Samenvatting 1 Openbare Financien Boek en Colleges - Sirius
Samenvatting 1 Openbare Financien Boek en Colleges - Sirius
Samenvatting 1 Openbare Financien Boek en Colleges - Sirius
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hoofdstuk 1 Het moderne economische vraagstuk<br />
Schaarste is het <strong>en</strong>ige echte grote economische vraagstuk.<br />
Voor alle economische subject<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de huishoudkundige vrag<strong>en</strong> e<strong>en</strong> patroon met 4 elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>:<br />
1. Onbeperkte behoeft<strong>en</strong>, ook wel prefer<strong>en</strong>ties g<strong>en</strong>oemd,<br />
2. Beperkte mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> middel<strong>en</strong> om in de prefer<strong>en</strong>ties te voorzi<strong>en</strong><br />
3. Keuz<strong>en</strong> die elkaar wederzijds uitsluit<strong>en</strong>,<br />
4. Doelgericht, optimaliser<strong>en</strong>d handel<strong>en</strong> = axioma, e<strong>en</strong> onbewez<strong>en</strong> stelling die we voor waar<br />
aannem<strong>en</strong>.<br />
Schaarste= betreft de keuz<strong>en</strong> die optimaliser<strong>en</strong>d economische subject<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> inzake de<br />
spanning tuss<strong>en</strong> onbeperkte behoeft<strong>en</strong> <strong>en</strong> beperkte, alternatief aanw<strong>en</strong>dbare middel<strong>en</strong>.<br />
Economie: bestudeert het keuzegedrag dat voortvloeit uit de schaarste, vanaf 17/18 e eeuw.<br />
In de economie is de schaarste de opoffering van andere prefer<strong>en</strong>ties, of beter, de opoffering van<br />
middel<strong>en</strong> die voor andere prefer<strong>en</strong>ties/behoeft<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt.<br />
‘Wind voor mol<strong>en</strong>’ dwingt niet tot keuzes.<br />
‘Zwemwater’ is ge<strong>en</strong> economisch goed.<br />
Milieuvraagstuk is economisch vraagstuk.<br />
De productiefactor<strong>en</strong> (=arbeid, natuur <strong>en</strong> kapitaal) staan aan het begin van elk economisch handel<strong>en</strong>.<br />
Allocatie is de plaatstoewijzing van productiefactor<strong>en</strong> in productieprocess<strong>en</strong> gelet op de verschill<strong>en</strong><br />
in urg<strong>en</strong>tie van de behoeft<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> optimale allocatie is bereikt wanneer de productieprocess<strong>en</strong><br />
aansluit<strong>en</strong> bij de verschill<strong>en</strong> in urg<strong>en</strong>tie van de behoeft<strong>en</strong>. Het allocatievraagstuk is wat gaan we<br />
producer<strong>en</strong> met deze productiefactor<strong>en</strong>, wie gaat wat do<strong>en</strong> met welke middel<strong>en</strong>.<br />
Productie is de combinatie van productiefactor<strong>en</strong> t<strong>en</strong> behoeve van behoeftebevrediging.<br />
Consumptie = aanschaff<strong>en</strong> van goeder<strong>en</strong> t<strong>en</strong> behoeve van consumptie<br />
Ubiquiteit<strong>en</strong>= vrije goeder<strong>en</strong> zoals lucht <strong>en</strong> zwemwater. Voorzi<strong>en</strong> in behoeft<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong> alternatiev<strong>en</strong>,<br />
dwing<strong>en</strong> niet tot keuze.<br />
Intermediaire goeder<strong>en</strong>= vorm<strong>en</strong> de omweg van de productie naar de uiteindelijke consum<strong>en</strong>t,<br />
bestelauto, goeder<strong>en</strong> gebruikt voor de productie.<br />
Keuze die tot het optimum tuss<strong>en</strong> productiemiddel<strong>en</strong> <strong>en</strong> productie (optimale oplossing voor<br />
schaarste) leidt, gaat in twee stapp<strong>en</strong>:<br />
1. De technische mogelijkhed<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> de technische efficiëntie aan<br />
Productiefunctie = relatie tuss<strong>en</strong> productie van e<strong>en</strong> goed (Qx) <strong>en</strong> A & K > Qx= f(A,K)<br />
Qx= productiehoeveelheid goed X; A= productiefactor arbeid; K = productiefactor kapitaal.<br />
E<strong>en</strong> isoquant geeft combinaties van productiefactor<strong>en</strong> A <strong>en</strong> K weer die e<strong>en</strong>zelfde<br />
productiehoeveelheid oplever<strong>en</strong>.<br />
1
Afnem<strong>en</strong>de gr<strong>en</strong>sproductiviteit houdt in dat naarmate relatief<br />
meer e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> productiefactor in e<strong>en</strong> productieproces<br />
word<strong>en</strong> aangew<strong>en</strong>d, de productiviteit van e<strong>en</strong> extra e<strong>en</strong>heid<br />
van deze productiefactor in term<strong>en</strong> van de andere<br />
productiefactor afneemt.<br />
Q= combinaties bij gelijke hoeveelheid product die met<br />
verschill<strong>en</strong>de combinaties van A <strong>en</strong> K kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaakt,<br />
elke Q levert dezelfde hoeveelheid product op, alle<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> andere manier geproduceerd.<br />
1= arbeid relatief weinig productief, inefficiënt arbeid<br />
2= arbeid weg <strong>en</strong> opvang<strong>en</strong> met veel kapitaal (wet van afnem<strong>en</strong>de meeropbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong>; meer kapitaal,<br />
neemt de efficiëntie af)<br />
Z gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfde producer<strong>en</strong> als op Q1 is e<strong>en</strong> technisch inefficiënte productie.<br />
Technische efficiënt is e<strong>en</strong> minimum gebruik van middel<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> bepaalde output, zijn de punt<strong>en</strong><br />
die op Q1 ligg<strong>en</strong>, bijvoorbeeld.<br />
2. De beschikbare middel<strong>en</strong> (prijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> budget) zijn bepal<strong>en</strong> voor de economisch-efficiënte keuze<br />
De beschikbare middel<strong>en</strong> zijn afhankelijk van drie variabel<strong>en</strong>:<br />
1. Het kost<strong>en</strong>budget 2. De prijs van A 3. De prijs van K<br />
Deze vorm<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong>budgetlijn of isokost<strong>en</strong>lijn = lijn van A’=B/Pa naar K’=B/Pk.<br />
B= kost<strong>en</strong>budget,Pa <strong>en</strong> Pk = Prijs<br />
Arbeid <strong>en</strong> de Prijs Kapitaal<br />
M= optimum (N = suboptimum)<br />
Alle punt<strong>en</strong> op Q1 zijn technische<br />
inefficiënt behalve M<br />
Budgetlijn = maximale budget dat je<br />
kan bested<strong>en</strong>.<br />
Economische efficiëntie is de technische-efficiënte keuze, gegev<strong>en</strong> de beschikbare middel<strong>en</strong>.<br />
Economische efficiëntie wordt bepaald door de marktprijz<strong>en</strong>.<br />
Het eindresultaat van technische <strong>en</strong> economisch efficiëntie nom<strong>en</strong> we de economischtechnische<br />
oplossing van het schaarstevraagstuk.<br />
Twee soort<strong>en</strong> economische wet<strong>en</strong>schap (door H. Simon):<br />
- Economie als product<br />
tot ver in 20 e eeuw gedomineerd, de economie is groot geword<strong>en</strong> met het vind<strong>en</strong> van<br />
economisch-technische oplossing<strong>en</strong> voor economische vraagstukk<strong>en</strong>.<br />
- Economie als proces<br />
vanaf midd<strong>en</strong> 20 e eeuw meer aandacht, vrag<strong>en</strong> als: hoe werkt het keuzeproces, wat<br />
verhinderd de consum<strong>en</strong>t tot het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> economisch-technische optimale keuze,<br />
hoe kan het keuze proces word<strong>en</strong> verbeterd<br />
wat is nodig om e<strong>en</strong> optimale oplossing te realiser<strong>en</strong>?<br />
2
Waarom zou er iets op gang kom<strong>en</strong> dat de schaarste zou will<strong>en</strong> verminder<strong>en</strong> <strong>en</strong> wie of wat zou<br />
strev<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> economisch-technische oplossing? Adam Smith geeft antwoord in 6 stapp<strong>en</strong><br />
Particulier eig<strong>en</strong>dom → m<strong>en</strong>selijke neiging tot ruil → eig<strong>en</strong>belang → zelfreguler<strong>en</strong>de<br />
arbeidsverdeling → ruil → welvaart.<br />
Startpunt is e<strong>en</strong> institutie: particulier eig<strong>en</strong>dom. Smith is voor vrij handel<strong>en</strong>, staat terugtrekk<strong>en</strong>.<br />
Instituties bepal<strong>en</strong> (1) de algem<strong>en</strong>e aard van de keuzevrijheid van e<strong>en</strong> economisch subject (2) de<br />
individuele keuzevrijheid als e<strong>en</strong> functie van de acties van ander<strong>en</strong>(ander<strong>en</strong> niet schad<strong>en</strong>).<br />
Zonder arbeidscontract<strong>en</strong>, huur <strong>en</strong> verhuur, lease, koop <strong>en</strong> verkoop bestaat de economie niet.<br />
Transactiekost<strong>en</strong> bestaan uit zoekkost<strong>en</strong>, onderhandelingskost<strong>en</strong>, kost<strong>en</strong> van contracter<strong>en</strong> <strong>en</strong> van<br />
controle op nakoming <strong>en</strong> afdwingkost<strong>en</strong> van transactie van beschikkingsrecht<strong>en</strong>.<br />
De institutionele oplossing bevat steeds twee elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>:<br />
- Institutionele vormgeving<br />
- Transactiekost<strong>en</strong><br />
Tweedeling in verandering<strong>en</strong> die plaatsvond<strong>en</strong> eind middeleeuw<strong>en</strong>:<br />
- Feodalisme<br />
rang<strong>en</strong> <strong>en</strong> stand<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> iemand economische functie <strong>en</strong> positie<br />
- Kapitalisme<br />
br<strong>en</strong>gt vrijheid: vrijheid van <strong>en</strong> de vrijheid tot<br />
‘g<strong>en</strong>etische eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>’ van e<strong>en</strong> kapitalistische economie zijn:<br />
- vrije <strong>en</strong> toegankelijke markt<strong>en</strong> voor goeder<strong>en</strong> <strong>en</strong> productiefactor<strong>en</strong><br />
- e<strong>en</strong> zodanige agrarirische productiviteit dat e<strong>en</strong> ingewikkelde arbeidsverdeling <strong>en</strong><br />
beroepsstructuur mogelijk zijn,<br />
- e<strong>en</strong> overheid die eig<strong>en</strong>domsverhouding<strong>en</strong> respecteert, sociale mobiliteit niet beperkt <strong>en</strong><br />
oog heeft voor materiële nod<strong>en</strong> van onderdan<strong>en</strong><br />
- technische ontwikkeling, institutionele vernieuwing <strong>en</strong> e<strong>en</strong> marktgericht consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
gedrag<br />
Hoofdstuk 2 Economische orde<br />
Geschied<strong>en</strong>is:<br />
De Republiek in de 17 e eeuw is het begin van de markteconomie: rang<strong>en</strong> <strong>en</strong> stand<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
verdrong<strong>en</strong> door economische verdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>.<br />
Engeland in de 19 e eeuw neemt de wereldmacht van Nederland over: Industriële revolutie<br />
Sovjetrevolutie van 1917: proletariaat zou klasseloze sam<strong>en</strong>leving realiser<strong>en</strong>, was e<strong>en</strong> feodale<br />
sam<strong>en</strong>leving met lijfeig<strong>en</strong>e<br />
De economische kern van de communistische revolutie is de afschaffing van particulier eig<strong>en</strong>dom van<br />
grond <strong>en</strong> kapitaal. Economische orde is het geheel van instituties dat de economische<br />
keuzeprocess<strong>en</strong> leidt <strong>en</strong> begeleidt.<br />
E<strong>en</strong> schema van de economische kringloop heeft hier twee functies:<br />
- Het geeft e<strong>en</strong> blauwdruk van de relaties tuss<strong>en</strong> de economische subject<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />
economische orde<br />
- Het geeft e<strong>en</strong> impressie van de <strong>en</strong>orme omvang van het allocatievraagstuk waar e<strong>en</strong><br />
economische orde voor staat<br />
3
In e<strong>en</strong> planeconomie schaff<strong>en</strong> de communist<strong>en</strong> particulier bezit van grond <strong>en</strong> kapitaal af, <strong>en</strong> daarmee<br />
het eig<strong>en</strong>belang dat het bezit di<strong>en</strong>t.<br />
Allocatievraagstuk bij deze weergave: welke hoeveelhed<strong>en</strong> productiefactor<strong>en</strong> w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de<br />
gezinshuishouding<strong>en</strong> aan welke bedrijfshuishouding<strong>en</strong> aan te bied<strong>en</strong> <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> welke beloning?<br />
De vraag is welke Qh <strong>en</strong> welke combinatie van A <strong>en</strong><br />
K? Zo goed als onoplosbaar, prober<strong>en</strong> met trial and<br />
error, Pa <strong>en</strong> Pk zijn onbek<strong>en</strong>d.<br />
Informatie nodig voor allocatievraagstuk:<br />
- Behoefteschema’s;<br />
- Beschikbaarheid van productie middel<strong>en</strong><br />
- Productiefuncties<br />
Alle individuele beslissing<strong>en</strong> t<strong>en</strong>der<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong><br />
ev<strong>en</strong>wicht tuss<strong>en</strong> middel<strong>en</strong>inzet <strong>en</strong> behoefte.<br />
In de grafiek is de M voor het ev<strong>en</strong>wicht dat tot<br />
stand komt in e<strong>en</strong> markteconomie. En P het<br />
ev<strong>en</strong>wicht wat de staat in e<strong>en</strong> planeconomie beslist.<br />
K<strong>en</strong>merk Markteconomie Planeconomie<br />
Eig<strong>en</strong>dom, kapitaalgoeder<strong>en</strong> <strong>en</strong> grond Privaat eig<strong>en</strong>dom Staateig<strong>en</strong>dom<br />
Motivatie Eig<strong>en</strong>belang Geme<strong>en</strong>schapszin<br />
Organisatie transacties Dec<strong>en</strong>trale ruil C<strong>en</strong>traal bevol<strong>en</strong> overdracht<br />
Informatie uitwisseling Horizontaal Verticaal<br />
Afstemming Prijsmechanisme Plan<br />
De conclusie is dan ook dat de communistische economie niet doordacht is wat het economisch<br />
proces betreft, dat uiteindelijk de schaarste optimaal zou moet<strong>en</strong> verminder<strong>en</strong>.<br />
Tr<strong>en</strong>ds in westerse economieën: variatie in product<strong>en</strong>, compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>industrie, zeer grote<br />
onderneming in combinatie met kleine voor schaaleffect<strong>en</strong>.<br />
Georiënteerde markteconomie is e<strong>en</strong> markteconomie is e<strong>en</strong> economie waarin de markt e<strong>en</strong><br />
dominante rol speelt <strong>en</strong> de overheid de speelruimte van de economische subject<strong>en</strong> vaststelt.<br />
Ordemaatregel<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> vorm aan e<strong>en</strong> economische orde. Overheidsingrijp<strong>en</strong> bestaat uit<br />
sturingsmaatregel<strong>en</strong> = zijn e<strong>en</strong> groot deel van het economische beleid van de overheid.<br />
K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de georiënteerde economie:<br />
- Overheid beschermt particulier eig<strong>en</strong>dom<br />
- Uitbouw juridische constructies die marktprocess<strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong>, bijvoorbeeld<br />
ondernemingsrecht (BV <strong>en</strong> NV)<br />
4
- Voorkeur voor orde- bov<strong>en</strong> sturingsmaatregel<strong>en</strong><br />
- Zelforganisatie van marktsector<br />
Twee basisk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de georiënteerde economie:<br />
1. Bescherming van het particulier eig<strong>en</strong>dom, direct <strong>en</strong> indirect<br />
2. Particulier initiatief draagt bij aan vorming van de economische orde<br />
Effectieve bescherming van eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> stimuleert de marktwerking als basismechanisme van<br />
de georiënteerde markteconomie.<br />
Hervorming in China:<br />
- Particulier eig<strong>en</strong>domsrecht wint aan belang<br />
- Spelregels voor marktwerking word<strong>en</strong> aangescherpt<br />
Artikel<strong>en</strong> bij hoofdstuk 2<br />
Kapitalisme wordt bedreigd door M. Tabaksblat<br />
Joseph Schumpeter dacht dat het kapitalisme zou verdwijn<strong>en</strong> door gebrek aan sociale aanvaarding,<br />
de teg<strong>en</strong>kracht<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> ongelijkheid zoud<strong>en</strong> winn<strong>en</strong>. Antikapitalistische gevoel<strong>en</strong>s zijn er al vanaf<br />
het begin van kapitalisme. Afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> is het ong<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong> over kapitalisme gegroeid, er is e<strong>en</strong><br />
teg<strong>en</strong>reactie bij globalisering kunn<strong>en</strong> in het extreemste geval leidd<strong>en</strong> tot x<strong>en</strong>ofobie(ongegronde<br />
angst voor vreemdeling<strong>en</strong>), ultranationalisme of religieus fanatisme. Ook veel afgunst teg<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
met topsalariss<strong>en</strong>. Het is wel erg duidelijk dat de welvaart verbeterd is door kapitalisme. Ook is de<br />
toegang tot goeder<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> voor vrijwel alle burgers aanzi<strong>en</strong>lijk toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Hoe<br />
doeltreff<strong>en</strong>d kan het kapitalisme zijn in de omgang met deze fysieke beperking<strong>en</strong>? Door de<br />
kredietcrisis wordt nog meer over het kapitalisme getwijfeld. We word<strong>en</strong> geconfronteerd met<br />
financiële product<strong>en</strong> die weinig m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> <strong>en</strong> wier interactie onder extreme<br />
marktomstandighed<strong>en</strong> door niemand wordt begrep<strong>en</strong>.<br />
Wellink laakt toezich VS door R. Roerink<br />
Wellink (=presid<strong>en</strong>t van de Nederlandsche Bank) is kritisch over het toezicht van Amerika op de<br />
financiële sector. Volg<strong>en</strong>s Wellink hebb<strong>en</strong> Nederlandse bank<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van internationale<br />
zak<strong>en</strong>bank<strong>en</strong> weinig subprime-hypothek<strong>en</strong>, de Amerikaanse 'rommelhypothek<strong>en</strong>' die nu tot zo veel<br />
problem<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>. De Nederlandse bank<strong>en</strong> (in teg<strong>en</strong>stelling dan andere bank<strong>en</strong> in de wereld) hebb<strong>en</strong><br />
hun ‘conduits’ (risico’s verbond<strong>en</strong> aan activiteit<strong>en</strong>) moet<strong>en</strong> aangev<strong>en</strong>, <strong>en</strong> wat voor<br />
