GIS-Magazine 01-2012. - StrateGis

novatie op alle continenten
door het Panamakanaal varen straks 50 procent
breder en 25 procent langer zijn dan
nu het geval is. Dat betekent dat de zogenaamde
Panamax zal toenemen, een
samenvoeging van ‘Panama’ en ‘maximum’.
Het beschrijft de maximale afmetingen van
een schip waarmee het nog net gebruik kan
maken van de sluizen in het Panamakanaal.
Panamax
Schepen die het Panamakanaal door willen,
moeten binnen de maten vallen, maar een
gevolg is geweest dat schepen tot op de
Panamax-maten worden gebouwd. Naar
huidige maatstaven is de Panamax-klasse
echter een middelgroot schip. Veel containerschepen,
tankers en carriers zijn te groot
om door het Panamakanaal te kunnen
varen. Deze moeten dus om Zuid-Amerika.
Om de Panamax nu te vergroten, dienen
verschillende sub-projecten te worden uitgevoerd,
zoals het verwijderen van vijf miljoen
kubieke meter rotsen aan de kant van de
Stille Oceaan en het baggeren van vijftien
miljoen kubieke meter zand aan de
Atlantische kant. Tijdens hun presentatie vertelden
de medewerkers van Jan de Nul dat
ze de opdracht hadden binnengehaald,
omdat ze in staat waren om een zeer nauwkeurige
kostenschatting te maken. Hiervoor
hadden ze het te verwijderen materiaal
onderverdeeld in meer dan tien verschillende
soorten en in een 3D-model uiteengezet
hoeveel er van elke soort aanwezig was. Elk
materiaal kreeg vervolgens zijn eigen kostprijs
en zo was zeer precies uit te rekenen
wat de exacte kosten zouden worden. Op
19 oktober 2011 is de eerste mijlpaal
bereikt in het project. De Administración del
Canal de Panama, de controlerende instantie
van het kanaal, zette de sluizen open van
de eerste sectie van de nieuw uitgegraven
gedeeltes aan de kant van de Stille Oceaan.
Het werk dat hiervoor door Jan de Nul was
uitgevoerd, was maar liefst vier en een halve
maand eerder klaar dan het schema.
Voor hun Panamakanaal-project ontvangen medewerkers van Jan de Nul Groep een BE Inspired Award in het Okura Hotel.
Duurzame finalist gebouwen
Wie dichter bij huis wil blijven voor grote
en aansprekende projecten kan natuurlijk
nog wel terecht in de bouw en architectuur:
ook in Nederland wordt er nog genoeg
fraais gebouwd. De Nederlandse finalist in
de categorie Innovation in Building,
UNStudio uit Amsterdam, ontwierp bijvoorbeeld
het 142,5 miljoen dollar kostende
gebouw voor de gezamenlijke huisvesting
van de Dienst Uitvoering Onderwijs (voorheen
IB-Groep) en de Belastingdienst. Ook
deze Benelux-inzending viel in de prijzen.
Nederland in 2012 in de prijzen?
Bovenstaande projecten uit Nederland en
België laten zien dat er nog geen reden is
om te wanhopen voor inwoners uit de Lage
Landen die zich op infrastructuur willen storten.
Ondanks alle activiteit uit Azië gingen
beide projecten namelijk wel naar huis met
de eerste prijs in hun categorie. En dat is
natuurlijk goed nieuws: getalsmatig moeten
we het dan misschien afleggen tegen de
19
G I S
opkomende regio’s, maar met de kwaliteit
van de projecten uit de Benelux zit het wel
goed. Onder de aanwezige bezoekers
bevonden zich overigens alweer enkele
gedoodverfde kanshebbers op een Be Inspired
Award in 2012: TU Delft- en Kadasterwetenschapper
Jantien Stoter van de spraakmakende
3D Pilot NL werd gesignaleerd, en
ook een eerdere winnaar liep op de conferentie
rond. In 2009 was de gemeente Tiel
nog goed voor een Be Inspired Award voor
het integreren van Cyclorama’s (panoramafoto’s)
in het gemeentelijke werkproces. Met
hun inmiddels afgeronde BGT Pilot, waarin
alle mogelijke soorten complexe infrastructuur
aan bod komen, maken ze opnieuw
een reële kans.
www.bentley.com/nl-NL
Januari/Februari 2012-1