12.09.2013 Views

Preek over Genesis 1,1 Lezen

Preek over Genesis 1,1 Lezen

Preek over Genesis 1,1 Lezen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Preek</strong> <strong>over</strong> <strong>Genesis</strong> 1,1<br />

<strong>Lezen</strong>: <strong>Genesis</strong> 1,1-2,4a<br />

Gemeente van onze Heiland, Jezus Christus,<br />

<strong>Genesis</strong> 1: een prachtig hoofdstuk, vind ik. Er zit zóveel in, echt enorm. Ik hoop ook dat dat<br />

goed zal doorklinken in de diensten waarin we naar het begin van de Bijbel zullen luisteren. Want<br />

echt, het is wel zo mooi! Tegelijk besef ik ook dat heel wat mensen het hoofdstuk vooral lastig<br />

vinden. Bijna iedereen steigert aan tegen het enorme verschil tussen de evolutie-theorie en wat de<br />

Bijbel hier vertelt. Ontstaat het ene uit het andere? Is er ont-wikkeling? De wereld is toch door<br />

miljoenen jaren heen ontstaan? Dat zegt de wetenschap toch? En dan daar tegen<strong>over</strong> het ogenschijnlijk<br />

simpele verhaal van <strong>Genesis</strong> 1. God spreekt en het is er. Met een enkel woord creëert hij<br />

heel wat. Het lijkt wel alsof hij als het ware knipt met z’n vingers, en hup, daar is het licht. Nog een<br />

knip, en daar komt het land tevoorschijn. Wel, die twee manieren van spreken <strong>over</strong> de wereld, de<br />

manier van de wetenschap en de manier van de Bijbel, kun je die met elkaar verbinden? En als<br />

het kan, hoe doe je dat dan? Of moet je zeggen: nee, het kan niet. Het is het een –de wetenschap-<br />

of het ander –de Bijbel.<br />

Wel, hoe kijk je er tegenaan? Ik kan ook zeggen: hoe lees je <strong>Genesis</strong> 1? … Wil de preek<br />

verkondiging zijn en geen college exegese of geschiedenis van het omgaan met dit hoofdstuk,<br />

dan kan ik niet anders doen dan zeggen hoe ik <strong>Genesis</strong> 1 lees, wat voor indruk dit begin van Gods<br />

Woord op mij maakt, bij mij wekt. Daarmee kan het een subjectief verhaal lijken, dat is zo. Maar dat<br />

is volgens mij iedere preek. Want ik kies een tekst, u krijgt mijn uitleg ervan, de bedoeling van een<br />

tekst zoals ik die versta. Ook dus als ik het niet zo expliciet zeg als nu: iedere week krijgt u, wie er<br />

ook maar voorgaat, verkondiging die, menselijk bekeken, af-hankelijk is van en bepaald is door de<br />

voorganger. Of je dat nu leuk vindt of niet, goed of minder goed, zo gaat het toe, vanaf het<br />

allereerste begin van de geschiedenis van God met zijn volk. Zo-als ik wel eens gezegd heb: denk<br />

de mens Paulus uit zijn brieven weg, en je houdt niet zo gek veel <strong>over</strong>. Alles wat Paulus schreef,<br />

daar zit hij zelf helemaal doorheen. Om het wat gechargeerd te zeggen: de Bijbel geeft nergens<br />

‘objectieve’ informatie; ook geen ‘objectieve’ verkondiging. Woorden, de zin van woorden, de bedoeling,<br />

hebben altijd, per definitie te maken met de spreker èn de ontvanger. Ik lees anders dan<br />

een leeftijdgenoot uit het arme Sudan. En die weer anders dan een vrouw van 90 uit Rusland. En<br />

die weer anders dan een man van 50 uit de laagste kaste in India. Objectiviteit krijg je niet in de<br />

kerk, krijg je niet in de Bijbel. Als dat wel zo was geweest, dan had de Heilige Geest kunnen<br />

volstaan met een paar statements te geven, een kort <strong>over</strong>zicht van wat be-langrijk is om te<br />

geloven, de belangrijkste gebeurtenissen en het daarbij te laten. En het zou de sfeer hebben<br />

kunnen krijgen van: slikken of stikken. Maar niet zomaar hebben we een heel dik boek ontvangen:<br />

de Bijbel, een verzameling boeken trouwens. Want het gaat niet om ‘feiten’ sec. We ontvangen de<br />

