- Page 1: MONUMENTA LITERARIA NEERLANDICA XV,
- Page 8 and 9: CONSTANTIJN HUYGENS HOFWIJCK
- Page 10: KONINKLIJKE NEDERLANDSE AKADEMIE VA
- Page 14 and 15: Aen Vrouw Geertruijd Huijgens geseg
- Page 16 and 17: Zijn even verr van t pad als die de
- Page 18 and 19: Maer houdt het vonnis in, en hoort
- Page 20 and 21: Aen mijn Heer Mijn Heer van Zuylich
- Page 22 and 23: Met een Roemer af te drincken: 70 L
- Page 24 and 25: 145 Di e hem op sijn lenden trapte
- Page 26 and 27: JAN, maeck het bosch-heck op, en gi
- Page 28 and 29: U leeren, dat mijn hooft streckt to
- Page 30 and 31: So wacht tot morgen niet; wanneer h
- Page 32 and 33: Op t' HOFWIICK vanden Edelen en gee
- Page 38 and 39: [3] HOFWIJCK. De groote webb is af;
- Page 40 and 41: 6o Haer krachten ongelijck: Veel' h
- Page 42 and 43: De wijsen eten met, de gecken doen
- Page 44 and 45: 195 (God zij genadigher, en weer de
- Page 46 and 47: *En inde leckernij van dit staegh-s
- Page 48 and 49: 340 Dat ghen als mantel, dit als Br
- Page 50 and 51: Gelijck de Morgenstond de fierste S
- Page 52 and 53:
485 Om't sterck en 't lieffelick va
- Page 54 and 55:
En, als ment seggen magh, daer spri
- Page 56 and 57:
625 Nu was de Hell berooft en all'
- Page 58 and 59:
Daer is wat cierlickheids mijn Berg
- Page 60 and 61:
Gods laeste Vier alleen sal't breng
- Page 62 and 63:
Daer hebb ick 't ongevall noch mijm
- Page 64 and 65:
Dat een den loover-drill van haer o
- Page 66 and 67:
975 Dit t' samen (kost het zijn) in
- Page 68 and 69:
1045 besteden sij het kleijn dat ic
- Page 70 and 71:
1120 Uw leven geeft ons warmt en ko
- Page 72 and 73:
ii95 Nu volght de Kneuterdijck, en
- Page 74 and 75:
Soo 't oijt gebeurde dat de leste v
- Page 76 and 77:
T is aengenamen dienst, soo langh u
- Page 78 and 79:
En 't lieve mis-verstand, dat ^oste
- Page 80 and 81:
Ghij zijt versaedt, en meer, van di
- Page 82 and 83:
En maken plotselick een vijand van
- Page 84 and 85:
All schreitse weer daer op en lesch
- Page 86 and 87:
Dat steegh en ketterlick de waerhei
- Page 88 and 89:
1765 „Dan dat waeijt jou int zeil
- Page 90 and 91:
Daer hackten hij op aen of't inden
- Page 92 and 93:
Bevestighden den koop, en 't stond
- Page 94 and 95:
Dan uren aller weegh. om schielick
- Page 96 and 97:
Om Eer, om Nutt, om Lust, die drij
- Page 98 and 99:
2135 Als °f geeren schonck het ghe
- Page 100 and 101:
22io Hier treed ick 't soetste pad
- Page 102 and 103:
2285 En wist ghij hoe dat hert, int
- Page 104 and 105:
^Maer beter Tonnen schats heeft hij
- Page 106 and 107:
„'T land wordt tot Vijvertjens ve
- Page 108 and 109:
Die u ontbeeren moght, wat waer sij
- Page 110 and 111:
2535 'Die soo de Kaerte van sijn qu
- Page 112 and 113:
En quaed doens ongsint, die sijn ve
- Page 114 and 115:
(Blij met de volle vanghst, die sel
- Page 116 and 117:
2735 Trommel of Trompett, die 't do
- Page 118:
2805 Verveelt u \ uijtsien, keert;
- Page 122 and 123:
3 Woord vooraf De basis voor deze u
- Page 124 and 125:
Inleiding BESCHRIJVING VAN DE BRONN
- Page 126 and 127:
twee berekeningen en nog twee losse
- Page 128 and 129:
9 pagina, als hulpmiddel bij het op
- Page 130 and 131:
overbodig. De hand is volgens Worp
- Page 132 and 133:
Uit het feit dat er een extra blaad
- Page 134 and 135:
1.2 De drukken. 1.2.1 De editio pri
- Page 136 and 137:
2 TEKSTGESCHIEDENIS 2.1 De autograa
- Page 138 and 139:
19 2741-2768), en dat over de inhou
- Page 140 and 141:
21 afb. 5: de regels 2181-2184 ware
- Page 142 and 143:
Maar misschien zat daar ook wel pre
- Page 144 and 145:
25 Echte fouten als gevolg van verk
- Page 146 and 147:
27 En dat is meteen een typisch voo
- Page 148 and 149:
2.2.3 D e toevoeging van de margina
- Page 150 and 151:
31 ofwel uit het hoofd opschreef (h
- Page 152 and 153:
en vi Aenden Leser r: Aenden Drucke
- Page 154 and 155:
35 aan zijn tante. Die is op een lo
- Page 156 and 157:
gepriegel echter in r. 1649, w a a
- Page 158 and 159:
Als laatste toevoeging schreef Huyg
- Page 160 and 161:
