pdf-document - Databank Arbo
pdf-document - Databank Arbo
pdf-document - Databank Arbo
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
omslag jaarverslag AI.indd, Spread 1 van 2 - Pagina's (1, 2) 10-5-2006 15:01<br />
SZW 05F449<br />
De Arbeidsinspectie maakt deel uit van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en is toezichthouder en handhaver ten aanzien van<br />
de wetten op het terrein van arbeidsbescherming, arbeidsmarktfraude en arbeidstijden.<br />
In dit jaarverslag 2005 wordt inzicht gegeven in de activiteiten die in het verslagjaar zijn uitgevoerd en in de resultaten die daarbij zijn geboekt.<br />
Postbus 11563<br />
2502 AN Den Haag<br />
www.arbeidsinspectie.nl<br />
Jaarverslag 2005<br />
VEILIG GEZOND EN LEGAAL OP HET WERK
omslag jaarverslag AI.indd, Spread 2 van 2 - Pagina's (3, 4) 10-5-2006 15:01<br />
Hoofdkantoor<br />
Den Haag<br />
Prinses Beatrixlaan 82<br />
2595 AL Den Haag<br />
Postbus 11563<br />
2502 AN Den Haag<br />
Telefoon 070 - 304 45 00<br />
Fax 070 - 304 45 93<br />
Kantoor Groningen<br />
Engelse Kamp 4<br />
9722 AX Groningen<br />
Postbus 30016<br />
9700 RM Groningen<br />
Telefoon 050 - 522 58 80<br />
Fax 050 - 526 72 02<br />
Kantoor Arnhem<br />
Janspoort 2<br />
6811 GR Arnhem<br />
Postbus 9018<br />
6800 DX Arnhem<br />
Telefoon 026 - 355 71 11<br />
Fax 026 - 442 40 46<br />
Kantoor Amsterdam<br />
Radarweg 60<br />
1043 NT Amsterdam<br />
Postbus 58366<br />
1040 HJ Amsterdam<br />
Telefoon 020 - 581 26 12<br />
Fax 020 - 686 47 03<br />
Kantoor Utrecht<br />
Oudenoord 6<br />
3513 ER Utrecht<br />
Postbus 820<br />
3500 AV Utrecht<br />
Telefoon 030 - 230 56 00<br />
Fax 030 - 230 56 80<br />
Kantoor Rotterdam<br />
Stadionweg 43c<br />
3077 AS Rotterdam<br />
Postbus 9580<br />
3007 AN Rotterdam<br />
Telefoon 010 - 479 83 00<br />
Fax 010 - 479 70 93<br />
Kantoor Roermond<br />
Godsweerdersingel 10<br />
6041 GL Roermond<br />
Postbus 940<br />
6040 AX Roermond<br />
Telefoon 0475 - 35 66 66<br />
Fax 0475 - 35 66 60<br />
Publieksinformatie<br />
Ministerie van Sociale Zaken enWerkgelegenheid<br />
Postbus 90801<br />
2509 LV Den Haag<br />
Telefoon 0800 - 9051<br />
Fax 070 - 333 40 33<br />
Internetsites<br />
www.arbeidsinspectie.nl<br />
www.szw.nl<br />
www.arbo.nl<br />
Voor vragen van de pers:<br />
Ministerie van Sociale Zaken enWerkgelegenheid<br />
Afdeling Persvoorlichting<br />
Telefoon 070 - 333 44 44
Inhoud<br />
3 Vooraf<br />
5 Totaalbeeld en Kerncijfers 2005<br />
Algemeen beeld Arbeidsomstandighedenwetgeving Risico’s op zware<br />
ongevallen en Major Hazards Aanpak illegale tewerkstelling<br />
11 Samenwerking in het toezicht<br />
Maatschappelijke en politieke ontwikkelingen Samenwerking en taakverdeling<br />
met andere inspectiediensten<br />
Algemeen beeld van de arbeidsomstandigheden Risicoanalyse Organisatie<br />
van het toezicht op arbeidsomstandigheden Resultaten actieve<br />
inspectieprojecten Onderzoeken van arbeids ongevallen Onderzoeken<br />
van klachten van werknemers Bestuurlijke boetes Werk- en rusttijden<br />
Kinder- en jeugdarbeid<br />
<strong>Arbo</strong>bevindingen in afzonderlijke sectoren:<br />
Industrie<br />
Commerciële dienstverlening<br />
Publieke dienstverlening<br />
Bouwsector<br />
31 Bestrijding Arbeidsmarktfraude<br />
Algemeen beeld Controle op nieuwe regelingen Interventieteams<br />
Risicoanalyse Inspectiecapaciteit Bestuurlijke boetes Wet arbeid vreemdelingen<br />
35 Major Hazard Control<br />
Algemeen beeld Ongevallen en incidenten Veiligheidsontwikkelingen in<br />
de procesindustrie Resultaten Major Hazard Control<br />
41 Overige activiteiten<br />
Vrijstellingen en ontheffi ngen Arbeidstijdenwet Taken in het kader van<br />
de Kernenergiewet Beoordelingen subsidieaanvraag Farbo-regeling<br />
Toezicht op Lloyd’s Register Nederland Internationale ontwikkelingen en<br />
activiteiten<br />
43 Interne ontwikkelingen<br />
Organisatieontwikkelingen Kwaliteitsontwikkelingen Personeelsontwikkeling<br />
en professionalisering Personeelsbeleid Informatievoorziening en<br />
automatisering Integriteit<br />
47 Financieel<br />
Amendementen Verburg Uitgaven en ontvangsten Producten en uitgaven<br />
51 Bijlagen<br />
Bijlage 1 Context, taken, bevoegdheden, visie, missie en werkterrein<br />
Bijlage 2 Organisatie en positionering<br />
Bijlage 3 Overzicht relevante wet- en regelgeving<br />
Bijlage 4 Cijfermatige overzichten arbeidsomstandigheden<br />
Bijlage 5 Cijfermatige overzichten bestrijding arbeidsmarktfraude<br />
Bijlage 6 Cijfermatig overzicht Major Hazard Control<br />
Bijlage 7 Overzicht AI-management<br />
Bijlage 8 Overzicht van gebruikte afkortingen<br />
Bijlage 9 Overall picture and key fi gures 2005<br />
T ITEL VAN DE BROCH U R E 1
2<br />
Jaarverslag<br />
2005<br />
JAARVERSLAG 2005
Vooraf<br />
In dit jaarverslag is een aantal voorbeelden gegeven van de wijze waarop de Arbeidsinspectie een bijdrage levert aan het<br />
bereiken van maatschappelijke effecten, op terreinen waarop de Arbeidsinspectie verantwoordelijk is voor de handhaving.<br />
Steeds meer worden daarom inspanningen verricht in de follow-up van inspectieprojecten, teneinde zelfwerkzaamheid te<br />
stimuleren en zo het naleven van de wetgeving te bevorderen. Dit past tevens goed in één van de belangrijke nieuwe ontwikkelingen<br />
waaraan door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de sociale partners wordt gewerkt:<br />
de vernieuwing van de <strong>Arbo</strong>wet. Deze zal een aantal fundamentele veranderingen voor de wijze waarop het arbobeleid<br />
in Nederland wordt vormgegeven, teweeg brengen. Bedrijven en instanties krijgen meer verantwoordelijkheden, maar<br />
tegelijkertijd ook meer mogelijkheden om zelf invulling te geven aan (middel)oplossingen op sectorniveau. Hierop anticiperend<br />
is de AI, via de ontwikkeling van een op de nieuwe situatie aangepast inspectiebeleid, medio 2005 met de voorbereidingen<br />
gestart.<br />
Er zijn ook andere ontwikkelingen die ‘de wereld van het toezicht opschudden’. In 2005 is de nieuwe, van kabinetswege<br />
opgestelde, Kaderstellende Visie op Toezicht gepubliceerd. Hierin zijn, naast toespitsing op categorieën van toezicht, en<br />
de drie al bestaande kernpunten van het inspectiebeleid - onafhankelijk, professioneel en transparant - drie nieuwe kernpunten<br />
voor het toezicht geïntroduceerd: selectief, slagvaardig en samenwerkend.<br />
Wat het kernpunt samenwerking betreft: aan de inspanningen die de AI zich al langer getroostte, om meer inhoud aan<br />
de samenwerking met andere inspectiediensten en overheden te geven, is in 2005 met nog meer intensiteit inhoud gegeven.<br />
Dit heeft er in het verslagjaar in geresulteerd, dat reeds binnen 50 % van de inspectieprojecten op het terrein van de<br />
arbeidsomstandigheden, sprake was van vormen van samenwerking met andere inspectiediensten. Dit naast de inmiddels<br />
vanzelfsprekende en geïnstitutionaliseerde vormen van samenwerking op het terrein van de aanpak van arbeidsmarktfraude:<br />
via het opereren in z.g. interventieteams en via informatie-uitwisseling met de diverse betrokken instanties.<br />
Daarnaast bestaat er de al langer van toepassing zijnde samenwerking met andere (overheids)instanties op het terrein van<br />
het Besluit Risico’s Zware Ongevallen en de major hazard control, die verder is geïntensiveerd met onder andere gezamenlijke<br />
inspecties.<br />
In dit jaarverslag wordt (mede vanuit de ambitie om, als publieke- en toezichthoudende organisatie, optimaal transparant<br />
te zijn) zo concreet mogelijk uiteengezet, wat de AI heeft gepresteerd, wat dat aan direct resultaat heeft opgeleverd en<br />
- waar dat mogelijk is - wat het effect daarvan op de doelgroepen is geweest.<br />
De Algemeen directeur van de Arbeidsinspectie<br />
Dr. J.J.M. (Jaap) Uijlenbroek<br />
JAARVERSLAG 2005 3
De arbeidsinspectie in kort bestek<br />
4<br />
De Missie<br />
De Arbeidsinspectie bevordert door middel van handhaving de naleving van de wetgeving op het gebied van veiligheid en<br />
gezondheid op het werk en bestrijdt illegale tewerk-stelling.<br />
Daarbij wordt prioriteit gegeven aan de aanpak van misstanden en ernstige overtredingen.<br />
De AI levert relevante informatie over de naleving op deze terreinen en draagt daarmee bij aan het inzicht in de werking<br />
en vergroting van de effectiviteit van het overheidsbeleid.<br />
Hoofdtaken<br />
• Handhaven wetten op het gebied van arbeidsomstandigheden (o.a. Arbeidsomstandighedenwet, Arbeidstijdenwet en<br />
Kernenergiewet, Warenwet en de aanpak van illegale arbeid (Wet Arbeid Vreemdelingen).<br />
• Onderzoek naar aanleiding van klachten over arbeidsomstandigheden en meldingen van ernstige arbeidsongevallen en<br />
zware ongevallen met gevaarlijke stoffen.<br />
Jaarplan AI, prioriteiten en taken<br />
Het jaarplan AI wordt in het najaar vastgesteld en gaat voor het begin van het planjaar naar de Tweede Kamer<br />
• Aanpak van misstanden; prioriteit aan branches en onderwerpen met hoge risico’s en lage naleving; op basis van Risico-analyse.<br />
• Projectmatig werk: per (bedrijfstak)directie wordt aangegeven hoeveel inspectietrajecten er per project uitgevoerd<br />
zullen worden. Een inspectietraject omvat een bezoek aan een bedrijf en alle daaruit voortvloeiende handelingen,<br />
inclusief eventuele (her)controles en de inzet van handhavinginstrumenten, indien overtredingen zijn geconstateerd.<br />
• Onderzoek naar- en behandeling van klachten van werknemers over hun arbeidsomstandigheden.<br />
• Onderzoek van meldingen van ernstige arbeidsongevallen en zware ongevallen met gevaarlijke stoffen.<br />
• Major Hazard Control: beoordelen van z.g. BRZO bedrijven (apart regime op bedrijven met risico op zware ongevallen).<br />
Inspecties, controles, handhaving; inspecties ARIE-bedrijven (bedrijven met aanvullende verplichtingen op risico-inventarisatie).<br />
• Arbeidsmarktfraude: Bestrijding van illegale tewerkstelling en verdringing van legale arbeid; Branchegewijze aanpak en<br />
samenwerking in multidisciplinaire interventieteams; controles naar aanleiding van fraudesignalen.<br />
Handhavingsinstrumenten<br />
• het geven van een waarschuwing;<br />
• het stellen van een eis tot naleving van de wet;<br />
• het stellen van een eis tot naleving van de wet;<br />
• het stilleggen van de werkzaamheden in geval van acuut ernstig gevaar voor de veiligheid of gezondheid van werknemers;<br />
• het aanzeggen en opmaken van een boeterapport of een proces-verbaal;<br />
• Bestuurlijke Boetes.<br />
Kerncijfers AI 2005<br />
- Aantal <strong>Arbo</strong>/ATW trajecten 20.751 - Aantal Bestuurlijke Boetes <strong>Arbo</strong>/ATW 2568<br />
- Aantal WAV-trajecten 8.760 - Opgelegd boetbedrag <strong>Arbo</strong>/ATW ca. € 7 miljoen<br />
- Aantal Klachtenonderzoeken arbo 1.918 - Aantal opgespoorde illegaal werkenden 4650<br />
- Aantal Ongevalsonderzoeken 2.350 - Aantal bestuurlijke boetes WAV 2201<br />
- Major Hazard Control onderzoeken 369 - Opgelegd boetebedrag WAV ca € 13 miljoen<br />
- Aantal Overige onderzoeken 1.669 - Ingezette uren voor inspecties totaal 316.000<br />
- Totaal aantal interventies <strong>Arbo</strong>/ATW 13.327<br />
- Totale uitgaven AI ca € 62,6 miljoen<br />
- Personeel AI totaal 953 fte<br />
JAARVERSLAG 2005
1<br />
Totaalbeeld en kerncijfers 2005<br />
1.1 Algemeen beeld<br />
Toezicht op de naleving<br />
De Arbeidsinspectie (AI) maakt, samen met de Inspectie<br />
Werk en Inkomen (IWI), deel uit van het Inspectoraat<br />
-Generaal SZW-inspecties van het Ministerie van Sociale<br />
Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en valt organisatorisch<br />
onder de Inspecteur-generaal van de SZW-inspectiediensten.<br />
De AI draagt door het houden van toezicht op de<br />
naleving van de relevante wet- en regelgeving, bij aan het<br />
bevorderen van veilige en gezonde arbeidsomstandigheden<br />
en verantwoorde arbeids- en rusttijden van werknemers.<br />
Daarnaast levert de AI een belangrijke bijdrage aan<br />
de aanpak van arbeidsmarktfraude (w.o. illegale arbeid).<br />
De Arbeidsomstandighedenwet, de Arbeidstijdenwet, de<br />
Wet arbeid vreemdelingen en het Besluit Risico’s Zware<br />
Ongevallen zijn de belangrijkste wetten waar de AI<br />
toezicht op houdt. In de inspectieaanpak ligt de prioriteit<br />
bij het opsporen en het tenietdoen van ernstige overtredingen.<br />
Handhaving van de wet- en regelgeving en het<br />
verstrekken van (beleids)relevante informatie aan de<br />
beleidsmakers, zijn daarbij de kerntaken.<br />
Dynamiserend effect van branchegerichte inspectieprojecten<br />
De inspectie-, opsporings- en controle-inzet van de<br />
Arbeidsinspectie, is er in eerste instantie op gericht de<br />
naleving van de wet- en regelgeving bij geïnspecteerde<br />
bedrijven te bevorderen. Bij hercontroles in het kader<br />
van de <strong>Arbo</strong>-wet, blijkt dat in 96% van de in eerdere<br />
instantie geconstateerde situaties, de tekortkomingen/<br />
overtredingen zijn opgeheven.<br />
Het inspecteren in bedrijfstakgerichte projecten<br />
impliceert dat de aanpak - vanaf de voorbereiding van<br />
het inspectieproject tot en met de bespreking van de<br />
projectrapportage met betreffende branches - specifi ek<br />
op de betreffende branche is gericht. Hierdoor kan<br />
effectief met de betrokken werkgevers- en werkne-<br />
mersorganisaties over de projectresultaten worden<br />
overlegd. Zo wordt bijgedragen aan een scherper inzicht<br />
van branches in de actuele stand van zaken binnen hun<br />
sector. Hiermee wordt tevens de door de AI beoogde<br />
‘zelfwerkzaamheid’ van de betrokken branchepartijen<br />
gestimuleerd. De branche-initiatieven die hieruit voortkomen,<br />
kunnen zo bedrijven die niet zijn geïnspecteerd<br />
dan alsnog aanzetten om de nodige arbo-maatregelen te<br />
nemen. Dit z.g. ‘dynamiserend effect’ van de inspectieprojecten<br />
wordt bewust door de AI nagestreefd.<br />
Steeds meer inspectieprojecten worden gevolgd door-,<br />
of begeleid met activiteiten door of in samenwerking<br />
met de geïnspecteerde branches. De binnen de branches<br />
geconstateerde problematiek wordt hierdoor vaak<br />
adequater en meer structureel aangepakt.<br />
Om de inspectieprojectrapportages ‘wereldkundig te<br />
maken’, worden ze op de website van de Arbeidsinspectie<br />
(www.arbeidsinspectie.nl) en op www.arbo.nl. gepubliceerd.<br />
Ook de media worden hierop geattendeerd.<br />
Figuur 1.1<br />
in 2005 aangezegde bestuurlijke boetes, gerelateerd aan wetgeving<br />
Wet Aantal aangezegde Totaal<br />
boetes opgelegd bedrag<br />
Arbeidsomstandighedenwet 2433 € 6.972.277<br />
waarvan aan werknemers 154 € 17.402<br />
Arbeidstijdenwet 135 € 31.525<br />
Wet Arbeid Vreemdelingen 2500 € 13.237.860<br />
Totaal 5222 € 20.259.064<br />
De bestuurlijke boete is nu zes jaar als sanctiemiddel voor<br />
de handhaving van de Arbeidsomstandighedenwet beschikbaar.<br />
Uit onderzoek hiernaar is gebleken dat de bestuurlijke<br />
boete een uiterst effectief handhavinginstrument is.<br />
Sinds 1 oktober 2004 is ook voor de Arbeidstijdenwet de<br />
bestuurlijke boete van toepassing en vanaf 1 januari 2005<br />
geldt dit tevens voor de Wet Arbeid Vreemdelingen.<br />
JAARVERSLAG 2005 5
6<br />
JAARVERSLAG 2005
Bezwaar en beroep<br />
In 2005 zijn door de Arbeidsinspectie 900 bezwaarschriften<br />
ontvangen, waarvan er 696 zijn afgehandeld.<br />
Hiervan zijn er 93 (13,3 %) gegrond verklaard, 468 (67%)<br />
bezwaren ongegrond, 53 bezwaren bleken niet-ontvankelijk<br />
en 47 bezwaren zijn gedeeltelijk gegrond verklaard.<br />
In 2005 zijn 111 beroepen ingediend, vooral in het kader<br />
van de <strong>Arbo</strong>-wet (66) en de Wet arbeid vreemdelingen<br />
(44). Dat betekent dat tegen 16,6% van de beslissingen<br />
op bezwaar, beroep is ingesteld.<br />
Eind december 2005 waren 72 beroepschriften bij<br />
diverse rechtbanken in behandeling. Dat is een fl inke<br />
stijging ten opzichte van 2004 (+ 41%), die verklaard<br />
wordt door invoering van de bestuurlijke boete in de<br />
Wet Arbeid Vreemdelingen. Van de afgehandelde beroepen<br />
zijn er 13 gegrond verklaard.<br />
Eind 2005 waren m.b.t. beschikkingen van de Arbeidsinspectie,<br />
12 (hoger) beroepszaken bij de Raad van<br />
State in behandeling en over heel 2005 zijn 10 hoger<br />
beroepszaken afgehandeld. Hiervan zijn er 3 ongegrond<br />
verklaard, 2 niet-ontvankelijk en 2 ingetrokken.<br />
1.2 Arbeidsomstandighedenwetgeving<br />
De wijze waarop in Nederlandse bedrijven en instellingen<br />
met de arbeidsomstandigheden wordt omgegaan,<br />
verschilt sterk per sector. Er zijn sectoren - zoals de<br />
bouwsector - waar veel wordt gedaan aan normontwikkeling<br />
en voorlichting, maar waar in de dagelijkse praktijk<br />
nog steeds veel onverantwoorde risico’s worden genomen.<br />
Een veelvuldig voorkomend en telkens terugkerend<br />
risico is: geen of inadequate bescherming tegen vallen<br />
van hoogte, waardoor jaarlijks veel slachtoffers vallen,<br />
ondanks dat dit risico in brede kring bekend is. De<br />
bouwsector pakt dit risico nog onvoldoende aan.<br />
De bouwsector heeft ten aanzien van het aanpakken van<br />
de arbeidsomstandighedenproblematiek, nog steeds de<br />
neiging om in ‘klassieke oplossingen’ te blijven steken.<br />
Binnen de sector industrie is een positief effect waarneembaar<br />
van inspectiedruk en van inspanningen die zijn<br />
bedoeld om marktpartijen zelf aan het werk te zetten om<br />
hun arbo-knelpunten aan te pakken. Daar is in de meeste<br />
gevallen wel sterke druk vanuit de overheid voor nodig, in<br />
combinatie met het hanteren van de z.g. ‘stok achter de<br />
deur’ via forse inspectiedruk of sanctiedreiging.<br />
In de sector commerciële dienstverlening is het beeld diffuus.<br />
Belangrijke aspecten als werkdruk, agressie en geweld<br />
en gevaarlijke stoffen scoren hoog als risicofactor. De strategie<br />
om branches zelf aan het werk te zetten om risico’s<br />
aan te pakken heeft in een aantal gevallen goed gewerkt,<br />
maar moet in andere gevallen nog van de grond komen.<br />
De publieke sector heeft het werken met z.g. arboconvenanten<br />
‘omarmd’. Dat is goed merkbaar in de wijze<br />
waarop arbeidsomstandigheden op de agenda zijn gezet.<br />
De doorwerking van de afspraken naar de werkvloer,<br />
blijft in afzonderlijke instellingen helaas nog achter.<br />
De Arbeidsinspectie houdt in de aanpak rekening met<br />
de specifi eke kenmerken van de sectoren, niet alleen<br />
gericht op de risico’s, maar ook op de mate van naleving<br />
en de wijze waarop de diverse actoren in de branche<br />
omgaan met hun verantwoordelijkheden.<br />
Inspectieprojecten<br />
In 2005 zijn 39 inspectieprojecten binnen diverse<br />
bedrijfstakken en branches uitgevoerd, waarbij totaal<br />
20.751 inspecties zijn uitgevoerd. Bij 56 % van die<br />
inspecties zijn bij eerste interventie één of meer overtredingen<br />
geconstateerd. In het totaal zijn daarbij 13.327<br />
handhavinginstrumenten ingezet. In tweederde van de<br />
gevallen werden z.g. offi ciële waarschuwingen gegeven<br />
of eisen tot naleving van de wet gesteld, waarbij bedrijven<br />
nog de gelegenheid kregen om de tekortkomingen<br />
binnen een bepaalde, afgesproken tijd weg te nemen. In<br />
de overige gevallen ging het om zwaardere handhavingsinstrumenten<br />
als inzet van bestuurlijke boetes, stillegging<br />
van betreffende werkzaamheden, het aanzeggen van een<br />
proces-verbaal of combinaties daarvan.<br />
In vervolginterventies is in 4 % van de gevallen een<br />
handhavingsinstrument ingezet. Meestal betrof dit de<br />
bestuurlijke boete. In 2005 is voor bijna € 7 miljoen aan<br />
bestuurlijke boetes opgelegd, waarvan voor € 17.402,aan<br />
154 werknemers.<br />
De tekortkomingen waartegen in 2005 het meest<br />
is opgetreden, zijn:<br />
• gebruikmaking van onveilige arbeidsmiddelen (machines,<br />
werktuigen, gereedschappen, installaties),<br />
• ondoelmatige inrichting van arbeidsplaatsen/werkplekken;<br />
• te hoge fysieke belasting voor de werknemer;<br />
• ondoelmatige of geen inzet van-, bescherming tegenen<br />
afscherming van gevaarlijke stoffen en biologische<br />
agentia;<br />
• een tekortkomende of in het geheel geen (wettelijke<br />
verplichte) risico inventarisatie & -evaluatie en plan<br />
van aanpak in het geïnspecteerde bedrijf aanwezig;<br />
Enerzijds is dit resultaat een bevestiging van de bewuste<br />
keuze om in inspectieprojecten voorrang te geven aan<br />
thema’s die gezien vanuit de risicobenadering prioriteit<br />
hebben. Anderzijds geeft het een beeld van de mate van<br />
(niet) naleving van voornoemde thema’s.<br />
JAARVERSLAG 2005 7
Onderzoek van klachten en ongevallen<br />
Er zijn in 2005 totaal 1918 klachten en 2350 arbeidsongevallen<br />
onderzocht.<br />
Bij 91% van de (geheel of gedeeltelijk) door de AI<br />
gegrond verklaarde klachten, is bij het onderzoeken<br />
hiervan een handhavingsinstrument ingezet.<br />
Bij 63% van de onderzochte ongevallen is een zwaar<br />
handhavingsinstrument 1 ingezet. In de meeste gevallen<br />
was dat een boeterapport, al of niet gecombineerd met<br />
stillegging van het werk/de werkzaamheden, of andere<br />
aanvullende maatregelen ter voorkoming van herhaling<br />
van het ongeval.<br />
Het Project Andere Overheid en samenwerking<br />
tussen inspectiediensten<br />
Op het terrein van arbeidsomstandigheden is in 2005<br />
intensief met andere rijksinspecties samengewerkt,<br />
zoals de Onderwijsinspectie, de Inspectie Verkeer en<br />
Waterstaat, de Voedsel- en Warenautoriteit, de Inspectie<br />
Gezondheidszorg, de VROM-inspectiedienst en het<br />
Staatstoezicht op de Mijnen. De omvang en intensiteit<br />
van de samenwerking is daarmee in 2005 aanzienlijk<br />
toegenomen. Naast uitwisseling van gegevens en afstemming<br />
van de activiteiten, was in ongeveer de helft van de<br />
inspectieprojecten sprake van een of andere vorm van<br />
(meer specifi eke) samenwerking. In een aantal gevallen<br />
zijn gezamenlijke inspecties uitgevoerd.<br />
In 2005 is een nieuwe samenwerkingsovereenkomst<br />
afgesloten met de KLPD/Politie te Water. De overeenkomst<br />
met het Staatstoezicht op de Mijnen is met 5 jaar<br />
verlengd.<br />
De AI heeft actief bijgedragen aan het door de overheid<br />
geïnitieerde Programma Andere Overheid 2 , met nadruk<br />
op het project ‘samenwerkende inspectiediensten’.<br />
Daarnaast is actief bijgedragen aan de overheidsprojecten<br />
‘Kaderstellende Visie op Toezicht 2005’ en ‘Aanpak<br />
Strijdige Regels’.<br />
8<br />
1.3 Risico’s op Zware Ongevallen en Major<br />
Hazards<br />
Bij de toezichtactiviteiten door de Arbeidsinspectie in<br />
het kader van de risicobeheersing van zware ongevallen<br />
en de aanpak van deze risico’s, wordt op basis van<br />
het Besluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO) samengewerkt<br />
met gemeenten, provincies, waterschappen,<br />
brandweer en de VROM-inspectiedienst. Op grond van<br />
het BRZO beoordeelt de AI veiligheidsrapporten van<br />
bedrijven met gevaarlijke installaties en/of van bedrijven<br />
die met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen opereren.<br />
In 2005 zijn 24 veiligheidsrapporten ontvangen en binnen<br />
de daarvoor geldende wettelijke termijn door de AI<br />
beoordeeld en afgehandeld.<br />
Nieuw in 2005 waren de inspecties in het kader van de<br />
Aanvullende Risico-inventarisatie (ARIE) 3 .<br />
Bedrijven die in het verleden onder de Regeling Arbeidsveiligheidrapport<br />
(AVR) vielen en bedrijven met ammoniakkoelinstallaties<br />
met meer dan 5000 kg Ammoniak<br />
(NH3) zijn het eerst geïnspecteerd. Daarnaast zijn in de<br />
Rijnmond pilot-inspecties gehouden bij z.g. ‘vervoersgebonden<br />
inrichtingen’.<br />
Verder zijn inspecties in het kader van BRZO uitgevoerd,<br />
z.g. ‘kennisgevingen BRZO’ behandeld en ongevallen<br />
onderzocht. Ten opzichte van 2004 en in overeenstemming<br />
met de planning, is de totale productie toegenomen.<br />
Gebrek aan aandacht voor onderhoudsactiviteiten,<br />
oorzaak van veel ongevallen<br />
Uit de z.g. Major Hazard incidents reports blijkt<br />
telkens, dat een gebrek aan aandacht voor het<br />
onderhoud(smanagement), de belangrijkste achterliggende<br />
oorzaak is voor de nog regelmatig voorkomende<br />
ongevallen en incidenten. Op grond van een aantal<br />
indicatoren kan wel worden gesteld dat in de afgelopen<br />
twintig jaar het nodige is verbeterd. De algehele veiligheidssituatie<br />
zal naar het zich laat aanzien de komende<br />
10 jaar niet fundamenteel veranderen Er worden in het<br />
onderzoek van COT 4 een aantal ontwikkelingen gesig-<br />
1 Tot de zware handhavingsinstrumenten worden gerekend: bestuurlijke boete, stillegging van werk en proces-verbaal<br />
2 Doel: Het Programma Andere Overheid werkt aan een krachtige overheid, die de samenleving centraal stelt én slagvaardig is. Het actieprogramma omvat verbeteracties<br />
en initiatieven rond de thema’s: Betere dienstverlening, Minder bureaucratie en Slagvaardige organisatie. Bij alle thema’s is een Andere werkwijze<br />
van belang, zoals samenwerken en luisteren naar burgers. (zie ook www.andereoverheid.nl)<br />
3 Aanvullende voorschriften risico-inventarisatie en -evaluatie ter voorkoming en beperking van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen (art 2 lid 2 t/m 6 van<br />
het <strong>Arbo</strong>besluit)<br />
4 Rapport ‘trend of incident, een verkennend onderzoek naar de relatie tussen organisatie, onderhoud en veiligheid in de procesindustrie; COT Instituut voor<br />
veiligheid en crisismanagement, oktober 2004 in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid<br />
JAARVERSLAG 2005
naleerd die zowel positief als negatief op het veiligheidsniveau<br />
inwerken Negatieve impulsen zijn: vergroting van<br />
de concurrentie, fusies van bedrijven, veroudering van<br />
installaties en vergrijzing van de beroepsbevolking en<br />
gebrek aan instroom van deskundig personeel. Positief<br />
zijn: verbeterde wetgeving, horizontale samenwerking in<br />
de branche, samenwerking in het toezicht, aandacht voor<br />
incidenten en aandacht voor de veiligheidscultuur.<br />
ICT- ontwikkelingen hebben zowel negatief als positief<br />
op de veiligheid inwerkende kenmerken. De waarnemingen<br />
van de Arbeidsinspectie bevestigen de uitkomsten<br />
van de onderzoeken.<br />
In 2004 werd een project gestart om een nieuwe inspectiemethodiek<br />
te ontwikkelen. Vanuit kringen van het z.g.<br />
‘Bevoegd Gezag ex. Wet Milieubeheer’ (provincies en<br />
gemeenten) en de Brandweer is de wens geuit om in het<br />
project te participeren. Een eenduidige methodiek versterkt<br />
zo de eenheid van beoordelen en optreden door<br />
de verschillende overheden, die een rol vervullen in het<br />
toezicht op z.g. BRZO-plichtige bedrijven.<br />
Het ISO-9001 certifi caat van de AI voor de major<br />
hazard aanpak is in 2005 geaudit en akkoord bevonden.<br />
Daarnaast is het uitgebreid met de aanpak van de<br />
inspecties in de z.g. ARIE-bedrijven.<br />
1.4 Aanpak illegale tewerkstelling<br />
Ook in 2005 werd weer actief tegen illegale tewerkstelling<br />
opgetreden. Het was het eerste jaar waar bij constatering<br />
van overtreding van de wetgeving, bestuurlijke<br />
boetes konden worden opgelegd. Naast veel media-aandacht,<br />
leverde dit een aanzienlijk (fi nancieel) resultaat op<br />
aan opgelegde boetes.<br />
