12.09.2013 Views

leesvoorbeeld in pdf-viewer - Vantilt

leesvoorbeeld in pdf-viewer - Vantilt

leesvoorbeeld in pdf-viewer - Vantilt

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

13<br />

z<strong>in</strong> en mogelijkheden<br />

van een<br />

wetenschappelijke privébibliotheek<br />

digitale <strong>in</strong>flatie: het boek als wegwerpartikel<br />

Met de komst van <strong>in</strong>ternet halverwege de jaren 1990 is ook de boekenwereld<br />

fundamenteel veranderd. Aanvankelijk werd daarop vooral door de oudere<br />

generatie sterk afwijzend gereageerd <strong>in</strong> de trant van: ‘aan mijn lijf geen polonaise’.<br />

Maar de realiteit van het onvermijdelijke heeft de geesten snel rijp<br />

gemaakt voor een digitale revolutie, die wereldwijd tot <strong>in</strong> alle sectoren van<br />

het maatschappelijk verkeer is doorgedrongen. De vraag was niet langer: <strong>in</strong>ternet<br />

ja of nee, maar: hoe kan ik zo veel mogelijk profijt trekken van dit nieuwe<br />

medium?<br />

Over de voor- en nadelen van <strong>in</strong>ternet <strong>in</strong> de wereld van het boek is de afgelopen<br />

jaren <strong>in</strong> diverse publicaties heftig gediscussieerd, 1 waarbij het niet alleen<br />

g<strong>in</strong>g over de gevolgen voor de (antiquarische) boekhandel. Die gevolgen<br />

zijn overal zichtbaar <strong>in</strong> het bijna-verdwijnen van het w<strong>in</strong>kelantiquariaat en<br />

de malaise <strong>in</strong> de tweedehandsboekhandel, met als duidelijkste voorbeeld de<br />

problemen bij de firma J. de Slegte, waar men te laat de overstap naar <strong>in</strong>ternet<br />

had gemaakt. 2 Tegenover veel gejammer aan de ene kant staan de optimistischer<br />

klanken van sommige handelaren die hun w<strong>in</strong>kel gesloten hebben en nu<br />

vanachter hun beeldscherm betere verkoopresultaten boeken dan voorheen,<br />

zij het dan tegen steeds lagere prijzen. Ook de gewone consument kan hier<br />

< 341


zijn zegen<strong>in</strong>gen tellen. Boeken kunnen voortaan gemakkelijk zonder tussenkomst<br />

van een w<strong>in</strong>kelier direct bij de uitgever worden besteld. Snel en voordelig<br />

voor wie niets heeft met funshoppen. Ook verkopen particulieren zelf<br />

hun – overwegend goedkopere – boeken tegenwoordig massaal via <strong>in</strong>ternet,<br />

waarbij dus de handelaar of veil<strong>in</strong>ghouder buitenspel staat.<br />

Maar nu de boek- en prentenverzamelaar – wat betekent de komst van <strong>in</strong>ternet<br />

voor hem? Hoe verhouden zich hier de voor- en nadelen? En belangrijkste<br />

vraag: welk perspectief is er nog om een waardevolle verzamel<strong>in</strong>g op te bouwen?<br />

Bij de vele gesprekken die ik de afgelopen jaren met boekverzamelaars<br />

voerde, bleek dat zij bijna allemaal gebruikmaakten van <strong>in</strong>ternet. Echter, vooral<br />

om iets te zoeken: de juiste titel of de bewaarplaats van een boek, een verkoopadres<br />

en de gemiddelde vraagprijs, of een veil<strong>in</strong>gresultaat. Het rechtstreeks kopen<br />

van antiquarische boeken via <strong>in</strong>ternet gebeurt, naar mijn <strong>in</strong>druk, veel<br />

m<strong>in</strong>der en hoofdzakelijk <strong>in</strong> de goedkopere sector, beneden de G100. Zodra het<br />

om hooggeprijsde kostbaarheden gaat, wil iedereen het boek eerst met eigen<br />

ogen zien. In dat geval fungeert de aanbied<strong>in</strong>g op <strong>in</strong>ternet als eerste stap voor<br />

een bezoek aan de handelaar en een mogelijke transactie. Maar niet iedereen is<br />

<strong>in</strong> staat of bereid heel ver te reizen voor een enkel boek. Om de klant-op-afstand<br />

toch zo veel mogelijk duidelijkheid te verschaffen, biedt de Amerikaanse<br />

antiquaar Tom Congalton (‘Between the Covers Rare Books’, Merchantville<br />

nj) daarom op zijn website een rotat<strong>in</strong>g service, waarbij je het <strong>in</strong> de etalage gezette<br />

boek langs alle kanten visueel kunt aftasten. Dit, gevoegd bij de reputatie<br />

van de betreffende antiquaar, moet zelfs de voorzichtigste klant overtuigen van<br />

de voordelen van aankopen via <strong>in</strong>ternet.<br />

Schrikken wordt het pas bij vergelijk<strong>in</strong>g van de prijs van de digitaal aangeboden<br />

boeken met de prijs die men zelf eerder voor hetzelfde boek betaald<br />

heeft. Bijna altijd blijkt een voorheen als zeldzaam gekochte titel helemaal<br />

niet zo schaars te zijn: acht of meer handelaren hebben het tegen afbraakprijzen<br />

op het web gezet. Misschien is de staat van het aangeboden exemplaar een<br />

stuk m<strong>in</strong>der dan het eigene <strong>in</strong> de kast, maar dan nog. Deze dankzij <strong>in</strong>ternet geschapen<br />

transparantie van de markt, waardoor iedereen meteen kan zien hoe<br />

zeldzaam of gewoon een bepaald boek is, heeft menige bibliofiel uit de droom<br />

geholpen. Geen echte boekenliefhebber koopt louter ter <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g, maar het<br />

geeft een onprettig gevoel als het duur gekochte, want zogenaamd zeldzame<br />

boek plotsel<strong>in</strong>g overal voor veel m<strong>in</strong>der wordt aangeboden. Nog onaangenamer<br />

is het natuurlijk voor een handelaar die te laat merkt dat hij met talloze<br />

boeken zit opgescheept waaraan zijn collega’s op <strong>in</strong>ternet een veel lager prijskaartje<br />

hebben hangen. Tegenover digitale transparantie staat dus als nadeel<br />

dikwijls verder voortwoekerende digitale <strong>in</strong>flatie. Gevolg: de antiquaar kijkt<br />

342 > geschiedenis van de nederlandse bibliofilie


aan tegen een hele partij w<strong>in</strong>keldochters en ook de particulier raakt zijn boeken<br />

nauwelijks meer kwijt.<br />

Gelukkig treft dit ongeluk niet iedere bibliofiel <strong>in</strong> gelijke mate. Alles hangt<br />

sterk af van het soort en de kwaliteit van de boeken. Moderne literatuur en<br />

kunstboeken lijken de ergste slachtoffers. Vuistregel is: hoe ouder en zeldzamer<br />

een boek, des te m<strong>in</strong>der kans dat het <strong>in</strong> de digitale ramsj belandt. Unica<br />

als alba amicorum en autografen hebben <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe meer verwacht<strong>in</strong>gswaarde<br />

dan uitgaven van een boekenclub met duizenden leden. Wat men nu ziet,<br />

is dat verzamelaars steeds meer op jacht gaan naar iets aparts. Het doorsnee<br />

boek, hoe waardevol misschien ook qua <strong>in</strong>houd, v<strong>in</strong>dt we<strong>in</strong>ig <strong>in</strong>teresse, tot<br />

wanhoop van het handelarengilde. Deze gang van zaken treft <strong>in</strong> het bijzonder<br />

de wetenschappelijke privébibliotheek, zeker als die hoofdzakelijk bestaat uit<br />

secundair materiaal: ‘studies over’ <strong>in</strong> plaats van primaire bronnen.<br />

Ik her<strong>in</strong>ner mij een bezoek bij mij thuis van de bekende taalhistoricus en<br />

publicist Ewoud Sanders. Op mijn vraag wat hijzelf verzamelde, was het antwoord:<br />

oude woordenboeken. Er bleek zelfs <strong>in</strong> Nederland een kle<strong>in</strong> clubje van<br />

gelijkgestemde liefhebbers te bestaan – het Matthias de Vries-Genootschap –<br />

en ik vond dat schitterend. Enkele jaren later hield Sanders <strong>in</strong> de Haarlemse<br />

stadsbibliotheek voor een gezelschap van k<strong>in</strong>derboekenliefhebbers een bevlogen<br />

pleidooi om massaal onze wetenschappelijke boeken en tijdschriften te<br />

gaan scannen. Dat gebeurde al wel door de dbnl, de Digitale Bibliotheek voor<br />

de Nederlandse Letteren, maar volgens Sanders te kle<strong>in</strong>schalig en <strong>in</strong> een te laag<br />

tempo. Op een vraag uit het gehoor wat hij dan vervolgens met zijn gescande<br />

boeken deed, antwoordde Sanders dat hij die soms nog wel even ergens opsloeg,<br />

maar dat ze <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe voor hem overbodig geworden waren. Ze vergden<br />

alleen nog maar kostbare ruimte.<br />

Ook vanuit de Nederlandse bibliotheekwereld zijn s<strong>in</strong>dsdien dergelijke geluiden<br />

opgestegen, die weer <strong>in</strong> NRC Handelsblad en elders de te verwachten protesten<br />

hebben opgeroepen. Onder het motto ‘vernietig een boek, red de tekst’<br />

werd een plan gelanceerd dat veel weg had van een boekenholocaust. Een citaat<br />

uit het NRC van 22 november 2007: ‘Historische boeken redden door ze te vernietigen.<br />

