HANDLEIDING - Neopost

46
4
3
8 5
Afbeelding 5-32: beugel verticaal plaatsen
5.4.3 De papierdoorvoer controleren
Lengte meten
U kunt de lengte van de te verwerken exemplaren meten door op de toets te
drukken.
Ga na of het meetresultaat klopt met de echte lengte van het materiaal. Indien dit
meetresultaat meer dan 3 mm afwijkt, kan dit te wijten zijn aan een verkeerde
instelling van de papierinvoer. Wanneer de software verkeerde lengtes doorgeeft,
dan kan het zijn dat deze functie lokaal geblokkeerd zit. Houd de toets langer
ingedrukt. U krijgt dan bevestiging van de meetwaarde.
Een los exemplaar doorvoeren
5.5 Testprint
• Druk op de pap-toets. Het exemplaar in de lade wordt in het apparaat
ingevoerd, onder de printeenheden heen doorgevoerd en weer uitgevoerd.
• De papierdoorvoer stopt indien u nogmaals op de pap-toets drukt. U kunt ook
op de start- of testtoets duwen om de papierdoorvoer stil te leggen.
Druk op de start-toets om van de online- naar de offline-modus over te schakelen.
1. Plaats voldoende exemplaren in de lade om het gewenste aantal testprints uit
te voeren (bv. 1 exemplaar).
2. Druk op de test-toets. De testprint wordt uitgevoerd. Druk nogmaals op deze
toets om het printen te stoppen.
3. Gebruik deze testprint om te controleren of de afdruk op de juiste plaats en in
de juiste richting staat en of de kwaliteit ervan voldoende is.
Indien de doseerrollen te veel druk uitoefenen op het printmateriaal:
7
• Draait u in wijzerzin aan de verstelassen om de geleiding van de
sorteerders te verminderen.