Verslag tweedaagse werkconferentie - Habiforum
Verslag tweedaagse werkconferentie - Habiforum
Verslag tweedaagse werkconferentie - Habiforum
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Verslag</strong> <strong>tweedaagse</strong> <strong>werkconferentie</strong><br />
Proeftuin toegangspoorten en knooppunten op het eiland IJsselmonde<br />
7 en 8 december 2005<br />
bij Stadshavens NV te Rotterdam<br />
Deel 1, verslag van 7 december 2005<br />
INLEIDING<br />
De initiatiefnemers van de proeftuin willen dat infrastructuur van de A15 en het bredere<br />
systeem van (snel)wegen in de regio en de ruimtelijke dynamiek daaromheen beter worden<br />
verbonden met de (gewenste) identiteit van het eiland en de verschillende kernen en<br />
deelgebieden daarbinnen. Daarvoor willen zij een gezamenlijke strategie ontwikkelen.<br />
Met deze conferentie willen zij, samen met bestuurders en ambtenaren uit de regio,<br />
experts en geïnteresseerden, verder invulling aan deze ambitie geven.<br />
In de proeftuin werken de in de verkeerskamer Zuid-Oost verenigde deelmeenten (Hoogvliet,<br />
Charlois, IJsselmonde), de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht en Ridderkerk, en de<br />
herontwikkelingsmaatschappij voor het Waalhavengebied, Stadshavens NV. Zij worden<br />
ondersteund door Stadsregio Rotterdam en <strong>Habiforum</strong>.<br />
WELKOM<br />
Fred de Ruiter en Erwin de Jongh heten de gasten van harte welkom, de een als directeur van<br />
Stadshavens NV en gastheer van de conferentie, de ander als voorzitter kamer Zuid-Oost,<br />
initiatiefnemer van de proeftuin en wethouder van de gemeente Albrandswaard.<br />
Dorien de Wit van organisatieadviesbureau de Beuk is dagvoorzitter. Zij geeft een korte<br />
toelichting op het programma.<br />
De <strong>werkconferentie</strong> gaat van start met het positieve bericht dat het Havenbedrijf heeft laten<br />
weten ook aan de proeftuin te willen deelnemen.<br />
BESTUREN LANGS DE SNELWEG<br />
Bij de organisatie van de <strong>werkconferentie</strong> rees de vraag: Hoe zorg je dat de deelnemers bij<br />
de start van de conferentie snel een beeld krijgen van de situatie langs de A15 en<br />
meegevoerd worden in de belevingswereld van de bestuurders.<br />
Die vraag heeft geleid tot de creatie van de film ‘Besturen langs de snelweg’ en Frans<br />
Soeterbroek, projectleider van de proeftuin voor <strong>Habiforum</strong>, kondigt met enige trots de<br />
première van de film aan. De film is ingedeeld in verschillende aandachtsgebieden:<br />
leefbaarheid, barrières en verbindingen, natuur, ontsluiting, bedrijvigheid, ruimtelijke<br />
kwaliteit en samenwerking. In deze hoofdstukken vertellen bestuurders in<br />
interviewfragmenten over wat voor hen van betekenis is rond de snelweg; op welke<br />
initiatieven zijn ze trots, naar welke ontwikkelingen kijken ze met spijt en welke punten baren<br />
hen zorgen.<br />
Ook een aantal gebruikers van de snelweg en bewoners van het gebied komt aan het woord<br />
over wat hun beleving is.<br />
Achtergrond van de interviews zijn beelden van de snelweg zelf, van knooppunten en op- en<br />
afritten, en van het landschap en de inrichting erlangs.<br />
De mensen in de zaal krijgen de opdracht om met de volgende vragen in hun achterhoofd<br />
naar de film te kijken:<br />
1. Wat spreekt u aan in wat u ziet of hoort? Wat mist u in de film?<br />
2. Welke samenwerkingsverbanden of mogelijkheden die worden genoemd, vindt u<br />
belangrijk? Wie of wat zou daar nog meer bij nodig zijn?<br />
3. Wat zou u zelf willen of kunnen bijdragen? Welke kansen ziet u voor de korte<br />
termijn?<br />
De reacties:<br />
Wat viel op, wat mist u ?<br />
! Een gevarieerde film; er komen veel ideeën in naar voren, waarmee we diverse kanten op<br />
kunnen, een aantal opmerkingen komt wel steeds weer terug.
! Er worden in de film veel losse elementen genoemd. In het verleden is al eens een visie<br />
gemaakt, daarvan is niets terug te zien. Het totale beeld moet wel in het oog gehouden<br />
worden.<br />
! Een mooie film. Wat er nog bij hoort zijn fraaie beelden van het water. De oude Maas aan<br />
de zuidkant en de haven met zijn kleurige gestapelde containers aan de noordkant. “Een<br />
gebied om met een oude Amerikaanse wagen doorheen te rijden met je elleboog uit het<br />
raampje”. Ook de kwaliteit van het bestaande landelijk gebied verdient meer aandacht.<br />
! Er mist een visie op bedrijventerreinen. Gevolg van gebrek aan visie is het voorbeeld dat<br />
in de film werd genoemd van een bedrijventerrein dat aan de mooie waterkant ligt en de<br />
woonwijk die daardoor langs de snelweg werd gebouwd. In een visie moet duidelijk<br />
worden waar wordt gewoond, waar bedrijventerreinen passen en waar mensen kunnen<br />
recreëren.<br />
! In de film is veel aandacht voor het vrachtverkeer en de snelwegen. Wat mist is de<br />
problematiek van personenauto’s op de parallelwegen.<br />
! De film gaat vooral over de A15. De A16 en de A29 horen er ook bij.<br />
! “Wat een enorme hoeveelheid mensen die iets te maken hebben met een klein gebied<br />
met een lengte van niet meer dan 15 km.” “De bestuurlijke dichtheid is schokkend.” Hoe<br />
voorkom je dat je “blijft toepen over deelbelangetjes?”<br />
! Opvallend idee om molens te plaatsen op geluidsschermen.<br />
! “Het is vooral een Rotterdams verhaal. Het verkeer wordt door de bestuurders<br />
geaccepteerd zoals het is. Nergens worden grenzen gesteld of de vraag gesteld:<br />
“Wanneer is het nu genoeg?”<br />
! Er ontstaat een vicieuze cirkel; de wegen zijn te klein. Die worden verbreed. Daardoor is<br />
er ruimte voor meer bedrijvigheid, waardoor het verkeer toeneemt, waardoor de wegen<br />
te klein zijn, die worden verbreed enzovoort. “Zo bijt je voortdurend in je eigen staart en<br />
verdwijnt de groene long die mensen die in het gebied wonen en werken, nodig hebben”.<br />
! “In de film noemt een weggebruiker de Franse snelwegen als positief voorbeeld. In eerste<br />
instantie leek ze daarmee het mooie uitzicht te bedoelen, maar jammer genoeg bleek het<br />
haar te gaan om de betere bereikbaarheid en de keuze om gebruik te maken van<br />
tolwegen of niet.”<br />
Wat is nodig om tot goede samenwerking te komen?<br />
! Een projectkaart zou helpen om te weten wat er speelt en waar er door wie goed wordt<br />
samengewerkt. In de film werden projecten genoemd waarin effectief wordt<br />
samengewerkt door een aantal partijen, zoals de samenwerking tussen RWS en de<br />
deelgemeente Hoogvliet bij de aanleg van de ‘Heerlijkheid van Hoogvliet’. Of andere<br />
voorbeelden: de aanleg van de geluidwal bij Barendrecht, de aanleg van de Zuiderpunt,<br />
