De rommelige Reus - IPO Uitgever
De rommelige Reus - IPO Uitgever
De rommelige Reus - IPO Uitgever
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Het Spelend Streefsysteem.<br />
1. Themaverhaal/woordkeuze<br />
<strong>De</strong> <strong>rommelige</strong> <strong>Reus</strong><br />
Geschreven door Julia Donaldson en Axel Scheffer<br />
Korte inhoud van het boek:<br />
Rinus is een reus. Hij draagt oude, <strong>rommelige</strong> kleren.<br />
Totdat hij een winkel ziet waar ze reuzematen hebben: hij koopt:<br />
• een keurig overhemd<br />
• een keurige broek<br />
• een keurige riem<br />
• een keurige das<br />
• twee keurige sokken<br />
• een paar keurige glimschoenen<br />
Onder weg naar huis ontmoet Rinus dieren die zijn nieuwe kleren<br />
harder nodig hebben dan hij. En ja hoor hij geeft alles weg.<br />
Als hij terug komt bij de winkel om nieuwe kleren te kopen ziet hij<br />
zijn oude kleren uit een oude zak steken: hij trekt ze dolgelukkig<br />
weer aan.<br />
Slot van het boek: Rinus krijgt een cadeau met een kaart van de<br />
dieren die hij geholpen heeft.<br />
Het stapellied:<br />
In dit boek zingt de reus een liedje. Het liedje is eerst heel kort maar er komt steeds een regel bij.<br />
(Stapellied).<br />
<strong>De</strong> basis wordt gevormd door de tekst: Maar zeg nu zelf wat hindert dat.<br />
Ik ben Rinus de keurigste reus van de stad.<br />
<strong>De</strong> eerste regel = Mijn das deed ik af voor een zieke giraf.<br />
<strong>De</strong>ze regel (en de melodie ervan) herhaalt zich steeds daarna vanwege het stapeleffect.<br />
Het is heel leuk om dit lied als GROEPSTEKST te gebruiken.<br />
<strong>De</strong> duo-leerkrachten kunnen van te voren afspreken op welke melodie ze het lied tijdens het voorlezen<br />
zullen zingen.<br />
Ze kunnen ook afspreken het lied steeds anders te zingen en na verloop van tijd (zie Groepstekst) de<br />
kinderen een melodie te laten kiezen.<br />
Screening<br />
Tijdens de twee weken dat dit boek als themabasis wordt gebruikt vindt ook de screening plaats.<br />
<strong>De</strong> screening is uitgewerkt voor half groep 2= 5 ½ jaar.<br />
In verband met de screening krijgen de kinderen deze twee weken weektaken die op de streefdoelen zijn<br />
gericht. Dit i.t.t. andere thema’s: dan zijn de weektaken vooral gericht op wereld-orientatie en kunstzinnige<br />
vorming.<br />
Het verhaal sluit vooral aan bij streefdoel: 6 : vouwen vooral: ruimtelijke oriëntatie/meten en<br />
meetkunde.<br />
Zie voor de les seriëren (Introductie episode 2) ook het<br />
boek: Jonge kinderen leren meten en meetkunde .<br />
Op bladzijde 43 en 44 wordt een dergelijke situatie<br />
beschreven en op de CD-rom moet je dan zoeken naar<br />
Meten video 1: Eigen lengte.<br />
In Het Spelend Streefsysteem is deze les een ‘must’
Wo: kleding<br />
kv: textiel: sokpop maken<br />
= hoekstimulans<br />
Het niveau van het verhaal is gericht op groep 2: screening 5 ½ jaar.<br />
