Jaarverslag 2003 - Databank Milieu
Jaarverslag 2003 - Databank Milieu
Jaarverslag 2003 - Databank Milieu
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
ARBEIDSINSPECTIE<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2003</strong>
INHOUDSOPGAVE<br />
VOORWOORD 5<br />
1 MISSIE, WETTELIJK KADER, POSITIONERING EN<br />
ORGANISATIE ARBEIDSINSPECTIE 7<br />
1.1 Algemene inleiding 7<br />
1.2 Missie 7<br />
1.3 Wettelijk kader 7<br />
1.4 Beleidsterreinen en resultaatgebieden 8<br />
1.5 Handhaving van wet- en regelgeving (toezicht en<br />
opsporing) 8<br />
1.6 Uitvoeren van wet- en regelgeving 8<br />
1.7 Genereren van beleidsinformatie 9<br />
1.8 Verantwoording 9<br />
1.9 Organisatie Arbeidsinspectie 10<br />
1.10 Het werkveld 10<br />
2 STRATEGISCHE ONTWIKKELINGEN 13<br />
2.1 Algemene ontwikkelingen 13<br />
2.2 Ontwikkelingen in toezicht en handhaving 13<br />
2.3 Communicatie met werkgevers en werknemers 14<br />
3 SPEERPUNTEN <strong>2003</strong> 17<br />
3.1 Arbeidsomstandigheden: prioritaire onderwerpen in<br />
<strong>2003</strong> 17<br />
3.1.1 Arbozorgverplichtingen 17<br />
3.1.2 Werkdruk 17<br />
3.1.3 Fysieke belasting 18<br />
3.1.4 Kankerverwekkende stoffen 19<br />
3.1.5 Gevaarlijke stoffen 19<br />
3.1.6 Geluid 20<br />
3.2 Arbeidsmarktfraude 20<br />
4 PRODUCTEN EN PRESTATIES 23<br />
4.1 Kwantitatieve gegevens 23<br />
4.1.1 Kwantitatieve productiegegevens 23<br />
4.1.2 Prestatieafspraken 24<br />
4.2 De arbo-inspectieprojecten 26<br />
4.2.1 Twee projecten in de industriesector 26<br />
4.2.2 Twee projecten in de bouwsector 28<br />
4.2.3 Twee projecten in de sector Commerciële Dienstverlening<br />
29<br />
4.2.4 Twee projecten in de sector Publieke Dienstverlening 30<br />
4.3 Bedrijfstakoverschrijdende projecten 32<br />
4.3.1 Vuurwerk 32<br />
4.3.2 Arbeidstijdenbesluit-vervoer 33<br />
4.3.3 Legionella 33<br />
4.3.4 Markttoezicht 33<br />
4.3.5 Werken onder overdruk 33<br />
4.3.6 Thuiswerk 34<br />
4.4 Onderzoek van klachten en arbeidsongevallen 34<br />
4.5 Kwantitatieve handhavingsgegevens op Arbo-gebied 35<br />
4.6 Bestuurlijke boete 38<br />
4.7 Ontwikkeling handhavingsbeleid met betrekking tot<br />
specifieke wetgeving 40<br />
4.8 Major Hazard Control 41<br />
4.9 Arbeidsmarktfraude 43<br />
4.9.1 Handhaving Wet arbeid vreemdelingen 43<br />
4.9.2 Toezicht Wet allocatie arbeidskrachten door<br />
intermediairs (Waadi) 48<br />
4.10 Collectieve arbeidsvoorwaarden 48<br />
4.10.1 Aanmelden van CAO’s 49<br />
4.10.2 Algemeen verbindend verklaren van bepalingen van<br />
CAO’s 49<br />
4.10.3 Overige activiteiten op het gebied van CAO’s 50<br />
4.11 Verplichtstellingen pensioenfondsen 51<br />
4.12 Beschikkingen en vergunningen 52<br />
4.12.1 Vrijstelling en ontheffing Arbeidstijdenwet 52<br />
4.12.2 Vergunningen Kernenergiewet (KEW) 52<br />
4.12.3 Ontheffingen Werktijdverkorting (WTV) 53<br />
4.13 Wet Melding Collectief Ontslag (WMCO) 53<br />
4.14 Farboregeling 53<br />
4.15 Wet SAMEN 54<br />
4.16 Monitoring en desk-research 55<br />
4.17 Toezicht op Stoomwezen B.V. 56<br />
4.18 Internationale activiteiten 56<br />
5 INTERNE ONTWIKKELINGEN 59<br />
5.1 Opleidingen 59<br />
5.2 Automatisering 59<br />
5.3 Planning en Control 59<br />
5.4 Kwaliteitsmanagement 60<br />
5.5 Kennismanagement 60<br />
5.6 Personeelsbeleid 60<br />
5.7 Teamgericht werken 62<br />
5.8 Medezeggenschap 62<br />
5.9 Communicatie 63<br />
6 MIDDELEN 65<br />
6.1 Uitgaven 65<br />
6.2 Ontvangsten 66<br />
SAMENVATTING 67<br />
SUMMARY 72<br />
Bijlagen<br />
1 Organigram AI 78<br />
2 Organisatie AI met personalia 79<br />
3 Cijfermatige overzichten 81<br />
4 In <strong>2003</strong> gereed gekomen AI-rapportages 86<br />
5 Overzicht van door Arbeidsinspectie te handhaven<br />
wetten 88<br />
6 Lijst met afkortingen 89<br />
3
VOORWOORD<br />
Zoals bijna elke overheidsinstelling werd ook de Arbeidsinspectie in <strong>2003</strong><br />
geconfronteerd met het veranderde denken over de rol van de overheid.<br />
Door bezuinigingen moet de efficiency worden versterkt, terwijl tegelijkertijd<br />
de kwaliteit van het overheidsoptreden moet worden verbeterd.<br />
De politieke aansturing is verscherpt. De toezichthouders van het Rijk – de<br />
Tweede Kamer en de Algemene Rekenkamer – volgen de ontwikkelingen<br />
op de voet en staan klaar een oordeel over de kwaliteit van het overheidsapparaat<br />
te geven. Het «meldpunt tegenstrijdige regels» van EZ en MKB<br />
Nederland heeft een groot aantal opmerkingen opgeleverd over het Arbowerkterrein<br />
van de Arbeidsinspectie en arbodiensten.<br />
De essentie van het werk van de Arbeidsinspectie (AI) is niet veranderd.<br />
De handhaving van wetten en regels die arbeid- en arbeidsmarktbescherming<br />
beogen, is en blijft een kerntaak. Het door het jaar heen publiceren<br />
van bevindingen uit inspectieprojecten en onderzoeken is langzamerhand<br />
vanzelfsprekend geworden. Hiermee stimuleert de Arbeidsinspectie de<br />
partijen in het veld tot naleving, maar verantwoordt ze ook haar keuzes en<br />
de wijze waarop ze taken uitvoert.<br />
Dit verslag geeft een totaalbeeld van de activiteiten en prestaties van de<br />
Arbeidsinspectie. Dit jaar voor het eerst in een vorm die, volgens de «Van<br />
Beleidsbegroting Tot Beleidsverantwoording»-normen, sterk teruggrijpt<br />
op de voornemens die zijn vastgelegd in het Jaarplan <strong>2003</strong>.<br />
Zowel in- als extern was <strong>2003</strong> voor de Arbeidsinspectie een bewogen jaar.<br />
De afhandeling van de aanvragen «werktijdverkorting» in de eerste<br />
maanden van het jaar was belangrijk omdat zaken als vogelpest, SARS, de<br />
Irak-oorlog en de algemene economische inzinking in Nederland op dat<br />
moment samenkwamen. Ook deden zich enkele omvangrijke incidenten<br />
voor. Het ernstige ongeval in de Amercentrale te Geertruidenberg eiste<br />
vijf slachtoffers en het ongeval bij DSM drie. Beide incidenten kregen veel<br />
publiciteit en vergden een aanzienlijke capaciteit van de AI. Daarnaast is in<br />
<strong>2003</strong> een flink aantal inspectieprojecten uitgevoerd die media-aandacht<br />
opleverden.<br />
In het verslagjaar is de Arbeidsinspectie gereorganiseerd. De kanteling<br />
naar een bedrijfstakgerichte organisatie is daarmee voltooid. Evenals de<br />
inrichting van landelijke directies voor de werksoorten Major Hazard<br />
Control en de aanpak van illegale arbeid. Per 1 januari 2004 is de Arbeidsinspectie<br />
als inspectiedivisie, naast de Inspectie Werk & Inkomen, onder<br />
de inspecteur-generaal van SZW geplaatst. Afgelopen jaar is begonnen<br />
aan de voorbereiding voor de overgang van de Werktijdverkorting en de<br />
CAO-gerelateerde taken van de Arbeidsinspectie naar het kerndepartement.<br />
De AI is ook gestart met een project waaruit een nieuwe visie op de rol en<br />
de positie van de Arbeidsinspectie moet voortkomen. Op basis van een<br />
omgevingsanalyse verwacht de AI haar beleid en de uitvoering daarvan<br />
beter te kunnen aansluiten op ontwikkelingen die zowel binnen als buiten<br />
de organisatie plaatsvinden. Dit traject zal medio 2004 worden afgerond.<br />
Een jaarverslag moet niet alleen een feitelijke opsomming zijn van wat is<br />
gedaan en bereikt, maar moet ook verbindingen leggen naar de toekomst.<br />
In dit verslag is daar een aanzet toe gegeven.<br />
5
Ik wens u veel genoegen bij het lezen van dit jaarverslag en ga er vanuit<br />
dat het bijdraagt aan het inzicht in de maatschappelijke betekenis die de<br />
Arbeidsinspectie heeft en wil hebben.<br />
Drs. Ing. P. J. Huijzendveld,<br />
Algemeen directeur Arbeidsinspectie<br />
6
HOOFDSTUK 1<br />
MISSIE, WETTELIJK KADER, POSITIONERING EN ORGANISATIE<br />
ARBEIDSINSPECTIE<br />
1.1 Algemene Inleiding<br />
Dit is het jaarverslag over <strong>2003</strong> van de Arbeidsinspectie (AI). In dit verslag<br />
is opgenomen vanuit welke missie de AI handelt, welke acties de AI<br />
daartoe heeft ondernomen en wat de resultaten van die acties zijn<br />
geweest.<br />
Hoofdstuk 1 gaat over missie, doelen en organisatie van de AI. In de<br />
volgende hoofdstukken worden de strategische ontwikkelingen in het<br />
AI-werkveld en de speerpunten behandeld, die de AI voor <strong>2003</strong> formuleerde.<br />
In het daarop volgende gedeelte wordt ingegaan op de producten<br />
en prestaties van de AI, zowel op het gebied van arbeidsomstandigheden<br />
en de arbeidsmarkt als op het gebied van arbeidsvoorwaarden en arbeidsverhoudingen.<br />
De handhavingsactiviteiten en de ontwikkelingen op het<br />
terrein van het handhavingsbeleid komen in dit hoofdstuk ook aan de<br />
orde. Het vijfde hoofdstuk is gewijd aan de bedrijfsvoering en de ontwikkelingen<br />
in de interne organisatie van de AI.<br />
Achter in het verslag is een samenvatting met de belangrijkste resultaten<br />
van <strong>2003</strong> opgenomen. Vanwege de internationale contacten van de AI is<br />
deze samenvatting ook in het Engels vertaald. De bijlagen bestaan uit het<br />
organisatieschema van de AI, de personalia van het management en de<br />
aanvullende cijfers en overzichten.<br />
1.2 Missie<br />
De Arbeidsinspectie heeft als missie: het aanpakken van misstanden en<br />
het leveren van politiek relevante informatie. De missie bepaalt het<br />
denken en doen van de gehele organisatie, van managementniveau tot en<br />
met de uitvoering.<br />
Tekstbox<br />
Een misstand kan worden gekwalificeerd als een situatie waarin direct of ernstig gevaar<br />
voor de veiligheid of gezondheid van personen aan de orde is, waar de rechtsorde ernstig<br />
wordt geschonden of waar sprake is van stelselmatige overtreding van wetten. Ook overtredingen<br />
die een ondermijning vormen van maatschappelijk belangrijk geachte waarden,<br />
worden als misstand gezien. Hieronder vallen bijvoorbeeld het bevorderen van werkgelegenheid<br />
en premieafdracht en het tegengaan van concurrentievervalsing door structurele<br />
inzet van illegale arbeid en uitbuiting. Gericht onderzoek, de uitvoerende taken en de<br />
inspecties en onderzoeken in de bedrijven, worden zodanig vormgegeven dat deze zoveel<br />
mogelijk relevante informatie voor de politiek opleveren. Op deze manier geeft de<br />
Arbeidsinspectie inhoud aan het tweede gedeelte van de missie.<br />
1.3 Wettelijk kader<br />
Het wettelijke kader waarbinnen de Arbeidsinspectie opereert, wordt<br />
onder andere gevormd door de Arbeidsomstandighedenwet 1998, de<br />
Arbeidstijdenwet, de Wet arbeid vreemdelingen, het Besluit Risico’s Zware<br />
Ongevallen, de Kernenergiewet, de Bestrijdingsmiddelenwet, de<br />
Warenwet (Productenbesluit), de Farboregeling en het Buitengewoon<br />
7
Besluit Arbeidsverhoudingen 1945. Een volledige opsomming van de<br />
wetten die de AI dient te handhaven, staat in Bijlage 5.<br />
1.4 Beleidsterreinen en resultaatgebieden<br />
Vanuit haar missie en door de ontwikkelingen rond het thema arbeid,<br />
opereert de Arbeidsinspectie op de volgende beleidsterreinen:<br />
+ arbeidsomstandigheden (veiligheid en gezondheid op het werk);<br />
+ arbeidsmarkt (tegengaan illegale tewerkstelling);<br />
+ arbeidsverhoudingen en arbeidsvoorwaarden (o.a. werk- en rusttijden<br />
en werktijdverkorting).<br />
Daarnaast valt een drietal resultaatgebieden te onderscheiden met de<br />
kerntaken, verantwoordelijkheden, en bevoegdheden van de AI:<br />
+ wet- en regelgeving handhaven (toezicht en opsporing);<br />
+ wet- en regelgeving uitvoeren (vergunningen en ontheffingen);<br />
+ genereren van beleidsinformatie.<br />
De Arbeidsinspectie maakt voor haar handhavende taak gebruik van<br />
bestuurlijke en strafrechtelijke instrumenten.<br />
1.5 Handhaving van wet- en regelgeving (toezicht en opsporing)<br />
De Arbeidsinspectie heeft op het gebied van de handhaving van bovengenoemde<br />
terreinen een leidende rol. Waar raakvlakken zijn, wordt samengewerkt<br />
met andere opsporingsinstanties. Volgens de missie wordt op dit<br />
resultaatgebied de aandacht geconcentreerd op misstanden. Het uitgangspunt<br />
is hierbij dat de AI zich niet opstelt als een bemoeizuchtige overheid<br />
die zich met kleine details bezighoudt, maar een dienst die zich concentreert<br />
op de echte problemen. De hoofdproductgroepen zijn:<br />
+ bedrijfsinterventies in het kader van de Arbeidsomstandighedenwet en<br />
de Arbeidstijdenwet;<br />
+ bedrijfsinterventies in het kader van de Wet arbeid vreemdelingen;<br />
+ klachtbehandeling;<br />
+ ongevalonderzoek;<br />
+ beoordelingen en inspecties op het gebied van gevaarlijke installaties<br />
en bedrijfsprocessen (major hazard control).<br />
1.6 Uitvoeren van wet- en regelgeving<br />
Het algemeen verbindend verklaren (AVV) van bepalingen van Collectieve<br />
Arbeidsovereenkomsten (CAO’s) is bij het uitvoeren van wet- en regelgeving<br />
de belangrijkste taak. In <strong>2003</strong> behoorde deze taak nog tot het pakket<br />
van de AI, maar zijn de voorbereidingen getroffen om het algemeen<br />
verbindend verklaren van CAO’s over te dragen aan het kerndepartement.<br />
Dit in verband met de herinrichting van de topstructuur van het ministerie<br />
van SZW en een verdere toespitsing van de AI op de kerntaken: het<br />
houden van toezicht en de handhaving. Voor de uitvoering van de AVVtaak<br />
bestaan intensieve contacten met de desbetreffende beleidsdirectie<br />
van het ministerie van SZW. Daarnaast is er sprake van een breed scala<br />
aan activiteiten, waaronder het verlenen van vergunningen op grond van<br />
verschillende wetten, zoals de Regeling werktijdverkorting en de Kernenergiewet.<br />
Bij de uitvoerende activiteiten heeft de AI een beperkte beleidsvrijheid,<br />
de toetsingscriteria zijn in regelgeving vastgelegd.<br />
8
1.7 Genereren van beleidsinformatie<br />
De twee resultaatgebieden handhaving en uitvoering leveren beide relevante<br />
informatie op voor de politiek en het beleid. Zo zijn de gevolgen van<br />
het SZW-beleid voor de CAO-ontwikkelingen in de bedrijven te meten.<br />
Handhaving en uitvoering vormen daarmee de basis voor het derde<br />
resultaatgebied, het genereren van beleidsinformatie. De producten<br />
binnen dit resultaatgebied zijn:<br />
+ monitoronderzoeken;<br />
+ nalevingsinformatie en -trends;<br />
+ beleidssignalering;<br />
+ de handhaafbaarheid- en uitvoerbaarheidtoets op nieuw beleid en<br />
nieuwe regelgeving.<br />
1.8 Verantwoording<br />
De AI opereert in een complex werkveld waar ze vanuit wet- en regelgeving<br />
te maken heeft met ruim vijfhonderd bepalingen. Een groot deel<br />
daarvan is een rechtstreekse vertaling van Europese richtlijnen die veiligheid<br />
en gezondheid op het werk betreffen of is een uitvloeisel van Europese<br />
marktordeningprincipes (vrij verkeer van mensen en goederen).<br />
Op basis van de vroegere inspectieresultaten, aanwijzingen vanuit de<br />
politiek, ontwikkelingen in de praktijk en signalen van werkgevers- en<br />
werknemersorganisaties worden prioriteiten in de werkzaamheden geformuleerd.<br />
Deze staan vermeld in het Jaarplan Arbeidsinspectie <strong>2003</strong>. Op<br />
alle niveaus staat het sturen op output centraal, evenals transparantie in<br />
processen en prestaties. De AI-activiteiten zijn zo veel mogelijk geformu-<br />
9
leerd in concrete en meetbare beleidsdoelen en daarop gebaseerde<br />
prestatie-indicatoren. Dit is in overeenstemming met de lijn die is uitgezet<br />
in het project bij de rijksoverheid «Van Beleidsbegroting Tot Beleidsverantwoording<br />
(VBTB)». Het jaarplan <strong>2003</strong> is het uitgangspunt voor de beschrijving<br />
van de activiteiten en resultaten van het afgelopen jaar.<br />
De VBTB-verantwoording is terug te vinden in dit jaarverslag. Per wetgevingsterrein<br />
is aangegeven welke activiteiten de Arbeidsinspectie heeft<br />
verricht en welke resultaten dat heeft opgeleverd. De verantwoording<br />
voor de uitgaven is in de Financiële Verantwoording van het ministerie<br />
van Sociale Zaken op de Begroting <strong>2003</strong> opgenomen.<br />
1.9 Organisatie Arbeidsinspectie<br />
In <strong>2003</strong> heeft de Arbeidsinspectie de omslag gemaakt van een regiogestuurde<br />
naar een bedrijfstakgestuurde organisatie. Op bedrijfstakniveau<br />
kan de AI nu beter onderbouwd, uniformer en dus met meer overtuigingskracht<br />
opereren. Bovendien is de Arbeidsinspectie zo toegankelijker voor<br />
werkgevers- en werknemersorganisaties, arbodiensten en andere organisaties<br />
op het gebied van de arbeid.<br />
De vier bedrijfstakdirecties van de Arbeidsinspectie heten nu: Industrie,<br />
Bouw, Commerciële Dienstverlening en Publieke Dienstverlening (inclusief<br />
landbouw). Voor het toezicht op bedrijven met bovengemiddelde<br />
risico’s – major hazards – is de aparte directie Major Hazard Control (MHC)<br />
opgericht. Daarnaast is er een aparte directie voor de aanpak van arbeidsmarktfraude<br />
(AMF). In het jaarverslag over 2002 is een uitgebreide toelichting<br />
op de nieuwe organisatie opgenomen.<br />
In het verslagjaar viel de Arbeidsinspectie onder de verantwoordelijkheid<br />
van de secretaris-generaal (SG). Vanaf 1 januari 2004 wordt de AI – binnen<br />
het ministerie van SZW – als divisie onder de inspecteur-generaal<br />
geplaatst. Dit is in lijn met de wijze waarop de inspectiediensten binnen<br />
andere ministeries zijn gepositioneerd.<br />
Bij de Arbeidsinspectie waren op 31 december <strong>2003</strong> in totaal 914 medewerkers<br />
in dienst. De samenstelling van het personeelsbestand wordt in<br />
paragraaf 5.6 weergegeven.<br />
1.10 Het werkveld<br />
Het werkveld van de Arbeidsinspectie beslaat in heel Nederland. De activiteiten<br />
van de mijnbouwindustrie op het land en offshore vallen onder het<br />
toezicht van het Staatstoezicht op de Mijnen. Bij activiteiten in de offshore<br />
werkt het Staatstoezicht op de Mijnen samen met de divisie Luchtvaart en<br />
de divisie Scheepvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) en<br />
met het Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD). De AI heeft met deze<br />
diensten afspraken gemaakt over de werkverdeling. Hetzelfde geldt voor<br />
het wegvervoer waar met de Divisie Vervoer van de IVW een werkverdeling<br />
is overeengekomen.<br />
Met vrijwel alle andere Rijksinspectiediensten zijn in <strong>2003</strong> gesprekken<br />
gevoerd over samenwerking op de terreinen waar de toezichtstaken elkaar<br />
raken.<br />
10
1 Oorzaken van de vervuiling zijn onder<br />
andere: ondernemingen die wel opgenomen<br />
zijn maar géén economische activiteit verrichten,<br />
ondernemingen die al zijn opgeheven of<br />
een andere hoofdactiviteit verrichten dan in<br />
het KvK-bestand is aangegeven. Ook zijn<br />
wegens verhuizing en dergelijke niet alle<br />
adressen juist.<br />
Tabel 1.1 Aantal vestigingen opgenomen in het geautomatiseerde bestand van<br />
de Arbeidsinspectie op 31 december <strong>2003</strong>, onderverdeeld naar grootteklasse<br />
en bedrijfstak<br />
Bedrijfstak 2 t/m 9 10 t/m 99 >=100 totaal<br />
Onbekend 1 108 598 141 1 847<br />
Landbouw 23 804 3 568 94 27 466<br />
Industrie 24 226 12 066 1 931 38 223<br />
Bouw 30 355 10 087 572 41 014<br />
Handel 162 502 31 171 1 351 195 024<br />
Vervoer 18 493 6 066 758 25 317<br />
Dienstverlening 185 649 42 901 5 595 234 145<br />
Totaal 446 137 106 457 10 442 563 036<br />
De kwaliteit van het vestigingenbestand, dat grotendeels is gebaseerd op<br />
het bestand van de Kamer van Koophandel, is niet optimaal. Een zekere<br />
vervuiling 1 van een dergelijk groot adressenbestand is welhaast onvermijdelijk.<br />
Daarnaast is er sprake van definitieverschillen (meerdere B.V.’s op<br />
één adres; één onderneming met meerdere vestigingen). De hier gepresenteerde<br />
cijfers zijn daarom indicatief en niet absoluut. De AI verwacht<br />
veel van de integrale invoering van het Basisbedrijvenregister (BBR), waar<br />
onder verantwoordelijkheid van EZ ook door vertegenwoordigers van<br />
SZW aan wordt gewerkt.<br />
11
HOOFDSTUK 2<br />
STRATEGISCHE ONTWIKKELINGEN<br />
2.1 Algemene ontwikkelingen<br />
In <strong>2003</strong> is de visie, missie en strategie van de AI door middel van strategische<br />
analyse en managementconferenties opnieuw onder de loep genomen.<br />
De belangrijkste aanleidingen daarvoor waren het Hoofdlijnenakkoord<br />
van het nieuwe kabinet, het Project Andere Overheid en de<br />
efficiencytaakstellingen van de kabinetten Balkenende I en II. Ook de<br />
discussie over de werking van het stelsel van arbo-dienstverlening in<br />
Nederland en de invulling daarvan, de plaatsing van de Arbeidsinspectie<br />
onder een IG en de uitbreiding met extra inspecteurs voor de fraudeaanpak<br />
onderstrepen de noodzaak van een herijking van de visie. Dit<br />
traject van herformulering zal in 2004 worden afgerond. Daarmee zal de<br />
plancyclus voor 2005, met inachtneming van eventuele nieuwe kaders,<br />
worden ingegaan.<br />
2.2 Ontwikkelingen in toezicht en handhaving<br />
Toezichtorganen moeten doorgroeien van outputsturing naar outcomesturing.<br />
Steeds vaker wordt een maatschappelijke verantwoording verlangd<br />
over de bijdrage van de handhaving in het behalen van beleidsdoelstellingen.<br />
Niet alleen de handhavingsprestaties zelf (kwaliteit en kwantiteit)<br />
worden beoordeeld, maar ook het effect van de handhavingsactiviteiten<br />
op de naleving door burgers (werkgevers/werknemers).<br />
SZW heeft in het afgelopen jaar een departementaal handhavingsbeleidskader<br />
geformuleerd, waaraan de AI heeft meegewerkt. Hierin is vastgelegd<br />
op welke wijze het beleid, gericht op naleving van wetten en regels<br />
op het terrein van SZW, tot stand moet komen. Daarnaast is bepaald<br />
welke taken en verantwoordelijkheden daarbij voor de verschillende<br />
onderdelen of diensten aan de orde zijn. Speciale aandacht gaat hierbij uit<br />
naar de relatie tussen beleid, uitvoering en toezicht. De uitgangspunten<br />
zoals die onder meer door de Algemene Rekenkamer zijn verwoord en zijn<br />
vastgelegd in het kabinetsstandpunt inzake toezicht, zijn hierin nadrukkelijk<br />
meegenomen. Inmiddels is de implementatie van het<br />
SZW-beleidskader in volle gang.<br />
Het door de AI ontwikkelde systeem van risicoanalyse brengt risico’s van<br />
niet-naleving in beeld en geeft aan waar het maatschappelijk effect daarvan<br />
het ongunstigst is. Op grond van dit systeem kunnen prioriteiten in de<br />
aanpak worden bepaald. Dit nieuwe model heeft al een rol gespeeld bij<br />
het opstellen van het jaarplan AI 2004. Nu het valideringsproces bijna is<br />
afgerond zal deze rol alleen maar groeien.<br />
De Arbeidsinspectie werkte al intensief samen met andere rijksinspecties<br />
zoals VROM/inspectie (over milieu en arbeidsbescherming), IVW (over<br />
vervoer en arbeidsveiligheid) en Staatstoezicht op de Mijnen. In <strong>2003</strong> is<br />
ook intensief overleg gevoerd met de onderwijsinspectie (over de benadering<br />
van de onderwijssector), de KLPD, politie te water (over de binnenvaart),<br />
de Voedsel en Warenautoriteit (over gezamenlijk optreden in de<br />
voedselsector en de uitvoering van de Machinerichtlijn), de Gezondheidsinspectie<br />
(inspecties in de zorgsector) en de Inspectie Openbare Orde en<br />
Veiligheid (IOOV, rampencoördinatie en inspecties bij politie, brandweer<br />
en andere hulpdiensten).<br />
13
Naast inhoudelijke afstemming en informatie-uitwisseling gaat het daarbij<br />
ook om gezamenlijke inspecties en domeinafbakening.<br />
In het kader van bestrijding van illegale tewerkstelling wordt door de AI<br />
steeds nauwer samengewerkt met UWV, Belastingdienst en SIOD, onder<br />
andere in de landelijke interventieteams.<br />
De Arbeidsinspectie volgde het EZ/MKB Nederland-traject «meldpunt<br />
tegenstrijdige eisen» met grote belangstelling. Toen duidelijk werd dat<br />
veel klachten van ondernemers betrekking hadden op de arbo-regelgeving<br />
en de handhaving daarvan, zijn voorbereidingen getroffen om actief mee<br />
te werken aan dit traject. De bedoeling is tegenstrijdigheden weg te<br />
nemen, voor zover die veroorzaakt worden door misinterpretatie van de<br />
regels. Waar het de regels zelf betreft, zal de AI dit neerleggen bij de<br />
beleidsdirecties.<br />
De AI werkt op internationaal vlak samen met de Douane en de Keuringsdienst<br />
van Waren om de problematiek van grijze import van niet EU-conforme<br />
bouwmachines aan te pakken. Dit zijn machines die via veilingen in<br />
de Rotterdamse regio de EER binnenkomen. Met het Engelse Department<br />
of Trade and Industry wordt een samenwerkingsproject uitgevoerd om te<br />
kunnen vaststellen of grijs geïmporteerde machines inderdaad afwijken<br />
van de Europese eisen. Over de aanpak op dit complexe terrein is in het<br />
afgelopen jaar handhavingsbeleid en een nadere interne instructie voor<br />
de betrokken inspecteurs opgesteld.<br />
Op het gebied van de arbeidsomstandigheden is de aandacht voor de<br />
preventie van grote risico’s sterk toegenomen. De kwetsbaarheid van een<br />
falende toezichthouder is op dit gebied evident. De vorming van de aparte<br />
directie Major Hazard Control en de kwaliteitsborging van de processen<br />
daarbinnen, sluiten bij die ontwikkeling aan. Dat geldt ook voor de rol en<br />
taak van de Arbeidsinspectie bij rampen. Deze rol is overigens beperkt en<br />
concentreert zich op twee zaken. Allereerst op onderzoek bij rampen die<br />
op het terrein van de AI liggen en daarnaast op het adviseren van het<br />
bevoegd gezag, waar het de veiligheid en gezondheid van de hulpverleners<br />
tijdens de bestrijding en afhandeling van rampen betreft.<br />
2.3 Communicatie met werkgevers en werknemers<br />
De Arbeidsinspectie vervult een rol bij het herstellen van het vertrouwen<br />
dat de burger in de overheid heeft. De AI heeft hiervoor in <strong>2003</strong> een aantal<br />
activiteiten ontplooid. In het planjaar is een afzonderlijke persvoorlichter<br />
voor de Arbeidsinspectie aangesteld. Hierdoor is de intensiteit van de<br />
perscontacten over het werk en de resultaten van de AI aanzienlijk toegenomen.<br />
Het in 2002 opengestelde AI-loket op internet is verder uitgebreid<br />
en de publicatie van rapportages is vrijwel compleet. De eerste interactieve<br />
elementen zijn inmiddels ingevoerd. Zoals bijvoorbeeld de digitale<br />
melding van sloopplannen waarbij asbest moet worden verwijderd. Hierdoor<br />
kunnen de betrokken ondernemers sneller en gemakkelijker aan hun<br />
administratieve verplichtingen voldoen. De AI treft voorbereidingen om in<br />
2004 op meer terreinen vergelijkbare mogelijkheden te bieden.<br />
De bedrijfstakgewijze aanpak en de organisatie die daarop is ingericht,<br />
heeft een intensivering van het contact mogelijk gemaakt tussen brancheorganisaties<br />
en de AI. In een aantal sectoren is het contact inmiddels<br />
geïntensiveerd. Van de aanpak in de bedrijfstakken worden in hoofdstuk 4<br />
voorbeelden gegeven.<br />
14
De Arbeidsinspectie heeft op algemeen niveau een aantal malen overlegd<br />
met vertegenwoordigers van de centrale werkgevers- en werknemersorganisaties.<br />
Naast het inspectiebeleid, het jaarplan en het jaarverslag is<br />
daarbij een aantal concrete knelpunten aan de orde geweest dat door deze<br />
organisaties namens hun achterban is ingebracht: de administratieve<br />