Hoewel de effectiviteit nog niet goed kan worden<br />
ingeschat, bestaat de indruk dat de combinatie van verhoogde<br />
pakkans en forse beboeting, een duidelijk preventieve<br />
werking heeft. Zo was bijvoorbeeld in de landen<br />
tuinbouwsector sprake van een sterke verhoging van<br />
het aantal aanvragen voor tewerkstellingsvergunningen<br />
voor met name de zogenaamde MOE-landers 1 , hetgeen<br />
hier op verschuiving van illegale naar legale tewerkstelling<br />
duidt.<br />
Er zijn in 2005 circa 8600 opsporingszaken gestart. Dat<br />
waren er 2270 meer dan in 2004. Bij circa 2200 van deze<br />
zaken zijn overtredingen van de Wet Arbeid Vreemdelingen<br />
(Wav) geconstateerd, waarbij boeterapporten tegen<br />
één of meer overtreders zijn opgemaakt. Het ging hierbij<br />
om circa 4650 illegaal tewerkgestelden.<br />
De Arbeidsinspectie werkt in de aanpak van de illegale<br />
arbeid intensief samen met andere overheden en toezichtouders.<br />
In interventieteams participeren naast de AI,<br />
de Belastingdienst, het Uitvoeringsorgaan Werknemers<br />
Verzekeringen (UWV), de Sociale Verzekeringsbank, het<br />
Openbaar Ministerie (OM) en (wisselend) een aantal<br />
relevante gemeenten. De interventieteams richten<br />
zich op vooraf bepaalde sectoren of op een bepaalde<br />
regio. Daarnaast voert de AI op basis van analyse eigen<br />
inspectieprojecten uit en worden controles uitgevoerd<br />
op basis van signalen en meldingen.<br />
Binnen het kader van de interventieteams werden 1395<br />
gezamenlijk acties uitgevoerd. In 341 gevallen leverde<br />
dat één of meer boeterapporten op, waarbij 682 illegaal<br />
tewerkgestelden werden aangetroffen.<br />
Interventies<br />
In 2005 zijn in het totaal ruim 2500 bestuurlijke boetes<br />
in het kader van de Wav aangezegd. Het totaalbedrag<br />
aan tot 31 december 2005 opgelegde boetebeschikkingen<br />
bedroeg ruim € 13.000.000. Daarnaast zijn in 2005<br />
circa 730 processen-verbaal bij het OM aangeboden.<br />
Hierbij ging het voornamelijk om zaken waar in 2004<br />
overtreding van de Wav was vastgesteld (de bestuurlijke<br />
boete in het kader van de Wav was toen nog niet van<br />
kracht).<br />
Tips en meldingen<br />
In 2005 zijn totaal 2641 meldingen over vermoedens<br />
van illegale tewerkstelling binnengekomen. Hiervan zijn<br />
er ruim 1800 in onderzoek genomen. De meldingen die<br />
niet in onderzoek zijn genomen, konden niet worden<br />
onderzocht, omdat: geen locatie bekend was waar illegaal<br />
zou worden gewerkt; omdat de melding niet actueel<br />
was; of omdat er onvoldoende gegronde redenen waren<br />
om nader onderzoek in te stellen.<br />
1 Met ’Moe-landers’ worden bedoeld: werkzoekenden uit de recent bij de EU aangesloten landen: Estland, Letland, Litouwen, Slowakije, Hongarije, Tsjechië, Polen,<br />
Slovenië.<br />
.<br />
JAARVERSLAG 2005 9
Inzet van de inspectiecapaciteit<br />
Ook in de aanpak van illegale arbeid streeft de Arbeidsinspectie<br />
ernaar om de beschikbare inspectiecapaciteit<br />
zo effi ciënt mogelijk in te zetten en wel zodanig, dat<br />
optimaal rendement wordt bereikt. De inzet van de<br />
risicoanalyse is hierbij een onmisbaar (hulp)middel.<br />
Een belangrijk onderdeel van de risicoanalyse is het<br />
formuleren van z.g. risico-indicatoren, zoals: veel aanbod<br />
van laaggeschoold-, vuil- en onaangenaam werk, of: er is<br />
sprake van grote fl uctuaties in het werkaanbod (piek- en<br />
seizoenarbeid).<br />
In samenwerking met de Sociale Inlichtingen en Opsporings<br />
Dienst (SIOD), is in 2005 aan verdere perfectionering<br />
van het analysemodel gewerkt, door o.a. gebruik te<br />
maken van risico-indicatoren en het ontsluiten, koppelen<br />
en analyseren van bestanden van de ketenpartners 1 .<br />
Daarnaast is in 2005 het aantal inspecteurs dat zich<br />
met de bestrijding van arbeidsmarktfraude bezighoudt,<br />
verhoogd van 131 naar 170.<br />
1 De Belastingdienst, het Uitvoeringsorgaan Werknemers Verzekeringen, de Sociale Verzekeringsbank en de Sociale Inspectie en Opsporings Dienst<br />
10<br />
JAARVERSLAG 2005
2<br />
Samenwerking in het toezicht<br />
2.1 Maatschappelijke en politieke ontwikkelingen<br />
De Arbeidsinspectie staat midden in de (m.n. werkende)<br />
samenleving. Wanneer die samenleving verandert heeft<br />
dat consequenties heeft voor het werk van de AI. De<br />
discussies en ontwikkelingen rond het rijksbrede Programma<br />
Andere Overheid (PAO) en de Kaderstellende<br />
Visie op Toezicht (zie onder: 2.3) zijn niet alleen met veel<br />
belangstelling gevolgd, maar de AI heeft ook actief aan<br />
deze discussies meegedaan.<br />
In het kader van het PAO-project: Samenwerkende<br />
Inspectiediensten is aan een aantal pilots meegewerkt.<br />
Samen met andere inspectiediensten is intensief naar<br />
mogelijkheden gekeken of voor bepaalde sectoren het<br />
toezicht effi ciënter kan worden ingericht en uitgevoerd.<br />
Begin 2005 heeft dit het rapport ‘Samen werkt’ opgeleverd.<br />
Ook in de tweede fase van dit samenwerkingstraject,<br />
dat doorloopt in 2006, werkt de AI actief en intensief mee<br />
aan volgende samenwerkingprojecten.<br />
Voor de toezichtstaken in het kader van het Besluit Risico’s<br />
Zware Ongevallen (major hazards), zijn de rapporten<br />
van de Commissie Alders, over het interbestuurlijk<br />
toezicht en van de commissie de Grave, over bestuurlijke<br />
drukte, belangrijk. Daarin wordt gesteld dat het toezicht<br />
op het besluit, dat - ondanks goedbedoelde pogingen tot<br />
samenwerking tussen de overheden - nogal versnipperd is,<br />
meer geconcentreerd moet gaan plaatsvinden.<br />
In 2005 is een belangrijke eerste stap gezet ten aanzien<br />
van de vernieuwing van de <strong>Arbo</strong>wetgeving. Op basis van<br />
een SER-advies werden in 2005 bij het ministerie van<br />
Sociale Zaken en Werkgelegenheid voorbereidingen<br />
getroffen om de <strong>Arbo</strong>-wetgeving zodanig aan te passen,<br />
dat bij invulling van de wijze waarop de verschillende<br />
sectoren aan de wettelijke normen moeten gaan voldoen,<br />
een grotere rol en verantwoordelijkheid is weggelegd<br />
voor de sociale partners. De AI is volop bij dit<br />
proces betrokken en is met de voorbereidingen gestart<br />
voor een hierbij passend inspectiebeleid.<br />
De invoering van de bestuurlijke boete met betrekking<br />
tot de Wet Arbeid Vreemdelingen heeft tot veel aandacht<br />
van de media en het bedrijfsleven geleid en had<br />
daarmee aanzienlijke invloed op de discussies over het<br />
fenomeen illegale arbeid en de maatschappelijke gevolgen<br />
daarvan.<br />
Kaderstellende Visie op Toezicht<br />
In de nota Kaderstellende Visie op het Toezicht 2001<br />
(KVoT) heeft het Kabinet een standpunt bepaald over<br />
de verhoudingen tussen beleid, uitvoering en toezicht.<br />
Het Kabinet is van oordeel dat: ‘de toezichthouder,<br />
zonder beïnvloeding van de onder toezicht staande<br />
partijen, de verantwoordelijke bestuurder of anderen,<br />
objectief feitenonderzoek moet kunnen uitvoeren en<br />
op basis daarvan tot een helder oordeel moet kunnen<br />
komen’. Daarmee moet worden geborgd dat ‘in gelijke<br />
gevallen gelijk wordt gehandeld, dat de rechtsgelijkheid<br />
en rechtszekerheid worden gediend en dat een getrouw<br />
beeld ontstaat van het beleid en de resultaten van de<br />
handhaving’.<br />
In 2005 is een nieuwe Kaderstellende visie op toezicht<br />
vastgesteld, die onderscheid maakt tussen de verschillende<br />
vormen van toezicht, zoals: nalevingstoezicht (in<br />
het geval van de Arbeidsinspectie), uitvoeringstoezicht<br />
en interbestuurlijk toezicht.<br />
Naast de al gehanteerde kernbegrippen: onafhankelijk,<br />
transparant en professioneel, introduceert de nieuwe<br />
KVoT drie nieuwe kernbegrippen: selectief, samenwerkend<br />
en slagvaardig.<br />
De implementatie daarvan bij de AI, is in een vergevorderd<br />
stadium. Er is een programmaleider aangesteld om<br />
de samenwerking met andere inspectiediensten voortvarend<br />
aan te pakken. Het opleidingsprogramma van de AI<br />
- in kringen van de Europese Arbeidsinspecties toch al<br />
bekend staand als een voorbeeld voor anderen - wordt<br />
op dit soort aspecten doorontwikkeld.<br />
JAARVERSLAG 2005 11
2.2 Samenwerking en taakverdeling met<br />
andere inspectiediensten<br />
Een van de belangrijke aspecten van het Programma<br />
Andere Overheid en de Kaderstellende Visie op Toezicht<br />
is de (bevordering van de) samenwerking tussen<br />
de verschillende toezichthouders. De belangstelling<br />
voor- en de opvattingen over de wijze waarop het overheidstoezicht<br />
op burgers en bedrijven is geregeld, is de<br />
afgelopen jaren sterk toegenomen. Niet alleen wordt het<br />
van belang geacht dat - waar dat nodig is - sprake is van<br />
stevige en consequente handhaving; tegelijkertijd mag<br />
de last die met het toezicht gepaard gaat niet onnodig<br />
hoog zijn. Terugdringing van onnodig zware toezichtslast<br />
kan worden bereikt door het schrappen van overbodige<br />
regelgeving, maar ook door meer en betere samenwerking<br />
tussen de toezichthouders.<br />
De Arbeidsinspectie heeft - als bijna geen andere toezichthouder<br />
- te maken met het feit dat er veel raakpunten<br />
zijn met vrijwel alle in Nederland opererende toezichthouders.<br />
Dit is sterk afhankelijk van het werkterrein<br />
waarop de AI opereert. Vrijwel alle ondernemingen (dit<br />
geldt zowel voor werkgevers als voor werknemers),<br />
organisaties en instellingen in Nederland behoren tot<br />
het taakveld, c.q. tot de objecten van toezicht van de AI.<br />
In een aantal van de sectoren zijn andere rijksinspectiediensten<br />
(mede)belast met het toezicht op de <strong>Arbo</strong>wet<br />
en/of Arbeidstijdenwet.<br />
In dat licht zijn de volgende samenwerkingsovereenkomsten<br />
afgesloten of verlengd:<br />
• Samenwerkingsovereenkomst met het Staatstoezicht<br />
op de Mijnen: januari 2005<br />
• Samenwerkingsovereenkomst met de Politie te<br />
Water: februari 2005<br />
• Samenwerkingsovereenkomst met de Inspectie Verkeer<br />
en Waterstaat: november 2005<br />
Samenwerking en overheveling taken Staatstoezicht<br />
op de Mijnen<br />
In het kader van de door de centrale overheid gepropageerde<br />
één-loket-benadering en het meer integraal<br />
inspecteren door inspectiediensten, wordt de handhaving<br />
van de <strong>Arbo</strong>wetgeving bij mijnbouwinstallaties in<br />
Nederland en bij installaties die op het Nederlandse<br />
deel van het continentaal plat opereren, uitgevoerd door<br />
het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM).<br />
Hoewel het SodM onder het Ministerie van Economische<br />
Zaken ressorteert, vallen de arbotaken onder de<br />
verantwoordelijkheid van de Minister van Sociale Zaken<br />
en Werkgelegenheid (SZW). In dit kader is het SodM<br />
door de Minister van SZW aangewezen voor het toe-<br />
12<br />
zicht op de <strong>Arbo</strong>- en Arbeidstijdenwet in de mijnbouwsectoren<br />
en hebben de Arbeidsinspectie en het SodM in<br />
2002 een samenwerkingsovereenkomst gesloten. Deze<br />
overeenkomst is inmiddels geëvalueerd en begin 2005<br />
geactualiseerd.<br />
Om in dit jaarverslag een compleet beeld van de ministeriële<br />
verantwoordelijkheid op arbo-gebied te geven,<br />
wordt hierna kort op de arbo-activiteiten van het SodM<br />
ingegaan.<br />
In 2005 zijn door het SodM 93 actieve inspecties uitgevoerd,<br />
waarin tevens tot de arbo-wetgeving behorende<br />
onderwerpen zijn meegenomen. Het SodM doet dat op<br />
projectbasis en neemt daar integraal veiligheids-, gezondheids-<br />
en milieuaspecten in mee. De thema’s gaslekkage,<br />
onderhoud van mijnbouwinstallaties en blootstelling<br />
aan gevaarlijke stoffen kwamen dit jaar aan bod. Naar<br />
aanleiding van die inspecties zijn 48 bevindingsbrieven<br />
verstuurd, waarin de resultaten van de inspecties en de<br />
betekenis daarvan zijn weergegeven. Daarvan waren er<br />
36 waarschuwingsbrieven, waarin een termijn is gesteld<br />
om de beboetbare feiten te laten opheffen.<br />
In 2005 hebben zich in deze sectoren twee ernstige<br />
ongevallen voorgedaan, waarbij drie doden waren te<br />
betreuren en één persoon ernstige brandwonden heeft<br />
opgelopen. In beide gevallen heeft het SodM in samenwerking<br />
met de AI een onderzoek ingesteld. De daarbij<br />
opgemaakte processen-verbaal, zullen begin 2006 worden<br />
afgerond. Daarnaast vonden nog drie eveneens als<br />
ernstig gekwalifi ceerde ongevallen plaats. Naar aanleiding<br />
daarvan heeft het SodM drie ongevalsboeterapporten en<br />
één proces-verbaal opgesteld.<br />
Zoals eerder opgemerkt, is het SodM tevens belast<br />
met het toezicht op- en de handhaving van de Arbeidstijdenwet.<br />
In dat kader zijn vier z.g. bevindingsbrieven<br />
gestuurd; er zijn geen overtredingen vastgesteld.<br />
In het kader van het SodM inspectieproject ‘Gebruik en<br />
beheer van ingekapselde radioactieve bronnen’, hebben<br />
het SodM en de AI gezamenlijk inspecties uitgevoerd<br />
bij bedrijven die dit soort bronnen ten behoeve van<br />
geofysische metingen in boorgaten toepassen (z.g. ‘well<br />
logging’). In het kader van het rijksbrede Programma<br />
Andere Overheid, waren deze inspecties onderdeel van<br />
het project ‘gezamenlijke bedrijfsbezoeken rijksinspecties’.<br />
Dit project is in 2005 afgerond.<br />
Nadere toelichting op de resultaten en bevindingen van<br />
het inspectiewerk van het SodM is te vinden in de jaarrapportage<br />
van het SodM: www.sodm.nl.<br />
JAARVERSLAG 2005
Samenwerking met de Inspectie Verkeer en<br />
Waterstaat<br />
De Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) is ten aanzien<br />
van de sectoren: beroepsgoederenvervoer, personenvervoer,<br />
en (delen van) de luchtvaart en zeevaart, medetoezichthouder<br />
op het terrein van de <strong>Arbo</strong>wet.<br />
In 2005 is het in dit kader gehanteerde regiemodel<br />
nader uitgewerkt en toegepast. Kern van het regiemodel<br />
is, dat voor de als gemeenschappelijke beleidsterrein<br />
aangewezen taakvelden, één van de beide diensten het<br />
aanspreekpunt is voor de onder-toezicht-gestelden.<br />
Met de IVW zijn in 2005 drie inspectieprojecten uitgevoerd,<br />
waarbij volgens het z.g. regiemodel is geïnspecteerd.<br />
Het doel hiervan was:<br />
• het realiseren van een meer effi ciënte uitvoering van<br />
de inspecties op deze terreinen;<br />
• het instellen van één overheidsloket voor de betreffende<br />
sectoren;<br />
• het terugdringen van de toezichtslast.<br />
De ervaringen waren zodanig, dat hier in 2006 verder<br />
mee wordt geëxperimenteerd.<br />
Eind 2005 is ingestapt in het PAO 1 -traject rond Schiphol,<br />
dat onder de leiding van de IVW wordt uitgevoerd.<br />
De samenwerking met de IVW is eind 2005 in een offi -<br />
ciële overeenkomst geformaliseerd.<br />
Het project Vloeibare Chemicaliën, waarbij op laaden<br />
loslocaties werd geïnspecteerd, kenmerkte zich door<br />
een gezamenlijke start en uitvoering. De inspectiediensten<br />
keken naar ‘eigen onderwerpen’ maar zorgden voor<br />
een gezamenlijke afsluiting van elke inspectie.<br />
De resultaten werden dermate als ‘nuttig’ ervaren, dat in<br />
de toekomst herhaling van dit soort projecten zal plaatsvinden.<br />
Wel zullen dan duidelijke(r) afspraken moeten<br />
worden gemaakt over de communicatie, de te hanteren<br />
procedures en de afbakening van de verantwoordelijkheden.<br />
Het project Rangeren bij goederenvervoerders was<br />
zodanig georganiseerd, dat de beide inspectiediensten<br />
elkaar op de aangewezen inspectieonderwerpen aanvulden.<br />
De samenwerking was vanaf het begin goed, het beleggen<br />
van de regierol vormde een belangrijk leerproces<br />
en het versturen van de (handhaving)correspondentie<br />
kostte extra tijd.<br />
Voor de betreffende branche was in ieder geval sprake<br />
van verminderde inspectiedruk.<br />
1 Het door het Kabinet geïnitieerde Project Andere Overheid<br />
Bij het project Ladingoverslag zeeschepen waren<br />
de inspecties uitsluitend op onder Nederlandse vlag<br />
varende zeeschepen gericht. De inspecties waren niet<br />
uitsluitend op overslag van lading gericht, maar ook op<br />
de arbeidsveiligheid van machinekamers en - in gevallen<br />
dat er overtredingen werden geconstateerd - ook op<br />
de organisatie van de arbeid (de RisicoInventarisatie en<br />
-evaluatie).<br />
Ook hier was de samenwerking goed en vormde vooral<br />
de onderlinge kennisoverdracht een belangrijk winstpunt.<br />
Ook de Politie te Water (PtW) is - mede - belast met<br />
toezicht op de <strong>Arbo</strong>-wet. Dit betreft zowel het Korps<br />
Landelijke Politie Diensten te Water als de Zeehavenpolitie<br />
te Rotterdam.<br />
De taken van de PtW beperken zich tot het signaleren<br />
van overtredingen en op basis daarvan het opstellen<br />
van een rapport van bevindingen. De AI zorgt voor de<br />
verdere afhandeling.<br />
In het project Binnenvaart is nauw samengewerkt bij<br />
de controles op varende binnenvaartschepen. Behalve<br />
naar arbeidsomstandigheden is ook naar illegale tewerkstelling<br />
gekeken.<br />
De samenwerkingsresultaten waren ook hier positief.<br />
Overige samenwerking<br />
Met de andere inspectiediensten, waar geen sprake was<br />
van medetoezichthoudende bevoegdheden in het kader<br />
van de <strong>Arbo</strong>-wet, was wel sprake van andere vormen<br />
van samenwerking. In de meeste gevallen betrof dit<br />
afstemming van de activiteiten, of uitwisseling van generale<br />
of meer specifi eke informatie. In sommige gevallen<br />
werden gezamenlijke inspecties bij bedrijven uitgevoerd.<br />
Binnen circa 50 % van de in 2005 uitgevoerde inspectieprojecten<br />
was sprake van een of andere vorm van<br />
samenwerking!<br />
Met de Vrom Inspectiedienst wordt, voorafgaand aan<br />
het jaarplan, ieder jaar afgestemd waar kan worden<br />
samengewerkt. Tevens wordt een z.g. samenwerkingslijst<br />
gehanteerd, dat regelmatig wordt geactualiseerd. Er<br />
werd onder andere met betrekking tot onderzoeken van<br />
asbestmeldingen, ammoniakkoelinstallaties en inspectie<br />
van gegaste containers intensief samengewerkt.<br />
In het kader van het Besluit Risico’s Zware Ongevallen<br />
wordt continu samengewerkt (zie verder hoofdstuk 1 ,<br />
major hazard control).<br />
JAARVERSLAG 2005 13
Met de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) is afgesproken<br />
om samen naar onderwerpen te kijken, die<br />
kansen voor samenwerking bieden. De Arbeidsinspectie<br />
heeft bijvoorbeeld in bepaalde inspectieprojecten de<br />
z.g. ‘VWA-rookmodule’ 1 in bepaalde inspectieprojecten<br />
meegenomen, terwijl de VWA signalen aan de AI heeft<br />
gegeven over mogelijke illegale tewerkstelling.<br />
Ten aanzien van de bestrijding van illegale tewerkstelling<br />
in bedrijven, wordt al gedurende langere tijd in z.g.<br />
interventieteams met de Vreemdelingendienst, het<br />
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV),<br />
de Belastingdienst en verschillende gemeenten samengewerkt<br />
(zie verder hoofdstuk 5: Bestrijding van Arbeidsmarktfraude).<br />
Op het terrein van de major hazard controll tenslotte,<br />
wordt in het kader van het toezicht en handhaving van<br />
het Besluit Risico’s Zware Ongevallen, samengewerkt<br />
met de Brandweer, de plaatselijke, regionale en provinciale<br />
overheidsorganisaties, met hulpdiensten en met<br />
andere relevante toezicht- en inspectiediensten.<br />
Alle inspecties in dit kader worden in gezamenlijkheid<br />
uitgevoerd.<br />
Ook in de publieke sector r wordt intensief samenge-<br />
werkt met vooral de Inspectie Gezondheidszorg (Ziekenhuizen),<br />
Onderwijsinspectie (Scholen) en Inspectie<br />
1 Met de z.g. rookmodule wordt gecontroleerd of bedrijven zich aan de Tabakswet houden.<br />
14<br />
Openbare Orde en Veiligheid (Brandweer).<br />
De gezamenlijke aanpak van Ziekenhuizen is een project<br />
onder de vlag van het PAO.<br />
Met vrijwel alle andere (hier niet genoemde) rijksinspectiediensten<br />
zijn - wel of niet in het kader van het project<br />
Samenwerkende inspectiediensten - in 2005 gesprekken<br />
gevoerd over verdergaande samenwerking.<br />
Tenslotte is er, ter voorbereiding van individuele inspectiebezoeken<br />
aan bedrijven, regelmatig contact gezocht<br />
met vergunningverleners en regionale milieudiensten<br />
Al deze vormen van samen inspecteren en afstemmen<br />
hebben erin geresulteerd dat er beter begrip is ontstaan<br />
voor de wijze van opereren door de andere inspectiediensten<br />
en dat onderling relevante kennis is uitgewisseld.<br />
Door de bedrijven die door gezamenlijke inspecties<br />
zijn geïnspecteerd, is dit echter nog niet in alle gevallen<br />
als een pluspunt ervaren. In bepaalde gevallen was volgens<br />
de betrokken bedrijven zelfs sprake van toename<br />
van de inspectiedruk. De les hieruit was dat gezamenlijk<br />
inspecteren alleen dan moet worden uitgevoerd, als dat<br />
meerwaarde (afname van de inspectiedruk) heeft voor<br />
het bedrijfsleven, of als dat mogelijk is: om één van de<br />
toezichthouders tevens met de inspectiepunten van de<br />
ander te belasten (in de vorm van signalering of taakoverdracht).<br />
JAARVERSLAG 2005
3<br />
Arbeidsomstandigheden,<br />
werk- en rusttijden<br />
3.1 Algemeen beeld van de arbeidsomstandigheden<br />
In 2005 zijn in diverse sectoren en branches 39 inspectieprojecten<br />
op het terrein van de arbeidsomstandigheden<br />
uitgevoerd, een aantal daarvan loopt nog door in<br />
2006.<br />
Daarbij zijn 16.098 bedrijven 1 geïnspecteerd en in 56%<br />
van de gevallen is handhavend opgetreden.<br />
Het aantal monitorbezoeken bedroeg circa 4500.<br />
De wijze waarop in bedrijven en instellingen met<br />
arbeidsomstandigheden wordt omgegaan, verschilt<br />
sterk per sector. Er zijn sectoren - zoals de bouwsector<br />
- waar veel wordt gedaan aan normontwikkeling<br />
en voorlichting, maar waar in de dagelijkse praktijk nog<br />
steeds onverantwoorde risico’s aanwezig zijn en/of worden<br />
genomen, zoals risico’s op valgevaar. Het risico is<br />
vrijwel aan iedereen bekend, er vindt nog een aanzienlijk<br />
aantal ongevallen plaats, maar in de bouwsector handelt<br />
men er vaak nog niet naar. De bouwsector is, als het<br />
arbeidsomstandigheden gaat, er veelal toe geneigd om in<br />
‘klassieke’ oplossingen te blijven steken.<br />
Binnen de sector industrie kan een positief effect van de<br />
inspanningen die bedoeld zijn om de marktpartijen zelf<br />
aan het werk te zetten als het gaat om het aanpakken<br />
van risico’s, worden waargenomen. Daar is meesttijds<br />
wel een sterke druk vanuit de overheid voor nodig en<br />
een ‘stok achter de deur’ in de vorm van forse inspectiedruk<br />
en sanctiedreiging.<br />
In de commerciële dienstverlening is het beeld diffuus.<br />
Belangrijke knelpunten als werkdruk, agressie en geweld<br />
en gevaarlijke stoffen, scoren hoog als risicofactor. De<br />
aanpak om de branches zelf aan het werk te zetten en<br />
met oplossingen te komen, heeft in enkele gevallen goed<br />
gewerkt, maar moet in andere gevallen nog van de grond<br />
komen.<br />
De publieke sector heeft het werken met arboconvenanten<br />
omarmd. Dat is goed merkbaar in de wijze<br />
waarop arbeidsomstandigheden op de agenda zijn gezet.<br />
Praktische doorwerking in afzonderlijke instellingen op<br />
de werkvloer, blijft daar helaas nog bij achter.<br />
De inzet van de Arbeidsinspectie is er op gericht, om<br />
rekening te houden met de specifi eke kenmerken van<br />
de verschillende branches; om branches zelf branchegerichte<br />
oplossingen te laten bedenken en deze binnen<br />
de bedrijven en instellingen toe te laten passen; en om<br />
rekening te houden met de mate waarin de branches<br />
zelf acties ondernemen om arboknelpunten in beeld te<br />
brengen.<br />
De inspectieprojecten van de AI zijn niet alleen gericht<br />
op het bereiken van versterking van de naleving in geïnspecteerde<br />
bedrijven, maar ook op het stimuleren van<br />
uitstralingseffecten naar niet-geïnspecteerde bedrijven.<br />
3.2 Risicoanalyse<br />
Ter bepaling van de strategie, de prioritering en de capaciteitsinzet<br />
in de verschillende sectoren in het bedrijfsleven,<br />
wordt gebruik gemaakt van een gevalideerd<br />
risicoanalysemodel: het Arbeidsinspectie Risicomodel<br />
Arbeidsomstandigheden (AIRA). Deze analyse resulteert<br />
in een mix van te inspecteren branches en inspectieonderwerpen<br />
(het inspectieprogramma). Dit programma<br />
wordt mede op basis van een z.g. meerjarenbeeld<br />
samengesteld, aangevuld met de eigen inspectie- en<br />
onderzoekservaringen, de opvattingen van beleidsmakers<br />
en die van de sociale partners.<br />
1 Dit aantal is exclusief de onderzoeken naar aanleiding van ongevallen en klachten en exclusief de inspecties en bezoeken naar aanleiding van de Monitor<br />
Arbeidsvoorwaarden.<br />
JAARVERSLAG 2005 15
De analyse en de daarop gebaseerde planning van de<br />
inspecties wordt vervolgens aan de staatssecretaris<br />
voorgelegd, die deze vaststelt.<br />
Top 5 van door de Arbeidsinspectie benoemde<br />
arborisico’s (en prioriteiten) in 2005<br />
• Gevaarlijke stoffen<br />
• Fysieke overbelasting<br />
• Gevaarlijke machines & transportmiddelen<br />
• Omvallende en vallende voorwerpen/ valgevaar<br />
• Psychische overbelasting/ werkdruk/ agressie en geweld<br />
De aanpak van deze risico’s is terug te vinden in de<br />
jaarplannen en (meer gedetailleerd) in de inspectieprojectplannen<br />
voor de betreffende sectoren. De invulling<br />
van de inspectieprojecten hangt ondermeer af van de<br />
risicoanalyses in de sectoren en de afspraken, die zijn<br />
gemaakt in de afstemming met de SZW-‘beleidskolom’,<br />
de politiek en (voorzover relevant) met de andere toezichthouders.<br />
3.3 Organisatie van het toezicht op<br />
arbeidsomstandigheden<br />
De toezichtstaken op het terrein van de arbeidsomstandigheden<br />
zijn bij de Arbeidsinspectie in vier bedrijfstakdirecties<br />
en een directie Major Hazard Control<br />
ondergebracht. De arbo-bedrijfstakdirecties zijn wat hun<br />
toezicht- en onderzoekstaken betreft sectoraal ingericht:<br />
Bouw, Commerciële dienstverlening, Publieke dienstverlening,<br />
inclusief land- en tuinbouw en Industrie.<br />
De directie Major Hazard Control heeft een specifi ek<br />
werkterrein. Zij houdt op grond van het Besluit Risico’s<br />
Zware Ongevallen en de Aanvullende Risico-Inventarisa-<br />
16<br />
Tabel 3.3.1<br />
Verdeling geplande inspectiecapaciteit over de vier (hoofd)productgroepen<br />
tie en -Evaluatie, toezicht op bedrijven met bovengemiddelde<br />
veiligheids- en gezondheidsrisico’s, die zich voornamelijk<br />
in de (zware) chemische industrie bevinden.<br />
De hoofdproductgroepen die de Arbeidsinspectie<br />
onderscheidt zijn:<br />
• actief f (de jaarlijks geplande inspectieprojecten),<br />
• reactief f (onderzoeken van meldingen van klachten<br />
van werknemers en meldingen van ernstige arbeidsongevallen)<br />
• overig reactief f (bijvoorbeeld meldingen en vergun-<br />
ningen van asbestsloop)<br />
Het reactieve aanbod is niet te sturen en de duur van de<br />
afhandeling van reactieve zaken (onderzoek ongevallen,<br />
klachten en overig reactief) dat op de Arbeidsinspectie<br />
afkomt, is maar beperkt beïnvloedbaar. De afgelopen<br />
