierbij is<br />
aangesloten op de regels zoals die golden in bestemmingsplan Leidsche Rijn '99.<br />
Voor deze woonbestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de vigerende uitwerkingsplannen en is de<br />
regeling overgenomen.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 67
Op de verbeelding is voor één perceel de nadere aanduiding 'specifieke vorm van wonen - dierenpension'<br />
opgenomen. Hier is tevens een dierenpension toegestaan.<br />
Uit het onderzoek blijkt dat de bouw van geluidsgevoelige bestemmingen in Het Zand mogelijk is binnen de<br />
kaders van de Wet geluidhinder en de Geluidnota <strong>Utrecht</strong>. Wel zal de voorkeursgrenswaarde op veel locaties<br />
worden overschreden en zullen hogere waarden moeten worden verleend. Om een en ander te borgen is in<br />
het bestemmingsplan een planregel opgenomen die aangeeft dat aan de voorwaarden van het hogere<br />
waarden besluit moet worden voldaan:<br />
Voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />
geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />
geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogerewaarde met inachtneming van de in dit besluit<br />
gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />
Daar waar uit het onderzoek is gebleken dat de maximale ontheffingswaarde wordt overschreden, kunnen<br />
alleen geluidsgevoelige bestemmingen worden gerealiseerd met toepassing van een dove gevel.<br />
Artikel 16 Wonen - 2<br />
Het overgrote deel van het plangebied betreft de nieuwbouwwoningen van Het Zand. De regeling voor de<br />
nieuwe woningen verschilt van die van de bestaande lintbebouwing. Voor de nieuwe woningen is dan ook een<br />
eigen regeling opgenomen in de vorm van Wonen-2. Deze bestemming is opgenomen voor de reeds<br />
gebouwde woningen, maar ook voor de woningen waar bouwvergunning is verleend en die, op het moment<br />
van ter visielegging van dit bestemmingsplan nog niet waren uitgevoerd of in uitvoering zijn.<br />
In deze bestemming zijn ook de bijbehorende bouwwerken geregeld. In deze bestemming is ook onder<br />
bepaalde voorwaarden de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf toegestaan.<br />
Specifieke aanduidingen zijn opgenomen voor parkeergarages, onderdoorgangen en woon-werk woningen.<br />
Hieronder worden deze aanduidingen nader toegelicht.<br />
Parkeergarage: Deze aanduiding is opgenomen in de woonbestemming aan de Vleutensebaan. In de<br />
aangeduidde appartementencomplexen is een parkeergarage aanwezig.<br />
Specifieke vorm van wonen - wonen-werken: Woon-werkwoningen zijn woningen waarin, uitgebreider dan bij<br />
een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, bedrijvigheid is toegestaan. De uitoefening hiervan is gebonden<br />
aan een bewoner van de woning. Er is geen limiet in oppervlakte. Detailhandel, horeca, afhaalzaken en<br />
belhuizen zijn niet toegestaan.<br />
Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf en Bed&Breakfast<br />
Een ander belangrijk onderdeel van de bestemming Wonen is de regeling van de aan-huis-verbonden<br />
beroepen of -bedrijven als ondergeschikte functie bij het wonen. Zoals de naam al aangeeft, gaat het bij een<br />
aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf om een beroeps- of bedrijfsuitoefening in combinatie met wonen en<br />
dus door één van de bewoners van de woning. De maximale oppervlakte die daarvoor is toegestaan is 1/3<br />
deel van het vloeroppervlak van de woning met een maximum van 60 m². Het beroep of bedrijf mag zowel in<br />
de woning als in de aanbouwen en bijgebouwen worden uitgeoefend. Via een aantal nadere voorwaarden is<br />
bepaald dat geen hinder (milieucategorie A van de LvB als maximum) en geen verkeersaantrekkende werking<br />
of parkeerdruk mogen ontstaan voor de omgeving. Ook mag bij een aan-huis-verbonden beroep- of bedrijf<br />
geen sprake zijn van detailhandel, horeca, afhaalzaken of belhuizen.<br />
Daarnaast is de uitoefening van een Bed&Breakfast in samenhang met wonen toegestaan. Die activiteit dient<br />
ondergeschikt te zijn. Om die reden wordt bepaald dat de hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in<br />
gebruik dient te houden voor wonen.<br />
68 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Langs de Parkzichtlaan is een aanduiding opgenomen voor woon-werkwoningen. Hierbij is de niet-<br />
woonfunctie groter dan binnen de beroep en bedrijf aan huis regeling, te weten, 80 meter.<br />
Uit het onderzoek blijkt dat de bouw van geluidsgevoelige bestemmingen in Het Zand mogelijk is binnen de<br />
kaders van de Wet geluidhinder en de Geluidnota <strong>Utrecht</strong>. Wel zal de voorkeursgrenswaarde op veel locaties<br />
worden overschreden en zullen hogere waarden moeten worden verleend. Om een en ander te borgen is in<br />
het bestemmingsplan een planregel opgenomen die aangeeft dat aan de voorwaarden van het hogere<br />
waarden besluit moet worden voldaan:<br />
Voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />
geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />
geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogerewaarde met inachtneming van de in dit besluit<br />
gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />
Daar waar uit het onderzoek is gebleken dat de maximale ontheffingswaarde wordt overschreden, kunnen<br />
alleen geluidsgevoelige bestemmingen worden gerealiseerd met toepassing van een dove gevel.<br />
Artikel 17 Wonen - 3<br />
Deze woonbestemming is van toepassing op de vrije kavels voor woningen in het plangebied. Er zijn geen<br />
bouwvlakken opgenomen, net als in de bestemming Wonen - 1. Per blok is het aantal woningen aangegeven<br />
dat gerealiseerd mag worden.<br />
Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf en Bed&Breakfast<br />
Een ander belangrijk onderdeel van de bestemming Wonen is de regeling van de aan-huis-verbonden<br />
beroepen of -bedrijven als ondergeschikte functie bij het wonen. Zoals de naam al aangeeft, gaat het bij een<br />
aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf om een beroeps- of bedrijfsuitoefening in combinatie met wonen en<br />
dus door één van de bewoners van de woning. De maximale oppervlakte die daarvoor is toegestaan is 1/3<br />
deel van het vloeroppervlak van de woning met een maximum van 60 m². Het beroep of bedrijf mag zowel in<br />
de woning als in de aanbouwen en bijgebouwen worden uitgeoefend. Via een aantal nadere voorwaarden is<br />
bepaald dat geen hinder (milieucategorie A van de LvB als maximum) en geen verkeersaantrekkende werking<br />
of parkeerdruk mogen ontstaan voor de omgeving. Ook mag bij een aan-huis-verbonden beroep- of bedrijf<br />
geen sprake zijn van detailhandel, horeca, afhaalzaken of belhuizen.<br />
Daarnaast is de uitoefening van een Bed&Breakfast in samenhang met wonen toegestaan. Die activiteit dient<br />
ondergeschikt te zijn. Om die reden wordt bepaald dat de hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in<br />
gebruik dient te houden voor wonen.<br />
Uit het onderzoek blijkt dat de bouw van geluidsgevoelige bestemmingen in Het Zand mogelijk is binnen de<br />
kaders van de Wet geluidhinder en de Geluidnota <strong>Utrecht</strong>. Wel zal de voorkeursgrenswaarde op veel locaties<br />
worden overschreden en zullen hogere waarden moeten worden verleend. Om een en ander te borgen is in<br />
het bestemmingsplan een planregel opgenomen die aangeeft dat aan de voorwaarden van het hogere<br />
waarden besluit moet worden voldaan:<br />
Voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />
geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />
geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogerewaarde met inachtneming van de in dit besluit<br />
gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />
Daar waar uit het onderzoek is gebleken dat de maximale ontheffingswaarde wordt overschreden, kunnen<br />
alleen geluidsgevoelige bestemmingen worden gerealiseerd met toepassing van een dove gevel.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 69
Artikel 18 Wonen - 4<br />
Sommige gebieden in het plangebied zijn ten tijde van ter visie legging van het ontwerpbestemmingsplan<br />
nog volop in ontwikkeling. De wijze van bestemmen van deze gronden is dan ook veel meer ontwikkelgericht<br />
opgesteld en geschreven vanuit het opgestelde programma. Er is daarom gekozen voor een eigen<br />
woonbestemming voor dit deel van het plangebied.<br />
Per blok is het maximum aantal woningen weergegeven op de verbeelding. Ook is de maximale bouwhoogte<br />
op de verbeelding aangeduid.<br />
Via de uitgiftecontracten wordt vervolgens vastgelegd dat ten tijde van ontwikkeling van de gebieden het<br />
stedenbouwkundig plan of een stedenbouwkundig programma van eisen de nadere kaders aangeeft om tot<br />
ontwikkeling en invulling van de gebieden te komen.<br />
In afwijking van het stedenbouwkundig plan is voor een kavel aan de Parkzichtlaan aangegeven dat hier vier<br />
woningen gebouwd mogen worden. Dit maakt eventuele splitsing van de kavel van twee naar vier woningen<br />
mogelijk.<br />
Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf en Bed&Breakfast<br />
Een ander belangrijk onderdeel van de bestemming Wonen is de regeling van de aan-huis-verbonden<br />
beroepen of -bedrijven als ondergeschikte functie bij het wonen. Zoals de naam al aangeeft, gaat het bij een<br />
aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf om een beroeps- of bedrijfsuitoefening in combinatie met wonen en<br />
dus door één van de bewoners van de woning. De maximale oppervlakte die daarvoor is toegestaan is 1/3<br />
deel van het vloeroppervlak van de woning met een maximum van 60 m². Het beroep of bedrijf mag zowel in<br />
de woning als in de aanbouwen en bijgebouwen worden uitgeoefend. Via een aantal nadere voorwaarden is<br />
bepaald dat geen hinder (milieucategorie A van de LvB als maximum) en geen verkeersaantrekkende werking<br />
of parkeerdruk mogen ontstaan voor de omgeving. Ook mag bij een aan-huis-verbonden beroep- of bedrijf<br />
geen sprake zijn van detailhandel, horeca, afhaalzaken of belhuizen.<br />
Daarnaast is de uitoefening van een Bed&Breakfast in samenhang met wonen toegestaan. Die activiteit dient<br />
ondergeschikt te zijn. Om die reden wordt bepaald dat de hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in<br />
gebruik dient te houden voor wonen.<br />
Uit het onderzoek blijkt dat de bouw van geluidsgevoelige bestemmingen in Het Zand mogelijk is binnen de<br />
kaders van de Wet geluidhinder en de Geluidnota <strong>Utrecht</strong>. Wel zal de voorkeursgrenswaarde op veel locaties<br />
worden overschreden en zullen hogere waarden moeten worden verleend. Om een en ander te borgen is in<br />
het bestemmingsplan een planregel opgenomen die aangeeft dat aan de voorwaarden van het hogere<br />
waarden besluit moet worden voldaan:<br />
Voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />
geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />
geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogerewaarde met inachtneming van de in dit besluit<br />
gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />
Daar waar uit het onderzoek is gebleken dat de maximale ontheffingswaarde wordt overschreden, kunnen<br />
alleen geluidsgevoelige bestemmingen worden gerealiseerd met toepassing van een dove gevel.<br />
Artikel 19 Wonen - Woonwagenstandplaats<br />
Er is een aparte bestemming opgenomen voor de woonwage<strong>nl</strong>ocatie in het plangebied. Op de verbeelding is<br />
het aantal standplaatsen aangegeven. In de regels worden maten gegeven van de woonwagen en de<br />
bijbehorende bouwwerken.<br />
70 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf<br />
Zoals de naam al aangeeft, gaat het bij een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf om een beroeps- of<br />
bedrijfsuitoefening in combinatie met wonen en dus door één van de bewoners van de woning. Deze regeling<br />
is ook van toepassing op de woonwagens. De maximale oppervlakte die daarvoor is toegestaan is 1/3 deel<br />
van het vloeroppervlak van de woning met een maximum van 60 m². Het beroep of bedrijf mag zowel in de<br />
woning als in de aanbouwen en bijgebouwen worden uitgeoefend. Via een aantal nadere voorwaarden is<br />
bepaald dat geen hinder (milieucategorie A van de LvB als maximum) en geen verkeersaantrekkende werking<br />
of parkeerdruk mogen ontstaan voor de omgeving. Ook mag bij een aan-huis-verbonden beroep- of bedrijf<br />
geen sprake zijn van detailhandel, horeca, afhaalzaken of belhuizen.<br />
Uit het onderzoek blijkt dat de bouw van geluidsgevoelige bestemmingen in Het Zand mogelijk is binnen de<br />
kaders van de Wet geluidhinder en de Geluidnota <strong>Utrecht</strong>. Wel zal de voorkeursgrenswaarde op veel locaties<br />
worden overschreden en zullen hogere waarden moeten worden verleend. Om een en ander te borgen is in<br />
het bestemmingsplan een planregel opgenomen die aangeeft dat aan de voorwaarden van het hogere<br />
waarden besluit moet worden voldaan:<br />
Voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />
geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />
geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogerewaarde met inachtneming van de in dit besluit<br />
gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />
Daar waar uit het onderzoek is gebleken dat de maximale ontheffingswaarde wordt overschreden, kunnen<br />
alleen geluidsgevoelige bestemmingen worden gerealiseerd met toepassing van een dove gevel.<br />
Artikel 20 Leiding - Leiding Water<br />
De aanwezige hoofdwaterleiding onder de Rijnkennemerlaan wordt binnen deze dubbelbestemming<br />
beschermd. Er is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen voor het bouwen, mits advies wordt ingewonnen bij<br />
de leidingbeheerder.<br />
Artikel 21 Waarde - Archeologie<br />
De archeologische waarden en verwachtingen in het plangebied zijn door de dubbelbestemming Waarde-<br />
Archeologie en de specifieke gebruiksregel die verwijst naar de Verordening op de Archeologische<br />
Monumentenzorg beschermd. Overtreding van het bestemmingsplan is een strafbaar feit. Op deze manier<br />
houdt het bestemmingsplan rekening met de archeologische waarden en verwachtingen conform de<br />
Monumentenwet.<br />
Artikel 22 Waarde - Ecologie<br />
Deze dubbelbestemming beschermt de ecologie door middel van verbinden van een omgevingsvergunning<br />
voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, aan uit te voeren<br />
werkzaamheden. De dubbelbestemming is opgenomen voor die delen in de bestemming 'Water' waar<br />
daadwerkelijk werken zijn uitgevoerd ter bevordening van de ecologische waarden.<br />
Artikel 23 Waterstaat - Waterkering<br />
Deze dubbelbestemming is opgenomen voor de watergangen die een waterkerende functie hebben. Het<br />
betreft de primaire watergangen zoals die zijn aangewezen in de waterparagraaf in paragraaf 5.9 van de<br />
toelichting. De beschermingszone heeft een breedte van 5 meter.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 71
Artikel 24 Antidubbeltelbepaling<br />
Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat een stuk grond dat al eens was betrokken bij het verlenen<br />
van een omgevingsvergunning bij de beoordeling van latere bouwplannen nogmaals wordt betrokken.<br />
Artikel 25 Algemene bouwregels<br />
Een algemene bouwregel is opgenomen om kleine overschrijdingen, tot een maximum van 1,5 m, mogelijk te<br />
maken. Daarbij dient gedacht te worden aan ondergeschikte bouwdelen, zoals stoeptreden, trappenhuizen,<br />
hellingbanen, entreeportalen, veranda's en afdaken, etc.<br />
Artikel 26 Algemene gebruiksregels<br />
Deze bepaling geeft aan dat het verboden is om een bouwwerk te gebruiken, te doen of te laten gebruiken in<br />
strijd met de bestemmingen. Dat betreft onder meer het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning<br />
en onbebouwde gronden voor opslag, voor staan- of ligplaats voor onderkomens of als kampeerterrein.<br />
In het plangebied van dit bestemmingsplan zijn geen prostitutiebedrijven gevestigd met een vergunning op<br />
basis van de APV. Gezien het in <strong>Utrecht</strong> gehanteerde maximumstelsel zijn nieuwe prostitutiebedrijven niet<br />
toegestaan en zijn prostitutiebedrijven uitgesloten in de gebruiksbepaling en in de begripsbepaling "aan huis<br />
verbonden beroep en bedrijf". Gelet op het binnen de gemeente gehanteerde maximumstelsel betekent de<br />
regeling in dit bestemmingsplan geen algeheel verbod, maar wel een verbod op seksinrichtingen binnen dit<br />
plangebied.<br />
Artikel 27 Algemene afwijkingsregels<br />
Hierin zijn afwijkingsregelingen opgenomen, die kunnen worden toegepast als er niet op grond van de<br />
bestemmingsregelingen in hoofdstuk 2 al afgeweken kan worden. Het gaat dan om een afwijking van maten,<br />
afmetingen en percentages, het plaatsen van objecten van beeldende kunst, het realiseren van kleine<br />
nutsgebouwtjes.<br />
Artikel 28 Algemene wijzigingsregels<br />
In een aantal gevallen kan de bestemmingsgrens worden overschreden met een wijzigingsbevoegdheid als<br />
dat van belang is voor bijvoorbeeld een technisch betere realisering van een bestemming.<br />
Het aantal wijzigingsbevoegdheden is beperkt gehouden, om te voorkomen dat bij herhaling bijzondere<br />
procedures moeten worden gevoerd met het daarbij behorende capaciteitsbeslag op zowel het gemeentelijk<br />
apparaat als het bestuur.<br />
Verder is er een algemene wijzigingsbevoegdheid opgenomen ten behoeve van het vestigen van een<br />
kinderdagverblijf, mits deze geen onevenredige nadelige gevolgen voor de omgeving heeft, in de vorm van<br />
geluids-, verkeers- of parkeeroverlast en is aangetoond dat er voor de realisatie van het kinderdagverblijf<br />
geen milieutechnische belemmeringen zijn van de milieuaspecten luchtkwaliteit, externe veiligheid,<br />
milieuzonering en verkeerslawaai.<br />
72 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Artikel 30 Overgangsrecht<br />
Deze regeling heeft tot doel een regeling te creëren voor bebouwing die afwijkt van het plan. In principe mag<br />
die bebouwing worden gehandhaafd en zelfs gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd. Alleen als deze<br />
bebouwing door een calamiteit verloren gaan, is algehele herbouw mogelijk. Voorwaarde daarbij is wel, dat<br />
de aanvraag om omgevingsvergunning binnen 2 jaar na het teniet gaan van het bouwwerk wordt ingediend.<br />
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor een eenmalige vergroting van de inhoud van<br />
een bestaand bouwwerk dat afwijkt van het plan. Deze vergroting is echter beperkt tot maximaal 10 % van de<br />
inhoud.<br />
Van de overgangsbepaling zijn die bouwwerken uitgezonderd die bestaan op het moment van ter inzage<br />
legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan maar die zijn gebouwd in strijd met het voorgaande<br />
bestemmingsplan en waartegen nog wordt of kan worden opgetreden. Het overgangsrecht is dus niet van<br />
toepassing op illegale bebouwing.<br />
Daarnaast heeft deze bepaling tot doel een regeling te creëren voor gebruik dat afwijkt van het plan. Het<br />
tijdstip waarop gebruik als bestaand gebruik in de zin van deze bepaling wordt aangemerkt is, op grond van<br />
vaste jurisprudentie, de datum van inwerkingtreding van het bestemmingsplan. In principe mag het<br />
afwijkende gebruik worden gehandhaafd en mag er zelfs een wijziging in worden aangebracht. Die wijziging<br />
moet dan wel leiden tot een vermindering van de gebruiksafwijking, zowel naar aard als naar omvang. Dit<br />
betekent, dat in gevallen van afwijkend gebruik een intensivering van dat afwijkende gebruik niet is<br />
toegestaan.<br />
Ook hier is een uitzondering op. Het gebruik dat al in strijd was met het voorgaande bestemmingsplan en<br />
waartegen nog wordt of kan worden opgetreden, valt niet onder deze overgangsregeling.<br />
Artikel 31 Slotregel<br />
In dit artikel is de naam van het bestemmingsplan, de citeertitel, omschreven.<br />
7.6 Lijst van Bedrijfsactiviteiten (LvB)<br />
Bij dit bestemmingsplan wordt gebruik gemaakt van de <strong>Utrecht</strong>se standaardlijst van bedrijfsactiviteiten.<br />
De <strong>Utrecht</strong>se standaardlijst van bedrijfsactiviteiten is gebaseerd op de bestaande "oude" <strong>Utrecht</strong>se lijst van<br />
bedrijfsactiviteiten, maar aangepast en gemoderniseerd door gebruik te maken van de gegevens van de VNG<br />
uitgave "Bedrijven en Milieuzonering"( VNG, 1999). In de VNG uitgave wordt de gemeenten de vrijheid gelaten<br />
voor elk van de 11 zones een eigen categorie te maken.<br />
De <strong>Utrecht</strong>se standaardlijst van bedrijfsactiviteiten kent dezelfde werkwijze als de VNG uitgave, maar hanteert<br />
enigszins andere zones en andere categoriedefinities.<br />
Voor deze <strong>Utrecht</strong>se standaardlijst is gekozen, vanwege de eenduidigheid van de relatie tussen categorie en<br />
zoneringsafstand en vanwege de gewenste uniformiteit in de systematiek van de bestemmingsplannen<br />
binnen de gemeente.<br />
Zonering<br />
De zoneringstappen zijn 40 m, 100 m, 300 m, 500 m en 1500 m. Veel bestaande bedrijfsterreinen zijn<br />
volgens die afstandsstappen opgebouwd en deze afstanden zijn op de desbetreffende plankaart zijn<br />
aangegeven.<br />
De hinderafstand is gebaseerd op een aantal relevante milieuaspecten:geur, geluid, trilling, gevaar, stof.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 73
De categorie-indeling van de <strong>Utrecht</strong>se standaardlijst<br />
Voor categorie 1 geldt: bedrijven of installaties passend binnen de woonomgeving.<br />
Voor categorie 2 geldt: bedrijven of installaties passend op bedrijfsterrein dat grenst aan woningen of in<br />
daartoe aangegeven zones voor functiemenging waarbij geen noodzakelijke afstand dient te worden<br />
aangehouden.<br />
Vanwege de grote sprong tussen categorie 4 en 5 is een categorie 4a ingevoerd. Dit betreft bedrijven waarvan<br />
de hinderafstand op ca. 300 meter ligt.<br />
Categorie-indeling <strong>Utrecht</strong>se standaardlijst afstand tot gevoelige bebouwing<br />
cat. 1 0 m<br />
cat. 2 0 m<br />
cat. 3 40 m<br />
cat. 4 100 m<br />
cat. 4a 300 m<br />
cat. 5 500 m<br />
cat. 6 1.500 m<br />
De <strong>Utrecht</strong>se Lijst van Bedrijfsactiviteiten kent twee categorieën van zeer lichte en lichte bedrijvigheid en<br />
installaties (cat. 1 en 2) die zonder problemen passen binnen de woonomgeving en passen in zones voor<br />
functiemenging. Bij deze categorieën is in de jare<strong>nl</strong>ange praktijk gebleken dat het niet noodzakelijk is een<br />
ruimtelijke scheiding door middel van een zoneringafstand aan te houden. Eventuele lichte hinder kan steeds<br />
door milieutechnische maatregelen ondervangen worden.<br />
Voor de zwaardere bedrijvigheid is per categorie steeds één zoneringsafstand aangegeven.<br />
Indeling van bedrijven op grond van hun potentiële hinderlijkheid<br />
De VNG-afstanden tot woonbebouwing voor de diverse bedrijfstypen zijn zoveel mogelijk overgenomen in de<br />
<strong>Utrecht</strong>se lijst van bedrijfsactiviteiten.<br />
Zowel de VNG-lijst als de <strong>Utrecht</strong>se lijst van bedrijfsactiviteiten zijn indicatief, omdat steeds de mogelijkheid<br />
bestaat, mits goed gemotiveerd, uit planologische overwegingen de aan te houden afstanden enigszins te<br />
wijzigen. Ook is het mogelijk op planologische gronden bedrijven te weren die op basis van afstandscriteria<br />
wel toegelaten kunnen worden. Dit betekent, dat niet bij ieder bestemmingsplan exact dezelfde lijst van<br />
bedrijfsactiviteiten gehanteerd wordt.<br />
Per bestemmingsplan wordt de <strong>Utrecht</strong>se standaardlijst van bedrijfsactiviteiten afgestemd op de bestaande<br />
dan wel de toekomstige situatie. De bepaling van de afstanden is gebaseerd op de een inventarisatie van<br />
milieuemissies in het plangebied en de omgeving in relatie tot de gevoelige functies en objecten in het<br />
plangebied en de omgeving. Het milieuaspect met de grootste hinder is maatgevend voor de afstand. Er<br />
kunnen kleinere afstanden voorkomen van bedrijfsactiviteiten waar uit ervaring is gebleken dat daarbij geen<br />
hinder optreedt. Waar deze kleinere afstanden zijn aangehouden wordt voorkomen dat bedrijven in de lijst<br />
van bedrijfsactiviteiten in een hogere afstandsklasse worden geplaatst, zonder dat vanuit hinderoogpunt<br />
daartoe enige aa<strong>nl</strong>eiding is geweest. Het omgekeerde kan ook het geval zijn.<br />
Differentiatie naar grootte in de bedrijfsklassen<br />
Op diverse plaatsen in de <strong>Utrecht</strong>se lijst van bedrijfsactiviteiten is een nadere differentiatie van de indeling<br />
volgens de SBI-code toegepast. De SBI (Standaard Bedrijfs Indeling) is echter niet primair bedoeld om<br />
milieueffecten van bedrijven te categoriseren. De <strong>Utrecht</strong>se differentiëring wordt aangehouden uit<br />
overwegingen van uniformering van de systematiek en rechtszekerheid.<br />
74 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
7.7 Lijst van horeca-inrichtingen<br />
Bij dit bestemmingsplan wordt gebruik gemaakt van de <strong>Utrecht</strong>se standaardlijst voor horeca-inrichtingen.<br />
Uit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening kan, in verband met de overlast die horecabedrijven voor het<br />
woon- en leefklimaat kunnen meebrengen, in een bestemmingsplan bij het toelaten van horecabedrijven aan<br />
de hand van ruimtelijk relevante criteria als aard, omvang en parkeerdruk een onderscheid gemaakt worden<br />
in categorieën horecabedrijven.<br />
In dit bestemmingsplan is een functionele differentiatie in ‘harde’ tot ‘zachte’ typen van horecabedrijven<br />
opgenomen. De regeling geeft een kwalitatieve beperking ten aanzien van het type / de categorie<br />
horecabedrijf dat zich mag vestigen in de woonomgeving. De regeling beoogt de nadelige invloeden van de<br />
vestiging van horecabedrijven op het woon- en leefklimaat in de omgeving te voorkomen.<br />
De lijst van horeca-inrichtingen kent een indeling in vier categorieën. De categorieën van A tot en met D<br />
lopen af in de zwaarte van de overlast die horecabedrijven voor omwonenden kunnen meebrengen. In geval<br />
van meerdere soorten activiteiten in één inrichting telt de activiteit in de zwaarste categorie voor de typeindeling<br />
van de inrichting.<br />
De volgende categorieën van horecabedrijven worden onderscheiden met als uitgangspunt hun invloed op het<br />
woon- en leefklimaat:<br />
Categorie A. Discotheek; bardancing; zaalverhuur/party-centra (regulier gebruik t.b.v. feesten en<br />
muziek-/dansevenementen, i.t.t. zaalverhuur t.b.v. congressen en seminars)<br />
Categorie B. Café; bar; brasserie<br />
Categorie C. Cafetaria; snackbar; grillroom; fastfood-restaurant; automatiek; snelbuffet<br />
Categorie D. Restaurant; bistro; crêperie, lunchroom;konditorei; Koffie-/theehuis; Ijssalon<br />
Onderscheid café - disco<br />
Het verschil tussen een café en een disco zit in het gelegenheid geven tot dansen als weze<strong>nl</strong>ijk onderdeel van<br />