41 Helena, en in Aenden Drucker r.
- Page 162 and 163:
43 Samenvatting: chronologisch over
- Page 164 and 165:
45 r. 410 kier i.p.v. hier, r. 865
- Page 166 and 167:
Al met al is de tekst vergeleken me
- Page 168 and 169:
had hij het gezegd, bijna uitgeroep
- Page 170 and 171:
Gebruikt is het exemplaar van de KB
- Page 172 and 173:
1980 en 1981 en Strengholt 1998). D
- Page 174 and 175:
3 VERANTWOORDING VAN DE TEKSTUITGAV
- Page 176 and 177:
57 een leesteken - een komma die op
- Page 178 and 179:
evidente vergissingen die hem bij d
- Page 180 and 181:
61 eerste regel geheel binnen de ee
- Page 182 and 183:
Ook evidente zetfouten geef ik weer
- Page 184:
- Griekse letters, klein gedrukt, v
- Page 188 and 189:
tit. AUi HOFWIJCK. HOFWIJCK R. 1-28
- Page 190 and 191:
ij AUi Met reden schreefm er op: Hi
- Page 192 and 193:
34 AUi In Delfland, wat een Kleij;
- Page 194 and 195:
56 AUi Veel' hebben wreedelick in e
- Page 196 and 197:
72 AUi fljkk'K sagh menigh misverst
- Page 198 and 199:
91 AUi Bleef d' een en d' ander sta
- Page 200 and 201:
112 AUi De schael haer tong moet ee
- Page 202 and 203:
135 AUi 'Ten is maer binnen ons het
- Page 204 and 205:
156 AUi Om breedte tusschen twee on
- Page 206 and 207:
179 AUi Of Waer een le'eghe wereld,
- Page 208 and 209:
203 AUi Als ick soo spreken magh, v
- Page 210 and 211:
227 AUi Neemt dat ick Rhee of Hind
- Page 212 and 213:
252 AUi En all dat oijt ontsagh een
- Page 214 and 215:
276 AUi Van ijet verheughelix op't
- Page 216 and 217:
301 AUi Afsteken sie als witt bij '
- Page 218 and 219:
323 AUi Is voor hem all de werld, e
- Page 220 and 221:
343 AUi WktBlanck-stammigh is de H
- Page 222 and 223:
364 AUi Gewisselick betreedt en als
- Page 224 and 225:
387 AUi En springen oost uijt west,
- Page 226 and 227:
410 AUi Die hebb ick hier gesien de
- Page 228 and 229:
436 AUi Ick wenschte daer geen tang
- Page 230 and 231:
459 AUi Wat seght ghij van den aerd
- Page 232 and 233:
484 AUi Dat geen bevallicker geweld
- Page 234 and 235:
508 AUi Of een een wilde tamme pijl
- Page 236 and 237:
528 AUi IS d' eerste die sijn Broer
- Page 238 and 239:
548 AUi Van eeren? halsenwerck, 'ti
- Page 240 and 241:
