05.09.2013 Views

VERHAAL EN ACTIVITEITENFICHES VIJFDE LEERJAAR

VERHAAL EN ACTIVITEITENFICHES VIJFDE LEERJAAR

VERHAAL EN ACTIVITEITENFICHES VIJFDE LEERJAAR

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs<br />

LOPKE<br />

<strong>VERHAAL</strong> <strong>EN</strong> ACTIVITEIT<strong>EN</strong>FICHES<br />

<strong>VIJFDE</strong> <strong>LEERJAAR</strong>


Lopke en de liefde<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs<br />

<strong>VERHAAL</strong><br />

<strong>VIJFDE</strong> <strong>LEERJAAR</strong><br />

KOLET JANS<strong>EN</strong><br />

2006<br />

MET TEK<strong>EN</strong>ING<strong>EN</strong> VAN LIEVE SMETS <strong>EN</strong> LEERLING<strong>EN</strong> VAN DE<br />

HAGELANDSE ACADEMIE VOOR BEELD<strong>EN</strong>DE KUNST


1.<br />

Tom ziet haar niet staan. Dat is een feit, denkt Lopke, en bij feiten moet je je<br />

neerleggen. Alleen doen sommige feiten pijn in je buik.<br />

Tom doet niet vervelend tegen haar, dat niet. Hij moet van juf Katrien de<br />

mappen uitdelen en dat doet hij goed en snel. Hij blijft niet staan bij Lopkes<br />

bank, ook al zegt ze heel duidelijk ‘dankjewel’. Alleen bij Charlotte buigt hij zich<br />

voorover en zegt iets. Iets om te lachen, want Lopke ziet hoe Charlotte haar<br />

hand voor haar mond slaat en giechelt. Charlotte heeft een blauwe kuitbroek aan<br />

en een wit-met-groen truitje dat een klein streepje van haar buik laat zien.<br />

Charlotte ziet er altijd leuk uit.<br />

Om vier uur loopt Lopke een stukje mee met Annelies. Tot aan de bushalte, want<br />

Annelies komt met de bus naar school. Lopke kan te voet.<br />

‘Tom is vast op Charlotte’, zegt Lopke.<br />

Alleen Annelies weet dat zij stiekem een boon heeft voor Tom.<br />

‘Die giecheltrien’, zegt Annelies. ‘Wacht maar tot zijn ogen opengaan en hij jou<br />

ziet.’<br />

‘Dat is nu juist het probleem’, zegt Lopke. ‘Hij ziet me niet staan. Ik ben lucht<br />

voor hem.’<br />

‘Zonder lucht kun je niet leven’, lacht Annelies.<br />

‘Hoe kan ik hem laten merken dat ik besta?’ vraagt Lopke zich af.<br />

‘Stuur hem gewoon een sms-je. Of een mailtje’, bedenkt Annelies. ‘Dat doet<br />

iedereen.’<br />

‘Mm’, zegt Lopke.<br />

Ze kijkt haar vriendin van opzij aan. Zelfs Annelies vergeet het telkens. Dat ze<br />

bij Lopke thuis niet zwemmen in het geld. Dat ze niet zoals een heleboel anderen<br />

in de klas een gsm heeft. En dat mama er niet eens aan denkt om een computer<br />

te kopen! Ze zal iets anders moeten verzinnen.<br />

‘Daar is mijn bus!’ zegt Annelies.<br />

Lopke zwaait en loopt verder naar huis.<br />

Ze denkt aan Tom. Ze fantaseert hoe zij opeens iets slims zegt en zijn aandacht<br />

trekt. Waarom Tom? Dat weet niemand.<br />

Met Annelies heeft ze het er vaak over gehad hoe een jongen moet zijn om leuk<br />

te zijn. Niet te stoer, maar ook niet te verlegen. Hij moet er goed uitzien. Niet<br />

al te kort haar, vindt Lopke. Ze houdt er wel van als het haar nog een beetje kan<br />

wapperen. Annelies is het daar niet mee eens. ‘Stekeltjes kunnen ook heel leuk<br />

zijn’, zegt die. ‘Hij moet vooral niet bang zijn om normaal te doen’, meent Lopke.<br />

Sommige jongens stompen elkaar voortdurend. Ze willen altijd de baas spelen of<br />

ze hangen de clown uit tot iedereen er genoeg van heeft. Of ze praten met<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 1


elkaar in een raar taaltje dat haast niemand begrijpt. Dat vinden ze cool. Daar<br />

moet Lopke niets van hebben.<br />

Tom is niet zo. Hij doet gewoon. En toch vindt Lopke hem buitengewoon. Leg<br />

zoiets maar eens uit!<br />

Altijd als Lopke aan Tom denkt, vliegt er een blij vogeltje rond in haar buik.<br />

Maar als ze aan Charlotte denkt, wordt die vogel opeens een nijdige stormvogel.<br />

Lopke schopt keihard tegen een steentje, dat afketst tegen een lantaarnpaal.<br />

Het leven kan knap ingewikkeld zijn!<br />

2.<br />

Lopke vist de sleutel uit haar schooltas. Achter de deur klinken stemmen door<br />

elkaar. De zware bromstem van Danny, de nieuwe vriend van mama. Mama’s eigen,<br />

hoge stem. En de stem van Daisy, de<br />

dochter van Danny die één jaar jonger is<br />

dan Lopke maar heel wat meer durft te<br />

zeggen… Haar broertje Kevin hoort ze niet.<br />

En Cindy, het kleine zusje van Daisy, komt<br />

straks pas, met de schoolbus. Lopke duwt<br />

de deur open. Het smalle gangetje van het<br />

rijhuis in de Leuvensestraat leidt recht<br />

naar de keuken. Ze wonen nu al meer dan<br />

een jaar in Aarschot, en al bijna drie<br />

maanden in dit huis. Daarvoor heeft Lopke<br />

altijd in Leuven gewoond. Dat was toen haar<br />

mama en haar papa nog bij elkaar waren.<br />

Kevin rijdt met twee autootjes achter<br />

elkaar over de grond. Hij maakt met zijn<br />

lippen zachte bromgeluidjes. Daisy zit aan<br />

de keukentafel met een pak<br />

chocoladewafels. Die eet ze één voor één<br />

op. Danny ligt zoals gewoonlijk op het opklapbed, waar hij en mama op slapen. Er<br />

zit een gordijn voor dat zelden dicht is. Mama stift haar lippen voor een<br />

spiegeltje aan de muur. Ze trekt haar schoenen aan en pakt haar tas.<br />

‘Lopke kind,’ zegt ze. ‘Ik moet er vandoor. Er staan een paar pizza’s in de<br />

koelkast, die hoeven jullie maar op te warmen.’ Ze drukt een kus op Lopkes haren<br />

en stapt de deur uit. Vanaf vijf uur maakt ze schoon op een groot kantoor. Eerst<br />

moet ze met de bus naar het industrieterrein. Als ze thuiskomt is het laat. Dan<br />

heeft ze pijn aan haar voeten en wil ze alleen nog tv kijken.<br />

‘Heb je huiswerk?’ vraagt Danny aan Daisy.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 2


‘Niet veel’, antwoordt ze. Ze pakt haar schooltas en het pak chocoladewafels en<br />

wil naar haar kamer lopen.<br />

‘Hé’, zegt Lopke. ‘Ik wil ook een chocoladewafel.’<br />

Zonder iets te zeggen gooit Daisy een wafel op tafel. Dan loopt ze de keuken uit.<br />

Lopke hoort een kraakgeluid. Dat is het trapje van het stapelbed van Daisy en<br />

Cindy. Daisy slaapt boven. Ze heeft een discman waarmee ze naar haar favoriete<br />

cd’tjes luistert. Daar kan ze uren mee bezig zijn.<br />

Biep-biep, biep-biep! Danny komt moeizaam overeind en haalt zijn gsm uit zijn<br />

achterzak. Hij leest het bericht. Dan vist hij zijn schoenen onder het bed<br />

vandaan en begint ze aan te trekken.<br />

‘Ik ga naar mijn maat Jef’, zegt hij. ‘Ik kan hem helpen met een klus.’<br />

Lopke knikt. Danny gaat nog even langs Daisy. ‘Jij zorgt wel voor de pizza’s!’ zegt<br />

hij tegen Lopke. Dan stapt hij de deur uit.<br />

Heel even is het stil in huis. Cindy is er nog niet, die loopt altijd te zingen. Kevin<br />

speelt zonder opkijken met zijn autootjes. Daisy ligt op haar bed. Lopke staart<br />

naar de keukentafel. Daar ligt de gsm van Danny. Die is hij vergeten.<br />

Langzaam gaan haar handen erheen. Ze weet dat het niet mag. Danny is niet vaak<br />

kwaad. Maar toen Daisy eens zijn gsm had gebruikt, was hij woest geworden. Van<br />

zijn gsm moet iedereen absoluut afblijven. Maar Lopke denkt aan Tom en ze<br />

neemt de gsm in haar handen. Ze weet best hoe het moet, ze heeft het Annelies<br />

al zo vaak zien doen. Eerst moet je met je duimen een bericht typen. Daarna<br />

moet je het nummer intikken. Het nummer van Tom kent ze van buiten. Ze heeft<br />

het hem horen dicteren aan Charlotte vorige week, toen die zat te showen met<br />

haar nieuwe gsm.<br />

Kevin kijkt op van zijn autootjes. Hij staart naar de gsm in Lopkes handen. Lopke<br />

keert hem haar rug toe. Snel, voordat Cindy thuiskomt, wil ze een berichtje<br />

sturen.<br />

‘Ik vind je leuk. xxx van L.’<br />

Gauw, voordat ze zich kan bedenken, tikt Lopke het nummer in. Ze duwt op de<br />

toets ‘verzenden’. Ziezo, het is gebeurd. Daar gaat de deurbel. Dat is vast Cindy.<br />

Snel legt Lopke de gsm van Danny weer op de keukentafel. Ze knipoogt naar<br />

Kevin, maar die kijkt weg. Cindy valt zingend de deur binnen.<br />

3.<br />

Om zeven uur warmt Lopke twee pizza’s op in de oven. Daisy zet de tv aan met<br />

haar lievelingsprogramma. Cindy en Lopke kijken mee, met hun bord op schoot op<br />

de bank. Alleen Kevin blijft rondjes rijden met zijn autootjes en steekt af en toe<br />

een hap pizza naar binnen. Pas om halftien komt mama thuis. Ze schopt haar<br />

schoenen uit en eet een stuk koude pizza voor de tv. ‘Kevin, gauw naar bed jij!’<br />

zegt ze met haar mond vol.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 3


Dan komt Danny ook thuis. Hij vertelt over de klus, hoe hij Jef mocht helpen bij<br />

een verbouwing. In het zwart natuurlijk, maar alles is beter dan niks. Sinds<br />

Danny ontslagen werd bij de batterijenfabriek, probeert hij overal iets bij te<br />

verdienen.<br />

Opeens klinkt er vanaf de keukentafel ‘biep-biep! Biep-biep!’ Een bericht op de<br />

gsm van Danny. Lopke dwingt zichzelf om te blijven zitten. Danny leest het<br />

bericht en fronst zijn wenkbrauwen. ‘Lieve L, als jij bent wie ik denk dat je bent,<br />

vind ik jou ook leuk! Tom’ leest hij voor. ‘L’, zegt hij terwijl hij de kamer rond<br />

speurt. Kevin kijkt bang naar Lopke. Danny vangt zijn blik op. Hij trekt Lopke aan<br />

haar arm naar zich toe. ‘Heb jij aan mijn gsm gezeten, verdomme?’ roept hij.<br />

‘Heb ik niet duidelijk genoeg gezegd dat ik dat niet wil hebben?’ Hij briest. Lopke<br />

krimpt in elkaar. ‘Laat haar los, Danny’, zegt mama kalm. ‘Je weet niet eens of zij<br />

het wel gedaan heeft. Misschien was het wel verkeerd verbonden.’<br />

‘Ha!’ snuift Danny kwaad. ‘Daar geloof ik niks van.’ Hij propt de gsm in zijn<br />

achterzak en gooit Lopke een nijdige blik toe.<br />

‘Heb je een lief, Lopke?’ Daisy lacht plagerig.<br />

Lopke steekt haar tong uit. ‘Ik ga maar eens naar bed’, zegt ze. Ze geeft haar<br />

mama een kus. Mama legt haar handen even om Lopkes wangen en kijkt haar<br />

vragend aan. Maar Lopke zegt niks.<br />

Kevin slaapt al. Hij ligt in het midden van het bed. Voorzichtig duwt ze hem een<br />

beetje opzij en kruipt erbij. Soms zou ze wel willen dat ze net als Annelies een<br />

eigen kamer had en niet met haar broertje in één bed moest slapen. Maar zo<br />

lekker dicht tegen een warme, slapende Kevin, dat heeft ook wel iets.<br />

Lopke denkt aan Tom. Zou hij weten wie hem het berichtje heeft gestuurd? Als<br />

hij maar niet denkt dat ze Lien is, of Linde, die zitten ook bij haar in de klas.<br />

Misschien kan ze het morgen zien aan zijn ogen. Of hij anders naar haar kijkt<br />

dan vandaag. Ze kan bijna niet wachten.<br />

Vlak voordat ze in slaap valt, denkt Lopke nog even aan papa, alleen in Leuven. Hij<br />

woont in een appartement, niet ver van oma Lobelia. Dat is de oma van wie Lopke<br />

haar naam heeft geërfd. Hoe zou het met hem zijn? Mama moet niets meer van<br />

hem weten, maar Lopke laat hem niet los. Ze stuurt hem in gedachten een dikke<br />

kus.<br />

4.<br />

’s Nachts droomt Lopke dat ze in een klein bootje op zee vaart in een heftige<br />

storm. De wind giert om haar oren en de golven slingeren haar heen en weer. Als<br />

ze wakker wordt, is de storm een echte orkaan geworden. Mama gilt door de<br />

deuropening dat ze moeten opstaan. Ze heeft haar nachtkleed nog aan en haar<br />

haren pieken alle kanten op. Lopke kijkt op haar horloge: kwart voor acht al! Ze<br />

hebben zich overslapen!<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 4


Ze springt uit bed en trekt gauw een paar kleren aan. ‘Kom, Kevin, opstaan!’ roept<br />

ze tegen haar slaperige broertje. Ze kietelt hem in zijn buik tot hij geeuwend<br />

rechtop zit. ‘Pyjama uit, kleertjes aan!’ zegt ze. Kevin knikt en trekt heel<br />

langzaam zijn pyjamajasje over zijn hoofd. Lopke legt zijn T-shirt en zijn broek<br />

klaar. Dan loopt ze naar de badkamer voor een snel wasje. In de kamer van Daisy<br />

en Cindy is het stil. Lopke klopt op de deur. ‘Opstaan, we zijn te laat!’ roept ze.<br />

Ze duwt de deur open. Daisy ligt nog te slapen. Cindy kijkt haar slaperig aan.<br />

‘Kom, uit bed, de bus komt zo!’ zegt Lopke. Cindy knikt. Heel langzaam slaat ze<br />

het dekbed terug.<br />

Als Lopke terugkomt van de badkamer, is Daisy druk bezig zich aan te kleden.<br />

Cindy heeft nog niet meer dan één sok aangetrokken. Ze neuriet een liedje<br />

terwijl ze met de andere sok begint. Cindy is een schat, maar zich haasten kan<br />

ze niet.<br />

Lopke helpt Kevin met zijn veters en neemt hem mee naar de keuken, waar mama<br />

aan een hoog tempo boterhammen smeert. Danny ligt nog vast te slapen. Mama<br />

rent heen en weer met bekers melk en pakjes boterhammen. De bel gaat. ‘Dat is<br />

de bus van Cindy al!’ jammert mama. ‘Ik kan zo niet naar de deur!’ Ze heeft alleen<br />

haar dunne nachtkleed aan, niet eens haar kamerjas. Lopke zit op de wc. De bel<br />

gaat nog eens, en daarna niet meer.<br />

Cindy komt min of meer aangekleed de keuken binnen. Mama propt haar een<br />

boterham in de hand. ‘Lopke, loop eens vlug met Cindy tot om de hoek met de<br />

Strijdersstraat. Daar pikt de bus die jongen op die ook op haar school zit. Als<br />

jullie snel zijn, haalt ze het nog net.’<br />

Lopke pakt Cindy’s hand en haar schooltas en haast zich de deur uit.<br />

‘Kom, Cindy, rennen!’ zegt ze.<br />

Ze hollen het hele stuk tot de Strijdersstraat. Net als ze de hoek omslaan, zien<br />

ze de bus in de verte wegrijden.<br />

‘Te laat!’ zegt Lopke hijgend.<br />

Cindy maakt een vreemd, hoog geluidje. Lopke kijkt haar aan. Cindy huilt.<br />

‘Wil je zo graag naar school?’ vraagt Lopke.<br />

Cindy knikt.<br />

‘Jouw school is toch in Nieuwland, niet ver van de Leuvensesteenweg?’ vraagt<br />

Lopke. De Leuvensesteenweg is in het verlengde van hun eigen straat, de<br />

Leuvensestraat. Als je altijd rechtdoor loopt, kom je er vanzelf.<br />

‘Elzenhof’, knikt Cindy.<br />

‘Kom, we gaan er te voet heen’, besluit Lopke. ‘Misschien zijn we een beetje te<br />

laat, maar dat is niet zo erg. Ik breng je, ok?’<br />

Cindy lacht. Ze begint alweer te neuriën. Het is echt heel bijzonder hoeveel<br />

liedjes dat kind kent. De school van Cindy heet Elzenhof. Het is een speciale<br />

school. ‘Een school voor stomkoppen’, zegt Bjorn uit hun straat. Maar dat is niet<br />

waar. Cindy kan heel goed zingen. Ze kan ook prachtig versieren. Als zij stroop op<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 5


een pannenkoek giet, maakt ze altijd de mooiste rondjes. Van het eten op haar<br />

bord maakt ze kleine schilderijtjes. Op het tafeltje op haar kamer liggen<br />

speciale steentjes en pluimpjes die ze gevonden heeft. Alleen met cijfers en<br />

letters heeft het hoofd van Cindy het moeilijk. Dat gaat niet zo snel. Daarom<br />

gaat ze naar die speciale school.<br />

Lopke zet er flink de pas in. Cindy’s handje grijpt ze stevig vast. Ze kan het<br />

einde van de Leuvensestraat al zien. En dan komt de Leuvensesteenweg. Zo ver<br />

kan die school dan niet meer zijn.<br />

Ze steken over bij de stoplichten. ‘Leuvensesteenweg, zie je wel?’ wijst Lopke<br />

naar het straatnaambordje. Cindy knikt, ook al kan ze het nog niet lezen.<br />

‘Is je school nog ver?’ vraagt Lopke.<br />

Cindy haalt haar schouders op. ‘De bus rijdt zo’, wijst ze. Haar handen maken<br />

bochten. Lopke snapt het. Die bus gaat natuurlijk overal kinderen oppikken en<br />

rijdt niet langs de kortste weg naar school.<br />

In het begin staan de huizen net als in hun eigen straat dicht tegen elkaar. Maar<br />

stilaan komen er gaten tussen de huizen. Grote tuinen. Opslagplaatsen. Een wei<br />

met koeien. De huizen staan steeds verder uit elkaar.<br />

‘Zijn we al bijna bij je school?’ hoopt Lopke.<br />

Maar Cindy schudt haar hoofd.<br />

Lopke loopt stevig door. Af en toe moet ze een beetje vertragen, want Cindy’s<br />

beentjes worden moe. Nu moeten ze er toch bijna zijn? Zo lang kan die<br />

Leuvensesteenweg toch niet zijn? Of toch? Ze kijkt naar het huisnummer: 389.<br />

Zoveel huizen staan er niet in hun straat…<br />

Het is al negen uur. Haar eigen school is al lang bezig. Zou Tom merken dat ze er<br />

niet is? Zou hij aan haar denken? Annelies in elk geval wel, daar is ze zeker van.<br />

En dan eindelijk, achter een bosje, een zijstraat met een bordje ‘Elzenhof’. Vijf<br />

minuten later zijn ze er.<br />

‘Mijn school!’ zegt Cindy. Ze rukt zich los en rent naar een zijgebouw. Ze duwt de<br />

deur open en loopt naar haar klas. Lopke rent haar achterna.<br />

‘Juf Tinne!’ roept Cindy. ‘Ik heb de bus gemist.’<br />

Een juf met een groene lange broek en bruine krullen hurkt neer bij een jongen<br />

die schrijft. Ze kijkt op als ze Cindy hoort. ‘Goed dat je toch gekomen bent!’<br />

lacht ze. ‘Ga maar gauw zitten.’ Ze komt naar Lopke. ‘Heb jij Cindy gebracht? Ben<br />

je haar zus?’<br />

‘Ja!’ roept Cindy, terwijl Lopke haar hoofd schudt. Het is een beetje ingewikkeld<br />

om uit te leggen. Lopke kijkt haar ogen uit. De klas van Cindy ziet er veel leuker<br />

uit dan haar eigen klas. Niet meer dan tien kinderen. Een prima kussenhoek. Een<br />

heleboel computers. Een keigroot prikbord. Een jongen met een dikke bril komt<br />

naar Lopke.<br />

‘Kom jij ook in onze klas?’ vraagt hij.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 6


Lopke schudt het hoofd, maar de jongen trekt haar mee naar een tafel bij het<br />

raam. ‘Kijk, dat heb ik gemaakt!’ zegt hij fier. Het is een beest van klei. ‘Waw,’<br />

zegt Lopke, ‘is het een dinosaurus?’ De jongen lacht. ‘Ja, een dino!’ zegt hij.<br />