jaren is het aanbod overigens redelijk constant geweest.<br />
Het onderzoeken van ernstige ongevallen en het<br />
afhandelen van asbestsloopmeldingen (overheersend in<br />
de productgroep ‘overig reactief’), heeft echter meer<br />
capaciteit gevergd dan voorzien. De capaciteit voor het<br />
uitvoeren van actieve inspecties was daardoor minder<br />
dan gepland, wat resulteert in enkele honderden minder<br />
uitgevoerde inspecties dan aanvankelijk voorzien.<br />
3.4 Resultaten actieve inspectieprojecten<br />
Voor alle projecten en activiteiten ten aanzien van het<br />
taakveld arbeidsomstandigheden en de daaruit voortvloeiende<br />
handhavingstrajecten zijn prestatie-indicatoren<br />
van toepassing. In de volgende overzichten wordt per<br />
prestatie-indicator, zowel de streefwaarde als de realisatie<br />
in 2005 weergegeven.<br />
Productgroep Geplande Geplande Gerealiseerde Gerealiseerde<br />
Actieve inspectieprojecten 58% 21.185 50% 20.751<br />
Onderzoek meldingen ongevallen 26% 2.317 31% 2.350<br />
Onderzoek meldingen klachten 11% 2.091 10% 1.918<br />
Overig reactief 1 5% 1.660 9% 1.669<br />
Totaal 100% 27.253 100% 26.688<br />
1 Onder ‘overig reactief’ worden onder andere onderzoeken naar aanleiding van asbestmeldingen geschaard.<br />
JAARVERSLAG 2005
Tabel 3.4.1<br />
Prestatie-indicatoren m.b.t. actieve inspectieprojecten arbeidsomstandigheden<br />
Prestatie-indicatoren actieve inspecties Streefwaarde in 2005 Realisatie in 2005<br />
arbeidsomstandigheden<br />
Doorlooptijd volledige handhavingstrajecten 75 % binnen 1 jaar afgesloten 90% binnen 1 jaar afgesloten<br />
(Percentage zaken dat na interventie en controle kan worden afgesloten)<br />
Extra handhavingpercentage t.o.v. de <strong>Arbo</strong>monitor 2003 1 10% boven <strong>Arbo</strong>monitor 2003 8% boven <strong>Arbo</strong>monitor 2003<br />
De beoogde 10% extra handhaving boven de uitkomst<br />
van de <strong>Arbo</strong>-monitor 2003 (de gemiddelde naleving van<br />
arbowetgeving in Nederland) is niet volledig gerealiseerd.<br />
Dit wordt veroorzaakt door een aantal z.g.<br />
sectoroverstijgende projecten, zoals het project Vakantiewerk,<br />
dat jaarlijks op verzoek van de Tweede Kamer<br />
wordt uitgevoerd en waarin relatief weinig overtredingen<br />
of misstanden worden aangetroffen, met als gevolg<br />
een lager dan gemiddelde inzet van handhavingsinstrumenten.<br />
In 2006 zal de indicator zodanig worden aangepast, dat<br />
uitsluitend binnen de sectorspecifi eke projecten wordt<br />
gemeten.<br />
Tabel 3.4.2<br />
Overzicht van in 2005 geheel afgesloten actieve arbozaken<br />
(inclusief zaken i.k.v. de Arbeidstijdenwet)<br />
Aantallen afgesloten actieve arbozaken<br />
Sector<br />
Industrie 3.931<br />
Bouw 5.715<br />
Commerciële Dienstverlening 6.274<br />
Publieke Dienstverlening (incl. land- en tuinbouw) 4.831<br />
Grootteklasse 2<br />
Kleinbedrijf 7.217<br />
Middenbedrijf 9.467<br />
Grootbedrijf 3.359<br />
Onbekend 708<br />
Totaal gerealiseerd in 2005 20.751<br />
Totaal gepland in 2005 19.604<br />
Inzet handhavinginstrumenten<br />
De Arbeidsinspectie richt zich zoveel mogelijk op<br />
branches en bedrijven waar op basis van risicoanalyse<br />
wordt verwacht dat zich daar de grootste veiligheidsen<br />
gezondheidsrisico’s voordoen. De inzet van handhavingsinstrumenten<br />
bij eerste interventies, geeft een<br />
goede indruk van de mate waarin misstanden (en dus<br />
- ernstige - overtredingen) zijn geconstateerd. In relatie<br />
met de inzet van handhavingsinstrumenten bij vervolginterventies,<br />
geven ze een indicatie van de effectiviteit van<br />
de inzet bij eerste interventies. De AI spreekt van een<br />
‘effectieve capaciteitsinzet’, als aan twee voorwaarden<br />
is voldaan: ten eerste moet de capaciteit dáár worden<br />
ingezet, waar veel overtredingen worden verwacht] (wat<br />
een indicatie is voor een laag nalevingsniveau). Op de<br />
tweede plaats moet de inzet ertoe hebben geleid, dat de<br />
betreffende overtredingen na het eerste inspectiebezoek<br />
zijn opgeheven. Er is dus sprake van succesvolle interventie-effectiviteit:<br />
als een hoog percentage aan overtredingen<br />
bij eerste interventies, wordt gevolgd door een<br />
laag percentage overtredingen bij vervolginterventies.<br />
In 2005 was het percentage waar bij eerste interventie<br />
overtredingen werden geconstateerd: 56 %. In 2004 was<br />
dit percentage nog 55 %. Het verschil is dus niet erg<br />
groot.<br />
Het percentage overtredingen dat nog in vervolginterventies<br />
(controle-inspecties) werd geconstateerd, is<br />
voor het tweede achtereenvolgende jaar gedaald: voor<br />
2005 was dit bij 4% van de controles het geval, in 2004<br />
bij 5 % van de controles (een daling van 20%). Deze<br />
cijfers zijn enigszins gefl atteerd, omdat m.i.v. 1 juli 2005<br />
het handhavingbeleid m.b.t. de Risico-inventarisatie en -<br />
evaluatie bij bedrijven met een personeelsbestand tot 25<br />
werknemers in bepaalde opzichten is versoepeld. Toch<br />
lijkt sprake van geleidelijke toename van de effectiviteit<br />
van de interventie-inzet.<br />
1 De <strong>Arbo</strong>monitor is een onderzoek naar arbeidsomstandigheden bij bedrijven die op basis van een z.g. a-selecte steekproef zijn geselecteerd. Het aantal tekortkomingen<br />
die daarbij wordt gemeten wordt als maat genomen voor de gemiddelde naleving.<br />
2 Kleinbedrijf is tot 50 werknemers, middenbedrijf tot 200 werknemers, grootbedrijf vanaf 200 werknemers<br />
JAARVERSLAG 2005 17
Top vijf van overtredingen in actieve arbo-inspecties naar mate van constateren in 2004 en 2005<br />
Rangorde 2005 % Rangorde 2004 %<br />
1. Ondoelmatige arbeidsmiddelen aanwezig 22% Inrichting arbeidsplaatsen voldoet niet 19%<br />
2. Inrichting arbeidsplaatsen voldoet niet 21% Geheel of deels niet in orde: Risico-inventarisatie en/of plan van aanpak k 17%<br />
3. Fysieke overbelasting 13% Ondoelmatige arbeidsmiddelen aanwezig 16%<br />
4. Risico’s m.b.t. gevaarlijke stoffen 9% Risico’s m.b.t. gevaarlijke stoffen 10%<br />
5. Geheel of deels niet in orde: Risicoinventarisatie<br />
en/of plan van aanpak<br />
7% Fysieke overbelasting 7%<br />
6. Overige overtredingen 29% Overige overtredingen 31%<br />
Totaal generaal 100% 100%<br />
18<br />
Toelichting bij fi guur 3.4.3<br />
In de tabel is te zien dat in 2005, 22% van alle geconstateerde overtredingen betrekking had op de aanwezigheid van<br />
ondoelmatige arbeidsmiddelen. Dit is een forse toename in vergelijking met 2004, toen het 16 % was. Op de vijfde plaats<br />
in 2005 staan de overtredingen met betrekking tot de (onvoldoende kwaliteit, of het ontbreken van de) Risico-inventarisatie<br />
en -evaluatie (RI&E) en het plan van aanpak (7%). Dit is een fl inke daling ten opzichte van 2004 (toen nog met 17%<br />
op een tweede plaats). Het gewijzigde handhavingsbeleid m.b.t. de RI&E speelt hierin een doorslaggevende rol.<br />
Het percentage van de overtredingen ten aanzien van het aspect ‘fysieke overbelasting’ is ten opzichte van 2004 bijna<br />
verdubbeld. De verklaring is dat fysieke (over)belasting in 2005 als een van de prioriteiten in veel van de uitgevoerde<br />
inspectieprojecten is opgenomen en dat er ook daadwerkelijk tegen geconstateerde overtredingen op dit aspect kon<br />
worden opgetreden.<br />
Figuur 3.4.4:<br />
Totaalinzet van handhavingsinstrumenten in actieve arbozaken in 2005<br />
Waarschuw ing;<br />
69%<br />
Eis; 8%<br />
Kennisgeving eis;<br />
4%<br />
Stillegging; 10%<br />
Boete; 4%<br />
PV; 1%<br />
Stillegging+boete/<br />
PV; 4%<br />
Toelichting op fi guur 3.4.4<br />
In de fi guur zijn de in 2005 ingezette handhavingsinstrumenten in actieve arbozaken procentueel weergegeven. Deze<br />
instrumenten hebben met name betrekking op de in 2005 geconstateerde top vijf van overtredingen (zie tabel 4.6). In de<br />
fi guur is te zien dat 69% van de ingezette instrumenten een z.g. waarschuwing was. Samen met de eis (8%) en de kennisgeving-eis<br />
(4%) behoort dit instrument tot de z.g. ‘lichte handhavingsinstrumenten’.<br />
De stillegging (van het werk), de bestuurlijke boete, het proces-verbaal en de stillegging in combinatie met een boete of<br />
proces-verbaal behoren tot de z.g. ‘zware handhavingsinstrumenten’.<br />
Duidelijk is te zien, dat de waarschuwing het grootste aandeel heeft. Bij het geven van een waarschuwing wordt de werkgever<br />
nog in de gelegenheid gesteld om, zonder dat de Arbeidsinspectie een sanctiemiddel inzet, binnen een (vastgelegde)<br />
redelijke periode aan de wettelijke verplichtingen te voldoen. Het bedrijf heeft dan, voorzover dat binnen de wettelijke<br />
grenzen valt, tevens de ruimte om voor (maatwerk)oplossingen te kiezen, zodanig dat deze binnen het bedrijfsbeleid, de<br />
beschikbare (technische) mogelijkheden en/of de beschikbare (fi nanciële) middelen passen.<br />
Bij het stellen van eisen, geeft de AI aan op welke wijze het bedrijf aan de wettelijke verplichting dient te voldoen. Aan stilleggingen<br />
zijn meestal ook eisen tot naleving van de wet verbonden.<br />
Betaling van een opgelegde bestuurlijke boete tenslotte, ontslaat bedrijven niet van de verplichting om aan de wettelijke<br />
verplichting(en) te voldoen.<br />
JAARVERSLAG 2005
3.5 Onderzoeken van arbeidsongevallen<br />
Het onderzoeken van ernstige arbeidsongevallen is, in<br />
het licht van het aanpakken van misstanden, een belangrijke<br />
activiteit van de Arbeidsinspectie. Alle dodelijke<br />
en ernstig- of blijvend letsel veroorzakende ongevallen<br />
die aan de AI worden gemeld, worden onderzocht. Op<br />
basis van bij de AI beschikbare gegevens m.b.t. ernstige<br />
ongevallen, wordt een evaluatieonderzoek gedaan. Hierin<br />
wordt ondermeer een beeld gegeven van de kenmerken<br />
van de werknemers die bij een arbeidsongeval<br />
betrokken zijn, van de bedrijven waarin die werknemers<br />
werkzaam zijn en van de oorzaken van de onderzochte<br />
ongevallen.<br />
In 2005 zijn de uitkomsten aan TNO-Arbeid ter beschikking<br />
gesteld. In opdracht van het Ministerie van Sociale<br />
Zaken en Werkgelegenheid gebruikt TNO ze voor de<br />
realisatie van een uitgebreide monitor van bedrijfsongevallen.<br />
Deze is nog niet beschikbaar. Wel is de Monitor<br />
Arbeidsongevallen in Nederland 2004 beschikbaar<br />
(www.TNO.nl)<br />
In 2005 zijn totaal 3.064 ongevallen bij de AI gemeld,<br />
2.044 daarvan waren meldingsplichtig 1 en zijn onderzocht.<br />
Bij de onderzoeken moest in 56% van de gevallen<br />
een zwaar handhavingsinstrument 2 worden ingezet. Dit<br />
verschilt niet veel van het percentage in 2004, toen bij<br />
58% van de onderzoeken een zwaar handhavinginstrument<br />
moest worden ingezet.<br />
Figuur 3.5.1<br />
Prestatie-indicatoren onderzoek van arbeidsongevallen<br />
Het streven in 2005 was om binnen 3 maanden na<br />
een ongevalsmelding, het ongevalsonderzoek (excl. de<br />
interventie) te hebben afgesloten. Dat is bij 46% van<br />
de onderzoeken gerealiseerd. Hoewel dit weer een<br />
verbetering is ten opzichte van de voorgaande jaren, is<br />
de uitkomst nog niet op het gewenste niveau. In 2006<br />
wordt, i.v.m. de invoering van een nieuwe controlestrategie,<br />
een duidelijke verbetering verwacht.<br />
Prestatie Indicator<br />
Afhandelingsduur van de 1e fase<br />
Streefwaarde in 2005 Realisatie in 2005<br />
(vanaf de start van het onderzoek tot aan de interventie) 75 % binnen 3 maanden 46% binnen 3 maanden<br />
(voor 2003 en 2004 was dit<br />
respectievelijk 38 en 42%)<br />
Afhandelingsduur van het totale onderzoek- en handhavingstraject 75 % binnen 1 jaar 86% binnen 1 jaar<br />
(van de start van het onderzoek t/m de controle op de naleving (voor 2003 en 2004 was dit<br />
na opgelegde eisen en boetes) respectievelijk 80 en 83%)<br />
1 Meldingsplichtig zijn: alle dodelijke en ernstig- of blijvend letsel veroorzakende ongevallen.<br />
2 De stillegging, de bestuurlijke boete, het proces-verbaal en de stillegging in combinatie met een boete of proces-verbaal, worden tot de z.g. ‘zware handhavingsinstrumenten’<br />
gerekend.<br />
JAARVERSLAG 2005 19
3.6 Onderzoeken van klachten van werknemers<br />
Ook de onderzoeken naar aanleiding van klachten over<br />
arbeidsomstandigheden van werknemers, werknemers(fa<br />
milie)relaties, vakbonden of, rechtshulpverleners, zijn een<br />
belangrijke activiteit van de Arbeidsinspectie in het kader<br />
van het signaleren en aanpakken van eventuele misstanden.<br />
Figuur 3.6.1<br />
Overzicht indicatoren klachten<br />
Prestatie Indicator Streefwaarde in 2005 Realisatie in 2005<br />
Percentage van gegronde of ten dele gegronde klachten 92 % interventies bij (ten dele) 91 % interventies bij (ten dele) gegronde<br />
waarbij een handhavingsinstrument is toegepast gegronde klachten klachten<br />
(aantal al of niet ten dele gegronde klachten = 100%) (voor 2003 en 2004 was dit 90%)<br />
Afhandelingsduur van de 1e fase (van de start van het 70 % binnen 6 weken 66 % binnen 6 weken<br />
onderzoek tot aan de interventie) (voor 2003 en 2004 was dit 64%)<br />
Afhandelingsduur van het totale onderzoek- en 85 % binnen 1 jaar 87 % binnen 1 jaar<br />
handhavingtraject (onderzoek t/m controle op de (voor 2003 en 2004 was dit respectievelijk<br />
naleving na opgelegde eisen en boetes) 80 en 83%)<br />
3.7 Bestuurlijke Boetes<br />
20<br />
Toelichting bij fi guur 3.6.1<br />
De scores op de indicatoren voor de afhandeling van klachten liggen dichtbij of net voorbij de streefwaarden. De<br />
streefwaarde voor de afhandelingsduur van de 1e fase wordt daarom, in relatie tot de vooruitgang die de laatste jaren is<br />
geboekt, voor 2006 op 80% gesteld.<br />
De bestuurlijke boete is nu zes jaar als instrument<br />
voor de handhaving van de Arbeidsomstandighedenwet<br />
beschikbaar. Inmiddels is uit onderzoek gebleken dat de<br />
bestuurlijke boete een uiterst effectief handhavinginstrument<br />
is, waarmee tevens het gezag van de Arbeidsinspectie<br />
is versterkt.<br />
Het aanzeggen van bestuurlijke boetes door inspecteurs,<br />
is binnen de AI functioneel gescheiden van het opleggen<br />
daarvan. Dit geschiedt door de afdeling Bestuurlijke<br />
Boete, die dat doet op basis van door de inspecteurs<br />
opgemaakte boeterapporten.<br />
Bij overtredingen van de <strong>Arbo</strong>-wet, worden voornamelijk<br />
boetes aan werkgevers opgelegd. Echter ook aan<br />
werknemers, die zich niet aan de voor hen geldende<br />
wettelijke verplichtingen houden, kunnen boetes worden<br />
opgelegd. In 2005 waren dit er 154.<br />
Boetes i.k.v. de Arbeidsomstandighedenwet<br />
In 2005 zijn door de inspecteurs 2433 boeterapporten<br />
in het kader van de <strong>Arbo</strong>-wet opgemaakt. Op enkele<br />
uitzonderingen na, zijn de boeterapporten binnen de<br />
gestelde termijn (13 weken) verwerkt.<br />
Naar aanleiding van inspecties, zijn sinds invoering van<br />
de bestuurlijke boete circa 8.180 boeterapporten opgemaakt.<br />
In verband met onderzoeken van arbeidsongevallen<br />
waren dat er circa 6530 en op grond van klachten<br />
over arbeidsomstandigheden ruim 1700. Het aantal<br />
boeterapporten dat onder categorie ‘overig reactief’<br />
wordt geschaard, bedroeg ruim 350.<br />
In 2005 is i.v.m. overtreding van de <strong>Arbo</strong>wet voor €<br />
6.972.277,- aan bestuurlijke boetes opgelegd, waarvan<br />
voor € 17.402,- aan 154 werknemers.<br />
Bezwaren op boetebeschikkingen<br />
In 2005 zijn door de afdeling Juridische Zaken van de<br />
Arbeidsinspectie, 398 z.g. beslissingen op bezwaar in<br />
behandeling genomen, waarvan 264 ongegrond zijn<br />
verklaard. Daarnaast zijn 72 (18%) bezwaren gegrond<br />
verklaard, 24 van de bezwaren bleken niet-ontvankelijk<br />
en 38 bezwaren gedeeltelijk gegrond. Van deze laatste<br />
categorie bleef de primaire beschikking overeind, maar<br />
werd het boetebedrag verlaagd.<br />
JAARVERSLAG 2005
3.8 Werk- en rusttijden<br />
In 2005 is binnen een beperkt aantal inspectieprojecten<br />
actief aandacht besteed aan de risico’s van te lange<br />
werktijden en/of een te korte rusttijden. Daarbij is in<br />
2005 de mogelijkheid voor het opleggen van bestuurlijke<br />
boetes bij overtredingen op de Arbeidstijdenwet aan het<br />
instrumentarium van de Arbeidsinspectie toegevoegd.<br />
Omdat de beleidsregel, benodigd voor het opleggen<br />
van bestuurlijke boete in de vervoerssector, later dan<br />
gepland ter beschikking kwam, kon het project Arbeidstijdenbesluit<br />
vervoer (ATB) pas in de tweede helft van<br />
2005 van start gaan. Desondanks is de meeste capaciteit<br />
ingezet voor de handhaving van het ATB (dit geschiedde<br />
mede op basis van Europese verplichtingen).<br />
Er werden in 1098 gevallen lichte handhavingsinstrumenten<br />
(waarschuwingen en eisen) ingezet en in 390<br />
gevallen zwaardere instrumenten: processen-verbaal en<br />
bestuurlijke boetes. Dit is een lichte stijging ten opzichte<br />
van 2004 en 2003.<br />
Vanwege het later dan gepland beschikbaar komen van<br />
voornoemde beleidsregel, is het totale aantal gerealiseerde<br />
trajecten lager uitgevallen dan gepland.<br />
Boetes i.k.v. de Arbeidstijdenwet<br />
Op grond van de Arbeidstijdenwet zijn in 2005 78 boeterapporten<br />
ontvangen, waarvan er 32 nog in het zelfde<br />
jaar zijn afgehandeld. In het kader van het Arbeidstijdenbesluit<br />
vervoer zijn 47 boeterapporten opgemaakt. Ook<br />
tegen werkgevers en ouders, die kinderen in strijd met<br />
de wet lieten werken, zijn boeterapporten opgemaakt. In<br />
het totaal is in 2005 voor € 31.525,- aan boetes opgelegd.<br />
3.9 Kinder- en jeugdarbeid<br />
Sinds 1997 zijn jaarlijks inspectieprojecten uitgevoerd<br />
die vakantiewerk door kinderen en jeugdigen tot onderwerp<br />
hadden. De aanleiding was (en is) de specifi eke<br />
problematiek die zich voordoet bij kinderarbeid (13-,<br />
14- en 15 jaar) en jeugdarbeid (16- en 17 jaar). Deze<br />
leeftijdsgroepen zijn vooral in de vakantieperiode actief<br />
op de arbeidsmarkt, maar ook steeds meer met bijbaantjes<br />
buiten de vakantieperiodes.<br />
Jeugdige werknemers lopen vanwege onervarenheid,<br />
speelsheid, naïviteit, fysieke beperkingen, etc., aanzienlijk<br />
meer risico op het werk dan volwassenen. Om die<br />
reden is voor deze groep extra aandacht van werkgevers<br />
nodig, die echter niet altijd wordt gegeven. Daarom<br />
wordt jaarlijks, en in steeds andere sectoren, op over-<br />
treding door werkgevers en hun vakantiekrachten van<br />
de Arbeidstijden- en de <strong>Arbo</strong>wet geïnspecteerd. In 2005<br />
waren, omdat ook daar veel vakantiewerk plaatsvindt, de<br />
horeca-, de detailhandel- en de recreatiesector onderwerp<br />
van inspectie.<br />
Een kwart van de activiteiten die kinderen verrichten is<br />
niet toegestane arbeid<br />
Uit vorige projecten is gebleken dat tijdens de vakantieperiode<br />
37% van het totale aantal (voornamelijk jeugdige) werknemers<br />
in de recreatiesector een vakantiekracht was. In de horeca en de<br />
detailhandel was ongeveer een derde (32%), respectievelijk een<br />
kwart (22%) van het totale aantal werknemers vakantiekracht.<br />
De eerste resultaten uit het inspectieproject in 2005 geven aan<br />
dat het grootste aandeel (een kwart) van de geconstateerde<br />
overtredingen te maken heeft met de Nadere Regeling Kinderarbeid,<br />
d.w.z. dat kinderen werkzaamheden verrichtten die niet<br />
zijn toegestaan. Daarnaast bleek bij veel bedrijven (ruim 25%)<br />
dat de registratie van arbeids- en rusttijden niet in orde was.<br />
Verder werden regelmatig overtredingen geconstateerd m.b.t.<br />
het werken op zondag (8%), onvoldoende rust krijgen (6%), of<br />
te veel arbeidsuren maken (10%). Ook was bij ca. 6% van de<br />
bedrijven onvoldoende aandacht voor de veiligheid van de jonge<br />
werknemer. Daarbij ging het vooral om het werken met gevaarlijke<br />
stoffen.<br />
Overtredingen ten aanzien van fysieke overbelasting zijn nauwelijks<br />
geconstateerd.<br />
JAARVERSLAG 2005 21
3.10 <strong>Arbo</strong>bevindingen in afzonderlijke sectoren<br />
3.10.1 Industrie<br />
De sector industrie is een belangrijke economische<br />
sector binnen de Nederlandse economie. De maak- en<br />
procesindustrie is niet alleen goed voor ruim 15% van<br />
het nationale inkomen, maar zorgt ook voor een grote<br />
activiteit in de industrieverwante- en in de in belangrijke<br />
mate hiervan afhankelijke dienstverlening. Bovendien is<br />
het aandeel in de Nederlandse export groot, vanwege<br />
de aanwezigheid van enkele industriële ‘global players’<br />
en een groot aantal middelgrote tot kleine bedrijven, die<br />
met moderne, innovatieve technologieën en producten<br />
op de internationale markt concurreren.<br />
De AI-bedrijfstakdirectie ‘Industrie’ houdt hier het<br />
toezicht op een 25-tal industriële sectoren. De omvangrijkste<br />
sectoren zijn de metaal-, elektrotechnische-,<br />
transportmiddelen- en de voeding- en genotmiddelenindustrie.<br />
Daarnaast zijn er de aardolie-, chemische-,<br />
kunststof- en rubberindustrie, de bouwproducten en<br />
grondstoffenwinning, de nutsbedrijven en een aantal z.g.<br />
‘diverse categorieën’ zoals de grafi media, de papier- en<br />
de textiel- en leerindustrie. Daarnaast vallen er ook een<br />
aantal bijzondere risico’s onder zoals de toepassing van<br />
stralingsbronnen (Kernenergiewet), het professioneel<br />
omgaan met Vuurwerk (Vuurwerkbesluit) en de bedrijven<br />
met Ammoniakkoelinstallaties.<br />
Bij het toezicht in de industrie valt op dat er enige<br />
afname is van activiteit door verplaatsing van de productie<br />
naar het buitenland. De krimp betreft vooral<br />
de kledingsector, de chemie- en in mindere mate de<br />
metaalsector.<br />
Daarnaast is er de ontwikkeling van uitbesteding van<br />
onderdelen van productie aan gespecialiseerde bedrijven.<br />
In gevallen van uitbesteding aan derden is bij dit soort<br />
bedrijven in mindere mate sprake van een eigen personeelsbestand.<br />
Veelal bestaat dit bestand dan uitsluitend<br />
nog uit het management, een fi nanciële afdeling en<br />
enkele voorlieden. Dit verschijnsel doet zich o.a. voor in<br />
de metaalsector en bij onderhoudstops in de procesindustrie.<br />
De top-5 van arborisico’s binnen de industriële sector<br />
zijn: fysieke overbelasting, te hoge werkdruk, onjuist<br />
gebruik en opslag van explosieve- en brandbare stoffen,<br />
schadelijk geluid en knel- plet- en snijgevaar.<br />
22<br />
Dynamiserende effecten<br />
Bij de inspecties in de Industrie is in 2005 ingezet op<br />
het bewerkstelligen van z.g. ‘dynamiserende effecten’,<br />
d.w.z. dat de effecten van de inspecties uitstralen naar<br />
niet-geïnspecteerde bedrijven binnen een branche, met<br />
het oogmerk om ook hen te stimuleren om adequate<br />
maatregelen ter verbetering van de arbeidsomstandigheden<br />
te nemen. Deze doelstelling is gerealiseerd voor<br />
de kunststof- en rubberindustrie, bedrijven met ammoniakkoelinstallaties,<br />
de metaal en voeding- en genotmiddelen<br />
industrie, de confectie- en de zuivelindustrie en<br />
voor het terugdringen/beheersen van stralingsrisico’s<br />
bij dierenartsen en orthodontisten. Er is niet uitsluitend<br />
geïnspecteerd; de inspectieresultaten zijn met de branche<br />
doorgesproken en de branche heeft vervolgens op<br />
basis van de inspectieresultaten acties ondernomen die<br />
een positief uitstralingseffect sorteren voor de gehele<br />
branche.<br />
Arbeidsomstandigheden in de kunststof- en rubberindustrie<br />
verbeterd<br />
Medio februari 2005 werd verslag gedaan van een inspectieproject<br />
dat van mei t/m september 2004 werd uitgevoerd in de<br />
kunststof- en rubberindustrie. Hierbij stonden de onderwerpen<br />
opslag van gevaarlijke stoffen in emballage en arbeidstijden van<br />
het onderhoudspersoneel in eigen dienst centraal.<br />
In eerdere projecten was het beeld ontstaan dat het matig<br />
gesteld was met de arbeidsomstandigheden in deze branches.<br />
Op basis van de inspectieresultaten kon worden geconcludeerd,<br />
dat dit beeld - weliswaar nog voorzichtig - in positieve zin kan<br />
worden bijgesteld<br />
Bedrijven onderschatten de gevaren van ammoniak, branches<br />
gaan werken aan bewustwording<br />
Bedrijven die koelinstallaties met ammoniak gebruiken, zijn zich<br />
vaak onvoldoende bewust van de veiligheidsrisico’s. Negen van<br />
de tien bedrijven hebben de veiligheid niet goed geregeld. Dat<br />
constateerde de Arbeidsinspectie begin juni 2005, na inspecties<br />
bij vijftig bedrijven met dit soort installaties.<br />
Vaak zijn de installaties zelf wel in orde. Het schort met name<br />
aan organisatorische maatregelen, die het veilig werken met een<br />
ammoniakkoelinstallatie moeten borgen.<br />
JAARVERSLAG 2005
JAARVERSLAG 2005 23
Resultaten uitgevoerde inspectieprojecten<br />
De onderwerpkeuze voor inspecties in de Industrie<br />
wordt via risicoanalyse bepaald. De risicoanalyse geeft<br />
aan wat de belangrijkste knelpunten in deze sector zijn.<br />
Het betreft vaak machine- en transport(on)veiligheid,<br />
onjuist gebruik en opslag van gevaarlijke stoffen, de<br />
aanwezigheid van schadelijke geluidsbelasting en vormen<br />
van fysieke overbelasting<br />
Gedurende 2005 werden ca. 3200 projectmatige inspecties<br />
uitgevoerd. Bij 63 % van de inspecties zijn overtredingen<br />
geconstateerd waarbij een handhavinginstrument<br />
moest worden ingezet.<br />
Confectie-industrie houdt zich redelijk aan de bepalingen<br />
van de <strong>Arbo</strong>-wet<br />
Het algemene beeld uit het inspectieprojectverslag ten aanzien<br />
van de confectie-industrie, is dat de nalevingbereidheid in de<br />
branche redelijk tot goed is. Dit verslag verscheen in september<br />
2005. Het betrof 134 bedrijven die in de periode 1 december<br />
2004 tot 1 april 2005 in de confectie-industrie zijn geïnspecteerd.<br />
In 40% van het totale aantal geïnspecteerde bedrijven zijn één of<br />
meer overtredingen geconstateerd. Het percentage overtreders<br />
ligt hiermee onder het gemiddelde dat door de Arbeidsinspectie<br />
in z’n totaliteit wordt geregistreerd (51%).<br />
Dierenartsen zijn zich nog onvoldoende bewust van<br />
stralingsrisico’s<br />
Dierenartsen gebruiken röntgenapparatuur ten behoeve van de<br />
diagnostiek. Daarom moeten dierenartsen aan bepalingen uit<br />
de Kernenergiewet en aanverwante regelgeving voldoen. Begin<br />
oktober is verslag gedaan van de resultaten van een inspectieproject<br />
dat van juni 2004 t/m februari 2005 in dierenartspraktijken<br />
is uitgevoerd. De Arbeidsinspectie constateerde dat het<br />
percentage overtreders ten opzichte van eerdere inspecties is<br />
gedaald. Echter, uit de inspecties komt óók het beeld naar voren<br />
dat we hier te maken hebben met een beroepsgroep, die veelal<br />
pas in actie komt als inspecties worden aangekondigd.<br />
3.10.2 Commerciële Dienstverlening<br />
Algemeen beeld<br />
De sector commerciële dienstverlening kent een grote<br />
diversiteit aan branches, die sterk uiteenlopen. Hiertoe<br />
behoren o.a.: de vervoerssector, garages, horeca, schoonmaakbedrijven,<br />
detailhandel, uitzendbureaus, beveiliging,<br />
ICT-sector en een grote verscheidenheid aan kantoren.<br />
Iedere branche heeft natuurlijk zijn eigen kenmerken en<br />
specifi eke arbo-knelpunten. Kenmerkend voor een aan-<br />
24<br />
tal van deze branches is dat veel van de werkzaamheden<br />