liquiditeitsproblem<strong>en</strong> dit zou kunn<strong>en</strong> oplever<strong>en</strong>. Maar deze eis<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> niet te hoog anders<br />
kunn<strong>en</strong> de bank<strong>en</strong> niet meer concurrer<strong>en</strong>. De dekkingsgrad<strong>en</strong> van de p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>fonds<strong>en</strong> zijn al naar<br />
b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> gegaan door dal<strong>en</strong>de beurz<strong>en</strong> <strong>en</strong> r<strong>en</strong>tes. De premies hoev<strong>en</strong> niet omhoog.<br />
Hoofdstuk 4 Economie als wet<strong>en</strong>schap<br />
Economie als nieuwe macht<br />
Economische achtergrond: ruil staat c<strong>en</strong>traal, economie in moderne sam<strong>en</strong>leving erg aanwezig,<br />
verstedelijkte omgeving bevordert ruil/economisch proces, productie <strong>en</strong> consumptie vall<strong>en</strong> nu niet<br />
meer sam<strong>en</strong>.<br />
Politieke achtergrond: Smith: in de 18 e eeuw e<strong>en</strong>heidsstat<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over elkaar competitief opstell<strong>en</strong>,<br />
dus economisch sterk zijn. Tijd van het mercantilisme: op handel gerichte politiek, actief ingrijp<strong>en</strong><br />
door de staat, veel export weinig import, lon<strong>en</strong> laag. Political economy: teg<strong>en</strong> mercantilisme is juist<br />
voor vrijhandel.<br />
Economie als methode<br />
Economie is wet<strong>en</strong>schap omdat zij methodologisch te werk gaan.<br />
Wet<strong>en</strong>schap werkt systematisch met twee uitgangspunt<strong>en</strong>:<br />
5
- Zij baseert zich op verifieerbare feit<strong>en</strong><br />
uit gaan van feit<strong>en</strong>. CBS = gecreëerde feit<strong>en</strong>. Om ding<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong> heb je theorie nodig<br />
- Zij hanteert logische red<strong>en</strong>ering<strong>en</strong><br />
consist<strong>en</strong>t zijn<br />
Econom<strong>en</strong> zijn het one<strong>en</strong>s omdat verschill<strong>en</strong>de econom<strong>en</strong> zich op gegev<strong>en</strong>s baseert die nogal<br />
onbetrouwbaar zijn of voor meerdere uitleg vatbaar zijn.<br />
Economie, welvaart<strong>en</strong> welzijn<br />
Economie kan het welzijn bevorder<strong>en</strong>, maar heeft e<strong>en</strong> negatief imago.<br />
Welvaart is het resultaat van individuele nutsbeleving<strong>en</strong> die sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met keuz<strong>en</strong> uit beperkte,<br />
alternatief aanw<strong>en</strong>dbare middel<strong>en</strong>.<br />
Welzijn is e<strong>en</strong> individuele nutsbeleving die niet onmiddellijk voortkomt uit de keuze uit beperkte,<br />
alternatief aanw<strong>en</strong>dbare middel<strong>en</strong>.<br />
Verschil welvaart <strong>en</strong> welzijn: bij welzijn niet direct dwing<strong>en</strong>de keuzes <strong>en</strong> keuzes sluit<strong>en</strong> elkaar ook<br />
niet uit. Welzijn kost niets, bijvoorbeeld netjes gedrag, daar hoef je niet voor te betal<strong>en</strong>.<br />
Verwarring: geld <strong>en</strong> economie is welvaart alles wat met geld te mak<strong>en</strong> heeft is economisch. Niet in<br />
geld gewaardeerd = welzijn > klopt niet!<br />
Economie <strong>en</strong> politiek<br />
Planeconomie: politiek heeft het oppergezag: primaat.<br />
Markteconomie: subtielere verhouding tuss<strong>en</strong> economie <strong>en</strong> politiek.<br />
De economie hecht als wet<strong>en</strong>schap aan haar objectiviteit, bemoeit zich niet met waardeoordel<strong>en</strong>,<br />
objectieve oordeel heet e<strong>en</strong> zijnsoordeel. Economische doel<strong>en</strong> bestaan niet, maar economische<br />
politiek is uiteraard niet doelloos. Doelstelling<strong>en</strong> van tweede kamer <strong>en</strong> kabinet: volledige<br />
werkgeleg<strong>en</strong>heid, inflatie/stabiel prijsniveau, ev<strong>en</strong>wichtige betalingsbalans, economische groei &<br />
rechtvaardige inkom<strong>en</strong>sverdeling.<br />
Politiek schiet de economie te hulp bij: allocatiepolitiek, stabilisatiepolitiek & verdelingspolitiek.<br />
Zijnsoordel<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> richting aan allocatie- <strong>en</strong> stabilisatiepolitiek, aan de verdelingspolitiek ligg<strong>en</strong><br />
primair waarderingsoordel<strong>en</strong> t<strong>en</strong> grondslag.<br />
Piet H<strong>en</strong>nipman is e<strong>en</strong> van de grootste econom<strong>en</strong> van de 20 e eeuw.<br />
Economie kan politiek met doeleind<strong>en</strong> van economische politiek van di<strong>en</strong>st zijn, dmv:<br />
- In welke mate de verschill<strong>en</strong>de doelstelling<strong>en</strong> strijdig met elkaar zijn of elkaar versterk<strong>en</strong><br />
- Hoe de politiek haar doelstelling<strong>en</strong> doelmatig kan bereik<strong>en</strong><br />
- Dat de politiek niet ongestraft de individuele prefer<strong>en</strong>ties kan neger<strong>en</strong>. De economie laat<br />
zi<strong>en</strong> dat het doelmatig is zoveel mogelijk aan te sluit<strong>en</strong> bij eig<strong>en</strong>belang <strong>en</strong> individuele<br />
prefer<strong>en</strong>ties.<br />
De mogelijkhed<strong>en</strong> om de economische wet<strong>en</strong>schap in te zett<strong>en</strong> om sturingsproblem<strong>en</strong> van de<br />
politiek op te loss<strong>en</strong>, zijn beperkt. De economie beidt <strong>en</strong>ig houvast aan de politiek door het<br />
ontwerp<strong>en</strong> van instituties die bijdrag<strong>en</strong> aan het realiser<strong>en</strong> van economische doeleind<strong>en</strong>.<br />
Criteria van economische politiek:<br />
1. Strijdigheid van doeleinde (in strijd met iets anders)<br />
2. Hoe doelstelling bereik<strong>en</strong> (groei bevorder<strong>en</strong>/inflatie bestrijd<strong>en</strong>)<br />
3. Individuele prefer<strong>en</strong>ties niet neger<strong>en</strong>, rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> effect op je maatregel.<br />
Economie <strong>en</strong> ethiek<br />
Economie gaat over m<strong>en</strong>selijk gedrag <strong>en</strong> ethiek onderzoekt of dat gedrag ook nog aan regels is<br />
gebond<strong>en</strong>. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> in situaties om het eig<strong>en</strong> belang te bevredig<strong>en</strong>: niet direct egoïst maar<br />
eig<strong>en</strong> belang wel belangrijk: deugd.<br />
6
De zev<strong>en</strong> deugd<strong>en</strong>: moed, ingetog<strong>en</strong>heid, vertrouw<strong>en</strong>, eig<strong>en</strong>belang, rechtvaardigheid, naast<strong>en</strong>liefde.<br />
Axioma van de beperkte hebzucht: 100 e op straat oppakk<strong>en</strong>.<br />
- De toepasbaarheid is bijna onbeperkt<br />
- Bescheid<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>belang is niet gegarandeerd<br />
- Het axioma werkt in situaties<br />
Homo economius als verpersoonlijking van eig<strong>en</strong>belang heeft in dit verband twee roll<strong>en</strong>:<br />
1. Gedrag kan e<strong>en</strong> afspiegeling van de werkelijkheid zijn<br />
2. De normatieve b<strong>en</strong>adering laat zi<strong>en</strong> wat voor e<strong>en</strong> economisch subject de optimale keuze is of<br />
wat in de richting daarvan gaat.<br />
Het economisch lev<strong>en</strong> bestaat uit optimaliser<strong>en</strong>de, op eig<strong>en</strong>belang uit zijnde egoïst<strong>en</strong>.<br />
Hoofdstuk 10 Interactie<br />
Interactie = wisselwerking tuss<strong>en</strong> economische actor<strong>en</strong>.<br />
De Speltheorie onderzoekt de interactie tuss<strong>en</strong> spelers die eig<strong>en</strong> doelstelling<strong>en</strong> nastrev<strong>en</strong>.<br />
Voorbeeld<strong>en</strong>: prijz<strong>en</strong>oorlog gestart door AH <strong>en</strong> op gereageerd door C1000. Iteratief proces (=d<strong>en</strong>k<br />
wat de ander d<strong>en</strong>kt), speltheorie zoekt naar ev<strong>en</strong>wicht.<br />
Elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van speltheorie:<br />
- Twee of meer spelers (meer dan 2 wordt ingewikkeld)<br />
- Informatieset (=waarde van de variabele, wat ligt op tafel <strong>en</strong> hoe moet ik daar op reager<strong>en</strong>)<br />
- Actie <strong>en</strong> strategie (e<strong>en</strong> strategie geeft de acties aan bij verschill<strong>en</strong>de situaties, gelet op de<br />
informatieset, wat moet je do<strong>en</strong> als de ander iets gaat do<strong>en</strong>)<br />
- Uitbetaling (pay-off, wat levert de strategie op)<br />
Kan verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>:<br />
- Simultaan spel<br />
uitbetalingmatrix. Gelijktijdig handel<strong>en</strong>.<br />
(URA, UKA) gev<strong>en</strong> uitbetaling voor respectievelijk<br />
Rij <strong>en</strong> Kolom weer. R <strong>en</strong> K zijn spelers, hebb<strong>en</strong><br />
beide 2 acties (A <strong>en</strong> B). voor R bij actie A is de<br />
uitbetaling URA,<br />
- Volgtijdig spel<br />
boomdiagram. De één begint <strong>en</strong> de ander reageert.<br />
R neemt als eerste actie A of B, vervolg<strong>en</strong>s kan K<br />
reager<strong>en</strong> met J of N. Uitbetaling is: (URAJ, UKAJ)<br />
(bov<strong>en</strong>ste lijn)<br />
Analyse van e<strong>en</strong> spel met 2 spelers handige instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>:<br />
- Uitbetalingmatrix: strategische vorm voor simultaan spel<br />
- Boomdiagram: uitgebreide vorm voor volgtijdig<br />
spel<br />
E<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wicht betek<strong>en</strong>t dat ge<strong>en</strong> van de spelers behoefte<br />
heeft zijn strategie te verander<strong>en</strong>. Twee soort<strong>en</strong><br />
ev<strong>en</strong>wicht:<br />
- Dominante-strategie-ev<strong>en</strong>wicht<br />
E<strong>en</strong> strategie, S, is dominant indi<strong>en</strong> deze de beste<br />
respons is op welke strategie de andere spelers ook mog<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong>, de uitbetaling het hoogst<br />
is met S.<br />
7
Z=zwijg<strong>en</strong>, S=sprek<strong>en</strong>, beide Z: 1 jaar straf, verlink<strong>en</strong> is vrijuit <strong>en</strong> ander 10, allebei verlink<strong>en</strong> =<br />
8 jaar straf.<br />
Wat is de beste keus:<br />
Koos zwijgt -> Roy spreekt Roy zwijgt -> Koos spreekt<br />
Koos spreekt -> Roy spreekt Roy spreekt -> Koos spreekt<br />
Beide zull<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> = dominante strategie.<br />
Collectief irrationeel omdat ze nu sam<strong>en</strong> 16 jaar zitt<strong>en</strong>, anders 2 of 10 bij andere combinaties<br />
Twee pijl<strong>en</strong> in de richting van e<strong>en</strong> cel, betek<strong>en</strong>t ev<strong>en</strong>wicht!<br />
- Nash-ev<strong>en</strong>wicht<br />
Nash-ev<strong>en</strong>wicht is e<strong>en</strong> strategiecombinatie<br />
waarbij ge<strong>en</strong> speler de prikkel heeft van zijn<br />
strategie af te wijk<strong>en</strong>, gegev<strong>en</strong> het feit dat de<br />
andere spelers ev<strong>en</strong>min afwijk<strong>en</strong>. E<strong>en</strong><br />
dominante-strategie-ev<strong>en</strong>wicht is ook e<strong>en</strong> Nashev<strong>en</strong>wicht,<br />
maar niet elk Nash-ev<strong>en</strong>wicht is e<strong>en</strong><br />
dominantie-strategie-ev<strong>en</strong>wicht.<br />
Bij het dominante-strategie-ev<strong>en</strong>wicht is het de beste respons op alle andere strategieën van<br />
de andere, bij het Nash-ev<strong>en</strong>wicht is het de strategie de beste respons op de<br />
ev<strong>en</strong>wichtsstrategie van de andere spelers.<br />
Bij het Nash-ev<strong>en</strong>wicht maakt het niet uit of A <strong>en</strong> B voor R of L kiez<strong>en</strong>, zit iets willekeurigs in.<br />
Bij het dominante-strategie-ev<strong>en</strong>wicht is het e<strong>en</strong> dwing<strong>en</strong>d karakter.<br />
Kunn<strong>en</strong> twee soort<strong>en</strong> spel zijn:<br />
Win-winspel (positive sum game)<br />
Winst-is-verliesspel (zero sum game)<br />
Nog e<strong>en</strong> onderscheid in spel<strong>en</strong>:<br />
Coöperatieve spel<strong>en</strong><br />
Non-coöperatieve spel<strong>en</strong><br />
In e<strong>en</strong> coöperatief spel kunn<strong>en</strong> de spelers bind<strong>en</strong>de afsprak<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>, wat in e<strong>en</strong> non-coöperatief<br />
spel niet het geval is. Gevang<strong>en</strong><strong>en</strong>dilemma is non-coöperatief spel.<br />
Toepassing<strong>en</strong> dominante-strategie-ev<strong>en</strong>wicht<br />
Variant<strong>en</strong> op gevang<strong>en</strong>edilemma:<br />
- Europese uitvoering Kyoto-akkoord (NAP = nationaal allocatie plan)<br />
- Stabiliteits- <strong>en</strong> groeipact<br />
Kom<strong>en</strong> in situatie terecht die juist door het akkoord<br />
voorkom<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong>, kiez<strong>en</strong> nu allebei voor N (niet<br />
strikt). Leidt tot e<strong>en</strong> collectief ongew<strong>en</strong>ste situatie.<br />
Nutsmatix= cijfers gev<strong>en</strong> het nu in, 1 laagst, 4 hoogst.<br />
Oplossing is invoer<strong>en</strong> van supranationaal vastgelegd<br />
allocatieplan of EUsubsidiëring<br />
van de<br />
preciez<strong>en</strong>. Dan wordt de nutsmatrix: nu wordt het<br />
ev<strong>en</strong>wicht beide S, dus wel de regels strikt nalev<strong>en</strong>.<br />
Other regarding game= elegant oplossing indi<strong>en</strong> alle<br />
lidstat<strong>en</strong> tot het kamp van de preciez<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> behor<strong>en</strong>. Is<br />
nu sprake van e<strong>en</strong> coöperatief spel, zelfde effect als invoer<strong>en</strong> van subsidie.<br />
8
Toepassing<strong>en</strong> Nash-ev<strong>en</strong>wicht<br />
Relevant in vraagstukk<strong>en</strong> als: coördinatie & concurr<strong>en</strong>tie<br />
Bij coördinatievraagstukk<strong>en</strong> zijn meerdere oplossing<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kbaar, typisch vorm<strong>en</strong> van Nashev<strong>en</strong>wicht,<br />
het is de beste strategie als iedere<strong>en</strong> zich eraan houdt.<br />
Boeing <strong>en</strong> Airbus beide nieuw systeem, gegev<strong>en</strong> superieure<br />
techniek van Boeing is dat de maatschappelijk w<strong>en</strong>selijke<br />
optie. Maar niet duidelijk welke het wordt, overleg is w<strong>en</strong>selijk<br />
maar onrealistisch.<br />
In de boomdiagram mag airbus eerst kiez<strong>en</strong>, de keuze al Bc, Bc<br />
word<strong>en</strong> omdat voor airbus de hoogste uitkering betek<strong>en</strong>t. Als<br />
airbus als eerste het systeem succesvol introduceert zal zij<br />
nooit meer voor Boeing kiez<strong>en</strong>, dan zal e<strong>en</strong> superieure<br />
techniek kunn<strong>en</strong> verdwijn<strong>en</strong>.<br />
Tipping houdt in dat vanaf e<strong>en</strong> kritische massa de marktvraag<br />
steeds sneller to<strong>en</strong>eemt. Wanneer e<strong>en</strong> systeem steeds meer<br />
gebruikt wordt, is het ook voor andere gebruikers steeds<br />
interessanter hetzelfde systeem te gebruik<strong>en</strong>.<br />
Concurr<strong>en</strong>tie<br />
In deze situatie zou Linux alsnog toetred<strong>en</strong>, de winst voor<br />
zowel Linux als Microsoft is het hoogst bij toetred<strong>en</strong> <strong>en</strong> lage<br />
prijz<strong>en</strong>, Linux hoeft niet bang te zijn dat Microsoft lage prijz<strong>en</strong><br />
gaat voer<strong>en</strong>, daar zal ze zelf achteruit van gaan. Deze conclusie<br />
is het resultaat van terugred<strong>en</strong>er<strong>en</strong> (backward induction)<br />
Dit is e<strong>en</strong> serieus<br />
dreigem<strong>en</strong>t, Linux<br />
zou niet toetred<strong>en</strong> omdat bij toetreding van Linux<br />
Microsoft het meeste baat heeft bij lage prijz<strong>en</strong> wat alle<strong>en</strong><br />
maar verlies voor Linux zou betek<strong>en</strong><strong>en</strong>. De eerste klap is<br />
e<strong>en</strong> daalder waard: First mover advantage.<br />
Veiling <strong>en</strong> inschrijving<br />
Engelse veiling<br />
Veilingmeester verkoopt bij opbod, de hoogste bieder krijgt het artikel. Informatie over hoe ander<strong>en</strong><br />
het product waard<strong>en</strong> wordt onthuld. Koperssurplus blijft onduidelijk, m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> wellicht nog<br />
meer will<strong>en</strong> bied<strong>en</strong>. Kopers hebb<strong>en</strong> informatievoordeel tov van de verkoper.<br />
Hollandse veiling, afslag<br />
Veilingmeester begint met zeer hoge prijs <strong>en</strong> telt raz<strong>en</strong>dsnel af tot iemand ‘mijn’ roept. Veilingklok<br />
werk van meester overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Informatievoordeel ligt bij de verkoper. Wacht e<strong>en</strong> koper te lang,<br />
gaan de kavel aan hem voorbij. Te vroeg bied<strong>en</strong> kan winnaarsvloek betek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Visafslag zelfde.<br />
Inschrijving<br />
9
Teg<strong>en</strong>hanger van de aanbesteding als inkooptechniek. Veiling met verzegelde bieding<strong>en</strong>. E<strong>en</strong><br />
inschrijving maakt e<strong>en</strong> bezonn<strong>en</strong> bod mogelijk, dat is rust kan word<strong>en</strong> voorbereid. Midd<strong>en</strong>positie<br />
tuss<strong>en</strong> Engelse <strong>en</strong> Hollandse systeem wat de informatievoordel<strong>en</strong> betreft. De verkoper mist wel de<br />
ev<strong>en</strong>tueel prijsopdrijv<strong>en</strong>d werking van op<strong>en</strong>bare bieding<strong>en</strong>. Complexiteit van de waardering is e<strong>en</strong><br />
motief om voor inschrijving te kiez<strong>en</strong>, zoals bij verkoop van bedrijv<strong>en</strong>.<br />
Hoofdstuk 11 Economie <strong>en</strong> overheid<br />
De overheid is het legitiem instituut dat het monopolie van fysiek geweld opeist. Het dwing<strong>en</strong>de<br />
karakter van de overheid is voor de economie van bijzondere betek<strong>en</strong>is, zij kan hierdoor: rechtsregels<br />
voor maatschappelijk verkeer <strong>en</strong> handel oplegg<strong>en</strong> <strong>en</strong> handhav<strong>en</strong> & belasting<strong>en</strong> oplegg<strong>en</strong> (zijn allebei<br />
voorwaard<strong>en</strong> voor de ander). De overheid creëert de randvoorwaard<strong>en</strong> waarbinn<strong>en</strong> de moderne<br />
