05.09.2013 Views

VERHAAL EN ACTIVITEITENFICHES VIJFDE LEERJAAR

VERHAAL EN ACTIVITEITENFICHES VIJFDE LEERJAAR

VERHAAL EN ACTIVITEITENFICHES VIJFDE LEERJAAR

SHOW MORE
SHOW LESS

Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!

Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs<br />

LOPKE<br />

<strong>VERHAAL</strong> <strong>EN</strong> ACTIVITEIT<strong>EN</strong>FICHES<br />

<strong>VIJFDE</strong> <strong>LEERJAAR</strong>


Lopke en de liefde<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs<br />

<strong>VERHAAL</strong><br />

<strong>VIJFDE</strong> <strong>LEERJAAR</strong><br />

KOLET JANS<strong>EN</strong><br />

2006<br />

MET TEK<strong>EN</strong>ING<strong>EN</strong> VAN LIEVE SMETS <strong>EN</strong> LEERLING<strong>EN</strong> VAN DE<br />

HAGELANDSE ACADEMIE VOOR BEELD<strong>EN</strong>DE KUNST


1.<br />

Tom ziet haar niet staan. Dat is een feit, denkt Lopke, en bij feiten moet je je<br />

neerleggen. Alleen doen sommige feiten pijn in je buik.<br />

Tom doet niet vervelend tegen haar, dat niet. Hij moet van juf Katrien de<br />

mappen uitdelen en dat doet hij goed en snel. Hij blijft niet staan bij Lopkes<br />

bank, ook al zegt ze heel duidelijk ‘dankjewel’. Alleen bij Charlotte buigt hij zich<br />

voorover en zegt iets. Iets om te lachen, want Lopke ziet hoe Charlotte haar<br />

hand voor haar mond slaat en giechelt. Charlotte heeft een blauwe kuitbroek aan<br />

en een wit-met-groen truitje dat een klein streepje van haar buik laat zien.<br />

Charlotte ziet er altijd leuk uit.<br />

Om vier uur loopt Lopke een stukje mee met Annelies. Tot aan de bushalte, want<br />

Annelies komt met de bus naar school. Lopke kan te voet.<br />

‘Tom is vast op Charlotte’, zegt Lopke.<br />

Alleen Annelies weet dat zij stiekem een boon heeft voor Tom.<br />

‘Die giecheltrien’, zegt Annelies. ‘Wacht maar tot zijn ogen opengaan en hij jou<br />

ziet.’<br />

‘Dat is nu juist het probleem’, zegt Lopke. ‘Hij ziet me niet staan. Ik ben lucht<br />

voor hem.’<br />

‘Zonder lucht kun je niet leven’, lacht Annelies.<br />

‘Hoe kan ik hem laten merken dat ik besta?’ vraagt Lopke zich af.<br />

‘Stuur hem gewoon een sms-je. Of een mailtje’, bedenkt Annelies. ‘Dat doet<br />

iedereen.’<br />

‘Mm’, zegt Lopke.<br />

Ze kijkt haar vriendin van opzij aan. Zelfs Annelies vergeet het telkens. Dat ze<br />

bij Lopke thuis niet zwemmen in het geld. Dat ze niet zoals een heleboel anderen<br />

in de klas een gsm heeft. En dat mama er niet eens aan denkt om een computer<br />

te kopen! Ze zal iets anders moeten verzinnen.<br />

‘Daar is mijn bus!’ zegt Annelies.<br />

Lopke zwaait en loopt verder naar huis.<br />

Ze denkt aan Tom. Ze fantaseert hoe zij opeens iets slims zegt en zijn aandacht<br />

trekt. Waarom Tom? Dat weet niemand.<br />

Met Annelies heeft ze het er vaak over gehad hoe een jongen moet zijn om leuk<br />

te zijn. Niet te stoer, maar ook niet te verlegen. Hij moet er goed uitzien. Niet<br />

al te kort haar, vindt Lopke. Ze houdt er wel van als het haar nog een beetje kan<br />

wapperen. Annelies is het daar niet mee eens. ‘Stekeltjes kunnen ook heel leuk<br />

zijn’, zegt die. ‘Hij moet vooral niet bang zijn om normaal te doen’, meent Lopke.<br />

Sommige jongens stompen elkaar voortdurend. Ze willen altijd de baas spelen of<br />

ze hangen de clown uit tot iedereen er genoeg van heeft. Of ze praten met<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 1


elkaar in een raar taaltje dat haast niemand begrijpt. Dat vinden ze cool. Daar<br />

moet Lopke niets van hebben.<br />

Tom is niet zo. Hij doet gewoon. En toch vindt Lopke hem buitengewoon. Leg<br />

zoiets maar eens uit!<br />

Altijd als Lopke aan Tom denkt, vliegt er een blij vogeltje rond in haar buik.<br />

Maar als ze aan Charlotte denkt, wordt die vogel opeens een nijdige stormvogel.<br />

Lopke schopt keihard tegen een steentje, dat afketst tegen een lantaarnpaal.<br />

Het leven kan knap ingewikkeld zijn!<br />

2.<br />

Lopke vist de sleutel uit haar schooltas. Achter de deur klinken stemmen door<br />

elkaar. De zware bromstem van Danny, de nieuwe vriend van mama. Mama’s eigen,<br />

hoge stem. En de stem van Daisy, de<br />

dochter van Danny die één jaar jonger is<br />

dan Lopke maar heel wat meer durft te<br />

zeggen… Haar broertje Kevin hoort ze niet.<br />

En Cindy, het kleine zusje van Daisy, komt<br />

straks pas, met de schoolbus. Lopke duwt<br />

de deur open. Het smalle gangetje van het<br />

rijhuis in de Leuvensestraat leidt recht<br />

naar de keuken. Ze wonen nu al meer dan<br />

een jaar in Aarschot, en al bijna drie<br />

maanden in dit huis. Daarvoor heeft Lopke<br />

altijd in Leuven gewoond. Dat was toen haar<br />

mama en haar papa nog bij elkaar waren.<br />

Kevin rijdt met twee autootjes achter<br />

elkaar over de grond. Hij maakt met zijn<br />

lippen zachte bromgeluidjes. Daisy zit aan<br />

de keukentafel met een pak<br />

chocoladewafels. Die eet ze één voor één<br />

op. Danny ligt zoals gewoonlijk op het opklapbed, waar hij en mama op slapen. Er<br />

zit een gordijn voor dat zelden dicht is. Mama stift haar lippen voor een<br />

spiegeltje aan de muur. Ze trekt haar schoenen aan en pakt haar tas.<br />

‘Lopke kind,’ zegt ze. ‘Ik moet er vandoor. Er staan een paar pizza’s in de<br />

koelkast, die hoeven jullie maar op te warmen.’ Ze drukt een kus op Lopkes haren<br />

en stapt de deur uit. Vanaf vijf uur maakt ze schoon op een groot kantoor. Eerst<br />

moet ze met de bus naar het industrieterrein. Als ze thuiskomt is het laat. Dan<br />

heeft ze pijn aan haar voeten en wil ze alleen nog tv kijken.<br />

‘Heb je huiswerk?’ vraagt Danny aan Daisy.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 2


‘Niet veel’, antwoordt ze. Ze pakt haar schooltas en het pak chocoladewafels en<br />

wil naar haar kamer lopen.<br />

‘Hé’, zegt Lopke. ‘Ik wil ook een chocoladewafel.’<br />

Zonder iets te zeggen gooit Daisy een wafel op tafel. Dan loopt ze de keuken uit.<br />

Lopke hoort een kraakgeluid. Dat is het trapje van het stapelbed van Daisy en<br />

Cindy. Daisy slaapt boven. Ze heeft een discman waarmee ze naar haar favoriete<br />

cd’tjes luistert. Daar kan ze uren mee bezig zijn.<br />

Biep-biep, biep-biep! Danny komt moeizaam overeind en haalt zijn gsm uit zijn<br />

achterzak. Hij leest het bericht. Dan vist hij zijn schoenen onder het bed<br />

vandaan en begint ze aan te trekken.<br />

‘Ik ga naar mijn maat Jef’, zegt hij. ‘Ik kan hem helpen met een klus.’<br />

Lopke knikt. Danny gaat nog even langs Daisy. ‘Jij zorgt wel voor de pizza’s!’ zegt<br />

hij tegen Lopke. Dan stapt hij de deur uit.<br />

Heel even is het stil in huis. Cindy is er nog niet, die loopt altijd te zingen. Kevin<br />

speelt zonder opkijken met zijn autootjes. Daisy ligt op haar bed. Lopke staart<br />

naar de keukentafel. Daar ligt de gsm van Danny. Die is hij vergeten.<br />

Langzaam gaan haar handen erheen. Ze weet dat het niet mag. Danny is niet vaak<br />

kwaad. Maar toen Daisy eens zijn gsm had gebruikt, was hij woest geworden. Van<br />

zijn gsm moet iedereen absoluut afblijven. Maar Lopke denkt aan Tom en ze<br />

neemt de gsm in haar handen. Ze weet best hoe het moet, ze heeft het Annelies<br />

al zo vaak zien doen. Eerst moet je met je duimen een bericht typen. Daarna<br />

moet je het nummer intikken. Het nummer van Tom kent ze van buiten. Ze heeft<br />

het hem horen dicteren aan Charlotte vorige week, toen die zat te showen met<br />

haar nieuwe gsm.<br />

Kevin kijkt op van zijn autootjes. Hij staart naar de gsm in Lopkes handen. Lopke<br />

keert hem haar rug toe. Snel, voordat Cindy thuiskomt, wil ze een berichtje<br />

sturen.<br />

‘Ik vind je leuk. xxx van L.’<br />

Gauw, voordat ze zich kan bedenken, tikt Lopke het nummer in. Ze duwt op de<br />

toets ‘verzenden’. Ziezo, het is gebeurd. Daar gaat de deurbel. Dat is vast Cindy.<br />

Snel legt Lopke de gsm van Danny weer op de keukentafel. Ze knipoogt naar<br />

Kevin, maar die kijkt weg. Cindy valt zingend de deur binnen.<br />

3.<br />

Om zeven uur warmt Lopke twee pizza’s op in de oven. Daisy zet de tv aan met<br />

haar lievelingsprogramma. Cindy en Lopke kijken mee, met hun bord op schoot op<br />

de bank. Alleen Kevin blijft rondjes rijden met zijn autootjes en steekt af en toe<br />

een hap pizza naar binnen. Pas om halftien komt mama thuis. Ze schopt haar<br />

schoenen uit en eet een stuk koude pizza voor de tv. ‘Kevin, gauw naar bed jij!’<br />

zegt ze met haar mond vol.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 3


Dan komt Danny ook thuis. Hij vertelt over de klus, hoe hij Jef mocht helpen bij<br />

een verbouwing. In het zwart natuurlijk, maar alles is beter dan niks. Sinds<br />

Danny ontslagen werd bij de batterijenfabriek, probeert hij overal iets bij te<br />

verdienen.<br />

Opeens klinkt er vanaf de keukentafel ‘biep-biep! Biep-biep!’ Een bericht op de<br />

gsm van Danny. Lopke dwingt zichzelf om te blijven zitten. Danny leest het<br />

bericht en fronst zijn wenkbrauwen. ‘Lieve L, als jij bent wie ik denk dat je bent,<br />

vind ik jou ook leuk! Tom’ leest hij voor. ‘L’, zegt hij terwijl hij de kamer rond<br />

speurt. Kevin kijkt bang naar Lopke. Danny vangt zijn blik op. Hij trekt Lopke aan<br />

haar arm naar zich toe. ‘Heb jij aan mijn gsm gezeten, verdomme?’ roept hij.<br />

‘Heb ik niet duidelijk genoeg gezegd dat ik dat niet wil hebben?’ Hij briest. Lopke<br />

krimpt in elkaar. ‘Laat haar los, Danny’, zegt mama kalm. ‘Je weet niet eens of zij<br />

het wel gedaan heeft. Misschien was het wel verkeerd verbonden.’<br />

‘Ha!’ snuift Danny kwaad. ‘Daar geloof ik niks van.’ Hij propt de gsm in zijn<br />

achterzak en gooit Lopke een nijdige blik toe.<br />

‘Heb je een lief, Lopke?’ Daisy lacht plagerig.<br />

Lopke steekt haar tong uit. ‘Ik ga maar eens naar bed’, zegt ze. Ze geeft haar<br />

mama een kus. Mama legt haar handen even om Lopkes wangen en kijkt haar<br />

vragend aan. Maar Lopke zegt niks.<br />

Kevin slaapt al. Hij ligt in het midden van het bed. Voorzichtig duwt ze hem een<br />

beetje opzij en kruipt erbij. Soms zou ze wel willen dat ze net als Annelies een<br />

eigen kamer had en niet met haar broertje in één bed moest slapen. Maar zo<br />

lekker dicht tegen een warme, slapende Kevin, dat heeft ook wel iets.<br />

Lopke denkt aan Tom. Zou hij weten wie hem het berichtje heeft gestuurd? Als<br />

hij maar niet denkt dat ze Lien is, of Linde, die zitten ook bij haar in de klas.<br />

Misschien kan ze het morgen zien aan zijn ogen. Of hij anders naar haar kijkt<br />

dan vandaag. Ze kan bijna niet wachten.<br />

Vlak voordat ze in slaap valt, denkt Lopke nog even aan papa, alleen in Leuven. Hij<br />

woont in een appartement, niet ver van oma Lobelia. Dat is de oma van wie Lopke<br />

haar naam heeft geërfd. Hoe zou het met hem zijn? Mama moet niets meer van<br />

hem weten, maar Lopke laat hem niet los. Ze stuurt hem in gedachten een dikke<br />

kus.<br />

4.<br />

’s Nachts droomt Lopke dat ze in een klein bootje op zee vaart in een heftige<br />

storm. De wind giert om haar oren en de golven slingeren haar heen en weer. Als<br />

ze wakker wordt, is de storm een echte orkaan geworden. Mama gilt door de<br />

deuropening dat ze moeten opstaan. Ze heeft haar nachtkleed nog aan en haar<br />

haren pieken alle kanten op. Lopke kijkt op haar horloge: kwart voor acht al! Ze<br />

hebben zich overslapen!<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 4


Ze springt uit bed en trekt gauw een paar kleren aan. ‘Kom, Kevin, opstaan!’ roept<br />

ze tegen haar slaperige broertje. Ze kietelt hem in zijn buik tot hij geeuwend<br />

rechtop zit. ‘Pyjama uit, kleertjes aan!’ zegt ze. Kevin knikt en trekt heel<br />

langzaam zijn pyjamajasje over zijn hoofd. Lopke legt zijn T-shirt en zijn broek<br />

klaar. Dan loopt ze naar de badkamer voor een snel wasje. In de kamer van Daisy<br />

en Cindy is het stil. Lopke klopt op de deur. ‘Opstaan, we zijn te laat!’ roept ze.<br />

Ze duwt de deur open. Daisy ligt nog te slapen. Cindy kijkt haar slaperig aan.<br />

‘Kom, uit bed, de bus komt zo!’ zegt Lopke. Cindy knikt. Heel langzaam slaat ze<br />

het dekbed terug.<br />

Als Lopke terugkomt van de badkamer, is Daisy druk bezig zich aan te kleden.<br />

Cindy heeft nog niet meer dan één sok aangetrokken. Ze neuriet een liedje<br />

terwijl ze met de andere sok begint. Cindy is een schat, maar zich haasten kan<br />

ze niet.<br />

Lopke helpt Kevin met zijn veters en neemt hem mee naar de keuken, waar mama<br />

aan een hoog tempo boterhammen smeert. Danny ligt nog vast te slapen. Mama<br />

rent heen en weer met bekers melk en pakjes boterhammen. De bel gaat. ‘Dat is<br />

de bus van Cindy al!’ jammert mama. ‘Ik kan zo niet naar de deur!’ Ze heeft alleen<br />

haar dunne nachtkleed aan, niet eens haar kamerjas. Lopke zit op de wc. De bel<br />

gaat nog eens, en daarna niet meer.<br />

Cindy komt min of meer aangekleed de keuken binnen. Mama propt haar een<br />

boterham in de hand. ‘Lopke, loop eens vlug met Cindy tot om de hoek met de<br />

Strijdersstraat. Daar pikt de bus die jongen op die ook op haar school zit. Als<br />

jullie snel zijn, haalt ze het nog net.’<br />

Lopke pakt Cindy’s hand en haar schooltas en haast zich de deur uit.<br />

‘Kom, Cindy, rennen!’ zegt ze.<br />

Ze hollen het hele stuk tot de Strijdersstraat. Net als ze de hoek omslaan, zien<br />

ze de bus in de verte wegrijden.<br />

‘Te laat!’ zegt Lopke hijgend.<br />

Cindy maakt een vreemd, hoog geluidje. Lopke kijkt haar aan. Cindy huilt.<br />

‘Wil je zo graag naar school?’ vraagt Lopke.<br />

Cindy knikt.<br />

‘Jouw school is toch in Nieuwland, niet ver van de Leuvensesteenweg?’ vraagt<br />

Lopke. De Leuvensesteenweg is in het verlengde van hun eigen straat, de<br />

Leuvensestraat. Als je altijd rechtdoor loopt, kom je er vanzelf.<br />

‘Elzenhof’, knikt Cindy.<br />

‘Kom, we gaan er te voet heen’, besluit Lopke. ‘Misschien zijn we een beetje te<br />

laat, maar dat is niet zo erg. Ik breng je, ok?’<br />

Cindy lacht. Ze begint alweer te neuriën. Het is echt heel bijzonder hoeveel<br />

liedjes dat kind kent. De school van Cindy heet Elzenhof. Het is een speciale<br />

school. ‘Een school voor stomkoppen’, zegt Bjorn uit hun straat. Maar dat is niet<br />

waar. Cindy kan heel goed zingen. Ze kan ook prachtig versieren. Als zij stroop op<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 5


een pannenkoek giet, maakt ze altijd de mooiste rondjes. Van het eten op haar<br />

bord maakt ze kleine schilderijtjes. Op het tafeltje op haar kamer liggen<br />

speciale steentjes en pluimpjes die ze gevonden heeft. Alleen met cijfers en<br />

letters heeft het hoofd van Cindy het moeilijk. Dat gaat niet zo snel. Daarom<br />

gaat ze naar die speciale school.<br />

Lopke zet er flink de pas in. Cindy’s handje grijpt ze stevig vast. Ze kan het<br />

einde van de Leuvensestraat al zien. En dan komt de Leuvensesteenweg. Zo ver<br />

kan die school dan niet meer zijn.<br />

Ze steken over bij de stoplichten. ‘Leuvensesteenweg, zie je wel?’ wijst Lopke<br />

naar het straatnaambordje. Cindy knikt, ook al kan ze het nog niet lezen.<br />

‘Is je school nog ver?’ vraagt Lopke.<br />

Cindy haalt haar schouders op. ‘De bus rijdt zo’, wijst ze. Haar handen maken<br />

bochten. Lopke snapt het. Die bus gaat natuurlijk overal kinderen oppikken en<br />

rijdt niet langs de kortste weg naar school.<br />

In het begin staan de huizen net als in hun eigen straat dicht tegen elkaar. Maar<br />

stilaan komen er gaten tussen de huizen. Grote tuinen. Opslagplaatsen. Een wei<br />

met koeien. De huizen staan steeds verder uit elkaar.<br />

‘Zijn we al bijna bij je school?’ hoopt Lopke.<br />

Maar Cindy schudt haar hoofd.<br />

Lopke loopt stevig door. Af en toe moet ze een beetje vertragen, want Cindy’s<br />

beentjes worden moe. Nu moeten ze er toch bijna zijn? Zo lang kan die<br />

Leuvensesteenweg toch niet zijn? Of toch? Ze kijkt naar het huisnummer: 389.<br />

Zoveel huizen staan er niet in hun straat…<br />

Het is al negen uur. Haar eigen school is al lang bezig. Zou Tom merken dat ze er<br />

niet is? Zou hij aan haar denken? Annelies in elk geval wel, daar is ze zeker van.<br />

En dan eindelijk, achter een bosje, een zijstraat met een bordje ‘Elzenhof’. Vijf<br />

minuten later zijn ze er.<br />

‘Mijn school!’ zegt Cindy. Ze rukt zich los en rent naar een zijgebouw. Ze duwt de<br />

deur open en loopt naar haar klas. Lopke rent haar achterna.<br />

‘Juf Tinne!’ roept Cindy. ‘Ik heb de bus gemist.’<br />

Een juf met een groene lange broek en bruine krullen hurkt neer bij een jongen<br />

die schrijft. Ze kijkt op als ze Cindy hoort. ‘Goed dat je toch gekomen bent!’<br />

lacht ze. ‘Ga maar gauw zitten.’ Ze komt naar Lopke. ‘Heb jij Cindy gebracht? Ben<br />

je haar zus?’<br />

‘Ja!’ roept Cindy, terwijl Lopke haar hoofd schudt. Het is een beetje ingewikkeld<br />

om uit te leggen. Lopke kijkt haar ogen uit. De klas van Cindy ziet er veel leuker<br />

uit dan haar eigen klas. Niet meer dan tien kinderen. Een prima kussenhoek. Een<br />

heleboel computers. Een keigroot prikbord. Een jongen met een dikke bril komt<br />

naar Lopke.<br />

‘Kom jij ook in onze klas?’ vraagt hij.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 6


Lopke schudt het hoofd, maar de jongen trekt haar mee naar een tafel bij het<br />

raam. ‘Kijk, dat heb ik gemaakt!’ zegt hij fier. Het is een beest van klei. ‘Waw,’<br />

zegt Lopke, ‘is het een dinosaurus?’ De jongen lacht. ‘Ja, een dino!’ zegt hij.<br />

