05.09.2013 Views

gevlucht uit tibet - Lemniscaat

gevlucht uit tibet - Lemniscaat

gevlucht uit tibet - Lemniscaat

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>gevlucht</strong> <strong>uit</strong> <strong>tibet</strong>


Natalie Righton & ton Koene<br />

Gevlucht <strong>uit</strong> Tibet<br />

lemniscaat


Dit boek is financieel mede mogelijk<br />

gemaakt door stichting Vluchteling.<br />

stichting Vluchteling helpt mensen die door<br />

oorlog en geweld moeten vluchten. Wereldwijd<br />

zijn dat er 33 miljoen! Ze leven vooral in<br />

Afrika, Azië, Zuid-Amerika en Oost-Europa.<br />

Vaak in grote steden, waar ze met andere<br />

<strong>gevlucht</strong>e mensen in hutjes of in grote, lege<br />

gebouwen moeten wonen, of in een groot<br />

tentenkamp.<br />

stichting Vluchteling helpt<br />

deze mensen met dekens,<br />

tenten, schoon drinkwater,<br />

eten en medicijnen.<br />

Nederlandse rechten <strong>Lemniscaat</strong> b.v. Rotterdam 2008<br />

isbN 978 90 477 0078 4<br />

© tekst 2008 Natalie Righton<br />

© foto’s 2008 Ton Koene<br />

© illustratie schutblad ineke Koene<br />

boekverzorging: Marleen Verhulst<br />

Niets <strong>uit</strong> deze <strong>uit</strong>gave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk,<br />

fotokopie, microfilm, geluidsband of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke<br />

toestemming van de <strong>uit</strong>gever.<br />

Lithografie: Pixel-it, Zutphen<br />

Druk en bindwerk: Proost n.v., Turnhout, belgië


inhoud<br />

in de voetsporen van de yak 8<br />

Lobsang <strong>uit</strong> Tibet<br />

Per kano de snelstromende rivier af! 28<br />

Louisa <strong>uit</strong> Colombia<br />

Onzichtbaar door de zandstorm 50<br />

Zanoessi <strong>uit</strong> Darfur<br />

Als het oorlog is kun je niet meer b<strong>uit</strong>en spelen 72<br />

Fatima <strong>uit</strong> Irak<br />

Zelfs de olifant lieten we achter 90<br />

Moe-Ji <strong>uit</strong> Birma<br />

Over de auteurs 112


8<br />

In de voet sporen<br />

De vlucht<br />

Lobsang Lungtok (12 jaar)<br />

lobsang is een vluchteling<br />

<strong>uit</strong> <strong>tibet</strong>. hij is de grens over<br />

gesmokkeld naar buurland<br />

Nepal en woont nu als een<br />

echte boeddhistische monnik<br />

in de hoofdstad Kathmandu.<br />

‘Als ik terugdenk aan mijn vlucht van<strong>uit</strong> Tibet<br />

naar Nepal, kan ik nog bang worden. Ik was<br />

negen jaar oud toen ik met mijn ouders de<br />

besneeuwde bergtoppen van de Himalaya<br />

over trok. We waren op de vlucht voor de<br />

Chinezen die ons land, Tibet, bezetten. Zes<br />

dagen lang liepen we door de sneeuw. Het<br />

werd een levensgevaarlijke en ijskoude reis.<br />

Ik heb vaak gedacht dat ik het niet zou overleven.