markteconomie kan functioner<strong>en</strong>: handhaving eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> <strong>en</strong> geeft contractvrijheid door<br />
bescherming van recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> plicht<strong>en</strong>.<br />
In e<strong>en</strong> overzicht vormt het beeld van de relatie overheid <strong>en</strong> markt (die zeer complex is), van<br />
theoretisch idee naar realiteit:<br />
- De overheid biedt kader voor volkom<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tie (bescherm<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>domsrecht)<br />
- Overheid repareert marktfeil<strong>en</strong>/ tekortkoming<strong>en</strong>: bij externe effect<strong>en</strong>, collectieve goeder<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> natuurlijk monopolie<br />
- Marktfeil<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> onuitroeibaar -> efficiënte, institutionele oplossing<strong>en</strong><br />
- Niet-marktfeil<strong>en</strong> -> efficiënte, institutionele oplossing<strong>en</strong><br />
Paretiaans welvaartsoptimum houdt in dat niemand erop vooruit kan gaan, zonder dat <strong>en</strong>ig ander<br />
lid erop achteruit gaat.<br />
Laissez faire, laissez passer= Laat maar do<strong>en</strong>, laat maar gaan; alles komt wel goed dan.<br />
De overheid wordt geacht de marktfeil<strong>en</strong> te reparer<strong>en</strong>.<br />
Second best problem: in bedrijfstak A is concurr<strong>en</strong>tie onvolkom<strong>en</strong>, dan heeft het ge<strong>en</strong> zin om in<br />
bedrijfstak B naar gelijkheid tuss<strong>en</strong> de extra opbr<strong>en</strong>gst <strong>en</strong> kost<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> extra e<strong>en</strong>heid input te<br />
strev<strong>en</strong>, in A zou deze e<strong>en</strong>heid namelijk meer oplever<strong>en</strong> voor de overheid.<br />
Het Pareto-optimum bestaat uit economisch-technische voorwaard<strong>en</strong>, deze lever<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk e<strong>en</strong><br />
Pareto-optimum op. Gedrag van individuele actor<strong>en</strong>, ook binn<strong>en</strong> organisaties, beslissingsprocedures<br />
<strong>en</strong> instituties zijn de focus.<br />
Voorbeeld<strong>en</strong> van niet-marktfeil<strong>en</strong> :<br />
- Subdoelid<strong>en</strong>tificatie van e<strong>en</strong> bureaucraat<br />
- Kost<strong>en</strong> die indicatie voor beleid vorm<strong>en</strong><br />
- Afgeleide externe effect<strong>en</strong> van beleid.<br />
Oorzak<strong>en</strong> voor inefficiënt overheidshandel<strong>en</strong> bij de uitvoering zijn: ontbrek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> relatie tuss<strong>en</strong><br />
prestatie <strong>en</strong> budget, afwezigheid van e<strong>en</strong> opeiser van het residu; er is ge<strong>en</strong> ‘residual claimant’ die<br />
belang heeft bij e<strong>en</strong> positief verschil tuss<strong>en</strong> bat<strong>en</strong> <strong>en</strong> kost<strong>en</strong> & ontbrek<strong>en</strong> van <strong>en</strong> ‘bottom line’<br />
waaronder faillissem<strong>en</strong>t volgt.<br />
Overheidsinkomst<strong>en</strong> zijn: inkomst<strong>en</strong> uit bezit (aandel<strong>en</strong>), heffing<strong>en</strong> (paspoort) <strong>en</strong> overige<br />
inkomst<strong>en</strong>.<br />
Belasting<strong>en</strong> zijn opgelegde heffing<strong>en</strong> waar ge<strong>en</strong> direct aanwijsbare prestaties teg<strong>en</strong>over staan.<br />
Bij e<strong>en</strong> sociale premie is de teg<strong>en</strong>prestatie de verzekering.<br />
Indeling<strong>en</strong> van belasting<strong>en</strong>:<br />
- Op basis van grondslag (winst, loon)<br />
- Directe of indirecte (op overschott<strong>en</strong> <strong>en</strong> kostprijsverhog<strong>en</strong>d)<br />
10
- Op basis van de tariefstructuur (proportioneel/progressief)<br />
Het eerste fiscale doel is dat de belasting<strong>en</strong> de overheid van inkomst<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>. Bij inkomst<strong>en</strong>- <strong>en</strong><br />
loonbelasting speelt vooral e<strong>en</strong> afruil tuss<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong> van belasting op: rechtvaardigheid <strong>en</strong><br />
efficiëntie.<br />
Profijtbeginsel: meer profijt van belasting, meer betal<strong>en</strong>. Heel lastig om daar wat over te zegg<strong>en</strong><br />
Draagkrachtbeginsel: sterkste schouders di<strong>en</strong><strong>en</strong> de zwaarste last<strong>en</strong> te drag<strong>en</strong>: is dat wel efficiënt<br />
ook lastig.<br />
Wanneer alle<strong>en</strong> naar de efficiëntie effect<strong>en</strong> van de belasting<strong>en</strong> wordt gekek<strong>en</strong> vall<strong>en</strong> 4 ding<strong>en</strong> op:<br />
1. Inc<strong>en</strong>tiev<strong>en</strong> <strong>en</strong> belasting<br />
2. ‘excess burd<strong>en</strong>’<br />
3. Afw<strong>en</strong>teling<br />
4. Administratieve last<strong>en</strong><br />
E<strong>en</strong> progressieve belasting bestaat bijvoorbeeld uit e<strong>en</strong> belastingvrije voet in combinatie met e<strong>en</strong><br />
proportioneel tarief over het loon bov<strong>en</strong> deze voet.<br />
LA= veel loon, ge<strong>en</strong> vrije tijd<br />
LB= ge<strong>en</strong> loon, veel vrije tijd (=werkloos)<br />
LV= belastingvrije voet, vanaf dat loon belasting gaan<br />
betal<strong>en</strong>.<br />
LBLC=proportioneel tarief, weinig vrije tijd.<br />
LELD=progressief, meer vrije tijd.<br />
Van VT2 naar VT1 is van progressief naar proportioneel<br />
tarief.<br />
Prijs hoger > meer aanbied<strong>en</strong>. Aanbodcurve =<br />
MK-curve. Vraag-curve = MarginaleBat<strong>en</strong>-curve.<br />
A’: indirect belasting op product. In gekleurd vak<br />
KLM is de excess burd<strong>en</strong>, maatschappelijk<br />
inefficiënt, dead weight loss. NLK= verlies<br />
consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>surplus. NLM=verlies<br />
produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>surplus.<br />
Vraag naar bestuursvoorzitter van grote onderneming<strong>en</strong> = inelastisch, hij kan alles krijg<strong>en</strong> wat hij<br />
wilt, veel verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>. Netto-loon omlaag omdat hij meer belasting moet betal<strong>en</strong>, maar dan eist hij<br />
meer bruto-loon dat zijn netto gelijk blijft. Steile vraagcurve, vlakke aanbodcurve.<br />
Administratieve last<strong>en</strong> van belasting zijn de kost<strong>en</strong> van belastingplichtig<strong>en</strong> om te voldo<strong>en</strong> aan<br />
informatieverplichting<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over overheid <strong>en</strong> derd<strong>en</strong>, verantwoording van je belasting,<br />
boekhouding. Oplossing<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> hoge administratieve last<strong>en</strong>: hoofdelijke belasting <strong>en</strong> vlakke taks,<br />
maar zijn deze wel rechtvaardig. Ook kunn<strong>en</strong> er forfaitaire bedrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingesteld voor de<br />
aftrekpost<strong>en</strong>.<br />
Tuss<strong>en</strong> de overheidslag<strong>en</strong> bestaan financiële verhouding<strong>en</strong>. Drie vorm<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kbaar:<br />
1. Elke laag voorziet in eig<strong>en</strong> middel<strong>en</strong><br />
2. Opwaartse belastingtoedeling van relatief klein naar geografisch groter gebied<br />
11
3. Neerwaartse belastingtoedeling van geografisch grote overheid naar kleinere gebied<strong>en</strong><br />
- ruimtelijke externe effect<strong>en</strong><br />
Horizontaal financieel verhoudingsvraagstuk: c<strong>en</strong>trumfunctie van e<strong>en</strong> provinciestad die tot<br />
hogere uitgave voor de geme<strong>en</strong>te zorgt, iets tuss<strong>en</strong> provincie <strong>en</strong> omligg<strong>en</strong>de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
- ruimtelijk verschill<strong>en</strong>de kwaliteit<strong>en</strong> van gebied<strong>en</strong><br />
verschil in geografie. Verticale financiële verhoudingvraagstuk: voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>niveau zal op<br />
regionaal niveau verschill<strong>en</strong>.<br />
Onderdel<strong>en</strong>: eig<strong>en</strong> heffing<strong>en</strong>(hond<strong>en</strong>belasting), algem<strong>en</strong>e uitkering<strong>en</strong> (op grond van<br />
objectieve behoeftebepal<strong>en</strong>de maatstav<strong>en</strong>, geme<strong>en</strong>te besliss<strong>en</strong> waaraan uitgev<strong>en</strong>) &<br />
specifieke uitkering<strong>en</strong> (voor specifiek doel uitgekeerd).<br />
In e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>heidstaat is de neerwaartse belastingtoedeling gebruikelijk, combinatie tuss<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> in<br />
eig<strong>en</strong> middel<strong>en</strong> <strong>en</strong> neerwaartse toedeling.<br />
Financiële verhouding<strong>en</strong> in cijfers:<br />
- EU <strong>en</strong> lidstat<strong>en</strong><br />
de inkomst<strong>en</strong> de EU bestaan voor 98 proc<strong>en</strong>t uit eig<strong>en</strong> middel<strong>en</strong> (=douane heffing<strong>en</strong>). Door<br />
de liberalisering van de internationale handel nem<strong>en</strong> de eig<strong>en</strong> middel<strong>en</strong> steeds verder af.<br />
- Rijk, provincies <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
eig<strong>en</strong> heffing van de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> = onroer<strong>en</strong>de=zaakbelasting (OZB).<br />
(1) Inputs<br />
de individuele prefer<strong>en</strong>ties van<br />
de burgers vorm<strong>en</strong> voor de<br />
econoom de natuurlijke input<br />
van de besluitvorming.<br />
(2) Conversieproces<br />
voorsprong van bureaucraat<br />
door informatievoorsprong bij<br />
de uitvoering, achterstand door<br />
gebrek van k<strong>en</strong>nis van individuele voorkeur<strong>en</strong>. Verschaft informatie die de budgetbeslissing<br />
positief voor de bureaucraat beïnvloedt, e<strong>en</strong> van de marktfeil<strong>en</strong> van overgang 2 > 3.<br />
(3) Outputs<br />
basis voor de terugkoppeling naar de input. De overheid repareert via wetgeving onbedoelde<br />
effect<strong>en</strong> <strong>en</strong> creëert daarmee nieuw effect<strong>en</strong> die de wetgever niet voorziet of kan voorzi<strong>en</strong>.<br />
Hoofdstuk 12 Overheid <strong>en</strong> allocatietaak<br />
Tak<strong>en</strong> van de overheid (volg<strong>en</strong>s R. Musgrave): allocatie, stabilisatie <strong>en</strong> verdeling.<br />
MMK=maatschappelijke marginale kost<strong>en</strong>.<br />
PMK= private marginale kost<strong>en</strong>.<br />
Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> vanaf MMK <strong>en</strong> niet PMK, niet Q1 maar Q2!<br />
PMK=MO maximale winst voor bedrijf<br />
MMK=MO productie maatschappelijk optimaal<br />
Paretiaanse welvaartsverbetering is to<strong>en</strong>ame van de welvaart voor<br />
e<strong>en</strong> of meerdere zonder dat de welvaart van iemand erop<br />
achteruit gaat. Transactiekost<strong>en</strong> verhinder<strong>en</strong> de aankomst bij e<strong>en</strong> paretiaans efficiënte oplossing;<br />
e<strong>en</strong> efficiënte marktoplossing.<br />
12
Het Coase-theorema leert dat de verdeling van de beschikkingsrecht<strong>en</strong> er niet toe doet indi<strong>en</strong> de<br />
transactiekost<strong>en</strong> nul zijn. Transactie niet nul maar heeft inzicht op markt fal<strong>en</strong>: bron aanwijz<strong>en</strong> van<br />
marktfeil<strong>en</strong>, oplossing<strong>en</strong> voor marktfeil<strong>en</strong> <strong>en</strong> deze oplossing gaan richting e<strong>en</strong> efficiënte verdeling<br />
van de beschikkingsrecht<strong>en</strong>.<br />
Voorbeeld van twee marktfeil<strong>en</strong>:<br />
- Collectieve goeder<strong>en</strong> zijn niet splitsbaar in individueel leverbare e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>.<br />
Vp+j = de verticale sommatie,<br />
behoeft<strong>en</strong> bij elkaar opgeteld.<br />
Prijs die ze beide ervoor over<br />
hebb<strong>en</strong>, optell<strong>en</strong>. Oplossing mits<br />
er ge<strong>en</strong> transactiekost<strong>en</strong> zijn.<br />
- Monopolie<br />
MON= monopolist<br />
PBC=kopersurplus, CDA=dead weightloss<br />
DCBE= overwinst van de monopolist<br />
Verschil monopolie <strong>en</strong> volkom<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tie:<br />
- Monopolist heeft overwinst<br />
- Kopersurplus bij monopolie= PCB, bij volkom<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tie is kopersurplus PAE<br />
- Driehoek CDA is dead weightloss, vermindering kopersurplus waar niemand wat aan heeft,<br />
bij monopolie is iets dan niet uit de weg kan word<strong>en</strong> gegaan<br />
Collectieve goeder<strong>en</strong> zijn niet rivaliser<strong>en</strong>d <strong>en</strong> niet exclusief (prijs sluit niks uit).<br />
2. rivaliteit <strong>en</strong> non-exclusiviteit: atmosfeer als<br />
opslagplaats voor CO2 is rivaliser<strong>en</strong>d<br />
3. exclusief <strong>en</strong> non rivaliser<strong>en</strong>d: snelweg met tolheffing<br />
4. non rivaliser<strong>en</strong>d <strong>en</strong> non exclusief: straatverlichting<br />
Rivaliteit= het gebruik van persoon A gaat t<strong>en</strong> kost van<br />
het gebruik van persoon B. verschil individueel <strong>en</strong><br />
collectief goed ligt in exclusiviteit,<br />
rivaliteit gaat pas na e<strong>en</strong> interval<br />
plaatsvind<strong>en</strong>. Bij collectief goed<br />
vorm non-exclusiviteit e<strong>en</strong><br />
probleem voor de markt, markt<br />
produceert all<strong>en</strong> als er behoefte<br />
naar is, maar collectieve goeder<strong>en</strong><br />
zijn er altijd.<br />
het Coase-theorema legt de focus<br />
op exclusiviteit, daarnaast is<br />
rivaliteit ook e<strong>en</strong> punt van<br />
aandacht.<br />
Tolheffing verandert weg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> quasi collectief goed naar e<strong>en</strong> individueel goed.<br />
13
Bronn<strong>en</strong> van marktmacht:<br />
- Intellectueel eig<strong>en</strong>dom (pat<strong>en</strong>t)<br />
- Onvervangbare bron<br />
- Natuurlijk monopolie door aanhoud<strong>en</strong>de schaalvoordel<strong>en</strong><br />
Door mededingingsbeleid tracht<strong>en</strong> overhed<strong>en</strong> marktmacht teg<strong>en</strong> te gaan, kan zorg<strong>en</strong> voor<br />
efficiëntieverbetering. Dynamische efficiëntie is de welvaartsgroei als gevolg van innovatie<br />
investering<strong>en</strong>. De mededingingsautoriteit<strong>en</strong> richt<strong>en</strong> zich op twee vorm<strong>en</strong> van marktmacht:<br />
kunstmatige marktmacht & marktmacht die sam<strong>en</strong>hangt met e<strong>en</strong> natuurlijk monopolie.<br />
Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa): verbiedt kartels, misbruik van economische positie <strong>en</strong><br />
conc<strong>en</strong>tratie van onderneming<strong>en</strong> zonder voorafgaande melding.<br />
Deregulering <strong>en</strong> privatisering word<strong>en</strong> gebruik om marktmacht die sam<strong>en</strong>hangt met e<strong>en</strong> natuurlijk<br />
monopolie teg<strong>en</strong> te gaan.<br />
Artikel<strong>en</strong> bij hoofdstuk 11 <strong>en</strong> 12<br />
Kabinet: mes in meld<strong>en</strong> werknemers op eerste dag door K. Broekhuiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> B. van Kallas<br />
Om de regeldruk op bedrijv<strong>en</strong> te verminder<strong>en</strong> wordt de eerstedagmelding (voor iedere nieuwe<br />
werknemer moet e<strong>en</strong> melding gedaan word<strong>en</strong> bij de belastingdi<strong>en</strong>st) afgeschaft. Regel was<br />
ingevoerd om zwartwerk<strong>en</strong>, illegale arbeid <strong>en</strong> daarmee hang<strong>en</strong>de fraude teg<strong>en</strong> te gaan. E<strong>en</strong> van de<br />
meest irritante Haagse regeltjes. Regel wordt vervang<strong>en</strong> door selectieve aanpak op basis van<br />
risicoanalyse. Werkgevers pleit<strong>en</strong> voor realistischer id<strong>en</strong>titeiscontrole<br />
Kabinet pareert regelkritiek Actal door K. Broekhuiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> B. van Kallas<br />
Actal voorzitter R Linschot<strong>en</strong> stelt dat het kabinet de regeldruk onvoldo<strong>en</strong>de vermindert,<br />
verantwoordelijke staatssecretariss<strong>en</strong> zijn het niet e<strong>en</strong>s. 10 mld euro per jaar besteedt het<br />
bedrijfslev<strong>en</strong> aan regelgeving van de Rijksoverheid, kwart moet over 4 jaar verdw<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn van<br />
staatssecretariss<strong>en</strong>. De daling blijkt echter niet zo groot te zijn <strong>en</strong> zelfs gestagneerd. Uitleg: eerste<br />
tijd moet<strong>en</strong> de plann<strong>en</strong> gemaakt word<strong>en</strong>, laatste 1,5 jaar grootste daling. Regeldruk nu beleefd<br />
gemaakt <strong>en</strong> er wordt ook gekek<strong>en</strong> naar toezicht- <strong>en</strong> nalevingkost<strong>en</strong>. Leid<strong>en</strong>de internationale positie<br />
is versterkt, EU nu ook verminder<strong>en</strong>. Maar voert wel nieuwe regels in.<br />
Hoofdstuk 13 Economische organisatie <strong>en</strong> overheid<br />
Achtergrond terugtred<strong>en</strong>de overheid:<br />
- Collectieve last<strong>en</strong><br />
som van belasting<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale premies: uitgave voor de burger die onvermijdelijk zijn = rond<br />
de 50%<br />
- Wig<br />
wig tuss<strong>en</strong> bruto <strong>en</strong> netto loon. Bruto meer verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> netto steeds minder. Wig werd<br />
groter door met name sociale zorgstelsel/zekerheidstelsel, wig maakte zwartwerk<strong>en</strong><br />
aantrekkelijker.<br />
Aanbodeconom<strong>en</strong> (supply sider): verzamelnaam voor econom<strong>en</strong> die aandacht vrag<strong>en</strong> voor het<br />
functioner<strong>en</strong> van de arbeidsmarkt, de werking van het prijsmechanisme <strong>en</strong> voor de (negatieve)<br />
invloed van de overheid daarop. Boodschap: overheid biedt niet de oplossing, maar is zelf het<br />
probleem!<br />
Dus ommekeer van vraag naar aanbodzijde: aanbod komt c<strong>en</strong>traal. Kijk<strong>en</strong> naar AIQ (arbeids<br />
inkom<strong>en</strong>s quote), in ’82 97% (=97% van nationaal product gaan naar arbeid, 3% naar kapitaal, ge<strong>en</strong><br />
