11.09.2013 Views

Samenvatting Rechtsfilosofie 2012.pdf - Ex Tunc

Samenvatting Rechtsfilosofie 2012.pdf - Ex Tunc

Samenvatting Rechtsfilosofie 2012.pdf - Ex Tunc

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk 1; Austins Theorie<br />

<strong>Samenvatting</strong> <strong>Rechtsfilosofie</strong><br />

Recht als raadsel<br />

Kernwoorden: Austin, soeverein, rechtsregel, bevel, algemeenheid, top-down<br />

John Austin: definitie van recht zonder te leunen op bestaand rechtssysteem, dus zonder<br />

juridische noties te veronderstellen.<br />

Kale, neutrale, objectieve theorie. Steiger voor de rest van de theorieën.<br />

Theorie ziet vooral de verticale verhouding tussen bevel en plicht.<br />

Theorie: Recht is het geheel van bevelen van de soeverein.<br />

Soeverein: Superieur die de mogelijkheid heeft bij niet nakoming (van wetten/bevelen) straffen op<br />

te leggen en waar het de gewoonte is dat de mensen er aan gehoorzamen en de soeverein zelf niet<br />

de gewoonte heeft aan anderen te gehoorzamen.<br />

Een bevel is pas een wet als die algemeen is.<br />

Algemeenheid (v Austin): Regel algemeen als het betrekking heeft op een algemene klasse van<br />

handelingen. (Gangbare definitie: de normadressaat is algemeen (vb. minister van Financiën))<br />

Soeverein is de enige rechtsbron.<br />

Rechtersrecht: Rechters zijn uitsluitend dienaar van de soeverein.<br />

Gewoonterecht: de omzetting van gewoonten in wettelijke regels zijn stilzwijgende bevelen<br />

van de soeverein.<br />

Positieve moraal: morele opvattingen over goed en kwaad.<br />

↓ Omzetting door rechter.<br />

Positief recht: Ontleedt zijn gelding niet meer aan de acceptatie van de normadressaat maar aan<br />

de bevoegdheid van de rechter/soeverein.<br />

1/17


Hoofdstuk 2; Gewoonte<br />

Kernwoorden: gewoonterecht, Ehrlich, Fuller, Searle, 'telt als', gewoonterecht, opinio necessitatis<br />

Eugen Ehrlich<br />

Recht: levend recht en officieel recht .<br />

Levend recht (= positieve moraal Austin): geheel van regels waar mensen zich op<br />

oriënteren in het dagelijks leven (gewoonte recht).<br />

Officieel recht: Afgekondigde wetten.<br />

Voor Ehrlich sociale regels belangrijker dan rechtsregels (omgekeerd Austin) dus gewoonterecht is<br />

de bron van recht i.p.v. overheidsrecht afkomstig van de soeverein (Austin).<br />

Kritiek Ehrlich (& Austin) op rechtswetenschappers: stilzwijgende aanname van overeenkomst<br />

tussen volgens welke regels mensen zouden moeten leven en waarnaar ze in de realiteit hun leven<br />

inrichten. (utopie ≠ realiteit)<br />

Lon L. Fuller<br />

Wanneer wordt gewoonte een regel (krijgt normatieve lading)?<br />

Opinio necessitatis: regel = regel als er volgens de regel wordt gehandeld en men het<br />

gevoel heeft dat men zo behoort te handelen.<br />

Probleem: Wanneer en of gewoonten normatieve lading krijgen is niet gegeven.<br />

Antwoord (v Fuller): Wederzijdse verwachtingen, d.w.z.: Als B zijn handelen afstemt<br />

op de gewoonte van A dan is er een wederzijdse verwachting → normatieve lading.<br />

