Ontgrondingenvergunning (pdf, 20 mb) - Kustwerk Katwijk

provincie HOLLAND
ZUID
26/28
H2160
Doel
Duindoornstruwelen
Behoud oppervlakte en kwaliteit.
Ons kenmerk
PZH-2013-369380400
Toelichting Het habitattype duindoornstruwelen is over een beperkte oppervlakte
H2190
Doel
aanwezig. Gezien de landelijk gunstige staat van instandhouding van
duindoornstruwelen en aangezien uitbreiding van het type ten koste kan
gaan van onder meer habitattype grijze duinen (H2130), wordt behoud van
oppervlakte en kwaliteit nagestreefd. Om de kwaliteit te behouden is het
gewenst dat alle successiestadia in het gebied voorkomen.
Vochtige duinvalleien
(subtype B).
Toelichting Het habitattype vochtige duinvalleien, kalkrijk (subtype B) is over een
Doelen en waarden Coepelduin
Het gebied Coepelduin is uit een oogpunt van natuurschoon en zijn natuurwetenschappelijke
betekenis aangewezen als Beschermd Natuurmonument.
In de toelichting bij het aanwijzingsbesluit is de natuurwetenschappelijke betekenis en het
natuurschoon nader uitgewerkt.
Behoud oppervlakte en verbetering kwaliteit vochtige duinvalleien, kalkrijk
beperkte oppervlakte redelijk ontwikkeld aanwezig. Er zijn potenties voor het
verbeteren van de kwaliteit van het habitattype in het gebied, hiervoor
worden reeds inspanningen geleverd. Voor de oppervlakte van het
habitattype in dit gebied zijn de mogelijkheden volledig benut.
Natuurwetenschappelijke betekenis
Geologie, geomorfologie en waterhuishouding
Het natuurmonument Coepelduin is aan de monding van de Oude Rijn ontstaan tussen 1200
en 1700 na Chr. Het gebied wordt gekenmerkt door een grotendeels natuurlijke en
ongestoorde geomorfologie. In het zuidelijk deel bevindt zich op circa NAP een
ondoordringbare kleilaag, terwijl meer naar het noorden veen in de ondergrond wordt
aangetroffen op ca. 1,5 m - NAP. De duinen bestaan uit kalkrijke jonge duinen van matig fijn
zand in de zeereep tot fijn zand in het middenduin. De gesloten zeereep heeft nagenoeg
geen valleien en is op kunstmatige wijze door zandsuppletie versterkt. Het middenduin
bestaat uit duincomplexen met enkelvoudige uitblazingsvalleien bestaande uit
microparabool- en streepduincomplexen.
De binnenduinrand is enkele eeuwen geleden afgegraven ten behoeve van de
bloembollencultuur. Door deze afgravingen en de ligging aan de Oude Rijn zijn de duinen
hier smal (ca. 600 m) Het hoogteverschil bedraagt 5 tot 30 m.
In het duingebied zijn in het verleden weiden ontstaan na opvulling van valleien met
stadsafval en zijn aardappelakkertjes in cultuur gebracht door afgraving en verrijking van de
bodem met visafval. Direct ten noorden van Katwijk ligt een uit de zeventigerjaren
daterende puinstort. Aan de oostzijde liggen enkele verzonken bunkers.
PZH-2013-369380400 dd. 12-02-2013