Editie Nr 3 - Bravo Zulu
Editie Nr 3 - Bravo Zulu
Editie Nr 3 - Bravo Zulu
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Een bijdrage van Aad van der Meulen<br />
De toepassing der draadlooze telegrafie bij de Marine van<br />
1916 tot 1926<br />
Reeds in 1916 waren vrijwel alle oorlogsschepen van radio voorzien.<br />
Eerst met een fluitvonkzender van 2½ K.W. Daarna met een lampzender van ½ K.W.<br />
De ontwikkeling van de radio-telegrafie demonstreerde zich bij de Marine dan ook<br />
voornamelijk in een doorloopende verbetering der toestellen.<br />
Een korte beschrijving van die ontwikkeling zal dus eene opsomming van de toen en thans<br />
gebruikelijke hulpmiddelen niet kunnen ontberen.<br />
Wat dan allereerst de zenders betreft, waren in 1916 een groot aantal hiervan z.g.<br />
gelijkstroomstations, d.w.z. zenders gevoed met gelijkstroom van het scheepsnet of uit<br />
batterijen, waarmee via een kwikonderbreker en een inductor een Leidsche flesch periodiek<br />
wordt opgeladen. Van dit langzamerhand historisch geworden zendertype is er tegenwoordig<br />
nog één exemplaar in voortdurend gebruik, evenwel slechts door een samenloop van<br />
omstandigheden die de sinds lang voorgenomen vervanging tot op den huidigen dag<br />
verhinderden. En tot geruststelling van den omroepluisteraar moge dienen dat het heel<br />
bescheiden ’s middags om 5 uur sluit en dus althans de avondconcerten niet stoort.<br />
Naast het gelijkstroomstation bestond in 1916 op enkele schepen ook nog het 50 perioden<br />
wisselstroomstation met inductor en open knalvonk, als overgang naar den nieuweren<br />
fluitvonkzender met 500 perioden en smoorvonk. In 1917 verscheen de synchrone draaivonk.<br />
Van beide typen fluitvonkzenders zijn er thans nog vele in gebruik.<br />
Is het voor handelsschepen een voordeel, dat door den hoorbaren fluittoon hun oproep door de<br />
kuststations en ook onderling licht wordt gehoord, voor een oorlogsschip dat zijn plaats zoo<br />
noodig geheim moet kunnen houden, is het tegendeel het geval. Vervanging zou dus<br />
wenselijk zijn. Tusschen het militair-wenselijke en het financieel-mogelijke gaapt echter wel<br />
meer een onprettige klove.<br />
Als eerste nieuwe zendertype verscheen in 1920 de lampzender, reeds aanstonds ingericht<br />
zoowel voor zenden met tusschenkring – onder andere tot grootere zuiverheid van golf – als<br />
voor directe schakeling op de antenne om zoonodig een maximum afstand te kunnen<br />
overbruggen, welke laatste omstandigheid vooral voor Indië van belang is. Aan de<br />
noodzakelijke voorwaarde van ruim golfbereik werd ook door alle fabrikanten al spoedig<br />
voldaan, terwijl zenders met aparten stuurkring nog dit jaar in bedrijf zullen komen.<br />
De plaat-energie werd aanvankelijk uitsluitend door gelijkgerichten wisselstroom geleverd,<br />
daarna kwam de hoogspanningsgelijkstroomdynamo tot ontwikkeling en in 1922 voor het<br />
eerst tot toepassing. Naast de zendlamp met luchtkoeling doet nu binnenkort ook de lamp met<br />
waterkoeling haar intrede bij de Marine wat in vereeniging met een 6000 Volt<br />
gelijkstroomdynamo een modernere scheepsinstallatie belooft.<br />
Het gebruik van den Poulsen boogzender bleef tot een enkele toepassing op een schip en op<br />
een krachtig walstation in Indië beperkt. De toestand der antenne-isolatie is bij een directe<br />
schakeling van veel invloed, terwijl het gebruik van een tusschenkring veel van den<br />
aantrekkelijken eenvoud van dit type doet verloren gaan.<br />
Als laatste in de rij van nieuwe zenders kan tenslotte de machinezender van Schmidt worden<br />
genoemd, door een viertal exemplaren bij de Marine vertegenwoordigd.<br />
Om zoo noodig gemakkelijk gehoord te kunnen worden, zijn alle ongedempte zenders tot het<br />
zenden met toon ingericht; terwijl op alle nieuwe zenders een inrichting voor telefonie is