de inrichting.<br />
Cafetaria/snackbar<br />
Het verschil tussen een lunchroom en een cafetaria /snackbar zit in het feit dat cafetaria al dan niet voor<br />
consumptie ter plaatse bereide etenswaren verstrekt. Het betreft hier laagdrempelige inrichtingen met veel<br />
in- en uitgaande bewegingen, die veelal laat open zijn. Deze zaken zijn hoofdzakelijk ingericht voor het<br />
meenemen dan wel snel nuttigen ter plaatse van etenswaren. De aantasting van het woon- en leefklimaat<br />
wordt vooral veroorzaakt door afval op straat van buiten de inrichting geconsumeerde spijzen en de daarbij<br />
behorende stank- en geluidsoverlast.<br />
Afhaalzaken<br />
Een winkel met als nevenfunctie een horecavoorziening valt bestemmingsplantechnisch gezien onder de<br />
detailhandelsfunctie. Voorwaarde is dat het horeca-aspect een ondergeschikt deel uitmaakt van het geheel.<br />
Hiermee wordt voorkomen dat het probleem van branchevervaging leidt tot het vestigen van winkelfuncties<br />
die in de loop van de tijd veranderen in horecafuncties.<br />
Definitie afhaalzaak (zie artikel 1): "detailhandelsvestiging waar in hoofdzaak kant en klare maaltijden en<br />
kleine etenswaren alsmede alcoholvrije drank en consumptie-ijs worden verkocht voor directe consumptie<br />
anders dan ter plaatse."<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 75
Additionele horeca<br />
Bij deze categorie gaat het om horeca-activiteiten die neven- of ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie van<br />
de instelling. Deze activiteiten worden juridisch-planologisch gezien niet onder de functie 'horeca' begrepen,<br />
maar onder de bestemming van de hoofdfunctie van de instelling (sociaalculturele/maatschappelijke/(sportief-)recreatieve<br />
doeleinden) gerekend.<br />
7.8 Handhaving<br />
Wat is handhaving?<br />
In <strong>Utrecht</strong> verstaan we onder handhaven elke gemeentelijke handeling die gericht is op het bevorderen van de<br />
naleving van de rechtsregels of het beëindigen van overtredingen. Om te kunnen handhaven is het nodig om<br />
toezicht uit te oefenen. Onder toezicht verstaan we het observeren en constateren of er wel of niet voldaan<br />
wordt aan de regels. De handhaving zoals deze plaats vindt binnen de sector Publieke Diensten, richt zich in<br />
hoofdzaak op het observeren van gebeurtenissen, het bepalen of deze gebeurtenissen al dan niet in strijd<br />
zijn met de daarop van toepassing zijnde wet- en regelgeving en het handelend optreden wanneer sprake is<br />
van strijdigheid. Zo handhaaft de afdeling Toezicht en Handhaving van de Sector Publieke Diensten namens<br />
het college onder andere de voorschriften van het voorliggende bestemmingsplan.<br />
Dit betekent dat de voorschriften voor wat betreft het gebruik en de bebouwingsbepalingen door het<br />
bouwtoezicht gehandhaafd worden. Dit gebeurt veelal door toepassing tijdens het behandelen van de<br />
aanvragen om omgevingsvergunning, maar kan ook gebeuren als gevolg van toezicht tijdens de uitvoering<br />
van de bouw of op grond van een eigen constatering indien een bouwwerk of een perceel in strijd met het<br />
bestemmingsplan wordt gebruikt.<br />
Doel handhavend optreden<br />
Doel van het bestemmingsplan is om een actueel kader te bieden waarbinnen bouwen en gebruiken kan<br />
worden gereguleerd. Het doel van het handhavend optreden van de gemeente is direct gekoppeld aan de<br />
noodzaak van een actueel bestemmingsplan. Voor bewoners van het plangebied is duidelijk waar zij aan toe<br />
zijn (qua bouwen, zoals bijvoorbeeld uitbreiding van de woning, en qua gebruik), maar het niet handhaven<br />
haalt de effectiviteit van een actueel bestemmingsplan onderuit. De toegevoegde waarde van het verlenen van<br />
een omgevingsvergunning voor een bijbehorende bouwwerk is niet groot indien er op andere plaatsen –<br />
zonder vergunning – bijgebouwen zijn geplaatst. Dit wordt nog eens problematischer zodra een<br />
omgevingsvergunning geweigerd wordt, terwijl diverse vergelijkbare bouwwerken reeds illegaal zijn<br />
geplaatst. In dit laatste geval is de roep om handhavend op te treden dan ook het grootst.<br />
Hoe wordt er gehandhaafd?<br />
Op grond van de Algemene wet bestuursrecht heeft het college een tweetal instrumenten tot haar<br />
beschikking, te weten bestuursdwang en dwangsom. Bij het toepassen van bestuursdwang wordt de<br />
overtreding (het geconstateerde illegale bouwwerk c.q. gebruik) ongedaan gemaakt op kosten van de<br />
overtreder. Dit kan betekenen dat een bouwwerk door de gemeente afgebroken wordt en de kosten van<br />
bijvoorbeeld de aannemer en de gemeentelijke (voorbereidings)kosten op de overtreder worden verhaald.<br />
Maar het is bijvoorbeeld ook mogelijk om (indien er zonder omgevingsvergunning gebouwd wordt en de<br />
bouw stilgelegd wordt d.m.v. een bouwstop) de bouwmaterialen weg te slepen en elders op te slaan.<br />
Een tweede optie is het opleggen van een last onder dwangsom. Dit betekent bijvoorbeeld dat het illegale<br />
gebruik gestaakt moet worden binnen een door het college gestelde termijn. Overschrijdt men de termijn,<br />
dan zal de dwangsom in rekening gebracht worden aan de overtreder. Doel van de dwangsom is het<br />
onaantrekkelijk maken van het voortzetten van de geconstateerde overtreding. De dwangsom zal dan ook in<br />
relatie moeten staan aan (en zal derhalve altijd hoger zijn dan) het voordeel dat een overtreder heeft bij het<br />
voortzetten van de illegaliteit.<br />
76 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Wat betekent dit voor dit bestemmingsplan?<br />
In het plangebied zal er gehandhaafd worden op het illegale gebruik van bouwwerken en percelen en op de<br />
onderhoudsstaat van bouwwerken. Verder zal er qua bouw gecontroleerd worden op de uitvoering van<br />
verleende bouwvergunningen.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 77
Bijlagen<br />
78 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 79
Bijlage 1 Quick Scan flora en fauna<br />
80 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)<br />
Het Zand
StadsOntwikkeling<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 81
Quick Scan flora<br />
en fauna<br />
December 2011<br />
Kader<br />
Flora & faunawet<br />
In de Flora en faunawet zijn verschillende verbodsbepalingen opgenomen om in het<br />
wild levende flora<br />
en fauna te beschermen. Het is verboden om dieren opzettelijk te verontrusten, te doden of hun rustof<br />
verblijfplaats te verstoren of te beschadigen. Ook is het verboden om beschermde<br />
planten te<br />
beschadigen of van<br />
hun groeiplaats te verwijderen.<br />
Daarnaast geldt er een algemene zorgplicht voor alle in het wild levende dieren en planten<br />
en hun<br />
directe leefomgeving.<br />
Ruimtelijke ontwikkelingen en uitvoering van projecten of (bestemmings-)plannen mogen niet in strijd<br />
zijn met de internationale richtlijnen of de Flora en fauna wet.<br />
Bij een (RO-)besluit waarbij de uitvoering van het besluit gevolgen kan hebben voor beschermde<br />
soorten, moet getoetst worden of beschermde soorten aanwezig (kunnen) zijn en wat eventuele<br />
effecten van de activiteiten op de soorten zijn. De centrale vraag daarbij is of er een vrijstelling<br />
of<br />
ontheffing nodig is. Dit is afhankelijk van de beschermingsgraad<br />
van de aangetroffen soort. Bij het<br />
vaststellen van het bestemmingsplan dient van tevoren duidelijk te zijn dat de Flora en faunawet<br />
niet in<br />
de weg staat aan de uitvoering van het plan en dat een eventuele benodigde ontheffing<br />
of vrijstelling<br />
zal worden verleend.<br />
Met het treffen van voldoende<br />
mitigerende maatregelen kan worden voorkomen dat verbodsbepalingen<br />
worden overtreden, in dergelijke gevallen hoeft er geen ontheffing meer te worden aangevraagd.<br />
De<br />
mitigerende maatregelen kunnen betrekking hebben op de feitelijke uitvoering, maar ook<br />
op het plan<br />
zelf.<br />
Groenstructuurplan <strong>Utrecht</strong><br />
Het Groenstructuurplan <strong>Utrecht</strong> (vastgesteld in april 2007) heeft tot doel het verhogen van de kwaliteit<br />
van het stedelijk groen ten behoeve van de leefbaarheid van de stad. In het groenstructuurplan zijn de<br />
bestaande en wenselijke stedelijke groenstructuren vastgelegd. Deze groenstructuren hebben zowel<br />
een landschappelijke, cultuurhistorische, recreatieve als ook ecologische<br />
functie.<br />
Het is de bedoeling dat de kwaliteit van het groen in deze zones<br />
steeds verder ontwikkelt en verbetert.<br />
Veranderen van functie is alleen mogelijk na bestuurlijke<br />
afweging. Een afname van oppervlakte van de<br />
stedelijke groenstructuur dient gecompenseerd te worden.<br />
Figuur 1. Uitsnede uit de hoofdgroenstructuur om het plangebied<br />
quick scan flora en fauna Het Zandv2(Deborah van Kuik)
In het plangebied is het Park Groot Zandveld een centraal gelegen kerngebied uit de<br />
hoofdgroenstructuur (zie figuur 1).<br />
Binnen het plangebied zijn enkele (wenselijke) verbindingen opgenomen met groene vlakken<br />
in de<br />
hoofdgroenstructuur buiten het plangebied.<br />
De oevers van de watergangen met name in het westen van het plangebied zijn ecologisch<br />
ingericht en<br />
hebben daardoor een ecologische meerwaarde. Een beschrijving van de ecologische waarden in het<br />
plangebied<br />
is eveneens opgenomen in paragraaf 3.3.4 van de toelichting op het bestemmingsplan.<br />
Onderzoek<br />
De Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) is geraadpleegd op het voorkomen van beschermde<br />
soorten en rode lijstsoorten in de periode 1 januari 2007 t/m november 2011.<br />
De NDFF is een grote databank met gegevens, die op diverse wijzen zijn verzameld, door<br />
adviesbureaus, soortorganisaties en ook door particulieren. Als er geen gegevens<br />
bekend zijn van een<br />
bepaalde locatie wil dat niet zeggen, dat er niets zit. De data hebben in het algemeen<br />
een anecdotische<br />
waarde. Er is geen integrale inventarisatie uitgevoerd van de ontwikkellocaties. Er zijn voor het<br />
plangebied te weinig gegevens aanwezig in de NDFF om hier conclusies uit te trekken. De<br />
braakliggende ontwikkellocaties zouden vergeleken kunnen worden<br />
met die van het aangrenzende<br />
plangebied Terwijde, waarvoor een quick scan is uitgevoerd voor de braakliggende ontwikkellocaties.<br />
Hoe omgaan met de Ffwet op ontwikkellocati es<br />
Samengevat kunnen de volgende soorten voorkomen in de ontwikkellocaties:<br />
beschermde soorten zekerheid tabelnummer ontheffing/vrijstelling<br />
kievit mogelijke broedvogel 3<br />
geen ontheffing<br />
bij werken<br />
bontbekplevier mogelijke broedvogel 3<br />
buiten broedtijd<br />
alg. voorkomende mogelijk in sloten of natte 1 vrijstelling/zorgplicht<br />
amfibieën plekken<br />
bittervoorn mogelijk in sloten 3 bij dempen<br />
nader<br />
onderzoek<br />
nodig en bij<br />
aanwezigheid ontheffing<br />
voor dempen nodig<br />
kleine modderkruiper mogelijk in sloten 2 vrijstelling bij werken via<br />
gedragscode<br />
bosmuis, veldmuis,<br />
dwergmuis, rosse<br />
woelmuis,<br />
dwergspitsmuis en<br />
huisspitsmuis<br />
mogelijk aanwezig 1 vrijstelling/zorgplicht<br />
konijn mogelijk aanwezig 1 vrijstelling/zorgplicht<br />
Als op ontwikkellocaties wordt gewerkt volgens de gedragscode (bv. werken buiten de broedtijd)<br />
loopt<br />
men geen risico grondbroeders als kievit, bontbekplevier te verstoren of broedende zangvogels<br />
bij het<br />
weghalen van spontaan opgekomen opgaande begroeiing.<br />
Door ervoor te zorgen, dat er geen poelen ontstaan in een zandig terrein, worden er geen<br />
rugstreeppadden aangetrokken. Zandhopen kunnen in de broedtijd oeverzwaluwen aantrekken en<br />
kunnen zonodig worden afgedekt.<br />
Bij het dempen<br />
van sloten moet onderzocht worden of er beschermde vissen aanwezig zijn als<br />
bittervoorn en kleine modderkruiper. Als deze worden aangetroffen, moeten de sloten<br />
op een<br />
aangepaste wijze worden gedempt en de vissen verplaatst, waarvoor een ontheffing nodig kan zijn (bij<br />
de zwaarst beschermde categorie).<br />
Voor de overige soorten, die in de opgespoten terreinen leven, zoals muizen en konijnen<br />
geldt een<br />
vrijstelling van de bepalingen uit de Ffwet. Dan geldt nog wel de zorgplicht. Dat kan betekenen, dat<br />
een bouwterrein tijdig vrijgemaakt wordt van begroeiing in de juiste periode om het ongeschikt te<br />
maken voor diverse soorten of dat de soort actief wordt verjaagd.<br />
Gedragscode<br />
Om werkzaamheden soepel in overeenstemming met de Ffwet te laten verlopen is de gedragscode<br />
Ffwet ontworpen, zodat niet voor elke handeling een ontheffing hoeft te worden aangevraagd. Een<br />
belangrijk onderdeel van de gedragscode is de kalender, waarin is aangegeven wanneer bepaalde<br />
werkzaamheden het beste kunnen worden uitgevoerd om geen schade aan beschermde soorten aan te
ichten. De gedragscode is van toepassing op de lichtste categorieën beschermde soorten. Verder is<br />
deze alleen van toepassing op de zwaarst beschermde categorie soorten (tabel 3 soorten)<br />
zoals<br />
vleermuizen en vogels met jaarrond beschermde nesten wanneer het gaat om bestendig<br />
beheer en<br />
onderhoud. Dit betreft regelmatig terugkerende werkzaamheden als maaien, snoeien<br />
en baggeren.<br />
Voor grotere ingrepen die niet jaarlijks plaatsvinden (zoals kappen van oude bomen) en voor<br />
ruimtelijke ontwikkeling en inrichting moet nog wel een ontheffing worden aangevraagd.<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Utrecht</strong> beschikt over een vastgestelde Gedragscode Flora<br />
en Faunawet. De werkzaamheden<br />
moeten worden uitgevoerd conform deze "gedragscode Flora en Faunawet van de gemeente <strong>Utrecht</strong>,<br />
goedkeuringsbesluit ministerie LNV d.d. 7 september 2010, ref DR/210/3379).<br />
Conclusies<br />
Met dit bestemmingsplan worden beperkt nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Bij aanvragen van<br />
omgevingsvergunningen moet getoetst worden aan de voorwaarden van de Flora en<br />
Faunawet.<br />
De volgende beschermde diersoorten z ouden kunnen voorkomen:<br />
beschermde soorten zekerheid tabelnummer ontheffing/vrijstelling<br />
kievit mogelijke broedvogel 3<br />
geen<br />
ontheffing bij werken<br />
bontbekplevier mogelijke broedvogel 3<br />
buiten broedtijd<br />
alg. voorkomende mogelijk in sloten of natte 1 vrijstelling/zorgplicht<br />
amfibieën<br />
plekken<br />
bittervoorn mogelijk in sloten 3 bij dempen<br />
nader<br />
onderzoek<br />
nodig en bij<br />
aanwezigheid<br />
ontheffing<br />
voor dempen nodig<br />
kleine modderkruiper mogelijk in sloten 2 vrijstelling bij werken via<br />
gedragscode<br />
bosmuis, veldmuis,<br />
dwergmuis, rosse<br />
woelmuis,<br />
dwergspitsmuis en<br />
huisspitsmuis<br />
mogelijk aanwezig<br />
1 vrijstelling/zorgplicht<br />
konijn mogelijk aanwezig 1 vrijstelling/zorgplicht<br />
Voor het ontwikkelen van de ontwikkellocaties dient specifiek voor in de tabel genoemde soorten<br />
afhankelijk van de planning nader bekeken te worden of deze soorten er daadwerkelijk voorkomen en<br />
passende maatregelen te worden genomen om overtreding van de Flora- en faunawet te voorkomen<br />
dan wel te voldoen aan de zorgplicht. Werken volgens de gedragscode kan daarbij behulpzaam zijn.
Bijlage 2 Akoestisch onderzoek<br />
82 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)<br />
Het Zand
StadsOntwikkeling<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 83
AKOESTISCH AKOESTISCH ONDERZOEK<br />
Het Het Zand<br />
Zand<br />
Akoestisch planologisch onderzoek t.b.v. bestemmingsplan<br />
Kenmerk: VL11-326<br />
Datum: 30 november 2011<br />
Datum gewijzigd:<br />
Projectnaam: Het Zand<br />
SO SO Afdeling Afdeling Milieu Milieu & & Duurzaamheid<br />
Duurzaamheid<br />
Postbus 8406 3503 RK UTRECHT<br />
Telefoonnummer: 030 - 286 00 00<br />
Bezoekadres: Ravellaan 96
ALGEMENE ALGEMENE GEGEVENS<br />
GEGEVENS<br />
Opdrachtgever: Stedenbouw en monumenten<br />
Contactpersoon: Deborah van Kuik<br />
030 - 286 02 97<br />
Akoestisch onderzoek:<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid, <strong>Gemeente</strong> <strong>Utrecht</strong><br />
Postbus 8406<br />
3503 RK <strong>Utrecht</strong><br />
Auteur: Reinier Balkema<br />
tel.: (030) 28641 39<br />
e-mail: r.balkema@utrecht.<strong>nl</strong><br />
Algemene gegevens<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 2
INHOUD<br />
INHOUD<br />
1. I<strong>nl</strong>eiding 4<br />
2. Ruimtelijk plan 5<br />
2.1 Locatie 5<br />
2.2 Stedenbouwkundig plan 6<br />
3. Wettelijk kader 9<br />
3.1 Zones 9<br />
3.2 Normering bij nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen 9<br />
3.3 <strong>Gemeente</strong>lijk geluidbeleid 10<br />
4. Uitgangspunten berekeningen 12<br />
4.1 Rekenmethode 12<br />
4.2 Modelgegevens 13<br />
5. Resultaten 15<br />
5.1 Vleutensebaan 15<br />
5.2 't Zand 17<br />
5.3 Parkzichtlaan 18<br />
5.4 Spoorweg <strong>Utrecht</strong>-Woerden 19<br />
5.5 30 km/uur wegen 20<br />
5.6 Geluidsluwe gevel 22<br />
5.7 Cumulatie 23<br />
6. Conclusies en aanbevelingen 26<br />
BIJLAGEN<br />
BIJLAGEN<br />
Bijlage 1: Verkeersgegevens Het Zand - 2022<br />
Bijlage 2: Spoorgegevens <strong>Utrecht</strong>-Vleuten<br />
Bijlage 3: Verblijfsgebieden<br />
Bijlage 4: Rijnsche Maan<br />
Inhoud<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 3
1. INLEIDING<br />
INLEIDING<br />
I<strong>nl</strong>eiding<br />
In het gebied ten zuiden van de spoorlijn <strong>Utrecht</strong>-Woerden, ten westen van de rijksweg<br />
A2, bevindt zich het plangebied Het Zand. De gemeente <strong>Utrecht</strong> is voornemens om hier<br />
voornamelijk een woo<strong>nl</strong>ocatie te ontwikkelen. Gezien de nabijheid van enkele drukke<br />
(spoor)wegen is het in het kader van de Wet geluidhinder en de Wet ruimtelijke ordening<br />
van belang de geluidsaspecten in dit gebied te onderzoeken.<br />
Dit onderzoek gaat in op het wettelijk kader en geeft de resultaten van de berekende<br />
geluidsbelastingen op de delen van het bestemmingsplan waar nieuwe ontwikkelingen<br />
worden toegestaan. Doel van dit onderzoek is te komen tot een set van gebruiksregels<br />
voor het bestemmingsplan en vast te leggen maatregelen. Daarmee kan het gebied<br />
worden ingevuld binnen de wettelijke randvoorwaarden en de kaders van het<br />
gemeentelijke geluidbeleid.<br />
Dit rapport beschrijft het (wettelijk) beoordelingskader, de gehanteerde uitgangspunten,<br />
de resultaten en de conclusies ten aanzien van de toetsing aan het gestelde in de Wet<br />
geluidhinder. De in deze rapportage vermelde geluidsbelastingen betreffen juridische<br />
waarden tenzij nadrukkelijk anders is vermeld. Dit onderzoek wordt tevens gebruikt als<br />
grondlegger voor de te voeren hogere waarde procedure.<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 4
2. RUIMTELIJK RUIMTELIJK PLAN<br />
PLAN<br />
2.1 2.1 Locatie Locatie<br />
Locatie<br />
Ruimtelijk plan<br />
Het plangebied Het Zand is onderdeel van de VINEX locatie Leidsche Rijn. Het Zand wordt<br />
begrensd door de spoorbaan langs de Vleutensebaan en de wegen <strong>Utrecht</strong>seweg,<br />
Agaathvlinder, Purpervlinderstraat, Satijnvlinder, 't Zand, Alendorperweg, Parkzichtlaan,<br />
Max Ernstlaan en de <strong>Utrecht</strong>seweg in noord-zuid richting.<br />
Figuur 1: Situering Het Zand in Leidsche Rijn<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 5
Figuur 2: Deelgebieden Het Zand<br />
2.2 Stedenbouwkundig Stedenbouwkundig Stedenbouwkundig plan<br />
plan<br />
Ruimtelijk plan<br />
In het bestemmingsplan is de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van Het Zand<br />
weergegeven. De belangrijkste zaken voor het geluidsonderzoek zijn hieronder<br />
weergegeven. Voor de details wordt verwezen naar het bestemmingsplan (v<strong>nl</strong> regels en<br />
verbeelding).<br />
Figuur 3: Verbeelding Het Zand<br />
Het Zand is voor het grootste deel een conserverend bestemmingsplan. Slechts op een<br />
aantal locaties worden nieuwe ontwikkelingen toegestaan. Slechts op die locaties waar<br />
(nieuwe) geluidsgevoelige bestemmingen worden toegestaan en waar nog geen<br />
omgevingsvergunning voor is verleend is geluidsonderzoek t.b.v. de toetsing aan de Wet<br />
geluidhinder vereist.<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 6
Ruimtelijk plan<br />
Op het moment van schrijven van dit rapport is voor een tweetal bouwblokken in de<br />
Rijnsche Maan al wel een omgevingsvergunning verleend maar is het bouwwerk nog niet<br />
in aanbouw. Het is theoretisch mogelijk dat de vergunning nog wordt gewijzigd of terug<br />
getrokken vóór het definitief van kracht worden van het bestemmingsplan. Om te<br />
voorkomen dat deze blokken dan in een juridisch vacuüm terecht komen, zijn deze twee<br />
blokken ook (apart) onderzocht (zie bijlage 4) en worden deze ook meegenomen in de<br />
hogere waarde procedure. Zodoende kan worden voorkomen dat deze woningen verplicht<br />
met een dove gevel moeten worden gerealiseerd.<br />
Figuur 4: Situering ontwikkellocaties Het Zand (roze)<br />
Op bovenstaande locaties moet de bouw van geluidsgevoelige bestemming planologisch<br />
mogelijk worden gemaakt en dient derhalve akoestisch te worden onderzocht. Op de<br />
overige locaties is geen sprake van (nieuwe) geluidsgevoelige bestemmingen.<br />
In de toelichting van het bestemmingsplan is over deze locaties het volgende vermeld.<br />
Locatie 1: Rijnsche Maan<br />
In dit deelgebied is een deel van de woningen en twee van de geplande<br />
appartementencomplexen al gerealiseerd. Vooral in de bouwstrook langs de<br />
Vleutensebaan zijn de woningen nog niet gerealiseerd. Het meest westelijke vlak is<br />
bestemd voor 16 eengezinswoningen. De overige vlakken aan de Vleutensebaan betreffen<br />
appartementencomplexen, waarbij in de plint gericht naar de Vleutensebaan diverse<br />
functies mogelijk zijn. De maximale hoogte van deze appartementencomplexen is<br />
21 meter.<br />
De overige vlekken in dit deelgebied zijn bestemd voor vrije kavels voor een klein aantal<br />
(vrijstaande of twee-onder-een -kap) woningen met een maximale hoogte van twee<br />
bouwlagen en een kap.<br />
Locatie 2: Stationsomgeving<br />
Centraal in het plangebied ligt de Kees van Dongensingel. De singel ligt in het verlengde<br />
van de hoofdontsluiting van Terwijde. Aan de oostzijde wordt de singel begeleid door<br />
een bebouwingswand die in hoogte oploopt van drie lagen bij de Westlandsetuin tot<br />
maximaal twaalf lagen bij de stadsas. Het hoogteaccent markeert de toegang tot Het<br />
Zand en de ligging van het N.S-station. Westelijk van de singel, op de overgang naar<br />
Waterwijk, bevindt zich een groot, solitair bouwvolume. De hoogte van dit volume<br />
bedraagt zes bouwlagen.<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 7
Ruimtelijk plan<br />
Locatie 3: Leidsche Maan<br />
De Leidsche Maan is een lang, smal gebied opgespannen tussen de Vleutensebaan en de<br />
<strong>Utrecht</strong>seweg. Gekozen is voor een bouwblokstructuur. Aan de zijde van de<br />
Vleutensebaan bevinden zich stedelijke appartementenblokken van gemiddeld 6 à 7<br />
lagen hoog met hoogteaccenten tussen de 10 à 15 lagen. Deze worden “de hoek<br />
omgetrokken”, de woonstraat in, waar zij overgaan in ééngezinswoningen van gemiddeld<br />
2 à 3 lagen hoog. Nabij de <strong>Utrecht</strong>seweg wordt de bebouwing informeler en veranderen<br />
de rijtjeswoningen in vrijstaande villa’s en twee-onder-een-kap woningen.<br />
Locatie 4: De Veiling<br />
De bouwblokken bestaan uit eengezinswoningen, 2 lagen met kap, met eventueel een<br />
accent op de hoeken of bij de toegangen tot de autovrije straten en de parkeerhoven.<br />
De vrijstaande woningen of tweekappers zijn over het algemeen in de linten gesitueerd.<br />
De gemiddelde bouwhoogte bedraagt twee lagen met kap. Meteen achter de<br />
<strong>Utrecht</strong>seweg, komen naast vrijstaande woningen ook drie korte rijtjes van elk vijf<br />
woningen.<br />
Meteen ten zuiden van de Kersenboomgaard komt een cluster van twee scholen,<br />
gymzaal, een kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang. De maximale hoogte van het<br />
cluster is 3 bouwlagen.<br />
Locatie 5: Park Groot Zandveld<br />
Ten zuiden van de Forumschool is een compact gebouw gepland met een maximale<br />
hoogte van 7 bouwlagen waarin ruimte is voor een commercieel en maatschappelijk<br />
programma, 12 woningen en een gebouwde parkeervoorziening.<br />
Locatie 6: Tussen de Parken<br />
De Crescent bestaat uit smalle diepe herenhuizen, vier bouwlagen hoog. Aan de<br />
westzijde, tegenover het Johanniterveld, staan ééngezinswoningen met op de<br />
noordwesthoek een appartementenblok van maximaal 6 lagen hoog.<br />
Locatie 7: Johanitterveld<br />
Hier zijn vrije kavels met vrijstaande woningen en twee-onder-een-kap woningen<br />
gepland.<br />
Locatie 8: De Bongerd<br />
In de Bongerd is nog een perceel onbebouwd aan de Parkzichtlaan voor maximaal vier<br />
woningen.<br />
Locatie 9: Waterwijk<br />
In Waterwijk is in de bocht van de Parkzichtlaan nog een aantal delen voor<br />
grondgebonden woningen onbebouwd. Een van de vlekken is bestemd voor woonwagens,<br />
er zijn maximaal vier standplaatsen binnen deze vlek.<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 8
3. WETTELIJK WETTELIJK KADER KADER<br />
KADER<br />
3.1 3.1 Zones Zones<br />
Zones<br />
Wettelijk kader<br />
In dit hoofdstuk wordt het kader vanuit de Wet geluidhinder weergegeven. Door de<br />
complexiteit van de wet worden slechts de hoofdlijnen geschetst.<br />
De regels van de Wet geluidhinder gelden alleen binnen de zone van een geluidsbron.<br />
Voor het aspect wegverkeerslawaai is in artikel 74 van de Wet geluidhinder aangegeven<br />
dat elke weg met een snelheid van meer dan 30 km/uur een geluidszone heeft. De<br />
breedte van deze zone is afhankelijk van het aantal rijstroken waaruit de weg in de te<br />
onderzoeken situatie bestaat. Binnen deze zone vindt dus het akoestisch onderzoek<br />
plaats. In onderstaande tabel zijn de relevante zones voor wegverkeer opgenomen.<br />
Tabel 1: zonebreedte aan weerszijden van een weg.<br />
Aantal Aantal Rijstroken<br />
Rijstroken<br />
Breedte Breedte van van de de geluidszone geluidszone in in meters<br />
meters<br />
Buitenstedelijk Buitenstedelijk gebied gebied Bi Binnenstedelijk Bi<br />
nnenstedelijk gebied gebied<br />
gebied<br />
1 of 2 250 200<br />
3 of 4 400 350<br />
5 of meer 600 350<br />
De definities van buitenstedelijk en binnenstedelijk gebied zijn opgenomen in artikel 1<br />
van de Wet geluidhinder. Als binnenstedelijk gebied wordt aangemerkt het gebied binnen<br />
de bebouwde kom binnen de zone van een weg, uitgezonderd het gebied binnen de<br />
bebouwde kom dat gelegen is binnen de zone van een autoweg(snel)weg. De overige<br />
zones zijn buitenstedelijk.<br />
De wegen Vleutensebaan, 't Zand en Parkzichtlaan zijn binnenstedelijke wegen. Deze<br />
wegen hebben een zonebreedte van ten hoogste 350 meter. De overige woonstraten<br />