en bij het project de ‘Groene verbinding’.<br />
! De A15 biedt een gemakkelijk gedachtekader voor alle betrokken partijen. Een integrale<br />
visie voor de A15 zou een goed kader kunnen zijn, waardoor kleine<br />
samenwerkingsverbanden gebundeld kunnen worden in een grotere samenhang.<br />
Die visie moet geen boekje zijn dat in een diepe lade verdwijnt. Er is een praktisch kader<br />
nodig dat inzicht biedt in kansen, bedreigingen en mogelijkheden.<br />
Er is nu nog onvoldoende erkenning voor het belang van de ruimtelijke kwaliteit.<br />
Een overzicht van succes projecten en van missers zou onderdeel kunnen uitmaken van<br />
de visie om te zorgen dat er “meer van het goede komt en de missers niet herhaald<br />
worden”.<br />
Welke partners ontbreken?<br />
! Het Waterschap, want de A15 is ook een waterkering<br />
! Natuur- en landschaporganisaties, zoals Staatsbosbeheer<br />
! Bewonersgroepen, die hebben bewezen abstract te kunnen denken<br />
! LTO<br />
PAGINA 2/ 16
! Het bedrijfsleven, want de overheid heeft onvoldoende geld om solo plannen te realiseren<br />
! De centrale stad<br />
! Raadsleden<br />
! Recreatieschap<br />
! Iedereen zou in zijn eigen achtertuintje moeten kijken: wie is de doelgroep, wat is de<br />
markt, wat is de identiteit en de kracht. Dan pas kan de vraag beantwoord worden wie er<br />
nog meer betrokken moeten worden.<br />
Welke concrete kansen ziet u voor de korte termijn?<br />
! Een gemeenschappelijke visie op bedrijventerreinen; waar passen ze en hoe zijn ze te<br />
segmenteren.<br />
! ”Bepaal welke gebieden je schoon wilt houden en begrens die duidelijk. Grond is maar<br />
eenmaal te gebruiken.”<br />
! De inrichting van het havengebied met een boulevard en zichtbare bedrijvigheid. Hoe<br />
manifesteert dit gebied zich aan de snelweg? Wat is er zichtbaar, en hoe ziet dat eruit?<br />
Wat betekent dat voor de zone?<br />
! Een landmark. Eén die de gezamenlijke ambitie symboliseert, maar ook een die<br />
symboliseert dat de A15 meer oplevert dan slechte lucht en kabaal. Een soort ‘poort van<br />
de haven’. Maak bijvoorbeeld van de A15 de meest fascinerende snelweg, of de schoonste<br />
snelweg. Pak hem niet in, maar laat zien waar hij voor nodig is en wat erachter ligt. Wek<br />
nieuwsgierigheid en geef kinderen een baken waardoor ze weten dat ze bijna thuis zijn.<br />
Alle op- en afritten gaan in reconstructie, dus daar liggen kansen. Het zou handig zijn om<br />
te weten welke grote vergunningsaanvragen er liggen van het bedrijfsleven, omdat<br />
anders ongemerkt bijvoorbeeld Ikea het baken wordt.<br />
! Lessen uit andere ervaringen zijn concrete kansen voor de toekomst.<br />
! Zichtbare elementen in de groene verbinding.<br />
PRESENTATIE WOUTER VAN STIPHOUT<br />
Cultuur historicus Wouter van Stiphout is op verschillende manieren betrokken bij het<br />
vraagstuk van de identiteit van de snelwegen in relatie tot hun omgeving, onder meer via zijn<br />
bureau Crimson, het project Wimby Hoogvliet en als hoogleraar via de universiteit van<br />
Berlijn.<br />
Hij voert de deelnemers langs het thema snelwegen en identiteit via een spoor van mislukte,<br />
verkeerd ingezette of toevallig geslaagde projecten, want “Lessen uit andere ervaringen zijn<br />
concrete kansen voor de toekomst”.<br />
Al 10 jaar lang waagt Wouter pogingen samen met andere partijen om uit snelweg, haven en<br />
industrie een nieuwe samenhangende stedelijke identiteit te vormen. In Hoogvliet probeert<br />
hij die pogingen zichtbaar te maken.<br />
Hoogvliet ligt vlak bij de snelweg en het petrochemisch industriegebied. Beide vormen een<br />
probleem, maar zijn tegelijkertijd ook de sterkste karakteristieken die benut zouden kunnen<br />
worden. Hoogvliet probeert die te gebruiken in een imagocampagne waarbij de deelgemeente<br />
zich linkt aan bedrijvigheid en waarin de snelweg een fascinerend onderdeel van het<br />
territorium is.<br />
Een poging daartoe is het project Wimby (Welcome into my backyard). De opgave in het<br />
project was om de rolverdeling bij onderhandelingen met RWS om te draaien. Vaak stelt een<br />
(deel)gemeente zich op als slachtoffer en probeert vanuit die rol zoveel mogelijk<br />
compensatiegeld binnen te halen. Hoogvliet probeerde de rollen om te draaien door plannen<br />
te maken voor de aanleg van de snelweg en de inrichting van het aanliggende gebied, in feite<br />
door op de stoel van RWS te gaan zitten. Daarvoor zijn verschillende studies verricht en<br />
hebben mensen met allerlei expertise er energie ingestoken, en ondanks hoopgevende<br />
uitkomsten, heeft het in eerste instantie tot niets geleid.<br />
De mislukking van het project ligt in het over het hoofd zien van de sociale complexiteit.<br />
Het volstaat niet om met meetresultaten te komen en te bepalen wat goed of slecht is. Wat<br />
bleek:<br />
PAGINA 3/ 16
RWS zat niet te wachten op mensen die op hun stoel gingen zitten en met plannen<br />
kwamen voor iets waarop zij zelf al jaren hadden gestudeerd en ook veel meer factoren<br />
bij hadden betrokken.<br />
Wanneer een (deel)gemeente bij RWS een tegenbod wil doen, dan zijn andere middelen<br />
nodig dan technische. Er is fantasie nodig. Het moet zichtbaar worden wat je als<br />
gemeente wilt bereiken, wat de beelden zijn en wat de argumenten.<br />
Een ander imagoproject was ingegeven door de petrochemische industrie en de vraag van het<br />
scheepvaart- en transportcollege. Het college was op zoek naar nieuwe huisvesting voor de<br />
procesafdeling. Tegelijkertijd was er behoefte aan leerplekken waar studenten van het college<br />
stage kunnen lopen. Doordat de processen in fabrieken steeds complexer worden, zijn ze<br />
steeds minder bruikbaar als leerplek. Het idee ontstond dat er een proeffabriek moest komen<br />
en Hoogvliet zou daarvoor de aangewezen plek zijn; een goede verbinding tussen industrie en<br />
maatschappij.<br />
Er is een ontwerp gemaakt dat veel applaus kreeg, het plan is doorgerekend en kreeg<br />
instemming van de school en van de deelgemeente. Toen liep het vast. En waarop?<br />
Het plan zou alleen haalbaar zijn als alle scholen zouden samenwerken. Scholen moeten<br />
elkaar tegenwoordig beconcurreren en waren daarom niet tot de benodigde samenwerking<br />
bereid. Fabrieken zouden hun opleiding moeten uitbesteden aan de proeffabriek, maar<br />
niemand was bereid om als eerste die stap te doen.<br />
De analyse waarom dit project strandde is nog niet afgerond. Misschien was de schaal te<br />
groot, misschien zag het ontwerp er te fraai uit. Iets wat er heel mooi uitziet, wekt<br />
wantrouwen: “Heel mooi, dan zal het wel nutteloos en duur zijn”.<br />