‘Ben je met de lijnbus gekomen?’ vraagt de juf.<br />

‘Nee, te voet’, legt Lopke uit. ‘We wonen in de Leuvensestraat en dus zijn we<br />

altijd rechtdoor gelopen…’<br />

‘Zo ver!’ zegt de juf. ‘Je moet maar met de bus terug gaan, dat gaat sneller. Heb<br />

je geld? Nee? Wacht, dan geef ik je mijn lijnkaart. Cindy kan hem morgen weer<br />

meenemen, ok?’<br />

Lopke zwaait nog even naar Cindy. Op de speelplaats is een klimrek en bankjes.<br />

Echt wel een toffe school! Dan slentert ze weer naar de Leuvensesteenweg.<br />

5.<br />

Vlakbij de zijstraat naar Elzenhof is een bushalte. Eigenlijk zijn het er twee: één<br />

aan elke kant van de straat. Om terug naar Aarschot te rijden, moet Lopke<br />

oversteken. Ze wacht netjes voor het zebrapad.<br />

Maar dan schiet er een gedachte in haar hoofd. De Leuvensesteenweg gaat vast<br />

naar Leuven. Als ze de bus aan deze kant neemt, komt ze vanzelf in Leuven. En in<br />

Leuven woont oma Lobelia… en papa. Oma Lobelia zag ze vroeger elke dag. Ze<br />

woonde maar twee straten verder. Om vier uur ging ze eerst naar haar, samen<br />

met Kevin. Nu heeft ze oma al zo lang niet meer gezien. Oma Lobelia is de mama<br />

van papa. Misschien wil mama ook met haar niets meer te maken hebben… Lopke<br />

durft het niet goed te vragen.<br />

Dan ziet ze de bus. Hij komt uit Aarschot en rijdt naar Leuven. Lopkes hart<br />

klopt supersnel. Ze loopt naar de bushalte. Ze is de enige die opstapt. ‘Rijdt deze<br />

bus naar Leuven?’ vraagt Lopke. De chauffeur knikt. ‘Tot aan het station’, zegt<br />

hij. Hij stopt haar lijnkaart in een machine en geeft hem weer terug. Lopke gaat<br />

gauw op een bankje zitten. Vanaf het station kent ze de weg wel. De bus<br />

vertrekt. Lopke is op weg naar oma.<br />

Het is bijna middag als de bus stopt aan het station in Leuven. Telkens sloeg de<br />

chauffeur weer zijstraten in om mensen op te pikken. Lopke stapt uit. Ze heeft<br />

een raar gevoel in haar buik. Een mengeling van honger en een beetje<br />

misselijkheid. Ze heeft vanmorgen niets gegeten. En achter in die bus draaide<br />

haar maag soms een beetje vreemd. Ze is blij dat ze weer vaste grond onder de<br />

voeten heeft. Ze loopt de grote straat tegenover het station in, waar heel veel<br />

winkels zijn. Dan slaat ze de eerste straat rechts in. Nu is ze er bijna. Als oma<br />

nu maar thuis is!<br />

De deur gaat bijna meteen open als Lopke aanbelt. ‘Lopke!’ roept oma. Ze slaat<br />

haar armen om Lopke heen. Oma lijkt nog kleiner en dikker dan Lopke zich<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 7


herinnerde. En haar haren staan nog altijd als een palmboom op haar hoofd.<br />

Lopke begint bijna te huilen, maar ze kan het nog net inhouden. Wat heeft ze<br />

oma gemist!<br />

‘Ben je hier helemaal alleen?’ vraagt oma.<br />

Ze trekt Lopke mee naar binnen en begint meteen pannenkoeken te bakken.<br />

Lopkes maag knort zo hard dat zelfs oma het hoort.<br />

Lopke vertelt hoe het komt dat ze hier is.<br />

‘Ben je zomaar alleen met de bus naar hier gekomen?’ vraagt oma.<br />

‘Het ging best. Ik ken de weg vanaf het station’, zegt Lopke.<br />

Oma zucht. ‘Ik heb liever dat je naar school gaat en zo, Lopke, dat weet je wel.<br />

Maar ik ben toch heel blij dat je hier bent. Het is veel te lang geleden!’<br />

De eerste pannenkoek landt op Lopkes bord en nu kan ze een hele tijd niet<br />

praten. Mm, wat zijn oma’s pannenkoeken lekker! Pas als ze er vijf op heeft, kan<br />

Lopke weer verder vertellen. Over het nieuwe huis en de nieuwe school in<br />

Aarschot. Over Danny. Over Daisy en Cindy. Over het werk van mama. Oma knikt<br />

en luistert.<br />

‘Ik heb goed nieuws over je papa’, zegt ze. ‘Hij werkt bij de stad. Hij moet mee<br />

de parken en bloembakken in orde houden. Hij heeft een oude auto gekocht. En<br />

hij maakt plannen om jou en Kevin op te zoeken.’<br />

Dat klinkt goed. Lopke hoopt dat het ook echt gebeurt. Dat papa zijn mooie<br />

plannen niet weer vergeet.<br />

‘Kan ik nog even naar hem toe?’ vraagt ze.<br />

Maar dat kan niet. Papa is aan het werk.<br />

Na het eten zit Lopke nog een hele poos met oma op de bank te praten. Ze<br />

vertelt over Annelies. En over Tom.<br />

‘Als ik mooiere kleren zou hebben, zoals Charlotte, zou hij mij ook zien’, zegt<br />

Lopke.<br />

Oma Lobelia neemt Lopkes gezicht tussen haar handen. Het ruikt een beetje<br />

naar pannenkoekendeeg. ‘Jij bent speciaal, dat mag je nooit vergeten’, zegt ze.<br />

‘Op de hele wereld is er maar één Lopke zoals jij. En daarom ben je altijd mooi.’<br />

Lopke knikt. Oma heeft natuurlijk gelijk. Maar misschien vindt Tom haar niet<br />

speciaal genoeg?<br />

‘Een jongen die alleen om je kleren geeft, dat is niks’, zegt oma. ‘Maar het kan<br />

geen kwaad om er leuk uit te zien. Daar heb je niet altijd veel geld voor nodig.<br />

Gewoon een beetje fantasie en veel durf.’<br />

Lopke kijkt naar oma Lobelia. Ze heeft een lang, oranjerood vest over haar<br />

zwarte broek. Niet echt een kleur die de meeste oma’s dragen. Maar het staat<br />

haar goed.<br />

‘Ik koop mijn kleren vaak in de kringwinkel’, vertelt oma. ‘Spotgoedkoop en je<br />

kunt er heel aparte dingen vinden. Niet zo’n hele rij dezelfde kleren als in andere<br />

klerenwinkels. Daar hou ik absoluut niet van. Soms moet je lang zoeken, maar dan<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 8


opeens vind je iets heel speciaals. Je moet er maar eens gaan kijken, in Aarschot<br />

is er ook zo’n winkel.’<br />

Later brengt oma Lopke naar het station en betaalt haar busrit terug. Ze zorgt<br />

ervoor dat ze om drie uur op de bus zit, zodat ze op tijd thuis is. Met een dikke<br />

knuffel nemen ze afscheid.<br />

‘Tot gauw, oma!’ roept Lopke nog.<br />

Oma Lobelia lacht en zwaait.<br />

De terugreis gaat veel sneller, vindt Lopke. Morgen gaat ze weer naar school.<br />

Dan kan ze Tom zien, en Annelies. Maar het was goed om vandaag oma te zien.<br />

Zou mama straks boos zijn?<br />

‘Lopke was niet op school vandaag’, klikt Daisy meteen als ze de keuken<br />

binnenstapt.<br />

Mama kijkt Lopke onderzoekend aan.<br />

Lopke vertelt over de bus van Cindy, over de lange weg naar school, over de bus<br />

die naar Leuven reed, over oma. Mama zegt niet veel.<br />

‘Oma Lobelia en jij, dat waren altijd twee handen op één buik’, zegt ze. ‘Dat komt<br />

ervan als je een naam van iemand erft: dan krijg je er ook een beetje het<br />

karakter bij.’ Ze lacht erbij. Lopke geeft haar zomaar opeens een zoen. ‘We<br />

moeten iets regelen zodat jullie elkaar vaker kunnen zien. En ook je papa’, zegt<br />

mama zachtjes. Kevin zegt niets, maar Lopke ziet dat hij goed luistert. Ze geeft<br />

hem een zachte stomp tegen zijn buik en trekt een gek gezicht. Kevin lacht en<br />

laat zijn autootjes in een razend tempo over de vloer rijden.<br />

6.<br />

‘Lopke, kijk daar die trui!’ roept Annelies. ‘Past precies bij de kleur van je ogen!’<br />

Het is woensdagnamiddag en Annelies en Lopke zijn samen naar de kringwinkel<br />

getrokken. Vanmorgen glimlachte Tom voorzichtig naar Lopke op school. Het was<br />

een vooruitgang, dacht Lopke. Nu nog een paar leuke kleren. Wie weet zou ze<br />

hier iets vinden! Lopke heeft van oma Lobelia vijf euro gekregen.<br />

Lopke trekt de trui tussen een stapel andere truien uit. De kleur is inderdaad<br />

schitterend diepblauw. En de wol is zacht als een poezenvelletje. ‘Zou hij niet te<br />

groot zijn?’ aarzelt ze. ‘Proberen!’ commandeert Annelies. Lopke trekt de trui<br />

over haar hoofd. De mouwen komen bijna tot haar duim, het middenstuk tot net<br />

over haar broekrand. ‘Precies goed’, besluit Annelies.<br />

Lopke kijkt naar het prijskaartje. Twee euro, leest ze dat goed? In een andere<br />

winkel zou deze trui zeker twintig euro kosten. Ze streelt de zachte wol.<br />

Annelies past een rood-wit gestreepte broek, maar die is te groot. Wel vindt ze<br />

een tof kort blauw rokje.<br />

In de kringwinkel hebben ze echt alles. Elektrische apparaten, met garantie<br />

erbij. Tv-toestellen. Stofzuigers. Lopke bedenkt dat mama hier misschien een<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 9


nieuwe dvd-speler kan kopen. Hun oude is kapot en ze hebben nog een heleboel<br />

dvd’s waar ze vroeger vaak naar keken. De prijzen zijn veel goedkoper dan in<br />

andere winkels.<br />

Ze lopen tussen kasten en bedden. Een heel rek met tapijten. Tafels vol<br />

speelgoed en rekken vol borden, koppen en glazen. Het leuke is dat elk ding<br />

anders is. Oerlelijk of saai of grappig of deftig of supermooi staan er<br />

broederlijk naast elkaar. Als je goed zoekt, vind je altijd wel iets leuks.<br />

‘O, sjaals!’ ziet Lopke opeens. Ze heeft op tv gezien dat een vrouw haar lange<br />

haren opknoopte met een sjaal. Dat wil ze ook graag proberen. De meeste sjaals<br />

zijn veel te bont, echt sjaals voor oude dames. Er staan bloemen of vogels op.<br />

Maar dan vindt ze een blauwe, precies een toon lichter dan de trui. Past er<br />

perfect bij. Lopke draait hem rond haar hoofd. ‘Zou ik deze om mijn haar kunnen<br />

doen?’ vraagt ze.<br />

Annelies probeert het. Eerst lukt het niet. De sjaal schuift telkens weg. Maar<br />

dan maakt ze een goede knoop en een hoge paardenstaart. Het ziet er heel apart<br />

uit. De sjaal kost maar vijftig cent. Lopke koopt ook nog een slakom voor mama,<br />

voor maar vijftig cent. De oude is vorige week gebroken. Annelies koopt het<br />

rokje en een schilderijtje van de zee.<br />

Opeens zien ze Robin en Glenn, die ook bij hen in de klas zitten. Ze vertellen<br />

honderduit over wat ze gevonden hebben. ‘Weet je wat, wij spelen hier altijd<br />

schattenjacht’, vertelt Glenn. ‘Dan zoeken we het mooiste stuk uit de hele winkel.<br />

Het speciaalste ding. Een soort schat, dus. Niet om te kopen, maar gewoon voor<br />

de lol.’<br />

‘Wij doen mee!’ zegt Lopke.<br />

Ze lopen de hele winkel door. Lopke ziet een grote lamp in de vorm van een<br />

ballon. Annelies kiest voor een kast met glazen deurtjes in een heleboel kleuren.<br />

Glenn vindt een glimmende trompet. Maar het is Robin die wint: hij heeft een<br />

scheepje in een fles ontdekt. Met zijn vieren staan ze er vol bewondering bij te<br />

kijken.<br />

‘We moeten naar huis, tot morgen!’ zegt Lopke dan. Bij de kassa staat een bord,<br />

waarop staat dat ze mensen zoeken met kennis van elektriciteit. Bij de winkel<br />

hoort ook een atelier waar ze toestellen herstellen voordat ze verkocht worden.<br />

Dat moet ik aan Danny vertellen, denkt Lopke.<br />

7.<br />

‘Toffe trui’, zegt Daisy de volgende ochtend, als Lopke voorbij haar kamer loopt.<br />

Lopke vindt dat een goed begin van de dag. Ze knoopt haar haren vast met de<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 10


lauwe sjaal en loopt fier rechtop de keuken in. Zelfs Danny kijkt haar<br />

verwonderd na.<br />

Op school begint het minder goed. De eerste die ze op de speelplaats ontmoet is<br />

Mira uit haar klas. Die slaat haar hand voor haar mond en wijst proestend naar<br />

Lopke. ‘Is het karnaval?’ vraagt ze.<br />

Lopke reageert niet en loopt gewoon verder. Rechtop, met haar hoofd omhoog.<br />

Ze denkt aan wat oma Lobelia gezegd heeft. ‘Jij bent speciaal, dus ben je altijd<br />

mooi.’ In de klas voelt ze de blikken van de anderen. Annelies knipoogt. Tom kijkt<br />

haar na met een bewonderende blik.<br />

In de middagpauze komt Tom vlak achter haar in de rij staan die aanschuift voor<br />

een drankje. ‘Was jij dat met dat sms-je?’ vraagt hij.<br />

Lopke glimlacht geheimzinnig.<br />

‘Nu heb ik je gsm-nummer’, zegt Tom.<br />

Lopke schrikt. ‘Nee, dat was de gsm van mijn stiefvader!’ roept ze uit. ‘Ik mag<br />

hem niet gebruiken!’<br />

Tom lacht. ‘Niet zo handig. Misschien is mailen gemakkelijker. Wat is je<br />

mailadres?’<br />

Lopke wordt rood en kijkt naar haar schoenen. Loopt het nu weer fout? Alleen<br />

omdat ze geen computer heeft?<br />

Dan trekt ze haar schouders naar achter en kijkt Tom recht aan.<br />

‘Ik heb geen mailadres’, zegt ze luid en duidelijk. ‘Want ik heb geen computer.’<br />

Zo. Nu moet hij zelf maar kiezen hoe belangrijk hij dat vindt.<br />

Tom schiet in de lach. Heel even denkt Lopke dat hij haar uitlacht, maar dan ziet<br />

ze de lieve lichtjes in zijn ogen en ze voelt het meteen in haar buik.<br />

‘Je hoeft toch geen computer te hebben om te kunnen mailen’, zegt Tom.’ Je<br />

kunt ook mailen bij ons in de klas, of in de bib. En een mailadres kun je gratis<br />

aanmaken. Zal ik het je straks laten zien?’<br />

Lopke straalt en knikt. Het vogeltje in haar buik fladdert van geluk. Omdat Tom<br />

met haar wil mailen. Omdat het niet erg is dat ze geen computer heeft. En omdat<br />

haar kleren leuk zijn.<br />

Na school blijft juf Katrien nog even in de klas werken. Tom mag voor Lopke een<br />

mailadres maken en haar leren hoe ze moet mailen. Zijn eigen mailadres zet hij<br />

alvast op haar lijstje. Lopke kijkt goed hoe hij het doet en probeert het dan<br />

zelf. Het lukt perfect.<br />

‘Kan ik nu mailen naar iedereen?’ vraagt ze.<br />

‘Naar iedereen met een mailadres’, zegt Tom.<br />

Lopke kent niet zoveel mensen met een mailadres. Maar toch is het leuk.<br />

‘Ik heb een mailadres!’ vertelt ze ’s avonds aan mama.<br />

Mama kijkt zorgelijk. ‘Hoeveel gaat dat weer kosten?’ vraagt ze.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 11


‘Helemaal niets!’ zegt Lopke triomfantelijk. ‘En op school en in de bib kan ik<br />

gratis mailen. Jij kunt ook een gratis adres maken en dan kan ik naar jou mailen<br />

en jij naar mij.’<br />

Mama kijkt haar sprakeloos aan.<br />

‘Waarom zou ik naar jou mailen? Ik zie je toch elke dag?’<br />

Lopke haalt haar schouders op. Ze ziet Tom ook elke dag, en toch wil ze best ’s<br />

avonds nog eens naar hem mailen. Maar dat is natuurlijk iets anders.<br />

8.<br />

Een paar dagen later gaat Lopke met Kevin naar oma Wiske. Die woont niet ver,<br />

een kwartier stappen ongeveer. Oma Wiske is lang en mager, net als Lopke. Ze<br />

heeft een lange, grijze paardenstaart.<br />

Eerst gaan ze met oma mee boodschappen doen in de winkel. Daarna kaarten ze<br />

samen. Lopke kent al veel kaartspelletjes. Die heeft ze van oma Wiske geleerd.<br />

Kevin leert het pas. Hij kan het nog niet zo snel.<br />

Lopke vertelt over het mailen. ‘Als jij een mailadres maakt, kan ik ook met jou<br />

mailen’, zegt ze. ‘Dat kan gratis in de bibliotheek.’<br />

‘Dat is me veel te ver’, zegt oma Wiske. ‘Kom jij maar gewoon op bezoek, dat is<br />

handiger, hoor! Ik doe vast van alles fout op die computer. Dan duw ik op het<br />

verkeerde knopje en wie weet waar mijn brief dan terechtkomt!’<br />

‘Het is een mail, oma, geen brief!’ lacht Lopke. Ze is even stil. ‘Misschien kan ik<br />

met oma Lobelia mailen’, zegt ze dan.<br />

Oma Wiske staat recht om eten klaar te maken. ‘Dat lijkt me een goed idee’,<br />

zegt ze. Op weg naar de keuken kriebelt ze Kevin in zijn buikje. ‘Wat ben jij<br />

lekker dik geworden!’ zegt ze.<br />

‘Wij eten alle dagen frieten!’ schept Kevin op. ‘Met veel ketchup en mayonaise!’<br />

‘Dat is niet waar, soms ook hamburgers of pizza’s’, protesteert Lopke.<br />

‘Kookt je mama niet gewoon normaal eten?’ vraagt oma.<br />

‘Mama is meestal te moe als ze terugkomt van het poetsen’, legt Lopke uit. ‘Dan<br />

heeft Danny meestal al iets gehaald: curryworsten met frieten of hamburgers.<br />

In het weekend kookt ze soms nog wel eens.’<br />

‘Frieten zijn heel lekker!’ zegt Kevin.<br />

‘Dat zal best, voor een keertje’, geeft oma Wiske toe. ‘Maar het is niet gezond<br />

om zoiets elke dag te eten. Veel te vettig en veel te weinig groente. Je wordt er<br />

dik van.’<br />

Lopke zucht. Als ze dat tegen mama zegt, ontploft die zeker. ‘Mama is echt moe,<br />

hoor, als ze na haar werk thuiskomt. En het is dan ook al laat.’<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 12


‘Dat begrijp ik’, zegt oma Wiske. ‘Maar ik dacht dat mannen ook konden koken.<br />

Zeker als ze de hele dag niets te doen hebben. Weet je wat, ik zal jullie een<br />

beetje leren koken!’<br />

Ze maken samen een slaatje van komkommer en tomaat. Kevin mag de<br />

komkommer in stukjes snijden. Lopke moet een sausje roeren van mosterd, olie<br />

en azijn. Het smaakt goed. Er is nog een groot stuk komkommer over. Dat stopt<br />

Kevin zomaar in zijn mond. Lekker.<br />

9.<br />

Van: lopke11@hotmail.com<br />

Aan: anneliezeke@yahoo.com<br />

Vrijdag 28 februari 2007 17.12u.<br />

Onderwerp: weekend<br />

Hoi Annelies!<br />

Ik zit hier in de bib. Ik heb een dringende vraag! Kan ik van jou een dvd lenen<br />

voor morgenavond? Liefst een keitoffe, spannende en ook een beetje grappige.<br />

Ik wil er samen met Tom naar kijken…<br />

Daarstraks toen jij al op de bus zat, kwam Tom naar mij toe met zijn fiets. ‘Hé,<br />

heb je zin om morgen mee naar de film te gaan?’ vroeg hij.<br />

Yes!!!<br />

Natuurlijk had ik daar zin in. Maar natuurlijk had ik daar geen geld voor. Gelukkig<br />

bedacht ik meteen dat hij bij mij thuis naar een dvd kon komen kijken. (Mama<br />

heeft intussen in de kringwinkel een dvd-speler gekocht, heb ik dat al verteld?)<br />

Dat vond hij een goed idee.<br />

Mama en Danny gaan morgenavond uit. Daisy en Cindy logeren het weekend bij<br />

hun oma. Dus alleen Kevin is in de buurt, en daar heb je nooit last van.<br />

Ik weet dat jij morgen nog naar de stad komt om te shoppen met jouw mama.<br />

Misschien kun je de dvd meenemen? Ik zal om 15u. op het plein staan, ok? Kies je<br />

een leuke?<br />

Zaterdag wordt dus al zeker tof.<br />

En zondag ook. Want papa heeft beloofd dat hij mij en Kevin de hele namiddag<br />

komt halen. Dan gaan we samen met oma Lobelia ergens naartoe.<br />

Het wordt een keitof weekend!<br />

Groetjes en tot morgen,<br />

Lopke<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 13


P.S. Weet je nog dat jij zei dat Toms ogen nog wel zouden opengaan? Je had<br />

gelijk! Ik moet toch ooit eens vragen of dat nu alleen door die trui kwam…<br />

Kolet Janssen leest voor uit ‘Lopke en de liefde’ tijdens het<br />

toonmoment van 2 mei 2007.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 14