worden als 30 km/uur gebied ingericht. Deze wegen vallen formeel niet onder de Wet<br />
geluidhinder; in het kader van een goede ruimtelijke ordening worden de akoestisch<br />
relevante wegen toch onderzocht. Bij de afweging of er sprake is van een goede<br />
ruimtelijke ordening wordt aangesloten bij de kader- en normstelling uit de Wet<br />
geluidhinder. Dit alles met als doel om een vergelijkbare kwaliteit te bewerkstelligen als<br />
ware de Wet geluidhinder wel van toepassing.<br />
De zones van spoorwegen zijn vastgelegd in een apart wettelijk besluit. Voor de spoorlijn<br />
<strong>Utrecht</strong>-Woerden is de zonebreedte 500 meter.<br />
De zone van het industrieterrein Lage Weide ligt buiten het plangebied.<br />
3.2 Normering Normering bi bij bi j nieuwe nieuwe geluidsgevoelige geluidsgevoelige bestemmingen<br />
bestemmingen<br />
Het bestemmen van nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen (woon-, onderwijs- en<br />
gezondheidszorggebouwen) is zonder meer mogelijk wanneer de geluidsbelasting onder<br />
de voorkeursgrenswaarde blijft. Deze waarde bedraagt voor zowel binnen- als<br />
buitenstedelijke wegen 48 dB. Voor spoorverkeerslawaai is de voorkeurswaarde 55 dB.<br />
Van deze waarde kan gemotiveerd worden afgeweken tot aan een zekere maximale<br />
ontheffingswaarde. Hiervoor moet een zogeheten hogere waarde procedure worden<br />
gevolgd.<br />
De maximale ontheffingswaarde bedraagt 63 dB voor de bouw van nieuwe woningen,<br />
scholen en ziekenhuizen langs bestaande binnenstedelijke wegen. Wanneer er ook<br />
sprake is van een nieuwe weg, dan is de maximale ontheffingswaarde 58 dB. In de<br />
uitleggebieden, zoals hier in Leidsche Rijn, is deze maximum waarde van toepassing.<br />
Voor railverkeerslawaai is de maximale ontheffingswaarde 68 dB.<br />
Indien de geluidsbelasting op de gevel meer dan de maximale ontheffingswaarde<br />
bedraagt, is de bestemming in principe niet mogelijk. Er bestaat dan nog wel de<br />
mogelijkheid om te bouwen met vliesgevels of zogeheten dove gevels waarin geen te<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 9
Wettelijk kader<br />
openen delen aanwezig zijn. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de voor dit plan<br />
relevante grenswaarden.<br />
Tabel 2: Geluidsgrenswaarden bij nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen.<br />
Type<br />
Type<br />
Bron Voorkeursgrenswaarde Voorkeursgrenswaarde Max.<br />
Max.<br />
bestemming<br />
bestemming<br />
ontheffingswaarde<br />
ontheffingswaarde<br />
Woningen Nieuwe binnenstedelijke weg 48 dB 58 dB<br />
Woningen Bestaande binnenstedelijke weg 48 dB 63 dB<br />
Woningen Spoorweg 55 dB 68 dB<br />
Voor andere geluidsgevoelige bestemmingen dan woningen en scholen (zoals o.a.<br />
woonwagenterreinen en bepaalde gezondheidszorggebouwen) kunnen afwijkende<br />
grenswaarden gelden.<br />
De hierboven genoemde grenswaarden in dB worden uitgedrukt in Lden. Dit is een<br />
gemiddelde van de geluidsniveaus in een etmaal waarbij rekening wordt gehouden met<br />
de verschillen in hinderlijkheid in de te onderscheiden etmaalperioden. Het berekende<br />
geluidsniveau van de avondperiode wordt verhoogd met 5 dB; de nachtperiode met<br />
10 dB. Voor industrielawaai geldt een afwijkende dosismaat in dB(A), de etmaalwaarde.<br />
Dit is de hoogste waarde van de drie etmaalperioden inclusief hierboven vermelde<br />
toeslag. De geluidsbelasting wordt bepaald voor de periode 10 jaar na realisatie.<br />
De grenswaarden uit de Wet geluidhinder gelden voor de geluidsbelasting op een gevel.<br />
Dit is volgens de definitie de constructie waarmee binnen en buiten gescheiden wordt;<br />
inclusief het dak. Een blinde gevel, een dove gevel, een geluidsscherm dat bouwkundig is<br />
verbonden met het gebouw en de geluidswalzijde van geluidswalwoningen worden in de<br />
Wet geluidhinder specifiek benoemd als zijnde geen gevel. Op een gevel waarin geen te<br />
openen delen, waaronder ventilatievoorzieningen, zitten, hoeft dus vanuit de Wet<br />
geluidhinder niet te worden getoetst.<br />
Wanneer er sprake is van blootstelling aan meer dan één geluidsbron, moet ook worden<br />
bekeken wat de gecumuleerde geluidsbelasting is. Hiervoor wordt de Rekenmethode<br />
cumulatieve geluidsbelasting gebruikt. Hierbij wordt rekening gehouden met de<br />
verschillen in hinder per type geluidsbron. Het onderzoeken van cumulatie is conform<br />
het rekenvoorschrift alleen van belang als de voorkeurswaarde vanwege meerdere<br />
geluidsbronnen wordt overschreden. Er gelden geen grenswaarden voor de gecumuleerde<br />
geluidsbelasting; wel moet er een afweging worden gemaakt.<br />
3.3 <strong>Gemeente</strong>lijk <strong>Gemeente</strong>lijk geluidbeleid<br />
geluidbeleid<br />
De gemeente <strong>Utrecht</strong> zet zich in voor een leefbare woonsituatie, ook op locaties met een<br />
hogere geluidsbelasting. Deze leefbaarheid wordt bewerkstelligd door voorwaarden te<br />
verbinden aan het verlenen van hogere waarden. De voorwaarden leggen de<br />
initiatiefnemer of de beheerder een inspanning op voor een leefbare woonomgeving als<br />
compensatie voor het bouwen in een lawaaiige situatie. Dit wordt planologisch verankerd<br />
via de hogere waarde beschikking en de planregels in het bestemmingsplan.<br />
De volgende voorwaarden bij het verlenen van een hogere waarde in <strong>Utrecht</strong> zijn<br />
opgenomen in de Geluidnota <strong>Utrecht</strong>:<br />
Geluidsluwe gevel<br />
De woning heeft ten minste één gevel met een lager (luw) geluidsniveau. Het<br />
geluidsniveau is daar niet hoger dan de voorkeursgrenswaarde voor elk van te<br />
onderscheiden geluidsbronnen of de hogere waarde minus 10 dB. Voor grondgebonden<br />
woningen is het voldoende dat deze luwe gevel op één verdieping wordt gevonden (bijv.<br />
begane grond). Bij gestapelde bouw (appartementen) moet echter op elke verdieping een<br />
luwe gevel aanwezig zijn.<br />
Woningindeling<br />
De woning bevat voldoende verblijfsruimte(n) aan de zijde van de geluidsluwe gevel. Dit<br />
geldt voor ten minste 30% van het aantal verblijfsruimten of 30% van de oppervlakte van<br />
het verblijfsgebied.<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 10
Wettelijk kader<br />
Buitenruimte<br />
Indien de woning beschikt over een buitenruimte, dan is deze bij voorkeur gelegen aan<br />
de geluidsluwe zijde. Het geluidsniveau mag in ieder geval niet meer dan 5 dB hoger zijn<br />
dan bij de geluidsluwe gevel. Deze eis geldt voor maximaal één buitenruimte per woning.<br />
Voor niet-zelfstandige woonruimte met een oppervlakte ≤30m 2 (bejaardencentra,<br />
studenteneenheden) worden op individueel woningniveau geen eisen gesteld. Op<br />
gebouwniveau dient tenminste 50% van de wooneenheden te zijn gesitueerd aan een<br />
gevel met een geluidsbelasting van maximaal 5 dB boven de voorkeursgrenswaarde.<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 11
4. UITGANGSPUNTEN UITGANGSPUNTEN BEREK BEREKENINGEN<br />
BEREK ENINGEN<br />
4.1 4.1 Rekenmethode<br />
Rekenmethode<br />
Rekenmethode<br />
Uitgangspunten berekeningen<br />
De geluidsbelastingen van weg- en railverkeerslawaai zijn bepaald met Standaard<br />
Rekenmethode II uit het Reken- en Meetvoorschrift Geluidhinder. Voor de berekeningen<br />
is gebruik gemaakt van het programma WinHavik V8.35 in combinatie met rekenhart<br />
srmiiv15 en srmspl9. Voor de wegvakken met een snelheid van 30 km/uur is de<br />
geluidsbelasting bepaald overeenkomstig de CROW publicatie "Handreiking berekenen<br />
wegverkeerslawaai bij 30 km/uur, infoblad infrastructuur 965".<br />
In deze rekenmodellen zijn alle relevante gebouwen, (absorberende) bodemvlakken,<br />
rijlijnen, geluidsbronnen en schermen gemodelleerd. Hieronder is een overzicht van het<br />
rekenmodel weergegeven.<br />
Figuur 5: Overzicht rekenmodel<br />
Aangezien het een globaal bestemmingsplan betreft, zijn op voorhand de exacte locaties<br />
en hoogtes van nieuw te realiseren gebouwen nog niet aan te geven. Een gedetailleerde<br />
modelberekening, waarbij alle relevante akoestische aspecten zoals afscherming en<br />
reflectie worden meegenomen, is dan ook niet mogelijk. Daarom wordt er in dit<br />
onderzoek gebruik gemaakt van zogeheten poldercontouren. Deze geven de<br />
geluidssituatie weer bij afwezigheid van gebouwen. Hiermee wordt in de meeste gevallen<br />
een voldoende accuraat akoestisch beeld verkregen van de maximale situatie op basis<br />
waarvan een hogere waarde procedure kan worden gevolgd.<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 12
Uitgangspunten berekeningen<br />
Voor elk van de te onderscheiden kavels waarop de mogelijkheid van de realisatie van<br />
nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen bestaat, wordt van elke juridische geluidsbron<br />
het maximale geluidsniveau bepaald. De berekeningen zijn uitgevoerd in hoogtestappen<br />
van 3 meter beginnend met 2 meter ten opzichte van het lokale maaiveld. De<br />
onderzochte hoogten per locatie zijn afgestemd op de bouwhoogten zoals opgenomen<br />
op de verbeelding van en de regels in het bestemmingsplan.<br />
De berekeningsresultaten geven aan op welke locatie er op voorhand van mag worden<br />
uitgegaan dat de geluidsbelasting onder de voorkeurswaarde dan wel boven de maximale<br />
ontheffingswaarde ligt. In het eerste geval is de realisering van een geluidsgevoelige<br />
bestemming zonder meer mogelijk en hoeft daarvoor geen hogere waarde procedure te<br />
worden gevoerd. In het tweede geval is de bouw van een geluidsgevoelige bestemming<br />
alleen mogelijk middels toepassing van een dove gevel tenzij nog te bouwen aanvullende<br />
afscherming zorgt voor een voldoende lage geluidsbelasting. Dit zal bij nadere<br />
uitwerking (bij de individuele omgevingsvergunning) moeten worden onderzocht. De<br />
borging vindt plaats door middel van voorwaarden in de bestemmingsplanregels.<br />
4.2 Model Modelgegevens<br />
Model gegevens<br />
4.2.1 4.2.1 Verkeersgeg<br />
Verkeersgegevens<br />
Verkeersgeg evens<br />
De verkeersintensiteiten tot en met het jaar 2020 zijn berekend met het verkeersmodel<br />
VRU 2.0 utr 2.2 dat is gevuld met actuele informatie over verkeersintensiteiten,<br />
groei/afname van het aantal woningen/inwoners en toe-/afname van werkgelegenheid,<br />
m² bruto vloeroppervlak kantoren, winkels en andere activiteiten. Voor de jaren na 2020<br />
beschikt <strong>Utrecht</strong> nog niet over een verkeersmodel dat op dezelfde wijze is gevuld. Voor<br />
de berekening van deze jaren wordt daarom uitgegaan van een ophogingspercentage ten<br />
opzichte van de verkeersintensiteiten in 2020. Dit ophogingspercentage is voor gebieden<br />
buiten de gemeente <strong>Utrecht</strong> gebaseerd op de voorspelde landelijke groei van de<br />
bevolking met 2,5 % in vijf jaar. Voor het grondgebied van de gemeente <strong>Utrecht</strong> wordt,<br />
gelet op de eigen prognoses van de gemeente <strong>Utrecht</strong>, rekening gehouden met een<br />
hogere groei. Hier wordt daarom zekerheidshalve een ophogingspercentage gehanteerd<br />
van 5 % in vijf jaar. Deze werkwijze wordt gehanteerd tot het <strong>Utrecht</strong>s verkeersmodel<br />
voorziet in een verder weg gelegen horizonjaar dan het huidige 2020.<br />
Voor Het Zand is de situatie 2022 maatgevend. In bijlage 1 zijn alle relevante<br />
verkeersintensiteiten terug te vinden.<br />
De maximumsnelheid op de onderzochte wegen (afgezien van de 30 km/uur wegen)<br />
bedraagt 50 km/uur.<br />
Voor het railonderzoek is gebruik gemaakt van het onderzoeksmodel dat ten grondslag<br />
heeft gelegen aan het onderzoek bij de spoorverdubbeling (M+P.RIB.021.1.1 – d.d.<br />
12 februari 2002). De belangrijkste pagina's uit het betreffende onderzoek zijn als<br />
bijlage 2 aan dit rapport toegevoegd. Aan het onderzoeksmodel van M+P zijn relevante<br />
wijzigingen in de omgeving als gevolg van de ontwikkelingen in Leidsche Rijn<br />
toegevoegd.<br />
4.2.2 4.2.2 Wegdekverharding<br />
Wegdekverharding<br />
Wegdekverharding<br />
In bestemmingsplan Leidsche Rijn 99 is al de keuze gemaakt voor de toepassing van<br />
geluidsreducerende wegdekken op alle wegen in of nabij een woongebied met een<br />
snelheid van 50 km/uur of meer.<br />
In het rekenmodel is daarom voor alle 50 km/uur wegen, afgezien van enkele delen bij<br />
kruisvlakken, uitgegaan van een dunne geluidsreducerende deklaag B. Een dunne<br />
deklaag B geeft een reductie van 4,3 dB t.o.v. het referentiewegdek voor lichte<br />
motorvoertuigen bij 50 km/uur (bron stillerverkeer.<strong>nl</strong>). Vanuit civieltechnische<br />
overwegingen zijn de kruisvlakken op de Vleutensebaan voorzien van dicht asfalt beton<br />
(DAB).<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 13
4.2.3 4.2.3 Overdrachtsmaatregelen<br />
Overdrachtsmaatregelen<br />
Uitgangspunten berekeningen<br />
In het onderzoek is rekening gehouden met de reeds aanwezige, in het kader van de<br />
ontwikkeling getroffen, geluidsbeperkende voorzieningen. Dit heeft betrekking op de<br />
schermen langs het spoor (3 meter aan de noordzijde, 3 meter tussen de sporen 2 en 3<br />
en 1,5 meter aan de zuidzijde).<br />
4.2.4 4.2.4 Correctie Correctie ex ex artikel artikel 110g 110g Wet Wet geluidhinder<br />
geluidhinder<br />
Bij de bepaling van de geluidsbelasting wordt conform artikel 110g van de Wet<br />
geluidhinder rekening gehouden met het in de toekomst stiller worden van het<br />
autoverkeer. De berekende niveaus worden, alvorens toetsing aan de normen van de Wet<br />
geluidhinder plaats vindt, daarom verminderd met 2 dB indien de snelheid 70 km/uur of<br />
meer bedraagt en indien de snelheid minder dan 70 km/uur bedraagt met 5 dB<br />
(juridische waarde). Bij toetsing aan het gestelde in het Bouwbesluit dient deze correctie<br />
achterwege te blijven. Op de in deze rapportage vermelde geluidsbelastingen is de<br />
correctie ingevolge artikel 110g Wgh reeds toegepast behalve bij de bepaling van de<br />
gecumuleerde geluidsbelasting.<br />
Omdat in het kader van de ruimtelijke afweging is aangesloten bij de kader- en<br />
normstelling uit de Wet geluidhinder is de aftrek ingevolge artikel 110g ook toegepast<br />
bij de 30 km/uur wegen.<br />
4.2.5 4.2.5 Helli Hellingscorrectie<br />
Helli ngscorrectie<br />
Bij het overbruggen van een hoogteverschil van meer dan 6 meter en een<br />
stijgingspercentage van 2% of meer, is overeenkomstig het Reken- en Meetvoorschrift<br />
een hellingscorrectie toegepast.<br />
4.2.6 4.2.6 Optrekcorrectie<br />
Optrekcorrectie<br />
Overeenkomstig het Reken- en Meetvoorschrift is bij een met verkeerslichten geregeld<br />
kruispunt en een verkeersdrempel (binnen een afstand van respectievelijk 150 en<br />
100 meter van een toetspunt) rekening gehouden met een optrekcorrectie.<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 14
5. RESULTATEN<br />
RESULTATEN<br />
RESULTATEN<br />
Resultaten<br />
Er zijn voor het wegverkeer berekeningen uitgevoerd voor een viertal 'bronnen' die als<br />
juridische eenheid i.h.k.v. de Wet geluidhinder kunnen worden beschouwd:<br />
• Vleutensebaan<br />
• 't Zand<br />
• Parkzichtlaan<br />
• Spoorbaan <strong>Utrecht</strong>-Woerden<br />
De resultaten worden hieronder per juridische bron besproken. De contouren geven<br />
daarbij het volgende aan:<br />
• groen: er wordt voldaan aan de voorkeurswaarde<br />
• oranje: boven de voorkeurswaarde maar nog onder de maximale ontheffingswaarde<br />
• rood: boven de maximale ontheffingswaarde<br />
Aangezien de geluidsbelasting op verschillende hoogten soms kan variëren, worden in de<br />
bijlagen de relevante bouwlagen gepresenteerd.<br />
5.1 5.1 Vleutensebaan<br />
Vleutensebaan<br />
Vleutensebaan<br />
De geluidsbelasting overschrijdt de voorkeursgrenswaarde van 48 dB langs de gehele<br />
weg op de eerstelijns bebouwing van de Rijnsche Maan, Stationsomgeving, Leidsche<br />
Maan en De Veiling. De hoogst berekende geluidsbelasting bedraagt 54 dB waarmee de<br />
maximale ontheffingswaarde dus niet wordt overschreden.<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 15
Figuur 6 : Hoogst berekende geluidsbelasting vanwege de Vleutensebaan<br />
Resultaten<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 16
5.2 5.2 't 't Zand Zand<br />
Zand<br />
Resultaten<br />
Uit berekeningen blijkt dat de geluidsbelasting vanwege de weg 't Zand op een aantal<br />
locaties boven de voorkeurswaarde van 48 dB uitkomt. De maximale geluidsbelasting<br />
bedraagt 58 dB en voldoet daarmee aan de maximale ontheffingswaarde.<br />
Figuur 7 : Hoogst berekende geluidsbelasting vanwege de 't Zand<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 17
5.3 5.3 Parkzichtlaan<br />
Parkzichtlaan<br />
Parkzichtlaan<br />
Resultaten<br />
De geluidsbelasting vanwege de Parkzichtlaan overschrijdt de voorkeursgrenswaarde op<br />
de eerstelijns bebouwing. De hoogst berekende waarde bedraagt 53 dB en blijft daarmee<br />
ruim binnen de maximale ontheffingswaarde.<br />
Figuur 8 : Hoogst berekende geluidsbelasting vanwege de Parkzichtlaan<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 18
5.4 5.4 Spoorweg Spoorweg Spoorweg <strong>Utrecht</strong> <strong>Utrecht</strong>-Woerden<br />
<strong>Utrecht</strong> <strong>Utrecht</strong> Woerden Woerden<br />
Resultaten<br />
De geluidsbelasting overschrijdt de voorkeursgrenswaarde van 55 op de hele eerstelijns<br />
bebouwing. Op de begane grond is de geluidsbelasting circa 56-58 en loopt op tot circa<br />
66 dB op 23 meter hoogte en 68 dB op 40 meter. Uitzondering is de locatie nabij station<br />
Terwijde; hier zijn geen geluidsschermen tussen de sporen aanwezig. Daardoor wordt bij<br />
de hoogbouw in de stationsomgeving vanaf 23 meter hoogte de maximale ontheffingswaarde<br />
overschreden. Op deze locatie kan boven deze hoogte kan alleen met een dove<br />
gevel of een vliesgevel worden gebouwd.<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 19
Figuur 9 : Hoogst berekende geluidsbelasting vanwege het spoor<br />
5.5 30 30 km/uur km/uur wegen<br />
wegen<br />
Resultaten<br />
In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient een bredere milieuhygiënische<br />
afweging in relatie tot geluid te worden gemaakt dan alleen het gestelde in de Wet<br />
geluidhinder. Om die reden wordt het onderzoek verkeerslawaai niet beperkt tot de<br />
wegen die vallen onder het regiem van de Wet geluidhinder maar verbreed tot alle<br />
relevante wegen in en rond het plangebied.<br />
Bij de afweging of er sprake is van een goede ruimtelijke ordening is aangesloten bij de<br />
kader- en normstelling uit de Wet geluidhinder. Wanneer de maximale ontheffingswaarde<br />
niet wordt overschreden, kan gesproken worden van een goede ruimtelijke ordening.<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 20
Resultaten<br />
Voor een aantal relevante ontsluitingswegen met een snelheidsregiem van 30 km/uur<br />
zijn verkeersgegevens bekend. Deze wegen zijn onderzocht. Het betreft de Kees den<br />
Dongensingel, de Belcampostraat en de Jan Wolkerssingel-Vuurvlindersingel. De<br />
geluidsbelasting vanwege deze wegen komt op de eerstelijns bebouwing uit boven de<br />
voorkeursgrenswaarde. De maximale ontheffingswaarde wordt echter niet overschreden.<br />
Figuur 10 : Hoogst berekende geluidsbelasting vanwege de Kees van Dongensingel<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 21
Resultaten<br />
Figuur 11 : Hoogst berekende geluidsbelasting vanwege de Belcampostraat en de Jan<br />
Wolkerssingel-Vuurvlindersingel<br />
Aangezien niet voor alle 30 km/uur wegen prognoses beschikbaar zijn, is onderzocht<br />
(zie bijlage 3) met welke verkeersintensiteit de geluidsbelasting in het verblijfsgebied de<br />
maximale ontheffingswaarde van de Wet geluidhinder (58 dB) zou overschrijden. Voor<br />
wegen met een afstand gevel – wegas van 8 meter, tweezijdige bebouwing en klinkers in<br />
keperverband dienen er minimaal 5650 motorvoertuigen gebruik te maken van een<br />
dergelijke weg om de maximale ontheffingswaarde te overschrijden. Dit is gezien de<br />
functie en aard van de wegen niet te verwachten. Ter vergelijking: de relatief drukke<br />
Belcampostraat heeft een verkeersintensiteit van nog geen 5200 motorvoertuigen per<br />
etmaal.<br />
5.6 Gelui Geluidsluwe Gelui Geluidsluwe<br />
dsluwe gevel<br />
Conform het geluidbeleid van de gemeente <strong>Utrecht</strong> dient elke nieuw te bouwen woning te<br />
beschikken over een geluidsluwe gevel. Deze eis vanuit het besluit hogere grenswaarden<br />
wordt geborgd via bestemmingsplanregels en getoetst bij de aanvraag om een<br />
omgevingsvergunning voor het bouwen. Het ontwerpen van woningen in een hoogbelaste<br />
omgeving vergt soms aanpassingen op woning- en/of blokniveau: door middel van<br />
interne afschermingen zullen veel geluidsluwe gevels worden gerealiseerd. Vuistregel bij<br />
het ontwerpen is dat de bouwblokken zoveel mogelijk aaneengesloten en parallel aan de<br />
(spoor)weg worden gebouwd. In dit onderzoek zijn alleen poldercontouren berekend en<br />
kon nog niet op bouwblok- of woningniveau worden gecontroleerd of hieraan wordt<br />
voldaan. In het ontwerp van de woningen zal daarom nadrukkelijk rekening moeten<br />
worden gehouden met het creëren van een luwe gevel. In het kader van afzonderlijke<br />
omgevingsvergunningaanvragen zal dit aspect, dat wordt geborgd via de<br />
bestemmingsplanregels, nader worden gecontroleerd.<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 22
5.7 5.7 Cumulatie<br />
Cumulatie<br />
Cumulatie<br />
Resultaten<br />
Cumulatie van geluid speelt een rol bij de locaties langs de Vleutensebaan. Het geluid<br />
van deze weg cumuleert met dat van het spoor en bovendien nog van de wegen 't Zand<br />
en de Parkzichtlaan waar deze wegen op de Vleutensebaan uitkomen.<br />
De cumulatie van het wegverkeerslawaai is in onderstaande figuur weergegeven.<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 23
Resultaten<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 24
Figuur 12 : Maximaal cumulatief niveau wegverkeer<br />
Resultaten<br />
Uit de berekeningsresultaten blijkt dat de gecumuleerde geluidsbelasting vanwege alle<br />
wegen (dus nog exclusief railverkeer) maximaal 65 dB bedraagt ter plaatse van de hoek<br />
't Zand-Vleutensebaan. Deze waarden zijn exclusief de aftrek van art 110g Wgh.<br />
De hoogst gecumuleerde waarde samen met de bijdrage van het spoorverkeer bedraagt<br />
66 dB op de hogere bouwlagen van het blok op de hoek van de Vleutensebaan en de Kees<br />
van Dongensingel.<br />
Resumerend kan gesteld worden dat cumulatie van het geluid van weg- en railverkeer<br />
niet leidt tot een onaanvaardbaar niveau temeer als in acht wordt genomen dat de<br />
maximale ontheffingswaarde van de Wet geluidhinder voor nieuwbouw per bron (te weten<br />
63 dB zonder aftrek van 5 dB = 68 dB) niet wordt overschreden.<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 25
6. CONCLUSIES CONCLUSIES CONCLUSIES EN EN AANBEV AANBEVELINGEN<br />
AANBEV ELINGEN<br />
Conclusies en aanbevelingen<br />
Uit het onderzoek blijkt dat de bouw van geluidsgevoelige bestemmingen in Het Zand<br />
mogelijk is binnen de kaders van de Wet geluidhinder en de Geluidnota <strong>Utrecht</strong>. Wel zal<br />
de voorkeursgrenswaarde op veel locaties worden overschreden en zullen hogere<br />
waarden moeten worden verleend.<br />
Op de hogere bouwlagen in de Stationsomgeving zal de maximale ontheffingswaarde<br />
worden overschreden. Hier kan alleen met toepassing van een dove gevel of een<br />
vliesgevel worden gebouwd. Een andere keuze is om op deze locatie geen<br />
geluidsgevoelige bestemming te bouwen of te kiezen voor een lagere bouwhoogte.<br />
Om een en ander te borgen zal in het bestemmingsplan een planregel worden<br />
opgenomen die aangeeft dat aan de voorwaarden van het hogere waarden besluit moet<br />
worden voldaan:<br />
Voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan<br />
dat de geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de<br />
ten hoogst toelaatbare geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogere<br />
waarde met inachtneming van de in dit besluit gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />
Bij de verdere invulling van het gebied is een goede akoestische begeleiding<br />
noodzakelijk om aan de gestelde voorwaarden te kunnen voldoen.<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid Het Zand - 26
Bijlage Bijlage 1: 1: Verkeersgegevens Verkeersgegevens Het Zand - 2022<br />
Vleutensebaan<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />
Bijlagen
Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />
Bijlagen
Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />
Bijlagen
't Zand<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />
Bijlagen
Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />
Bijlagen
Parkzichtlaan<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />
Bijlagen
Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />
Bijlagen
Kees van Dongensingel<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />
Bijlagen
Belcampostraat – Jan Wolkerssingel – Vuurvlindersingel<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />
Bijlagen
Bijlage Bijlage 2: 2: Spoorgegevens Spoorgegevens <strong>Utrecht</strong> <strong>Utrecht</strong>-Vleuten<br />
<strong>Utrecht</strong><br />
Vleuten<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />
Bijlagen
Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />
Bijlagen
Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />
Bijlagen
Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />
Bijlagen
Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />
Bijlagen
Bijlage Bijlage 3: 3: Verblijfsgebieden<br />
Verblijfsgebieden<br />
In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient een bredere milieuhygiënische<br />
afweging in relatie tot geluid te worden gemaakt dan alleen het gestelde in de Wet<br />
geluidhinder. Om die reden wordt het onderzoek verkeerslawaai niet beperkt tot de<br />
wegen die vallen onder het regiem van de Wet geluidhinder maar verbreed tot alle<br />
relevante wegen in en rond het plangebied.<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />
Bijlagen<br />
Bij de afweging of er sprake is van een goede ruimtelijke ordening is aangesloten bij de<br />
kader- en normstelling uit de Wet geluidhinder.<br />
Aangezien niet voor alle 30 km/uur wegen prognoses beschikbaar zijn, is onderzocht<br />
met welke verkeersintensiteit de geluidsbelasting in het verblijfsgebied de maximale<br />
ontheffingswaarde van de Wet geluihinder (58 dB) zou overschrijden. Voor wegen met<br />
een afstand gevel – wegas van 8 meter, tweezijdige bebouwing en klinkers in<br />
keperverband dienen er minimaal 5650 motorvoertuigen gebruik te maken van een<br />
dergelijke weg om de maximale ontheffingswaarde te overschrijden.<br />
Dit is gezien de functie en aard van de weg, zoals omschreven in paragraaf 3.3 van de<br />
toelichting op het bestemmingsplan, niet te verwachten. Hierdoor kan gesproken worden<br />
van een goede ruimtelijke ordening.