Het derde voorbeeldproject is de ‘Heerlijkheid Hoogvliet’.<br />
De opgave in dit project was om twee schaalniveaus tegen elkaar aan te ‘plakken’, het<br />
Hoogvlietse verenigingleven en de verbreding van de A15.<br />
Het project werd geboren vanuit de interesse in het idee dat cultuur, en dan ‘hoge cultuur’<br />
van de centrale stad naar de deelgemeente gebracht moet worden. Dat is een goed idee,<br />
maar ook de cultuur van de deelgemeente zelf zou veel meer voor het voetlicht gebracht<br />
moeten worden. In het gebied langs de A15 huisde een bonte stoet verenigingen als een<br />
soort permanente nomaden verstopt tussen de bosjes. De boomridders, ecologen,<br />
modelbotenbouwers waren er wel, maar bleven onzichtbaar. Deze verenigingen zouden een<br />
permanente plaats moeten krijgen en zo voor samenhang in de ‘Heerlijkheid’ zorgen en een<br />
soort monument zijn, een eerste begin van de identiteit van Hoogvliet. Wat we gedaan<br />
hebben is het zichtbaar maken van de onzichtbare sociale verbindingen en dromen van<br />
mensen die vaak schuil gaan achter de wereld van maquettes.<br />
Het project ‘De Heerlijkheid van Hoogvliet’ is samengesteld uit een collage van behoeften en<br />
de wens een alternatief te bieden voor de gebruikelijke top-downbenadering bij<br />
herstructurering. Er is onderzoek gedaan naar de wensen en mogelijkheden van kleine<br />
ingrepen. Op het verlanglijstje staan nu o.a. huisvesting voor verenigingen, de villa Hoogvliet,<br />
een vijver in de vorm van Nederland, een dierenbegraafplaats, een openluchtbioscoop, bbqplekken<br />
en aan de snelweg een ‘Hoogvlietsign’ in Hollywoodletters.<br />
De deelgemeente heeft bij RWS aangeklopt met het verzoek om de gebruikelijke procedure<br />
van compensatiegelden om te draaien. Liever minder compensatiegeld bij de toekomstige<br />
verbreding van de A15, maar dat geld dan wel nu.<br />
Ook in dit project zijn lessen geleerd: zelfs als de hindernissen van budget, vergunningen,<br />
inspraak en welstandscommissie genomen zijn, is de eindstreep nog niet gehaald. Het kost<br />
heel veel energie om een op het eerste gezicht onaantrekkelijke plek als deze in het zicht,<br />
bewustzijn en geheugen van mensen uit Hoogvliet en Rotterdam te krijgen.<br />
Om dat voor elkaar te krijgen zijn festivals georganiseerd; het eerste jaar in het hart van<br />
Hoogvliet, het volgende jaar op de plek zelf. Bij de festivals bleek het nodig om een<br />
gemeenschappelijk element te vinden, in dit geval de zanger Gordon, om te zorgen dat<br />
allerlei bevolkingsgroepen zich er welkom voelden.<br />
Tot slot noemt Wouter van Stiphout de profileringstudie van zuidelijk Rotterdam. De<br />
tuinsteden leven nog met de gedachte aan de rand van de stad te liggen. Die gedachte is<br />
door alle ontwikkelingen inmiddels achterhaald. Er is een tussengebied dat de potentie heeft<br />
voor allerlei creatieve ontwikkelingsmogelijkheden. Dat gebied heeft de titel ‘Vrijbuiterslint’<br />
PAGINA 4/ 16
gekregen. In een van de workshops in het middagprogramma wordt hier door Bernadette<br />
Janssen van DS+V verder op ingegaan.<br />
De presentatie van Wouter van Stiphout roept een aantal vragen op en levert stof tot<br />
discussie.<br />
De voorbeeldprojecten laten zien dat de rol van ontwerper is veranderd. De ontwerper is veel<br />
meer een projectleider die zoekt naar aanknopingspunten en mogelijkheden. Hij moet zelf op<br />
zoek naar wat leeft en waaraan behoefte is. Het dilemma bestaat dat aan de ene kant<br />
behoefte is aan grote creatieve visies en ideeën, maar tegelijkertijd herbergen die het gevaar<br />
ook ‘groots’ te mislukken. Het zou zinvol zijn geslaagde projecten te analyseren en te kijken<br />
wat de opgave was en voor wie het project bedoeld was.<br />
Men is het erover eens dat het slagen van projecten afhangt van goed opdrachtgeverschap.<br />
De meningen zijn verdeeld over hoe goed opdrachtgeverschap eruit ziet. Is één sterke<br />
opdrachtgever nodig en is dat in de praktijk mogelijk bij grote projecten, of is de kwaliteit van<br />
de opdrachtgever(s) bepalend?<br />
Het plan voor het ‘Vrijbuiterslint’ roept associaties op met Parijs en zijn voorsteden. Parijs<br />
heeft indertijd de burgemeesters van de omringende voorsteden bij elkaar geroepen om met<br />
elkaar na te denken over de invulling van het gebied grenzend aan de périférique intérieur.<br />
De randgemeenten van het ‘Vrijbuiterslint’ zouden met elkaar op zoek kunnen gaan naar een<br />
gemeenschappelijkheid. De titel ‘Vrijbuiterslint’ roept bij een aantal deelnemers het beeld op<br />
van een soort anarchistische vrijplaats. Dat is niet de bedoeling. Het gaat niet om een gebied<br />
zonder regels, maar eerder om een gebied waar de bewoners/gebruikers zelf de regels<br />
opstellen.<br />
Een ander vreest dat zo’n lint uitnodigt tot het plaatsen van allerlei hekken door individuele<br />
vrijbuiters. De vraag is of dat erg is. Men overweegt ook om de Heerlijkheid te begrenzen met<br />
een hek dat ’s nachts op slot gaat. Begrensde vrijheid, om het gevoel van veiligheid te<br />
bevorderen.<br />
Na de lunchpauze nemen de gasten deel aan zes verschillende workshops verdeeld over drie<br />
‘sporen’<br />
In de eerste ronde:<br />
Spoor 1: De identiteit van de snelwegzone<br />
workshop 1 ‘Identiteit van stad en snelweg’<br />
Spoor 2: Snelwegeconomie en knooppuntontwikkeling<br />
Workshop 2 ‘Hoezo knooppunten?’<br />
Spoor 3: Toegankelijkheid en verbindingen<br />
Workshop 3 ‘Groene netwerken – grijze netwerken’<br />
In de tweede ronde:<br />
Spoor 1: De identiteit van de snelwegzone,<br />
workshop 4 ‘Routeontwerp en ruimtelijke kwaliteit’<br />
Spoor 2: Snelwegeconomie en knooppuntontwikkeling<br />
Workshop 5 ‘PPS bij weginfrastructuur’<br />
Spoor 3: Toegankelijkheid en verbindingen<br />
Workshop 6 ‘Gebiedsanalyse en gebiedsstrategie’<br />
De resultaten van de workshops worden op 8 december gepresenteerd en dienen als<br />
uitgangspunt voor het programma van die dag.<br />
Deel 2, verslag van 8 december 2005<br />
INLEIDING<br />
De tweede dag van de conferentie wordt geopend door de ambtelijke kopgroep van de<br />
proeftuin. Zij gaan aan het werk om te komen tot een ‘programma van doen’. De<br />
beschouwingen uit de workshops worden verder uitgewerkt. Het resultaat van de ochtend<br />
wordt in de middag gepresenteerd aan de bestuurlijke kopgroep.<br />
PAGINA 5/ 16
DE ESSENTIE VAN DE PROEFTUIN<br />
Om nog even scherp te voor ogen te hebben waar de proeftuin over gaat, deelt Frans<br />
Soeterbroek van <strong>Habiforum</strong> een A-viertje uit met de hoofdpunten uit de visie van <strong>Habiforum</strong><br />