Dat is het serieuze voorstel van Hans Janssen. Hij is directeur Research<br />

& Development van de Kon<strong>in</strong>klijke Bibliotheek <strong>in</strong> Den Haag. “De toekomst<br />

van het boek is een voortbestaan <strong>in</strong> digitale vorm, daar is iedereen het over eens.<br />

Alleen dan nog worden die boeken gevonden en gebruikt. Maar de huidige digitaliser<strong>in</strong>gstechnieken<br />

gaan te langzaam en zijn te duur”, zegt Jansen. “Ik zie<br />

maar één oploss<strong>in</strong>g: snijd de rug van de boeken af en haal ze als een stapeltje papier<br />

door de scanner. Het boek ben je dan kwijt, maar je hebt het wel gedigitaliseerd<br />

voor m<strong>in</strong>der dan een tientje, <strong>in</strong> plaats van dertig tot 150 euro.” Nee, niet<br />

Z<strong>in</strong> en mogelijkheden van een wetenschappelijke privébibliotheek < 343


alle boeken, zegt hij. “Laten we de titels nemen die tussen 1800 en 1950 <strong>in</strong> Nederland<br />

zijn verschenen. Fictie en non-fictie. Dat zijn er 4 à 500.000. Die staan<br />

allemaal <strong>in</strong> de kb en de universiteitsbibliotheken.”’ De verbijsterde journalist<br />

Warna Oosterbaan: ‘“Is dat niet een staaltje van onomkeerbare cultuurvernietig<strong>in</strong>g?”<br />

“Ach”, zegt Jansen, “Een boek is ook maar een <strong>in</strong>formatiedrager. Het<br />

gaat toch om de <strong>in</strong>houd?”’ Uit de rest van het verslag blijkt dat Jansens plan althans<br />

<strong>in</strong> bibliotheekkr<strong>in</strong>gen als <strong>in</strong>ventief en realistisch verwelkomd wordt. 3<br />

Als ik het goed zie, spitst de behoefte tot digitaliser<strong>in</strong>g <strong>in</strong> openbare bibliotheken<br />

en archieven zich vooral toe op kranten en tijdschriften, waarvan het<br />

papier dikwijls ernstige verschijnselen van verval laat zien. Ruimtebespar<strong>in</strong>g<br />

en redd<strong>in</strong>g van historisch erfgoed pleiten hier samen voor dezelfde oploss<strong>in</strong>g.<br />

Maar voor de particuliere boekverzamelaar lijkt een gedigitaliseerde tekst geen<br />

aantrekkelijk alternatief. Zoveel is zeker: uit het bovenstaande spreekt geen<br />

overmatige waarder<strong>in</strong>g voor het boek als object. Die statusdal<strong>in</strong>g is echter niet<br />

alleen veroorzaakt door <strong>in</strong>ternet en de concurrentie van nieuwe media, maar<br />

ook door de gigantische overproductie <strong>in</strong> de westerse wereld, waar het boek als<br />

massagoed een wegwerpartikel is geworden. Een stuitend voorbeeld hiervan<br />

leverde de Britse firma Bookbarn te Bristol <strong>in</strong> februari 2009, toen men een voorraadloods<br />

met tienduizenden moderne boeken wegens huurschuld plotsel<strong>in</strong>g<br />

moest ontruimen en daarom maar besloot alles voor grabbelaars gratis op een<br />

hoop te gooien. Op krantenfoto’s en op <strong>in</strong>ternet kon men zien hoe mensen, elkaar<br />

verdr<strong>in</strong>gend, als aasgieren tot hun knieën tussen die boeken stonden. Tot<br />

woede van BookBarn International te Hallatrow <strong>in</strong> North Somerset, een soortgelijk<br />

bedrijf dat niet ten onrechte verwarr<strong>in</strong>g vreesde bij het kopend publiek<br />

met de eigen magazijnvoorraden. Met dit alles <strong>in</strong> gedachten lijkt het z<strong>in</strong>vol<br />

hier aandacht te vragen voor enkele particuliere verzamelaars van wetenschappelijke<br />

boeken. Welke waarde kennen zij toe aan hun collectie?<br />

mr. françois haverschmidt:<br />

vogels en vogelboeken<br />

Lang niet alle wetenschappelijke bibliotheken <strong>in</strong> privébezit zijn door professionele<br />

onderzoekers bijeengebracht. Zij werken dikwijls op een wetenschappelijk<br />

<strong>in</strong>stituut of museum en beschikken dus ambtshalve al over een goede<br />

vakbibliotheek. Soms is het ze zelfs verboden op het eigen vakgebied voor<br />

zichzelf te gaan verzamelen. Amateuronderzoekers hebben hiervan geen last.<br />

Zij zijn dan ook vanouds de pioniers die, gewild of ongewild, de grote wetenschappelijke<br />

<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen met hun collecties hebben gevuld.<br />

344 > geschiedenis van de nederlandse bibliofilie


Zo’n amateur <strong>in</strong> de beste z<strong>in</strong> van het woord was de op 21 juni 1906 te<br />

Utrecht geboren jurist en ornitholoog mr. François (Frank) HaverSchmidt,<br />

kle<strong>in</strong>zoon van de gelijknamige predikant, die als Piet Paaltjens (1835-1894)<br />

een bescheiden plaats <strong>in</strong> de Nederlandse literatuur verwierf. Mr. François<br />

HaverSchmidt werd na zijn juridische studie <strong>in</strong> zijn geboortestad achtereenvolgens<br />

griffier bij het kantongerecht te Utrecht, Haarlem, Heerlen en Leeuwarden.<br />

Maar zijn voornaamste passie gold de vogels <strong>in</strong> het veld, waarover hij<br />

reeds als veertienjarige gymnasiast schreef, een eerste publicatie uit een lange<br />

reeks van circa 350 artikelen en een zestal boeken. Aanvankelijk betroffen<br />

die alleen ‘Nederlandse’ weidevogels, meer speciaal de ooievaar. In 1946 echter<br />

vroeg men hem rechter te worden <strong>in</strong> Sur<strong>in</strong>ame, een aanbod dat hij hoofdzakelijk<br />

aannam vanwege de daardoor geboden mogelijkheid tot onderzoek<br />

naar de nog vrijwel onbekende Sur<strong>in</strong>aamse avifauna. Hij klom er op tot president<br />

van het Hof van Justitie <strong>in</strong> Paramaribo en werd zelfs tweemaal waarnemend<br />

gouverneur van Sur<strong>in</strong>ame. Alle vrije tijd werd nu benut voor veldonderzoek<br />

naar de Sur<strong>in</strong>aamse vogelwereld, waarbij vanaf 1952 al het prepareerwerk<br />

– circa 9800 stuks <strong>in</strong> 540 soorten – door zijn (tweede) echtgenote Willy Liong<br />

A San gedaan werd. Deze opgezette vogels werden vervolgens aan diverse over<br />

de hele wereld verspreide musea geschonken. Want HaverSchmidt was <strong>in</strong> -<br />

tussen door zijn talloze publicaties een <strong>in</strong>ternationaal bekend ‘vogelaar’ geworden.<br />

In 1968 keerde Frank HaverSchmidt met pensioen terug naar Nederland,<br />

al bleef hij tot 1981 Sur<strong>in</strong>ame nog herhaaldelijk bezoeken. Datzelfde jaar verscheen<br />

ook zijn levenswerk Birds of Sur<strong>in</strong>am (Ed<strong>in</strong>burgh-London 1968, <strong>in</strong> 1971<br />

ongewijzigd herdrukt) met illustraties van Paul Barruel. 4 In 1994 volgde nog<br />

een geheel herschreven, met 68 vogels uitgebreide versie van dit standaardwerk,<br />

waaraan ook dr. G.F. Mees, vogelconservator van het Rijksmuseum van<br />

Natuurlijke Historie te Leiden had meegewerkt. De hoofdauteur was toen al<br />

niet meer <strong>in</strong> leven: hij overleed te Zwolle op 28 april 1987, enkele maanden nadat<br />

op 24 februari 1987 bij Beijers zijn imposante ornithologische bibliotheek<br />

was geveild. 5 HaverSchmidt was vrijwel tot het laatst met deze boeken bezig<br />

geweest. Toen hij echter <strong>in</strong> april 1986 getroffen werd door een beroerte die<br />

zijn gezichtsvermogen aantastte, besloot hij tot openbare verkop<strong>in</strong>g. De veil<strong>in</strong>gcatalogus<br />

werd <strong>in</strong>geleid door G.F. Mees, die ook <strong>in</strong> een <strong>in</strong>terview met Jan<br />

