03.09.2013 Views

Mei - Historische Kring Haaksbergen

Mei - Historische Kring Haaksbergen

Mei - Historische Kring Haaksbergen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

I8e jaargang no. 2 - mei 1985 - verschijnt 4 x per jaar<br />

ORGAAN VAN DE<br />

HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN


REDAKTIE:<br />

ADMINISTRATIE:<br />

W. E. ten Asbroek<br />

Aold Hoksebarge<br />

F. G. M. Gebbink-Broekhuis<br />

J. G. L. Overbeeke<br />

Mej. H. M. G. Brummelhuis, Dr. Ariënsstraat 8, 7481 JL <strong>Haaksbergen</strong><br />

Postgirorekening nr. 2547699<br />

Bankrekening Alg. Bank Nederland nr. 59.11.23.584<br />

beide t.n.v. Penningmeester <strong>Historische</strong> <strong>Kring</strong> <strong>Haaksbergen</strong><br />

„Aold Hoksebarge" wordt vier keer per jaar toegezonden aan de leden van de „<strong>Historische</strong><br />

<strong>Kring</strong> <strong>Haaksbergen</strong>". Zij betalen voor lidmaatschap en abonnement ƒ 15,— per jaar.<br />

Publikatie of overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk, is alleen toegestaan met toestemming<br />

van de auteur(s) en bronvermelding.<br />

D. Jordaan J.G.Hzn.<br />

J. B. A. Leusink<br />

J. G. L. Overbeeke<br />

W. E. ten Asbroek<br />

Bestuur van de <strong>Historische</strong> <strong>Kring</strong> <strong>Haaksbergen</strong><br />

F. A. M. Brummelhuis<br />

H. J. J. ten Hagen<br />

B. E. Asbreuk<br />

Mej. H. M. G. Brummelhuis<br />

F. G. M. Gebbink-Broekhuis<br />

J. F. Overbeek<br />

Morsinkhofweg 34 7481 TT <strong>Haaksbergen</strong> tel. 11248<br />

1e Voorzitter<br />

Nachtegaalstraat 13 7481 AT <strong>Haaksbergen</strong> tel. 12023<br />

2e Voorzitter<br />

Fazantstraat 13 7481 BG <strong>Haaksbergen</strong> tel. 11634<br />

1 e Secretaris<br />

v. Heemskerkstraat 11 7482 BS <strong>Haaksbergen</strong> tel. 14799<br />

2e Secretaris<br />

Stiegert68 7482 GE <strong>Haaksbergen</strong> tel. 14516<br />

Ie Penningmeester<br />

Mozartlaan 46 7482 VD <strong>Haaksbergen</strong> tel. 13509<br />

2e Penningmeester<br />

Benteloseweg 23 7482 PN <strong>Haaksbergen</strong> tel. 05405-214<br />

Dr. Ariënsstraat 8 7481 JL <strong>Haaksbergen</strong> tel. 13594<br />

Kolenbranderweg 53 7482 SE <strong>Haaksbergen</strong> tel. 12559<br />

Bevertstraat 14 7481 CX <strong>Haaksbergen</strong> tel. 11564


VERENIGINGSNIEUWS<br />

1133<br />

Voorafgegaan door een korte jaarvergadering vond op maandagavond l april<br />

j.l. een lezing met dia's plaats door de heer J. Harenberg te Zutphen. Aan de<br />

hand van vele fraaie lichtbeelden vertelde spreker over de oorspronkelijk<br />

17 kastelen en landhuizen, die eens in de gemeente Lochem gestaan hebben<br />

en waarvan er vele bewoond werden door Keppelsen en van Heeckerens.<br />

Het belangrijkste besluit van de jaarvergadering was de unaniem aangenomen<br />

contributieverhoging tot f 17,50 per jaar met ingang van l januari 1986. In<br />

het komende seizoen zullen weer 3 lezingen plaats vinden en 2 excursies,<br />

waarvan één naar Deventer en één naar het Duitse grensgebied.<br />

De bijeenkomst in de Technische School werd door ca. 60 aanwezigen bijgewoond.<br />

JAARVERSLAG 1984<br />

1984 was voor de <strong>Historische</strong> <strong>Kring</strong> een rustig jaar. Van deelname aan de zgn<br />

Culturele Week in <strong>Haaksbergen</strong> moest worden afgezien, omdat door gebrek<br />

aan foto's en ander historisch materiaal wij niet in staat waren een passende<br />

tentoonstelling in te richten. Dit was voor het bestuur aanleiding om te besluiten<br />

verschillende oude foto's, die hier en daar verspreid worden bewaard,<br />

te inventariseren en te reproduceren. Deze taak'heeft de heer J. B. A. Leusink<br />

op zich genomen.<br />

De heer H. J. J. ten Hagen is namens onze kring bestuurslid geworden van de<br />

vereniging „Hoksebargse Mollen", welke vereniging tot doel heeft de wateren<br />

windmolen te behouden. De heer J. G. L. Overbeeke verleende zijn medewerking<br />

bij straatnaamgeving in het Wolferink en het dorp.<br />

Als gebruikelijk vonden er drie lezingen plaats:<br />

30 januari in Hotel Morsinkhof door M. Zwaferink „Langs de Duikel", 75<br />

aanwezigen.<br />

2 april in de Richtershof door H. L. Kok „Witte Wieven, legende en werkelijkheid"<br />

met 95 toehoorders.<br />

29 oktober in de Technische School „Historie van de Pancratiuskerk" met<br />

120 aanwe/.igen. Spreker was ondervoorzitter J. B. A. Leusink.<br />

De twee excursies in 1984 waren:<br />

23 juni naar Zutphen, waar de Walburgkerk en het Stedelijk Museum bekeken<br />

werden en naar Bronkhorst met zijn bekende kapel, 75 deelnemers.<br />

IS september naar Ramsdorf, waar een bezoek werd gebracht aan de Wp'burgakerk<br />

en het Heimatmuseum en Velen, waar de Andreaskerk bezichtigd<br />

werd, 55 deelnemers.<br />

Van het Jaarboek Twente 1985 werden door de <strong>Historische</strong> <strong>Kring</strong> <strong>Haaksbergen</strong><br />

126 exemplaren verkocht. Het aantal leden bedroeg op 31 december<br />

1984373.


1134<br />

EERSTE SCHRIFTELIJKE VERMELDING VAN HAAKSBERGEN IN l 188<br />

Anno Dominici incarnationis M° C° octagesimo Fritherico Ronianorum imperatore<br />

glorioso of in goed Nederlands in 1188 tijdens de regering van de<br />

roemrijke Rooms keizer Frederik (Frederik Barbarossa 1152-1190) werd<br />

door de priester Everhardus, kapelaan van graaf Hendrik van Dalen en Diepenheim<br />

en diens vrouw Regewice een lijst van Hendriks feodale en allodiale<br />

goederen geschreven. Dit zgn. goederenregister is als copie uit l 275-1300 bewaard<br />

gebleven in het Diversorium van de Utrechtse bisschop Frederik van<br />

Blankenheim (1393-1423). Het werd waarschijnlijk gebruikt door bisschop<br />

Johan van Diest bij diens aankoop van de heerlijkheid Diepenheim en zijn<br />

bezittingen in 1331<br />

De feodale of leenhorige goederen zijn in het register vermeld onder de parochies,<br />

waar zij thuis hoorden. In Twente werden volgende parochies vermeld:<br />

Risnen (Rijssen), Marclo (Markelo), Delden, Oldenzele (Oldenzaal), Hockesberghe<br />

