04.09.2013 Views

pdf-document - Databank Arbo

pdf-document - Databank Arbo

pdf-document - Databank Arbo

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

omslag jaarverslag AI.indd, Spread 1 van 2 - Pagina's (1, 2) 10-5-2006 15:01<br />

SZW 05F449<br />

De Arbeidsinspectie maakt deel uit van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en is toezichthouder en handhaver ten aanzien van<br />

de wetten op het terrein van arbeidsbescherming, arbeidsmarktfraude en arbeidstijden.<br />

In dit jaarverslag 2005 wordt inzicht gegeven in de activiteiten die in het verslagjaar zijn uitgevoerd en in de resultaten die daarbij zijn geboekt.<br />

Postbus 11563<br />

2502 AN Den Haag<br />

www.arbeidsinspectie.nl<br />

Jaarverslag 2005<br />

VEILIG GEZOND EN LEGAAL OP HET WERK


omslag jaarverslag AI.indd, Spread 2 van 2 - Pagina's (3, 4) 10-5-2006 15:01<br />

Hoofdkantoor<br />

Den Haag<br />

Prinses Beatrixlaan 82<br />

2595 AL Den Haag<br />

Postbus 11563<br />

2502 AN Den Haag<br />

Telefoon 070 - 304 45 00<br />

Fax 070 - 304 45 93<br />

Kantoor Groningen<br />

Engelse Kamp 4<br />

9722 AX Groningen<br />

Postbus 30016<br />

9700 RM Groningen<br />

Telefoon 050 - 522 58 80<br />

Fax 050 - 526 72 02<br />

Kantoor Arnhem<br />

Janspoort 2<br />

6811 GR Arnhem<br />

Postbus 9018<br />

6800 DX Arnhem<br />

Telefoon 026 - 355 71 11<br />

Fax 026 - 442 40 46<br />

Kantoor Amsterdam<br />

Radarweg 60<br />

1043 NT Amsterdam<br />

Postbus 58366<br />

1040 HJ Amsterdam<br />

Telefoon 020 - 581 26 12<br />

Fax 020 - 686 47 03<br />

Kantoor Utrecht<br />

Oudenoord 6<br />

3513 ER Utrecht<br />

Postbus 820<br />

3500 AV Utrecht<br />

Telefoon 030 - 230 56 00<br />

Fax 030 - 230 56 80<br />

Kantoor Rotterdam<br />

Stadionweg 43c<br />

3077 AS Rotterdam<br />

Postbus 9580<br />

3007 AN Rotterdam<br />

Telefoon 010 - 479 83 00<br />

Fax 010 - 479 70 93<br />

Kantoor Roermond<br />

Godsweerdersingel 10<br />

6041 GL Roermond<br />

Postbus 940<br />

6040 AX Roermond<br />

Telefoon 0475 - 35 66 66<br />

Fax 0475 - 35 66 60<br />

Publieksinformatie<br />

Ministerie van Sociale Zaken enWerkgelegenheid<br />

Postbus 90801<br />

2509 LV Den Haag<br />

Telefoon 0800 - 9051<br />

Fax 070 - 333 40 33<br />

Internetsites<br />

www.arbeidsinspectie.nl<br />

www.szw.nl<br />

www.arbo.nl<br />

Voor vragen van de pers:<br />

Ministerie van Sociale Zaken enWerkgelegenheid<br />

Afdeling Persvoorlichting<br />

Telefoon 070 - 333 44 44


Inhoud<br />

3 Vooraf<br />

5 Totaalbeeld en Kerncijfers 2005<br />

Algemeen beeld Arbeidsomstandighedenwetgeving Risico’s op zware<br />

ongevallen en Major Hazards Aanpak illegale tewerkstelling<br />

11 Samenwerking in het toezicht<br />

Maatschappelijke en politieke ontwikkelingen Samenwerking en taakverdeling<br />

met andere inspectiediensten<br />

Algemeen beeld van de arbeidsomstandigheden Risicoanalyse Organisatie<br />

van het toezicht op arbeidsomstandigheden Resultaten actieve<br />

inspectieprojecten Onderzoeken van arbeids ongevallen Onderzoeken<br />

van klachten van werknemers Bestuurlijke boetes Werk- en rusttijden<br />

Kinder- en jeugdarbeid<br />

<strong>Arbo</strong>bevindingen in afzonderlijke sectoren:<br />

Industrie<br />

Commerciële dienstverlening<br />

Publieke dienstverlening<br />

Bouwsector<br />

31 Bestrijding Arbeidsmarktfraude<br />

Algemeen beeld Controle op nieuwe regelingen Interventieteams<br />

Risicoanalyse Inspectiecapaciteit Bestuurlijke boetes Wet arbeid vreemdelingen<br />

35 Major Hazard Control<br />

Algemeen beeld Ongevallen en incidenten Veiligheidsontwikkelingen in<br />

de procesindustrie Resultaten Major Hazard Control<br />

41 Overige activiteiten<br />

Vrijstellingen en ontheffi ngen Arbeidstijdenwet Taken in het kader van<br />

de Kernenergiewet Beoordelingen subsidieaanvraag Farbo-regeling<br />

Toezicht op Lloyd’s Register Nederland Internationale ontwikkelingen en<br />

activiteiten<br />

43 Interne ontwikkelingen<br />

Organisatieontwikkelingen Kwaliteitsontwikkelingen Personeelsontwikkeling<br />

en professionalisering Personeelsbeleid Informatievoorziening en<br />

automatisering Integriteit<br />

47 Financieel<br />

Amendementen Verburg Uitgaven en ontvangsten Producten en uitgaven<br />

51 Bijlagen<br />

Bijlage 1 Context, taken, bevoegdheden, visie, missie en werkterrein<br />

Bijlage 2 Organisatie en positionering<br />

Bijlage 3 Overzicht relevante wet- en regelgeving<br />

Bijlage 4 Cijfermatige overzichten arbeidsomstandigheden<br />

Bijlage 5 Cijfermatige overzichten bestrijding arbeidsmarktfraude<br />

Bijlage 6 Cijfermatig overzicht Major Hazard Control<br />

Bijlage 7 Overzicht AI-management<br />

Bijlage 8 Overzicht van gebruikte afkortingen<br />

Bijlage 9 Overall picture and key fi gures 2005<br />

T ITEL VAN DE BROCH U R E 1


2<br />

Jaarverslag<br />

2005<br />

JAARVERSLAG 2005


Vooraf<br />

In dit jaarverslag is een aantal voorbeelden gegeven van de wijze waarop de Arbeidsinspectie een bijdrage levert aan het<br />

bereiken van maatschappelijke effecten, op terreinen waarop de Arbeidsinspectie verantwoordelijk is voor de handhaving.<br />

Steeds meer worden daarom inspanningen verricht in de follow-up van inspectieprojecten, teneinde zelfwerkzaamheid te<br />

stimuleren en zo het naleven van de wetgeving te bevorderen. Dit past tevens goed in één van de belangrijke nieuwe ontwikkelingen<br />

waaraan door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de sociale partners wordt gewerkt:<br />

de vernieuwing van de <strong>Arbo</strong>wet. Deze zal een aantal fundamentele veranderingen voor de wijze waarop het arbobeleid<br />

in Nederland wordt vormgegeven, teweeg brengen. Bedrijven en instanties krijgen meer verantwoordelijkheden, maar<br />

tegelijkertijd ook meer mogelijkheden om zelf invulling te geven aan (middel)oplossingen op sectorniveau. Hierop anticiperend<br />

is de AI, via de ontwikkeling van een op de nieuwe situatie aangepast inspectiebeleid, medio 2005 met de voorbereidingen<br />

gestart.<br />

Er zijn ook andere ontwikkelingen die ‘de wereld van het toezicht opschudden’. In 2005 is de nieuwe, van kabinetswege<br />

opgestelde, Kaderstellende Visie op Toezicht gepubliceerd. Hierin zijn, naast toespitsing op categorieën van toezicht, en<br />

de drie al bestaande kernpunten van het inspectiebeleid - onafhankelijk, professioneel en transparant - drie nieuwe kernpunten<br />

voor het toezicht geïntroduceerd: selectief, slagvaardig en samenwerkend.<br />

Wat het kernpunt samenwerking betreft: aan de inspanningen die de AI zich al langer getroostte, om meer inhoud aan<br />

de samenwerking met andere inspectiediensten en overheden te geven, is in 2005 met nog meer intensiteit inhoud gegeven.<br />

Dit heeft er in het verslagjaar in geresulteerd, dat reeds binnen 50 % van de inspectieprojecten op het terrein van de<br />

arbeidsomstandigheden, sprake was van vormen van samenwerking met andere inspectiediensten. Dit naast de inmiddels<br />

vanzelfsprekende en geïnstitutionaliseerde vormen van samenwerking op het terrein van de aanpak van arbeidsmarktfraude:<br />

via het opereren in z.g. interventieteams en via informatie-uitwisseling met de diverse betrokken instanties.<br />

Daarnaast bestaat er de al langer van toepassing zijnde samenwerking met andere (overheids)instanties op het terrein van<br />

het Besluit Risico’s Zware Ongevallen en de major hazard control, die verder is geïntensiveerd met onder andere gezamenlijke<br />

inspecties.<br />

In dit jaarverslag wordt (mede vanuit de ambitie om, als publieke- en toezichthoudende organisatie, optimaal transparant<br />

te zijn) zo concreet mogelijk uiteengezet, wat de AI heeft gepresteerd, wat dat aan direct resultaat heeft opgeleverd en<br />

- waar dat mogelijk is - wat het effect daarvan op de doelgroepen is geweest.<br />

De Algemeen directeur van de Arbeidsinspectie<br />

Dr. J.J.M. (Jaap) Uijlenbroek<br />

JAARVERSLAG 2005 3


De arbeidsinspectie in kort bestek<br />

4<br />

De Missie<br />

De Arbeidsinspectie bevordert door middel van handhaving de naleving van de wetgeving op het gebied van veiligheid en<br />

gezondheid op het werk en bestrijdt illegale tewerk-stelling.<br />

Daarbij wordt prioriteit gegeven aan de aanpak van misstanden en ernstige overtredingen.<br />

De AI levert relevante informatie over de naleving op deze terreinen en draagt daarmee bij aan het inzicht in de werking<br />

en vergroting van de effectiviteit van het overheidsbeleid.<br />

Hoofdtaken<br />

• Handhaven wetten op het gebied van arbeidsomstandigheden (o.a. Arbeidsomstandighedenwet, Arbeidstijdenwet en<br />

Kernenergiewet, Warenwet en de aanpak van illegale arbeid (Wet Arbeid Vreemdelingen).<br />

• Onderzoek naar aanleiding van klachten over arbeidsomstandigheden en meldingen van ernstige arbeidsongevallen en<br />

zware ongevallen met gevaarlijke stoffen.<br />

Jaarplan AI, prioriteiten en taken<br />

Het jaarplan AI wordt in het najaar vastgesteld en gaat voor het begin van het planjaar naar de Tweede Kamer<br />

• Aanpak van misstanden; prioriteit aan branches en onderwerpen met hoge risico’s en lage naleving; op basis van Risico-analyse.<br />

• Projectmatig werk: per (bedrijfstak)directie wordt aangegeven hoeveel inspectietrajecten er per project uitgevoerd<br />

zullen worden. Een inspectietraject omvat een bezoek aan een bedrijf en alle daaruit voortvloeiende handelingen,<br />

inclusief eventuele (her)controles en de inzet van handhavinginstrumenten, indien overtredingen zijn geconstateerd.<br />

• Onderzoek naar- en behandeling van klachten van werknemers over hun arbeidsomstandigheden.<br />

• Onderzoek van meldingen van ernstige arbeidsongevallen en zware ongevallen met gevaarlijke stoffen.<br />

• Major Hazard Control: beoordelen van z.g. BRZO bedrijven (apart regime op bedrijven met risico op zware ongevallen).<br />

Inspecties, controles, handhaving; inspecties ARIE-bedrijven (bedrijven met aanvullende verplichtingen op risico-inventarisatie).<br />

• Arbeidsmarktfraude: Bestrijding van illegale tewerkstelling en verdringing van legale arbeid; Branchegewijze aanpak en<br />

samenwerking in multidisciplinaire interventieteams; controles naar aanleiding van fraudesignalen.<br />

Handhavingsinstrumenten<br />

• het geven van een waarschuwing;<br />

• het stellen van een eis tot naleving van de wet;<br />

• het stellen van een eis tot naleving van de wet;<br />

• het stilleggen van de werkzaamheden in geval van acuut ernstig gevaar voor de veiligheid of gezondheid van werknemers;<br />

• het aanzeggen en opmaken van een boeterapport of een proces-verbaal;<br />

• Bestuurlijke Boetes.<br />

Kerncijfers AI 2005<br />

- Aantal <strong>Arbo</strong>/ATW trajecten 20.751 - Aantal Bestuurlijke Boetes <strong>Arbo</strong>/ATW 2568<br />

- Aantal WAV-trajecten 8.760 - Opgelegd boetbedrag <strong>Arbo</strong>/ATW ca. € 7 miljoen<br />

- Aantal Klachtenonderzoeken arbo 1.918 - Aantal opgespoorde illegaal werkenden 4650<br />

- Aantal Ongevalsonderzoeken 2.350 - Aantal bestuurlijke boetes WAV 2201<br />

- Major Hazard Control onderzoeken 369 - Opgelegd boetebedrag WAV ca € 13 miljoen<br />

- Aantal Overige onderzoeken 1.669 - Ingezette uren voor inspecties totaal 316.000<br />

- Totaal aantal interventies <strong>Arbo</strong>/ATW 13.327<br />

- Totale uitgaven AI ca € 62,6 miljoen<br />

- Personeel AI totaal 953 fte<br />

JAARVERSLAG 2005


1<br />

Totaalbeeld en kerncijfers 2005<br />

1.1 Algemeen beeld<br />

Toezicht op de naleving<br />

De Arbeidsinspectie (AI) maakt, samen met de Inspectie<br />

Werk en Inkomen (IWI), deel uit van het Inspectoraat<br />

-Generaal SZW-inspecties van het Ministerie van Sociale<br />

Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en valt organisatorisch<br />

onder de Inspecteur-generaal van de SZW-inspectiediensten.<br />

De AI draagt door het houden van toezicht op de<br />

naleving van de relevante wet- en regelgeving, bij aan het<br />

bevorderen van veilige en gezonde arbeidsomstandigheden<br />

en verantwoorde arbeids- en rusttijden van werknemers.<br />

Daarnaast levert de AI een belangrijke bijdrage aan<br />

de aanpak van arbeidsmarktfraude (w.o. illegale arbeid).<br />

De Arbeidsomstandighedenwet, de Arbeidstijdenwet, de<br />

Wet arbeid vreemdelingen en het Besluit Risico’s Zware<br />

Ongevallen zijn de belangrijkste wetten waar de AI<br />

toezicht op houdt. In de inspectieaanpak ligt de prioriteit<br />

bij het opsporen en het tenietdoen van ernstige overtredingen.<br />

Handhaving van de wet- en regelgeving en het<br />

verstrekken van (beleids)relevante informatie aan de<br />

beleidsmakers, zijn daarbij de kerntaken.<br />

Dynamiserend effect van branchegerichte inspectieprojecten<br />

De inspectie-, opsporings- en controle-inzet van de<br />

Arbeidsinspectie, is er in eerste instantie op gericht de<br />

naleving van de wet- en regelgeving bij geïnspecteerde<br />

bedrijven te bevorderen. Bij hercontroles in het kader<br />

van de <strong>Arbo</strong>-wet, blijkt dat in 96% van de in eerdere<br />

instantie geconstateerde situaties, de tekortkomingen/<br />

overtredingen zijn opgeheven.<br />

Het inspecteren in bedrijfstakgerichte projecten<br />

impliceert dat de aanpak - vanaf de voorbereiding van<br />

het inspectieproject tot en met de bespreking van de<br />

projectrapportage met betreffende branches - specifi ek<br />

op de betreffende branche is gericht. Hierdoor kan<br />

effectief met de betrokken werkgevers- en werkne-<br />

mersorganisaties over de projectresultaten worden<br />

overlegd. Zo wordt bijgedragen aan een scherper inzicht<br />

van branches in de actuele stand van zaken binnen hun<br />

sector. Hiermee wordt tevens de door de AI beoogde<br />

‘zelfwerkzaamheid’ van de betrokken branchepartijen<br />

gestimuleerd. De branche-initiatieven die hieruit voortkomen,<br />

kunnen zo bedrijven die niet zijn geïnspecteerd<br />

dan alsnog aanzetten om de nodige arbo-maatregelen te<br />

nemen. Dit z.g. ‘dynamiserend effect’ van de inspectieprojecten<br />

wordt bewust door de AI nagestreefd.<br />

Steeds meer inspectieprojecten worden gevolgd door-,<br />

of begeleid met activiteiten door of in samenwerking<br />

met de geïnspecteerde branches. De binnen de branches<br />

geconstateerde problematiek wordt hierdoor vaak<br />

adequater en meer structureel aangepakt.<br />

Om de inspectieprojectrapportages ‘wereldkundig te<br />

maken’, worden ze op de website van de Arbeidsinspectie<br />

(www.arbeidsinspectie.nl) en op www.arbo.nl. gepubliceerd.<br />

Ook de media worden hierop geattendeerd.<br />

Figuur 1.1<br />

in 2005 aangezegde bestuurlijke boetes, gerelateerd aan wetgeving<br />

Wet Aantal aangezegde Totaal<br />

boetes opgelegd bedrag<br />

Arbeidsomstandighedenwet 2433 € 6.972.277<br />

waarvan aan werknemers 154 € 17.402<br />

Arbeidstijdenwet 135 € 31.525<br />

Wet Arbeid Vreemdelingen 2500 € 13.237.860<br />

Totaal 5222 € 20.259.064<br />

De bestuurlijke boete is nu zes jaar als sanctiemiddel voor<br />

de handhaving van de Arbeidsomstandighedenwet beschikbaar.<br />

Uit onderzoek hiernaar is gebleken dat de bestuurlijke<br />

boete een uiterst effectief handhavinginstrument is.<br />

Sinds 1 oktober 2004 is ook voor de Arbeidstijdenwet de<br />

bestuurlijke boete van toepassing en vanaf 1 januari 2005<br />

geldt dit tevens voor de Wet Arbeid Vreemdelingen.<br />

JAARVERSLAG 2005 5


6<br />

JAARVERSLAG 2005


Bezwaar en beroep<br />

In 2005 zijn door de Arbeidsinspectie 900 bezwaarschriften<br />

ontvangen, waarvan er 696 zijn afgehandeld.<br />

Hiervan zijn er 93 (13,3 %) gegrond verklaard, 468 (67%)<br />

bezwaren ongegrond, 53 bezwaren bleken niet-ontvankelijk<br />

en 47 bezwaren zijn gedeeltelijk gegrond verklaard.<br />

In 2005 zijn 111 beroepen ingediend, vooral in het kader<br />

van de <strong>Arbo</strong>-wet (66) en de Wet arbeid vreemdelingen<br />

(44). Dat betekent dat tegen 16,6% van de beslissingen<br />

op bezwaar, beroep is ingesteld.<br />

Eind december 2005 waren 72 beroepschriften bij<br />

diverse rechtbanken in behandeling. Dat is een fl inke<br />

stijging ten opzichte van 2004 (+ 41%), die verklaard<br />

wordt door invoering van de bestuurlijke boete in de<br />

Wet Arbeid Vreemdelingen. Van de afgehandelde beroepen<br />

zijn er 13 gegrond verklaard.<br />

Eind 2005 waren m.b.t. beschikkingen van de Arbeidsinspectie,<br />

12 (hoger) beroepszaken bij de Raad van<br />

State in behandeling en over heel 2005 zijn 10 hoger<br />

beroepszaken afgehandeld. Hiervan zijn er 3 ongegrond<br />

verklaard, 2 niet-ontvankelijk en 2 ingetrokken.<br />

1.2 Arbeidsomstandighedenwetgeving<br />

De wijze waarop in Nederlandse bedrijven en instellingen<br />

met de arbeidsomstandigheden wordt omgegaan,<br />

verschilt sterk per sector. Er zijn sectoren - zoals de<br />

bouwsector - waar veel wordt gedaan aan normontwikkeling<br />

en voorlichting, maar waar in de dagelijkse praktijk<br />

nog steeds veel onverantwoorde risico’s worden genomen.<br />

Een veelvuldig voorkomend en telkens terugkerend<br />

risico is: geen of inadequate bescherming tegen vallen<br />

van hoogte, waardoor jaarlijks veel slachtoffers vallen,<br />

ondanks dat dit risico in brede kring bekend is. De<br />

bouwsector pakt dit risico nog onvoldoende aan.<br />

De bouwsector heeft ten aanzien van het aanpakken van<br />

de arbeidsomstandighedenproblematiek, nog steeds de<br />

neiging om in ‘klassieke oplossingen’ te blijven steken.<br />

Binnen de sector industrie is een positief effect waarneembaar<br />

van inspectiedruk en van inspanningen die zijn<br />

bedoeld om marktpartijen zelf aan het werk te zetten om<br />

hun arbo-knelpunten aan te pakken. Daar is in de meeste<br />

gevallen wel sterke druk vanuit de overheid voor nodig, in<br />

combinatie met het hanteren van de z.g. ‘stok achter de<br />

deur’ via forse inspectiedruk of sanctiedreiging.<br />

In de sector commerciële dienstverlening is het beeld diffuus.<br />

Belangrijke aspecten als werkdruk, agressie en geweld<br />

en gevaarlijke stoffen scoren hoog als risicofactor. De strategie<br />

om branches zelf aan het werk te zetten om risico’s<br />

aan te pakken heeft in een aantal gevallen goed gewerkt,<br />

maar moet in andere gevallen nog van de grond komen.<br />

De publieke sector heeft het werken met z.g. arboconvenanten<br />

‘omarmd’. Dat is goed merkbaar in de wijze<br />

waarop arbeidsomstandigheden op de agenda zijn gezet.<br />

De doorwerking van de afspraken naar de werkvloer,<br />

blijft in afzonderlijke instellingen helaas nog achter.<br />

De Arbeidsinspectie houdt in de aanpak rekening met<br />

de specifi eke kenmerken van de sectoren, niet alleen<br />

gericht op de risico’s, maar ook op de mate van naleving<br />

en de wijze waarop de diverse actoren in de branche<br />

omgaan met hun verantwoordelijkheden.<br />

Inspectieprojecten<br />

In 2005 zijn 39 inspectieprojecten binnen diverse<br />

bedrijfstakken en branches uitgevoerd, waarbij totaal<br />

20.751 inspecties zijn uitgevoerd. Bij 56 % van die<br />

inspecties zijn bij eerste interventie één of meer overtredingen<br />

geconstateerd. In het totaal zijn daarbij 13.327<br />

handhavinginstrumenten ingezet. In tweederde van de<br />

gevallen werden z.g. offi ciële waarschuwingen gegeven<br />

of eisen tot naleving van de wet gesteld, waarbij bedrijven<br />

nog de gelegenheid kregen om de tekortkomingen<br />

binnen een bepaalde, afgesproken tijd weg te nemen. In<br />

de overige gevallen ging het om zwaardere handhavingsinstrumenten<br />

als inzet van bestuurlijke boetes, stillegging<br />

van betreffende werkzaamheden, het aanzeggen van een<br />

proces-verbaal of combinaties daarvan.<br />

In vervolginterventies is in 4 % van de gevallen een<br />

handhavingsinstrument ingezet. Meestal betrof dit de<br />

bestuurlijke boete. In 2005 is voor bijna € 7 miljoen aan<br />

bestuurlijke boetes opgelegd, waarvan voor € 17.402,aan<br />

154 werknemers.<br />

De tekortkomingen waartegen in 2005 het meest<br />

is opgetreden, zijn:<br />

• gebruikmaking van onveilige arbeidsmiddelen (machines,<br />

werktuigen, gereedschappen, installaties),<br />

• ondoelmatige inrichting van arbeidsplaatsen/werkplekken;<br />

• te hoge fysieke belasting voor de werknemer;<br />

• ondoelmatige of geen inzet van-, bescherming tegenen<br />

afscherming van gevaarlijke stoffen en biologische<br />

agentia;<br />

• een tekortkomende of in het geheel geen (wettelijke<br />

verplichte) risico inventarisatie & -evaluatie en plan<br />

van aanpak in het geïnspecteerde bedrijf aanwezig;<br />

Enerzijds is dit resultaat een bevestiging van de bewuste<br />

keuze om in inspectieprojecten voorrang te geven aan<br />

thema’s die gezien vanuit de risicobenadering prioriteit<br />

hebben. Anderzijds geeft het een beeld van de mate van<br />

(niet) naleving van voornoemde thema’s.<br />

JAARVERSLAG 2005 7


Onderzoek van klachten en ongevallen<br />

Er zijn in 2005 totaal 1918 klachten en 2350 arbeidsongevallen<br />

onderzocht.<br />

Bij 91% van de (geheel of gedeeltelijk) door de AI<br />

gegrond verklaarde klachten, is bij het onderzoeken<br />

hiervan een handhavingsinstrument ingezet.<br />

Bij 63% van de onderzochte ongevallen is een zwaar<br />

handhavingsinstrument 1 ingezet. In de meeste gevallen<br />

was dat een boeterapport, al of niet gecombineerd met<br />

stillegging van het werk/de werkzaamheden, of andere<br />

aanvullende maatregelen ter voorkoming van herhaling<br />

van het ongeval.<br />

Het Project Andere Overheid en samenwerking<br />

tussen inspectiediensten<br />

Op het terrein van arbeidsomstandigheden is in 2005<br />

intensief met andere rijksinspecties samengewerkt,<br />

zoals de Onderwijsinspectie, de Inspectie Verkeer en<br />

Waterstaat, de Voedsel- en Warenautoriteit, de Inspectie<br />

Gezondheidszorg, de VROM-inspectiedienst en het<br />

Staatstoezicht op de Mijnen. De omvang en intensiteit<br />

van de samenwerking is daarmee in 2005 aanzienlijk<br />

toegenomen. Naast uitwisseling van gegevens en afstemming<br />

van de activiteiten, was in ongeveer de helft van de<br />

inspectieprojecten sprake van een of andere vorm van<br />

(meer specifi eke) samenwerking. In een aantal gevallen<br />

zijn gezamenlijke inspecties uitgevoerd.<br />

In 2005 is een nieuwe samenwerkingsovereenkomst<br />

afgesloten met de KLPD/Politie te Water. De overeenkomst<br />

met het Staatstoezicht op de Mijnen is met 5 jaar<br />

verlengd.<br />

De AI heeft actief bijgedragen aan het door de overheid<br />

geïnitieerde Programma Andere Overheid 2 , met nadruk<br />

op het project ‘samenwerkende inspectiediensten’.<br />

Daarnaast is actief bijgedragen aan de overheidsprojecten<br />

‘Kaderstellende Visie op Toezicht 2005’ en ‘Aanpak<br />

Strijdige Regels’.<br />

8<br />

1.3 Risico’s op Zware Ongevallen en Major<br />

Hazards<br />

Bij de toezichtactiviteiten door de Arbeidsinspectie in<br />

het kader van de risicobeheersing van zware ongevallen<br />

en de aanpak van deze risico’s, wordt op basis van<br />

het Besluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO) samengewerkt<br />

met gemeenten, provincies, waterschappen,<br />

brandweer en de VROM-inspectiedienst. Op grond van<br />

het BRZO beoordeelt de AI veiligheidsrapporten van<br />

bedrijven met gevaarlijke installaties en/of van bedrijven<br />

die met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen opereren.<br />

In 2005 zijn 24 veiligheidsrapporten ontvangen en binnen<br />

de daarvoor geldende wettelijke termijn door de AI<br />

beoordeeld en afgehandeld.<br />

Nieuw in 2005 waren de inspecties in het kader van de<br />

Aanvullende Risico-inventarisatie (ARIE) 3 .<br />

Bedrijven die in het verleden onder de Regeling Arbeidsveiligheidrapport<br />

(AVR) vielen en bedrijven met ammoniakkoelinstallaties<br />

met meer dan 5000 kg Ammoniak<br />

(NH3) zijn het eerst geïnspecteerd. Daarnaast zijn in de<br />

Rijnmond pilot-inspecties gehouden bij z.g. ‘vervoersgebonden<br />

inrichtingen’.<br />

Verder zijn inspecties in het kader van BRZO uitgevoerd,<br />

z.g. ‘kennisgevingen BRZO’ behandeld en ongevallen<br />

onderzocht. Ten opzichte van 2004 en in overeenstemming<br />

met de planning, is de totale productie toegenomen.<br />

Gebrek aan aandacht voor onderhoudsactiviteiten,<br />

oorzaak van veel ongevallen<br />

Uit de z.g. Major Hazard incidents reports blijkt<br />

telkens, dat een gebrek aan aandacht voor het<br />

onderhoud(smanagement), de belangrijkste achterliggende<br />

oorzaak is voor de nog regelmatig voorkomende<br />

ongevallen en incidenten. Op grond van een aantal<br />

indicatoren kan wel worden gesteld dat in de afgelopen<br />

twintig jaar het nodige is verbeterd. De algehele veiligheidssituatie<br />

zal naar het zich laat aanzien de komende<br />

10 jaar niet fundamenteel veranderen Er worden in het<br />

onderzoek van COT 4 een aantal ontwikkelingen gesig-<br />

1 Tot de zware handhavingsinstrumenten worden gerekend: bestuurlijke boete, stillegging van werk en proces-verbaal<br />

2 Doel: Het Programma Andere Overheid werkt aan een krachtige overheid, die de samenleving centraal stelt én slagvaardig is. Het actieprogramma omvat verbeteracties<br />

en initiatieven rond de thema’s: Betere dienstverlening, Minder bureaucratie en Slagvaardige organisatie. Bij alle thema’s is een Andere werkwijze<br />

van belang, zoals samenwerken en luisteren naar burgers. (zie ook www.andereoverheid.nl)<br />

3 Aanvullende voorschriften risico-inventarisatie en -evaluatie ter voorkoming en beperking van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen (art 2 lid 2 t/m 6 van<br />

het <strong>Arbo</strong>besluit)<br />

4 Rapport ‘trend of incident, een verkennend onderzoek naar de relatie tussen organisatie, onderhoud en veiligheid in de procesindustrie; COT Instituut voor<br />

veiligheid en crisismanagement, oktober 2004 in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid<br />