Functie recht: Communicatie middel, handelingen op elkaar afstemmen (horizontale<br />

werking).<br />

John Searle; 'Telt als'-regels<br />

Statusfunctie: X telt als Y in context C.<br />

*Marc Galanter: meerderheid geschillen nooit voor de rechter.<br />

2/17


Hoofdstuk 3; Regels<br />

Kernwoorden: Kelsen, Hart, zelfregulerend, stapeling, herkenningsregel, veranderingsregels,<br />

berechtingsregels<br />

Is het gewoonterecht(levend recht volgens Ehrlich) wel recht te noemen?<br />

Stapeling sociale regels<br />

Door Searle's 'telt als'-regels<br />

Hans Kelsen: Kenmerk van recht is dat ook sanctie op rechtsovertreding door recht worden<br />

geregeld.<br />

Geweldsmonopolie: Rechtsorde bepaalt wie bevoegd is geweld toe te passen.<br />

H.L.A Hart; Dubbele rol van regels<br />

Primaire regels: m.b.t. Het gedrag van burgers.<br />

Secundaire regels: m.b.t. Bevoegdheden verlenen aan juridische actoren.<br />

3 Problemen bij uitsluitend primair systeem:<br />

1. Onzekerheid: geen systeem maar losse verzameling standaarden zonder<br />

gemeenschappelijk kenmerk.<br />

2. Statisch: alleen verandering door langzaam groeiproces.<br />

3. Inefficiëntie van diffuse sociale druk.<br />

3 Remedies voor deze problemen:<br />

1. Herkenningsregels<br />

2. Veranderingsregels<br />

3. Berechtingsregels<br />

Secundaire regels: metaregels die zorgen dat (het systeem van) primaire regels werken. Zorgt voor<br />

eenheid en samenhang.<br />

Rechter is op twee manieren gebonden aan het recht:<br />

1. Via de secundaire berechtingsregels.<br />

3/17


2. Via de bestaande rechtsregels als standaard voor zijn beslissing.<br />

Door Austins poging de cirkel te onderbreken ontstaat het probleem dat hij de continuïteit van<br />

recht niet kan verklaren evenals de verplichtende kracht ervan.<br />

Hoofdstuk 4; Rechtvaardiging<br />

Kernwoorden: rechtvaardiging, droit divin, natuurrecht, van Aquino, teleologie, voluntarisme,<br />

intellectualisme, Rede<br />

Rechtvaardigingstheorieën:<br />

1. 'Omdat ik het zeg'<br />

2. Gods bevel<br />

a. tot gehoorzaamheid<br />

b. tot ongehoorzaamheid (Antigone)<br />

3. Natuurrecht<br />

Thomas van Aquino<br />

Natuurrecht:<br />

a) Eeuwige en universele beginselen als ijkpunt voor het positief recht.<br />

4/17


) Beginselen te vinden via god of menselijk rede.<br />

5/17


Redenering van rechtvaardigheid:<br />

a) Van nature bestaat de menselijke neiging tot X.<br />

b) De menselijke neiging tot X moet vervuld worden.<br />

c) De staat moet gericht zijn op de vervulling van menselijke neiging X.<br />

d) Staten die gericht zijn op X zijn rechtvaardig.<br />

Waarin X niet iets kwaads kan zijn → optimistisch mensbeeld.<br />

Probleem met redenering is stap 2, redenen worden niet gegeven = gedachtesprong → verklaren<br />

door Gods bedoeling .<br />

Teleologie: wereldbeeld waarin de gehele natuur voortdurend verwezenlijking van een doel<br />

nastreeft.<br />

Kan God de universele Rede (natuurrechtelijke regels) aanpassen?<br />

Voluntarisme Intellectualisme<br />

Ja, de Rede is een product van God Nee, God is ook gebonden aan de Rede<br />

Hoofdstuk 5; Maatschappelijk contract<br />

Kernwoorden: maatschappelijk contract, de Groot, Locke, natuurlijke rechten<br />

Ontsnappen aan dilemma door maatschappelijk contract.<br />

Hugo de Groot<br />

Intellectualisme.<br />

Natuur als strijdtoneel (anders dan natuur van Aquino).<br />

Natuurlijke rechten: (Subjectieve) (afweer)rechten bij ieder individu.<br />

6/17


John Locke<br />

Natuurtoestand: gedachte experiment; waar geen overheidsgezag is, dus ieder zijn eigen<br />

rechten af moet dwingen. In de natuurtoestand veel chaos om daaraan te ontsnappen:<br />

maatschappelijk contract.<br />

Maatschappelijk contract: instellen van overheid met inleveren van rechten zodat<br />

overblijvende rechten beschermd worden.<br />

Opstand is gerechtvaardigd als gezag wordt gebruikt voor iets anders dan waarvoor ze is<br />