Lopke in het Elzenhof<br />

<strong>VERHAAL</strong><br />

DERDE GRAAD<br />

JAN VAN D<strong>EN</strong> BOECK<br />

2006<br />

MET TEK<strong>EN</strong>ING<strong>EN</strong> VAN LIEVE SMETS <strong>EN</strong> LEERLING<strong>EN</strong> VAN DE<br />

HAGELANDSE ACADEMIE VOOR BEELD<strong>EN</strong>DE KUNST<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 15


Het is woensdagnamiddag. Lopke komt thuis van school. Het is stilletjes in huis.<br />

Dat is Lopke niet gewoon. Ze wonen nu 3 maanden in dit huis, samen met Danny,<br />

de nieuwe vriend van mama en zijn 2 dochtertjes, Daisy en Cindy. Als je met<br />

zovelen samenwoont, is het altijd druk in huis…<br />

Ze hoort mama rommelen in de badkamer. ‘Maaaaaaaaams, waar zijn Cindy en<br />

Daisy? Normaal zijn ze op dit uur toch al thuis van school?’ roept ze verwonderd.<br />

Mama komt naar beneden. ‘Dag kind,’ zegt ze. ‘Cindy en Daisy zijn er niet. En<br />

Danny ook niet. Hij is met Cindy naar het Elzenhof voor een gesprek met haar<br />

juffen en meesters. Er was iets met het rekenen. Ze kan van groep wisselen of<br />

zo. En Daisy is mee.’ Mama loopt terug de trap op ‘Ik ga de was verder ophangen.’<br />

Lopke zet zich in de zetel en doet haar ogen dicht. ‘Prachtig,’ denkt ze, ‘ik heb de<br />

zetel helemaal voor mij. Wat een rust!’. Lopkes gedachten dwalen af naar Cindy,<br />

haar halfzusje die in het BLO schooltje ‘Het Elzenhof’ naar school gaat. Vorig<br />

jaar zei mama: ‘Kind, Cindy gaat vanaf volgend schooljaar naar een speciale<br />

school.’ ‘Wat bedoel je met speciaal?’ vroeg Lopke toen. ‘Wel,’ zei mama, ‘Cindy<br />

heeft het heel erg moeilijk met taal en rekenen. Daarom moet ze naar een school<br />

waar de meesters en de juffen haar beter kunnen helpen en begeleiden. Een<br />

school voor Buitengewoon Lager Onderwijs.’ ‘Buitengewoon…’ Lopke herhaalde het<br />

woord wel 10 keer in gedachten. ‘Buitengewoon… dat klonk wel erg speciaal.’<br />

‘Hoe doen ze dat dan?’ had Lopke toen gesputterd. Ze kon er zich eigenlijk niets<br />

bij voorstellen. ‘Elk kind krijgt er meer tijd van de meesters en juffen. Dat wil<br />

zeggen dat ze alles heel rustig kunnen uitleggen en als het nodig is zelfs wel<br />

honderd keer!’ ‘Honderd keer? Amaai, moest ik aan mijn juf vragen om iets<br />

honderd keer opnieuw uit te leggen… Ik denk dat ik snel in de strafhoek zou<br />

staan…’<br />

‘Je weet wel wat ik bedoel,’ had mama gelachen. ‘Soms is negenennegentig keer al<br />

genoeg.’<br />

Lopke besefte dat ze een domme opmerking gemaakt had en werd er rood van.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 16


Mama vertelde haar ook nog dat als de kinderen er bepaalde oefeningen niet<br />

goed konden maken, er iemand je uit de klas kwam halen om nog wat extra te<br />

kunnen oefenen. ‘Zoals bij Tim?’ vroeg Lopke. ‘Klopt’, had mama gezegd, ‘zoals bij<br />

Tim’. Cindy had ooit eens verteld over haar vriend Tim die het moeilijk had met<br />

de uitspraak van bepaalde klanken. Bij hem was dat de letter ‘r’. Het was net<br />

alsof hij die letter steeds inslikte wanneer hij iets vertelde. Daarvoor was er ook<br />

een juf. Wat ze juist samen deden wist Lopke niet meer, maar ze wist wel nog<br />

heel goed dat Tim zijn ‘r’ na een tijdje niet meer fout uitsprak.<br />

Clara, een ander kindje uit Cindy’s klas, liep heel raar. Ze werd vaak door de<br />

anderen van de klas uitgelachen. ‘Kijk daar, de waggelende gans is er weer!’ Lopke<br />

vond dat heel erg voor haar. Op een dag had ze tegen Clara gezegd: ‘Clara, ik vind<br />

jou een heel fijn en mooi meisje. Voor mij maakt het niet uit hoe je loopt!’. Ze<br />

kon zich nog helemaal voorstellen hoe Clara’s gezicht toen gestraald had. Clara<br />

had een speciale juf op school die extra met haar oefende en na enige tijd ging<br />

het lopen al veel vlotter.<br />

Het meest rare vond Lopke nog dat mama had gezegd dat er geen leerjaren zijn<br />

in het BLO schooltje. Daar spreken ze van klasjes volgens niveau. ‘Wat is dat nu<br />

al weer?’ had ze gepuft. ‘Laat me even nadenken. Hoe zou ik je dat op een simpele<br />

manier kunnen uitleggen?’ had mama zachtjes geantwoord, terwijl ze diep zat te<br />

peinzen.<br />

‘Omdat sommige kindjes wel goed zijn in taal maar bijvoorbeeld niet in rekenen,<br />

zitten ze voor het ene onderdeel bijvoorbeeld met de moeilijkheid van het vijfde<br />

leerjaar maar voor het andere maar op het niveau van het derde leerjaar.<br />

Daarom zitten de kinderen allemaal apart in groepjes volgens wat ze kunnen en<br />

helemaal niet gewoon volgens hoe oud ze zijn.’<br />

‘Pfff, wat een ingewikkelde boel’ had Lopke toen nog gezegd. ‘Ik krijg hoofdpijn<br />

van al dat nadenken.’<br />

Mama had gelachen en gezegd ‘je hoeft het niet allemaal te begrijpen hoor, als ik<br />

je maar nooit kinderen uit de school van Cindy hoor uitlachen. Want dan ben jij<br />

het domst van allemaal’. Lopke had geknikt ‘Tuurlijk niet, mams! Ik vind<br />

buitengewoon super tof, dan ben je tenminste niet zoals iedereen!’<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 17


LOPKE<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs<br />

ACTIVITEIT<strong>EN</strong>FICHES<br />

<strong>VIJFDE</strong> <strong>LEERJAAR</strong>


Lopke 5 de leerjaar 5.0<br />

Titel INTRODUCTIE VAN LOPKE IN HET 5 de <strong>LEERJAAR</strong><br />

Vernieuwde kennismaking met elkaar en met Lopke<br />

Doelen De kinderen beschrijven de kenmerken van kansarmoede aan de<br />

hand van de reconstructie van het verhaal van Lopke.<br />

De kinderen verwoorden wat ze belangrijk vinden in het verhaal<br />

van Lopke.<br />

De kinderen drukken hun impressies op verschillende manieren uit.<br />

De kinderen benoemen de keuzes van de anderen.<br />

De expressieve vormen van de medeleerlingen worden<br />

gewaardeerd.<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Benodigdheden<br />

Deze activiteit is gericht op het opnieuw opfrissen van wat in de<br />

lagere leerjaren rond Lopke gebeurde, van wat de leerlingen over<br />

Lopke onthouden hebben en van wat ze van de activiteiten rond<br />

Lopke meedragen.<br />

Werkbladen 1 en 2<br />

Pen en papier<br />

Namen van de leerlingen in een doosje<br />

Ev. dobbelsteen, muziek,… (Zie algemene bijlagen over groepjes<br />

vormen, kringen maken,…)<br />

Klasschikking voor een kringgesprek, gevolgd door een<br />

klasschikking waarin de leerlingen aan tafeltjes zitten, in groepjes<br />

van 4 (telkens 2 leerlingen naast en tegenover elkaar)<br />

Keukenwekkertje om te timen<br />

Mogelijkheden Kringgesprek met als thema ‘Wie ben ik?’<br />

Coöperatieve werkvorm over wat de leerlingen is bijgebleven over<br />

Lopke: wat roept ‘Lopke’ allemaal bij hen op?<br />

Plenum waarin het portret van Lopke vervolledigd wordt<br />

Verloop Intro: Kringgesprek met als thema ‘Wat kan ik goed? Wat doe ik<br />

graag?’<br />

Individuele opstap voor het benoemen van talenten en interesses:<br />

o Elk kind krijgt werkblad 1 (jongen of meisje in A5-formaat<br />

kopiëren)<br />

o Hij schrijft bij de verschillende lichaamsdelen wat hij of<br />

zij daarmee goed kan, graag doet.<br />

Voorbeelden:<br />

voeten: ik speel graag voetbal,<br />

hoofd: ik los graag kruiswoordraadsels op,<br />

oren: ik luister graag naar muziek van ….,<br />

mond: ik eet graag …,<br />

……<br />

Binnen- en buitenkring:<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Bij de algemene werkvormen vind je verschillende mogelijkheden om de<br />

kringvorming op een speelse, natuurlijke manier te laten verlopen.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 1


o De leerlingen gaan per 2 tegenover elkaar staan;<br />

Stel jezelf voor aan je partner a.d.h.v. je figuurtje;<br />

Eerst vertelt persoon A terwijl B luistert, na 1<br />

minuut worden de rollen omgekeer<br />

o Binnen- of buitenkring laten verschuiven,<br />

Iedereen krijgt een nieuwe partner<br />

Opnieuw stellen de leerlingen zich aan elkaar voor<br />

Dit kan nog een derde keer herhaald worden<br />

Plenum<br />

o Er wordt een naam uit het doosje getrokken.<br />

Wie kan iets vertellen over…?<br />

Wat heb je gehoord?<br />

Wat heb je onthouden?<br />

Wie kan aanvullen?<br />

Ook de leerling in kwestie mag zelf aanvullingen<br />

doen.<br />

….<br />

o Idem met een tweede en een derde naam<br />

Kern<br />

Activiteit: Coöperatieve werkvorm 1<br />

Tafelrondje per tweetal over: ‘Dit is Lopke!’<br />

o De leerlingen zitten in groepjes van 4, per 2 naast en<br />

tegenover elkaar<br />

o De schoudermaatjes (leerlingen die naast elkaar zitten)<br />

werken samen<br />

o Elk duo krijgt een blad met de figuur van Lopke op<br />

(werkblad 2)<br />

o Om de beurt schrijven ze één ding op wat in hen opkomt als<br />

ze aan Lopke denken (wie is Lopke? Wat weet je over haar?<br />

Hoe is Lopke? Wat vind je van haar? Wat kan ze goed? Wat<br />

doet ze graag? Hoe ziet haar familie eruit?...); Het blad en<br />

de pen gaan heen en weer. Als iemand niets meer weet, mag<br />

de ander het niet overnemen, maar wel tips geven.<br />

o Na 3 minuten leggen de duo’s die tegenover elkaar zitten,<br />

hun antwoorden samen en vullen ze hun Lopke-woordveld<br />

aan. De groepjes moeten ervoor zorgen dat elk groepslid elk<br />

antwoord kan geven en motiveren.<br />

Plenum: ‘Dit is Lopke voor ons!’ Doe mee en vertel’!<br />

o Ieder groepslid krijgt een nummer van 1 tot 4<br />

De leerkracht zegt een willekeurig nummer<br />

In elk groepje staat de leerling met dat nummer<br />

recht<br />

Om de beurt geven zij een woord, begrip, zin,…. die<br />

1 Uit: Kagan,S.( ).Structureel coöerpatief leren. De basis. Nederland.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 2


zij in hun groep linken aan Lopke.<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Opgelet! Geen enkel antwoord mag 2 keer gegeven worden (elke leerling moet<br />

dus aandachtig luisteren en ev. aanduiden welke antwoorden al gegeven zijn).<br />

Wie aan beurt geweest is, mag gaan zitten<br />

Hetzelfde proces wordt herhaald met een ander<br />

nummer<br />

Na 2 of 3 keren wordt gevraagd welke groep nog een<br />

antwoord heeft dat nog niet op de lijst staat<br />

o De lkr. noteert de antwoorden op een vergroot exemplaar<br />

van Lopke.<br />

Afsluiting<br />

Dit portret van Lopke wordt in de klas opgehangen en kan in de<br />

loop van het project verder aangevuld worden (met nieuwe<br />

elementen uit de verhalen, met nieuwe inzichten,…)<br />

Bijlagen Bijlage 1: Wie ben ik?<br />

Bijlage 2: Lopke<br />

OPMERKING:<br />

In de activiteiten die volgen wordt verwezen naar het grote wensenboek van<br />

Lopke.<br />

Doorheen de verschillende activiteiten wordt er ook allerlei gemaakt in het<br />

kader van Lopke.<br />

Bewaak dat kinderen regelmatig het ‘Grote wensenboek voor Lopke’ aanvullen<br />

en laat hen hun werkjes bijhouden in het licht van de catalogus die ze<br />

maken.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 3


Bijlage 1: Wie ben ik?<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 4


Bijlage 2: Lopke<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 5


Lopke 5 de leerjaar 5.1<br />

Titel LOPKE <strong>EN</strong> DE LIEFDE<br />

Globale verwerkingsmogelijkheden bij het verhaal van Lopke<br />

Doelen De kinderen kunnen aangeven wat hen raakt in het verhaal.<br />

De kinderen verwerken het verhaal op een creatieve manier.<br />

De kinderen zetten hun talenten in bij de creatieve verwerking.<br />

De kinderen stellen hun werkjes tentoon.<br />

De kinderen geven positieve feedback.<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Deze activiteit is gericht op de globale verwerking van het verhaal. In<br />

fiche 5.1 bis komt het begrijpen van de specifieke inhoud aan bod.<br />

Deze kan als een activiteit begrijpend lezen worden ingeschakeld.<br />

Benodigdheden Dobbelsteen met een + _ ? en ! op gekleefd. Of je kan deze tekens<br />

ook op kaartjes maken. De kinderen trekken dan telkens een kaartje<br />

en beantwoorden de bijhorende vraag.<br />

Keukenwekkertje<br />

Materiaal voor de creatieve opdracht: pen en papier, tekengerei, klei,<br />

cassetterecorder, CD-speler.<br />

Mogelijkheden De kinderen lezen dit verhaal een eerste keer als onderdeel van een<br />

contractwerk, tijdens een klassikaal moment wordt er op dit verhaal<br />

teruggekomen. Het verhaal kan ook worden voorgelezen.<br />

De eerste inhoudelijke verwerking van het verhaal kan in groepjes<br />

gebeuren, of in een dubbele kring. Het voordeel van deze laatste<br />

werkwijze is dat er meer kinderen tegelijk actief zijn.<br />

Bij de creatieve verwerking kan je de kinderen laten kiezen om<br />

individueel te werken of – als ze dat niet zien zitten - samen met één<br />

ander kind. Het is niet de bedoeling om grotere groepjes te vormen,<br />

omdat we juist elk kind individueel willen uitnodigen om zijn<br />

gevoelens, indrukken, ideeën,… te uiten en vorm te geven.<br />

Voorzie voldoende tijd om de eindproducten te bekijken en te<br />

bespreken. Dit kan bvb. in de vorm van een tentoonstelling die wordt<br />

uitgebouwd en bezocht met de ganse klas. Elk kind is gids op het<br />

moment dat je bij zijn werkje komt.<br />

Verloop Intro: Lezen van het verhaal<br />

De kinderen lezen zelfstandig (kan in contractwerk gestoken worden;<br />

anders moet er ruimte voor voorzien worden), of<br />

Het verhaal wordt voorgelezen in de klas.<br />

Kern<br />

Activiteit 1: Dobbelen in de kring<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Werk bij voorkeur met een dubbele kring (hoe een dubbele kring vormen op een<br />

speelse manier, vind je terug in de algemene bijlage hier rond).<br />

Neem een dobbelsteen waarop je de volgende symbooltjes kleeft. Elk<br />

symbool staat voor een bepaalde vraag.<br />

o +: welk fragment, zin, prent sprak jou het meest aan in dit<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 6


verhaal?<br />

o -: wat vind jij spijtig, triest in dit verhaal?<br />

o ?: welke vraag zou jij aan Lopke willen stellen?<br />

o ! : wat zou jij willen veranderen aan het verhaal?<br />

Een leerling dobbelt, jij stelt de vraag die bij het gedobbelde<br />

symbool hoort.<br />

o De duopartners vertellen aan elkaar. Elk krijgt om beurt 1<br />

minuut. Als de partner vertelt, luistert de ander aandachtig.<br />

Geef een signaal wanneer de minuut om is en het de beurt is<br />

aan de partner om te vertellen.<br />

o Na elke vraag laat je de binnen- of de buitenkring enkele<br />

plaatsen opschuiven, zodat er nieuwe duo’s gevormd worden.<br />

Er wordt opnieuw gedobbeld en er verschijnt zo een nieuwe<br />

vraag.<br />

o Herhaal deze procedure enkele keren.<br />

Sluit af met een grote kring, waarin je de leerlingen om enkele<br />

indrukken vraagt bij elke vraag.<br />

bvb.: welke fragmenten (zinnen, prenten) zijn er zoal gekozen bij de<br />

vraag wat het meeste aansprak in het verhaal? Wie kan eens<br />

vertellen wat hij gehoord heeft? (Het is de bedoeling dat de<br />

leerlingen niet over hun eigen keuze vertellen, maar wel over wat ze<br />

van anderen gehoord hebben).<br />

Activiteit 2: Creatieve opdracht<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Laat de kinderen kiezen wat ze hier maken op basis van hun eigen talent.<br />

Zonder het verhaal verder te bespreken, laat je de kinderen kiezen<br />

uit meerdere mogelijkheden om hun eerste indrukken bij het verhaal<br />

creatief weer te geven:<br />

o Maak een tekening bij dit verhaal:<br />

Welk beeld komt op? Wat blijft hangen?...<br />

Dit geeft weer wat kinderen geraakt heeft en kan<br />

dan ook heel uiteenlopend zijn<br />

Tip voor de leerkracht<br />

In deze opdracht komt het er niet op aan de kern van het verhaal te vatten; hier<br />

wordt het veel meer open gelaten….<br />

o Maak een woordtekening bij dit verhaal:<br />

Schrijf allemaal woorden op die in jou opkomen bij<br />

het lezen of beluisteren van het verhaal.<br />

Je kan de woorden ‘vorm’ geven (bvb. in ‘zon’ teken je<br />

de ‘o’ als een zon, aan het woord ‘verdrietig’ hangen<br />

traantjes,…), of ze in een bepaalde vorm schrijven (je<br />

schrijft het woord ‘boom’ meermaals onder en naast<br />

elkaar tot je de vorm van een boom hebt)<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 7


o Schrijf een elfje (= gedicht uit elf woorden: de eerste lijn<br />

bestaat uit één woord, de tweede lijn uit twee woorden, de<br />

derde lijn uit 3 woorden, de 4de lijn uit 4 woorden en de 5de<br />

(= laatste) lijn terug uit één woord.) of een ander gedicht<br />

over het verhaal of over wat het bij jou oproept.<br />

o Maak zelf een liedje, of zoek een lied of stuk muziek dat voor<br />

jou bij de tekst (of een gedeelte van de tekst) past.<br />

o Neem een stuk klei en bewerk dat tot een beeld, symbool,<br />

vorm die voor jou bij het verhaal past (door de inhoud, door<br />

wat het bij jou oproept,…)<br />

o Maak een stripverhaal van dit verhaal<br />

o of… (ook andere ideeën zijn welkom!)<br />

Activiteit 3: Tentoonstelling<br />

Geef elk kind een plekje in de klas of in een ander lokaal dat je<br />

inricht als tentoonstellingsruimte.<br />

Breng met je klas een bezoek aan de tentoonstelling waarbij elk kind<br />

– als je bij zijn werkje komt – zelf gids mag spelen en mag vertellen<br />

over zijn werk.<br />

De andere leerlingen worden uitgenodigd om op een positieve manier<br />

te reageren en het werk van anderen te waarderen.<br />

Afsluiting: Bespreking van de activiteiten<br />

Bijlage Bijlage: Creatieve verwerking ‘Lopke en de liefde’<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 8


Bijlage: Lopke en de liefde. Creatieve verwerking<br />

Maak een tekening bij dit verhaal: welk beeld komt op? Wat blijft hangen?<br />

Maak een woordtekening bij dit verhaal:<br />

Schrijf allemaal woorden op die in jou opkomen bij het lezen of<br />

beluisteren van het verhaal.<br />

Je kan de woorden ‘vorm’ geven (bvb. in ‘zon’ teken je de ‘o’ als een zon, aan<br />

het woord ‘verdrietig’ hangen traantjes,…), of ze in een bepaalde vorm<br />

schrijven (je schrijft het woord ‘boom’ meermaals onder en naast elkaar<br />

tot je de vorm van een boom hebt).<br />

Zorg er wel voor dat de woorden die je schrijft een link hebben met het<br />

verhaal.<br />

boom<br />

boom boom<br />

boomboomboom<br />

boom boom boom<br />

boomboomboom<br />

boom boom<br />

boom<br />

boom<br />

boom<br />

boom<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 9


oom<br />

es den eik<br />

wilg kerselaar<br />

esdoorn appelboom<br />

berk perelaar<br />

treurwilg<br />

linde els<br />

beuk<br />

spar<br />

berk<br />

boom<br />

Schrijf een elfje (= gedicht uit elf woorden: de eerste lijn bestaat uit één<br />

woord, de tweede lijn uit twee woorden, de derde lijn uit 3 woorden, de<br />

4 de lijn uit 4 woorden en de 5 de (= laatste) lijn terug uit één woord.) of een<br />

ander gedicht over het verhaal of over wat het bij jou oproept.<br />

Voorbeeld van een elfje<br />

Heerlijk<br />

Verliefd zijn<br />

Iemand graag zien,<br />

Wat ben ik blij!<br />

Verliefd!<br />

Maak zelf een liedje, of zoek een lied of stuk muziek dat voor jou bij de<br />

tekst (of een gedeelte van de tekst) past<br />

Neem een stuk klei en bewerk dat tot een beeld, symbool, vorm die voor<br />

jou bij het verhaal past (door de inhoud, door wat het bij jou oproept,…)<br />

Maak een stripverhaal van dit verhaal<br />

of… (ook andere ideeën zijn welkom!)<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 10