‘Ben je met de lijnbus gekomen?’ vraagt de juf.<br />

‘Nee, te voet’, legt Lopke uit. ‘We wonen in de Leuvensestraat en dus zijn we<br />

altijd rechtdoor gelopen…’<br />

‘Zo ver!’ zegt de juf. ‘Je moet maar met de bus terug gaan, dat gaat sneller. Heb<br />

je geld? Nee? Wacht, dan geef ik je mijn lijnkaart. Cindy kan hem morgen weer<br />

meenemen, ok?’<br />

Lopke zwaait nog even naar Cindy. Op de speelplaats is een klimrek en bankjes.<br />

Echt wel een toffe school! Dan slentert ze weer naar de Leuvensesteenweg.<br />

5.<br />

Vlakbij de zijstraat naar Elzenhof is een bushalte. Eigenlijk zijn het er twee: één<br />

aan elke kant van de straat. Om terug naar Aarschot te rijden, moet Lopke<br />

oversteken. Ze wacht netjes voor het zebrapad.<br />

Maar dan schiet er een gedachte in haar hoofd. De Leuvensesteenweg gaat vast<br />

naar Leuven. Als ze de bus aan deze kant neemt, komt ze vanzelf in Leuven. En in<br />

Leuven woont oma Lobelia… en papa. Oma Lobelia zag ze vroeger elke dag. Ze<br />

woonde maar twee straten verder. Om vier uur ging ze eerst naar haar, samen<br />

met Kevin. Nu heeft ze oma al zo lang niet meer gezien. Oma Lobelia is de mama<br />

van papa. Misschien wil mama ook met haar niets meer te maken hebben… Lopke<br />

durft het niet goed te vragen.<br />

Dan ziet ze de bus. Hij komt uit Aarschot en rijdt naar Leuven. Lopkes hart<br />

klopt supersnel. Ze loopt naar de bushalte. Ze is de enige die opstapt. ‘Rijdt deze<br />

bus naar Leuven?’ vraagt Lopke. De chauffeur knikt. ‘Tot aan het station’, zegt<br />

hij. Hij stopt haar lijnkaart in een machine en geeft hem weer terug. Lopke gaat<br />

gauw op een bankje zitten. Vanaf het station kent ze de weg wel. De bus<br />

vertrekt. Lopke is op weg naar oma.<br />

Het is bijna middag als de bus stopt aan het station in Leuven. Telkens sloeg de<br />

chauffeur weer zijstraten in om mensen op te pikken. Lopke stapt uit. Ze heeft<br />

een raar gevoel in haar buik. Een mengeling van honger en een beetje<br />

misselijkheid. Ze heeft vanmorgen niets gegeten. En achter in die bus draaide<br />

haar maag soms een beetje vreemd. Ze is blij dat ze weer vaste grond onder de<br />

voeten heeft. Ze loopt de grote straat tegenover het station in, waar heel veel<br />

winkels zijn. Dan slaat ze de eerste straat rechts in. Nu is ze er bijna. Als oma<br />

nu maar thuis is!<br />

De deur gaat bijna meteen open als Lopke aanbelt. ‘Lopke!’ roept oma. Ze slaat<br />

haar armen om Lopke heen. Oma lijkt nog kleiner en dikker dan Lopke zich<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 7


herinnerde. En haar haren staan nog altijd als een palmboom op haar hoofd.<br />

Lopke begint bijna te huilen, maar ze kan het nog net inhouden. Wat heeft ze<br />

oma gemist!<br />

‘Ben je hier helemaal alleen?’ vraagt oma.<br />

Ze trekt Lopke mee naar binnen en begint meteen pannenkoeken te bakken.<br />

Lopkes maag knort zo hard dat zelfs oma het hoort.<br />

Lopke vertelt hoe het komt dat ze hier is.<br />

‘Ben je zomaar alleen met de bus naar hier gekomen?’ vraagt oma.<br />

‘Het ging best. Ik ken de weg vanaf het station’, zegt Lopke.<br />

Oma zucht. ‘Ik heb liever dat je naar school gaat en zo, Lopke, dat weet je wel.<br />

Maar ik ben toch heel blij dat je hier bent. Het is veel te lang geleden!’<br />

De eerste pannenkoek landt op Lopkes bord en nu kan ze een hele tijd niet<br />

praten. Mm, wat zijn oma’s pannenkoeken lekker! Pas als ze er vijf op heeft, kan<br />

Lopke weer verder vertellen. Over het nieuwe huis en de nieuwe school in<br />

Aarschot. Over Danny. Over Daisy en Cindy. Over het werk van mama. Oma knikt<br />

en luistert.<br />

‘Ik heb goed nieuws over je papa’, zegt ze. ‘Hij werkt bij de stad. Hij moet mee<br />

de parken en bloembakken in orde houden. Hij heeft een oude auto gekocht. En<br />

hij maakt plannen om jou en Kevin op te zoeken.’<br />

Dat klinkt goed. Lopke hoopt dat het ook echt gebeurt. Dat papa zijn mooie<br />

plannen niet weer vergeet.<br />

‘Kan ik nog even naar hem toe?’ vraagt ze.<br />

Maar dat kan niet. Papa is aan het werk.<br />

Na het eten zit Lopke nog een hele poos met oma op de bank te praten. Ze<br />

vertelt over Annelies. En over Tom.<br />

‘Als ik mooiere kleren zou hebben, zoals Charlotte, zou hij mij ook zien’, zegt<br />

Lopke.<br />

Oma Lobelia neemt Lopkes gezicht tussen haar handen. Het ruikt een beetje<br />

naar pannenkoekendeeg. ‘Jij bent speciaal, dat mag je nooit vergeten’, zegt ze.<br />

‘Op de hele wereld is er maar één Lopke zoals jij. En daarom ben je altijd mooi.’<br />

Lopke knikt. Oma heeft natuurlijk gelijk. Maar misschien vindt Tom haar niet<br />

speciaal genoeg?<br />

‘Een jongen die alleen om je kleren geeft, dat is niks’, zegt oma. ‘Maar het kan<br />

geen kwaad om er leuk uit te zien. Daar heb je niet altijd veel geld voor nodig.<br />

Gewoon een beetje fantasie en veel durf.’<br />

Lopke kijkt naar oma Lobelia. Ze heeft een lang, oranjerood vest over haar<br />

zwarte broek. Niet echt een kleur die de meeste oma’s dragen. Maar het staat<br />

haar goed.<br />

‘Ik koop mijn kleren vaak in de kringwinkel’, vertelt oma. ‘Spotgoedkoop en je<br />

kunt er heel aparte dingen vinden. Niet zo’n hele rij dezelfde kleren als in andere<br />

klerenwinkels. Daar hou ik absoluut niet van. Soms moet je lang zoeken, maar dan<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 8


opeens vind je iets heel speciaals. Je moet er maar eens gaan kijken, in Aarschot<br />

is er ook zo’n winkel.’<br />

Later brengt oma Lopke naar het station en betaalt haar busrit terug. Ze zorgt<br />

ervoor dat ze om drie uur op de bus zit, zodat ze op tijd thuis is. Met een dikke<br />

knuffel nemen ze afscheid.<br />

‘Tot gauw, oma!’ roept Lopke nog.<br />

Oma Lobelia lacht en zwaait.<br />

De terugreis gaat veel sneller, vindt Lopke. Morgen gaat ze weer naar school.<br />

Dan kan ze Tom zien, en Annelies. Maar het was goed om vandaag oma te zien.<br />

Zou mama straks boos zijn?<br />

‘Lopke was niet op school vandaag’, klikt Daisy meteen als ze de keuken<br />

binnenstapt.<br />

Mama kijkt Lopke onderzoekend aan.<br />

Lopke vertelt over de bus van Cindy, over de lange weg naar school, over de bus<br />

die naar Leuven reed, over oma. Mama zegt niet veel.<br />

‘Oma Lobelia en jij, dat waren altijd twee handen op één buik’, zegt ze. ‘Dat komt<br />

ervan als je een naam van iemand erft: dan krijg je er ook een beetje het<br />

karakter bij.’ Ze lacht erbij. Lopke geeft haar zomaar opeens een zoen. ‘We<br />

moeten iets regelen zodat jullie elkaar vaker kunnen zien. En ook je papa’, zegt<br />

mama zachtjes. Kevin zegt niets, maar Lopke ziet dat hij goed luistert. Ze geeft<br />

hem een zachte stomp tegen zijn buik en trekt een gek gezicht. Kevin lacht en<br />

laat zijn autootjes in een razend tempo over de vloer rijden.<br />

6.<br />

‘Lopke, kijk daar die trui!’ roept Annelies. ‘Past precies bij de kleur van je ogen!’<br />

Het is woensdagnamiddag en Annelies en Lopke zijn samen naar de kringwinkel<br />

getrokken. Vanmorgen glimlachte Tom voorzichtig naar Lopke op school. Het was<br />

een vooruitgang, dacht Lopke. Nu nog een paar leuke kleren. Wie weet zou ze<br />

hier iets vinden! Lopke heeft van oma Lobelia vijf euro gekregen.<br />

Lopke trekt de trui tussen een stapel andere truien uit. De kleur is inderdaad<br />

schitterend diepblauw. En de wol is zacht als een poezenvelletje. ‘Zou hij niet te<br />

groot zijn?’ aarzelt ze. ‘Proberen!’ commandeert Annelies. Lopke trekt de trui<br />

over haar hoofd. De mouwen komen bijna tot haar duim, het middenstuk tot net<br />

over haar broekrand. ‘Precies goed’, besluit Annelies.<br />

Lopke kijkt naar het prijskaartje. Twee euro, leest ze dat goed? In een andere<br />

winkel zou deze trui zeker twintig euro kosten. Ze streelt de zachte wol.<br />

Annelies past een rood-wit gestreepte broek, maar die is te groot. Wel vindt ze<br />

een tof kort blauw rokje.<br />

In de kringwinkel hebben ze echt alles. Elektrische apparaten, met garantie<br />

erbij. Tv-toestellen. Stofzuigers. Lopke bedenkt dat mama hier misschien een<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 9


nieuwe dvd-speler kan kopen. Hun oude is kapot en ze hebben nog een heleboel<br />

dvd’s waar ze vroeger vaak naar keken. De prijzen zijn veel goedkoper dan in<br />

andere winkels.<br />

Ze lopen tussen kasten en bedden. Een heel rek met tapijten. Tafels vol<br />

speelgoed en rekken vol borden, koppen en glazen. Het leuke is dat elk ding<br />

anders is. Oerlelijk of saai of grappig of deftig of supermooi staan er<br />

broederlijk naast elkaar. Als je goed zoekt, vind je altijd wel iets leuks.<br />

‘O, sjaals!’ ziet Lopke opeens. Ze heeft op tv gezien dat een vrouw haar lange<br />

haren opknoopte met een sjaal. Dat wil ze ook graag proberen. De meeste sjaals<br />

zijn veel te bont, echt sjaals voor oude dames. Er staan bloemen of vogels op.<br />

Maar dan vindt ze een blauwe, precies een toon lichter dan de trui. Past er<br />

perfect bij. Lopke draait hem rond haar hoofd. ‘Zou ik deze om mijn haar kunnen<br />

doen?’ vraagt ze.<br />

Annelies probeert het. Eerst lukt het niet. De sjaal schuift telkens weg. Maar<br />

dan maakt ze een goede knoop en een hoge paardenstaart. Het ziet er heel apart<br />

uit. De sjaal kost maar vijftig cent. Lopke koopt ook nog een slakom voor mama,<br />

voor maar vijftig cent. De oude is vorige week gebroken. Annelies koopt het<br />

rokje en een schilderijtje van de zee.<br />

Opeens zien ze Robin en Glenn, die ook bij hen in de klas zitten. Ze vertellen<br />

honderduit over wat ze gevonden hebben. ‘Weet je wat, wij spelen hier altijd<br />

schattenjacht’, vertelt Glenn. ‘Dan zoeken we het mooiste stuk uit de hele winkel.<br />

Het speciaalste ding. Een soort schat, dus. Niet om te kopen, maar gewoon voor<br />

de lol.’<br />

‘Wij doen mee!’ zegt Lopke.<br />

Ze lopen de hele winkel door. Lopke ziet een grote lamp in de vorm van een<br />

ballon. Annelies kiest voor een kast met glazen deurtjes in een heleboel kleuren.<br />

Glenn vindt een glimmende trompet. Maar het is Robin die wint: hij heeft een<br />

scheepje in een fles ontdekt. Met zijn vieren staan ze er vol bewondering bij te<br />

kijken.<br />

‘We moeten naar huis, tot morgen!’ zegt Lopke dan. Bij de kassa staat een bord,<br />

waarop staat dat ze mensen zoeken met kennis van elektriciteit. Bij de winkel<br />

hoort ook een atelier waar ze toestellen herstellen voordat ze verkocht worden.<br />

Dat moet ik aan Danny vertellen, denkt Lopke.<br />

7.<br />

‘Toffe trui’, zegt Daisy de volgende ochtend, als Lopke voorbij haar kamer loopt.<br />

Lopke vindt dat een goed begin van de dag. Ze knoopt haar haren vast met de<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 10


lauwe sjaal en loopt fier rechtop de keuken in. Zelfs Danny kijkt haar<br />

verwonderd na.<br />

Op school begint het minder goed. De eerste die ze op de speelplaats ontmoet is<br />

Mira uit haar klas. Die slaat haar hand voor haar mond en wijst proestend naar<br />

Lopke. ‘Is het karnaval?’ vraagt ze.<br />

Lopke reageert niet en loopt gewoon verder. Rechtop, met haar hoofd omhoog.<br />

Ze denkt aan wat oma Lobelia gezegd heeft. ‘Jij bent speciaal, dus ben je altijd<br />

mooi.’ In de klas voelt ze de blikken van de anderen. Annelies knipoogt. Tom kijkt<br />

haar na met een bewonderende blik.<br />

In de middagpauze komt Tom vlak achter haar in de rij staan die aanschuift voor<br />

een drankje. ‘Was jij dat met dat sms-je?’ vraagt hij.<br />

Lopke glimlacht geheimzinnig.<br />

‘Nu heb ik je gsm-nummer’, zegt Tom.<br />

Lopke schrikt. ‘Nee, dat was de gsm van mijn stiefvader!’ roept ze uit. ‘Ik mag<br />

hem niet gebruiken!’<br />

Tom lacht. ‘Niet zo handig. Misschien is mailen gemakkelijker. Wat is je<br />

mailadres?’<br />

Lopke wordt rood en kijkt naar haar schoenen. Loopt het nu weer fout? Alleen<br />

omdat ze geen computer heeft?<br />

Dan trekt ze haar schouders naar achter en kijkt Tom recht aan.<br />

‘Ik heb geen mailadres’, zegt ze luid en duidelijk. ‘Want ik heb geen computer.’<br />

Zo. Nu moet hij zelf maar kiezen hoe belangrijk hij dat vindt.<br />

Tom schiet in de lach. Heel even denkt Lopke dat hij haar uitlacht, maar dan ziet<br />

ze de lieve lichtjes in zijn ogen en ze voelt het meteen in haar buik.<br />

‘Je hoeft toch geen computer te hebben om te kunnen mailen’, zegt Tom.’ Je<br />

kunt ook mailen bij ons in de klas, of in de bib. En een mailadres kun je gratis<br />

aanmaken. Zal ik het je straks laten zien?’<br />

Lopke straalt en knikt. Het vogeltje in haar buik fladdert van geluk. Omdat Tom<br />

met haar wil mailen. Omdat het niet erg is dat ze geen computer heeft. En omdat<br />

haar kleren leuk zijn.<br />

Na school blijft juf Katrien nog even in de klas werken. Tom mag voor Lopke een<br />

mailadres maken en haar leren hoe ze moet mailen. Zijn eigen mailadres zet hij<br />

alvast op haar lijstje. Lopke kijkt goed hoe hij het doet en probeert het dan<br />

zelf. Het lukt perfect.<br />

‘Kan ik nu mailen naar iedereen?’ vraagt ze.<br />

‘Naar iedereen met een mailadres’, zegt Tom.<br />

Lopke kent niet zoveel mensen met een mailadres. Maar toch is het leuk.<br />

‘Ik heb een mailadres!’ vertelt ze ’s avonds aan mama.<br />

Mama kijkt zorgelijk. ‘Hoeveel gaat dat weer kosten?’ vraagt ze.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 11


‘Helemaal niets!’ zegt Lopke triomfantelijk. ‘En op school en in de bib kan ik<br />

gratis mailen. Jij kunt ook een gratis adres maken en dan kan ik naar jou mailen<br />

en jij naar mij.’<br />

Mama kijkt haar sprakeloos aan.<br />

‘Waarom zou ik naar jou mailen? Ik zie je toch elke dag?’<br />

Lopke haalt haar schouders op. Ze ziet Tom ook elke dag, en toch wil ze best ’s<br />

avonds nog eens naar hem mailen. Maar dat is natuurlijk iets anders.<br />

8.<br />

Een paar dagen later gaat Lopke met Kevin naar oma Wiske. Die woont niet ver,<br />

een kwartier stappen ongeveer. Oma Wiske is lang en mager, net als Lopke. Ze<br />

heeft een lange, grijze paardenstaart.<br />

Eerst gaan ze met oma mee boodschappen doen in de winkel. Daarna kaarten ze<br />

samen. Lopke kent al veel kaartspelletjes. Die heeft ze van oma Wiske geleerd.<br />

Kevin leert het pas. Hij kan het nog niet zo snel.<br />

Lopke vertelt over het mailen. ‘Als jij een mailadres maakt, kan ik ook met jou<br />

mailen’, zegt ze. ‘Dat kan gratis in de bibliotheek.’<br />

‘Dat is me veel te ver’, zegt oma Wiske. ‘Kom jij maar gewoon op bezoek, dat is<br />

handiger, hoor! Ik doe vast van alles fout op die computer. Dan duw ik op het<br />

verkeerde knopje en wie weet waar mijn brief dan terechtkomt!’<br />

‘Het is een mail, oma, geen brief!’ lacht Lopke. Ze is even stil. ‘Misschien kan ik<br />

met oma Lobelia mailen’, zegt ze dan.<br />

Oma Wiske staat recht om eten klaar te maken. ‘Dat lijkt me een goed idee’,<br />

zegt ze. Op weg naar de keuken kriebelt ze Kevin in zijn buikje. ‘Wat ben jij<br />

lekker dik geworden!’ zegt ze.<br />

‘Wij eten alle dagen frieten!’ schept Kevin op. ‘Met veel ketchup en mayonaise!’<br />

‘Dat is niet waar, soms ook hamburgers of pizza’s’, protesteert Lopke.<br />

‘Kookt je mama niet gewoon normaal eten?’ vraagt oma.<br />

‘Mama is meestal te moe als ze terugkomt van het poetsen’, legt Lopke uit. ‘Dan<br />

heeft Danny meestal al iets gehaald: curryworsten met frieten of hamburgers.<br />

In het weekend kookt ze soms nog wel eens.’<br />

‘Frieten zijn heel lekker!’ zegt Kevin.<br />

‘Dat zal best, voor een keertje’, geeft oma Wiske toe. ‘Maar het is niet gezond<br />

om zoiets elke dag te eten. Veel te vettig en veel te weinig groente. Je wordt er<br />

dik van.’<br />

Lopke zucht. Als ze dat tegen mama zegt, ontploft die zeker. ‘Mama is echt moe,<br />

hoor, als ze na haar werk thuiskomt. En het is dan ook al laat.’<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 12


‘Dat begrijp ik’, zegt oma Wiske. ‘Maar ik dacht dat mannen ook konden koken.<br />

Zeker als ze de hele dag niets te doen hebben. Weet je wat, ik zal jullie een<br />

beetje leren koken!’<br />

Ze maken samen een slaatje van komkommer en tomaat. Kevin mag de<br />

komkommer in stukjes snijden. Lopke moet een sausje roeren van mosterd, olie<br />

en azijn. Het smaakt goed. Er is nog een groot stuk komkommer over. Dat stopt<br />

Kevin zomaar in zijn mond. Lekker.<br />

9.<br />

Van: lopke11@hotmail.com<br />

Aan: anneliezeke@yahoo.com<br />

Vrijdag 28 februari 2007 17.12u.<br />

Onderwerp: weekend<br />

Hoi Annelies!<br />

Ik zit hier in de bib. Ik heb een dringende vraag! Kan ik van jou een dvd lenen<br />

voor morgenavond? Liefst een keitoffe, spannende en ook een beetje grappige.<br />

Ik wil er samen met Tom naar kijken…<br />

Daarstraks toen jij al op de bus zat, kwam Tom naar mij toe met zijn fiets. ‘Hé,<br />

heb je zin om morgen mee naar de film te gaan?’ vroeg hij.<br />

Yes!!!<br />

Natuurlijk had ik daar zin in. Maar natuurlijk had ik daar geen geld voor. Gelukkig<br />

bedacht ik meteen dat hij bij mij thuis naar een dvd kon komen kijken. (Mama<br />

heeft intussen in de kringwinkel een dvd-speler gekocht, heb ik dat al verteld?)<br />

Dat vond hij een goed idee.<br />

Mama en Danny gaan morgenavond uit. Daisy en Cindy logeren het weekend bij<br />

hun oma. Dus alleen Kevin is in de buurt, en daar heb je nooit last van.<br />

Ik weet dat jij morgen nog naar de stad komt om te shoppen met jouw mama.<br />

Misschien kun je de dvd meenemen? Ik zal om 15u. op het plein staan, ok? Kies je<br />

een leuke?<br />

Zaterdag wordt dus al zeker tof.<br />

En zondag ook. Want papa heeft beloofd dat hij mij en Kevin de hele namiddag<br />

komt halen. Dan gaan we samen met oma Lobelia ergens naartoe.<br />

Het wordt een keitof weekend!<br />

Groetjes en tot morgen,<br />

Lopke<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 13


P.S. Weet je nog dat jij zei dat Toms ogen nog wel zouden opengaan? Je had<br />

gelijk! Ik moet toch ooit eens vragen of dat nu alleen door die trui kwam…<br />

Kolet Janssen leest voor uit ‘Lopke en de liefde’ tijdens het<br />

toonmoment van 2 mei 2007.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 14