toevertrouwd.<br />

Naturalistische drogreden: normatieve uitspraak over wat behoort te gebeuren wordt<br />

ontleend aan de beschrijving van dat feit.<br />

Menselijke natuur streeft volgens Locke zelfbehoud na.<br />

Hoofdstuk 6; Algemeenheid<br />

Kernwoorden: algemeenheid, normadressaat, inclusiveness, Fuller, Raz, Foucault, exclusionary<br />

reason<br />

Categorie gegeneraliseerd o.b.v.:<br />

Normadressaat<br />

De handeling<br />

Tijdstip<br />

Plaats<br />

Problemen van algemene regels<br />

Causale verbanden<br />

Over-/under-inclusiveness<br />

Naleving<br />

Onbedoelde gevolgen<br />

Functie van algemene regels<br />

Heuristische functie: regels vergemakkelijken de wijze waarop de beoordelaar tot een<br />

oordeel komt.<br />

Rechtvaardigende functie: regels kunnen als reden dienen voor een oordeel.<br />

7/17


J. Raz<br />

Coördinerende functie: het oordeel vormt een oriëntatiepunt waarop het gedrag kan<br />

worden afgestemd.<br />

Beperkende functie: regels beperken de macht van de beoordelaar door hem te binden aan<br />

zijn eigen regels.<br />

<strong>Ex</strong>clusionary reason: Kunnen niet gemakkelijk terzijde worden geschoven door<br />

conflicterende regels.<br />

Eerste- en tweede-orde redenen:<br />

Eerste: gewone redenen.<br />

Tweede: exclusionary reasons.<br />

Fuller’s eisen aan een adequaat functionerend rechtssysteem:<br />

1. Wet moet een algemene strekking hebben.<br />

2. Burgers moeten kennis kunnen nemen van de wet.<br />

3. Wetgeving mag nooit met terugwerkende kracht gelden.<br />

4. De wet moet begrijpelijk zijn.<br />

5. Het recht moet intern consistent zijn.<br />

6. Het moet mogelijk zijn voor de burger om de wet na te leven.<br />

7. De wet mag niet voortdurend veranderd worden. (rechtszekerheid)<br />

8. Rechtspraak moet plaatsvinden o.b.v. het geldend recht.<br />

Functies volgens Fuller<br />

Faciliteren: Handelingen van burgers coördineren.<br />

Wederkerigheid: algemene regels maken dat er verantwoording kan worden afgelegd of<br />

gedrag of oordeel.<br />

Als deze functies niet worden vervuld, is het rechtssysteem dan recht?<br />

Hart Fuller<br />

Ja, zolang primaire & secundaire regels. Nee, alleen als het naar behoren functioneert.<br />

Michel Foucault<br />

8/17


Vernieuwend schoolsysteem voorbeeld, van kleine groepen naar grote groepen en<br />

dressuur.<br />

Managerial direction: recht wordt gebruikt als sturing.<br />

Gedeeltelijke overeenstemming met eisen van algemene regels volgens Fuller:<br />

Heuristische: is vervuld.<br />

Rechtvaardigde: de vraag of deze regels kritiek toelaten.<br />

Coördinerend: geen horizontale regels maar regels tot het behalen van het<br />

doel van de superieur.<br />

Beperkende: door de eenzijdige oplegging bijna geen beperkende functie.<br />

Hoofdstuk 7; Recht als instrument<br />

Kernwoorden: effect, subsidiariteitsbeginsel, zelfregulering, decentralisering, sturende functie<br />

Met opkomst van de verzorgingsstaat, verschuiving van codificatie naar modificatie.<br />

Door positieve verplichtingen van de staat moet er gedrag van burgers gestuurd worden.<br />

Door algemene regels -> over-/under-inclusiveness.<br />

Bij modificatie meer oog voor het effect van wetten/maatregelen.<br />

Problemen met het empirisch schatten van deze effecten:<br />

1. Moeilijk te meten in hoeverre een doel bereikt is. Een wet heeft vaak meerdere doelen<br />

waardoor er keuzes moeten worden gemaakt bij het meten van de doelmatigheid.<br />