JAARVERSLAG 2005


naleerd die zowel positief als negatief op het veiligheidsniveau<br />

inwerken Negatieve impulsen zijn: vergroting van<br />

de concurrentie, fusies van bedrijven, veroudering van<br />

installaties en vergrijzing van de beroepsbevolking en<br />

gebrek aan instroom van deskundig personeel. Positief<br />

zijn: verbeterde wetgeving, horizontale samenwerking in<br />

de branche, samenwerking in het toezicht, aandacht voor<br />

incidenten en aandacht voor de veiligheidscultuur.<br />

ICT- ontwikkelingen hebben zowel negatief als positief<br />

op de veiligheid inwerkende kenmerken. De waarnemingen<br />

van de Arbeidsinspectie bevestigen de uitkomsten<br />

van de onderzoeken.<br />

In 2004 werd een project gestart om een nieuwe inspectiemethodiek<br />

te ontwikkelen. Vanuit kringen van het z.g.<br />

‘Bevoegd Gezag ex. Wet Milieubeheer’ (provincies en<br />

gemeenten) en de Brandweer is de wens geuit om in het<br />

project te participeren. Een eenduidige methodiek versterkt<br />

zo de eenheid van beoordelen en optreden door<br />

de verschillende overheden, die een rol vervullen in het<br />

toezicht op z.g. BRZO-plichtige bedrijven.<br />

Het ISO-9001 certifi caat van de AI voor de major<br />

hazard aanpak is in 2005 geaudit en akkoord bevonden.<br />

Daarnaast is het uitgebreid met de aanpak van de<br />

inspecties in de z.g. ARIE-bedrijven.<br />

1.4 Aanpak illegale tewerkstelling<br />

Ook in 2005 werd weer actief tegen illegale tewerkstelling<br />

opgetreden. Het was het eerste jaar waar bij constatering<br />

van overtreding van de wetgeving, bestuurlijke<br />

boetes konden worden opgelegd. Naast veel media-aandacht,<br />

leverde dit een aanzienlijk (fi nancieel) resultaat op<br />

aan opgelegde boetes.<br />

Hoewel de effectiviteit nog niet goed kan worden<br />

ingeschat, bestaat de indruk dat de combinatie van verhoogde<br />

pakkans en forse beboeting, een duidelijk preventieve<br />

werking heeft. Zo was bijvoorbeeld in de landen<br />

tuinbouwsector sprake van een sterke verhoging van<br />

het aantal aanvragen voor tewerkstellingsvergunningen<br />

voor met name de zogenaamde MOE-landers 1 , hetgeen<br />

hier op verschuiving van illegale naar legale tewerkstelling<br />

duidt.<br />

Er zijn in 2005 circa 8600 opsporingszaken gestart. Dat<br />

waren er 2270 meer dan in 2004. Bij circa 2200 van deze<br />

zaken zijn overtredingen van de Wet Arbeid Vreemdelingen<br />

(Wav) geconstateerd, waarbij boeterapporten tegen<br />

één of meer overtreders zijn opgemaakt. Het ging hierbij<br />

om circa 4650 illegaal tewerkgestelden.<br />

De Arbeidsinspectie werkt in de aanpak van de illegale<br />

arbeid intensief samen met andere overheden en toezichtouders.<br />

In interventieteams participeren naast de AI,<br />

de Belastingdienst, het Uitvoeringsorgaan Werknemers<br />

Verzekeringen (UWV), de Sociale Verzekeringsbank, het<br />

Openbaar Ministerie (OM) en (wisselend) een aantal<br />

relevante gemeenten. De interventieteams richten<br />

zich op vooraf bepaalde sectoren of op een bepaalde<br />

regio. Daarnaast voert de AI op basis van analyse eigen<br />

inspectieprojecten uit en worden controles uitgevoerd<br />

op basis van signalen en meldingen.<br />

Binnen het kader van de interventieteams werden 1395<br />

gezamenlijk acties uitgevoerd. In 341 gevallen leverde<br />

dat één of meer boeterapporten op, waarbij 682 illegaal<br />

tewerkgestelden werden aangetroffen.<br />

Interventies<br />

In 2005 zijn in het totaal ruim 2500 bestuurlijke boetes<br />

in het kader van de Wav aangezegd. Het totaalbedrag<br />

aan tot 31 december 2005 opgelegde boetebeschikkingen<br />

bedroeg ruim € 13.000.000. Daarnaast zijn in 2005<br />

circa 730 processen-verbaal bij het OM aangeboden.<br />

Hierbij ging het voornamelijk om zaken waar in 2004<br />

overtreding van de Wav was vastgesteld (de bestuurlijke<br />

boete in het kader van de Wav was toen nog niet van<br />

kracht).<br />

Tips en meldingen<br />

In 2005 zijn totaal 2641 meldingen over vermoedens<br />

van illegale tewerkstelling binnengekomen. Hiervan zijn<br />

er ruim 1800 in onderzoek genomen. De meldingen die<br />

niet in onderzoek zijn genomen, konden niet worden<br />

onderzocht, omdat: geen locatie bekend was waar illegaal<br />

zou worden gewerkt; omdat de melding niet actueel<br />

was; of omdat er onvoldoende gegronde redenen waren<br />

om nader onderzoek in te stellen.<br />

1 Met ’Moe-landers’ worden bedoeld: werkzoekenden uit de recent bij de EU aangesloten landen: Estland, Letland, Litouwen, Slowakije, Hongarije, Tsjechië, Polen,<br />

Slovenië.<br />

.<br />

JAARVERSLAG 2005 9


Inzet van de inspectiecapaciteit<br />

Ook in de aanpak van illegale arbeid streeft de Arbeidsinspectie<br />

ernaar om de beschikbare inspectiecapaciteit<br />

zo effi ciënt mogelijk in te zetten en wel zodanig, dat<br />

optimaal rendement wordt bereikt. De inzet van de<br />

risicoanalyse is hierbij een onmisbaar (hulp)middel.<br />

Een belangrijk onderdeel van de risicoanalyse is het<br />

formuleren van z.g. risico-indicatoren, zoals: veel aanbod<br />

van laaggeschoold-, vuil- en onaangenaam werk, of: er is<br />

sprake van grote fl uctuaties in het werkaanbod (piek- en<br />

seizoenarbeid).<br />

In samenwerking met de Sociale Inlichtingen en Opsporings<br />

Dienst (SIOD), is in 2005 aan verdere perfectionering<br />

van het analysemodel gewerkt, door o.a. gebruik te<br />

maken van risico-indicatoren en het ontsluiten, koppelen<br />

en analyseren van bestanden van de ketenpartners 1 .<br />

Daarnaast is in 2005 het aantal inspecteurs dat zich<br />

met de bestrijding van arbeidsmarktfraude bezighoudt,<br />

verhoogd van 131 naar 170.<br />

1 De Belastingdienst, het Uitvoeringsorgaan Werknemers Verzekeringen, de Sociale Verzekeringsbank en de Sociale Inspectie en Opsporings Dienst<br />

10<br />

JAARVERSLAG 2005


2<br />

Samenwerking in het toezicht<br />

2.1 Maatschappelijke en politieke ontwikkelingen<br />

De Arbeidsinspectie staat midden in de (m.n. werkende)<br />

samenleving. Wanneer die samenleving verandert heeft<br />

dat consequenties heeft voor het werk van de AI. De<br />

discussies en ontwikkelingen rond het rijksbrede Programma<br />

Andere Overheid (PAO) en de Kaderstellende<br />

Visie op Toezicht (zie onder: 2.3) zijn niet alleen met veel<br />

belangstelling gevolgd, maar de AI heeft ook actief aan<br />

deze discussies meegedaan.<br />

In het kader van het PAO-project: Samenwerkende<br />

Inspectiediensten is aan een aantal pilots meegewerkt.<br />

Samen met andere inspectiediensten is intensief naar<br />

mogelijkheden gekeken of voor bepaalde sectoren het<br />

toezicht effi ciënter kan worden ingericht en uitgevoerd.<br />

Begin 2005 heeft dit het rapport ‘Samen werkt’ opgeleverd.<br />

Ook in de tweede fase van dit samenwerkingstraject,<br />

dat doorloopt in 2006, werkt de AI actief en intensief mee<br />

aan volgende samenwerkingprojecten.<br />

Voor de toezichtstaken in het kader van het Besluit Risico’s<br />

Zware Ongevallen (major hazards), zijn de rapporten<br />

van de Commissie Alders, over het interbestuurlijk<br />

toezicht en van de commissie de Grave, over bestuurlijke<br />

drukte, belangrijk. Daarin wordt gesteld dat het toezicht<br />

op het besluit, dat - ondanks goedbedoelde pogingen tot<br />

samenwerking tussen de overheden - nogal versnipperd is,<br />

meer geconcentreerd moet gaan plaatsvinden.<br />

In 2005 is een belangrijke eerste stap gezet ten aanzien<br />

van de vernieuwing van de <strong>Arbo</strong>wetgeving. Op basis van<br />

een SER-advies werden in 2005 bij het ministerie van<br />

Sociale Zaken en Werkgelegenheid voorbereidingen<br />

getroffen om de <strong>Arbo</strong>-wetgeving zodanig aan te passen,<br />

dat bij invulling van de wijze waarop de verschillende<br />

sectoren aan de wettelijke normen moeten gaan voldoen,<br />

een grotere rol en verantwoordelijkheid is weggelegd<br />

voor de sociale partners. De AI is volop bij dit<br />

proces betrokken en is met de voorbereidingen gestart<br />

voor een hierbij passend inspectiebeleid.<br />

De invoering van de bestuurlijke boete met betrekking<br />

tot de Wet Arbeid Vreemdelingen heeft tot veel aandacht<br />

van de media en het bedrijfsleven geleid en had<br />

daarmee aanzienlijke invloed op de discussies over het<br />

fenomeen illegale arbeid en de maatschappelijke gevolgen<br />

daarvan.<br />

Kaderstellende Visie op Toezicht<br />

In de nota Kaderstellende Visie op het Toezicht 2001<br />

(KVoT) heeft het Kabinet een standpunt bepaald over<br />

de verhoudingen tussen beleid, uitvoering en toezicht.<br />

Het Kabinet is van oordeel dat: ‘de toezichthouder,<br />

zonder beïnvloeding van de onder toezicht staande<br />

partijen, de verantwoordelijke bestuurder of anderen,<br />

objectief feitenonderzoek moet kunnen uitvoeren en<br />

op basis daarvan tot een helder oordeel moet kunnen<br />

komen’. Daarmee moet worden geborgd dat ‘in gelijke<br />

gevallen gelijk wordt gehandeld, dat de rechtsgelijkheid<br />

en rechtszekerheid worden gediend en dat een getrouw<br />

beeld ontstaat van het beleid en de resultaten van de<br />

handhaving’.<br />

In 2005 is een nieuwe Kaderstellende visie op toezicht<br />

vastgesteld, die onderscheid maakt tussen de verschillende<br />

vormen van toezicht, zoals: nalevingstoezicht (in<br />

het geval van de Arbeidsinspectie), uitvoeringstoezicht<br />

en interbestuurlijk toezicht.<br />

Naast de al gehanteerde kernbegrippen: onafhankelijk,<br />

transparant en professioneel, introduceert de nieuwe<br />

KVoT drie nieuwe kernbegrippen: selectief, samenwerkend<br />

en slagvaardig.<br />

De implementatie daarvan bij de AI, is in een vergevorderd<br />

stadium. Er is een programmaleider aangesteld om<br />

de samenwerking met andere inspectiediensten voortvarend<br />

aan te pakken. Het opleidingsprogramma van de AI<br />

- in kringen van de Europese Arbeidsinspecties toch al<br />

bekend staand als een voorbeeld voor anderen - wordt<br />

op dit soort aspecten doorontwikkeld.<br />

JAARVERSLAG 2005 11


2.2 Samenwerking en taakverdeling met<br />

andere inspectiediensten<br />

Een van de belangrijke aspecten van het Programma<br />

Andere Overheid en de Kaderstellende Visie op Toezicht<br />

is de (bevordering van de) samenwerking tussen<br />

de verschillende toezichthouders. De belangstelling<br />

voor- en de opvattingen over de wijze waarop het overheidstoezicht<br />

op burgers en bedrijven is geregeld, is de<br />

afgelopen jaren sterk toegenomen. Niet alleen wordt het<br />

van belang geacht dat - waar dat nodig is - sprake is van<br />

stevige en consequente handhaving; tegelijkertijd mag<br />

de last die met het toezicht gepaard gaat niet onnodig<br />

hoog zijn. Terugdringing van onnodig zware toezichtslast<br />

kan worden bereikt door het schrappen van overbodige<br />

regelgeving, maar ook door meer en betere samenwerking<br />

tussen de toezichthouders.<br />

De Arbeidsinspectie heeft - als bijna geen andere toezichthouder<br />

- te maken met het feit dat er veel raakpunten<br />

zijn met vrijwel alle in Nederland opererende toezichthouders.<br />

Dit is sterk afhankelijk van het werkterrein<br />

waarop de AI opereert. Vrijwel alle ondernemingen (dit<br />

geldt zowel voor werkgevers als voor werknemers),<br />

organisaties en instellingen in Nederland behoren tot<br />

het taakveld, c.q. tot de objecten van toezicht van de AI.<br />

In een aantal van de sectoren zijn andere rijksinspectiediensten<br />

(mede)belast met het toezicht op de <strong>Arbo</strong>wet<br />

en/of Arbeidstijdenwet.<br />

In dat licht zijn de volgende samenwerkingsovereenkomsten<br />

afgesloten of verlengd:<br />

• Samenwerkingsovereenkomst met het Staatstoezicht<br />

op de Mijnen: januari 2005<br />

• Samenwerkingsovereenkomst met de Politie te<br />

Water: februari 2005<br />

• Samenwerkingsovereenkomst met de Inspectie Verkeer<br />

en Waterstaat: november 2005<br />

Samenwerking en overheveling taken Staatstoezicht<br />

op de Mijnen<br />

In het kader van de door de centrale overheid gepropageerde<br />

één-loket-benadering en het meer integraal<br />

inspecteren door inspectiediensten, wordt de handhaving<br />

van de <strong>Arbo</strong>wetgeving bij mijnbouwinstallaties in<br />

Nederland en bij installaties die op het Nederlandse<br />

deel van het continentaal plat opereren, uitgevoerd door<br />

het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM).<br />

Hoewel het SodM onder het Ministerie van Economische<br />

Zaken ressorteert, vallen de arbotaken onder de<br />

verantwoordelijkheid van de Minister van Sociale Zaken<br />

en Werkgelegenheid (SZW). In dit kader is het SodM<br />

door de Minister van SZW aangewezen voor het toe-<br />

12<br />

zicht op de <strong>Arbo</strong>- en Arbeidstijdenwet in de mijnbouwsectoren<br />

en hebben de Arbeidsinspectie en het SodM in<br />

2002 een samenwerkingsovereenkomst gesloten. Deze<br />

overeenkomst is inmiddels geëvalueerd en begin 2005<br />

geactualiseerd.<br />

Om in dit jaarverslag een compleet beeld van de ministeriële<br />

verantwoordelijkheid op arbo-gebied te geven,<br />

wordt hierna kort op de arbo-activiteiten van het SodM<br />

ingegaan.<br />

In 2005 zijn door het SodM 93 actieve inspecties uitgevoerd,<br />

waarin tevens tot de arbo-wetgeving behorende<br />

onderwerpen zijn meegenomen. Het SodM doet dat op<br />

projectbasis en neemt daar integraal veiligheids-, gezondheids-<br />

en milieuaspecten in mee. De thema’s gaslekkage,<br />

onderhoud van mijnbouwinstallaties en blootstelling<br />

aan gevaarlijke stoffen kwamen dit jaar aan bod. Naar<br />

aanleiding van die inspecties zijn 48 bevindingsbrieven<br />

verstuurd, waarin de resultaten van de inspecties en de<br />

betekenis daarvan zijn weergegeven. Daarvan waren er<br />

36 waarschuwingsbrieven, waarin een termijn is gesteld<br />

om de beboetbare feiten te laten opheffen.<br />

In 2005 hebben zich in deze sectoren twee ernstige<br />

ongevallen voorgedaan, waarbij drie doden waren te<br />

betreuren en één persoon ernstige brandwonden heeft<br />

opgelopen. In beide gevallen heeft het SodM in samenwerking<br />

met de AI een onderzoek ingesteld. De daarbij<br />

opgemaakte processen-verbaal, zullen begin 2006 worden<br />

afgerond. Daarnaast vonden nog drie eveneens als<br />

ernstig gekwalifi ceerde ongevallen plaats. Naar aanleiding<br />

daarvan heeft het SodM drie ongevalsboeterapporten en<br />

één proces-verbaal opgesteld.<br />

Zoals eerder opgemerkt, is het SodM tevens belast<br />

met het toezicht op- en de handhaving van de Arbeidstijdenwet.<br />

In dat kader zijn vier z.g. bevindingsbrieven<br />

gestuurd; er zijn geen overtredingen vastgesteld.<br />

In het kader van het SodM inspectieproject ‘Gebruik en<br />

beheer van ingekapselde radioactieve bronnen’, hebben<br />

het SodM en de AI gezamenlijk inspecties uitgevoerd<br />

bij bedrijven die dit soort bronnen ten behoeve van<br />

geofysische metingen in boorgaten toepassen (z.g. ‘well<br />

logging’). In het kader van het rijksbrede Programma<br />

Andere Overheid, waren deze inspecties onderdeel van<br />

het project ‘gezamenlijke bedrijfsbezoeken rijksinspecties’.<br />

Dit project is in 2005 afgerond.<br />

Nadere toelichting op de resultaten en bevindingen van<br />

het inspectiewerk van het SodM is te vinden in de jaarrapportage<br />

van het SodM: www.sodm.nl.<br />

JAARVERSLAG 2005


Samenwerking met de Inspectie Verkeer en<br />

Waterstaat<br />

De Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) is ten aanzien<br />

van de sectoren: beroepsgoederenvervoer, personenvervoer,<br />

en (delen van) de luchtvaart en zeevaart, medetoezichthouder<br />

op het terrein van de <strong>Arbo</strong>wet.<br />

In 2005 is het in dit kader gehanteerde regiemodel<br />

nader uitgewerkt en toegepast. Kern van het regiemodel<br />

is, dat voor de als gemeenschappelijke beleidsterrein<br />

aangewezen taakvelden, één van de beide diensten het<br />

aanspreekpunt is voor de onder-toezicht-gestelden.<br />

Met de IVW zijn in 2005 drie inspectieprojecten uitgevoerd,<br />

waarbij volgens het z.g. regiemodel is geïnspecteerd.<br />

Het doel hiervan was:<br />

• het realiseren van een meer effi ciënte uitvoering van<br />

de inspecties op deze terreinen;<br />

• het instellen van één overheidsloket voor de betreffende<br />

sectoren;<br />

• het terugdringen van de toezichtslast.<br />

De ervaringen waren zodanig, dat hier in 2006 verder<br />

mee wordt geëxperimenteerd.<br />

Eind 2005 is ingestapt in het PAO 1 -traject rond Schiphol,<br />

dat onder de leiding van de IVW wordt uitgevoerd.<br />

De samenwerking met de IVW is eind 2005 in een offi -<br />

ciële overeenkomst geformaliseerd.<br />

Het project Vloeibare Chemicaliën, waarbij op laaden<br />

loslocaties werd geïnspecteerd, kenmerkte zich door<br />

een gezamenlijke start en uitvoering. De inspectiediensten<br />

keken naar ‘eigen onderwerpen’ maar zorgden voor<br />

een gezamenlijke afsluiting van elke inspectie.<br />

De resultaten werden dermate als ‘nuttig’ ervaren, dat in<br />

de toekomst herhaling van dit soort projecten zal plaatsvinden.<br />

Wel zullen dan duidelijke(r) afspraken moeten<br />

worden gemaakt over de communicatie, de te hanteren<br />

procedures en de afbakening van de verantwoordelijkheden.<br />

Het project Rangeren bij goederenvervoerders was<br />

zodanig georganiseerd, dat de beide inspectiediensten<br />

elkaar op de aangewezen inspectieonderwerpen aanvulden.<br />

De samenwerking was vanaf het begin goed, het beleggen<br />

van de regierol vormde een belangrijk leerproces<br />

en het versturen van de (handhaving)correspondentie<br />

kostte extra tijd.<br />

Voor de betreffende branche was in ieder geval sprake<br />

van verminderde inspectiedruk.<br />

1 Het door het Kabinet geïnitieerde Project Andere Overheid<br />

Bij het project Ladingoverslag zeeschepen waren<br />

de inspecties uitsluitend op onder Nederlandse vlag<br />

varende zeeschepen gericht. De inspecties waren niet<br />

uitsluitend op overslag van lading gericht, maar ook op<br />

de arbeidsveiligheid van machinekamers en - in gevallen<br />

dat er overtredingen werden geconstateerd - ook op<br />

de organisatie van de arbeid (de RisicoInventarisatie en<br />

-evaluatie).<br />

Ook hier was de samenwerking goed en vormde vooral<br />

de onderlinge kennisoverdracht een belangrijk winstpunt.<br />

Ook de Politie te Water (PtW) is - mede - belast met<br />

toezicht op de <strong>Arbo</strong>-wet. Dit betreft zowel het Korps<br />

Landelijke Politie Diensten te Water als de Zeehavenpolitie<br />

te Rotterdam.<br />

De taken van de PtW beperken zich tot het signaleren<br />

van overtredingen en op basis daarvan het opstellen<br />

van een rapport van bevindingen. De AI zorgt voor de<br />

verdere afhandeling.<br />

In het project Binnenvaart is nauw samengewerkt bij<br />

de controles op varende binnenvaartschepen. Behalve<br />

naar arbeidsomstandigheden is ook naar illegale tewerkstelling<br />

gekeken.<br />

De samenwerkingsresultaten waren ook hier positief.<br />

Overige samenwerking<br />

Met de andere inspectiediensten, waar geen sprake was<br />

van medetoezichthoudende bevoegdheden in het kader<br />

van de <strong>Arbo</strong>-wet, was wel sprake van andere vormen<br />

van samenwerking. In de meeste gevallen betrof dit<br />

afstemming van de activiteiten, of uitwisseling van generale<br />

of meer specifi eke informatie. In sommige gevallen<br />

werden gezamenlijke inspecties bij bedrijven uitgevoerd.<br />

Binnen circa 50 % van de in 2005 uitgevoerde inspectieprojecten<br />

was sprake van een of andere vorm van<br />

samenwerking!<br />

Met de Vrom Inspectiedienst wordt, voorafgaand aan<br />

het jaarplan, ieder jaar afgestemd waar kan worden<br />

samengewerkt. Tevens wordt een z.g. samenwerkingslijst<br />

gehanteerd, dat regelmatig wordt geactualiseerd. Er<br />

werd onder andere met betrekking tot onderzoeken van<br />

asbestmeldingen, ammoniakkoelinstallaties en inspectie<br />

van gegaste containers intensief samengewerkt.<br />

In het kader van het Besluit Risico’s Zware Ongevallen<br />

wordt continu samengewerkt (zie verder hoofdstuk 1 ,<br />

major hazard control).<br />

JAARVERSLAG 2005 13


Met de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) is afgesproken<br />

om samen naar onderwerpen te kijken, die<br />

kansen voor samenwerking bieden. De Arbeidsinspectie<br />

heeft bijvoorbeeld in bepaalde inspectieprojecten de<br />

z.g. ‘VWA-rookmodule’ 1 in bepaalde inspectieprojecten<br />

meegenomen, terwijl de VWA signalen aan de AI heeft<br />

gegeven over mogelijke illegale tewerkstelling.<br />

Ten aanzien van de bestrijding van illegale tewerkstelling<br />

in bedrijven, wordt al gedurende langere tijd in z.g.<br />

interventieteams met de Vreemdelingendienst, het<br />

Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV),<br />

de Belastingdienst en verschillende gemeenten samengewerkt<br />

(zie verder hoofdstuk 5: Bestrijding van Arbeidsmarktfraude).<br />

Op het terrein van de major hazard controll tenslotte,<br />

wordt in het kader van het toezicht en handhaving van<br />

het Besluit Risico’s Zware Ongevallen, samengewerkt<br />

met de Brandweer, de plaatselijke, regionale en provinciale<br />

overheidsorganisaties, met hulpdiensten en met<br />

andere relevante toezicht- en inspectiediensten.<br />

Alle inspecties in dit kader worden in gezamenlijkheid<br />

uitgevoerd.<br />

Ook in de publieke sector r wordt intensief samenge-<br />

werkt met vooral de Inspectie Gezondheidszorg (Ziekenhuizen),<br />

Onderwijsinspectie (Scholen) en Inspectie<br />

1 Met de z.g. rookmodule wordt gecontroleerd of bedrijven zich aan de Tabakswet houden.<br />

14<br />

Openbare Orde en Veiligheid (Brandweer).<br />

De gezamenlijke aanpak van Ziekenhuizen is een project<br />

onder de vlag van het PAO.<br />

Met vrijwel alle andere (hier niet genoemde) rijksinspectiediensten<br />

zijn - wel of niet in het kader van het project<br />

Samenwerkende inspectiediensten - in 2005 gesprekken<br />

gevoerd over verdergaande samenwerking.<br />

Tenslotte is er, ter voorbereiding van individuele inspectiebezoeken<br />

aan bedrijven, regelmatig contact gezocht<br />

met vergunningverleners en regionale milieudiensten<br />

Al deze vormen van samen inspecteren en afstemmen<br />

hebben erin geresulteerd dat er beter begrip is ontstaan<br />

voor de wijze van opereren door de andere inspectiediensten<br />

en dat onderling relevante kennis is uitgewisseld.<br />

Door de bedrijven die door gezamenlijke inspecties<br />

zijn geïnspecteerd, is dit echter nog niet in alle gevallen<br />

als een pluspunt ervaren. In bepaalde gevallen was volgens<br />

de betrokken bedrijven zelfs sprake van toename<br />

van de inspectiedruk. De les hieruit was dat gezamenlijk<br />

inspecteren alleen dan moet worden uitgevoerd, als dat<br />

meerwaarde (afname van de inspectiedruk) heeft voor<br />

het bedrijfsleven, of als dat mogelijk is: om één van de<br />

toezichthouders tevens met de inspectiepunten van de<br />

ander te belasten (in de vorm van signalering of taakoverdracht).<br />

JAARVERSLAG 2005


3<br />

Arbeidsomstandigheden,<br />

werk- en rusttijden<br />

3.1 Algemeen beeld van de arbeidsomstandigheden<br />

In 2005 zijn in diverse sectoren en branches 39 inspectieprojecten<br />

op het terrein van de arbeidsomstandigheden<br />

uitgevoerd, een aantal daarvan loopt nog door in<br />

2006.<br />

Daarbij zijn 16.098 bedrijven 1 geïnspecteerd en in 56%<br />

van de gevallen is handhavend opgetreden.<br />

Het aantal monitorbezoeken bedroeg circa 4500.<br />

De wijze waarop in bedrijven en instellingen met<br />

arbeidsomstandigheden wordt omgegaan, verschilt<br />

sterk per sector. Er zijn sectoren - zoals de bouwsector<br />

- waar veel wordt gedaan aan normontwikkeling<br />

en voorlichting, maar waar in de dagelijkse praktijk nog<br />

steeds onverantwoorde risico’s aanwezig zijn en/of worden<br />

genomen, zoals risico’s op valgevaar. Het risico is<br />

vrijwel aan iedereen bekend, er vindt nog een aanzienlijk<br />

aantal ongevallen plaats, maar in de bouwsector handelt<br />

men er vaak nog niet naar. De bouwsector is, als het<br />

arbeidsomstandigheden gaat, er veelal toe geneigd om in<br />

‘klassieke’ oplossingen te blijven steken.<br />

Binnen de sector industrie kan een positief effect van de<br />

inspanningen die bedoeld zijn om de marktpartijen zelf<br />

aan het werk te zetten als het gaat om het aanpakken<br />

van risico’s, worden waargenomen. Daar is meesttijds<br />

wel een sterke druk vanuit de overheid voor nodig en<br />

een ‘stok achter de deur’ in de vorm van forse inspectiedruk<br />

en sanctiedreiging.<br />

In de commerciële dienstverlening is het beeld diffuus.<br />

Belangrijke knelpunten als werkdruk, agressie en geweld<br />

en gevaarlijke stoffen, scoren hoog als risicofactor. De<br />

aanpak om de branches zelf aan het werk te zetten en<br />

met oplossingen te komen, heeft in enkele gevallen goed<br />

gewerkt, maar moet in andere gevallen nog van de grond<br />

komen.<br />

De publieke sector heeft het werken met arboconvenanten<br />

omarmd. Dat is goed merkbaar in de wijze<br />

waarop arbeidsomstandigheden op de agenda zijn gezet.<br />

Praktische doorwerking in afzonderlijke instellingen op<br />

de werkvloer, blijft daar helaas nog bij achter.<br />

De inzet van de Arbeidsinspectie is er op gericht, om<br />

rekening te houden met de specifi eke kenmerken van<br />

de verschillende branches; om branches zelf branchegerichte<br />

oplossingen te laten bedenken en deze binnen<br />

de bedrijven en instellingen toe te laten passen; en om<br />

rekening te houden met de mate waarin de branches<br />

zelf acties ondernemen om arboknelpunten in beeld te<br />

brengen.<br />

De inspectieprojecten van de AI zijn niet alleen gericht<br />

op het bereiken van versterking van de naleving in geïnspecteerde<br />

bedrijven, maar ook op het stimuleren van<br />

uitstralingseffecten naar niet-geïnspecteerde bedrijven.<br />

3.2 Risicoanalyse<br />

Ter bepaling van de strategie, de prioritering en de capaciteitsinzet<br />

in de verschillende sectoren in het bedrijfsleven,<br />

wordt gebruik gemaakt van een gevalideerd<br />

risicoanalysemodel: het Arbeidsinspectie Risicomodel<br />

Arbeidsomstandigheden (AIRA). Deze analyse resulteert<br />

in een mix van te inspecteren branches en inspectieonderwerpen<br />

(het inspectieprogramma). Dit programma<br />

wordt mede op basis van een z.g. meerjarenbeeld<br />

samengesteld, aangevuld met de eigen inspectie- en<br />

onderzoekservaringen, de opvattingen van beleidsmakers<br />

en die van de sociale partners.<br />

1 Dit aantal is exclusief de onderzoeken naar aanleiding van ongevallen en klachten en exclusief de inspecties en bezoeken naar aanleiding van de Monitor<br />