571 AUi Vernam het dien 't beuiel.)
- Page 242 and 243:
592. AUi 'K stoue 'Kstoof soute sau
- Page 244 and 245:
615 AUi Dan hem van Hofwijck komt,
- Page 246 and 247:
640 AUi Hoe 't innerst ingewand van
- Page 248 and 249:
656 AUi Van Gall of Aloë, en 'tvri
- Page 250 and 251:
676 AUi En 'tvraghen werde best vol
- Page 252 and 253:
702 AUi De spieren tsamen houdt en
- Page 254 and 255:
721 AUi Van haer geheugheniss; daer
- Page 256 and 257:
743 744 745 AUi API AUI API AUI API
- Page 258 and 259:
766 AUi Gelijck, doe Pharao Gods he
- Page 260 and 261:
786 AUi En weer een tweede Naeld in
- Page 262 and 263:
800 AUi Die inden vrolixten den nut
- Page 264 and 265:
826 AUi Van haer bekommering voor S
- Page 266 and 267:
848 AUi NU sien ick met gemack die
- Page 268 and 269:
869 AUi Bij soete trappen, bij niet
- Page 270 and 271:
890 AUi Schoon opdoen heeft veel in
- Page 272 and 273:
912 AUi Ghij hebt voor ons gestaen
- Page 274 and 275:
935 AUi Gunt mij den eigendom van '
- Page 276 and 277:
955 AUi En aller tongen schimp, die
- Page 278 and 279:
977 AUi Wie die verdeeling laeckt,
- Page 281 and 282:
1007 AUi Tgeschickt' en 'tdienstigh
- Page 283 and 284:
1031 AUi En die voor sulcke Salv ee
- Page 285 and 286:
1052 AUi Tzijn Heckens, vreemdeling
- Page 287 and 288:
1078 AUi Die willen, laten gaen, di
- Page 289 and 290:
HOI AUi En dan een steene buert, da
- Page 291 and 292:
II2^ AU' Daer e S is een minder pij
- Page 293 and 294:
11 50 AUi Zijn tamelick voldaen: ma
- Page 295 and 296:
1175 I API t , N ae r eighen e g we
- Page 297 and 298:
1198 AUi Naer Linden op de rij: hie
- Page 299 and 300:
1219 AUi Die bee dunne Boomen, met
- Page 301 and 302:
1242 AUi a Van daer een eenigh Heer
- Page 303 and 304:
1265 AUi a Bij Maurits menighmael,
- Page 305 and 306:
1288 AUi Tot dat ick 'twiss en 't w
- Page 307 and 308:
1308 AUi Als ofYer niet en waer. do
- Page 309 and 310:
1324 AUi • Nochtans hier is sij w
- Page 311 and 312:
1347 AUi a Die Coets en Peerden hie
- Page 313 and 314:
1369 AUi Nochtans is't open Hof in
- Page 315 and 316:
1393 AUi Tis buijt all wat u lust:
- Page 317 and 318:
1413 AUi Dat ijedereen verstaet en
- Page 319 and 320:
1434 AUi En tegens't sott geweld va
- Page 321 and 322:
1449 AUi Wat dat U W Maegh gewelds
- Page 323 and 324:
1471 AUi Noch beter innerlick; die
- Page 325 and 326:
1493 AUi Laet vrouw en kinderen de
- Page 327 and 328:
IJI6 AUi Wel tegens heugh en meugh,
- Page 329 and 330:
1532 AUi In haer onkunde duncken du
- Page 331 and 332:
1553 AUi a Om alles in een woord te
- Page 333 and 334:
1574 AUi Het heilighe geslacht, dat
- Page 335 and 336:
1599 AUi Het ander lighter bij: het
- Page 337 and 338:
1619 AUi Dien haer gestalteniss in
- Page 339 and 340:
1645 AUi Wat Gouwe stincken doet, w
- Page 341:
1673 AUi Waer toe de viese milt, wa
- Page 344 and 345:
1703 AUi Ick tree met wel in vier t
- Page 346 and 347:
1726 AUi Vercierde met de pluijm va
- Page 348 and 349:
1747 AUi AS jouw moij backes is. Wa
- Page 350 and 351:
1765 AUi Maer dat waeijt jou in 'tz
- Page 352 and 353:
1782 AUi YOU hemelse parsoon, jouw
- Page 354 and 355:
1800 AUi AS Gerrt van Velsens Ton g
- Page 356 and 357:
1817 AUi En na den Brouwer me, en v
- Page 358 and 359:
1835 AUi Die macher wat op doem^fce
- Page 360 and 361:
1857 AUi Wij schamen ons Moers tael
- Page 362 and 363:
1878 AUi En hebb ick noijt gehaett:
- Page 364 and 365:
1898 AUi Kort om. ick socht mijn oo
- Page 366 and 367:
1920 AUi Fier, seid ick, vrouw tot
- Page 368 and 369:
1943 AUi SOO segh ick, heiligh Neen