<strong>De</strong> woorden:<br />
ACTIEF (kernwoorden)<br />
1. <strong>Reus</strong>/reuze/reusachtig*<br />
2. Stad*<br />
3. Jurk*<br />
4. Lapjes*<br />
5. Kleren*<br />
6. Riem*<br />
7. (strop)das<br />
8. sokken*<br />
9. (glim)schoenen*<br />
10. giraf*<br />
11. (Wat is er aan de) hand*<br />
12. Kou (vatten)*<br />
13. Bloot*<br />
14. Geit*<br />
15. Zeil(boot)<br />
16. Iets kwijt zijn<br />
17. Hinkelen<br />
18. Pad*<br />
19. Leren*<br />
20. Strak zitten<br />
21. Gat=bibs*<br />
22. Afzakken*<br />
23. Stoep*<br />
24. Cadeau*<br />
25. Rommelig*<br />
26. Droevig*<br />
27. Sandalen*<br />
28. Kamperen*<br />
29. Vos*<br />
Liefst ook nog aangevuld met het afpassen via een<br />
natuurlijke maateenheid (b.v. in dit geval worden de reuzen<br />
gemeten met een schoen of sok).<br />
In het geval van dit thema komt ook het begrip<br />
standaardmaat aan bod. Immers: in de kledingszaak wordt<br />
met standaardmaten gerekend.<br />
Zo komt in dit thema dus de hele trits aan bod: meten via<br />
vergelijken en orden,, dan meten via een natuurlijke<br />
maateenheid (afpassen) en dan (pas) het meten via een<br />
standaardmaat.<br />
PASSIEF (uitbreiding)<br />
Trots<br />
Achterlaten<br />
Snotterende<br />
Kop op<br />
Ergens bij passen<br />
Wikkelen<br />
Vermist<br />
Mekkeren<br />
Snikkende<br />
Blaren<br />
Kampeerterrein<br />
Modderpoel<br />
Rillerig*<br />
Klappertandend<br />
Hielen<br />
Ooghoek<br />
Maat<br />
Keurig<br />
Overhemd<br />
Glimmen<br />
Wat is er aan de hand<br />
Kou vatten<br />
Rivier<br />
Zeil<br />
Slaapzak<br />
Stropdas<br />
Vatten= pakken<br />
Zeil<br />
Wat hindert dat<br />
REKENEN:<br />
Ruitjes<br />
Lang/net lang genoeg<br />
Rechtersok<br />
Maat<br />
Zeven<br />
Acht
30. Modder*<br />
31. Wegzakken<br />
32. Een kaart*<br />
33. Afgebrand*<br />
34. Kapot*<br />
35. Dicht.<br />
2. <strong>De</strong> streefdoelcyclus<br />
Streefdoel 1: Spel<br />
Niveau: 5 ½ jaar:<br />
Zelf spelverhaal verzinnen<br />
met zelfgekozen<br />
klasgenoot.<br />
Streefdoel 2:<br />
Aankleden<br />
(zelfredzaamheid)<br />
Niveau:<br />
5 ½ jaar: sokken en<br />
schoenen aantrekken lukt.<br />
* deze woorden zijn in de<br />
themadagplanning opgenomen<br />
en worden via de viertakt<br />
aangeboden<br />
Elk kind kiest een kind uit de klas, waarmee hij/zij de komende twee weken een<br />
keer wil spelen: hij/zij tekent zichzelf en het gekozen kind. (Het gekozen kind<br />
moet wel akkoord gaan).<br />
N.a.v. deze keuzes maakt de leerkracht tweetallen .<br />
Sommige tweetallen zullen elkaar gekozen hebben.<br />
In een groep van ongeveer 28 kinderen zullen waarschijnlijk 15 a 20 tweetallen<br />
ontstaan.<br />
<strong>De</strong>ze twee screeningsweken hebben 16 dagdelen. Elk dagdeel heeft twee<br />
momenten waarop de 2 kinderen hun plan kunnen uitvoeren: speelwerkles en<br />
spel buiten/speelzaal.<br />
Er zijn dus 32 mogelijkheden voor deze screening.<br />