2. Effecten zijn moeilijk te beoordelen. Veranderingen zijn niet met zekerheid toe te schrijven<br />

aan de wetgeving.<br />

3. Moeilijk een wet geïsoleerd te onderzoeken.<br />

Subsidiariteitsbeginsel: decentralisatie van regelgeving<br />

Problemen met decentralisatie (zorgplicht):<br />

Wie bepaald welk niveau het beste is?<br />

Wat zijn de criteria voor welk niveau het beste is?<br />

Doel van de wet staat niet vast en wordt niet alom gedeeld.<br />

het Regel probleem verschuift alleen naar een lager niveau en wordt niet kleiner (eerder<br />

groter door bureaucratie).<br />

De juridische status wordt twijfelachtig nu regels tot vorming van het recht minder strikt<br />

zijn.<br />

9/17


Regels gaan niet meer werken als exclusionary reasons maar zorgen juist dat alle eerste<br />

orde overwegingen in de beschouwing moeten worden meegenomen.<br />

Maatwerk en algemeenheid sluiten elkaar uit.<br />

Diversiteit van de ingebrachte belangen is belangrijk voor de exclusionary kracht,<br />

decentrale organen kunnen die diversiteit niet altijd bieden.<br />

Redenen kunnen worden gebruikt voor het verschuiven van bevoegdheden zowel naar hoger als<br />

lager.<br />

Voordelen decentralisatie<br />

Flexibiliteit.<br />

Aandacht voor bijzonder lokale context.<br />

Naleving wellicht groter.<br />

Hoofdstuk 8; Moeilijkheden juridische oordeelsvorming<br />

Kernwoorden: Hermeneutische cirkel, Llewellyn, Hart, open textuur<br />

Rechter vertaald van:<br />

Feitelijk → juridisch<br />

Cirkel van welke feiten toepasselijk zijn en welke regels toepasselijk zijn<br />

Bijzonder → algemeen<br />

Een categorie moet worden gekozen waar het bijzonder geval het beste in past.<br />

Interpretatie van de regel en kwalificatie van de feiten vormen een hermeneutische<br />

cirkel:<br />

‘Legal realism’: rechter past niet zomaar recht toe, maar heeft hier in keuze vrijheid.<br />

Karl Llewellyn<br />

Rechter maakt Logische ladders die zijn nieuwe beslissing aan eerder beslissingen koppelt.<br />

10/17


Hart<br />

De vrijheid van de rechter hangt af van de kwaliteit van de rechter, en wordt ingeperkt door<br />

eerdere beslissingen en de benodigde logische ladders.<br />

Conclusie: regels legitimeren achteraf de beslissing.<br />

Alleen bij grensgevallen is sprake van rechterlijke vrijheid.<br />

Niet op mechanische wijze rechtspreken omdat:<br />

1. Open textuur (van het recht): de wet past nooit volledig op de realiteit.<br />

2. Onwetende wetgever: de wetgever is niet op de hoogte van alle feiten bij het opstellen van<br />

de wet. Bijv. nieuwe ontwikkelingen, onvoorziene omstandigheden.<br />

3. Schuivende doelen: doelen zijn tijdelijk en verschuiven waardoor wetten bijv. hun doel niet<br />

meer nastreven of juist tegenwerken (zie vb. park met step).<br />

Samengevat: hoewel de rechter grote vrijheid heeft in de interpretatie en toepassing van regels<br />

zijn er standaard regels waaraan hij wel gebonden is.<br />

Hoofdstuk 9; Beginselen<br />

Kernwoorden: Dworkin, Altman, beginselen, redelijkheid en billijkheid<br />

Grens tussen moeilijke (bijzondere) en makkelijke (algemene) gevallen is vaag.<br />

Ronald Dworkin<br />

Rechter moet beginselen en niet beleidsargumenten meewegen om te voorkomen dat hij<br />

op de stoel van de wetgever plaatsneemt.<br />

Vergelijking tussen regel en beginsel:<br />

Regel Beginsel<br />

Alles of niets, geldig of niet geldig Gewicht of belang<br />

Bepalend voor juridische oplossing Alleen richting gevend voor juridische oplossing<br />