niet op een vaste werkplek worden uitgevoerd, maar<br />
juist op locatie of bij andere bedrijven (bij voorbeeld<br />
beveiliging, schoonmaak, vervoer, catering). Veel voorkomende<br />
arborisico’s zijn fysieke belasting en agressie en<br />
geweld, mede als gevolg van de vele klantcontacten in<br />
deze sectoren.<br />
De AI inspecteert uiterst selectief in deze branches; er<br />
moet sprake zijn van vermoeden van ernstige arborisico’s.<br />
In tal van sectoren komt de Arbeidsinspectie<br />
uitsluitend om reactieve redenen, dat wil zeggen: voor<br />
het onderzoeken van meldingen van klachten of ernstige<br />
ongevallen. Daar waar actieve inspectieprojecten<br />
worden uitgevoerd, vindt vooraf en na afl oop intensief<br />
overleg plaats met de branchepartijen. Naar aanleiding<br />
van uitgevoerde inspectieprojecten wordt altijd een<br />
inspectieverslag opgemaakt, waarin een beeld wordt<br />
gegeven van het nalevingsniveau in de branche. Hiermee<br />
wordt bereikt dat het niet blijft bij het opheffen van<br />
tekortkomingen bij de geïnspecteerde bedrijven, maar<br />
dat ook door de branche knelpunten worden opgepakt,<br />
waarbij uitstraling plaatsvindt naar de niet-geïnspecteerde<br />
bedrijven. In dit verband kunnen de volgende<br />
voorbeelden worden genoemd:<br />
• met de Vaco (banden- en wielen brancheorganisatie)<br />
is overlegd over de eenduidige normstelling van de<br />
eisen die aan de zogenaamde bandenkooi moeten<br />
worden gesteld;<br />
• de DTSA/KNV (brancheorganisatie voor het vervoer<br />
van gevaarlijke stoffen) gaat aan de slag met een branchebeoordeling<br />
van de blootstelling aan gevaarlijke<br />
stoffen tijdens het laden en lossen van chemicaliën in<br />
en uit tankauto’s en het tegengaan van valgevaar (zie<br />
ook het kader hieronder);<br />
• bedrijven die zich op de luchthavens met bagageafhandeling<br />
bezig houden, gaan aan de slag met de beheersing<br />
van (over)gewichten van bagage en de inzet van<br />
z.g. tilhulpen (zie ook het kader hieronder);<br />
• met de horecabranche wordt samengewerkt aan de<br />
totstandkoming van de zogenaamde ‘horecawijzer’,<br />
waarin alle voor de horeca relevante wet- en regelgeving<br />
wordt vastgelegd. De Arbeidsinspectie levert de<br />
bijdragen voor het onderwerp arbeidsomstandigheden;<br />
• rondom het gebruik van heftrucks is naar aanleiding<br />
van gerichte inspecties en de daarbij gesignaleerde<br />
problematiek, een specifi eke brochure ontwikkeld, die<br />
nader ingaat op het veilig werken met heftrucks. Hieraan<br />
is o.a. via een congres veel publiciteit gegeven (zie<br />
ook het kader hieronder).<br />
JAARVERSLAG 2005
Resultaten van in 2005 uitgevoerde inspectieprojecten<br />
Gedurende 2005 werden in 15 projecten ca. 4500<br />
inspecties in de sector commerciële dienstverlening<br />
uitgevoerd. In 43 % van de gevallen zijn daarbij overtredingen<br />
geconstateerd waar een handhavingsinstrument<br />
bij moest worden ingezet.<br />
Hieronder volgen korte toelichtingen met betrekking tot<br />
enkele bijzondere projecten:<br />
Bij het transport van vloeibare chemicaliën nog veel<br />
risico’s voor chauffeurs<br />
Inademing van- of in aanraking komen met gevaarlijke stoffen en<br />
het gevaar van de tankauto te vallen, zijn risico’s waar chauffeurs<br />
van tankwagens regelmatig aan bloot staan. Vooral het risico van<br />
blootstelling aan gevaarlijke stoffen, vormt een reële bedreiging<br />
voor de gezondheid van chauffeurs. Dit risico werd nog nauwelijks<br />
door de branche onderkend. Een en ander bleek uit een<br />
inspectieproject dat de Arbeidsinspectie, in samenwerking met<br />
de Inspectiedienst Verkeer en Waterstaat (IVW), in 2005 heeft<br />
uitgevoerd. Bij bijna alle geïnspecteerde bedrijven werd vastgesteld,<br />
dat zij géén beoordeling van de aanwezige risico’s van<br />
blootstelling aan gevaarlijke stoffen hadden uitgevoerd. Dit betekende<br />
dat niet bekend was of-, in welke mate, en hoe vaak, chauffeurs<br />
in aanraking kwamen met voor de gezondheid schadelijke<br />
stoffen. Inmiddels zijn met de branche gesprekken gevoerd. De<br />
branche heeft hierbij aangeven dat zij een collectief plan van<br />
aanpak gaat realiseren, waarmee de blootstelling aan gevaarlijke<br />
stoffen op brancheniveau kan worden vastgesteld en bestreden.<br />
Fysieke overbelasting en knelgevaar bij grondafhandeling<br />
passagiersvliegtuigen<br />
In de periode juli 2004 tot juli 2005 heeft het project ‘Grondafhandeling<br />
passagiersvliegtuigen’ plaatsgevonden. Het project richtte<br />
zich op de problematiek rond fysieke overbelasting, veiligheid en<br />
geluidsbelasting bij de (grond)afhandeling van bagage in en uit vliegtuigen.<br />
Alle 8 grondafhandelende bedrijven op de luchthavens Schiphol,<br />
Rotterdam en Eindhoven zijn daarbij geïnspecteerd. De aanleiding<br />
voor het project was de vaststelling dat op werkplekken, waar<br />
handmatig bagage wordt getild, forse overschrijding van de (internationaal<br />
erkende) gezondheidsrichtlijnen voor fysieke belasting<br />
plaatsvindt. Ook waren in anderhalf jaar tijd vier dodelijke ongevallen<br />
bij dit soort activiteiten op de Luchthavens te betreuren.<br />
Met de ondernemingen is overeengekomen dat uiterlijk in januari<br />
2008 tilhulpmiddelen voor alle transportbanden in de bagageterminals<br />
worden ingezet en dat uiterlijk januari 2009 over moet zijn<br />
gegaan tot de aanschaf en ingebruikname van z.g. rampsnakes. 1<br />
De sector is inmiddels actief aan de slag gegaan met het normeren<br />
(maximeren) van bagage-eenheden.<br />
1 Rampsnakes zijn bagagetransportsystemen die tot ver in het laadruim van het vliegtuig reiken.<br />
(Inspectie)campagneproject: Terugdringen ongevallen<br />
met heftrucks<br />
Jaarlijks gebeuren veel ongevallen met heftrucks. Vaak is sprake<br />
van ernstig letsel of overlijden. Dit blijkt ondermeer uit de vele<br />
ongevalsmeldingen die bij de Arbeidsinspectie binnenkomen:<br />
circa 200 ongevallen per jaar, waarvan in de afgelopen 7 jaar 36<br />
ongevallen met dodelijke afl oop! Deze ongevallen worden o.a.<br />
veroorzaakt door slecht onderhoud van heftrucks, het ontbreken<br />
van veiligheidsgordels, onverantwoordelijk rijgedrag van de<br />
chauffeurs en het gebrek aan adequaat toezicht hierop. Om deze<br />
risico’s terug te dringen is de AI met een (inspectie)campagne<br />
gestart. In het najaar van 2004 hebben werkgevers de brochure<br />
‘Heftrucks. Hoe voorkom ik ongevallen en schade’ ontvangen<br />
en in 2005 de brochure: Heftrucks, resultaten van een inspectieproject.<br />
De laatstgenoemde brochure was het resultaat van<br />
het in 2004-2005 uitgevoerde inspectieproject ‘Heftrucks’ en is<br />
breed aan de betreffende bedrijven verspreid en op het Internet<br />
gepubliceerd.<br />
De resultaten zijn met de betreffende brancheorganisaties<br />
besproken. Zij pakken het onderwerp verder op.<br />
JAARVERSLAG 2005 25
26<br />
JAARVERSLAG 2005
3.10.3 Publieke dienstverlening<br />
Algemeen beeld<br />
Tot de sector publieke dienstverlening behoren onder<br />
andere het openbaar bestuur, defensie en de politie,<br />
maar ook grote branches als de gezondheidszorg en<br />
onderwijs, cultuur, recreatie en sport. Bij veel van deze<br />
sectoren komen de arborisico’s psychische belasting en<br />
soms ook fysieke belasting voor. Bij psychische belasting<br />
gaat het niet alleen om werkdruk, maar vanwege de vele<br />
klant-, patiënt- en leerlingcontacten, ook om thema’s als<br />
agressie en geweld en seksuele intimidatie.<br />
Met name in de zorgsector speelt het vraagstuk van de<br />
fysieke overbelasting en komen veel aandoeningen in het<br />
z.g. bewegingsapparaat voor.<br />
Binnen de verschillende sectoren is in de afgelopen jaren<br />
duidelijk in de verbetering van de arbeidsomstandigheden<br />
geïnvesteerd. Er zijn in deze sector tal van arboconvenanten<br />
afgesloten, waarbij voor uiteenlopende<br />
problemen instrumenten zijn ontwikkeld, die binnen de<br />
branches zelf kunnen worden toegepast en een oplossing<br />
kunnen brengen voor de branchespecifi eke problematiek.<br />
Daarnaast heeft de Arbeidsinspectie in diverse sectoren<br />
actieve inspectieprojecten uitgevoerd. Via verschillende<br />
ingangen wordt zo aan het verhogen van het nalevingsniveau<br />
in de onderscheiden branches gewerkt.<br />
Wel moet uit de ervaringen in diverse inspectieprojecten<br />
nog worden vastgesteld, dat afspraken en inspanningen<br />
nog onvoldoende op de werkplekken landen.<br />
Via handhaving, maar ook met andere instrumenten,<br />
die door de branches zelf wordt ingezet, wordt hieraan<br />
gewerkt. Het tempo en de mate waarin dit lukt, verschilt<br />
binnen deze sector overigens per branche.<br />
Algemene resultaten van uitgevoerde inspectieprojecten:<br />
Gedurende 2005 zijn binnen de sector publieke dienstverlening<br />
circa 3900 projectmatige inspecties uitgevoerd.<br />
Bij 59 % van deze inspecties is, in verband met het constateren<br />
van overtredingen, een formeel handhavingsinstrument<br />
toegepast.<br />
Resultaten inspectieproject in de geestelijke gezondheidszorg<br />
nog niet bemoedigend<br />
Zowel op het terrein van agressie & geweld, als op dat van fysieke<br />
(over)belasting, was in deze sector nog onvoldoende aandacht<br />
voor toepassing van de hiervoor ontwikkelde instrumentatie<br />
en (hulp)middelen. Dit geldt met name voor toepassing op de<br />
werkvloer. De sector heeft zich inmiddels wel gecommitteerd<br />
om meer te gaan doen om de ontwikkelde instrumentatie voor<br />
het terugdringen van fysieke en psychische overbelasting op de<br />
werkvloer te gaan toepassen. Van 2001 tot medio 2004 was het<br />
<strong>Arbo</strong>-convenant geestelijke gezondheidszorg (GGZ) van kracht.<br />
De speerpunten waren: psychische belasting, fysieke belasting,<br />
agressie en geweld en verzuim en reïntegratie. Uitkomst van het<br />
inspectieproject was dat bij een op de vier van de instellingen is<br />
geconstateerd dat men nog structureel tekortschoot. Het beleid<br />
is er vaak wel op papier, maar de daarbij behorende maatregelen<br />
zijn niet of onvolledig ingevoerd en vaak nog niet tot op de<br />
werkvloer doorgedrongen, met alle consequenties van dien.<br />
De gehandicaptenzorg vordert gestadig met het in uitvoering<br />
brengen van beleid ten aanzien van bescherming<br />
tegen agressie & geweld .<br />
Van begin 2001 tot medio 2004 was in deze sector het arbo-convenant<br />
gehandicaptenzorg van toepassing. Speerpunten waren:<br />
de aanpak van fysieke (over)belasting, psychische (over)belasting,<br />
agressie & geweld en belasting door gezondheidsschadelijke<br />
allergene stoffen. Ten aanzien van het inventariseren en aanpakken<br />
van fysieke (over)belasting en het toepassen en inzetten van<br />
geëigende (hulp)middelen, liep de branche nog behoorlijk achter.<br />
Bij 60% van de instellingen was de aanpak hiervan onvoldoende.<br />
Er is o.a. geconstateerd dat veelal nog onvoldoende van - overigens<br />
wel beschikbare - hulpmiddelen gebruik werd gemaakt.<br />
Er is echter wel breed draagvlak om inmiddels ontwikkelde<br />
instrumentatie en (hulp)middelen te gaan inzetten.<br />
Het toezicht op het werken met gevaarlijke machines<br />
in de sociale werkvoorziening schiet tekort<br />
Begin 2005 verscheen het eindverslag van het inspectieproject in<br />
de sociale werkvoorziening. De bevindingen van dit project zijn<br />
zorgwekkend. Bij een groot aantal sociale werkplaatsen (86 %) zijn<br />
overtredingen geconstateerd. Bij ongeveer de helft van alle bezochte<br />
werkplaatsen was onvoldoende toezicht geregeld op het werken<br />
met gevaarlijke machines. Vanwege de hoge risico’s die hieruit voortvloeien,<br />
is in bijna 20% van de gevallen het werk stilgelegd.<br />
De brancheorganisatie en de bedrijven vatten de resultaten serieus<br />
op en hebben maatregelen aangekondigd. De staatssecretaris heeft,<br />
naar aanleiding van vragen in de Tweede Kamer, nieuwe inspecties<br />
aangekondigd. Deze starten begin 2006. Hieruit zal moeten blijken<br />
of er structureel verbetering in de situatie is gekomen.<br />
JAARVERSLAG 2005 27
3.10.4 De Bouwsector<br />
Algemeen beeld<br />
Werken in de bouw is vaak fysiek zwaar, ongezond door<br />
toepassing van gevaarlijke stoffen en in veel gevallen<br />
gevaarlijk. Door de specifi ek in de bouwwereld voorkomende<br />
omstandigheden, gebeurt er een groot aantal<br />
ernstige ongevallen (het ongevalscijfer is circa 3.6 keer<br />
zo hoog als het gemiddelde ongevalscijfer in de industriesector).<br />
Met name in kleine bedrijven zijn de risico’s<br />
op ongevallen groot.<br />
De complexe situatie die het gevolg is van het gelijktijdig<br />
samenwerken van verschillende werkgevers (aannemers<br />
en onderaannemers) op dezelfde bouwplaats; de<br />
invloed van het bouwontwerp (nog te vaak wordt door<br />
ontwerpers geen rekening gehouden met veiligheidsaspecten)<br />
en het mobiele en dynamische karakter van<br />
bouwplaatsen, zijn belangrijke factoren voor de mate van<br />
(on)veiligheid op bouwplaatsen.<br />
In de bouwwereld is - juist vanwege deze kenmerken -<br />
niettemin veel aandacht voor de veiligheid en in toenemende<br />
mate ook voor de gezondheid van werknemers.<br />
Er wordt veel tijd en geld gestoken in normontwikkeling<br />
en voorlichting. Er zijn een aantal toonaangevende instituten<br />
die werkgevers en<br />
werknemers in hun veiligheidsbeleid ondersteunen (o.a.<br />
de Stichting <strong>Arbo</strong>uw, Aboma-Keboma en TNO-Arbeid).<br />
Ook de vakorganisaties zijn actief bezig met de (verbetering<br />
van de) arbeidsomstandigheden in de bouw.<br />
Toch werken de ontwikkeling van branchenormering<br />
en het geven van voorlichting nog onvoldoende door<br />
naar de werkvloer. Er valt nog veel te verbeteren in de<br />
bouwsector en de Arbeidsinspectie moet nog voortdurend<br />
(hard) ingrijpen bij de aanpak van vaak aanzienlijke<br />
risico’s. Een van de oorzaken is een achterblijvende<br />
technologie. De bouwsector is vaak geneigd om voor<br />
‘klassieke’ oplossingen te kiezen. Ook het feit dat er,<br />
naast een aantal grote ondernemingen, nog veel kleine<br />
(en wisselende) bedrijfjes in de bouw opereren, is debet<br />
aan de hiervoor geschetste situatie. Bovendien wordt<br />
veel in z.g. onderaanneming gewerkt, waarbij zowel<br />
de werkgever als werknemers afhankelijk zijn van de<br />
veiligheidsmaatregelen die door de opdrachtgever en de<br />
hoofdaannemer worden genomen.<br />
Ook het vaak nonchalante gedrag van de werknemers in<br />
de bouw, is nog problematisch. Bouwvakkers nemen vrijwel<br />
dagelijks onverantwoorde risico’s, terwijl adequaat<br />
toezicht door of namens de werkgever lastig te organiseren<br />
is, bijvoorbeeld omdat steeds op andere locaties<br />
en onder andere omstandigheden wordt gewerkt. Het<br />
antwoord vanuit de AI op deze problematiek, is het<br />
28<br />
aangaan van intensieve branchecontacten om generieke<br />
oplossingen, zoals adequaat toezicht, gebruikmaking van<br />
nieuwe technologieën, grondstoffen, e.d. te stimuleren.<br />
Bij inspecties wordt tegenwoordig meer nadruk gelegd<br />
op gezondheidsaspecten, zoals fysieke overbelasting,<br />
blootstelling aan gevaarlijke stoffen en lawaai en psychosociale<br />
arbeidsbelasting (te hoge werkdruk, agressie en<br />
geweld en dergelijke).<br />
De AI is met het uitvoeren van z.g. ‘systeeminspecties’<br />
begonnen, waarbij tevens naar de achterliggende<br />
oorzaken van overtredingen wordt gekeken en waarbij<br />
meer fundamentele en structurele maatregelen van de<br />
werkgever worden verlangd (zie het kader hieronder).<br />
Zowel opdrachtgevers, als ontwerpers en hoofdaannemers<br />
worden tegenwoordig op hun verantwoordelijkheden<br />
voor de arbeidsomstandigheden en de veiligheid<br />
van de bouwvakkers aan te spreken. Helaas kunnen<br />
ontwerpers en opdrachtgevers niet of moeilijk bestuurlijk<br />
of strafrechtelijk worden aangepakt. Daarbij komt<br />
dat de overheid zelf de grootste opdrachtgever van de<br />
bouwwereld in Nederland is. Zorgwekkend is ook de<br />
problematiek die zich tijdens onderhoudswerkzaamheden<br />
(restauratie, renovatie, reparatie, gevelreiniging<br />
en onderhoud) voordoet en waarbij werkgevers en<br />
werknemers geconfronteerd worden met het ontbreken<br />
van standaard veiligheidsvoorzieningen aan gebouwen,<br />
zodanig dat veilig werken mogelijk is. Dit is noch in de<br />
arbowetgeving noch in de bouwwetgeving voldoende<br />
geregeld, waardoor het al of niet inzetten van veiligheids-<br />
en gezondheidsmaatregelen al snel deel uitmaken<br />
van de concurrentiestrijd, een situatie die niet bepaald<br />
bevorderlijk is voor de kwaliteit van de voorzieningen.<br />
Resultaten van de inspectieprojecten<br />
Gedurende 2005 werden ca. 4550 projectmatige<br />
inspecties in de bouwsector uitgevoerd. Bij 62 % van<br />
deze inspecties is bij constatering van overtredingen een<br />
formeel handhavingsinstrument ingezet.<br />
JAARVERSLAG 2005
Systeeminspecties in de bouw<br />
In de bouw blijken veel van de overtredingen repeterend voor<br />
te komen. Als oorzaken kunnen worden genoemd: het mobiele<br />
(en daardoor dynamische) karakter van bouwplaatsen en de<br />
steeds wisselende omstandigheden en samenwerkingsituaties<br />
tussen aannemers en onderaannemers.<br />
De Arbeidsinspectie heeft beleid ontwikkeld om, naast het doen<br />
opheffen van concrete overtredingen, aandacht te besteden aan<br />
de achterliggende oorzaken. In het merendeel van de gevallen<br />
waarin overtredingen op de werkvloer werden vastgesteld,<br />
bleek dat de voorlichting en het onderricht en toezicht op werk-<br />
nemers beneden de maat waren. De direct leidinggevende, vaak<br />
is dat de uitvoerder, heeft grote invloed op de gedragingen van<br />
de werknemers. Dit kan zowel positief als negatief zijn. Er bleek<br />
in die zin ook verband tussen de ‘houding’ van het management<br />
op de vestiging en de handelswijze van de direct leidinggevenden<br />
op de bouwplaatsen.<br />
Door op ‘systeemniveau’ te inspecteren worden achterliggende<br />
oorzaken beter in beeld gebracht en worden alle betrokken<br />
partijen (architecten, opdrachtgevers, aannemers en onderaan-<br />
nemers) op hun verantwoordelijkheden aangesproken.<br />
Asbest<br />
In 2005 zijn twee inspectieprojecten, die gericht waren op de<br />
asbestproblematiek, uitgevoerd. Eén project met diepgaande<br />
inspecties op asbestsloop-locaties en één project dat zich richtte<br />
op stortplaatsen waar asbest zijn (voorlopige) eindbestemming<br />
vindt. Uit de projectresultaten is duidelijk geworden dat veel nog<br />
voor verbetering vatbaar is. Met name bij stortplaatsen bleek<br />
het risico van blootstelling aan asbestvezels aanwezig, zonder<br />
dat werknemers daar adequaat tegen werden beschermd.<br />
Het werken langs spoorbanen blijkt nog steeds bijzon-<br />
der risicovol<br />
In 2005 heeft de Arbeidsinspectie opnieuw onderzocht hoe het<br />
met de veiligheid van (spoor)baanwerkers is gesteld. Daartoe<br />
werden 100 locaties geïnspecteerd. In 46 gevallen was de veilig-<br />
heid van de baanwerkers onvoldoende gewaarborgd, terwijl de<br />
risico’s (aanrijdgevaar) aanzienlijk zijn. Hoewel dit een groot aan-<br />
tal is, zijn de resultaten beter dan in het vorige project, waarbij<br />
in 70% van de gevallen overtredingen werden vastgesteld. Samen<br />
met de Inspectie Verkeer en Waterstaat, zal in 2006 opnieuw<br />
worden gecontroleerd of de werkzaamheden volgens wette-<br />
lijke regels en het nieuwe toetsingskader van beheerder Prorail<br />
worden uitgevoerd. Op deze wijze wordt de vinger aan de pols<br />
gehouden en de voortgang bewaakt.<br />
JAARVERSLAG 2005 29
30<br />
JAARVERSLAG 2005
4<br />
Bestrijding arbeidsmarktfraude<br />
4.1 Algemeen beeld<br />
Bestrijding van illegale arbeid levert een bijdrage aan het<br />
bevorderen van een goed gereguleerde arbeidsmarkt en<br />
het tegengaan van oneerlijke concurrentie. Het jaar 2005<br />
stond voor de Arbeidsinspectie in het teken van een aantal<br />
belangrijke ontwikkelingen. De capaciteit voor toezicht op<br />
de naleving van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) werd<br />
uitgebreid, waarmee de pakkans voor malafi de werkgevers<br />
werd verhoogd. Sinds 1 januari 2005 zijn voorts de<br />
boetebedragen voor overtreding van de Wav aanzienlijk<br />
verhoogd, met als doel: werkgevers weerhouden van de<br />
inzet van illegale arbeid. Tevens is daarbij overgestapt van<br />
strafrechtelijke naar bestuursrechtelijke handhaving, waardoor<br />
lik-op-stuk-beboeting kon plaatsvinden.<br />
De boete voor illegale arbeid is verhoogd van € 980,naar<br />
€ 8.000,- per illegaal tewerkgestelde werknemer<br />
(€ 4.000,- indien de werkgever geen z.g. ‘rechtspersoon’<br />
is). De media hebben hier veel aandacht aan besteed.<br />
De verwachting is, dat van deze forse verhoging een<br />
afschrikwekkende werking uitgaat.<br />
Hoewel de effectiviteit nog niet goed kan worden<br />
bepaald, bestaat de indruk dat de combinatie van<br />
verhoogde pakkans en forse beboeting, een duidelijk<br />
preventieve werking heeft. Zo was bijvoorbeeld in de<br />
land- en tuinbouwsector sprake van een sterke verhoging<br />
van het aantal aanvragen voor tewerkstellingsvergunningen<br />
voor met name de z.g. MOE-landers 1 , wat op<br />
verschuiving van illegale naar legale tewerkstelling duidt.<br />
De inzet van de AI op het terrein van arbeidsmarktfraude<br />
is onderdeel van een breed pakket van maatregelen<br />
ter voorkoming en bestrijding van illegale arbeid.<br />
Het pakket wordt door verschillende samenwerkings-<br />
partners 2 uitgevoerd en bestaat behalve uit repressieve<br />
maatregelen, als intensivering van toezicht en hogere<br />
beboeting in het geval van overtredingen, tevens uit<br />
regulerende maatregelen, zoals extra activiteiten om<br />
werkzoekenden te bemiddelen.<br />
4.2 Controle op nieuwe regelingen<br />
Recent ingevoerde uitzonderingen op de tewerkstellingsvergunningsplicht<br />
zijn de ‘Kennismigrantenregeling’<br />
en de ‘regeling voor grensoverschrijdende dienstverlening’<br />
(notifi catieplicht). De Kennismigrantenregeling<br />
is eind 2004 ingegaan en houdt in dat hoger opgeleide<br />
personen van buiten de EU, met een inkomen dat<br />
boven een bepaalde grens ligt, zonder tewerkstellingsvergunning<br />
in Nederland aan de slag kunnen. Doel<br />
van de regeling is het binnenhalen van intellectuele<br />
kennis, met als effect: versterking van de Nederlandse<br />
(kennis)economie. Wanneer niet aan de salariscriteria<br />
wordt voldaan, is sprake van overtreding van de Wet<br />
arbeid vreemdelingen.<br />
De Arbeidsinspectie controleert werkgevers van z.g.<br />
kenniswerkers op de naleving van de salariscriteria. In<br />
samenwerking met de Immigratie- en Naturalisatiedienst<br />
(IND) is een risicoanalyse ontwikkeld. Hiermee kunnen<br />
werkgevers worden geselecteerd en gecontroleerd,<br />
waar de kans op constatering van niet-naleving van de<br />
Kennismigrantenregeling relatief gezien groot is.<br />
Sinds 1 december 2005 hoeven buitenlandse dienstverlenende<br />
bedrijven uit de EER en Zwitserland geen<br />
tewerkstellingsvergunning meer aan te vragen voor<br />
werknemers uit z.g. MOE-landen 1 en z.g. ‘derdelanders’,<br />
1 Met z.g. ’Moelanders’ worden bedoeld: werkzoekenden uit de recent bij de EU aangesloten landen: Estland, Letland, Litouwen, Slowakije, Hongarije, Tsjechië, Polen, Slovenië.<br />
2 Dit zijn: Arbeidsinspectie, Politie, Belastingdienst, de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen (UWV), de<br />
Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst (SIOD) en gemeenten.<br />
JAARVERSLAG 2005 31
op voorwaarde dat ze vooraf informatie over hun<br />
bedrijf, hun dienst en over de identiteit van hun werknemers<br />
aan de Centrale Organisatie voor Werk en Inkomen<br />
verschaffen. Deze regeling - die bekend staat als<br />
de Notifi catieregeling - geldt niet als de dienstverlening<br />
uitsluitend uit uitzend- en/of handmatige arbeid bestaat.<br />
Daarvoor blijft wel een tewerkstellingsvergunning vooraf<br />
nodig.<br />
De Arbeidsinspectie analyseert de bij notifi catie verstrekte<br />
gegevens. Hiermee kunnen de bedrijven worden<br />
geselecteerd en gecontroleerd waar de kans op<br />
misbruik van de regeling het grootst is. Samen met de<br />
SZW-directie Arbeidsmarktbeleid wordt nagegaan op<br />
welke wijze - vanuit de landen waar de dienstverleners<br />
gevestigd zijn - relevante gegevens voor de naleving kunnen<br />
worden verkregen.<br />
4.3 Interventieteams<br />
Het landelijk netwerk van interventieteams 1 is verder<br />
verstevigd in 2005, ondermeer door structurele<br />
deelname van de politie in de Landelijke Stuurgroep<br />
Interventieteams. De Arbeidsinspectie en de regiopolitiekorpsen<br />
hebben een landelijke raamovereenkomst<br />
voorbereid, waarin afspraken zijn vastgelegd over politiedeelname<br />
aan zowel arbeidsmarktfraude-controles,<br />
als aan controles in interventieteams. De AI was in 2005<br />
‘trekker’ van het ‘Interventieteam Teelten’, het ‘Interventieteam<br />
Bouw’ en het ‘Horeca Interventieteam Noord<br />
Nederland’.<br />
4.4 Risicoanalyse<br />
De Arbeidsinspectie streeft ernaar om de beschikbare<br />
inspectiecapaciteit zo effi ciënt mogelijk in te zetten,<br />
zodat een optimaal controlerendement wordt bereikt.<br />
De inzet van de risicoanalyse is hierbij een onmisbaar<br />
hulpmiddel. Een belangrijk onderdeel van de risicoanalyse<br />
is het benoemen van risico-indicatoren voor illegale<br />
tewerkstelling, zoals aanbod van laaggeschoold-, vuil- en<br />
onaangenaam werk, of grote fl uctuaties in het werkaanbod<br />
(dal- en piekarbeid).<br />
32<br />
Uit het nalevingsonderzoek van Regioplan blijkt dat<br />
ongeveer 19 procent van de werkgevers in risicosectoren<br />
op enig moment een of meer vreemdelingen<br />
heeft laten werken, zonder dat deze werkgever over de<br />
vereiste tewerkstellingsvergunning beschikte. Dit beeld<br />
verschilt per sector. Vooral de bouwsector (28%), de<br />
horeca (23%), de landbouw (20%) en onderdelen van het<br />
overige bedrijfsleven (zoals zakelijke dienstverlening en<br />
bouwgerelateerde branches, 20%) scoren hoog. Dit zijn<br />
dan ook de sectoren waarin de AI voornamelijk actief is.<br />
In 2005 is, in samenwerking met de Sociale Inspectie en<br />
Opsporings Dienst (SIOD), verder gewerkt aan verbetering<br />
van het analysemodel, door het operationaliseren<br />
van risico-indicatoren en het ontsluiten, koppelen<br />
en analyseren van bestanden van de ketenpartners.<br />
Ook concrete signalen over mogelijke illegale arbeid<br />
door de Belastingdienst, SIOD, het Uitvoeringsinstituut<br />
Werknemersverzekeringen (UWV) en COA zijn<br />
(mede)bepalend voor de verdeling van de inspectiecapaciteit<br />
over de branches. Met behulp van inspectieresultaten,<br />
ervaringsgegevens en bestandsvergelijkingen<br />
wordt nagegaan of steeds de meest risicovolle sectoren<br />
en werkgevers worden geselecteerd en geïnspecteerd.<br />
Eventueel kunnen op grond hiervan de risico-indicatoren<br />
worden aangepast. Hiermee ontstaat een z.g.<br />
dynamisch model van risicoanalyse.<br />
4.5 inspectiecapaciteit<br />
In 2005 is het aantal inspecteurs dat zich met de bestrijding<br />