‘feiten’ als je ze zo wilt noemen in verhalen, in teksten, voor mijn part: in een bepaal-de<br />

vormgeving. En die vormgeving, de manier van vertellen, is niet slechts vorm, die je eraf kunt<br />

wikkelen en je houdt de inhoud <strong>over</strong>. Een pan boerenkool, waaruit je naar believen opschept en<br />

waarbij normaliter de pan geen rol speelt bij de smaak en de voedzaamheid van de boerenkool.<br />

Beter kun je bijbelse teksten vergelijken met een kop thee met de suiker daar doorheen ge-roerd.<br />

Wat is dan thee, wat is suiker? Zo is in de bijbel de vorm onafscheidelijk verbonden met de inhoud,<br />

om die termen maar te blijven gebruiken.<br />

Nog één opmerking en dan gaan we naar <strong>Genesis</strong> 1 zelf toe. Ik vroeg: hoe wetenschap en<br />

<strong>Genesis</strong> 1 te verbinden? Of moet je zeggen: ze sluiten elkaar uit? Mijn idee is dat weten-schap en<br />

Bijbel niet met elkaar te verbinden zijn. Niet, omdat dat ‘inhoudelijk’ niet zou kunnen. De mensen<br />

die zich creationisten noemen, die wetenschap en Bijbel zeer dicht bij elkaar houden, en zeggen:<br />

de wetenschap bevestigt wat de Bijbel vertelt, ze heb-ben goede papieren, sterke argumenten.<br />

Maar de blik van weten-schap is een andere, moet een andere zijn, dan die van de Bijbel. Mijn<br />

stelling is dus dat zowel evolutionisten als creationisten twee onvergelijkbare grootheden met<br />

elkaar vergelijken. En de een zegt dan: het is de wetenschap òf de Bijbel. De ander stelt: het is<br />

wetenschap èn Bijbel, de wetenschap bevestigt wat de Bijbel zegt. De ene vorm van wetenschap<br />

zegt: zo is het gegaan en dat past niet bij <strong>Genesis</strong> 1. De andere vorm van wetenschap zegt: zo is<br />

het gegaan en dat past heel goed bij <strong>Genesis</strong>. Volgens mij heeft wetenschap een totaal andere<br />

invalshoek dan de Bijbel. Om het simpel te zeggen: wetenschap probeert te achterhalen hoe


dingen zijn toegegaan, in dit geval hoe de wereld is ontstaan en de dieren, de planten en de<br />

mensen. De Bijbel heeft de invals-hoek om ons in ons leven, in wie we zijn, aan te spreken.<br />

Oftewel, bij <strong>Genesis</strong> 1: het gaat er niet om hoe het is begonnen, maar waar het om begonnen is.<br />

Om zo te zeggen: het gaat in <strong>Genesis</strong> 1 niet erom om terug te kijken, maar om vooruit te kijken.<br />

Oké, eindelijk naar dat hoofdstuk zelf. Ik noemde het ver-haal tot nu toe, omdat je gewoon<br />

niet onbevangen <strong>Genesis</strong> 1 bin-nenstapt, ik noemde al dat in de Bijbel vorm en inhoud niet te<br />

scheiden zijn. Dat zie je ook hier. En daarmee zeg ik ook dat je de dingen hier niet letterlijk kunt<br />

nemen. Het hele hoofdstuk heeft onder andere deze opzet. God zegt dat er iets tot stand moet<br />

komen. Dat gebeurt inderdaad en het eindigt steeds ermee dat het avond en morgen was<br />

geweest. Zo wordt het ook van de eerste dag verteld. God schiep toen het licht. Hij noemde het<br />

dag en de duisternis nacht. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de eerste<br />

dag. Maar je denkt direct: er was toch nog geen avond geweest? Tenminste zeker geen avond<br />

zoals van de andere dagen gezegd kan worden. En dat op de vierde dag zon, maan en sterren<br />

worden gemaakt, en op de eerste dag al het licht… Het kan, natuurlijk. Maar zou het nu werkelijk<br />

de be-doeling van God zijn geweest, van de onbekende schrijver van ons hoofdstuk om ons op<br />

deze manier informatie te geven? Ik kan het niet geloven.<br />

Dat komt ondermeer door dit voorbeeld. Maar ook doordat het hele hoofdstuk zo kunstig is<br />

opgebouwd. Ik noemde al de structuur van de zes, zeven dagen, met steeds hetzelfde patroon.<br />

Maar denk ook maar aan een soort schemaatje dat achter Gene-sis 1 zit. Op de eerste dag schept<br />