(<strong>Haaksbergen</strong>), Enschede en Depenhem (Diepenheim). In de Achterhoek:<br />

Ecberghe (Eibergen), Gronlo (Groenlo), Winterswic (Winterswijk),<br />

Nehde (Neede), Ghesterne (Geesteren), Lochem, Almen, Dotinchem (Doetinchem),<br />

Zelhem en Althen (Aalten). In het aangrensende Duitse gebied<br />

werden genoteerd: Osterwic (Osterwick, kreis Coesfeld), Wullen (Wüllen bij<br />

Ahaus), Nutlon (Nottuln, kreis Munster), Dodorpe (Darup, kreis Coesfeld),<br />

Bocholte (Bocholt), Gyldehus (Gildehaus bij Bentheim), Borcken (Borken),<br />

Coesvelde (Coesfeld), Epe (bij Gronau), Suderwic (Süderwick/Dinxperlo)<br />

en Weshem (Wessum, kreis Ahaus).<br />

In 1988 zal het dus 800 jaar geleden zijn, dat <strong>Haaksbergen</strong> schriftelijk werd<br />

vastgelegd als ,,Parochia Hockesberghe". Er stond dus een kerk, waarvan in<br />

het register volgende parochianen opgeschreven werden:<br />

Salmannic (Saalmerink, <strong>Haaksbergen</strong>), Hop (Heuperman in Brammelo), Elekinc<br />

(Eeltink in Brammelo), Ernestinc (Eernstink in Buurse), Swederinc<br />

(Swerink in Brammelo). Tho Telinc (Teutelink in Holthuizen), Elvenjarinc<br />

(Elderinc op de Hones), Hofstede (in Holthuizen). Lenderinc (Lenderink in<br />

Holthuizen), Spelemanninc (Hibben in Holthuizen), Kammesgore (Kaamscher<br />

in Holthuizen), Eysing (Eijsink in Eppenzolder), Holckenborg (Horkenborg<br />

in Holthuisen), Elenbroeke (Ellenbroek in Boekelo), Werning (Weernink<br />

in Langelo), Curtis in Langelo (Hof te Langelo), Willerinc (Wilder in<br />

Langelo), In Harne (Harink in Langelo), Domus Dikinc (Dijkhuis in Langelo)<br />

Domus Boginc (Boynk in Eppenzolder), Harremolle (Haarmölle in Buurse)<br />

en Domus Mersche (Morsink in Eppenzolder).<br />

Natuurlijk is <strong>Haaksbergen</strong> wel ouder dan 800 jaar. Een nauwkeurig stichtingsjaar<br />

zal nooit zijn aan te geven. Op een gegeven ogenblik is bij een aantal<br />

boerderijen een kerkje gebouwd en hieromheen ontstond het dorp. ,,Haixberghe"<br />

behoorde tot de tien oudste parochies van Twente die door de officiaal<br />

van de aartsdiaken van Oldenzaal twee keer per jaar bezocht werd om er<br />

een send (afgeleid van het Latijnse synodus of vergadering) te houden. Vol-


1135<br />

gens pastoor J. Geerdink was de send gebaseerd op de Capitularia van Karel<br />

de Grote en werd deze voor het eerst gehouden omtrent 900. De eerste kerk<br />

te <strong>Haaksbergen</strong> zou dan kort na 900 gebouwd zijn.<br />

Dit neemt niet weg, dat er in 1988 reden zal zijn om de 800-jarige vermelding<br />

van <strong>Haaksbergen</strong> te vieren. Het bestuur van de <strong>Historische</strong> <strong>Kring</strong> heeft<br />

het vage plan om dit te doen met een tentoonstelling van oude foto's en gereconstrueerde<br />

kaarten van <strong>Haaksbergen</strong>. In dit verband worden onze lezers<br />

gevraagd om voor enkele dagen aan ons oude plaatjes van boerderijen, huizen,<br />

straten en ook schoolfoto's uit te lenen. Als ze ons nog niet bekend zijn<br />

willen wij ze reproduceren, waarbij wij garanderen, dat de originelen binnen<br />

enkele dagen aan de inzenders teruggegeven worden. Van verschillende oude<br />

prenten- zijn inmiddels reeds dia's gemaakt, .die in komende bijeenkomsten<br />

getoond zullen worden. Een en ander brengt natuurlijk kosten met zich mee<br />

en dit is de reden, dat het bestuur gemeend heeft de contributie van onze<br />

vereniging ingaande 1986 te verhogen met één rijksdaalder.<br />

DE TAAL VAN HAAKSBERGEN (LXIV)<br />

BERNARD TE LINTELO (21)<br />

Het Bestuur<br />

Wakelenkaamps Chrisjoan was de piepe oet egoane. Hee harre al lange de<br />

rooze luk in de hoed had en doar wasse merre hen blieven loopen, dat wasse.<br />

't Was arger ewodden. Ze hadden den dokter der biej ehaald, mer doar was<br />

niks an te doone wes, den kon 't leaven der ok neet inhoolen.<br />

Noo, hee was neet in de weege esmoord, hee was al effen in de tachtig. Mer<br />

joa, iedereene leavet geerne.<br />

Armood leete neet noa. De kinder harre groot, ze wazzen allemoale etrouwd.<br />

Hee was al lange bessevaer en oaver de vrouwe hoofden ok gen zorge te<br />

hebben. Den olsten zönne was der biej in etrouwd en de beide wieve konnen<br />

heel good met mekaare oaver weg.<br />

„Oole leu moi eeren!" zear de jonge vrouw aait en vroog'eur hoaste in allens<br />

um road en kokten nog wal es 'n extra köpken koffie en zoo meer en dat<br />

stond eur an. Doarumme zear de oole Jannemeuje ok tegen iedereene dee 't<br />

mer heuren wol: „Onze Bats hef toch zönne beste vrouwe, dee wet nog es,<br />

wat een oold mensge tookump".<br />

Chrisjoan harre 't met Onzen Leeven Heer in de rige maakt. De pastoor harre<br />

um bedeend too te nog biej zien volle vestaand was. Een paar dage der noa<br />

wasse der oet ekneppen.<br />

De beide noaste noabers wodden bod edoane en dee zeeren 't dan wieder<br />

rond in den hennekleedershook.<br />

Bats gonk noar 't iemenschoer en leep langs de körve, klopten der tegenan<br />

en /eer: ,,De baas is dood". Asse dat neet dear, dan gongen de biejen ok allemoale<br />

dood. Ze mosten ok in den rouw. An de linkerkaante van eiken korf<br />

wodden der met nen kwas nen zwatten streep op evarfd.<br />

De noabervrouwen kwammen an 't starfhoes, kregen doar eers 'n borrel en


1136<br />

koffie memt 'n kleuntjen. Doar zorgden de beide noaste noaberwieve vuer.<br />

Dan kon 't wark beginnen. Een paar begonnen met 't liek te wasgen, de<br />

neagel van de teene en de vinger te knippen, onderwiel wazzen de aandern<br />

met 't hennekleed an 't maken. Was dat kloar, dan wodden den doon eerst<br />

't hemp en doaroaver hen 't hennekleed an etrokkén. Dit hemp harre<br />

Chjisjoan vuer 't eerste an ehad toote trouwd was en van of dee tied had<br />

't in 't kammenet eleagen en noo kreeche 't weer an.<br />

Dan wodden Chrisjoan, oet 't berre ehaald en vuer op de delle op stroo eleg<br />