eig<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong> om investering<strong>en</strong> te do<strong>en</strong>, moet terug naar 80% zodat er weer geïnvesteerd kan<br />
14
word<strong>en</strong>). Oorzaak: grote collectieve last<strong>en</strong>, was aantrekkelijker om van e<strong>en</strong> uitkering te lev<strong>en</strong>.<br />
Oplossing: terugtrekk<strong>en</strong>de overheid.<br />
Stagflatie = stagner<strong>en</strong>de economie <strong>en</strong> inflatie veel werkloz<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoge inflatie, arbeidsmarkt<br />
functioneert niet meer door wig.<br />
Steeds groter financieringstekort neemt democratisch gehalte van de sam<strong>en</strong>leving af.<br />
Herijking economische politiek:<br />
- Doelmatigheid bij overheid<br />
overheid niet efficiënt omdat: (1)band budget <strong>en</strong> prestatie is difuus, (2) ge<strong>en</strong> ondergr<strong>en</strong>s,<br />
kunn<strong>en</strong> niet failliet gaan <strong>en</strong> (3) no residual claimant, niemand die winst opeist. Als het wel zo<br />
is, is er e<strong>en</strong> ondernemer die verschil opbr<strong>en</strong>gst <strong>en</strong> kost<strong>en</strong> opeist.<br />
Voor de bedrijfseconomische efficiëntie <strong>en</strong> de allocatieve efficiëntie br<strong>en</strong>gt de bekostiging<br />
op basis van belastingbudgett<strong>en</strong> risico’s<br />
met zich mee.<br />
Ag<strong>en</strong>cy-vraagstukk<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> overheid:<br />
Ag<strong>en</strong>cy= opdrachtgever (principaal) <strong>en</strong> ag<strong>en</strong>t die het uitvoert. Informatieasymetrie: ag<strong>en</strong>t<br />
weet ding<strong>en</strong> die de principaal niet weet (ge<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis van heeft). Ag<strong>en</strong>cyprobleem oploss<strong>en</strong><br />
door basissalarais met provisies <strong>en</strong> bonuss<strong>en</strong>.<br />
- moreel toeval (moral hazard)= gevaar dat de ag<strong>en</strong>t zich in de uitvoering van zijn<br />
taak verschuilt achter de informatieasymmetrie om het eig<strong>en</strong>belang te di<strong>en</strong><strong>en</strong>. (Hbo<br />
instelling<strong>en</strong> met spookstud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, voor meer geld)<br />
-nadelige selectie (adverse selection) = e<strong>en</strong> keuze t<strong>en</strong> bate van het eig<strong>en</strong>belang van<br />
de ag<strong>en</strong>t <strong>en</strong> t<strong>en</strong> nadele van de principaal. Keuzes word<strong>en</strong> gemaakt die de principaal<br />
niet in gedacht<strong>en</strong> had.<br />
Principaal heeft 3 aangrijpingspunt<strong>en</strong> om principaal-ag<strong>en</strong>tvraagstuk te verklein<strong>en</strong>:<br />
1) budgetteringswijze<br />
budget heeft 2 functies: 1)beheertechnisch(begr<strong>en</strong>zing van uitgave) <strong>en</strong> 2)<br />
bedrijfseconomische functie(doelmatigheid)<br />
discretionaire kost<strong>en</strong>: prestatie die met het budget moet word<strong>en</strong> geleverd kan niet<br />
word<strong>en</strong> gestandaardiseerd. Zijn van belang bij onderscheid input <strong>en</strong><br />
outputbudgettering. Inputbudgettering= koppelt het budget aan b<strong>en</strong>odigde inputs.<br />
Outputbudgettering = koppelt het budget aan geleverde output.<br />
outputbudgettering is het beste om het principaal-ag<strong>en</strong>tvraagstuk te lijf te gaan,<br />
taakbudget <strong>en</strong>procesbudget zijn e<strong>en</strong> goede tweede.<br />
Kost<strong>en</strong>-standaardisatie<br />
Prestati<strong>en</strong>orm Ja Nee<br />
Ja Outputbudget Procesbudget<br />
Nee Taakbudget Inputbudget<br />
2) begrotingsstelsel<br />
e<strong>en</strong> kasstelsel= e<strong>en</strong> systeem van verslaglegging op basis van geldstrom<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />
bepaalde periode, hanteert het Rijk.<br />
e<strong>en</strong> bat<strong>en</strong>-last<strong>en</strong>stelsel registreert de opbr<strong>en</strong>gst (bat<strong>en</strong>) van het transformatieproces<br />
<strong>en</strong> de opgeofferde waarde (kost<strong>en</strong> of last<strong>en</strong>), dec<strong>en</strong>trale overhed<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> dit<br />
stelsel.<br />
15
3) financieel managem<strong>en</strong>t<br />
betaalt op basis van je prestaties<br />
- Privatisering<br />
optie bij inefficiëntie. Kan e<strong>en</strong> bedrijf het ook> lat<strong>en</strong> do<strong>en</strong>! Hierna is er wel residual claimant.<br />
privatisering= het meer b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong> door de overheid van het particulier initiatief. 3 soort<strong>en</strong>:<br />
(1) afstot<strong>en</strong> van activiteit<strong>en</strong>, (2) uitbesteding (meer begeleid door de overheid zelf (kantine)<br />
maar ook afstot<strong>en</strong>) <strong>en</strong> (3) publiek-private sam<strong>en</strong>werking (concessies aan regionale<br />
vervoersbedrijv<strong>en</strong>).<br />
- Herzi<strong>en</strong>ing sociale zekerheid <strong>en</strong> zorg<br />
meer prikkels om te werk<strong>en</strong> toedi<strong>en</strong><strong>en</strong>. Premiediffer<strong>en</strong>tiatie: hoogte premie afhankelijk van<br />
kans op ziekte maar hoge kanshebbers will<strong>en</strong> meelift<strong>en</strong> met lage-risicodragers, reactie<br />
verzekeraar risicoselectie: aparte verzekering<strong>en</strong> voor onderscheid<strong>en</strong> risico’s. Als je als<br />
verzekeraar ge<strong>en</strong> premiediffer<strong>en</strong>tiatie mag toepass<strong>en</strong> krijg je moral hazard. Verandering is: je<br />
moet jezelf maar verzeker<strong>en</strong>, heb jij alle<strong>en</strong> zorg aan.<br />
Verzekeraar heeft inkomst<strong>en</strong> uit premies <strong>en</strong> subsidies van de overheid. Daarvan moet hij de<br />
gemaakte kost<strong>en</strong> van zijn verzekerde vergoed<strong>en</strong>, hierom gaat de verzekeraar onderhandel<strong>en</strong><br />
met het ziek<strong>en</strong>huis over de kost<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> behandeling. Hierdoor dal<strong>en</strong> de collectieve<br />
last<strong>en</strong> <strong>en</strong> terugtrekking van de overheid.<br />
Hoofdstuk 19 Macro-economische betek<strong>en</strong>is overheid<br />
De collectieve-uitgav<strong>en</strong>quote is de som van de collectieve uitgav<strong>en</strong> in perc<strong>en</strong>tage van het BBP.<br />
Groei overheid: In 1900 collectieve-uitgav<strong>en</strong>quote 10%: nachtwakersstaat, overheid alle<strong>en</strong> hoogst<br />
noodzakelijke: def<strong>en</strong>sie, rechters <strong>en</strong> politie. In 1980 collectieve-uitgav<strong>en</strong>quote 60% <strong>en</strong> meer.<br />
Stijging van de overheidsuitgave komt door: (1) sociale zekerheid, inkom<strong>en</strong> groeit > herverdeling ><br />
meer gelijkmatige verdeling van het inkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> (2) onderwijsuitgav<strong>en</strong>.<br />
Groei collectieve uitgave toe te schrijv<strong>en</strong> aan overdrachtsutigav<strong>en</strong> (=betreff<strong>en</strong> de overdracht door de<br />
overheid van inkom<strong>en</strong> verkreg<strong>en</strong> door deelname aan het productieproces(primair inkom<strong>en</strong>) aan<br />
derd<strong>en</strong>) als: bijstanduitkering<strong>en</strong>, ontwikkelingshulp <strong>en</strong> huursubsidies.<br />
Verklaring van de groei van de overheid:<br />
- Wet van Wagner: valt sam<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> tot dan toe ongek<strong>en</strong>de economische groei<br />
- Complem<strong>en</strong>tariteit private <strong>en</strong> publieke uitgav<strong>en</strong>, bij to<strong>en</strong>ame consumptie individuele<br />
goeder<strong>en</strong> neemt ook de behoefte aan overheidsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> toe.<br />
- Willem Drees Jr.: politiek keuz<strong>en</strong>, omvang publieke sector is resultaat van politieke<br />
besluitvorming <strong>en</strong> wetgeving<br />
Economische rol overheid<br />
- Adam Smith (1776): drie plicht<strong>en</strong> voor de soeverein: def<strong>en</strong>sie, justitie <strong>en</strong> collectieve<br />
goeder<strong>en</strong>. De kleinste overheid is de beste overheid, volg<strong>en</strong>s Smith.<br />
- Katheder socialist<strong>en</strong>(rond 1880): e<strong>en</strong> groep Duitstalige geleerde die maatschappelijke<br />
hervorming<strong>en</strong> predik<strong>en</strong>, zij propager<strong>en</strong> e<strong>en</strong> overheid die voorziet in maatschappelijke<br />
behoeft<strong>en</strong>, nieuwe taak voor overheid is herverdeling van de welvaart. Welvaart van de<br />
industriële sam<strong>en</strong>leving moet<strong>en</strong> we prober<strong>en</strong> te b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong>.<br />
16
- J.M. Keynes (1936): stabilisatietaak. Vraag blijft achter: overheid moet vraag stimuler<strong>en</strong> om<br />
de werkloosheid te verminder<strong>en</strong> (maastunnel aangelegd)<br />
Midd<strong>en</strong> twintigste eeuw: uitbreiding overheidstak<strong>en</strong><br />
Allocatietaak<br />
Verdelingstaak (of distributietaak), katheder-socialist<strong>en</strong><br />
Stabilisatietaak(jar<strong>en</strong> ’30), op basis van de oliecrisis die zich to<strong>en</strong> in het West<strong>en</strong> afspeelde<br />
Overheid beïnvloed sam<strong>en</strong>stelling (allocatietaak), verdeling (verdelingstaak) <strong>en</strong> hoogte<br />
(stabilisatietaak) van het BBP.<br />
Definitie van overheid: De overheid is het legitiem instituut dat het monopolie van fysiek geweld<br />
opeist(Weber). Het dwing<strong>en</strong>de karakter toont zich in 2 verschijnsel<strong>en</strong> die de economie direct rak<strong>en</strong>:<br />
1) Rechtsregels voor maatschappelijk verkeer <strong>en</strong> handel<br />
2) Belasting<strong>en</strong><br />
Zonder rechtsregels, ge<strong>en</strong> belasting<strong>en</strong> <strong>en</strong> vice versa!<br />
Budgetmechanisme is het besluitvormingsproces over de vorming van het (belasting)budget <strong>en</strong> de<br />
aanw<strong>en</strong>ding ervan. Is het hele politieke stelsel op gebaseerd, belangrijkste taak van het parlem<strong>en</strong>t is<br />
besluit<strong>en</strong> over budget: hoe belast<strong>en</strong> we de burgers <strong>en</strong> waarmee.<br />
De sector overheid betreft uitsluit<strong>en</strong>d niet-marktproduct<strong>en</strong>. Overheid=budgetsector.<br />
Sector overheid=publieke sector, zijn<br />
voor bekostiging aangewez<strong>en</strong> op<br />
budgett<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> direct relatie<br />
hebb<strong>en</strong> met de prestaties van deze<br />
produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />
Gepremieerd = zorg<br />
De rijksbegroting is het geheel van wett<strong>en</strong>, waarbij de hoofdstukk<strong>en</strong> der begroting van uitgav<strong>en</strong> van<br />
het rijk word<strong>en</strong> vastgesteld <strong>en</strong> waarbij de middel<strong>en</strong> tot dekking word<strong>en</strong> aangewez<strong>en</strong> <strong>en</strong> geraamd.<br />
Begroting als kern van democratie, 4 functies:<br />
1. Autorisatiefunctie: tweede kamer moet<strong>en</strong> del<strong>en</strong> van de begroting autoriser<strong>en</strong><br />
2. Allocatiefunctie<br />
3. Herverdelingsfunctie<br />
4. Marco-economische functie: BTW die niet verhoogd is van 19 naar 20% komt politiek wel t<strong>en</strong><br />
goede maar tov macro-economisch standpunt niet handig:kan inflatie oplever<strong>en</strong>.<br />
Allocatie <strong>en</strong> herverdelingsfunctie weerspiegel<strong>en</strong> de kern van het politieke proces: keuz<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> die<br />
de individuele burger direct kunn<strong>en</strong> rak<strong>en</strong>, maar die tegelijkertijd daaraan vaak voorbij (moet<strong>en</strong>)<br />
gaan.<br />
De begroting k<strong>en</strong>t de allocatiefunctie van de macro-afweging: de afweging van de totale uitgav<strong>en</strong><br />
teg<strong>en</strong>over de totale middel<strong>en</strong>. Toetsingskader is financiële ruimte waarbinn<strong>en</strong> het kabinetsbeleid<br />
moet blijv<strong>en</strong>.<br />
Hoofdstuk 20 Overheid <strong>en</strong> stabilisatietaak<br />
Doeleind<strong>en</strong> economische politiek:<br />
- Volledige werkgeleg<strong>en</strong>heid<br />
- Stabiel prijsniveau<br />
- Betalingsbalans ev<strong>en</strong>wicht<br />
17
- Ev<strong>en</strong>wichtige economische groei<br />
- Rechtvaardige inkom<strong>en</strong>sverdeling<br />
= magische vijfhoek van doeleind<strong>en</strong> economische politiek.<br />
Volledige werkgeleg<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> stabiel prijsniveau = stabilisatiepolitiek<br />
Inflatie (geld minder waard <strong>en</strong> koopkracht achteruit) > vermog<strong>en</strong>s op spaargeld<strong>en</strong> achteruit > r<strong>en</strong>te<br />
omhoog.<br />
Werkloosheid betek<strong>en</strong>d verlies aan welvaart. De werkloze beroepsbevolking bestaat uit person<strong>en</strong><br />
die uitdrukkelijk beschikbaar zijn voor e<strong>en</strong> werkkring van minst<strong>en</strong>s 12 uur per week (C<strong>en</strong>traal<br />
Planbureau). Werkloosheid is meestal hoger dan de cijfers do<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong>.<br />
Aard van werkloosheid kan conjunctureel (gevolg van tekortschiet<strong>en</strong>de effectieve vraag) zijn <strong>en</strong><br />
structureel (seizo<strong>en</strong>sinvloed<strong>en</strong>/frictieverschijnsel<strong>en</strong>). In ’84 hoog werkloosheid: door inflatie <strong>en</strong><br />
begrotingstekort ed.<br />
Twee soort<strong>en</strong> inflatie: monetaire inflatie (vergroting van de geldhoeveelheid) <strong>en</strong> prijsinflatie (prijz<strong>en</strong><br />
stijg<strong>en</strong>), nu over prijsinflatie! Inflatie is de stijging van het algeme<strong>en</strong> prijspeil. Deflatie is dat de<br />
prijz<strong>en</strong> dal<strong>en</strong>. Nadel<strong>en</strong> van inflatie: (1) aantasting van in geld aangehoud<strong>en</strong>, vast r<strong>en</strong>der<strong>en</strong>d<br />
vermog<strong>en</strong>, (2) aantasting van de internationale concurr<strong>en</strong>tiepositie <strong>en</strong> (3) vergroting van de<br />
onzekerheid over het ondernemersklimaat.<br />
Geharmoniseerde consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>prijsindex (HICP maakt e<strong>en</strong> internationale vergelijking van<br />
inflatiecijfers mogelijk.<br />
Twee soort<strong>en</strong> inflatie:<br />
1) Bestedingsinflatie: wanneer de vraag groter is dan de productiecapaciteit aankan<br />
2) Kost<strong>en</strong>inflatie: lon<strong>en</strong> sterker stijg<strong>en</strong> dan arbeidsproductiviteit/ stijging importprijspeil<br />
In e<strong>en</strong> overspann<strong>en</strong> economie gaan beide inflatie soort<strong>en</strong> hand in hand. Laatste tijd lage inflatie.<br />
Macrovraag: is de vraag naar het reëel nationaal product bij uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de prijsniveaus.<br />
Macroaanbod: is het reëel nationaal product als aanbod van alle aanbieder bij uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de<br />
prijsniveaus.<br />
Reëel nationaal inkom<strong>en</strong> = gecorrigeerd door de prijz<strong>en</strong>,<br />
betere indicatie dan nominaal nationaal inkom<strong>en</strong>. Dichter<br />
bij de capaciteitsgr<strong>en</strong>s, neemt de prijs toe, op de gr<strong>en</strong>s<br />
schiet de prijs omhoog (philipscurve)<br />
|=recessie <strong>en</strong> laagconjunctuur<br />
||=herstel <strong>en</strong> expansie<br />
|||= hoogconjunctuur <strong>en</strong> oververhitting (overspann<strong>en</strong>)<br />
Keynes: de hoogte van Y is afhankelijk van de vraag naar<br />
goeder<strong>en</strong>, deze macrovraag bepaalt dan ook in hoeverre de productiecapaciteit wordt b<strong>en</strong>ut.<br />
Conjunctuurbeleid: schuiv<strong>en</strong> met de vraagcurve op 2 manier<strong>en</strong>:<br />
1) Begrotingspolitiek, bij werkloosheid: meer uitgev<strong>en</strong> dan dat zij ontvangt: multiplier effect<br />
werkloosheid verdwijnt<br />
2) Monetaire politiek, bij inflatie: r<strong>en</strong>te lat<strong>en</strong> stijg<strong>en</strong>, monetaire beleid MxV=PxT (Money,<br />
Velocity, Prijspeil, Trade)<br />
De geldhoeveelheid (in <strong>en</strong>ge zin) bestaat uit alle chartale <strong>en</strong> girale tegoed<strong>en</strong> in hand<strong>en</strong> van<br />
ingezet<strong>en</strong><strong>en</strong>, verminderd met geld in de kass<strong>en</strong> van geldschepp<strong>en</strong>de instelling<strong>en</strong>, zoals bank<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
c<strong>en</strong>trale overhed<strong>en</strong>.<br />
M1: zijn primaire liquiditeit<strong>en</strong>, chartaal geld <strong>en</strong> girale tegoed<strong>en</strong>, daar kan direct mee betaald word<strong>en</strong>.<br />
18
Onderbesteding gaat gepaard met werkloosheid. Bij overbesteding is slechts e<strong>en</strong> nominale stijging<br />
van het nationale inkom<strong>en</strong> mogelijk.<br />
Less<strong>en</strong> uit Keynesiaanse stabilisatiepolitiek:<br />
- Begrotingspolitiek kan e<strong>en</strong> adequate invloed hebb<strong>en</strong> op de effectieve vraag, zowel bij<br />
werkloosheid als inflatie<br />
- Monetaire politiek werkt bij inflatiebestrijding.<br />
Twee macro-economische verschijnsel<strong>en</strong> die niet pass<strong>en</strong> in de typisch Keynesiaanse figuur:<br />
Philips-curve<br />
= verband tuss<strong>en</strong> werkloosheid <strong>en</strong> inflatie, negatief verband; werkloosheid stijgt, daalt de<br />
inflatie <strong>en</strong> vice versa. Klopt niet met beeld Keynes.<br />
Stagflatie= economische stagnatie (hoge werkloosheid) <strong>en</strong> inflatie. Werkloosheid neemt af<br />
als lon<strong>en</strong> dal<strong>en</strong><br />
Alternatief voor Keynes’ verklaring; prijsmechanisme in ere hersteld:<br />
- Lon<strong>en</strong> <strong>en</strong> prijz<strong>en</strong> pass<strong>en</strong> zich aan<br />
- Economische subject<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> rationele verwachting<strong>en</strong><br />
Drie richting<strong>en</strong>:<br />
1) Dynamische macro-economie: rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>d met rationele verwachting<strong>en</strong>, product<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> rationele verwachting<strong>en</strong> over inflatiebestrijding.<br />