lasten en de risicoinventarisatie en -evaluatie (RI&E) voor de kleine bedrijven,<br />
omgaan met risicovolle alleenarbeid (werknemers die in hun eentje<br />
op risicovolle plaatsen werken of risicovolle arbeid verrichten) en de voorlichting<br />
daarover en het boetebeleid ten aanzien van werknemers die hun<br />
verplichtingen uit de Arbowet niet nakomen.<br />
De resultaten van het onderzoek van de ambtelijke commissie Toezicht,<br />
die ook met een werkgeversdelegatie heeft gesproken, geven samen met<br />
het project «meldpunt tegenstrijdige eisen» aanknopingspunten om<br />
inspecties beter te stroomlijnen en de lasten voor het bedrijfsleven te<br />
verminderen. In het verslagjaar heeft de AI gewerkt aan de evaluatie van<br />
de arbo-wetgeving vanuit het perspectief van handhaafbaarheid en<br />
uitvoerbaarheid. Daarbij zijn de ervaringen van alle inspecteurs, die dagelijks<br />
in contact staan met het bedrijfsleven betrokken. Zij hebben daarmee<br />
een beeld ingebracht van hoe de regelgeving wordt «beleefd». De resultaten<br />
van deze evaluatie zijn begin 2004 – na een interne afweging naar<br />
het beleid teruggekoppeld.<br />
15
HOOFDSTUK 3<br />
SPEERPUNTEN<br />
3.1 Arbeidsomstandigheden: prioritaire onderwerpen in <strong>2003</strong><br />
3.1.1 Arbozorgverplichtingen<br />
Bij inspectieprojecten is het afgelopen jaar veel aandacht besteed aan de<br />
arbozorgverplichtingen: risicoinventarisatie- en evaluatie (inclusief plan<br />
van aanpak), voorlichting en onderricht, bedrijfshulpverlening, beleid met<br />
betrekking tot seksuele intimidatie en agressie en geweld en diverse algemene<br />
arbobeleidsaspecten.<br />
Bij iedere inspectie is gekeken of er een getoetste risicoinventarisatie- en<br />
evaluatie (RI&E) aanwezig was, hetgeen in <strong>2003</strong> verplicht is gesteld. Bij de<br />
projecten «beveiligingsbedrijven», «benzinestations» en «detailhandel» is<br />
het beleid met betrekking tot agressie en geweld gecontroleerd.<br />
Bedrijfshulpverlening (BHV) is bij de diverse projecten onderwerp van<br />
inspectie geweest. BHV heeft zowel een publieke- als een arbo-component<br />
en staat door verschillende recente calamiteiten in de belangstelling. Om<br />
zo soepel mogelijk te opereren, sluit de AI in de praktijk aan bij de gebruiksvergunningen<br />
die door het bevoegd gezag en de brandweer worden afgegeven.<br />
De AI heeft in het bijzonder gekeken naar de operationaliteit van de<br />
BHV-organisatie en of er een gebruiksvergunning aanwezig was.<br />
3.1.2 Werkdruk<br />
Psychosociale arbeidsbelasting, of werkdruk, is één van belangrijkste<br />
veroorzakers van ziekte en arbeidsuitval in Nederland. Via arboconvenanten<br />
wil het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de werkdruk<br />
binnen diverse branches reduceren. Maar ook handhaving blijft<br />
noodzakelijk. Sinds 2001 besteedt de Arbeidsinspectie aandacht aan dit<br />
arborisico.<br />
Psychosociale arbeidsbelasting is een complex begrip. Werkdruk vormt<br />
een potentieel arbeidsrisico, te vergelijken met bijvoorbeeld lawaai. Hoe<br />
langer of intenser de blootstelling aan lawaai, des te groter de kans op<br />
doofheid, maar niet iedereen wórdt doof. Zo neemt ook bij langdurige en<br />
intensieve blootstelling aan werkdruk de kans op overspannenheid of een<br />
burn-out toe, maar wordt niet iedereen daadwerkelijk ziek van de werkdruk.<br />
Daar komt bij dat werkdruk afhankelijk is van allerlei aspecten van<br />
het werk. Binnen haar wettelijke bevoegdheden richt de Arbeidsinspectie<br />
zich op de volgende mogelijke oorzaken: de inhoud van het werk, contactmogelijkheden,<br />
werktempo, inspanning, hoeveelheid werk, afwijkende<br />
werktijden, overwerk en mogelijkheden om pauze en verlof op te kunnen<br />
nemen.<br />
De Arbeidsinspectie heeft een instrument ontwikkeld waarmee het mogelijke<br />
risico tijdens een inspectie in kaart kan worden gebracht. Wanneer na<br />
de inspectie blijkt dat werkdruk een belangrijk risico vormt op de afdeling<br />
of in de functie, wordt nagegaan op welke wijze het bedrijf hier aandacht<br />
aan schenkt. Als blijkt dat er in de RI&E en het plan van aanpak onvoldoende<br />
aandacht is voor werkdruk, schrijft de inspecteur een nader onderzoek<br />
voor dat zich specifiek richt op de betreffende afdeling of functie.<br />
17
Het afgelopen jaar is nagegaan wat de effecten waren van de interventies<br />
die de Arbeidsinspectie in voorgaande jaren heeft uitgevoerd. In 2001 en<br />
2002 zijn in de ACKR-branches (aardolie, chemie, kunststof en rubber)<br />
werkdrukinspecties verricht. In <strong>2003</strong> is in een zogenaamd follow-upproject<br />
bij 34 bedrijven nagegaan wat het resultaat was van deze inspecties. Vastgesteld<br />
is dat alle werkgevers – in meer of mindere mate – maatregelen<br />
hebben getroffen ten aanzien van de werkdruk. Bijna alle werkgevers<br />
(91%) gaven aan dat er aanmerkelijk of enigszins verbetering was in het<br />
beheersen van werkdruk. Ook de werknemers waren over het algemeen<br />
tevreden (82%) met de getroffen maatregelen. De meeste maatregelen<br />
waren organisatorisch gericht of betroffen een combinatie van organisatorische<br />
en individuele maatregelen.<br />
In <strong>2003</strong> is een aantal grote inspectieprojecten gestart in de ICT-branche, in<br />
het primair onderwijs en bij alle rechterlijke organisaties waarbij de werkdruk<br />
onder de loep is genomen. De resultaten van deze projecten komen<br />
in de loop van 2004 beschikbaar.<br />
3.1.3 Fysieke belasting<br />
Onder de noemer «fysieke belasting» is een aantal deelonderwerpen te<br />
onderscheiden: tillen, duwen en trekken, werkplekinrichting en repeterende<br />
handelingen (RSI). In <strong>2003</strong> is de fysieke belasting in diverse sectoren<br />
geïnspecteerd. Duwen en trekken werd daarbij voor het eerst op grote<br />
schaal als inspectieonderwerp opgenomen. De eerste ervaringen hiermee<br />
zijn bevredigend. Indien er voldoende oplossingen beschikbaar zijn, blijkt<br />
handhaving goed mogelijk.<br />
In het project «Tillen in de industrie» (voeding- en genotmiddelenindustrie<br />
en metaalindustrie) is geconstateerd dat er bij één op de zes bedrijven een<br />
tilprobleem was. Ook werd bij meerdere bedrijven een misstand (tweemaal<br />
de gezondheidskundige waarde) aangetroffen. In het project «Stratenmakers»<br />
is geïnspecteerd volgens de beleidsregel «Tillen op bouwplaatsen».<br />
Ook hier werden tilproblemen geconstateerd. In onderstaande tabel<br />
is te zien in welke bedrijfstakken op (een onderdeel van) fysieke belasting<br />
is geïnspecteerd.<br />
Tabel 3.1 Inspectieprojecten van de Arbeidsinspectie met (deel)onderwerpen van fysieke belasting in <strong>2003</strong><br />
Onderwerp:<br />
Bedrijfstak: Tillen Duwen/trekken Werkplekinrichting Repeterende handelingen<br />
Industrie Voeding en genot,<br />
metaal<br />
Zuivel Visverwerking<br />
Bouw Stratenmakers Glazenwassers<br />
Commerciële Dienstverlening Detailhandel ICT-branche<br />
Publieke dienstverlening Glastuinbouw Rioolwerkzaamheden,<br />
intramurale<br />
zorg<br />
Audiovisuele sector<br />
18
3.1.4 Kankerverwekkende stoffen<br />
Het toezicht op asbestsloop- en asbestverwijderingswerkzaamheden<br />
vormde, net als ieder jaar, een vast onderdeel van het inspectieprogramma.<br />
Afgelopen jaar heeft de AI in het kader van het project Bodemsanering<br />
in het verslagjaar ook geïnspecteerd op het werken met asbesthoudende<br />
grond. Daarnaast is het werken met asbesthoudend puin bij<br />
sorteer- en puinbreekinstallaties projectmatig onderzocht.<br />
In <strong>2003</strong> is in de bouw gecontroleerd op de beheersing van de blootstelling<br />
aan kwartsstof. In overleg met de Stichting Arbouw en leveranciers is<br />
inmiddels een website gerealiseerd waarop werkgevers kunnen zoeken<br />
naar beschikbare apparatuur die voldoet aan de voorschriften.<br />
Op verzoek van de Arbeidsinspectie heeft het ministerie van Sociale Zaken<br />
en Werkgelegenheid opdracht gegeven een onderzoek uit te voeren naar<br />
de technische mogelijkheden om dieselmotoren te vervangen of de<br />
uitstoot ervan te beheersen. Dit project wordt in 2004 afgerond.<br />
3.1.5 Gevaarlijke stoffen<br />
Afgelopen jaar is het monitorrapport OPS (Organisch Psycho Syndroom)<br />
gepubliceerd en aan de Tweede Kamer gezonden. In dit rapport staan de<br />
resultaten van een monitoronderzoek dat de Arbeidsinspectie deed naar<br />
het gebruik van vluchtige organische stoffen in het bedrijfsleven. Uit het<br />
onderzoek blijkt dat deze stoffen nog veelvuldig worden gebruikt. In het<br />
najaar van <strong>2003</strong> is opnieuw een inspectieproject van start gegaan waarbij<br />
19
de naleving van de vervangingsregeling voor verven en lijmen in binnensituaties<br />
wordt nagegaan bij schilderwerkzaamheden en parketleggers. Dit<br />
project loopt door in 2004.<br />
In <strong>2003</strong> is in de glastuinbouw toegezien op de doeltreffende beheersing<br />
van huidblootstelling aan residuen van bestrijdingsmiddelen die achterblijven<br />
op gewassen. In de champignonteelt is een project gestart waarbij<br />
de blootstelling aan de toegepaste bestrijdingsmiddelen wordt beoordeeld.<br />
In de volgende sectoren heeft de AI eveneens inspecties uitgevoerd op het<br />
gebied van het werken met gevaarlijke stoffen, de opslag van gevaarlijke<br />
stoffen en de (doeltreffende beheersing van) blootstelling aan gevaarlijke<br />
stoffen:<br />
+ zuivelindustrie (gebruik van schoonmaakmiddelen en desinfectiemiddelen);<br />
+ scheepsschilders (vluchtige organische stoffen en explosieveiligheid);<br />
+ chemische industrie, groothandels en distributiecentra (onder gas<br />
staan van containers).<br />
3.1.6 Geluid<br />
De Arbeidsinspectie heeft in <strong>2003</strong> en in daaraan voorafgaande jaren in<br />
diverse projecten geïnspecteerd op het onderwerp geluid. Daarbij werd<br />
met name gelet op doeltreffende beheersing van te hoge geluidsniveaus<br />
met bronmaatregelen of gehoorbeschermingsmiddelen. De inspecteurs<br />
kregen een training voor het gebruik van de geluidsmeters die zij bij hun<br />
onderzoek ter beschikking hadden. Deze meters vergemakkelijkten de<br />
handhaving op overtredingen aanzienlijk. Bedrijven in bouwmaterialen en<br />
grondstofwinning, de hout- en meubelindustrie, de evenementenindustrie,<br />
bottelarijen, slachterijen en vleesverwerkende bedrijven zijn aan<br />
inspecties onderworpen. In het jaar <strong>2003</strong> is bij inspecties 577 maal handhavend<br />
opgetreden. Van de overtredingen hadden er 382 betrekking op<br />
het achterwege laten van een inventarisatie en evaluatie van het geluidsniveau<br />
van iedere arbeidsplaats. Het niet voorkómen dat arbeidsmiddelen<br />
tijdens hun werking meer dan het maximaal toelaatbare geluidsniveau<br />
voortbrengen, leidde in 180 gevallen tot een handhavende actie. Sinds de<br />
invoering van nieuwe regelgeving op dit gebied van schadelijk geluid is<br />
van 1999 tot <strong>2003</strong> bij inspectieprojecten bijna 2500 maal handhavend<br />
opgetreden.<br />
Naar aanleiding van klachten op het gebied van geluid is in <strong>2003</strong> zestien<br />
maal een inspectie uitgevoerd. In de periode van tot 1999 tot <strong>2003</strong> is dat<br />
79 maal gebeurd.<br />
3.2 Arbeidsmarktfraude<br />
In het jaarplan <strong>2003</strong> waren de volgende prioriteiten opgenomen:<br />
+ de aanpak van faciliteerders van illegale tewerkstelling en notoire<br />
overtreders;<br />
+ de aanpak van illegale tewerkstelling in land- en tuinbouw;<br />
+ financieel rechercheren;<br />
+ samenwerking met andere diensten op het gebied van bestrijding van<br />
arbeidsmarktfraude.<br />
20
In paragraaf 4.9 wordt ingegaan op de activiteiten die in <strong>2003</strong> op<br />
arbeidsmarktfraudegebied zijn verricht.<br />
21
HOOFDSTUK 4<br />
PRODUCTEN EN PRESTATIES<br />
4.1 Kwantitatieve gegevens<br />
4.1.1 Kwantitatieve productiegegevens<br />
In dit hoofdstuk worden de producten en prestaties van de Arbeidsinspectie<br />
beschreven. Het betreft zowel de inspecties als de activiteiten op<br />
uitvoeringsgebied, zoals het algemeen verbindend verklaren van bepalingen<br />
van CAO’s.<br />
Tabel 4.1 laat zien aan welke producten de inspectiecapaciteit is besteed.<br />
De totale netto inspectiecapaciteit bedroeg 244 975 uur in <strong>2003</strong>. In het<br />
Jaarplan <strong>2003</strong> is er vanuit gegaan dat 253 204 uur voor inspecties beschikbaar<br />
zou zijn. In 2002 werd er 211 679 uur aan inspecties besteed.<br />
Binnen de AI wordt een productie-eenheid een «zaak» genoemd. Een zaak<br />
is een afgesloten interventietraject bij een bedrijf of organisatie dat alle<br />
activiteiten omvat – zoals bedrijfsbezoeken (inclusief controles), voorbereiding<br />
en afhandeling – die nodig zijn om te komen tot normconform<br />
gedrag bij bedrijven.<br />
Tabel 4.1 Aantallen inspectieproducten naar productsoort en de daaraan bestede inspectiecapaciteit in % in 2001, 2002<br />
en <strong>2003</strong><br />
2001 2002 <strong>2003</strong><br />
Productsoort Capaciteit in % Zaken Capaciteit in % Zaken Capaciteit in %* Zaken*<br />
Arbo-Actief 30,5 14 934 36,6 15 271 33 (36) 14 276 (16 791)<br />
Klachten 8,3 2 178 8,2 2 167 9 (8) 2 052 (2165)<br />
Ongevallen 20,3 2 559 18,2 2 481 22 (19) 2 191(2 471)<br />
MHC 5,4 62 4,5 118 9 (11) 332 (274)<br />
Arbeidsmarkt 23,5 3 840 17,3 3 737 17 (16) 3 700 (3 459)<br />
Monitoring 5,1 1 932 5,9 2 771 5 (5) 1 879 (1 850)**<br />
Overig Reactief 6,8 2 031 6,2 1 506 6 (5) 1 079 (650)<br />
Totaal 100 27 536 100 28 051 100 25 499 (27 660)<br />
* De getallen tussen haakjes bij het jaar <strong>2003</strong> zijn de in het AI-Jaarplan <strong>2003</strong> opgenomen waarden.<br />
**Bij Monitoring is in het Jaarplan het aantal 1 opgenomen. Dat cijfer heeft betrekking op het rapport met de resultaten van het<br />
Arbeidsvoorwaardenonderzoek (AVO). Voor het onderzoek waarop het rapport gebaseerd is, waren 1 850 zaken gepland.<br />
Arbo-interventietrajecten worden uitgevoerd bij projecten waarin de AI<br />
actief inspecteert op arbeidsomstandigheden. Het aantal afgesloten arbointerventietrajecten<br />
is achtergebleven bij het streven voor <strong>2003</strong>. Dit is te<br />
verklaren door het feit dat er bij de trajecten werktijdverkorting (WTV) en<br />
het onderzoek naar het ongeval in de Amercentrale aanzienlijk meer capaciteit<br />
nodig was dan begroot. Op de achtergronden hiervan wordt hieronder<br />
nader ingegaan.<br />
Het aantal onderzoeken naar aanleiding van klachten van werknemers of<br />
belanghebbenden over arbeidsomstandigheden is nagenoeg gelijk aan de<br />
raming. Het aantal onderzoeken naar aanleiding van ernstige arbeidsongevallen<br />
is licht gedaald. Een groot deel van de capaciteit is ingezet op het<br />
23
complexe onderzoek in de Amercentrale. Eind <strong>2003</strong> zorgde een team van<br />
dertig AI-inspecteurs op de ramplocatie voor een ordelijke procesgang<br />
van het onderzoek.<br />
Circa 800 van de 1 191 trajecten in de categorie «overig reactief» betroffen<br />
interventietrajecten ten behoeve van aanvragen werktijdverkorting. De<br />
vogelpest, SARS, de oorlog in Irak en de economische recessie zorgden<br />
voor een verhoogd aantal aanvragen op dit terrein. Bij veel van de WTVonderzoeken<br />
verricht de AI een boekenonderzoek om te kijken of de<br />
aanvraag gerechtvaardigd is en voldoet aan de gestelde eisen.<br />
De activiteiten ten behoeve van de productsoorten die in tabel 4.2 worden<br />
genoemd, worden niet door de buitendienst van de Arbeidsinspectie<br />
uitgeoefend, maar voornamelijk door medewerkers van de Haagse<br />
AI-vestiging.<br />
Tabel 4.2 Aantallen in <strong>2003</strong> geplande en gerealiseerde overige (niet-inspectie)<br />
producten van de AI<br />
Productsoort Gepland Gerealiseerd<br />
Desk research rapporten 20 18<br />
CAO-registraties 800 972<br />
AVV-CAO-bepalingen 250 178<br />
Verplichtstelling Pensioenfonds 40 32<br />
Beschikkingen/ontheffingen Vergunningen./adviezen 1 340 1 068<br />
Totaal 2 450 2 268<br />
4.1.2 Prestatieafspraken<br />
In het Jaarplan <strong>2003</strong> van de Arbeidsinspectie is een aantal prestatie-indicatoren<br />
met streefwaarden opgenomen. In onderstaande tabel zijn de resultaten<br />
over 2002 en <strong>2003</strong> daartegen afgezet.<br />
24
Tabel 4.3 Prestatieindicatoren, streefwaarde en realisatie<br />
Prestatie-indicator Streefwaarde <strong>2003</strong> Realisatie 2002 Realisatie <strong>2003</strong><br />
Arbo-actief<br />
+ Doorlooptijd handhaving 70%
Tabel 4.4 Inspectiefrequenties Arbo-inspecties<br />
Bedrijfstakcluster grootte<br />
bedrijf<br />
berekening per AI-kantoor verschilt. De verwachting is dat door de wetswijziging<br />
vanwege de invoering van de bestuurlijke boete WAV meer<br />
uniformiteit op dit gebied bereikt zal worden.<br />
In 2004 zal het informatiesysteem ten behoeve van de Arbeidsmarktfraude<br />
zodanig worden aangepast dat in 2005 alle prestatie-indicatoren kunnen<br />
worden gemeten.<br />
risicoklasse<br />
Klein (2–9) Middelgroot (10–99) Groot (>100)<br />
planning realisatie planning realisatie planning realisatie<br />
Industrie Hoog 8% 3,6% 13% 15,8% 18% 34,0%<br />
Laag 3% 1,9% 3% 10,3% 3% 27,5%<br />
Bouw Hoog 11% 3,1% 16% 18,1% 21% 52,7%<br />
Laag 6% 2,1% 6% 9,1% 6% 31,1%<br />
Commerciële Hoog 6% 0,3% 11% 2,5% 16% 11,1%<br />
Dienstverlening Laag 1% 0,5% 1% 3,3% 1% 12,0%<br />
Publieke Hoog 6% 0,3% 11% 3,9% 16% 19,7%<br />
Dienstverlening Laag 1% 1,0% 1% 5,1% 1% 21,5%<br />
Toelichting<br />
De na te streven inspectiefrequenties geven aan welk percentage van de<br />
vestigingen in elke onderscheiden risico- en grootteklasse jaarlijks dient te<br />
worden geïnspecteerd. De streefpercentages zijn gebaseerd op de totale<br />
inspectiecapaciteit die de AI pas in 2005 ter beschikking zal hebben.<br />
Uit de tabel valt te concluderen dat:<br />
+ de inspectiefrequenties bij kleine bedrijven (minder dan tien werknemers)<br />
nog sterk achterblijven bij de streefpercentages terwijl dat voor<br />
grotere bedrijven in mindere mate geldt;<br />
+ er in hoogrisicosectoren meer inspecties zouden moeten plaatsvinden<br />
dan tot nu toe het geval is;<br />
+ de inspectiefrequenties in de laag-risicosectoren, bij de middelgrote en<br />
grote bedrijven, ruimschoots worden gehaald terwijl die in de hoogrisicosectoren<br />
sterk achterblijven<br />
De toename in beschikbare inspectiecapaciteit de komende jaren kan<br />
worden gebruikt om een gewenste accentverschuiving te bewerkstelligen.<br />
4.2 De arbo-inspectieprojecten<br />
Voor een overzicht van de in <strong>2003</strong> uitgevoerde inspectieprojecten en<br />
opgestelde projectverslagen kan verwezen worden naar Bijlage 4. De in<br />
<strong>2003</strong> gepubliceerde verslagen van inspectieprojecten zijn te vinden op de<br />
website van de AI, «arbeidsinspectie.szw.nl». Hierna volgen, als voorbeelden,<br />
voor elke bedrijfstakdirectie twee korte beschrijvingen van<br />
inspectieprojecten, die in <strong>2003</strong> zijn uitgevoerd.<br />
4.2.1 Twee projecten in de industriesector<br />
Bouwmaterialen<br />
Eén van de doelstellingen van de directie Industrie is om op basis van<br />
inzichten die inspectieprojecten opleveren, brancheorganisaties aan te<br />
26
zetten tot acties. Een voorbeeld hiervan is het project «Bouwmaterialen».<br />
In de periode november 2002 tot en met maart <strong>2003</strong> zijn 120 bedrijven in<br />
de sector Bouwmaterialen geïnspecteerd.<br />
Bij 94 bedrijven zijn in totaal 244 overtredingen geconstateerd en werden<br />
er zes boetes opgelegd. Ruim de helft van de overtredingen had betrekking<br />
op lichamelijke belasting, geluid en blootstelling aan kwarts. De<br />
conclusie was dan ook dat de sector onvoldoende oog heeft voor de<br />
arbeidsomstandigheden van de werknemers.<br />
Deze conclusie is met de verschillende brancheverenigingen besproken.<br />
De resultaten zijn per deelsector gepresenteerd, zodat elke vereniging een<br />
helder beeld kreeg van de prestaties van de achterban. Dat heeft een<br />
aantal van hen tot actie aangezet. Zo heeft de Vereniging tot Bevordering<br />
van Werken in Asfalt (VBW Asfalt) het initiatief genomen om, in navolging<br />
van de betonmortelsector, een standaardbeoordeling te ontwikkelen voor<br />
de bloostelling aan kwartsstof. De leden kunnen deze beoordeling gebruiken<br />
om de risico’s in hun eigen onderneming in kaart te brengen. De<br />
vereniging heeft de Arbeidsinspectie gevraagd of ondernemingen die<br />
standaardbeoordeling kunnen gebruiken om te voldoen aan de wettelijke<br />
verplichtingen op dit punt.<br />
Het Koninklijk Verbond van Nederlandse Baksteenfabrikanten (KNB) wil<br />
naar aanleiding van het inspectieproject instrumenten ontwikkelen om de<br />
leden kennis te laten maken met de bevindingen van het project.<br />
Projecten in de chemie en kunststofsector<br />
Vast onderdeel van een Arbeidsinspectie is de beoordeling van het arbozorgsysteem.<br />
Een bedrijf moet de risico’s op het gebied van arbeidsomstandigheden<br />
inventariseren, evalueren en vastleggen in de zogenaamde<br />
risicoinventarisatie en -evaluatie (RI&E). Deze moet zijn getoetst door de<br />
arbodienst. Onderdeel van de RI&E is het plan van aanpak, waarin staat<br />
op welke manier de geconstateerde knelpunten worden aangepakt. Dit<br />
plan van aanpak moet voorzien zijn van een advies door de arbodienst.<br />
27
Bij eerdere inspecties in de aardolie-, chemische, kunststof-, en rubberindustrie<br />
(ACKR) is dikwijls vastgesteld dat een risicobeoordeling van<br />
gevaarlijke stoffen, geluid en fysieke overbelasting ontbrak. Dat was<br />
aanleiding om in een periode van twee jaar drie projecten in deze sectoren<br />
uit te voeren. Bij de eerste twee projecten ging het om de vraag of de<br />
geïnspecteerde ondernemingen beschikten over de wettelijke verplichte<br />
beoordelingen van de genoemde risico’s. Het bleek dat driekwart van de<br />
geïnspecteerde ondernemingen op één of meerdere punten in gebreke<br />
was gebleven. Op last van de Arbeidsinspectie zijn de risico’s geïnventariseerd<br />
en geëvalueerd.<br />
In het vervolgproject in <strong>2003</strong> is bekeken wat de kwaliteit van deze inventarisaties<br />
was en wat deze bedrijven met de resultaten van de beoordeling<br />
hadden gedaan. Daarbij bleek nog altijd een kwart niet in orde te zijn. Op<br />
grond hiervan concludeert de Arbeidsinspectie dat de chemische en<br />
kunststofbranche te weinig investeert in arbeidsomstandigheden. De wet<br />
wordt slecht nageleefd en veel bedrijven doen niet veel meer dan misstanden<br />
verhelpen die de Arbeidsinspectie heeft geconstateerd. Over de<br />
hele linie is er geen sprake van verbetering van arbeidsomstandigheden.<br />
Noch van zelfwerkzaamheid van ondernemingen. Handhaving van een<br />
voelbare inspectiedruk in deze sectoren is daarom te rechtvaardigen.<br />
4.2.2 Twee projecten in de bouwsector<br />
Stratenmakers<br />
In Nederland houden meer dan tweeduizend ondernemingen zich bezig<br />
met bestratingswerkzaamheden. Dat zijn veelal kleine bedrijven die samen<br />
ruim twintigduizend stratenmakers in dienst hebben. Een belangrijk knelpunt<br />
bij deze werknemers is de fysieke (over)belasting. Vrijwel niet één<br />
stratenmaker haalt werkend de AOW-leeftijd in dit beroep. De WAO-instroom<br />
is hoog.<br />
Inmiddels is in de bouwsector een arboconvenant afgesloten dat vooral<br />
tot doel heeft de fysieke belasting van werknemers te verminderen. Op<br />
basis van de afspraken uit dit convenant is de beleidsregel «Tillen op<br />
bouwplaatsen» vastgesteld. Deze regel bevat een aantal specifieke bepalingen<br />
voor stratenmakers, zoals het maximale gewicht van vier kilogram<br />
voor een handmatig te verwerken straatsteen. Voor alle bouwplaatsen<br />
geldt dat één werknemer maximaal 25 kilogram (50 kilogram met z’n<br />
tweeën) mag tillen. Naar aanleiding van het afgesloten convenant, de<br />
daaruit voortvloeiende beleidsregel en het gegeven dat <strong>2003</strong> door de<br />
branche tot het jaar van de stratenmaker was benoemd, heeft de AI een<br />
inspectieproject in deze sector uitgevoerd. Het project liep van 15 september<br />
tot eind december.<br />
Bij de 194 inspecties die op locatie werden uitgevoerd zijn in totaal<br />
honderd waarschuwingen uitgedeeld en is in dertien situaties het werk<br />
stilgelegd. Daar waar een waarschuwing werd gegeven voor het handmatig<br />
verwerken van straatstenen zwaarder dan vier kilogram, is ook de<br />
opdrachtgever van het werk, veelal een gemeente, hierover schriftelijk<br />
geïnformeerd. De bouwprocesbepalingen in het Arbo-besluit bepalen<br />
immers dat ook de opdrachtgever verplichtingen heeft op het gebied van<br />
arbeidsomstandigheden bij de uitvoering van bouwwerkzaamheden. Met<br />
het inspectieproject wil de AI bereiken dat er in deze sector meer gebruik<br />
wordt gemaakt van mechanische tilhulpmiddelen en dat bestratingswerkzaamheden<br />
vaker machinaal worden uitgevoerd.<br />
28
European Construction Campaign<br />
In <strong>2003</strong> vond in EU-verband een grootscheepse inspectie- en voorlichtingscampagne<br />
plaats, gericht op het voorkomen van valgevaar in de<br />
bouw. Valgevaar is nog steeds een van de grootste risicofactoren in deze<br />
sector. Jaarlijks komen in de Europese Unie circa 1 300 bouwvakkers om<br />
het leven door een val op het werk. In Nederland zijn dat er ongeveer<br />
twintig. Aan deze campagne, die bestond uit een inspectiecampagne en<br />
een voorlichtingscampagne, deden alle EU-lidstaten én Noorwegen en<br />
IJsland mee. In Nederland werden in dit kader 820 bouwplaatsen geïnspecteerd.<br />
Daarbij werden 775 overtredingen geconstateerd. Bijna zestig<br />
procent van de overtredingen had betrekking op valgevaar. In 298<br />
gevallen was de situatie zo gevaarlijk dat het werk werd stilgelegd. Ook<br />
werden 146 boetes uitgedeeld. Bij de overige, lichtere, overtredingen is<br />
volstaan met een waarschuwing. Bij de opzet van de voorlichtingscampagne<br />
zijn ook de sociale partners, de Stichting Arbouw en Aboma-<br />
Keboma betrokken. Met subsidie van de Europese Unie werd een<br />
voorlichtingsmap met een cd-rom gemaakt. Deze map is aan ongeveer<br />
tienduizend werkgevers in de bouwsector toegezonden. Diverse<br />
vakbladen hebben aandacht aan de campagne besteed. Uit de resultaten<br />
blijkt de noodzaak om aandacht te blijven besteden aan deze problematiek.<br />
De inspectiecampagne wordt in 2004 herhaald.<br />
4.2.3 Twee projecten in de sector Commerciële Dienstverlening<br />
Veiligheid baanwerkers<br />
De belangrijkste twee doelstellingen van deze inspectie waren het verminderen<br />
van aanrijdgevaar van baanwerkers en het vergroten van de bewustwording<br />
hiervan bij opdrachtgevers, werkgevers én werknemers. Daarnaast<br />
had het project tot doel de naleving van de verplichtingen op het<br />
gebied van fysieke arbeidsomstandigheden en de arbozorgverplichtingen<br />
– fysieke belasting, persoonlijke beschermingsmiddelen, bedrijfshulpverlening<br />
en geluid – te stimuleren.<br />
Het aantal bedrijven dat is bezocht bedraagt 34. De inspecties zijn samen<br />