Fred van Wijnen voor NRC Handelsblad van 5 maart 1987 zijn licht liet schijnen<br />

over de persoon en de collectie van François HaverSchmidt en naderhand <strong>in</strong><br />

het ornithologenblad Ardea een uitgebreide bio-bibliografie publiceerde. 6<br />

HaverSchmidt wordt ons beschreven als een bescheiden persoon ‘of a retir<strong>in</strong>g<br />

disposition’. Hoewel lid van allerlei ornithologische organisaties, liet hij<br />

Z<strong>in</strong> en mogelijkheden van een wetenschappelijke privébibliotheek < 345


zich zelden op vergader<strong>in</strong>gen of congressen zien. Als niet aan een universiteit<br />

verbonden amateurveldbioloog was hij wel genoodzaakt zelf een grote wetenschappelijke<br />

handbibliotheek op te bouwen. Die was door omvang en kwaliteit<br />

imposant, zoals duidelijk bleek bij de f<strong>in</strong>ale verkoop. Maar hoe keken de echte<br />

professionals, prof. K.H. Voous en dr. G.F. Mees, nu tegen HaverSchmidt aan?<br />

In de academische biologenwereld hield men zich vooral bezig met anatomie<br />

en classificatie. Wat HaverSchmidt deed was ‘vogeltjes kijken’ en daarvan had<br />

men aanvankelijk geen hoge dunk. Toch groeide geleidelijk de bewonder<strong>in</strong>g<br />

voor deze bevlogen amateur, al proeft men tussen de woorden door steeds een<br />

zekere distantie. Hij, HaverSchmidt, had de tijd en de middelen waaraan <strong>in</strong> academische<br />

kr<strong>in</strong>g permanent gebrek bestond. De veil<strong>in</strong>g bij Beijers bracht de afreken<strong>in</strong>g<br />

van een lang leven met vogels en met vogelboeken.<br />

Eerst nu het oordeel van veil<strong>in</strong>gmeester H.L. Gumbert: ‘Zo’n reusachtige<br />

verzamel<strong>in</strong>g, dat is toch iets heerlijks. Er zitten helaas niet van die kostbare<br />

delen bij als <strong>in</strong> de ornithologische bibliotheek van [Johann Gottlieb] Van Marle<br />

[1901-1979], die <strong>in</strong> 1980 werd geveild bij Van Gendt <strong>in</strong> Amsterdam. 7 Daar<br />

g<strong>in</strong>g het duurste deel weg voor ƒ63.000. Maar daar kwamen verzamelaars van<br />

mooie boeken op af. HaverSchmidts bibliotheek heeft juist grote wetenschappelijke<br />

waarde. We hebben nu al zo’n driehonderd opdrachten tot koop gekregen<br />

van <strong>in</strong>stituten uit de hele wereld.’ 8 Daar hoorde het Rijksmuseum van Natuurlijke<br />

Historie te Leiden niet bij. Dr. G.F. Mees: ‘Voor zover het gaat om<br />

beschrijv<strong>in</strong>gen van vogels, om <strong>in</strong>ventarisaties van landen of kle<strong>in</strong>e gebieden is<br />

het een kostbare verzamel<strong>in</strong>g. Vooral met die vele tijdschriften. Zo’n vijftig,<br />

m<strong>in</strong> of meer compleet. Het zijn de belangrijkste ornithologische tijdschriften.<br />

Het Museum overigens heeft de grootste ornithologische bibliotheek van<br />

Nederland, voor ons is er we<strong>in</strong>ig bij dat we nog niet hebben. Er zijn wel een<br />

paar werkjes waar ik op ga bieden, [al] heb ik nog nooit zoiets gedaan, kopen<br />

op een veil<strong>in</strong>g. Andere <strong>in</strong>stituten hebben veel kle<strong>in</strong>ere bibliotheken dan wij.<br />

Die zouden er graag heen gaan, maar ze hebben tegenwoordig bijna geen geld<br />

om iets te kopen.’ Dat beloofde we<strong>in</strong>ig goeds en <strong>in</strong>derdaad, de tijdschriften,<br />

waarmee de veil<strong>in</strong>g opende, g<strong>in</strong>gen heel slecht: op de eerste zes nummers werd<br />

niet eens geboden. Toen kwam Nr. 7, het tijdschrift The Bateleur, door Gumbert<br />

<strong>in</strong>gezet op ƒ90, waarna Mees zijn hand opstak en zonder tegenbieders meteen<br />

‘ƒ100’ riep, daarmee ten overvloede zijn onkunde op veil<strong>in</strong>ggebied demonstrerend.<br />

Het duurste boek uit de collectie-HaverSchmidt was Onze Vogels <strong>in</strong> Huis en<br />

Tu<strong>in</strong> (Leiden 1869-1876, drie delen) van de vogelschilder J.G. Keulemans, dat<br />

wegg<strong>in</strong>g voor ƒ4600. De meeste boeken werden toegeslagen aan de handel, hier<br />

met een tw<strong>in</strong>tigtal mannen vertegenwoordigd. De overige bezoekers, onder<br />

wie tientallen vogelliefhebbers, houden toch meestal de hand op de knip. Het<br />

346 > geschiedenis van de nederlandse bibliofilie


beeld wordt langzamerhand duidelijk: een <strong>in</strong>teressante, drukbezochte veil<strong>in</strong>g<br />

met een bescheiden f<strong>in</strong>anciële opbrengst.<br />

ayolt brongers:<br />

verzamelen uit nieuwsgierigheid<br />

Dr. J.A. (Ayolt) Brongers is <strong>in</strong> velerlei opzicht een bekende figuur <strong>in</strong> bibliofiel<br />

Nederland: als (oud)medewerker van De Boekenwereld, 9 als auteur van een boekwoordenboek<br />

en als collectioneur. Maar terwijl de meeste boekverzamelaars<br />

niet scheutig zijn met <strong>in</strong>formatie over hun doen en laten, weten we van hem<br />

juist heel wat: van zijn familiale en wetenschappelijke achtergrond, zijn collectie<br />

en van zijn drijfveren als verzamelaar. Hij heeft daarover zelf uitvoerig<br />

verteld en geschreven. Kort samengevat: Brongers is <strong>in</strong> 1933 geboren <strong>in</strong> Den<br />

Haag, studeerde tussen 1951 en 1959 scheikunde <strong>in</strong> Leiden en was vervolgens<br />

van 1962 tot zijn pensioner<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1998 wetenschappelijk medewerker bij de<br />

Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek <strong>in</strong> Amersfoort. Daar<br />

woont hij nu nog met zijn echtgenote Lide. Samen zijn ze de beheerders van<br />

een gigantische bibliotheek van ongeveer 55.000 titels, die – en dat is het wonderlijke<br />

– grotendeels onder hun huis en tu<strong>in</strong> is gelegen. Dat kon, omdat ze<br />

wonen op de Wagen<strong>in</strong>gse Berg <strong>in</strong> de Huygenslaan, waar de grondconstructie<br />

zulk een operatie toelaat. En wie zou dat beter weten dan de archeoloogbodemkundige<br />

Ayolt Brongers? Toen na verloop van tijd de zo gewonnen<br />

ruimte nog te krap bleek, volgde een verdere uitgrav<strong>in</strong>g. Sterker: <strong>in</strong> navolg<strong>in</strong>g<br />

van Brongers zijn ook sommige buurtbewoners met een grote verzamel<strong>in</strong>g<br />

met succes de bodem <strong>in</strong> gegaan.<br />

Wat verzamelt de immer opgewekte Brongers? Men kan beter vragen: wat<br />

niet? In een pog<strong>in</strong>g de buitenwacht enig idee van zijn verzameldrift te geven,<br />

publiceerde hij <strong>in</strong> december 2005 onder de toepasselijke titel Eén boek is geen<br />

boek voor vrienden en bekenden een ‘Lexicon van de Bibliotheca Brongersiana’.<br />