op het fenomeen proeftuin (zie bijlage 1)<br />
Op een aantal punten geeft hij extra toelichting.<br />
De core business van <strong>Habiforum</strong> is het opzetten van proeftuinen; plekken waar partijen<br />
kunnen zoeken naar creatieve doorbraken voor ruimtegebruik. <strong>Habiforum</strong> is de partner<br />
die met trek- en duwwerk partijen die daar zelf niet toe komen, helpt bij de zoektocht<br />
naar vernieuwend ruimtegebruik. Het gaat daarbij om het onderzoeken wat<br />
mogelijkheden zijn op gebied van infra en RO op de grens van stad en aangrenzend<br />
gebied. Deze grensstroken zijn vaak gebieden die tussen wal en schip dreigen te raken en<br />
die potenties hebben die niet verzilverd worden.<br />
Een proeftuin is een vrijplaats voor vernieuwend denken door ambtelijke experts. In de<br />
uitgereikte tekst wordt gesproken over interessante koppelingen als handvat voor<br />
vernieuwend denken. Hierbij hoort de kanttekening dat te veel koppelingen en te<br />
integraal werken het risico met zich meebrengt dat niets meer in beweging komt. Niet<br />
alle beleidsterreinen kunnen in een keer in een planproces op de agenda worden gezet.<br />
Gekke ideeën zijn bijzonder welkom, zoals het idee om de A15 de schoonste snelweg van<br />
Europa te maken. Dat lijkt niet realistisch, maar kan wel een kapstok zijn voor bijzondere<br />
initiatieven.<br />
De proeftuinaanpak biedt de mogelijkheid om ‘bottom up’ te werken. Bij<br />
ontwikkelingsplanologie zitten vaak grote strategische partijen aan tafel. De proeftuin is<br />
een mogelijkheid om lokale kracht te mobiliseren.<br />
Een taak van <strong>Habiforum</strong> is om te zorgen dat moeilijke thema’s niet worden overgeslagen.<br />
Workshops over moeilijke thema’s, zoals de sessie over marktpartijen van gisteren,<br />
trekken minder publiek maar zijn wel van belang. Toch moet over dit soort onderwerpen<br />
ook worden nagedacht, wil je iets bereiken. Het is belangrijk dat processen<br />
maatschappelijke processen worden i.p.v. ingewikkelde bestuurlijke exercities.<br />
In een proeftuin wordt ontwikkelingsgericht gedacht i.p.v. visie- of planningsgericht.<br />
Ontwikkelingsplanologie morrelt aan de functionele knippen die gemaakt worden tussen<br />
visie, plan en uitvoering.<br />
Om een proeftuin goed te laten functioneren is het belangrijk om kennis te delen. De<br />
bereidheid moet er bij de deelnemers zijn om elkaar vroeg op de hoogte te stellen van<br />
ontwikkelen. Dat is nodig om te voorkomen dat de proeftuin een vrijblijvende vrijplaats<br />
wordt. Bestuurders moeten wel kunnen worden aangesproken.<br />
Vanuit de groep wordt opgemerkt dat voorkomen moet worden dat bestuurders ‘angstig’<br />
worden, als ze weten dat gevoelige informatie in de proeftuin op tafel komt.<br />
Die zorg is terecht. Gevoelige informatie hoeft ook niet in detail gedeeld te worden, maar<br />
moet wel genoemd worden.<br />
Bij het vaststellen van de ambitie van de proeftuin moet rekening gehouden worden met de<br />
bestuurlijke periode en met de ambitie van de bestuurders zelf. Tot hoever gaat de<br />
samenwerkingsbereidheid? Het proces zou geforceerd kunnen worden door eerst ‘klein’ aan te<br />
sluiten bij de bestuurlijke ambitie en daarmee het vertrouwen te winnen.<br />
Het project moet duidelijk begrensd worden. De A15 is lang, die loopt tot aan Duitsland, en<br />
zelfs op het eiland IJsselmonde zijn afspraken nodig welk gedeelte erbij betrokken wordt.<br />
Naast geografische afbakening, is invloedssfeer belangrijk. De ontwikkeling van de 2 e<br />
Maasvlakte moet worden meegewogen.<br />
DE WORKSHOPS<br />
Uit iedere workshop van 7 december is een afgevaardigde die een samenvatting van de<br />
beschouwingen presenteert.<br />
SPOOR 1 DE IDENTITEIT VAN DE SNELWEGZONE<br />
Workshop 1 Het ‘Vrijbuiterslint’<br />
Bernadette Janssen van DS+V gaf een voorzet voor deze discussie.<br />
PAGINA 6/ 16
Het idee van het ‘Vrijbuiterslint’ is ontstaan, omdat de woningverkoop in de zuidelijke<br />
tuinsteden niet goed loopt en de stad Rotterdam zoekt hoe dat verbeterd kan worden.<br />
In de workshop heeft men zich beperkt tot de zone Charlois t/m IJsselmonde, omdat de<br />
verkoop van woningen in Hoogvliet wel goed loopt.<br />
Perspectief wordt gezien in:<br />
Het versterken van de economie,<br />
Te zorgen voor meer concurrentie,<br />
Het benutten van de groene zone langs de Maas. De stadsrand is naar het zuiden<br />
opgeschoven door de aanleg van een vinexlocatie. Voor recreatie zou gebruik gemaakt<br />
kunnen worden van de groene zone langs de Maas, maar daarvoor vormt de A15 een<br />
grote barrière. Dat is opmerkelijk, omdat de A 20 in het noorden niet als zodanig<br />
ervaren wordt. Rotterdam zoekt naar mogelijkheden om deze barrièrewerking weg te<br />
werken.<br />
De deelnemers aan de workshop hebben hun gedachten laten gaan over de naam<br />
‘Vrijbuiterslint’. Welke associaties roept dat op?<br />
Er wordt geconstateerd dat het lint in ieder geval een eigen identiteit heeft.<br />
Voor de versterking van de economie zijn twee richtingen denkbaar:<br />
Kleinschalige individuele ondernemers, een lint van economische vrijbuiters, of<br />
De potentie benutten en er een soort Zuidas van maken. De potentie voor een Zuidas<br />
is er wel, maar kan nu niet benut worden. Dat zou misschien pas over 20 jaar mogelijk<br />
zijn. Het is een idee om de zone rommelig te laten en ontwikkeling van tijdelijke<br />
functies te tolereren, maar het gebied nu al wel aan te wijzen als gebied dat over<br />
twintig of dertig jaar als een Zuidas ontwikkeld zal gaan worden.<br />
Om de groene zone te benutten moeten noord-zuidverbindingen gelegd worden. Bij de A20<br />
blijkt een ‘muizengaatje’ te volstaan, maar hier zijn meerdere verbindingen nodig.<br />
Naast ‘Vrijbuiterslint’ werd een tweetal andere termen genoemd, waarmee gestoeid kan<br />
worden: een ommuurde tuin of een landgoederenlint.<br />
Naar aanleiding van de presentatie komen er vanuit de groep reacties:<br />
Het gebied was altijd al een vrijbuiterslint. Juist vanwege de geschiedenis is het toch de<br />
bedoeling het nu enigszins op orde te krijgen?<br />
De barrière van de A15 wordt vanuit Rotterdam negatief ervaren, maar niet door de<br />
mensen die beneden de A15 wonen. Voormalige Rotterdammers weten de weg heen en<br />
terug wel te vinden en oorspronkelijke bewoners uit Portugaal en Rhoon vinden de A15<br />
wel een veilige muur tussen de eigen wereld en die van de grote stad. Om noordzuidverbindingen<br />
tot stand te brengen zou het moeilijk kunnen zijn om de medewerking<br />
van die gemeentes te mobiliseren.<br />