met inspecteurs van Inspectie Verkeer en Waterstaat, Divisie Rail uitgevoerd.<br />
In 69% van de gevallen was de beveiliging van de werkplek onvoldoende.<br />
In de meeste gevallen wordt gewerkt met «persoonlijke waarneming»,<br />
een extra veiligheidsman die zijn collega’s waarschuwt bij naderend<br />
verkeer of gevaar. De keuze hiervoor is niet gebaseerd op enig bronbeleid:<br />
het aanpakken van de risico’s bij de bron. Met andere woorden, de<br />
werkzaamheden hadden ook in een «buitendienststelling» kunnen worden<br />
uitgevoerd, waarbij beide sporen buiten dienst worden gesteld. De aannemers<br />
hadden ook niet aannemelijk gemaakt dat een buitendienststelling,<br />
of de tussengelegen niveaus van beveiliging, onmogelijk was.<br />
In veertien gevallen waren de werkzaamheden zo slecht beveiligd dat<br />
sprake was van ernstig gevaar en volgde er een stillegging van het werk.<br />
Belangrijk was ook de constatering dat de extra veiligheidsman op grote<br />
schaal wordt toegepast, volgens de opdrachtgever 20 000 keer per jaar. De<br />
Arbeidsinspectie accepteert de extra veiligheidsman echter al sinds 1998<br />
niet meer als beveiligingsmiddel.<br />
Aanrijdgevaar is een groot risico tijdens werkzaamheden aan het spoor.<br />
Aannemers zijn zich in beginsel bewust van deze risico’s. Ze handelen<br />
over het algemeen conform het Reglement Veilig Werken aan de Railinfra<br />
(RVW). Dit resulteert echter te weinig in een veilige werkplek volgens de<br />
Arbowet. Opdrachtgevers confronteren aannemers soms weliswaar met<br />
29
niet veilig uit te voeren opdrachten, maar dat ontslaat ze als werkgever<br />
niet van de plicht een goed arbeidsomstandighedenbeleid te voeren.<br />
Daarom is in <strong>2003</strong> project «Veiligheid baanwerkers» gestart, dat een<br />
groter accent legt op de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever. Het<br />
is verder van het allergrootste belang dat het kader voor veilig werken, die<br />
opdrachtgever en aannemers in 2001 ontworpen, een goed vervolg krijgt<br />
zodat een en ander beter op de Arbowet af te stemmen is.<br />
Gassingen en gegaste lading<br />
Ladingen worden gegast om te voorkomen dat ze beschadigd raken door<br />
de aanwezigheid van organismen (insecten) in de lading en/of in de<br />
verpakking. Het project Gassingen richtte zich enerzijds op ladingen die<br />
per schip, in bulk of per container in Nederland worden ingevoerd. Anderzijds<br />
op ladingen die in Nederland worden gegast voordat ze worden<br />
opgeslagen of verscheept naar het buitenland. Het project heeft geen<br />
relatie met gassingen in de land- of tuinbouw.<br />
Het fenomeen gegaste lading in de zeevaart – zowel in containers als<br />
bulklading – staat steeds vaker in de belangstelling, onder andere als<br />
gevolg van recente ongevallen en incidenten. De AI voerde een inspectieproject<br />
uit om drie redenen:<br />
+ zicht krijgen op de omvang van het probleem van containers met restgassen<br />
in de vervoersketen;<br />
+ zicht krijgen op de omvang van het probleem van bulklading met restgassen;<br />
+ zicht krijgen op de aard en de omvang van de problemen bij gassingen<br />
uitgevoerd in Nederland.<br />
Twintig bedrijven werden bezocht. De belangrijkste conclusies zijn:<br />
+ van de gemeten containers bevat 77% resten van bestrijdingsmiddelen<br />
(sulfurylfluoride, fosfine, methylbromide en/of formaldehyde);<br />
+ bij drie bedrijven zijn de werkzaamheden preventief stilgelegd omdat<br />
uit metingen bleek dat de concentratie restgas in de container hoger<br />
was dan de MAC-waarde;<br />
+ alle opmerkingen over een onvolledige RI&E zijn gemaakt bij ontvangers<br />
van containers en niet bij de ontvangers van bulklading of ladingen<br />
die in Nederland worden gegast. Hieruit kan worden geconcludeerd<br />
dat ontvangers van containers zich niet bewust zijn van de<br />
mogelijkheid dat de lading restanten bestrijdingsmiddel bevat. Deze<br />
groep is zich ook niet bewust van de risico’s waaraan het personeel<br />
wordt blootgesteld.<br />
Aanbevolen is om bedrijven die containers ontvangen door middel van<br />
een brede voorlichtingscampagne bewust te maken van de risico’s die<br />
zich hierbij kunnen voordoen.<br />
4.2.4 Twee projecten in de sector Publieke Dienstverlening<br />
Inspectieproject technieklokalen<br />
Met het inspectieproject «Technieklokalen» wil de AI bewerkstelligen dat<br />
er in de risicoinventarisatie en- evaluatie en in het plan van aanpak rekening<br />
wordt gehouden met de specifieke arbo-risico’s in technieklokalen<br />
bouw. De inspectie was gericht op zaken als blootstelling aan geluid en<br />
gevaarlijke stoffen en dan met name houtstof en oplosmiddelen. Ook<br />
veiligheidsrisico’s bij houtbewerkingmachines en de organisatie en uitvoering<br />
van de bedrijfshulpverlening (BHV) zijn onderzocht. Daarnaast is de<br />
30
voorlichting die docenten technieklessen houtbewerking geven, hun<br />
toezicht en de daaraan verbonden risico’s geïnspecteerd.<br />
In totaal zijn 116 scholen met een technieklokaal bouw (houtbewerkinglokaal)<br />
geïnspecteerd. Het aantal geconstateerde overtredingen was zeer<br />
hoog te noemen (totaal 507). Op bijna alle geïnspecteerde scholen werden<br />
gemiddeld meer dan vier overtredingen geconstateerd.<br />
De belangrijkste conclusies zijn:<br />
+ de arbeidsomstandigheden in de geïnspecteerde praktijklokalen bouw<br />
zijn onvoldoende. Met name de machineveiligheid leverde in tien<br />
gevallen zodanig gevaarlijke situaties op dat het werk preventief moest<br />
worden stilgelegd. Daarnaast werden er met betrekking tot het werken<br />
met machines nog eens 112 overtredingen geconstateerd, waaruit<br />
wordt afgeleid dat het werken met machines op grote schaal onveilig<br />
is;<br />
+ de geïnspecteerde scholen blijken in de RI&E onvoldoende aandacht te<br />
hebben voor de specifieke onderwerpen machineveiligheid, gevaarlijke<br />
stoffen, geluid en BHV;<br />
+ de onderwerpen voorlichting en toezicht verdienen op scholen meer<br />
aandacht. Ten aanzien van voorlichting werden 21 overtredingen<br />
geconstateerd en ten aanzien van toezicht 19. De deskundigheid van<br />
de praktijkdocent houtbewerking op het gebied van machinale houtbewerking<br />
en daaraan verbonden risico’s is dus erg belangrijk. Wanneer<br />
leerlingen in de machinale houtbewerkingruimte met houtbewerkingmachines<br />
werken, moet er minimaal één deskundige direct toezicht<br />
houden op een groep van acht leerlingen.<br />
«Jong geleerd, oud gedaan» is de achterliggende gedachte van dit inspectieproject.<br />
De leerlingen van nu zijn immers de werknemers, en soms zelfs<br />
werkgevers, van de toekomst. Het is dus belangrijk dat veilig en gezond<br />
werken in de opleiding goed wordt aangeleerd. Helaas is dit niet de praktijk.<br />
Teveel overtredingen hebben juist betrekking op het veilig en gezond<br />
werken. Hieruit kan worden opgemaakt dat dit onderwerp geen prioriteit<br />
heeft en schoolorganisaties onvoldoende toezien op de naleving van de<br />
regelgeving hieromtrent.<br />
Naar aanleiding van de resultaten van het inspectieproject wordt nader<br />
overleg gevoerd met de belangrijkste partijen op dit gebied: het ministerie<br />
van OCW, de stichting Vervangingsfonds, het Arboservicepunt BVE, de<br />
vakbonden en het platform Bouwtechniek. Zoals het er nu uitziet zal de<br />
Arbeidsinspectie in de meerjarenplanning ruimte reserveren om met<br />
actieve inspecties druk uit te oefenen op de veiligheid in praktijklokalen.<br />
Project Intramurale Zorg<br />
In Nederland zijn ongeveer 1 700 verpleeg- en verzorgingshuizen, die in<br />
totaal 200 000 medewerkers tellen. Tussen 1 maart en 31 augustus zijn<br />
ruim 300 instellingen bezocht waar 1 519 overtredingen zijn aangetroffen;<br />
gemiddeld meer dan vijf per instelling. Dit inspectieproject «Intramurale<br />
Zorg» werd ingegeven door de grote WAO-instroom en het ziekteverzuim<br />
in de sector Verpleging en Verzorging dat hoger is dan het gemiddelde.<br />
Ook de uitkomsten van een eerder inspectieproject in 2001 vormde een<br />
aanleiding voor dit project dat zich richtte op de volgende onderwerpen:<br />
risicoinventarisatie en -evaluatie, biologische agentia, fysieke belasting<br />
van medewerkers in linnenkamers en keukens, bedrijfshulpverlening en<br />
agressie, geweld en seksuele intimidatie.<br />
31
De meeste van die overtredingen hadden betrekking op:<br />
+ biologische agentia, en dan vooral het oplopen van een Hepatitis<br />
B-besmetting die door vaccinatie voorkomen had kunnen worden;<br />
+ fysieke belasting, waarbij er onvoldoende ergonomische oplossingen<br />
waren ontwikkeld voor belastende omstandigheden in linnenkamers,<br />
keukens en bij ondersteunende diensten;<br />
+ de bedrijfshulpverlening, waarbij het uitvoeren van ontruimingsoefeningen<br />
nogal eens achterwege bleef en er onvoldoende gekwalificeerde<br />
hulpverleners ter beschikking zouden zijn wanneer zich een<br />
calamiteit zou voordoen;<br />
+ de risicoinventarisatie en -evaluatie, die vaak onvolledig en gedateerd<br />
is.<br />
De Arbeidsinspectie vindt het aantal aangetroffen overtredingen met<br />
betrekking tot biologische agentia en fysieke belasting zorgwekkend hoog.<br />
Binnen de branche zijn al diverse activiteiten ondernomen – ook door<br />
instrumentontwikkeling – om de instellingen te stimuleren deze risico’s<br />
aan te pakken. In de praktijk blijkt echter dat de arbeidsrisico’s op instellingsniveau<br />
onvoldoende worden aangepakt en dat een gedegen verankering<br />
van de aanpak in het goed werkend arbozorgsysteem – met een<br />
actuele RI&E en plan van aanpak – ontbreekt.<br />
Bij alle instellingen waar overtredingen geconstateerd zijn, hebben inmiddels<br />
hercontroles plaatsgevonden. De Arbeidsinspectie zal ook over deze<br />
bevindingen nader overleg voeren met de sociale partners in de sector<br />
om na te gaan hoe de situatie verbeterd kan worden. Verder overlegt de<br />
AI over de resultaten met betrekking tot biologische agentia met de Inspectiedienst<br />
Gezondheidszorg van het ministerie van Volksgezondheid Welzijn<br />
en Sport en met de Landelijke Huisartsen Vereniging. Hierbij wordt<br />
bekeken hoe huisartsen in verpleeg- en verzorgingshuizen handelen.<br />
4.3 Bedrijfstakoverschrijdende projecten<br />
4.3.1 Vuurwerk<br />
De AI heeft de taak toezicht te houden bij het afsteken van professioneel<br />
vuurwerk op locaties. In <strong>2003</strong> zijn in samenwerking met provinciemedewerkers<br />
zestig evenementen geïnspecteerd. De bedrijven die professioneel<br />
vuurwerk afsteken dienen te werken volgens een vooraf opgesteld werkplan.<br />
De kwaliteit van de werkplannen op het gebied van arbeidsveiligheid<br />
is onvoldoende, zo is geconstateerd. Met de provinciemedewerkers is een<br />
model-werkplan ontwikkeld om de kwaliteit van deze werkplannen te<br />
verbeteren.<br />
Ook zijn voorbereidingen getroffen voor een inspectieproject, waarbij de<br />
bedrijven die zich bezighouden met het afsteken van professioneel vuurwerk,<br />
worden geïnspecteerd op arbozorgverplichtingen.<br />
Over een aantal risico’s bij het afsteken van professioneel vuurwerk is nog<br />
onvoldoende bekend. Daarom werd contact gelegd met het RIVM om deze<br />
risico’s nader te onderzoeken. Het afsteken van professioneel vuurwerk<br />
dient altijd te geschieden onder toezicht van iemand die gecertificeerd is.<br />
De opleiding die leidt tot het certificaat schiet op het gebied van arbeidsveiligheid<br />
echter tekort. De AI heeft het initiatief genomen om de kwaliteit<br />
van deze opleidingen aan te kaarten en een verbeteringstraject op gang te<br />
brengen.<br />
32
4.3.2 Arbeidstijdenbesluit-vervoer<br />
Om te voldoen aan de EU-taakstelling heeft de AI in <strong>2003</strong> circa 270 inspecties<br />
gedaan in bedrijven die hun eigen vervoersactiviteiten uitvoeren. De<br />
te inspecteren bedrijven beschikten over een «inschrijving eigen vervoer».<br />
De processen-verbaal (van bevindingen) en rapportages die door de<br />
Inspectie Verkeer en Waterstaat- Divisie Vervoer (IVW-DV), het Korps<br />
Landelijke Politie Diensten (KLPD) en de regionale politie zijn ingezonden,<br />
dienden als input voor te inspecteren bedrijven. De genoemde diensten<br />
hebben wegcontroles uitgevoerd. Ze controleerden onder meer of het<br />
Arbeidstijdenbesluit-vervoer (ATB-V) werd nageleefd. De hieruit voortvloeiende<br />
vervolgactie van de Arbeidsinspectie zal meestal noodzakelijk<br />
zijn, omdat er nog een bedrijfscontrole dient plaats te vinden en de vertegenwoordiger<br />
van de rechtspersoon moet worden gehoord. Daarnaast<br />
zijn, conform het vastgestelde handhavingsbeleid, nog enkele bedrijven<br />
toegevoegd.<br />
4.3.3 Legionella<br />
De in het Jaarplan aangekondigde inspecties naar legionella in luchtbehandelingsinstallaties<br />
en koeltorens zijn in <strong>2003</strong> niet uitgevoerd. De beleidsregel<br />
Legionella is op 1-1-2004 (later dan verwacht) van kracht geworden.<br />
Het zou niet effectief zijn om in <strong>2003</strong> te gaan inspecteren zonder de mogelijkheden<br />
die de beleidsregel ons in handhavende zin biedt. De voorbereidingen<br />
voor het project starten in 2004. De uitvoering ervan loopt van juli<br />
tot en met november 2004.<br />
4.3.4 Markttoezicht<br />
Met het project «Markttoezicht» heeft de AI bij fabrikanten, importeurs,<br />
handelaren en gebruikers toezicht op productwetgeving (Richtlijn machines<br />
98/37/EC) uitgevoerd. Gebleken is dat in meer dan de helft van de<br />
gevallen de productwetgeving wordt overtreden. Aan de hand van het<br />
project «Onderzoek hydraulische graafmachines» is vervolgens vastgesteld<br />
dat er eveneens sprake is van non-conformiteit onder de zogenaamde<br />
«grijs» geïmporteerde machines.<br />
In <strong>2003</strong> heeft de AI gerichte workshoppresentaties over markttoezicht en<br />
producthandhaving gegeven aan de kandidaat EU-lidstaten Slowakije,<br />
Roemenië en Turkije. Door het bijwonen van bedrijfsinspecties in het<br />
kader van zowel product- en gebruikstoezicht heeft in de inspectiepraktijk<br />
een wederzijdse kennisuitwisseling plaatsgevonden met het Verenigd<br />
Koninkrijk. Naar aanleiding van klachten die andere EU-lidstaten ten<br />
aanzien van de niet-naleving van productwetgeving indienden, zijn onderzoeken<br />
ingesteld. In het kader van het nationaal correspondentschap heeft<br />
dit geleid tot verder inzicht in de problematiek van markttoezicht voor<br />
producten.<br />
4.3.5 Werken onder overdruk<br />
De aangepaste regelgeving voor het werken onder overdruk heeft nogal<br />
wat aandacht gevergd in verband met het vooraf verplicht melden van uit<br />
te voeren werkzaamheden. Verder heeft het verrichten van duikwerkzaamheden<br />
in bassins van dierentuinen geleid tot de behandeling van bezwaar<br />
en beroepsprocedures. Totdat beslist is welke gecertificeerde opleiding<br />
hiervoor aangewezen kan worden, is een tijdelijke ontheffingregeling van<br />
kracht.<br />
33
4.3.6 Thuiswerk<br />
Eind 2000/begin 2001 zijn in de textiel-, metaal- en grafische productenindustrie<br />
132 werkgevers en meer dan 132 thuiswerkplekken geïnspecteerd.<br />
In september 2001 is de Tweede Kamer over dit inspectieproject per<br />
brief geïnformeerd. Het aantal overtredingen dat werd aangetroffen was<br />
beperkt. Geconstateerd werd dat het werken met gevaarlijke stoffen in<br />
deze sector nagenoeg is verdwenen en dat eenvoudige werkzaamheden<br />
steeds meer naar lagelonenlanden worden overgeheveld. In de afgelopen<br />
twee jaar is bij de AI geen klacht of ongeval gemeld, reden waarom in<br />
2002 en <strong>2003</strong> geen hoge prioriteit aan inspecties bij thuiswerkers is<br />
gegeven.<br />
4.4 Onderzoek van klachten en arbeidsongevallen<br />
Klachten met betrekking tot arbeidsomstandigheden worden altijd in<br />
behandeling genomen, tenzij de klacht niet op het werkterrein van de<br />
dienst ligt.<br />
In <strong>2003</strong> zijn 2 052 zaken naar aanleiding van een ontvangen klacht afgerond.<br />
In 2002 waren dat er 2 167, onderverdeeld naar bedrijfstakdirectie:<br />
Industrie 325, Bouw 880, Commerciële Dienstverlening 544 en Publieke<br />
Dienstverlening 303.<br />
Ook het aantal binnengekomen klachten (1 947) lag in <strong>2003</strong> iets lager dan<br />
in 2002. Toen startte de AI 1 959 zaken naar aanleiding van een binnengekomen<br />
klacht. Het percentage van zaken met een handhavingsinstrument<br />
ligt met 89% aanzienlijk hoger dan bij de actieve inspecties, waar dat bij<br />
58% het geval is.<br />
Arbeidsongevallen van werknemers kunnen duiden op misstanden. De AI<br />
inspecteert indien:<br />
+ er sprake is van een dodelijk ongeval;<br />
+ het ongeval heeft geleid tot ernstig lichamelijk of geestelijk letsel, tot<br />
een ziekenhuisopname (voor observatie of behandeling) binnen 24<br />
uur;<br />
+ er een redelijk vermoeden bestaat van blijvend lichamelijk letsel.<br />
34
2 Nog niet alle ongevallen zijn in deze telling<br />
meegenomen. Zo ontbreken bijv. de zware<br />
ongevallen bij DSM en de Amercentrale,<br />
waarbij in totaal 8 dodelijke slachtoffers<br />
vielen.<br />
Het aantal afgesloten zaken naar aanleiding van een ongeval ligt in <strong>2003</strong><br />
met 2 191 duidelijk lager dan in <strong>2003</strong> toen er 2 481 van dergelijke zaken<br />
werden afgerond. De verdeling per bedrijfstakdirectie is volgt; Industrie<br />
740, Bouw 673, Commerciële Dienstverlening 416 en Pebulieke Dienstverlening<br />
362 zaken.<br />
Het aantal gemelde ongevallen in <strong>2003</strong> ligt met 2 147 lager dan in 2002,<br />
toen er 2 270 zaken naar aanleiding van een ongeval werden gestart.<br />
Zware handhavingsinstrumenten werden bij ongevallen in 57% van de<br />
gevallen ingezet.<br />
Ongevallen met een dodelijke afloop<br />
In <strong>2003</strong> zijn er 102 dodelijke ongevallen gemeld, waarbij 105 dodelijke<br />
slachtoffers 2 zijn gevallen. Niet alle gemelde ongevallen worden door de<br />
Arbeidsinspectie onderzocht, omdat een gedeelte niet op het werkterrein<br />
van de Arbeidsinspectie ligt. In een aantal gevallen is de Arbowet niet van<br />
toepassing. Verder onderzoeken de politie, de scheepvaartinspectie en de<br />
rivierpolitie ongevallen die op de weg of op het water hebben plaatsgevonden.<br />
Tot slot is er in een enkel geval sprake van verkeerde registratie.<br />
De ervaring leert dat ongeveer 35% van de gemelde ongevallen niet door<br />
de AI (hoeven te) worden onderzocht. Naar verwachting zal het aantal<br />
door de AI onderzochte dodelijke arbeidsongevallen over <strong>2003</strong> dus tussen<br />
de 65 en 70 bedragen. Pas in de loop van 2004 zal op grond van dossier<br />
onderzoek duidelijk worden hoeveel dodelijke ongevallen daadwerkelijk<br />
door de AI zijn onderzocht.<br />
4.5 Kwantitatieve handhavingsgegevens op Arbo-gebied<br />
De Arbeidsinspectie verricht verschillende activiteiten om de arbeidsbeschermende<br />
wetgeving te handhaven. De belangrijkste activiteiten<br />
vinden plaats op het terrein van de Arbeidsomstandighedenwet, de Wet<br />
Gevaarlijke Werktuigen, de Kernenergiewet, de Wet <strong>Milieu</strong>gevaarlijke<br />
Stoffen, de Bestrijdingsmiddelenwet en het Besluit Risico’s Zware Ongevallen<br />
uit 1999 (BRZO’99). In deze wetten staan voorschriften voor de<br />
veiligheid, de gezondheid en het welzijn van de werknemers. De volgende<br />
tabel geeft een beeld van de handhavende activiteiten van de AI bij de<br />
actieve arbo-inspecties.<br />
35
Tabel 4.5 Aantal afgesloten arbozaken in <strong>2003</strong> en het percentage zaken met ingezette handhavingsinstrumenten bij de<br />
eerste en bij de vervolginterventie<br />
<strong>2003</strong> Afgesloten actieve<br />
arbozaken<br />
waarvan met inzet<br />
handhavingsinstrumenten<br />
bij<br />
eerste inteventie<br />
Afgesloten zaken<br />
actieve arbozaken<br />
met een vervolginterventie<br />
waarvan met inzet<br />
handhavingsinstrumenten<br />
bij<br />
vervolginteventie<br />
Bedrijfstak<br />
Industrie 3 225 52% 1 661 9%<br />
Bouw 4 919 66% 3 239 3%<br />
Comm. Dienstverlening 3 646 53% 1 930 7%<br />
Publ. Dienstverlening 2 958 58% 1 713 8%<br />
Onbekend 9 7<br />
Grootteklasse<br />
Kleinbedrijf 4 423 56% 2 471 6%<br />
Middenbedrijf 7 205 59% 4 273 7%<br />
Grootbedrijf 2 323 58% 1 337 6%<br />
Onbekend 806 469<br />
Totaal <strong>2003</strong> 14 757 58% 8 550 6%<br />
Totaal 2002 15 271 59% 8 962 8%<br />
Totaal 2001 14 934 59% 8 800 11%<br />
De inzet van handhavingsinstrumenten bij eerste interventie geeft een<br />
goede indruk van de mate waarin er in de bezochte bedrijven sprake is<br />
van overtredingen of misstanden. Wanneer deze cijfers worden gecombineerd<br />
met de inzet van handhavingsinstrumenten bij vervolginterventie,<br />
dan geven ze een indicatie van de effectiviteit van de capaciteitsinzet van<br />
de Arbeidsinspectie. We spreken van effectieve capaciteit als aan twee<br />
voorwaarden is voldaan. Ten eerste moet de capaciteit daar worden<br />
ingezet waar veel overtredingen van de Arbowet worden gemaakt. Daarnaast<br />
moet de inzet van deze capaciteit er toe leiden dat de betreffende<br />
overtredingen na het inspectiebezoek niet meer worden gemaakt. Er is<br />
dus sprake van een hoge effectiviteit wanneer er een hoog percentage<br />
zaken met inzet van handhavingsinstrumenten bij eerste interventie is én<br />
een laag percentage bij hercontrole(s).<br />
In de bouwsector wordt het hoogste percentage geconstateerde overtredingen<br />
bij eerste interventie (66%) en het laagste percentage overtredingen<br />
bij vervolginterventies (3%) waargenomen. Bij de cluster Industrie<br />
liggen deze percentages op respectievelijk 52% en 9%, bij de commerciële<br />
dienstverlening op 53% en 11% en bij de bedrijfstak Publieke Dienstverlening<br />
op 58% en 8%. Volgens deze cijfers is de effectiviteit in de bouw<br />
hoger dan in de andere cluster. Dat er in de bouw relatief weinig overtredingen<br />
geconstateerd worden bij hercontrole kan samenhangen met twee<br />
verschijnselen. In de eerste plaats gaat het in de bouw vaak om andersoortige<br />
overtredingen die vanwege de ernst van de zaak vrij snel opgelost<br />
moeten zijn. In de tweede plaats wordt in de bouw vaak geïnspecteerd<br />
op locatie. Op locaties wordt slechts tijdelijk gewerkt, zodat er een<br />
redelijke kans bestaat dat er bij hercontrole niet meer op de betreffende<br />
locatie wordt gewerkt of de situatie op de locatie dusdanig is gewijzigd<br />
dat de eerder geconstateerde overtreding niet meer van toepassing is.<br />
Er zijn ook verschillen per grootteklasse. Middelgrote vestigingen hebben<br />
het hoogste percentage geconstateerde overtredingen bij eerste interventie<br />
(59%) en het hoogste percentage overtredingen bij vervolginterventies<br />
(7%).<br />
36
Figuur 4.1 Topvijf van de in <strong>2003</strong> meest geconstateerde overtredingen 1<br />
Overige; 0,255321558<br />
Arbozorg en<br />
organisatie (5);<br />
0,072293931<br />
Arbeidsmiddelen (4);<br />
0,117413949<br />
1 Exclusief overtredingen die betrekking hebben op de WAV.<br />
Gevaarlijke stoffen (3);<br />
0,171591938<br />
RI&E en/of PvA (1);<br />
0,20533288<br />
Inrichting<br />
arbeidsplaatsen (2);<br />
0,178045743<br />
Bij de interventies die in <strong>2003</strong> zijn verricht, zijn in totaal ruim 17 818 overtredingen<br />
geconstateerd waarop een handhavingsinstrument is ingezet<br />
(exclusief overtredingen die betrekking hebben op de WAV). De AI zette<br />
14 261 lichte instrumenten in, zoals een waarschuwing of eis en 3 557<br />
zware. Tot de zware instrumenten behoren de bestuurlijke boete, het<br />
proces-verbaal en de stillegging. Figuur 4.1 laat zien wat de vijf meest<br />
voorkomende overtredingen zijn. Zo blijkt dat 20,5% van de overtredingen<br />
betrekking hebben op de risicoinventarisatie en -evaluatie (RI&E) en het<br />
plan van aanpak (PvA), 17,8% op de inrichting van arbeidsplaatsen, 17,1 %<br />
op gevaarlijke stoffen, 11,7% op arbeidsmiddelen en 7,2% op arbozorg en<br />
organisatie van de arbeid.<br />
Tabel 4. 6 Topvijf van overtredingen in 2001–<strong>2003</strong> (voor <strong>2003</strong> naar bedrijfstakdirectie)<br />
Geen<br />
RI&E/PvA<br />
Inrichting<br />
arbeidsplaatsen<br />
Gevaarlijke<br />
stoffen<br />
Arbeidsmiddelen<br />
arbozorg en<br />
organisatie<br />
Overige<br />
overtredingen<br />
<strong>2003</strong><br />
Bedrijfstakdirectie<br />
Industrie 24% 6% 17% 14% 1% 38%<br />
Bouw 8% 35% 14% 22% 8% 13%<br />
Commerciële dienstverlening 27% 18% 12% 5% 9% 29%<br />
Publieke dienstverlening 27% 6% 25% 4% 9% 30%<br />
Onbekend 8% 38% 17% 8% 13% 17%<br />
Totaal <strong>2003</strong> 21% 18% 17% 12% 7% 26%<br />
Totaal 2002 21% 19% 12% 11% 7% 30%<br />
Totaal 2001 24% 17% 11% 10% 7% 32%<br />
37
Tabel 4.7 Aantal ATW-zaken met een handhavingsinstrument<br />
Wat opvalt in tabel 4.6 is dat de topvijf van de handhavingsinstrumenten<br />
verschilt per bedrijfstak. In de bouw is het beeld het meest afwijkend. De<br />
meest geconstateerde overtreding in die bedrijfstak is «de inrichting van<br />
de arbeidsplaats» (35%).<br />
De Arbeidsinspectie voert ook gerichte inspecties uit naar overtredingen<br />
van de Arbeidstijdenwet. De volgende tabel laat zien dat er bij 719 uitgevoerde<br />
inspecties tenminste één handhavingsinstrument vanwege een<br />
ATW-overtreding is ingezet. In totaal zijn 1 247 handhavingsinstrumenten<br />
ingezet, waarvan 851 lichte en 396 zware.<br />
Aantal ATW zaken<br />
met inzet van<br />
handhavingsinstrument(en)<br />
licht:<br />
waarschuwing/eis<br />
Aantal handhavingsinstrumenten<br />
zwaar: stillegging/<br />
Proces-verbaal (PV) totaal<br />
<strong>2003</strong><br />
Bedrijfstakdirectie<br />
Industrie 116 97 108 205<br />
Bouw 36 25 25 50<br />
Commerciële dienstverlening 301 453 110 563<br />
Publieke dienstverlening 262 267 153 420<br />
Onbekend 4 9 9<br />
Grootteklasse<br />
Kleinbedrijf 249 243 143 386<br />
Middenbedrijf 298 382 185 567<br />
Grootbedrijf 132 177 45 222<br />
onbekend 40 49 23 72<br />
Totaal <strong>2003</strong> 719 851 396 1 247<br />
Totaal 2002 975 1 343 514 1 857<br />
Totaal 2001 1 527 2 293 383 2 676<br />
Per 1 april <strong>2003</strong> worden de activiteiten op het gebied van handhaving van<br />
arbeidsomstandigheden en arbeidstijden binnen de Arbeidsinspectie<br />
uitgevoerd in vier bedrijfstakdirecties: Industrie, Bouw, Commerciële<br />
Dienstverlening en Publieke Dienstverlening.<br />
4.6 Bestuurlijke boete<br />
De impact van de AI is door de inzet van de bestuurlijke boete versterkt.<br />
Boetes worden voornamelijk opgelegd aan werkgevers, maar ook aan<br />
werknemers wanneer er sprake is van onverantwoord werknemersgedrag.<br />
38
Tabel 4.8 Aantal zaken waarbij in <strong>2003</strong> (tenminste) één boeterapport is opgemaakt.<br />
<strong>2003</strong> Aantal zaken<br />
met tenminste<br />
een boete<br />
Totaal aantal<br />
gestarte zaken<br />
% zaken met een<br />
boete<br />
[1] [2] [1]/[2]<br />
Sector<br />
Landbouw 92 950 10%<br />
Industrie 559 4 641 12%<br />
Bouw 827 5 775 14%<br />
Handel 510 4 265 12%<br />
Vervoer 77 872 9%<br />
Dienstverlening 445 5 483 8%<br />