Arbeidsvoorwaarden.<br />

JAARVERSLAG 2005 15


De analyse en de daarop gebaseerde planning van de<br />

inspecties wordt vervolgens aan de staatssecretaris<br />

voorgelegd, die deze vaststelt.<br />

Top 5 van door de Arbeidsinspectie benoemde<br />

arborisico’s (en prioriteiten) in 2005<br />

• Gevaarlijke stoffen<br />

• Fysieke overbelasting<br />

• Gevaarlijke machines & transportmiddelen<br />

• Omvallende en vallende voorwerpen/ valgevaar<br />

• Psychische overbelasting/ werkdruk/ agressie en geweld<br />

De aanpak van deze risico’s is terug te vinden in de<br />

jaarplannen en (meer gedetailleerd) in de inspectieprojectplannen<br />

voor de betreffende sectoren. De invulling<br />

van de inspectieprojecten hangt ondermeer af van de<br />

risicoanalyses in de sectoren en de afspraken, die zijn<br />

gemaakt in de afstemming met de SZW-‘beleidskolom’,<br />

de politiek en (voorzover relevant) met de andere toezichthouders.<br />

3.3 Organisatie van het toezicht op<br />

arbeidsomstandigheden<br />

De toezichtstaken op het terrein van de arbeidsomstandigheden<br />

zijn bij de Arbeidsinspectie in vier bedrijfstakdirecties<br />

en een directie Major Hazard Control<br />

ondergebracht. De arbo-bedrijfstakdirecties zijn wat hun<br />

toezicht- en onderzoekstaken betreft sectoraal ingericht:<br />

Bouw, Commerciële dienstverlening, Publieke dienstverlening,<br />

inclusief land- en tuinbouw en Industrie.<br />

De directie Major Hazard Control heeft een specifi ek<br />

werkterrein. Zij houdt op grond van het Besluit Risico’s<br />

Zware Ongevallen en de Aanvullende Risico-Inventarisa-<br />

16<br />

Tabel 3.3.1<br />

Verdeling geplande inspectiecapaciteit over de vier (hoofd)productgroepen<br />

tie en -Evaluatie, toezicht op bedrijven met bovengemiddelde<br />

veiligheids- en gezondheidsrisico’s, die zich voornamelijk<br />

in de (zware) chemische industrie bevinden.<br />

De hoofdproductgroepen die de Arbeidsinspectie<br />

onderscheidt zijn:<br />

• actief f (de jaarlijks geplande inspectieprojecten),<br />

• reactief f (onderzoeken van meldingen van klachten<br />

van werknemers en meldingen van ernstige arbeidsongevallen)<br />

• overig reactief f (bijvoorbeeld meldingen en vergun-<br />

ningen van asbestsloop)<br />

Het reactieve aanbod is niet te sturen en de duur van de<br />

afhandeling van reactieve zaken (onderzoek ongevallen,<br />

klachten en overig reactief) dat op de Arbeidsinspectie<br />

afkomt, is maar beperkt beïnvloedbaar. De afgelopen<br />

jaren is het aanbod overigens redelijk constant geweest.<br />

Het onderzoeken van ernstige ongevallen en het<br />

afhandelen van asbestsloopmeldingen (overheersend in<br />

de productgroep ‘overig reactief’), heeft echter meer<br />

capaciteit gevergd dan voorzien. De capaciteit voor het<br />

uitvoeren van actieve inspecties was daardoor minder<br />

dan gepland, wat resulteert in enkele honderden minder<br />

uitgevoerde inspecties dan aanvankelijk voorzien.<br />

3.4 Resultaten actieve inspectieprojecten<br />

Voor alle projecten en activiteiten ten aanzien van het<br />

taakveld arbeidsomstandigheden en de daaruit voortvloeiende<br />

handhavingstrajecten zijn prestatie-indicatoren<br />

van toepassing. In de volgende overzichten wordt per<br />

prestatie-indicator, zowel de streefwaarde als de realisatie<br />

in 2005 weergegeven.<br />

Productgroep Geplande Geplande Gerealiseerde Gerealiseerde<br />

Actieve inspectieprojecten 58% 21.185 50% 20.751<br />

Onderzoek meldingen ongevallen 26% 2.317 31% 2.350<br />

Onderzoek meldingen klachten 11% 2.091 10% 1.918<br />

Overig reactief 1 5% 1.660 9% 1.669<br />

Totaal 100% 27.253 100% 26.688<br />

1 Onder ‘overig reactief’ worden onder andere onderzoeken naar aanleiding van asbestmeldingen geschaard.<br />

JAARVERSLAG 2005


Tabel 3.4.1<br />

Prestatie-indicatoren m.b.t. actieve inspectieprojecten arbeidsomstandigheden<br />

Prestatie-indicatoren actieve inspecties Streefwaarde in 2005 Realisatie in 2005<br />

arbeidsomstandigheden<br />

Doorlooptijd volledige handhavingstrajecten 75 % binnen 1 jaar afgesloten 90% binnen 1 jaar afgesloten<br />

(Percentage zaken dat na interventie en controle kan worden afgesloten)<br />

Extra handhavingpercentage t.o.v. de <strong>Arbo</strong>monitor 2003 1 10% boven <strong>Arbo</strong>monitor 2003 8% boven <strong>Arbo</strong>monitor 2003<br />

De beoogde 10% extra handhaving boven de uitkomst<br />

van de <strong>Arbo</strong>-monitor 2003 (de gemiddelde naleving van<br />

arbowetgeving in Nederland) is niet volledig gerealiseerd.<br />

Dit wordt veroorzaakt door een aantal z.g.<br />

sectoroverstijgende projecten, zoals het project Vakantiewerk,<br />

dat jaarlijks op verzoek van de Tweede Kamer<br />

wordt uitgevoerd en waarin relatief weinig overtredingen<br />

of misstanden worden aangetroffen, met als gevolg<br />

een lager dan gemiddelde inzet van handhavingsinstrumenten.<br />

In 2006 zal de indicator zodanig worden aangepast, dat<br />

uitsluitend binnen de sectorspecifi eke projecten wordt<br />

gemeten.<br />

Tabel 3.4.2<br />

Overzicht van in 2005 geheel afgesloten actieve arbozaken<br />

(inclusief zaken i.k.v. de Arbeidstijdenwet)<br />

Aantallen afgesloten actieve arbozaken<br />

Sector<br />

Industrie 3.931<br />

Bouw 5.715<br />

Commerciële Dienstverlening 6.274<br />

Publieke Dienstverlening (incl. land- en tuinbouw) 4.831<br />

Grootteklasse 2<br />

Kleinbedrijf 7.217<br />

Middenbedrijf 9.467<br />

Grootbedrijf 3.359<br />

Onbekend 708<br />

Totaal gerealiseerd in 2005 20.751<br />

Totaal gepland in 2005 19.604<br />

Inzet handhavinginstrumenten<br />

De Arbeidsinspectie richt zich zoveel mogelijk op<br />

branches en bedrijven waar op basis van risicoanalyse<br />

wordt verwacht dat zich daar de grootste veiligheidsen<br />

gezondheidsrisico’s voordoen. De inzet van handhavingsinstrumenten<br />

bij eerste interventies, geeft een<br />

goede indruk van de mate waarin misstanden (en dus<br />

- ernstige - overtredingen) zijn geconstateerd. In relatie<br />

met de inzet van handhavingsinstrumenten bij vervolginterventies,<br />

geven ze een indicatie van de effectiviteit van<br />

de inzet bij eerste interventies. De AI spreekt van een<br />

‘effectieve capaciteitsinzet’, als aan twee voorwaarden<br />

is voldaan: ten eerste moet de capaciteit dáár worden<br />

ingezet, waar veel overtredingen worden verwacht] (wat<br />

een indicatie is voor een laag nalevingsniveau). Op de<br />

tweede plaats moet de inzet ertoe hebben geleid, dat de<br />

betreffende overtredingen na het eerste inspectiebezoek<br />

zijn opgeheven. Er is dus sprake van succesvolle interventie-effectiviteit:<br />

als een hoog percentage aan overtredingen<br />

bij eerste interventies, wordt gevolgd door een<br />

laag percentage overtredingen bij vervolginterventies.<br />

In 2005 was het percentage waar bij eerste interventie<br />

overtredingen werden geconstateerd: 56 %. In 2004 was<br />

dit percentage nog 55 %. Het verschil is dus niet erg<br />

groot.<br />

Het percentage overtredingen dat nog in vervolginterventies<br />

(controle-inspecties) werd geconstateerd, is<br />

voor het tweede achtereenvolgende jaar gedaald: voor<br />

2005 was dit bij 4% van de controles het geval, in 2004<br />

bij 5 % van de controles (een daling van 20%). Deze<br />

cijfers zijn enigszins gefl atteerd, omdat m.i.v. 1 juli 2005<br />

het handhavingbeleid m.b.t. de Risico-inventarisatie en -<br />

evaluatie bij bedrijven met een personeelsbestand tot 25<br />

werknemers in bepaalde opzichten is versoepeld. Toch<br />

lijkt sprake van geleidelijke toename van de effectiviteit<br />

van de interventie-inzet.<br />

1 De <strong>Arbo</strong>monitor is een onderzoek naar arbeidsomstandigheden bij bedrijven die op basis van een z.g. a-selecte steekproef zijn geselecteerd. Het aantal tekortkomingen<br />

die daarbij wordt gemeten wordt als maat genomen voor de gemiddelde naleving.<br />

2 Kleinbedrijf is tot 50 werknemers, middenbedrijf tot 200 werknemers, grootbedrijf vanaf 200 werknemers<br />

JAARVERSLAG 2005 17


Top vijf van overtredingen in actieve arbo-inspecties naar mate van constateren in 2004 en 2005<br />

Rangorde 2005 % Rangorde 2004 %<br />

1. Ondoelmatige arbeidsmiddelen aanwezig 22% Inrichting arbeidsplaatsen voldoet niet 19%<br />

2. Inrichting arbeidsplaatsen voldoet niet 21% Geheel of deels niet in orde: Risico-inventarisatie en/of plan van aanpak k 17%<br />

3. Fysieke overbelasting 13% Ondoelmatige arbeidsmiddelen aanwezig 16%<br />

4. Risico’s m.b.t. gevaarlijke stoffen 9% Risico’s m.b.t. gevaarlijke stoffen 10%<br />

5. Geheel of deels niet in orde: Risicoinventarisatie<br />

en/of plan van aanpak<br />

7% Fysieke overbelasting 7%<br />

6. Overige overtredingen 29% Overige overtredingen 31%<br />

Totaal generaal 100% 100%<br />

18<br />

Toelichting bij fi guur 3.4.3<br />

In de tabel is te zien dat in 2005, 22% van alle geconstateerde overtredingen betrekking had op de aanwezigheid van<br />

ondoelmatige arbeidsmiddelen. Dit is een forse toename in vergelijking met 2004, toen het 16 % was. Op de vijfde plaats<br />

in 2005 staan de overtredingen met betrekking tot de (onvoldoende kwaliteit, of het ontbreken van de) Risico-inventarisatie<br />

en -evaluatie (RI&E) en het plan van aanpak (7%). Dit is een fl inke daling ten opzichte van 2004 (toen nog met 17%<br />

op een tweede plaats). Het gewijzigde handhavingsbeleid m.b.t. de RI&E speelt hierin een doorslaggevende rol.<br />

Het percentage van de overtredingen ten aanzien van het aspect ‘fysieke overbelasting’ is ten opzichte van 2004 bijna<br />

verdubbeld. De verklaring is dat fysieke (over)belasting in 2005 als een van de prioriteiten in veel van de uitgevoerde<br />

inspectieprojecten is opgenomen en dat er ook daadwerkelijk tegen geconstateerde overtredingen op dit aspect kon<br />

worden opgetreden.<br />

Figuur 3.4.4:<br />

Totaalinzet van handhavingsinstrumenten in actieve arbozaken in 2005<br />

Waarschuw ing;<br />

69%<br />

Eis; 8%<br />

Kennisgeving eis;<br />

4%<br />

Stillegging; 10%<br />

Boete; 4%<br />

PV; 1%<br />

Stillegging+boete/<br />

PV; 4%<br />

Toelichting op fi guur 3.4.4<br />

In de fi guur zijn de in 2005 ingezette handhavingsinstrumenten in actieve arbozaken procentueel weergegeven. Deze<br />

instrumenten hebben met name betrekking op de in 2005 geconstateerde top vijf van overtredingen (zie tabel 4.6). In de<br />

fi guur is te zien dat 69% van de ingezette instrumenten een z.g. waarschuwing was. Samen met de eis (8%) en de kennisgeving-eis<br />

(4%) behoort dit instrument tot de z.g. ‘lichte handhavingsinstrumenten’.<br />

De stillegging (van het werk), de bestuurlijke boete, het proces-verbaal en de stillegging in combinatie met een boete of<br />

proces-verbaal behoren tot de z.g. ‘zware handhavingsinstrumenten’.<br />

Duidelijk is te zien, dat de waarschuwing het grootste aandeel heeft. Bij het geven van een waarschuwing wordt de werkgever<br />

nog in de gelegenheid gesteld om, zonder dat de Arbeidsinspectie een sanctiemiddel inzet, binnen een (vastgelegde)<br />

redelijke periode aan de wettelijke verplichtingen te voldoen. Het bedrijf heeft dan, voorzover dat binnen de wettelijke<br />

grenzen valt, tevens de ruimte om voor (maatwerk)oplossingen te kiezen, zodanig dat deze binnen het bedrijfsbeleid, de<br />

beschikbare (technische) mogelijkheden en/of de beschikbare (fi nanciële) middelen passen.<br />

Bij het stellen van eisen, geeft de AI aan op welke wijze het bedrijf aan de wettelijke verplichting dient te voldoen. Aan stilleggingen<br />

zijn meestal ook eisen tot naleving van de wet verbonden.<br />

Betaling van een opgelegde bestuurlijke boete tenslotte, ontslaat bedrijven niet van de verplichting om aan de wettelijke<br />

verplichting(en) te voldoen.<br />

JAARVERSLAG 2005


3.5 Onderzoeken van arbeidsongevallen<br />

Het onderzoeken van ernstige arbeidsongevallen is, in<br />

het licht van het aanpakken van misstanden, een belangrijke<br />

activiteit van de Arbeidsinspectie. Alle dodelijke<br />

en ernstig- of blijvend letsel veroorzakende ongevallen<br />

die aan de AI worden gemeld, worden onderzocht. Op<br />

basis van bij de AI beschikbare gegevens m.b.t. ernstige<br />

ongevallen, wordt een evaluatieonderzoek gedaan. Hierin<br />

wordt ondermeer een beeld gegeven van de kenmerken<br />

van de werknemers die bij een arbeidsongeval<br />

betrokken zijn, van de bedrijven waarin die werknemers<br />

werkzaam zijn en van de oorzaken van de onderzochte<br />

ongevallen.<br />

In 2005 zijn de uitkomsten aan TNO-Arbeid ter beschikking<br />

gesteld. In opdracht van het Ministerie van Sociale<br />

Zaken en Werkgelegenheid gebruikt TNO ze voor de<br />

realisatie van een uitgebreide monitor van bedrijfsongevallen.<br />

Deze is nog niet beschikbaar. Wel is de Monitor<br />

Arbeidsongevallen in Nederland 2004 beschikbaar<br />

(www.TNO.nl)<br />

In 2005 zijn totaal 3.064 ongevallen bij de AI gemeld,<br />

2.044 daarvan waren meldingsplichtig 1 en zijn onderzocht.<br />

Bij de onderzoeken moest in 56% van de gevallen<br />

een zwaar handhavingsinstrument 2 worden ingezet. Dit<br />

verschilt niet veel van het percentage in 2004, toen bij<br />

58% van de onderzoeken een zwaar handhavinginstrument<br />

moest worden ingezet.<br />

Figuur 3.5.1<br />

Prestatie-indicatoren onderzoek van arbeidsongevallen<br />

Het streven in 2005 was om binnen 3 maanden na<br />

een ongevalsmelding, het ongevalsonderzoek (excl. de<br />

interventie) te hebben afgesloten. Dat is bij 46% van<br />

de onderzoeken gerealiseerd. Hoewel dit weer een<br />

verbetering is ten opzichte van de voorgaande jaren, is<br />

de uitkomst nog niet op het gewenste niveau. In 2006<br />

wordt, i.v.m. de invoering van een nieuwe controlestrategie,<br />

een duidelijke verbetering verwacht.<br />

Prestatie Indicator<br />

Afhandelingsduur van de 1e fase<br />

Streefwaarde in 2005 Realisatie in 2005<br />

(vanaf de start van het onderzoek tot aan de interventie) 75 % binnen 3 maanden 46% binnen 3 maanden<br />

(voor 2003 en 2004 was dit<br />

respectievelijk 38 en 42%)<br />

Afhandelingsduur van het totale onderzoek- en handhavingstraject 75 % binnen 1 jaar 86% binnen 1 jaar<br />

(van de start van het onderzoek t/m de controle op de naleving (voor 2003 en 2004 was dit<br />

na opgelegde eisen en boetes) respectievelijk 80 en 83%)<br />

1 Meldingsplichtig zijn: alle dodelijke en ernstig- of blijvend letsel veroorzakende ongevallen.<br />

2 De stillegging, de bestuurlijke boete, het proces-verbaal en de stillegging in combinatie met een boete of proces-verbaal, worden tot de z.g. ‘zware handhavingsinstrumenten’<br />

gerekend.<br />

JAARVERSLAG 2005 19


3.6 Onderzoeken van klachten van werknemers<br />

Ook de onderzoeken naar aanleiding van klachten over<br />

arbeidsomstandigheden van werknemers, werknemers(fa<br />

milie)relaties, vakbonden of, rechtshulpverleners, zijn een<br />

belangrijke activiteit van de Arbeidsinspectie in het kader<br />

van het signaleren en aanpakken van eventuele misstanden.<br />

Figuur 3.6.1<br />

Overzicht indicatoren klachten<br />

Prestatie Indicator Streefwaarde in 2005 Realisatie in 2005<br />

Percentage van gegronde of ten dele gegronde klachten 92 % interventies bij (ten dele) 91 % interventies bij (ten dele) gegronde<br />

waarbij een handhavingsinstrument is toegepast gegronde klachten klachten<br />

(aantal al of niet ten dele gegronde klachten = 100%) (voor 2003 en 2004 was dit 90%)<br />

Afhandelingsduur van de 1e fase (van de start van het 70 % binnen 6 weken 66 % binnen 6 weken<br />

onderzoek tot aan de interventie) (voor 2003 en 2004 was dit 64%)<br />

Afhandelingsduur van het totale onderzoek- en 85 % binnen 1 jaar 87 % binnen 1 jaar<br />

handhavingtraject (onderzoek t/m controle op de (voor 2003 en 2004 was dit respectievelijk<br />

naleving na opgelegde eisen en boetes) 80 en 83%)<br />

3.7 Bestuurlijke Boetes<br />

20<br />

Toelichting bij fi guur 3.6.1<br />

De scores op de indicatoren voor de afhandeling van klachten liggen dichtbij of net voorbij de streefwaarden. De<br />

streefwaarde voor de afhandelingsduur van de 1e fase wordt daarom, in relatie tot de vooruitgang die de laatste jaren is<br />