Lopke in het Elzenhof<br />

<strong>VERHAAL</strong><br />

DERDE GRAAD<br />

JAN VAN D<strong>EN</strong> BOECK<br />

2006<br />

MET TEK<strong>EN</strong>ING<strong>EN</strong> VAN LIEVE SMETS <strong>EN</strong> LEERLING<strong>EN</strong> VAN DE<br />

HAGELANDSE ACADEMIE VOOR BEELD<strong>EN</strong>DE KUNST<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 15


Het is woensdagnamiddag. Lopke komt thuis van school. Het is stilletjes in huis.<br />

Dat is Lopke niet gewoon. Ze wonen nu 3 maanden in dit huis, samen met Danny,<br />

de nieuwe vriend van mama en zijn 2 dochtertjes, Daisy en Cindy. Als je met<br />

zovelen samenwoont, is het altijd druk in huis…<br />

Ze hoort mama rommelen in de badkamer. ‘Maaaaaaaaams, waar zijn Cindy en<br />

Daisy? Normaal zijn ze op dit uur toch al thuis van school?’ roept ze verwonderd.<br />

Mama komt naar beneden. ‘Dag kind,’ zegt ze. ‘Cindy en Daisy zijn er niet. En<br />

Danny ook niet. Hij is met Cindy naar het Elzenhof voor een gesprek met haar<br />

juffen en meesters. Er was iets met het rekenen. Ze kan van groep wisselen of<br />

zo. En Daisy is mee.’ Mama loopt terug de trap op ‘Ik ga de was verder ophangen.’<br />

Lopke zet zich in de zetel en doet haar ogen dicht. ‘Prachtig,’ denkt ze, ‘ik heb de<br />

zetel helemaal voor mij. Wat een rust!’. Lopkes gedachten dwalen af naar Cindy,<br />

haar halfzusje die in het BLO schooltje ‘Het Elzenhof’ naar school gaat. Vorig<br />

jaar zei mama: ‘Kind, Cindy gaat vanaf volgend schooljaar naar een speciale<br />

school.’ ‘Wat bedoel je met speciaal?’ vroeg Lopke toen. ‘Wel,’ zei mama, ‘Cindy<br />

heeft het heel erg moeilijk met taal en rekenen. Daarom moet ze naar een school<br />

waar de meesters en de juffen haar beter kunnen helpen en begeleiden. Een<br />

school voor Buitengewoon Lager Onderwijs.’ ‘Buitengewoon…’ Lopke herhaalde het<br />

woord wel 10 keer in gedachten. ‘Buitengewoon… dat klonk wel erg speciaal.’<br />

‘Hoe doen ze dat dan?’ had Lopke toen gesputterd. Ze kon er zich eigenlijk niets<br />

bij voorstellen. ‘Elk kind krijgt er meer tijd van de meesters en juffen. Dat wil<br />

zeggen dat ze alles heel rustig kunnen uitleggen en als het nodig is zelfs wel<br />

honderd keer!’ ‘Honderd keer? Amaai, moest ik aan mijn juf vragen om iets<br />

honderd keer opnieuw uit te leggen… Ik denk dat ik snel in de strafhoek zou<br />

staan…’<br />

‘Je weet wel wat ik bedoel,’ had mama gelachen. ‘Soms is negenennegentig keer al<br />

genoeg.’<br />

Lopke besefte dat ze een domme opmerking gemaakt had en werd er rood van.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 16


Mama vertelde haar ook nog dat als de kinderen er bepaalde oefeningen niet<br />

goed konden maken, er iemand je uit de klas kwam halen om nog wat extra te<br />

kunnen oefenen. ‘Zoals bij Tim?’ vroeg Lopke. ‘Klopt’, had mama gezegd, ‘zoals bij<br />

Tim’. Cindy had ooit eens verteld over haar vriend Tim die het moeilijk had met<br />

de uitspraak van bepaalde klanken. Bij hem was dat de letter ‘r’. Het was net<br />

alsof hij die letter steeds inslikte wanneer hij iets vertelde. Daarvoor was er ook<br />

een juf. Wat ze juist samen deden wist Lopke niet meer, maar ze wist wel nog<br />

heel goed dat Tim zijn ‘r’ na een tijdje niet meer fout uitsprak.<br />

Clara, een ander kindje uit Cindy’s klas, liep heel raar. Ze werd vaak door de<br />

anderen van de klas uitgelachen. ‘Kijk daar, de waggelende gans is er weer!’ Lopke<br />

vond dat heel erg voor haar. Op een dag had ze tegen Clara gezegd: ‘Clara, ik vind<br />

jou een heel fijn en mooi meisje. Voor mij maakt het niet uit hoe je loopt!’. Ze<br />

kon zich nog helemaal voorstellen hoe Clara’s gezicht toen gestraald had. Clara<br />

had een speciale juf op school die extra met haar oefende en na enige tijd ging<br />

het lopen al veel vlotter.<br />

Het meest rare vond Lopke nog dat mama had gezegd dat er geen leerjaren zijn<br />

in het BLO schooltje. Daar spreken ze van klasjes volgens niveau. ‘Wat is dat nu<br />

al weer?’ had ze gepuft. ‘Laat me even nadenken. Hoe zou ik je dat op een simpele<br />

manier kunnen uitleggen?’ had mama zachtjes geantwoord, terwijl ze diep zat te<br />

peinzen.<br />

‘Omdat sommige kindjes wel goed zijn in taal maar bijvoorbeeld niet in rekenen,<br />

zitten ze voor het ene onderdeel bijvoorbeeld met de moeilijkheid van het vijfde<br />

leerjaar maar voor het andere maar op het niveau van het derde leerjaar.<br />

Daarom zitten de kinderen allemaal apart in groepjes volgens wat ze kunnen en<br />

helemaal niet gewoon volgens hoe oud ze zijn.’<br />

‘Pfff, wat een ingewikkelde boel’ had Lopke toen nog gezegd. ‘Ik krijg hoofdpijn<br />

van al dat nadenken.’<br />

Mama had gelachen en gezegd ‘je hoeft het niet allemaal te begrijpen hoor, als ik<br />

je maar nooit kinderen uit de school van Cindy hoor uitlachen. Want dan ben jij<br />

het domst van allemaal’. Lopke had geknikt ‘Tuurlijk niet, mams! Ik vind<br />

buitengewoon super tof, dan ben je tenminste niet zoals iedereen!’<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Verhaal p. 17


LOPKE<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs<br />

ACTIVITEIT<strong>EN</strong>FICHES<br />

<strong>VIJFDE</strong> <strong>LEERJAAR</strong>


Lopke 5 de leerjaar 5.0<br />

Titel INTRODUCTIE VAN LOPKE IN HET 5 de <strong>LEERJAAR</strong><br />

Vernieuwde kennismaking met elkaar en met Lopke<br />

Doelen De kinderen beschrijven de kenmerken van kansarmoede aan de<br />

hand van de reconstructie van het verhaal van Lopke.<br />

De kinderen verwoorden wat ze belangrijk vinden in het verhaal<br />

van Lopke.<br />

De kinderen drukken hun impressies op verschillende manieren uit.<br />

De kinderen benoemen de keuzes van de anderen.<br />

De expressieve vormen van de medeleerlingen worden<br />

gewaardeerd.<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Benodigdheden<br />

Deze activiteit is gericht op het opnieuw opfrissen van wat in de<br />

lagere leerjaren rond Lopke gebeurde, van wat de leerlingen over<br />

Lopke onthouden hebben en van wat ze van de activiteiten rond<br />

Lopke meedragen.<br />

Werkbladen 1 en 2<br />

Pen en papier<br />

Namen van de leerlingen in een doosje<br />

Ev. dobbelsteen, muziek,… (Zie algemene bijlagen over groepjes<br />

vormen, kringen maken,…)<br />

Klasschikking voor een kringgesprek, gevolgd door een<br />

klasschikking waarin de leerlingen aan tafeltjes zitten, in groepjes<br />

van 4 (telkens 2 leerlingen naast en tegenover elkaar)<br />

Keukenwekkertje om te timen<br />

Mogelijkheden Kringgesprek met als thema ‘Wie ben ik?’<br />

Coöperatieve werkvorm over wat de leerlingen is bijgebleven over<br />

Lopke: wat roept ‘Lopke’ allemaal bij hen op?<br />

Plenum waarin het portret van Lopke vervolledigd wordt<br />

Verloop Intro: Kringgesprek met als thema ‘Wat kan ik goed? Wat doe ik<br />

graag?’<br />

Individuele opstap voor het benoemen van talenten en interesses:<br />

o Elk kind krijgt werkblad 1 (jongen of meisje in A5-formaat<br />

kopiëren)<br />

o Hij schrijft bij de verschillende lichaamsdelen wat hij of<br />

zij daarmee goed kan, graag doet.<br />

Voorbeelden:<br />

voeten: ik speel graag voetbal,<br />

hoofd: ik los graag kruiswoordraadsels op,<br />

oren: ik luister graag naar muziek van ….,<br />

mond: ik eet graag …,<br />

……<br />

Binnen- en buitenkring:<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Bij de algemene werkvormen vind je verschillende mogelijkheden om de<br />

kringvorming op een speelse, natuurlijke manier te laten verlopen.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 1


o De leerlingen gaan per 2 tegenover elkaar staan;<br />

Stel jezelf voor aan je partner a.d.h.v. je figuurtje;<br />

Eerst vertelt persoon A terwijl B luistert, na 1<br />

minuut worden de rollen omgekeer<br />

o Binnen- of buitenkring laten verschuiven,<br />

Iedereen krijgt een nieuwe partner<br />

Opnieuw stellen de leerlingen zich aan elkaar voor<br />

Dit kan nog een derde keer herhaald worden<br />

Plenum<br />

o Er wordt een naam uit het doosje getrokken.<br />

Wie kan iets vertellen over…?<br />

Wat heb je gehoord?<br />

Wat heb je onthouden?<br />

Wie kan aanvullen?<br />

Ook de leerling in kwestie mag zelf aanvullingen<br />

doen.<br />

….<br />

o Idem met een tweede en een derde naam<br />

Kern<br />

Activiteit: Coöperatieve werkvorm 1<br />

Tafelrondje per tweetal over: ‘Dit is Lopke!’<br />

o De leerlingen zitten in groepjes van 4, per 2 naast en<br />

tegenover elkaar<br />

o De schoudermaatjes (leerlingen die naast elkaar zitten)<br />

werken samen<br />

o Elk duo krijgt een blad met de figuur van Lopke op<br />

(werkblad 2)<br />

o Om de beurt schrijven ze één ding op wat in hen opkomt als<br />

ze aan Lopke denken (wie is Lopke? Wat weet je over haar?<br />

Hoe is Lopke? Wat vind je van haar? Wat kan ze goed? Wat<br />

doet ze graag? Hoe ziet haar familie eruit?...); Het blad en<br />

de pen gaan heen en weer. Als iemand niets meer weet, mag<br />

de ander het niet overnemen, maar wel tips geven.<br />

o Na 3 minuten leggen de duo’s die tegenover elkaar zitten,<br />

hun antwoorden samen en vullen ze hun Lopke-woordveld<br />

aan. De groepjes moeten ervoor zorgen dat elk groepslid elk<br />

antwoord kan geven en motiveren.<br />

Plenum: ‘Dit is Lopke voor ons!’ Doe mee en vertel’!<br />

o Ieder groepslid krijgt een nummer van 1 tot 4<br />

De leerkracht zegt een willekeurig nummer<br />

In elk groepje staat de leerling met dat nummer<br />

recht<br />

Om de beurt geven zij een woord, begrip, zin,…. die<br />

1 Uit: Kagan,S.( ).Structureel coöerpatief leren. De basis. Nederland.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 2


zij in hun groep linken aan Lopke.<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Opgelet! Geen enkel antwoord mag 2 keer gegeven worden (elke leerling moet<br />

dus aandachtig luisteren en ev. aanduiden welke antwoorden al gegeven zijn).<br />

Wie aan beurt geweest is, mag gaan zitten<br />

Hetzelfde proces wordt herhaald met een ander<br />

nummer<br />

Na 2 of 3 keren wordt gevraagd welke groep nog een<br />

antwoord heeft dat nog niet op de lijst staat<br />

o De lkr. noteert de antwoorden op een vergroot exemplaar<br />

van Lopke.<br />

Afsluiting<br />

Dit portret van Lopke wordt in de klas opgehangen en kan in de<br />

loop van het project verder aangevuld worden (met nieuwe<br />

elementen uit de verhalen, met nieuwe inzichten,…)<br />

Bijlagen Bijlage 1: Wie ben ik?<br />

Bijlage 2: Lopke<br />

OPMERKING:<br />

In de activiteiten die volgen wordt verwezen naar het grote wensenboek van<br />

Lopke.<br />

Doorheen de verschillende activiteiten wordt er ook allerlei gemaakt in het<br />

kader van Lopke.<br />

Bewaak dat kinderen regelmatig het ‘Grote wensenboek voor Lopke’ aanvullen<br />

en laat hen hun werkjes bijhouden in het licht van de catalogus die ze<br />

maken.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 3


Bijlage 1: Wie ben ik?<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 4


Bijlage 2: Lopke<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 5


Lopke 5 de leerjaar 5.1<br />

Titel LOPKE <strong>EN</strong> DE LIEFDE<br />

Globale verwerkingsmogelijkheden bij het verhaal van Lopke<br />

Doelen De kinderen kunnen aangeven wat hen raakt in het verhaal.<br />

De kinderen verwerken het verhaal op een creatieve manier.<br />

De kinderen zetten hun talenten in bij de creatieve verwerking.<br />

De kinderen stellen hun werkjes tentoon.<br />

De kinderen geven positieve feedback.<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Deze activiteit is gericht op de globale verwerking van het verhaal. In<br />

fiche 5.1 bis komt het begrijpen van de specifieke inhoud aan bod.<br />

Deze kan als een activiteit begrijpend lezen worden ingeschakeld.<br />

Benodigdheden Dobbelsteen met een + _ ? en ! op gekleefd. Of je kan deze tekens<br />

ook op kaartjes maken. De kinderen trekken dan telkens een kaartje<br />

en beantwoorden de bijhorende vraag.<br />

Keukenwekkertje<br />

Materiaal voor de creatieve opdracht: pen en papier, tekengerei, klei,<br />

cassetterecorder, CD-speler.<br />

Mogelijkheden De kinderen lezen dit verhaal een eerste keer als onderdeel van een<br />

contractwerk, tijdens een klassikaal moment wordt er op dit verhaal<br />

teruggekomen. Het verhaal kan ook worden voorgelezen.<br />

De eerste inhoudelijke verwerking van het verhaal kan in groepjes<br />

gebeuren, of in een dubbele kring. Het voordeel van deze laatste<br />

werkwijze is dat er meer kinderen tegelijk actief zijn.<br />

Bij de creatieve verwerking kan je de kinderen laten kiezen om<br />

individueel te werken of – als ze dat niet zien zitten - samen met één<br />

ander kind. Het is niet de bedoeling om grotere groepjes te vormen,<br />

omdat we juist elk kind individueel willen uitnodigen om zijn<br />

gevoelens, indrukken, ideeën,… te uiten en vorm te geven.<br />

Voorzie voldoende tijd om de eindproducten te bekijken en te<br />

bespreken. Dit kan bvb. in de vorm van een tentoonstelling die wordt<br />

uitgebouwd en bezocht met de ganse klas. Elk kind is gids op het<br />

moment dat je bij zijn werkje komt.<br />

Verloop Intro: Lezen van het verhaal<br />

De kinderen lezen zelfstandig (kan in contractwerk gestoken worden;<br />

anders moet er ruimte voor voorzien worden), of<br />

Het verhaal wordt voorgelezen in de klas.<br />

Kern<br />

Activiteit 1: Dobbelen in de kring<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Werk bij voorkeur met een dubbele kring (hoe een dubbele kring vormen op een<br />

speelse manier, vind je terug in de algemene bijlage hier rond).<br />

Neem een dobbelsteen waarop je de volgende symbooltjes kleeft. Elk<br />

symbool staat voor een bepaalde vraag.<br />

o +: welk fragment, zin, prent sprak jou het meest aan in dit<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 6


verhaal?<br />

o -: wat vind jij spijtig, triest in dit verhaal?<br />

o ?: welke vraag zou jij aan Lopke willen stellen?<br />

o ! : wat zou jij willen veranderen aan het verhaal?<br />

Een leerling dobbelt, jij stelt de vraag die bij het gedobbelde<br />

symbool hoort.<br />

o De duopartners vertellen aan elkaar. Elk krijgt om beurt 1<br />

minuut. Als de partner vertelt, luistert de ander aandachtig.<br />

Geef een signaal wanneer de minuut om is en het de beurt is<br />

aan de partner om te vertellen.<br />

o Na elke vraag laat je de binnen- of de buitenkring enkele<br />

plaatsen opschuiven, zodat er nieuwe duo’s gevormd worden.<br />

Er wordt opnieuw gedobbeld en er verschijnt zo een nieuwe<br />

vraag.<br />

o Herhaal deze procedure enkele keren.<br />

Sluit af met een grote kring, waarin je de leerlingen om enkele<br />

indrukken vraagt bij elke vraag.<br />

bvb.: welke fragmenten (zinnen, prenten) zijn er zoal gekozen bij de<br />

vraag wat het meeste aansprak in het verhaal? Wie kan eens<br />

vertellen wat hij gehoord heeft? (Het is de bedoeling dat de<br />

leerlingen niet over hun eigen keuze vertellen, maar wel over wat ze<br />

van anderen gehoord hebben).<br />

Activiteit 2: Creatieve opdracht<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Laat de kinderen kiezen wat ze hier maken op basis van hun eigen talent.<br />

Zonder het verhaal verder te bespreken, laat je de kinderen kiezen<br />

uit meerdere mogelijkheden om hun eerste indrukken bij het verhaal<br />

creatief weer te geven:<br />

o Maak een tekening bij dit verhaal:<br />

Welk beeld komt op? Wat blijft hangen?...<br />

Dit geeft weer wat kinderen geraakt heeft en kan<br />

dan ook heel uiteenlopend zijn<br />

Tip voor de leerkracht<br />

In deze opdracht komt het er niet op aan de kern van het verhaal te vatten; hier<br />

wordt het veel meer open gelaten….<br />

o Maak een woordtekening bij dit verhaal:<br />

Schrijf allemaal woorden op die in jou opkomen bij<br />

het lezen of beluisteren van het verhaal.<br />

Je kan de woorden ‘vorm’ geven (bvb. in ‘zon’ teken je<br />

de ‘o’ als een zon, aan het woord ‘verdrietig’ hangen<br />

traantjes,…), of ze in een bepaalde vorm schrijven (je<br />

schrijft het woord ‘boom’ meermaals onder en naast<br />

elkaar tot je de vorm van een boom hebt)<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 7


o Schrijf een elfje (= gedicht uit elf woorden: de eerste lijn<br />

bestaat uit één woord, de tweede lijn uit twee woorden, de<br />

derde lijn uit 3 woorden, de 4de lijn uit 4 woorden en de 5de<br />

(= laatste) lijn terug uit één woord.) of een ander gedicht<br />

over het verhaal of over wat het bij jou oproept.<br />

o Maak zelf een liedje, of zoek een lied of stuk muziek dat voor<br />

jou bij de tekst (of een gedeelte van de tekst) past.<br />

o Neem een stuk klei en bewerk dat tot een beeld, symbool,<br />

vorm die voor jou bij het verhaal past (door de inhoud, door<br />

wat het bij jou oproept,…)<br />

o Maak een stripverhaal van dit verhaal<br />

o of… (ook andere ideeën zijn welkom!)<br />

Activiteit 3: Tentoonstelling<br />

Geef elk kind een plekje in de klas of in een ander lokaal dat je<br />

inricht als tentoonstellingsruimte.<br />

Breng met je klas een bezoek aan de tentoonstelling waarbij elk kind<br />

– als je bij zijn werkje komt – zelf gids mag spelen en mag vertellen<br />

over zijn werk.<br />

De andere leerlingen worden uitgenodigd om op een positieve manier<br />

te reageren en het werk van anderen te waarderen.<br />

Afsluiting: Bespreking van de activiteiten<br />

Bijlage Bijlage: Creatieve verwerking ‘Lopke en de liefde’<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 8


Bijlage: Lopke en de liefde. Creatieve verwerking<br />

Maak een tekening bij dit verhaal: welk beeld komt op? Wat blijft hangen?<br />

Maak een woordtekening bij dit verhaal:<br />

Schrijf allemaal woorden op die in jou opkomen bij het lezen of<br />

beluisteren van het verhaal.<br />

Je kan de woorden ‘vorm’ geven (bvb. in ‘zon’ teken je de ‘o’ als een zon, aan<br />

het woord ‘verdrietig’ hangen traantjes,…), of ze in een bepaalde vorm<br />

schrijven (je schrijft het woord ‘boom’ meermaals onder en naast elkaar<br />

tot je de vorm van een boom hebt).<br />

Zorg er wel voor dat de woorden die je schrijft een link hebben met het<br />

verhaal.<br />

boom<br />

boom boom<br />

boomboomboom<br />

boom boom boom<br />

boomboomboom<br />

boom boom<br />

boom<br />

boom<br />

boom<br />

boom<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 9


oom<br />

es den eik<br />

wilg kerselaar<br />

esdoorn appelboom<br />

berk perelaar<br />

treurwilg<br />

linde els<br />

beuk<br />

spar<br />

berk<br />

boom<br />

Schrijf een elfje (= gedicht uit elf woorden: de eerste lijn bestaat uit één<br />

woord, de tweede lijn uit twee woorden, de derde lijn uit 3 woorden, de<br />

4 de lijn uit 4 woorden en de 5 de (= laatste) lijn terug uit één woord.) of een<br />

ander gedicht over het verhaal of over wat het bij jou oproept.<br />

Voorbeeld van een elfje<br />

Heerlijk<br />

Verliefd zijn<br />

Iemand graag zien,<br />

Wat ben ik blij!<br />

Verliefd!<br />

Maak zelf een liedje, of zoek een lied of stuk muziek dat voor jou bij de<br />

tekst (of een gedeelte van de tekst) past<br />

Neem een stuk klei en bewerk dat tot een beeld, symbool, vorm die voor<br />

jou bij het verhaal past (door de inhoud, door wat het bij jou oproept,…)<br />

Maak een stripverhaal van dit verhaal<br />

of… (ook andere ideeën zijn welkom!)<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 10