<strong>De</strong> kinderen mogen dus allemaal een vriendje/vriendinnetje kiezen waarmee ze<br />
deze twee weken een keer willen samenspelen.<br />
<strong>De</strong> keuze is vrij. Aan het begin van de speelwerkles/buitenspel laat de leerkracht<br />
het kind in kwestie een spelverhaal plannen en vraagt of het ander kind daarop<br />
aanvullingen heeft<br />
In de evaluatiekring wordt geëvalueerd.<br />
Welke schoen trekt Rinus uit ?<br />
Tijdens het voorlezen van het boek (op de bladzijde<br />
dat Rinus de vos ontmoet) trekken alle kinderen hun<br />
rechter/linker ( we bekijken dat op de bladzijde)<br />
schoen en sok uit.<br />
Als het boek is afgelopen trekt iedereen zijn sok en<br />
schoen weer aan.<br />
Een mogelijk spel hierbij: (uit 100 leuke spelletjes bl.<br />
6)<br />
Tussendoortje:<br />
We proberen elke keer een stukje sneller te zijn. (met sok/schoen aantrekken.):<br />
<strong>De</strong> eerste keer proberen we het in 14 tellen (=doelstelling Begrippentaal)<br />
<strong>De</strong> tweede keer in 13 en zo verder terug<br />
Zelfredzaamheid:<br />
Schoen poetsen tot glimschoenen.
Streefdoel 3:<br />
Gezelschapsspel<br />
Niveau: 5 ½ jaar:<br />
Kinderen spelen met<br />
vieren domino zonder<br />
begeleiding<br />
Streefdoel 4:<br />
Plannen<br />
Niveau: 5 ½ jaar:<br />
twee opdrachten en<br />
plannen begin van de<br />
week.<br />
Streefdoel 5:<br />
Empathie<br />
Niveau 5 ½ jaar: kind kan<br />
vertellen wat vriendje fijn<br />
vindt.<br />
Streefdoel 6:<br />
Vouwen<br />
(constructies)<br />
Niveau: 5 ½ jaar:<br />
16 vierkantjes.<br />
Streefdoel 7:<br />
Begrippentaal<br />
Niveau: 5 ½ jaar:<br />
Actief: Tellen van 0-14<br />
Leeg,vol en half vol.<br />
Passief:<br />
<strong>Reus</strong>je prik<br />
(= variatie op Ezeltje Prik)<br />
<strong>De</strong> leerkracht heeft blote Rinus getekend.<br />
<strong>De</strong> leerkracht heeft samen met kinderen kaartjes gemaakt met zijn kleren +<br />
naam.<br />
Bijvoorbeeld:<br />
Vier kinderen spelen samen zonder begeleiding = weektaak.<br />
Weektaken:<br />
Week 1:<br />
1. Vriendje/vriendinnetje tekenen met wie je wilt spelen komende twee<br />
weken .<br />
2. 14 kledingstukken tekenen (zie Introductie)<br />
Week 2:<br />
1 Gezelschapsspel <strong>Reus</strong>je Prik spelen<br />
2. Reuzendoos vouwen + kaart schrijven (zie vouwen)= attribuut voor het<br />
eindspel<br />
Planning gezelschapsspel:<br />
<strong>De</strong> leerkracht wijst groepjes van 3 of 4 kinderen aan die gaan samen spelen.<br />
Ze moeten het dus eens zijn over de dag/het dagdeel dat ze –als groepinplannen.<br />
1. Lievelingskleren<br />
<strong>De</strong> kinderen mogen – in de kring- vertellen welke kleren ze het liefste<br />
dragen. Ondertussen moeten de kinderen goed luisteren.<br />
Daarna moet het kind (zie spel) vertellen (of tekenen) welke kleren het<br />
door hem/haar gekozen vriendje het liefste draagt.<br />
(<strong>De</strong>ze screening kan heel goed in en vanuit de kring plaats vinden..<br />