Onbekend 19 270 7%<br />
Totaal <strong>2003</strong> 2 529 22 256 11%<br />
Totaal 2002 2 611 21 348 12%<br />
Totaal 2001 2 664 23 181 11%<br />
Zoals de Arbowet beoogt, is ook in <strong>2003</strong> een lik-op-stukaanpak toegepast.<br />
Het aantal opgemaakte boeterapporten is iets gedaald vergeleken met de<br />
voorafgaande jaren. Het aantal boeteopleggingen is ten opzichte van 2002<br />
opnieuw toegenomen. Dit heeft ertoe geleid dat het begrotingsartikel voor<br />
<strong>2003</strong> is gerealiseerd. In <strong>2003</strong> waren de ontvangsten € 6 797 738 terwijl op<br />
het desbetreffende begrotingsartikel € 5 984 000 was geboekt. Ondanks<br />
dat het aantal opgemaakte boeterapporten in <strong>2003</strong> met vier procent is<br />
gestegen ten opzichte van 2002, is de totale werkvoorraad met 14% teruggebracht.<br />
Begin <strong>2003</strong> bedroeg de werkvoorraad 1 470 boeterapporten. In<br />
de loop van het jaar zijn er 3 027 boeterapporten ontvangen. Eind <strong>2003</strong><br />
bedroeg de werkvoorraad 1 275 boeterapporten.<br />
In totaal zijn sinds de invoering van de Arbowet 1998, die in november<br />
1999 van kracht werd, ruim 11 000 boeterapporten binnengekomen bij de<br />
afdeling Bestuurlijke boete. Hiervan zijn inmiddels ruim 10 000 rapporten<br />
(88,8%) verwerkt. In 218 gevallen is om verschillende redenen geen boete<br />
opgelegd.<br />
Naar aanleiding van actieve zaken zijn 5 800 rapporten binnengekomen. In<br />
verband met arbeidsongevallen zijn er ruim 4 100 rapporten ontvangen en<br />
op grond van ontvangen klachten over arbeidsomstandigheden zijn bijna<br />
1200 rapporten opgemaakt. Het aantal overig reactieve rapporten<br />
bedraagt ruim 250.<br />
In <strong>2003</strong> is voor € 6 797 738 aan boetes opgelegd, waarvan € 2 373 aan 21<br />
werknemers. Vanaf 1 november 1999 tot 1 januari 2004 is in totaal voor<br />
€ 19 089 970 aan boetes opgelegd, waarvan inmiddels € 17 515 127 is<br />
betaald.<br />
In <strong>2003</strong> zijn door de afdeling Juridische Zaken 271 beslissingen op bezwaarschriften<br />
genomen. Zesentwintig daarvan (10%), zijn gegrond verklaard,<br />
191 ongegrond, veertien niet-ontvankelijk en veertig gedeeltelijk gegrond.<br />
Van deze laatste groep bleef de primaire beslissing in stand maar is de<br />
boete met een kwart verlaagd. Op dit moment zijn er 190 bezwaarschriften<br />
in behandeling en lopen er 24 beroepen bij de verschillende rechtbanken.<br />
In drie zaken loopt hoger beroep bij de Raad van State.<br />
39
De getallen wijzen tot nu toe uit dat in acht procent van de zaken bezwaar<br />
wordt ingediend en slechts in 0,4% van de zaken beroep bij de bestuursrechter<br />
wordt ingesteld. Het percentage hoger beroep betreft slechts 0,1%<br />
van de zaken.<br />
4.7 Ontwikkeling handhavingsbeleid met betrekking tot specifieke<br />
regelgeving<br />
Richtlijn CPR-15<br />
In <strong>2003</strong> werd een traject opgestart dat gaat leiden tot de herziening van de<br />
Richtlijn CPR-15 die betrekking heeft op opslag van gevaarlijke stoffen. De<br />
Arbeidsinspectie neemt deel aan de werkgroep die zich hiermee bezighoudt.<br />
Deze werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de andere<br />
betrokken inspectiediensten, het bedrijfsleven en deskundige diensten.<br />
Atex-richtlijn<br />
In juli <strong>2003</strong> werd de Europese regelgeving met betrekking tot explosieveiligheid<br />
geïmplementeerd in het Arbeidsomstandighedenbesluit. Vanaf<br />
1 juli <strong>2003</strong> dienen nieuwe werkplaatsen – en vanaf 1 juli 2006 ook de<br />
bestaande werkplaatsen – aan deze bepalingen te voldoen. Voor deze<br />
nieuwe regelgeving is een handhavingsbeleid ontwikkeld. Verder werd<br />
voorlichtingsmateriaal voor het bedrijfsleven en voor andere betrokkenen,<br />
zoals de Arbodiensten, ontwikkeld en is deelgenomen aan Europese<br />
overlegvormen over deze atmosphere explosive-regelgeving.<br />
Warenwet<br />
Op 1 september <strong>2003</strong> is de nieuwe Warenwet van kracht geworden. Onder<br />
deze wet vallen ook de regels m.b.t. de productveiligheid van machines.<br />
De AI is daarvoor medetoezichthouder. De AI heeft daarom een algemeen<br />
40
handhavingsbeleid voorbereid en is begonnen met de ontwikkeling van<br />
de benodigde handhavingsinstrumenten. In verband met de samenloop<br />
van deze productwetgeving en de arbeidsomstandighedenwetgeving is de<br />
aanpak vervat in een handhavingsbeleidsnota. Deze zal nog worden uitgewerkt<br />
in een instructie voor de eerstelijns inspecteurs. De Warenwet heeft<br />
geleid tot een verdere afslanking van af te geven ontheffingen voor «technische<br />
voortbrengselen», bijvoorbeeld voor het gebruik van hijskranen en<br />
de toepassing van personenbouwliften.<br />
Werken op hoogte<br />
De Europese richtlijn «werken op hoogte» (2001/45/EC) moet per 1 juli<br />
2004 in de Nederlandse wetgeving zijn geïmplementeerd. Dit betekent dat<br />
het gebruik van ladders als tijdelijke arbeidsplaats moet worden teruggedrongen.<br />
De AI is gestart met de ontwikkeling van een handhavingsbeleid.<br />
4.8 Major Hazard Control<br />
Productie en prestaties<br />
In april <strong>2003</strong> zijn de 38 inspecteurs die belast zijn met de uitvoering van de<br />
BRZO ’99-taken, in vier geografisch gespreide teams bijeengebracht. Zij<br />
vormen de nieuwe directie Major Hazard Control (MHC). Naast deze vier<br />
teams is er een afdeling Strategie in deze directie ondergebracht. De<br />
nieuwe directie startte een omvangrijk traject om de structuur, de uniformering<br />
en de kwaliteit te bevorderen. Het traject is onder andere gericht<br />
op het verwerven van een kwaliteitscertificaat conform ISO-9000:2000. In<br />
dit kader wordt ook gewerkt aan verbeteringen in de methodologie, het<br />
kennismanagement en het relatiemanagement.<br />
In 2002 en in de eerste helft van <strong>2003</strong> deden zich opmerkelijk veel incidenten<br />
en ongevallen voor. Negentien van deze incidenten en ongevallen<br />
zijn door de directie MHC methodisch geanalyseerd, waarbij relaties<br />
konden worden gelegd met de thema’s onderhoud en bedrijfsintern<br />
toezicht op de uitvoering. Het analyserapport is aan de Tweede Kamer<br />
aangeboden. Daarnaast heeft de directie MHC een project uitgevoerd<br />
waarbij gekeken is op welke wijze bedrijven omgaan met systemen van<br />
onderhoud en inspectie. Belangrijkste conclusie was dat slechts een<br />
minderheid van de bedrijven een onderhouds- en inspectiesysteem heeft,<br />
waarvan de managementloop om dit systeem te beheersen volledig<br />
gesloten is. Ook dit rapport is aan de Tweede Kamer aangeboden.<br />
Het ongeval bij DSM op 1 april <strong>2003</strong> waarbij drie dodelijke slachtoffers<br />
vielen, was een dieptepunt in <strong>2003</strong>. Naast het strafrechtelijk onderzoek is<br />
onder leiding van de directie MHC ook een bestuurlijk onderzoek uitgevoerd.<br />
De directie MHC werkte hierbij samen met de Provincie Limburg,<br />
de Gemeente Sittard/Geleen en de Inspectie VROM. Bij dit onderzoek lag<br />
de nadruk op het verzamelen van achtergrondinformatie om herhaling<br />
zoveel mogelijk uit te sluiten. Het rapport vormt de basis voor de gezamenlijke<br />
aanpak van DSM in het bijzonder en de branche van de chemische<br />
procesindustrie in het algemeen. Over het rapport is een persconferentie<br />
gegeven. Ook is het aan de Tweede Kamer aangeboden.<br />
In <strong>2003</strong> zijn de volgende aantallen trajecten uitgevoerd:<br />
+ Veiligheidsrapportage (VR): 114<br />
+ Arbeidsveiligheidsrapport (AVR)-trajecten: 48<br />
+ 1e Preventie Beleid Zware Ongevallen (PBZO)-inspecties: 31<br />
41
+ Periodieke inspecties: 83<br />
+ Handhavingstrajecten: 171<br />
+ Ongevalsonderzoeken: 56<br />
Deze trajecten hebben geleid tot de inzet van het volgend aantal<br />
handhavingsinstrumenten:<br />
+ Proces-verbaal: 7<br />
+ Eis tot naleving: 68<br />
+ Waarschuwing: 96<br />
De 171 veiligheidsrapporten die bij de AI beschikbaar zijn, zijn inmiddels<br />
allemaal afgerond met een ambtelijk oordeel. Van de 108 bij de AI gemelde<br />
PBZO-plichtige bedrijven hebben er inmiddels 100 een eerste inspectie<br />
ondergaan, die is afgerond met een inspectierapport. Een score van 93%.<br />
Door het grote aantal ongevallen en incidenten is er aanzienlijk meer<br />
capaciteit besteed aan het onderzoek naar die ongevallen. Met name het<br />
onderzoek van het ongeval bij DSM heeft veel capaciteit gevergd. Er<br />
waren twaalf van dergelijke trajecten geraamd terwijl er 56 moesten<br />
worden uitgevoerd. Ook zijn door vernieuwd beleid 171 handhavingstrajecten<br />
uitgevoerd terwijl er slechts 140 waren gepland. Dit heeft ertoe<br />
geleid dat van de geplande 262 inspectietrajecten (VR-beoordelingen, 1e<br />
PBZO-beoordelingen en periodieke inspecties) slechts 228 konden worden<br />
uitgevoerd. Hierbij dient nog te worden aangetekend dat de verwachte<br />
omslag van prioritaire VR-beoordelingen (hoge risicocategorie) naar 1e<br />
PBZO-beoordelingen (lagere risicocategorie) zich pas later in het jaar heeft<br />
voorgedaan. Hierdoor heeft de verwachte verdeling tussen deze twee<br />
soorten inspecties zich anders ontwikkeld.<br />
Het Besluit Risico Zware Ongevallen ’99 is de Nederlandse implementatie<br />
van de Europese Seveso II-richtlijn. Het doel van het Besluit en de Richtlijn<br />
is om mens en milieu te beschermen tegen ernstige ongevallen met<br />
gevaarlijke stoffen. Dergelijke ongevallen moeten zoveel mogelijk worden<br />
voorkomen. Mocht er zich onverhoopt een ernstig ongeval voordoen, dan<br />
moeten de gevolgen daarvan zoveel mogelijk worden beperkt. Een ander<br />
doel van het BRZO ’99 is om burgers te informeren over de risico’s van<br />
zware ongevallen en over het oordeel van de bevoegde autoriteiten<br />
Arbeidsinspectie, het Bevoegd Gezag ex. Wet <strong>Milieu</strong>beheer, de brandweer<br />
en in bijzondere gevallen de waterkwaliteitsbeheerder daarover.<br />
Het BRZO ’99 schrijft voor alle betrokken bedrijven, dat zijn er zo’n 340,<br />
een Preventiebeleid Zware Ongevallen (PBZO) voor. Om dit preventiebeleid<br />
uit te voeren dienen de bedrijven in kwestie ook een veiligheidsbeheerssysteem<br />
(VBS) te bezitten. Bedrijven die binnen het BRZO tot de<br />
hoogste risicocategorie behoren zijn verplicht om een veiligheidsrapport<br />
(VR) op te stellen. Door middel van dat VR moet een bedrijf vier zaken<br />
kunnen aantonen. Allereerst moet er een preventiebeleid zware ongevallen<br />
en een veiligheidsbeheerssysteem zijn ingevoerd. Daarnaast<br />
moeten alle gevaren van zware ongevallen geïdentificeerd zijn en de<br />
benodigde maatregelen zijn getroffen om zware ongevallen te voorkomen<br />
en de gevolgen daarvan voor mens en milieu te beperken. Ook het<br />
ontwerp, de constructie, de exploitatie en het onderhoud van alle met de<br />
werking van de inrichting samenhangende installaties, opslagplaatsen,<br />
apparatuur en infrastructuur moeten voldoende veilig en betrouwbaar<br />
zijn. Bovendien moet er een intern noodplan zijn.<br />
42
Voor een zo efficiënt mogelijke uitvoering van het BRZO ’99 werken de<br />
betrokken overheden nauw samen. Voor een goede communicatie tussen<br />
bedrijf en overheid is gekozen voor een één-loket-aanpak, waarbij het<br />
bevoegde gezag ex. Wet <strong>Milieu</strong>beheer als coördinatiepunt optreedt. De<br />
betrokken overheden beoordelen de hierboven genoemde documenten en<br />
rapporten en voeren gezamenlijk inspecties uit. Vervolgens vormen zij<br />
zich een onderling afgestemd oordeel over de kwaliteit van de beheersing<br />
van de risico’s, waarbij elk van de partijen opereert vanuit eigen verantwoordelijkheden<br />
en bevoegdheden. Bij de constatering van overtredingen<br />
van de wet- en regelgeving wordt op basis van deze bevoegdheden<br />
gehandhaafd. Het handhavingsbeleid van de Arbeidsinspectie over dit<br />
onderwerp is in juli <strong>2003</strong> in de Staatscourant gepubliceerd.<br />
4.9 Arbeidsmarktfraude<br />
4.9.1. Handhaving Wet arbeid vreemdelingen<br />
De directie Arbeidsmarktfraude (AMF) houdt toezicht op de naleving van<br />
de Wet arbeid vreemdelingen (WAV) en de Wet allocatie arbeidskrachten<br />
door intermediairs (Waadi). De directie verricht daarnaast lichte en<br />
middelzware opsporingsonderzoeken ter bestrijding van illegale tewerkstelling.<br />
De zware opsporingsonderzoeken op deze terreinen worden<br />
binnen het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid uitgevoerd<br />
door de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD).<br />
Organisatieveranderingen<br />
Sinds 1 april <strong>2003</strong> worden de AI-activiteiten op het terrein van illegale<br />
tewerkstelling binnen de directie Arbeidsmarktfraude uitgevoerd. Deze<br />
directie bestaat uit acht inspectieteams, met elk een teamleider. In <strong>2003</strong> is<br />
de AMF-inspectiecapaciteit uitgebreid tot ongeveer honderd fte. In de<br />
eerste helft van 2004 komen er 37 inspecteurs bij, als gevolg van de<br />
gedeeltelijke invulling van het amendement Verburg. Het aantal inspectieteams<br />
wordt uitgebreid tot veertien. In 2005 wordt de uitbreiding voltooid<br />
en beschikt de directie AMF over een inspectiecapaciteit van ongeveer 180<br />
fte. De nieuwe medewerkers worden na hun opleidings- en inwerktraject<br />
voor een groot deel ingezet in de multidisciplinaire interventieteams, die<br />
in 2004 hun beslag zullen krijgen.<br />
De directie AMF is in <strong>2003</strong> bovendien uitgebreid met drie landelijk projectleiders,<br />
twee landelijk projectsecretarissen en vier specialisten.<br />
In <strong>2003</strong> is begonnen met de voorbereiding van het invoeren van de<br />
bestuurlijke boete in de WAV. De definitieve invoering vindt naar verwachting<br />
op 1 januari 2005 plaats.<br />
Strategische uitgangspunten handhaving WAV<br />
Strategische uitgangspunten van de directie AMF zijn:<br />
+ het aanpakken van illegale tewerkstelling door middel van opsporingsonderzoeken;<br />
+ het in kaart brengen van de ontwikkelingen op het gebied van illegale<br />
tewerkstelling in toezichtsprojecten;<br />
+ het signaleren van ontwikkelingen die een rol spelen bij het faciliteren<br />
van illegale tewerkstelling.<br />
Prioriteiten voor de uitvoering waren in <strong>2003</strong> gelijk aan die van 2002:<br />
43
Faciliteerders<br />
De illegale tewerkstelling wordt in stand gehouden door activiteiten van<br />
faciliteerders als mensensmokkelaars, huisjesmelkers, documentvervalsers<br />
en malafide uitzendbureaus. De AI richt zich met name op deze<br />
laatste groep; faciliteerders die optreden als werkgever. In <strong>2003</strong> zijn zes<br />
onderzoeken overgedragen aan de SIOD.<br />
Illegale tewerkstelling wordt in een aantal gevallen gefaciliteerd door<br />
gebruik van valse documenten. Een cursus documentherkenning maakt<br />
deel uit van de standaardopleiding van AMF-inspecteurs.<br />
Land- en tuinbouw<br />
De aanpak van illegale tewerkstelling in de land- en tuinbouw is een<br />
speerpunt in het WAV-handhavingsbeleid. De AI heeft daarom in <strong>2003</strong> een<br />
belangrijk deel (34%) van de beschikbare inspectiecapaciteit ingezet in de<br />
land- en tuinbouw. In het Westland werd de WAV gehandhaafd in het<br />
bredere verband van het Westland Interventieteam (WIT). In de rest van<br />
Nederland is een landelijk inspectieproject in deze sector uitgevoerd.<br />
Het WIT heeft 424 controles uitgevoerd in <strong>2003</strong>. Hierbij waren 260 illegaal<br />
tewerkgestelden betrokken. Naar aanleiding van geconstateerde overtredingen<br />
in de land- en tuinbouw zijn 242 processen-verbaal aan het OM<br />
toegezonden. Hiervan zijn 136 afkomstig van het WIT en 106 van het<br />
landelijke AI-project.<br />
In dit landelijke project zijn in het verslagjaar 856 controles uitgevoerd,<br />
waarbij 510 illegaal tewerkgestelden zijn aangetroffen. Er is een landelijke<br />
oogstkalender ontwikkeld, die gebruikt wordt bij de risicoanalyse voor de<br />
te controleren ondernemingen. Hiermee kan de relatief beperkte capaciteit<br />
zo efficiënt mogelijk worden ingezet.<br />
Aanpak notoire overtreders<br />
Het aanpakken van notoire overtreders is een aspect van het handhavingsbeleid.<br />
Iedere overtreder wordt in principe binnen drie maanden opnieuw<br />
gecontroleerd. Sinds november 2002 is het mogelijk om bij een zaak aan<br />
te geven of er een hercontrole is uitgevoerd. Uit deze registratie blijkt dat<br />
sinds november 2002 bij ongeveer 325 bedrijven een hercontrole heeft<br />
plaatsgevonden. Bij 56% van deze hercontroles is geen nieuwe overtreding<br />
vastgesteld. Ruim een derde van de opnieuw gecontroleerde bedrijven<br />
bleek de Wet arbeid vreemdelingen opnieuw te overtreden. Over de<br />
periode tussen de geconstateerde overtreding en de hercontrole is op<br />
basis van de huidige registratie geen uitspraak te doen. Het nieuwe<br />
registratiesysteem voor de directie AMF (I-net), dat in 2005 in gebruik zal<br />
worden genomen, zal een analyse op dit punt wel mogelijk maken.<br />
Financieel rechercheren<br />
AMF-inspecteurs maken in beginsel bij elk proces-verbaal wegens overtreding<br />
van de WAV een berekening van het financieel voordeel dat werkgevers<br />
hebben genoten als gevolg van illegale tewerkstelling. Berekeningen<br />
van behaalde voordelen van meer dan € 500 worden als bijlage bij het<br />
proces-verbaal naar het OM gestuurd. Met het OM zijn afspraken gemaakt<br />
over het laten meewegen van het voordeelbedrag in de transactiebedragen<br />
en strafeisen.<br />
In <strong>2003</strong> is een onderzoek uitgevoerd naar de resultaten van de voordeelberekening<br />
in de periode januari 2000–juli <strong>2003</strong>. Conclusie is dat voordeelberekeningen<br />
groter dan € 500 leiden tot hogere transactiebedragen,<br />
hogere strafeisen en hogere vonnissen van respectievelijk € 78, € 149 en<br />
€ 147 extra per illegaal tewerkgestelde. In 2004 wordt het beleid met<br />
betrekking tot de voordeelberekening gecontinueerd.<br />
44
Samenwerking en gegevensuitwisseling<br />
De AI werkt met betrekking tot het toezicht op de naleving van de WAV<br />
onder meer samen met ketenpartners als Politie, UWV, Belastingdienst,<br />
CWI, SIOD en het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). Deze<br />
samenwerking draagt bij aan een efficiënte inzet van inspectiecapaciteit<br />
en komt daarmee de naleving van de WAV ten goede. In het algemeen<br />
vindt deze samenwerking plaats door gezamenlijke uitvoering van<br />
controles, door signalering van mogelijke overtredingen op elkaars werkterrein<br />
of door ter beschikkingstelling van andere benodigde gegevens.<br />
Specifieke elementen in de samenwerking met diverse partners<br />
+ Samenwerking met politie in de vorm van gezamenlijke controles is<br />
van belang voor het vaststellen van de identiteit van personen die<br />
geen identiteitsdocumenten bij zich dragen en in een aantal gevallen<br />
voor de veiligheid van de inspecteur. Vaststelling van identiteit van<br />
werknemers is een essentieel element om overtreding van de WAV<br />
vast te stellen. De politie heeft hiertoe ingevolge de Vreemdelingenwet<br />
meer bevoegdheden dan de Arbeidsinspectie. In <strong>2003</strong> nam de politie<br />
deel aan ongeveer de helft van de controles op naleving van de WAV;<br />
+ De AI werkt samen met de UWV en de Belastingdienst omdat de ervaring<br />
uitwijst dat werkgevers die de WAV overtreden in veel gevallen<br />
ook sociale zekerheids- en belastingwetgeving overtreden. Ruim driekwart<br />
van de door de AI aangetroffen illegaal tewerkgestelde vreemdelingen<br />
komt niet in de administratie voor. In <strong>2003</strong> zijn afspraken<br />
gemaakt over een betere signalering van mogelijke overtredingen op<br />
elkaars werkterrein. Zo zal de AI vanaf 2004 meer gegevens verstrekken<br />
aan de Belastingdienst over aangetroffen illegaal tewerkgestelden<br />
en hun werkgevers. Bovendien zal zij in bepaalde gevallen de Belastingdienst<br />
en UWV informatie verstrekken indien zij bij een controle<br />
legaal werkende personen aantreft, die niet in de administratie van de<br />
werkgever zijn opgenomen. De signalering van UWV aan de Belastingdienst<br />
zal vanaf 2004 worden gestandaardiseerd en daarmee verbeterd.<br />
De AI, de UWV en de Belastingdienst hebben in <strong>2003</strong> gegevens<br />
aan elkaar ter beschikking gesteld, die gebruikt worden ten behoeve<br />
van risicoanalyse binnen projectplannen;<br />
+ Eind <strong>2003</strong> zijn samenwerkingsafspraken met de SIOD vastgelegd. De<br />
samenwerking betreft naast gezamenlijk optreden en uitwisseling van<br />
gegevens onder meer afstemming over overdracht, uitwisseling van<br />
expertise op het gebied van opsporingsmethoden en ontwikkeling van<br />
risicoanalyse. In <strong>2003</strong> heeft de AI bij tien grotere zaken de SIOD ondersteund<br />
bij de uitvoering van de WAV-onderdelen. In 2004 moeten de<br />
afspraken tussen AI en SIOD verder worden geïmplementeerd;<br />
+ Met het COA is in <strong>2003</strong> een samenwerkingsovereenkomst gesloten<br />
over signalering van mogelijke overtredingen op elkaars werkterrein.<br />
De samenwerking zal vanaf 1 januari 2004 van start gaan.<br />
Resultaten<br />
In <strong>2003</strong> zijn 3 940 zaken afgesloten, waarvan 3 368 actief en 572 reactief. In<br />
totaal zijn 731 processen-verbaal wegens overtreding van de WAV aan het<br />
Openbaar Ministerie verzonden. Hiervan hadden drie processen-verbaal<br />
betrekking op artikel 2 en artikel 15 van de WAV. In twee processenverbaal<br />
ging het om tenlastelegging in het kader van communedelicten<br />
(art. 197, 225, 326 Sr).<br />
Ten opzichte van 2002 is dit een toename van circa zes procent. Deze<br />
stijging is met name terug te voeren op intensivering van de controles in<br />
de land- en tuinbouwsector. In deze sector zijn in het verslagjaar 211<br />
processen-verbaal naar het OM gezonden ten opzichte van 127 in 2002. In<br />
45
ongeveer 140 gevallen komen de processen verbaal voort uit in 2002<br />
gestarte zaken in het kader van het Westland Interventieteam en het<br />
AI-project in de land- en tuinbouw.<br />
Tabel 4.9 Naar het OM verzonden processen-verbaal Wet arbeid vreemdelingen in de jaren <strong>2003</strong>, 2002 en 2001, uitgesplitst<br />
naar bedrijfstak<br />
Bik code Bedrijfstak <strong>2003</strong> 2002 2001<br />
Landbouw 211 127 190<br />
0112 Tuinbouw 166 90 134<br />
011211 Kweken van groente 59 29 42<br />
011213 Kweken van bloembollen en -knollen 6 4 13<br />
011214 Kweken van snijbloemen 33 18 40<br />
01412 Diensten voor de akker- en tuinbouw 29 27 39<br />
Industrie 57 55 72<br />
15 Voedingsmidd. en dranken 40 28 52<br />
151 Slachterij en vleesverw. 7 2 13<br />
158102 DH brood en banket (warme bakkers) 28 19 30<br />
18 Prod. kleding/bontverven 9 10 4<br />
Bouwnijverheid 36 33 35<br />
452 B. en U.-/G.,W. en W-bouw 18 22 19<br />
Handel 78 66 79<br />
50 Autos/motoren/benz.stat. 12 14 13<br />
51 Groot- en tussenhandel 38 38 41<br />
512 Landbouwprod. en dieren 11 9 16<br />
513 Voedings- en genotmidd. 9 17 13<br />
52 DH/rep. v. consumentenart 28 14 25<br />
6 18<br />
55 Logies/maaltijden 221 254 240<br />
55301 Restaurants 146 187 172<br />
553011 Nederlandse restaurants 7 20 14<br />
553012 Chinees-Indische restaurants 77 88 95<br />
553014 Italiaanse restaurants 18 28 19<br />
553018 Indiase/overig met buitenl.keuken 24 5 3<br />
553015 Griekse/overig Zuideuropees 18 21 14<br />
55302 Cafetaria/lunchroom e.d. 41 53 47<br />
554 Cafés e.d. 27 11 11<br />
Vervoer 9 17 23<br />
60 Vervoer over land 3 8 9<br />
61 Vervoer over water 1 2 6<br />
63 Diensten voor het vervoer 5<br />
Dienstverlening (65, 67, 70, 71, 74)<br />
Uitzendbureaus/Uitleenbedrijven/<br />
90 91 64<br />
74501/2/3 bemiddeling 52 52<br />
747 Schoonmaakbedrijven 11 6<br />
Dienstverlening (80 t/m 95) 19 10<br />
47<br />
10 15<br />
93 Overige dienstverlening 7 8<br />
overig 10 5 7 21<br />
731 658 739<br />
N.B. In 2002 zijn hier alleen de processen-verbaal opgenomen die op grond van artikel 2 WAV zijn opgemaakt. De tweede en derde kolom per jaar<br />
geven voor een aantal subsectoren een specificatie. De cijfers in deze twee kolommen tellen niet op tot de cijfers van de eerste kolom.<br />
Project Uitzendbureaus<br />
Binnen nagenoeg alle branches in Nederland is behoefte aan tijdelijk<br />
personeel. Uitzendbureaus – inclusief agrarische loonbedrijven – beheer-<br />
46
sen een belangrijk deel van deze arbeidsmarkt. De AI komt uitzendbureaus<br />
op veel plaatsen tegen. De vraag naar tijdelijk personeel is er een van de<br />
zeer korte termijn: vandaag gevraagd, morgen leveren. Deze korte termijn<br />
is een storende factor bij een deugdelijke controle op de identiteit van de<br />
uitzendkracht. Kwaadwillenden maken daar gebruik van, al dan niet in<br />
georganiseerd verband. Ze maken niet alleen gebruik van valse of vervalste<br />
identiteitsdocumenten maar ook van «look-alikes» en laten (illegale)<br />
vreemdelingen werken op de personalia van een (legale) vreemdeling.<br />
Bij illegale tewerkstelling is, naast belasting- en premiefraude, vaak ook<br />
uitkeringsfraude aan de orde. De algemene tendens duidt op een stijging<br />
van de identiteitsfraude in Nederland. Hier is niet alleen sprake van een<br />
groot financieel nadeel voor de overheid maar ook van verdringing op de<br />
arbeidsmarkt omdat het werk wordt verricht door personen die onrechtmatig<br />
in Nederland verblijven. Door in veel branches controles uit te<br />
voeren heeft de AI een goed beeld verkregen van de hele «uitzendwereld».<br />
Bij de controle bij uitzendbureaus op de naleving van de WAV doet zich<br />
een complicatie voor. Werknemers van (malafide) uitzendbureaus zijn per<br />
definitie niet werkzaam op het vestigingsadres van de werkgever en<br />
kunnen daar dan ook niet worden aangetroffen. Om de mogelijkheden<br />
voor controle op de naleving van de WAV door uitzendbureaus te verbeteren<br />
heeft de AI in <strong>2003</strong> afspraken gemaakt met ketenpartners, waardoor<br />
zij in de toekomst kan beschikken over informatie over de mogelijke plaats<br />
van tewerkstelling van uitzendkrachten.<br />
In <strong>2003</strong> zijn in de uitzendbranche 378 onderzoeken uitgevoerd waarbij 58<br />
keer proces-verbaal is opgemaakt tegen een uitzendbureau dat de Wet<br />
arbeid vreemdelingen overtrad. Daarbij is in 22 gevallen ook procesverbaal<br />
opgemaakt tegen de werkgever die personeel had ingehuurd.<br />
Gemiddeld was er per proces-verbaal sprake van vijf vreemdelingen die<br />
zonder vereiste vergunning waren tewerkgesteld. Bij één uitzendbureau<br />
werden 22 overtredingen van de WAV geconstateerd. Zes zaken zijn overgedragen<br />
aan de SIOD.<br />
Project Bouw<br />
De AI heeft, evenals in voorgaande jaren, in <strong>2003</strong> een inspectieproject<br />
verricht naar naleving van de WAV in de bouwsector. In totaal zijn in dat<br />
jaar 343 zaken gestart, waarvan er 77 nog doorlopen in 2004. In het<br />
verslagjaar heeft de AI 66 processen-verbaal opgemaakt, waarvan achttien<br />
zaken in 2002 waren gestart. Van deze 66 processen-verbaal hadden er<br />