Lopke 5 de leerjaar 5.1 bis<br />

Titel LOPKE <strong>EN</strong> DE LIEFDE<br />

Verwerkingsmogelijkheden bij het verhaal van Lopke – deel 2:<br />

begrijpen van de tekst, de diepere inhoud<br />

Doelen De kinderen kunnen vragen in verband met de inhoud van het<br />

verhaal beantwoorden.<br />

De kinderen maken een nieuwe omslag voor het verhaal.<br />

De kinderen bedenken een nieuwe titel voor het verhaal.<br />

De kinderen bedenken een vervolg voor het verhaal.<br />

De kinderen zoeken foto’s die passen bij het verhaal.<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Deze activiteit is gericht op het begrijpen en verwerken van de<br />

inhoud van het verhaal van prinses Lopke. In deze fiche ligt het<br />

accent op het goed begrijpen van de tekst en de achterliggende<br />

boodschap.<br />

Deze activiteit kan als een activiteit begrijpend lezen gebruikt<br />

worden<br />

Benodigdheden Bijlagen 1 en 2<br />

Pen en papier, kleurpotloden en stiften<br />

Mogelijkheden De kinderen hebben het verhaal al gelezen of beluisterd. Voor<br />

deze activiteit lezen ze het verhaal opnieuw. Je kan de kinderen<br />

ook in groepjes zetten en hen de tekst onder elkaar laten verdelen<br />

(Aangezien ze allemaal de tekst al gelezen of gehoord hebben,<br />

kunnen ze hun deel in het geheel plaatsen).<br />

Een selectie van de vragen ter verwerking van de tekst kan<br />

mondeling in kleine groepjes beantwoord worden, waarbij een<br />

verslaggever verslag neemt van de antwoorden. Elk kind krijgt hier<br />

een stukje verantwoordelijkheid toegeworpen, want ieder heeft<br />

een bepaald deel van de tekst nog eens opnieuw gelezen. Hij/zij<br />

moet dus alert zijn of het antwoord niet in zijn/haar deel van de<br />

tekst te vinden is.<br />

In een kringgesprek wordt er verder ingegaan op de antwoorden.<br />

Enkele vragen kunnen per twee worden opgelost, waarbij beide<br />

kinderen hun antwoorden noteren en met elkaar vergelijken. Hier<br />

kan ev. de coöperatieve werkvorm ‘tweetal coach’ gebruikt worden.<br />

De verwerking aan de hand van de opdrachten kan in kleine<br />

groepjes gebeuren. Je kan de opdrachten als mogelijkheden<br />

aanbieden waar elk groepje er een uit mag kiezen.<br />

Verloop Intro: Lezen<br />

De kinderen lezen het verhaal van Lopke (of een gedeelte van het<br />

verhaal, indien je het verhaal per groepje laat opsplitsen).<br />

Kern<br />

Activiteit 1: Vragen beantwoorden over de tekst<br />

Vervolgens verwerken ze het verhaal in groepjes aan de hand van<br />

vragen. .<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 11


Verdeel per groepje eerst de CLIM-rollen (Zie algemene bijlage).<br />

Zo is er per groep iemand verantwoordelijk voor de organisatie en<br />

de leiding, is er een materiaalverantwoordelijke, een tijdsbewaker<br />

en een verslaggever. Heb je in een groepje een 5de rol nodig, dan<br />

kan dat de aanmoediger zijn.<br />

Vragen over de tekst (Zie bijlage)<br />

Activiteit 2: Mogelijke opdrachten waaruit de kinderen (per<br />

groep) kunnen kiezen:<br />

Maak een (nieuwe) omslag voor dit verhaal.<br />

o Jullie moeten voor 3 dingen zorgen:<br />

Schrijf voor de achterkant van de kaft een korte<br />

inhoud van dit verhaal waarin je duidelijk maakt<br />

waar het in het verhaal om gaat. Zorg ervoor dat je<br />

niet alles verklapt, maar dat je de lezer wel<br />

nieuwsgierig maakt om het verhaal zelf te gaan<br />

lezen!<br />

Bedenk een nieuwe titel bij het verhaal. 2 Vertel aan<br />

de hand van gebeurtenissen in het verhaal waarom<br />

je die titel gekozen hebt. (een goede titel is kort<br />

en krachtig en raakt de kern van het verhaal)<br />

Maak een passende omslagillustratie<br />

Hoe gaat het verhaal verder?<br />

In kleine groepjes vertellen kinderen hun idee mondeling aan<br />

elkaar. De groep kiest er het leukste idee uit en maakt samen het<br />

verhaaltje<br />

Zoek enkele toepasselijke foto’s bij het verhaal. Maak er een<br />

fotocollage van en schrijf er een beetje uitleg bij. (bvb. iemand die<br />

verliefd is of dromerig voor zich uit zit te staren, een GSM,<br />

iemand achter een computer, de kringloopwinkel,…)<br />

Afsluiting: Voorstelling en bespreking<br />

Als afronding van deze activiteiten worden de verschillende<br />

producten aan elkaar voorgesteld en kort besproken.<br />

Bijlagen Bijlage 1: Vragen over de tekst<br />

Bijlage 2: Lopke en de liefde<br />

Bijlage 3: Keuzeopdrachten<br />

2 Depondt, L. ( 2000). Zwarte dingen op papier tot leven laten komen. Werkvormen voor literatuurateliers.<br />

Themanummer Atelierwerk. Ego/Echo, 4 (4), 12-15<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 12


Bijlage 1: Vragen in verband met de tekst<br />

• Annelies vergeet telkens dat ze bij Lopke thuis niet zwemmen in het geld en ze<br />

dus niet zoals een heleboel anderen in de klas een gsm heeft of een computer.<br />

Waarom zwijgt Lopke daarover denk je?<br />

• Welke oplossing bedenkt Tom? Vind je dat een goede oplossing? Hoe zou jij het<br />

zelf oplossen?<br />

• Lopke en Annelies hebben elk een eigen idee over hoe een jongen moet zijn om<br />

leuk te zijn. Lees nog eens aandachtig wat hun ideeën hierrond zijn. Vind jij<br />

dezelfde dingen belangrijk als Lopke en Annelies, of zijn er nog andere dingen<br />

belangrijk voor jou om een jongen of meisje leuk te vinden?<br />

• Lopkes thuissituatie is veranderd. Waar en met wie woonde ze vroeger? En nu?<br />

• Wat weet je over de school waar Cindy naartoe gaat?<br />

• Oma Lobelia vindt Lopke speciaal en dus altijd mooi. En jij, wat vind jij van Lopke?<br />

• Kan jij je voorstellen hoe oma Lobelia eruit ziet? Lees goed wat er in de tekst<br />

over haar staat en maak dan een tekening van haar.<br />

• Hoe is de relatie tussen Lopke en haar papa? Wat denk jij daarover?<br />

• Hoe reageert Mira op de trui van Lopke? Hoe voelt dat voor Lopke? Heb je zelf<br />

al ooit zo gereageerd op kleding van andere kinderen?<br />

• Kevin en Lopke eten thuis vaak niet zo gezond. Hoe komt dat? Oma Wiske weet<br />

raad met een lekker en gezond recept. Welk gezond recept zou jij hen nog<br />

aanraden om klaar te maken? [Je kan daarna bespreken welk het gezondste<br />

recept is dat de kinderen voorstelden en dit maken in de klas].<br />

• Uit verschillende situaties blijkt dat Lopke het thuis niet zo breed heeft.<br />

Waaruit leid jij af dat ze niet veel geld hebben bij haar thuis?<br />

• Schrijf 10 dingen op die bij je opkomen als je aan Lopke denkt.<br />

• Onderstreep of omcirkel met de kleur die er volgens jou het best bij past enkele<br />

woorden die je heel belangrijk vindt. [Bespreek achteraf welke kleur de kinderen<br />

gaven*].<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 13


Bijlage 2: Lopke en de liefde<br />

Lees het verhaal van Lopke en de liefde. Beantwoord daarna de volgende vragen.<br />

Vraag 1<br />

Annelies vergeet telkens dat ze bij Lopke thuis niet zwemmen in het geld en ze dus niet<br />

zoals een heleboel anderen in de klas een gsm heeft of een computer. Waarom zwijgt<br />

Lopke daarover denk je?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Welke oplossing bedenkt Tom?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Vind je dat een goede oplossing?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Hoe zou jij het zelf oplossen?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 14


Vraag 2<br />

Lopke en Annelies hebben elk een eigen idee over hoe een jongen moet zijn om leuk te<br />

zijn. Lees nog eens aandachtig wat hun ideeën hierrond zijn.<br />

Vind jij dezelfde dingen belangrijk als Lopke en Annelies, of zijn er nog andere dingen<br />

belangrijk voor jou om een jongen of meisje leuk te vinden?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Vraag 3<br />

Lopkes thuissituatie is veranderd. Waar en met wie woonde ze vroeger? En nu?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Vraag 4<br />

Wat weet je over de school waar Cindy naartoe gaat?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Vraag 5<br />

Oma Lobelia vindt Lopke speciaal en dus altijd mooi. En jij, wat vind jij van Lopke?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 15


Vraag 6<br />

Kan jij je voorstellen hoe oma Lobelia eruit ziet? Lees goed wat er in de tekst over haar<br />

staat en maak dan hier (of aan de achterzijde van dit blad) een tekening van haar.<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Vraag 7<br />

Hoe is de relatie tussen Lopke en haar papa? Wat denk jij daarover?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Vraag 8<br />

Hoe reageert Mira op de trui van Lopke?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Hoe voelt dat voor Lopke?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Heb je zelf al ooit zo gereageerd op kleding van andere kinderen? Waarom wel of niet?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 16


Vraag 9<br />

Kevin en Lopke eten thuis vaak niet zo gezond. Hoe komt dat?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Oma Wiske weet raad met een lekker en gezond recept. Welk gezond recept zou jij hen<br />

nog aanraden om klaar te maken?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Vraag 10<br />

Uit verschillende situaties blijkt dat Lopke het thuis niet zo breed heeft. Waaruit leid<br />

jij af dat ze niet veel geld hebben bij haar thuis?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Vraag 11<br />

Schrijf 10 dingen op die bij je opkomen als je aan Lopke denkt.<br />

1. ................................................................................................................................................................<br />

2. ................................................................................................................................................................<br />

3. ................................................................................................................................................................<br />

4. ................................................................................................................................................................<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 17


5. ................................................................................................................................................................<br />

6. ................................................................................................................................................................<br />

7. ................................................................................................................................................................<br />

8. ................................................................................................................................................................<br />

9. ................................................................................................................................................................<br />

10. ................................................................................................................................................................<br />

Onderstreep of omcirkel met de kleur die er volgens jou het best bij past enkele<br />

woorden die je heel belangrijk vindt.<br />

Geeft iedereen van je groepje dezelfde kleur? Bespreek met elkaar!<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 18


Bijlage 3: Keuze uit volgende opdrachten<br />

Mogelijkheid 1: Maak een nieuwe omslag voor dit verhaal<br />

Jullie moeten voor 3 dingen zorgen: (rechtstreeks op papier maken, of met de computer<br />

werken)<br />

° Schrijf voor de achterkant van de kaft een korte inhoud van dit verhaal waarin je<br />

duidelijk maakt waar het in het verhaal om gaat. Zorg ervoor dat je niet alles verklapt,<br />

maar dat je de lezer wel nieuwsgierig maakt om het verhaal zelf te gaan lezen!<br />

° Bedenk een nieuwe titel bij het verhaal. Vertel aan de hand van gebeurtenissen in het<br />

verhaal waarom je die titel gekozen hebt. (een goede titel is kort en krachtig en raakt<br />

de kern van het verhaal)<br />

° Maak een passende omslagillustratie en schrijf er jullie titel bij<br />

Mogelijkheid 2: Verzin een vervolg aan het verhaal…<br />

Hoe gaat het verhaal van Lopke volgens jullie verder?<br />

Denk eerst zelf heel goed na…<br />

Vertel dan om beurt een idee.<br />

Kies nu samen het leukste idee uit.<br />

Maak samen jullie verhaaltje. Dit doe je zo:<br />

1. De eerste leerling begint te vertellen. Vertel maximum 3 zinnen.<br />

2. Als leerling 1 niet meer verder kan vertellen of al 3 zinnen gezegd heeft,<br />

vertelt een volgende leerling verder.<br />

3. Ga zo verder tot het verhaaltje klaar is!<br />

Mogelijkheid 3: maak een fotocollage<br />

Zoek enkele toepasselijke foto’s bij het verhaal.<br />

Bijvoorbeeld: iemand die verliefd is of dromerig voor zich uit zit te staren, een GSM, iemand achter een computer, de<br />

kringloopwinkel,…)<br />

Maak er een fotocollage van en schrijf er een beetje uitleg bij.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 19


Lopke 5 de leerjaar 5.2-6.2<br />

Titel E<strong>EN</strong> POPP<strong>EN</strong>KAST<strong>VERHAAL</strong> OVER DE AVONTUR<strong>EN</strong> VAN LOPKE<br />

Doelen De kinderen overleggen met elkaar en stellen prioriteiten in het<br />

organiseren van het poppenspel.<br />

De kinderen drukken hun gevoelens, ideeën en opvattingen over<br />

kansarmoede uit adhv een verhaallijn, het ontwerp van de poppen,<br />

het poppentheater en de decors.<br />

De kinderen ontwerpen een verhaallijn.<br />

De kinderen kunnen boeiend hun eigen creaties voorstellen aan de<br />

anderen.<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Deze activiteit is gericht op het creatief verwerken van het verhaal<br />

van ‘Lopke en de liefde’ / ‘Het leven is een soep’.<br />

Lopke bezoekt het Elzenhof en ziet hoe het er in deze school aan toe<br />

gaat. Oma vertelt Lopke dat ze heel goed is in het omgaan met jonge<br />

kinderen, waarna Lopke aan haar omgeving laat weten dat ze haar<br />

kunnen vragen om te babysitten.<br />

Benodigdheden Benodigdheden Papier-maché - Verf, wol, parels, isomo-bollen,, -<br />

Stof, garen, naalden,… - Karton en/of stof voor het decor – een<br />

poppenkast (kan ook gewoon een lat tussen tafels zijn met een doek<br />

erover: dit geeft meer bewegingsvrijheid dan de kleine, klassieke<br />

poppenkasten)<br />

Er kan ook voor geopteerd worden om de poppenkastpoppen niet zelf<br />

te maken, maar deze ergens te ontlenen.<br />

Een andere mogelijkheid (en wellicht de meest rijke…) is dat er<br />

wordt samengewerkt met een school voor Buitengewoon Onderwijs.<br />

Zo ervaren de leerlingen dat kinderen met een leerbeperking ook<br />

heel wat in hun mars hebben: ze ontdekken de talenten van anderen.<br />

Mogelijkheden Dit is een klasdoorbrekende activiteit. Indien het verhaal wordt<br />

opgevoerd in een school voor buitengewoon onderwijs, of indien een<br />

school wordt ingeschakeld om de poppen te maken, is het een<br />

schooldoorbrekende activiteit! Maak wel op voorhand goede<br />

afspraken met de school.<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Aanpassen aan je eigen schoolomgeving. Kijk of er een school voor Buitengewoon<br />

Onderwijs in de buurt is.<br />

Laat de leerlingen zelf kiezen voor welk onderdeel van het geheel ze<br />

zich ten volle willen inzetten: tekst schrijven, decor maken, poppen<br />

maken, technische snufjes uitwerken,… Maak groepjes zodat<br />

meerdere leerlingen kunnen samenwerken.<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Laat kinderen hier hun talenten aanboren. Laat hen kiezen wat ze willen doen.<br />

Deze activiteit is ook geschikt om met enkele klassen samen aan te<br />

werken (bvb. met de hele derde graad). Op die manier kan je de<br />

verschillende groepjes versterken en kan je meerdere groepjes<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 20


vormen om een gedeelte van het verhaal te (her)schrijven,<br />

decorelementen te maken,…<br />

De eerste voorbereiding kan je klassikaal doen. De verhaallijn, de<br />

benodigdheden (poppen, decor, attributen, poppenkast) worden<br />

klassikaal besproken. De concrete uitwerking kan in groepjes<br />

gebeuren: wie voelt zich geroepen om het verhaal verder uit te<br />

schrijven? Wie ziet het wel zitten om het decor en de<br />

verhaalattributen te maken en/of te verzamelen? Wie zijn de<br />

handige Harry’s om poppenkastpoppen te maken? Wie maakt er liever<br />

reclame en zorgt voor de organisatie van het geheel? Wie wil graag<br />

poppenkast spelen voor een groep? …<br />

Verloop Intro: Motivatie<br />

De kinderen worden uitgenodigd om een poppenkastverhaal te maken<br />

dat ze bijvoorbeeld aan de kleuters, de kinderen van de eerste graad<br />

en de kinderen van de school voor Buitengewoon Onderwijs kunnen<br />

tonen.<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Afhankelijk van leerjaar en opzet kan je een link leggen met de talenten van Lopke<br />

in het omgaan met jonge kinderen (poppenkast spelen voor jonge kinderen is vaak<br />

een groot succes!) of eerder met haar bezoek aan de school voor Buitengewoon<br />

Onderwijs.<br />

Aanpassen aan je eigen schoolomgeving. Kijk of er een school voor Buitengewoon<br />

Onderwijs in de buurt is.<br />

Kern<br />

Inleving<br />

o De kinderen leven zich in in hun doelgroep:<br />

o Het verhaal moet eenvoudig zijn! Het kleuterverhaal van<br />

Lopke kan hierbij inspireren.<br />

Er wordt klassikaal een verhaallijn gekozen. Er wordt afgesproken of<br />

er een verhaal zelf geschreven wordt, of of er een bestaand verhaal<br />

rond Lopke (bvb. het kleuterverhaal) verwerkt wordt tot<br />

poppenkastverhaal.<br />

Het is belangrijk dat de leerlingen erbij stilstaan dat een<br />

poppenkastverhaal het best tot zijn recht komt als er veel dialogen<br />

in naar voren komen.<br />

o Ev. kan er wel een verteller worden ingeschakeld om stukken<br />

aan elkaar te praten.<br />

o Je kan hier rond een taalactiviteit organiseren waarbij<br />

kinderen dit effectief ervaren. Laat hen een dialoogje spelen,<br />

een gewone leestekst,… Andere leerlingen kijken en luisteren<br />

en geven feedback.<br />

Er kan ook nog klassikaal bepaald worden hoeveel bedrijven de<br />

poppenkast zal hebben en welke de kern is van elk bedrijf. Dit kan<br />

ook aan een of meerdere groepjes overgelaten worden.<br />

Klassikaal wordt bekeken welke poppen nodig zijn om het verhaal te<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 21


kunnen spelen.<br />

o ’t Is belangrijk op voorhand na te denken over hoe hiermee<br />

wordt omgegaan: worden er poppen verzameld en geleend, of<br />

worden ze zelf gemaakt?<br />

o Wie gaat de poppen maken? ’t Is belangrijk dat hier kinderen<br />

in betrokken worden: weeral talenten die een kans krijgen in<br />

de school!<br />

o Maak je de poppen zelf met de eigen klas, of spreek je een<br />

klas van de school voor Buitengewoon Onderwijs aan, om op<br />

die manier ook de talenten van kinderen met een<br />

leerbeperking in de verf te zetten en een kennismaking met<br />

de kinderen, de leerkrachten en de school te realiseren?<br />

o Als je ervoor opteert de poppen met de eigen klas te maken,<br />

dan kan je de kinderen ook per 2 samen aan één pop laten<br />

werken.<br />

o Bestudeer vooraf enkele soorten poppenkastpoppen: hoe zijn<br />

deze gemaakt? Wat is belangrijk om de pop goed te kunnen<br />

hanteren,…<br />

Het hoofd van de poppen wordt bvb. gemaakt van<br />

papier-maché en versierd met verf, wol, parels,…<br />

Het lijfje wordt gemaakt van stof die aan elkaar<br />

wordt genaaid.<br />

Ev. kunnen er ouders worden ingeschakeld om dit<br />

alles te realiseren.<br />

Bespreek ook met de klas welke poppenkast je gaat gebruiken of hoe<br />

je die kan maken. Pas dan kan je ook gaan overleggen over de decors<br />

en attributen die nodig zijn.<br />

De eenvoudigste manier om een ‘goede’ poppenkast te<br />

maken waarachter je kan staan, is werken met een lat<br />

die op een zekere hoogte gelegd wordt, met een doek<br />

eroverheen, zodat je de spelers erachter niet ziet.<br />

Als je dat voor een bord doet, kan je het bord<br />

gebruiken voor decor.<br />

Wie zal het verhaal brengen en begint dus alvast te oefenen?<br />

Belangrijk is dat je deze kinderen de basisbeginselen van het spelen<br />

met poppenkastpoppen bijbrengt. Dit kan je uiteraard ook met de<br />

ganse klasgroep doen: het is een leuke ervaring voor iedereen!<br />

Enkele voorbeelden:<br />

o Om de pop mooi recht te houden, steek je best je wijsvinger<br />

in het hoofd, je duim en je pink elk in een hand<br />

o De beste houding krijg je als je met een poppenkast werkt<br />

die hoog genoeg staat, zodat je zelf kan rechtstaan. Je<br />

steekt de pop boven je hoofd uit. Als je met een lage<br />

poppenkast werkt, zie je dat een pop vaak half neerligt.<br />

o Wil je een pop op een natuurlijke wijze laten wandelen, dan<br />

wandel je best zelf, met heel kleine stapjes in de richting<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 22


waarin de pop moet bewegen. Je pop gaat dan vooruit met<br />

heel kleine schokjes, net alsof ze echt wandelt.<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Heb er aandacht voor dat elk kind zijn gading vindt: misschien zit er wel iemand bij<br />

die zich helemaal niet kan vinden in alles wat hierboven werd opgesomd, maar die<br />

zich wel wil bezighouden met belichting en geluid, of met een of ander technisch<br />

snufje. Je krijgt het knapste resultaat als elk kind op zijn krachten wordt genomen.<br />