('t was een los hoes). De haande wodden um evoolden, nen rozenkraans<br />

der ummehen eslingerd en een klein kruus tusgen de vingers estokken en 'n<br />

laken der oaverhen eleg.<br />

Was dat gebuerd dan kregen ze koffie met ne boterham en doarna 'n gleasken<br />

kloar met sokker.<br />

Noo mos aan de vreande en de aandere noabers bekend emaakt wodden,<br />

dat Christjoan met stieve kuten lea, dat heurden tot de noaberplich. Bats<br />

gaf eur op woar 't an ezeg mos wodden en dan zorgden ze der wah vuer.<br />

Ok mosten ze de kiste bestellen en halen, 't Liek wodden duer de beide<br />

noaste noabers der in eleg en op den heerd onder 't raam ezat.<br />

De vrouwen van de noaste familie kwammen op nen bepoalden dag an 't<br />

starfhoes rouwklagen. As ze kwammen beaden ze eers 'n Onze Vader en 'n<br />

Wees gegroet vuer ziene zeele, zearen dan goeiendag en gongen heandig zitten.<br />

Zoo noo en dan wodden der zachjes wat ezeg oaver de goo eigenschappen<br />

van Chrisjoan en zoo meer.<br />

De toafel wodden klaor ezat, alle moale schikten ze der umme hen en gebroekten<br />

koffie met ne boterham. De noabestoanden in 't starfhoes kregen<br />

't eerste an en dan de rouwbeklaagsters; dat heurden zoo.<br />

Zoolange as 't liek boaven eerde ston, kwammen der 's nachens twee noabers<br />

biej waken. Dee konnen zik koffie zetten en ok nen borrel nemmen, de vlesge<br />

met jenever en een glas ston op toafel.<br />

Een doonboer schreef de lieste, wee der eneuget mos wodden, dan namme<br />

zoovölle breefkes as der groovenneugers wazzen en schreef doarop van de<br />

lieste de naams, zoodat iederen neuger zoowat eavenvölle harre. lej begriept<br />

wah, dat op elk breefken de naams stonnen van leu, dee biej mekaar of tenminsten<br />

in de zelfde richtinge wonden. Ze wodden dicht voolen, in de pette<br />

edoane, luk duer mekaarde schod en noa 't beaden konnen de neugers der<br />

eene oet halen.<br />

Den volgende morgen nammen ze den goastok in de haand en gongen op stap<br />

ieder noa de buurte dee op zien breefken ston, onder mekaar wodden ze ok<br />

wal es verruild.<br />

't Oaverluun wodden ok duer de noabers edoane. Ze gongen 's morgens noa<br />

de karke en noa de missen wodden de klokken elued.<br />

Bats gonk met eene van ziene noaste noabers noar 't gemeentehoes um zien<br />

vader van 't boek te loaten doan. Hee gaf 't doodsbreefken of, dat um den<br />

dokter egeven harre en kreeg 'n bewies van den Ambtenaar van de Borgerlukken<br />

Staand, dat Chrisjoan begreaven mog wodden.<br />

F. G. M. Gebbink-Broekhuis


DE ERVEN NOORDWICK OF NOORDICK (III)<br />

SMITTERIJ<br />

1137<br />

In het schattingsregister van Twente uit 1475 werd deze boerderij vermeld<br />

als „Luttike ^oirding, Dirick Bolenbemer, behort in die Wedeme van der<br />

stede". Uit de vermelding blijkt, dat het erve een stuk van het erve Noortwick<br />

was, dav toen al eigendom was van de RK pastorie van <strong>Haaksbergen</strong>.<br />

Nu is de N H pastorie eigenaar. Mogelijk was Dirick Bolenbemer de bewoner,<br />

maar hij kan ook eigenaar en dus pastoor van <strong>Haaksbergen</strong> geweest<br />

zijn. Op 8 april 1557 werd als inkomsten van de pastorie ook vermeld de<br />

jaarlijkse pacht van 5 mud rogge, 2 mud haver en 2 mud boekweit uit het<br />

erve „op ten Noerdtdycke gelegen, waar nu de weduwe Frederyck ten Noirtdycke<br />

met haar kindertjes woont". Afgezien van deze Frederik is de oudst<br />

bekende pachter van de boerderij Goeken Smit, die mogelijk door zijn beroep<br />

de naam Smitterij aan Klein Noortwick gegeven heeft. Met hem wordt<br />

de stamreeks begonnen:<br />

A. GOEKEN SMIT, overleden voor 1630, gehuwd ca 1580 met ERMKEN<br />

N N, o verleden 1630<br />

Kinderen:<br />

1. TRINE SMIT, zie B<br />

2. Grete Smit<br />

Gerichtsprotocollen:<br />

163023/6 Ermken Schmits weduwe Goeken Sclunits, krank, vermaakt 20<br />

daalder aan haar dochter Grcte uit een stuk land op de Schmitskamp (dit was<br />

dus eigen grond) buiten haar andere goederen aan haar andere kinderen.<br />

Verpondingsregisters:<br />

1600 Noordick, l 1/2 mud roggeland, geeft garve.<br />

1602 Nordyck, 3 mud gezaais.<br />

B. TRINE SMIT, gehuwd ca 1610 met JOHAN TEN HAGEN, alias SMIT<br />

IN DENOORDIJK<br />

Zoon:<br />

1. HENDRIK SMIT, zie C<br />

Gerichtsprotocollen:<br />

1629 9/2 Jolian ter Homolle bespreekt Johan Schinidt in de Noordyck 2<br />

daalder.<br />

1630 25/1 Johan Schmidt bespreekt de Schulte te Langelo voor schuld volgens<br />

vaders rekenboek.<br />

16308/2 Idem legt het rekenboek van zijn schoonvader over in de zaak<br />

tegen Coerdt te Langelo.<br />

16305/7 Berndt Twenhuisen bespreekt Johan Schmidt op de Hones 29<br />

daalder.<br />

1631 9/5 Claus ten Grotenhuis en Albert Luekens bespreken als mannen<br />

van hun huisvrouwen Johan ten Hagen genoemd Schmidt wegens een kapitaal<br />

van 200 daalder en rente volgens een verzetting, gepasseerd voor richter


1138<br />

Rosier van Bronkhorst op 26 juni 1618. Elisabeth Helmichs bespreekt hem<br />

voor 40 daalder.<br />

1632 10/7 Johan Smidt in de Noordyck en vrouw Trine verzetten aan<br />

Claus ten Grotenhuis en Elisabeth Helmichs gewas en paard.<br />

1634 1/9 Jan Smidt bespreekt namens zijn zoon Klomp Gerdt.<br />

1648 31/1 Gerrit ten Busz bespreekt Jan Smidt op de Hones 17 daalder 8<br />

stuiver en een schepel zaairogge anno 1634.<br />

1652 19/1 Lambert Franken pandt Jan Smits gewas op de Noordyck.<br />

C. HENDRIK SMIT, gehuwd 1637 met NN RIKKERINK<br />

Kinderen:<br />

1. Stijntje Smit, gehuwd 1669 12/7 met Jan Hartgers, zoon van Jan, te<br />

Hengelo.<br />

2. HENDRIK SMIT, NH lidmaat 1677, zie D<br />

3. Fenneke Smit, NH lidmaat 1706, gehuwd 1678 3/2 met Geerlich<br />

Lubberdink, zoon van Hendrik. Landbouwer in Boekelo onder Enschede.<br />

4. Geertje Smit, gehuwd 1682 23/4 met Roelof Nijhuis, weduwnaar van<br />

Elisabeth van Coeverden in Boekelo onder <strong>Haaksbergen</strong> en hertrouwd<br />