van de yak<br />

van lobsang <strong>uit</strong> <strong>tibet</strong><br />

iJsspleet<br />

In de bergen lag overal sneeuw, waardoor de<br />

bergpaden niet meer zichtbaar waren. Als we<br />

niet zouden oppassen, zouden we zo in een<br />

ijsspleet vallen! Mijn ouders lieten twee yaks<br />

voorop lopen om dit te voorkomen. Yaks zijn<br />

langharige, Tibetaanse buffels. Ze zijn soms<br />

slimmer dan mensen. Ze kunnen bergpaden<br />

door de sneeuw heen ruiken. En als ze hun<br />

poot neerzetten in de sneeuw, voelen ze of<br />

er vaste grond of een ijsspleet onder zit.<br />

We overleefden de reis door in de voetsporen<br />

van de yak te lopen. Het was niet<br />

makkelijk, want yaks zijn groter dan mensen,<br />

dus het waren reuzenstappen voor mij.<br />

Over de bergen heen<br />

Tijdens het vluchten moesten we vaak<br />

schuilen voor Chinese militairen. Zij wilden<br />

niet dat wij de grens zouden oversteken. Als<br />

ze ons zagen, zouden ze ons neerschieten,<br />

zeiden mijn ouders. Ik kon daar heel boos<br />

om worden, maar mijn vader zei dat ik mij<br />

maar koest moest houden, anders zouden de<br />

militairen ons nog horen. Op een avond zag<br />

ik in de verte Chinese militairen bij een groot<br />

kampvuur zitten. Ik was zo boos en jaloers.<br />

Wij sliepen zonder vuur, op een nat dekentje<br />

op het ijs.<br />

bevroren tenen<br />

‘Zo koud als tijdens die reis heb ik het in<br />

mijn leven niet meer gehad. Ik had een jas<br />

aan van yakvacht en ook schoenen met wol<br />

aan de binnenkant, maar het hielp niet. Ik<br />

stampte met mijn voeten en blies in mijn<br />

handen om ze warm te houden.<br />

Van drie mensen die met ons<br />

meevluchtten, bevroren tenen<br />

en vingers. De bevroren stukken waren<br />

helemaal zwart. Mijn vader zei dat ik niet<br />

moest kijken, maar ik kon het niet<br />

laten. Ik zal die kleur nooit meer<br />

vergeten.’<br />

9


10<br />

Zo koud als in de Himalaya heb ik<br />

‘Dit is hoe ik woonde in <strong>tibet</strong>. Als ik naar<br />

school of bij de buren op bezoek ging, was<br />

ik een half uur onderweg, omdat alle huizen<br />

zo ver <strong>uit</strong> elkaar staan. We woonden<br />

aan het meer, waar ik vaak ging vissen met<br />

mijn vader. links zie je de himalaya. toen<br />

we vluchtten heb ik zes dagen door deze<br />

besneeuwde bergen heen gelopen naar<br />

Nepal.’<br />

‘Een laatste kus en daar<br />

gingen mijn ouders’