Het is geen catalogus maar een alfabetisch overzicht <strong>in</strong> circa driehonderd trefwoorden<br />

van zijn <strong>in</strong>teressegebieden, voorafgegaan door een autobiografie en<br />

een algemene beschouw<strong>in</strong>g over zijn verzamelbeleid. Gelukkig zitten er onder<br />

die driehonderd enkele zwaartepunten, zoals Amersfoort, archeologie,<br />

boek- en bibliotheekgeschiedenis, de familie Brongers, detectives, golfsport<br />

en zijn grote held de archeoloog Caspar Reuvens (1793-1835). Ongetwijfeld<br />

vergeet ik nog wat. Wat zeker vermeld moet worden, is dat elk onderwerp nader<br />

gedocumenteerd wordt door een uitgebreide, systematisch <strong>in</strong> mappen opgeborgen<br />

knipselverzamel<strong>in</strong>g en duizenden overdrukken van wetenschappe-<br />

Z<strong>in</strong> en mogelijkheden van een wetenschappelijke privébibliotheek < 347


lijke artikelen. Alles staat of ligt op thema <strong>in</strong> een wirwar van ondergrondse<br />

gangen op de planken, maar de eigenaars weten hier feilloos de weg.<br />

Ik moet bekennen dat ik vroeger weleens een beetje jaloers op Ayolt Brongers<br />

ben geweest, omdat hij wekelijks met tassen vol boeken zei thuis te komen,<br />

terwijl ik zelf het gevoel had dat het antiquarisch aanbod steeds m<strong>in</strong>der<br />

werd. Dat gevoel van ‘hoe speelt hij het klaar?’ verdween op slag, toen ik eenmaal<br />

de bibliotheek van Brongers met eigen ogen te zien kreeg en zijn doelstell<strong>in</strong>g<br />

mij duidelijk werd. Voor hem kon het om zo te zeggen elke dag prijs<br />

zijn, omdat hij <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe alles verzamelt. Het toeval speelt hier een grote rol.<br />

Zelfs een los velletje bedrukt papier, een uitgescheurde prent of een hopeloos<br />

verouderde encyclopedie kan dr. Brongers aanleid<strong>in</strong>g geven tot een uitgebreide<br />

speurtocht ver over de grenzen van het normale uithoud<strong>in</strong>gsvermogen. In<br />

dit opzicht is hij een echte terriër die zich het liefst vastbijt <strong>in</strong> details en daarover<br />

meeslepend kan vertellen.<br />

Door haar diverse en massale karakter heeft de Bibliotheca Brongersiana<br />

ongetwijfeld iets negentiende-eeuws. Maar het is allerm<strong>in</strong>st de verzamel<strong>in</strong>g<br />

van een dilettant. Brongers presenteert haar als een ‘<strong>in</strong> rond zestig jaar verworven,<br />

zeer breed opgezette cultuurhistorische geleerdenbibliotheek – een<br />

boekerij ter ondersteun<strong>in</strong>g van het werk van een onderzoeker/publicist’. Ze is<br />

bovendien m<strong>in</strong> of meer organisch gegroeid, waarbij het beg<strong>in</strong> al ligt bij de<br />

boeken en andere zaken die zijn grootvader, vader – de sportjournalist en golfpromotor<br />

J.A. Brongers (1906-1954) – en oom – de tabacoloog G.A. Brongers<br />

(1917-2002) – ooit gekocht hadden en die nu voor een kle<strong>in</strong> deel weer bij hem<br />

terecht zijn gekomen. Maar ook als dat niet het geval is, probeert Ayolt Brongers<br />

vanuit een zekere trouw aan de familietraditie een door hen geïnitieerde<br />

onderzoekslijn door te trekken. Bijvoorbeeld waar het de golfsport <strong>in</strong> Nederland<br />

betreft.<br />

Brongers is geen bibliofiel <strong>in</strong> die z<strong>in</strong> dat hij een boek puur zal kopen om<br />

het esthetisch genot van een mooie band of een fraaie typografie. Daarvoor moet<br />

er meer avontuur <strong>in</strong> zo’n mogelijke aanw<strong>in</strong>st zitten. Een exlibris heeft hij voor<br />

zijn boeken nooit laten maken. Over het algemeen <strong>in</strong>teresseert hem de <strong>in</strong>houd<br />

meer dan het uiterlijk, zodat geen kapot of <strong>in</strong>compleet werk alleen om die reden<br />

verstoten wordt. Ik denk trouwens dat Brongers nooit ook maar één boek<br />

heeft weggegooid. Interessant voor onze vraagstell<strong>in</strong>g is het nut dat hij aan zijn<br />

verzamelwoede toekent. Waarom <strong>in</strong> een tijd van grote publieke bibliotheken<br />

nog op eigen houtje zo’n mix van wetenschappelijke boeken bijeengebracht?<br />

Onder de kop ‘Hebben privé-bibliotheken een functie?’ gaat Brongers terecht<br />

uitvoerig op deze kwestie <strong>in</strong>, omdat ze de bestaansgrond van zijn leven als verzamelaar<br />

raakt. Een citaat: ‘Ik wil de voor mij <strong>in</strong>teressante boeken <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe<br />

348 > geschiedenis van de nederlandse bibliofilie


hebben, zodat ze voor mij op ieder moment beschikbaar zijn. Ik kan dan alles <strong>in</strong><br />

mijn eigen tijd, op het juiste moment en <strong>in</strong> mijn eigen tempo verwerken. Dit<br />

alles zelfs op zaterdag en zondag of om twaalf uur ’s avonds. Men kan tegenwerpen<br />

dat er grote wetenschappelijke bibliotheken zijn waaruit men kan lenen en<br />

waar men kan lezen. In de loop van mijn wetenschappelijk leven, vanaf circa<br />

1953 tot rond 2000, heb ik echter meegemaakt dat het lenen, of zelfs lezen,<br />

moeizamer (tot soms bijna onmogelijk) is geworden. Ik kan hier en daar nog op<br />

mijn opgebouwde relaties teren, maar ook dat zal steeds m<strong>in</strong>der worden. Daar<br />

komt bij dat sommige mooie, <strong>in</strong> de loop der jaren zorgvuldig opgebouwde, samenhangende<br />

boekencollecties of archieven door de moderne managers (die<br />

wetenschappelijke <strong>in</strong>stituten thans <strong>in</strong> toenemende mate teisteren) afgestoten<br />

worden of <strong>in</strong> feite ontoegankelijk gemaakt worden. De bibliotheek staat [<strong>in</strong><br />

hun optiek] slechts zeer op de achtergrond van het handelen van de <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g.<br />

Ik verwacht [daarom] dat privé-bibliotheken <strong>in</strong> steeds toenemende mate weer<br />

een belangrijker functie zullen krijgen.’ Over dat laatste punt kan men twisten.<br />

Bovendien: niet iedereen beschikt over zoveel ruimte als Brongers om de door<br />

hem of haar gewenste boeken te plaatsen.<br />

Niet onvermeld mag blijven dat Ayolt Brongers op basis van zijn collectie<br />

meer dan 180 publicaties op zijn naam heeft staan, die door hun orig<strong>in</strong>aliteit<br />

en liefde voor het detail daarvan een getrouwe afspiegel<strong>in</strong>g vormen. Zo bijvoorbeeld:<br />

‘Lithografie en de detectiveroman’ (<strong>in</strong> De Boekenwereld van oktober<br />

1998), ‘Putstoel en sprengel <strong>in</strong> Amersfoort’ (<strong>in</strong> Flehite van september 1999) of de<br />

blijkbaar voor sommigen brandende vraag ‘Begon golf <strong>in</strong> 1297 wel <strong>in</strong> Loenen?’<br />

(<strong>in</strong> Golfjournaal van december 2002). Reeds de titel verraadt dikwijls een zekere<br />

excentriciteit waar Engelsen zo <strong>in</strong> excelleren en die beantwoordt aan Brongers’<br />

graag beleden anglofilie.<br />

ad hovestadt: eilanden en slakken<br />

Dr. Ad Hovestadt, neuroloog te Amersfoort met als specialisatie de ziekte van<br />

Park<strong>in</strong>son, plaatste me bij ons gesprek bij hem thuis op 11 december 2008 al<br />

meteen voor een verrass<strong>in</strong>g. Of antiquaar Gert Jan Bestebreurtje, die dit contact<br />

had gelegd, ook verteld had dat hij, Hovestadt, behalve boeken en kaarten<br />

over de Caraïbische eilanden ook alles over slakken verzamelde? Nee, dat<br />

was nieuw voor me, maar bestond er tussen die twee liefhebberijen enig verband?<br />

Heel veel juist, begreep ik, ‘omdat een eiland, afgesloten als het is, de<br />

ideale biotoop vormt voor het slakkenonderzoek’. Hier zat kennelijk een man<br />

die bereid, althans <strong>in</strong> staat was mij bij te scholen <strong>in</strong> het vak dat vroeger op<br />

Z<strong>in</strong> en mogelijkheden van een wetenschappelijke privébibliotheek < 349


school ‘natuurlijke historie’ heette. Intussen kwam ik <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie voor<br />

die eilandboeken en ook daarover verschafte mijn gastheer boeiende <strong>in</strong>formatie.<br />