1697 17/7 met Warner Vaanholt, zoon van Hendrik.<br />

Gerichtsprotocollen:<br />

1647 8/2 Hendrik Smidt bespreekt Jan Veltkamp 37 1/2 daalder.<br />

1655 15/10 Hendrik Smidt vraagt van Derck Rickerinck 50 daalder, afkomstig<br />

van comparants bruidschat, waarvoor Derck borg was. De huwelijksvoorwaarden<br />

zijn van 12 april 1637 (Derck Rickerinck is Derck Wilderinck, gehuwd<br />

met Eva Rickerinck in de Blankenborg).<br />

1657 29/6 Hendrick Smidt in de Noordijk.<br />

165821/6 Jan Casper van Scheven en Henrick Smidt in de Noordijk bespreken<br />

Willem Ottink en Cornelis ter Horst wegens een gedeeltelijk niet<br />

betaalde „weitenkoop" 5 a 6 jaar geleden.<br />

D. HENDRIK SMIT, gehuwd 1677 21/1 met HENDRIKJE TE ROUWEN-<br />

HORST, dochter van Hendrik, hertrouwd 1684 3/2 met TRIJNTJE IN<br />

DE NOORDIJK, dochter van Borchert en tenslotte getrouwd 1686 1/3<br />

met MARIA PLEIJ, dochter van Berend uit Beckum.<br />

Kind uit het Ie huwelijk:<br />

1. HENRICA SMIT, zie E<br />

Kinderen uit het 2e of 3e huwelijk:<br />

2. Aaltje Smit, NH lidmaat 1717 en 1728. Tussen deze jaren woonde<br />

zij te Nordhorn.<br />

3. Lambert Smit, gehuwd 1726 10/3 met Fenneke Traa, dochter van<br />

Hendrik. Landbouwer op de Koffe in de Haar.<br />

4. Lysabeth Smit, gehuwd 1727 2/11 met de weduwnaar Harmen Veldkamp,<br />

landbouwer op deel Veldkamp en Eeftink in Boekelo, zie<br />

Veldkamp en Kiefte.<br />

Gerichtsprotocollen:


1139<br />

1677 15/10 Henrick Smidt op de Hones is borg voor zwager Jan Hartgers.<br />

1681 6/6 Hendrick Smidt uit de Noordijk is weduwnaar van Hendrikje<br />

te Rouwenhorst. Mombaar over het minderjarige kind is Arent te Lintelo.<br />

1682 4/9 De Smit in de Noordijk is pacht schuldig aan pastoor (dominee)<br />

van Rijswijck. Hij mag geen zaad op het land brengen.<br />

1690 17/11 Hendrick Smidt is vier jaar pacht achter aan dominee van Heeckeren.<br />

1694 23/4 Dominee van Heeckeren pandt f 222,- pacht aan Hendrick<br />

Smidt in de Noordijk.<br />

1696 19/10 Claas Ronneboom pandt Hendrick Smidt in de Noordijk 60<br />

gulden l stuiver o.a. wegens geleverde bruidskleding.<br />

1697 7/6 Chirurgijn Joost van Hummel pandt Hendrik Smit in de Noordijk<br />

11 gulden 19 stuiver.<br />

E. HENR1CA SMIT, gehuwd 1701 20/11 met JAN TE RUTBEEKE alias<br />

SMIT, zoon van Lubbert, overleden ca 1744. Jan hertrouwde 1714<br />

26/12 met JENNEKE NIJHUIS, dochter van Berend.<br />

Kinderen uit het Ie huwelijk:<br />

1. Jenneke Smit, gehuwd 1730 26/3 met Roelof Roesink, zoon van<br />

Weimer.<br />

2. Lubberta Smit, gehuwd 1741 22/10 met Gerrit ter Plegt te Enter.<br />

3. GERRIT SMIT, zie F<br />

Kinderen, onbekend uit welk huwelijk:<br />

4. Geertruit Smit, gehuwd 1743 24/2 met DaniéJ Jaspers, soldaat.<br />

5. Jan Hendrik Smit, soldaat, gehuwd 1746 20/2 met Elisabeth Grijsen.<br />

6. Lijse Smit, gehuwd 1755 19/3 met Gradus Hilderink, landbouwer op<br />

de Hilder te Buurse.<br />

Gerichtsprotocollen:<br />

170827/10 De pastoor (dominee) van <strong>Haaksbergen</strong> pandt Jan Smidt voor<br />

86 gulden 7 stuiver pacht.<br />

1710 23/6 Jan Smit in de Noordijk heeft 106 gulden 16 stuiver pachtachterstand<br />

bij pastoor van Heeckeren.<br />

1711 8/1 Jan Smit in de Noordijk arresteert penningen onder Mr. Willem<br />

Scholten toebehorend Lubbert in de Rutbeeke.<br />

1711 23/11 Hendrick Warners bespreekt Jan Smit in de Noordijk voor 23<br />

gulden 9 stuiver geleverde „toeback, lijn, seepe en solt".<br />

1714 19 7 Dominee van Heeckeren bespreekt de Smit voor pacht van de<br />

jaren |7i3cMi 1714, elk 55 gulden l O stuiver.<br />

17175 7 Bij absentie van vader en moeder heeft de onderrichter namens<br />

dominee van Heeckeren aan de kinderen van de Smit de pacht opgezegd tegen<br />

Petri a.s. Ook meegedeeld aan de „naberse", de vrouw van Harmen Veldkamp.<br />

1724 10/7 De Smit in de Noordijk heeft 216 gulden 9 stuiver pachtachterstand<br />

tot en met 1723.<br />

1744 1/6 Dominee Immink pandt Jan Smit op de Hones 114 gulden 9<br />

stuiver pacht tot 1744.<br />

l 745 19/7 Jeune weduwe van Jan Smit op de Smitterie.