dertig betrekking op andersoortige bedrijven dan bouwbedrijven, bijvoorbeeld<br />
uitzendbureaus en schoonmaakbedrijven die werkzaam zijn binnen<br />
de bouwsector. Gemiddeld betroffen de processen-verbaal vier overtredingen.<br />
De resultaten van het project wijzen uit dat illegale tewerkstelling<br />
in alle regio’s voorkomt. Van de 343 zaken waren er 44 gericht op het<br />
voorkomen van illegale tewerkstelling bij particuliere verbouwingen en<br />
renovaties. In 31 van de 44 onderzoeken bleek er sprake te zijn van overtreding<br />
van de WAV en is proces-verbaal opgemaakt. Gelet op deze bevindingen<br />
zal de AI in 2004 de controle in de particuliere woningbouw en<br />
-renovatie intensiveren.<br />
In <strong>2003</strong> heeft de AI samen met UWV en de Belastingdienst een groot<br />
aantal onderzoeken verricht naar aanleiding van een controle eind 2002<br />
op een bouwplaats te Den Haag. Door de ketenwerking van de WAV<br />
leverden deze onderzoeken veertien verdachte ondernemingen op. Tegen<br />
hen is proces-verbaal opgemaakt. Drie van deze ondernemingen waren<br />
47
3 De feitelijke uitplaatsing heeft per 1 februari<br />
2004 plaatsgevonden.<br />
reeds eerder geverbaliseerd voor overtreding van de WAV. Twee van de<br />
veertien bedrijven hebben ook een proces-verbaal gekregen omdat ze niet<br />
voldeden aan een vordering tot het verstrekken van inlichtingen binnen<br />
een redelijk gestelde termijn.<br />
Multidisciplinaire fraudeteams<br />
In oktober <strong>2003</strong> zijn de voormalige RIF’s omgevormd tot een landelijk<br />
dekkend netwerk van multidisciplinaire interventieteams. De bestaande<br />
interventieteams (WIT, BIT en CIT) zijn opgegaan in deze nieuwe structuur.<br />
Behalve de AI participeren UWV, de Belastingdienst, de gemeenten en de<br />
Sociale Verzekeringsbank (SVb) in deze teams. Het doel is om illegale<br />
tewerkstelling, sociale zekerheidsfraude en fiscale fraude gezamenlijk aan<br />
te pakken. De AI zal vanaf 2004 een belangrijk deel van de beschikbare<br />
capaciteit inzetten in bestaande en nieuwe interventieteams. Het streven<br />
is om in 2005 een inspectiecapaciteit van ongeveer 80 fte ten behoeve van<br />
deze teams in te zetten.<br />
Reactief<br />
In <strong>2003</strong> is zeventien procent van de totale beschikbare inspectiecapaciteit<br />
besteed aan onderzoek en afdoening van signalen van illegale tewerkstelling,<br />
die niet pasten in lopende projecten of in multidisciplinaire fraudeteams.<br />
In totaal zijn in het verslagjaar 2 043 signalen van mogelijke illegale<br />
tewerkstelling bij de directie AMF binnengekomen. Ongeveer een<br />
kwart daarvan had betrekking op de horecasector, zeventien procent op de<br />
groot- en detailhandel en veertien procent op de uitzendbranche. Ruim<br />
een derde van deze signalen werd als niet verder onderzoekwaardig beoordeeld.<br />
Het ging hierbij om een groot aantal (anonieme) tips en meldingen<br />
van geweigerde tewerkstellingsvergunningen. Van deze signalen zijn er<br />
244 in lopende projecten in behandeling genomen; 478 signalen zijn<br />
buiten de lopende projecten in onderzoek genomen. Circa zestien procent<br />
van de meldingen moeten nog op onderzoekswaardigheid worden beoordeeld.<br />
4.9.2 Toezicht Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi)<br />
De Waadi bevat regels voor arbeidsbemiddelaars én voor ondernemingen<br />
die arbeidskrachten ter beschikking stellen (veelal uitzendbureaus).<br />
Concreet gaat het voor beide categorieën om een verbod om een tegenprestatie<br />
te vragen van de werkzoekende en om arbeidskrachten te leveren<br />
aan een (deel van een) onderneming waar een werkstaking heerst.<br />
De AI houdt toezicht op de naleving van de Waadi. Dit houdt in dat de AI<br />
klachten over de naleving van de Waadi onderzoekt, er een oordeel over<br />
vormt en dit meedeelt aan belanghebbenden. Benadeelden kunnen de<br />
rechter zonodig om schadevergoeding vragen. De AI heeft in <strong>2003</strong> drie<br />
klachten over de naleving van Waadi ontvangen en in behandeling genomen.<br />
Bij één klacht vond de AI dat de Waadi niet was overtreden. Bij twee<br />
klachten is de behandeling nog niet afgerond.<br />
4.10 Collectieve arbeidsvoorwaarden<br />
In deze en de volgende paragraaf wordt ingegaan op de uitvoerende<br />
activiteiten van de Arbeidsinspectie op het gebied van de arbeidsvoorwaardenwetgeving.<br />
Dit is de laatste maal dat dit onderwerp in het jaarverslag<br />
aan de orde komt. In <strong>2003</strong> zijn de voorbereidingen getroffen voor de<br />
uitplaatsing van AI-taken op dit gebied per 1 januari 2004 3 naar het Directoraat<br />
Generaal Arbeidsverhoudingen en Internationale Betrekkingen.<br />
48
4.10.1 Aanmelden van CAO’s<br />
CAO-partijen zijn wettelijk verplicht het sluiten, wijzigen en opzeggen van<br />
een CAO te melden. Het belang van deze aanmeldingsverplichting is het<br />
op de hoogte blijven van de arbeidsvoorwaardenontwikkeling en het<br />
waarborgen van de rechtszekerheid. Indien een CAO volgens de regelgeving<br />
is aangemeld, wordt een Kennisgeving van ontvangst (Kvo) verzonden.<br />
Vanaf dit moment is een CAO rechtsgeldig.<br />
In <strong>2003</strong> zijn 933 CAO’s aangemeld. Er zijn 972 Kvo’s verzonden, terwijl in<br />
het jaarplan van <strong>2003</strong> is uitgegaan van 800 Kvo’s. Ten opzichte van 2002 is<br />
dit een toename van dertig procent. Deze stijging is te verklaren door een<br />
vermeerdering van het aantal aanmeldingen van CAO-fondsen. De nieuwe<br />
vereisten in het Toetsingskader AVV verplichten veel fondsen tot het doen<br />
van een gewijzigd verzoek tot algemeen verbindend verklaring (AVV) en<br />
een CAO-aanmelding.<br />
Volgen de taakstelling wordt een Kvo binnen twee weken verstuurd. Bijna<br />
een kwart van de aanmeldingen was incompleet, waardoor de doorlooptijd<br />
langer was. In plaats van een daling van het aantal incomplete<br />
aanmeldingen (streefwaarde van 17% naar 10%) is het aantal gestegen.<br />
Dit is grotendeels te verklaren doordat een groot aantal sociale plannen<br />
voor de eerste keer werd aangemeld. Hierbij wordt in de regel niet direct<br />
volledig voldaan aan de vereisten voor een CAO-aanmelding.<br />
Aangemelde CAO’s worden opgeslagen in een CAO-bank. Deze databank<br />
is ingericht voor intern gebruik (het uitvoeren van CAO-onderzoek) en<br />
beperkt extern gebruik. Gegevens worden geraadpleegd door de UWV en<br />
de Stichting van de Arbeid. Het bestand telt thans 2 113 aangemelde<br />
CAO’s (1900 in 2002). Hiervan zijn 576 bedrijfstak-CAO’s en 1 537 ondernemings-CAO’s.<br />
Geheel nieuwe aanmeldingen zijn grotendeels een rechtstreeks<br />
gevolg van de samenwerking van de Arbeidsinspectie met grote<br />
CAO-aanmelders en sociale partners (AWVN/FNV). Periodiek worden de<br />
wederzijdse CAO-bestanden vergeleken. Niet-aanmelders kunnen zo door<br />
de betrokken CAO-partijen worden verzocht de CAO aan te melden.<br />
Van circa 130 grote CAO’s wordt jaarlijks uitgebreide kwantitatieve en<br />
kwalitatieve informatie verstrekt. Van alle overige CAO’s wordt een notitie<br />
met kerngegevens over de arbeidsvoorwaarden- en arbeidskostenontwikkeling<br />
gemaakt. Van de grote CAO’s wordt op basis van het principeakkoord<br />
een notitie voorlopige gegevens samengesteld. Bij aanmelding<br />
van de CAO worden de eventuele wijzigingen verwerkt in een «notitie<br />
definitieve gegevens». In <strong>2003</strong> zijn zeventig notities voorlopige gegevens<br />
en 116 notities definitieve gegevens samengesteld (prognose totaal 130).<br />
De notities vormen een belangrijke bron voor CAO-analyses en informatieverstrekking,<br />
zoals voor- en najaarsrapportages over CAO-afspraken.<br />
Het voortgangsbewakingssysteem voor CAO-notities is begin <strong>2003</strong> in<br />
gebruik genomen. Een gestructureerde voortgang wordt hiermee gegarandeerd.<br />
4.10.2 Algemeen verbindend verklaren van bepalingen van CAO’s<br />
Op verzoek van CAO-partijen kunnen bepalingen van een bedrijfstak-CAO<br />
algemeen verbindend verklaard worden. Door algemeen verbindend<br />
verklaring (AVV) gelden de CAO-bepalingen in beginsel voor alle werkgevers<br />
en werknemers in de betreffende bedrijfstak. De algemeen verbin-<br />
49
dend verklaring ondersteunt de CAO en voorkomt concurrentie op arbeidsvoorwaarden<br />
door niet gebonden werkgevers en werknemers.<br />
In <strong>2003</strong> zijn 250 AVV-verzoeken gedaan en 178 (prognose 200) AVV-besluiten<br />
genomen. Aan het einde van <strong>2003</strong> deden CAO-fondsen veel AVV-verzoeken<br />
om te voldoen aan de nieuwe vereisten. Een groot aantal van deze<br />
verzoeken zal pas in 2004 worden afgerond. Dit verklaart het lagere aantal<br />
gerealiseerde besluiten in <strong>2003</strong> ten opzichte van de prognose.<br />
In het verslagjaar zijn 202 verzoeken ter visie gelegd. Een AVV-verzoek<br />
wordt in behandeling genomen wanneer dit voldoet aan de wettelijke<br />
vereisten. Inhoudelijke toetsing vindt plaats op grond van het Toetsingskader<br />
AVV. Tegen 27 AVV-verzoeken zijn in <strong>2003</strong> vijftig bedenkingen ingediend.<br />
Dit aantal is gelijk aan de prognose.<br />
Van de 178 AVV-besluiten die in <strong>2003</strong> werden genomen is het tijdsverloop<br />
onderzocht. Een AVV-besluit wordt, volgens de taakstelling, binnen acht<br />
weken genomen. Gebleken is dat 93% van de AVV-verzoeken binnen deze<br />
periode is afgehandeld (91% in 2002). Bij ingediende bedenkingen, procedurele<br />
en/of inhoudelijke gebreken is sprake van een langere doorlooptijd.<br />
De gemiddelde doorlooptijd in <strong>2003</strong> is 11,5 week (10,4 in 2002). Deze lichte<br />
stijging is grotendeels te verklaren doordat indieners van AVV-verzoeken<br />
niet volledig aan de nieuwe vereisten ten aanzien van CAO-fondsen voldoen.<br />
Bij AVV-procedures waarbij bedenkingen zijn ingediend is het percentage<br />
dat binnen de periode van acht weken wordt afgehandeld relatief<br />
laag. Vaak komt dit door de complexiteit van de procedures. Dankzij een<br />
eerste aanzet tot het kanaliseren van de bedenkingenprocedure is dit<br />
percentage aanzienlijk gestegen; van 40% naar 68%.<br />
4.10.3 Overige activiteiten op het gebied van CAO’s<br />
+ Activiteiten naar aanleiding van gewijzigde regels CAO-fondsen<br />
Op 1 januari <strong>2003</strong> is een wijziging in het Toetsingskader AVV in werking<br />
getreden waarmee de transparantie van uitgaven van CAO-fondsen<br />
wordt vergroot. <strong>Jaarverslag</strong>en en accountantsverklaringen – vanaf<br />
het boekjaar 2002 – die de AI ontvangt, zijn voor iedereen in te zien. De<br />
AI heeft alle ontvangen jaarverslagen en accountantsverklaringen over<br />
het boekjaar 2002 in globale zin bekeken. Bij onduidelijkheden heeft de<br />
AI de CAO-partijen verzocht zich op dat gebied nader te verklaren.<br />
In november <strong>2003</strong> organiseerde de Arbeidsinspectie wederom een<br />
symposium. Ditmaal met de titel «CAO-fondsen onder de loep». Hierin<br />
zijn de vereisten ten aanzien van CAO-fondsen en jaarverslagen aan de<br />
orde gekomen. Het symposium, dat werd geopend door de staatssecretaris,<br />
werd bezocht door circa 80 afgevaardigden van CAO-partijen<br />
en secretariaten. Uit een enquête bleek dat deze bijeenkomst als zeer<br />
nuttig werd ervaren.<br />
+ Activiteiten naar aanleiding van gewijzigde regels representativiteit<br />
Aan het begin van <strong>2003</strong> is gebleken dat bij het indienen van een AVVverzoek<br />
niet altijd direct wordt voldaan aan de vanaf 1 januari <strong>2003</strong><br />
geldende vereisten voor de representativiteitsgegevens. Met een<br />
mailing heeft de AI de CAO-partijen herinnerd aan deze nieuwe<br />
vereisten. Verder heeft de Arbeidsinspectie een speciaal hulpmiddel<br />
ontwikkeld waarmee CAO-partijen beter aan deze nieuwe vereisten<br />
kunnen voldoen.<br />
+ Implementatie plan van aanpak naar aanleiding van een intern onderzoek<br />
naar de kwaliteit van het AVV-proces<br />
In 2002 is een intern onderzoek gehouden naar de beheersing van de<br />
kwaliteit van de uitvoering van het AVV-proces. Naar aanleiding daar-<br />
50
van is een plan van aanpak met verbeterpunten opgesteld dat in <strong>2003</strong><br />
is geïmplementeerd. De verbeterpunten zijn gericht op de volgende<br />
onderwerpen: de AVV-monitor (afwijzingsgronden AVV), intervisie van<br />
AVV-verzoeken als kwaliteitsborgend instrument, de vormgeving van<br />
AVV-besluiten, prioritaire rechtsgebieden, een evaluatie-verbeterplan<br />
en steekproeven. Alle onderdelen zijn in <strong>2003</strong> conform het plan van<br />
aanpak geïmplementeerd, met uitzondering van de beleidsuitgangspunten<br />
en de risicoanalyse die begin 2004 worden afgerond.<br />
+ Digitalisering van het CAO/AVV-proces<br />
De Arbeidsinspectie heeft in 2002 een nieuw project gestart waarmee<br />
CAO’s en AVV-verzoeken volledig elektronisch kunnen worden aangemeld.<br />
Naast efficiencyverbetering en het reduceren van doorlooptijden<br />
moet het systeem de administratieve lasten van CAO-partijen verlichten,<br />
de transparantie vergroten en de informatie en voorlichting aan<br />
CAO-partijen verbeteren. In <strong>2003</strong> is het elektronisch formulier van de<br />
CAO-aanmelding ontwikkeld. Begin 2004 zal het elektronisch aanmelden<br />
van CAO’s geïmplementeerd worden en zal aanmelding via<br />
internet mogelijk zijn.<br />
+ Aanpassing juridische vormgeving AVV-besluiten<br />
Om de transparantie en uniformiteit van AVV-besluiten te verbeteren is<br />
de (juridische) vormgeving aangepast. Begin <strong>2003</strong> is deze nieuwe<br />
vormgeving geïmplementeerd en wordt sindsdien toegepast op<br />
nieuwe AVV-besluiten.<br />
+ Herhaalonderzoek omgevingsfactoren<br />
In <strong>2003</strong> is een herhaalonderzoek naar de tevredenheid van CAO-partijen<br />
over de werkwijze van de Arbeidsinspectie gedaan. De uitkomsten<br />
zijn overwegend positief en worden benut voor generieke voorlichting<br />
en verbeterpunten binnen de eigen organisatie.<br />
4.11 Verplichtstellingen pensioenfondsen<br />
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op basis van de<br />
Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 de<br />
bevoegdheid om op verzoek van sociale partners de deelneming in een<br />
bedrijfstakpensioenfonds voor bedrijfsgenoten verplicht te stellen.<br />
In <strong>2003</strong> zijn zeventien verzoeken binnengekomen die betrekking hadden<br />
op verplichtstelling tot deelname in een bedrijfstakpensioenfonds. Vijftien<br />
verzoeken zijn ter visie gelegd. Er zijn zeventien besluiten genomen en<br />
gepubliceerd in de Staatscourant. Tegen vier verzoeken tot verplichtstelling<br />
zijn zienswijzen ingediend. Deze zienswijzen hebben betrekking op de<br />
werkingssfeer, de representativiteit en dispensatie van de verplichtstellingen.<br />
Er zijn dertien beschikkingen afgegeven over een individuele ontheffing<br />
van de verplichte deelname in een bedrijfstakpensioenregeling.<br />
In het kader van de Wet op de Beroepspensioenregelingen (Wet BPR)<br />
kunnen sociale partners de minister verzoeken de deelneming in een<br />
beroepspensioenregeling voor beroepsgroepen verplicht te stellen. In het<br />
gehele jaar zijn twee van dergelijke verzoeken gedaan. Er zijn in dit kader<br />
geen zienswijzen binnengekomen en er is één besluit genomen en gepubliceerd<br />
in de Staatscourant. In <strong>2003</strong> zijn negen verzoeken gedaan tot<br />
afgifte van een verklaring van geen bezwaar met betrekking tot gewijzigde<br />
statuten/reglementen van een beroepspensioenregeling. In dit kader is<br />
één besluit genomen. De activiteiten op het gebied van de verplichtstellingen<br />
van pensioenfondsen stemmen praktisch overeen met de verwachtingen<br />
zoals die het AI Jaarplan <strong>2003</strong> waren opgenomen.<br />
51
Met de Pensioen- en Verzekeringskamer (PVK) is overleg gevoerd om de<br />
werkprocessen en samenwerking te optimaliseren. Hierbij is met name<br />
aandacht besteed aan de doorlooptijden van advisering door de PVK en<br />
voorlichtingsmogelijkheden aan de pensioenkoepels.<br />
In <strong>2003</strong> is een voortgangsbewakingssysteem ontwikkeld ten behoeve van<br />
de verplichtstellingsprocedure. Dit systeem wordt begin 2004 geïmplementeerd<br />
in de werkprocessen, waardoor de voortgang meer inzichtelijk<br />
wordt gemaakt.<br />
4.12 Beschikkingen en vergunningen<br />
4.12.1 Vrijstelling en ontheffing Arbeidstijdenwet<br />
In <strong>2003</strong> zijn achttien aanvragen om «ontheffing nachtarbeid» in behandeling<br />
genomen. Daarvan zijn zestien beschikkingen art 5.14 ATW opgemaakt,<br />
waarvan er negen werden toegewezen en zeven afgewezen. Aan<br />
het eind van <strong>2003</strong> zijn nog twee aanvragen art. 5.14 ATW in behandeling.<br />
In het kader van de evaluatie van de ATW wordt overwogen om de mogelijkheid<br />
tot vrijstelling van artikel 5.13 ATW (paragraaf over arbeidsduur)<br />
op te heffen.<br />
4.12.2 Vergunningen Kernenergiewet (KEW)<br />
Het team KEW binnen de afdeling Beschikkingen van de Arbeidsinspectie<br />
beoordeelt onder andere de vergunningaanvragen voor toepassingen met<br />
radioactieve stoffen en röntgentoestellen. Verder komen er verzoeken<br />
binnen om vergunningen in te trekken. De aanvragen en verzoeken<br />
worden geheel zelfstandig binnen de sector afgehandeld volgens daarvoor<br />
bestaande procedures.<br />
Daarnaast worden vergunningen voor de invoer van radioactieve stoffen<br />
in Nederland en vergunningen voor het vervoer van splijtstoffen in Nederland<br />
door het team KEW geheel voorbereid. Deze vergunningen worden<br />
door de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en <strong>Milieu</strong>beheer<br />
verleend.<br />
Tabel 4.10 In <strong>2003</strong> verleende en ingetrokken vergunningen.<br />
Aantal afgegeven vergunningen voor toepassingen 295<br />
Aantal ingetrokken vergunningen 264<br />
Aantal vergunningen voor invoer 53<br />
Aantal vergunningen voor splijtstoffen 49<br />
In <strong>2003</strong> is gestart met een project «actualisering vergunningen». Hierbij<br />
zijn vergunninghouders met vergunningen die verleend zijn vóór 1 januari<br />
1986 aangeschreven met het verzoek om aan te geven in hoeverre hun<br />
vergunning inhoudelijk nog van toepassing is. Als gevolg hiervan zijn er<br />
veel verzoeken om intrekking van (oude) vergunningen binnengekomen<br />
en zijn er veel meer vergunningen ingetrokken dan normaal. Dit stond ook<br />
in het AI Jaarplan <strong>2003</strong> vermeld. In dit jaarplan is ook een streefwaarde<br />
opgenomen van de prestatie-indicator «Afhandelingsduur aanvragen<br />
KEW»: 85% binnen acht weken. In het verslagjaar kon ruim 90% van de<br />
aanvragen binnen die gestelde termijn worden afgehandeld.<br />
52
4.12.3 Ontheffingen werktijdverkorting (WTV)<br />
Vanaf 1 juli <strong>2003</strong> heeft de afdeling Beschikkingen van de Directie Uitvoeringstaken,<br />
Juridische Zaken en Beleidsinformatie, die verantwoordelijk is voor<br />
de intake, de besluitvorming, de afhandeling en de ontheffingen van de<br />
aanvragen, de WTV-taak op een meer gecentraliseerde wijze uitgevoerd.<br />
Ook deze uitvoerende taak is per 1 februari 2004 verplaatst naar het DG<br />
AVIB.<br />
Alleen de onderzoeken in het bedrijf vinden nog plaats via de regiokantoren.<br />
Er werden 1 734 aanvragen afgehandeld, waarvan 889 eerste aanvragen<br />
en 845 herhalingsaanvragen. Van de eerste aanvragen werden er 598<br />
toegewezen, 163 afgewezen, 122 ingetrokken en zes ter behandeling overgeheveld<br />
naar 2004. Van de herhalingsaanvragen werden er 799 toegewezen,<br />
22 afgewezen, elf ingetrokken en dertien overgeheveld naar 2004.<br />
In relatie tot de economische recessie kwamen ongeveer 150 eerste<br />
aanvragen binnen. Deze werden veelal afgewezen omdat de minister deze<br />
oorzaak als een normaal ondernemingsrisico beschouwt. De gevolgen van<br />
de oorlog in Irak (166 eerste aanvragen) en de uitbraak van de ziekte SARS<br />
(25 eerste aanvragen) werden door de minister aangemerkt als «niet normaal<br />
ondernemersrisico» en leverde meestentijds een ontheffing op,<br />
veelal in de reisbranche. De minister beschouwde de oorzaak «vogelpest»<br />
(340 eerste aanvragen) als een bijzondere omstandigheid, waarbij hij<br />
bovendien toestond dat zonodig ook langer dan 24 weken WTV werd<br />
verleend.<br />
Onder aansturing van de beleidsdirectie Arbeidsverhoudingen is in <strong>2003</strong><br />
begonnen met een uitgebreide evaluatie over de toepassing van het<br />
instrument WTV. Een en ander zal leiden tot een aanscherping van de<br />
WTV-beleidsregels en -uitvoering.<br />
4.13 Wet melding collectief ontslag (WMCO)<br />
In <strong>2003</strong> kwamen er 133 WMCO-meldingen binnen. In het eerste tertaal 21,<br />
in het tweede tertaal 32 en in het derde tertaal 80. In de voorgaande jaren<br />
2002 en 2001 zijn er respectievelijk 173 en 99 meldingen ontvangen. Waarschijnlijk<br />
hangt de stijging van het aantal meldingen samen met de economische<br />
teruggang.<br />
Voordat de behandeling van een collectieve ontslagaanvraag wordt<br />
gestart, wordt normaliter een maand gewacht. In <strong>2003</strong> werd één zogenaamd<br />
dispensatieverzoek behandeld om deze wachttijd achterwege te<br />
laten. Gewoonlijk geven de vakbonden deze toestemming, maar als zij<br />
daarmee moeilijkheden hebben, kan de minister om toestemming worden<br />
gevraagd. In het onderhavige geval gaf de algemeen directeur van de AI<br />
namens de minister toestemming de wachttijd te schrappen.<br />
4.14 Farboregeling<br />
Binnen de sector Farbo van de afdeling Beschikkingen is in <strong>2003</strong> gewerkt<br />
aan meldingen die betrekking hebben op de Farbojaren 2001, 2002 en<br />
<strong>2003</strong>. De controles bestaan voornamelijk uit technisch-administratieve<br />
onderzoeken. Ook is een gering aantal onderzoeken verricht in bedrijven<br />
en instellingen zelf; de zogenaamde controles ter plekke. Het overgrote<br />
deel van de meldingen heeft betrekking op de profitsector, het resterende<br />
deel op de non-profitsector.<br />
53
Het Farbojaar 2001 is nagenoeg afgerond. Het aantal meldingen lag met<br />
11 523 in 2002 aanzienlijk hoger dan in 2001 (8 656 meldingen). Het totaal<br />
aangemeld investeringsbedrag in 2002 bedroeg € 186 934 472. Bij 58<br />
meldingen is de AI nog in afwachting van nadere informatie of moet er<br />
nog een controle ter plekke plaatsvinden.<br />
De stijgende tendens in het aantal aanmeldingen heeft zich in <strong>2003</strong> niet<br />
voortgezet. In het verslagjaar zijn tot en met 31 december 3060 meldingen<br />
ontvangen, met een investeringsbedrag van € 96 998 720. Oorzaak van de<br />
dalende trend is waarschijnlijk de teruggang in de economie, de opschoning<br />
van de lijst van bedrijfsmiddelen die in overleg met Financiën heeft<br />
plaatsgevonden en het samenvoegen van een aantal onderdelen van de<br />
landbouwtrekker tot één bedrijfsmiddel (F 278). Het aantal meldingen over<br />
het Farbojaar <strong>2003</strong> zal nog wel wat toenemen omdat tot april 2004 nog<br />
meldingen kunnen worden ingediend.<br />
In <strong>2003</strong> heeft de Arbeidsinspectie ondersteuning verleend aan de<br />
evaluatie van de Farboregeling. De resultaten daarvan worden in 2004<br />
bekend gemaakt. Daarnaast is een belangrijke bijdrage geleverd aan de<br />
totstandkoming van de lijst van bedrijfsmiddelen voor 2004, die in de<br />
Staatscourant van 31 december <strong>2003</strong> is gepubliceerd.<br />
4.15 Wet SAMEN<br />
De Arbeidsinspectie houdt toezicht op de naleving van de wet SAMEN<br />
(Stimulering Arbeidsdeelname Minderheden), die werkgevers met 35 of<br />
meer werknemers verplicht een jaarverslag in te dienen bij de regionale<br />
kantoren van het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI). Het jaarverslag<br />
moet een inzicht bieden in haar diversiteitsbeleid en het aantal minder-<br />
54
heden dat in een bedrijf of instelling werkzaam is. Werkgevers die niet<br />
voor een bepaalde peildatum een verslag hebben gedeponeerd bij het<br />
CWI ontvangen een rappelbrief van de Arbeidsinspectie. Na twee rappelbrieven<br />
en een bevindingenbrief worden nalatige bedrijven op internet<br />
geplaatst.<br />
De AI hield zich in <strong>2003</strong> bezig met het toezicht op het deponeren van jaarverslagen<br />
over de jaren 2001 en 2002. Dit leidde tot de volgende resultaten:<br />
Verslagjaar 2001<br />
Eind december 2002 en begin januari <strong>2003</strong> zijn er ongeveer 8 200 tweede<br />
rappelbrieven 2001 verzonden. Op deze rappelactie kwamen circa 1 525<br />
reacties binnen. Medio april <strong>2003</strong> zijn de circa 5 900 «bevindingenbrieven<br />
2001» verzonden. In juli <strong>2003</strong> zijn de bevindingenlijsten van zowel 2000 als<br />
2001 op internet geplaatst. Het aantal jaarverslagen over het jaar 2001 is<br />
uitgekomen op 13 521.<br />
Verslagjaar 2002<br />
Begin september <strong>2003</strong> is de eerste mailing 2002 verzonden met een<br />
omvang van circa 9 500 brieven. Voor het verslagjaar 2002 is in overleg<br />
met ABG en CWI besloten slechts één rappelactie te laten plaatsvinden in<br />
plaats van de gebruikelijke twee. Dit bood de AI de mogelijkheid om alle<br />
werkzaamheden met betrekking tot het jaar 2002 binnen het jaar af te<br />
ronden. Op de rappelbrief 2002 kwamen 1 625 reacties binnen.<br />
Begin november <strong>2003</strong> zijn ongeveer 6 200 bevindingenbrieven 2002<br />
verzonden. Hierop kwamen 1 104 reacties binnen. Begin december <strong>2003</strong> is<br />
de bevindingenlijst 2002 opgemaakt. Sinds eind december <strong>2003</strong> zijn alle<br />
bevindingenlijsten (1997 tot en met 2002) op de internetsite www.wetsamen.nl<br />
in te zien.<br />
Het aantal jaarverslagen over het jaar 2002 kwam uit op 11 770. Dat is een<br />
daling ten opzichte van 2001. Waarschijnlijk hangt dit samen met het<br />
aflopen van de wet op 1 januari 2004. Met het aflopen van de wet eindigt<br />
ook de toezichthoudende taak van de AI. Eind januari 2004 zullen alle<br />
deponeringsplichtige bedrijven en instellingen door het ministerie van<br />
SZW nader worden geïnformeerd over het vervolg van de Wet SAMEN.<br />
4.16 Monitoring en desk-research<br />
Het Arbeidsvoorwaardenonderzoek (AVO) brengt de feitelijke ontwikkeling<br />
van lonen en andere financiële arbeidsvoorwaarden in kaart. Dit onderzoek<br />
wordt gehouden in de marktsector en in een aantal overheidssectoren.<br />
Het unieke van het AVO is de koppeling tussen de ontwikkeling van<br />
arbeidsvoorwaarden en persoons- en functiekenmerken van werknemers.<br />
Hierdoor ontstaat een duidelijk beeld van de arbeidsvoorwaardenontwikkeling<br />
in afzonderlijke werknemerscategorieën. De «Voor- en najaarsrapportage<br />
CAO-afspraken» geeft inzicht in de ontwikkeling van de contractlonen<br />
en in een aantal andere belangrijke onderwerpen als employability,<br />
arbeidsongeschiktheidsregelingen, reïntegratiebepalingen, VUT en flexibele<br />
pensioneringsafspraken. De rapportage worden gebruikt bij de voorbereiding<br />
van het voor- en najaarsoverleg van het kabinet met de Stichting<br />