2. Doos + cadeau + kaart voor de eigen (getekende ) reus. (= weektaak en<br />
attribuut voor het eindspel). Zie ook streefdoel vouwen.<br />
Reuzendoos<br />
Reuzendoos + deksel van 16 vierkantjes. Heel groot vierkant: A1-formaat.<br />
<strong>De</strong> kinderen maken daarin een cadeau dat hun reus graag zou willen hebben.<br />
(Kan een tekening zijn van dat cadeau of een zelf geconstrueerd cadeau. b.v. van<br />
lego). En de kinderen schrijven een kaart voor hun reus.<br />
(doos +inhoud= attribuut voor het eindspel.)<br />
1. Tellen tot 14.<br />
14 kledingstukken. (Zie introductie en streefdoel plannen).<br />
Kinderen die deze weektaak afhebben worden in de evaluatiekring<br />
gevraagd de kledingstukken te tellen.<br />
Of: Elk dagdeel mag een ander kind de kinderen in de kring tellen.<br />
<strong>De</strong> leerkracht let op of er tot 14 goed geteld wordt.<br />
Tegelijk screening rangtelwoorden. (zie 3)
angtelwoorden,ruimtelijke<br />
begrippen en seriëren.<br />
Streefdoel 8:<br />
Gedicht<br />
Niveau: 5 ½ jaar :<br />
Beginrijm eruit halen<br />
2. Leeg/vol/half vol:<br />
Hiervoor is nodig: een schoen met 8 muizen: 1 moedermuis en 7<br />
kleintjes. (zie boek).<br />
Bij het herhaald voorlezen: Bij de bladzijde over de muizen mag<br />
een kind de schoen pakken + de 8 muizen ..<br />
<strong>De</strong> leerkracht geeft eerst zelf de opdrachten (leeg, vol en half vol) maar<br />
al snel snappen de kinderen wat de bedoeling is. Dan geven de kinderen<br />
elkaar de beurt door. (<strong>De</strong>ze screening kan tijdens het Tussendoortje<br />
Herhaald voorlezen plaats vinden).<br />
3. Rangtelwoorden:<br />
Tegelijk screenen met 14 kledingstukken. Steekproefsgewijs: <strong>De</strong><br />
leerkracht vraagt b.v. Wat is het vijfde kledingstuk ? (Zie 1)<br />
Of: Elk dagdeel: Eén van de kinderen telt de kinderen in de kring. Daarna<br />
vraagt de leerkracht b.v. Wie was het vierde kind ? (Zie 1)<br />
4. Seriëren:<br />
<strong>De</strong> kinderen hangen om beurt hun reus op goede volgorde (zie<br />
Introductie).<br />
5. Ruimtelijke begrippen:<br />
Les: de krant als riem.<br />
In de speelzaal: alle kinderen krijgen een krant. Een hoepel is de<br />
modderpoel. <strong>De</strong> krant moet het pad worden over de modderpoel.<br />
Als de kinderen dat klaar hebben geeft de leerkracht opdrachten:<br />
Ga onder, op de riem, erover heen enz.<br />
Titel van het boek = beginrijm. (<strong>rommelige</strong> reus Rinus)<br />
Heppietijd:<br />
Heppie heeft een kaartje in zijn zak<br />
met daarop: (zelf geschreven)<br />
hongerige Heppie.<br />
Hij vraagt aan de leerkracht wat daar<br />
staat.<br />
Die zegt: “Maar je hebt het toch zelf<br />
geschreven. Kun je het dan niet ook<br />
zelf lezen ?”<br />
“Ja” zegt Heppie: “Heppie kan ik<br />
wel lezen maar het woord daarvoor<br />
niet. “<br />
Juf leest (of een van de kinderen uit<br />
de kring): hongerige.<br />
Ze vraagt: heb jij honger ?<br />