Bijlage Bijlage 4: 4: Rijnsche Rijnsche Maan<br />
Maan<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />
Bijlagen<br />
Hieronder worden berekeningsresultaten gepresenteerd van de geluidsbelasting op twee<br />
bouwblokken in de Rijnsche Maan waarvoor een omgevingsvergunning is verleend die<br />
mogelijk nog kan worden gewijzigd of ingetrokken.<br />
Maximale geluidsbelasting vanwege de Vleutensebaan<br />
3D-weergave geluidsbelasting vanwege de Vleutensebaan
Maximale geluidsbelasting vanwege het spoor<br />
3D-weergave geluidsbelasting vanwege het spoor<br />
De gecumuleerde geluidsbelasting is maximaal 60 dB.<br />
Afdeling Milieu & Duurzaamheid<br />
Bijlagen
Regels<br />
84 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Hoofdstuk 1 I<strong>nl</strong>eidende regels<br />
Artikel 1 Begrippen<br />
1.1 aan-huis-verbonden beroep of bedrijf:<br />
beroep of bedrijf dat in een woning of in een bijbehorende bouwwerk wordt uitgeoefend waarvan de<br />
ruimtelijke uitwerking of uitstraling met de woonfunctie verenigbaar is en waarbij de woning in overwegende<br />
mate haar woonfunctie behoudt en degene die het beroep of het bedrijf uitoefent ook bewoner van de<br />
woning is;<br />
hieronder wordt in ieder geval niet verstaan: een detailhandelsvestiging, een afhaalzaak, een horecabedrijf,<br />
een belhuis en een (raam)prostitutiebedrijf; hieronder wordt wel verstaan: een kleinschalige voorziening ten<br />
behoeve van kinderopvang.<br />
1.2 aanduiding:<br />
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels<br />
worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.<br />
1.3 aanduidingsgrens:<br />
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.<br />
1.4 achtererfgebied<br />
het erf aan de achterkant en de niet naar het openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1<br />
meter van de voorkant van een hoofdgebouw.<br />
1.5 additionele horeca:<br />
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse als ondergeschikte<br />
activiteit bij een hoofdfunctie, niet zijnde horeca, waarbij de additionele horeca-activiteiten passen bij de<br />
hoofdfunctie qua uitstraling, dienen ter ondersteuning van de hoofdfunctie en niet zelfstandig worden<br />
uitgeoefend en/of toegankelijk zijn los van de hoofdfunctie.<br />
1.6 afhaalzaak:<br />
een specifieke vorm van detailhandel waar in hoofdzaak kant en klare maaltijden en kleine etenswaren,<br />
alsmede alcoholvrije drank en consumptie-ijs worden verkocht voor directe consumptie anders dan ter<br />
plaatse.<br />
1.7 archeologisch onderzoek:<br />
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning op grond van<br />
de Monumentenwet 1988 beschikt.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 85
1.8 archeologische waarde:<br />
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude<br />
tijden.<br />
1.9 bebouwing:<br />
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.<br />
1.10 bebouwingspercentage:<br />
het met een aanduiding of in de regels aangegeven percentage, dat aangeeft hoeveel van het desbetreffende<br />
bouwperceel ten hoogste mag worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken.<br />
1.11 bed & breakfast:<br />
het tegen betaling verstrekken van logies met ontbijt binnen de (bedrijfs) woning.<br />
1.12 bedrijf:<br />
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, produceren, bewerken/herstellen, installeren<br />
en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt<br />
onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop en/of levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte<br />
of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.<br />
1.13 bedrijfsvloeroppervlak:<br />
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende<br />
magazijnen en overige dienstruimten en met uitzondering van gebouwde (ondergrondse of halfverdiept<br />
gelegen) parkeervoorzieningen.<br />
1.14 belhuis:<br />
een onderneming die in de sfeer van publiekgerichte dienstverlening in hoofdzaak is gericht op het<br />
aanbieden van diensten op het gebied van telecommunicatie, zoals telefoon- en internetverbindingen.<br />
1.15 besluit Hogere waarde:<br />
besluit van het bevoegd gezag waarin de ten hoogst toelaatbare geluidsbelasting op grond van de Wet<br />
geluidhinder is vastgesteld.<br />
1.16 bestaand bouwwerk:<br />
een bouwwerk, dat op het tijdstip van het in werking treden van het bestemmingsplan is of wordt gebouwd<br />
met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en/of de<br />
Woningwet.<br />
1.17 bestaand gebruik:<br />
het op het tijdstip van het in werking treden van het bestemmingsplan aanwezige gebruik.<br />
1.18 bestemmingsgrens:<br />
de grens van een bestemmingsvlak.<br />
86 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
1.19 bestemmingsplan:<br />
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0344.BPHETZAND met de<br />
bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).<br />
1.20 bestemmingsvlak:<br />
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.<br />
1.21 bijbehorend bouwwerk:<br />
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend<br />
hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.<br />
1.22 bouwen:<br />
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een<br />
bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.<br />
1.23 bouwgrens:<br />
de grens van een bouwvlak.<br />
1.24 bouwlaag:<br />
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of<br />
balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.<br />
1.25 bouwperceel:<br />
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende<br />
bebouwing is toegelaten.<br />
1.26 bouwvlak:<br />
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde<br />
gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.<br />
1.27 bouwwerk:<br />
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect<br />
met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.<br />
1.28 brutovloeroppervlak:<br />
de totale binnen een gebouw beschikbare vloeroppervlakte, inclusief de verdiepingen.<br />
1.29 culturele voorzieningen:<br />
voorzieningen gericht op kunst, ontspanning, vrijetijdsbesteding en vermaak, zoals theaters, bioscopen,<br />
musea, ateliers en muziekcentra.<br />
1.30 dak:<br />
een bovenbeëindiging van een gebouw.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 87
1.31 detailhandel:<br />
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen, het verhuren en/of<br />
het leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of<br />
aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Hieronder wordt niet<br />
verstaan afhaalzaken.<br />
1.32 dienstverlening:<br />
dienstverlening door een bedrijf of instelling dat in hoofdzaak baliewerkzaamheden verricht of andere<br />
diensten verleent, gericht op het publiek, zoals stomerijen, wasserettes, kappers, pedicures, makelaars, reisen<br />
uitzendbureaus e.d.. Hieronder worden niet verstaan belhuizen.<br />
1.33 erfzone<br />
de zone van 2,5 meter direct grenzend aan de achterkant en de zijkant van een hoofdgebouw op het<br />
achtererfgebied.<br />
1.34 gebouw:<br />
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten<br />
ruimte vormt.<br />
1.35 (half)verdiepte parkeergarage<br />
Een geheel of gedeeltelijk ondergronds gebouw ten behoeve van parkeren. Een halfverdiepte parkeergarage is<br />
maximaal 1.2 m boven (straat)peil gelegen.<br />
1.36 hoofdgebouw:<br />
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de<br />
bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.<br />
1.37 horeca:<br />
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse en/of het exploiteren<br />
van zaalaccommodatie.<br />
1.38 kantoor:<br />
een gebouw of een gedeelte van een gebouw dat dient voor de bedrijfsmatige uitoefening van administratieve<br />
werkzaamheden en voor zakelijke dienstverlening.<br />
1.39 kap:<br />
een gesloten en (gedeeltelijk) hellende bovenbeëindiging van een bouwwerk.<br />
1.40 Lijst van Bedrijven 'functiemenging':<br />
de Lijst van Bedrijven 'functiemenging' die onderdeel uitmaakt van deze regels, die een onderverdeling van<br />
bedrijfsactiviteiten aangeeft, die een gelijke of nagenoeg gelijke invloed hebben op een nabij gelegen of<br />
omringende woonomgeving.<br />
88 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
1.41 Lijst van Horeca-activiteiten:<br />
de Lijst van Horeca-activiteiten die onderdeel uitmaakt van deze regels, die een onderverdeling van horecaactiviteiten<br />
aangeeft, die een gelijke of nagenoeg gelijke invloed hebben op een nabij gelegen of omringende<br />
woonomgeving.<br />
1.42 maatschappelijke voorzieningen:<br />
voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, religie, onderwijs, kinderopvang, buitenschoolse opvang,<br />
openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen sectoren.<br />
1.43 nutsvoorzieningen:<br />
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations,<br />
schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van<br />
(ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.<br />
1.44 tuincentrum<br />
een detailhandelsbedrijf waarbij bedrijfsmatig tuin-, tuinaa<strong>nl</strong>egartikelen en dierbenodigdheden worden<br />
verkocht, zoals bloemen, planten, zaden, tuingereedschap, meststoffen, afrasteringsmateriaal, diervoeding<br />
en dergelijke, waarbij de overdekte verkoopvloeroppervlakte ten minste 1.000 m² bedraagt.<br />
1.45 peil:<br />
a. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang grenst aan de weg: de hoogte van de kruin van de weg;<br />
b. voor andere gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het<br />
aansluitende afgewerkte maaiveld;<br />
c. voor gebouwen die grenzen aan een dijk: de hoogte van de kruin van de dijk ter plaatse van het<br />
bouwwerk.<br />
1.46 plan:<br />
het bestemmingsplan Het Zand van de gemeente <strong>Utrecht</strong>.<br />
1.47 Verordening op de Archeologische Monumentenzorg:<br />
de sedert 22 december 2009 van kracht zijnde Verordening op de Archeologische Monumentenzorg van de<br />
gemeente <strong>Utrecht</strong>.<br />
1.48 voorgevel:<br />
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als<br />
belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.<br />
1.49 voorgevelrooilijn:<br />
De lijn die wordt bepaald door de naar het openbaar toegankelijk gebied (zoals de weg, openbaar groen of<br />
water) gekeerde voorgevel of het verlengde daarvan, van een hoofdgebouw.<br />
1.50 Wgh- inrichtingen:<br />
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer die in<br />
belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 89
1.51 woning:<br />
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.<br />
1.52 woonwagen:<br />
een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan<br />
worden verplaatst.<br />
1.53 woonwagenstandplaats/standplaats:<br />
een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het<br />
leidingennet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden<br />
aangesloten.<br />
1.54 woon-werk-woning<br />
een gebouw waarin wonen plaatsvindt in combinatie met aan-huis-verbonden beroepsmatige en<br />
bedrijfsmatige activiteiten uit de categorie A en B1 van de Lijst van bedrijven functiemenging in een grotere<br />
omvang dan op grond van de bestemmingsregels is toegestaan bij woningen; hieronder wordt ook begrepen<br />
het gebruik ten behoeve van atelier, kantoor, dienstverlening, of maatschappelijke voorzieningen en een<br />
kleinschalige voorziening ten behoeve van kinderopvang.<br />
Hieronder wordt in ieder geval niet verstaan: een detailhandelsvestiging (uitgezonderd een beperkte verkoop<br />
ondergeschikt aan de uitoefening van beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten), een afhaalzaak, een<br />
horecabedrijf, een belhuis en een (raam)prostitutiebedrijf.<br />
Artikel 2 Wijze van meten<br />
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:<br />
2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk:<br />
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met<br />
uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee<br />
gelijk te stellen bouwonderdelen.<br />
2.2 de dakhelling:<br />
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.<br />
2.3 de goothoogte van een bouwwerk:<br />
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te<br />
stellen constructiedeel.<br />
2.4 de hoogte van een kap:<br />
vanaf de bovenkant goot, c.q. de druiplijn, boeiboord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel tot het<br />
hoogste punt van de kap.<br />
90 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
2.5 de inhoud van een bouwwerk:<br />
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de<br />
scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.<br />
2.6 de oppervlakte van een bouwwerk:<br />
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het<br />
gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 91
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels<br />
Artikel 3 Bedrijf<br />
3.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. bedrijven, tot en met categorie 1, zoals genoemd in de bij deze regels behorende Lijst van<br />
Bedrijfsactiviteiten;<br />
b. aan de bedrijfsactiviteiten ondergeschikte en daarmee samenhangende kantoorruimte;<br />
c. aan de bedrijfsactiviteiten ondergeschikte en daarmee samenhangende detailhandel tot maximaal<br />
400 m2; d. de bij de bestemming behorende verkeers-, parkeer- en groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water,<br />
tuinen, erven en terreinen.<br />
3.2 Bouwregels<br />
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met in<br />
achtneming van de volgende bepalingen:<br />
3.2.1 Gebouwen<br />
a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;<br />
b. het bebouwingspercentage ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' mag niet<br />
worden overschreden; indien geen aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' is aangegeven,<br />
bedraagt het maximale bebouwingspercentage 100%;<br />
c. de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte' mag niet worden overschreden;<br />
d. de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte' mag niet worden overschreden;<br />
e. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen gebouwen van ondergeschikte aard, zoals een<br />
fietsenstalling, buiten het bouwvlak worden gebouwd tot een gezame<strong>nl</strong>ijke oppervlakte van 6 m2 per<br />
bouwperceel en een maximale bouwhoogte van 3 meter.<br />
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, met<br />
uitzondering van erf- en perceelafscheidingen welke niet meer dan 2 meter hoog mogen zijn achter de<br />
voorgevelrooilijn en 1 meter hoog voor de voorgevelrooilijn;<br />
b. het gestelde onder a. geldt niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter geleiding, begeleiding en<br />
regeling van het verkeer;<br />
c. in afwijking van het gestelde onder a. mag de bouwhoogte van palen en masten maximaal 6 meter<br />
bedragen.<br />
3.3 Specifieke gebruiksregels<br />
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:<br />
a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;<br />
b. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;<br />
c. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;<br />
d. inrichtingen die zijn genoemd in bijlage C en D van het besluit m.e.r. 1994 zijn niet toegestaan;<br />
e. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 meter op onbebouwde gronden is niet<br />
toegestaan;<br />
f. zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan.<br />
92 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
3.4 Afwijken van de gebruiksregels<br />
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde genoemd in<br />
artikel 3.1 onder a, door bedrijven toe te laten die niet in de Lijst van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd en/of<br />
één categorie hoger dan in artikel 3.1 onder a genoemd, voorzover deze bedrijven naar aard en invloed op de<br />
omgeving geacht kunnen worden gelijk te zijn aan de categorieën van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten, zoals in<br />
artikel 3.1 onder a genoemd.<br />
3.5 Wijzigingsbevoegdheid<br />
Burgemeester en wethouders kunnen de Lijst van Bedrijfsactiviteiten, wijzigen op grond van artikel 3.6 van de<br />
Wet ruimtelijke ordening door het opnemen dan wel afvoeren van een bedrijf, indien ontwikkelingen op het<br />
gebied van de milieuhygiëne dan wel technologische ontwikkelingen daartoe aa<strong>nl</strong>eiding geven.<br />
Artikel 4 Bedrijf - Nutsvoorziening<br />
4.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor ' Bedrijf - Nutsvoorziening ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. nutsvoorzieningen;<br />
b. bij de bestemming behorende verkeers-, parkeer- en groenvoorzieningen, water en erven.<br />
4.2 Bouwregels<br />
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met<br />
inachtneming van de volgende bepalingen:<br />
4.2.1 Gebouwen<br />
a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;<br />
b. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer dan 3 meter bedragen, tenzij op de verbeelding anders is<br />
aangegeven.<br />
4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 3 meter bedragen;<br />
b. Het onder a. bepaalde geldt niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde ter geleiding, begeleiding en<br />
regeling van het verkeer.<br />
Artikel 5 Detailhandel - Tuincentrum<br />
5.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor 'Detailhandel - Tuincentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. een tuincentrum;<br />
b. additionele horeca;<br />
c. (fiets)parkeervoorzieningen;<br />
d. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': een bedrijfswoning en in samenhang daarmee<br />
voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroep of bedrijf dan wel een bed & breakfast;<br />
e. de bij de bestemming behorende verkeers- en groenvoorzieningen, zoals nutsvoorzieningen en<br />
ontsluitingswegen alsmede waterbeheer en waterberging.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 93
5.2 Bouwregels<br />
Binnen deze bestemming mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd, met<br />
inachtneming van de volgende bepalingen:<br />
5.2.1 Gebouwen<br />
a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;<br />
b. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 3 meter;<br />
c. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 7 meter;<br />
d. de inhoud van een bedrijfswoning mag ten hoogste 600 m³ bedragen.<br />
5.2.2 Bijbehorende bouwwerken bij het tuincentrum<br />
a. de gezame<strong>nl</strong>ijke oppervlakte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken behorende bij het tuincentrum<br />
mag maximaal 100 m² bedragen.<br />
5.2.3 Bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning<br />
a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend op een afstand van tenminste 1 meter achter de<br />
voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw worden gebouwd;<br />
b. de diepte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk aan het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het<br />
verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw, maximaal 3 meter bedragen;<br />
c. de breedte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van een hoofdgebouw mag,<br />
gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van het hoofdgebouw, maximaal 3 meter bedragen;<br />
d. de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk mag niet meer bedragen dan de hoogte<br />
van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, vermeerderd met 0,3 meter;<br />
e. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 m bedragen, en indien het<br />
bijbehorend bouwwerk wordt afgedekt met een kap mag de bouwhoogte maximaal 4,5 meter bedragen;<br />
f. indien de oppervlakte van een bouwperceel kleiner is dan 250 m2 mag de maximale oppervlakte aan<br />
bijbehorende bouwwerken ten hoogste 50% bedragen van het bouwperceel tot een oppervlakte van ten<br />
hoogste 50 m², waarbij het bouwvlak waarop het hoofdgebouw is gebouwd bij deze berekening buiten<br />
beschouwing wordt gelaten;<br />
g. indien de oppervlakte van het bouwperceel meer bedraagt dan 250 m² en minder dan 500 m2, mag de<br />
maximale oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken ten hoogste 20% bedragen van het bouwperceel tot<br />
een oppervlakte van ten hoogste 100 m², waarbij het bouwvlak waarop het hoofdgebouw is gebouwd bij<br />
deze berekening van bouwperceel buiten beschouwing wordt gelaten;<br />
h. de bestaande bijbehorende bouwwerken die niet voldoen aan hetgeen hiervoor is bepaald mogen worden<br />
gehandhaafd en vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot.<br />
5.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, met<br />
uitzondering van erf- en terreinafscheidingen welke niet meer dan 2 meter hoog mogen zijn achter de<br />
voorgevelrooilijn en 1 meter hoog voor de voorgevelrooilijn;<br />
b. in afwijking van het gestelde onder a. mag de bouwhoogte van palen en masten niet meer dan 6 meter<br />
bedragen.<br />
94 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Artikel 6 Gemengd - 1<br />
6.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor Gemengd - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. woningen, al dan niet in combinatie met een aan-huis-verbonden-beroep of bedrijf dan wel een bed &<br />
breakfast;<br />
b. maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend op de begane grond;<br />
c. dienstverlening, uitsluitend op de begane grond;<br />
d. bedrijven, zoals opgenomen in de categorie A en/of B1 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst<br />
van Bedrijven functiemenging, uitlsuitend op de begane grond;<br />
e. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage': een (half)verdiepte parkeergarage;<br />
f. de bij de bestemming behorende verkeers-, parkeer- en groenvoorzieningen, fietsenbergingen,<br />
speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water, tuinen, erven, pleinen en terreinen.<br />
6.2 Bouwregels<br />
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met<br />
inachtneming van de volgende bepalingen:<br />
6.2.1 Gebouwen<br />
a. de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte', mag niet worden overschreden;<br />
b. voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />
geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />
geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogere waarde met inachtneming van de in dit<br />
besluit gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />
6.2.2 Bijbehorende bouwwerken bij woningen<br />
a. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 meter bedragen, en indien<br />
het bijbehorend bouwwerk wordt afgedekt met een kap mag de bouwhoogte maximaal 4,5 meter<br />
bedragen;<br />
b. de erfzone mag volledig worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken;<br />
c. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m2 of minder, mag maximaal 50% van het<br />
achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 30 m2 naast<br />
hetgeen in toegestaan in de erfzone.<br />
6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
a. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, met<br />
uitzondering van terrein- en erfafscheidingen welke niet meer dan 2 meter hoog mogen zijn achter de<br />
voorgevelrooilijn en 1 meter hoog voor de voorgevelrooilijn;<br />
b. het gestelde onder a. geldt niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter geleiding, begeleiding en<br />
regeling van het verkeer;<br />
c. In afwijking van het gestelde onder a. mag de bouwhoogte van palen en masten niet meer dan 6 meter<br />
bedragen;<br />
d. bestaande bijbehorende bouwwerken die niet voldoen aan het bepaalde vermeld onder a t/m c mogen<br />
worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 95
6.3 Specifieke gebruiksregels<br />
6.3.1 Nadere bepalingen voor functies<br />
de totale maximum bruto vloeroppervlakte van de in lid 6.1 onder b tot en met d bedoelde genoemde<br />
gemengde functies niet meer mag bedragen dan 18.000 m², en indien deze aanduiding in meerdere<br />
bestemmingsvlakken voorkomt, de maximum vloeroppervlakte van bedrijven voor al die vlakken gezame<strong>nl</strong>ijk<br />
geldt;<br />
6.3.2 Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf<br />
De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend<br />
toegestaan indien:<br />
a. het vloeroppervlak ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf niet<br />
groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 60 m², inclusief<br />
aangebouwde bijbehorende bouwwerken;<br />
b. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf, maximaal 60 m2 bedraagt, indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorende bouwwerk wordt<br />
uitgeoefend;<br />
c. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de bij<br />
dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijven fumctiemenging en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen<br />
milieuvergunning is vereist;<br />
d. geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van<br />
de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare<br />
ruimte.<br />
6.3.3 Bed & breakfast<br />
De uitoefening van een bed & breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien de<br />
hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in gebruik houdt voor wonen.<br />
6.4 Afwijken van de gebruiksregels<br />
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:<br />
a. lid 6.3.2 onder c voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst<br />
van Bedrijven functiemenging, indien en voorzover deze naar aard en invloed op de omgeving geacht<br />
kunnen worden gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst van<br />
Bedrijven functiemenging.<br />
Artikel 7 Gemengd - 2<br />
7.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor Gemengd - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. woningen, al dan niet in combinatie met een aan-huis-verbonden-beroep of bedrijf dan wel een bed &<br />
breakfast;<br />
b. maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend op de eerste, tweede, derde en vierde bouwlaag ;<br />
c. sport, uitsluitend op de eerste, tweede, derde en vierde bouwlaag;<br />
d. horeca in maximaal categorie C en D van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst van Horecaactiviteiten,<br />
uitsluitend op de eerste, tweede, derde en vierde bouwlaag;<br />
e. de bij de bestemming behorende verkeers-, parkeer- en groenvoorzieningen, fietsenbergingen,<br />
speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water, tuinen, erven, pleinen en terreinen.<br />
96 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
7.2 Bouwregels<br />
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met<br />
inachtneming van de volgende bepalingen:<br />
7.2.1 Gebouwen<br />
a. het hoofdgebouw mag uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;<br />
b. het bouwvlak mag tot 100% worden bebouwd;<br />
c. de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte', mag niet worden overschreden;<br />
d. voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />
geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />
geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogere waarde met inachtneming van de in dit<br />
besluit gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />
7.3 Specifieke gebruiksregels<br />
7.3.1 Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf<br />
De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend<br />
toegestaan indien:<br />
a. het vloeroppervlak ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf niet<br />
groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 60 m², inclusief<br />
aangebouwde bijbehorende bouwwerken;<br />
b. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf, maximaal 60 m2 bedraagt, indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorende bouwwerk wordt<br />
uitgeoefend;<br />
c. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de bij<br />
dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijven functiemenging en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen<br />
milieuvergunning is vereist;<br />
d. geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van<br />
de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare<br />
ruimte.<br />
7.3.2 Bed & breakfast<br />
De uitoefening van een bed & breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien de<br />
hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in gebruik houdt voor wonen.<br />
7.4 Afwijken van de gebruiksregels<br />
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:<br />
a. lid 7.3.1 onder c voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst<br />
van Bedrijven functiemenging, indien en voorzover deze naar aard en invloed op de omgeving geacht<br />
kunnen worden gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst van<br />
Bedrijven van functiemenging.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 97
Artikel 8 Gemengd - 3<br />
8.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor Gemengd - 3 aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. woningen, al dan niet in combinatie met een aan-huis-verbonden-beroep of bedrijf dan wel een bed &<br />
breakfast;<br />
b. maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend op de begane grond;<br />
c. dienstverlening, uitsluitend op de begane grond;<br />
d. bedrijven, zoals opgenomen in de categorie A en/of B1 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst<br />
van Bedrijven functiemenging uitsluitend op de begane grond;<br />
e. horeca in categorie B, C, en D van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst van horeca-activiteiten,<br />
uitlsuitend op de begane grond;<br />
f. culturele voorzieningen;<br />
g. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang': een onderdoorgang;<br />
h. de bij de bestemming behorende verkeers-, parkeervoorzieningen, waaronder (half)verdiepte<br />
parkeergarages, groenvoorzieningen, fietsenbergingen, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water,<br />
tuinen, erven, pleinen en terreinen.<br />
8.2 Bouwregels<br />
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met<br />
inachtneming van de volgende bepalingen:<br />
8.2.1 Gebouwen<br />
a. het aantal woningen van de in lid 8.1 onder a genoemde woningen mag niet meer bedragen dan het<br />
aantal dat op de verbeelding is weergegeven;<br />
b. ter plaatse van de aanduiding 'minimum aantal wooneenheden' moet minimaal het genoemde aantal<br />
woningen worden gebouwd;<br />
c. de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte', mag niet worden overschreden;<br />
d. voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />
geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />
geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogere waarde met inachtneming van de in dit<br />
besluit gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />
8.2.2 Bijbehorende bouwwerken bij woningen<br />
a. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 meter bedragen, en indien<br />
het bijbehorend bouwwerk wordt afgedekt met een kap mag de bouwhoogte maximaal 4,5 meter<br />
bedragen;<br />
b. de erfzone mag volledig worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken;<br />
c. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m2 of minder, mag maximaal 50% van het<br />
achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 30 m2 naast<br />
hetgeen is toegestaan in de erfzone;<br />
d. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m2 tot 1500 m2, mag maximaal 10% van het<br />
achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 75 m2 naast<br />
hetgeen is toegestaan in de erfzone;<br />
e. bestaande bijbehorende bouwwerken die niet voldoen aan het bepaalde vermeld onder a t/m d mogen<br />
worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot.<br />
98 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
8.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
a. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, met<br />
uitzondering van terrein- en erfafscheidingen welke niet meer dan 2 meter hoog mogen zijn achter de<br />
voorgevelrooilijn en 1 meter hoog voor de voorgevelrooilijn.<br />
b. het gestelde onder a. geldt niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter geleiding, begeleiding en<br />
regeling van het verkeer.<br />
c. In afwijking van het gestelde onder a. mag de bouwhoogte van palen en masten niet meer dan 6 meter<br />
bedragen.<br />
8.3 Specifieke gebruiksregels<br />
8.3.1 Nadere bepalingen voor functies<br />
De totale maximum bruto vloeroppervlakte van de in lid 8.1 onder b tot en met e bedoelde genoemde<br />
gemengde functies niet meer mag bedragen dan 18.000 m², en indien deze aanduiding in meerdere<br />
bestemmingsvlakken voorkomt, de maximum vloeroppervlakte van functies voor al die vlakken gezame<strong>nl</strong>ijk<br />
geldt;<br />
8.3.2 Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf<br />
De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend<br />
toegestaan indien:<br />
a. het vloeroppervlak ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf niet<br />
groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 60 m², inclusief<br />
aangebouwde bijbehorende bouwwerken;<br />
b. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf, maximaal 60 m2 bedraagt, indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorende bouwwerk wordt<br />
uitgeoefend;<br />
c. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de bij<br />
dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen<br />
milieuvergunning is vereist;<br />
d. geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van<br />
de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare<br />
ruimte;<br />
8.3.3 Bed & breakfast<br />
De uitoefening van een bed & breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien de<br />
hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in gebruik houdt voor wonen.<br />
8.4 Afwijken van de gebruiksregels<br />
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:<br />
a. lid 8.3.2 onder c voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de Lijst van Bedrijven functiemenging,<br />
indien en voorzover deze naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden gelijk te zijn aan<br />
categorie A of B1 van de Lijst van Bedrijvan functiemenging.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 99
Artikel 9 Groen<br />
9.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. groenvoorzieningen, gazons en beplantingen;<br />
b. voet- en fietspaden;<br />
c. bermen en bermsloten;<br />
d. nutsvoorzieningen;<br />
e. speelvoorzieningen;<br />
f. evenementen;<br />
g. verhardingen ten behoeve van speel- en sportvoorzieningen;<br />
h. onderhoudspaden en –stroken ten behoeve van de aangrenzende bestemming Water;<br />
i. water, waterbeheer en waterberging;<br />
j. bescherming van de bestaande ecologische waarde;<br />
k. de bij de bestemming behorende voorzieningen zoals kunstwerken waaronder duikers, bruggen en<br />
faunapassages en ontsluitingen van de naastgelegen bestemmingen.<br />
9.2 Bouwregels<br />
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met<br />
inachtneming van de volgende regels:<br />
9.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
a. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, met<br />
uitzondering van terrein- en erfafscheidingen welke niet meer dan 1 meter hoog mogen zijn;<br />
b. het gestelde onder a. geldt niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter geleiding, begeleiding en<br />
regeling van het verkeer.<br />
9.3 Wijzigingsbevoegdheid<br />
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone wijzigingsgebied' de<br />
bestemming 'Groen' te wijziging ten behoeve van woningen.<br />
9.3.1 Wijzigingsbepalingen<br />
Bij de wijziging als bedoeld in artikel 9.3 nemen Burgemeester en wethouders de volgende bepalingen in<br />
acht:<br />
a. het aantal woningen mag maximaal 10 bedragen;<br />
b. de bouwhoogte van de woningen mag niet meer dan 11 meter bedragen;<br />
c. de woningen worden op een zorgvuldige en stedenbouwkundig verantwoorde wijze ingepast in de<br />
bestaande woon- en leefomgeving;<br />
d. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden<br />
en/of bouwwerken;<br />
e. geen nadelige invloed ontstaat op de normale afwikkeling van het verkeer en wordt voorzien in de<br />
parkeerbehoefte;<br />
f. een omgevingsvergunning bouwen, voor het bouwen van een woning, slechts wordt verleend indien de<br />
bedrijfsvoering van het bedrijf binnen de bestemming Wonen-1 met de aanduiding 'specifieke vorm van<br />
bedrijf- sierkassenbedrijf' algeheel is beëindigd en het desbetreffende perceel conform artikel 15.1 onder<br />
a en d wordt gebruikt en voor het overige wordt voldaan aan het gestelde in artikel 15.2 e.v.<br />
100 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Artikel 10 Kantoor<br />
10.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor Kantoor aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. kantoren;<br />
b. de bij de bestemming behorende verkeers-, parkeer- en groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water,<br />
tuinen, erven en terreinen.<br />
10.2 Bouwregels<br />
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met<br />
inachtneming van de volgende bepalingen:<br />
10.2.1 Gebouwen<br />
a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;<br />
b. het percentage ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' mag niet worden<br />
overschreden; indien geen aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' is aangegeven, bedraagt het<br />
maximum bebouwingspercentage 100%;<br />
c. de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte' en 'maximum bouwhoogte', mag niet<br />
worden overschreden;<br />
d. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen gebouwen van ondergeschikte aard, zoals een<br />
fietsenstalling, buiten het bouwvlak worden gebouwd tot een oppervlakte van 50 m2 per bouwperceel;<br />
10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
a. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, met<br />
uitzondering van erf- en perceelafscheidingen welke niet meer dan 2 meter hoog mogen zijn achter de<br />
voorgevelrooilijn en 1 meter hoog voor de voorgevelrooilijn.<br />
b. het gestelde onder a. geldt niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter geleiding, begeleiding en<br />
regeling van het verkeer.<br />
c. In afwijking van het gestelde onder a. mag de bouwhoogte van palen en masten niet meer dan 6 meter<br />
bedragen.<br />
Artikel 11 Maatschappelijk<br />
11.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. maatschappelijke voorzieningen;<br />
b. additionele horeca;<br />
c. de bij de bestemming behorende verkeers-, parkeer-, speel- en groenvoorzieningen, (school)pleinen,<br />
fiets- en voetpaden, fietsenbergingen, nutsvoorzieningen, water, tuinen, erven en terreinen.<br />
11.2 Bouwregels<br />
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met<br />
inachtneming van de volgende bepalingen:<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 101
11.2.1 Gebouwen<br />
a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;<br />
b. de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte' en 'maximum goothoogte', mag<br />
c.<br />
niet worden overschreden;<br />
het percentage ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' mag niet worden<br />
overschreden; indien geen aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' is aangegeven, bedraagt het<br />
maximum bebouwingspercentage 100%;<br />
d. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen gebouwen van ondergeschikte aard, zoals een<br />
fietsenberging, buiten het bouwvlak worden gebouwd;<br />
e. voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />
geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />
geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogere waarde met inachtneming van de in dit<br />
besluit gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />
11.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
a. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, met<br />
uitzondering van terrein- en erfafscheidingen welke niet meer dan 2 meter hoog mogen zijn achter de<br />
voorgevelrooilijn en 1 meter hoog voor de voorgevelrooilijn;<br />
b. het gestelde onder a. geldt niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter geleiding, begeleiding en<br />
regeling van het verkeer;<br />
Artikel 12 Verkeer<br />
12.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. rijwegen;<br />
b. fiets- en voetpaden;<br />
c. parkeervoorzieningen;<br />
d. water en kruisingen met water;<br />
e. waterbeheer en waterberging;<br />
f. geluidwerende voorzieningen;<br />
g. de bij de bestemming behorende groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, fietsenstallingen, reclameuitingen<br />
en kunstwerken.<br />
12.2 Bouwregels<br />
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met<br />
inachtneming van de volgende bepalingen:<br />
12.2.1 Gebouwen<br />
a. de oppervlakte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 6 m² per gebouw;<br />
b. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 2 meter;<br />
12.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen;<br />
b. de bouwhoogte van speelvoorzieningen mag in afwijking van het bepaalde genoemd onder a., niet meer<br />
bedragen dan 4 meter;<br />
c. de bouwhoogte van palen en masten mag in afwijking van het bepaalde genoemd onder a., niet meer<br />
bedragen dan 6 meter;<br />
d. het gestelde onder a. geldt niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter geleiding, begeleiding en<br />
regeling van het verkeer.<br />
102 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Artikel 13 Verkeer - Verblijfsgebied<br />
13.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor Verkeer - Verblijfsgebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. verkeers- en verblijfsgebied voor gemotoriseerd verkeer en langzaam verkeer;<br />
b. water, waterbeheer en waterberging en kruisingen met water;<br />
c. groenvoorzieningen;<br />
d. parkeervoorzieningen;<br />
e. speelvoorzieningen;<br />
f. evenementen;<br />
g. bij de bestemming behorende wegen, bruggen, geluidwerende voorzieningen, fietsenstallingen,<br />
nutsvoorzieningen, kunstwerken.<br />
13.2 Bouwregels<br />
Binnen deze bestemming mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd<br />
onder de volgende voorwaarden:<br />
13.2.1 Gebouwen<br />
a. de oppervlakte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 6 m² per gebouw;<br />
b. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 2 meter;<br />
13.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde<br />
a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 meter;<br />
b. het bepaalde onder a. geldt niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde ter geleiding, begeleiding en<br />
regeling van het verkeer;<br />
c. in afwijking van het bepaalde onder a. mag de hoogte van speelvoorzieningen niet meer dan 4 meter<br />
bedragen;<br />
d. in afwijking van het bepaalde onder a. mag de bouwhoogte van palen en masten niet meer dan 6 meter<br />
bedragen;<br />
Artikel 14 Water<br />
14.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. waterlopen met bijbehorende taluds en oevers;<br />
b. waterhuishouding;<br />
c. waterbeheer en waterberging;<br />
d. kruisingen met wegverkeer;<br />
e. groenvoorzieningen;<br />
f. kunstwerken, bruggen, duikers, dammen en kademuren;<br />
g. steigers;<br />
h. ontsluitingen van de naastgelegen bestemmingen.<br />
14.2 Bouwregels<br />
Binnen deze bestemming mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd<br />
onder de volgende voorwaarden:<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 103
14.2.1 Gebouwen<br />
Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd.<br />
14.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
a. op of in de in lid 14.1 onder a tot en met g genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen<br />
gebouwen worden gebouwd, zoals keermuren voor de waterbeheersing, oeverbeschoeiingen, duikers,<br />
bruggen en steigers.<br />
b. de oppervlakte van een steiger mag niet meer bedragen dan 20 m².<br />
Artikel 15 Wonen - 1<br />
15.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor Wonen - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. woningen, al dan niet in combinatie met een aan- huis- verbonden beroep- of bedrijf dan wel een bed &<br />
breakfast;<br />
b. de uitoefening van bedrijfsactiviteiten uit categorie A en B1 van de bij dit bestemmingsplan behorende<br />
Lijst van Bedrijven functiemenging voor zover aanwezig ten tijde van de terinzagelegging van het<br />
ontwerp;<br />
c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - dierenpension' is tevens een dierenpension<br />
toegestaan;<br />
d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1' is tevens een sierkassenbedrijf toegestaan<br />
uit categorie 3 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten;<br />
e. de bij deze bestemming behorende tuinen, erven, water en parkeervoorzieningen, met dien verstande dat<br />
per woning ten hoogste één inrit is toegestaan.<br />
15.2 Bouwregels<br />
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met<br />
inachtneming van de volgende bepalingen:<br />
15.2.1 Gebouwen<br />
a. het bestaande aantal woningen mag niet worden uitgebreid, tenzij anders is aangegeven;<br />
b. per bouwperceel mag slechts één hoofdgebouw worden gebouwd;<br />
c. de bouwhoogte en goothoogte van het hoofdgebouw mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 10<br />
meter en 6 meter, tenzij anders is aangegeven;<br />
d. de afstand tussen de perceelsgrens grenzend aan de weg of wegen of groen en de voorgevel van het<br />
(nieuw op te richten) hoofdgebouw, mag minimaal 4 meter en maximaal 15 meter bedragen;<br />
e. de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens en de achterste perceelsgrens mag<br />
minimaal 5 meter bedragen;<br />
f. de inhoud van het hoofdgebouw, exclusief bijbehorende bouwwerken, mag niet meer bedragen<br />
dan 600 m3; g. bestaande hoofdgebouwen die niet voldoen aan het bepaalde genoemd onder a t/m f mogen worden<br />
gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot;<br />
h. voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />
geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />
geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogere waarde met inachtneming van de in dit<br />
besluit gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />
104 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
15.2.2 Bijbehorende bouwwerken<br />
a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend op een afstand van ten minste 1 meter achter de<br />
voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw worden gebouwd;<br />
b. de diepte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk aan het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het<br />
verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw, maximaal 3 meter bedragen;<br />
c. de breedte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk aan de zijgevel van het hoofdgebouw mag,<br />
gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van het hoofdgebouw, maximaal 3 meter bedragen;<br />
d. de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk mag maximaal de hoogte van de eerste<br />
bouwlaag van het hoofdgebouw bedragen, vermeerderd met 0,3 meter;<br />
e. de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag maximaal 3 meter bedragen; indien het<br />
vrijstaande bijbehorende bouwwerk wordt afgedekt met een kap mag de bouwhoogte maximaal 4,5<br />
meter bedragen;<br />
f. de afstand van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk en/of vrijstaand bijbehorende bouwwerk tot de<br />
zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 5 meter;<br />
g. de afstand van een bijbehorend bouwwerk tot het hoofdgebouw mag maximaal 10 meter bedragen;<br />
h. de erfzone mag volledig worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken;<br />
i. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m2 of minder, mag maximaal 50% van het<br />
achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 30 m2 naast<br />
hetgeen is toegestaan in de erfzone;<br />
j. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m2 tot 1500 m2, mag maximaal 10% van het<br />
achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 75 m2 naast<br />
hetgeen is toegestaan in de erfzone;<br />
k. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van meer dan 1500 m2, mag maximaal 5% van het<br />
achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 125 m2 naast<br />
hetgeen is toegestaan in de erfzone;<br />
l. voor vrijstaande bijbehorende bouwwerken die worden afgedekt met een kap op percelen zoals bedoeld<br />
onder k, mag de goothoogte maximaal 3 meter en de bouwhoogte maximaal 6 meter bedragen;<br />
m. bestaande bijbehorende bouwwerken die niet voldoen aan het bepaalde genoemd onder a t/m l mogen<br />
worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot.<br />
15.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
a. op de gronden gelegen vóór (het verlengde van) en tot 1 meter achter de voorgevel van het<br />
hoofdgebouw, mogen uitsluitend terrein- en erfafscheidingen met een bouwhoogte van maximaal<br />
1 meter worden gebouwd; de bouwhoogte van de overige terrein- en erfafscheidingen mag maximaal 2<br />
meter bedragen;<br />
b. de (bouw)hoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen,<br />
met uitzondering van palen en masten waarvan de bouwhoogte maximaal 6 meter mag bedragen.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 105
15.3 Specifieke gebruiksregels<br />
15.3.1 Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf<br />
De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend<br />
toegestaan indien:<br />
a. het vloeroppervlak ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf niet<br />
groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 60 m², inclusief<br />
aangebouwde bijbehorende bouwwerken;<br />
b. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf, maximaal 60 m2 bedraagt, indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorende bouwwerk wordt<br />
uitgeoefend;<br />
c. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de bij<br />
dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten functiemenging en bedrijfsactiviteiten<br />
waarvoor geen milieuvergunning is vereist;<br />
d. geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van<br />
de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare<br />
ruimte.<br />
15.3.2 Bed & breakfast<br />
De uitoefening van een bed & breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien de<br />
hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in gebruik houdt voor wonen.<br />
15.4 Afwijken van de gebruiksregels<br />
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.3.1 onder<br />
c voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de Lijst van Bedrijven functiemenging, indien en voor zover<br />
deze naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de<br />
Lijst van Bedrijven functiemenging.<br />
Artikel 16 Wonen - 2<br />
16.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor Wonen - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. woningen al dan niet in combinatie met een aan- huis- verbonden beroep- of bedrijf dan wel een bed &<br />
breakfast;<br />
b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - wonen-werken'; tevens voor woonwerkwoningen;<br />
c. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang': een onderdoorgang;<br />
d. de bij deze bestemming behorende ontsluitingen, tuinen, erven, water en parkeervoorzieningen.<br />
16.2 Bouwregels<br />
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met<br />
inachtneming van de volgende voorwaarden:<br />
106 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
16.2.1 Gebouwen<br />
a. het hoofdgebouw moet binnen het bouwvlak worden gebouwd;<br />
b. het bouwvlak mag tot 100% worden bebouwd;<br />
c. In afwjiking van het gestelde onder a. mag, indien er geen bouwvlak is aangegeven, ter plaatse van de<br />
aanduiding 'maximaal bebouwingspercentage' het bouwperceel worden bebouwd met een hoofdgebouw,<br />
waarbij het bebouwingspercentage voor het hoofdgebouw niet mag worden overschreden;<br />
d. In afwijking van het gestelde onder a. mag, indien er geen bouwvlak is aangegeven, ter plaatse van de<br />
aanduiding 'maximaal aantal wooneenheden' het aantal woningen per bouwperceel niet meer bedragen<br />
dan is aangegeven;<br />
e. de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte', mag niet worden overschreden;<br />
f. de goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte', mag niet worden overschreden;<br />
g. de bestaande kapvorm of afdekking moet worden gehandhaafd;<br />
h. bestaande hoofdgebouwen die niet voldoen aan het bepaalde onder a tot en met g mogen worden<br />
gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot;<br />
i. voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />
geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />
geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogere waarde met inachtneming van de in dit<br />
besluit gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />
16.2.2 Bijbehorende bouwwerken<br />
a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend op een afstand van tenminste 1 meter achter de<br />
voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw worden gebouwd;<br />
b. de diepte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk aan het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het<br />
verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw, maximaal 3 meter bedragen;<br />
c. de breedte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van een hoofdgebouw mag,<br />
gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van het hoofdgebouw, maximaal 3 meter bedragen;<br />
d. de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk mag niet meer bedragen dan de hoogte<br />
van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, vermeerderd met 0,3 meter;<br />
e. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 meter bedragen, en indien<br />
het bijbehorend bouwwerk wordt afgedekt met een kap mag de bouwhoogte maximaal 4,5 meter<br />
bedragen;<br />
f. de erfzone mag volledig worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken;<br />
g. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m2 of minder, mag maximaal 50% van het<br />
achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 30 m2 naast<br />
hetgeen is toegestaan in de erfzone;<br />
h. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m2 tot 1500 m2, mag maximaal 10% van het<br />
achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 75 m2 naast<br />
hetgeen is toegestaan in de erfzone;<br />
i. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van meer dan 1500 m2, mag maximaal 5% van het<br />
achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 125 m2 naast<br />
hetgeen is toegestaan in de erfzone;<br />
j. voor vrijstaande bijbehorende bouwwerken die worden afgedekt met een kap op percelen zoals bedoeld<br />
onder i, mag de goothoogte maximaal 3 meter en de bouwhoogte maximaal 6 meter bedragen;<br />
k. bestaande bijbehorende bouwwerken die niet voldoen aan het bepaalde genoemd onder a t/m j mogen<br />
worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 107
16.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
a. op de gronden die vóór en tot 1 meter achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw of die gericht<br />
zijn naar de openbare weg of het groen zijn gelegen, mogen uitsluitend erfafscheidingen met een hoogte<br />
van maximaal 1 m worden gebouwd; de hoogte van de overige erfafscheidingen mag maximaal 2 m<br />
bedragen;<br />
b. de hoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen, met<br />
uitzondering voor palen en masten die maximaal 6 m mag bedragen;<br />