geboekt, voor 2006 op 80% gesteld.<br />

De bestuurlijke boete is nu zes jaar als instrument<br />

voor de handhaving van de Arbeidsomstandighedenwet<br />

beschikbaar. Inmiddels is uit onderzoek gebleken dat de<br />

bestuurlijke boete een uiterst effectief handhavinginstrument<br />

is, waarmee tevens het gezag van de Arbeidsinspectie<br />

is versterkt.<br />

Het aanzeggen van bestuurlijke boetes door inspecteurs,<br />

is binnen de AI functioneel gescheiden van het opleggen<br />

daarvan. Dit geschiedt door de afdeling Bestuurlijke<br />

Boete, die dat doet op basis van door de inspecteurs<br />

opgemaakte boeterapporten.<br />

Bij overtredingen van de <strong>Arbo</strong>-wet, worden voornamelijk<br />

boetes aan werkgevers opgelegd. Echter ook aan<br />

werknemers, die zich niet aan de voor hen geldende<br />

wettelijke verplichtingen houden, kunnen boetes worden<br />

opgelegd. In 2005 waren dit er 154.<br />

Boetes i.k.v. de Arbeidsomstandighedenwet<br />

In 2005 zijn door de inspecteurs 2433 boeterapporten<br />

in het kader van de <strong>Arbo</strong>-wet opgemaakt. Op enkele<br />

uitzonderingen na, zijn de boeterapporten binnen de<br />

gestelde termijn (13 weken) verwerkt.<br />

Naar aanleiding van inspecties, zijn sinds invoering van<br />

de bestuurlijke boete circa 8.180 boeterapporten opgemaakt.<br />

In verband met onderzoeken van arbeidsongevallen<br />

waren dat er circa 6530 en op grond van klachten<br />

over arbeidsomstandigheden ruim 1700. Het aantal<br />

boeterapporten dat onder categorie ‘overig reactief’<br />

wordt geschaard, bedroeg ruim 350.<br />

In 2005 is i.v.m. overtreding van de <strong>Arbo</strong>wet voor €<br />

6.972.277,- aan bestuurlijke boetes opgelegd, waarvan<br />

voor € 17.402,- aan 154 werknemers.<br />

Bezwaren op boetebeschikkingen<br />

In 2005 zijn door de afdeling Juridische Zaken van de<br />

Arbeidsinspectie, 398 z.g. beslissingen op bezwaar in<br />

behandeling genomen, waarvan 264 ongegrond zijn<br />

verklaard. Daarnaast zijn 72 (18%) bezwaren gegrond<br />

verklaard, 24 van de bezwaren bleken niet-ontvankelijk<br />

en 38 bezwaren gedeeltelijk gegrond. Van deze laatste<br />

categorie bleef de primaire beschikking overeind, maar<br />

werd het boetebedrag verlaagd.<br />

JAARVERSLAG 2005


3.8 Werk- en rusttijden<br />

In 2005 is binnen een beperkt aantal inspectieprojecten<br />

actief aandacht besteed aan de risico’s van te lange<br />

werktijden en/of een te korte rusttijden. Daarbij is in<br />

2005 de mogelijkheid voor het opleggen van bestuurlijke<br />

boetes bij overtredingen op de Arbeidstijdenwet aan het<br />

instrumentarium van de Arbeidsinspectie toegevoegd.<br />

Omdat de beleidsregel, benodigd voor het opleggen<br />

van bestuurlijke boete in de vervoerssector, later dan<br />

gepland ter beschikking kwam, kon het project Arbeidstijdenbesluit<br />

vervoer (ATB) pas in de tweede helft van<br />

2005 van start gaan. Desondanks is de meeste capaciteit<br />

ingezet voor de handhaving van het ATB (dit geschiedde<br />

mede op basis van Europese verplichtingen).<br />

Er werden in 1098 gevallen lichte handhavingsinstrumenten<br />

(waarschuwingen en eisen) ingezet en in 390<br />

gevallen zwaardere instrumenten: processen-verbaal en<br />

bestuurlijke boetes. Dit is een lichte stijging ten opzichte<br />

van 2004 en 2003.<br />

Vanwege het later dan gepland beschikbaar komen van<br />

voornoemde beleidsregel, is het totale aantal gerealiseerde<br />

trajecten lager uitgevallen dan gepland.<br />

Boetes i.k.v. de Arbeidstijdenwet<br />

Op grond van de Arbeidstijdenwet zijn in 2005 78 boeterapporten<br />

ontvangen, waarvan er 32 nog in het zelfde<br />

jaar zijn afgehandeld. In het kader van het Arbeidstijdenbesluit<br />

vervoer zijn 47 boeterapporten opgemaakt. Ook<br />

tegen werkgevers en ouders, die kinderen in strijd met<br />

de wet lieten werken, zijn boeterapporten opgemaakt. In<br />

het totaal is in 2005 voor € 31.525,- aan boetes opgelegd.<br />

3.9 Kinder- en jeugdarbeid<br />

Sinds 1997 zijn jaarlijks inspectieprojecten uitgevoerd<br />

die vakantiewerk door kinderen en jeugdigen tot onderwerp<br />

hadden. De aanleiding was (en is) de specifi eke<br />

problematiek die zich voordoet bij kinderarbeid (13-,<br />

14- en 15 jaar) en jeugdarbeid (16- en 17 jaar). Deze<br />

leeftijdsgroepen zijn vooral in de vakantieperiode actief<br />

op de arbeidsmarkt, maar ook steeds meer met bijbaantjes<br />

buiten de vakantieperiodes.<br />

Jeugdige werknemers lopen vanwege onervarenheid,<br />

speelsheid, naïviteit, fysieke beperkingen, etc., aanzienlijk<br />

meer risico op het werk dan volwassenen. Om die<br />

reden is voor deze groep extra aandacht van werkgevers<br />

nodig, die echter niet altijd wordt gegeven. Daarom<br />

wordt jaarlijks, en in steeds andere sectoren, op over-<br />

treding door werkgevers en hun vakantiekrachten van<br />

de Arbeidstijden- en de <strong>Arbo</strong>wet geïnspecteerd. In 2005<br />

waren, omdat ook daar veel vakantiewerk plaatsvindt, de<br />

horeca-, de detailhandel- en de recreatiesector onderwerp<br />

van inspectie.<br />

Een kwart van de activiteiten die kinderen verrichten is<br />

niet toegestane arbeid<br />

Uit vorige projecten is gebleken dat tijdens de vakantieperiode<br />

37% van het totale aantal (voornamelijk jeugdige) werknemers<br />

in de recreatiesector een vakantiekracht was. In de horeca en de<br />

detailhandel was ongeveer een derde (32%), respectievelijk een<br />

kwart (22%) van het totale aantal werknemers vakantiekracht.<br />

De eerste resultaten uit het inspectieproject in 2005 geven aan<br />

dat het grootste aandeel (een kwart) van de geconstateerde<br />

overtredingen te maken heeft met de Nadere Regeling Kinderarbeid,<br />

d.w.z. dat kinderen werkzaamheden verrichtten die niet<br />

zijn toegestaan. Daarnaast bleek bij veel bedrijven (ruim 25%)<br />

dat de registratie van arbeids- en rusttijden niet in orde was.<br />

Verder werden regelmatig overtredingen geconstateerd m.b.t.<br />

het werken op zondag (8%), onvoldoende rust krijgen (6%), of<br />

te veel arbeidsuren maken (10%). Ook was bij ca. 6% van de<br />

bedrijven onvoldoende aandacht voor de veiligheid van de jonge<br />

werknemer. Daarbij ging het vooral om het werken met gevaarlijke<br />

stoffen.<br />

Overtredingen ten aanzien van fysieke overbelasting zijn nauwelijks<br />

geconstateerd.<br />

JAARVERSLAG 2005 21


3.10 <strong>Arbo</strong>bevindingen in afzonderlijke sectoren<br />

3.10.1 Industrie<br />

De sector industrie is een belangrijke economische<br />

sector binnen de Nederlandse economie. De maak- en<br />

procesindustrie is niet alleen goed voor ruim 15% van<br />

het nationale inkomen, maar zorgt ook voor een grote<br />

activiteit in de industrieverwante- en in de in belangrijke<br />

mate hiervan afhankelijke dienstverlening. Bovendien is<br />

het aandeel in de Nederlandse export groot, vanwege<br />

de aanwezigheid van enkele industriële ‘global players’<br />

en een groot aantal middelgrote tot kleine bedrijven, die<br />

met moderne, innovatieve technologieën en producten<br />

op de internationale markt concurreren.<br />

De AI-bedrijfstakdirectie ‘Industrie’ houdt hier het<br />

toezicht op een 25-tal industriële sectoren. De omvangrijkste<br />

sectoren zijn de metaal-, elektrotechnische-,<br />

transportmiddelen- en de voeding- en genotmiddelenindustrie.<br />

Daarnaast zijn er de aardolie-, chemische-,<br />

kunststof- en rubberindustrie, de bouwproducten en<br />

grondstoffenwinning, de nutsbedrijven en een aantal z.g.<br />

‘diverse categorieën’ zoals de grafi media, de papier- en<br />

de textiel- en leerindustrie. Daarnaast vallen er ook een<br />

aantal bijzondere risico’s onder zoals de toepassing van<br />

stralingsbronnen (Kernenergiewet), het professioneel<br />

omgaan met Vuurwerk (Vuurwerkbesluit) en de bedrijven<br />

met Ammoniakkoelinstallaties.<br />

Bij het toezicht in de industrie valt op dat er enige<br />

afname is van activiteit door verplaatsing van de productie<br />

naar het buitenland. De krimp betreft vooral<br />

de kledingsector, de chemie- en in mindere mate de<br />

metaalsector.<br />

Daarnaast is er de ontwikkeling van uitbesteding van<br />

onderdelen van productie aan gespecialiseerde bedrijven.<br />

In gevallen van uitbesteding aan derden is bij dit soort<br />

bedrijven in mindere mate sprake van een eigen personeelsbestand.<br />

Veelal bestaat dit bestand dan uitsluitend<br />

nog uit het management, een fi nanciële afdeling en<br />

enkele voorlieden. Dit verschijnsel doet zich o.a. voor in<br />

de metaalsector en bij onderhoudstops in de procesindustrie.<br />

De top-5 van arborisico’s binnen de industriële sector<br />

zijn: fysieke overbelasting, te hoge werkdruk, onjuist<br />

gebruik en opslag van explosieve- en brandbare stoffen,<br />

schadelijk geluid en knel- plet- en snijgevaar.<br />

22<br />

Dynamiserende effecten<br />

Bij de inspecties in de Industrie is in 2005 ingezet op<br />

het bewerkstelligen van z.g. ‘dynamiserende effecten’,<br />

d.w.z. dat de effecten van de inspecties uitstralen naar<br />

niet-geïnspecteerde bedrijven binnen een branche, met<br />

het oogmerk om ook hen te stimuleren om adequate<br />

maatregelen ter verbetering van de arbeidsomstandigheden<br />

te nemen. Deze doelstelling is gerealiseerd voor<br />

de kunststof- en rubberindustrie, bedrijven met ammoniakkoelinstallaties,<br />

de metaal en voeding- en genotmiddelen<br />

industrie, de confectie- en de zuivelindustrie en<br />

voor het terugdringen/beheersen van stralingsrisico’s<br />

bij dierenartsen en orthodontisten. Er is niet uitsluitend<br />

geïnspecteerd; de inspectieresultaten zijn met de branche<br />

doorgesproken en de branche heeft vervolgens op<br />

basis van de inspectieresultaten acties ondernomen die<br />

een positief uitstralingseffect sorteren voor de gehele<br />

branche.<br />

Arbeidsomstandigheden in de kunststof- en rubberindustrie<br />

verbeterd<br />

Medio februari 2005 werd verslag gedaan van een inspectieproject<br />

dat van mei t/m september 2004 werd uitgevoerd in de<br />

kunststof- en rubberindustrie. Hierbij stonden de onderwerpen<br />

opslag van gevaarlijke stoffen in emballage en arbeidstijden van<br />

het onderhoudspersoneel in eigen dienst centraal.<br />

In eerdere projecten was het beeld ontstaan dat het matig<br />

gesteld was met de arbeidsomstandigheden in deze branches.<br />

Op basis van de inspectieresultaten kon worden geconcludeerd,<br />

dat dit beeld - weliswaar nog voorzichtig - in positieve zin kan<br />

worden bijgesteld<br />

Bedrijven onderschatten de gevaren van ammoniak, branches<br />

gaan werken aan bewustwording<br />

Bedrijven die koelinstallaties met ammoniak gebruiken, zijn zich<br />

vaak onvoldoende bewust van de veiligheidsrisico’s. Negen van<br />

de tien bedrijven hebben de veiligheid niet goed geregeld. Dat<br />

constateerde de Arbeidsinspectie begin juni 2005, na inspecties<br />

bij vijftig bedrijven met dit soort installaties.<br />

Vaak zijn de installaties zelf wel in orde. Het schort met name<br />

aan organisatorische maatregelen, die het veilig werken met een<br />

ammoniakkoelinstallatie moeten borgen.<br />

JAARVERSLAG 2005


JAARVERSLAG 2005 23


Resultaten uitgevoerde inspectieprojecten<br />

De onderwerpkeuze voor inspecties in de Industrie<br />

wordt via risicoanalyse bepaald. De risicoanalyse geeft<br />

aan wat de belangrijkste knelpunten in deze sector zijn.<br />

Het betreft vaak machine- en transport(on)veiligheid,<br />

onjuist gebruik en opslag van gevaarlijke stoffen, de<br />

aanwezigheid van schadelijke geluidsbelasting en vormen<br />

van fysieke overbelasting<br />

Gedurende 2005 werden ca. 3200 projectmatige inspecties<br />

uitgevoerd. Bij 63 % van de inspecties zijn overtredingen<br />

geconstateerd waarbij een handhavinginstrument<br />

moest worden ingezet.<br />

Confectie-industrie houdt zich redelijk aan de bepalingen<br />

van de <strong>Arbo</strong>-wet<br />

Het algemene beeld uit het inspectieprojectverslag ten aanzien<br />

van de confectie-industrie, is dat de nalevingbereidheid in de<br />

branche redelijk tot goed is. Dit verslag verscheen in september<br />

2005. Het betrof 134 bedrijven die in de periode 1 december<br />

2004 tot 1 april 2005 in de confectie-industrie zijn geïnspecteerd.<br />

In 40% van het totale aantal geïnspecteerde bedrijven zijn één of<br />

meer overtredingen geconstateerd. Het percentage overtreders<br />

ligt hiermee onder het gemiddelde dat door de Arbeidsinspectie<br />

in z’n totaliteit wordt geregistreerd (51%).<br />

Dierenartsen zijn zich nog onvoldoende bewust van<br />

stralingsrisico’s<br />

Dierenartsen gebruiken röntgenapparatuur ten behoeve van de<br />

diagnostiek. Daarom moeten dierenartsen aan bepalingen uit<br />

de Kernenergiewet en aanverwante regelgeving voldoen. Begin<br />

oktober is verslag gedaan van de resultaten van een inspectieproject<br />

dat van juni 2004 t/m februari 2005 in dierenartspraktijken<br />

is uitgevoerd. De Arbeidsinspectie constateerde dat het<br />

percentage overtreders ten opzichte van eerdere inspecties is<br />

gedaald. Echter, uit de inspecties komt óók het beeld naar voren<br />

dat we hier te maken hebben met een beroepsgroep, die veelal<br />

pas in actie komt als inspecties worden aangekondigd.<br />

3.10.2 Commerciële Dienstverlening<br />

Algemeen beeld<br />

De sector commerciële dienstverlening kent een grote<br />

diversiteit aan branches, die sterk uiteenlopen. Hiertoe<br />

behoren o.a.: de vervoerssector, garages, horeca, schoonmaakbedrijven,<br />

detailhandel, uitzendbureaus, beveiliging,<br />

ICT-sector en een grote verscheidenheid aan kantoren.<br />

Iedere branche heeft natuurlijk zijn eigen kenmerken en<br />

specifi eke arbo-knelpunten. Kenmerkend voor een aan-<br />

24<br />

tal van deze branches is dat veel van de werkzaamheden<br />

niet op een vaste werkplek worden uitgevoerd, maar<br />

juist op locatie of bij andere bedrijven (bij voorbeeld<br />

beveiliging, schoonmaak, vervoer, catering). Veel voorkomende<br />

arborisico’s zijn fysieke belasting en agressie en<br />

geweld, mede als gevolg van de vele klantcontacten in<br />

deze sectoren.<br />

De AI inspecteert uiterst selectief in deze branches; er<br />

moet sprake zijn van vermoeden van ernstige arborisico’s.<br />

In tal van sectoren komt de Arbeidsinspectie<br />

uitsluitend om reactieve redenen, dat wil zeggen: voor<br />

het onderzoeken van meldingen van klachten of ernstige<br />

ongevallen. Daar waar actieve inspectieprojecten<br />

worden uitgevoerd, vindt vooraf en na afl oop intensief<br />

overleg plaats met de branchepartijen. Naar aanleiding<br />

van uitgevoerde inspectieprojecten wordt altijd een<br />

inspectieverslag opgemaakt, waarin een beeld wordt<br />

gegeven van het nalevingsniveau in de branche. Hiermee<br />

wordt bereikt dat het niet blijft bij het opheffen van<br />

tekortkomingen bij de geïnspecteerde bedrijven, maar<br />

dat ook door de branche knelpunten worden opgepakt,<br />

waarbij uitstraling plaatsvindt naar de niet-geïnspecteerde<br />

bedrijven. In dit verband kunnen de volgende<br />

voorbeelden worden genoemd:<br />

• met de Vaco (banden- en wielen brancheorganisatie)<br />

is overlegd over de eenduidige normstelling van de<br />

eisen die aan de zogenaamde bandenkooi moeten<br />

worden gesteld;<br />

• de DTSA/KNV (brancheorganisatie voor het vervoer<br />

van gevaarlijke stoffen) gaat aan de slag met een branchebeoordeling<br />

van de blootstelling aan gevaarlijke<br />

stoffen tijdens het laden en lossen van chemicaliën in<br />

en uit tankauto’s en het tegengaan van valgevaar (zie<br />

ook het kader hieronder);<br />

• bedrijven die zich op de luchthavens met bagageafhandeling<br />

bezig houden, gaan aan de slag met de beheersing<br />

van (over)gewichten van bagage en de inzet van<br />

z.g. tilhulpen (zie ook het kader hieronder);<br />

• met de horecabranche wordt samengewerkt aan de<br />

totstandkoming van de zogenaamde ‘horecawijzer’,<br />

waarin alle voor de horeca relevante wet- en regelgeving<br />

wordt vastgelegd. De Arbeidsinspectie levert de<br />

bijdragen voor het onderwerp arbeidsomstandigheden;<br />

• rondom het gebruik van heftrucks is naar aanleiding<br />

van gerichte inspecties en de daarbij gesignaleerde<br />

problematiek, een specifi eke brochure ontwikkeld, die<br />

nader ingaat op het veilig werken met heftrucks. Hieraan<br />

is o.a. via een congres veel publiciteit gegeven (zie<br />

ook het kader hieronder).<br />

JAARVERSLAG 2005


Resultaten van in 2005 uitgevoerde inspectieprojecten<br />

Gedurende 2005 werden in 15 projecten ca. 4500<br />

inspecties in de sector commerciële dienstverlening<br />

uitgevoerd. In 43 % van de gevallen zijn daarbij overtredingen<br />

geconstateerd waar een handhavingsinstrument<br />

bij moest worden ingezet.<br />

Hieronder volgen korte toelichtingen met betrekking tot<br />

enkele bijzondere projecten:<br />

Bij het transport van vloeibare chemicaliën nog veel<br />

risico’s voor chauffeurs<br />

Inademing van- of in aanraking komen met gevaarlijke stoffen en<br />

het gevaar van de tankauto te vallen, zijn risico’s waar chauffeurs<br />

van tankwagens regelmatig aan bloot staan. Vooral het risico van<br />

blootstelling aan gevaarlijke stoffen, vormt een reële bedreiging<br />

voor de gezondheid van chauffeurs. Dit risico werd nog nauwelijks<br />

door de branche onderkend. Een en ander bleek uit een<br />

inspectieproject dat de Arbeidsinspectie, in samenwerking met<br />

de Inspectiedienst Verkeer en Waterstaat (IVW), in 2005 heeft<br />

uitgevoerd. Bij bijna alle geïnspecteerde bedrijven werd vastgesteld,<br />

dat zij géén beoordeling van de aanwezige risico’s van<br />

blootstelling aan gevaarlijke stoffen hadden uitgevoerd. Dit betekende<br />

dat niet bekend was of-, in welke mate, en hoe vaak, chauffeurs<br />

in aanraking kwamen met voor de gezondheid schadelijke<br />

stoffen. Inmiddels zijn met de branche gesprekken gevoerd. De<br />

branche heeft hierbij aangeven dat zij een collectief plan van<br />

aanpak gaat realiseren, waarmee de blootstelling aan gevaarlijke<br />

stoffen op brancheniveau kan worden vastgesteld en bestreden.<br />

Fysieke overbelasting en knelgevaar bij grondafhandeling<br />

passagiersvliegtuigen<br />

In de periode juli 2004 tot juli 2005 heeft het project ‘Grondafhandeling<br />

passagiersvliegtuigen’ plaatsgevonden. Het project richtte<br />

zich op de problematiek rond fysieke overbelasting, veiligheid en<br />

geluidsbelasting bij de (grond)afhandeling van bagage in en uit vliegtuigen.<br />

Alle 8 grondafhandelende bedrijven op de luchthavens Schiphol,<br />

Rotterdam en Eindhoven zijn daarbij geïnspecteerd. De aanleiding<br />

voor het project was de vaststelling dat op werkplekken, waar<br />

handmatig bagage wordt getild, forse overschrijding van de (internationaal<br />

erkende) gezondheidsrichtlijnen voor fysieke belasting<br />

plaatsvindt. Ook waren in anderhalf jaar tijd vier dodelijke ongevallen<br />

bij dit soort activiteiten op de Luchthavens te betreuren.<br />

Met de ondernemingen is overeengekomen dat uiterlijk in januari<br />

2008 tilhulpmiddelen voor alle transportbanden in de bagageterminals<br />

worden ingezet en dat uiterlijk januari 2009 over moet zijn<br />

gegaan tot de aanschaf en ingebruikname van z.g. rampsnakes. 1<br />

De sector is inmiddels actief aan de slag gegaan met het normeren<br />

(maximeren) van bagage-eenheden.<br />

1 Rampsnakes zijn bagagetransportsystemen die tot ver in het laadruim van het vliegtuig reiken.<br />

(Inspectie)campagneproject: Terugdringen ongevallen<br />

met heftrucks<br />

Jaarlijks gebeuren veel ongevallen met heftrucks. Vaak is sprake<br />

van ernstig letsel of overlijden. Dit blijkt ondermeer uit de vele<br />

ongevalsmeldingen die bij de Arbeidsinspectie binnenkomen:<br />

circa 200 ongevallen per jaar, waarvan in de afgelopen 7 jaar 36<br />

ongevallen met dodelijke afl oop! Deze ongevallen worden o.a.<br />

veroorzaakt door slecht onderhoud van heftrucks, het ontbreken<br />

van veiligheidsgordels, onverantwoordelijk rijgedrag van de<br />

chauffeurs en het gebrek aan adequaat toezicht hierop. Om deze<br />

risico’s terug te dringen is de AI met een (inspectie)campagne<br />

gestart. In het najaar van 2004 hebben werkgevers de brochure<br />

‘Heftrucks. Hoe voorkom ik ongevallen en schade’ ontvangen<br />

en in 2005 de brochure: Heftrucks, resultaten van een inspectieproject.<br />

De laatstgenoemde brochure was het resultaat van<br />

het in 2004-2005 uitgevoerde inspectieproject ‘Heftrucks’ en is<br />

breed aan de betreffende bedrijven verspreid en op het Internet<br />

gepubliceerd.<br />

De resultaten zijn met de betreffende brancheorganisaties<br />

besproken. Zij pakken het onderwerp verder op.<br />

JAARVERSLAG 2005 25


26<br />

JAARVERSLAG 2005


3.10.3 Publieke dienstverlening<br />

Algemeen beeld<br />

Tot de sector publieke dienstverlening behoren onder<br />

andere het openbaar bestuur, defensie en de politie,<br />

maar ook grote branches als de gezondheidszorg en<br />

onderwijs, cultuur, recreatie en sport. Bij veel van deze<br />

sectoren komen de arborisico’s psychische belasting en<br />

soms ook fysieke belasting voor. Bij psychische belasting<br />

gaat het niet alleen om werkdruk, maar vanwege de vele<br />

klant-, patiënt- en leerlingcontacten, ook om thema’s als<br />

agressie en geweld en seksuele intimidatie.<br />

Met name in de zorgsector speelt het vraagstuk van de<br />

fysieke overbelasting en komen veel aandoeningen in het<br />

z.g. bewegingsapparaat voor.<br />

Binnen de verschillende sectoren is in de afgelopen jaren<br />

duidelijk in de verbetering van de arbeidsomstandigheden<br />

geïnvesteerd. Er zijn in deze sector tal van arboconvenanten<br />

afgesloten, waarbij voor uiteenlopende<br />

problemen instrumenten zijn ontwikkeld, die binnen de<br />

branches zelf kunnen worden toegepast en een oplossing<br />

kunnen brengen voor de branchespecifi eke problematiek.<br />

Daarnaast heeft de Arbeidsinspectie in diverse sectoren<br />

actieve inspectieprojecten uitgevoerd. Via verschillende<br />

ingangen wordt zo aan het verhogen van het nalevingsniveau<br />

in de onderscheiden branches gewerkt.<br />

Wel moet uit de ervaringen in diverse inspectieprojecten<br />

nog worden vastgesteld, dat afspraken en inspanningen<br />

nog onvoldoende op de werkplekken landen.<br />

Via handhaving, maar ook met andere instrumenten,<br />

die door de branches zelf wordt ingezet, wordt hieraan<br />

gewerkt. Het tempo en de mate waarin dit lukt, verschilt<br />

binnen deze sector overigens per branche.<br />

Algemene resultaten van uitgevoerde inspectieprojecten:<br />

Gedurende 2005 zijn binnen de sector publieke dienstverlening<br />

circa 3900 projectmatige inspecties uitgevoerd.<br />

Bij 59 % van deze inspecties is, in verband met het constateren<br />

van overtredingen, een formeel handhavingsinstrument<br />

toegepast.<br />

Resultaten inspectieproject in de geestelijke gezondheidszorg<br />

nog niet bemoedigend<br />

Zowel op het terrein van agressie & geweld, als op dat van fysieke<br />

(over)belasting, was in deze sector nog onvoldoende aandacht<br />

voor toepassing van de hiervoor ontwikkelde instrumentatie<br />

en (hulp)middelen. Dit geldt met name voor toepassing op de<br />

werkvloer. De sector heeft zich inmiddels wel gecommitteerd<br />

om meer te gaan doen om de ontwikkelde instrumentatie voor<br />

het terugdringen van fysieke en psychische overbelasting op de<br />

werkvloer te gaan toepassen. Van 2001 tot medio 2004 was het<br />

<strong>Arbo</strong>-convenant geestelijke gezondheidszorg (GGZ) van kracht.<br />

De speerpunten waren: psychische belasting, fysieke belasting,<br />

agressie en geweld en verzuim en reïntegratie. Uitkomst van het<br />

inspectieproject was dat bij een op de vier van de instellingen is<br />

geconstateerd dat men nog structureel tekortschoot. Het beleid<br />

is er vaak wel op papier, maar de daarbij behorende maatregelen<br />

zijn niet of onvolledig ingevoerd en vaak nog niet tot op de<br />

werkvloer doorgedrongen, met alle consequenties van dien.<br />

De gehandicaptenzorg vordert gestadig met het in uitvoering<br />

brengen van beleid ten aanzien van bescherming<br />

tegen agressie & geweld .<br />

Van begin 2001 tot medio 2004 was in deze sector het arbo-convenant<br />

gehandicaptenzorg van toepassing. Speerpunten waren:<br />

de aanpak van fysieke (over)belasting, psychische (over)belasting,<br />

agressie & geweld en belasting door gezondheidsschadelijke<br />

allergene stoffen. Ten aanzien van het inventariseren en aanpakken<br />

van fysieke (over)belasting en het toepassen en inzetten van<br />

geëigende (hulp)middelen, liep de branche nog behoorlijk achter.<br />

Bij 60% van de instellingen was de aanpak hiervan onvoldoende.<br />

Er is o.a. geconstateerd dat veelal nog onvoldoende van - overigens<br />

wel beschikbare - hulpmiddelen gebruik werd gemaakt.<br />

Er is echter wel breed draagvlak om inmiddels ontwikkelde<br />

instrumentatie en (hulp)middelen te gaan inzetten.<br />

Het toezicht op het werken met gevaarlijke machines<br />

in de sociale werkvoorziening schiet tekort<br />

Begin 2005 verscheen het eindverslag van het inspectieproject in<br />

de sociale werkvoorziening. De bevindingen van dit project zijn<br />

zorgwekkend. Bij een groot aantal sociale werkplaatsen (86 %) zijn<br />

overtredingen geconstateerd. Bij ongeveer de helft van alle bezochte<br />

werkplaatsen was onvoldoende toezicht geregeld op het werken<br />

met gevaarlijke machines. Vanwege de hoge risico’s die hieruit voortvloeien,<br />

is in bijna 20% van de gevallen het werk stilgelegd.<br />

De brancheorganisatie en de bedrijven vatten de resultaten serieus<br />

op en hebben maatregelen aangekondigd. De staatssecretaris heeft,<br />

naar aanleiding van vragen in de Tweede Kamer, nieuwe inspecties<br />

aangekondigd. Deze starten begin 2006. Hieruit zal moeten blijken<br />

of er structureel verbetering in de situatie is gekomen.<br />

JAARVERSLAG 2005 27


3.10.4 De Bouwsector<br />

Algemeen beeld<br />

Werken in de bouw is vaak fysiek zwaar, ongezond door<br />

toepassing van gevaarlijke stoffen en in veel gevallen<br />

gevaarlijk. Door de specifi ek in de bouwwereld voorkomende<br />

omstandigheden, gebeurt er een groot aantal<br />

ernstige ongevallen (het ongevalscijfer is circa 3.6 keer<br />

zo hoog als het gemiddelde ongevalscijfer in de industriesector).<br />

Met name in kleine bedrijven zijn de risico’s<br />

op ongevallen groot.<br />

De complexe situatie die het gevolg is van het gelijktijdig<br />

samenwerken van verschillende werkgevers (aannemers<br />

en onderaannemers) op dezelfde bouwplaats; de<br />

invloed van het bouwontwerp (nog te vaak wordt door<br />

ontwerpers geen rekening gehouden met veiligheidsaspecten)<br />

en het mobiele en dynamische karakter van<br />

bouwplaatsen, zijn belangrijke factoren voor de mate van<br />

(on)veiligheid op bouwplaatsen.<br />

In de bouwwereld is - juist vanwege deze kenmerken -<br />

niettemin veel aandacht voor de veiligheid en in toenemende<br />

mate ook voor de gezondheid van werknemers.<br />

Er wordt veel tijd en geld gestoken in normontwikkeling<br />

en voorlichting. Er zijn een aantal toonaangevende instituten<br />

die werkgevers en<br />

werknemers in hun veiligheidsbeleid ondersteunen (o.a.<br />

de Stichting <strong>Arbo</strong>uw, Aboma-Keboma en TNO-Arbeid).<br />

Ook de vakorganisaties zijn actief bezig met de (verbetering<br />

van de) arbeidsomstandigheden in de bouw.<br />

Toch werken de ontwikkeling van branchenormering<br />

en het geven van voorlichting nog onvoldoende door<br />

naar de werkvloer. Er valt nog veel te verbeteren in de<br />

bouwsector en de Arbeidsinspectie moet nog voortdurend<br />

(hard) ingrijpen bij de aanpak van vaak aanzienlijke<br />

risico’s. Een van de oorzaken is een achterblijvende<br />

technologie. De bouwsector is vaak geneigd om voor<br />

‘klassieke’ oplossingen te kiezen. Ook het feit dat er,<br />

naast een aantal grote ondernemingen, nog veel kleine<br />

(en wisselende) bedrijfjes in de bouw opereren, is debet<br />

aan de hiervoor geschetste situatie. Bovendien wordt<br />

veel in z.g. onderaanneming gewerkt, waarbij zowel<br />

de werkgever als werknemers afhankelijk zijn van de<br />

veiligheidsmaatregelen die door de opdrachtgever en de<br />

hoofdaannemer worden genomen.<br />

Ook het vaak nonchalante gedrag van de werknemers in<br />

de bouw, is nog problematisch. Bouwvakkers nemen vrijwel<br />

dagelijks onverantwoorde risico’s, terwijl adequaat<br />

toezicht door of namens de werkgever lastig te organiseren<br />

is, bijvoorbeeld omdat steeds op andere locaties<br />

en onder andere omstandigheden wordt gewerkt. Het<br />

antwoord vanuit de AI op deze problematiek, is het<br />

28<br />

aangaan van intensieve branchecontacten om generieke<br />

oplossingen, zoals adequaat toezicht, gebruikmaking van<br />

nieuwe technologieën, grondstoffen, e.d. te stimuleren.<br />

Bij inspecties wordt tegenwoordig meer nadruk gelegd<br />

op gezondheidsaspecten, zoals fysieke overbelasting,<br />

blootstelling aan gevaarlijke stoffen en lawaai en psychosociale<br />

arbeidsbelasting (te hoge werkdruk, agressie en<br />

geweld en dergelijke).<br />

De AI is met het uitvoeren van z.g. ‘systeeminspecties’<br />

begonnen, waarbij tevens naar de achterliggende<br />

oorzaken van overtredingen wordt gekeken en waarbij<br />

meer fundamentele en structurele maatregelen van de<br />

werkgever worden verlangd (zie het kader hieronder).<br />

Zowel opdrachtgevers, als ontwerpers en hoofdaannemers<br />

worden tegenwoordig op hun verantwoordelijkheden<br />

voor de arbeidsomstandigheden en de veiligheid<br />

van de bouwvakkers aan te spreken. Helaas kunnen<br />

ontwerpers en opdrachtgevers niet of moeilijk bestuurlijk<br />

of strafrechtelijk worden aangepakt. Daarbij komt<br />

dat de overheid zelf de grootste opdrachtgever van de<br />

bouwwereld in Nederland is. Zorgwekkend is ook de<br />

problematiek die zich tijdens onderhoudswerkzaamheden<br />

(restauratie, renovatie, reparatie, gevelreiniging<br />

en onderhoud) voordoet en waarbij werkgevers en<br />

werknemers geconfronteerd worden met het ontbreken<br />

van standaard veiligheidsvoorzieningen aan gebouwen,<br />

zodanig dat veilig werken mogelijk is. Dit is noch in de<br />

arbowetgeving noch in de bouwwetgeving voldoende<br />

geregeld, waardoor het al of niet inzetten van veiligheids-<br />

en gezondheidsmaatregelen al snel deel uitmaken<br />

van de concurrentiestrijd, een situatie die niet bepaald<br />

bevorderlijk is voor de kwaliteit van de voorzieningen.<br />

Resultaten van de inspectieprojecten<br />

Gedurende 2005 werden ca. 4550 projectmatige<br />

inspecties in de bouwsector uitgevoerd. Bij 62 % van<br />

deze inspecties is bij constatering van overtredingen een<br />

formeel handhavingsinstrument ingezet.<br />

JAARVERSLAG 2005


Systeeminspecties in de bouw<br />

In de bouw blijken veel van de overtredingen repeterend voor<br />

te komen. Als oorzaken kunnen worden genoemd: het mobiele<br />

(en daardoor dynamische) karakter van bouwplaatsen en de<br />

steeds wisselende omstandigheden en samenwerkingsituaties<br />

tussen aannemers en onderaannemers.<br />

De Arbeidsinspectie heeft beleid ontwikkeld om, naast het doen<br />

opheffen van concrete overtredingen, aandacht te besteden aan<br />

de achterliggende oorzaken. In het merendeel van de gevallen<br />

waarin overtredingen op de werkvloer werden vastgesteld,<br />

bleek dat de voorlichting en het onderricht en toezicht op werk-<br />

nemers beneden de maat waren. De direct leidinggevende, vaak<br />

is dat de uitvoerder, heeft grote invloed op de gedragingen van<br />

de werknemers. Dit kan zowel positief als negatief zijn. Er bleek<br />

in die zin ook verband tussen de ‘houding’ van het management<br />

op de vestiging en de handelswijze van de direct leidinggevenden<br />

op de bouwplaatsen.<br />

Door op ‘systeemniveau’ te inspecteren worden achterliggende<br />

oorzaken beter in beeld gebracht en worden alle betrokken<br />

partijen (architecten, opdrachtgevers, aannemers en onderaan-<br />

nemers) op hun verantwoordelijkheden aangesproken.<br />

Asbest<br />

In 2005 zijn twee inspectieprojecten, die gericht waren op de<br />

asbestproblematiek, uitgevoerd. Eén project met diepgaande<br />

inspecties op asbestsloop-locaties en één project dat zich richtte<br />

op stortplaatsen waar asbest zijn (voorlopige) eindbestemming<br />

vindt. Uit de projectresultaten is duidelijk geworden dat veel nog<br />

voor verbetering vatbaar is. Met name bij stortplaatsen bleek<br />

het risico van blootstelling aan asbestvezels aanwezig, zonder<br />

dat werknemers daar adequaat tegen werden beschermd.<br />

Het werken langs spoorbanen blijkt nog steeds bijzon-<br />

der risicovol<br />

In 2005 heeft de Arbeidsinspectie opnieuw onderzocht hoe het<br />

met de veiligheid van (spoor)baanwerkers is gesteld. Daartoe<br />

werden 100 locaties geïnspecteerd. In 46 gevallen was de veilig-<br />

heid van de baanwerkers onvoldoende gewaarborgd, terwijl de<br />

risico’s (aanrijdgevaar) aanzienlijk zijn. Hoewel dit een groot aan-<br />

tal is, zijn de resultaten beter dan in het vorige project, waarbij<br />

in 70% van de gevallen overtredingen werden vastgesteld. Samen<br />

met de Inspectie Verkeer en Waterstaat, zal in 2006 opnieuw<br />

worden gecontroleerd of de werkzaamheden volgens wette-<br />

lijke regels en het nieuwe toetsingskader van beheerder Prorail<br />

worden uitgevoerd. Op deze wijze wordt de vinger aan de pols<br />

gehouden en de voortgang bewaakt.<br />

JAARVERSLAG 2005 29


30<br />

JAARVERSLAG 2005


4<br />

Bestrijding arbeidsmarktfraude<br />

4.1 Algemeen beeld<br />

Bestrijding van illegale arbeid levert een bijdrage aan het<br />

bevorderen van een goed gereguleerde arbeidsmarkt en<br />

het tegengaan van oneerlijke concurrentie. Het jaar 2005<br />

stond voor de Arbeidsinspectie in het teken van een aantal<br />

belangrijke ontwikkelingen. De capaciteit voor toezicht op<br />

de naleving van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) werd<br />

uitgebreid, waarmee de pakkans voor malafi de werkgevers<br />

werd verhoogd. Sinds 1 januari 2005 zijn voorts de<br />

boetebedragen voor overtreding van de Wav aanzienlijk<br />

verhoogd, met als doel: werkgevers weerhouden van de<br />

inzet van illegale arbeid. Tevens is daarbij overgestapt van<br />

strafrechtelijke naar bestuursrechtelijke handhaving, waardoor<br />

lik-op-stuk-beboeting kon plaatsvinden.<br />

De boete voor illegale arbeid is verhoogd van € 980,naar<br />

€ 8.000,- per illegaal tewerkgestelde werknemer<br />

(€ 4.000,- indien de werkgever geen z.g. ‘rechtspersoon’<br />

is). De media hebben hier veel aandacht aan besteed.<br />

De verwachting is, dat van deze forse verhoging een<br />

afschrikwekkende werking uitgaat.<br />

Hoewel de effectiviteit nog niet goed kan worden<br />

bepaald, bestaat de indruk dat de combinatie van<br />

verhoogde pakkans en forse beboeting, een duidelijk<br />

preventieve werking heeft. Zo was bijvoorbeeld in de<br />

land- en tuinbouwsector sprake van een sterke verhoging<br />

van het aantal aanvragen voor tewerkstellingsvergunningen<br />

voor met name de z.g. MOE-landers 1 , wat op<br />

verschuiving van illegale naar legale tewerkstelling duidt.<br />

De inzet van de AI op het terrein van arbeidsmarktfraude<br />

is onderdeel van een breed pakket van maatregelen<br />

ter voorkoming en bestrijding van illegale arbeid.<br />

Het pakket wordt door verschillende samenwerkings-<br />

partners 2 uitgevoerd en bestaat behalve uit repressieve<br />

maatregelen, als intensivering van toezicht en hogere<br />

beboeting in het geval van overtredingen, tevens uit<br />

regulerende maatregelen, zoals extra activiteiten om<br />

werkzoekenden te bemiddelen.<br />

4.2 Controle op nieuwe regelingen<br />

Recent ingevoerde uitzonderingen op de tewerkstellingsvergunningsplicht<br />

zijn de ‘Kennismigrantenregeling’<br />

en de ‘regeling voor grensoverschrijdende dienstverlening’<br />

(notifi catieplicht). De Kennismigrantenregeling<br />

is eind 2004 ingegaan en houdt in dat hoger opgeleide<br />

personen van buiten de EU, met een inkomen dat<br />

boven een bepaalde grens ligt, zonder tewerkstellingsvergunning<br />

in Nederland aan de slag kunnen. Doel<br />

van de regeling is het binnenhalen van intellectuele<br />

kennis, met als effect: versterking van de Nederlandse<br />

(kennis)economie. Wanneer niet aan de salariscriteria<br />

wordt voldaan, is sprake van overtreding van de Wet<br />

arbeid vreemdelingen.<br />

De Arbeidsinspectie controleert werkgevers van z.g.<br />

kenniswerkers op de naleving van de salariscriteria. In<br />

samenwerking met de Immigratie- en Naturalisatiedienst<br />

(IND) is een risicoanalyse ontwikkeld. Hiermee kunnen<br />

werkgevers worden geselecteerd en gecontroleerd,<br />

waar de kans op constatering van niet-naleving van de<br />

Kennismigrantenregeling relatief gezien groot is.<br />

Sinds 1 december 2005 hoeven buitenlandse dienstverlenende<br />

bedrijven uit de EER en Zwitserland geen<br />

tewerkstellingsvergunning meer aan te vragen voor<br />

werknemers uit z.g. MOE-landen 1 en z.g. ‘derdelanders’,<br />

1 Met z.g. ’Moelanders’ worden bedoeld: werkzoekenden uit de recent bij de EU aangesloten landen: Estland, Letland, Litouwen, Slowakije, Hongarije, Tsjechië, Polen, Slovenië.<br />

2 Dit zijn: Arbeidsinspectie, Politie, Belastingdienst, de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen (UWV), de<br />

Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst (SIOD) en gemeenten.<br />