het nooit meer gehad<br />

bamboebrug<br />

‘Ik kan mij ook nog goed een wiebelende<br />

bamboebrug over een rivier herinneren. Hij<br />

zag er niet stevig <strong>uit</strong>, dus mijn vader stuurde<br />

een yak voor<strong>uit</strong> om te kijken of de brug zijn<br />

gewicht zou houden. Maar hij wiebelde zó dat<br />

de yak naar beneden stortte. Ik zag hem voor<br />

mijn ogen verdrinken. Daarna was ik zo bang<br />

om de brug over te gaan. Mijn vader heeft lang<br />

tegen me gepraat. Toen durfde ik samen met<br />

hem voetje voor voetje de brug over.’<br />

verstopt in de bus<br />

‘Na zes dagen ploeteren door de sneeuw<br />

bereikten we de grens tussen Tibet en Nepal.<br />

Vanwege de kou waren er weinig Chinese<br />

militairen, dus we konden stiekem de grens<br />

over glippen. Aan de Nepalese kant verstopte<br />

mijn moeder mij onder de stoel van een bus<br />

die naar de hoofdstad Kathmandu vertrok.<br />

Ze zei dat ik stil moest blijven, tot ik de stem<br />

van mijn tante zou horen die mijn naam zou<br />

roepen. Zij zou mij in Kathmandu ophalen en<br />

naar een Tibetaans klooster brengen. Toen<br />

gaven mijn ouders mij allebei een kus en<br />

vertrokken. Ze gingen terug naar Tibet, omdat<br />

ze in Nepal nooit werk zouden krijgen.<br />

Het was de laatste keer dat ik ze zag. Ik wist<br />

het wel van tevoren, maar toch had ik een<br />

brok in mijn keel.’<br />

Ravijn<br />

‘De busreis was misschien nog wel enger<br />

dan de vlucht door de bergen. We reden<br />

over een smalle kronkelweg, vlak langs<br />

het ravijn. In mijn dorp had ik gehoord dat<br />

een andere bus een week eerder het ravijn<br />

in was gereden. Ik heb ongelofelijk zitten<br />

zweten.’<br />

controle<br />

‘Eén keer stopte de bus en kwam de politie<br />

binnen om te controleren of er vluchtelingen<br />

in de bus zaten. Ik zag de voeten van de<br />

agent voorbijkomen, terwijl ik op de grond<br />

onder de stoel verstopt lag. Mijn hart bonsde<br />

zowat <strong>uit</strong> mijn lijf. Verderop zat nog een<br />

meisje verstopt. We keken elkaar recht<br />

in de ogen. We hadden geluk,<br />

want we werden niet ontdekt.<br />

Een paar uur later<br />

haalde mijn tante mij<br />

zoals beloofd op van de<br />

bus. Eindelijk was ik vrij!’<br />

gelukkig<br />

‘Ik woon nu drie jaar in het klooster en heb<br />

mijn ouders al die tijd niet gezien. Ik mis<br />

ze heel erg. Net als mijn oude dorp en mijn<br />

beste vriend Kalsang, met wie ik altijd ging<br />

voetballen. Toch ben ik blij dat ik nu in Nepal<br />

woon en niet meer in Tibet. Ik kan nu elke<br />

dag naar school en mijn droom is <strong>uit</strong>gekomen:<br />

ik ben een echte Tibetaanse monnik<br />

geworden. Ik ben erg gelukkig.’<br />

11


12<br />

Waarom vluchten <strong>uit</strong> <strong>tibet</strong>?<br />

Tibet wordt al ruim vijftig jaar bezet door<br />

China. De Chinezen vinden dat Tibet een<br />

provincie is van hun land. Er zijn veel Chinese<br />

soldaten in Tibetaanse dorpen om te laten<br />

zien wie de baas is. Tibetaanse vluchtelingen<br />

vertellen dat ze soms zomaar worden opgepakt<br />

en gemarteld. Het bezit van een foto<br />

van de spiritueel leider van de Tibetanen<br />

– de Dalai Lama – is genoeg om maanden<br />

naar de gevangenis te worden gestuurd.<br />

China ontkent alle beschuldigingen.<br />

eindelijk veilig in<br />

De meeste Tibetanen ontvluchten hun land<br />

overigens niet vanwege onveiligheid, maar<br />

omdat ze van China niet zouden mogen<br />

leven als boeddhist. Ruim de helft van alle<br />

Tibetaanse kinderen wil een boeddhistische<br />

monnik of non worden. Veel kinderen vluchten<br />

ook omdat ze naar school willen. In veel<br />

Tibetaanse dorpen is geen school. In totaal<br />

zijn 150.000 Tibetanen <strong>gevlucht</strong>. Elk jaar<br />

komen er 3.000 bij. De meeste vluchtelingen<br />

zijn kinderen, die zonder ouders in kloosters<br />

of op kostscholen in India of Nepal wonen.<br />

Ruim de helft van alle Tibetaanse<br />

kinderen wil monnik of non<br />

worden, maar dat mag niet in<br />

hun eigen land, daarom vluchten<br />

ze naar het b<strong>uit</strong>enland<br />

De Dalai lama


Nepal<br />

Dit is de beroemdste tempel van Nepal. lobsang gaat er soms naartoe om te bidden en om<br />

duiven te voern. Duiven zijn voor <strong>tibet</strong>aanse monniken heilige dieren.<br />