Lopke 5 de leerjaar 5.1 bis<br />

Titel LOPKE <strong>EN</strong> DE LIEFDE<br />

Verwerkingsmogelijkheden bij het verhaal van Lopke – deel 2:<br />

begrijpen van de tekst, de diepere inhoud<br />

Doelen De kinderen kunnen vragen in verband met de inhoud van het<br />

verhaal beantwoorden.<br />

De kinderen maken een nieuwe omslag voor het verhaal.<br />

De kinderen bedenken een nieuwe titel voor het verhaal.<br />

De kinderen bedenken een vervolg voor het verhaal.<br />

De kinderen zoeken foto’s die passen bij het verhaal.<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Deze activiteit is gericht op het begrijpen en verwerken van de<br />

inhoud van het verhaal van prinses Lopke. In deze fiche ligt het<br />

accent op het goed begrijpen van de tekst en de achterliggende<br />

boodschap.<br />

Deze activiteit kan als een activiteit begrijpend lezen gebruikt<br />

worden<br />

Benodigdheden Bijlagen 1 en 2<br />

Pen en papier, kleurpotloden en stiften<br />

Mogelijkheden De kinderen hebben het verhaal al gelezen of beluisterd. Voor<br />

deze activiteit lezen ze het verhaal opnieuw. Je kan de kinderen<br />

ook in groepjes zetten en hen de tekst onder elkaar laten verdelen<br />

(Aangezien ze allemaal de tekst al gelezen of gehoord hebben,<br />

kunnen ze hun deel in het geheel plaatsen).<br />

Een selectie van de vragen ter verwerking van de tekst kan<br />

mondeling in kleine groepjes beantwoord worden, waarbij een<br />

verslaggever verslag neemt van de antwoorden. Elk kind krijgt hier<br />

een stukje verantwoordelijkheid toegeworpen, want ieder heeft<br />

een bepaald deel van de tekst nog eens opnieuw gelezen. Hij/zij<br />

moet dus alert zijn of het antwoord niet in zijn/haar deel van de<br />

tekst te vinden is.<br />

In een kringgesprek wordt er verder ingegaan op de antwoorden.<br />

Enkele vragen kunnen per twee worden opgelost, waarbij beide<br />

kinderen hun antwoorden noteren en met elkaar vergelijken. Hier<br />

kan ev. de coöperatieve werkvorm ‘tweetal coach’ gebruikt worden.<br />

De verwerking aan de hand van de opdrachten kan in kleine<br />

groepjes gebeuren. Je kan de opdrachten als mogelijkheden<br />

aanbieden waar elk groepje er een uit mag kiezen.<br />

Verloop Intro: Lezen<br />

De kinderen lezen het verhaal van Lopke (of een gedeelte van het<br />

verhaal, indien je het verhaal per groepje laat opsplitsen).<br />

Kern<br />

Activiteit 1: Vragen beantwoorden over de tekst<br />

Vervolgens verwerken ze het verhaal in groepjes aan de hand van<br />

vragen. .<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 11


Verdeel per groepje eerst de CLIM-rollen (Zie algemene bijlage).<br />

Zo is er per groep iemand verantwoordelijk voor de organisatie en<br />

de leiding, is er een materiaalverantwoordelijke, een tijdsbewaker<br />

en een verslaggever. Heb je in een groepje een 5de rol nodig, dan<br />

kan dat de aanmoediger zijn.<br />

Vragen over de tekst (Zie bijlage)<br />

Activiteit 2: Mogelijke opdrachten waaruit de kinderen (per<br />

groep) kunnen kiezen:<br />

Maak een (nieuwe) omslag voor dit verhaal.<br />

o Jullie moeten voor 3 dingen zorgen:<br />

Schrijf voor de achterkant van de kaft een korte<br />

inhoud van dit verhaal waarin je duidelijk maakt<br />

waar het in het verhaal om gaat. Zorg ervoor dat je<br />

niet alles verklapt, maar dat je de lezer wel<br />

nieuwsgierig maakt om het verhaal zelf te gaan<br />

lezen!<br />

Bedenk een nieuwe titel bij het verhaal. 2 Vertel aan<br />

de hand van gebeurtenissen in het verhaal waarom<br />

je die titel gekozen hebt. (een goede titel is kort<br />

en krachtig en raakt de kern van het verhaal)<br />

Maak een passende omslagillustratie<br />

Hoe gaat het verhaal verder?<br />

In kleine groepjes vertellen kinderen hun idee mondeling aan<br />

elkaar. De groep kiest er het leukste idee uit en maakt samen het<br />

verhaaltje<br />

Zoek enkele toepasselijke foto’s bij het verhaal. Maak er een<br />

fotocollage van en schrijf er een beetje uitleg bij. (bvb. iemand die<br />

verliefd is of dromerig voor zich uit zit te staren, een GSM,<br />

iemand achter een computer, de kringloopwinkel,…)<br />

Afsluiting: Voorstelling en bespreking<br />

Als afronding van deze activiteiten worden de verschillende<br />

producten aan elkaar voorgesteld en kort besproken.<br />

Bijlagen Bijlage 1: Vragen over de tekst<br />

Bijlage 2: Lopke en de liefde<br />

Bijlage 3: Keuzeopdrachten<br />

2 Depondt, L. ( 2000). Zwarte dingen op papier tot leven laten komen. Werkvormen voor literatuurateliers.<br />

Themanummer Atelierwerk. Ego/Echo, 4 (4), 12-15<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 12


Bijlage 1: Vragen in verband met de tekst<br />

• Annelies vergeet telkens dat ze bij Lopke thuis niet zwemmen in het geld en ze<br />

dus niet zoals een heleboel anderen in de klas een gsm heeft of een computer.<br />

Waarom zwijgt Lopke daarover denk je?<br />

• Welke oplossing bedenkt Tom? Vind je dat een goede oplossing? Hoe zou jij het<br />

zelf oplossen?<br />

• Lopke en Annelies hebben elk een eigen idee over hoe een jongen moet zijn om<br />

leuk te zijn. Lees nog eens aandachtig wat hun ideeën hierrond zijn. Vind jij<br />

dezelfde dingen belangrijk als Lopke en Annelies, of zijn er nog andere dingen<br />

belangrijk voor jou om een jongen of meisje leuk te vinden?<br />

• Lopkes thuissituatie is veranderd. Waar en met wie woonde ze vroeger? En nu?<br />

• Wat weet je over de school waar Cindy naartoe gaat?<br />

• Oma Lobelia vindt Lopke speciaal en dus altijd mooi. En jij, wat vind jij van Lopke?<br />

• Kan jij je voorstellen hoe oma Lobelia eruit ziet? Lees goed wat er in de tekst<br />

over haar staat en maak dan een tekening van haar.<br />

• Hoe is de relatie tussen Lopke en haar papa? Wat denk jij daarover?<br />

• Hoe reageert Mira op de trui van Lopke? Hoe voelt dat voor Lopke? Heb je zelf<br />

al ooit zo gereageerd op kleding van andere kinderen?<br />

• Kevin en Lopke eten thuis vaak niet zo gezond. Hoe komt dat? Oma Wiske weet<br />

raad met een lekker en gezond recept. Welk gezond recept zou jij hen nog<br />

aanraden om klaar te maken? [Je kan daarna bespreken welk het gezondste<br />

recept is dat de kinderen voorstelden en dit maken in de klas].<br />

• Uit verschillende situaties blijkt dat Lopke het thuis niet zo breed heeft.<br />

Waaruit leid jij af dat ze niet veel geld hebben bij haar thuis?<br />

• Schrijf 10 dingen op die bij je opkomen als je aan Lopke denkt.<br />

• Onderstreep of omcirkel met de kleur die er volgens jou het best bij past enkele<br />

woorden die je heel belangrijk vindt. [Bespreek achteraf welke kleur de kinderen<br />

gaven*].<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 13


Bijlage 2: Lopke en de liefde<br />

Lees het verhaal van Lopke en de liefde. Beantwoord daarna de volgende vragen.<br />

Vraag 1<br />

Annelies vergeet telkens dat ze bij Lopke thuis niet zwemmen in het geld en ze dus niet<br />

zoals een heleboel anderen in de klas een gsm heeft of een computer. Waarom zwijgt<br />

Lopke daarover denk je?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Welke oplossing bedenkt Tom?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Vind je dat een goede oplossing?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Hoe zou jij het zelf oplossen?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 14


Vraag 2<br />

Lopke en Annelies hebben elk een eigen idee over hoe een jongen moet zijn om leuk te<br />

zijn. Lees nog eens aandachtig wat hun ideeën hierrond zijn.<br />

Vind jij dezelfde dingen belangrijk als Lopke en Annelies, of zijn er nog andere dingen<br />

belangrijk voor jou om een jongen of meisje leuk te vinden?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Vraag 3<br />

Lopkes thuissituatie is veranderd. Waar en met wie woonde ze vroeger? En nu?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Vraag 4<br />

Wat weet je over de school waar Cindy naartoe gaat?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Vraag 5<br />

Oma Lobelia vindt Lopke speciaal en dus altijd mooi. En jij, wat vind jij van Lopke?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 15


Vraag 6<br />

Kan jij je voorstellen hoe oma Lobelia eruit ziet? Lees goed wat er in de tekst over haar<br />

staat en maak dan hier (of aan de achterzijde van dit blad) een tekening van haar.<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Vraag 7<br />

Hoe is de relatie tussen Lopke en haar papa? Wat denk jij daarover?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Vraag 8<br />

Hoe reageert Mira op de trui van Lopke?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Hoe voelt dat voor Lopke?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Heb je zelf al ooit zo gereageerd op kleding van andere kinderen? Waarom wel of niet?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 16


Vraag 9<br />

Kevin en Lopke eten thuis vaak niet zo gezond. Hoe komt dat?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Oma Wiske weet raad met een lekker en gezond recept. Welk gezond recept zou jij hen<br />

nog aanraden om klaar te maken?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Vraag 10<br />

Uit verschillende situaties blijkt dat Lopke het thuis niet zo breed heeft. Waaruit leid<br />

jij af dat ze niet veel geld hebben bij haar thuis?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Vraag 11<br />

Schrijf 10 dingen op die bij je opkomen als je aan Lopke denkt.<br />

1. ................................................................................................................................................................<br />

2. ................................................................................................................................................................<br />

3. ................................................................................................................................................................<br />

4. ................................................................................................................................................................<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 17


5. ................................................................................................................................................................<br />

6. ................................................................................................................................................................<br />

7. ................................................................................................................................................................<br />

8. ................................................................................................................................................................<br />

9. ................................................................................................................................................................<br />

10. ................................................................................................................................................................<br />

Onderstreep of omcirkel met de kleur die er volgens jou het best bij past enkele<br />

woorden die je heel belangrijk vindt.<br />

Geeft iedereen van je groepje dezelfde kleur? Bespreek met elkaar!<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 18


Bijlage 3: Keuze uit volgende opdrachten<br />

Mogelijkheid 1: Maak een nieuwe omslag voor dit verhaal<br />

Jullie moeten voor 3 dingen zorgen: (rechtstreeks op papier maken, of met de computer<br />

werken)<br />

° Schrijf voor de achterkant van de kaft een korte inhoud van dit verhaal waarin je<br />

duidelijk maakt waar het in het verhaal om gaat. Zorg ervoor dat je niet alles verklapt,<br />

maar dat je de lezer wel nieuwsgierig maakt om het verhaal zelf te gaan lezen!<br />

° Bedenk een nieuwe titel bij het verhaal. Vertel aan de hand van gebeurtenissen in het<br />

verhaal waarom je die titel gekozen hebt. (een goede titel is kort en krachtig en raakt<br />

de kern van het verhaal)<br />

° Maak een passende omslagillustratie en schrijf er jullie titel bij<br />

Mogelijkheid 2: Verzin een vervolg aan het verhaal…<br />

Hoe gaat het verhaal van Lopke volgens jullie verder?<br />

Denk eerst zelf heel goed na…<br />

Vertel dan om beurt een idee.<br />

Kies nu samen het leukste idee uit.<br />

Maak samen jullie verhaaltje. Dit doe je zo:<br />

1. De eerste leerling begint te vertellen. Vertel maximum 3 zinnen.<br />

2. Als leerling 1 niet meer verder kan vertellen of al 3 zinnen gezegd heeft,<br />

vertelt een volgende leerling verder.<br />

3. Ga zo verder tot het verhaaltje klaar is!<br />

Mogelijkheid 3: maak een fotocollage<br />

Zoek enkele toepasselijke foto’s bij het verhaal.<br />

Bijvoorbeeld: iemand die verliefd is of dromerig voor zich uit zit te staren, een GSM, iemand achter een computer, de<br />

kringloopwinkel,…)<br />

Maak er een fotocollage van en schrijf er een beetje uitleg bij.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 19


Lopke 5 de leerjaar 5.2-6.2<br />

Titel E<strong>EN</strong> POPP<strong>EN</strong>KAST<strong>VERHAAL</strong> OVER DE AVONTUR<strong>EN</strong> VAN LOPKE<br />

Doelen De kinderen overleggen met elkaar en stellen prioriteiten in het<br />

organiseren van het poppenspel.<br />

De kinderen drukken hun gevoelens, ideeën en opvattingen over<br />

kansarmoede uit adhv een verhaallijn, het ontwerp van de poppen,<br />

het poppentheater en de decors.<br />

De kinderen ontwerpen een verhaallijn.<br />

De kinderen kunnen boeiend hun eigen creaties voorstellen aan de<br />

anderen.<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Deze activiteit is gericht op het creatief verwerken van het verhaal<br />

van ‘Lopke en de liefde’ / ‘Het leven is een soep’.<br />

Lopke bezoekt het Elzenhof en ziet hoe het er in deze school aan toe<br />

gaat. Oma vertelt Lopke dat ze heel goed is in het omgaan met jonge<br />

kinderen, waarna Lopke aan haar omgeving laat weten dat ze haar<br />

kunnen vragen om te babysitten.<br />

Benodigdheden Benodigdheden Papier-maché - Verf, wol, parels, isomo-bollen,, -<br />

Stof, garen, naalden,… - Karton en/of stof voor het decor – een<br />

poppenkast (kan ook gewoon een lat tussen tafels zijn met een doek<br />

erover: dit geeft meer bewegingsvrijheid dan de kleine, klassieke<br />

poppenkasten)<br />

Er kan ook voor geopteerd worden om de poppenkastpoppen niet zelf<br />

te maken, maar deze ergens te ontlenen.<br />

Een andere mogelijkheid (en wellicht de meest rijke…) is dat er<br />

wordt samengewerkt met een school voor Buitengewoon Onderwijs.<br />

Zo ervaren de leerlingen dat kinderen met een leerbeperking ook<br />

heel wat in hun mars hebben: ze ontdekken de talenten van anderen.<br />

Mogelijkheden Dit is een klasdoorbrekende activiteit. Indien het verhaal wordt<br />

opgevoerd in een school voor buitengewoon onderwijs, of indien een<br />

school wordt ingeschakeld om de poppen te maken, is het een<br />

schooldoorbrekende activiteit! Maak wel op voorhand goede<br />

afspraken met de school.<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Aanpassen aan je eigen schoolomgeving. Kijk of er een school voor Buitengewoon<br />

Onderwijs in de buurt is.<br />

Laat de leerlingen zelf kiezen voor welk onderdeel van het geheel ze<br />

zich ten volle willen inzetten: tekst schrijven, decor maken, poppen<br />

maken, technische snufjes uitwerken,… Maak groepjes zodat<br />

meerdere leerlingen kunnen samenwerken.<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Laat kinderen hier hun talenten aanboren. Laat hen kiezen wat ze willen doen.<br />

Deze activiteit is ook geschikt om met enkele klassen samen aan te<br />

werken (bvb. met de hele derde graad). Op die manier kan je de<br />

verschillende groepjes versterken en kan je meerdere groepjes<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 20


vormen om een gedeelte van het verhaal te (her)schrijven,<br />

decorelementen te maken,…<br />

De eerste voorbereiding kan je klassikaal doen. De verhaallijn, de<br />

benodigdheden (poppen, decor, attributen, poppenkast) worden<br />

klassikaal besproken. De concrete uitwerking kan in groepjes<br />

gebeuren: wie voelt zich geroepen om het verhaal verder uit te<br />

schrijven? Wie ziet het wel zitten om het decor en de<br />

verhaalattributen te maken en/of te verzamelen? Wie zijn de<br />

handige Harry’s om poppenkastpoppen te maken? Wie maakt er liever<br />

reclame en zorgt voor de organisatie van het geheel? Wie wil graag<br />

poppenkast spelen voor een groep? …<br />

Verloop Intro: Motivatie<br />

De kinderen worden uitgenodigd om een poppenkastverhaal te maken<br />

dat ze bijvoorbeeld aan de kleuters, de kinderen van de eerste graad<br />

en de kinderen van de school voor Buitengewoon Onderwijs kunnen<br />

tonen.<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Afhankelijk van leerjaar en opzet kan je een link leggen met de talenten van Lopke<br />

in het omgaan met jonge kinderen (poppenkast spelen voor jonge kinderen is vaak<br />

een groot succes!) of eerder met haar bezoek aan de school voor Buitengewoon<br />

Onderwijs.<br />

Aanpassen aan je eigen schoolomgeving. Kijk of er een school voor Buitengewoon<br />

Onderwijs in de buurt is.<br />

Kern<br />

Inleving<br />

o De kinderen leven zich in in hun doelgroep:<br />

o Het verhaal moet eenvoudig zijn! Het kleuterverhaal van<br />

Lopke kan hierbij inspireren.<br />

Er wordt klassikaal een verhaallijn gekozen. Er wordt afgesproken of<br />

er een verhaal zelf geschreven wordt, of of er een bestaand verhaal<br />

rond Lopke (bvb. het kleuterverhaal) verwerkt wordt tot<br />

poppenkastverhaal.<br />

Het is belangrijk dat de leerlingen erbij stilstaan dat een<br />

poppenkastverhaal het best tot zijn recht komt als er veel dialogen<br />

in naar voren komen.<br />

o Ev. kan er wel een verteller worden ingeschakeld om stukken<br />

aan elkaar te praten.<br />

o Je kan hier rond een taalactiviteit organiseren waarbij<br />

kinderen dit effectief ervaren. Laat hen een dialoogje spelen,<br />

een gewone leestekst,… Andere leerlingen kijken en luisteren<br />

en geven feedback.<br />

Er kan ook nog klassikaal bepaald worden hoeveel bedrijven de<br />

poppenkast zal hebben en welke de kern is van elk bedrijf. Dit kan<br />

ook aan een of meerdere groepjes overgelaten worden.<br />

Klassikaal wordt bekeken welke poppen nodig zijn om het verhaal te<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 21


kunnen spelen.<br />

o ’t Is belangrijk op voorhand na te denken over hoe hiermee<br />

wordt omgegaan: worden er poppen verzameld en geleend, of<br />

worden ze zelf gemaakt?<br />

o Wie gaat de poppen maken? ’t Is belangrijk dat hier kinderen<br />

in betrokken worden: weeral talenten die een kans krijgen in<br />

de school!<br />

o Maak je de poppen zelf met de eigen klas, of spreek je een<br />

klas van de school voor Buitengewoon Onderwijs aan, om op<br />

die manier ook de talenten van kinderen met een<br />

leerbeperking in de verf te zetten en een kennismaking met<br />

de kinderen, de leerkrachten en de school te realiseren?<br />

o Als je ervoor opteert de poppen met de eigen klas te maken,<br />

dan kan je de kinderen ook per 2 samen aan één pop laten<br />

werken.<br />

o Bestudeer vooraf enkele soorten poppenkastpoppen: hoe zijn<br />

deze gemaakt? Wat is belangrijk om de pop goed te kunnen<br />

hanteren,…<br />

Het hoofd van de poppen wordt bvb. gemaakt van<br />

papier-maché en versierd met verf, wol, parels,…<br />

Het lijfje wordt gemaakt van stof die aan elkaar<br />

wordt genaaid.<br />

Ev. kunnen er ouders worden ingeschakeld om dit<br />

alles te realiseren.<br />

Bespreek ook met de klas welke poppenkast je gaat gebruiken of hoe<br />

je die kan maken. Pas dan kan je ook gaan overleggen over de decors<br />

en attributen die nodig zijn.<br />

De eenvoudigste manier om een ‘goede’ poppenkast te<br />

maken waarachter je kan staan, is werken met een lat<br />

die op een zekere hoogte gelegd wordt, met een doek<br />

eroverheen, zodat je de spelers erachter niet ziet.<br />

Als je dat voor een bord doet, kan je het bord<br />

gebruiken voor decor.<br />

Wie zal het verhaal brengen en begint dus alvast te oefenen?<br />

Belangrijk is dat je deze kinderen de basisbeginselen van het spelen<br />

met poppenkastpoppen bijbrengt. Dit kan je uiteraard ook met de<br />

ganse klasgroep doen: het is een leuke ervaring voor iedereen!<br />

Enkele voorbeelden:<br />

o Om de pop mooi recht te houden, steek je best je wijsvinger<br />

in het hoofd, je duim en je pink elk in een hand<br />

o De beste houding krijg je als je met een poppenkast werkt<br />

die hoog genoeg staat, zodat je zelf kan rechtstaan. Je<br />

steekt de pop boven je hoofd uit. Als je met een lage<br />

poppenkast werkt, zie je dat een pop vaak half neerligt.<br />

o Wil je een pop op een natuurlijke wijze laten wandelen, dan<br />

wandel je best zelf, met heel kleine stapjes in de richting<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 22


waarin de pop moet bewegen. Je pop gaat dan vooruit met<br />

heel kleine schokjes, net alsof ze echt wandelt.<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Heb er aandacht voor dat elk kind zijn gading vindt: misschien zit er wel iemand bij<br />

die zich helemaal niet kan vinden in alles wat hierboven werd opgesomd, maar die<br />

zich wel wil bezighouden met belichting en geluid, of met een of ander technisch<br />

snufje. Je krijgt het knapste resultaat als elk kind op zijn krachten wordt genomen.<br />