van arbeidsmarktfraude bezighoudt, uitgebreid van<br />
131 naar 170. Dit werd mogelijk gemaakt door een<br />
amendement van het Tweede Kamerlid Verburg op de<br />
SZW begroting 2003. Doel hiervan was: structurele<br />
uitbreiding van de inspectiecapaciteit voor de bestrijding<br />
van arbeidsmarktfraude. In 2006 wordt de uitbreiding<br />
tot het uiteindelijk geplande aantal inspecteurs (180)<br />
gerealiseerd, waarmee het amendement volledig is<br />
uitgevoerd.<br />
Figuur 4.5.1 laat zien hoe de inspectiecapaciteit in 2005<br />
op de verschillende activiteiten van de directie AMF is<br />
ingezet en het aantal boetrapporten per activiteit dat is<br />
opgemaakt.<br />
1 Interventieteams opereren, afhankelijk van de situatie, in wisselende samenstelling. Waaronder: Arbeidsinspectie, Politie, Belastingdienst, Uitvoeringsinstituut<br />
Werknemers Verzekeringen en gemeenten.<br />
JAARVERSLAG 2005
Tabel 4.5.1<br />
Overzicht: ‘Zaken’ per activiteit, zaken met één of meer boeterapporten, aantal illegaal tewerkgestelden.<br />
Zaken per activiteit Totaal aantal in 2005 Zaken met 1 of meer Aantal illegaal tewerkgestelden<br />
gestarte zaken boeterapporten waar boeterapport voor is opgemaakt<br />
Interventieteams 1.395 341 682<br />
Landelijke AMF-projecten 5.444 1.299 2.990<br />
Regionale AMF-projecten 469 95 167<br />
N.a.v. meldingen 1.325 466 817<br />
Alle activiteiten 8.633 2.201 4.656<br />
Toelichting:<br />
In 2005 zijn in totaal ruim 8600 zaken gestart. Dat zijn er 600 meer dan was gepland en 2270 meer dan in 2004. Bij<br />
circa 2200 van deze zaken zijn overtredingen van de Wet Arbeid Vreemdelingen (Wav) geconstateerd, waarbij boeterapporten<br />
tegen één of meer werkgevers zijn aangezegd. Indien bij een overtreding van de Wav meer werkgevers zijn<br />
betrokken, wordt aan al deze werkgevers een boete aangezegd. Dit doet zich bijvoorbeeld voor bij uitzendbureaus of<br />
onderaannemers als die (mede) betrokken zijn. In totaal zijn dan ook ruim 2500 boeterapporten aangezegd. Het ging<br />
hierbij om circa 4650 illegaal tewerkgestelden. (In 2004 werden nog 1.063 processen verbaal wegens overtreding van de<br />
Wav opgemaakt. Deze hadden betrekking op 2.810 illegaal werkende vreemdelingen).<br />
JAARVERSLAG 2005 33
4.6 Bestuurlijke Boetes Wet Arbeid<br />
Vreemdelingen<br />
In het kader van de Wet Arbeid Vreemdelingen (Wav)<br />
zijn in 2005 boeterapporten opgemaakt tegen z.g.<br />
‘belanghebbenden die uit hoofde van ambt, bedrijf of<br />
beroep waren aan te merken als werkgever’. Ook tegen<br />
particuliere opdrachtgevers, die illegale werknemers<br />
voor zich lieten werken, zijn boeterapporten opgemaakt.<br />
In diverse sectoren (zoals de landbouw- en de bouwsector)<br />
komt het voor dat meer belanghebbenden als<br />
werkgever zijn aan te wijzen. In dit soort gevallen is<br />
sprake van een z.g. ‘keten van werkgevers’, zoals in projecten<br />
waarbij een opdrachtgever, een hoofdaannemer,<br />
een of meer onderaannemer(s) en uitzendbureaus zijn<br />
betrokken. In dit soort gevallen worden bij constatering<br />
van overtreding van de WAV, zonodig alle afzonderlijke<br />
werkgevers beboet.<br />
In 2005 zijn ruim 2500 boeterapporten aangezegd, waarvan<br />
66% in 2005 is verwerkt, inclusief de boetekennisgevingen.<br />
In totaal zijn 1126 boetebeschikking verzonden.<br />
Hier was bij 3,8% sprake van een z.g. ‘beschikking zonder<br />
boeteoplegging’.<br />
Er is in 2005 voor ruim € 13.000.000,- aan boetes opgelegd.<br />
Overigens blijft de inning van de opgelegde boetes<br />
daar nog bij achter (zie ook Hoofdstuk 8 Financiën/8.2<br />
Uitgaven en ontvangsten).<br />
Bezwaren op boetebeschikkingen<br />
In 2005 zijn 177 beslissingen op bezwaar genomen,<br />
waarvan er 155 ‘ongegrond zijn verklaard’. Verder zijn<br />
2 bezwaren ‘gegrond verklaard’, 16 bezwaren bleken<br />
‘niet-ontvankelijk’ en 3 bezwaren ‘gedeeltelijk gegrond’.<br />
Eén bezwaarschrift is ingetrokken.<br />
Cijfermatige overzichten betreffende de aanpak van illegale<br />
arbeid<br />
In bijlage 3 zijn de volgende overzichten opgenomen:<br />
• in 2005 gestarte ‘zaken’ per z.g. risicosector, aantal<br />
beboete zaken en aantal illegaal; tewerkgestelden;<br />
• de nationaliteiten van aangetroffen illegaal tewerkgestelden;<br />
• binnengekomen meldingen m.b.t. vermoedens van<br />
illegale tewerkstelling.<br />
34<br />
Resultaten uit de bouwsector<br />
De Arbeidsinspectie heeft in 2005 veel tips ontvangen van<br />
werkgevers- en werknemersorganisaties over mogelijke illegale<br />
tewerkstelling van werknemers bij bouwwerkzaamheden. Een<br />
groot deel van deze tips had betrekking op werk aan woningen<br />
bij particulieren. De AI heeft ruim 1100 inspecties in de bouw<br />
verricht, waarvan ongeveer de helft bij particulieren, wat nieuw<br />
is. Dit heeft geleid tot het opmaken van 205 boeterapporten<br />
tegen particuliere opdrachtgevers voor het laten werken van<br />
vreemdelingen, zonder te beschikken over een tewerkstellings-<br />
vergunning. Het ging hierbij meestal om personen afkomstig uit<br />
één van de z.g. MOE-landen 1 .<br />
Uitzendbureaus<br />
De inzet van de Arbeidsinspectie is voor het grootste deel<br />
gericht op het niet gecertifi ceerde deel van de uitzendbranche,<br />
teneinde zoveel mogelijk malafi de uitzendbureaus te controle-<br />
1 Met z.g. ’Moelanders’ worden bedoeld: werkzoekenden uit de recent bij de EU aangesloten landen: Estland, Letland, Litouwen, Slowakije, Hongarije, Tsjechië, Polen, Slovenië.<br />
ren.<br />
Kenmerk van de uitzendbranche is dat overtredingen van de<br />
Wet Arbeid Vreemdelingen meestal niet op het vestigingsadres<br />
van het uitzendbureau zijn te constateren. Dat is immers niet<br />
de locatie waar uitzendarbeid wordt verricht. De AI contro-<br />
leert daarom uitzendbureaus vooral via de inlenende bedrijven.<br />
Indien de AI bij een werkplekcontrole arbeidskrachten aantreft<br />
die illegaal via een uitzendbureau werken, dan krijgen zowel de<br />
inlenende partij, als het uitzendbureau een boete. De AI heeft<br />
in 2005 een speciale selectie gemaakt van productiebedrijven<br />
(buiten de ‘traditionele sectoren’ land- en tuinbouw, bouw en<br />
horeca), die mogelijk illegaal werkende uitzendkrachten inzetten.<br />
Zo zal bij inlenende partijen de animo om in zee te gaan met<br />
een malafi de uitzendbureau, verminderen. Sinds oktober 2005<br />
werken de AI en de Sociale Inspectie en Opsporings Dienst op<br />
experimentele basis intensief en gelijktijdig samen in onderzoe-<br />
ken bij inleners in de tuinbouwsector.<br />
De activiteiten van de AI die op de uitzendbranche waren gericht,<br />
hebben in 2005 tot totaal ca. 230 boetezaken tegen uitzendbu-<br />
reaus geleid. Dat is een verdubbeling ten opzichte van 2004.<br />
JAARVERSLAG 2005
5<br />
Major Hazard Control<br />
5.1 Algemeen beeld<br />
Binnen het taakveld Major Hazard Control (MHC)<br />
wordt toezicht gehouden op de naleving van het Besluit<br />
Risico’s Zware Ongevallen (BRZO) en van de regels ten<br />
aanzien van de Aanvullende Risico-inventarisatie en -evaluatie<br />
(ARIE) door bedrijven die met grote hoeveelheden<br />
gevaarlijke stoffen werken. Onder de werkingssfeer<br />
van het BRZO vallen thans ca. 325 bedrijven. Het aantal<br />
bedrijven dat onder de werkingssfeer van ARIE valt<br />
is nog niet exact bekend (het gaat om relatief nieuwe<br />
wetgeving, de overgangstermijn is nog van kracht). Schattingen<br />
lopen uiteen van circa 300 tot 500.<br />
Gedifferentieerd werkterrein met gevarieerde<br />
aanpak<br />
De hiervoor vermelde bedrijven leveren een gevarieerd<br />
beeld op. Enerzijds betreft het grote ondernemingen,<br />
soms multinationals, soms ook met meerdere vestigingen<br />
in Nederland, waarbij het omgaan met gevaarlijke<br />
stoffen tot de kernactiviteit behoort. Voorbeelden zijn<br />
raffi naderijen en de chemische (proces)industrie. Deze<br />
ondernemingen zijn vertrouwd om met vastgelegde<br />
systemen voor de beheersing van risico’s te werken<br />
(aspecten als continuïteit, fi nanciën, imago, zaakschade,<br />
aansprakelijkheid, veiligheid, arbeidsomstandigheden<br />
en milieu, ze spelen allemaal een rol). De wettelijke z.g.<br />
systeemverplichtingen ten aanzien van de beheersing<br />
van veiligheidsrisico’s worden in de eigen bedrijfsvoering<br />
opgenomen. Het belang van secure naleving van<br />
de wetgeving en het eigen belang van deze bedrijven:<br />
een ongestoorde procesvoering, loopt daarmee grotendeels<br />
parallel. Er zijn ook kleinere, minder complexe<br />
ondernemingen, die bijvoorbeeld installaties hebben die<br />
gevuld zijn met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen,<br />
1 D.w.z.: het soort onderhoud, de aard van het onderhoud, de uitwerking, de achterliggende fi losofi e, etc.<br />
of ondernemingen die grote hoeveelheden gevaarlijke<br />
stoffen op- of overslaan, of ondernemingen waarbij<br />
het omgaan met deze stoffen niet tot de kernactiviteit<br />
behoort (bijvoorbeeld bedrijven met ammoniakkoelinstallaties).<br />
De wettelijk voorgeschreven systeemverplichtingen<br />
worden hier nog lang niet altijd als logisch<br />
onderdeel van de bedrijfsvoering gezien.<br />
5.2 Ongevallen en incidenten<br />
Wanneer wordt gekeken naar het aantal ongevallen<br />
met verzuim als indicator voor de veiligheid (lost time<br />
injury rate, ofwel LTI), behoren de hiervoor beschreven<br />
bedrijven doorgaans tot de meest veilige. Alom wordt<br />
echter erkend dat de LTI geen goede indicator is om<br />
een goed beeld te geven van de (veiligheids)situatie<br />
met betrekking tot het ontstaan van zware ongevallen<br />
met gevaarlijke stoffen, maar dat, vanwege de mogelijk<br />
ernstige gevolgen, gekeken moet worden naar het aantal<br />
incidenten/ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen uit hun<br />
omhulling zijn getreden (loss of containment). Dat levert<br />
een ander beeld op.<br />
Vóór het jaar 2002 bleef het aantal onderzochte zware<br />
incidenten/ongevallen in Nederland beperkt tot ca. 10-<br />
15 per jaar. In 2002-2003 heeft zich hier een forse piek<br />
voorgedaan (32 in 2002 en 56 in 2003). De reden hiervan<br />
is tot op heden niet defi nitief vastgesteld. Uit nadere<br />
analyses lijken met name factoren als onderhoudsmanagement<br />
1 en bedrijfsintern toezicht op de uitvoering<br />
van de processen een belangrijke rol te spelen. De piek<br />
in het aantal onderzochte ongevallen is inmiddels weer<br />
wat afgevlakt (20 in 2004 en 31 in 2005), maar bevindt<br />
zich toch nog ruim boven de situatie van vóór 2002.<br />
Sinds 2003 worden de door de Arbeidsinspectie<br />
JAARVERSLAG 2005 35
onderzochte zware ongevallen en incidenten nader<br />
geanalyseerd. De jaarlijkse rapportage hierover wordt<br />
aan de z.g. BRZO-plichtige bedrijven, aan de medetoezichthouders<br />
en aan de Tweede Kamer aangeboden.<br />
Uit deze analyses komt steeds weer naar voren dat<br />
onderhoud(smanagement) als de belangrijkste achterliggende<br />
oorzaak van de optredende ongevallen en incidenten<br />
kan worden aangemerkt. Om deze reden is een<br />
speciaal (onderzoeks)project, gericht op de kwaliteit van<br />
onderhoudsmanagementsystemen, uitgevoerd. Hieruit<br />
bleek dat bij slechts 12% van de onderzochte VR-plichtige<br />
bedrijven 1 sprake was van een volledig geborgd systeem.<br />
Ongevallen en incidenten<br />
Tussen april 2003 en september 2004 vonden 55 ernstige incidenten<br />
plaats met gevaarlijke stoffen in bedrijven die vallen<br />
onder het Besluit risico’s zware ongevallen. De meeste ongevallen<br />
gebeurden in de chemische industrie. Na analyse van 36 incidenten<br />
heeft de Arbeidsinspectie in bijna de helft van de gevallen<br />
maatregelen geëist of proces-verbaal opgemaakt. Dit blijkt uit<br />
een rapport van de AI dat staatssecretaris Van Hoof van Sociale<br />
Zaken en Werkgelegenheid naar de Tweede Kamer heeft gezonden.<br />
De gevolgen van de incidenten varieerden van het vrijkomen<br />
van een kleine hoeveelheid gevaarlijke stoffen, tot drie dodelijke<br />
slachtoffers. In het totaal raakten bij 16 onderzochte voorvallen<br />
werknemers gewond. In een derde van de incidenten was bovendien<br />
sprake van milieuschade. Onderhoudswerk blijkt telkens<br />
een belangrijke risicofactor. Meer dan de helft van de ongevallen<br />
vindt plaats als gevolg van onderhoudswerkzaamheden. Bijvoorbeeld<br />
doordat instructies en toezicht ontbreken, of doordat het<br />
onderhoud op een verkeerde of onveilige manier wordt uitgevoerd.<br />
Andere belangrijke oorzaken van incidenten zijn fouten in<br />
het ontwerp van installaties, gebrekkig materieel en het ontbreken<br />
van goede werkprocedures. De AI constateert hiermee dat het<br />
voorkomen van ongelukken rondom onderhoudswerk meer aandacht<br />
verdient. Die aandacht zal het zeker van de AI krijgen.<br />
Voornoemd rapport is tevens verspreid onder de bedrijven die<br />
onder de werkingssfeer van het Besluit risico’s zware ongevallen<br />
vallen. Zij worden hiermee aangemoedigd om hun veiligheidsmaatregelen<br />
verder aan te scherpen.<br />
Ook het feit dat er in 2005, 170 z.g. handhavingstrajecten<br />
(81 waarschuwingen, 82 eisen, 7 processen-verbaal) n.a.v.<br />
inspecties en ongevalsonderzoeken moesten worden<br />
ingezet, geeft aan dat de algehele veiligheidssituatie in<br />
voornoemde sectoren nog steeds verbetering behoeft.<br />
36<br />
5.3 Veiligheidsontwikkelingen in de procesindustrie<br />
De laatste jaren is de veiligheid in de procesindustrie<br />
regelmatig onderwerp van discussie geweest tussen<br />
bedrijfsleven, overheid en politiek. Dit gebeurde mede<br />
naar aanleiding van een serie zwaardere incidenten, die<br />
in de periode 2002- 2003 in de procesindustrie zijn<br />
voorgevallen.<br />
Het is niet gemakkelijk om stevige, gefundeerde uitspraken<br />
te doen over de veiligheid in deze sector. Ten<br />
eerste is veiligheid een sterk subjectief bepaald begrip.<br />
We meten onveiligheid via: incidenten, ongevallen, overtredingen<br />
van regelgeving en dergelijke. Er bestaat niet<br />
zoiets als een uniforme maat voor de veiligheid in de<br />
procesindustrie. Er bestaan wel verschillende indicatoren<br />
die elk iets zeggen over afzonderlijke aspecten<br />
van onveiligheid, zoals het aantal arbeidsongevallen, het<br />
aantal incidenten waarbij gevaarlijke stoffen zijn vrijgekomen,<br />
het aantal meldingen aan de Europese Commissie,<br />
etc.<br />
Op grond van dit soort indicatoren kan wel worden<br />
gesteld, dat in de afgelopen twintig jaar het nodige is<br />
verbeterd. De veiligheidssituatie zal echter naar het zich<br />
nu laat aanzien de komende 10 jaar niet fundamenteel<br />
verbeteren, het kan zelfs verslechteren. Deze conclusie<br />
is gebaseerd op analyse 2 van trends binnen de industrie,<br />
die zich de komende 10 jaar naar verwachting voortzetten<br />
en de mate van veiligheid zullen beïnvloeden. De<br />
toenemende invloed van de economie op de veiligheid<br />
en het veiligheidsbewustzijn, speelt hier een grote rol.<br />
Bedrijven moeten zo kosteneffi ciënt mogelijk opereren,<br />
daarmee zoeken ze de grenzen van de veiligheid op.<br />
De kans op zware ongevallen neemt hierdoor toe. Het<br />
tegengaan van negatieve impact van economische druk<br />
op de mate van de veiligheid, hangt voor een groot deel<br />
samen met het hebben van een sluitend veiligheidsbeheerssysteem<br />
(VBS). Het VBS zorgt ervoor dat alle<br />
risico’s worden geïdentifi ceerd en dat de juiste preventieve<br />
maatregelen worden genomen en onderhouden.<br />
Een sluitend VBS, in combinatie met een goed(e) veiligheidsbewustzijn<br />
en veiligheidscultuur, kan een effectieve<br />
tegenkracht bieden aan economische druk. Versterking<br />
(verbetering) van deze aspecten is in de eerste plaats de<br />
verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven. De aard van<br />
de risico’s is echter van zodanige omvang, dat de overheid<br />
hier nauw bij betrokken dient te blijven.<br />
1 VR = Veiligheidsrapportage<br />
2 COT/DHV, ‘Trend of incident, een verkennend verzoek naar de relatie tussen organisatie, onderhoud en veiligheid in de procesindustrie’, oktober 2004<br />
JAARVERSLAG 2005
De volgende trends hebben vooral een positief<br />
effect gehad op de veiligheid (in willekeurige<br />
volgorde):<br />
• de toenemende aandacht van de media en de ‘juridisering’<br />
van de samenleving (beide ontwikkelingen<br />
dwingen bedrijven meer, of zelfs permanente aandacht<br />
te hebben voor veiligheidsrisico’s).<br />
• de opkomst van specifi eke wetgeving op het gebied<br />
van externe veiligheid (bijvoorbeeld de SEVESO II<br />
richtlijn en het BRZO).<br />
Ook binnen de overheid is (na catastrofes zoals in<br />
Enschede en Volendam) duidelijk sprake van toegenomen<br />
aandacht voor veiligheid (scherpere regelgeving<br />
en handhaving).<br />
• de opkomst van ‘horizontale’ samenwerkingsinitiatieven<br />
op het gebied van veiligheid, met name tussen<br />
bedrijven, overheden en brancheverenigingen.<br />
• de toegenomen aandacht voor incidenten, incidentmeldingen<br />
en incidentonderzoek bij zowel bedrijfsleven<br />
als overheid.<br />
• de opkomst van z.g. ‘preventief op risico’s gebaseerd<br />
onderhoud’.<br />
• de in de breedte toegenomen aandacht voor de<br />
veiligheidscultuur, naast puur technische en organisatorische<br />
aspecten.<br />
De volgende trends hebben vooral een negatief<br />
effect gehad op veiligheid (in willekeurige volgorde):<br />
• de verheviging van internationale concurrentie,<br />
opsplitsing van bedrijven en de opkomst van investeringsmaatschappijen<br />
in de procesindustrie. Dit<br />
versterkt de focus op korte termijn bedrijfsresultaten<br />
en zet daarmee de lange termijn veiligheids- en<br />
onderhoudsvisie onder druk.<br />
• de invloed van de krappe (afzet)markt: bedrijven hebben<br />
te maken met kostenreducties, vermindering of<br />
snelle wisselingen van personeel en dus een continu<br />
veranderende werkomgeving en omstandigheden.<br />
Hierdoor nemen de beschikbare kennis en ervaring<br />
af en daalt het commitment ten aanzien van het<br />
veiligheidsbewustzijn. Daarbij komt ook nog dat de<br />
uitbesteding van onderhoud en ander (risicovol) werk<br />
meer en meer op kosten wordt gestuurd en minder<br />
op kwaliteit en veiligheid.<br />
• de vele bedrijfsfusies en -overnames die hebben<br />
plaatsgevonden. Hierdoor zijn uiterst complexe<br />
eigendoms- en beheerstructuren ontstaan. Ook het<br />
beheer en het onderhoud van installaties en ‘utilities’<br />
is daardoor complexer geworden.<br />
• het toenemende tekort aan vakbekwaam personeel<br />
als gevolg van ondermeer reorganisaties, een hoge<br />
gemiddelde leeftijd van technisch personeel en weinig<br />
instroom van jongeren bij technische-/scheikundige<br />
opleidingen.<br />
• veroudering van procesinstallaties. Dit kan in onveiligheid<br />
resulteren, wanneer ‘degradatiemechanismen’<br />
niet bekend (en onderkend) zijn en eigen inspectietermijnen<br />
en methodieken niet adequaat worden<br />
uitgevoerd, geverifi eerd en aangepast.<br />
Naast deze trends die, in relatie tot de veiligheid, vooral:<br />
óf positief, óf negatief zijn te duiden, zijn er ook verschillende<br />
trends die èn duidelijke positieve èn duidelijke<br />
negatieve gevolgen met zich mee hebben gebracht. Een<br />
voorbeeld hiervan is de toename van de toepassing van<br />
ICT binnen de sector. Enerzijds is daardoor het aantal<br />
afwijkingen in processen sterk teruggelopen, anderzijds<br />
is ook de ervaring van personeel m.b.t.: wat te doen<br />
bij (meer complexe) afwijkingen en incidenten afgenomen.<br />
Ook zijn, vanwege de toenemende automatisering,<br />
steeds meer installaties geheel of bijna geheel onbemensd<br />
geraakt, waardoor bepaalde (proces)afwijkingen<br />
niet meer worden gesignaleerd.<br />
Over het geheel genomen levert dat een beeld op van<br />
een sector waar veel verandert, positief en soms ook<br />
negatief, maar waarbij het lastig is om één op één aan te<br />
geven welke trends en ontwikkelingen, welke effecten<br />
sorteerden en nog zullen sorteren.<br />
Er is in ieder geval de nodige vooruitgang op het gebied<br />
van veiligheid geboekt, waarbij zeker ook bedrijven zelf<br />
initiatieven hebben genomen.<br />
JAARVERSLAG 2005 37
38<br />
JAARVERSLAG 2005
5.4 Resultaten Major Hazard Control<br />
Tabel 5.4.1<br />
Planning en realisatie MHC-taken in 2004 - 2006<br />
Product Realisatie in 2004 Planning in 2005 Realisatie in 2005 Planning in 2006<br />
Periodieke inspecties in kader van het BRZO 137 160 173 154<br />
Inspecties in kader van de ARIE 51 50 102<br />
Beoordelingen veiligheidsrapporten 25 25 24 95<br />
Beoordelingen kennisgevingen 22 32 27 35<br />
Onderzoeken zware ongevallen en incidenten 20 32 31 30<br />
Overige ‘producten’* 17 55 64 30<br />
Totaal 221 355 369 446<br />
221 355 369 446<br />
Toelichting bij tabel 5.4.1<br />
De inspecties in het kader van de Aanvullende Risico-inventarisatie en -Evaluatie zijn, i.v.m. nieuwe regelgeving, voor het<br />
eerst in 2005 gestart.<br />
In 2006 start de tweede vijfjaarlijkse cyclus van de indiening van veiligheidsrapporten.<br />
De ‘overige producten’* zijn:<br />
o beoordelingen en wijzigingen van inspectieprogramma’s,<br />
o beoordeling van aanwijzingen van de z.g. ‘Dominobedrijven’ 1 en advisering van bedrijfsbrandweercorpsen.<br />
De periodieke inspecties in het kader van het Besluit Risico’s Zware Ongevallen worden gezamenlijk met het ‘Bevoegd<br />
gezag ex. Wet Milieubeheer’ (provincies of gemeenten) en de brandweer uitgevoerd.<br />
Bij de inspecties in het kader van de Aanvullende Risico-inventarisatie en -Evaluatie (ARIE) worden de collega-toezichthouders<br />
geïnformeerd.<br />
Tabel 5.4.2<br />
Vergelijking ingezette handhavinginstrumenten 2004 en 2005<br />
Ingezette instrumenten 2004 2005<br />
Het geven van een waarschuwing 52 81<br />
Het stellen van een eis tot naleving van de wet 61 82<br />
Het aanzeggen van een proces-verbaal 6 7<br />
Toelichting bij fi guur 5.2:<br />
De inzet van handhavingsinstrumenten laat in 2005 ten opzichte van eerdere jaren, een tamelijk forse toename zien.<br />
Deze is het gevolg van een groter aantal inspecties en een stringenter toepassing van het handhavingsbeleid.<br />
1 Dit zijn bedrijven die onder het Besluit Risico’s Zware Ongevallen vallen en die op elkaar het effect kunnen hebben dat een zwaar ongeval in het ene bedrijf<br />
een zwaar ongeval in het andere bedrijf veroorzaakt (het domino-effect) en die daartoe door de overheid als zodanig zijn aangewezen.<br />
JAARVERSLAG 2005 39
40<br />
JAARVERSLAG 2005
6<br />
Overige activiteiten<br />
6.1 Vrijstellingen en ontheffi ngen Arbeidstijdenwet<br />
Bedrijven kunnen in het kader van de Arbeidstijdenwet<br />
(ATW) vrijstelling vragen van de voorschriften ten aanzien<br />
van de maximale arbeidstijdduur voor nachtarbeid.<br />
Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen een collectief<br />
werkverband (ATW art. 5.13) en individuele werknemers<br />
(ATW, art. 5.14).<br />
In 2005 zijn 45 vrijstellingen en ontheffi n gen verleend.<br />
6.2 Taken in het kader van de Kernenergiewet<br />
Ten aanzien van de Kernenergiewet (KEW) hebben<br />
verschillende ministeries hun eigen, specifi eke beleidsverantwoordelijkheid.<br />
Het ministerie van SZW, heeft<br />
verantwoordelijkheid m.b.t. de bescherming van werknemers;<br />
VROM betreffende de bescherming van het<br />
milieu; VWS m.b.t. de bescherming van patiënten binnen<br />
de gezondheidszorg en EZ m.b.t. de opwekking van<br />
(kern)energie.<br />
Een aanzienlijk deel van de administratieve taken<br />
betreffende de KEW, werd namens voornoemde<br />
departementen door de Arbeidsinspectie uitgevoerd.<br />
De AI beoordeelde onder andere vergunningaanvragen<br />
Tabel 6.2.1<br />
In 2004 en 2005 verleende en ingetrokken vergunningen KEW<br />
voor toepassingen van- en met radioactieve stoffen en<br />
röntgentoestellen. Tevens kwamen verzoeken binnen om<br />
vergunningen in te trekken. Daarnaast werden vergunningen<br />
voorbereid m.b.t. het in Nederland invoeren van<br />
geneesmiddelen en gebruiksartikelen waarin radioactieve<br />
stoffen voorkomen. Ook werden vergunningen<br />
voorbereid voor het invoeren en het vervoeren van<br />
splijtstoffen.<br />
Het in 2003 gestarte project ‘Actualisering vergunningen’,<br />
waarbij vergunninghouders met ‘oude’ vergunningen<br />
zijn aangeschreven met het verzoek aan te geven<br />
in hoeverre hun vergunning nog actueel was, is in 2005<br />
gecontinueerd. Hierdoor kwam een aanzienlijk aantal<br />
verzoeken om intrekking binnen. Daarnaast zijn in dit<br />
kader vergunningen vernieuwd.<br />
Het aantal vergunningaanvragen voor invoer van<br />
radioactieve stoffen is, door wijziging in de wetgeving<br />
(vereenvoudiging), sinds 2004 aanzienlijk verminderd,<br />
waardoor een groot aantal vergunningen is vervangen<br />
door meldingen.<br />
Daarnaast zijn alle binnenkomende meldingen beoordeeld.<br />
Naast meldingen voor het invoeren en het vervoeren<br />
van radioactieve stoffen, waren dit meldingen van<br />
ingebruikname van meldingsplichtige röntgentoestellen<br />
en van werkzaamheden met stoffen waarin van nature<br />
radioactieve stoffen voorkomen.<br />
Activiteit 2004 2005<br />
Aantal afgegeven vergunningen voor toepassingen 349 305<br />
Aantal intrekkingen 246 150<br />
Aantal vergunningen voor invoer 46 30<br />
Aantal vergunningen voor splijtstoffen 57 80<br />
JAARVERSLAG 2005 41
Per 1 januari 2006 zijn de administratieve uitvoeringstaken m.b.t.<br />
de KEW naar het Agentschap Senter Novem van het ministerie<br />
van Economische Zaken overgedragen. De toezichthoudende<br />
taken in het kader van de KEW (algehele veiligheid, arbeidshy-<br />
giëne en stralingsbescherming) blijven echter de verantwoorde-<br />
lijkheid van de AI.<br />
6.3 Beoordeling subsidieaanvragen Farboregeling<br />
De overheid wil dat ondernemers en non-profi torganisaties<br />
in ‘arbovriendelijke arbeidsmiddelen’ (machines,<br />
installaties, systemen, gereedschappen, etc.) investeren.<br />
Om dit te stimuleren hanteert het Ministerie van<br />
SZW de z.g. Farbo-subsidieregeling. Op basis van deze<br />
regeling stelt het ministerie jaarlijks een lijst van innovatieve<br />
en arbovriendelijke arbeidsmiddelen samen, die<br />
de blootstelling aan fysieke (over)belasting, lawaai of<br />
gevaarlijke stoffen moeten terugdringen. Als werkgevers<br />
hier gebruik van willen maken, kunnen ze een aanvraag<br />
indienen bij het Agentschap SZW. De Arbeidsinspectie<br />
beoordeelt voor het Agentschap of de aanvragen aan de<br />
voorwaarden van de regeling voldoen.<br />
Ten aanzien van de (fi scale) farbo-regeling 2004, zijn in<br />
2005 1.040 aanvragen ontvangen.<br />
6.4 Toezicht op uitvoering Stoomwet door<br />
Lloyd’s Register Nederland<br />
Lloyd’s Register Nederland (LRN) voerde, op basis van<br />
een contract met het rijk, tot 1 augustus 2005 taken uit<br />
in relatie tot de Stoomwet. Om na te gaan of de LRN<br />
die contracttaken correct uitvoerde, is een inspectie<br />
gedaan naar de systematiek van inspecteren bij de<br />
hoofdvestiging van LRN en zijn op locatie inspecties van<br />
LRN bijgewoond bij vergunninghouders. Het resultaat<br />
hiervan is in het jaarlijkse overleg tussen LRN en AI ter<br />
tafel komen. Omdat deze taken van het contract per 1<br />