16.3 Specifieke gebruiksregels<br />
16.3.1 Woon-werk woningen<br />
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - wonen werken' zijn woon-werk woningen<br />
toegestaan, waarbij in samenhang met wonen de volgende functies zijn toegelaten en de volgende<br />
voorwaarden gelden:<br />
a. in geval van een bedrijf, bedrijfsactiviteiten betreft het bedrijfsactiviteiten in maximaal categorie A of B1<br />
van de Lijst van Bedrijven functiemenging, en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen milieuvergunning is<br />
vereist;<br />
b. dienstverlening;<br />
c. kantoren;<br />
d. maatschappelijke doeleinden;<br />
e. het vloeroppervlakte ten behoeve van de niet-woonfunctie bedraagt maximaal 80m², uitlsuitend op de<br />
begane grond van de woning;<br />
f. er is geen sprake van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding<br />
van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare<br />
ruimte.<br />
16.3.2 Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf<br />
De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend<br />
toegestaan indien:<br />
a. het vloeroppervlak ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf niet<br />
groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 60 m², inclusief<br />
aangebouwde bijbehorende bouwwerken;<br />
b. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf, maximaal 60 m2 bedraagt, indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorende bouwwerk wordt<br />
uitgeoefend;<br />
c. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de bij<br />
dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijven functiemenging en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen<br />
milieuvergunning is vereist;<br />
d. er geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding<br />
van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare<br />
ruimte;<br />
16.3.3 Bed & breakfast<br />
De uitoefening van een bed & breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien de<br />
hoofdbewoner minimaal 50% van het bruto vloeroppervlak van de woning in gebruik houdt voor wonen.<br />
108 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
16.4 Afwijken van de gebruiksregels<br />
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.3.1 onder<br />
c voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijven<br />
functiemenging, indien en voor zover deze naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden<br />
gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijven<br />
functiemenging.<br />
Artikel 17 Wonen - 3<br />
17.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor Wonen - 3 aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. woningen, al dan niet in combinatie met een aan- huis- verbonden beroep- of bedrijf dan wel een bed &<br />
breakfast;<br />
b. de bij deze bestemming behorende ontsluitingswegen, tuinen, erven, water en parkeervoorzieningen.<br />
17.2 Bouwregels<br />
Op of in de in lid 17.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden<br />
gebouwd onder de volgende voorwaarden:<br />
17.2.1 Gebouwen<br />
a. woningen mogen uitsluitend twee-aan-een of vrijstaand worden gebouwd;<br />
b. ter plaatse van de aanduiding 'maximaal aantal wooneenheden' mag het maximum aantal woningen per<br />
bestemmingsvlak niet worden overschreden;<br />
c. per bouwperceel mag slechts één hoofdgebouw worden gebouwd;<br />
d. de bouwhoogte van het hoofdgebouw mag maximaal 12 meter bedragen;<br />
e. bestaande hoofdgebouwen die niet voldoen aan het bepaalde genoemd onder a t/m d mogen worden<br />
gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot;<br />
f. voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />
geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />
geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogere waarde met inachtneming van de in dit<br />
besluit gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />
17.2.2 Bijbehorende bouwwerken<br />
a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend op een afstand van tenminste 1 meter achter de<br />
voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw worden gebouwd;<br />
b. de diepte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk aan het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het<br />
verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw, maximaal 3 meter bedragen;<br />
c. de breedte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van een hoofdgebouw mag,<br />
gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van het hoofdgebouw, maximaal 3 meter bedragen;<br />
d. de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk mag niet meer bedragen dan de hoogte<br />
van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, vermeerderd met 0,3 meter;<br />
e. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 meter bedragen, en indien<br />
het bijbehorend bouwwerk wordt afgedekt met een kap mag de bouwhoogte maximaal 4,5 meter<br />
bedragen;<br />
f. de erfzone mag volledig worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken;<br />
g. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m2 of minder, mag maximaal 50% van het<br />
achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 30 m2 naast<br />
hetgeen is toegestaan in de erfzone;<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 109
h. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m2 tot 1500 m2, mag maximaal 10% van het<br />
achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 75 m2 naast<br />
hetgeen is toegestaan in de erfzone;<br />
i. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van meer dan 1500 m2, mag maximaal 5% van het<br />
achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 125 m2 naast<br />
hetgeen is toegestaan in de erfzone;<br />
j. voor vrijstaande bijbehorende bouwwerken die worden afgedekt met een kap op percelen zoals bedoeld<br />
onder i, mag de goothoogte maximaal 3 meter en de bouwhoogte maximaal 6 meter bedragen;<br />
k. bestaande bijbehorende bouwwerken die niet voldoen aan het bepaalde genoemd onder a t/m j mogen<br />
worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot. .<br />
17.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
a. op de gronden gelegen vóór (het verlengde van) en tot 1 meter achter de voorgevel van het<br />
hoofdgebouw, mogen uitsluitend terrein- en erfafscheidingen met een bouwhoogte van maximaal<br />
1 meter worden gebouwd; de bouwhoogte van de overige terrein- en erfafscheidingen mag maximaal 2<br />
meter bedragen;<br />
b. de (bouw)hoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen,<br />
met uitzondering van palen en masten waarvan de bouwhoogte maximaal 6 meter mag bedragen.<br />
17.3 Specifieke gebruiksregels<br />
17.3.1 Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf<br />
De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend<br />
toegestaan indien:<br />
a. het vloeroppervlak ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf niet<br />
groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 60 m², inclusief<br />
aangebouwde bijbehorende bouwwerken;<br />
b. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf, maximaal 60 m2 bedraagt, indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorende bouwwerk wordt<br />
uitgeoefend;<br />
c. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de bij<br />
dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen<br />
milieuvergunning is vereist;<br />
d. geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van<br />
de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare<br />
ruimte;<br />
17.3.2 Bed & breakfast<br />
De uitoefening van een bed & breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien de<br />
hoofdbewoner minimaal 50% van het bruto vloeroppervlak van de woning in gebruik houdt voor wonen.<br />
17.4 Afwijken van de gebruiksregels<br />
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.3.1 onder<br />
c voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijven<br />
functiemenging, indien en voor zover deze naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden<br />
gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijven<br />
functiemenging.<br />
110 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Artikel 18 Wonen - 4<br />
18.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. woningen, al dan niet in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf dan wel een bed &<br />
breakfast;<br />
b. de bij deze bestemming behorende ontsluitingswegen, fiets- en voetpaden, nutsvoorzieningen,<br />
kunstuitingen, speel- en groenvoorzieningen, tuinen, erven, water, steigers en verkeers- en<br />
parkeervoorzieningen.<br />
18.2 Bouwregels<br />
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met<br />
inachtneming van de volgende bepalingen:<br />
18.2.1 Gebouwen<br />
a. ter plaatse van de aanduiding 'maximaal aantal wooneenheden' mag het maximum aantal woningen per<br />
bestemmingsvlak niet worden overschreden;<br />
b. per bouwperceel mag maximaal één hoofdgebouw worden gebouwd;<br />
c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte', mag de bouwhoogte niet worden overschreden;<br />
d. voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />
geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />
geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogere waarde met inachtneming van de in dit<br />
besluit gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />
18.2.2 Bijbehorende bouwwerken<br />
a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend op een afstand van tenminste 1 meter achter de<br />
voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw worden gebouwd;<br />
b. de diepte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk aan het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het<br />
verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw, maximaal 3 meter bedragen;<br />
c. de breedte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van een hoofdgebouw mag,<br />
gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van het hoofdgebouw, maximaal 3 meter bedragen;<br />
d. de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk mag niet meer bedragen dan de hoogte<br />
van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, vermeerderd met 0,3 meter;<br />
e. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 meter bedragen, en indien<br />
het bijbehorend bouwwerk wordt afgedekt met een kap mag de bouwhoogte maximaal 4,5 meter<br />
bedragen;<br />
f. de erfzone mag volledig worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken;<br />
g. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m2 of minder, mag maximaal 50% van het<br />
achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 30 m2 naast<br />
hetgeen is toegestaan in de erfzone;<br />
h. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m2 tot 1500 m2, mag maximaal 10% van het<br />
achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 75 m2 naast<br />
hetgeen is toegestaan in de erfzone;<br />
i. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van meer dan 1500 m2, mag maximaal 5% van het<br />
achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 125 m2 naast<br />
hetgeen is toegestaan in de erfzone;<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 111
j. voor vrijstaande bijbehorende bouwwerken die worden afgedekt met een kap op percelen zoals bedoeld<br />
onder i mag de goothoogte maximaal 3 meter en de bouwhoogte maximaal 6 meter bedragen;<br />
k. bestaande bijbehorende bouwwerken die niet voldoen aan het bepaalde genoemd onder a t/m j mogen<br />
worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot.<br />
18.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevel mag maximaal 1 meter bedragen, achter de<br />
voorgevel mag de erfafscheiding maximaal 2 meter bedragen;<br />
b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen, met<br />
uitzondering van palen en masten waarvan de bouwhoogte maximaal 6 meter mag bedragen;<br />
c. de breedte van steigers mag maximaal 6 meter bedragen.<br />
18.3 Specifieke gebruiksregels<br />
18.3.1 Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf<br />
De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend<br />
toegestaan indien:<br />
a. het vloeroppervlak ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf niet<br />
groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 60 m²;<br />
b. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de bij<br />
dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijven functiemenging, en maximaal categorie B2 van de bij<br />
dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten, indien en voorzover deze naar aard en<br />
invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede<br />
getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden gelijk te zijn aan<br />
categorie A of B1 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijven functiemenging, dan wel<br />
bedrijfsactiviteiten waarvoor geen milieuvergunning is vereist;<br />
c. geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van<br />
de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare<br />
ruimte.<br />
18.3.2 Bed & breakfast<br />
De uitoefening van een bed & breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien de<br />
hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in gebruik houdt voor wonen.<br />
18.4 Afwijken van de gebruiksregels<br />
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.3.1 onder<br />
c voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijven<br />
functiemenging, indien en voor zover deze naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden<br />
gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijven<br />
functiemenging.<br />
112 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Artikel 19 Wonen - Woonwagenstandplaats<br />
19.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor Wonen - Woonwagenstandplaats aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. woonwagens inclusief sanitaire voorzieningen;<br />
b. de bij de bestemming behorende verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven, terreinen,<br />
nutsvoorzieningen, ongebouwde parkeervoorzieningen.<br />
19.2 Bouwregels<br />
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met<br />
inachtneming van de volgende bepalingen:<br />
19.2.1 Gebouwen<br />
Voor woonwagens en daarbij behorende sanitaire voorzieningen en bijbehorende bouwwerken gelden de<br />
volgende bepalingen:<br />
a. ter plaatse van de aanduiding 'maximaal aantal wooneenheden', mag het aantal standplaatsen niet meer<br />
bedragen dan het aantal dat is weergegeven;<br />
b. de goothoogte van een woonwagen mag niet meer bedragen dan 3,5 meter en de bouwhoogte niet meer<br />
dan 5 meter;<br />
c. de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag niet meer bedragen dan de goothoogte<br />
van de woonwagen;<br />
d. de goothoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag niet meer bedragen dan 2,5 meter;<br />
e. per standplaats mag niet meer dan 60% worden bebouwd, inclusief sanitaire voorzieningen en<br />
bijbehorende bouwwerken met een maximum per standplaats van 135 m²;<br />
f. voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de<br />
geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare<br />
geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogere waarde met inachtneming van de in dit<br />
besluit gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.<br />
19.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 meter bedragen, met uitzondering<br />
van terrein- en erfafscheidingen welke maximaal 2 meter hoog mogen zijn achter het verlengde van de<br />
voorgevel en 1 meter hoog voor het verlengde van de voorgevel.<br />
19.3 Specifieke gebruiksregels<br />
De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend<br />
toegestaan indien:<br />
a. de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf niet<br />
groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 40 m², inclusief<br />
bijbehorende bouwwerken;<br />
b. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf, maximaal 40 m2 bedraagt, indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt<br />
uitgeoefend;<br />
c. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de bij<br />
dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen<br />
omgevingsvergunning voor de activiteit milieu is vereist;<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 113
d. er geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding<br />
van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare<br />
ruimte;<br />
e. geen sprake is van detailhandel, horeca, afhaalzaken en/of belhuizen.<br />
19.4 Afwijken van de gebruiksregels<br />
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.3 onder c<br />
voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijven<br />
functiemenging, indien en voor zover deze naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden<br />
gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijven<br />
functiemenging.<br />
Artikel 20 Leiding - Leiding Water<br />
20.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor Leiding - Leiding Water aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende<br />
bestemming (en) mede bestemd voor een ondergrondse hoofdwaterleiding;<br />
20.2 Bouwregels<br />
Binnen deze bestemming mogen, in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de overige bestemmingen,<br />
uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, waarvan de<br />
hoogte niet meer mag bedragen dan 2 m.<br />
20.3 Afwijken van de bouwregels<br />
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid<br />
20.2 voor:<br />
a. het bouwen van gebouwen ten behoeve van de overige voor deze gronden aangewezen bestemmingen,<br />
met inachtneming van de betreffende regels van dit plan, mits vooraf advies wordt ingewonnen bij de<br />
beheerder van de betreffende leiding;<br />
b. het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de overige voor deze gronden<br />
aangewezen bestemmingen, met inachtneming van de betreffende regels van dit plan, mits vooraf advies<br />
wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leiding.<br />
Artikel 21 Waarde - Archeologie<br />
21.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor Waarde - Archeologie aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende<br />
bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en de veiligstelling van archeologische waarden en<br />
verwachtingen.<br />
21.2 Specifieke gebruiksregels<br />
Onder met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het handelen in strijd met de<br />
Verordening op de Archeologische Monumentenzorg.<br />
114 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Artikel 22 Waarde - Ecologie<br />
22.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor Waarde - Ecologie aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behoud, het herstel en de<br />
ontwikkeling van de aan de ecologische verbindingszones verbonden ecologische waarden.<br />
22.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van<br />
werkzaamheden<br />
a. Een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, is<br />
vereist voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden:<br />
1. het verwijderen, aa<strong>nl</strong>eggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden, en het<br />
aanbrengen van eventuele andere oppervlakteverhardingen (al dan niet tijdelijk);<br />
2. het aanbrengen van boven en/of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en<br />
de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;<br />
3. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen, opvullen of egaliseren van de bodem waaronder<br />
begrepen het ophogen met bagger- of grondspecie;<br />
4. het vellen of rooien van houtopstanden of -gewassen, anders dan bij wijze van verzorging;<br />
5. het aa<strong>nl</strong>eggen van oeverbeschoeiingen, kaden of aa<strong>nl</strong>egplaatsen;<br />
6. het, al dan niet tijdelijk, opslaan en/of storten van bouw- en afvalmateriaal;<br />
7. het verlagen of verhogen van de grondwaterstand;<br />
8. het permanent aa<strong>nl</strong>eggen van dammen of soortgelijke constructies, die de watergang beïnvloeden, in<br />
waterlopen.<br />
b. De omgevingsvergunningplicht als bedoeld in lid 21.2 onder a geldt niet voor werken of werkzaamheden<br />
die:<br />
1. betrekking hebben op het normaal onderhoud en beheer;<br />
2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;<br />
3. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;<br />
c. De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 21.2 onder a zijn slechts toelaatbaar voor zover geen<br />
onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de ecologischeen<br />
natuurwaarden van de gronden.<br />
Artikel 23 Waterstaat - Waterkering<br />
23.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor Waterstaat - Waterkering aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende<br />
bestemming(en), mede bestemd voor het in stand houden en het onderhoud van de waterkering naast de<br />
andere krachtens dit plan hieraan gegeven bestemmingen.<br />
23.2 Bouwregels<br />
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met<br />
inachtneming van de volgende bepalingen:<br />
23.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
a. binnen deze bestemming mogen, in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de overige<br />
bestemmingen, uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden<br />
gebouwd, waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan 2 meter.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 115
23.3 Afwijken van de bouwregels<br />
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid<br />
23.2 voor:<br />
a. het bouwen van gebouwen ten behoeve van de overige voor deze gronden aangewezen bestemmingen,<br />
met inachtneming van de betreffende regels van dit plan, mits vooraf advies wordt ingewonnen bij de<br />
beheerder van de betreffende waterkering;<br />
b. het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de overige voor deze gronden<br />
aangewezen bestemmingen, met inachtneming van de betreffende regels van dit plan, mits vooraf advies<br />
wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende waterkering.<br />
116 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Hoofdstuk 3 Algemene regels<br />
Artikel 24 Antidubbeltelbepaling<br />
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is<br />
gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten<br />
beschouwing.<br />
Artikel 25 Algemene bouwregels<br />
a. Bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen,<br />
aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door tot gebouwen behorende stoepen,<br />
stoeptreden, trappenhuizen, hellingbanen, entreeportalen, veranda's en afdaken en andere<br />
ondergeschikte bouwdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,5 m.<br />
b. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde genoemd onder a. voor het overschrijden<br />
van bouw- en/of bestemmingsgrenzen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en<br />
bestemmingsregels door tot gebouwen behorende balkons, afdaken, erkers e.d., mits de overschrijding<br />
niet meer bedraagt dan 1,5 meter en waarbij de vrije hoogte tot aan het peil minimaal 2,2 meter<br />
bedraagt.<br />
c. De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard<br />
blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens<br />
ten aanzien van de volgende bepalingen:<br />
1. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;<br />
2. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;<br />
3. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;<br />
4. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;<br />
5. de ruimte tussen bouwwerken.<br />
Artikel 26 Algemene gebruiksregels<br />
Het is verboden gronden en bouwwerken of te laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan. Onder met<br />
het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruik van of het laten gebruiken<br />
van:<br />
a. onbebouwde gronden als staan- of ligplaats voor onderkomens;<br />
b. onbebouwde gronden en/of bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen;<br />
c. het gebruik van stacaravans en recreatiewoningen voor permanente bewoning;<br />
d. onbebouwde gronden als kampeerterrein;<br />
e. vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;<br />
f. onbebouwde gronden als opslagplaats voor onklare voer-, vlieg- en vaartuigen of onderdelen daarvan;<br />
g. onbebouwde gronden als stortplaats voor puin en afvalstoffen, voor zover dit niet betreft het storten of<br />
opslaan in bij gebouwen behorende tuinen van geringe hoeveelheden afvalstoffen die afkomstig zijn van<br />
het onderhoud van die tuinen;<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 117
Artikel 27 Algemene afwijkingsregels<br />
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en<br />
bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de<br />
gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, afwijken van:<br />
a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten,<br />
afmetingen en percentages;<br />
b. de bestemmingsregels voor het toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van<br />
wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe<br />
aa<strong>nl</strong>eiding geven;<br />
c. de bestemmingsregels voor het plaatsen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van<br />
vlucht- en/of noodtrappen;<br />
d. het overschrijden van de maximale bouwhoogte van gebouwen voor het plaatsen van hekwerken of<br />
borstweringen ten behoeve van dakterrassen, met dien verstande dat de maximale bouwhoogte met niet<br />
meer dan 1,50 meter mag worden overschreden;<br />
e. de bestemmingsregels voor het bouwen met een geringe mate van afwijking van de plaats en richting van<br />
de bestemmingsgrenzen indien dit noodzakelijk is in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden ten<br />
opzichte van de feitelijke situatie of in die gevallen waar een rationele verkaveling van de gronden een<br />
geringe afwijking vergt;<br />
f. de bestemmingsregels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde,en toestaan<br />
dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10 m;<br />
g. het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte<br />
van de gebouwen wordt verhoogd ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals liftkokers,<br />
trappenhuizen, lichtkappen.<br />
Artikel 28 Algemene wijzigingsregels<br />
a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten<br />
behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch<br />
betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband<br />
met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen niet meer dan 3 m bedragen en<br />
het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;<br />
b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten<br />
behoeve van het vestigen van een kinderdagverblijf, mits deze geen onevenredige nadelige gevolgen voor<br />
de omgeving heeft, in de vorm van geluids-, verkeers-, of parkeeroverlast en is aangetoond dat er voor<br />
de realisatie van het kinderdagverblijf geen milieutechnische belemmeringen zijn van de milieu aspecten<br />
luchtkwaliteit, externe veiligheid, milieuzonering en verkeerslawaai.<br />
Artikel 29 Overige regels<br />
Een omgevingsvergunning bouwen, voor het bouwen van een geluidgevoelige bestemming, wordt slechts<br />
verleend indien vaststaat dat op de gevel(s) van dit gebouw de geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde<br />
ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare geluidsbelasting (hogere waarde) ingevolge het<br />
besluit Hogere waarde, met inachtneming van de in dit besluit Hogere waarde gestelde voorwaarde(n), niet<br />
overschrijdt.<br />
118 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Hoofdstuk 4 Overgangs- en<br />
Artikel 30 Overgangsrecht<br />
30.1 Overgangsrecht bouwwerken<br />
slotregels<br />
1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in<br />
uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en<br />
afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,<br />
a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;<br />
b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de<br />
aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag<br />
waarop het bouwwerk is teniet gegaan.<br />
2. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning<br />
verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal<br />
10 %.<br />
3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van<br />
inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor<br />
geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.<br />
30.2 Overgangsrecht gebruik<br />
1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het<br />
bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.<br />
2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen<br />
of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de<br />
afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.<br />
3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een<br />
periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te<br />
laten hervatten.<br />
4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende<br />
bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.<br />
Artikel 31 Slotregel<br />
Deze regels worden aangehaald als:<br />
Regels van het bestemmingsplan Het Zand.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 119
Bijlagen<br />
120 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Bijlage 1 Lijst van Bedrijfsactiviteiten<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 121
Bijlage 1 Richtafstande<strong>nl</strong>ijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN<br />
SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />
CATEGORIE<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
GEVAAR<br />
GELUID<br />
STOF<br />
GEUR<br />
nummer<br />
15 10, 11 - VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN<br />
151 101, 102 0 Slachterijen en overige vleesverwerking:<br />
151 101, 102 1 - slachterijen en pluimveeslachterijen 100 0 100 C 50 R 100 D 3.2<br />
151 101 3 - bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval 300 0 100 C 50 R 300 4.2<br />
151 101 4 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m² 100 0 100 C 50 R 100 3.2<br />
151 101 5 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. = 250.000 t/j 200 10 300 C Z 50 R 300 4.2<br />
1551 1052 0 Zuivelprodukten fabrieken:
Bijlage 1 Richtafstande<strong>nl</strong>ijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN<br />
SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />
CATEGORIE<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
GEVAAR<br />
GELUID<br />
STOF<br />
GEUR<br />
nummer<br />
1551 1051 3 - melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j 50 0 100 C 50 R 100 3.2<br />
1551 1051 4 - melkprodukten fabrieken v.c. >= 55.000 t/j 100 0 300 C Z 50 R 300 4.2<br />
1551 1051 5 - overige zuivelprodukten fabrieken 50 50 300 C 50 R 300 4.2<br />
1552 1052 1 Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m² 50 0 100 C 50 R 100 3.2<br />
1552 1052 2 - consumptie-ijsfabrieken: p.o. = 500 t/u 200 100 300 C Z 100 R 300 4.2<br />
1561 1061 2 - p.c. < 500 t/u 100 50 200 C 50 R 200 4.1<br />
1561 1061 Grutterswarenfabrieken 50 100 200 C 50 200 D 4.1<br />
1562 1062 0 Zetmeelfabrieken:<br />
1562 1062 1 - p.c. < 10 t/u 200 50 200 C 30 R 200 4.1<br />
1562 1062 2 - p.c. >= 10 t/u 300 100 300 C Z 50 R 300 4.2<br />
1571 1091 0 Veevoerfabrieken:<br />
1571 1091 3 - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. < 10 t/u water 300 100 200 C 30 300 4.2<br />
1571 1091 5 - mengvoeder, p.c. < 100 t/u 200 50 200 C 30 200 4.1<br />
1571 1091 6 - mengvoeder, p.c. >= 100 t/u 300 100 300 C Z 50 R 300 4.2<br />
1572 1092 Vervaardiging van voer voor huisdieren 200 100 200 C 30 200 4.1<br />
1581 1071 0 Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:<br />
1581 1071 1 - v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens 30 10 30 C 10 30 2<br />
1581 1071 2 - v.c. >= 7500 kg meel/week 100 30 100 C 30 100 3.2<br />
1582 1072 Banket, biscuit- en koekfabrieken 100 10 100 C 30 100 3.2<br />
1583 1081 0 Suikerfabrieken:<br />
1584 10821 0 Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:<br />
1584 10821 2 - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m² 100 30 50 30 100 3.2<br />
1584 10821 4 - Suikerwerkfabrieken met suiker branden 300 30 50 30 R 300 4.2<br />
1584 10821 5 - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m² 100 30 50 30 R 100 3.2<br />
1585 1073 Deegwarenfabrieken 50 30 10 10 50 3.1<br />
1586 1083 0 Koffiebranderijen en theepakkerijen:<br />
1586 1083 2 - theepakkerijen 100 10 30 10 100 3.2<br />
1587 108401 Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden 200 30 50 10 200 4.1<br />
1589 1089 Vervaardiging van overige voedingsmiddelen 200 30 50 30 200 D 4.1<br />
1589.1 1089 Bakkerijgrondstoffenfabrieken 200 50 50 50 R 200 4.1<br />
1589.2 1089 0 Soep- en soeparomafabrieken:<br />
1589.2 1089 1 - zonder poederdrogen 100 10 50 10 100 3.2
Bijlage 1 Richtafstande<strong>nl</strong>ijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN<br />
SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />
CATEGORIE<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
GEVAAR<br />
GELUID<br />
STOF<br />
GEUR<br />
nummer<br />
1589.2 1089 2 - met poederdrogen 300 50 50 50 R 300 4.2<br />
1589.2 1089 Bakmeel- en puddingpoederfabrieken 200 50 50 30 200 4.1<br />
1591 110101 Destilleerderijen en likeurstokerijen 300 30 200 C 30 300 4.2<br />
1592 110102 0 Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:<br />
1592 110102 1 - p.c. < 5.000 t/j 200 30 200 C 30 R 200 4.1<br />
1592 110102 2 - p.c. >= 5.000 t/j 300 50 300 C 50 R 300 4.2<br />
1596 1105 Bierbrouwerijen 300 30 100 C 50 R 300 4.2<br />
1597 1106 Mouterijen 300 50 100 C 30 300 4.2<br />
1598 1107 Mineraalwater- en frisdrankfabrieken 10 0 100 50 R 100 3.2<br />
16 12 -<br />
16 12 - VERWERKING VAN TABAK<br />
160 120 Tabakverwerkende industrie 200 30 50 C 30 200 4.1<br />
17 13 -<br />
17 13 - VERVAARDIGING VAN TEXTIEL<br />
171 131 Bewerken en spinnen van textielvezels 10 50 100 30 100 3.2<br />
172 132 0 Weven van textiel:<br />
172 132 1 - aantal weefgetouwen < 50 10 10 100 0 100 3.2<br />
172 132 2 - aantal weefgetouwen >= 50 10 30 300 Z 50 300 4.2<br />
173 133 Textielveredelingsbedrijven 50 0 50 10 50 3.1<br />
174, 175 139 Vervaardiging van textielwaren 10 0 50 10 50 3.1<br />
1751 1393 Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken 100 30 200 10 200 4.1<br />
176, 177 139, 143 Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen 0 10 50 10 50 3.1<br />
18 14 -<br />
18 14 - VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT<br />
181 141 Vervaardiging kleding van leer 30 0 50 0 50 3.1<br />
183 142, 151 Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont 50 10 10 10 50 3.1<br />
19 15 -<br />
19 15 - VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)<br />
191 151, 152 Lederfabrieken 300 30 100 10 300 4.2<br />
192 151 Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) 50 10 30 10 50 D 3.1<br />
193 152 Schoenenfabrieken 50 10 50 10 50 3.1<br />
20 16 -<br />
20 16 - HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.<br />
2010.1 16101 Houtzagerijen 0 50 100 50 R 100 3.2<br />
2010.2 16102 0 Houtconserveringsbedrijven:
Bijlage 1 Richtafstande<strong>nl</strong>ijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN<br />
SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />
CATEGORIE<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
GEVAAR<br />
GELUID<br />
STOF<br />
GEUR<br />
nummer<br />
2010.2 16102 1 - met creosootolie 200 30 50 10 200 4.1<br />
2010.2 16102 2 - met zoutoplossingen 10 30 50 10 50 3.1<br />
202 1621 Fineer- en plaatmaterialenfabrieken 100 30 100 10 100 3.2<br />
203, 204, 205 162 0 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout 0 30 100 0 100 3.2<br />
203, 204, 205 162 1 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2 0 30 50 0 50 3.1<br />
21 17 -<br />
21 17 - VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN<br />
2111 1711 Vervaardiging van pulp 200 100 200 C 50 R 200 4.1<br />
2112 1712 0 Papier- en kartonfabrieken:<br />
2112 1712 1 - p.c. < 3 t/u 50 30 50 C 30 R 50 3.1<br />
2112 1712 2 - p.c. 3 - 15 t/u 100 50 200 C Z 50 R 200 4.1<br />
2112 1712 3 - p.c. >= 15 t/u 200 100 300 C Z 100 R 300 4.2<br />
212 172 Papier- en kartonwarenfabrieken 30 30 100 C 30 R 100 3.2<br />
2121.2 17212 0 Golfkartonfabrieken:<br />
2121.2 17212 1 - p.c. < 3 t/u 30 30 100 C 30 R 100 3.2<br />
2121.2 17212 2 - p.c. >= 3 t/u 50 30 200 C Z 30 R 200 4.1<br />
22 58 -<br />
22 58 - UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA<br />
2221 1811 Drukkerijen van dagbladen 30 0 100 C 10 100 3.2<br />
2222 1812 Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) 30 0 100 10 100 3.2<br />
23 19 -<br />
23 19 - AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN<br />
2320.1 19201 Aardolieraffinaderijen 1500 100 1500 C Z 1500 R 1500 6<br />
2320.2 19202 A Smeeroliën- en vettenfabrieken 50 0 100 30 R 100 3.2<br />
2320.2 19202 B Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie 300 0 100 50 R 300 4.2<br />
2320.2 19202 C Aardolieproduktenfabrieken n.e.g. 300 0 200 50 R 300 D 4.2<br />
233 201, 212, 244 Splijt- en kweekstoffenbewerkingsbedrijven 10 10 100 1500 1500 D 6<br />
24 20 -<br />
24 20 - VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN<br />
2411 2011 0 Vervaardiging van industriële gassen:<br />
2412 2012 Kleur- en verfstoffenfabrieken 200 0 200 C 200 R 200 D 4.1<br />
2413 2012 0 Anorg. chemische grondstoffenfabrieken:<br />
2413 2012 1 - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 100 30 300 C 300 R 300 D 4.2<br />
2414.1 20141 A0 Organ. chemische grondstoffenfabrieken:<br />
2414.1 20141 A1 - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 300 10 200 C 300 R 300 D 4.2
Bijlage 1 Richtafstande<strong>nl</strong>ijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN<br />
SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />
CATEGORIE<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
GEVAAR<br />
GELUID<br />
STOF<br />
GEUR<br />
nummer<br />
2414.1 20141 B0 Methanolfabrieken:<br />
2414.1 20141 B1 - p.c. < 100.000 t/j 100 0 200 C 100 R 200 4.1<br />
2414.1 20141 B2 - p.c. >= 100.000 t/j 200 0 300 C Z 200 R 300 4.2<br />
2414.2 20149 0 Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synth.):<br />
2414.2 20149 1 - p.c. < 50.000 t/j 300 0 200 C 100 R 300 4.2<br />
242 202 0 Landbouwchemicaliënfabrieken:<br />
243 203 Verf, lak en vernisfabrieken 300 30 200 C 300 R 300 D 4.2<br />
2441 2120 0 Farmaceutische grondstoffenfabrieken:<br />
2441 2110 1 - p.c. < 1.000 t/j 200 10 200 C 300 R 300 4.2<br />
2442 2120 0 Farmaceutische produktenfabrieken:<br />
2442 2120 1 - formulering en afvullen geneesmiddelen 50 10 50 50 R 50 3.1<br />
2451 2041 Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken 300 100 200 C 100 R 300 4.2<br />
2452 2042 Parfumerie- en cosmeticafabrieken 300 30 50 C 50 R 300 4.2<br />
2462 2052 0 Lijm- en plakmiddelenfabrieken:<br />
2462 2052 1 - zonder dierlijke grondstoffen 100 10 100 50 100 3.2<br />
2464 205902 Fotochemische produktenfabrieken 50 10 100 50 R 100 3.2<br />
2466 205903 A Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken 50 10 50 50 R 50 3.1<br />
2466 205903 B Overige chemische produktenfabrieken n.e.g. 200 30 100 C 200 R 200 D 4.1<br />
247 2060 Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken 300 30 300 C 200 R 300 4.2<br />
25 22 -<br />
25 22 - VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF<br />
2511 221101 Rubberbandenfabrieken 300 50 300 C 100 R 300 4.2<br />
2512 221102 0 Loopvlakvernieuwingsbedrijven:<br />
2512 221102 1 - vloeropp. < 100 m2 50 10 30 30 50 3.1<br />
2512 221102 2 - vloeropp. >= 100 m2 200 50 100 50 R 200 4.1<br />
2513 2219 Rubber-artikelenfabrieken 100 10 50 50 R 100 D 3.2<br />
252 222 0 Kunststofverwerkende bedrijven:<br />
252 222 1 - zonder fenolharsen 200 50 100 100 R 200 4.1<br />
252 222 2 - met fenolharsen 300 50 100 200 R 300 4.2<br />
252 222 3 - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen 50 30 50 30 50 3.1<br />
26 23 -<br />
26 23 - VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN<br />
261 231 0 Glasfabrieken:<br />
261 231 1 - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j 30 30 100 30 100 3.2
Bijlage 1 Richtafstande<strong>nl</strong>ijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN<br />
SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />
CATEGORIE<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
GEVAAR<br />
GELUID<br />
STOF<br />
GEUR<br />
nummer<br />
261 231 2 - glas en glasprodukten, p.c. >= 5.000 t/j 30 100 300 C Z 50 R 300 4.2<br />
261 231 3 - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j 300 100 100 30 300 4.2<br />
2615 231 Glasbewerkingsbedrijven 10 30 50 10 50 3.1<br />
262, 263 232, 234 0 Aardewerkfabrieken:<br />
262, 263 232, 234 2 - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW 30 50 100 30 100 3.2<br />
264 233 A Baksteen en baksteenelementenfabrieken 30 200 200 30 200 4.1<br />
264 233 B Dakpannenfabrieken 50 200 200 100 R 200 4.1<br />
2651 2351 0 Cementfabrieken:<br />
2652 235201 0 Kalkfabrieken:<br />
2652 235201 1 - p.c. < 100.000 t/j 30 200 200 30 R 200 4.1<br />
2653 235202 0 Gipsfabrieken:<br />
2653 235202 1 - p.c. < 100.000 t/j 30 200 200 30 R 200 4.1<br />
2661.1 23611 0 Betonwarenfabrieken:<br />
2661.1 23611 1 - zonder persen, triltafels en bekistingtrille 10 100 200 30 200 4.1<br />
2661.1 23611 2 - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 t/d 10 100 300 30 300 4.2<br />
2661.2 23612 0 Kalkzandsteenfabrieken:<br />
2661.2 23612 1 - p.c. < 100.000 t/j 10 50 100 30 100 3.2<br />
2661.2 23612 2 - p.c. >= 100.000 t/j 30 200 300 Z 30 300 4.2<br />
2662 2362 Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken 50 50 100 30 100 3.2<br />
2663, 2664 2363, 2364 0 Betonmortelcentrales:<br />
2663, 2664 2363, 2364 1 - p.c. < 100 t/u 10 50 100 10 100 3.2<br />
2663, 2664 2363, 2364 2 - p.c. >= 100 t/u 30 200 300 Z 10 300 4.2<br />
2665, 2666 2365, 2369 0 Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips:<br />
2665, 2666 2365, 2369 1 - p.c. < 100 t/d 10 50 100 50 R 100 3.2<br />
2665, 2666 2365, 2369 2 - p.c. >= 100 t/d 30 200 300 Z 200 R 300 4.2<br />
267 237 0 Natuursteenbewerkingsbedrijven:<br />
267 237 1 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m² 10 30 100 0 100 D 3.2<br />
267 237 2 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. = 5.000 t/j 100 200 300 C Z 30 300 4.2<br />
2682 2399 B2 - overige isolatiematerialen 200 100 100 C 50 200 4.1
Bijlage 1 Richtafstande<strong>nl</strong>ijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN<br />
SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />
CATEGORIE<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
GEVAAR<br />
GELUID<br />
STOF<br />
GEUR<br />
nummer<br />
2682 2399 C Minerale produktenfabrieken n.e.g. 50 50 100 50 100 D 3.2<br />
2682 2399 D0 Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur 100 50 200 30 200 4.1<br />
2682 2399 D1 - asfaltcentrales, p.c. >= 100 ton/uur 200 100 300 Z 50 300 4.2<br />
27 24 -<br />
27 24 - VERVAARDIGING VAN METALEN<br />
271 241 0 Ruwijzer- en staalfabrieken:<br />
271 241 2 - p.c. >= 1.000 t/j 1500 1000 1500 C Z 300 R 1500 6<br />
272 241 0 IJzeren- en stalenbuizenfabrieken:<br />
273 243 0 Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen:<br />
273 243 1 - p.o. < 2.000 m2 30 30 300 30 300 4.2<br />
274 244 A0 Non-ferro-metaalfabrieken:<br />
274 244 A1 - p.c. < 1.000 t/j 100 100 300 30 R 300 4.2<br />
274 244 B0 Non-ferro-metaalwalserijen, -trekkerijen e.d.:<br />
2751, 2752 2451, 2452 0 IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen:<br />
2751, 2752 2451, 2452 1 - p.c. < 4.000 t/j 100 50 300 C 30 R 300 4.2<br />
2753, 2754 2453, 2454 0 Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen:<br />
2753, 2754 2453, 2454 1 - p.c. < 4.000 t/j 100 50 300 C 30 R 300 4.2<br />
28 25 -<br />
VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL.<br />
28 25, 31 - MACH./TRANSPORTMIDD.)<br />
281 251, 331 0 Constructiewerkplaatsen:<br />
281 251, 331 1 - gesloten gebouw 30 30 100 30 100 3.2<br />
281 251, 331 1a - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2 30 30 50 10 50 3.1<br />
281 251, 331 2 - in open lucht, p.o. < 2.000 m2 30 50 200 30 200 4.1<br />
281 251, 331 3 - in open lucht, p.o. >= 2.000 m2 50 200 300 Z 30 300 4.2<br />
2821 2529, 3311 0 Tank- en reservoirbouwbedrijven:<br />
2821 2529, 3311 1 - p.o. < 2.000 m2 30 50 300 30 R 300 4.2<br />
2822, 2830 2521, 2530, 3311 Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels 30 30 200 30 200 4.1<br />
284 255, 331 A Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven 10 30 200 30 200 4.1<br />
284 255, 331 B Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. 50 30 100 30 100 D 3.2<br />
284 255, 331 B1 Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2 30 30 50 10 50 D 3.1<br />
2851 2561, 3311 0 Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:<br />
2851 2561, 3311 1 - algemeen 50 50 100 50 100 3.2<br />
2851 2561, 3311 10 - stralen 30 200 200 30 200 D 4.1<br />
2851 2561, 3311 11 - metaalharden 30 50 100 50 100 D 3.2
Bijlage 1 Richtafstande<strong>nl</strong>ijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN<br />
SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />
CATEGORIE<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
GEVAAR<br />
GELUID<br />
STOF<br />
GEUR<br />
nummer<br />
2851 2561, 3311 12 - lakspuiten en moffelen 100 30 100 50 R 100 D 3.2<br />
2851 2561, 3311 2 - scoperen (opspuiten van zink) 50 50 100 30 R 100 D 3.2<br />
2851 2561, 3311 3 - thermisch verzinken 100 50 100 50 100 3.2<br />
2851 2561, 3311 4 - thermisch vertinnen 100 50 100 50 100 3.2<br />
2851 2561, 3311 5 - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten) 30 50 100 30 100 3.2<br />
2851 2561,3311 6 - anodiseren, eloxeren 50 10 100 30 100 3.2<br />
2851 2561, 3311 7 - chemische oppervlaktebehandeling 50 10 100 30 100 3.2<br />
2851 2561, 3311 8 - emailleren 100 50 100 50 R 100 3.2<br />
2851 2561, 3311 9 - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed) 30 30 100 50 100 3.2<br />
2852 2562, 3311 1 Overige metaalbewerkende industrie 10 30 100 30 100 D 3.2<br />
2852 2562, 3311 2 Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. = 1 MW 50 30 300 Z 30 300 D 4.2<br />
30 26, 28, 33 - VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS<br />
30 26, 28, 33 -<br />
30 26, 28, 33 A Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie 30 10 30 10 30 2<br />
31 26, 27, 33 -<br />
31 26, 27, 33 - VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.<br />
311 271, 331 Elektromotoren- en generatorenfabrieken incl. reparatie 200 30 30 50 200 4.1<br />
312 271, 273 Schakel- en installatiemateriaalfabrieken 200 10 30 50 200 4.1<br />
313 273 Elektrische draad- en kabelfabrieken 100 10 200 100 R 200 D 4.1<br />
314 272 Accumulatoren- en batterijenfabrieken 100 30 100 50 100 3.2<br />
315 274 Lampenfabrieken 200 30 30 300 R 300 4.2<br />
3162 2790 Koolelektrodenfabrieken 1500 300 1000 C Z 200 R 1500 6<br />
32 26,33 -<br />
32 26, 33 - VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH.<br />
321 t/m 323 261, 263, 264, 331 Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. 30 0 50 30 50 D 3.1
Bijlage 1 Richtafstande<strong>nl</strong>ijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN<br />
SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />
CATEGORIE<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
GEVAAR<br />
GELUID<br />
STOF<br />
GEUR<br />
nummer<br />
3210 2612 Fabrieken voor gedrukte bedrading 50 10 50 30 50 3.1<br />
33 26, 32, 33 -<br />
33 26, 32, 33 - VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN<br />
33 26, 32, 33 A Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie 30 0 30 0 30 2<br />
34 29 -<br />
34 29 VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS<br />
341 291 0 Autofabrieken en assemblagebedrijven<br />
341 291 1 - p.o. < 10.000 m2 100 10 200 C 30 R 200 D 4.1<br />
341 291 2 - p.o. >= 10.000 m2 200 30 300 Z 50 R 300 4.2<br />
3420.1 29201 Carrosseriefabrieken 100 10 200 30 R 200 4.1<br />
3420.2 29202 Aanhangwagen- en opleggerfabrieken 30 10 200 30 200 4.1<br />
343 293 Auto-onderdelenfabrieken 30 10 100 30 R 100 3.2<br />
35 30 -<br />
35 30 - VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)<br />
351 301, 3315 0 Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:<br />
351 301, 3315 1 - houten schepen 30 30 50 10 50 3.1<br />
351 301, 3315 2 - kunststof schepen 100 50 100 50 R 100 3.2<br />
351 301, 3315 3 - metalen schepen < 25 m 50 100 200 30 200 4.1<br />
352 302, 317 0 Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:<br />
352 302, 317 1 - algemeen 50 30 100 30 100 3.2<br />
352 302, 317 2 - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW 50 30 300 Z 30 R 300 4.2<br />
353 303,3316 0 Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:<br />
353 303, 3316 1 - zonder proefdraaien motoren 50 30 200 30 200 4.1<br />
354 309 Rijwiel- en motorrijwielfabrieken 30 10 100 30 R 100 3.2<br />
355 3099 Transportmiddelenindustrie n.e.g. 30 30 100 30 100 D 3.2<br />
36 31 -<br />
36 31 - VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.<br />
361 310 1 Meubelfabrieken 50 50 100 30 100 D 3.2<br />
361 9524 2 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 0 10 10 0 10 1<br />
362 321 Fabricage van munten, sieraden e.d. 30 10 10 10 30 2<br />
363 322 Muziekinstrumentenfabrieken 30 10 30 10 30 2<br />
364 323 Sportartikelenfabrieken 30 10 50 30 50 3.1<br />
365 324 Speelgoedartikelenfabrieken 30 10 50 30 50 3.1<br />
3663.1 32991 Sociale werkvoorziening 0 30 30 0 30 2
Bijlage 1 Richtafstande<strong>nl</strong>ijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN<br />
SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />
CATEGORIE<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
GEVAAR<br />
GELUID<br />
STOF<br />
GEUR<br />
nummer<br />
3663.2 32999 Vervaardiging van overige goederen n.e.g. 30 10 50 30 50 D 3.1<br />
37 38 -<br />
37 38 - VOORBEREIDING TOT RECYCLING<br />
372 383202 A0 Puinbrekerijen en -malerijen:<br />
372 383202 A1 - v.c. < 100.000 t/j 30 100 300 10 300 4.2<br />
372 383202 B Rubberregeneratiebedrijven 300 50 100 50 R 300 4.2<br />
372 383202 C Afvalscheidingsinstallaties 200 200 300 C 50 300 4.2<br />
40 35 -<br />
40 35 - PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER<br />
40 35 A0 Elektriciteitsproduktiebedrijven (electrisch vermogen >= 50 MWe)<br />
40 35 A4 - kerncentrales met koeltorens 10 10 500 C 1500 1500 D 6<br />
40 35 B0 bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe:<br />
- covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen<br />
40 35 B1 voedingsindustrie 100 50 100 30 R 100 3.2<br />
40 35 B2 - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa 50 50 100 30 R 100 3.2<br />
40 35 C0 Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:<br />
40 35 C1 - < 10 MVA 0 0 30 C 10 30 2<br />
40 35 C2 - 10 - 100 MVA 0 0 50 C 30 50 3.1<br />
40 35 C3 - 100 - 200 MVA 0 0 100 C 50 100 3.2<br />
40 35 C4 - 200 - 1000 MVA 0 0 300 C Z 50 300 4.2<br />
40 35 D0 Gasdistributiebedrijven:<br />
40 35 D1 - gascompressorstations vermogen < 100 MW 0 0 300 C 100 300 4.2<br />
40 35 D5 - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D 0 0 50 C 50 R 50 3.1<br />
40 35 E0 Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:<br />
40 35 E1 - stadsverwarming 30 10 100 C 50 100 3.2<br />
41 36 -<br />
41 36 - WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER<br />
41 36 A0 Waterwinning-/ bereiding- bedrijven:<br />
41 36 A2 - bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling 10 0 50 C 30 50 3.1<br />
41 36 B0 Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:<br />
41 36 B1 - < 1 MW 0 0 30 C 10 30 2<br />
41 36 B2 - 1 - 15 MW 0 0 100 C 10 100 3.2<br />
41 36 B3 - >= 15 MW 0 0 300 C 10 300 4.2<br />
45 41, 42, 43 -<br />
45 41, 42, 43 - BOUWNIJVERHEID
Bijlage 1 Richtafstande<strong>nl</strong>ijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN<br />
SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />
CATEGORIE<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
GEVAAR<br />
GELUID<br />
STOF<br />
GEUR<br />
nummer<br />
45 41, 42, 43 0 Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m² 10 30 100 10 100 3.2<br />
45 41, 42, 43 1 - bouwbedrijven algemeen: b.o. 1000 m² 10 30 50 10 50 3.1<br />
45 41, 42, 43 3 - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m² 0 10 30 10 30 2<br />
50 45, 47 -<br />
50 45, 47 - HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS<br />
501 451 Groothandel in vrachtauto's (incl. import) 10 10 100 10 100 3.2<br />
5020.4 45204 A Autoplaatwerkerijen 10 30 100 10 100 3.2<br />
5020.4 45204 C Autospuitinrichtingen 50 30 30 30 R 50 3.1<br />
51 46 -<br />
51 46 - GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING<br />
5121 4621 0 Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders 30 30 50 30 R 50 3.1<br />
Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur<br />
5121 4621 1 of meer 100 100 300 Z 50 R 300 4.2<br />
5122 4622 Grth in bloemen en planten 10 10 30 0 30 2<br />
5123 4623 Grth in levende dieren 50 10 100 C 0 100 3.2<br />
5124 4624 Grth in huiden, vellen en leder 50 0 30 0 50 3.1<br />
5125, 5131 46217, 4631 Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen 30 10 30 50 R 50 3.1<br />
5132, 5133 4632, 4633 Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën 10 0 30 50 R 50 3.1<br />
5134 4634 Grth in dranken 0 0 30 0 30 2<br />
5135 4635 Grth in tabaksprodukten 10 0 30 0 30 2<br />
5136 4636 Grth in suiker, chocolade en suikerwerk 10 10 30 0 30 2<br />
5137 4637 Grth in koffie, thee, cacao en specerijen 30 10 30 0 30 2<br />
5138, 5139 4638, 4639 Grth in overige voedings- en genotmiddelen 10 10 30 10 30 2<br />
514 464, 46733 Grth in overige consumentenartikelen 10 10 30 10 30 2<br />
5148.7 46499 0 Grth in vuurwerk en munitie:<br />
5148.7 46499 1 - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton 10 0 30 10 V 30 2<br />
5148.7 46499 2 - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton 10 0 30 50 V 50 3.1<br />
5148.7 46499 5 - munitie 0 0 30 30 30 2<br />
5151.1 46711 0 Grth in vaste brandstoffen:<br />
5151.1 46711 1 - klein, lokaal verzorgingsgebied 10 50 50 30 50 3.1<br />
5151.2 46712 0 Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:<br />
5151.2 46712 1 - vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3 50 0 50 200 R 200 D 4.1<br />
5151.2 46712 3 - tot vloeistof verdichte gassen 50 0 50 300 R 300 D 4.2<br />
5151.3 46713 Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen) 100 0 30 50 100 3.2
Bijlage 1 Richtafstande<strong>nl</strong>ijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN<br />
SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />
CATEGORIE<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
GEVAAR<br />
GELUID<br />
STOF<br />
GEUR<br />
nummer<br />
5152.1 46721 0 Grth in metaalertsen:<br />
5152.1 46721 1 - opslag opp. < 2.000 m2 30 300 300 10 300 4.2<br />
5152.2 /.3 46722, 46723 Grth in metalen en -halffabrikaten 0 10 100 10 100 3.2<br />
5153 4673 0 Grth in hout en bouwmaterialen:<br />
5153 4673 1 - algemeen: b.o. > 2000 m² 0 10 50 10 50 3.1<br />
5153 4673 2 - algemeen: b.o. 200 m² 0 30 100 0 100 3.2<br />
5153.4 46735 6 - algemeen: b.o. 2.000 m² 0 0 50 10 50 3.1<br />
5154 4674 2 - algemeen: b.o. < = 2.000 m² 0 0 30 0 30 2<br />
5155.1 46751 Grth in chemische produkten 50 10 30 100 R 100 D 3.2<br />
5155.2 46752 Grth in kunstmeststoffen 30 30 30 30 R 30 2<br />
5156 4676 Grth in overige intermediaire goederen 10 10 30 10 30 2<br />
5157 4677 0 Autosloperijen: b.o. > 1000 m² 10 30 100 30 100 3.2<br />
5157 4677 1 - autosloperijen: b.o. 1000 m² 10 30 100 10 100 D 3.2<br />
5157.2/3 4677 1 - overige groothandel in afval en schroot: b.o. 1000 m² 0 0 100 C 30 100 3.2<br />
6024 494 1 - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o.