JAARVERSLAG 2005 31


op voorwaarde dat ze vooraf informatie over hun<br />

bedrijf, hun dienst en over de identiteit van hun werknemers<br />

aan de Centrale Organisatie voor Werk en Inkomen<br />

verschaffen. Deze regeling - die bekend staat als<br />

de Notifi catieregeling - geldt niet als de dienstverlening<br />

uitsluitend uit uitzend- en/of handmatige arbeid bestaat.<br />

Daarvoor blijft wel een tewerkstellingsvergunning vooraf<br />

nodig.<br />

De Arbeidsinspectie analyseert de bij notifi catie verstrekte<br />

gegevens. Hiermee kunnen de bedrijven worden<br />

geselecteerd en gecontroleerd waar de kans op<br />

misbruik van de regeling het grootst is. Samen met de<br />

SZW-directie Arbeidsmarktbeleid wordt nagegaan op<br />

welke wijze - vanuit de landen waar de dienstverleners<br />

gevestigd zijn - relevante gegevens voor de naleving kunnen<br />

worden verkregen.<br />

4.3 Interventieteams<br />

Het landelijk netwerk van interventieteams 1 is verder<br />

verstevigd in 2005, ondermeer door structurele<br />

deelname van de politie in de Landelijke Stuurgroep<br />

Interventieteams. De Arbeidsinspectie en de regiopolitiekorpsen<br />

hebben een landelijke raamovereenkomst<br />

voorbereid, waarin afspraken zijn vastgelegd over politiedeelname<br />

aan zowel arbeidsmarktfraude-controles,<br />

als aan controles in interventieteams. De AI was in 2005<br />

‘trekker’ van het ‘Interventieteam Teelten’, het ‘Interventieteam<br />

Bouw’ en het ‘Horeca Interventieteam Noord<br />

Nederland’.<br />

4.4 Risicoanalyse<br />

De Arbeidsinspectie streeft ernaar om de beschikbare<br />

inspectiecapaciteit zo effi ciënt mogelijk in te zetten,<br />

zodat een optimaal controlerendement wordt bereikt.<br />

De inzet van de risicoanalyse is hierbij een onmisbaar<br />

hulpmiddel. Een belangrijk onderdeel van de risicoanalyse<br />

is het benoemen van risico-indicatoren voor illegale<br />

tewerkstelling, zoals aanbod van laaggeschoold-, vuil- en<br />

onaangenaam werk, of grote fl uctuaties in het werkaanbod<br />

(dal- en piekarbeid).<br />

32<br />

Uit het nalevingsonderzoek van Regioplan blijkt dat<br />

ongeveer 19 procent van de werkgevers in risicosectoren<br />

op enig moment een of meer vreemdelingen<br />

heeft laten werken, zonder dat deze werkgever over de<br />

vereiste tewerkstellingsvergunning beschikte. Dit beeld<br />

verschilt per sector. Vooral de bouwsector (28%), de<br />

horeca (23%), de landbouw (20%) en onderdelen van het<br />

overige bedrijfsleven (zoals zakelijke dienstverlening en<br />

bouwgerelateerde branches, 20%) scoren hoog. Dit zijn<br />

dan ook de sectoren waarin de AI voornamelijk actief is.<br />

In 2005 is, in samenwerking met de Sociale Inspectie en<br />

Opsporings Dienst (SIOD), verder gewerkt aan verbetering<br />

van het analysemodel, door het operationaliseren<br />

van risico-indicatoren en het ontsluiten, koppelen<br />

en analyseren van bestanden van de ketenpartners.<br />

Ook concrete signalen over mogelijke illegale arbeid<br />

door de Belastingdienst, SIOD, het Uitvoeringsinstituut<br />

Werknemersverzekeringen (UWV) en COA zijn<br />

(mede)bepalend voor de verdeling van de inspectiecapaciteit<br />

over de branches. Met behulp van inspectieresultaten,<br />

ervaringsgegevens en bestandsvergelijkingen<br />

wordt nagegaan of steeds de meest risicovolle sectoren<br />

en werkgevers worden geselecteerd en geïnspecteerd.<br />

Eventueel kunnen op grond hiervan de risico-indicatoren<br />

worden aangepast. Hiermee ontstaat een z.g.<br />

dynamisch model van risicoanalyse.<br />

4.5 inspectiecapaciteit<br />

In 2005 is het aantal inspecteurs dat zich met de bestrijding<br />

van arbeidsmarktfraude bezighoudt, uitgebreid van<br />

131 naar 170. Dit werd mogelijk gemaakt door een<br />

amendement van het Tweede Kamerlid Verburg op de<br />

SZW begroting 2003. Doel hiervan was: structurele<br />

uitbreiding van de inspectiecapaciteit voor de bestrijding<br />

van arbeidsmarktfraude. In 2006 wordt de uitbreiding<br />

tot het uiteindelijk geplande aantal inspecteurs (180)<br />

gerealiseerd, waarmee het amendement volledig is<br />

uitgevoerd.<br />

Figuur 4.5.1 laat zien hoe de inspectiecapaciteit in 2005<br />

op de verschillende activiteiten van de directie AMF is<br />

ingezet en het aantal boetrapporten per activiteit dat is<br />

opgemaakt.<br />

1 Interventieteams opereren, afhankelijk van de situatie, in wisselende samenstelling. Waaronder: Arbeidsinspectie, Politie, Belastingdienst, Uitvoeringsinstituut<br />

Werknemers Verzekeringen en gemeenten.<br />

JAARVERSLAG 2005


Tabel 4.5.1<br />

Overzicht: ‘Zaken’ per activiteit, zaken met één of meer boeterapporten, aantal illegaal tewerkgestelden.<br />

Zaken per activiteit Totaal aantal in 2005 Zaken met 1 of meer Aantal illegaal tewerkgestelden<br />

gestarte zaken boeterapporten waar boeterapport voor is opgemaakt<br />

Interventieteams 1.395 341 682<br />

Landelijke AMF-projecten 5.444 1.299 2.990<br />

Regionale AMF-projecten 469 95 167<br />

N.a.v. meldingen 1.325 466 817<br />

Alle activiteiten 8.633 2.201 4.656<br />

Toelichting:<br />

In 2005 zijn in totaal ruim 8600 zaken gestart. Dat zijn er 600 meer dan was gepland en 2270 meer dan in 2004. Bij<br />

circa 2200 van deze zaken zijn overtredingen van de Wet Arbeid Vreemdelingen (Wav) geconstateerd, waarbij boeterapporten<br />

tegen één of meer werkgevers zijn aangezegd. Indien bij een overtreding van de Wav meer werkgevers zijn<br />

betrokken, wordt aan al deze werkgevers een boete aangezegd. Dit doet zich bijvoorbeeld voor bij uitzendbureaus of<br />

onderaannemers als die (mede) betrokken zijn. In totaal zijn dan ook ruim 2500 boeterapporten aangezegd. Het ging<br />

hierbij om circa 4650 illegaal tewerkgestelden. (In 2004 werden nog 1.063 processen verbaal wegens overtreding van de<br />

Wav opgemaakt. Deze hadden betrekking op 2.810 illegaal werkende vreemdelingen).<br />

JAARVERSLAG 2005 33


4.6 Bestuurlijke Boetes Wet Arbeid<br />

Vreemdelingen<br />

In het kader van de Wet Arbeid Vreemdelingen (Wav)<br />

zijn in 2005 boeterapporten opgemaakt tegen z.g.<br />

‘belanghebbenden die uit hoofde van ambt, bedrijf of<br />

beroep waren aan te merken als werkgever’. Ook tegen<br />

particuliere opdrachtgevers, die illegale werknemers<br />

voor zich lieten werken, zijn boeterapporten opgemaakt.<br />

In diverse sectoren (zoals de landbouw- en de bouwsector)<br />

komt het voor dat meer belanghebbenden als<br />

werkgever zijn aan te wijzen. In dit soort gevallen is<br />

sprake van een z.g. ‘keten van werkgevers’, zoals in projecten<br />

waarbij een opdrachtgever, een hoofdaannemer,<br />

een of meer onderaannemer(s) en uitzendbureaus zijn<br />

betrokken. In dit soort gevallen worden bij constatering<br />

van overtreding van de WAV, zonodig alle afzonderlijke<br />

werkgevers beboet.<br />

In 2005 zijn ruim 2500 boeterapporten aangezegd, waarvan<br />

66% in 2005 is verwerkt, inclusief de boetekennisgevingen.<br />

In totaal zijn 1126 boetebeschikking verzonden.<br />

Hier was bij 3,8% sprake van een z.g. ‘beschikking zonder<br />

boeteoplegging’.<br />

Er is in 2005 voor ruim € 13.000.000,- aan boetes opgelegd.<br />

Overigens blijft de inning van de opgelegde boetes<br />

daar nog bij achter (zie ook Hoofdstuk 8 Financiën/8.2<br />

Uitgaven en ontvangsten).<br />

Bezwaren op boetebeschikkingen<br />

In 2005 zijn 177 beslissingen op bezwaar genomen,<br />

waarvan er 155 ‘ongegrond zijn verklaard’. Verder zijn<br />

2 bezwaren ‘gegrond verklaard’, 16 bezwaren bleken<br />

‘niet-ontvankelijk’ en 3 bezwaren ‘gedeeltelijk gegrond’.<br />

Eén bezwaarschrift is ingetrokken.<br />

Cijfermatige overzichten betreffende de aanpak van illegale<br />

arbeid<br />

In bijlage 3 zijn de volgende overzichten opgenomen:<br />

• in 2005 gestarte ‘zaken’ per z.g. risicosector, aantal<br />

beboete zaken en aantal illegaal; tewerkgestelden;<br />

• de nationaliteiten van aangetroffen illegaal tewerkgestelden;<br />

• binnengekomen meldingen m.b.t. vermoedens van<br />

illegale tewerkstelling.<br />

34<br />

Resultaten uit de bouwsector<br />

De Arbeidsinspectie heeft in 2005 veel tips ontvangen van<br />

werkgevers- en werknemersorganisaties over mogelijke illegale<br />

tewerkstelling van werknemers bij bouwwerkzaamheden. Een<br />

groot deel van deze tips had betrekking op werk aan woningen<br />

bij particulieren. De AI heeft ruim 1100 inspecties in de bouw<br />

verricht, waarvan ongeveer de helft bij particulieren, wat nieuw<br />

is. Dit heeft geleid tot het opmaken van 205 boeterapporten<br />

tegen particuliere opdrachtgevers voor het laten werken van<br />

vreemdelingen, zonder te beschikken over een tewerkstellings-<br />

vergunning. Het ging hierbij meestal om personen afkomstig uit<br />

één van de z.g. MOE-landen 1 .<br />

Uitzendbureaus<br />

De inzet van de Arbeidsinspectie is voor het grootste deel<br />

gericht op het niet gecertifi ceerde deel van de uitzendbranche,<br />

teneinde zoveel mogelijk malafi de uitzendbureaus te controle-<br />

1 Met z.g. ’Moelanders’ worden bedoeld: werkzoekenden uit de recent bij de EU aangesloten landen: Estland, Letland, Litouwen, Slowakije, Hongarije, Tsjechië, Polen, Slovenië.<br />

ren.<br />

Kenmerk van de uitzendbranche is dat overtredingen van de<br />

Wet Arbeid Vreemdelingen meestal niet op het vestigingsadres<br />

van het uitzendbureau zijn te constateren. Dat is immers niet<br />

de locatie waar uitzendarbeid wordt verricht. De AI contro-<br />

leert daarom uitzendbureaus vooral via de inlenende bedrijven.<br />

Indien de AI bij een werkplekcontrole arbeidskrachten aantreft<br />

die illegaal via een uitzendbureau werken, dan krijgen zowel de<br />

inlenende partij, als het uitzendbureau een boete. De AI heeft<br />

in 2005 een speciale selectie gemaakt van productiebedrijven<br />

(buiten de ‘traditionele sectoren’ land- en tuinbouw, bouw en<br />

horeca), die mogelijk illegaal werkende uitzendkrachten inzetten.<br />

Zo zal bij inlenende partijen de animo om in zee te gaan met<br />

een malafi de uitzendbureau, verminderen. Sinds oktober 2005<br />

werken de AI en de Sociale Inspectie en Opsporings Dienst op<br />

experimentele basis intensief en gelijktijdig samen in onderzoe-<br />

ken bij inleners in de tuinbouwsector.<br />

De activiteiten van de AI die op de uitzendbranche waren gericht,<br />

hebben in 2005 tot totaal ca. 230 boetezaken tegen uitzendbu-<br />

reaus geleid. Dat is een verdubbeling ten opzichte van 2004.<br />

JAARVERSLAG 2005


5<br />

Major Hazard Control<br />

5.1 Algemeen beeld<br />

Binnen het taakveld Major Hazard Control (MHC)<br />

wordt toezicht gehouden op de naleving van het Besluit<br />

Risico’s Zware Ongevallen (BRZO) en van de regels ten<br />

aanzien van de Aanvullende Risico-inventarisatie en -evaluatie<br />

(ARIE) door bedrijven die met grote hoeveelheden<br />

gevaarlijke stoffen werken. Onder de werkingssfeer<br />

van het BRZO vallen thans ca. 325 bedrijven. Het aantal<br />

bedrijven dat onder de werkingssfeer van ARIE valt<br />

is nog niet exact bekend (het gaat om relatief nieuwe<br />

wetgeving, de overgangstermijn is nog van kracht). Schattingen<br />

lopen uiteen van circa 300 tot 500.<br />

Gedifferentieerd werkterrein met gevarieerde<br />

aanpak<br />

De hiervoor vermelde bedrijven leveren een gevarieerd<br />

beeld op. Enerzijds betreft het grote ondernemingen,<br />

soms multinationals, soms ook met meerdere vestigingen<br />

in Nederland, waarbij het omgaan met gevaarlijke<br />

stoffen tot de kernactiviteit behoort. Voorbeelden zijn<br />

raffi naderijen en de chemische (proces)industrie. Deze<br />

ondernemingen zijn vertrouwd om met vastgelegde<br />

systemen voor de beheersing van risico’s te werken<br />

(aspecten als continuïteit, fi nanciën, imago, zaakschade,<br />

aansprakelijkheid, veiligheid, arbeidsomstandigheden<br />

en milieu, ze spelen allemaal een rol). De wettelijke z.g.<br />

systeemverplichtingen ten aanzien van de beheersing<br />

van veiligheidsrisico’s worden in de eigen bedrijfsvoering<br />

opgenomen. Het belang van secure naleving van<br />

de wetgeving en het eigen belang van deze bedrijven:<br />

een ongestoorde procesvoering, loopt daarmee grotendeels<br />

parallel. Er zijn ook kleinere, minder complexe<br />

ondernemingen, die bijvoorbeeld installaties hebben die<br />

gevuld zijn met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen,<br />

1 D.w.z.: het soort onderhoud, de aard van het onderhoud, de uitwerking, de achterliggende fi losofi e, etc.<br />

of ondernemingen die grote hoeveelheden gevaarlijke<br />

stoffen op- of overslaan, of ondernemingen waarbij<br />

het omgaan met deze stoffen niet tot de kernactiviteit<br />

behoort (bijvoorbeeld bedrijven met ammoniakkoelinstallaties).<br />

De wettelijk voorgeschreven systeemverplichtingen<br />

worden hier nog lang niet altijd als logisch<br />

onderdeel van de bedrijfsvoering gezien.<br />

5.2 Ongevallen en incidenten<br />

Wanneer wordt gekeken naar het aantal ongevallen<br />

met verzuim als indicator voor de veiligheid (lost time<br />

injury rate, ofwel LTI), behoren de hiervoor beschreven<br />

bedrijven doorgaans tot de meest veilige. Alom wordt<br />

echter erkend dat de LTI geen goede indicator is om<br />

een goed beeld te geven van de (veiligheids)situatie<br />

met betrekking tot het ontstaan van zware ongevallen<br />

met gevaarlijke stoffen, maar dat, vanwege de mogelijk<br />

ernstige gevolgen, gekeken moet worden naar het aantal<br />

incidenten/ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen uit hun<br />

omhulling zijn getreden (loss of containment). Dat levert<br />

een ander beeld op.<br />

Vóór het jaar 2002 bleef het aantal onderzochte zware<br />

incidenten/ongevallen in Nederland beperkt tot ca. 10-<br />

15 per jaar. In 2002-2003 heeft zich hier een forse piek<br />

voorgedaan (32 in 2002 en 56 in 2003). De reden hiervan<br />

is tot op heden niet defi nitief vastgesteld. Uit nadere<br />

analyses lijken met name factoren als onderhoudsmanagement<br />

1 en bedrijfsintern toezicht op de uitvoering<br />

van de processen een belangrijke rol te spelen. De piek<br />

in het aantal onderzochte ongevallen is inmiddels weer<br />

wat afgevlakt (20 in 2004 en 31 in 2005), maar bevindt<br />

zich toch nog ruim boven de situatie van vóór 2002.<br />

Sinds 2003 worden de door de Arbeidsinspectie<br />

JAARVERSLAG 2005 35


onderzochte zware ongevallen en incidenten nader<br />

geanalyseerd. De jaarlijkse rapportage hierover wordt<br />

aan de z.g. BRZO-plichtige bedrijven, aan de medetoezichthouders<br />

en aan de Tweede Kamer aangeboden.<br />

Uit deze analyses komt steeds weer naar voren dat<br />

onderhoud(smanagement) als de belangrijkste achterliggende<br />

oorzaak van de optredende ongevallen en incidenten<br />

kan worden aangemerkt. Om deze reden is een<br />

speciaal (onderzoeks)project, gericht op de kwaliteit van<br />

onderhoudsmanagementsystemen, uitgevoerd. Hieruit<br />

bleek dat bij slechts 12% van de onderzochte VR-plichtige<br />

bedrijven 1 sprake was van een volledig geborgd systeem.<br />

Ongevallen en incidenten<br />

Tussen april 2003 en september 2004 vonden 55 ernstige incidenten<br />

plaats met gevaarlijke stoffen in bedrijven die vallen<br />

onder het Besluit risico’s zware ongevallen. De meeste ongevallen<br />

gebeurden in de chemische industrie. Na analyse van 36 incidenten<br />

heeft de Arbeidsinspectie in bijna de helft van de gevallen<br />

maatregelen geëist of proces-verbaal opgemaakt. Dit blijkt uit<br />

een rapport van de AI dat staatssecretaris Van Hoof van Sociale<br />

Zaken en Werkgelegenheid naar de Tweede Kamer heeft gezonden.<br />

De gevolgen van de incidenten varieerden van het vrijkomen<br />

van een kleine hoeveelheid gevaarlijke stoffen, tot drie dodelijke<br />

slachtoffers. In het totaal raakten bij 16 onderzochte voorvallen<br />

werknemers gewond. In een derde van de incidenten was bovendien<br />

sprake van milieuschade. Onderhoudswerk blijkt telkens<br />

een belangrijke risicofactor. Meer dan de helft van de ongevallen<br />

vindt plaats als gevolg van onderhoudswerkzaamheden. Bijvoorbeeld<br />

doordat instructies en toezicht ontbreken, of doordat het<br />

onderhoud op een verkeerde of onveilige manier wordt uitgevoerd.<br />

Andere belangrijke oorzaken van incidenten zijn fouten in<br />

het ontwerp van installaties, gebrekkig materieel en het ontbreken<br />

van goede werkprocedures. De AI constateert hiermee dat het<br />

voorkomen van ongelukken rondom onderhoudswerk meer aandacht<br />

verdient. Die aandacht zal het zeker van de AI krijgen.<br />

Voornoemd rapport is tevens verspreid onder de bedrijven die<br />

onder de werkingssfeer van het Besluit risico’s zware ongevallen<br />

vallen. Zij worden hiermee aangemoedigd om hun veiligheidsmaatregelen<br />

verder aan te scherpen.<br />

Ook het feit dat er in 2005, 170 z.g. handhavingstrajecten<br />

(81 waarschuwingen, 82 eisen, 7 processen-verbaal) n.a.v.<br />

inspecties en ongevalsonderzoeken moesten worden<br />

ingezet, geeft aan dat de algehele veiligheidssituatie in<br />

voornoemde sectoren nog steeds verbetering behoeft.<br />

36<br />

5.3 Veiligheidsontwikkelingen in de procesindustrie<br />

De laatste jaren is de veiligheid in de procesindustrie<br />

regelmatig onderwerp van discussie geweest tussen<br />

bedrijfsleven, overheid en politiek. Dit gebeurde mede<br />

naar aanleiding van een serie zwaardere incidenten, die<br />

in de periode 2002- 2003 in de procesindustrie zijn<br />

voorgevallen.<br />

Het is niet gemakkelijk om stevige, gefundeerde uitspraken<br />

te doen over de veiligheid in deze sector. Ten<br />

eerste is veiligheid een sterk subjectief bepaald begrip.<br />

We meten onveiligheid via: incidenten, ongevallen, overtredingen<br />

van regelgeving en dergelijke. Er bestaat niet<br />

zoiets als een uniforme maat voor de veiligheid in de<br />

procesindustrie. Er bestaan wel verschillende indicatoren<br />

die elk iets zeggen over afzonderlijke aspecten<br />

van onveiligheid, zoals het aantal arbeidsongevallen, het<br />

aantal incidenten waarbij gevaarlijke stoffen zijn vrijgekomen,<br />

het aantal meldingen aan de Europese Commissie,<br />

etc.<br />

Op grond van dit soort indicatoren kan wel worden<br />

gesteld, dat in de afgelopen twintig jaar het nodige is<br />

verbeterd. De veiligheidssituatie zal echter naar het zich<br />

nu laat aanzien de komende 10 jaar niet fundamenteel<br />

verbeteren, het kan zelfs verslechteren. Deze conclusie<br />

is gebaseerd op analyse 2 van trends binnen de industrie,<br />

die zich de komende 10 jaar naar verwachting voortzetten<br />

en de mate van veiligheid zullen beïnvloeden. De<br />

toenemende invloed van de economie op de veiligheid<br />

en het veiligheidsbewustzijn, speelt hier een grote rol.<br />

Bedrijven moeten zo kosteneffi ciënt mogelijk opereren,<br />

daarmee zoeken ze de grenzen van de veiligheid op.<br />

De kans op zware ongevallen neemt hierdoor toe. Het<br />

tegengaan van negatieve impact van economische druk<br />

op de mate van de veiligheid, hangt voor een groot deel<br />

samen met het hebben van een sluitend veiligheidsbeheerssysteem<br />

(VBS). Het VBS zorgt ervoor dat alle<br />

risico’s worden geïdentifi ceerd en dat de juiste preventieve<br />

maatregelen worden genomen en onderhouden.<br />

Een sluitend VBS, in combinatie met een goed(e) veiligheidsbewustzijn<br />

en veiligheidscultuur, kan een effectieve<br />

tegenkracht bieden aan economische druk. Versterking<br />

(verbetering) van deze aspecten is in de eerste plaats de<br />

verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven. De aard van<br />

de risico’s is echter van zodanige omvang, dat de overheid<br />

hier nauw bij betrokken dient te blijven.<br />

1 VR = Veiligheidsrapportage<br />

2 COT/DHV, ‘Trend of incident, een verkennend verzoek naar de relatie tussen organisatie, onderhoud en veiligheid in de procesindustrie’, oktober 2004<br />

JAARVERSLAG 2005


De volgende trends hebben vooral een positief<br />

effect gehad op de veiligheid (in willekeurige<br />

volgorde):<br />

• de toenemende aandacht van de media en de ‘juridisering’<br />

van de samenleving (beide ontwikkelingen<br />

dwingen bedrijven meer, of zelfs permanente aandacht<br />

te hebben voor veiligheidsrisico’s).<br />

• de opkomst van specifi eke wetgeving op het gebied<br />

van externe veiligheid (bijvoorbeeld de SEVESO II<br />

richtlijn en het BRZO).<br />

Ook binnen de overheid is (na catastrofes zoals in<br />

Enschede en Volendam) duidelijk sprake van toegenomen<br />

aandacht voor veiligheid (scherpere regelgeving<br />

en handhaving).<br />

• de opkomst van ‘horizontale’ samenwerkingsinitiatieven<br />

op het gebied van veiligheid, met name tussen<br />

bedrijven, overheden en brancheverenigingen.<br />

• de toegenomen aandacht voor incidenten, incidentmeldingen<br />

en incidentonderzoek bij zowel bedrijfsleven<br />

als overheid.<br />

• de opkomst van z.g. ‘preventief op risico’s gebaseerd<br />

onderhoud’.<br />

• de in de breedte toegenomen aandacht voor de<br />

veiligheidscultuur, naast puur technische en organisatorische<br />

aspecten.<br />

De volgende trends hebben vooral een negatief<br />

effect gehad op veiligheid (in willekeurige volgorde):<br />

• de verheviging van internationale concurrentie,<br />

opsplitsing van bedrijven en de opkomst van investeringsmaatschappijen<br />

in de procesindustrie. Dit<br />

versterkt de focus op korte termijn bedrijfsresultaten<br />

en zet daarmee de lange termijn veiligheids- en<br />

onderhoudsvisie onder druk.<br />

• de invloed van de krappe (afzet)markt: bedrijven hebben<br />

te maken met kostenreducties, vermindering of<br />

snelle wisselingen van personeel en dus een continu<br />

veranderende werkomgeving en omstandigheden.<br />

Hierdoor nemen de beschikbare kennis en ervaring<br />

af en daalt het commitment ten aanzien van het<br />

veiligheidsbewustzijn. Daarbij komt ook nog dat de<br />

uitbesteding van onderhoud en ander (risicovol) werk<br />

meer en meer op kosten wordt gestuurd en minder<br />

op kwaliteit en veiligheid.<br />

• de vele bedrijfsfusies en -overnames die hebben<br />

plaatsgevonden. Hierdoor zijn uiterst complexe<br />

eigendoms- en beheerstructuren ontstaan. Ook het<br />

beheer en het onderhoud van installaties en ‘utilities’<br />

is daardoor complexer geworden.<br />

• het toenemende tekort aan vakbekwaam personeel<br />

als gevolg van ondermeer reorganisaties, een hoge<br />

gemiddelde leeftijd van technisch personeel en weinig<br />

instroom van jongeren bij technische-/scheikundige<br />

opleidingen.<br />

• veroudering van procesinstallaties. Dit kan in onveiligheid<br />

resulteren, wanneer ‘degradatiemechanismen’<br />

niet bekend (en onderkend) zijn en eigen inspectietermijnen<br />

en methodieken niet adequaat worden<br />

uitgevoerd, geverifi eerd en aangepast.<br />

Naast deze trends die, in relatie tot de veiligheid, vooral:<br />

óf positief, óf negatief zijn te duiden, zijn er ook verschillende<br />

trends die èn duidelijke positieve èn duidelijke<br />

negatieve gevolgen met zich mee hebben gebracht. Een<br />

voorbeeld hiervan is de toename van de toepassing van<br />

ICT binnen de sector. Enerzijds is daardoor het aantal<br />

afwijkingen in processen sterk teruggelopen, anderzijds<br />

is ook de ervaring van personeel m.b.t.: wat te doen<br />

bij (meer complexe) afwijkingen en incidenten afgenomen.<br />

Ook zijn, vanwege de toenemende automatisering,<br />

steeds meer installaties geheel of bijna geheel onbemensd<br />

geraakt, waardoor bepaalde (proces)afwijkingen<br />

niet meer worden gesignaleerd.<br />

Over het geheel genomen levert dat een beeld op van<br />

een sector waar veel verandert, positief en soms ook<br />

negatief, maar waarbij het lastig is om één op één aan te<br />

geven welke trends en ontwikkelingen, welke effecten<br />

sorteerden en nog zullen sorteren.<br />

Er is in ieder geval de nodige vooruitgang op het gebied<br />

van veiligheid geboekt, waarbij zeker ook bedrijven zelf<br />

initiatieven hebben genomen.<br />

JAARVERSLAG 2005 37


38<br />

JAARVERSLAG 2005


5.4 Resultaten Major Hazard Control<br />

Tabel 5.4.1<br />

Planning en realisatie MHC-taken in 2004 - 2006<br />

Product Realisatie in 2004 Planning in 2005 Realisatie in 2005 Planning in 2006<br />

Periodieke inspecties in kader van het BRZO 137 160 173 154<br />

Inspecties in kader van de ARIE 51 50 102<br />

Beoordelingen veiligheidsrapporten 25 25 24 95<br />

Beoordelingen kennisgevingen 22 32 27 35<br />

Onderzoeken zware ongevallen en incidenten 20 32 31 30<br />

Overige ‘producten’* 17 55 64 30<br />

Totaal 221 355 369 446<br />

221 355 369 446<br />

Toelichting bij tabel 5.4.1<br />

De inspecties in het kader van de Aanvullende Risico-inventarisatie en -Evaluatie zijn, i.v.m. nieuwe regelgeving, voor het<br />

eerst in 2005 gestart.<br />

In 2006 start de tweede vijfjaarlijkse cyclus van de indiening van veiligheidsrapporten.<br />

De ‘overige producten’* zijn:<br />

o beoordelingen en wijzigingen van inspectieprogramma’s,<br />

o beoordeling van aanwijzingen van de z.g. ‘Dominobedrijven’ 1 en advisering van bedrijfsbrandweercorpsen.<br />

De periodieke inspecties in het kader van het Besluit Risico’s Zware Ongevallen worden gezamenlijk met het ‘Bevoegd<br />

gezag ex. Wet Milieubeheer’ (provincies of gemeenten) en de brandweer uitgevoerd.<br />

Bij de inspecties in het kader van de Aanvullende Risico-inventarisatie en -Evaluatie (ARIE) worden de collega-toezichthouders<br />

geïnformeerd.<br />

Tabel 5.4.2<br />

Vergelijking ingezette handhavinginstrumenten 2004 en 2005<br />

Ingezette instrumenten 2004 2005<br />

Het geven van een waarschuwing 52 81<br />

Het stellen van een eis tot naleving van de wet 61 82<br />

Het aanzeggen van een proces-verbaal 6 7<br />

Toelichting bij fi guur 5.2:<br />

De inzet van handhavingsinstrumenten laat in 2005 ten opzichte van eerdere jaren, een tamelijk forse toename zien.<br />

Deze is het gevolg van een groter aantal inspecties en een stringenter toepassing van het handhavingsbeleid.<br />

1 Dit zijn bedrijven die onder het Besluit Risico’s Zware Ongevallen vallen en die op elkaar het effect kunnen hebben dat een zwaar ongeval in het ene bedrijf<br />

een zwaar ongeval in het andere bedrijf veroorzaakt (het domino-effect) en die daartoe door de overheid als zodanig zijn aangewezen.<br />

JAARVERSLAG 2005 39


40<br />

JAARVERSLAG 2005


6<br />

Overige activiteiten<br />

6.1 Vrijstellingen en ontheffi ngen Arbeidstijdenwet<br />

Bedrijven kunnen in het kader van de Arbeidstijdenwet<br />

(ATW) vrijstelling vragen van de voorschriften ten aanzien<br />

van de maximale arbeidstijdduur voor nachtarbeid.<br />

Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen een collectief<br />

werkverband (ATW art. 5.13) en individuele werknemers<br />

(ATW, art. 5.14).<br />

In 2005 zijn 45 vrijstellingen en ontheffi n gen verleend.<br />

6.2 Taken in het kader van de Kernenergiewet<br />

Ten aanzien van de Kernenergiewet (KEW) hebben<br />

verschillende ministeries hun eigen, specifi eke beleidsverantwoordelijkheid.<br />