2) Monetarist<strong>en</strong>: ell<strong>en</strong>de uit geldgroei. Money bepal<strong>en</strong>d voor Prijspeil, want Velocity is gelijk<br />
geldgroei. Zelfde groei als reëel nationaal product.<br />
3) Aanbodeconom<strong>en</strong>: stagflatie omdat de<br />
arbeidsmarkt niet functioneert, sociale<br />
zorgstelsel, hoge collectieve last<strong>en</strong>. Alle<br />
last<strong>en</strong> afgew<strong>en</strong>teld op de werknemers,<br />
dmv loonbelasting.<br />
afw<strong>en</strong>teling op de werknemers > ge<strong>en</strong><br />
investering<strong>en</strong>. Arbeidsmarkt functioneert<br />
ook niet meer door sociaal<br />
zekerheidstelsel, niet iedere<strong>en</strong> deelt mee<br />
in het arbeidsproces. MA naar links ><br />
inflatie stijgt > werkloosheid. Arbeidsinkom<strong>en</strong>squote zo hoog dat er ge<strong>en</strong> investering<strong>en</strong> zijn.<br />
Stabilisatie in de praktijk<br />
- Keynesiaans beleid van 1945 tot 1980<br />
- ’45-’60: anticyclisch begrotingsbeleid= O>B (financieringstekort) > leidt tot B>O<br />
(overschot). Cyclus recessie/hoogconjunctuur hiermee demp<strong>en</strong>. Op papier aan finetuning<br />
maar in praktijk erg lastig. Anticyclisch= verwachte vraaguitval wordt gecomp<strong>en</strong>seerd door<br />
extra overheidsuitgav<strong>en</strong>.<br />
- ’60-’80: structureel begrotingsbeleid= tekort mag je hebb<strong>en</strong> in pas met de groei van<br />
de economie. Blijkt niet verwachte succes te hebb<strong>en</strong>.<br />
Na ’80 2 doel<strong>en</strong>: terugdring<strong>en</strong> van financieringssaldo <strong>en</strong> collectievelast<strong>en</strong>druk verminder<strong>en</strong><br />
- Omslag in beleid +/- 1980: no-nons<strong>en</strong>se beleid van 1 e parlem<strong>en</strong>t Lubbers, herstructurering<br />
van het aanbod.<br />
het financieringssaldo is het netto-beroep van de publieke sector op de kapitaalmarkt, e<strong>en</strong><br />
financieringstekort van 10% is fors!<br />
19
de collectieve-last<strong>en</strong>druk is de som van belasting-<strong>en</strong> premieontvangst<strong>en</strong>, vermeerderd met<br />
<strong>en</strong>kele niet-belastingontvangst<strong>en</strong>, uitgedrukt in proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van het BBP.<br />
- Neoklassiek beleid 1980 tot hed<strong>en</strong>: arbeidsmarkt functioneert op basis van het<br />
prijsmechanisme, door juiste prikkels, werkloosheid terugdring<strong>en</strong>.<br />
reductie van: de collectieve last<strong>en</strong>druk <strong>en</strong> het financieringstekort.<br />
In het verl<strong>en</strong>gde ligt het EU verdrag van Maastricht in 1991. Het EMU-kader is, waar de<br />
lidstat<strong>en</strong> zich aan moet<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>:<br />
- EMU-vordering<strong>en</strong>saldo: maximaal -3% van het BBP<br />
- EMU-schuldquote: maximaal 60% van het BBP.<br />
Het vordering<strong>en</strong>saldo is gelijk aan het financieringssaldo, gecorrigeerd voor ontvangst<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
uitgav<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de kredietverl<strong>en</strong>ing door de overheid, <strong>en</strong> voor ontvangst<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitgav<strong>en</strong><br />
door verandering<strong>en</strong> in staatsdeelneming<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> EMU-schuld(-quote) is het totaal van de uitstaande l<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> t<strong>en</strong> last<strong>en</strong> van de gehele<br />
publieke sector.<br />
Hoofdstuk 21 Overheid <strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>sverdeling<br />
Pareto-criterium: de welvaart neemt toe, als sommig<strong>en</strong> erop vooruitgaan, zonder dat ander<strong>en</strong> erop<br />
achteruitgaan.<br />
Vermog<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> voorraadgrootheid die aangeeft wat<br />
iemand bezit om in zijn of haar behoeft<strong>en</strong> te voorzi<strong>en</strong><br />
Inkom<strong>en</strong> is het geheel van goeder<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> dat<br />
iemand kan gebruik<strong>en</strong> zonder zijn vermog<strong>en</strong> aan te tast<strong>en</strong>.<br />
Inkom<strong>en</strong> is uitgangspunt voor het inzicht in spreiding van<br />
welvaart <strong>en</strong> zorg van de overheid daarover.<br />
Besteedbaar inkom<strong>en</strong>: inkom<strong>en</strong> (uit arbeid,<br />
bedrijfsvoering) verminderd met premies <strong>en</strong> belasting<strong>en</strong><br />
(p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>verzekering<strong>en</strong>, loonbelasting)<br />
Gestandaardiseerd inkom<strong>en</strong>: inkom<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bepaald<br />
huishoud<strong>en</strong> gedeeld door e<strong>en</strong> equival<strong>en</strong>tiefactor. Hierin geeft de equival<strong>en</strong>tiefactor de verhouding<br />
aan tuss<strong>en</strong> het welvaartsniveau van e<strong>en</strong> huishoud<strong>en</strong> tov e<strong>en</strong> alle<strong>en</strong>staande. Equival<strong>en</strong>tiefactor 130<br />
betek<strong>en</strong>t dat e<strong>en</strong> bepaald type huishoud<strong>en</strong> 30% meer inkom<strong>en</strong> nodig heeft dan e<strong>en</strong> alle<strong>en</strong>staande<br />
voor e<strong>en</strong>zelfde welvaartspeil.<br />
Categoriale inkom<strong>en</strong>sverdeling: de verdeling van het nationaal inkom<strong>en</strong> over de categorieën arbeid,<br />
natuur <strong>en</strong> kapitaal. K<strong>en</strong>getal dat categoriale inkom<strong>en</strong>sverdeling weergeeft is de<br />
arbeidsinkom<strong>en</strong>squote (AIQ)= (loonsom/ %Y) x 100%. Loonsom= som van belon<strong>en</strong> van werknemers<br />
<strong>en</strong> toegerek<strong>en</strong>d loon van zelfstandig<strong>en</strong>.<br />
Personele inkom<strong>en</strong>sverdeling: de verdeling van alle productieve inkom<strong>en</strong>s over de afzonderlijke<br />
person<strong>en</strong>, maakt verdeling in term<strong>en</strong> van koopkracht over person<strong>en</strong> duidelijk.<br />
Primaire inkom<strong>en</strong>sverdeling: resultaat van beloning aan person<strong>en</strong> voor deelname aan het<br />
productieproces = loon, bruto-inkom<strong>en</strong>sverdeling. Door ingrijp<strong>en</strong> van overheid ontstaat e<strong>en</strong><br />
secundaire inkom<strong>en</strong>sverdeling: primaire inkom<strong>en</strong>sverdeling gecorrigeerd voor de<br />
inkom<strong>en</strong>soverdracht<strong>en</strong>, bestaande uit heffing<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitkering<strong>en</strong> (na belasting<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale premies).<br />
Tertiaire inkom<strong>en</strong>sverdeling: betreft de secundaire inkom<strong>en</strong>sverdeling gecorrigeerd voor profijt van<br />
overheidsvoorzi<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> gebond<strong>en</strong> overdracht<strong>en</strong>. Voorbeeld gebond<strong>en</strong> overdracht is huursubsidie.<br />
20
Manier<strong>en</strong> om inkom<strong>en</strong>sverdeling in beeld te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>:<br />
- Optocht van J. P<strong>en</strong>: dwerg<strong>en</strong> staan onderaan (stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, AOW<br />
gerechtigd<strong>en</strong>), dan kom<strong>en</strong> de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die net wat langer zijn<br />
(ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met modaal inkom<strong>en</strong>) <strong>en</strong> voorop lop<strong>en</strong><br />
de reuz<strong>en</strong> (medisch specialist<strong>en</strong>)<br />
- Frequ<strong>en</strong>tieverdeling, figuur heeft op de x-as de inkom<strong>en</strong>sklass<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> op de y-as het aantal inkom<strong>en</strong>s per inkom<strong>en</strong>sklasse<br />
- Lor<strong>en</strong>z-curve: diagonale lijn is rechte inkom<strong>en</strong>sverdeling. Hoe<br />
verder de lor<strong>en</strong>z-curve v/d diagonaal afligt, hoe schever het<br />
inkom<strong>en</strong> is. Eerst 50% heeft zo’n 20% van het nationaal inkom<strong>en</strong>,<br />
de tweede 50% heeft de rester<strong>en</strong>d 80% van het nationaal<br />
inkom<strong>en</strong><br />
Gini-coëfficiënt (G): oppervlakte 1/ Oppervlakte 1+2. (1+2 is gehele driehoek onder de rechte<br />
verdeling diagonaal). Wanneer de inkom<strong>en</strong>sverdeling absoluut gelijk is, is oppervlak 1 gelijk aan nul,<br />
<strong>en</strong> G ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s. Wanneer G oploopt, wordt de inkom<strong>en</strong>sverdeling steeds schever.<br />
Inkom<strong>en</strong>s verdeling kan vlakker zijn bij hoge welvaart in e<strong>en</strong> land door: sociale zekerheidstelsel,<br />
progressie in belasting, loonpolitiek (output gericht, lon<strong>en</strong> niet teveel verschill<strong>en</strong>; input (oorzaak<br />
primaire inkom<strong>en</strong>sverdeling voorkom<strong>en</strong>)<br />
Naoorlogse nivellering<br />
- Vervolmaking van het sociale-zekerheidsstelsel<br />
- Progressie in de inkomst<strong>en</strong>belasting<br />
- Loonpolitiek (output(gericht op beïnvloeding verdelingsresultaat) vs inputbeleid(gericht op<br />
beïnvloeding van de factor<strong>en</strong> die de primaire verdeling bepal<strong>en</strong>)<br />
Outputbeleid = sociale zekerheid <strong>en</strong> progressie in de inkom<strong>en</strong>sbelasting<br />
Inputbeleid = verbetering van kans<strong>en</strong> voor deelname aan het productieproces.<br />
Alternatiev<strong>en</strong> in inkom<strong>en</strong>sbeleid<br />
- Ministelsel van sociale zekerheid, verstrekk<strong>en</strong> van uitkering<strong>en</strong> op niveau van sociaal<br />
minimum. Uitgav<strong>en</strong> van sociale zekerheid gaan <strong>en</strong>orm omlaag maar zo ook de koopkracht!<br />
- Vlaktaks voor arbeidsinkom<strong>en</strong>= e<strong>en</strong> gelijk (vlak) tarief over het gehele inkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />
aftrekpost<strong>en</strong> meer. (1)Heffingsgrondslag (bedrag waarover belasting moet word<strong>en</strong> betaalt)<br />
moet dan aanzi<strong>en</strong>lijk verbreed word<strong>en</strong>. (2) belasting opbr<strong>en</strong>gst moet hetzelfde blijv<strong>en</strong><br />
(budgettair neutraal) (3) iedere<strong>en</strong> moet hetzelfde betal<strong>en</strong>. Het is minder fraude gevoelig,<br />
minder administratie kost<strong>en</strong>, financiële prikkel om deel te nem<strong>en</strong> aan het productieproces.<br />
Sociale zekerheid veranderd is positievere houding.<br />
Artikel<strong>en</strong> bij hoofdstukk<strong>en</strong> 20 <strong>en</strong> 21<br />
Problem<strong>en</strong> op arbeidsmarkt door P.H. Donner<br />
Vrije loonvorming is dat werknemers wanneer het goed gaat in de bedrijfstak of onderneming, hun<br />
lon<strong>en</strong> omhoog gaan. Ze zijn ook bereid, wanneer het slechter met de economie gaat, af te zi<strong>en</strong> van<br />
loonsverbetering. De Nederlandse economie <strong>en</strong> ook de lon<strong>en</strong> staan er goed voor. Door loonstijging<br />
ook m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> aantrekk<strong>en</strong> voor bedrijfstakk<strong>en</strong> waar ernstig tekort aan personeel is, loonmatiging zal<br />
dan tot meer schaarste leid<strong>en</strong>. Structuur van arbeidsmarkt zou ons zorg<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> bar<strong>en</strong>. Bij alle<br />
economische voorspoed krijg<strong>en</strong> werkgevers vacatures niet vervuld <strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> niet-werk<strong>en</strong>d<strong>en</strong> aan de<br />
kant staan. Niet hoge lon<strong>en</strong> bedreig<strong>en</strong> onze welvaart, maar het feit dat tegelijkertijd te veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
niet meedo<strong>en</strong>. De echte oplossing is meer e<strong>en</strong> beter opgeleide m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> aan het werk te help<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
21
aan het werk te houd<strong>en</strong>. Hiervoor moet de structuur van de arbeidsmarkt moet word<strong>en</strong> aangepakt,<br />
niet zozeer de lon<strong>en</strong>. Niet hoge lon<strong>en</strong> bedreig<strong>en</strong> de welvaart, maar dat veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> niet meedo<strong>en</strong>!<br />
Waar gaan we he<strong>en</strong> met de lon<strong>en</strong>?<br />
De 10% met de hoogste inkom<strong>en</strong>s verdi<strong>en</strong>t 22,2% van alle inkomst<strong>en</strong>, terwijl de laagste 10% het<br />
moet do<strong>en</strong> met 3% van de inkomst<strong>en</strong>.<br />
Hoofdstuk 22 Economische integratie <strong>en</strong> monetair beleid<br />
Handelspolitiek: overhed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> natuurlijke dreiging de nationale export te bevorder<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
de import<strong>en</strong> te beperk<strong>en</strong>. Kan dmv prijsmaatregel<strong>en</strong>(invoerrecht <strong>en</strong> exportsubsidies) <strong>en</strong><br />
kwantitatieve restricties (technische specificaties, vrijwillige exportbeperking). Eig<strong>en</strong> export<br />
bescherm<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> andere agressieve import, concurr<strong>en</strong>tie van buit<strong>en</strong>af.<br />
Twee typ<strong>en</strong> invoerrecht<strong>en</strong>: (1) ad valorom invoerrecht=naar de waarde <strong>en</strong> (2) specifiek invoerrecht =<br />
bedrag bov<strong>en</strong> op het product onafhankelijk van de waarde.<br />
Pw= wereldmarktprijs<br />
Vraagoverschot van D1 tot S1 (zonder protectie)<br />
Met protectie wordt vraagoverschot van D2 tot S2.<br />
Succes van deze handelsbelemmering is dat de<br />
binn<strong>en</strong>landse productie stijgt van S1 naar S2.<br />
Omdat Pw<br />
lager ligt<br />
dan de tot<br />
stand gekom<strong>en</strong> prijs door vraag <strong>en</strong> aanbod door de markt<br />
is het kopersurplus groter dan het verkopersurplus. De<br />
kopers hadd<strong>en</strong> nog wel meer voor het product will<strong>en</strong><br />
betal<strong>en</strong>, maar door de wereldmarktprijs is de prijs lager <strong>en</strong> t<strong>en</strong> nadele van de verkoper.<br />
Invoerrecht<strong>en</strong> zijn over het algeme<strong>en</strong> negatief, zet aan tot<br />
economische integratie.<br />
abcd= kopersurplus mee omlaag omdat je e<strong>en</strong> andere prijs dan<br />
Pw moet betal<strong>en</strong>.<br />
Verkopersuplus stijgt met a (goud voor binn<strong>en</strong>land). Overheid<br />
profiteert/ontvangt c <strong>en</strong> e, als bd negatief zijn tov van e die<br />
positief is. Zijn bd< e dan positief voor de welvaart. Hangt af van<br />
instell<strong>en</strong> tarief, in hoeverre hij de Pw omlaag schuift. Bij koffieprijs ge<strong>en</strong> invloed bij tarief: e=0,<br />
consum<strong>en</strong>t moet het opvang<strong>en</strong>, b+d is dan het<br />
welvaartsverlies voor het land dat aan handelsbelemmering<br />
doet. P A T= prijs die consum<strong>en</strong>t moet betal<strong>en</strong> (bov<strong>en</strong>ste)<br />
P B T= prijs die buit<strong>en</strong>landers will<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.<br />
Vrijwillige importbeperking > vergroting van<br />
verkopersurplus, gaat t<strong>en</strong> koste van kopersurplus. Grijze<br />
gedeelde gaat van kopers naar verkopersurplus. VEA is het<br />
dead weightloss.<br />
22
Vrijhandel <strong>en</strong> integratie:<br />
- Vrijhandelszone (verschill<strong>en</strong>de buit<strong>en</strong>tariev<strong>en</strong>)<br />
- Douane-unie (geme<strong>en</strong>schappelijke invoertariev<strong>en</strong>)<br />
- Geme<strong>en</strong>schappelijke markt (vrij verkeer van goeder<strong>en</strong> <strong>en</strong> person<strong>en</strong>)<br />
- Economische unie<br />
- Economische <strong>en</strong> monetaire unie (gebond<strong>en</strong> aan supranationaal macro-economisch beleid)<br />
Door economische integratie ontstaan economische blokk<strong>en</strong> die op hun beurt weer minder<br />
gecharmeerd zijn van vrijhandel met de rest van de wereld.<br />
GATT-akkoord: G<strong>en</strong>eral Agreem<strong>en</strong>t on Tariffs and Trade, br<strong>en</strong>gt verandering in de voor iedere<strong>en</strong><br />
nadelige handelspolitiek. Basisbeginsel<strong>en</strong>: gunstig invoertarief voor 1 lid geldt ook voor alle andere<br />
lidland<strong>en</strong>, non-tarifaire protectie is verbod<strong>en</strong>. Tariev<strong>en</strong> zo beperkt mogelijk houd<strong>en</strong>.<br />
1995: GATT WTO, mondiale aanpak van handelsbelemmering<strong>en</strong>.<br />
Voorbeeld<strong>en</strong> economische integratie: NAFTA, EU.<br />
Verdrag van Maastricht 1992 (Eerste twee zijn elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de economische unie):<br />
- Actief mededingingsbeleid<br />
- Ge<strong>en</strong> staatssteun<br />
- Liberalisering <strong>en</strong>ergiemarkt<strong>en</strong><br />
- Verplichte Europese aanbesteding grote project<strong>en</strong><br />
- Harmonisatie belasting<strong>en</strong> <strong>en</strong> v<strong>en</strong>nootschapsrecht<br />
- Converg<strong>en</strong>tie inflatie door aangepast begrotingsbeleid.<br />
Twee soort<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wicht:<br />
-intern ev<strong>en</strong>wicht: combinatie van volledige werkgeleg<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> prijsstabiliteit<br />
-extern ev<strong>en</strong>wicht: ev<strong>en</strong>wicht op de lop<strong>en</strong>de rek<strong>en</strong>ing van de betalingsbalans(= som van<br />
betalingsverkeer over goeder<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, primair inkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>soverdracht<strong>en</strong>) W<strong>en</strong>selijk<br />
omdat het niet duidelijk is of het (uit)gele<strong>en</strong>de kapitaal r<strong>en</strong>der<strong>en</strong>d is.<br />
In het internationale geldwez<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> viertal periode te onderscheid<strong>en</strong>:<br />
- Goud<strong>en</strong> standaard = c<strong>en</strong>trale bank heeft verplichting haar bankbiljett<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vaste<br />
koers om te wissel<strong>en</strong> voor goud, hierdoor ontstaat internationale convertibiliteit <strong>en</strong> dat<br />
bevordert de internationale handel<br />
- Interbellum = tuss<strong>en</strong> 2 oorlog<strong>en</strong> in, geldhoeveelheid onbegr<strong>en</strong>sd to<strong>en</strong>em<strong>en</strong> om<br />