“Nee”zegt Heppie. “ Ik heb het overgeschreven uit een boek omdat het ook met<br />
de h van Heppie begon. Ik wist niet dat er hongerig stond.”<br />
Dus Heppie wil woorden opsporen die met dezelfde klank/letter beginnen.<br />
Dat komt goed uit: Juf heeft een doos met steeds twee woorden die met dezelfde<br />
klank/letter beginnen. Die moeten bij elkaar gezocht worden.<br />
Kan Heppie die uitzoeken ?<br />
Heppie stelt voor: (omdat het zo lang duurt als hij het alleen moet doen)<br />
“We kunnen de woorden uitdelen. Dan zoeken de kinderen die een woord met<br />
dezelfde letter hebben elkaar op.”.<br />
Prima. <strong>De</strong> leerkracht deelt de paren (willekeurig) uit en op een teken van Heppie<br />
gaan de kinderen naar elkaar op zoek.<br />
Hebben ze elkaar gevonden dan gaan ze naast elkaar staan/zitten.<br />
<strong>De</strong> leerkracht gebruikt voor het maken van paren de kernwoorden met een<br />
bijvoeglijk naamwoord dat met dezelfde klank begint.<br />
B.v.:<br />
<strong>rommelige</strong> reus<br />
stoffige stad.
jeukerige jurk<br />
gekke giraf<br />
goede geit<br />
gladde gat<br />
rare riem<br />
leuke lapjes<br />
keurige kleren<br />
stinkende sokken<br />
strakke stropdas<br />
enz.<br />
Daarna:<br />
Met als voorbeeld Rommelige reus Rinus.<br />
Leerkracht en kinderen zoeken naar bijvoeglijke naamwoorden die – in<br />
beginrijm- bij hun naam passen.<br />
Juf begint met haar eigen naam:<br />
Stel ze heet Henny: huppelende Henny.<br />
<strong>De</strong> kinderen mogen iets m.b.t. hun eigen naam bedenken.<br />
Of :<br />
<strong>De</strong> kinderen bedenken een bijvoeglijk naamwoord voor hun reus.<br />
(Zie Introductie).<br />
Hebben ze hun reus Gerrit genoemd dan bedenken ze b.v. Gekke Gerrit.<br />
Dit kan in de kring gescreend worden. <strong>De</strong> helft van de kinderen ’s ochtends, de<br />
andere helft ’s middags. Of nog meer spreiden. (Tussendoortje)<br />
<strong>De</strong> r van reus gaat in de ABC-zak of op de ABC-muur.<br />
Tijdens het herhaald voorlezen worden alle woorden die met een r beginnen uit<br />
het boek gehaald.<br />
Hetzelfde met de Groepstekst.
Streefdoel 9:<br />
Prentenboek<br />
Niveau:<br />
5 ½ jaar:<br />
|voorleesniveau.4: d.w.z:<br />
goede zinnen, goede<br />
voorleeshouding en relatie<br />
tussen de pagina’s goed<br />
aangeven.<br />
Streefdoel 10:<br />
Beeldverhaal<br />
Niveau 5 ½ jaar:<br />
6 plaatjes, het eerste is<br />
gegeven.<br />
En…………….als er tijd voor is :<br />
:Han Hoekstra’s OVER REUZEN introduceren.<br />
.Rijmpjes en versjes uit de nieuwe doos.<br />
Om de beurt voorlezen<br />
1. Nadat de leerkracht <strong>De</strong> <strong>rommelige</strong> reus een aantal malen heeft<br />
voorgelezen mogen de kinderen het zelf gaan doen. Om de beurt<br />
twee bladzijden.<br />
Kinderen die zijn geweest mogen (hoeft niet) vast gaan kiezen.<br />
Weektaak in taal/leeshoek<br />
2. <strong>De</strong> kinderen schrijven allemaal een kaart bij het cadeau voor hun<br />