1140<br />

1746 5/12 De weduwe Jan Smit op de Hones en haar zoon Jan Hendrik<br />

Smit zijn erfgenamen van wijlen Jan te Rutbeeke.<br />

F. GERRIT SMIT, gehuwd 1742 14/1 met JENNEKE LEUS1NK<br />

Kinderen:<br />

1. Hendrika Smit, gedoopt 1742 2/12, gehuwd 1776 15/12 met Hendrik<br />

Horstink<br />

2. Jan Smit, gedoopt 1744 27/9, N H lidmaat 1766<br />

3. Jan Smit, gedoopt 1746 5/10, NH lidmaat 1770, gehuwd 1779 15/8<br />

met Berendina Westhuis uit Hengevelde.<br />

4. Berendina Smit, gedoopt 1748 8/12, NH lidmaat l 768, gehuwd l 770<br />

9/12 met Jan Hendrik Wargerink en hertrouwd 1783 8/6 met Gerrit<br />

te Riet. Beide mannen waren landbouwers op Wönners (deel Westendorp)<br />

te Buurse.<br />

5. Marten Smit, gedoopt 1751 31/1, NH lidmaat 1774, gehuwd 1788<br />

16/2 met Berendina Dambrink, weduwe van Jan Hendrik Boeswinkel<br />

onder Goor.<br />

6. Gerrit Smit, gedoopt 1753 27/6, NH lidmaat 1774, gehuwd 1777<br />

14/12 met Marrigje Barten en hertrouwd 1783 23/3 met Catharina<br />

Wansink.<br />

7. Arend Smit, gedoopt 1755 12/10. NH lidmaat 1779<br />

8. Jannes Smit, gedoopt 1757, 4/12, NH lidmaat 1779<br />

9. EVA SMIT, gedoopt 1760 1/10, NH lidmaat 1779, zie G<br />

10. Trientje Smit, gedoopt 1763 23/1, NH lidmaat 1780, gehuwd 1788<br />

22/6 met Berend Goorhuis, wonend op de Voskamp aan de Molenweg<br />

te <strong>Haaksbergen</strong>.<br />

11. Albertje Smit, gedoopt 1765 23/6<br />

Gerichtsprotocollen:<br />

1749 12/5 Hendrik Derksen Waanders had geen pachtcontract met Gerrit<br />

te Rutbeeke alias Smit, bouwman op de Smitterie. Hij had wel een vordering<br />

op diens wijlen vader Jan te Rutbeeke en vrouw. De weduwe Jan te Rutbeeke<br />

is de stiefmoeder van Gerrit te Rutbeeke, met wie door dominee Imminck<br />

op 29 september 1745 een pachtcontract is gemaakt.<br />

1810 2/10 Jan Smit testeert t.g.v. zijn oomzegger Gerrit Willink, zoon van<br />

Eva Smit, mits deze zijn moeder Eva Smit bij zich thuis zal onderhouden.<br />

Uit deze laatste notitie mag men concluderen dat Jan Smit bestemd was tot<br />

opvolgend landbouwer op de Smitterij. Hij wordt daar ook vermeld bij de<br />

volkstelling van 1795: J. Smit, bouwman, totaal 8 personen. Het is onduidelijk<br />

welke Jan dit is, nr. 2, 3 of 8. Vermoedelijk was hij ongehuwd, waardoor<br />

zijn zuster Eva en haar man Reint Willink opvolgers werden.<br />

G. EVA SMIT, gehuwd 1791 2/10 met REINT WILLINK, geboren ca 1757<br />

overleden 1807 7/11<br />

Kinderen:<br />

1. GERRIT WILLINK, gedoopt 1792 15/1, zie H<br />

2. Roelofke Willink, gedoopt, 1793 4/3, gehuwd 1823 24/10 met Herman<br />

Hesselink 1795 30/9, zoon van Jan Willem en Jenneke Bloeme-


1141<br />

na. Landbouwer op Flodders, in 1830 Hones nr. 13.<br />

3. Gerrit Jan Willink, gedoopt 1795 3/4, gehuwd 1824 23/7 met Janna<br />

Roosink, geboren ca. 1782, weduwe van Hendrik Molenveld (gehuwd<br />

1813 31/7), dochter van Berend en Elisabeth Klein Avink. Landbouwerd<br />

op het Spanbedde, dorp nr. 32.<br />

4. Hendrika Willink, gedoopt 1797 29/8, gehuwd 1828 29/5 met Jannes<br />

Weisink, geboren 1802 9/12, zoon van Jannes en Aaltje Kempers.<br />

Woonden Oostenstraat, in 1830 huis nr. 25.<br />

5. Jenneke Willink, geboren 1802 30/9<br />

6. Berendina Willink, geboren 1805 27/3<br />

Archief notaris J. H. Jordaan:<br />

183231/7 Johanna Roosink testeert t.g.v. haar man Gerrit Jan Willink.<br />

H. GERRIT WILLINK, gehuwd 1814 15/4 met GESINA REIMERINK, gedoopt<br />

l 793 13/3, dochter van Harmen en Jenneke Odink, en hertrouwd<br />

1833 16/3 met WILLEMINA SMIT, geboren 1810 te Goor, dochtervan<br />

Marten en Berendina Wes ( is Westhuis, vermoedelijk een vergissing, er<br />

had Dambrink moeten staan, zie F 5)<br />

Kinderen uit het Ie huwelijk:<br />

1. Reintdina Willink, geboren 18189/10<br />

2. Jan Willink, geboren 1822 3/3<br />

3. Gerrit Jan Willink, geboren 1824 31/12, overleden voor 1830<br />

4. Gerrit Willink, geboren 1828 2/4<br />

Archief notaris J.H. Jordaan:<br />

1814 14/4 Gerrit Willink, zoon van wijlen Reint en Eva Smit, in leven, en<br />

Gesina Reimerink, dochter van Harmen en Jenneke Odink, maken huwelijksvoorwaarden.<br />

De bruid komt op de Smitterij te wonen.<br />

Volgens het bevolkingsregister woonden in de periode 1840/49 op de Smitterij<br />

nog het echtpaar Gerrit Willink en Willemina Smit met drie kinderen en<br />

moeder Eva Willink-Smit. In de periode 1850/59 werden ze niet meer vermeld.<br />

De NH pastorie had de boerderij toen verpacht aan:<br />

J. GERRIT JAN VAN LOCHEM, geboren 1795 4/2, overleden 1861 17/5,<br />

gehuwd met GEERTRUI TANKINK, geboren 1792 12/8, overleden<br />

185928/10.<br />

Dit echtpaar had zes kinderen, onder wie de zoons Gerrit en Jan, gehuwd<br />

met Hendrika Goorhuis, die in de periode 1860/69 nog als bewoners vermeld<br />

werden. Met ingang van Martini (l J november) 1863 werd dé Smitterij<br />

verpacht aan:<br />

K. HENDRIK JAN FLORIJN, geboren Neede 1833 6/11, overleden 1964<br />

10/6, gehuwd met GERRITDINA TER HAAR, dochter van Sweer,.geboren<br />

1836 15/6, overleden 1882 2/8. Gerritdina hertrouwde 1865 13/4<br />

met GERRIT JAN SCHOLTEN, geboren 1832 5/12, zoon van Jan Hendrik<br />

en Aaltje Nijhuis. Gerrit Jan hertrouwde 1883 13/10 met EVERDI-<br />

NA PASMAN.


