HE T REGIONAAL LANDSCHAP KEMPEN & MAASLAND Laat zich ...
HE T REGIONAAL LANDSCHAP KEMPEN & MAASLAND Laat zich ...
HE T REGIONAAL LANDSCHAP KEMPEN & MAASLAND Laat zich ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
TRADITIONELE <strong>LANDSCHAP</strong>PEN<br />
Landschappen ontstaan door wisselwerkingen tussen abiotische en biotische<br />
componenten. Sedert het Neolithicum, met het ontstaan van de landbouw en de<br />
sedentaire levenswijze, heeft de mens als cultuurdrager een steeds toenemende<br />
invloed gekregen op deze natuurlijke wisselwerking. De ingrepen van de mens<br />
volgen elkaar op in de loop van de geschiedenis en overlappen elkaar. Bijna overal<br />
ter wereld werden aldus natuurlandschappen tot cultuurlandschappen gewijzigd;<br />
landschappen die ook drager zijn van het gemeenschappelijk erfgoed van de<br />
mensheid. Eeuwenlang waren die ingrepen gekenmerkt door subtiele aanpassingen<br />
van de leefomgeving, gebruikmakend van de beschikbare technologie en beïnvloed<br />
door natuurlijke, culturele, sociale en economische omstandigheden. De mogelijkheden,<br />
geboden door het fysisch milieu, verschillen van streek tot streek, zodat de<br />
landontginning op verschillende manieren moest gebeuren. De mens organiseerde<br />
dit niet alleen in functie van de natuurlijke randvoorwaarden en zijn technologisch<br />
kunnen, maar moest ook rekening houden met de bestuursvorm, de gebruiken en de<br />
rechtsregels en de culturele eenheid waartoe hij behoorde. De meeste<br />
landschappen werden gevormd in verschillende fasen. Op eerder korte momenten<br />
van grote vernieuwing volgden meestal lange perioden van rust. Zo kregen de<br />
nieuwe structuren de tijd om <strong>zich</strong> harmonieus aan te passen aan de natuurlijke<br />
gesteldheid.<br />
Door de trage en langdurige ontwikkeling van de landschappen in de preïndustriële<br />
tijd was, zowel ruimtelijk als ecologisch, een harmonische integratie van de<br />
verschillende componenten van het landschap mogelijk. Hierdoor stemmen ze niet<br />
alleen nauw overeen met de geografische streken, maar bezitten ze ook een sterke<br />
eigen identiteit waardoor we ze nu herkennen als traditionele landschappen. Deze<br />
kenmerkende traditionele landschappen zijn de resultante van het natuurlijke<br />
draagvlak (geologie, reliëf en bodem) en de landontginning door de mens, in zijn<br />
technologisch en politiek kader, doorheen de geschiedenis. Ze zijn goed te<br />
herkennen op de eerste volledige kaartbedekking van onze gewesten, de<br />
kabinetskaart van Ferraris (ca. 1775) en op de topografische kaarten van de tweede<br />
helft van de 19de eeuw.<br />
Met de industriële revolutie werd het landschap grondig gewijzigd : de nieuwe<br />
technologie maakt een snelle en grootschalige aanpak mogelijk, waarbij de<br />
bestaande traditionele landschappelijke kenmerken grotendeels genegeerd en<br />
uitgewist worden. Hierdoor verdwijnt de bestaande landschappelijke diversiteit en<br />
verliezen de geografische streken hun identiteit, waardoor meer uniforme landschappen<br />
met een weinig uitgesproken karakter ontstaan. Vooral na de Tweede<br />
Wereldoorlog worden dergelijke landschapsvormen algemeen. Mede ingevolge de<br />
geweldige technologische ontwikkelingen worden de nieuwe landschappen vanaf dat<br />
ogenblik gekenmerkt door een internationale 'vormgeving' en door een toenemende<br />
onderlinge gelijkenis. De nieuwe landschappelijke structuren zijn meestal dissonant<br />
met de traditionele.<br />
Deze zeer verscheiden uitgangssituatie op vlak van bodem en water gaf ook aanleiding<br />
tot een totaal andere bodemgebruik door landbouw en bosbouw, tot een andere<br />
nederzettingsgeschiedenis, een ander niveau van welvaart en dus tot vier verschillende<br />
landschappen met een eigen herkenbare identiteit. In kringen van landschapsdeskundigen<br />
worden ze traditionele landschappen genoemd.<br />
De landschapsidentiteit van deze zogenaamd traditionele landschappen kan in<br />
hoofdlijn als volgt worden omschreven :<br />
DE HOGE <strong>KEMPEN</strong> :<br />
Grootschalig landschap met aaneengesloten heidegebieden, vaak militaire<br />
domeinen, uitgestrekte naaldbossen (vooral langs de oostrand en zuidrand van<br />
het gebied) en lokaal landduinen als geologisch relict. Talrijke natuurwaarden met<br />
zowel een ecologische, geomorfologische als culturele betekenis. Voor het<br />
mijngebied van Genk-Waterschei zijn de industrieel-archeologische elementen<br />
ruimtebepalend. Dit jonge landschap met industrieel-archeologische waarden is<br />
sterk bebouwd en versneden door infrastructuren.<br />
DE <strong>KEMPEN</strong>SE BEEKVALLEIEN :<br />
Het plateau van de Hoge Kempen is ingesneden door venige beekvalleien die<br />
oostelijk of noordelijk afwateren naar de Maas of westelijk naar de Demer. Deze<br />
beekvalleien vormen de drager van heel wat nederzettingen, zijn tot op vandaag<br />
weinig verstedelijkt en bezitten onder vorm van watermolens, schansen, …<br />
belangrijke historische erfgoedwaarden.<br />
11 11