Het ministerie van SZW, heeft<br />

verantwoordelijkheid m.b.t. de bescherming van werknemers;<br />

VROM betreffende de bescherming van het<br />

milieu; VWS m.b.t. de bescherming van patiënten binnen<br />

de gezondheidszorg en EZ m.b.t. de opwekking van<br />

(kern)energie.<br />

Een aanzienlijk deel van de administratieve taken<br />

betreffende de KEW, werd namens voornoemde<br />

departementen door de Arbeidsinspectie uitgevoerd.<br />

De AI beoordeelde onder andere vergunningaanvragen<br />

Tabel 6.2.1<br />

In 2004 en 2005 verleende en ingetrokken vergunningen KEW<br />

voor toepassingen van- en met radioactieve stoffen en<br />

röntgentoestellen. Tevens kwamen verzoeken binnen om<br />

vergunningen in te trekken. Daarnaast werden vergunningen<br />

voorbereid m.b.t. het in Nederland invoeren van<br />

geneesmiddelen en gebruiksartikelen waarin radioactieve<br />

stoffen voorkomen. Ook werden vergunningen<br />

voorbereid voor het invoeren en het vervoeren van<br />

splijtstoffen.<br />

Het in 2003 gestarte project ‘Actualisering vergunningen’,<br />

waarbij vergunninghouders met ‘oude’ vergunningen<br />

zijn aangeschreven met het verzoek aan te geven<br />

in hoeverre hun vergunning nog actueel was, is in 2005<br />

gecontinueerd. Hierdoor kwam een aanzienlijk aantal<br />

verzoeken om intrekking binnen. Daarnaast zijn in dit<br />

kader vergunningen vernieuwd.<br />

Het aantal vergunningaanvragen voor invoer van<br />

radioactieve stoffen is, door wijziging in de wetgeving<br />

(vereenvoudiging), sinds 2004 aanzienlijk verminderd,<br />

waardoor een groot aantal vergunningen is vervangen<br />

door meldingen.<br />

Daarnaast zijn alle binnenkomende meldingen beoordeeld.<br />

Naast meldingen voor het invoeren en het vervoeren<br />

van radioactieve stoffen, waren dit meldingen van<br />

ingebruikname van meldingsplichtige röntgentoestellen<br />

en van werkzaamheden met stoffen waarin van nature<br />

radioactieve stoffen voorkomen.<br />

Activiteit 2004 2005<br />

Aantal afgegeven vergunningen voor toepassingen 349 305<br />

Aantal intrekkingen 246 150<br />

Aantal vergunningen voor invoer 46 30<br />

Aantal vergunningen voor splijtstoffen 57 80<br />

JAARVERSLAG 2005 41


Per 1 januari 2006 zijn de administratieve uitvoeringstaken m.b.t.<br />

de KEW naar het Agentschap Senter Novem van het ministerie<br />

van Economische Zaken overgedragen. De toezichthoudende<br />

taken in het kader van de KEW (algehele veiligheid, arbeidshy-<br />

giëne en stralingsbescherming) blijven echter de verantwoorde-<br />

lijkheid van de AI.<br />

6.3 Beoordeling subsidieaanvragen Farboregeling<br />

De overheid wil dat ondernemers en non-profi torganisaties<br />

in ‘arbovriendelijke arbeidsmiddelen’ (machines,<br />

installaties, systemen, gereedschappen, etc.) investeren.<br />

Om dit te stimuleren hanteert het Ministerie van<br />

SZW de z.g. Farbo-subsidieregeling. Op basis van deze<br />

regeling stelt het ministerie jaarlijks een lijst van innovatieve<br />

en arbovriendelijke arbeidsmiddelen samen, die<br />

de blootstelling aan fysieke (over)belasting, lawaai of<br />

gevaarlijke stoffen moeten terugdringen. Als werkgevers<br />

hier gebruik van willen maken, kunnen ze een aanvraag<br />

indienen bij het Agentschap SZW. De Arbeidsinspectie<br />

beoordeelt voor het Agentschap of de aanvragen aan de<br />

voorwaarden van de regeling voldoen.<br />

Ten aanzien van de (fi scale) farbo-regeling 2004, zijn in<br />

2005 1.040 aanvragen ontvangen.<br />

6.4 Toezicht op uitvoering Stoomwet door<br />

Lloyd’s Register Nederland<br />

Lloyd’s Register Nederland (LRN) voerde, op basis van<br />

een contract met het rijk, tot 1 augustus 2005 taken uit<br />

in relatie tot de Stoomwet. Om na te gaan of de LRN<br />

die contracttaken correct uitvoerde, is een inspectie<br />

gedaan naar de systematiek van inspecteren bij de<br />

hoofdvestiging van LRN en zijn op locatie inspecties van<br />

LRN bijgewoond bij vergunninghouders. Het resultaat<br />

hiervan is in het jaarlijkse overleg tussen LRN en AI ter<br />

tafel komen. Omdat deze taken van het contract per 1<br />

augustus 2005 zijn geëindigd en het toezicht op LRN<br />

zou overgaan naar de Inspectie Werk en Inkomen (IWI),<br />

is deze inspectie bij het bovengenoemde onderzoek<br />

betrokken. De resultaten gaven geen aanleiding tot<br />

bijstellingen van het contract.<br />

In tegenstelling tot wat verwacht werd, was de Stoomwet<br />

ook in 2005 nog van kracht. Voor de nieuwbouw en<br />

ingebruikneming van apparatuur gold daarom naast het<br />

Warenwetbesluit drukapparatuur ook nog de Stoomwet.<br />

Met ingang van 1 augustus 2005 werd het periodieke<br />

toezicht op alle niet-nucleaire apparatuur van de Stoomwet<br />

ingetrokken en werd met het tweede wijzigingsbe-<br />

42<br />

sluit Warenwet drukapparatuur, de keuringsverplichting<br />

voor toestellen en apparatuur in de ‘markt’ gezet. Om<br />

als keuringsinstelling in aanmerking te komen, kunnen<br />

meer partijen meedingen.<br />

Omdat de specifi eke wetgeving wat betreft het toezicht<br />

op drukapparatuur speciaal voor nucleair gebruik nog<br />

niet gereed was voor opname in de Kernenergiewet<br />

is alleen voor deze apparaten het contract met LRN<br />

verlengd.<br />

6.5 Internationale ontwikkelingen en activiteiten<br />

In 2005 heeft de Arbeidsinspectie haar internationale<br />

activiteiten op basis van nieuw vastgelegde uitgangspunten<br />

herijkt. De prioriteit is naar coördinatie en harmonisatie<br />

van het toezicht binnen de Europese Unie verlegd.<br />

Dit is ten koste gegaan van de capaciteit voor de ondersteuning<br />

van arbeidsinspecties in de kandidaat EU-landen<br />

en die van arbeidsinspecties elders in de wereld.<br />

In Europees verband heeft de AI bijgedragen aan het<br />

werkprogramma van de Senior Labour Inspection Committee<br />

(SLIC). De AI leverde daarbij bijdragen aan de<br />

evaluatie van de arbeidsinspectiesystemen van Duitsland<br />

en Portugal. Verder heeft de AI bijgedragen aan ‘Europabrede’<br />

inspectie- en voorlichtingscampagnes in de bouw<br />

en ten aanzien van de thema’s asbest en tillen. In het<br />

kader van uitwisseling van kennis, organiseerde de AI<br />

studieprogramma’s en stages voor Zweedse, Franse,<br />

Engelse en Spaanse collega’s over respectievelijk: thuiszorg,<br />

langer gezond doorwerken en deskundige arboondersteuning.<br />

Daarnaast is door de AI het verbindingsbureau voor<br />

grensoverschrijdend handhaven in het kader van de<br />

detacheringrichtlijn opgetuigd.<br />

Wat de ondersteuning van kandidaat-lidstaten van de<br />

EU betreft, is over de omzetting van Europees recht in<br />

nationale regelgeving, een samenwerkingsproject met de<br />

Turkse Arbeidsinspectie uitgevoerd.<br />

Op verzoek van de International Labour Organisation is<br />

ook de Arbeidsinspectie van Servië ondersteund.<br />

De Nederlandse Arbeidsinspectie heeft per 1 juli 2005<br />

haar taak als secretaris generaal van de Internationale<br />

Vereniging van Arbeidsinspecties, aan Luxemburg overgedragen.<br />

JAARVERSLAG 2005


7<br />

Interne ontwikkelingen<br />

Voorzover deze duidelijk en direct bijdragen aan de<br />

externe doelen, geeft dit hoofdstuk een indruk van de<br />

activiteiten en ontwikkelingen op het terrein van de<br />

‘interne organisatie’.<br />

7.1 Organisatieontwikkelingen<br />

In 2003 is de Arbeidsinspectie van een regiogestuurdenaar<br />

een bedrijfstakgestuurde organisatie omgevormd.<br />

Tevens zijn andere organisatorische wijzigingen doorgevoerd.<br />

Deze waren erop gericht om de AI beter op<br />

haar werkterreinen te laten aansluiten, om een meer<br />

strategische aanpak van de activiteiten te realiseren en om<br />

de interne sturing te verbeteren. Destijds is vastgelegd dat<br />

op basis van de gestelde doelen, de resultaten van deze<br />

veranderingen zouden worden geëvalueerd en waar dat<br />

nodig is, op zou worden bijgestuurd. De evaluatie is in 2005<br />

uitgevoerd. Het eindresultaat van deze evaluatie kan als<br />

‘overwegend positief’ worden getypeerd. Voor het oplossen<br />

van enkele knelpunten worden aanvullende maatregelen<br />

genomen, die in 2006-2007 hun beslag zullen krijgen.<br />

Een aantal belangrijke ontwikkelingen, die in<br />

2005 zijn gestart, vormen de grondslag voor de<br />

z.g.‘Veranderagenda 2006-2007, Arbeidsinspectie’.<br />

Het gaat hierbij o.a. om:<br />

• het formuleren van nieuw inspectie- en handhavingsbeleid<br />

(in het kader van de vernieuwing van de <strong>Arbo</strong>-wet),<br />

• het formuleren van nieuw beleid ten aanzien van<br />

vreemdelingen,<br />

• implementatie van de Kaderstellende Visie op het<br />

Toezicht 2005,<br />

• nieuw beleid ten aanzien van personeelsontwikkeling<br />

en ICT<br />

• de nodige aanpassingen van de organisatie.<br />

7.2 Kwaliteitsontwikkelingen<br />

Op basis van het z.g. INK-managementmodel 1 werkt de<br />

Arbeidsinspectie al verscheidene jaren aan bevordering<br />

van de ontwikkeling van de integrale kwaliteit van de<br />

organisatie en van de in- en externe (werk)processen.<br />

Het doel is: ‘realisatie van een samenhangende aanpak<br />

van organisatie, processen en resultaten, die er toe<br />

bijdraagt dat in volgende fases de ontwikkeling naar integrale<br />

kwaliteit continueert’. In dit kader is veel energie<br />

gestopt in het beschrijven van de werkprocessen en het<br />

benoemen van z.g. kritische succesfactoren en prestatieindicatoren.<br />

De AI als geheel, was in 2005 onderweg naar fase 3:<br />

‘ontwikkeling van een systeemgerichte organisatie’. De<br />

directie Major Hazard Control beschikte in 2005 al over<br />

een ISO:9001 certifi caat voor haar kwaliteitssysteem.<br />

Eind 2004 is een diagnose uitgevoerd. Daaruit zijn enige<br />

verbeterpunten gedestilleerd, onder andere ten aanzien<br />

van de interne communicatie. In 2005 hebben deze<br />

(deels) tot extra activiteiten geleid. Er is duidelijk vooruitgang<br />

geboekt ten opzichte van een eerdere diagnose,<br />

echter minder dan aanvankelijk was ingeschat.<br />

Uit de (continu) gehouden klantentevredenheidsmetingen<br />

naar het (adequaat) afhandelen van bij de AI ingediende<br />

klachten van werknemers over hun arbeidsomstandigheden,<br />

wordt voortdurend positief gescoord.<br />

1 Het INK (Instituut Nederlandse Kwaliteit)-managementmodel is een methode waarmee een organisatie inzicht krijgt in haar activiteiten en resultaten. Dit<br />

model helpt een organisatie haar bedrijfsprocessen in kaart te brengen, voldoende aandacht te schenken aan haar medewerkers en oog te hebben voor haar<br />

omgeving. Tevens zet het een organisatieontwikkeling in gang die zorgt voor een continu proces van verbeteren en vernieuwen<br />

JAARVERSLAG 2005 43


In 2005 is met klantentevredenheidsmetingen bij werkgevers<br />

geëxperimenteerd. In 2006 worden deze in een<br />

nieuwe vorm bij een aantal inspectieprojecten uitgevoerd.<br />

7.3 Personeelsontwikkeling en professionalisering<br />

Het werk van AI-inspecteurs vraagt om op de taken<br />

toegesneden actuele kennis en vaardigheden.<br />

De nieuwe Kaderstellende Visie op Toezicht onderstreept<br />

de noodzaak van investeren in professionele<br />

medewerkers. Nieuw ingestroomde inspecteurs krijgen<br />

daarom een uitgebreide interne basisopleiding<br />

en training. Deze omvat cursussen op het terrein van<br />

arbo(wetgeving), arbeids- en rusttijden(wetgeving), major<br />

hazard control en de opsporing van arbeidsmarktfraude.<br />

Hiertoe behoren ook rechts- en wetskennis en<br />

ongevalsonderzoek. Er wordt tevens geïnvesteerd in<br />

training van interventievaardigheden; het helder kunnen<br />

uitdragen van de AI-doelstellingen en het omgaan met<br />

moeilijke situaties. Periodiek vinden daarna opfris- en<br />

aanvullende cursussen plaats.<br />

De AI-inspecteurs behoren tot de categorie ‘bijzondere<br />

opsporingsambtenaren’, die hen specifi eke bevoegdheden<br />

verleent. Daarom moeten zij tevens voor het<br />

examen bijzonder opsporingsambtenaar slagen. Het<br />

basistraject van opleidingen en trainingen van inspecteurs<br />

duurt gemiddeld 1,5 tot 2 jaar.<br />

De kaderstellende visie op toezicht en de hiervoor<br />

genoemde ontwikkelingen op het gebied van de <strong>Arbo</strong>-<br />

Tabel 7.4.1<br />

Streefwaarden en in 2005 bereikte resultaten personeelscijfers<br />

Onderwerp/ doelstelling Streefwaarde 2005 Gerealiseerd in 2005 Gerealiseerd in 2004<br />

Aandeel vrouwelijk personeel verhogen > 40 % 36,8% 36,6%<br />

Aandeel vrouwen in schaal 10 en hoger verhogen > 25 % vrouwen 22,9% 20,3%<br />

Ziekteverzuimpercentage omlaag brengen = 6,0% 6,3% 6,8%<br />

44<br />

wet vragen een verdergaande ontwikkeling in met name<br />

de ‘houdingsaspecten’ en het kunnen leveren van ‘maatwerk<br />

in toezicht’. Ook zaken als politiek-bestuurlijke<br />

gevoeligheid en kunnen samenwerken over de grenzen<br />

van de eigen taak en organisatie heen horen daar bij.<br />

7.4 Personeelsbeleid<br />

De in 2005 gehouden medewerkerstevredenheids<br />

enquête en de bedrijfsdoorlichting toonden aan dat op<br />

veel gebieden van het personeelsbeleid positieve resultaten<br />

worden behaald. Wel zijn de interne communicatie<br />

en de loopbaanplanning en -ontwikkeling nog voor<br />

verdere verbetering vatbaar. Dit heeft er ondermeer toe<br />

geleid om ‘investeren in mensen’ in de komende jaren<br />

centraal te stellen in het personeelsbeleid. Daarmee kan<br />

ook worden tegemoetgekomen aan de behoefte aan<br />

verdergaande professionalisering.<br />

Het aandeel vrouwelijke werknemers is gestegen van<br />

337 (in 2004) naar 351 in 2005. De streefwaarde: 40%<br />

vrouwelijke werknemers ten opzichte van de totale<br />

bezetting, is hiermee weer wat meer in zicht gekomen.<br />

Ook het aantal vrouwen in schaal 10 en hoger is dichter<br />

bij de streefwaarde gekomen.<br />

Het ziekteverzuimpercentage ten opzichte van 2004 is<br />

met 0,5% gedaald, maar heeft nog niet de streefwaarde<br />

(maximaal 6%) bereikt, wat aanleiding is om de in 2005<br />

aangescherpte ziektebegeleidingsmaatregelen voort te<br />

zetten.<br />

JAARVERSLAG 2005


Tabel 7.4.2<br />

Personeelsbestand Arbeidsinspectie per 31-12 -2005<br />

Naar schaalindeling: Schaal 1 t/m 4 Schaal 5 t/m 10 Schaal 11 en hoger Totaal<br />

Totaal aantal werknemers 18 662 273 953<br />

Waarvan vrouwen 13 274 64 351<br />

Naar leeftijdsopbouw: < 34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar > 55 jaar<br />

Totaal aantal werknemers 147 266 299 241<br />

Waarvan vrouwen 99 130 83 39<br />

Het personeelsverloop binnen de Arbeidsinspectie is<br />

laag. Medewerkers blijven doorgaans lang bij de AI in<br />

dienst. Omdat voor inspecteurs- en specialistische functies<br />

een aanzienlijk aantal jaren ervaring wordt gevraagd,<br />

is de gemiddelde leeftijd relatief gezien hoog. Het personeelsbeleid<br />

is er dan ook op gericht om medewerkers<br />

ook op oudere leeftijd gemotiveerd te houden en de<br />

fl exibiliteit te bevorderen.<br />

7.5 Informatievoorziening en automatisering<br />

Binnen de Arbeidsinspectie is sinds 1997 de bedrijfsapplicatie<br />

Geautomatiseerde Informatievoorziening<br />

Arbeidsinspectie (GISAI) in gebruik, die ondersteuning<br />

biedt aan alle primaire uitvoeringsprocessen1 . Deze<br />

applicatie is vooral gericht op het werk van de (arbo-)<br />

bedrijfstakdirecties, en ondersteunt nog in onvoldoende<br />

mate de directies Major Hazard Control (MHC) en<br />

Arbeidsmarktfraude (AMF). Om die leemtes op te heffen,<br />

is met een herontwerp gestart.<br />

Sinds februari 2005 gebruikt de directie MHC de nieuwe<br />

applicatie I-net t (de vervanger van GISAI) voor de onder-<br />

steuning van haar belangrijkste processen.<br />

Eind 2005 is een bouwopdracht voor realisatie van het<br />

I-net voor de directie AMF gegeven. Deze applicatie zal<br />

in 2006 in productie gaan. Direct daarna volgen de arbobedrijfstakdirecties.<br />

7.6 Integriteit<br />

1 O.a. planning en control, toezicht, onderzoek, handhaving, handhavingscorrespondentie en verslaglegging<br />

Integer handelen is een belangrijke voorwaarde voor het<br />

functioneren van een inspectiedienst. De geloofwaardigheid<br />

van de organisatie staat of valt met een integere<br />

wijze van handelen en optreden. Dit geldt voor iedereen,<br />

van hoog tot laag.<br />

Binnen de Arbeidsinspectie wordt daarom veel aandacht<br />

besteed aan het op de juiste wijze omgaan met<br />

de bevoegdheden, die soms ver kunnen strekken. Het<br />

onderwerp is in beeld vanaf de eerste selectie, de introductie,<br />

de beëdiging en de opleiding van de inspecteurs<br />

en is tevens punt van aandacht tijdens de periodieke<br />

management- medewerkergesprekken.<br />

In 2005 is een vernieuwde versie van de Gedragscode<br />

Arbeidsinspectie geformuleerd en op de internet- en<br />

intranetsite van de AI gepubliceerd. Uit een in 2005<br />

gehouden interne audit is komen vast te staan, dat binnen<br />

de AI sprake is van een hoog normbesef. Er hebben<br />

zich dan ook geen incidenten voorgedaan, die als schending<br />

van de integriteit kunnen worden beschouwd.<br />

JAARVERSLAG 2005 45


46<br />

JAARVERSLAG 2005


8<br />

Financieel<br />

8.1 Amendementen Verburg<br />

In 2005 is invulling gegeven aan de bij de begrotingsbehandeling<br />

2003 aangenomen amendementen van het<br />

Tweede Kamerlid Verburg. Hierin is zowel om versterking<br />

van de handhaving van de arbeidsomstandighedenwetgeving,<br />

als om intensivering van de aanpak van<br />

arbeidsmarktfraude (AMF) gevraagd. De Arbeidsinspectie<br />

heeft de fi nanciële middelen die hierdoor beschikbaar<br />

kwamen conform de doelstelling van deze amendementen<br />

ingezet.<br />

In 2005 is het aantal inspecteurs-arbeidsmarktfraude,<br />

van 131 naar 170 uitgebreid. Het uiteindelijke doel: uitbreiding<br />

tot 180 inspecteurs- AMF, zal naar verwachting<br />

in 2006 zijn gerealiseerd. Het aantal inspecteurs dat zich<br />

met de handhaving van de <strong>Arbo</strong>-wetgeving bezighoudt,<br />

is uitgebreid met 33, waarmee ook deze doelstelling is<br />

gerealiseerd.<br />

De amendementen zijn daarmee volledig uitgevoerd.<br />

8.2 Uitgaven en ontvangsten<br />

Uitgaven<br />

In onderstaande fi guur zijn de uitgaven over het verslagjaar<br />

en die over 2004 op hoofdlijnen weergegeven.<br />

De tabel laat zien dat de uitgaven in 2005, nagenoeg<br />

overeenkwamen met de in 2005 beschikbaar gestelde<br />

budgetten.<br />

Tabel 8.2.1<br />

Uitgaven<br />

Uitgaven x € 1000,- Realisatie 2004 Werkelijk beschikbaar 2005 Realisatie 2005<br />

Ambtelijk personeel 48.840 51.714 51.773<br />

Overige personele uitgaven 169 196 175<br />

Materieel 7.764 8.148 8.034<br />

Huisvesting in de regio’s 1.207 1.314 1.314<br />

Materiele uitgaven buitendienst 765 1.254 1.235<br />

Ondersteuning primair proces 48 46 46<br />

Medezeggenschap 54 63 49<br />

Totaal 58.847 62.735 62.626<br />

JAARVERSLAG 2005 47


Ontvangsten<br />

De ontvangsten zijn ten opzichte van 2004 met bijna<br />

5,5 miljoen gestegen. De meeropbrengsten kwamen<br />

voor het merendeel uit de ontvangsten van de in 2005<br />

ingevoerde bestuurlijke boetes in het kader van de Wet<br />

arbeid vreemdelingen.<br />

Tabel 8.2.2<br />

Ontvangsten<br />

Ontvangsten x € 1000,- Realisatie 2004 Begroting 2005 Realisatie 2005<br />

Bestuurlijke boetes in het kader van de <strong>Arbo</strong>-wet 6.599 5.084 7.280<br />

Bestuurlijke boetes in het kader van de Wet Arbeid Vreemdelingen 0 11.500 4.642<br />

Bestuurlijke boetes Arbeidstijdenwet 0 1.800 31<br />

Overige ontvangsten 51 0 135<br />

Vergunningen Stralingsbescherming 22 0 68<br />

Totaal 6.672 18.384 12.156<br />

Bestuurlijke boetes <strong>Arbo</strong>-wet<br />

De (vanwege forse stijging van het aantal boetes) in<br />

2004 opgelopen achterstanden bij het opleggen van<br />

bestuurlijke boetes i.v.m. overtreding van de <strong>Arbo</strong>-wet,<br />

zijn in 2005 ingelopen. Hierdoor zijn de ontvangsten<br />

voor 2005 fors hoger uitgekomen dan het begrootte<br />

bedrag.<br />

Bestuurlijke boetes Wet arbeid vreemdelingen<br />

De mogelijkheid tot het opleggen van bestuurlijke<br />

boetes i.v.m. overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen<br />

(Wav), is per 1 januari 2005 ingevoerd. Hoewel de<br />

raming ten aanzien van de som van in 2005 opgelegde<br />

boetes is gerealiseerd, is de daadwerkelijke inning van de<br />

boetes hier fors bij achtergebleven. De oorzaken hiervan<br />

zijn dat een betalingsregeling kan worden getroffen en<br />

dat er een mogelijkheid tot voorlopige voorziening is,<br />

waarbij de betalingsverplichting kan worden opgeschort.<br />

Daarnaast is geconstateerd dat enige z.g. vennootschappen<br />

onder fi rma na de boeteoplegging werden opgeheven<br />

of zich failliet lieten verklaren.<br />

Naar verwachting zal in 2006 de achterstand worden<br />

ingelopen en de taakstelling worden gehaald.<br />

Bestuurlijke boetes Arbeidstijdenwet<br />

De minister heeft op 11 juni 2004 schriftelijk aan de<br />

Tweede Kamer medegedeeld, dat in het vervolg bij<br />

inspecties in het kader van de Arbeidstijdenwet (ATW),<br />

maar een beperkt aantal wettelijke normen zal worden<br />

gehandhaafd. Het gevolg is dat de draagwijdte van de<br />

actieve handhaving door de Arbeidsinspectie is beperkt.<br />

Hierdoor zijn aanzienlijk minder bestuurlijke boetes-<br />

48<br />

ATW aangezegd, dan bij eerdere raming is verondersteld.<br />

Het merendeel van de overtredingen kon nu met<br />

een waarschuwing worden afgedaan.<br />

8.3 Producten en uitgaven<br />

In de begroting 2005 zijn tien productgroepen te onderscheiden.<br />

De eenheden waaraan de kosten worden<br />

toegerekend, zijn volledige interventietrajecten, kortweg<br />

‘zaken’ genoemd. Een interventietraject of zaak omvat<br />

een of meer inspectie(controle)bezoeken, inclusief de<br />

administratieve afhandeling daarvan (i.c. het gehele traject<br />

dat nodig is om een werkgever tot naleving van de<br />

wet te bewegen).<br />

JAARVERSLAG 2005


Tabel 8.3.1<br />

Producten en kosten<br />

Producten Aantal trajecten % Van de capaciteit Uitgaven *€1000<br />

realisatie begroting realisatie begroting realisati begroting<br />

2005 2005 2005 2005 2005 2005<br />

Zaken in het kader van de Arbeidsomstandighedenwet* 20.558 19.944 30,1 39,7 23.730.815 24.161.934<br />

Zaken in het kader van de Arbeidstijdenwet 193 270 1,1 1,1 607.857 652.462<br />

Monitorrapportages AVO/WML1 1 1 4,4 4,2 2.738.751 2.576.813<br />

Zaken in het kader van de Wet arbeid vreemdelingen 8.760 7.320 30,7 20,2 16.135.464 12.309.456<br />

Klachtenonderzoeken 1.918 2.091 5,5 6,3 3.138.522 3.850.424<br />

Ongevalsonderzoeken 2.350 2.383 16,1 16,1 9.058.459 9.776.303<br />

Zaken Major Hazard Control 369 355 6,5 6,9 4.365.650 4.180.669<br />

Overig reactief 1.669 1.846 3,2 3,1 1.250.996 1.900.189<br />

Desk-research rapportages 9 9 0,5 0,5 357.741 278.734<br />

Beschikkingen, ontheffi ngen en vergunningen 3.118 3425 1,9 1,9 1.245.684 1.129.024<br />

Totaal 38.945 37.644 100 100 62.629.937 60.816.008<br />

*Inclusief z.g monitortrajecten<br />

1 AVO= Arbeidsvoorwaardenonderzoek<br />

WML= Wet Minimum Loon<br />

De tabel laat zien dat de uitgaven nagenoeg zijn overeengekomen met de beschikbaar gestelde budgetten.<br />

Het verschil tussen het uitgegeven totaal bedrag in de kolom: ’Uitgaven *€1000 begroting 2005’ in de tabel hierboven en<br />

het werkelijk beschikbaar gestelde bedrag in 2005 (zie tabel 8.2.1) is te verklaren uit de loon- en prijsbijstelling die in de<br />

loop van 2005 is toegekend en interne toekenning van extra middelen voor telewerken.<br />

JAARVERSLAG 2005 49


50<br />

JAARVERSLAG 2005


Bijlagen 1 t/m 9<br />

Bijlage 1 Context, taken, bevoegdheden en werkterrein<br />

Bijlage 2 Organisatie en positionering<br />

Bijlage 3 Overzicht relevante wet- en regelgeving<br />

Bijlage 4 Cijfermatige overzichten arbeidsomstandigheden<br />

Bijlage 5 Cijfermatige overzichtbestrijding arbeidsmarktfraude<br />

Bijlage 6 Cijfermatige overzichten Major Hazard Control<br />

Bijlage 7 Overzicht AI-management<br />

Bijlage 8 Overzicht van gebruikte afkortingen<br />

Bijlage 9 Overall picture and key fi gures 2005<br />

JAARVERSLAG 2005 51


52<br />

JAARVERSLAG 2005


Bijlage 1<br />

Context, taken, bevoegdheden,<br />

werkterrein, visie en missie<br />

Wettelijke context<br />

Het wettelijk kader waarbinnen de Arbeidsinspectie<br />

opereert wordt in grote mate bepaald door de Arbeidsomstandighedenwet,<br />

de Arbeidstijdenwet, de Wet arbeid<br />

vreemdelingen, het Besluit Risico’s Zware Ongevallen,<br />

de Kernenergiewet, de Bestrijdingsmiddelenwet en de<br />

Warenwet.<br />

Voor een volledige opsomming van de wetten die de AI<br />

handhaaft en uitvoert zie bijlage no.1.<br />

Beleidsterreinen en taken<br />

De Arbeidsinspectie opereert op de volgende beleidsterreinen:<br />

• arbeidsomstandigheden;<br />

• arbeidsvoorwaarden;<br />

• arbeidsmarkt;<br />

• major hazard control.<br />

De belangrijkste (actieve, reactieve en uitvoerende) activiteiten<br />

van de Arbeidsinspectie in het kader van voornoemde<br />

beleidsterreinen en taken in 2005 waren:<br />

• toezicht, handhaving en monitoring via inspecties (o.a.<br />

Arbeidsomstandigheden- en Arbeidstijdenwet);<br />

• toezicht, opsporing en handhaving via inspecties (Wet<br />

arbeid vreemdelingen);<br />

• onderzoek van meldingen van klachten van werknemers<br />

m.b.t. hun arbeidsomstandigheden;<br />

• onderzoek van meldingen van ernstige arbeidsongevallen;<br />

• beoordeling van veiligheidsrapporten en inspectie<br />

van bovengemiddeld risicovolle bedrijfsinstallaties en<br />

-processen (Major Hazard Control)<br />

• behandeling van aanvragen van vergunningen, ontheffi<br />

ngen en vrijstellingen in het kader van de Arbeidstijdenwet;<br />

• toezicht, vergunningverlening en vergunningintrekking<br />

(Kernenergiewet);<br />

• het uitvoeren van risicoanalyses;<br />

• monitoring en het genereren van beleidsrelevante infor-<br />

matie (het in beeld brengen en overdragen van in de<br />

praktijk aangetroffen situaties, tendensen, uitwerking van<br />

de wet- en regelgeving en ontwikkelingen) ten behoeve<br />

van de beleidsmakers en de strategisch managers;<br />

• advisering van het Agentschap-SZW ten aanzien van<br />

subsidieverlening (SPA- en Farboregeling);<br />

Handhaving<br />

Conform haar missie, richt de Arbeidsinspectie zich met<br />

name op misstanden.<br />

Uitgangspunt is, dat de AI zich niet op details, maar<br />

op ernstige risico’s en misstanden concentreert.<br />

De AI hanteert de volgende bestuurlijke en strafrechtelijke<br />

handhavingsinstrumenten:<br />

• de offi ciële waarschuwing;<br />

• het bevel tot onmiddellijke stillegging van het werk/<br />

werkzaamheden;<br />

• de eis tot naleving van de wet;<br />

• de bestuurlijke boete;<br />

• het proces-verbaal (in strafrechtelijke zin).<br />

Bevoegdheden<br />

Bij de uitvoerende activiteiten heeft de AI begrensde<br />

beleids- en bewegingsvrijheid. De criteria hiervoor zijn<br />

in regelgeving en instructies vastgelegd. Hieronder het<br />

overzicht van <strong>document</strong>en waarin de bevoegdheden<br />

en gedragsregels van de (medewerkers van de) AI zijn<br />

vastgelegd:<br />

• Besluit- en Wijziging Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar<br />