reus. (= weektaak en attribuut voor het eindspel)<br />
<strong>De</strong> leerkracht bespreekt klassikaal met de groep het eerste en het tweede plaatje.<br />
(=groot op het bord).<br />
Ze laat de andere plaatjes niet zien.<br />
Vervolgens kondigt ze aan dat ze de kinderen in tweetallen bij zich roept om de<br />
andere plaatjes erbij te zoeken.<br />
<strong>De</strong> tweetallen mogen om de beurt een plaatje erbij leggen.<br />
3.Gastdocent/uitstapje<br />
We gaan naar een kledingwinkel: hoeveel soorten kledingstukken zijn er daar ?<br />
4. Pre-reteaching<br />
Pre-teaching Re-teaching
Dagdeel:<br />
Naam:<br />
Dagdeel:<br />
Namen:<br />
Dagdeel:<br />
Namen:<br />
5. Introductie<br />
Episode 1:<br />
<strong>De</strong> leerkracht start het thema door de poppenhoek leeg te maken, er een passpiegel in te zetten en er 14<br />
dezelfde kinderkledingstukken bijvoorbeeld jassen van de kinderen (zie Begrippentaal) in op te hangen. Ze telt<br />
heel duidelijk tot 14.<br />
Ze vertelt: dit is een kledingwinkel.<br />
En vraagt: Welke kleding is/hangt er niet ?<br />
<strong>De</strong> leerkracht maakt een woordweb op het bord. In het midden: kleding. Uitdaging aan de kinderen: Zouden we<br />
ook 14 verschillende kledingstukken kunnen bedenken ? (Grote vraag: horen schoenen ook bij kleding?<br />
Antwoord: ja. En een ketting ? )<br />
Daarna kunnen de kinderen de weektaak: Teken 14 kledingstukken begrijpen.<br />
Die ochtend mogen de kinderen ook de kledingzaak kiezen.<br />
Aan de kinderen wordt gevraagd kleding voor de winkel mee te nemen (KINDERMAAT) zodat er in de winkel<br />
komende weken gespeeld kan worden<br />
(Dan kunnen de 14 jassen eruit: die moeten de kinderen weer aan zodat ze naar huis kunnen)<br />
Episode 2.<br />
<strong>De</strong> leerkracht hangt een bord op de deur van de kledingwinkel: Nieuw ! Reuzematen.<br />
Samen met de kinderen leest de leerkracht wat er op het bord staat en speculeert zij over de grootte van de<br />
reuzen. Alle kinderen mogen een reus (snel)tekenen.<br />
<strong>De</strong> leerkracht leert de kinderen dat ze grote papieren kunnen maken door A4tjes aan elkaar te plakken. Maar ze<br />
kan ook besluiten de kinderen een groot A1 blad te geven.<br />
<strong>De</strong> reuzen worden opgehangen op volgorde van grootte. Wie heeft de grootste reus getekend ? En… hoe kunnen<br />
we dat meten ?<br />
Kinderen die dat willen kunnen hun reus tijdens de speelwerklessen verder afmaken.<br />
Een van de reuzen kan later gebruikt voor het gezelschapsspel <strong>Reus</strong>je Prik (= variant op Ezeltje Prik)<br />
Samen met de kinderen bedenkt de leerkracht hoe ze aan echte reuzenmaat-kleren kunnen komen. Zelf maken<br />
of b.v. ouders vragen om hun kledingstukken naar school mee te geven). Zie ook : ouders.<br />
Episode 3.<br />
Alle kinderen verzinnen voor hun reus een naam. Die schrijft de leerkracht eronder.<br />