Ter <strong>in</strong>troductie eerst iets over hemzelf.<br />

Hovestadt: ‘Ik ben geboren <strong>in</strong> Brabant, <strong>in</strong> de toenmalige gemeente Hooge<br />

en Lage Zwaluwe, al zult u dat niet aan mijn spraak horen. Die dorpsgemeenschap<br />

was toen, <strong>in</strong> 1954, nog scherp verdeeld <strong>in</strong> een katholiek en een protestants<br />

deel. Wij behoorden tot de protestanten, maar zijn daar niet lang blijven<br />

wonen. Mijn vader was mar<strong>in</strong>ekapite<strong>in</strong>, zodat wij op een gegeven moment<br />

naar Den Helder verhuisden, waar ik verder ben opgegroeid. Ik heb medi -<br />

cijnen gestudeerd <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen en ben daarna voor mijn coschappen naar Curaçao<br />

gegaan. Daar ben ik van 1979 tot 1983 blijven wonen, heb er ook mijn<br />

vrouw leren kennen die eveneens <strong>in</strong> de medische sector werkzaam was. Hoewel<br />

ik altijd graag heb gelezen en <strong>in</strong> mijn Gron<strong>in</strong>gse studententijd weleens<br />

het antiquariaat van Bouma [‘Bouma’s Boekhuis’] b<strong>in</strong>nenliep, is het dubbeltje<br />

van het boekverzamelen toch pas op Curaçao gevallen. Ik wilde meer weten<br />

over dit Caraïbisch gebied, maar ter plekke waren er we<strong>in</strong>ig of geen boeken te<br />

krijgen. Daarom vroeg en kreeg ik soms antiquariaatscatalogi uit Nederland.<br />

Mij ergerde het dat toeristen en zelfs politici na een verblijf van enkele dagen<br />

reeds alles meenden te weten over dat gebied: hoe het daar zat en hoe het verder<br />

moest.<br />

Toen ik na vier jaar naar Nederland terugkeerde en me <strong>in</strong> Rotterdam <strong>in</strong><br />

het Dijkzigt Ziekenhuis g<strong>in</strong>g specialiseren tot neuroloog, begon ik pas goed<br />

en gericht te verzamelen. Het g<strong>in</strong>g me om wetenschappelijke reisbeschrijv<strong>in</strong>gen<br />

van Curaçao en van het hele Caraïbische gebied met hun geschiedenis,<br />

flora, fauna en cartografie, niet dus om bellettrie. Die boeken stamden hoofdzakelijk<br />

uit de negentiende eeuw. Zoveel is er overigens niet en de markt is nu<br />

echt aan het opdrogen. Maar ik koop <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe alleen iets wat ik ook kan lezen.<br />

Mijn verzamel<strong>in</strong>g over de Antillen overlapt eigenlijk mijn tweede grote<br />

en zelfs oudere passie: de (land)slakken, waarmee ik al <strong>in</strong> mijn studententijd<br />

ben begonnen. Die heet <strong>in</strong> wetenschappelijke termen malacologie of weekdierkunde.<br />

Daarvoor bestaat een aparte verenig<strong>in</strong>g, met tijdschriften, symposia,<br />

enzovoort. In november ben ik juist weer op veldexpeditie naar een van<br />

die Antilliaanse eilanden gegaan om landslakken te zoeken. Je v<strong>in</strong>dt ze overal,<br />

maar de biotoop van een eiland heeft iets speciaals. Vandaar dat ik, net als<br />

Boudewijn Büch, graag eilanden bezoek. Zo’n expeditie vergt wel een jaar voorbereid<strong>in</strong>g,<br />

want bijna niemand ziet kans de plek te bereiken waar het voor<br />

veldonderzoek op aankomt. Geen toerist komt daar. Je moet je een weg hakken<br />

door het oerwoud. In de negentiende eeuw huurde je daarvoor een paar<br />

negers, nu moet je het zelf doen.’ Dit alles vertelt dokter Hovestadt, terwijl we<br />

350 > geschiedenis van de nederlandse bibliofilie


eneden <strong>in</strong> de grote kamer thee zitten te dr<strong>in</strong>ken. Later zullen we naar boven<br />

gaan om zijn twee verzamel<strong>in</strong>gen te bekijken. Op mijn vraag wat zijn vrouw<br />

van die slakkenhobby v<strong>in</strong>dt, is het antwoord: ‘Zij tolereert het.’<br />

Hovestadt koopt zijn reisboeken meestal bij antiquariaat Bestebreurtje,<br />

waar hij tweemaal per jaar komt. Daarnaast bij Dieter Schierenberg en antiquariaat<br />

Junk (Allard Schierenberg), beide te Amsterdam, bij antiquariaat Backhuijzen<br />

(voorheen te Rotterdam, nu <strong>in</strong> Oegstgeest), bij Shapero <strong>in</strong> Londen en<br />

verder eigenlijk overal, ook via <strong>in</strong>ternet. ‘Bij Simon Emmer<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Amsterdam,<br />

[de specialist vroeger voor West-Indië], kreeg ik zelfs geen kans om iets te zien.<br />

Wat ik van Emmer<strong>in</strong>g heb, komt via Bestebreurtje. Boeken over slakken koop<br />

ik soms bij Hermann Strack <strong>in</strong> Dordrecht [thans <strong>in</strong> Bretagne] of bij Faber <strong>in</strong><br />

Amsterdam. En natuurlijk ook bij de Schierenbergs, want zoals gezegd, die<br />

twee verzamelgebieden – travel en slakken – overlappen elkaar gedeeltelijk.’<br />

Hij krijgt ook catalogi van zaakjes die ik helemaal niet ken, zoals antiquariaat<br />

Batavia te Barendrecht. Hovestadt heeft geen exlibris voor zijn boeken laten<br />

maken. Wel is alles digitaal opgeslagen via het programma Cardbox, en goed<br />

verzekerd.<br />

We gaan eerst naar het ‘slakkenkamertje’. Op dat speciale gebied bezit dr.<br />

Hovestadt ongeveer 1500 items (boeken, tijdschriften, prenten en overdrukken),<br />

meestal uit de negentiende en tw<strong>in</strong>tigste eeuw. In een grote oude ladekast<br />

herbergt hij honderden slakjes <strong>in</strong> buisjes, elk voorzien van een etiket<br />

waarop beschreven staat: wat, waar en wanneer gevonden. De wat grotere slakken<br />

liggen geprepareerd los <strong>in</strong> de laden.<br />

Voor zijn circa duizend boeken over het Caraïbisch gebied is de grotere<br />

werkkamer annex bibliotheek gereserveerd. Vol enthousiasme toont Hovestadt<br />

hier enkele bijzondere stukken. Eerst het oudste boek uit zijn verzamel<strong>in</strong>g:<br />

José de Acosta, Historie naturael ende morael van de Westersche Indiën (Enckhuysen,<br />

Jacob Lenaerts, 1598). Dan van J.H. Heer<strong>in</strong>g, Beschryv<strong>in</strong>g van het eiland Curaçao<br />

(Amsterdam, Jochemus van Selm, 1779) met een boekhandelsetiket van ‘Frederic<br />

Muller, Amsterdam’. Dit is volgens Hovestadt het eerste Nederlandse<br />

boek dat specifiek over Curaçao handelt. Heel <strong>in</strong>teressant is H.J. Abbr<strong>in</strong>g (1787-<br />

1874), Fragmenten uit mijne Aanteeken<strong>in</strong>gen [enz.], Eerste Deel (Gron<strong>in</strong>gen, J.H. Bolt,<br />

1836). De auteur was een zeekapite<strong>in</strong> die hier zijn bezoek aan de Caraïbische<br />

eilanden beschrijft. Een tweede deel van dit zeer zeldzame werk is waarschijnlijk<br />

nooit verschenen. Hovestadt zoekt al jaren van dezelfde auteur Weemoed -<br />

stoonen uit de geschiedenis van mijn leven uit 1834. 10 Vervolgens bekijken we Nieuwe<br />

Reizen naar de Franse Eilanden van America (Amsterdam 1725) door Jean Baptiste<br />

Labat en <strong>in</strong> het Nederlands vertaald door W.C. Dyks, afkomstig uit de bij Bubb<br />

Kuyper geveilde bibliotheek van Boudewijn Büch. Als zijn allermooiste boek<br />

Z<strong>in</strong> en mogelijkheden van een wetenschappelijke privébibliotheek < 351


beschouwt Hovestadt Gezigten uit Neerland’s West-Indiën, naar de natuur geteekend<br />

en beschreven door G.W.C. Voordu<strong>in</strong> [en] op steen gebragt door J.E. van<br />

Heemskerck van Beest (Amsterdam, Frans Buffa en Zoon, 1860-1861, groot<br />

folio, <strong>in</strong> aflever<strong>in</strong>gen verschenen met veel <strong>in</strong>gekleurde chromolithoplaten.<br />