Arbeidsinspectie 2004;<br />

• Aanwijzingsregeling en Wijziging Aanwijzingsregeling<br />

toezichthoudende ambtenaren en ambtenaren met specifi<br />

eke uitvoeringstaken op grond van SZW-wetgeving;<br />

• Bevoegdheden van inspecteurs bij het binnentreden<br />

van woningen;<br />

• Gedragscode Arbeidsinspectie;<br />

• Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit Arbeidsinspectie<br />

2005.<br />

JAARVERSLAG 2005 53


Voor de volledige tekst van deze <strong>document</strong>en wordt<br />

verwezen naar: www.arbeidsinspectie.nl (rubriek: ‘Wetgeving<br />

& handhaving’, respectievelijk: ‘Bevoegdheden AI’).<br />

Omvangrijk en complex werkterrein, begrensde<br />

capaciteit<br />

De AI opereert in een complex en omvangrijk veld,<br />

waar ze te maken heeft met een groot aantal wettelijke<br />

bepalingen. Het merendeel van die bepalingen is een<br />

rechtstreekse vertaling van de Europese richtlijnen voor<br />

veiligheid en gezondheid op het werk, of is uitvloeisel<br />

van Europese marktordeningprincipes (onder andere:<br />

vrij verkeer van mensen en goederen).<br />

Nederland telde in december 2005 ongeveer 717.000<br />

geregistreerde bedrijven met in totaal meer dan<br />

7.040.000 werknemers 1 . Daarnaast telt ons land<br />

enkele duizenden (semi-)overheidsinstanties. Vrijwel<br />

al deze bedrijven en instanties behoren tot het<br />

(toezichts)domein van de AI. Dit impliceert dat de AI<br />

- gelet op de begrensde capaciteit - gemiddeld over het<br />

totaal aan bedrijven en instellingen - slechts een relatief<br />

lage inspectiefrequentie kan bereiken. Door gebruik te<br />

maken van scherpe risicoanalyses wordt de inspectiecapaciteit<br />

zoveel mogelijk ingezet waar de grootste risico’s<br />

en misstanden worden verwacht (vissen waar vis zit).<br />

Door de gebruikmaking van dynamiserende (uitstralende)<br />

effecten van de inspectieprojecten (o.a. het<br />

generen van media-aandacht, voor- en naoverleg met<br />

de geïnspecteerde branche) worden ook niet-geïnspecteerde<br />

bedrijven binnen een branche gestimuleerd om<br />

maatregelen te nemen die de arbeidsomstandigheden op<br />

een hoger plan brengen.<br />

Daarnaast wordt via het onderzoeken van klachten,<br />

tips en ongevalsmeldingen, de trefkans bij bedrijven met<br />

mogelijke misstanden vergroot.<br />

Visie en missie<br />

Begin 2005 heeft de staatsecretaris van Sociale Zaken<br />

en Werkgelegenheid de vernieuwde visie en missie van<br />

de Arbeidsinspectie bekrachtigd. De visie en missie zijn<br />

ondermeer gebaseerd op de impact van maatschappelijke<br />

en politieke ontwikkelingen op de uitvoering van de<br />

taken van de Arbeidsinspectie.<br />

De vernieuwde missie van de AI luidt als volgt:<br />

‘De Arbeidsinspectie bevordert door middel van hand-<br />

1 Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek, 1 januari 2005<br />

54<br />

having de naleving van de wetgeving op het terrein van<br />

de veiligheid en gezondheid op het werk en bestrijdt<br />

illegale tewerkstelling. Daarbij wordt prioriteit gegeven<br />

aan de aanpak van misstanden. De AI levert relevante<br />

informatie over de naleving op deze terreinen en draagt<br />

daarmee bij aan het inzicht in de werking en vergroting<br />

van de effectiviteit van het overheidsbeleid’.<br />

De vernieuwde missie, die in 2005 is geformuleerd, is<br />

een aangescherpte voortzetting van de koers die de<br />

Arbeidsinspectie al enige jaren op hoofdlijnen volgt. De<br />

missie geeft zo richting aan de handhavingsactiviteiten<br />

van de AI. Zowel de preventieve als de repressieve aandacht<br />

worden zo op het ontstaan, bestaan of voortduren<br />

van misstanden en ernstige risico’s geconcentreerd. De<br />

AI wil daarmee een organisatie zijn die zich voornamelijk<br />

op dié thema’s richt, die als een maatschappelijk en<br />

politiek probleem worden gezien.<br />

Naast bestrijding van misstanden en ernstige risico’s, wil<br />

de AI ook een bijdrage leveren aan de maatschappelijke<br />

doelstellingen die het ministerie van SZW nastreeft: het<br />

stimuleren van werkgelegenheid, moderne arbeidsrelaties<br />

en een activerende sociale zekerheid.<br />

JAARVERSLAG 2005


Bijlage 2<br />

Organisatie en positionering<br />

Positie Arbeidsinspectie binnen het ministerie<br />

van SZW<br />

De Arbeidsinspectie is onderdeel van het ministerie van<br />

Sociale Zaken en Werkgelegenheid en opereert onder<br />

ministeriele verantwoordelijkheid. De algemeen directeur<br />

van de AI rapporteert aan de Inspecteur-generaal<br />

SZW-inspecties.<br />

Twee SZW-inspectiediensten onder één Inspectoraat-generaal<br />

Onder de Inspecteur-generaal SZW-inspecties, functioneren<br />

twee inspectiediensten. Naast de Arbeidsinspectie<br />

is dat de Inspectie Werk en Inkomen (IWI). IWI houdt<br />

toezicht op de uitvoering van beleid op het terrein van<br />

werk en inkomen (toezicht op de uitvoeringsorganisaties<br />

die de sociale verzekeringswetten uitvoeren en op de<br />

gemeenten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering<br />

van wetgeving op het terrein van de sociale voorzieningen).<br />

Er wordt intensief met de z.g. ‘beleidskolom’ van het<br />

departement overlegd en samengewerkt.<br />

Het toezicht op de naleving van wetten en de handhaving<br />

daarvan, is immers een van de instrumenten van de<br />

beleidsaanpak. Niettemin heeft de AI - onder andere<br />

overeenkomstig de vigerende Kaderstellende Visie op<br />

Toezicht - een eigen verantwoordelijkheid bij het toezicht,<br />

die vooral tot uitdrukking komt in de selectie van<br />

te inspecteren sectoren en bedrijven; bij de inzet van de<br />

handhavingsinstrumenten (het maken van eigen afwegingen/keuzes);<br />

en bij de rapportages naar aanleiding van toezicht-<br />

en opsporingsactiviteiten in bedrijven en sectoren.<br />

Ook wordt bijgedragen aan de evaluatie van (acceptatie,<br />

mate van werking en handhaafbaarheid van) de wetgeving<br />

en het beleid en worden beleidsrelevante signalen<br />

afgegeven.<br />

In het kader van de ontwikkeling van nieuwe wetgeving<br />

adviseert de AI over de praktische<br />

handhaafbaarheid daarvan.<br />

In 2005 is veel capaciteit besteed aan de voorbereidingen<br />

op de te vernieuwen <strong>Arbo</strong>wet.<br />

Organisatie van de Arbeidsinspectie<br />

De Arbeidsinspectie omvatte in 2005 zeven directies en<br />

twee stafafdelingen, te weten:<br />

• Er zijn vier z.g. arbo-directies (Bouw, Industrie, Commerciële<br />

Dienstverlening en Publieke Dienstverlening,<br />

inclusief de landbouwsector) die toezicht houden op<br />

naleving van onder andere de Arbeidsomstandighedenwet<br />

en de Arbeidstijdenwet.<br />

• De directie Arbeidsmarktfraude houdt toezicht op de<br />

naleving van de Wet arbeid vreemdelingen (opsporing<br />

en bestrijding van illegale tewerkstelling en identiteitsfraude<br />

bij werkgevers).<br />

• Op grond van het Besluit Risico’s Zware Ongevallen<br />

en het Besluit Aanvullende Risico-Inventarisatie en<br />

-Evaluatie, houdt de directie Major Hazard Control<br />

toezicht op bedrijven met bovengemiddelde veiligheids<br />

en gezondheidsrisico’s.<br />

• De directie Inspectieondersteuning ondersteunt en<br />

faciliteert de AI-organisatie op een uiteenlopend aantal<br />

terreinen, zoals: het aandragen, beheren en leveren<br />

van specialistische kennis (via het Expertisecentrum);<br />

beheer en ontwikkeling van digitale bedrijfsvoeringsystemen<br />

en websites; afwikkeling van de door de AI<br />

aangezegde bestuurlijke boetes; personeelsontwikkeling<br />

en administratie en bedrijfsvoering.<br />

• De stafafdeling Concernbeleid heeft als belangrijkste<br />

taken: strategie- en beleidsontwikkeling en concernbrede<br />

coördinatie, concernplanning en control,<br />

begeleiding en analyse van monitoronderzoeken en<br />

ondersteuning van de algemeen directeur van de<br />

Arbeidsinspectie.<br />

• De afdeling Juridische Zaken geeft juridische adviezen<br />

en behandelt bezwaar- en beroepszaken naar aanleiding<br />

van door de AI opgelegde bestuurlijke boetes en<br />

andere afgegeven beschikkingen.<br />

JAARVERSLAG 2005 55


Bij de Arbeidsinspectie waren op 31 december 2005 totaal<br />

953 medewerkers in dienst, waarvan 478 inspecteurs;<br />

• 270 inspecteurs waren belast met het toezicht op de<br />

<strong>Arbo</strong>wet- en regelgeving;<br />

• 168 inspecteurs hadden toezicht- en opsporingstaken<br />

op het terrein van de arbeidsmarktfraude;<br />

56<br />

• 40 inspecteurs hadden toezichtstaken op het terrein<br />

van de Major Hazard Control;<br />

• 138 van het totaal aan inspecteurs was vrouw.<br />

• De rest van de medewerkers hadden o.a. ondersteunende,<br />

faciliterende- en advieserende taken.<br />

Voor meer informatie over het personeelsbestand zie paragraaf<br />

7.3<br />

JAARVERSLAG 2005


Arbeidsinspectie<br />

Directie<br />

Industrie<br />

Manager<br />

Inspectie<br />

5 á 6<br />

teamleiders<br />

Per team 11 á 12<br />

inspecteurs<br />

Directie<br />

Bouw<br />

Manager<br />

Strategie<br />

Landelijk<br />

Projectleiders<br />

Afdeling<br />

Juridische Zaken<br />

Directie<br />

Commerciele<br />

Dienstverlening<br />

Inspecteur Generaal<br />

SZW-Inspecties<br />

mr. L.H.J. Kokhuis<br />

Algemeen Directeur<br />

Arbeidsinspectie<br />

dr. J.J.M. Uijlenbroek<br />

Directie<br />

Publieke<br />

Dienstverlening<br />

Afdeling<br />

Concernbeleid<br />

Directie Major<br />

Hazard Control<br />

Directie<br />

Arbeidsmarktfraude<br />

Directie<br />

Inspectie<br />

Ondersteuning<br />

Afdeling<br />

Bestuurlijke<br />

Boete<br />

Afdeling<br />

Binnendienst<br />

Expertisecentrum<br />

Afdeling<br />

Personeelsontwikkeling<br />

Afdeling<br />

Informatie<br />

voorziening<br />

JAARVERSLAG 2005 57


58<br />

JAARVERSLAG 2005


Bijlage 3<br />

Overzicht relevante<br />

wet- en regelgeving<br />

Totaal overzicht van door de Arbeidsinspectie te handhaven en uit te voeren wetten, besluiten en regelingen:<br />

• de Algemene wet gelijke behandeling<br />

• de Arbeidsomstandighedenwet 1998<br />

• het Arbeidsomstandighedenbesluit<br />

• de Arbeidsomstandighedenregeling<br />

• de Arbeidstijdenwet<br />

• het Besluit gegevensverstrekking sociale verzekering<br />

• het Besluit opslaan in ondergrondse tanks 1998<br />

• het Besluit Risico’s Zware ongevallen<br />

• de Bestrijdingsmiddelenwet 1962<br />

• het Inrichtingen– en vergunningenbesluit milieubeheer<br />

• de Kernenergiewet<br />

• de Leerplichtwet<br />

• de Stoomwet<br />

• de Warenwet<br />

• de Wet op het algemeen verbindend en onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten.<br />

• de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs<br />

• de Wet arbeid vreemdelingen<br />

• de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen<br />

• de Wet goederenvervoer over de weg<br />

• de Wet melding collectief ontslag<br />

• de Wet milieugevaarlijke stoffen<br />

• de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag<br />

• de Wet op de gevaarlijke werktuigen<br />

• de Wet op de loonvorming<br />

• de Wet op de Ondernemingsraden<br />

• de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten<br />

• de Wet vaartijden en bemanningsterkte binnenvaart<br />

• de Ziektewet<br />

JAARVERSLAG 2005 59


60<br />

JAARVERSLAG 2005


Bijlage 4<br />

Cijfermatige overzichten<br />

arbeidsomstandigheden<br />

Tabel B 4.1:<br />

Aantal bedrijfsvestigingen zoals opgenomen in het digitale bestand van de AI op 31-12-2005<br />

Bedrijfstak 2 t/m 9<br />

Aantallen werkzame personen<br />

10 t/m 99 >=100 totaal<br />

Onbekend 1025 547 132 1704<br />

Landbouw 23543 3615 80 27238<br />

Industrie 23757 11701 1793 37251<br />

Bouw 30559 9699 543 40801<br />

Handel 161825 31899 1365 195089<br />

Vervoer 18162 6071 763 24996<br />

Dienstverlening 190152 43071 5721 238944<br />

Totaal 449023 106603 10397 566023<br />

De tabel geeft per bedrijfstak het aantal werkzame werknemers weer, zoals aanwezig in het geautomatiseerde vestigingenbestand<br />

Arbeidsinspectie (GISAI) op 31-12- 2005.<br />

(Gerekend vanaf een personeelsbezetting vanaf 1 werknemer, gaat het om circa 7.041.000 werknemers).<br />

Het gaat hierbij om bedrijfsvestigingen die:<br />

• tot het werkterrein van de AI behoren,<br />

• niet in 2005 zijn gestaakt,<br />

• al of niet economisch actief zijn,<br />

• in Nederland zijn gevestigd,<br />

over een geregistreerd aantal werknemers (meer dan<br />

één) beschikken.<br />

Bedrijfstak BIK-codes<br />

Onbekend 00<br />

Landbouw 01, 02, 05, 10, 11, 14<br />

Industrie 15 t/m 37, 40, 41<br />

Bouw 45<br />

Handel 50, 51, 52, 55<br />

Vervoer 60 t/m 64<br />

Dienstverlening 65, 66, 67, 70 t/m 75, 80, 85, 90 t/m 93, 95, 99<br />

NB! Niet genoemde 2-cijferige BIK-codes komen niet in het AI-bestand voor.<br />

De bedrijfstak is afgeleid van de eerste 2 posities van de<br />

hoofd BIK-code van de vestiging.<br />

Dit ziet er als volgt uit:<br />

JAARVERSLAG 2005 61


Tabel B 4.2:<br />

Handhavingspercentages m.b.t. actieve arbozaken bij eerste en vervolginterventies 2003-2005<br />

(voor 2005 uitgesplitst naar bedrijfstakdirectie en grootteklasse).<br />

2005 Handhavingspercentage bij eerste interventie Handhavingspercentage bij vervolg interventie<br />

Bedrijfstak<br />

Industrie 63% 7%<br />

Bouw 62% 3%<br />

Commerciële Diensverlening 43% 6%<br />

Publieke Dienstverlening 59% 3%<br />

Grootteklasse<br />

Kleinbedrijf 51% 4%<br />

Middenbedrijf 58% 5%<br />

Grootbedrijf 56% 5%<br />

Onbekend<br />

Totaal 2005 56% 4%<br />

Totaal 2004 55% 5%<br />

Totaal 2003 58% 6%<br />

In de bedrijfstak Bouw wordt een tamelijk hoog handhavingspercentage<br />

bij eerste interventies (62%), gevolgd<br />

door een relatief geringe inzet van handhavingsinstrumenten<br />

bij vervolginterventies (3%). Er zijn meer<br />

mogelijke oorzaken voor de geringe inzet bij vervolginterventies.<br />

Ten eerste gaat het in de bouwsector vaak<br />

om zeer ernstige overtredingen, waar regelmatig stilleggingen<br />

worden ingezet. (Bij stillegging is het vanwege<br />

fi nanciële overwegingen voor bedrijven van groot belang<br />

om de overtreding zo snel mogelijk op te heffen, zodat<br />

het werk snel weer verder kan gaan en een vervolginterventie<br />

achterwege kan blijven).Ten tweede vinden de<br />

inspecties in de bouw vaak op tijdelijke en snel veranderende<br />

locaties plaats. Bij vervolginterventies kan het<br />

dan voorkomen dat inmiddels niet meer op de betref-<br />

62<br />

Toelichting<br />

De inzet van handhavingsinstrumenten bij afgesloten z.g. actieve ‘(arbo)zaken’ is met behulp van handhavingspercentages<br />

weergegeven. Het handhavingspercentage is het percentage zaken waarbij één of meer handhavingsinstrumenten zijn<br />

ingezet. Dit is uitsluitend gebaseerd op de afgesloten actieve arbozaken. (Monitorzaken zijn buiten beschouwing gelaten<br />

omdat in monitorzaken, met uitzondering wanneer de inspecteur ernstige misstanden aantreft, doorgaans niet wordt<br />

gehandhaafd).<br />

Het handhavingspercentage is onderscheiden naar het percentage bij eerste interventies en het -percentage bij vervolginterventies<br />

(voorbeeld: bij 56% van de in 2005 afgesloten actieve arbozaken, is tenminste één handhavingsinstrument<br />

ingezet bij eerste interventies. Bij tweede interventies (controlebezoeken) is in 2005 bij slechts 4% van de zaken een<br />

handhavingsinstrument ingezet).<br />

Het percentage m.b.t. de vervolginterventies is voor het tweede achtereenvolgende jaar gedaald. Voor 2005 is dit echter<br />

enigszins gefl atteerd, omdat m.i.v. 1 juli 2005 het handhavingbeleid ten aanzien van de Risico-inventarisatie en -evaluatie<br />

bij bedrijven met een personeelsbestand tot 25 werknemers in bepaalde opzichten is versoepeld.<br />

Toch lijkt sprake van een geleidelijke toename van de effectiviteit van de interventie-inzet.<br />

fende locatie wordt gewerkt, of dat de situatie zodanig is<br />

gewijzigd, dat de overtreding niet meer van toepassing is,<br />

c.q. niet meer kan worden vastgesteld.<br />

JAARVERSLAG 2005


Tabel B.4.3:<br />

Percentages van de afgesloten actieve arbozaken waarbij een boete is aangezegd, 2003-2005<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

2003 2004 2005<br />

Toelichting<br />

Procentueel is het aantal zaken waarbij een boete is aangezegd, gedaald van 11% in 2003 naar 6% in 2005. Het gewijzigde<br />

handhavingsbeleid met betrekking tot de Risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) heeft hier een rol bij gespeeld.<br />

In 2003 was het niet kunnen tonen van een door een <strong>Arbo</strong>-dienst getoetste RI&E nog direct beboetbaar. In 2004 is de<br />

AI hier anders op gaan inspecteren, door uitsluitend op het niet voorhanden hebben van een RI&E te handhaven, als een<br />

overtreding op de werkplek werd aangetroffen. Ook wanneer een niet door een <strong>Arbo</strong>-dienst getoetste RI&E werd aangetroffen,<br />

werd eerst een waarschuwing gegeven, in plaats van een directe boeteaanzegging.<br />

Tabel B.4.4:<br />

Aantal zaken met inzet en zwaarte van de handhavingsinstrumenten (2003-2005) i.k.v. de Arbeidstijdenwet (ATW)<br />

(voor 2005 naar bedrijfstakdirectie en grootteklasse)<br />

2005<br />

Bedrijfstakdirectie<br />

Aantal ATW zaken met inzet van Aantal handhavingsinstrument(en)<br />

handhavingsinstrument(en) Licht zwaar totaal<br />

waarschuwing/eis stillegging/PV/boete<br />

Industrie 87 107 71 178<br />

Bouw 44 43 45 88<br />

Commerciële Diensverlening 546 794 131 925<br />

Publieke Dienstverlening 159 147 142 289<br />

Onbekend 7 7 1 8<br />

Grootteklasse<br />

Kleinbedrijf 278 286 142 428<br />

Middenbedrijf 444 627 192 819<br />

Grootbedrijf 75 127 35 162<br />

Onbekend 46 58 21 79<br />

Totaal 2005 843 1098 390 1488<br />

Totaal 2004 763 970 344 1314<br />

Totaal 2003 719 1851 396 1247<br />

Toelichting<br />

De tabel is een optelsom van actieve inspecties en (reactieve) onderzoeken van klachten en ongevallen. Uit de tabel blijkt<br />

dat het totaal aantal zaken waarin één of meer handhavingsinstrumenten in het kader van de Arbeidstijdenwet (inclusief<br />

het Arbeidstijdenbesluit of het Arbeidstijdenbesluit vervoer) is ingezet, een licht stijgende lijn vertoont (van 719 in 2003<br />

naar 843 in 2005). Dit geldt in min of meer gelijke mate voor de inzet van lichte en zware handhavinginstrumenten.<br />

JAARVERSLAG 2005 63


Tabel B.4.5<br />

Onderverdeling van beroepsziektemeldingen per bedrijfstak (Nationale Registratie)<br />

Sectoren Meldingen per 100.000 Meldingen per 100.000 Meldingen per 100.000<br />

werknemers 2002 werknemers 2003 werknemers 2004<br />

Industrie 102 121 98<br />

Reparatie en Handel 27 26 24<br />

Zakelijke Dienstverlening 56 44 35<br />

Gezondheidszorg 51 55 53<br />

Alle Sectoren 87 97 94<br />

64<br />

Bovenstaand overzicht 6.3 is ontleend aan: Signaleringsrapport Beroepsziekten 2005 van het Nederlands Centrum voor<br />

Beroepsziekten, het Coronel Instituut en het Academisch Medisch Centrum Amsterdam.<br />

Tabel B.4.6<br />

Aantal klachten en ongevallen in 2005, aantallen gestarte onderzoeken en inzet van soorten handhavingsinstrumenten<br />

Toegepast handhavingsinstrument Klacht Ongeval<br />

Totaal meldingen 2005 2.281 3.064<br />

Gestarte onderzoeken 2005 1.725 2.044<br />

Interventies met hantering van instrument middelzwaar 930 227<br />

Interventies met hantering van instrument zwaar 495 1.209<br />

Interventies met hantering van instrument<br />

Uitsplitsing van zware handhavingsinstrumenten<br />

Boeterapport i.k.v. Arbeidsomstandighedenwet 89 34<br />

Interventies met hantering van instrument Boeterapport i.k.v. Arbeidstijdenwet 35 0<br />

Interventies met hantering van instrument Boetrapport m.b.t. werknemer 9 0<br />

Interventies met hantering van instrument Boeterapport i.v.m. ongeval 0 518<br />

Interventies met hantering van instrument Ongeval: maatregelenbrief + ongevalsboeterapport 0 495<br />

Interventies met hantering van instrument Ongeval: maatregelenbrief + proces-verbaal 0 17<br />

Interventies met hantering van instrument Proces-verbaal 10 52<br />

Interventies met hantering van instrument Stillegging 241 31<br />

Interventies met hantering van instrument Stillegging+ ongevalsboeterapport 0 57<br />

Interventies met hantering van instrument Stillegging+ regulier boeterapport 102 1<br />

Interventies met hantering van instrument Stillegging + proces-verbaal 9 4<br />

% afgesloten trajecten met inzet handhavingsinstrument bij (ten dele) gegronde klachten 91%<br />

% afgesloten trajecten met inzet zwaar handhavingsinstrument bij meldingsplichtige ongevallen 63%<br />

JAARVERSLAG 2005


Overzicht B 4.7<br />

Meest geconstateerde overtredingen in actieve<br />

arboinspecties 2005<br />

Respectievelijk:<br />

• het procentuele aantal overtredingen;<br />

• betreffend artikel uit het <strong>Arbo</strong>besluit;<br />

• een korte omschrijving van de overtreding.<br />

Overtredingen met een lagere score dan 2% zijn niet opgenomen.<br />

• 12% Artikel 3.16 lid 1 <strong>Arbo</strong>besluit: bij valgevaar zijn<br />

geen veilige voorzieningen aangebracht om valgevaar<br />

tegen te gaan (steiger, stelling, hekwerken, leuningen).<br />

• 10% Artikel 5.2 <strong>Arbo</strong>besluit: het werk is niet zodanig<br />

(georganiseerd) dat fysieke belasting geen gevaar<br />

oplevert voor de veiligheid en gezondheid van werknemers.<br />

• 8% Artikel 7.7 lid 1 <strong>Arbo</strong>besluit: bewegende delen<br />

van een arbeidsmiddel (machine, gereedschap, installatie,<br />

etc.) zijn niet van zodanige schermen/beveiligingsinrichtingen<br />

voorzien dat gevaar zoveel mogelijk<br />

wordt voorkomen.<br />

• 3% Artikel 5 lid 1 <strong>Arbo</strong>wet: er is sprake van een<br />

onvolledige risico-inventarisatie en –evaluatie.<br />

• 3% Artikel 8.3 lid 2 <strong>Arbo</strong>besluit: de werkgever zorgt<br />

er niet voor dat werknemers - waar dit nodig is -<br />

persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken/dragen.<br />

• 2% Artikel 3.2 lid 1 <strong>Arbo</strong>besluit: arbeidsplaatsen<br />

zijn niet veilig toegankelijk, kunnen niet veilig worden<br />

verlaten, zijn niet zindelijk, zijn niet zoveel mogelijk<br />

vrij van stof en ordelijk en zijn niet zodanig ingericht,<br />

dat gevaar voor de veiligheid en gezondheid van de<br />

werknemers zoveel mogelijk is voorkomen.<br />

• 2% Artikel 7.5 lid 1 <strong>Arbo</strong>besluit: er zijn geen maatregelen<br />

genomen om arbeidsmiddelen, d.m.v. toereikend<br />

onderhoud, in een zodanige staat te houden,<br />

dat gevaar voor de veiligheid en gezondheid van de<br />

werknemers zoveel mogelijk is voorkomen.<br />

• 2% Artikel 7.4 lid 3 <strong>Arbo</strong>besluit: een arbeidsmiddel is<br />

niet zodanig geplaatst of ingericht dat het gevaar van<br />

verschuiven, omvallen, kantelen, oververhitting, brand,<br />

ontploffen, blikseminslag en directe of indirecte aanraking<br />

met elektriciteit, zoveel mogelijk is voorkomen.<br />

• 2% Artikel 4 lid 2 <strong>Arbo</strong>wet: de werkgever voert geen<br />

beleid tegen agressie en geweld.<br />

• 2% Artikel 7.4a lid 3 <strong>Arbo</strong>besluit: een arbeidsmiddel<br />

dat onderhevig is aan verslechteringen/ slijtage, is<br />

niet zo dikwijls als nodig is, gekeurd en (waar nodig)<br />

beproefd.<br />

• 2% Artikel 8 lid 1 <strong>Arbo</strong>wet: er is geen doeltreffende<br />

informatie verstrekt aan werknemers over (de aard<br />

van) zijn/haar werkzaamheden, de daaraan verbonden<br />

risico’s en de getroffen maatregelen.<br />

• 2% Artikel 3.3 lid 2 <strong>Arbo</strong>besluit: de inrichting van de<br />

arbeidsplaats is niet zodanig dat voorkomen wordt<br />

dat voorwerpen en/of stoffen instorten, verschuiven,<br />

omvallen of kantelen.<br />

• 2% Artikel 6.7 lid 1 <strong>Arbo</strong>besluit: het in het kader van<br />

de risico-inventarisatie en –evaluatie, niet beoordelen<br />

en zo nodig meten van het geluidsniveau op iedere<br />

arbeidsplaats.<br />

Opmerking:<br />

Met een ‘arbeidsmiddel’ wordt onder andere bedoeld:<br />

een machine, een installatie, een gereedschap,<br />

een steiger, een verplaatsbare trap, een hijs- of hefmiddel,<br />

een hulpmiddel, etc.<br />

Duidelijk zichtbaar is dat bepalingen ten aanzien van:<br />

• het voorkomen van valgevaar (12%),<br />

• het tegengaan van fysieke overbelasting (10%),<br />

• het niet (voldoende) afschermen van bewegende en<br />

gevaar opleverende delen van arbeidsmiddelen, zoals<br />

machines, gereedschappen, installaties, etc. (8%),<br />

het meest worden overtreden.<br />

JAARVERSLAG 2005 65


66<br />

JAARVERSLAG 2005


Bijlage 5<br />

Bestrijding Arbeidsmarktfraude<br />

Overzicht: van in 2005 gestarte ‘zaken’ per z.g. risicosector, aantal beboete zaken en aantal illegaal tewerkgestelden<br />

In onderstaande tabel zijn de gestarte zaken gespecifi ceerd naar de belangrijkste risicosectoren waarin de Arbeidsinspectie<br />

actief is, onderverdeeld in z.g. ‘arbeidsmarktfraude-activiteiten’ 1 en activiteiten in het kader van multidisciplinaire<br />

interventieteams. (IT-activiteiten)<br />

In 2005 gestarte AMF-zaken Totaal Zaken met één of meer Aantallen aangetroffen<br />

per risicosector<br />

Horeca<br />

boeterapporten illegaal tewerkgestelden<br />

AMF-activiteiten 2.039 607 959<br />

Bouw w<br />

Land- en tuinbouw<br />

1.134 413 1.116<br />

AMF-activiteiten 1.149 197 635<br />

IT-activiteiten2 Uitzendbranche<br />

784 193 398<br />

AMF-activiteiten<br />

Distributie<br />

899 93 163<br />

AMF-activiteiten 67 12 43<br />

IT-activiteiten 24 14 99<br />

Schoonmaak k<br />

Vlees- en visverwerkende industrie<br />

132 23 38<br />

AMF-activiteiten 224 56 124<br />

IT-activiteiten<br />

Krantenbezorging<br />

30 9 14<br />

AMF-activiteiten<br />

Bakkerijen<br />

19 15 70<br />

AMF-activiteiten 201 103 180<br />

Autohandel<br />

Overige branches<br />

269 64 105<br />

AMF-activiteiten 1128 284 554<br />

IT-activiteiten 534 118 15<br />

Totaal 8.633 2.2013 4.656<br />

AMF-activiteiten 7.238 1.860 3.974<br />

IT-activiteiten 1.395 341 682<br />

1 Onder Arbeidsmarktfraude(AMF)-activiteiten vallen alle landelijke en regionale AMF-projecten (actief) en de onderzoeken naar aanleiding van binnengekomen<br />

meldingen (reactief).<br />

2 Activiteiten binnen interventieteams<br />

3 Indien bij een overtreding van de Wav meer werkgevers zijn betrokken, wordt aan al deze werkgevers een boete aangezegd. Dit doet zich bijvoorbeeld voor<br />

indien, behalve een feitelijke werkgever/opdrachtgever, ook (werknemers van) uitzendbureaus of onderaannemers zijn ingehuurd, c.q. betrokken. Het totale<br />

aantal aangezegde boeterapporten is in feite dan ook ruim 2500.<br />

JAARVERSLAG 2005 67


In 2005 zijn in het totaal ruim 2500 bestuurlijke boetes<br />

aangezegd. Het totaalbedrag aan tot nu toe opgelegde<br />

boetebeschikkingen bedraagt ruim 13 miljoen euro,<br />

waarvan circa 4,6 miljoen in 2005 is geïncasseerd. Verder<br />

zijn in 2005 nog ca. 730 processen-verbaal bij het Openbaar<br />

Ministerie aangeboden. Hierbij ging het voornamelijk<br />

om zaken waarbij de overtreding van de Wet Arbeid<br />

Vreemdelingen (Wav) reeds in 2004 was vastgesteld en<br />

waarbij het handhavinginstrument bestuurlijke boete in<br />

het kader van de Wav nog niet beschikbaar was.<br />

Tabel B.5.2<br />

Overzicht van de nationaliteiten van aangetroffen illegaal<br />

tewerkgestelden<br />

MOE-landers1 1.799<br />

Pools 1.532<br />

Overige 267<br />

Overige nationaliteiten 2858<br />

Chinees 644<br />

Turks 562<br />

Bulgaars 439<br />

Marokkaans 102<br />

Irakees 95<br />

Egyptisch 93<br />

Overige 923<br />

Totaal 4656<br />

68<br />

Tabel B.5.3<br />

Overzicht binnengekomen meldingen m.b.t. vermoedens van illegale<br />

tewerkstelling<br />

Overzicht binnengekomen meldingen In %<br />

Totaal 2641<br />

Waarvan in onderzoek genomen2 Resultaten:<br />

1808 68%<br />

- Boeterapport 797 44%<br />

- Proces-verbaal 9 0%<br />

- Geen overtreding geconstateerd 929 51%<br />

- Nog in behandeling 68 4%<br />

Overgedragen aan Sociale Inlichtingen en<br />

Opsporings Dienst (SIOD)<br />

5 0%<br />

Van de 2641 ontvangen meldingen over (vermoedelijk)<br />

illegale tewerkstelling in 2005, zijn er 1808 in onderzoek<br />

genomen. De meldingen die niet in onderzoek<br />

zijn genomen, konden niet worden onderzocht omdat<br />

geen locatie bekend was waar illegaal werd gewerkt, de<br />

melding niet actueel was, enz.<br />

1 Met z.g. ’Moelanders’ worden bedoeld:<br />

inwoners uit de recent bij de EU aangesloten landen: Estland, Letland, Litouwen, Slowakije, Hongarije, Tsjechië, Polen, Slovenië<br />