Niet conflicterend Conflicterend, weging van beginselen<br />

Probleem met vrijheid van interpretatie:<br />

(On)partijdigheid van de rechter: maakt politiek gemotiveerd rechtspreken mogelijk.<br />

De stoel van de wetgever: probleem hiermee is, is dat de rechter niet democratisch<br />

gekozen is en hij niet de diversiteit aan gezichtspunten die benodigd is in de<br />

beschouwing kan betrekken.<br />

Verschil tussen een beleidsoverweging en een beginsel: Beleidsoverwegingen hebben betrekking<br />

op een bepaald doel van de gemeenschap, beginselen zijn gestoeld op een bepaald individueel of<br />

collectief recht.<br />

11/17


Altman<br />

Moeilijk geval: als ideologische controversen (beginselen) botsen.<br />

Verschillende beelden van de rechter:<br />

Dienende rechter Austin Rechtspreken op grond van de<br />

bevoegdheid gegeven door de<br />

soeverein<br />

Activistische rechter Llewellyn, Altman Rechtspreken op eigen<br />

voorkeur, achteraf beslissing<br />

motiveren en rechtvaardigen<br />

Terughoudende rechter Hart Alleen eigen voorkeur bij<br />

grensgevallen<br />

Beschermende rechter Dworkin Beschermer van individuele<br />

rechten en beginselen tegen<br />

de waan van de dag<br />

Vergelijking van toepassing van eigen voorkeur van rechters bij rechtspreken:<br />

Llewellyn Hart Dworkin<br />

Alle gevallen Moeilijke gevallen Niet, beginselen gebruiken<br />

Hoofdstuk 10; Moraal<br />

Kernwoorden: Mill, schadebeginsel, Devlin, Utilisme<br />

John Stuart Mill<br />

Een beginsel voor de grenzen van overheidsbemoeienis.<br />

Schadebeginsel: pas overheidsingrijpen wanneer individuen elkaar (dus niet zichzelf)<br />

schade berokkenen door een doen of laten.<br />

Utilisme: hoe gehandeld hoort te worden wordt beantwoordt door de gevolgen.<br />

Greatest Happiness Principle: grootste geluk voor de meeste mensen is het doel van utilisme.<br />

Lord Devlin<br />

Schadebeginsel is te beperkt, ook optreden tegen gedachten/handelingen tegen de<br />

gemeenschappelijke normen en waarden. Recht dient de moraal (het cement van de<br />

sociale eenheid) te bewaken.<br />

Ook collectief kan dus schade oplopen.<br />

Ook morele beginselen kunnen worden beschadigd.<br />

3 veronderstellingen van Devlin en de problemen daarmee<br />

12/17


1. Er is een publieke moraal: bestaan van een eenduidige moraal is moeilijk aan te<br />

wijzen in de moderne samenleving.<br />

2. Zonder moraal is er geen samenleving: wanneer lukt of mislukt een samenleving?<br />

3. Er bestaat een moraal. Moraal is wat de gemiddelde redelijke burger denkt: hoe<br />

weten we wat een gezonde intuïtie is?<br />

13/17


Hoofdstuk 11; Straf<br />

Kernwoorden: Effectiviteitscriterium, vergelden, preventie, Beccaria, Kant, Rawls, Bentham, homo<br />

noumenon, homo phenomenon, proportionaliteitsbeginsel, retributivisme, rule-utilitarianism, actutilitarianism<br />

Antonio Perego Cesare Beccaria<br />

Straf als preventie, zowel speciale als generale preventie.<br />

Effectiviteitscriterium: utilistische blik, straf dient een doel namelijk preventie.<br />

Ondergrens van strafmaat door contracttheorie.<br />

Wreed rechtssysteem is ineffectief om 3 redenen:<br />

Jeremy Bentham<br />

Utilisme<br />

1. Geen preventie, juist meer misdaad teneinde de straf te ontlopen.<br />

2. Verlies van gevoeligheid leidt tot ergere wreedheden.<br />

3. Kan niet lang bestaan en is niet uitvoerbaar.<br />

4 voorwaarden waaronder straf niet gerechtvaardigd is:<br />

Immanuel Kant<br />

1. Straf zonder grond.<br />

2. Straf ineffectief als afschrikwekkend middel.<br />

3. Als straf onvoordelig en duur.<br />

4. Straf is onnodig.<br />

Retributivisme: straf als vergelding.<br />

Homo noumenon: de mens als redelijk wezen.<br />

Homo phenomenon: de mens als natuurlijk wezen.<br />

Staf dient geen nut maar als vergelding. Straf krijgt men omdat men het verdient als herstel<br />