God het licht en op de vierde dag zon, maan en sterren. Op de tweede dag het zogeheten uitspansel,<br />

dat de wateren verdeelt in wateren boven en beneden. Je kunt ongeveer zeggen: de<br />

lucht en het water. En op de vijfde dag komen de lucht- en de waterbewoners op het toneel: vogels<br />

en vissen. Op de derde dag laat God het land tevoorschijn komen en op de zesde dag de<br />

landbewoners: vee, kruipend en wild ge-dierte en de mens. Dus dag 1 heeft een link met dag 4,<br />

dag 2 met dag 5 en dag 3 met dag 6. Zo’n opzet is natuurlijk geen toeval.<br />

En er is nog meer te noemen. Maar ik zal me beperken. Ik noem nog twee dingen. <strong>Genesis</strong><br />

spreekt <strong>over</strong> zeven scheppings-dagen. Natuurlijk kunnen ze letterlijk bedoeld zijn. Alleen: hoe zit<br />

het dan met de eerste drie dagen, toen er nog geen zon was? Net als nu bij ons, werd de dag voor<br />

Israël bepaald door zonsopgang en –ondergang. Dat roept dus vragen op, drie dagen zonder zon.<br />

En nog iets bij dit eerste punt. Het getal zeven is in de Bijbel een bijzonder getal, een getal met<br />

een betekenis, een bedoeling die verder gaat dan vier plus drie. De bouw van de tempel door<br />

Salo-mo bijvoorbeeld duurde zeven jaar. Mag je de conclusie trekken dat er voor Israël een relatie<br />

lag tussen de bouw van de tempel, Gods huis, en de schepping van de wereld? En nog een stap<br />

ver-der: dat de schepping net zo belangrijk als de tempel was en is? Of nog verder: dat je de<br />

wereld moet zien als tempel? Ik heb moe-ten denken aan Psalm 24: ‘Van de HEER is de aarde en<br />

haar vol-heid, de wereld en die daarop wonen. Want hij heeft haar op de zeeën gegrond en op de<br />

stromen gevestigd. Wie mag de berg van de Heer beklimmen, wie mag staan in zijn heilige stad?’<br />

Ook daar een sterke link tussen schepping en tempel; meer nog: een identificatie.<br />

Dat is m’n eerste opmerking <strong>over</strong> het hele hoofdstuk. En m’n tweede is dat het hele<br />

hoofdstuk met het getal zeven werkt. Zeven keer bijvoorbeeld wordt het woord ‘scheppen’ gebruikt<br />

en zeven keer het woord ‘maken. Bovendien noemt het precies vijf keer zeven keren, 35 keer, de<br />

naam ‘God’. En van de tien keer dat God spreekt, wordt het zeven keer gevolgd door het benoemen<br />

of zegenen door God van iets of iemand. Allemaal aanwij-zingen voor een kunstige opzet van<br />

het begin van de Schrift. Niet zozeer beschrijving, maar verkondiging; geen exacte historie zoals<br />

wij gewend zijn, maar meer een gedicht, lofprijzing van God.<br />

Wel, genoeg hier<strong>over</strong>. Nu naar de eigenlijke tekst, het aller-eerste begin. “In het begin<br />

schiep God de hemel en de aarde.” Dat is het opschrift van ons hoofdstuk. Hier<strong>over</strong> zal het dus<br />

gaan. Dat je trouwens opnieuw merkt niet met informatie in de westerse zin te maken te hebben,<br />

zie je ook hier. In het begin. Welk begin? Hoe begon het? Wanneer begon het? En noem maar op.<br />

Het is uiterst onbepaald, letterlijk staat er dan ook: in een begin. Onbe-paald en daardoor ook zeg<br />

maar geheimzinnig, mysterieus. Wat was er vóór dat begin?<br />

Maar daar<strong>over</strong> gaat het dus niet. Nee, wat nu wordt ver-teld, dàt is het waar<strong>over</strong> het gaat.<br />

Over dat grootse dat God he-mel en aarde schiep. En alleen met dat beroemde openingszin-netje<br />

al, wordt heel wat verteld, verkondigd.<br />

Ik haal er vier dingen uit die ook ons vandaag nog heel wat te zeggen hebben. Iedereen<br />

kent wel de term ‘New Age’. ‘t Is een soort verzamelnaam voor religies, levensbeschouwingen met


na-me uit het oosten afkomstig, India vooral. Een van de grote <strong>over</strong>-eenkomsten tussen tal van<br />

zulke levensvisies is dat in ieder mens een vonkje van god/God zit; ja, eigenlijk is ieder mens god/<br />

