Ontgrondingenvergunning (pdf, 20 mb) - Kustwerk Katwijk

omgevingsdienst
HAAGLANDEN
9. Zowel de werkelijke start als de beëindiging van de ontgrondingswerkzaamheden moet schriftelijk worden
gemeld aan het in voorschrift 5 genoemde afdelingshoofd.
10. De vergunninghouder zorgt ervoor dat binnen één maand nadat de ontgrondingen zijn afgerond al het
materieel dat direct verband houdt met de ontgrondingen, is afgevoerd van de ontgrondingslocaties.
11. Indien zich tijdens de ontgravingen een calamiteit voordoet moet de vergunninghouder onmiddellijk het in
voorschrift 5 genoemde afdelingshoofd en buiten kantooruren de milieuklachtenlijn van Zuid-Holland 0888-
333555, hierover inlichten. De aanwijzing die door of vanwege het in voorschrift 5 genoemde afdelingshoofd
wordt gegeven, moet door de vergunninghouder stipt worden opgevolgd.
12. Ten behoeve van de beoordeling van mogelijke schade aan gebouwen dienen vóór de start van de
ontgronding en direct na afloop van de werkzaamheden, door een ter zake kundig bureau c.q. bedrijf, een
landmeetkundige en fotografische opname te worden gemaakt van alle objecten die beïnvloed kunnen worden
door de werkzaamheden. De opnamen dienen in een expertiserapport te worden vastgelegd. Het
expertiserapport en de fotografische opnamen dienen aan het in voorschrift 5 genoemde bureauhoofd te
worden gezonden.
Opmaak besluit
Het ontwerpbesluit is op 26 september 2012 vastgesteld. Het ontwerpbesluit is opgesteld door de provincie Zuid-
Holland. Hierbij is gebruik gemaakt van de provinciale huisstijl en provinciaal briefpapier. Per 1 maart 2013 zijn de
vergunningverlenende taken in het kader van de Ontgrondingenwet overgedragen aan de Omgevingsdienst
Haaglanden. Vanaf deze datum worden alle besluiten door de Omgevingsdienst Haaglanden genomen namens
de provincie Zuid-Holland. Hierdoor wijkt de opmaak en het gebruikte papier in dit besluit af van het
ontwerpbesluit. Inhoudelijk doen zich geen wijzigingen voor.
Aandachtspunten
Wij zijn bevoegd de vergunning in te trekken wanneer de daaraan verbonden voorschriften niet zijn of worden
nageleefd, dan wel wanneer de behartiging van de door de Ontgrondingenwet beschermde belangen dat nodig
maken en andere maatregelen daarvoor geen oplossing bieden.
Door het verlenen van de vergunning wordt niet vooruitgelopen op enig andere, door welk bestuur dan ook
krachtens de wet of een verordening met betrekking tot de onderhavige aangelegenheid eventueel te nemen
beslissing. Voordat met de ontgrondingswerkzaamheden wordt begonnen, moet door de vergunninghouder
worden nagegaan of dergelijke beslissingen vereist zijn. Is dit het geval, dan moet voor de aanvang van de
werkzaamheden overleg worden gepleegd met de desbetreffende bevoegde bestuursorganen.
Uit artikel 16, lid 1, van de Ontgrondingenwet vloeit voort dat de werking van deze vergunning wordt opgeschort
totdat de beroepstermijn is verstreken. Indien tijdens de beroepstermijn een verzoek om een voorlopige
voorziening is gedaan, treedt de beschikking niet in werking voordat op het verzoek is beslist.
Overtredingen van de voorschriften
Wij wijzen de vergunninghouder erop dat, indien zonder voorafgaande toestemming van ons college wordt
afgeweken van de voorschriften, dit gezien wordt als een overtreding. In dat geval moet de vergunninghouder op
aanzegging en binnen de daarbij opgedragen termijn de overtreding ongedaan maken. Wordt hieraan niet
voldaan, dan zullen wij eventueel - op kosten van de vergunninghouder - de nodige herstelwerkzaamheden (laten)
uitvoeren dan wel eventueel een dwangsom opleggen.
7