2 Bij 484 van de 1808 in onderzoek genomen meldingen is het onderzoek in het kader van een AMF-project of Interventieteam uitgevoerd.<br />

JAARVERSLAG 2005


Bijlage 6<br />

Major Hazard Control<br />

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de in Major Hazard Control ingezette inspectie- en onderzoekscapaciteit<br />

in uren en percentages van het totaal (100%).<br />

Tabel B.6.1<br />

Capaciteitsinzet voor het primaire proces in 2005<br />

Product Capaciteit (uren) Capaciteit (%)<br />

Periodieke inspecties i.k.v. het Besluit Risico’s Zware Ongevallen 19.260 52<br />

Inspecties i.k.v. de Aanvullende Risico-inventarisatie en -Evaluatie 4.080 11<br />

Beoordelingen veiligheidsrapporten 5.678 15<br />

Beoordelingen kennisgevingen 256 1<br />

Onderzoeken van zware ongevallen en incidenten 7.790 21<br />

Overige 436 1<br />

Totaal 37.238 100<br />

JAARVERSLAG 2005 69


70<br />

JAARVERSLAG 2005


Bijlage 7<br />

Management Arbeidsinspectie<br />

Organisatieoverzicht van alle managers bij de Arbeidsinspectie<br />

(zie ook het organigram op pagina 57)<br />

• Inspecteur generaal SZW-inspecties<br />

Mr. L.H.J. Kokhuis<br />

• Algemeen directeur Arbeidsinspectie<br />

Dr. J.J.M. Uijlenbroek<br />

• Stafafdeling Concernbeleid<br />

Hoofd: ir. P.M. Weeda<br />

• Stafafdeling Juridische Zaken<br />

Hoofd: mevr. drs. A.E. van Kampen<br />

• Directie Arbeidsmarktfraude<br />

Directeur: drs. A. van Dijk<br />

Managers Inspecties: drs. R.Bakels, Mr. H. Koenders<br />

Manager Strategie: H.A. Wessels<br />

• Directie Bouw<br />

Directeur: mr. J.P. Laemers<br />

Manager Inspecties: mevr. ir. M.B. Berndsen<br />

Manager Strategie: ir. J.A.M. Blok<br />

• Directie Commerciële Dienstverlening<br />

Directeur: drs. H.T. Bor<br />

Manager Inspecties: drs. J.A. Jol<br />

Manager Strategie: mevr. drs. S.C.M. Dröge<br />

• Directie Industrie<br />

Directeur: ir. F.G. Janssen<br />

Manager Strategie: B.G.W. van Welie (waarnemend)<br />

Manager Inspecties: drs. J.A.G.M. Dirks<br />

• Directie Major Hazard Control (MHC)<br />

Directeur: ir. R. in ’t Veld<br />

Manager MHC: ing. G. Oostveen, ing. P.L. van Lieshout<br />

Directie Publieke Dienstverlening<br />

Directeur: drs. H.T. Bor<br />

Manager Inspecties: drs. J.A. Jol, K.H. van Dijk<br />

Manager Strategie: ir. T.J.B. van der Hoeven<br />

• Directie Inspectieondersteuning<br />

Directeur: drs. D. Wallenburg<br />

• Expertisecentrum<br />

Hoofd: Dr. P.C. Noordam<br />

• Afdeling Bestuurlijke Boetes<br />

Hoofd: mevr. I. Mantjes–Schubarth<br />

• Afdeling Informatievoorziening<br />

Hoofd: drs. A.D. J. Walschots<br />

• Afdeling Personeelsontwikkeling<br />

Hoofd: mevr. ir. W. Alberts<br />

• Binnendienst<br />

(centrale afdeling administratie en bedrijfsvoering) g<br />

Hoofd: T. Westerhof<br />

JAARVERSLAG 2005 71


72<br />

JAARVERSLAG 2005


Bijlage 8<br />

Overzicht van gebruikte<br />

afkortingen<br />

AI Arbeidsinspectie<br />

AIRA Arbeidsinspectie Risicoanalysemodel<br />

<strong>Arbo</strong> Arbeidsomstandigheden<br />

ARK Algemene Rekenkamer<br />

ARIE Aanvullende Risico Inventarisatie en -Evaluatie<br />

ATW Arbeidstijdenwet<br />

AVO Arbeidsvoorwaardenonderzoek<br />

AVR Arbeidsveiligheidsrapport<br />

BIK Bedrijfscode-Indeling Kamers van Koophandel<br />

BRZO Besluit Risico’s Zware Ongevallen<br />

BZK Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksaangelegenheden<br />

CAO Collectieve arbeidsovereenkomst<br />

CE Communauté Européenne<br />

EC Expertise Centrum Arbeidsinspectie<br />

EZ Ministerie van Economische Zaken<br />

Farbo Subsidieregeling t.b.v. de stimulering van het toepassen van arbovriendelijke arbeidsmiddelen<br />

FPU Flexibele Pensionering en Uittreding<br />

GISAI Geïntegreerd informatiesysteem Arbeidsinspectie<br />

IALI International Association of Labour Inspections<br />

IG Inspecteur-generaal<br />

ILO International Labour Organisation<br />

i-Net InspectieNet (geïntegreerd digitaal bedrijfsvoeringsysteem Arbeidsinspectie)<br />

INK Instituut Nederlandse Kwaliteit<br />

IVW Inspectie Verkeer en Waterstaat<br />

KEW Kernenergiewet<br />

MHC Major Hazard Control<br />

OM Openbaar Ministerie<br />

OPS Organisch Psycho Syndroom<br />

OR Ondernemingsraad<br />

PI Prestatie Indicator<br />

PAO Programma Andere Overheid<br />

PBZO Preventie Beleid Zware Ongevallen<br />

PV Proces-verbaal<br />

JAARVERSLAG 2005 73


PvA Plan van Aanpak<br />

RI&E Risico Inventarisatie en Evaluatie<br />

RIF Regionaal interdisciplinair fraudeteam.<br />

RSI Repetitive Strain Injuries<br />

RVI Rijksverkeersinspectie<br />

SIOD Sociale Inlichtingen- en Opsporings Dienst<br />

SLIC Senior Labour Inspectors Committee<br />

SodM Staatstoezicht op de Mijnen<br />

SVB Sociale Verzekeringsbank<br />

SPA Subsidieregeling Preventie van Arbeidsuitval<br />

SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid<br />

UWV Uitvoeringsinstelling Werknemersverzekeringen<br />

V&G Veiligheid en Gezondheid<br />

VROM Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu<br />

V&W Ministerie van Verkeer en Waterstaat<br />

VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.<br />

Waadi Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs<br />

WIA Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen<br />

Wav Wet arbeid vreemdelingen<br />

WIT Westland Interventie Team<br />

74<br />

JAARVERSLAG 2005


Bijlage 9<br />

Overall picture and key fi gures<br />

2005<br />

1.1 General picture<br />

Supervision of compliance<br />

The Labour Inspectorate (AI) together with the Work<br />

and Income Inspectorate (IWI) form together the<br />

Inspectorate General of the Ministry of Social Affairs<br />

and Employment (SZW) Inspectorates and falls organisationally<br />

under the Inspector General of the Ministry of<br />

Social Affairs and Employment Inspectorates.<br />

By supervising compliance with the applicable legislation<br />

and regulations, the Labour Inspectorate contributes<br />

to enhancing safe and healthy working conditions and<br />

sound hours of work and hours of rest for the employees.<br />

In addition, the Labour Inspectorate makes a major<br />

contribution to tackling labour market fraud (including<br />

illegal work).<br />

The Working Conditions Act (Arbeidsomstandighedenwet),<br />

the Working Hours Act (Arbeidstijdenwet),<br />

the Foreign Nationals (Employment) Act (Wet arbeid<br />

vreemdelingen) and the Major Accidents (Risks) Decree<br />

(Besluit Risico’s Zware Ongevallen) constitute the most<br />

important corpus of law on which the Labour Inspectorate<br />

exercises its supervision. In the approach to this<br />

inspection, the priority is the detection and elimination<br />

of serious offences. Enforcement of legislation and regulations<br />

and supplying relevant (policy) information to the<br />

policymakers are the core tasks in this respect.<br />

Dynamiting effect of sector oriented inspection<br />

projects<br />

The inspection, detection and control input of the<br />

Labour Inspectorate is primarily aimed at encouraging<br />

compliance with legislation and regulations among<br />

inspected businesses. From follow up checks in connection<br />

with the Working Conditions Act, it appears that<br />

in 96% of the situations initially detected, the shortcomings/violations<br />

have ceased.<br />

Inspecting in sector-oriented projects implies that the<br />

approach – from the preparation of the inspection<br />

project up to and including the discussion of the project<br />

report with the respective branches of industry – is specifi<br />

cally aimed at the respective branch of industry. This<br />

makes it possible for effective consultations to be held<br />

with the respective employers’ and employees’ organisations<br />

about the project results. This contributes, for<br />

instance, to a sharper insight on the part of branches of<br />

industry into the current state of affairs within their sector.<br />

It also stimulates the “self motivation” of the branch<br />

of industry parties involved, which is the intention of the<br />

Labour Inspectorate. This way, the branch of industry<br />

initiatives resulting from this self motivation can urge<br />

businesses not being inspected to take the necessary<br />

working conditions measures. This so called “dynamiting<br />

effect” of the inspection projects is consciously pursued<br />

by the Labour Inspectorate.<br />

An increasing number of inspection projects are being<br />

followed up or supported by activities carried out by or<br />

in cooperation with the inspected branches of industry.<br />

This often means that the problems detected within the<br />

branches of industry are tackled more adequately and in<br />

a more structural manner.<br />

In order to disseminate the inspection project reports<br />

to a wider audience, they are published on the website<br />

of the Labour Inspectorate (www.arbeidsinspectie.nl)<br />

and on www.arbo.nl. They are also brought to the notice<br />

of the media.<br />

JAARVERSLAG 2005 75


Figure 1.1<br />

Administrative penalties imposed in 2005 related to legislation<br />

Act Number of fi nes Total amount<br />

announced imposed<br />

Working Conditions Act 2433 € 6,972,277<br />

of which imposed on employees 154 € 17,402<br />

Working Hours Act 135 € 31,525<br />

Foreign Nationals (Employment) Act 2500 € 13,237,860<br />

Total 5222 € 20,241,662<br />

The administrative penalty has until now been available<br />

for six years as a sanction to enforce the Working<br />

Conditions Act. From research it has appeared that the<br />

administrative penalty is an extremely effective enforcement<br />

tool.<br />

Since 1 October 2004 the administrative penalty has<br />

also applied to the Working Hours Act and, from 1 January<br />

2005, has applied to the Foreign Nationals Employment<br />

Act as well.<br />

1.2 The Labour Inspectorate in brief<br />

76<br />

Objection and appeal<br />

In 2005 the Labour Inspectorate received 900 objections,<br />

of which 696 have been dealt with. Of these, 93 (13.3%)<br />

were upheld, 468 (67%) were rejected, 53 appeared to be<br />

non admissible and 47 were partly upheld.<br />

In 2005 there were 111 appeals especially in connection<br />

with the Working Conditions Act (66) and Foreign Nationals<br />

(Employment) Act (44). This means that there were<br />

appeals against 16.6% of the decisions on objections.<br />

At the close of 2005 72 appeals were pending at various<br />

courts. This is a strong rise compared with 2004 (+41%),<br />

which is explained by the introduction of the administrative<br />

penalty in the Foreign Nationals (Employment) Act.<br />

Of the appeal cases that were closed in 2005 13 appeals<br />

were declared founded.<br />

At the close of 2005, with regard to decisions by the<br />

Labour Inspectorate, 12 (appeal) cases were pending<br />

with the Council of State and 10 appeal cases were concluded<br />

in the course of 2005 as a whole. Three appeals<br />

were declared founded, 3 unfounded, 2 appeared nonadmissible<br />

and 2 were withdrawn.<br />

The Mission<br />

The Labour Inspectorate promotes compliance with legislation on health and safety at work and combats illegal employment by<br />

means of enforcement. In doing so, priority is given to addressing abuses and serious violations.<br />

The Labour Inspectorate provides relevant information about compliance in these areas and thereby contributes to insight into the<br />

operation and increase of the effectiveness of government policy.<br />

Main tasks<br />

• Enforcement of laws with regard to working conditions (for instance the Working Conditions Act, Working Hours Act and<br />

Nuclear Energy Act, Machines Decree) and addressing illegal employment (Foreign Nationals (Employment) Act);<br />

• Investigation in response to complaints about working conditions and notifi cations of serious industrial accidents and major<br />

accidents with hazardous substances.<br />

The Labour Inspectorate Annual Plan, priorities and tasks<br />

The Labour Inspectorate Annual Plan is determined in the autumn and submitted to the Lower House before the commencement<br />

of the planning year.<br />

• Addressing abuses; priority to branches and high-risk and low compliance subjects; on the basis of risk analysis.<br />

• Project-specifi c work: it is indicated per (sector) board how many inspection processes per project will be carried out. An<br />

inspection process includes a visit to a business and any actions resulting from this, including any (re-)checks and the deployment<br />

of enforcement tools if violations have been detected.<br />

• Investigation into and dealing with complaints from employees about their working conditions.<br />

• Investigation of notifi cations of serious industrial accidents and major accidents with hazardous substances.<br />

• Major Hazard Control: assessment of so-called “BRZO or SEVESO 2 Businesses” (separate regime on businesses with risks of<br />

major accidents) inspections, checks, enforcement; inspections of “ARIE Businesses” (businesses with additional obligations as<br />

regards risk assessments).<br />

• Labour market fraud: countering illegal employment and the displacement of legal employment;<br />

• Sector-specifi c approach and cooperation in multi-disciplinary intervention teams; checks in response to signs of fraud.<br />

Enforcement tools<br />

• issuing a warning<br />

• a demand to comply with the law<br />

• discontinuation of activities in the event of an acute serious danger to the safety or health of employees<br />

• notifi cation and drawing up penalty report or an offi cial statement<br />

• administrative penalties<br />

JAARVERSLAG 2005


Key fi gures of the Labour Inspectorate for 2005<br />

• Number of <strong>Arbo</strong>/Atw cases 20,751<br />

• Number of WAV cases 8,760<br />

• Number of investigations of complaints under <strong>Arbo</strong> 1,918<br />

• Number of investigations of accidents 2,350<br />

• Major Hazard Control investigations 369<br />

• Number of other investigations 1,669<br />

• Total number of <strong>Arbo</strong>/Atw interventions 13,327<br />

• Number of administrative penalties 2568<br />

• <strong>Arbo</strong>/Atw penalties imposed approx € 7 million<br />

• Number of illegal employees detected 4650<br />

• Number of WAV administrative penalties 2201<br />

• Amount of imposed WAV penalties approx €13 million<br />

• Hours deployed for inspectorates, total 316,000<br />

<strong>Arbo</strong>/Atw = Working Conditions Act/Working Hours Act<br />

WAV = Foreign Nationals (Employment) Act<br />

o Total expenses of the Labour Inspectorate:<br />

approximately<br />

€62.6 million<br />

o Labour Inspectorate personnel total: 953<br />

1.3 Working conditions legislation<br />

The manner in which working conditions are dealt with<br />

in Dutch businesses and establishments differs greatly<br />

in each sector. There are sectors – such as the building<br />

sector – where a lot is done about standards development<br />

and information, but where in daily practice<br />

many irresponsible risks are still being taken. An often<br />

occurring and repeatedly recurring risk is inadequate or<br />

no protection against falling from heights, which claims<br />

many victims each year despite this risk being widely<br />

known. The building sector is as yet still not tackling this<br />

risk suffi ciently.<br />

With regard to addressing working conditions problems,<br />

the building sector still tends to get stuck in “traditional<br />

solutions”.<br />

In the building sector a positive effect can be detected<br />

from inspection pressure and efforts which are meant<br />

to encourage the market parties themselves to tackle<br />

their working conditions problems. However, in most<br />

cases strong pressure from the government in combination<br />

with a “big stick” approach in the form of strong<br />

inspection pressure or threats of sanctions is required<br />

to bring this about.<br />

In the commercial services sector the picture is vague.<br />

Major aspects such as work pressure, aggression,<br />

violence and hazardous substances score high as a risk<br />

factor. The strategy of getting the branches of industry<br />

themselves to get going in order to address risks has<br />

worked very well in some cases, but still has to be get<br />

off the ground in others.<br />

The public sector has embraced working with so-called<br />

working conditions covenants. This is quite noticeable<br />

in the manner in which working conditions have been<br />

placed on the agenda. Unfortunately, the effect of the<br />

agreements through to the shop fl oor is still lagging<br />

behind in a number of individual establishments.<br />

In its approach, the Labour Inspectorate takes into<br />

account the specifi c characteristics of the sectors, not<br />

only aiming at the risks but also at the extent of compliance<br />

and the manner in which various actors in the<br />

branch of industry deal with their responsibilities.<br />

Inspection projects<br />

In 2005 39 inspection projects were carried out in<br />

various sectors and branches of industry in respect<br />

of which 20,751 inspections were carried out in total.<br />

With regard to 56% of these inspections, one or more<br />

violations were detected during the initial intervention.<br />

In total, 13,327 enforcement tools were deployed in this<br />

respect. In two thirds of the cases offi cial warnings were<br />

given or demands for compliance with the law were<br />

issued in respect of which businesses were given the<br />

further opportunity to remove shortcomings within a<br />

certain, agreed period. In the other cases heavier enforcement<br />

tools were deployed, such as the imposition<br />

of administrative penalties, discontinuation of certain<br />

activities, the service of an offi cial report, or combinations<br />

of these.<br />

In follow-up interventions an enforcement tool was<br />

deployed in 4% of the cases. Usually this involved the<br />

administrative penalty. In 2005 administrative penalties<br />

amounting to nearly €7 million were imposed, of which<br />

amount €17,402 was imposed on 154 employees.<br />

The shortcomings against which most action was<br />

aimed at in 2005 were:<br />

• using unsafe work means (machines, equipment, tools,<br />

installations);<br />

• ineffective organisation of the jobs/workplaces;<br />

• excessively high physical burdens on the employee;<br />

• ineffective or no input of protection against and<br />

screening off of hazardous substances and biological<br />

agents;<br />

• insuffi cient or complete absence of (statutorily<br />

required) risk assessment and evaluation and action<br />

plan in the inspected business.<br />

JAARVERSLAG 2005 77


On the one hand, this result is a confi rmation of the<br />

conscious choice to give preference to topics which,<br />

considered from the perspective of risk, have priority in<br />

inspection projects while, on the other, the result gives<br />

an indication of the extent to which compliance with the<br />

said topics is present or absent.<br />

Investigation of complaints and accidents<br />

In 2005 a total of 1918 complaints and 2350 industrial<br />

accidents were investigated.<br />

With regard to 91% of the complaints upheld (in part or<br />

in whole) by the Labour Inspectorate, an enforcement<br />

tool was deployed in connection with their investigation.<br />

With regard to 63% of the cases investigated, a heavy<br />

enforcement tool was deployed 1 . In most of the cases<br />

this was a penalty report, whether or not combined<br />

with a discontinuation of the work/activities or other<br />

additional measures to prevent a repeat of the accident.<br />

The Modernising Government Programme and<br />

cooperation between inspectorates<br />

In the area of working conditions 2005 saw intensive<br />

cooperation with other national inspectorates, such as<br />

the Education Inspectorate, the Transport and Water<br />

Management Inspectorate, the Food and Consumer<br />

Product Safety Authority, the Healthcare Inspectorate,<br />

the Inspectorate of Housing, Spatial Planning and the<br />

Environment, and the National Mines Inspectorate. This<br />

caused the extent and intensity of cooperation to increase<br />

considerably in 2005. Apart from exchanging data<br />

and synchronising activities, roughly half of the inspection<br />

projects involved (more specifi c) cooperation in<br />

one form or another. In a number of cases joint inspections<br />

were carried out.<br />

In 2005 a new cooperation agreement was concluded<br />

with the National Police Services Agency (KLPD)/Water<br />

Police. The agreement with the National Mines Inspectorate<br />

has been extended by fi ve years.<br />

The Labour Inspectorate has contributed actively to<br />

78<br />

the Modernising Government Programme 2 , initiated by<br />

the government with the emphasis on the “Cooperating<br />

Inspectorates” project. In addition, an active contribution<br />

was made to the government projects Kaderstellende<br />

Visie op Toezicht 2005 (A Framework Vision for<br />

Supervision 2005) and Aanpak Strijdige Regels (Tackling<br />

Confl icting Rules).<br />

1.4 Risks of Major Accidents and Major<br />

Hazards<br />

In the supervisory activities of the Labour Inspectorate<br />

with regard to the risk management of serious accidents<br />

and the tackling of these risks, cooperation takes place<br />

with municipal and provincial authorities, district water<br />

boards, fi re departments and the Inspectorate of the<br />

Ministry of Housing, Spatial Planning and the Environment<br />

on the basis of the Major Accidents (Risks) Decree<br />

(BRZO) the transposition of the SEVESO 2 Directive.<br />

On the basis of the BRZO, the Labour Inspectorate<br />

assesses the safety reports of business with heavy installations<br />

and/or of businesses operating with large quantities<br />

of hazardous substances. In 2005 24 safety reports<br />

were received and assessed and dealt with by the<br />

Labour Inspectorate within the applicable legal period.<br />

New in 2005 were the inspections in connection with<br />

the Supplementary Risk Assessment (ARIE) 3 .<br />

Businesses which in the past were covered by the Work<br />

Safety Report Rules (AVR) and businesses with ammonia<br />

cooling plants with more than 5000 kg of ammonia<br />

(NH3) were inspected fi rst. In addition, pilot inspections<br />

were held in Rijnmond at so-called “transport related<br />

establishments”.<br />

Moreover, inspections in connection with BRZO were<br />

carried out, so called “BRZO Notices” were dealt with<br />

and accidents were investigated. Overall production<br />

increased in comparison with 2004 and in accordance<br />

with the plan.<br />

1 The heavy enforcement tools include: administrative penalty, discontinuation of work and offi cial reports.<br />

2 The Programma “Andere Overheid” (Modernising Government Programme) aims to create a powerful government that accords society a central place and is<br />

capable of taking effective action. The action programme includes improvement actions and initiatives involving the themes of: Betere dienstverlening (better<br />

provision of services), Minder bureaucratie (less bureaucracy) and Slagvaardige organisatie (effective organisation). An Andere werkwijze (another way of doing),<br />

such as cooperating and listening to people, is important with regard to all themes.<br />

(see also www.andereoverheid.nl)<br />

3 Supplementary rules for risk assessment and evaluation to prevent and restrict serious accidents with hazardous substances (Article 2, paragraphs 2 to 6 of<br />

the Working Conditions Decree).<br />

J AARVERS LAG 2005


Lack of attention to maintenance activities is the<br />

cause of many accidents<br />

The so-called Major Hazard Incident Reports repeatedly<br />

show that a lack of attention to maintenance (management)<br />

is the major underlying cause of the accidents<br />

and incidents still occurring regularly. On the basis of a<br />

number of indicators it can be argued that much needed<br />

improvements have taken place in the past twenty years.<br />

Based on current trends, the overall safety situation<br />

will not change fundamentally in the coming ten years.<br />

In research by COT 1 , a number of developments have<br />

been detected which have a positive as well as a negative<br />

effect on the level of safety. Negative impulses are: increased<br />

competition, merger of businesses, obsolescence<br />

of installations, ageing of the working population and a<br />

lack of infl ow of expert personnel. Positive are: improved<br />

legislation, horizontal cooperation in the branch of<br />

industry, cooperation in supervising, focus on incidents<br />

and attention to safety culture.<br />

ICT developments have negative as well as positive<br />

characteristics with regard to safety. The observations<br />

of the Labour Inspectorate confi rm the fi ndings of the<br />

investigations.<br />

In 2004 a project was started up to develop a new<br />

inspection methodology. The desire was expressed in<br />

circles involved in the so called “Competent Authorities<br />

under the Environmental Protection Act” (provinces and<br />

municipalities) and the fi re brigade to participate in the<br />

project. This way a simple methodology strengthens the<br />

unity of assessments and actions by the various authorities<br />

which play a role in the supervision of the businesses<br />

subject to SEVESO 2 directive/ the BRZO-decree.<br />

The ISO-9001 certifi cation of the Labour Inspectorate<br />

for the major hazard approach was audited and approved<br />

in 2005. In addition, it was extended by the approach<br />

of the inspections of the so called “ARIE Businesses”.<br />

1.5 Countering illegal employment<br />

Also in 2005 action was again taken against illegal<br />

employment. It was the fi rst year in which administrative<br />

penalties could be imposed when legislation had been<br />

violated. Apart from a good deal of attention in the<br />

media, this yielded considerable (fi nancial) results from<br />

imposed penalties.<br />

Although its effectiveness cannot yet be properly assessed,<br />

the impression is that the combination of increased<br />

chances of being caught and substantial penalties has a<br />

clearly preventative effect. For instance, in the agriculture<br />

and horticulture sector there was a strong increase<br />

in the number of applications for employment permits<br />

for people from “MOE’ countries” 2 in particular, which<br />

indicates a shift from illegal to legal employment.<br />

In 2005 approximately 8600 investigations were started<br />

up. This was 2270 more than in 2004. With regard<br />

to approximately 2200 of these cases, violations of the<br />

Foreign Nationals (Employment) Act were detected in<br />

respect of which penalty reports were drawn up against<br />

one or more people violating the rules. This involved<br />

about 4650 illegal employees.<br />

With regard to addressing illegal employment, the<br />

Labour Inspectorate cooperates intensively with other<br />

authorities and regulators. In addition to the Labour<br />

Inspectorate, the Tax and Customs Administration, the<br />

Institute for Employee Benefi t Schemes (UWV), the<br />

Social Insurance Bank (SVB), the Public Prosecution<br />

Service (OM) and a number of (varyingly) relevant municipalities<br />

participate in intervention teams. The intervention<br />

teams focus on sectors determined in advance or<br />

on a certain region. In addition, the Labour Inspectorate<br />

conducts its own inspection projects on the basis of<br />

analyses, and checks are carried out on the basis of signs<br />

and reports.<br />

In connection with the intervention teams, 1395 joint<br />

actions were carried out. In 341 cases this resulted<br />

in one or more penalty reports whereby 682 illegal<br />

employees were found.<br />

Interventions<br />

In 2005 a total of over 2500 administrative penalties<br />

were notifi ed in connection with the Foreign Nationals<br />

(Employment) Act. The total amount of penalty orders<br />

imposed up to 31 December 2005 amounted to more<br />

than €13,000,000. In addition, in 2005 approximately 730<br />

offi cial reports were submitted to the Public Prosecution<br />

Service. This mainly involved cases in 2004 where<br />

violation of the Foreign Nationals (Employment) Act was<br />

1 The “Trend or Incident” Report, an explorative study into the relationship between organisation, maintenance and safety in the process industry; COT Instituut<br />

voor Veiligheids- en Crisismanagement (Institute for Safety and Crisis Management), October 2004, on the instructions of the Ministry of Social Affairs and<br />

Employment.<br />

2 The expression “people from MOE countries” refers to job seekers from countries that recently joined the EU: Estonia, Latvia, Lithuania, Slovakia, Hungary,<br />

Czech Republic, Poland, Slovenia.<br />

J AARVERS LAG 2005 79


established (the administrative penalty pursuant to the<br />

Foreign Nationals (Employment) Act had not yet come<br />

into force and effect at that time).<br />

Tips and notifi cations<br />

In 2005 a total of 2641 notifi cations of presumed illegal<br />

employment were received. Of these, over 1800 were<br />

investigated. The notifi cations not investigated could not<br />

be investigated because the location where illegal work<br />

was supposedly carried out was not known, the notifi -<br />

cation was not of current interest, or because there was<br />

not enough reason to justify further investigation.<br />

Input of the inspection capacity<br />

With regard to addressing illegal employment the<br />

Labour Inspectorate also strives to deploy the available<br />

inspection capacity as effi ciently as possible, namely in<br />

such a way as to achieve the optimum yield. In this connection,<br />

the application of the risk analysis is an indispensable<br />

(auxiliary) tool. A major part of the risk analysis<br />

is formulating the so called risk indicators, such as a<br />

high supply of semi skilled, dirty and unpleasant work, or<br />

there being great fl uctuations in the labour supply (peak/<br />

seasonal labour).<br />

In cooperation with the Social Security and Investigation<br />

Service (SIOD), the analysis model was further perfected<br />

in 2005, for instance by using the risk indicators<br />

and unlocking, linking and analysing the fi les of the chain<br />

partners 1 .<br />

In addition, the number of inspectors active in combating<br />

labour market fraud was increased in 2005 from<br />

131 to 170.<br />

1 The Tax and Customs Administration, the Institute for Employee Benefi t Schemes, the Social Insurance Bank and the Social Security and Investigation Service.<br />

80<br />

JAARVERSLAG 2005


JAARVERSLAG 2005 81

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!