God. En ook in de dingen van de natuur, zeker in de levende dingen zit het goddelijke. In bomen,<br />

in water, in de aarde. De moeilijke term hiervoor is ‘pantheïsme’. Dat wil zeggen: alles is God,<br />

goddelijk. Nee, zegt <strong>Genesis</strong>. Er is verschil tussen God en zijn schepping. Er is verschil tussen God<br />

en bomen. En tussen God en dieren. En tussen God en mensen. Hoe hoog van de mens<br />

misschien wel wordt opgegeven in <strong>Genesis</strong> –daar<strong>over</strong> te zijner tijd-, het begin maakt direct<br />

duidelijk dat er een enorm onderscheid is tussen God en mens. Dat heeft, in ieder geval hier, aan<br />

het begin van de Bijbel, niet of nog niets te maken met het onderscheid tussen goed en slecht,<br />

heilig of onheilig, maar simpelweg hiermee. God wordt als ik het zo mag zeggen, als<br />

vooronderstelling genoemd, hij treedt direct op. Hij is de Schepper. En planten, dieren, men-sen,<br />

zijn schepping, schepselen en dus bijvoorbaat niet gelijk of gelijkwaardig aan hun Maker. Dit<br />

beginzinnetje van de Bijbel wil dus zeggen: houd het verschil goed in het oog. Jij bent geen God.<br />

God is God en niets en niemand anders. En alle stromingen die dus in de richting gaan van de<br />

natuur of minstens de mens die iets van God of het goddelijke of wat ook maar in zich heeft, die<br />

gaan met dat punt totaal in tegen het begin van de joodse en van de christelijke bijbel en vallen<br />

daarmee ook niet in <strong>over</strong>eenstem-ming te brengen.<br />

Het tweede dat dit openingszinnetje wil verkondigen is dat er geen hoger en lager in de<br />

schepping zou zijn. U weet wellicht van allerlei stromingen die de <strong>over</strong>tuiging hadden of hebben<br />

dat het ‘geestelijke’ of ‘spirituele’ hoger is, meer is dan het lichamelij-ke of aardse. Wel, dat idee,<br />

ook al springlevend in ‘New Age’-krin-gen, was al vroeg in de christelijke wereld aanwezig. Denk<br />

aan ie-mand als Augustinus. En ik denk dat het bij heel veel christenen nog altijd een rol speelt. Je<br />

ziel, je geest, zou belangrijker zijn dan je lichaam. Het is belangrijker om te bidden dan om brood<br />

te bak-ken. Je kunt beter psalmen of opwekkingsliederen zingen dan de krant lezen. Dat idee.<br />

Alsof het ‘stoffelijke’ niet zo belangrijk is. Ik lees hier dat God hemel èn aarde schiep. Daarmee<br />

wordt heel di-rect het idee verworpen van een hogere en een lagere wereld. Hemel en aarde, ze<br />

zijn even belangrijk. Sterker nog. De Bijbel begint wel met op te merken, dat God hemel en aarde<br />

schiep in het begin, maar het gaat hierna praktisch alleen <strong>over</strong> de aarde. En of de aarde dus<br />

belangrijk is! En daarmee het leven op de aar-de. Het leven met alles erop en eraan. Het leven<br />

met slapen, vrij-en, werken, vrije tijd, je naaste tot naaste zijn, vriendschap, geloof en ontspanning.<br />

Echt alles is belangrijk. En niets is, omdat het in onze beleving minder ‘geestelijk’ is, daarom<br />

minder belangrijk.<br />

En een derde verworpen idee, dat met de openingszin ver-bonden is, is dat God er niet is.<br />

Veel mensen leefden en velen le-ven nog altijd in ieder geval in de praktijk zonder echt rekening<br />

te houden met God, met zijn bestaan, zijn wil, zijn liefde. Bij velen, talloos velen, lijkt het leven op te<br />

gaan in het materiële, in het stof-felijke. Of in het geestelijke, dat in feite vooral op zichzelf gericht<br />

is. Alsof godsdienst bedoeld is om jezelf een goed gevoel te ge-ven, religieuze zelf-bevrediging.<br />

Dat is voor ons, onze diensten, hoe wij die invullen of willen invullen, een gevaar. Zulke vormen<br />

van religie, bedoeld om jezelf of elkaar vooral een goed gevoel te geven, christelijk en nietchristelijk,<br />

ze zijn in de praktijk uiting van een leven dat, een godsdienst die draait om jezelf.<br />