van de Arbeid. Verder zijn er thematische onderzoeken, onder meer<br />
naar de mate waarin in CAO’s afspraken worden gemaakt op het gebied<br />
van kinderopvang, onderscheid naar arbeidsduur en CAO-fondsen.<br />
In <strong>2003</strong> zijn door de Arbeidsinspectie achttien onderzoeks-/monitorrapportages<br />
afgerond. Vier daarvan vloeiden voort uit projecten die in 2002 zijn<br />
55
gestart; de overige veertien zijn in <strong>2003</strong> gestart en afgerond. In Bijlage 4 is<br />
de volledige lijst met rapportages opgenomen. Van de projecten die in<br />
<strong>2003</strong> zouden worden uitgevoerd zijn er zes wel gestart, maar vindt afronding<br />
daarvan in 2004 plaats. Zes andere projecten zouden in <strong>2003</strong> worden<br />
uitgevoerd, maar zijn in overleg met de opdrachtgever doorgeschoven<br />
naar 2004 of 2005.<br />
4.17 Toezicht op Stoomwezen B.V.<br />
In tegenstelling tot de in het AI-Jaarplan <strong>2003</strong> uitgesproken verwachting,<br />
is de Stoomwet in het verslagjaar nog niet ingetrokken. Voor komend jaar<br />
wordt dit ook niet verwacht. De gebruiksfase met de hieraan gekoppelde<br />
keuringsverplichting voor aangewezen toestellen en apparatuur blijft<br />
vooralsnog onder de hoede van Stoomwezen B.V.<br />
Met Stoomwezen B.V. heeft in het eerste kwartaal van het verslagjaar een<br />
gesprek plaatsgevonden op basis van de aangeleverde Stoomwezenrapportage.<br />
Dit jaarlijkse overleg heeft geen bijzondere aandachtspunten<br />
opgeleverd. Omdat IWI het toezicht op Stoomwezen ter zijner tijd volledig<br />
overneemt, is er overleg gaande tussen beide partijen. Stoomwezen B.V.<br />
heeft een entiteitswijziging doorgevoerd en opereert nu als Lloyd’s<br />
Register op de markt van drukapparatuur en stoom- en druktoestellen. Het<br />
lopende contract over de uitbesteding van de gebruiksfaseverplichtingen<br />
is aangepast aan deze wijzigingen.<br />
4.18 Internationale activiteiten<br />
De vier speerpunten van de internationale activiteiten van de Arbeidsinspectie<br />
in <strong>2003</strong> waren:<br />
+ versterkte coördinatie van het toezicht op Europese arbo-regelgeving<br />
door participatie in de Senior Labour Inspectorate Committee (SLIC)<br />
van de EU en haar werkgroepen en door ervaringsuitwisseling met<br />
EU-collegadiensten;<br />
+ ondersteuning van Arbeidsinspecties van kandidaat EU-leden. In het<br />
bijzonder drie inspectiediensten in Hongarije op basis van een EU<br />
PHARE Twinning-programma;<br />
+ samenwerking met de International Labour Organisation bij het realiseren<br />
van sociale grondrechten voor werknemers en in bijzonder het<br />
bestrijden van kinderarbeid;<br />
+ ondersteuning van de wereldorganisatie van Arbeidsinspecties, de<br />
International Association of Labour Inspection.<br />
De Senior Labour Inspectorate Committee van de EU (SLIC)<br />
De Nederlandse inbreng in het Senior Labour Inspectorate Committee<br />
(SLIC), een vast comité van hoge functionarissen van Arbeidsinspecties<br />
van de Europese Unie, richt zich op het afstemmen van toezicht op Europese<br />
regels die betrekking hebben op arbo-zaken. Nederland heeft haar<br />
expertise geleverd voor de wederzijdse auditprogramma’s van arbeidsinspectiesystemen<br />
voor de lidstaten Denemarken en Oostenrijk.<br />
De voorbereiding voor het Nederlandse voorzitterschap van de EU in de<br />
tweede helft van 2004 is in het afgelopen jaar begonnen. Er is steun voor<br />
de doelstellingen en thematiek van de Nederlandse SLIC-conferentie. Die<br />
doelstellingen zijn kennisuitwisseling en harmonisatie van de wijze waarop<br />
de EU-regelgeving over het manueel hanteren van lasten in Europa<br />
wordt geoperationaliseerd. Daarnaast zal worden geprobeerd om dit<br />
onderwerp op het lopende programma van de SLIC geplaatst te krijgen.<br />
56
De AI heeft deelgenomen aan een aantal SLIC-werkgroepen. Een daarvan<br />
was de Machine Export (MACHEX), een informatienetwerk over productveiligheid<br />
dat uitwisseling van informatie over handel en gebruik van<br />
machines en arbeidsmiddelen bevordert. De AI nam ook deel aan de<br />
Werkgroep Bouwcampagne, die onder Nederlands voorzitterschap een<br />
Europabrede inspectie- en voorlichtingscampagne in de bouw heeft doorgevoerd.<br />
Momenteel bereidt de werkgroep een herhaling en uitbreiding in<br />
2004 voor.<br />
In het kader van EU-uitwisselingsprogramma’s heeft een collega-inspecteur<br />
uit het Verenigd Koninkrijk twee weken met twee Nederlandse<br />
machineveiligheidsspecialisten meegewerkt. Zij hebben op hun beurt in<br />
het Verenigd Koninkrijk meegewerkt. Een Schotse inspecteur nam deel<br />
aan het Nederlandse deel van de EU-inspectie- en voorlichtingscampagne<br />
in de bouw en koppelde zijn ervaringen terug. Een Zweedse delegatie<br />
bracht een studiebezoek aan Nederland. Het thema van dit bezoek was het<br />
toezicht op de aanpak van fysieke belasting en sociaal psychologische<br />
belasting. De uitwisseling van expertise en discussie met het expertisecentrum<br />
stonden centraal.<br />
Ondersteuning Arbeidsinspecties kandidaat-lidstaten<br />
Ter voorbereiding op toetreding van Hongarije tot de EU heeft de Arbeidsinspectie<br />
in <strong>2003</strong> een EU-twinning met drie Hongaarse Arbeidsinspecties<br />
uitgevoerd. De EU stelde hiervoor € 900 000 beschikbaar. Het Nederlandse<br />
model van het trainen van interventievaardigheden is voor drie<br />
Hongaarse Arbeidsinspectiediensten geschikt gemaakt en er werden 670<br />
Hongaarse arbeidsinspecteurs opgeleid.<br />
Met Nederlandse steun werd de structuur voor een Hongaars Focal Point<br />
bij het EU Agentschap voor Veiligheid en Gezondheid te Bilbao opgezet.<br />
Daarnaast is er een bijdrage geleverd aan een Hongaars Focal Pointwebsite<br />
bij dit EU-agentschap, waarmee de kennisuitwisseling over arbozaken<br />
binnen Hongarije verbetert.<br />
Twee Poolse inspecteurs hebben een stage doorgebracht in Nederland. De<br />
ene stage was gericht op het bevorderen van RI&E’s bij het MKB, de<br />
andere stage had inspectie op arbeidsomstandigheden in de milieu- en<br />
recyclingsector als onderwerp.<br />
Ook een Slowaakse delegatie bracht een studiebezoek aan Nederland.<br />
Thema van dat bezoek was de reikwijdte en de combinatie van AI-taken<br />
op het gebied van veiligheid en gezondheid, arbeidsverhoudingen en<br />
arbeidsmarkt in het licht van de interne reorganisatieplannen.<br />
Samenwerking met de International Labour Office<br />
De Nederlandse Arbeidsinspectie heeft in <strong>2003</strong> de International Labour<br />
Office (ILO) van de Verenigde Naties met expertise ondersteund bij twee<br />
programma’s. Een programma was gericht op het bestrijden van kinderarbeid<br />
in Afrika, de andere op Major Hazard Control van de procesindustrie<br />
in Senegal. Een delegatie van de Thaise AI is op verzoek geïnformeerd<br />
over onze aanpak van ongevalonderzoek.<br />
Samenwerken binnen de International Association of Labour<br />
Inspections (IALI)<br />
De IALI is een politiek neutrale Vereniging van Arbeidsinspecties en een<br />
forum voor kennis- en ervaringsuitwisseling tussen Arbeidsinspecties. De<br />
IALI is een groeiende vereniging met 94 leden – Arbeidsinspecties uit de<br />
57
hele wereld – die veel samenwerkt met ILO Safework. De algemeen directeur<br />
van de Arbeidsinspectie is secretaris-generaal van de IALI. De Nederlandse<br />
AI verzorgde in <strong>2003</strong> een deel van het secretariaatswerk en ondersteunde<br />
de makelaarsrol als het ging om kennisuitwisseling over kinderarbeid.<br />
De IALI organiseerde een conferentie voor Zuid-Amerikaanse AI’s<br />
over arbeidsomstandigheden in de landbouw en een conferentie voor AI’s<br />
uit Centraal- en Oost-Europa over scholing van inspecteurs. Vertegenwoordigers<br />
van de Nederlandse AI verzorgden op beide conferenties een<br />
bijdrage.<br />
58
HOOFDSTUK 5<br />
INTERNE ONTWIKKELINGEN<br />
Inleiding<br />
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de bedrijfsvoering van de Arbeidsinspectie.<br />
De meeste aandacht gaat daarbij uit naar de wijze waarop de<br />
medewerkers worden toegerust om hun werk optimaal te verrichten. De<br />
interne organisatie is in <strong>2003</strong> aanzienlijk gewijzigd: de regiosturing is<br />
vervangen door landelijke bedrijfstakdirecties. Alle medewerkers van de<br />
AI werken nu in teams onder de leiding van een teamleider. In dit hoofdstuk<br />
wordt dit teamgerichte werken belicht. Evenals de nieuwe stappen<br />
die op het gebied van kennis- en kwaliteitsmanagement zijn gezet.<br />
5.1 Opleidingen<br />
De Arbeidsinspectie investeert veel in personeelsontwikkeling. Niet alleen<br />
in de opleiding van nieuwe medewerkers, maar ook in bij- en nascholing<br />
van zittende medewerkers. Steeds vaker ondersteunt de AI de persoonlijke<br />
competentieontwikkeling van individuele medewerkers. Opleiding –<br />
in de vorm van cursussen, trainingen en stages – is een belangrijk instrument<br />
voor het optimaal functioneren van medewerkers. De kennis en<br />
vaardigheden hiervoor worden echter niet binnen het reguliere onderwijsaanbod<br />
in Nederland gedoceerd. Daarom wordt het merendeel van de<br />
opleidingen «in huis» ontwikkeld en uitgevoerd. Door de in <strong>2003</strong> veranderde<br />
AI-organisatie zijn diverse nieuwe functies ontstaan en zijn bestaande<br />
functies gewijzigd. De bestaande structurele opleidingsprofielen binnen<br />
het opleidingsbeleid zijn per functiegroep aangepast aan de nieuwe<br />
situatie. Waar dat nodig was, zijn nieuwe profielen opgesteld.<br />
5.2. Automatisering<br />
In <strong>2003</strong> is er fikse voortgang geboekt op automatiseringsgebied. GISAI,<br />
het belangrijkste systeem dat alle primaire processen van de Arbeidsinspectie<br />
ondersteunt, bleek na analyse aan het einde van de levenscyclus<br />
te verkeren. Daarop is een redesigntraject gestart, wat in december <strong>2003</strong><br />
tot een voorloperversie voor de directie Major Hazard Control heeft geleid.<br />
Voor een tweede directie, Arbeidsmarktfraude, is het benodigde voorwerk<br />
verricht voor redesign. Er is een programma opgesteld om beide redesigntrajecten<br />
in de komende jaren af te ronden.<br />
Twee nieuwe releases van GISAI zijn op tijd en op maat opgeleverd. De<br />
eerste oplevering stond in het teken van de organisatiewijziging per<br />
1 april.<br />
5.3 Planning en Control<br />
In <strong>2003</strong> is op het gebied van planning en control gewerkt aan de opzet van<br />
een meerjarenplancyclus waarop de jaarplannen, de interne directieplannen<br />
en het teamplan volledig aansluiten. Het tijdschema en procedure om<br />
hiertoe te komen is vastgelegd in een procesbeschrijving die in <strong>2003</strong> is<br />
vastgesteld en vanaf 2004 wordt gebruikt.<br />
In het verslagjaar is veel energie gestoken in de aanpassing van het planning<br />
en controlinstrumentarium op de aanpassing van de organisatie als<br />
gevolg van de reorganisatie per 1 april <strong>2003</strong>. De algemeen directeur en de<br />
onderdeelsdirecteuren hebben in <strong>2003</strong> jaarcontracten afgesloten op grond<br />
waarvan viermaandelijks wordt gerapporteerd. Over de voortgang op het<br />
59
jaarcontract en daarbij behorende afspraken over bijsturing hebben<br />
gesprekken tussen beide partijen plaatsgevonden.<br />
5.4 Kwaliteitsmanagement<br />
Ook de activiteiten op het gebied van kwaliteitsmanagement hebben in<br />
<strong>2003</strong> in het teken gestaan van de kanteling van de AI-organisatie.<br />
De meeste beschrijvingen van de primaire processen zijn aangepast aan<br />
de nieuwe organisatie.<br />
De accountantsdienst heeft een operational audit uitgevoerd op het kwaliteitssyteem<br />
en op grond daarvan aanbevelingen gedaan om het sturen op<br />
kwaliteit in de nieuwe organisatie te verbeteren. De verbeteringen – met<br />
name meer en betere prestatie-indicatoren op productniveau en een<br />
belangrijkere rol van de P&C-medewerkers van de nieuwe directies bij het<br />
kwaliteitstraject – zijn gedeeltelijk doorgevoerd, maar zullen ook in 2004<br />
nog flink wat werk vragen.<br />
In het kader van het meten van klanttevredenheid wordt bij indieners van<br />
klachten over omstandigheden op het werk standaard gevraagd hun waardering<br />
te geven voor het klachtenonderzoek dat de Arbeidsinspectie<br />
uitvoert. Dit is dit jaar voor het eerst uitgedrukt in een rapportcijfer. Resultaat:<br />
7,9.<br />
5.5 Kennismanagement<br />
Een juiste en efficiënte inzet van kennis is essentieel voor de kwaliteit van<br />
het inspectiewerk van de AI. Afgelopen jaar heeft kennismanagement een<br />
concretere vorm aangenomen bij de Arbeidsinspectie. In het Expertisecentrum<br />
is een adviseur aangesteld die kennismanagement operationaliseert<br />
en het door middel van presentaties, discussies en documenten op<br />
intranet bekendheid geeft. Op het gebied van kennismanagement waren<br />
bij de AI al een aantal zaken ingevoerd: teamgericht werken, expertisecentrum,<br />
interne opleidingen, intranet, internet, e-mail, competentiemanagement,<br />
projectmanagement en verschillende overlegvormen. In<br />
<strong>2003</strong> is structuur en samenhang aangebracht tussen de verschillende<br />
kennisprocessen en het aanbieden van gereedschappen en methoden<br />
voor kennisoverdracht.<br />
Begin <strong>2003</strong> is er een pilotproject uitgevoerd met een ICT-tool. Deze tool<br />
zorgt voor betere mogelijkheden om informatie te delen en ervaringen uit<br />
te wisselen bij de uitvoering van landelijke inspectieprojecten. Telewerkende<br />
inspecteurs kunnen vanuit hun huis deelnemen aan discussies en<br />
de voortgang van projecten volgen. Ze krijgen sneller antwoord op hun<br />
vragen en kunnen door experts en beleid geaccordeerde standpunten<br />
sneller overdragen. De ervaringen met deze pilot hebben eind <strong>2003</strong> geleid<br />
tot de formulering van een functioneel ontwerp voor kennismanagementtools<br />
in een ICT-omgeving.<br />
5.6 Personeelsbeleid<br />
De samenstelling van het personeelsbestand waarop het personeelsbeleid<br />
van de AI betrekking heeft, wordt in de hiernavolgende tabel weergegeven.<br />
60
Tabel 5.1 Samenstelling personeelsbestand van de Arbeidsinspectie in personen per 31 december <strong>2003</strong> naar schaalindeling<br />
en leeftijdsopbouw<br />
Schaalindeling Schaal 1 t/m 4 Schaal 5 t/m 10 Schaal =11 Totaal<br />
Totaal aant. wnrs. 29 602 283 914<br />
w.v. vrouwen 22 240 57 319<br />
Leeftijdsopbouw ≤ 34 jaar 35–44 jaar 45–54 jaar ≤ 55 jaar<br />
Totaal wnrs. naar lftd. 134 240 298 242<br />
w.v. vrouwen 93 119 72 35<br />
De gemiddelde leeftijd van de werknemers bij de AI is 46,5 jaar; bijna 60%<br />
is 45 jaar of ouder. De gemiddelde bezetting bedroeg 843,5 fte. In<br />
december <strong>2003</strong> was de bezetting in fte’s 871,2. Met name in de laatste<br />
maanden van <strong>2003</strong> heeft deze uitbreiding zich voltrokken.<br />
In het verslagjaar stroomden er 91 werknemers in, terwijl 54 werknemers<br />
de AI verlieten. De buitendienst van de AI bestaat uit 452 inspecteurs. Van<br />
de buitendienstmedewerkers waren er 325 primair belast met arbo-taken<br />
en verrichtten 127 inspecteurs taken op het gebied van de arbeidsmarktfraude.<br />
Van de buitendienstmedewerkers waren er 97 vrouw. Met 38<br />
uitvoeringstaken, die per 1 februari 2004 zijn overgeheveld naar het Directoraat<br />
Generaal Arbeidsverhoudingen en Internationale Betrekkingen van<br />
het ministerie van SZW, waren 38 medewerkers belast.<br />
De Arbeidsinspectie streeft naar een personeelsbeleid dat de doelen van<br />
de AI in een dynamische omgeving ondersteunt. De Arbeidsinspectie<br />
groeit mee met die ontwikkelingen, hetgeen betekent dat eisen die de AI<br />
aan medewerkers stelt veranderen. Het is dus belangrijk dat medewerkers<br />
met plezier en in goede gezondheid bij de AI werken. Daarom reikt de AI<br />
haar medewerkers bijvoorbeeld opleidingen en verschillende ontwikkelingsgerichte<br />
personeelsinstrumenten aan en ontwikkelt zij specifieke<br />
trajecten. Zo is, om de in- en doorstroom van vrouwelijke medewerkers in<br />
een hogere en/of leidinggevende functie te bevorderen, opnieuw een<br />
loopbaanoriëntatieprogramma aangeboden aan vrouwelijke medewerkers.<br />
Met dit programma krijgen ze beter zicht op wat ze willen en kunnen.<br />
Een groot aantal medewerkers dat ouder is dan vijfenveertig jaar en al<br />
langer in een zelfde functie werkt, is nog steeds enthousiast en geïnspireerd.<br />
Bij sommige oudere medewerkers is het enthousiasme en de inspiratie<br />
echter weggezakt. Het gevoel bestaat dat ze zijn «vastgelopen» in<br />
hun functie. De arbeidsinspectie wil deze ontwikkeling keren en heeft<br />
special voor deze groep een traject georganiseerd.<br />
Omdat inspecteurs kans hebben een traumatische ervaring op te doen, is<br />
sinds enkele jaren een voorziening getroffen in de vorm van «bedrijfsopvang».<br />
Bij ieder kantoor is een aantal «bedrijfsopvangers» beschikbaar. Dit<br />
zijn collega-inspecteurs die daartoe zijn opgeleid. Dit jaar zijn alle bedrijfsopvangers<br />
bijeen gekomen tijdens een themadag waarin het onderwerp<br />
«agressie & geweld» werd behandeld.<br />
61
De bedrijfstaksgewijze aanpak en het invoeren van teamgericht werken<br />
zijn ontwikkelingen die in <strong>2003</strong> een belangrijke rol hebben gespeeld. Ze<br />
hebben de loopbaanmogelijkheden en de mobiliteit positief beïnvloed. Zo<br />
bracht de start van de nieuwe organisatie de functie van teamleider met<br />
zich mee. Het merendeel (circa 85%) van de nieuw aangenomen teamleiders<br />
bestaat uit medewerkers van AI. Zo blijft kennis voor de organisatie<br />
behouden.<br />
Om te weten hoe medewerkers en managers verschillende aspecten van<br />
hun werk ervaren, is eind 2002 een medewerkersbelevingsonderzoek<br />
(MBO) uitgevoerd. De resultaten hiervan zijn in <strong>2003</strong> gepresenteerd en<br />
hebben geleid tot een actieplan. In een inventarisatieronde hebben managers<br />
en medewerkers van verschillende directies maatregelen aangedragen<br />
die in dit actieplan zijn opgenomen. Verbetering van de informatievoorziening<br />
via de AI-website is één van die maatregelen.<br />
Tabel 5.2 SZW-streefwaarden en in <strong>2003</strong> bereikte resultaten personeelsbeleid<br />
Onderwerp Streefwaarde Realisatie<br />
% Vrouwelijk personeel > 40,0% 34,9% ( 2002, 34,4%)<br />
% Vrouwen in schaal 10 en hoger > 25,0% vrouwen 18,7 %<br />
Ziekte verzuimpercentage = 6,7 % 5,6 % (2002 7,53%)<br />
De aanzienlijke daling van het ziekteverzuimpercentage deed zich zowel<br />
bij mannelijke (van 6,71 naar 5,0) als bij vrouwelijke medewerkers (van<br />
9,32 naar 7,0 %) voor.<br />
5.7 Teamgericht werken<br />
Alle onderdelen van de inspectiedienst zijn in het jaar <strong>2003</strong> gestart met<br />
teamgericht werken. De teamleiders zijn met behulp van een extern<br />
opleidingsinstituut getraind op het verder ontwikkelen van hun leidinggevende<br />
kwaliteiten.<br />
Het merendeel van de teams heeft in teamverband een opleiding afgerond.<br />
Centraal in de opleiding stond: omgaan met verschillende teamrollen<br />
en de invulling daarvan, het opstellen van een teamplan, het leren<br />
elkaar te steunen bij het uitvoeren van taken en elkaar onderling aanspreken<br />
op eventuele tekortkomingen. Andere elementen waaraan aandacht is<br />
besteed zijn: samenwerken, het doorlopen van een helder besluitvormingsproces<br />
en het tot stand brengen en onderhouden van een positieve groepscultuur.<br />
5.8 Medezeggenschap<br />
De organisatiewijziging van de Arbeidsinspectie heeft ook gevolgen<br />
gehad voor de structuur van de medezeggenschap. Met het verdwijnen<br />
van de regionale structuur van de AI is ook een einde gekomen aan de<br />
regionale onderdeelcommissies van de OR-AI. In de nieuwe structuur is<br />
het de bedoeling dat de OR-AI zich meer dan in het verleden laat bijstaan<br />
door voorbereidingscommissies. Op 12 mei <strong>2003</strong> hebben de verkiezingen<br />
voor de nieuwe ondernemingsraad plaatsgevonden. Het opkomstpercentage<br />
bedroeg 51,4%. De OR-AI heeft in zijn nieuwe samenstelling in het<br />
verslagjaar advies uitgebracht over de uitplaatsing van de uitvoerende<br />
taken naar een ander onderdeel van het ministerie van SZW.<br />
62
5.9 Communicatie<br />
In <strong>2003</strong> zijn de hoofdlijnen de uitgangspunten voor een open, actief,<br />
duidelijk en betrouwbaar communicatie- en voorlichtingsbeleid vastgelegd.<br />
Een belangrijk uitgangspunt is versterking van de toegankelijkheid<br />
van de AI, zowel in- als extern. Een van de doelstellingen van de AI is het<br />
realiseren van een «actief en betrouwbaar mediabeleid». In <strong>2003</strong> is een<br />
aantal positieve successen geboekt ten aanzien van de media-aandacht<br />
voor de AI. Belangrijke communicatie- en voorlichtingsdoelstellingen,<br />
zoals versterking van de handhavingactiviteiten en profilering van de AI<br />
als professionele, deskundige en slagvaardige organisatie, worden<br />
hiermee ondersteund. Medio <strong>2003</strong> is het Persplan Arbeidsinspectie opgesteld.<br />
In dit persplan is onder andere aangegeven hoe de AI de voordelen<br />
van het actief communiceren met de media kan benutten en hoe ze<br />
daarbij zorgvuldig kan handelen.<br />
Voorlichting<br />
De reorganisatie was aanleiding om de zes bestaande AI-brochures te<br />
vernieuwen. Zowel de inhoud als de vormgeving zijn daarbij kritisch<br />
onder de loep genomen. De brochures zijn zodanig opgezet dat ze zoveel<br />
mogelijk aansluiten bij de informatiebehoefte van het MKB.<br />
De brochure «Wat moet u weten over vreemdelingen en werk?» is in<br />
verband met toezeggingen aan de Tweede Kamer en als handreiking aan<br />
de werkgeversorganisaties, onder alle werkgevers in Nederland verspreid.<br />
Hiermee komt de AI tegemoet aan de wens om zowel werkgevers binnen<br />
het MKB als startende ondernemers te informeren over hun verplichtingen<br />
ten aanzien van de Wet arbeid vreemdelingen en de Wet op de<br />
Identificatieplicht. Daarnaast is, mede op verzoek van de sociale partners,<br />
de brochure «Alleenwerken in geïsoleerde omstandigheden» gerealiseerd.<br />
De media besteedden volop aandacht aan de resultaten van de AI-inspecties.<br />
Dat gold voor de algemene pers, landelijk en regionaal, maar ook<br />
voor vakbladen. Televisie- en radio-optredens van directie en inspecteurs<br />
gaven inzicht in de werkwijze van de dienst en het belang van goede<br />
arbeidsomstandigheden. Deze onderwerpen kwamen ook aan bod in<br />
interviews aan de schrijvende pers. Vooral de controles bij bedrijven met<br />
vakantiewerkers vormden in <strong>2003</strong> een gewild onderwerp in de media. Ook<br />
de aanpak van illegale arbeid was meerdere keren in het nieuws.<br />
Een groot aantal voorlichtingsactiviteiten ondersteunden belangrijke<br />
campagnes zoals «Tillen in de industrie» en de «Europese week voor<br />
veiligheid en gezondheid», dit keer gericht op risico’s in de bouw.<br />
Huisstijl<br />
De nieuwe huisstijl is, tegelijkertijd met het ingaan van de nieuwe organisatie,<br />
per 1 april <strong>2003</strong> gelanceerd. Hiermee onderstreept de Arbeidsinspectie<br />
haar eigen positie binnen het ministerie van SZW, terwijl tegelijkertijd<br />
de verbondenheid met het ministerie wordt geaccentueerd.<br />
63
HOOFDSTUK 6<br />
MIDDELEN<br />
6.1 Uitgaven<br />
Bij de begrotingsbehandeling van het ministerie van SZW zijn eind 2002<br />
twee amendementen op die begroting van het Kamerlid Verburg aangenomen.<br />
Hierin is zowel gevraagd om versterking van de handhaving op<br />
arbeidsomstandigheden als om intensivering van de aanpak van fraude<br />
en illegale tewerkstelling. Op grond hiervan is de inspectiecapaciteit op<br />
handhaving van de arbeidsomstandigheden voor 2004 en verdere jaren<br />
met 30 fte verhoogd en de opsporingscapaciteit op illegale tewerkstelling<br />
met ingang van 2004 met 80 fte. Een deel van de beschikbare middelen uit<br />
de amendementen Verburg is het afgelopen jaar aangewend om de organisatie<br />
voor deze omvangrijke uitbreiding van de capaciteit geschikt te<br />
maken.<br />
Personeel<br />
Ambtelijk personeel<br />
De uitgaven voor het ambtelijk personeel van de AI zijn € 363 000 hoger<br />
uitgevallen dan geraamd. Eén van de redenen is dat de leeftijdsopbouw<br />
van het personeel meebrengt dat veel medewerkers in hun eindschaal<br />
worden beloond. Als gevolg van reorganisaties in het verleden is nog een<br />
aantal niet-formatieve medewerkers in dienst. De geplande afname van<br />
dit aantal kost meer tijd dan verwacht.<br />
Op basis van deze gegevens is in het begin van <strong>2003</strong> al besloten een<br />
terughoudend wervingsbeleid te voeren om een omvangrijkere budgetoverschrijding<br />
te voorkomen.<br />
Overige personele uitgaven<br />
Door de gerealiseerde instroom in de laatste maanden van <strong>2003</strong> en de<br />
teruggedrongen inzet van uitzendkrachten is de vraag naar niet-formatieve<br />
ondersteuning afgenomen. Een aantal contracten voor uitzendkrachten<br />
is in de laatste maanden van <strong>2003</strong> voortijdig beëindigd. Dit heeft<br />
geresulteerd in een overschot van € 178 000 op het budget Overige personele<br />
uitgaven.<br />
Materieel<br />
Op de materiële uitgaven is een overschot gerealiseerd van € 1 284 000.<br />
Het overschot is in hoofdzaak veroorzaakt door het niet realiseren van de<br />
in <strong>2003</strong> geraamde uitgaven voor het opzetten van een kenniscentrum, het<br />
niet tot uitvoering komen van de geraamde opleidingen voor arbeidsmarktfraude<br />
en het vervallen van de introductie van E-learning.<br />
De uitgaven voor het uitvoeren van het onderzoek naar de oorzaak van het<br />
instorten van het steigerwerk eind september <strong>2003</strong> in de Amercentrale in<br />
Geertruidenberg bedroegen tot het einde van het jaar <strong>2003</strong> € 370 000 en<br />
zijn verantwoord op het hoofdbudget materieel. Het onderzoek is nog niet<br />
afgerond en voor 2004 zijn nog uitgaven te verwachten. Een zeer voorlopige<br />
raming geeft aan dat de uitgaven van het totale onderzoek ongeveer<br />
€ 500 000 zullen bedragen.<br />
65
Centraal materieel<br />
Op de centrale materiële uitgaven is een overschot gerealiseerd van<br />
€ 655 000. De beschikbare middelen zijn niet volledig uitgeput. De kosten<br />
voor de standaarduitrusting (inclusief telefoons) voor de instroom van<br />
nieuwe inspecteurs in <strong>2003</strong> en 2004 vielen lager uit dan geraamd.<br />
6.2 Ontvangsten<br />
De ontvangsten zijn ten opzichte van 2002 met bijna € 0,5 miljoen gestegen.<br />
De meeropbrengsten komen voor het grootste deel uit de ontvangsten<br />
uit bestuurlijke boetes.<br />
Tabel 6.1 Uitgaven en begroting over het verslagjaar en uitgaven over <strong>2003</strong> in<br />
hoofdlijnen (x €1000)<br />
Uitgaven Realisatie<br />
2002<br />
Realisatie<br />
<strong>2003</strong><br />
Begroting<br />
<strong>2003</strong><br />
Actief regulier personeel 42 694 45 483 45 120<br />
Overige personele uitgaven 852 322 500<br />
Materieel 6 356 7 780 9 064<br />
Huisvesting regio’s 1 390 1 288 1 296<br />