Laat kinderen dan ook meedenken en meebeslissen.<br />

Afsluiting<br />

Probeer het geheel eerst eens uit voor de eigen klasgroep.<br />

Koppel er een evaluatiemoment aan vast, waarin de medeleerlingen op<br />

een constructieve manier feedback geven aan elkaar. Zo kan er ev.<br />

nog wat bijgestuurd worden, zodat het eerste echte optreden een<br />

succes wordt!<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 23


Lopke 5 de leerjaar 5.3<br />

Titel FOTO’S ‘COURAGE’<br />

Doelen De kinderen verwoorden hun indrukken en gedachten in verband met<br />

kansarmoede aan de hand van fototaal.<br />

De kinderen herhalen de indrukken en bewoordingen van de anderen<br />

Kinderen kunnen inspelen op een vraag gesteld door de anderen.<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Benodigdheden <br />

Mogelijkheden<br />

Lopke heeft het thuis niet breed. Zij heeft niet dezelfde middelen als<br />

andere kinderen uit haar klas. De foto’s tonen volwassenen en kinderen<br />

die in een vergelijkbare situatie leven als Lopke.<br />

Gelamineerde zwart-wit foto’s uit het fotoboek ‘Courage’. Spreek af<br />

met je collega’s welke foto’s jij zal gebruiken. Je kan ervoor kiezen om<br />

andere foto’s dan je collega’s te gebruiken, of net om dezelfde foto’s<br />

te gebruiken. (zie onder).<br />

Boek ‘Courage’ (achtergrondteksten)<br />

Keukenwekkertje of andere timer<br />

Kinderen kunnen deze foto’s individueel bekijken<br />

Als je kinderen er samen rond laat werken, in kleine groep, kunnen er<br />

interessante gesprekken ontstaan.<br />

Je kan met de hele klas enkele foto’s bespreken.<br />

Het gebruik van deze foto’s is opgenomen in de activiteitenfiches van<br />

meerdere leerjaren. De verwerking is uiteraard op een ander niveau.<br />

Alle kinderen van de school kunnen met deze foto’s werken. Ze doen<br />

eenzelfde impressie op. Als je de kinderen van de verschillende graden<br />

deze telkens op hun niveau laat verwerken, kan je klasdoorbrekend een<br />

tentoonstelling organiseren met de foto’s en de verwerkingen van de<br />

kinderen erbij.<br />

Als eerste opdracht kan je elk kind dezelfde opdracht geven en daar<br />

een binnen- en buitenkring rond houden.<br />

Verloop Intro: Motivatie ivm de foto’s<br />

Toon de verschillende foto’s. Je kan dit op verschillende wijzen doen:<br />

hang ze ergens op, verspreid door het schoolgebouw, leg ze op een<br />

tafel in de klas, leg ze op de grond in de kring, …<br />

Kern<br />

Activiteit: Foto’s bekijken en laten beoordelen door de kinderen<br />

Laat de kinderen de foto’s bekijken<br />

Laat de kinderen één of meerdere van volgende vragen beantwoorden<br />

of uitvoeren:<br />

o Ga op zoek naar een foto die je bijzonder vindt. Welk verhaal<br />

zit er volgens jou achter deze foto?<br />

o Ga op zoek naar een foto die je aan iets bepaalds doet denken.<br />

Waar doet hij je aan denken?<br />

o Zoek 2 foto’s waarvan je vindt dat ze bij elkaar horen. Waarom<br />

horen ze bij elkaar?<br />

o Kies één foto uit. Wat zie je? Wat voel je? Wat denk je?<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 24


o Kies een foto uit waar je een vraag bij hebt. Welke vraag heb je<br />

bij deze foto?<br />

o Kies één foto uit. Kies een gevoel waarvan jij vindt dat het bij<br />

deze foto past. Waarom hoort dit gevoel erbij?<br />

o Kies één foto uit. Wat wil je vragen aan de persoon op deze<br />

foto? De persoon kan niet antwoorden. Kan jij een antwoord<br />

bedenken?<br />

Je kan met de hele klas enkele foto’s uitkiezen waarvan jullie als<br />

klasgroep vinden dat ze jullie het meeste treffen. Laat de kinderen<br />

verwoorden waarom ze net deze foto’s kozen.<br />

Je kan ook starten met dezelfde opdracht voor iedereen.<br />

o De leerlingen kiezen een bepaalde foto uit en gaan met die foto<br />

in de kring staan.<br />

o Je maakt er een binnen- en buitenkring van en laat de leerlingen<br />

duogesprekjes voeren.<br />

Ze vertellen om beurt aan elkaar waarom ze die foto bij<br />

die vraag gekozen hebben.<br />

Je kan de binnenkring laten doorschuiven en met de<br />

nieuwe partner hetzelfde gesprek laten voeren, of je<br />

kan de leerlingen van foto laten wisselen: je krijgt de<br />

foto waar je partner over verteld heeft.<br />

Daarna wordt er doorgeschoven (bvb. dobbelen:<br />

binnenkring schuift zoveel plaatsen op naar rechts). Nu<br />

gaan de leerlingen aan hun nieuwe partner vertellen over<br />

de foto die ze gekregen hebben: wat heb ik daarjuist<br />

over deze foto gehoord? Wat wil ik eraan toevoegen.<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Beperk de spreektijd: meestal is één minuut per beurt voldoende: zo leren de kinderen<br />

ook kort en krachtig vertellen.<br />

In een plenum kan je bespreken wat kinderen geraakt heeft van wat ze<br />

gehoord en onthouden hebben (iets wat verrassend was, wat ze zelf<br />

niet gezien hadden, iets wat mooi verwoord werd,…)<br />

In een volgende stap kan je de kinderen nog een opdracht vrij laten<br />

kiezen, die je dan in kleine groepjes of in een grote kring bespreekt.<br />

o Wie wil er iets zeggen over zijn foto?<br />

o Welke opdracht had jij gekozen? Laat eens je foto zien… Kan je<br />

er iets over vertellen?<br />

o Wie koos dezelfde opdracht? Welke foto koos jij erbij?<br />

o Je kan de leerlingen hun foto ook voor hun voeten laten leggen,<br />

of op schoot laten nemen, maar zodanig dat de andere leerlingen<br />

hem kunnen zien. Je kan de leerlingen vragen of ze een foto zien<br />

waar ze graag van horen waarom iemand die gekozen heeft, of<br />

een foto waar ze iets bij willen vragen,…<br />

Opdracht 7(een foto kiezen waarbij je een vraag wil stellen aan een<br />

persoon op die foto) is een leuke opdracht om in groep te doen:<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 25


o Je laat kinderen een foto kiezen en een vraag bedenken<br />

o Iemand stelt zijn foto voor. Er wordt een stoel gezet bij de<br />

foto. Het is de stoel van de persoon op de foto. Iemand die<br />

denkt een antwoord te kunnen formuleren, gaat op de stoel<br />

zitten en zegt het.<br />

o Maak het even stil, laat het antwoord binnenkomen en bespreek<br />

het dan: is het een antwoord op je vraag? Wat doet het je?...<br />

o Daarna kan je dit herhalen: wellicht zouden andere kinderen<br />

andere antwoorden gegeven hebben.<br />

o Daarna kan je dit herhalen met andere foto’s<br />

Afsluiting: Bespreking<br />

Aan het einde van de activiteit kan je met kinderen bespreken wat ze<br />

van de activiteit vonden en wat hen ervan is bijgebleven (wat blijft<br />

hangen?)<br />

Bijlage Bijlage: Opdrachten bij de foto’s ‘courage’ 3<br />

3 Inspiratiebron: Peggy Saey, P. &Van Eeckhaut. M.(2005). Dubbel focussen. Canon cultuurcel.<br />

http://www.ond.vlaanderen.be/publicaties/eDocs/pdf/223.pdf.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 26


Bijlage: Opdrachten bij de foto’s ‘courage’<br />

Lopke heeft thuis niet dezelfde middelen als andere kinderen uit haar klas. De foto’s<br />

die je nu gaat bekijken tonen volwassenen en kinderen die in een vergelijkbare<br />

situatie leven als Lopke. Bekijk de foto’s en kies één van de volgende opdrachten uit.<br />

1. Ga op zoek naar een foto die je bijzonder vindt. Welk verhaal zit er volgens jou<br />

achter deze foto?<br />

2. Ga op zoek naar een foto die je aan iets bepaalds doet denken. Waar doet hij je aan<br />

denken?<br />

3. Zoek 2 foto’s waarvan je vindt dat ze bij elkaar horen. Waarom horen ze bij elkaar?<br />

4. Kies één foto uit. Wat zie je? Wat voel je? Wat denk je?<br />

5. Kies een foto uit waar je een vraag bij hebt. Welke vraag heb je bij deze foto?<br />

6. Kies één foto uit. Kies een gevoel waarvan jij vindt dat het bij deze foto past.<br />

Waarom hoort dit gevoel erbij?<br />

7. Kies één foto uit. Wat wil je vragen aan de persoon op deze foto? De persoon kan<br />

niet antwoorden. Kan jij een antwoord bedenken?<br />

Ik koos voor opdracht nr. …. Dit wil ik er over schrijven:<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 27


Lopke 5 de leerjaar 5.4<br />

Titel WAT IS (KANS)ARMOEDE?<br />

Doelen De kinderen maken een classificatie van de praktijksituaties aan de<br />

hand van de 4 “w”s<br />

De kinderen geven voorbeelden van hoe kansarmoede zich<br />

manifesteert in de één of meerdere van de 4 “w”s<br />

De kinderen kunnen concrete voorbeelden (financiële uitsluiting,<br />

sociale uitsluiting, etc.)geven die de samenhang van de 4 “w”s<br />

illustreren<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Bij Lopke thuis hebben ze het niet breed. Het gezin leeft in<br />

kansarmoede.<br />

Benodigdheden Lege kaartjes, stiften, magneten<br />

Kaartjes met daarop de 4 W’s: Wonen, Werk (werk hebben en<br />

houden, geld verdienen), Welzijn (gezondheid, een fijne<br />

gezinssituatie, vrije tijd) en Weten (onderwijs, kennis, een<br />

diploma): Zie bijlage.<br />

werkblad<br />

Mogelijkheden Stukken van deze activiteiten worden klassikaal aangebracht.<br />

Tussenin hebben de kinderen de mogelijkheid om in kleine groepjes<br />

te overleggen en opdrachten uit te voeren.<br />

Verloop: Intro: Situtatieschets<br />

Situatieschets door de leerkracht:<br />

Lopke is een meisje zoals andere meisjes van 10-12 jaar. Toch heeft<br />

Lopke het niet altijd gemakkelijk.<br />

Vraag aan de leerlingen of ze voorbeelden daarvan uit het verhaal<br />

onthouden hebben.<br />

Kern<br />

Activiteit 1: Situatieschets aan de hand van foto’s<br />

Indien fiche 5.3 werd behandeld: Wat is je bijgebleven van de<br />

foto’s die we samen bekeken hebben?<br />

Indien fiche 5.3 niet werd behandeld:<br />

samen met de leerlingen de foto’s uit het boek ‘Courage’ bekijken;<br />

wie iets wil zeggen over een foto, geeft dat aan.<br />

OF<br />

Zelf een selectie van foto’s maken en deze bespreken a.d.h.v. de<br />

volgende vragen:<br />

o Wat valt je op?<br />

o Wat denk je erbij? Wat voel je erbij?<br />

o Zou jij graag wonen, spelen, leven,… zoals de mensen op deze<br />

foto? Waarom wel of niet<br />

Al deze foto’s hebben iets gemeen: ze vertellen ons over<br />

kansarmoede, kansarmoede hier bij ons, niet in een land hier ver<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 28


vandaan…<br />

Activiteit 2: Vragen naar de betekenis, het voorkomen van<br />

kansarmoede<br />

Dikwijls spreken we over ‘armoede’.<br />

o Waarom spreken we beter over ‘kansarmoede’?<br />

o Welk woord zit daarin? -> kansarmoede= gebrek aan kansen<br />

die je krijgt, omwille van de situatie waarin je terecht bent<br />

gekomen.<br />

Peil naar wat de kinderen weten over (kans)armoede:<br />

o Wat wil ‘(kans)armoede’ zeggen?, waar denk je aan? -> Laat<br />

de kinderen in kleine groepjes elk idee noteren op een<br />

kaartje* 4 .<br />

o Laat de kinderen de kaartjes met hun ideeën op zichtbaar<br />

op bord hangen.<br />

o Als de ideeën van verschillende groepjes overlappen, laat je<br />

deze groeperen. Zorg ervoor dat de kaartjes gemakkelijk<br />

kunnen verhangen worden.<br />

Vertel dat kansarmoede zich uit op verschillende vlakken.<br />

o We spreken van 4 W’s: Wonen, Werk (werk hebben en<br />

houden, geld verdienen), Welzijn (gezondheid, een goede<br />

gezinssituatie, vrije tijd) en Weten (onderwijs, kennis, een<br />

diploma).<br />

o Hang de kaartjes met deze begrippen bij op het bord.<br />

o Laat de kinderen hun kaartjes bekijken en ze onder één<br />

van de 4 W’s plaatsen.<br />

o Kunnen de kinderen nog kaartjes bedenken die onder één<br />

van de 4 W’s thuis horen?<br />

o Mensen die in kansarmoede leven, hebben te maken met<br />

problemen en gebrek aan kansen op deze verschillende<br />

vlakken. Leg uit dat als je het moeilijk hebt op vlak van ‘één<br />

W’, dit ook invloed heeft op de andere W’s. (bvb: als je in<br />

een huis woont waar geen elektriciteit is, word je sneller<br />

ziek. Als je veel ziek bent, is het moeilijk om werk te<br />

vinden). Je bent niet arm omdat je niet zoveel kleren hebt<br />

als je vriendje, of omdat je geen tuin hebt om in te<br />

spelen,… Het is een combinatie van verschillende<br />

elementen. Het één brengt vaak het ander met zich mee,<br />

armoede is een cirkel waar je moeilijk uit geraakt.<br />

Teken op bord pijlen tussen de verschillende W’s, waarmee je het<br />

verband aangeeft.<br />

4 Geïnspireerd door ‘Armoede hier en vandaag’ . Lessenmap. Beweging van Mensen met Laag Inkomen en<br />

Kinderen vzw.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 29


Wonen Werk<br />

Welzijn Weten<br />

o Laat de kinderen hier nog voorbeelden bij zoeken.<br />

o Laat de kinderen voorbeelden zoeken uit het verhaal van<br />

Lopke die te maken hebben met de 4 W’s.<br />

Laat deze invullen op het werkblad.<br />

Waar komt (kans)armoede 5 voor? Zie je ook hier (kans)armoede?<br />

(Armoede komt voor in iedere Vlaamse gemeente! Uit officiële<br />

cijfers van 2010 blijkt dat in België 1 persoon op 6 beschouwd kan<br />

worden als arm (17 %). Meer dan 1,5 miljoen Belgen leven met een<br />

armoederisico. Toch is armoede in België een grotendeels verborgen<br />

probleem: wie in armoede leeft, komt er niet graag mee naar<br />

buiten… Meer informatie kan je vinden via www.armoede.be)<br />

Afsluiting: Actie?<br />

Wat zou jij als eerste veranderen bij mensen die in armoede leven,<br />

als je kon kiezen en het kon realiseren?<br />

Wat kan er zoal gedaan worden voor de armen bij ons? Wat kunnen<br />

we zelf doen?<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Denk hierbij ruimer dan het materiële en financiële aspect. De sociale uitsluiting<br />

die een gevolg is van de armoede weegt vaak veel zwaarder door!<br />

‘Gezinnen in armoede ervaren dagelijks dat ze er niet bij horen. Hun kinderen<br />

worden niet uitgenodigd op verjaardagsfeestjes, reclame herhaalt steeds opnieuw<br />

wat ze niet kunnen krijgen, ze leven in slechte en ongezonde woningen, ze voelen<br />

zich nagestaard en onaangepast. Armoede en uitsluiting maken dat mensen zich<br />

soms letterlijk in hun woning opsluiten.’ (uit ‘Samen armoede uitsluiten,<br />

achtergronddossier Welzijnszorg)<br />

Bijlagen Bijlage 1: Informatie rond de 4 W’s voor de begeleider (uit ‘Rechtvaardig,<br />

menswaardig: armoedeweb of armoedecirkel’- vzw Vormen.)<br />

Bijlage 2: Kaartjes met de 4 W’s op.<br />

Bijlage 3: Werkblad<br />

5 Vragen geïnspireerd door ‘Recht-vaardig, menswaardig: armoedeweb of armoedecirkel’. vzw Vormen.<br />

http://www.vormen.org/Rechtvaardig/Armoedeweb.html<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 30


Bijlage 1: Informatie rond de 4 W’s<br />

http://www.vormen.org/Rechtvaardig/Armoedeweb.html<br />

Wonen<br />

Huisvesting: krotwoning, achtergestelde buurt, kleine woning, sociale woning,<br />

elektriciteit afgesloten, geen verwarming, uit huis gezet worden, veel verhuizen, gebrek<br />

aan sanitair, ongezonde vochtige woningen, veel lawaai, weinig hygiëne, gebrek aan<br />

ruimte, geen tuin, ...<br />

Werk<br />

Werk: werkloosheid, handenarbeid, laag loon, ontslag, interimjobs, werk-onzekerheid,<br />

discriminatie op werk, ...<br />

Geld: laag inkomen, leefloon, OCMW, schulden, kinderbijslag, werkloosheids-uitkering,<br />

geldgebrek, budgetplanning, geen zakgeld ...<br />

Welzijn<br />

Gezin: echtscheiding, alleenstaande moeder, geen kinderopvang, veel ruzie,<br />

drankprobleem, mishandeling, plaatsgebrek, veel kinderen, plaatsing van de kinderen,<br />

jonge moeders, ongewenste zwangerschap, ouders zijn analfabeet, jeugddelinquentie,<br />

kinderen achter in ontwikkeling<br />

Ontspanning: geen vakanties, geen geld voor ontspanning, geen cultuur, slechte buurt om<br />

buiten te spelen, stress, rondhangen op straat ...<br />

Gezondheid: geen geld voor ziekteverzekering, geen geld voor de dokter, geen geld voor<br />

medicijnen, ongezonde voeding, naar spoedafdeling i.p.v. dokter, vaak ziek, slechte<br />

verzorging, slechte hygiëne ...<br />

Weten<br />

Onderwijs: leerproblemen, negatief zelfbeeld, niet op schoolreis kunnen gaan, BSO,<br />

buitengewoon onderwijs, geen computer thuis, andere leefwereld, spijbelen, geen hulp<br />

bij huiswerk, onbeleefd, andere woordenschat, andere taal, alleen dialect spreken,<br />

weinig vrienden, vooroordelen, geen schoolgerief, geen diploma, drop-out, ongelijke<br />

kansen, geen plaats thuis voor huiswerk, er niet bijhoren, ...<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 31


Bijlage 2: De vier ‘w’s<br />

Wonen<br />

Werk<br />

(werk hebben en houden, geld verdienen)<br />

Welzijn<br />

(gezondheid, een fijne gezinssituatie, vrije tijd)<br />

Weten<br />

(onderwijs, kennis, een diploma)<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 32


Bijlage 3:<br />

Werkblad: Wat is kansarmoede?<br />

Kansarmoede heeft te maken met een gebrek aan kansen op vlak van 4 W’s: Wonen,<br />

Werk (werk hebben en houden, geld verdienen), Welzijn (gezondheid, een fijne<br />

gezinssituatie, vrije tijd) en Weten (onderwijs, kennis, een diploma).<br />

Lopke heeft ook te maken met minder kansen die met deze W’s te maken hebben. Kan<br />

jij hiervan voorbeelden vinden in het verhaal? Noteer ze hier.<br />

Wonen Werk<br />

Welzijn Weten<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 33


Lopke 5 de leerjaar 5.5 -6.5<br />

Titel KINDER<strong>EN</strong> <strong>EN</strong> OUDERS VERTELL<strong>EN</strong><br />

Werken rond uitspraken van kansarme kinderen en ouders<br />

Doelen De kinderen kunnen verbanden leggen tussen de realiteit van<br />

kansarmoede en eigen ervaringen van uitsluiting<br />

De kinderen analyseren hoe hun eigen reacties en gedragingen<br />

kunnen bijdragen tot uitsluiting en kansarmoede van anderen.<br />

De kinderen formuleren alternatieve vormen van gedrag d.i. gedrag<br />

dat niet tot uitsluiting leidt.<br />

De kinderen drukken hun gevoelens uit die de de getuigenissen over<br />

kansarmoede teweeg brengen.<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Lopke heeft het thuis niet breed. Het is niet eenvoudig om daar mee<br />

om te gaan, ook door hoe anderen op haar reageren. Mensen die in<br />

kansarmoede leven ervaren dikwijls weinig begripvolle reacties van hun<br />

omgeving.<br />

Benodigdheden Indien het gebruikt wordt in contractwerk: het werkblad met de<br />

instructie.<br />

Mogelijkheden In contractwerk: de getuigenissen geven aanleiding voor een gesprek<br />

in kleine groep<br />

Je kan de getuigenissen inleiden en de leerlingen, allen op hetzelfde<br />

moment, in groepjes laten werken. Nadien bespreek je hun<br />

bevindingen.<br />

Verloop De kinderen lezen de getuigenissen en geven aan hoe ze deze<br />

ervaren. Ze denken na over hoe zij soms reageren en hoe het anders<br />

kan.<br />

De kinderen kunnen er zelf gedichten bij maken.<br />

Bijlagen<br />

Bijlage 1: Getuigenissen 6<br />

Bijlage 2: Werkblad voor leerlingen.<br />

Bijlage 3: Voorbeelden uit Aarschot<br />

6 Getuigenissen uit: Welzijnszorg, Algemeen Verslag over de Armoede, Armoede en onderwijs, BMLIK, 1997<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 34