van de geschokte rechtsorde. Straf volgens het gelijkheidsbeginsel.<br />

Belang van proportionaliteitsbeginsel: de strafmaat moet overeenstemmen met de aard<br />

van het misdrijf.<br />

14/17


Verschillen tussen retributivisme en utilisme:<br />

Verdienste: de straf wordt verdiend als zijnde Preventie: de straf dient als preventie van<br />

een cijfer.<br />

verdere misdrijven.<br />

Verleden: straf kijkt naar het verleden, Toekomst: staf kijkt naar de toekomst,<br />

vergelding.<br />

preventie.<br />

Vrij: de dader had keuzevrijheid. Gedetermineerd: onbelangrijk of de dader<br />

keuzevrijheid had.<br />

Geen onderscheid oorzaken en redenen beide Wel onderscheid oorzaken en redenen,<br />

belangrijk.<br />

redenen rationalisaties achteraf.<br />

John Rawls<br />

Rechtvaardiging scheidden:<br />

Het strafrechtelijk systeem als zodanig: beste utilistische rechtvaardiging.<br />

Straftoemeting in individuele gevallen: beste retributivistische rechtvaardiging.<br />

Rule-utilitarianism: nutscriterium op niveau van het regelsysteem.<br />

Act-utilitarianism: nutscriterium op niveau van afzonderlijke gevallen.<br />

Hoofdstuk 12; Rechtmatigheid vs. Rechtvaardigheid<br />

Kernwoorden: Kelsen, Radbruch, rechtmatigheid, rechtvaardigheid<br />

Rechtspositivisme: beperken tot het beschrijven van het positieve (= bestaande) recht.<br />

2 vooronderstellingen<br />

1. Het is mogelijk en wenselijk om een vastomlijnd begrip van het recht te ontwikkelen zonder<br />

beroep op morele noties.<br />

2. De rechtmatigheid (legaliteit) is niet gekoppeld aan de rechtvaardigheid (legitimiteit).<br />

Hans Kelsen<br />

Rechtvaardigheid Rechtmatigheid<br />

Niet rationeel begrip. Mening hangt nauw<br />

samen met belangen.<br />

Gustav Radbruch<br />

Rationeel. Objectief vaststelbare handelingen.<br />

Het algemeen consequent toepassen van<br />

wetten kan objectief worden vastgesteld.<br />

Gepositiveerd recht alleen opzij zetten bij schrijnende onrechtvaardigheid (strijd met<br />

gerechtigheid).<br />

15/17


16/17


Verschillende definitie van het gelijkheidsbeginsel:<br />

Kelsen Radbruch<br />

Gelijke gevallen op gelijke wijze behandelen.<br />

Verzet zich niet tegen onderscheid als zodanig.<br />

Verschillen gehoorzaamheidsplicht:<br />

Duits Engels<br />

Verplichting tot gehoorzaamheid van het recht<br />

hangt af van of het recht geldig is, los van de<br />

morele gehoorzaamheidsplicht.<br />

Zwaardere definitie. Mensen dienen als gelijken<br />

te worden behandeld.<br />

Recht kan geldig zijn maar de morele<br />

gehoorzaamheidsplicht staat hier los van.<br />

Smal rechtsbegrip: alleen rechtvaardige wetten Breed rechtsbegrip: alle wetten<br />

Tentamenvragen<br />

Wat zou Dworkin vinden van art 120 Gw. het toetsingsverbod?<br />

Wat zijn de 2 vragen die in Rawl’s betoog te onderscheiden zijn?<br />

Is de implementatie van EU mededingingsrecht recht volgens Austin?<br />

Verschil in perspectief van de buitenstaander tussen Austin en Ehrlich?<br />

Bronnen<br />

Gebaseerd op en met afbeeldingen uit: P. Westerman, Recht als raadsel, Zutphen: Uitgeverij Paris<br />

2012<br />

17/17

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!