Het gebied is qua voorzieningenprogramma wel een geheel. Voorzieningen die er nu<br />
zitten hebben klanten uit het hele gebied, noord en zuid.<br />
SPOOR 2 SNELWEGECONOMIE EN KNOOPPUNTONTWIKKELING<br />
Workshop 2 ’ Hoezo knooppunten?’<br />
Christiaan Kwantes van Goudappel Coffeng leidde de workshop in met een presentatie over<br />
vervoerspotenties, waarbij de Zuidplaspolder als voorbeeld diende.<br />
In de ogen van Goudappel Coffeng is sprake van een knooppunt als verschillende<br />
vervoerssoorten (OV, vrachtverkeer, personenvoertuigen etc) bij elkaar komen. De<br />
deelnemers aan de workshop delen die definitie niet. Zij vinden knooppunten, zoals het<br />
Barendrechtse of IJsselmondse knooppunt, alle op- en afritten of een snijpunt van<br />
hoofdwegen zoals het Groene Kruisplein, eigenlijk ook knooppunten.<br />
Er ontspon zich in de workshop een gesprek waarbij men tot een aantal conclusies kwam:<br />
Het eiland IJsselmonde heeft geen rentmeester die de lijn op eilandniveau kan<br />
oppakken.<br />
PAGINA 7/ 16
Schaalvergroting is nodig. Er moet op eilandniveau gekeken worden en anders moeten<br />
oude concepten opnieuw tegen het licht gehouden worden.<br />
Het is onverstandig om nu knooppunten eruit te lichten, omdat nog niet duidelijk is wat<br />
er met de A15 gebeurt. Vanuit de ambtelijke kopgroep wordt opgemerkt dat het wel<br />
goed mogelijk is om al intenties aan te geven.<br />
Als toch naar knooppunten gekeken wordt, moet dat vanuit het oogpunt van doorvoer<br />
en regionaal onderliggende wegen. De schaal van een ziekenhuis of sportcomplex is te<br />
weinig interessant.<br />
Per knooppunt moet het segment en het type duidelijk benoemd worden en zo mogelijk<br />
zichtbaar.<br />
Normaal gesproken volgt infra de RO. Het is een interessante gedachte dat dit kan<br />
worden omgedraaid, zodat infra sturend is in RO ontwikkelingen.<br />
SPOOR 3 TOEGANKELIJKHEID EN VERBINDINGEN<br />
Workshop 3 Groene netwerken – grijze netwerken<br />
In deze workshop verzorgde Vincent Kuypers van Alterra de inleidende presentatie.<br />
Een aantal aspecten komt naar voren:<br />
1. Bij planontwikkeling zijn drie facetten te onderscheiden:<br />
Stromen (verkeer en water)<br />
Gebieden (om welke plaatsen gaat het)<br />
Actoren (welke partijen horen erbij)<br />
Naast de verschillende facetten is er ook verschil in dynamiek: een ‘fast lane en een slow<br />
lane’.<br />
Wie kans ziet om een ‘slow lane’ aan een ‘fast lane’ te koppelen, profiteert van de hogere<br />
snelheid.<br />
2. Het ontwikkelen van (deel)gebieden kan als vliegwiel werken voor het ontwikkelen van<br />
andere (deel)gebieden.<br />
3. Compensatiegeld kan beter worden ingezet.<br />
Het is effectiever als van te voren goed wordt doordacht waar compensatiegeld voor kan<br />
worden gebruikt. Niet ‘achteruit’ compenseren, compensatiegeld komt dan voor bepaalde<br />
gebieden te laat. Die zijn dan al verdwenen.<br />
4. Groene snippers moeten onderling verbonden worden<br />
In de workshop is een lijst van ‘do’s en dont’s’ opgesteld:<br />
Heb bij ontwikkeling al oog voor beheer.<br />
Zorg voor een groot gebaar met zichtbare culturele lading om de noodzaak van een<br />
project duidelijk te maken. Technocratische argumenten volstaan niet.<br />
Geef aan voor wie een project bedoeld is.<br />
Zorg dat er een prioritering op de plank ligt, zodat altijd aangehaakt kan worden bij<br />
een ‘fast lane issue’, wanneer zich dat aandient.<br />
Zorg voor ecologische onderbouwing van economische planontwikkeling.<br />
Zorg voor krachtig eigenaarschap.<br />
Geef 'fast lane' een eigen regisseur en 'slow lane' issues niet. Pas op voor een groen<br />
boegbeeld.<br />
Sluit aan bij politieke issues.<br />
Er ligt een aantal actuele kansen:<br />
de pilot van RWS bij Hoogvliet met groene geluidschermen die fijnstof absorberen.<br />
compensatiegelden van de 2e Maasvlakte, zijn die in dit gebied te gebruiken?<br />
De grienden bij de oude Maas.<br />
Het concept Regiopark, hoewel daar door een aantal mensen ‘mopperig’ over gedaan<br />
wordt. De term regiopark is voor sommigen beladen, omdat het een project van de<br />
provincie is. Het plan ligt nog steeds op tafel en ‘de 600 ha’ horen er ook nog bij.<br />
Mooie anekdotes uit de workshop:<br />
PAGINA 8/ 16
- de vertegenwoordiger van Rijkswaterstaat concrete kansen zag om een aantal ideeën over<br />
groene scherrnen te gebruiken bij een pilot die ten Noorden van Hoogvliet gaat plaats vinden.<br />
- het Waterschap bleek bereid mee te werken aan het idee om de waterlevering aan<br />
Rotterdam zuid vanuit de Oude Maas zichtbaar te maken in het gebied<br />
SPOOR 1 DE IDENTITEIT VAN DE SNELWEGZONE<br />
Workshop 4 ‘Routeontwerp en ruimtelijke kwaliteit’<br />
Peter Heerema van <strong>Habiforum</strong> en Jan van der Grift van RWS en projectleider van het<br />
Routeontwerp A4 gaven hier de voorzet.<br />
De deelnemers aan deze workshop kwamen tot de conclusie dat partijen elkaar te laat<br />
informeren. RWS krijgt vaak de zwarte Piet toegespeeld, ten onrechte naar blijkt. RWSmensen<br />
staan wel open voor lokale ideeën, als ze maar tijdig worden betrokken.<br />
Kijkend naar de A15 wordt al snel duidelijk dat er niet één identiteit is, maar dat elk stukje<br />
eigen karakteristieken heeft. Voor veel stukken is de identiteit niet te benoemen; de<br />
containerterminal en Rhoon zijn herkenbaar, bij het Groene Kruisplein valt alleen de Mac<br />
Donalds op, maar Hoogvliet zie je niet.<br />
Opvallend is dat bijvoorbeeld de A12 veel mooie dingen heeft. Dat is een snelweg met status.<br />
De vraag is of dat voor de A15 ook is weggelegd. De valkuil bij de verbreding van de A15 is<br />
dat RWS het alleen gaat doen. Ook is onduidelijk wie voorloper zal zijn; komt eerst de 2e<br />
Maasvlakte en dan de verbreding van de A15 of is het omgekeerd? RWS heeft geen RO<br />
opdracht, die hebben opdracht om de verkeersstromen te regelen. Partijen zijn welwillend,<br />
maar hebben in de praktijk last van elkaar. Dat moet geslecht worden.<br />
In ieder geval moet de fietsverbinding worden meegenomen, want de noord-zuidverbinding is<br />
nu waardeloos.<br />
SPOOR 2 SNELWEGECONOMIE EN KNOOPPUNTONTWIKKELING<br />
Workshop 5 ‘PPS bij weginfrastructuur’<br />
De voorzet in deze workshop is van Jurgen van der Heijden van de Universiteit van<br />
Amsterdam en Adriaan Visser van Project Mainportcorridor Zuid.<br />
Het imago van PPS constructies is negatief door slechte ervaringen in het verleden. Toch zijn<br />
er ook positieve voorbeelden te noemen, zoals de Wijkertunnel en de Beneluxtunnel. De<br />
vraag is hoe partijen weer warm gemaakt kunnen worden voor het principe van PPS.<br />
