AD224 - RS 100 R - Oertli

6.3 Bijkomende inlichtingen over de verschillende parameters
Parameter 1: Temperatuur verwarmingsketel
Om de temperatuur van het water aan de aanvoerleiding van de
verwarmingsketel af te beelden.
Parameter 2: Aanvoertemperatuur B
Voor de weergave van de temperatuur van de vertrekleiding van het water
van de ketel van de klepkring.
Parameter 3: Helling verwarmingskring A
De verwarmingsstooklijn is in de fabriek ingesteld op 1.5
40
Maximumtemperatuur van de ketel
Fabrieksinstelling: 75 ºC
Minimumtemperatuur van de ketel in comfortbedrijf: 30 ºC
(Fabrieksinstelling)
X Buitentemperatuur
Y Aanvoertemperatuur water
Parameter 4: Helling verwarmingskring B
De verwarmingsstooklijn is in de fabriek ingesteld op 0.7
Maximale temperatuur na de mengkraan
Fabrieksinstelling: 50 ºC
Minimale temperatuur na de mengkraan
Fabrieksinstelling: 20 ºC
X Buitentemperatuur
Y Temperatuur vertrek klep
Parameter 5: Maximumtemperatuur van het
verwarmingscircuit
De temperatuur aan de aanvoerleiding van het verwarmingscircuit
kan beperkt worden.
Bij een klassieke installatie zonder externe voeler is het
raadzaam de maximum temperatuur van de
verwarmingskring in te stellen op een waarde van ten
hoogste 75°C.
Parameter 6: Maximum temperatuur
aanvoerleiding na de klep B
Voor de kring B begrenst deze afstelling de temperatuur van de
vertrekleiding van de bijbehorende kring.
In geval van vloerverwarming moet de fabrieksinstelling
van de maximum temperatuur van de vertrekleiding na de
mengkraan op 50°C gehouden worden.
De regelgeving stelt verder een onafhankelijke
veiligheidsvoorziening voor de regeling verplicht, die
warmtetoevoer in de kring van de vloerverwarming moet
onderbreken wanneer de maximum temperatuur van de
vloeistof 65°C bereikt. Om aan die vereiste te voldoen,
moet een veiligheidsthermostaat elektrisch aangesloten
worden op het contact TS van de pompsturing.
Parameter 7: Automatisch aanpassingsvermogen
- Vrijgegeven (afstelling 1): de automatische afstelling van de
verwarmingscurve is toegestaan.
- Geblokkeerd (afstelling 0): de verwarmingscurve is vast. Deze kan
slechts met de hand gewijzigd worden.
Parameter 8: Invloed van de
kamertemperatuurvoeler
Om de invloed van de kamertemperatuurvoeler op de temperatuur
van het water van de verwarmingsketel af te stellen.
0: de kamertemperatuur wordt niet in aanmerking genomen (vb:
afstandsbediening slecht geplaatst).
1: In zwakke mate in aanmerking genomen.
3: Normaal in aanmerking genomen (aanbevolen).
10: werking type omgevingsthermostaat.
AD224 - RS 100 R 20/04/09 - 300010273-001-B