Laat kinderen dan ook meedenken en meebeslissen.<br />

Afsluiting<br />

Probeer het geheel eerst eens uit voor de eigen klasgroep.<br />

Koppel er een evaluatiemoment aan vast, waarin de medeleerlingen op<br />

een constructieve manier feedback geven aan elkaar. Zo kan er ev.<br />

nog wat bijgestuurd worden, zodat het eerste echte optreden een<br />

succes wordt!<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 23


Lopke 5 de leerjaar 5.3<br />

Titel FOTO’S ‘COURAGE’<br />

Doelen De kinderen verwoorden hun indrukken en gedachten in verband met<br />

kansarmoede aan de hand van fototaal.<br />

De kinderen herhalen de indrukken en bewoordingen van de anderen<br />

Kinderen kunnen inspelen op een vraag gesteld door de anderen.<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Benodigdheden <br />

Mogelijkheden<br />

Lopke heeft het thuis niet breed. Zij heeft niet dezelfde middelen als<br />

andere kinderen uit haar klas. De foto’s tonen volwassenen en kinderen<br />

die in een vergelijkbare situatie leven als Lopke.<br />

Gelamineerde zwart-wit foto’s uit het fotoboek ‘Courage’. Spreek af<br />

met je collega’s welke foto’s jij zal gebruiken. Je kan ervoor kiezen om<br />

andere foto’s dan je collega’s te gebruiken, of net om dezelfde foto’s<br />

te gebruiken. (zie onder).<br />

Boek ‘Courage’ (achtergrondteksten)<br />

Keukenwekkertje of andere timer<br />

Kinderen kunnen deze foto’s individueel bekijken<br />

Als je kinderen er samen rond laat werken, in kleine groep, kunnen er<br />

interessante gesprekken ontstaan.<br />

Je kan met de hele klas enkele foto’s bespreken.<br />

Het gebruik van deze foto’s is opgenomen in de activiteitenfiches van<br />

meerdere leerjaren. De verwerking is uiteraard op een ander niveau.<br />

Alle kinderen van de school kunnen met deze foto’s werken. Ze doen<br />

eenzelfde impressie op. Als je de kinderen van de verschillende graden<br />

deze telkens op hun niveau laat verwerken, kan je klasdoorbrekend een<br />

tentoonstelling organiseren met de foto’s en de verwerkingen van de<br />

kinderen erbij.<br />

Als eerste opdracht kan je elk kind dezelfde opdracht geven en daar<br />

een binnen- en buitenkring rond houden.<br />

Verloop Intro: Motivatie ivm de foto’s<br />

Toon de verschillende foto’s. Je kan dit op verschillende wijzen doen:<br />

hang ze ergens op, verspreid door het schoolgebouw, leg ze op een<br />

tafel in de klas, leg ze op de grond in de kring, …<br />

Kern<br />

Activiteit: Foto’s bekijken en laten beoordelen door de kinderen<br />

Laat de kinderen de foto’s bekijken<br />

Laat de kinderen één of meerdere van volgende vragen beantwoorden<br />

of uitvoeren:<br />

o Ga op zoek naar een foto die je bijzonder vindt. Welk verhaal<br />

zit er volgens jou achter deze foto?<br />

o Ga op zoek naar een foto die je aan iets bepaalds doet denken.<br />

Waar doet hij je aan denken?<br />

o Zoek 2 foto’s waarvan je vindt dat ze bij elkaar horen. Waarom<br />

horen ze bij elkaar?<br />

o Kies één foto uit. Wat zie je? Wat voel je? Wat denk je?<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 24


o Kies een foto uit waar je een vraag bij hebt. Welke vraag heb je<br />

bij deze foto?<br />

o Kies één foto uit. Kies een gevoel waarvan jij vindt dat het bij<br />

deze foto past. Waarom hoort dit gevoel erbij?<br />

o Kies één foto uit. Wat wil je vragen aan de persoon op deze<br />

foto? De persoon kan niet antwoorden. Kan jij een antwoord<br />

bedenken?<br />

Je kan met de hele klas enkele foto’s uitkiezen waarvan jullie als<br />

klasgroep vinden dat ze jullie het meeste treffen. Laat de kinderen<br />

verwoorden waarom ze net deze foto’s kozen.<br />

Je kan ook starten met dezelfde opdracht voor iedereen.<br />

o De leerlingen kiezen een bepaalde foto uit en gaan met die foto<br />

in de kring staan.<br />

o Je maakt er een binnen- en buitenkring van en laat de leerlingen<br />

duogesprekjes voeren.<br />

Ze vertellen om beurt aan elkaar waarom ze die foto bij<br />

die vraag gekozen hebben.<br />

Je kan de binnenkring laten doorschuiven en met de<br />

nieuwe partner hetzelfde gesprek laten voeren, of je<br />

kan de leerlingen van foto laten wisselen: je krijgt de<br />

foto waar je partner over verteld heeft.<br />

Daarna wordt er doorgeschoven (bvb. dobbelen:<br />

binnenkring schuift zoveel plaatsen op naar rechts). Nu<br />

gaan de leerlingen aan hun nieuwe partner vertellen over<br />

de foto die ze gekregen hebben: wat heb ik daarjuist<br />

over deze foto gehoord? Wat wil ik eraan toevoegen.<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Beperk de spreektijd: meestal is één minuut per beurt voldoende: zo leren de kinderen<br />

ook kort en krachtig vertellen.<br />

In een plenum kan je bespreken wat kinderen geraakt heeft van wat ze<br />

gehoord en onthouden hebben (iets wat verrassend was, wat ze zelf<br />

niet gezien hadden, iets wat mooi verwoord werd,…)<br />

In een volgende stap kan je de kinderen nog een opdracht vrij laten<br />

kiezen, die je dan in kleine groepjes of in een grote kring bespreekt.<br />

o Wie wil er iets zeggen over zijn foto?<br />

o Welke opdracht had jij gekozen? Laat eens je foto zien… Kan je<br />

er iets over vertellen?<br />

o Wie koos dezelfde opdracht? Welke foto koos jij erbij?<br />

o Je kan de leerlingen hun foto ook voor hun voeten laten leggen,<br />

of op schoot laten nemen, maar zodanig dat de andere leerlingen<br />

hem kunnen zien. Je kan de leerlingen vragen of ze een foto zien<br />

waar ze graag van horen waarom iemand die gekozen heeft, of<br />

een foto waar ze iets bij willen vragen,…<br />

Opdracht 7(een foto kiezen waarbij je een vraag wil stellen aan een<br />

persoon op die foto) is een leuke opdracht om in groep te doen:<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 25


o Je laat kinderen een foto kiezen en een vraag bedenken<br />

o Iemand stelt zijn foto voor. Er wordt een stoel gezet bij de<br />

foto. Het is de stoel van de persoon op de foto. Iemand die<br />

denkt een antwoord te kunnen formuleren, gaat op de stoel<br />

zitten en zegt het.<br />

o Maak het even stil, laat het antwoord binnenkomen en bespreek<br />

het dan: is het een antwoord op je vraag? Wat doet het je?...<br />

o Daarna kan je dit herhalen: wellicht zouden andere kinderen<br />

andere antwoorden gegeven hebben.<br />

o Daarna kan je dit herhalen met andere foto’s<br />

Afsluiting: Bespreking<br />

Aan het einde van de activiteit kan je met kinderen bespreken wat ze<br />

van de activiteit vonden en wat hen ervan is bijgebleven (wat blijft<br />

hangen?)<br />

Bijlage Bijlage: Opdrachten bij de foto’s ‘courage’ 3<br />

3 Inspiratiebron: Peggy Saey, P. &Van Eeckhaut. M.(2005). Dubbel focussen. Canon cultuurcel.<br />

http://www.ond.vlaanderen.be/publicaties/eDocs/pdf/223.pdf.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 26


Bijlage: Opdrachten bij de foto’s ‘courage’<br />

Lopke heeft thuis niet dezelfde middelen als andere kinderen uit haar klas. De foto’s<br />

die je nu gaat bekijken tonen volwassenen en kinderen die in een vergelijkbare<br />

situatie leven als Lopke. Bekijk de foto’s en kies één van de volgende opdrachten uit.<br />

1. Ga op zoek naar een foto die je bijzonder vindt. Welk verhaal zit er volgens jou<br />

achter deze foto?<br />

2. Ga op zoek naar een foto die je aan iets bepaalds doet denken. Waar doet hij je aan<br />

denken?<br />

3. Zoek 2 foto’s waarvan je vindt dat ze bij elkaar horen. Waarom horen ze bij elkaar?<br />

4. Kies één foto uit. Wat zie je? Wat voel je? Wat denk je?<br />

5. Kies een foto uit waar je een vraag bij hebt. Welke vraag heb je bij deze foto?<br />

6. Kies één foto uit. Kies een gevoel waarvan jij vindt dat het bij deze foto past.<br />

Waarom hoort dit gevoel erbij?<br />

7. Kies één foto uit. Wat wil je vragen aan de persoon op deze foto? De persoon kan<br />

niet antwoorden. Kan jij een antwoord bedenken?<br />

Ik koos voor opdracht nr. …. Dit wil ik er over schrijven:<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 27


Lopke 5 de leerjaar 5.4<br />

Titel WAT IS (KANS)ARMOEDE?<br />

Doelen De kinderen maken een classificatie van de praktijksituaties aan de<br />

hand van de 4 “w”s<br />

De kinderen geven voorbeelden van hoe kansarmoede zich<br />

manifesteert in de één of meerdere van de 4 “w”s<br />

De kinderen kunnen concrete voorbeelden (financiële uitsluiting,<br />

sociale uitsluiting, etc.)geven die de samenhang van de 4 “w”s<br />

illustreren<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Bij Lopke thuis hebben ze het niet breed. Het gezin leeft in<br />

kansarmoede.<br />

Benodigdheden Lege kaartjes, stiften, magneten<br />

Kaartjes met daarop de 4 W’s: Wonen, Werk (werk hebben en<br />

houden, geld verdienen), Welzijn (gezondheid, een fijne<br />

gezinssituatie, vrije tijd) en Weten (onderwijs, kennis, een<br />

diploma): Zie bijlage.<br />

werkblad<br />

Mogelijkheden Stukken van deze activiteiten worden klassikaal aangebracht.<br />

Tussenin hebben de kinderen de mogelijkheid om in kleine groepjes<br />

te overleggen en opdrachten uit te voeren.<br />

Verloop: Intro: Situtatieschets<br />

Situatieschets door de leerkracht:<br />

Lopke is een meisje zoals andere meisjes van 10-12 jaar. Toch heeft<br />

Lopke het niet altijd gemakkelijk.<br />

Vraag aan de leerlingen of ze voorbeelden daarvan uit het verhaal<br />

onthouden hebben.<br />

Kern<br />

Activiteit 1: Situatieschets aan de hand van foto’s<br />

Indien fiche 5.3 werd behandeld: Wat is je bijgebleven van de<br />

foto’s die we samen bekeken hebben?<br />

Indien fiche 5.3 niet werd behandeld:<br />

samen met de leerlingen de foto’s uit het boek ‘Courage’ bekijken;<br />

wie iets wil zeggen over een foto, geeft dat aan.<br />

OF<br />

Zelf een selectie van foto’s maken en deze bespreken a.d.h.v. de<br />

volgende vragen:<br />

o Wat valt je op?<br />

o Wat denk je erbij? Wat voel je erbij?<br />

o Zou jij graag wonen, spelen, leven,… zoals de mensen op deze<br />

foto? Waarom wel of niet<br />

Al deze foto’s hebben iets gemeen: ze vertellen ons over<br />

kansarmoede, kansarmoede hier bij ons, niet in een land hier ver<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 28


vandaan…<br />

Activiteit 2: Vragen naar de betekenis, het voorkomen van<br />

kansarmoede<br />

Dikwijls spreken we over ‘armoede’.<br />

o Waarom spreken we beter over ‘kansarmoede’?<br />

o Welk woord zit daarin? -> kansarmoede= gebrek aan kansen<br />

die je krijgt, omwille van de situatie waarin je terecht bent<br />

gekomen.<br />

Peil naar wat de kinderen weten over (kans)armoede:<br />

o Wat wil ‘(kans)armoede’ zeggen?, waar denk je aan? -> Laat<br />

de kinderen in kleine groepjes elk idee noteren op een<br />

kaartje* 4 .<br />

o Laat de kinderen de kaartjes met hun ideeën op zichtbaar<br />

op bord hangen.<br />

o Als de ideeën van verschillende groepjes overlappen, laat je<br />

deze groeperen. Zorg ervoor dat de kaartjes gemakkelijk<br />

kunnen verhangen worden.<br />

Vertel dat kansarmoede zich uit op verschillende vlakken.<br />

o We spreken van 4 W’s: Wonen, Werk (werk hebben en<br />

houden, geld verdienen), Welzijn (gezondheid, een goede<br />

gezinssituatie, vrije tijd) en Weten (onderwijs, kennis, een<br />

diploma).<br />

o Hang de kaartjes met deze begrippen bij op het bord.<br />

o Laat de kinderen hun kaartjes bekijken en ze onder één<br />

van de 4 W’s plaatsen.<br />

o Kunnen de kinderen nog kaartjes bedenken die onder één<br />

van de 4 W’s thuis horen?<br />

o Mensen die in kansarmoede leven, hebben te maken met<br />

problemen en gebrek aan kansen op deze verschillende<br />

vlakken. Leg uit dat als je het moeilijk hebt op vlak van ‘één<br />

W’, dit ook invloed heeft op de andere W’s. (bvb: als je in<br />

een huis woont waar geen elektriciteit is, word je sneller<br />

ziek. Als je veel ziek bent, is het moeilijk om werk te<br />

vinden). Je bent niet arm omdat je niet zoveel kleren hebt<br />

als je vriendje, of omdat je geen tuin hebt om in te<br />

spelen,… Het is een combinatie van verschillende<br />

elementen. Het één brengt vaak het ander met zich mee,<br />

armoede is een cirkel waar je moeilijk uit geraakt.<br />

Teken op bord pijlen tussen de verschillende W’s, waarmee je het<br />

verband aangeeft.<br />

4 Geïnspireerd door ‘Armoede hier en vandaag’ . Lessenmap. Beweging van Mensen met Laag Inkomen en<br />

Kinderen vzw.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 29


Wonen Werk<br />

Welzijn Weten<br />

o Laat de kinderen hier nog voorbeelden bij zoeken.<br />

o Laat de kinderen voorbeelden zoeken uit het verhaal van<br />

Lopke die te maken hebben met de 4 W’s.<br />

Laat deze invullen op het werkblad.<br />

Waar komt (kans)armoede 5 voor? Zie je ook hier (kans)armoede?<br />

(Armoede komt voor in iedere Vlaamse gemeente! Uit officiële<br />

cijfers van 2010 blijkt dat in België 1 persoon op 6 beschouwd kan<br />

worden als arm (17 %). Meer dan 1,5 miljoen Belgen leven met een<br />

armoederisico. Toch is armoede in België een grotendeels verborgen<br />

probleem: wie in armoede leeft, komt er niet graag mee naar<br />

buiten… Meer informatie kan je vinden via www.armoede.be)<br />

Afsluiting: Actie?<br />

Wat zou jij als eerste veranderen bij mensen die in armoede leven,<br />

als je kon kiezen en het kon realiseren?<br />

Wat kan er zoal gedaan worden voor de armen bij ons? Wat kunnen<br />

we zelf doen?<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Denk hierbij ruimer dan het materiële en financiële aspect. De sociale uitsluiting<br />

die een gevolg is van de armoede weegt vaak veel zwaarder door!<br />

‘Gezinnen in armoede ervaren dagelijks dat ze er niet bij horen. Hun kinderen<br />

worden niet uitgenodigd op verjaardagsfeestjes, reclame herhaalt steeds opnieuw<br />

wat ze niet kunnen krijgen, ze leven in slechte en ongezonde woningen, ze voelen<br />

zich nagestaard en onaangepast. Armoede en uitsluiting maken dat mensen zich<br />

soms letterlijk in hun woning opsluiten.’ (uit ‘Samen armoede uitsluiten,<br />

achtergronddossier Welzijnszorg)<br />

Bijlagen Bijlage 1: Informatie rond de 4 W’s voor de begeleider (uit ‘Rechtvaardig,<br />

menswaardig: armoedeweb of armoedecirkel’- vzw Vormen.)<br />

Bijlage 2: Kaartjes met de 4 W’s op.<br />

Bijlage 3: Werkblad<br />

5 Vragen geïnspireerd door ‘Recht-vaardig, menswaardig: armoedeweb of armoedecirkel’. vzw Vormen.<br />

http://www.vormen.org/Rechtvaardig/Armoedeweb.html<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 30


Bijlage 1: Informatie rond de 4 W’s<br />

http://www.vormen.org/Rechtvaardig/Armoedeweb.html<br />

Wonen<br />

Huisvesting: krotwoning, achtergestelde buurt, kleine woning, sociale woning,<br />

elektriciteit afgesloten, geen verwarming, uit huis gezet worden, veel verhuizen, gebrek<br />

aan sanitair, ongezonde vochtige woningen, veel lawaai, weinig hygiëne, gebrek aan<br />

ruimte, geen tuin, ...<br />

Werk<br />

Werk: werkloosheid, handenarbeid, laag loon, ontslag, interimjobs, werk-onzekerheid,<br />

discriminatie op werk, ...<br />

Geld: laag inkomen, leefloon, OCMW, schulden, kinderbijslag, werkloosheids-uitkering,<br />

geldgebrek, budgetplanning, geen zakgeld ...<br />

Welzijn<br />

Gezin: echtscheiding, alleenstaande moeder, geen kinderopvang, veel ruzie,<br />

drankprobleem, mishandeling, plaatsgebrek, veel kinderen, plaatsing van de kinderen,<br />

jonge moeders, ongewenste zwangerschap, ouders zijn analfabeet, jeugddelinquentie,<br />

kinderen achter in ontwikkeling<br />

Ontspanning: geen vakanties, geen geld voor ontspanning, geen cultuur, slechte buurt om<br />

buiten te spelen, stress, rondhangen op straat ...<br />

Gezondheid: geen geld voor ziekteverzekering, geen geld voor de dokter, geen geld voor<br />

medicijnen, ongezonde voeding, naar spoedafdeling i.p.v. dokter, vaak ziek, slechte<br />

verzorging, slechte hygiëne ...<br />

Weten<br />

Onderwijs: leerproblemen, negatief zelfbeeld, niet op schoolreis kunnen gaan, BSO,<br />

buitengewoon onderwijs, geen computer thuis, andere leefwereld, spijbelen, geen hulp<br />

bij huiswerk, onbeleefd, andere woordenschat, andere taal, alleen dialect spreken,<br />

weinig vrienden, vooroordelen, geen schoolgerief, geen diploma, drop-out, ongelijke<br />

kansen, geen plaats thuis voor huiswerk, er niet bijhoren, ...<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 31


Bijlage 2: De vier ‘w’s<br />

Wonen<br />

Werk<br />

(werk hebben en houden, geld verdienen)<br />

Welzijn<br />

(gezondheid, een fijne gezinssituatie, vrije tijd)<br />

Weten<br />

(onderwijs, kennis, een diploma)<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 32


Bijlage 3:<br />

Werkblad: Wat is kansarmoede?<br />

Kansarmoede heeft te maken met een gebrek aan kansen op vlak van 4 W’s: Wonen,<br />

Werk (werk hebben en houden, geld verdienen), Welzijn (gezondheid, een fijne<br />

gezinssituatie, vrije tijd) en Weten (onderwijs, kennis, een diploma).<br />

Lopke heeft ook te maken met minder kansen die met deze W’s te maken hebben. Kan<br />

jij hiervan voorbeelden vinden in het verhaal? Noteer ze hier.<br />

Wonen Werk<br />

Welzijn Weten<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 33


Lopke 5 de leerjaar 5.5 -6.5<br />

Titel KINDER<strong>EN</strong> <strong>EN</strong> OUDERS VERTELL<strong>EN</strong><br />

