Plan van aanpak Maatschappelijke Opvang - Federatie Opvang
Plan van aanpak Maatschappelijke Opvang - Federatie Opvang
Plan van aanpak Maatschappelijke Opvang - Federatie Opvang
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
• De individuele trajectplannen zullen praktisch, niet-vrijblijvend, bewezen effectief<br />
en doelmatig zijn. Dat betekent ondermeer: alleen zorgtrajecten als dat nodig en<br />
zinvol is; alleen evidence based zorgtrajecten; geen therapietrajecten als de kans<br />
dat ze helpen laag is; geen therapie- en zorgtrajecten als niet zeker is gesteld dat<br />
betrokkene zal blijven meewerken. Niet-vrijblijvend wil zeggen dat kansen zeker<br />
niet eindeloos worden aangeboden. Maar wat als mensen een kans niet pakken?<br />
Als ze vervolgens geen overlast of criminaliteit veroorzaken is er niets aan de<br />
hand. Als ze crimineel gedrag vertonen wacht hen vervolging en mogelijk<br />
detentie. Maar wat als ze overlastgevend gedrag blijven vertonen? Dan rest de<br />
samenleving twee mogelijkheden: het gedrag aanvaarden als ‘fact of life’ of het<br />
gedrag niet aanvaarden en daartoe passende maatregelen te treffen. Een en<br />
ander betekent dat een evenwichtige balans moet worden gezocht tussen het<br />
vasthouden <strong>van</strong> de ambitie <strong>van</strong> dit <strong>Plan</strong> (we willen mensen echt op een zo hoog<br />
mogelijk niveau <strong>van</strong> functioneren brengen), nuchter realisme (niet investeren in<br />
illusies) en discipline. Soms zal niet meer dan sobere stabilisatie haalbaar zijn, als<br />
het niet anders kan middels onder meer dwangvoorziening.<br />
• De inschatting is dat vooral in de zorgkant het grootste risico zit op financiële<br />
ontwikkelingen die prohibitief zouden kunnen worden voor de uitvoering <strong>van</strong> het<br />
<strong>Plan</strong>. Daarbij komt dat de voorzieningen in de steden veelal zijn ontwikkeld op<br />
geleide <strong>van</strong> de mogelijkheden binnen de lokale context. Bij de uitbreiding <strong>van</strong> de<br />
capaciteit willen steden de komende jaren waar dat beschikbaar is, dat doen op<br />
basis <strong>van</strong> ‘best practices’. Om een dergelijke <strong>aanpak</strong> te ondersteunen zal door<br />
kabinet en G 4 in overleg met GGZ Nederland een Commissie <strong>van</strong> Vijf worden<br />
ingesteld. De commissie <strong>van</strong> Vijf zal bestaan uit deskundigen op het terrein <strong>van</strong><br />
verslavingszorg, <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> psychiatrische problematiek, openbare geestelijke<br />
gezondheidszorg, keten<strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> de bemoeizorg, evidence based<br />
behandelmethoden en maatschappelijke op<strong>van</strong>g. Deze commissie zal voor de<br />
duur <strong>van</strong> de uitvoering <strong>van</strong> het <strong>Plan</strong> beschikbaar zijn voor advies over met name<br />
de evidence based- interventies voor deze doelgroep aan de steden en aan de<br />
Taakgroep Monitoring Uitvoering. De commissie levert via deze advisering in het<br />
halfjaarlijks bestuurlijk overleg een bijdrage aan de efficiencyslag. De minister <strong>van</strong><br />
VWS neemt het initiatief voor de samenstelling en instelling <strong>van</strong> deze commissie.<br />
• Een intensivering <strong>van</strong> de aandacht voor deze groep leidt tot meer gebruik <strong>van</strong><br />
voorzieningen door deze groep, hetzij door uitbreiding <strong>van</strong> het<br />
voorzieningenniveau, hetzij doordat bestaande voorzieningen toegankelijker<br />
worden voor deze groep. Dat brengt twee risico’s met zich mee. Ten eerste<br />
bestaat er het probleem <strong>van</strong> verdringing: de toegenomen aandacht en daarmee<br />
gebruik <strong>van</strong> voorzieningen gaat ten koste <strong>van</strong> andere groepen. Dat vraagt om<br />
politieke keuzes. Ten tweede bestaat er het risico <strong>van</strong> een (inter)nationale<br />
aanzuigende werking. Dat laatste moet worden voorkomen. De in de<br />
Voortgangsrapportage IBO 2005 aangekondigde beperking <strong>van</strong> de landelijke<br />
toegankelijkheid <strong>van</strong> de woonvoorzieningen voor dak- en thuislozen kan daarbij<br />
helpen. Beide risico’s moeten een vast bestanddeel worden <strong>van</strong> de bestuurlijke<br />
thermometer (zie L).<br />
• De <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> deze doelgroep kan effectiever; doeltreffender. Dat mag echter<br />
niet betekenen dat niet meer gelet wordt op de rechtmatigheid <strong>van</strong> uitgaven. Uit<br />
oogpunt <strong>van</strong> rechtsgelijkheid kan namelijk de doeltreffendheid niet gevonden<br />
worden door bepaalde regels niet meer te handhaven.<br />
18