De deelnemers aan de workshop vonden een aantal projecten op IJsselmonde die geschikt<br />
zouden kunnen zijn voor een PPS constructie:<br />
Het Regiopark. Ontwikkeling en beheer zou in samenwerking met private partijen<br />
kunnen, op die delen die de provincie niet ontwikkelt. Entreeheffing zou een bron van<br />
inkomsten kunnen zijn.<br />
Iedereen wil een eigen dwarsverbinding. Die wensen zouden op een hoop geveegd<br />
kunnen worden en door één partij kunnen worden ontwikkeld en beheerd.<br />
Geluidwerende maatregelen worden nu gezien als wal langs de snelweg. Andere<br />
invalshoek is om ze te zien als achterwand van de aan de snelweg liggende terreinen<br />
die door de terreineigenaren benut of verhuurd kunnen worden voor bijv.<br />
reclamedoeleinden.<br />
Kansen om die samenwerking ook echt van de grond te krijgen zijn bijvoorbeeld:<br />
Tolheffing als bron van inkomsten niet naar Zalm doorsluizen, maar naar het project.<br />
Het heffen van baatbelasting voor partijen die op een zichtlocatie zitten.<br />
Meer voorzieningen in de zone langs de snelweg, zoals crèches, gezondheidszorg,<br />
recreatie/sportterrein.<br />
Reclameruimte langs de weg.<br />
PAGINA 9/ 16
De deelnemers aan de workshop gaven een aantal tips om tot effectieve samenwerking te<br />
komen:<br />
Publieke partijen moeten leren dezelfde taal te spreken als private partijen.<br />
Niet alleen vanuit het eigen gezichtspunt denken. Leef je in in de positie van de ander.<br />
Een soort stoelendans kan helpen om elkaar gezichtspunt te begrijpen.<br />
Bespreek de opgave en de spelregels voor een PPS constructie en zorg dat die voor alle<br />
partijen duidelijk zijn.<br />
Er is een sterke aanstuurder nodig, een soort ‘bestuurlijke haas’ of ‘duohaas’ zoals Piet<br />
Kome van het Waterschap en Dominic Schreijer van Charlois.<br />
Bij projecten moet niet alleen naar ontwikkeling en uitvoering gekeken worden, maar in<br />
een vroege fase moet ook al worden nagedacht over beheer.<br />
SPOOR 3 TOEGANKELIJKHEID EN VERBINDINGEN<br />
Workshop 6 ‘Gebiedsanalyse en gebiedsstrategie’<br />
De voorzet in deze workshop is van Geiske Bouma van TNO en Wim Leussink van Charlois.<br />
De zone langs de A15 is een soort wild west zone. TNO heeft onderzoek gedaan naar<br />
potenties en conflicten in het gebied vanuit een lagenbenadering: wat is de ondergrond, hoe<br />
is de zone in gebruik en welke netwerken zijn er. Ook is gekeken naar de actoren in het<br />
gebied en naar de levensloop van activiteiten. Wat verdwijnt er en komt er bij.<br />
Uit het onderzoek blijkt dat het gebied grote potentie heeft, maar er is onduidelijkheid over<br />
de invulling.<br />
Op basis van de inventarisatie zijn drie scenario’s bedacht:<br />
1. ‘Planologische acupunctuur’ door op detailniveau kansen te benutten, bijvoorbeeld door<br />
een oude boerderij te renoveren en om te bouwen tot kinderdagverblijf. Of door<br />
verrassende initiatieven te nemen. Of door opschalen: “Eén paard is niet goed, veel<br />
paarden wel”.<br />
2. Verbindingen leggen en benutten; zoek naar bestaande relaties in het gebied en maak<br />
een mix van nieuwe en bestaande verbindingen.<br />
3. Snelwegeconomie; heeft de zone iets met de snelweg? Bij de Groene Kruisweg is al<br />
sprake van ontwikkeling van snelwegeconomie. Moet je dat toelaten of juist<br />
tegenhouden? De A15 is speciaal en heeft grote kansen; misschien moet het moderne<br />
verkeer gevierd worden? Deze kansen vragen om lef, om groots te durven denken.<br />
De potentie van het gebied is aanleiding voor een aantal overwegingen:<br />
Moet het gebied gereserveerd worden voor echte ontwikkeling? En op welke manier dan?<br />
Zijn de partners in de proeftuin groot genoeg en hebben zij voldoende slagkracht?<br />
Om lokaal zinnig bezig te zijn is het nodig om de visie op grotere schaal te kennen om te<br />
weten welke micro-impulsen je kunt doen.<br />
De scenariomethode zou ook toegepast kunnen worden op de knooppunten. Een<br />
gebiedsanalyse lijkt zinvol maar dat hoeft niet zo gedetailleerd als in de analyse van TNO. De<br />
rest van het gebied langs de snelwegen is ook niet zo gecompliceerd als het Zuidrandpark bij<br />
Charlois. Het gebied moet goed in kaart gebracht worden, niet op detailniveau, maar op een<br />
niveau dat aansluit bij de analyses die er al zijn van gebieden grenzend aan IJsselmonde.<br />
Bij de ontwikkeling van knooppunten zou bekeken moeten worden of differentiatie mogelijk<br />
is. Nu is er teveel van hetzelfde, misschien moet je bepaalde typen bedrijven weren of juist<br />
proberen toe te voegen.<br />
Grote lijnen<br />
Na de workshoppresentaties praten de deelnemers door over wat terugkerende thema’s zijn<br />
en wat de noodzakelijke stappen zijn die moeten worden gezet.<br />
Er is een visie nodig op de hele zone als praktisch kader waarbinnen gewerkt kan<br />
worden. De zone moet begrensd worden: de A15, het gebied ten zuiden daarvan of het<br />
hele eiland IJsselmonde? De visie moet tot stand komen in relatie tot wat er is. De<br />
totstandkoming van de visie en de uitwerking ervan is een proces van wisselwerking en<br />
niet van volgorde.<br />
PAGINA 10/ 16
De knooppunten moeten worden geïnventariseerd en ingekleurd. Wat zijn de huidige<br />
vervoersstromen, wat zijn de prognoses en wat is de bedrijvigheid rond de knopen?<br />
Knooppunten die genoemd worden: Charloise poort, IJsselmondse/Barendrechtse<br />
knoop, Ridderster, de nieuwe op- en afritten. Bij knooppunt Charlois is al een<br />
werkgroep aan de gang. Het is niet de bedoeling elkaars werk over te doen. Er moet<br />
sprake zijn van leren van elkaar, van kruisbestuiving.<br />
Routeontwerp: het routeontwerp moet breder zijn dan de opgave van RWS, dus breder<br />
dan de A15, en misschien ook breder dan de A15, A16 en de A29. Het routeontwerp<br />
moet meer behelzen dan een cosmetische ingreep.<br />
Leefbaarheid is een aspect dat in feite onderdeel uitmaakt van de andere issues, maar<br />
dermate belangrijk wordt gevonden, dat op het op eigen titel wordt genoemd. Het gaat<br />
om het stimuleren van maatregelen die de leefbaarheid bevorderen, zoals schone<br />
auto’s (roetfilters), het instellen van 80 km zones, het tegengaan van geluidoverlast,<br />
het tegenaan van fijnstof, het verhogen van de verblijfskwaliteit, het koesteren van het<br />
groen.<br />
Bij elke stap moet worden uitgewerkt:<br />
Wat is de culturele identiteit per stukje?<br />
Wie zijn de publieke en private partners die bij dit issue betrokken zijn of zouden<br />
moeten worden?<br />
Welke landmarks zijn er al, welke zijn denkbaar en goed voor de identiteit?<br />