Bijlage 1: Getuigenissen<br />

Als je het thuis niet breed hebt, is het niet eenvoudig om daar mee om te gaan. Reacties<br />

van anderen bemoeilijken het nog dikwijls. Hieronder lees je enkele getuigenissen van<br />

kinderen en ouders die in kansarmoede leven.<br />

KINDER<strong>EN</strong> <strong>EN</strong> OUDERS VERTELL<strong>EN</strong><br />

1. "Mijn eerste schooldag. Wat valt<br />

daar nu over te vertellen? Dat de<br />

kinderen mij uitlachten met mijn<br />

boekentas? Dat er niemand naast mij<br />

wilde komen zitten? “In onze klas<br />

wordt niemand uitgesloten”, zei de<br />

meester. En wat deed hij dan vorige<br />

week?”<br />

(Getuigenis uit Dagboek van Robby,<br />

Welzijnszorg 1996)<br />

3. “In het begin praatte iedereen tegen<br />

mij op school, maar toen ze wisten<br />

waar ik woonde, lieten ze me links<br />

liggen, en iemand zei: ik mag niet bij je<br />

komen spelen, omdat je daar woont.”<br />

Later vroeg ik of ze met mijn<br />

verjaardag mocht komen, ze mocht<br />

niet omdat ik daar woon.”<br />

Patricia, 12 jaar<br />

(Getuigenis uit achtergronddossier<br />

2. "Op school krijgen de kinderen een<br />

etiket opgeplakt. Zo'n etiket is<br />

vernietigend voor hun toekomst. En<br />

dat terwijl zij er niets kunnen aan doen<br />

en hun toekomst nog voor hen ligt. Op<br />

school zitten mijn kinderen samen met<br />

kinderen uit welgestelde families. Mijn<br />

oudste zoon wordt uitgestoten. Men<br />

zegt dat hij uit de barakken komt. Eerst<br />

had hij 76%, nu nog maar 30%. Hij<br />

was bij de eerste vier. Hij gaat nu niet<br />

meer. En zelfs thuis is hij opstandig<br />

geworden. Ik heb er met de<br />

onderwijzeres in de klas over<br />

gesproken. Het gaat zo: ze spuwen op<br />

zijn schrift. Het wordt erg. Als hij<br />

thuiskomt, kan ik zo zien of zijn dag<br />

goed of slecht is geweest. Hij zegt: 'Ik<br />

kan het toch niet helpen dat mijn<br />

vader werkloos is en mijn moeder geen<br />

beroep heeft...' "<br />

(Getuigenis Algemeen Verslag over de<br />

Armoede)<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 35


5. “We moesten 4. van “Toen de meester ik op de lagere school was, telde ik nooit mee, ik werd altijd als de<br />

documentatie meebrengen mindere beschouwd. over dieren. Ik werd slecht behandeld en dikwijls uitgelachen. Ik<br />

Nu mogen we in was groepjes een luierik, een een nietsnut in de ogen van de leerkrachten. Ik zat altijd<br />

spreekbeurt voorbereiden. alleen op een Ik vond bank in de hoek van de klas.<br />

alleen maar een paar prenten op<br />

Het maakte mij agressief. Ik heb gevochten, ik heb grove woorden gebruikt<br />

zolder. Ik zag een paar kinderen met<br />

om mij te verdedigen. Ik mislukte in mijn ondervragingen omdat ik<br />

een veelbetekenende blik kijken. Zal er<br />

ontmoedigd was. Ik wilde niets meer leren. Soms bleef ik van school weg en<br />

iemand met mij willen samenwerken?<br />

verstopte mij ergens. Toch wilde ik leren, maar de anderen begrepen mij<br />

Ik kan beter zeggen dat ik liever alleen<br />

niet. Ik werd onhandelbaar. Alleen thuis voelde ik mij goed.<br />

werk.”<br />

Die dingen vergeet je nooit meer. Ik denk er nog dikwijls aan terug. Soms<br />

(Getuigenis Campagne Welzijnszorg 2002)<br />

vraag ik me af of ik wel normaal ben.”<br />

(Getuigenis uit armoede en onderwijs, BMLIK, 1997)<br />

6. “Of dan vroeg de leraar:<br />

“Wie heeft er leuke dingen in<br />

het buitenland meegemaakt?”<br />

Dan stak bijna iedereen zijn<br />

vinger op. Ik niet! Ik was daar<br />

wel kwaad over.”<br />

(Jos, 10 jaar)<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 36


7. "In onze klas is er een meisje, dat heel<br />

arm is. - Ze heeft niet altijd wat nodig is<br />

om de lessen te kunnen volgen. Zij heeft<br />

meestal niets te eten om 10 uur. Ze<br />

draagt kleren die niet meer in de mode<br />

zijn en soms zijn ze ook vuil en<br />

gescheurd. Wat het allerergst is: ze is<br />

bijna altijd alleen. Mijn vriendin en ik<br />

zijn met haar gaan praten tijdens de<br />

speeltijd en tijdens de lessen gaan we<br />

naast haar zitten. We lenen haar ons<br />

gerief en delen ons vieruurtje met haar.<br />

Maar dat is niet voldoende en we weten<br />

niet altijd wat we moeten doen. Wij<br />

vinden dat het onrechtvaardig is als je<br />

arm bent."<br />

9. “Ik heb de kinderen ook al<br />

thuisgehouden omdat ik hun eten niet kon<br />

betalen. Ik steek dat niet weg. Ik zoek dan<br />

een uitweg naar de school toe. Ik zeg dat<br />

ze ziek zijn. Anders is het weer van<br />

“mama kan dat niet betalen”. Ik houd ze<br />

thuis omdat de kinderen daarvoor niet<br />

bekeken zouden worden.”<br />

(Getuigenis Armoede en onderwijs, BMLIK,<br />

1997)<br />

8. "Aan het begin van het<br />

schooljaar zijn de kinderen nog<br />

vol goede moed, maar ze hebben<br />

de nodige schooluitrusting niet<br />

omdat wij niet het geld hebben om<br />

dat te kopen. Dat doet pijn. De<br />

kinderen schamen zich. Ze zijn<br />

bang voor straf, willen niet meer<br />

naar school of worden brutaal en<br />

angstig. Het meisje kreeg altijd<br />

maar straf, omdat ze haar klasgeld<br />

niet bij had, haar geld voor de<br />

schoolreis of voor de spaarkas, en<br />

dat kwam altijd op haar hoofd<br />

terecht." (Getuigenis Algemeen<br />

Verslag over de Armoede)<br />

10. “We moeten zelfstandig leren<br />

werken, zegt de meester. Daarom<br />

werken we af en toe in groepjes.<br />

Vandaag moesten we allerlei maten<br />

nemen. Nog voor de meester de<br />

groepen samenstelde, hoorde ik<br />

sommigen al fluisteren: ‘Hopelijk zit<br />

Hendrik niet bij ons want die rekent<br />

dikwijls verkeerd!’ ”<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 37


Bijlage 2: Werkblad bij de getuigenissen<br />

Kies twee getuigenissen uit die jou het meest raken en vertel waarom je deze koos.<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Draag jij er soms toe bij - door hoe je reageert – dat andere kinderen zich slecht<br />

voelen? Hoe?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Hoe kan het anders?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 38


Heb jij jezelf ook al eens slecht gevoeld door de reactie van iemand anders? Kan je er<br />

iets meer rond vertellen?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Maak een gedicht bij de getuigenissen.<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 39


Bijlage 3: Voorbeelden Lopke in Aarschot (2006-2007)<br />

Hard<br />

Wij zijn rijk,<br />

jij bent dat niet<br />

Waarom zouden we dan met je spelen?<br />

Je hebt geen dure kleren,<br />

jouw huis is afgeleefd<br />

Bij ons is dat wel anders<br />

Wij kunnen elk jaar<br />

wel vijf keer op vakantie<br />

En jij? Nooit zeker?<br />

Dat wist ik wel.<br />

Minder dan jou<br />

Minder dan jou is anders zijn<br />

Minder dan jou is niet fijn<br />

Minder dan jou, er is geen vriend<br />

Minder dan jou,<br />

minder dan niks<br />

Minder dan jou<br />

Ik voel me zo klein<br />

Soms zou ik graag jou willen zijn<br />

Uitsluiten<br />

Uitsluiten<br />

Is uitlachen<br />

Pijn<br />

Is tranen veroorzaken<br />

Weer een klap in mijn gezicht,<br />

duisternis in plaats van licht<br />

Waarom moet het nu zo lopen?<br />

k’ durf bijna niet meer te hopen<br />

Ik moet knokken om niet te vallen,<br />

vechten om te blijven staan<br />

Denken aan de kleine dingen<br />

waarvoor ik door moet blijven gaan<br />

Is niet bij de groep horen<br />

Je kan ook<br />

Tranen uitsluiten<br />

Weet je?<br />

Zeg niet<br />

Zeg niet:<br />

die is lelijk,<br />

die lijkt dom<br />

die is zwart<br />

en die is krom<br />

Hoe zou het zijn<br />

als je binnenin kon kijken,<br />

de dingen gaan dan vast<br />

heel anders lijken<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 40


Lopke 5 de leerjaar 5.6-6.6<br />

Titel B<strong>EN</strong> IK IN DE MODE?<br />

Over merken in de klas!<br />

Kern De kinderen reflecteren over hoe “hebben” en de materiële<br />

welstand een invloed hebben op “zijn” en je identiteit.<br />

De kinderen verbinden hun eigen ervaringen met merkproducten<br />

met de ervaringen van andere kinderen, voornamelijk met die van<br />

kansarmen.<br />

De kinderen reconstrueren de ervaring van uitsluiting van<br />

kansarmen omwille van merkproducten.<br />

De kinderen voeren een klasgesprek waar ze luisteren naar elkaar,<br />

zich duidelijk uitdrukken, helpen elkaar bij de formulering van<br />

ideeën,…<br />

De leerlingen reageren op een getuigenis van een moeder die in<br />

kansarmoede leeft en vertelt dat haar kinderen worden uitgesloten<br />

omdat ze geen schoolgerei van een bepaald merk hebben of geen<br />

merkkledij dragen.<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Lopke koopt haar kleding in de kringloopwinkel. Dit is geen merkkledij.<br />

Gelukkig reageert haar vriendin, Annelies hier supertof op.<br />

Benodigdheden Werkblad met de instructie.<br />

Voor de creatieve verwerking: reclamefolders, flappen, lijmstiften,…<br />

Mogelijkheden In contractwerk: de getuigenis geeft aanleiding voor een gesprek in<br />

kleine groep en leidt tot het noteren van een aantal voorstellen om<br />

er in de klas aan te werken dat kinderen zich goed kunnen voelen, of<br />

ze nu schoolgerei en kledij van een bepaald merk hebben of niet.<br />

Je kan de getuigenis inleiden en nadien de leerlingen in groepjes<br />

laten werken. Dan bespreek je hun voorstellen.<br />

De voorstellen van de verschillende groepjes kunnen op een<br />

bepaalde manier neergeschreven /uitgetekend / versierd worden<br />

zodat het een echte klasafspraak wordt.<br />

Je kan er ook voor opteren om een klassikaal kringgesprek te<br />

hebben over dit onderwerp.<br />

Verloop Intro: Motivatie via het lezen van de getuigenis<br />

De kinderen lezen de getuigenis 7 .<br />

Gesprek over merken<br />

o De kinderen geven aan wat maakt dat ze schoolgerei of<br />

kledij van een bepaald merk belangrijk vinden.<br />

o Ze geven aan hoe zij reageren op het al dan niet hebben van<br />

schoolgerei of kledij van een bepaald merk.<br />

o Ze kunnen in groep filosoferen over de vraag of je minder<br />

bent als je geen schoolgerei of kledij hebt van een bepaald<br />

7 Getuigenissen: http://sos.welzijn.net<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 41


merk.<br />

o Ze komen tot een aantal voorstellen om er in de klas aan te<br />

werken dat kinderen zich goed kunnen voelen, of ze nu<br />

schoolgerei en kledij van een merk hebben of niet.<br />

Kern: Creatieve verwerking 8<br />

Mogelijke creatieve verwerking:<br />

o Groepswerk: collage<br />

o Onderwerp: schoolgerei / kleding<br />

sommige groepen werken rond schoolgerei, andere rond<br />

kleding<br />

o Collage 1: schoolgerei (kledij) dat (die) ze mooi vinden<br />

verzamelen op een flap en er een leuke collage mee maken.<br />

Er zijn geen beperkingen qua budget. Ze moeten er wel de<br />

prijs bij vermelden.<br />

o Collage 2: schoolgerei (kledij) dat (die) ze zich kunnen<br />

aanschaffen met een beperkt budget (vooraf opgeven): de<br />

leerlingen proberen met een beperkt budget toch een tof<br />

geheel samen te stellen. Ze kunnen hierbij hun creativiteit<br />

gebruiken: bvb. gewoon effen kaftpapier dat ze zelf<br />

‘opfrissen’ met leuke knipsels<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Als deze fiche in het 5de lj. gebruikt wordt, kan je met de lkr. van het 6de lj. de<br />

afspraak maken om de boeken het volgende schooljaar op een andere manier te<br />

kaften: geen duur kaftpapier, maar gewoon effen bruin of blauw kaft- of<br />

inpakpapier waarmee de leerlingen zelf creatief aan de slag kunnen. Op deze<br />

manier worden de verschillen tussen de leerlingen op dat vlak weggenomen en<br />

leren leerlingen creatief werk waarderen.<br />

Bijlage Bijlage: Werkblad over merken in de klas<br />

8 idee creatieve verwerking: leerkrachten 3 de graad basisscholen Dilsen-Stokkem<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 42


Bijlage: Werkblad over merken in de klas<br />

Hieronder lees je een getuigenis van Marleen, een moeder die in armoede leeft. Zij<br />

vertelt hoe haar kinderen worden gepest omdat zij geen schoolgerei en kledij van een<br />

welbepaald merk hebben. Bekijk hoe jullie er in de klas aan kunnen werken dat niemand<br />

daarvoor wordt gepest of uitgesloten.<br />

Marleen 9 vertelt:<br />

“Heb je niet genoeg geld om kaftpapier te kopen?”, vroeg een onwetende<br />

leerkracht aan mijn dochter. Ze kwam ontgoocheld naar huis. We hadden zo ons<br />

best gedaan om met restjes papier te doen wat gevraagd was…<br />

Mijn dochter kreeg van haar meter een Kipling-boekentas cadeau. Maar ik durf er<br />

mijn dochter niet mee naar school sturen want ik weet dat ze daar zullen zeggen:<br />

“Daar heeft ze wel geld voor en haar schoolrekeningen betaalt ze niet.”<br />

Mijn kinderen worden gepest omdat zij niet in de nieuwste kledij rondlopen. Ik<br />

vind het niet erg om tweedehands kledij te dragen maar voor mijn kinderen vind<br />

ik dat wel erg. Zij worden sinds wij in armoede leven niet meer gevraagd op<br />

verjaardagsfeestjes. Dat was vroeger anders.<br />

Bespreek in jullie groepje volgende vragen:<br />

Wat maakt dat kinderen graag schoolgerei of kledij van een bepaald merk<br />

hebben?<br />

Hoe reageren jullie als kinderen geen schoolgerei of kledij van een bepaald merk<br />

hebben? Hoe voelt dat voor hen, denk je?<br />

Ben je minder als je geen merkproducten hebt of koopt? Waarom wel of niet?<br />

Schrijf op de achterkant een aantal voorstellen op over hoe jullie er in jullie klas aan<br />

willen werken dat elk kind er zich goed voelt, welk schoolgerei het ook heeft, welke<br />

kledij het ook draagt...<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 43


Lopke 5 de leerjaar 5.7<br />

Titel LOPKE <strong>EN</strong> HET ELZ<strong>EN</strong>HOF<br />

Verwerkingsmogelijkheden bij ‘Lopke en het Elzenhof, n.a.v. het<br />

hoofdstuk uit ‘Lopke en de liefde’, waar Lopke met Cindy mee naar<br />

het Elzenhof gaat.<br />

Doelen De kinderen kunnen de vragen met betrekking tot het verhaal<br />

beantwoorden.<br />

De kinderen kiezen een verwerkingsmogelijkheid met betrekking tot<br />

dit verhaal.<br />

De kinderen reflecteren over ‘anders-zijn’.<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Lopke brengt Cindy naar haar school: ‘Het Elzenhof’. Lopke is er nog<br />

nooit geweest. Het is dan ook een eerste kennismaking met het<br />

buitengewoon onderwijs. In het verhaal ‘Lopke en Het Elzenhof leren<br />

we de school nog beter kennen…<br />

Benodigdheden Verhaal ‘Lopke en het Elzenhof.<br />

Mogelijkheden De kinderen lezen dit verhaal een eerste keer als onderdeel van een<br />

contractwerk, tijdens een klassikaal moment wordt er op dit verhaal<br />

teruggekomen.<br />

De vragen ter verwerking van de tekst kunnen mondeling in kleine<br />

groepjes gebeuren, waarbij de verslaggever verslag neemt van de<br />

antwoorden. In een kringgesprek wordt er verder ingegaan op de<br />

antwoorden.<br />

De vragen kunnen per twee worden opgelost, waarbij beide kinderen<br />

hun antwoorden noteren.<br />

De verwerking aan de hand van de opdrachten kan in kleine groepjes<br />

gebeuren. Je kan de opdrachten als mogelijkheden aanbieden waar<br />

de kinderen er één of twee uit kiezen.<br />

Verwerkingsmogelijkheden:<br />

o Een activiteit doen samen met een klas uit het Elzenhof: de<br />

kinderen leren elkaar en elkaars school op een positieve<br />

manier kennen<br />

o Corresponderen met een klas uit het Elzenhof met als<br />

hoogtepunt op het einde van het jaar: een ontmoeting met<br />

elkaar.<br />

o Iemand met een handicap uitnodigen in de klas voor een<br />

getuigenis<br />

Verloop Intro<br />

De kinderen lezen het verhaal van Lopke: ‘Lopke en het Elzenhof’<br />

Vervolgens bespreek je het verhaal. Dit zijn mogelijke vragen:<br />

o Hoe werkt de school van Cindy?<br />

o Wat is het verschil met onze school?<br />

o Mama vindt het belangrijk dat Lopke de kinderen van de<br />

school van Cindy niet uitlacht. Wat vind jij?<br />

o Welke vragen heb jij nog over deze school?<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 44


Kern<br />

Activiteiten samen met een school voor Buitengewoon Onderwijs<br />

Activiteit 1: Poppenkast<br />

zie fiche 6.2<br />

Activiteit 2: Correspondentie<br />

Een andere mogelijkheid is dat je met een klas van Het Elzenhof (of<br />

een andere school voor BuO, of een instituut voor kinderen met een<br />

handiap) gaat corresponderen.<br />

Op ’t einde van het schooljaar organiseer je een ontmoeting: een dag<br />

waarop de leerlingen in elkaars school op bezoek gaan en samen<br />

activiteiten doen, gericht op het leren kennen van elkaar en van de<br />

school, in respect voor elkaar.<br />

Activiteit 3: Ervaringen delen 10<br />

Je kan ook jongeren met een handicap uitnodigen om naar de klas te<br />

komen en over zichzelf te vertellen. Elk van hen kan iets bijzonders.<br />

Zo leren kinderen andere mensen, ook mensen met een beperking,<br />

waarderen. Ze ontdekken dat iedereen talenten heeft.<br />

Er kunnen samen gezelschapsspelen worden gespeeld, de jongeren<br />

kunnen meespelen op de speelplaats,… Er wordt afgerond met een<br />

gezellig onderonsje met cake, taart, een drankje…<br />

Activiteit 4: Verhaal<br />

In bijlage vind je nog een verhaal ‘Wie er anders uitziet, of zich<br />

anders gedraagt, hoort er ook bij’.<br />

Ook dit verhaal kan gebruikt worden om met kinderen even stil te<br />

staan bij ‘anders-zijn’.<br />

Bijlagen Bijlage 1: Werkblad 1<br />

Bijlage 2: Verhaal rond anders-zijn<br />

10 Voor Dilsen-Stokkem blijkt dit nu al te gebeuren met jongeren uit ‘De Meander’. 3 jongeren komen samen<br />

een bezoekje brengen aan je klas en vertellen over hun hobby’s.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 45


Bijlage 1: Lopke en het Elzenhof<br />

Lees het verhaal van Lopke en het Elzenhof. Beantwoord daarna de volgende vragen.<br />

Hoe werkt de school van Cindy?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Wat is het verschil met onze school?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Mama vindt het belangrijk dat Lopke de kinderen van de school van Cindy niet uitlacht.<br />

Wat vind jij?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 46


Welke vragen heb jij nog over deze school?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 47


Bijlage 2: Verhaal<br />

Wie er anders uitziet of zich anders gedraagt, hoort er ook bij!<br />

Vandaag is er in onze klas iets vreemds gebeurd. Bijna niet te geloven!<br />

De juf vroeg of iemand van ons wist wat voor postzegel er op een gewone brief moest.<br />