Werken rond uitspraken van kansarme kinderen en ouders<br />

Doelen De kinderen kunnen verbanden leggen tussen de realiteit van<br />

kansarmoede en eigen ervaringen van uitsluiting<br />

De kinderen analyseren hoe hun eigen reacties en gedragingen<br />

kunnen bijdragen tot uitsluiting en kansarmoede van anderen.<br />

De kinderen formuleren alternatieve vormen van gedrag d.i. gedrag<br />

dat niet tot uitsluiting leidt.<br />

De kinderen drukken hun gevoelens uit die de de getuigenissen over<br />

kansarmoede teweeg brengen.<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Lopke heeft het thuis niet breed. Het is niet eenvoudig om daar mee<br />

om te gaan, ook door hoe anderen op haar reageren. Mensen die in<br />

kansarmoede leven ervaren dikwijls weinig begripvolle reacties van hun<br />

omgeving.<br />

Benodigdheden Indien het gebruikt wordt in contractwerk: het werkblad met de<br />

instructie.<br />

Mogelijkheden In contractwerk: de getuigenissen geven aanleiding voor een gesprek<br />

in kleine groep<br />

Je kan de getuigenissen inleiden en de leerlingen, allen op hetzelfde<br />

moment, in groepjes laten werken. Nadien bespreek je hun<br />

bevindingen.<br />

Verloop De kinderen lezen de getuigenissen en geven aan hoe ze deze<br />

ervaren. Ze denken na over hoe zij soms reageren en hoe het anders<br />

kan.<br />

De kinderen kunnen er zelf gedichten bij maken.<br />

Bijlagen<br />

Bijlage 1: Getuigenissen 6<br />

Bijlage 2: Werkblad voor leerlingen.<br />

Bijlage 3: Voorbeelden uit Aarschot<br />

6 Getuigenissen uit: Welzijnszorg, Algemeen Verslag over de Armoede, Armoede en onderwijs, BMLIK, 1997<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 34


Bijlage 1: Getuigenissen<br />

Als je het thuis niet breed hebt, is het niet eenvoudig om daar mee om te gaan. Reacties<br />

van anderen bemoeilijken het nog dikwijls. Hieronder lees je enkele getuigenissen van<br />

kinderen en ouders die in kansarmoede leven.<br />

KINDER<strong>EN</strong> <strong>EN</strong> OUDERS VERTELL<strong>EN</strong><br />

1. "Mijn eerste schooldag. Wat valt<br />

daar nu over te vertellen? Dat de<br />

kinderen mij uitlachten met mijn<br />

boekentas? Dat er niemand naast mij<br />

wilde komen zitten? “In onze klas<br />

wordt niemand uitgesloten”, zei de<br />

meester. En wat deed hij dan vorige<br />

week?”<br />

(Getuigenis uit Dagboek van Robby,<br />

Welzijnszorg 1996)<br />

3. “In het begin praatte iedereen tegen<br />

mij op school, maar toen ze wisten<br />

waar ik woonde, lieten ze me links<br />

liggen, en iemand zei: ik mag niet bij je<br />

komen spelen, omdat je daar woont.”<br />

Later vroeg ik of ze met mijn<br />

verjaardag mocht komen, ze mocht<br />

niet omdat ik daar woon.”<br />

Patricia, 12 jaar<br />

(Getuigenis uit achtergronddossier<br />

2. "Op school krijgen de kinderen een<br />

etiket opgeplakt. Zo'n etiket is<br />

vernietigend voor hun toekomst. En<br />

dat terwijl zij er niets kunnen aan doen<br />

en hun toekomst nog voor hen ligt. Op<br />

school zitten mijn kinderen samen met<br />

kinderen uit welgestelde families. Mijn<br />

oudste zoon wordt uitgestoten. Men<br />

zegt dat hij uit de barakken komt. Eerst<br />

had hij 76%, nu nog maar 30%. Hij<br />

was bij de eerste vier. Hij gaat nu niet<br />

meer. En zelfs thuis is hij opstandig<br />

geworden. Ik heb er met de<br />

onderwijzeres in de klas over<br />

gesproken. Het gaat zo: ze spuwen op<br />

zijn schrift. Het wordt erg. Als hij<br />

thuiskomt, kan ik zo zien of zijn dag<br />

goed of slecht is geweest. Hij zegt: 'Ik<br />

kan het toch niet helpen dat mijn<br />

vader werkloos is en mijn moeder geen<br />

beroep heeft...' "<br />

(Getuigenis Algemeen Verslag over de<br />

Armoede)<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 35


5. “We moesten 4. van “Toen de meester ik op de lagere school was, telde ik nooit mee, ik werd altijd als de<br />

documentatie meebrengen mindere beschouwd. over dieren. Ik werd slecht behandeld en dikwijls uitgelachen. Ik<br />

Nu mogen we in was groepjes een luierik, een een nietsnut in de ogen van de leerkrachten. Ik zat altijd<br />

spreekbeurt voorbereiden. alleen op een Ik vond bank in de hoek van de klas.<br />

alleen maar een paar prenten op<br />

Het maakte mij agressief. Ik heb gevochten, ik heb grove woorden gebruikt<br />

zolder. Ik zag een paar kinderen met<br />

om mij te verdedigen. Ik mislukte in mijn ondervragingen omdat ik<br />

een veelbetekenende blik kijken. Zal er<br />

ontmoedigd was. Ik wilde niets meer leren. Soms bleef ik van school weg en<br />

iemand met mij willen samenwerken?<br />

verstopte mij ergens. Toch wilde ik leren, maar de anderen begrepen mij<br />

Ik kan beter zeggen dat ik liever alleen<br />

niet. Ik werd onhandelbaar. Alleen thuis voelde ik mij goed.<br />

werk.”<br />

Die dingen vergeet je nooit meer. Ik denk er nog dikwijls aan terug. Soms<br />

(Getuigenis Campagne Welzijnszorg 2002)<br />

vraag ik me af of ik wel normaal ben.”<br />

(Getuigenis uit armoede en onderwijs, BMLIK, 1997)<br />

6. “Of dan vroeg de leraar:<br />

“Wie heeft er leuke dingen in<br />

het buitenland meegemaakt?”<br />

Dan stak bijna iedereen zijn<br />

vinger op. Ik niet! Ik was daar<br />

wel kwaad over.”<br />

(Jos, 10 jaar)<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 36


7. "In onze klas is er een meisje, dat heel<br />

arm is. - Ze heeft niet altijd wat nodig is<br />

om de lessen te kunnen volgen. Zij heeft<br />

meestal niets te eten om 10 uur. Ze<br />

draagt kleren die niet meer in de mode<br />

zijn en soms zijn ze ook vuil en<br />

gescheurd. Wat het allerergst is: ze is<br />

bijna altijd alleen. Mijn vriendin en ik<br />

zijn met haar gaan praten tijdens de<br />

speeltijd en tijdens de lessen gaan we<br />

naast haar zitten. We lenen haar ons<br />

gerief en delen ons vieruurtje met haar.<br />

Maar dat is niet voldoende en we weten<br />

niet altijd wat we moeten doen. Wij<br />

vinden dat het onrechtvaardig is als je<br />

arm bent."<br />

9. “Ik heb de kinderen ook al<br />

thuisgehouden omdat ik hun eten niet kon<br />

betalen. Ik steek dat niet weg. Ik zoek dan<br />

een uitweg naar de school toe. Ik zeg dat<br />

ze ziek zijn. Anders is het weer van<br />

“mama kan dat niet betalen”. Ik houd ze<br />

thuis omdat de kinderen daarvoor niet<br />

bekeken zouden worden.”<br />

(Getuigenis Armoede en onderwijs, BMLIK,<br />

1997)<br />

8. "Aan het begin van het<br />

schooljaar zijn de kinderen nog<br />

vol goede moed, maar ze hebben<br />

de nodige schooluitrusting niet<br />

omdat wij niet het geld hebben om<br />

dat te kopen. Dat doet pijn. De<br />

kinderen schamen zich. Ze zijn<br />

bang voor straf, willen niet meer<br />

naar school of worden brutaal en<br />

angstig. Het meisje kreeg altijd<br />

maar straf, omdat ze haar klasgeld<br />

niet bij had, haar geld voor de<br />

schoolreis of voor de spaarkas, en<br />

dat kwam altijd op haar hoofd<br />

terecht." (Getuigenis Algemeen<br />

Verslag over de Armoede)<br />

10. “We moeten zelfstandig leren<br />

werken, zegt de meester. Daarom<br />

werken we af en toe in groepjes.<br />

Vandaag moesten we allerlei maten<br />

nemen. Nog voor de meester de<br />

groepen samenstelde, hoorde ik<br />

sommigen al fluisteren: ‘Hopelijk zit<br />

Hendrik niet bij ons want die rekent<br />

dikwijls verkeerd!’ ”<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 37


Bijlage 2: Werkblad bij de getuigenissen<br />

Kies twee getuigenissen uit die jou het meest raken en vertel waarom je deze koos.<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Draag jij er soms toe bij - door hoe je reageert – dat andere kinderen zich slecht<br />

voelen? Hoe?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Hoe kan het anders?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 38


Heb jij jezelf ook al eens slecht gevoeld door de reactie van iemand anders? Kan je er<br />

iets meer rond vertellen?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Maak een gedicht bij de getuigenissen.<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 39


Bijlage 3: Voorbeelden Lopke in Aarschot (2006-2007)<br />

Hard<br />

Wij zijn rijk,<br />

jij bent dat niet<br />

Waarom zouden we dan met je spelen?<br />

Je hebt geen dure kleren,<br />

jouw huis is afgeleefd<br />

Bij ons is dat wel anders<br />

Wij kunnen elk jaar<br />

wel vijf keer op vakantie<br />

En jij? Nooit zeker?<br />

Dat wist ik wel.<br />

Minder dan jou<br />

Minder dan jou is anders zijn<br />

Minder dan jou is niet fijn<br />

Minder dan jou, er is geen vriend<br />

Minder dan jou,<br />

minder dan niks<br />

Minder dan jou<br />

Ik voel me zo klein<br />

Soms zou ik graag jou willen zijn<br />

Uitsluiten<br />

Uitsluiten<br />

Is uitlachen<br />

Pijn<br />

Is tranen veroorzaken<br />

Weer een klap in mijn gezicht,<br />

duisternis in plaats van licht<br />

Waarom moet het nu zo lopen?<br />

k’ durf bijna niet meer te hopen<br />

Ik moet knokken om niet te vallen,<br />

vechten om te blijven staan<br />

Denken aan de kleine dingen<br />

waarvoor ik door moet blijven gaan<br />

Is niet bij de groep horen<br />

Je kan ook<br />

Tranen uitsluiten<br />

Weet je?<br />

Zeg niet<br />

Zeg niet:<br />

die is lelijk,<br />

die lijkt dom<br />

die is zwart<br />

en die is krom<br />

Hoe zou het zijn<br />

als je binnenin kon kijken,<br />

de dingen gaan dan vast<br />

heel anders lijken<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 40


Lopke 5 de leerjaar 5.6-6.6<br />

Titel B<strong>EN</strong> IK IN DE MODE?<br />

Over merken in de klas!<br />

Kern De kinderen reflecteren over hoe “hebben” en de materiële<br />

welstand een invloed hebben op “zijn” en je identiteit.<br />

De kinderen verbinden hun eigen ervaringen met merkproducten<br />

met de ervaringen van andere kinderen, voornamelijk met die van<br />

kansarmen.<br />

De kinderen reconstrueren de ervaring van uitsluiting van<br />

kansarmen omwille van merkproducten.<br />

De kinderen voeren een klasgesprek waar ze luisteren naar elkaar,<br />

zich duidelijk uitdrukken, helpen elkaar bij de formulering van<br />

ideeën,…<br />

De leerlingen reageren op een getuigenis van een moeder die in<br />

kansarmoede leeft en vertelt dat haar kinderen worden uitgesloten<br />

omdat ze geen schoolgerei van een bepaald merk hebben of geen<br />

merkkledij dragen.<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Lopke koopt haar kleding in de kringloopwinkel. Dit is geen merkkledij.<br />

Gelukkig reageert haar vriendin, Annelies hier supertof op.<br />

Benodigdheden Werkblad met de instructie.<br />

Voor de creatieve verwerking: reclamefolders, flappen, lijmstiften,…<br />

Mogelijkheden In contractwerk: de getuigenis geeft aanleiding voor een gesprek in<br />

kleine groep en leidt tot het noteren van een aantal voorstellen om<br />

er in de klas aan te werken dat kinderen zich goed kunnen voelen, of<br />

ze nu schoolgerei en kledij van een bepaald merk hebben of niet.<br />

Je kan de getuigenis inleiden en nadien de leerlingen in groepjes<br />

laten werken. Dan bespreek je hun voorstellen.<br />

De voorstellen van de verschillende groepjes kunnen op een<br />

bepaalde manier neergeschreven /uitgetekend / versierd worden<br />

zodat het een echte klasafspraak wordt.<br />

Je kan er ook voor opteren om een klassikaal kringgesprek te<br />

hebben over dit onderwerp.<br />

Verloop Intro: Motivatie via het lezen van de getuigenis<br />

De kinderen lezen de getuigenis 7 .<br />

Gesprek over merken<br />

o De kinderen geven aan wat maakt dat ze schoolgerei of<br />

kledij van een bepaald merk belangrijk vinden.<br />

o Ze geven aan hoe zij reageren op het al dan niet hebben van<br />

schoolgerei of kledij van een bepaald merk.<br />

o Ze kunnen in groep filosoferen over de vraag of je minder<br />

bent als je geen schoolgerei of kledij hebt van een bepaald<br />

7 Getuigenissen: http://sos.welzijn.net<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 41


merk.<br />

o Ze komen tot een aantal voorstellen om er in de klas aan te<br />

werken dat kinderen zich goed kunnen voelen, of ze nu<br />

schoolgerei en kledij van een merk hebben of niet.<br />

Kern: Creatieve verwerking 8<br />

Mogelijke creatieve verwerking:<br />

o Groepswerk: collage<br />

o Onderwerp: schoolgerei / kleding<br />

sommige groepen werken rond schoolgerei, andere rond<br />

kleding<br />

o Collage 1: schoolgerei (kledij) dat (die) ze mooi vinden<br />

verzamelen op een flap en er een leuke collage mee maken.<br />

Er zijn geen beperkingen qua budget. Ze moeten er wel de<br />

prijs bij vermelden.<br />

o Collage 2: schoolgerei (kledij) dat (die) ze zich kunnen<br />

aanschaffen met een beperkt budget (vooraf opgeven): de<br />

leerlingen proberen met een beperkt budget toch een tof<br />

geheel samen te stellen. Ze kunnen hierbij hun creativiteit<br />

gebruiken: bvb. gewoon effen kaftpapier dat ze zelf<br />

‘opfrissen’ met leuke knipsels<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Als deze fiche in het 5de lj. gebruikt wordt, kan je met de lkr. van het 6de lj. de<br />

afspraak maken om de boeken het volgende schooljaar op een andere manier te<br />

kaften: geen duur kaftpapier, maar gewoon effen bruin of blauw kaft- of<br />

inpakpapier waarmee de leerlingen zelf creatief aan de slag kunnen. Op deze<br />

manier worden de verschillen tussen de leerlingen op dat vlak weggenomen en<br />

leren leerlingen creatief werk waarderen.<br />

Bijlage Bijlage: Werkblad over merken in de klas<br />

8 idee creatieve verwerking: leerkrachten 3 de graad basisscholen Dilsen-Stokkem<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 42


Bijlage: Werkblad over merken in de klas<br />

Hieronder lees je een getuigenis van Marleen, een moeder die in armoede leeft. Zij<br />

vertelt hoe haar kinderen worden gepest omdat zij geen schoolgerei en kledij van een<br />

welbepaald merk hebben. Bekijk hoe jullie er in de klas aan kunnen werken dat niemand<br />

daarvoor wordt gepest of uitgesloten.<br />

Marleen 9 vertelt:<br />

“Heb je niet genoeg geld om kaftpapier te kopen?”, vroeg een onwetende<br />

leerkracht aan mijn dochter. Ze kwam ontgoocheld naar huis. We hadden zo ons<br />

best gedaan om met restjes papier te doen wat gevraagd was…<br />

Mijn dochter kreeg van haar meter een Kipling-boekentas cadeau. Maar ik durf er<br />

mijn dochter niet mee naar school sturen want ik weet dat ze daar zullen zeggen:<br />

“Daar heeft ze wel geld voor en haar schoolrekeningen betaalt ze niet.”<br />

Mijn kinderen worden gepest omdat zij niet in de nieuwste kledij rondlopen. Ik<br />

vind het niet erg om tweedehands kledij te dragen maar voor mijn kinderen vind<br />

ik dat wel erg. Zij worden sinds wij in armoede leven niet meer gevraagd op<br />

verjaardagsfeestjes. Dat was vroeger anders.<br />

Bespreek in jullie groepje volgende vragen:<br />

Wat maakt dat kinderen graag schoolgerei of kledij van een bepaald merk<br />

hebben?<br />

Hoe reageren jullie als kinderen geen schoolgerei of kledij van een bepaald merk<br />

hebben? Hoe voelt dat voor hen, denk je?<br />

Ben je minder als je geen merkproducten hebt of koopt? Waarom wel of niet?<br />

Schrijf op de achterkant een aantal voorstellen op over hoe jullie er in jullie klas aan<br />

willen werken dat elk kind er zich goed voelt, welk schoolgerei het ook heeft, welke<br />

kledij het ook draagt...<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 43


Lopke 5 de leerjaar 5.7<br />

Titel LOPKE <strong>EN</strong> HET ELZ<strong>EN</strong>HOF<br />

Verwerkingsmogelijkheden bij ‘Lopke en het Elzenhof, n.a.v. het<br />

hoofdstuk uit ‘Lopke en de liefde’, waar Lopke met Cindy mee naar<br />

het Elzenhof gaat.<br />

Doelen De kinderen kunnen de vragen met betrekking tot het verhaal<br />

beantwoorden.<br />

De kinderen kiezen een verwerkingsmogelijkheid met betrekking tot<br />

dit verhaal.<br />

De kinderen reflecteren over ‘anders-zijn’.<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Lopke brengt Cindy naar haar school: ‘Het Elzenhof’. Lopke is er nog<br />

nooit geweest. Het is dan ook een eerste kennismaking met het<br />

buitengewoon onderwijs. In het verhaal ‘Lopke en Het Elzenhof leren<br />

we de school nog beter kennen…<br />

Benodigdheden Verhaal ‘Lopke en het Elzenhof.<br />

Mogelijkheden De kinderen lezen dit verhaal een eerste keer als onderdeel van een<br />

contractwerk, tijdens een klassikaal moment wordt er op dit verhaal<br />

teruggekomen.<br />

De vragen ter verwerking van de tekst kunnen mondeling in kleine<br />

groepjes gebeuren, waarbij de verslaggever verslag neemt van de<br />

antwoorden. In een kringgesprek wordt er verder ingegaan op de<br />

antwoorden.<br />

De vragen kunnen per twee worden opgelost, waarbij beide kinderen<br />

hun antwoorden noteren.<br />

De verwerking aan de hand van de opdrachten kan in kleine groepjes<br />

gebeuren. Je kan de opdrachten als mogelijkheden aanbieden waar<br />

de kinderen er één of twee uit kiezen.<br />

Verwerkingsmogelijkheden:<br />

o Een activiteit doen samen met een klas uit het Elzenhof: de<br />

kinderen leren elkaar en elkaars school op een positieve<br />

manier kennen<br />

o Corresponderen met een klas uit het Elzenhof met als<br />

hoogtepunt op het einde van het jaar: een ontmoeting met<br />

elkaar.<br />

o Iemand met een handicap uitnodigen in de klas voor een<br />

getuigenis<br />

Verloop Intro<br />

De kinderen lezen het verhaal van Lopke: ‘Lopke en het Elzenhof’<br />

Vervolgens bespreek je het verhaal. Dit zijn mogelijke vragen:<br />

o Hoe werkt de school van Cindy?<br />

o Wat is het verschil met onze school?<br />

o Mama vindt het belangrijk dat Lopke de kinderen van de<br />

school van Cindy niet uitlacht. Wat vind jij?<br />

o Welke vragen heb jij nog over deze school?<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 44


Kern<br />

Activiteiten samen met een school voor Buitengewoon Onderwijs<br />

Activiteit 1: Poppenkast<br />

zie fiche 6.2<br />

Activiteit 2: Correspondentie<br />

Een andere mogelijkheid is dat je met een klas van Het Elzenhof (of<br />

een andere school voor BuO, of een instituut voor kinderen met een<br />

handiap) gaat corresponderen.<br />

Op ’t einde van het schooljaar organiseer je een ontmoeting: een dag<br />

waarop de leerlingen in elkaars school op bezoek gaan en samen<br />

activiteiten doen, gericht op het leren kennen van elkaar en van de<br />

school, in respect voor elkaar.<br />

Activiteit 3: Ervaringen delen 10<br />

Je kan ook jongeren met een handicap uitnodigen om naar de klas te<br />

komen en over zichzelf te vertellen. Elk van hen kan iets bijzonders.<br />

Zo leren kinderen andere mensen, ook mensen met een beperking,<br />

waarderen. Ze ontdekken dat iedereen talenten heeft.<br />

Er kunnen samen gezelschapsspelen worden gespeeld, de jongeren<br />

kunnen meespelen op de speelplaats,… Er wordt afgerond met een<br />

gezellig onderonsje met cake, taart, een drankje…<br />

Activiteit 4: Verhaal<br />

In bijlage vind je nog een verhaal ‘Wie er anders uitziet, of zich<br />

anders gedraagt, hoort er ook bij’.<br />

Ook dit verhaal kan gebruikt worden om met kinderen even stil te<br />

staan bij ‘anders-zijn’.<br />

Bijlagen Bijlage 1: Werkblad 1<br />

Bijlage 2: Verhaal rond anders-zijn<br />

10 Voor Dilsen-Stokkem blijkt dit nu al te gebeuren met jongeren uit ‘De Meander’. 3 jongeren komen samen<br />

een bezoekje brengen aan je klas en vertellen over hun hobby’s.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 45


Bijlage 1: Lopke en het Elzenhof<br />

Lees het verhaal van Lopke en het Elzenhof. Beantwoord daarna de volgende vragen.<br />

Hoe werkt de school van Cindy?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Wat is het verschil met onze school?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Mama vindt het belangrijk dat Lopke de kinderen van de school van Cindy niet uitlacht.<br />

Wat vind jij?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 46


Welke vragen heb jij nog over deze school?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 47


Bijlage 2: Verhaal<br />

Wie er anders uitziet of zich anders gedraagt, hoort er ook bij!<br />

Vandaag is er in onze klas iets vreemds gebeurd. Bijna niet te geloven!<br />

De juf vroeg of iemand van ons wist wat voor postzegel er op een gewone brief moest.<br />

