GIS-Magazine 01-2012. - StrateGis

Pagina 2. | Gratis verspreiding in iedere uitgave van GIS-Magazine
Stekker-standaardisering
Socket to me baby
Op internet wordt deze kaart aangeraden voor
doorgewinterde reizigers van het type ‘het is nu
dinsdag, dus ik zit in Wit-Rusland’. Deze kaart
heeft de National Geographic gehaald, maar deze
kaart moet absoluut niet serieus worden genomen.
Volgens de ‘Socket Map of the World’ is de
wereld in te delen in vijf stekker-zones, maar in
werkelijkheid zijn er dertien geaccepteerde standaarden
in actie. ‘Duidelijkheid boven volledig-
UK vs NL
Je leest wel eens dat de bevolkingsdichtheid van
Groot-Brittannië momenteel hoger zou zijn dan
die van Nederland. Wie uitgaat van 65,5 miljoen
Britten op een oppervlakte van 244.000 vierkante
kilometer, tegen 16,7 miljoen Nederlanders op
41.500 vierkante kilometer, ziet dat dit niet kan
kloppen. Lijsten op basis van gegevens uit 2009
en 2010 plaatsen Nederland op een 27e plaats, en
het Verenigd Koninkrijk op nummer 50.
Thematische kaarten verduidelijken de zaak
helaas niet erg. Deze recente kaart van GfK
GeoMarketing roept echter wel de vraag op of de
mogelijke onafhankelijkheid van Schotland de
doorslag kan geven na een eventueel referendum
in 2012 of 2013. Het kan zijn dat de hoge bevolkingsdichtheid
van bekende Britse steden een rol
speelt bij het algemene gevoel dat Engeland ‘voller’
lijkt. In lijsten met dichtbevolkte Europese steden
staat Londen op de vierde plaats, en
Manchester op nummer 18. Den Haag staat als
eerste Nederlandse stad op 19. Wanneer de
Randstad als entiteit zou worden meegerekend,
zou deze echter eindigen als vijfde.
www.gfk-geomarketing.com
heid’ heet het dan. Zo blijft de vooral op campings
veelgeprezen (en even vaak vervloekte) eurostekker
ongenoemd. Wie deze blauwe jongen niet bij
zich heeft, kan volgens de Camperleven-website
alleen al binnen Europa vijf keer misgrijpen naar
de verkeerde stekker.
www.eurocom.com/support/plugs.htm
www.camperleven.nl/index.php?doc=stekkers
Bevolkingsdichtheid
Onvolledige gegevens
Rijksmuseumpje
De Telegraaf plaatste op 3 november 2011 een
berichtje over de opmerkelijke oppervlakte van
één vierkante meter die het Rijksmuseum volgens
de Amsterdamse Basisregistraties Adressen en
Gebouwen (BAG) zou hebben. Een ‘chaotische
administratie’, aldus de krant van wakker
Nederland. Volgens de richtlijnen van het ministerie
worden de op dit moment nog ontbrekende
gegevens voor de oppervlakte niet leeg gelaten
maar ingevuld met ‘1m 2 ’. De gedachte is dat de
afnemers van de gegevens begrijpen dat deze
oppervlakte geen reëel getal is, en dat nader
onderzoek nodig is. Iets dergelijks doet de
Gemeente Amsterdam ook met onbekende bouwjaren;
deze hebben de waarde ‘1005’ wat ook
direct duidelijk maakt dat nader onderzoek volgt.
Momenteel zijn er in Amsterdam ongeveer
36.000 objecten (van de 560.000) met de lage
oppervlaktewaarde. Het Ministerie van I&M heeft
erkend dat het voor de gemeente een onevenredige
inspanning is om deze 36.000 oppervlaktes te
achterhalen. Berekend is dat het gemiddeld acht
8 februari 2012 | 5e jaargang | nummer 1
uur per object zal kosten om de oppervlakte te
achterhalen. De inspanning voor Amsterdam
komt dan neer op 36.000 x 8 uur = 288.000 uur.
Dit komt overeen met de inzet van 240 medewerkers.
DPG heeft met het Ministerie afgesproken dat
zij zich verplicht om met een evenredige inzet dit
soort onvolledige detailgegevens te achterhalen.
De deadline is bij de volgende audit in het 2e kwartaal
in 2014. Momenteel wordt gekeken of oppervlaktegegevens
uit de WOZ-registratie over te
nemen zijn, zodat de gegevens in de BAG kunnen
worden gevuld. Gekoerst wordt op realisatie in
2012. Omdat de nationale wetgeving voor WOZ
en BAG verschillende definities en voorwaarden
kent, is dit geen één-op-één operatie. De WOZobjecten
verschillen van verblijfsobjecten. De
oppervlakte-gegevens uit de WOZ kennen daarom
andere bronnen.
Met dank aan Ad van der Meer en Ries Visser
(Nieuwsbrief Stelselmatig Geo-Informatie, DPG
Amsterdam).