De rommelige Reus - IPO Uitgever

Dagdeel:
Naam:
Dagdeel:
Namen:
Dagdeel:
Namen:
5. Introductie
Episode 1:
De leerkracht start het thema door de poppenhoek leeg te maken, er een passpiegel in te zetten en er 14
dezelfde kinderkledingstukken bijvoorbeeld jassen van de kinderen (zie Begrippentaal) in op te hangen. Ze telt
heel duidelijk tot 14.
Ze vertelt: dit is een kledingwinkel.
En vraagt: Welke kleding is/hangt er niet ?
De leerkracht maakt een woordweb op het bord. In het midden: kleding. Uitdaging aan de kinderen: Zouden we
ook 14 verschillende kledingstukken kunnen bedenken ? (Grote vraag: horen schoenen ook bij kleding?
Antwoord: ja. En een ketting ? )
Daarna kunnen de kinderen de weektaak: Teken 14 kledingstukken begrijpen.
Die ochtend mogen de kinderen ook de kledingzaak kiezen.
Aan de kinderen wordt gevraagd kleding voor de winkel mee te nemen (KINDERMAAT) zodat er in de winkel
komende weken gespeeld kan worden
(Dan kunnen de 14 jassen eruit: die moeten de kinderen weer aan zodat ze naar huis kunnen)
Episode 2.
De leerkracht hangt een bord op de deur van de kledingwinkel: Nieuw ! Reuzematen.
Samen met de kinderen leest de leerkracht wat er op het bord staat en speculeert zij over de grootte van de
reuzen. Alle kinderen mogen een reus (snel)tekenen.
De leerkracht leert de kinderen dat ze grote papieren kunnen maken door A4tjes aan elkaar te plakken. Maar ze
kan ook besluiten de kinderen een groot A1 blad te geven.
De reuzen worden opgehangen op volgorde van grootte. Wie heeft de grootste reus getekend ? En… hoe kunnen
we dat meten ?
Kinderen die dat willen kunnen hun reus tijdens de speelwerklessen verder afmaken.
Een van de reuzen kan later gebruikt voor het gezelschapsspel Reusje Prik (= variant op Ezeltje Prik)
Samen met de kinderen bedenkt de leerkracht hoe ze aan echte reuzenmaat-kleren kunnen komen. Zelf maken
of b.v. ouders vragen om hun kledingstukken naar school mee te geven). Zie ook : ouders.
Episode 3.
Alle kinderen verzinnen voor hun reus een naam. Die schrijft de leerkracht eronder.
Dan laat de leerkracht een grote plaat zien van Rinus (= eerste bladzijden van het boek).
De kinderen mogen vertellen hoe ze vinden dat de reus gekleed is. Gek ? Vies ? En hun eigen reus ?
Belangrijke vraag: Hoe kun je zien dat Rinus een reus is ? Duidelijk moet worden zijn dat als je een reus wilt
tekenen je de andere figuren heel klein tekent.
Dan:
Boek – interactief voorlezen. Wijs op het bord NIEW REUZE MATEN.
Stoppen op de bladzijde waarop te zien is dat de giraf de das van Rinus om heeft.
De leerkracht schrijft het lied dat Rinus zingt op grote flap. (= Groepstekst).
Let op: ruimte vrij houden tussen de regels: Mijn das deed ik af voor een zieke giraf en:
Maar zeg nu zelf, wat hindert dat ?
Ik ben Rinus de keurigste reus van de stad.
Episode 4
Verder voorlezen + opschrijven van stapellied op de flap.
Het is belangrijk om te accentueren dat er een verschil is tussen het lied van de reus en de brief van de dieren op
de laatste bladzijde van het boek. De kinderen moeten er zelf achter komen.
Daarna: Kan screening empathie gedaan worden en kunnen kleren voor het gezelschapsspel worden gemaakt.
6. Vertellen
De leerkracht laat één van de reuzen (zie Introductie) op de vertelstoel zitten, geeft hem een stem en laat hem
het hele verhaal vertellen.