‘Een van 2 euro!’ riep Jeroen uit. Jeroen wil meestal als eerste antwoorden en daardoor<br />

denkt hij vaak niet lang genoeg na. Wat hij zegt, klopt dus niet altijd.<br />

Sofie tikte op haar voorhoofd. ‘Domkop! Dat is toch veel te veel!’<br />

‘Je bent zelf dom!’ zei Jeroen boos. Sofie haalde haar schouders op.<br />

‘Als je er te veel opplakt, is dat niet erg’, meende Liselot. ‘Alleen als er te weinig opzit,<br />

krijg je een boete.’<br />

‘Rijke stinkmadam!’ gilde Simon. ‘We hebben niet allemaal een zwembad in onze tuin,<br />

hoor!’ De hele klas lachte, ik ook. Het was grappig dat Liselot eens op haar nummer werd<br />

gezet. Die besefte nooit hoe ze ons met al haar dure spelletjes jaloers maakte.<br />

Trillend van woede stond Liselot op. ‘Ik ben tenminste niet zo’n armoedzaaier als jij,<br />

Simon!’ riep ze luidkeels. ‘Ik heb geen gaten in mijn sportschoenen!’<br />

Het werd stil. Dit was niet meer grappig. Simons vader was werkloos en misschien zaten<br />

zijn ouders echt niet te popelen om hun geld aan nieuwe sportschoenen uit te geven. We<br />

keken een beetje hulpeloos naar de juf, maar die staarde strak naar haar bureau. Alsof<br />

ze er helemaal niet bij was.<br />

‘Het doet er toch niet toe wat voor kleren iemand aan heeft’, probeerde Maarten de<br />

boel te sussen.<br />

‘Ja, dat is aan jouw kleren wel te merken’, riep Steven. ‘Vogelverschrikker!’<br />

‘En jij bent belachelijk met die gel in je haar!’ riep Laura.<br />

‘En jij bent een sproetenkop!’<br />

‘Brilkikker!’<br />

‘Vet varken!’<br />

‘Idioot!’<br />

De juf stond zo snel op dat haar stoel omviel. Ze raapte hem niet op.<br />

‘Zo is het genoeg’, zei ze kalm. ‘Ik denk dat het tijd is om jullie iets te laten zien.’<br />

Ze deed haar wollen vest uit en stroopte langzaam de linkermouw van haar hemdblouse<br />

op. We beseften opeens dat we onze juf nog nooit met blote armen gezien hadden. Ze<br />

droeg altijd kleren met lange mouwen, zelfs toen het in september bloedheet was.<br />

Onder de mouwen verscheen een grote, langwerpige, bruine vlek. De kleur van koffie<br />

waar een beetje melk in zit.<br />

‘Ik had deze vlek als kind al’ begon de juf. ‘Het is een moedervlek: ik ben ermee geboren.<br />

Op school lachten veel kinderen me ermee uit. Ze noemden me halve neger of poeparm.<br />

Ik smeekte mijn moeder in de zomer om kleren met lange mouwen, maar zij vond dat ik<br />

me niet moest aanstellen. Later ging ik me zo kleden dat niemand het nog merkte. Alleen<br />

mensen die mij heel goed kenden, mochten mij zonder mouwen zien. Van hen was ik niet<br />

bang.’<br />

De juf liet haar blik over ons glijden. Een voor een keek ze ons aan. ‘Er zijn heel wat<br />

dingen die je niet zo goed kunt wegstoppen als een vlek op je arm. En als mensen je dan<br />

uitschelden, doet het pijn.’<br />

Een paar kinderen knikten. Dat hadden we net meegemaakt.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 48


‘Meestal schelden mensen je uit om dingen waar je niets aan kunt doen’, ging de juf<br />

verder.<br />

‘Wat voor karakter je hebt of hoe je eruit ziet, dat heb je lang niet helemaal in de hand.<br />

Natuurlijk lucht het wel eens op om te schelden. Maar vaak komt het veel harder aan<br />

dan je denkt. En daarom wilde ik met jullie afspreken dat we in de klas elkaar niet gaan<br />

uitlachen of uitschelden. We nemen elkaar zoals we zijn. Morgen hang ik boven de deur<br />

een bordje met de<br />

woorden ‘scheldvrije ruimte’. Ik heb er alleen nog een tekeningetje bij nodig. Bij een<br />

rookvrije ruimte hoort een doorgestreepte sigaret. Jullie mogen nu allemaal een<br />

afbeelding bedenken voor onze scheldvrije ruimte. Ik ben benieuwd!’<br />

We gingen schoorvoetend aan het werk. Opeens moest ik grinniken. Als we nog eens<br />

begonnen te schelden in onze klas, hoefde de juf enkel haar mouw op te trekken. Dat<br />

zou volstaan om ons meteen te laten ophouden.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 49


Lopke 5 de leerjaar 5.8<br />

Titel EERSTE COMPUTERLEERC<strong>EN</strong>TRUM VOOR KANSARME<br />

JONGER<strong>EN</strong>!<br />

Kansarmoede en de digitale kloof<br />

Doel De kinderen lezen en becommentariëren een krantenartikel rond<br />

kansarmoede en computers.<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Lopke heeft thuis niet veel financiële middelen. Dat uit zich op<br />

verschillende manieren, onder andere doordat ze geen gsm en<br />

computer heeft thuis. In dit krantenartikel lezen we over het eerste<br />

computerleercentrum voor kansarme jongeren.<br />

Benodigdheden Krantenartikel “Eerste computerleercentrum voor kansarme jngeren”<br />

Mogelijkheden Klassikaal lezen en bespreken<br />

In groepjes bespreken<br />

Een eerste maal individueel lezen in een contractwerk, nadien er<br />

klassikaal op terugkomen voor de bespreking, bijvoorbeeld in een<br />

kringmoment.<br />

Verloop De kinderen lezen het artikel.<br />

Ze nemen het werkblad en proberen alleen, in duo’s of in groepjes de<br />

vragen op te lossen.<br />

In de bespreking kunnen – naast de vragen van het werkblad – ook<br />

nog de volgende elementen aan bod komen:<br />

o Welk werk verricht “Link in de Kabel”?<br />

o Zou dit voor kinderen als Lopke een oplossing kunnen zijn?<br />

o Zit jij thuis vaak aan de computer? Zou je deze kunnen<br />

missen? Zou jij dan geholpen zijn met zo’n<br />

computerleercentrum?<br />

o Wat bedoelen ze juist met ‘digitale kloof’?<br />

o Kan iedereen in de klas al een e-mail verzenden, zoals Lopke<br />

deed? Wie kan het de kinderen die het nog niet kunnen,<br />

aanleren?<br />

Bijlagen Bijlage 1: Krantenartikel 11<br />

11 De Standaard 25 oktober 2010<br />

Bijlage 2: Werkblad bij het artikel<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 50


Bijlage 1: Krantenartikel<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 51


Bijlage 2<br />

Werkblad bij het krantenartikel<br />

Lees het artikel aandachtig. Onderlijn de woorden, begrippen die je niet<br />

kent.<br />

Zoek de betekenis van deze woorden, begrippen op in een woordenboek,<br />

encyclopedie, of online via www.vandale.nl/vandale/opzoeken/woordenboek<br />

of via www.wikipedia.be .<br />

Wat je wil onthouden, kan je hieronder noteren.<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Schrijf in een paar zinnen de kern van het artikel neer. Welke<br />

boodschap wil men geven?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Vind jij het belangrijk om een computer te hebben? Waarom wel of<br />

niet?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Vind jij het voor jezelf belangrijk om een internetverbinding te hebben,<br />

of er gebruik van te kunnen maken? Waarom wel of niet?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Het probleem van de digitale kloof stelt zich uiteraard niet alleen in het<br />

Leuvense. Weet je hoe er in met dit probleem wordt omgegaan? Ken je<br />

plaatsen waar kinderen/jongeren gratis gebruik kunnen maken van een<br />

computer met internetverbinding?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 52


Lopke 5 de leerjaar 5.9<br />

Titel GOEDKOPE VRIJETIJDSBESTEDING<br />

Doelen De leerlingen vergelijken vrijetijdsbestedingen en hoe duur deze<br />

zijn.<br />

Ze bedenken goedkope alternatieven.<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Lopke heeft geen computer thuis, maar kan op school of in de<br />

bibliotheek gratis gebruik maken van een computer.<br />

Lopke kan niet met Tom naar de film, want dat is erg duur. Ze vraagt<br />

een DVD te leen aan Annelies.<br />

Benodigdheden Flappen en stiften<br />

Verloop Mogelijke opeenvolging van activiteiten:<br />

Fase 1<br />

De kinderen worden onderverdeeld in groepjes van 4.<br />

Op een groot blad schrijven ze allerlei activiteiten op die ze doen in<br />

hun vrije tijd.<br />

Ze ordenen deze activiteiten in drie kolommen: links die wel wat<br />

geld kosten, in het midden de activiteiten die weinig geld kosten,<br />

rechts de activiteiten die geen geld kosten.<br />

Voor de dure activiteiten proberen ze zoveel mogelijk alternatieven<br />

te bedenken, net zoals Lopke niet naar de cinema gaat, maar een<br />

DVD huurt.<br />

Bespreek de resultaten; bekijk met de leerlingen of hun<br />

onderverdeling klopt: zijn de gratis activiteiten wel écht kosteloos?<br />

Fase 2<br />

Informatie zoeken over activiteiten die in de buurt plaatsvinden.<br />

Heeft de culturele dienst brochures ter beschikking? Biedt de<br />

jeugddienst activiteiten aan? Welke jeugdverenigingen zijn er?...<br />

Misschien kan er op de website wel informatie gevonden worden<br />

over het aanbod voor de jeugd?<br />

Kinderen die een hobby hebben die weinig tot geen geld kost,<br />

kunnen erover vertellen in de klas: bvb. lid van een jeugdbeweging.<br />

Belangrijk is dat de kinderen ervaren dat een hobby niet duur moet<br />

zijn om leuk te zijn.<br />

Fase 3<br />

Eventueel kunnen er met verenigingen afspraken gemaakt worden<br />

om eens een activiteit op school te komen doen, samen met de<br />

kinderen. Dit kan bvb. binnen atelierwerk georganiseerd worden.<br />

Zo maken de kinderen al doende kennis met mogelijke, haalbare<br />

vrijetijdsbesteding en wordt de drempel wellicht minder groot.<br />

Vrijetijdsmarkt organiseren waarin verschillende verenigingen zich<br />

actief komen voorstellen t.a.v. de kinderen.<br />

Ook de ouders kunnen hierbij betrokken worden. Als zij mee<br />

geïnformeerd worden, wordt de drempel nog wat kleiner.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 53


Lopke 5 de leerjaar 5.10<br />

Titel MMMMMM LEKKER!<br />

Gezond koken<br />

Doelen De leerlingen maken enkele gezonde hapjes klaar.<br />

De leerlingen formuleren ideeën om gezond te eten<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Oma Wiske zegt dat Kevin lekker dik geworden is. Kevin schept op dat<br />

ze alle dagen frieten eten. Lopke protesteert: het zijn soms ook<br />

hamburgers of pizza’s. Oma is verbaasd dat mama niet gewoon kookt.<br />

Lopke legt uit dat mama vaak veel te laat thuis komt van haar werk en<br />

dan ook heel erg moe is. Oma Wiske weet een oplossing: ze leert Lopke<br />

en Kevin om zelf een gezond slaatje te maken.<br />

Benodigdheden Zie bijlage<br />

Mogelijkheden Je kan voor deze activiteit ook ouders inschakelen.<br />

Je zou ook een namiddag ‘intercultureel koken’ kunnen organiseren,<br />

waarbij je verscheidene ouders vraagt om een typisch gerecht van<br />

hun streek te komen bereiden met de kinderen.<br />

Het geeft anderstalige ouders ook de kans om op een positieve<br />

manier een inbreng te doen in de klas, de school. Als je ouders<br />

persoonlijk aanspreekt, vind je zeker vrijwilligers!<br />

Maak wel duidelijke afspraken w.b. onkosten, zodat de drempel voor<br />

ouders zo laag mogelijk gehouden wordt.<br />

Verloop Zie bijlage 12<br />

12 Kuypers,N. ( 2005-2006). Koken met Nele. Kleuters en ik, 22 (1), 15-18.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 54


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 55


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 56


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 57


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 58


Lopke 5 de leerjaar 5.11-6.11<br />

Titel ZIE WAT IK HIER ALLEMAAL VIND<br />

De kringwinkel, de vintage!<br />

Doelen De kinderen onderzoeken het thema”kringwinkel” inhoudelijk door<br />

kleine onderzoeksgemeenschappen te vormen.<br />

De kinderen verbinden hun eigen ervaring aan de systemen van de<br />

georganiseerde recyclage.<br />

De kinderen ontdekken alternatieven voor het consumptiegedrag<br />

van onze maatschappij.<br />

De kinderen bekijken het werk van de kringwinkels en soortgelijke<br />

initiatieven vanuit verschillende perspectieven (werkgever,<br />

werknemer, klant, …)<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Lopke koopt kledij in de kringwinkel. Ook als mama, Lopke en Kevin<br />

verhuizen naar een appartement kopen ze wat meubilair én een<br />

computer in de kringwinkel.<br />

Benodigdheden Computer met internetaansluiting<br />

Oude kledij die mag verwerkt, herwerkt, herbruikt,… worden<br />

Mogelijkheden Opzoeken van informatie via websites: kan in groepswerk, kan<br />

tijdens contractwerk,… (ook afhankelijk van de mogelijkheden van<br />

de school)<br />

Info doorgeven via de coöperatieve werkvorm ‘hetzelfde nummer<br />

groepen presentatie’ of via ‘Zoek de valse’.<br />

Bezoek aan een kringwinkel ‘Achter de schermen’<br />

Aansluitend op de tekst rond tweedehandskledij kan je kinderen<br />

vragen een oud kledingstuk mee te brengen om dit nieuw leven in<br />

te blazen.<br />

Creatieve verwerking met oude kledingstukken<br />

Verloop<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Best kan je even checken bij de leerkrachten van de tweede graad wat zij rond<br />

de kringwinkel gedaan hebben. Anders kan de fiche van de tweede graad ook nog<br />

inspiratie geven.<br />

Intro: Info over de kringwinkel<br />

Je kan de klas de opdracht geven de kringwinkel uit de buurt (of<br />

kringwinkel in het algemeen) voor te stellen.<br />

De klas wordt in groepjes verdeeld en elke groep krijgt een deel<br />

van de opdracht.<br />

Mogelijkheden:<br />

o Hoe zit de organisatie in elkaar / waar vind je overal<br />

kringwinkels?<br />

o Wat is de missie van een kringwinkel?<br />

o Hoe komt men aan de winkelwaar? Hoe worden goederen<br />

ingezameld?<br />

o Wat gebeurt er met de ingezamelde goederen? Welke<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 59


stappen worden er gezet tot aan de verkoop?<br />

o Wat kan je allemaal kopen in een kringwinkel?<br />

De nodige informatie kan gevonden worden op de volgende<br />

website:<br />

www.kringwinkel.net; www.kringwinkel.com; www.dekringwinkel.be<br />

Op sommige sites kan je info over de kringwinkel in een bepaalde<br />

regio opvragen. Sommige kringwinkels hebben een eigen site.<br />

Kern<br />

Activiteit 1: Opzoekwerk en groepswerk<br />

Mogelijkheid 1: Het maken van een samenvattende flap<br />

Elke groep verwerkt de info rond zijn vraag en stelt deze voor op<br />

een flap.<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Heb je niet voor elke groep een computer ter beschikking, dan kan je deze<br />

opdracht in contractwerk steken. Na enkele contractsessies moet elke groep<br />

zijn presentatie klaar hebben.<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Belangrijk is dat de groep er voor moet zorgen dat elk lid van het team de flap<br />

kan uitleggen en bespreken. Hier is de groep zelf verantwoordelijk voor….<br />

Het doorgeven van de informatie gebeurt via een ‘hetzelfde<br />

nummer groepen presentatie’ 13 :<br />

o De groepen (teams) hangen hun resultaten (=flap) op<br />

o Elk lid van de groep krijgt een nummer van 1 tot 4 (of 5)<br />

o Er worden ‘hetzelfde nummer ‘groepen gevormd: alle<br />

nummers 1 vormen een groep, alle nummers 2 vormen een<br />

andere groep,… (zo krijg je in elke groep iemand van de<br />

verschillende (oorspronkelijke) groepen: alle expertise is<br />

in elke groep aanwezig)<br />

o Elke groep gaat bij het werk van een ander team staan<br />

o De vertegenwoordiger van het team in de groep licht de<br />

flap toe en beantwoordt de vragen<br />

o De ‘hetzelfde nummer groepen’ draaien door, totdat ze<br />

alles gezien hebben en elke teamvertegenwoordiger<br />

gehoord hebben.<br />

Mogelijkheid 2: Zoek de valse vragen 14<br />

Een tweede mogelijkheid bestaat erin dat je geen samenvattende<br />

flappen laat maken, maar dat je de groepjes uitdaagt om 3 ‘zoek<br />

de valse-vragen’ op te stellen waarbij de andere groepen moeten<br />

13 Kagan, S., Kopmels, D. & de Jaeger, B., (2007), Coöperatief Vergaderen voor. Professionals. Vlissingen:<br />

Bazalt.<br />

14 Idem<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 60


aangeven wat de valse uitspraak is.<br />

o De groepjes moeten m.a.w. drie keren drie uitspraken<br />

zoeken waarvan er 2 correct zijn, maar 1 foutief.<br />

(Ze moeten proberen dit zo onopvallend mogelijk te doen,<br />

zodat de anderen echt wel moeten zoeken…. )<br />

De vragen worden opgehangen<br />

De andere groepen gaan op zoek: ze mogen gaan zoeken op<br />

internet, via de websites van de kringwinkels.<br />

Activiteit 2:Eventueel bezoek aan de kringwinkel<br />

Je kan aan de kringwinkel vragen om een bezoek achter de<br />

schermen te mogen brengen.<br />

Bedoeling is dan dat de leerlingen met eigen ogen kunnen zien hoe<br />

er in een kringwinkel gewerkt wordt.<br />

Dit kan eventueel gebeuren met enkele voorwerpen die door de<br />

kinderen zelf of door de klas worden meegebracht als<br />

herbruikbaar. Ze volgen dan de weg die deze voorwerpen afleggen<br />

tot ze in de winkel liggen te wachten op een koper.<br />

Activiteit 3: Vintage<br />

Situatieschets<br />

Oma vertelt aan Lopke dat je in de kringwinkel leuke, betaalbare<br />

kledij kan vinden. Lopke gaat er naar toe en vindt er haar gading.<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Tweedehandskledij is tegenwoordig in. Het is geen randverschijnsel meer dat<br />

enkel voor mensen met financiële problemen bedoeld is…<br />

De leerlingen lezen de tekst in bijlage rond tweedehandskledij en<br />

vintage. Ze lossen ook de bijhorende vragen op.<br />

Mogelijke, creatieve verwerking:<br />

o Laat de leerlingen oude kledij (die niet meer gedragen<br />

wordt) meebrengen en laat hen er een nieuwe creatie mee<br />

maken, gaande van een nieuw modeontwerp, over een<br />

handtas van het bovenste deel van een jeansbroek, tot een<br />

kussen van een T-shirt.<br />

o Met de nieuwe creaties kan zelfs een modeshow<br />

georganiseerd worden<br />

Afsluiting<br />

De kinderen plannen een modeshow voor ouders en grootouders.<br />

Bijlage Bijlage: Tweedehandskledij en vintage<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 61


Bijlage: Tweedehandskledij en vintage<br />

In de kringwinkel en in tweedehandskledingwinkels vind je vaak hele goede en<br />

tegelijkertijd goedkope kledij. Tegenwoordig hoor je ook wel de naam ‘vintage’<br />

gebruiken. Wat dat is, lees je hier:<br />

‘Vintage’ in Van Dale<br />

Als je vintage opzoekt in Van Dale staat er als eerste verklaring “aanduiding dat voor de<br />

desbetreffende wijnen druiven uit één oogstjaar gebruikt zijn”.<br />

Vintage heeft dus te maken met iets uit vervlogen tijden, iets dat beter wordt met de<br />

jaren.<br />

Definitie vintage op Wikipedia 15 :<br />

“Vintage is een modetrend, die staat voor een nieuwe interesse voor oude kleding.<br />

Meestal gaat het om designer kleding of handgemaakte kledingsstukken die typisch zijn<br />

voor een bepaalde tijdsgeest en die een zekere stilistische waarde hebben.”<br />

Vintage is dus eigenlijk een chique woord voor ‘tweedehands’: oude kleding wordt nieuw<br />

leven ingeblazen en gemixt met nieuwe kleding. Niet alle<br />

tweedehandskledij is vintage. Het gaat om mode in dezelfde stijl als<br />

bijvoorbeeld twintig of dertig jaar geleden. Vintage kledingstukken<br />

mogen echter geen vlekken vertonen of er versleten uit zien. Het is<br />

mooie kleding uit vervlogen tijden.<br />

Als zo vaak zijn het de filmsterren die een nieuwe golf van vintage<br />

mania hebben doen ontstaan. Het begon allemaal toen Julia Roberts een<br />

oude Valentino jurk droeg bij de Oscaruitreiking voor haar rol in Erin Brokovitch in<br />