13


14<br />

leven als


<strong>tibet</strong>aanse monnik<br />

een schelp als wekker<br />

‘Sinds ik <strong>gevlucht</strong> ben <strong>uit</strong> Tibet is mijn droom<br />

<strong>uit</strong>gekomen: ik ben een echte boeddhistische<br />

monnik geworden in een klooster in Nepal.<br />

Ik woon hier samen met 47 monniken; veel<br />

daarvan zijn jongens van mijn eigen leeftijd.<br />

Het kloosterleven begint vroeg. Elke ochtend<br />

om halfvijf word ik gewekt door een monnik<br />

die op het binnenplein van het klooster op<br />

een grote schelp blaast. De schelp is mijn<br />

wekker. Ik heb er weken over gedaan om<br />

gewend te raken aan het vroege opstaan,<br />

maar ik vind het nu wel fijn.’<br />

Zeven uur bidden<br />

‘Om vijf uur exact start ik met twee uur bidden<br />

in de tempel. Alle monniken zitten op<br />

volgorde van leeftijd; de jongste van 6 jaar<br />

zit links achterin en de oudste van 85 zit<br />

rechts voor. De oudere monniken wiegen<br />

tijdens het bidden heen en weer en herhalen<br />

continu teksten op een lage, zangerige toon.<br />

Ik vind het nog moeilijk om me te concentreren.<br />

Mijn beste vriend Choklang trekt vaak<br />

gekke bekken naar me en dan moet ik zo<br />

lachen! Gelukkig vindt niemand het erg. Als<br />

ik kwijt ben waar we zijn in het gebedsboek,<br />

helpt een oudere monnik mij met zoeken.’<br />

Wedstrijdje gebedsboek <strong>uit</strong> je<br />

hoofd leren<br />

‘Ik besteed ongeveer zeven uur per dag aan<br />

bidden en het bestuderen van de heilige geschriften<br />

van Boeddha. Ik ben er best goed<br />

in. Dit jaar ben ik bij de wedstrijd “gebedsboek<br />

<strong>uit</strong> je hoofd leren” vijfde geworden. Ik<br />

heb 43 andere monniken verslagen! Ik kan<br />

zestig pagina’s <strong>uit</strong> mijn hoofd opzeggen.’<br />

Kostbaarste bezit<br />

‘Tijdens mijn vlucht van<strong>uit</strong> Tibet kon ik geen<br />

spullen meenemen, behalve eten. Mijn kostbaarste<br />

bezit is nu een boek met heilige<br />

boeddhistische geschriften, dat ik kreeg van<br />

het klooster in Nepal waar ik woon. Ik studeer<br />

er elke dag <strong>uit</strong>.’<br />

Zeven uur bidden per dag<br />

Ik studeer elke middag<br />

op mijn kamer<br />

in het klooster. Ik<br />

heb er een kast met<br />

gebedsboeken staan<br />

en aan de muur<br />

hangen posters van<br />

Boeddha.<br />

15


16<br />

een dag <strong>uit</strong> het leven van<br />

verborgen klooster<br />

‘Het klooster waar ik woon ligt in het midden<br />

van Kathmandu, de hoofdstad van Nepal. Je<br />

kunt ons klooster niet zomaar vinden, want<br />

er zijn ontelbaar veel tempels in de stad.<br />

Allemaal zijn ze geel of rood geschilderd,<br />

07.00 uur: tijd voor ontbijt in de tempel.<br />

twee monniken delen witte broodjes met<br />

pindakaas <strong>uit</strong>. lobsang denkt dat dit een<br />

typisch <strong>tibet</strong>aanse eetgewoonte is.