Materiële uitgaven regio’s 661 923 1 578<br />
Medezeggenschap 0 46 62<br />
Ad hoc onderzoek 100 44 65<br />
Totaal 52 053 55 886 57 685<br />
Ontvangsten 2002 <strong>2003</strong> <strong>2003</strong><br />
Vergunningen stralingsbescherming 28 28 0<br />
Overige ontvangsten 31 31 0<br />
Ontvangsten bestuurlijke boetes 4 986 6 115 5 984<br />
Totaal 5 645 6 174 5 984<br />
Tabel 6.2 Uitgaven per product<br />
Producten Aantal Uitgaven (x<br />
€ 1)<br />
Uitgaven<br />
p/product<br />
Arbo-trajecten (excl ATW/incl<br />
netwerkact) 13 868 22 619 411 1 631<br />
ATW-trajecten 408 726 521 1 781<br />
Monitor-rapportages AVO 1 2 390 678 2 390 678<br />
WAV-trajecten 3 700 7 654 135 2 069<br />
Klachtenonderzoek 2 052 3 993 535 1 946<br />
Ongevalsonderzoek 2 191 9 600 262 4 381<br />
Major Hazard Control 332 3 607 398 10 866<br />
Overig reactief 559 1 101 988 1 971<br />
Desk-research rapportages 18 557 657 30 981<br />
CAO-registraties 972 768 712 791<br />
AVV-Cao’s 178 890 032 5 000<br />
Verplichtstelling-Pensioenfondsen 32 61 323 1 916<br />
Beschikk/Ontheff/Vergunn/Adviezen 1 068 1 914 630 1 793<br />
Totaal aantallen 25 499<br />
Totaal uitgaven 55 886 284<br />
66
SAMENVATTING<br />
De Arbeidsinspectie (AI) is onderdeel van het ministerie van Sociale Zaken<br />
en Werkgelegenheid (SZW). De AI heeft «het aanpakken van misstanden<br />
en het leveren van politiek relevante informatie met betrekking tot het<br />
thema arbeid» als missie.<br />
De AI is op de volgende beleidsterreinen actief:<br />
+ arbeidsomstandigheden (veiligheid en gezondheid op het werk);<br />
+ arbeidsmarkt (illegale tewerkstelling);<br />
+ arbeidsverhoudingen en arbeidsvoorwaarden (o.a. werk- en rusttijden,<br />
algemeen verbindend verklaren van CAO’s).<br />
Daarnaast valt een drietal resultaatgebieden te onderscheiden met de<br />
kerntaken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de AI:<br />
+ wet- en regelgeving handhaven (toezicht en opsporing);<br />
+ wet- en regelgeving uitvoeren (vergunningen en ontheffingen);<br />
+ genereren van beleidsinformatie.<br />
De Arbeidsinspectie maakt voor haar handhavende taak gebruik van<br />
bestuurlijke en strafrechtelijke instrumenten.<br />
Organisatieveranderingen<br />
Sinds 1 april <strong>2003</strong> heeft de Arbeidsinspectie een nieuwe organisatiestructuur.<br />
De regionale directies hebben plaats gemaakt voor vier bedrijfstakgerichte<br />
directies (Industrie, Bouw, Commerciële Dienstverlening en<br />
Publieke Dienstverlening) en twee onderwerpgerichte directies (Arbeidsmarktfraude<br />
en Major Hazard Control). Daarnaast kent de AI op centraal<br />
niveau de directie Inspectieondersteuning en de afdeling Concernbeleid.<br />
De AI kan door deze wijziging beter onderbouwd en uniformer opereren.<br />
Bovendien is de AI toegankelijker voor werkgevers-, werknemers- en<br />
brancheorganisaties. Per 1 januari 2004 is de AI ondergebracht bij de<br />
Inspecteur Generaal voor Werk en Inkomen. Hierdoor wordt het ook organisatorisch<br />
duidelijker dat er een onderscheid bestaat tussen de handhaving<br />
van regels en het beleid dat tot regelgeving leidt. In dat kader zijn in<br />
<strong>2003</strong> ook de voorbereidingen getroffen voor uitplaatsing van de uitvoerende<br />
taken op het gebied van de arbeidsvoorwaardenregelgeving.<br />
Het werkveld en de productie<br />
De Arbeidsinspectie kan bij haar activiteiten te maken krijgen met alle<br />
vestigingen van bedrijven in Nederland waar arbeid wordt verricht. Eind<br />
<strong>2003</strong> waren er 563 000 vestigingen waar tenminste twee personen werkzaam<br />
waren bij de AI bekend. De totale netto inspectiecapaciteit bedroeg<br />
244 975 uur. Bij de AI zijn op 31 december van het verslagjaar 914 medewerkers<br />
in dienst, waaronder 452 inspecteurs. Op het terrein van arbeidsomstandigheden<br />
waren 325 inspecteurs actief, op het terrein van de<br />
arbeidsmarktfraude 127. De Arbeidsinspectie rondde in het verslagjaar<br />
25 403 zaken af. De ontwikkeling van de AI-productie van de laatste jaren<br />
wordt in de volgende tabel weergegeven.<br />
67
Tabel I Aantallen inspectieproducten naar productsoort en de daaraan bestede inspectiecapaciteit in % in 2001, 2002 en<br />
<strong>2003</strong><br />
2001 2002 <strong>2003</strong><br />
Productsoort Capaciteit in % Zaken Capaciteit in % Zaken Capaciteit in %* Zaken*<br />
Arbo-Actief 30,5 14 934 36,6 15 271 33 14 276<br />
Klachten 8,3 2 178 8,2 2 167 9 2 052<br />
Ongevallen 20,3 2 559 18,2 2 481 22 2 191<br />
MHC 5,4 62 4,5 118 9 332<br />
Arbeidsmarkt 23,5 3 840 17,3 3 737 17 3 700<br />
Monitoring 5,1 1 932 5,9 2 771 5 1 879<br />
Overig Reactief 6,8 2 031 6,2 1 506 6 1 079<br />
Totaal 100 27 536 100 28 051 100 25 499 (27 660)<br />
Speerpunten<br />
Om de voor <strong>2003</strong> beschikbare inspectiecapaciteit weloverwogen en<br />
verantwoord in te kunnen zetten, zijn voor de handhavingstaken speerpunten<br />
vastgesteld. Op het gebied van arbeidsomstandigheden zijn de<br />
speerpunten arbozorgverplichtingen, werkdruk, fysieke belasting, kankerverwekkende<br />
stoffen, gevaarlijke stoffen en geluid. Op het terrein van<br />
arbeidsmarktfraude zijn dat de land- en tuinbouwsector, de aanpak van<br />
faciliteerders van illegale tewerkstelling, de aanpak van de notoire overtreders,<br />
het financieel rechercheren en de samenwerking met andere<br />
inspectiediensten.<br />
Handhaving op het gebied van de arbeidsomstandigheden<br />
Bij de inspecties op het gebied van arbeidsomstandigheden hebben<br />
inspecteurs in 58 procent van de gevallen bij de eerste interventie een<br />
handhavingstraject ingezet. In zes procent van de vervolginterventies<br />
moest dat opnieuw gebeuren. In 2001 lag dit percentage nog op elf<br />
procent. Dit duidt erop dat de interventies van de AI steeds effectiever<br />
worden, omdat in meer gevallen de eerder geconstateerde overtreding bij<br />
de vervolginterventie opgeheven was.<br />
De meest geconstateerde overtreding was het ontbreken van een actuele<br />
risicoinventarisatie en -evaluatie of een plan van aanpak (21%). Achttien<br />
procent van de overtredingen had betrekking op tekortkomingen ten<br />
aanzien van arbeidsplaatsen, zeventien procent op gevaarlijke stoffen en<br />
twaalf procent op arbeidsmiddelen.<br />
Er zijn vijf soorten handhavingsinstrumenten te onderscheiden. De waarschuwing<br />
en de eis vallen onder de lichte instrumenten; de bestuurlijke<br />
boete, het proces-verbaal en de stillegging onder de zware.<br />
De bestuurlijke boete als handhavingsinstrument op het gebied van<br />
arbeidsomstandigheden bestaat eind <strong>2003</strong> ruim vier jaar. Boetes zijn voornamelijk<br />
opgelegd aan werkgevers. Maar ook werknemers die zich onverantwoord<br />
gedragen en daardoor een gevaar voor zichzelf of hun collega’s<br />
vormen, krijgen een boete opgelegd. In <strong>2003</strong> is voor € 6 797 738 aan<br />
boetes opgelegd, waarvan € 2 373 aan 21 werknemers. Vanaf 1 november<br />
1999 tot 1 januari 2004 is in totaal voor € 19 089 970 aan boetes opgelegd,<br />
waarvan inmiddels € 17 515 127 is betaald.<br />
In het verslagjaar is een conceptwetsvoorstel gemaakt voor de invoering<br />
van de bestuurlijke boete in de Wet arbeid vreemdelingen.<br />
68
Handhaving op het gebied van de Arbeidstijdenwet<br />
In het verslagjaar is bij 719 ATW-zaken een handhavingsinstrument ingezet.<br />
In totaal zijn 1247 handhavingsinstrumenten ingezet, waarvan 851<br />
lichte en 396 zware. In deze laatste categorie werd het werk stilgelegd of<br />
een proces-verbaal opgemaakt.<br />
Prestatieafspraken<br />
Binnen de AI worden jaarlijks prestatieafspraken gemaakt tussen de algemeen<br />
directeur en de directeuren. Uit de scores bij de onderscheiden<br />
prestatie-indicatoren blijkt dat de realisatie in veel gevallen de streefwaarde<br />
overtreft en dat er vergeleken met 2002 een duidelijk stijgende lijn<br />
valt te constateren. Bij de actieve arbo-inspecties is de doorlooptijd van de<br />
handhaving met 84% binnen een jaar duidelijk boven de streefwaarde van<br />
70% binnen een jaar.<br />
De overeengekomen afhandelingsduur van ongevalonderzoeken van 70%<br />
binnen drie maanden bleek niet te realiseren. De gecompliceerde uitvoering<br />
en verwerking van deze onderzoeken was er de oorzaak van dat er<br />
een score van 38% binnen drie maanden bereikt werd.<br />
Arbeidsmarktfraude<br />
In <strong>2003</strong> zijn de voorbereidingen gestart voor de invoering van de bestuurlijke<br />
boete Wet arbeid vreemdelingen. De verwachte invoeringsdatum van<br />
deze wetswijziging is 1 januari 2005. De directie Arbeidsmarktfraude<br />
wordt uitgebreid en zal in 2005 over een inspectiecapaciteit van 180 fte<br />
beschikken.<br />
Resultaten<br />
In <strong>2003</strong> zijn 3 940 zaken afgesloten, waarvan 3 368 actief en 572 reactief. In<br />
totaal zijn 731 processen-verbaal wegens overtreding van de WAV aan het<br />
Openbaar Ministerie verzonden. Ten opzichte van 2002 is dit een stijging<br />
van circa zes procent. Deze stijging is vooral terug te voeren op intensivering<br />
van de controles in de land- en tuinbouwsector. In deze sector zijn in<br />
het verslagjaar 211 processen-verbaal naar het OM gezonden, ten opzichte<br />
van 127 in 2002. Ongeveer 140 van die processen-verbaal komen voort<br />
uit zaken die het Westland Interventieteam in 2002 startte in het kader van<br />
het AI-project in de land- en tuinbouw.<br />
Tabel II Aantallen processen-verbaal Wet arbeid vreemdelingen in <strong>2003</strong>, 2002<br />
en 2001<br />
Jaar <strong>2003</strong> 2002 2001<br />
Landbouw 211 127 190<br />
Industrie 57 55 72<br />
Bouwnijverheid 36 33 35<br />
Handel 78 66 79<br />
Logies/maaltijden 221 254 240<br />
Vervoer 9 17 23<br />
Dienstverlening 90 91 64<br />
Dienstverlening (80 t/m 95) 19 10 15<br />
overig 10 5 21<br />
Totaal 731 658 739<br />
Arbeidsverhoudingen en arbeidsvoorwaarden<br />
In <strong>2003</strong> heeft de AI 972 kennisgevingen van ontvangst van CAO’s verzonden.<br />
CAO-bepalingen werden 170 maal algemeen verbindend verklaard.<br />
69
De nieuwe regels voor CAO-fondsen hebben tot vertraging geleid bij de<br />
algemeen verbindend verklaring. De verwachting is wel dat deze achterstand<br />
in 2004 wordt ingelopen.<br />
In <strong>2003</strong> zijn zeventien verzoeken binnengekomen die betrekking hadden<br />
op verplichtstelling tot deelname in een bedrijfstakpensioenfonds. Vijftien<br />
verzoeken zijn ter visie gelegd. Er zijn zeventien besluiten genomen en<br />
gepubliceerd in de Staatscourant. Tegen vier verzoeken tot verplichtstelling<br />
zijn zienswijzen ingediend. Deze zienswijzen hebben betrekking op de<br />
werkingssfeer, de representativiteit en dispensatie van de verplichtstellingen.<br />
Er zijn dertien beschikkingen afgegeven over een individuele ontheffing<br />
van de verplichte deelname in een bedrijfstakpensioenregeling.<br />
In het kader van de Wet op de Beroepspensioenregelingen (Wet BPR) zijn<br />
twee van verzoeken gedaan om een beroepspensioenregeling voor<br />
beroepsgroepen verplicht te stellen. Er is één besluit genomen dat ook in<br />
de Staatscourant is gepubliceerd.<br />
Monitoring en beleidsinformatie<br />
In <strong>2003</strong> zijn door de Arbeidsinspectie achttien onderzoeks-/monitorrapportages<br />
afgerond. De twee belangrijkste waren het Arbeidsvoorwaardenonderzoek,<br />
dat de feitelijke ontwikkeling van lonen en andere financiële<br />
arbeidsvoorwaarden in kaart brengt en de «Voor- en najaarsrapportage<br />
CAO-afspraken». Deze rapportage geeft inzicht in de ontwikkeling van de<br />
contractlonen en in een aantal andere belangrijke onderwerpen als employability,<br />
arbeidsongeschiktheidsregelingen, reïntegratiebepalingen, VUT<br />
en flexibele pensioneringsafspraken.<br />
Kernenergiewet (KEW)<br />
De Arbeidsinspectie beoordeelt onder andere de vergunningaanvragen<br />
voor toepassingen met radioactieve stoffen en röntgentoestellen. Verder<br />
komen er verzoeken binnen om vergunningen in te trekken. Daarnaast<br />
bereidt de AI vergunningen voor de invoer van radioactieve stoffen in<br />
Nederland en vergunningen voor het vervoer van splijtstoffen in Nederland<br />
voor. Deze vergunningen worden door de minister van Volkshuisvesting,<br />
Ruimtelijke Ordening en <strong>Milieu</strong>beheer verleend.<br />
In <strong>2003</strong> zijn 295 vergunningen afgegeven voor toepassingen, 53 voor<br />
invoer voor radioactieve stoffen en 49 voor vervoer van splijtstoffen. Het<br />
aantal ingetrokken vergunningen bedroeg 264.<br />
Werktijdverkorting<br />
Het aantal aanvragen voor werktijdverkorting is sterk beïnvloed door de<br />
oorlog in Irak en de uitbraak van de vogelpest. Er werden 1 734 aanvragen<br />
afgehandeld, waarvan 889 eerste aanvragen en 845 herhalingsaanvragen.<br />
Farboregeling<br />
Het aantal meldingen dat betrekking had op de lijst met de in 2002 voor de<br />
Farboregeling in aanmerking komende bedrijfsmiddelen lag met 11 523 in<br />
2002 aanzienlijk hoger dan in 2001 (8 656 meldingen). Het totaal aangemelde<br />
investeringsbedrag in 2002 bedroeg € 186 934 472.<br />
De stijgende tendens in het aantal aanmeldingen heeft zich in <strong>2003</strong> niet<br />
voortgezet. In het verslagjaar zijn tot en met 31 december 3060 meldingen<br />
ontvangen, met een investeringsbedrag van € 96 998 720.<br />
Wet SAMEN<br />
De Arbeidsinspectie houdt toezicht op de naleving van de wet SAMEN<br />
(Stimulering Arbeidsdeelname Minderheden), die werkgevers met 35 of<br />
70
meer werknemers verplicht een jaarverslag in te dienen bij de regionale<br />
kantoren van het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI). De Arbeidsinspectie<br />
stelt ieder jaar een lijst samen van bedrijven die over het voorgaande<br />
jaar verplicht waren een jaarverslag in het kader van de Wet<br />
SAMEN in te dienen, maar dit niet hebben gedaan. De AI rappelleert deze<br />
bedrijven vervolgens.<br />
Het aantal ingediende jaarverslagen over het jaar 2002 kwam uit op<br />
11 770. Dat is een daling ten opzichte van 2001 toen er 13 521 verslagen<br />
werden ingezonden. Waarschijnlijk hangt dit samen met het aflopen van<br />
de wet op 1 januari 2004.<br />
Internationale activiteiten<br />
De internationale activiteiten van de Arbeidsinspectie betroffen in <strong>2003</strong><br />
vier speerpunten:<br />
+ versterkte coördinatie van het toezicht op Europese arbo-regelgeving<br />
door participatie in de Senior Labour Inspectorate Committee (SLIC)<br />
van de EU;<br />
+ ondersteuning van Arbeidsinspecties van kandidaat EU-leden, met<br />
name Hongarije;<br />
+ samenwerking met de International Labour Organisation bij het realiseren<br />
van sociale grondrechten voor werknemers en in het bijzonder<br />
het bestrijden van kinderarbeid;<br />
+ ondersteuning van de wereldorganisatie van Arbeidsinspecties, de<br />
International Association of Labour Inspection.<br />
Bedrijfsvoering<br />
De nieuwe organisatiestructuur van de AI en daarmee samenhangende<br />
invoering van het teamgericht werken hebben de bedrijfsvoering en de<br />
activiteiten in <strong>2003</strong> in hoge mate bepaald. Door het aannemen van twee<br />
amendementen Verburg is het nodig de inspectiecapaciteit van de AI uit te<br />
breiden. Daarom is een omvangrijke personeelswervingscampagne uitgevoerd<br />
en zijn opleidingen verzorgd. Op automatiseringsgebied is gestart<br />
met de opzet van een nieuw geïntegreerd informatiesysteem, dat het<br />
huidige GISAI gaat vervangen. Door dat nieuwe systeem moet de administratieve<br />
afhandeling van de inspecties sneller verlopen. Ook kunnen de<br />
activiteiten van de directies AMF en MHC beter worden gevolgd en<br />
gestuurd.<br />
Middelen<br />
In <strong>2003</strong> gaf de Arbeidsinspectie bijna € 56 miljoen uit aan personele en<br />
materiële kosten. Ten opzichte van het begrotingsjaar 2002 is dit een stijging<br />
van ongeveer € 3,8 miljoen. De ontvangsten, in totaal € 6,15 miljoen,<br />
zijn ten opzichte van 2002 met bijna € 0,5 miljoen gestegen. De meeropbrengsten<br />
komen voor het merendeel uit de ontvangsten uit bestuurlijke<br />
boetes.<br />
71
SUMMARY<br />
The Labour Inspectorate (AI) is part of the Ministry of Social Affairs and<br />
Employment (SZW). The task of the AI is «to deal with abuses and provide<br />
politically relevant information relating to the topic of labour.»<br />
The AI is active in the following areas of policy:<br />
+ working conditions (health and safety at work);<br />
+ the labour market (illegal employment);<br />
+ labour relations and conditions of employment (including working<br />
time, rest periods, declaring collective labour agreements to be universally<br />
binding).<br />
The AI is required to produce results in three areas associated with its<br />
core tasks, responsibilities and powers:<br />
+ enforcing legislation and regulations (monitoring and detection);<br />
+ implementing legislation and regulations (permits and exemptions);<br />
+ generating policy information.<br />
The Labour Inspectorate uses administrative and criminal law instruments<br />
in its enforcement work.<br />
Organisational changes<br />
The organisational structure of the Labour Inspectorate changed on<br />
1 April <strong>2003</strong>. The regional directorates have been replaced by four activitybased<br />
directorates (Industry, Construction Work, Commercial Services and<br />
Public Services) and two issue-based directorates (Labour Market Fraud<br />
and Major Hazard Control). The AI also has two central units: the Inspection<br />
Support directorate and the Corporate Policy Department. These<br />
changes give the AI stronger support and allow it to operate in a more<br />
harmonised way. It is now also more accessible to organisations representing<br />
employers, employees and individual sectors. The AI was brought<br />
within the remit of the General Inspector for Work and Income on<br />
1 January 2004. This has also clarified organisational aspects, drawing a<br />
distinction between the enforcement of rules and the policy underlying<br />
regulations. Within this context, preparations were made in <strong>2003</strong> for<br />
outsourcing implementation tasks in the area of regulations governing<br />
conditions of employment.<br />
The sphere of action and activities<br />
ithin the scope of its activities, the Labour Inspectorate can become<br />
involved with any commercial establishment in the Netherlands where<br />
work is carried out. At the end of <strong>2003</strong> the AI was aware of 563,000 establishments<br />
employing at least two people. Its total net inspection capacity<br />
was 244,975 hours. As of 31 December of the year under review, the AI<br />
had 914 members of staff, including 452 inspectors, 325 of which operated<br />
in the area of working conditions while 127 looked into labour market<br />
fraud. The Labour Inspectorate handled 25,403 cases in the year under<br />
review. The evolution of AI activity over the past few years is summarised<br />
in the table below.<br />
72
Table I Number of inspection activities per type of activity and the inspection capacity devoted to these activities in<br />
percentage terms in 2001, 2002 and <strong>2003</strong><br />
2001 2002 <strong>2003</strong><br />
Type of activity Capacity in % Cases Capacity in % Cases Capacity in % Cases<br />
Active OHS 30.5 14,934 36.6 15,271 33 14,276<br />
Complaints 8.3 2,178 8.2 2,167 9 2,052<br />
Accidents 20.3 2,559 18.2 2,481 22 2,211<br />
Labour market 23.5 3,840 17.3 3,737 17 3,700<br />
MHC 5.4 62 4.5 118 9 322<br />
Monitoring 5.1 1,932 5.9 2,771 5 1,879<br />
Other Reactive 6.8 2,031 6.2 1,506 6 1,079<br />
Total 100 27,536 100 28,051 100 25,499<br />
Focus points<br />
Focus points were defined in order to allow the inspectorate to make the<br />
most rational and responsible use of its inspection capacity available for<br />
enforcement tasks in <strong>2003</strong>. In the area of working conditions, these were:<br />
OHS obligations, pressure of work, physical demands, carcinogenic<br />
substances, hazardous substances and noise. In the area of labour market<br />
fraud, they were: the agricultural and horticultural sector, dealing with<br />
people involved in providing illegal labour, dealing with notorious transgressors,<br />
financial investigations and cooperation with other inspectorate<br />
services.<br />
Enforcement in the area of working conditions<br />
Of inspections carried out into working conditions, 58 per cent led to the<br />
setting up by inspectors of an enforcement trajectory following the first<br />
intervention. This had to be repeated in six per cent of the follow-up interventions.<br />
The corresponding figure for 2001 was eleven per cent. This<br />
indicates that the AI’s interventions are becoming more effective over<br />
time, as in a higher number of cases the contravention previously observed<br />
had been resolved by the time of the follow-up intervention.<br />
The most frequently observed contravention was the lack of an up-to-date<br />
risk inventory and assessment, or of a plan of action (21%). Eighteen per<br />
cent of contraventions related to shortcomings in respect of jobs, seventeen<br />
per cent to hazardous substances and twelve per cent to equipment.<br />
There are five different types of enforcement instrument. Warnings and<br />
requirements are the light instruments, while administrative fines, reports<br />
and closure are the heavy instruments.<br />
At the end of <strong>2003</strong>, administrative fines had been available as an enforcement<br />
instrument for working conditions for over four years. Fines are<br />
normally imposed on employers, but employees who behave irresponsibly,<br />
thereby putting themselves or their colleagues in danger, can also<br />
be fined. Fines totalling € 6,797,738 were imposed in <strong>2003</strong>, with 21 employees<br />
being fined a total of € 2,373. From 1 November 1999 to 1 January<br />
2004 the total fines imposed amounted to € 19,089,970, of which<br />
€ 17,515,127 has been paid to date.<br />
During the year under review, a Bill was submitted with a view to introducing<br />
administrative fines into the Foreigner Nationals Employment Act<br />
[Wet arbeid vreemdelingen: WAV].<br />
73
Enforcement in the area of the Working Hours Act [Arbeidstijdenwet:<br />
ATW]<br />
Enforcement instruments were applied in 719 ATW cases in the year<br />
under review. A total of 1,247 enforcement instruments were applied (851<br />
light and 396 heavy). In the latter category firms were closed down or<br />
reported.<br />
Performance agreements<br />
Performance agreements are concluded by the AI director-general and the<br />
directors every year. The scores for the various performance indicators<br />
show that in many cases the inspectorate exceeded its target, and that<br />
performance has been improving markedly since 2002. In the active OHS<br />
field, the time taken to handle a case of enforcement is less than 1 year in<br />
84% of cases, well above the target of 70%.<br />
It has proven impossible to reach the target set for dealing with accident<br />
investigations (70% in under 3 months). Owing to the fact that these<br />
investigations are complex to carry out and process, only 38% were dealt<br />
with in less than three months.<br />
Labour market fraud<br />
Preparations to introduce administrative fines into the Foreigner Nationals<br />
Employment Act started in <strong>2003</strong>. This amendment to the Act is expected<br />
to enter into force on 1 January 2005. The Labour Market Fraud<br />
Directorate has been expanded and will have an FTE inspection capacity<br />
of 180 in 2005.<br />
Results<br />
In <strong>2003</strong>, 3,940 cases were dealt with: 3,368 actively and 572 reactively. A<br />
total of 731 reports on contraventions of the WAV were submitted to the<br />
public prosecutor. This is a rise of about six per cent compared to 2002.<br />
The increase is due mainly to more intensive inspections in the agricultural<br />
and horticultural sectors. 211 reports for this sector were sent to the<br />
public prosecutor in the year under review, compared to 127 in 2002.<br />
About 140 of these reports are the result of cases undertaken by the Westland<br />
Intervention Team in 2001 as part of the AI project in the agricultural<br />
and horticultural sectors.<br />
Table II Numbers of reports under the Foreigners’ Employment Act in <strong>2003</strong>,<br />
2002 and 2001.<br />
Year <strong>2003</strong> 2002 2001<br />
Agriculture 211 127 190<br />
Industry 57 55 72<br />
Construction 36 33 35<br />
Trade 78 66 79<br />
Hotel/catering 221 254 240<br />
Transport 9 17 23<br />
Services 90 91 64<br />
Services (80 to 95) 19 10 15<br />
other 10 5 21<br />
Total 731 658 739<br />
74
Labour relations and conditions of employment<br />
The AI issued 972 notices of receipt of collective labour agreements<br />
(CAOs) in <strong>2003</strong>. 170 sets of collective labour agreement provisions were<br />
declared universally binding. The new rules on CAO funds led to some<br />
delay in declaring the agreements universally binding. This backlog is<br />
expected to be dealt with in 2004.<br />
Seventeen applications to make participation in sector-based pension<br />
funds compulsory were received in <strong>2003</strong>. Fifteen applications have been<br />
examined. Seventeen decisions have been taken and published in the<br />
Government Gazette (Staatscourant). Objections have been lodged<br />
against four of these applications. These views relate to the scope, representative<br />
quality and dispensation from obligations. Thirteen rulings have<br />
been issued regarding individual exemptions from compulsory participation<br />
in sector-based pension funds.<br />
Two applications were submitted under the Occupational Pension<br />
Schemes Act [Wet op de Beroepspensioenregelingen: BPR] to make occupational<br />
pension schemes compulsory for occupational groups. One decision<br />
was made in relation to this and published in the Government<br />
Gazette.<br />
Monitoring and Policy Information<br />
The Labour Inspectorate produced eighteen investigation/monitoring<br />
reports in <strong>2003</strong>. The two most significant reports were a report based on<br />
an investigation into conditions of employment, detailing trends in wages<br />
and other financial conditions of employment, and a report on the spring<br />
and autumn collective agreement reporting round. This reflects developments<br />
in contractual wages and a number of other important topics such<br />
as employability, disability regulations, reintegration provisions, early<br />
retirement (VUT) and flexible pension agreements.<br />
Nuclear Energy Act [Kernenergiewet: KEW]<br />
One of the duties of the Labour Inspectorate is to assess applications for<br />
permits to use radioactive material and X-ray devices. It also receives<br />
applications for permits to be withdrawn. The AI also prepares permits for<br />
the import of radioactive material into the Netherlands as well as permits<br />
for the transport of fissionable material within the Netherlands. These<br />
permits are issued by the Minister of Spatial Planning, Housing and the<br />