Gekocht bij Bestebreurtje, bij wie zich al meteen vijf kopers meldden. Het<br />

is werkelijk een schoonheid van een boek, zij het dat je er haast wegens het<br />

buitensporige formaat een speciale kast bij moet kopen.<br />

Aangezien het aanbod op dit gebied langzamerhand opdroogt, is Hovestadt<br />

de laatste tijd via <strong>in</strong>ternet ook wetenschappelijke boeken over het nabijgelegen<br />

Amerika gaan kopen. En soms kan hij het als echte verzamelaar niet<br />

laten gewoon voor de aardigheid iets aparts te kopen, zoals een negentiendeeeuws<br />

boekje met een beschrijv<strong>in</strong>g van Urk. Weer toch die eilandfasc<strong>in</strong>atie!<br />

Mijn vraag of hij ook nadenkt over de bestemm<strong>in</strong>g van zijn bibliotheek<br />

wekt enige commotie. De slakkencollectie zal uite<strong>in</strong>delijk wel gaan naar het<br />

Museum Naturalis <strong>in</strong> Leiden, maar die reisbibliotheek? Verontwaardigd wijst<br />

hij op een jubileumcatalogus van de firma Junk, waar de bibliotheek van een<br />

grote Portugese verzamelaar, een klant nog wel, te koop staat: ‘Zoiets doe je<br />

toch niet! Ik kan me dit nog voorstellen als ik oud of gebrekkig naar een verzorg<strong>in</strong>gshuis<br />

met we<strong>in</strong>ig kastruimte zou moeten gaan. Maar nu zou ik eerder<br />

het huis hiernaast erbij willen betrekken om alle boeken te bergen. Ik heb<br />

geen k<strong>in</strong>deren, zodat ik me verder niet hoef te verantwoorden voor wat ik koop<br />

of verzamel.’<br />

Antiquaar Bestebreurtje is nooit bij hem op bezoek geweest. ‘Hij heeft wel,<br />

ongezien, gezegd dat hij mijn reisboeken graag zou kopen.’ Dr. Hovestadt<br />

heeft überhaupt niet veel contact met andere boekverzamelaars. ‘Maar vanavond<br />

komen er toevallig een paar slakkenvrienden langs.’<br />

de niet-reproduceerbare bibliotheek<br />

van arnold heertje<br />

Terwijl over de meeste Nederlandse boekverzamelaars nauwelijks enige persoonlijke<br />

<strong>in</strong>formatie te v<strong>in</strong>den valt, is prof. Arnold Heertje een meer dan publieke<br />

figuur: alom bekend als emeritus hoogleraar economie aan de Uni -<br />

versiteit van Amsterdam en als schrijver van vaak herdrukte leerboeken op<br />

economisch gebied, veelgevraagd spreker bij allerlei bijeenkomsten wegens<br />

zijn met verve uitgedragen standpunten, om diezelfde reden graag geziene<br />

gast voor televisieprogramma’s, geharnast columnist <strong>in</strong> Het Parool, 11 belangenbehartiger<br />

van het joods erfgoed, maar tevens iemand die herhaaldelijk <strong>in</strong> con-<br />

352 > geschiedenis van de nederlandse bibliofilie


flictsituaties verwikkeld is geweest, waarbij ook zijn boekenverzamel<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

het ged<strong>in</strong>g was. 12 Zelf zegt hij daarover: ‘Het imago van ruziemaker is onderdeel<br />

van mijn biografie. Ik kom <strong>in</strong> opstand als ik mij onrechtvaardig bejegend<br />

voel.’ 13 Bij die veelheid aan publiciteit blijft één aspect sterk onderbelicht: dat<br />

van Arnold Heertje als bevlogen boekverzamelaar, ondanks het feit dat hij van<br />

deze kant van zijn bestaan nooit een geheim heeft gemaakt. Zo sprak hij op 11<br />

december 1998, samen met Karel Nijkerk, Joop Witteveen en mij, <strong>in</strong> de Amsterdamse<br />

ub, over zijn toen al bijzondere collectie. 14 En nog <strong>in</strong> NRC van 4 april<br />

2009 toonde hij met gerechtvaardigde trots zijn eerste druk van Das Kapital van<br />

Karl Marx uit 1867. Maar hoe hij precies tot het oude boek is gekomen en wat<br />

zijn drijfveren als verzamelaar zijn was mij onbekend. Reden genoeg voor een<br />

openhartig gesprek op 14 april 2009 bij hem thuis te Naarden, waar zich ook<br />

zijn bibliotheek bev<strong>in</strong>dt.<br />

Arnold Heertje is op 19 februari 1934 te Breda geboren, waar zijn vader als<br />

chemicus werkzaam was bij de hki (Hollandse Kunstzijde Industrie). Vanwege<br />

zijn joodse achtergrond moest het hele gez<strong>in</strong>, ouders en drie k<strong>in</strong>deren, tijdens<br />

de Tweede Wereldoorlog vanaf 17 november 1942 <strong>in</strong> de onderduik. Op 5<br />

mei 1945 vonden zij elkaar levend terug: ‘Het was niet de bedoel<strong>in</strong>g.’ 15 Arnold<br />

groeide op <strong>in</strong> Arnhem, waar zijn vader <strong>in</strong>middels een baan had gevonden bij<br />

de aku (Algemene Kunstzijde Unie). Mijn vraag of die iets met boeken had,<br />

ontroert hem kennelijk: ‘Hij was geen boekverzamelaar, al lagen er altijd wel<br />

boeken <strong>in</strong> huis, meest uitgaven van een socialistische uitgeverij. Meteen na de<br />

oorlog hebben wij nog een paar maanden <strong>in</strong> Amsterdam gewoond. Toen heeft<br />

mijn vader me op zekere dag meegenomen naar een boekw<strong>in</strong>keltje van Lannoo<br />

<strong>in</strong> de L<strong>in</strong>naeuslaan en daar een natuurkundeboek voor me gekocht. Helaas<br />

weet ik de titel niet meer en het boek zelf ben ik ook kwijtgeraakt. Maar<br />

achteraf is dit voor mij heel belangrijk geweest. Mijn vader heeft me zo <strong>in</strong> een<br />

bepaalde richt<strong>in</strong>g, die van studie en wetenschap, geduwd. Hij had me ook een<br />

gewoon jongensboek kunnen geven. Ongetwijfeld was dat natuurkundeboek<br />

voor mij op dat moment nog te moeilijk, maar dat was juist goed, want ik was<br />

een leergierige jongen, die <strong>in</strong> de onderduikjaren al gretig kennis had opgezogen.<br />

En later <strong>in</strong> Arnhem kreeg ik van mijn vader ook de populaire boeken van<br />

Egmont Colerus, zoals Van 1 x 1 naar <strong>in</strong>tegraal: wiskunde voor iedereen.’<br />

Van 1951 tot 1956 studeerde Heertje economie aan de Universiteit van Amsterdam.<br />

‘Voor mijn vorm<strong>in</strong>g daar was heel belangrijk de dagelijkse gang langs<br />

de boekenstalletjes <strong>in</strong> de Oudemanhuispoort, vlak bij onze collegezalen. Ik<br />

bekeek elk boek, praatte met de handelaars, zoals de oude en jonge Pfann, en<br />

kocht soms ook wat hapsnap, maar zeker geen echt antiquarische boeken. Die<br />

lagen daar trouwens ook niet.’ Op mijn vraag hoe en wanneer hij dan met het<br />

Z<strong>in</strong> en mogelijkheden van een wetenschappelijke privébibliotheek < 353


In dit <strong>in</strong> december 2006 te Nijmegen<br />

verschenen boek schrijft Heertje over<br />

zijn leermeesters.<br />

oude boek <strong>in</strong> aanrak<strong>in</strong>g is gekomen, komt geen direct antwoord. ‘Laat ik eerst<br />

dit zeggen. Ik heb <strong>in</strong> mijn leven drie mensen ontmoet die ik echt als mijn leermeesters<br />

beschouw. Dat zijn Pieter de Wolff (1911-2000), Pieter Hennipman<br />

(1911-1994) en Piero Sraffa (1898-1983). Over alle drie heb ik iets geschreven <strong>in</strong><br />

mijn boek Echte economie [Nijmegen, uitgeverij Valkhof Pers, eerste druk december<br />

2006]. De Wolff en Hennipman, beiden zeer begaafd, waren elkaars tegenpolen:<br />

De Wolff een wiskundig econoom die alleen de feiten liet spreken,<br />

Hennipman een literair econoom die puur langs verbale weg een dw<strong>in</strong>gend<br />

bewijs leverde. Ik verenig om zo te zeggen beide kanten. Toen ik <strong>in</strong> 1960 [cum<br />

laude] promoveerde op een proefschrift over de prijstheorie van het oligopolie<br />