1142<br />

In 1892 ging hij met zijn op 15 juni 1867 geboren zoon Hendrik Jan Willem<br />

Scholten terug naar de omgeving van zijn ouderlijk huis (Laakmors) waar hij<br />

vlak voor de Koekoeksbrug links aan de Buurserstraat woonde. Naar hem<br />

werd dit huis Smitboer genoemd. Ingaande Petri (22 februari) 1893 werd de<br />

Smitterij opnieuw verpacht aan:<br />

.<br />

L. JAN AREND OLTWATER, geboren Borculo 1841 22/1, gehuwd<br />

met ANNA MARGARETHA VOSKAMP, geboren Borculo 1857 23/1,<br />

overleden 1921 9/1.<br />

Zij hadden 6 kinderen onder wie zoon Herman Oltwater, die erfopvolger<br />

werd.<br />

M. HERMAN OLTWATER, geboren 1888 2/2, gehuwd met<br />

JOHANNA H. SCHEGGETMAN, weduwe van Gerrit Temmink.<br />

Op 12 juli 1953 verhuisde dit echtpaar naar „Vrunk" Leemdijk 9, waar<br />

Gerrit Temmink geboren was. De Smitterij werd toen verpacht aan Gerrit<br />

Jan Ligtenberg. Thans woont op de boerderij, Smitterijweg 8, zijn kleinzoon<br />

G. J. Ligtenberg.<br />

WONINGEN OOSTENSTRAAT (VIII)<br />

HUIS NR. 53<br />

W. E. ten Asbroek - J. G. L. Overbeeke<br />

Dit huis wordt „Dom van Munster" genoemd, een verbastering van „Domus<br />

monasterii". dat woning voor monnikken betekent, en waarschijnlijk zo genoemd<br />

naar priesters of broeders, die <strong>Haaksbergen</strong> in de vroege middeleeuwen<br />

gekerstend hebben en er een eerste kerkje bouwden. Naar hen is waarschijnlijk<br />

ook de Monnikskamp genoemd, de oude naam van de grond tussen<br />

de Molenstraat en de Hibbertstraat. De namen van de eerste bewoners<br />

zijn niet vermeld. Vermoedelijk werd vóór 1300 al een ander huis gebouwd<br />

voor de Haaksbergse pastoor, de zgn. pastorie of wheeme (huis nr. 55). Huis<br />

nr. 53 kwam in het bezit van de familie Nyekercke, waaruit verschillende<br />

Haaksbergse richters stamden. De oudst bekende is Dirk Nyekercke, vermeld<br />

op 15 juni 1434. Op 28 juli 1473 werd Johan Nyekercke als richter<br />

vermeld, die echter pas op l augustus 1475 door de bisschop zodanig werd<br />

aangesteld. Zijn zoon Keinier werd benoemd op 14 oktober 1483. Het is<br />

mogelijk dezelfde, die op 10 januari 1498 opnieuw benoemd werd. Zijn opvolger<br />

werd zijn zoon Hendrik, aangesteld op 6 januari 1518. Diens broer<br />

Johan was pastoor van <strong>Haaksbergen</strong>. Beiden werden vermeld in een akte van<br />

8 april 1557, waarin de inkomsten van de Haaksbergse pastorie opnieuw<br />

werden vastgelegd, omdat oude brieven hierover te Oldenzaal (toen het kerkelijk<br />

centrum van Twente) verbrand waren. Tot de goederen van de pastorie<br />

behoorden o.a. een gaarden tegenover de pastorie (I 657) voordien door<br />

richter Hendrik Nyekercke verruild met pastorieland „waar nu zijn kamer


1143<br />

opstaat" niet nog een klein stukje daarbij (I 647 en 648). Uit ,,de kamer"<br />

is het latere pand nr. 54 ontstaan, dat dus gebouwd is tussen 1518 en 1557<br />

(zie huis nr. 54 in de serie „Woningen rond de Weeme").<br />

•<br />

Opvolger in pand nr. 53 werd richter Johan Nyekercke, vermeld op 8 mei<br />

1558 toen hij tienden uit de erven Wolferink en Volmerink kocht. Engelbert<br />

Nyekercke, vermeld van 1568 tot 1576, werd zijn opvolger. Zijn weduwe<br />

Aaltje Wessels werd nog vermeld op 24 april 1602. Van het echtpaar<br />

zijn drie dochters bekend: Johanna, ca 1605 gehuwd met Hendrik Michorius<br />

in het Witte Paard (nr. 10), Lucretia, in 1609 te <strong>Haaksbergen</strong> getrouwd met<br />

Derk Nyekercke, zoon van luitenant Philips Nyekercke en wonend aan de<br />

Brink te Deventer. Deze Derk verklaarde in 1634 af te stammen van de<br />

richters van <strong>Haaksbergen</strong>. Derk en Lucretia hadden dus dezelfde voorouders.<br />

De derde dochter was Anna, voor 1603 getrouwd met Rosier van<br />

Bronckhorst. Laatste was een nazaat van Rosier sr. die in 1526 en 1552 vermeld<br />

werd als voogd van Eibergen, Neede en Beltrum namens zijn halfbroer<br />

Joost van Bronckhorst, heer van Borculo. Rosier jr. werd als richter van<br />

<strong>Haaksbergen</strong> van 1603 tot 26 februari vermeld in 1621. Na het overlijden<br />

van Anna, dat plaats vond voor 1610, hertrouwde Rosier met Christina<br />

Bernink. Na de dood van Rosier in 1621 bleef Christina in huis nr. 53 wonen,<br />

waar zij in 1636 nog als weduwe vermeld werd. Het huis was intussen<br />

door vererving eigendom geworden van Johanna Michorius-Nyekercke. Haar<br />

zoon Johannes Michorius trouwde in 1637 met Lubberta Pothof, weduwe<br />

van de Haaksbergse richter Hendrik Menger (zie huis nr. 54 Woningen rondom<br />

de Weeme). Johannes werd op 26 oktober 1656 eigenaar toen zijn moeder<br />

overleed. Hij was secretaris van het Haaksbergse gericht en overleed 28<br />

oktober 1680. Zijn vrouw Lubberta was reeds op 3 mei 1670 gestorven. Opvolger<br />

in het huis werd hun zoon Engelbert Michorius, evenals zijn vader<br />

secretaris, geboren 6 juli 1642 en overleden in 1723. Hij huwde twee keer:<br />

op 11 mei 1679 met Catharina Cost, dochter van de Enschedese richter Johan,<br />

en op 15 november 1685 met Geertrui Willenk, dochter van de Ruurlose<br />

richter Arnold. De omstreeks 1680 geboren en omstreeks 1741 overleden<br />

zoon Dr. Johan Michorius huwde 30 juli 1706 met Gesina Stuurman<br />

uit Gildehaus. Hij was secretaris van het gericht en de goedsherenvergadering<br />

van <strong>Haaksbergen</strong>. Hun zoon Dr. Johan werd opvolger in de Dom en in vaders<br />

functies. Hij overleed ongehuwd op 17 juni 1760.<br />

De erfgenamen, broers en zwagers van de overledene, verkochten huis nr. 53<br />

met het bijbehorende brouwhuis op 26 november 1760 aan de N.H. diaconie<br />

Deze verhuurde het pand aan de chirurgijn en brouwer Hendrikus Waanders<br />

Gerritszoon, die op 21 december van dit jaar trouwde met Margare^ha Scholten,<br />

dochter van Engbert uit Buurse. Hendrikus overleed op 11 maart 1816,<br />

82 jaar oud. Het pand werd op 30 mei 1817 door de erfgenamen onderverhuurd<br />

aan de meestbiedende Engbert Abbink voor f 140,-- per jaar. Diens<br />

weduwe werd er bij de volkstelling van 1830 als logementhoudster vermeld,<br />

88 jaar oud, samen met haar zoon Johan Engbert Joseph. Deze was op 22<br />

juni 1826 gehuwd met Helena Catharina Schartman. In 1850 werd zij als


1144<br />

weduwe in het pand vernield, dat nog steeds eigendom was van de diaconie.<br />

Ook haar beroep was logementhoudster. Haar dochter Hendrika Clasina huwde<br />

in 1852 met de klompenmaker Theodorus Hermanus Schartman. Zij<br />

overleed reeds in februari 1853, waarop hij op l maart 1854 naar Philadelphia<br />