augustus 2005 zijn geëindigd en het toezicht op LRN<br />
zou overgaan naar de Inspectie Werk en Inkomen (IWI),<br />
is deze inspectie bij het bovengenoemde onderzoek<br />
betrokken. De resultaten gaven geen aanleiding tot<br />
bijstellingen van het contract.<br />
In tegenstelling tot wat verwacht werd, was de Stoomwet<br />
ook in 2005 nog van kracht. Voor de nieuwbouw en<br />
ingebruikneming van apparatuur gold daarom naast het<br />
Warenwetbesluit drukapparatuur ook nog de Stoomwet.<br />
Met ingang van 1 augustus 2005 werd het periodieke<br />
toezicht op alle niet-nucleaire apparatuur van de Stoomwet<br />
ingetrokken en werd met het tweede wijzigingsbe-<br />
42<br />
sluit Warenwet drukapparatuur, de keuringsverplichting<br />
voor toestellen en apparatuur in de ‘markt’ gezet. Om<br />
als keuringsinstelling in aanmerking te komen, kunnen<br />
meer partijen meedingen.<br />
Omdat de specifi eke wetgeving wat betreft het toezicht<br />
op drukapparatuur speciaal voor nucleair gebruik nog<br />
niet gereed was voor opname in de Kernenergiewet<br />
is alleen voor deze apparaten het contract met LRN<br />
verlengd.<br />
6.5 Internationale ontwikkelingen en activiteiten<br />
In 2005 heeft de Arbeidsinspectie haar internationale<br />
activiteiten op basis van nieuw vastgelegde uitgangspunten<br />
herijkt. De prioriteit is naar coördinatie en harmonisatie<br />
van het toezicht binnen de Europese Unie verlegd.<br />
Dit is ten koste gegaan van de capaciteit voor de ondersteuning<br />
van arbeidsinspecties in de kandidaat EU-landen<br />
en die van arbeidsinspecties elders in de wereld.<br />
In Europees verband heeft de AI bijgedragen aan het<br />
werkprogramma van de Senior Labour Inspection Committee<br />
(SLIC). De AI leverde daarbij bijdragen aan de<br />
evaluatie van de arbeidsinspectiesystemen van Duitsland<br />
en Portugal. Verder heeft de AI bijgedragen aan ‘Europabrede’<br />
inspectie- en voorlichtingscampagnes in de bouw<br />
en ten aanzien van de thema’s asbest en tillen. In het<br />
kader van uitwisseling van kennis, organiseerde de AI<br />
studieprogramma’s en stages voor Zweedse, Franse,<br />
Engelse en Spaanse collega’s over respectievelijk: thuiszorg,<br />
langer gezond doorwerken en deskundige arboondersteuning.<br />
Daarnaast is door de AI het verbindingsbureau voor<br />
grensoverschrijdend handhaven in het kader van de<br />
detacheringrichtlijn opgetuigd.<br />
Wat de ondersteuning van kandidaat-lidstaten van de<br />
EU betreft, is over de omzetting van Europees recht in<br />
nationale regelgeving, een samenwerkingsproject met de<br />
Turkse Arbeidsinspectie uitgevoerd.<br />
Op verzoek van de International Labour Organisation is<br />
ook de Arbeidsinspectie van Servië ondersteund.<br />
De Nederlandse Arbeidsinspectie heeft per 1 juli 2005<br />
haar taak als secretaris generaal van de Internationale<br />
Vereniging van Arbeidsinspecties, aan Luxemburg overgedragen.<br />
JAARVERSLAG 2005
7<br />
Interne ontwikkelingen<br />
Voorzover deze duidelijk en direct bijdragen aan de<br />
externe doelen, geeft dit hoofdstuk een indruk van de<br />
activiteiten en ontwikkelingen op het terrein van de<br />
‘interne organisatie’.<br />
7.1 Organisatieontwikkelingen<br />
In 2003 is de Arbeidsinspectie van een regiogestuurdenaar<br />
een bedrijfstakgestuurde organisatie omgevormd.<br />
Tevens zijn andere organisatorische wijzigingen doorgevoerd.<br />
Deze waren erop gericht om de AI beter op<br />
haar werkterreinen te laten aansluiten, om een meer<br />
strategische aanpak van de activiteiten te realiseren en om<br />
de interne sturing te verbeteren. Destijds is vastgelegd dat<br />
op basis van de gestelde doelen, de resultaten van deze<br />
veranderingen zouden worden geëvalueerd en waar dat<br />
nodig is, op zou worden bijgestuurd. De evaluatie is in 2005<br />
uitgevoerd. Het eindresultaat van deze evaluatie kan als<br />
‘overwegend positief’ worden getypeerd. Voor het oplossen<br />
van enkele knelpunten worden aanvullende maatregelen<br />
genomen, die in 2006-2007 hun beslag zullen krijgen.<br />
Een aantal belangrijke ontwikkelingen, die in<br />
2005 zijn gestart, vormen de grondslag voor de<br />
z.g.‘Veranderagenda 2006-2007, Arbeidsinspectie’.<br />
Het gaat hierbij o.a. om:<br />
• het formuleren van nieuw inspectie- en handhavingsbeleid<br />
(in het kader van de vernieuwing van de <strong>Arbo</strong>-wet),<br />
• het formuleren van nieuw beleid ten aanzien van<br />
vreemdelingen,<br />
• implementatie van de Kaderstellende Visie op het<br />
Toezicht 2005,<br />
• nieuw beleid ten aanzien van personeelsontwikkeling<br />
en ICT<br />
• de nodige aanpassingen van de organisatie.<br />
7.2 Kwaliteitsontwikkelingen<br />
Op basis van het z.g. INK-managementmodel 1 werkt de<br />
Arbeidsinspectie al verscheidene jaren aan bevordering<br />
van de ontwikkeling van de integrale kwaliteit van de<br />
organisatie en van de in- en externe (werk)processen.<br />
Het doel is: ‘realisatie van een samenhangende aanpak<br />
van organisatie, processen en resultaten, die er toe<br />
bijdraagt dat in volgende fases de ontwikkeling naar integrale<br />
kwaliteit continueert’. In dit kader is veel energie<br />
gestopt in het beschrijven van de werkprocessen en het<br />
benoemen van z.g. kritische succesfactoren en prestatieindicatoren.<br />
De AI als geheel, was in 2005 onderweg naar fase 3:<br />
‘ontwikkeling van een systeemgerichte organisatie’. De<br />
directie Major Hazard Control beschikte in 2005 al over<br />
een ISO:9001 certifi caat voor haar kwaliteitssysteem.<br />
Eind 2004 is een diagnose uitgevoerd. Daaruit zijn enige<br />
verbeterpunten gedestilleerd, onder andere ten aanzien<br />
van de interne communicatie. In 2005 hebben deze<br />
(deels) tot extra activiteiten geleid. Er is duidelijk vooruitgang<br />
geboekt ten opzichte van een eerdere diagnose,<br />
echter minder dan aanvankelijk was ingeschat.<br />
Uit de (continu) gehouden klantentevredenheidsmetingen<br />
naar het (adequaat) afhandelen van bij de AI ingediende<br />
klachten van werknemers over hun arbeidsomstandigheden,<br />
wordt voortdurend positief gescoord.<br />
1 Het INK (Instituut Nederlandse Kwaliteit)-managementmodel is een methode waarmee een organisatie inzicht krijgt in haar activiteiten en resultaten. Dit<br />
model helpt een organisatie haar bedrijfsprocessen in kaart te brengen, voldoende aandacht te schenken aan haar medewerkers en oog te hebben voor haar<br />
omgeving. Tevens zet het een organisatieontwikkeling in gang die zorgt voor een continu proces van verbeteren en vernieuwen<br />
JAARVERSLAG 2005 43
In 2005 is met klantentevredenheidsmetingen bij werkgevers<br />
geëxperimenteerd. In 2006 worden deze in een<br />
nieuwe vorm bij een aantal inspectieprojecten uitgevoerd.<br />
7.3 Personeelsontwikkeling en professionalisering<br />
Het werk van AI-inspecteurs vraagt om op de taken<br />
toegesneden actuele kennis en vaardigheden.<br />
De nieuwe Kaderstellende Visie op Toezicht onderstreept<br />
de noodzaak van investeren in professionele<br />
medewerkers. Nieuw ingestroomde inspecteurs krijgen<br />
daarom een uitgebreide interne basisopleiding<br />
en training. Deze omvat cursussen op het terrein van<br />
arbo(wetgeving), arbeids- en rusttijden(wetgeving), major<br />
hazard control en de opsporing van arbeidsmarktfraude.<br />
Hiertoe behoren ook rechts- en wetskennis en<br />
ongevalsonderzoek. Er wordt tevens geïnvesteerd in<br />
training van interventievaardigheden; het helder kunnen<br />
uitdragen van de AI-doelstellingen en het omgaan met<br />
moeilijke situaties. Periodiek vinden daarna opfris- en<br />
aanvullende cursussen plaats.<br />
De AI-inspecteurs behoren tot de categorie ‘bijzondere<br />
opsporingsambtenaren’, die hen specifi eke bevoegdheden<br />
verleent. Daarom moeten zij tevens voor het<br />
examen bijzonder opsporingsambtenaar slagen. Het<br />
basistraject van opleidingen en trainingen van inspecteurs<br />
duurt gemiddeld 1,5 tot 2 jaar.<br />
De kaderstellende visie op toezicht en de hiervoor<br />
genoemde ontwikkelingen op het gebied van de <strong>Arbo</strong>-<br />
Tabel 7.4.1<br />
Streefwaarden en in 2005 bereikte resultaten personeelscijfers<br />
Onderwerp/ doelstelling Streefwaarde 2005 Gerealiseerd in 2005 Gerealiseerd in 2004<br />
Aandeel vrouwelijk personeel verhogen > 40 % 36,8% 36,6%<br />
Aandeel vrouwen in schaal 10 en hoger verhogen > 25 % vrouwen 22,9% 20,3%<br />
Ziekteverzuimpercentage omlaag brengen = 6,0% 6,3% 6,8%<br />
44<br />
wet vragen een verdergaande ontwikkeling in met name<br />
de ‘houdingsaspecten’ en het kunnen leveren van ‘maatwerk<br />
in toezicht’. Ook zaken als politiek-bestuurlijke<br />
gevoeligheid en kunnen samenwerken over de grenzen<br />
van de eigen taak en organisatie heen horen daar bij.<br />
7.4 Personeelsbeleid<br />
De in 2005 gehouden medewerkerstevredenheids<br />
enquête en de bedrijfsdoorlichting toonden aan dat op<br />
veel gebieden van het personeelsbeleid positieve resultaten<br />
worden behaald. Wel zijn de interne communicatie<br />
en de loopbaanplanning en -ontwikkeling nog voor<br />
verdere verbetering vatbaar. Dit heeft er ondermeer toe<br />
geleid om ‘investeren in mensen’ in de komende jaren<br />
centraal te stellen in het personeelsbeleid. Daarmee kan<br />
ook worden tegemoetgekomen aan de behoefte aan<br />
verdergaande professionalisering.<br />
Het aandeel vrouwelijke werknemers is gestegen van<br />
337 (in 2004) naar 351 in 2005. De streefwaarde: 40%<br />
vrouwelijke werknemers ten opzichte van de totale<br />
bezetting, is hiermee weer wat meer in zicht gekomen.<br />
Ook het aantal vrouwen in schaal 10 en hoger is dichter<br />
bij de streefwaarde gekomen.<br />
Het ziekteverzuimpercentage ten opzichte van 2004 is<br />
met 0,5% gedaald, maar heeft nog niet de streefwaarde<br />
(maximaal 6%) bereikt, wat aanleiding is om de in 2005<br />
aangescherpte ziektebegeleidingsmaatregelen voort te<br />
zetten.<br />
JAARVERSLAG 2005
Tabel 7.4.2<br />
Personeelsbestand Arbeidsinspectie per 31-12 -2005<br />
Naar schaalindeling: Schaal 1 t/m 4 Schaal 5 t/m 10 Schaal 11 en hoger Totaal<br />
Totaal aantal werknemers 18 662 273 953<br />
Waarvan vrouwen 13 274 64 351<br />
Naar leeftijdsopbouw: < 34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar > 55 jaar<br />
Totaal aantal werknemers 147 266 299 241<br />
Waarvan vrouwen 99 130 83 39<br />
Het personeelsverloop binnen de Arbeidsinspectie is<br />
laag. Medewerkers blijven doorgaans lang bij de AI in<br />
dienst. Omdat voor inspecteurs- en specialistische functies<br />
een aanzienlijk aantal jaren ervaring wordt gevraagd,<br />
is de gemiddelde leeftijd relatief gezien hoog. Het personeelsbeleid<br />
is er dan ook op gericht om medewerkers<br />
ook op oudere leeftijd gemotiveerd te houden en de<br />
fl exibiliteit te bevorderen.<br />
7.5 Informatievoorziening en automatisering<br />
Binnen de Arbeidsinspectie is sinds 1997 de bedrijfsapplicatie<br />
Geautomatiseerde Informatievoorziening<br />
Arbeidsinspectie (GISAI) in gebruik, die ondersteuning<br />
biedt aan alle primaire uitvoeringsprocessen1 . Deze<br />
applicatie is vooral gericht op het werk van de (arbo-)<br />
bedrijfstakdirecties, en ondersteunt nog in onvoldoende<br />
mate de directies Major Hazard Control (MHC) en<br />
Arbeidsmarktfraude (AMF). Om die leemtes op te heffen,<br />
is met een herontwerp gestart.<br />
Sinds februari 2005 gebruikt de directie MHC de nieuwe<br />
applicatie I-net t (de vervanger van GISAI) voor de onder-<br />
steuning van haar belangrijkste processen.<br />
Eind 2005 is een bouwopdracht voor realisatie van het<br />
I-net voor de directie AMF gegeven. Deze applicatie zal<br />
in 2006 in productie gaan. Direct daarna volgen de arbobedrijfstakdirecties.<br />
7.6 Integriteit<br />
1 O.a. planning en control, toezicht, onderzoek, handhaving, handhavingscorrespondentie en verslaglegging<br />
Integer handelen is een belangrijke voorwaarde voor het<br />
functioneren van een inspectiedienst. De geloofwaardigheid<br />
van de organisatie staat of valt met een integere<br />
wijze van handelen en optreden. Dit geldt voor iedereen,<br />
van hoog tot laag.<br />
Binnen de Arbeidsinspectie wordt daarom veel aandacht<br />
besteed aan het op de juiste wijze omgaan met<br />
de bevoegdheden, die soms ver kunnen strekken. Het<br />
onderwerp is in beeld vanaf de eerste selectie, de introductie,<br />
de beëdiging en de opleiding van de inspecteurs<br />
en is tevens punt van aandacht tijdens de periodieke<br />
management- medewerkergesprekken.<br />
In 2005 is een vernieuwde versie van de Gedragscode<br />
Arbeidsinspectie geformuleerd en op de internet- en<br />
intranetsite van de AI gepubliceerd. Uit een in 2005<br />
gehouden interne audit is komen vast te staan, dat binnen<br />
de AI sprake is van een hoog normbesef. Er hebben<br />
zich dan ook geen incidenten voorgedaan, die als schending<br />
van de integriteit kunnen worden beschouwd.<br />
JAARVERSLAG 2005 45
46<br />
JAARVERSLAG 2005
8<br />
Financieel<br />
8.1 Amendementen Verburg<br />
In 2005 is invulling gegeven aan de bij de begrotingsbehandeling<br />
2003 aangenomen amendementen van het<br />
Tweede Kamerlid Verburg. Hierin is zowel om versterking<br />
van de handhaving van de arbeidsomstandighedenwetgeving,<br />
als om intensivering van de aanpak van<br />
arbeidsmarktfraude (AMF) gevraagd. De Arbeidsinspectie<br />
heeft de fi nanciële middelen die hierdoor beschikbaar<br />
kwamen conform de doelstelling van deze amendementen<br />
ingezet.<br />
In 2005 is het aantal inspecteurs-arbeidsmarktfraude,<br />
van 131 naar 170 uitgebreid. Het uiteindelijke doel: uitbreiding<br />
tot 180 inspecteurs- AMF, zal naar verwachting<br />
in 2006 zijn gerealiseerd. Het aantal inspecteurs dat zich<br />
met de handhaving van de <strong>Arbo</strong>-wetgeving bezighoudt,<br />
is uitgebreid met 33, waarmee ook deze doelstelling is<br />
gerealiseerd.<br />
De amendementen zijn daarmee volledig uitgevoerd.<br />
8.2 Uitgaven en ontvangsten<br />
Uitgaven<br />
In onderstaande fi guur zijn de uitgaven over het verslagjaar<br />
en die over 2004 op hoofdlijnen weergegeven.<br />
De tabel laat zien dat de uitgaven in 2005, nagenoeg<br />
overeenkwamen met de in 2005 beschikbaar gestelde<br />
budgetten.<br />
Tabel 8.2.1<br />
Uitgaven<br />
Uitgaven x € 1000,- Realisatie 2004 Werkelijk beschikbaar 2005 Realisatie 2005<br />
Ambtelijk personeel 48.840 51.714 51.773<br />
Overige personele uitgaven 169 196 175<br />
Materieel 7.764 8.148 8.034<br />
Huisvesting in de regio’s 1.207 1.314 1.314<br />
Materiele uitgaven buitendienst 765 1.254 1.235<br />
Ondersteuning primair proces 48 46 46<br />
Medezeggenschap 54 63 49<br />
Totaal 58.847 62.735 62.626<br />
JAARVERSLAG 2005 47
Ontvangsten<br />
De ontvangsten zijn ten opzichte van 2004 met bijna<br />
5,5 miljoen gestegen. De meeropbrengsten kwamen<br />
voor het merendeel uit de ontvangsten van de in 2005<br />
ingevoerde bestuurlijke boetes in het kader van de Wet<br />
arbeid vreemdelingen.<br />
Tabel 8.2.2<br />
Ontvangsten<br />
Ontvangsten x € 1000,- Realisatie 2004 Begroting 2005 Realisatie 2005<br />
Bestuurlijke boetes in het kader van de <strong>Arbo</strong>-wet 6.599 5.084 7.280<br />
Bestuurlijke boetes in het kader van de Wet Arbeid Vreemdelingen 0 11.500 4.642<br />
Bestuurlijke boetes Arbeidstijdenwet 0 1.800 31<br />
Overige ontvangsten 51 0 135<br />
Vergunningen Stralingsbescherming 22 0 68<br />
Totaal 6.672 18.384 12.156<br />
Bestuurlijke boetes <strong>Arbo</strong>-wet<br />
De (vanwege forse stijging van het aantal boetes) in<br />
2004 opgelopen achterstanden bij het opleggen van<br />
bestuurlijke boetes i.v.m. overtreding van de <strong>Arbo</strong>-wet,<br />
zijn in 2005 ingelopen. Hierdoor zijn de ontvangsten<br />
voor 2005 fors hoger uitgekomen dan het begrootte<br />
bedrag.<br />
Bestuurlijke boetes Wet arbeid vreemdelingen<br />
De mogelijkheid tot het opleggen van bestuurlijke<br />
boetes i.v.m. overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen<br />
(Wav), is per 1 januari 2005 ingevoerd. Hoewel de<br />
raming ten aanzien van de som van in 2005 opgelegde<br />
boetes is gerealiseerd, is de daadwerkelijke inning van de<br />
boetes hier fors bij achtergebleven. De oorzaken hiervan<br />
zijn dat een betalingsregeling kan worden getroffen en<br />
dat er een mogelijkheid tot voorlopige voorziening is,<br />
waarbij de betalingsverplichting kan worden opgeschort.<br />
Daarnaast is geconstateerd dat enige z.g. vennootschappen<br />
onder fi rma na de boeteoplegging werden opgeheven<br />
of zich failliet lieten verklaren.<br />
Naar verwachting zal in 2006 de achterstand worden<br />
ingelopen en de taakstelling worden gehaald.<br />
Bestuurlijke boetes Arbeidstijdenwet<br />
De minister heeft op 11 juni 2004 schriftelijk aan de<br />
Tweede Kamer medegedeeld, dat in het vervolg bij<br />
inspecties in het kader van de Arbeidstijdenwet (ATW),<br />
maar een beperkt aantal wettelijke normen zal worden<br />
gehandhaafd. Het gevolg is dat de draagwijdte van de<br />
actieve handhaving door de Arbeidsinspectie is beperkt.<br />
Hierdoor zijn aanzienlijk minder bestuurlijke boetes-<br />
48<br />
ATW aangezegd, dan bij eerdere raming is verondersteld.<br />
Het merendeel van de overtredingen kon nu met<br />
een waarschuwing worden afgedaan.<br />
8.3 Producten en uitgaven<br />
In de begroting 2005 zijn tien productgroepen te onderscheiden.<br />
De eenheden waaraan de kosten worden<br />
toegerekend, zijn volledige interventietrajecten, kortweg<br />
‘zaken’ genoemd. Een interventietraject of zaak omvat<br />
een of meer inspectie(controle)bezoeken, inclusief de<br />
administratieve afhandeling daarvan (i.c. het gehele traject<br />
dat nodig is om een werkgever tot naleving van de<br />
wet te bewegen).<br />
JAARVERSLAG 2005
Tabel 8.3.1<br />
Producten en kosten<br />
Producten Aantal trajecten % Van de capaciteit Uitgaven *€1000<br />
realisatie begroting realisatie begroting realisati begroting<br />
2005 2005 2005 2005 2005 2005<br />
Zaken in het kader van de Arbeidsomstandighedenwet* 20.558 19.944 30,1 39,7 23.730.815 24.161.934<br />
Zaken in het kader van de Arbeidstijdenwet 193 270 1,1 1,1 607.857 652.462<br />
Monitorrapportages AVO/WML1 1 1 4,4 4,2 2.738.751 2.576.813<br />
Zaken in het kader van de Wet arbeid vreemdelingen 8.760 7.320 30,7 20,2 16.135.464 12.309.456<br />
Klachtenonderzoeken 1.918 2.091 5,5 6,3 3.138.522 3.850.424<br />
Ongevalsonderzoeken 2.350 2.383 16,1 16,1 9.058.459 9.776.303<br />
Zaken Major Hazard Control 369 355 6,5 6,9 4.365.650 4.180.669<br />
Overig reactief 1.669 1.846 3,2 3,1 1.250.996 1.900.189<br />
Desk-research rapportages 9 9 0,5 0,5 357.741 278.734<br />
Beschikkingen, ontheffi ngen en vergunningen 3.118 3425 1,9 1,9 1.245.684 1.129.024<br />
Totaal 38.945 37.644 100 100 62.629.937 60.816.008<br />
*Inclusief z.g monitortrajecten<br />
1 AVO= Arbeidsvoorwaardenonderzoek<br />
WML= Wet Minimum Loon<br />
De tabel laat zien dat de uitgaven nagenoeg zijn overeengekomen met de beschikbaar gestelde budgetten.<br />
Het verschil tussen het uitgegeven totaal bedrag in de kolom: ’Uitgaven *€1000 begroting 2005’ in de tabel hierboven en<br />
het werkelijk beschikbaar gestelde bedrag in 2005 (zie tabel 8.2.1) is te verklaren uit de loon- en prijsbijstelling die in de<br />
loop van 2005 is toegekend en interne toekenning van extra middelen voor telewerken.<br />
JAARVERSLAG 2005 49
50<br />
JAARVERSLAG 2005
Bijlagen 1 t/m 9<br />
Bijlage 1 Context, taken, bevoegdheden en werkterrein<br />
Bijlage 2 Organisatie en positionering<br />
Bijlage 3 Overzicht relevante wet- en regelgeving<br />
Bijlage 4 Cijfermatige overzichten arbeidsomstandigheden<br />
Bijlage 5 Cijfermatige overzichtbestrijding arbeidsmarktfraude<br />
Bijlage 6 Cijfermatige overzichten Major Hazard Control<br />
Bijlage 7 Overzicht AI-management<br />
Bijlage 8 Overzicht van gebruikte afkortingen<br />
Bijlage 9 Overall picture and key fi gures 2005<br />
JAARVERSLAG 2005 51
52<br />
JAARVERSLAG 2005
Bijlage 1<br />
Context, taken, bevoegdheden,<br />
werkterrein, visie en missie<br />
Wettelijke context<br />
Het wettelijk kader waarbinnen de Arbeidsinspectie<br />
opereert wordt in grote mate bepaald door de Arbeidsomstandighedenwet,<br />
de Arbeidstijdenwet, de Wet arbeid<br />
vreemdelingen, het Besluit Risico’s Zware Ongevallen,<br />
de Kernenergiewet, de Bestrijdingsmiddelenwet en de<br />
Warenwet.<br />
Voor een volledige opsomming van de wetten die de AI<br />
handhaaft en uitvoert zie bijlage no.1.<br />
Beleidsterreinen en taken<br />
De Arbeidsinspectie opereert op de volgende beleidsterreinen:<br />
• arbeidsomstandigheden;<br />
• arbeidsvoorwaarden;<br />
• arbeidsmarkt;<br />
• major hazard control.<br />
De belangrijkste (actieve, reactieve en uitvoerende) activiteiten<br />
van de Arbeidsinspectie in het kader van voornoemde<br />
beleidsterreinen en taken in 2005 waren:<br />
• toezicht, handhaving en monitoring via inspecties (o.a.<br />
Arbeidsomstandigheden- en Arbeidstijdenwet);<br />
• toezicht, opsporing en handhaving via inspecties (Wet<br />
arbeid vreemdelingen);<br />
• onderzoek van meldingen van klachten van werknemers<br />
m.b.t. hun arbeidsomstandigheden;<br />
• onderzoek van meldingen van ernstige arbeidsongevallen;<br />
• beoordeling van veiligheidsrapporten en inspectie<br />
van bovengemiddeld risicovolle bedrijfsinstallaties en<br />
-processen (Major Hazard Control)<br />
• behandeling van aanvragen van vergunningen, ontheffi<br />
ngen en vrijstellingen in het kader van de Arbeidstijdenwet;<br />
• toezicht, vergunningverlening en vergunningintrekking<br />
(Kernenergiewet);<br />
• het uitvoeren van risicoanalyses;<br />
• monitoring en het genereren van beleidsrelevante infor-<br />
matie (het in beeld brengen en overdragen van in de<br />
praktijk aangetroffen situaties, tendensen, uitwerking van<br />
de wet- en regelgeving en ontwikkelingen) ten behoeve<br />
van de beleidsmakers en de strategisch managers;<br />
• advisering van het Agentschap-SZW ten aanzien van<br />
subsidieverlening (SPA- en Farboregeling);<br />
Handhaving<br />
Conform haar missie, richt de Arbeidsinspectie zich met<br />
name op misstanden.<br />
Uitgangspunt is, dat de AI zich niet op details, maar<br />
op ernstige risico’s en misstanden concentreert.<br />
De AI hanteert de volgende bestuurlijke en strafrechtelijke<br />
handhavingsinstrumenten:<br />
• de offi ciële waarschuwing;<br />
• het bevel tot onmiddellijke stillegging van het werk/<br />
werkzaamheden;<br />
• de eis tot naleving van de wet;<br />
• de bestuurlijke boete;<br />
• het proces-verbaal (in strafrechtelijke zin).<br />
Bevoegdheden<br />
Bij de uitvoerende activiteiten heeft de AI begrensde<br />
beleids- en bewegingsvrijheid. De criteria hiervoor zijn<br />
in regelgeving en instructies vastgelegd. Hieronder het<br />
overzicht van <strong>document</strong>en waarin de bevoegdheden<br />
en gedragsregels van de (medewerkers van de) AI zijn<br />
vastgelegd:<br />
• Besluit- en Wijziging Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar<br />
Arbeidsinspectie 2004;<br />
• Aanwijzingsregeling en Wijziging Aanwijzingsregeling<br />
toezichthoudende ambtenaren en ambtenaren met specifi<br />
eke uitvoeringstaken op grond van SZW-wetgeving;<br />
• Bevoegdheden van inspecteurs bij het binnentreden<br />
van woningen;<br />
• Gedragscode Arbeidsinspectie;<br />
• Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit Arbeidsinspectie<br />
2005.<br />
JAARVERSLAG 2005 53
Voor de volledige tekst van deze <strong>document</strong>en wordt<br />
verwezen naar: www.arbeidsinspectie.nl (rubriek: ‘Wetgeving<br />
& handhaving’, respectievelijk: ‘Bevoegdheden AI’).<br />
Omvangrijk en complex werkterrein, begrensde<br />
capaciteit<br />
De AI opereert in een complex en omvangrijk veld,<br />
waar ze te maken heeft met een groot aantal wettelijke<br />
bepalingen. Het merendeel van die bepalingen is een<br />
rechtstreekse vertaling van de Europese richtlijnen voor<br />
veiligheid en gezondheid op het werk, of is uitvloeisel<br />
van Europese marktordeningprincipes (onder andere:<br />
vrij verkeer van mensen en goederen).<br />
Nederland telde in december 2005 ongeveer 717.000<br />
geregistreerde bedrijven met in totaal meer dan<br />
7.040.000 werknemers 1 . Daarnaast telt ons land<br />
enkele duizenden (semi-)overheidsinstanties. Vrijwel<br />
al deze bedrijven en instanties behoren tot het<br />
(toezichts)domein van de AI. Dit impliceert dat de AI<br />
- gelet op de begrensde capaciteit - gemiddeld over het<br />
totaal aan bedrijven en instellingen - slechts een relatief<br />
lage inspectiefrequentie kan bereiken. Door gebruik te<br />
maken van scherpe risicoanalyses wordt de inspectiecapaciteit<br />
zoveel mogelijk ingezet waar de grootste risico’s<br />
en misstanden worden verwacht (vissen waar vis zit).<br />
Door de gebruikmaking van dynamiserende (uitstralende)<br />
effecten van de inspectieprojecten (o.a. het<br />
generen van media-aandacht, voor- en naoverleg met<br />
de geïnspecteerde branche) worden ook niet-geïnspecteerde<br />
bedrijven binnen een branche gestimuleerd om<br />
maatregelen te nemen die de arbeidsomstandigheden op<br />
een hoger plan brengen.<br />
Daarnaast wordt via het onderzoeken van klachten,<br />
tips en ongevalsmeldingen, de trefkans bij bedrijven met<br />
mogelijke misstanden vergroot.<br />
Visie en missie<br />
Begin 2005 heeft de staatsecretaris van Sociale Zaken<br />
en Werkgelegenheid de vernieuwde visie en missie van<br />
de Arbeidsinspectie bekrachtigd. De visie en missie zijn<br />
ondermeer gebaseerd op de impact van maatschappelijke<br />
en politieke ontwikkelingen op de uitvoering van de<br />
taken van de Arbeidsinspectie.<br />
De vernieuwde missie van de AI luidt als volgt:<br />
‘De Arbeidsinspectie bevordert door middel van hand-<br />
1 Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek, 1 januari 2005<br />
54<br />
having de naleving van de wetgeving op het terrein van<br />
de veiligheid en gezondheid op het werk en bestrijdt<br />
illegale tewerkstelling. Daarbij wordt prioriteit gegeven<br />
aan de aanpak van misstanden. De AI levert relevante<br />
informatie over de naleving op deze terreinen en draagt<br />
daarmee bij aan het inzicht in de werking en vergroting<br />
van de effectiviteit van het overheidsbeleid’.<br />
De vernieuwde missie, die in 2005 is geformuleerd, is<br />
een aangescherpte voortzetting van de koers die de<br />
Arbeidsinspectie al enige jaren op hoofdlijnen volgt. De<br />
missie geeft zo richting aan de handhavingsactiviteiten<br />
van de AI. Zowel de preventieve als de repressieve aandacht<br />
worden zo op het ontstaan, bestaan of voortduren<br />
van misstanden en ernstige risico’s geconcentreerd. De<br />
AI wil daarmee een organisatie zijn die zich voornamelijk<br />
op dié thema’s richt, die als een maatschappelijk en<br />
politiek probleem worden gezien.<br />
Naast bestrijding van misstanden en ernstige risico’s, wil<br />
de AI ook een bijdrage leveren aan de maatschappelijke<br />
doelstellingen die het ministerie van SZW nastreeft: het<br />
stimuleren van werkgelegenheid, moderne arbeidsrelaties<br />
en een activerende sociale zekerheid.<br />
JAARVERSLAG 2005
Bijlage 2<br />
Organisatie en positionering<br />
Positie Arbeidsinspectie binnen het ministerie<br />
van SZW<br />
De Arbeidsinspectie is onderdeel van het ministerie van<br />