16 was De Wolff mijn promotor met Hennipman als copromotor.’<br />

Bracht – zo vroeg ik – Hennipman weleens een oude uitgave van Malthus<br />

of Marx mee naar college? Heertje: ‘Nee, nooit. Hij had een enorme bibliotheek,<br />

had alles gelezen, maar bezat niet de orig<strong>in</strong>ele oude boeken. Dat is nu<br />

juist het verschil met mij. Ik ben een veldwerker, baseer me op de orig<strong>in</strong>ele<br />

bronnen en die blijken vaak anders dan wat <strong>in</strong> latere tekstuitgaven te lezen<br />

staat.’ Blijft de vraag hoe Heertje dan aan die antiquarische bronnen is gekomen.<br />

Mijn gastheer, die deze dag al twee lez<strong>in</strong>gen heeft gehouden, <strong>in</strong> De Steeg<br />

354 > geschiedenis van de nederlandse bibliofilie


en <strong>in</strong> Utrecht (‘Er wordt vaak een beroep op mij gedaan’), raakt nu echt op<br />

dreef: ‘Via een vriend, de geruchtmakende joodse strafpleiter mr. Herman Kater<br />

(1929-2006), die weer goede connecties had met een pas overleden bankier<br />

van de Handelsmaatschappij, A. van Sandwick, kon ik uit diens nalatenschap<br />

een partij antiquarische boeken kopen. Daar, het moet omstreeks 1958 geweest<br />

zijn, ligt het beg<strong>in</strong> van mijn belangstell<strong>in</strong>g voor het oude boek. Op dat<br />

tijdstip was ik al volop bezig met de Portugees-joodse econoom David Ricardo<br />

(1772-1823) en zijn Pr<strong>in</strong>ciples of Political Economy and Taxation uit 1817. Daarom<br />

schreef ik een brief aan de kenner bij uitstek, de Italiaanse geleerde Piero Sraffa,<br />

die als fellow verbonden was aan Tr<strong>in</strong>ity College <strong>in</strong> Cambridge en vroeg of<br />

ik eens langs mocht komen. Hij ontv<strong>in</strong>g me vriendelijk en daar zag ik voor<br />

het eerst een vertrek met rondom alleen maar antieke boeken. Ik was op slag<br />

weg daarvan en zei op een gegeven moment ook tegen hem, dat zoiets nooit<br />

voor mij zou zijn weggelegd. Waarop Sraffa zei: dat is een kwestie van geduld.<br />

De tijd zal je die boeken wel brengen. En zo is het ook gebeurd. Ik begon juist<br />

<strong>in</strong> die tijd goed te verdienen met mijn De kern van de economie (1962), dat <strong>in</strong> Nederland<br />

met een marktaandeel van 90% praktisch een monopoliepositie verwierf.<br />

En er waren nog veel oude boeken op de markt tegen betrekkelijk lage<br />

prijs. Sraffa ried me ook aan vooral systematisch te gaan verzamelen. Tot dusver<br />

had ik tamelijk lukraak gekocht. Die boeken van Van Sandwick stelden<br />

toch nog we<strong>in</strong>ig voor, zowel <strong>in</strong> aantal (misschien veertig stuks) als <strong>in</strong> kwaliteit.<br />

Daar zaten geen topitems bij. Om die te v<strong>in</strong>den moest je naar het echte antiquariaat<br />

voor historische economie.<br />

In juni 1960, kort na mijn promotie, g<strong>in</strong>gen mijn vrouw en ik naar Parijs.<br />

Ik liep de bouqu<strong>in</strong>istes langs de Se<strong>in</strong>e af, steeds vragend naar oude economie.<br />

Een van hen verwees me naar de dichtbijgelegen librairie van zijn zoon: Jean-<br />

Jacques Magis, hij is nu <strong>in</strong> de tachtig en we hebben nog steeds contact. In die<br />

w<strong>in</strong>kel lag te kust en te keur. Ik maakte een stapeltje en wilde afrekenen. Maar<br />

de franc was net gedevalueerd, waardoor de nouveau franc honderdmaal zo<br />

duur was geworden als de oude en de boeken bleken al geprijsd volgens de<br />

nieuwe standaard. Ik zei tegen Magis: ik kan nu niets kopen. Later heb ik die<br />

schade bij hem <strong>in</strong>gehaald.<br />

In Nederland kocht ik, de veil<strong>in</strong>gen even niet meegerekend, eigenlijk alleen<br />

bij Anton Gerits <strong>in</strong> Hilversum en later bij diens zoon en opvolger Arnoud; verder<br />

bij Johan Beek <strong>in</strong> Barneveld en bij Matthijs de Jong, nu <strong>in</strong> Zutphen. Maar<br />

ik kocht eigenlijk wereldwijd, met nadruk <strong>in</strong> Frankrijk, Engeland en Amerika.<br />

17 Aanvankelijk bezocht ik ook zelf nog de grote veil<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> Londen, Parijs<br />

en Amsterdam. Later, wegens tijdgebrek, g<strong>in</strong>g het kopen vaak via catalogus.<br />

Maar de handelaren wisten me ook wel te v<strong>in</strong>den en boden zelf hun schatten<br />

Z<strong>in</strong> en mogelijkheden van een wetenschappelijke privébibliotheek < 355


aan. Enkele malen heb ik ook een grotere partij en bloc gekocht, zo bijvoorbeeld<br />

van Piet de Wolff, Kees Willems en Jan Beishuizen [journalist bij Het Parool].<br />

Anderzijds heb ik op een gegeven moment mijn antiquarische afdel<strong>in</strong>g<br />

filosofie <strong>in</strong> Londen laten veilen.’<br />

De ruime won<strong>in</strong>g van Arnold Heertje en zijn vrouw Betty Halberstadt ligt<br />

boordevol boeken en paperassen, soms <strong>in</strong> stapels hoog op de grond. Hoewel<br />

bijna alle antiquarische boeken digitaal gecatalogiseerd zijn, is er – zegt hij –<br />

dr<strong>in</strong>gend iemand nodig om ze eens ordelijk <strong>in</strong> de kasten te zetten. De meeste<br />

staan brandveilig achter <strong>in</strong> een als kluis af te sluiten boekvertrek, waarb<strong>in</strong>nen<br />

weer enkele kle<strong>in</strong>ere kluisjes voor de absolute zeldzaamheden. Sommige bevatten<br />

een goedkoop exlibris van Anton Pieck (‘tegenwoordig plak ik er die<br />

niet meer <strong>in</strong>’), de rariora zijn opgeborgen <strong>in</strong> een overslagdoos. Daartoe behoort<br />

ongetwijfeld de eerste druk van Das Kapital (1867), een onafgesneden<br />

exemplaar <strong>in</strong> orig<strong>in</strong>ele bedrukte omslag met op het schutblad de naam gestempeld<br />

van de Franse historicus Hippolyte Ta<strong>in</strong>e (1828-1893). Heertje kocht<br />

het boek <strong>in</strong> 1985 bij het Parijse antiquariaat van [Jean Espagnon en] Paul le<br />

Bret, 1 rue de Fleurus. 18 Een andere trofee is Adam Smith, The Theory of Moral Sentiments,<br />

second edition, London 1761, met auteursopdracht aan de Franse econoom<br />

en politicus Jacques Turgot (1727-1781) – betrekkelijk voordelig <strong>in</strong> 1976<br />

gekocht voor 3000 francs (toen circa ƒ1000) bij de Parijse topantiquaar Paul<br />

Jammes, 19 omdat Fransen doorgaans niet wild zijn op niet-Franse boeken.<br />

Toen Heertje het <strong>in</strong> de catalogus van Jammes had zien staan, heeft hij het<br />

ogenblikkelijk telefonisch besteld. Later kreeg Heertje thuis bezoek van een<br />

andere Parijse antiquaar, Serge Wasserstrom, die met het zien van dit exemplaar<br />

van Adam Smith zichtbaar moeite had. Deze vertelde hoe hij met een<br />

vriend<strong>in</strong> op een terrasje zat en tegen haar zei: ‘Excusez, ik moet even opbellen<br />

voor een heel bijzonder boek’. ‘Ach’, zei dat meisje, ‘dat kan straks toch ook<br />

nog’. Serge liet zich overhalen, maar toen hij na een kwartier Jammes belde,<br />

bleek het boek al verkocht. ‘En nu ligt het hier, mijn hart bloedt er nog van.’<br />

Natuurlijk bezit Heertje ook de Pr<strong>in</strong>ciples van zijn grote held Ricardo <strong>in</strong> eerste<br />

druk, zelfs <strong>in</strong> twee exemplaren, met en zonder het gecancelde hoofdstuk 8.<br />