(U.S.A.) vertrok. Inwonend was het gezin van de metselaar Johannes<br />

Hermanus Brevink. Omstreeks 1855 kwam het huis leeg en werd toen<br />

door de diaconie verhuurd aan de heel- en verloskundige August Ernst Dionys<br />

Inckel uit Utrecht met zijn vrouw en drie kinderen. Hij overleed in 1866<br />

waarna zijn vrouw in 1869 naar Maarssen vertrok. Het huis werd toen verhuurd<br />

aan de rijks- en gemeenteontvanger Hendrikus Andreas Baarslag uit<br />

Zwolle met zijn vrouw Johanna Gezina Morsinkhof en drie kinderen. Baarslag<br />

overleed in 1887. Inwoners werden toen haar broer Berend Jan en haar<br />

zuster Alberdina Christina Morsinkhof. De laatste overleed in 1889 en Johanna<br />

Gezina in maart 1900. Een maand later vertrok Berend Jan naar Enschede.<br />

Vanaf 1885 woonde in het huis ook de rijksontvanger Clavareau.<br />

Kort na 1900 werd het huis bewoond door de slager Hendrik van Tongeren,<br />

geboren 18 november 1873 in Ambt Ommen, zijn vrouw Gerharda Hendrika<br />

Greve, geboren 25 januari 1880 en vier kinderen. Vanaf l april 1907<br />

verleenden zij ook onderdak aan het laatste hoofd van de openbare school<br />

op de Markt, de te Angeren geboren Wilhelmus Petrus Kuypers. Het gezin<br />

Van Tongeren vertrok op 23 juli 1919 naar Hengelo, waarna Martinus van<br />

Tongeren, geboren 15 november 1864 te Den Ham zich er vestigde samen<br />

met zijn op 15 oktober 1873 geboren vrouw Hendrika Aleida Maria Greve<br />

en zeven tussen 1896 en 1901 geboren kinderen. Deze Van Tongeren was<br />

aanvankelijk chef van de coöperatieve winkel aan de Molenstraat maar hij<br />

stichtte in de Dom een eigen kruidenierszaak. Vanaf l juni 1930 werden<br />

Derk Nijland met vrouw en twee kinderen opvolgers in de kruidenierszaak.<br />

W.E. ten Asbroek - J. B. A. Leusink - J. G. L. Overbeeke<br />

KLEINE VOORVALLEN (XV)<br />

Op 25 mei 1784 werd de inventaris van Herman Haarmolle en zijn vrouw<br />

Christina Roolvink, bouwlieden op Haarmolle te Buurse, gerichtelijk vastgelegd.<br />

Het was de inboedel van wat men noemt een grote boer:<br />

80 schapen f220,00<br />

17 koebeesten, oud en jong f 300,00<br />

3 paarden, l veulen met tuig en kettingen f 240,00<br />

3 varkens f 40,00<br />

45 pond tinwerk van borden, schotels, lepels, enz. f 20,25<br />

3 koperen water- en 2 dito koffieketels f 40,00<br />

2 melkemmers met koperen banden, 2 wateremmers en een<br />

aker van geelkoper f 5,25<br />

4 ijzeren potten met deksels of stolpen f 5,25


1145<br />

Halen, tangen, pannen en verder gereedschap tot<br />

de haard behorend f 8,00<br />

Kuipwerk van melkvaten, karnen, biertonnen en wastobbe f 9,00<br />

2 tafels, l schepel en l spinvat f 5,00<br />

18 stoelen, 2 spinwielen, 2 hekels en 2 braken f 14,00<br />

De kafmolen, 3 snijzompen en messen, 6 koezompen,<br />

2 wannen en 2 hakselkisten f 15,00<br />

2 Grasijzers (zeisen), 6 zichten, 5 grepen, 3 vorken en<br />

2 schoppen f 7,00<br />

3 kisten en l baktrog f 16,00<br />

l uurwerk f 18,00<br />

5 paar bedden met toebehoor f 100,00<br />

Het gedorste en ongedorste koren in huis f 115,00<br />

1 weefgetouw met toebehoor f 18,50<br />

2 wagens met toebehoor f 55,00<br />

2 stortkarren f 16,00<br />

1 hoge kar f 15,50<br />

2 ploegen f 12,00<br />

l grote en 3 kleine eggen f 3,00<br />

3 schapenscharen f 3,25<br />

Op 9 mei 1791 werd Derk Waanders belastingpachter en legde volgende eed<br />

af: ,,Ik beloove en sweere, dat ik in alles stiptelijk zal nakoomen, de instructie<br />

voor de collecteurs van de impost op de brandewijn en gebrande wateren<br />

en de verdere Reglementen en Resolutien van de Heeren Staaten deezer<br />

Provincie of derselver Heeren gedeputeerden, en mij in alles als een goed en<br />

getrouw collecteur zal gedragen. En heeft datelijk na scherpe erinneringe van<br />

de swaare straffe des meineeds, ingevolge het Roomsche Rormulier den voorschreeven<br />

eed gepraestierd en afgelegt." Eindelijk kwam er weer een beetje<br />

godsdienstvrijheid voor de Roomsen.<br />

Op 13 december 1791 cedeerde de Joode Jochem Levy te Groenlo namens<br />

de Joode Casper Abrahams te Winterswijk aan diens zwager de Joode Salomon<br />

Zeleg een schuldbekentenis van f 713,- Comparant Levy kon alleen<br />

Hebreeuws schrijven. Blijkbaar was er voor Joden toch nog geen volledige<br />

vrijheid.<br />

Op 9 juli 1796 wilde Janna Horstink, weduwe van Hermannus Kuypers, een<br />

tweede huwelijk sluiten met Roelof Witbroek. Zij verzocht boedelscheiding<br />

met haar zoontje Jannes. Op 18 juli haastte Roelof Witbroek zich naar het<br />

gericht om mee te delen dat het huwelijk niet doorging en de weduwe hem<br />

van zijn trouwbelofte ontslagen had. Er was geen boedelscheiding meer nodig.<br />

W. E. ten Asbroek


1146<br />

WONINGEN ROND DE SCHEPERSBRINK (I)<br />

Het pleintje op de splitsing van de Buurserstraat en de Klaashuisstraat werd<br />

in vroegere eeuwen Schepersbrink en thans zonder meer Brink genoemd. Op<br />

deze brink kwam mogelijk 's morgens het vee van de dorpsbewoners samen<br />

om geweid te worden op de gemeenschappelijke markegrond achter de Buurserbeek.<br />