- Page 370 and 371:
1966 AUi En schrickt niet, of ick't
- Page 372 and 373:
1988 AUi a De pijn van ouervloed, d
- Page 374 and 375:
2010 AUi En 't hert beweeghter af:
- Page 376 and 377:
2033 AUi BeTreedt inde wilderniss t
- Page 378 and 379:
2060 AUi En, als ghij spreken kost,
- Page 380 and 381:
2082 AUi a Als oft ghij dagh en nac
- Page 382 and 383:
2105 AUi Hier deel ick in die vreug
- Page 384 and 385:
2125 AUi Of afbreuck inde Bors maec
- Page 386 and 387:
2147 AUi En staet als kijcker bij,
- Page 388 and 389:
2170 AUi a [ontbreekt] APi Maer ooc
- Page 390 and 391:
2192 AUi Daer niemand meer geuaers
- Page 392 and 393:
2216 AUi Hoe gaet ghij soo ondiep,
- Page 394 and 395:
2234 AUi Daer ick de Sin af giss al
- Page 396 and 397:
2250 AUi As torens, eick om 'tmoijs
- Page 399 and 400:
2275 AUI API AP2 2276 AUI API EP 22
- Page 401 and 402:
2290 AUi Veel tijden werdt betaelt
- Page 403 and 404:
2310 AUi En all wat ijeder denckt v
- Page 405 and 406:
2323 AUi API 2324 AUi API AP2 2325
- Page 407 and 408:
2337 AUi De mail op Hofwijck heeft,
- Page 409 and 410:
2350 AUi En weten mogelick waer med
- Page 411 and 412:
2365 AUi Wel heij, wa't s hier weer
- Page 413 and 414:
2383 AUi Die kloot en light niet st
- Page 415 and 416:
2402 AUi Als offer werck gebrack, v
- Page 417 and 418:
2420 AUi Op 't Haegelijxt versien (
- Page 419 and 420:
2439 AUi a Dat kond 't d geen prijs
- Page 421 and 422:
2455 AUi Of redelicke li'en; ick le
- Page 423 and 424:
2471 AUi En werpense voor dood, als
- Page 425 and 426:
2490 AUi Die 'ck vanden Snapper in
- Page 427 and 428:
2510 AUi Die m' uijt de veer-schuij
- Page 429 and 430:
2532 AUi Die soo de Kaerte van sijn
- Page 431 and 432:
2545 AUi De Somer volght'er op en p
- Page 433 and 434:
2567 AUi p De keucken-water-poort.
- Page 435 and 436:
2584 AUi Daerom mij ijemand wensch
- Page 437 and 438:
2601 AUi Huijs-breker, spaert uw' k
- Page 439 and 440:
2619 AUi Mijn linnen-Cassen kael, v
- Page 441 and 442:
2640 AUi SOO lang ick niet en vast
- Page 443 and 444:
2659 AUi De Peeren vanden Boom, de
- Page 445 and 446:
2682 AUi De fuijme stille ruijmte m
- Page 447 and 448:
2701 AUi • Is 'tniet vermaecks de
- Page 449 and 450:
2722 AUi Soo, datt'er een Narciss s
- Page 451 and 452:
2744 AUi a [ontbreekt] p De schaets
- Page 453 and 454:
2760 AUi a [ontbreekt] p Soo dat ee
- Page 455 and 456:
2778 AUi Ick ben soo satt als ghij
- Page 457 and 458:
2798 AUi Ten westenlicker Son den l
- Page 459 and 460:
2816 AUi KB 2817 AUi KB 2818 AUi AP
- Page 461 and 462:
8 hs makende van die Wandeling een
- Page 463 and 464:
52 APi Van vloed en ebbe lijdt: wij
- Page 465 and 466:
6 AUa Als ketter-vleesch, te sien v
- Page 467 and 468:
59 hs Broevers even hoogh en breedt
- Page 469 and 470:
ioo hs Men raecke so men kan, het h
- Page 471 and 472:
17 hs Noch 't steenen Hof-wijck, no
- Page 473 and 474:
E AUa E. Vier houten somer-huijsken
- Page 475 and 476:
3.2.2 Op de uitkijktoren van 28 okt
- Page 477 and 478:
4.1.2 Overige notities. r.b . Deest
- Page 479 and 480:
OVERIGE NOTITIES IN DE AUTOGRAAF Vo
- Page 482 and 483:
Bijlage A Bijlagen c Mijn Pyramide
- Page 484 and 485:
werden, Soo versochten sij Supplian
- Page 486 and 487:
Elseviers sedert het uijtgeven van
- Page 488:
geene van des gemelten Heere van Zu
- Page 491:
372 1-4 De vier bladzijden van het
- Page 496:
377 1WR ^ ^ ^ ^ .*r.rx* ••btlf*
- Page 501 and 502:
382 i. ff f
- Page 503:
13-14. Twee openingen uit de apogra
- Page 506 and 507:
387 r~$«1h fa' & 4 f^rft jUJfc $0^
- Page 509:
19. Titelpagina van de eerste druk