Het zeldzaamste exemplaar kocht hij <strong>in</strong> 1966 op een veil<strong>in</strong>g bij Menno Hertzberger<br />

voor een uiterst laag schriftelijk bod van ƒ280, omdat niemand daar het<br />

specifieke belang van dit kavel had onderkend. Achteraf bleek de <strong>in</strong>brenger<br />

een promovendus van Heertje, die dit exemplaar weer <strong>in</strong> Engeland had gekocht.<br />

Het had eerder aan Sraffa toebehoord! Wat de samenstell<strong>in</strong>g van de collectie-Heertje<br />

betreft, kan ik hem het best zelf citeren: ‘De collectie omvat boeken,<br />

brochures en brieven. De boeken beslaan de hele ontwikkel<strong>in</strong>g van de<br />

economie vanaf circa 1600 tot 1990, als ik mijn eigen werkbibliotheek er even<br />

356 > geschiedenis van de nederlandse bibliofilie


ij mag rekenen. Aanwezig zijn mercantilisten als Mun, Cary, Child, Misselden<br />

en Davenant, fysiocraten als Le Trosne, Quesnay, Mirabeau en Dupont de<br />

Nemours, klassieke economen als Smith, Ricardo, Malthus, Mill, McCulloch,<br />

Torrens en Say, wiskundig economen als Cournot, Jevons, Walras, Pareto,<br />

Fisher, Auspitz en Lieben en Oostenrijkers als Menger, Von Wieser en Böhm-<br />

Bawerk. M<strong>in</strong>der bekende auteurs als Jopl<strong>in</strong>, Fullarton, Puller, Babbage, Parnell,<br />

Necker, Launhardt en Schmoller ontbreken hier evenm<strong>in</strong>. Met nadruk moet<br />

worden gezegd dat ook de hoofdwerken van Karl Marx deel uitmaken van mijn<br />

bibliotheek. De brochures hebben hoofdzakelijk betrekk<strong>in</strong>g op de zeventiende-<br />

en achttiende-eeuwse discussies over f<strong>in</strong>anciële en monetaire zaken. Onder<br />

de autografen bev<strong>in</strong>den zich brieven van John Stuart en James Mill, Ricardo,<br />

McCulloch, Marshall, Jevons, Say, Dupont de Nemours, Le Trosne en<br />

Turgot. Het totale aantal boeken ligt <strong>in</strong> de buurt van de 4500.’ 20<br />

Zoals bekend wordt Arnold Heertje niet moe om, <strong>in</strong> navolg<strong>in</strong>g van Ricardo,<br />

te wijzen op het pr<strong>in</strong>cipiële verschil tussen reproduceerbare en niet-reproduceerbare<br />

goederen. Als uniek, want niet reproduceerbaar, noemt hij bijvoorbeeld<br />

een historisch grachtenpand, De Nachtwacht van Rembrandt of een bijzonder<br />

natuurgebied. De vraag is of dit ook geldt voor boeken, hoe oud en<br />

zeldzaam ook, omdat daar toch altijd sprake is geweest van een oplage, al is het<br />

maar van tw<strong>in</strong>tig exemplaren. Even advocaat van de duivel spelend, confronteer<br />

ik Heertje met dit probleem: die eerste druk van Das Kapital valt toch niet op<br />

één lijn te stellen met Rembrandts De Nachtwacht? Van dat boek van Marx bestaan,<br />

voor zover bekend, nog twee exemplaren en misschien worden er later<br />

nog wel meer gevonden. Bovendien kan men tegenwoordig, anders dan <strong>in</strong> de<br />

tijd van Ricardo, elk boek zodanig reproduceren dat je geen verschil meer ziet<br />

tussen kopie en orig<strong>in</strong>eel. Op die manier is enkele jaren geleden ook het dagboek<br />

van Anne Frank door meesterdrukker Cor Rosbeek gefacsimileerd met<br />

zelfs het kle<strong>in</strong>ste vlekje op het papier. Daarom zal de niet-bibliofiel zich toch<br />

afvragen: hoezo is die bibliotheek van prof. Heertje niet reproduceerbaar? Deze<br />

repliceert met een uitvoerig betoog, waar<strong>in</strong> Ricardo, Marx en hijzelf met hun<br />

opvatt<strong>in</strong>gen over economische waarde figureren. Doorslaggevend echter voor<br />

mij is zijn verwijz<strong>in</strong>g naar de antiquarische boeken zelf. Natuurlijk is zo’n oud<br />

boek waard ‘wat de gek er voor geeft’, maar <strong>in</strong> deze gedaante met deze opdracht<br />

is Heertjes exemplaar van Das Kapital <strong>in</strong>derdaad onvervangbaar cultuurhistorisch<br />

erfgoed. Misschien dat deze zaken ook aan de orde zouden zijn gekomen<br />

‘<strong>in</strong> een werk over het verzamelen van antiquarische boeken’ dat Arnold Heertje<br />

samen met Boudewijn Büch <strong>in</strong> 1992 wilde schrijven. 21 Maar helaas is dit plan<br />

nooit gerealiseerd.<br />

Een m<strong>in</strong>stens zo belangrijke vraag, waar iedere boekverzamelaar vroeg of<br />

Z<strong>in</strong> en mogelijkheden van een wetenschappelijke privébibliotheek < 357


laat mee te maken krijgt, betreft het toekomstig lot van zijn bibliotheek. Heertje:<br />

‘Deze boeken zijn eigenlijk niet meer van mij. Ze zijn <strong>in</strong> 2003 [voor<br />

G1.600.000] verkocht aan de Sticht<strong>in</strong>g “Bibliotheek Prof. A. Heertje”, waarvan<br />

oud-staatssecretaris Rick van der Ploeg voorzitter is. Alles is notarieel vastgelegd.<br />

Alleen de brieven vallen hier buiten.’ Heertje erkent dat het probleem<br />

hiermee feitelijk alleen verschoven is, want wat doet die sticht<strong>in</strong>g straks met<br />

al deze kostbare boeken? Heertje: ‘Daarover heb ik <strong>in</strong> het verleden met allerlei<br />

mensen, zoals Judith Bel<strong>in</strong>fante van het Joods Historisch Museum <strong>in</strong> Amsterdam<br />

en later van de uba, overlegd. Maar misschien gaat de bibliotheek later<br />

naar Jeruzalem, net als de boeken van de geleerde antiquaar dr. Abraham<br />

Horodisch (1898-1987).’<br />

Prof. Heertje beschikt over een uitgebreid netwerk en woont heel strategisch<br />

dicht bij Amsterdam en het Mediapark <strong>in</strong> Hilversum met zijn radio- en<br />

televisiestudio’s, waar alles gebeurt. Maar wat <strong>in</strong>ternet betreft leeft hij <strong>in</strong> een<br />

zelfgekozen isolement: ‘Als ik voor zo’n scherm zou gaan zitten, raak ik met<br />

mijn weetgierigheid <strong>in</strong> de kortste tijd verslaafd. Ik zou dan steeds willen weten<br />

waar die of die mee bezig is. Mijn vrouw verzorgt mijn e-mailverkeer. Maar<br />

zelf bel ik iemand liefst direct op.’ Ook als boekverzamelaar mijdt Arnold<br />

Heertje <strong>in</strong>ternet.<br />

In ons gesprek heb ik niet gevraagd naar de betekenis van Heertjes joodse<br />

achtergrond voor zijn boekenliefde (het pretentieuze woord ‘bibliofilie’ past<br />

hier slecht). Het is immers evident dat deze culturele erfenis diep <strong>in</strong> hem geworteld<br />

zit. Daarom slechts één citaat: ‘Het boek is het voertuig van het jodendom<br />

en het jodendom is het voertuig van het boek. Het kennisnemen en<br />

verzamelen van boeken is er vanouds. Joden trof men relatief veelvuldig aan als<br />

antiquaren, drukkers, schrijvers en overschrijvers van manuscripten en eigenaren<br />

van bibliotheken.’ 22<br />

wolbert vroom: ‘waar doe ik het allemaal voor?’<br />

In de periode van de renaissance, bij ons de Gouden Eeuw, genoot de bouwkunst<br />

en daarmee de architect hoge waarder<strong>in</strong>g, omdat hij naar algemene opvatt<strong>in</strong>g<br />

van alle kunstenaars het dichtst stond bij de goddelijke bouwheer van<br />

het heelal. Daarom kreeg de architectuur een eerste plaats b<strong>in</strong>nen de hiërarchie<br />

van de kunsten. Die renaissancistische bouwcultus vroeg om antieke richt -<br />

lijnen en vond die allereerst <strong>in</strong> een theoretische verhandel<strong>in</strong>g van Vitruvius, de<br />

architect van Caesar en keizer Augustus, en <strong>in</strong> zijn navolgers, vertalers en commentatoren,<br />

zoals de Italianen Leon Battista Alberti (1404-1472), Sebastiano<br />

358 > geschiedenis van de nederlandse bibliofilie

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!