Bijlage 1 Richtafstande<strong>nl</strong>ijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN<br />
SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />
CATEGORIE<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
GEVAAR<br />
GELUID<br />
STOF<br />
GEUR<br />
nummer<br />
6311.2 52242 0 Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart:<br />
6311.2 52241 1 - containers 0 10 300 50 R 300 4.2<br />
6311.2 52242 10 - tankercleaning 300 10 100 200 R 300 4.2<br />
6311.2 52242 2 - stukgoederen 0 10 100 50 R 100 D 3.2<br />
6311.2 52242 3 - ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. < 2.000 m² 30 200 300 30 300 4.2<br />
6311.2 52242 5 - granen of meelsoorten , v.c. < 500 t/u 50 300 200 50 R 300 4.2<br />
6311.2 52242 7 - steenkool, opslagopp. < 2.000 m2 50 300 300 50 300 4.2<br />
6312 52102, 52109 A Distributiecentra, koelhuizen 30 10 50 C 50 R 50 D 3.1<br />
6312 52109 B Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte) 0 0 30 C 10 30 2<br />
6321 5221 2 Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties) 10 0 100 C 30 100 3.2<br />
64 53 -<br />
64 53 - POST EN TELECOMMUNICATIE<br />
641 531, 532 Post- en koeriersdiensten 0 0 30 C 0 30 2<br />
642 61 A Telecommunicatiebedrijven 0 0 10 C 0 10 1<br />
71 77 -<br />
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE<br />
71 77 - GOEDEREN<br />
712 7712, 7739 Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's) 10 0 50 10 50 D 3.1<br />
713 773 Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen 10 0 50 10 50 D 3.1<br />
714 772 Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. 10 10 30 10 30 D 2<br />
72 62<br />
72 62 - COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE<br />
72 58, 63 B Datacentra 0 0 30 C 0 30 2<br />
63, 69tm71,<br />
74<br />
73,74,77,78, 80tm82 -<br />
63, 69tm71,<br />
74<br />
73,74,77,78, 80tm82 - OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING<br />
747 812 Reinigingsbedrijven voor gebouwen 50 10 30 30 50 D 3.1<br />
7481.3 74203 Foto- en filmontwikkelcentrales 10 0 30 C 10 30 2<br />
7484.3 82991 Veilingen voor landbouw- en visserijprodukten 50 30 200 C 50 R 200 4.1<br />
90 37, 38, 39 -<br />
90 37, 38, 39 - MILIEUDIENSTVERLENING<br />
9001 3700 A0 RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:<br />
9001 3700 A1 - < 100.000 i.e. 200 10 100 C 10 200 4.1
Bijlage 1 Richtafstande<strong>nl</strong>ijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN<br />
SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />
CATEGORIE<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
GEVAAR<br />
GELUID<br />
STOF<br />
GEUR<br />
nummer<br />
9001 3700 A2 - 100.000 - 300.000 i.e. 300 10 200 C Z 10 300 4.2<br />
9001 3700 B rioolgemalen 30 0 10 C 0 30 2<br />
9002.1 381 A Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d. 50 30 50 10 50 3.1<br />
9002.1 381 B <strong>Gemeente</strong>werven (afval-inzameldepots) 30 30 50 30 R 50 3.1<br />
9002.1 381 C Vuiloverslagstations 200 200 300 30 300 4.2<br />
9002.2 382 A0 Afvalverwerkingsbedrijven:<br />
9002.2 382 A2 - kabelbranderijen 100 50 30 10 100 3.2<br />
9002.2 382 A3 - verwerking radio-actief afval 0 10 200 C 1500 1500 6<br />
9002.2 382 A4 - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) 50 10 30 10 50 3.1<br />
9002.2 382 A5 - oplosmiddelterugwinning 100 0 10 30 R 100 D 3.2<br />
9002.2 382 A6 - afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW 300 200 300 C Z 50 300 D 4.2<br />
9002.2 382 A7 - verwerking fotochemisch en galvano-afval 10 10 30 30 R 30 2<br />
9002.2 382 B Vuilstortplaatsen 300 200 300 10 300 4.2<br />
9002.2 382 C0 Composteerbedrijven:<br />
9002.2 382 C3 - belucht v.c. < 20.000 ton/jr 100 100 100 10 100 3.2<br />
9002.2 382 C4 - belucht v.c. > 20.000 ton/jr 200 200 100 30 200 4.1<br />
9002.2 382 C5 - GFT in gesloten gebouw 200 50 100 100 R 200 4.1<br />
93 96 -<br />
93 96 - OVERIGE DIENSTVERLENING<br />
9301.1 96011 A Wasserijen en strijkinrichtingen 30 0 50 C 30 50 3.1<br />
9301.1 96011 B Tapijtreinigingsbedrijven 30 0 50 30 50 3.1<br />
9301.2 96012 Chemische wasserijen en ververijen 30 0 30 30 R 30 2<br />
9301.3 96013 A Wasverzendinrichtingen 0 0 30 0 30 2
Bijlage 2 Lijst van Bedrijven 'functiemenging'<br />
Toelichting regeling toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten<br />
Om de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten in dit bestemmingsplan vast te leggen is gebruikgemaakt van<br />
een milieuzonering. Een milieuzonering zorgt ervoor dat milieubelastende functies (zoals bedrijven) en<br />
milieugevoelige functies (zoals woningen) waar nodig ruimtelijk voldoende worden gescheiden. De<br />
gehanteerde milieuzonering is gekoppeld aan een Staat van Bedrijfsactiviteiten.<br />
Een Staat van Bedrijfsactiviteiten is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten, al<br />
naar gelang de te verwachten belasting voor het milieu, zijn ingedeeld in een aantal categorieën. Voor de<br />
indeling in de categorieën zijn de volgende ruimtelijk relevante milieuaspecten van belang:<br />
geluid;<br />
geur;<br />
stof;<br />
gevaar (met name brand- en explosiegevaar).<br />
Daarnaast kan de verkeersaantrekkende werking van een bedrijf relevant zijn.<br />
Toepassing Lijst van Bedrijven 'functiemenging'<br />
Algemeen<br />
In de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (2009) zijn twee Voorbeeldstaten voor milieuzonering<br />
opgenomen, namelijk de 'Voorbeeldstaat van Bedrijfsactiviteiten voor bedrijventerreinen' en de '<br />
Voorbeeldstaat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging'.<br />
De aanpak van milieuzonering en de in dit plan gebruikte Lijst van Bedrijven 'functiemenging' (LvB<br />
'functiemenging') is gebaseerd op de tweede VoorbeeldStaat in de VNG-publicatie Bedrijven en<br />
milieuzonering (2009). De LvB 'functiemenging' wordt gehanteerd in gebieden waar bedrijven of andere<br />
milieubelastende functies verspreid zijn gesitueerd tussen woningen en/of andere gevoelige functies.<br />
Onderstaand wordt hier meer in detail op ingegaan. Het gaat in dergelijke gebieden in het algemeen om<br />
relatief kleinschalige bedrijvigheid die op korte afstand van woningen kan worden toegestaan. De<br />
toelaatbaarheid van activiteiten wordt voor dergelijke gebieden in de VNG-publicatie (en de LvB<br />
'functiemenging') bepaald met behulp van op deze situaties toegesneden toelatingscriteria.<br />
Functiemengingsgebieden<br />
In bestaande gebieden waar in enige vorm sprake is van functiemenging, of in gebieden waar bewust<br />
functiemenging wordt nagestreefd (bijvoorbeeld om een grotere levendigheid tot stand te brengen), wordt de<br />
LvB 'functiemenging' toegepast. Zoals in de VNG-publicatie reeds is aangegeven kan bij<br />
functiemengingsgebieden gedacht worden aan:<br />
stadscentra, dorpskernen en winkelcentra;<br />
horecaconcentratiegebieden;<br />
zones met functiemenging langs stedelijke toegangswegen en in lintbebouwingen;<br />
(delen van) woongebieden met kleinschalige c.q. ambachtelijke bedrijvigheid.<br />
Daarnaast kan ook in (delen van) woongebieden waar enige vorm van bedrijvigheid aanwezig of gewenst is de<br />
LvB 'functiemenging' worden toegepast.<br />
122 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Kenmerken van de activiteiten<br />
De activiteiten in dergelijke gebieden verschillen in het algemeen qua aard en schaal sterk van de activiteiten<br />
op een bedrijventerrein. Behalve in historisch gegroeide situaties gaat het in hoofdzaak om:<br />
kleinschalige, meest ambachtelijke bedrijvigheid;<br />
bedrijven waarbij de productie en/of laad- en loswerkzaamheden alleen in de dagperiode plaatsvindt;<br />
activiteiten die hoofdzakelijk inpandig geschieden.<br />
De toegepaste Lijst van Bedrijven 'functiemenging'<br />
De bovengenoemde criteria liggen mede ten grondslag aan de selectie van activiteiten die zijn opgenomen in<br />
de Lijst van Bedrijven 'functiemenging'. In de Lijst van Bedrijven 'functiemenging' zijn de aspecten geluid,<br />
geur, stof en gevaar en de index voor verkeersaantrekkende werking (zoals aangegeven onder het kopje<br />
'Regeling toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten met behulp van milieuzonering') in de categorisering<br />
opgenomen. Deze Lijst is samengesteld volgens dezelfde methodiek als de betreffende Voorbeeldstaat uit de<br />
VNG-publicatie. Op twee punten is een andere werkwijze toegepast:<br />
1. In dit plan wordt alleen de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten gekoppeld aan de Lijst. In de Lijst van<br />
Bedrijven 'functiemenging' zijn daarom alleen de activiteiten opgenomen die passen binnen de definitie<br />
van bedrijf volgens de begripsbepalingen in de regels van dit bestemmingsplan. De toelaatbaarheid van<br />
andere functies wordt in dit plan indien nodig op een andere wijze in de regels en op de plankaart van dit<br />
bestemmingsplan geregeld (bijvoorbeeld horecabedrijven via een afzonderlijke Lijst van Horecaactiviteiten).<br />
Toegevoegd zijn enkele regelmatig voorkomende bedrijfsactiviteiten die in de lijst van de<br />
VNG-publicatie niet specifiek zijn opgenomen, maar wel aan de genoemde criteria voldoen zoals een<br />
ambachtelijke glas-in-loodzetterij en caravanstalling. Voor aannemers, SBI-code 45, heeft een nadere<br />
specificatie van de activiteiten plaatsgevonden met bijbehorende categorie-indeling die is afgestemd op<br />
de verwachte milieueffecten van deze activiteiten.<br />
2. In de Lijst van Bedrijven 'functiemenging' is in de categorie-indeling een nader onderscheid gemaakt<br />
tussen categorie B1 en B2. Voor de toepassing in dit bestemmingsplan blijkt het onderscheid tussen<br />
categorie A en categorie B zoals beschreven in de VNG-publicatie te groot om de toelaatbaarheid van<br />
activiteiten voldoende af te kunnen stemmen op de kenmerken van de functiemengingsgebieden en het<br />
daarin te volgen beleid.<br />
Categorie-indeling<br />
Zoals in de VNG-publicatie is aangegeven kan, vanwege de bijzondere kenmerken van gebieden met enige<br />
vorm van functiemenging, niet worden gewerkt met een systematiek van richtafstanden en afstandsstappen:<br />
vanwege de zeer korte afstand tussen milieubelastende en milieugevoelige functies is een dergelijke<br />
systematiek niet geschikt voor functiemengingsgebieden. De Lijst van Bedrijven 'functiemenging' hanteert<br />
vier categorieën A, B1, B2 en C met specifieke criteria voor de toelaatbaarheid die onderstaand uiteen zijn<br />
gezet.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 123
Categorie A<br />
Bedrijfsactiviteiten die direct naast of beneden woningen/andere gevoelige functies zijn toegestaan,<br />
desgewenst in daarvoor omschreven zones binnen rustige woongebieden. De activiteiten zijn zodanig weinig<br />
milieubelastend dat de eisen uit het Bouwbesluit toereikend zijn.<br />
Categorie B1<br />
Bedrijfsactiviteiten die direct naast of beneden woningen/andere gevoelige functies in een daarvoor<br />
omschreven gebied met functiemenging zijn toegestaan. De activiteiten zijn zodanig weinig milieubelastend<br />
dat de eisen uit het Bouwbesluit toereikend zijn.<br />
Categorie B2<br />
Bedrijfsactiviteiten die in een gemengd gebied kunnen worden uitgeoefend, echter bouwkundig afgescheiden<br />
van woningen/andere gevoelige functies. Bouwkundig afgescheiden betekent dat de panden los van elkaar<br />
dienen te staan. Uitzondering hierop vormen binnenterreinen omringd door voornamelijk woningen: ook al<br />
zijn bedrijven bouwkundig afgescheiden van woningen, op deze locaties zijn hooguit categorie B1 bedrijven<br />
toegestaan.<br />
Categorie C<br />
Activiteiten genoemd onder categorie B2, waarbij vanwege relatief grote verkeersaantrekkende werking een<br />
directe ontsluiting op hoofdinfrastructuur gewenst is.<br />
Flexibiliteit<br />
De Lijst van Bedrijven 'functiemenging' blijkt in de praktijk een relatief grof hulpmiddel te zijn om hinder door<br />
bedrijfsactiviteiten in te schatten. De inschalingen gaan uit van een gemiddeld bedrijf met een moderne<br />
bedrijfsvoering. Het komt in de praktijk voor dat een bepaald bedrijf als gevolg van een geringe omvang van<br />
hinderlijke deelactiviteiten, een milieuvriendelijke werkwijze of bijzondere voorzieningen minder hinder<br />
veroorzaakt dan in de Lijst van Bedrijven 'functiemenging' is verondersteld. In de regels is daarom bepaald<br />
dat het college van burgemeester en wethouders een dergelijk bedrijf toch kan toestaan, indien dit bedrijf<br />
niet binnen de algemene toelaatbaarheid past. Bij de Lijst van Bedrijven 'functiemenging' is deze mogelijkheid<br />
beperkt tot maximaal 1 categorie (dus bijvoorbeeld categorie B1 in plaats van A of categorie B2 in plaats van<br />
B1). Om te kunnen afwijken moet worden aangetoond dat het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving<br />
(gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) vergelijkbaar is met andere bedrijven uit<br />
de desbetreffende lagere categorie.<br />
Daarnaast is het mogelijk dat bepaalde bedrijven zich aandienen, waarvan de activiteiten in de Lijst van<br />
Bedrijven 'functiemenging' niet zijn genoemd, maar die qua aard en invloed overeenkomen met bedrijven die<br />
wel zijn toegestaan. Met het oog hierop is in de regels bepaald dat het college van burgemeester en<br />
wethouders kan afwijken en vestiging van een dergelijk bedrijf kan toestaan. Om te kunnen afwijken moet op<br />
basis van milieutechnisch onderzoek worden aangetoond dat het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving<br />
vergelijkbaar is met direct toegelaten bedrijven.<br />
124 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Lijst van afkortingen in de Lijst van Bedrijven 'functiemenging':<br />
- niet van toepassing<br />
of niet relevant<br />
< kleiner dan<br />
> groter<br />
= gelijk aan<br />
cat. categorie<br />
e.d. en dergelijke<br />
kl. klasse<br />
n.e.g. niet elders<br />
genoemd<br />
o.c. opslagcapaciteit<br />
p.c. productiecapaciteit<br />
p.o. productieoppervlak<br />
b.o. bedrijfsoppervlak<br />
v.c. verwerkingscapaciteit<br />
u uur<br />
d dag<br />
w week<br />
j jaar<br />
SBI-CODE<br />
SBI-CODE<br />
1993<br />
2008 OMSCHRIJVING<br />
nummer<br />
LANDBOUW EN DIENSTVERLENING TEN<br />
CATEGORIE<br />
01 01 - BEHOEVE VAN DE LANDBOUW<br />
Dienstverlening ten behoeve van de<br />
014 016 0 landbouw:<br />
014 016 2<br />
- algemeen (onder andere<br />
loonbedrijven), b.o < 500 m²<br />
B1<br />
014 016 4<br />
- plantsoenendiensten en<br />
hoveniersbedrijven, b.o. < 500 m²<br />
B1<br />
15 10, 11 -<br />
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN<br />
EN DRANKEN<br />
151 101, 102 0 Slachterijen en overige vleesverwerking:<br />
151 101 6<br />
- vleeswaren- en<br />
vleesconservenfabrieken, p.o. < 200 m²<br />
B2<br />
1552 1052 2 Consumptie-ijsfabrieken, p.o. < 200 m²<br />
Broodfabrieken, brood- en<br />
B1<br />
banketbakkerijen, v.c. < 7.500 kg<br />
B1<br />
1581 1071 1 meel/week<br />
Verwerking cacaobonen en vervaardiging<br />
1584 10821 0 chocolade- en suikerwerk:<br />
- cacao- en chocoladefabrieken,<br />
vervaardigen van chocoladewerken met p.o. B1<br />
1584 10821 3 < 200 m²<br />
1584 10821 6<br />
- suikerwerkfabrieken zonder suiker<br />
branden, p.o. < 200 m²<br />
B1<br />
1593 t/m 1595<br />
1102 t/m<br />
1104 Vervaardiging van wijn, cider en dergelijke<br />
B1<br />
17 13 - VERVAARDIGING VAN TEXTIEL<br />
174, 175 139 Vervaardiging van textielwaren B2<br />
176, 177 139, 143<br />
Vervaardiging van gebreide en gehaakte<br />
stoffen en artikelen<br />
B2<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 125
VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN<br />
18 14 - EN VERVEN VAN BONT<br />
181 141 Vervaardiging kleding van leer<br />
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING<br />
ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK EN<br />
B2<br />
20 16 - DERGELIJKE<br />
203, 204, 205 162 1<br />
Timmerwerkfabrieken, vervaardiging<br />
overige artikelen van hout, p.o. < 200 m²<br />
B2<br />
205 162902 Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken<br />
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN<br />
B1<br />
22 58 - REPRODUCTIE VAN OPGENOMEN MEDIA<br />
2222.6 18129 Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen B1<br />
2223 1814 A Grafische afwerking A<br />
2223 1814 B Binderijen B1<br />
2224 1813 Grafische reproductie en zetten B1<br />
2225 1814 Overige grafische activiteiten B1<br />
223 182 Reproductiebedrijven opgenomen media A<br />
24 20 -<br />
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE<br />
PRODUCTEN<br />
2442 2120 0 Farmaceutische productenfabrieken:<br />
2442 2120 2 - verbandmiddelenfabrieken B1<br />
26 23 -<br />
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK,<br />
CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUCTEN<br />
2615 231 Glasbewerkingsbedrijven B2<br />
262, 263 232, 234 0 Aardewerkfabrieken:<br />
262, 263 232, 234 1<br />
- vermogen elektrische ovens totaal<br />
< 40 kW<br />
B1<br />
267 237 0 Natuursteenbewerkingsbedrijven:<br />
267 237 2<br />
- zonder breken, zeven en drogen indien<br />
p.o. < 2.000 m²<br />
B2<br />
2681 2391 Slijp- en polijstmiddelen fabrieken B2<br />
28 25 -<br />
VERVAARDIGING EN REPARATIE VAN<br />
PRODUCTEN VAN METAAL (EXCLUSIEF<br />
MACHINES/ TRANSPORTMIDDELEN)<br />
281 251, 331 1a - gesloten gebouw, p.o. < 200 m² B2<br />
284 255, 331 B1<br />
Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen<br />
en dergelijke, p.o. < 200 m²<br />
B2<br />
2852 2562, 3311 2<br />
Overige metaalbewerkende industrie,<br />
inpandig, p.o. < 200 m²<br />
B2<br />
287 259, 331 B<br />
Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.;<br />
inpandig, p.o. < 200 m²<br />
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES<br />
B2<br />
30 26, 28, 33 - EN COMPUTERS<br />
30 26, 28, 33 A<br />
Kantoormachines- en computerfabrieken,<br />
inclusief reparaties<br />
B1<br />
126 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
33 26, 32, 33 -<br />
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN<br />
OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN<br />
Fabrieken voor medische en optische<br />
apparaten en instrumenten en dergelijke,<br />
B<br />
33 26, 32, 33 A inclusief reparaties<br />
VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE<br />
36 31 - GOEDEREN N.E.G.<br />
361 9524 2 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m² A<br />
362 321<br />
Fabricage van munten, sieraden en<br />
dergelijke<br />
B1<br />
363 322 Muziekinstrumentenfabrieken B1<br />
3663.1 32991 Sociale werkvoorziening<br />
PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE VAN STROOM,<br />
B1<br />
40 35 - AARDGAS, STOOM EN WARM WATER<br />
Elektriciteitsdistributiebedrijven, met<br />
40 35 C0 transformatorvermogen:<br />
40 35 C1 - < 10 MVA B1<br />
40 35 D0 Gasdistributiebedrijven:<br />
40 35 D3<br />
- gas: reduceer-, compressor-,<br />
meet- en regelinstallaties categorie A<br />
A<br />
40 35 D4<br />
- gasdrukregel- en meetruimten<br />
(kasten en gebouwen), categorie B en C<br />
Warmtevoorzieningsinstallaties,<br />
B1<br />
40 35 E0 gasgestookt:<br />
40 35 E2 - blokverwarming B1<br />
41 36 - WINNING EN DISTRIBUTIE VAN WATER<br />
Waterdistributiebedrijven met<br />
41 36 B0 pompvermogen:<br />
41 36 B1 - < 1 MW B1<br />
45 41, 42, 43 - BOUWNIJVERHEID<br />
45 41, 42, 43 3<br />
Aannemersbedrijf met werkplaats, b.o. <<br />
1.000 m²<br />
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S,<br />
B1<br />
50 45, 47 - MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS<br />
501, 502, 504<br />
451, 452,<br />
454<br />
Handel in auto's en motorfietsen, reparatieen<br />
servicebedrijven<br />
B1<br />
5020.4 45204 B Autobeklederijen A<br />
5020.5 45205 Autowasserijen B1<br />
503, 504 453<br />
Handel in auto- en motorfietsonderdelen en<br />
-accessoires<br />
B1<br />
51 46 - GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING<br />
5134 4634 Groothandel in dranken C<br />
5135 4635 Groothandel in tabaksproducten C<br />
5136 4636<br />
Groothandel in suiker, chocolade en<br />
suikerwerk<br />
C<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 127
5137 4637<br />
Groothandel in koffie, thee, cacao en<br />
specerijen<br />
C<br />
514 464, 46733<br />
Groothandel in overige<br />
consumentenartikelen<br />
C<br />
5148.7 46499 0 Groothandel in vuurwerk en munitie:<br />
5148.7 46499 1<br />
- consumentenvuurwerk, verpakt,<br />
opslag < 10 ton<br />
B1<br />
5153 4673 0 Groothandel in hout en bouwmaterialen:<br />
5153 5153 1 - algemeen C<br />
5153 4673 2 - indien b.o. < 2.000 m² B1<br />
5153.4 5153.4 4 Zand en grind:<br />
5153.4 46735 6 - indien b.o. < 200 m² B1<br />
5154 4674 0<br />
Groothandel in ijzer- en metaalwaren en<br />
verwarmingsapparatuur:<br />
5154 5154 1 - algemeen C<br />
5154 4674 2 - indien b.o. < 2.000 m² B1<br />
5156 4676<br />
Groothandel in overige intermediaire<br />
goederen<br />
DETAILHANDEL EN REPARATIE TEN BEHOEVE<br />
C<br />
52 47 - VAN PARTICULIEREN<br />
527 952<br />
Reparatie ten behoeve van particulieren<br />
(exclusief auto's en motorfietsen)<br />
A<br />
60 49 - VERVOER OVER LAND<br />
6022 493 Taxibedrijven B1<br />
6024 494 0<br />
Goederenwegvervoerbedrijven (zonder<br />
schoonmaken tanks), b.o. < 1.000 m²<br />
C<br />
603 495<br />
Pomp- en compressorstations van<br />
pijpleidingen<br />
DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN HET<br />
B1<br />
63 52 - VERVOER<br />
64 53 - POST EN TELECOMMUNICATIE<br />
641 531, 532 Post- en koeriersdiensten<br />
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN,<br />
C<br />
71 77 - MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN<br />
711 7711 Personenautoverhuurbedrijven B2<br />
712 7712, 7739<br />
Verhuurbedrijven voor transportmiddelen<br />
(exclusief personenauto's)<br />
C<br />
713 773<br />
Verhuurbedrijven voor machines en<br />
werktuigen<br />
COMPUTERSERVICE- EN<br />
C<br />
72 62 - INFORMATIETECHNOLOGIE<br />
72 62 A<br />
Computerservice- en<br />
informatietechnologiebureaus en dergelijke<br />
A<br />
72 58, 63 B Datacentra B1<br />
73 72 - SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK<br />
732 722<br />
Maatschappij- en geesteswetenschappelijk<br />
onderzoek<br />
A<br />
128 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
63, 69 t/m<br />
71, 73, 74,<br />
77, 78, 80<br />
74<br />
t/m 82 - OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING<br />
7481.3 74203 Foto- en filmontwikkelcentrales C<br />
7484.4 82992 Veilingen voor huisraad, kunst en dergelijke A<br />
90 37, 38, 39 MILIEUDIENSTVERLENING<br />
9001 3700 B Rioolgemalen B1<br />
93 96 - OVERIGE DIENSTVERLENING<br />
9301.3 96013 A Wasverzendinrichtingen B1<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 129
Bijlage 3 Lijst van Horeca-activiteiten<br />
Toelichting Lijst van Horeca-activiteiten<br />
Uit oogpunt van goede ruimtelijke ordening kan, in verband met de overlast die horecabedrijven voor<br />
omwonenden kunnen meebrengen, in het bestemmingsplan bij het toelaten van horecabedrijven aan de hand<br />
van ruimtelijk relevante criteria als aard, omvang en parkeerdruk een onderscheid gemaakt worden in<br />
categorieën horecabedrijven.<br />
In dit bestemmingsplan is een functionele differentiatie in "harde" tot "zachte" typen van horecabedrijven<br />
opgenomen. De regeling geeft een kwalitatieve beperking ten aanzien van het type horecabedrijf dat zich<br />
mag vestigen in de woonomgeving. De regeling beoogd de nadelige invloeden van de vestiging van<br />
horecabedrijven op het woon- en leefklimaat in de omgeving te voorkomen.<br />
De Lijst van Horeca-inrichtingen kent een indeling in vier categorieën. De categorieën van A tot en met D<br />
lopen af in de zwaarte van de overlast die horecabedrijven voor omwonenden kunnen meebrengen. In geval<br />
van meerdere soorten activiteiten in één inrichting telt de activiteit in de zwaarste categorie voor de typeindeling<br />
van de inrichting. De volgende categorieën van horecabedrijven zullen voortaan worden<br />
onderscheiden met als uitgangspunt hun invloed op het woon- en leefklimaat:<br />
Categorie A. Discotheek; bardancing; zaalverhuur/party-centra (regulier gebruik t.b.v. feesten en<br />
muziek-/dansevenementen, i.t.t. zaalverhuur t.b.v. congressen en seminars)<br />
Categorie B. Café; bar; brasserie<br />
Categorie C. Cafetaria; snackbar; grillroom; fastfood-restaurant; automatiek; snelbuffet<br />
Categorie D. Restaurant; bistro; crêperie, lunchroom; konditorei; koffie-/theehuis; IJssalon<br />
Onderscheid café-disco<br />
Het verschil tussen een café en een disco zit in het gelegenheid geven tot dansen als weze<strong>nl</strong>ijk onderdeel van<br />
de inrichting.<br />
Cafetaria/snackbar<br />
Het verschil tussen een lunchroom en een cafetaria/snackbar zit in het feit dat cafetaria al dan niet voor<br />
consumptie ter plaatse bereide etenswaren verstrekt. Het betreft hier laagdrempelige inrichtingen met veel<br />
in- en uitgaande bewegingen, die veelal laat open zijn. Deze zaken zijn hoofdzakelijk ingericht voor het<br />
meenemen dan wel snel nuttigen ter plaatse van etenswaren. De aantasting van het woon- en leefklimaat<br />
wordt vooral veroorzaakt door afval op straat van buiten de inrichting geconsumeerde spijzen en de daarbij<br />
behorende stank- en geluidsoverlast.<br />
Afhaalcentra<br />
Een winkel met als nevenfunctie een horecavoorziening valt bestemmingsplan technisch gezien onder de<br />
detailhandelsfunctie. Voorwaarde is dat het horeca-aspect een ondergeschikt deel uitmaakt van het geheel.<br />
Hiermee wordt voorkomen dat het probleem van branchevervaging leidt tot het vestigen van winkelfuncties<br />
die in de loop van de tijd veranderen in horecafuncties. Definitie afhaalcentrum: "detailhandelsvestiging met<br />
een horeca-exploitatievergunning op grond van de horeca-exploitatieverordening <strong>Utrecht</strong>".<br />
130 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Additionele horeca<br />
Bij deze categorie gaat het om horeca-activiteiten die neven- of ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie van<br />
de instelling. Deze activiteiten worden juridisch-planologisch gezien niet onder de functie "horeca" begrepen,<br />
maar onder de bestemming van de hoofdfunctie van de instelling sociaalculturele/maatschappelijke/(sportief-)recreatieve<br />
doeleinden) gerekend. Voor de toepassing van de Lijst van<br />
Horeca-inrichtingen wordt onder een horecabedrijf het volgende begrepen:<br />
een bedrijf of instelling waar;<br />
1. bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, en/of;<br />
2. bedrijfsmatig zaal accommodatie wordt geëxploiteerd.<br />
Categorie: Inrichting: Activiteiten:<br />
A discotheek<br />
Een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het bedrijfsmatig ten gehore<br />
bar-dancing<br />
brengen van muziek en het geven van gelegenheid tot dansbeoefening, al<br />
zaalverhuur/partycentra dan niet met levende muziek en al dan niet met de verstrekking van<br />
1<br />
dranken en kleine etenswaren, alsmede de verstrekking van<br />
(alcoholhoudende) dranken ter plaatse, al dan niet met levende muziek en al<br />
dan niet met kleine etenswaren.<br />
Het accent ligt op het ten gehore brengen van muziek en het gelegenheid<br />
geven tot dansen.<br />
B café<br />
Een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van<br />
bar<br />
(alcoholhoudende) dranken voor consumptie ter plaatse, al dan niet met als<br />
brasserie<br />
nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren.<br />
Het accent ligt op de verstrekking van drank.<br />
C cafetaria<br />
Een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van (al dan niet<br />
snackbar<br />
voor consumptie ter plaatse) bereide etenswaren, met als nevenactiviteit het<br />
grill-room<br />
verstrekken van alcoholvrije dranken. Het accent ligt op de verstrekking<br />
fastfood-restaurant<br />
automatiek snelbuffet<br />
van al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide, kleine etenswaren.<br />
D1 restaurant<br />
Een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden<br />
bistro<br />
voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van<br />
crêperie<br />
alcoholhoudende en alcoholvrije dranken.<br />
D2 lunchroom, konditorei<br />
koffie-/theehuis<br />
ijssalon<br />
Een daghorecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het al dan niet voor gebruik<br />
ter plaatse verstrekken van al dan niet in dezelfde onderneming bereide of<br />
bewerkte etenswaren en dranken.<br />
Een daghorecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van<br />
alcoholvrije dranken, met als nevenactiviteit het verstrekken van voor<br />
consumptie ter plaatse bereide kleine etenswaren. Het accent ligt op de<br />
verstrekking van alcoholvrije dranken.<br />
Een daghorecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van<br />
consumptie-ijs voor gebruik ter plaatse. Daghoreca (D.2) is gebonden aan<br />
de openingstijden zoals die gelden voor detailhandel, conform de<br />
winkeltijdenwet en de gemeentelijke regelgeving aangaande winkeltijden. Bij<br />
deze horeca moet de aard en omvang van de bedrijfsactiviteit te passen<br />
binnen een overwegend winkelgebied (centrumgebied) en is zij geheel of<br />
overwegend gebonden aan c.q. ondersteunend voor de (winkel)functie van<br />
dat gebied, daarbij lettend op de aard en de ligging van de andere<br />
gebruiksvormen in en het karakter van het gebied.<br />
1regulier gebruik t.b.v. feesten en muziek- en dansevenementen, in tegenstelling tot zaalverhuur voor<br />
congressen en seminars.<br />
bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld) 131
Voor de toepassing van de lijst van horeca-inrichtingen wordt onder een horecabedrijf het volgende<br />
begrepen<br />
een bedrijf of instelling waar:<br />
1. bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, en/of,<br />
2. bedrijfsmatig zaal accommodatie wordt geëxploiteerd.<br />
132 bestemmingsplan "Het Zand" (vastgesteld)
StadsOntwikkeling<br />
Uitgave <strong>Gemeente</strong> <strong>Utrecht</strong><br />
Postadres Postbus 8406, 3505 RK <strong>Utrecht</strong><br />
Telefoon 030 - 286 48 02