12.09.2013 Views

GIS-Magazine 01-2012. - StrateGis

GIS-Magazine 01-2012. - StrateGis

GIS-Magazine 01-2012. - StrateGis

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

heidsvraagstuk<br />

De architectuur van LCMS 2.0.<br />

Adressen en Gebouwen (BAG), de Digitale Bereikbaarheidskaart en<br />

RO-Online zijn gereed, en er is een nationale geodata-infrastructuur<br />

(Publieke Dienstverlening Op de Kaart, PDOK) gerealiseerd. Via deze<br />

infrastructuur wordt topografische en thematische geo-informatie via<br />

OGC-webservices beschikbaar gesteld aan alle overheidsinstanties.<br />

Tot voor kort was het internationaal uitwisselen van informatie technisch<br />

en organisatorisch problematisch. Hierdoor was vaak geen informatie<br />

voorhanden of de beschikbare informatie was sterk verouderd.<br />

De Europese INSPIRE-wetgeving zorgt voor een verbetering in deze situatie.<br />

Ook de toepassing van ICT-standaarden is afgedwongen, waardoor<br />

interoperabiliteit gewaarborgd is. Door het beschikbaar komen<br />

van bovenstaande initiatieven is de informatievoorziening zowel kwantitatief<br />

als kwalitatief sterk verbeterd en voor de toekomst veiliggesteld.<br />

Het delen van informatie<br />

Naast de beschikbaarheid van de juiste informatie is ook het delen van<br />

informatie tussen ketenpartners van groot belang. Incident mel din gen<br />

komen binnen in het Gemeenschappelijk Management Systeem (GMS).<br />

Bij opschaling wordt het LCMS ingezet. Met de ontwikkeling van LCMS<br />

2.0 komt er een landelijke geodatabase beschikbaar die meer dan vijftig<br />

basiskaarten bevat die van belang zijn in crisisbeheersing. Door het<br />

centraal beschikbaar stellen van datasets hoeven de veiligheidsregio’s<br />

niet meer te shoppen bij de afzonderlijke data-providers. Dit leidt tot<br />

kostenbesparingen (het harvesten van datasets wordt eenvoudiger) en<br />

zorgt er ook voor dat data meer up-to-date zijn. De datasets worden<br />

beschikbaar gesteld via SOAP, Rest en OGC-webservices.<br />

LCMS 2.0<br />

Belangrijke ontwikkeling in 2<strong>01</strong>1-2<strong>01</strong>2 is de implementatie van LCMS 2.0<br />

bij vijfentwintig veiligheidsregio’s. Het Landelijk Crisis MeldSysteem bestaat<br />

uit een centrale voorziening en decentrale ‘clients’. Bij uitval van verbindingen<br />

kunnen de clients doorwerken, aangezien alle data ook lokaal aanwezig<br />

zijn. Bij herstel van verbinding worden data direct gesynchroniseerd<br />

De 50-kilometerzone om Nederland.<br />

27<br />

G I S<br />

door middel van een peer2peer-mechanisme. Met de komst van LCMS 2.0<br />

krijgt Nederland een crisismanagementsysteem dat is gebaseerd op OGCstandaarden.<br />

Door middel van deze standaarden wordt het mogelijk om<br />

gegevens van PDOK, INSPIRE en andere gegevensbronnen, zoals de<br />

Provinciale Risicokaart of de Digitale Bereikbaarheidskaart, te integreren in<br />

het crisismanagementsysteem.<br />

Innovatie in informatievoorziening<br />

Nieuwe technologische ontwikkelingen maken het mogelijk de informatievoorziening<br />

in de veiligheidsketen verder te verbeteren. Via een parallel<br />

innovatiespoor worden nieuwe concepten uitgeprobeerd. Bij bewezen<br />

meerwaarde worden de concepten als nieuwe functionaliteit in het LCMS<br />

opgenomen. Binnen i-Bridge 3.0 wordt momenteel aandacht besteed aan<br />

intelligente kaartlagen, ‘modellen als een service’ en het gebruik van social<br />

media.<br />

Nederland koploper?<br />

De informatievoorziening in Nederland is met de verbetering van het<br />

informatieaanbod en de komst van het LCMS 2.0 sterk verbeterd. Er is<br />

echter zeker ruimte voor verdere verbetering. Zo zou meer aandacht<br />

kunnen worden besteed aan kennis over onder andere de beschikbaarheid<br />

van INSPIRE-webservices en de gebruiksmogelijkheden van<br />

deze services ten bate van crisismanagement. Een ander aandachtspunt:<br />

de INSPIRE Annex III-thema’s zijn gericht op environmental data. In<br />

Europees verband zou ook een lijst van datasets kunnen worden samengesteld<br />

specifiek voor crisismanagement (Annex IV). Te denken valt<br />

aan bijvoorbeeld kwetsbare objecten, sirenes of brandkranen.<br />

Rol van de gebruiker<br />

Het allerbelangrijkst is echter niet de rol van het aanbod, maar de rol<br />

van de gebruikers. De mensen in de OOV-sector zijn over het algemeen<br />

geen geo-informatici, het zijn veelal zelfs geen informatici. Wil<br />

Nederland dan ook echt de rol van koploper gaan spelen, dan zullen<br />

de gebruikers moeten worden ondersteund in het uitoefenen van hun<br />

taak. De ervaringen in Veiligheids- en Gezond heidsregio Gelderland-<br />

Midden hebben aangetoond dat in circa een jaar tijd alle manschappen<br />

zijn opgeleid en getraind in een voor hen nieuwe omgeving.<br />

Daarna kan het oefenen beginnen, en gaan de grote voordelen optreden.<br />

Maar zonder het opleiden en trainen is het maar zeer beperkt<br />

mogelijk optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden van geoinformatie<br />

bij ingewikkelde processen die spelen in crisisbeheersing.<br />

Het buitenland kijkt met grote interesse naar deze ontwikkelingen in<br />

Nederland, en daarmee hebben we er een exportproduct bij dat perfect<br />

past bij de huidige discussie over de topsectoren in Nederland.<br />

In dit artikel is onder andere gebruikgemaakt van het artikel ‘Veiligheid bij BZK’ op de website van Binnenlands<br />

Bestuur http://bit.ly/ry6eMk.<br />

Januari/Februari 2<strong>01</strong>2-1

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!