herstelbetaling<strong>en</strong> te do<strong>en</strong>/land weer op te bouw<strong>en</strong>. Gevolg = hyperinflatie<br />
- Goud<strong>en</strong> wisselstandaard<br />
- Zwev<strong>en</strong>de wisselkoers<strong>en</strong> = vraag <strong>en</strong> aanbod bepal<strong>en</strong> de wisselkoers<br />
Europese Monetaire Unie (EMU)<br />
- Muntunie per 1-1-1999<br />
- Waarde van de munt moet zich bewijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> k<strong>en</strong>t 2 kant<strong>en</strong>:<br />
- binn<strong>en</strong>waarde = koopkracht van de euro, allesbepal<strong>en</strong>d hiervoor is de inflatie<br />
- buit<strong>en</strong>waarde = resultaat van het systeem van zwev<strong>en</strong>de wisselkoers<strong>en</strong><br />
- Vaste binn<strong>en</strong>waarde = inflatiecijfer met als bov<strong>en</strong>gr<strong>en</strong>s 2%.<br />
- Focus van de ECB voor de handhaving van de prijsstabiliteit is de geldhoeveelheid.<br />
Instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor binn<strong>en</strong>waarde:<br />
1) op<strong>en</strong>-markttransactie (liquiditeit van geldschepp<strong>en</strong>de instelling<strong>en</strong> verandert)<br />
2) perman<strong>en</strong>te faciliteit<strong>en</strong> (om zeer kortlop<strong>en</strong>de liquiditeit<strong>en</strong> te verschaff<strong>en</strong> of te onttrekk<strong>en</strong><br />
3)reserveverplichting<strong>en</strong> die het geldschepp<strong>en</strong>de vermog<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong>.<br />
23
- Verdere bescherming door Stabiliteit <strong>en</strong> Groeipact (3% <strong>en</strong> 60% BBP norm<strong>en</strong>)<br />
Vordering<strong>en</strong>saldo niet hoger dan 4% <strong>en</strong> overheidschuld niet hoger dan 60%. De drieproc<strong>en</strong>tnorm<br />
ligt land<strong>en</strong> als Duitsland <strong>en</strong> Frankrijk t<strong>en</strong> laste.<br />
Artikel bij Hoofdstuk 22<br />
De euro <strong>en</strong> het tekortblok door B.S.J. de Haas<br />
In 2004 werd bek<strong>en</strong>d dat de Amerikaanse concurr<strong>en</strong>tiepositie met 20 tot 25% moest verbeter<strong>en</strong> om<br />
de betalingsbalans in ev<strong>en</strong>wicht te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> zonder recessie te veroorzak<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> gunstig sc<strong>en</strong>ario was<br />
e<strong>en</strong> aanpassing van betalingsbalans zonder schokk<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> ongunstig sc<strong>en</strong>ario zal de dollar twee keer<br />
zo veel dal<strong>en</strong>. Begin 2008 leek het gunstige sc<strong>en</strong>ario zich te ontvouw<strong>en</strong> door de verbetering van de<br />
concurr<strong>en</strong>tiepositie met 20%. Afgelop<strong>en</strong> maand<strong>en</strong> dollar aangesterkt. Om de concurr<strong>en</strong>tie te<br />
verbetering van Griek<strong>en</strong>land, Spanje <strong>en</strong> Portugal is lastig omdat deze veel handel drijv<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de<br />
eurozone. E<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tieverbetering van 40% voor Griek<strong>en</strong>land veregt e<strong>en</strong> daling van daling van<br />
de euro met 80% (Griek<strong>en</strong>land handelt voor 50% met de EU <strong>en</strong> voor 50% buit<strong>en</strong> de EU). Niet de<br />
gehele concurr<strong>en</strong>tieverbetering hoeft via e<strong>en</strong> verandering in de wisselkoers te lop<strong>en</strong>, als de 3 land<strong>en</strong><br />
minder inflatie dan de rest van EU hebb<strong>en</strong>, kan het ook verbeter<strong>en</strong>. Voor het mediterrane blok is de<br />
ideale koers $1,07, maar voor Duitsland <strong>en</strong> Nederland (met e<strong>en</strong> overschot op de lop<strong>en</strong>de rek<strong>en</strong>ing) is<br />
de ideale koers hoger. Het teg<strong>en</strong>gestelde belang binn<strong>en</strong> de EU compliceert het beleid van de ECB.<br />
24
Financiële administratie<br />
Hoofdstuk 2 Vermog<strong>en</strong>sbeheer<br />
In de financiële administratie van e<strong>en</strong> huishouding word<strong>en</strong> (gelds)ward<strong>en</strong> geregistreerd, onmiddellijk<br />
in geldbedrag<strong>en</strong> of op e<strong>en</strong> waarding gebaseerd (taxatie gebouw). De boekhouding vormt de kern van<br />
de financiële administratie, maar hoeft er niet mee sam<strong>en</strong> te vall<strong>en</strong>.<br />
Kameralistisch stelsel: registratie van inkomst<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitgav<strong>en</strong> & met oog op inkom<strong>en</strong>sbeheer,<br />
grondvorm is e<strong>en</strong> balans tuss<strong>en</strong> inkomst<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitgav<strong>en</strong>. Hieruit kunn<strong>en</strong> periodieke overzicht<strong>en</strong> (=<br />
recapitulatie) kunn<strong>en</strong> gedestilleerd.<br />
Commercieel stelsel: registratie van bat<strong>en</strong> <strong>en</strong> last<strong>en</strong> & met het oog op vermog<strong>en</strong>sbeheer, registratie<br />
van de omvang <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>stelling van het vermog<strong>en</strong>, de waard<strong>en</strong> van bezitting<strong>en</strong> <strong>en</strong> schuld<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
geregistreerd op ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de tijdstipp<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarde verandering<strong>en</strong> bij de bedrijfsuitvoering<strong>en</strong> in<br />
de tuss<strong>en</strong>ligg<strong>en</strong>de periode (bat<strong>en</strong> <strong>en</strong> last<strong>en</strong>). Grondvorm heeft twee stat<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> staat van bezitting<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> schuld<strong>en</strong>(=balans) & e<strong>en</strong> staat van bat<strong>en</strong> <strong>en</strong> last<strong>en</strong>(=resultaatrek<strong>en</strong>ing).<br />
Vermog<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> organisatie = geheel van in productiemiddel<strong>en</strong> <strong>en</strong> voorrad<strong>en</strong> product<br />
belichaamde waard<strong>en</strong>, de vermog<strong>en</strong>saanwas is haar inkom<strong>en</strong> (de verandering in het vermog<strong>en</strong>). Bij<br />
e<strong>en</strong> private onderneming is dit de winst, in de collectieve sector is het maatschappelijk vermog<strong>en</strong><br />
meer van toepassing.<br />
Bedrijfsvermog<strong>en</strong>= zowel het eig<strong>en</strong> als het vreemd vermog<strong>en</strong> van de bedrijfsorganisatie, niet alle<strong>en</strong><br />
winst maar ook interest die aan verschaffers van het vreemd vermog<strong>en</strong> t<strong>en</strong> deel valt.<br />
Gepachte/gehuurde productiemiddel<strong>en</strong> behor<strong>en</strong> niet tot het bedrijfsvermog<strong>en</strong> omdat het ge<strong>en</strong><br />
bezitting is van de bedrijfsorganisatie.<br />
Maatschappelijk vermog<strong>en</strong>= waarde van de gezam<strong>en</strong>lijke in de bedrijfsorganisatie aangew<strong>en</strong>de<br />
productiefactor<strong>en</strong>: arbeid <strong>en</strong> kapitaal.<br />
Toegevoegde waard<strong>en</strong> van de productie: som van alle beloning van de productiefactor<strong>en</strong>; loon,<br />
pacht of huur, interest <strong>en</strong> winst.<br />
Nationaal inkom<strong>en</strong>: som van alle verdi<strong>en</strong>de inkom<strong>en</strong>s in de volkshuishouding.<br />
Arbeid kan ook niet gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> bezit van e<strong>en</strong> organisatie (t<strong>en</strong>zij het slav<strong>en</strong> zijn), de<br />
waarde van het maatschappelijk vermog<strong>en</strong> van de organisatie, dat dit ‘m<strong>en</strong>selijk kapitaal’ mee<br />
omvat, zull<strong>en</strong> we in ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele bedrijfsadministratie teg<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>.<br />
Bij de commerciële di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing staat het saldo van de waard<strong>en</strong> van bezitting<strong>en</strong> <strong>en</strong> schuld<strong>en</strong> dan<br />
ook vaak in ge<strong>en</strong> verhouding tot de beurswaarde van onderneming<strong>en</strong>.<br />
In de collectieve sector ook vermog<strong>en</strong>sbeheer maar niet op winst gericht. Met het oog op de<br />
di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing di<strong>en</strong><strong>en</strong> in de eerste plaats de maatschappelijke bat<strong>en</strong> <strong>en</strong> last<strong>en</strong> te word<strong>en</strong><br />
afgewog<strong>en</strong>. Het bedrijfsvermog<strong>en</strong> is voor de di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing vooral voorwaard<strong>en</strong>schepp<strong>en</strong>d: de<br />
eig<strong>en</strong>dom van productiemiddel<strong>en</strong> waarborgt dat zij voor de productie in de bedrijfsorganisatie<br />
behoud<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>. Twee typ<strong>en</strong> bedrijfsorganisaties onderscheid<strong>en</strong>:<br />
(1) bedrijfsorganisaties met e<strong>en</strong> zelfstandig vermog<strong>en</strong>sbeheer<br />
=vermog<strong>en</strong> door opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> uit verkoop in stand houd<strong>en</strong>, bat<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> t<strong>en</strong>minste teg<strong>en</strong> de<br />
last<strong>en</strong> op te weg<strong>en</strong>, zonder naar surplus te strev<strong>en</strong>. Noodzakelijk voorwaarde is het in stand<br />
houd<strong>en</strong> van het eig<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong>, vereist voor de continuïteit van het bedrijf.<br />
(2) bedrijfsorganisaties met e<strong>en</strong> onzelfstandig vermog<strong>en</strong>sbeheer (=die niet voor de markt<br />
producer<strong>en</strong>).<br />
25
Niet voor de markt werk<strong>en</strong>d Wel voor de markt werk<strong>en</strong>d<br />
Bekostigingswijze Inkom<strong>en</strong>soverdracht<strong>en</strong> Opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> uit verkoop<br />
Status vermog<strong>en</strong>sbeheer Onzelfstandig (ondergeschikt<br />
aan inkom<strong>en</strong>sbeheer)<br />
Zelfstandig<br />
Oogmerk vermog<strong>en</strong>sbeheer Consumptie Di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing<br />
Object vermog<strong>en</strong>sbeheer<br />
(continuïteitsvoorwaarde)<br />
Bedrijfsvermog<strong>en</strong> Eig<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong><br />
De financiële administratie zou in beginsel zowel op het inkom<strong>en</strong>sbeheer(de belastinginkomst<strong>en</strong>) als<br />
op het vermog<strong>en</strong>sbeheer (het bedrijfsvermog<strong>en</strong>) moet<strong>en</strong> zijn gericht. Keuze tuss<strong>en</strong> kameralistische<br />
<strong>en</strong> commerciële stelsel is hiermee sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d voor de overheid problematisch <strong>en</strong> omstred<strong>en</strong>.<br />
De consumptiehuishouding was in de Middeleeuw<strong>en</strong> het meest voor de hand ligg<strong>en</strong>d, zelf nadat de<br />
overheidshuishouding was los gemaakt van de feodale vorst<strong>en</strong> bleef de consumptieve besteding<strong>en</strong><br />
dominer<strong>en</strong>. In de 17 e eeuw in W<strong>en</strong><strong>en</strong> ontstond de kameralistische huishouding t<strong>en</strong> behoeve van de<br />
staatshuishouding<strong>en</strong>, systematiek was nodig. De overheidsactiviteit<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> steeds positiever<br />
naar vorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> werd<strong>en</strong> ook wel ‘bedrijfsmatig’ g<strong>en</strong>oemd. De overheid heeft e<strong>en</strong> aantal k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
van de consumptiehuishouding behoud<strong>en</strong>, ook al vertoont zij nu tev<strong>en</strong>s trekk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
productiehuishouding.<br />
Hoofdstuk 3 Bedrijfsadministratie<br />
Balans<br />
Inv<strong>en</strong>tariseert de ‘stand van zak<strong>en</strong>’ voor wat betreft de omvang <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>stelling van het vermog<strong>en</strong><br />
op e<strong>en</strong> bepaald tijdstip.<br />
Bezitting<strong>en</strong>/schuld<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> tijdstip –of voorraadgroothed<strong>en</strong>.<br />
Opstelling van de balans gaat uit van de volg<strong>en</strong>de gelijkheid:<br />
Bezitting<strong>en</strong> = Eig<strong>en</strong> Vermog<strong>en</strong> + Vreemd Vermog<strong>en</strong><br />
Links: activa, specificeert de aanw<strong>en</strong>ding van het vermog<strong>en</strong>(bezitting<strong>en</strong>; gebouw, kas, inv<strong>en</strong>taris).<br />
Rechts: passiva,specificeert vermog<strong>en</strong>sbronn<strong>en</strong>(eig<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong>, vreemd vermog<strong>en</strong>). Het totale<br />
kapitaal <strong>en</strong> het totale vermog<strong>en</strong> zijn per definitie aan elkaar gelijk.<br />
Kapitaal: monetaire(financiële, liquide middel<strong>en</strong>; kasgeld, bank, zijn gelde<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>) <strong>en</strong> nietmonetaire<br />
activa (=grond, gebouw<strong>en</strong>; heterog<strong>en</strong>e massa die nog tot geldswaard<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong><br />
herleid).Er zijn twee waarderingsgrondslag<strong>en</strong> voor de niet-monetair activa: (1) directe<br />
opbr<strong>en</strong>gstwaard<strong>en</strong> (gebaseerd op prijz<strong>en</strong> die de bezitting<strong>en</strong> bij verkoop zoud<strong>en</strong> opbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>,<br />
marktprijs) <strong>en</strong> (2) indirecte opbr<strong>en</strong>gstwaard<strong>en</strong> (bat<strong>en</strong> die de bezitting<strong>en</strong> bij hun aanw<strong>en</strong>ding in het<br />
bedrijf zelf oplever<strong>en</strong>, prestaties). Directe opbr<strong>en</strong>gst waard<strong>en</strong> zijn objectiever maar minder van<br />
toepassing (soms ge<strong>en</strong> marktprijz<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>t, dan nog ontoepasselijker) dan de indirecte<br />
opbr<strong>en</strong>gstwaard<strong>en</strong> (going-concern waard<strong>en</strong>). Als de directe opbr<strong>en</strong>gstwaarde moeilijk te vast te<br />
stell<strong>en</strong> is door gebrek aan actuele marktprijz<strong>en</strong>, kan je de historische kost<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>, de<br />
aanschafprijz<strong>en</strong>, maar deze vorm<strong>en</strong> wel e<strong>en</strong> gebrekkige b<strong>en</strong>adering. Be de bepaling van de<br />
boekwaard<strong>en</strong> van de productimiddel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de historische kost<strong>en</strong> wel periodiek gecorrigeerd<br />
door de afschrijving<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> ingeboekte waardevermindering vanwege technische slijtage <strong>en</strong><br />
economische veroudering. Als e<strong>en</strong> productiemiddel al geheel in de boek<strong>en</strong> is afgeschrev<strong>en</strong> (<strong>en</strong> wel<br />
nog in bedrijf) staat het som niet <strong>en</strong> soms voor €1 op de balans.<br />
De zogehet<strong>en</strong> bedrijfswaarde vormt de neerslag van alle toekomstige aan de activa toe te rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong>.<br />
26
Vervangingswaarde: de kost<strong>en</strong> van de vervanging van e<strong>en</strong> productiemiddel door e<strong>en</strong> daarmee voor<br />
de productie gelijkwaardig alternatief.<br />
Balanswaardering van niet-monetaire activa:<br />
- Directe opbr<strong>en</strong>gstwaarde eerst in de actuele marktprijs<br />
anders dmv historische kost<strong>en</strong> (minus afschrijving)<br />
- Indirecte opbr<strong>en</strong>gstwaarde bedrijfswaarde<br />
anders dmv de vervangingswaarde<br />
Er zijn richtlijn<strong>en</strong> op welke manier de verschill<strong>en</strong>de post<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gewaardeerd (niet<br />
product<strong>en</strong> in opslag waarder<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> verkoopprijz<strong>en</strong>, ze zijn immers nog niet verkocht)<br />
Vaste activa: boekwaard<strong>en</strong> van de grond, terreinvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, gebouw<strong>en</strong>; opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> teg<strong>en</strong><br />
aanschafprijs verminderd met cumulatieve afschrijving<strong>en</strong>.<br />
Comptalibiliteitsvoorschrift<strong>en</strong>: bepal<strong>en</strong> over de opstelling van de balans.<br />
Resultat<strong>en</strong>rek<strong>en</strong>ing<br />
Geeft e<strong>en</strong> overzicht van de bat<strong>en</strong> <strong>en</strong> last<strong>en</strong> weer, met de winst of verlies als saldo. Ge<strong>en</strong> tijdstip –of<br />
voorraadgroothed<strong>en</strong> maar periode –of stroomgroothed<strong>en</strong>. In ook altijd in ev<strong>en</strong>wicht.<br />
Last<strong>en</strong> +Winstsalo = Bat<strong>en</strong> of:<br />
Last<strong>en</strong> = Bat<strong>en</strong> + Verliessaldo<br />
Gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die het vermog<strong>en</strong> do<strong>en</strong> toe –<strong>en</strong> afnem<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> scherp te word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong><br />
van gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> waarbij dat niet het geval is. Bij aankoop duurzaam kapitaalgoed per giro, is<br />
alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verandering van de sam<strong>en</strong>stelling van het kapitaal plaatsg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong> verandering van<br />
de omvang van het vermog<strong>en</strong>.<br />
Afschrijving<strong>en</strong> zijn wel last<strong>en</strong> maar leid<strong>en</strong> niet onmiddellijk tot uitgav<strong>en</strong>.<br />
Bij de opstelling van de resultat<strong>en</strong>rek<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong> de inkomst<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitgav<strong>en</strong> derhalve toegerek<strong>en</strong>d<br />
aan de periode waarop de ermee sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de bat<strong>en</strong> <strong>en</strong> last<strong>en</strong> betrekking hebb<strong>en</strong>.<br />