lobsang<br />

sommige met sierlijke torentjes op de daken.<br />

Binnen staan gouden Boeddhabeelden, waar<br />

mensen voor knielen. Het klooster heeft<br />

behalve een tempel ook een slaapgebouw,<br />

een schoolgebouw en een eetzaal.’<br />

Elke dag om half vijf ‘s ochtends opstaan<br />

04.30 uur: Opstaan en gezicht wassen<br />

bij de pomp<br />

elke dag dezelfde kleren<br />

‘Meestal is het nog donker als ik opsta en<br />

naar de badkamer van het klooster ga om<br />

me te wassen. Overal staan waxinelichtjes,<br />

zodat ik mijn weg kan vinden. Bij het aankleden<br />

hoef ik nooit na te denken, want ik<br />

draag elke dag hetzelfde: mijn monniksgewaad.<br />

Het bestaat <strong>uit</strong> een donkerrode broek<br />

en een jasje. Daaroverheen draag ik een lap<br />

stof, die ik over mijn schouders gooi. Het zit<br />

super lekker, zoals een joggingpak.’<br />

17


Vijf keer per jaar het klooster <strong>uit</strong><br />

Alles doen wat niet mag<br />

‘Alleen op speciale feestdagen ga ik het<br />

klooster <strong>uit</strong>. Dat is vijf keer per jaar. Samen<br />

met mijn vriendjes mag ik dan alles wat we<br />

de rest van het jaar niet zomaar mogen,<br />

zoals voetballen en snoepen. We krijgen op<br />

feestdagen ook een beetje zakgeld van de<br />

kloosteroudste, ongeveer vijftig eurocent.<br />

Daarvoor koop ik het liefst een suikerspin.<br />

Voor vijftig cent kan ik er zelfs twee kopen.’<br />

Moeder bellen<br />

‘Als ik het klooster <strong>uit</strong> mag, ga ik nooit naar<br />

mijn ouders, want de tocht naar Tibet is te<br />

gevaarlijk en te ver. Als ik mijn moeder wil<br />

spreken, bel ik naar de enige telefooncel in<br />

mijn geboortedorp en spreek ik met degene<br />

die toevallig opneemt af hoe laat ik terugbel<br />

voor mijn moeder. Zij wacht dan op het afgesproken<br />

tijdstip. Het werkt altijd.’<br />

47 broers<br />

‘De andere monniken in het klooster vinden<br />

mij niet zielig omdat ik mijn familie zo weinig<br />

zie of spreek, want we zitten allemaal in<br />

hetzelfde sch<strong>uit</strong>je. Zij zijn ook zonder hun<br />

ouders <strong>uit</strong> Tibet <strong>gevlucht</strong> en spreken hen<br />

hoogstens één keer per jaar. De monniken<br />

en ik beschouwen elkaar als familie. Eigenlijk<br />

zou je kunnen zeggen dat ik 47 broers in het<br />

klooster heb. In het echt heb ik één broertje<br />

en twee zusjes. Zij zijn ook <strong>gevlucht</strong> <strong>uit</strong> Tibet<br />