Welke groene en blauwe verbindingen zijn mogelijk?<br />
Een aantal proces-kwesties keert in verschillende bewoordingen in de gesprekken steeds<br />
weer terug:<br />
Er is een rentmeester nodig of ‘bestuurlijke hazen’ die het proces kunnen trekken.<br />
De geldstromen; welke zijn er, hoe zijn ze te benutten en te beïnvloeden; bijvoorbeeld<br />
door aan te haken bij grote geldstromen, door contractplanologie of door creatief om te<br />
gaan met compensatieregelingen (wanneer en waar kunnen ze worden ingezet).<br />
RWS en de stad Rotterdam moeten bij de proeftuin betrokken worden. De mensen van<br />
DS+V en van OBR zijn geen vertegenwoordigers van de stad Rotterdam maar ingezet<br />
door de deelgemeenten.<br />
Hoe zorg je voor intern commitment, zowel bij de ambtelijke kopgroep als bij hun<br />
achterland.<br />
Naast de vaste groep zijn er ‘wisselende contacten’ nodig wanneer dat past bij thema<br />
of moment. Genoemd worden LTO, Waterschap, Staatsbosbeheer, bewoners,<br />
gebruikers en ondernemers.<br />
De externe communicatie moet worden aangepakt. De proeftuin moet op het juiste<br />
moment ‘kabaal maken’, zodat de buitenwereld weet wat er gaande is.<br />
Gebiedspromotie zou als onderdeel van externe communicatie mee kunnen doen en<br />
kan worden gestimuleerd door aan te haken bij regionale samenwerking op gebied van<br />
horeca en toerisme. Denk aan een culturele kaart of een het uitbreiden van een<br />
bedrijvengidsje met informatie over leuke wandel- en fietsroutes.<br />
Er is een inventarisatie nodig van wat er al gebeurt.<br />
Inventariseer politiek handige issues om bij aan te sluiten, zoals fijnstof, water en<br />
milieu.<br />
De bestuurders<br />
Na de lunch sluiten de bestuurders zich aan bij het gezelschap. Zij krijgen een presentatie<br />
van het denkwerk van de ochtend, die door hen met enthousiasme wordt ontvangen.<br />
Ze maken er een aantal kanttekeningen bij:<br />
In de visie moet begrenzing een belangrijk onderdeel zijn en moet de ontwikkeling van<br />
de havensector betrokken worden.<br />
Bij knooppunten moet ook gedacht worden aan P&R locaties. Werk wat betreft<br />
knooppuntinrichting aan een pilot. Gebruik daarvoor knooppunten die nu niet gebruikt<br />
worden of al bestaande kruispunten.<br />
PAGINA 11/ 16
De UVA zou wel een studie willen verrichten naar verkeersintensiteit en variaties willen<br />
doorrekenen.<br />
Het komt teveel voor dat een weg die klaar is, bij oplevering alweer te klein blijkt te<br />
zijn. Bij studie zou de ‘houdbaarheidsdatum’ moeten worden opgenomen.<br />
Het onderliggende wegennet is verwaarloosd, lokaal moet daarin geïnvesteerd worden.<br />
Er is apart onderzoek nodig naar waar knelpunten ontstaan in het onderliggende<br />
wegennet.<br />
Het leefbaarheidaspect moet worden meegenomen bij ontwikkeling van<br />
bedrijventerreintjes.<br />
De vaart moet erin gehouden worden en er moet gebruik gemaakt worden van het<br />
vliegwieleffect.<br />
‘Losse ideeën’<br />
Gedurende de <strong>tweedaagse</strong> zijn een aantal losse gedachten en ideeën voorbijgekomen. De<br />
ambtelijke kopgroep heeft ze op een flap gezet en laat ze voor de bestuurders nog even de<br />
revue passeren.<br />
De schoonste snelweg van Europa.<br />
Een snelweg met status.<br />
Promotie van het eiland voor mensen van buiten en van binnen het gebied.<br />
Benut en bewaar de karakteristieken van het eiland.<br />
Communiceer met fantasie i.p.v. met technische berekeningen.<br />
Maak het verborgen sociale leven zichtbaar (denk aan de ‘Heerlijkheid van Hoogvliet’<br />
en het ‘Vrijbuiterslint’).<br />
Ga ‘verrommeling’ tegen.<br />
Zorg voor meerwaarde door het leggen van verbindingen.<br />
Een paar van de ideeën worden er door de bestuurders uitgepikt. ‘Leuke dingen’ waarmee op<br />
korte termijn iets gedaan kan worden.<br />
Om van de A15 de schoonste snelweg van Europa te willen maken, lijkt niet erg realistisch.<br />
Maar er kunnen wel allerlei maatregelen gestimuleerd worden onder het mom van de<br />
‘grootste schoonmaak’: 80 km invoeren, onderhoud van vrachtwagens stimuleren,<br />
emissiereductie, groene geluidschermen. Of ‘een snelweg met status’; de breedste, de<br />
drukste, laat zien dat het ergens goed voor is. En niet alleen een snelweg met status,<br />
appelleer aan trots en leefbaarheid, een eiland met status!<br />
Afspraken<br />
De bestuurders zijn enthousiast over de potentie van de proeftuin; ze zijn bereid om voor de<br />
nodige samenwerking een convenant af te sluiten, nog voor de gemeenteraadsverkiezingen in<br />
maart 2006. Om de proeftuin verder tot leven te brengen en richting te geven wordt een<br />
aantal praktische afspraken gemaakt.<br />
De afspraken worden gedragen door de vertegenwoordigers van de deelmeenten Hoogvliet,<br />
Charlois en IJsselmonde, de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht en Ridderkerk, de<br />
herontwikkelingsmaatschappij voor het Waalhavengebied Stadshavens NV en het<br />
Havenbedrijf.1<br />
Praktische afspraken<br />
De volgende bijeenkomst van de ambtelijke kopgroep is op maandag 9 januari van<br />
14.30 tot 17.00 in het stadsdeelkantoor van Charlois.<br />
De kopgroep vertaalt de gemaakte afspraken in een werkplan, inclusief<br />
communicatieplan. <strong>Habiforum</strong> levert het voorwerk. De groep zal ook het voorwerk doen<br />
voor het afsluiten van een convenant.<br />
De bestuurders committeren zich om per organisatie twee mensen te leveren (uit<br />
verschillende disciplines als Verkeer en Vervoer, RO, economie, stedenbouw en natuur)<br />
die werk voor de proeftuin kunnen verrichten en elkaar in de ambtelijke kopgroep<br />
kunnen aanvullen en vervangen. Zo worden er ook binnen de afzonderlijke organisaties<br />
noodzakelijke bruggen geslagen.<br />
1 De vertegenwoordiger van de Stadsregio Rotterdam die de proeftuin ook draagt was op dit<br />
moment niet meer aanwezig.<br />
PAGINA 12/ 16
Bestuurders organiseren presentaties in hun eigen colleges en raden over de ambities<br />
met de proeftuin en de consequenties voor hun eigen werkwijze. <strong>Habiforum</strong> kan<br />
worden ingeschakeld om daarin een bijdrage te leveren; de op 7 december vertoonde<br />
film kan worden benut.<br />
Erwin de Jongh regelt een afspraak met de HID van Rijkswaterstaat en stelt een<br />
‘delegatie’ samen voor dat gesprek. In ieder geval zou Jacqueline Cornelissen mee<br />
moeten gezien haar contacten binnen RWS.<br />
Erwin de Jongh probeert ook een afspraak te maken voor een aantal bestuurders met<br />
wethouder Hulman in zijn hoedanigheid van verantwoordelijk bestuurder voor stad en<br />
regio om ook deze partijen aan de ambities te committeren.<br />