‘Een van 2 euro!’ riep Jeroen uit. Jeroen wil meestal als eerste antwoorden en daardoor<br />

denkt hij vaak niet lang genoeg na. Wat hij zegt, klopt dus niet altijd.<br />

Sofie tikte op haar voorhoofd. ‘Domkop! Dat is toch veel te veel!’<br />

‘Je bent zelf dom!’ zei Jeroen boos. Sofie haalde haar schouders op.<br />

‘Als je er te veel opplakt, is dat niet erg’, meende Liselot. ‘Alleen als er te weinig opzit,<br />

krijg je een boete.’<br />

‘Rijke stinkmadam!’ gilde Simon. ‘We hebben niet allemaal een zwembad in onze tuin,<br />

hoor!’ De hele klas lachte, ik ook. Het was grappig dat Liselot eens op haar nummer werd<br />

gezet. Die besefte nooit hoe ze ons met al haar dure spelletjes jaloers maakte.<br />

Trillend van woede stond Liselot op. ‘Ik ben tenminste niet zo’n armoedzaaier als jij,<br />

Simon!’ riep ze luidkeels. ‘Ik heb geen gaten in mijn sportschoenen!’<br />

Het werd stil. Dit was niet meer grappig. Simons vader was werkloos en misschien zaten<br />

zijn ouders echt niet te popelen om hun geld aan nieuwe sportschoenen uit te geven. We<br />

keken een beetje hulpeloos naar de juf, maar die staarde strak naar haar bureau. Alsof<br />

ze er helemaal niet bij was.<br />

‘Het doet er toch niet toe wat voor kleren iemand aan heeft’, probeerde Maarten de<br />

boel te sussen.<br />

‘Ja, dat is aan jouw kleren wel te merken’, riep Steven. ‘Vogelverschrikker!’<br />

‘En jij bent belachelijk met die gel in je haar!’ riep Laura.<br />

‘En jij bent een sproetenkop!’<br />

‘Brilkikker!’<br />

‘Vet varken!’<br />

‘Idioot!’<br />

De juf stond zo snel op dat haar stoel omviel. Ze raapte hem niet op.<br />

‘Zo is het genoeg’, zei ze kalm. ‘Ik denk dat het tijd is om jullie iets te laten zien.’<br />

Ze deed haar wollen vest uit en stroopte langzaam de linkermouw van haar hemdblouse<br />

op. We beseften opeens dat we onze juf nog nooit met blote armen gezien hadden. Ze<br />

droeg altijd kleren met lange mouwen, zelfs toen het in september bloedheet was.<br />

Onder de mouwen verscheen een grote, langwerpige, bruine vlek. De kleur van koffie<br />

waar een beetje melk in zit.<br />

‘Ik had deze vlek als kind al’ begon de juf. ‘Het is een moedervlek: ik ben ermee geboren.<br />

Op school lachten veel kinderen me ermee uit. Ze noemden me halve neger of poeparm.<br />

Ik smeekte mijn moeder in de zomer om kleren met lange mouwen, maar zij vond dat ik<br />

me niet moest aanstellen. Later ging ik me zo kleden dat niemand het nog merkte. Alleen<br />

mensen die mij heel goed kenden, mochten mij zonder mouwen zien. Van hen was ik niet<br />

bang.’<br />

De juf liet haar blik over ons glijden. Een voor een keek ze ons aan. ‘Er zijn heel wat<br />

dingen die je niet zo goed kunt wegstoppen als een vlek op je arm. En als mensen je dan<br />

uitschelden, doet het pijn.’<br />

Een paar kinderen knikten. Dat hadden we net meegemaakt.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 48


‘Meestal schelden mensen je uit om dingen waar je niets aan kunt doen’, ging de juf<br />

verder.<br />

‘Wat voor karakter je hebt of hoe je eruit ziet, dat heb je lang niet helemaal in de hand.<br />

Natuurlijk lucht het wel eens op om te schelden. Maar vaak komt het veel harder aan<br />

dan je denkt. En daarom wilde ik met jullie afspreken dat we in de klas elkaar niet gaan<br />

uitlachen of uitschelden. We nemen elkaar zoals we zijn. Morgen hang ik boven de deur<br />

een bordje met de<br />

woorden ‘scheldvrije ruimte’. Ik heb er alleen nog een tekeningetje bij nodig. Bij een<br />

rookvrije ruimte hoort een doorgestreepte sigaret. Jullie mogen nu allemaal een<br />

afbeelding bedenken voor onze scheldvrije ruimte. Ik ben benieuwd!’<br />

We gingen schoorvoetend aan het werk. Opeens moest ik grinniken. Als we nog eens<br />

begonnen te schelden in onze klas, hoefde de juf enkel haar mouw op te trekken. Dat<br />

zou volstaan om ons meteen te laten ophouden.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 49


Lopke 5 de leerjaar 5.8<br />

Titel EERSTE COMPUTERLEERC<strong>EN</strong>TRUM VOOR KANSARME<br />

JONGER<strong>EN</strong>!<br />

Kansarmoede en de digitale kloof<br />

Doel De kinderen lezen en becommentariëren een krantenartikel rond<br />

kansarmoede en computers.<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Lopke heeft thuis niet veel financiële middelen. Dat uit zich op<br />

verschillende manieren, onder andere doordat ze geen gsm en<br />

computer heeft thuis. In dit krantenartikel lezen we over het eerste<br />

computerleercentrum voor kansarme jongeren.<br />

Benodigdheden Krantenartikel “Eerste computerleercentrum voor kansarme jngeren”<br />

Mogelijkheden Klassikaal lezen en bespreken<br />

In groepjes bespreken<br />

Een eerste maal individueel lezen in een contractwerk, nadien er<br />

klassikaal op terugkomen voor de bespreking, bijvoorbeeld in een<br />

kringmoment.<br />

Verloop De kinderen lezen het artikel.<br />

Ze nemen het werkblad en proberen alleen, in duo’s of in groepjes de<br />

vragen op te lossen.<br />

In de bespreking kunnen – naast de vragen van het werkblad – ook<br />

nog de volgende elementen aan bod komen:<br />

o Welk werk verricht “Link in de Kabel”?<br />

o Zou dit voor kinderen als Lopke een oplossing kunnen zijn?<br />

o Zit jij thuis vaak aan de computer? Zou je deze kunnen<br />

missen? Zou jij dan geholpen zijn met zo’n<br />

computerleercentrum?<br />

o Wat bedoelen ze juist met ‘digitale kloof’?<br />

o Kan iedereen in de klas al een e-mail verzenden, zoals Lopke<br />

deed? Wie kan het de kinderen die het nog niet kunnen,<br />

aanleren?<br />

Bijlagen Bijlage 1: Krantenartikel 11<br />

11 De Standaard 25 oktober 2010<br />

Bijlage 2: Werkblad bij het artikel<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 50


Bijlage 1: Krantenartikel<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 51


Bijlage 2<br />

Werkblad bij het krantenartikel<br />

Lees het artikel aandachtig. Onderlijn de woorden, begrippen die je niet<br />

kent.<br />

Zoek de betekenis van deze woorden, begrippen op in een woordenboek,<br />

encyclopedie, of online via www.vandale.nl/vandale/opzoeken/woordenboek<br />

of via www.wikipedia.be .<br />

Wat je wil onthouden, kan je hieronder noteren.<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Schrijf in een paar zinnen de kern van het artikel neer. Welke<br />

boodschap wil men geven?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Vind jij het belangrijk om een computer te hebben? Waarom wel of<br />

niet?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Vind jij het voor jezelf belangrijk om een internetverbinding te hebben,<br />

of er gebruik van te kunnen maken? Waarom wel of niet?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Het probleem van de digitale kloof stelt zich uiteraard niet alleen in het<br />

Leuvense. Weet je hoe er in met dit probleem wordt omgegaan? Ken je<br />

plaatsen waar kinderen/jongeren gratis gebruik kunnen maken van een<br />

computer met internetverbinding?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 52


Lopke 5 de leerjaar 5.9<br />

Titel GOEDKOPE VRIJETIJDSBESTEDING<br />

Doelen De leerlingen vergelijken vrijetijdsbestedingen en hoe duur deze<br />

zijn.<br />

Ze bedenken goedkope alternatieven.<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Lopke heeft geen computer thuis, maar kan op school of in de<br />

bibliotheek gratis gebruik maken van een computer.<br />

Lopke kan niet met Tom naar de film, want dat is erg duur. Ze vraagt<br />

een DVD te leen aan Annelies.<br />

Benodigdheden Flappen en stiften<br />

Verloop Mogelijke opeenvolging van activiteiten:<br />

Fase 1<br />

De kinderen worden onderverdeeld in groepjes van 4.<br />

Op een groot blad schrijven ze allerlei activiteiten op die ze doen in<br />

hun vrije tijd.<br />

Ze ordenen deze activiteiten in drie kolommen: links die wel wat<br />

geld kosten, in het midden de activiteiten die weinig geld kosten,<br />

rechts de activiteiten die geen geld kosten.<br />

Voor de dure activiteiten proberen ze zoveel mogelijk alternatieven<br />

te bedenken, net zoals Lopke niet naar de cinema gaat, maar een<br />

DVD huurt.<br />

Bespreek de resultaten; bekijk met de leerlingen of hun<br />

onderverdeling klopt: zijn de gratis activiteiten wel écht kosteloos?<br />

Fase 2<br />

Informatie zoeken over activiteiten die in de buurt plaatsvinden.<br />

Heeft de culturele dienst brochures ter beschikking? Biedt de<br />

jeugddienst activiteiten aan? Welke jeugdverenigingen zijn er?...<br />

Misschien kan er op de website wel informatie gevonden worden<br />

over het aanbod voor de jeugd?<br />

Kinderen die een hobby hebben die weinig tot geen geld kost,<br />

kunnen erover vertellen in de klas: bvb. lid van een jeugdbeweging.<br />

Belangrijk is dat de kinderen ervaren dat een hobby niet duur moet<br />

zijn om leuk te zijn.<br />

Fase 3<br />

Eventueel kunnen er met verenigingen afspraken gemaakt worden<br />

om eens een activiteit op school te komen doen, samen met de<br />

kinderen. Dit kan bvb. binnen atelierwerk georganiseerd worden.<br />

Zo maken de kinderen al doende kennis met mogelijke, haalbare<br />

vrijetijdsbesteding en wordt de drempel wellicht minder groot.<br />

Vrijetijdsmarkt organiseren waarin verschillende verenigingen zich<br />

actief komen voorstellen t.a.v. de kinderen.<br />

Ook de ouders kunnen hierbij betrokken worden. Als zij mee<br />

geïnformeerd worden, wordt de drempel nog wat kleiner.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 53


Lopke 5 de leerjaar 5.10<br />

Titel MMMMMM LEKKER!<br />

Gezond koken<br />

Doelen De leerlingen maken enkele gezonde hapjes klaar.<br />

De leerlingen formuleren ideeën om gezond te eten<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Oma Wiske zegt dat Kevin lekker dik geworden is. Kevin schept op dat<br />

ze alle dagen frieten eten. Lopke protesteert: het zijn soms ook<br />

hamburgers of pizza’s. Oma is verbaasd dat mama niet gewoon kookt.<br />

Lopke legt uit dat mama vaak veel te laat thuis komt van haar werk en<br />

dan ook heel erg moe is. Oma Wiske weet een oplossing: ze leert Lopke<br />

en Kevin om zelf een gezond slaatje te maken.<br />

Benodigdheden Zie bijlage<br />

Mogelijkheden Je kan voor deze activiteit ook ouders inschakelen.<br />

Je zou ook een namiddag ‘intercultureel koken’ kunnen organiseren,<br />

waarbij je verscheidene ouders vraagt om een typisch gerecht van<br />

hun streek te komen bereiden met de kinderen.<br />

Het geeft anderstalige ouders ook de kans om op een positieve<br />

manier een inbreng te doen in de klas, de school. Als je ouders<br />

persoonlijk aanspreekt, vind je zeker vrijwilligers!<br />

Maak wel duidelijke afspraken w.b. onkosten, zodat de drempel voor<br />

ouders zo laag mogelijk gehouden wordt.<br />

Verloop Zie bijlage 12<br />

12 Kuypers,N. ( 2005-2006). Koken met Nele. Kleuters en ik, 22 (1), 15-18.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 54


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 55


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 56


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 57


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 58


Lopke 5 de leerjaar 5.11-6.11<br />

Titel ZIE WAT IK HIER ALLEMAAL VIND<br />

De kringwinkel, de vintage!<br />

Doelen De kinderen onderzoeken het thema”kringwinkel” inhoudelijk door<br />

kleine onderzoeksgemeenschappen te vormen.<br />

De kinderen verbinden hun eigen ervaring aan de systemen van de<br />

georganiseerde recyclage.<br />

De kinderen ontdekken alternatieven voor het consumptiegedrag<br />

van onze maatschappij.<br />

De kinderen bekijken het werk van de kringwinkels en soortgelijke<br />

initiatieven vanuit verschillende perspectieven (werkgever,<br />

werknemer, klant, …)<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Lopke koopt kledij in de kringwinkel. Ook als mama, Lopke en Kevin<br />

verhuizen naar een appartement kopen ze wat meubilair én een<br />

computer in de kringwinkel.<br />

Benodigdheden Computer met internetaansluiting<br />

Oude kledij die mag verwerkt, herwerkt, herbruikt,… worden<br />

Mogelijkheden Opzoeken van informatie via websites: kan in groepswerk, kan<br />

tijdens contractwerk,… (ook afhankelijk van de mogelijkheden van<br />

de school)<br />

Info doorgeven via de coöperatieve werkvorm ‘hetzelfde nummer<br />

groepen presentatie’ of via ‘Zoek de valse’.<br />

Bezoek aan een kringwinkel ‘Achter de schermen’<br />

Aansluitend op de tekst rond tweedehandskledij kan je kinderen<br />

vragen een oud kledingstuk mee te brengen om dit nieuw leven in<br />

te blazen.<br />

Creatieve verwerking met oude kledingstukken<br />

Verloop<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Best kan je even checken bij de leerkrachten van de tweede graad wat zij rond<br />

de kringwinkel gedaan hebben. Anders kan de fiche van de tweede graad ook nog<br />

inspiratie geven.<br />

Intro: Info over de kringwinkel<br />

Je kan de klas de opdracht geven de kringwinkel uit de buurt (of<br />

kringwinkel in het algemeen) voor te stellen.<br />

De klas wordt in groepjes verdeeld en elke groep krijgt een deel<br />

van de opdracht.<br />

Mogelijkheden:<br />

o Hoe zit de organisatie in elkaar / waar vind je overal<br />

kringwinkels?<br />

o Wat is de missie van een kringwinkel?<br />

o Hoe komt men aan de winkelwaar? Hoe worden goederen<br />

ingezameld?<br />

o Wat gebeurt er met de ingezamelde goederen? Welke<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 59


stappen worden er gezet tot aan de verkoop?<br />

o Wat kan je allemaal kopen in een kringwinkel?<br />

De nodige informatie kan gevonden worden op de volgende<br />

website:<br />

www.kringwinkel.net; www.kringwinkel.com; www.dekringwinkel.be<br />

Op sommige sites kan je info over de kringwinkel in een bepaalde<br />

regio opvragen. Sommige kringwinkels hebben een eigen site.<br />

Kern<br />

Activiteit 1: Opzoekwerk en groepswerk<br />

Mogelijkheid 1: Het maken van een samenvattende flap<br />

Elke groep verwerkt de info rond zijn vraag en stelt deze voor op<br />

een flap.<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Heb je niet voor elke groep een computer ter beschikking, dan kan je deze<br />

opdracht in contractwerk steken. Na enkele contractsessies moet elke groep<br />

zijn presentatie klaar hebben.<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Belangrijk is dat de groep er voor moet zorgen dat elk lid van het team de flap<br />

kan uitleggen en bespreken. Hier is de groep zelf verantwoordelijk voor….<br />

Het doorgeven van de informatie gebeurt via een ‘hetzelfde<br />

nummer groepen presentatie’ 13 :<br />

o De groepen (teams) hangen hun resultaten (=flap) op<br />

o Elk lid van de groep krijgt een nummer van 1 tot 4 (of 5)<br />

o Er worden ‘hetzelfde nummer ‘groepen gevormd: alle<br />

nummers 1 vormen een groep, alle nummers 2 vormen een<br />

andere groep,… (zo krijg je in elke groep iemand van de<br />

verschillende (oorspronkelijke) groepen: alle expertise is<br />

in elke groep aanwezig)<br />

o Elke groep gaat bij het werk van een ander team staan<br />

o De vertegenwoordiger van het team in de groep licht de<br />

flap toe en beantwoordt de vragen<br />

o De ‘hetzelfde nummer groepen’ draaien door, totdat ze<br />

alles gezien hebben en elke teamvertegenwoordiger<br />

gehoord hebben.<br />

Mogelijkheid 2: Zoek de valse vragen 14<br />

Een tweede mogelijkheid bestaat erin dat je geen samenvattende<br />

flappen laat maken, maar dat je de groepjes uitdaagt om 3 ‘zoek<br />

de valse-vragen’ op te stellen waarbij de andere groepen moeten<br />

13 Kagan, S., Kopmels, D. & de Jaeger, B., (2007), Coöperatief Vergaderen voor. Professionals. Vlissingen:<br />

Bazalt.<br />

14 Idem<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 60


aangeven wat de valse uitspraak is.<br />

o De groepjes moeten m.a.w. drie keren drie uitspraken<br />

zoeken waarvan er 2 correct zijn, maar 1 foutief.<br />

(Ze moeten proberen dit zo onopvallend mogelijk te doen,<br />

zodat de anderen echt wel moeten zoeken…. )<br />

De vragen worden opgehangen<br />

De andere groepen gaan op zoek: ze mogen gaan zoeken op<br />

internet, via de websites van de kringwinkels.<br />

Activiteit 2:Eventueel bezoek aan de kringwinkel<br />

Je kan aan de kringwinkel vragen om een bezoek achter de<br />

schermen te mogen brengen.<br />

Bedoeling is dan dat de leerlingen met eigen ogen kunnen zien hoe<br />

er in een kringwinkel gewerkt wordt.<br />

Dit kan eventueel gebeuren met enkele voorwerpen die door de<br />

kinderen zelf of door de klas worden meegebracht als<br />

herbruikbaar. Ze volgen dan de weg die deze voorwerpen afleggen<br />

tot ze in de winkel liggen te wachten op een koper.<br />

Activiteit 3: Vintage<br />

Situatieschets<br />

Oma vertelt aan Lopke dat je in de kringwinkel leuke, betaalbare<br />

kledij kan vinden. Lopke gaat er naar toe en vindt er haar gading.<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Tweedehandskledij is tegenwoordig in. Het is geen randverschijnsel meer dat<br />

enkel voor mensen met financiële problemen bedoeld is…<br />

De leerlingen lezen de tekst in bijlage rond tweedehandskledij en<br />

vintage. Ze lossen ook de bijhorende vragen op.<br />

Mogelijke, creatieve verwerking:<br />

o Laat de leerlingen oude kledij (die niet meer gedragen<br />

wordt) meebrengen en laat hen er een nieuwe creatie mee<br />

maken, gaande van een nieuw modeontwerp, over een<br />

handtas van het bovenste deel van een jeansbroek, tot een<br />

kussen van een T-shirt.<br />

o Met de nieuwe creaties kan zelfs een modeshow<br />

georganiseerd worden<br />

Afsluiting<br />

De kinderen plannen een modeshow voor ouders en grootouders.<br />

Bijlage Bijlage: Tweedehandskledij en vintage<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 61


Bijlage: Tweedehandskledij en vintage<br />

In de kringwinkel en in tweedehandskledingwinkels vind je vaak hele goede en<br />

tegelijkertijd goedkope kledij. Tegenwoordig hoor je ook wel de naam ‘vintage’<br />

gebruiken. Wat dat is, lees je hier:<br />

‘Vintage’ in Van Dale<br />

Als je vintage opzoekt in Van Dale staat er als eerste verklaring “aanduiding dat voor de<br />

desbetreffende wijnen druiven uit één oogstjaar gebruikt zijn”.<br />

Vintage heeft dus te maken met iets uit vervlogen tijden, iets dat beter wordt met de<br />

jaren.<br />

Definitie vintage op Wikipedia 15 :<br />

“Vintage is een modetrend, die staat voor een nieuwe interesse voor oude kleding.<br />

Meestal gaat het om designer kleding of handgemaakte kledingsstukken die typisch zijn<br />

voor een bepaalde tijdsgeest en die een zekere stilistische waarde hebben.”<br />

Vintage is dus eigenlijk een chique woord voor ‘tweedehands’: oude kleding wordt nieuw<br />

leven ingeblazen en gemixt met nieuwe kleding. Niet alle<br />

tweedehandskledij is vintage. Het gaat om mode in dezelfde stijl als<br />

bijvoorbeeld twintig of dertig jaar geleden. Vintage kledingstukken<br />

mogen echter geen vlekken vertonen of er versleten uit zien. Het is<br />

mooie kleding uit vervlogen tijden.<br />

Als zo vaak zijn het de filmsterren die een nieuwe golf van vintage<br />

mania hebben doen ontstaan. Het begon allemaal toen Julia Roberts een<br />

oude Valentino jurk droeg bij de Oscaruitreiking voor haar rol in Erin Brokovitch in<br />

2001.<br />

15 Wikipedia is een online-woordenboek (http://nl.wikipedia.org) met momenteel 227.814 artikelen in de Nederlandse<br />

taal. Het is een vrije encyclopedie op het web. Wikipedia is gratis en iedereen kan zonder aanmelding informatie zoeken,<br />

toevoegen of bewerken. Hierdoor kan Wikipedia wel geen garantie geven over de juistheid van de aanwezige<br />

informatie.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 62


Uiteraard hoeft het geen oude merkkledij te zijn die je hiervoor gebruikt! Want die<br />

merkkledij is duurder dan gewone tweedehandsspullen. Je kan ook hele leuke<br />

tweedehandsspullen vinden op vlooienmarkten, in tweedehandswinkels en het<br />

kringloopcentrum. Het verschil tussen echte vintage en tweedehandskledij is er maar<br />