Dan laat de leerkracht een grote plaat zien van Rinus (= eerste bladzijden van het boek).<br />
<strong>De</strong> kinderen mogen vertellen hoe ze vinden dat de reus gekleed is. Gek ? Vies ? En hun eigen reus ?<br />
Belangrijke vraag: Hoe kun je zien dat Rinus een reus is ? Duidelijk moet worden zijn dat als je een reus wilt<br />
tekenen je de andere figuren heel klein tekent.<br />
Dan:<br />
Boek – interactief voorlezen. Wijs op het bord NIEW REUZE MATEN.<br />
Stoppen op de bladzijde waarop te zien is dat de giraf de das van Rinus om heeft.<br />
<strong>De</strong> leerkracht schrijft het lied dat Rinus zingt op grote flap. (= Groepstekst).<br />
Let op: ruimte vrij houden tussen de regels: Mijn das deed ik af voor een zieke giraf en:<br />
Maar zeg nu zelf, wat hindert dat ?<br />
Ik ben Rinus de keurigste reus van de stad.<br />
Episode 4<br />
Verder voorlezen + opschrijven van stapellied op de flap.<br />
Het is belangrijk om te accentueren dat er een verschil is tussen het lied van de reus en de brief van de dieren op<br />
de laatste bladzijde van het boek. <strong>De</strong> kinderen moeten er zelf achter komen.<br />
Daarna: Kan screening empathie gedaan worden en kunnen kleren voor het gezelschapsspel worden gemaakt.<br />
6. Vertellen<br />
<strong>De</strong> leerkracht laat één van de reuzen (zie Introductie) op de vertelstoel zitten, geeft hem een stem en laat hem<br />
het hele verhaal vertellen.
7. Spelen<br />
Themawisselhoek Kledingwinkel.<br />
Hoekstimulansen Buitenspel: modderpoel maken<br />
Knutselhoek: sokpop<br />
Thema-eindspel Spelen met de reuzendozen.<br />
Dit keer wordt het verhaal niet nagespeeld omdat er te weinig rollen zijn.<br />
Dit keer wordt een nieuwe verhaal verzonnen.<br />
Ter voorbereiding van dit eindspel hebben alle kinderen een reuzendoos<br />
gemaakt. Met daarin een cadeau en kaart voor hun eigen reus.<br />
<strong>De</strong> les gaat b.v. als volgt:<br />
Inleiding: warming up.:<br />
Grote reuzenstappen maken.<br />
Spelen in tweetallen: b.v. de reus en de muizenmoeder<br />
Spelen met de hele groep:<br />
Bijvoorbeeld:<br />
Alle kinderen zijn reuzen. Ze hebben allemaal hun eigen naam. Dat staat op een<br />
kaartje dat ze dragen.<br />
Alle reuzen hebben een grote reuzendoos bij zich.<br />
<strong>Reus</strong> Rinus (= b.v. de leerkracht) nodigt alle reuzen bij hem thuis te eten.<br />
Want…. Hij is jarig.<br />
<strong>De</strong> reuzen geven hem allemaal een reuzendoos.<br />
En in elk doos zit wat anders. + een mooie kaart.<br />
Tot slot krijgt iedereen een reuzenijsje.<br />
Wat een prachtige verjaardag heeft reus Rinus.<br />
Het verhaal kan ook heel anders gaan.<br />
Van te voren het verhaal bedenken met de hele groep en dan spelen = heel leuk.,<br />
maar improviseren tijdens het verhaal = ook heel leuk.<br />
8. Tussendoortjes<br />
* Herhaald voorlezen met uitspeelactiviteiten.: sok en schoen uittrekken/ leeg, vol en half vol.<br />
* Beginrijmen<br />
* Reuzemereuse meranderie.