2001.<br />

15 Wikipedia is een online-woordenboek (http://nl.wikipedia.org) met momenteel 227.814 artikelen in de Nederlandse<br />

taal. Het is een vrije encyclopedie op het web. Wikipedia is gratis en iedereen kan zonder aanmelding informatie zoeken,<br />

toevoegen of bewerken. Hierdoor kan Wikipedia wel geen garantie geven over de juistheid van de aanwezige<br />

informatie.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 62


Uiteraard hoeft het geen oude merkkledij te zijn die je hiervoor gebruikt! Want die<br />

merkkledij is duurder dan gewone tweedehandsspullen. Je kan ook hele leuke<br />

tweedehandsspullen vinden op vlooienmarkten, in tweedehandswinkels en het<br />

kringloopcentrum. Het verschil tussen echte vintage en tweedehandskledij is er maar<br />

één: de portemonnee!! Je kan evengoed voor heel weinig geld iets kopen. En het leuke is<br />

dat je heel creatief kan zijn! Veel leuker dus dan nieuwe kledij!<br />

Enkele vragen<br />

Heb jij een oud kledingstuk van jezelf of van iemand van je familie dat je nieuw leven<br />

zou kunnen inblazen?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….<br />

Vind jij het een goed idee om tweedehandskledij te dragen?<br />

Leg uit<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 63


Lopke 5 de leerjaar 5.12-6.12<br />

Titel IK B<strong>EN</strong> DE UNDERDOG<br />

De gevolgen bij het hebben van een beperking<br />

Doelen De kinderen kunnen de begrippen gehandicapt, minderheidsgroep,<br />

evenwaardig, mogelijkheden precies formuleren.<br />

De kinderen kunnen gepaste veralgemeningen maken in verband met<br />

volwaardig mens zijn<br />

De kinderen kunnen aangeven welke moeilijkheden mensen met een<br />

beperking ervaren.<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Lopke heeft een (stief)zusje in het Buitengewoon Onderwijs. Daar<br />

gaan kinderen naar school die op een of ander vlak extra<br />

ondersteuning nodig hebben o.w.v. een beperking. Er zijn ook kinderen<br />

bij met een fysieke handicap.<br />

Benodigdheden Opdrachtenblad<br />

Materiaal voor de opdrachten<br />

Kaartjes met handicap op<br />

Mogelijkheden Je kan van dit spel een klasdoorbrekende activiteit maken.<br />

Verloop Intro: Uitleg van de bedoeling van het spel<br />

In dit spel leren deelnemers aan den lijve hoe het leven met een<br />

handicap, een beperking kan zijn.<br />

Voorbeelden:<br />

o Eten, naar bed gaan, een bad nemen, … kunnen allemaal zaken<br />

worden die niet meer zo simpel zijn. Een tas dragen, de trap<br />

op of de afwas doen, wordt een hele klus.<br />

o Mensen met een handicap worden geconfronteerd met<br />

moeilijkheden waar mensen zonder handicap gedachteloos<br />

aan voorbij gaan.<br />

Kern: Inleefspel<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Het is belangrijk eerst het verloop van de activiteit door te lezen<br />

In het lokaal hangt een lijst met opdrachten .<br />

o De spelers moeten de opdracht binnen één uur uitvoeren.<br />

o Sommige opdrachten zijn doorlopend, zoals bijvoorbeeld een<br />

voorwerp dat altijd in beweging moet zijn.<br />

o Andere opdrachten moeten met de hele groep worden<br />

uitgevoerd.<br />

o Een opdracht is pas volbracht als alle spelers hun bijdrage<br />

hebben geleverd. Zo moet bijvoorbeeld iedereen helpen bij<br />

het maken van een schilderij.<br />

Mogelijke doorlopende opdrachten zijn:<br />

o De wielen van een fiets voortdurend in beweging houden.<br />

o Een haakwerkje van 15 steken moet minstens 3 meter lang<br />

worden.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 64


o Een zandloper mag nooit helemaal leeggelopen zijn.<br />

o Er moeten constant zeepbellen in de lucht hangen.<br />

o Vliegers vouwen.<br />

o Een schilderij maken.<br />

o Op het einde moet iedereen minstens één vlechtje in het<br />

haar hebben.<br />

Tot zover is het een gewoon spel. Maar voor het spel begint, moet<br />

de helft van de spelers een kaartje trekken. Op dit kaartje staat<br />

de handicap waarmee die spelers tijdens het spel zullen te maken<br />

hebben.<br />

Mogelijke handicaps, beperkingen zijn:<br />

o Twee handen op de rug houden<br />

o Eén hand op de rug houden<br />

o Niet spreken<br />

o Twee voeten samen bewegen<br />

o Je mag alleen achteruitlopen<br />

o Een donkere zonnebril op zetten; ev. blinddoek<br />

o Je mag enkel in gebarentaal spreken<br />

o Je mag enkel in het Frans of Engels praten<br />

o Je moet elk woord dat je zegt twee keer zeggen.<br />

o Je mag niets aanraken<br />

o Je mag niet opstaan….<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Zorg ervoor dat de handicaps toelaatbaar zijn en de kinderen geen schrik<br />

aanjagen. De bedoeling is inleven en daarom is een goede bespreking essentieel.<br />

Heb er wel aandacht voor dat de leerlingen de ‘handicap’ au sérieux nemen. Anders<br />

ervaren ze niet waarover het gaat.<br />

Zet een grote wekker in het midden van het lokaal.<br />

o Na het verstrijken van de helft van de speeltijd loopt de<br />

wekker af.<br />

o Alle spelers die tot nu toe te maken hadden met een<br />

handicap worden ervan verlost.<br />

o De andere spelers krijgen nu op hun beurt te maken met een<br />

handicap.<br />

o Ze trekken hiervoor allemaal een kaartje.<br />

Het zal van de spelers afhangen of ze elkaar helpen, maar dit is<br />

natuurlijk wel de bedoeling. Het moet duidelijk zijn dat iedereen<br />

altijd moet meewerken: het kan niet dat de groep zonder handicap<br />

alles doet en de anderen er gewoon blijven bijstaan.<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Je kan het spel nog wat ingewikkelder maken door aan te geven dat niemand<br />

langer dan 2 minuten met dezelfde opdracht mag bezig zijn. (Dit houdt je als<br />

leerkracht in het oog). Zo zorg je er nog sterker voor dat er naar elkaar gekeken<br />

moet worden en dat elk kind zijn bijdrage moet leveren.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 65


Afsluiting: Nabespreking<br />

Het spel wordt gevolgd door een nabespreking waarin volgende<br />

vragen aan bod kunnen komen:<br />

o Hoe voelt het om minder mogelijkheden te hebben dan<br />

anderen?<br />

o Hoe voelt het om meer mogelijkheden te hebben?<br />

o Werd je geholpen door de anderen?<br />

o Is een handicap altijd iets lichamelijks?<br />

o Op welke andere manieren kan je tot een minderheidsgroep<br />

behoren?<br />

o Ken je zulke minderheidsgroepen?<br />

o Wie bepaalt dat een bepaalde groep mensen tot een<br />

minderheidsgroep behoort?<br />

De kinderen formuleren besluiten.<br />

Bron Centrum Informatieve Spelen 16<br />

Bijlage Bijlage: Opdrachtenblad<br />

16 CIS@spelinfo.be<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 66


Bijlage: Opdrachten<br />

Jullie moeten een autootje voortdurend tussen twee tafels<br />

laten rijden.<br />

Een toren van 10 blokken moet blok per blok in het midden van<br />

de klas rechtop gezet worden. De blokken liggen aan de zijkant<br />

in een doos. Niemand mag meer dan één blok verplaatsen.<br />

Er moeten voortdurend knikkers in de knikkerbaan rollen..<br />

Er moeten constant zeepbellen in de lucht hangen.<br />

Jullie moeten … vliegers vouwen.<br />

Jullie moeten een schilderij maken van ... Iedereen moet een<br />

zichtbare bijdrage leveren.<br />

Een kledingketting maken waarin van elk kind minstens één<br />

kledingstuk terug te vinden is (kleding ruim bekeken: ook een<br />

sjaaltje, een zakdoek,…)<br />

Op het einde moet iedereen met lang haar minstens één<br />

vlechtje in het haar hebben.<br />

…<br />

Jij mag alleen achteruitlopen Eén hand wordt op de rug<br />

gehouden<br />

Je mag niet spreken!<br />

Je twee voeten samen bewegen<br />

Je moet blijven zitten<br />

Je hebt een donkere<br />

zonnebril op/ blinddoek om<br />

Jij mag enkel in het Frans of<br />

Engels praten<br />

Je mag niet opstaan<br />

Je mag niets aanraken<br />

Jij mag enkel in gebarentaal<br />

spreken<br />

Jij moet elk woord dat je zegt<br />

twee keer zeggen.<br />

….<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 67


Lopke 5 de leerjaar 5.13-6.13<br />

Titel Optioneel: IK B<strong>EN</strong> GEWOON E<strong>EN</strong> M<strong>EN</strong>S<br />

Doelen De kinderen kunnen hun levensboom tekenen<br />

De kinderen ontdekken doorheen de eigen levensboom de<br />

verscheidenheid van iedere mens.<br />

De kinderen ontdekken doorheen de activiteiten onderlinge<br />

verschillen en kunnen hiermee in hun dagelijks leven omgaan.<br />

De kinderen kunnen voorbeelden van racisme geven, kunnen<br />

vooroordelen in de maatschappij onderkennen en kunnen werkpunten<br />

hieromtrent formuleren voor zichzelf.<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Lopke heeft het minder breed dan andere kinderen in haar klas.<br />

Daarom denkt ze ook dat Tom haar niet zal zien staan. “Als ik mooiere<br />

kleren zou hebben, zou hij me wel zien staan”.<br />

Lopke is echter wel speciaal. Oma Lobelia zegt het zo: “Jij bent<br />

speciaal, dat mag je nooit vergeten. Op de hele wereld is er maar één<br />

Lopke zoals jij. En daarom ben je altijd mooi”.<br />

Benodigdheden Zonneland nummer “Ik ben gewoon een mens”.<br />

Mogelijkheden In het nummer staat aangegeven wat klassikaal kan uitgevoerd en<br />

besproken worden.<br />

De overige opdrachten en teksten kunnen individueel verwerkt<br />

worden.<br />

De beschrijving van de activiteiten vind je in het nummer.<br />

Verloop Intro: Bespreking familiefoto’s<br />

De kinderen praten over familiefoto’s en relaties.<br />

Kern<br />

Activiteit 1: Verwerken van het dossier in bijlage<br />

Er wordt de kinderen gevraagd een stamboom te tekenen.<br />

Tip voor de leerkracht<br />

In een aparte bijlage vind je een levensboom. Deze kan je ev. gebruiken i.p.v. een<br />

stamboom.<br />

Kinderen die leven in een nieuw samengesteld gezin kunnen de traditionele<br />

stamboom niet invullen, maar wel een levensboom. Hierin kunnen alle<br />

personen die heel dicht bij hen staan en hen helpen groot worden een<br />

plaatsje krijgen. Ieders gezinssituatie is anders, elke gezinssituatie kan in<br />

de levensboom ingevuld worden.<br />

Je kan en mag dit heel concreet maken. Benoem de verschillen die je in de<br />

levensboom kan tegenkomen: er is het traditionele gezin (mama, papa en<br />

de kinderen), het nieuw samengestelde gezin (een ‘nieuwe’ mama of papa<br />

erbij en soms ook broertjes en zusjes), de kinderen die bij mama wonen<br />

en regelmatig bij papa op weekend gaan (of bij papa wonen en bij mama op<br />

weekend gaan); er is het co-ouderschap; je hebt kinderen die hun papa of<br />

mama zelden of nooit zien; je hebt kinderen die geadopteerd zijn; er zijn<br />

kinderen waarvan één van de ouders gestorven is, of waarvan de vader<br />

onbekend is; er kan een stiefmoeder of stiefvader zijn; mama kan<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 68


samenwonen met een vriendin, papa kan samenwonen met een vriend,…<br />

Zorg ervoor dat de kinderen aanvoelen dat elke gezinssituatie respect<br />

verdient.<br />

De kinderen worden uitgenodigd zelf hun boom in te vullen:<br />

o Wie helpt hen om groot te worden? Wie staat het dichtst<br />

bij hen?<br />

o De kinderen mogen zelf beslissen voor wie ze een plaatsje in<br />

de levensboom willen: kinderen die geen grootouders meer<br />

hebben en die bijvoorbeeld hun buren ervaren als<br />

grootouders, kunnen deze mensen een plaats geven in hun<br />

levensboom,…<br />

o Je kan er ook de aandacht op trekken dat de mensen die het<br />

dichtst bij je staan ook in de boom dicht bij je staan: in de<br />

stam en de hoofdtakken. Wie verder van je afstaat, maar<br />

toch ook veel voor je betekent, kan dan eerder in een zijtak<br />

zijn plaatsje krijgen.<br />

Bespreek met de kinderen dat het zou kunnen dat Lopke haar<br />

levensboom anders invult: misschien betekent oma Lobelia nu meer<br />

voor haar dan papa?... Geen probleem: dit kan in een levensboom!<br />

Achteraf kan je de bomen bespreken: heb je iedereen een plaatsje<br />

kunnen geven? Laat de kinderen over hun levensboom vertellen.<br />

Afsluiting: Persoonlijke vormgeving van de boom<br />

De leerlingen geven vorm aan hun boom.<br />

o Tweedimensioneel<br />

o Eventueel driedimensioneel (met takken, bladeren, papier,<br />

tekeningen, foto’s,…).<br />

Bijlagen Bijlage 1: De levensboom: kan gebruikt worden i.p.v. het werkblad<br />

rond de stamboom dat je in het nummer van Zonneland vindt.<br />

Bijlage 2: Het bewuste nummer van Zonneland<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 69


Bijlage 1: Mijn levensboom<br />

Denk goed na wie jou helpt om groot te worden, wie er dicht bij jou staat.<br />

Vul hier je eigen levensboom in.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 70


Bijlage 1:<br />

Zonneland 17<br />

17 Zonneland. (1994). Ik ben gewoon een mens.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 71


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 72


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 73


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 74


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 75


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 76


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 77


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 78


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 79


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 80


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 81


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 82


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 83


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 84


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 85


Lopke 5 de leerjaar 5.14 - 6.14<br />

Titel Optioneel: 5,6 MILJARD MONDJES<br />

armoede en voeding<br />

Doelen De kinderen lezen het dossier en kunnen de vragen uit de tekst<br />

correct beantwoorden.<br />

De kinderen voeren de bijhorende opdrachten uit.<br />

De kinderen kunnen de problematiek van voedselschaarste en<br />

uitbuiting verwoorden in relaties van oorzaak en gevolg.<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Dossier uit Zonneland, dat ingaat op het gebrek aan voedsel in de<br />

wereld. Het geeft inzicht in enkele oorzaken van armoede. Lopke<br />

heeft het minder breed dan andere kinderen in haar klas. Er bestaat<br />

armoede in België, en spijtig genoeg in de hele wereld..<br />

Benodigdheden Zonneland dossier “5,6 miljard mondjes”.<br />

Mogelijkheden In het nummer staan opdrachten aangegeven. Deze kunnen in<br />

groepjes, individueel of klassikaal worden besproken.<br />

Je kan uit de mogelijke activiteiten plukken zoals je zelf wil.<br />

Verloop De beschrijving van de activiteiten vind je in het nummer.<br />

Bijlage Bijlage: Dossier uit Zonneland 18<br />

18 Themanummer Zonneland. (1994). 5, 6 miljard mondjes. Averbode: Zonneland<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 86


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 87


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 88


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 89


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 90


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 91


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 92


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 93


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 94


Lopke 5 de leerjaar 5.15-6.15<br />

Titel ANDERS DAN GEWOON?<br />

Selectie van kinderboeken voor het 5de leerjaar over ‘Mijn gezin,<br />

anders dan anders’<br />

Doel De kinderen nemen informatie op over verschillende gezinsvormen.<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Lopkes ouders zijn gescheiden. Mama heeft een nieuwe vriend: Danny.<br />

Danny heeft twee dochters: Daisy en Cindy. Ze zijn dus een nieuw<br />

samengesteld gezin.<br />

Deze verhalen behandelen het thema ‘mijn gezin, anders dan anders’:<br />

thema’s als echtscheiding, co-ouderschap, nieuw samengestelde<br />

gezinnen, eenoudergezinnen, ... komen in deze boeken aan bod.<br />

Referenties uit ‘Mijn gezin, anders dan anders. Keuzelijst. Boeken met kleuters,<br />

kinderen en jongeren uit niet-traditionele gezinnen in de hoofdrol. Marina Marissen<br />

en Martine Cammaert. Katholiek Centrum voor Lectuurinformatie en<br />

Biblioktheekwerk vzw (KCLB):<br />

Beerten, E.(1998). In het donker is het veilig. Amsterdam: Querido,<br />

ISBN 90-214-5241-3.<br />

11+ eenoudergezinnen, echtscheiding<br />

Boonen, S. (2002). Een houten aap met een boog. Hasselt: Clavis,..<br />

ISBN 90-6822-923-0<br />

10+ eenoudergezinnen, geheimen<br />

Boonen, S. (2001). Mijn mama is een cowboy. .Hasselt: Clavis.<br />

ISBN 90-6822-817-X<br />

9+ eenoudergezinnen, moeder-dochterrelatie, cowboys<br />

Gleitzman, M. (2002).Tatergat. Antwerpen: Facet.<br />

ISBN 90-5016-281-9<br />

11+ eenoudergezinnen, anders zijn, vader-dochterrelatie<br />

Noort, S. ( 1999). De poort.Amsterdam: Leopold,.<br />

ISBN 90-258-4150-3<br />

Noort, S. (2001) . Pol en het geheim in de verborgen tuin. Amsterdam: Leopold.<br />

ISBN 90-258-3030-7<br />

9+ eenoudergezinnen, armoede, vriendschap, detectives<br />

Schindler, N. & Pieper, C. (2000). En ik dan? Hasselt, Clavis,<br />

ISBN 90-6822-723-8<br />

Schindler, N. & Pieper, C. (2000). Broertje te koop. Hasselt, Clavis,<br />

. ISBN 90-6822-766-1<br />

9+ eenoudergezinnen, stiefvaders, jaloezie, gezinsuitbreiding, vriendschap.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 95


Lopke 5 de leerjaar 5.16<br />

Titel LOPKE EVALUATIE<br />

Doelen De kinderen maken een catalogus in verband met kansarmoede en<br />

Lopke.<br />

De kinderen reflecteren over hun ervaringen in verband met het<br />

werken rond Lopke.<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Met Lopke werkten de kinderen gedurende vele activiteiten rond<br />

kansarmoede<br />

Benodigdheden ‘Stille wand discussie’: Flappen met onderwerpen op, alcoholstiften.<br />

‘MMM’: M&M’s van verschillende kleuren.<br />

Mogelijkheden Een catalogus* 19 maken over waar je de voorbije periode rond werkte.<br />

Blad van Lopke invullen (vorm van evaluatie)<br />

Methodiek ‘stille wand discussie’ 20<br />

Methodiek ‘MMM’ 21<br />

Verloop Intro<br />

De leerkracht stelt verschillende mogelijke werkwijzen voor.<br />

Kern<br />

Activiteit 1: Een catalogus maken<br />

Maak samen een catalogus over waar je de voorbije periode rond<br />

werkte. De leerlingen kunnen een tekst, tekening, foto, een weergave<br />

van gevoelens, gedicht,… maken.<br />

Bundel nadien alle pagina’s en maak een mooi ontwerp voor de kaft.<br />

Activiteit 2: Het evaluatieblad van Lopke<br />

Laat de kinderen het blad van Lopke invullen: Zie bijlage<br />

Activiteit 3: Stille wand discussie<br />

Er hangen flappen op de muur met daarop de onderwerpen of vragen<br />

die je wil evalueren.<br />

o Iedereen loopt rond en schrijft commentaar op de flappen.<br />

o Anderen kunnen hier dan weer op reageren. Ondertussen mag<br />

niet gepraat worden, enkel geschreven.<br />

o Mogelijke vragen zijn:<br />

Wat wist je nog niet en heb je echt bijgeleerd van<br />

Lopke?<br />

Wat vond je het minst fijn?<br />

Wat vond je het allerfijnst?<br />

Wat zou je nog aan Lopke willen zeggen, voor we<br />

afscheid van haar nemen voor dit schooljaar?<br />

Hoe was mijn eigen inzet en medewerking?<br />

19 Geïnspireerd door Saey,P.& Van Eeckhout, M.(2005). Dubbel focussen. Canon Cultuurcel<br />

20 Steunpunt Jeugd. kadervorming<br />

21 Idem<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 96


Hebben alle kinderen goed kunnen meewerken?<br />

…(Kunnen de kinderen zelf aangeven wat ze nog willen<br />

evalueren?)<br />

Bespreek de flappen in de groep.<br />

Activiteit 4: MMM<br />

Zet verschillende potjes met M&M’ klaar, gesorteerd per kleur.<br />

o Iemand van de groep doet een uitspraak over de activiteit(en)<br />

en neemt één M&M van een bepaalde kleur.<br />

o Iedereen die het er mee eens is, neemt een M&M van<br />

diezelfde kleur.<br />

o Dan is een volgende persoon aan de beurt, die een ander idee<br />

of standpunt over de activiteit(en) wil inbrengen.<br />

Er kunnen slechts evenveel ideeën als kleuren worden ingebracht.<br />

Op het einde mogen de kinderen de verzamelde M&M’s opeten.<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Je kan afspreken dat iedereen in totaal slechts X-aantal M&M’s mag nemen, zodat<br />

iedereen goed moeten nadenken of ie het werkelijk eens is met de uitspraak.<br />

Houd je aan de afspraken die gelden binnen de school/klas wat snoepgoed betreft.<br />

Bijlage Bijlage: Evaluatieblad Lopke<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 97


Bijlage: Evaluatie Lopke<br />

Schrijf in de tekening van Lopke wat je fijn vond. Schrijf buiten<br />

de tekening links wat je het minst fijn vond. Schrijf buiten de<br />

tekening rechts wat je echt hebt bijgeleerd.<br />

.<br />

-<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 98

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!