Environment (VROM).<br />
In <strong>2003</strong>, 295 permits were issued for the use of radioactive material, 53 for<br />
the import of radioactive material and 49 for the transport of fissionable<br />
material. The number of permits withdrawn amounted to 264.<br />
Reduction of working hours<br />
The number of applications for a reduction of working hours was heavily<br />
influenced by the war in Iraq and the outbreak of Newcastle Disease (fowl<br />
pest). 1,734 applications were dealt with (889 initial applications and 845<br />
resubmissions).<br />
Special tax treatment for OHS investment<br />
The number of notifications relating to the list of items potentially eligible<br />
for special tax treatment for OHS investment in 2002 was much higher<br />
than in 2001 (11,523 as against 8,656). The total reported investment in<br />
2002 was € 186,934,472.<br />
75
The upward trend in the number of notifications did not continue in <strong>2003</strong>.<br />
As of 31 December in the year under review, 3,060 notifications had been<br />
received, with an investment amount totalling € 96,998,720.<br />
Act to Stimulate the Labour Market Participation of Ethnic Minorities<br />
[Stimulering Arbeidsdeelname Minderheden: SAMEN]<br />
The Labour Inspectorate monitors compliance with the SAMEN Act, which<br />
requires employers with 35 or more staff to submit annual reports to the<br />
regional offices of the Centre for Work and Income (CWI). Once a year the<br />
Labour Inspectorate produces a list of companies that were required to<br />
submit an annual report under the SAMEN Act for the preceding year but<br />
have failed to do so. The AI sends these companies a reminder.11,770<br />
reports were submitted for 2002, a decline relative to 2001, when 13,521<br />
reports were submitted. This probably has to do with the expiry of the Act<br />
on 1 January 2004.<br />
International affairs<br />
The Labour Inspectorate’s international activities focused on four main<br />
issues in <strong>2003</strong>:<br />
+ enhanced coordination of the monitoring of European OHS regulations<br />
by participating in the EU’s Senior Labour Inspectorate Committee<br />
(SLIC);<br />
+ assisting the labour inspectorates of EU candidate countries, particularly<br />
Hungary;<br />
+ cooperating with the International Labour Organisation in achieving<br />
basic social rights for workers, and in particular combating child<br />
labour;<br />
+ supporting the world organisation of labour inspectorates, the International<br />
Association of Labour Inspection.<br />
Management<br />
The AI’s new organisational structure and the related introduction of<br />
team-based working had a strong impact on management and activities in<br />
<strong>2003</strong>. The adoption of two amendments submitted by MP Verburg means<br />
that the AI’s inspection capacity has to be expanded. For this reason, a<br />
comprehensive recruitment drive was carried out and training provided.<br />
On the automation front, work has started on the design of a newly integrated<br />
information system to replace the current Integrated Labour<br />
Inspectorate Information System. It is anticipated that the new system will<br />
allow inspections to be processed more quickly, and enable the activities<br />
of the LMF and MHC directorates to be monitored and managed more<br />
efficiently.<br />
Resources<br />
The Labour Inspectorate spent almost € 56 million on staff and tangible<br />
costs in <strong>2003</strong>. This is a rise of about € 3.8 million on the 2002 fiscal year.<br />
Income rose by almost € 0.5 million on 2002, reaching a total of € 6.15<br />
million. Most of the additional income came from administrative fines.<br />
76
BIJLAGEN<br />
77
BIJLAGE 1 ORGANIGRAM ARBEIDSINSPECTIE<br />
Bedrijfstakdirectie<br />
Industrie<br />
Bedrijfstakdirectie<br />
Bouw<br />
Afdeling<br />
concernbeleid<br />
Bedrijfstakdirectie<br />
Publieke<br />
Dienstverlening<br />
en Landbouw<br />
Inspecteur Generaal<br />
Algemeen directeur<br />
Bedrijfstakdirectie<br />
Commerciële<br />
Dienstverlening<br />
Afdeling<br />
Juridische Zaken<br />
Directie<br />
Major Hazard<br />
Control (MHC)<br />
Directie<br />
Arbeidsmarktfraude<br />
(AMF)<br />
Directie<br />
Inspectie<br />
Ondersteuning<br />
78
BIJLAGE 2 Organisatie Arbeidsinspectie met personalia<br />
Inspecteur generaal 4<br />
Mr. L. H. J. Kokhuis<br />
4 Vanaf 1 januari 2004.<br />
5 Per 1 januari 2004 hield de Directie Uitvoering,<br />
Juridische Zaken, Beleidsmonitoring op<br />
te bestaan. Per 1 februari 2004 is de Afdeling<br />
Collectieve Arbeidsvoorwaarden en het<br />
gedeelte van de Afdeling Monitoring en<br />
Beleidsinformatie dat CAO-onderzoek uitvoert<br />
ondergebracht bij het Directoraat Generaal<br />
Arbeidsverhoudingen en Internationale<br />
Betrekkingen van het Ministerie van SZW.<br />
Algemeen Directeur<br />
drs. ing. P. J. Huijzendveld<br />
Stafafdeling Concernbeleid<br />
Hoofd: ir. P. M. Weeda<br />
Directie Inspectieondersteuning<br />
Directeur: P. M. A. Bruls<br />
Expertisecentrum<br />
Hoofd: Dr P. B. Koster<br />
Afdeling Bestuurlijke Boete<br />
Hoofd: Mevr. I. Mantjes-Schubarth<br />
Afdeling Informatievoorziening<br />
Hoofd: drs. A. D. J. Walschots<br />
Afdeling Personeelsontwikkeling<br />
Hoofd: C. J. E. Beukers<br />
Landelijk Hoofd Administratie: T. Westerhof<br />
Landelijk hoofd bedrijfsvoering: A. F. J. Heijnen<br />
(Tijdelijke 5 ) Directie Uitvoering, Juridische Zaken, Beleidsmonitoring<br />
Interim Manager: Mr. M. H. M. van der Goes<br />
Afdeling Collectieve Arbeidsvoorwaarden<br />
Hoofd: G. J. G. van de Poll<br />
Afdeling Juridische Zaken<br />
Hoofd: Mr. M. H. M. van der Goes<br />
Afdeling Beschikkingen<br />
Hoofd: drs. A. L. van Nimwegen<br />
Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie<br />
Hoofd: drs. G. Wiggers<br />
Directie Arbeidsmarktfraude<br />
Directeur: drs. A. van Dijk<br />
Managers Inspecties: R. Bakels, Mr. H. Koenders<br />
Manager Strategie: H. A. Wessels (arts)<br />
Directie Major Hazard Control<br />
Directeur: ir. R. in’t Veld (a.i.)<br />
Manager Inspecties: ing. G. Oostveen, P. L. van Lieshout<br />
Manager Strategie: ir. R. in’t Veld<br />
Directie Bouw<br />
Directeur: Mr. J. P. Laemers<br />
Manager Inspecties: ir. H. Straatsma<br />
Manager Strategie: ir. J. A. M. Blok<br />
Directie Industrie<br />
Directeur: ir. F. G. Janssen<br />
Manager Inspecties; ir. T. J. B. van der Hoeven<br />
Manager Strategie; drs. J. A. G. M. Dirks<br />
79
Directie Commerciële Dienstverlening<br />
Directeur: drs. D. Wallenburg<br />
Manager Inspecties: drs. J. A. Jol<br />
Manager Strategie: ir. C. A. W. A. Husmann<br />
Directie Publieke Dienstverlening<br />
Directeur: drs. H. T. Bor<br />
Manager Inspecties: drs. E. G. T. van der Poel<br />
Manager Strategie: drs. J. M. Vaneman<br />
80
BIJLAGE 3 CIJFERMATIGE OVERZICHTEN<br />
Tabel I Gerealiseerde en nagestreefde inspectiedichtheid op afgesloten actieve arbo-zaken in <strong>2003</strong> naar grootteklasse,<br />
bedrijfstakdirectie en risicoklasse<br />
Bedrijfstakdirectie Risico Kleinbedrijf Middenbedrijf Grootbedrijf Totaal<br />
Realisatie Streven Realisatie Streven Realisatie Streven Realisatie<br />
Industrie laag 1,9% 2,0% 9,1% 2,0% 20,2% 3,0% 4,5%<br />
hoog 3,5% 8,0% 13,1% 13,0% 20,2% 18,0% 7,8%<br />
Bouw laag 2,2% 6,0% 6,7% 6,0% * 6,0% 3,5%<br />
hoog 3,0% 11,0% 15,5% 16,0% 46,8% 21,0% 7,1%<br />
Comm. dienstverlening laag 0,5% 1,0% 2,7% 1,0% 8,3% 1,0% 1,0%<br />
hoog 0,0% 6,0% * 11,0% * 16,0% 0,3%<br />
Publ. Dienstverlening laag 1,0% 1,4% 4,6% 1,4% 21,1% 1,4% 2,7%<br />
hoog 0,4% 6,0% 3,6% 11,0% 17,4% 16,0% 2,2%<br />
Totaal laag 0,7% 3,8% 14,0% 1,5%<br />
hoog 2,2% 12,0% 24,0% 5,6%<br />
Totaal <strong>2003</strong> 0,9% 5,7% 17,0% 2,2%<br />
* geen/onvoldoende celvulling (populatieaantallen in de cel zijn kleiner dan 500)<br />
6 Dit segment heeft overigens weinig volume,<br />
namelijk vier duizend vestigingen. Eén inspectieproject<br />
meer (of minder) kan de cijfers sterk<br />
beïnvloeden, waardoor niet veel waarde<br />
gehecht moet worden aan de inspectiedichtheid<br />
in dit segment.<br />
Tabel I laat zien dat op basis van de in <strong>2003</strong> afgesloten arbo-zaken gemiddeld<br />
2,2% van de bedrijven bezocht is. Gemiddeld is 0,9% van de kleine<br />
bedrijven (1 tot 10 werknemers), 5,7% van de middelgrote bedrijven (10<br />
tot 100 werknemers) en 17% van de grote bedrijven (100 en meer werknemers)<br />
bezocht.<br />
Uit tabel I volgt verder dat in de bedrijfstakken Industrie en Bouw de<br />
hoogrisicosectoren relatief vaker bezocht zijn dan de laagrisicosectoren.<br />
Voor de clusters Commerciële en Publieke Dienstverlening geldt dit niet.<br />
Voor het totaalbeeld geldt dat de inspectiedichtheid in hoogrisicosectoren<br />
bijna een factor vier hoger ligt dan in laagrisicosectoren (namelijk 5,6%<br />
voor hoogrisicosectoren ten opzichte van 1,5% voor laagrisicosectoren).<br />
Gemiddeld wordt de laagste inspectiedichtheid aangetroffen in de hoogrisicobedrijven<br />
van de Commerciële Dienstverlening (namelijk 0,3%) 6 en<br />
de hoogste in het hoogrisicogedeelte van de bedrijfstak Industrie (7,8%)<br />
en in het hoogrisicogedeelte van de bedrijfstak Bouw (7,1%). De inspectiedichtheid<br />
bij grote bouwbedrijven is gemiddeld 46,8%, wat betekent dat<br />
op basis van de in <strong>2003</strong> afgesloten arbo-zaken bijna de helft van deze<br />
bedrijven bezocht is.<br />
Als de realisaties worden vergeleken met de planning dan vallen voornamelijk<br />
de verschillen tussen de grootteklasses op. Voor het kleinbedrijf<br />
geldt dat binnen alle bedrijfstakdirecties en risicoklassen minder vestigingen<br />
zijn bezocht dan nagestreefd. Voor het grootbedrijf geldt het<br />
omgekeerde: alle streefwaarden zijn gerealiseerd (mits de celvulling<br />
voldoende groot is), en vaak ruim, gerealiseerd. Bijvoorbeeld in de grote<br />
bedrijven van de Publieke Dienstverlening is 21,1% van de vestigingen<br />
bezocht, terwijl de streefwaarde op 1,4% lag. Voor de middelgrote laagrisicobedrijven<br />
van alle bedrijfstakdirecties geldt dat de streefwaardes<br />
gehaald zijn. Voor de middelgrote hoogrisicobedrijven geldt dat in twee<br />
bedrijfstakdirecties (Industrie en Bouw) de streefwaarde vrijwel gehaald<br />
is. In de Publieke Dienstverlening is deze niet gehaald en voor de<br />
Commerciële Dienstverlening zijn de populatieaantallen te klein.<br />
81
Tabel II Overtredingspercentage op afgesloten arbo-zaken <strong>2003</strong> naar bedrijfstakdirectie, risicoklasse en grootteklasse<br />
Percentage overtredingen op agesloten zaken (<strong>2003</strong>)<br />
Bedrijfstakdirectie Risico Kleinbedrijf Middenbedrijf Grootbedrijf Totaal<br />
Industrie laagrisico 51% 54% 53% 53%<br />
hoogrisico 45% 52% 59% 51%<br />
Bouw laagrisico 74% * * 75%<br />
hoogrisico 73% 75% 77% 74%<br />
Comm. dienstverlening laagrisico 49% 59% 53% 54%<br />
hoogrisico * * * *<br />
Publ. Dienstverlening laagrisico 61% 62% 65% 62%<br />
hoogrisico 73% 48% 58% 58%<br />
Totaal laagrisico 53% 59% 59% 57%<br />
hoogrisico 65% 66% 65% 66%<br />
Totaal <strong>2003</strong> 58% 62% 62% 61%<br />
* Het aantal bezochte bedrijven is in deze cellen te gering om voldoende betrouwbare percentages te kunnen opleveren.<br />
In tabel II wordt het aantal bedrijven waar in het kader van afgesloten<br />
arbo-zaken ten minste één overtreding is geconstateerd gerelateerd aan<br />
het totale aantal bezochte bedrijven in het kader van arbo-zaken. Dit is het<br />
overtredingspercentage en het geeft aan in hoeveel procent van de bedrijven<br />
er een of meer misstanden zijn geconstateerd. In de tabel wordt geen<br />
informatie verstekt voor categorieën waar minder dan vijftig bedrijven<br />
bezocht zijn. De reden hiervoor is dat incidenten in deze gevallen een te<br />
grote invloed hebben op het overtredingspercentage.<br />
Tabel II laat zien dat in het kader van actieve arbo-zaken er in <strong>2003</strong> gemiddeld<br />
bij 61% van de bezochte bedrijven tenminste één overtreding is<br />
geconstateerd. Dit percentage verschilt per bedrijfstak en grootteklasse.<br />
Voor het totaalbeeld geldt dat het overtredingspercentage in hoogrisicosectoren<br />
hoger is dan in laagrisicosectoren (namelijk 66% voor hoogrisicosectoren<br />
tegenover 57% voor laagrisicosectoren). De hoogste percentages<br />
worden aangetroffen in de Bouw. Opvallend is dat binnen de<br />
bedrijfstakken het overtredingspercentage in laagrisicosectoren vaak<br />
hoger uitkomt dan in hoogrisicosectoren.<br />
Om de inzet van de capaciteit van de Arbeidsinspectie te kunnen beoordelen,<br />
is een aantal analyse-instrumenten ontwikkeld, waaronder de<br />
inspectiedichtheid in combinatie met het overtredingspercentage. De<br />
inspectiedichtheid (tabel I) geeft een goede indruk waar de capaciteit van<br />
de Arbeidsinspectie is ingezet. Het overtredingspercentage (tabel II) laat<br />
vervolgens zien in welke mate er bij de bezochte vestigingen (tenminste)<br />
één overtreding is geconstateerd. Er is sprake van een effectieve inzet van<br />
inspectiecapaciteit als de inspectiecapaciteit daar wordt ingezet waar veel<br />
misstanden zijn.<br />
Zo blijkt uit tabel I dat in <strong>2003</strong> naar verhouding bedrijven in de hoogrisicosectoren<br />
(5,6%) ongeveer vier keer zo vaak zijn bezocht als bedrijven in de<br />
laagrisicosectoren (1,5%). Als aanvulling hierop laat tabel II zien dat het<br />
percentage bedrijven waar (ten minste) een overtreding geconstateerd is,<br />
bij bedrijven in de hoogrisicosectoren (66%) in totaal negen procentpunt<br />
hoger is dan bij bedrijven in de laagrisicosectoren (57%).<br />
82
7 Wel moet hier de kanttekening geplaatst<br />
worden dat bij monitorzaken het erg onwaarschijnlijk<br />
is dat daarbij een bestuurlijke boete<br />
gegeven wordt. Ook bij de specifieke ATWinspectieprojecten<br />
is de kans klein dat er een<br />
bestuurlijke boete gegeven wordt. Dat zal<br />
namelijk alleen incidenteel voorkomen.<br />
In het hoogrisicogedeelte van de sector Bouw is de Arbeidsinspectie relatief<br />
vaak gekomen (7,1%) en zijn relatief veel overtredingen aangetroffen<br />
(74%) Dit geldt nog sterker voor de grote bedrijven in deze sector. Hier is<br />
men naar verhouding het vaakst gekomen (46,8%) en heeft men relatief<br />
veel overtredingen aangetroffen (77%). De Industrie laat een ander beeld<br />
zien. Binnen het hoogrisicodeel van de sector Industrie is men relatief<br />
vaak geweest (7,8%) maar heeft men relatief weinig overtredingen geconstateerd<br />
(51%). Bij laagrisico Commerciële Dienstverlening is men relatief<br />
weinig geweest (1%) en zijn ook relatief weinig overtredingen aangetroffen<br />
(54%). Dit geldt wat sterker voor het kleinbedrijf binnen deze sector<br />
(0,5% bezocht tegenover 49% overtredingen).<br />
Tabel III Aantal zaken met ten minste één aangezegde boete gerelateerd aan<br />
het totaal aantal gestarte zaken met een interventie in <strong>2003</strong> naar sector<br />
<strong>2003</strong> Aantal zaken<br />
met tenminste<br />
een boete<br />
Totaal aantal<br />
gestarte zaken<br />
met int.<br />
% zaken met een<br />
boete<br />
[1] [2] [1]/[2]<br />
Sector<br />
Landbouw 92 950 10%<br />
Industrie 559 4 641 12%<br />
Bouw 827 5 775 14%<br />
Handel 510 4 265 12%<br />
Vervoer 77 872 9%<br />
Dienstverlening 445 5 483 8%<br />
Onbekend 19 270 7%<br />
Totaal <strong>2003</strong> 2 529 22 256 11%<br />
Totaal 2002 2 611 21 348 12%<br />
Totaal 2001 2 664 23 181 11%<br />
Tabel III laat zien dat in afgelopen jaar 22 256 zaken zijn gestart. Naast<br />
arbo- en monitorzaken zijn dat klachten, ongevallen en overige reactieve<br />
zaken. Hiervan zijn er 2 529 zaken waarbij door de inspecteur ten minste<br />
één boete is aangezegd. Bij elf procent van de zaken waar een bestuurlijke<br />
boete aangezegd kan worden is dus ten minste één boete aangezegd 7 .In<br />
de sector Bouw zijn relatief de meeste boetes aangezegd (14%) en in de<br />
Dienstverlening het minste (8%).<br />
83
Tabel IV Afggesloten arbo-zaken met en zonder inzet van een handhavingsinstrument (<strong>2003</strong>)<br />
Aantal afgesloten<br />
zaken in<br />
<strong>2003</strong><br />
zaken zonder<br />
inzet van een<br />
instrument<br />
zaken met inzet<br />
van een instrument<br />
zaken met inzet<br />
van twee<br />
instrumenten<br />
waarvan<br />
zaken met inzet<br />
van drie of meer<br />
instrumenten<br />
Bedrijfstak<br />
Industrie 3 225 48% 23% 13% 15%<br />
Bouw 4 919 34% 43% 12% 11%<br />
Comm. Dienstverlening 3 646 47% 24% 14% 15%<br />
Publ. Dienstverlening 2 958 42% 25% 13% 20%<br />
Onbekend 9<br />
Totaal <strong>2003</strong> 14 757 42% 30% 13% 15%<br />
Totaal 2002 15 271 41% 31% 13% 15%<br />
Totaal 2001 14 934 42% 29% 12% 17%<br />
Uit tabel IV blijkt dat van de 14 757 afgesloten actieve arbo-zaken in <strong>2003</strong><br />
er bij 42% geen instrumenten zijn ingezet. Bij 30% van de afgesloten zaken<br />
is één instrument ingezet, bij 13% zijn twee instrumenten ingezet en bij<br />
15% zijn drie of meer instrumenten ingezet. Opvallend is het hoge percentage<br />
zaken met inzet van één instrument (43%) in de Bouw en het hoge<br />
percentage zaken met drie of meer instrumenten (20%) in de Publieke<br />
Dienstverlening.<br />
Tabel V Gerealiseerde en nagestreefde inspectiedichtheid op afgesloten actieve arbo-zaken in <strong>2003</strong> naar grootteklasse,<br />
bedrijfstakdirectie en risicoklasse<br />
Bedrijfstakdirectie Risico Kleinbedrijf Middenbedrijf Grootbedrijf Totaal<br />
Realisatie Streven Realisatie Streven Realisatie Streven Realisatie<br />
Industrie laag 1,9% 3,0% 9,1% 3,0% 20,2% 3,0% 4,5%<br />
hoog 3,5% 8,0% 13,1% 13,0% 20,2% 18,0% 7,8%<br />
Bouw laag 2,2% 6,0% 6,7% 6,0% * 6,0% 3,5%<br />
hoog 3,0% 11,0% 15,5% 16,0% 46,8% 21,0% 7,1%<br />
Comm. dienstverlening laag 0,5% 1,0% 2,7% 1,0% 8,3% 1,0% 1,0%<br />
hoog 0,0% 6,0% * 11,0% * 16,0% 0,3%<br />
Publ. Dienstverlening laag 1,0% 1,4% 4,6% 1,4% 21,1% 1,4% 2,7%<br />
hoog 0,4% 6,0% 3,6% 11,0% 17,4% 16,0% 2,2%<br />
Totaal laag 0,7% 3,8% 14,0% 1,5%<br />
hoog 2,2% 12,0% 24,0% 5,6%<br />
Totaal <strong>2003</strong> 0,9% 5,7% 17,0% 2,2%<br />
84
Tabel VI Verdeling beroepsziektemeldingen per bedrijfstak<br />
Aantal meldingen<br />
2001<br />
Aantal meldingen<br />
per 100 000 werkenden<br />
in 2001<br />
Aantal meldingen<br />
in 2002<br />
Aantal meldingen<br />
per 100 000 werkenden<br />
in 2002<br />
Industrie 1 468 138 983 97<br />
Gezonds-en welzijnszorg 742 80 498 54<br />
Verhuur en handel, roerend en onroerend goed<br />
en zakelijke dienstverlening 557 63 242 68<br />
Vervoer, opslag en communicatie 476 109 335 78<br />
Bouwnijverheid 471 119 1 873 448<br />
Openbaar bestuur, Overheidsdiensten 442 91 359 68<br />
Reparatie, consumentenartikelen en handel 354 33 241 26<br />
Onderwijs 338 78 199 46<br />
<strong>Milieu</strong>dienstverlening, cultuur, recreatie en<br />
overige dienstverlening 147 48 172 74<br />
Financiële instellingen 118 43 144 51<br />
Productie distributie elektra, aardgas water 106 302 30 88<br />
Landbouw en visserij 65 31<br />
Horeca 43 22 28 18<br />
Winning van delfstoffen 27 – 52 –<br />
Onbekend 239 109<br />
Totaal 5593 5 335<br />
Ontleend aan: Signaleringsrapport Beroepsziekten ’03 van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten, Coronel instituut, Academisch Medisch<br />
Centrum, Amsterdam. In het kader van een ILO verplichting is deze tabel in het verslag opgenomen.<br />
85
BIJLAGE 4 AI-INSPECTIEPROJECTEN OP ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN-<br />
GEBIED WAARVOOR IN <strong>2003</strong> INSPECTIES ZIJN UITGEVOERD<br />
Scheepsschilders<br />
Machineveiligheid en geluid<br />
Campagne fysieke belasting in de industrie<br />
Vervaardiging van zuivelproducten<br />
Slachterijen & Vleesverwerking<br />
Follow-up ACKR<br />
Chemische stoffen in de Chemische Industrie<br />
Kernenergiewet<br />
Opdrachtgevers in de bouw<br />
EU-project Bouwlocaties<br />
Vestigingen van aannemers<br />
Veilig werken aan de weg<br />
ATW (ernstige misstanden wegwerk)<br />
Naleving BPAP<br />
Verontreinigde grond<br />
Grootschalige infrastructurele werken<br />
Timmerfabrieken<br />
Glazenwassen<br />
Asbest<br />
Gassingen<br />
Veiligheid baanwerkers<br />
Veiligheid Horeca<br />
Fysieke belasting detailhandel<br />
Agressie en geweld detailhandel/benzinestations<br />
Beveiligingsbedrijven<br />
Verpleging en verzorging<br />
Specifieke organisaties in de gezondheidszorg<br />
Audiovisuele sector<br />
Technieklokalen<br />
Onderwijs<br />
Rechterlijke macht<br />
Rioolreiniging<br />
Sociale werkvoorziening<br />
Glastuinbouw<br />
Champignonteelt<br />
Glastuinbouw II<br />
MHC<br />
Onderzoek onderhouds- en inspectiesystemen<br />
Overzicht van de Monitorrapporten van de Arbeidsinspectie die in<br />
<strong>2003</strong> zijn verschenen<br />
Aanstellingskeuringen, bezien in het licht van de Wet op de Medische<br />
Keuringen<br />
Arbeidsvoorwaardenontwikkelingen in 2001<br />
Arbeidsvoorwaardenontwikkelingen in 2002<br />
Arbomonitor 2002<br />
Beleidstertaalrapportage 2002 (inclusief beleidsrapportage derde tertaal<br />
2002)<br />
EU-richtlijnen (niet gepubliceerd)<br />
Kinderopvangafspraken in CAO’s<br />
Levensloopbestendige afspraken<br />
Medewerkersbelevingsonderzoek bij de Arbeidsinspectie<br />
Meldingsplichtige en dodelijke arbeidsongevallen, cijfers over 2002<br />
86
Minderheden<br />
Najaarsrapportage CAO-afspraken <strong>2003</strong><br />
Onderscheid naar arbeidsduur in CAO’s<br />
Organisch Psycho Syndroom (OPS) 2001<br />
Voorjaarsrapportage CAO-afspraken <strong>2003</strong><br />
Werknemers met een bruto-loon op en onder het wettelijk minimumloon<br />
in 2001<br />
Wet aanpassing arbeidsduur<br />
WTV rapportage 2002<br />
87
BIJLAGE 5 OVERZICHT VAN DOOR DE ARBEIDSINSPECTIE TE HANDHAVEN<br />
WETTEN<br />
8 I.v.m. de uitplaatsing van uitvoerende taken<br />
van de AI per 1 februari 2004 heeft de AI geen<br />
bemoeienis meer met de wetten op het gebied<br />
van CAO/AVV en Pensioenfondsen.<br />
De Arbeidsinspectie heeft met name (toezichthoudende) taken met betrekking<br />
tot de volgende wet- en regelgeving 8 :<br />
* de Algemene wet gelijke behandeling<br />
* de Arbeidsomstandighedenwet 1998<br />
* de Arbeidstijdenwet<br />
* de Bestrijdingsmiddelenwet 1962<br />
* het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945<br />
* de Kernenergiewet<br />
* de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs<br />
* de Wet arbeid vreemdelingen<br />
* de Wet betreffende verplichte deelneming in het bedrijfspensioenfonds<br />
(tot 1 februari 2004) *de Wet betreffende verplichte deelneming in een<br />
beroepspensioensregeling (tot 1 februari 2004)<br />
* de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen<br />
* de Wet goederenvervoer over de weg<br />
* de Wet melding collectief ontslag<br />
* de Wet milieugevaarlijke stoffen<br />
* de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag<br />
* de Wet op het algemeen verbindend en onverbindend verklaren van<br />
bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (tot 1 februari<br />
2004)<br />
* de Wet op de gevaarlijke werktuigen<br />
* de Wet op de loonvorming<br />
* de Wet op de ondernemingsraden<br />
* de Wet stimulering arbeidsdeelname minderheden (tot 1 januari 2004)<br />
88
BIJLAGE 6 LIJST MET AFKORTINGEN<br />
ACKR Aardolie, Chemie, Kunststoffen en Rubber-sector<br />
ACT Ambtelijke Commissie Toezicht<br />
AI Arbeidsinspectie<br />
AMF Directie Arbeidsmartfraude<br />
AOW Algemene Ouderdomswet<br />
Arbo Arbeidsomstandigheden<br />
ARK Algemene Rekenkamer<br />
ATB-V Arbeidstijdenbesluit Vervoer<br />
ATW Arbeidstijdenwet<br />
AVO Arbeidsvoorwaardenonderzoek<br />
AVR Arbeidsveiligheidsrapport<br />
AVV Algemeen verbindend verklaren (van bepalingen van<br />
CAO’s)<br />
BBR Basisbedrijvenregister<br />
BD Buiten Dienststelling.<br />
BHV Bedrijfshulpverlening<br />
BIT Bouw Interventie Team<br />
BPF de Wet betreffende verplichte deelneming in het bedrijfspensioenfonds<br />
BPR de Wet betreffende verplichte deelneming in een beroepspensioensregeling<br />
BIK Bedrijfsindeling Kamers van Koophandel<br />
BOA Buitengewoon opsporingsambtenaar<br />
BOB Bureau Opsporingsbeleid<br />
BRZO Besluit Risico’s Zware Ongevallen<br />
BZK Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksaangelegenheden<br />
CAO Collectieve arbeidsovereenkomst<br />
CDV Directie Commerciële Dienstverlening<br />
CIT Confectie Interventie Team<br />
COA Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers<br />
CPR 15 richtlijn voor opslag van gevaarlijke stoffen in emballage<br />
van de Commissie Preventie van Rampen<br />
EER Europese Economische Ruimte<br />
EZ Ministerie van Economische Zaken<br />
Farbo Fiscale aftrekmogelijkheid van investeringen in arbeidsomstandigheden<br />
FIOD Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst<br />
FNV Federatie Nederlandse Vakbeweging<br />
GISAI Geïntegreerd informatiesysteem voor de Arbeidsinspectie<br />
ICT Informatie en Communicatie Technologie<br />
IG Inspecteur-Generaal<br />
IMH Inspectie <strong>Milieu</strong>hygiëne<br />
IMO International Maritime Organisation<br />
INK Instituut Nederlandse Kwaliteit<br />
IOOV Inspectie Openbare Orde en Veiligheid<br />
IVW-DV Inspectie Verkeer en Waterstaat Divisie Vervoer<br />
KVO Kennisgeving van Ontvangst<br />
KEW Kernenergiewet<br />
KNB Koninklijk Verbond van Nederlandse Baksteenfabrikanten<br />
KPLD Korps Landelijke Politiediensten<br />
MAC Maximaal Aanvaarde Concentratie<br />
MHC Major Hazard Control<br />
MKB Midden- en Kleinbedrijf<br />
89
OCW Ministerie van Onderwijs, Cultuur, Wetenschap<br />
OM Openbaar Ministerie<br />
OPS Organisch Psycho Syndroom<br />
OR Ondernemingsraad<br />
PDV Directie Publieke Dienstverlening<br />
PBZO Preventie Beleid Zware Ongevallen<br />
PV proces-verbaal<br />
PvA Plan van Aanpak<br />
PVK Pensioen- en Verzekeringskamer<br />
RAP Relatie Arbeidsveiligheid en Publieksveiligheid<br />
RIF Regionaal interdisciplinair fraudeteam.<br />
RI&E Risico Inventarisatie en Evaluatie<br />
RSI Repetitive Strain Injuries.<br />
RVI Rijksverkeersinspectie<br />
SARS Severe Acute Respiratory Syndrome<br />
SIOD Sociale Inlichtingen- en Opsporings Dienst<br />
SodM Staatstoezicht op de Mijnen<br />
SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid<br />
TBA Ter beschikkingstelling arbeidskrachten (algemene<br />
maatregel van bestuur)<br />
TGW Teamgericht Werken<br />
uvi uitvoeringsinstellingen sociale verzekeringen<br />
UWV Uitvoeringsinstelling Werknemersverzekeringen<br />
VBS Veiligheidsbeheersysteem<br />
V&G Veiligheid en Gezondheid<br />
VR Veiligheidsrapport<br />
VROM Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en<br />
<strong>Milieu</strong><br />
V&W Ministerie van Verkeer en Waterstaat<br />
VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport<br />
Waadi Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs<br />
WAO Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering<br />
WAV Wet arbeid vreemdelingen<br />
WGW Wet Gevaarlijke Werktuigen<br />
WIT Westland Interventie Team<br />
WMCO Wet melding collectief ontslag<br />
WML Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag<br />
WOR Wet op de ondernemingsraden<br />
90