Onderscheid tuss<strong>en</strong> bat<strong>en</strong> <strong>en</strong> last<strong>en</strong> <strong>en</strong> opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitgav<strong>en</strong>!<br />
De last<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> die onmiddellijk sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met de productie in de bedrijfsorganisatie, vorm<strong>en</strong><br />
de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong>, het saldo daarvan is het exploitatieresultaat.<br />
In de collectieve sector werk<strong>en</strong>de bedrijfsorganisaties is het resultaat vaak negatief, maar voor in de<br />
markt werk<strong>en</strong>de bedrijfsorganisaties zijn ontworp<strong>en</strong> aan de randvoorwaarde van e<strong>en</strong><br />
kost<strong>en</strong>dekk<strong>en</strong>de exploitatie.<br />
Het exploitatieresultaat wordt bij de vaststelling van de uiteindelijke winst (of verlies) gecorrigeerd<br />
voor ev<strong>en</strong>tuele overige bat<strong>en</strong> <strong>en</strong> last, die niet onmiddellijk met de productie verband houd<strong>en</strong><br />
(bijvoorbeeld: interest over vreemd vermog<strong>en</strong>).<br />
Scrontrovorm = als de last<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> op dezelfde wijze als de balans in e<strong>en</strong> linker(last<strong>en</strong>) –<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
rechterzijde is verdeeld. Soms wordt e<strong>en</strong> exploitatierek<strong>en</strong>ing van de resultat<strong>en</strong>rek<strong>en</strong>ing<br />
afgezonderd, op de resultaatrek<strong>en</strong>ing staat dan alle<strong>en</strong> nog het exploitatietekort/overschot, de<br />
overige last<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> <strong>en</strong> het uiteindelijke bedrijfsresultaat.<br />
Kost<strong>en</strong><br />
Exploitatieoverschot<br />
Exploitatierek<strong>en</strong>ing Stadsschouwburg<br />
16.895<br />
636<br />
Opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> 17.531<br />
17.531 17.531<br />
Resultat<strong>en</strong>rek<strong>en</strong>ing<br />
Interest 1.622 Exploitatieoverschot<br />
Verliessaldo<br />
636<br />
986<br />
1.622 1.622<br />
27
Staffelvorm= e<strong>en</strong> verticale opstelling waarin voor de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de groothed<strong>en</strong> steeds e<strong>en</strong> saldo<br />
wordt bepaald.<br />
Sleutelvariabele: omzet: Omzet – kost<strong>en</strong> = exploitatieoverschot – overige netto last<strong>en</strong> = winst/verlies<br />
Sleutelvariabele vaste kost<strong>en</strong>: Vast<strong>en</strong>kost<strong>en</strong> – netto-opbr<strong>en</strong>gst = exploitatietekort – overige netto<br />
bat<strong>en</strong> = winst/verlies<br />
Vaste kost<strong>en</strong> bij collectieve sector, <strong>en</strong> omzet bij marktsector.<br />
Om e<strong>en</strong> getrouw beeld te gev<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t voor elke post op de balans <strong>en</strong> resultat<strong>en</strong>rek<strong>en</strong>ing in de<br />
boekhouding e<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing geop<strong>en</strong>d, waarop alle voor de omvang van die post relevante<br />
gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geregistreerd. Deze word<strong>en</strong> in scrontovorm opgesteld.<br />
Elke to<strong>en</strong>eming van afzonderlijke bezitting<strong>en</strong> altijd gepaard gaan met ofwel e<strong>en</strong> afneming van andere<br />
bezitting<strong>en</strong>, ofwel e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>eming van de schuld<strong>en</strong> (of combinatie met zelfde eindbedrag)= dubbel<br />
boekhoud<strong>en</strong>.<br />
Transitorische post<strong>en</strong>: legg<strong>en</strong> het overlop<strong>en</strong> van de ontvangst<strong>en</strong> naar tijdstipp<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de periode<br />
waarop zij betrekking hebb<strong>en</strong> vast.<br />
Externe verslaggeving (voor private onderneming<strong>en</strong>) is voor vermog<strong>en</strong>sbeheer vergelijking met<br />
andere organisatie. Interne verslaggeving, is vooraal voor manager, kunn<strong>en</strong> met deze informatie<br />
richting gev<strong>en</strong> aan de interne bedrijfsvoering.<br />
R<strong>en</strong>tabiliteit van het eig<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong>:REV= (winst na belasting<strong>en</strong>)/(eig<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong>)<br />
R<strong>en</strong>tabiliteit van het totale vermog<strong>en</strong>: RTV = (winst voor belasting<strong>en</strong> + interest vreemd<br />
vermog<strong>en</strong>)/(totale vermog<strong>en</strong>)<br />
Solvabiliteit = het vermog<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> organisatie om aan haar toekomstige schuldverplichting<strong>en</strong> te<br />
voldo<strong>en</strong>.<br />
Liquiditeit= betrekking op het vermog<strong>en</strong> kortlop<strong>en</strong>de schuldverplichting<strong>en</strong> ook op korte termijn na<br />
te kom<strong>en</strong><br />
Voor de overhed<strong>en</strong> zelf hangt de betek<strong>en</strong>is van de omvang van het eig<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong> mede af van het<br />
belastingcapaciteit.<br />
Hoofdstuk 4 Overheidsadministratie<br />
De politieke besluitvorming richt zich in de eerste plaats op de vaststelling van de doeleind<strong>en</strong>,<br />
waarvoor de middel<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangew<strong>en</strong>d, analoog aan de wijze waarop de individuele<br />
consum<strong>en</strong>t over de besteding van zijn inkom<strong>en</strong> beslist.<br />
De inrichting van de financiële administratie van het Rijk is vastgelegd in de Comptabiliteitswet 2001,<br />
op basis van deze wet volgt de administratie het kameralistische stelsel. Elk begrotingsartikel in elk<br />
di<strong>en</strong>stjaar e<strong>en</strong> afzonderlijk besteedbaar inkom<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wichtsboekhouding wordt toegepast met<br />
het oog op de rechtmatigheidbeoordeling <strong>en</strong> de daarbij uit te voer<strong>en</strong> controles.<br />
In de boekhouding van het Rijk wordt het kasstelsel gehanteerd, gekoz<strong>en</strong> door de e<strong>en</strong>voud.<br />
28
Het financieringstekort druk het netto te financier<strong>en</strong> bedrag uit dat nodig is om het gat tuss<strong>en</strong><br />
ontvangst<strong>en</strong> <strong>en</strong> betaling<strong>en</strong> te dicht<strong>en</strong>: aflossing<strong>en</strong> van eerder aangegane l<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> word<strong>en</strong> niet<br />
meegerek<strong>en</strong>d.<br />
Verkreg<strong>en</strong>recht<strong>en</strong>stelsel: houdt rek<strong>en</strong>ing met het verschil tuss<strong>en</strong> het mom<strong>en</strong>t waarop e<strong>en</strong> recht op<br />
e<strong>en</strong> ontvangst of betaling ontstaat <strong>en</strong> het mom<strong>en</strong>t van ontvangst of betaling zelf.<br />
In jar<strong>en</strong> ’70 stond de stabilisatietaak van de overheid volop in de belangstelling, na inwerking<br />
Comptabilitetiswet in 1976 stond<strong>en</strong> de overheidsuitgav<strong>en</strong> in de belangstelling. Om mom<strong>en</strong>t van<br />
bestell<strong>en</strong> (ook al is de levering jar<strong>en</strong> later) moet er e<strong>en</strong> verantwoording word<strong>en</strong> afgelegd.<br />
ZBO <strong>en</strong> RWT (=rechtsperson<strong>en</strong> met wettelijketaak) is soort van functionele dec<strong>en</strong>tralisatie. IB-groep<br />
is bijvoorbeeld e<strong>en</strong> ZBO.<br />
- Periodiciteitcriterium: incid<strong>en</strong>tele/onregelmatig terugker<strong>en</strong>de uitgav<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> als<br />
kapitaaluitgav<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschouwd<br />
- Nuttigheidscriterium: e<strong>en</strong> uitgaaf mag als kapitaaluitgaaf word<strong>en</strong> aangemerkt als het nut<br />
ervan zich over meer dan 1 jaar uitstrekt<br />
- Vermog<strong>en</strong>scriterium: uitgav<strong>en</strong> die alle<strong>en</strong> de sam<strong>en</strong>stelling maar niet de omvang van het<br />
vermog<strong>en</strong> verander<strong>en</strong>, mog<strong>en</strong> op de kapitaaldi<strong>en</strong>st word<strong>en</strong> geboekt.<br />
Naarmate het vermog<strong>en</strong>sbeheer bij de lagere overhed<strong>en</strong> meer op de voorgrond kwam te staan, werd<br />
het laatste criterium steeds belangrijker (=vermog<strong>en</strong>scriterium).<br />
Rest<strong>en</strong>balans: activa gewaardeerd teg<strong>en</strong> hun netto aanschafprijz<strong>en</strong> minus afschrijving<strong>en</strong>: beoogde<br />
alle<strong>en</strong> inzicht te gev<strong>en</strong> in bedrag<strong>en</strong> die nog over de rester<strong>en</strong>de lev<strong>en</strong>sduur van de verrichte<br />
investering<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgeschrev<strong>en</strong>.<br />
Het eig<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong> van de geme<strong>en</strong>tes bestaat uit opgebouwde reserves<br />
Aantek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> bij college over Financiële administratie<br />
Uitgav<strong>en</strong> rijk aan top 3 departem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>:<br />
Ministerie van Onderwijs, Cultuur <strong>en</strong> Wet<strong>en</strong>schap 32 mld<br />
Ministerie van Sociale Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> Werkgeleg<strong>en</strong>heid 27 mld<br />
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn <strong>en</strong> Sport 14 mld<br />
Meeste geld naar onderwijs, daarna sociale zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> als derde volksgezondheid<br />
Uitgav<strong>en</strong> van het rijk ondergebracht in 3 kaders: 1) Rijk, 2) Sector sociale zekerheid <strong>en</strong> 3)Sector zorg<br />
Financieel beheer beoordel<strong>en</strong> aan:<br />
- Rechtmatigheid<br />
politiek budget, besteding van belastinginkomst<strong>en</strong> (vraagstuk inkom<strong>en</strong>sbeheer= aan welke<br />
doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet teveel). Geld niet door teg<strong>en</strong>prestatie.<br />
- Doelmatigheid<br />
geleverde prestaties, inzet productiemiddel<strong>en</strong> (vraagstuk vermog<strong>en</strong>sbeheer). Vermog<strong>en</strong><br />
(Arbeid <strong>en</strong> kapitaal) zo in zett<strong>en</strong> dat er zoveel <strong>en</strong> goed mogelijk product op de markt komt.<br />
Zoveel mogelijk prestaties.<br />
twee economische subject<strong>en</strong>: consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
Theorie consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gedrag: besteding van e<strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>, nutsmaximalisatie met budgetrestrictie -><br />
inkom<strong>en</strong>sbeheer<br />
Theorie produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>gedrag:vorming van e<strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>(resultaat), winstmaximalisatie met kapitaal<br />
<strong>en</strong> arbeid ->vermog<strong>en</strong>sbeheer.<br />
Overheid als consum<strong>en</strong>t(inkom<strong>en</strong>sbeheer, besteding belastinggeld, gericht op nut) &<br />
produc<strong>en</strong>t(vermog<strong>en</strong>sbeheer, inzet van productiemiddel<strong>en</strong>, gericht op resultaat).<br />
29
Bij overhed<strong>en</strong> hoev<strong>en</strong> de bezitting<strong>en</strong> niet groter te zijn dan het EV/VV, kan gewoon meer belasting<br />
vrag<strong>en</strong> of staatsobligaties.<br />
Elk bezit (vermog<strong>en</strong>) kan je produc<strong>en</strong>t aanweg<strong>en</strong>, kan je verhur<strong>en</strong> dus b<strong>en</strong> je produc<strong>en</strong>t, je huurt je<br />
eig<strong>en</strong> huis aan jezelf.<br />
Indirecte opbr<strong>en</strong>gstwaarde = wat levert het je op als je ermee produceert. Alle<strong>en</strong> bedrijfswaarde<br />
gebruik<strong>en</strong> als je zeker b<strong>en</strong>t van je inkomst<strong>en</strong>, niet gebruik<strong>en</strong> als je dat niet weet!<br />
Aanschafkost<strong>en</strong> niet op de resultaatrek<strong>en</strong>ing, moet<strong>en</strong> kost<strong>en</strong> zijn op deze rek<strong>en</strong>ing, de aanschafprijs<br />
gedeeld door de lev<strong>en</strong>sduur dan zijn de kost<strong>en</strong> op de resultaatrek<strong>en</strong>ing de gedeelde kost<strong>en</strong>.<br />
Rek<strong>en</strong>ing van schuld: beginwaarde rechts omdat het e<strong>en</strong> schuld is. Mutaties die de schuld do<strong>en</strong><br />
to<strong>en</strong>em<strong>en</strong> ook rechts <strong>en</strong> die de schuld<strong>en</strong> do<strong>en</strong> afnem<strong>en</strong> links. Eindwaarde ook links.<br />
Ag<strong>en</strong>tschapp<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong> bat<strong>en</strong>-last<strong>en</strong>stelsel.<br />
Historische ontwikkelin van geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tot bedrijfsorganisaties.<br />
C<strong>en</strong>tralisatie belastingheffing: afschaffing lokale accijnz<strong>en</strong> <strong>en</strong> kopp<strong>en</strong>geld & algem<strong>en</strong>e <strong>en</strong> specifieke<br />
uitkering<strong>en</strong>.<br />
Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> als bedrijv<strong>en</strong>: bat<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> opweg<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de last<strong>en</strong> & instandhouding vermog<strong>en</strong> voor<br />
continuïteit. Overgang van kameralistische naar commerciële administratie.<br />
Budgettering<br />
Hoofdstuk 11 Geautoriseerde begroting<strong>en</strong><br />
T<strong>en</strong> eerste omvat de budgettering de opstelling van e<strong>en</strong> begroting, te omschrijv<strong>en</strong> al e<strong>en</strong> raming van<br />
de uitgav<strong>en</strong> of kost<strong>en</strong> die met e<strong>en</strong> plan voor de consumptie of productie zijn gemoeid. T<strong>en</strong> tweede<br />
omvat zij de vaststelling van het budget, te definiër<strong>en</strong> als de bind<strong>en</strong>de toewijzing van de middel<strong>en</strong><br />
die in de begroting geraamd zijn.<br />
Budget = e<strong>en</strong> geautoriseerde begroting.<br />
Begroting = raming van middel<strong>en</strong> voor de uitvoering van e<strong>en</strong> plan.<br />
Budgetrecht: door bij de wet middel<strong>en</strong> aan de uitvoer<strong>en</strong>de macht te beschikking te stell<strong>en</strong>.<br />
Bij elke budget, hoort e<strong>en</strong> budgethouder, kan aan 1 iemand word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> maar ook verspreid<br />
word<strong>en</strong> over meerdere budgethouders. Bij interne budgettering kunn<strong>en</strong> de budgett<strong>en</strong> uiteraard<br />
verder word<strong>en</strong> uitgesplitst, waarmee het budgethouderschap in de organisatie dan in meer of<br />
mindere mate wordt gedec<strong>en</strong>traliseerd. Bij de externe budgettering zull<strong>en</strong> de gebudgetteerde<br />
instelling<strong>en</strong> meestal als zodanig als budgethouder word<strong>en</strong> aangewez<strong>en</strong> via e<strong>en</strong> subsidiebeschikking.<br />
Voor de budgethouder moet word<strong>en</strong> vastgesteld: voor welke bestemming de middel<strong>en</strong> mog<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> aangew<strong>en</strong>d(begrotingsindeling) <strong>en</strong> over welke middel<strong>en</strong> mag word<strong>en</strong><br />
beschikt(begrotingsstelsel).<br />
Budgett<strong>en</strong> voor consumptiehuishouding<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> in beginsel de uitgav<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>, budgett<strong>en</strong> voor<br />
bedrijfsorganisaties zull<strong>en</strong> op de kost<strong>en</strong> zijn gericht. De keuze tuss<strong>en</strong> uitgav<strong>en</strong> of kost<strong>en</strong>budgett<strong>en</strong><br />
wordt in het begrotingsstelsel vastgelegd.<br />
Lumpsum-budget: de aanw<strong>en</strong>dingsrichting wordt dan alle<strong>en</strong> gebond<strong>en</strong> aan de taakomschrijving van<br />
de budgethouder.<br />
Budget= plan+raming+machtiging (dat je middel<strong>en</strong> mag bested<strong>en</strong>)<br />
Begrotingsindeling:<br />
- Functionele indeling<br />
e<strong>en</strong> indeling naar doel of taakgebied, begroting als plan. Minder gehanteerd dan eerst<br />
voorbeeld van school:algeme<strong>en</strong> beheer, taalonderwijs, rek<strong>en</strong>onderwijs, schoolreis<br />
30
- Categorische indeling<br />
e<strong>en</strong> indeling naar aangew<strong>en</strong>de middel<strong>en</strong>, opvatting van de begroting als e<strong>en</strong> raming op de<br />
voorgrond door de uitgav<strong>en</strong> voor of kost<strong>en</strong> van de diverse personele <strong>en</strong> materiële middel<strong>en</strong><br />
te specificer<strong>en</strong>. Wat voor e<strong>en</strong>heid, zoveel aan NS/landmacht. Moet wel goed ram<strong>en</strong>.<br />
Voorbeeld van school: personeel, administratie, huisvesting als hoofdcategorie.<br />
- Organische indeling<br />
e<strong>en</strong> indeling naar organisatie-e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> of organ<strong>en</strong>. Meeste grip op geldbesteding voor elk<br />
budget e<strong>en</strong> functionaris aanstell<strong>en</strong>. Houdt niet per se in dat het budgethouderschap voor de<br />
onderscheid<strong>en</strong> organisatie-e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> aan afzonderlijke gemachtigd<strong>en</strong> wordt toebedeeld.<br />
Voorbeeld van school: groep1, groep2, alle groep<strong>en</strong> apart<br />
Functioneel is moeilijk organisch<br />
Line-item-budget: de middel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> erin als het ware stuk voor stuk, regel voor regel opgesomd<br />
Uitgav<strong>en</strong>budgett<strong>en</strong>: begr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> de uitgav<strong>en</strong> of betaling<strong>en</strong> die gedur<strong>en</strong>de de budgetperiode mog<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> gedaan, gebaseerd op recht<strong>en</strong> –of kasstelsel.<br />
Kost<strong>en</strong>budgett<strong>en</strong>: richt<strong>en</strong> zich op de op te offer<strong>en</strong> middel<strong>en</strong> <strong>en</strong> volg<strong>en</strong> het bat<strong>en</strong>-last<strong>en</strong>stelsel.<br />