en wonen op een kostschool in India.’<br />

Zielige Nederlandse kinderen<br />

‘Ik ben erg gelukkig bij mijn nieuwe broers<br />

in het klooster. Ik vind het gek om te horen<br />

dat veel Nederlandse kinderen het moeilijk<br />

zouden vinden om in een klooster te wonen,<br />

elke dag te bidden en hun familie weinig te<br />

zien. Ik vind kinderen die níet in het klooster<br />

wonen juist zielig, want b<strong>uit</strong>en de kloostermuren<br />

is iedereen arm, is het vies en is er<br />

weinig eten. Dat heb ik zelf gezien toen ik<br />

b<strong>uit</strong>en de kloostermuren liep. Ik kan mij niet<br />

voorstellen dat je daar b<strong>uit</strong>en wilt wonen.’<br />

Kinderen die<br />

níet in het klooster<br />

wonen, díe<br />

vind ik zielig<br />

19


20<br />

Weinig tijd om te spelen<br />

Lobsang bidt zeven uur per dag en gaat ook<br />

nog eens zes uur per dag naar school. Veel<br />

tijd blijft er dus niet over om te spelen.<br />

Maar als hij even vrij heeft, dan gaat hij het<br />

liefst voetballen of knikkeren met de andere<br />

monniken.<br />

Nooit werken voor geld<br />

Zolang Lobsang monnik is, zal hij nooit<br />

hoeven werken voor geld. Het klooster krijgt<br />

giften van gelovige boeddhisten. Er is altijd<br />

genoeg geld voor eten en kleding. Sommige<br />

monniken hebben wel een baantje omdat ze<br />

vrije tijd<br />

het leuk vinden om te doen. Die monniken<br />

zijn altijd herkenbaar, want ze houden hun<br />

monniksgewaad aan. Lobsang wil later graag<br />

piloot worden, zodat hij veel van de wereld<br />

kan zien. Maar hij wil natuurlijk alleen in<br />

monniksgewaad vliegen.<br />

<strong>tibet</strong>aans leren?<br />

Hallo – tashi delek<br />

Ik ben Tibetaan – nga bhoepa yin<br />

Ik kom <strong>uit</strong> Nederland – nga Holland ne yin<br />

Ja – yin<br />

Nee – màn<br />

Thee – ja<br />

School – lobda<br />

Dank je wel – thukjeche<br />

Tot ziens – shukdhen ja


St<strong>uit</strong>erbal hoog houden Knikkeren<br />

in het klooster<br />

voetballen op de binnenplaats van het klooster vliegeren<br />

21


Naar school in het klooster<br />

in mijn klas hebben we geen tafels en stoelen.<br />

We zitten in kleermakerszit op de grond,<br />

net als in de tempel. Zelfs de meester zit<br />

meestal op zijn hurken als hij lesgeeft.<br />

‘Ik ga naar school in het klooster. Samen met<br />

tien andere jongens leer ik zes uur per dag<br />

Engels, Tibetaans, tekenen en debatteren.<br />

Tibetaans schrijven vind ik het moeilijkste<br />

vak. Tibetaanse letters lijken op spaghetti,<br />

ze gaat alle kanten op! Debatteren vind ik<br />

het leukst. We praten dan met elkaar over<br />

Mijn leraar<br />

Rekenen leer ik niet.<br />

Daar is door al het bidden<br />

geen tijd meer voor.<br />

grote levensvragen als: “Waarom ben je<br />

boeddhist?” Rekenen en aardrijkskunde leer<br />

ik niet op school. Daar heb ik geen tijd voor<br />

door al het bidden. Ik vind het wel jammer,<br />

want ik weet bijvoorbeeld niet precies waar<br />

Nederland ligt. En wisselgeld tellen als ik<br />

snoep koop, vind ik lastig.’<br />

<strong>tibet</strong>aanse letters leren<br />

vind ik erg moeilijk. Ze<br />

lijken op spaghetti, ze<br />

gaan alle kanten op!<br />

23


24<br />

vegetariërs<br />

Boeddhistische monniken als Lobsang zijn<br />

vegetariër. Ze willen geen dode dieren eten,<br />

omdat ze geloven dat mensen na hun dood<br />

herboren worden; soms als een nieuw mens,<br />

een keer per week gaat<br />

een oudere monnik naar<br />

de markt. Op feestdagen<br />

mag ik wel eens mee.<br />

<strong>tibet</strong>aans<br />

Wil je een kopje thee<br />