Frans Soeterbroek zal deelname van het Waterschap proberen te regelen via Ad<br />
Vermeulen en de bestuurder Kome die op de <strong>werkconferentie</strong> aanwezig waren.<br />
Frans Soeterbroek zal via verschillende lijnen (Erasmusuniversiteit, Hogeschool<br />
Rotterdam, Universiteit van Amsterdam, netwerk <strong>Habiforum</strong>) studenten en promovendi<br />
aanzoeken om middels onderzoek een bijdrage aan de proeftuin te leveren.<br />
Tot slot<br />
Erwin de Jongh sluit de <strong>tweedaagse</strong> af. Hij spreekt zijn waardering uit voor de gespreksleiding<br />
en de sfeer van gezamenlijkheid in de proeftuin. Er zitten goede gesprekspartners aan tafel<br />
en het werk van Frans Soeterbroek wekt vertrouwen. De proeftuin is nog pril, maar als het<br />
lukt om de vaart erin te houden kan het uitgroeien tot een voorbeeld van effectieve<br />
probleemaanpak door lagere overheden.<br />
PAGINA 13/ 16
Deelnemers aan de proeftuin op 7 december<br />
De heer A. van Andel Gemeente Ridderkerk<br />
De heer W. Boonzaaijer Deelgemeente IJsselmonde<br />
Mevr. G. Bouma TNO<br />
Mevr. J. Cornelissen Deelgemeente Hoogvliet<br />
De heer A. den Engelse Deelgemeente Hoogvliet<br />
Natuur en recreatieschap<br />
Mevr. J. Gendronneau<br />
IJsselmonde<br />
De heer J. v.d. Grift RWS DZH<br />
Mevr. E. van Harskamp Deelgemeente Hoogvliet<br />
De heer P. Heerema <strong>Habiforum</strong><br />
De heer J. v.d. Heijden UvA<br />
Mevr. B. Janssen Gemeente Rotterdam DS+V<br />
De heer E. de Jongh Gemeente Albrandswaard<br />
De heer P. Ketel Havenbedrijf Rotterdam<br />
De heer J. Kleuver Deelgemeente IJsselmonde<br />
De heer P. v.d. Klooster AIR<br />
De heer A. Kolijn Gemeente Albrandswaard<br />
De heer P. Kome Waterschap WSHD<br />
De heer V. Kuypers Alterra, centrum landschap<br />
De heer C. Kwantes Goudappel Coffeng<br />
De heer W. Leussink Deelgemeente Charlois<br />
Mevr. G. Maes De Beuk, verslag<br />
De heer A. Meijeren Gemeente Barendrecht<br />
De heer L. Muskiet Gemeente Rotterdam DS+V<br />
Mevr. A de Muynck Gemeente Rotterdam OBR<br />
De heer D. Nagtegaal Vestia<br />
De heer K. van Oorschot Gemeente Rotterdam DS+V<br />
De heer M. v.d. Paverd RWS DZH<br />
De heer J. Rasing Gemeente Ridderkerk<br />
De heer F de Ruiter Stadshavens NV<br />
De heer D. Schrijer Deelgemeente Charlois<br />
De heer C. Silvis Gemeente Barendrecht<br />
De heer F. Soeterbroek <strong>Habiforum</strong><br />
De heer K. van Staalduine Stadsregio Rotterdam<br />
De heer W. van Stiphout Crimson, WIMBY<br />
De heer P. Vermeulen Waterschap WSHD<br />
De heer A. Visser PZM<br />
De heer J. v.d. Want Stadshavens NV<br />
De heer J. Weebers <strong>Habiforum</strong><br />
Mevr. D. de Wit De Beuk, dagvoorzitter<br />
De heer P. Wunderink Gemeente Albrandswaard<br />
PAGINA 14/ 16
Deelnemers 8 december, ambtelijke en bestuurlijke kopgroep<br />
De heer W. Boonzaaijer Deelgemeente IJsselmonde<br />
Mevr. J. Cornelissen Deelgemeente Hoogvliet<br />
De heer A. den Engelse Deelgemeente Hoogvliet<br />
Mevr. E. van Harskamp Deelgemeente Hoogvliet<br />
De heer E. de Jongh Gemeente Albrandswaard<br />
Havenbedrijf Rotterdam, alleen in<br />
De heer P. Ketel<br />
de ochtend<br />
De heer J. Kleuver Deelgemeente IJsselmonde<br />
De heer A. Kolijn Gemeente Albrandswaard<br />
De heer W. Leussink Deelgemeente Charlois<br />
Mevr. G. Maes De Beuk, verslag<br />
De heer A. Meijeren Gemeente Barendrecht<br />
Mevr. A de Muynck Gemeente Rotterdam OBR<br />
De heer J. Rasing Gemeente Ridderkerk<br />
De heer F de Ruiter Stadshavens NV<br />
De heer D. Schrijer Deelgemeente Charlois<br />
De heer F. Soeterbroek <strong>Habiforum</strong><br />
De heer K. van Staalduine Stadsregio Rotterdam, tot 11.00<br />
De heer P. van Vugt Gemeente Barendrecht<br />
De heer J. v.d. Want Stadshavens NV<br />
Mevr. D. de Wit De Beuk, dagvoorzitter<br />
De heer P. Wunderink Gemeente Albrandswaard<br />
Mevrouw Harskamp van deelgemeente Hoogvliet merkt op dat Dennis Scherpenberg bij de<br />
kopgroep betrokken zou moeten worden. Hij werkt aan een fietsverbinding.<br />
De heer A. van Luijn, adjunct-directeur van <strong>Habiforum</strong>, is aanwezig bij het tweede deel van de<br />
middag.<br />
PAGINA 15/ 16
Bijlage 1<br />
Essentie proeftuinaanpak<br />
Vrijplaats voor vernieuwing<br />
Ruimte om ‘out of the box’ te denken en niet alles gelijk op haalbaarheid te toetsen. Begrippen als<br />
identiteit, ruimtelijke kwaliteit, creatieve vondsten en interessante koppelingen zijn daarbij belangrijke<br />
handvatten.<br />
Bottom up<br />
Lokale praktijk zijn leidend en niet de beleidswereld of de grote instituties, Sluit ze wel aan en zorg dat<br />
je de grote beleids- en planprocessen naar je toehaalt en er slim met mee lift.<br />
Regionale insteek<br />
We zoeken het schaalniveau op waar je massa kunt maken en slimme koppelingen kunt aanbrengen.<br />
Inde Nederlandse verhoudingen gaat het dan meestal om een bovenlokale/ regionale insteek.<br />
Grenzen opzoeken<br />
Kracht ontstaat door op zoek te gaan naar dynamiek en relaties die traditionele grenzen overstijgen :<br />
stad – platteland, stedenbouw - infrastructuur, natuur - RO – verkeer, bestuur – ambtelijke<br />
organisatie.<br />
Blik naar buiten<br />
Handel vanuit besef dat je samenleving (markt – burgers - maatschappelijke organisaties) nodig hebt<br />
om vernieuwing te bereiken en te verankeren. Zet de samenleving niet in de wachtstand.<br />
Ontwikkelingsgericht i.p.v. visiegericht of planningsgericht<br />
Niet weer een nieuwe visie of een integraal plan die ‘op de stapel’ belandt. Inzet op ‘slimme<br />
interventies’ en spraakmakende projecten om een gewenste ontwikkeling een zetje te geven en snel<br />
resultaten zichtbaar te maken. Visievorming en integraal denken zijn daar ondersteunend bij. De<br />
volgorde visie plan uitvoering is zeker niet leidend,<br />
Durf om door te pakken<br />
Weersta de verleiding om alles wat nog onzeker is om te zetten in onderzoeksvoorstellen waarna<br />
iedereen weer ‘in de wachtstand’ schiet. Dring snel tot de kern door en ontdek al doende wat werkt<br />
i.p.v. je afhankelijk te maken van experts.<br />
Kennis delen<br />
Met elkaar meedenken, strategische info in vroegtijdig stadium delen (ook als dat gevoelig ligt),<br />
aanboren van kennis in ‘andere werelden’ (universiteit, RWS, havenbedrijf OBR, enz.),<br />
Korte doorlooptijd<br />
Proeftuin duurt nog een jaar: We werken toe naar tastbaar ‘tussenresultaat’ en een stevige basis voor<br />
een vervolg (hoeft niet een proeftuin te zijn maar kan ook een regionaal samenwerkingsverband op<br />
eigen kracht zijn).<br />
PAGINA 16/ 16