Varierend: Reuzemereuze merandereen: pot van een.<br />
Zo van 0 via ½ tot 14.en terug<br />
Verder: Allerlei 14-spelletjes: b.v. * 14 x klappen, springen, hinkelen, snel, langzaam<br />
* Hardop tellen en de even getallen zachtjes zeggen<br />
* Schoen en sokken uittrekken binnen 14 tellen, 13<br />
tellen en zo terug. (zie ook streefdoel Aankleden)<br />
* I.p.v. de zevensprong de veertiensprong.<br />
* <strong>De</strong> getallenspeurder: =een variatie op Ik zie ik zie wat<br />
jij niet ziet. In plaats van de kleur zeg je nu een getal.<br />
Dus: Ik zie ik zie wat jij niet ziet en het zijn er ……<br />
(negen). Tegelijk laat je een bladzijde van het boek<br />
zien: bijvoorbeeld de kaft. <strong>De</strong> kinderen zeggen dan<br />
b.v. de strepen op de trui van de geit. Dat is goed !<br />
9. Groepsactiviteiten<br />
• Seriëren: Reuzen op goede volgorde hangen<br />
• Het eindspel<br />
• Het (stapel)lied van Rinus de reus.(= Groepstekst)<br />
10. Ouders: Geven allemaal een kledingstuk van zichzelf mee voor de kledingwinkel: reuzenmaat.
Themadagplanning<br />
Dag 1<br />
Begrippentaal:<br />
14+ seriëren/<br />
plannen<br />
Dag 2<br />
Dag 5<br />
Begrippentaal:<br />
leeg/vol/<br />
halfvol<br />
Ochtend Episode 1. Weektaken: Kies klasgenoot en teken 14 kledingstukken.<br />
Woord: Kleren/kleding<br />
Middag Episode 2. Screenen: seriëren<br />
Woorden: reus/reuze/reusachtig en maat.<br />
Ochtend. Episode 3.<br />
Woord: Stad/stoep<br />
Empathie Middag. Episode 4.<br />
Screening empathie<br />
Woord: Cadeau<br />
Ochtend. Screening beginrijm. Zie streefdoel 8.<br />
Dag 3<br />
Woorden met een r: rommelig, rivier, rillerig<br />
Gedicht Middag<br />
X<br />
Ochtend: Screening aankleden.<br />
Dag 4<br />
Herhaald voorlezen. Bij de bladzijde waarop Rinus hinkelt doen alle kinderen hun<br />
Aankleden schoen/sok uit. Doen na afloop hun schoen en sok weer aan.<br />
Woorden: schoenen, sandalen<br />
Middag: Hoekstimulans sokpop.<br />
Woord: lapjes/sokken<br />
Ochtend: Screening tijdens het herhaald voorlezen: leeg.,vol en half vol<br />
Woorden: Afgebrand/kapot<br />
Middag<br />
X<br />
Dag 6<br />
Vouwen/<br />
Gez.spel<br />
Dag 7<br />
Prentenboek<br />
Dag 8<br />
Begrippentaal:<br />
ruimtelijke<br />
begrippen<br />
Dag 9<br />
Ochtend. Weektaak: reuzendoos. .<br />
Woord: Kaart<br />
Middag: Hoestimulans slaapzak in bouwhoek<br />
Woord: kamperen /de dieren uit het boek: giraf, geit, muis, vos en hond.<br />
Ochtend. Screening voorlezen niveau 4<br />
Woord: bloot<br />
Middag: Screening voorlezen niveau 4<br />
Woord: afzakken/gat=bibs<br />
Ochtend. Les in de speelzaal: Pad, modderpoel en riem.<br />
Woord: leer<br />
Middag<br />
X<br />
Ochtend. : Screening beeldverhaal.<br />
Woord: jurk<br />
Beeldverhaal Middag: Screening beeldverhaal<br />
Woord: kou vatten<br />
Ochtend: Eindspel.<br />
Dag 10<br />
Woord: Wat is er aan de hand.<br />
Middag<br />
X
EVALUTIE VAN HET THEMA<br />
Thema/woordkeuze<br />
<strong>De</strong> streefdoelcyclus<br />
Gastdocent/uitstapje<br />
Pre-reteaching<br />
Introductie<br />
Vertellen<br />
Spelen<br />
Tussendoortjes<br />
Groepsactiviteiten<br />
Ouders