met zout?<br />

maar soms ook als dier (dat noemen ze<br />

reïncarnatie). Dus als je een lekker biefstukje<br />

eet, zou het wel eens je overleden oma kunnen<br />

zijn die herboren was als koe. Gelukkig<br />

zijn er veel vegetarische gerechten. Het lieve-<br />

lingsgerecht van Lobsang heet ‘chow mein’,<br />

dat zijn Chinese noodles met groenten.<br />

Wennen aan groenten<br />

Aan groenten moest Lobsang erg wennen<br />

toen hij net in het klooster aankwam. In<br />

Tibet at hij nooit groente, omdat die daar<br />

bijna niet groeit. Hij at daar vooral rijst en<br />

yakvlees. Vlees eten mocht toen, omdat hij<br />

nog geen monnik was.<br />

Welkomstthee<br />

Als je op bezoek komt bij een Tibetaan krijg<br />

je altijd een kopje thee. Het is een manier<br />

om je welkom te heten. Het is onbeleefd om<br />

te weigeren. ‘s Ochtends drinken Tibetanen<br />

thee met melk, boter en een schepje zout.<br />

Alleen ’s middags drinken Tibetanen thee<br />

met suiker. Als je dus geen zoute thee wilt<br />

drinken, moet je goed bedenken wanneer je<br />

langsgaat bij een Tibetaan.


eten en drinken<br />

ik moet vaak thee zetten voor de andere<br />

monniken. Dat doe ik op een solar-koker.<br />

het zilveren scherm wordt verhit door de<br />

zon en reflecteert de hitte op de onderkant<br />

van de theepot. het duurt anderhalf uur<br />

voor het water kookt.<br />

25


Religie en gewoonten<br />

boeddhisme<br />

Het boeddhisme is een religie en een levensovertuiging.<br />

Boeddhisten geloven dat ze op<br />

aarde zijn om goed te zijn voor alle levende<br />

wezens; zowel voor mensen als dieren en<br />

planten. Ze hopen dat iedereen hierdoor<br />

gelukkig wordt en dat er een einde komt aan<br />

het lijden in de wereld. Boeddhisten geloven<br />

dat ze meerdere keren op aarde worden<br />

geboren, als mens of als dier. Ze noemen dit<br />

reïncarnatie. Als je aardig bent, kun je in een<br />

volgend leven als rijke prinses worden geboren.<br />

Maar gedraag je je slecht, dan word je<br />

misschien herboren als insect. Een boeddhist<br />

zal dus nooit iemand bewust pijn doen.<br />

van naam veranderen<br />

Als Tibetaanse jongens en meisjes in een<br />

klooster gaan wonen, krijgen ze een nieuwe<br />

naam. De naam Lobsang Lungtok betekent<br />

‘hij die de teksten van Boeddha leert’. Als<br />

Lobsang ouder is en de teksten van Boeddha<br />

kent, zal hij weer een nieuwe naam krijgen<br />

die beter bij hem past. Sommige Tibetaanse<br />

monniken krijgen wel vier verschillende namen<br />

in hun leven.<br />

verjaardagen<br />

Tibetanen vieren hun verjaardag niet. Ze<br />

vinden geboortedagen niet bijzonder genoeg<br />

om te onthouden. Lobsang zou niet<br />

weten op welke dag hij is geboren. Ook over<br />

het jaar twijfelt hij. Tibetanen houden een<br />

andere kalender bij dan die in Nederland:<br />

ze geven elk jaar de naam van een dier, in<br />

plaats van een getal. De moeder van Lobsang<br />

Geboren in het jaar van het Varken<br />

heeft gezegd dat hij in het jaar van het Varken<br />

is geboren. Dit zou betekenen dat hij nu<br />

12 jaar oud zou zijn.<br />

Wierook branden<br />

Overal in Nepal brandt wierook, dat zijn stokjes<br />

die een lekkere geur verspreiden. Veel<br />

mensen geloven dat wierook een manier is<br />

om in contact te komen met God. Ze zeggen<br />

dat God de wierook zou kunnen ruiken.<br />

Wierook heeft in een land als Nepal ook een<br />

heel praktische functie. In Nepal ligt veel<br />

afval op straat en met warm weer gaat dat<br />

snel stinken. Wierook branden verdrijft nare<br />

geurtjes.<br />

27

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!