Bijlage 2 Archeologie - Gemeente Nieuwegein
Bijlage 2 Archeologie - Gemeente Nieuwegein
Bijlage 2 Archeologie - Gemeente Nieuwegein
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
TNO-rapport12008-U-R0922/A 8/8<br />
algemeen voorkomende rogge. Het pollen van deze gewassen komt pas bij het dorsen in<br />
de atmosfeer (en in de afzettingen) terecht.<br />
De water-, moeras- en oevervegetaties zijn buitengewoon soortenrijk met een diverse<br />
flora wijzend op voedselrijk stilstaand water in de restgeul. De aanwezigheid van klei in<br />
de geulopvulling duidt op periodieke overstrorningen.<br />
3.1.2 Datering<br />
De pollenassemblage wijst met lage percentages voor pollen van de iep, aanwezigheid<br />
van pollen van beuk en duidelijke aanwezigheid van pollen van granen, op een datering<br />
in het Subatlanticum. De aanwezigheid van enkele pollenkorreis van de haagbeuk zou<br />
een datering in de Romeinse tijd niet uitsluiten, de haagbeuk is een soort die zieh in<br />
Nederland in de loop van de Romeinse tijd vestigt, maar kan heel goed met het<br />
overstrorningswater van de Rijn uit het achterland zijn ingespoeld. De haagbeuk breidt<br />
zieh in Vogezen en Zwarte Woud uit vanaf 3,500 BP. De aanwezigheid van pollen van<br />
de zilverspar en de fijnspar (geen inheemse soorten in Nederland) duiden eveneens op<br />
aanvoer met rivierwater. Een vóór-Romeinse datering wordt ondersteund door de<br />
afwezigheid van pollen van walnoot en tamme kastanje, soorten die door de Romeinen<br />
in de landen ten noorden van de Alpen zijn ingevoerd. In midden Nederland zijn pollen<br />
van deze soorten aangetroffen in de loop van de 1e eeuw na Christus.<br />
3.2 Slotconclusie<br />
De geulopvulling heeft zeer waarschijnlijk plaatsgevonden gedurende de voor-<br />
Romeinse IJzertijd. Ten tijde van de bewoning in de naastgelegen nederzetting (vroegen<br />
rnidden-Romeinse tijd) was de restgeul dus al grotendeels of volledig opgevuld. Het<br />
is daardoor niet waarschijnlijk dat archeologisch onderzoek van deze opvulling veel<br />
vondsten van bewoning uit de Romeinse tijd zal opleveren. De pollenassemblage van de<br />
opvulling wijst wel op duidelijke antropogene invloeden in de nabije omgeving. Het is<br />
daarom wel waarschijnlijk dat de naastgelegen gronden op de stroomrug tijdens de<br />
periode van verlanding in gebruik waren als akker. Er zal in de loop van de IJzertijd<br />
waarschijnlijk dus ergens in in de omgeving van de locatie een nederzetting hebben<br />
gelegen; vondsten in de geulopvulling uit de IJzertijd zijn daarom niet geheel uit te<br />
sluiten; die zullen echter eerder elders, in de buurt van de toenmalige nederzetting<br />
aanwezig zijn.