één: de portemonnee!! Je kan evengoed voor heel weinig geld iets kopen. En het leuke is<br />

dat je heel creatief kan zijn! Veel leuker dus dan nieuwe kledij!<br />

Enkele vragen<br />

Heb jij een oud kledingstuk van jezelf of van iemand van je familie dat je nieuw leven<br />

zou kunnen inblazen?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….<br />

Vind jij het een goed idee om tweedehandskledij te dragen?<br />

Leg uit<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 63


Lopke 5 de leerjaar 5.12-6.12<br />

Titel IK B<strong>EN</strong> DE UNDERDOG<br />

De gevolgen bij het hebben van een beperking<br />

Doelen De kinderen kunnen de begrippen gehandicapt, minderheidsgroep,<br />

evenwaardig, mogelijkheden precies formuleren.<br />

De kinderen kunnen gepaste veralgemeningen maken in verband met<br />

volwaardig mens zijn<br />

De kinderen kunnen aangeven welke moeilijkheden mensen met een<br />

beperking ervaren.<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Lopke heeft een (stief)zusje in het Buitengewoon Onderwijs. Daar<br />

gaan kinderen naar school die op een of ander vlak extra<br />

ondersteuning nodig hebben o.w.v. een beperking. Er zijn ook kinderen<br />

bij met een fysieke handicap.<br />

Benodigdheden Opdrachtenblad<br />

Materiaal voor de opdrachten<br />

Kaartjes met handicap op<br />

Mogelijkheden Je kan van dit spel een klasdoorbrekende activiteit maken.<br />

Verloop Intro: Uitleg van de bedoeling van het spel<br />

In dit spel leren deelnemers aan den lijve hoe het leven met een<br />

handicap, een beperking kan zijn.<br />

Voorbeelden:<br />

o Eten, naar bed gaan, een bad nemen, … kunnen allemaal zaken<br />

worden die niet meer zo simpel zijn. Een tas dragen, de trap<br />

op of de afwas doen, wordt een hele klus.<br />

o Mensen met een handicap worden geconfronteerd met<br />

moeilijkheden waar mensen zonder handicap gedachteloos<br />

aan voorbij gaan.<br />

Kern: Inleefspel<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Het is belangrijk eerst het verloop van de activiteit door te lezen<br />

In het lokaal hangt een lijst met opdrachten .<br />

o De spelers moeten de opdracht binnen één uur uitvoeren.<br />

o Sommige opdrachten zijn doorlopend, zoals bijvoorbeeld een<br />

voorwerp dat altijd in beweging moet zijn.<br />

o Andere opdrachten moeten met de hele groep worden<br />

uitgevoerd.<br />

o Een opdracht is pas volbracht als alle spelers hun bijdrage<br />

hebben geleverd. Zo moet bijvoorbeeld iedereen helpen bij<br />

het maken van een schilderij.<br />

Mogelijke doorlopende opdrachten zijn:<br />

o De wielen van een fiets voortdurend in beweging houden.<br />

o Een haakwerkje van 15 steken moet minstens 3 meter lang<br />

worden.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 64


o Een zandloper mag nooit helemaal leeggelopen zijn.<br />

o Er moeten constant zeepbellen in de lucht hangen.<br />

o Vliegers vouwen.<br />

o Een schilderij maken.<br />

o Op het einde moet iedereen minstens één vlechtje in het<br />

haar hebben.<br />

Tot zover is het een gewoon spel. Maar voor het spel begint, moet<br />

de helft van de spelers een kaartje trekken. Op dit kaartje staat<br />

de handicap waarmee die spelers tijdens het spel zullen te maken<br />

hebben.<br />

Mogelijke handicaps, beperkingen zijn:<br />

o Twee handen op de rug houden<br />

o Eén hand op de rug houden<br />

o Niet spreken<br />

o Twee voeten samen bewegen<br />

o Je mag alleen achteruitlopen<br />

o Een donkere zonnebril op zetten; ev. blinddoek<br />

o Je mag enkel in gebarentaal spreken<br />

o Je mag enkel in het Frans of Engels praten<br />

o Je moet elk woord dat je zegt twee keer zeggen.<br />

o Je mag niets aanraken<br />

o Je mag niet opstaan….<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Zorg ervoor dat de handicaps toelaatbaar zijn en de kinderen geen schrik<br />

aanjagen. De bedoeling is inleven en daarom is een goede bespreking essentieel.<br />

Heb er wel aandacht voor dat de leerlingen de ‘handicap’ au sérieux nemen. Anders<br />

ervaren ze niet waarover het gaat.<br />

Zet een grote wekker in het midden van het lokaal.<br />

o Na het verstrijken van de helft van de speeltijd loopt de<br />

wekker af.<br />

o Alle spelers die tot nu toe te maken hadden met een<br />

handicap worden ervan verlost.<br />

o De andere spelers krijgen nu op hun beurt te maken met een<br />

handicap.<br />

o Ze trekken hiervoor allemaal een kaartje.<br />

Het zal van de spelers afhangen of ze elkaar helpen, maar dit is<br />

natuurlijk wel de bedoeling. Het moet duidelijk zijn dat iedereen<br />

altijd moet meewerken: het kan niet dat de groep zonder handicap<br />

alles doet en de anderen er gewoon blijven bijstaan.<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Je kan het spel nog wat ingewikkelder maken door aan te geven dat niemand<br />

langer dan 2 minuten met dezelfde opdracht mag bezig zijn. (Dit houdt je als<br />

leerkracht in het oog). Zo zorg je er nog sterker voor dat er naar elkaar gekeken<br />

moet worden en dat elk kind zijn bijdrage moet leveren.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 65


Afsluiting: Nabespreking<br />

Het spel wordt gevolgd door een nabespreking waarin volgende<br />

vragen aan bod kunnen komen:<br />

o Hoe voelt het om minder mogelijkheden te hebben dan<br />

anderen?<br />

o Hoe voelt het om meer mogelijkheden te hebben?<br />

o Werd je geholpen door de anderen?<br />

o Is een handicap altijd iets lichamelijks?<br />

o Op welke andere manieren kan je tot een minderheidsgroep<br />

behoren?<br />

o Ken je zulke minderheidsgroepen?<br />

o Wie bepaalt dat een bepaalde groep mensen tot een<br />

minderheidsgroep behoort?<br />

De kinderen formuleren besluiten.<br />

Bron Centrum Informatieve Spelen 16<br />

Bijlage Bijlage: Opdrachtenblad<br />

16 CIS@spelinfo.be<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 66


Bijlage: Opdrachten<br />

Jullie moeten een autootje voortdurend tussen twee tafels<br />

laten rijden.<br />

Een toren van 10 blokken moet blok per blok in het midden van<br />

de klas rechtop gezet worden. De blokken liggen aan de zijkant<br />

in een doos. Niemand mag meer dan één blok verplaatsen.<br />

Er moeten voortdurend knikkers in de knikkerbaan rollen..<br />

Er moeten constant zeepbellen in de lucht hangen.<br />

Jullie moeten … vliegers vouwen.<br />

Jullie moeten een schilderij maken van ... Iedereen moet een<br />

zichtbare bijdrage leveren.<br />

Een kledingketting maken waarin van elk kind minstens één<br />

kledingstuk terug te vinden is (kleding ruim bekeken: ook een<br />

sjaaltje, een zakdoek,…)<br />

Op het einde moet iedereen met lang haar minstens één<br />

vlechtje in het haar hebben.<br />

…<br />

Jij mag alleen achteruitlopen Eén hand wordt op de rug<br />

gehouden<br />

Je mag niet spreken!<br />

Je twee voeten samen bewegen<br />

Je moet blijven zitten<br />

Je hebt een donkere<br />

zonnebril op/ blinddoek om<br />

Jij mag enkel in het Frans of<br />

Engels praten<br />

Je mag niet opstaan<br />

Je mag niets aanraken<br />

Jij mag enkel in gebarentaal<br />

spreken<br />

Jij moet elk woord dat je zegt<br />

twee keer zeggen.<br />

….<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 67


Lopke 5 de leerjaar 5.13-6.13<br />

Titel Optioneel: IK B<strong>EN</strong> GEWOON E<strong>EN</strong> M<strong>EN</strong>S<br />

Doelen De kinderen kunnen hun levensboom tekenen<br />

De kinderen ontdekken doorheen de eigen levensboom de<br />

verscheidenheid van iedere mens.<br />

De kinderen ontdekken doorheen de activiteiten onderlinge<br />

verschillen en kunnen hiermee in hun dagelijks leven omgaan.<br />

De kinderen kunnen voorbeelden van racisme geven, kunnen<br />

vooroordelen in de maatschappij onderkennen en kunnen werkpunten<br />

hieromtrent formuleren voor zichzelf.<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Lopke heeft het minder breed dan andere kinderen in haar klas.<br />

Daarom denkt ze ook dat Tom haar niet zal zien staan. “Als ik mooiere<br />

kleren zou hebben, zou hij me wel zien staan”.<br />

Lopke is echter wel speciaal. Oma Lobelia zegt het zo: “Jij bent<br />

speciaal, dat mag je nooit vergeten. Op de hele wereld is er maar één<br />

Lopke zoals jij. En daarom ben je altijd mooi”.<br />

Benodigdheden Zonneland nummer “Ik ben gewoon een mens”.<br />

Mogelijkheden In het nummer staat aangegeven wat klassikaal kan uitgevoerd en<br />

besproken worden.<br />

De overige opdrachten en teksten kunnen individueel verwerkt<br />

worden.<br />

De beschrijving van de activiteiten vind je in het nummer.<br />

Verloop Intro: Bespreking familiefoto’s<br />

De kinderen praten over familiefoto’s en relaties.<br />

Kern<br />

Activiteit 1: Verwerken van het dossier in bijlage<br />

Er wordt de kinderen gevraagd een stamboom te tekenen.<br />

Tip voor de leerkracht<br />

In een aparte bijlage vind je een levensboom. Deze kan je ev. gebruiken i.p.v. een<br />

stamboom.<br />

Kinderen die leven in een nieuw samengesteld gezin kunnen de traditionele<br />

stamboom niet invullen, maar wel een levensboom. Hierin kunnen alle<br />

personen die heel dicht bij hen staan en hen helpen groot worden een<br />

plaatsje krijgen. Ieders gezinssituatie is anders, elke gezinssituatie kan in<br />

de levensboom ingevuld worden.<br />

Je kan en mag dit heel concreet maken. Benoem de verschillen die je in de<br />

levensboom kan tegenkomen: er is het traditionele gezin (mama, papa en<br />

de kinderen), het nieuw samengestelde gezin (een ‘nieuwe’ mama of papa<br />

erbij en soms ook broertjes en zusjes), de kinderen die bij mama wonen<br />

en regelmatig bij papa op weekend gaan (of bij papa wonen en bij mama op<br />

weekend gaan); er is het co-ouderschap; je hebt kinderen die hun papa of<br />

mama zelden of nooit zien; je hebt kinderen die geadopteerd zijn; er zijn<br />

kinderen waarvan één van de ouders gestorven is, of waarvan de vader<br />

onbekend is; er kan een stiefmoeder of stiefvader zijn; mama kan<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 68


samenwonen met een vriendin, papa kan samenwonen met een vriend,…<br />

Zorg ervoor dat de kinderen aanvoelen dat elke gezinssituatie respect<br />

verdient.<br />

De kinderen worden uitgenodigd zelf hun boom in te vullen:<br />

o Wie helpt hen om groot te worden? Wie staat het dichtst<br />

bij hen?<br />

o De kinderen mogen zelf beslissen voor wie ze een plaatsje in<br />

de levensboom willen: kinderen die geen grootouders meer<br />

hebben en die bijvoorbeeld hun buren ervaren als<br />

grootouders, kunnen deze mensen een plaats geven in hun<br />

levensboom,…<br />

o Je kan er ook de aandacht op trekken dat de mensen die het<br />

dichtst bij je staan ook in de boom dicht bij je staan: in de<br />

stam en de hoofdtakken. Wie verder van je afstaat, maar<br />

toch ook veel voor je betekent, kan dan eerder in een zijtak<br />

zijn plaatsje krijgen.<br />

Bespreek met de kinderen dat het zou kunnen dat Lopke haar<br />

levensboom anders invult: misschien betekent oma Lobelia nu meer<br />

voor haar dan papa?... Geen probleem: dit kan in een levensboom!<br />

Achteraf kan je de bomen bespreken: heb je iedereen een plaatsje<br />

kunnen geven? Laat de kinderen over hun levensboom vertellen.<br />

Afsluiting: Persoonlijke vormgeving van de boom<br />

De leerlingen geven vorm aan hun boom.<br />

o Tweedimensioneel<br />

o Eventueel driedimensioneel (met takken, bladeren, papier,<br />

tekeningen, foto’s,…).<br />

Bijlagen Bijlage 1: De levensboom: kan gebruikt worden i.p.v. het werkblad<br />

rond de stamboom dat je in het nummer van Zonneland vindt.<br />

Bijlage 2: Het bewuste nummer van Zonneland<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 69


Bijlage 1: Mijn levensboom<br />

Denk goed na wie jou helpt om groot te worden, wie er dicht bij jou staat.<br />

Vul hier je eigen levensboom in.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 70


Bijlage 1:<br />

Zonneland 17<br />

17 Zonneland. (1994). Ik ben gewoon een mens.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 71


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 72


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 73


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 74


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 75


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 76


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 77


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 78


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 79


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 80


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 81


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 82


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 83


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 84


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 85


Lopke 5 de leerjaar 5.14 - 6.14<br />

Titel Optioneel: 5,6 MILJARD MONDJES<br />

armoede en voeding<br />

Doelen De kinderen lezen het dossier en kunnen de vragen uit de tekst<br />

correct beantwoorden.<br />

De kinderen voeren de bijhorende opdrachten uit.<br />

De kinderen kunnen de problematiek van voedselschaarste en<br />

uitbuiting verwoorden in relaties van oorzaak en gevolg.<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Dossier uit Zonneland, dat ingaat op het gebrek aan voedsel in de<br />

wereld. Het geeft inzicht in enkele oorzaken van armoede. Lopke<br />

heeft het minder breed dan andere kinderen in haar klas. Er bestaat<br />

armoede in België, en spijtig genoeg in de hele wereld..<br />

Benodigdheden Zonneland dossier “5,6 miljard mondjes”.<br />

Mogelijkheden In het nummer staan opdrachten aangegeven. Deze kunnen in<br />

groepjes, individueel of klassikaal worden besproken.<br />

Je kan uit de mogelijke activiteiten plukken zoals je zelf wil.<br />

Verloop De beschrijving van de activiteiten vind je in het nummer.<br />

Bijlage Bijlage: Dossier uit Zonneland 18<br />

18 Themanummer Zonneland. (1994). 5, 6 miljard mondjes. Averbode: Zonneland<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 86


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 87


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 88


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 89


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 90


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 91


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 92


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 93


©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 94


Lopke 5 de leerjaar 5.15-6.15<br />

Titel ANDERS DAN GEWOON?<br />

Selectie van kinderboeken voor het 5de leerjaar over ‘Mijn gezin,<br />

anders dan anders’<br />

Doel De kinderen nemen informatie op over verschillende gezinsvormen.<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Lopkes ouders zijn gescheiden. Mama heeft een nieuwe vriend: Danny.<br />

Danny heeft twee dochters: Daisy en Cindy. Ze zijn dus een nieuw<br />

samengesteld gezin.<br />

Deze verhalen behandelen het thema ‘mijn gezin, anders dan anders’:<br />

thema’s als echtscheiding, co-ouderschap, nieuw samengestelde<br />

gezinnen, eenoudergezinnen, ... komen in deze boeken aan bod.<br />

Referenties uit ‘Mijn gezin, anders dan anders. Keuzelijst. Boeken met kleuters,<br />

kinderen en jongeren uit niet-traditionele gezinnen in de hoofdrol. Marina Marissen<br />

en Martine Cammaert. Katholiek Centrum voor Lectuurinformatie en<br />

Biblioktheekwerk vzw (KCLB):<br />

Beerten, E.(1998). In het donker is het veilig. Amsterdam: Querido,<br />

ISBN 90-214-5241-3.<br />

11+ eenoudergezinnen, echtscheiding<br />

Boonen, S. (2002). Een houten aap met een boog. Hasselt: Clavis,..<br />

ISBN 90-6822-923-0<br />

10+ eenoudergezinnen, geheimen<br />

Boonen, S. (2001). Mijn mama is een cowboy. .Hasselt: Clavis.<br />

ISBN 90-6822-817-X<br />

9+ eenoudergezinnen, moeder-dochterrelatie, cowboys<br />

Gleitzman, M. (2002).Tatergat. Antwerpen: Facet.<br />

ISBN 90-5016-281-9<br />

11+ eenoudergezinnen, anders zijn, vader-dochterrelatie<br />

Noort, S. ( 1999). De poort.Amsterdam: Leopold,.<br />

ISBN 90-258-4150-3<br />

Noort, S. (2001) . Pol en het geheim in de verborgen tuin. Amsterdam: Leopold.<br />

ISBN 90-258-3030-7<br />

9+ eenoudergezinnen, armoede, vriendschap, detectives<br />

Schindler, N. & Pieper, C. (2000). En ik dan? Hasselt, Clavis,<br />

ISBN 90-6822-723-8<br />

Schindler, N. & Pieper, C. (2000). Broertje te koop. Hasselt, Clavis,<br />

. ISBN 90-6822-766-1<br />

9+ eenoudergezinnen, stiefvaders, jaloezie, gezinsuitbreiding, vriendschap.<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 95


Lopke 5 de leerjaar 5.16<br />

Titel LOPKE EVALUATIE<br />

Doelen De kinderen maken een catalogus in verband met kansarmoede en<br />

Lopke.<br />

De kinderen reflecteren over hun ervaringen in verband met het<br />

werken rond Lopke.<br />

Link met het<br />

verhaal van<br />

Lopke<br />

Met Lopke werkten de kinderen gedurende vele activiteiten rond<br />

kansarmoede<br />

Benodigdheden ‘Stille wand discussie’: Flappen met onderwerpen op, alcoholstiften.<br />

‘MMM’: M&M’s van verschillende kleuren.<br />

Mogelijkheden Een catalogus* 19 maken over waar je de voorbije periode rond werkte.<br />

Blad van Lopke invullen (vorm van evaluatie)<br />

Methodiek ‘stille wand discussie’ 20<br />

Methodiek ‘MMM’ 21<br />

Verloop Intro<br />

De leerkracht stelt verschillende mogelijke werkwijzen voor.<br />

Kern<br />

Activiteit 1: Een catalogus maken<br />

Maak samen een catalogus over waar je de voorbije periode rond<br />

werkte. De leerlingen kunnen een tekst, tekening, foto, een weergave<br />

van gevoelens, gedicht,… maken.<br />

Bundel nadien alle pagina’s en maak een mooi ontwerp voor de kaft.<br />

Activiteit 2: Het evaluatieblad van Lopke<br />

Laat de kinderen het blad van Lopke invullen: Zie bijlage<br />

Activiteit 3: Stille wand discussie<br />

Er hangen flappen op de muur met daarop de onderwerpen of vragen<br />

die je wil evalueren.<br />

o Iedereen loopt rond en schrijft commentaar op de flappen.<br />

o Anderen kunnen hier dan weer op reageren. Ondertussen mag<br />

niet gepraat worden, enkel geschreven.<br />

o Mogelijke vragen zijn:<br />

Wat wist je nog niet en heb je echt bijgeleerd van<br />

Lopke?<br />

Wat vond je het minst fijn?<br />

Wat vond je het allerfijnst?<br />

Wat zou je nog aan Lopke willen zeggen, voor we<br />

afscheid van haar nemen voor dit schooljaar?<br />

Hoe was mijn eigen inzet en medewerking?<br />

19 Geïnspireerd door Saey,P.& Van Eeckhout, M.(2005). Dubbel focussen. Canon Cultuurcel<br />

20 Steunpunt Jeugd. kadervorming<br />

21 Idem<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 96


Hebben alle kinderen goed kunnen meewerken?<br />

…(Kunnen de kinderen zelf aangeven wat ze nog willen<br />

evalueren?)<br />

Bespreek de flappen in de groep.<br />

Activiteit 4: MMM<br />

Zet verschillende potjes met M&M’ klaar, gesorteerd per kleur.<br />

o Iemand van de groep doet een uitspraak over de activiteit(en)<br />

en neemt één M&M van een bepaalde kleur.<br />

o Iedereen die het er mee eens is, neemt een M&M van<br />

diezelfde kleur.<br />

o Dan is een volgende persoon aan de beurt, die een ander idee<br />

of standpunt over de activiteit(en) wil inbrengen.<br />

Er kunnen slechts evenveel ideeën als kleuren worden ingebracht.<br />

Op het einde mogen de kinderen de verzamelde M&M’s opeten.<br />

Tip voor de leerkracht<br />

Je kan afspreken dat iedereen in totaal slechts X-aantal M&M’s mag nemen, zodat<br />

iedereen goed moeten nadenken of ie het werkelijk eens is met de uitspraak.<br />

Houd je aan de afspraken die gelden binnen de school/klas wat snoepgoed betreft.<br />

Bijlage Bijlage: Evaluatieblad Lopke<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 97


Bijlage: Evaluatie Lopke<br />

Schrijf in de tekening van Lopke wat je fijn vond. Schrijf buiten<br />

de tekening links wat je het minst fijn vond. Schrijf buiten de<br />

tekening rechts wat je echt hebt bijgeleerd.<br />

.<br />

-<br />

©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Activiteitenfiches p. 98

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!