Geschiedenis Vredeskapel
Geschiedenis Vredeskapel
Geschiedenis Vredeskapel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
gevelwand, die nog vrijwel geheel bestaat.<br />
Koning Willem II overleed in 1849 en daarbij liet<br />
hij veel kunstschatten, bouwwerken, terreinen en<br />
dergelijke achter, maar ook veel schulden. In 1851<br />
kwam het bijna tot een veiling van goederen,<br />
manege, huizen enzovoort in het Willemspark.<br />
Op het gerucht dat de Rooms Katholieke Kerk de<br />
manege, huizen en het park wilde kopen en ter<br />
Deel van de manege later Willemskerk nu kantoorgebouw<br />
2. willemspark i<br />
plaatse een Seminarie wilde stichten, kwam de<br />
directeur van het Kabinet des Konings, Jonkheer<br />
A.G.A. van Rappard, in actie. Na overleg met<br />
Koning Willem III en thesaurier Gijsberth Falk,<br />
werd het geheel van manege, huizen en park<br />
voor het bedrag van € 122.520,00 door Koning<br />
Willem III persoonlijk gekocht. Dit kwam ten laste<br />
van zijn erfdeel in de nalatenschap van zijn vader.<br />
De inzet van de voorgenomen veiling lag op<br />
€ 102.100,00 en een taxatie kwam uit op<br />
€ 138.403,00. De uiteindelijk, door de Koning,<br />
betaalde prijs lag hier ongeveer tussenin.<br />
De manege werd door Koning Willem III niet meer<br />
als zodanig gebruikt en er werd daarom naar een<br />
andere bestemming gezocht. In opdracht van<br />
minister Thorbecke werd in 1851 door<br />
J. Craner, assistent bouwmeester der<br />
landsgebouwen, een ontwerp gemaakt voor<br />
verbouwing tot Rijksarchief. De begroting<br />
hiervoor kwam uit op € 58.991,00. Thorbecke<br />
vond dit veel te duur en vervolgens werd de<br />
manege voor € 27.226,00 aan het kabinet<br />
aangeboden. Intussen had Thorbecke een<br />
nieuw en eenvoudiger plan voor verbouwing<br />
tot rijksarchief laten maken door dezelfde<br />
bouwmeester. De begroting voor dit ontwerp<br />
kwam uit op € 36.302,00. Koning Willem III liet<br />
de plannen beoordelen door L.J.A. van der Kuin,<br />
inspecteur van de Waterstaat. Hoewel geen<br />
archiefdeskundige, had Van der Kuin wel de<br />
nodige aanmerkingen, onder andere ten aanzien<br />
van brandveiligheid en vocht. Bij de kosten voor<br />
dit vereenvoudigde plan, dat na bestudering<br />
ondeugdelijk bleek te zijn, zouden ook nog<br />
de kosten voor aankoop komen, die inmiddels<br />
gesteld waren op € 22.689,00. Samen zou dit<br />
uitkomen op € 58.991,00. Thorbecke vond deze<br />
prijs voor het geheel nog veel te hoog. Bij dit<br />
alles speelde ook het volgende mee. Na de hevige<br />
brand, in 1844, in het departement van Marine,<br />
was al een plan gemaakt voor de bouw van een<br />
nieuw Rijksarchief in het centrum, in de buurt van<br />
de departementsgebouwen. Een plan voor een<br />
gebouw, geheel uit steen en ijzer gebouwd en<br />
voldoende aan alle eisen, kwam uit op € 45.378,00.<br />
Dit alles overziende, werd door het Rijk afgezien<br />
van aankoop van de manege van Koning Willem<br />
III. In april 1853 besloot Koning Willem III de<br />
manege aan te bieden aan de Commissaris van de<br />
Koning in Zuid Holland E. graaf van Bylandt (de<br />
grootvader van de laatste gravin van Bylandt die<br />
op Oostduin woonde). De bedoeling was om de<br />
manege om te bouwen tot vergaderzaal voor de<br />
Provinciale Staten.<br />
Graaf van Bylandt antwoordde, dat niet hij, maar<br />
de Provinciale Staten hierover moesten beslissen.<br />
Daarnaast werd opgemerkt, dat de kosten voor<br />
zo’n vergaderzaal in principe behoren tot de<br />
rijksuitgaven en niet ten laste van de provincie<br />
behoren te komen. Bovendien een nieuwe<br />
vergaderzaal, die wel zeer gewenst was, zou men<br />
het liefst dicht in de buurt van de provinciale<br />
bureaus aan het Korte Voorhout gerealiseerd<br />
willen zien. Voor wat betreft de plannen met<br />
de manege was men weer bij af gekomen, maar<br />
de ontwikkelingen gingen verder. Op 4 maart<br />
1853 had de Paus de bisschoppelijke hiërarchie<br />
in Nederland hersteld. In een eerste schrijven<br />
hierover had de Paus het over de streken van<br />
Holland en Brabant, terwijl ons land al tientallen<br />
jaren het Koninkrijk der Nederlanden was.<br />
9