Sociale Zaken en Werkgelegenheid en opereert onder<br />
ministeriele verantwoordelijkheid. De algemeen directeur<br />
van de AI rapporteert aan de Inspecteur-generaal<br />
SZW-inspecties.<br />
Twee SZW-inspectiediensten onder één Inspectoraat-generaal<br />
Onder de Inspecteur-generaal SZW-inspecties, functioneren<br />
twee inspectiediensten. Naast de Arbeidsinspectie<br />
is dat de Inspectie Werk en Inkomen (IWI). IWI houdt<br />
toezicht op de uitvoering van beleid op het terrein van<br />
werk en inkomen (toezicht op de uitvoeringsorganisaties<br />
die de sociale verzekeringswetten uitvoeren en op de<br />
gemeenten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering<br />
van wetgeving op het terrein van de sociale voorzieningen).<br />
Er wordt intensief met de z.g. ‘beleidskolom’ van het<br />
departement overlegd en samengewerkt.<br />
Het toezicht op de naleving van wetten en de handhaving<br />
daarvan, is immers een van de instrumenten van de<br />
beleidsaanpak. Niettemin heeft de AI - onder andere<br />
overeenkomstig de vigerende Kaderstellende Visie op<br />
Toezicht - een eigen verantwoordelijkheid bij het toezicht,<br />
die vooral tot uitdrukking komt in de selectie van<br />
te inspecteren sectoren en bedrijven; bij de inzet van de<br />
handhavingsinstrumenten (het maken van eigen afwegingen/keuzes);<br />
en bij de rapportages naar aanleiding van toezicht-<br />
en opsporingsactiviteiten in bedrijven en sectoren.<br />
Ook wordt bijgedragen aan de evaluatie van (acceptatie,<br />
mate van werking en handhaafbaarheid van) de wetgeving<br />
en het beleid en worden beleidsrelevante signalen<br />
afgegeven.<br />
In het kader van de ontwikkeling van nieuwe wetgeving<br />
adviseert de AI over de praktische<br />
handhaafbaarheid daarvan.<br />
In 2005 is veel capaciteit besteed aan de voorbereidingen<br />
op de te vernieuwen <strong>Arbo</strong>wet.<br />
Organisatie van de Arbeidsinspectie<br />
De Arbeidsinspectie omvatte in 2005 zeven directies en<br />
twee stafafdelingen, te weten:<br />
• Er zijn vier z.g. arbo-directies (Bouw, Industrie, Commerciële<br />
Dienstverlening en Publieke Dienstverlening,<br />
inclusief de landbouwsector) die toezicht houden op<br />
naleving van onder andere de Arbeidsomstandighedenwet<br />
en de Arbeidstijdenwet.<br />
• De directie Arbeidsmarktfraude houdt toezicht op de<br />
naleving van de Wet arbeid vreemdelingen (opsporing<br />
en bestrijding van illegale tewerkstelling en identiteitsfraude<br />
bij werkgevers).<br />
• Op grond van het Besluit Risico’s Zware Ongevallen<br />
en het Besluit Aanvullende Risico-Inventarisatie en<br />
-Evaluatie, houdt de directie Major Hazard Control<br />
toezicht op bedrijven met bovengemiddelde veiligheids<br />
en gezondheidsrisico’s.<br />
• De directie Inspectieondersteuning ondersteunt en<br />
faciliteert de AI-organisatie op een uiteenlopend aantal<br />
terreinen, zoals: het aandragen, beheren en leveren<br />
van specialistische kennis (via het Expertisecentrum);<br />
beheer en ontwikkeling van digitale bedrijfsvoeringsystemen<br />
en websites; afwikkeling van de door de AI<br />
aangezegde bestuurlijke boetes; personeelsontwikkeling<br />
en administratie en bedrijfsvoering.<br />
• De stafafdeling Concernbeleid heeft als belangrijkste<br />
taken: strategie- en beleidsontwikkeling en concernbrede<br />
coördinatie, concernplanning en control,<br />
begeleiding en analyse van monitoronderzoeken en<br />
ondersteuning van de algemeen directeur van de<br />
Arbeidsinspectie.<br />
• De afdeling Juridische Zaken geeft juridische adviezen<br />
en behandelt bezwaar- en beroepszaken naar aanleiding<br />
van door de AI opgelegde bestuurlijke boetes en<br />
andere afgegeven beschikkingen.<br />
JAARVERSLAG 2005 55
Bij de Arbeidsinspectie waren op 31 december 2005 totaal<br />
953 medewerkers in dienst, waarvan 478 inspecteurs;<br />
• 270 inspecteurs waren belast met het toezicht op de<br />
<strong>Arbo</strong>wet- en regelgeving;<br />
• 168 inspecteurs hadden toezicht- en opsporingstaken<br />
op het terrein van de arbeidsmarktfraude;<br />
56<br />
• 40 inspecteurs hadden toezichtstaken op het terrein<br />
van de Major Hazard Control;<br />
• 138 van het totaal aan inspecteurs was vrouw.<br />
• De rest van de medewerkers hadden o.a. ondersteunende,<br />
faciliterende- en advieserende taken.<br />
Voor meer informatie over het personeelsbestand zie paragraaf<br />
7.3<br />
JAARVERSLAG 2005
Arbeidsinspectie<br />
Directie<br />
Industrie<br />
Manager<br />
Inspectie<br />
5 á 6<br />
teamleiders<br />
Per team 11 á 12<br />
inspecteurs<br />
Directie<br />
Bouw<br />
Manager<br />
Strategie<br />
Landelijk<br />
Projectleiders<br />
Afdeling<br />
Juridische Zaken<br />
Directie<br />
Commerciele<br />
Dienstverlening<br />
Inspecteur Generaal<br />
SZW-Inspecties<br />
mr. L.H.J. Kokhuis<br />
Algemeen Directeur<br />
Arbeidsinspectie<br />
dr. J.J.M. Uijlenbroek<br />
Directie<br />
Publieke<br />
Dienstverlening<br />
Afdeling<br />
Concernbeleid<br />
Directie Major<br />
Hazard Control<br />
Directie<br />
Arbeidsmarktfraude<br />
Directie<br />
Inspectie<br />
Ondersteuning<br />
Afdeling<br />
Bestuurlijke<br />
Boete<br />
Afdeling<br />
Binnendienst<br />
Expertisecentrum<br />
Afdeling<br />
Personeelsontwikkeling<br />
Afdeling<br />
Informatie<br />
voorziening<br />
JAARVERSLAG 2005 57
58<br />
JAARVERSLAG 2005
Bijlage 3<br />
Overzicht relevante<br />
wet- en regelgeving<br />
Totaal overzicht van door de Arbeidsinspectie te handhaven en uit te voeren wetten, besluiten en regelingen:<br />
• de Algemene wet gelijke behandeling<br />
• de Arbeidsomstandighedenwet 1998<br />
• het Arbeidsomstandighedenbesluit<br />
• de Arbeidsomstandighedenregeling<br />
• de Arbeidstijdenwet<br />
• het Besluit gegevensverstrekking sociale verzekering<br />
• het Besluit opslaan in ondergrondse tanks 1998<br />
• het Besluit Risico’s Zware ongevallen<br />
• de Bestrijdingsmiddelenwet 1962<br />
• het Inrichtingen– en vergunningenbesluit milieubeheer<br />
• de Kernenergiewet<br />
• de Leerplichtwet<br />
• de Stoomwet<br />
• de Warenwet<br />
• de Wet op het algemeen verbindend en onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten.<br />
• de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs<br />
• de Wet arbeid vreemdelingen<br />
• de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen<br />
• de Wet goederenvervoer over de weg<br />
• de Wet melding collectief ontslag<br />
• de Wet milieugevaarlijke stoffen<br />
• de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag<br />
• de Wet op de gevaarlijke werktuigen<br />
• de Wet op de loonvorming<br />
• de Wet op de Ondernemingsraden<br />
• de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten<br />
• de Wet vaartijden en bemanningsterkte binnenvaart<br />
• de Ziektewet<br />
JAARVERSLAG 2005 59
60<br />
JAARVERSLAG 2005
Bijlage 4<br />
Cijfermatige overzichten<br />
arbeidsomstandigheden<br />
Tabel B 4.1:<br />
Aantal bedrijfsvestigingen zoals opgenomen in het digitale bestand van de AI op 31-12-2005<br />
Bedrijfstak 2 t/m 9<br />
Aantallen werkzame personen<br />
10 t/m 99 >=100 totaal<br />
Onbekend 1025 547 132 1704<br />
Landbouw 23543 3615 80 27238<br />
Industrie 23757 11701 1793 37251<br />
Bouw 30559 9699 543 40801<br />
Handel 161825 31899 1365 195089<br />
Vervoer 18162 6071 763 24996<br />
Dienstverlening 190152 43071 5721 238944<br />
Totaal 449023 106603 10397 566023<br />
De tabel geeft per bedrijfstak het aantal werkzame werknemers weer, zoals aanwezig in het geautomatiseerde vestigingenbestand<br />
Arbeidsinspectie (GISAI) op 31-12- 2005.<br />
(Gerekend vanaf een personeelsbezetting vanaf 1 werknemer, gaat het om circa 7.041.000 werknemers).<br />
Het gaat hierbij om bedrijfsvestigingen die:<br />
• tot het werkterrein van de AI behoren,<br />
• niet in 2005 zijn gestaakt,<br />
• al of niet economisch actief zijn,<br />
• in Nederland zijn gevestigd,<br />
over een geregistreerd aantal werknemers (meer dan<br />
één) beschikken.<br />
Bedrijfstak BIK-codes<br />
Onbekend 00<br />
Landbouw 01, 02, 05, 10, 11, 14<br />
Industrie 15 t/m 37, 40, 41<br />
Bouw 45<br />
Handel 50, 51, 52, 55<br />
Vervoer 60 t/m 64<br />
Dienstverlening 65, 66, 67, 70 t/m 75, 80, 85, 90 t/m 93, 95, 99<br />
NB! Niet genoemde 2-cijferige BIK-codes komen niet in het AI-bestand voor.<br />
De bedrijfstak is afgeleid van de eerste 2 posities van de<br />
hoofd BIK-code van de vestiging.<br />
Dit ziet er als volgt uit:<br />
JAARVERSLAG 2005 61
Tabel B 4.2:<br />
Handhavingspercentages m.b.t. actieve arbozaken bij eerste en vervolginterventies 2003-2005<br />
(voor 2005 uitgesplitst naar bedrijfstakdirectie en grootteklasse).<br />
2005 Handhavingspercentage bij eerste interventie Handhavingspercentage bij vervolg interventie<br />
Bedrijfstak<br />
Industrie 63% 7%<br />
Bouw 62% 3%<br />
Commerciële Diensverlening 43% 6%<br />
Publieke Dienstverlening 59% 3%<br />
Grootteklasse<br />
Kleinbedrijf 51% 4%<br />
Middenbedrijf 58% 5%<br />
Grootbedrijf 56% 5%<br />
Onbekend<br />
Totaal 2005 56% 4%<br />
Totaal 2004 55% 5%<br />
Totaal 2003 58% 6%<br />
In de bedrijfstak Bouw wordt een tamelijk hoog handhavingspercentage<br />
bij eerste interventies (62%), gevolgd<br />
door een relatief geringe inzet van handhavingsinstrumenten<br />
bij vervolginterventies (3%). Er zijn meer<br />
mogelijke oorzaken voor de geringe inzet bij vervolginterventies.<br />
Ten eerste gaat het in de bouwsector vaak<br />
om zeer ernstige overtredingen, waar regelmatig stilleggingen<br />
worden ingezet. (Bij stillegging is het vanwege<br />
fi nanciële overwegingen voor bedrijven van groot belang<br />
om de overtreding zo snel mogelijk op te heffen, zodat<br />
het werk snel weer verder kan gaan en een vervolginterventie<br />
achterwege kan blijven).Ten tweede vinden de<br />
inspecties in de bouw vaak op tijdelijke en snel veranderende<br />
locaties plaats. Bij vervolginterventies kan het<br />
dan voorkomen dat inmiddels niet meer op de betref-<br />
62<br />
Toelichting<br />
De inzet van handhavingsinstrumenten bij afgesloten z.g. actieve ‘(arbo)zaken’ is met behulp van handhavingspercentages<br />
weergegeven. Het handhavingspercentage is het percentage zaken waarbij één of meer handhavingsinstrumenten zijn<br />
ingezet. Dit is uitsluitend gebaseerd op de afgesloten actieve arbozaken. (Monitorzaken zijn buiten beschouwing gelaten<br />
omdat in monitorzaken, met uitzondering wanneer de inspecteur ernstige misstanden aantreft, doorgaans niet wordt<br />
gehandhaafd).<br />
Het handhavingspercentage is onderscheiden naar het percentage bij eerste interventies en het -percentage bij vervolginterventies<br />
(voorbeeld: bij 56% van de in 2005 afgesloten actieve arbozaken, is tenminste één handhavingsinstrument<br />
ingezet bij eerste interventies. Bij tweede interventies (controlebezoeken) is in 2005 bij slechts 4% van de zaken een<br />
handhavingsinstrument ingezet).<br />
Het percentage m.b.t. de vervolginterventies is voor het tweede achtereenvolgende jaar gedaald. Voor 2005 is dit echter<br />
enigszins gefl atteerd, omdat m.i.v. 1 juli 2005 het handhavingbeleid ten aanzien van de Risico-inventarisatie en -evaluatie<br />
bij bedrijven met een personeelsbestand tot 25 werknemers in bepaalde opzichten is versoepeld.<br />
Toch lijkt sprake van een geleidelijke toename van de effectiviteit van de interventie-inzet.<br />
fende locatie wordt gewerkt, of dat de situatie zodanig is<br />
gewijzigd, dat de overtreding niet meer van toepassing is,<br />
c.q. niet meer kan worden vastgesteld.<br />
JAARVERSLAG 2005
Tabel B.4.3:<br />
Percentages van de afgesloten actieve arbozaken waarbij een boete is aangezegd, 2003-2005<br />
12<br />
10<br />
8<br />
6<br />
4<br />
2<br />
0<br />
2003 2004 2005<br />
Toelichting<br />
Procentueel is het aantal zaken waarbij een boete is aangezegd, gedaald van 11% in 2003 naar 6% in 2005. Het gewijzigde<br />
handhavingsbeleid met betrekking tot de Risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) heeft hier een rol bij gespeeld.<br />
In 2003 was het niet kunnen tonen van een door een <strong>Arbo</strong>-dienst getoetste RI&E nog direct beboetbaar. In 2004 is de<br />
AI hier anders op gaan inspecteren, door uitsluitend op het niet voorhanden hebben van een RI&E te handhaven, als een<br />
overtreding op de werkplek werd aangetroffen. Ook wanneer een niet door een <strong>Arbo</strong>-dienst getoetste RI&E werd aangetroffen,<br />
werd eerst een waarschuwing gegeven, in plaats van een directe boeteaanzegging.<br />
Tabel B.4.4:<br />
Aantal zaken met inzet en zwaarte van de handhavingsinstrumenten (2003-2005) i.k.v. de Arbeidstijdenwet (ATW)<br />
(voor 2005 naar bedrijfstakdirectie en grootteklasse)<br />
2005<br />
Bedrijfstakdirectie<br />
Aantal ATW zaken met inzet van Aantal handhavingsinstrument(en)<br />
handhavingsinstrument(en) Licht zwaar totaal<br />
waarschuwing/eis stillegging/PV/boete<br />
Industrie 87 107 71 178<br />
Bouw 44 43 45 88<br />
Commerciële Diensverlening 546 794 131 925<br />
Publieke Dienstverlening 159 147 142 289<br />
Onbekend 7 7 1 8<br />
Grootteklasse<br />
Kleinbedrijf 278 286 142 428<br />
Middenbedrijf 444 627 192 819<br />
Grootbedrijf 75 127 35 162<br />
Onbekend 46 58 21 79<br />
Totaal 2005 843 1098 390 1488<br />
Totaal 2004 763 970 344 1314<br />
Totaal 2003 719 1851 396 1247<br />
Toelichting<br />
De tabel is een optelsom van actieve inspecties en (reactieve) onderzoeken van klachten en ongevallen. Uit de tabel blijkt<br />
dat het totaal aantal zaken waarin één of meer handhavingsinstrumenten in het kader van de Arbeidstijdenwet (inclusief<br />
het Arbeidstijdenbesluit of het Arbeidstijdenbesluit vervoer) is ingezet, een licht stijgende lijn vertoont (van 719 in 2003<br />
naar 843 in 2005). Dit geldt in min of meer gelijke mate voor de inzet van lichte en zware handhavinginstrumenten.<br />
JAARVERSLAG 2005 63
Tabel B.4.5<br />
Onderverdeling van beroepsziektemeldingen per bedrijfstak (Nationale Registratie)<br />
Sectoren Meldingen per 100.000 Meldingen per 100.000 Meldingen per 100.000<br />
werknemers 2002 werknemers 2003 werknemers 2004<br />
Industrie 102 121 98<br />
Reparatie en Handel 27 26 24<br />
Zakelijke Dienstverlening 56 44 35<br />
Gezondheidszorg 51 55 53<br />
Alle Sectoren 87 97 94<br />
64<br />
Bovenstaand overzicht 6.3 is ontleend aan: Signaleringsrapport Beroepsziekten 2005 van het Nederlands Centrum voor<br />
Beroepsziekten, het Coronel Instituut en het Academisch Medisch Centrum Amsterdam.<br />
Tabel B.4.6<br />
Aantal klachten en ongevallen in 2005, aantallen gestarte onderzoeken en inzet van soorten handhavingsinstrumenten<br />
Toegepast handhavingsinstrument Klacht Ongeval<br />
Totaal meldingen 2005 2.281 3.064<br />
Gestarte onderzoeken 2005 1.725 2.044<br />
Interventies met hantering van instrument middelzwaar 930 227<br />
Interventies met hantering van instrument zwaar 495 1.209<br />
Interventies met hantering van instrument<br />
Uitsplitsing van zware handhavingsinstrumenten<br />
Boeterapport i.k.v. Arbeidsomstandighedenwet 89 34<br />
Interventies met hantering van instrument Boeterapport i.k.v. Arbeidstijdenwet 35 0<br />
Interventies met hantering van instrument Boetrapport m.b.t. werknemer 9 0<br />
Interventies met hantering van instrument Boeterapport i.v.m. ongeval 0 518<br />
Interventies met hantering van instrument Ongeval: maatregelenbrief + ongevalsboeterapport 0 495<br />
Interventies met hantering van instrument Ongeval: maatregelenbrief + proces-verbaal 0 17<br />
Interventies met hantering van instrument Proces-verbaal 10 52<br />
Interventies met hantering van instrument Stillegging 241 31<br />
Interventies met hantering van instrument Stillegging+ ongevalsboeterapport 0 57<br />
Interventies met hantering van instrument Stillegging+ regulier boeterapport 102 1<br />
Interventies met hantering van instrument Stillegging + proces-verbaal 9 4<br />
% afgesloten trajecten met inzet handhavingsinstrument bij (ten dele) gegronde klachten 91%<br />
% afgesloten trajecten met inzet zwaar handhavingsinstrument bij meldingsplichtige ongevallen 63%<br />
JAARVERSLAG 2005
Overzicht B 4.7<br />
Meest geconstateerde overtredingen in actieve<br />
arboinspecties 2005<br />
Respectievelijk:<br />
• het procentuele aantal overtredingen;<br />
• betreffend artikel uit het <strong>Arbo</strong>besluit;<br />
• een korte omschrijving van de overtreding.<br />
Overtredingen met een lagere score dan 2% zijn niet opgenomen.<br />
• 12% Artikel 3.16 lid 1 <strong>Arbo</strong>besluit: bij valgevaar zijn<br />
geen veilige voorzieningen aangebracht om valgevaar<br />
tegen te gaan (steiger, stelling, hekwerken, leuningen).<br />
• 10% Artikel 5.2 <strong>Arbo</strong>besluit: het werk is niet zodanig<br />
(georganiseerd) dat fysieke belasting geen gevaar<br />
oplevert voor de veiligheid en gezondheid van werknemers.<br />
• 8% Artikel 7.7 lid 1 <strong>Arbo</strong>besluit: bewegende delen<br />
van een arbeidsmiddel (machine, gereedschap, installatie,<br />
etc.) zijn niet van zodanige schermen/beveiligingsinrichtingen<br />
voorzien dat gevaar zoveel mogelijk<br />
wordt voorkomen.<br />
• 3% Artikel 5 lid 1 <strong>Arbo</strong>wet: er is sprake van een<br />
onvolledige risico-inventarisatie en –evaluatie.<br />
• 3% Artikel 8.3 lid 2 <strong>Arbo</strong>besluit: de werkgever zorgt<br />
er niet voor dat werknemers - waar dit nodig is -<br />
persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken/dragen.<br />
• 2% Artikel 3.2 lid 1 <strong>Arbo</strong>besluit: arbeidsplaatsen<br />
zijn niet veilig toegankelijk, kunnen niet veilig worden<br />
verlaten, zijn niet zindelijk, zijn niet zoveel mogelijk<br />
vrij van stof en ordelijk en zijn niet zodanig ingericht,<br />
dat gevaar voor de veiligheid en gezondheid van de<br />
werknemers zoveel mogelijk is voorkomen.<br />
• 2% Artikel 7.5 lid 1 <strong>Arbo</strong>besluit: er zijn geen maatregelen<br />
genomen om arbeidsmiddelen, d.m.v. toereikend<br />
onderhoud, in een zodanige staat te houden,<br />
dat gevaar voor de veiligheid en gezondheid van de<br />
werknemers zoveel mogelijk is voorkomen.<br />
• 2% Artikel 7.4 lid 3 <strong>Arbo</strong>besluit: een arbeidsmiddel is<br />
niet zodanig geplaatst of ingericht dat het gevaar van<br />
verschuiven, omvallen, kantelen, oververhitting, brand,<br />
ontploffen, blikseminslag en directe of indirecte aanraking<br />
met elektriciteit, zoveel mogelijk is voorkomen.<br />
• 2% Artikel 4 lid 2 <strong>Arbo</strong>wet: de werkgever voert geen<br />
beleid tegen agressie en geweld.<br />
• 2% Artikel 7.4a lid 3 <strong>Arbo</strong>besluit: een arbeidsmiddel<br />
dat onderhevig is aan verslechteringen/ slijtage, is<br />
niet zo dikwijls als nodig is, gekeurd en (waar nodig)<br />
beproefd.<br />
• 2% Artikel 8 lid 1 <strong>Arbo</strong>wet: er is geen doeltreffende<br />
informatie verstrekt aan werknemers over (de aard<br />
van) zijn/haar werkzaamheden, de daaraan verbonden<br />
risico’s en de getroffen maatregelen.<br />
• 2% Artikel 3.3 lid 2 <strong>Arbo</strong>besluit: de inrichting van de<br />
arbeidsplaats is niet zodanig dat voorkomen wordt<br />
dat voorwerpen en/of stoffen instorten, verschuiven,<br />
omvallen of kantelen.<br />
• 2% Artikel 6.7 lid 1 <strong>Arbo</strong>besluit: het in het kader van<br />
de risico-inventarisatie en –evaluatie, niet beoordelen<br />
en zo nodig meten van het geluidsniveau op iedere<br />
arbeidsplaats.<br />
Opmerking:<br />
Met een ‘arbeidsmiddel’ wordt onder andere bedoeld:<br />
een machine, een installatie, een gereedschap,<br />
een steiger, een verplaatsbare trap, een hijs- of hefmiddel,<br />
een hulpmiddel, etc.<br />
Duidelijk zichtbaar is dat bepalingen ten aanzien van:<br />
• het voorkomen van valgevaar (12%),<br />
• het tegengaan van fysieke overbelasting (10%),<br />
• het niet (voldoende) afschermen van bewegende en<br />
gevaar opleverende delen van arbeidsmiddelen, zoals<br />
machines, gereedschappen, installaties, etc. (8%),<br />
het meest worden overtreden.<br />
JAARVERSLAG 2005 65
66<br />
JAARVERSLAG 2005
Bijlage 5<br />
Bestrijding Arbeidsmarktfraude<br />
Overzicht: van in 2005 gestarte ‘zaken’ per z.g. risicosector, aantal beboete zaken en aantal illegaal tewerkgestelden<br />
In onderstaande tabel zijn de gestarte zaken gespecifi ceerd naar de belangrijkste risicosectoren waarin de Arbeidsinspectie<br />
actief is, onderverdeeld in z.g. ‘arbeidsmarktfraude-activiteiten’ 1 en activiteiten in het kader van multidisciplinaire<br />
interventieteams. (IT-activiteiten)<br />
In 2005 gestarte AMF-zaken Totaal Zaken met één of meer Aantallen aangetroffen<br />
per risicosector<br />
Horeca<br />
boeterapporten illegaal tewerkgestelden<br />
AMF-activiteiten 2.039 607 959<br />
Bouw w<br />
Land- en tuinbouw<br />
1.134 413 1.116<br />
AMF-activiteiten 1.149 197 635<br />
IT-activiteiten2 Uitzendbranche<br />
784 193 398<br />
AMF-activiteiten<br />
Distributie<br />
899 93 163<br />
AMF-activiteiten 67 12 43<br />
IT-activiteiten 24 14 99<br />
Schoonmaak k<br />
Vlees- en visverwerkende industrie<br />
132 23 38<br />
AMF-activiteiten 224 56 124<br />
IT-activiteiten<br />
Krantenbezorging<br />
30 9 14<br />
AMF-activiteiten<br />
Bakkerijen<br />
19 15 70<br />
AMF-activiteiten 201 103 180<br />
Autohandel<br />
Overige branches<br />
269 64 105<br />
AMF-activiteiten 1128 284 554<br />
IT-activiteiten 534 118 15<br />
Totaal 8.633 2.2013 4.656<br />
AMF-activiteiten 7.238 1.860 3.974<br />
IT-activiteiten 1.395 341 682<br />
1 Onder Arbeidsmarktfraude(AMF)-activiteiten vallen alle landelijke en regionale AMF-projecten (actief) en de onderzoeken naar aanleiding van binnengekomen<br />
meldingen (reactief).<br />
2 Activiteiten binnen interventieteams<br />
3 Indien bij een overtreding van de Wav meer werkgevers zijn betrokken, wordt aan al deze werkgevers een boete aangezegd. Dit doet zich bijvoorbeeld voor<br />
indien, behalve een feitelijke werkgever/opdrachtgever, ook (werknemers van) uitzendbureaus of onderaannemers zijn ingehuurd, c.q. betrokken. Het totale<br />
aantal aangezegde boeterapporten is in feite dan ook ruim 2500.<br />
JAARVERSLAG 2005 67
In 2005 zijn in het totaal ruim 2500 bestuurlijke boetes<br />
aangezegd. Het totaalbedrag aan tot nu toe opgelegde<br />
boetebeschikkingen bedraagt ruim 13 miljoen euro,<br />
waarvan circa 4,6 miljoen in 2005 is geïncasseerd. Verder<br />
zijn in 2005 nog ca. 730 processen-verbaal bij het Openbaar<br />
Ministerie aangeboden. Hierbij ging het voornamelijk<br />
om zaken waarbij de overtreding van de Wet Arbeid<br />
Vreemdelingen (Wav) reeds in 2004 was vastgesteld en<br />
waarbij het handhavinginstrument bestuurlijke boete in<br />
het kader van de Wav nog niet beschikbaar was.<br />
Tabel B.5.2<br />
Overzicht van de nationaliteiten van aangetroffen illegaal<br />
tewerkgestelden<br />
MOE-landers1 1.799<br />
Pools 1.532<br />
Overige 267<br />
Overige nationaliteiten 2858<br />
Chinees 644<br />
Turks 562<br />
Bulgaars 439<br />
Marokkaans 102<br />
Irakees 95<br />
Egyptisch 93<br />
Overige 923<br />
Totaal 4656<br />
68<br />
Tabel B.5.3<br />
Overzicht binnengekomen meldingen m.b.t. vermoedens van illegale<br />
tewerkstelling<br />
Overzicht binnengekomen meldingen In %<br />
Totaal 2641<br />
Waarvan in onderzoek genomen2 Resultaten:<br />
1808 68%<br />
- Boeterapport 797 44%<br />
- Proces-verbaal 9 0%<br />
- Geen overtreding geconstateerd 929 51%<br />
- Nog in behandeling 68 4%<br />
Overgedragen aan Sociale Inlichtingen en<br />
Opsporings Dienst (SIOD)<br />
5 0%<br />
Van de 2641 ontvangen meldingen over (vermoedelijk)<br />
illegale tewerkstelling in 2005, zijn er 1808 in onderzoek<br />
genomen. De meldingen die niet in onderzoek<br />
zijn genomen, konden niet worden onderzocht omdat<br />
geen locatie bekend was waar illegaal werd gewerkt, de<br />
melding niet actueel was, enz.<br />
1 Met z.g. ’Moelanders’ worden bedoeld:<br />
inwoners uit de recent bij de EU aangesloten landen: Estland, Letland, Litouwen, Slowakije, Hongarije, Tsjechië, Polen, Slovenië<br />
2 Bij 484 van de 1808 in onderzoek genomen meldingen is het onderzoek in het kader van een AMF-project of Interventieteam uitgevoerd.<br />
JAARVERSLAG 2005
Bijlage 6<br />
Major Hazard Control<br />
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de in Major Hazard Control ingezette inspectie- en onderzoekscapaciteit<br />
in uren en percentages van het totaal (100%).<br />
Tabel B.6.1<br />
Capaciteitsinzet voor het primaire proces in 2005<br />
Product Capaciteit (uren) Capaciteit (%)<br />
Periodieke inspecties i.k.v. het Besluit Risico’s Zware Ongevallen 19.260 52<br />
Inspecties i.k.v. de Aanvullende Risico-inventarisatie en -Evaluatie 4.080 11<br />
Beoordelingen veiligheidsrapporten 5.678 15<br />
Beoordelingen kennisgevingen 256 1<br />
Onderzoeken van zware ongevallen en incidenten 7.790 21<br />
Overige 436 1<br />
Totaal 37.238 100<br />
JAARVERSLAG 2005 69
70<br />
JAARVERSLAG 2005
Bijlage 7<br />
Management Arbeidsinspectie<br />
Organisatieoverzicht van alle managers bij de Arbeidsinspectie<br />
(zie ook het organigram op pagina 57)<br />
• Inspecteur generaal SZW-inspecties<br />
Mr. L.H.J. Kokhuis<br />
• Algemeen directeur Arbeidsinspectie<br />
Dr. J.J.M. Uijlenbroek<br />
• Stafafdeling Concernbeleid<br />
Hoofd: ir. P.M. Weeda<br />
• Stafafdeling Juridische Zaken<br />
Hoofd: mevr. drs. A.E. van Kampen<br />
• Directie Arbeidsmarktfraude<br />
Directeur: drs. A. van Dijk<br />
Managers Inspecties: drs. R.Bakels, Mr. H. Koenders<br />
Manager Strategie: H.A. Wessels<br />
• Directie Bouw<br />
Directeur: mr. J.P. Laemers<br />
Manager Inspecties: mevr. ir. M.B. Berndsen<br />
Manager Strategie: ir. J.A.M. Blok<br />
• Directie Commerciële Dienstverlening<br />
Directeur: drs. H.T. Bor<br />
Manager Inspecties: drs. J.A. Jol<br />
Manager Strategie: mevr. drs. S.C.M. Dröge<br />
• Directie Industrie<br />
Directeur: ir. F.G. Janssen<br />
Manager Strategie: B.G.W. van Welie (waarnemend)<br />
Manager Inspecties: drs. J.A.G.M. Dirks<br />
• Directie Major Hazard Control (MHC)<br />
Directeur: ir. R. in ’t Veld<br />
Manager MHC: ing. G. Oostveen, ing. P.L. van Lieshout<br />
Directie Publieke Dienstverlening<br />
Directeur: drs. H.T. Bor<br />
Manager Inspecties: drs. J.A. Jol, K.H. van Dijk<br />
Manager Strategie: ir. T.J.B. van der Hoeven<br />
• Directie Inspectieondersteuning<br />
Directeur: drs. D. Wallenburg<br />
• Expertisecentrum<br />
Hoofd: Dr. P.C. Noordam<br />
• Afdeling Bestuurlijke Boetes<br />
Hoofd: mevr. I. Mantjes–Schubarth<br />
• Afdeling Informatievoorziening<br />
Hoofd: drs. A.D. J. Walschots<br />
• Afdeling Personeelsontwikkeling<br />
Hoofd: mevr. ir. W. Alberts<br />
• Binnendienst<br />
(centrale afdeling administratie en bedrijfsvoering) g<br />
Hoofd: T. Westerhof<br />
JAARVERSLAG 2005 71
72<br />
JAARVERSLAG 2005
Bijlage 8<br />
Overzicht van gebruikte<br />
afkortingen<br />
AI Arbeidsinspectie<br />
AIRA Arbeidsinspectie Risicoanalysemodel<br />
<strong>Arbo</strong> Arbeidsomstandigheden<br />
ARK Algemene Rekenkamer<br />
ARIE Aanvullende Risico Inventarisatie en -Evaluatie<br />
ATW Arbeidstijdenwet<br />
AVO Arbeidsvoorwaardenonderzoek<br />
AVR Arbeidsveiligheidsrapport<br />
BIK Bedrijfscode-Indeling Kamers van Koophandel<br />
BRZO Besluit Risico’s Zware Ongevallen<br />
BZK Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksaangelegenheden<br />
CAO Collectieve arbeidsovereenkomst<br />
