Ontgrondingenvergunning (pdf, 20 mb) - Kustwerk Katwijk

22/28
m
HOLLAND
Ons kenmerk
PZH-2013-369380400
Tot aan het begin van de 19 e
eeuw bestond Berkheide voor minder dan eenderde uit
vochtige duinvallleien. Verlaging van het peil van achterliggende polders, toenemende
begroeiing en verbeterde vastlegging van de duinen vanaf begin 19 e
eeuw maar met name
afzanding van de binnenduinrand en waterwinning vanaf eind 19 e
eeuw hebben een sterke
verdroging tot gevolg gehad. Halverwege de 20 e
eeuw werd begonnen met infiltratie van
oppervlaktewater waardoor plaatselijk stijging van de grondwaterstand optrad. Doordat de
waterkwaliteit van het oppervlaktewater verslechterde werden steeds meer eutrofe stoffen in
duin geïnfiltreerd. De oppervlakte aan infiltratieplassen en verzamel- en spoelvijvers
bedraagt nu 60 ha. Een aantal winningskanalen ligt diep vergraven in het duin (kanaal 3 is
bijv. 1600 meter lang en 100 meter breed). Het grondwaterpeil in vrijwel het gehele
natuurmonument wordt in sterke mate kunstmatig beheerd ten behoeve van de
waterwinning. Als gevolg van ontbrekende voorzuivering van het infiltratiewater is het
grondwater in het natuurmonument gedeeltelijk sterk eutroof.
Flora en vegetatie
De vegetatie van Berkheide is gelet op zowel de grote diversiteit en natuurlijkheid als de
aanwezigheid van zeldzame organismen van internationaal belang. De variatie in
milieuomstandigheden in het natuurmonument heeft, in samenhang met het sinds jaar en
dag gevoerde extensieve beheer en beïnvloed door de waterwinning, geleid tot verschillende
vegetatietypen met hun specifieke flora.
In de buitenste duinenrij, waar een voortdurende aanvoer van zout en kalkrijk zand
plaatsvindt, domineert bijna overal helm en komen verder soorten voor als rood zwenkgras,
biestarwegras, zandhaver en plaatselijk ook zeewinde en blauwe zeedistel.
Landinwaarts neemt het aandeel van de zeeduinplanten in de stuifduinvegetaties af; duinriet
neemt tot tot zeer algemeen. In de stuifduinvegetaties komen als zandzegge, zandraket,
duinviooltje, gerstdravik, muurpeper, duinreigersbek, kleverige reigersbek en kruipend
stalkruid. Op de zuidhellingen komen hier winterannuellen voor zoals kandelaartje,
zanddoddegras en vroegeling.
Direct ten zuiden van Katwijk in de graslanden van de Vriezewei, Dorendel en delen van de
stuifduinen dragen de vegetaties een eigen karakter. Zij behoren tot het zgn.
zeedorpenlandschap dat eeuwenlang een vrij constante menselijke beïnvloeding heeft
ondergaan. Dominerend is hier de duinaveruit met verder soorten als zeeschildzaad,
knolbeemdgras, kegelsilene en duinpaardebloem.
Duingraslanden komen verspreid voor in het gehele natuurmonument. Te onderscheiden zijn
: kalkgraslanden met soorten als bitterkruid, bitterkruidbremraap, wondklaver, kleine
steemtijm, driedistel en kruisbladgentiaan; graslanden van ontkalkte bodems met soorten als
zandblauwtje, klein tasjeskruid, vleugeltjesbloem, paashaver en veel mossen en
korstmossen; voedselrijke graslanden op voormalige akkers in het noorden van het
natuurmonument met soorten als reukgras, duizendblad, gewoon beemdgras, wilde peen,
brunel, veldlathyrus en smalbladige weegbree; graslanden met verstoorde milieus als gevolg
PZH-2013-369380400 dd. 12-02-2013