GIS-Magazine 01-2012. - StrateGis

Open data
De al jaren slepende opendata-discussie is inmiddels beslecht. De
overheid stelt vanaf nu een groot deel van haar data beschikbaar
aan particulieren en bedrijfsleven. Geo-informatie is dus inmiddels
beschikbaar en toepasbaar voor en door iedereen. De overheid
maakt de data toegankelijk, de markt moet er vervolgens mee verder.
Dat is het uitgangspunt van Gideon-II. De publieke sector stelt
geo-overheidsdata beschikbaar via het programma Publieke Dienst -
verlening Op de Kaart (PDOK), een samenwerking tussen een aantal
overheidspartijen met als doel de uitwisseling van geo-informatie
van de overheid te stroomlijnen en daardoor toegankelijker en meer
toepasbaar te maken. In 2013 zal mogelijk de Shared Services
Organisatie Geo (SSO-Geo) van start gaan. Dit programma is een
co-creatie van Rijkswaterstaat, TNO en de ministeries van EL&I en
I&M en heeft een bredere scope dan PDOK en wil de efficiëntie voor
de bronhouders vergroten en hergebruik van data stimuleren.
Wetenschap
Professor Peter van Oosterom van de TU Delft sprak over Maps4 Science.
Dit is een onderzoeksvoorstel voor een grootschalige onderzoeksfaciliteit
op het gebied van locatiegebonden data en geo-informatie, gericht
op een samenwerking tussen onderzoek en wetenschapsinstellingen met
ondersteuning vanuit de overheid en het bedrijfsleven. Van Oosterom
geeft aan dat een kleinere eerste geldstroom vanuit de overheid een
groot risico is voor de concurrentiepositie van Nederland als het gaat
om onderzoek en innovatie. Op dit moment ligt al de beschikbare geoinformatie
verspreid over verschillende universiteiten, overheden en andere
bronhouders. Zelfs binnen de universiteiten is het vaak een zoektocht
naar data. Dit belemmert onderzoek, ook in andere sectoren zoals
gezondheid, veiligheid en cultureel erfgoed. Daarnaast moeten onderzoekers
in staat zijn extreem grote hoe veel heden geo-data te verwerken
en de nieuwste functionaliteiten als het geo-semantische web en
3D/4D/5D-ondersteuning bieden.
37
E v e n e m e n t
“Op dit moment ligt al de beschikbare
geoinformatie verspreid over
verschillende universiteiten,
overheden en andere bronhouders.”
Linksboven de forumdiscussie onder leiding van
Ed Nijpels. Linksonder wijst Theo Overduin van
Geonovum er op dat de burger hoe dan ook in
het middelpunt staat van de gouden driehoek
van overheid, bedrijfsleven en wetenschap.
Lucratieve erfenis
Volgens Gerben Koppelman van Arcadis trekt de overheid zich weliswaar
terug, maar beschikt de geo-informatiesector over een lucratieve
erfenis in de vorm van de BAG, BGT, BRT, BRO, WKPB,
WABO, WOZ en WION. Het beleid achter deze serie afkortingen
heeft een harde wettelijke verplichting als stok achter de deur voor
de eindgebruiker. Deze vorm van wetgeving is dan ook al jaren de
motor van de geo-markt. De markt vangt de data op en voegt er
aanvullende informatie en toepassingsmogelijkheden aan toe. De
private sector moet daarom deze kansen grijpen en inspelen op de
mogelijkheden de data te voorzien van extra informatie en toepassingen.
Het huidige kabinet stimuleert de ‘markt-tenzij-gedachte’.
Deze werkwijze werkt echter alleen als er verandering komt in de
aanbestedingsvormen in de markt. Ten eerste, zo zegt Koppelman,
moet de markt toe naar een design-build-finance-maintenance vorm
van aanbesteding voor data-opbouw en voor software-bouw. Ten
tweede moeten deze aanbestedingen de creativiteit en het potentieel
van de steeds groter wordende ZZP-markt benutten.
Forumdiscussie
Na de presentaties startte de forumdiscussie onder leiding van Ed
Nijpels. Aan de hand van een aantal prikkelende stellingen en vragen
werd uitgebreid ingegaan op de vraag hoe er kan worden
samengewerkt binnen de driehoek en waar de beste kansen liggen.
Een belangrijke vraag die hierbij aan de orde kwam, was wie binnen
de geo-informatiesector de regie voert of de leiding heeft over
deze zogenaamde gouden driehoek en de activiteiten hieromheen?
Hierop hadden de panelleden geen eenduidig antwoord. Theo
Overduin van Geonovum benadrukte dat de gouden driehoek serieus
moet worden genomen, en pleitte voor een soort van Geo-SER
(Sociaal Economische Raad).
De conclusie van deze middag: de gouden geo-driehoek werkt al
goed samen en men is het in grote lijnen eens over de volgende stap:
een verdere institutionalisering van de samenwerking tussen overheid,
kennisinstellingen en bedrijfsleven. De (consumenten-)markten kunnen
daar als vierde hoekpunt of dimensie aan worden toegevoegd, waardoor
de driehoek uiteindelijk zal veranderen in een vierkant.
www.geobusiness.nl
Januari/Februari 2012-1