Bijlage 2 Archeologie - Gemeente Nieuwegein
Bijlage 2 Archeologie - Gemeente Nieuwegein
Bijlage 2 Archeologie - Gemeente Nieuwegein
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De ensemble- of contextwaarde wordt bepaald door de archeologische of landschappelijke context van<br />
de nabije omgeving. In de omgeving zijn meerdere vindplaatsen uit Late I]zertijd/Romeinse tijd be-<br />
kend en onderzocht (zie voetnoot 42), waardoor een goede inter-site analyse mogelijk is.<br />
Waarden<br />
Beleving<br />
Fysieke kwaliteit<br />
Inhoudelijke kwaliteit<br />
Criteria Scores<br />
Schoonheid nvt<br />
Herinneringswaarde nvt<br />
Totaal nvt<br />
Gaafheid<br />
Conservering 3<br />
Totaal CD<br />
Zeldzaamheid<br />
Informatiewaarde 2<br />
Ensemblewaarde 3<br />
Representativiteit nvt<br />
Totaal<br />
TabellO. <strong>Nieuwegein</strong>-Blokhoeve. Waardering van vindplaats 1.<br />
9.2 ADVIES<br />
In het plangebied is één, reeds bekende vindplaats uit de Romeinse tijd aanwezig (bijlage 28). Deze<br />
vindplaats is behoudenswaardig. Een vervolgonderzoek in de vorm van een opgraving wordt aanbevo-<br />
len wanneer behoud in situ niet mogelijk is.<br />
In het oostelijke deel van het plangebied zijn geen archeologische sporen aangetroffen. Dit deel<br />
kan dan ook vrijgegeven worden voor ontwikkeling.<br />
In bijlage 28 is het (voorlopige) ontwikkelingsplan weergegeven met hierop de behoudenswaardige<br />
vindplaats geplot. Binnen de vindplaats kunnen verß1:avingen tot een die2te van maximaal 40 cm<br />
plaatsvinden. Bij diepere ontgravingen dient archeologisch onderzoek uitgevoerd te worden. Het gra-<br />
ven van watergangen heeft een effect op de grondwaterstand en dus ook op de kwaliteit van het arche-<br />
ologische bodemarchief Het ophogen (behoud in situ) van (delen van) de vindplaats is een mogelijk-<br />
heid, maar hierbij dient rekening gehouden te worden met de gevolgen van zetting en degradatie van<br />
sporen (als gevolg van vergrijzing). In het oostelijke deel van de vindplaats bevindt zieh beddingzand in<br />
de ondergrond waardoor de gevolgen van zetting eerder beperkt zijn (stabiel). In het westelijke deel<br />
van de vindplaats bevinden zieh oeverafzettingen in de ondergrond, die gevoeliger zijn voor zetting.<br />
2<br />
35