CE Communauté Européenne<br />
EC Expertise Centrum Arbeidsinspectie<br />
EZ Ministerie van Economische Zaken<br />
Farbo Subsidieregeling t.b.v. de stimulering van het toepassen van arbovriendelijke arbeidsmiddelen<br />
FPU Flexibele Pensionering en Uittreding<br />
GISAI Geïntegreerd informatiesysteem Arbeidsinspectie<br />
IALI International Association of Labour Inspections<br />
IG Inspecteur-generaal<br />
ILO International Labour Organisation<br />
i-Net InspectieNet (geïntegreerd digitaal bedrijfsvoeringsysteem Arbeidsinspectie)<br />
INK Instituut Nederlandse Kwaliteit<br />
IVW Inspectie Verkeer en Waterstaat<br />
KEW Kernenergiewet<br />
MHC Major Hazard Control<br />
OM Openbaar Ministerie<br />
OPS Organisch Psycho Syndroom<br />
OR Ondernemingsraad<br />
PI Prestatie Indicator<br />
PAO Programma Andere Overheid<br />
PBZO Preventie Beleid Zware Ongevallen<br />
PV Proces-verbaal<br />
JAARVERSLAG 2005 73
PvA Plan van Aanpak<br />
RI&E Risico Inventarisatie en Evaluatie<br />
RIF Regionaal interdisciplinair fraudeteam.<br />
RSI Repetitive Strain Injuries<br />
RVI Rijksverkeersinspectie<br />
SIOD Sociale Inlichtingen- en Opsporings Dienst<br />
SLIC Senior Labour Inspectors Committee<br />
SodM Staatstoezicht op de Mijnen<br />
SVB Sociale Verzekeringsbank<br />
SPA Subsidieregeling Preventie van Arbeidsuitval<br />
SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid<br />
UWV Uitvoeringsinstelling Werknemersverzekeringen<br />
V&G Veiligheid en Gezondheid<br />
VROM Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu<br />
V&W Ministerie van Verkeer en Waterstaat<br />
VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.<br />
Waadi Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs<br />
WIA Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen<br />
Wav Wet arbeid vreemdelingen<br />
WIT Westland Interventie Team<br />
74<br />
JAARVERSLAG 2005
Bijlage 9<br />
Overall picture and key fi gures<br />
2005<br />
1.1 General picture<br />
Supervision of compliance<br />
The Labour Inspectorate (AI) together with the Work<br />
and Income Inspectorate (IWI) form together the<br />
Inspectorate General of the Ministry of Social Affairs<br />
and Employment (SZW) Inspectorates and falls organisationally<br />
under the Inspector General of the Ministry of<br />
Social Affairs and Employment Inspectorates.<br />
By supervising compliance with the applicable legislation<br />
and regulations, the Labour Inspectorate contributes<br />
to enhancing safe and healthy working conditions and<br />
sound hours of work and hours of rest for the employees.<br />
In addition, the Labour Inspectorate makes a major<br />
contribution to tackling labour market fraud (including<br />
illegal work).<br />
The Working Conditions Act (Arbeidsomstandighedenwet),<br />
the Working Hours Act (Arbeidstijdenwet),<br />
the Foreign Nationals (Employment) Act (Wet arbeid<br />
vreemdelingen) and the Major Accidents (Risks) Decree<br />
(Besluit Risico’s Zware Ongevallen) constitute the most<br />
important corpus of law on which the Labour Inspectorate<br />
exercises its supervision. In the approach to this<br />
inspection, the priority is the detection and elimination<br />
of serious offences. Enforcement of legislation and regulations<br />
and supplying relevant (policy) information to the<br />
policymakers are the core tasks in this respect.<br />
Dynamiting effect of sector oriented inspection<br />
projects<br />
The inspection, detection and control input of the<br />
Labour Inspectorate is primarily aimed at encouraging<br />
compliance with legislation and regulations among<br />
inspected businesses. From follow up checks in connection<br />
with the Working Conditions Act, it appears that<br />
in 96% of the situations initially detected, the shortcomings/violations<br />
have ceased.<br />
Inspecting in sector-oriented projects implies that the<br />
approach – from the preparation of the inspection<br />
project up to and including the discussion of the project<br />
report with the respective branches of industry – is specifi<br />
cally aimed at the respective branch of industry. This<br />
makes it possible for effective consultations to be held<br />
with the respective employers’ and employees’ organisations<br />
about the project results. This contributes, for<br />
instance, to a sharper insight on the part of branches of<br />
industry into the current state of affairs within their sector.<br />
It also stimulates the “self motivation” of the branch<br />
of industry parties involved, which is the intention of the<br />
Labour Inspectorate. This way, the branch of industry<br />
initiatives resulting from this self motivation can urge<br />
businesses not being inspected to take the necessary<br />
working conditions measures. This so called “dynamiting<br />
effect” of the inspection projects is consciously pursued<br />
by the Labour Inspectorate.<br />
An increasing number of inspection projects are being<br />
followed up or supported by activities carried out by or<br />
in cooperation with the inspected branches of industry.<br />
This often means that the problems detected within the<br />
branches of industry are tackled more adequately and in<br />
a more structural manner.<br />
In order to disseminate the inspection project reports<br />
to a wider audience, they are published on the website<br />
of the Labour Inspectorate (www.arbeidsinspectie.nl)<br />
and on www.arbo.nl. They are also brought to the notice<br />
of the media.<br />
JAARVERSLAG 2005 75
Figure 1.1<br />
Administrative penalties imposed in 2005 related to legislation<br />
Act Number of fi nes Total amount<br />
announced imposed<br />
Working Conditions Act 2433 € 6,972,277<br />
of which imposed on employees 154 € 17,402<br />
Working Hours Act 135 € 31,525<br />
Foreign Nationals (Employment) Act 2500 € 13,237,860<br />
Total 5222 € 20,241,662<br />
The administrative penalty has until now been available<br />
for six years as a sanction to enforce the Working<br />
Conditions Act. From research it has appeared that the<br />
administrative penalty is an extremely effective enforcement<br />
tool.<br />
Since 1 October 2004 the administrative penalty has<br />
also applied to the Working Hours Act and, from 1 January<br />
2005, has applied to the Foreign Nationals Employment<br />
Act as well.<br />
1.2 The Labour Inspectorate in brief<br />
76<br />
Objection and appeal<br />
In 2005 the Labour Inspectorate received 900 objections,<br />
of which 696 have been dealt with. Of these, 93 (13.3%)<br />
were upheld, 468 (67%) were rejected, 53 appeared to be<br />
non admissible and 47 were partly upheld.<br />
In 2005 there were 111 appeals especially in connection<br />
with the Working Conditions Act (66) and Foreign Nationals<br />
(Employment) Act (44). This means that there were<br />
appeals against 16.6% of the decisions on objections.<br />
At the close of 2005 72 appeals were pending at various<br />
courts. This is a strong rise compared with 2004 (+41%),<br />
which is explained by the introduction of the administrative<br />
penalty in the Foreign Nationals (Employment) Act.<br />
Of the appeal cases that were closed in 2005 13 appeals<br />
were declared founded.<br />
At the close of 2005, with regard to decisions by the<br />
Labour Inspectorate, 12 (appeal) cases were pending<br />
with the Council of State and 10 appeal cases were concluded<br />
in the course of 2005 as a whole. Three appeals<br />
were declared founded, 3 unfounded, 2 appeared nonadmissible<br />
and 2 were withdrawn.<br />
The Mission<br />
The Labour Inspectorate promotes compliance with legislation on health and safety at work and combats illegal employment by<br />
means of enforcement. In doing so, priority is given to addressing abuses and serious violations.<br />
The Labour Inspectorate provides relevant information about compliance in these areas and thereby contributes to insight into the<br />
operation and increase of the effectiveness of government policy.<br />
Main tasks<br />
• Enforcement of laws with regard to working conditions (for instance the Working Conditions Act, Working Hours Act and<br />
Nuclear Energy Act, Machines Decree) and addressing illegal employment (Foreign Nationals (Employment) Act);<br />
• Investigation in response to complaints about working conditions and notifi cations of serious industrial accidents and major<br />
accidents with hazardous substances.<br />
The Labour Inspectorate Annual Plan, priorities and tasks<br />
The Labour Inspectorate Annual Plan is determined in the autumn and submitted to the Lower House before the commencement<br />
of the planning year.<br />
• Addressing abuses; priority to branches and high-risk and low compliance subjects; on the basis of risk analysis.<br />
• Project-specifi c work: it is indicated per (sector) board how many inspection processes per project will be carried out. An<br />
inspection process includes a visit to a business and any actions resulting from this, including any (re-)checks and the deployment<br />
of enforcement tools if violations have been detected.<br />
• Investigation into and dealing with complaints from employees about their working conditions.<br />
• Investigation of notifi cations of serious industrial accidents and major accidents with hazardous substances.<br />
• Major Hazard Control: assessment of so-called “BRZO or SEVESO 2 Businesses” (separate regime on businesses with risks of<br />
major accidents) inspections, checks, enforcement; inspections of “ARIE Businesses” (businesses with additional obligations as<br />
regards risk assessments).<br />
• Labour market fraud: countering illegal employment and the displacement of legal employment;<br />
• Sector-specifi c approach and cooperation in multi-disciplinary intervention teams; checks in response to signs of fraud.<br />
Enforcement tools<br />
• issuing a warning<br />
• a demand to comply with the law<br />
• discontinuation of activities in the event of an acute serious danger to the safety or health of employees<br />
• notifi cation and drawing up penalty report or an offi cial statement<br />
• administrative penalties<br />
JAARVERSLAG 2005
Key fi gures of the Labour Inspectorate for 2005<br />
• Number of <strong>Arbo</strong>/Atw cases 20,751<br />
• Number of WAV cases 8,760<br />
• Number of investigations of complaints under <strong>Arbo</strong> 1,918<br />
• Number of investigations of accidents 2,350<br />
• Major Hazard Control investigations 369<br />
• Number of other investigations 1,669<br />
• Total number of <strong>Arbo</strong>/Atw interventions 13,327<br />
• Number of administrative penalties 2568<br />
• <strong>Arbo</strong>/Atw penalties imposed approx € 7 million<br />
• Number of illegal employees detected 4650<br />
• Number of WAV administrative penalties 2201<br />
• Amount of imposed WAV penalties approx €13 million<br />
• Hours deployed for inspectorates, total 316,000<br />
<strong>Arbo</strong>/Atw = Working Conditions Act/Working Hours Act<br />
WAV = Foreign Nationals (Employment) Act<br />
o Total expenses of the Labour Inspectorate:<br />
approximately<br />
€62.6 million<br />
o Labour Inspectorate personnel total: 953<br />
1.3 Working conditions legislation<br />
The manner in which working conditions are dealt with<br />
in Dutch businesses and establishments differs greatly<br />
in each sector. There are sectors – such as the building<br />
sector – where a lot is done about standards development<br />
and information, but where in daily practice<br />
many irresponsible risks are still being taken. An often<br />
occurring and repeatedly recurring risk is inadequate or<br />
no protection against falling from heights, which claims<br />
many victims each year despite this risk being widely<br />
known. The building sector is as yet still not tackling this<br />
risk suffi ciently.<br />
With regard to addressing working conditions problems,<br />
the building sector still tends to get stuck in “traditional<br />
solutions”.<br />
In the building sector a positive effect can be detected<br />
from inspection pressure and efforts which are meant<br />
to encourage the market parties themselves to tackle<br />
their working conditions problems. However, in most<br />
cases strong pressure from the government in combination<br />
with a “big stick” approach in the form of strong<br />
inspection pressure or threats of sanctions is required<br />
to bring this about.<br />
In the commercial services sector the picture is vague.<br />
Major aspects such as work pressure, aggression,<br />
violence and hazardous substances score high as a risk<br />
factor. The strategy of getting the branches of industry<br />
themselves to get going in order to address risks has<br />
worked very well in some cases, but still has to be get<br />
off the ground in others.<br />
The public sector has embraced working with so-called<br />
working conditions covenants. This is quite noticeable<br />
in the manner in which working conditions have been<br />
placed on the agenda. Unfortunately, the effect of the<br />
agreements through to the shop fl oor is still lagging<br />
behind in a number of individual establishments.<br />
In its approach, the Labour Inspectorate takes into<br />
account the specifi c characteristics of the sectors, not<br />
only aiming at the risks but also at the extent of compliance<br />
and the manner in which various actors in the<br />
branch of industry deal with their responsibilities.<br />
Inspection projects<br />
In 2005 39 inspection projects were carried out in<br />
various sectors and branches of industry in respect<br />
of which 20,751 inspections were carried out in total.<br />
With regard to 56% of these inspections, one or more<br />
violations were detected during the initial intervention.<br />
In total, 13,327 enforcement tools were deployed in this<br />
respect. In two thirds of the cases offi cial warnings were<br />
given or demands for compliance with the law were<br />
issued in respect of which businesses were given the<br />
further opportunity to remove shortcomings within a<br />
certain, agreed period. In the other cases heavier enforcement<br />
tools were deployed, such as the imposition<br />
of administrative penalties, discontinuation of certain<br />
activities, the service of an offi cial report, or combinations<br />
of these.<br />
In follow-up interventions an enforcement tool was<br />
deployed in 4% of the cases. Usually this involved the<br />
administrative penalty. In 2005 administrative penalties<br />
amounting to nearly €7 million were imposed, of which<br />
amount €17,402 was imposed on 154 employees.<br />
The shortcomings against which most action was<br />
aimed at in 2005 were:<br />
• using unsafe work means (machines, equipment, tools,<br />
installations);<br />
• ineffective organisation of the jobs/workplaces;<br />
• excessively high physical burdens on the employee;<br />
• ineffective or no input of protection against and<br />
screening off of hazardous substances and biological<br />
agents;<br />
• insuffi cient or complete absence of (statutorily<br />
required) risk assessment and evaluation and action<br />
plan in the inspected business.<br />
JAARVERSLAG 2005 77
On the one hand, this result is a confi rmation of the<br />
conscious choice to give preference to topics which,<br />
considered from the perspective of risk, have priority in<br />
inspection projects while, on the other, the result gives<br />
an indication of the extent to which compliance with the<br />
said topics is present or absent.<br />
Investigation of complaints and accidents<br />
In 2005 a total of 1918 complaints and 2350 industrial<br />
accidents were investigated.<br />
With regard to 91% of the complaints upheld (in part or<br />
in whole) by the Labour Inspectorate, an enforcement<br />
tool was deployed in connection with their investigation.<br />
With regard to 63% of the cases investigated, a heavy<br />
enforcement tool was deployed 1 . In most of the cases<br />
this was a penalty report, whether or not combined<br />
with a discontinuation of the work/activities or other<br />
additional measures to prevent a repeat of the accident.<br />
The Modernising Government Programme and<br />
cooperation between inspectorates<br />
In the area of working conditions 2005 saw intensive<br />
cooperation with other national inspectorates, such as<br />
the Education Inspectorate, the Transport and Water<br />
Management Inspectorate, the Food and Consumer<br />
Product Safety Authority, the Healthcare Inspectorate,<br />
the Inspectorate of Housing, Spatial Planning and the<br />
Environment, and the National Mines Inspectorate. This<br />
caused the extent and intensity of cooperation to increase<br />
considerably in 2005. Apart from exchanging data<br />
and synchronising activities, roughly half of the inspection<br />
projects involved (more specifi c) cooperation in<br />
one form or another. In a number of cases joint inspections<br />
were carried out.<br />
In 2005 a new cooperation agreement was concluded<br />
with the National Police Services Agency (KLPD)/Water<br />
Police. The agreement with the National Mines Inspectorate<br />
has been extended by fi ve years.<br />
The Labour Inspectorate has contributed actively to<br />
78<br />
the Modernising Government Programme 2 , initiated by<br />
the government with the emphasis on the “Cooperating<br />
Inspectorates” project. In addition, an active contribution<br />
was made to the government projects Kaderstellende<br />
Visie op Toezicht 2005 (A Framework Vision for<br />
Supervision 2005) and Aanpak Strijdige Regels (Tackling<br />
Confl icting Rules).<br />
1.4 Risks of Major Accidents and Major<br />
Hazards<br />
In the supervisory activities of the Labour Inspectorate<br />
with regard to the risk management of serious accidents<br />
and the tackling of these risks, cooperation takes place<br />
with municipal and provincial authorities, district water<br />
boards, fi re departments and the Inspectorate of the<br />
Ministry of Housing, Spatial Planning and the Environment<br />
on the basis of the Major Accidents (Risks) Decree<br />
(BRZO) the transposition of the SEVESO 2 Directive.<br />
On the basis of the BRZO, the Labour Inspectorate<br />
assesses the safety reports of business with heavy installations<br />
and/or of businesses operating with large quantities<br />
of hazardous substances. In 2005 24 safety reports<br />
were received and assessed and dealt with by the<br />
Labour Inspectorate within the applicable legal period.<br />
New in 2005 were the inspections in connection with<br />
the Supplementary Risk Assessment (ARIE) 3 .<br />
Businesses which in the past were covered by the Work<br />
Safety Report Rules (AVR) and businesses with ammonia<br />
cooling plants with more than 5000 kg of ammonia<br />
(NH3) were inspected fi rst. In addition, pilot inspections<br />
were held in Rijnmond at so-called “transport related<br />
establishments”.<br />
Moreover, inspections in connection with BRZO were<br />
carried out, so called “BRZO Notices” were dealt with<br />
and accidents were investigated. Overall production<br />
increased in comparison with 2004 and in accordance<br />
with the plan.<br />
1 The heavy enforcement tools include: administrative penalty, discontinuation of work and offi cial reports.<br />
2 The Programma “Andere Overheid” (Modernising Government Programme) aims to create a powerful government that accords society a central place and is<br />
capable of taking effective action. The action programme includes improvement actions and initiatives involving the themes of: Betere dienstverlening (better<br />
provision of services), Minder bureaucratie (less bureaucracy) and Slagvaardige organisatie (effective organisation). An Andere werkwijze (another way of doing),<br />
such as cooperating and listening to people, is important with regard to all themes.<br />
(see also www.andereoverheid.nl)<br />
3 Supplementary rules for risk assessment and evaluation to prevent and restrict serious accidents with hazardous substances (Article 2, paragraphs 2 to 6 of<br />
the Working Conditions Decree).<br />
J AARVERS LAG 2005
Lack of attention to maintenance activities is the<br />
cause of many accidents<br />
The so-called Major Hazard Incident Reports repeatedly<br />
show that a lack of attention to maintenance (management)<br />
is the major underlying cause of the accidents<br />
and incidents still occurring regularly. On the basis of a<br />
number of indicators it can be argued that much needed<br />
improvements have taken place in the past twenty years.<br />
Based on current trends, the overall safety situation<br />
will not change fundamentally in the coming ten years.<br />
In research by COT 1 , a number of developments have<br />
been detected which have a positive as well as a negative<br />
effect on the level of safety. Negative impulses are: increased<br />
competition, merger of businesses, obsolescence<br />
of installations, ageing of the working population and a<br />
lack of infl ow of expert personnel. Positive are: improved<br />
legislation, horizontal cooperation in the branch of<br />
industry, cooperation in supervising, focus on incidents<br />
and attention to safety culture.<br />
ICT developments have negative as well as positive<br />
characteristics with regard to safety. The observations<br />
of the Labour Inspectorate confi rm the fi ndings of the<br />
investigations.<br />
In 2004 a project was started up to develop a new<br />
inspection methodology. The desire was expressed in<br />
circles involved in the so called “Competent Authorities<br />
under the Environmental Protection Act” (provinces and<br />
municipalities) and the fi re brigade to participate in the<br />
project. This way a simple methodology strengthens the<br />
unity of assessments and actions by the various authorities<br />
which play a role in the supervision of the businesses<br />
subject to SEVESO 2 directive/ the BRZO-decree.<br />
The ISO-9001 certifi cation of the Labour Inspectorate<br />
for the major hazard approach was audited and approved<br />
in 2005. In addition, it was extended by the approach<br />
of the inspections of the so called “ARIE Businesses”.<br />
1.5 Countering illegal employment<br />
Also in 2005 action was again taken against illegal<br />
employment. It was the fi rst year in which administrative<br />
penalties could be imposed when legislation had been<br />
violated. Apart from a good deal of attention in the<br />
media, this yielded considerable (fi nancial) results from<br />
imposed penalties.<br />
Although its effectiveness cannot yet be properly assessed,<br />
the impression is that the combination of increased<br />
chances of being caught and substantial penalties has a<br />
clearly preventative effect. For instance, in the agriculture<br />
and horticulture sector there was a strong increase<br />
in the number of applications for employment permits<br />
for people from “MOE’ countries” 2 in particular, which<br />
indicates a shift from illegal to legal employment.<br />
In 2005 approximately 8600 investigations were started<br />
up. This was 2270 more than in 2004. With regard<br />
to approximately 2200 of these cases, violations of the<br />
Foreign Nationals (Employment) Act were detected in<br />
respect of which penalty reports were drawn up against<br />
one or more people violating the rules. This involved<br />
about 4650 illegal employees.<br />
With regard to addressing illegal employment, the<br />
Labour Inspectorate cooperates intensively with other<br />
authorities and regulators. In addition to the Labour<br />
Inspectorate, the Tax and Customs Administration, the<br />
Institute for Employee Benefi t Schemes (UWV), the<br />
Social Insurance Bank (SVB), the Public Prosecution<br />
Service (OM) and a number of (varyingly) relevant municipalities<br />
participate in intervention teams. The intervention<br />
teams focus on sectors determined in advance or<br />
on a certain region. In addition, the Labour Inspectorate<br />
conducts its own inspection projects on the basis of<br />
analyses, and checks are carried out on the basis of signs<br />
and reports.<br />
In connection with the intervention teams, 1395 joint<br />
actions were carried out. In 341 cases this resulted<br />
in one or more penalty reports whereby 682 illegal<br />
employees were found.<br />
Interventions<br />
In 2005 a total of over 2500 administrative penalties<br />
were notifi ed in connection with the Foreign Nationals<br />
(Employment) Act. The total amount of penalty orders<br />
imposed up to 31 December 2005 amounted to more<br />
than €13,000,000. In addition, in 2005 approximately 730<br />
offi cial reports were submitted to the Public Prosecution<br />
Service. This mainly involved cases in 2004 where<br />
violation of the Foreign Nationals (Employment) Act was<br />
1 The “Trend or Incident” Report, an explorative study into the relationship between organisation, maintenance and safety in the process industry; COT Instituut<br />
voor Veiligheids- en Crisismanagement (Institute for Safety and Crisis Management), October 2004, on the instructions of the Ministry of Social Affairs and<br />
Employment.<br />
2 The expression “people from MOE countries” refers to job seekers from countries that recently joined the EU: Estonia, Latvia, Lithuania, Slovakia, Hungary,<br />
Czech Republic, Poland, Slovenia.<br />
J AARVERS LAG 2005 79
established (the administrative penalty pursuant to the<br />
Foreign Nationals (Employment) Act had not yet come<br />
into force and effect at that time).<br />
Tips and notifi cations<br />
In 2005 a total of 2641 notifi cations of presumed illegal<br />
employment were received. Of these, over 1800 were<br />
investigated. The notifi cations not investigated could not<br />
be investigated because the location where illegal work<br />
was supposedly carried out was not known, the notifi -<br />
cation was not of current interest, or because there was<br />
not enough reason to justify further investigation.<br />
Input of the inspection capacity<br />
With regard to addressing illegal employment the<br />
Labour Inspectorate also strives to deploy the available<br />
inspection capacity as effi ciently as possible, namely in<br />
such a way as to achieve the optimum yield. In this connection,<br />
the application of the risk analysis is an indispensable<br />
(auxiliary) tool. A major part of the risk analysis<br />
is formulating the so called risk indicators, such as a<br />
high supply of semi skilled, dirty and unpleasant work, or<br />
there being great fl uctuations in the labour supply (peak/<br />
seasonal labour).<br />
In cooperation with the Social Security and Investigation<br />
Service (SIOD), the analysis model was further perfected<br />
in 2005, for instance by using the risk indicators<br />
and unlocking, linking and analysing the fi les of the chain<br />
partners 1 .<br />
In addition, the number of inspectors active in combating<br />
labour market fraud was increased in 2005 from<br />
131 to 170.<br />
1 The Tax and Customs Administration, the Institute for Employee Benefi t Schemes, the Social Insurance Bank and the Social Security and Investigation Service.<br />
80<br />
JAARVERSLAG 2005
JAARVERSLAG 2005 81