Bekijk het inkijkexemplaar - Cross Media Nederland
Bekijk het inkijkexemplaar - Cross Media Nederland
Bekijk het inkijkexemplaar - Cross Media Nederland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
In de tweede kandidatuur al ging u in <strong>het</strong> laboratorium bij<br />
professor Lauweryns experimenten uitvoeren. Om welke<br />
experimenten ging <strong>het</strong> toen?<br />
‘Dat was een beetje toevallig zo gekomen, maar ook weer niet<br />
helemaal toevallig. In <strong>het</strong> tweede jaar vroeg professor Lauweryns<br />
of er studenten geïnteresseerd waren om wat laboratoriumonderzoek<br />
te doen. Hij zocht specifiek iemand die geïnteresseerd<br />
was in <strong>het</strong> zenuwstelsel. Ik dacht meteen, dit is een kans uit de<br />
duizend. Later wilde ik toch de neurologische toer op.<br />
In <strong>het</strong> laboratorium van professor Lauweryns werkte een heel<br />
actief team. Concreet deden we bijvoorbeeld een kritische<br />
studie aangaande de methodes om zenuwen te kleuren. We<br />
hebben gezocht naar cellen in <strong>het</strong> bronchiaal epitheel vergelijkbaar<br />
met de Kultschitzky-cellen in <strong>het</strong> darmepitheel en ze<br />
ook gevonden, uiteindelijk beschreven we ook voor <strong>het</strong> eerst<br />
een neuroreceptor in <strong>het</strong> bronchiaal epitheel. We stelden ons<br />
bijvoorbeeld ook de vraag of een navelstreng bezenuwd is. We<br />
probeerden in de navelstreng zenuwen te kleuren, maar konden<br />
er geen vinden. Dat was voor ons een prettige bevinding, dat als<br />
een navelstreng wordt doorgeknipt dat niet pijnlijk is (lacht).’<br />
In 1971 studeert u af als arts, maar dat is voor u nog maar<br />
een begin.<br />
‘Van 1971 tot 1972 deed ik als NFWO-stagiair onderzoek,<br />
opnieuw bij professor Lauweryns. Ik kreeg een beurs als<br />
aspirant-navorser, maar besliste in augustus 1972 psychiatrie<br />
te gaan doen. Na vier jaar was ik neuropsychiater. Ik legde me<br />
toen in eerste instantie toe op de kliniek. Van professor Roland<br />
Pierloot kreeg ik de kans te doen wat ik graag wilde doen, en<br />
dat was voor schizofrene patiënten zorgen. Dat betekende <strong>het</strong><br />
begin van <strong>het</strong> ontwikkelen van een methodiek, <strong>het</strong> uitzetten<br />
van rehabilitatie. Dat vroeg de eerste tien jaar toch wel <strong>het</strong><br />
leeuwendeel van mijn aandacht.<br />
Naast de kliniek startte ik <strong>het</strong> Psycho-Sociaal Centrum<br />
Sint-Alexius in Elsene op, een nachtkliniek was dat toen, we<br />
zetten een specifieke consultatie voor schizofrene patiënten<br />
op. Belangrijk vind ik ook dat we met mensen uit de regio<br />
voor volwassen, werkonbekwame mentaal gehandicapten<br />
in Kampenhout een tehuis (dagverblijf en voltijds verblijf)<br />
hebben opgericht. Ik was er twee jaar directeur van.’<br />
In Kortenberg liet u bijzondere belangstelling blijken voor <strong>het</strong><br />
resocialiseren van psychotische patiënten.<br />
‘Dat klopt. In 1974, 1975, had ik samen met prof. Paul Cosyns<br />
een apart programma voor <strong>het</strong> behandelen en reïntegreren in<br />
de maatschappij van jonge schizofrene patiënten opgezet.’<br />
Mogen we er dan ook van uitgaan dat u, met belangrijke<br />
elementen als zorgcircuits, netwerken, zorg in de thuisomge-<br />
EmERItAAt<br />
ving en zorg in de maatschappij, helemaal achter <strong>het</strong> recente<br />
artikel 107 staat?<br />
‘Ik denk inderdaad dat dit een goede zaak is. De idee erachter<br />
vinden we al terug in <strong>het</strong> nachthospitaal in Elsene. Dat was<br />
een kleine instelling, ze stond al relatief ver van <strong>het</strong> ‘gewone’<br />
ziekenhuis, bevond zich middenin een stedelijke omgeving. De<br />
patiënten stonden overdag in de maatschappij. Nadien is dat<br />
uitgebreid tot een centrum dat ook overdag begeleiding geeft.<br />
In diezelfde lijn begon ik in de jaren tachtig samen met prof.<br />
Guido Pieters met <strong>het</strong> openen van huizen voor beschut wonen.<br />
Belangrijk daarbij was dat Guido naar Londen was getrokken<br />
en daar de gunstige effecten van een sociale invalshoek voor de<br />
psychiatrie had gezien.’<br />
Wat is daarbij <strong>het</strong> belang van bottom-up werken?<br />
‘Dat belang blijkt onder meer uit artikel 107. Een groot aantal<br />
mensen moet zich engageren, moet samen met de leiding een<br />
coherent geheel opzetten. Het hele gebeuren moet bovenal<br />
multidisciplinair zijn. En zoiets kan niet van boven naar onder<br />
worden gedirigeerd.’<br />
U stond, samen met dr. Hebbrecht, prof. Pieters en prof. Sabbe,<br />
mee aan de wieg van de Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie.<br />
Hoe is de vereniging ontstaan?<br />
‘De VVZ, de Vereniging van Vlaamse Zenuwartsen,<br />
groepeerde neurologen en psychiaters. Dat liep niet zo goed,<br />
<strong>het</strong> was een oud zeer dat heel wat psychiaters zich daar niet<br />
echt thuis voelden. Ook was <strong>het</strong> zo dat veel psychiaters die<br />
deel uitmaakten van psychotherapeutische verenigingen niet<br />
in de VVZ en dus ook niet in de mainstream van de psychiatrie<br />
zaten. Er was dus eigenlijk geen globale vereniging van<br />
Vlaamse psychiaters.<br />
Toen ik voorzitter was geworden van de VVZ – ik was<br />
overigens de laatste voorzitter van de VVZ in haar oude vorm<br />
– had ik binnen de VVZ een forum psychiatrie gevormd dat<br />
psychiaters van verschillende psychotherapeutische richtingen,<br />
van verschillende subspecialisaties, zoals de forensische<br />
en de ouderenpsychiatrie, professoren psychiatrie en ook<br />
geneesheer-inspecteurs van <strong>het</strong> ministerie, samenbracht. Zo<br />
ontstond binnen de VVZ een heel actieve kern.<br />
In een tweede fase, toen dat forum goed draaide, werd binnen<br />
de VVZ afgesproken dat er naast een Vlaamse Vereniging<br />
voor Neurologen ook, uitgaande van dat forum, een Vlaamse<br />
Vereniging voor Psychiatrie zou worden opgericht, beide toch<br />
nog gelinkt aan de VVZ. Uiteindelijk ging de VVP, zonder al<br />
te veel conflict, op eigen benen staan. Gevolg daarvan was dat<br />
de VVP nóg actiever werd en dat ook de psychotherapeutische<br />
richtingen toen bij ons terecht konden. Professor Sabbe werd<br />
de eerste voorzitter.’<br />
DEPSYCHIATER 3 • 2011 7