Ontgrondingenvergunning (pdf, 20 mb) - Kustwerk Katwijk

ZUID HOLLAND
11/28
Ons kenmerk
PZH-2013-369380400
behalen van de gestelde instandhoudingsdoelen. Deze twee beheerplannen zijn nog niet
definitief vastgesteld. In verband hiermee hebben wij, vooruitlopend op de vaststelling van deze
beheerplannen met de betreffende terreinbeherende organisaties afspraken gemaakt over de
instandhoudingsmaatregelen in het gebied waar het gaat om het behalen van
instandhoudingsdoelstellingen in relatie tot stikstofdepositie. De zeer geringe tijdelijke toename
van stikstofdepositie ten gevolge van het project zal geen effect hebben op het behalen van de
instandhoudingsdoelen.
Verstuiving van zand
Als gevolg van de verbreding van het strand ten noorden van het uitwateringskanaal zal de
verstuiving in de zuidelijke punt van de zeereep aldaar toenemen. Deze zeereep maakt
onderdeel uit van het Natura 2000-gebied Coepelduynen. Verstuiving is een belangrijke
voorwaarde voor de instandhouding van H2120 witte duinen. Extra verstuiving door de
kustversterking zal dus lokaal een verbetering van de kwaliteit en mogelijk uitbreiding van het
oppervlakte van H2120 tot gevolg hebben.
Effecten op habitatsoorten
Alleen het Natura 2000-gebied 'Meijendel 4* Berkheide' is aangewezen voor habitatsoorten. Het
gaat om de nauwe korfslak en de meervleermuis. De gevlekte witsnuitlibel is in het ontwerp
aanwijzingsbesluit opgenomen als complementaire doelstelling. Ondanks het voornemen van het
ministerie van EL&I om bij de definitieve aanwijzing de complementaire doelstelling te verwijderen
is zekerheidshalve toch getoetst aan de gevlekte witsnuitlibel.
Het leefgebied van de nauwe korfslak en de gevlekte witsnuitlibel bestaat uit de habitattypen
voorkomend in Meijendel S Berkheide. De nauwe korfslak is een landslak die voorkomt op natte
tot matig vochtige plaatsen, zoals natte duinvalleien, maar ook bosjes en bosranden met een
vochtig microklimaat. Het gaat dan voornamelijk om de habitattypen H2160 duindoornstruwelen
en H2190B vochtige duinvalleien. De gevlekte witsnuitlibel is gebonden aan duinpiassen met veel
opgaande begroeiing, wat in Meijendel S Berkheide het habitattype H2190D vochtige duinvalleien
(moerasvegetatie) is.
Omdat negatieve effecten op deze habitattypen worden uitgesloten (zie hiervoor), geldt dat
negatieve effecten op de (leefgebieden van) deze twee habitatsoorten ook zijn uit te sluiten ten
aanzien van stikstofdepositie.
Het Natura 2000-gebied Meijendel S Berkheide is voor de meervleermuis van belang gezien de
overwintering van deze soort in de aanwezige bunkers. Op de functionaliteit van de bunkers als
winterverblijf zijn geen negatieve effecten als gevolg van stikstofdepositie op voorhand uit te
sluiten. Ten aanzien van mogelijke effecten van licht, geluid en optische verstoring op de
instandhoudingsdoelstellingen van de nauwe korfslak, de meervleermuis en de gevlekte
witsnuitlibel het volgende. De nauwe korfslak is niet gevoelig voor effecten van licht, geluid en
trillingen. Effecten op deze soort zijn dus uit te sluiten.
Ten aanzien van de meervleermuis en de gevlekte witsnuitlibel blijkt uit de passende beoordeling
dat de leefgebieden en trekroutes van de meervleermuis en de gevlekte witsnuitlibel niet in de
buurt voorkomen van de werkzaamheden. De effecten van licht, geluid en trillingen op deze
habitatsoorten zijn dus uit te sluiten.
PZH-2013-369380400 dd. 12-02-2013