Vatt<strong>en</strong> we de overheid op als e<strong>en</strong> consumptiehuishouding, dan kom<strong>en</strong> uitgav<strong>en</strong>budgett<strong>en</strong> in<br />
aanmerking; op de overheid als productiehuishouding is de kost<strong>en</strong>budgettering toegesned<strong>en</strong>.<br />
De doelmatige productie van de overheidsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> vereist e<strong>en</strong> koppeling van bat<strong>en</strong> <strong>en</strong> last<strong>en</strong> in<br />
de bedrijfsadministratie.<br />
Inkom<strong>en</strong>sbesteding Inkom<strong>en</strong>svorming<br />
K<strong>en</strong>merk financieel beheer Inkom<strong>en</strong>sbeheer Vermog<strong>en</strong>sbeheer<br />
Economisch doel Consumptie Productie<br />
Kerndocum<strong>en</strong>t Begroting (vooraf) Rek<strong>en</strong>ing (achteraf)<br />
Stelselkeuze Inkomst<strong>en</strong>-uitgav<strong>en</strong> Bat<strong>en</strong>-last<strong>en</strong><br />
Rijksbegroting is e<strong>en</strong> uitgav<strong>en</strong>begroting, maar er is e<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>tschapconstructie in het lev<strong>en</strong> geroep<strong>en</strong>,<br />
waarbij uitvoer<strong>en</strong>de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> van de rijksoverheid e<strong>en</strong> commerciële administratie op basis van het<br />
bat<strong>en</strong>-last<strong>en</strong>stelsel kunn<strong>en</strong> gaan voer<strong>en</strong>.<br />
Overheidsuitgav<strong>en</strong> in driedeling:<br />
1) Inkom<strong>en</strong>soverdracht<strong>en</strong>, die ge<strong>en</strong> verband houd<strong>en</strong> met <strong>en</strong>ige productie<br />
2) Consumptieve besteding<strong>en</strong> aan goeder<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, geleverd door andere huishouding<strong>en</strong><br />
3) Besteding<strong>en</strong> aan door de overheid zelf geproduceerde goeder<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong><br />
Begrotingstelsel van de lagere overhed<strong>en</strong> = bat<strong>en</strong>-last<strong>en</strong>stelsel. Als bat<strong>en</strong> word<strong>en</strong> inkomst<strong>en</strong> uit<br />
belasting<strong>en</strong> of overdracht<strong>en</strong> van het rijk gezi<strong>en</strong>.<br />
De autorisatie die op elk budget rust, heeft als primair oogmerk de uitgav<strong>en</strong> respectievelijk kost<strong>en</strong> te<br />
beheers<strong>en</strong>. Hiernaast word<strong>en</strong> nog begr<strong>en</strong>zing<strong>en</strong> aan de betaling<strong>en</strong> verplicht gesteld, dubbel slot dus.<br />
Het bat<strong>en</strong>-last<strong>en</strong>stelsel zou de rijksbegroting derhalve vatbaar mak<strong>en</strong> voor manipulaties met de<br />
raming<strong>en</strong> die de oogmerk<strong>en</strong> van de verle<strong>en</strong>de autorisatie kunn<strong>en</strong> doorkruis<strong>en</strong>.<br />
De uitgav<strong>en</strong>budgettering wordt ook nog ondersteund door het zog<strong>en</strong>oemde string<strong>en</strong>te<br />
begrotingsbeleid, dat in algeme<strong>en</strong> twee regels voor begrotingsuitvoering inhoudt:<br />
1. Uitgav<strong>en</strong>overschrijding<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gecomp<strong>en</strong>seerd<br />
2. Uitgav<strong>en</strong>overschrijding<strong>en</strong> die het karakter van ‘teg<strong>en</strong>vallers’ hebb<strong>en</strong>, mog<strong>en</strong> door<br />
‘meevallers’ word<strong>en</strong> opgevang<strong>en</strong><br />
31
Hoofdstuk 12 Bedrijfsbudgett<strong>en</strong><br />
Bedrijfseconomische functie: inhoud gev<strong>en</strong> door aan de budgett<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kost<strong>en</strong>calculatie t<strong>en</strong><br />
grondslag te legg<strong>en</strong>.<br />
Bij de confrontatie van budget <strong>en</strong> realisatie richt de verschill<strong>en</strong>analyse zich op de afwijking<strong>en</strong> t<strong>en</strong><br />
opzicht van de totale voorgecalculeerde kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet all<strong>en</strong> op afwijking<strong>en</strong> van de kostprijs.<br />
Het verschil tuss<strong>en</strong> toegestane <strong>en</strong> de werkelijke kost<strong>en</strong> weerspiegelt de kost<strong>en</strong>beheersing <strong>en</strong> staat<br />
dus vanuit de beheerstechnische functie op de voorgrond. Het verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de werkelijke <strong>en</strong><br />
standaardkost<strong>en</strong> vorm daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> maat voor de kost<strong>en</strong>efficiëntie met het oog op de<br />
bedrijfseconomische functie van het budget.<br />
Outputbudget: aan het budget is e<strong>en</strong> taakstelling in term<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong> prestatie (output)<br />
verbond<strong>en</strong>. Het budget = kostprijs x productie. Met behulp van de kostprijscalculatie word<strong>en</strong> de<br />
toegestane kost<strong>en</strong> in deze taakstelling op de noodzakelijke of normale productiekost<strong>en</strong> afgestemd.<br />
Het budget kan slechts dan op de kostprijs van de productie word<strong>en</strong> gebaseerd als de variabele <strong>en</strong><br />
constante kost<strong>en</strong> toereik<strong>en</strong>d zijn te standaardiser<strong>en</strong>.<br />
Driedeling van de kost<strong>en</strong> t<strong>en</strong> grondslag aan budgettering bij niet-gestandaardiseerde<br />
managem<strong>en</strong>tafhankelijke kost<strong>en</strong>:<br />
- De procesafhankelijke kost<strong>en</strong> (<strong>en</strong>gineered costs)<br />
variabele kost<strong>en</strong> die min of meer e<strong>en</strong>duidig sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met het productieproces<br />
- De capaciteitsafhankelijke kost<strong>en</strong> (committed costs)<br />
constante kost<strong>en</strong>, waarvoor e<strong>en</strong> zelfde e<strong>en</strong>duidig verband met de productiecapaciteit kan<br />
word<strong>en</strong> gelegd<br />
- De managem<strong>en</strong>tafhankelijke kost<strong>en</strong> (discretionary costs)<br />
waartoe dan alle andere (al dan niet als variabel of constant aan te merk<strong>en</strong>) kost<strong>en</strong> gerek<strong>en</strong>d<br />
moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Zijn niet tot calculatorische standaard<strong>en</strong> te herleid<strong>en</strong> >discretionaire<br />
kost<strong>en</strong><br />
Het bestaan van discretionaire kost<strong>en</strong> houdt in dat bij de budgettering niet voldo<strong>en</strong>de nauwkeurig<br />
kan word<strong>en</strong> getraceerd hoe de kost<strong>en</strong> met de productie sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>.<br />
Inputbudgettering= e<strong>en</strong> bedrijfsbudgettering die uitsluit<strong>en</strong>d de beschikbaar gestelde middel<strong>en</strong><br />
autoriseert, maar daarna ge<strong>en</strong> taakstelling voor de te lever<strong>en</strong> productie verbindt. Meest gangbaar in<br />
de collectieve sector.<br />
De budgettering loopt <strong>en</strong>erzijds synthetisch: de claims word<strong>en</strong> geaggregeerd tot e<strong>en</strong> totaal van de<br />
b<strong>en</strong>odigde middel<strong>en</strong>, <strong>en</strong> anderzijds analytisch: uit het totaal van de beschikbare middel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de<br />
afzonderlijke toewijzing<strong>en</strong> afgeleid.<br />
Increm<strong>en</strong>talistische besluitvorming over de begroting: de strijd om de middel<strong>en</strong> spitst zich toe op de<br />
to<strong>en</strong>eming van de afzonderlijke post<strong>en</strong>. De gebrek<strong>en</strong> van de increm<strong>en</strong>talistische inputbudgettering<br />
bij de overheid word<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> onderk<strong>en</strong>d.<br />
Majorer<strong>en</strong>: in de verwachting dat sowieso op de aanvraag zal word<strong>en</strong> gekort, bouwt m<strong>en</strong> in het<br />
aangevraagde bedrag al bij voorbaat e<strong>en</strong> marge in als ‘wisselgeld’.<br />
PPBS: planning-programming-budgetingsystem: afstemmiing van budgett<strong>en</strong> op de uiteindelijk<br />
nagestreefde maatschappelijke doelstelling<strong>en</strong>.<br />
Meerjar<strong>en</strong>raming<strong>en</strong>: extrapoler<strong>en</strong> het verloop van de budgetpost<strong>en</strong> bij ongewijzigd of voorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
beleid naar de toekomst.<br />
Zero-casebudget: is in zijn geheel vanuit expliciete beslissing<strong>en</strong> over de middel<strong>en</strong>inzet opgebouwd,<br />
begint bij nul-punt <strong>en</strong> niet bij e<strong>en</strong> post (increm<strong>en</strong>t).<br />
32
Met het oog op de normering van de productiekost<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> de budgett<strong>en</strong> op de te lever<strong>en</strong><br />
prestaties of de te bereik<strong>en</strong> resultat<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgestemd. > prestatiebegroting<br />
K<strong>en</strong>getall<strong>en</strong>:<br />
1) Ramingsindicator<strong>en</strong>: di<strong>en</strong> inzicht te verschaff<strong>en</strong> in het volume van de ingezette personele <strong>en</strong><br />
materiële middel<strong>en</strong>.<br />
2) Effici<strong>en</strong>cy-indicator<strong>en</strong>: deze betreff<strong>en</strong> met name het volume van de te verricht<strong>en</strong> activiteit<strong>en</strong>.<br />
3) Effectiviteitsindicator<strong>en</strong>: deze beog<strong>en</strong> e<strong>en</strong> relatie met nagestreefde beleidsdoelstelling<strong>en</strong> te<br />
legg<strong>en</strong><br />
K<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> meer voortgeschred<strong>en</strong> in de geme<strong>en</strong>te dan in het rijk. Voortbouw<strong>en</strong>d op deze<br />
k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> is ook de opstelling van prestatiebegroting bij de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met meer succes van de<br />
grond gekom<strong>en</strong>: productbegroting.<br />
Programmabegroting: waarin de b<strong>en</strong>odigde middel<strong>en</strong> op de te verricht<strong>en</strong> activiteit<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> afgestemd. Van Beleidsbegroting Tot Beleidsverantwoording (VBTB): WWW vrag<strong>en</strong>: wat<br />
will<strong>en</strong> we bereik<strong>en</strong>, wat moet<strong>en</strong> we daarvoor do<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat mag dat kost<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> nieuw elem<strong>en</strong>t van<br />
de VBTB is de oriëntatie op de verantwoording achteraf van het begrotingsbeleid, niet zozeer de<br />
planning maar de realisatie zou onder de aandacht moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>.<br />
Oogmerk van dualisering: versterking van de kaderstell<strong>en</strong>de rol van de Geme<strong>en</strong>teraad.<br />
Hoofdstuk 13 Budgetteringstechniek<br />
Discretionaire kost<strong>en</strong> hand<strong>en</strong> zoals gezegd sam<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> heterog<strong>en</strong>e di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing <strong>en</strong><br />
omvangrijke niet aan bepaald product toe te rek<strong>en</strong><strong>en</strong> (geme<strong>en</strong>schappelijke) kost<strong>en</strong>.<br />
Functionele structuur van de organisatie: geheel van activiteit<strong>en</strong>c<strong>en</strong>tra met hun onderlinge<br />
afhankelijkheidsrelaties. Voor de vaststelling van deze functionele structuur kan de<br />
activiteit<strong>en</strong>analyse vertrekk<strong>en</strong> vanuit de personele structuur van de organisatie: organogram. E<strong>en</strong><br />
organogram geeft alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> delegatiepatroon weer, ge<strong>en</strong> functionele relaties tuss<strong>en</strong> activiteit<strong>en</strong>.<br />
Prestati<strong>en</strong>ormering?<br />
Kost<strong>en</strong>standaardisatie? Ja Nee<br />
Ja Outputbudget Procesbudget<br />
Nee Taakbudget inputbudget<br />
Outputbudget: kost<strong>en</strong>standaard<strong>en</strong> <strong>en</strong> prestati<strong>en</strong>orm<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geformuleerd, zodat de<br />
budgettering op e<strong>en</strong> kostprijscalculatie kan word<strong>en</strong> gebaseerd.<br />
Inputbudget: aangrijpingspunt<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> kost<strong>en</strong>standaardisatie of prestati<strong>en</strong>ormering ontbrek<strong>en</strong>,<br />
zodat de kost<strong>en</strong> hun discretionaire karakter onverkort behoud<strong>en</strong>.<br />
Procesbudget: homog<strong>en</strong>iteit van de activiteit<strong>en</strong> maakt e<strong>en</strong> kost<strong>en</strong>standaardisatie mogelijk, al kunn<strong>en</strong><br />
die standaard<strong>en</strong> niet aan de prestati<strong>en</strong>orm<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gekoppeld (=onderwijsactiviteit<strong>en</strong>, wel<br />
standaardkost<strong>en</strong>, loon per uur, maar niet op kwaliteit beoordeeld).<br />
Taakbudget: id<strong>en</strong>tificeerbare output resulter<strong>en</strong>d uit heterog<strong>en</strong>e activiteit<strong>en</strong> (=wet<strong>en</strong>schappelijk<br />
onderzoek, prestaties kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beoordeeld maar de b<strong>en</strong>odigde middel<strong>en</strong> slechts op<br />
subjectieve overweging kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebaseerd). Stukproductie.<br />
Bij de begrotingsopstelling vorm<strong>en</strong> de activiteit<strong>en</strong>c<strong>en</strong>tra kost<strong>en</strong>plaats<strong>en</strong>. Kost<strong>en</strong>plaats<strong>en</strong>structur<strong>en</strong>:<br />
hoofd-, hulp- <strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e kost<strong>en</strong>plaats<strong>en</strong> te onderscheid<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> zal er naar strev<strong>en</strong> alle kost<strong>en</strong><br />
zoveel mogelijk naar de hoofdkost<strong>en</strong>plaats<strong>en</strong> door te belast<strong>en</strong>.<br />
Uiteindelijk berust de keuze voor e<strong>en</strong> type budget op e<strong>en</strong> beslissing of de output voldo<strong>en</strong>de<br />
id<strong>en</strong>tificeerbaar is voor e<strong>en</strong> prestati<strong>en</strong>ormering <strong>en</strong> of de activiteit<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de homoge<strong>en</strong> zijn voor<br />
e<strong>en</strong> kost<strong>en</strong>standaardisatie.<br />
33
Hoofdstuk 14 Externe budgettering<br />
Subsidiëring houdt in dat door e<strong>en</strong> subsidiër<strong>en</strong>de instantie middel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> overgedrag<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong><br />
gesubsidieerde instelling, met het oog op bepaalde door de instelling te verrichting activiteit<strong>en</strong>, maar<br />
zonder dat deze activiteit<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> aan de subsidiënt geleverde teg<strong>en</strong>prestatie kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
beschouwd.<br />
De door de overheid versterkte subsidies zijn in de financiële administratie van de instelling<strong>en</strong> niet<br />
altijd als zodanig aan te treff<strong>en</strong>.<br />
Versluierde subsidie: als de subsidies ev<strong>en</strong>min in de financiële administratie van de subsidiënt terug<br />
te vind<strong>en</strong> zijn. Vind<strong>en</strong> plaats door e<strong>en</strong> verstrekking in natura: accommodaties gratis voor gebruik<br />
beschikbaar.<br />
À fonds perdu = als e<strong>en</strong> subsidiënt de subsidie krijgt in de vorm van de kapitaallast<strong>en</strong>, dus het<br />
beheer van het gebouw ed.<br />
Aan de zichtbare subsidies zal in het algeme<strong>en</strong> e<strong>en</strong> voorafgaande vaststelling van de kost<strong>en</strong> van de<br />
gesubsidieerde instelling<strong>en</strong> t<strong>en</strong> grondslag ligg<strong>en</strong>, alle<strong>en</strong> sommige ‘aanmoedigingssubsidies’ vorm<strong>en</strong><br />
uitzondering op de regel.<br />
Budgetsubsidiëring: als het subsidiebedrag aan de hand van e<strong>en</strong> voorcalculatie van de kost<strong>en</strong> wordt<br />
vastgesteld. Drie soort<strong>en</strong>:<br />
1) Door middel van normvergoeding<strong>en</strong> voor prestaties of activiteit<strong>en</strong>. (output/proces budget)<br />
2) Van goedgekeurde plann<strong>en</strong> (taakbudget)<br />
3) Op basis van toegestane middel<strong>en</strong> (inputbudget)<br />
Gesubsidieerde instelling<strong>en</strong> zijn in het algeme<strong>en</strong> op te vatt<strong>en</strong> als uitvoer<strong>en</strong>de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, waarvan de<br />
werkzaamhed<strong>en</strong> zich rechtstreeks op de burgers richt<strong>en</strong>.<br />
Op<strong>en</strong>einderegeling<strong>en</strong> zijn in het algeme<strong>en</strong> gemakkelijk te voorkom<strong>en</strong>, als van normvergoeding<strong>en</strong> per<br />
prestatie of activiteit kan word<strong>en</strong> afgezi<strong>en</strong>.<br />
Vaste inputbudgettering is in de loop der jar<strong>en</strong> verder geëvolueerd tot e<strong>en</strong> zogehet<strong>en</strong> functiegerichte<br />
budgettering, waarin de budgett<strong>en</strong> wel op de verrichte tak<strong>en</strong> (functies) werd<strong>en</strong> afgestemd.<br />
E<strong>en</strong> dergelijke budgettering waarin de mogelijke nacorrecties = flexibele budgettering<br />
Aantek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> bij deel Budgettering<br />
Begrotingsvoorbereiding: ontvangers gaan kijk<strong>en</strong> waarom de e<strong>en</strong> meer/minder krijgt.<br />
Increm<strong>en</strong>talisame = gedachte dat het e<strong>en</strong> ontaarding verschijnsel is van de ontvangers: majorer<strong>en</strong>:<br />
10% extra vrag<strong>en</strong> omdat je al weet dat er geschrapt wordt.<br />
Theoretisch ideaal bezwaar bij outputbudget:<br />
- Gestandaardiseerd, verschill<strong>en</strong> g<strong>en</strong>egeerd<br />
- Kostprijs <strong>en</strong> prestatiemaat moet<strong>en</strong> valide zijn<br />
- Indel<strong>en</strong> in klasse wat meer per persoon oplevert<br />
Procesbudget gaat om activiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet om de prestaties.<br />
Taakbudget: unieke individu<strong>en</strong> <strong>en</strong> de kwaliteit wordt daarop afgesteld, kost<strong>en</strong> lop<strong>en</strong> altijd uit de<br />
hand.<br />
34