's Avonds kon het daar dan weer afgehaald worden. Rond deze<br />

brink werden in 1830 volgende woningen vermeld:<br />

nr. 24: Café de Roskam, thans afgebroken<br />

nr. 25: Vruwinks spinnerie, thans Buurserstraat 5 en 7<br />

nr. 26: Woonhuis Vruwink, thans Buurserstraat 11 en 13<br />

nr. 27: Onbenoemd, thans Buurserstraat 15


nr. 29: Barg Garrit, thans Buurserstraat 8<br />

nr. 30: Onbenoemd, thans Brink 3<br />

nr. 31: De Koem, thans Klaashuisstraat l<br />

nr. 33: De Knollerie, thans Brink 5<br />

nr. 34: Onbenoemd,<br />

nr. 35: Onbenoemd, thans nrs. 34 en 35 samen Brink 6<br />

nr. 36: De Keemer, thans afgebroken<br />

nr. 37: Onbenoemd, thans afgebroken<br />

HUISNR. 24<br />

1147<br />

Dit huis was een hut op de markegrond, die waarschijnlijk omstreeks 1800<br />

gebouwd werd. Het huis werd bewoond door Hendrik Ticheler, die in 1774<br />

geboren werd als zoon van Hendrik Ticheler en Dina Vossebeld. Hij waséén<br />

kleinzoon van Hendrik Ticheler, die in huis nr. 35 woonde (zie aldaar). De<br />

Hendrik van 1774 was vermoedelijk eerste gehuwd met Johanna Arkes alias<br />

Siemerink uit Deldenerbroek. Na haar overlijden hertrouwde hij omstreeks<br />

1810 met Hendrika Morsinkhof. Het laatste echtpaar werd bij de volkstelling<br />

van 1830 als bewoners van nr. 24 vermeld samen met hun in 1812 geboren<br />

dochter Johanna. Hendrik's beroep was kleermaker. Hij overleed op 8<br />

maart 1850. Zijn dochter Johanna was inmiddels op 22 mei 1834 getrouwd<br />

met de eierkramer Gerhardus Johannes Waanders, die na haar overlijden op<br />

14 oktober 1844 hertrouwd was met de in 1800 te Neede geboren Anna<br />

Hondelink. In de periode 1850/60 vertrok de inmiddels weduwe geworden<br />

Anna Waanders-Hondelink met een dochter Catharina. Opvolger in het<br />

huis werd de in 1796 geboren veldwachter Jan te Kiefte, afkomstig uit het<br />

„schoolhuis" met zijn vrouw Berendina <strong>Mei</strong>jers, geboren in 1798 te Lonneker<br />

en overleden in 1859, en het gezin van hun zoon de rijksveldwachter<br />

Hendrik Jan te Kiefte, geboren in 1825, en diens vrouw Hermina Hilberink,<br />

geboren in 1825 te Borne. Vader Jan overleed in 1864 en de verdere familie<br />

vertrok in 1868 naar Den Ham. Nadat het gezin van Salomon Frankenhuis<br />

er een korte tijd gewoond had, werd het huis in 1870 bewoond door de<br />

bakker Johannes Antonius Janssen, geboren in 1854 en gehuwd met Maria<br />

Jacoba Kormelink, geboren in 1845 en overleden in 1878. Hierna hertrouwde<br />

J. A. Janssen in 1879 met de in 1851 te Neede geboren Johanna Antonia<br />

van Gemmert.<br />

r<br />

Vanaf ca 1860 werd het huis, dat waarschijnlijk in tweeën verdeeld was achtereenvolgens<br />

medebewoond door de weduwe Johanna Geertruid Morsinkte<br />

Kiefte met één dochter, de ongehuwde naaister Geertrui Rosekamp en<br />

vanaf 1872 door het gezin van Hendrik Jan ten Berge en vrouw Martha<br />

Wühelmina Johanna Reimerink met vier kinderen. Hendrik Jan ten Berge<br />

overleed op 19 november 1886. Zijn weduwe woonde er nog tot ca 1900,<br />

waarna dit gedeelte van het huis vermoedelijk werd ingericht tot café de<br />

Roskam, waarvan in 1903 vermeld werd, dat de familie Janssen-van Gemmert<br />

er een drankvergunning bezat. Het café werd nog vermeld in 1920.<br />

Omstreeks 1960 werd het pand afgebroken. Er was toen een kruideniers-


1148<br />

winkel Te Lintelo gevestigd.<br />

HUIS NR. 25<br />

Huis nr. 25 was oorspronkelijk een schuur, waarin Steven Leferink, eigenaar<br />

en bewoner van nr. 26 zijn linnenhandel en spinnerij gevestigd had. Op 12<br />

september 1782 werden de panden nrs. 25 en 26 verkocht aan Jan Vruwink,<br />

die in 26 ging wonen (Zie aldaar) en nr. 25 verhuurde aan diverse bewoners:<br />

In 1795 werden hier mogelijk vermeld: Jan Willem Weisink, Arnoldus Swerink,<br />

de weduwe Pluimers en Jan ter Wehle met hun gezinnen, totaal 21<br />

personen.<br />

In 1830 woonden er de gezinnen van Bernardus Weerkamp. Johannes Weisink<br />

en Berend Hendrikus Wulf, totaal 13 personen.<br />

In 1840 woonden er Egbert ten Thije, Jan Hendrik Maurik, Hendrikus Stegeman,<br />

Jan Boonk en de weduwe F. H. B. Lichtenberg.<br />

In 1850 woonden er de gezinnen van Jan Hendrik Maurik (11 personen),<br />

Herman Heinrich Waarborg (6 personen), Egbert ten Thije (4 personen), Jan<br />

Harmen Morsink (6 personen), Hendrik Stegeman (3 personen), Jan Boonk<br />

(4 personen) en de alleenstaande weduwe Tijtje Lichtenberg-Klaassen.<br />

In 1860 woonden er de gezinnen van de weduwe Eva Maurik-Arendsen (4<br />

personen), Egbert ten Thije (4 personen), Hendrik Noordink (8 personen)<br />

en de alleenstaande weduwenaar Gradus Teutelink.<br />

In 1870 de gezinnen van Egbert ten Thije (4 personen), de weduwe Johanna<br />

ter Bekke-Boonk (5 personen), Jan Hendrik Laarveld (3 personen), Gerrit<br />

Jan Bossewinkel (7 personen), Hendrkus Starke (6 personen) en Christiaan<br />

Broekhuis (5 personen).<br />

In 1880 woonden er de gezinnen van de weduwnaar Jan Hendrik Laarveld<br />

(2 personen), de weduwe Johanna ter Bekke-Boonk (5 personen), Gerrit<br />

Jan Bossewinlel (7 personen), Christiaan Broekhuis (7 personen), Gerrit<br />

Lamers (6 personen) en de alleenstaande weduwe Aleida Schouwink.<br />

In 1890 de alleenstaande weduwe Johanna ter Bekke-Boonk en de gezinnen<br />

van Egbert Leppink (5 personen), Hendrikus Kemper (6 personen), Johannes<br />

ten Hoopen (5 personen), Gerrit Jan Bossewinkel (7 personen), Gerrit<br />

Lammers (6 personen), Christiaan Broekhuis (7 personen), Johannes Hendrikus<br />

Hofmeijer (2 personen) en de weduwnaar Albertus Wittebroek (4<br />

personen).<br />

In 1910 woonden er de gezinnen van Johannes ten Hoopen (6 personen) en<br />

Jan Hendrik Johan Ordelmans (9 personen).<br />

Ook dit huis is een voorbeeld van de erbarmelijke woontoestanden. die in de<br />

vorige eeuw door de industriële ontwikkeling en de daardoor veroorzaakte<br />

trek van het platte land naar ,,de stad" te <strong>Haaksbergen</strong> heersten. Samenwonen<br />

en armoede was voor velen weggelegd.<br />

Het pand nr. 25 werd in 1945 door een bombardement vernield en dichter<br />

naar de Buurserstraat herbouwd. Het werd sindsdien ondermeer bewoond<br />

door de familie Weeink-Veldhuis.<br />

W. E. ten Asbroek - J. B. A. Leusink - J. G. L. Overbeekc

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!