Documentatie: Inforevue artikel - Federale politie

Paul Van Thielen: “Die keuze werd
na maandenlange debatten
gemaakt. We mochten ons niet
tevredenstellen met de enige benaming
‘federale politie’. Die was te
algemeen om een goede identificatie
te garanderen. Een docent veranderingsmanagement
heeft ons
bijvoorbeeld uitgelegd dat arbeiders
van de Cockerill-fabriek zichzelf
in de eerste plaats als werknemers
van Cockerill beschouwen, en
minder van de Arcelor-groep, waarvan
het bedrijf waarvoor ze werken
afhangt."
“Tijdens onze interne discussies kregen
al snel twee namen de voorkeur:
‘federale gerechtelijke politie’
en ‘federale recherche’. Bij de
Nederlandstaligen was het fiftyfifty.
De Franstaligen hadden een voorkeur
voor ‘federale gerechtelijke
politie’ omdat de term ‘recherche’ in
het Frans een wetenschappelijke en
academische connotatie heeft. We
hebben dan overwogen om te kiezen
voor een specifieke benaming
voor elke taal: ‘police judiciaire
fédérale’ in het Frans, en ‘Federale
recherche’ in het Nederlands. Dat
werd ons afgeraden door externe
partners in een werkgroep van de
Federale Overheidsdienst Justitie,
die van mening waren, ik citeer,
dat: “... de term ‘recherche’ het specifieke
karakter van de missies van
deze algemene directie niet voldoende
weergeeft en dubbelzinnig
zou kunnen blijken. (...) De opeenvolgende
veranderingen in de benaming
van de verschillende diensten
zouden verwarring kunnen zaaien.
Een terminologische stabiliteit is
wenselijk.” Eind 2005 is de keuze
gevallen op de benaming ‘federale
gerechtelijke politie’.”
Op weg naar de toekomst
Verwijst die naam niet te veel
naar het verleden?
Paul Van Thielen: “Het klopt dat
dat zo werd aangevoeld door
sommige personeelsleden en vakbonden.
We waren van plan om
de nieuwe naam voor te stellen op
de nieuwjaarsreceptie, op 26
januari laatstleden. Er circuleerden
echter al geruchten, met het
gevolg dat er een stakingsaanzegging
werd ingediend. We hebben
dan de tijd genomen om het hoe
en waarom van die beslissing duidelijk
uit te leggen aan al onze
interne en externe partners. Ik wil
het trouwens herhalen: de benaming
‘federale gerechtelijke politie’
beoogt geen terugkeer naar het
verleden en naar de vroegere
gerechtelijke politie bij de parketten.
Onze blik is naar de toekomst
gericht. We maken deel uit van de
federale politie, en in die hoedanigheid
voeren we opdrachten van
gerechtelijke politie uit.”
“Die benaming biedt bovendien
het voordeel van duidelijk te zijn
voor iedereen. We moeten erkennen
dat de afkorting ‘GDA’ of het
begrip ‘gerechtelijke dienst arrondissement’
nauwelijks bij het grote
publiek bekend is. De naam moest
bovendien mee evolueren met de
aangekondigde hervorming van
de federale politie. Er zal dan worden
gesproken van de ‘gedeconcentreerde
gerechtelijke directie’.
“De federale gerechtelijke
politie schrijft zich resoluut in
in het geïntegreerde karakter
van het Belgische politielandschap”
Paul Van Thielen
Dit zal wettelijk worden vastgelegd,
net als de benaming ‘Algemene
directie gerechtelijke politie’,
die onveranderd blijft. Een onderzoeker
die een huiszoeking verricht
kan zich echter voortaan voorstellen
als lid van de federale gerechtelijke
politie. Dat maakt een veel
betere identificatie mogelijk.”
Weerspiegelt de zoektocht naar
een eigen identiteit geen verlangen
naar afzondering, naar
autonomie of om afstand te
nemen ten opzichte van de
andere componenten van de
geïntegreerde politie?
Paul Van Thielen: “Mijn boodschap
hierover is zeer duidelijk.
De federale gerechtelijke politie
schrijft zich resoluut in in het geïntegreerde
karakter van het Belgische
politielandschap. De identiteit die
voor de gerechtelijke zuiler werd
uitgewerkt, een ruimer concept
dan de keuze van een naam, is
immers gebaseerd op de waarden
en principes van de werking van
de federale politie. We hebben er
allemaal alle belang bij om samen
te werken aan een veiligere
samenleving. Ik herinner er bovendien
aan dat onze opdracht van
steunverlening aan de lokale poli-
Inforevue - Juni 2006 - 25