En nog iets hierbij, bij dus het geloof dat met de opening van de Bijbel verworpen wordt,<br />

namelijk dat God er niet is. Ik denk dat een rode draad in de geschiedenis is, tot op deze dag, en<br />

niet alleen bij anderen, maar ook bij mijzelf, bij ons, dat we eigenlijk vooral of zelfs alleen rekenen<br />

met dat wat we zien. Dat is voor ons vaak de werkelijkheid, de enige werkelijkheid. Ho, zegt dit begin<br />

u dan. Er is meer. En dan niet iets vaags. Zo van: er moet vast wel iets zijn. Ook niet: het leven<br />

is een zoektocht, op zoek naar het ware geluk, om dat te vinden wat het ‘meerdere’ is. Nee. Hoeveel<br />

je in je leven ook zoeken moet, ook op geloofsgebied, één ding is voor de bibliotheek van de<br />

Bijbel vaststaand. Het begint met God. Als je het al wilt hebben <strong>over</strong> het ‘meerdere’, dan is hij het,<br />

zegt het Evangelie.<br />

En dan direct ook dit. Een rode draad is dat we te vaak vooral rekenen met wat we zien. En<br />

wat zien wij? De mensen die in het brandpunt van de belangstelling staan, de machtigen, de<br />

winnaars, de rijken. En we zien ze wanneer ze afgaan, of dat nu op financiëel gebied is, politiek,<br />

moreel. Maar de kleine, zwakke mens, de ‘gewone’ vrouw of man in de straat, ze doen in onze<br />

kranten en geschiedenisboeken nauwelijks mee. Zó kijken wij. God niet. Kijk maar naar Abel, een<br />

paar bladzijden verder maar.<br />

En het vierde dat ik beluister is dit. God heeft niet alleen iets gedaan, de hemel en de aarde


geschapen. Hij heeft ze ook gewild. Hemel en aarde, en daarmee verbonden alles erop en eraan,<br />

planten, dieren, mensen, u, ik, jij, je bent door hem gewild. Hij wilde ook jou. Hij gunt je het leven,<br />

absoluut. Je bent niet een toevalligheid, die er niet zo goed niet had kunnen zijn. Je bent niet een<br />

‘schitterend ongeluk’, maar door hem gewild en daarom ook door hem geliefd.<br />

In het begin schiep God de hemel en de aarde. Ergens is dat heel opmerkelijk, dat de Bijbel<br />

zo haast laconiek begint met te spreken <strong>over</strong> God. Waarom zou de Bijbel dat doen? … Ik vertaal<br />

het voor mezelf zo: in het begin schiep God de hemel en de aar-de. God, wie is dat? Of ook: welke<br />

god? Wel, lees het boek, de boeken maar verder. En dan leer je hem kennen. Een God blijkt hij<br />

dan te zijn, die zich ten diepste laat kennen in een zeer uniek iemand, Jezus, zijn Zoon. Zo Vader,<br />

zo Zoon. Je kunt het ook om-keren: zo Zoon, zo Vader.<br />

De boodschap van de Bijbel, de verkondiging van <strong>Genesis</strong> 1 is bedoeld om een mens aan<br />

te spreken, u, mij, jou. Eigenlijk kun je de Bijbel, en in ieder geval het eerste hoofdstuk, samenvatten<br />

met deze rabbijnse uitleg en daarmee besluit ik. De Bijbel be-gint in het hebreeuws, dat van<br />

rechts naar links leest, met de let-ter Beth, een soort omgekeerde C. Waarom deze letter, zo vroegen<br />

de geleerden zich af. En ze kwamen met dit prachtige, ont-roerende antwoord. De letter heeft<br />

een liggend streepje. Dat streepje wil zeggen: God geeft je grond onder de voeten, hoe je leven<br />

ook verloopt. De letter heeft een staand streepje, aan de achterkant. Dat wil zeggen: God geeft je<br />

steun in de rug, wat er ook gebeurt. En die eerste letter heeft een streepje aan de boven-kant. Dat<br />

betekent: je hebt een dak boven je hoofd, je bent door de HERE God voor altijd gedekt, bedekt. De<br />

eerste letter –en dat sluit aan bij mijn opmerking dat <strong>Genesis</strong> 1 bedoelt vooruit te kijken en niet<br />

achteruit, dat laten we aan de wetenschap <strong>over</strong>-, de eer-ste letter heeft slechts één opening: naar<br />

voren, het leven in, de toekomst tegemoet. God heeft het eerste woord. En dat wil in bij-belse taal<br />

zeggen, en dan heb ik het <strong>over</strong> de toekomst, <strong>over</strong> jouw leven, vandaag en morgen: God heeft het<br />

laatste woord.<br />

Amen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!